QRVA 50 128
QRVA 50 128
BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
————
————
Schriftelijke vragen en antwoorden
Questions et réponses écrites
09 - 07 - 2002
2049 KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16006
AGALEV-ECOLO CD&V FN MR PS cdH sp•a VLAAMS BLOK VLD VU&ID
: : : : : : : : : :
Anders gaan leven / E´cologistes (confédérés pour l’organisation de luttes originales) Christen-Democratisch & Vlaams Front National Mouvement Réformateur Parti socialiste centre démocrate Humaniste socialistische partij anders Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw)
Afkortingen bij de nummering van de publicaties : DOC 50 0000/000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden HA : Handelingen (Integraal Verslag) BV : Beknopt Verslag PLEN : Plenum COM : Commissievergadering
Abréviations dans la numérotation des publications : DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e législature, suivi du no et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Annales (Compte Rendu Intégral) CRA : Compte rendu analytique PLEN : Séance plénière COM : Réunion de commission
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : alg.zaken@de Kamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16007
INHOUD
SOMMAIRE
II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. Blz./Page 16011 II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).
Blz./Page 16021
Blz. Pages Eerste minister
—
Premier ministre
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
Vice-premier ministre 16021 et ministre de l’Emploi
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
Vice-premier ministre 16022 et ministre des Affaires étrangères
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale 16023 et de l’E´conomie sociale
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Vice-premier ministre 16026 et ministre de la Mobilité et des Transports
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Ministre de la Protection de la consommation, 16028 de la Santé publique et de l’Environnement
Minister van Binnenlandse Zaken
16029 Ministre de l’Intérieur
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Ministre des Affaires sociales 16037 et des Pensions
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
—
Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration
Minister van Landsverdediging
16042 Ministre de la Défense
Minister van Justitie
16043 Ministre de la Justice
Minister van Financie¨n
16047 Ministre des Finances
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, 16164 chargé des Classes moyennes
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, 16067 chargé de la Politique des grandes villes
Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw
—
Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
—
Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
—
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16009
III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.
Blz./Page 16073
Blz. Pages Eerste minister
16073 Premier ministre
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
Vice-premier ministre 16076 et ministre de l’Emploi
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
—
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
—
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Vice-premier ministre 16079 et ministre de la Mobilité et des Transports
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Ministre de la Protection de la consommation, 16101 de la Santé publique et de l’Environnement
Minister van Binnenlandse Zaken
16115 Ministre de l’Intérieur
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Ministre des Affaires sociales 16133 et des Pensions
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
Ministre de la Fonction publique 16145 et de la Modernisation de l’administration
Minister van Landsverdediging
16147 Ministre de la Défense
Minister van Justitie
16149 Ministre de la Justice
Minister van Financie¨n
—
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand
Ministre des Finances
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, 16164 chargé des Classes moyennes
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
—
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw
Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, 16165 chargée de l’Agriculture
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
Secrétaire d’E´tat à la Coopération 16167 au développement
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
—
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
—
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp. IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
Blz./Page 16173
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16011
I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. * I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. * Datum Date
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Datum Date
Francis Van den Eynde Yves Leterme Mme Muriel Gerkens Guido Tastenhoye Jan Mortelmans Gerolf Annemans Filip Anthuenis Filip Anthuenis Filip Anthuenis Servais Verherstraeten Filip Anthuenis Karel Van Hoorebeke Jef Valkeniers Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer
3467 4359 7219 7533 7533 8389 12234 12235 12695 14083 15087 15399 15907 16021 16022
Begroting — Budget
272725164-
7-2001 8-2001 2-2002 5-2002 6-2002
166 241 243 245 246 247 248
Mme Claudine Drion Alfons Borginon Mw. Leen Laenens Gerolf Annemans Raymond Langendries Willy Cortois Guy D’haeseleer
Joos Wauters Joos Wauters Yves Leterme Raymond Langendries Guy D’haeseleer
10679 10682 14283 15909 16023
112316232345-
3-2002 4-2002 5-2002 5-2002 5-2002 6-2002 6-2002
119 125 127 128 129 130 132
Daan Schalck Guido Tastenhoye Raymond Langendries Servais Verherstraeten Jan Eeman Guy D’haeseleer Karel Van Hoorebeke
14553 15402 15910 16023 16024 16025 16025
Sociale Economie — E´conomie sociale
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères 7-2001 4-2002 4-2002 4-2002 5-2002 5-2002 6-2002
70 73 92 97 98
Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
2319263016284-
Blz. Page
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 86 106 168 177 178 191 305 306 313 330 349 354 357 359 360
Auteur
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
4- 4-2000 30- 5-2000 19- 1-2001 13- 2-2001 14- 2-2001 29- 3-2001 4-12-2001 4-12-2001 28-12-2001 15- 2-2002 2- 4-2002 24- 4-2002 17- 5-2002 4- 6-2002 4- 6-2002
Vraag nr. Question no
10669 15399 15539 15541 15909 16022 16023
7- 1-2002
27
16- 5-2002 4- 6-2002
41 42
Mme Marie-Thérèse Coenen 12835 Raymond Langendries 15910 Guy D’haeseleer 16025
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 24-11-2000
316
Bart Somers
6540
* Lijst afgesloten op 5 juli 2002 * Liste cloˆturée le 5 juillet 2002
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16012
Datum Date 2618274-
Vraag nr. Question no
1-2001 7-2001 7-2001 9-2001
352 459 466 488
3-12-2001 19-12-2001 11- 1-2002 11- 1-2002 15- 1-2002 15- 1-2002 15- 1-2002 18- 1-2002 28- 1-2002 30- 1-2002 15- 2-2002 27- 2-2002 1- 3-2002 29- 3-2002 8- 4-2002 8- 4-2002 8- 4-2002 8- 4-2002 8- 4-2002 8- 4-2002 8- 4-2002 8- 4-2002 9- 4-2002 10- 4-2002 10- 4-2002 16- 4-2002 24- 4-2002 24- 4-2002 26- 4-2002 30- 4-2002 30- 4-2002 6- 5-2002 6- 5-2002 16- 5-2002 27- 5-2002 27- 5-2002 4- 6-2002 5- 6-2002
535 551 562 564 566 568 569 573 588 590 610 618 619 629 631 634 635 638 639 640 641 643 644 647 648 649 653 654 656 657 659 661 662 663 664 665 667 668
Auteur Mw. Els Van Weert Francis Van den Eynde Yves Leterme Mw. Annemie Van de Casteele Jan Mortelmans Jan Eeman Joos Wauters Joos Wauters Yves Leterme Yves Leterme Jozef Van Eetvelt Jan Eeman François Bellot Koen Bultinck Mw. Frieda Brepoels Luc Sevenhans Yves Leterme Jan Mortelmans Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Frieda Brepoels Francis Van den Eynde Geert Bourgeois Bart Laeremans Jan Mortelmans Willy Cortois André Frédéric Jan Mortelmans Daan Schalck Mw. Els Van Weert Geert Bourgeois Francis Van den Eynde Raymond Langendries Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Guy D’haeseleer Jef Valkeniers
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page 7374 10043 10686 10698 12242 12589 12839 12840 12841 12843 12844 12989 13132 13134 14087 14284 14426 15088 15254 15256 15256 15257 15258 15258 15258 15260 15260 15262 15262 15263 15405 15405 15542 15543 15545 15626 15627 15911 16026 16026 16027 16027
2001
Datum Date
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement Volksgezondheid — Santé publique
4- 6-2002
463
Jo Vandeurzen
16028
Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 18-10-2000
252
9-11-2000 23-11-2000 9- 1-2001 15- 1-2001 15- 1-2001 16- 2-2001 16- 2-2001 20- 2-2001 28- 2-2001 5- 3-2001 6- 3-2001 6- 3-2001 19- 3-2001 30- 3-2001 20- 4-2001 8- 5-2001 14- 5-2001 14- 5-2001 15- 5-2001 29- 5-2001 5- 6-2001 6- 6-2001 12- 6-2001 18- 6-2001 27- 6-2001 2- 7-2001 19- 7-2001 20- 7-2001 23- 7-2001
257 260 276 278 279 302 303 307 311 312 313 314 321 332 341 348 351 353 354 361 365 367 371 377 384 385 393 394 395
2002
Mw. Annemie Van de Casteele 6105 Peter Vanvelthoven 6367 Jozef Van Eetvelt 6551 Fred Erdman 7028 Guido Tastenhoye 7127 Guido Tastenhoye 7129 Guy Larcier 7703 Guy Larcier 7704 Danie¨l Vanpoucke 7708 Martial Lahaye 7860 Jan Peeters 7972 Gerolf Annemans 7973 Jan Peeters 7973 Olivier Maingain 8202 Lode Vanoost 8394 Alfons Borginon 8734 Jan Eeman 8941 Bart Somers 9116 Bart Somers 9118 Maurice Dehu 9119 Patrick Moriau 9454 Martial Lahaye 9554 Geert Bourgeois 9555 Willy Cortois 9676 John Spinnewyn 9681 Yves Leterme 9833 Mw. Frieda Brepoels 9945 Filip Anthuenis 10701 Jos Ansoms 10702 Mw. Simonne Creyf 10702
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002 Datum Date
Vraag nr. Question no
24- 7-2001 2- 8-2001 3- 8-2001 8- 8-2001 5- 9-2001 10- 9-2001 10- 9-2001 12- 9-2001 19- 9-2001 21- 9-2001 26- 9-2001 1-10-2001
397 403 405 407 416 417 419 420 424 427 433 436
4-10-2001 22-10-2001 29-10-2001 30-10-2001 5-11-2001 5-11-2001 13-11-2001 19-11-2001 20-11-2001 22-11-2001 23-11-2001 23-11-2001 6-12-2001 10-12-2001
438 443 446 447 448 449 452 454 456 458 460 462 469 472
18-12-2001 18-12-2001 18-12-2001 21-12-2001 3- 1-2002 15- 1-2002 16- 1-2002 16- 1-2002
477 478 479 480 483 489 490 491
17232324252529-
1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002
493 497 498 500 502 503 506
16013
Auteur Willy Cortois Claude Eerdekens Paul Tant Filip De Man Danie¨l Vanpoucke Martial Lahaye Martial Lahaye Jozef Van Eetvelt Danie¨l Vanpoucke Jef Valkeniers Francis Van den Eynde Mw. Yolande Avontroodt Fred Erdman Fred Erdman Mme Zoé Genot Karel Van Hoorebeke Alfons Borginon Jef Valkeniers Fred Erdman Dirk Van der Maelen Jan Peeters Bart Somers Bart Somers Bart Somers Jo Vandeurzen Mme Géraldine PelzerSalandra Bart Somers Georges Lenssen Bart Somers Jan Eeman Dirk Van der Maelen John Spinnewyn Martial Lahaye Mw. Annemie Van de Casteele Bart Laeremans Mw. Els Van Weert Mw. Els Van Weert Mw. Els Van Weert Martial Lahaye Guy Larcier Gerolf Annemans
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page
Datum Date
Vraag nr. Question no
10703 10706 10707 10708 10712 10882 10883 10884 11026 11149 11153
30- 1-2002
510
11255 11415 11629 11630 11631 11777 11778 12011 12087 12088 12246 12247 12249 12502 12504 12590 12591 12592 12696 12759 12851 12851 12852 12991 12996 12996 13135 13137 13137 13139
2001
477778131519192025281456881314192126278881010121919242424263081517-
2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 5-2002 5-2002 5-2002
2002
511 517 519 520 521 523 524 526 528 530 531 533 537 538 539 541 542 543 544 545 546 549 551 553 554 556 557 559 563 564 566 567 568 570 571 572 573 574 577 580 582
Auteur Mw. Annemie Van de Casteele Geert Bourgeois Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Hagen Goyvaerts Bart Laeremans Alfons Borginon Mw. Simonne Creyf Bruno Van Grootenbrulle Jan Peeters Bart Somers Francis Van den Eynde Martial Lahaye Yves Leterme Geert Bourgeois Mw. Els Van Weert Jo Vandeurzen Jozef Van Eetvelt Olivier Maingain Yves Leterme Jo Vandeurzen Jan Eeman Jo Vandeurzen Daniel Bacquelaine Servais Verherstraeten Guy Larcier Martial Lahaye Bart Laeremans Jo Vandeurzen Karel Van Hoorebeke Guido Tastenhoye Geert Bourgeois Geert Bourgeois Guido Tastenhoye Hagen Goyvaerts Guido Tastenhoye Jozef Van Eetvelt Yves Leterme Martial Lahaye
Blz. Page 13143 13351 13752 13754 13755 13756 13759 13761 14091 14093 14094 14095 14286 14430 14431 14432 14433 14434 14555 14556 14557 14782 14784 15090 15090 15091 15265 15265 15266 15268 15268 15269 15406 15407 15409 15409 15410 15546 15547 15629 15810 15914
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2050
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16014
Datum Date
Vraag nr. Question no
172323232427-
5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002
584 585 586 587 588 589
2730305-
5-2002 5-2002 5-2002 6-2002
590 591 592 594
Auteur Martial Lahaye François Bellot Bert Schoofs Mw. Els Van Weert Mme Claudine Drion Mme Marie-Thérèse Coenen Paul Tant Jozef Van Eetvelt Bart Laeremans Daan Schalck
Blz. Page 15915 16029 16030 16030 16033 16033 16034 16034 16036 16036
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Datum Date 1526816241721-
3-2002 3-2002 4-2002 4-2002 4-2002 5-2002 5-2002
464 472 473 478 484 486 487
2327282944-
5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 6-2002 6-2002
489 490 491 492 493 494
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
5-2000 7-2000 1-2001 4-2001 4-2001 5-2001 7-2001
143 176 237 276 288 296 359
16- 7-2001
362
9- 8-2001 21- 9-2001 5-11-2001 19-12-2001 8- 1-2002 10- 1-2002 24- 1-2002
373 393 412 428 431 433 436
1- 2-2002 19- 2-2002 25- 2-2002
440 455 457
1- 3-2002 11- 3-2002
459 461
Yves Leterme Koen Bultinck Mme Colette Burgeon Jef Valkeniers Jef Valkeniers Jef Valkeniers Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Servais Verherstraeten Willy Cortois Jef Valkeniers Mw. Yolande Avontroodt Daan Schalck Mw. Trees Pieters Mw. Yolande Avontroodt Jozef Van Eetvelt Jozef Van Eetvelt Mw. Anne-Mie Descheemaeker Jozef Van Eetvelt Jean-Jacques Viseur
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Auteur
Blz. Page
Jo Vandeurzen 14785 Jef Valkeniers 15093 Guy Larcier 15269 François Bellot 15271 Jo Vandeurzen 15414 Jef Valkeniers 15916 Mw. Annemie Van de Casteele 15916 Jef Valkeniers 16037 Yves Leterme 16037 André Frédéric 16038 Filip Anthuenis 16039 André Frédéric 16040 Guy D’haeseleer 16040
Pensioenen — Pensions
30- 5-2000 23- 5-2002
Sociale Zaken — Affaires sociales
3018232627313-
Vraag nr. Question no
4375 5358 7228 8849 8853 8941 10052
4- 6-2002
13144 13358 14096 14288 14434 14558
2001
117
Yves Leterme Mw. Yolande Avontroodt Guy D’haeseleer
4376 16041 16042
Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 30- 1-2002 15- 5-2002 30- 5-2002
10053 10715 11156 11780 12593 12853 12854
25 115
229 275 280
Yves Leterme Mw. Frieda Brepoels Bart Laeremans
13147 15811 16042
Minister van Justitie Ministre de la Justice 1-10-1999 19-11-1999 22-11-1999 11- 2-2000 21- 2-2000 28- 3-2000 15- 9-2000 5-12-2000 22- 1-2001 13- 2-2001 25- 4-2001
2002
61 106 108 160 164 188 261 293 312 319 360
Geert Bourgeois Fred Erdman Bert Schoofs Bart Laeremans Hubert Brouns Fred Erdman Fred Erdman Gerolf Annemans Fred Erdman Mw. Els Van Weert Jo Vandeurzen
424 1160 1162 2504 2658 3366 5750 6613 7232 7546 8747
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002 Datum Date 1115276-
Vraag nr. Question no
6-2001 6-2001 6-2001 7-2001
392 400 407 409
16- 7-2001 9- 8-2001 4- 9-2001 21- 9-2001 26- 9-2001 2-10-2001 22-10-2001 26-10-2001 30-10-2001 20-11-2001 29-11-2001 10-12-2001 14-12-2001 17-12-2001
418 433 442 452 456 457 471 474 477 487 493 502 507 509
18212124781826661213181819252527272829151919-
529 531 532 539 555 558 562 567 569 571 576 577 579 580 583 586 587 588 590 592 593 595 597 598
1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 4-2002 4-2002 4-2002
16015
Auteur Jef Valkeniers Yves Leterme Yves Leterme Mw. Yolande Avontroodt Filip De Man Servais Verherstraeten Yves Leterme Richard Fournaux Francis Van den Eynde Mme Jacqueline Herzet Fred Erdman Danny Pieters Yves Leterme Daan Schalck Servais Verherstraeten Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Martial Lahaye Martial Lahaye Fred Erdman Francis Van den Eynde John Spinnewyn Gerolf Annemans Jan Mortelmans Geert Bourgeois Martial Lahaye Geert Bourgeois Georges Clerfayt Francis Van den Eynde Mme Colette Burgeon Martial Lahaye Yves Leterme Yves Leterme Francis Van den Eynde Mw. Els Van Weert Jo Vandeurzen Bart Laeremans Martial Lahaye
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page 9697 9698 9952 9953 10057 10734 10740 11160 11162 11260 11640 11642 11643 12091 12262 12512 12595 12598 13003 13005 13005 13148 13787 13788 14098 14297 14439 14441 14566 14567 14788 14789 14790 15094 15095 15095 15097 15099 15099 15272 15417 15418
2001
Datum Date 191919191919191919232324262630222151515151617232327303030304-
4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 5-2002 3-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 6-2002
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
599 600 602 604 605 606 608 609 610 611 613 614 615 616 618 619 621 623 624 625 628 630 631 633 634 635 637 638 639 640 641
Bart Laeremans Mw. Joke Schauvliege Guido Tastenhoye Bart Laeremans Bart Laeremans Martial Lahaye Bart Laeremans Daan Schalck Guido Tastenhoye Jozef Van Eetvelt Willy Cortois Guido Tastenhoye Mw. Magda De Meyer Jo Vandeurzen Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Mw. Maggie De Block Jan Mortelmans Jan Mortelmans Claude Eerdekens Willy Cortois Raymond Langendries Francis Van den Eynde François Bellot Jan Eeman Yves Leterme Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Yves Leterme
15418 15419 15421 15422 15423 15423 15424 15425 15426 15427 15428 15429 15548 15549 15551 15632 15633 15813 15813 15814 15815 15920 15920 16043 16044 16044 16044 16045 16045 16046 16046
Minister van Financie¨n Ministre des Finances 8- 9-1999 8- 9-1999 9- 9-1999 10- 9-1999 15- 9-1999 13-10-1999 13-10-1999 18-10-1999
2002
22 24 26 31 50 76 77 83
Marcel Hendrickx Jo Vandeurzen Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Mw. Trees Pieters Guy D’haeseleer Eric van Weddingen Bart Laeremans
130 222 225 228 245 647 648 743
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16016
Datum Date
Vraag nr. Question no
22-10-1999 22-10-1999 27-10-1999 16-11-1999 16-11-1999 22-11-1999 24-11-1999 24-11-1999 25-11-1999 3-12-1999 3-12-1999 6-12-1999 7-12-1999 17-12-1999
93 97 104 115 116 124 131 132 136 142 143 146 154 164
17-12-1999
165
20-12-1999 21-12-1999
167 171
23-12-1999 10- 1-2000 19- 1-2000 25- 1-2000 9- 2-2000 10- 2-2000 18- 2-2000 28- 2-2000 7- 3-2000 8- 3-2000 13- 3-2000 7- 4-2000 14- 4-2000 28- 4-2000 2- 5-2000
176 184 198 210 221 223 233 243 258 259 265 306 307 315 318
410121630303116-
321 329 332 335 375 376 381 398
5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 5-2000 6-2000
Auteur Karel Van Hoorebeke Karel Van Hoorebeke Mw. Alexandra Colen Daniel Bacquelaine Dirk Pieters Lode Vanoost Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Dirk Pieters Jacques Chabot Willy Cortois Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Annemie Van de Casteele Dirk Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Claude Eerdekens Yves Leterme Mw. Trees Pieters Claude Eerdekens Olivier Maingain Yves Leterme Jacques Lefevre Mw. Trees Pieters Luc Goutry Yves Leterme Yves Leterme Dirk Pieters Koen Bultinck Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Van de Casteele Danny Pieters Robert Denis Francis Van den Eynde Geert Bourgeois Jef Valkeniers Yves Leterme Jean-Pol Poncelet Geert Bourgeois
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page 865 867 871 1082 1082 1173 1182 1186 1340 1456 1456 1459 1465 1717 1717 1718 1722 1725 1924 2056 2206 2441 2507 2661 2805 2938 2938 3115 3589 3706 3884 3888 4016 4020 4110 4112 4390 4390 4393 4750
2001
Datum Date
Vraag nr. Question no
27- 6-2000 27- 6-2000 10- 7-2000 12- 7-2000 12- 7-2000 17- 7-2000 19- 7-2000 3- 8-2000 31- 8-2000 18- 9-2000 10-10-2000 10-10-2000 13-10-2000 16-10-2000 30-10-2000 13-11-2000 17-11-2000 21-11-2000 29-11-2000 15-12-2000 15-12-2000 20-12-2000 22-12-2000 22-12-2000 27-12-2000
408 410 422 427 428 432 435 438 442 454 474 476 478 482 490 505 509 511 524 538 539 545 546 549 550
5111112151717262991316-
1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 1-2001 2-2001 2-2001 2-2001
552 555 557 559 563 567 568 576 579 588 591 597
2328567-
2-2001 2-2001 3-2001 3-2001 3-2001
603 610 613 615 619
2002
Auteur Claude Eerdekens Aimé Desimpel Jo Vandeurzen Aimé Desimpel Aimé Desimpel Luc Goutry Pierre Lano Olivier Maingain Olivier Maingain Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Fred Erdman Karel Pinxten Georges Lenssen Lode Vanoost Mw. Fientje Moerman Claude Eerdekens Filip Anthuenis Jean-Pierre Grafé Alfons Borginon Mw. Trees Pieters Mme Josée Lejeune Mw. Maggie De Block Bruno Van Grootenbrulle Yves Leterme Claude Eerdekens Pierre Lano Claude Eerdekens Pierre Lano Servais Verherstraeten Dirk Pieters Aimé Desimpel Luc Sevenhans Claude Eerdekens Guido Tastenhoye Ludo Van Campenhout Claude Eerdekens Mw. Frieda Brepoels Bart Laeremans Claude Eerdekens Yves Leterme
Blz. Page 4879 4880 4987 4989 4990 5378 5380 5385 5388 5753 6033 6036 6110 6113 6202 6377 6453 6454 6566 6815 6816 6819 6933 6935 6937 7030 7140 7142 7143 7146 7149 7150 7384 7387 7548 7550 7715 7861 7865 7991 7992 7994
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002 Datum Date 212323291112171818182025252525223911-
3-2001 3-2001 3-2001 3-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 4-2001 5-2001 5-2001 5-2001 5-2001 5-2001
Vraag nr. Question no 633 635 636 640 647 649 654 655 658 660 665 668 669 670 671 676 677 678 687 688
15- 5-2001 15- 5-2001
691 692
16213011178151528292231012121212-
698 701 706 707 708 709 715 717 723 724 737 738 739 740 744 748 751 752 753 755
5-2001 5-2001 5-2001 6-2001 6-2001 6-2001 6-2001 6-2001 6-2001 6-2001 6-2001 6-2001 7-2001 7-2001 7-2001 7-2001 7-2001 7-2001 7-2001 7-2001
16017
Auteur Mw. Trees Pieters Hugo Philtjens Mw. Trees Pieters Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guy Larcier Georges Lenssen Martial Lahaye Claude Eerdekens Martial Lahaye Jo Vandeurzen Marcel Hendrickx Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Marcel Hendrickx Jan Eeman Dirk Pieters Dirk Pieters Mme Corinne de Permentier Mw. Magda De Meyer Mw. Kristien Grauwels Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Richard Fournaux Gérard Gobert Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Yves Leterme Geert Bourgeois Claude Eerdekens Denis D’hondt Marcel Hendrickx Karel Van Hoorebeke Marcel Hendrickx Karel Van Hoorebeke Mw. Trees Pieters Marcel Hendrickx Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page 8216 8317 8318 8403 8519 8641 8645 8646 8648 8649 8751 8753 8754 8756 8757 8862 8863 8958 8966 9141 9143 9144 9149 9383 9463 9561 9562 9563 9702 9703 9708 9709 9960 9962 9962 9964 9966 9973 10060 10060 10061 10062
2001
Datum Date
Vraag nr. Question no
30- 7-2001 31- 7-2001 10- 8-2001 31- 8-2001 3- 9-2001 4- 9-2001 18- 9-2001 18- 9-2001 20- 9-2001 26- 9-2001 2-10-2001 17-10-2001 23-10-2001 25-10-2001 26-10-2001 26-10-2001 26-10-2001 30-10-2001 5-11-2001 6-11-2001 6-11-2001 6-11-2001 6-11-2001 13-11-2001
769 770 773 774 775 776 788 791 793 795 799 807 809 812 813 814 816 821 822 824 825 826 827 830
20-11-2001 20-11-2001 30-11-2001 5-12-2001 12-12-2001 14-12-2001 21-12-2001
833 834 837 840 843 844 853
21-12-2001 3- 1-2002 8- 1-2002 10- 1-2002 11- 1-2002 11- 1-2002 16- 1-2002 16- 1-2002 16- 1-2002 18- 1-2002 18- 1-2002
854 857 859 864 865 866 870 871 872 875 876
2002
Auteur Mw. Frieda Brepoels Yves Leterme Koen Bultinck Geert Bourgeois Geert Bourgeois Yves Leterme Richard Fournaux Yves Leterme Francis Van den Eynde Yves Leterme Dirk Pieters Claude Eerdekens Peter Vanvelthoven Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Mw. Maggie De Block Alfons Borginon Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Guido Tastenhoye Ludo Van Campenhout Claude Eerdekens Claude Eerdekens Jan Eeman Jan Eeman Claude Eerdekens Jean-Jacques Viseur Ludo Van Campenhout Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Francis Van den Eynde Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Hubert Brouns Fred Erdman Claude Eerdekens Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
Blz. Page 10744 10745 10746 10747 10748 10750 11038 11040 11163 11164 11265 11541 11645 11648 11649 11649 11651 11655 11784 11785 11787 11788 11788 12017 12093 12094 12265 12268 12515 12599 12703 12705 12760 12872 12875 12877 12879 12881 12882 12883 13012 13013
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16018
Datum Date
Vraag nr. Question no
21- 1-2002
877
21- 1-2002 21- 1-2002 21212121222222232425293045678811131313131515191920202020222525262727-
1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 1-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002 2-2002
880 881 882 883 884 885 886 887 888 890 891 892 893 895 896 898 905 908 912 913 915 916 917 919 920 921 922 924 925 926 927 928 929 930 932 934 935 939 940
Auteur Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Marcel Hendrickx Claude Eerdekens Claude Eerdekens Marcel Hendrickx Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Martial Lahaye Karel Van Hoorebeke Mw. Yolande Avontroodt Yves Leterme Marcel Hendrickx Yves Leterme Guy D’haeseleer Marcel Hendrickx Aimé Desimpel Dirk Pieters Mw. Trees Pieters Marcel Hendrickx Martial Lahaye Martial Lahaye Martial Lahaye Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Yves Leterme Yves Leterme Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Mw. Trees Pieters Lode Vanoost Marcel Hendrickx Mw. Trees Pieters Luc Sevenhans Luc Sevenhans
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Blz. Page 13015 13016 13017 13017 13019 13020 13021 13022 13023 13024 13027 13149 13150 13151 13152 13382 13384 13391 13790 13794 13795 13798 13799 13800 13800 13801 14100 14101 14103 14104 14105 14107 14108 14110 14297 14299 14299 14301 14304 14304
2001
Datum Date 4445-
Vraag nr. Question no
3-2002 3-2002 3-2002 3-2002
944 945 946 947
5- 3-2002
948
51111121219191922259151515151515151616161616192323232630266813131617-
3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 4-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002
2002
949 951 952 953 954 955 956 957 958 959 963 964 965 966 967 968 969 970 971 972 973 974 975 987 988 989 990 991 992 993 994 995 997 998 999 1000 1001
Auteur Dirk Pieters Mw. Alexandra Colen Mme Anne Barzin Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Martial Lahaye Aimé Desimpel Mw. Fientje Moerman Mw. Trees Pieters Yves Leterme Danny Pieters Mw. Trees Pieters Yves Leterme Jos Ansoms Mw. Els Van Weert Mw. Frieda Brepoels Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Eric van Weddingen Tony Van Parys Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Hubert Brouns Martial Lahaye Marcel Hendrickx Yves Leterme François Dufour Willy Cortois Yves Leterme Guy Larcier Yves Leterme Jozef Van Eetvelt Gérard Gobert Gérard Gobert Raymond Langendries Philippe Collard
Blz. Page 14442 14443 14443 14444 14445 14445 14568 14569 14570 14571 14792 14792 14794 15100 15100 15274 15274 15275 15276 15277 15277 15277 15278 15279 15281 15282 15283 15284 15430 15431 15431 15432 15553 15554 15633 15634 15635 15636 15816 15816 15921 15922
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002 Datum Date 1717172427282828282828282828282828292931-
16019
Vraag nr. Question no
5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002
1002 1003 1004 1010 1011 1012 1013 1014 1015 1016 1017 1018 1019 1020 1021 1022 1023 1024 1025 1026
4- 6-2002 4- 6-2002 4- 6-2002
1027 1028 1029
Auteur Martial Lahaye Filip Anthuenis Jef Valkeniers Mme Claudine Drion Philippe Collard Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Marcel Hendrickx Yves Leterme Marcel Hendrickx Mme Michèle Gilkinet Jean-Jacques Viseur Mw. Fientje Moerman Ludo Van Campenhout Daniel Bacquelaine Jo Vandeurzen Guy D’haeseleer
Blz. Page
Datum Date
Vraag nr. Question no
15923 15923 15924 16047 16048 16048 16049 16050 16051 16052 16053 16053 16054 16054 16055 16056 16056 16058 16058
30-11-2001 30- 4-2002 15- 5-2002 16- 5-2002 30- 5-2002 4- 6-2002 4- 6-2002
240 295 297 298 300 302 303
16060 16062 16063 16064
Telecommunicatie — Télécommunications
Jozef Jozef Jozef Jozef Jozef Jozef Jozef Jozef Jozef Jozef
Van Van Van Van Van Van Van Van Van Van
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Eetvelt Eetvelt Eetvelt Eetvelt Eetvelt Eetvelt Eetvelt Eetvelt Eetvelt Eetvelt
12281 15555 15817 15925 16064 16065 16066
Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques
451212229914151516274-
10151616174-
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes
226 228 231 232 233 235 236 237 238 239
Jozef Van Eetvelt Daan Schalck Guido Tastenhoye Raymond Langendries Bart Laeremans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer
Blz. Page
2-2002 3-2002 3-2002 3-2002 3-2002 4-2002 4-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 5-2002 6-2002
135 151 152 153 157 159 161 163 164 165 166 167 168
Geert Bourgeois Jan Eeman Jean-Pierre Grafé Yves Leterme Yves Leterme Mw. Frieda Brepoels Mw. Frieda Brepoels Alfons Borginon Jan Mortelmans Jan Mortelmans Raymond Langendries Mw. Frieda Brepoels Guy D’haeseleer
13402 14447 14572 14573 15104 15303 15303 15817 15818 15818 15926 16066 16066
Middenstand — Classes moyennes
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand
30-11-2001 30-11-2001 30-11-2001 30-11-2001 30-11-2001 30-11-2001 30-11-2001 30-11-2001 30-11-2001 30-11-2001
Auteur
12274 12275 12277 12277 12278 12279 12279 12280 12280 12280
2001
1-2002 1-2002 1-2002 5-2002 5-2002 6-2002
75 77 78 94 95 96
Mw. Trees Pieters Alfons Borginon Mw. Trees Pieters Raymond Langendries Jef Valkeniers Guy D’haeseleer
12895 12898 12899 15926 15927 16067
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie — E´conomie
24-10-2000
2002
102
Francis Van den Eynde 6207
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16020
Datum Date
Vraag nr. Question no
Auteur
Blz. Page
Datum Date
Vraag nr. Question no
12- 1-2001 17- 4-2001 21- 6-2001 25- 6-2001 29- 8-2001 3- 9-2001 12-11-2001 4- 2-2002 8- 2-2002 26- 3-2002 15- 5-2002 17- 5-2002 17- 5-2002 21- 5-2002 28- 5-2002 28- 5-2002 29- 5-2002 4- 6-2002 4- 6-2002
116 150 200 203 211 212 234 254 267 277 284 286 288 289 290 291 292 293 294
Mme Claudine Drion Martial Lahaye Patrick Moriau Yves Leterme Jean-Jacques Viseur Geert Bourgeois Alfons Borginon Geert Bourgeois José Canon José Canon Willy Cortois Martial Lahaye Francis Van den Eynde Mme Colette Burgeon Willy Cortois Willy Cortois Martial Lahaye Guy D’haeseleer Jean-Jacques Viseur
7155 8652 9842 9844 10769 10770 12021 13415 13833 15105 15819 15928 15928 15929 16067 16068 16069 16069 16070
16- 5-2002
28
Raymond Langendries 15930
4- 6-2002
29
Guy D’haeseleer
Auteur
Blz. Page
16071
Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture
Buitenlandse Zaken — Affaires étrangères
4- 2-2002
37
Geert Bourgeois
13434
16- 5-2002
51
Raymond Langendries 15930
Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique
25-11-1999 27- 6-2000 18-10-2000 17-11-2000 22-11-2000 26- 1-2001
26 45 53 64 69 76
17- 4-2001 3- 7-2001 1- 8-2001 3- 9-2001 19-11-2001 24- 1-2002
84 91 92 93 97 98
16- 5-2002 4- 6-2002
112 113
Jean-Pol Poncelet Mw. Kristien Grauwels Yves Leterme Mw. Els Van Weert Mw. Frieda Brepoels Mw. Annemie Van de Casteele Mw. Frieda Brepoels Jan Eeman Yves Leterme Geert Bourgeois Olivier Maingain Mw. Yolande Avontroodt Raymond Langendries Guy D’haeseleer
1349 Landbouw — Agriculture
4884 6117 6467 6471
12- 4-2001
7391 8653 9981 10772 10773 12097
3 15
8638
Secrétaire d’E´tat à l’E´nergie et au Développement durable
13158 15929 16070
Energie — E´nergie
Geert Bourgeois 4754 Francis Van den Eynde 12286
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Bart Laeremans
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling
Grootstedenbeleid — Politique des grandes villes
16- 6-2000 28-11-2001
85
2001
24- 4-2002
2002
59
Willy Cortois
15436
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16021
(Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi
DO 2001200201219
DO 2001200201219
Vraag nr. 359 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 359 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Federale ministeries en openbare instellingen. — Opheffing verplichting tewerkstelling van mindervaliden.
Ministères fédéraux et institutions publiques. — Suppression de l’obligation d’engager des handicapés.
Aangezien de federale overheid artikel 21, § 1, eerste lid, 2o, en § 3, van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden werd opgeheven bij wet van 22 maart 1999, geldt er voor federale ministeries en openbare instellingen geen verplichting meer gehandicapten tewerk te stellen.
E´tant donné que l’article 21, § 1er, alinéa 1er, 2o, et § 3, de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés a été supprimé par la loi du 22 mars 1999, les ministères fédéraux et les institutions publiques ne sont plus tenus d’engager des personnes handicapées.
1. Waarom werd deze verplichting eigenlijk opgeheven ?
1. Quelle est au juste la raison de cette suppression ?
2. Wordt er ondanks de opheffing van deze verplichting, toch nog werk gemaakt van de tewerkstelling van mindervaliden ?
2. Les institutions concernées continuent-elles à engager des handicapés, nonobstant cette suppression ?
3. a) Overweegt u de verplichte tewerkstelling van gehandicapten in privé-ondernemingen, zoals voorzien in de voornoemde wet van 16 april 1963, eindelijk uitvoering te geven ?
3. a) Envisagez-vous d’enfin exécuter la disposition prévue dans la loi précitée du 16 avril 1963 et d’obliger les entreprises privées à engager des handicapés ?
b) Zo ja, wanneer ?
b) Dans l’affirmative, quand prévoyez-vous de le faire ?
c) Zo neen, waarom niet ?
c) Dans la négative, pourquoi pas ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2051
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16022
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 360 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 360 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
DO 2001200201182
DO 2001200201182
Vraag nr. 247 van de heer Willy Cortois van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 247 de M. Willy Cortois du 28 mai 2002 (N.) :
Egypte. — « Bibliotheca Alexandrina ».
E´gypte. — La «Bibliotheca Alexandrina».
Onlangs werd in Egypte de « Bibliotheca Alexandrina » officieel ingehuldigd, dit ter herinnering aan de bibliotheek die vier eeuwen voor onze tijdrekening als baken van de wetenschap en kennis grote faam verwierf. Het project van de UNESCO kon rekenen op de steun van 77 landen. Met dit initiatief beoogt de UNESCO het vroeger cultureel patrimonium van de eerste bibliotheek van Alexandrie¨ opnieuw samen te stellen en aldus een band te leggen tussen het MiddenOosten en het Westen.
La « Bibliotheca Alexandrina » a récemment été inaugurée en E´gypte; elle est ainsi baptisée en souvenir de la bibliothèque d’Alexandrie, célèbre quatre siècles avant notre ère en tant que poˆle de la science et de la connaissance. Le projet de l’UNESCO a bénéficié du soutien de 77 pays. Par cette initiative, l’UNESCO aspire à reconstituer le patrimoine culturel originel de la première bibliothèque d’Alexandrie, et à créer ainsi un lien entre le Proche-Orient et le monde occidental.
1. Kan u in dit verband meedelen welke de bijdrage van Belgie¨ is geweest bij de realisatie van dit project, zowel uit financieel oogpunt als op cultureel gebied ?
1. Dans ce cadre, pouvez-vous nous informer de la contribution belge à la réalisation de ce projet, au point de vue financier comme au point de vue culturel ?
2. Aangezien Belgische geleerden een belangrijk aandeel hebben gehad bij de opgravingen in de Nijlvallei, onder welk vorm heeft ons land verzamelingen en documenten ter beschikking aangeboden voor de « Bibliotheca Alexandrina » ?
2. E´tant donné la contribution importante des experts belges aux fouilles de la vallée du Nil, sous quelle forme notre pays a-t-il mis des collections et des documents à la disposition de la «Bibliotheca Alexandrina» ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16023
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 248 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 248 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Begroting
Budget
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 98 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 98 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Maatschappelijke Integratie
Intégration sociale
DO 2001200201159
DO 2001200201159
Vraag nr. 128 van de heer Servais Verherstraeten van 23 mei 2002 (N.) :
Question no 128 de M. Servais Verherstraeten du 23 mai 2002 (N.) :
Handtekeningenproblematiek bij visueel gehandicapten.
Le problème de la signature pour les handicapés de la vue.
Visueel gehandicapten ondervinden vaak problemen bij de ondertekening van officie¨le documenten.
Les handicapés de la vue rencontrent fréquemment des problèmes lorsqu’ils doivent signer des documents officiels.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16024
Zo komt het niet zelden voor dat de ambtenaar van de burgerlijke stand een blinde of slechtziende ontslaat van de ondertekening van diens identiteitskaart en een vermelding van vrijstelling van handtekening aanbrengt, hetgeen betekent dat de persoon in kwestie tijdelijk niet in staat is zijn/haar handtekening te plaatsen. Dit kan evenwel tot problemen leiden wanneer bijvoorbeeld bij transacties in banken de loketbediende het handtekeningspecimen van de visueel gehandicapte wil vergelijken met de handtekening op de identiteitskaart, die er dan niet blijkt te zijn !
Ainsi, il n’est pas rare qu’un agent d’état civil dispense un non-voyant ou un malvoyant de signer sa carte d’identité et fasse figurer une mention de dispense de la signature qui indique que la personne concernée n’est pas en mesure d’apposer sa signature. Il peut toutefois en résulter des difficultés lors d’une transaction bancaire par exemple, lorsque le guichetier souhaite comparer le spécimen de la signature du malvoyant avec la signature qui devrait figurer sur la carte d’identité.
In een zeer beperkt aantal gevallen worden handtekeningstempels aanvaard. Meestal echter worden deze voorgemaakte afdrukken als onpersoonlijk aanzien en dus waardeloos als bewijsmiddel. Er bestaat bovendien een groot risico op misbruiken.
Les cachets faisant office de signature ne sont que très rarement acceptés. La plupart du temps, ces sceaux sont considérés comme impersonnels et n’ont donc pas valeur de preuve. En outre, le risque d’abus est grand.
Visueel gehandicapten die wel een handtekening plaatsen, doen dit soms onder documenten waarvan ze de gehele werkelijke inhoud niet kennen gezien omdat ze deze stukken niet kunnen lezen. Ook hier is het risico op misleiding en bedrog groot.
Les handicapés de la vue qui apposent une signature le font parfois au bas de documents dont ils ne connaissent pas l’intégralité du véritable contenu puisqu’ils ne sont pas en mesure de les lire. Là encore, le risque de tromperie et de fraude est grand.
1. In welke gevallen en op basis waarvan kunnen ambtenaren van de burgerlijke stand weigeren dat blinden en slechtzienden een handtekening plaatsen op hun identiteitskaart ?
1. Dans quels cas et sur la base de quel(s) texte(s) les agents de l’état civil peuvent-ils refuser que les nonvoyants et les malvoyants signent leur carte d’identité ?
2. Welke verbintenisrechtelijke gevolgen zijn er verbonden aan door visueel gehandicapten ondertekende documenten en welke regels gelden er inzake de bewijslast in geval van wilsgebreken in hoofde van visueel gehandicapten ?
2. Quelles sont, sur le plan des engagements, les conséquences de l’apposition d’une signature apposée au bas d’un document par un handicapé de la vue et quelles sont les règles en vigueur en matière de charge de la preuve en cas de défaut de volonté chez le signataire ?
3. Welke waarde heeft de handtekening van visueel gehandicapten op publiekrechtelijk vlak ?
3. Quelle est la valeur de la signature d’un handicapé de la vue en droit public ?
4. Welke maatregelen overweegt u te nemen om het hoofd te bieden aan de geschetste problematiek ?
4. Quelles mesures comptez-vous prendre dans le cadre évoqué ?
DO 2001200201163
DO 2001200201163
Vraag nr. 129 van de heer Jan Eeman van 23 mei 2002 (N.) :
Question no 129 de M. Jan Eeman du 23 mai 2002 (N.) :
Geldautomaten. — Ontoegankelijkheid voor visueel gehandicapten.
Inaccessibilité des distributeurs automatiques de billets pour les malvoyants.
De invoering van de euro was voor velen het ogenblik om over te schakelen naar een betaalkaart. De geldautomaten blijven echter ontoegankelijk voor personen met een visuele handicap. Nochtans zijn hiervoor oplossingen voorhanden zoals contrasterende kleuren, antireflectieglazen, duidelijk lettertype, markeerpunten, spraaktechnologie en gestandaardiseerde klavierbediening.
Nombre de personnes ont profité du passage à l’euro pour utiliser dorénavant une carte bancaire. Mais les distributeurs automatiques de billets restent inaccessibles pour les malvoyants. Il serait toutefois possible de remédier à cette situation en recourant à l’une des solutions suivantes : des couleurs contrastées, des verres antireflets, des caractères lisibles, des points de référence, la technologie de la synthèse vocale ou la standardisation de la commande du clavier.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16025
Welke maatregelen worden in dit verband eventueel genomen om de toegankelijkheid van de geldautomaten te verbeteren voor de visueel gehandicapten ?
Quelles mesures envisagez-vous éventuellement de prendre pour faciliter l’accès des distributeurs aux malvoyants ?
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 130 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 130 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
DO 2001200200931
DO 2001200200931
Vraag nr. 132 van de heer Karel Van Hoorebeke van 5 juni 2002 (N.) :
Question no 132 de M. Karel Van Hoorebeke du 5 juin 2002 (N.) :
Aantal asielzoekers. 1. Hoeveel asielzoekers kent Belgie¨ officieel op dit moment ?
Nombre de demandeurs d’asile. ` l’heure actuelle, quel est officiellement le 1. A nombre de demandeurs d’asile en Belgique ?
2. Hoeveel hebben er een tijdelijke verblijfsvergunning ?
2. Combien d’entre eux sont en possession d’une autorisation de séjour temporaire ?
3. Kan u ook de spreiding geven van deze laatste categorie voor de drie gewesten ? 4. Hoe groot is het federaal budget dat uitgetrokken wordt voor opvang en begeleiding van asielzoekers ?
3. Pouvez-vous communiquer, par région, le nombre de personnes appartenant à cette dernière catégorie ? ` combien s’élève le budget fédéral pour 4. A l’accueil et l’accompagnement de demandeurs d’asile ?
Sociale Economie
E´conomie sociale
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 42 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 42 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16026
validen en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
DO 2001200201177
DO 2001200201177
Vraag nr. 664 van mevrouw Frieda Brepoels van 27 mei 2002 (N.) :
Question no 664 de Mme Frieda Brepoels du 27 mai 2002 (N.) :
NMBS. — Veiligheidsagenten. — Taalwetgeving.
SNCB. — Agents de la sécurité. — Législation linguistique.
De NMBS doet een beroep op een privéveiligheidsfirma voor de hogesnelheidstreinen, zowel op de treinen zelf als in het station Brussel-Zuid.
La SNCB fait appel à une société privée pour assurer la sécurité des trains à grande vitesse, tant dans les convois qu’à la gare du Midi à Bruxelles.
Er wordt vastgesteld dat de ingezette veiligheidsagenten « ééntalig-Frans » zijn. Dit is een flagrante overtreding van de door de taalwetten opgelegde tweetaligheidsvereiste.
On observe que les agents de la sécurité qui officient sont des francophones unilingues. Il s’agit en l’occurrence d’une infraction flagrante au bilinguisme requis par la législation linguistique.
1. a) Bevestigt u deze situatie ?
1. a) Confirmez-vous cette information ?
b) Over welke veiligheidsfirma gaat het hier ?
b) De quelle société de sécurité s’agit-il ?
c) Voor welke termijn werd deze firma aangetrokken ?
c) Pour combien de temps a-t-il été fait appel à cette société ?
d) Welke diensten worden precies geleverd op de verschillende treinen en in het Zuidstation ?
d) Quels sont exactement les services fournis dans les différents trains et à la gare du Midi ?
e) Voor welke kostprijs op jaarbasis ?
e) Quel en est le couˆt annuel ?
2. Wat overweegt u te doen om de wetgeving terzake te doen eerbiedigen en de Vlaamse treinreiziger en de Vlaamse treinwachter in eigen taal te bedienen ?
2. Quelles mesures prenez-vous pour faire respecter la législation en la matière et faire en sorte que les voyageurs flamands soient desservis dans leur propre langue ?
DO 2001200201178
DO 2001200201178
Vraag nr. 665 van mevrouw Frieda Brepoels van 27 mei 2002 (N.) :
Question no 665 de Mme Frieda Brepoels du 27 mai 2002 (N.) :
NMBS. — Verbetering van de toegangssporen tot het station van Hasselt.
SNCB. — Amélioration des voies d’accès à la gare de Hasselt.
De sporenconstellatie rondom het station van Hasselt is vooral aan de kant Diest/Genk eerder ongelukkig : het hoofdspoor vanaf de brug onder de E313 tot aan de brug onder de R71 is jaren geleden openge-
La configuration de voies aux abords de la gare d’Hasselt, particulièrement du coˆté Diest/Genk, est assez calamiteuse : depuis des années, la ligne principale est démantelée depuis le pont sous l’E313
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16027
broken met de bedoeling lijn 35 onder lijn 21 door te leiden. Zover is het echter nooit gekomen. Het gevolg is wel dat aankomende treinen al van ver voor het station moeten vertragen tot 70 km/uur en vanaf de brug onder de R71 zelfs tot 40 km/uur. Bovendien is het onmogelijk om tegelijkertijd een trein van en naar de sporenbundel 1 tot 4 te laten rijden. Hetzelfde geldt voor de toegankelijkheid van de sporenbundel 5 tot 9.
jusqu’au pont sous la R71, pour faire passer la ligne 35 sous la ligne 21. Or, ces travaux n’ont jamais été exécutés. Il en résulte toutefois que les trains qui entrent en gare doivent ramener leur vitesse à 70 km/h bien avant d’arriver à quai et même à 40 km/h à partir du pont sous la R71. Qui plus est, il est impossible de faire rouler simultanément un train en provenance et un train en direction du groupe de voies 1 à 4. La même situation vaut pour l’accès aux voies 5 à 9.
1. Heeft de NMBS plannen gemaakt voor een betere toegankelijkheid van het station Hasselt opdat zo meer treinen tegelijkertijd het station zouden kunnen in- en uitrijden ?
1. La SNCB a-t-elle élaboré des projets d’aménagement de l’accès à la gare d’Hasselt, afin que davantage de trains puissent accéder à la gare et la quitter simultanément ?
2. a) Zal de ongelijkvloerse kruising van de lijnen 35 en 21 alsnog uitgevoerd worden ?
2. a) Le croisement à différents niveaux des lignes 35 et 21 sera-t-il jamais réalisé ?
b) Wat is de kostprijs van een dergelijk kunstwerk ?
b) Quel est le couˆt d’un tel ouvrage d’art ?
3. a) Welke maatregelen voorziet de NMBS om de maximum toegelaten snelheid op lijn 35 bij het inen uitrijden van het stationscomplex Hasselt te verhogen ?
3. a) Quelles mesures la SNCB prévoit-elle pour augmenter la vitesse maximale autorisée sur la ligne 35, lors des manœuvres d’entrée et de sortie du complexe ferroviaire de Hasselt ?
b) Tot welke snelheid ?
b) Quelle sera cette vitesse maximale ?
4. Hoeveel kost een degelijke verbetering van de toegankelijkheid van het station Hasselt voor in- en uitrijdende treinen in zijn geheel ?
4. Qu’en couˆterait-il d’améliorer efficacement l’accès général à la gare d’Hasselt, pour les trains entrants et sortants ?
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 667 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 667 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
DO 2001200201228
DO 2001200201228
Vraag nr. 668 van de heer Jef Valkeniers van 5 juni 2002 (N.) :
Question no 668 de M. Jef Valkeniers du 5 juin 2002 (N.) :
Autonummerplaten. — Duidelijke kleuren. — Invoering van « gewestplaten ».
Plaques minéralogiques. — Couleurs voyantes. — Introduction de « plaques régionales ».
De minister nam onlangs maatregelen om de duidelijke leesbaarheid van de autonummerplaten, door een
Récemment, la ministre a pris des mesures pour améliorer la lisibilité des plaques minéralogiques, en
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16028
reflecterende eigenschap, te bevorderen. Andere Europese landen zoals onder meer Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk hebben echter de nadruk gelegd op de duidelijke kleuren. In de meeste van deze landen zijn de kleuren zwart en geel daarom voorgeschreven.
prévoyant notamment qu’elles devaient être réfléchissantes. Or, d’autres pays européens comme les PaysBas, la France, l’Allemagne et le Royaume-Uni ont, quant à eux, mis l’accent sur des couleurs voyantes. C’est la raison pour laquelle, dans la plupart de ces pays, le noir et le jaune sont prescrits.
1. Verdient het geen aanbeveling om ook in ons land deze Europese trend bij te treden ?
1. Ne serait-il pas opportun de suivre aussi cette tendance européenne dans notre pays ?
2. Bovendien is in veel landen bij de autonummering een systeem ingebouwd waardoor men het voertuig kan lokaliseren in een bepaald landsgedeelte. De meeste Federale Staten passen dit systeem toe. Uw voorganger zag in de toepassing van het toekennen van de autoplaten per gewest in ons land geen heil omdat er op dat moment binnen de EU in geen harmonisatie voorzien was (vraag nr. 262 van 8 mei 1996 van de heer Roger Hotermans, Vragen en Antwoorden, Kamer 1995-1996, nr. 46, blz. 6441).
2. En outre, de nombreux pays ont prévu, dans le cadre de l’immatriculation des véhicules automobiles, un système permettant de localiser le véhicule comme venant de telle ou telle région du pays. La plupart des E´tats fédéraux appliquent ce système. Votre prédécesseur ne croyait pas en l’utilité, dans notre pays, de l’octroi de plaques minéralogiques par région étant donné qu’il n’y avait à l’époque aucune harmonisation au niveau de l’UE (question no 262 du 8 mai 1996 de M. Roger Hotermans, Questions et Réponses, Chambre 1995-1996, no 46, p. 6441).
Blijft dit standpunt nog steeds behouden om geen invoering van « gewestplaten » in te voeren ?
La ministre défend-elle encore la même position pour ne pas introduire de plaques régionales ?
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Volksgezondheid
Santé publique
DO 2001200201226
DO 2001200201226
Vraag nr. 463 van de heer Jo Vandeurzen van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 463 de M. Jo Vandeurzen du 4 juin 2002 (N.) :
Chirurgische medische handelingen. — Chirurgische daghospitalen.
Actes médico-chirurgicaux. — Hoˆpitaux de jour chirurgicaux.
1. Is het in Belgie¨ mogelijk om esthetische chirurgie en andere chirurgische medische handelingen te verrichten in een infrastructuur met onder andere een operatiezaal en dergelijke die daarvoor is ingericht zonder dat hiervoor een erkenning als chirurgisch daghospitaal wordt gevraagd ?
1. En Belgique, peut-on pratiquer la chirurgie esthétique et d’autres actes médico-chirurgicaux dans le cadre d’une infrastructure disposant notamment d’une salle d’opération et d’autres installations aménagées à cet effet, sans pour autant détenir d’agrément en tant qu’hoˆpital de jour chirurgical ?
2. Is het mogelijk om de erkenning van een chirurgisch daghospitaal te bekomen wanneer dit chirurgisch daghospitaal niet kan beschouwd worden als een onderdeel van een erkend algemeen ziekenhuis ?
2. Un hoˆpital de jour chirurgical peut-il obtenir un agrément sans être considéré comme une section d’un hoˆpital général agréé ?
3. a) Wie is bevoegd om toe te zien op het feit of bepaalde medische handelingen al of niet plaatsvinden in een daarvoor erkende infrastructuur ?
3. ` quelle instance appartient-il de vérifier si a) A certains actes médicaux sont pratiqués ou pas au sein d’une infrastructure agréée à cet effet ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16029
b) Is er daarbij een verschil of het gaat over medische handelingen waarvoor er een terugbetaling is in het kader van de verplichte ziekteverzekering of niet ?
b) Opère-t-on une distinction à ce niveau ou s’agit-il d’actes médicaux pour lesquels un remboursement est éventuellement prévu dans le cadre de l’assurance maladie obligatoire ?
Minister van Binnenlandse Zaken
Ministre de l’Intérieur
DO 2001200201156
DO 2001200201156
Vraag nr. 585 van de heer François Bellot van 23 mei 2002 (Fr.) :
Question no 585 de M. François Bellot du 23 mai 2002 (Fr.) :
Verdeling van de kosten voor het gebruik van lokalen voor gefilmde verhoren.
Répartition des couˆts d’utilisation des locaux d’auditions filmées.
Op sommige plaatsen wordt met lokalen voor gefilmde verhoren gee¨xperimenteerd. Dit gebeurt onder andere in het arrondissement Dinant waar de gerechtelijke overheid vier jaar geleden in samenspraak met de gouverneur op het grondgebied van de gemeente Houyet een project met een lokaal voor gefilmde verhoren heeft opgezet.
Certains projets-pilote d’auditions filmées ont été mis en place. C’est le cas notamment dans l’arrondissement de Dinant ou` les autorités judiciaires, en concertation avec le gouverneur, avaient développé, voici quatre ans, le projet de local d’auditions filmées sur le territoire de la commune de Houyet.
Dit lokaal werd ingericht in het gebouw van de rijkswacht. De uitrusting werd gefinancierd door de provincie. De lokalen werden verscheidene malen gebruikt in het kader van onderzoeken en met name voor getuigenissen van kinderen die het slachtoffer van allerlei vormen van agressie zijn geweest.
Plus particulièrement, ce local a été aménagé dans le baˆtiment de la gendarmerie. Les équipements ont été financés par la province. Ces locaux ont servi à plusieurs reprises pour des enquêtes et des témoignages particulièrement d’enfants victimes d’agressions de divers ordres.
Als gevolg van de politiehervorming rijst de vraag naar de financiering van de werkingskosten en de huurkosten voor deze lokalen.
Avec la mise en place de la réforme de police, se pose la question du financement des frais de fonctionnement et des frais locatifs de ces locaux.
Terwijl de vergoedingen voor bereikbaar- en oproepbaarheid door elke politiezone van het arrondissement Dinant worden gedragen, hebben de politiezones geweigerd de werkingskosten van dat lokaal, zoals verwarming, elektriciteit, onderhoud, schilderwerken enz. te betalen.
Si les indemnités « contactables rappelables » sont supportées par chaque zone de police de l’arrondissement de Dinant, toutefois, les zones de police ont refusé de co-financer les frais de fonctionnement courants de ce local, tels que chauffage, électricité, entretien, peintures, etc.
1. Wat zal er gebeuren bij een defect, als het vrij complexe en dure materiaal moet worden hersteld of vervangen ?
1. Qu’en sera-t-il lorsque le matériel relativement sophistiqué et couˆteux tombera en panne et qu’il conviendra de le réparer, voire de le remplacer ?
2. Er zijn geen bijzondere bepalingen opgelegd aan de verschillende politiezones om deze uitrusting gezamenlijk te financieren, maar luidens een omzendbrief moet elke zone wel een dergelijke uitrusting ter beschikking stellen. Hoe zal uw departement dit oplossen ?
2. Sans dispostions particulières imposant aux différentes zones de police de co-financer cet équipement, alors que par voie de circulaire chaque zone doit pouvoir mettre à disposition un tel typé d’équipement, quelles sont les intentions de votre département en la matière ?
3. Zal u de financiering van dergelijke uitrusting via een omzendbrief regelen ?
3. Envisagez-vous de régler par voie de circulaire le financement de tels outils ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2052
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16030
4. Hoe zullen de kosten worden verdeeld over de verschillende zones van hetzelfde gerechtelijk arrondissement ?
4. Sur base de quelle répartition faut-il faire supporter les couˆts par les différentes zones de même arrondissement judiciaire ?
5. Kan een zone leden van de lokale of federale politie weigeren het lokaal te gebruiken wanneer de zones waaronder zij ressorteren niet in de kosten bijdragen ?
5. Une zone peut-elle refuser l’accessibilité du local à des membres de police locale ou fédérale si les zones dont ils sont issus ne participent pas au financement ?
DO 2001200201161
DO 2001200201161
Vraag nr. 586 van de heer Bert Schoofs van 23 mei 2002 (N.) :
Question no 586 de M. Bert Schoofs du 23 mai 2002 (N.) :
Arbeidsongevallen en beroepsziekten. — Specifieke diensten. — Eéngemeentezones en meergemeentezones.
Accidents du travail et maladies professionnelles. — Services spécifiques. — Zones unicommunales et pluricommunales.
Volgens artikel 10.3.7. van afdeling 1 « De aangifte », onder hoofdstuk III « De procedure », wordt in het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten gesteld dat de overheid de dienst moet aanwijzen die dient te oordelen of een ongeval als arbeidsongeval kan worden beschouwd, dan wel of een ziekte als beroepsziekte kan worden beschouwd.
Conformément à l’article 10.3.7 de la section 1 « La déclaration », sous le chapitre III « La procédure », il est prévu dans l’arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police que l’autorité désigne le service auquel tout accident susceptible d’être considéré comme un accident du travail ou toute maladie susceptible d’être considérée comme une maladie professionnelle doit être déclaré. ` l’article 10.3.1 de l’arrêté royal précité du 30 mars A 2001, il est prévu qu’en ce qui concerne les membres du personnel appartenant à la police locale, c’est le conseil communal qui exerce cette compétence dans les zones unicommunales tandis que c’est le conseil de police qui l’exerce dans les zones pluricommunales.
In artikel 10.3.1. van het voornoemde koninklijk besluit van 30 maart 2001 wordt gesteld dat met betrekking tot de personeelsleden die behoren tot de lokale politie het in ééngemeentezones de gemeenteraad is die deze dienst aanwijst, en dat het in de meergemeentezones de politieraad is die deze bevoegdheid heeft. 1. Kan u meedelen of in alle ééngemeentezones de respectievelijke gemeenteraden reeds een dienst hebben aangeduid, alsook of zulks is gebeurd in de diverse politieraden van de meergemeentezones ?
1. Pourriez-vous me faire savoir si, dans toutes les zones unicommunales, les conseils communaux ont déjà désigné un service spécifique et si cela a été fait dans les divers conseils de police des zones pluricommunales ?
2. Kan u een overzicht geven van de respectievelijke specifieke diensten die enerzijds in de ééngemeentezones en anderzijds in de meergemeentezones werden aangeduid, respectievelijk door de gemeenteraden en de politieraden ?
2. Pourriez-vous fournir un aperçu des services spécifiques respectifs qui ont été désignés d’une part dans les zones unicommunales et d’autre part dans les zones pluricommunales, respectivement par les conseils communaux et les conseils de police ?
DO 2001200201167
DO 2001200201167
Vraag nr. 587 van mevrouw Els Van Weert van 23 mei 2002 (N.) :
Question no 587 de Mme Els Van Weert du 23 mai 2002 (N.) :
Vergunnen en verwijderen van radioactieve bliksemafleiders.
Autorisation et élimination des paratonnerres radioactifs.
Artikel 64.1 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming
L’article 64.1 de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la popu-
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16031
van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen bepaalt het volgende :
lation, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayons ionisants prévoit que :
« 64.1. Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 65, is het verboden :
« 64.1. Sous réserve des dispositions de l’article 65, il est interdit :
d) radioactieve stoffen te gebruiken in de opvanginrichtingen van de bliksemafleiders. De opvanginrichtingen, die radioactieve stoffen bevatten en die regelmatig vergund zijn op de datum van 26 oktober 1985, mogen in gebruik gehouden worden zolang ze het voorwerp uitmaken van een gunstig verslag van het Agentschap of van de erkende instelling die belast is met hun periodieke controle voorzien in artikel 23. Zoniet moeten ze verwijderd worden met toepassing van de bepalingen van afdeling IV van hoofdstuk III en de andere reglementaire bepalingen betreffende radioactieve afvalstoffen. »
d) d’utiliser des substances radioactives dans les dispositifs de captage des paratonnerres. Les dispositifs de captage qui contiennent des substances radioactives et qui étaient régulièrement autorisés à la date du 26 octobre 1985 peuvent être maintenus en service aussi longtemps qu’ils font l’objet d’un rapport favorable de l’Agence ou de l’organisme agréé, chargé de leur controˆle périodique prévu à l’article 23. Sinon, ils doivent être éliminés en application des dispositions de la section IV du chapitre III et d’autres dispositions réglementaires relatives aux déchets radioactifs. ».
Voor 1985 was er dus, voor zover ze vergund waren, geen verbod op het plaatsen van radioactieve bliksemafleiders. Op 19 september 1997 stelde toenmalig senator Bert Anciaux reeds een schriftelijke vraag over dit onderwerp. Toenmalig minister van Economische Zaken Di Rupo zei in zijn antwoord onder meer het volgende : « Het is mogelijk dat bepaalde eigenaars niet op de hoogte zijn van het feit dat hun bliksemafleiders radioactieve bronnen bevatten. Deze laatste worden dus niet gecontroleerd. »
Ainsi, il n’existait pas d’interdiction de placer des paratonnerres radioactifs avant 1985, pour autant qu’ils aient été autorisés. Le 19 septembre 1997, Bert Anciaux, sénateur à l’époque, avait déjà posé une question écrite à ce sujet. M. Elio Di Rupo, alors ministre de l’E´conomie, avait répondu entre autres qu’il est possible que certains propriétaires ne soient pas au fait du contenu radioactif de leur paratonnerre, et qu’ils ne soient donc pas controˆlés.
Uit de cijfers die toen werden verstrekt kunnen we afleiden dat er tussen 1987 en 31 augustus 1997, 879 bliksemafleiders werden verwijderd door NIRAS. De frequentie van het buiten gebruik stellen van radioactieve bliksemafleiders daalde in die periode echter van jaar tot jaar. De minister erkende ook dat de hoge kosten een hinderpaal kunnen vormen voor de afvoer van de radioactieve bliksemafleiders en hun vervanging door niet-radioactieve bliksemafleiders.
On peut déduire des chiffres fournis à l’époque que 879 paratonnerres ont été éliminés par l’ONDRAF entre l’année 1987 et le 31 aouˆt 1997. Toutefois, la fréquence des mises hors service des paratonnerres radioactifs a diminué d’année en année au cours de cette période. Le ministre a également reconnu que les couˆts élevés constituent probablement une entrave à l’élimination des paratonnerres radioactifs et à leur remplacement par des paratonnerres non radioactifs.
Dus de toestand is eenvoudig : alle bestaande radioactieve bliksemafleiders moeten vergund zijn of ze dienen te worden verwijderd. Naar schatting zouden er in ons land nog zeker enkele duizenden radioactieve bliksemafleiders staan en dit bijna 17 jaar na het verbod. Dat er wel degelijk gezondheidsrisico’s zijn kan men afleiden uit verschillende zaken :
La situation est donc simple : tous les paratonnerres radioactifs doivent être autorisés ou il faut les détruire. Selon les estimations, il y aurait encore plusieurs milliers de paratonnerres radioactifs dans notre pays, près de 17 ans après leur interdiction. Il existe effectivement des risques pour la santé, comme le montrent plusieurs facteurs :
— bij de verwijdering van bestaande bliksemafleiders moet er een zeer nauwkeurige en veilige procedure gevolgd worden;
— la procédure à suivre pour éliminer des paratonnerres radioactifs existants est très précise et préconise le respect des critères de sécurité;
— in een rapport van Controlatom wordt het probleem zeer ernstig genomen;
— dans l’un de ses rapports, Controlatom prend le problème très au sérieux;
— als motivatie voor niet-verwijdering wordt vaak verwezen naar de risico’s eraan verbonden voor diegenen die dit werk moeten uitvoeren. Dit is een indirect bewijs dat het niet om iets onschuldigs gaat.
— les risques encourus par les personnes qui procèdent à l’élimination constituent souvent une motivation à l’encontre de celle-ci. Il s’agit indirectement de l’indice qu’il ne s’agit pas de quelque chose d’anodin.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16032
1. a) Hoeveel opvanginrichtingen waren regelmatig vergund op datum van 26 oktober 1985 ?
1. a) Combien de centres de traitement possédaient une autorisation en bonne et due forme au 26 octobre 1985 ?
b) Hoeveel opvanginrichtingen maken het voorwerp uit van een gunstig verslag van het Agentschap ?
b) Combien de centres de traitement ont fait l’objet d’un rapport favorable de l’Agence ?
c) Hoeveel opvanginrichtingen maken het voorwerp uit van een gunstig verslag van de erkende instelling die belast is met hun periodieke controle bepaald in artikel 23 van het voornoemd koninklijk besluit van 20 juli 2001 ?
c) Combien de centres de traitement ont fait l’objet d’un rapport favorable de l’organisme agréé chargé de leur controˆle périodique, tel que défini à l’article 23 de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 susmentionné ?
2. a) Hoeveel bliksemafleiders, uitgesplitst per isotoop, werden er bijkomend verwijderd tussen 1 augustus 1987 en heden ?
2. a) Combien de paratonnerres supplémentaires, répartis par isotopes, ont été éliminés entre le 1er aouˆt 1987 et ce jour ?
b) Hoe valt de steeds dalende frequentie in verwijdering te verklaren ?
b) Comment s’explique la baisse de la fréquence des enlèvements ?
3. a) Zijn er op dit ogenblik nog radioactieve bliksemafleiders aanwezig op overheidsgebouwen van de federale overheid ?
3. ` l’heure actuelle, y a-t-il encore des paratonnerres a) A radioactifs dans les baˆtiments publics des autorités fédérales ?
b) Zo ja, waarom werden deze niet verwijderd ?
b) Dans l’affirmative, pourquoi n’ont-ils pas été enlevés ?
c) Heeft de overheid hier geen voorbeeldfunctie te vervullen ?
c) L’administration publique ne doit-elle pas montrer l’exemple en la matière ?
d) Overweegt u de nodige inspanningen te doen om te achterhalen waar en hoeveel radioactieve bliksemafleiders er staan op overheidsgebouwen ?
d) Comptez-vous faire le nécessaire pour déterminer le nombre de paratonnerres radioactifs qui se trouvent dans les baˆtiments publics et ou` ils se trouvent ?
4. Vele inwoners zijn zich niet bewust van het feit dat hun bliksemafleider radioactieve stoffen bevat.
4. De nombreux citoyens ignorent que leur paratonnerre contient des substances radioactives.
a) Lijkt een informatiecampagne naar de bevolking toe dan geen nuttig instrument ?
` la lumière de ce constat, ne serait-il pas utile de a) A mener une campagne d’information à l’intention de la population ?
b) Zo neen, waarom niet ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
c) Wat als iemand op eigen houtje besluit een bliksemafleider te verwijderen zonder dat hij zich bewust is van de eventuele schadelijke gevolgen ?
c) Qu’adviendrait-il si une personne décidait, de sa propre initiative, d’enlever un paratonnerre sans avoir conscience des possibles conséquences nuisibles de l’opération ?
d) Welke inspanningen werden er vanuit het Federaal Agentschap voor nucleaire controle (FANC) reeds genomen om het aantal bliksemafleiders die er nog zijn in kaart te brengen ?
d) Qu’a fait, jusqu’à présent l’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) pour dresser l’inventaire des paratonnerres encore existants ?
5. Is het niet aangewezen dat het FANC de niet vergunde en toch geplaatste toestellen laat conditioneren voor rekening van de installateur in plaats van op kosten van de gemeenschap ?
5. Ne conviendrait-il pas que l’AFCN fasse traiter aux frais de l’installateur et non de la collectivité les appareils placés sans autorisation ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16033
DO 2001200201168
DO 2001200201168
Vraag nr. 588 van mevrouw Claudine Drion van 24 mei 2002 (Fr.) :
Question no 588 de Mme Claudine Drion du 24 mai 2002 (Fr.) :
Bestemming van het verouderd materiaal van de rijkswacht.
Destination du matériel obsolète de la gendarmerie.
Volgens de Franse pers zou de veiligheidsdienst van de heer Jean-Marie Le Pen tijdens de door het FN op 1 mei 2002 georganiseerde betoging in het bezit zijn geweest van vroeger materiaal van de rijkswacht (schilden, wapenstokken, enz.).
La presse française a fait état de la présence d’ancien matériel de la gendarmerie (boucliers, matraques, etc.) au sein du service de sécurité de M. Jean-Marie Le Pen lors de la manifestation que le FN a organisée le 1er mai 2002.
1. Kan u die verklaringen bevestigen of ontkennen ?
1. Pouvez-vous confirmer ou infirmer ces déclarations ?
2. Waarvoor wordt het verouderd materiaal van de rijkswacht over het algemeen nog gebruikt, in welke omstandigheden en welke controle wordt daarop uitgeoefend ?
2. D’une manière générale, à quoi est affecté le matériel obsolète de la gendarmerie, dans quelles conditions, et sous quel controˆle ?
DO 2001200201172
DO 2001200201172
Vraag nr. 589 van mevrouw Marie-Thérèse Coenen van 27 mei 2002 (Fr.) :
Question no 589 de Mme Marie-Thérèse Coenen du 27 mai 2002 (Fr.) :
Onrechtmatig gebruik van de identiteitskaart voor vreemdelingen voorkomen.
Prévention des usages abusifs de la carte d’identité pour ressortissants étrangers.
Op 21 mei 2002 overhandigden de ombudsmannen van De Post hun verslag over de activiteiten van de ombudsdienst van het overheidsbedrijf. Daarin stellen ze onder meer een groot aantal gevallen vast van frauduleuze inning van betaalorders (postassignaties en circulaire cheques). Dat verloopt doorgaans als volgt : de begunstigde woont in een flatgebouw met meerdere brievenbussen en de betaalorder wordt in een ver van het domicilie gelegen postkantoor geı¨nd met behulp van een valse identiteitskaart voor vreemdelingen (een gemakkelijk te vervalsen document) op naam van de echte begunstigde.
Le 21 mai 2002, les ombudsmen de la Poste ont remis leur rapport concernant les activités du service de médiation de l’entreprise publique. Un de leurs constats porte sur le nombre élevé d’encaissements frauduleux de titres de paiement (assignations postales et chèques circulaires). Le scénario généralement observé : le bénéficiaire habite dans un immeuble à appartements disposant d’une batterie de boıˆtes aux lettres et le titre est encaissé dans un bureau de poste éloigné du domicile à l’aide d’une fausse carte d’identité pour ressortissant étranger — document aisément falsifiable — établi au nom du bénéficiaire réel.
De Post zou houders van zo’n « gele kaart » extra kunnen controleren, maar dat zou als een discriminerende maatregel kunnen worden opgevat, en het echte probleem is en blijft natuurlijk de slechte kwaliteit van de identiteitskaart en de ontoereikende beveiliging ervan.
La Poste peut envisager de mettre en place une série de controˆles supplémentaires pour les détenteurs de « cartes jaunes », mais cela pourrait être vécu comme discriminatoire, alors que le véritable problème réside dans la qualité très médiocre de la carte d’identité et dans son manque de sécurité d’utilisation.
1. Stelt uw administratie nog meer gevallen vast van onrechtmatig gebruik van de identiteitskaart voor vreemdelingen ?
1. Votre administration observe-t-elle d’autres usages abusifs de la carte d’identité pour ressortissant étranger ?
2. a) Zijn er plannen om die kaart veiliger en betrouwbaarder te maken ?
2. a) Eˆtes-vous en projet de « sécuriser » cette carte et d’améliorer également sa fiabilité ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16034
b) Zo ja :
b) Dans l’affirmative :
— wat houden die plannen concreet in;
— quel est le contenu du projet;
— volgens welk tijdschema zal een en ander ten uitvoer worden gebracht, en welke methode zal er worden toegepast ?
— quel en est l’agenda de réalisation et quelle méthode sera mise en œuvre ?
DO 2001200201180
DO 2001200201180
Vraag nr. 590 van de heer Paul Tant van 27 mei 2002 (N.) :
Question no 590 de M. Paul Tant du 27 mai 2002 (N.) :
Gerechtsdeurwaarders. — Bijstand door een politieman. — Ontvangen bedrag.
Huissiers de justice. — Assistance d’un agent de police. — Montant reçu.
Krachtens artikel 17, § 4, van het koninklijk besluit van 30 november 1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken, en van het tarief van sommige toelagen, wordt een bedrag toegekend aan de politieman om de gerechtsdeurwaarder bij te staan bij de opening van deuren of om hem de sterke arm te lenen.
Aux termes de l’article 17, § 4, de l’arrêté royal du 30 novembre 1976 fixant le tarif des actes accomplis par les huissiers de justice en matière civile et commerciale ainsi que celui de certaines indemnités, un montant est alloué à l’agent de police qui assiste l’huissier lors de l’ouverture des portes ou qui lui prête main forte.
Nu zijn er ons situaties bekend waarbij in sommige politiezones uitdrukkelijk wordt gesteld : Gelden, betaald door de gerechtsdeurwaarders die bijstand vragen in de uitvoering van hun taken, mogen niet langer in een zwarte kas verdwijnen maar moeten ten goede komen aan de politiezone door ze over te maken aan de rekenplichtige. »
Il y a des situations, dans certaines zones de police, à propos desquelles il est explicitement indiqué que les montants payés par les huissiers de justice qui requièrent une assistance pour exécuter leurs missions ne doivent plus servir à alimenter une caisse noire mais doivent bénéficier à la zone de police en étant transmise au comptable.
Kan het, door de bijstand verlenende politieagent, ontvangen bedrag door de rekenplichtige worden opgee¨ist of wordt het bedoelde bedrag ten persoonlijken titel toegekend aan de politieagent die bijstand biedt ?
Le comptable peut-il exiger que le montant reçu par l’agent de police qui fournit ou apporte son aide lui soit remis ou ce montant est-il alloué, à titre personnel, à l’agent de police ?
DO 2001200201205
DO 2001200201205
Vraag nr. 591 van de heer Jozef Van Eetvelt van 30 mei 2002 (N.) :
Question no 591 de M. Jozef Van Eetvelt du 30 mai 2002 (N.) :
Brandveiligheid. — Schade bij brand. — Ontbreken van statistieken.
Protection contre l’incendie. — Les dégaˆts causés par l’incendie. — Le manque de statistiques.
« Op het vlak van brand(on)veiligheid haalt Belgie¨ een slecht rapport. » Dat zegt de Vlaamse brandweerfederatie, een afdeling van de Koninklijke Belgische Brandweerfederatie.
Selon la Fédération flamande des corps de sapeurspompiers, une division de la Fédération royale des corps de sapeurs-pompiers de Belgique, la Belgique obtient un mauvais résultat au niveau de la protection contre l’incendie.
De federatie verwijst naar internationaal onderzoek, uitgevoerd door de verzekeringsmaatschappijen, waaruit blijkt dat het in Belgie¨ zeer slecht gesteld is met de brandveiligheid. Volgens de meest recente gegevens van de World Fire Statistics is Belgie¨ het land met
La fédération fait référence à une étude internationale réalisée par les compagnies d’assurances, selon laquelle la protection contre l’incendie en Belgique atteint un niveau déplorable. D’après les données les plus récentes du World Fire Statistics, c’est en Belgique
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16035
de grootste schade bij brand, merken commandant Jan Jorissen van de brandweer van Lommel en kapitein Jos Dauwe van de brandweer Zele namens de Vlaamse Brandweerfederatie op.
que l’on dénombre le plus de dégaˆts causés par le feu, comme l’ont fait remarquer le capitaine Jan Jorissen du corps de pompiers de Lommel et le capitaine Jos Dauwe du corps de pompiers de Zele, porte-parole de la Fédération flamande des corps de sapeurs-pompiers.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken analyseert en publiceert al sinds 1994 geen cijfermateriaal meer, waardoor elke wetenschappelijke basis voor een goed brandveiligheidsbeleid ontbreekt. Dat verklaart meteen de belabberde internationale positie van Belgie¨. De burger is de dupe, want ondertussen stijgen de premies van brandpolissen, zeggen de woordvoerders van de Vlaamse Brandweerfederatie.
Le ministère de l’Intérieur n’analyse et ne publie plus de chiffres depuis 1994; la base scientifique nécessaire à une politique de sécurité efficace fait donc défaut, ce qui explique la position médiocre de la Belgique au niveau international. C’est le citoyen qui est la dupe de cette situation car, entre-temps, les primes d’assurance augmentent, comme le soulignent les porte-parole de la Fédération flamande des corps de sapeurs-pompiers.
De overheid maakt sinds 1994 jaar geen statistieken meer op en dat terwijl de brandweercommandanten maandelijks hun cijfers getrouw indienen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het gaat hier om relevant beleidsmateriaal zoals aard en aantal van de brandweerinterventies, aantal ingezette personeelsleden, het aantal doden en gewonden bij brand, de geraamde schade en de oorzaken van branden.
Les autorités n’établissent plus de statistiques depuis 1994, et ce, malgré le fait que chaque mois, les capitaines des corps de sapeurs-pompiers transmettent fidèlement leurs chiffres au ministère de l’Intérieur. Il s’agit ici de données pertinentes pour la définition de la stratégie à mettre en place : la nature et le nombre d’interventions des sapeurs-pompiers, le nombre de membres du personnel mobilisés, le nombre de morts et de blessés par le feu, les dégaˆts estimés et les causes des incendies.
Voor de Brandweerfederatie is het duidelijk dat het uitstippelen en uitvoeren van een goed federaal brandveiligheidsbeleid onmogelijk is zonder een degelijke evaluatie van deze cijfers.
Pour la Fédération des sapeurs-pompiers, il est évident que la définition et l’application d’une bonne politique de sécurité contre l’incendie sont impossibles tant que ces chiffres ne seront pas analysés comme il se doit.
De Brandweerfederatie vraagt dat deze cijfers eindelijk worden geanalyseerd en als basis dienen voor een gestructureerd brandweerbeleid.
La Fédération des sapeurs-pompiers demande que ces chiffres soient enfin analysés et qu’ils servent de fondement à une politique de sécurité structurée.
De gevolgen hiervan zijn dan ook duidelijk, merkt de federatie op. Uit een internationaal rapport van de verzekeringsmaatschappijen (World Fire Statistics) blijkt dat Belgie¨ het land is met de hoogste schade bij brand (afgewogen ten opzichte van BNP). Belgie¨ scoort 0,4 % van het BNP door schade door brand, waar Nederland 0,18 %, Duitsland 0,12 % en Frankzijk 0,19 % scoren.
Les conséquences de cette situation sont évidentes, note la fédération. Selon un rapport international des compagnies d’assurances (World Fire Statistics), la Belgique est le pays ou` les dégaˆts causés par le feu sont les plus importants (par rapport au PNB). Ils représentent en effet 0,4 % du PNB en Belgique, alors qu’ils ne représentent que 0,18 % aux Pays-Bas, 0,12 % en Allemagne et 0,19 % en France.
De federatie legt de oorzaken bij een gebrekkig brandveiligheidsbeleid en brandweerbeleid waardoor de schadeclaims toenemen, de brandpolissen duurder worden of soms gewoon worden opgezegd door verzekeringsmaatschappijen.
La fédération estime que cette situation est due à la déficience de la politique de sécurité contre l’incendie et des services de sapeurs-pompiers ; par conséquent, les demandes d’indemnisation se multiplient, les polices d’assurance augmentent et sont même parfois résiliées par les compagnies d’assurance.
« De burger betaalt hier tweemaal de factuur voor een gebrekkig brandveiligheidsbeleid in Belgie¨ : hogere polissen en een hogere brandonveiligheid », merkt de federatie op.
Selon la fédération, le citoyen belge fait deux fois les frais de cette politique de sécurité déficiente : les polices sont plus élevées et la sécurité contre l’incendie est médiocre.
1. Worden en, zo ja, waarom, de maandelijkse statistische resultaten van de brandweerkorpsen niet meer tot vergelijkende resultaten uitgewerkt ?
1. Les résultats statistiques mensuels transmis par les corps de pompiers ne servent-ils plus à l’élaboration de statistiques comparatives ? Dans l’affirmative, pourquoi ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16036
2. Overweegt u om de controleresultaten te inventariseren ?
2. Envisage-t-on de dresser l’inventaire des résultats de controˆle ?
3. a) Bent u op de hoogte van de zogenaamde « World Fire Statistics », welke de oorzaak is van de slechte score van ons land ?
3. a) Eˆtes-vous informé du contenu de ce rapport, le «World Fire Statistics», qui expose le mauvais résultat obtenu par notre pays ?
b) Welke maatregelen overweegt u om daarin verbetering te brengen ?
b) Quelles mesures envisagez-vous pour améliorer cette situation ?
DO 2001200201206
DO 2001200201206
Vraag nr. 592 van de heer Bart Laeremans van 30 mei 2002 (N.) :
Question no 592 de M. Bart Laeremans du 30 mai 2002 (N.) :
Linkebeek. — Gemeenteraad. — Bijeenkomst. — Inschakeling politie. — Kosten.
Linkebeek. — Conseil communal. — Réunion. — Intervention de la police. — Couˆts.
Op 27 mei 2002 zorgde de bijeenkomst van de gemeenteraad van Linkebeek opnieuw voor de inschakeling van heel wat materieel en mankracht van de federale politie.
La réunion du conseil communal du 27 mai 2002 a une nouvelle fois nécessité la mise en œuvre d’une grande quantité de matériel et le recours à d’importants effectifs de la police fédérale.
Oorzaak is natuurlijk het voornemen van de Franstalige meerderheid om opnieuw Frans te spreken tijdens de raadszittingen. Dit is in april en mei 2002 ook effectief gebeurd.
La volonté de la majorité francophone de s’exprimer à nouveau en français pendant les conseils est évidemment à l’origine de cette situation. Les faits se sont produits aux mois d’avril et de mai 2002.
1. Kan u meedelen wat de kostprijs was van de inzet van de federale politie in de maanden april en mei 2002 voor deze gemeenteraadszittingen ?
1. Pourriez-vous me faire connaıˆtre le couˆt de l’intervention de la police fédérale en avril et en mai 2002, lors de ces conseils communaux ?
2. a) Worden deze kosten op het gemeentebestuur verhaald ?
2. a) Ces couˆts ont-ils été imputés à la commune ?
b) Zo neen, waarom niet ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
DO 2001200201232
DO 2001200201232
Vraag nr. 594 van de heer Daan Schalck van 5 juni 2002 (N.) :
Question no 594 de M. Daan Schalck du 5 juin 2002 (N.) :
Evaluatie van de veiligheids- en preventiecontracten.
E´valuation des contrats de sécurité et de prévention.
Reeds jaren maakt de stad Gent werk van een lokale, interne evaluatie van de projecten uit het « veiligheids- en preventiecontract ».
Depuis de nombreuses années, la ville de Gand mène une évaluation locale interne des projets mis sur pied dans le cadre du «contrat de sécurité et de prévention».
Wat momenteel echter nog steeds ontbreekt, in dit kader, is de uitwerking van degelijke effectindicatoren voor de projecten niettegenstaande herhaalde, goed onderbouwde verzoeken van meerdere interne evaluatoren.
Dans ce contexte, elle est toujours confrontée à un manque d’indicateurs de résultats pour ces projets, et ce, malgré les requêtes répétées et correctement motivées de nombreux évaluateurs internes.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16037
Teneinde te vermijden dat een aantal aanzetten tot het ontwikkelen van evaluatie-instrumenten verloren gaan is het dringend noodzakelijk duidelijkheid te geven rond de verdere evaluatie van de veiligheids- en preventiecontracten.
Afin d’éviter qu’un grand nombre d’initiatives visant à développer des instruments d’évaluation ne soient perdues, il est urgent de définir clairement la procédure d’évaluation des contrats de sécurité et de prévention.
Kan u meedelen wat de huidige stand van zaken is omtrent het voorzien van evaluatie-instrumenten ter ondersteuning van het lokale (preventie)beleid ?
Pouvez-vous nous éclairer sur l’état d’avancement de ce dossier ? La politique locale (de prévention) pourra-t-elle bientoˆt s’appuyer sur des instruments d’évaluation ?
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Sociale Zaken
Affaires sociales
DO 2001200201157
DO 2001200201157
Vraag nr. 489 van de heer Jef Valkeniers van 23 mei 2002 (N.) :
Question no 489 de M. Jef Valkeniers du 23 mai 2002 (N.) :
Werkonbekwaamheid ten gevolge van kanker. — Uitkeringen. — Ongelijkheid.
Incapacité de travail à la suite d’un cancer. — Allocations. — Inégalités.
Twee personen A en B verdienen hetzelfde salaris. Persoon B wordt ontslagen wegens te veel ziektedagen gedurende het afgelopen jaar, later wordt een kanker ontdekt die aan de basis lag van zijn ziektedagen.
Les personnes A et B gagnent un salaire identique. La personne B est remerciée à cause du nombre trop élevé de jours de maladie au cours de l’année écoulée; plus tard, un cancer, qui était la cause des jours de maladie, est découvert.
Persoon A wordt ziek terwijl hij werkt. Hij wordt ook 100 % werkonbekwaam ten gevolge van kanker.
La personne A tombe malade pendant qu’elle travaille. Elle est également atteinte d’une incapacité de travail de 100 % à cause d’un cancer.
Nu zal persoon A voor bijna 33 % hogere uitkering ontvangen dan persoon B gedurende het eerste jaar, nadien is het verschil sterk afhankelijk van de gezinstoestand, maar de ongelijkheid blijft bestaan.
La personne A recevra quasiment 33 % d’allocations de plus que la personne B au cours de la première année; ensuite, la différence dépend dans une très large mesure de la situation familiale, mais l’inégalité persiste.
Kan aan deze ongelijkheid niets worden gedaan ?
N’existe-t-il pas de solution afin de supprimer cette inégalité ?
DO 2001200201175
DO 2001200201175
Vraag nr. 490 van de heer Yves Leterme van 27 mei 2002 (N.) :
Question no 490 de M. Yves Leterme du 27 mai 2002 (N.) :
Overgang van werknemers van de ene werkgever naar de andere. — Statuut inzake sociale zekerheid.
Transfert de travailleurs d’un employeur à l’autre. — Statut en matière de sécurité sociale.
Het komt vaak voor dat werkgevers, die gezamenlijk een bepaalde praktijk uitoefenen zonder dat deze
Il est fréquent que des employeurs exerçant ensemble une activité spécifique sans que cette collaboration
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2053
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16038
samenwerking een juridische vorm aanneemt, elk één of meerdere werknemers in dienst hebben. Dit kan gaan van één of meerdere secretaresses op een advocatenkantoor, bedienden op een notariskantoor of tandartsassistenten in een tandartsenprakrijk. Er zijn nog voorbeelden te geven.
ne s’appuie sur une base juridique, emploient chacun un ou plusieurs travailleurs, par exemple une ou plusieurs secrétaires dans un cabinet d’avocats, des employés dans une étude de notaires ou encore des assistants dans un cabinet de dentistes. D’autres exemples pourraient encore être cités.
In voorkomend geval zijn de werknemers in dienst van één van de werkgevers, die samenwerken, gelet op het ontbreken van een juridische vorm van de samenwerking. Bij die ene werkgever is de werknemer dan « ingeschreven »; met andere woorden is de werkgever bij de RSZ aangesloten en betaalt hij of zij de werkgeversbijdragen.
Dans ce cas, les travailleurs ne sont engagés que par un seul des employeurs étant donné que la collaboration existant entre ces derniers n’est pas définie juridiquement. Le travailleur n’est donc inscrit qu’auprès d’un employeur et c’est cet employeur, affilié à l’ONSS, qui paie les cotisations patronales.
1. Is het mogelijk dat een werkgever om redenen van praktische organisatie (werkverdeling, behandeling dossiers, enzovoort) binnen een samenwerkingsverband een werknemer kan overnemen, zonder dat het hiertoe nodig is dat de werknemer bij de ene ontslagen wordt om dan in één pennentrek bij de andere in dienst genomen te worden ?
1. Un employeur peut-il, pour des raisons d’organisation pratique (répartition du travail, traitement des dossiers, etc.), reprendre un travailleur à sa charge dans le cadre d’un lien de collaboration, sans qu’il soit nécessaire pour autant que le travailleur soit licencié par le premier employeur pour être immédiatement réengagé par l’autre employeur ?
2. a) Zijn er aan een dergelijke « overname » gevolgen verbonden voor de sociaalrechtelijke toestand van de werknemer ?
2. a) Une telle « reprise » a-t-elle des conséquences au niveau de la situation sociale et juridique du travailleur en question ?
b) Wat is de benadering van de RSZ in deze ?
b) Quelle est la position de l’ONSS en la matière ?
DO 2001200201198
DO 2001200201198
Vraag nr. 491 van de heer André Frédéric van 28 mei 2002 (Fr.) :
Question no 491 de M. André Frédéric du 28 mai 2002 (Fr.) :
Maatregelen inzake arbeidsduurvermindering en eindeloopbaan. — Verplegend personeel van de diensten voor herstellende patie¨nten. — Discriminatie.
Mesures de réduction du temps de travail et de fin de carrière. — Personnel infirmier des services de convalescence. — Discrimination.
De leden van het verplegend personeel van de diensten voor herstellende patie¨nten en meer bepaald van de dienst van het opvangcentrum « Les Heures claires » in Spa hebben me onlangs opmerkzaam gemaakt op een onderdeel van hun statuut.
Les membres du personnel infirmier des services de convalescence et notamment celui du centre d’accueil « Les Heures claires » de Spa, a récemment attiré mon attention sur un élément de leur statut.
Zij zijn verwonderd dat het koninklijk besluit van 3 april 2001 tot uitvoering van artikel 59 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen geen rekening houdt met hun personeelscategorie wat betreft de maatregelen inzake arbeidsduurvermindering en eindeloopbaan.
Ils s’étonnent que l’arrêté royal du 3 avril 2001 portant exécution de l’article 59 de la loi du 2 janvier 2001 portant des dispositions sociales, budgétaires et diverses, en ce qui concerne les mesures de réduction du temps de travail et de fin de carrière ne prennent pas en considération leur catégorie d’emploi.
1. Welke redenen zijn er voor die discriminatie van het personeel van de diensten voor herstellende patie¨nten ?
1. Quelles sont les raisons de cette discrimination envers le personnel des service de convalescence ?
2. Denkt de regering aan een wijziging van dit koninklijk besluit opdat de diensten voor herstellende
2. Le gouvernement envisage-t-il une modification de l’arrêté royal en question afin que les services de
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16039
zieken onder de regeling van de ziekenhuissector zouden vallen ?
convalescence soient repris dans d’application du secteur hospitalier ?
DO 2001200201199
DO 2001200201199
Vraag nr. 492 van de heer Filip Anthuenis van 29 mei 2002 (N.) :
Question no 492 de M. Filip Anthuenis du 29 mai 2002 (N.) :
RIZIV. — Presentiegelden en vergoedingen.
INAMI. — Jetons de présence et indemnités.
Het koninklijk besluit van 22 januari 2002 stelt het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering vast.
L’arrêté royal du 22 janvier 2002 fixe le montant des jetons de présence et des indemnités accordés aux présidents, vice-présidents, membres et secrétaires de certains conseils, comités, commissions et collèges de l’Institut national de l’assurance maladie-invalidité.
Deze maatregel houdt een erkenning in van de inzet van talrijke zorgverleners, die naast hun drukke professionele bezigheid, nog bereid zijn een deel van hun tijd te spenderen in voormelde organen.
Cette mesure constitue la reconnaissance du dévouement de nombreux prestataires de soins qui sont encore disposés, en plus de leur activité professionnelle exigeante, à consacrer une partie de leur temps libre aux organes précités. ` la lecture de l’arrêté royal du 22 janvier 2002 A susmentionné, je m’interroge à propos du règlement des organes juridictionnels du service de Controˆle médical visé aux articles 17 à 20.
Bij lezing van voornoemd koninklijk besluit van 22 januari 2002 treft de regeling voor de rechtsprekende organen van de dienst Geneeskundige Controle, vermeld in de artikelen 17 tot 20, mij en rijzen volgende vragen.
le
champ
1. Het presentiegeld inzake de « Beperkte Kamer » vermeldt enkel het bedrag dat wordt uitgekeerd aan de geneesheren-verslaggevers en aan de secretarissen en adjunct-secretarissen. Het presentiegeld voor de voorzitter en de leden wordt niet gespecifieerd.
` propos du système des jetons de présence, en 1. A ce qui concerne la « Chambre restreinte », il n’est question que du montant alloué aux médecins-rapporteurs et aux secrétaires et secrétaires adjoints. Le jeton de présence du président et des membres n’est pas spécifié.
Houdt dit in, dat de voorzitter en de leden van de « Beperkte Kamer », vermits dit orgaan is opgericht in de schoot van het Comité van de dienst Geneeskundige Controle, voor elke zitting van de « Beperkte Kamer » het presentiegeld ontvangen dat voorzien is voor een zitting van het Comité van de dienst Geneeskundige Controle ?
Cela signifie-t-il qu’étant donné la « Chambre restreinte » a été créée au sein du Comité du service de Controˆle médical, le président et les membres de cet organe reçoivent à chaque session de la « Chambre restreinte », le jeton de présence prévu pour une session du Comité du service de Controˆle médical ?
2. Wat is het bedrag van het presentiegeld van een lid-apotheker door de Nationale Raad van de Orde van apothekers aangewezen, die zetelt bij toepassing van artikel 141, § 2, vijfde lid, van de ZIV-wet ?
` combien s’élève le jeton de présence d’un 2. A membre-pharmacien désigné par le Conseil national de l’Ordre des pharmaciens qui siège en application de l’article 141, § 2, alinéa 5, de la loi SSI ?
3. De presentiegelden voor de commissie van beroep die uitspraak moet doen over de hogere beroepen, die worden aangetekend tegen de beslissingen van de « Beperkte Kamers » zijn van dezelfde grootteorde als deze voorzien voor de commissies van beroep, die uitspraak moeten doen over de hogere beroepen, aangetekend tegen de beslissingen van de Controlecommissie. De presentiegelden in eerste aanleg daarentegen, dus voor de « Beperkte Kamer » en de Controlecommissie, zijn voor zover deze gekend zijn, niet van hetzelfde niveau.
3. Les jetons de présences prévus pour la commission d’appel qui doit statuer sur des appels contre les décisions de la « Chambre restreinte » sont du même ordre de grandeur que les jetons de présence prévus pour la commission d’appel appelée à statuer sur des appels interjetés contre les décisions de la Commission de controˆle. Par contre, les jetons de présence en première instance, donc pour la « Chambre restreinte » et la Commission de controˆle, ne sont pas du même ordre, pour autant qu’ils soient connus.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16040
Wat is de reden hiervan ?
Comment s’explique cette différence ?
4. Is dit te wijten aan een vergetelheid ?
4. S’agit-il d’un oubli ?
5. Of houdt een grotere vergoeding voor de geneesheren-verslaggevers en secretarissen van de Controlecommissie — die dossiers behandelt nopens de kwantiteit van de door de zorgverlener voorgeschreven of verleende verzorging — dan deze voor degenen die dossiers behandelen met betrekking tot de realiteit en conformiteit van de prestaties van de zorgverlener met de ZIV-wet een incentive in om zich meer te focussen op de dossiers inzake de zogenaamde « overconsumptie » ?
5. Ou l’octroi d’une indemnité plus elevée pour les médecins-rapporteurs et les secrétaires de la Commission de controˆle — qui traite des dossiers concernant la quantité des soins prescrits ou fournis par le prestataire de soins — que pour les médecins qui traitent des dossiers concernant la réalité et la conformité des prestations du prestataire de soins par rapport à la loi SSI est-elle destinée à inciter les premiers à se concentrer sur le dossier de la « surconsommation » ?
DO 2001200201220
DO 2001200201220
Vraag nr. 493 van de heer André Frédéric van 4 juni 2002 (Fr.) :
Question no 493 de M. André Frédéric du 4 juin 2002 (Fr.) :
Incoherentie in de terugbetalingsregeling van rolstoelen door het RIZIV. — Onderzoek.
Incohérences dans le mode de remboursement des chaises roulantes par l’INAMI. — Enquête.
Ik heb nu al meer dan twee jaar herhaaldelijk uw aandacht gevestigd op de kwestie van de incoherentie in de terugbetalingsregeling van rolstoelen door het RIZIV.
Depuis maintenant plus de deux ans, j’ai à plusieurs reprises attiré votre attention au sujet des incohérences dans le mode de remboursement des chaises roulantes par l’INAMI.
Op 18 april 2002 liet u mij weten dat de Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap de resultaten van het onderzoek bij de patie¨ntenorganisaties op 15 april 2002 moest hebben onderzocht. Deze raad moest de belangrijkste elementen uit de antwoorden van de patie¨nten selecteren en meer bepaald die elementen die in de nieuwe nomenclatuur moeten worden opgenomen.
Le 18 avril 2002, vous m’informiez que les résultats de l’enquête auprès des organisations de patients devaient être examinés le 15 avril 2002 au Conseil supérieur national des handicapés. Ce conseil était chargé de retenir les principaux éléments apparus dans les réponses des patients et notamment, les éléments qui devront apparaıˆtre dans la nouvelle nomenclature.
1. Kunt u ons de resultaten van dit onderzoek meedelen ?
1. Pourriez-vous communiquer les résultats de cette enquête ?
2. In diezelfde mededeling hebt u ook benadrukt dat er extra financie¨le middelen nodig zijn om de nomenclatuur van de rolstoelen te kunnen hervormen. Bent u bereid in oktober 2002 voor te stellen de nodige bedragen op de begroting 2003 van uw departement in te schrijven ?
2. Dans votre courrier précité, vous insistiez également sur les moyens budgétaires supplémentaires que nécessiterait la réforme de la nomenclature des chaises roulantes. Eˆtes-vous disposé à proposer l’inscription des montants nécessaires lors de l’élaboration du budget 2003 de votre département au mois d’octobre 2002 ?
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 494 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 494 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16041
vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Pensioenen
Pensions
DO 2001200201166
DO 2001200201166
Vraag nr. 115 van mevrouw Yolande Avontroodt van 23 mei 2002 (N.) :
Question no 115 de Mme Yolande Avontroodt du 23 mai 2002 (N.) :
Stijgende levensverwachting. — Gevolgen hiervan voor het beleid.
Augmentation de l’espérance de vie. — Conséquences pour la politique.
De levensverwachting kende de vorige eeuw een spectaculaire stijging. In 1901 bereikte de gemiddelde man de leeftijd van 48 jaar; in 2000 bedroeg dit al 75 jaar. Voor vrouwen verhoogde de gemiddelde leeftijd van 49 jaar in 1901 tot 80 jaar in 2000. Demografen gaan ervan uit dat deze enorme stijging niet zal blijven voortduren. De meeste regeringen baseren hun berekeningen over de te verwachten evolutie van de pensioenen en gezondheidszorg dan ook op een afgezwakte groei.
Au siècle dernier, l’espérance de vie a connu une augmentation spectaculaire. En 1901, l’homme moyen atteignait l’aˆge de 48 ans et, en l’an 2000, il parvenait déjà à l’aˆge de 75 ans. Pour les femmes, l’aˆge moyen est passé de 49 ans en 1901 à 80 ans en 2000. Les démographes estiment que ce mouvement ne se poursuivra pas. Dès lors, la plupart des gouvernements fondent leurs calculs relatifs à l’évolution prévisible des pensions et des soins de santé sur une hausse moindre.
Onlangs publiceerde het tijdschrift « Science » een artikel van Britse en Duitse wetenschappers waarin gesteld wordt dat de levensverwachting van de bevolking wel zal blijven stijgen. Zo zal volgens de wetenschappers de gemiddelde vrouw in de Verenigde Staten in 2070 101 jaar worden. De officie¨le instanties in de Verenigde Staten houden echter maar rekening met een gemiddelde leeftijd van 83,9 jaar. In hun studie stellen de wetenschappers dat de huidige prognoses van de toekomstige levensverwachting niet correct zijn en te veel uitgaan van een verminderde groei. Westerse regeringen baseren zich op deze voorspellingen voor hun pensioen- en gezondheidszorgbeleid. Onjuiste demografische prognoses kunnen dit beleid zwaar hypothekeren.
Dans un article récent publié dans la revue « Science », des scientifiques britanniques et allemands affirment que l’espérance de vie de la population continuera au contraire d’augmenter. C’est ainsi que, selon ces scientifiques, la femme aux E´tats-Unis atteindra l’aˆge moyen de 101 ans en 2070. Cependant, les instances américaines officielles ne tiennent compte que d’un aˆge moyen de 83,9 ans. Dans leur étude, les scientifiques affirment que les prévisions actuelles concernant l’espérance de vie future ne sont pas corrects et qu’ils se basent sur une croissance moindre. Il faut savoir que les gouvernements occidentaux se fondent sur ces précisions pour élaborer leur politique en matière de pensions et de soins de santé. Or, des previsions démographiques incorrectes peuvent faire peser une lourde hypothèque sur cette politique.
1) In een reactie in De Standaard stelde de heer Becquaert, adviseur van de minister, dat ons land ook rekening houdt met een afzwakking van de trend van de vorige eeuw maar toch een verwachte stijging hanteert die groter is dan de meeste andere landen. Bovendien worden er in Belgie¨ maar berekeningen gemaakt tot 2030.
1. Dans une réaction dans « De Standaard », M. Becquaert, conseiller du ministre, a déclaré que notre pays tient également compte d’un atténuation de la tendance amorcée le siècle dernier mais table néanmoins sur une augmentation supérieure à celle de la plupart des autres pays. En outre, en Belgique, on ne procède à des calculs que jusqu’en 2030.
a) Zal u aan de hand van de hierboven vermelde studie de berekening herevalueren ?
a) Allez-vous reévaluer ces calculs à l’appui à la lumière de l’étude susmentionnée ?
b) Zou het niet nuttig zijn ook berekeningen op langere termijn te maken ?
b) Ne serait-il pas utile d’effectuer aussi des calculs à plus long terme ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16042
2. In Groot-Brittannie¨ gingen er naar aanleiding van de bekendmaking van de resultaten van deze studie al stemmen op om de pensioenleeftijd op te trekken ? Hoe staat u tegenover deze optie ?
2. En Grande-Bretagne, dès la publication de ces résultats, des voix se sont élevées pour réclamer le relèvement de l’aˆge de la pension. Quelle position adoptez-vous à l’égard de cette option ?
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 117 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 117 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Minister van Landsverdediging
Ministre de la Défense
DO 2001200201209
DO 2001200201209
Vraag nr. 280 van de heer Bart Laeremans van 30 mei 2002 (N.) :
Question no 280 de M. Bart Laeremans du 30 mai 2002 (N.) :
Leger. — Muziekkappellen. — Muziekinstrumenten. — Financiering.
Armée. — Chapelles musicales. — Instruments de musique. — Financement.
Ik verneem dat muzikanten van de muziekkapellen van het leger zelf moeten instaan voor de bekostiging van hun muziekinstrument. Wel zou het leger daarbij voorzien in een renteloze lening, die op relatief korte termijn moet worden afbetaald.
Il me revient que les musiciens des chapelles musicales de l’armée doivent eux-mêmes supporter les frais pour leur instrument de musique. L’armée interviendrait par le biais d’un prêt sans intérêt qu’il convient de rembourser à relativement court terme.
Zo heb ik vernomen dat een fagotspeler op drie jaar een som van 490 000 frank moet betalen voor de aanschaf van dit instrument. Dit komt neer op een maandelijkse aderlating van 14 000 frank uit het nettoinkomen van de muzikant.
J’ai ainsi ouı¨-dire qu’un bassoniste doit débourser une somme de 490 000 francs sur trois ans pour l’acquisition de son instrument, ce qui représente un montant de 14 000 francs à déduire du traitement net du musicien.
Deze werkwijze is des te onrechtvaardiger omdat muzikanten (zeker houtblazers) hun instrument regelmatig moeten vernieuwen, zodat ze bij wijze van spreken heel hun leven moeten inboeten op hun loon.
Cette pratique est d’autant plus injuste que les musiciens (certainement pour les bois) doivent régulièrement renouveler leur instrument, de sorte qu’ils doivent en fait céder une partie de leur salaire toute leur vie durant.
1. a) Kan u bevestigen of deze informatie klopt ?
1. a) Confirmez-vous l’exactitude de ces informations ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16043
b) Zo ja, waarop is deze werkwijze gebaseerd ? Soldaten dienen toch ook niet hun eigen geweer te financieren en luchtpiloten betalen toch ook niets voor hun gevechtsvliegtuig !
b) Dans l’affirmative, sur quels fondements cette pratique repose-t-elle ? Les soldats ne sont quand même pas contraints de financer leur propre arme et les pilotes d’avion ne doivent tout de même pas payer pour leur avion de combat !
2. Werd er aan maatregelen gedacht om dit systeem minder onrechtvaardig te maken ?
2. A-t-on songé à prendre des mesures visant à pallier l’injustice de ce système ?
Minister van Justitie
Ministre de la Justice
DO 2001200201158
DO 2001200201158
Vraag nr. 633 van de heer François Bellot van 23 mei 2002 (Fr.) :
Question no 633 de M. François Bellot du 23 mai 2002 (Fr.) :
Financiering van de uitrusting en van de werkingskosten. — Lokalen voor gefilmde verhoren.
Financement de l’équipement et des frais de fonctionnement. — Local d’auditions filmées.
Sommige gerechtelijke arrondissementen hebben een proefproject voorgesteld voor het verhoren van kinderen die het slachtoffer waren van verschillende vormen van agressie. Die lokalen voor gefilmde verhoren werden meestal ter beschikking gesteld door gemeentebesturen die de werkingskosten op zich hebben genomen.
Certains arrondissements judiciaires avaient déposé un projet-pilote pour l’audition d’enfants victimes d’agressions de divers ordres. Ces locaux d’auditions filmées ont généralement été mis à disposition par des administrations communales qui ont pris en charge les frais de fonctionnement.
In de provincie Namen werd de eerste uitrusting gefinancierd op basis van een uitzonderlijke dotatie van de provincie. Het lokaal werd herhaaldelijk gebruikt door de gerechtelijke instanties van het arrondissement Dinant die de onderzoekers ter plaatse stuurden.
En province de Namur, le premier équipement a été pris en charge sur base d’une dotation exceptionnelle de la province. Ce local a été utilisé à plusieurs reprises par les autorités judiciaires de l’arrondissement de Dinant qui dépêchaient sur place les enquêteurs.
Ten gevolge van de politiehervorming zorgt het gebruik van dat lokaal voor enige beroering. Het lokaal waar de gefilmde verhoren plaatsvinden, dat zich in voormalige rijkswachtgebouwen bevindt, werd naar de politiezone overgeheveld zodat de politiezone « Lesse en Lhomme » nu alle kosten moet betalen.
Suite à la mise en place de la réforme de police, l’utilisation de ce local ne manque pas d’interpeller. Le local d’auditions filmées, situé dans d’anciens locaux de gendarmerie, a été transféré à la zone de police, laissant ainsi supporter l’ensemble des frais à la zone de police « ZP Lesse et Lhomme ».
De gerechtelijke autoriteiten van het arrondissement Dinant willen dat die lokalen ter beschikking van alle politiezones blijven, maar die laatste weigeren de courante werkingskosten te betalen. Personeelskosten worden natuurlijk gedragen door de politiezone waar zich de feiten voordoen.
Les autorités judiciaires de l’arrondissement de Dinant souhaitent que ces locaux restent à disposition de l’ensemble des zones de police, alors que celles-ci refusent de supporter les frais de fonctionnement courants. Des couˆts de personnel sont bien entendu supportés par la zone de police dans laquelle se produisent les faits.
Bent u bereid via uw departement kosten voor de vernieuwing van specifieke uitrusting evenals huurkosten en kosten voor verwarming, elektriciteit en dagelijks beheer voor die verhoorkamers ten laste te nemen ?
Envisagez-vous de prendre en charge, via votre département, des frais de renouvellement de l’équipement spécifique et les frais locatifs, tels que chauffage, électricité et gestion quotidienne pour ces locaux d’auditions filmées ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16044
DO 2001200201162
DO 2001200201162
Vraag nr. 634 van de heer Jan Eeman van 23 mei 2002 (N.) :
Question no 634 de M. Jan Eeman du 23 mai 2002 (N.) :
Autopsiee¨n.
Autopsies.
In de ons omringende landen wordt vrij geregeld tot autopsie overgegaan, waardoor meer onnatuurlijke doodsoorzaken aan het licht zouden komen.
Dans nos pays limitrophes, l’on a très régulièrement recours à l’autopsie, ce qui permet de mettre en évidence des causes de décès non naturelles.
1. Hoeveel autopsiee¨n werden uitgevoerd respectievelijk voor de jaren 2000 en 2001 ?
1. Combien d’autopsies ont-elles été pratiquées respectivement pour les années 2000 et 2001 ?
2. Hoeveel zogenaamde natuurlijke overlijdens bleken na lijkschouwing een onnatuurlijke doodsoorzaak te kennen voor de hierboven vermelde jaren ?
2. Pour les années susmentionnées, combien de morts présumés naturels se sont révélés être non naturels après une autopsie ?
DO 2001200201176
DO 2001200201176
Vraag nr. 635 van de heer Yves Leterme van 27 mei 2002 (N.) :
Question no 635 de M. Yves Leterme du 27 mai 2002 (N.) :
Verloop van de gerechtelijke stage.
Déroulement du stage judiciaire.
Artikel 259octies, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat van de eerste tot en met de vijftiende maand de gerechtelijke stagiairs dienst doen bij het parket van de procureur des Konings en/of van de arbeidsauditeur en/of van de krijgsauditeur.
L’article 259octies, § 2, premier alinéa, du Code judiciaire dispose que du premier au quinzième du mois, les stagiaires judiciaires doivent travailler au sein d’un parquet du procureur du Roi et/ou de l’auditeur du travail et/ou de l’auditeur militaire.
1. Wie bepaalt bij welke van de drie voormelde diensten de stagiairs hun praktische vorming gedurende de eerste vijftien maanden zullen volgen ?
1. Qui détermine dans quel service, parmi les trois susmentionnés, les stagiaires suivront leur formation pratique pendant les quinze premiers mois ?
2. Wanneer hebben de laatste drie vergelijkende toelatingsexamens plaatsgevonden ?
2. Quand les trois derniers concours d’admission ont-ils eu lieu ?
3. Hoeveel van de geslaagden (per « lichting geslaagden » van de laatste drie examens) hebben effectief vorming gevolgd bij het Arbeidsauditoraat ?
3. Combien de lauréats (ventilés par promotion des trois derniers examens) ont effectué leur formation auprès de l’auditorat du travail ?
4. Overweegt u erop aan te dringen dat er bij elke van de genoemde diensten vorming wordt gevolgd door minstens een deel van de stagiairs ?
4. Envisagez-vous d’insister pour qu’au moins une partie des stagiaires suivent leur formation auprès d’un des trois services susmentionnés ?
5. Welke criteria worden er desgevallend gehanteerd om een stagiair aan een bepaalde dienst toe te wijzen ?
5. Sur la base de quels critères décide-t-on d’envoyer un stagiaire dans un service donné ?
DO 2001200201207
DO 2001200201207
Vraag nr. 637 van de heer Bart Laeremans van 30 mei 2002 (N.) :
Question no 637 de M. Bart Laeremans du 30 mai 2002 (N.) :
Brusselse parket. — Parketjuristen. — Taalverhoudingen.
Parquet bruxellois. — Juristes de parquet. — Roˆle linguistique.
Tijdens de debatten over de toegevoegde rechters kwam geen duidelijk antwoord op de vraag naar het
Au cours des débats relatifs aux juges de complément, aucune réponse claire n’a été apportée à la ques-
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16045
huidige aantal parketjuristen waarover het Brusselse parket beschikt en over de concrete taalverhoudingen.
tion de savoir combien de juristes de parquet travaillent actuellement au sein du parquet bruxellois et à celle relative aux rapports linguistiques sur le plan concret.
1. Kan uw administratie een overzicht geven van het aantal parketjuristen per gerechtelijk arrondissement op :
1. Votre administration pourrait-elle me fournir un aperçu du nombre de juristes de parquet, par arrondissement judiciaire, à la date du :
a) 1 januari 2000;
a) 1er janvier 2000;
b) 1 januari 2001;
b) 1er janvier 2001;
c) 1 januari 2002 ?
c) 1er janvier 2002 ?
2. Hoeveel juristen bij het Brusselse parket behoorden op elk van die data tot de Nederlandse, respectievelijk Franse taalrol ?
2. Pour chacune de ces dates, combien de juristes, par roˆle linguistique, travaillaient-ils auprès du parquet bruxellois ?
DO 2001200201208
DO 2001200201208
Vraag nr. 638 van de heer Bart Laeremans van 30 mei 2002 (N.) :
Question no 638 de M. Bart Laeremans du 30 mai 2002 (N.) :
Hof van Cassatie. — Taalrol. — Achterstand.
Cour de cassation. — Roˆle linguistique. — Arriéré.
Door de pariteit van het Hof van Cassatie is er de voorbije jaren aan Nederlandstalige kant een grotere achterstand opgebouwd, ook al worden Franstalige magistraten ingezet om Nederlandstalige zaken te behandelen.
En raison de la parité à la Cour de cassation, un arriéré plus important s’est accumulé au cours des dernières années du coˆté néerlandophone que du coˆté francophone même si des magistrats francophones ont été chargés d’instruire des dossiers néerlandophones.
1. a) Kan de minister een overzicht geven van de gemiddelde doorlooptijd die een Nederlandstalige zaak doorloopt versus een Franstalige en dit voor respectievelijk de jaren 1996 tot en met 2001 ?
1. a) Le ministre pourrait-il me fournir un aperçu du temps nécessaire pour traiter un dossier néerlandophone par rapport à un dossier francophone et ce, pour les années 1996 à 2001 ?
b) Kan hierbij een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds civiele en anderzijds penale zaken voor respectievelijk de jaren 1996 tot en met 2001 ?
b) En l’occurrence, le ministre pourrait-il établir une distinction entre d’une part les affaires civiles et d’autre part les affaires pénales et ce, pour les années 1996 à 2001 ?
2. Kan er daarnaast voor de dossiers die vandaag wachten op een uitspraak meegedeeld worden wat de gemiddelde wachttijd is voor de Nederlandstalige civiele en penale zaken en voor de Franstalige civiele en penale zaken ?
2. Pourriez-vous également me communiquer le délai moyen d’attente pour les affaires civiles et pénales néerlandophones qui doivent encore être jugées ainsi que pour les affaires civiles et pénales francophones ?
DO 2001200201210
DO 2001200201210
Vraag nr. 639 van de heer Bart Laeremans van 30 mei 2002 (N.) :
Question no 639 de M. Bart Laeremans du 30 mai 2002 (N.) :
Gerechtelijke jeugdbescherming. — Ter beschikkingsstelling van de regering.
Protection de la jeunesse judiciaire. — Mise à la disposition du gouvernement.
Krachtens artikel 39 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming kan men jongeren
En vertu de l’article 39 de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, on peut mettre des
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2054
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16046
wegens wangedrag of gevaarlijke gedragingen ter beschikking stellen van de regering totdat zij meerderjarig zijn geworden.
jeunes à la disposition du gouvernement jusqu’à leur majorité en raison de leur mauvaise conduite ou de leur comportement dangereux.
1. Kan u een overzicht geven per taalgemeenschap en per arrondissement van de gevallen van terbeschikkingstelling tussen 1990 en 2001 ?
1. Pourriez-vous donner un aperçu, par communauté linguistique et par arrondissement, des cas de mise à la disposition du gouvernement entre 1990 et 2001 ?
2. Kan telkens ook een onderscheid worden gemaakt naargelang het geslacht ?
2. Pourriez-vous ventiler ces chiffres en fonction du sexe ?
3. Waar worden deze jongeren doorgaans ondergebracht ?
3. Ou` ces jeunes sont-ils généralement hébergés ?
DO 2001200201211
DO 2001200201211
Vraag nr. 640 van de heer Bart Laeremans van 30 mei 2002 (N.) :
Question no 640 de M. Bart Laeremans du 30 mai 2002 (N.) :
Gerechtelijke jeugdbescherming. — Uithandengeving. — Straf.
Protection judiciaire de la jeunesse. — Dessaisissement. — Peine.
1. Hoeveel Nederlandstalige en Franstalige gevallen van uithandengeving zijn er de afgelopen vijf jaar geweest ?
1. Combien de cas de dessaisissement a-t-on dénombrés pour chaque roˆle linguistique au cours des cinq dernières années ?
2. Is het mogelijk deze cijfers op te splitsen per jaar en per taalgroep en per arrondissement ?
2. Pouvez-vous ventiler ces chiffres par année, par groupe linguistique et par arrondissement ?
3. Werd berekend wat de gemiddelde duur van de opgelegde straf was ?
3. A-t-on calculé la durée moyenne de la peine infligée ?
4. Kan u meedelen hoeveel jongeren er momenteel (mei 2002) een gevangenisstraf ondergaan in het kader van de uithandengeving ?
4. Pouvez-vous m’indiquer combien de jeunes purgent actuellement (mai 2002) une peine d’emprisonnement dans le cadre de la procédure de dessaisissement ?
5. Hoeveel van deze jongeren zijn nu nog minderjarig ?
5. Parmi ces jeunes, combien d’entre eux sont encore mineurs ?
6. Kunnen deze worden ingedeeld per taalgroep ?
6. Pouvez-vous ventiler ce chiffre par groupe linguistique ?
7. In welke instellingen worden deze straffen (of voorlopige hechtenis) uitgezeten ?
7. Dans quels établissements ces peines (ou détentions provisoires) sont-elles purgées ?
DO 2001200201221
DO 2001200201221
Vraag nr. 641 van de heer Yves Leterme van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 641 de M. Yves Leterme du 4 juin 2002 (N.) :
Herstelbemiddeling in het gerechtelijk arrondissement Ieper.
Médiation en réparation dans l’arrondissement judiciaire d’Ypres.
In november 1999 sloot de VZW « Ons Tehuis » een overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschap om een dienst « alternatieve maatregelen » uit te bouwen voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.
En 1999, l’ASBL « Ons Tehuis » a conclu une convention avec la Communauté flamande afin de développer un service « mesures alternatives » pour les mineurs qui ont commis un fait qualifié d’infraction.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16047
Binnen de schoot van deze « Dienst Ieper-Veurne voor alternatieve maatregelen » werd onder meer een stuurgroep in het leven geroepen waarin zowat alle belangrijke actoren op het vlak van justitie en jeugdzorg vertegenwoordigd waren.
Au sein de ce service « Mesures alternatives » d’Ypres-Furnes, on a notamment créé un groupe de pilotage regroupant tous les acteurs importants de la justice et de l’aide à la jeunesse.
De « alternatieve maatregelen » worden omschreven als « herstelgerichte constructieve afhandelingsvormen » en bestaan uit drie soorten maatregelen : gemeenschapsdienst, leerprojecten en herstelbemiddeling.
Les « mesures alternatives » sont décrites comme des formes de règlement constructives et axées sur la réparation. Elles comportent trois types de mesures : service à la communauté, projet d’apprentissage et médiation en réparation.
Naar verluidt zou de herstelbemiddeling al in zowat alle gerechtelijke arrondissementen aangeboden worden. In Gent zou men al van in juni 2001 van start gegaan zijn. Laatst nog zouden Oudenaarde en Dendermonde over deze mogelijkheid voor minderjarigen kunnen beschikken. Het gerechtelijk arrondissement Ieper dreigt klaarblijkelijk uit de boot te vallen. Dit dreigt een rechtsongelijkheid te scheppen ten aanzien van minderjarigen in andere arrondissementen die er wel onder kunnen vallen.
Selon les informations dont nous disposons, la médiation en réparation serait déjà proposée dans ` Gand, elle existepresque tous les arrondissements. A rait déjà depuis juin 2001. Les villes d’Audenaerde et de Termonde auraient été dotées de cette possibilité. L’arrondissement judiciaire d’Ypres risque manifestement de rester sur la touche. Ceci pourrait créer une inégalité juridique par rapport aux mineurs d’autres arrondissements qui peuvent bénéficier de cette formule.
1. Wie is de bevoegde overheid, persoon of dienst teneinde het licht op groen te zetten voor het starten met herstelbemiddeling voor minderjarigen in het gerechtelijk arrondissement Ieper ?
1. Quel est l’autorité, la personne ou le service compétent qui peut donner son feu vert au lancement d’une médiation en réparation pour mineurs dans l’arrondissement judiciaire d’Ypres ?
2. Wat is de reden waarom er ondanks herhaald verzoek tot nu toe niet gestart kon worden met herstelbemiddeling in dit arrondissement ?
2. Quelles sont les raisons pour lesquelles, malgré les demandes répétées, cette médiation en réparation n’a toujours pas été créée dans cet arrondissement ?
3. Zijn er elementen voorhanden op grond waarvan er hierin binnenkort verandering te verwachten valt ?
3. Quels sont les éléments permettant d’espérer un changement à court terme ?
4. Wordt er veel gebruik gemaakt van herstelbemiddeling in de andere gerechtelijke arrondissementen van de provincie West-Vlaanderen ?
4. Recourt-on fréquemment à la médiation en réparation dans les autres arrondissements judiciaires de la province de Flandre occidentale ?
5. Wordt het door de betrokkenen positief gee¨valueerd ?
5. Fait-elle l’objet d’une évaluation positive de la part des personnes concernées ?
Minister van Financie¨n
Ministre des Finances
DO 2001200201169
DO 2001200201169
Vraag nr. 1010 van mevrouw Claudine Drion van 24 mei 2002 (Fr.) :
Question no 1010 de Mme Claudine Drion du 24 mai 2002 (Fr.) :
Schuldverlichting voor de landen in het Zuiden.
Réduction de la dette des pays du Sud.
Ter voorbereiding van de conferentie van Monterrey heeft de regering zich uitgesproken voor schuldverlichting voor de landen in het Zuiden.
En préparation du Sommet de Monterrey, le gouvernement s’est prononcé en faveur de la réduction de la dette des pays du Sud.
1. Welke concrete maatregelen heeft Belgie¨ gedurende het boekjaar 2001 in het kader van de schuldver-
1. Quelles initiatives concrètes la Belgique a-t-elle déjà prises dans le cadre de l’allègement de la dette
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16048
lichting al genomen met gevolgen voor de begroting van het departement Financie¨n ? 2. Welke bedragen werden vrijgemaakt ? Voor welke landen ? En in het kader van welke bilaterale of multilaterale overeenkomsten ?
durant l’exercice 2001, sur le budget du département des Finances ? 2. Pouvez-vous préciser les montant engagés, pour quels pays et dans le cadre de quels accords bi- ou multilatéraux ?
DO 2001200201174
DO 2001200201174
Vraag nr. 1011 van de heer Philippe Collard van 27 mei 2002 (Fr.) : Inkomstenbelastingen. — Vennootschapsbelasting. — Beroepskosten. — Waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen. — Implicaties in geval van faillissement. Artikel 198, 7o, van het WIB 1992 zegt : « Als beroepskosten worden niet aangemerkt : waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen, behoudens minderwaarden op aandelen geleden naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap tot ten hoogste het (verlies aan) gestorte kapitaal dat door die aandelen wordt vertegenwoordigd. » Een aandeelhouder van een failliet verklaarde vennootschap, waarvan de niet-preferente crediteuren al de bevestiging gekregen hebben dat ze hun geld niet zullen terugzien, beschouwt zijn participatie in de failliete vennootschap als zuiver verlies. Aangezien de aandeelhouders in de rangschikking van schuldeisers pas na de niet-preferente schuldeisers aan de beurt komen, dunkt mij dat de eenvoudige vaststelling dat overgegaan wordt tot de verdeling van het maatschappelijk vermogen (dat in casu nihil is) zou moeten volstaan om het verlies als fiscaal aftrekbaar te kunnen beschouwen. Naar verluidt neemt de administratie echter een ander standpunt in, en eist ze de sluiting van het faillissement en zelfs de bijeenroeping van een algemene vergadering waarop tot de ontbinding besloten wordt, om de aftrekbaarheid toe te staan. Vindt u het standpunt van de administratie, gezien de moeilijkheden die een aandeelhouder in dergelijke omstandigheden sowieso al ondervindt, niet overdreven, goed wetende dat de sluiting van een faillissement jaren kan aanslepen ?
Question no 1011 de M. Philippe Collard du 27 mai 2002 (Fr.) : Impoˆts sur les revenus. — Impoˆt des sociétés. — Frais professionnels. — Réductions de valeur et moinsvalues sur actions ou parts. — Implications en cas de faillite. L’article 198, 7o, du CIR 1992 dispose que « ne sont pas considérés comme des frais professionnels : les réductions de valeur et les moin-values sur les actions ou parts, à l’exception des moins-values actées à l’occasion du partage total d’avoir social d’une société jusqu’à concurrence de la perte du capital libéré représenté par ces actions ou parts ».
DO 2001200201185
DO 2001200201185
Vraag nr. 1012 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) : Inkomstenbelastingen. — Onderzoek en controle. — Kopiee¨n. — Kosten. Herhaaldelijk worden de belastingplichtigen ten onrechte overspoeld met vragenlijsten verstuurd door
Question no 1012 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) : Impoˆts sur les revenus. — Les enquêtes et le controˆle. — Les copies. — Les couˆts. Les contribuables sont fréquemment inondés de questionnaires que leur envoient induˆment les services
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
L’actionnaire d’une société déclarée en faillite, dont les créanciers chirographaires ont reçu la confirmation qu’ils ne récupéreront rien, prend en perte pure et simple la participation qu’il détient dans la société faillie. Sachant que les actionnaires passent après les créanciers chirographaires, il me semble que la simple constatation de procéder au partage de l’avoir social nul devrait suffire à permettre la déduction fiscale de la perte. Il apparaıˆt que la position de l’administration est différente et qu’elle exige la cloˆture de la faillite et même une assemblée générale de dissolution pour permettre la déductibilité fiscale.
Considérant les difficultés rencontrées par l’actionnaire dans ces circonstances, ne pensez-vous pas que la position de l’administration est excessive dans la mesure ou` des opérations de cloˆture de faillite peuvent durer de nombreuses années ?
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16049
de controlediensten waarin dringend binnen de kortste tijdsspanne kopiee¨n worden gevraagd van documenten. De vragenlijsten zijn niet zelden willekeurig en niet verantwoord maar des te tijdrovender, vervelender en kostelijker.
de controˆle. Ces questionnaires exigent des copies de documents dans les plus brefs délais ; ils sont souvent envoyés de manière arbitraire et injustifiée, et sont d’autant plus importuns qu’ils demandent beaucoup de temps, sont ennuyeux et couˆteux.
De controlediensten eisen kopiee¨n van allerhande documenten zelfs indien zij deze reeks de vorige jaren in hun bezit hebben.
Les services de controˆle réclament des copies de documents divers, même qu’ils les ont déjà reçus les années précédentes.
1. Bent u de mening toegedaan dat artikel 32 van de Grondwet boven de belastingwetten staat ?
1. N’estimez-vous pas que l’article 32 de la Constitution prime les lois sur l’impoˆt ?
2. Bent u de mening toegedaan dat indien ter verduidelijking van artikel 32 van de Grondwet een wet wordt uitgevaardigd deze wet minimaal dient te beantwoorden aan de Grondwet ?
2. Ne pensez-vous pas qu’en cas de promulgation d’une loi destinée à préciser l’article 32 de la Constitution, cette loi doit au moins être conforme à la Constitution ?
3. Bent u de mening toegedaan dat nergens vermeld staat in artikel 32 van de Grondwet dat de belastingplichtige op vraag van de correspondent verplicht is kopiee¨n te nemen van stukken uit zijn dossier en deze moet laten geworden of doen toekomen op het controlekantoor van de vragende correspondent ?
3. Considérez-vous que l’article 32 de la Constitution ne prévoit aucunement l’obligation pour le contribuable de produire des copies de documents extraits de son dossier à la demande d’un agent du fisc de les transmettre ou les faire parvenir au bureau de controˆle dudit agent ?
4. Bent u de mening toegedaan dat de belastingplichtige niet kan verplicht worden om fotokopiee¨n zelf te maken op eigen kosten en deze te laten geworden op het kantoor van de correspondent ?
4. N’estimez-vous pas que le contribuable ne peut pas être tenu de réaliser lui-même les copies, à ses propres frais, et de les faire parvenir au bureau de l’agent ?
5. Bent u de mening toegedaan dat het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van openbare orde is, waardoor niets aan de wet mag toegevoegd worden door de overheid (« dura lex sed lex ») en dat het beginsel « in dubio contra fiscum » de absolute beschermer is van de belastingplichtige ?
5. Ne pensez-vous pas que le Code de l’impoˆt sur le revenu 1992 est d’ordre public, de sorte que les autorités ne peuvent rien ajouter à la loi (« dura lex sed lex ») et que le principe « in dubio contra fiscum » vise à assurer la protection absolue du contribuable ?
6. Bent u de mening toegedaan dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet toepasselijk zijn op het maken van kopiee¨n ?
6. N’êtes-vous pas d’avis que les articles 10 et 11 de la Constitution s’appliquent à la production de copies ?
DO 2001200201186
DO 2001200201186
Vraag nr. 1013 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 1013 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) :
Inkomstenbelastingen. — Bezwaarprocedure. — Onpartijdigheid.
Impoˆts sur les revenus. — Procédure de réclamation. — Impartialité.
1. Bent u de mening toegedaan dat de belastingplichtige terecht uw administratieve klachten behandelende orgaan niet ervaart als een onafhankelijke en objectieve instantie vermits deze klachtenonderzoekende instantie uitsluitend samengesteld is uit ambtenaren uit uw korps die al te beschermend en eenzijdig optreden ten voordele van hun collega’s tegen wie de klachten lopen ?
1. Estimez-vous que le contribuable ne peut, à juste titre, considérer l’organe qui traite les réclamations administratives comme une instance indépendante et objective, puisque cette instance se compose uniquement d’agents de votre corps, qui se comportent de manière protectrice et partiale au profit des collègues faisant l’objet d’une plainte ?
2. Is het gebruikelijk dat de klachtenonderzoekende ambtenaar het proces-verbaal van het onderzoek niet laat tekenen door de klachtindienende partij ?
2. Est-il d’usage que l’agent chargé de l’examen des réclamations ne fasse pas signer le procès-verbal de l’enquête par la partie plaignante ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16050
3. Zijn er sancties voorzien tegen de klachtenonderzoekende ambtenaar die de ondertekening van het proces-verbaal weigert te laten tekenen door de klachtindiener die er om vraagt ?
3. Est-il prévu de sanctionner l’agent chargé de l’examen de la réclamation si lors de la signature du procès-verbal, il refuse de laisser signer le plaignant qui en fait la demande ?
4. a) Zijn er uitdrukkelijke richtlijnen van onpartijdigheid uitgevaardigd bij de behandeling van klachten ?
4. a) Existe-t-il des directives formelles d’impartialité à appliquer lors du traitement des réclamations ?
b) Zo ja, waar zijn deze gepubliceerd ?
b) Si tel est le cas, ou` ont-elles été publiées ?
5. Bent u de mening toegedaan dat de wetten van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur toepasselijk zijn bij een klachtenonderzoek ?
5. Estimez-vous que la loi du 29 juillet 1991 relative à la motivation formelle des actes administratifs et la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration sont d’application lors de l’examen d’une réclamation ?
6. Welke procedure is voorzien voor de klachtindienende instantie indien blijkt dat het onderzoek naar de klacht door de ambtenaar onwettig verliep ?
6. Quelle procédure est prévue pour la partie plaignante s’il s’avère que l’agent a traité la réclamation de manière illégale ?
7. Welke instantie onderzoekt de klachten ingediend tegen de ambtenaar die de klachten behandelt ?
7. Quelle est l’instance chargée de l’examen des réclamations déposées contre l’agent qui procède au traitement des réclamations ?
8. Kan een gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar onpartijdig en onafhankelijk optreden bij het onderzoek van een bezwaar indien hij vroeger optrad bij de behandeling van klachten van dezelfde belastingplichtige ?
8. Un directeur régional ou un agent délégué par lui peut-il examiner une réclamation de manière impartiale et indépendante s’il était déjà intervenu lors du traitement des réclamations du même contribuable ?
9. Is de uitspraak van het Arbitragehof van 10 juni 1998 toepasselijk indien de directeur die de klachten onderzocht later optreedt als gewestelijk directeur, in een bezwaar ingediend door dezelfde belastingplichtige ?
9. L’arrêt de la Cour d’arbitrage du 10 juin 1998 est-il d’application si le directeur qui a examiné les réclamations intervient par la suite en tant que directeur régional dans le traitement d’une réclamation introduite par le même contribuable ?
DO 2001200201187
DO 2001200201187
Vraag nr. 1014 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 1014 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) :
Inkomstenbelastingen. — Onderzoek en controle. — Kopiee¨n. — Kosten.
Impoˆts sur les revenus. — Enquête et controˆle. — Copies. — Frais.
1. Bent u de mening toegedaan dat indien de correspondent toch fotokopiee¨n wenst te krijgen hij eerst de toelating moet krijgen van de belastingplichtige en daarna zelf met eigen materiaal en op eigen kosten deze eigenhandig dient te maken op de plaats van de zetel of domicilie van de belastingplichtige zoals gee¨ist wordt door de correspondent ?
1. Estimez-vous que si le correspondant souhaite malgré tout recevoir des photocopies, il doit d’abord obtenir la permission du contribuable et ensuite se charger de faire lui-même ces photocopies à ses propres frais et à l’aide de son propre matériel au siège ou au domicile du contribuable comme exigé par le correspondant ?
2. Bent u de mening toegedaan dat geen enkel document of geen enkel kopie mag meegenomen worden zonder het overhandigen van een gedetailleerde ondertekend proces-verbaal aan de belastingplichtige ?
2. Estimez-vous qu’aucun document ni copie ne peuvent être emportés sans qu’un procès-verbal détaillé et signé n’ait été remis au contribuable ?
3. Bent u de mening toegedaan dat elke overtreding door de correspondent tot gevolg heeft de nietigheid van de aanslag die hierop volgt ?
3. Estimez-vous que toute infraction commise par le correspondant entraıˆne la nullité de l’imposition qui en découle ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16051
4. Bent u de mening toegedaan dat een overtreding van de Grondwet een zwaardere overtreding is dan een overtreding van de fiscale wetten ?
4. Estimez-vous qu’une infraction à la Constitution est plus grave qu’une infraction aux lois fiscales ?
5. Bent u de mening toegedaan dat indien de belastingplichtige zelf deze kopiee¨n neemt de correspondent deze kopiee¨n dient te betalen in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en volgens de overeengekomen prijs ?
5. Estimez-vous que si le contribuable se charge luimême de faire ces copies, le correspondant doit les lui rembourser en vertu des articles 10 et 11 de la Constitution et ce selon le prix convenu ?
6. Bent u de mening toegedaan dat zolang de correspondent de prijs voor de fotokopiee¨n niet heeft vereffend hij geen gebruik mag maken van deze kopiee¨n ?
6. Estimez-vous qu’aussi longtemps que le correspondant n’a pas payé ces copies, il ne peut les utiliser ?
7. Welke procedure en vergoedingen staan er ter beschikking van de belastingplichtigen indien de correspondent in overtreding is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en niet overgegaan is tot de betaling van de kopiee¨n zoals gee¨ist door de belastingplichtigen ?
7. Quelle procédure et indemnités prévoit-on pour les contribuables si le correspondant enfreint les articles 10 et 11 de la Constitution et ne paie pas les copies comme exigé par les contribuables ?
8. Welke artikelen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 die van openbare orde zijn en dus van strikte toepassing, geven de correspondent het recht om kopiee¨n te eisen zonder betaling ?
8. Quels articles du Code des impoˆts sur les revenus 1992, qui sont d’ordre public et donc d’application stricte, confèrent au correspondant le droit d’exiger des copies sans devoir les payer ?
DO 2001200201188
DO 2001200201188
Vraag nr. 1015 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 1015 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) :
Inkomstenbelastingen. — Bezwaarprocedure. — Rol van de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar. — Onpartijdigheid.
Impoˆts sur les revenus. — Procédure de réclamation. — Roˆle du directeur régional ou du fonctionnaire délégué par lui. — Impartialité.
1. Bent u van mening dat de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar optredende in bezwaaraangelegenheden nooit de onafhankelijkheidskwalificatie had van een rechter die per definitie onafhankelijk en onpartijdig is (Arbitragehof van 10 juni 1992) ?
1. Estimez-vous que le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui, intervenant dans le cadre de réclamations, n’a jamais bénéficié de la qualité d’indépendance d’un juge qui est, par définition, indépendant et impartial (Cour d’arbitrage du 10 juin 1992) ?
2. a) Indien u de mening is toegedaan dat de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar wel optrad als rechter, kan u verklaren waarom de belastingplichtige nooit door de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar opgeroepen werd om verhoord te worden tenzij hij dit schriftelijk en uitdrukkelijk aanvroeg ?
2. a) Si vous estimez que le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui est en effet intervenu comme juge, pouvez-vous expliquer pourquoi le contribuable n’a jamais été appelé par le directeur régional ou le fonctionnaire délégué pour être entendu, à moins d’en avoir fait lui-même la demande expresse et par écrit ?
b) Is dit te verklaren door het feit dat de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar zich nooit als rechter achtte ?
b) Cela s’explique-t-il par le fait que le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui ne s’est jamais considéré comme juge ?
3. Indien u toch de mening toegedaan is dat de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar wel optrad als rechter, kan u mij in een democratisch land een rechtsinstantie aanduiden
3. Si vous estimez malgré tout que le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui est en effet intervenu comme juge, pouvez-vous m’indiquer, dans un pays démocratique, une instance judiciaire qui ne
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16052
waarbij de partijen niet opgeroepen worden tot verhoor in persoon of door een vertegenwoordiger ?
convoque pas les parties en personne ou leur représentant pour les entendre ?
4. Bent u de mening toegedaan dat in ons fiscaal rechtstelsel rechterlijke instanties bestaan die niet onderhevig zijn aan de bepalingen van de Grondwet ?
4. Estimez-vous qu’il existe dans notre système de droit fiscal des instances judiciaires qui ne sont pas soumises aux dispositions constitutionnelles ?
5. Bent u de mening toegedaan dat de artikelen van de Grondwet de fiscale wetten overstijgen ?
5. Estimez-vous que les articles de la Constitution priment la législation fiscale ?
6. Bent u de mening toegedaan dat overtredingen van de Grondwet door de administratie een eeuwigdurend misdrijf is en dat de wetten die de fiscaliteit betreffen van openbare orde zijn ?
6. Estimez-vous que les infractions à la Constitution commises par l’administration constituent un délit permanent et que la législation fiscale est d’ordre public ?
7. Bent u de mening toegedaan dat de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar als ambtenaar in de behandeling van bezwaarschriften die artikel 374 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 overtreedt onderhevig is niet alleen aan zware administratieve sancties maar ook aan de artikelen 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek en aan artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?
7. Estimez-vous que le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui qui enfreint l’article 374 du Code des impoˆts sur les revenus en tant que fonctionnaire dans le cadre du traitement de réclamations s’expose à de lourdes sanctions administratives et que les articles 1382 et suivants du Code civil ainsi que les articles 10 et 11 de la Constitution lui sont applicables ?
DO 2001200201189
DO 2001200201189
Vraag nr. 1016 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 1016 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) :
Inkomstenbelastingen. — Bezwaarprocedure. — Gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar. — Klachten.
Impoˆts sur les revenus. — Procédure de réclamation. — Directeur régional ou fonctionnaire délégué par lui. — Plaintes.
De gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar is in overtreding met de Grondwet indien hij optrad of optreedt als rechter in bezwaarschriften. Bij de behandeling van bezwaarschriften treedt de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar op als gewoon ambtenaar die onafhankelijk en objectief dient te zijn.
Lorsqu’il statue ou a statué sur des réclamations en qualité de juge, le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui enfreint la Constitution. Pour l’instruction des réclamations, le directeur régional ou le fonctionnaire délégué par lui interviendra en effet en tant que fonctionnaire ordinaire et, de ce fait, indépendant et impartial.
1. Welke administratieve hie¨rarchische instantie behandelt de klachten van belastingplichtigen ingediend tegen de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaars optredende in bezwaarschriften ?
1. Quelle est l’instance administrative hiérarchique qui statue sur les plaintes déposées par un contribuable contre une décision du directeur régional ou des fonctionnaires délégués par lui à propos d’une réclamation ?
2. Kan deze klachteninstantie bestaan uit leden van de administratie die lager in rang zijn dan de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar ?
2. Cette instance d’appel peut-elle être composée de fonctionnaires de l’administration d’un rang inférieur au directeur régional ou au fonctionnaire délégué par ce dernier ?
3. Kan een lagere ambtenaar aan een hogere ambtenaar delegatie verlenen ?
3. Un fonctionnaire subalterne peut-il donner une délégation à un fonctionnaire supérieur ?
4. Indien een lagere ambtenaar delegatie aan een hoger ambtenaar kan verlenen volgens de fiscale wetten, hoe kan deze lagere ambtenaar deze hogere ambtenaar in rang afdwingend sanctioneren ?
4. Si les lois fiscales permettent à un fonctionnaire subalterne de donner une délégation à un fonctionnaire supérieur, comment le premier pourrait-il sanctionner le second de façon contraignante ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16053
DO 2001200201190
DO 2001200201190
Vraag nr. 1017 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 1017 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) :
Belastingen in het algemeen. — Statuut van de belastingplichtige bij een onderzoek.
Les impoˆts en général. — Le statut du contribuable lors d’une enquête.
1. Is het juist te stellen dat bij een onderzoek de controlerende overheid op geen enkel ogenblik de belastingplichtige mag beschouwen als een verdachte ?
1. Est-il bien exact que lors d’une enquête, l’autorité de controˆle ne peut à aucun moment considérer le contribuable comme un suspect ?
2. Bent u de mening toegedaan dat er op elk ogenblik van het onderzoek de belastingplichtige het recht heeft tot inzage van elk document in het bezit van de correspondent of gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar die een bezwaar onderzoekt van de belastingplichtige ?
2. Estimez-vous que le contribuable a le droit de consulter, à tout moment de l’enquête, tout document en possession du correspondant ou du directeur régional ou de l’agent délégué par lui qui examine une réclamation du contribuable ?
3. Bent u de mening toegedaan dat de correspondent of gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar die een bezwaarschrift onderzoekt en die weigeren de belastingplichtigen inzage te verlenen, onwettig optreden waardoor de aanslag die volgt onwettig is en niet meer kan herzien worden ?
3. Estimez-vous que le correspondant ou le directeur régional ou l’agent délégué par lui qui examine une réclamation et qui refuse au contribuable l’accès au dossier agit de manière illégale, ce qui implique que l’imposition est illégale et ne peut plus être revue ?
4. Bent u de mening toegedaan dat een correspondent of een gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar die meedeelt aan de belastingplichtigen dat zij geen document in hun bezit hebben die deze belastingplichtigen aanbelangen en achteraf in hun motivering zou blijken dat zij deze wel bezitten, onwettig optreedt en de aanslag die volgt onwettig is en niet meer kan herzien worden ?
4. Estimez-vous que le correspondant ou le directeur régional ou l’agent délégué par lui qui indique au contribuable qu’il ne possède aucun document concernant le contribuable, alors qu’il apparaıˆt par la suite dans sa motivation qu’il les possède bel et bien, agit de manière illégale, et que l’imposition qui suit est illégale et ne peut plus être revue ?
5. Welke vergoedingen kan de belastingplichtige van deze onwettig optredende ambtenaren eisen hoofdelijk, persoonlijk en ondeelbaar ?
5. Quel dédommagement le contribuable peut-il exiger de ces agents personnellement, solidairement et de manière indivisible ?
6. Hoe treedt de minister op tegen dergelijke ambtenaren ?
6. Quelle est l’attitude du ministre vis-à-vis de tels agents ?
DO 2001200201191
DO 2001200201191
Vraag nr. 1018 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 1018 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) :
Correspondenten. — Vergoeding fotokopiee¨n belastingplichtigen.
Correspondant. — Remboursement des copies effectuées par les contribuables.
1. Bent u de mening toegedaan dat de correspondent terecht weigert de fotokopiee¨n die de belastingplichtige maakt op vraag van de correspondent te vergoeden ?
1. Estimez-vous qu’il est légitime que le correspondant refuse de rembourser les copies réalisées par le contribuable à sa demande ?
2. Bent u de mening toegedaan dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet toepasselijk zijn in fiscale aangelegenheden ?
2. Estimez-vous que les articles 10 et 11 de la Constitution ne sont pas d’application en matière fiscale ?
3. Vanaf welk ogenblik is een belastingplichtige een verdachte ?
` partir de quand le contribuable est-il considéré 3. A comme un suspect ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2055
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16054
4. Heeft de correspondent het recht om een belastingplichtige die niet antwoordt op zijn document 332 als verdachte te beschouwen en hem een aanslag van ambtswege te versturen ?
4. Le correspondant a-t-il le droit de considérer comme suspect un contribuable qui ne fournit pas de réponse au document 332 et de procéder à une taxation d’office ?
5. Bent u de mening toegedaan dat er geen enkele voorwaarde aan de wet mag toegepast worden « dura lex sed lex » ?
5. Estimez-vous que la loi ne peut être assortie d’aucune condition, « dura lex sed lex » ?
6. Bent u de mening toegedaan dat de correspondent die deze zorgvuldigheidsplicht niet naleeft onderhevig is hoofdelijk, persoonlijk en ondeelbaar aan de artikelen 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?
6. Estimez-vous que le correspondant qui ne respecte pas l’obligation de précaution est soumis personnellement, solidairement et de manière indivisible aux articles 1382 et suivants du Code civil et aux articles 10 et 11 de la Constitution ?
7. Bent u de mening toegedaan dat enkel bestuursdocumenten de belastingplichtigen binden ?
7. Estimez-vous que seuls les documents administratifs lient les contribuables ?
DO 2001200201192
DO 2001200201192
Vraag nr. 1019 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 1019 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) :
Correspondenten. — Document 322 inkomstenbelastingen. — Fotokopiee¨n.
Correspondants. — Impoˆts sur les revenus. — Document 322. — Photocopies.
1. Bent u de mening toegedaan dat de belastingplichtige het recht heeft te weigeren om fotokopiee¨n te maken voor de correspondent ?
1. Estimez-vous que le contribuable a le droit de refuser de faire des photocopies à l’usage du correspondant ?
2. Bent u de mening toegedaan dat document 332 geen bestuursdocument is ?
2. Estimez-vous que le document 332 n’est pas un document administratif ?
3. Bent u de mening toegedaan dat indien de correspondent kopie vraagt van de documenten, de correspondent deze zelf dient te maken met eigen materiaal ter plaatse ?
3. Estimez-vous que si le correspondant demande une copie des documents, il est tenu de faire lui-même les copies sur place à l’aide de son propre matériel ?
4. Bent u de mening toegedaan dat indien de kopiee¨n worden meegenomen de correspondent ter plaatse een proces-verbaal dient op te stellen en te laten tekenen door de belastingplichtige ?
4. Estimez-vous qu’au cas ou` les photocopies sont emportées, le correspondant est tenu de rédiger un procès-verbal sur place et de le faire signer par le contribuable ?
DO 2001200201193
DO 2001200201193
Vraag nr. 1020 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 1020 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) :
Correspondenten. — Controles. — Zwijgplicht.
Correspondants. — Controˆles. — Secret professionnel.
Al te vaak zijn de antwoorden van de minister op juridische vragen eenvoudige beweringen, die op geen enkele wijze juridisch worden gestaafd. Vaak is het antwoord ook louter op opportuniteitsoverwegingen gebaseerd.
Trop souvent, les réponses du ministre aux questions juridiques ne sont que de simples affirmations qui ne sont en aucun cas étayées juridiquement. La réponse est souvent basée sur des considérations purement opportunistes.
Herhaaldelijk krijgen de belastingplichtigen bezoek van correspondenten die bij hun controle beweren dat
Les contribuables reçoivent fréquemment la visite de correspondants qui affirment, lors de leur controˆle,
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16055
zij van hun directeur opdracht verkregen hebben om bepaalde aangelegenheden van de aangifte niet met de belastingplichtige te bespreken.
qu’ils ont reçu pour ordre, de leur directeur, de ne pas discuter de certains points de la déclaration avec le contribuable.
1. Welk artikel van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt toegepast indien de controleur die bij een belastingplichtige controle uitoefent meedeelt dat hij of zij bepaalde punten van de aangifte niet mogen bespreken omdat dit hen bevolen werd door hun overste ?
1. Quel article du Code des impoˆts sur les revenus 1992 applique-t-on si le controˆleur indique au contribuable qu’il ne peut discuter de certains points de la déclaration parce que cela lui a été ordonné par son supérieur ?
2. Is dergelijk optreden in overeenstemming met de beginselen van behoorlijk bestuur ?
2. Une telle attitude est-elle conforme aux principes de bonne administration ?
3. Is de belastingplichtige ooit een verdachte tijdens het onderzoek ?
3. Le contribuable est-il considéré comme un suspect pendant l’enquête ?
4. Heeft de administratie der belastingen de bevoegdheid van een onderzoeksrechter ?
4. L’administration des contributions a-t-elle les compétences d’un juge d’instruction ?
5. Is een dergelijke bewering van de controleur, namelijk dat zijn of haar overste hem/haar verbod opgelegd heeft om bepaalde gegevens van de aangifte te bespreken of te onderzoeken, een wettige daad ?
5. Est-il légal que le controˆleur affirme qu’il lui a été interdit par son supérieur de discuter de certaines données de la déclaration ou de les controˆler ?
6. Indien dit geen wettige daad is, welke gevolgen hebben dergelijke optredens ?
6. Si ce n’est pas légal, quelles sont les conséquences de telles attitudes ?
7. Heeft de belastingplichtige het recht om alle documenten van zijn dossier ter inzage te hebben tijdens het onderzoek en dit in elk stadium van het onderzoek en te bespreken met de correspondent ?
7. Le contribuable a-t-il le droit de consulter tous les documents de son dossier durant toute l’enquête et d’en discuter avec le correspondant ?
8. Mag een correspondent zich beroepen op zwijgplicht ?
8. Un correspondant peut-il invoquer le secret professionnel ?
DO 2001200201194
DO 2001200201194
Vraag nr. 1021 van de heer Yves Leterme van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 1021 de M. Yves Leterme du 28 mai 2002 (N.) :
Bijzondere Belastinginspectie. — Werking. — Controles.
Inspection spéciale des impoˆts. — Fonctionnement. — Controˆles.
1. a) Hoeveel controles werden er in het hele land uitgevoerd door de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) in 1997, 1998, 1999, 2000 en 2001 ?
1. ` combien de controˆles l’Inspection spéciale des a) A impoˆts (ISI) a-t-elle procédé dans tout le pays en 1997, 1998, 1999, 2000 et 2001 ?
b) Indien het niet in « controles » gevat kan worden, hoeveel dossiers werden er behandeld in die jaren ?
b) Si l’activité de l’ISI ne peut être évaluée sur la base des controˆles, pouvez-vous me faire savoir combien de dossiers cette administration a traités au cours de ces années ?
2. Hoeveel waren er dit, over dezelfde periode beschouwd, per ambtsgebied (= provincie) van elke gedeconcentreerde dienst van de BBI ?
2. Combien de dossiers chaque service décentralisé de l’ISI, réparti par ressort, a-t-il traités au cours de la même période ?
3. Op basis van welke criteria wordt beslist welke controles er worden uitgevoerd ?
3. Sur quels critères se fonde-t-on pour déterminer la nature des controˆles ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16056
4. Wordt er een zeker resultaat nagestreefd door de BBI en welke richtlijnen werden er hieromtrent door de minister gegeven ?
4. L’ISI recherche-t-elle un résultat donné et quelles directives le ministre a-t-il données en la matière ?
DO 2001200201195
DO 2001200201195
Vraag nr. 1022 van de heer Marcel Hendrickx van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 1022 de M. Marcel Hendrickx du 28 mai 2002 (N.) :
Belastingen in het algemeen. — Overtreding van de Grondwet.
Impoˆts en général. — Infraction à la Constitution.
1. Bent u de mening toegedaan dat bij een overtreding door de administratie van de Grondwet de aanslag die hierop volgt als niet bestaande moet beschouwd worden ?
1. Estimez-vous qu’en cas de violation de la Constitution par l’administration fiscale, l’imposition qui suit doit être considérée comme nulle et non avenue ?
2. Bent u de mening toegedaan dat de artikelen van de Grondwet een andere juridische waarde hebben dan de gewone overtredingen van fiscale wetten ?
2. Estimez-vous qu’une infraction aux articles de la Constitution revêt une autre valeur juridique que les infractions ordinaires aux lois fiscales ?
3. Indien de artikelen van de Grondwet en de gewone artikelen van de fiscale wetten dezelfde juridische waarde hebben kan u ons dan de juiste juridische betekenis van onze Grondwet in de fiscale aangelegenheden verklaren ?
3. Si les articles de la Constitution et les articles ordinaires des lois fiscales ont la même valeur juridique, quelle est donc la portée juridique précise de la Constitution en matière fiscale ?
4. Bent u de mening toegedaan dat de fiscale wetten strict dienen toegepast te worden en dat het beginsel « in dubio contra fiscum » de grondregel is van ons fiscaal stelsel ?
4. Eˆtes-vous d’avis que les lois fiscales doivent être appliquées strictement et que l’adage latin « in dubio contra fiscum » constitue la règle de base de notre régime fiscal ?
DO 2001200201196
DO 2001200201196
Vraag nr. 1023 van mevrouw Michèle Gilkinet van 28 mei 2002 (Fr.) :
Question no 1023 de Mme Michèle Gilkinet du 28 mai 2002 (Fr.) :
Illegale handel in tabak. — Traceerbaarheid van tabak. — Recente ontwikkelingen.
Trafic de tabac. — Traçabilité du tabac. — Récentes évolutions.
Enkele maanden geleden heb ik u tijdens de plenaire vergadering een vraag gesteld over tabaksfraude. U gaf bij die gelegenheid toe dat er nog een probleem bestaat inzake de traceerbaarheid van tabak en deelde mee dat het probleem met uw Europese collega’s wordt onderzocht.
Il y a plusieurs mois, je vous interrogeais en séance ` cette plénière sur la fraude en matière de tabac. A occasion, vous avez reconnu qu’il persistait un problème quant à la traçabilité du tabac, et que cette question était actuellement examinée avec vos homologues européens.
Naar aanleiding van een proces in Neufchaˆteau is gebleken dat de pakjes sigaretten bestemd voor illegale invoer niet voorzien waren van een fiscale strook. De vervoerder werd wel veroordeeld, maar er werd, dunkt me, niets gedaan om de producent van die sigaretten op te sporen.
Un procès à Neufchaˆteau a mis en évidence que les paquets de cigarettes destinés à une importation illégale étaient dépourvus de bandelettes fiscales. Si le transporteur a bien été condamné, rien, me semble-t-il, n’a été entrepris pour trouver le producteur de ces cigarettes.
Voorts heeft de Europese Commissie voor de rechtbank in East New York klacht ingediend tegen de twee belangrijkste Amerikaanse sigarettenproducenten :
De même, la Commission européenne a déposé une plainte devant le tribunal de New York Est contre les deux principaux cigarettiers américains : Philip Morris
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16057
Philip Morris en RJ Reynolds. Die klacht gaat precies over sigarettenzwendel. Beide sigarettenproducenten zouden namelijk voor hun respectieve tabaksmerken een geavanceerd en klandestien smokkelnetwerk hebben georganiseerd, dat wereldwijd en ook in de Europese Unie actief is.
et RJ Reynolds. Cette plainte porte justement sur le trafic de cigarettes. Il semble, en effet, que ces deux cigarettiers américains ont organisé un réseau sophistiqué et clandestin de contrebande pour leurs marques de tabac respectives, qui opère dans le monde, en ce compris l’Union européenne.
Die fraude op grote schaal wordt niet georganiseerd om aan een verbod op het roken van sigaretten te ontsnappen. Het gaat hier niet om een geval van verbod op sigaretten. De fraude is er veeleer op gericht een jong publiek aan het product te binden, maar is daarnaast ook gericht op belastingontduiking. Volgens schattingen van de Europese Commissie zou de begroting van de Unie als gevolg hiervan jaarlijks voor verschillende miljarden euro derven.
Cette vaste fraude, n’est pas organisée pour échapper à une interdiction de fumer de la cigarette. Nous ne sommes pas ici dans un cas de prohibition de la cigarette. Elle est plutoˆt organisée non seulement pour fidéliser une clientèle jeune, mais aussi pour éluder l’impoˆt, puisque selon les estimations de la Commission européenne le budget communautaire serait grevé chaque année de plusieurs milliards d’euros.
In het kader van deze problematiek duiken ook de namen van Rotterdam en Antwerpen op. Die twee havens zouden de draaischijf van die internationale zwendel kunnen zijn.
Dans cette problématique, les noms d’Anvers et de Rotterdam apparaissent aussi. Ces deux ports pourraient être les plaques tournantes de ce trafic international.
1. Tegen 2003 plant de Europese Commissie een volledige informatisering van het goederenvervoer.
1. Une informatisation totale de la circulation des marchandises est normalement prévue d’ici 2003 par la Commission européenne.
Kan u de concrete maatregelen en de concrete strategie beschrijven die op Belgisch en op Europees niveau zullen worden ingesteld met het oog op een optimale traceerbaarheid van de sigaretten op het Europees grondgebied ?
Pourriez-vous décrire les mesures ainsi que la stratégie concrètes qui seront mises en place afin d’assurer une traçabilité optimale des cigarettes circulant sur le territoire européen, tant au niveau belge, qu’au niveau européen ?
2. In afwachting van 2003 wordt in een « testgroep » van zeven Europese landen informatie uitgewisseld met de bedoeling de fraudeurs een halt toe te roepen. Tegen 2003 zou dat experiment tot 22 andere landen, waaronder Belgie¨, worden uitgebreid.
2. En attendant 2003, des échanges d’informations qui visent à contrer les fraudeurs ont lieu au sein d’un « groupe test » de sept pays européens. Cette expérience devrait être étendue d’ici à 2003 à 22 autres E´tats, dont la Belgique.
Kan u verslag uitbrengen van de werkzaamheden en kan u meedelen volgens welke werkwijze het experiment in 2003 zal worden uitgebreid ?
Pouvez-vous donner un compte-rendu des travaux et dresser les pistes retenues pour l’extension de cette expérience en 2003 ?
3. De hoeveelheid geproduceerde sigaretten is gekend; op welke manier wordt het verband gelegd met de hoeveelheid sigaretten die op de verschillende markten wordt verkocht ?
3. La quantité des cigarettes produites étant connue, comment établit-on la corrélation avec la quantité de cigarettes vendues sur les différents marchés ?
4. a) Wijst dat verband op fraude ? b) In welke mate ?
4. a) Cette corrélation met-elle en évidence une fraude ? ` quelle hauteur ? b) A
5. a) Probeert men sigaretten die op de parallelle markt worden aangetroffen, te identificeren en de productiebron ervan te achterhalen ?
5. a) Lorsqu’on retrouve des cigarettes sur le marché parallèle, tente-t-on de les identifier et de remonter à la source de production ?
b) Hoe ?
b) De quelle manière ?
6. a) Kan de producent van sigaretten die op de illegale
6. a) Le producteur dont les cigarettes se retrouvent sur le marché illégal est-il passible de poursuites ?
b) Welke straf hangt hem boven het hoofd ?
b) Que risque-t-il exactement ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16058
DO 2001200201201
DO 2001200201201
Vraag nr. 1024 van de heer Jean-Jacques Viseur van 29 mei 2002 (Fr.) :
Question no 1024 de M. Jean-Jacques Viseur du 29 mai 2002 (Fr.) :
Kosteloze verkrijging van vaste activa door een vennootschap.
L’acquisition par une société d’une immobilisation corporelle à titre gratuit.
Volgens het arrest van het Hof van Cassatie van 18 mei 2001 (F.J.F. — nr. 2001/8), dat het arrest van het hof van beroep van Antwerpen van 5 oktober 1999 bevestigt (Fiscale koerier — 19/20 — 1999) geeft de kosteloze verkrijging van vaste activa door een vennootschap aanleiding tot een belastbaar voordeel ten belope van de waarde van dat goed. Dat standpunt wordt bevestigd door het advies van de Commissie voor boekhoudkundige normen nr. 126/17.
Selon l’arrêt de la Cour de Cassation du 18 mai 2001 (F.J.F. — no 2001/8) confirmant l’arrêt de la cour d’appel d’Anvers du 5 octobre 1999 (Le Courrier fiscal — 19/20 — 1999) l’acquisition par une société d’une immobilisation corporelle à titre gratuit se traduit par un bénéfice imposable à concurrence de la valeur du bien. Cet enseignement est conforté par l’avis de la Commission des normes comptables no 126/17.
Indien een vennootschap bijvoorbeeld kosteloos vaste activa verkrijgt voor een waarde van 10 000 euro en voor datzelfde bedrag haar activarekening debiteert en een opbrengstrekening crediteert, zijn de boekhoudkundige afschrijvingen van die kosteloos verkregen vaste activa dan toelaatbaar vanuit fiscaal oogpunt ?
` titre d’exemple, si une société acquiert, à titre A gratuit, une immobilisation corporelle pour une valeur de 10 000 euros, débite son compte d’actifs de cette même somme et crédite un compte de produits à raison du même montant, les amortissements actés d’un point de vue comptable sur cette immobilisation corporelle, acquise à titre gratuit, sont-ils admissibles d’un point de vue fiscal ?
Dat is wat kan worden afgeleid uit het arrest van het Hof van Cassatie van 4 november 1955 (Simon, Pas., 1956, 1, 208) : « Overwegende dat de waarde van de investering waarop de afschrijvingen gebaseerd zijn, niet inhoudt dat de verkrijging van de in het bedrijf van de belastingplichtige geı¨nvesteerde goederen noodzakelijkerwijze onder bezwarende titel moet zijn gebeurd om de afschrijving mogelijk te maken; dat een gee¨rfd goed dus desgevallend kan worden afgeschreven », rekening houdend met de laatste alinea van nr. 61/71 van de Com.WIB, en met de antwoorden op de parlementaire vragen nr. 586 van 9 februari 2001 van de heer Eerdekens, nr. 224 van 30 mei 1991 van de heer de Clippele en nr. 175 van 27 januari 1989 van de heer Van Grembergen en met artikel 183 van het WIB 1992.
C’est ce qui semble résulter de l’arrêt de la Cour de Cassation du 4 novembre 1955 (Simon, Pas., 1956, 1, 208) : « Attendu que la valeur d’investissement sur laquelle ... les amortissements sont basés, n’implique pas que l’acquisition des biens investis dans l’exploitation du contribuable doive nécessairement avoir été faite à titre onéreux, pour permettre l’amortissement; qu’un bien acquis par voie de succession peut donc éventuellement donner lieu à un amortissement », compte tenu du dernier alinéa du no 61/71 du ComIR, des réponses données aux questions parlementaires no 586 du 9 février 2001 de M. Eerdekens, no 224 du 30 mai 1991 de M. de Clippele et no 175 du 27 janvier 1989 de M. Van Grembergen et de l’article 183 CIR 1992.
Kan u die interpretatie bevestigen ?
Pouvez-vous confirmer cette interprétation ?
DO 2001200201204
DO 2001200201204
Vraag nr. 1025 van mevrouw Fientje Moerman van 29 mei 2002 (N.) :
Question no 1025 de Mme Fientje Moerman du 29 mai 2002 (N.) :
Inkomstenbelastingen. — Belasting van niet-inwoners. — Belastbare inkomsten. — Belgische inrichting.
Impoˆts sur les revenus. — Imposition des nonrésidents. — Revenus imposables. — Etablissement belge.
Artikel 229, § 3, WIB 1992 stelt dat « iedere vennoot of ieder lid van een burgerlijke vennootschap of een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die haar
L’article 229, § 3, du CIR 1992 dispose que « chaque associé ou membre dans une société civile ou une association sans personnalité juridique qui a son siège
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16059
maatschappelijke zetel, haar voornaamste inrichting of haar zetel van bestuur of beheer in Belgie¨ heeft of die in de zin van artikel 228, § 2, 3o of 4o, in Belgie¨ inkomsten behaalt of verkrijgt, wordt geacht, volgens het geval, voor de toepassing van artikel 228, § 2, 3o, over een Belgische inrichting te beschikken of, voor de toepassing van artikel 228, § 2, 4o, persoonlijk in Belgie¨ werkzaamheden uit te oefenen. ».
social, son principal établissement ou son siège de direction ou d’administration en Belgique ou dont les revenus sont produits ou recueillis en Belgique au sens de l’article 228, § 2, 3o ou 4o, est censé, selon le cas, disposer d’un établissement belge pour l’application de l’article 228, § 2, 3o, ou exercer personnellement des activités en Belgique pour l’application de l’article 228, § 2, 4o ».
De notie « inrichting » in artikel 228, §§ 1 en 2, WIB 1992 vereist een beroepsbekwaamheid of activiteit. Artikel 229, § 3, kan mijns inziens alleen toepasselijk zijn indien in de schoot van de Belgische burgerlijke vennootschap, enzovoort, in Belgie¨, winst of baten worden behaald, omdat :
La notion d’« établissement » à l’article 228, §§ 1er et 2, du CIR 1992 implique une compétence profession` mon estime, l’article 229, § 3, nelle ou une activité. A n’est applicable que si des bénéfices ou profits sont réalisés en Belgique au sein de la société civile belge, etc., dans la mesure ou` :
A) artikel 229 WIB 1992 in de « Belasting van nietinwoners » logischerwijze het spiegelbeeld vormt van artikel 29 WIB 1992 dat ook enkel op winst of baten van toepassing is;
A) l’article 229 du CIR 1992 figurant sous le titre « Impoˆt des non-résidents » est le pendant logique de l’article 29 du CIR 1992 qui, lui aussi, ne s’applique qu’aux profits ou bénéfices;
B) de bewoordingen in de circulaire 19-444.905 van 1 juli 1993, III, 25 en 26, en in Comm.IB 228/66 die stelling lijken te ondersteunen;
B) les termes de la circulaire 19-444.905 du 1er juillet 1993, III, 25 et 26, et du Comm.IR 228/66 semblent appuyer cette interprétation;
C) dit ook in antwoord op een vraag werd gesteld (vraag nr. 535, van 22 april 1993, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1992-1993, nr. 63, blz. 5994);
C) ce raisonnement a déjà été énoncé en réponse à une question (question no 535 du 22 avril 1993, Questions et Réponses, Chambre, 1992-1993, no 63, p. 5994).
D) artikel 270, 4o, van het WIB 1992 en artikel 87, KB/WIB 1992 die de bedrijfsvoorheffing regelen, verwijzen naar winst of baten in de zin van artikel 29, § 1, WIB 1992;
D) l’article 270, 4o, du CIR 1992 et l’article 87, 7o, de l’AR/CIR 1992 qui régissent le précompte professionnel, se réfèrent aux profits ou bénéfices au sens de l’article 29, § 1, du CIR 1992;
E) artikel 228, § 2, 3o en 4o, WIB 1992 veronderstellen dat op het niveau van de Belgische partnership winst of baten in de zin van artikel 228, § 2, 3o en 4o, WIB 1992 moeten worden behaald opdat artikel 229, § 3, toepasselijk zou zijn;
E) l’article 228, § 2, 3o et 4o, du CIR 1992 part du principe qu’en ce qui concerne le partenariat belge, des bénéfices ou profits au sens de l’article 228, § 2, 3o et 4o, du CIR 1992 doivent être réalisés pour que l’article 229, § 3, soit applicable;
F) Buitenlandse deelnemers in een Belgisch beleggingsfonds worden evenmin geacht een Belgische inrichting te hebben (Comm.IB 29/10 en volgende).
F) les participants étrangers à un fonds de placement belge ne sont pas davantage censés disposer d’un établissement belge (Comm.IR 29/10 et suivants).
Met andere woorden, ten name van buitenlandse deelnemers leidt het loutere deelnemen in een Belgische burgerlijke vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (die geen winst of baten behaalt) niet tot een Belgische inrichting (in dezelfde zin : Moreau en Vanoverbeke, Burgerlijke vennootschap : de vernieuwde oplossing voor familiale vermogensbeheer, Ced Samson, 1998, 59; Haelterman, A, Fiscale Transparantie. Theorie en Praktijk in Belgie¨, Kalmthout, Biblio, 1992, 223).
Autrement dit, la seule participation d’étrangers à une société civile belge sans personnalité juridique (qui ne réalise aucun bénéfice ou profit) ne donne pas lieu à la création d’un établissement belge (voir également : Moreau et Vanoverbeke, « Burgerlijke vennootschap : de vernieuwde oplossing voor familiale vermogensbeheer », Ced Samson, 1998, 59; Haelterman, A, « Fiscale Transparantie. Theorie en Praktijk in Belgie¨ », Kalmthout, Biblio, 1992, 223).
Indien zulke partnership Belgische onroerende of roerende inkomsten behaalt, dan kunnen deze via de rattacheringsregels van artikel 228, § 2, WIB 1992 in Belgie¨ aan heffing worden onderworpen.
Si un tel partenariat perçoit des revenus mobiliers ou immobiliers belges, ces revenus peuvent être imposés en Belgique via les règles de rattachement de l’article 228, § 2, du CIR 1992.
Kan u deze interpretatie, die bevestigd wordt door de bovenstaande rechtsleer, confirmeren ?
Confirmez-vous cette interprétation fondée sur la doctrine susmentionnée ?
7o,
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16060
DO 2001200201214
DO 2001200201214
Vraag nr. 1026 van de heer Ludo Van Campenhout van 31 mei 2002 (N.) :
Question no 1026 de M. Ludo Van Campenhout du 31 mai 2002 (N.) :
Inkomstenbelastingen. — Vennootschapsbelastingen. — Winstgevende activiteit. — Belastbaarheid. — Vennoten of leden.
Impoˆts sur les revenus. — Impoˆts des sociétés. — Activité lucrative. — Imposabilité. — Associés ou membres.
De Comm.IB 179/28 stelt dat : « Wanneer vennootschappen, verenigingen, enz., zonder rechtspersoonlijkheid noch enige nijverheids-, handels- of landbouwonderneming exploiteren, noch zich aan een winstgevende bezigheid wijden — dit wil zeggen wanneer ze geen winsten of baten als bedoeld in artikel 23, § 1, 1o of 2o, WIB 1992, behalen — zijn de inkomsten van onroerende goederen of van roerende goederen en kapitalen die zij (zonder in rechte eigenaar ervan te zijn) voor rekening of ten voordele van hun vennoten of leden beheren, in beginsel inkomsten van die vennoten of leden en als onroerend of roerend inkomen belastbaar. Als die vennootschappen, verenigingen, enz. daarentegen enige nijverheids-, handels- of landbouwonderneming exploiteren of zich aan een winstgevende bezigheid wijden, worden de winsten of baten van die beroepswerkzaamheid — met inbegrip van de inkomsten van onroerende goederen en van roerende goederen en kapitalen die voor die onderneming worden gebruikt — aan de vennoten of leden uitgedeeld en zijn deze als zodanig te hunnen name belastbaar (zie artikel 29, WIB 1992) hetzij in de PB, hetzij in de Ven.B, hetzij in de BNI, naar gelang van de belasting waaraan de vennoten of leden zelf onderworpen zijn. »
Le Com. IR 179/28 dispose que quand « les sociétés, associations, etc. qui ne possèdent pas la personnalité juridique (...) ne se livrent ni à une exploitation industrielle, commerciale ou agricole quelconque, ni à une occupation lucrative — c’est-à-dire quand elles ne bénéficient pas de bénéfices ou profits visés à l’article 23, § 1er, 1o ou 2o, CIR 1992 — les revenus des biens immobiliers ou des capitaux et biens mobiliers qu’elles gèrent ou administrent (sans en avoir juridiquement la propriété) pour le compte et au profit de leurs associés ou membres constituent des revenus imposables, en principe, dans le chef de ces associés ou membres, au titre de revenus immobiliers ou mobiliers. Par contre, quand ces sociétés, associations, etc., se livrent à une exploitation industrielle, commerciale ou agricole quelconque ou à une occupation lucrative, les bénéfices ou profits résultant de cette activité professionnelle — y compris les revenus des biens immobiliers et des capitaux et biens mobiliers affectés à l’exercice de cette activité — sont répartis entre les associés ou membres et constituent des bénéfices ou profits imposables dans leur chef (voir article 29, CIR 1992), soit à l’IPP, soit à l’ISoc., soit à l’INR, suivant l’impoˆt auquel les associés ou membres sont euxmêmes assujettis ».
Samen met diverse rechtsleer (bijvoorbeeld Deschrijver D., in Fiscaal Vermogensbeheer, Kluwer, Antwerpen, Algemeen Hoofdstuk II, 2-3210; Moreau, M. en Vanoverbeke, J., De familiale burgerlijke vennootschap, de vernieuwende oplossing voor familiale vermogensplanning, Diegem, Ced Samson, 1997) neemt de belastingadministratie dus aan dat roerende (interesten, dividenden, enzovoort) en onroerende (huurgeld) inkomsten behaald middels een Belgische burgerlijke vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, bijvoorbeeld voortkomend van roerende of onroerende beheers- en beleggingsverrichtingen binnen het kader van de maatschappelijke werkzaamheid, in hoofde van de vennoten/deelnemers worden aangemerkt als roerende en onroerende inkomsten, en dus dat er geen inkomstenconversie naar de deelnemers toe is (er van uitgaand dat er onverdeelde mede-eigendom is tussen de deelnemers; we laten situaties waar de onderlinge juridische relaties complexer zijn, buiten beschouwing).
Conformément à une certaine doctrine (par exemple Deschrijver D. dans « Fiscaal Vermogensbeheer », Kluwer, Anvers, Chapitre Général II, 2-2310; Moreau, M. et Vanoverbeke, J., « De familiale burgerlijke vennootschap, de vernieuwende oplossing voor familiale vermogensplanning », Diegem, CED Samson, 1997), l’administration des impoˆts considère donc les revenus mobiliers (intérêts, dividendes, etc.) et immobiliers (loyer) générés par une société civile belge sans personnalité juridique, provenant par exemple d’opérations mobilières ou immobilières de gestion ou de placement dans le cadre de l’activité sociale, dans le chef des associés/participants, comme revenus mobiliers ou immobiliers, estimant qu’il n’y a pas lieu de procéder à la conversion des revenus en ce qui concerne les participants (en considérant que ceux-ci sont en copropriété indivise. Ne sont pas prises en considération en l’espèce les cas de relations juridiques mutuelles plus complexes).
Daaruit kunnen de volgende conclusies getrokken worden, met name :
Il est permis de tirer de ces considérations les conclusions suivantes :
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16061
A) Dat de zogenaamde automatische « professionaliseringsregel » voor inkomsten behaald of verkregen door vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, zoals neergelegd in de rechtspraak van het Hof van Cassatie (bijvoorbeeld Cass., 20 februari 1962, Pas., 1962, I, 706) en aanvaard door de administratie (Comm.IB 197/16), niet geldt voor vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid (ook bevestigd door Lagae, J.P., « Personenvennootschappen en maatschappen in het Belgische Internationaal Belastingrecht », in Liber Amicorum Van Houtte, ElsevierSequoia, 1975, 582 en 584).
A) La « règle de professionnalisation » appliquée automatiquement aux revenus produits ou recueillis par des associations dotées de la personnalité juridique, telle qu’elle est fixée par la jurisprudence de la Cour de cassation (par exemple Cass., 20 février 1962, Pas., 1962, I, 706) et acceptée par l’administration (Com. IR 197/16), ne s’applique pas aux associations sans personnalité juridique (ce que confirme également par Lagae, J.P., « Personenvennootschappen en maatschappen in het Belgische Internationaal Belastingrecht », dans Liber Amicorum Van Houtte, ElsevierSequoia, 1975, 582 et 584).
B) Dat, zoals ook uit de formulering van Comm.IB 179/28 kan afgeleid worden, de beoordeling of zulke Belgische burgerlijke vennootschap (zonder rechtspersoonlijkheid) roerende of onroerende inkomsten verkrijgt (passieve inkomsten) moet plaatsvinden op het niveau van de Belgische vennootschap zelf (consistent met het voorschrift neergelegd in artikel 29 WIB 1992), ongeacht de hoedanigheid van de achterliggende deelnemers (individuen, vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, rechtspersonen, enzovoort). Met dien verstande dat dit « opwaartse kwalificatiebeginsel » uiteraard onverlet laat dat indien een vennootschap met rechtspersoonlijkheid deelneemt in zulke Belgische burgerlijke vennootschap, uiteraard de bovengenoemde automatische professionaliseringsregel op het deelnemersniveau toepasselijk zou kunnen zijn.
B) Ainsi qu’il ressort également de la formulation du Com.IR 179/28, c’est au niveau de l’association belge elle-même qu’il faut juger (dans le respect du prescrit de l’article 29 CIR 1992) si une telle association civile belge (sans personnalité juridique) recueille des revenus mobiliers ou immobiliers (revenus passifs), quelle que soit la qualité des participants concernés (individus, sociétés dotées de la personnalité juridique, personnes morales, etc.). E´tant entendu que ce « principe de qualification ascendante » n’influe, bien entendu, en rien sur l’application éventuelle, en ce qui concerne les participants, de la règle de professionnalisation automatique susmentionnée dans l’hypothèse de la participation d’une association dotée de la personnalité juridique dans une telle société civile de ce type.
C) Dat een zogenaamd « neerwaartse kwalificatiebeginsel » afgewezen wordt. Met andere woorden indien een Belgische commercie¨le vennootschap met rechtspersoonlijkheid, al dan niet samen met particulieren, deelneemt in een Belgische burgerlijke vennootschap met bijvoorbeeld als activiteit het geven van een lening in onverdeeldheid of het aanhouden van een deelneming in onverdeeldheid, dan kan op grond van de zelfstandige kwalificatie op het ondernemingsniveau besloten worden dat deze activiteit een normale beheersverrichting van een privé-vermogen is (aanleiding gevend tot passieve inkomsten, niet tot winsten of baten).
C) Un « principe de qualification descendante » est rejeté. En d’autres termes, si une association commerciale belge dotée de la personnalité juridique et comprenant ou non des particuliers, détend une participation dans une société civile belge dont l’activité consiste par exemple à accorder un prêt en indivision ou à maintenir une participation en indivision, il peut alors être décidé au niveau de l’entreprise, sur la base de la qualification autonome, que cette activité constitue une opération de gestion normale de patrimoine privé (générant des revenus passifs, et non pas des bénéfices ou profits).
D) Dat de deelname door een buitenlandse commercie¨le vennootschap in zulke Belgische passieve burgerlijke vennootschap (met normale beheersverrichtingen van een privé-vermogen) op zichzelf niet kan leiden tot een herkwalificatie tot winsten of baten op het niveau van de burgerlijke vennootschap noch tot de vaststelling van een Belgische inrichting in de zin van artikel 229, § 3, WIB 1992 ten name van de buitenlandse commercie¨le vennootschap.
D) La participation d’une société commerciale étrangère dans une société civile passive belge (effectuant des opérations de gestion normales de patrimoine privé) ne peut en soi donner lieu à une requalification en bénéfices ou profits au niveau de la société civile ni à l’existence d’un établissement belge au sens de l’article 229, § 3, CIR 1992 au nom de la société commerciale étrangère.
Kan u het bovenstaande bevestigen dan wel op gemotiveerde wijze becommentarie¨ren ?
Pouvez-vous confirmer ce qui précède au moyen d’un commentaire motivé ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2056
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16062
DO 2001200201217
DO 2001200201217
Vraag nr. 1027 van de heer Daniel Bacquelaine van 4 juni 2002 (Fr.) :
Question no 1027 de M. Daniel Bacquelaine du 4 juin 2002 (Fr.) :
Stelsel van forfaitaire belasting. — Uitbaters van laagstammige boomgaarden. — Landbouwers.
Régime de taxation forfaitaire. — Exploitants de vergers basses-tiges. — Agriculteurs.
Ingevolge controles in de fruitcentrales werden naar verluidt verscheidene anomaliee¨n vastgesteld (tweede niet-aangegeven BTW-nummer, niet-aangegeven bewerkte oppervlakte enz.). In het licht van die toestand kregen de meeste, zo niet alle, boomkwekers een grondige belastingcontrole voor de inkomsten 1998 en 1999, wat op zich geen punt van kritiek is.
Suite à des controˆles effectués dans les centrales de fruits, diverses anomalies ont, semble-t-il, été constatées (deuxième numéro de TVA non déclaré, surfaces cultivées non déclarées, etc.). Au vu de cette situation, la majeure partie si pas la totalité des arboriculteurs ont fait, en 2001, l’objet de controˆles fiscaux approfondis pour les revenus 1998 et 1999, ce qui n’est pas critiquable en soi.
Toch vraag ik me af of het bestuur, dan toch in de provincie Luik of in het Franstalig landsgedeelte, niet te ver gaat wanneer het stelselmatig en met terugwerkende kracht de toepassing van de inkomstenschalen voor 1998 en 1999, waarmee het zich nochtans akkoord had verklaard, in twijfel trekt.
Néanmoins, l’administration, du moins en province de Liège ou dans la partie francophone du pays ne vat-elle pas trop loin en ce sens qu’elle revient à remettre systématiquement et rétroactivement en cause l’application des barèmes de revenus 1998 et 1999 et sur lesquels elle avait pourtant marqué son accord ?
1. Wanneer het bestuur bij de controle vaststelt dat de schalen correct werden toegepast en de BTW-lijsten juist werden opgesteld, is het dan normaal dat zij in 2001 gaat eisen dat de belastingplichtigen, die forfaitair werden belast, een volledig overzicht voorleggen van hun uitgaven voor 1998 en 1999, gestaafd met de bijhorende bewijsstukken, alsook een afschrijvingstabel ? Dat alles om na te gaan of, op basis van die stukken, hun echte inkomsten niet hoger zouden liggen dan de aangegeven inkomsten; op die manier ontkent men eigenlijk het bestaan van het forfaitair stelsel en eist men, met terugwerkende kracht, dat een ree¨le boekhouding wordt bijgehouden.
1. Ainsi, à partir du moment ou` lors du controˆle, l’administration a constaté la correcte application des barèmes et l’établissement exact des listings TVA, estil normal que l’administration exige en 2001, de ces contribuables taxés forfaitairement, qu’ils produisent le relevé, pièces probantes justificatives à l’appui, de l’intégralité de leurs dépenses 1998 et 1999, accompagné de tableaux d’amortissements et ce, pour vérifier si, par hasard, au vu de ces pièces, leurs revenus réels n’excéderaient pas ceux déclarés soit ceux découlant de l’application des barèmes, ce qui revient à nier l’existence même du forfait et exiger rétroactivement la tenue d’une compatibilté au réel ?
2. Zou het bestuur de belastingplichtige niet moeten meedelen dat het van plan is zijn aangifte grondig te wijzigen, hem uit te sluiten van het forfaitaire stelsel en vooral hem op de hoogte moeten brengen van de redenen van die uitsluiting, vooraleer dergelijke eisen te stellen, waaraan hij zich normaliter niet kon verwachten ?
2. Avant d’émettre de telles exigences, exigences auxquelles ces contribuables ne pouvaient pas légitimement s’attendre, l’administration ne doit-elle pas signifier au contribuable concerné non seulement qu’elle entend modifier fondamentalement sa déclaration en l’excluant du forfait mais surtout lui faire connaıˆtre les motifs précis de cette exclusion ?
3. a) Kan een uitbater met terugwerkende kracht van het forfait worden uitgesloten wanneer hij de schalen heeft toegepast en zijn uitbating geen bijzondere kenmerken vertoont ?
3. a) Un exploitant peut-il être rétroactivement exclu du forfait lorsqu’il a respecté l’application des barèmes et que son mode d’exploitation ne révèle pas de conditions particulières ?
b) Zo ja, wat met het beginsel van de « noodzakelijke rechtszekerheid » waar de burger recht op heeft ?
b) Si oui, qu’en est-il du principe de la « nécessaire sécurité juridique » que le citoyen est en droit de revendiquer ?
c) Zo neen, wat zijn de precieze voorwaarden voor een retroactieve uitsluiting van het forfaitaire belastingstelsel, voor de jaren voorafgaand aan de controle ?
c) Si non, quelles sont les conditions précises d’une exclusion du mode forfaitaire de taxation lorsque celle-ci a trait rétroactivement, soit pour des années antérieures au controˆle ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16063
4. Wanneer het bestuur beslist het dossier van zo’n belastingplichtige te herzien en van hem een nieuwe analyse van zijn « ree¨le » toestand eist, is het dan normaal dat datzelfde bestuur van meet af aan aankondigt dat er geen nieuwe inkohiering komt indien dat nieuwe onderzoek gunstiger zou blijken voor de belastingplichtige ?
4. Par ailleurs, si l’ administration décide de revoir le dossier d’un tel contribuable en exigeant de lui une nouvelle analyse de sa situation « au réel », est-il normal que d’emblée, l’administration annonce qu’elle ne procédera pas à un ré-enroˆlement si cette analyse devait se révéler plus favorable au contribuable ?
5. a) Wat zal er ten slotte gebeuren met de forfaits in landbouw en boomkwekerij, in het licht van voorafgaande vragen ?
5. a) Enfin, au vu de ce qui précède, quel est l’avenir des forfaits agricoles et arboricoles ?
b) Denkt u eraan ze af te schaffen ?
b) Envisagez-vous leur suppression ?
DO 2001200201225
DO 2001200201225
Vraag nr. 1028 van de heer Jo Vandeurzen van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 1028 de M. Jo Vandeurzen du 4 juin 2002 (N.) :
BTW. — Lokale sportverenigingen. — VZW. — Uitbating kantine.
TVA. — Associations sportives locales. — ASBL. — Exploitation d’une buvette.
De meeste lokale sportverenigingen hebben de rechtsvorm aangenomen van een VZW. Uiteraard wordt in het statutaire doel van de VZW’s bepaald dat de vereniging met het oog op het realiseren van haar doelstellingen (bevorderen van de sportbeoefening, ontmoetings- en ontspanningsactiviteiten aanbieden aan de leden en dergelijke) ook alle mogelijke handelingen mag stellen die dienstig zijn om dit doel te realiseren. Zeer veel sportverenigingen baten in die context dan ook een kantine uit. Het werk wordt gedaan door vele vrijwilligers.
La plupart des associations sportives locales ont pris la forme d’une ASBL. Il est bien entendu prévu dans les statuts des ASBL qu’afin d’atteindre ses objectifs (promouvoir la pratique du sport, offrir aux membres des activités de rencontre et de détente), une association peut poser tous les actes utiles à cet effet. De très nombreuses associations sportives exploitent ainsi une buvette. Le travail est réalisé par de nombreux bénévoles.
1. Conform artikel 44, § 2, 3o, van het BTWWetboek zijn de diensten die dergelijke VZW’s verrichten met betrekking op het beoefenen van sport niet onderworpen aan de BTW-regeling.
1. Conformément à l’article 44, § 2, 3o, du Code de la TVA, les ASBL actives dans la pratique du sport ne sont pas soumises à la TVA.
a) Geldt dat ook voor de uitbating van de kantine ?
a) Cela vaut-il également pour l’exploitation de la buvette ?
b) Zo ja, onder welke voorwaarden en criteria ?
b) Si oui, selon quelles conditions et quels critères ?
2. a) Indien voor een dergelijke vereniging de uitbating van de kantine wel aan de BTW-heffing is onderworpen, welke BTW geheven op de inkomende handelingen mag dan in aftrek worden gebracht ?
2. a) Si, pour une telle association, l’exploitation de la buvette est bel et bien soumise à la TVA, quel pourcentage de TVA prélevé sur les recettes peut être portée en déduction ?
b) Welke criteria worden hierbij gebruikt ?
b) Quels critères utilise-t-on à cet effet ?
c) Mag de BTW, betaald op het in stand houden van de infrastructuur, afgetrokken worden ?
c) La TVA payée dans le cadre du maintien de l’infrastructure est-elle déductible ?
Ik denk hier bijvoorbeeld aan de aankoop van sportmateriaal, werken aan de sportinfrastructuur, enzovoort.
Je pense par exemple à l’achat de matériel sportif, aux travaux réalisés aux infrastructures sportives, etc.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16064
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 1029 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 1029 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes
Telecommunicatie
Télécommunications
DO 2001200201212
DO 2001200201212
Vraag nr. 300 van de heer Bart Laeremans van 30 mei 2002 (N.) :
Question no 300 de M. Bart Laeremans du 30 mai 2002 (N.) :
De Post. — Brussel. — Kennis van de andere landstaal. — Reglementering.
La Poste. — Bruxelles. — Connaissance de l’autre langue nationale. — Réglementation.
Ik verneem dat in Brussel-19 steeds meer postbodes tewerkgesteld worden die het Nederlands niet machtig zijn en die geen behoorlijke conversatie kunnen aangaan met Nederlandstalige inwoners in hun uitreikingsgebied.
Il me revient qu’à Bruxelles-19, l’on emploie de plus en plus de facteurs qui ne maıˆtrisent pas le néerlandais et qui ne sont pas à même de tenir une conversation convenable avec les habitants néerlandophones de leur zone de distribution.
De jongste tijd is deze evolutie vooral zeer opvallend in Sint-Agatha-Berchem, waar jonge allochtone postbodes niet in staat blijken Nederlands te spreken.
Ces derniers temps, cette évolution est frappante à Berchem-Sainte-Agathe, ou` de jeunes facteurs allochtones s’avèrent inaptes à parler le néerlandais.
Graag had ik vernomen wat de geldende regels zijn met betrekking tot de aanwerving van postbodes op het vlak van taalkennis.
J’aurais voulu apprendre quelle est la réglementation en vigueur pour le recrutement des facteurs en ce qui concerne la connaissance linguistique .
1. Op basis van welke reglementering kunnen in Brussel ééntalig Franstalige postbeambten in dienst worden genomen ?
1. Sur la base de quelle réglementation des facteurs unilingues francophones peuvent-ils être engagés à Bruxelles ?
2. Kunnen dergelijke mensen ook een vaste benoeming krijgen bij De Post of kan het enkel om contractuelen gaan ?
2. Ces facteurs unilingues sont-ils susceptibles d’être nommés à La Poste ou l’unilinguisme est-il uniquement toléré pour le personnel contractuel ?
3. a) Worden er taalcursussen ingericht ?
3. a) La Poste organise-t-elle des cours de langue ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16065
b) Zo ja, hoeveel mensen nemen er jaarlijks aan deel ?
b) Si oui, combien de participants y a-t-il par année ?
4. In welke mate is dit verplicht voor een tijdelijke of vaste aanwerving ?
4. La participation à ces cours est-elle obligatoire en vue d’un recrutement temporaire ou définitif ?
5. Is het mogelijk een overzicht te geven van het aantal Nederlandstalige en het aantal Franstalige postbeambten in Brussel-19 ?
5. Le ministre peut-il fournir un aperçu du nombre d’agents de La Poste néerlandophones et francophones à Bruxelles-19 ?
6. Kan eenzelfde overzicht gegeven worden van de postbeambten die instaan voor de uitreiking van de post ?
6. Peut-il me donner un aperçu du même ordre pour les agents chargés de la distribution du courrier ?
7. Kan men bij de Nederlandstaligen of bij de Franstaligen telkens meedelen hoeveel er een bewijs hebben geleverd van kennis van de andere landstaal ?
7. Combien d’agents francophones et néerlandophones ont rapporté la preuve de connaissance de l’autre langue nationale ?
DO 2001200201222
DO 2001200201222
Vraag nr. 302 van de heer Jan Mortelmans van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 302 de M. Jan Mortelmans du 4 juin 2002 (N.) :
De Post. — Verdwijning aangetekende zendingen. — Automatisch opvolgingssysteem.
La Poste. — La disparition d’envois recommandés. — Le système de suivi automatique.
Uit het jaarverslag van de ombudsdienst bij De Post blijkt dat er opnieuw een stijging is van het aantal klachten met betrekking tot de verdwijning van aangetekende zendingen en dit met 25 %, terwijl de gemiddelde toename van het aantal klachten « maar » 12 % bedraagt ten opzichte van 2000. Om dit probleem op te vangen is De Post in 2001 gestart met een project op de aangetekende zendingen te automatiseren. Er zal gebruik gemaakt worden van streepjescodes die het mogelijk moeten maken om elke aangetekende zending gedurende het totale traject op te volgen. Dit project zou vanaf september 20002 volledig operationeel moeten zijn. In het jaarverslag van de ombudsman staat hierover te lezen dat dit opvolgingssysteem nu nog niet volledig operationeel is, maar ook dat de kans dat een zending wordt teruggevonden nu quasi nihil geworden, is omdat men, samen met de lancering van het nieuwe systeem, de manuele opvolgings- en veiligheidsprocedures heeft afgeschaft.
Le rapport annuel du service de médiation de La Poste indique une nouvelle augmentation de 25 % du nombre de plaintes relatives à la disparition d’envois recommandés. En moyenne, l’augmentation du nombre de plaintes par rapport à 2000 n’est «que» 12 %. La Poste s’est attaquée au problème et a lancé en 2001 un projet d’automatisation des envois recommandés : des codes-barres permettront ainsi de suivre les envois recommandés tout au long de leur trajet. Ce projet devrait être entièrement opérationnel dès septembre 2002. Toutefois, le rapport annuel du médiateur signale non seulement que ce système de suivi n’est pas encore totalement opérationnel mais encore que les chances de retrouver un envoi recommandé égaré sont pratiquement nulles parce que les procédures de suivi et de sécurité manuelles ont été supprimées lors du lancement du nouveau système.
1. Kan u een stand van zaken geven over dit project ?
1. Pouvez-vous nous préciser l’état d’avancement de ce projet ?
2. Indien dit opvolgingssysteem zoals blijkt uit het jaarverslag niet voldoende garanties biedt om de zendingen op te volgen, zou het dan niet beter zijn de manuele opvolgings- en veiligheidsprocedures terug op te starten in afwachting van de voltooiing van het automatische opvolgingssysteem ?
2. Si comme l’indique le rapport annuel, ce système de suivi n’offre pas suffisamment de garanties pour le suivi des envois, ne serait-il pas préférable de réinstaurer les procédures de suivi et de sécurité manuelles en attendant la mise au point du système de suivi automatique ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16066
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 303 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 303 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Overheidsbedrijven en Participaties
Entreprises et Participations publiques
DO 2001200201179
DO 2001200201179
Vraag nr. 167 van mevrouw Frieda Brepoels van 27 mei 2002 (N.) :
Question no 167 de Mme Frieda Brepoels du 27 mai 2002 (N.) :
Gebruik van overheidsgebouwen.
Utilisation des baˆtiments publics.
1. Bestaat er een model-overeenkomst met de besturen, die gebouwen gebruiken eigendom van of gehuurd door de Regie der Gebouwen, met bepaling van de respectievelijke plichten (als « eigenaar » en « huurder ») ?
1. Un contrat type stipulant les devoirs respectifs (du « propriétaire » et du « preneur ») existe-t-il pour les administrations utilisant des baˆtiments qui appartiennent à la Régie des Baˆtiments ou loués par cette dernière ?
2. Zo ja, kan u dan aangeven hoe de kosten van onderhoudscontracten voor telefooncentrales, verwarmingsinstallaties, liften en dergelijke verdeeld worden tussen de regie en de bezettende overheid (« huurder ») ?
2. Dans l’affirmative, comment les frais des contrats d’entretien des centraux téléphoniques, des installations de chauffage, des ascenseurs, etc. sont-ils répartis entre la régie et l’administration occupant le baˆtiment (le « preneur ») ?
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 168 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 168 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16067
Middenstand
Classes moyennes
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 96 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 96 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes
Economie
E´conomie
DO 2001200201183
DO 2001200201183
Vraag nr. 290 van de heer Willy Cortois van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 290 de M. Willy Cortois du 28 mai 2002 (N.) :
Gevolgen invoering van de euro op prijzen en koopkracht verbruikers.
Conséquences de l’introduction de l’euro sur les prix et sur le pouvoir d’achat des consommateurs.
Teneinde zich te kunnen vergewissen van de impact van de invoering van de « euro » heeft het departement van Economische Zaken in de maanden voor deze geldomwisselingsoperatie, de controleurs van de Economische Inspectie uitgestuurd om de gevolgen voor de verbruikers na te gaan.
Afin de pouvoir se faire une idée de l’incidence de l’introduction de l’euro, le département des Affaires économiques a chargé, quelques mois avant le passage à l’euro, des controˆleurs de l’Inspection économique d’en évaluer les effets pour les consommateurs.
Intussen zijn al vier maanden verlopen en zou het ook reeds mogelijk moeten zijn vast te stellen welke de gevolgen zijn geweest van de invoering van de « euro » op de prijzen en bijgevolg de koopkracht van de verbruikers.
Dans l’intervalle, quatre mois se sont écoulés et il devrait dès lors être possible d’évaluer l’incidence de l’introduction de l’euro sur les prix et, partant, sur le pouvoir d’achat des consommateurs.
Belgische toeristen die sedert het begin van 2002 op bezoek zijn geweest in andere lidstaten van de eurozone hebben reeds kunnen bemerken dat in talrijke gevallen de plaatselijke prijzen een opwaartse trend vertonen. Vooral in Zuid-Europa — vroeger nog gerekend bij de goedkopere landen — stijgen de prijzen
Les touristes belges qui se sont rendus depuis le début de 2002 dans d’autres E´tats membres de la zone euro ont déjà pu constater que, dans de nombreux cas, les prix traduisent une tendance à la hausse au niveau local. Les prix augmentent principalement dans le secteur horeca des pays du sud de l’Europe, qui figu-
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16068
voor de verbruikers, meestal in de horeca, naar het niveau van deze van West-Europa.
raient par le passé parmi les pays ou` le couˆt de la vie était moins élevé, rejoignant ainsi le niveau des prix pratiqués en Europe occidentale.
1. a) Wat zijn de vaststellingen die door de controleurs van de Economische Inspectie zijn gemaakt bij hun inspecties ?
1. a) Quels constats les controˆleurs de l’Inspection économique ont-ils faits lors de leurs inspections ?
b) Zijn de prijzen stabiel of relatief stabiel gebleven voor de consumenten ?
b) Les prix sont-ils restés stables, ou relativement stables, pour les consommateurs ?
2. Welke zijn de producten die de grootste stijgende tendens vertonen ?
2. Pour quels produits enregistre-t-on la tendance à la hausse la plus sensible ?
3. a) Werden er de jongste maanden van 2002 processen-verbaal opgesteld bij de controles van de naleving van de economische reglementeringen, waarvan de invoering van de « euro » aan de basis zou kunnen liggen ?
3. a) Au cours des premiers mois de l’année 2002, des procès-verbaux ont-ils été dressés lors des controˆles du respect des réglementations économiques dont la mise en circulation de l’euro pourrait être à l’origine ?
b) Wat wijzen de statistieken aan als voornaamste tendens ?
b) Quelle tendance principale les statistiques soulignent-elles ?
DO 2001200201184
DO 2001200201184
Vraag nr. 291 van de heer Willy Cortois van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 291 de M. Willy Cortois du 28 mai 2002 (N.) :
Belgie¨. — Termijn nodig voor de oprichting van nieuwe bedrijven.
Belgique. — Le délai nécessaire pour la création de nouvelles entreprises.
Het « World Economic Forum », het internationaal organisme met zetel in Genève, gespecialiseerd in het stellen van een diagnose van de elementen die een handicap vormen voor de competitiviteit van de voornaamste handelsnaties, noteerde daarbij dat Belgie¨ een weinig benijdenswaardige plaats bekleedt wat betreft de termijn nodig voor de oprichting van een nieuw bedrijf. De administratieve rompslomp waarmee initiatiefnemers geconfronteerd worden, is van die aard dat het negentig dagen duurt voor het vervullen van alle formaliteiten en het effectief opstarten van een bedrijf.
Selon le «World Economic Forum», l’organisme international siégeant à Genève spécialisé dans la définition des éléments nuisant à la compétitivité des principales nations commerciales, la Belgique occupe une place peu enviable au niveau du délai nécessaire pour la création de nouvelles entreprises. Le labyrinthe administratif que doivent traverser les candidats à la création d’entreprise est tellement complexe que l’accomplissement de toutes les formalités et le lancement effectif de l’entreprise nécessitent un délai de nonante jours.
Enkel Italie¨ overtreft ons land wat de duur betreft van de administratieve formaliteiten met 106 dagen. Elders gaat het overal veel vlugger, zelfs Spanje doet beter met 60 dagen en in Nederland duurt het slechts 10 dagen.
Seule l’Italie surpasse notre pays, avec des formalités administratives prenant 106 jours. Dans les autres pays, le processus est considérablement plus rapide. Même l’Espagne obtient un meilleur score, avec 60 jours ; aux Pays-Bas, le délai est de 10 jours seulement.
Sedert de publicatie van deze resultaten zijn zeven maanden verlopen. Op vele gebieden beschikt onze economie over belangrijke troeven, onder meer inzake innovatie, de relatie tussen de universiteiten en de privé-sector, de toegang tot het risicokapitaal, de scholingsgraad van de afgestudeerden.
Sept mois se sont écoulés depuis la publication de ces résultats. Notre économie dispose d’atouts importants à de nombreux points de vue, notamment en matière d’innovation et en ce qui concerne la relation entre les universités et le secteur privé, l’accès au capital à risque et le niveau d’instruction des diploˆmés.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16069
Welke specifieke maatregelen werden sedertdien getroffen om de administratieve formaliteiten vlotter en sneller te laten verlopen ?
Quelles mesures spécifiques ont été prises depuis lors en vue d’accélérer et de faciliter les formalités administratives ?
DO 2001200201202
DO 2001200201202
Vraag nr. 292 van de heer Martial Lahaye van 29 mei 2002 (N.) :
Question no 292 de M. Martial Lahaye du 29 mai 2002 (N.) :
Banksector. — Verzelfstandiging van de kantoren.
Secteur bancaire. — Augmentation du nombre de bureaux indépendants.
Een belangrijke trend in de banksector is de verzelfstandiging van de bankkantoren. Door het onderbrengen van bankactiviteiten in zelfstandige constructies zoekt men naar kostenbesparingen om zich slagvaardiger op te kunnen stellen.
Une tendance majeure dans le secteur bancaire consiste à rendre de plus en plus de bureaux de banque indépendants. En adaptant les activités bancaires au mode de fonctionnement indépendant, les banques visent une réduction des couˆts et, partant, un accroissement de la compétitivité.
1. a) Hoe sterk heeft deze trend zich reeds doorgezet ?
1. a) Dans quelle mesure cette tendance s’est-elle d’ores et déjà renforcée ?
b) Heeft u gegevens die deze trend in kaart kunnen brengen ?
b) Disposez-vous de données permettant d’illustrer cette tendance ?
2. a) Wat is de evolutie tijdens de voorbije vijf jaar ?
2. a) Quelle a été l’évolution au cours des dernières années ?
b) Kan u een inschatting geven van de toekomstige evolutie ?
b) Pouvez-vous fournir une estimation de la situation à venir ?
3. Wat is de impact op de globale tewerkstelling in de financie¨le sector en wat zijn de gevolgen voor de verlening en de arbeidsvoorwaarden ?
3. Quelle est l’incidence sur l’emploi global dans le secteur financier et quelles sont les conséquences en terme de service et de condition de travail ?
4. a) Overweegt u maatregelen dienaangaande ?
4. a) Envisagez-vous des mesures en la matière ?
b) Zo ja, welke ?
b) Dans l’affirmative, lesquelles ?
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 293 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 293 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2057
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16070
DO 2001200201227
DO 2001200201227
Vraag nr. 294 van de heer Jean-Jacques Viseur van 4 juni 2002 (Fr.) :
Question no 294 de M. Jean-Jacques Viseur du 4 juin 2002 (Fr.) :
Partie¨le splitsingen. — Boekhoudkundig aspect.
Scissions partielles. — Aspect comptable.
De wet van 13 april 1995 heeft de partie¨le splitsing in het Wetboek van vennootschappen ingevoerd (artikel 677).
La loi du 13 avril 1995 a introduit la scission partielle dans le Code des sociétés (article 677).
Met de wet van 16 juli 2001 houdende wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, heeft de regering de instelling van een fiscaal neutraal stelsel in het kader van de vennootschapsbelasting voor ogen. De regering heeft zich ertoe verbonden « de nodige initiatieven te nemen opdat de afsplitsing ook op boekhoudkundig vlak neutraal (dit wil zeggen volgens het continuı¨teitsbeginsel) zou kunnen worden verwerkt » (Parl. St., Kamer, 2000-2001, nr. 1052/3, blz. 7).
Avec la loi du 16 juillet 2001 portant modification de la loi du 29 avril 1999 relative à l’organisation du marché de l’électricité, de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations et du Code des impoˆts sur les revenus 1992, le gouvernement a pour objectif d’instaurer dans le contexte de l’impoˆt des sociétés un régime fiscal de neutralité. Le gouvernement s’est engagé à « prendre les initiatives requises pour que la scission partielle soit également neutre sur le plan comptable (conformément au principe de continuité) » (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, no 1052/3, p. 7).
Tot op heden werd geen enkele maatregel getroffen die zorgt voor een boekhoudkundig neutraal stelsel in geval van partie¨le splitsingen.
` ce jour aucune disposition, assurant un régime de A neutralité en matière comptable pour les scissions partielles n’a été prise.
Hoe denkt de regering die doelstelling in wettekst of regelgeving om te zetten ?
Quelles sont les intentions du gouvernement quant à la traduction légale ou réglementaire de cet objectif ?
Wetenschappelijk Onderzoek
Recherche scientifique
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 113 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 113 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16071
Grootstedenbeleid
Politique des grandes villes
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 29 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 29 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16073
III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.
Eerste minister
Premier ministre
DO 2001200201215
DO 2001200201215
Vraag nr. 174 van mevrouw Zoé Genot van 3 juni 2002 (Fr.) :
Question no 174 de Mme Zoé Genot du 3 juin 2002 (Fr.) :
Aard van de gegevens op de federale website.
Caractères des données publiées sur le site internet fédéral.
De portaalsite van de federale regering geeft toegang tot de sites van diverse federale instellingen, en de burger kan er terecht voor informatie van algemeen belang.
Le site internet d’information du gouvernement fédéral donne accès à diverses institutions fédérales et communique aux citoyens qui le consultent des données d’intérêt général.
Zo kan je op de officie¨le website http :// belgium.fgov.be geografische informatie opzoeken over Belgie¨, met onder meer algemene en specifieke kaarten. In de lijst van algemene kaarten staat onder andere een link naar de kaart van Belgie¨ door Encarta Encyclopedie.
Ainsi en choisissant le site officiel « http :// belgium.fgov.be », les personnes intéressées ont la possibilité de chercher des données géographiques sur la Belgique dont des cartes générales et spécifiques. Or, dans les choix offerts pour les cartes générales figure un accès à la carte de Belgique de la firme « Encarta Encyclopedia ».
1. Is het volgens u normaal dat een privéuitgeversbedrijf op die manier wordt voorgesteld als een officie¨le en dus betrouwbare informatiebron ?
1. Jugez-vous normal qu’un éditeur privé soit ainsi présenté comme une source de données officielles et donc fiables ?
Bovendien hebben enkel internetgebruikers die over een specifieke browser beschikken, toegang tot de Encarta-site. De mensen worden er dus via een federale en officie¨le site toe aangemoedigd gebruik te maken van de geenszins kosteloze diensten van een privé-bedrijf : dat is niet in de haak.
De plus, l’accès au site d’Encarta n’est possible qu’aux utilisateurs disposant d’un navigateur spécifique. Il y a donc un encouragement abusif à utiliser des services privés et payants via ce site au départ officiel et fédéral.
2. a) Waarom werd voor die bepaalde informatiebronnen gekozen, en denkt u de teneur van de website in kwestie te wijzigen om de site in commercieel opzicht neutraal en geheel officieel te maken wat de publicatie van de informatie op de site betreft ?
2. a) Pourriez-vous me donner les raisons de ces choix d’information et envisagez-vous introduire des modifications à la teneur du site précité de manière à le rendre neutre commercialement et totalement officiel quant à la publication des données qui s’y trouvent publiées ?
b) Zo ja, binnen welke termijn mogen wij een herziene en verbeterde versie van de federale portaalsite verwachten ?
b) Dans l’affirmative, dans quels délais peut-on espérer voir ces corrections sur le site fédéral d’information ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16074
Antwoord :
Réponse :
1. De toegang tot de kaart van Belgie¨ van de firma Encarta was mogelijk sinds juni 2001. Alhoewel we de kwaliteit van de producten van genoemde firma niet ter discussie stellen, is de toegang tot de kaart niet in overeenstemming met de doelstelling van de officie¨le site « http:/belgium.fgov.be ».
1. L’accès à la carte de Belgique de la firme Encarta était possible depuis juin 2001. Tout en ne remettant pas en cause la qualité des produits de la firme citée, ceci ne correspond pas à la finalité du site officiel « http:/belgium.fgov.be ».
2. Ik heb de nodige instructies gegeven, teneinde deze link te verwijderen. Dit gebeurde op 3 juli 2002. In het kader van de herwerking van de federale site, zullen de bezoekers van de site nieuwe kaarten worden aangeboden, meer bepaald door de integratie van het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) in de federale site.
2. J’ai donné des instructions afin de supprimer ce lien, ce qui a été fait le 3 juillet 2002. Dans le cadre de la refonte du site fédéral, de nouvelles cartes seront proposées aux visiteurs du site, suite notamment à l’intégration de l’Institut géographique national (IGN) dans le site fédéral.
DO 2001200201218
DO 2001200201218
Vraag nr. 175 van de heer Yves Leterme van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 175 de M. Yves Leterme du 4 juin 2002 (N.) :
Tussenkomsten en schijndienstbetoon bij de gunning van overheidsopdrachten.
Interventions et clientélisme lors de l’adjudication de marchés publics.
U verwijst — om voor mij onduidelijke redenen — in uw antwoord op mijn in algemene termen gestelde vraag nr. 145 van 29 januari 2002 naar het dossier van de gunning van opdrachten inzake externe communicatie waarin de heer Noe¨l Slangen betrokken is en dat thans het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk onderzoek (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 113, blz. 13161).
Dans votre réponse à la question no 145 du 29 janvier 2002 que j’avais formulé en termes généraux, vous faites référence — pour des raisons qui ne m’apparaissent pas clairement — au dossier d’adjudication de marchés publics en matière de communication externe dans lequel M. Noe¨l Slangen serait impliqué et qui fait actuellement l’objet d’une enquête judiciaire.(Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, no 113, p. 13161).
Om die reden herhaal ik mijn schriftelijke vraag en poog ze nog preciezer te formuleren.
Je réitère dès lors ma question écrite en n’efforçant de la formuler de manière plus précise.
Het lijkt mij van groot belang dat de eerste minister maatregelen neemt om te vermijden dat kandidaten of mogelijke kandidaten bij een offerte-aanvraag (of een andere procedure van gunning van opdrachten namens de federale overheid) door hemzelf of door zijn medewerkers (bijvoorbeeld de medewerkers van zijn secretariaat of wat vroeger zijn kabinet was) lopende de procedure worden ontvangen of middels hun tussenkomst in contact worden gebracht met ambtenaren die in het kader van de bedoelde gunningsprocedure een beslissende rol vervullen teneinde hun kandidatuur voor de levering van de goederen en diensten die het voorwerp uitmaken van de gunningsprocedure bijkomend kracht bij te zetten.
Il me paraıˆt primordial que le premier ministre prenne les mesures nécessaires pour éviter que des participants effectifs ou potentiels à un appel d’offre (ou à une autre procédure d’adjudication de marchés au nom du pouvoir fédéral) soient reçus par lui-même ou par ses collaborateurs (par exemple les collaborateurs de son secrétariat ou de son ancien cabinet) au cours de la procédure ou ne soient mis en contact, par leur intermédiaire, avec des fonctionnaires qui occupent une fonction déterminante dans la procédure d’adjudication, et voient dès lors appuyer leur candidature en vue de la livraison de biens ou de services sur laquelle porte la procédure d’adjudication.
1. Bent u het eens met mijn zienswijze ?
1. Partagez-vous mon point de vue ?
2. Welke maatregelen heeft de eerste minister genomen om de contacten die hijzelf onderhoudt of die namens hem worden onderhouden met personen die
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2. Quelles mesures avez-vous prises pour conformer au principe ci-dessus les contacts entretenus par vous-même ou votre nom avec des personnes impli-
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16075
betrokken zijn bij een lopende procedure voor de gunning van overheidsopdrachten overeenkomstig bovenvermelde gedragslijn te laten verlopen ?
quées dans une procédure d’adjudication de marchés publics en cours ?
3. Voert u briefwisseling met politieke gezagsdragers (bijvoorbeeld partijvoorzitter) over uw contacten en/of die van uw medewerkers met bedrijven die kandidaat zijn bij een lopende procedure voor de gunning van overheidsopdrachten over die procedure of over de betrokken overheidsopdracht ?
3. Entretenez-vous une correspondance avec des responsables politiques (par exemple des présidents de parti) à propos des contacts que vous-même et/ou vos collaborateurs entretenez, avec des entreprises qui participent à une procédure d’adjudication de marchés publics en cours, au sujet de cette procédure ou du marché public concerné ?
Antwoord : Het vorige antwoord had inderdaad ten onrechte betrekking op de externe communicatie. Het was immers moeilijk voorstelbaar dat de vraag over een ander onderwerp kon gaan, omdat de vragenreeksen van het geachte lid op dat ogenblik allemaal op dit dossier toegespitst waren.
Réponse : La raison pour laquelle la réponse précédente portait à tort sur la communication externe réside dans le fait que l’honorable membre focalisait à ce moment ses séries de questions sur ce dossier, à tel point qu’on ne pouvait imaginer sortir de ce thème.
1. De geherformuleerde vraag is niet veel duidelijker en kan dus slechts in algemene bewoordingen worden beantwoord, aangezien de analyse voor elk geval afzonderlijk moet gebeuren. Ik deel geenszins de dualistische zienswijze die uit het standpunt van het geachte lid blijkt. De natuurlijke of rechtspersonen die interesse hebben voor overheidsopdrachten in het algemeen of voor een bepaalde overheidsopdracht, kunnen contact opnemen met ambtenaren of personen die belast zijn met een opdracht van openbare dienst. Zij kunnen dit doen om uiteenlopende redenen : om advies te bekomen over de gepaste wijze om een dossier in te dienen voor een kandidatuur of offerte, om het adres en de verdere gegevens van de diensten en bevoegde personen te ontvangen, enz. Deze handelwijze is niet vatbaar voor kritiek.
1. La question reformulée n’est pas beaucoup plus précise et l’on ne peut donc y répondre qu’en termes généraux, l’analyse devant eˆtre effectuée cas par cas. Je ne partage de toute façon pas la vision manichéenne se dégageant de la position de l’honorable membre. Une personne physique ou morale qui s’intéresse aux marchés publics en général ou à un marché en particulier peut prendre contact avec des fonctionnaires ou des personnes chargées d’une mission de service public. Ses mobiles peuvent eˆtre divers, que ce soit pour obtenir des conseils sur la façon appropriée d’introduire un dossier de candidature ou d’offre, les coordonnées des services et personnes compétentes, etc. Cette façon d’agir n’est pas sujette à critiques.
Wat daarentegen wel laakbaar zou zijn, zijn pogingen om, via bepaalde praktijken, de gelijkheid tussen de kandidaten of inschrijvers voor een overheidsopdracht te ondermijnen en, zodoende, het normale verloop van de mededinging te vertekenen.
Ce qui serait par contre critiquable, ce serait de tenter par des manœuvres de rompre l’égalité entre les candidats ou soumissionnaires à un marché public et, dès lors, le jeu normal de la concurrence.
Vanuit het oogpunt van de ambtenaren als « overheidsafnemers », kan worden vastgesteld dat zij hoe dan ook verplicht zijn om, via hun functie, met de bedrijfswereld in contact te komen, meer bepaald in het kader van de uitvoering van overheidsopdrachten, van onderhandelingen bij onderhandelingsprocedure, van marktonderzoek om de evolutie van producten en technologiee¨n te volgen, enz. Deze contacten leiden dus niet tot het door het geachte lid veronderstelde automatisch effect.
Si l’on se place cette fois du coˆté des fonctionnaires « acheteurs publics », ceux-ci sont de toute façon amenés, par leurs fonctions, à entrer en contact avec les entreprises, notamment lors de l’exécution des marchés, lors de négociations dans le cadre de procédures négociées, lors de prospections permettant de suivre l’évolution des produits et technologies, etc. Ces contacts n’impliquent donc pas l’effet automatique supposé par l’honorable membre.
Voor de gunning van overheidsopdrachten is vereist dat de opdrachtgevers een grote vakbekwaamheid aan de dag leggen en zeer nauwkeurig te werk gaan bij de behandeling van de dossiers die zij voorbereiden. Ten slotte dient de bevoegde overheid in de zin van artikel 6 van de wet van 24 december 1993, de beslissing te nemen om de opdracht toe te wijzen. Zij moet hierbij haar beslissing uitdrukkelijk motiveren in rechte en in
La passation des marchés publics requiert de la part des acheteurs publics beaucoup de professionnalisme et une grande rigueur dans le traitement des dossiers qu’ils préparent. En fin de compte, c’est à l’autorité compétente au sens de l’article 6 de la loi du 24 décembre 1993 qu’il revient de prendre la décision d’attribution en motivant formellement celle-ci en droit et en fait et ce, sur la base d’offres qui, en adjudi-
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16076
feite, op basis van offertes die, bij aanbesteding en bij offerteaanvraag, geenszins konden worden gewijzigd in de loop van de procedure.
cation et en appel d’offres, n’ont pu eˆtre en quoi que ce soit modifiées en cours de procédure.
2. De tweede vraag is zonder voorwerp.
2. La deuxième question est sans objet.
3. Het antwoord is negatief.
3. La réponse est négative.
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 176 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 176 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’Etat ?
Antwoord : Geen.
Réponse : Aucun.
Hierbij dient overigens te worden opgemerkt dat de bepalingen van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden, met name de artikelen 20, 2o, en 21, § 1, eerste lid, 2o, en § 3, opgeheven zijn bij de wet van 22 maart 1999 houdende diverse maatregelen inzake ambtenarenzaken (Belgisch Staatsblad van 30 april 1999).
Dans le cadre, l’on peut d’ailleurs remarquer que les dispositions de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés, notamment les articles 20, 2o, et 21, § 1er, 2o, et § 3, ont été abrogés par la loi du 22 mars 1999 portant diverses mesures en matière de fonction publique (Moniteur belge du 30 avril 1999).
Het koninklijk beluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de Rijksbesturen heeft om die reden dus geen wettelijke grondslag meer. Een nieuw koninklijk besluit dat dit besluit moet vervangen, is in voorbereiding.
L’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi des handicapés dans les administrations de l’E´tat n’a donc plus de fondement juridique. Un nouvel arrêté royal remplaçant ce dernier arrêté est en préparation.
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi
DO 2001200201144
DO 2001200201144
Vraag nr. 358 van de heer Jef Valkeniers van 21 mei 2002 (N.) :
Question no 358 de M. Jef Valkeniers du 21 mai 2002 (N.) :
Activiteitsgraad van 70 %. — Activeringsmaatregelen voor werklozen.
Taux d’activité de 70 %. — Mesures d’activation pour les personnes sans emploi.
Tijdens een gedachtewisseling over het « Nationaal Actieplan 2002 » in het Parlement plaatste de minister
Au cours d’un échange de vues à propos du « Plan d’action national 2002 » au Parlement, la ministre s’est
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16077
enkele nuanceringen bij het objectief van de Top van Lissabon om in 2010 een activiteitsgraad van 70 % te bereiken. Het luidde dat het een objectief was dat op Europees niveau moest worden nagestreefd en dat 70 % voor Belgie¨ als individuele lidstaat geen « wet van Meden en Perzen » (bindende regel) is, maar dat men in die richting moet evolueren.
montrée nuancée quant à l’objectif du Sommet de Lisbonne visant à atteindre un taux d’activité de 70 %. Il s’agirait d’un objectif vers lequel il convient de tendre à l’échelle européenne. Il ne peut s’agir pour la Belgique, en tant qu’E´tat membre individuel, d’une loi des Mèdes et des Perses (règle contraignante). Il s’agit d’une direction vers laquelle il faut évoluer.
Hier en daar gaan er stemmen op bij het voluntaristisch beleid van de minister dat mensen vooral wil stimuleren om toe te treden tot de arbeidsmarkt of om langer op de arbeidsmarkt te blijven. Niettemin moet worden vastgesteld dat enkele activeringsmaatregelen, zoals de mobiliteitspremie en kinderopvangtoeslagen voor werklozen die het werk hervatten, een bedroevend lage respons hebben gekregen.
Des voix se font entendre ci et là à propos de la politique volontariste de la ministre qui désire principalement stimuler les personnes à entrer sur le marché de l’emploi ou à y rester plus longtemps. Il convient cependant de constater que certaines mesures d’activation, telles que la prime de mobilité et les allocations de garde d’enfants pour les choˆmeurs qui reprennent le travail, n’ont guère trouvé d’écho.
1. Welk is de precieze interpretatie van de minister met betrekking tot de doelstelling van de Top van Lissabon om tegen 2010 een activiteitsgraad van 70 % te bereiken in Belgie¨ ?
1. Quelle est l’interprétation précise de la ministre des objectifs fixés au Sommet de Lisbonne visant à atteindre un taux d’activité de 70 % en Belgique ?
2. Hoe verklaart u het minieme succes van bepaalde activeringsmaatregelen voor werklozen, meer bepaald de mobiliteits- en kinderopvangtoeslagen ?
2. Comment expliquez-vous le peu de succès rencontré par certaines mesures d’activation des choˆmeurs comme les indemnités de mobilité et de garde d’enfants ?
3. Welke bijsturingen van die maatregelen plant u ?
3. Quelles modifications entendez-vous apporter à ces mesures ?
4. a) Overweegt u ook meer dwingende activeringsmaatregelen nu het succes van enkele stimulerende maatregelen ondermaats is gebleven ?
4. a) Envisagez-vous également de prendre des mesures d’activation contraignantes compte tenu du peu de succès rencontré par certaines mesures d’activation ?
b) Zo ja, welke ?
b) Dans l’affirmative, lesquelles ?
Antwoord : 1. Gelet op onze huidige werkgelegenheidsgraad van iets boven de 60 %, is de stap naar een werkgelegenheidsgraad van 70 % in 2010 inderdaad nog ver af. Het zal dus zeker niet evident zijn voor Belgie¨ om deze doelstelling te halen. Dit wil echter niet zeggen dat we die 70 % niet als streefdoel hanteren. Er mag echter niet uit het oog verloren worden dat die 70 % een richtcijfer is voor de Europese Unie in haar geheel. Dit betekent dat een aantal lidstaten dit objectief makkelijker en vlugger zullen halen dan andere landen. De verhoging van de werkgelegenheidsgraad blijft een centrale prioriteit van het werkgelegenheidsbeleid in Belgie¨. De jongste jaren werden tal van maatregelen genomen in dat kader. Vooreerst is er natuurlijk de verlaging van de sociale lasten op arbeid. En dit zowel wat de werkgeversbijdragen, als wat de werknemersbijdragen betreft. De totale verlaging van de werkgeversbijdragen is onder deze regering ongeveer verdubbeld, en bedraagt voor 2002 meer dan 3,6 miljard euro. Via de verlaging van de persoonlijke bijdragen voor de sociale zekerheid wordt werken in netto-
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
Réponse : E´tant donné que notre taux d’emploi actuel dépasse légèrement les 60 %, il reste en effet encore un grand pas à franchir avant d’atteindre un taux d’emploi de 70 % en 2010. Atteindre cet objectif ne sera pas aisé pour la Belgique. Cependant, cela ne signifie pas que les 70 % ne sont pas considérés comme un but à atteindre. Néanmoins, on ne peut pas perdre de vue que ces 70 % constituent un chiffre à atteindre pour l’Union dans son ensemble. Cela signifie que certains E´tats membres vont atteindre plus facilement et plus vite cet objectif que d’autres. L’augmentation du taux d’emploi reste une priorité centrale de la politique d’emploi en Belgique. Dans ce cadre nombre de mesures ont été prises dans le courant de ces dernières années. D’abord il y a évidemment la réduction des charges sociales sur l’emploi. Ceci vaut tant pour les cotisations patronales que pour les cotisations personelles. La réduction totale des cotisations patronales a quasi doublé pendant cette législature et s’élève pour 2002 à plus de 3,6 milliards d’euros. Graˆce à la réduction des cotisations personnelles de sécurité sociale,
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2058
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16078
inkomen lonender. Hetzelfde geldt trouwens voor de doorgevoerde belastingshervorming en het invoeren van een belastingskrediet voor de lage inkomens.
travailler est devenu plus lucratif en termes de revenu net. Il en va de même pour la réforme fiscale qui a été mise en œuvre ainsi que pour le crédit-impoˆt introduit pour les bas revenus.
Ook maatregelen als de veralgemening van het tijdskrediet, en inzonderheid de deeltijdse formules zoals de vierdagenweek, hebben evidente effecten op de werkgelegenheidsgraad : doordat zulke formules een recht zijn zal een groep die zich anders niet zou aangeboden hebben op de arbeidsmarkt, zich wel engageren. Naast dergelijke algemene maatregelen werden ook specifieke maatregelen genomen op die punten waar Belgie¨ opvallend zwakker scoort dan het gemiddelde van Europa. Voor de jongeren gaat het onder andere om het startbanenplan. Voor de langdurig inactieven, wat in veel gevallen samengaat met een lagere scholingsgraad, werd bijvoorbeeld op 1 januari 2002 het ACTIVA-plan van kracht, dat werkgevers die dergelijke inactieven aanwerven, belangrijke loonkostverlaging geeft via bijdragevermindering en via activering van de uitkeringen. En natuurlijk zijn er een hele reeks maatregelen gericht op de oudere werknemers. Vooreerst maatregelen die de werkloosheid moeten voorkomen, zoals het recht op outplacement voor 45-plussers en de vermindering van de sociale bijdragen voor 58-plussers. Maar daarnaast zijn er ook maatregelen die de inactieve ouderen er toe moeten aanzetten zich te integreren in de arbeidsmarkt.
Des mesures comme la généralisation du crédit temps, et des formules à temps partiel comme la semaine de quatre jours en particulier, ont également des effets manifestes sur le taux d’emploi. Dès lors que ces formules constituent un droit individuel, des personnes se présenteront sur le marché du travail alors qu’ils ne l’auraient pas fait. Toutefois, outre ces mesures générales, des mesures spécifiques ont été prises en faveur de groupes pour lesquels la Belgique enregistre des résultats plus faibles que la moyenne européenne. En ce qui concerne les jeunes, il s’agit entre autres de la convention de premier emploi. En faveur des inactifs de longue durée, ce qui dans beaucoup de cas va de pair avec un taux de scolarité plus bas, on a par exemple développé le plan ACTIVA qui est entré en vigueur le 1er janvier 2002 et qui permet aux employeurs qui engagent ces inactifs de bénéficier d’une réduction importante du coût salarial graˆce à une réduction des cotisations et une activation des allocations. Il y a évidemment toute une série de mesures ayant les travailleurs aˆgés comme groupe cible. Ainsi il y a des mesures visant à prévenir le choˆmage, comme le droit à un reclassement professionnel pour les 45 ans et plus ainsi que la réduction des cotisations sociales pour les 58 ans et plus. En outre, des mesures ont été prises ayant pour objectif d’inciter les aˆgés inactifs à s’intégrer sur le marché du travail.
2 en 3. Wat het gebruik van de mobiliteitstoeslagen en de kinderopvangtoeslagen betreft is het inderdaad zo dat het gebruik uiterst beperkt is. Ik herinner er wel aan dat de omstandigheden waarin een beroep kon gedaan worden op deze premies ook eng omschreven zijn : het gaat enkel om langdurige werklozen die een contract van onbepaalde tijd ondertekenden. Voor de mobiliteitstoeslag is bovendien vereist dat het gaat om een lange verplaatsingstijd van in principe meer dan 4 uur per dag. Het laag gebruik van deze premies wil dus niet noodzakelijk zeggen dat er te weinig mobiliteit is. Gelet op dit geringe succes verzocht de Nationale Arbeidsraad onlangs te onderzoeken of de voorwaarden waaronder men aanspraak kan maken op deze premies niet moeten herzien worden.
2 et 3. En ce qui concerne l’application des compléments de mobilité et de garde d’enfants, il est en effet correct que l’utilisation reste extrêmement limitée. Je rappelle toutefois que les conditions à remplir pour bénéficier de ces primes ont été définies de façon assez stricte : le groupe cible comprend uniquement les choˆmeurs de longue durée ayant signé un contrat à durée indéterminée. En outre, le complément de mobilité n’est octroyé qu’à la condition d’une durée du déplacement dépassant en principe les 4 heures par jour. L’utilisation limitée de ces primes ne permet donc pas de conclure qu’il existe un manque de mobilité. E´tant donné le succès minime, le Conseil national du travail a demandé d’examiner s’il y a lieu de reconsidérer les conditions auxquelles il faut répondre pour avoir droit à ces primes.
4. Uit deze vraag zou ten onrechte de indruk kunnen onstaan dat er tot op heden geen dwingende activeringsmaatregelen werden genomen. Een voorbeeld van een dergelijke maatregel is het koninklijk besluit dat de toekomstige oudere werklozen verplicht om ingeschreven te blijven als werkzoekende tot minstens 55 jaar daar waar zij nu reeds vanaf 50 jaar kunnen vragen geschrapt te worden als werkzoekende. Deze maatregel gaat in op 1 juli 2002. Deze maatregel
4. Cette question pourrait, à tort, donner l’impression qu’aucune mesure active contraignante n’existe. Or, un exemple en est l’arrêté royal qui oblige les futurs choˆmeurs aˆgés à rester inscrits comme demandeurs d’emploi au moins jusque l’aˆge de 55 ans, alors qu’ils ont actuellement la possibilité de demander d’être rayés comme demandeurs d’emploi à partir de l’aˆge de 50 ans. Cette mesure entrera en vigueur le 1er juillet 2002. Elle démontre que des décisions moins
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16079
bewijst dat er ook minder populaire beslissingen genomen worden. Het gevoerde werkgelegenheidsbeleid moet dus als een geheel bekeken en gee¨valueerd worden.
populaires sont également prises. La politique de l’emploi menée doit être examinée et évaluée dans son ensemble.
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
DO 2001200200586
DO 2001200200586
Vraag nr. 589 van de heer Koen Bultinck van 30 januari 2002 (N.) :
Question no 589 de M. Koen Bultinck du 30 janvier 2002 (N.) :
NMBS. — Zelfmoord(poging)en in 2000 en 2001.
SNCB. — Suicides et tentatives de suicide en 2000 et 2001.
Kan u wat het aantal « zelfmoord(poging)en onder treinen » in 2000 en 2001 betreft, meedelen :
Pouvez-vous me fournir les précisions suivantes en ce qui concerne le nombre de suicides et tentatives de suicide de personnes qui se jettent sous un train en 2000 et 2001 :
1. het totaal aantal zelfmoorden;
1. le nombre total de suicides;
2. het totaal aantal zelfmoordpogingen;
2. le nombre total de tentatives de suicide;
3. de juiste plaats van de zelfmoord(poging)en;
3. les endroits précis ou` ces suicides ou tentatives ont eu lieu;
4. de totale kostprijs van de schade ervan;
4. le couˆt total des dommages qui en ont résulté;
5. de totale recuperatie van deze schade;
5. le montant total des couˆts récupérés;
6. het aantal ziektedagen van het NMBS-personeel dat met deze zelfmoord(poging)en werd geconfronteerd ?
6. le nombre de jours d’absence pour cause de maladie des agents de la SNCB confrontés à ces suicides ou tentatives de suicide ?
7. a) Op mijn vraag van 2 februari 2000 in verband met dezelfde problematiek antwoordde u : « Meer ten gronde verricht ik samen met de NMBS een studie van de veiligheidsproblematiek langs de spoorwegen en van de oplossingen die voor deze problemen moeten worden gevonden. » (Vraag nr. 115, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 31, blz. 3602.)
7. ` ma question du 2 février 2000 relative à ce même a) A problème, vous avez répondu : « Plus fondamentalement, j’entreprends avec la SNCB une analyse de la problématique de la sécurité le long des voies ferrées et des solutions à apporter aux problèmes. » (Question no 115, Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 31, p. 3602.)
Hoever staat het met deze studie ?
Qu’en est-il de cette étude ?
b) Graag een kopie van de studie.
b) Pouvez-vous me faire parvenir une copie de celleci ?
Antwoord :
Réponse :
1. Het aantal zelfmoorden bedroeg 84 in 2000 en 85 in 2001.
1. Le nombre de suicides s’est élevé à 84 en 2000 et à 85 en 2001.
2. Het aantal zelfmoordpogingen bedroeg 52 in 2000 en 49 in 2001.
2. Le nombre de tentatives de suicide s’est élevé à 52 en 2000 et à 49 en 2001.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16080
3. Plaats van de zelfmoord(poging)en :
3. Localisation des (tentatives de) suicide(s)
Zelfmoorden — Suicides
Zelfmoordpogingen — Tentatives de suicide
District
2000
2001
2000
2001
5 23 30 17 9
6 26 27 20 6
10 10 20 8 4
3 10 15 10 11
4. Totale kostprijs van de schade (schade wegens ziektedagen NMBS-personeel niet inbegrepen) : Schade uit zelfmoorden :
C NO/NE NW/NO ZO/SE ZW/SO
4. Couˆt total du préjudice (le préjudice résultant des jours de maladie du personnel SNCB non compris) : Préjudice résultant de suicides :
— in 2000 : 257 807,30 euro (voorlopig bedrag)
— en 2000 : 257 807,30 euros (montant provisoire)
— in 2001 : 190 756,16 euro (voorlopig bedrag)
— en 2001 : 190 756,16 euros (montant provisoire)
Schade uit zelfmoordpogingen
Préjudice résultant de tentatives de suicide
— in 2000 : 7 290,77 euro
— en 2000 : 7 290,77 euros
— in 2001 : 3 618,83 euro (voorlopig bedrag)
— en 2001 : 3 618,83 euros (montant provisoire)
Zelfmoordpogingen — zeker deze die volledig konden worden voorkomen — veroorzaken eerder beperkte schade; indien onmiddellijk kan worden vastgesteld dat de schade lager is dan het franchisebedrag van de verzekeringspolissen burgerlijke aansprakelijkheid privé-leven, wordt ervan afgezien de kostprijs hiervoor te berekenen. Voor 2001 zijn alle kosten nog niet bijeengebracht; voor de zwaardere incidenten (inzonderheid dus voor zelfmoorden) behoeft de kostprijsberekening de goedkeuring van de verzekeringsexperten; om beide redenen levert dit hierboven « voorlopige » bedragen op.
Les tentatives de suicide — et certainement celles qui ont pu eˆtre complètement empeˆchées — occasionnent un préjudice relativement limité; s’il peut eˆtre immédiatement constaté que le préjudice est inférieur au montant de la franchise des polices d’assurances responsabilité civile, le couˆt y relatif n’est pas pris en compte. Pour 2001, tous les couˆts n’ont pas encore pu eˆtre imputés, vu que pour les incidents d’une certaine gravité (plus particulièrement donc pour les suicides), le calcul du prix de revient requiert l’approbation des experts en assurances; ce sont les deux raisons qui expliquent les montants « provisoires » susmentionnés.
5. De recuperatie van deze schade bedraagt voorlopig :
5. La récupération du préjudice s’élève provisoirement à :
— voor zelfmoorden in 2000 : 158 575,22 euro
— pour les suicides en 2000 : 158 575,22 euros
— voor zelfmoordpogingen in 2000 : 5 181,36 euro
— pour les tentatives de suicide en 2000 : 5 181,36 euros
— voor zelfmoorden in 2001 : 38 612,63 euro
— pour les suicides en 2001 : 38 612,63 euros
— voor zelfmoordpogingen in 2001 : 2 543,49 euro.
— pour les tentatives de suicide en 2001 : 2 543,49 euros.
6. Het aantal dagen afwezigheid wegens ziekte bedraagt 527 in 2000 (119 personeelsleden betrokken) en 903 in 2001 (138 personeelsleden betrokken).
6. Le nombre de jours d’absence pour maladie s’élève à 527 en 2000 (119 agents concernés) et 903 en 2001 (138 agents concernés).
7. Er werd een inventaris opgemaakt van de meest kritieke zones. De meest geschikte oplossing werd geval per geval bepaald en vervolgens toegepast (bijvoorbeeld hoger maken van de leuningen, plaatsen van een afsluiting, intensievere politiebewaking, enz.).
7. L’inventaire des zones les plus sensibles a été établi. La solution la plus adéquate a été choisie au cas par cas et mise en application (par exemple rehaussement des garde-corps, pose d’une cloˆture, surveillance accrue par la police, etc.).
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16081
DO 2001200200589
DO 2001200200589
Vraag nr. 591 van de heer Koen Bultinck van 30 januari 2002 (N.) :
Question no 591 de M. Koen Bultinck du 30 janvier 2002 (N.) :
NMBS. — Vandalisme en graffiti in 2001.
SNCB. — Actes de vandalisme et graffiti en 2001.
Kan u wat vandalisme aan NMBS-materieel in 2001 betreft, meedelen :
Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes en ce qui concerne les actes de vandalisme perpétrés sur le matériel de la SNCB en 2001 :
1. het totaal aantal gevallen van vandalisme en opsplitsing ervan in :
1. le nombre total d’actes de vandalisme en faisant la distinction entre :
a) graffiti;
a) graffiti;
b) materie¨le schade aan treinstellen/locomotieven;
b) dégaˆts matériels causés aux voitures/locomotives;
c) materie¨le schade aan NMBS-infrastructuur (gebouwen, perrons, borden, omheining, enz.);
c) dégaˆts matériels causés aux infrastructures de la SNCB (baˆtiments, quais, panneaux, cloˆtures, etc.);
d) andere schade;
d) autres dégaˆts;
2. het aantal vandalismegevallen in het Vlaamse, het Waalse en het Brusselse Gewest, alsook een opsplitsing in vier voornoemde categoriee¨n per gewest;
2. le nombre d’actes de vandalisme commis dans la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale, en faisant la distinction selon les quatre mêmes catégories;
3. het aantal vandalismegevallen in de twintig belangrijkste NMBS-stations, alsook een opsplitsing in vier voornoemde categoriee¨n voor die twintig stations;
3. le nombre d’actes de vandalisme dans les vingt gares les plus importantes de la SNCB, toujours en faisant la distinction selon les quatre mêmes catégories;
4. de kostprijs voor de punten 1, 2 en 3;
4. le couˆt que cela représente pour les points 1, 2 et 3;
5. de eventuele recuperatie van die kosten voor de punten 1, 2 en 3;
5. la récupération éventuelle de ces couˆts concernant les points 1, 2 et 3;
6. het aantal processen-verbaal neergelegd door de NMBS in dit kader;
6. le nombre de procès-verbaux dressés par la SNCB dans ce cadre;
7. het aantal daders van vandalisme die gevat werden;
7. le nombre d’auteurs d’actes de vandalisme qui ont été appréhendés;
8. de maatregelen om vandalisme te voorkomen ?
8. les mesures qui ont été prises pour éviter ces actes de vandalisme ?
Antwoord :
Réponse :
1, 2, 4 en 5.
1, 2, 4 et 5.
Gevallen van vandalisme in 2001 — Cas de vandalisme en 2001
Graffiti ...........................
Vlaamse Gewest — Région flamande
Aantal gevallen — Nombre de cas
401
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Kostprijs (1) (2) — Prix de revient (1) (2) 684 769 (3) (2 503)
Waalse Gewest — Région wallonne
Aantal gevallen — Nombre de cas
193
2001
Kostprijs (1) (2) — Prix de revient (1) (2) 209 238 (3) (365)
2002
Brusselse Gewest — Région bruxelloise
Aantal gevallen — Nombre de cas
118
Kostprijs (1) (2) — Prix de revient (1) (2) 92 676 (3) (122)
Totaal — Total
Aantal gevallen — Nombre de cas
Kostprijs (1) (2) — Prix de revient (1) (2)
712
986 683 (3)
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16082
Gevallen van vandalisme in 2001 — Cas de vandalisme en 2001
Vlaamse Gewest — Région flamande
Aantal gevallen — Nombre de cas
Kostprijs (1) (2) — Prix de revient (1) (2)
Waalse Gewest — Région wallonne
Aantal gevallen — Nombre de cas
Kostprijs (1) (2) — Prix de revient (1) (2)
Brusselse Gewest — Région bruxelloise
Aantal gevallen — Nombre de cas
Kostprijs (1) (2) — Prix de revient (1) (2)
Totaal — Total
Aantal gevallen — Nombre de cas
Kostprijs (1) (2) — Prix de revient (1) (2)
Materie¨le schade aan treinstellen/locomotieven. — Avaries aux rames/locomotives .......................
61
51 474 (1 668)
105
122 012 (262)
56
89 301 (0)
222
262 787
Materie¨le schade aan NMBS infrastructuur (gebouwen, perrons, borden, omheining, enz.). — Avaries à l’infrastructure ferroviaire (baˆtiments, quais, panneaux, enceintes, etc.) ..........................
380
114 437 (25 964)
524
222 624 (0)
187
109 154 (170)
1 091
446 215
Andere schade. — Autres sinistres ...........................
147
65 391 (96)
264
212 312 (261)
92
161 391 (0)
503
439 094
(1) In euro. (2) De recuperatie voor de kosten wordt tussen haakjes vermeld. (3) Forfaitaire raming voor het verwijderen van de tags.
(1) En euros. (2) Le montant récupéré des frais consentis est indiqué entre parenthèses. (3) Estimation forfaitaire du couˆt de l’enlèvement des graffitis.
3. Het opgeven van het aantal vandalismegevallen in de twintig belangrijkste stations kan een vals beeld geven van de regio’s waar het vandalisme zich het meest voordoet. Daarom heeft de NMBS hieronder de stations vermeld waar het vandalisme in het algemeen veelvuldig voorkomt :
3. L’énumération du nombre de cas de vandalisme dans les vingt gares les plus importantes peut donner une image tronquée des régions où le vandalisme est le plus répandu. C’est pourquoi la SNCB communique ci-après les noms des gares où les actes de vandalisme se produisent fréquemment :
Vlaamse Gewest :
Région flamande :
a) graffiti :
a) graffiti :
Hasselt = 20
Hasselt = 20
Leuven = 10
Louvain = 10
Aarschot = 13
Aarschot = 13
Mechelen = 11
Malines = 11
Herentals = 30
Herentals = 30
Vilvoorde = 16
Vilvorde = 16
Antwerpen-Berchem = 35
Anvers-Berchem = 35
Essen = 13
Essen = 13
Oostende = 41
Ostende = 41
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16083
Gent-Sint-Pieters = 14
Gand-Saint-Pierre = 14
Geraardsbergen = 14
Grammont = 14
Oudenaarde = 13
Audenarde = 13
Dendermonde = 12
Termonde = 12
Kortrijk = 10
Courtrai = 10
b) materie¨le schade aan treinstellen/locomotieven :
b) avaries aux rames/locomotives :
Antwerpen-Centraal = 8
Anvers-Central = 8
Antwerpen-Berchem = 7
Anvers-Berchem = 7
Gent-Sint-Pieters = 7
Gand-Saint-Pierre = 7
Dendermonde = 4
Termonde = 4
c) materie¨le schade aan NMBS-infrastructuur :
c) avaries à l’infrastructure SNCB :
Mechelen = 9
Malines = 9
Mol = 8
Mol = 8
Lier = 9
Lierre = 9
Muizen = 15
Muizen = 15
Vilvoorde = 17
Vilvorde = 17
Antwerpen-Berchem = 9
Anvers-Berchem = 9
Antwerpen-Kiel = 12
Anvers-Kiel = 12
Essen = 16
Essen = 16
Aalst = 12
Alost = 12
Brugge = 21
Bruges = 21
Denderleeuw = 10
Denderleeuw = 10
Gent-Sint-Pieters = 24
Gand-Saint-Pierre = 24
Kortrijk = 36
Courtrai = 36
Lokeren = 9
Lokeren = 9
Sint-Niklaas = 18
Saint-Nicolas = 18
d) andere schade :
d) autres avaries :
Vilvoorde = 7
Vilvorde = 7
Antwerpen-Haven = 14
Anvers-Port = 14
Gent-Sint-Pieters = 9
Gand-Saint-Pierre = 9
Waalse Gewest :
Région wallonne :
a) graffiti :
a) graffiti :
Welkenraedt = 20
Welkenraedt = 20
Liers = 12
Liers = 12
AT Stockem = 12
AT Stockem = 12
Ottignies = 10
Ottignies = 10
La Louvière = 17
La Louvière = 17
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16084
’s-Gravenbrakel = 10
Braine-le-Comte = 10
Moeskroen = 12
Mouscron = 12
b) materie¨le schade aan treinstellen/locomotieven :
b) avaries aux rames/locomotives :
Ottignies = 7
Ottignies = 7
Namen = 5
Namur = 5
Charleroi = 23
Charleroi = 23
Nijvel = 14
Nivelles = 14
La Louvière = 15
La Louvière = 15
c) materie¨le schade aan NMBS-infrastructuur :
c) avaries à l’infrastructure SNCB :
Luik-Guillemins = 11
Liège-Guillemins = 11
Flémalle = 8
Flémalle = 8
Borgworm = 9
Waremme = 9
Verviers = 26
Verviers = 26
Ottignies = 45
Ottignies = 45
Moustier = 8
Moustier = 8
Wezet = 13
Visé = 13
Gembloux = 9
Gembloux = 9
Erquelinnes = 23
Erquelinnes = 23
Tamines = 18
Tamines = 18
Nijvel = 40
Nivelles = 40
La Louvière = 21
La Louvière = 21
Manage = 27
Manage = 27
’s-Gravenbrakel = 11
Braine-le-Comte = 11
Quévy = 14
Quévy = 14
Saint-Ghislain = 14
Saint-Ghislain = 14
Aat = 11
Ath = 11
Lessen = 36
Lessines = 36
Doornik = 13
Tournai = 13
d) andere schade :
d) autres avaries :
Luik = 5
Liège = 5
Verviers = 5
Verviers = 5
Bressoux = 5
Bressoux = 5
Charleroi = 15
Charleroi = 15
Chaˆtelet = 10
Chaˆtelet = 10
Nijvel = 19
Nivelles = 19
Manage = 12
Manage = 12
Bergen = 19
Mons = 19
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16085
Saint-Ghislain = 18
Saint-Ghislain = 18
Moeskroen = 9
Mouscron = 9
Brusselse Gewest :
Région bruxelloise :
a) graffiti :
a) graffiti :
Vorst = 19
Forest = 19
Brussel-Luxemburg = 25
Bruxelles-Luxembourg = 25
Schaarbeek = 54
Schaerbeek = 54
b) materie¨le schade aan treinstellen/locomotieven :
b) avaries aux rames/locomotives :
Brussel-Zuid = 23
Bruxelles-Midi = 23
Brussel-Noord = 11
Bruxelles-Nord = 11
Schaarbeek = 11
Schaerbeek = 11
c) materie¨le schade aan NMBS-infrastructuur :
c) avaries à l’infrastructure SNCB :
Brussel-Zuid = 14
Bruxelles-Midi = 14
Vorst = 12
Forest = 12
Brussel-Noord = 28
Bruxelles-Nord = 28
Brussel-Luxemburg = 14
Bruxelles-Luxembourg = 14
Schaarbeek = 20
Schaerbeek = 20
Arrondissement Brussel-Zuid = 99
Arrondissement Bruxelles-Midi = 99
d) andere schade :
d) autres avaries :
Brussel-Zuid = 32
Bruxelles-Midi = 32
Brussel-Noord = 16
Bruxelles-Nord = 16
Brussel-Luxemburg = 12
Bruxelles-Luxembourg = 12
Schaarbeek = 14
Schaerbeek = 14
6 en 7. In geval van vandalisme worden bij de NMBS door de leden van haar interne bewakingsdienst gedetailleerde dossiers samengesteld om de kans op identificatie van de daders te optimaliseren (door onder meer mogelijk te maken de diverse gevallen die toewijsbaar zijn aan éénzelfde dader — of groep van daders — aan elkaar te linken). Inzake graffiti gebeurt dit aan de hand van een nauwkeurige beschrijving en inventarisering van de aangebrachte « tags ».
6 et 7. En cas de vandalisme, les membres du service interne de gardiennage de la SNCB établissent des dossiers détaillés afin d’optimaliser les chances d’identification des auteurs des faits (notamment en reliant entre eux les divers cas attribuables à un seul et même auteur ou groupe d’auteurs). En matière de graffiti, cela se fait sur la base d’une description minutieuse et d’un inventaire des « tags » incriminés.
Deze interne bewakingsdienst beschikt krachtens artikel 10 van de wet van 25 juli 1891 op de spoorwegpolitie (zoals gewijzigd bij artikel 104 van de wet van 3 mei 1999) evenwel niet over de bevoegdheid om hiervoor zelf proces-verbaal op te stellen. Zij geeft derhalve haar gegevens met dat doel door aan de spoorwegpolitie (die deel uitmaakt van de federale politie), die deze gegevens ook kan toetsen aan vergelijkbare beschadigingen buiten NMBS-terrein).
En vertu de l’article 10 de la loi du 25 juillet 1891 sur la police des chemins de fer (comme modifiée par l’article 104 de la loi du 3 mai 1999), ce service interne de gardiennage n’est cependant pas habilité à dresser luimême procès-verbal en la matière. C’est pourquoi elle transmet dans ce but ses données à la police des chemins de fer (qui fait partie de la police fédérale) qui peut les comparer à des sinistres similaires survenus hors des sites SNCB.
Tussen de interne bewakingsdienst van de NMBS en de spoorwegpolitie zijn nauwkeurige afspraken terzake gemaakt, in afwachting dat de NMBS in staat
Des dispositions précises à ce niveau ont été établies entre le service interne de gardiennage de la SNCB et la police des chemins de fer, en attendant que la SNCB
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2059
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16086
is een voldoende aantal bee¨digde ambtenaren op te leiden om in de toekomst deze taak geheel of gedeeltelijk zelf te vervullen.
soit en mesure de former un nombre suffisant de fonctionnaires assermentés en vue de s’acquitter elle-même entièrement ou partiellement de cette taˆche à l’avenir.
Een nauwkeurig antwoord op deze vragen kan derhalve voorlopig eigenlijk enkel door deze politiedienst worden verleend.
Une réponse précise à ces questions ne peut donc être donnée que par le service de police en question.
8. De NMBS heeft een antigraffitibeleidsplan dat deel uitmaakt van de algemene veiligheidsstrategie. De belangrijkste punten zijn :
8. La SNCB a élaboré un plan anti-graffiti qui s’inscrit dans la stratégie de sécurité générale. Voici les points les plus importants :
— het preventief aanbrengen van een antigraffiticoating op waardevolle gebouwen en kunstwerken;
— pose préventive d’une couche anti-graffiti sur les baˆtiments et les ouvrages d’art de valeur;
— het systematisch afsluiten van de toegangen naar die plaatsen die gekend zijn als mogelijke pleisterplaatsen voor taggers;
— fermeture systématique des accès à des endroits connus pour être des cibles potentielles des taggeurs;
— het snel verwijderen van tags, eventueel het buitendienststellen van materieel beklad met tags;
— enlèvement rapide de tags, le cas échéant mise hors service de matériel souillé par des tags;
— het preventief opstellen van personeel op die plaatsen waar materieel op een zijspoor gezet wordt, met het oog op betrapping op heterdaad;
— affectation préventive de personnel aux endroits où du matériel est garé, en vue de prendre les taggeurs en flagrant délit;
— een systematische klachtneerlegging op basis van een fotodossier bij een politiedienst in het kader van de burgerlijke partijstelling.
— dépoˆt systématique de plaintes, sur la base d’un dossier contenant des photos, auprès d’un service de police, dans le cadre de la constitution de partie civile.
DO 2001200200927
DO 2001200200927
Vraag nr. 630 van de heer Jan Mortelmans van 8 april 2002 (N.) :
Question no 630 de M. Jan Mortelmans du 8 avril 2002 (N.) :
NMBS. — Klantvriendelijker procedures inzake verloren voorwerpen.
SNCB. — Procédures plus conviviales en matière d’objets égarés.
Eigen praktijkervaring en daarin bevestigd door de ombudsman bij de NMBS wijst uit dat de procedure voor het terugvinden van verloren voorwerpen niet echt optimaal kan genoemd worden.
Mon expérience personnelle, qui est confirmée par les constatations du médiateur de la SNCB, me donne à penser que la procédure prévue pour permettre aux propriétaires d’objets égarés de retrouver ceux-ci est loin d’être parfaite.
Er wordt nog steeds gebruik gemaakt van registers waarin de verloren voorwerpen moeten worden ingeschreven en het formulier R197 wordt volgens het principe van de kettingbrief doorgestuurd. In tijden van e-post, inter- en intranet doet dit erg archaı¨sch aan.
On utilise toujours des registres dans lesquels les objets égarés doivent être mentionnés et le formulaire R197 est adressé à tous les propriétaires potentiels des ` objets concernés selon le principe de la chaıˆne. A l’époque de la messagerie électronique, d’internet et d’intranet, il s’agit là d’une pratique très archaı¨que.
De klant krijgt ook geen dubbel van het in te vullen formulier R197 en heeft dan ook geen enkele referentie meer in de hand om navraag te doen.
Qui plus est, le client ne reçoit pas de double du formulaire R197 à compléter si bien qu’il ne dispose plus d’aucune référence pour demander des renseignements.
De NMBS zou laten weten hebben dat zij de huidige procedure voor het opzoeken en behandelen van verloren voorwerpen wil herbekijken.
La SNCB aurait fait savoir qu’elle entendait réexaminer la procédure en vigueur actuellement pour rechercher et traiter les objets égarés.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16087
1. Is de NMBS ondertussen bezig met het herbekijken van de procedures inzake verloren voorwerpen ?
1. La SNCB s’est-elle attelée entre-temps à réexaminer les procédures prévues en matière d’objets égarés ?
2. Wanneer mogen we enige verbetering verwachten in deze ?
2. Quand pouvons-nous espérer une amélioration dans ce domaine ?
3. Welke maatregelen heeft u getroffen om de NMBS er toe aan te zetten de procedures klantvriendelijker te maken ?
3. Quelles mesures avez-vous prises pour inciter la SNCB à rendre ces procédures plus conviviales ?
Antwoord : De NMBS onderzoekt, met alle betrokken diensten, een betere afhandeling van de gevonden voorwerpen. Een nieuwe instructie aan de stations en aan het Centraal Bureau gevonden voorwerpen (CBGV) zal binnenkort worden verspreid.
Réponse : La SNCB a examiné, en concertation avec tous les services concernés, la possibilité d’améliorer la gestion des objets trouvés. Une nouvelle instruction en la matière sera prochainement adressée aux gares et au Bureau central des objets trouvés (BCOT).
In de nieuwe procedure is onder meer bepaald dat de klant :
Parmi les nouvelles dispositions, il est notamment prévu de remettre au client :
— een kopie krijgt van de aanvraag om opzoeking (document R197);
— une copie de la demande de recherche (document R197)
— een schriftelijke kennisgeving ontvangt over het resultaat van de opzoekingen.
— un avis écrit concernant le résultat des recherches.
Tegelijkertijd wordt de informatisering van de dienst gevonden voorwerpen onderzocht, met als doel :
Parallèlement, l’informatisation du service des objets trouvés est à l’étude, ceci dans le but de permettre :
— dat de stations opzoekingen via het intranet van de NMBS kunnen doen;
— aux gares de mener des recherches via intranet;
— dat de klant een aanvraag tot opzoeking via de internetsite kan indienen en via dezelfde weg respons bekomt.
— aux clients d’introduire une demande de recherche via le site internet et d’obtenir une réponse par ce même biais.
DO 2001200200936
DO 2001200200936
Vraag nr. 632 van de heer Francis Van den Eynde van 8 april 2002 (N.) :
Question no 632 de M. Francis Van den Eynde du 8 avril 2002 (N.) :
NMBS. — « No ticket — No train ». — Tussenkomst politie.
SNCB. — « No ticket — No train ». — Intervention de la police.
De NMBS heeft een dienst « No ticket — No train » in het leven geroepen. Deze voert samen met de CMK (centrale meldkamer), de IBD (interne bewakingsdienst) en de politie acties om reizigers zonder biljet die niet willen betalen en die zich bovendien niet willen identificeren, zo snel mogelijk uit de trein te zetten.
La SNCB a créé un service « No ticket — No train ». En collaboration avec la centrale d’appels, le service interne de gardiennage (SIG) et la police, celui-ci mène des actions visant à expulser des trains, le plus rapidement possible, les personnes voyageant sans titre de transport, qui refusent de payer et, qui plus est, de décliner leur identité.
In het kader van deze actie werd een lijst opgesteld van stations met « gegarandeerde tussenkomst ».
Dans le cadre de cette opération, une liste de gares ou` les interventions sont « garanties » a été dressée.
1. a) Welke stations maken deel uit van de lijst « gegarandeerde tussenkomst » ?
1. a) Quelles sont les gares répertoriées sur la liste des gares ou` les interventions sont garanties ?
b) Is bij deze tussenkomsten de politie steeds aanwezig ?
b) La police est-elle toujours présente lors de ces interventions ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16088
c) Worden de treinreizigers bij deze tussenkomsten geı¨dentificeerd ?
c) Les voyageurs sont-ils identifiés dans le cadre de ces opérations ?
d) Wordt er in deze gevallen vervolgd ?
d) Des poursuites sont-elles engagées ?
2. Ook zou er een overeenkomst bestaan tussen de NMBS en de federale politie waarbij bepaald wordt dat in ruil voor kosteloos vervoer van politiemensen in uniform, deze politiemensen bij agressie ten opzichte van de treinbegeleider tussenbeide zullen komen.
2. Il existerait en outre un accord entre la SNCB et la police fédérale selon lequel, en échange du transport gratuit des policiers en uniforme, ceux-ci s’engageraient à intervenir en cas de comportement agressif visà-vis de l’accompagnateur de train.
Betekent dit dat indien deze overeenkomst niet gesloten werd het treinpersoneel in geval van agressie niet zou kunnen rekenen op de hulp van de op de trein aanwezige politiemensen in uniform ?
Cela signifie-t-il que, si cet accord n’avait pas été conclu, le personnel de train n’aurait pas pu compter, en cas d’agression, sur l’aide des policiers en uniforme présents dans le train ?
Antwoord :
Réponse :
1. De NMBS heeft tien brigades BSC (brigade speciale controle) opgericht van telkens vier bedienden, die als taak hebben om intensief preventieve controles uit te voeren in de treinen van en naar Brussel.
1. La SNCB a mis en place dix brigades spéciales de controˆle (BSC), chacune composée de quatre agents. Ceux-ci sont chargés d’effectuer régulièrement, à titre préventif, des controˆles dans les trains de et vers Bruxelles.
De werkzetels zijn Brussel-Zuid (waar er twee werkzetels zijn), Gent, Aalst, Dendermonde, Leuven, Ath, Charleroi, Ottignies en ’s-Gravenbrakel.
Les sièges de travail sont Bruxelles-Midi (où il y a deux sièges de travail), Gand, Alost, Termonde, Louvain, Ath, Charleroi, Ottignies et Braine-leComte.
De filosofie « No Ticket — No Train » wil aangeven dat de toegang tot de treinen in feite gekoppeld is aan het bezit van een vervoerbewijs.
La philosophie de l’action « No Ticket — No Train » consiste à indiquer que l’accès aux trains est en fait subordonné à la détention d’un titre de transport.
De NMBS is voorstander van een klantvriendelijke benadering van haar clie¨nteel, dat in vier categoriee¨n kan ingedeeld worden.
La SNCB proˆne une approche orientée client. Celleci peut eˆtre subdivisée en quatre catégories :
1. De klant heeft een vervoerbewijs gekocht en zo nodig correct ingevuld. Hij heeft dus zijn ticket als hij opstapt.
1. Le client a acheté un titre de transport et l’a complété le cas échéant correctement. Il est donc en possession d’un billet lorsqu’il embarque.
2. De klant opteert ervoor om zijn ticket op de trein te kopen tegen een meestal duurder tarief.
2. Le client choisit d’acheter son billet dans le train le plus souvent à un tarif plus onéreux.
3. De klant kan of wil niet betalen op de trein. Hij maakt wel zijn identiteit aan de treinbegeleider bekend wat toelaat om het document C170 (vaststelling van een onregelmatigheid) op te stellen en hem thuis een factuur te sturen.
3. Le client refuse ou est dans l’incapacité de payer dans le train. Il décline toutefois son identité à l’accompagnateur de train ce qui permet de dresser un C170 (constatation d’une irrégularité) et de lui envoyer une facture à domicile.
4. De klant weigert zijn identiteit kenbaar te maken. In dit geval worden volgende maatregelen genomen :
4. Le client refuse de décliner son identité. Les mesures suivantes sont alors prises :
— de treinbegeleider dringt niet aan en verwittigt per GSM buiten het bereik van de reiziger de centrale meldkamer;
— l’accompagnateur de train n’insiste pas et, à l’écart du voyageur, avertit le central d’appels par GSM;
— in een goed gekozen station krijgt de treinbegeleider assistentie van B-Security, stationspersoneel of politie (zie hierna) :
— l’accompagnateur de train bénéficie, dans la gare appropriée, de l’assistance de B-Security, du personnel de la gare ou de la police (voir ci-après) :
–
geeft de reiziger alsnog zijn identiteit op, dan wordt een C170 opgemaakt en kan hij alsnog op de trein blijven;
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
–
2002
si le voyageur consent finalement à décliner son identité, un C170 est dressé et il peut alors poursuivre son voyage ;
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002 –
16089
wil hij nog steeds zijn identiteit niet bekend maken, of is hij agressief, dan wordt hij aan de politie overgedragen die een proces-verbaal opstelt. De gegevens van het C170 worden dan aangevuld na tussenkomst van de politiediensten.
–
s’il ne veut toujours pas dévoiler son identité, ou s’il fait preuve d’agressivité, il est pris en charge par les services de police lesquels dressent procès-verbal. Les données du C170 sont quant à elles complétées après intervention des services de police.
Lijst A = stations waar tussenkomst van NMBS-personeel verzekerd is — Liste A = gares où l’intervention du personnel SNCB est assurée
District Centrum. — District Centre
District Noordwest. — Nord-Ouest
District Noordoost. — Nord-Est
Brussel-Noord. — Bruxelles-Nord Brussel-Centraal. — Bruxelles-Central Brussel-Zuid. — Bruxelles-Midi Brugge. — Bruges Kortrijk. — Courtrai Denderleeuw Gent-Sint-Pieters. — Gand-Saint-Pierre Geraardsbergen. — Grammont Oostende. — Ostende Dendermonde. — Termonde Ieper. — Ypres Antwerpen-Berchem. — Anvers-Berchem Hasselt Leuven. — Louvain Mechelen. — Malines Mol Turnhout
District Zuidwest. — District SudOuest
Aat. — Ath Charleroi-Zuid. — Charleroi-Sud Chaˆtelet Bergen. — Mons Saint-Ghislain Doornik. — Tournai District Zuidoost. — District Sud-Est Aarlen. — Arlon Gouvy Jemelle Libramont Luik-Guillemins. — Liège-Guillemins Namen. — Namur Ottignies Wezet. — Visé Welkenraedt
2. De leden van de federale spoorwegpolitie verkregen inderdaad kosteloos vervoer op basis van het
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
Lijst B = stations waar uitwijken mogelijk is in afwachting komst B-Security of politie — Liste B = gares où il est possible de se garer en attendant l’intervention de B-Security ou de la police et/ou du service de police locale ou fédérale Brussel-Luxemburg. — Bruxelles-Luxembourg Halle. — Hal Lichtervelde Lokeren Sint-Niklaas. — Saint-Nicolas Zottegem
Aarschot Herentals Landen
s’-Gravenbrakel. — Braine-le-Comte Erquelinnes La Louvière Moeskroen. — Mouscron Nijvel. — Nivelles Bertrix Dinant
2. Les membres de la police ferroviaire fédérale recevaient en effet des titres de transport gratuits sur
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16090
werkterrein waarop zij ingezet worden. Momenteel wordt onderzocht, in het kader van een nieuw protocolakkoord tussen de NMBS en de politiediensten in hoeverre kosteloos vervoer voor politiemensen in uniform kan bijdragen tot een groter veiligheidsgevoel. Het ontradend effect van de politieman/vrouw in uniform is tot hiertoe niet bewezen, aangezien de meeste politiemensen in hun woon-werkverkeer niet in uniform reizen.
base de l’affectation de leur lieu de travail. Actuellement, un examen est en cours, dans le cadre d’un nouveau protocole d’accord entre la SNCB et les services de police, afin de déterminer dans quelle mesure le transport gratuit des membres de la police en uniforme peut apporter un plus grand sentiment de sécurité. L’effet dissuasif de l’agent de police en uniforme n’est pas prouvé jusqu’à présent, vu que la plupart d’entre eux, lors de leur déplacement domicile-travail, ne portent pas l’uniforme.
Er zijn bij de NMBS tot op heden geen gevallen bekend waarbij, in geval van agressie, het treinpersoneel niet zou kunnen rekenen op de hulp van de in de trein aanwezige politiemensen in uniform.
La SNCB n’a pas connaissance jusqu’à présent de cas où, lors d’une agression, le personnel des trains n’aurait pu compter sur l’intervention d’agents de police en uniforme présents dans le train.
DO 2001200200937
DO 2001200200937
Vraag nr. 633 van de heer Francis Van den Eynde van 8 april 2002 (N.) :
Question no 633 de M. Francis Van den Eynde du 8 avril 2002 (N.) :
NMBS. — Veiligheid. — Moeilijkheden.
SNCB. — Sécurité. — Difficultés.
Naar ik verneem kent de NMBS heel wat moeilijkheden in verband met de veiligheid en dan meer in het bijzonder in Erquelinnes, Bierges-Six Flags en Quaregnon.
Il me revient que la SNCB est confrontée à de nombreuses difficultés sur le plan de la sécurité, et ce plus particulièrement à Erquelinnes, Bierges-Six Flags et Quaregnon.
1. Hoe is dit te verklaren ?
1. Comment expliquez-vous cet état de choses ?
2. Welke maatregelen werden er getroffen om dit in de toekomst te vermijden ?
2. Quelles mesures ont été prises pour éviter de tels problèmes à l’avenir ?
Antwoord : De NMBS heeft de problemen van Bierges-Six Flags structureel aangepakt in samenwerking met de federale politie-SPC en de lokale politie. Tijdens de openingsdagen van het pretpark zijn er permanent toezichten, zowel in de treinen naar en van de stopplaats Bierges-Six Flags als in de stopplaats zelf. Ook het overstapstation Ottignies is opgenomen in dit bewakingsprogramma. Verder wordt ook de infrastructuur van de stopplaats Bierges-Six Flags tegen half 2003 aangepast teneinde te beletten dat jongeren de sporen zouden oversteken. Een aantal treinen die deze stopplaats bedienen, zullen ook versterkt worden om overvolle treinen te vermijden.
Réponse : La SNCB a abordé de manière structurelle les problèmes rencontrés à Bierges-Six-Flags, en collaboration avec la police fédérale-SPC et la police locale. Les jours d’ouverture du parc d’attractions, une surveillance est exercée en permanence, tant dans les trains vers et au départ de Bierges-Six-Flags qu’au point d’arrêt proprement dit. La gare de correspondance d’Ottignies est également reprise dans ce programme de surveillance. En outre, l’infrastructure du point d’arrêt Bierges-Six-Flags sera adaptée pour fin 2003 afin d’empêcher que des jeunes traversent les voies. Un certain nombre de trains desservant ce point d’arrêt seront également renforcés pour éviter leur suroccupation.
Wat betreft de stations Erquelinnes en Quaregnon, deze waren lange tijd het mikpunt van vandalen en een toevluchtsoord voor zwervers. De dagelijkse toezichten door B-Security Mons in Quaregnon en door BSecurity Charleroi in Erquelinnes hebben aan deze toestand quasi een einde gesteld. Bovendien, wat betreft het station Erquelinnes, pakt de lokale politie de tussenkomsten aan waarvoor B-Security niet bevoegd is.
En ce qui concerne les gares d’Erquelinnes et de Quaregnon, celles-ci ont été longtemps la cible de vandales et un refuge pour clochards. Les surveillances journalières exercées par B-Security Mons à Quaregnon et par B-Security Charleroi à Erquelines ont mis quasi un terme à cette situation. De plus, en ce qui concerne la gare d’Erquelinnes, la police locale prend en charge les interventions pour lesquelles B-Security n’est pas compétent.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16091
DO 2001200200940
DO 2001200200940
Vraag nr. 636 van de heer Francis Van den Eynde van 8 april 2002 (N.) :
Question no 636 de M. Francis Van den Eynde du 8 avril 2002 (N.) :
NMBS. — Agressie.
SNCB. — Agression.
Op 28 februari 2002 werd het NMBS-personeel en de reizigers op een trein van Brussel-Zuid naar GentSint-Pieters lastig gevallen door een vijftiental Franstalige jongeren die in het bezit van alcoholische dranken waren.
Le 28 février 2002, le personnel de la SNCB et les voyageurs à bord d’un train assurant la liaison entre Bruxelles-Midi et Gand-Saint-Pierre ont été importunés par une quinzaine de jeunes francophones en possession de boissons alcoolisées.
Zij beschikten weliswaar over vervoersbewijzen tweede klas, maar namen toch in eerste klas plaats. Zij vielen er de reizigers lastig en vonden het nodig hun voeten op de banken te leggen.
Alors qu’ils disposaient de billets de deuxième classe, ils ont pris place en première classe. Ils ont importuné les voyageurs et mis les pieds sur les banquettes.
Tegenover het NMBS-personeel waren ze zeer agressief.
Ils se sont montrés très agressifs vis-à-vis du personnel de la SNCB.
In Denderleeuw kwam er politiebijstand.
La police est venue à la rescousse en gare de Denderleeuw.
1. Werden de jongeren daarna van eerste klas naar tweede klas gestuurd ? 2. Werden ze geı¨dentificeerd ?
1. Les jeunes ont-ils ensuite été conduits en deuxième classe ? 2. Ont-ils été identifiés ?
3. a) Werd er geverbaliseerd ?
3. a) Un procès-verbal a-t-il été dressé ?
b) Zo ja, welk gevolg werd aan het proces-verbaal gegeven ?
b) Dans l’affirmative, quelle suite y a été réservée ?
Antwoord : De NMBS heeft geen kennis van dergelijke feiten op 28 februari 2002, wel op 31 december 2001. 1. De jongeren werden in Denderleeuw door de lokale politie van eerste naar tweede klasse gestuurd. Vier onder hen werden weerhouden te Denderleeuw en met een volgende trein naar hun bestemming gebracht.
Réponse : La SNCB n’a pas connaissance que de tels faits soient survenus le 28 février 2002, mais bien le 31 décembre 2001. ` Denderleeuw, les jeunes ont d’abord été ren1. A voyés de première en deuxième classe par la police locale. Quatre d’entre eux ont été retenus à Denderleeuw et ont rejoint leur destination avec un train suivant.
2. Betrokkenen werden geı¨dentificeerd door de lokale politie.
2. Les personnes concernées ont été identifiées par la police locale.
3. a) De lokale politie van Denderleeuw stelde een proces-verbaal op.
3. a) La police locale de Denderleeuw a dressé un procès-verbal.
b) Het gevolg dat aan het proces-verbaal wordt gegeven is nog niet bekend : het parket heeft zijn onderzoek nog niet afgesloten.
b) La suite qui a été donnée au procès-verbal n’est pas encore connue, le parquet n’ayant pas encore cloˆturé son enqueˆte.
DO 2001200200941
DO 2001200200941
Vraag nr. 637 van de heer Francis Van den Eynde van 8 april 2002 (N.) :
Question no 637 de M. Francis Van den Eynde du 8 avril 2002 (N.) :
NMBS. — Station Oostende. — Agressie.
SNCB. — Gare d’Ostende. — Agression.
Op 8 januari 2002 viel een groepje dronken marginalen een NMBS-personeelslid in het station van
Le 8 janvier 2002, un groupe de marginaux ivres a agressé un membre du personnel de la SNCB en gare
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16092
Oostende aan omdat hij hen verzocht het wat kalmer aan te doen.
d’Ostende parce que cette personne leur avait demandé de se calmer quelque peu.
De betrokkene liep kwetsuren aan borst en ledematen op.
L’intéressé a été blessé au thorax et aux membres.
1. Kwam de politie tussenbeide ?
1. La police est-elle intervenue ?
2. Werden de daders geı¨dentificeerd ?
2. Les auteurs de l’agression ont-ils été identifiés ?
3. a) Werd er geverbaliseerd ?
3. a) Un procès-verbal a-t-il été dressé ?
b) Zo ja, welk gevolg werd aan het proces-verbaal gegeven ?
b) Dans l’affirmative, quelle suite y a été donnée ?
4. Zal de NMBS de betrokken bediende bij een eventuele burgerlijke partijstelling voor de rechtbank bijstaan ?
4. La SNCB assistera-t-elle le membre du personnel concerné si celui-ci devait se constituer partie civile auprès du tribunal ?
Antwoord :
Réponse :
1. De federale politie (spoorwegpolitie brigade West, post Oostende) kwam tussen.
1. La police fédérale (brigade Ouest de la police des chemins de fer, poste d’Ostende) est intervenue.
2. De daders zouden zijn geı¨dentificeerd door deze politiedienst.
2. Les auteurs des faits seraient en principe identifiés par ce service de police.
3. a) Er werd inderdaad een proces-verbaal opgesteld.
3. a) Un procès-verbal a effectivement été dressé.
b) Het gevolg dat aan het proces-verbaal wordt gegeven is nog niet bekend : het Parket heeft zijn onderzoek nog niet afgesloten.
b) La suite réservée au procès-verbal n’est pas encore connue, le Parquet n’ayant pas encore cloˆturé son enqueˆte.
4. Ja. De NMBS zal zich dan trouwens burgerlijke partij stellen.
4. Oui. La SNCB se constituera d’ailleurs en ce cas partie civile.
DO 2001200200949
DO 2001200200949
Vraag nr. 642 van mevrouw Frieda Brepoels van 8 april 2002 (N.) :
Question no 642 de Mme Frieda Brepoels du 8 avril 2002 (N.) :
NMBS. — Seniorenticketten.
SNCB. — Billets seniors.
Volgens haar eigen cijfers verkocht de NMBS 1 888 335 voordelige seniorenticketten in 2001. Dat is een stijging van bijna 850 000 stuks ten opzichte van 2000. In dit verband verklaarde de woordvoerster van de NMBS dat de spoorwegmaatschappij in 2001 omwille van het seniorentarief meer dan 900 extra treinen heeft moeten inleggen.
Selon ses propres données chiffrées, la SNCB a vendu 1 888 335 billets seniors promotionnels en 2001, ` cet soit environ 850 000 billets de plus qu’en 2000. A égard, le porte-parole de la SNCB a déclaré qu’en 2001, la société de chemins de fer a duˆ mettre en circulation 900 trains supplémentaires en raison de ce tarif seniors.
1. a) Welke extra treinen heeft de NMBS in 2001 uitsluitend omwille van de grote toeloop van senioren moeten laten rijden ?
1. a) Quels trains supplémentaires la SNCB a-t-elle duˆ mettre en circulation en 2001 en raison uniquement de la grande affluence de seniors ?
b) Graag een lijst per dag met vermelding van vertrek- en eindstation en vertrek- en aankomstuur.
b) Pourriez-vous me communiquer une liste établie par jour mentionnant la gare de départ et le terminus ainsi que les heures de départ et d’arrivée de ces trains supplémentaires ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16093
2. Hoeveel extra treinen heeft de NMBS in 2001 om andere redenen laten rijden ?
2. Combien de trains supplémentaires la SNCB at-elle mis en circulation pour d’autres raisons en 2001 ?
3. Welke vergoeding heeft u in 2001 aan de NMBS uitgekeerd ter compensatie van het seniorentarief ?
3. En 2001, quelle indemnité avez-vous versée à la SNCB en compensation du tarif senior ?
4. a) Welk bedrag aan inkomsten heeft de NMBS in 2001 moeten derven ten gevolge van het seniorentarief ?
4. ` combien s’élève le manque à gagner subi par la a) A SNCB en 2001 du fait de ce tarif senior ?
b) Welke kosten heeft de NMBS in 2001 moeten maken omwille van het seniorentarief ?
` combien s’élèvent les frais subis par la SNCB en b) A 2001 en raison de ce tarif senior ?
c) Welke baten heeft de NMBS in 2001 verworven ten gevolge van het seniorentarief ?
c) Quel est le montant des bénéfices générés pour la SNCB par ce tarif senior en 2001 ?
5. Hoe hoog zou, gezien de elementen uit het antwoord op de vorige vraag, volgens de NMBS het bedrag van uw tussenkomst moeten zijn ?
5. En fonction de la réponse fournie à la question précédente, à combien devrait s’élever, selon la SNCB, le montant de votre intervention ?
Antwoord :
Réponse :
1 en 2. Naast het reeds uitgebreide aanbod van ICIR- en L-treinen worden er tijdens de zomer bijkomende toeristentreinen (ICT-treinen) ingelegd.
1 et 2. En plus de l’offre déjà étendue de trains IC, IR et L, des trains touristiques supplémentaires (trains ICT) sont mis en service l’été.
In 2001 werden in het kader van de regeringsmaatregelen 65+/12- grote inspanningen geleverd om dit treinaanbod naar de kust nog meer uit te breiden, onder andere :
En 2001, de gros efforts ont été fournis, dans le cadre des mesures gouvernementales 65+/12-, en vue d’augmenter encore davantage cette offre de trains vers la coˆte :
— de basissamenstelling van de IC-IR-treinen naar en van de kust werd verhoogd;
— la composition de base des trains IC-IR de et vers la coˆte a été renforcée;
— de rijperiode van de toeristentreinen en van de IC K-treinen Genk-Gent, verlengd tot Blankenberge, werd herzien en uitgebreid;
— la période de circulation des trains touristiques et des trains IC K Genk-Gand, prolongés jusqu’à Blankenberge, a été revue et élargie;
— nieuwe ICT-treinen werden ingelegd en bijkomende IC K-treinen werden verlengd.
— de nouveaux trains ICT ont été mis en circulation et des trains IC K supplémentaires ont été prolongés.
Deze uitbreiding kwam neer, in de geplande dienstregeling, op 902 bijkomende treinen tijdens de zomer 2001 in vergelijking met 2000.
Cette extension correspond, au niveau des horaires tels que planifiés, à l’équivalent de 902 trains supplémentaires pour l’été 2001 par rapport à 2000.
Ook de mooi-weer-bulletins, waarin vastgelegd wordt welke treinen er bijkomend ingelegd worden wanneer er mooi weer is voorspeld, werden als gevolg van de nieuwe maatregelen aangepast. Zo werden er onder andere tijdens de week talrijke extratreinen voorzien na 19 uur voor de opvang van terugkerende 65+ reizigers. Wanneer tijdens de dag zelf blijkt dat dit aanbod nog niet voldoet aan de grote toeloop van reizigers worden er door de Gewestelijke Verkeersleiding in real-time nog bijkomende extratreinen ingelegd. Van 1 april tot 2 september 2001, werden zo in totaal 476 extratreinen ingelegd naar en van de kust, waarvan 262 tussen 1 april en 29 juni.
Les bulletins beau temps qui déterminent les trains supplémentaires à mettre en circulation en cas de prévisions météorologiques favorables ont également été adaptés suite aux nouvelles mesures. C’est ainsi qu’en semaine notamment, de nombreux trains extraordinaires ont été prévus après 19 heures pour assurer le retour des voyageurs 65+. Lorsqu’il apparaıˆt le jour meˆme que cette offre ne suffit toujours pas à rencontrer la grande affluence de voyageurs, la Gestion régionale du trafic met en marche en temps réel une série de trains extraordinaires supplémentaires. C’est ainsi que du 1er avril au 2 septembre 2001 un total de 476 trains supplémentaires ont été mis en circulation de et vers la coˆte, dont 262 entre le 1er avril et le 29 juin.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2060
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16094
De NMBS heeft geen lijst van de treinen die uitsluitend vanwege de grote toeloop van de senioren ingelegd werden. 3. In 2001 bedroeg de financie¨le bijdrage van de Staat inzake seniorenbiljetten 270 miljoen frank.
La SNCB ne dispose pas d’une liste de trains qui ont été mis en circulation exclusivement en raison d’une grande affluence de seniors. 3. En 2001, la contribution financière de l’E´tat relative aux billets seniors s’élevait à 270 millions de francs.
4. Op basis van een verkoop van ongeveer 2 miljoen seniorenbiljetten in 2001, oordeelt de NMBS dat het nettoverlies kan worden geraamd op 290 miljoen frank. Dit bedrag omvat zowel het verlies van ontvangsten inzake seniorenbiljetten die in de plaats zijn gekomen van duurdere vervoerbewijzen (56 % van de gevallen) als de extra ontvangsten van nieuwe reizen die voortvloeien uit de tariefmaatregel (44 % van de gevallen).
4. Sur base d’une vente d’environ 2 millions de billets seniors en 2001, la SNCB estime que la perte nette peut eˆtre évaluée à 290 millions de francs. Ce montant tient compte aussi bien de la perte de recettes relative aux billets seniors qui se sont subsitués à des titres de transport plus onéreux (56 % des cas) que des recettes supplémentaires de nouveaux voyages générés par la mesure tarifaire (44 % des cas).
De kosten voor de versterking van de treindienst ingevolge de seniorenbiljetten en het kosteloos vervoer van kinderen onder de 12 jaar (het is onmogelijk de gevolgen van die twee maatregelen te scheiden) bedragen voor 2001 ongeveer 70 miljoen frank.
Le couˆt des mesures de renforcement du service des trains dues aux billets seniors et à la gratuité des enfants de moins de 12 ans (il est impossible de dissocier l’impact des deux mesures) s’élève à environ 70 millions de francs pour l’année 2001.
5. Nog altijd volgens de NMBS en rekening houdend met het verschil tussen het bedrag van de financie¨le compensaties die aan de NMBS worden toegekend voor het kosteloos vervoer van kinderen onder de 12 jaar en de werkelijke kosten van die maatregel (5 miljoen frank ten laste van de NMBS), zou het totale bedrag van de compensaties voor 2001 met 95 miljoen frank moeten worden verhoogd.
5. Toujours selon la SNCB, compte tenu de la différence entre le montant des compensations financières octroyées à la SNCB pour la gratuité accordée aux enfants de moins de 12 ans et le couˆt réel de cette mesure (5 millions de francs en défaveur de la SNCB), le montant total des compensations devrait eˆtre augmenté de 95 millions de francs pour l’année 2001.
DO 2001200201010
DO 2001200201010
Vraag nr. 650 van de heer Bruno Van Grootenbrulle van 19 april 2002 (Fr.) :
Question no 650 de M. Bruno Van Grootenbrulle du 19 avril 2002 (Fr.) :
Inschrijving van voertuigen in Frankrijk en in Belgie¨.
Immatriculation des véhicules en France et en Belgique.
Overeenkomstig artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 schrijven de personen die in Belgie¨ verblijven de voertuigen die zij wensen in het verkeer te brengen in in het repertorium van de voertuigen bedoeld in artikel 6 van voormeld koninklijk besluit, zelfs indien deze voertuigen reeds in het buitenland zijn ingeschreven.
Suivant l’article 3, § 1er, de l’arrêté royal du 20 juillet 2001, les personnes résidant en Belgique immatriculent les véhicules qu’elles souhaitent mettre en circulation en Belgique au répertoire des véhicules visé à l’article 6 dudit arrêté royal, même si ces véhicules sont immatriculés à l’étranger.
In de grensgemeenten rijden vele personen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente nochtans regelmatig met een in Frankrijk ingeschreven voertuig.
Toutefois, dans les communes frontalières, de nombreuses personnes inscrites dans les registres de population d’une commune belge circulent de manière régulière avec un véhicule immatriculé en France.
1. Leven zij de wettelijke bepalingen na ?
1. Ces personnes respectent-elles les dispositions légales ?
2. Zoniet, welke stappen moeten zij doen om hun situatie te regulariseren ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2. Dans la négative, quelles démarches doivent-elles accomplir afin de régulariser leur situation ?
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16095
Antwoord : Het verkeer van inwoners ingeschreven in het Belgisch Rijksregister aan het stuur van in het buitenland ingeschreven voertuigen, is alleen toegelaten in het strikte kader van artikel 3, § 2, 2o van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen.
Réponse : La circulation de résidents inscrits au registre national en Belgique au volant de véhicules immatriculés à l’étranger n’est permise que dans le cadre limité de l’article 3, § 2, 2o de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 sur l’immatriculation des véhicules.
Alleen de bezoldigden (dat wil zeggen inwoners van Belgie¨ die werkelijk in een ondergeschikt verband staan tegenover een in het buitenland gevestigde werkgever) mogen een voertuig gebruiken dat door hun werkgever ter beschikking wordt gesteld en ingeschreven is in het buitenland, voor zoverre dat ze, voorafgaandelijk, een attest verkrijgen van de Belgische BTW-administratie, dat zich aan boord van het voertuig moet bevinden.
Seuls les salariés (c’est à dire les résidents en Belgique se trouvant dans un lien de subordination véritable vis à vis d’un employeur établi à l’étranger) peuvent utiliser un véhicule mis à disposition et immatriculé par leur employeur à l’étranger pour autant que, préalablement, ils obtiennent une attestation de l’administration belge de la TVA, document qui doit se trouver à bord du véhicule.
Onder deze voorwaarde is het persoonlijk gebruik van het voertuig toegelaten, ten bijkomstige en uitzonderkijke titel.
` cette condition, l’usage privé du véhicule est autoA risé, à titre accessoire et occasionnel.
Bij het niet kunnen verkrijgen van dit attest (namelijk in het geval van zelfstandigen of bestuurders van een maatschappij) moet men rijden onder een Belgische kentekenplaat, waarbij het feit van dichtbij een grens te wonen geen verantwoording is om in overtreding te rijden onder een buitenlandse inschrijving.
` défaut de pouvoir obtenir cette attestation (noA tamment dans le cas d’indépendants ou d’administrateurs de sociétés), la circulation doit se faire sous plaques belges, le fait d’habiter à proximité d’une frontière ne constituant pas une justification pour rouler en infraction sous immatriculation étrangère.
DO 2001200201042
DO 2001200201042
Vraag nr. 651 van mevrouw Frieda Brepoels van 23 april 2002 (N.) :
Question no 651 de Mme Frieda Brepoels du 23 avril 2002 (N.) :
NMBS. — Bestelling van bijkomende dieselmotorstellen.
SNCB. — Commande d’automotrices diesel.
De problemen met de nieuwe dieselmotorstellen van het type 41 zijn meer dan bekend. Ze houden overigens aan. De jongste weken is een motorstel uitgebrand. Enkele weken geleden verloor een motorstel zelfs een deel van het koetswerk.
Les problèmes liés aux nouvelles automotrices diesel de type 41 sont bien connus. Ils continuent d’ailleurs à se poser. Récemment, une automotrice a pris feu. Il y a quelques semaines à peine, une autre automotrice a perdu une partie de sa carrosserie.
In een vaktijdschrift lazen we het bericht dat de raad van bestuur van de NMBS beslist zou hebben om 16 bijkomende motorstellen te bestellen, voornamelijk om het tekort aan capaciteit op de IR-verbinding Antwerpen-Neerpelt op te vangen. Als we goed ingelicht zijn gaat het om een bedrag van bijna 30 miljoen euro. Geen habbekrats dus.
Nous avons pu lire dans une publication spécialisée que le conseil d’administration de la SNCB aurait pris la décision de commander 16 automotrices supplémentaires, principalement dans le but de pallier au manque de capacité sur la ligne IR Anvers-Neerpelt. Si nos informations sont fiables, il s’agit d’un montant de près de 30 millions d’euros. Il s’agit là d’un montant considérable.
1. a) Klopt dit bericht ? b) Om welk bedrag gaat het in totaal ?
1. a) Ces informations sont-elles correctes ? ` combien s’élève le montant total ? b) A
c) Wanneer heeft de raad van bestuur deze aankoop goedgekeurd ?
c) Quand le conseil d’administration a-t-il approuvé cet achat ?
2. De huidige bestelling is nog niet volledig geleverd. De zogenaamde kinderziektes zijn nog steeds niet
2. La commande actuelle n’a pas encore été livrée dans son intégralité. Les maladies d’enfance n’ont pas
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16096
opgelost, al had de NMBS beloofd dat einde december 2001 alles in orde zou zijn. De betrouwbaarheid van het materieel is dus allerminst aangetoond.
encore été guéries, même si la SNCB avait promis que tout serait en ordre pour la fin décembre 2001. La fiabilité du matériel n’a donc certainement pas été démontrée.
a) Hoe verantwoordt u in deze omstandigheden een dergelijke beslissing ?
a) Dans de telles conditions, comment pouvez-vous justifier une telle décision ?
b) Getuigt dit niet veeleer van een onverantwoorde vorm van roekeloosheid ?
b) Ne s’agit-il pas de la preuve d’une forme injustifiée de témérité ?
3. De capaciteitsproblemen op de IR-e AntwerpenNeerpelt zijn groot : in de spits volstaan vijf gekoppelde motorstellen niet om alle reizigers een zitplaats te geven. Bovendien rijden er in dat geval in één trein negen overbodige stuurposten mee.
3. Les problèmes de capacité de la ligne IR-e Anvers-Neerpelt sont importants : aux heures de pointe, cinq automotrices couplées ne suffisent pas à permettre à tous les passagers de disposer d’une place assise. En outre, dans cette situation, neuf postes de conduite inutiles font partie du convoi.
Waarom heeft de NMBS niet beslist om drieledige motorstellen bij te bestellen of om voor een aantal motorstellen tussenrijtuigen aan te kopen ?
Pourquoi la SNCB n’a-t-elle pas décidé de commander des automotrices triples ou d’acheter des voitures intermédiaires pour un certain nombre d’automotrices ?
4. a) Heeft de NMBS bijkomende garanties gee¨ist van de constructeur over de bedrijfszekerheid van het bestelde materieel ?
4. a) La SNCB a-t-elle exigé des garanties supplémentaires de la part du constructeur quant à la fiabilité du matériel commandé ?
b) Zo niet, waarom niet ?
b) Dans la négative, pourquoi pas ?
c) Zo ja, hebben die een verhoging van de aankoopprijs tot gevolg ?
c) Dans l’affirmative, ces garanties ont-elles entraıˆné une augmentation du prix d’achat ?
Antwoord :
Réponse :
1. De raad van bestuur van de NMBS heeft op 26 oktober 2001 de aankoop goedgekeurd van 16 bijkomende hydraulische dieselmotorrijtuigen MR 41. De bestelling werd geplaatst op 6 december 2001, voor een bedrag van 40 miljoen euro.
1. Le conseil d’administration de la SNCB a approuvé le 26 octobre 2001 l’acquisition de 16 autorails diesel hydrauliques MR 41 supplémentaires. La commande a été passée le 6 décembre 2001 et s’élève à 40 millions d’euros.
2. Gelet op het beperkte aantal te bestellen bijkomende motorrijtuigen, was het belangrijk te letten op de uniformiteit van het park. Deze beslissing zorgt noodzakelijkerwijs voor een kostenbesparing, onder andere op het vlak van onderhoud, personeelsopleiding en studiekosten. De constructeur verhelpt eveneens de verschillende technische problemen op de motorrijtuigen van de eerste schijf, die als « jeugdziekten » kunnen worden beschouwd. De wijzigingen aan de motorrijtuigen uit de eerste schijf worden eveneens stelselmatig aangebracht op de 16 bijkomende motorrijtuigen.
2. Vu le nombre restreint d’autorails supplémentaires à commander, il était important de veiller à une uniformité de la flotte. Cette décision permet inévitablement une diminution des coûts au niveau, entre autres, de la maintenance, de l’initiation du personnel et des frais d’étude. Le constructeur remédie également aux différents problèmes techniques qui sont survenus sur les autorails de la première tranche et qui peuvent être qualifiés de « maladies de jeunesse ». Les modifications apportées aux autorails de la première tranche sont systématiquement répercutées sur les 16 autorails supplémentaires.
3. De NMBS is niet op de hoogte van capaciteitsproblemen op de IRe-verbinding Antwerpen-Neerpelt tijdens de piekuren. Het kan zijn dat er in bepaalde gevallen (verminderde samenstelling, ontregeld treinverkeer) overbezettingen voorkomen maar het gaat niet over structurele problemen. De bijkomende bestelling van 16 dieselmotorrijtuigen is noodzakelijk voor de door de NMBS beoogde reizigerstoename.
3. La SNCB n’a pas connaissance de problèmes de capacité sur la liaison IRe Anvers-Neerpelt pendant l’heure de pointe. Il se peut que, dans certains cas (composition réduite, trafic perturbé), des suroccupations se produisent, mais il ne s’agit pas de problèmes structurels. La commande supplémentaire de 16 autorails diesel est nécessaire pour faire face à l’augmentation de voyageurs, objectif que s’est fixé la SNCB.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16097
4. De vereisten inzake bedrijfszekerheid en beschikbaarheid zoals vermeld in de basisbestelling en eveneens in de bijkomende bestelling, waarborgen dat de NMBS materieel krijgt dat een normale commercie¨le dienstverlening kan bieden.
4. Les exigences en matière de fiabilité et de disponibilité telles qu’énoncées dans la commande de base et reprises également dans la commande supplémentaire garantissent à la SNCB d’obtenir un matériel apte à réaliser un service commercial normal.
De door de constructeur geleverde inspanningen bieden eveneens alle waarborg voor het verkrijgen van materieel dat beantwoordt aan de gestelde voorwaarden.
Les démarches réalisées par le constructeur lui donnent également toutes les assurances d’obtenir un matériel conforme aux conditions posées.
DO 2001200201046
DO 2001200201046
Vraag nr. 652 van de heer Willy Cortois van 24 april 2002 (N.) :
Question no 652 de M. Willy Cortois du 24 avril 2002 (N.) :
Technische controle voor de motorvoertuigen. — Autobanden. — Snelheidsbeperkingen.
Controˆle technique des véhicules automobiles. — Pneus. — Limitations de vitesse.
Volgens de voorschriften die door de diensten van de technische controle voor de motorvoertuigen worden toegepast moeten de banden die op de auto’s worden aangebracht beantwoorden aan specifieke eigenschappen en criteria.
Conformément aux règles appliquées par les services du controˆle technique pour les véhicules automobiles, les pneus dont sont équipées les voitures répondent à des caractéristiques et à des critères spécifiques.
Zo krijgen automobilisten te horen dat de specificaties van de banden niet passen voor het voertuig dat zij op de controle aanbieden. Als reden wordt opgegeven dat de snelheidsmeter van hun voertuig inderdaad aanwijst dat wanneer bijvoorbeeld een maximumsnelheid van 210 km/uur aangeduid wordt, het voertuig met een bepaald type banden moet zijn uitgerust.
C’est ainsi que certains automobilistes s’entendent dire au controˆle technique que les spécifications de leurs pneus ne sont pas adaptées au véhicule qu’ils présentent au controˆle. On leur en explique la raison : si le compteur de vitesse de leur véhicule indique une vitesse maximum de 210 km/h, leur véhicule doit être équipé de pneus d’un certain type.
Het komt erop neer dat de eigenaar van het voertuig dan dit type banden op zijn wagen zou moeten aanbrengen. Deze banden moeten bestand zijn tegen dergelijke hoge snelheden, maar ze zijn ook zeer duur.
Conclusion : le propriétaire du véhicule est prié d’installer ce type de pneus sur sa voiture, pneus qui doivent être prévus pour résister à des vitesses aussi élevées mais qui sont très couˆteux.
Er wordt dus verondersteld dat een auto-eigenaar wanneer hij met dit voertuig op de openbare weg rijdt een « zware overtreding » zal begaan, terwijl in werkelijkheid hij wellicht nooit meer dan 160 km/uur zal rijden.
Le controˆle technique présume donc que le propriétaire de cette voiture commettrait une « infraction grave » s’il roulait sur la voie publique avec ce véhicule alors qu’en réalité, il ne roulera probablement jamais à une vitesse supérieure à 160 km/h.
Het komt mij dan ook voor dat het hier duidelijk gaat om een onlogische gedachtegang, die zeker niet thuishoort in een reglementering die toch een zekere logica zou moeten hanteren.
Par conséquent, il m’apparaıˆt qu’il s’agit là d’un raisonnement illogique qui n’a absolument pas sa place dans une réglementation qui devrait tout de même se fonder sur une certaine logique.
1. Waarom wordt er van uit gegaan, dat een snelheid vermeld op de kilometerteller automatisch zal worden gehaald en dat alle bestuurders bijgevolg de snelheidsbeperkingen zullen negeren ?
1. Pourquoi part-on du principe qu’une vitesse mentionnée sur le compteur kilométrique sera automatiquement atteinte et que, dès lors, tous les conducteurs dédaigneront les limitations de vitesse ?
2. Zou de reglementering niet moeten aangepast worden uitgaande van de vaststelling dat de overheid geen onnodige uitgaven moet opleggen aan de grote meerderheid der chauffeurs ?
2. Ne conviendrait-il pas d’adapter la réglementation sur la base du constat que l’autorité publique devrait se garder d’imposer des dépenses inutiles à la grande majorité des automobilistes ?
Antwoord : Bij de beoordeling van de snelheidscategorie van de banden door de stations voor auto-
Réponse : Pour l’appréciation de l’indice de vitesse des pneus, les stations de controˆle technique tiennent
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16098
keuring wordt voor het ogenblik reeds rekening gehouden met de maximumsnelheid van het voertuig.
pour l’instant toujours compte de la vitesse maximale du véhicule.
Tussen 15 maart 2000 en 29 oktober 2001, zich baserend op artikel 13 van het technisch reglement (koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen), werd uitsluitend rekening gehouden met de snelheidscategorie van de banden vermeld in het proces-verbaal van goedkeuring (PVG).
Entre le 15 mars 2000 et les 29 octobre 2001, en se basant sur l’article 13 du règlement technique (arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules automobiles, leurs remorques, leurs éléments ainsi que les accessoires de sécurité), on a exclusivement tenu compte de l’indice de vitesse des pneus mentionné au procès-verbal d’agréation (PVA).
Dit artikel bepaalt in § 2 : « Elke verbouwing van een voertuig waardoor het niet meer overeenstemt met het proces-verbaal van goedkeuring, wordt bekrachtigd met een getuigschrift waarbij afwijking wordt verleend van de erin vervatte gegevens. Wanneer de verbouwing echter wordt uitgevoerd door een andere persoon dan de constructeur of zijn gemachtigde, wordt het verzoek niet ingewilligd tenzij met de toestemming van de constructeur of zijn gemachtigde. »
Cet article dispose au § 2 : « Toute transformation effectuée à un véhicule de telle façon qu’il ne soit plus conforme au procès-verbal d’agréation est sanctionnée par une dérogation à ce dernier. Toutefois, si la transformation est effectuée par une personne autre que le constructeur ou son mandataire, la demande n’est prise en considération que moyennant l’accord de ce constructeur ou de son mandataire. »
Omwille van de vele klachten en overwegende dat heel wat constructeurs, die voertuigtypes aanbieden met benzine- en dieselmotoren, vaak slechts één snelheidscategorie aanvragen voor beide motortypes, niettegenstaande voor de dieselversie een lagere snelheidscategorie technisch aanvaardbaar is, werd naar een minder strikte doch veilige oplossing gezocht. In samenspraak met de bandenindustrie werd een regeling uitgewerkt die, in afwijking van artikel 13, banden toelaat met een snelheidscategorie geschikt voor de maximumsnelheid van het voertuig.
E´tant donné les nombreuses plaintes et que plusieurs constructeurs qui présentent des types de véhicule avec des moteurs « essence et diesel », ne demandent souvent qu’un seul indice de vitesse pour les deux motorisations, bien que pour une version « diesel » un indice de vitesse inférieur soit techniquement acceptabe, nous avons cherché une solution moins stricte et tout aussi suˆre. En concertation avec l’industrie du pneu, nous avons élaboré une mesure qui, en dérogation de l’article 13, autorise des pneus avec un indice de vitesse en rapport à la vitesse maximale du véhicule.
Wat de contrete vragen betreft wil ik het volgende meedelen :
En ce qui concerne les questions concrètes je souhaite vous communiquer ce qui suit
1. Rekening houdend met de huidige toestand, waarbij de snelheidsbeperkingen in verschillende landen verschillend zijn, is het begrijpelijk dat men ervoor wil zorgen dat een voertuig altijd is uitgerust met banden die overeenstemmen met de maximumsnelheid ervan.
1. Compte tenu de la situation actuelle, où les limitations de vitesse sont différentes dans les différents pays, il est compréhensible que l’on entende veiller à ce qu’un véhicule soit toujours équipé de pneus en rapport à sa vitesse maximale.
Ik ben echter van mening dat de maximumsnelheid van voertuigen die op de markt worden gebracht op Europees vlak moet worden verlaagd.
Je suis toutefois d’avis que l’on devrait réduire, au plan européen, la vitesse maximale des véhicules mis sur le marché.
2. De procedure voor de aanpassing van het technisch reglement zoals aangegeven in de toelichting is gaande.
2. La procédure d’adaptation du règlement technique signalé dans le commentaire est en cours.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16099
DO 2001200200740
DO 2001200200740
Vraag nr. 655 van de heer Alfons Borginon van 25 februari 2002 (N.) :
Question no 655 de M. Alfons Borginon du 25 février 2002 (N.) :
International Maritime Organisation. — Verruiming bevoegdheden tot de zeehavens.
Organisation maritime internationale. — Extension des compétences aux ports maritimes.
Recentelijk ontstond nogal wat beroering over een verkeerd geciteerde uitspraak van de minister in verband met het zogezegde Amerikaanse voornemen om nog slechts 10 containerhavens in de wereld als vertrekhavens voor Amerikaanse import te aanvaarden. Intussen blijkt dit op een misverstand te steunen, in die zin dat het een foute interpretatie was van een academische presentatie in verband met de veiligheid van de internationale containertrafiek. Desalniettemin blijken er toch duidelijke signalen te zijn dat de Verenigde Staten aandringen op strengere controlesystemen in de verschillende wereldhavens om terrorisme en andere criminele activiteiten tegen te gaan. Zo dringt de Bushadministratie aan op een uitbreiding van de bevoegdheden van de International Maritime Organisation tot de havens en dus multilateraal genegocieerde veiligheidsmaatregelen. Anderzijds is er ook een initiatief van de Amerikaanse democratische senator Hollings om de veiligheid in havens in regels vast te leggen. En ook daar — met name in sectie 108 — worden maatregelen voorgesteld die onze havens ernstig kunnen raken.
Une déclaration mal interprétée de la ministre a récemment suscité l’émoi : les E´tats-Unis projetteraient de limiter le nombre de ports de départ pour les importations américaines à 10 ports de conteneurs seulement. Dans l’intervalle, il s’est avéré que cette agitation découle d’un malentendu dans la mesure ou` une présentation académique sur la sécurité du trafic international de conteneurs a été interprétée erronément. Néanmoins, il est clair que les E´tats-Unis insistent pour que des systèmes de controˆle plus stricts soient mis en place dans les différents ports mondiaux afin de combattre le terrorisme et les autres activités criminelles. Ainsi, l’administration du président Bush insiste sur l’extension des compétences de l’Organisation maritime internationale aux ports et donc, sur la mise en œuvre de mesures de sécurité négociées sur le plan multilatéral. Parallèlement à cela, le sénateur démocrate américain Hollings a pris une initiative visant à réglementer la sécurité dans les ports. En l’occurrence, les mesures proposées, comme par exemple à la section 108, pourraient gravement toucher nos ports.
1. Wat is het Belgische standpunt inzake het verruimen van de bevoegdheden van de International Maritime Organisation tot de zeehavens ?
1. Quel est le point de vue de la Belgique en ce qui concerne l’extension des compétences de l’Organisation maritime internationale aux ports ?
2. a) Welke instrumenten inzake zeehavenveiligheid zijn voor de Belgische delegatie bespreekbaar ?
2. a) Selon la délégation belge, quels instruments de sécurité portuaire peuvent faire l’objet d’une discussion ?
b) Wordt hierover grondig overleg gepleegd met de diverse zeehavenautoriteiten die ons land rijk is ?
b) Une concertation approfondie a-t-elle été menée à ce sujet avec les autorités portuaires de notre pays ?
c) Is dit overleg gestructureerd ?
c) Cette concertation a-t-elle été structurée ?
3. Zullen onze diplomaten contact nemen met de indieners van het voorstel-Hollings teneinde — eventueel samen met andere Europese delegaties — het belang van een multilateraal genegocieerde oplossing te benadrukken ?
3. Nos diplomates prendront-ils contact avec les auteurs de la proposition Hollings afin de souligner, conjointement peut-être avec les autres délégations européennes, l’importance que revêt la recherche d’une solution négociée sur le plan multilatéral ?
4. Op welke manier zal u het Parlement hieromtrent tijdig informeren ? Normalerwijze kan de wetgevingsprocedure in het Amerikaanse Parlement op een jaar afgerond zijn, derhalve is tijdige doorstroming van informatie naar alle betrokkenen cruciaal.
4. Comment informerez-vous le Parlement à ce sujet en temps opportun ? Dans la mesure ou` la procédure législative au Congrès américain pourrait être bouclée en un an, il importe que les informations soient transmises en temps opportun à toutes les parties concernées.
5. Op welke wijze wordt de Vlaamse regering — als overheid bevoegd voor de Vlaamse zeehavens — hierbij diplomatiek betrokken ?
5. Comment le gouvernement flamand, autorité compétente pour les ports maritimes flamands, serat-il associé aux contacts diplomatiques en la matière ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16100
Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de door hem gestelde vragen.
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
1. Er rijst voor Belgie¨ geen probleem wat betreft de reikwijdte van de bevoegdheid van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) inzake de maatregelen die worden ontwikkeld ter bestrijding van het terrorisme in de scheepvaart zoals die nu werd afgelijnd. Die bevoegdheid blijft beperkt tot het schip en de activiteiten van de haven waarbij het schip rechtstreeks is betrokken. Ze reikt niet verder dan de voorzieningen die IMO bijvoorbeeld oplegt voor het bieden van hulp van aan wal gemeerde schepen in nood.
1. Pour la Belgique, il ne se pose pas de problème concernant l’étendue des compétences de l’Organisation maritime international (OMI) relatives aux dispositions telles que prises actuellement pour la lutte contre le terrorisme dans la navigation. Ces compétences se limitent au navire et aux activités du port qui lui sont directement liées. Elles ne dépassent pas les mesures imposées par l’OMI par exemple pour l’aide à fournir à des navires en détresse à quai.
2. a) Bespreekbaar zijn maatregelen die passen in de context van het Internationaal Verdrag van 1974 voor beveiliging van mensenlevens op zee (SOLAS 74). Dit behelst in hoofdzaak, wat het schip betreft, het versneld invoeren van een verplicht automatisch identificatie- en positiemeldingsysteem (AIS) en het voorzien aan boord van een beveiligingsplan en een beveiligingsverantwoordelijke bij de exploitant van het schip. Wat de havenactiviteiten betreft waarbij het schip rechtstreeks is betrokken beperken die maatregelen zich tot het voorzien van een beveiligingsplan en een beveiligingsverantwoordelijke.
2. a) Des mesures cadrant avec la convention internationale de 1974 pour la sauvegarde de la vie humaine en mer (SOLAS 74) sont à discuter. Concernant les navires, ceci comprend principalement l’introduction accélérée d’un système automatique obligatoire d’identification et d’annonce de la position (AIS) ainsi que la prévision à bord d’un plan de suˆreté et d’un officier de suˆreté aux coˆtés d’un responsable de la suˆreté auprès de l’exploitant du navire. Pour les activités du port auxquelles le navire est directement lié, ces mesures se limitent à la prévision d’un plan de suˆreté et d’un responsable de la suˆreté.
b) Over de bij IMO door Belgie¨ in te nemen standpunten wordt grondig overleg gepleegd. Ik heb het initiatief genomen een interdepartementale werkgroep op te richten waarvan naast de diverse bevoegde ministeries ook de diverse zeehavenautoriteiten van het land deel van uitmaken.
b) Les prises de position à adopter par la Belgique auprès de l’OMI font l’objet de sérieuses concertations. J’ai pris l’initiative de constituer un groupe de travail interdépartemental, dont font également partie les diverses autorités des ports maritimes du pays.
c) Het overleg is gestructureerd in de schoot van die interdepartementale werkgroep.
c) La concertation est structurée dans ce groupe de travail interdépartemental.
3. Het ministerie van Buitenlandse Zaken is eveneens vertegenwoordigd in de interdepartementale werkgroep en onderhoudt in die context nauwe contacten met de Belgische diplomaten in Washington om daar de nodige demarches te ondernemen teneinde te beklemtonen dat Belgie¨ alleen met een multilaterale aanpak vrede kan nemen. Evenzo worden bij de ambassade van de Verenigde Staten van Amerika in Brussel regelmatig demarches ondernomen om datzelfde standpunt te verduidelijken.
3. Le ministère des Affaires étrangères est également représenté dans ce groupe de travail interdépartemental et il entretient, dans ce contexte des rapports étroits avec les diplomates belges à Washington afin d’y entreprendre les démarches nécessaires pour insister sur le fait que la Belgique ne peut accepter que la seule approche multilatérale. Des démarches sont de même entreprises régulièrement auprès de l’ambassade des E´tats-Unis d’Amérique à Bruxelles pour préciser cette prise de position.
4. De informatie die via de Belgische diplomatieke kanalen vanuit Washington wordt toegestuurd leert dat de Amerikaanse wetgevingsprocedure niet zo snel verloopt te meer daar er naar verluidt tussen de verschillende betrokken overheidsdiensten nog al wat onenigheid bestaat inzake bevoegdheden. Het Parlement en al de betrokken overheden zullen worden op de hoogte gehouden over de verdere ontwikkelingen van het dossier.
4. L’information envoyée par Washington via les canaux diplomatiques belges nous apprend que la procédure législative américaine ne se déroule pas rapidement, d’autant plus que, semble-t-il, des différends existent en matière de compétences entre les divers services publics concernés. Le Parlement sera, comme toutes les autorités impliquées, tenu au courant des développements dans ce dossier.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16101
5. De Vlaamse regering werd door mij formeel uitgenodigd om deel te nemen aan de interdepartementale werkgroep. Zoals vermeld maken ook de havenautoriteiten hier deel van uit.
5. J’ai invité formellement le gouvernement flamand à participer au groupe de travail interdépartemental. Comme mentionné, les autorités des ports maritimes en font également partie.
DO 2001200201203
DO 2001200201203
Vraag nr. 666 van de heer Daan Schalck van 29 mei 2002 (N.) :
Question no 666 de M. Daan Schalck du 29 mai 2002 (N.) :
NMBS. — Mogelijke sluiting van het station GavereAsper als verkooppunt.
SNCB. — Fermeture éventuelle de la gare de GavereAsper en tant que point de vente.
Naar wij konden vernemen heeft de NMBS een voorstel ter tafel gelegd om het station Gavere-Asper te sluiten als verkooppunt.
Il me revient que la SNCB envisagerait de fermer la gare de Gavere-Asper en tant que point de vente.
Alhoewel het station kan blijven bestaan als « stopplaats » voor de treinen Oudenaarde-Gent, zou er, door deze maatregel, toch een belangrijke dienstverlening verdwijnen voor de gebruikers van het openbaar vervoer.
Même si la gare conserve son statut de « point d’arrêt » pour les trains de la ligne Audenarde-Gand, cette mesure signifierait la disparition d’un service important pour les usagers des transports publics.
De gemeente Gavere heeft belangrijke inspanningen gedaan ter verfraaiing van de stationsomgeving.
La commune de Gavere a réalisé des efforts considérables afin d’embellir les abords de la gare.
Ook het Vlaamse Gewest deed inspanningen om de Stationsstraat in te richten tot een veilige en verkeersvriendelijke doorgang.
La Région flamande s’est également efforcée d’aménager la « Stationsstraat » pour en faire une artère suˆre et conviviale pour la circulation.
1. Bestaan er plannen om het station te Gavere te sluiten als verkooppunt ?
1. La SNCB a-t-elle l’intention de fermer la gare de Gavere en tant que point de vente ?
2. Wat is daarvan de mogelijke motivatie ?
2. Quelle peut être la motivation de cette décision ?
3. Is er een timing vooropgesteld ?
3. Un calendrier a-t-il déjà été fixé ?
Antwoord : Het al of niet behoud van de verkoopfunctie in het station van Gavere-Asper wordt momenteel bestudeerd. Bijgevolg heeft de NMBS ter zake nog geen beslissing genomen.
Réponse : Le maintien ou non de la fonction de vente à la gare de Gavere-Asper est actuellement à l’étude. La SNCB n’a dès lors pas encore pris de décision à ce sujet.
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement
Consumentenzaken
Protection de la consommation
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 129 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 129 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2061
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16102
vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’Etat ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid ter kennis te brengen dat bij het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu 38 personeelsleden tewerkgesteld zijn ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van tewerkstelling van mindervaliden in de Rijksbesturen.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que le ministère des Affaires sociales, de la Santé publique et de l’Environnement emploie 38 agents en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 août 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat.
Wat betreft de diensten onder mijn bevoegdheid bij het ministerie van Economische Zaken, verwijs ik u naar het antwoord dat de heer Picqué op vraag nr. 293 van 4 juni 2002 (Economie) zal geven.
Pour ce qui est des services du ministère des Affaires économiques qui relèvent de mes compétences, je vous renvoie à la réponse qui sera donnée par M. Picqué à la question no 293 du 4 juin 2002 (E´conomie).
Volksgezondheid
Santé publique
DO 2001200201127
DO 2001200201127
Vraag nr. 455 van de heer Hubert Brouns van 17 mei 2002 (N.) :
Question no 455 de M. Hubert Brouns du 17 mai 2002 (N.) : Médicaments à usage humain. — E´chantillons. — Arrêté royal du 4 mars 2002.
Geneesmiddelen voor menselijk gebruik. — Monsters. — Koninklijk besluit van 4 maart 2002. Mijn vraag betreft het koninklijk besluit van 4 maart 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder geneesmiddelen voor menselijk gebruik in de vorm van monsters overhandigd mogen worden.
Ma question a trait à l’arrêté royal du 4 mars 2002 modifiant l’arrêté royal du 11 janvier 1993 fixant les conditions dans lesquelles des médicaments à usage humain peuvent être délivrés sous la forme d’échantillons.
1. Artikel 2 van voornoemd koninklijk besluit van 4 maart 2002 stelt dat « het aantal monsters voor eenzelfde geneesmiddel dat door de verantwoordelijke voor het in de handel brengen ervan kan worden verstrekt aan een persoon gemachtigd om geneesmiddelen voor te schrijven, is beperkt tot vier per jaar ».
1. L’article 2 de l’arrêté royal précité du 4 mars 2002 limite à quatre le nombre d’échantillons d’un même médicament pouvant être délivrés à une personne autorisée à prescrire des médicaments par le responsable de sa mise sur le marché.
a) Mag men dan van iedere galenische vorm (tabletten, capsules, poeders, siroop) èn dan ook nog van iedere hoeveelheid (100 mg, 150 mg, enz.) vier monsters per jaar per arts geven ?
a) Peut-on délivrer, par an et par médecin, quatre échantillons de médicaments, pour chaque forme galénique (comprimés, gélules, poudres, sirops) et pour chaque dosage (100 mg, 150 mg, etc.) ?
b) Wat is met andere woorden « eenzelfde geneesmiddel » ?
b) En d’autres termes, qu’entend-on par « un même médicament » ?
2. Artikel 2 bepaalt eveneens : « Deze beperking van het aantal monsters geldt niet indien het gebruik van monsters wordt opgelegd in het kader van de vergoedbaarheid van een farmaceutische specialiteit, namelijk als proeftherapie om de doeltreffendheid van de behandeling aan te tonen met het oog op het aanvra-
2. Aux termes de l’article 2, le nombre d’échantillons n’est pas limité lorsque l’usage de tels échantillons s’inscrit dans le cadre de la remboursabilité d’une spécialité pharmaceutique, c’est-à-dire en tant que thérapie expérimentale pour démontrer l’efficacité du traitement en vue de demander l’autorisation de
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16103
gen van een machtiging tot het vergoeden van een farmaceutische specialiteit waarvoor de derdebetalersregeling is toegelaten, zoals bepaald in hoofdstuk IV van bijlage I van het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten. »
remboursement d’une spécialité pharmaceutique pour laquelle le système du tiers payant est admis comme visé au chapitre IV de l’annexe I de l’arrêté royal du 2 septembre 1980 fixant les conditions dans lesquelles l’assurance obligatoire contre la maladie et l’invalidité intervient dans le couˆt des spécialités pharmaceutiques et produits assimilés.
Op dit ogenblik is er zo nog maar één product op de markt.
Il ne reste actuellement qu’un seul produit de ce type sur le marché.
Is het de bedoeling van de regering om in de nabije toekomst meerdere producten in deze categorie onder te brengen ?
Le gouvernement entend-il faire entrer, dans un proche avenir, d’autres produits dans cette catégorie ?
3. Artikel 3 van voornoemd koninklijk besluit van 4 maart 2002 stelt dat artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Elk monster dient vergezeld te zijn van de wetenschappelijke bijsluiter voorzien in artikel 3, § 1, 1o, van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de voorlichting en de reclame inzake geneesmiddelen voor menselijk gebruik. »
3. L’article 3 de l’arrêté royal précité du 4 mars 2002 dispose que l’article 7 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante : « Chaque échantillon doit être accompagné de la notice scientifique prévue par l’article 3, § 1er, 1o, de l’arrêté royal du 7 avril 1995 relatif à l’information et à la publicité concernant les médicaments à usage humain. »
a) Wat is de betekenis van « vergezeld zijn » ?
a) Qu’entend-on par « être accompagné » ?
b) Is dat :
b) Est-ce :
— in de verpakking;
— se trouver dans l’emballage;
— af te geven samen met de verpakking;
— être remis en même temps que l’emballage;
— bij te hebben door de medisch afgevaardigde;
— être en la possession du délégué médical;
— in het compendium van AVGI staan, dat in het bezit is van de meeste huisartsen ?
— figurer dans le compendium de l’AGIM, que possèdent la plupart des médecins ?
4. Artikel 6 van voornoemd koninklijk besluit van 4 maart 2002 stelt : « Onze minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de invoering van dit besluit. »
4. L’article 6 de l’arrêté royal précité du 4 mars 2002 dispose que « notre ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement est chargé de l’exécution du présent arrêté ».
a) Hoe is de uitvoerbaarheid van dit koninklijk besluit mogelijk ?
a) Cet arrêté royal est-il exécutable ?
b) Is er een vorm van controle mogelijk en zo ja, welke ?
b) Une forme de controˆle est-elle possible et, dans l’affirmative, laquelle ?
c) Is er een controle voorzien en, zo ja, om de hoeveel tijd ?
c) Un controˆle est-il prévu et, dans l’affirmative, à quel intervalle ?
d) Bij wie is er controle voorzien : bij de firma’s of medisch afgevaardigden ?
d) Ou` un controˆle est-il prévu : auprès de la firme ou auprès des délégués médicaux ?
e) Zijn er sancties voorzien en zo ja, welke ?
e) Des sanctions sont-elles prévues et, dans l’affirmative, lesquelles ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid de volgende inlichtingen te verstrekken naar aanleiding van het koninklijk besluit van 4 maart 2002 waarvan de bepalingen in werking treden op 1 november 2002.
Réponse : J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre les informations suivantes à propos de l’arrêté royal du 4 mars 2002 dont les dispositions entreront en vigueur le 1er novembre 2002.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16104
1. a) Per jaar zullen maximum vier monsters van de kleinst gecommercialiseerde verpakking van elke vorm van een geregistreerd geneesmiddel, namelijk van elke dosering en/of farmaceutische vorm, verstrekt mogen worden aan elke persoon gemachtigd om geneesmiddelen voor te schrijven. Dit aantal wordt vastgelegd op zes en vijf gedurende respectievelijk het eerste en het tweede jaar na het op de markt brengen. b) Onder « eenzelfde geneesmiddel » wordt verstaan elke specifieke dosering en farmaceutische vorm waaronder een geneesmiddel gecommercialiseerd wordt. 2. De toepassing van deze bepaling valt eveneens onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Sociale Zaken. Ik wil het geachte lid erop wijzen dat er momenteel slechts één geneesmiddel beoogd wordt door deze bepaling, maar dat het niet is uitgesloten dat er andere zullen volgen in de toekomst. 3. De wetgeving bepaalt nu reeds dat elk monster vergezeld dient te zijn van de wetenschappelijke bijsluiter van het geneesmiddel, wat betekent dat deze aan de artsen moet overhandigd worden op hetzelfde moment als het monster. Dit geeft aan artsen de zekerheid dat ze onmiddellijk kennis kunnen nemen van de laatst goedgekeurde versie van de bijsluiter. Deze bepaling is afkomstig van de Europese richtlijn terzake. Er moet gezegd worden dat in het Compendium van de AVGI niet alle bijsluiters van de geneesmiddelen zijn opgenomen en dat de uitgave jaarlijks is en de vermelde gegevens gebaseerd zijn op de beschikbare informatie zes maanden vo´o´r publicatie. 4. a) De tekst van het koninklijk besluit van 4 maart 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder geneesmiddelen voor menselijk gebruik in de vorm van monsters overhandigd mogen worden (Belgisch Staatsblad van 5 april 2002, blz. 14227-14228) vermeldt de correcte term, namelijk « uitvoering ». Het is enkel de tekst van het koninklijk besluit van 4 maart 2002 zoals verschenen in het Belgisch Staatsblad die als rechtsgeldig dient beschouwd te worden. Er is dus geen enkel probleem aangaande de uitvoerbaarheid van dit besluit. De registratiehouder moet beschikken over een passend controlesysteem van de verdeling van de medische monsters, geplaatst onder de verantwoordelijkheid van de persoon aangeduid als verantwoordelijke voor de farmaceutische voorlichting. b) Dit systeem moet ook toelaten om de lotnummers van de monsters te verifie¨ren die werden uitgedeeld aan personen die geneesmiddelen mogen voor-
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
1. a) Par an, un maximum de quatre échantillons du plus petit conditionnement commercialisé de chaque présentation, c’est-à-dire de chaque dosage et/ou forme pharmaceutique, d’un médicament enregistré pourra être remis à chaque personne habilitée à prescrire des médicaments. Ce nombre est porté à six et cinq pendant respectivement la première et deuxième année après la commercialisation. b) Par « un même médicament » il faut donc entendre chacun des dosages et formes pharmaceutiques particuliers sous lesquels un médicament est commercialisé. 2. L’application de cette disposition relève aussi de la compétence de mon collègue le ministre des Affaires sociales. Je peux indiquer à l’honorable membre qu’actuellement il n’y a qu’un médicament visé par cette disposition mais qu’il n’est pas exclu qu’il y en ait d’autres à l’avenir. 3. La législation prévoit déjà actuellement que tout échantillon doit être accompagné de la notice scientifique du médicament, c’est-à-dire que cette dernière doit être remise aux médecins en même temps que l’échantillon. Ceci assure aux médecins la possibilité de prendre immédiatement connaissance de la version de la notice la plus récemment approuvée. Cette disposition émane de la directive européenne en la matière. Il faut souligner que le Compendium de l’AGIM ne renferme pas la notice de tous les médicaments et que son édition est annuelle et reprend des données basées sur l’état des informations six mois avant la publication. 4. a) Le texte de l’arrêté royal du 4 mars 2002 modifiant l’arrêté royal du 11 janvier 1993 fixant les conditions dans lesquelles la remise de médicaments à usage humain sous forme d’échantillons peut être effectuée (Moniteur belge du 5 avril 2002, p. 14227-14228) mentionne le terme correct, c’està-dire « exécution ». Seul le texte de l’arrêté royal du 4 mars 2002 tel que publié dans le Moniteur belge doit être considéré comme authentique. Il n’y a donc aucun problème concernant la force exécutoire de cet arrêté.
Le titulaire d’enregistrement doit disposer d’un système approprié de controˆle de la distribution des échantillons médicaux, placé sous la responsabilité de la personne désignée comme responsable de l’information pharmaceutique. b) Ce système devra aussi permettre de vérifier les numéros de lot des échantillons remis à chacune des personnes habilitées à prescrire des médica-
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16105
schrijven. Zo moet men ook kunnen nakijken hoeveel monsters ontvangen werden door elke praktijkbeoefenaar. De verantwoordelijke zal eveneens gedurende 10 jaar de schriftelijke aanvragen tot monsters, opgesteld door de aanvragers, moeten bijhouden. Deze persoon zal elk jaar het aantal uitgedeelde monsters meedelen aan de Algemene Inspectie.
ments et par là devrait pouvoir permettre aussi de vérifier le nombre d’échantillons reçus par chacun de ces praticiens. La personne responsable devra également conserver pendant 10 ans les demandes écrites d’échantillons établies par les demandeurs. Cette personne communiquera chaque année à l’Inspection générale de la pharmacie le nombre d’échantillons qui ont été remis.
c) Bovendien zullen alle gegevens en documenten ter beschikking moeten gehouden worden van de inspecteurs van de Farmaceutische Inspectie tijdens de inspecties die regelmatig worden gehouden in de firma’s of voor nauwgezette controles specifiek gericht op de verdeling van monsters.
c) De plus, l’ensemble des données et documents devront être tenus à la disposition des Inspecteurs de la pharmacie lors des inspections pratiquées régulièrement dans les firmes ou pour des controˆles ponctuels orientés spécifiquement sur la distribution des échantillons.
d) De controle zal gebeuren bij de registratiehouder van wie de verantwoordelijke voor de farmaceutische voorlichting erop moet toezien dat de reglementaire bepalingen inzake de verdeling van monsters correct worden nageleefd.
d) Le controˆle aura lieu auprès du titulaire d’enregistrement dont le responsable de l’information pharmaceutique doit assurer le controˆle de l’application correcte des dispositions réglementaires en matière de distribution d’échantillons.
e) De sancties in geval van het niet-naleven van deze bepalingen zijn deze voorzien in artikel 16, § 2, van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, namelijk een gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en een geldboete van 2,48 euro tot 24,79 euro of een van deze straffen alleen.
e) Les sanctions en cas de non-respect de ces dispositions sont celles prévues à l’article 16, § 2, de la loi du 25 mars 1964 sur les médicaments, à savoir un emprisonnement de 8 jours à un mois et une amende de 2,48 euros à 24,79 euros ou une de ces deux peines seulement.
DO 2001200201139
DO 2001200201139
Vraag nr. 456 van mevrouw Colette Burgeon van 21 mei 2002 (Fr.) :
Question no 456 de Mme Colette Burgeon du 21 mai 2002 (Fr.) :
Pesticiden in monsters van fruit en bladgroente.
Pesticides dans des échantillons de fruits et de légumes à feuilles.
De Eetwareninspectie trof bij recente analysen sporen van pesticiden aan in 43 % van de onderzochte monsters van fruit en bladgroente uit Belgie¨. In sommige gevallen werden de normen zelfs met 20 % overschreden. Druiven en sla, die vooral in serres gekweekt worden, blijken meer pesticidensporen te bevatten dan andere teelten.
L’Inspection alimentaire a détecté dernièrement des traces de pesticides dans 43 % des échantillons de fruits et de légumes à feuilles en Belgique, avec des dépassements des normes pouvant atteindre 20 %. Les raisins et les salades, surtout cultivées en serre, sont les plus touchés.
Het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) relativeert die resultaten met het argument dat de normen niet uitsluitend gestoeld zijn op toxicologische drempelwaarden, maar ook sporen met de doelstellingen inzake vermindering van het pesticidengebruik in het algemeen.
L’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) pourtant relativise ces résultats arguant du fait que les normes ne sont pas fixées uniquement de seuils toxicologiques mais qu’elles répondent aussi à la volonté de modérer l’usage des pesticides en général.
1. Kan u de argumenten van het FAVV becommentarie¨ren ?
1. Pourriez-vous commenter les arguments avancés par l’AFSCA ?
2. Op grond van welke criteria worden de toxicologische normen inzake pesticidengebruik vastgesteld ?
2. Quels sont les critères utilisés pour fixer les normes toxicologiques en matière de pesticides ?
3. Welke concrete maatregelen sporen met uw doelstellingen inzake vermindering van het pesticidengebruik in het algemeen ?
3. Quelles initiatives concrètes répondent à votre volonté de modérer l’usage des pesticides en général ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16106
4. Het FAVV stelt dat de volksgezondheid niet in gevaar is. Vindt u dat geen lichtvaardige bewering ? Antwoord : Ik het de eer het geachte lid het volgende mede te delen. 1 en 4. Het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen vond in het jaar 2000 in 46 % van de monsters sporen van pesticidenresidu’s. Zoals u weet wil dat niet zeggen dat er zoveel overtredingen zijn van de wetgeving. Het wil wel zeggen dat er in 54 % van de monsters geen pesticiden gevonden zijn, ook al gaat het in de overgrote meerderheid van de gevallen niet om bioproducten. Uiteraard moet aan de « residu-wetgeving » voldaan worden, en het is niet de bedoeling om overtredingen zomaar weg te lachen. Anderzijds klopt het dat een overschrijding van het maximaal residugehalte in vele gevallen geen onmiddellijk risico voor de consument voor gevolg heeft, gezien de principes achter de residuwetgeving. Voor het opstarten van snelle alarmprocedures wordt daarom een onderscheid gemaakt tussen overschrijdingen met een direct risico (acuut risico) en overschrijdingen zonder direct risico. Belgie¨ heeft in het jaar 2000 enkel Europese alarmberichten verstuurd omtrent chloormequant. In sommige gevallen is er dus een mogelijk gevaar voor de volksgezondheid vastgesteld. Wat betreft de principes achter de residuwetgeving kan ik u het volgende meedelen. Er is het principe van de positieve lijst, wat wil zeggen dat alles verboden is tenzij het toegelaten is. Hieruit vloeit voort dat vele pesticiden in vele gewassen niet mogen aanwezig zijn, maar dat dit eventueel kan veranderen zodra er een aanvraag wordt ingediend. Uiteraard wordt bij het evalueren van de aanvraag heel grondig nagegaan of aanwezige residu’s geen gevaar voor de volksgezondheid betekenen. Indien men een gevaar vermoedt, kan er geen toelating voor gebruik worden verleend of kan er geen invoertolerantie worden verleend. Indien deze schatting voortvloeit uit nieuwe inzichten omtrent oude pesticiden (er zijn immers herevaluaties), kan het zijn dat een erkenning voor gebruik moet worden ingetrokken en dat het maximaal residugehalte verlaagd wordt. Naast veiligheid is nut ook een voorwaarde voor toelating voor gebruik en voor het toekennen van maximale residugehaltes. We laten niet toe dat er dubbel zoveel wordt gespoten dan nuttig, zelfs als daarmee de veilige dosis niet wordt overschreden. Men spreekt daarbij van goede landbouwpraktijken. Dit is een gezond principe dat internationaal gehanteerd wordt en dat ik zeker ook verdedig. Deze praktijk laat toe bepaalde overschrijdingen te relativeren.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
4. Ne vous semble-t-il pas léger d’affirmer que la santé publique n’est pas en danger comme l’affirme l’AFSCA ? Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre de ce qui suit. 1 et 4. En 2000, l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire a trouvé des résidus de pesticides dans 46 % des échantillons. Il est clair qu’il ne s’agit pas là nécessairement d’un même pourcentage d’infractions à la législation. Mais ce qui est certain, c’est qu’on n’a pas trouvé de pesticides dans 54 % des échantillons, et ce même si, dans la majorité des cas, il ne s’agit pas de produits bio. Il est évident que la législation sur les résidus doit être respectée et que l’intention ne consiste nullement à ignorer les infractions. D’autre part, il faut bien se dire que, très souvent, un dépassement de la teneur maximale en résidus autorisée ne génère pas de risque immédiat pour le consommateur compte tenu des principes qui ont présidé à la législation visée. Avant de lancer une procédure d’alerte rapide, une distinction est dès lors opérée entre les dépassements impliquant un risque direct (aigu) et les dépassements sans risque direct. En 2000, la Belgique a lancé quelques messages d’alerte rapide européens relatifs au chlorméquat. Dans certains cas, un risque possible pour la santé publique a donc été constaté. Pour ce qui est des principes qui sont à la base de la législation sur les résidus, je puis vous communiquer ce qui suit. Il y a le principe de la liste positive qui implique que tout est interdit sauf ce qui est explicitement autorisé. De là l’interdiction de la présence de nombreux pesticides sur de nombreuses cultures qui n’est pas nécessairement retenue après l’introduction d’une demande. Bien entendu, lors de l’évaluation de la demande, une grande importance est accordée au fait que les résidus présents ne génèrent pas de risque pour la santé publique. Aucune autorisation d’utilisation, aucune tolérance à l’importation n’est envisagée si l’on soupçonne le moindre risque. Si cette évaluation découle de nouveaux éléments concernant d’anciens pesticides (il y a effectivement des réévaluations), il n’est pas exclu qu’une autorisation d’utilisation soit retirée et que la teneur maximale en résidus soit baissée. Outre la sécurité, l’utilité est également une condition régissant l’autorisation de l’utilisation et la fixation de teneurs maximales en résidus. Nous ne tolérons pas que les quantités utilisées s’élèvent par exemple au double de la quantité utile même si la dose de sécurité n’est pas dépassée. On parle dans ce cas de bonnes pratiques agricoles. Il s’agit d’un principe sain mis en œuvre au niveau international que je défends moi aussi. Cette pratique permet de relativiser les dépassements.
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16107
2. Toxicologische normen zijn uitgedrukt als een maximale hoeveelheid pesticide die een mens kan innemen per dag en per kilogram lichaamsgewicht. Voor chronische risico’s spreekt men van een ADI (aanvaardbare dagelijkse inname), en voor acute risico’s van een acute referentiedosis. Voor alle duidelijkheid benadruk ik dat het hier dus niet gaat om gehaltes in een bepaald soort groente of fruit. Om de aanvaardbaarheid van residu’s in groenten en fruit in te schatten, dient men deze gehaltes te vermenigvuldigen met consumptiegegevens, op te tellen voor alle voedingsmiddelen en dan de geschatte totale inname te vergelijken met de toxicologische normen. De toxicologische normen worden afgeleid van toxicologische studies waaronder dierproeven. Er wordt hierbij op allerhande toxicologische effecten getest, waaronder kankerverwekkende eigenschappen, effecten op de voortplanting, enzovoort. De dossiervereisten voor pesticiden staan nauwkeurig beschreven in de wetgeving.
2. Les normes toxicologiques sont exprimées en quantité maximale de pesticide que l’homme peut consommer par jour et par kilogramme de poids corporel. Pour les risques chroniques, il est question d’une DJA (dose journalière admissible) et pour les risques aigus d’une dose de référence aigue¨. Pour être précise, je souligne qu’il ne s’agit pas ici de teneurs dans une variété déterminée de légumes ou de fruits. Pour évaluer l’acceptabilité de résidus dans les fruits et légumes, ces teneurs doivent être multipliées par les données de consommation à additionner pour toutes les denrées alimentaires et, ensuite, la consommation totale estimée doit être comparée avec les normes toxicologiques. Ces normes toxicologiques sont déduites des études toxicologiques parmi lesquelles des expérimentations animales. Différents types d’effets toxicologiques sont testés parmi lesquels les propriétés cancérigènes, les effets sur la reproduction, etc. Les exigences fixées pour les dossiers relatifs aux pesticides sont décrites avec précision dans la législation.
3. Mijn streven om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in het algemeen te verminderen blijkt uit een aantal acties.
3. Ma volonté de modérer l’usage des pesticides en général s’est traduit par différentes actions.
Ik heb het Erkenningscomité voor bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik gevraagd om een hele reeks producten opnieuw te evalueren en wel op grond van milieucriteria. Conform het advies van dat comité heb ik bijvoorbeeld maatregelen getroffen ten aanzien van bestrijdingsmiddelen die diuron, simazin of alkylfenols bevatten alsook beperkende maatregelen voor producten die atrazin, aldicarb, fipronil, chloorfenvinfos, oxydemeton-methyl, esfenvaleraat of chloorpyrifos bevatten. Meer details over het belangrijke werk dat dit comité reeds heeft verricht, zijn te vinden op de website http://fytoweb.fgov.be en in de veertien persberichten die een hele lijst bevatten van intrekkingen of schorsingen van erkenningen, gebruiksbeperkingen of wijzigingen van de uiterste gebruikstermijnen. Andere producten die schadelijk kunnen zijn voor het milieu zullen binnenkort worden bekeken in het kader van deze nieuwe evaluatie. Tegen het einde van het jaar zouden de evaluaties moeten afgerond zijn en zouden de maatregelen met het oog op een vermindering moeten zijn vastgelegd.
J’ai demandé au Comité d’agréation des pesticides à usage agricole de procéder à une réévaluation de toute une série de produits, et ce sur base de critères environnementaux. Sur l’avis du comité, j’ai pris par exemple des mesures à l’encontre des pesticides qui contiennent du diuron, de la simazine ou des alkylphénols et des mesures de limitation pour les produits contenant de l’atrazine, de l’aldicarb, du fipronil, du chlorfenvinfos, de l’oxydeméton-méthyl, de l’esfenvalerate ou du chlorpyriphos. Pour plus de détails sur l’important travail déjà réalisé par ce comité, on consultera le site http://phytoweb.fgov.be et ses quatorze communiqués de presse qui reprennent toute une série de retraits ou suspensions d’agréation, de restrictions d’usage et de modifications des délais extrêmes d’utilisation. D’autres produits potentiellement dangereux pour l’environnement seront prochainement examinés dans le cadre de cette réévaluation. Pour la fin de l’année ces évaluations devraient être finalisées et les mesures de réduction arrêtées.
Ik heb dit comité ook gevraagd werk te maken van een snelle omzetting van de Europese besluiten in onze wetgeving, zonder te wachten tot het einde van de termijn van 2 jaar die ons volgens de richtlijnen wordt toegestaan. Ik stip hierbij aan dat Belgie¨ voor een aantal voor het milieu schadelijke werkzame stoffen strenger is dan de Europese Unie en deze verbiedt terwijl die in sommige landen van de Europese Unie wel worden toegestaan, bijvoorbeeld alachloor (herbicide), cyhexatin (acaridice), mevinfos (insecticide) en picloran (herbicide).
J’ai aussi demandé à ce comité de procéder à une transcription rapide les décisions européennes en notre législation, sans attendre de délai de 2 ans que nous autorisent des directives. Je signale ici que la Belgique est plus sévère que l’Union européenne pour certaines substances actives nocives pour l’environnement et les interdit alors que certains pays de l’Union européenne les permettent, comme l’alachlor (herbicide), le cyhexatin (acaridide), le mevinphos (insecticide) et le picloran (herbicide).
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16108
Met het oog op het consolideren van deze strengere benadering en om het gebruik van bestrijdingsmiddelen die gevaarlijk kunnen zijn voor de gezondheid en het milieu verder te verminderen, heb ik voorgesteld om het opmaken van een programma ter vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij wet op te leggen. Dat zal gebeuren in samenwerking met de gewesten, zodat voor heel Belgie¨ gecoo¨rdineerde en in overleg vastgestelde maatregelen kunnen worden getroffen. Deze bepaling is opgenomen in het voorontwerp voor een wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid. Dit voorontwerp werd onlangs goedgekeurd door de Ministerraad van 7 juni 2002 en werd voor advies neergelegd bij de Raad van State.
Pour consolider cette approche plus sévère et pour réduire encore l’usage des pesticides potentiellement dangereux pour la santé et l’environnement, j’ai pris l’initiative d’imposer au moyen d’une loi l’élaboration d’un programme de réduction de l’usage des pesticides. Ceci sera réalisé en coopération avec les régions afin de prendre des mesures coordonnées et concertées pour l’ensemble de la Belgique. Cette disposition figure dans l’avant-projet de modification de la loi du 21 décembre 1998 relative aux normes de produits ayant pour but la promotion de modes de production et de consommation durable et la protection de l’environnement et de la santé. Cet avant-projet de loi a été récemment approuvé par le Conseil des ministres du 7 juin 2002 et soumis au Conseil d’E´tat pour avis.
DO 2001200201197
DO 2001200201197
Vraag nr. 460 van de heer Koen Bultinck van 28 mei 2002 (N.) :
Question no 460 de M. Koen Bultinck du 28 mai 2002 (N.) :
Voorschrijfgedrag van methadon.
Comportement prescripteur en matière de méthadone.
Tot op heden wordt gesteld dat methadon de fysieke en geestelijke gezondheid van een verslaafde niet zo erg beschadigt als heroı¨ne, waarvoor het dan ook een vervangmiddel is bij het afkicken.
Dans l’état actuel des choses, on affirme que la méthadone nuit moins gravement à la santé physique et mentale du toxicomane que l’héroı¨ne, à laquelle elle est substituée lors d’une cure de désintoxication.
1. In antwoord op vraag nr. 159 van 18 juli 2000 van mevrouw Kathleen van der Hooft verwijst u naar cijfermateriaal met betrekking tot het voorschrijfgedrag van methadon door artsen in Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel, daterend van 1996 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 47, blz. 5423).
1. Dans votre réponse à la question no 159 du 18 juillet 2000 de Mme Kathleen van der Hooft, vous faites référence à des chiffres concernant le comportement prescripteur des médecins en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles qui remontent à 1996 (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 47, p. 5423.)
Beschikt u ondertussen over meer recente cijfers ?
Disposez-vous entre-temps de chiffres plus récents ?
2. a) Wordt er sinds 2000 wel op regelmatige basis een evaluatie gemaakt van het voorschrijven van methadon waarbij wordt nagegaan of het voorschrijven van methadon plaatsvindt in het kader van een globale medische en psycho-sociale begeleiding ?
2. a) Depuis 2000 a-t-on procédé à des évaluations régulières de la prescription de la méthadone ? Lors de ces évaluations, a-t-on vérifié si la prescription s’inscrivait dans le cadre d’un accompagnement médical et psycho-social global ?
b) Met andere woorden gebeurt er een evaluatie die zich niet beperkt tot die gevallen waarbij misbruik gemeld of gevonden wordt ?
b) En d’autres mots, existe-t-il une évaluation en dehors des cas d’abus rapportés ou découverts ?
3. Wat is de huidige wetenschappelijke stand van zaken met betrekking tot gebruik en voorschrijfgedrag van methadon ?
3. Quel est le point de vue scientifique actuel par rapport à l’utilisation de méthadone et par rapport au comportement prescripteur des médecins en la matière ?
4. Heeft u cijfers over hoeveel mensen uiteindelijk zonder methadon kunnen na een afkickprogramma en hoeveel er afhankelijk van blijven ?
4. Disposez-vous de chiffres sur le nombre de personnes pouvant se passer de méthadone après une cure de désintoxication et du nombre de personnes dont la dépendance persiste ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16109
5. Heeft u zicht op de eventuele medisch of wetenschappelijk bewezen schadelijkheid van methadon ?
5. Des effets nocifs de la méthadone, avérés par des études médicales ou scientifiques, vous sont-ils connus ?
6. Zijn er cijfers voorhanden over het gebruik van methadon in combinatie met andere medicijnen ?
6. Dispose-t-on de chiffres sur l’usage de la méthadone en combinaison avec d’autres médicaments ?
7. a) Heeft u zicht op het aantal eventuele overlijdens door een overdosis methadon ?
7. a) Eˆtes-vous au courant du nombre de décès suite à une overdose de méthadone ?
b) Hoeveel gevallen met dergelijke toxicologische oorzaak worden er elk jaar geregistreerd ?
b) Combien de décès suite à une cause toxicologique de cet ordre enregistre-t-on annuellement ?
8. Wat zijn de gevolgen na het stoppen van een methadonbehandeling ?
8. Quels sont les effets quand on met fin à un traitement à la méthadone ?
9. a) In welke gevallen wordt « Subutex » gebruikt ?
9. a) Dans quels cas fait-on usage de « Subutex » ?
b) Geeft het dezelfde resultaten ?
b) Les résultats sont-ils les mêmes ?
10. Wordt hier ook het kruidenmengsel « 6.26 » genomen als vervangmiddel voor heroı¨ne ?
10. Le mélange d’herbes « 6.26 » est-il également utilisé comme produit de substitution de l’héroı¨ne ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
1. Het onderzoek van 1996 is niet hernieuwd. De globale verbruikscijfers voor gans Belgie¨ zijn beschikbaar tot in 2001. Ze bevatten zowel de methadon, voorgeschreven als antitussivum als die welke is voorgeschreven in het kader van de ontwenningskuren.
1. L’enquête de 1996 n’a pas été renouvelée. Les chiffres de consommation globaux pour toute la Belgique sont disponibles jusqu’en 2001. Ils comprennent tant la méthadone prescrite comme antitussif par exemple que celle prescrite dans le cadre de la prise en charge des toxicomanes.
2. De controle op het voorschrijven van verdovende middelen blijft strikt gereglementeerd ingevolge de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingstoffen en antiseptica en het koninklijk besluit van 31 december 1930 omtrent de handel in slaap- en verdovende middelen. De controle berust bij de Provinciale Geneeskundige Commissies, doch beperkt zich tot de beroepsbeoefenaars, gedefinieerd in het besluit nummer 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. Daarenboven houden de Provinciale Geneeskundige Commissies bij hun evaluatie rekening met de Consensusconferentie van 1994 inzake het gebruik van methadon. Wat de evaluatie betreft van alle gevallen van drugsverslaving, moet men rekening houden met het feit dat een drugsverslaafde zich zowel kan wenden tot een individuele hulpverlener als tot een centrum. Wat de centra voor geestelijke gezondheidszorg betreft berust de bevoegdheid bij de gemeenschappen.
2. Le controˆle de la prescription des stupéfiants reste strictement réglementé par la loi du 24 février 1921 concernant le trafic des substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, désinfectantes ou antiseptiques et l’arrêté royal du 31 décembre 1930 concernant le trafic des substances soporifiques et stupéfiantes. Le controˆle repose sur les Commissions médicales provinciales et est limité aux praticiens définis dans l’arrêté numéro 78 relatif à l’exercice des professions de soins de santé. En outre les Commissions médicales provinciales tiennent compte dans leur évaluations de la Conférence de Consensus de 1994 concernant l’utilisation de la méthadone. Pour l’évaluation de tous les cas de dépendance il faut tenir compte du fait que le toxicomane peut s’adresser tant à un praticien individuel qu’à un centre. Les centres de santé mentale ressortissent des communautés.
3. Methadon is een doeltreffende behandeling voor de verslaving aan heroı¨ne en andere opiaten.
3. La méthadone est un médicament efficace dans le traitement de la dépendance à l’héroı¨ne et aux autres opiacés.
4. Er gebeurt geen systematische registratie van het aantal personen dat afhankelijk blijft van methadon na de periode van revalidatie wegens de voornoemde bevoegdheidsproblematiek.
4. L’enregistrement systématique des personnes dépendantes à la méthadone après la période de revalidation ne se produit pas vu les problèmes de compétences évoqués plus haut.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2062
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16110
5. Methadon is een synthetisch opiaat dat net als heroı¨ne verslavend werkt. Het heeft evenwel als voordeel dat het oraal en in één dagelijkse dosis kan worden ingenomen. Het komt geleidelijk vrij in het organisme en de concentratie ervan in het bloed blijft 24 uur lang stabiel. Methadon is niet toxisch, zelfs niet bij langdurige behandelingen. Een methadongebruiker kan een gezins- en beroepsleven leiden : de aandacht, het concentratievermogen, het geheugen en de reflexen worden niet aangetast. Methadon heeft geen flasheffect zoals heroı¨ne. Overdosering is wel mogelijk met eventueel de dood tot gevolg.
5. La méthadone est un opiacé de nature synthétique qui comme l’héroı¨ne peut engendrer des dépendances. Elle a comme avantage qu’une prise orale journalière suffit. Le principe actif se libère progressivement dans l’organisme et sa concentration sanguine reste stable durant 24 heures. La méthadone n’est pas toxique même lors des traitements de longue durée. Un utilisateur de méthadone peut avoir une vie familiale et professionnelle : l’attention, la concentration, la mémoire et les réflexes ne sont pas touchés. La méthadone ne possède pas l’effet de flash que présente l’héroı¨ne. Un surdosage entraıˆnant la mort est possible.
6. De globale gegevens zijn niet beschikbaar maar de Provinciale Geneeskundige Commissies of de Orde onderzoeken deze gebruiken geval per geval.
6. Les données globales ne sont pas disponibles mais les Commissions médicales provinciales ou l’Ordre examinent ces utilisations au cas par cas.
7. De huidige gegevens laten ons niet toe om de eventuele betrokkenheid van methadon bij de overlijdens van Belgische toxicomanen te bepalen. Er zijn wel overlijdens gemeld bij kinderen die per ongeluk methadon hadden ingenomen naar aanleiding van de bedeling van methadon.
7. Les données actuelles ne nous permettent pas de définir l’implication de la méthadone dans les décès des toxicomanes belges. Certains décès signalés concernent les enfants qui ingèrent accidentellement la méthadone distribuée.
8. De gevolgen verschillen naargelang de duur van de behandeling. Bij een kortdurende behandeling zijn er gewoonlijk geen gevolgen doch indien de behandeling jarenlang aansleept bestaat het gevaar voor afhankelijkheid aan methadon.
8. Les conséquences diffèrent en fonction de la durée du traitement. Si le traitement est de courte durée, il n’y a généralement pas de problèmes. Par contre pour les traitements de plusieurs années le danger de dépendance à la méthadone existe.
9. Buprenorfine (Subutex) is een psychotroop geneesmiddel dat de agonistische en antagonistische effecten van opiaten combineert. Het voorschrijven van Subutex zou kunnen gebeuren wanneer het gebruik van methadon risico’s inhoudt. Gezien de voornoemde effecten is er theoretisch geen overdosering mogelijk, terwijl men wel kan overlijden aan een overdosis methadon.
9. La Buprénorphine (Subutex) est un médicament psychotrope combinant tant les effets agonistes qu’antagoniste des opiacés. La prescription de Subutex pourrait être envisagée lorsque celle de méthadone comporte un risque. Vu les propriétés décrites antérieurement il ne serait pas possible théoriquement d’avoir des overdoses comme pour la méthadone.
10. Het bestaan van een kruidenmengsel « 6.26 » werd door mijn diensten niet bevestigd. Mogelijk gaat het om een product dat in het buitenland wordt verstrekt.
10. L’existence du mélange « 6.26 » n’a pas été confirmée par mes services. Il s’agit probablement d’un produit disponible à l’étranger.
DO 2001200201216
DO 2001200201216
Vraag nr. 461 van de heer Jo Vandeurzen van 3 juni 2002 (N.) : Ziekenhuizen. — Elektronische vervaardiging van medische voorschriften.
Question no 461 de M. Jo Vandeurzen du 3 juin 2002 (N.) : Hoˆpitaux. — E´tablissement électronique de prescriptions médicales.
In ziekenhuizen is er steeds meer sprake van het elektronisch vervaardigen van een medisch voorschrift.
Dans les hoˆpitaux, il est de plus en plus question d’un établissement par voie électronique des prescriptions médicales.
Kan u meedelen onder welke voorwaarden een voorschrift op elektronische wijze mag worden vervaardigd en afgeleverd ?
Dans quelles conditions une prescription peut-elle être établie et délivrée par voie électronique ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16111
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Réponse : J’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre les éléments de réponse suivants.
Het elektronisch geneesmiddelenvoorschrift werd op onze vraag onderzocht door de Nationale Commissie « Standaarden inzake telematica ten behoeve van de sector van de gezondheidszorg » binnen het bestuur van de Gezondheidszorg, waarvan hier het belangrijkste van de conclusies.
Le sujet de la prescription médicale électronique a été étudié à notre demande par la Commission nationale « Normes en matière de télématique au service du secteur des soins de santé » qui a été créée au sein de l’administration des Soins de santé, dont voici l’essentiel des conclusions.
Om de betrouwbaarheid van de elektronische voorschriften te verzekeren, is het nodig het volgende te formaliseren :
Afin de garantir la fiabilité des prescriptions électroniques, il est nécessaire de formaliser :
— De structuur en het formaat van het voorschriftbericht, met inbegrip van de weergave van de numerieke waarden (eenheidsdosissen, voorgeschreven dosissen, frequentie);
— La structure et le format du message de prescription, y compris la représentation des valeurs numériques (doses unitaires, doses prescrites, fréquences);
— De eenduidige identificatie van de voorgeschreven geneesmiddelen en de wijzen van toediening;
— L’identification univoque des médicaments prescrits et des modalités d’administration;
— De beveiliging van de overdracht van het bericht (vertrouwelijkheid, integriteit, beschikbaarheid en authenticiteit);
— La sécurité de la transmission des messages (confidentialité, intégrité, disponibilité et authenticité);
— En tenslotte, de eenduidige identificatie van de betrokken personen (patie¨nt, voorschrijver en apotheker).
— Et enfin l’identification univoque des personnes concernées (patient, prescripteur et pharmacien prestataire).
De structuur en de vorm van de voorschriftberichten zijn het onderwerp van een voorstel voor technische norm van de « Telematica » Commissie die in september 2002 zal verspreid worden. Dit voorstel is compatibel met de Europese pre-norm met de titel « Messages for the exchange of information on medicine prescriptions ».
La structure et le format des messages de prescription sont l’objet d’une proposition de norme technique de la Commission « Télématique » qui sera diffusée en septembre 2002. Cette proposition est compatible avec la pré-norme européenne nommée « Messages for the exchange of information on medicine prescriptions ».
Om de medicamenteuse producten die op de markt beschikbaar zijn te identificeren wordt aanbevolen het Belgisch codificatiesysteem CNK (Code National — Nationale Kode) dat door de APB (Association Pharmaceutique Belge — Algemene Pharmaceutische Bond) beheerd wordt : het gaat om een uniek identificatienummer (7 cijfers) dat aan ieder product (geı¨dentificeerd volgens zijn commercie¨le benaming) wordt toegekend voor elke verpakkingsvorm (een verpakking wordt bepaald door een galenische vorm, een unitaire dosis en een aantal eenheden).
Pour l’identification des produits médicamenteux disponibles sur le marché belge, il est recommandé d’utiliser le système de codification belge CNK (Code National — Nationale Kode) géré par l’APB (Association Pharmaceutique Belge — Algemene Pharmaceutische Bond) : il s’agit d’un identifiant unique (7 chiffres) attribué à chaque produit (identifié par son nom commercial) pour chacun de ses conditionnements (un conditionnement est défini par une forme galénique, une dose unitaire et un nombre d’unités).
Om de actieve principes te identificeren wordt aanbevolen het Belgisch codificatiesysteem CNK wanneer er een code bestaat voor de voorgeschreven substantie, zoniet de DCI-INN nomenclatuur (Dénomination Commune Internationale — International Nonproprietary Names), beheerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO-World Health Organisation), die nauw samenwerkt met de nationale nomenclatuurcomités om voor elke actieve substantie een unieke naam te selecteren die wereldwijd aanvaarbaar is. Een voorschrift in DCI-INN dient vervolledigd te worden met
Pour l’identification des principes actifs, il est recommandé d’utiliser le système de codification CNK pré-cité quand un code existe pour la substance prescrite, sinon la nomenclature DCI-INN (Dénomination Commune Internationale — International Nonproprietary Names) gérée par l’OMS-WHO (Organisation Mondiale de la Santé — World Health Organization), qui collabore étroitement avec les comités nationaux chargés de la nomenclature afin de sélectionner un nom unique mondialement acceptable pour chaque substance active. Les données de conditionnement
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16112
de conditioneringsgegevens (galenische vorm, unitaire dosis en aantal eenheden).
(forme galénique, dose unitaire et nombre d’unités) doivent compléter une prescription en DCI-INN.
De beveiliging van de transmissie van berichten gaat samen met de wettelijke validiteit en de gecoo¨rdineerde implementering van de elektronische handtekening en de robuuste encrypteringstechnieken in de sector van de gezondheidszorg.
La sécurité de la transmission des messages est connexe à la validité légale et à l’implémentation coordonnée de la signature électronique et de robustes techniques d’encryptage dans le secteur des soins de santé.
Voor de communicatie binnen het ziekenhuis is het om verschillende haalbaarheidsredenen niet aanbevolen de digitale handtekening of encryptering van gegevens met persoonlijke asymetrische crypteringssleutelparen te veralgemenen : de identificatie van een auteur en een exact tijdstip van opstellen van het document is een functionaliteit die geı¨ntegreerd moet worden in de informaticasystemen van het ziekenhuis met eenvoudigere methodes die goedkoper zijn in installatie en gebruik. De technische details vallen buiten het kader van dit antwoord maar de overeenkomstige aanbeveling van de « Telematica Commissie » zal zodra deze bee¨indigd is, worden meegedeeld aan de sector, dit is naar verwacht in oktober 2002.
Pour la communication intra-hospitalière, il n’est pas recommandé, pour diverses raisons de faisabilité, de généraliser la signature digitale ou l’encryptage des données avec paires de clés de cryptage asymétrique personnelles : l’identification d’un auteur et d’un moment de rédaction d’un document précis est une fonctionnalité qui doit eˆtre intégrée dans les systèmes informatiques hospitaliers avec des méthodologies plus simples et moins couˆteuses à installer et à utiliser. Les détails techniques dépassent le cadre de cette réponse mais la recommandation correspondante de la Commission « Télématique » sera communiquée au secteur dès sa finalisation, que nous attendons en octobre 2002.
Voor de communicatie buiten het ziekenhuis wordt aanbevolen de digitale handtekening en de encryptering van gegevens met persoonlijke of institutionele asymetrische crypteringssleutelparen te veralgemenen.
Pour la communication extra-hospitalière, il est recommandé de généraliser la signature digitale et l’encryptage des données avec paires de clés de cryptage asymétrique personnelles ou institutionnelles.
De eenduidige identificatie van patie¨nten is gebonden aan de gebruikscontext van de SIS-kaart (dat het nationaal registernummer bevat voor de Belgische burgers) of elke andere identificatie die met zekerheid met de patie¨nt geassocieerd kan worden.
L’identification univoque des patients est liée aux contextes d’utilisation du numéro de la carte SIS (qui est le numéro de registre national pour les citoyens belges) ou de tout autre identifiant qui pourrait eˆtre associé avec certitude au patient.
De eenduidige identificatie van de zorgverstrekkers wordt door de beroepsordes verzekerd.
L’identification univoque des prestataires de soins de santé est assurée graˆce aux ordres professionnels.
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 462 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 462 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’Etat ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op de vraag nr. 129 van 4 juni 2002 dat ik gegeven heb in mijn hoedanigheid van minister van Consumentenzaken (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 128, blz. 16101).
Réponse : Je prie l’honorable membre de bien vouloir se référer à la réponse à la question no 129 du 4 juin 2002 que j’ai fournie en ma qualité de ministre de la Protection de la consommation (Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, no 128, p. 16101).
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16113
DO 2001200201229
DO 2001200201229
Vraag nr. 464 van mevrouw Michèle Gilkinet van 5 juni 2002 (Fr.) :
Question no 464 de Mme Michèle Gilkinet du 5 juin 2002 (Fr.) :
Onderzoek op het gebied van de homeopathie.
La recherche en homéopathie.
Met de oprichting van de Commissie voor homeopathische geneesmiddelen werd een grote stap vooruit gezet. Nu weet de consument zich beschermd, worden de Europese richtlijnen op dat vlak nageleefd, en kan er een bestendige dialoog tot stand komen tussen universiteiten en homeopaten.
La mise en place de la Commission d’enregistrement des médicaments homéopathiques constitue une avancée importante. En effet, la protection des consommateurs et le respect des directives européennes en la matière sont maintenant assurés et un dialogue régulier peut s’entamer entre universités et homéopathes.
Onlangs werden er drie op wereldvlak belangrijke documenten gepubliceerd :
Trois documents importants sur le plan mondial viennent d’être publiés :
— Final Report, March 2002, White House Commission on Complementary and Alternative Medicine Policy
— Final Report, March 2002, White House Commission on Complementary and Alternative Medicine Policy
(http ://whccamp.hhs.goc/finalreport.html);
(http ://whccamp.hhs.goc/finalreport.html)
— Legal Status of Traditional Medicine and
— Legal Status of Traditional Medicine and
Complementary/Alternative Medicine : A Worldwide Review, WHO 2001 (http ://www.who.int/ medicines / library / trm / who - edm - trm2001 - 2/ legalstatus.ht ml);
Complementary/Alternative Medicine : A Worldwide Review, WHO 2001 (http ://www.who.int/ medicines / library / trm / who - edm - trm2001 - 2/ legalstatus.html)
— WHO Traditional Medicine Strategy 2002-2005.
— WHO Traditional Medicine Strategy 2002-2005.
Niettemin is het duidelijk dat aanvullend onderzoekwerk wenselijk is teneinde nog resterende hindernissen op te kunnen ruimen.
Néanmoins, il apparaıˆt clairement qu’il serait souhaitable de développer un certain nombre d’études supplémentaires à même de lever des barrières qui subsisteraient encore.
In 2001 vernamen we dat het mogelijk zou worden de homeopathie in 2002 als onderzoeksveld voor het Nationaal Fonds voor wetenschappelijk onderzoek (NFWO) naar voren te schuiven en dus deskundigen inzake homeopathie aan te stellen voor de evaluatie van de eventueel ingediende onderzoeksprotocollen. Onderzoek op het gebied van homeopathie is een prioritaire optie en moet als dusdanig aangemoedigd worden.
En 2001 on nous apprenait qu’il serait possible de proposer l’homéopathie comme thème de recherche au Fonds national de la recherche scientifique (FNRS) en 2002 et donc de nommer des évaluateurs compétents en homéopathie pour l’évaluation des protocoles de recherche qui pourraient être déposés. La recherche en homéopathie est une des voies prioritaires qu’il faudrait encourager.
Wat is de stand van zaken in dit dossier ?
Pouvez-vous dire ou` en est ce dossier ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat de vragen betreffende de programma’s inzake wetenschappelijk onderzoek tot de bevoegdheid behoren van mijn collega Charles Picqué, federaal minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek (vraag nr. 119 van 12 juli 2002). De vragen betreffende het FNRS behoren tot de bevoegdheid van mevrouw Dupuis, minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie en Wetenschappelijk Onderzoek in de regering van de Franse Gemeenschap. Wat betreft de Vlaamse Gemeenschap behoren de vragen betreffende het FWO Vlaanderen tot de bevoegdheid van mevrouw Vanderpoorten, minister van Onderwijs en Vorming.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que les questions relatives aux programmes de recherche scientifique relèvent de la compétence de mon collègue Charles Picqué, ministre fédéral de l’E´conomie et de la Recherche scientifique (question no 119 du 12 juillet 2002). Les questions relatives au FNRS relèvent, pour la Communauté française, de la compétence de Mme Dupuis, ministre de l’Enseignement supérieur, de l’Enseignement de promotion sociale et de la Recherche scientifique. Pour la Communauté flamande, les questions relatives au FWO Vlaanderen relèvent de la compétence de Mme Vanderpoorten, ministre de l’Enseignement et de la Formation.
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16114
DO 2001200201255
DO 2001200201255
Vraag nr. 467 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 11 juni 2002 (N.) :
Question no 467 de Mme Annemie Van de Casteele du 11 juin 2002 (N.) :
Controle van grondstoffen in apotheken.
Controˆle des matières premières dans les pharmacies.
Het koninklijk besluit van 19 december 1997 betreffende de controle en de analyse van de grondstoffen die door de officina-apothekers gebruikt worden wordt van kracht op 1 september 2002.
L’arrêté royal du 19 décembre 1997 relatif au controˆle et à l’analyse des matières premières utilisées par les pharmaciens d’officine entre en vigueur le 1er septembre 2002.
1. Zijn alle maatregelen genomen om dit effectief te kunnen laten doorgaan ?
1. Toutes les mesures nécessaires ont-elles été prises pour permettre l’entrée en vigueur effective de cet arrêté le 1er septembre 2002 ?
2. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de excipie¨ntia, de plantenextracten en de tincturen ?
2. Comment la situation se présente-t-elle en ce qui concerne les excipients, les extraits de plantes et les teintures ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Réponse : J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre les informations suivantes.
Alle artikelen van het koninklijk besluit van 19 december 1997 zijn van toepassing sinds 1 juli 1998. Artikel 11 voorziet in een overgangsperiode van 50 maanden omdat de firma’s een vergunning moeten verkrijgen voor de grondstoffen die geleverd worden aan de officina-apothekers. Deze grondstoffen moeten dus vergund zijn op 1 september 2002.
Tous les articles de l’arrêté royal du 19 décembre 1997 sont en application depuis le 1er juillet 1998. L’article 11 établit une période de transition de 50 mois; elle est prévue puisque les firmes doivent obtenir une autorisation pour les matières premières qui sont livrées aux pharmaciens d’officine. Ces matières premières doivent donc être autorisées au 1er septembre 2002.
De excipie¨ntia, extracten en tincturen die in een officie¨le farmacopee opgenomen zijn, zijn of zullen vergund zijn op 1 september 2002. Bijna alle excipie¨ntia, extracten en tincturen met als analytische referentie een monografie van de firma, werden voorgelegd aan de Belgische Farmacopeecommissie. Voor elke monografie moet een rapport aan de betrokken firma overgemaakt worden. Tot op heden werden 7 monografiee¨n goedgekeurd in de plenaire zitting van de Belgische Farmacopeecommissie; een twintigtal zal dit worden tijdens de zitting van juli 2002. De andere monografiee¨n zullen volgen naargelang de verbeteringen van de betrokken firma’s ingediend worden.
Les excipients, extraits et teintures repris par une Pharmacopée officielle sont ou seront autorisés au 1er septembre 2002. Presque tous les excipients, extraits et teintures dont la référence analytique est une monographie propre à la firme ont été soumis à la Commission belge de pharmacopée. Pour chaque monographie, un rapport doit être transmis à la firme concernée. Actuellement, 7 monographies ont été approuvées en session plénière de la Commission belge de pharmacopée; une vingtaine le sera lors de la session de juillet. Les autres monographies suivront en fonction de la réception des corrections des firmes concernées.
Leefmilieu
Environnement
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 62 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 62 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16115
vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’Etat ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op de vraag nr. 129 van 4 juni 2002 dat ik gegeven heb in mijn hoedanigheid van minister van Consumentenzaken (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 128, blz. 16101).
Réponse : Je prie l’honorable membre de bien vouloir se référer à la réponse à la question no 129 du 4 juin 2002 que j’ai fournie en ma qualité de ministre de la Protection de la consommation (Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, no 128, p. 16101).
Minister van Binnenlandse Zaken
Ministre de l’Intérieur
DO 2000200121885
DO 2000200121885
Vraag nr. 425 van de heer Karel Van Hoorebeke van 19 september 2001 (N.) :
Question no 425 de M. Karel Van Hoorebeke du 19 septembre 2001 (N.) :
Tweetaligheidspremie voor politiepersoneel. — Samenstelling van tweetalige patrouilles van de federale politie. Ingevolge het Octopusakkoord werd de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geı¨ntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus goedgekeurd. Het koninklijk besluit omtrent de rechtspositie van het politiepersoneel voorziet onder meer in een vergoeding voor tweetaligheid. Dit koninklijk besluit werd ter vernietiging voorgelegd aan de Raad van State.
Prime de bilinguisme pour le personnel de police. — Composition des patrouilles bilingues de la police fédérale. ` la suite de l’accord Octopus, la loi du 7 décembre A 1998 visant l’organisation d’un service de police intégré et structuré à deux niveaux fut approuvée. L’arrêté royal relatif à la situation légale du personnel de police prévoyait entre autres l’instauration d’une compensation pour le bilinguisme. Cet arrêté royal avait fait l’objet d’un recours en annulation devant le Conseil d’E´tat.
Thans zou in de praktijk daarom een typisch Belgische oplossing worden uitgevoerd.
Aujourd’hui, dans la pratique, ce problème serait résolu par un compromis « à la belge ».
Zo zouden patrouilles van de federale politie in tweetalige éénheden worden samengesteld uit een Nederlandstalige en een Franstalige politieagent. Op die wijze zou er geen vergoeding moeten betaald worden vermits men aanneemt dat de Nederlandstalige zich wel zal aanpassen en indien nodig wel de andere taal zal spreken.
Ainsi, la police fédérale aurait créé dans ses unités bilingues des patrouilles composées d’un agent néerlandophone et d’un francophone. De cette manière, aucune compensation ne devrait être payée, pour autant que l’on admette que le néerlandophone s’adapte et parle, au besoin, l’autre langue.
Naar de geest van de wet is dit onaanvaardbaar vermits de vergoeding juist werd ingesteld om de aanspreekbaarheid van de bevolking te verhogen.
Dans l’esprit de cette loi, cette solution est inacceptable, puisque la compensation avait précisément pour but d’améliorer le contact avec la population.
1. a) Kunt u bevestigen dat in tweetalige eenheden van de federale politie de patrouilles thans worden samengesteld telkens uit een Nederlandstalige en een Franstalige agent ?
1. a) Pouvez-vous confirmer qu’à l’heure actuelle, dans les unités bilingues de la police fédérale, les patrouilles sont toujours constituées d’un agent francophone et d’un néerlandophone ?
b) Wat is uw standpunt met betrekking tot deze aangelegenheid ?
b) Quelle est votre opinion vis-à-vis de ce problème ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16116
2. Zal op die wijze het doel van de wet met name een goede aanspreekbaarheid en een gemakkelijke toegang tot politiediensten, niet worden ondergraven ?
2. En agissant de la sorte, l’objectif de la loi, à savoir un meilleur contact avec la population et un accès simplifié aux services de police, ne risque-t-il pas d’être compromis ?
3. Wanneer zult u het ministerie¨el besluit desbetreffend uitvaardigen ?
3. Quand allez-vous promulguer l’arrêté ministériel relatif à ce problème ?
Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
1. Zoals ik reeds eerder heb meegedeeld in mijn antwoord op de parlementaire vraag nr. 415 van 5 september 2001 van de heer Danie¨l Vanpoucke (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 101, blz. 11720), komt het voor dat in de eenheden van de federale politie tweetalige patrouilles worden samengesteld, hetzij om te beantwoorden aan de wettelijke eisen inzake het gebruik der talen bij de omgang met het publiek, hetzij om redenen van beschikbaarheid van het personeel.
1. Comme je l’ai déjà dit précédemment dans ma réponse à la question parlementaire no 415 du 5 septembre 2001 de M. Danie¨l Vanpoucke (Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, no 101, p. 11720), il arrive que des patrouilles bilingues viennent à être constituées dans des unités de la police fédérale, soit pour répondre aux exigences légales d’emploi des langues dans les contacts avec le public, soit pour des raisons de disponibilités du personnel.
2. In de nieuwe rechtspositieregeling van het personeel van de politiediensten is de toekenning van de tweetaligheidstoelage afhankelijk van, enerzijds, de aanwijzing voor een tweetalige eenheid of een eenheid waarvoor de kennis van de tweede taal als nuttig wordt beschouwd en, anderzijds, het bewijs van een bepaald niveau van de kennis van die taal. Het feit van te werken in een tweetalige ploeg zal derhalve de toekenning van deze toelage niet in de weg staan.
2. Dans le nouveau statut du personnel policier, l’octroi d’une allocation de bilinguisme est, d’une part, conditionné par l’affectation dans une unité bilingue ou dans une unité où la connaissance de la seconde langue est reconnue comme utile et, d’autre part, par la preuve d’un certain niveau de connaissance de cette langue. Travailler au sein d’une équipe bilingue ne pourra donc constituer un obstacle à l’octroi d’une telle allocation dans ce type d’unité.
3. Het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 januari 2002.
3. L’arrêté ministériel du 28 décembre 2001 portant exécution de certaines dispositions de l’arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police a été publié au Moniteur belge du 15 janvier 2002.
DO 2000200121938
DO 2000200121938
Vraag nr. 435 van de heer Paul Tant van 26 september 2001 (N.) :
Question no 435 de M. Paul Tant du 26 septembre 2001 (N.) :
Politiehervorming. — Jaarlijkse vakantie.
Réforme des polices. — Congé annuel.
Artikel VIII.III.2 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten stelt dat de jaarlijkse vakantie tijdens het kalenderjaar moet genomen worden.
L’article VIII.III.2 de l’arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police stipule que le congé annuel doit être pris pendant l’année calendrier.
De minister bepaalt daarnaast ook de nadere regels van de eventuele overdracht van dit verlof naar het volgende jaar en de bevoegde overheid kan, in uitzonderlijke omstandigheden, afwijkingen toestaan op deze uiterste datum.
Parallèlement à cela, le ministre fixe également les modalités du report éventuel de ce congé à l’année suivante. Dans des circonstances exceptionnelles, l’autorité compétente peut consentir des dérogations à cette date limite.
In een overgangsbepaling wordt gesteld dat de jaarlijkse vakantie van het jaar voorafgaand aan de datum
Une disposition transitoire prévoit que le congé annuel de l’année précédant la date d’entrée en vigueur
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16117
van inwerkingtreding van dit besluit dat op die datum nog niet is genomen, kan worden overgedragen tot 31 december van het jaar van de inwerkingtreding.
de cet arrêté et qui n’a pas encore été pris à cette date, peut être reporté jusqu’au 31 décembre de l’année de l’entrée en vigueur.
In heel wat gemeenten en steden hebben politiemensen echter nog een aantal dagen jaarlijkse vakantie opgespaard uit de voorgaande jaren.
Dans de nombreuses villes et communes, différents membres du personnel des services de police disposent cependant encore d’un certain nombre de jours de congé des années précédentes.
1. Wat gebeurt er met de aldus door het personeelslid opgespaarde vakantiedagen uit de voorbije jaren ?
1. Qu’advient-il des jours de congé accumulés au cours des années précédentes par les membres du personnel ?
2. Dient dit verlof ook genomen te worden binnen de daartoe voorziene termijnen (uit de overgangsbepalingen) of overweegt u hiervoor alsnog een andere regeling uit te werken ?
2. Ces jours de congé doivent-ils également être pris avant la fin des délais fixés (par les dispositions transitoires) ou envisagez-vous d’élaborer encore une autre réglementation à ce sujet ?
Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Op grond van artikel XII.VIII.7 van het rechtspositiebesluit van het personeel van de politiediensten (RPPol) kan enkel het jaarlijks vakantieverlof van het jaar 2000 dat op 1 april 2001 nog niet is genomen, worden overgedragen tot 31 december 2001. Die overgangsbepaling laat echter niet toe dat vakantieverlof van vo´o´r het jaar 2000 wordt overgedragen.
Sur base de l’article XII.VIII.7 de l’arrêté royal portant la position juridique du personnel des services de police (PJPol), seul le congé annuel de vacances de l’année 2000 qui n’a pas encore été pris au 1er avril 2001 peut être reporté jusqu’au 31 décembre 2001. Cette disposition transitoire ne permet toutefois pas que le congé annuel de vacances précédant l’année 2000 puisse être reporté.
Artikel VIII.III.2, tweede lid, RPPol biedt evenmin een rechtsgrond om vakantiedagen uit voorgaande jaren over te dragen. Dit artikel machtigt de minister van Binnenlandse Zaken om « en régime » de nadere regels van de overdracht van het jaarlijks vakantieverlof vast te stellen en kan, gelet op zijn inwerkingtreding op 1 april 2001 voor het eerst worden toegepast op het jaarlijks vakantieverlof dat voor het jaar 2001 werd verkregen.
L’article VIII.III.2, alinéa 2, PJPol n’offre pas non plus de base juridique pour le report de jours de congé d’années précédentes. Cet article autorise le ministre de l’Intérieur à fixer, en régime, les modalités du report du congé annuel de vacances et ne peut trouver à s’appliquer pour la première fois, vu son entrée en vigueur le 1er avril 2001, qu’au congé annuel de vacances reçu pour l’année 2001.
Het rechtspositiebesluit van het personeel van de politiediensten, zoals onderhandeld met de representatiece vakorganisaties, biedt derhalve geen ruimte om vakantieverlof van vo´o´r het jaar 2000 over te dragen tot na 1 april 2001.
L’arrêté royal portant la position juridique du personnel des services de police, tel que négocié avec les organisations syndicales représentatives, n’offre par conséquent aucune possibilité de report de congé annuel de vacances précédant l’année 2000 après le 1er avril 2001.
Tot slot wens ik uw aandacht te vestigen op de omzendbrief van 28 augustus 2001 betreffende de regeling van de arbeidstijd met betrekking tot de diensten gepresteerd in het raam van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie (BELEUR) en in het raam van de omschakeling van de frank naar de euro (EUROPS). Het vakantieverlof dat als gevolg van deze maatregelen door de personeelsleden van de betrokken diensten vo´o´r 31 december 2001 niet kan worden genomen, moet bescouwd worden als geweigerd en kan worden overgedragen tot 1 september 2002.
Enfin, je tiens à attirer votre attention sur la circulaire du 28 aouˆt 2001 relative au règlement du temps de travail par rapport aux services prestés dans le cadre de la présidence belge de l’Union Européenne (BELEUR) et dans le cadre du passage du franc à l’euro (EUROPS). Les congés annuels que les membres du personnel des services concernés ne peuvent pas prendre avant le 31 décembre 2001 suite à ces mesures, doivent être considérés comme refusés et peuvent être reportés jusqu’au 1er septembre 2002.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2063
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16118
DO 2001200200014
DO 2001200200014
Vraag nr. 440 van de heer Georges Lenssen van 10 oktober 2001 (N.) :
Question no 440 de M. Georges Lenssen du 10 octobre 2001 (N.) :
Fuiven in de grensstreken.
Soirées dans les régions frontalières.
Zowel langs de grens met Frankrijk als deze met Nederland blijken zich tijdens de weekends diverse en uiteenlopende activiteiten af te spelen waar vele jongeren uit eigen land, maar ook uit onze buurlanden massaal naartoe stromen.
Il apparaıˆt que des activités diverses se déroulent le week-end le long de nos frontières, aussi bien du coˆté français que du coˆté néerlandais, activités vers lesquelles convergent en masse des jeunes de notre pays mais également des pays voisins.
Zo blijkt dat op het plateau van Caestert, een grensoverschrijdend natuurgebied dat zich uitstrekt op het grondgebied van Riemst, Maastricht en Wezet, survival- en andere avonturentochten worden georganiseerd door allerlei organisatiebureaus die zich niet in het minste storen aan de wetgeving. Verbodsborden worden zelfs geregeld verwijderd of afgebroken. Dit « stiltegebied » is niet langer voorbehouden voor rustige wandelaars, maar voor feestvierders. In de grotten waarvan de toegang nochtans verboden is, worden zelfs fuiven georganiseerd.
C’est ainsi que plusieurs organisateurs proposent des randonnées de survie et autres parcours d’aventures sur le plateau de Caestert, une zone naturelle transfrontalière qui s’étend sur les territoires des communes de Riemst, de Maastricht et de Visé. Les bureaux qui organisent ces événements n’ont cure de la législation et des panneaux d’interdiction sont même régulièrement enlevés ou démolis. Cette zone de quiétude n’est désormais plus le refuge exclusif des promeneurs paisibles, mais aussi celui des fêtards. Ceux-ci vont jusqu’à organiser des soirées dans les grottes, dont l’accès est pourtant interdit.
Ook langsheen de Franse grens stromen jongeren toe uit Noord-Frankrijk aangelokt door evenementenbureaus die « house- en andere party’s » organiseren in afgelegen gebieden of in bossen.
Un phénomène comparable se produit dans la zone qui longe la frontière française, devenue le point de ralliement des jeunes du nord de la France, attirés par des bureaux d’événements qui y organisent des soirées « house » et autres dans des endroits isolés ou dans les bois.
De politie heeft blijkbaar geen vat op deze organisatoren, die via mondreclame het jongerenpubliek voor hun fuiven en andere weten warm te maken.
Apparemment, la police n’a aucune prise sur ces organisateurs qui parviennent, graˆce au bouche à oreille, à séduire un public de jeunes pour leurs soirées et événements.
1. a) Heeft de politie enig zicht op hetgeen zich afspeelt op deze fuiven in de grensstreken ?
1. a) La police a-t-elle la moindre idée de ce qui se passe au cours des soirées organisées dans les régions frontalières ?
b) Hoe lang op voorhand krijgt zij kennis van dergelijke bijeenkomsten ?
b) Combien de temps à l’avance ont-ils connaissance de tels rassemblements ?
2. a) Werden tijdens verzamelingen door de politie reeds controles uitgevoerd ?
2. a) La police a-t-elle déjà effectué des controˆles au cours de ces rassemblements ?
b) Welke vaststellingen werden daarbij gedaan wat betreft het drank- en druggebruik ?
b) Quels constats a-t-elle faits lors de ces controˆles en matière de consommation d’alcool et de drogue ?
c) Zijn na deze vaststellingen processen-verbaal opgesteld ?
c) Ces constats ont-ils donné lieu à des procèsverbaux ?
3. Kon reeds een verband gelegd worden tussen laatnachtelijke fuiven en sommige verkeersongevallen ?
3. A-t-on déjà pu établir un rapport entre ces fêtes nocturnes et certains accidents de la circulation ?
4. a) Heeft de politie reeds kunnen achterhalen wie de organisatoren zijn van deze fuiven ?
4. a) La police a-t-elle déjà pu découvrir qui étaient les organisateurs de ces soirées ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16119
b) Konden zij geı¨dentificeerd worden ?
b) Ont-ils pu être identifiés ?
Antwoord :
Réponse :
1. a) De lokale politie van Riemst is op de hoogte van de organisatie van evenementen zoals overlevingstochten, fuiven, enzovoort op het plateau van Caestert evenals in de grotten die gelegen zijn op het grondgebied van diverse naburige gemeenten, en zij volgt deze gebeurtenissen van nabij op.
1. a) La police locale de Riemst est au courant de l’organisation d’événements tels que randonnées de survie, feˆtes, etc. sur le plateau de Caestert ainsi que dans les grottes situées sur le territoire de plusieurs communes avoisinantes et suit les événements de près.
Diverse coo¨rdinatievergaderingen tussen de verschillende betrokken Belgische en Nederlandse politiediensten vonden plaats sedert 1995. De gerechtelijke autoriteiten van Tongeren, Luik en Maastricht hebben eveneens deelgenomen aan enkele van deze vergaderingen. In Riemst en in Visé zijn er momenteel politiereglementen van kracht die de toegang tot de mergelgroeven verbieden.
Des réunions de coordination entre les divers corps de police belges et néerlandais concernés ont eu lieu depuis 1995. Les autorités judiciaires de Tongres, Liège et Maastricht ont également assisté à certaines de ces réunions. Des règlements de polices interdisant l’accès aux marnières sont en vigueur notamment à Riemst et à Visé.
b) Dat varieert in functie van het evenement. De politie van Riemst heeft goede contacten met de Nederlandse politiediensten voor uitwisseling van verkregen informatie. Daarnaast raadpleegt zij regelmatig een website waarop de evenementen verschijnen die in laatste instantie aangekondigd worden.
b) Cela varie en fonction de l’événement. La police de Riemst a de bons contacts avec les services de polices néerlandais pour l’échange d’informations recueillies. De plus, elle consulte régulièrement un website annonçant les événements annoncés en dernière instance.
2. a) Er worden controles uitgevoerd door de diverse betrokken lokale politiediensten.
2. a) Des controˆles sont effectués par les diverses polices locales concernées.
b) De organisatoren brengen over het algemeen bakken bier uit Nederland mee. Enkele resten van joints werden gevonden, maar geen verdovende middelen.
b) Les organisateurs emmènent généralement des boıˆtes de bière hollandaise. Quelques restants de joints sont retrouvés, mais aucun produit stupéfiant n’a été retrouvé.
c) Er werden processen-verbaal opgesteld op basis van de politiereglementen van Riemst die werden uitgevaardigd op 19 december 1995 waarbij de toegang tot de ondergrondse mergelgrotten wordt verboden.
c) Des procès-verbaux sont rédigés sur base de règlements de police de Riemst en date du 19 décembre 1995 interdisant l’accès aux marnières souterraines.
3. Tot heden werd geen verband aangetoond tussen deze evenementen en bepaalde verkeersongevallen. Er dient ook rekening mee gehouden te worden dat de bezoekers voor het grootste deel van Nederlandse afkomst zijn.
3. Jusqu’à présent aucun lien n’a été établi entre ces événements et certains accidents de circulation. Il est à noter que les visiteurs sont pour la plupart d’origine néerlandaise.
4. a) Er werden processen-verbaal opgesteld tegen de organisatoren en de Nederlandse autoriteiten werden daarvan in kennis gesteld.
4. a) Des procès-verbaux sont rédigés vis-à-vis des organisateurs et les autorités néerlandaises sont avisées.
b) De organisatoren zijn bijgevolg gekend.
b) Les organisateurs sont donc connus.
5. Wat betreft de grensstreek Frankrijk-Belgie¨, is geen enkel element gekend inzake de mogelijke organisatie van dergelijke evenementen.
5. En ce qui concerne la frontière franco-belge, aucun élément n’a été recueilli quant à l’organisation de tels événements.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16120
DO 2001200200137
DO 2001200200137
Vraag nr. 450 van de heer Peter Vanvelthoven van 5 november 2001 (N.) :
Question no 450 de M. Peter Vanvelthoven du 5 novembre 2001 (N.) :
Schorsing van twee inspecteurs van de federale politie.
Suspension de deux inspecteurs de la police fédérale.
Een personeelslid dat voorlopig geschorst is kan volgens de statutaire wet, indien een strafvordering lopende is, maximum tot 4 maanden na de gerechtelijke eindbeslissing geschorst blijven. Nochtans heeft de minister op 22 oktober 2001 besloten om twee inspecteurs van de federale politie, wiens schorsing afliep op 19 oktober 2001, opnieuw voor 4 maanden te schorsen met terugwerkende kracht tot 19 oktober 2001.
Aux termes de la loi statutaire, un membre du personnel suspendu provisoirement peut, si une instruction est en cours, être suspendu jusqu’à 4 mois au maximum après la décision judiciaire finale. Or, le 22 octobre 2001, le ministre décidait de prolonger de 4 mois la période de suspension de deux inspecteurs de la police fédérale, laquelle prenait fin en principe le 19 octobre 2001. Cette mesure de prolongation a été prise avec effet rétroactif au 19 octobre 2001.
1. Als reden voor deze verlenging wordt ingeroepen dat het tuchtonderzoek nog niet is afgelopen. De onderzoeksraad heeft echter al meer dan een jaar geleden gestatueerd dat de tuchtvordering verjaard is.
1. L’argument invoqué pour justifier la prolongation de la suspension est le fait que l’enquête disciplinaire est toujours en cours. Or, il y a plus d’un an, le conseil d’enquête décidait que l’action disciplinaire était prescrite.
Welke zin heeft dan deze verlenging ?
Quel est donc le sens de cette prolongation ?
2. De beslissing werd eveneens genomen vooraleer de betrokkenen zich konden verweren.
2. La décision a été prise sans que les intéressés n’aient eu le temps de présenter leur défense.
Waarom is hier het recht op verdediging niet voldoende gerespecteerd ?
Pour quelle raison le droit de la défense n’a-t-il pas été convenablement respecté en l’espèce ?
3. Hoe kan het dat het tuchtonderzoek nog steeds niet is afgesloten terwijl de feiten dateren van 1993 ?
3. Comment expliquer que l’enquête disciplinaire ne soit toujours pas terminée alors que les faits datent de 1993 ?
4. Bent u ingelicht dat er een gerechtelijk onderzoek lopende is tegen de tuchtoverheid die thans de tuchtvervolging voert tegen beide inspecteurs wegens valsheid ?
4. Avez-vous été informé qu’une enquête judiciaire est en cours à l’encontre de l’autorité disciplinaire qui mène actuellement les poursuites disciplinaires à l’égard de deux inspecteurs pour faux ?
Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
1. Het tussenadvies van de onderzoeksraad, waarnaar het geachte lid verwijst, kon op zich niet leiden tot het onmiddellijk afsluiten van het tuchtonderzoek. De beslissing inzake het definitief afsluiten van de betrokken tuchtvordering, met name op basis van het vaststellen van verjaring, behoort immers tot de bevoegdheid van mijn ambt.
1. L’avis intermédiaire du conseil d’enquête, auquel l’honorable membre fait mention, ne pouvait en soi provoquer la cloˆture définitive de l’action disciplinaire concernée, notamment sur la base de la constatation de l’existence de la prescription, relève de ma compétence.
Het advies van de onderzoeksraad was trouwens slechts een tussenadvies. Na afloop van de rechterlijke procedure werd de tuchtprocedure verdergezet waarbij de onderzoeksraad om een definitief advies werd verzocht. Dit advies kon uiteindelijk niet voor het einde van de lopende schorsing worden verstrekt, hetgeen noopte tot een nieuwe voorlopige schorsing van vier maanden.
L’avis de conseil d’enquête n’était d’ailleurs qu’un avis intermédiaire. Après déroulement de la procédure judiciaire, la procédure disciplinaire fut poursuivie, procédure au cours de laquelle un avis définitif du conseil d’enquête fut sollicité. Ce dernier ne put en définitive pas être rendu avant la fin de la suspension en cours, ce qui nécessita une nouvelle suspension provisoire de quatre mois.
2. Het onverwacht uitblijven van een definitief advies van de onderzoeksraad voor het einde van de lopende schorsing, maakte het onmiddellijk opleggen
2. Le fait — accidentel — que le conseil d’enquête ne put rendre son avis définitif avant la fin de la suspension provisoire, rendit nécessaire le prononcé
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16121
van een nieuwe schorsing noodzakelijk. Deze omstandigheid belette evenwel geenszins het indienen van een verweer door de betrokken personeelsleden. Hun verweer werd onderzocht doch verworpen.
immédiat d’une nouvelle suspension. Cette circonstance ne fit cependant aucunement obstacle à l’introduction d’un mémoir fut examiné mais cependant rejeté.
3. Men mag toch niet vergeten dat het vooralsnog niet afsluiten van het tuchtonderzoek te wijten is aan de diverse, door de betrokkenen ingeleide, procedures in hoger beroep en in cassatie. Deze procedures resulteerden trouwens in de bevestiging van hun veroordeling op strafrechtelijk gebied tot een gevangenisstraf van zes maanden met uitstel gedurende een periode van drie jaar en tot een geldboete van tweehonderd frank of een vervangende gevangenisstraf van drie maanden.
3. Que l’enquête disciplainer ne puisse encore être cloˆturée à ce moment résulte, on ne doit tout de même pas l’oublier, des diverses procédures en appel et en cassation que les intéressés ont eux-mêmes lancées et au terme desquelles, on le relèvera également, leur condamnation sur le plan pénal à une peine d’emprisonnement de six mois avec sursis pendant une période de trois ans et à une amende de deux cents francs ou une peine d’emprisonnement subsidiaire de trois moi, a été confirmée.
4. Ik ben ervan op de hoogte dat er een klacht werd neergelegd tegen de betrokken tuchtoverheid.
4. Je suis au courant qu’une plainte a été déposée contre l’autorité de discipline concernée.
DO 2001200200590
DO 2001200200590
Vraag nr. 509 van de heer Karel Van Hoorebeke van 30 januari 2002 (N.) :
Question no 509 de M. Karel Van Hoorebeke du 30 janvier 2002 (N.) :
Politiehervorming.
Réforme des polices.
Ingevolge het Octopusakkoord werd de wet van 7 december 1998 op de geı¨ntegreerde politie (WGP) goedgekeurd.
La loi du 7 décembre 1998 sur la police intégrée a été adoptée à la suite de l’accord octopartite.
Het mammoet-koninklijk besluit omtrent de rechtspositie van het politiepersoneel voorziet onder meer in de overgangsbepalingen dat bij de eerste toewijzing van ambten met gezagsuitoefening in de opgerichte diensten, een proportionele verdeling wordt gewaarborgd in functie van de respectievelijke inbreng van de voormalige rijkswacht, gemeentepolitie en gerechtelijke politie, waarbij in voorkomend geval de overheid aanstellingen in een hogere graad zal doen.
L’arrêté royal mammouth relatif au statut du personnel policier prévoit notamment dans ses dispositions transitoires que lors de la première attribution de fonctions impliquant l’exercice d’une autorité au sein des services créés, une répartition proportionnelle de ces fonctions entre les anciennes gendarmerie, police communale et police judiciaire sera garantie sur la base de leurs apports respectifs, étant entendu que l’autorité publique procédera le cas échéant à des nominations dans un grade supérieur.
1. Hebben deze overgangsbepalingen betrekking op de lokale en de federale diensten, gelet op het feit dat er sprake is van de voormalige rijkswacht, gemeentepolitie en gerechtelijke politie, en het artikel ingeleid wordt met de woorden « onverminderd artikel 248 van de wet op de geı¨ntegreerde politie » ?
1. Ces dispositions transitoires s’appliquent-elles aux services locaux et fédéraux, sachant qu’il est question des anciennes gendarmerie, police communale et police judiciaire, et que l’article concerné commence par les termes : sans préjudice de l’article 248 de la loi sur la police intégrée ?
2. a) Wat verstaat u onder « ambten die een gezagsuitoefening » inhouden ?
2. a) Qu’entendez-vous par : fonctions l’exercice d’une autorité ?
b) Oefent een hoofdcommissaris gezag of leiding uit over een commissaris en oefent een commissaris gezag of leiding uit over een hoofdinspecteur ?
b) Un commissaire en chef exerce-t-il une autorité sur un commissaire ou le dirige-t-il ? Un commissaire exerce-t-il une autorité sur un inspecteur en chef ou le dirige-t-il ?
c) Is er geen tegenstrijdigheid met artikel 6 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt waarin gesteld wordt dat een officier het gezag heeft over zijn personeelsleden ?
c) N’y a-t-il pas contradiction avec l’article 6 de la loi du 5 aouˆt 1992 sur la fonction de police qui dispose qu’un officier a autorité sur ses agents ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
impliquant
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16122
3. a) Wat wordt er bedoeld met de « opgerichte diensten » ?
3. a) Qu’entend-on par : services créés ?
b) Betreft het directies-generaal, directies, diensten op nationaal vlak of arrondissementeel vlak, afdelingen, programma’s, secties, teams of dekt het woord « diensten » een algemene lading ?
b) S’agit-il de directions générales, de directions, de services se situant à l’échelle nationale ou des arrondissements, de divisions, de programmes, de sections ou d’équipes, ou le terme « services » a-t-il une portée générale ?
4. a) Teneinde deze proportionele verdeling te realiseren zal de personeelsinbreng nationaal bekeken worden of zal de inbreng gebeuren op het niveau van een « specifieke dienst » ?
4. a) Considérera-t-on, pour réaliser cette répartition proportionnelle, l’apport de personnel à l’échelon national ou au sein d’un « service spécifique » ?
b) Wat is de motivatie hieromtrent ?
b) Pour quels motifs a-t-on édicté ce règlement ?
5. a) Welk tijdstip wordt weerhouden bij deze proportionele verdeling van inbreng van personeelsleden ?
5. a) Quelle date a-t-on retenue pour instaurer cette répartition proportionnelle de l’apport de membres du personnel ?
b) Betreft het 1 januari 2001, zijnde de inwerkingtreding van de wet, of betreft het 1 april 2001, zijnde de inwerkingtreding van het koninklijk besluit betreffende de oprichting van de verschillende diensten of werd een andere aanvangsdatum overeengekomen ?
b) S’agit-il du 1er janvier 2001, soit la date d’entrée en vigueur de la loi, ou du 1er avril 2001, soit la date d’entrée en vigueur de l’arrêté royal concernant la création des différents services ? Est-on convenu d’une autre date d’entrée en vigueur ?
6. Geldt de « aanstelling in een hogere grad » enkel van commissaris tot hoofdcommissaris of ook van hoofdinspecteur tot commissaris ?
6. La disposition prévoyant une nomination à un grade supérieur s’applique-t-elle uniquement au passage du grade de commissaire au grade de commissaire en chef ou s’applique-t-elle également au passage du grade d’inspecteur en chef au grade de commissaire ?
7. a) Heeft u kennis van het feit dat verschillende korpschefs van lokale politiezones, gerechtelijke directeurs van arrondissementele gerechtelijke diensten en directeurs van directies, voordrachten tot aanstellingen hebben overgemaakt aan de algemene directie Personeel ?
7. a) Avez-vous connaissance du fait que différents chefs de corps de zones de police locales, directeurs judiciaires de services judiciaires d’arrondissement et directeurs de directions ont transmis à la direction générale du Personnel des listes de présentation de candidats à des nominations ?
b) Heeft de directeur-generaal Personeel deze voordrachten aan uw ambt eveneens overgemaakt ?
b) Le directeur général du Personnel a-t-il également transmis ces présentations à votre cabinet ?
c) Waarom wordt er getalmd met de uitvoering van deze aanstellingen ?
c) Pourquoi tergiverse-t-on tant avant de procéder à ces nominations ?
Antwoord : Het geachte lid stelt een aantal vragen met betrekking tot de proportionele verdeling van de ambten die een gezagsuitoefening inhouden in de federale politie en in de korpsen van de lokale politie, alsmede betreffende de eventuele aanstellingen in de hogere graad in dat raam.
Réponse : L’honorable membre pose une série de questions concernant la répartition proportionnelle des emplois comportant l’exercice de l’autorité au sein de la police fédérale et dans les corps de police locale, de même que les éventuels commissionnements au grade supérieur qui s’y rapportent.
1. Deze proportionele verdeling wordt opgelegd, zowel in de korpsen van de lokale politie, krachtens artikel 248, vierde lid, WGP, als in de federale politie, krachtens artikel XII.II.26, eerste lid, RPPol, en, voor de gerechtelijke zuil in het bijzonder, artikel 28 van de
1. Cette répartition proportionnelle s’impose, aussi bien dans les corps de police locale, en vertu de l’article 248, alinéa 4, LPI, qu’au sein de la police fédérale, en vertu de l’article XII.II.26, alinéa 1er, PJPol, et, en particulier pour le pilier judiciaire, en vertu de l’arti-
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002 wet van 27 december « Mozaı¨ekwet ».
16123
2000,
zogenaamde
cle 28 de la loi du 27 décembre 2000, dite « loi Mosaı¨que ».
2. a) De notie van het gezaghebbende ambt wordt, voor wat de federale politie betreft, gedefinieerd in het ministerieel besluit van 16 januari 2001 dienaangaande, als ieder organiek ambt dat een gezagsuitoefening inhoudt en dat als zodanig wordt bepaald door de commissaris-generaal, rekening houdend met de opdrachten van de algemene directies.
2. a) En ce qui concerne la police fédérale, la notion de fonction d’autorité est définie dans l’arrêté ministériel du 16 janvier 2001 y relatif, en tant que tout emploi organique qui comprend l’exercice de l’autorité et qui est qualifié comme tel par le commissaire général, compte tenu des missions des directions générales.
Wat de lokale politie betreft, wordt dit begrip omschreven in mijn omzendbrief PLP 7 : de gezagsambten zijn die blijken uit de personeelsformatie van het betrokken korps en die als zodanig worden aangewezen door de korpschef.
En ce qui concerne la police locale, ce concept est décrit dans ma circulaire PLP 7 : les emplois d’autorité sont ceux qui ressortent du cadre du personnel du corps concerné et qui sont qualifiés comme tels par le chef de corps.
De korpschef heeft dus de bevoegdheid om ambten voor officieren en, in voorkomend geval, hoofdinspecteurs, in te delen in gezagsambten en andere. Zoals wordt gesteld in Pt 4.5 van de omzendbrief PLP 7 zijn niet alle ambten in het officiers- en het middenkader gezagsambten. Het spreekt vanzelf dat eerst de gezagsambten worden bepaald en daarna de geschikte personen daarvoor worden aangewezen en niet omgekeerd.
Le chef de corps a donc la compétence de répartir les emplois pour officiers et, le cas échéant, pour inspecteurs principaux, entre des emplois d’autorité et d’autres. Comme mentionné au Pt 4.5 de la circulaire PLP 7, tous les emplois du cadre d’officiers et du cadre moyen ne sont pas des emplois d’autorité. Il va de soi que les emplois d’autorité sont déterminés en premier lieu et qu’ensuite les personnes adéquates y sont désignées et non l’inverse.
Als voorbeelden van gezagsambten kunnen die van de hoofden van de lokale recherche, de dienst wijkwerking en de dienst interventie worden gegeven. Dit zijn sleutelambten in het korps waarvan de titularissen rechtstreeks rapporteren aan de korpschef.
On peut donner comme exemples d’emplois d’autorité, ceux des responsables de la recherche locale, du service de proximité et du service intervention. Ce sont des emplois clés au sein du corps dont les titulaires dépendent directement du chef de corps.
b) De term « gezagsambt » mag overigens niet verward worden met het gezag in de zin van artikel 120 WGP. In dit laatste artikel wordt, binnen elk politiekorps, de gezagsverhouding van het ene personeelslid tegenover het andere bepaald. Hierbij primeert het functionele gezag, op grond van het beklede ambt of de toevertrouwde taak, op de graad.
b) Le terme « emploi d’autorité » ne peut d’ailleurs pas être confondu avec l’autorité au sens de l’article 120 LPI, lequel détermine, au sein de chaque corps de police, la relation d’autorité qu’exerce un membre du personnel par rapport à un autre. Cette autorité fonctionnelle, acquise en vertu de la fonction exercée ou de la taˆche confiée, prime sur le grade.
c) Voornoemde principes zijn geenszins strijdig met het door het geachte lid genoemde artikel van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, dat overigens is hernummerd als artikel 5/6 en krachtens hetwelk de politiediensten hun opdrachten overeenkomstig de bevelen, onderrichtingen, vorderingen en richtlijnen van de bevoegde overheden vervullen, onverminderd de bevoegdheden en verplichtingen die voor bepaalde politieambtenaren voortvloeien uit hun hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings of van de krijgsauditeur.
c) Les principes mentionnés ci-dessus n’entrent nullement en contradiction avec l’article de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police évoqué par l’honorable membre, lequel article est d’ailleurs renuméroté en tant qu’article 5/6 et en vertu duquel les services de police remplissent leurs missions conformément aux ordres, aux instructions, aux réquisitions et directives des autorités compétentes, sans préjudice des compétences et obligations qui, pour certains fonctionnaires de police, découlent de leur qualité d’officier de police judiciaire, auxiliaire du procureur du Roi ou de l’auditeur militaire.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
de
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16124
Dit artikel heeft immers geen uitstaans met de gezagsambten binnen de betrokken politiedienst.
Cet article n’a en effet aucun rapport avec les emplois d’autorité au sein du service de police concerné.
3. a) en b) Wat de lokale politie betreft, wordt de proportionele verdeling van de gezagsambten, krachtens artikel 248, vierde lid, WGP, gerealiseerd op het niveau van het korps.
3. a) en b) Pour ce qui concerne la police locale, la répartition proportionnelle des emplois d’autorité est, en vertu de l’article 248, alinéa 4, LPI, réalise au niveau du corps. ` la police fédérale, où cette problématique se A présente quasi seulement dans le pilier judiciaire, en vertu de l’article 28 de la « loi Mosaı¨que », la répartition proportionnelle en question sera réalisée, d’une part, par service judiciaire déconcentré et, d’autre part, au sein de la direction générale de la police judiciaire.
In de federale politie, waar deze problematiek de facto quasi alleen voorkomt in de gerechtleijke zuil, zal de kwestieuze proportionele verdeling, krachtens voornoemd artikel 28 van de « Mozaı¨ekwet », enerzijds, per gedeconcentreerde gerechtelijke dienst en, anderzijds, in de algemene directie van de gerechtelijke politie geschieden. 4. a) Het antwoord op vraag 4, a), is hetzelfde als dat op vraag 3.
4. a) La réponse à la question 4, a), est identique à celle donnée à la question 3.
b) De proportionele verdeling zoals beschreven in het antwoord op de vorige vraag wordt verplicht gesteld op grond van wettelijke bepalingen. Deze laatste zijn er gekomen om te vermijden dat personeelsleden wiens gewezen korpsen in het raam van de politiehervorming zijn gefuseerd, op de werkvloer zouden worden geconfronteerd met oversten waarvan het aantal op disproportionele wijze uit een andere gewezen politiedienst afkomstig zou zijn.
b) La répartition proportionnelle telle que décrite dans la réponse à la question précédente est une obligation basée sur des dispositions légales. Ces dispositions ont été prises pour éviter que des membres du personnel dont les corps de provenance ont été fusionnés lors de la réforme des polices, seraient confrontés sur le terrain, à un nombre disproportionné de supérieurs provenant d’un autre ancien service de police que le leur.
5. a) en b) De proportionele verdeling van de ambten die een gezagsuitoefening inhouden, moet geschieden bij oprichting van de betrokken korpsen of diensten. Voor de lokale politie is dit bij de in artikel 248 WGP bedoelde inplaatsstelling.
5. a) et b) La répartition proportionnelle des emplois qui comportent l’exercice de l’autorité doit être effectuée lors de la création des corps ou services concernés. Pour la police locale, elle s’effectue lors de la mise en place visée à l’article 248 LPI.
Voor de federale politie was dit in principe op 1 januari 2001; de commissaris-generaal verkeert evenwel in de onmogelijkheid om de kwestieuze organieke ambten aan te wijzen zolang de personeelsformatie van de federale politie niet is goedgekeurd, wat eerlang zal gebeuren.
Pour la police fédérale, il s’agissait en principe du 1er janvier 2001; le commissaire général se trouve cependant dans l’impossibilité de désigner les emplois organiques en question aussi longtemps que le cadre organique du personnel de la police fédérale n’est pas approuvé, ce qui ne devrait tarder.
6. Krachtens artikel XII.VII.26, RPPol kan een personeelslid alleen worden aangesteld in de hogere graad indien het overeenkomstig voornoemde principes is aangewezen voor een betrekking die een gezaguitoefening inhoudt en deze betrekking volgens het organogram toekomt aan een personeelslid met de kwestieuze hogere graad. Vermits de betrokken gezagsambten voornamelijk gesitueerd zijn in het officierskader zullen een aantal commissarissen aangesteld worden tot hoofdcommissaris en een aantal hoofdinspecteurs tot commissaris. In kleine politie-
6. En vertu de l’article XII.VII.26, PJPol, un membre du personnel ne peut être commissionné au grade supérieur que s’il est désigné, conformément aux principes précités, pour un emploi qui comporte l’exercice de l’autorité et que cet emploi revienne à un membre du personnel devant être revêtu du grade supérieur en question. Puisque les emplois d’autorité se retrouvent principalement au sein du cadre d’officers, certains commissaires seront commissionnés commissaires divisionnaires et certains inspecteurs principaux, commissaris. Dans les petits corps de
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16125
korpsen kan het zelfs voorkomen dat een betrekking van hoofdinspeteur wordt aangewezen als een gezagsambt. Hierdoor is het niet uitgesloten dat een inspecteur voor dit ambt wordt aangewezen, waardoor hij zou worden aangesteld in de graad van hoofdinspecteur. Deze situatie is evenwel hoogst uitzonderlijk, gelet op de regel dat de proportionele toekenning van de gezagsambten in ieder geval bij voorrang onder de pesoneelsleden bekleed met de overeenstemmende graad moet geschieden.
police, il peut même arriver qu’un emploi d’inspecteur principal soit désigné comme emploi d’autorité. Par conséquent, il n’est pas exclu qu’un inspecteur soit désigné à cet emploi, et donc commissionné au grade d’inspecteur principal. Cette situation est cependant très exceptionnelle eu égard à la règle selon laquelle l’octroi proportionnel des emplois d’autorité doit toujours s’opérer en priorité parmi les membres du personnel possédant le grade correspondant.
De commissaris-generaal en de korpschefs moeten er trouwens over waken dat de aanstellingen in dit raam niet leiden tot een spreekwoordelijk « Mexicaans leger ».
Le commissaire général et les chefs de corps doivent d’ailleurs veiller à ce que les commissionnements dans ce contexte n’aboutissent à la mise en place d’une proverbiale « armée mexicaine ».
Ik wijs er ook op dat deze aanstellingen geen enkele meerkost voor de politiediensten, noch lokaal, noch federaal, zullen veroorzaken. Het statuut van de in de hogere graad aangestelde personeelsleden blijft voor het overige immers onveranderd. Zij zullen in de toekomst ook niet automatisch in de hogere graad worden benoemd.
J’attire l’attention sur le fait que ces commissionnements n’engendreront aucun coût supplémentaire pour les services de police, ni au niveau local, ni au niveau fédéral. En effet le statut des membres du personnel commissionnés au grade supérieur demeure pour le surplus inchangé. De même, ils ne seront pas nommés ultérieurement dans le grade supérieur de manière automatique.
7. Binnen de federale politie zijn er inderdaad reeds een aantal voorstellen tot aanstelling bezorgd aan de directeur-generaal van het personeel. Wegens de in het antwoord op vraag 5 bedoelde redenen, kunnen de kwestieuze aanstellingen in de federale politie vooralsnog niet worden uitgevoerd. Eens de personeelsformatie goedgekeurd, zal de commissaris-generaal de nodige voorstellen doen, waarna ikzelf, deels samen met mijn collega van Justitie, de gezagsambten zal bepalen en de betrokken personeelsleden individueel zal aanwijzen.
7. Au sein de la police fédérale, un certain nombre de propositions de commissionnements ont en effet déjà été introduites auprès du directeur général des ressources humaines. En raison des motifs mentionnés dans la réponse à la question 5, les commissionnements au sein de la police fédérale n’ont pas encore pu être exécutés. Dès que le cadre organique du personnel aura été approuvé, le commissaire général procédera aux propositions nécessaires, après quoi je déterminerai, en partie avec mon collègue de la Justice, les emplois d’autorité et désignerai individuellement les membres du personnel concernés.
Er kan bovendien op worden gewezen dat niet de directeur-generaal van het personeel van de federale politie, maar wel de respectieve benoemende overheid bevoegd is om de aanstellingen in dit raam uit te voeren. Derhalve, indien een personeelslid van de lokale politie in aanmerking komt om in de graad van hoofdcommissaris te worden aangesteld, is enkel de Koning hiertoe bevoegd.
Enfin, il peut être souligné que ce n’est pas le directeur général du personnel de la police fédérale, mais bien l’autorité de nomination respective qui est compétente pour exécuter les commissionnements dans ce cadre. Par conséquent, lorsqu’un membre du personnel de la police locale entre en considération pour être commissionné au grade de commissaire divisionnaire, seul le Roi est compétent à cet effet.
DO 2001200201084
DO 2001200201084
Vraag nr. 576 van de heer Guido Tastenhoye van 2 mei 2002 (N.) :
Question no 576 de M. Guido Tastenhoye du 2 mai 2002 (N.) :
Afronding van de regularisatieprocedure.
Cloˆture de la procédure de régularisation.
Begin 2000 werd een grootscheepse campagne gestart om het verblijf van bepaalde categoriee¨n van illegale vreemdelingen te regulariseren. De wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het
Début 2002, une campagne à grande échelle a été lancée pour régulariser la situation de certaines catégories d’étrangers en séjour illégal. La loi du 22 décembre 1999 relative à la régularisation de séjour de certai-
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2064
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16126
verblijf van bepaalde categoriee¨n van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, bepaalt dat een regularisatieaanvraag kan ingediend worden op basis van een langdurige asielprocedure, op basis van de onmogelijkheid om terug te keren, op basis van medische redenen of op basis van humanitaire redenen. Aanvankelijk werd de afronding van de hele procedure vo´o´r 1 juli 2001 vooropgesteld. Deze datum werd niet gehaald, evenmin als de nieuwe deadline van 1 november 2001. Begin februari 2002 verklaarde u dat in april 2002 alles achter de rug moest zijn.
nes catégories d’étrangers séjournant sur le territoire du Royaume dispose qu’une demande de régularisation peut être introduite sur la base d’une procédure d’asile de longue durée, de l’impossibilité de rentrer dans le pays d’origine, de raisons médicales, de raisons humanitaires ou d’attaches sociales durables. Initialement, la cloˆture de toute la procédure était prévue pour le 1er juillet 2002 au plus tard. Cette date n’a pas été respectée, pas plus que la nouvelle date butoir du 1er juillet 2001. Début février 2002, vous avez indiqué que tout devait être terminé pour avril 2002.
1. a) Hoeveel definitieve beslissingen inzake regularisatieaanvragen, ingediend met toepassing van de bepalingen van de voornoemde wet van 22 december 1999, werden reeds genomen ?
1. a) Combien de décisions définitives ont été prises dans des dossiers de demande d’asile en application des dispositions de la loi précitée du 22 décembre 2002 ?
b) Hoeveel dossiers waren op 1 mei 2002 nog steeds hangende ?
b) Combien de dossiers étaient encore pendants au 1er mai 2002 ?
2. a) Hoeveel negatieve beslissingen werden er genomen en hoeveel positieve ?
2. a) Combien y a-t-il eu de décisions négatives et combien de positives ?
b) Om hoeveel personen gaat het telkens ?
b) Combien de personnes étaient concernées à chaque fois ?
3. a) Wat is de verdeling van de regularisatieaanvragen over de vier criteria (langdurige asielprocedure, onmogelijkheid om terug te keren, ernstige ziekte, humanitaire redenen en duurzame sociale bindingen) ?
3. a) Quelle est la répartition des demandes de régularisation en fonction des quatre critères (procédure d’asile de longue durée, impossibilité de rentrer dans le pays d’origine, maladie grave, raisons humanitaires et attaches sociales durables) ?
b) Hoeveel bedraagt het inwilligingspercentage per categorie ?
b) Quel est le taux de demandes acceptées par catégorie ?
4. Hoeveel bedraagt het niet-inwilligingspercentage per categorie ?
4. Quel est le taux de refus par catégorie ?
5. Van de personen die een negatieve beslissing kregen, hoeveel werden er daarvan reeds gerepatrieerd en op welke wijze ?
5. Parmi les personnes qui ont fait l’objet d’une décision négative, combien ont déjà été rapatriées et comment l’ont-elles été ?
6. Wat is het prijskaartje dat aan de regularisatiecampagne tot nu toe verbonden was ?
6. Qu’a couˆté jusqu’à présent cette campagne de régularisation ?
Antwoord :
Réponse :
1. a) Op 21 juni 2002 waren 35 327 regularisatieaanvragen in het kader van de wet van 22 december 1999 definitief afgehandeld.
1. a) Le 21 juin 2002, 35 327 demandes de régularisation dans le cadre de la loi du 22 décembre 1999, étaient définitivement traitées.
b) 1 744 dossiers moeten nog worden afgerond.
b) 1 744 dossiers doivent encore être cloˆturés.
Dit cijfer kan als volgt worden opgesplitst :
Ce chiffre peut être subdivisé comme suit :
— 969 dossiers werden in beslag genomen en maken momenteel het voorwerp uit van een gerechtelijk onderzoek;
— 969 dossiers ont été saisis et font actuellement l’objet d’une enquête judiciaire;
— 47 dossiers moeten nog worden afgehandeld door het onderzoekssecretariaat van de Commissie voor regularisatie;
— 47 dossiers doivent encore être traités par le secrétariat d’instruction de la Commission de régulation;
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16127
— 123 dossiers moeten mij overgemaakt worden door de griffie van de Kamers van de Commissie voor regularisatie;
— 123 dossiers doivent encore m’être transmis par le greffe des chambres de la Commission de régularisation;
— voor 325 dossiers is het aanvullend onderzoek van de Dienst Vreemdelingenzaken in verband met de openbare orde nog niet afgerond;
— pour 325 dossiers, l’examen complémentaire de l’Office des étrangers en ce qui concerne d’ordre public n’est pas encore cloˆturé;
— 280 dossiers moeten nog administratief afgehandeld worden door de Commissie voor regularisatie.
— la Commission de régularisation doit encore cloˆturer administrativement 280 dossiers.
2. — 24 912 dossiers werden afgesloten met een positieve beslissing;
2. — 24 912 dossiers ont obtenu une décision positive;
— 5 746 dossiers hebben geleid tot een negatieve beslissing;
— 5 746 dossiers ont obtenu une décision négative;
— 650 personen werden uitgesloten van de toepassing van de wet wegens potentieel gevaar voor de openbare orde en veiligheid;
— 650 personnes ont été exclues de l’application de la loi en raison de danger potentiel pour l’ordre et la sécurité publics;
— 4 019 zijn zonder voorwerp geworden wegens onder andere dubbel gebruik, naturalisatie, vertrek, ...
— 4 019 sont restés sans objet en raison d’un double emploi, d’une naturalisation, d’un départ, ...
3 en 4. Vooreerst dient opgemerkt te worden dat een aantal aanvragers (meer dan 20 %) hun aanvraag op meerdere criteria hebben gesteund.
3 et 4. Il faut d’abord signaler qu’un certain nombre de demandeurs (plus de 20 %) ont basé leur demande sur plusieurs critères.
Criterium 1 : 84 % positieve beslissingen 14 % negatieve beslissingen 2 % uitsluitingen
Critère 1 : 84 % décisions positives 14 % décisions négatives 2 % exclusions
Criterium 2 : 59 % positieve beslissingen 39 % negatieve beslissingen 2 % uitsluitingen
Critère 2 : 59 % décisions positives 39 % décisions négatives 2 % exclusions
Criterium 3 : 80 % positieve beslissingen 18 % negatieve beslissingen 2 % uitsluitingen
Critère 3 : 80 % décisions positives 18 % décisions négatives 2 % exclusions
Criterium 4 : 81 % positieve beslissingen 17 % negatieve beslissingen 2 % uitsluitingen
Critère 4 : 81 % décisions positives 17 % décisions négatives 2 % exclusions
Meerdere criteria : 86 % positieve beslissingen 12 % negatieve beslissingen 2 % uitsluitingen
Critères multiples : 86 % décisions positives 12 % décisions négatives 2 % exclusions
5. Hierover zijn er nog geen cijfers beschikbaar. Ik kan u wel melden dat er reeds 4 182 bevelen om het grondgebied te verlaten werden betekend.
5. Aucun chiffre n’est encore disponible à ce sujet. Je peux vous dire que 4 182 ordres de quitter le territoire ont déjà été notifiés.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16128
6. De uitgaven voor de Commissie voor regularisatie bedroegen voor de jaren 1999 en 2000 182,1 miljoen frank en 223,3 miljoen frank voor 2001. Voor 2002 werden voor 15,2 miljoen frank kredieten ingeschreven voor het betalen van de wedden van de personeelsleden voor de maand december. Daarnaast werd een bedrag van 21,6 miljoen frank ingeschreven voor de betaling van de schuldvorderingen en zitpenningen van de leden van de kamers voor 2001 en 2002. De totale kosten van de Commissie voor regularisatie kan dus geraamd worden op 442,2 miljoen frank, verdeeld als volgt :
6. Les dépenses pour la Commission de régularisation se sont élevées à 182,1 millions de francs pour les années 1999 et 2000, et à 223,3 millions de francs pour l’année 2001. Pour 2002, des crédits de personnel (15,2 millions de francs) ont été inscrits à l’initial afin de payer les traitements du mois de décembre des membres du personnel. En outre, un montant de 21,6 millions de francs sera inscrit pour payer les déclarations de créances et les jetons de présence des membres des chambres pour 2001 et 2002. En résumé, le coût total de la Commission de régularisation s’est élevé depuis sa création à 442,2 millions de francs réparti comme suit :
— Personeel :
— Personnel :
291,5 millions de francs
— Fonctionnement :
150,7 millions de francs ——————————
— Werking :
291,5 miljoen frank 150,7 miljoen frank ——————————
Totaal :
442,2 miljoen frank
Total :
442,2 millions de francs
DO 2001200201114
DO 2001200201114
Vraag nr. 579 van de heer Guido Tastenhoye van 15 mei 2002 (N.) :
Question no 579 de M. Guido Tastenhoye du 15 mai 2002 (N.) :
Plan van een Marokkaanse Belg om een stichting op te richten voor Marokkaanse remigranten.
Projet de création par un Belge d’origine marocaine d’une fondation pour les rémigrants marocains.
Op blz. 3 van De Morgen van donderdag 4 april 2002 verklaart een Marokkaanse Belg in een interview dat hij het plan heeft opgevat om een stichting op te richten voor Marokkaanse remigranten, dat wil zeggen voor allochtonen die wensen terug te keren naar hun land van herkomst.
Dans son édition du 4 avril 2002, « De Morgen » a publié, en troisième page, une interview avec un Belge d’origine marocaine qui a conçu le projet de créer une fondation pour les rémigrants marocains, c’est-à-dire les allochtones souhaitant rentrer dans leur pays d’origine.
Maar de Marokkaanse Belg beklaagt er zich over dat hij nergens gehoor vindt voor de uitvoering van zijn plan. Toch stelt hij : « Maar heel wat migranten, zeker die van de eerste generatie, willen zelf niets liever dan teruggaan naar hun geboorteland. » In Nederland werd zo’n initiatief al bijna tien jaar geleden succesvol opgezet. Om het initiatief succesvol te maken, wordt er best ook een steunpunt in Marokko opgericht, bijvoorbeeld in een gebied waar veel Marokkaanse Belgen vandaan komen, dit om het terugkeerbeleid onder meer administratief en juridisch te begeleiden. In Nederland geeft de overheid ook premies aan migranten die willen terugkeren naar hun land van herkomst. Ook in Belgie¨ zijn er in het verleden voorzichtige aanzetten tot remigratie geweest maar die initiatieven zijn doodgebloed, omdat de overheid er blijkbaar niet echt werk van wilde maken.
La personne interviewée se plaint toutefois que l’exécution de son projet ne trouve nulle part une oreille favorable. Il n’en affirme pas moins que « de nombreux immigrés, certainement ceux de la première génération, ne demandent pas mieux que de retourner au pays ». Aux Pays-Bas, une initiative de ce genre a été mise en place il y a une dizaine d’années et connaıˆt un succès certain. Pour améliorer les chances de succès d’une telle initiative, il est recommandé de créer une antenne locale au Maroc, par exemple dans l’une des régions ayant connu une forte émigration vers la Belgique, et ce afin de fournir, entre autres, un encadrement administratif et juridique au retour. Les Pays-Bas offrent en outre des primes au retour aux immigrés désirant retourner au pays. En Belgique aussi, il y eut par le passé quelques tentatives prudentes d’incitation au retour mais elles sont restées sans lendemain, faute d’intérêt de la part des autorités. 1. Eˆtes-vous au courant de l’existence au sein de la communauté marocaine d’une forte demande pour une politique d’aide au retour et qu’en pensez-vous ?
1. Bent u op de hoogte van de blijkbaar in Marokkaanse kringen sterk levende vraag naar een terugkeerbeleid en wat is uw reactie daarop ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16129
2. Werd u al benaderd met de vraag om een stichting of een VZW in het leven te roepen, die de vrijwillige terugkeer van allochtonen naar hun land van herkomst moet begeleiden, en wat was gebeurlijk uw houding ?
2. Avez-vous déjà été approché par des personnes désireuses de créer une fondation ou une ASBL destinée à encadrer le retour volontaire d’allochtones dans leur pays d’origine et, dans l’affirmative, quelle a été votre réaction ?
3. a) Heeft u al maatregelen genomen om na te gaan of een dergelijk remigratieprogramma kan worden uitgewerkt en, zo ja, waarom ?
3. a) Avez-vous déjà pris des mesures afin de vérifier qu’un tel programme d’aide au retour est réalisable et, si oui, pour quelle raison ?
b) Zo neen, waarom niet ?
b) Dans le cas contraire, pourquoi ne l’avez-vous pas encore fait ?
4. Is er terzake misschien een rol weggelegd voor het centrum van Pater Leman ?
4. Le centre du Père Leman pourrait-il jouer un roˆle en la matière ?
5. In het verleden werden er in Belgie¨ voorzichtige aanzetten gegeven voor een terugkeerbeleid met een zeer bescheiden terugkeerpremie.
5. Par le passé, de timides incitations au retour appuyées par des primes très modestes ont été tentées en Belgique.
a) Wat is de evaluatie van dit systeem ?
a) Quelle évaluation a été faite de ce système ?
b) Kan dit doodgebloede systeem geheractiveerd worden, onder meer door het sterk verhogen van de terugkeerpremie en het organiseren van een humaan en op volledige vrijwilligheid gericht terugkeerbeleid, gepaard aan een reı¨ntegratiebeleid in het land van herkomst, aangezien deze vraag, getuige het interview in De Morgen, uitgaat van de allochtonen zelf ?
b) Ce système, qui n’existe plus à présent, peut-il être réactivé, entre autres par une forte augmentation de la prime au retour et par la mise en place d’une politique humaine de retours volontaires accompagnée d’une politique de réintégration dans le pays d’origine ? Une telle demande, si l’on en croit l’interview publiée par « De Morgen », émane en effet des allochtones eux-même.
Antwoord : Het antwoord op deze vragen behoort tot de bevoegdheid van de minister van Maatschappelijke Integratie. (Vraag nr. 134 van 4 juli 2002.)
Réponse : La réponse à ces questions ressort de la compétence du ministre de l’Intégration Sociale. (Question no 134 du 4 juillet 2002.)
DO 2001200201124
DO 2001200201124
Vraag nr. 583 van de heer Martial Lahaye van 17 mei 2002 (N.) :
Question no 583 de M. Martial Lahaye du 17 mai 2002 (N.) :
Oprichting Europese grenswacht. — Verdeling kosten grenscontrole.
Création d’une garde frontalière européenne. — Répartition des couˆts liés aux controˆles frontaliers.
In Europa wordt luidop nagedacht over een gemeenschappelijke controle aan de buitengrenzen. De oprichting van een Europese grenswacht en het verdelen van de kosten van de grenscontrole over alle lidstaten zou binnen afzienbare tijd een feit kunnen zijn.
En Europe, on envisage très correctement la mise en place d’un controˆle commun aux frontières extérieures. La création d’une garde frontalière européenne et la répartition des couˆts afférents aux controˆles frontaliers entre tous les E´tats membres pourraient devenir une réalité dans un avenir proche.
1. Wat is het Belgisch standpunt terzake en hoe snel kan dit in de Belgische wetgeving geı¨ntegreerd worden ?
1. Quelle est la position de la Belgique à l’égard de cette garde frontalière et dans quel délai celle-ci pourrait-elle être inscrite dans la législation belge ?
2. Welke invloed heeft dit op de grenscontrole in Belgie¨ en wat is de grootteorde van het budget, dat ons land hiervoor beschikbaar zal moeten stellen ?
2. Quelle en est l’incidence sur les controˆles frontaliers en Belgique et à combien s’élève le budget que notre pays devra consacrer à cette garde frontalière européenne ?
Antwoord : Belgie¨ heeft reeds bij de aanvang van de idee een gemeenschappelijke controle aan de buiten-
Réponse : La Belgique, dès la conception de l’idée d’un controˆle commun aux frontières extérieures, a
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16130
grenzen op te richten haar steun voor het initiatief betuigd. Ik verwijs hier naar conclusie 24 van de Europese Raad van Tampere (Finland, oktober 1999), waarin de Europese Raad een nauwere samenwerking en wederzijse technische bijstand tussen de grenscontrolediensten van de lidstaten wenst. Daarnaast werd in december 2001 onder Belgisch voorzitterschap, een Raadsbesluit terzake genomen.
soutenu l’initiative. Je fais référence à la conclusion 24 du Conseil européen de Tampere (Finlande, octobre 1999), où le Conseil européen demandait une coopération plus étroite et un soutien technique réciproque entre les services de controˆle des E´tats membres. En outre, un acte a été adopté par le Conseil en la matière, en décembre 2001, sous la présidence belge.
Het Spaanse voorzitterschap heeft een synthese gemaakt van de bestaande initiatieven, namelijk :
La présidence espagnole a réalisé une synthèse des initiatives existantes à savoir :
— De communicatie van de Europese Commissie (EC) betreffende een geı¨ntegreerd grensbeleid.
— La communication de la Commission européenne (CE) relative à une politique frontalière intégrée.
— De Italiaanse haalbaarheidsstudie die werd besproken op de Ministerie¨le Conferentie van 30 mei 2002.
— L’étude de faisabilité italienne qui a fait l’objet d’une discussion lors de la Conférence ministérielle du 30 mai 2002.
— Het Oostenrijkse project genaamd « police and border security » dat operationele en praktische maatregelen voorstelt.
— Le projet autrichien nommé « police and border security » proposant des mesures opérationnelles et pratiques.
De voorgestelde maatregelen worden in 5 hoofdgroepen verdeeld, gebaseerd op de indeling gebruikt door de Europese Commissie in haar communicatie omtrent dit onderwerp :
Les mesures proposées sont réparties en 5 groupes principaux, basés sur la répartition utilisée par la Commission européenne dans sa communication à ce propos :
— Een gemeenschappelijk mechanisme van overleg en operationele samenwerking.
— Un mécanisme commun de concertation et de coopération opérationnelle.
— Een gemeenschappelijke evaluatie geı¨ntegreerd « risk assessment ».
— Une évaluation commune et un « risk assessment » intégré.
en
een
— Interoperationeel personeel en middelen.
— Personnel et moyens interopérationnels.
— Een gemeenschappelijk corpus van wetgeving.
— Un corpus commun de législation.
— Het verdelen van de lasten onder de lidstaten.
— La répartition des couˆts parmi les E´tats membres.
Op de laatste JBZ Raad van juni 2002 werden de recente initiatieven aangaande het oprichten van een Europese grenspolitie onder de ministers besproken en goedgekeurd.
Lors du dernier Conseil JAI de juin 2002, les initiatives récentes relatives à la création d’une police frontalière européenne ont été discutées et approuvées par les ministres.
Deze initiatieven zullen op termijn leiden tot het opstarten van een geı¨ntegreerd grensmanagement op Europees niveau. Het voorgestelde plan heeft onder meer als voorzichtig gesteld doel een grenswachterskorps op Europees niveau op te richten, weliswaar ter ondersteuning en niet ter vervanging van de nationale diensten. In eerste instantie dienen een juridische en praktische haalbaarheidsstudie te worden uitgevoerd. Tevens zal een progressieve opbouw van de maatregelen positief moeten verlopen.
Ces initiatives aboutiront à terme à la mise en place d’un management frontalier intégré au niveau européen. Le plan proposé a notamment comme délicat objectif de créer un corps de gardes-frontières au niveau européen, certes en soutien et non en remplacement des services nationaux. Une étude de faisabilité juridique et pratique doit d’abord être réalisée. En outre, le développement progressif des mesures doit se faire de façon positive.
Het dossier werd besproken op de Europese Raad te Sevilla van 20 en 21 juni 2002. De Europese Raad heeft verzocht onverwijld over te gaan tot het oprichten van een gemeenschappelijke instantie van buitengrensdeskundigen, samengesteld uit de hoofden van de controlediensten van de buitengrenzen van de lidstaten. Deze groep zal belast worden met het coo¨rdineren van de bovenvermelde maatregelen.
Le dossier a fait l’objet d’une discussion lors du Conseil européen de Séville des 20 et 21 juin 2002. Le Conseil européen a demandé de mettre immédiatement en place une instance commune d’experts frontaliers composée des chefs des services de controˆle des frontières extérieures des E´tats membres. Ce groupe sera chargé de la coordination des mesures susmentionnées.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16131
Tevens verzocht de Raad de Europese Commissie en de lidstaten om elk binnen hun eigen bevoegdheden de volgende maatregelen uit te voeren : Voor eind 2002 :
De plus, le Conseil a demandé à la Commission européenne et aux E´tats membres de réaliser, chacun en fonction de ses compétences les mesures suivantes : Avant la fin 2002 :
— Totstandbrenging van gezamenlijke operaties aan de buitengrenzen.
— Mise en place d’opérations communes aux frontières extérieures.
— Onmiddellijk opstarten van proefprojecten waaraan alle belangstellende lidstaten kunnen deelnemen.
— Démarrage immédiat des projets pilotes auxquels peuvent participer tous les E´tats membres intéressés.
— Oprichten van een netwerk van immigratieverbindingsofficieren van de lidstaten.
— Création d’un réseau d’officiers de liaison de l’immigration des E´tats membres.
Voor juni 2003 :
Pour juin 2003 :
— Opstelling van een gemeenschappelijk risicoanalyse model om tot een gemeenschappelijke en geı¨ntegreerde risicobeoordeling te komen.
— Réalisation d’un modèle d’une analyse commune des risques afin d’aboutir à un jugement commun et intégré des risques.
— Definitie van een gemeenschappelijke basisinhoud voor de opleiding van grenswachten, en aanscherping van de Europese regelgeving inzake grenzen.
— Définition d’un contenu de base commun pour la formation des gardes-frontières, un renforcement de la réglementation européenne en matière de frontières.
— Verrichting van een studie door de EC betreffende de lastenverdeling tussen de lidstaten van de Unie met betrekking tot het beheer van de buitengrenzen.
— Réalisation d’une étude par la CE portant sur la répartition des charges entre les E´tats membres de l’Union pour ce qui concerne la gestion des frontières extérieures.
Zoals het geachte lid zal opmerken, is het nog te vroeg om de weerslag op de in Belgie¨ uitgevoerde controles, noch de budgettaire weerslag hiervan in te schatten.
Comme l’honorable membre le remarquera, il est encore trop toˆt pour évaluer les répercussions sur les controˆles menés en Belgique et les conséquences budgétaires.
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 593 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 593 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’Etat ?
Antwoord : Ik heb de eer aan het geachte lid de gevraagde inlichtingen mee te delen.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements demandés.
Aantal mindervaliden tewerkgesteld op het departement : 45.
Nombre de handicapés engagés au département : 45.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16132
DO 2001200201291
DO 2001200201291
Vraag nr. 600 van de heer Lode Vanoost van 14 juni 2002 (N.) :
Question no 600 de M. Lode Vanoost du 14 juin 2002 (N.) :
Gebruik van euromunten voor parkeerautomaten.
Utilisation de pièces en euros dans les parcmètres.
Ik verneem dat bepaalde gemeenten hun parkeerautomaten voorzien van de vermelding « Enkel voor Belgische munten ». Zij zouden dit doen omdat de automaten enkel reageren op Belgische munten omdat deze iets zwaarder zijn dan de in andere landen van de Europese Muntunie (EMU) vervaardigde munten. Deze automaten reageren inderdaad niet op buitenlandse euromunten.
Il me revient que les parcmètres de certaines communes portent la mention « pièces belges uniquement ». Cela s’expliquerait par le fait que les parcmètres ne réagissent qu’aux pièces belges étant donné que celles-ci sont un peu plus lourdes que les pièces frappées dans les autres pays de l’Union monétaire européenne (UME).
Personen die niet in het bezit zijn van Belgische munten bevonden zich daardoor in de onmogelijkheid de automaten te gebruiken. Een aantal onder hen werd hiervoor geverbaliseerd, ook al wezen zij de betrokken politieagenten er op dat zij wel degelijk in het bezit waren van het nodige bedrag aan euromunten.
Les personnes ne disposant pas de pièces belges ont dès lors été dans l’impossibilité d’utiliser les parcmètres de ces communes. Certaines personnes ont ainsi été verbalisées bien qu’elles aient indiqué aux agents de police qu’elles disposaient bel et bien du montant en euros requis.
Dit lijkt mij een zeer betwistbare manier van werken. Ze gaat immers lijnrecht in tegen de geest en de letter van de EMU. Niet alleen buitenlanders zijn hier het slachtoffer van, ook Belgen hebben meer en meer euromunten van buitenlandse oorsprong in hun bezit (onder andere kleinhandelaars).
Il s’agit à mon estime d’un procédé très contestable. Elle va en effet diamétralement à l’encontre de l’esprit et de la lettre des dispositions régissant l’UME. Les étrangers ne sont pas les seules personnes lésées dans la mesure ou` les Belges disposent de plus en plus de pièces en euros d’origine étrangère (notamment les détaillants).
Bovendien weigeren de banken in de buurt van deze parkeerautomaten om buitenlandse euromunten om te ruilen voor Belgische.
Par ailleurs, les banques situées à proximité de ces parcmètres refusent de changer des pièces en euros étrangères contre des pièces en euros belges.
1. Vindt u het normaal dat personen die in het bezit zijn van het nodige bedrag aan euromunten en hun bereidwilligheid tonen om de parkeerautomaten te gebruiken toch geverbaliseerd worden door de politie ?
1. Estimez-vous normal que des personnes disposant du montant en euros requis et qui sont prêtes à utiliser les parcmètres, soient, malgré tout, verbalisées par la police ?
2. Is het aanvaardbaar dat de gemeenten hun parkeerautomaten afstellen op exclusief gebruik voor Belgische euromunten ?
2. Peut-on admettre que les parcmètres des communes soient réglés de manière à n’accepter que les pièces en euros belges ?
3. Is dit wettelijk wel toegelaten ?
3. Cela est-il légal ?
4. Heeft u reeds maatregelen genomen om de gemeenten te wijzen op dit probleem ? Antwoord :
4. Avez-vous déjà attiré l’attention des communes concernées sur ce problème ? Réponse :
1. Deze vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Justitie. (Vraag nr. 675 van 4 juli 2002.)
1. Cette question relève de la compétence de mon collègue, le ministre de la Justice. (Question no 675 du 4 juillet 2002.)
2 tot 4 inbegrepen. Deze vragen vallen onder de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 1043 van 4 juli 2002.)
2 à 4 inclus. Ces questions relèvent de la compétence du ministre des Finances. (Question no 1043 du 4 juillet 2002.)
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16133
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Sociale Zaken
Affaires sociales
DO 2001200200380
DO 2001200200380
Vraag nr. 430 van mevrouw Colette Burgeon van 28 december 2001 (Fr.) :
Question no 430 de Mme Colette Burgeon du 28 décembre 2001 (Fr.) :
Ziekenhuizen. — Huurprijs van een televisietoestel.
Hoˆpitaux. — Tarif de location d’une télévision.
Volgens het magazine Test Gezondheid (nr. 46 van december 2001-januari 2002) brengt de verhuur van een televisietoestel sommige ziekenhuizen tot 197 008 frank (4 883,7 euro) per jaar op. Een dergelijke situatie is onaanvaardbaar en zet de deur wagenwijd open voor allerlei misbruik.
Selon Test Santé (no 46 de décembre 2001-janvier 2002) le tarif de location d’une télévision peut rapporter 197 008 francs (4 883,7 euros) par an à certains hoˆpitaux. Cette situation est inadmissible et tous les abus sont permis.
1. Denkt u niet dat er in alle ziekenhuiskamers een lijst zou moeten liggen met de niet-medische producten en diensten die de patie¨nt in rekening gebracht kunnen worden ?
1. N’estimez-vous pas qu’il devrait obligatoirement avoir une liste des services et produits non médicaux susceptibles d’être facturés au patient dans les chambres d’hoˆpital ?
2. Heeft u wat dat betreft al maatregelen genomen ?
2. Avez-vous déjà pris des mesures à cet égard ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid in kennis te stellen dat het ter beschikking stellen van televisietoestellen aan de patie¨nten niet kadert in het toedienen van zorgen en overigens beschouwd wordt als nietziekenhuisactiviteit.
Réponse : J’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre que la mise à disposition de téléviseurs pour les patients ne relève pas des soins qui leur sont donnés et est même considérée comme activité non-hospitalière.
Het ligt evenwel in mijn bedoeling om in het kader van de informatieplicht van de ziekenhuizen aan de patie¨nten in het opnameformulier te voorzien dat de patie¨nten geı¨nformeerd worden over de door de ziekenhuizen gehanteerde prijzen van hoteldiensten zoals televisie, telefoon, enz.
J’ai l’intention dans le cadre de l’obligation d’information des hoˆpitaux envers les patients de prévoir par le biais du formulaire d’admission que les patients soient au préalable informés des prix appliqués par les hoˆpitaux pour les services d’hoˆtellerie tels que téléphone, télévision, etc.
DO 2001200201122
DO 2001200201122
Vraag nr. 485 van de heer Raymond Langendries van 16 mei 2002 (Fr.) :
Question no 485 de M. Raymond Langendries du 16 mai 2002 (Fr.) :
Departementen. — Advocaten.
Département. — Avocats.
1. Kunt u de lijst van de advocaten op wie uw departement in de loop van de laatste drie jaar een beroep gedaan heeft, de balie waartoe ze behoren, het bedrag van de honoraria die aan elk van hen werden betaald en de door hen behandelde materies meedelen ?
1. Pourriez-vous communiquer la liste des avocats aux services desquels votre département a eu recours au cours des trois dernières années, le barreau auquel ils appartiennent, le montant des honoraires versés à chacun d’entre eux et les matières qu’ils ont été appelés à traiter ?
2. Kunt u de lijst van de advocaten met wie uw departement in de loop van de laatste drie jaar een abonnementsovereenkomst heeft gesloten, het betref-
2. Pourriez-vous communiquer la liste des avocats avec lesquels votre département a conclu au cours des trois dernières années un contrat d’abonnement, le
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2065
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16134
fende bedrag, de balie waartoe de betreffende advocaten behoren en de behandelde materies meedelen ?
barreau auquel ils appartiennent, le montant de chacun de ceux-ci ainsi que les matières sur lesquelles ils portent ?
3. Welke criteria hanteert u om de advocaten van uw departement aan te wijzen ?
3. Quels sont les critères que vous utilisez pour désigner les avocats de votre département ?
Antwoord :
Réponse :
1. Ik heb de eer het geachte lid de lijst voor te leggen van advocaten van wiens diensten de minister van Sociale Zaken gedurende de laatste drie jaar (1999 tot 2001, pensioensector niet inbegrepen) gebruik heeft gemaakt. Deze is vastgesteld als volgt :
Balie — Barreau
Leuven. — Louvain
Brussel. — Bruxelles
Brussel. — Bruxelles
Brugge. — Bruges
Doornik. — Tournai
Brussel. — Bruxelles
Cassatie. — Cassation
1. J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la liste des avocats aux services desquels le ministère des Affaires sociales a eu recours au cours des trois dernières années (1999 à 2001, secteur des pensions non compris). Elle s’établit comme suit :
Avocaat of advocatenvereniging — Avocat ou association d’avocats Beelen M.
Bevernage C.
Briers & Dujardin
Bronders B.
Brotcorne Ch.
De Becker A.
De Bruyn A.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Honoraria (in euro) — Honoraires (en euros)
Geschillen — Contentieux
Kinderbijslagen. — Allocations familiales Onderwerping. — Assujettissement Arbeidsongevallen. — Accidents de travail Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
2 231,04 2 093,46 3 476,21 6 209,24
Totaal. — Total ....................................................
14 009,95
Onderwerping. — Assujettissement
18 032,74
Totaal. — Total ....................................................
18 032,74
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
148,84
Totaal. — Total ....................................................
148,84
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
2 784,09
Totaal. — Total ....................................................
2 784,09
Kinderbijslagen. — Allocations familiales
1 457,86
Totaal. — Total ....................................................
1 457,86
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
99,16
Totaal. — Total ....................................................
99,16
Onderwerping. — Assujettisement
9 696,34
Totaal. — Total ....................................................
9 696,34
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
Balie — Barreau
Brussel. — Bruxelles
Brussel. — Bruxelles
Brussel. — Bruxelles
Luik. — Liège
Brussel. — Bruxelles
16135
Avocaat of advocatenvereniging — Avocat ou association d’avocats Demez G.
Depré L.
Depré L. & Thiel P.
Deroubaix I.
Gérard Ph. (Gérard & Vennoten)
Nijvel. — Nivelles
Brussel. — Bruxelles
Brussel. — Bruxelles
Gillet A.
Gillet E. & Depré L.
Henin C.
Luik. — Liège
Brussel. — Bruxelles
Hody J.
Jaspar J.-L.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Honoraria (in euro) — Honoraires (en euros)
Geschillen — Contentieux
Onderwerping. — Assujettissement Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
9 616,78 26 619,93
Totaal. — Total ....................................................
36 236,71
Onderwerping. — Assujettissement Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
1 753,95 145 526,07
Totaal. — Total ....................................................
147 280,02
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
44 295,97
Totaal. — Total ....................................................
44 295,97
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
1 292,76
Totaal. — Total ....................................................
1 292,76
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
1 364,00
Totaal. — Total ....................................................
1 364,00
Onderwerping. — Assujettissement
619,73
Totaal. — Total ....................................................
619,73
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
30 009,32
Totaal. — Total ....................................................
30 009,32
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
1 213,12
Totaal. — Total ....................................................
1 213,12
Onderwerping. — Assujettissement
3 841,11
Totaal. — Total ....................................................
3 841,11
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
1 015,30
Totaal. — Total ....................................................
1 015,30
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16136
Balie — Barreau
Avocaat of advocatenvereniging — Avocat ou association d’avocats
Brussel. — Bruxelles
Cassatie. — Cassation
Brussel. — Bruxelles
Brussel. — Bruxelles
Charleroi. — Charleroi
Brussel. — Bruxelles
Brussel. — Bruxelles
Antwerpen. — Anvers
Hasselt. — Hasselt
Brussel. — Bruxelles
Jedid G.
Honoraria (in euro) — Honoraires (en euros)
Geschillen — Contentieux
Kinderbijslagen. — Allocations familiales Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
4 900,15
Totaal. — Total ....................................................
8 246,71
Internationale betrekkingen. — Relations internationales
4 957,87
Totaal. — Total ....................................................
4 957,87
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
6 924,84
Totaal. — Total ....................................................
6 924,84
Lambrecht B. & Depré L. Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
173,53
Totaal. — Total ....................................................
173,53
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
3 644,28
Totaal. — Total ....................................................
3 644,28
Kinderbijslagen. — Allocations familiales
2 609,33
Totaal. — Total ....................................................
2 609,33
Kirkpatrick J.
Lambert & Associés
Massin E.
Misson D.
Nudelholc S.
Plavsic E.
Thiery Ph.
Uyttendaele M.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
3 346,56
Kinderbijslagen. — Allocations familiales
370,00
Totaal. — Total ....................................................
370,00
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
1 487,36
Totaal. — Total ....................................................
1 487,36
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
6 046,30
Totaal. — Total ....................................................
6 046,30
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
522,56
Totaal. — Total ....................................................
522,56
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
Balie — Barreau
Brussel. — Bruxelles
Brussel. — Bruxelles
Brussel. — Bruxelles
Brussel. — Bruxelles
Brussel. — Bruxelles
Brussel. — Bruxelles
16137
Avocaat of advocatenvereniging — Avocat ou association d’avocats Vanden Eynde J.
Vanden Eynde J. & Wolter J.-M.
Weinand F.
Weinstock N.
Witmeur R.
Wolter J.-M.
Honoraria (in euro) — Honoraires (en euros)
Geschillen — Contentieux
Kinderbijslagen. — Allocations familiales Onderwerping. — Assujettissement Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
21 465,10 6 606,36 195 594,88
Totaal. — Total ....................................................
223 666,35
Kinderbijslagen. — Allocations familiales
5 268,98
Totaal. — Total ....................................................
5 268,98
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
5 314,99
Totaal. — Total ....................................................
5 314,99
Onderwerping. — Assujettissement
3 600,00
Totaal. — Total ....................................................
3 600,00
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
3 189,03
Totaal. — Total ....................................................
3 189,03
Geneeskundige verzorging en uitkeringen. — Soins de santé et indemnités
19 344,00
Totaal. — Total ....................................................
19 344,00
2. Mijn bestuur heeft gedurende de laatste drie jaar geen abonnementsovereenkomsten met advocaten aangegaan.
2. Mon département n’a pas conclu de contrats d’abonnement avec des avocats au cours des trois dernières années.
3. De selectiecriteria voor de advocaten op wie een beroep wordt gedaan voor de belangenverdediging van het ministerie zijn meer bepaald de ervaring in dossiers van administratief, grondwettelijk en sociaal recht en de bevoegdheid ter zake. Bij ieder nieuw geschil dat zich aanbiedt, vindt er een uiterst nauwkeurige selectie plaats, in functie van het specifiek karakter van de dossiers en de eventuele verwantschap met andere.
3. Les critères de choix des avocats appelés à assurer la défense des intérêts du département sont notamment la compétence et l’expérience dans les dossiers de droit administratif, constitutionnel et social. Le choix est opéré ponctuellement, à l’occasion de chaque nouveau litige, en fonction du caractère spécifique des dossiers et de ses rapports, éventuels, avec d’autres.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16138
DO 2001200201145
DO 2001200201145
Vraag nr. 488 van de heer Jacques Simonet van 21 mei 2002 (Fr.) :
Question no 488 de M. Jacques Simonet du 21 mai 2002 (Fr.) :
Kinesitherapie. — Koninklijk besluit van 18 april 2002.
Kinésithérapie. — Arrêté royal du 18 avril 2002.
Het koninklijk besluit van 18 april 2002 tot vaststelling van een nieuwe nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen is op 1 mei 2002 in werking getreden (artikel 2, Belgisch Staatsblad van 25 april 2002, tweede editie). Artikel 7, § 10, van de bijlage bij dit koninklijk besluit bepaalt dat de verstrekkingen 56011, 560114, 560210, 560313, 560534 en 560571 per rechthebbende maar 18 keer per jaar mogen worden aangerekend. Er wordt uitdrukkelijk vermeld dat « voor de toepassing van deze bepalingen een jaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december ».
L’arrêté royal du 18 avril 2002 établissant une nouvelle nomenclature des prestations en soins de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités est entré en vigueur le 1er mai 2002 (article 2, Moniteur belge du 25 avril 2002, deuxième édition). Or l’article 7, § 10, de l’annexe à cet arrêté royal prévoit que les prestations 56011, 560114, 560210, 560313, 560534 et 560571 ne peuvent, par bénéficiaire, être attestées que 18 fois par an, étant entendu, de manière expresse, que « pour l’application de la présente disposition, une année commence le 1er janvier et se termine le 31 décembre ».
Het koninklijk besluit zou dus een omgekeerd effect hebben vanwege zijn terugwerkende kracht. Voor de berekening van de 18 zittingen die recht geven op maximale terugbetaling moeten de kinesitherapeuten en de betrokken ziekenfondsen « de oude rekeningen » (namelijk 60 zittingen per jaar) dus op 30 april 2002 « afsluiten » en vanaf 1 mei 2002 de nieuwe nomenclatuur toepassen.
L’arrêté royal aurait donc un effet pervers, puisqu’il a un effet rétroactif; or, en principe, dans l’appréciation des 18 séances donnant lieu au remboursement maximal, les kinésithérapeutes et les mutuelles concernées devraient « arrêter les comptes du passé » (soit 60 séances par an) au 30 avril 2002 et, à partir du 1er mai 2002, appliquer la nouvelle nomenclature.
1. Is het koninklijk besluit wel wettelijk en worden hier geen bevoegdheden overschreden ?
1. L’arrêté royal est-il bien légal et plus précisément ledit arrêté n’est-il pas entaché d’un excès de pouvoir ?
2. Waarom is er in geen gepaste nomenclatuur voorzien voor personen die lijden aan zware artrose of chondrocalcinose, terwijl deze ziekten met een gepaste kinesitherapeutische behandeling kunnen worden gestabiliseerd waardoor een dramatische ontwikkeling die veel hogere kosten met zich meebrengt voor de maatschappij kan worden vermeden ?
2. Par ailleurs, comment justifiez-vous qu’aucune nomenclature adéquate ne soit prévue pour les personnes atteintes d’arthrose sévère ou de chondrocalcinose alors que les effets de ces maladies peuvent être enrayées par une kinésithérapie adéquate et éviter une évolution dramatique entraıˆnant des couˆts beaucoup plus importants pour la société ?
Antwoord : In antwoord op de vragen van het geachte lid kan ik het volgende meedelen.
Réponse : Aux questions posées par l’honorable membre, je puis répondre ce qui suit.
1. Met de inwerkingtreding van artikel 7 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, verandert de referentieperiode van een jaar, alsook het quotum van de zittingen met een « maximumvergoeding ». In de oude nomenclatuur mochten 60 zittingen met de « maximumvergoeding » worden geattesteerd tijdens een periode van een jaar. Het jaar begon op de datum van de eerste behandeling. Nu mogen 18 zittingen met maximumvergoeding worden geattesteerd in het raam van § 10 en 60 zittingen met de maximumvergoeding in het raam van § 14 (F-lijst). Een jaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december. Een grondig hervormde nomenclatuur brengt onvermijdelijk overgangsmaatregelen met zich, vooral in het raam van een wijziging van de referentieperiode om een « jaar » te definie¨ren. De zittingen die daadwerke-
1. Avec l’entrée en vigueur de l’article 7 de la nomenclature des prestations de soins de santé, la période de référence d’une année est différente, ainsi que le quota des séances à remboursement « maximal ». Dans l’ancienne nomenclature, 60 séances à remboursement « maximal » pouvaient eˆtre attestées dans la période d’un an. L’année commençait à la date du premier traitement. Actuellement, 18 séances à remboursement maximal peuvent eˆtre attestées dans le cadre du § 10 et 60 séances à remboursement maximal dans le cadre du § 14 (« liste F »). Une année commence le 1er janvier et se termine le 31 décembre. Une nomenclature fondamentalement réformée entraıˆne nécessairement des mesures de transition, surtout dans le cadre d’un changement de période de référence pour définir « l’année ». Bien entendu, les séances effectivement
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16139
lijk zijn verstrekt vo´o´r de datum van inwerkingtreding van de nieuwe nomenclatuur, worden uiteraard vergoed onder de voorwaarden van de oude nomenclatuur. Aangezien de « F-lijst » (artikel 7, § 14) niet bestond in de oude nomenclatuur, zijn geen overgangsmaatregelen vastgesteld voor het tellen van de zittingen in het raam van § 14. Vanaf 1 mei mogen 60 zittingen met de maximumvergoeding worden vergoed.
prestées avant la date d’entrée en vigueur de la nouvelle nomenclature sont remboursées selon les conditions de l’ancienne nomenclature. La « liste F » (article 7, § 14) n’existant pas dans l’ancienne nomenclature, des mesures de transition ne sont pas prévues ` pour le comptage des séances dans le cadre du § 14. A partir du 1er mai, 60 séances à remboursement maximal sont remboursables.
2. De Technische Raad voor kinesitherapie is bevoegd om wijzigingen aan de nomenclatuur voor te stellen. Thans is een werkgroep opgericht in de schoot van die Technische Raad om concrete voorstellen uit te werken betreffende de « F-lijst » (artikel 7, § 14, van de nomenclatuur; als een patie¨nt zich in een van de pathologische situaties die zijn beschreven in die lijst bevindt, mogen 60 zittingen met de maximumvergoeding worden geattesteerd). De werkgroep zal pathologische situaties onderzoeken waarvoor 18 zittingen niet voldoende zijn.
2. Le Conseil technique de la kinésithérapie a la compétence de proposer des changements à la nomenclature. Actuellement, un groupe de travail a été créé au sein de ce Conseil technique afin d’élaborer des propositions concrètes concernant la « liste F » (article 7, § 14, de la nomenclature; si un patient souffre d’une des situations pathologiques décrites dans cette liste, 60 séances à remboursement maximum sont attestables). Le groupe de travail examinera des situations pathologiques pour lesquelles 18 séances ne suffisent pas.
Pensioenen
Pensions
DO 2001200201122
DO 2001200201122
Vraag nr. 113 van de heer Raymond Langendries van 16 mei 2002 (Fr.) :
Question no 113 de M. Raymond Langendries du 16 mai 2002 (Fr.) :
Departementen. — Advocaten.
Département. — Avocats.
1. Kunt u de lijst van de advocaten op wie uw departement in de loop van de laatste drie jaar een beroep gedaan heeft, de balie waartoe ze behoren, het bedrag van de honoraria die aan elk van hen werden betaald en de door hen behandelde materies meedelen ?
1. Pourriez-vous communiquer la liste des avocats aux services desquels votre département a eu recours au cours des trois dernières années, le barreau auquel ils appartiennent, le montant des honoraires versés à chacun d’entre eux et les matières qu’ils ont été appelés à traiter ?
2. Kunt u de lijst van de advocaten met wie uw departement in de loop van de laatste drie jaar een abonnementsovereenkomst heeft gesloten, het betreffende bedrag, de balie waartoe de betreffende advocaten behoren en de behandelde materies meedelen ?
2. Pourriez-vous communiquer la liste des avocats avec lesquels votre département a conclu au cours des trois dernières années un contrat d’abonnement, le barreau auquel ils appartiennent, le montant de chacun de ceux-ci ainsi que les matières sur lesquelles ils portent ?
3. Welke criteria hanteert u om de advocaten van uw departement aan te wijzen ?
3. Quels sont les critères que vous utilisez pour désigner les avocats de votre département ?
Antwoord :
Réponse :
1. Ik heb de eer het geachte lid de lijst voor te leggen van advocaten van wiens diensten de minister van Sociale Zaken gedurende de laatste drie jaar (1999 tot 2001, pensioensector) gebruik heeft gemaakt. Deze is vastgesteld als volgt :
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
1. J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la liste des avocats aux services desquels le ministère des Affaires sociales a eu recours au cours des trois dernières années (1999 à 2001, secteur des pensions). Elle s’établit comme suit :
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16140
Balie — Barreau
Leuven. — Louvain Brussel. — Bruxelles Brussel. — Bruxelles Brussel. — Bruxelles Brussel. — Bruxelles Brussel. — Bruxelles
Avocaat of advocatenvereniging — Avocat ou association d’avocats
Honoraria (in euro) — Honoraires (en euros)
Geschillen — Contentieux
Beelen M. D’Hooge David Dieux Geens & Vennoten Jaspar Jean-Louis Leclercq Michel Vanden Eynde Johan
Pensioenen. Pensioenen. Pensioenen. Pensioenen. Pensioenen. Pensioenen.
— — — — — —
Pensions Pensions Pensions Pensions Pensions Pensions
3 3 2 71 1 5
968,78 029,06 354,99 534,13 199,80 889,33
2. Wat de pensioensector betreft, mijn bestuur heeft gedurende de laatste drie jaar geen abonnementsovereenkomsten met advocaten aangegaan.
2. Pour le secteur des pensions, mon département n’a pas conclu de contrats d’abonnement avec des avocats au cours des trois dernières années.
3. De selectiecriteria voor de advocaten op wie een beroep wordt gedaan voor de belangenverdediging van het ministerie zijn meer bepaald de ervaring in dossiers van administratief, grondwettelijk en sociaal recht en de bevoegdheid ter zake. Bij ieder nieuw geschil dat zich aanbiedt, vindt er een uiterst nauwkeurige selectie plaats, in functie van het specifiek karakter van de dossiers en de eventuele verwantschap met andere.
3. Les critères de choix des avocats appelés à assurer la défense des intérêts du département sont notamment la compétence et l’expérience dans les dossiers de droit administratif, constitutionnel et social. Le choix est opéré ponctuellement, à l’occasion de chaque nouveau litige, en fonction du caractère spécifique des dossiers et de ses rapports, eventuels, avec d’autres.
DO 2001200201200
DO 2001200201200
Vraag nr. 116 van de heer Willy Cortois van 29 mei 2002 (N.) :
Question no 116 de M. Willy Cortois du 29 mai 2002 (N.) :
Rijksdienst voor pensioenen. — Pensioenwetgeving. — Anomaliee¨n.
Office national des pensions. — Législation relative aux pensions. — Anomalies.
De regeringscommissaris voor Sociale Zekerheid heeft samen met de Rijksdienst voor pensioenen een regeling getroffen om sommige anomaliee¨n uit de pensioenwetgeving te lichten en aldus bepaalde discriminaties weg te werken. Dit was onder meer het geval voor gezinnen, waarvan het gezinspensioen werd teruggeschroefd tot het pensioen van een alleenstaande omdat hun partner genoot van een Nederlands pensioen. Omdat een wettelijke regeling te ingewikkeld zou zijn heeft de Rijksdienst voor pensioenen een oplossing gekozen, die berust op een « Algemene Maatregel van bestuur », vervat in een dienstnota. Deze geeft aan hoe de wetgeving in de praktijk moet worden geı¨nterpreteerd.
En concertation avec l’Office national des pensions, la commissaire du gouvernement à la Sécurité sociale a adopté un règlement visant à éliminer certaines anomalies dans la législation en matière de pensions et à supprimer ainsi certaines discriminations dans cette législation. Ce règlement concernait notamment le cas des ménages dont la pension de ménage était ramenée au niveau de celle d’un isolé parce que le partenaire bénéficiait d’une pension néerlandaise. E´tant donné qu’une réglementation légale serait trop compliquée, l’Office national des pensions a opté pour une solution qui repose sur une « Mesure générale d’administration », exposée dans une note de service. Celle-ci indique l’interprétation qu’il convient de donner en pratique à la législation.
Om toch van deze maatregel te kunnen genieten moeten de gedupeerden echter zelf een herziening aanvragen, via hun gemeentebestuur, tenzij bij de Rijks-
Cependant, afin de pouvoir bénéficier néanmoins de cette mesure, les personnes dupées doivent demander elles-mêmes une révision par l’intermédiaire de leur
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16141
dienst bij de behandeling van een dossier een medewerker de geciteerde anomalie op het spoor komt.
administration communale, à moins qu’à l’Office national des pensions, lorsqu’un dossier est traité, un collaborateur ne décèle l’anomalie citée.
Toch rijst de vraag of de geschetste situatie enkel geldt bij een Belgisch onderdaan, van wie de partner een Nederlands pensioen ontvangt.
Toutefois, la question se pose de savoir si la situation esquissée vaut uniquement pour un ressortissant belge dont le partenaire perçoit une pension néerlandaise.
1. Is het « arrest-Engelbrecht » ook niet van toepassing voor een gezin, waarvan één lid in het buitenland heeft gewerkt en aldaar pensioenrechten heeft verworven, terwijl de partner geniet van Belgische pensioenrechten ? Men kan daarbij denken aan de ons omliggende landen als Frankrijk, Luxemburg en Duitsland.
1. L’« arrêt Engelbrecht » ne s’applique-t-il pas également à un ménage dont un membre a travaillé à l’étranger et y a acquis des droits à la pension alors que le partenaire jouit de droits à la pension belges ? On peut songer à cet égard aux pays qui nous environnent tels que la France, le Luxembourg et l’Allemagne.
2. Kan in deze gevallen een herziening worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor pensioenen ?
2. Une révision peut-elle, dans ces cas-là, être demandée à l’Office national des pensions ?
3. Wat is de situatie van werknemers die gedurende een aantal jaren beroepshalve als werknemer actief zijn geweest, en later opnieuw in Belgie¨ werden tewerkgesteld ?
3. Quelle est la situation des travailleurs qui, pendant un certain nombre d’années, ont été actifs professionnellement comme travailleurs à l’étranger et ont été employés de nouveau ultérieurement en Belgique ?
Antwoord : In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid te bevestigen dat de Rijksdienst voor pensioenen zijn administratieve praktijk heeft aangepast naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie van 26 september 2000 in de zaak C-262/97, Engelbrecht.
Réponse : En réponse à sa question j’ai l’honneur de confirmer à l’honorable membre que l’Office national des pensions a adapté sa pratique administrative à la suite de l’arreˆt de la Cour de Justice du 26 septembre 2000 rendu dans l’affaire C-262/97, Engelbrecht.
Sinds dat arrest moet worden aangenomen dat het principe van het vrije verkeer van werknemers verhindert dat het pensioenbedrag wordt verlaagd wanneer de toekenning van een pensioen aan de echtgenoot niet tot een verhoging van het gezinsinkomen leidt.
Depuis cet arreˆt il doit eˆtre admis que le principe de la libre circulation des travailleurs empeˆche que le montant de pension soit diminué lorsque l’octroi au conjoint d’une pension n’aboutit pas à une augmentation des revenus du ménage.
De toekenning van een pensioen aan de echtgenoot die niet tot een verhoging van het gezinsinkomen leidt, is een verschijnsel dat is vastgesteld in sommige Belgisch-Nederlandse dossiers. Daar gaat de toekenning van een Nederlands pensioen aan de jongste echtgenoot veelal gepaard met het wegvallen van de Nederlandse pensioentoeslag voor de oudste echtgenoot.
Que l’octroi au conjoint d’une pension n’entraıˆne pas une augmentation globale des revenus du ménage est un paradoxe qui a été constaté dans le cadre de certains dossiers belgo-néerlandais. Il s’explique par le fait que l’octroi d’une pension néerlandaise au conjoint le plus jeune se couple le plus souvent avec la perte de l’allocation accordée au conjoint le plus aˆgé.
Daar tot op heden nog niet werd vastgesteld dat andere buitenlandse wettelijke regelingen in gelijkaardige situaties voorzien, heeft de wijziging van de praktijk feitelijk slechts betrekking op Belgisch-Nederlandse dossiers.
Comme à ce jour aucune autre législation étrangère ne contient de dispositions comparables, cette remise en cause s’applique donc exclusivement aux dossiers belgo-néerlandais.
Volledigheidshalve wil ik er de aandacht van het geachte lid nog op vestigen dat de nieuwe regeling ook geldt voor niet-Belgische onderdanen en dat een vraag tot herziening ook met een gewone brief bij de Rijksdienst voor pensioenen kan worden ingediend.
Pour eˆtre complet, je voudrais attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que cette nouvelle interprétation ne se limite pas aux seuls ressortissants belges; les ressortissants d’autres pays peuvent donc également introduire une demande en révision par simple lettre adressée à l’Office national des pensions.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2066
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16142
DO 2001200201230
DO 2001200201230
Vraag nr. 118 van de heer Koen Bultinck van 5 juni 2002 (N.) :
Question no 118 de M. Koen Bultinck du 5 juin 2002 (N.) :
Laattijdige en onnauwkeurige uitbetaling van het pensioen na het overlijden van één der partners.
Paiement tardif et imprécis de la pension après le décès d’un des partenaires.
Regelmatig nog bereiken ons signalen over laattijdige en onnauwkeurige uitbetalingen van pensioenen na het overlijden van één der partners. 1. Bent u op de hoogte van het bestaan van dit probleem ?
Des plaintes me parviennent encore régulièrement à propos des paiements tardifs et imprécis de pensions après le décès d’un des partenaires. 1. Eˆtes-vous au courant de l’existence de ce problème ?
2. Beschikt u over gegevens met betrekking tot de evolutie van het aantal dergelijke problemen ?
2. Disposez-vous de données concernant l’évolution du problème ?
3. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om dit probleem op te lossen ?
3. Quelles mesures avez-vous prises afin de résoudre le problème ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat bij het overlijden van een rechthebbende op een pensioen dat door de Rijksdienst voor pensioenen wordt uitbetaald, het nieuwe pensioenrecht van de langstlevende echtgenoot ambtshalve wordt onderzocht.
Réponse : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre qu’au décès d’un bénéficiaire de pension payée par l’Office national des pensions, le nouveau droit à la pension du conjoint survivant est examiné d’office.
Op basis van artikel 16, § 2, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rusten overlevingspensioen voor werknemers en van artikel 10, § 4, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers of van artikel 34, lid 2, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen en van artikel 135bis, § 2, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, betaalt de Rijksdienst voor pensioenen voorschotten uit aan de overlevende echtgenoot, in afwachting van een nieuw onderzoek door zijn diensten of door de bevoegde diensten van het Rijksinstituut voor sociale verzekeringen der zelfstandigen.
Sur la base de l’article 16, § 2, de l’arreˆté royal no 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés et de l’article 10, § 4, de l’arreˆté royal du 21 décembre 1967 portant règlement général du régime de pension de retraite et de survie des travailleurs salariés ou de l’article 34, alinéa 2, de l’arreˆté royal no 72 du 10 novembre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants et l’article 135bis, § 2, de l’arreˆté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général du régime de pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants, l’Office national des pensions consent des avances au conjoint survivant, dans l’attente d’une nouvelle instruction par ses services ou par les services compétents de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants.
Het onderzoek van dergelijke dossiers krijgt absolute voorrang en loopt geen enkele vertraging op. Dankzij een informaticatoepassing dat perfect aan zijn specifieke behoeften beantwoordt, berekent het Bureau der provisionele pensioenen van de Rijksdienst voor pensioenen een voorlopige beslissing waarvan het bedrag bijna altijd overeenkomt met het bedrag van de definitieve beslissing die nadien zal worden meegedeeld.
L’instruction de tels dossiers bénéficie d’une priorité absolue et ne souffre d’aucun retard. Graˆce à une application informatique répondant parfaitement à ses besoins spécifiques, le Bureau des pensions provisionnelles de l’Office national des pensions calcule une décision provisoire dont le montant correspond quasiment toujours à celui de la décision définitive qui sera notifiée par la suite.
Ondertussen wordt het bedrag van het verleende voorschot onmiddellijk aan de langstlevende echtgenoot meegedeeld en dringend betaalbaar gesteld.
Entre-temps, le montant des avances consenties est immédiatement porté à la connaissance du conjoint survivant et mis en paiement d’urgence.
In de loop van het voorbije trimester werd, voor 99 % van de in Belgie¨ betaalde gepensioneerden, het
Au cours du trimestre écoulé, pour 99 % des pensionnés payés en Belgique, le nouveau droit provi-
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16143
nieuwe voorlopige recht aan de overlevende gerechtigde binnen de tien kalenderdagen na ontvangst van het overlijdensbericht meegedeeld.
soire a été communiqué au bénéficiaire survivant dans les dix jours calendrier suivant la réception de l’avis de décès.
Ik kan u meedelen dat mij geen melding werd gemaakt van laattijdige betalingen.
Il ne m’a pas été rapporté des problèmes de paiements tardifs.
Indien uw tussenkomst een welbepaald dossier zou beogen, dan blijven de diensten van de Rijksdienst voor pensioenen te uwer beschikking om daar een oplossing voor te vinden.
Dans la mesure où votre intervention viserait un dossier particulier, les services de l’Office national des pensions demeurent à votre disposition pour y trouver solution.
DO 2001200201231
DO 2001200201231
Vraag nr. 119 van mevrouw Michèle Gilkinet van 13 juni 2002 (Fr.) :
Question no 119 de Mme Michèle Gilkinet du 13 juin 2002 (Fr.) :
Inkomensgarantie voor bejaarden.
La garantie de revenus pour les personnes aˆgées.
De gewone pensioenstelsels (van loontrekkenden en ambtenaren) laten de gepensioneerden toe om vrij en voor onbepaalde tijd in het buitenland te verblijven en ze kunnen er zelfs hun pensioen uitbetaald krijgen. Dat is niet het geval voor de bejaarden die een gegarandeerd inkomen genieten : krachtens het koninklijk besluit van 29 april 1969 mochten ze niet meer dan 90 dagen in het buitenland verblijven (behalve in geval van hospitalisatie of in uitzonderlijke omstandigheden).
Les régimes ordinaires de pension (pour travailleurs salariés et fonctionnaires) permettent aux pensionnés de séjourner librement, pour une durée indéterminée, à l’étranger et même d’y percevoir leurs pensions. Il n’en va pas de même pour les personnes aˆgées bénéficiant de revenus garantis qui, en vertu de l’arrêté royal du 29 avril 1969, ne pouvaient séjourner plus de 90 jours à l’étranger, et depuis la mise en application de l’arrêté royal du 22 janvier 2002, ne peuvent désormais y séjourner plus de 30 jours (sauf hospitalisation ou circonstances exceptionnelles).
Hoewel de gewone pensioenstelsels juridisch natuurlijk niet op gelijke voet met het stelsel van inkomensgarantie voor bejaarden kunnen worden gesteld, lijken die beperkingen mij volledig in strijd met het beginsel van vrij verkeer waarin de Europese verdragen voorzien.
Certes, on ne peut assimiler juridiquement les régimes ordinaires de pension avec le régime accordant une garantie de revenus pour personnes aˆgées, mais il me semble que ces restrictions sont tout à fait contradictoires avec le principe de la libre circulation prévu dans les traités européens.
1. Wat rechtvaardigt volgens de minister die beperking, die slechts de armsten in onze samenleving treft ?
1. Selon le ministre, qu’est-ce qui justifie ces restrictions qui ne touchent que les plus démunis de notre société ?
2. Waarom werd beslist de beperking nog strikter te maken door het aantal dagen van 90 naar 30 terug te brengen ?
2. Pourquoi avoir décidé d’étendre cette restriction en faisant passer le nombre de jours autorisés de 90 à 30 jours ? ` la différence des pensions de retraite ou Réponse : A de survie, la garantie de revenus aux personnes aˆgées (GRAPA), qui a succédé depuis le 1er juin 2001 au revenu garanti aux personnes aˆgées, est une prestation d’assistance, dont l’octroi est indépendant du versement de cotisations et dont le financement est entièrement supporté par les pouvoirs publics.
Antwoord : In tegenstelling tot de rust- of overlevingspensioenen is de inkomensgarantie voor ouderen (IGO), die met ingang van 1 juni 2001 het gewaarborgd inkomen voor bejaarden vervangen heeft, een bijstandsregeling, waarvan de toekenning niet afhankelijk gesteld is van het storten van bijdragen, en waarvan de financiering volledig wordt gedragen door de overheid. Het artikel 10bis van de verordening (EEG) 1408/71 bepaalt dat uitkeringen die niet gebaseerd zijn op bijdragebetalingen, waaronder de inkomensgarantie voor ouderen, uitsluitend ten laste zijn van en betaald worden door de instelling van de verblijfplaats.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
L’article 10bis du règlement (CEE) 1408/71 détermine que les prestations à caractère non contributif dont fait partie la garantie de revenus aux personnes aˆgées, sont servies exclusivement par l’institution du lieu de résidence et à sa charge.
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16144
De wet van 22 maart 2001 tot instelling van de inkomensgarantie voor ouderen verbindt dan ook aan de hoedanigheid van gerechtigde de voorwaarde dat hij zij hoofdverblijfplaats in Belgie¨ moet hebben.
La loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes aˆgées, subordonne dès lors la qualité de bénéficiaire à la condition d’avoir son lieu de résidence principale en Belgique.
Met het koninklijk besluit van 22 januari 2002 tot wijziging van het artikel 63 van het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, werden de bepalingen inzake het verblijf in het buitenland in overeenstemming gebracht met de reglementering inkomensgarantie voor ouderen.
Par l’arrêté royal du 22 janvier 2002, modifiant l’article 63 de l’arrêté royal du 29 avril 1969, portant règlement général en matière de revenu garanti aux personnes aˆgées, les dispositions concernant le séjour autorisé à l’étranger ont été mis en concorance avec la réglementation sur la garantie de revenus aux personnes aˆgées.
DO 2001200200685
DO 2001200200685
Vraag nr. 120 van de heer Francis Van den Eynde van 17 juni 2002 (N.) :
Question no 120 de M. Francis Van den Eynde du 17 juin 2002 (N.) :
Administratie Financie¨n. — Commissie voor de vergoedingspensioenen. — Invaliditeitspremies.
Administration des Finances. — Commission des pensions de réparation. — Primes d’invalidité.
Een 42-jarige militair die huidkanker opliep tijdens een missie in Afrika, kreeg onlangs van de Commissie voor de vergoedingspensioenen van de administratie van Financie¨n te horen dat hij slechts recht heeft op een derde van zijn invaliditeitspremie omwille van het feit dat hij vanwege zijn hoogblond haar en bleke huid « voorbestemd » was om bij blootstelling aan felle zon huidkanker te ontwikkelen.
La Commission des pensions de réparation a récemment informé un militaire aˆgé de 42 ans ayant développé un cancer de la peau lors d’une mission en Afrique qu’il ne pouvait prétendre qu’à un tiers de la prime d’invalidité prévue, en raison de la blondeur de ses cheveux et de la paˆleur de sa peau qui le « prédestinaient » à développer un cancer de la peau en cas d’exposition à un soleil intense.
De dokters, burgerartsen die onafhankelijk van Defensie werken voor rekening van de gerechtelijke geneeskundige dienst als onderdeel van de administratie Pensioenen van het ministerie van Financie¨n, verklaarden de betrokkene nochtans voor 60 % invalide.
Les médecins civils travaillant indépendamment du département de la Défense, pour le compte du service médico-judiciaire de l’administration des Pensions du ministère des Finances, ont toutefois déclaré l’intéressé invalide à 60 %.
Dit advies werd overgemaakt aan de Commissie voor de vergoedingspensioenen die de vergoeding moest vaststellen. Zij kende slechts een derde van de verwachte vergoeding van 60 % invaliditeit toe. Er werd immers geoordeeld dat er voor 40 % « vreemde factoren » in het spel zijn waarvoor geen vergoeding moet worden uitbetaald. De commissie verwijst dan in het bijzonder naar de reeds hoger vermelde bleke huid en het hoogblond haar van het slachtoffer.
Cet avis a été transmis à la Commission des pensions de réparation (CPR) qui devait fixer le montant de l’indemnisation. Cette commission n’a toutefois attribué qu’un tiers de la prime prévue pour une invalidité de 60 %. La commission a en effet estimé que cette maladie était due pour 40 % à des « facteurs étrangers » pour lesquels aucune indemnisation n’est prévue. Parmi ces facteurs étrangers, la commission a plus précisément insisté sur la paˆleur et la blondeur des cheveux de la victime, déjà évoquées ci-dessus.
1. Vindt u dit een billijke regeling ?
1. Estimez-vous qu’il s’agit d’un règlement équitable ?
2. Bent u niet van mening dat indien een militair door het leger op missie gestuurd wordt, de verantwoordelijkheid voor wat hem daar overkomen is, in eerste instantie bij zijn opdrachtgever, het leger, dient gezocht te worden en dat het leger de nodige instructies en bescherming terzake moet verschaffen ?
2. Ne pensez-vous pas que si un militaire est envoyé en mission par l’armée, il faut avant tout chercher à établir la responsabilité de l’employeur, l’armée. Par ailleurs, n’estimez-vous pas que l’armée doit fournir les instructions et la protection nécessaires pour ce genre de missions ?
3. Welke maatregelen werden er getroffen om dit onrecht ongedaan te maken ?
3. Quelles mesures ont été prises pour remédier à cette injustice ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16145
4. Zal u gelijkaardige situaties in de toekomst proberen te vermijden ? Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid de volgende preciseringen te verschaffen. Er dient opgemerkt te worden dat de commissies voor vergoedingspensioenen onafhankelijke administratieve rechtscolleges zijn, die volkomen autonoom hun beslissingen nemen. Deze commissies kunnen enkel onderzoeken of het vereiste dienstverband aanwezig is en een vergoedingspensioen toekennen berekend overeenkomstig de graad van invaliditeit zoals gee¨valueerd door de Gerechtelijk Geneeskundige Dienst. In tegenstelling tot wat uit uw vraag zou blijken, is het dus niet de Commissie voor vergoedingspensioenen die, eigenmachtig, zou besloten hebben om de voorgestelde invaliditeit van 60 % te verminderen tot 20 % wegens de aanwezigheid van vreemde factoren. Deze beslissing werd, na onderzoek, genomen door de Gerechtelijk Geneeskundige Dienst, het door de wet opgericht medisch college van experten. De Commissie voor vergoedingspensioenen heeft zich aangesloten bij het advies van dit onafhankelijk medisch college en het pensioen toegekend dat werd berekend op de basis van 20 %. Indien de aanvrager niet akkoord ging met de genomen beslissing, kon hij hiertegen beroep aantekenen en onderzocht worden door het medisch beroepscollege, dat bestaat uit drie experten. Ik stel vast dat geen beroepsprocedure werd ingesteld. Wat het bijzondere geval inzake betreft, lijkt het mij dus dat de pensioenaanvraag volledig in overeenstemming met de bestaande procedures werd behandeld. Trouwens, de vraag of er voor bijzondere opdrachten geen specifieke maatregelen zouden moeten worden getroffen, behoort tot de exclusieve bevoegdheid van mijn collega van Landsverdediging. (Vraag nr. 285 van 2 juli 2002.)
4. Vous efforcerez-vous de prévenir de telles situations à l’avenir ? Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les précisions suivantes. Il y a lieu d’observer que les commissions des pensions de réparation sont des juridictions contentieuses administratives indépendantes, qui prennent leurs décisions en toute autonomie. Ces commissions peuvent uniquement examiner si le lien exigé avec le service est ou non établi et accorder une pension de réparation calculée conformément au degré d’invalidité tel qu’il est évalué par l’Office médicolégal. Contrairement à ce qui semble ressortir de votre question, ce n’est donc pas la Commission des pensions de réparation qui, d’autorité, aurait décidé de diminuer l’invalidité proposée de 60 % à 20 % en raison de la présence de facteurs étrangers à concurrence de 40 %. Cette décision a été prise après examen par l’Office médico-légal, le collège d’experts médicaux institué par la loi. La Commission des pensions de réparation s’est ralliée à l’avis de ce collège médical indépendant et la pension accordée a été calculée sur la base de 20 %. En cas de désaccord avec la décision prise, le demandeur pouvait interjeter appel et eˆtre examiné par un collège médical d’appel qui se compose de trois experts. Je constate qu’aucune procédure d’appel n’a été engagée.
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen
Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration
Ambtenarenzaken
Fonction publique
En ce qui concerne le cas particulier en cause, il me paraıˆt donc que la demande de pension a été traitée en totale conformité avec les procédures existantes. Par ailleurs, la question de savoir si pour des missions particulières, des mesures spécifiques ne devraient pas eˆtre prises, relève de la compétence exclusive de mon collègue de la Défense. (Question no 285 du 2 juillet 2002.)
DO 2001200200989
DO 2001200200989
Vraag nr. 150 van de heer Yves Leterme van 22 mei 2002 (N.) : Blijvende tegenspraak tussen antwoorden eerste minister en stellingnames van een medewerker van het kabinet. In antwoord op mijn schriftelijke vragen stelt u formeel dat er naar aanleiding van de aanstelling van
Question no 150 de M. Yves Leterme du 22 mai 2002 (N.) : Contradiction constante entre les réponses du premier ministre et les prises de position d’un collaborateur du cabinet. En réponse à mes questions écrites, vous affirmez de manière formellement qu’il n’y a pas eu d’accords
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16146
de heer Slangen op uw kabinet geen aanvullende afspraken werden gemaakt. U voegt daar zelfs aan toe dat dit wettelijk gezien niet kan. Tot mijn verrassing deelt minister Van Den Bossche mij bovendien in antwoord op een schriftelijke vraag mee dat geen enkele tuchtregeling van toepassing is op de contractueel verbonden experten van de beleidsraad.
supplémentaires à la suite de la nomination de monsieur Slangen à votre cabinet. Vous ajoutez même que cela ne peut d’un point de vue légal. A mon étonnement, le ministre Van Den Bossche me communique en outre, en réponse à une question écrite, qu’aucun régime disciplinaire ne s’applique aux experts contractuels du conseil stratégique.
Op de website van « NV Slangen & partners » lees ik volgende mededeling van N. Slangen :
On peut lire sur le site de «NV Slangen & partners», la communication suivante de N. Slangen :
« 1. Wat de aanbesteding ‘diensten voor de Kanselarij’ betreft. Knack insinueert dat Noe¨l Slangen, ondanks zijn belofte om niet aan overheidsaanbestedingen van de federale overheid deel te nemen, dit toch zou doen.
« 1. En ce qui concerne l’adjudication ‘services pour la Chancellerie’, le périodique « Knack » insinue que ¨ l Slangen, en dépit de sa promesse de ne pas partiNœ ciper aux adjudications publiques des autorités fédérales, le ferait quand-même.
Dat klopt niet. Al van meet af aan werd gesteld dat uitsluitend deze aanbesteding buiten de overeenkomst viel, omdat ze inherent verbonden was met de dagdagelijkse werking van de dienst van Noe¨l Slangen. Daar is trouwens nooit geen geheim van gemaakt. In artikels in De Morgen (1 december 1999) en Knack (22 december 1999) laat Noe¨l Slangen bij zijn aanstelling weten dat hij volgens afspraken beschikt over een enveloppe van 10 miljoen voor het inhuren van eigen medewerkers. »
Ce n’est pas exact. Depuis le début, il a été dit que seule cette adjudication n’est pas concernée par l’accord parce qu’elle est intrinsèquement liée à l’activité journalière du service de Noe¨l Slangen. Cela n’a du reste jamais été un secret. pour personne. Dans des articles du quotidien « De Morgen » (1er décembre 1999) et de l’hebdomadaire « Knack » (22 décembre 1999), Noe¨l Slangen a indiqué au moment de sa désignation qu’il bénéficie, conformément à accords, d’une enveloppe de 10 millions pour le recours à ses propres collaborateurs. »
Ik ga er van uit dat de eerste minister in deze uiteraard ten aanzien van het Parlement de waarheid en de volledige waarheid vertelde.
Je considère qu’en l’espèce, le premier ministre a dit la vérité et rien que la vérité au Parlement.
1. Wat is de reactie van de eerste minister op de publieke mededeling van de heer Slangen, expert bij de beleidsraad van de administratie van de eerste minister op zijn website, mededeling die volledig in tegenspraak is met de officie¨le verklaring van de eerste minister zelve ?
1. Comment le premier ministre réagit-il à l’annonce que M. Slangen, expert au conseil stratégique de l’administration du premier ministre, a faite publiquement par le biais de son site internet et qui est en contradiction totale avec l’explication officielle du premier ministre lui-même ?
2. Welke maatregelen overweegt u ten aanzien van de heer Slangen te nemen, gelet op het feit dat deze de eerste minister publiekelijk beticht van een wetsovertreding (te weten het koppelen van een contract waarop de mededingingswetgeving van toepassing is aan een aanstelling als kabinetslid) ?
2. Quelle mesure envisagez-vous de prendre à l’égard de M. Slangen, compte tenu du fait qu’il accuse publiquement le premier ministre d’avoir enfreint la loi (il s’agit de la simultanéité d’un contrat soumis à la législation sur la concurrence et une nomination en qualité de membre d’un cabinet) ?
3. Vindt u het normaal dat er geen tuchtregeling bestaat ten aanzien van personen die middels een arbeidscontract contractueel met de administratie verbonden zijn ?
3. Estimez-vous normale l’absence d’un régime disciplinaire pour des personnes contractuellement liées à l’administration par une convention de travail ?
4. Kan u meedelen wanneer en hoeveel keer de beleidsraad van uw departement ondertussen is samengekomen en hoeveel adviezen de expert, N. Slangen, ondertussen heeft verstrekt aan de beleidsraad ?
4. Pouvez-vous indiquer quand et à combien de reprises le conseil stratégique de votre département s’est réuni depuis lors et combien d’avis l’expert N. Slangen a rendus au conseil stratégique ?
Antwoord : Ik heb de eer aan het geachte lid het hiernavolgend antwoord te verstrekken.
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.
1. Deze vraag werd beantwoord door de eerste minister (vraag nr. 165 van 17 april 2002, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 122, blz. 15308).
1. Le premier ministre a répondu à cette question (question no 165 du 17 avril 2002, Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, no 122, p 15308).
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16147
2. Deze vraag werd beantwoord door de eerste minister.
2. Le ministre a répondu à cette question.
3. De experten met bijzondere opdracht in de beleidsraad dienen beschouwd te worden als tijdelijke statutairen net als de vroegere kabinetsleden. Enkel op vlak van sociale zekerheid worden zij indien zij geen vastbenoemde ambtenaren zijn beschouwd als contractuele personeelsleden. Zij worden aangeduid door de betrokken minister en hun aanstelling kan op elk moment bee¨indigd worden. Ik meen dat derhalve waarborgen voorzien zijn gezien elke minister bij eventuele misstappen zijn verantwoordelijkheid zal opnemen. Ministers doen dit reeds verschillende jaren als werkgever van hun kabinetsmedewerkers.
3. Les experts ayant une mission spéciale dans le Conseil stratégique doivent être considérés comme des statutaires temporaires tout comme les anciens membres de cabinet. C’est seulement sur le plan de la sécurité sociale qu’ils sont considérés comme des agents contractuels s’ils ne sont pas des fonctionnaires nommés à titre définitif. Ils sont désignés par le ministre concerné et il peut être mis fin à leur désignation à tout moment. Je pense que de telles garanties ont été prévues vu que chaque ministre assumera ses responsabilités en cas d’éventuel dérapages. Les ministres font cela depuis déjà plusieurs années en tant qu’employeurs de leurs collaborateurs de cabinet.
Minister van Landsverdediging
Ministre de la Défense
DO 2001200201173
DO 2001200201173
Vraag nr. 279 van de heer Guy Hove van 27 mei 2002 (N.) :
Question no 279 de M. Guy Hove du 27 mai 2002 (N.) :
Burgerlijke oorlogsslachtoffers. — Tweede Wereldoorlog. — Statuut van nationale erkentelijkheid. — Financie¨le tegemoetkoming.
Victimes civiles de guerre. — Deuxième Guerre mondiale. — Statut de reconnaissance nationale. — Intervention financière.
Ruim een jaar geleden stelde ik u reeds een schriftelijke vraag in verband met het toekennen van een morele, militaire eretitel aan een aantal burgers omdat zij zich tijdens de Tweede Wereldoorlog verdienstelijk hadden gemaakt (vraag nr. 98 van 12 december 2000, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 60, blz. 6757-6759).
Il y a plus d’un an de cela, je vous avais adressé une question écrite sur l’octroi à titre moral du prédicat militaire à un certain nombre de civils qui se sont illustrés pendant la Deuxième Guerre mondiale (question no 98 du 12 décembre 2000, Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 60, p. 6757-6759).
Het koninklijk besluit van 12 april 1990 betreffende het instellen van het statuut van nationale erkentelijkheid ten gunste van de mannen die zich bij de recruteringscentra van het Belgisch leger 1940 hebben gevoegd (RCBL) bepaalt dat de hoedanigheid van « RCBL — er » onder meer wordt verleend aan burgers die zich in 1940 bij de recruteringscentra van het Belgisch leger hebben gevoegd.
L’arrêté royal du 12 avril 1990 relatif à la création du statut de reconnaissance nationale en faveur des hommes qui ont rejoint les centres de recrutement de l’armée 1940 (CRAB) stipule que la qualité de CRAB est notamment accordée aux citoyens qui ont rejoint les centres de recrutement de l’armée belge en 1940.
Het gaat hier louter om een eretitel, waaraan geen enkele financie¨le tegemoetkoming is gekoppeld.
En l’occurrence, il s’agit d’un titre purement honorifique qui ne permet pas aux intéressés de bénéficier d’une intervention financière.
De vaderlandse verenigingen zijn al jaren vragende partij om aan deze categorie van mensen een statuut toe te kennen dat meer is dan een loutere eretitel.
Depuis des années, les associations patriotiques demandent que l’on octroie à cette catégorie de personnes un statut qui dépasse la dimension purement honorifique.
Uit uw antwoord op mijn vraag blijkt dat de Centrale Commissie die de eisen van de oudstrijders on-
Il ressort de votre réponse à ma question que la Commission centrale n’avait pas encore achevé à
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16148
derzoekt, haar bevindingen toen nog niet afgerond had.
l’époque l’évaluation des revendications présentées par les anciens combattants.
1. Heeft de Centrale Commissie haar onderzoek reeds afgerond ?
1. La Commission centrale a-t-elle déjà cloˆturé son évaluation ?
2. Zo ja, wat zijn haar bevindingen ?
2. Dans l’affirmative, à quels résultats a-t-elle abouti ?
Antwoord :
Réponse :
1. De Centrale Commissie die onder mijn voogdij is opgericht door de wet van 20 december 1996 tot oprichting van een Centrale Commissie belast met het onderzoek van de concretisering van de niet-voldane eisen van de oudstrijders en de oorlogsslachtoffers in functie van de budgettaire middelen en die wordt voorgezeten door de heer Robert Urbain, werd ermee belast de concretisering van de niet-voldane eisen van de oud-strijders en oorlogsslachtoffers te onderzoeken in functie van de begrotingsmogelijkheden.
1. La Commission centrale mise en place par la loi du 20 décembre 1996 portant création d’une Commission centrale chargée d’examiner la concrétisation des revendications non satisfaites des anciens combattants et des victimes de la guerre en fonction des disponibilités budgétaires, sous ma tutelle, et présidée par M. Robert Urbain, a été chargée d’examiner la concrétisation des revendications non satisfaites des anciens combattants et des victimes de guerre en fonction des disponibilités budgétaires.
Overeenkomstig artikel 2 van de wet van 20 december 1996, heeft de Centrale Commissie voorstellen naar voren gebracht die ze heeft besproken en geanalyseerd en die mij vervolgens werden voorgelegd.
En vertu de l’article 2 de la loi du 20 décembre 1996, la Commission centrale a émis des propositions qui ont été discutées et analysées en son sein et qui m’ont ensuite été soumises.
Van de 14 eisen, die werden voorgesteld door de verschillende leden van die commissie, die alle geledingen van de gemeenschap van oud-strijders en oorlogsslachtoffers vertegenwoordigen en die het voorwerp uitmaakten van de werkzaamheden van de commissie, blijven er 9 eisen weerhouden, waarvoor maatregelen worden getroffen om ze te concretiseren.
Sur les 14 revendications proposées par les différents membres de cette commission qui représentent toutes les composantes de la communauté des anciens combattants et des victimes de guerre, revendications qui ont fait l’objet des travaux de la commission, 9 vont faire l’objet de mesures de concrétisation.
Er werd een plan uitgewerkt om, gespreid over meerdere jaren, de weerhouden eisen in te willigen, in functie van de beschikbare begrotingsmiddelen. Eerstdaags zal er overigens een wetsontwerp worden ingediend dat die maatregelen concreet moet maken.
Un plan visant à satisfaire les revendications retenues a été élaboré dans une approche pluriannuelle et en fonction des disponibilités budgétaires et un projet de loi concrétisant ces mesures sera d’ailleurs déposé très prochainement.
2. Wat de personen betreft, die een erkenning hebben bekomen in het statuut « RCLB » overeenkomstig het koninklijk besluit van 12 april 1990, betreffende het instellen van het statuut van nationale erkentelijkheid, verleent dat statuut hen inderdaad geen enkel materieel voordeel, daar artikel 12 van het voormelde koninklijk besluit uitdrukkelijk vermeldt dat dit statuut « noch een huidige, noch toekomstige financie¨le weerslag kan hebben ».
2. En ce qui concerne les personnes auxquelles le statut de « CRAB » a été reconnu en vertu de l’arrêté royal du 12 avril 1990 relatif à la création du statut de reconnaissance nationale, l’octroi de ce statut ne leur confère effectivement aucun avantage matériel, l’article 12 de l’arrêté royal précité ayant prévu expressément que le bénéfice dudit statut « ne peut entraıˆner aucune incidencce financière actuelle ou future ».
Ik wens het geachte lid erop te wijzen dat de eisen die aan de Centrale Commissie werden voorgelegd, deze eisen waren die werden weerhouden, nà de besprekingen tussen de vertegenwoordigers van de oud-strijders en oorlogsslachtoffers.
Je me permets d’informer l’honorable membre que les revendications présentées devant la Commission centrale étaient celles qui avaient été retenues par les représentants des anciens combattants et des victimes de guerre suite à leurs discussions internes.
Welnu, het staat me voor dat de toekenning van materie¨le voordelen aan de titularissen van het statuut van RCBL niet voorkwam noch bij de eisen, die naar voren werden gebracht door het Contactcomité van de vaderlandse verenigingen, noch bij de eisen van het
Or, il me revient que l’octroi d’avantages matériels aux titulaires du statut de CRAB ne figurait ni parmi les revendications présentées par le Comité de contact des associations patriotiques ni parmi les revendications présentées par le Comité de coordination des
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16149
Coo¨rdinatiecomité van de verenigingen van weggevoerden, werkweigeraars en burgerlijke slachtoffers van de beide oorlogen.
associations de déportés, réfractaires et victimes civiles des deux guerres.
De Centrale Commissie heeft deze kwestie dan ook niet behandeld.
La Commission centrale n’a dès lors pas débattu de la question.
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 281 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 281 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’Etat ?
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vraag.
Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Bij het ministerie van Landsverdediging werken er 93 gehandicapte personen die werden aangeworven met toepassing van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen.
En application de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 concernant l’aide à la mise au travail des moins valides au sein de l’administration de l’E´tat, 93 personnes handicapées ont été engagées au sein du Ministère de la Défense.
Minister van Justitie
Ministre de la Justice
DO 2001200200641
DO 2001200200641
Vraag nr. 557 van mevrouw Trees Pieters van 8 februari 2002 (N.) :
Question no 557 de Mme Trees Pieters du 8 février 2002 (N.) :
Elektronisch rechtsverkeer in fiscale zaken.
Utilisation de la messagerie électronique dans les relations juridiques en matière fiscale.
De diverse fiscale wetboeken zowel inzake directe als inzake indirecte belastingen bevatten tal van wettelijke termijnen die door de belastingplichtigen en/of de belastingschuldigen strikt en stipt moeten worden nageleefd.
Les divers codes fiscaux réglementant les impoˆts directs et indirects comportent quantité de délais légaux que doivent respecter strictement les contribuables et/ou les assujettis.
Bepaalde termijnen die van openbare orde zijn, hebben inzonderheid betrekking op het indienen van verzoekschriften en bezwaarschriften. Die termijnen zijn veelal ook bijzonder kort.
Certains délais d’ordre public ont notamment trait à l’introduction de recours et de réclamations. Ces délais sont généralement très courts.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2067
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16150
In de praktijk rijst voortaan de vraag in welke precieze mate de door de betrokken belastingplichtigen en belastingschuldigen ingediende verzoek- en bezwaarschriften juridisch als « tijdig » kunnen worden aangemerkt, wanneer zij net voor het verstrijken van de wettelijke termijn worden ingediend via een e-mail of via een telefax die naderhand eventueel schriftelijk, ondertekend en per aangetekend schrijven of door middel van een gewone brief aan de juiste betrokken fiscale diensten snel worden doorgezonden of bevestigd.
Dans la pratique, il se pose désormais la question de savoir dans quelle mesure exactement les recours et réclamations introduits par ces contribuables et assujettis peuvent être juridiquement considérés comme l’ayant été « dans les délais » lorsqu’ils le sont juste avant l’expiration du délai légal au moyen d’un e-mail ou d’un fax dont le message est, le cas échéant, ensuite envoyé ou confirmé rapidement par écrit, signé et sous pli recommandé ou pli ordinaire aux services fiscaux compétents.
1. Welke al dan niet versoepelde vormvereisten of eisen worden uit fiscaalrechtelijk oogpunt thans aan al die via telefax of e-mail verzonden kennisgevingen of verzoek- en bezwaarschriften concreet gesteld ?
` quels formalités ou prescrits, éventuellement 1. A assouplis, doivent aujourd’hui répondre concrètement, du point de vue du droit fiscal, toutes ces notifications, requêtes ou encore réclamations, envoyées par fax ou par e-mail ?
2. Kan u uw huidige algemene praktische en klantvriendelijke ziens- en handelwijze meedelen zowel in het licht van de geactualiseerde bepalingen van de artikelen 1322 en 2281 van het Burgerlijk Wetboek, de aanverwante bepalingen van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten als van alle huidige nationale en/of Europese richtlijnen inzake « e-justice » en « e-government » ?
2. Pourriez-vous m’exposer vos méthodologie et conception pratiques, générales et inspirées par un souci de convivialité, dans le cadre des dispositions actualisées des articles 1322 et 2281 du Code civil et des dispositions connexes de la loi du 9 juillet 2001 fixant certaines règles relatives au cadre juridique pour les signatures électroniques et les services de certification dans le cadre de toutes les directives nationales et/ ou européennes actuelles en matière de « justice électronique » et d’« administration électronique » ?
Antwoord : Het noodzakelijke wettelijke kader voor de juridische erkenning van de elektronische handtekeningen werd tot stand gebracht door de wet van 20 oktober 2000 tot invoering van het gebruik van telecommunicatiemiddelen en van de elektronische handtekening in de gerechtelijke en de buitengerechtelijke procedure alsmede door de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten. Deze twee wetten hebben de richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen in Belgisch recht omgezet.
Réponse : Le cadre légal nécessaire à la reconnaissance juridique des signatures électroniques a été mis en place par la loi du 20 octobre 2000 introduisant l’utilisation de moyens de télécommunication et de la signature électronique dans la procédure judiciaire et extrajudiciaire ainsi que par la loi du 9 juillet 2001 fixant certaines règles relatives au cadre juridique pour les signatures électroniques et les services de certification, ces deux lois ayant transposé en droit belge la directive 1999/93/CE du Parlement européen et du Conseil du 13 décembre 1999 sur un cadre communautaire pour les signatures électroniques.
De wet van 20 oktober 2000 heeft in artikel 1322 van het Burgerlijk Wetboek een nieuw lid ingevoegd, volgens hetwelk een geheel van elektronische gegevens dat aan een bepaalde persoon kan worden toegerekend en het behoud van de integriteit van de inhoud van de akte aantoont, kan voldoen aan de vereiste van een handtekening.
La loi du 20 octobre 2000 a inséré à l’article 1322 du Code civil, un nouvel alinéa aux termes duquel un ensembre de données électroniques pouvant être imputé à une personne déterminée et établissant le maintien de l’intégrité du contenu de l’acte peut satisfaire à l’exigence d’une signature.
De wet van 9 juli 2001 van haar kant stelt in artikel 4, § 4, als principe dat een geavanceerde elektronische handtekening gerealiseerd op basis van een gekwalificeerd certificaat en aangemaakt door een veilig middel voor het aanmaken van een handtekening, wordt geassimileerd met een geschreven handtekening, en zij bepaalt de voorwaarden verbonden aan deze verschillende concepten.
Quant à la loi du 9 juillet 2001, elle énonce notamment, en son article 4, § 4, le principe selon lequel une signature électronique avancée réalisée sur la base d’un certificat qualifié et conçue au moyen d’un dispositif sécurisé de création de signature électronique, est assimilée à une signature manuscrite et elle fixe les conditions liées à ces différents concepts.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16151
Deze zelfde wet machtigt eveneens de Koning om voor het gebruik van elektronische handtekeningen in de openbare sector eventuele aanvullende eisen te stellen (artikel 4, § 3) en zij preciseert in artikel 4, § 1, dat « behoudens andersluidende wettelijke bepalingen niemand kan verplicht worden rechtshandelingen te stellen via elektronische weg ».
Cette même loi perme également au Roi de soumettre l’usage des signatures électroniques dans le secteur public à des exigences supplémentaires éventuelles (article 4, § 3) et elle précise, en son article 4, § 1er, qu’« à défaut de dispositions légales contraires, nul ne peut être contraint de poser un acte juridique par voie électronique ».
De hoven en rechtbanken zullen, op grond van deze verschillende wettelijke bepalingen, dienen te oordelen in welke mate een elektronisch ondertekend bericht geldig een manueel ondertekend bericht kan vervangen in het kader van een bezwaarschrift op fiscaal gebied.
Il appartiendra aux cours et tribunaux d’apprécier, sur base de ces différentes dispositions légales, dans quelle mesure un message signé électroniquement pourra valablement remplacer un écrit signé manuellement dans le cadre d’un recours en matière fiscale.
De voormelde wet van 20 oktober 2000 heeft overigens een nieuw artikel 2281 in het Burgerlijk Wetboek ingevoegd, dat onder bepaalde voorwaarden toelaat dat een schriftelijke kennisgeving, in het kader van een buitengerechtelijke procedure, gebeurt per telegram, telex, telefax, elektronische post of enig ander telecommunicatiemiddel dat resulteert in een schriftelijk stuk aan de zijde van de geadresseerde. Er lijkt evenwel te worden aangenomen dat deze bepaling niet van toepassing is buiten het burgerlijk recht, met name in het kader van een bezwaarschrift op fiscaal gebied (zie inzonderheid L. Guinotte, D. Mougenot, « La loi du 20 octobre 2000 introduisant l’utilisation de moyens de télécommunication dans la procédure judiciaire et extrajudiciaire », « Droit et Nouvelles Technologies », 2001, blz. 6).
La loi précitée du 20 octobre 2000 a, par ailleurs, introduit un nouvel article 2281 dans le Code civil qui permet, sous certaines conditions, qu’une notification écrite soit réalisée, dans le cadre d’une procédure extrajudiciaire, par télégramme, par télex, par télécopie, par courrier électronique ou par tout autre moyen de communication qui se matérialise par un document écrit chez le destinatiare. Il semble toutefois être considéré que cette disposition n’est pas d’application en dehors du droit civil, notamment dans le cadre d’un recours en matière fiscale (voir notamment L. Guinotte, D. Mougenot, « La loi du 20 octobre 2000 introduisant l’utilisation de moyens de télécommunication dans la procédure judiciaire et extrajudiciaire », Droit et Nouvelles Technologies, 2001, p. 6).
De gestelde vraag hangt voor het overige af van mijn collega, de minister van Financie¨n, waarnaar ik het geachte lid verwijs. (Vraag nr. 913 van 8 februari 2002.)
La question posée relève, pour le surplus, de la compétence de mon collègue, le ministre des Finances, auquel je renvoie l’honorable membre. (Question no 913 du 8 février 2002.)
DO 2001200200820
DO 2001200200820
Vraag nr. 573 van de heer Jo Vandeurzen van 8 maart 2002 (N.) :
Question no 573 de M. Jo Vandeurzen du 8 mars 2002 (N.) :
Nieuwe voogdijwet.
Nouvelle loi relative à la tutelle des mineurs.
Een nieuwe regeling inzake voogdij is in voege getreden op 1 augustus 2001 (zie : de wet van 27 maart 2001 tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de voogdij over minderjarigen en de wet van 29 april 2001 tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen). Blijkbaar doen zich in de praktijk een aantal onverwachte moeilijkheden voor.
Une nouvelle réglementation relative à la tutelle des mineurs est entrée en vigueur le 1er aouˆt 2001 (cf. la loi du 27 mars 2001 modifiant certaines dispositions du Code judiciaire relatives à la tutelle des mineurs et la loi du 29 avril 2001 modifiant diverses dispositions légales en matière de tutelle des mineurs). La pratique a visiblement fait apparaıˆtre des difficultés inattendues.
1. Kan u meedelen of in toepassing van de nieuwe voogdijwet de ouders van minderjarigen zich slechts burgerlijke partij kunnen stellen qualitate qua hun kinderen wanneer zij daarvoor voorafgaandelijk over
1. Pouvez-vous me dire si, en vertu de la nouvelle loi relative à la tutelle des mineurs, les parents ne peuvent se constituer partie civile au nom de leurs enfants que lorsqu’ils disposent d’une procuration du
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16152
een machtiging beschikken vanwege de vrederechter, hetgeen de neerlegging van een verzoekschrift voor de vrederechter veronderstelt ?
juge de paix, ce qui suppose le dépoˆt d’une requête auprès de celui-ci ?
2. Moeten de ouders in het kader van gerechtelijke procedures voor « elke daad » over een machtiging beschikken wanneer ze optreden in de hoedanigheid van ouders van de minderjarige, zoals het aantekenen van beroep ?
2. Dans le cadre des procédures judiciaires, les parents doivent-ils être en possession, pour tout acte, tel un pourvoi en appel, d’une procuration pour agir en qualité de parents de mineur ?
3. Nu is het ontbreken van een machtiging voor zover die noodzakelijk zou zijn wanneer ouders in het kader van een burgerlijke partijstelling optreden voor hun minderjarige kinderen een relatieve of absolute nietigheid. Met andere woorden :
3. L’absence de procuration, pour autant que celleci soit nécessaire lorsque les parents agissent au nom de leurs enfants mineurs et se sont constitués partie civile, est une cause de nullité relative ou absolue. Autrement dit :
a) Is de rechter gehouden om zoiets ambtshalve vast te stellen ?
a) Le juge est-il tenu d’en faire le constat d’office ?
b) Komt het aan de minderjarige, eens hij meerderjarig wordt, toe om eventueel de nietigverklaring te vorderen van de rechtshandeling van zijn ouders gesteld zonder de nodige machtiging ?
b) Appartient-il au mineur, une fois devenu majeur, de réclamer l’annulation de l’acte juridique que ses parents ont posé sans posséder la procuration requise ?
Antwoord : Ik kan het geachte lid meedelen dat de door hem aangehaalde moeilijkheden betreffende de toepassing van de wet van 29 april 2001 tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen worden opgelost in het kader van het onderzoek van het ontwerp van wet tot wijziging van de artikelen 378 en 410 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de handelingen verricht in het kader van het ouderlijk gezag waarvoor de machtiging van de vrederechter vereist is.
Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que les difficultés qu’il dénonce concernant l’application de la loi du 29 avril 2001 modifiant diverses dispositions légales en matière de tutelle des mineurs trouveront une solution dans le cadre de l’examen du projet de loi modifiant les articles 378 et 410 du Code civil, en ce qui concerne les actes accomplis dans le cadre de l’autorité parentale et requérant l’autorisation du juge de paix.
Dit ontwerp van wet waaraan een voorstel van wet ten grondslag ligt, dat is ingediend door mevrouw Nathalie de T’Serclaes (Parl. St., Senaat, 2001-2002, nr. 2-1058/1), wordt thans behandeld in de commissie voor de Justitie van de Kamer (Parl. St., Kamer, 20012002, nr. 50-1772/001).
Ce projet de loi, à l’origine duquel on trouve une proposition de loi déposée par Mme Nathalie de T’Serclaes (Doc. parl., Sénat, 2001-2002, no 2-1058/1), est actuellement soumis à l’examen de la commission de la Justice de la Chambre (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, no 50-1772/001).
Ter zake van minderjarigen die onder het ouderlijk gezag staan, wordt krachtens het ontwerp artikel 378 van het Burgerlijk Wetboek gewijzigd zodat de ouders niet langer verplicht zijn om de machtiging van de vrederechter te verzoeken teneinde hun kind in rechte te vertegenwoordigen.
S’agissant des mineurs sous autorité parentale, le projet modifie l’article 378 du Code civil en vue de supprimer l’obligation, pour les père et mère, de solliciter l’autorisation du juge de paix afin de représenter leur enfant en justice.
Er wordt evenwel in waarborgen voorzien voor de minderjarige ingeval hij in het kader van voornoemde procedures recht heeft op geldsommen.
Des garanties seront toutefois prévues pour le mineur lorsque des sommes d’argent doivent lui revenir dans le cadre desdites procédures.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16153
DO 2001200201037
DO 2001200201037
Vraag nr. 612 van mevrouw Frieda Brepoels van 23 april 2002 (N.) :
Question no 612 de Mme Frieda Brepoels du 23 avril 2002 (N.) :
Wegverkeerswet. — Aanprakelijkheid werkgevers betaling boetes werknemers.
Règlement sur la police de la circulation routière. — Responsabilité des employeurs et paiement des amendes des travailleurs.
Artikel 67 van de wegverkeerswet bepaalt dat de werkgever aansprakelijk is voor de betaling van de geldboete waartoe zijn werknemer werd veroordeeld.
Aux termes de l’article 67 du règlement sur la police de la circulation routière, l’employeur est responsable de l’amende infligée à son employé.
1. Kan uw administratie meedelen, opgesplitst per gerechtelijk arrondissement, hoeveel werkgevers er samen met hun werknemers solidair veroordeeld werden tot het betalen van een geldboete ?
1. Votre administration peut-elle indiquer par arrondissement judiciaire combien d’employeurs ont été condamnés à payer une amende solidairement avec leur employé ?
2. Kan uw administratie zowel de cijfers in eerste aanleg als in graad van beroep meedelen ?
2. Votre administration peut-elle me communiquer ces données pour la première instance et pour le degré d’appel ?
Antwoord : De veroordelingsstatistieken in hun huidige vorm laten zien hoeveel mensen er veroordeeld zijn voor een geldboete voor verkeersovertredingen. Maar de kwalificaties van de veroordeelde zijn beperkt tot de sekse, de leeftijd en het beroep (in zeer grote categoriee¨n) en laten spijtig genoeg niet toe de gevraagde ventilatie te maken, namelijk in functie van de relatie werkgever-werknemer. Het spijt ons dan ook uw vraag om informatie niet te kunnen beantwoorden.
Réponse : Les statistiques de condamnation dans leur forme actuelle rendent un aperçu du nombre de personnes condamnées en matière de roulage. Mais, malheureusement, les qualifications personnelles du condamné sont confinées au sexe, l’aˆge et la profession (en treize catégories, donc à un niveau d’aggrégation assez vague). Il nous est donc impossible de procéder à la ventilation souhaitée, à savoir en fonction de la relation qui existe entre l’employé et le patron. Nous sommes donc dans l’impossibilité de satisfaire à votre demande d’information.
DO 2001200201062
DO 2001200201062
Vraag nr. 617 van de heer Bart Laeremans van 26 april 2002 (N.) :
Question no 617 de M. Bart Laeremans du 26 avril 2002 (N.) :
Gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. — Gebrek aan Nederlandstalige wetsdokters.
Arrondissement judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde. — Absence de médecins légistes néerlandophones.
Ik verneem dat er momenteel geen Nederlandstalige wetsdokters meer zouden zijn in het hele gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.
J’apprends qu’il n’y a actuellement plus de médecin légiste néerlandophone dans l’arrondissement judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde.
Alle vijf of zes dokters zouden immers Franstaligen zijn. Bovendien zouden slechts enkelen van hen behoorlijk tweetalig zijn.
Les cinq ou six légistes seraient en effet tous francophones. En outre, quelques-uns seraient seulement suffisamment bilingues.
1. Kan u meedelen hoeveel wetsdokters er in het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde zijn ?
1. Pouvez-vous me communiquer le nombre de médecins légistes de l’arrondissement judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde ?
2. Staat het aantal in verhouding met de andere grote gerechtelijke arrondissementen ?
2. Ce nombre est-il comparable aux autres grands arrondissements judiciaires ?
3. Kunnen ook de aantallen van de arrondissementen Antwerpen, Gent, Luik en Charleroi worden meegedeeld ?
3. Pouvez-vous me communiquer le nombre de médecins légistes pour les arrondissements d’Anvers, de Gand, de Liège et de Charleroi ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16154
4. Hoeveel van deze wetsdokters zijn in het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde Nederlandstalig en hoeveel Franstalig ?
4. Au sein de l’arrondissement judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde, combien y a-t-il de médecins légistes néerlandophones et francophones ?
5. Kan bovendien worden meegedeeld hoeveel van hen officieel tweetalig zijn ?
5. Pouvez-vous par ailleurs m’indiquer combien d’entre eux sont officiellement bilingues ?
6. Kan u meedelen op welke wijze en door wie deze wetsdokters worden aangesteld ?
6. Pouvez-vous m’indiquer par qui et comment ces médecins ont été nommés ?
7. Kan u een verklaring geven voor het gebrek aan Nederlandstalige wetsdokters ?
7. Comment expliquez-vous l’absence de médecins légistes néerlandophones ?
Antwoord :
Réponse :
1. In het gerechtelijk arrondissement Brussel-HalleVilvoorde zijn er drie wetsdokters en twee stagiairs werkzaam.
1. Trois médecins légistes et deux stagiaires travaillent dans l’arrondissement judiciaire de Bruxelles-HalVilvorde.
2. Hierover zijn momenteel geen gegevens beschikbaar.
2. Aucune donnée n’est actuellement disponible à cet égard.
3. Idem vraag 2.
3. Idem question 2.
4. Twee van de wetsdokters werkzaam in het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde zijn Franstalig, de derde is Nederlandstalig.
4. Deux des médecins légistes qui travaillent dans l’arrondissement judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde sont francophones, le troisième est néerlandophone.
5. Voor de wetsdokters bestaan er geen officie¨le criteria tot beoordeling van hun talenkennis. Bij het indienen van hun kandidatuur vermelden ze in welke taal ze bereid zijn als deskundige aangesteld te worden.
5. Il n’existe pas de critères officiels en vue d’évaluer les connaissances linguistiques des médecins légistes. Lors de l’introduction de leur candidature, ils indiquent dans quelle langue ils sont disposés à être désignés en tant qu’expert.
6. De wetsdokters worden aangesteld door de procureur des Konings op grond van de kandidaturen die bij hem worden ingediend. De kandidaten steunen hun verzoek op de opleiding die ze hebben gevolgd en op de ervaring die ze hebben opgedaan, hetzij als stagiair, hetzij ingevolge de opdrachten die ze uitgevoerd hebben voor de hoven en de rechtbanken.
6. Les médecins légistes sont désignés par le procureur du Roi sur la base des candidatures qu’il reçoit. Pour appuyer leur candidature, les candidats indiquent la formation qu’ils ont suivie et l’expérience qu’ils ont acquise soit en qualité de stagiaire ou dans le cadre de missions qu’ils ont exécutées pour les cours et tribunaux.
7. Om hier een exact antwoord op te kunnen geven zou er eerst een uitgebreid onderzoek moeten gevoerd worden bij de Nederlandstalige geneesheren. Hierbij verwijs ik ook naar mijn antwoord verstrekt op de vraag van 3 april 2000 van de heer volksvertegenwoordiger Valkeniers (vraag nr. 189, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 35, blz. 4064).
7. Pour pouvoir donner une réponse exacte à cette question, il faudrait d’abord procéder à une vaste enquête auprès des médecins néerlandophones. ` cet égard, je renvoie également à ma réponse à la A question du 3 avril 2000 de M. le député Valkeniers (question no 189, Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 35, p. 4064).
DO 2001200201105
DO 2001200201105
Vraag nr. 622 van de heer Servais Verherstraeten van 13 mei 2002 (N.) :
Question no 622 de M. Servais Verherstraeten du 13 mai 2002 (N.) :
De consulaire rechters in de rechtbank van koophandel te Turnhout.
Les juges consulaires du tribunal de commerce de Turnhout.
De rechtbank van koophandel te Turnhout maakt intensief gebruik van zijn consulaire rechters. Deze zijn evenwel niet altijd ten volle beschikbaar.
Le tribunal de commerce de Turnhout fait un usage intensif de ses juges consulaires. Néanmoins, ceux-ci ne sont pas toujours pleinement disponibles.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16155
Geruime tijd geleden heeft het hof van beroep te Antwerpen bij de minister van Justitie een verzoek ingediend om het aantal consulaire rechters op te trekken teneinde een voldoende groot beschikbaar contingent te garanderen. Tot op heden is er nog niet ingegaan op dit verzoek.
Il y a quelque temps déjà, la cour d’appel d’Anvers a introduit auprès du ministre de la Justice une requête visant à augmenter le nombre de juges consulaires, afin de garantir un contingent suffisant de juges consu` ce jour, le ministre n’a toujours laires disponibles. A pas accédé à cette requête.
1. Wat is de reden van de (voorlopige) afwijzing van het verzoek ?
1. Quelle est la raison du refus (provisoire) du ministre d’accéder à cette requête ?
2. Geldt deze afwijking enkel voor de rechtbank van koophandel te Turnhout of voor alle gerechtelijke arrondissementen waar zich problemen zouden voordoen ?
2. Cette dérogation ne concernerait-elle que le tribunal de commerce de Turnhout ou s’applique-t-il à tous les arrondissements judiciaires ou` le problème pourrait se poser ?
3. Hoe denkt u het probleem van de niet steeds beschikbare consulaire rechters op te lossen en een goede werking van de rechtbanken van koophandel te garanderen ?
3. Comment le ministre compte-t-il résoudre le problème de l’indisponibilité partielle des juges consulaires et garantir le bon fonctionnement des tribunaux de commerce ?
4. a) Welke objectieve criteria worden aangewend voor de aanduiding van het numerieke aantal consulaire rechters ?
4. a) Sur quels critères objectifs repose la fixation du nombre de juges consulaires ?
b) Zijn er positieve afwijkingen mogelijk ?
b) Des dérogations positives sont-elles envisageables ?
Antwoord : De voorzitters van de rechtbanken van koophandel hebben diverse malen de uitbreiding gevraagd van de personeelsformatie van de rechters in handelszaken.
Réponse : Les présidents des tribunaux de commerce ont à diverses reprises demandé l’extension du cadre des juges consulaires.
Er moet worden beklemtoond dat de laatste wijziging van de formatie van de rechters in handelszaken is gebeurd in het kader van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord.
Il convient d’insister sur le fait que la dernière modification du cadre des juges consulaires a eu lieu dans le cadre de la loi du 17 juillet 1997 relative au concordat judiciaire.
De toenmalige formatie beantwoordde aan de desiderata van de rechtbanken van koophandel om hun opdracht met betrekking tot het handelsonderzoek zo goed mogelijk uit te voeren. Die maatregel stemde trouwens overeen met de praktijk dat het onderzoek naar de toestand van de schuldenaar meestal wordt toevertrouwd aan de rechter in handelszaken. Uit de destijds doorgevoerde vergelijking van de personeelsformaties is gebleken dat de verhouding over het algemeen bestond uit 1 beroepsrechter voor 7 rechters in handelszaken. Aangezien die verhouding niet in alle arrondissementen voorkwam, is de formatie van de betrokken arrondissementen in het ontwerp van wet zodanig aangepast dat voornoemde verhouding werd bereikt.
Le cadre de l’époque répondait aux souhaits des tribunaux de commerce pour remplir au mieux leur mission en matière d’enquête commerciale. Cette mesure adhérait d’ailleurs à la pratique selon laquelle l’enquête relative à la situation du débiteur est généralement confiée au juge consulaire. La comparaison des cadres du personnel effectuée à l’époque a montré que le rapport était généralement de 1 juge professionnel pour 7 juges consulaires. Vu que ce rapport n’était pas observé dans tous les arrondissements, le cadre des arrondissements en question a été adapté dans le projet de loi de manière à atteindre le rapport précité.
Het is natuurlijk evident dat wanneer de formatie van de beroepsrechters met een eenheid wordt uitgebreid, de formatie van de rechters in handelszaken onmiddellijk een tekort van 7 eenheden vertoont als de aanpassing van eerstgenoemde formatie niet leidt tot een stijging van het aantal rechters in handelszaken.
Il est bien évident que si le cadre des juges professionnels augmente d’une unité, le cadre des juges consulaires affiche immédiatement un déficit de 7 unités si l’adaptation du premier cadre n’entraıˆne pas une augmentation du nombre des juges consulaires.
De uitbreiding van de personeelsformatie van de beroepsmagistraten doorgevoerd door middel van de
Par conséquent, l’extension du cadre des magistrats professionnels réalisée par la loi du 20 juillet 1998 a
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16156
wet van 20 juli 1998 heeft derhalve geleid tot een nieuwe wanverhouding in de gerechten betrokken bij de stijging. Die wanverhouding is niet altijd identiek, aangezien bepaalde gerechten om historische redenen beschikten over een formatie van rechters in handelszaken die de regel 1 tegen 7 te boven gaat.
dès lors conduit à un nouveau déséquilibre dans les juridictions concernées par l’augmentation. Ce déséquilibre n’est pas toujours identique vu que certaines juridictions dipsosaient, pour des raisons historiques, d’un cadre de juges consulaires qui excède le rapport de 1 pour 7.
De gerechten die met een tekort worden geconfronteerd zijn : Antwerpen: -14 Mechelen : -1 Turnhout : -7 Hasselt : -4 Tongeren : -3 Brussel : -14 Leuven : -1 Dendermonde : -1 Brugge : -1 Kortrijk : -14 Verviers-Eupen : -3 Bergen : -3
Les juridictions confrontées à un déficit sont les suivantes : Anvers : -14 Malines : -1 Turnhout : -7 Hasselt : -4 Tongres : -3 Bruxelles : -14 Louvain : -1 Termonde : -1 Bruges : -1 Courtrai : -14 Verviers-Eupen : -3 Mons : -3
De minister heeft de betrokken gerechten bijgevolg gevraagd hun nieuwe desiderata kenbaar te maken (beslissing van 9 december 1999, waarvan een kopie als bijlage gaat). Die adviezen zijn in ons bezit (sedert eind 2000). Er moet evenwel worden vastgesteld dat zij veeleer uiteenlopend zijn.
Le ministre a par conséquent demandé aux juridictions concernées de faire connaıˆtre leurs nouveaux désiderata (décision du 9 decembre 1999, dont copie en annexe). Ces avis sont en notre possession (depuis fin 2000). Il convient toutefois d’observer qu’ils sont plutoˆt divergents.
De zetels te Antwerpen, te Tongeren en te Brugge vragen een aantal rechters in handelszaken dat hoger ligt dan het aantal verkregen met toepassing van voorgaande regel. Mechelen, Brussel en Leuven vragen geen uitbreiding. De verzoeken van de andere zetels stemmen overeen met of zijn in geringe mate lager dan het resultaat verkregen met toepassing van de formule.
Les sièges d’Anvers, de Tongres et de bruges demandent un nombre de juges consulaires supérieur à celui obtenu lorsque l’on applique la règle précitée. Malines, Bruxelles et Louvain ne demandent pas d’extension. Les demandes des autres sièges correspondent à ou sont légèrement inférieures au résultat obtenu par l’application de la formule.
Uit die adviezen blijkt dat de beschikbaarheid van de aangewezen rechters een belangrijke factor is. Aan het ambt van rechter in handelszaken is geen wedde verbonden en degenen die nog daadwerkelijk actief zijn in zaken kunnen aan de rechtbank van koophandel niet al te veel tijd besteden. Zakenreizen zijn bijvoorbeeld een reden van absenteı¨sme.
Il ressort de ces avis que la disponibilité des juges désignés est un facteur important. Aucun traitement n’est lié à la charge de juge consulaire et ceux qui sont encore effectivement actifs dans le milieu commercial ne peuvent pas consacrer trop de temps au tribunal de ` titre d’exemple, les voyages d’affaires commmerce. A constituent un motif d’absentéisme.
Het is aan de andere kant duidelijk dat de uitbreiding van de personeelsformatie van de rechters in handelszaken geen gevolgen heeft voor de begroting. Het presentiegeld dat aan de rechters in handelszaken wordt uitgekeerd, houdt verband met de geleverde prestaties en is geenszins afhankelijk van het aantal aangewezen rechters in handelszaken. Een eventuele uitbreiding van de formatie zal bijgevolg enkel leiden tot een andere verdeling van de globale prestaties over een groter aantal rechters in handelszaken.
Par ailleurs, il est clair que l’extension du cadre des juges consulaires n’a aucune incidence sur le budget. Les jetons de présence alloués aux juges consulaires sont fonction des prestations effectuées et ne dépendent nullement du nombre de juges consulaires désignés. Par conséquent, une extension éventuelle du cadre ne donnera lieu qu’à une nouvelle répartition des prestations globales entre un nombre plus important de juges consulaires.
Er moet derhalve worden beslist of de bestaande regel wordt behouden, zulks rekening houdend met de bijzondere desiderata, dan wel of wordt overgegaan tot een andere verhouding, waarbij wordt geopteerd
Il convient dès lors de décider si la règle existante est maintenue, compte tenu des souhaits particuliers, ou s’il faut opter pour un autre rapport, à savoir 8 juges consulaires pour 1 juge professionnel. Cette dernière
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16157
voor 8 rechters in handelszaken voor 1 beroepsrechter. Dankzij laatstgenoemde formule zou op vrijwel alle verzoeken kunnen worden ingegaan.
formule permettrait de satisfaire à pratiquement toutes les demandes.
Er moet ten slotte worden beklemtoond dat volksvertegenwoordiger Vandeurzen ondertussen een wetsvoorstel heeft ingediend dat ertoe strekt het aantal rechters in handelszaken op te voeren (Parl. St., Kamer, 2000-2001, nr. 979/1). Als de minister van Justitie geen bezwaar heeft tegen de behandeling van dat voorstel door de commissie voor de Justitie, zou het op korte termijn kunnen leiden tot de daadwerkelijke verwezenlijking van een nieuwe formatie. De cijfers die daarin voorkomen stemmen evenwel niet overeen met de voordien goedgekeurde regel (7 voor 1) en ook niet met de wensen van de betrokken gerechten. Die cijfers worden trouwens op geen enkele wijze verantwoord. De regering zou de tekst bijgevolg kunnen amenderen op grond van de formule waarvoor wordt geopteerd.
Enfin il est à noter que le député Vandeurzen a entre-temps déposé une proposition de loi visant à augmenter le nombre de juges consulaires (Doc. parl. Chambre, 2000-2001, no 979/1). Si le ministre de la Justice n’émet aucune objection quant à l’examen de cette proposition de loi par la commission de la Justice, elle pourrait à court terme aboutir à la réalisation effective d’un nouveau cadre. Les chiffres qui y figurent ne correspondent toutefois pas à la règle adoptée précédemment (7 pour 1) ni aux souhaits des juridictions concernées. Ces chiffres ne sont d’ailleurs aucunement justifiés. Le gouvernement pourrait par conséquent amender le texte sur la base de la formule choisie.
DO 2001200201116
DO 2001200201116
Vraag nr. 626 van de heer Geert Bourgeois van 15 mei 2002 (N.) :
Question no 626 de M. Geert Bourgeois du 15 mai 2002 (N.) :
Mogelijkheid voor parketmagistraten om deeltijds te werken.
Possibilité pour les magistrats du parquet de travailler à temps partiel. ` l’heure actuelle, la majorité des magistrats du A parquet seraient des femmes, dont de nombreuses mères d’enfants en bas aˆge. Les magistrats du parquet de moins de 35 ans souhaitent avoir la possibilité de travailler à temps partiel pendant une période de 5 ans.
Momenteel zou er een meerderheid van vrouwelijke parketmagistraten zijn, van wie veel met jonge kinderen. De parketmagistraten beneden de 35 jaar wensen dat hun de mogelijkheid zou worden gelaten om gedurende een periode van 5 jaar tijdelijk te werken. 1. Kan u het aantal mannelijke en het aantal vrouwelijke parketmagistraten over heel het land en per arrondissement opgeven, met een opsplitsing van parketmagistraten beneden de 35 en boven de 35 jaar ?
1. Quel est le nombre de magistrats du parquet masculins et féminins pour l’ensemble du pays et par arrondissement, en faisant la distinction entre les magistrats de moins de 35 ans et ceux de plus de 35 ans ?
2. Overweegt u in de mogelijkheid te voorzien om de parketmagistraten gedurende een korte periode de gelegenheid te geven om deeltijds te werken ?
2. Envisagez-vous de donner la possibilité aux magistrats du parquet de travailler à temps partiel pendant une courte période ?
Antwoord :
Réponse :
1. In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.
1. En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
Bij het Hof van Cassatie werken 12 mannelijke en 1 vrouwelijke parketmagistraten.
La Cour de cassation compte 12 magistrats de parquet masculins et 1 magistrat de parquet féminin.
Bij de hoven van beroep is de verdeling als volgt : — Antwerpen :
Dans les cours d’appel, la répartition est la suivante : — Anvers :
–
mannen : 19 + 0 toegevoegde substituten
–
hommes : 19 + 0 substitut de complément
–
vrouwen : 2 + 3 toegevoegde substituten
–
femmes : 2 + 3 substituts de complément
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2068
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16158
— Brussel :
— Bruxelles :
–
mannen : 24 + 6 toegevoegde substituten
–
hommes : 24 + 6 substituts de complément
–
vrouwen : 3 + 11 toegevoegde substituten
–
femmes : 3 + 11 substituts de complément
— Gent :
— Gand :
–
mannen : 21 + 0 toegevoegde substituten
–
hommes : 21 + 0 substitut de complément
–
vrouwen : 3 + 4 toegevoegde substituten
–
femmes : 3 + 4 substituts de complément
— Luik :
— Liège :
–
mannen : 9 + 6 toegevoegde substituten
–
hommes : 9 + 6 substituts de complément
–
vrouwen : 8 + 1 toegevoegde substituut
–
femmes : 8 + 1 substitut de complément
— Bergen :
— Mons :
–
mannen : 12 + 0 toegevoegde substituten
–
hommes : 12 + 0 substitut de complément
–
vrouwen : 2 + 1 toegevoegde substituut
–
femmes : 2 + 1 substitut de complément
Bij de arbeidshoven is de situatie als volgt :
Dans les cours du travail, la situation est la suivante :
— Antwerpen :
— Anvers :
–
Mannen : 5
–
Hommes : 5
–
Vrouwen : 1
–
Femmes : 1
— Brussel :
— Bruxelles :
–
Mannen : 3
–
Hommes : 3
–
Vrouwen : 1
–
Femmes : 1
— Gent :
— Gand :
–
Mannen : 5
–
Hommes : 5
–
Vrouwen : 1
–
Femmes : 1
— Luik :
— Liège :
–
Mannen : 5 + 1 toegevoegde substituut
–
Hommes : 5 + 1 substitut de complément
–
Vrouwen : 1
–
Femmes : 1
— Bergen :
— Mons :
–
Mannen : 4 + 1 toegevoegde substituut
–
Hommes : 4 + 1 substitut de complément
–
Vrouwen : 0
–
Femmes : 0
Wat betreft de rechtbanken van eerste aanleg en de arbeidsrechtbanken kan ik u volgende gegevens mededelen :
Concernant les tribunaux de première instance et les tribunaux du travail, je peux vous communiquer les éléments suivants :
— Antwerpen :
— Anvers :
–
Mannen : 32 + 5
–
Hommes : 32 + 5
–
Vrouwen : 21 + 3
–
Femmes : 21 + 3
— Mechelen :
— Malines :
–
Mannen : 9 + 0
–
Hommes : 9 + 0
–
Vrouwen : 5 + 1
–
Femmes : 5 + 1
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16159
— Turnhout :
— Turnhout :
–
Mannen : 8 + 2
–
Hommes : 8 + 2
–
Vrouwen : 6 + 0
–
Femmes : 6 + 0
— Hasselt :
— Hasselt :
–
Mannen : 5 + 2
–
Hommes : 5 + 2
–
Vrouwen : 8 + 2
–
Femmes : 8 + 2
— Tongeren :
— Tongres :
–
Mannen : 7 + 2
–
Hommes : 7 + 2
–
Vrouwen : 6 + 1
–
Femmes : 6 + 1
— Brussel :
— Bruxelles :
–
Mannen : 33 + 6
–
Hommes : 33 + 6
–
Vrouwen : 33 + 9
–
Femmes : 33 + 9
— Leuven :
— Louvain :
–
Mannen : 10 + 2
–
Hommes : 10 + 2
–
Vrouwen : 9 + 1
–
Femmes : 9 + 1
— Nijvel :
— Nivelles :
–
Mannen : 12 + 3
–
Hommes : 12 + 3
–
Vrouwen : 5 + 0
–
Femmes : 5 + 0
— Dendermonde :
— Termonde :
–
Mannen : 12 + 4
–
Hommes : 12 + 4
–
Vrouwen : 11 + 1
–
Femmes : 11 + 1
— Gent :
— Gand :
–
Mannen : 23 + 5
–
Hommes : 23 + 5
–
Vrouwen : 15 + 0
–
Femmes : 15 + 0
— Oudenaarde :
— Audenarde :
–
Mannen : 6 + 2
–
Hommes : 6 + 2
–
Vrouwen : 4 + 0
–
Femmes : 4 + 0
— Brugge :
— Bruges :
–
Mannen : 16 + 3
–
Hommes : 16 + 3
–
Vrouwen : 8 + 1
–
Femmes : 8 + 1
— Ieper :
— Ypres :
–
Mannen : 3 + 1*
–
Hommes : 3 + 1*
–
Vrouwen : 4 + 3*
–
Femmes : 4 + 3*
— Kortrijk :
— Courtrai :
–
Mannen : 8 + 1*
–
Hommes : 8 + 1*
–
Vrouwen : 10 + 3*
–
Femmes : 10 + 3*
— Veurne :
— Furnes :
–
Mannen : 4 + *
–
Hommes : 4 + *
–
Vrouwen : 1 + 3*
–
Femmes : 1 + 3*
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16160
— Eupen :
— Eupen :
–
Mannen : 1 + 0****
–
Hommes : 1 + 0****
–
Vrouwen : 1 + 2****
–
Femmes : 1 + 2****
— Hoei :
— Huy :
–
Mannen : 5 + 0
–
Hommes : 5 + 0
–
Vrouwen : 4 + 1
–
Femmes : 4 + 1
— Luik :
— Liège :
–
Mannen : 22 + 3
–
Hommes : 22 + 3
–
Vrouwen : 19 + 4
–
Femmes : 19 + 4
— Verviers :
— Verviers :
–
Mannen : 7 + 0****
–
Hommes : 7 + 0****
–
Vrouwen : 3 + 2****
–
Femmes : 3 + 2****
— Aarlen :
— Arlon :
–
Mannen : 3 + 1**
–
Hommes : 3 + 1**
–
Vrouwen : 3 + 1**
–
Femmes : 3 + 1**
— Marche :
— Marche :
–
Mannen : 2 + 1**
–
Hommes : 2 + 1**
–
Vrouwen : 3 + 1**
–
Femmes : 3 + 1**
— Neufchaˆteau :
— Neufchaˆteau :
–
Mannen : 4 + 1**
–
Hommes : 4 + 1**
–
Vrouwen : 1 + 1**
–
Femmes : 1 + 1**
— Dinant :
— Dinant :
–
Mannen : 7 + 1***
–
Hommes : 7 + 1***
–
Vrouwen : 3 + ***
–
Femmes : 3 + ***
— Namen :
— Namur :
–
Mannen : 8 + 1***
–
Hommes : 8 + 1***
–
Vrouwen : 7 + 3***
–
Femmes : 7 + 3***
— Charleroi :
— Charleroi :
–
Mannen : 20 + 3
–
Hommes : 20 + 3
–
Vrouwen : 11 + 1
–
Femmes : 11 + 1
— Bergen :
— Mons :
–
Mannen : 11 + 3
–
Hommes : 11 + 3
–
Vrouwen : 6 + 2
–
Femmes : 6 + 2
— Doornik :
— Tournai :
–
Mannen : 4 + 2
–
Hommes : 4 + 2
–
Vrouwen : 6 + 1
–
Femmes : 6 + 1
(samengevoegde rechtbanken : *, **, ***, ****)
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
(tribunaux réunis : *, **, ***, ****)
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16161
Wat betreft de militaire magistraten met of zonder opdracht zijn er 19 mannen en 6 vrouwen.
Concernant les magistrats militaires délégués ou non, on recense 19 hommes et 6 femmes.
Op een totaal van 783 parketmagistraten zijn er 484 mannen en 299 vrouwen.
Sur un total de 783 magistrats de parquet, 484 sont des hommes et 299 sont des femmes.
Voor de berekening van de cijfers werd rekening gehouden met alle magistraten in dienst, ook met hen die op dit ogenblik geen deel uitmaken van de magistratuur wegens opdracht.
Dans le calcul des chiffres, il a été tenu compte de tous les magistrats en service, y compris ceux qui pour l’instant ne font pas partie de la magistrature pour cause de mission.
Het parket telt op dit ogenblik een kader van 904 magistraten. Er zijn ongeveer 120 vacatures van parketmagistraat (zonder de federale) te begeven.
Le cadre actuel du parquet est de 904 magistrats. Environ 120 postes vacants de magistrat de parquet (magistrats de parquet fédéraux exceptés) sont à conférer.
Het is binnen deze korte tijdspanne niet mogelijk een opsplitsing te maken op basis van de leeftijd.
La brièveté du délai ne permet pas de procéder à une répartition sur la base de l’aˆge.
2. Het is volkomen uitgesloten aan parketmagistraten de mogelijkheid te geven om, zelfs voor een korte periode, deeltijds te werken, en dit om meerdere redenen.
2. Il est tout à fait exclu d’accorder aux magistrats de parquet la possibilité de travailler à temps partiel, meˆme pour une courte période, et ce pour plusieurs raisons.
Degene die aanvaardt tot parketmagistraat te worden benoemd moet zich bewust zijn van de specifieke eisen van het ambt.
Celui qui accepte d’eˆtre nommé en qualité de magistrat de parquet doit eˆtre conscient des exigences spécifiques de sa fonction.
Het gevaar bestaat dat indien de mogelijkheid wordt geboden tot deeltijds werken heel wat magistraten daarvan zullen willen gebruik maken, wat de continuı¨teit van de dienst in het gedrang zal brengen.
Si l’on offre la possibilité de travailler à temps partiel, on risque de voir de nombreux magistrats vouloir en faire usage, ce qui compromettra la continuité du service.
De meeste parketten blijken onderbezet te zijn en de werklast overdreven, waardoor nieuwe kandidaten worden afgeschrikt. Het deeltijds werken zal dit probleem nog scherper stellen.
La plupart des parquets semblent eˆtre en souseffectif et la charge de travail est excessive, ce qui dissuade les nouveaux candidats. Le travail à temps partiel ne fera qu’aggraver ce problème.
DO 2001200201149
DO 2001200201149
Vraag nr. 632 van de heer Francis Van den Eynde van 22 mei 2002 (N.) :
Question no 632 de M. Francis Van den Eynde du 22 mai 2002 (N.) :
Justitiepaleis van Gent. — Bewaren van drugs. — Gezondheid personeel.
Palais de justice de Gand. — Drogues entreposées. — Santé du personnel.
Meer dan 10 000 in beslag genomen goederen liggen keurig genummerd in de rekken van de vochtige kelders van het justitiepaleis van Gent. In bepaalde kamers zijn de rekken van onder tot boven volgestouwd met drugs. De hoofdmoot is cannabis, hasj en ecstasy. Er ligt echter ook nogal wat heroı¨ne.
Plus de 10 000 biens saisis sont entreposés soigneusement sur les étagères des caves humides du palais de justice de Gand. Dans certaines pièces, les étagères sont remplies de stupéfiants de haut en bas. Il s’agit surtout de cannabis, de haschisch et d’ecstasy. On y trouve également assez bien de l’héroı¨ne en quantité relativement importante.
Het personeel dat er tewerkgesteld is, klaagt dat de aanwezigheid van enkele minuten in de kamer volstaat om ernstige hoofdpijn te veroorzaken ten gevolge van een sterke concentratie van drugsdampen.
Le personnel du palais de justice se plaint du fait que rester quelques minutes dans une de ces pièces provoque des céphalées aigue¨s en raison de la forte concentration de vapeurs émanant de la drogue.
Aangezien de drugs voorbestemd zijn voor de verbrandingsoven, is er op het eerste gezicht geen enkele reden om ze op te slaan.
Dans la mesure ou` ces drogues doivent être incinérées, il n’existe à première vue aucune raison de les stocker.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16162
Is het mogelijk om ter bewaring van de gezondheid van het personeel de drugs zo snel mogelijk uit het justitiepaleis te laten verdwijnen en te vernietigen ?
En vue de protéger la santé du personnel, serait-il possible d’évacuer et de détruire le plus rapidement possible les stupéfiants stockés au palais de justice ?
Antwoord : De toestemming voor de vernietiging van bedoelde drugs dient door een magistraat te worden gegeven.
Réponse : L’autorisation pour la destruction des drogues concernés doit être donné par un magistrat.
De kosten voor de vernietiging van de in beslag genomen drugs mogen als gerechtskosten aangerekend worden.
Les coûts pour la destruction des drogues saisies peuvent être imputés aux frais de justice.
De kosten voor de vernietiging van de in beslag genomen drugs dienen te worden begroot door de procureur-generaal op grond van artikel 66 van het Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken (koninklijk besluit van 28 december 1950). Deze kosten worden ter griffie uitbetaald via de provisie voor de dringende gerechtskosten.
Les coûts pour la destruction des drogues saisies doivent être taxés par le procureur général sur base de l’article 66 du Règlement général sur les frais de justice en matière répressive (arrêté royal du 28 décembre 1950). Ces coûts sont payables au greffe par le biais de la provision pour les frais de justice urgents.
DO 2001200201224
DO 2001200201224
Vraag nr. 642 van de heer Yves Leterme van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 642 de M. Yves Leterme du 4 juin 2002 (N.) :
Uitleveringen door de bevoegde autoriteiten van Frankrijk.
Extraditions par les autorités compétentes françaises.
De dolle rit van de West-Vlaamse trucker, die door de Belgische politiediensten aangehouden zou worden wegens stalking, eindigde in Frankrijk. Hij werd er meteen gearresteerd en via de snelrechtprocedure voor de rechter gebracht en tot een effectieve gevangenisstraf veroordeeld. Ondertussen vroegen de Belgische autoriteiten de uitlevering van de man, doch werd er als antwoord gegeven dat hij eerst zijn straf diende uit te zitten in Frankrijk.
La folle équipée du routier de Flandre occidentale qui devait être arrêté par les services de police belges pour harcèlement, s’est terminée en France. Il y a été immédiatement interpellé et, au terme d’une procédure judiciaire accélérée, il a été condamné à une peine de prison effective. Entre-temps, les autorités belges ont demandé son extradition. Il leur a été répondu qu’il devait d’abord purger sa peine en France.
Dit concreet geval, waar ik als dusdanig geen vragen over wil stellen, bracht een aantal zaken onder de aandacht.
Ce cas concret, au sujet duquel je ne souhaite pas poser de questions, met certains éléments en évidence.
1. Hoeveel uitleveringsverzoeken hebben onze gerechtelijke autoriteiten gericht tot de Franse autoriteiten in 2000 en 2001 ?
1. Combien de demandes d’extradition nos autorités judiciaires ont-elles adressées aux autorités françaises en 2000 et en 2001 ?
2. Hoeveel van die verzoeken gaven op korte termijn resultaat ?
2. Combien de ces demandes ont été suivies d’effet à court terme ?
3. In hoeveel gevallen uit de gevraagde periode werd er gesteld dat de betrokkene eerst zijn straf diende uit te zitten vooraleer hij of zij uitgeleverd kon worden ?
3. Au cours de cette même période, dans combien de cas a-t-il été dit que l’intéressé devait purger sa peine avant de pouvoir être extradée ?
4. Wat zou het antwoord op deze vragen (in dezelfde referentieperiode) zijn voor Nederland, Groot-Brittannie¨, Duitsland en de Verenigde Staten ?
4. Qu’auraient répondu à cette même question, pour la même période, les Pays-Bas, la GrandeBretagne, l’Allemagne et les E´tats-Unis ?
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16163
Antwoord :
Réponse :
1 en 4. Aantal uitleveringsverzoeken gericht aan de volgende Staten :
1 et 4. Nombre de demandes d’extradition adressées aux E´tats suivants :
Frankrijk
2000 2001
36 31
France
2000 2001
36 31
Nederland
2000 2001
41 39
Pays-Bas
2000 2001
41 39
Duitsland
2000 2001
24 22
Allemagne
2000 2001
24 22
Verenigde Staten
2000 2001
6 10
E´tats-Unis
2000 2001
6 10
Groot-Brittannie¨
2000 2001
1 5
Grande-Bretagne
2000 2001
1 5
2 en 3. Mijn departement beschikt niet over systematisch bijgehouden cijfergegevens betreffende het inhoudelijk aspect van uitleveringsdossiers.
2 et 3. Mon département ne dispose pas de données chiffrées systématiquement mises à jour concernant le contenu des dossiers d’extradition.
De duur van een uitleveringsprocedure hangt in de eerste plaats af van de houding van de opgee¨iste persoon. Het is evident dat de termijn van die procedure recht evenredig is met het aantal rechtsmiddelen die door de betrokkene worden aangewend.
La durée d’une procédure d’extradition dépend tout d’abord de l’attitude de la personne réclamée. Il va de soi que la durée de la procédure est directement proportionnelle au nombre de voies de recours introduites par l’intéressé.
Het gemiddeld tijdsverloop tussen een uitleveringsverzoek aan Frankrijk en de daadwerkelijke overlevering aan de Belgische autoriteiten bedraagt doorgaans 6 tot 8 maanden.
Le laps de temps moyen entre une demande d’extradition à la France et la remise effective aux autorités belges est généralement de 6 à 8 mois.
Onder de vijf voornoemde landen is Frankrijk het enige dat om juridische redenen — eigen aan dat land — de vereenvoudigde procedure niet toepast.
Des cinq pays précités, la France est le seul qui pour des raisons juridiques — qui lui sont propres — n’applique pas la procédure simplifiée.
Wat de andere Staten betreft kan de uitlevering binnen een tijdsspanne van 2 tot 3 weken plaatsvinden indien de opgee¨iste persoon instemt met deze laatste procedure. Indien wordt ingestemd met de verkorte procedure voorzien in het Beneluxverdrag van 27 juni 1962 vindt de uitlevering doorgaans plaats binnen een tijdsspanne van enkele dagen.
En ce qui concerne les autres E´tats, l’extradition peut avoir lieu dans les 2 à 3 semaines si la personne réclamée accepte cette dernière procédure. En cas d’acceptation de la procédure sommaire prévue dans le Traité Benelux du 27 juin 1962, l’extradition a généralement lieu en quelques jours.
Soms kunnen maanden en zelfs jaren verstrijken alvorens een persoon wordt overgedragen aan ons land. De meeste uitleveringsverdragen bepalen immers uitdrukkelijk dat de uitlevering kan worden uitgesteld in geval van vervolging en/of bestraffing van de opgee¨iste persoon in de aangezochte Staat wegens andere feiten dan die waarvoor om de uitlevering is verzocht.
Il arrive que des mois, voire des années, s’écoulent avant qu’une personne soit remise à notre pays. En effet, la plupart des traités d’extradition prévoient expressément que l’extradition peut être ajournée si la personne réclamée est poursuivie et/ou punie dans l’E´tat requis pour des faits autres que ceux pour lesquels son extradition a été demandée.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16164
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand
Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes
Telecommunicatie
Télécommunications
DO 2001200201243
DO 2001200201243
Vraag nr. 304 van de heer Lode Vanoost van 10 juni 2002 (N.) :
Question no 304 de M. Lode Vanoost du 10 juin 2002 (N.) :
Sociale tarieven in openbare telefooncellen.
Tarifs sociaux des téléphones publics.
De moderne ontwikkelingen hebben telefonie tot een belangrijk communicatiemiddel ontwikkeld. Het valt vandaag haast niet te geloven dat de introductie van GSM-technologie slechts enkele jaren geleden gebeurde.
La téléphonie est sans aucun doute devenue un moyen de communication important. On a peine à croire aujourd’hui que la technologie des téléphones mobiles remonte à quelques années seulement.
De algemene verspreiding van GSM’s mag ons niet doen vergeten dat er nog altijd heel wat medeburgers zijn voor wie het gebruik van dit communicatiemiddel financieel niet haalbaar is. Om sporadisch gebruik van de telefoon ook voor hen mogelijk te maken zijn openbare telefooncellen een redelijk alternatief. Ze moeten dan wel voldoende geplaatst worden, goed onderhouden zijn en liefst ook niet te duur.
La large diffusion des GSM ne peut nous faire oublier qu’il existe encore de nombreux concitoyens à qui l’utilisation de ce moyen de communication n’est pas accessible pour des raisons financières. Pour qu’eux aussi aient la possibilité d’utiliser le téléphone de temps à autre, les téléphones publics constituent une solution acceptable. Il faut alors toutefois qu’il y ait des téléphones publics en nombre suffisant, qu’ils soient bien entretenus et, de préférence, qu’ils ne soient pas trop couˆteux à l’utilisation.
1. Welke initiatieven heeft u reeds genomen om goedkoop gebruik van openbare telefooncellen door mensen met lage inkomens mogelijk te maken ?
1. Quelles initiatives avez-vous déjà prises afin de permettre une utilisation bon marché des téléphones publics par les personnes à revenus modestes ?
2. Op welke wijze werd daar tot nu toe gebruik van gemaakt ?
2. Quels ont été jusqu’à présent les résultats de ces initiatives ?
3. Bent u van mening dat op dit ogenblik voldoende inspanningen worden geleverd door de overheid ?
3. Estimez-vous que les autorités publiques fournissent suffisamment d’efforts à l’heure actuelle ?
4. Op welke wijze wordt hierover samengewerkt met Belgacom en met andere telefoonmaatschappijen ?
4. Existe-il une collaboration dans ce cadre avec Belgacom et d’autres sociétés de téléphonie ? Dans l’affirmative, sous quelle forme ?
Antwoord : Het geachte lid gelieve hieronder het antwoord op de gestelde vraag te willen vinden.
Réponse : En réponse à la question posée par l’honorable membre, j’ai l’honneur de lui communiquer ce qui suit.
Bij wijze van inleiding dient eraan herinnerd te worden dat de openbare telefooncellen deel uitmaken van de universele telecommunicatiedienst. Om die reden voorziet de wet in precieze verplichtingen inzake dekking van het grondgebied en het opheffen van storingen.
En guise d’introduction, il convient de rappeler que les cabinets téléphoniques publiques font partie du ` ce titre, la service universel des télécommunications. A loi prévoit des obligations précises en terme de couverture du territoire et de levée des dérangements.
1. Nog steeds in het kader van de universele dienst kunnen de personen die over een bestaansminimum beschikken op verzoek een kaart krijgen ten bedrage
1. Toujours dans le cadre du service universel, les personnes disposant du minimum de moyens d’existence peuvent bénéficier sur demande de la mise
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16165
van 6,2 euro (250 frank) per tijdvak van twee maanden. Die kaart werkt net zoals een vooruitbetaalde kaart. Die kaart kan worden gebruikt in een openbare cel of vanaf een andere telefoon. De verdeling van die kaarten is eind 1999 begonnen.
à disposition d’une carte d’une valeur de 6,2 euros (250 francs) par période de 2 mois. Cette carte fonctionne à la manière carte prépayée. Elle est utilisable au départ d’une cabine publique comme au départ d’un autre téléphone. La distribution de ces cartes a commencé à la fin de l’année 1999.
2. Belgacom heeft mij ingelicht dat in 2001 het aantal uitgedeelde kaarten 17 866 bedroeg. De begunstigden kunnen per jaar 2 kaarten van 18,6 euro krijgen.
2. Belgacom m’a informé que le nombre de cartes distribuées en 2001 s’élevait à 17 866. Les bénéficiaires peuvent recevoir 2 cartes de 18,6 euros par an.
3. Hoewel dat cijfer relatief laag kan lijken, lijken de van kracht zijnde maatregelen mij voldoende om te beantwoorden aan de behoeften. Men dient er immers rekening mee te houden dat er minder gebruik wordt gemaakt van openbare telefooncellen.
3. Bien que ce chiffre puisse paraıˆtre relativement faible, les mesures en vigueur me paraissent suffisantes pour répondre aux besoins. Il convient en effet de tenir compte de la diminution de l’usage des cabinets publiques.
4. Overeenkomstig de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, wordt de uitvoering van de universele dienst tot nu toe aan Belgacom toevertrouwd. Die situatie zal echter vanaf juli 2003 veranderen. Het nieuwe regelgevende kader dat van toepassing is op de telecommunicatie zou immers in concurrentie moeten voorzien tussen de verschillende operatoren voor de verrichtingen die deel uitmaken van de universele dienst.
4. Conformément à la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, l’exécution du service universel est jusqu’à présent confiée à Belgacom. Cette situation est cependant appelée à évoluer à partir de juillet 2003. Le nouveau cadre réglementaire applicable aux télécommunications devrait en effet prévoir une mise en concurrence des différents opérateurs pour les prestations relevant du service universel.
Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw
Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture
Buitenlandse Zaken
Affaires étrangères
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 52 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 52 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’Etat ?
Antwoord : In antwoord op zijn voormelde vraag heb ik de eer het geachte lid hierbij de gevraagde inlichtingen te doen geworden.
Réponse : En réponse à sa question précitée, j’ai l’honneur de faire parvenir à l’honorable membre le renseignement demandé.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2069
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16166
Op dit ogenblik zijn er, met toepassing van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen, bij het ministerie van Middenstand en Landbouw 44 personeelsleden tewerkgesteld.
Pour l’instant, il y a, au ministère des Classes moyennes et de l’Agriculture, 44 agents mis au travail en application de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat.
Landbouw
Agriculture
DO 2001200201223
DO 2001200201223
Vraag nr. 125 van de heer Guy D’haeseleer van 4 juni 2002 (N.) :
Question no 125 de M. Guy D’haeseleer du 4 juin 2002 (N.) :
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden.
Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Hoeveel gehandicapten stelt uw ministerie en de openbare instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, tewerk ter uitvoering van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen ?
Combien de handicapés votre ministère et les institutions publiques relevant de votre compétence emploient-ils en exécution de la loi du 16 avril 1963 relative au reclassement social des handicapés et de l’arrêté royal du 11 aouˆt 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’Etat ?
Antwoord : In antwoord op zijn voormelde vraag heb ik de eer het geachte lid hierbij de gevraagde inlichtingen te doen geworden.
Réponse : En réponse à sa question précitée, j’ai l’honneur de faire parvenir à l’honorable membre le renseignement demandé.
Op dit ogenblik zijn er, met toepassing van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen, bij het ministerie van Middenstand en Landbouw 44 personeelsleden tewerkgesteld.
Pour l’instant, il y a, au ministère des Classes moyennes et de l’Agriculture, 44 agents mis au travail en application de l’arrêté royal du 11 août 1972 stimulant l’emploi de handicapés dans les administrations de l’E´tat.
DO 2001200201362
DO 2001200201362
Vraag nr. 126 van de heer Martial Lahaye van 28 juni 2002 (N.) :
Question no 126 de M. Martial Lahaye du 28 juin 2002 (N.) :
Aardappelteelt. — Bacterieziektes. — Certificatie van pootgoed. — Schadevergoeding gedupeerde telers.
Culture de la pomme de terre. — Maladies bactériennes. — Certificat de plants. — Dédommagement des cultivateurs dupés.
De aardappelteelt in ons land wordt in toenemende mate bedreigd door bruinrot en ringrot, twee gevreesde en uiterst moeilijk te bestrijden bacterieziektes.
La culture de la pomme de terre dans notre pays se voit de plus en plus menacée par la pourriture brune et la galle verruqueuse, deux maladies bactériennes redoutées et extrêmement difficiles à combattre.
De Europese regels leggen bij een besmetverklaring strenge maatregelen op om een verdere verspreiding te voorkomen. De aardappelen moeten meteen vernietigd worden, terwijl de machines en opslagplaatsen dienen te worden ontsmet. Op de bewuste percelen mogen vier jaar lang geen aardappelen, wortelgewassen of bolgewassen worden geteeld.
La réglementation européenne impose des mesures strictes en cas de déclaration de contamination afin d’éviter toute propagation. Les pommes de terre doivent immédiatement être détruites et les machines et les entrepoˆts désinfectés. Pendant quatre ans, on ne peut plus cultiver sur les parcelles en question de pommes de terre, de plantes à racines comestibles ni de plantes à bulbe.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16167
Bij de in Belgie¨ ontdekte gevallen, stelde het Federaal Voedselagentschap vast dat de gedupeerde aardappeltelers geen enkele schuld zou treffen omdat zij « gecertificeerd » pootgoed aankochten.
Concernant les cas découverts en Belgique, l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire a constaté qu’aucune responsabilité n’incomberait aux cultivateurs de pommes de terre dupés car il ont acheté des plants « certifiés ».
1. Kunnen en zullen de gedupeerde telers een vergoeding voor de door hen geleden schade ontvangen en op welke basis wordt de grootteorde van die schadevergoeding bepaald ?
1. Les cultivateurs peuvent-ils être — et seront-ils — indemnisés pour les dommages subis et, dans l’affirmative, sur quelle base cette indemnisation serat-elle fixée ?
2. Worden bij Europa stappen ondernomen om de uitgekeerde schadevergoeding terug te vorderen en zal ook worden aangedrongen om het systeem van certificatie van pootgoed meer sluitend te maken ?
2. Des démarches sont-elles entreprises auprès des autorités européennes pour récupérer les indemnités versées et insistera-t-on également pour rendre le système de certification des plants plus efficace ?
Antwoord : De vraag ressorteert onder de bevoegdheden van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, mevrouw Magda Aelvoet. (Vraag nr. 479 van 5 juli 2002.)
Réponse : La question ressort des compétences du Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement, Mme Magda Aelvoet. (Question no 479 du 5 juillet 2002.)
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement
DO 2001200201170
DO 2001200201170
Vraag nr. 72 van mevrouw Claudine Drion van 24 mei 2002 (Fr.) :
Question no 72 de Mme Claudine Drion du 24 mai 2002 (Fr.) :
Ontwikkelingssamenwerking. — Gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Coopération au développement. — Egalité entre les femmes et les hommes.
Belgie¨ verklaart met name op het stuk van ontwikkelingssamenwerking een « genderbeleid » te willen toepassen.
La Belgique affirme vouloir appliquer une politique de « genre » notamment dans le domaine de la coopération au développement.
Welke concrete initiatieven worden in de internationale samenwerking genomen voor meer gelijkheid tussen vrouwen en mannen om de doelstellingen in de vier volgende domeinen te realiseren :
Quelles initiatives concrètes sont prises par la coopération internationale pour plus d’égalité entre les femmes et les hommes dans les quatre perspectives suivantes :
1. opvoeden van elke vorm van geweld tegen vrouwen;
1. éducation à l’égalité;
2. opheffing van elke vorm van geweld tegen vrouwen;
2. suppression de toute forme de violence contre les femmes;
3. wegwerken van de armoede en vooral van de vervrouwelijking van de armoede;
3. élimination de la pauvreté et surtout de la féminisation de la pauvreté;
4. een solidaire wereld, niet alleen op het vlak van de intentieverklaringen, maar ook vanuit praktisch oogpunt en meer bepaald de financie¨le middelen om de doelstellingen te bereiken ?
4. un monde solidaire non seulement du point de vue de discours et du concept mais aussi de la pratique et des moyens financiers pour ce faire ?
Antwoord :
Réponse : 1. E´ducation à l’égalité
1. Een onderwijs tot gelijkheid
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16168
De Belgische coo¨peratie beschikt over verschillende instrumenten en kanalen voor de opvoeding voor ontwikkelingssamenwerking. Ter zake cofinanciert zij NGO’s en verenigingen. De meeste NGO’s integreren in hun werk een genderbenadering. Op die wijze is de Belgische regering in staat de opvoeding in gelijkheid tussen mannen en vrouwen te steunen.
La coopération belge dispose de différents instruments et canaux pour l’éducation au développement. Elle cofinance des ONG et des associations dans cette matière. La plupart des ONG adoptent une approche de genre dans leur travail et par ce biais, le gouvernement belge est en mesure d’appuyer une éducation à l’égalité entre hommes et femmes.
In Belgie¨ organiseert het Directoraat-generaal internationale samenwerking (DGIS) animatieactiviteiten en bewustmakingsprogramma’s onder de noemer « vrouwen en ontwikkeling ». De hoofddoelstelling van deze acties is de publieke opinie bewust te maken van het feit dat gelijke kansen voor vrouwen en het respect voor de mensenrechten nog zeer vaak geen realiteit zijn. Alhoewel iedereen het er eens over is dat vrouwen een fundamentele rol spelen en zelfs de motor zijn voor ontwikkeling en sociale en economische vooruitgang. Ter ondersteuning van deze bewustmakingsacties, geeft DGIS een brochure uit over « Vrouwen in de mondialisering » evenals een folder over « vrouwen en ontwikkeling » die deel uitmaakt van de pedagogische map die uitgedeeld werd aan leraars en leerlingen.
En Belgique, la Direction générale de la coopération internationale (DGCI) organise des animations, des programmes de sensibilisation dont l’intitulé est « femmes et développement » et dont l’objecif majeur est de faire prendre conscience à quel point la situation de la femme est encore loin des objectifs d’égalité et de respect des droits humains alors que leur roˆle est incontournable dans toute phase de développement et qu’elles sont enfin reconnues comme moteur de progrès économique et social. Comme support écrit pour appuyer cette sensibilisation, une brochure « Les femmes dans la mondialisation » a été réalisée, et un dépliant « Femme et développement » a été publié dans le cadre d’une farde pédagogique distribuée aux professeurs et aux étudiants.
Op audiovisueel vlak, namelijk in de uitzending Dunia, een coproductie van DGIS en RTBF, wordt regelmatig de rol van de vrouwen in het ontwikkelingsgebeuren in het licht gesteld.
Dans le domaine audiovisuel, l’émission Dunia, coproduite par la DGCI avec la RTBF, met régulièrement en exergue le roˆle des femmes dans le développement.
Verschillende projecten hebben in het kader van de interventies van de coo¨peratie, een luik « onderwijs van gelijkheid » vanuit hun betrekking op de rechten van de mens en van de democratisering.
Dans le cadre des interventions de la coopération, de nombreux projets incluent un volet « éducation à l’égalité » lié à la défense des droits humains et de la démocratisation.
2. Opheffing van elke vorm van geweld ten aanzien van vrouwen
2. Suppression de toute forme de violence contre les femmes
De Belgische coo¨peratie neemt deel aan de federale regeringswerkgroep over de strijd tegen het geweld tegen vrouwen.
La coopération belge participe au groupe de travail du gouvernement fédéral concernant la lutte contre la violence contre les femmes.
Zij schrijft zich in eveneens in de strijd tegen de verschillende vormen van geweld tegen vrouwen, de hulp aan processen van democratisering en de promotie ten aanzien van het respect voor vrouwenrechten.
Elle s’inscrit de même dans la lutte contre les différentes formes de violence envers les femmes, aide aux processus de démocratisation et promotion du respect des droits des femmes.
Verschillende activiteiten werden opgestart zowel in het kader van de directe bilaterale hulp, de multilaterale samenwerking alsook via cofinanciering van de NGO’s, universiteiten, en andere rechtstreekse factoren. Hierbij willen we eveneens de activiteiten te vermelden van de Commissie vrouwen en ontwikkeling (CFD).
De nombreuses activités sont mises en ouvre tant dans le cadre de la coopération bilatérale directe, que dans le cadre de la coopération multilatérale et par le biais de cofinancement d’activités des ONG, universi` signaler également, les tés et autres acteurs indirects. A activités de la Commission femmes et développement (CFD).
In Marokko zal een « Multifunctionele Ruimte voor vrouwen » opgericht worden in Ouarzazate. Deze zal toegankelijk zijn voor alle vrouwen zonder onderscheid van inkomen of sociale klasse. Dit huis zal een gediversifieerd aanbod van diensten bieden, met onder meer juridische bijstand voor vrouwen die slachtoffer zijn van geweld en discriminatie.
Au Maroc, un « Espace multifonctionnel des femmes » destiné à toutes, sans distinction de revenus ou de classe sociale, va être mis en place à Ouarzazate. Cette maison offrira des services de proximité diversifiés dont une assistance juridique pour les femmes victimes de discrimination ou de violence.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16169
Het familiale geweld op vrouwen en meisjes is vooral uitgesproken in Latijns-Amerika. Op vraag van de lokale vrouwenorganisaties en conform haar beleidsintenties, nam de Belgische samenwerking de beslissing om programma’s te ondersteunen die het geweld op vrouwen bestrijden.
La violence familiale envers les femmes et les filles ` la demande est surtout marquée en Amérique latine. A des organisations féminines locales et en conformité avec les objectifs de sa politique, la coopération belge a pris la décision de soutenir des programmes qui luttent contre la violence envers les femmes.
— In Peru, wordt sinds eind 2001, door DGIS, in partnerschap met de « Defensoria del pueblo », een project gefinancierd, dat streeft naar een groter respect voor de mensenrechten vooral bij de minst bedeelde bevolkingsgroepen.
— Au Pérou, depuis fin 2001, la DGCI, en partenariat avec la « Defensoria del pueblo », finance un projet visant à la promotion et la défense des droits humains, en privilégiant les segments les plus défavorisés de ia population.
— In Bolivie¨ ging een gelijkaardig project van start. Hierbij wordt de bescherming beoogd van de bevolking, zowel mannen als vrouwen, tegen inbreuken op de mensenrechten. Via promotie- en vormingsacties wil men meewerken aan het tot stand brengen van een cultuur van respect voor de fundamentele mensenrechten.
— En Bolivie, un projet similaire est en train d’être formulé. II vise également la protection de la population, hommes et femmes, à l’égard des violences contre les droits humains. II est prévu des actions de promotion et d’éducation pour baˆtir une culture de respect des droits fondamentaux.
— In Peru is men eveneens bezig met het formuleren van een programma tegen familiaal en seksueel geweld in samenwerking met het ministerie van Promotie van de vrouw en Menselijke Ontwikkeling (PROMUDEH). Dit programma voorziet in de installatie en de versterking van lokale systemen voor preventie, bijstand en bescherming van vrouwen, kinderen en adolescenten die slachtoffer zijn van familiaal of seksueel geweld.
— Au Pérou également, un programme de lutte contre la violence familiale et sexuelle est en cours de formulation en collaboration avec le ministère de la Promotion de la femme et du Développement humain (PROMUDEH). Ce programme comporte l’installation de systèmes locaux de prévention, d’assistance et de protection pour les cas de violence familiale et sexuelle à l’encontre des femmes, des enfants et des adolescents. — En E´quateur, un projet de promotion des droits sexuels et reproductifs des adolescent(e)s a été identifié en collaboration avec l’Institut national de l’enfance et de la famille et le Conseil national des femmes. Une attention spécifique sera réservée à la prévention de la violence sexuelle des jeunes.
— In Ecuador vond de identificatiefase plaats voor een project ter bevordering van de seksuele en reproductieve rechten van adolescenten in samenwerking met het Nationaal Instituut van het kind en de familie en met de Nationale Vrouwenraad. Een specifeke aandacht gaat hierbij naar preventie van seksueel geweld tegen jongeren. — In Chili wordt in 2002 een project « Versterking van de sociale en communautaire acties » van de Stichting voor de familie opgestart. Deze instelling is werkzaam op het vlak van kindermishandeling, seksueel misbruik en intrafamiliaal geweld.
— Au Chili, le projet de « l’enforcement de l’action sociale et communautaire » de la Fondation de la famille démarrera en 2002. Les thèmes prioritaires de l’institution sont la maltraitance infantile, les abus sexuels et la violence intrafamiliale.
Via het multilaterale kanaal financiert de internationale samenwerking een programma van de UNFPA (2000-2004) « Support for Reproductive Health and gender needs for Displaced Populations with Special Attention to Adolescents ». Dit programma beoogt het integreren van de reproductieve gezondheid en de genderaspecten voor vluchtelingen en ontheemden in de programma’s van de humanitaire hulpverlening met in het bijzonder het beantwoorden aan de specifieke noden van jongeren. In dit kader worden bewustzijns- en preventieacties opgezet tegen seksueel geweld.
Par le canal multilatéral, la coopération internationale finance un programme de UNFPA (2000-2004) intitulé « Support for Reproductive Health and gender needs for Displaced Populations with Special Attention to Adolescents ». Ce programme vise à intégrer la santé reproductive et les questions de genre relatives aux réfugiés et personnes déplacées dans les programmes d’aide humanitaire et de répondre à leurs besoins, en particulier parmi les jeunes. Dans ce cadre, sont menées des actions de sensibilisation et de prévention des actes de violence sexuelle.
Betreffende het domein geweld en gewapende conflicten, of postconflictsituaties; steunt DGIS verschillende initiatieven van NGO’s en organisaties uit de civiele maatschappij. Het project « Mwisange » in
En ce qui concerne le domaine de la violence et des conflits armés ou des situations d’après-conflit, la DGCI soutient plusieurs initiatives d’ONG et d’organisations de la société civile. Ainsi au Rwanda, le
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16170
Ruanda, uitgevoerd door de VZW BIRCO, concentreert zich vooral op de problematiek van mishandeling en fysische, emotionele en seksuele verwaarlozing van kinderen — zowel jongens als meisjes — en ook adolescenten, in en buiten hun familiaal milieu.
projet MWISANGE de l’ASBL BIRCO se concentre en particulier sur la problérnatique de la maltraitance et de la négligence physique, émotionnelle et sexuelle chez les enfants — garçons et filles — et les adolescents dans leur milieu familial et en dehors de leurs familles.
Eveneens in Ruanda ondersteunt DGIS de initiatieven ter « Ondersteuning van de civiele maatschappij bij het proces van Gacaca » (volkstribunaal) via Belgische en lokale NGO’s. Tot slot vermelden we de activiteiten van de Ruandese vereniging voor de verdediging van de rechten van de vrouw en het kind, HAGURUKA. De problematiek van kinderen in gewapende conflicten behoort eveneens tot de prioritaire interventieterreinen van de internationale samenwerking. Problemen zoals mensenhandel en seksueel geweld tegen meisjes houden hiermee ook verband.
Toujours au Rwanda, la DGCI soutient des initiatives visant au renforcement du processus traditionnel de Gacaca (justice et réconciliation) via des ONG belges et locales. Enfin, à signaler les activités de l’Association rwandaise pour la défense des droits de la femme et des enfants, HAGURUKA. La problématique des enfants et des conflits armés est également un axe prioritaire d’intervention de la coopération internationale qui touche la problématique de la traite des êtres humains et de la violence sexuelle envers les filles.
Nieuwe projectvoorstellen met betrekking tot het versterken van de rol van vrouwen in de vredesopbouw (in Afghanistan, in Ruanda et in Burundi) en met betrekking tot hun verdedigingscapaciteiten (in Colombia) worden in beschouwing genomen.
De nouvelles propositions de projets visant au renforcement du roˆle des femmes dans la construction de la paix (en Afghanistan, au Rwanda et au Burundi) et au renforcement de leurs capacités de défense (en Colombie) sont à l’examen. 3. E´limination de la pauvreté et surtout de la féminisation de la pauvreté
3. Uitroeiing van de armoede en vooral van de feminisering van de armoede Het principe van gelijkheid tussen mannen en vrouwen maakt integraal deel uit van onze politiek rond armoedebestrijding. Het stelt zich als middel en een doel op zich.
Le principe d’égalité entre hommes et femmes fait partie intégrante de notre politique de lutte contre la pauvreté. C’est un moyen et un but en soi.
De feminisering van de armoede is zonder twijfel minder een kwestie van aantal arme vrouwen, in verhouding tot mannen, dan wel de graad van armoede en de schrijnende moeilijkheden voor de vrouwen en hun kinderen om aan deze uitzichtloze armoede te ontsnappen. Slachtoffer van een lang traject van sociologische ongelijkheden, — ongelijke opportuniteit betreffende onderwijs, tewerkstelling en eigendom — beschikken vrouwen doorgaans over minder perspectieven dan mannen.
La féminisation de la pauvreté est sans doute moins une question du nombre de femmes pauvres, par rapport aux hommes, que d’acuité de la pauvreté et de difficultés accrues pour les femmes pour sortir — elles et leurs enfants — de la nasse de la pauvreté. Victimes d’un large éventail d’inégalités sociologiques — opportunités différentes en termes d’éducation, d’emploi et de propriété — les femmes disposent globalement de perspectives moindres que les hommes.
De genderstrategie in de ontwikkelingssamenwerking vertrekt van het principe dat armoede een multidimensioneel karakter heeft, dat niet alleen bepaald wordt door een gebrek aan inkomsten maar eveneens verbonden is met aspecten zoals kwetsbaarheid en marginalisatie die elkaar wederzijds versterken en eveneens vanuit de vaststelling dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en hun oorzaken verschillen van land tot land.
La stratégie dans le domaine du genre de la coopération au développement, part du principe que la pauvreté a un caractère multidimensionnel, qui ne se définit pas uniquement par l’absence de revenus, mais est liée à des aspects de vulnérabilité et de marginalisation qui se renforcent mutuellement et du constat que les inégalités entre femmes et hommes et leurs causes varient d’un pays à l’autre.
Ten titel van voorbeeld melden we dat alle acties van het Belgisch Overlevingsfonds deze benadering van armoedebestrijding onderschrijven en dit verwezenlijken door de integratie van een genderdimensie.
Mentionnons à titre d’exemple que toutes les actions du Fonds belge de survie adoptent cette approche de lutte contre la pauvreté en intégrant la dimension genre.
Tegelijkertijd is de Belgische samenwerking gee¨volueerd van projectsteun op microniveau naar een
Dans le même temps, la coopération belge a évolué d’un soutien à des projets au niveau micro vers une
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16171
genderbenadering op macro-economisch niveau. Deze evolutie vertaalt zich in de steun toegezegd door DGIS aan het programma van de Vrouwenorganisatie van de Verenigde Naties (UNIFEM) rond « Strengthening Economic Governance : Applied Gender Analysis to Government Budgets » (2000-2003) en aan de Internationale Conferentie betreffende dit onderwerp die plaatsvond in Brussel in oktober 2001.
approche « genre » au niveau macro-économique. Cette évolution s’est traduite par le soutien de la DGCI au programme d’UNIFEM « Strengthening Economic Governance : Applied Gender Analysis to Governments Budgets » (2000-2003) et à la Conférence internationale sur ce sujet qui a eu lieu à Bruxelles en octobre 2001.
4. Een solidaire wereld niet enkel vanuit het oogpunt van het discours, maar ook vanuit de praktijk en de financie¨le middelen die daar tegenover staan ?
4. Un monde solidaire non seulement du point de vue de discours et du concept mais aussi de la pratique et des moyens financiers pour ce faire ?
Reeds voor en tijdens Monterrey besloot Belgie¨ het budget voor ontwikkelingssamenwerking beduidend te verhogen. Een kalender voor het bereiken van de 0,7 % werd opgesteld. Dit is inderdaad geen wet maar slechts een politieke belofte. Ik denk evenwel dat de evolutie naar meer coo¨peratiemiddelen onstuitbaar is. Het is onmogelijk een quotum vast te leggen voor vrouwen of het thema. Ten eerste : willen zij duurzaam en doeltreffend zijn, dienen alle politieke activiteiten met dit aspect rekening te houden. Het is ook een voorwaarde voor sociale rechtvaardigheid. Ten tweede : het is niet de kwantiteit maar wel de kwaliteit van onze coo¨peratie die belangrijk is. En een coo¨peratie die geen rekening houdt met de helft van de mensheid (de vrouwen namelijk) is geen kwaliteitscoo¨peratie.
` Monterrey et même bien avant, la Belgique a A décidé d’augmenter considérablement son budget pour la coopération et a établi même un calendrier pour arriver au 0,7 %. II est vrai que ceci n’est pas une loi sinon une promesse politique mais je pense que cette évolution de dédier plus de ressources à la coopération est un processus qui ne peut faire marche arrière. II est impossible de fixer un quota pour les femmes ou pour la thématique. Primo : tous les poltiques et activités doivent tenir compte de cet aspect s’ils poursuivent la durabilité, l’efficacité et s’ils veulent atteindre plus de justice sociale. Secundo : ce n’est pas la quantité qui est le plus important mais la qualité de notre coopération. Et une activité de coopération qui ne tient pas compte de la moitié de la population (notamment les femmes) n’est pas une activité de qualité.
DGIS hanteert het principe van de « budgettaire mainstreaming » en beschikt, naast de jaarlijkse dotatie aan de Commissie vrouwen en ontwikkeling, niet over een specifieke budgettaire lijn ter ondersteuning van de gelijkheid van kansen tussen mannen en vrouwen. Nochtans kan ze aanspraak maken op bestaande budgettaire lijnen, namelijk voor vormingsactiviteiten of het engageren van consultanten.
La DGCI, ayant adopté une approche de « mainstreaming budgétaire », ne dispose pas d’une ligne budgétaire spécifique en appui à l’égalité entre hommes et femmes, à l’exception de la contribution allouée annuellement à la Commission femmes et développement. Cependant, elle peut faire appel à des lignes budgétaires existantes, notamment pour des activités de formation ou l’engagement de consultants.
De Ministerraad heeft op 8 maart 2002, haar goedkeuring gegeven aan een vervolg van het werk van de « cel gender mainstreaming. » Er wordt tevens een werkgroep opgericht, met betrekking op « gendergevoelig budgetteren » waarin vertegenwoordigers zetelen uit het kabinet en uit de federale departementen. Het is de bedoeling dat, tegen het einde van 2002, de oefening « gendergevoelig budgetteren » zal leiden tot een aantal concrete aanbevelingen, voor de toepassing van deze veelbelovende benadering in de schoot van DGIS.
Le Conseil des ministres a approuvé le 8 mars 2002, la poursuite des travaux de la cellule « gender mainstreaming », et notamment la mise en place d’un groupe de travail, comprenant des représentants des cabinets et départements fédéraux, consacré au « gender sensitive budgeting ». Cet exercice aboutira en fin de 2002 à une série de recommandations concrètes pour l’application de cette approche très prometteuse au sein de la DGCI.
De cel gender, die zich in haar werking versterkt zag door de affectatie van een adjunct-adviseur (in stage gedurende 2002), bestaat momenteel uit drie personen.
En ce qui concerne les ressources humaines, la cellule genre de la DGCI a été renforcée par l’affectation d’un conseiller-adjoint (en stage en 2002). La cellule genre comporte maintenant trois personnes.
In aansluiting op de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking, werd een ontwerpstrategienota over gender, met bijbehorend actieplan, opgemaakt. Deze nota zal overge-
Enfin, conformément à la loi du 25 mai 1999 relative à la coopération internationale belge, un projet de note stratégique sur le genre, comprenant un plan d’action, a été préparé. Cette note sera soumise à la
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16172
maakt worden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan de Senaat. Zij zal het referentiekader vormen voor de volgende vier jaar.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
Chambre des représentants et au Sénat. Elle servira de cadre de référence pour les quatre prochaines années.
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16173
IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Eerste minister Premier ministre 1
2001200201215
3- 6-2002
174
Mme Zoé Genot
Aard van de gegevens op de federale website. Caractères des données publiées sur le site internet fédéral.
16073
1
2001200201218
4- 6-2002
175
Yves Leterme
Tussenkomsten en schijndienstbetoon bij de gunning van overheidsopdrachten. Interventions et clientélisme lors de l’adjudication de marchés publics.
16074
1
2001200201223
4- 6-2002
176
Guy D’haeseleer
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16076
Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi 1
2001200201144 21- 5-2002
358
Jef Valkeniers
Activiteitsgraad van 70 %. — Activeringsmaatregelen voor werklozen. Taux d’activité de 70 %. — Mesures d’activation pour les personnes sans emploi.
16076
8
2001200201219
4- 6-2002
359
Guy D’haeseleer
* Federale ministeries en openbare instellingen. — Opheffing verplichting tewerkstelling van mindervaliden. Ministères fédéraux et institutions publiques. — Suppression de l’obligation d’engager des handicapés.
16021
8
2001200201223
4- 6-2002
360
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16022
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères 8
2001200201182 28- 5-2002
247
Willy Cortois
* Egypte. — « Bibliotheca Alexandrina ». E´gypte. — La «Bibliotheca Alexandrina».
16022
8
2001200201223
248
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16023
4- 6-2002
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2070
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16174
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’E´conomie sociale
Begroting — Budget 8
2001200201223
4- 6-2002
98
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16023
Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale 8
2001200201159 23- 5-2002
128
Servais Verherstraeten
* Handtekeningenproblematiek bij visueel gehandicapten. Le problème de la signature pour les handicapés de la vue.
16023
8
2001200201163 23- 5-2002
129
Jan Eeman
* Geldautomaten. — Ontoegankelijkheid voor visueel gehandicapten. Inaccessibilité des distributeurs automatiques de billets pour les malvoyants.
16024
8
2001200201223
4- 6-2002
130
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16025
8
2001200200931
5- 6-2002
132
Karel Van Hoorebeke
* Aantal asielzoekers. Nombre de demandeurs d’asile.
16025
Sociale Economie — E´conomie sociale 8
2001200201223
4- 6-2002
42
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16025
Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 1
2001200200586 30- 1-2002
589
Koen Bultinck
NMBS. — Zelfmoord(poging)en in 2000 en 2001. SNCB. — Suicides et tentatives de suicide en 2000 et 2001.
16079
1
2001200200589 30- 1-2002
591
Koen Bultinck
NMBS. — Vandalisme en graffiti in 2001. SNCB. — Actes de vandalisme et graffiti en 2001.
16081
1
2001200200927
8- 4-2002
630
Jan Mortelmans
NMBS. — Klantvriendelijker procedures inzake verloren voorwerpen. SNCB. — Procédures plus conviviales en matière d’objets égarés.
16086
1
2001200200936
8- 4-2002
632
Francis Van den Eynde
NMBS. — « No ticket — No train ». — Tussenkomst politie. SNCB. — « No ticket — No train ». — Intervention de la police.
16087
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
CA
DO
16175
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
2001200200937
8- 4-2002
633
Francis Van den Eynde
NMBS. — Veiligheid. — Moeilijkheden. SNCB. — Sécurité. — Difficultés.
16090
1
2001200200940
8- 4-2002
636
Francis Van den Eynde
NMBS. — Agressie. SNCB. — Agression.
16091
1
2001200200941
8- 4-2002
637
Francis Van den Eynde
NMBS. — Station Oostende. — Agressie. SNCB. — Gare d’Ostende. — Agression.
16091
1
2001200200949
8- 4-2002
642
Mw. Frieda Brepoels NMBS. — Seniorenticketten. SNCB. — Billets seniors.
16092
1
2001200201010 19- 4-2002
650
Bruno Van Grootenbrulle
Inschrijving van voertuigen in Frankrijk en in Belgie¨. Immatriculation des véhicules en France et en Belgique.
16094
1
2001200201042 23- 4-2002
651
Mw. Frieda Brepoels NMBS. — Bestelling van bijkomende dieselmotorstellen. SNCB. — Commande d’automotrices diesel.
16095
1
2001200201046 24- 4-2002
652
Willy Cortois
Technische controle voor de motorvoertuigen. — Autobanden. — Snelheidsbeperkingen. Controˆle technique des véhicules automobiles. — Pneus. — Limitations de vitesse.
16097
1
2001200200740 25- 2-2002
655
Alfons Borginon
International Maritime Organisation. — Verruiming bevoegdheden tot de zeehavens. Organisation maritime internationale. — Extension des compétences aux ports maritimes.
16099
8
2001200201177 27- 5-2002
664
Mw. Frieda Brepoels * NMBS. — Veiligheidsagenten. — Taalwetgeving. SNCB. — Agents de la sécurité. — Législation linguistique.
16026
8
2001200201178 27- 5-2002
665
Mw. Frieda Brepoels * NMBS. — Verbetering van de toegangssporen tot het station van Hasselt. SNCB. — Amélioration des voies d’accès à la gare de Hasselt.
16026
1
2001200201203 29- 5-2002
666
Daan Schalck
NMBS. — Mogelijke sluiting van het station Gavere-Asper als verkooppunt. SNCB. — Fermeture éventuelle de la gare de Gavere-Asper en tant que point de vente.
16101
8
2001200201223
4- 6-2002
667
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16027
8
2001200201228
5- 6-2002
668
Jef Valkeniers
* Autonummerplaten. — Duidelijke kleuren. — Invoering van « gewestplaten ». Plaques minéralogiques. — Couleurs voyantes. — Introduction de « plaques régionales ».
16027
Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement Consumentenzaken — Protection de la consommation 1
2001200201223
4- 6-2002
129
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Guy D’haeseleer
2001
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
2002
16101
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16176
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse Volksgezondheid — Santé publique
1
2001200201127 17- 5-2002
455
Hubert Brouns
Geneesmiddelen voor menselijk gebruik. — Monsters. — Koninklijk besluit van 4 maart 2002. Médicaments à usage humain. — E´chantillons. — Arrêté royal du 4 mars 2002.
16102
1
2001200201139 21- 5-2002
456
Mme Colette Burgeon
Pesticiden in monsters van fruit en bladgroente. Pesticides dans des échantillons de fruits et de légumes à feuilles.
16105
1
2001200201197 28- 5-2002
460
Koen Bultinck
Voorschrijfgedrag van methadon. Comportement prescripteur en matière de méthadone.
16108
1
2001200201216
3- 6-2002
461
Jo Vandeurzen
Ziekenhuizen. — Elektronische vervaardiging van medische voorschriften. Hoˆpitaux. — E´tablissement électronique de prescriptions médicales.
16110
1
2001200201223
4- 6-2002
462
Guy D’haeseleer
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16112
8
2001200201226
4- 6-2002
463
Jo Vandeurzen
* Chirurgische medische handelingen. — Chirurgische daghospitalen. Actes médico-chirurgicaux. — Hoˆpitaux de jour chirurgicaux.
16028
1
2001200201229
5- 6-2002
464
Mme Michèle Gilkinet
Onderzoek op het gebied van de homeopathie. La recherche en homéopathie.
16113
1
2001200201255 11- 6-2002
467
Mw. Annemie Van de Casteele
Controle van grondstoffen in apotheken. Controˆle des matières premières dans les pharmacies.
16114
Leefmilieu — Environnement 1
2001200201223
4- 6-2002
62
Guy D’haeseleer
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16114
Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 1
2000200121885 19- 9-2001
425
Karel Van Hoorebeke
Tweetaligheidspremie voor politiepersoneel. — Samenstelling van tweetalige patrouilles van de federale politie. Prime de bilinguisme pour le personnel de police. — Composition des patrouilles bilingues de la police fédérale.
16115
1
2000200121938 26- 9-2001
435
Paul Tant
Politiehervorming. — Jaarlijkse vakantie. Réforme des polices. — Congé annuel.
16116
1
2001200200014 10-10-2001
440
Georges Lenssen
Fuiven in de grensstreken. Soirées dans les régions frontalières.
16118
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
CA
DO
16177
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
2001200200137
5-11-2001
450
Peter Vanvelthoven
Schorsing van twee inspecteurs van de federale politie. Suspension de deux inspecteurs de la police fédérale.
16120
1
2001200200590 30- 1-2002
509
Karel Van Hoorebeke
Politiehervorming. Réforme des polices.
16121
1
2001200201084
2- 5-2002
576
Guido Tastenhoye
Afronding van de regularisatieprocedure. Cloˆture de la procédure de régularisation.
16125
6
2001200201114 15- 5-2002
579
Guido Tastenhoye
Plan van een Marokkaanse Belg om een stichting op te richten voor Marokkaanse remigranten. Projet de création par un Belge d’origine marocaine d’une fondation pour les rémigrants marocains.
16128
1
2001200201124 17- 5-2002
583
Martial Lahaye
Oprichting Europese grenswacht. — Verdeling kosten grenscontrole. Création d’une garde frontalière européenne. — Répartition des couˆts liés aux controˆles frontaliers.
16129
8
2001200201156 23- 5-2002
585
François Bellot
* Verdeling van de kosten voor het gebruik van lokalen voor gefilmde verhoren. Répartition des couˆts d’utilisation des locaux d’auditions filmées.
16029
8
2001200201161 23- 5-2002
586
Bert Schoofs
* Arbeidsongevallen en beroepsziekten. — Specifieke diensten. — Eéngemeentezones en meergemeentezones. Accidents du travail et maladies professionnelles. — Services spécifiques. — Zones unicommunales et pluricommunales.
16030
8
2001200201167 23- 5-2002
587
Mw. Els Van Weert * Vergunnen en verwijderen van radioactieve bliksemafleiders. Autorisation et élimination des paratonnerres radioactifs.
16030
8
2001200201168 24- 5-2002
588
Mme Claudine Drion * Bestemming van het verouderd materiaal van de rijkswacht. Destination du matériel obsolète de la gendarmerie.
16033
8
2001200201172 27- 5-2002
589
Mme Marie-Thérèse * Onrechtmatig gebruik van de identiteitskaart voor Coenen vreemdelingen voorkomen. Prévention des usages abusifs de la carte d’identité pour ressortissants étrangers.
16033
8
2001200201180 27- 5-2002
590
Paul Tant
* Gerechtsdeurwaarders. — Bijstand door een politieman. — Ontvangen bedrag. Huissiers de justice. — Assistance d’un agent de police. — Montant reçu.
16034
8
2001200201205 30- 5-2002
591
Jozef Van Eetvelt
* Brandveiligheid. — Schade bij brand. — Ontbreken van statistieken. Protection contre l’incendie. — Les dégaˆts causés par l’incendie. — Le manque de statistiques.
16034
8
2001200201206 30- 5-2002
592
Bart Laeremans
* Linkebeek. — Gemeenteraad. — Bijeenkomst. — Inschakeling politie. — Kosten. Linkebeek. — Conseil communal. — Réunion. — Intervention de la police. — Couˆts.
16036
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16178
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
1
2001200201223
4- 6-2002
593
Guy D’haeseleer
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16131
8
2001200201232
5- 6-2002
594
Daan Schalck
* Evaluatie van de veiligheids- en preventiecontracten. E´valuation des contrats de sécurité et de prévention.
16036
6
2001200201291 14- 6-2002
600
Lode Vanoost
Gebruik van euromunten voor parkeerautomaten. Utilisation de pièces en euros dans les parcmètres.
16132
Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions
Sociale Zaken — Affaires sociales 1
2001200200380 28-12-2001
430
Mme Colette Burgeon
Ziekenhuizen. — Huurprijs van een televisietoestel. Hoˆpitaux. — Tarif de location d’une télévision.
16133
1
2001200201122 16- 5-2002
485
Raymond Langendries
Departementen. — Advocaten. Département. — Avocats.
16133
1
2001200201145 21- 5-2002
488
Jacques Simonet
Kinesitherapie. — Koninklijk besluit van 18 april 2002. Kinésithérapie. — Arrêté royal du 18 avril 2002.
16138
8
2001200201157 23- 5-2002
489
Jef Valkeniers
* Werkonbekwaamheid ten gevolge van kanker. — Uitkeringen. — Ongelijkheid. Incapacité de travail à la suite d’un cancer. — Allocations. — Inégalités.
16037
8
2001200201175 27- 5-2002
490
Yves Leterme
* Overgang van werknemers van de ene werkgever naar de andere. — Statuut inzake sociale zekerheid. Transfert de travailleurs d’un employeur à l’autre. — Statut en matière de sécurité sociale.
16037
8
2001200201198 28- 5-2002
491
André Frédéric
* Maatregelen inzake arbeidsduurvermindering en eindeloopbaan. — Verplegend personeel van de diensten voor herstellende patie¨nten. — Discriminatie. Mesures de réduction du temps de travail et de fin de carrière. — Personnel infirmier des services de convalescence. — Discrimination.
16038
8
2001200201199 29- 5-2002
492
Filip Anthuenis
* RIZIV. — Presentiegelden en vergoedingen. INAMI. — Jetons de présence et indemnités.
16039
8
2001200201220
4- 6-2002
493
André Frédéric
* Incoherentie in de terugbetalingsregeling van rolstoelen door het RIZIV. — Onderzoek. Incohérences dans le mode de remboursement des chaises roulantes par l’INAMI. — Enquête.
16040
8
2001200201223
4- 6-2002
494
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16040
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
CA
16179
Datum Date
DO
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse Pensioenen — Pensions
1
2001200201122 16- 5-2002
113
Raymond Langendries
Departementen. — Advocaten. Département. — Avocats.
16139
8
2001200201166 23- 5-2002
115
Mw. Yolande Avontroodt
* Stijgende levensverwachting. — Gevolgen hiervan voor het beleid. Augmentation de l’espérance de vie. — Conséquences pour la politique.
16041
1
2001200201200 29- 5-2002
116
Willy Cortois
Rijksdienst voor pensioenen. — Pensioenwetgeving. — Anomaliee¨n. Office national des pensions. — Législation relative aux pensions. — Anomalies.
16140
8
2001200201223
4- 6-2002
117
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16042
1
2001200201230
5- 6-2002
118
Koen Bultinck
Laattijdige en onnauwkeurige uitbetaling van het pensioen na het overlijden van één der partners. Paiement tardif et imprécis de la pension après le décès d’un des partenaires.
16142
1
2001200201231 13- 6-2002
119
Mme Michèle Gilkinet
Inkomensgarantie voor bejaarden. La garantie de revenus pour les personnes aˆgées.
16143
1
2001200200685 17- 6-2002
120
Francis Van den Eynde
Administratie Financie¨n. — Commissie voor de vergoedingspensioenen. — Invaliditeitspremies. Administration des Finances. — Commission des pensions de réparation. — Primes d’invalidité.
16144
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration
Ambtenarenzaken — Fonction publique 1
2001200200989 22- 5-2002
150
Yves Leterme
Blijvende tegenspraak tussen antwoorden eerste minister en stellingnames van een medewerker van het kabinet. Contradiction constante entre les réponses du premier ministre et les prises de position d’un collaborateur du cabinet.
16145
Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 1
2001200201173 27- 5-2002
279
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Guy Hove
Burgerlijke oorlogsslachtoffers. — Tweede Wereldoorlog. — Statuut van nationale erkentelijkheid. — Financie¨le tegemoetkoming. Victimes civiles de guerre. — Deuxième Guerre mondiale. — Statut de reconnaissance nationale. — Intervention financière.
2001
2002
16147
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16180
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
8
2001200201209 30- 5-2002
280
Bart Laeremans
* Leger. — Muziekkappellen. — Muziekinstrumenten. — Financiering. Armée. — Chapelles musicales. — Instruments de musique. — Financement.
16042
1
2001200201223
281
Guy D’haeseleer
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16149
4- 6-2002
Minister van Justitie — Ministre de la Justice 1
2001200200641
8- 2-2002
557
Mw. Trees Pieters
Elektronisch rechtsverkeer in fiscale zaken. Utilisation de la messagerie électronique dans les relations juridiques en matière fiscale.
16149
1
2001200200820
8- 3-2002
573
Jo Vandeurzen
Nieuwe voogdijwet. Nouvelle loi relative à la tutelle des mineurs.
16151
1
2001200201037 23- 4-2002
612
Mw. Frieda Brepoels Wegverkeerswet. — Aanprakelijkheid werkgevers betaling boetes werknemers. Règlement sur la police de la circulation routière. — Responsabilité des employeurs et paiement des amendes des travailleurs.
16153
1
2001200201062 26- 4-2002
617
Bart Laeremans
Gerechtelijk arrondissement Brussel-HalleVilvoorde. — Gebrek aan Nederlandstalige wetsdokters. Arrondissement judiciaire de Bruxelles-HalVilvorde. — Absence de médecins légistes néerlandophones.
16153
1
2001200201105 13- 5-2002
622
Servais Verherstraeten
De consulaire rechters in de rechtbank van koophandel te Turnhout. Les juges consulaires du tribunal de commerce de Turnhout.
16154
1
2001200201116 15- 5-2002
626
Geert Bourgeois
Mogelijkheid voor parketmagistraten om deeltijds te werken. Possibilité pour les magistrats du parquet de travailler à temps partiel.
16157
1
2001200201149 22- 5-2002
632
Francis Van den Eynde
Justitiepaleis van Gent. — Bewaren van drugs. — Gezondheid personeel. Palais de justice de Gand. — Drogues entreposées. — Santé du personnel.
16161
8
2001200201158 23- 5-2002
633
François Bellot
* Financiering van de uitrusting en van de werkingskosten. — Lokalen voor gefilmde verhoren. Financement de l’équipement et des frais de fonctionnement. — Local d’auditions filmées.
16043
8
2001200201162 23- 5-2002
634
Jan Eeman
* Autopsiee¨n. Autopsies.
16044
8
2001200201176 27- 5-2002
635
Yves Leterme
* Verloop van de gerechtelijke stage. Déroulement du stage judiciaire.
16044
8
2001200201207 30- 5-2002
637
Bart Laeremans
* Brusselse parket. — Parketjuristen. — Taalverhoudingen. Parquet bruxellois. — Juristes de parquet. — Roˆle linguistique.
16044
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
CA
DO
16181
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
8
2001200201208 30- 5-2002
638
Bart Laeremans
* Hof van Cassatie. — Taalrol. — Achterstand. Cour de cassation. — Roˆle linguistique. — Arriéré.
16045
8
2001200201210 30- 5-2002
639
Bart Laeremans
* Gerechtelijke jeugdbescherming. — Ter beschikkingsstelling van de regering. Protection de la jeunesse judiciaire. — Mise à la disposition du gouvernement.
16045
8
2001200201211 30- 5-2002
640
Bart Laeremans
* Gerechtelijke jeugdbescherming. — Uithandengeving. — Straf. Protection judiciaire de la jeunesse. — Dessaisissement. — Peine.
16046
8
2001200201221
4- 6-2002
641
Yves Leterme
* Herstelbemiddeling in het gerechtelijk arrondissement Ieper. Médiation en réparation dans l’arrondissement judiciaire d’Ypres.
16046
1
2001200201224
4- 6-2002
642
Yves Leterme
Uitleveringen door de bevoegde autoriteiten van Frankrijk. Extraditions par les autorités compétentes françaises.
16162
Minister van Financie¨n Ministre des Finances 8
2001200201169 24- 5-2002
1010
Mme Claudine Drion * Schuldverlichting voor de landen in het Zuiden. Réduction de la dette des pays du Sud.
16047
8
2001200201174 27- 5-2002
1011
Philippe Collard
* Inkomstenbelastingen. — Vennootschapsbelasting. — Beroepskosten. — Waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen. — Implicaties in geval van faillissement. Impoˆts sur les revenus. — Impoˆt des sociétés. — Frais professionnels. — Réductions de valeur et moins-values sur actions ou parts. — Implications en cas de faillite.
16048
8
2001200201185 28- 5-2002
1012
Marcel Hendrickx
* Inkomstenbelastingen. — Onderzoek en controle. — Kopiee¨n. — Kosten. Impoˆts sur les revenus. — Les enquêtes et le controˆle. — Les copies. — Les couˆts.
16048
8
2001200201186 28- 5-2002
1013
Marcel Hendrickx
* Inkomstenbelastingen. — Bezwaarprocedure. — Onpartijdigheid. Impoˆts sur les revenus. — Procédure de réclamation. — Impartialité.
16049
8
2001200201187 28- 5-2002
1014
Marcel Hendrickx
* Inkomstenbelastingen. — Onderzoek en controle. — Kopiee¨n. — Kosten. Impoˆts sur les revenus. — Enquête et controˆle. — Copies. — Frais.
16050
8
2001200201188 28- 5-2002
1015
Marcel Hendrickx
* Inkomstenbelastingen. — Bezwaarprocedure. — Rol van de gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar. — Onpartijdigheid. Impoˆts sur les revenus. — Procédure de réclamation. — Roˆle du directeur régional ou du fonctionnaire délégué par lui. — Impartialité.
16051
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2071
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16182
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
8
2001200201189 28- 5-2002
1016
Marcel Hendrickx
* Inkomstenbelastingen. — Bezwaarprocedure. — Gewestelijk directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar. — Klachten. Impoˆts sur les revenus. — Procédure de réclamation. — Directeur régional ou fonctionnaire délégué par lui. — Plaintes.
16052
8
2001200201190 28- 5-2002
1017
Marcel Hendrickx
* Belastingen in het algemeen. — Statuut van de belastingplichtige bij een onderzoek. Les impoˆts en général. — Le statut du contribuable lors d’une enquête.
16053
8
2001200201191 28- 5-2002
1018
Marcel Hendrickx
* Correspondenten. — Vergoeding fotokopiee¨n belastingplichtigen. Correspondant. — Remboursement des copies effectuées par les contribuables.
16053
8
2001200201192 28- 5-2002
1019
Marcel Hendrickx
* Correspondenten. — Document 322 inkomstenbelastingen. — Fotokopiee¨n. Correspondants. — Impoˆts sur les revenus. — Document 322. — Photocopies.
16054
8
2001200201193 28- 5-2002
1020
Marcel Hendrickx
* Correspondenten. — Controles. — Zwijgplicht. Correspondants. — Controˆles. — Secret professionnel.
16054
8
2001200201194 28- 5-2002
1021
Yves Leterme
* Bijzondere Belastinginspectie. — Werking. — Controles. Inspection spéciale des impoˆts. — Fonctionnement. — Controˆles.
16055
8
2001200201195 28- 5-2002
1022
Marcel Hendrickx
* Belastingen in het algemeen. — Overtreding van de Grondwet. Impoˆts en général. — Infraction à la Constitution.
16056
8
2001200201196 28- 5-2002
1023
Mme Michèle Gilkinet
* Illegale handel in tabak. — Traceerbaarheid van tabak. — Recente ontwikkelingen. Trafic de tabac. — Traçabilité du tabac. — Récentes évolutions.
16056
8
2001200201201 29- 5-2002
1024
Jean-Jacques Viseur * Kosteloze verkrijging van vaste activa door een vennootschap. L’acquisition par une société d’une immobilisation corporelle à titre gratuit.
16058
8
2001200201204 29- 5-2002
1025
Mw. Fientje Moerman
* Inkomstenbelastingen. — Belasting van nietinwoners. — Belastbare inkomsten. — Belgische inrichting. Impoˆts sur les revenus. — Imposition des nonrésidents. — Revenus imposables. — Etablissement belge.
16058
8
2001200201214 31- 5-2002
1026
Ludo Van Campenhout
* Inkomstenbelastingen. — Vennootschapsbelastingen. — Winstgevende activiteit. — Belastbaarheid. — Vennoten of leden. Impoˆts sur les revenus. — Impoˆts des sociétés. — Activité lucrative. — Imposabilité. — Associés ou membres.
16060
8
2001200201217
1027
Daniel Bacquelaine * Stelsel van forfaitaire belasting. — Uitbaters van laagstammige boomgaarden. — Landbouwers. Régime de taxation forfaitaire. — Exploitants de vergers basses-tiges. — Agriculteurs.
16062
4- 6-2002
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
CA
DO
16183
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
8
2001200201225
4- 6-2002
1028
Jo Vandeurzen
* BTW. — Lokale sportverenigingen. — VZW. — Uitbating kantine. TVA. — Associations sportives locales. — ASBL. — Exploitation d’une buvette.
16063
8
2001200201223
4- 6-2002
1029
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16064
Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes
Telecommunicatie — Télécommunications 8
2001200201212 30- 5-2002
300
Bart Laeremans
* De Post. — Brussel. — Kennis van de andere landstaal. — Reglementering. La Poste. — Bruxelles. — Connaissance de l’autre langue nationale. — Réglementation.
16064
8
2001200201222
4- 6-2002
302
Jan Mortelmans
* De Post. — Verdwijning aangetekende zendingen. — Automatisch opvolgingssysteem. La Poste. — La disparition d’envois recommandés. — Le système de suivi automatique.
16065
8
2001200201223
4- 6-2002
303
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16066
1
2001200201243 10- 6-2002
304
Lode Vanoost
Sociale tarieven in openbare telefooncellen. Tarifs sociaux des téléphones publics.
16164
Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques 8
2001200201179 27- 5-2002
167
Mw. Frieda Brepoels * Gebruik van overheidsgebouwen. Utilisation des baˆtiments publics.
16066
8
2001200201223
168
Guy D’haeseleer
16066
4- 6-2002
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
Middenstand — Classes moyennes 8
2001200201223
4- 6-2002
96
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Guy D’haeseleer
2001
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
2002
16067
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
16184
CA
DO
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’E´conomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie — E´conomie 8
2001200201183 28- 5-2002
290
Willy Cortois
* Gevolgen invoering van de euro op prijzen en koopkracht verbruikers. Conséquences de l’introduction de l’euro sur les prix et sur le pouvoir d’achat des consommateurs.
16067
8
2001200201184 28- 5-2002
291
Willy Cortois
* Belgie¨. — Termijn nodig voor de oprichting van nieuwe bedrijven. Belgique. — Le délai nécessaire pour la création de nouvelles entreprises.
16068
8
2001200201202 29- 5-2002
292
Martial Lahaye
* Banksector. — Verzelfstandiging van de kantoren. Secteur bancaire. — Augmentation du nombre de bureaux indépendants.
16069
8
2001200201223
4- 6-2002
293
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16069
8
2001200201227
4- 6-2002
294
Jean-Jacques Viseur * Partie¨le splitsingen. — Boekhoudkundig aspect. Scissions partielles. — Aspect comptable.
16070
Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique 8
2001200201223
4- 6-2002
113
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16070
Grootstedenbeleid — Politique des grandes villes 8
2001200201223
4- 6-2002
29
Guy D’haeseleer
* Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16071
Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l’Agriculture Buitenlandse Zaken — Affaires étrangères 1
2001200201223
4- 6-2002
52
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
Guy D’haeseleer
2001
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
2002
16165
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
QRVA 50 128 09 - 07 - 2002
CA
DO
16185
Datum Date
Vraag nr. Question no
Voorwerp Objet
Auteur
* Vraag zonder antwoord
Blz. Page
* Question sans réponse Landbouw — Agriculture
1
2001200201223
4- 6-2002
125
Guy D’haeseleer
Departement. — Openbare instellingen. — Tewerkstelling mindervaliden. Département. — Institutions publiques. — Emploi de handicapés.
16166
6
2001200201362 28- 6-2002
126
Martial Lahaye
Aardappelteelt. — Bacterieziektes. — Certificatie van pootgoed. — Schadevergoeding gedupeerde telers. Culture de la pomme de terre. — Maladies bactériennes. — Certificat de plants. — Dédommagement des cultivateurs dupés.
16166
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement
1
2001200201170 24- 5-2002
72
Mme Claudine Drion Ontwikkelingssamenwerking. — Gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Coopération au développement. — Egalité entre les femmes et les hommes.
KAMER • 4e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
S.A. IMPRIMERIE
2001
2002
E. GUYOT DRUKKERIJ N.V.
16167
CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE
2033