PROGRAMMAREKENING 2014
Inhoudsopgave
Bladzijde
1.
Bestuurlijke Inleiding
5
2.
Programma’s Programma 1- Bestuurlijke zaken Programma 2- Veiligheid en Handhaving Programma 3- Dienstverlening Programma 4- Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur Programma 5- Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid Programma 6- Welzijn, Cultuurhuizenbeleid en Volksgezondheid Programma 7- Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang Programma 8- Economische zaken, recreatie en toerisme Programma 9- Sport, inclusief sportaccommodaties, Kunst en Cultuur Programma 10 - Verkeer en Vervoer Programma 11 - Openbare ruimte en Milieu Programma 12 - Middelen en Ondersteuning
11 13 19 25 33 43 55 62 74 79 84 88 98
3. Paragrafen Paragraaf lokale heffingen Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing Paragraaf financiering Paragraaf bedrijfsvoering Paragraaf verbonden partijen Paragraaf grondbeleid Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen Paragraaf bezuinigingen Paragraaf Voorbereidingstraject transities
107 109 115 119 127 134 151 154 165 166
4. Overzicht van baten en lasten (en de toelichting)
171
5. Balans en de toelichting
189
6. Bijlagen 1. Reserves en voorzieningen 2. Voortgang kredieten 3. Overzicht specificatie van de lasten en baten per beheerproduct 4. Overzicht Single Information Single Audit (SISA)
217 218 222 225 239
3
4
Jaarrekening 2014
Bestuurlijke inleiding
Bestuurlijke inleiding
5
Jaarrekening 2014
Bestuurlijke inleiding
6
Jaarrekening 2014
Bestuurlijke inleiding
Algemeen Hierbij bieden wij u de programmaverantwoording 2014 aan. Deze programmaverantwoording is gebaseerd op het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de door u vastgestelde “Financiële verordening gemeente Utrechtse Heuvelrug". Met dit document leggen wij verantwoording af over de realisatie van de beoogde effecten en activiteiten uit de programmabegroting 2014-2017 en over de hieraan gerelateerde budgetten. Controleverklaring De onafhankelijke accountant geeft een goedkeurende verklaring voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. In bijlage 6.4 is de verantwoording van de zogeheten Single Information en Single Audit (SISA) opgenomen. Door toepassing van de SISA wil het rijk de verantwoordingsinformatie voor een groot aantal specifieke uitkeringen stroomlijnen en beperken. De accountantscontrole is inclusief de bijlage SISA. De door u vastgestelde jaarstukken (inclusief controle verklaring) moeten voor 15 juli 2015 digitaal aan het CBS en de provincie Utrecht zijn aangeleverd. Opbouw van het boekwerk De opbouw van dit boekwerk ziet er verder als volgt uit: Programmaverantwoording Hoofdstuk 1 Bestuurlijke inleiding Hoofdstuk 2 Programma’s, met daarin de behaalde resultaten en een toelichting op eventuele afwijkingen Hoofdstuk 3 Paragrafen Jaarverslag Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6
Overzicht van baten en lasten (en de toelichting) Balans inclusief de toelichting Bijlagen
Alle programma’s zijn in de begroting 2014 voorzien van effect- en prestatie-indicatoren om de raad betere sturingsmogelijkheden aan te reiken. In de jaarrekening evalueren wij deze indicatoren en wordt de voortgang toegelicht in de diverse programmaonderdelen.
7
Jaarrekening 2014
Bestuurlijke inleiding
Financieel resultaat De programmarekening 2014 sluit met een nadelig resultaat van € 1.351.000. Dit resultaat is ruim € 400.000 positiever dan wij hadden verwacht. In maart 2015 2015 hielden wij nog rekening met een te kort van € 1.826.000. Directe oorzaak hiervoor was de noodzakelijke afwaardering op grondexploitaties en de te verwachten lagere opbrengsten van verkopen gemeentelijk vastgoed. Wij streven naar “een financieel gezonde gemeente met maximaal behoud van voorzieningen”. De eerste stap hiervoor was het aanbieden van een sluitende meerjarenbegroting 2015. Deze programmarekening is een vervolgstap op weg naar dit uiteindelijke doel. Door strakke sturing konden wij een deel, ruim € 400.000, van het te verwachten verlies compenseren met positieve resultaten op overige onderdelen van de bedrijfsvoering. De opbouw van het saldo ziet er dan als volgt uit: Programma's
I/S
1. Bestuurlijke zaken Voormalig college van B&W
-78 N
I
Raad en raadscommissies, rekenkamercommissie 3. Dienstverlening
59 N
I
Dienstverlening
53 V
I
Advieskosten 4. Ruimte, cultuurhistorie, monumenten en natuur
-76 N
S
Woonfonds 5. Wmo, sociale zaken en minimabeleid
336 V
I
Uitvoering transities
142 V
I
Minima en schuldhulpverlening WMO Afwaardering debiteuren sociale zaken 8. Economische zaken, recreatie en toerisme
151 V 58 V 666 N
I I I
Forensenbelasting
112 V
I
-105 N
I
66 V
I
Milieu Algemeen 12. Middelen en ondersteuning
163 V
I
Algemene uitkering
394 V
I
Onvoorzien
70 V
I
Belastingen (OZB)
57 V
I
Toeristenbelasting 11. Openbare ruimte Begraafplaatsen
Afboeking Gasdistributie Zeist en omstreken
-160 N
I
Plankosten voormalige gemeentewerven
185 V
I
Plan- en ontwikkelingskosten grondexploitatie
146 V
I
Verliesvoorziening Lange Dreef C.V.
-137 N
I
Afwaardering Oppijnenterrein
-842 N
I
Overige gronden en gebouwen
-868 N
I
Verliesvoorziening negatieve Grondexpl. (de Kolk en Engweg)
-984 N
I
113 V
I
99 V
I
356 V
I
Particuliere bouwplannen Overige verschillen Apparaatskosten Diverse kleine verschillen 8
Jaarrekening 2014
Bestuurlijke inleiding
In dit overzicht zijn niet alle afwijkingen opgenomen. Wanneer dekking uit een reserve plaats vindt of een last/baat tegenover staat is geen sprake van een resultaat in de exploitatie. Deze afwijkingen zijn daarom niet opgenomen. Bij de programma’s worden de afwijkingen nader toegelicht. Wij menen dat de over- en onderschrijdingen per programma, uiteraard met in achtneming van de toelichting, passen in het door uw raad vastgestelde beleid. De afwijkingen zijn ten opzichte van de gewijzigde begroting incidenteel. .
9
Jaarrekening 2014
Bestuurlijke inleiding
10
Jaarrekening 2014
Programmaverantwoording
Programma’s
11
Jaarrekening 2014
Programmaverantwoording
12
Jaarrekening 2014
Programma 1 – Bestuurlijke Zaken
Programma 1
Programma 1 – Bestuurlijke zaken “Lokale democratie: op gezamenlijke kracht ” Raad, Griffie, Rekenkamer, College van B&W, Communicatie, GBA basisadministratie, Bestuurlijke samenwerking en streekarchief
A. Welke ontwikkelingen deden zich voor? 1. Inwoners en partners hebben vertrouwen in het lokaal bestuur Het bestuur is integer en werkt aan een voortdurend bewustzijn van integer handelen De raad heeft in 2013 een ‘gedragscode voor de raads- en commissieleden vastgesteld en in september 2014 een ‘gedragscode bestuurlijke integriteit voor collegeleden. Als wethouders hebben wij een toetsings- en bewustwordingsgesprek gevoerd met de huisadvocaat, voordat de raad ons benoemd heeft als wethouder. Daarnaast is een Verklaring Omtrent Gedrag opgevraagd voor de beoogde wethouders. De rapportage hierover was in te zien door raadsleden. Gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 op wervende wijze organiseren In 2014 waren de raadsverkiezingen. De organisatie was ook in onze gemeente volledig rechtmatig. Voorafgaand aan de verkiezingen hebben we een wervingsprogramma gehouden voor potentiële raads- en commissieleden. Dit heeft mede geleid tot een aantal nieuwe raads-, commissie- en steunfractieleden voor de lokale politiek. De deelnemende partijen hebben zich gepresenteerd in een verkiezingskrant. Inwoners konden via de website een stemhulp invullen om zo te bekijken welke partij het beste aansloot bij hun eigen standpunten. Wij hebben de raadzaal beschikbaar gesteld voor twee politieke debatten. Ook op facebook, via twitter en in het Gemeentenieuws is uitgebreid aandacht besteed aan de verkiezingen. Alle nieuwe kiezers kregen een brief van de burgemeester met daarin een oproep om te gaan stemmen. Al deze inspanningen hebben geresulteerd in een opkomst in onze gemeente van 63,7 %. Dit is bijna tien procent boven het landelijk gemiddelde. Na de raadsverkiezingen hebben de (acht) fracties gezamenlijk een raadsprogramma opgesteld en met inwoners besproken. Vervolgens zijn vier partijen uitgenodigd een wethouder voor te dragen.
13
Jaarrekening 2014
Programma 1 – Bestuurlijke Zaken
Onafhankelijk onderzoek houden naar de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid De Rekenkamercommissie heeft in december 2013 een onderzoeksrapport uitgebracht over het functioneren van de raad (“Aan het stuur of bijrijder”). Uw raad heeft dit rapport in 2014 gebruikt om een nieuwe werkwijze te ontwikkelen. De rekenkamerbrief ‘Vergunningverlening’ d.d. 18 november 2014 is in de raadsvergadering van december besproken en de aanbevelingen zijn overgenomen. De rekenkamercommissie werd in november 2014 herbenoemd voor een periode van drie jaar. De rekenkamercommissie legt, via een eigen jaarverslag, verantwoording af aan de raad over de werkzaamheden in 2014. Vroegtijdig en op maat betrekken van onze inwoners en partners bij projecten en beleidsvorming De gemeente maakt veel plannen voor de samenleving. Daarbij is contact en samenwerking met verschillende partijen essentieel. In de nota burgerparticipatie (december 2013) hebben we uitgangspunten benoemd en afspraken gemaakt over de manier waarop we participatie binnen onze gemeente vormgeven. Het vroegtijdig betrekken van inwoners is hierbij een essentieel onderdeel. In 2014 zijn zowel medewerkers als bestuurders getraind in het werken met de uitgangspunten en de verschillende vormen van participatie. We deden praktijkervaring op met een aantal participatieprocessen, zoals het Integrale VeiligheidsProgramma; Hoofdstraat 26; Crowdsourcing Begroting 2015; Omvormen groen in Doorn en Het bedrijventerrein Amerongen. Naast deze gemeentelijke projecten werkten we in 2014 ook aan de pilot De Binder Bindt. Hier werd ervaring opgedaan met de bruggenbouwersmethode. Een stuurgroep en projectgroep zijn aan de slag om De Binder door te ontwikkelen tot een bruisend dorpshart van Leersum. In de besluitvorming is gebruik gemaakt van de consentmethode. In 2014 besloot uw raad om in 2015 op een andere manier te gaan vergaderen. De flexibele vorm van vergaderen is gericht op het optimaal betrekken van inwoners en partners bij de gemeentelijke besluitvorming. Per onderwerp bepaalt de raad hoe de vergadering vorm krijgt en hoe met inwoners en partners in gesprek wordt gegaan. In september 2015 staat een evaluatie van de participatie op de agenda van de gemeenteraad. In eerste instantie stond de evaluatie gepland voor 2014, echter voor een goede evaluatie waren nog onvoldoende gegevens beschikbaar. Bovendien kunnen we nu ook de invloed van de nieuwe werkwijze van de raad meenemen in de evaluatie. De commissie bezwaarschriften heeft in 2014 geen bezwaarschriften ontvangen gericht op het proces van de besluitvorming. In het jaarverslag van de commissie bezwaarschriften 2014 staat meer informatie. Communiceren met inwoners op eigentijdse wijze Wij streven ernaar om naast de gebruikelijke communicatiemiddelen eigentijdse middelen in te zetten. Zo maken we als gemeente in toenemende mate gebruik van twitter en facebook, niet alleen om te informeren, maar ook om te reageren op tweets van anderen. Ook hebben we dit jaar film ingezet om als college terug te blikken op de afgelopen collegeperiode en als onderdeel van het sociaal jaarverslag met als thema “Het nieuwe werken”. Om informatie te verzamelen voor het Integrale Veiligheidsprogramma is een inwonerspanel samengesteld dat via “stemkastjes” kon reageren (zie ook programma 2). Daarnaast zetten wij elektronische nieuwsbrieven in voor specifieke doelgroepen, zoals bijvoorbeeld ondernemers, en maken wij steeds vaker gebruik van online onderzoek om op een snelle wijze de mening van inwoners te peilen. 2. Belang van de Utrechtse Heuvelrug wordt vertegenwoordigd op regionaal en nationaal niveau Samenwerken met partners en invloed uitoefenen op verschillende niveaus In 2014 heeft uw raad een drietal besluiten genomen ter behartiging van de belangen van de gemeente in de samenwerking met partners en vergroting van uw invloed hierop: 14
Jaarrekening 2014
Programma 1 – Bestuurlijke Zaken
in februari 2014 werd ingestemd met een nieuwe werkwijze voor de aansturing en de controle op de gemeenschappelijke regelingen, ‘Sturing vooraf’; een amendement bij de Kadernota 2014 werd aangenomen over het ontwikkelen van instrumenten en criteria, die bijdragen aan aansluiting van het financiële beleid en de cultuur van de gemeenschappelijke regelingen op de visie van de gemeente; in december 2014 heeft uw raad een manifest ondertekend waarin de besturen van de verbonden partijen worden opgeroepen ruimhartig samen te werken.
Daarnaast hebben wij samen met de burgemeester van Stichtse Vecht als Fairtradegemeenten het initiatief genomen om de Commissaris van de Koning te benaderen om ook de provincie te activeren om Fairtradeprovincie te worden. Wij zijn verheugd dat de provincie dit idee heeft omarmd. Vorig jaar heeft de provincie hier de eerste stappen voor gezet. In 2015 moet dit resulteren in het predicaat Fairtradeprovincie. Besturings- en managementfilosofie In 2014 hebben we samen met raad en organisatie een start gemaakt met een nieuwe besturings- en managementfilosofie. Het doel van de besturings- en managementfilosofie is om de rollen en samenwerking tussen raad, college en ambtelijke organisatie vast te leggen. Via sessies met vertegenwoordigers van raad, college en ambtelijke organisatie is invulling gegeven aan deze nieuwe besturings- en managementfilosofie. In 2015 wordt deze opgeleverd en geïmplementeerd.
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Inspraakverordening Reglement van orde gemeenteraad Verordening op de raadscommissies Verordening op de rekenkamercommissie Klachtenprotocol Reglement commissie bezwaarschriften Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid Participatienota Nota regionale samenwerking Referendumverordening Utrechtse Heuvelrug
15
Jaarrekening 2014
Programma 1 – Bestuurlijke Zaken
C. Doelenboom
16
Jaarrekening 2014
Programma 1 – Bestuurlijke Zaken
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: omschrijving
bron
Referentieof nulwaarde B
Streefwaarde 2014
Werkelijke waarde 2014
1.1 Burgemeester, wethouders, raadsleden en ambtenaren stellen bewust integriteit bij hun handelen voorop. 1.2 Inwoners en partners hebben in toenemende mate vertrouwen in het lokale bestuur
B
B
C
B
Landelijk gemiddelde 5,5
Geen gegevens beschikbaar
Centraal stembureau Utrechtse Heuvelrug
Verkiezing 2010: 5%
5%
9,9%
Jaarverslag commissie bezwaarschriften Bestuurlijk Informatiesysteem
B
5%
0%
C
C
C
waar staat je gemeenten en/of leefbaarheidsonderzoek
1.3 Percentage opkomst inwoners bij gemeenteraadsverkiezingen ligt boven het landelijk gemiddelde. 1.4 Afname bezwaarschriften gericht op het proces van de besluitvorming1 2.1 Op landelijk en regionaal niveau wordt rekening gehouden met de belangen van de gemeente
E.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012 1.1.1 Er is een integriteitsbeleid; ten minste 1 keer per jaar staan de evaluatie van dit beleid en de acties voor een verdere bewustwording rond integriteit op de agenda’s van het college van B&W, de raad en commissies en alsmede van het afdelingsoverleg van ambtenaren. 1.2.1 Verkiezingspromotie 1.3.1 Aantal Rekenkameronderzoeken 1.4.1 Groeiend percentage participatietrajecten volgens de nota participatie 2.1.1 Op peil houden aantal ingenomen bestuursrollen in gemeenschappelijke regelingen/deelname aan belangenverenigingen lokaal bestuur
1
-
Begroting 2014 100%
Werkelijk 2014 100%
0 0 C 12/2
2 C 12/2
2 1 C 12/2
In 2014 zijn geen bezwaarschriften ontvangen gericht op het proces van besluitvorming. 17
Jaarrekening 2014
F.
Programma 1 – Bestuurlijke Zaken
Wat heeft het gekost? Bedragen x € 1.000
Omschrijving lasten/baten
Jaar-
Begroting
rekening 2013
2014
Begroting na wijziging
Jaar-
Af-
rekening
wijkingen
2014
2014
Lasten Bestuurlijke zaken 0,00 Totaal lasten
4.381
4.651
4.965
4.892
73
0,00
0,00
0,00
4.381
4.651
4.965
4.892
95 0,00
94 0,00
77 0,00
73
-4 0 #
95
94
77
73
-4
-4.286
-4.557
-4.888
-4.819
69
0 73
Baten Bestuurlijke zaken 0,00 Totaal baten Resultaat
Bestuurlijke zaken Raad- en raadscommissies
34 I
Door gebruik te maken van audioverslagen is een besparing ontstaan op het notuleren van vergaderingen. Er is bespaard op druk en bindwerk vooruitlopend op een papierloze raad in 2015. In 2014 heeft de raad relatief weinig buiten het gemeentekantoor vergaderd waardoor de post huren is onder benut. Rekenkamercommissie
25 I
In 2014 zijn de onderzoeken vooral in eigen beheer uitgevoerd. Het onderzoek dat uitgevoerd wordt door derden is na de herbenoeming van de rekenkamer in 2014, gegund in 2015. Vanaf 1 januari 2014 is de pensioen richtleeftijd van wethouders verhoogd van 65 naar 67 jaar. Voor alle pensioenen opgebouwd na 1 januari geldt deze gewijzigde rekenmethode. In de voorziening pensioenen moet extra worden bijstort op basis van een hogere actuariële berekening. GBA basisadministratie
-78 I
33 I
Apparaatskosten Diverse kleine afwijkingen
55 I
Totaal
69
18
Jaarrekening 2014
Programma 2 – Veiligheid en Handhaving
Programma 2
Programma 2 – Veiligheid en Handhaving Veiligheid is geen toeval. Openbare orde en veiligheid, brandweer
A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. 1. Inwoner en ondernemers ervaren een sociaal en fysiek veilige leefomgeving. In 2014 is het aantal misdrijven in Utrechtse Heuvelrug met 1% gestegen ten opzichte van 2013. Vergeleken met 2010 is de criminaliteit in de gemeente Utrechtse Heuvelrug met meer dan 17% afgenomen en historisch laag te noemen. De voorlopige cijfers van de leefbaarheidsmonitor 2014 geven aan dat 94% van de inwoners zich veilig voelt. Aan het eind van het Integraal Veiligheidsprogramma 2011-2014 mogen we de conclusie trekken dat we erin geslaagd zijn het veiligheidsniveau vast te houden en te versterken. In 2014 hebben we samen met een inwonerspanel de prioriteiten geformuleerd voor het nieuwe integrale veiligheidsprogramma. Deze prioriteiten hebben we vervolgens op een werkconferentie met interne en externe partners vertaald naar het Integraal Veiligheidsprogramma 2015-2018. Het vasthouden en op onderdelen versterken van de sociale veiligheidssituatie. Jeugdoverlast We hebben het aantal jeugdgroepen teruggebracht van vijf naar twee. In 2014 hebben we onze integrale aanpak voortgezet. Deze kenmerkte zich door extra surveillance op overlastlocaties, huisbezoeken van wijkagenten bij jongeren thuis, consequente doorverwijzing naar Halt en een nauwe samenwerking tussen zorg- en justitiepartners. Veelvoorkomende criminaliteit en woninginbraken We hebben de succesvolle pilot met kentekenherkenning bij de op- en afritten van snelwegen geborgd in onze reguliere aanpak van woninginbraken. Het aantal woninginbraken daalde met 17%. We zijn in 2014 vijf keer de dorpen ingegaan om preventieavonden te houden. Daarnaast verzorgden we diverse preventieactiviteiten op markten en braderieën. Dit alles met als doel bewustwording te creëren bij inwoners over het belang van preventie en het doorgeven van signalementen. De politie gaf aan dat het aantal bruikbare meldingen van inwoners dankzij deze activiteiten toeneemt en hun ‘heterdaadkracht’ vergroot. In 2014 hebben wij vier acties op en rond de stationsgebieden georganiseerd om de veiligheid te vergroten. Twee van deze acties werden in samenwerking met Politie, Halt, Prorail en Obuzz georganiseerd in verband met inzet lokfiets, verkeersovertredingen, zwartrijden etc.
19
Jaarrekening 2014
Programma 2 – Veiligheid en Handhaving
Aanpak (huiselijk) geweld Het aantal door mij (lees: burgemeester) opgelegde huisverboden kwam in 2014 uit op tien. In 2014 hebben we in verband met de transities binnen het sociaal domein de sociale dorpsteams in stelling gebracht om casuïstiek huiselijk geweld vanaf 1 januari 2015 goed op te kunnen vangen. Om geweld en maatschappelijk onrust tijdens de jaarwisseling te voorkomen hebben we vanaf de zomervakantie intensief samengewerkt met onze lokale partners. We hebben de draaiboeken van politie, brandweer en gemeente op elkaar afgestemd, een feest gefaciliteerd in de Binder en toezichthoudende en sportieve activiteiten laten organiseren door de buurtcoaches. Halt heeft vuurwerklessen gegeven om jongeren bewust te maken van gevaar en overlast door vuurwerk. Bewonersparticipatie In 2014 hebben wij verschillende publieksacties gehouden om de betrokkenheid bij Burgernet te vergroten. Dit is niet zonder succes gebleven. Op 1 januari 2014 hadden we 4.318 deelnemers en op 31 december 2014 4.829 deelnemers (+11.8%). Mogelijk speelt bij de aanwas ook mee dat er in 2014 driemaal sprake is geweest van een succesvolle burgernetactie. In 2014 hebben we ook een inwonerspanel opgericht om de prioriteiten voor onze veiligheidsaanpak 2015-2018 te formuleren. De meeste panelleden hebben ons laten weten dat we ze ook voor andere veiligheid gerelateerde onderwerpen mogen benaderen. Kwetsbare doelgroepen We zijn begin 2014 gestart met het ‘verminderen van maatschappelijke overlast door een integrale aanpak op maat’. De twee componenten hierin zijn: 1 Huisvesting onder voorwaarden en 2 Interventieteam. Op peildatum 1 december 2014 zijn er 16 personen door het interventieteam behandeld. Het gaat daarbij om personen die overlast geven, dakloos/thuisloos zijn (of dit dreigen te worden) en die kampen met verscheidene andere problemen, zoals verslaving, schulden, psychische aandoeningen en verstandelijke beperkingen. De personen die met behulp van het interventieteam onderdak hebben gekregen, onderdak konden behouden, of werden opgenomen in een kliniek veroorzaken nagenoeg geen overlast meer (11).
Organiseren en uitvoeren van brandweerzorg/crisisbeheersing De brandweerzorg wordt grotendeels uitgevoerd door de Veiligheidsregio Utrecht. Meer informatie vindt u in de paragraaf verbonden partijen (gemeenschappelijke regeling VRU). Organiseren en inzetten van de gemeentelijke crisisorganisatie Per 1 mei 2014 hebben we in VRU-verband de nieuwe crisisbeheersingsorganisatie ingevoerd onder het motto: “Regionaal waar het kan. Lokaal waar het moet”. Hiermee kunnen we voldoen aan de eisen die de Wet Veiligheidsregio’s ons voorschrijft op het gebied van Bevolkingszorg, zonder dat we als gemeente alle expertise zelf moeten organiseren en bekostigen. Daartegenover staat dat vanuit onze organisatie vijf medewerkers opgeleid en getraind worden voor districtelijke en regionale inzet bij crises. Lokaal hebben we de crisisorganisatie in 2014 als hulpstructuur toegepast in de zaak Bosatex. Ook is de crisisorganisatie ingezet bij grote branden in Veenendaal, een explosief in pinautomaat Driebergen en 6 systeemtesten/oefeningen in de regio. We hebben in 2014 twee opleidingen/trainingen op het gebied van crisisbeheersing gevolgd.
20
Jaarrekening 2014
Programma 2 – Veiligheid en Handhaving
2. Beschermen kwaliteit van de leefomgeving Het uitvoeren van het handhavingsprogramma voor de taakvelden WABO, APV/bijzondere wetten en bestemmingsplannen Bestuursrechtelijke handhaving op het gebied van de Wabo, de APV en bestemmingsplannen ligt onder het minimumniveau. Bij toekomstige wetwijzigingen op het gebied van toezicht en handhaving moeten we bezien of hiermee voldaan wordt aan de geldende wettelijke verplichtingen. Op dit moment leidt de situatie niet tot sancties vanuit de Inspectie Infrastructuur en Milieu. De beperkte handhavingscapaciteit leidt wel tot het steeds maken van scherpe keuzen waarop wel en waarop niet wordt ingezet. Sinds mei 2014 wordt er strafrechtelijk opgetreden tegen veel voorkomende overtredingen in de openbare ruimte als ook op de Drank- en Horecawet. We hebben één buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) aangesteld voor overtredingen in de openbare ruimte (parkeren, overtredingen, afval, overlast etc.) We zien dat dit effect sorteert. Inwoners weten dat er op hun klachten gereageerd wordt. In de tweede helft van het jaar zagen we het aantal klachten en meldingen van overlast en overtredingen in de openbare ruimte verdubbelen. Er blijkt dus een grotere behoefte aan deze vorm van toezicht en handhaving. Steeds meer taken die voorheen vanuit het Rijk werden georganiseerd zijn ondergebracht als wettelijke taak op het niveau van de gemeenten. Dit heeft mogelijk gevolgen voor de schaalgrootte van gemeenten en (regionale) samenwerkingsverbanden. Een eerste verkenning in 2014 heeft er toe geleid dat het uitplaatsen van toezicht en handhaving naar een omgevingsdienst op dit moment onvoldoende voordelen biedt.
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Integraal veiligheidsprogramma Handhavingsbeleidsplan Regionaal Regionaal risicoprofiel Regionaal beleidsplan Veiligheidsregio Utrecht Regionaal crisisbeheersingsplan
21
Jaarrekening 2014
Programma 2 – Veiligheid en Handhaving
C. Doelenboom
22
Jaarrekening 2014
Programma 2 – Veiligheid en Handhaving
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: Omschrijving
bron
1.1 Percentage inwoners en ondernemers dat zich sociaal en fysiek veilig voelt in de gemeente 2.1 Percentage uitgevoerde aanvragen conform verleende omgevingsvergunning o.b.v. nacontrole
Leefbaarheidsonderzoek
E.
Referentieof nulwaarde
controlestatistieken afdeling V&H
Streefwaarde 2014
Werkelijk 2014
94%
94%
94%
B
B
B
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012 1.1.1 Stabiliseren maximaal aantal geprioriteerde hangjongerengroepen per jaar 1.1.2 Organisatie preventieavonden inwoners en ondernemers 1.1.3 Nieuwsbrief "Veilig" 1.1.4 Fietsenactie stationsgebied 1.1.5 Aantal incidenten huiselijk geweld2 1.1.6 Aantal deelnemers Waaks verhogen door wervingsacties en voorlichting 1.1.7 Aantal deelnemers Burgernet verhogen door wervingsacties en voorlichting 1.1.7 Politiestatistieken UH veel voorkomende criminaliteit (vernieling, autokraken fietsendiefstal) 1.2.1 Eerstelijns dekkingstaken brandweerzorg conform dekkingsplan VRU 1.2.2 Aantal vrijwilligers 1.2.3 Aantal uitrukken 1.3.1 Aantal gekwalificeerde medewerkers vanuit Utrechtse Heuvelrug dat piketdienst draait in een regionaal expertteam ten behoeve van gemeentelijke crisisbeheersing in de regio. 2.1.1 Aantal handhavingstrajecten op basis van handhavingsprogramma 2.1.2 Percentage nacontroles verleende omgevingsvergunningen
2.
2 3 4
Begroting 2014 2 3 4
Werkelijk 2014 2 5 6
4 187 268 3.500 -40%
4 >187 298 4.000 -40%
4 183 294 4.809 -34%
C 127 582 5
C 127 582 5
C 124 481 5
180 50%
180 50%
87 50%
Het meldingspercentage is Nederland toegenomen van 12% in 1997 naar 20% in 2010. Uitgaande van dit ‘lage’meldingspercentage kan gesteld worden dat voorlichting en aandacht voor huiselijk geweld noodzakelijk blijft en dat het nog te vroeg is om een prestatieindicator te benoemen van <187 .
23
Jaarrekening 2014
F.
Programma 2 – Veiligheid en Handhaving
Wat heeft het gekost? (bedragen x 1.000 euro)
Omschrijving lasten/baten
Jaar-
Begroting
rekening 2013
2014
Begroting na wijziging
Jaar-
Af-
rekening
wijkingen
2014
2014
Lasten Openbare orde / veiligheid
1.400
1.138
1.139
1.194
-55
Brandweer
3.451
3.501
3.422
3.426
-4
0,00
0,00
0,00
4.851
4.639
4.561
4.620
-59
41
16
16
24
8
2 0,00
0 0,00
0 0,00
0
43
16
16
24
8
-4.808
-4.623
-4.545
-4.596
-51
0,00 Totaal lasten
0
Baten Openbare orde / veiligheid Brandweer 0,00 Totaal baten Resultaat
0 0 #
Openbare orde en veiligheid Uitvoering APV
-71 I
Apparaatskosten Diverse kleine afwijkingen
20 I
Totaal
-51
24
Jaarrekening 2014
Programma 3 - Dienstverlening
Programma 3
Programma 3 – Dienstverlening “Altijd onder handbereik” Dienstverlening, Burgerzaken, BAG, Vergunning en Handhaving, Dorpsgericht werken
3.1 Dienstverlening A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Servicepunten 0e lijn zelfbediening en zelfredzaamheid In 2014 hebben wij voor onze inwoners en professionals de website www.samenopdeheuvelrug.nl “live” gezet. Daarmee informeren we hen over de nieuwe wetten in het sociaal domein en de wijze waarop we die wetten uitvoeren. Internet leent zich hier het best voor omdat het kostenefficiënt is en 24/7 beschikbaar. Wij hebben bewust gekozen voor een aparte domeinnaam, omdat deze transitiewebsite en de Servicepunten – waar onze inwoners kunnen aankloppen voor alle andere vragen rondom zorg – zelfstandig moeten bestaan, los van de gemeente. De opzet is sober en functioneel en gericht op de belangrijkste taken waarvoor bezoekers komen. Toptaken website De gemeente Utrechtse Heuvelrug wil inwoners en professionals goed informeren. Vanuit de visie van mDienstverlening (modern, mobiel en maatwerk) zet het serviceconcept zwaar in op zelfbediening en zelfredzaamheid. Daarom is internet het voornaamste dienstverleningskanaal. In 2014 hebben we onderzocht voor welke toptaken onze inwoners de website www.heuvelrug.nl bezoeken. Op basis van dat onderzoek willen we onze website toegankelijker maken voor online dienstverlening. In 2014 is prioriteit gegeven aan de nieuwe transitiewebsite. De nieuwe toptakenwebsite gaat in de eerste helft van 2015 “live”. Online dienstverlening Om de tevredenheid met betrekking tot de online dienstverlening te monitoren willen we weten hoe gemakkelijk of complex onze inwoners de digitale dienstverlening ervaren. Door digitale dienstverleningsprocessen snel en gemakkelijk te maken, bereiken we dat het digitale kanaal door steeds meer inwoners wordt geprefereerd ten opzichte van de andere kanalen zoals telefonie en baliebezoek. In de grafiek ziet u het gemiddelde resultaat van een viertal producten dat online wordt afgenomen. Hoe hoger de score is, des te gemakkelijker de dienstverlening wordt ervaren.
25
Jaarrekening 2014
Programma 3 - Dienstverlening
Voor het product “Evenement organiseren, vergunning of melding” bieden wij online een korte vragenlijst aan die de aanvrager kan invullen om te zien of wel of geen evenementenvergunning moet worden aangevraagd. We zijn nog lang geen jaar onderweg en de vragenlijst is toch al 103 keer ingevuld. Toets & go Wij zijn gestart met de pilot Toets & Go. Hierdoor kunnen vergunningen uiterst snel worden verleend en komt de verantwoording van toetsen op regelgeving bij een gecertificeerde aanvrager te liggen. Er bleek eerder behoefte aan een snellere vergunningenafgifte. Sinds de aanvang hiervan zijn voor deze werkwijze verschillende publicaties gedaan en hebben wij aanvragers actief benaderd om hiervan gebruik te maken. Tot nog toe is er één vergunning op de Toets & go wijze verleend. We constateren dat er geen behoefte is aan deze werkwijze en dat het ook niet heeft geleid tot de verwachte bezuiniging. Klanttevredenheid De klanttevredenheidsmeting in de Gemeentewinkel is in de periode 12 februari tot 26 februari 2014 in eigen beheer opgezet en uitgevoerd. Het rapportcijfer was een 7,7. Als inwoners of bedrijven een besluit over hun vergunningsaanvraag hebben ontvangen sturen we een brief mee met de vraag om de online enquête in te vullen om te horen hoe men onze dienstverlening heeft ervaren en of er tips zijn hoe we onze dienstverlening verder kunnen verbeteren. De dienstverlening wordt beoordeeld met een gemiddelde score van 8,2. Pilot protocollering BRP gegevens In september hebben we meegedaan met een pilot voor digitale inzage verstrekte persoonsgegevens. De wet Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) bepaald dat inwoners het recht hebben op kosteloze inzage. De pilot maakt het mogelijk dat onze inwoners met behulp van DigiD en een web formulier via www.heuvelrug.nl een aanvraag kunnen indienen. In de pilotperiode hebben 18 inwoners een aanvraag ingediend. Pilot bezorgen reisdocumenten De inwoners die een paspoort of ID-kaart nodig hebben kunnen vanaf 1 mei 2014 hun paspoort of ID-kaart op hun thuis- of werkadres laten bezorgen. De kosten voor die bezorging bedragen € 4,95. Ondanks de korte periode dat de pilot binnen de gemeente loopt scoort de klanttevredenheid een ruime 9. Het percentage bezorgingen (4%) blijft achter bij onze verwachtingen (5% van het totaal aantal aangevraagde reisdocumenten wordt bezorgd). Reisdocumenten en rijbewijzen op afspraak afhalen In de zomermaanden hebben we een proef gedaan met het maken van een afspraak om deze documenten op te halen. We hebben de proef stopgezet. Doordat de afsprakenagenda snel volliep gingen inwoners op de bonnefooi naar de Gemeentewinkel. Dus zonder afspraak en dat willen we juist niet promoten. Ook zat de proef de pilot zoals hierboven beschreven in de weg. Het gevolg was dat de bezorging achter ging lopen bij onze verwachtingen. Toegankelijkheidsverklaring De gemeente Utrechtse Heuvelrug voldoet vanaf 1 januari 2015 volledig aan de overheidsstandaard Webrichtlijnen versie 2 op niveau AA. Door aan die standaard te voldoen wordt onze website onder andere gebruiksvriendelijker en beter toegankelijk voor verschillende doelgroepen. Er zijn nog een paar kleine onvolkomenheden die door onze leverancier in 2015 moeten worden opgelost.
26
Jaarrekening 2014
Programma 3 - Dienstverlening
Telefonische bereikbaarheid en terugbellen In het 3e kwartaal van 2014 is de telefooncentrale vervangen. Dit is niet ongemerkt voorbij gegaan. De bereikbaarheid is minder, gesprekken worden onverwachts afgebroken of het gesprek is “niet te verstaan”. In samenwerking met de RID en de telecomaanbieder wordt naar een oplossing gezocht. Voor onze medewerkers hebben we via ons intranet een oplossing gevonden om aan te geven wanneer een inwoner of ondernemer teruggebeld wil worden. Dit is pas eind 2014/ begin 2015 operationeel dus we hebben nog geen meetbare resultaten. Overigens is de gemeente ook bereikbaar via het 14+netnummer. Basisregistraties De Rijksoverheid hanteert het motto “Eén digitale overheid: betere service, meer gemak” waarin de gemeentelijke basisregistraties BRP, BAG, BRO, WOZ en BGT een belangrijke rol spelen. Gegevens over personen, adressen en gebouwen, geologische en bodemkundige opbouw van de ondergrond, onroerende zaken en geo-informatie worden daarin vastgelegd. Wij onderschrijven het motto met betrekking tot het gebruik van basisregistraties van harte. Onze inwoners hoeven maar één keer hun gegevens te leveren. Daardoor wordt voorkomen dat in meerdere administraties dezelfde gegevens naast elkaar bestaan. Door de basisregistraties aan elkaar te koppelen beschikken wij altijd over voldoende betrouwbare en actuele gegevens. De basisregistraties BAG en WOZ zijn inmiddels ingevoerd, BGT, BRO en BRP worden geïmplementeerd. DigiD audit Overheden moeten aan de slag om hun site zo veilig mogelijk te maken en te houden. Dit wordt gecontroleerd met een DigiD audit. Bij ons gebeurde dit op 25 november 2013. We hebben toen ons auditrapport met bijna alle vinkjes op groen toegezonden aan Logius, de organisatie die gaat over DigiD. Na lang wachten kregen we eindelijk eind april 2014 de uitslag: wij voldoen aan de voorwaarden en dat betekent dat wij onze DigiD aansluiting mogen behouden. MijnOverheid In 2014 hebben wij voor onze inwoners een digitale kopie van het taxatieverslag WOZ beschikbaar gesteld via MijnOverheid. De inwoners kunnen het verslag inzien en/ of downloaden. Leges In 2014 zijn de inkomsten van leges voor verleende omgevingsvergunningen aanzienlijk lager dan begroot. De redenen hiervoor zijn gelegen in: de economische omstandigheid waarbij de (bouw)markt krimpt, wat leidt tot een terugloop van vergunningaanvragen; verruiming van vergunningsvrij bouwen, waardoor geen leges kunnen worden geheven; bestemmingsplannen die niet actueel zijn waardoor geen leges geheven kunnen worden; een aantal grote bouwprojecten dat niet doorgegaan of uitgesteld is. Voor de toekomst zijn afspraken gemaakt waarbij de verwachte opbrengst wordt gebaseerd op de waarneembare trends van aanvragen, het aantal te verwachten (grote) bouwprojecten, de impact van verdere deregulering op de legesopbrengsten en de economische omstandigheden. Vergunningenproces en de Rekenkamercommissie In 2014 heeft de Rekenkamercommissie onderzoek uitgevoerd naar de vergunningverlening. Uit het onderzoek blijkt een “substantiële verbetering” in het proces van vergunningverlening. De commissie vindt dat de aanpak om de vergunningverlening op orde te brengen, zowel op inhoud, proces als cultuur, een voorbeeld kan zijn voor de ontwikkeling van andere afdelingen in de gemeentelijke organisatie.
27
Jaarrekening 2014
B.
Programma 3 - Dienstverlening
Beleidskaders
Gemeentelijk Gemeentewinkel; visie op publieke dienstverlening 2010 - 2014
C. Doelenboom
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: Omschrijving
Bron
1.1 Beoordeling kwaliteit dienstverlening
Basis is jaarlijkse benchmark in de Gemeentewinkel Waar staat je gemeente en leefbaarheidsmonitor
1.2 Uitkomsten landelijke benchmark over functioneren gemeente
E.
Referentieof nulwaarde 7.8 (2012)
B
Streefwaarde 2014 8.0
B
Werkelijke waarde 2014 7,7
Doen niet mee.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: Omschrijving
2012
1.1.1 Percentage van meldingen dat via het webformulier op www.heuvelrug.nl binnenkomt 1.1.2 Percentage inkomende telefoongesprekken dat het KCC direct afhandelt 1.1.3 Percentage bezoekers van de Gemeentewinkel dat op afspraak komt 1.1.4 Onze website kwalificeert zich als drempelvrij 1.2.1 Percentage bezoekers op afspraak dat op het afgesproken tijdstip wordt geholpen 1.2.2 Percentage ontvangstbevestigingen dat binnen twee werkdagen is verstuurd 1.2.3 Percentage bellers dat, indien de medewerker niet bereikbaar is, binnen twee werkdagen wordt teruggebeld
28
10%
Begroting 2014 35%
Werkelijk 2014 28%
60% 40% 95%
70% 60% *** 95%
60% Niveau AA 95%
B
95%
-
B
95%
-
Jaarrekening 2014
Programma 3 - Dienstverlening
3.2 Dorpsgericht werken A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Dorpsagenda op poster In 2013 stelden we per dorp een dorpsagenda vast voor 2 jaar. We brachten de dorpsagenda’s in 2014 extra onder de aandacht van inwoners door versies te verspreiden op posterformaat met aansprekende foto’s. We werkten aan het realiseren van de onderwerpen op de agenda’s. Dit deden we samen met inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven. De dorpscoördinatoren hadden daarbij de rol van verbinder en ze faciliteerden de nodige acties. Ontwikkelingen per dorp Amerongen: In 2014 richtten inwoners de Knuffelweide in. Op 4 oktober (dierendag) opende dorpswethouder Veldhuizen samen met 2 Amerongers de deuren. Veel vrijwilligers werkten hier enthousiast aan mee. De zusters diaconessen met behulp van vrijwilligers breidden de dorpsakker De Parel uit en hielden een gezellige oogstdag in oktober. Eind 2014 legden wij samen met vrijwilligers een wandelpad van houtsnippers aan van de groene Entree op de N225 naar het dorp. Hiervoor is ook een bord ontworpen. Dit initiatief is ook ondersteund door het programma “Kern met Pit” van de KNHM. Overberg: In overleg met Vereniging Overbergs Belang plaatsten we een bankje bij de Heuvelsesteeg. Ook verplaatsten we de blikvanger aan de Haarweg richting Veenendaal naar een locatie die beter aansluit bij de verkeersbewegingen van scholieren. Daarnaast overlegden we met Overbergs Belang over de toekomst van dorpshuis De Buurthucht. We concludeerden dat de Buurthucht een belangrijke ontmoetingsplek is voor Overbergers en dat deze functie ook in de toekomst in het dorp aanwezig moet blijven. Leersum: Dorpssoep Leersum: inwoners en ondernemers organiseerden zelf een dorpssoep. Inwoners hebben bij ondernemers ingrediënten geregeld en de soep zelf of in samenwerking met ondernemers gemaakt. Doel was om ontmoeting in het dorp te stimuleren door het uitdelen van gratis soep. Binder Bindt activiteiten: in 2014 organiseerde de projectgroep Binder Bindt drie bijeenkomsten voor organisaties en inwoners. Doel was om inwoners opnieuw kennis te laten maken met hun dorpshuis de Binder. Resultaten waren dat inwoners meer met/in de Binder willen doen en meer activiteiten in het dorp willen organiseren. Ook verenigingen willen meer gaan samenwerken. Fete de la Musique: inwoners stelden podia beschikbaar op verschillende locaties om muziek te maken voor elkaar. Dit ging om amateur en professionele muzikanten. Doel was: ontmoeten van inwoners door gezamenlijk maken van muziek. Doorn: We realiseerden de aanleg van extra parkeerplaatsen aan de Vruchtengaard. Daarnaast keken we samen met inwoners naar het verbeteren van de verkeersveiligheid van de Amersfoortseweg. Dit laatste is doorgeschoven naar 2018 in verband met inzet van budget op andere verkeersonderwerpen. Driebergen-Rijsenburg: Buurthuis de Brug op de Sperwerkamp: Hier organiseerde ISZ De Brug tal van activiteiten voor ouderen: Creativiteit, zelfzorg, gezond en lekker eten, dansen en plezier. De Groentehoek: een groentetuin voor en door wijkbewoners van de Groenhoek en de Lange Dreef. Hierbij werkten ondernemers, woningcorporatie Heuvelrug Wonen en Abrona samen. Een aantal mensen 29
Jaarrekening 2014
Programma 3 - Dienstverlening
met een verstandelijke beperking van Abrona en andere buurtbewoners hielp dagelijks mee in het onderhoud van de moestuin. Het gezondheidscentrum De Bosrand opende haar deuren. Maarn/Maarsbergen: Initiatiefgroep Maarn/Maarsbergen: ontstond vanuit inwoners rondom de toekomst van de Twee Marken, de scholen en het oude gemeentehuis. De initiatiefgroep wil een dorpsvisie voor Maarn en Maarsbergen opstellen met als doel: vitale dorpen in 2015. Inmiddels zijn er ongeveer 75 volgers van dit initiatief. De initiatiefnemers zullen de komende maanden met verenigingen en inwoners in gesprek gaan om te kijken wat de gemeenschappelijke droom van Maarn en Maarsbergen is. Dorpsnetwerken In 2014 sloten we de pilot woonservicegebieden af en maakten een doorstart met de dorpsnetwerken (zie verder programma 6, onder 6.1). Evaluatie dorpsgericht werken In het raadsprogramma is opgenomen dat de raad het dorpsgericht werken wil voortzetten en de rollen van dorpswethouder en dorpscoördinatoren wil evalueren en zo nodig versterken. We planden deze evaluatie voor eind 2014. Dit is niet gelukt, omdat we onze capaciteit besloten in te zetten op de transities. De evaluatie is doorgeschoven naar het 2e kwartaal 2015. .
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Nota Dorpsgericht werken
C.
Doelenboom
30
Jaarrekening 2014
Programma 3 - Dienstverlening
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: Omschrijving
Bron
1. Beoordeling identiteit en sociale samenhang
Leefbaarheidsmonitor 2014
E.
Referentieof nulwaarde B
Streefwaarde 2014
Werkelijke waarde 2014
7,5
B
2012 2
Begroting 2014 0
Werkelijk 2014 0
0 0
7 C
7 5
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: Omschrijving 1.1.1 Alle dorpen hebben één keer in de twee jaar een dorpsgesprek (start in 2012/ 2013 dus 2014 staat op “0”) 1.1.2 Aantal vastgestelde dorpsagenda’s (periode 2013 – 2015) 1.1.3 Aantal gerealiseerde dorpsnetwerken
31
Jaarrekening 2014
F.
Programma 3 - Dienstverlening
Wat heeft het gekost? (bedragen x 1.000 euro)
Omschrijving lasten/baten
Jaar-
Begroting
rekening 2013
2014
Begroting na wijziging
Jaar-
Af-
rekening
wijkingen
2014
2014
Lasten Dienstverlening
5.695
4.500
4.571
4.537
34
4
426
492
466
26
0,00
0,00
0,00
5.699
4.926
5.063
5.003
Dienstverlening 0,00
1.824 0,00
2.600 0,00
1.622 0,00
1.571
-51 0 #
Totaal baten
1.824
2.600
1.622
1.571
-51
-3.875
-2.326
-3.441
-3.432
9
Dorpsgericht werken 0,00 Totaal lasten
0 60
Baten
Resultaat Dienstverlening
De voorbereidingen voor de implementatie van de nieuwe basisregistratie personen kon vanwege noodzakelijke onderhandelingen met de leverancier in 2014 niet gestart worden. Dit leidt tot een voordeel van € 53.000. In 2015 moet de nieuwe basisregistratie personen alsnog worden ingevoerd en dus stellen wij in het raadsvoorstel bij deze jaarrekening voor om hiervoor een bedrag van € 53.000 over te hevelen naar 2015.
53
I
84
I
Burgerzaken Apparaatskosten Bouw- en woningtoezicht De kosten van onderhoud en rechten van Squit zijn niet opgenomen in afwachting van de mogelijke overgang van uitvoerende taken van de afdeling Vergunning en Handhaving naar de ODRU. Op 16 december 2014 hebben wij besloten deze taken vooralsnog zelf uit te voeren en dus worden deze kosten onderdeel van onze begroting De kosten voor advies zijn overschreden omdat er meer technische controles op bouwwerken nodig waren in het kader van het Bouwbesluit 2012 bij complexe vergunningaanvragen. De opbrengst van de precariobelasting blijft opnieuw achter bij de begroting. Het toezicht dat hiervoor nodig is richt zich na de reorganisatie van de afdeling Vergunning en Handhaving in 2011, volledig op veiligheid en handhaving. In de loop van 2015 komen wij met voorstellen om deze belasting al dan niet te handhaven. Diverse kleine verschillen
-48 S
-76 S
-62 S
58
Totaal
9
32
I
Jaarrekening 2014
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur
Programma 4
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur “Groen en Vitaal in balans” Ruimtelijke ordening, Wonen, Woonwagenbeleid , Natuur en landschap, Monumenten Dit programma omvat de volgende deelprogramma’s: 4.1 Ruimtelijke Ordening en Structuurvisie 4.2 Wonen 4.3 Natuur en landschap / Cultuurhistorie en monumenten
4.1 Ruimtelijke Ordening en Structuurvisie A. Welke ontwikkelingen deden zich voor? Actualisatie bestemmingsplannen Wij hebben dit jaar grote stappen gemaakt met de actualisering van bestemmingsplannen. De beheers verordeningen ‘Woongebied Leersum’, ‘Woongebied Maarn Maarsbergen’ en bestemmingsplan ‘Doorn Zuid Oost’ zijn vastgesteld. Aan andere plannen wordt voortvarend gewerkt. We zijn gestart met de bestemmingsplannen ‘Buitengebied Overberg Maarn Maarsbergen en Amerongen’ (OMMA), het ‘Centrumplan Doorn’, de ‘Bedrijventerreinen’ en de beheers verordeningen ‘Amerongen en Overberg’ en ‘Doorn West’ zijn ter inzage gelegd. Verder zijn wij gestart met de voorbereiding van de bestemmingsplannen ‘Buitengebied Leersum’ en ‘Buitengebied Driebergen’. Deze plannen doorlopen het proces sneller, omdat de opgedane ervaring van de MER bij OMMA wordt gebruikt. Wij werken aan de voorbereiding van het voorontwerp bestemmingsplan ‘Centrum Driebergen’ en ‘Rijksstraatweg Leersum’. Bestemmingsplan recreatieterreinen We brengen alle verblijfsrecreatieterrein onder in een bestemmingsplan. De kaders voor dit bestemmingsplan zijn opgenomen in een Nota van Uitgangspunten (vastgesteld 10 juli 2014). Dit hebben wij in samenspraak met de recreatieondernemers, inwoners en provincie gedaan. In deze nota zijn beleidsuitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan geformuleerd met als doel ruimte voor een flexibele inrichting van de recreatieterreinen. Flexibilisering Uitgangspunt bij de actualisering van bestemmingsplannen en beheers verordeningen is maximale flexibilisering voor zover mogelijk binnen de juridische kaders. De nieuwe basisregels hebben wij opgesteld in samenspraak met Federatie Groene Heuvelrug, Zakelijk Heuvelrug en andere ondernemers. Ontwikkelbestemmingsplannen Voor 2014 zijn wij uitgegaan van de vaststelling van zes ontwikkelbestemmingsplannen. We hebben er twee vastgesteld. Deze discrepantie is enerzijds veroorzaakt doordat initiatiefnemers later op voorstellen tot aanpassingen hebben gereageerd dan overeengekomen. Anderzijds doordat extra onderzoeken uitgevoerd moesten worden waardoor de planning is verschoven.
33
Jaarrekening 2014
B.
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur
Beleidskaders
Gemeentelijk Bestemmingsplannen en beheersverordeningen Structuurvisie ‘Groen dus Vitaal’ Welstandsnota Bouwverordening Overige overheidsinstanties Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) Beheer- en inrichtingsplan Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug Integrale gebiedsvisie en -programma Kromme Rijn
C. Doelenboom
34
Jaarrekening 2014
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: omschrijving
bron
1.1 Tevredenheid met de woonomgeving
Leefbaarheidsmonitor gemeente UH
E.
Referentieof nulwaarde 7,4
Streefwaarde 2014 7,5
Werkelijke waarde 2014 7,5
Begroting 2014 50%
Werkelijk 2014 38,5%
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012
1.1.1 Percentage geactualiseerde bestemmingsplannen (volgens 8% actualiseringsopgave van 17 november 2011) 1.2.1 Projecten uit de structuurvisie in uitvoering* 0 3 8 1.3.1 Percentage ontwikkelbestemmingsplannen dat binnen de wettelijke 62% 75% 33% termijn is afgehandeld 1.4.1 Het aantal door de raad vastgestelde gebiedsvisies 0 2 1 * Deze indicator was eerst: “Uitvoeren projectenstructuurvisie” . Met de aanpassing van de tekst wordt duidelijker dat het gaat over projecten uit onze Structuurvisie waar we mee bezig zijn geweest in 2014.
4.2 Wonen A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Actualisatie woonvisie en prestatieafspraken woningcorporaties In 2014 is de geactualiseerde woonvisie vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma bestaat uit de deelprogramma’s 1) woningmarkt in beweging; 2) levensloop bestendig wonen en 3) duurzaam wonen. De nieuwe bijbehorende doelenbomen en de belangrijkste indicatoren zijn in deze jaarrekening verwerkt. Om de woonvisie uit te kunnen voeren zijn in november twee nieuwe tijdelijke medewerkers gestart. Dit betekent dat we later zijn opgestart dan verwacht. CPO beleid is daarom nog niet opgesteld, maar wordt bij de planvorming wel meegenomen. Met de drie lokale woningcorporaties hebben we een brede set prestatieafspraken gemaakt. Energiemaatwerksubsidie Energiemaatwerksubsidie is subsidie voor een uitgebreid energie advies voor particuliere woningeigenaren en voor het realiseren van een labelsprong op basis van dit advies. We zijn pas eind van het jaar actiever over de subsidie gaan communiceren. De subsidie is afkomstig uit de Reserve Woonkwaliteit. Overlegplatform wonen en zorg In november hebben we de eerste platformbijeenkomst wonen en zorg georganiseerd, ter uitvoering van de woonvisie. Bij dit overleg waren lokale woningcorporaties en zorginstellingen aanwezig. We hebben het huidige aanbod van en vraag naar zorgbestendige woonvormen in de gemeente en de regio besproken en de vraagstukken die daarbij spelen. We hebben afgesproken dat we over de gezamenlijke aanpak hiervan verder spreken op de volgende platformbijeenkomst. Huisvestingsverordening We zijn in regioverband gestart met de voorbereidingen voor het opstellen van een nieuwe huisvestingsverordening, waaronder een onderzoek naar schaarste van sociale woningen. Aanleiding is de nieuwe Huisvestingswet waarmee de huidige Huisvestingsverordening op 1 juli 2015 vervalt. In de woonvisie is opgenomen dat we in 2014 al de woonruimteverdelingsregels zouden aanscherpen om optimale doorstroming te bevorderen. Wij hebben dit in samenhang met de nieuwe Huisvestingsverordening opgepakt. 35
Jaarrekening 2014
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur
Herinrichting en vernieuwing woonwagenlocatie Lijsterbes in Doorn In het afgelopen jaar hebben wij onderzoek laten doen naar de mogelijkheden voor herinrichting en vernieuwing van de woonwagenlocatie en vervolgens uitgewerkt in een voorstel. Op basis hiervan is een projectplan opgesteld. Sociale woningbouw in de gemeente In december hebben we het meerjaren woningbouwprogramma 2006-2020 vastgesteld. In 2014 zijn in totaal 132 sociale huur- en koopwoningen gerealiseerd: in Allemanswaard Amerongen 38 sociale huurappartementen en 5 sociale koopappartementen, in de Groene Tuinen Driebergen 82 sociale huurwoningen en in de voormalige kwekerij Leersum 7 sociale huurwoningen. De bouw van de Marezhof in Maarsbergen is gestart. Daar worden 24 sociale koopwoningen gebouwd. Huisvesting van statushouders (verblijfsgerechtigde asielzoekers) In 2014 was de taakstelling om 55 personen te huisvesten. Wij hebben voor de huisvesting van 50 personen 22 woningen beschikbaar gesteld. Eén gezin (5 personen) kreeg in 2014 een woningaanbod, maar vanwege de opzegdatum van de woning is het huurcontract in 2015 getekend. Bijzonder dit jaar is dat we hebben meegedaan aan een project om ‘uitgenodigde’ vluchtelingen te herhuisvesten. Deze groep bevat 6 huishoudens bestaande uit 24 personen. Lokaal Maatwerk Met Lokaal Maatwerk krijgen woningzoekenden uit onze gemeente voorrang op regionale woningzoekenden. In 2014 is Lokaal Maatwerk toegepast bij de nieuwbouwprojecten Zonstraat 2 e fase (25 huurwoningen), Beaufortweg in Doorn (14 huurwoningen), ‘voormalig Politiebureau’ centrum Doorn (4 huurwoningen). Daarnaast gaven wij woningbouwvereniging Maarn de mogelijkheid om eigen beleidsruimte toe te passen bij de toewijzing van sociale huurwoningen, tot een maximum van 10% van het vrijkomend aanbod per jaar met een minimum van 1 woning (conform de Huisvestingsverordening).
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Geactualiseerde Woonvisie 2013 – 2020 ‘Woonbeleid in een nieuwe realiteit’ Prestatieafspraken woningcorporaties en gemeente 2014 - 2018 Huisvestingsverordening Beleidsregels Urgentie
36
Jaarrekening 2014
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur
C. Doelenboom
37
Jaarrekening 2014
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: omschrijving
bron
Streefwaarde 2014
Woningmarktmonitor
Referentieof nulwaarde 3,5%(2012)*
Ntb
Werkelijke waarde 2014 B
1 Het percentage waarin de gewenste (woonvisie) en de werkelijke voorraad van elkaar afwijken 2 In ieder dorp een passende infrastructuur wonenwelzijn- zorg voor mensen met een zorgbehoefte (woonservicegebieden) 3 Klimaatvoetafdruk wonen in ton CO2 o.b.v. energie en gasgebruik 3.Aantal woningen met een geregistreerd energielabel A++ t/m B***
Leefbaarheidsmonitor
B
B
B
78.700 (2008) 435 (2012)
58.296
71.756**
1.467
701
Energie in Beeld Klimaatmonitor Agentschap NL
* Werkelijk peildatum 1 januari 2012 (Woonvisie) – Gewenste woning voorraad 2018 woonvisie (20.700). ** Prognose 2014, d.d. 18 februari 2015 *** Om tot een jaarlijkse streefwaarde te komen, zijn we uitgegaan van een lineaire stijging tussen de streefjaren in de woonvisie
E.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012 1.1 Het aantal verleende startersleningen 1.2 Het aantal nieuw gebouwde woningen 1.2 Het aantal gebouwde sociale huur en koopwoningen (prognose) 1.3 Het aantal sociale woningen toegewezen via lokaal maatwerk 1.3 Het aantal sociale woningen toegewezen via urgentieregeling 1.3 Het aantal statushouders gehuisvest 3.1 Het aantal verleende subsidies energiemaatwerkadvies 3.1 Het aantal dorps en buurtaanpakken energie en wonen 3.1 Het aantal energie-expertteams actief
Begroting 2014 13* ntb > 125 149** 22*** 55**** B 1 0
werkelijk
* Startersleningen lopende en verleende aanvragen t/m 19 augustus 2014 ** Prognose projecten Allemanswaard, De Groene Tuinen, Beaufortweg, voormalig Politiekantoor. *** Een indicatie. Prognose obv woningnetgegegevens regio – toegerekend naar gemeente. Volgende begroting en de jaarrekening is het waarschijnlijk mogelijk om meer realistische / werkelijke gegevens te geven. **** Streefwaarde is een prognose. Wordt landelijk bepaald en regelmatig bijgesteld op basis van noodzaak huisvesting ***** 17 eerste en 3 tweede aanvragen tezamen
4.3 Natuur en landschap / Cultuurhistorie en monumenten A. Welke ontwikkelingen deden zich voor? Grebbelinie beter in zicht Wij hebben de Grebbelinie bij Overberg beter zichtbaar gemaakt door de aanleg van coupures. Doorsnijdingen van de verdedigingslinie hebben we gemarkeerd met betonzakmuren (coupures) waardoor de linie beter opvalt. De vorm van de coupure vertelt het verhaal van de functie van de liniedijk met een hoge borstwering en daarachter een lager terras. Wandelaars kunnen de Grebbelinie beleven via een speciale wandelroute. Borden geven informatie over de eeuwenoude historie van de linie. Bij de Heuvelsesteeg hebben we een recreatieplaats laten inrichten met een picknickbank en informatiepaneel in Grebbeliniestijl. Insectenhotels bij het gemeentehuis In de tuinen rond het gemeentehuis in Doorn hebben wij twee insectenhotels geplaatst. Dit is een grote aanwinst voor solitaire bijen, vlinders en andere insecten. De insectenhotels verhogen de biodiversiteit. 38
13* 178 132 105 16 50 20***** 1 0
Jaarrekening 2014
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur
Behoud waardevolle bomen bij de Lange Dreef Op ons advies zijn een mammoetboom en een watercipres bij de Lange Dreef in Driebergen verplaatst en zo behouden voor de nieuwe wijk De Groene Tuinen. Aanwijzing gemeentelijke monumenten In 2014 hebben wij twee historische objecten aangewezen als gemeentelijk monument, waaronder de Lourdesgrot in Driebergen. Ook hebben wij voor het eerst een archeologisch monument aangewezen: het Kerkplein in Doorn. Aan de Bentincklaan in Leersum ligt een nog oudere begraafplaats, een grafveld met urnen met menselijke crematieresten uit de zesde tot en met de achtste eeuw. Hoewel dit grafveld van regionaal belang is, hebben wij in overleg met de bewoners besloten om dit niet aan te wijzen als gemeentelijk monument. We hebben besloten de huidige archeologische bescherming te handhaven en om een voorlichtings- en educatietraject over dit bijzondere terrein te verzorgen. Restauratie Andriestoren De beeldbepalende Andriestoren in Amerongen werd gedeeltelijk gerestaureerd. De kapconstructie, de leien loodbekledingen, het uurwerk en het smeedwerk van het torenkruis van dit zestiende-eeuwse rijksmonument hebben wij vakkundig laten herstellen. Ook het natuursteen en metselwerk van de gevels kregen groot onderhoud. De financiële situatie liet een volledige restauratie niet toe. Perspectief voor buitenplaatsen Samen met de provincie hebben wij ruimte gezocht voor economische dragers voor de instandhouding van historische buitenplaatsen. Het pilotproject Zuylestein in Leersum heeft inzicht gegeven in instandhoudingsmogelijkheden en was één van de bouwstenen voor de provinciale leidraad ‘Behoud door ontwikkeling op historische buitenplaatsen’. Wij begeleiden de plannen voor het vestigen van een hoogwaardig hotel en restaurant in kasteel Broekhuizen en de restauratie van Beukenrode, waarbij oog is voor behoud van de monumentale waarde en duurzaamheid. Convenant KAMM landgoederen Tevens zijn wij in overleg getreden met de provincie en de KAMM landgoederen (’t Kombos, Anderstein, Maarsbergen en Huis te Maarn) om samen te komen tot een convenant, met als doel een toekomstbestendige instandhouding van deze buitenplaatsen waarbij oog is voor de belangen van de eigenaren, de provincie en de gemeente.
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Nota’s Erfgoed in groen, Schaapskooien, Tabaksschuren en Buitens op de Heuvelrug Beleidskaart Archeologie Monumentenverordening Beheer- en Inrichtingsplan Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug Integrale gebiedsvisie en –programma Kromme Rijn
39
Jaarrekening 2014
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur
C. Doelenboom
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: omschrijving
bron
1.1 Tevredenheidsscore voor leefomgeving in leefbaarheidsmonitor moet minimaal gelijk blijven
Leefbaarheidsmonitor Utrechtse Heuvelrug
E.
Referentieof nulwaarde 7,4
Streefwaarde 2014
Werkelijke waarde 2014
7,4
7,5
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012 1.1.1 Uitvoeren van projecten in het landelijk gebied 1.2.1 Het aantal gegrond verklaarde bezwaren bij omgevingsvergunningen voor kappen beperken tot maximaal 10% (in % van het aantal ingediende bezwaren) 1.3.1 Het aantal gemeentelijke monumenten minimaal gelijk houden 1.4.1Aantal raadplegingen
40
3 8
Begroting 2014 3 10
Werkelijk 2014 3 0
450 C
450 C
452 C
Jaarrekening 2014
F.
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur
Wat heeft het gekost? (bedragen x 1.000 euro)
Omschrijving lasten/baten
Jaar-
Begroting
rekening 2013
2014
Begroting na wijziging
Jaar-
Af-
rekening
wijkingen
2014
2014
Lasten Ruimtelijke ordening en structuurvisie
1.412
1.569
3.144
2.721
423
Wonen
766
679
891
654
237
Woonwagenbeleid Natuur,landschap/cult.hist. & monumenten
170
60
70
59
11
1.009
1.146
1.126
1.103
23
0,00
0,00
0,00
3.357
3.454
5.231
4.537
694
58
5
34
30
-4
401
370
370
740
370
0,00 Totaal lasten
0
Baten Ruimtelijke ordening en structuurvisie Wonen Woonwagenbeleid Natuur,landschap/cult.hist. & monumenten 0,00
76
11
6
14
8
28 0,00
20 0,00
17 0,00
22
5 0 #
Totaal baten
563
406
427
806
379
-2.794
-3.048
-4.804
-3.731
1.073
Resultaat
Ruimtelijke ordening en structuurvisie Allemanswaard De lasten zijn € 409.000 lager dan begroot, omdat wij alleen de eerste helft van de bijdrage
409 I
aan de infrastructuur hebben vergoed en de bijdrage inzake een multifunctioneel centrum en de Napoleonschuur hebben doorgeschoven naar 2015. Dit leidt tot een lagere onttrekking aan de reserve Allemanswaard, waardoor deze beschikbaar blijft in 2015. Wonen Woningwetbouw
217 I
De lasten zijn € 217.000 lager dan begroot, omdat wij de activiteiten voor de uitvoering van de Woonvisie later hebben opgestart, en omdat wij een gedeelte van het aantal energiemaatwerksubsidies hebben verstrekt, terwijl het volledig beschikbare budget in 2014 is geraamd, en omdat wij minder kapitaallasten hebben berekend over de verstrekte startersleningen. De middelen voor de uitvoering van de Woonvisie en de energiemaatwerksubsidies blijven beschikbaar in de reserve 'Woonkwaliteit'. In 2014 is de balanspost woonfonds op de balans vrijgevallen. Er zijn geen verplichtingen meer. Overige volkshuisvesting
41
336 I
Jaarrekening 2014
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur
We ontvingen een aantal bijdragen van verkochte woningen, waarvoor wij aan de kopers een starterslening hebben verstrekt.
28 I
Diverse kleine verschillen
83 I
Totaal
1.073
42
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
Programma 5
Programma 5 – Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid Meedoen aan het maatschappelijk leven Wmo verstrekkingen; Subsidiering maatschappelijke instellingen; (Bijzondere) bijstand; Inkomensvoorzieningen; Herintreding in het arbeidsproces; Werk, begeleiding en werkleeraanbod; Sociale werkvoorziening; Minimabeleid; Schuldhulpverlening Dit programma omvat de volgende deelprogramma’s: 5.1 Wet maatschappelijke ondersteuning 5.2 Participatie
5.1 Wet maatschappelijke ondersteuning A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Transitie Wmo/AWBZ Wij werkten in 2014 hard aan de invoering van de nieuwe Wmo 2015 en de nieuwe taken vanuit de AWBZ. We deden dit in samenhang met de Jeugdwet en de Participatiewet. Begin 2014 stelden we als kader de beleidsuitgangspunten voor de Transformatie van het sociale domein vast. In regionaal verband deden wij een geslaagde bestuurlijke aanbesteding voor deze nieuwe taken. In deze nieuwe contracten wilden wij eigenlijk toe naar resultaatgerichte financiering. Omdat de gegevens van het rijk over het huidige zorggebruik niet volledig genoeg waren, is dit niet gelukt. In 2015 is dit een belangrijk punt bij de doorontwikkeling van deze contracten. Het nieuwe Wmo-beleid legden wij vast in een Aanvulling op de Beleidsnota Kansen door Kantelen 20132016. De kaders zijn neergelegd in de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en deze werkten wij verder uit in de Beleidsregels en het Besluit MO. Vele raadsleden, de Meedenkgroep, maatschappelijke organisaties, aanbieders en de Wmo-raad dachten mee bij het opstellen van dit beleid. U vroeg voor drie belangrijke onderwerpen in dit proces extra aandacht: Privacy, Klachtrecht en Cliëntondersteuning. Over deze onderwerpen nam u in oktober een drietal moties aan. Wij informeerden u in december over de uitvoering van deze moties. Samen met de gemeenten Zeist, De Bilt, Bunnik en Wijk bij Duurstede is een privacy protocol opgesteld. Hierin legden we vast hoe wij omgaan met het verwerken en delen van persoonsgegevens bij de nieuwe werkwijze met Servicepunten en Sociale Dorpsteams. Alle aanbieders die ondersteuning leveren in het kader van de Wmo en de Jeugdhulp conformeerden zich aan dit protocol door het tekenen van de contracten. Het protocol is voor de consulenten vertaald naar een werkinstructie. Verder hebben we de applicatie, waarmee de consulenten werken en waarin cliëntdossiers worden aangemaakt, privacy-proof gemaakt. In afwachting van een nieuwe klachtenregeling pasten wij onze bestaande regeling aan aan de nieuwe taken binnen het sociale domein. Wij monitoren alle klachten die binnen komen gedurende een half jaar en op basis daarvan ontwikkelen wij een nieuwe regeling. Wij brachten de onafhankelijke cliëntondersteuning, een belangrijk punt in de nieuwe wet, onder bij de organisatie MEE voor 2015. Wij bieden onafhankelijke cliëntondersteuning actief aan bij het keukentafelgesprek.
43
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
Een belangrijk punt ook voor u als raad, is het persoonsgebonden budget (Pgb). In de nieuwe Wmo blijft de mogelijkheid van het leveren van een maatwerkvoorziening via een persoonsgebonden budget bestaan. Nieuw is dat de Sociale Verzekeringsbank hierbij de budgetten gaat beheren en uitbetalen. Helaas bleek dat de SVB niet voldoende toegerust is voor het vlekkeloos laten verlopen van de uitbetalingen. Vooral in de laatste maanden van 2014 en begin 2015 zorgde dit voor veel onrust bij inwoners. Waar mogelijk proberen de consulenten als intermediair op te treden bij de SVB. Verder maakten wij afspraken met centrumgemeente Utrecht over Beschermd Wonen. De contractering voor de inzet van experts op het gebied van de nieuwe Wmo bereidden wij in regionaal verband voor. Lokaal sloten wij contracten hiervoor af. Pilot Servicepunten In opdracht van ons voerde Welnùh in de periode september 2013 – september 2014 de pilot servicepunten uit. We brachten daartoe de consulenten van Welnúh en de Wmo samen in zogenaamde Servicepunten in de dorpen. De nadruk lag daarbij niet langer op het volgens verordening verstrekken van voorzieningen, maar op zorgen dat mensen mee kunnen doen in de samenleving. De consulenten experimenteerden gezamenlijk bij het voeren van gesprekken bij mensen thuis, waarbij samen met de inwoner gezocht werd naar oplossingen, zowel informeel als formeel. Dat vergde voor de Welnuh-consulenten inwerken in de uitvoering van de Wmo en voor de Wmo-consulenten thuisraken in de voorzieningen in ‘hun’ dorp. Uit de tussenrapportage van Welnùh over de pilot trokken we medio 2014 de conclusie dat er nog heel wat slagen nodig zijn om te komen tot een nieuwe werkwijze. We besloten de servicepunten voorlopig voor twee jaar onder eigen regie verder te ontwikkelen, in samenhang met de sociale dorpsteams. Sociale kaart In 2014 ontwikkelden wij de Sociale kaart verder. Deze ontsluit voorzieningen in onze gemeente en dorpen en zorgt dat de inwoner direct op de site uitkomt van de organisaties die in onze gemeente voorzieningen bieden. Wij kozen naast deze basiskaart voor een module die het mogelijk maakt om per dorp naar voorzieningen en ondersteuning te zoeken. De Sociale Kaart wordt goed bezocht. Consulenten in de Servicepunten kunnen gebruik maken van een speciale app. zodat zij tijdens een gesprek snel de juiste informatie voor inwoners voor handen hebben. Compensatieregeling zorgkosten In 2013 schafte het rijk de WTCG af. Deze landelijke regeling was een financiële tegemoetkoming voor mensen die extra hoge zorgkosten hebben. Inwoners kregen in 2014 de laatste keer hun tegemoetkoming uitbetaald. Het rijk hevelde de middelen die hiervoor bedoeld waren met een korting naar de gemeente over. Naast de regionale regeling die de RDWI gaat uitvoeren, troffen wij in 2014 de voorbereiding van de uitvoering van de lokale regeling. Wij gaan inwoners actief informeren over deze regelingen. Huishoudelijke hulp Het rijk heeft besloten vanaf 1 januari 2015 structureel te bezuinigen op het budget voor huishoudelijke hulp. De huidige contracten voor de huishoudelijke hulp liepen in 2014 af. Daarom ontwikkelden wij een toekomstbestendige visie op de huishoudelijke hulp. Deze visie toetsten wij met de Wmo-raad, inwoners en gebruikers van huishoudelijke hulp. Helaas lukte het niet meer om in 2014 de aanbesteding voor de nieuwe contracten af te ronden vanwege alle drukke werkzaamheden rondom de transities. De aanbesteding is gestart en wordt afgerond voor 1 april 2015. Door het rijk werd voor 2015 en 2016 een bedrag van € 211.000 toegekend voor de huishoudelijke hulp toelage. Deze subsidie is door het rijk bedoeld ter bevordering van de werkgelegenheid. Inwoners die meer uren huishoudelijke hulp willen dan zij vanuit de Wmo krijgen, kunnen hiervan gebruik maken. Vrijwilligersondersteuning Voor het bieden van ondersteuning aan vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties verstrekten wij, op basis van de Nota Welzijn 2014-2017, een beleidsopdracht aan Welnúh. Voor 2014 was ons voornemen ook om 44
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
onderzoek te doen naar het concept van ‘Utrecht Cares’, maar daar zijn we door de vele werkzaamheden rondom de transities nog niet aan toegekomen. Ook de actieve werving onder nieuwe doelgroepen is daardoor in 2014 nog niet van de grond gekomen. Wij pakken in 2015 deze zaken verder op. Mantelzorgondersteuning De komende tijd zal er een steeds groter beroep worden gedaan op mantelzorgers. U gaf in uw raadsprogramma aan voldoende ruimte en middelen ter beschikking te willen stellen voor ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. In 2014 is voor de ondersteuning van mantelzorgers een beleidsopdracht aan Welnúh verstrekt. In 2013-2014 voerde Welnúh ook twee projecten voor jonge- en allochtone mantelzorgers. Het project voor jonge mantelzorgers, is geslaagd te noemen en verdient een vervolg in 2015 en volgende jaren. Het project voor allochtone mantelzorgers kwam niet echt van de grond. Het bleek dat het erg moeilijk is om deze doelgroep goed te bereiken, ook niet met behulp van ‘ambassadeurs’ uit de doelgroep. In 2014 werkten we ook aan een uitvoeringsplan mantelzorg, dit wordt begin 2015 in een beeldvormende/ informerende bijeenkomst aan de raad voorgelegd. Voor mantelzorgers van mensen met dementie is er een ondersteuningsaanbod in de Ontmoetingscentra voor mensen met dementie in Amerongen en Driebergen. Mantelzorgers van mensen met dementie in de thuissituatie krijgen ondersteuning van de casemanagers dementie. Het ketennetwerk dementie Utrechtse Heuvelrug zorgt samen voor een betere (coördinatie van de) zorg voor dementerenden en hun mantelzorgers. Een initiatiefgroep bestaande uit vertegenwoordigers van Alzheimer Nederland, het Seniorenplatform, ISZ De Brug, QuaRijn, Welnúh en enkele vrijwilligers startten in 2014 met het project dementievriendelijke gemeente. Bedoeling is winkeliers, sport- en andere verenigingen, horeca personeel en actieve inwoners bekent te maken met dementie en hen te leren hoe ze daar mee om kunnen gaan.
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Kansen door Kantelen, Wmo-beleidsplan 2013-2016 Verordening Voorzieningen Wmo Utrechtse Heuvelrug 2013 Onbeperkt Meedoen, Beleidsnota voor mensen met een beperking 2009-2012 Nota Mantelzorg en vrijwilligerszorg 2008-2012 Overige overheidsinstanties Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
45
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
C. Doelenboom
46
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: Omschrijving
Bron
1.1 Percentage weerbare inwoners
Maatschappelijke participatie in Utrechtse Heuvelrug onderzocht (2011) Tevredenheidsonderzoek Wmo Tevredenheidsonderzoek Wmo 2012
2.1 Klanttevredenheid met geboden oplossing 3.1 Percentage waarin geleverde voorzieningen bijdragen aan zelfstandig thuis wonen
Referentieof nulwaarde 46 %
Streefwaarde 2014 48%
Werkelijke waarde 2014 Onbekend1
7,4
7.5
Onbekend2
80%
82%
Onbekend3
Ad 1. De leefbaarheidsmonitor is nog niet volledig afgerond. De gegevens zijn nog niet bekend Ad. 2 en 3 Over 2014 is (nog) geen onderzoek uitgevoerd naar klanttevredenheid.
E.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012 1.1.1 Aantal doorverwijzingen in de woonservicegebieden(servicepunten) naar een gesprek 1.2.1 Percentage inwoners dat gebruik maakt van sociale kaart 1.3.1 Effectiviteit mantelzorgondersteuning 1.4.1 Effectiviteit vrijwilligersondersteuning 2.1.1 Aantal gevoerde integrale gesprekken 2.1.2 Aantal gevoerde gesprekken in de wijkteams 2.1.3 Aantal Eigen Kracht conferenties 2.2.1 Percentage partners dat “werkwijze 1 gezin-1 plan” gebruikt 3.1.1 Aantal kleinschalige lokale zorgvoorzieningen 3.2.1 Aantal verstrekte Wmo-voorzieningen Wonen Rollen Vervoer Huishoudelijke hulp 3.2.2 Percentage (gegronde) bezwaren Wmo voorzieningen
Begroting 2014 50
Werkelijk 2014 Onbekend1
C 45% (2011) 75% (2011) C C 7 C C
20% 50%
8% Onbekend2
75%
Onbekend2
500 75 10 C C
Onbekend1 Onbekend3 4 C C
303 196 341 722
303 196 341 722
188 138 284 575
9%
9%
C
0 % er zijn geen bezwaren ingediend Ad 1. Er is geen eindevaluatie opgeleverd van de Servicepunten. Hierdoor zijn deze gegevens niet bekend. Ad 2. De leefbaarheidsmonitor is nog niet volledig afgerond. De gegevens zijn nog niet bekend Ad 3. De dorpsteams zijn gestart vanaf 1/1/2015. Over 2014 zijn dus geen gegevens bekend.
5.2 Participatie A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Voorbereiden invoering Participatiewet 47
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
De RDWI voert een deel van de Participatiewet voor ons uit. Samen met Bunnik, De Bilt, Wijk bij Duurstede en Zeist hebben we een regionaal beleidsplan opgesteld. In het beleidsplan Participatie en Inkomen in de Regio Kromme Rijn Heuvelrug zijn de uitgangspunten opgenomen die we hanteren bij de uitvoering van de Participatiewet. De raad stelde het beleidsplan in oktober vast. De RDWI is onze toegang voor inwoners voor inkomensondersteuning en begeleiding naar werk. De RDWI is in 2014 gaan werken met dezelfde vraagverhelderingsmethodiek als de servicepunten (het Gesprek). Deze vraagverheldering is gericht op de methodiek één gezin, één plan, één regisseur, bij het gesprek worden alle levensdomeinen betrokken. De aansluiting van de RDWI op de servicepunten is in 2014 nog niet verder ingevuld. We gaan in 2015 starten met de aansluiting van schuldhulpverlening en ondersteuning voor minima bij de servicepunten. Voor begeleiding van arbeidsgehandicapten werken we regionaal samen met gemeenten en sociale partners in de arbeidsmarktregio. We hanteren dezelfde werkwijze, bieden dezelfde instrumenten en ontzorgen werkgevers door regelingen te harmoniseren. Inkomensondersteuning De RDWI voert de inkomensondersteuning voor ons uit. De RDWI rapporteert over 2014 dat het aantal WWB-ers in onze gemeente stijgt. In 2014 is dit een stijging van ongeveer 15% tot ongeveer 580. De RDWI versterkte in 2014 de toegang tot inkomensondersteuning, de zogenaamde Werkwijze Poort. Tijdens het poortgesprek wordt een eerste inschatting gemaakt of betrokkene aan het werk kan, of een aanvraag correct wordt ingediend en of er opleidingsmogelijkheden zijn. De RDWI zette daarbij ook in op fraudebestrijding, via de inzet van een extra handhaver. Ons lokaal minimabeleid ondersteunt inwoners met geldproblemen door het verstrekken van minimaregelingen. In 2014 zien we een sterke toename van het aantal aanvragen voor een minimavoorziening en/of Bijzondere Bijstand. Het aantal bezoekers van het minimaloket stijgt, evenals het aantal verstrekte voorzieningen. Van het Rijk kregen we extra middelen voor een eenmalige koopkrachtreparatie. Eind december kregen inwoners met een bijstandsuitkering daarom extra ondersteuning. Inwoners met hoge zorgkosten die voorheen in aanmerking kwamen voor de Compensatie Regeling Eigen risico (CER) zijn eenmalig gecompenseerd. Deze regeling is in 2014 voorbereid en wordt in 2015 uitgevoerd. Zie ook onder 5.1. In het raadsprogramma is opgenomen dat inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum gebruik moeten kunnen maken van een minimaregeling. In 2014 liep het beleidsplan voor minima “Van Vangnet naar Springplank” af. Het herijken van het minimabeleid doen we in samenhang met deze wens van de raad. Begeleiden naar werk regionaal Door een stijging van de werkloosheid moeten we meer mensen begeleiden naar werk. De RDWI begeleidt inwoners die binnen een jaar kunnen uitstromen naar werk. De regiogemeenten hebben de RDWI opdracht gegeven om extra aandacht te besteden aan twee kwetsbare groepen: jongeren en inwoners die de taal onvoldoende machtig zijn. Voor jongeren is in samenwerking met de gemeenten in de arbeidsmarktregio 3 in 2014 het actieplan jeugdwerkloosheid uitgevoerd (zie verder programma 7). Inwoners die de taal niet machtig zijn krijgen extra scholing via het ROC. Landelijk zijn extra middelen beschikbaar voor inwoners die moeite hebben met lezen en schrijven. Via centrumgemeente Zeist zetten we deze middelen in om lokaal meer ondersteuning te bieden. We treffen voorbereidingen om met lokale partners zoals de bibliotheek en welzijnsorganisaties laagdrempelige taalvoorzieningen op te zetten en extra vrijwilligers op te leiden om inwoners met taalproblemen beter te begeleiden.
3
De arbeidsmarktregio bestaat uit 15 gemeenten, te weten Bunnik , De Bilt, Houten, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist
48
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
Begeleiden naar werk lokaal – Lokaal Actieplan Arbeidsmarktbeleid Inwoners met een lange afstand tot de arbeidsmarkt begeleiden we lokaal. Het gaat in onze gemeente om ongeveer 350 inwoners. In 2012 nam onze gemeenteraad twee moties aan om inwoners aan de onderkant van de arbeidsmarkt beter te ondersteunen. In 2013 startte, als invulling van deze moties, het lokale Actieplan Arbeidsmarktbeleid. Dit actieplan is geëvalueerd en voortgezet. Met het actieplan willen we meer mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een plek bieden bij lokale ondernemers, of begeleiden naar vrijwilligerswerk. Het Actieplan bevat drie speerpunten: Het eerste is het project De Verleiding. Inwoners bemiddelen we naar vrijwilligerswerk als opstap naar regulier werk. De Verleiding startte eind 2013. Een groot deel van de doelgroep hebben de consulenten van De Verleiding gesproken, is begeleid naar vrijwilligerswerk en heeft stappen gezet op de participatieladder. We hebben gerapporteerd over de positieve resultaten. Uw raad heeft in juli 2014 ingestemd met voortzetting. Het tweede speerpunt van het Actieplan Arbeidsmarktbeleid is het betrekken van lokale werkgevers. Dat doen we door de inzet van de bedrijfscontactfunctionaris (BCF) voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Deze functionaris is aanspreekpunt voor werkgevers en bemiddelt kwetsbare inwoners naar werk of werkervaringsplaats. In lijn met uw motie hebben we de formatie voor de functie van bedrijfscontactfunctionaris uitgebreid. Daarnaast leggen collegeleden contacten met lokale werkgevers, het zogenaamde wethoudersoffensief. We laten ons daarbij ook informeren over mogelijkheden en kansen en we werken aan het slechten van drempels voor de doelgroep. Dit is het derde speerpunt van het actieplan. Begeleiding arbeidsgehandicapten Voor de begeleiding van inwoners met een WSW-indicatie hebben we twee Sociale werkbedrijven, namelijk de BIGA groep en IW4. De Wet Sociale Werkvoorziening maakt sinds 1 januari 2015 deel uit van de Participatiewet. We troffen voorbereidingen om de ondersteuning voor arbeidsgehandicapten anders in te richten. Aanleiding is een drastische daling in de wet van de rijksvergoeding. IW4 begeleidt arbeidsgehandicapten uit Amerongen en Leersum. We overwogen om uit deze samenwerking te treden omdat de gemeente één ongedeeld beleid in het kader van de Participatiewet wilde voeren en onze gemeente verder geen deel uit maakt van de arbeidsmarktregio Food Valley. De kosten van uittreding zijn echter aanzienlijk. Bij de BIGA groep, die is gekoppeld aan de RDWI, werken medewerkers niet alleen in het intern werkbedrijf. Veel werknemers werken in het groen of in de schoonmaak op locatie, het liefst in de gemeente waar ze ook wonen. BIGA stimuleert medewerkers om te groeien in hun werk en begeleidt ze waar mogelijk naar werk op de reguliere arbeidsmarkt. Uit landelijk onderzoek van brancheorganisatie Cedris blijkt dat BIGA in 2014 erg succesvol is geweest. Het bedrijf haalt een goede omzet en bemiddelt relatief veel mensen tegen lage kosten. De gemeenten in Zuid-Oost Utrecht en de RDWI waren in 2014 intensief in overleg over de toekomst van de BIGA groep, dit leidde in 2014 nog niet tot besluitvorming. Schuldhulpverlening De RDWI voert schuldhulpverlening voor ons uit. Uw raad besloot in de begroting 2015 om deze taak anders te organiseren, efficiënter en als onderdeel van de lokale dienstverlening. Dit wordt onderdeel van het beleidsplan voor minima. In 2014 startte de RDWI met een nieuwe vorm van dienstverlening. Inwoners krijgen vlak na aanmelding een uitgebreide intake. Aan de hand daarvan bepalen we of een schuldsaneringstraject onmiddellijk kan starten of dat eerst andere hulpverlening wordt ingezet. Als dat laatste het geval is, dan leggen we contact met een lokale partner. Als gevolg van deze nieuwe werkwijze is er geen wachtlijst meer. Het aantal 49
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
aanmeldingen bij Schuldhulpverlening blijft nog altijd stijgen. Dit is onder meer het gevolg van een wijziging van de wet: inwoners met een betalingsachterstand bij een energieleverancier worden automatisch aangemeld bij schuldhulpverlening. Inwoners met schulden kunnen lokaal terecht bij Humanitas, Schuldhulpmaatje en het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW). We werken sinds 2013 met Sociaal Raadslieden. We hebben dit geëvalueerd en de inzet van Sociaal Raadslieden verlengd. Alle organisaties melden een toename in het aantal aanmeldingen en de ernst van de problematiek. Humanitas en Schuldhulpmaatje trainden met een eenmalige gemeentelijke bijdrage extra vrijwillige begeleiders. Daarnaast organiseerden zij enkele bijeenkomsten voor inwoners met geldproblemen. De samenwerking tussen de RDWI en lokale partijen is nog niet optimaal, er is nog geen sprake van een warme overdracht. Dit wordt onderdeel van de reorganisatie van de schuldhulpverlening. B. Beleidskaders Gemeentelijk Strategisch Beleidskader RDWI Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI) (GR RSD en GR SWZ werden per 31-12-2012 samengevoegd) Gemeenschappelijke regeling Instituut voor Werkvoorziening Zuidoost Utrecht e.o. (IW4) Nota minimabeleid “Springplank en Vangnet 2012 – 2015” Notitie Uitvoering Integrale Schuldhulpverlening vanaf 2012 Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug Overige overheidsinstanties Wet Werk en Bijstand Wet Sociale Werkvoorziening Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
50
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
C. Doelenboom
51
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Werkelijke
of
2014
waarde 2014
nulwaarde 1.1 Percentage inwoners dat trede(n) hoger is gekomen op de participatieladder 1.2 Aantal werkzoekenden 1.3 Percentage werkzoekenden ten opzichte van de beroepsbevolking 2.1 Aantal minima dat gebruik maakt van de inkomensondersteunende regelingen 2.2. Aantal minima dat gebruik maakt van de
Jaarverslag RSD 2012
C
C
C
Werkplein Zeist januari 2013 Werkplein Zeist januari 2013 Jaarverslag RSD 2012
961
961
1.489
4,8%
4,8%
5,1%
690
690
921
Jaarverslag RSD 2012
210
210
375
schuldhulpverlening regelingen
E.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012
Begroting
Werkelijk
2014
2014
2.1.1 Aantal inwoners dat werk vindt m.b.v. een traject
43
43
63
2.1.2 Aantal mensen op de wachtlijst voor Wsw werkplek
10
10
15
2.1.3 Mate van realisatie taakstelling van het Rijk
100%
100%
100 %
2.1.4 Aantal beschutte werkplekken
74
74
78
2.1.5 Aantal lokale projecten op het gebied van werkgelegenheid
1
2
2
2.1.6 Aantal uitkeringsgerechtigden op 1 januari
412
440
565
2.1.7 Instroom uitkeringsgerechtigden
192
192
230
2.1.8 Uitstroom uitkeringsgerechtigden
164
164
178
2.1.9 Het aantal uitkeringen dat verlaagd of beëindigd wordt i.v.m. fraude
C
C
154
2.2.1 Indicatoren Participatiewet worden in 2013 vastgelegd.
C
C
C
2.3.1 Aantal (toegekende) aanvragen schuldhulpverlening
210
210
375
2.3.1 Gemiddelde wachttijd van een aanvraag voor schuldhulpverlening in kalenderdagen 2.4.1 Aantal overleggen met organisaties die schuldhulpverlening aanbieden
31
15
0
2
4
6
4
Regionaal wordt 2,6 % van de uitkeringen beëindigd vanwege fraude. Dat percentage is toegepast op het aantal uikeringsgerechtigden.
52
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
F. Wat heeft het gekost? WMO Wijkteams In de begroting is rekening gehouden met een bedrag van € 25.000 voor premie Wijkteams. Dit was bedoeld voor een vervolg-pilot AWBZ. Deze is niet uitgevoerd. Per saldo ontstaat hierdoor op de WMO een voordeel van € 25.000. Kwetsbare groepen
25 I
De uitgaven voor kwetsbare groepen zijn lager. Het inloophuis en het interventieteam zijn pas gestart vanaf het tweede kwartaal 2014. Daarnaast is er minder uitgegeven aan begeleidingskosten. Wonen, Rollen en Vervoer
35 I
De uitgaven fluctueren. Wij zien een afname van het aantal aanvragen. Dit heeft onder andere te maken met het doorvoeren van de Kanteling en het beter kijken wat inwoners nog zelf kunnen, en waar zij ondersteuning bij nodig hebben. Compensatie eigen risico
42 I
100 I
In 2014 is besloten tot een compensatie eigen risico (CER). Het aantal mensen wat daadwerkelijk een verzoek voor deze compensatieregeleing heeft ingediend is aanzienlijk achtergebleven bij de raming. Eigen bijdrage CAK Dit heeft met name te maken met de afrekening 2013. Er zijn over 2013 door het CAK minder eigen bijdragen opgelegd dan wij geraamd hadden
-44 I
Sociale zaken en WSW Uitvoeringskosten transities Voor de invoering van de transities is in 2014 een bedrag geraamd uitgaande van de op dat moment beschikbare informatie. In het algemeen zijn wij terughoudend geweest met inhuur. Om het geheel goed aan te kunnen sturen, is er zoveel mogelijk voor gekozen om met een klein team van mensen te werken die voor veel uren ingezet werden voor de transities. Andere taken zijn tijdelijk opgevangen door collega’s, op een laag pitje uitgevoerd of uitgesteld. Het saldo is verder ontstaan doordat : - De inrichtingskosten en ict-kosten op exploitatiebasis waren meegenomen, deels betreft het investeringen die in meer jaren kunnen worden afschreven. - De servicepunten en sociale dorpsteams pas in december startten in plaats van september Kwetsbare groepen Van het rijk zijn in 2014 extra middelen ontvangen voor kwetsbare groepen. De inkomsten hiervoor, een bedrag van € 95.000, zijn begroot binnen programma 12. De werkelijke uitgaven onder andere voor het project De Verleiding zijn verantwoord in dit programma. Debiteuren RDWI
142 I
-30 I
-666 I
In de jaarrekening 2014 van RDWI hebben wij aanleiding gezien om het debiteurenbestand sociale zaken opnieuw te waarderen en dit leidt tot een noodzakelijk te vormen aanvullende verliesvoorziening van €. 666.000 (afgerond). Minima beleid en schuldhulpverlening Koopkrachttegemoetkoming Het kabinet heeft in 2014 een bedrag gereserveerd voor een eenmalige tegemoetkoming voor inwoners van 18 jaar en ouder met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. De regeling is uitgevoerd door de RDWI. Het aantal daadwerkelijke aanvragen is aanzienlijk lager dan de raming. Diverse kleine afwijkingen Totaal
51 I
4 I -341
53
Jaarrekening 2014
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid
54
Jaarrekening 2014
Programma 6 – Welzijn, Cultuurhuizenbeleid en Volksgezondheid
Programma 6
Programma 6 – Welzijn, Cultuurhuizenbeleid en Volksgezondheid Samen Sterk Dit programma omvat de volgende deelprogramma’s : 6.1 Welzijn en maatschappelijke zorg 6.2 Gezondheid
6.1 Welzijn en maatschappelijke zorg A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Vitale Dorpen Het project Vitale Dorpen maakt deel uit van het programma Transformatie van het sociale domein. Vitale dorpen zijn de basis voor de eigen kracht van mensen, buurten en groepen. In het project Vitale Dorpen richtten we ons in 2014 met name op het op orde brengen van de basis. Zo herijkten we de Algemene Subsidieverordening (Asv) en maakten we subsidieregels voor dorpsgerichte activiteiten. Hierdoor kunnen we subsidies veel vraaggerichter inzetten, passend bij de behoeften van de dorpen en inwoners. We gingen in gesprek met de welzijnsstichting over een nieuwe rol als makelaar in het sociale domein. Verder werkten we aan het opzetten van dorpsnetwerken. Daarbij sloten we het project woonservicegebieden af. In de dorpsnetwerken denken en doen inwoners mee om de voorzieningen in de dorpen te realiseren waar het dorp behoefte aan heeft. De dorpsnetwerken hebben nauwe banden met de dorpscoördinatoren en de servicepunten in de dorpen. Als derde basiskeuze namen we ons voor een visie op maatschappelijk vastgoed vast te stellen, als basis voor het versterken van ontmoeting in de dorpen. Door andere prioriteiten is dit in 2014 niet afgerond. Vestiging AZC Overberg Op verzoek van het rijk troffen we in 2014 de voorbereidingen voor de vestiging van een AZC in Overberg voor maximaal 200 Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen. De inwoners en omwonenden voelden zich in eerste instantie overvallen door ons besluit. We gingen hierover met inwoners in gesprek. Het COA stelde op verzoek van ons direct een overlegcommissie in, waarin de buurt een plek kreeg. Medio juni startte de opvang in de voormalige jeugdinrichting. We maakten met het COA heldere afspraken die in de bestuursovereenkomst zijn vastgelegd. Begin 2015 complimenteerde de overlegcommissie ons over de bedrijfsvoering met betrekking tot de opvang (zie ook programma 7). Makelaar Zorg en Welzijn Vooruitlopend op de transities in het sociale domein heeft de welzijnsstichting Welnúh voor het jaar 2014 van ons de beleidsopdracht Makelaar Zorg en Welzijn gehad. We voegden daarbij de oude subsidies voor mantelzorgondersteuning en de ondersteuning van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties samen, met als opdracht om vraaggericht te werken vanuit de behoefte van de inwoners. Bij het opstellen van de beleidsopdracht voor 2015 bleek dat de opdracht voor makelaar zorg en welzijn Welnùh te weinig handvatten bood. Voor 2015 hebben we in overleg met Welnúh, gekozen voor afzonderlijke 55
Jaarrekening 2014
Programma 6 – Welzijn, Cultuurhuizenbeleid en Volksgezondheid
beleidsopdrachten voor mantelzorgondersteuning en ondersteuning van vrijwilligers(organisaties) en daarnaast een opdracht Makelaar Algemene Voorzieningen. We verstrekten Welnùh ook een opdracht om zich voor te bereiden op de ontwikkeling en uitvoering van de servicepunten in de dorpen (waarin vraag en aanbod aan elkaar gekoppeld en op elkaar afgestemd worden). Voor dit laatste werd een pilotproject gedraaid waarbij de Wmo consulenten van ons Wmo-loket samenwerkten met de WWZ consulenten van Welnúh (WWZ=wonen, welzijn, zorg). Er werd daarbij “geoefend” met het voeren van keukentafelgesprekken, duidelijkheid verkrijgen over de hulpvraag van inwoners en het gezamenlijk met de hulpvrager zoeken naar de beste oplossing. Zie ook programma 5. Algemeen maatschappelijk werk Bij het inrichten van de servicepunten en sociale dorpsteams hebben we besloten om het algemeen maatschappelijk werk geheel te integreren in de servicepunten/sociale dorpsteams. Verminderen maatschappelijke overlast We zijn begin 2014 gestart met het ‘verminderen van maatschappelijke overlast door een integrale aanpak op maat’. De twee componenten hierin zijn: 1 Huisvesting onder voorwaarden en 2 Interventieteam. Op peildatum 1 december 2014 zijn er 16 personen door het interventieteam behandeld, waarvan 11 succesvol. Zie verder A1, onderdeel kwetsbare groepen van programma 2.
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Welzijnsnota 2013-2017 Beleidsplan Wmo 2013-2016 Visie Kracht van Welzijn Visie Centrum voor Jeugd en Gezin Visie op Woonservicegebieden Kadernota Vrijwilligers 2009-2013 Notitie Cultuurhuizenbeleid 2009 Kadernota Jeugd 2013-2016 Woonvisie Overige overheidsinstanties Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Wet op de jeugdzorg
56
Jaarrekening 2014
Programma 6 – Welzijn, Cultuurhuizenbeleid en Volksgezondheid
C. Doelenboom
57
Jaarrekening 2014
Programma 6 – Welzijn, Cultuurhuizenbeleid en Volksgezondheid
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: Omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Werkelijke
of
2014
waarde 2014
nulwaarde
1. 1 Score sociale kwaliteit 2. 1 Participatiescore
E.
Leefbaarheidsonderzoek 2014 Leefbaarheidsonderzoek 2014
6,5
6,8
Nnb*
3,85
3,9
Nnb*
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: Begroting
Werkelijk
2014
2014
1.1.1 Percentage geslaagde koppelingen vraag en aanbod algemeen
C
**
1.1.2. Percentage inwoners dat tevreden is over koppeling vraag/aanbod
C
**
1.1.3 Aantal servicepunten in de dorpen
5
5
1.1.4 Aantal ontmoetingsplekken in de dorpen
C
C*
1.2.1 Percentage geslaagde koppelingen vraag en aanbod vrijwilligerswerk
80%
82%
1.2.2 aantal vrijwilligersorganisaties die ondersteund worden/zijn
150
205
1.2.3 aantal jongeren die een maatschappelijke stage loopt
350
340
1.3.1 Aantal mensen dat een beroep doet op psychosociale hulpverlening (amw)
284
329
1.3.2 Aantal mensen op de wachtlijst voor psychosociale hulpverlening (amw)
26
50
1.4.1 Prestatie-indicatoren verslavings- en psychiatrische problematiek worden C C in 2015 uitgewerkt in de kaders rondom veiligheid. * Gegevens vanuit Leefbaarheidsmonitor 2014 zijn bij het schrijven van deze jaarrekening nog niet bekend. ** Gegevens Welnùh zijn nog niet beschikbaar.
58
Jaarrekening 2014
Programma 6 – Welzijn, Cultuurhuizenbeleid en Volksgezondheid
6.2 Gezondheid A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Zie ook het programma verbonden Partijen GGDrU. Preventieve programma’s Na vaststelling van de welzijnsnota Vitale dorpen in 2013 stelden we een integraal uitvoeringsprogramma op, waarin we volksgezondheid verbinden met sport (programma 9) en bereikbaarheid/toegankelijkheid. In de zomer van 2014 ondertekenden we met Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) een samenwerkingsovereenkomst (zie programma 9). Een uitvoeringsprogramma is in voorbereiding. Daarnaast honoreerden we initiatieven van inwoners om met behulp van AED’s en vrijwilligers HartslagNu in alle dorpen te implementeren. Maarn/Maarsbergen sloot zich in september als eerste aan bij het alarmeringssysteem. Andere dorpen hebben aangegeven te zullen volgen. Activiteitenplan Alcohol en Jeugd De raad stelde, conform de landelijke eis, een nieuw uitvoeringsplan vast. Dit plan omvat uitgangspunten en voornemens uit het Actieplan Jeugd en Alcohol, de Kadernota Jeugd en handhaving (zie ook programma 2). We hebben nu een Buitengewoon Opsporingsambtenaar(BOA) die toeziet op naleving van de nieuwe Drank- en Horecawet. De BOA voert controles in de horeca uit. De voorlichting in het basisonderwijs is beëindigd omdat dit landelijk niet meer effectief wordt gevonden vanwege de stijging van de leeftijdsgrens om alcohol te mogen drinken van 16 naar 18 jaar. In plaats daarvan bereidden we voorlichting voor aan leerlingen en ouders in het middelbaar onderwijs. Daarnaast werkten we aan een project om in de dorpen met lokale partners bewustwording te stimuleren en overlast gericht aan te pakken. Met het uitvoeren van beide onderdelen starten we in 2015. Versterken Centrum voor Jeugd en Gezin De ontwikkeling van servicepunten in de dorpen leidde tot de keuze om geen afzonderlijk centrum voor jeugd en gezin te handhaven, maar de taken per 2015 te integreren in de servicepunten. (zie verder paragraaf Voorbereidingstraject transities) Om die reden versterkten we het CJG als zodanig niet, maar investeerden we in de verbinding met het onderwijs, door de pilot ‘school-cjg’er’. Deze pilot was succesvol en gaat vanaf 2015 over in een vaste functie: de ‘schoolconsulent’.
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Welzijnsnota 2014-2017 Overige overheidsinstanties Wet publieke gezondheid (Wpg) Wet op de jeugdzorg Kadernota Jeugd 2013-2016
59
Jaarrekening 2014
Programma 6 – Welzijn, Cultuurhuizenbeleid en Volksgezondheid
C. Doelenboom
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: 5 Omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Werkelijke
of
2014
waarde 2014
nulwaarde
1.1 Gezonde leefstijl 1.2 Percentage alcohol gebruik jongeren 13-17 jaar, afgelopen 4 weken
E.
(GGD onderzoek) Gezondheidsatlas GGD 2012
C(2013) 41
6
C 38
7
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: Begroting
Werkelijk
2014
2014
Aantal leefstijlprojecten gericht op jeugd (o.m. JOGG en GGD)
C
C
Aantal leefstijlprojecten gericht op ouderen
C
C
Aantal interventies gezond gewicht
C
C
laagdrempelige eerstelijns hulpverlening in de dorpen
4
5
1.1.1 Prestatie-indicatoren gezondheid
Aantal interventies alcoholmatiging
C
aantal preventieprogramma’s psychosociale problematiek 1.2.1 Uitvoering van de activiteiten uit het activiteitenplan ‘alcohol en jeugd’
100%
Zie opmerkingen over indicatoren in de algemene tekst Transities. De GGD heeft wel onderdelen hiervan gemeten in 2012: roken, alcoholgebruik, bewegen, gewicht. In 2016 wordt dit opnieuw gemeten. Gegevens komen 2017 beschikbaar. 7 Niet gemeten in 2014. De GGD heeft wel onderdelen hiervan gemeten in 2012: roken, alcoholgebruik, bewegen, gewicht. In 2016 wordt dit opnieuw gemeten. Gegevens komen 2017 beschikbaar. 60 5 6
Jaarrekening 2014
Programma 6 – Welzijn, Cultuurhuizenbeleid en Volksgezondheid
1.3.1 Aantal ouders dat bereikt wordt via preventieve activiteiten CJG
C
C
1.3.2 Aantal jongeren dat bereikt wordt via preventieve activiteiten CJG
C
C
1.3.3 Aantal jongeren dat hulp vraagt bij het CJG
F.
2500
Wat heeft het gekost? (bedragen x 1.000 euro)
Omschrijving lasten/baten
Jaar-
Begroting
rekening 2013
2014
Begroting na wijziging
Jaar-
Af-
rekening
wijkingen
2014
2014
Lasten Volksgezondheid Maatschappelijke zorg Cultuurhuizenbeleid
1.874
1.885
1.823
1.806
17
538
387
379
387
-8
38
19
19
19
0
Ouderenbeleid
344
324
324
325
-1
Interculturalisatie
150
146
179
161
18
0,00
0,00
0,00
0,00
2.944
2.761
2.724
Totaal lasten
0 2.698
26
Baten Volksgezondheid
13
9
9
9
0
Maatschappelijke zorg
46
47
47
47
0
Interculturalisatie 0,00
64 0,00
56 0,00
30 0,00
17
-13 0 #
Totaal baten
123
112
86
73
-13
-2.821
-2.649
-2.638
-2.625
13
Resultaat
Diverse kleine afwijkingen
13 I
Totaal
13
61
Jaarrekening 2014
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
Programma 7
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang Kansen voor jongeren Dit programma is gericht op het bieden van voorzieningen aan de jeugd, zodat zij zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij en onze gemeente aantrekkelijk vinden om in te wonen. Het programma bevat een aantal wettelijke taken ten aanzien van onderwijs en jeugd. Dit programma omvat de volgende deelprogramma’s: 7.1 Onderwijs(huisvesting) en Kinderopvang 7.2 Jeugd, spelen en speelplaatsen
7.1 Onderwijs (huisvesting) en Kinderopvang A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Transitie Jeugdhulp In februari 2014 nam de Eerste Kamer de Jeugdwet aan, waardoor de gemeente per 1 januari 2015 verantwoordelijk werd voor alle vormen van Jeugdhulp. We werkten in het samenhangende programma Transformatie van het sociale domein aan de voorbereidingen voor deze decentralisatie. Onderdeel daarvan was ook de aansluiting op de Wet op het passend onderwijs. Een groot deel van de voorbereidingen vond in regionaal verband plaats, samen met de gemeenten Bunnik, De Bilt, Wijk bij Duurstede en Zeist. Daarnaast was er een bovenregionale samenwerking, samen met de overige 25 gemeenten in onze provincie. Lokaal pakten we jeugd integraal op samen met de Wmo-begeleiding en de participatiewet. Beleidsplan en verordening De basis voor onze lokale keuzes ligt in de Beleidskeuzenota voor de transformatie, die begin 2014 is vastgesteld. Samen met de vijf regiogemeenten stelden we daarnaast het Regionaal beleidskader jeugdhulp op, dat in het voorjaar werd vastgesteld. Dit kader vormde de basis voor verschillende regionale projecten. De gemeenten besloten in ieder geval samen te werken bij de inkoop van jeugdhulp en het inrichten van een regionale expertpool. Daarnaast werd op verschillende thema’s samengewerkt om de bestuurlijke en beleidscapaciteit te bundelen. In het najaar stelden we lokaal de verordening Jeugdhulp vast, evenals de beleidsregels en het financieel besluit. Speciale aandacht kreeg de privacy. Bijzonder lastig onderdeel was de pgb-regeling voor jeugdhulp, omdat dit nieuw is voor een deel van de vormen van jeugdhulp en er ook landelijk weinig ondersteuning werd geboden. We kozen voor een tijdelijke oplossing en we startten de voorbereidingen op voor een beleidskeuze in 2015. Zorgcontinuïteit, inkoop en budget Aan de jeugdwet is een Regionaal Transitie Arrangement (RTA) gekoppeld, gericht op zorgcontinuïteit in 2015. De 26 gemeenten in de provincie besloten al in 2013 gezamenlijk tot het afgeven van een afnamegarantie aan jeugdhulpaanbieders in 2015. De vertegenwoordigers van de 26 gemeenten besloten verder enkele zorgvormen gezamenlijk te regelen. De taken rond dwang en drang uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg Utrecht zijn daarbij omgevormd tot een SAVE-voorziening, die de gemeenten gezamenlijk afnemen, maar regionaal inkopen. SAVE staat voor SAmen werken aan VEiligheid. Daarnaast spraken de 26 62
Jaarrekening 2014
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
gemeenten een vorm van risicodeling af voor zeer specialistische functies in het jaar 2015. Deze afspraak is tot op heden niet nader uitgewerkt of door de raden bekrachtigd. De vijf regiogemeenten besloten de inkoop van individuele jeugdhulp gezamenlijk te organiseren. Ze kozen daarbij voor de methode van bestuurlijk aanbesteden. Belangrijk uitgangspunt bij deze vorm van inkoop is dat aanbieders niet werken met een vooraf gesteld budget, maar dat aanbieders afhankelijk zijn van de keuze van de inwoners, zodat innovatie en vraaggericht werken wordt gestimuleerd. Onze gemeente trok de regionale inkoop. Dit vergde een onverwacht hoge inzet vanuit onze gemeente. Dit werd deels veroorzaakt doordat de gemeenten nog te weinig ervaring hadden met de in te kopen zorg om goed sturing te kunnen geven aan de bestuurlijke aanbesteding. Ook voor het externe adviesbureau dat ons bij de inkoop begeleidde, was de materie nieuw. Tot slot bleef het beschikbare budget tot het einde toe onbekend en konden we niet beschikken over betrouwbare en recente informatie over de geleverde zorg. Met name dit laatste leidde kort voor de deadline van 1 november nog tot een reeks gesprekken met aanbieders over de budgetgaranties die we in 2105 moesten afgeven (als gevolg van de afspraken in de RTA’s). Het ontbreken van aansluiting tussen het actuele zorgaanbod en het budget was een groot probleem bij de voorbereidingen. Het Nederlands Jeugd Instituut presenteerde in opdracht van de regio een ‘startfoto’, maar de gebruikte gegevens waren te onbetrouwbaar. Bovendien weigerden de zorgverzekeraars goede informatie te leveren en werden cliëntenbestanden vanwege privacyoverwegingen in 2014 niet beschikbaar gesteld aan de gemeenten. Een meer gedetailleerde zorguitvraag bij de aanbieders in het najaar leidde tot betere gegevens, maar ondanks een tijdrovende analyse van de gegevens, ontstond geen volledig beeld. In de zomer werd het budget voor 2015 bekend. De discrepantie tussen de doorrekening van de zorgopgave en het budget bleek groot. We hebben hierover aan de bel getrokken bij de Transitie autoriteit en er volgden verschillende gesprekken, ook met de Staatssecretaris. We trokken daarbij samen op met de regio en vooral de gemeente Zeist, waar het tekort zelfs nog groter was. Er volgden verschillende rekenexercities, omdat het gevoel bestond dat het verschil veroorzaakt werd door de toepassing van het zogenaamde “woonplaatsbeginsel” in combinatie met binnen onze regio een groot aantal zorginstellingen waar jeugdigen verblijven. Een reden kan ook onjuiste administratie bij zorgaanbieders zijn. In dat geval kan het zorggebruik in 2015 wel eens anders uitvallen. Deze onduidelijkheden zetten het proces van inkoop zwaar onder druk en dreigden de provinciale en regionale inkoop te blokkeren. Op provinciaal niveau was het noodzakelijk (en verplicht) om gezamenlijk zeer specialistische zorg in te kopen, om zo te bewerkstelligen dat deze aanbieders voldoende schaal behielden om deze zorg te kunnen blijven leveren. Voor onze regio betekende dit dat we voor een veel hoger bedrag dan we beschikbaar hebben budgetgaranties moesten afgeven. In overleg met de overige gemeenten in de provincie en de Staatssecretaris zijn deze budgetgaranties afgegeven met een voorbehoud dat we deze budgetten enkel inzetten indien de zorg daadwerkelijke nodig is en indien het Rijk ons tegemoet komt in de kosten. Bovendien is op provinciaal niveau afgesproken op deze vormen van zorg de financiële risico’s te delen. Toegang We besloten de toegang integraal vorm te geven in servicepunten en sociale dorpsteams. Daarbij besloten we het centrum voor jeugd en gezin te integreren in de servicepunten. We voerden in 2014 een pilot school-cjger uit in de vier dorpen aan de oostzijde van de gemeente, gericht op het vormgeven van de verbinding tussen cjg/servicepunten en de scholen. Besloten werd om het model van de schoolconsulent (ex school-cjger) als intermediair tussen servicepunt en scholen te continueren en verder uit te werken. In het kader van de provinciale Experimenteerregeling jeugd voerden we in 2014 de pilot Dorpsteam+ (Jeugdteam) uit in Amerongen-Overberg, Doorn, Maarn-Maarsbergen en Leersum. De pilot werd uitgevoerd in samenwerking met de provincie. Het team vormde de basis om te experimenteren met het direct, dus 63
Jaarrekening 2014
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
zonder tussenkomst van bureau Jeugdzorg, inzetten van zwaardere jeugdhulp door lokale teams. De pilot was een succes en droeg bij aan vertrouwen bij scholen en huisartsen voor het werken met lokale teams. In het najaar werden in de servicepunten en sociale dorpsteams consulenten geplaatst met expertise op het gebied van jeugdhulp en de toegang daartoe. We regelden ook deze inkoop binnen de regionale bestuurlijke aanbesteding jeugdhulp. Laat in het jaar bleek dat een extra actie nodig was op de aansluiting op het gedwongen kader (dwang en drang). Deze functies waren regionaal ingekocht binnen de SAVE voorziening, maar de vertaling naar lokale afspraken was nog onvoldoende gemaakt. Hetzelfde geldt voor de opzet van Veilig Thuis (de samenvoeging van het advies- en meldpunt kindermishandeling en het steunpunt huiselijk geweld). Deze actie is daarom eind 2014 ingezet, met als doel zo snel mogelijk in het nieuwe jaar de werkprocessen gereed te hebben (in de vorm van een factsheet voor de consulenten in de teams). In december stelden we een concept calamiteitenprotocol op. In maart 2015 bespraken we dit protocol met de gemeenteraad. Gegevensuitwisseling Hoewel we intern alle benodigde acties hadden opgepakt voor de gegevensuitwisseling met aanbieders en met het justitiële kader, liepen we door de vertraging bij het landelijke gegevensknooppunt vertraging op bij het realiseren van deze gegevensuitwisseling. Participatie Verschillende keuzes, processen en beleidsnota’s hebben we lokaal participatief gemaakt en doorlopen. Zo heeft het ouderpanel, een actieve en betrokken groep ouders van kinderen in de jeugdzorg, meegedacht over de beleidsnota’s, de verordening, de beleidsregels en de inkoop. De adviesgroep CJG, een groep met professionals van verschillende partijen, heeft haar advies gegeven over de beleidsnota’s, de verordening, de beleidsregels en de keuze om het CJG af te bouwen. Check woonplaatsbeginsel Voor maart 2015 staat een gesprek gepland met de Staatssecretaris over de uitwerking van de verdeelsystematiek voor onze gemeente, en de gemeente Zeist. Ter voorbereiding daarop is een actie opgestart om het woonplaatsbeginsel te checken bij alle cliëntgegevens die aan ons zijn overgedragen. In 2014 voerden we deze check al uit voor de cliënten van Intermetzo, voor begin 2015 werd een proeffacturatie gepland. Voor de overige cliënten troffen we voorbereidingen voor voldoende capaciteit om begin 2015 de woonplaatscheck uit te voeren. De grote onzekerheid over de beschikbare middelen waren ultimo 2014 nog altijd een onzekere factor boven al onze voorbereidingen en voor het plannen van innovatie in 2015. Monitoring en verantwoording In regionaal verband is een start gemaakt met het monitoren van de transitie en het verzamelen van gegevens voor de verantwoording. De eerste stap is vanuit de transitie jeugd gemaakt, het vervolg zal integraal zijn voor het sociale domein. Passend onderwijs Sinds 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs van kracht. In de regio Zuid-Oost Utrecht (Bunnik, De Bilt, Wijk bij Duurstede, Zeist en wij) zijn 3 samenwerkingsverbanden actief: Primair onderwijs Zuid Oost Utrecht, Voortgezet Onderwijs Zuid Oost Utrecht en het Reformatorisch samenwerkingsverband Berséba. Op een aantal vlakken stemmen gemeenten en scholen hun inspanning voor de zorg rondom jeugd af. Over het regionaal beleidsplan jeugd en de ondersteuningsplannen van het onderwijs voerden we in regionaal verband formeel op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met het onderwijs. De kernkeuzes op het raakvlak onderwijs-jeugdhulp formuleren we in samenspraak en leggen we per schooljaar vast in afstemmingsagenda’s. In 2014 hebben we afspraken gemaakt rondom de toegang tot jeugdhulp en ondersteuning, AWBZ en dyslexie. 64
Jaarrekening 2014
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
Onderwijsachterstandenbeleid Landelijk is bepaald dat op 1 januari 2016 alle VVE (voor- en vroegschoolse educatie) leidsters moeten voldoen aan de Nederlandse taalnorm 3F (schrijven, lezen, luisteren en gesprekken voeren). In 2014 zijn we gestart met het project 3F (3F is de naam van de norm) en zijn alle leidsters (31) gestart met een training. In 2014 zijn alle leidsters geslaagd voor het onderdeel gesprekken voeren. In 2015 worden de onderdelen schrijven en lezen getraind en geëxamineerd. Het consultatiebureau heeft 62 VVE indicaties afgegeven: 60 peuters volgen inmiddels een VVE programma, van 1 peuter bleek de VVE indicatie bij nader inzien onterecht en van 1 peuter konden de ouders de VVE plaats niet afstemmen met hun werk. Dit is exclusief het AZC omdat alle peuters op het AZC automatisch een VVE indicatie krijgen. Bezuinigingsopdracht Integraal Huisvestingsplan Onderwijs In het raadsprogramma werd een taakstellende bezuiniging opgenomen van € 300.000,- per jaar op onderwijshuisvesting. Ter voorbereiding op de begroting 2015 hebben we de planning van nieuw te bouwen scholen zo realistisch mogelijk in beeld gebracht en we kozen ervoor om de investeringen in duurzaamheid te delen met de scholen (in plaats van beleid over het terug laten vloeien van revenuen). Met deze besluiten is de bezuiniging gedeeltelijk gerealiseerd. U besloot bij de begroting 2015 om de volledige bezuiniging te behalen. We startten daarna de voorbereidingen voor het opstellen van een nieuw IHP in 2015. Dit IHP zal ook een uitwerking bevatten van de ambities van de raad ten aanzien van ‘brede scholen’. Uitvoering projecten Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Conform de planning van het Integraal Huisvestingsplan (IHP) is de vervangende nieuwbouw van De Kameleon verder voorbereid. Samen met de schoolbesturen van basisscholen Dolfijn Noord en de Zonheuvel hebben we een haalbaarheidsonderzoek naar gezamenlijke nieuwbouw uitgevoerd. Dit geldt ook voor de scholen in Doorn Noord: Triangel, Hoog Moersbergen en Nicolaas Dalton. De uitkomsten van deze onderzoeken worden meegenomen in het nieuw te ontwikkelen IHP. Voor definitieve huisvesting van basisschool De Ontdekkingsreis zijn verschillende locaties beoordeeld. We maken naar verwachting medio 2015 een definitieve locatiekeuze. Voor de tussentijd is het huurcontract van de Ontdekkingsreis verlengd tot maart 2017. Realisatie schakelklas AZC Overberg Met de komst van het AZC in Overberg (zie ook programma 6) hebben we in nauw overleg met de lokale besturen voortgezet onderwijs en het COA besloten om een schakelklas op de locatie te openen. Cruciaal in dit proces was de inzet van de CVO Groep (het schoolbestuur van het Revius Lyceum), de toestemming van het ministerie Onderwijs in verband met de financiering, en voldoende leerlingen om de school rendabel te maken. Op 14 november 2014 is de schakelklas met 96 leerlingen officieel van start gegaan. In overleg met de CVO Groep zijn we gekomen tot een goedkopere oplossing voor realisatie van de school dan de verordening voorschrijft. Uitvoering onderhoudswerkzaamheden scholen Overeenkomstig het meerjarenonderhoudsplan 2014 hebben we diverse onderhoudswerkzaamheden aan de schoolgebouwen uitgevoerd. Zo zijn de daken van het Coolsma en Beukenrode Onderwijs opgeknapt. Bij basisschool de Valkenheuvel is een constructiefout aan de ventilatie hersteld. Daarnaast zijn er drie noodreparaties uitgevoerd: bij basisscholen Triangel, Hoog Moersbergen en Zonheuvel zijn in verband met lekkage de daken gerepareerd. Opvallend is de grote hoeveelheid vandalisme in 2014. Er is ruim € 50.000 aan schadeherstel uitgegeven. Ter vergelijking; in 2013 bedroeg het herstel van schade door vandalisme circa € 19.000. Het betreft in het bijzonder diefstal van lood. Het vandalisme komt voornamelijk voor in Doorn en Driebergen. Voorbereiding op nieuwe wet- en regelgeving; overheveling buitenonderhoud Vanaf 1 januari 2015 zijn de schoolbesturen van het basis- en speciaal onderwijs zelf verantwoordelijk geworden voor het buitenonderhoud en aanpassingen van hun schoolgebouwen. Het afgelopen jaar hebben 65
Jaarrekening 2014
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
we voorbereidingen getroffen voor lokale keuzes bij de decentralisatie. In 2014 passen we in samenhang de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs en het Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs aan. Financiële situatie Openbaar Onderwijs De financiële positie van de Stichting Wereldkidz was aan het begin van het jaar onzeker. We hebben regelmatig samen met onze partnergemeenten overlegd met de stichting en we hebben de halfjaar cijfers en de liquiditeitsprognose nauwlettend bekeken. Later in het jaar zagen we dat dat de financiële situatie van het schoolbestuur gedurende het jaar is verbeterd, door een eenmalige storting uit het Nationaal Onderwijsakkoord en doordat de in gang gezette besparingsmaatregelen effect hebben gehad. Bij de nieuwbouw van de Kameleon in Doorn is in 2013 het bouwheerschap door de gemeente teruggenomen, als gevolg van de financiële positie van Openbaar Onderwijs. Eind 2014 heeft de raad besloten om het bouwheerschap weer terug te geven aan het schoolbestuur. Uitvoering leerplicht De verouderde software voor de leerplicht administratie is vervangen door het JeugdVolgSysteem. Met het nieuwe systeem hoeven minder administratieve handelingen te worden verricht. Door de efficiencywinst bij jeugd (in combinatie met een investering bij leerlingenvervoer die nog in voorbereiding is) konden we het KCC versterken. Tegelijkertijd realiseren we een betere dienstverlening doordat we sneller leerling gegevens kunnen uitwisselen met DUO. Het systeem biedt de mogelijkheid om op een efficiënte wijze het jaarverslag leerplicht én de effectrapportage RMC te genereren. We werkten bij de inkoop samen met de gemeente Wijk bij Duurstede. De overige gemeenten uit de leerplicht-/RMC regio hebben inmiddels ook interesse getoond in het JVS systeem. Wij hebben het jaarverslag leerplicht en RMC voor schooljaar 2013/2014 niet in 2014 gerealiseerd. De focus lag in 2014 voor de afdeling Onderwijs voor een groot deel bij de transitie Passend Onderwijs, de verordening leerlingenvervoer, de implementatie van het nieuwe software systeem leerplicht en de realisatie van de schakelklas Overberg. Uitvoering leerlingenvervoer De invoering van de Wet Passend Onderwijs in augustus leidde tot aanpassing van de verordening leerlingenvervoer. De wetwijzigingen die direct het leerlingenvervoer betroffen waren in aantal beperkt. De regels uit de oude verordening, die in 2012 participatief tot stand zijn gekomen, blijven in de nieuwe verordening gehandhaafd. We kozen ervoor dat leerlingen die op het voorgezet speciaal onderwijs zitten en zelfstandig kunnen reizen, recht blijven houden op een vergoeding. De verordening is naast de invoering van de wetswijziging ook vereenvoudigd. Uitvoering toezicht kinderopvang In de afgelopen jaren hebben we extra inspanningen gepleegd om de kwaliteit van het toezicht op de kinderopvang te verhogen. Dit heeft in 2014 geleid tot goede resultaten en we verwachten begin 2015 formeel te horen dat we de A status, de hoogste haalbare status, hebben behaald. Dit hebben we bereikt door goed samen te werken met de GGD en handhavingszaken snel en voortvarend op te pakken. De regie op de GGD is gewaarborgd en verbeterafspraken die met de inspectie van het onderwijs zijn gemaakt zijn allemaal uitgevoerd. Twee keer per jaar evalueren we met de GGD de uitvoering van de planning en gemaakt afspraken. In 2014 heeft de Inspectie van het Onderwijs het tweedelijnstoezicht op de kwaliteit van de kinderopvang uitgevoerd. Doel daarvan is om de prestaties van het eerstelijnstoezicht door gemeenten verder te bevorderen en daarmee de kwaliteit in de kinderopvang op hoog niveau te brengen en/of te houden. Uit het onderzoek is gebleken dat wij 100% van alle handhavingszaken in 2014 hebben afgehandeld. Actieplan jeugdwerkloosheid Het college heeft op 2 juli 2013 ingestemd met deelname in regioverband aan het actieplan jeugdwerkloosheid. Dit actieplan wordt door een projectorganisatie voor de arbeidsmarktregio Utrecht66
Jaarrekening 2014
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
Midden uitgevoerd. In de arbeidsmarktregio zijn 1.115 jongeren begeleid naar een baan, opleiding, leerwerkplek of stage. Een deel hiervan is een eigen onderneming begonnen. Delen van het actieplan worden nog tot juli 2015 verlengd met resterende middelen. Lokaal subsidiëren we de inzet van een werkcoach, deze werkt nauw samen met het jongerenwerk. De werkcoach heeft met 51 jongeren gesprekken gevoerd en met 20 van deze jongeren is een intensief traject (meerdere gesprekken) gestart. Hiervan hebben 9 jongeren werk gevonden, en zijn 7 jongeren gestart met een opleiding. Een aantal jongeren heeft eerst werk gevonden en is later weer terug gekomen bij de Werkcoach (nb we tellen deze hernieuwde begeleiding als één traject). We zien het beeld dat voor deze jongeren de begeleiding niet ophoudt na het vinden van een baan en dat het project ‘duurzaam’ is. De jongeren werden in 2014 bij de werkcoach aangemeld via jongerenwerk (14), Kwintes (2), familie (2), zelfstandig (1) en via CJG (1).
B. Beleidskaders Gemeentelijk Jeugd in tel, Kadernota jeugd 2013-2016 “Toekomst peuterspeelzaalwerk en kinderopvang”, onderwijsachterstandenbeleid 2013-2016 en harmonisatie voorschoolse voorzieningen Handhaving en sanctiebeleid kinderopvang Utrechtse Heuvelrug 2012 Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen Verordening leerlingenvervoer Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2011-2020 Verordening voorziening huisvesting onderwijs 2011 “Onderwijs en zorg netwerken in de dorpen”, notitie Brede scholen. Overige overheidsinstanties Wet op de Kinderopvang Oké wet Wet op het primair onderwijs Wet op het voortgezet onderwijs Wet op de expertisecentra Leerplicht en Participatiewet RMC-wet Wet Passend Onderwijs
67
Jaarrekening 2014
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
C. Doelenboom
68
Jaarrekening 2014
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: Omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Werkelijke
of
2014
waarde 2014
nulwaarde
1.1 Percentage jongeren van 23 jaar dat een beroep doet op inkomensondersteuning 1.2 Percentage voortijdig schoolverlaters (voortijdig schoolverlaters zijn jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie. In de berekening wordt uitgegaan van alle 17 t/m 22 jarigen. In schooljaar 2013/2014 waren dat er 3.823, waarvan 36 zonder startkwalificatie)
E.
C(2014)
C
C
1,6% (schooljaar 2011/2012)
1,5%
0,9%
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012 1.1.1 Cito-score doelgroepkinderen eind groep 2
1.1.2 Percentage doelgroepouders dat deelneemt aan ouderparticipatie
1.2.1 Percentage GGD-handhavingsadviezen na inspectie t.o.v. aantal geregistreerde kinderopvanginstellingen 1.3.1 Percentage scholen dat adequaat conform IHP is gehuisvest.
Werkelijk
2014
2014
C
Meten wij in 2016
C
Meten wij in 2016
60%
42%
C
C
13,5%
15%
15%
1.3.3 Percentage scholen waar asbestbeheersplannen zijn
0%
20%
33%
1.4.1 Percentage leerlingen met een leerplichtdossier (uitgegaan wordt van alle leerplichtigen, kwalificatieplichtigen en bovenleerplichtigen t/m 23 jaar). In schooljaar 2013/2014 waren dat er 10.643, waarvan 362 dossiers) 1.4.2 Percentage meldingen dat leidt tot handhavingstrajecten leerplicht (van alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen zijn er 20 PV opgemaakt)
Schooljaar 2011/2012: 4,4% Schooljaar 2011/2012: 0,20% Schooljaar 2011/2012: 1,6% Schooljaar 2012-2013 12% Schooljaar 2012-2013 54,5% Schooljaar 2012-2013 33,3% C (2013)
4,4%
3,4%
0,2%
0,2%
0,6%
0,6%
12%
6,56%
54,5%
39,34%
33,3%
28,96%
C
Niet
1.3.2 Percentage leegstand in schoolgebouwen
8
1.4.3 Percentage voortijdig schoolverlaters dat naar school is teruggeleid (van alle 17 tm 22 jarigen zijn 15 leerlingen door het RMC en 7 door de werkcoach teruggeleid naar school) 1.5.1 Percentage leerlingen dat gebruik maakt van de regeling leerlingenvervoer sbo/so en zelfstandig naar school reist 1.5.2 Percentage leerlingen dat gebruik maakt van de regeling leerlingenvervoer sbo/so en gebruik maakt van de beleidsregel aangepast vervoer met bijbetaling 1.5.3 Percentage leerlingen dat gebruik maakt van de regeling leerlingenvervoer sbo/so en aangepast vervoer ontvangt 1.5.4 Percentage jongeren 6 – 23 jaar dat zich meldt bij het CJG
8
C (nog te ontwikkel en) C (nog te ontwikkel en) 70%
Begroting
C
Door het teruglopende leerlingenaantal ontstaat leegstand. Deze kunnen we niet op korte termijn terugdringen.
69
Jaarrekening 2014
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
gemeten 1.5.5 Percentage jongeren dat lichte hulp ontvangt (cijfers CJG)
C (2013)
C
Meten wij in 2016
1.5.6 Percentage jongeren 0-18 jaar dat zware hulp ontvangt
C (2015)
C
Meten wij in 2016
1.6.1 Percentage uitstroom jongeren tot 23 jaar t.o.v. instroom
C (2014)
C
Meten wij in 2016
7.2 Jeugd, spelen en speelplaatsen A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Betrokkenheid jongeren We ondersteunen de Jongerenraad Utrechtse Heuvelrug (JRUH) via jaarlijks budget. We hebben eens per kwartaal met hen overlegd. Zij hebben onder andere actief geadviseerd bij het opstellen van de nieuwe nota veiligheid. Net als in voorgaande jaren organiseerden we een jeugdgemeenteraad voor groep 7/8 leerlingen met als thema “Voedsel en Duurzaamheid”. Twee basisscholen, De Ontdekkingsreis en de Daltonschool Nicolaas, dienden winnende projecten in en voor de uitvoering daarvan hebben we een totaalbudget van € 2.500 beschikbaar gesteld. Jongerenwerk Wij subsidieerden het jeugd en jongerenwerk, zowel voor ambulant jongerenwerk als in jongerenruimtes in vijf dorpen. In 2014 hebben wij via ambulante uren jongerenwerk, jongeren gestimuleerd om hun vrije tijd actief en zinvol te besteden. Door de openstelling van de diverse jongerenruimtes en de vertrouwensband die jongerenwerkers met de jeugd opbouwen hebben zij, samen met de inzet van buurtcoaches, bijgedragen aan de afname van het aantal jeugdgroepen en jeugdoverlast (zie ook programma 2, veiligheid) De jongerenruimtes zijn in 2014 goed bezocht, het aantal activiteiten is stabiel gebleven. Ook door de inzet van buurtsportcoaches en de cultuurcoach (zie programma 9) zijn veel jongeren bereikt. Een groot aantal sportverenigingen maakt gebruik van deze functionarissen, waardoor meer jongeren in aanraking komen met (sport)activiteiten. In 2014 hebben wij tevens de speelweken in Doorn en Driebergen mogelijk gemaakt, en zijn subsidies gericht op jeugdactiviteiten aan sportverenigingen en scouting verleend. Woningen voor jongeren In de actualisatie van de woonvisie 2013 is als doel opgenomen het bevorderen van doorstroming op de lokale woningmarkt. Op de langere termijn -in 2020- is het doel voldoende aanbod van betaalbare sociale woningen voor de lage inkomens, waaronder starters op de woningmarkt. We zijn de voorbereidingen gestart voor een herziening van de huisvestingsverordening. Daarin willen we de toewijzingsregels voor sociale huurwoningen aanscherpen, ter bevordering van de doorstroming. (zie ook programma 4. wonen)
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk ‘Jeugd in Tel’, Kadernota jeugd 2013-2016 Speelruimtebeleidsplan 2009-2018.
C. Doelenboom 70
Jaarrekening 2014
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: Omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Werkelijke
of
2014
waarde 2014
nulwaarde
1.1 Percentage jongeren dat de gemeente aantrekkelijk vindt voor jongeren
E.
Enquête
50% (2012)
55%
Meten wij in 2016
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012
Begroting
Werkelijk
2014
2014
1.1.1Mate waarin jongeren zich betrokken voelen bij hun gemeente (enquete)
C
C
C
1.2.1Rapportcijfer dat jongeren geven voor veiligheid op school, thuis en op straat
7,4
7,6
Meten wij in 2016
1.3.1Percentage jongeren dat de jongerenruimtes bezoekt
15%
15%
1.3.2Percentage inwoners dat tevreden is over de mogelijkheden voor spelen in de openbare ruimte 1.3.3Percentage jongeren dat zelf activiteiten organiseert (gegevens Welnuh)
70%
60%
Nnb
4
5
Nnb
1.4.1Woonruimte voor jongeren. Zie programma 4
71
Jaarrekening 2014
F.
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
Wat heeft het gekost? (bedragen x 1.000 euro)
Omschrijving lasten/baten
Jaar-
Begroting
rekening 2013
2014
Begroting na wijziging
Jaar-
Af-
rekening
wijkingen
2014
2014
Lasten Onderwijs
1.610
1.734
1.700
1.657
43
Onderwijshuisvesting
2.608
4.650
3.202
3.204
-2
Jeugdbeleid
819
731
722
722
0
Peuterspeelzalen
107
71
47
44
3
4
3
3
3
0
Kinderopvang
284
240
246
247
-1
0,00
0,00
0,00
0,00
5.432
7.429
5.920
5.877
43
435
396
396
402
6
Onderwijshuisvesting
0
158
0
23
23
Jeugdbeleid
1
1
1
-2
-3
20
23
23
22
-1
Kinderopvang 0,00
240 0,00
245 0,00
245 0,00
245
Totaal baten
696
823
665
690
25
-4.736
-6.606
-5.255
-5.187
68
Volwasseneneducatie
Totaal lasten
0
Baten Onderwijs
Peuterspeelzalen
Resultaat
0 0 #
Onderwijs In het schooljaar 2013/2014 (kalenderjaar 2014) is in het kader van het project Alcohol en Jeugd door Welnuh voorlichting gegeven op de basisscholen. Een deel van deze kosten zijn reeds geboekt in 2013 en een deel van de kosten is gedekt vanuit het budget gezondheid. Mede hierdoor is een voordeel ontstaan op het budget subsidie basisscholen.
23 I
Het budget voor de aanschaf van een softwarepakket voor leerlingenvervoer is in 2014 niet besteed. In 2015 wordt pakket aangekocht.
20 I
Onderwijshuisvesting De renovatie van het dak van basisschool De Schakel in Leersum is voor het grootste gedeelte in 2014 uitgevoerd en wordt in het eerste kwartaal van 2015 afgerond. Hierdoor is het budget niet volledig in 2014 besteed. De schade aan scholen door vandalisme is enorm toegenomen. In totaal is € 56.780 uitgegeven aan herstel van schade door vandalisme tegen een budget van € 17.889. Dat betekent een overschrijding van € 38.891. 72
38 I
-38 I
Jaarrekening 2014
Programma 7 – Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang
Vanwege de toename van schade door vandalisme is in 2014 voor een bedrag van € 23.425 door de verzekering uitgekeerd. Diverse kleine afwijkingen
23 I 2 I
Totaal
68
73
Jaarrekening 2014
Programma 8 – Economische zaken, recreatie en toerisme
Programma 8
Programma 8 – Economische zaken, recreatie en toerisme “Utrechtse Heuvelrug biedt een prettig klimaat voor ondernemers, inwoners en bezoekers” Economische zaken, Werkgelegenheid, Recreatie, Toerisme en Deregulering
A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Ontmoetingen tussen ondernemers en gemeente Wij hebben in 2014 een aantal bijeenkomsten voor en door ondernemers georganiseerd: 22 januari: de ondernemer van het jaar verkiezing en nieuwjaarsreceptie 10 maart: de startavond Utrechtse Heuvelrug: Duurzaam Doen! 21 mei: de ‘Start, Mix en Match informatiebijeenkomst’ 30 juni: het ondernemersontbijt over onder andere de Participatiewet 10 juli: lunch over het Inkoopbeleid van de gemeente en hoe (lokale) ondernemers hier op in kunnen schrijven. Daarnaast hadden we een maandelijks spreekuur (12) en legden we circa 50 bedrijfsbezoeken af. Participatiewet Vanuit de extra formatie MO uit de Kwetsbare Gelden hebben wij 60 bedrijfsbezoeken afgelegd. Deze bezoeken hebben geleid tot 17 werkervaringsplekken. Inmiddels hebben wij op 12 van deze werkplekken een succesvolle match tussen werkplek en werknemer kunnen realiseren, op 5 beschikbare plekken is nog geen match. Het gaat hierbij om de doelgroep inwoners aan de “onderkant van de arbeidsmarkt “. Agrarische bedrijfsbezoeken Wij hebben voor de bestemmingsplannen buitengebied OMMA, Doorn en Leersum, 130 agrarische bedrijven in het buitengebied bezocht. Tijdens deze “keukentafel” gesprekken hebben wij informatie verzameld die nodig is voor het planMER. Wij hebben het bestemmingsplan en de procedure toegelicht. Aan de hand van een luchtfoto hebben wij met de agrariërs onder andere gezocht naar de ontwikkelmogelijkheden voor hun bedrijf. We hebben hun ambities en knelpunten besproken en zo nodig doorgeleid naar de rest van de organisatie. Verzoeken voor een efficiëntere bouwvlakindeling hebben wij in behandeling genomen. Bedrijfsverplaatsing Wij hebben het ingediende wijzigingsplan voor de bedrijfsverplaatsing van Hoogenraad naar de Maarsbergseweg 23-25 in Leersum beoordeeld. Dit plan hebben wij klaar gemaakt voor de start van de ter inzage legging. Op het terrein staat een gemeentelijk monument, wij hebben erop toegezien dat dit behouden blijft. Uitvoering Structuurnota Bedrijventerreinen In de ontwikkeling van het bedrijventerrein Maarsbergen, hebben wij overlegd met de betrokken partijen om te komen tot bestuurlijk draagvlak. Wij hebben op 25 september 2014 de Haalbaarheidsstudie Integrale Gebiedsvisie Maarsbergen voor vaststelling aan kunnen bieden. Wij hebben de bedrijven van het bestaande bedrijventerrein geënthousiasmeerd om een vervolg te maken met de herstructurering van het bedrijventerrein. Wij hebben bij de Raad van State het vastgestelde bestemmingsplan Bedrijventerrein Leersum verdedigd.
74
Jaarrekening 2014
Programma 8 – Economische zaken, recreatie en toerisme
Samen met de ondernemers hebben wij de projecten voor het bedrijventerrein Amerongen uitgewerkt tot het Herstructureringsplan bedrijventerrein Amerongen. Deze ontwikkelingen scheppen de mogelijkheid voor bedrijfsverplaatsingen, daardoor kunnen we de lokale bedrijven beter faciliteren. Businessplan regionale organisatie voor toerisme De regiogemeenten Renswoude, Rhenen, Soest, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woudenberg en Zeist en drie VVV’s hebben besloten samen te komen tot een nieuwe Regionaal Bureau voor Toerisme Heuvelrug en Vallei (RBT). Wij hebben gezamenlijk hiervoor plannen uitgewerkt in een ambitieus businessplan. De bedoeling is dat er per 1 april 2015 het RBT wordt opgericht. Uw raad heeft op 27 november 2014 besloten in te stemmen met dit businessplan voor het RBT. Subsidie aan de VVV t.b.v. het vormgeven van de transitie in 2015 Uw raad heeft op 27 november 2014 besloten om in 2015 een extra bijdrage van €15.000 beschikbaar te stellen aan het RBT, met als doel een goede transitie van de huidige werkzaamheden op het gebied van het lokale gastheerschap naar de nieuwe organisatie. De opheffing van de VVV UH is van start gegaan zodat per 1 april 2015 de taken bij het nieuwe RBT kunnen worden ondergebracht. Verder heeft uw raad ingestemd met het uitgangspunt de huidige budgetten voor VVV en promotie vanaf 1 april 2015 door te zetten naar de nieuwe toeristische organisatie en dit ook voor 2016 te garanderen. Uit op de Heuvelrug (en het bureau van Toerisme) In 2014 is door Gebiedscoöperatie O-gen verder uitvoering gegeven aan de marketingcampagne Uit op de Heuvelrug. Deze regionale campagne is een samenwerking van de gemeente Soest, Zeist, Utrechtse Heuvelrug, Woudenberg en Rhenen en is medegefinancierd door de provincie. Er is vooral ingezet op goede samenwerking en partnerschap met ondernemers voor de toekomst. Verdere resultaten zijn onder andere fiets- en wandelfolder, bijeenkomsten voor ondernemers etc. De campagne zal ook onder worden gebracht bij het RBT. Behouden recreatieve functie recreatieterreinen i.v.m. opheffing recreatieschap Onze gemeente is pakkettrekker voor de dagrecreatieterreinen Doornse Gat, de Zanderij, de Roode Haan en Utrechtse Baan. Dat betekent dat we belast zijn met het vinden van rechtsopvolgers voor deze terreinen als het recreatieschap per 1 januari 2018 wordt opgeheven. Hiervoor hebben wij een interne ambtelijke werkgroep gevormd. Voor het Doornse Gat hebben wij een ondernemer geselecteerd voor de toekomstige ontwikkeling, het beheer en de exploitatie om dit dagrecreatieterrein in de toekomst open te kunnen blijven stellen voor bezoekers. Ook nemen we deel aan de stuurgroep Henschotermeer omdat dit terrein voor een deel in onze gemeente ligt. De provincie is als projectleider voorts op zoek naar oplossingen voor het toekomstig beheer en onderhoud van de routes en paden in onze gemeente. Deze ontwikkelingen houden wij nauwgezet in de gaten.
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Economisch beleidsplan 2007-2020 Structuurnota Bedrijventerreinen 2010 Convenant bedrijventerreinen Zuid Oost Utrecht 2012
75
Jaarrekening 2014
Programma 8 – Economische zaken, recreatie en toerisme
C. Doelenboom
76
Jaarrekening 2014
Programma 8 – Economische zaken, recreatie en toerisme
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: Omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Werkelijke
of
2014
waarde 2014
nulwaarde
26
Top 15
2 jaarlijkse
1.1 .Positie op de ranglijst van MKB Midden Nederland
Onderzoek MKB
1.2.1. Tevredenheid over de hoeveelheid winkels in de buurt* 1.2.2. Tevredenheid over de verscheidenheid winkels in de buurt* 1.2.3. Tevredenheid over de mogelijkheden om te parkeren bij winkels* 1.3.1. Tevredenheid over de kwaliteit recreatie van de mogelijkheden** 1.3.2. Tevredenheid over de hoeveelheid recreatie mogelijkheden**
Leefbaarheidsmonitor
B
B
6,9
Leefbaarheidsmonitor
B
B
6,3
Leefbaarheidsmonitor
B
B
6,9
Leefbaarheidsmonitor
B
B
7,1
Leefbaarheidsmonitor
B
B
7.0
meting
* De indicator was eerst “Een verzorgde aankleding in de winkelomgeving, goed onderhoud en goede bereikbaarheid”. Deze indicator is aangepast op basis van de gegevens uit de leefbaarheidsmonitor. ** De indicator was eerst “Tevredenheid van onze inwoners over de recreatieve voorzieningen”. Deze indicator is aangepast op basis van gegevens uit de leefbaarheidsmonitor.
E.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012
Begroting
Werkelijk
2014
2014
1.1.1 Aantal bedrijfsbezoeken
2
12
240***
1.1.2 Aantal vastgestelde ontwikkelbestemmingsplannen bedrijventerreinen
-
1
0
1.2.1 Aantal ontmoetingen tussen ondernemers en gemeente
1
2
17
1.3.1 Percentage inwoners dat gebruik maakt van recreatieterreinen****
B
B
B
119 mln.
C
131 mln.
1.3.2 Toename van de toeristische en recreatieve bestedingen in onze gemeente
(2013) 1.4.1 Het percentage Nederlanders dat bekend is met de regio en de gemeente UH 37% (2011) 46% 46% (2012) als toeristische bestemming *** Grotendeels agrarische bedrijfsbezoeken in het kader van de bestemmingsplannen OMMA, buitengebied Driebergen en Leersum **** Percentages zijn niet meegenomen in leefbaarheidsmonitor. Wel is door provincie in het rapport “Bezoek aan Utrechtse recreatiegebieden 2012” het percentage inwoners van onze gemeente aan de verschillende recreatieterreinen ten opzichte van het totaal aantal bezoekers, in beeld gebracht.
77
Jaarrekening 2014
F.
Programma 8 – Economische zaken, recreatie en toerisme
Wat heeft het gekost? (bedragen x 1.000 euro)
Omschrijving lasten/baten
Jaar-
Begroting
rekening 2013
2014
Begroting na wijziging
Jaar-
Af-
rekening
wijkingen
2014
2014
Lasten Economische zaken
208
106
151
139
12
Recreatie en toerisme
329
247
312
304
8
158
8
Overige economische aangelegenheden
160
154
166
0,00
0,00
0,00
0,00
Totaal lasten
697
507
629
601
28
Economische zaken
121
82
126
111
-15
Recreatie en toerisme
791
734
838
844
6
Overige economische aangelegenheden 0,00
1 0,00
0 0,00
0 0,00
0
Totaal baten
912
816
964
955
-9
Resultaat
215
309
335
354
19
0
Baten
0 0 #
Recreatie en toerisme Forensenbelasting en toeristenbelasting De forensenbelasting is € 112.000 hoger en de toeristenbelasting is € 105.000 lager, omdat
7 I
het deel van de forensenbelasting dat door recreatieparken wordt geheven, binnen onze administratie nog verantwoord werd onder de opbrengst toeristenbelasting. Diverse kleine verschillen
12 I
Totaal
19
78
Jaarrekening 2014
Programma 9 – Sport, inclusief sportaccommodaties, Kunst en Cultuur
Programma 9
Programma 9 – Sport, inclusief sportaccommodaties, Kunst en Cultuur “Actieve inwoners” Dit programma omvat de vroegere deelprogramma’s: Sportstimulering Sportaccommodaties en zwembaden Kunst en cultuur Bibliotheek
A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. 1.1. inzetten van combinatiefunctionarissen sport: In 2014 oriënteerden we ons opnieuw op de combinatiefunctionarissen (inclusief buurtsportcoaches). Per 1 augustus 2014 zijn wij een subsidierelatie aangegaan met Bureau Sportimpuls, en zijn de combinatiefunctionarissen sport in dorpssportteams gaan werken. Mede door een bundeling van krachten met middelen en organisaties is het sport- en beweegaanbod vergroot. De combinatiefunctionarissen sport zijn in alle dorpen actief, en sinds de zomer van 2014 is het aantal FTE doorgegroeid van 6,2 in 2013 naar 7,1. Door het uitvoeren van een Eurofittest zijn alle scholen, zowel primair als voortgezet onderwijs, bereikt. 1.2. inzetten van combinatiefunctionarissen cultuur: In 2014 zetten we de cultuurcoach op twee manieren in. De jeugdtheaterschool Masquerade gaf op de drie middelbare scholen theaterlessen op het vlak van sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast deden we onderzoek naar de manier waarop de cultuurcoach ook in het primair onderwijs kan worden ingezet, met een link naar het lokale culturele veld. We stelden een cultuurcoach aan bij de regiobibliotheek, die op basis van de leesmonitor op scholen een koppeling maakt met het culturele veld (bijvoorbeeld een lokale dichter uitnodigen in de klas). 1.3. tennisharmonisatie en afronding sportnota De raad legde in het raadsprogramma het voornemen vast om te besluiten over de tennisharmonisatie, het laatste openstaande punt uit de sportnota. Al in 2014 heeft de gemeenteraad het harmonisatierapport tennisparken vastgesteld. Daarmee is de basis gelegd om de afspraken met de zes tennisverenigingen gelijk te trekken en vanaf 2015 meerjarig overeenkomsten aan te gaan met de verenigingen. De harmonisatie bij de overige buitensport (voetbal, korfbal, hockey) vond grotendeels in voorgaande jaren plaats. In 2014 zijn wij overeenkomsten aangegaan met de beheerstichtingen van FC Driebergen, CKV Dalto, DVSA en Hemur Enge. De stichtingen hebben het beheer van de accommodatie van de gemeente overgenomen, hebben de daardoor bestemde bruidsschat ontvangen, terwijl wij verplichtingen voor het onderhoud en vervanging van de sportvelden zijn aangegaan. Daarmee is de harmonisatie voor de buitensport afgerond. 1.4 JOGG Wij zijn in 2014 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan in het kader van het Convenant Gezond Gewicht voor het uitvoeren van het Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) project, en mogen ons sinds 2014 officieel JOGG-gemeente noemen. Met het aanstellen van een JOGG-regisseur, ingevuld door een 79
Jaarrekening 2014
Programma 9 – Sport, inclusief sportaccommodaties, Kunst en Cultuur
combinatiefunctionaris vanuit Bureau Sportimpuls, is verder invulling gegeven aan de doelstelling om gezond gedrag en beweging te stimuleren, en overgewicht bij jongeren tegen te gaan. Zie ook programma 6. 1.5 sportaccommodaties en zwembaden Gelet op de bezuinigingsdiscussie en de daaruit voortvloeiende besluiten eind 2014 heeft er nog geen gesprek met Laco plaatsgevonden over de toekomst van de overdekte zwembaden in Doorn en Driebergen. De nieuw vastgestelde financiële kaders vormen de basis voor nieuwe gesprekken met exploitant, verenigingen en sportraad in 2015. Wij zijn in 2014 een meerjarenovereenkomst met Hoenderdaal aangegaan, waarbij de bestaande jaarlijkse afspraken voor de openstelling van de sporthal voor een periode van vijf jaar zijn vastgelegd. In Maarn hebben wij een semi-waterveld aangelegd bij MHC Maarn en is een kunstgrasveld van SVMM gerenoveerd. 2.1 In 2017 is de lokale culturele structuur versterkt In december is de cultuurwebsite voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug gelanceerd. De website geeft een compleet overzicht van wat er op cultureel gebied te doen is op de Utrechtse Heuvelrug en biedt een platform voor iedereen die zijn culturele activiteiten wil promoten. Aan de website www.cultuuragendaheuvelrug.nl is ook een facebook- en twitteraccount gekoppeld. Daarnaast kunnen inwoners en andere geïnteresseerden zich inschrijven voor de digitale nieuwsbrief (in de vorm van een UITladder). Deze UIT-ladder verschijnt ook wekelijks in het Gemeentenieuws in lokale krant. 2.2 In 2017 hebben meer inwoners hun culturele talenten ontplooid Om alle basisschoolleerlingen in contact te brengen met kunst en lokale cultuur, subsidieerden we het Kunstmenu van KunstCentraal. Leerlingen komen op die manier gedurende hun lagere schoolloopbaan met meerdere facetten van kunst en cultuur in aanraking. Om talenten van de jeugd te kunnen ontplooien organiseerden we voor en door jongeren het jeugd cultuurevent Create! Tijdens deze talentjacht kregen jongeren de gelegenheid hun talenten te presenteren. Er waren 13 voorstellingen. De promotie van het Jeugdcultuurfonds staat op de agenda van 2015 2.3 In 2017 is de as cultuur, erfgoed en natuur/landschap versterkt Op verzoek van de provincie zijn in 2014 verschillende gemeenten, waaronder ook onze gemeente, gestart met het opstellen van een cultuurpact. Het cultuurpact is gericht op behoud van het cultureel erfgoed en het gezamenlijk faciliteren van culturele initiatieven. Door samen op te trekken in de uitvoering van de beide cultuurnota’s komt er meer samenhang tussen de plannen. In het cultuurpact wordt dit verder uitgewerkt in projectvoorstellen. Het pact loopt tot eind 2015. Dit omdat de provincie in 2015 nieuw cultuurbeleid gaat ontwikkelen, het gemeentelijk cultuurbeleid loopt nog tot en met 2017. Van daaruit kijken we samen met de provincie naar wat in de toekomst gezamenlijk opgepakt kan worden. Het cultuurpact wordt ondertekend op 11 maart 2015. 2.4 Het in stand houden van een laagdrempelige bibliotheekvoorziening In 2014 konden we in vijf dorpen de bibliotheekvoorziening in stand houden. Dit lukte omdat de bibliotheeklocaties kleiner werden (of in de nabije toekomst worden) en we maatschappelijke functies in dorpen gingen combineren (bijvoorbeeld bibliotheek samen met woningbouwvereniging of servicepunt/sociaal dorpsteam).
B. Beleidskaders Gemeentelijk
Sport in Beeld, beleidsnota sport 2008-2012
Nota Welzijn: Vitale Dorpen
Cultuurbeleid 2010-2013 “Participeren en Profileren”
Beleidsvisie bibliotheek 80
Jaarrekening 2014
Programma 9 – Sport, inclusief sportaccommodaties, Kunst en Cultuur
C. Doelenboom
81
Jaarrekening 2014
Programma 9 – Sport, inclusief sportaccommodaties, Kunst en Cultuur
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: Omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Werkelijke
of
2014
waarde 2014
nulwaarde 1.2
Percentage inwoners dat voldoet aan de Norm Gezond Bewegen
GGD-onderzoek
90% (jeugd 9-12, 2010)
90%
81% (jeugd 13-17, 2012) 62% (volwassene n, 2008)
85%
61%
C
Meten we in
C
Meten we in
2.2 Percentage inwoners dat actief deelneemt aan culturele activiteiten
Onderzoeksgegevens cultuuraanbieders
61% (senioren 2008) C (2013)
2.3 Percentage inwoners dat culturele activiteiten bezoekt
Onderzoeksgegevens cultuuraanbieders
C (2013)
E.
Niet gemeten
62%
Niet gemeten 61% (2012) 72% (2012)
2016 2016
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012
Begroting
Werkelijk
2014
2014
1.2.1 aantal fte combinatiefunctionarissen actief in sport
C
6,2
7,1
1.2.2 aantal fte combinatiefunctionarissen actief in cultuur
C
1
1
1.2.3 Aantal basisscholen dat samenwerkt met combinatiefunctionarissen sport
C
16
Alle
1.2.4 Aantal clinics op basisscholen (onder regie van combinatiefunctionarissen)
C
170
Nog niet bekend
1.2.5 Aantal kinderen 4-18 jaar uit minimagezinnen dat gebruik maakt van het Jeugdsportfonds 2.1.1 Aantal kinderen 4-18 jaar uit minimagezinnen dat gebruik maakt van het Jeugd cultuurfonds 2.1.2 Aantal leerlingen van 13-14 jaar dat bereikt wordt door combinatiefunctionaris cultuur 2.1 -2.3 Prestatie indicatoren worden uitgewerkt in de Cultuurnota
46
55
116
8
10
27
1.300
1.300
1270
C
C
C
175.000
175.000
176.792
2.3.1 Aantal activiteiten binnen de culturele programma’s van de cultuurhuizen
18
18
25
2.4.1 Aantal deelnemende basisscholen kunst- en cultuurmenu
21
23
Nog niet
2.2.1 Aantal bezoekers bibliotheek
bekend
82
Jaarrekening 2014
F.
Programma 9 – Sport, inclusief sportaccommodaties, Kunst en Cultuur
Wat heeft het gekost? (bedragen x 1.000 euro)
Omschrijving lasten/baten
Jaar-
Begroting
rekening 2013
2014
Begroting na wijziging
Jaar-
Af-
rekening
wijkingen
2014
2014
Lasten Sport
1.930
1.813
2.384
2.339
45
Sportacc. en zwembaden
1.931
2.000
1.777
1.769
8
373
277
276
262
14
931
0
Kunst en cultuur Bibliotheek
1.060
931
931
0,00
0,00
0,00
5.294
5.021
5.368
5.301
67
Sport
112
114
114
113
-1
Sportacc. en zwembaden
501
499
321
327
6
Kunst en cultuur 0,00
6 0,00
5 0,00
5 0,00
7
Totaal baten
619
618
440
447
7
-4.675
-4.403
-4.928
-4.854
74
0,00 Totaal lasten
0
Baten
Resultaat
2 0 #
Sport In 2012 is een terras aangelegd bij het Tenniscenter Heuvelrug in Doorn op de grond van het aangrenzend golfterrein dat in bezit is van de stichting Zwem- en Sportaccommodaties Doorn. De toename van de boekwaarde van het terras is dit jaar in de jaarrekening opgenomen als correctie op de subsidie van het exploitatie-tekort 2012 van de stichting.
33 I
Diverse kleine afwijkingen
41 I
Totaal
74
83
Jaarrekening 2014
Programma 10 – Verkeer en Vervoer
Programma 10
Programma 10 – Verkeer en Vervoer “Veilige, bereikbare en leefbare leefomgeving”
A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Een veilige, bereikbare en leefbare leefomgeving is niet iets dat je als gemeente alleen kan creëren. We kunnen als gemeente o.a. door de inrichting van de wegen en door educatie inwoners en gebruikers begeleiden in het bereiken ervan, echter het zijn wel de mensen die het in de basis zelf moeten doen. Participatie van inwoners en gebruikers tijdens de verkeersprojecten is daarom van cruciaal belang. Het draagt immers bij aan het collectieve draagvlak. Station Driebergen-Zeist De raad heeft het bestemmingsplan vastgesteld. Wij hebben het definitieve ontwerp nader uitgewerkt. Er is gestart met het opstellen van een realisatieovereenkomst voor het totaalproject inclusief afspraken over beheer, onderhoud en exploitatie van alle onderdelen. Klachten/meldingen onveilige situatie Meldingen en brieven over onveilige situaties pakken wij adequaat op. In veel gevallen is, samen met de aanvrager, de verkeerssituatie ter plekke beoordeeld. Wij hebben situaties geobjectiveerd en met de omwonenden besproken. Hierdoor is er vaker begrip voor het feit dat de verkeersveiligheid niet alleen is af te dwingen met infrastructurele maatregelen. Verkeerseducatie Wij hebben verschillende verkeerseducatieprojecten uitgevoerd. Enkele voorbeelden hiervan zijn het theoretisch/praktisch verkeersexamen, fietsvaardigheidstraining/E-bikedag, rijvaardigheidstraining jonge automobilisten, dode hoeklessen op basisscholen en Streetwise (ANWB verkeerslessen voor basisscholen). Bij de educatieprojecten richten wij ons op de categorie verkeersdeelnemers die relatief vaak bij ongevallen betrokken zijn. Zo hebben negentig ouderen de fietsvaardigheidstraining doorlopen en zij beschikken nu over kennis en vaardigheden om zich veiliger op de fiets te verplaatsen. Dorpsgericht werken in Amerongen Een aantal verkeerskundige projecten uit de dorpsagenda hebben wij uitgevoerd. Samen met het dorpsgericht werken team Amerongen is een tijdelijk voetpad gerealiseerd tussen de Groene entree en het oude dorp. Ook is onderzoek gedaan naar de beleving van de Koenestraat. Dorpsplan Maarsbergen Wij hebben overeenstemming bereikt over de financiering met de Provincie Utrecht en ProRail. Onderzoeken in het kader van grondverwerving en schadeloosstelling zijn uitgevoerd en er is een samenwerkingsovereenkomst tussen de verschillende partijen voorbereid. Duurzame mobiliteit Om duurzame mobiliteit te stimuleren, hebben wij het initiatief genomen om te komen met een gezamenlijke Zuidoost Utrecht reactie op het programma van eisen voor de nieuwe openbaar vervoerconcessie. Een start is gemaakt met een aanbestedingstraject voor het aanbrengen van extra laadpalen in de openbare ruimte. Bij de voorbereiding van reconstructies is veel aandacht besteed aan de fiets en het 84
Jaarrekening 2014
Programma 10 – Verkeer en Vervoer
openbaar vervoer. Zo komen er op de Hoofdstraat in Driebergen en de Langbroekerweg in Doorn veilige en comfortabele fietspaden en fietsoversteekplaatsen. Verkeersborden Wij zijn gestart met een opschoningsplan voor verkeersborden en bewegwijzeringborden. Na inventarisatie van alle borden is een aantal pilots bedacht en uitgevoerd. Zo zijn langs de Hoofdstraat nagenoeg alle fietsen voetpadborden verwijderd en vervangen door tegels. In Leersum is het zeer verouderde objectenbewegwijzeringssysteem verwijderd.
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Structuurvisie Groen dus vitaal Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)
C. Doelenboom
85
Jaarrekening 2014
Programma 10 – Verkeer en Vervoer
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: Omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Werkelijke
of
2014
waarde 2014
nulwaarde 1.1 Tevredenheidsscore voor de verkeersveiligheid in de leefbaarheidsmonitor neemt toe 2.1 Tevredenheidsscore voor de bereikbaarheid in de leefbaarheidsmonitor neemt toe
E.
Leefbaarheidsmonitor
6.2 (2010)
6.6
6.4
Leefbaarheidsmonitor
b
b
7.1
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012
Begroting
Werkelijk
2014
2014 5 B
1.1.1 Aantal educatieacties in een jaar
3
1.2.1 Percentage duurzaam veilig ingerichte wegen
B
Minimaal 3 B
1.3.1 Aantal schoolomgevingen verkeersveilig aangepast
2
2
1
1.4.1 Aantal verwijderde verkeersborden en bewegwijzering
0
B
± 10
2.1.1 Aantal nieuw geplaatste laadpalen voor elektrische auto’s in openbare ruimte 2.2.1 Percentage bussen dat op tijd rijdt
8
2
0
B
B
B
1.240m¹
B
0
0
1
1
2.3.1 Gerealiseerde nieuwe fietsstraten en/of vrij liggende fietspaden in strekkende meters 2.4.1 Aantal gerealiseerde fietsservicepunten per jaar
86
Jaarrekening 2014
F.
Programma 10 – Verkeer en Vervoer
Wat heeft het gekost? (bedragen x 1.000 euro)
Omschrijving lasten/baten
Jaar-
Begroting
rekening 2013
2014
Begroting na wijziging
Jaar-
Af-
rekening
wijkingen
2014
2014
Lasten Verkeer en vervoer
817
808
809
773
36
0,00
0,00
0,00
0,00
Totaal lasten
817
808
809
773
28 0,00
29 0,00
74 0,00
12
-62 0 #
28
29
74
12
-62
-789
-779
-735
-761
-26
0 36
Baten Verkeer en vervoer 0,00 Totaal baten Resultaat
Verkeer en vervoer Verkeersregelingen Diverse kleine verschillen
18 I
De realisatie van de extra openbare laadpalen stond gepland voor 2014. De verwachte kosten hiervan bedroegen €20.000 en een subsidie van €16.000. Doordat er problemen zijn ontstaan met de regionale aanbesteding is realisatie in 2014 niet meer mogelijk geweest.
4 I
Voor het onderzoek van de doorstroming van de bus is in de begroting een bedrag opgenomen van €40.000. Dit bedrag wordt volledig vergoed door de provincie Utrecht in het kader van het Verder project.
-27 I
In 2014 zijn er echter op dit project uitgaven gedaan van €26.608. Dit bedrag is nog niet in rekening gebracht bij de provincie. In 2015 wordt dit bedrag als baten alsnog verwacht. De kosten zijn hoger dan vorig jaar door een bijdrage aan de Provincie voor het verkeerslicht Hoofdstraat Driebergen (structurele verhoging van de kosten (€ 6.000) vanwege areaaluitbreiding) en hogere onderhoudskosten (€ 15.000) vanwege veroudering van enkele verkeerslichten (incidentele verhoging). Onderhoud wordt gepleegd zodat alle verkeerslichten functioneel zijn en veiligheid kan worden gewaarborgd. Structurele verhoging van het budget wordt in de eerstvolgende bestuursrapportage opgenomen.
-6 S -15 I
Totaal
-26
87
Jaarrekening 2014
Programma 11 – Openbare ruimte en Milieu
Programma 11
Programma 11 – Openbare ruimte en Milieu Goede, gezonde en duurzame leefomgeving Wegen, straten en pleinen, Openbare verlichting, Openbaar groen, Begraafplaatsen, Reiniging en Milieu
A. Welke ontwikkelingen deden zich voor Openbare Ruimte Algemene ontwikkelingen De maatschappij verandert en wij veranderen mee. De organisatie van het beheer van de openbare ruimte is daarom flink in beweging. Door het samensmelten van twee afdeling is de bedrijfsvoering sterk verbeterd. Samen met ons klantcontactcentrum hebben wij de registratie, verwerking en afhandeling van meldingen in de bedrijfsvoering ingepast. Zo leveren we goede service en beperken we onze risico’s. Bezuinigingen kerntakendiscussie De bezuinigingen van de kerntakendiscussie worden nu ook voor onze inwoners en bezoekers steeds zichtbaarder. Wij hebben de onderhoudskwaliteitsniveaus verlaagd. Hierdoor nemen de risico’s toe. De grootste risico’s zijn de vorming van achterstallig onderhoud, vermindering van de veiligheid en de toename van meldingen en claims. Wij zien deze risico’s bij al onze producten in meer of mindere mate optreden. Met name bij het onderhoud van wegen en bomen neemt het achterstallig onderhoud toe. Wij versoberen ook de inrichting. Zo zijn wij in Leersum zijn wij gestart met de vermindering van het aantal speelplaatsen en hebben wij Doorn openbaar groen omgevormd. Investeringen In de nieuwe bezuinigingsronde van 2014 hebben wij het investeringsplan herijkt. Zo hebben wij structureel bezuinigd op de kapitaallasten. Het plan is nu beter afgestemd op de beschikbare ambtelijke capaciteit. Grote rioolrenovaties op de Engweg in Driebergen en in Kom Noord in Doorn hebben wij afgerond. Andere renovatieprojecten hebben wij in voorbereiding: de Bosstraat en de Hoofdstraat te Driebergen, de Ameronger Wetering in het buitengebied tussen Amerongen en Leersum de Langbroekerweg in Doorn en Het Engelse werk in Amerongen. Ook hebben wij een project in voorbereiding om de wateroverlast in Amerongen fors te verminderen. De renovatieprojecten die wij hadden gepland op de Berkenweg en de Acacialaan in Doorn gaan niet door. Ze zijn niet meer in het investeringsplan opgenomen. Voor beide wegen is wel een bedrag beschikbaar voor onderhoud. Een bijzonder project was de omvorming van het openbaar groen in Doorn Noord. Door het openbaar groen aan te passen aan de landschappelijke structuren en natuurlijke processen meer ruimte te geven neemt de biodiversiteit toe. Bij alle investeringsprojecten hanteren wij een projectmatige aanpak met veel inbreng van bewoners. Participatie Tijdens de voorbereiding en uitvoering van de grote herinrichtingsprojecten organiseren wij informatieavonden. De wensen en knelpunten die bewoners inbrengen wegen wij integraal mee in het ontwerp en de uitvoering. Onder het motto "Samen werken aan uw gemeente" worden steeds meer bewoners of bewonersgroepen actief om hun woonomgeving te verfraaien. We hebben inmiddels bijna 100 contracten afgesloten.
88
Jaarrekening 2014
Programma 11 – Openbare ruimte en Milieu
Milieu Zwerfafval In 2014 hebben wij onder andere in Amerongen, Leersum, Maarn en Maarsbergen acties uitgevoerd tegen zwerfafval. Wij hebben hierbij bijzondere aandacht voor (jonge) vrijwilligers van lokale groene groepen, scouting, scholen, inwonersgroepen, etc. Wij faciliteren deze groepen met gereedschap en door het afval na afloop op te halen. Afvalinzameling Begin 2014 heeft de raad de Kadernota Afval vastgesteld, het beleidskader voor de afvaltaakuitvoering voor de periode 2014–2021. Wij zijn gestart met een groot deelproject: de huis-aan-huis inzameling van kunststof afval in kliko’s. Hierdoor neemt de hoeveelheid recyclebaar afval toe en het restafval af. Wij besteden veel aandacht aan communicatie. De afval app, die in 2014 operationeel werd, wordt steeds meer gebruikt en is een waardevolle bron van informatie. Op de gemeentesite heeft afval een prominente plek gekregen, en is in een nieuw jasje gestoken. Toetsen vergunningen energiezuinig bouwen We zijn gestart met het nemen van steekproeven van energieberekeningen (EPC) in aanvragen van omgevingsvergunningen. Duurzame gebiedsontwikkeling Een deel van de zeer duurzame en energiezuinige woningen van ‘De Groene Tuinen’ aan de Lange Dreef in Driebergen is opgeleverd. De sociale woningen hebben een GPR 8.6, de private woningen een GPR 8.3. Hiermee is de ambitie GPR 8 ruimschoots gehaald. We hebben het bedrijvenbestand verder geactualiseerd: welk bedrijf zit waar met welke milieucategorie. De actualisatie is nog niet afgerond. Klimaatneutrale gemeente 2035: actualisatie uitvoeringsprogramma milieu en klimaatroutekaart De actualisatie van het uitvoeringsprogramma milieu hebben we begin van het jaar opgestart maar heeft een tijd stilgelegen door gebrek aan capaciteit. Nadat in november in de begroting voor 2015 hiervoor middelen beschikbaar zijn gesteld, zijn we gestart met het werven van een projectleider. We hebben het beleid voor zonnepanelen in veldopstelling hernieuwd opgepakt. We zijn gestart met het opstellen van beleid voor energie in de ondergrond. Klimaatneutrale gemeentelijke organisatie 2015 De klimaatvoetafdruk over 2013 van de gemeentelijke organisatie is opgesteld. De ambitie van 75% klimaatneutraal is ruimschoots gehaald. Hierdoor was over 2013 geen lokale klimaatcompensatie nodig. Aanvullende maatregelen om energieverbruik te verminderen en duurzame energie zelf op te wekken blijven nodig om de doelstelling te behalen. Verduurzaming wagenpark De klimaatvoetafdruk wordt voor een belangrijk deel (39%) bepaald door het gemeentelijk wagenpark. Wij hebben de mogelijkheden voor verduurzamingen van het wagenpark en de financiële consequenties onderzocht. Hieruit blijkt dat voor een deel van het wagenpark verduurzaming met groen gas en elektrisch op natuurlijke vervangingsmomenten kan worden gerealiseerd. In veel gevallen ontbreekt nog de tank/oplaadmogelijkheid. De mogelijkheden hiervoor moeten nader worden onderzocht. Subsidie Stichting Utrechtse Heuvelrug Duurzaam Doen! Wij hebben een subsidie toegekend aan de Stichting Utrechtse Heuvelrug Duurzaam Doen!. Wij ondersteunen hiermee lokale ondernemers die het duurzaam ondernemen op de heuvelrug versterken en inwoners en bezoekers betrekken bij duurzaamheid. De subsidie is voor activiteiten zoals de ‘Sterrennacht van de Heuvelrug’, de promotie van Heuvelrug Kraanwater, de invoering van een buddysysteem voor zorgbehoevende en dementerende ouderen bij bijvoorbeeld winkel- en bankbezoek, en de invoering van Jekko afhaal- en inleverpunten en WeCyclepunten.
89
Jaarrekening 2014
Programma 11 – Openbare ruimte en Milieu
Bodemverontreiniging Doorn en Driebergen Inwoners in Doorn en Driebergen zijn geconfronteerd met een historische bodemverontreiniging afkomstig van stomerijen. Zodra dit bij ons bekend was, hebben wij bewonersavonden georganiseerd. In Doorn konden humane risico’s niet uitgesloten worden. Wij hebben daarom de crisisorganisatie opgestart. Uit voorzorg gold korte tijd in Doorn en Driebergen een kookadvies voor drinkwater. In Doorn zijn de drinkwateraansluitingen vervangen en is een aantal tijdelijke beveiligingsmaatregelen uitgevoerd. We hebben ons ingespannen om de belangen van onze inwoners en bedrijven veilig te stellen, voor een goede en zorgvuldige communicatie en een goede beoordeling van juridische risico’s. Deze inspanningen vroegen (en vragen nog steeds) een grote personele inzet. ISV geluid en ISV bodem Het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 3 (ISV-3) 2010-2014 is een nationaal subsidieprogramma dat voortvloeit uit de Wet Stedelijke Vernieuwing. De provincie is verantwoordelijk voor de uitvoering van ISV3, die liep in de periode 2010-2014. Wij hebben in 2010 subsidies aangevraagd in het kader van zowel ISV-3 bodem als ISV-3 geluid, die door de provincie zijn gehonoreerd. Beide ISV-3 trajecten zijn afgerond. Bij ISV-3 geluid ging het om een onderzoek bij 40 woningen om de gevelsanering af te ronden van woningen op de A-lijst. Vervolgens is op basis van dit onderzoek voor 18 woningen een nieuw saneringsprogramma gestart. Bij 7 van deze woningen waren geluidsisolerende voorzieningen noodzakelijk. Deze zijn aangebracht en de woningen zijn opgeleverd. Bij ISV-3 bodem gaat het om bodemonderzoek bij 14 ‘spoedlocaties’, waar is onderzocht of hier sprake is van een (potentieel) spoedeisende sanering. Uit dit onderzoek is gebleken dat hier in geen van de onderzochte spoedlocaties sprake van was. De provincie heeft inmiddels voor zowel ISV-3 bodem als ISV-3 geluid beschikkingen vastgesteld. Door middel van opname van deze verantwoording van ISV-3 bodem en ISV-3 geluid in de jaarrekening 2014 voldoen wij aan de verplichting in dit kader aan de provincie.
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Nota Kwaliteit Beheer Openbare Ruimte Milieubeleidsplan Natuurlijk Duurzaam 2009 – 2014 Beleidsregel hogere waarde Wet geluidhinder, 27 januari 2009 Nota Bodembeheer – Grondstromenbeleid Regio Zuidoost-Utrecht mei 2012 Kadernota Afval 2014-2021 Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan
90
Jaarrekening 2014
Programma 11 – Openbare ruimte en Milieu
C. Doelenboom
91
Jaarrekening 2014
Programma 11 – Openbare ruimte en Milieu
92
Jaarrekening 2014
Programma 11 – Openbare ruimte en Milieu
93
Jaarrekening 2014
Programma 11 – Openbare ruimte en Milieu
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: Omschrijving
bron
Referentie-
Streefwaarde
Werkelijke
of
2014
waarde 2014
nulwaarde
1.1 Rapportcijfers netheid van de wijk 2.1 Rapportcijfer afvalinzameling- en verwerking
Leefbaarheidsmonitor inwonersenquête
B
B
B
7,7
Niet bekend
Niet bekend
60%
60%
ODRU
B 22 (2009)
B 100
Meeting in 2015 B 120
ODRU
10 (2010)
B
13
ODRU
48 (2010)
B
26
221.999
208.000
200.070
2.513(2009)
628
460
Toelichting: De eerste enquête is in 2013 uitgevoerd. De volgende zal in 2017 plaatsvinden
3.1. % meetlocaties dat voldoet aan kwaliteitsnormen voor grondwater 3.2 Bodemkwaliteit 3.3 Luchtkwaliteit en geur: Aantal elektrische voertuigen in eigendom van inwoners en gemeentelijke partners 3.4 Aantal klachten stankoverlast / geur* (referentiewaarde = 2010) 3.5 Aantal klachten geluidsoverslast (exclusief horeca)* (referentiewaarde = 2010) 4.1 Klimaatvoetafdruk grondgebied in de gemeente in ton CO2 gebaseerd op het gemeten elektriciteit en gasgebruik (referentiewaarde = voetafdruk 2009) 5.1 Klimaatvoetafdruk van de organisatie (ton/CO2)
Stedin Energie in Beeld Twee jaarlijkse klimaatvoetafdruk
* Indicator was ‘aantal klachten over luchtkwaliteit en geur’. Deze indicator is bij de jaarrekening 2013 aangepast i.v.m. betere brongetallen. ** Prognose 2014, d.d. 9 februari 2015. Energie in Beeld.
E.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012
Begroting
Werkelijk
2014
2014
1.1.1 Aantal m² onderhouden asfalt
B
B
25.366
1.1.2 Aantal toegekende claims
B
B
35
1.2 Aantal onderhouden/gesnoeide bomen
B
B
2.278
1.3 Energiekosten openbare verlichting
C
C
188.723
1.4 Aantal gegronde klachten m.b.t. onderhoud begraafplaatsen
B
B
1
3.1 Aantal getoetste WABO vergunningen
B
B
396
3.2 Aantal ROM-adviezen
48
45
36
3.3.1 Aantal zwerfvuilacties
30
30
22
3.3.2 Aantal deelnemende klassen aan buitenlessen
69
75
41
2
35
3
4.3.1 Aantal aangeboden communicatie- en educatieprojecten op energie en klimaat 4.3.2 Aantal verzorgde trajecten ‘Heuvelrugscholen gaan voor klimaat’
12
12
12
0
5
0
5.1 Behalen Keurmerk duurzaam terreinbeheer in 2015
C
C
C
4.2.1 Aantal duurzaam bouwadviezen bij nieuwbouw
94
Jaarrekening 2014
Programma 11 – Openbare ruimte en Milieu
5.2 CO2 uitstoot gemeentelijke mobiliteit 5.3 Energieverbruik openbare verlichting (Kwh) 5.4 Aantal ton resterende CO2 gecompenseerd 6.1 Hoeveelheid ingezameld restafval in kg/inwoner 6.2 Aantal aangeboden communicatie- en educatieprojecten op afvalgebied
95
782
782
378
1,3 mln
1,3 mln
1,3 mln
0
725
0
221
215
214
7
7
7
Jaarrekening 2014
F.
Programma 11 – Openbare ruimte en Milieu
Wat heeft het gekost? (bedragen x 1.000 euro)
Omschrijving lasten/baten
Jaar-
Begroting
rekening 2013
Begroting na wijziging
Jaar-
Af-
rekening
wijkingen
2014
2014
2014
Lasten Beheer openbare ruimte
10.254
9.944
9.843
9.624
219
Milieu en duurzaamheid
9.433
8.938
9.318
9.137
181
0,00
0,00
0,00
19.687
18.882
19.161
18.761
400
Beheer openbare ruimte
1.704
1.397
1.819
1.803
-16
Milieu en duurzaamheid 0,00
8.800 0,00
8.605 0,00
8.847 0,00
8.846
Totaal baten
10.504
10.002
10.666
10.649
-17
Resultaat
-9.183
-8.880
-8.495
-8.112
383
0,00 Totaal lasten
0
Baten
-1 0 #
Beheer openbare ruimte Algemene opmerking: alle vrij besteedbare budgetten betreffende onderhoud van de openbare ruimte zijn, afgezien van onderstaand budget voor kabelleggen, volledig besteed. Wegen, straten en pleinen Kapitaallasten
53 I
Apparaatskosten
41 I
Kabels en leidingen. In 2014 zijn na afronding van aanleggen van het glasvezelnetwerk in Doorn verder geen werkzaamheden meer uitgevoerd(onderschrijding lasten €72.000). Eind 2013 zijn een aantal ontvangsten geboekt waarvan de werkzaamheden in 2014 zijn uitgevoerd (overschrijding €109.000)
-37 I
Openbaar groen/openluchtrecreatie Opbrengst verkopen groenstroken is hoger uitgevallen dan geraamd
14 I
Diverse kleine verschillen
13 I
Begraafplaatsen, algemeen Apparaatskosten
12 I
Diverse kleine verschillen
16 I
Over het belastingjaar 2014 is een meeropbrengst van € 66.000 gerealiseerd. Dit is grotendeels het gevolg van een toename in het aantal overlijdens in het 4e kwartaal. Overigens is dit een trend die ook landelijk zichtbaar was.
66 I
96
Jaarrekening 2014
Programma 11 – Openbare ruimte en Milieu
Milieu en duurzaamheid Milieu algemeen De lasten zijn € 163.000 lager dan begroot, omdat wij de overgang van de voormalig provinciale taken op het gebied van vergunningverlening, handhaving en toezicht voor een lager bedrag hebben uit laten voeren door de ODrU dan het beschikbare budget vanuit de algemene uitkering, en omdat wij nadrukkelijk hebben gestuurd op het afnemen van de uren bij de ODrU binnen het afgesloten contract, en omdat wij geen CO2 hebben gecompenseerd vanwege het halen van de doelstelling.
163 I
42 I
Diverse kleine verschillen Totaal
383
97
Jaarrekening 2014
Programma 12 – Middelen en Ondersteuning
Programma 12
Programma 12 – Middelen en Ondersteuning “Balanceren in onzekerheid” Geldleningen, Algemene uitkering, Voormalig personeel, WOZ, Vastgoed, Grondzaken
A. Welke ontwikkelingen deden zich voor. Een financieel gezonde gemeente In november 2013 heeft de gemeenteraad de begroting 2014 vastgesteld. Hoewel de begroting in meerjarig perspectief tekorten liet zien was voor het jaar 2014 sprake van een materieel sluitende begroting. De provincie bevestigde, in haar rol als toezichthouder, het beeld van een materieel sluitende begroting door de gemeente niet onder preventief toezicht te plaatsen. Wel benadrukte de provincie het belang van het tijdig opstarten van een bezuinigingsdiscussie om een duurzaam financieel evenwicht te realiseren voor het meerjarige perspectief. Nadat de resultaten van de verkiezingen bekend waren, hebben wij veel tijd en energie gestoken in het opstellen van een raadsprogramma dat kon rekenen op een breed draagvlak. Binnen de financiële werkgroep hebben raadsleden en ambtenaren de omvang van de uiteindelijke bezuinigingsopdracht voor de begroting 2015 – 2018 bepaald en werd invulling gegeven aan de toekomstig te hanteren spelregels om een duurzaam financieel gezonde gemeente te worden en te blijven. Door extra bezuinigingen van het Rijk en noodzakelijke correcties op de meerjarenbegroting moest de oorspronkelijke bezuinigingstaakstelling fors worden bijgesteld. Crowdsourcing Op basis van de uitkomsten van het raadsprogramma is een nieuw college geformeerd dat de opdracht kreeg om de gemeente duurzaam financieel gezond te maken door het aanbieden van een meerjarig sluitende begroting. Vanuit een raadsbreed aangenomen motie bij de begrotingsbehandeling kregen wij daarbij de opdracht om de inwoners van de gemeente actief te betrekken bij de invulling van de noodzakelijke bezuinigingen. Hiervoor hebben wij de methode van crowdsourcing geïntroduceerd, waarbij inwoners enerzijds eigen ideeën konden inbrengen en anderzijds d.m.v. een Begrotingswijzer keuzes konden maken uit bezuinigingsmogelijkheden die door ons zijn aangedragen. Maar liefst 322 personen hebben via de Begrotingswijzer hun voorkeur voor bezuinigingsopties aangegeven. Via de Begrotingswijzer hebben inwoners 84 ideeën ingediend om te bezuinigingen. Via andere bronnen ontvingen we nog 16 aanvullingen. In totaal zijn precies 100 ideeën ingediend. De inhoud was divers en veelal bruikbaar als bezuinigingsoptie voor een sluitende begroting op de korte en lange termijn. In totaal werden vanuit de crowdsourcing 29 ideeën direct overgenomen. Dit leverde een bedrag op van € 775.000. In 27 ideeën zat een potentiele besparingsmogelijkheid, maar moeten wij nader onderzoek doen om te weten of een werkelijke besparing mogelijk is. Een twaalftal ideeën kunnen wij betrekken bij de ontwikkeling van de toekomstvisie van de gemeente. Het totale begrotingsproces bestond uit 2 sporen. Spoor I waarin wij het bestaande beleid en de te realiseren bezuinigingstaakstelling hebben opgenomen en Spoor II waarin wij voorstellen deden voor het materieel sluitend maken van de begroting 2015 – 2018. Na een uitvoerig debat werd de begroting unaniem aangenomen door de gemeenteraad. De provincie oordeelde vervolgens dat de begroting structureel en materieel sluitend was en dat dus het repressief toezicht kon worden toegepast, zonder kanttekeningen te plaatsen.
98
Jaarrekening 2014
Programma 12 – Middelen en Ondersteuning
Ontwikkeling weerstandsvermogen. Voor de ontwikkeling van het weerstandsvermogen verwijzen wij u naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. In de nota risicomanagement is bepaald dat de weerstandscapaciteit tenminste 1 moet zijn. Op basis van de uitkomsten van de jaarrekening 2014 concluderen wij dat, ondanks de negatievere effecten van het MPG, het weerstandsvermogen nog altijd, ook na verwerking van deze verliezen, boven de vastgestelde norm van 1 blijft. Per 31 december 2014 bedraagt de stand van de algemene reserve €2.737.000 en dit vinden wij te laag voor een gemeente van onze omvang. De komende jaren staan voor ons dan ook in het teken van herstel van de reservepositie in combinatie met een reductie van de schuldenlast. Een opdracht die wij ook kregen via het raadsprogramma. In 2014 hebben wij op uw verzoek een financiële stresstest uitgevoerd en de uitkomsten daarvan gepresenteerd. Ontwikkeling lastendruk De gemiddelde lastendruk is in 2014 nagenoeg gelijk gebleven. De verhoging van de onroerendezaakbelasting (indexering) en de rioolheffing werd nagenoeg volledig gecompenseerd door een korting op de afvalstoffenheffing. De retributies waren op begrotingsbasis grotendeels kostendekkend. Door lagere inkomsten op de bouwleges (vanwege het achterblijven van het aantal vergunningaanvragen) , rijbewijzen en paspoorten (vanwege de introductie van maximumtarieven) is de kostendekkendheid van de retributies op rekeningbasis afgenomen. Grip op gemeenschappelijke regelingen Het jaar 2014 stond in het teken van grip krijgen op gemeenschappelijk regelingen. Gemeenschappelijke regelingen behoren tot het lokaal verlengde bestuur en zijn dus een verlengstuk van onze gemeente. Wij zijn enerzijds eigenaar van de gemeenschappelijke regeling maar gelijktijdig ook afnemer. Bij een dergelijke dubbelrol past een positief kritische houding ten opzichte van de gemeenschappelijke regelingen. Om meer grip te krijgen zijn in 2014 binnen onze gemeente voorbereidingen getroffen voor de introductie van “Het Leusdense Model”. Begin 2015 zijn raadsleden benoemd tot rapporteurs om de grip op de gemeenschappelijke regelingen voor de toekomst te borgen vanuit de al eerder geschetste positief kritische houding. Nota waarderen en afschrijven De huidige nota waarderen en afschrijven dateert uit 2011. In 2014 wilden wij deze actualiseren. Door alle noodzakelijke extra werkzaamheden voor het realiseren van het raadsprogramma, de crowdsourcing en de bezuinigingsopdracht resteerde er onvoldoende capaciteit om de voorgenomen actualisatie uit te voeren. Wij verwachten de actualisatie van de nota waarderen en afschrijven aan het einde van het eerste kwartaal 2015 alsnog aan voor te leggen. Reductie van het aantal financieel bestuurlijke rapportages In 2014 hebben wij het aantal financieel bestuurlijke rapportages teruggebracht van 6 naar 4, mede op aanraden van de accountant. Het uitbrengen van 6 rapportages kostte veel ambtelijke capaciteit en het is maar de vraag of we daarmee beter in control komen. Inmiddels hebben wij, in gesprek met de auditcommissie, het aantal bestuursrapportages bepaalt op 2 met een afsluitende (financiële) rapportage in het 1e kwartaal van het volgende jaar. Vastgoed en Grondzaken. Actualisatie grondexploitaties/Verbeterplan voor de bedrijfsvoering van grondexploitaties. In februari 2014 heeft u de eerste Meerjarenprognose voor grondexploitaties vastgesteld. Deze prognose richtte zich op de actieve grondexploitaties. Het uitbrengen van deze rapportage is één van de resultaten van het verbeterplan voor de bedrijfsvoering van grondexploitaties. In 2014 is gestart met een uitgebreidere versie van de Meerjarenprognose voor Grondexploitaties. In deze versie rapporteren wij ook over de Niet in Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG’s). Deze rapportage betrekken wij bij de jaarrekening 2014. In de paragraaf Grondbeleid nemen wij de cijfers op uit deze rapportage. 99
Jaarrekening 2014
Programma 12 – Middelen en Ondersteuning
Plan van aanpak opstellen uitwerking beleidsnota strategisch vastgoed en grondzaken. U heeft in 2012 beleid vastgesteld over strategisch vastgoed en ons gevraagd om dit beleid uit te voeren. De realisatie van integraal uitvoeringsbeleid is in 2014 gestart met het opstellen van een concept Visie op Vastgoed. Deze zal voor de zomer van 2015 aan u worden voorgelegd. Bouw van het nieuwe gemeentekantoor. De voorbereiding van de financiële afsluiting van het project “Nieuwbouw Gemeentekantoor” is eind 2014 afgerond. De bouwkostenspecificatie hebben wij openbaar gemaakt en wij hebben u in kennis gesteld van de financiële afwikkeling van de nieuwbouw, waarbij wij gemeld hebben dat de bouwkosten €2.800.000 minder bedragen dan de door u vastgestelde bouwkostenraming. Op 20 januari 2015 hebben wij het project afgesloten. Voor 2015 resteren nog enkele bouwkundige opleverproblemen. Afstoten/herontwikkelen van huidige gemeentekantoren en –werven. Bij het ontstaan van de gemeente Utrechtse Heuvelrug is het plan opgevat om een nieuw, centraal gelegen gemeentekantoor te realiseren. In 2009 en 2010 is een dekkingsplan opgesteld voor de nieuwbouw. In dit dekkingsplan is voorzien in de verkoop van de vrijkomende gemeentewerven en –kantoren. In februari 2014 is dit dekkingsplan en de ruimtelijke invulling van de locaties bijgesteld. Door de vastgoedcrisis stagneerde het verkoopproces. Het voormalige gemeentehuis van Leersum is verkocht. De notariële overdracht verwachten wij in het eerste kwartaal van 2015. Voor de voormalige gemeentekantoren van Amerongen en Maarn hebben wij verkooptrajecten gestart. Voor de gemeentewerven hebben wij projectopdrachten opgesteld en starten wij in 2015 met de herontwikkeling. Voor de zomer van 2015 leggen wij alternatieve ontwikkelsenario’s aan u voor. Afstoten van niet strategisch vastgoed. Ook voor deze categorie vastgoed heeft de vastgoedcrisis tot stagnatie van het verkoopproces geleid. In 2014 hebben wij toch een aantal verkooptrajecten gestart. Wij hebben 3 woningen verkocht. Dit heeft €590.000 opgeleverd. Voor 3 objecten is de verkoop gestart. Er is een voorzichtig herstel zichtbaar van de vastgoed markt.
B.
Beleidskaders
Gemeentelijk Financiële verordening gemeente Utrechtse Heuvelrug Nota lokale heffingen Nota reserves en voorzieningen Nota waarderen en afschrijven Nota weerstandsvermogen en risicomanagement Overige overheidsinstanties Wet Financiering Decentrale Overheden Toezicht kader provincie Utrecht Wet Waardering Onroerende Zaken
100
Jaarrekening 2014
Programma 12 – Middelen en Ondersteuning
C. Doelenboom
101
Jaarrekening 2014
Programma 12 – Middelen en Ondersteuning
D. Wat hebben we bereikt? Effect indicatoren: omschrijving
bron
1.1 Organisaties kunnen op elk gewenst moment inzicht geven in het gevoerde financiële beleid en hun bedrijfscultuur
2.1 Inwoners die tevreden zijn over de aanwezige voorzieningen in de dorpen in relatie tot de lokale lastendruk
E.
Leefbaarheidsmonitor
Referentieof nulwaarde
Streefwaarde 2014
Werkelijke waarde 2014
C
C
B
B
Verbonden partijen maken standaard een kadernota. Uitkomst Crowdsourcing laat zien dat inwoners eerder kiezen voor lastenverhoging dan voor een verlaging van het voorziening enniveau
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Prestatie indicatoren: 2012 1.1.1 Aantal onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid 1.1.2 Mate van provinciaal toezicht 1.2.1 Ratio weerstandscapaciteit 1.3.1 Vaststellen kaders ten behoeve van financieel toezicht op organisaties
102
1 preventief 1 of hoger -
Begroting 2014 2 repressief 1 of hoger C
Werkelijk 2014 2 repressief 1,26 Niet gerealiseerd in 2014
Jaarrekening 2014
F.
Programma 12 – Middelen en Ondersteuning
Wat heeft het gekost? (bedragen x 1.000 euro)
Omschrijving lasten/baten
Jaar-
Begroting
rekening 2013
2014
Begroting na wijziging
Jaar-
Af-
rekening
wijkingen
2014
2014
Lasten Financiën
9.564
12.386
7.907
5.846
2.061
Vastgoed / grondzaken
5.708
2.688
4.974
5.941
-967
0,00
0,00
0,00
15.272
15.074
12.881
11.787
1.094
59.355
53.999
58.257
57.342
-915
3.206 0,00
9.223 0,00
5.129 0,00
2.308
-2.821 0 #
Totaal baten
62.561
63.222
63.386
59.650
-3.736
Resultaat
47.289
48.148
50.505
47.863
-2.642
0,00 Totaal lasten
0
Baten Financiën Vastgoed / grondzaken 0,00
* Financiën is inclusief de reserves
Financiën Algemene uitkeringen Sinds 2014 krijgen gemeenten extra middelen voor de bestrijding van armoede. In 2015 herijken we het minimabeleid. Deze herijking was voorzien in 2014. Echter, door de transities zijn taken uitgesteld. Daardoor is van het beschikbare bedrag in 2014 van € 95.000 maar € 30.000 uitgegeven. Dit bedrag is ingezet voor het project De Verleiding. De uitgaven voor het project De Verleiding vallen onder programma 5.
95 I
De afrekening over oude jaren leidt tot een voordeel van € 33.000. Decembercirculaire 2013 leidt tot een voordeel van € 456.800 De decembercirculaire 2014 geeft een voordeel van € 266.000.
33 I 266 I
Stelposten Eind 2014 was het saldo onvoorzien € 70.000.
70 I
De stelpost Kerntakendiscussie valt vrij ten gunste van de niet gerealiseerde bezuiniging op de formatie V&H en VGP. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bezuinigingen. Nutsbedrijven In 2014 ontvingen we een deel van de algemene reserve GZO. In de tussenrapportage raamde deze als baat ten onrechte op dit programma.Dit had een balansmutatie moeten zijn. In de jaarrekening is dit gecorrigeerd. Daarnaast corrigeerden we de boekwaarde van "Eneco verkoop deel GZO" zodat deze aansluit op het nog niet uitgekeerde deel van de algemene reserve Gzo door Eneco. Belastingen 103
100 I
-77 I
-83 I
Jaarrekening 2014
Programma 12 – Middelen en Ondersteuning
Eind 2014 is nog een aantal belastingaanslagen opgelegd. Mede hierdoor is een hogere opbrengst OZB gebruikers en OZB eigenaren.
57 I
Saldo kostenplaatsen De loon- en overheadkosten worden op basis van geraamde uren verdeeld over onze producten. Mutaties in de loop van het jaar verzamelen we op deze begrotingspost. In de jaarrekening worden de werkelijk loon en overheadkosten verdeeld.
380 I
Mutaties Reserves Dit saldo is veroorzaakt door lagere stortingen onder andere als gevolg van het niet afsluiten van het complex Beaufortweg en het doorschuiven van de verkoop van het gemeentekantoor Leersum en door minder onttrekkingen vanwege lagere uitgaven op onder andere woonservicegebieden, dorpsgericht werken, de Napoleonschuur, de infrastructuur Allemanswaard, de sportnota en de tennisharmonisatie. Voor een toelichting op de reserves en voorzieningen verwijzen wij u naar de staat reserves en voorzieningen.
640 I
Saldo rekening na bestemming Het bedrag van € 321.000 was het voorlopig (negatief) resultaat na verwerking van de 4e bestuursrapportage. Dit bedrag maakt nu onderdeel uit va het definitieve resultaat 2014 Diverse kleine afwijkingen Vastgoed/grondzaken
-321 I -23 I
Gebouwen en gronden De lagere marktwaarde van het Oppijnen terrein is de oorzaak van het gedeeltelijk afwaarderen van de boekwaarde.
-842 I
De overdracht van het voormalig gemeentehuis Leersum is doorgeschoven naar 2015.
-545 I
Apparaatskosten vastgoed
-93 I
Kapitaallasten voormalige gemeentehuizen
-108 I
Exploitatielasten voormalige gemeentehuizen
-39 I
In 2014 zijn kosten gemaakt voor de verkoop van gemeentelijk vastgoed.
-83 I
Verliesvoorziening negatieve grondexploitaties
-984 I
De lasten zijn € 984.000 hoger dan begroot, omdat wij (aanvullende) stortingen hebben gedaan in de voorziening negatieve grondexploitaties vanwege een verslechtering van de financiële prognose van de projecten De Kolk en Engweg en de voormalige gemeentewerven Doorn en Leersum. Het negatieve eigen vermogen van de Lange Dreef c.v is voor 50% een voorziening gevormd. Plankosten voormalig gemeentewerven
-137 I 185 I
De lasten zijn € 185.000 lager dan begroot, omdat wij de planontwikkeling later opstarten vanwege een lopend onderzoek naar de mogelijkheden tot financiele optimalisatie van de plannen met deze locaties. Plan- en ontwikkelingskosten grondexploitaties
146 I
De lasten zijn € 146.000 lager dan begroot, omdat wij van een aantal plannen de geplande werkzaamheden uitvoeren zodra wij een koper voor de betreffende grond hebben gecontracteerd. Opbrengsten grondverkoop
-915 I
De baten zijn € 915.000 lager dan begroot, omdat wij geen percelen hebben verkocht van het project Oude Rijksstraatweg en wij de geplande verkoop van de grond van het project Beaufortweg deels hebben gerealiseerd terwijl gepland was het gehele perceel te verkopen. 104
Jaarrekening 2014
Programma 12 – Middelen en Ondersteuning
Mutatie boekwaarde
-477 I
De lasten zijn € 853.000 lager en de baten zijn € 1.330.000 lager dan begroot, omdat de lagere kosten en opbrengsten in de grondexploitatie projecten per saldo leidt tot een lagere mutatie van de posten 'onderhanden werk inzake grondexploitatie' en 'niet in exploitatie genomen gronden' op de balans. Particuliere bouwplannen
113 I
De lasten zijn € 477.000 hoger dan begroot, omdat wij meer interne en externe uren hebben besteed. De baten zijn € 590.000 hoger dan begroot, omdat wij meer kosten op de de initiatiefnemers kunnen verhalen dan bij de begroting door ons was ingeschat. Totaal
-2.642
105
106
Paragrafen
107
108
Jaarrekening 2014
Paragraaf lokale heffingen
Paragraaf lokale heffingen Inleiding Deze paragraaf lokale heffingen laat de cijfermatige realisatie zien van de beleidsvoornemens 2014 voor de lokale heffingen. Tevens worden de uitkomsten van het gevoerde kwijtscheldingsbeleid gepresenteerd. De lokale heffingen vormen jaarlijks een belangrijk onderdeel van onze inkomsten en zijn onderdeel van gemeentelijke beleidsvrijheid. In deze paragraaf brengen wij het totaal van alle heffingen in beeld. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in heffingen waarvan de besteding van de opbrengst vrij is (zgn. belastingen) en heffingen waarvan de besteding van de opbrengst gebonden is (zgn. rechten). In onze gemeente kennen wij de volgende heffingen: Belastingen: Onroerendezaakbelasting, hondenbelasting, toeristenbelasting, forensenbelasting en precariobelasting. Rechten: Marktgelden, afvalstoffenheffing en reinigingsrechten, rioolheffing, begraafrechten, leges en BIZ (= een heffing voor de instandhouding van een Bedrijveninvesteringzone). De heffingen zijn gelegitimeerd door vaststelling van de belastingverordeningen door de gemeenteraad. Uitgangspunten tarievenbeleid begroting 2014 – 2017 Voor het tarievenbeleid werden de volgende uitgangspunten gehanteerd: •
• •
•
•
De opbrengsten van de onroerendezaakbelasting, exclusief areaalwijziging, en de tarieven van de forensenbelasting, hondenbelasting, marktgelden, begraafrechten en precariobelasting, zijn aangepast aan de inflatie (2,5%). De opbrengst voor toeristenbelasting is verhoogd met 2%. De rioolheffing, de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten zijn in 2014, met gebruikmaking van de voor dit doel gevormde egalisatievoorziening, 100% kostendekkend. De tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn daarom in 2014 met 13,84%verlaagd ten opzichte van 2013. De tarieven voor de rioolheffing zijn, conform de uitgangspunten van het GRP, met 6,82% verhoogd. In 2014 zijn de tarieven voor leges aangepast aan de inflatie (2,5%) Voor zover sprake was van het een-op-een doorberekenen van gemaakte kosten, zijn de tarieven berekend en vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte kosten. De tarieven voor de bedrijvensinvesteringzone zijn in 2014 aangepast aan de prijsindexcijfers, reeks CPI-alle huishoudens, van het CBS.
109
Jaarrekening 2014
Paragraaf lokale heffingen
OPBRENGSTEN PER LOKALE BELASTING (bedragen x 1.000) Omschrijving heffing
2013 Jaarrekening. 8.377
2014 Begroting. 8.684
2014 Jaarrekening. 8.770
Afvalstoffenheffing
3.691
3.255
3.257
Rioolheffing
4.468
4.865
4.873
Hondenbelasting
273
279
282
Forensenbelasting
162
175
286
Toeristenbelasting
522
564
458
Precariobelasting
30
80
18
Marktgelden
60
68
62
693
707
773
Leges
1.864
1.571
1.571
Totaal
20.140
20.248
20.350
Onroerendezaakbelastingen
Begraafrechten
ONROERENDEZAAKBELASTINGEN Jaarlijks worden alle onroerende zaken binnen de gemeente voor de WOZ gewaardeerd. De peildatum voor het belastingjaar 2014 is 1 januari 2013. De gemiddelde daling van woningen binnen de gemeente bedroeg 6% ten opzichte van het voorafgaande jaar. Op basis van de bijgestelde begroting is een opbrengst geraamd van € 8.684.000. In werkelijkheid is een opbrengst gerealiseerd van € 8.770.000, een afwijking van 1%. WOZ-tijdvak 2012 2013 2014
Daling 5,0 % 4,0 % 6,0 %
In 2014 zijn 704 WOZ-bezwaarschriften ontvangen. Dit is een daling van het aantal bezwaarschriften met 32% ten opzichte van 2013. Landelijk is ook een dalende trend zichtbaar, maar deze blijft beperkt tot 30%. Het aantal bezwaarschriften is gelijk aan circa 3% van de objecten. Landelijk ligt dit percentage op 2,4%. De daling van het aantal bezwaarschriften is het gevolg van een toenemende kwaliteit van onze jaarlijkse waardering. Van de 704 WOZ- bezwaarschriften, zijn 380 bezwaarschriften gegrond verklaard en dit ligt met 53% boven het landelijke gemiddelde van 45%. Dit hogere percentage wordt veroorzaakt door het relatief geringe aantal repeterende woningbouw in onze gemeente.
110
Jaarrekening 2014
Paragraaf lokale heffingen
ONROERENDEZAAKBELASTINGEN Omschrijving Woning - eigenaar Niet-woning - eigenaar Niet-woning - gebruiker
Tarief 2014 0,1045% 0,1308%
Primair Opbrengst (x 1.000)
8.649
0,1180% Begroting 8.689
Rekening 8.770
De afwijking in de opbrengst wijkt nauwelijks af van de primaire begroting. In werkelijkheid wordt een extra opbrengst gerealiseerd van € 121.000, ofwel 1,4%. De meeropbrengst is het directe gevolg van het mindere aantal gehonoreerde bezwaarschriften. AFVALSTOFFENHEFFING / REINIGINGSRECHTEN Omschrijving Per perceel Bij meerpersoonshuishoudens Extra Gft-container Extra rest-container Bedrijven (excl. BTW)
Tarief 2014 € 135,60 € 169,56 € 57,00 € 108,12 € 198,00 Primair
Opbrengst (x 1.000)
Begroting 3.110
Rekening 3.255
3.257
In de primaire begroting is uitgegaan van een opbrengst van € 3.110.000. In de hoogte van de opbrengst werd rekening gehouden met een teruggave van afvalstoffenheffing aan onze inwoners over eerdere jaren van € 892.000,00. In eerdere bestuursrapportages werd al gemeld dat een hogere opbrengst gerealiseerd werd vanwege het uitvoeren van een leegstandscontrole. Deze verwachte extra opbrengst is in 2014 volledig gerealiseerd. RIOOLHEFFING Omschrijving Per perceel Bij meerpersoonshuishoudens Bedrijven, volgens specifieke tarieventabel
Tarief 2014 € 187,92 € 234,96
Primair Opbrengst (x 1.000)
Begroting 4.740
Rekening 4.865
4.873
Een controle op de leegstand van voornamelijk bedrijfsruimten heeft geresulteerd in een meeropbrengst van € 133.000,00.
111
Jaarrekening 2014
Paragraaf lokale heffingen
HONDENBELASTING Omschrijving 1e hond 2e hond Elke volgende hond Kennel
Tarief 2014 € 68,28 € 114,00 € 153,48 € 430,32 Primair
Opbrengst (x 1.000)
Begroting 279
Rekening 279
282
Ook in 2014 is weer een controle op de aanwezigheid van honden uitgevoerd bij 1/3 van het aantal aanwezige woningen in onze gemeente. De gerealiseerde opbrengst is volledig in overeenstemming met de raming. FORENSENBELASTING Omschrijving Bij een waarde tot € 20.000 Bij een waarde vanaf € 20.000
Tarief 2014 € 129,77 € 226,28 Primair
Opbrengst (x 1.000)
Begroting 200
Rekening 175
286
TOERISTENBELASTING Omschrijving Per overnachting
Tarief 2014 € 0,67 Primair
Opbrengst (x 1.000)
Begroting 534
Rekening 564
458
De totale raming voor de forensen en toeristenbelasting bedraagt € 175.000 + € 564.000 = € 739.000. In werkelijkheid bedraagt de opbrengst € 744.000, een marginale afwijking van € 5.000. Administratief is bij de jaarrekening 2014 nog een correctie doorgevoerd omdat het deel van de forensenbelasting dat door recreatieparken wordt geheven, binnen onze administratie nog verantwoord werd onder de opbrengst toeristenbelasting.
112
Jaarrekening 2014
Paragraaf lokale heffingen
MARKTGELDEN De afwijking van € 6.000,00 wordt veroorzaakt door een afname van het aantal marktkramen op de diverse markten. KWIJTSCHELDING Kwijtschelding Afvalstoffenheffing Rioolheffing Hondenbelasting
Primair
Begroting € 125.000 € 110.000 € 5.000
Rekening € 139.000 € 155.000 € 11.000
€ 112.000 € 156.000 € 11.000
In de 4e bestuursrapportage is rekening gehouden met een toename in het aantal verzoeken tot kwijtschelding van afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. In werkelijkheid is voor een bedrag van € 27.000,00 minder kwijtschelding verleend voor afvalstoffenheffing. Toch adviseren wij u rekening te houden met een toename van het aantal verzoeken voor het belastingjaar 2015 als gevolg van de tariefstijging voor afvalstoffenheffing. BEGRAAFRECHTEN Over het belastingjaar 2014 is een meeropbrengst van € 66.000,00. Dit is grotendeels het gevolg van een toename in het aantal overlijdens in het 4 e kwartaal. Overigens is dit een trend die ook landelijk zichtbaar was. PRECARIOBELASTING De opbrengst precariobelasting blijft achter, mede als gevolg van minder bouwactiviteiten. Het college overweegt vanwege het achterblijven van de opbrengst, de precariobelasting uitsluitend te beperken tot een precarioheffing op kabels en leidingen. BEDRIJVENINVESTERINGSZONE De opbrengst van de BIZ-gelden verloopt budgettair neutraal. Na een evaluatie van de BIZ regeling, is overeengekomen met de Vereniging Ondernemersfonds Centrum Doorn (VOCD) om, met ingang van het kalenderjaar 2015, een bedrag van € 1.785 per jaar aan perceptiekosten door te rekenen aan de VOCD, Dit bedrag is gebaseerd op een landelijk gemiddelde van 4% van de totale BIZ opbrengst.
113
Jaarrekening 2014
Paragraaf lokale heffingen
LEGES Ter waarborging van het huidige niveau van de dienstverlening zijn de tarieven voor leges in 2014 verhoogd met 2,5%. Verder zijn de tarieven aangepast aan de werkelijke kosten, indien er sprake was van het een-opeen doorberekenen van kosten. De feitelijke gerealiseerde opbrengsten laten het volgende beeld zien.
Leges Algemeen Burgerlijke stand GBA Reisdocumenten Rijbewijzen Bouwleges APV Verklaring Gedrag Totaal
Primair
Begroting 129 24 39 439 229 1.603 5 37 2.505
102 24 22 535 157 689 5 37 1.571
(bedragen x 1.000) Rekening 104 16 21 555 162 661 18 34 1.571
Het totaal van de gerealiseerde legesopbrengsten wijkt nauwelijks af van de 4e bestuursrapportage. Gedurende het jaar 2014 zijn vooral de leges omgevingsvergunningen fors verlaagd (zie programma 3.1).
114
Jaarrekening 2014
Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. 1. Inleiding Op grond van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten) kan het weerstandsvermogen worden gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente om (niet) structurele financiële risico’s op te vangen zonder dat het gevolgen heeft voor de uitvoering van de dagelijkse taken”. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door een relatie te leggen tussen de weerstandscapaciteit (= de middelen die beschikbaar zijn om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s die de gemeente loopt, waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd.
2. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's, de daarbij benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven. Risico's:
Weerstandscapaciteit :
Bedrijfsproces Financieel Imago / politiek Informatie / strategie Juridisch / aansprakelijkheid Letsel / Veiligheid Materieel Milieu Personeel /Arbo Product
Algemene reserve (vrij aanwendbaar) Bestemmingsreserves (niet beklemd) Begrotingsruimte Onbenutte belastingcapaciteit Onvoorzien incidenteel Stille reserves
Weerstandsvermogen
2.1. Berekening weerstandscapaciteit De Kadernota Weerstandsvermogen en risicomanagement bepaalt dat de gemeentelijke weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de Algemene Reserve vrij aanwendbaar, de bestemmingsreserves waarvoor geen verplichtingen zijn aangegaan, de begrotingsruimte, de onbenutte belastingcapaciteit, de stelpost onvoorzien en eventuele stille reserves. (bedragen x € 1.000) Tabel 1: Berekening weerstandscapaciteit 2014 begroting 2014
Algemene reserve (vrij aanwendbaar) Bestemmingsreserve Onvoorziene uitgaven Onbenutte belastingcapaciteit Totale weerstandscapaciteit
jaarrekening 2014
inclusief exclusief bestemmingsreserves bestemmingsreserves 2.482 2.737 2.737 11.084 11.711 0 121 69 69 4.006 4.006 4.006 17.693 18.523 6.812 115
Jaarrekening 2014
Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
2.2 Omvang van het weerstandsvermogen De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voor 2014 voortvloeit bedraagt € 5.405.769. Indien dit bedrag wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit op 31 december 2014 ontstaat het volgende beeld. (bedragen x € 1.000) Tabel 2: Berekening benodigde weerstandscapaciteit Beschikbare weerstandcapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit Ratio weerstandscapaciteit
6.812 5.406 1,26
Uit onderstaande normtabel blijkt dat onze ratio op grond van in de Kadernota Weerstandsvermogen en Risicomanagement opgenomen normering voldoende is. Tabel 3: Weerstandsnorm Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio >2.0 1.4-2.0 1.0-1.4 0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
Betekenis Uitstekend ruim voldoende Voldoende Matig onvoldoende ruim onvoldoende
3. Benodigde weerstandscapaciteit a. Risico’s De benodigde weerstandscapaciteit wordt berekend op basis van de belangrijkste financiële risico’s. (bedragen x € 1.000) Tabel 4: Belangrijkste financiële risico’s Gevolgen Kans Maximaal financieel gevolg Invloed Nr. Risico 1. Transities Jeugdzorg, Financieel/imago en 30% max. 4.200 25,13% Wmo en participatie dienstverlening 2. Lagere opbrengsten Financiële schade/ 30% max. 3.600 12,02% verkopen perceel grond vermogensschade (rechtsgeding) 3. Begrotingstekorten Financiële schade/ 70% max. 800 9,39% gemeenschappelijke imagoschade (kan regelingen regionaal worden) 4. De grondexploitatie Financiële schade 30% max. 1.500 6,65% verslechterd i.v.m. afzetrisico 5. Ontvlechting Financiële schade 30% max. € 800 4,68% gemeenteschappelijke (bijdrage afkoopsom regeling Recreatieschap opheffing GR) UHVK 6. Bosbranden en Financiële schade, 10% max. 2.500 4,28% wateroverlast door (herstelwerkzaamextreem weer heden, schadeclaims derden en inkomstenderving 7. Weigering Financiële 10% max. €2.000 3,36% 116
Jaarrekening 2014
8.
9.
bedrijfsverplaatsing Bevolkingskrimp
Aanwijzing gemeentelijk monument
10. Stijging rentepercentage Overige risico’s Totale omvang risico's:
Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
schade/imagoschade Financiële schade (lagere uitkering gemeentefonds) Financiële schade (compensatie waardedaling) Financiële schade
50%
max. 400
3,36%
30%
max. 250
2,20%
30%
max. 400 7.593 24.043
2,01%
a. Risico’s die zijn vervallen of verlaagd ten opzichte van de begroting 2014 Als gevolg van rechterlijke uitspraken zijn de risico’s van enkele claims lager gewaardeerd. Een groot risico betreffende een claim van Bouwbedrijf Heijmans m.b.t. aansprakelijkheidsstelling op basis van bestuurlijke besluitvorming is vervallen door het afzien van hoger beroep van Heijmans, nadat de Rechtbank Midden-Nederland de gemeente geheel in het gelijk heeft gesteld. De voorbereiding van deze zaak kwam tot stand door een intensieve samenwerking tussen raad, college, ambtelijke organisatie en de huisadvocaat. Door afwaardering van het vastgoed in de jaarrekening 2014 is het risico van te hoge boekwaarde vervallen. De risico’s op grondexploitaties zijn geactualiseerd. Genomen maatregelen met betrekking tot de basisregistratie hebben er toe geleid dat dit risico zich niet meer voordoet. De gevolgen van de woningwaardering op basis van de BAG gegevens zijn verwerkt in de berekening van de algemene uitkering. Daarmee is dit risico vervallen. De risico’s van het doorvoeren van forse bezuinigingen op het participatiebudget en niet kunnen investeren in re-integratie instrumenten zijn opgenomen onder het nieuw opgevoerde risico transities Jeugdzorg, Wmo en participatie. De risicokorting op de algemene uitkering is vervallen door de berekening te baseren op te verwachten ontwikkelingen. a. Nieuwe of verhoogde risico’s Basis uitgangspunt bij de transities in het sociale domein is dat deze budgetneutraal verlopen. Nog steeds is er echter geen volledige duidelijkheid over de op termijn beschikbaar komende budgetten. Ook ontbreekt nog voldoende inzicht op de verwachte aanspraken op de beschikbare middelen. Reden om het risico transities Jeugdzorg, Wmo en participatie op te voeren met een risicopercentage van 30%. De mogelijke financiële gevolgen van de opheffing van het recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Kromme Rijn en Vallei gebied (UHKV). De voorziening voor mogelijk oninbare vorderingen bedraagt € 1.279.407. Voor dit bedrag lopen wij geen toekomstig risico meer.
117
Jaarrekening 2014
Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
b. Risicosimulatie Op basis van de bovenstaande risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. Daarbij wordt een inschatting gemaakt van de kans en de verwachting dat een risico zich voor zal doen. Deze analyse heeft voor de bovengenoemde risico’s de volgende tabel als uitkomst. (bedragen x € 1.000) Tabel 5: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75% 80% 85% 90% 95%
Bedrag € 912 € 1.146 € 1.330 € 1.491 € 1.648 € 1.806 € 1.973 € 2.153 € 2.352 € 2.565 € 2.803 € 3.069 € 3.354 € 3.676 € 4.029 € 4.432 € 4.869 € 5.406 € 6.196
In de kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement is afgesproken dat 90% van alle risico’s kunnen worden afgedekt. Uit tabel 5 blijkt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 5.406.000 (benodigde weerstandscapaciteit. Toelichting verstrekte garantstellingen Via een motie heeft u ons in de raad van 6 november 2014 verzocht inzicht te geven in de som van de garanties die door de Gemeente Utrechtse Heuvelrug zijn afgegeven en het financieel risico dat hiermee wordt gelopen. Daarnaast moet de reden van de garantstelling duidelijk zijn en moet worden onderbouwd hoe de riskante garanties en daarmee samenhangende risico’s kunnen worden afgebouwd. Garantstellingen De leningen die wij gegarandeerd hebben zijn in alle gevallen leningen die verstrekt worden voor de verwezenlijking van een maatschappelijk doel. Concreet betekent dit geldverstrekkingen aan woningbouwverenigingen voor de realisatie van (sociale) huurwoningen of aan sportverenigingen voor de bouw van een onderkomen. Voor de garantstellingen aan particulieren geldt dat deze in het verleden verstrekt zijn om de mogelijkheden voor inwoners op de woningmarkt te vergroten. Dit is een sterfhuisconstructie, er worden geen nieuwe garantstellingen aan particulieren verstrekt. Het totaal van de gegarandeerde geldleningen bedraagt € 184.734.320. Onderscheid wordt gemaakt in leningen waarbij de gemeente primair garantsteller is, secundair garantsteller/ achtervang en particuliere leningen waarvoor de gemeente eveneens primaire garantsteller is. 118
Jaarrekening 2014
Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
Onderstaand overzicht biedt inzicht in de verstrekte garantstellingen. Omschrijving Gemeente als eerste borgstelling Gemeente als achtervang Particuliere Leningen Totaal
Bedrag per 31-12-2014 € 31.856.642 € 147.909.735 € 4.967.943 € 184.734.320
Risico Laag Laag Laag
In alle gevallen is het risico op de garantstellingen laag. Gemeente als eerste garantsteller De leningen waarvoor de gemeente als eerste garantsteller optreedt zijn verstrekt aan de C.V. Lange Dreef voor 14,3 miljoen. De overige leningen zijn verstrekt aan woningbouwvereniging Amerongen met betrekking tot MFC Allemanswaard (6,9 miljoen), Stichting Sportaccomodaties Hoenderdaal (4,9 miljoen), het golfterrein Doorn(1,9 miljoen) en aan (sport)verenigingen. Gemeente als achtervang Bij de garantstellingen waarbij de gemeente als achtervang dient treed het Waarborgfonds Sociale Woningbouw op als eerste garantsteller. Dit betekent dus voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug een te verwaarlozen risico. Particuliere leningen Voor de particuliere leningen geldt dat sprake is van een sterfhuisconstructie, wat betekent dat de omvang van garantstelling alleen nog maar afneemt. In het geval van de particuliere leningen betreft het hypotheekverstrekkingen op een eerste hypotheek op woningen waarop een overwaarde zat. De gemeente heeft het recht van hypotheek wanneer de hypotheekontvanger niet aan haar verplichtingen kan voldoen en er aanspraak wordt gedaan op de garantstelling. Afbouwen garanties Het afbouwen van de riskante garanties en daarmee samenhangende risico’s is geen wenselijk scenario. Dit zou alleen kunnen wanneer de gemeente Utrechtse Heuvelrug de schuld van de geldverstrekker overneemt. Hiermee wordt de gemeente in alle gevallen primair verantwoordelijk en risicodragend voor de gegarandeerde geldleningen. De enige maatregel die de gemeente kan treffen is het verzorgen van voldoende weerstandscapaciteit om de garantstellingen te kunnen waarborgen. Door dit onderdeel te maken van de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheer wordt daarop ingespeeld.
119
Jaarrekening 2014
Paragraaf financiering
Paragraaf financiering. 1. Algemeen De basis voor de paragraaf financiering ligt in de wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO). Deze wet is er op gericht om een solide financieringswijze te bevorderen en de renterisico’s te beheersen. Het wettelijk kader is verder uitgewerkt in het treasurystatuut (vastgesteld in 2011). Hierin staan de doelstellingen, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en administratieve organisatie rond het beheer op de financiële stromen op korte en lange termijn. Door de kredietcrisis, de geëvalueerde Wet financiering decentrale overheden en de ministeriële regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO) en de ontwikkelingen op de Europese geld- en kapitaalmarkt is de aandacht voor de gemeentelijke treasuryfunctie aanzienlijk toegenomen. 2. Beleid Het aantrekken en verstrekken van geld brengt risico’s met zich mee. Het uitvoeren van de treasuryfunctie is erop gericht om deze risico’s te beperken. Bij de uitvoering van het wettelijk kader zijn twee hoofdlijnen te definiëren: 1. De gemeentelijke financiering wordt beperkt tot de publieke taak. 2. De uitvoering van beleid gebeurt doordacht en daarmee worden risico’s tot een minimum beperkt. In 2014 zijn we daarbij uitgegaan van de volgende normen: Renterisiconorm € 18.086.000 Kasgeldlimiet € 7.686.000 Financieringstekort € 46.351.000 3.
Risicoprofiel
3.1. Algemeen Bij het verplicht gestelde risicoprofiel wordt onder risico’s verstaan: renterisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico, koersrisico, debiteurenrisico en -voor zover aanwezig- valutarisico. Voor onze gemeente gaat het vooral om het renterisico en het liquiditeitsrisico. Bij het renterisico speelt de verwachte ontwikkeling van rentepercentages in de markt, de zogenaamde rentevisie, uiteraard een belangrijke rol. 3.2. Rentevisie De rentevisie is gebaseerd op de medio 2014 door de Bank Nederlandse Gemeenten afgegeven visie. De Europese Centrale Bank (ECB) blijft een ruim monetair beleid voeren en maakte medio 2014 bekend dat het euribortarief, het belangrijkste rentetarief in de eurozone, op 0,5 procent blijft gehandhaafd. Voor de eurozone wordt voor 2014 een bescheiden economisch herstel verwacht. Uitgegaan wordt van een groei van het bruto binnenlands product (bbp) met 1,0 %. Voor Nederland wordt een groei verwacht van 1,6%. De rentetarieven voor de lange termijn zullen onder invloed van het verwachte licht economische herstel enigszins oplopen. De rente voor kort geld (3 maands) was geraamd op 0,25% en voor een langlopende lening (10 jarige staatslening) op 2,0%. Voor de opstelling van de begroting gingen wij uit van de volgende percentages: - rente investeringen (staat vaste activa) 3,2 % - rente investeringsplan (nieuwe investeringen) 3,3 % - toegerekende bespaarde rente reserves en voorzieningen 3,3 % 3.3. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is de in de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) neergelegde limiet voor de toegestane omvang van de netto vlottende schuld. Als deze limiet wordt overschreden kan de gemeente verplicht worden om een langlopende lening aan te trekken.
120
Jaarrekening 2014
Paragraaf financiering
De limiet wordt berekend op basis van een percentage van het begrotingstotaal. Sinds enige jaren is dat percentage vastgesteld op 8½. De kasgeldlimiet voor 2014 op basis van het begrotingstotaal ( € 90.429.000) bedroeg € 7.686.000. Gedurende 2014 hebben wij met de kasgeldlimiet voldaan aan de bepalingen van de wet Fido. 3.4. Renterisico(norm) Het renterisico is het risico, dat de gemeente loopt in verband met contractueel overeengekomen wijzigingen van rentepercentages van aangetrokken en uitgezette langlopende leningen. In de Wet Fido is bepaald dat het renterisico dat op de vaste schuld wordt gelopen, de zogenaamde renterisiconorm, niet mag overschrijden. Sinds 1 januari 2009 bedraagt deze norm 20% van het begrotingstotaal. Voor 2014 bedroeg de jaarrekening totaal afgerond € 88.054.000 zodat de renterisiconorm voor dat jaar kan worden berekend op afgerond € 17.768.000. In 2014 vond er voor één opgenomen geldlening een herziening van het rentepercentage plaats. In onderstaand overzicht wordt de ontwikkeling van de renterisiconorm voor het jaar 2014 weergegeven. De ruimte op de renterisiconorm is daarmee lager dan begroot, maar de renterisiconorm wordt niet overschreden. bedragen x € 1.000 Omschrijving
2014 Begroot
Jaarrekening
Renteherziening op vaste schuld o/g
2.250
2.250
Renteherziening op vaste schuld u/g
0
0
Netto renteherziening op vaste schuld
2.250
2.250
Te betalen aflossingen
12.200
12.575
Renterisico op vaste schuld
14.450
14.825
90.429
88.842
20%
20%
18.086
17.768
Renterisiconorm
18.086
17.768
Renterisico op vaste schuld
14.450
14.825
Ruimte(+)/ Overschrijding(-)
3.636
2.943
Renterisiconorm Begrotingstotaal Ministeriële regeling vastgestelde % Renterisiconorm Toets renterisico
3.5. Kort geld ten opzichte van lang geld De rente voor kortlopende leningen is bij een normale rentestructuur lager dan die voor langlopende leningen, ook nu was dat het geval. Ons beleid was er daarom op gericht om, binnen de wettelijke kaders, via kortlopende leningen in de financieringsbehoefte van onze gemeente te voorzien.
3.6. Mogelijkheden voor vervroegde aflossing De huidige langlopende leningen gaven geen ruimte voor vervroegde aflossing.
121
Jaarrekening 2014
4.
Paragraaf financiering
Kredietrisico
4.1 Algemeen Het kredietrisico betreft de risico’s bij de uitgezette leningen, de beleggingen en de garanties en deelnemingen. Hierna gaan wij per onderdeel in op de stand van zaken. 4.2 Uitgezette leningen De aan de woningbouwvereniging verstrekte geldleningen zijn nagenoeg allemaal via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) gegarandeerd en hebben geen kredietrisico. De gemeente fungeert hierbij alleen als achtervang (achterborgstelling). Daarnaast is een geldlening verstrekt aan de Stichting Bouw en Beheer Clubhuis Shinty te Driebergen-Rijsenburg en de Stichting LOHC Radio 90 FM. Het totale schuldrestant per 31 december 2014 van deze verstrekte geldleningen bedraagt € 42.430. Daarnaast is een geldlening uitgezet bij de NV. Bank Nederlandse Gemeenten. Het saldo op 31 december 2014 bedraagt € 4.023.520. Op basis van een voormalige regeling is een drietal hypothecaire geldleningen verstrekt aan medewerkers van onze gemeente. Het restantsaldo hiervan is op 31 december 2014 € 335.110. Aan Vitens is in 2008 een achtergestelde lening verstrekt, waarvan het restantsaldo per 31 januari 2014 bedraagt € 234.000. 4.3 Beleggingen Het totale bedrag dat de gemeente heeft belegd in aandelen en andere waardepapieren bedraagt afgerond € 650.000. Dat bedrag is als volgt opgebouwd: Afgerond op € 1.000 Omschrijving Aandelen Bank Nederlandse Gemeenten Aandelen Bronwaterleiding Doorn *) Aandelen Vitens *)
Aantal aandelen
Nominaal bedrag per aandeel
Totale belegging
201.669
2,50
504.000
56
227,00
13.000
36.554
1,00
37.000
Inschrijving Grootboek Nationale Schuld Deelname Lange Dreef BV Deelname Utr.Heuvelrug Commandiet BV
69.000 9.000 18.000
Totaal 650.000 *) De hier vermelde gegevens over de aandelen hebben betrekking op de situatie van vóór de voorgenomen fusie tussen de n.v. Bronwaterleiding “Doorn” en Vitens. 4.4 Garanties en deelnemingen De gemeente staat garant voor diverse door sociaal-maatschappelijke instellingen afgesloten geldleningen. De laatste beoordeling daarvan en de waardering van de deelnemingen heeft plaatsgevonden bij het jaarverslag 2014. Daarbij zijn geen bijzonderheden geconstateerd. Voor een overzicht van de deelnemingen verwijzen wij naar de paragraaf “Verbonden partijen”. 5.
Financieringspositie
5.1. Algemeen In dit onderdeel gaan wij in op de financieringspositie gedurende het rekeningjaar 2014. Daarbij wordt inzicht gegeven in: - de geraamde en de werkelijke financieringspositie per 1 januari en 31 december 2014; - de berekening van de liquiditeitspositie over 2014; - de rentelasten en rentebaten aan de financieringsfunctie; - de stand van de geldleningen per 1 januari en 31 december 2014. 5.2. Financieringspositie De financieringspositie per 1 januari en 31 december 2014 is in het onderstaande overzicht weergegeven. 122
Jaarrekening 2014
Paragraaf financiering
Bedragen in € x 1.000 Omschrijving
1-1-2014 Begroot
31-12-2014
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
Geïnvesteerd kapitaal Boekwaarde geactiveerde investeringen
184.038
164.405
181.482
162.964
108.294
113.991
95.835
101.416
29.392
32.661
32.450
29.118
Totaal financieringsmiddelen
137.686
146.652
128.285
130.534
Geraamd financieringstekort
46.352
17.753
53.197
32.430
Beschikbare financieringsmiddelen a. opgenomen langlopende geldleningen b. eigen financieringsmiddelen
5.3. Berekening liquiditeitspositie (over- c.q. onderschrijding kasgeldlimiet) In 2014 hebben we gewerkt aan een goed en betrouwbaar liquiditeitenbeheer door het opstellen van een liquiditeitenplanning. De kwartaalberekening over de liquiditeitspositie van onze gemeente over 2014 waren als volgt: Bedragen in x € 1.000
Omschrijving
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
(1) Toegestane kasgeldlimiet in procenten
8,50%
8,50%
8,50%
8,50%
7.686
7.686
7.686
7.686
opgenomen gelden <1 jaar
14.100
6.333
8.667
16.167
schuld in rekening-courant
2.056
2.203
1.990
3.792
0
0
0
0
in bedrag (8½% van € 90.429.000) (2) Omvang vlottende schuld
gestorte gelden door derden <1 jaar overige geldleningen niet zijnde vaste schuld totaal omvang gemidd. vlottende schuld
0
0
0
0
16.156
8.536
10.656
19.958
(3) Vlottende middelen contante gelden in kas tegoeden in rekening courant overige uitstaande gelden <1 jaar totaal omvang gemidd. vlottende middelen
5
3
2
4
742
1.900
369
158
0
0
0
0
747
1.903
370
162
15.409
6.633
10.286
19.797
7.686
7.686
7.686
7.686
-7.723
1.053
-2.599
-12.110
Toets kasgeldlimiet (4) Totaal netto gemidd. vlottende schuld (2) - (3) Toegestane kasgeldlimiet (1) Ruimte (+) / Overschrijding (-); (1) - (4)
123
Jaarrekening 2014
Paragraaf financiering
Begin 2014 is het schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent voor de gemeenten dat overtollige tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Het doel hiervan is om de staatschuld te laten dalen, doordat de Nederlandse staat geen geld hoeft aan te trekken op de financiële markten. Voor de overtollige gelden is een drempelbedrag vastgesteld per gemeente. In het volgende overzicht is de berekening van het drempelbedrag in 2014 in beeld gebracht. In 2014 is voor onze gemeente geen sprake geweest van overtollige gelden. (bedragen x € 1.000) Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren Verslagjaar
2014
1.
Drempelbedrag
675
2.
Kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijkschatkist aangehouden middelen
Kwartaal 1
3a =
(1)>(2)
3b =
(2)>(1)
Begrotingstotaal 4a verslagjaar 4b Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan 500 miljoen 4c Het deel van het begrotingstotaal dat 500 miljoen te boven gaat. (1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van € 25.000 5a Som van de per dag buiten 's Rijksschatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) 5b Dagen in het kwartaal 2 - 5a / 5b Kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijksschatkist aangehouden middelen
Kwartaal 2 66
Kwartaal 3
Kwartaal 4
1.256
609
-
-
581
5
16
670
659
-
-
90.000
90.000
-
675
5.895
114.266
90
437
91
66
1.256
124
92 5
1.426
92 16
Jaarrekening 2014
Paragraaf financiering
5.4 De rentelasten en rentebaten van de financieringsfunctie Hieronder zijn de in 2014 geraamde rentelasten en -baten van de financieringsfunctie weergegeven. Bedragen x € 1.000 Omschrijving
Primaire Begroting
Begroting na wijzing
Werkelijk
Rentelasten Rente opgenomen langlopende leningen Rente eigen reserves en voorzieningen Rente geraamd financieringstekort betalingsverkeer)
(incl.
3.649
4.061
4.035
990
1.074
1.074
1.411
5
8
6.050
5.140
5.117
764
764
729
5.285
4.376
4.388
165.858
165.858
145.172
kosten
Totale rentelasten Af: Buiten de renteomslag te houden rente Totaal netto rentelasten te betrekken in de renteomslag Omslagkapitaal (totale boekwaarde in de omslag) Renteomslag percentage
3,2%
3,0%
5.5 Stand geldleningen 2014 In het volgend overzicht hebben wij het restantsaldo van de geldleningen per 1 januari en 31 december 2014 weergegeven. Bedragen x € 1.000 Omschrijving
Opgenomen leningen Begroot
Uitgezette leningen
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
Stand 1 januari 2014
*98.991
*113.991
14.126
14.586
Te betalen / ontvangen aflossingen
-12.200
-12.575
-301
-306
Stand 31 december 2014
86.791
101.416
13.825
14.280
Te betalen / te ontvangen rente
3.288
*4.036
562
551
Gemiddelde rente (gewogen)
3,32%
4,05%
3,21%
4,68%
Laagste rente
2,37%
2,37%
0.00%
0,00%
Hoogste rente
5,22%
5,22%
6.50%
6,90%
* = exclusief woningbouwleningen, waarvoor de gemeente als tussenpersoon fungeert 5.6 Schuldpositie Debt-ratio Mede door de gevolgen van de economische crisis wordt een goed inzicht in de financiële positie steeds belangrijker. Op verzoek van de gemeenteraad introduceren we dan ook een aantal nieuwe ratio’s aan de hand waarvan we onze financiële positie beter kunnen beoordelen. Een belangrijk gegeven voor onze toekomstige financiële mogelijkheden vormt de schuldpositie. Deze wordt gemeten door het vreemd vermogen (totale schulden minus reserves en voorzieningen) af te zetten tegen het totale vermogen 125
Jaarrekening 2014
Paragraaf financiering
(balanstotaal). De uitkomst daarvan vormt de zogenaamde debt-ratio. Op basis van de cijfers van de jaarrekening 2014 is onze debt-ratio berekend op 84%. Bij een debt-ratio <80% is er sprake van een gezonde financiële positie. Netto schuld (als aandeel van de exploitatie) Deze ratio wordt gebruikt om een beeld te schetsen van de mate van flexibiliteit van een organisatie. Het geeft inzicht in de mate waarin de gemeente op korte termijn accenten kan verleggen. De netto schuld als aandeel van de exploitatie geeft een indicatie van de druk van de rentelasten op de exploitatie. Kengetal Netto-schuld als % van de exploitatie Netto-schuld per inwoner in euro’s
2014 169 3.105
Met de invoering van de Wet HOF is vanuit de VNG een rekenmodel aangereikt om op basis van de financiële gegevens te analyseren of er binnen de gemeente sprake is van houdbare gemeentefinanciën. In het voorjaar van 2014 is de houdbaarheidstest gemeentefinanciën voor onze gemeente uitgevoerd en gedeeld met het bestuur. Uit deze stresstest blijkt dat onze schuldenpositie in de afgelopen jaren fors is toegenomen maar dat de druk van de rentelast op de exploitatie nagenoeg onveranderd is gebleven. Dit laatste is met name het gevolg van de fors lagere rentetarieven van de nieuw aangetrokken geldleningen. De flexibiliteit in de begroting is dan ook gelijk gebleven. Maar dit neemt niet weg dat wij als college in de komende jaren invullingen zullen geven aan een mogelijke reductie van de schuldenlast. 5.7 Financieringsbehoefte Er zijn in 2014 geen maatregelen nodig geweest in om te voorzien in de financieringsbehoefte. 5.8 EMU Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% BBP mag zijn. Dankzij de doorgevoerde bezuinigingsmaatregelen op landelijk niveau wordt het tekort voor 2014 geraamd op 2,7%. Ons aandeel in het EMU saldo bedraagt per 31 december 2014:: Bedragen x € 1.000
Omschrijving
2014
1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves 2. Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 3. Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 4. Bijdragen andere overheden investeringen (im)materiële vaste activa 5. Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa 6. Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. 7. Baten bouwgrondexploitatie 8. Lasten op balanspost Voorzieningen
-3.967 6.111 -12.417 2.727 454 -853 1.824 -400 -6.521
Totaal
126
Jaarrekening 2014
Paragraaf bedrijfsvoering
Paragraaf bedrijfsvoering. Voor het realiseren van de programma’s in de programmabegroting is een goede bedrijfsvoering nodig. In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de onderwerpen personeel en organisatie en doelmatigheid- en doeltreffendheid-onderzoeken. Voor zover hierover al in de programma’s zelf informatie is opgenomen, wordt hiernaar verwezen. Onderwerpen als communicatie, financiën en inkoop kennen in de huidige opzet van de programmabegroting een plaatsbeschrijving in respectievelijk de programma’s 1 en 12. 1.
Organisatieontwikkeling
Organisatieontwikkeling is een continu proces en vindt al enkele jaren plaats. In 2014 hebben we de hernieuwde en verbeterde missie en visie vastgesteld met als doel goede dienstverlening. De visie beschrijft dat we bewust gaan werken vanuit drie rollen; regisseren, faciliteren en uitvoeren. Vanaf dit moment zijn we organisatie breed invulling en betekenis gaan geven aan deze missie en visie. De raad heeft in december 2013 een motie aangenomen voor de uitvoering van een audit op de gemeentelijke organisatie. Deze audit vond plaats in het eerste kwartaal van 2014 en leidde tot het rapport: De som der delen; audit gemeentelijke organisatie. Belangrijke verbeterpunten uit deze audit waren het samenspel tussen raad, college en de ambtelijke organisatie, leiderschap, cultuurverandering, organisatiestructuur en een kwaliteitsimpuls voor strategische opgaven en projecten. Mede naar aanleiding van deze audit hebben we ervoor gekozen om in 2014 nog sterker in te zetten op organisatieontwikkeling. De uitgangspunten liggen op het gebied van sturing, structuur, cultuur en personeel en vormen de basis van het programmaplan Organisatieontwikkeling, welke op 25 september 2014 door de raad is vastgesteld. Met het programma organisatieontwikkeling wordt een netwerkorganisatie gerealiseerd. Een netwerkorganisatie is nodig om meer aan te sluiten bij de veranderende samenleving. Het doel is het vergroten van integraliteit, participatie en simpelere en eenduidigere aansturing. De netwerkorganisatie maakt het mogelijk om vanuit de 3 rollen – regisseren, faciliteren en uitvoeren te werken. Het programmaplan bestaat uit 7 concernopgaven en een structuurwijziging om tot deze netwerkorganisatie te komen. 1.1. Sturing Concernplan Vanaf 2015 gaan we werken met een meerjarig concernplan dat als doel heeft de sturing op concernniveau te versterken en te prioriteren in opgaven voor de organisatie. In 2014 is het werken met dit concernplan ontwikkeld. Het concernplan is afgeleid van het raads- en uitvoeringsprogramma. Een financieel gezond huishouden Een financieel gezond huishouden gaat om het realiseren van de bezuinigingen, het verbeteren van de P&Ccyclus en het vergroten van het financieel bewustzijn in de organisatie. In 2014 hebben we een start gemaakt met deze opgave door de scope te bepalen en belangrijke onderwerpen te inventariseren. In 2015 wordt een projectleider aangesteld om deze opgave ook daadwerkelijk te realiseren. 127
Jaarrekening 2014
Paragraaf bedrijfsvoering
Project- en Programmasturing Het doel van project- en programmasturing is om het werken met projecten en programma’s breed in de organisatie te implementeren om zo goed om te gaan met unieke opgaven en initiatieven uit de samenleving. In 2014 is de richtlijn projectmatig werken vastgesteld welke al toegepast wordt bij ruimtelijke plannen. In 2015 implementeren we de richtlijn in de rest van de organisatie en werken we programmasturing verder uit. Procesgericht werken In 2011 is het traject slim@work opgestart met als doel om medewerkers in hun dagelijkse werk te laten kijken naar de wijze waarop ze hun werk doen. Om concreet aan de slag te gaan zijn daarbij 10 kernprocessen benoemd en in 2013 hebben we deze kernprocessen uitgewerkt en zijn ideeën aangedragen. In 2014 zijn de opgestarte kernprocessen verder begeleid en gemonitord en vond er definitieve besluitvorming plaats over de stappen die nodig zijn om deze processen te verbeteren. Hiermee is het slim@work-traject in principe afgesloten. Via het programma Organisatieontwikkeling krijgt slim@work een vervolg. Enerzijds krijgt het (samen)werken in processen en de sturing erop een plaats in het project “procesgericht werken”. Deze projectgroep is inmiddels van start en biedt inzicht en ondersteuning aan de totstandkoming van de nieuwe netwerkorganisatie. Anderzijds krijgt het vervolg in het cultuur-project waarbij aandacht is voor de gedrag- en houdingsaspecten. 1.2. Personeel Strategische personeelsplanning Voor het uitvoeren van de gewenste rol van de gemeente in de samenleving is qua omvang, kwaliteit en inzetbaarheid een passend en optimaal personeelsbestand nodig; nu en in de toekomst. Met het programmaplan Organisatieontwikkeling is het project Strategische Personeelsplanning opgestart waarbij het doel is om te kunnen sturen op het personeelsbestand zodat op de korte en op de lange termijn de juiste mensen op de juiste plaats zijn. 1.3. Cultuur Zoals onder paragraaf 1.2 genoemd krijgt slim@work voor wat betreft het gedrag- en houdingsaspect vervolg in het project cultuur. Algemeen uitgangspunt is om het programma organisatieontwikkeling uit te voeren volgens de principes van de organisatiecultuur die we willen realiseren. De vijf kernwaarden zijn hier leidend in; Dienstverlenend, Omgevingsgevoelig, Verantwoordelijk, Samenwerken en Reflectie. Daarnaast wordt in het project cultuur activiteiten opgepakt die de gewenste cultuur zichtbaar maken en stimuleren.
128
Jaarrekening 2014
Paragraaf bedrijfsvoering
1.4. Structuur De huidige structuur bevat 3 domeinen met elk drie afdelingen. Elk domein wordt aangestuurd door een directeur en elke afdeling door een afdelingshoofd. Aan de top van de organisatie staat de gemeentesecretaris. Onderstaand organogram geeft de organisatie weer per 1 oktober 2014.
We kiezen voor een organisatie die bestaat uit 6 eenheden. Binnen deze eenheden richt men zich op de volgende thema’s: Publieksdienstverlening, Ruimtelijke Dienstverlening, Sociale Dienstverlening, Beheer Onderhoud &n Afvalinzameling, Interne Dienstverlening en Strategie, Kaderstelling & Control. Aan het hoofd van de organisatie komt een tweehoofdige directie. Themamanagers geven sturing aan de nieuwe eenheden. In elk thema komen er teams die ondersteund worden door teamleiders, die zich vooral richten op personele zorg en dagelijkse coördinatie.
129
Jaarrekening 2014
Paragraaf bedrijfsvoering
Op verschillende plaatsen in de organisatie zijn in 2014 al grote stappen gemaakt in de opbouw en structuur van de organisatie. BOR&A Op 1 oktober 2014 is de nieuwe afdeling BOR&A ontstaan. BOR&A is een samenvoeging van de afdelingen Openbare Ruimte en Wijkbeheer. Deze afdeling is een antwoord op de wens van de samenleving voor een betere afstemming, meer samenwerking en meer participatie Publieksdienstverlening We hebben vanuit het thema publieksdienstverlening het omvangrijke proces van de verbetering van onze dienstverlening voortgezet. Het in 2012 tot stand gekomen KCC heeft zich doorontwikkeld en in 2014 hebben we de zelfbediening van de klant en webcare centraal gesteld. We hebben daarom ingezet op een versteviging van de kanalen website en telefonie. Dit heeft geresulteerd in een verschuiving van personeel en middelen van balie naar de andere kanalen. Om deze reden is dit jaar aandacht besteed aan de professionalisering en onderlinge uitwisselbaarheid van de medewerkers door middel van begeleiding en opleiding. Sociale dienstverlening Het jaar 2014 stond grotendeels in het licht van de transities in het sociale domein. Via het programma transities hebben we toegewerkt en invulling gegeven aan de zorgtaken die per 1 januari 2015 zijn overgeheveld naar de gemeenten. Dit heeft geleid tot de totstandkoming van onder andere de sociale dorpsteams waarin intensief wordt samengewerkt met zorgaanbieders in de regio. Vastgoed, Grondzaken en Projecten (VGP) In 2014 is voor de afdeling VGP een verbeterplan vastgesteld ter verbetering van de bedrijfsprocessen in de ruimtelijke dienstverlening. Het plan richt zich op de bedrijfsvoering en de planning en prioritering van de werkzaamheden met als doel een goede balans te creëren in kwaliteit, kwantiteit en de te leveren producten. Inkoop In 2013 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de gecoördineerde inkooporganisatie. Naar aanleiding hiervan hebben we de tijdelijke inkoopformatie omgezet naar vaste formatie. Hiernaast is de tactische inkoopfunctie versterkt door tijdelijke uitbreiding op inkoop voor het sociale domein en openbare ruimte. 2. Personeel en beleid Medewerkers vormen de organisatie. Wij hebben medewerkers nodig om vanuit hun competenties en vakmanschap de dienstverlening vorm te geven naar de behoeften van de eigentijdse klant. De gemeentelijke organisatie van de Utrechtse Heuvelrug bestaat uit medewerkers, die niet bang zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen en zich verder te ontwikkelen. Medewerkers worden gezien als individuen die gezamenlijk werkzaam zijn in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De gemeente wil voor hen en voor potentiele nieuwe medewerkers een aantrekkelijke werkgever zijn door goede arbeidsvoorwaarden te bieden, actief te werken aan een prettige cultuur en goede arbeidsomstandigheden, ondersteuning en richting te geven aan (persoonlijke) ontwikkeling en hen de ruimte te bieden te leren en ontwikkelen in de organisatie. Regionale samenwerking Wij werken in toenemende mate samen met regiogemeenten in een interne regionale arbeidsmarkt (aangeduid als I-run dat staat voor Interne mobiliteit regionaal Utrechts netwerk). In 2014 is samengewerkt op het gebied van werving- en selectie, mobiliteit en opleidingen.
130
Jaarrekening 2014
Paragraaf bedrijfsvoering
Werkgeverschap Wij zijn en blijven een aantrekkelijke werkgever. Goed werkgeverschap staat bij ons hoog in het vaandel. Wij hebben in 2014 een risico-inventarisatie en –evaluatie laten uitvoeren. Het algemeen beeld uit de uitgevoerde RI&E is dat het voor wat betreft de arbeidsomstandigheden binnen onze gemeente goed gesteld is. Er is veel aandacht en zorg voor de medewerkers. Als vervolg op het onderzoek wordt extra aandacht besteed aan werkdruk en stress. Hierdoor krijgt de RI&E in 2015 een vervolg in de vorm van een periodiek medisch onderzoek onder alle medewerkers. Het verzuimpercentage over 2014 komt uit op 5%. Dit is een forse daling ten opzicht van de voorgaande jaren (6,7% in 2013 en 7,4% in 2012) en komt ongeveer overeen met het landelijk gemiddelde van gemeenten met een omvang van ongeveer 50.000 inwoners. In juli 2014 is in het cao overleg tussen de bonden en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een akkoord gesloten. De eerste wijzigingen zijn in 2014 doorgevoerd. Deze wijzigingen hadden betrekking op de hoogte van het salaris, het opbouwen van vakantiedagen tijdens ziekte en het registreren van verlofdagen. Werkkostenregeling De Werkkostenregeling vervangt alle regels over de fiscale aspecten van verstrekkingen door werkgevers aan werknemers. Deze waren allemaal apart vastgelegd en vormde een onoverzichtelijk geheel. Hiermee ontstaat er 1 collectieve regeling voor verstrekkingen van voorzieningen aan werknemers. Werkgevers mogen 1,2 % van de loonsom aan werknemers verstrekken zonder dat hierover extra belasting wordt geheven. Wordt er meer verstrekt, dan betaalt de werkgever over dit bedrag 80% eindheffing. Het onbelaste deel heet de vrije ruimte. In 2014 is hard gewerkt om de administratie in te richten volgens de nieuwe wetgevingseisen en dit zorgde voor een ingrijpende wijziging van de werkprocessen rondom het registreren en bijhouden van verstrekkingen. De administratieve processen voldoen daarmee op 1 januari 2015 aan de eisen die hier fiscaal aan worden gesteld. Daarmee zijn we klaar voor bestuurlijke besluitvorming over hoe we de fiscale ruimte willen benutten. Bij de begrotingsbehandeling in 2014 is een aantal bezuinigingen doorgevoerd op verstrekkingen aan medewerkers mede met het oog op de effecten van de werkkostenregeling. Flexibel kantoorconcept en telewerken In voorgaande jaren is beleid ontwikkeld over de invoering van een flexibel kantoorconcept en, telewerken. Dit beleid richt zich op het terugdringen van het aantal benodigde werkplekken en het ondersteunen van telewerken. 2014 is het eerste jaar waarin we het volledige kalenderjaar vanuit het nieuwe gemeentekantoor gewerkt hebben. Met de invoering van mobiele telefonie in augustus 2014 ter vervanging van de vaste telefooncentrale is de implementatie van het flexibel kantoorconcept afgerond. In 2014 heeft een evaluatie plaatsgevonden over de beleving van de medewerker van het flexibel kantoorconcept. Ook in de RisicoInventarisatie en Evaluatie zijn de werkplekken uitgebreid onderzocht en is een plan van aanpak opgesteld. Het aantal medewerkers dat gebruikt maakt van telewerken is in 2014 gestegen van 56 naar 73. Naast het gebruik maken van het telewerken, werken medewerkers ook incidenteel thuis. Vervoersmanagement Per 1 juli 2012 zijn maatregelen genomen die het gebruik van de auto voor woon-werkverkeer terug moeten dringen en het gebruik van openbaar vervoer en de fiets moeten stimuleren. Na een evaluatie in 2013 hebben we gekozen om aanvullende maatregelen te nemen om het openbaar vervoer en het carpoolen extra te stimuleren. Per 1 april 2014 hebben we daarom de NS-businesscard geïntroduceerd. 52 medewerkers maakten in dit jaar gebruik van deze kaart. Daarnaast zijn er 10 kaarten voor algemeen incidenteel gebruik. Het in gebruik nemen van het nieuwe gemeentekantoor heeft er toe geleid dat de dienstreizen aanzienlijk zijn gedaald. Het geld dat hierdoor vrijkwam is meegenomen in de nieuwe bezuinigingsronde. Formatiereductie In 2012 zijn als gevolg van een kerntakendiscussie besluiten genomen die leiden tot inkrimping van de gemeentelijke organisatie. In 2013 zijn we gestart met de uitvoering ervan. De doelstelling is om in 2016 de formatie met 29,46 fte te verminderen. Dit komt overeen met een bezuiniging op de loonkosten van € 1,76 miljoen. In het volgende schema wordt het uitgangspunt van 2012 van de inkrimping weergegeven 131
Jaarrekening 2014
Paragraaf bedrijfsvoering
Mede doormiddel van de organisatieontwikkeling bij de afdeling BOR&A verloopt de inkrimping van de organisatie volgens plan. De inkrimping wordt gerealiseerd door het niet of anders invullen van vacatures. Gedwongen ontslagen en herplaatsingstrajecten als gevolg van deze bezuinigingen zijn ook in 2014 niet noodzakelijk gebleken. De formatiereductie die voor 2015 gepland stond heeft betrekking op formatiereductie bij Vergunning en Handhaving. In het eerste half jaar van 2014 is de raad geïnformeerd over het feit dat deze formatiereductie niet haalbaar is. De resterende formatiekrimp heeft betrekking op VGP en wordt meegenomen in het programma Organisatieontwikkeling en het verbeterplan VGP. Hiermee wordt de rapportage over de formatiereductie als separaat onderwerp afgesloten. Medezeggenschap Als het gaat om personeel en informatie vinden wij de Ondernemingsraad en het Georganiseerd Overleg belangrijke partners. In 2014 lag de nadruk van het overleg voornamelijk op organisatieontwikkeling en nieuw beleid en regelingen. Wij vinden het belangrijk dat deze medezeggenschapsorganen tijdig betrokken en goed geïnformeerd worden en dat zij de mogelijkheid krijgen om hun rol goed te pakken. Naast de formele medezeggenschap zetten we ook sterk in op maximaal haalbare participatie onder alle medewerkers. 3. Informatiebeleid In september 2014 heeft de raad het informatiebeleid 2014 - 2018 vastgesteld. Hiermee liggen de beleidsuitgangspunten vast waarbinnen informatisering wordt vormgegeven. Hoe het beleid wordt gerealiseerd is beschreven in het eveneens door de raad vastgestelde uitvoeringsplan informatiebeleid 2014 - 2018. Met de uitvoering is in 2014 een begin gemaakt en dit loopt door tot en met 2017. Dit vertaalt zich rechtstreeks in een modernere en effectievere dienstverlening voor inwoners, bedrijven en instellingen en een hierop toegeruste ondersteuning van de organisatie. Dit is conform de aanbevelingen van de eerder genoemde audit gemeentelijke organisatie.
132
Jaarrekening 2014
Paragraaf bedrijfsvoering
4. Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken. Rechtmatigheidsonderzoeken Op basis van het Intern Controleplan wordt door medewerkers van de Concernstaf Kwaliteit en Onderzoek de rechtmatigheidsonderzoeken uitgevoerd, welke zich richten op de effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsprocessen, de betrouwbaarheid van de financiële informatievoorziening en de naleving van de weten regelgeving. Doelmatigheid en doeltreffendheid Ter uitvoering van de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Utrechtse Heuvelrug is in 2014 het onderzoek gestart bij de afdeling Vergunning en handhaving naar de relatie tussen: - het aantal aangevraagde vergunningen - de formatie bij de vergunningverlening; - de legesopbrengsten van de vergunningverlening. Beide onderzoeken worden in 2015 afgerond.
133
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
Paragraaf verbonden partijen 1. Inleiding Een gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf te doen of de uitvoering te regelen (via een gemeenschappelijke regeling) met een aantal regiogemeenten gezamenlijk. De kernvraag is en blijft of de doelstellingen van het uitvoerende orgaan nog steeds overeen komen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente gerealiseerd worden. Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting en de jaarverslaglegging aandacht wordt besteed aan rechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. 2. Algemeen Wat is een verbonden partij? Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft als definitie: ‘een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft’. Bij een financieel belang gaat het om beschikbaar gestelde middelen die niet verhaalbaar zijn indien de verbonden partij failliet gaat of het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang betekent zeggenschap. Dat kan via vertegenwoordiging in het bestuur of via stemrecht. Er is sprake van een ‘verbonden partij’ als de wethouder, het raadslid of de ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Een stichting waarin de wethouder op persoonlijke titel als bestuurder plaatsneemt - en dus niet de gemeente vertegenwoordigt - is volgens deze definitie geen verbonden partij. Inhoud paragraaf Het BBV stelt in artikel 15 dat deze verplichte paragraaf tenminste dient te bevatten: 1. De visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; 2. De beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen; 3. De lijst van verbonden partijen. In de lijst moet als gevolg van een wijziging van het BBV van 23 juni 2013 tenminste nog de volgende informatie worden opgenomen: a. De naam en de vestigingsplaats; b. Het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt; c. De veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het jaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft aan het begin en de verwachte omvang aan het einde van het jaar; d. De verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het jaar; e. De verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij. Beleidsuitgangspunten In de nota verbonden partijen van februari 2011 is het beleid voor de deelname aan een verbonden partij vastgelegd. Uitgangspunt is dat er een publiek belang is gediend bij de door de verbonden partij uit te voeren taak. Bovendien moet helder zijn dat een verbonden partij de meest aangewezen weg is om het publieke belang te behartigen. Het is belangrijk te kunnen sturen op de kwaliteit van de producten die een gemeenschappelijke regeling aan ons levert. Ter bevordering van een eenduidige aansturing is voor de accountmanagers van de gemeenschappelijke regelingen een werkgroep opgericht. In deze werkgroep vindt afstemming plaats van de in te nemen standpunten om tot een betere sturing te komen. Ter uitvoering van de nota verbonden 134
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
partijen is in maart 2013 een motie aangenomen met als doelstelling in de gemeenschappelijke regelingen een bepaling op te nemen ter vergroting van de sturing van deze regelingen. De motie stelt dat alleen toestemming wordt verleend aan een vaststelling of wijziging van gemeenschappelijke regelingen, wanneer in de regeling wordt opgenomen dat de deelnemende gemeenten voor 1 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, een Kadernota ontvangen. Verder heeft de raad in februari 2014 ingestemd met een nieuwe werkwijze voor de aansturing van en de controle op gemeenschappelijke regelingen. Deze nieuwe werkwijze houdt onder meer in, dat de raden van de deelnemende gemeenten per GR vooraf afspraken maken over de kaders waarbinnen de GR zijn taken uitvoert. Daarnaast ontvangt de raad via het college concept-beleidsvoorstellen, zodat de raad hierover in een vroegtijdig stadium mee kan praten. Hierdoor is een betere sturing mogelijk. Ook is per GR een rapporteur benoemd door de raad die de raad op de hoogte houdt van ontwikkelingen in de GR. Bij de behandeling van de Kadernota 2014 is een amendement aangenomen betreffende het ontwikkelen van instrumenten en criteria, die bijdragen aan aansluiting van het financiële beleid en de cultuur van de gemeenschappelijke regelingen op de visie van de gemeente. Uitgangspunten daarbij zijn het voeren van een gezond financieel beleid, het hebben van de gewenste bedrijfscultuur en het op transparante wijze zichtbaar maken daarvan op elk door de gemeente gewenste moment. Ten aanzien van de aanbestedingen door de verbonden partijen is het van belang dat deze voldoen aan de beoogde doelstelling en het vastgestelde beleid, w.o. social return, duurzaamheid, correcte uitvoering aanbestedingswet, inkoopvoorwaarden en contractvormen. Ter verdere versterking van de grip op de verbonden partijen heeft de raad in december 2014 een door de gemeenteraden in de regio Amersfoort opgesteld manifest ondertekend, waarin de besturen van de verbonden partijen van de gemeenten worden opgeroepen ruimhartig samen te werken met de gemeenten in de door gemeenteraden gewenste ontwikkeling naar meer betrokkenheid 3. Financieel belang In totaal wordt aan de gemeenschappelijke regelingen door onze gemeente jaarlijks ruim € 9,0 miljoen betaald. Deze bijdrage wordt verstrekt in de vorm van inwonerbijdragen en bijdragen voor verleende producten of verstrekte diensten. Daarnaast vindt soms ook doorsluizing van rijksbudgetten plaats. De verstrekte bijdragen vormen ongeveer 10% van de totale begroting. 4. Overzicht verbonden partijen Omdat landelijk, maar ook bij ons, meer inzicht wordt verlangd in de verbonden partijen zodat de “grip” kan worden vergroot, is voor de door verbonden partijen te verstrekken informatie een format ontwikkeld. Dit format is gebaseerd op de in het BBV opgenomen eisen ten aanzien van de te verstrekken informatie en maakt onderdeel uit van deze paragraaf. In onderstaand overzicht worden de financiële gegevens van de verbonden partijen weergegeven:
135
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
Overzicht gemeenschappelijke regelingen
(bedragen x € 1.000)
Naam
Bijdrage werkelijk
raming
2013 ¹
2014 ²
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
werkelijk begin 2014 einde 2014 begin 2014
Resultaat 2014
einde 2014
2014 ³
voor bestemming
4.1 Gemeenschappelijke regelingen Programma 1 - Bestuurlijke Zaken 1.
Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht
166
168
165
558
488
284
277
-71
3.273
3.242
3.310
5.422
3.703
48.178
44.859
1.705
35
36
51
422
325
341
343
-97
1.909
2.078
2.212
362
106
14.648
13.797
-260
20
20
20
2.396
2.343
3.150
3.280
-53
695
601
757
1.945
2.576
11.260
10.889
1.090
0
0
0
2.185
2.319
5.203
4.505
134
93
93
93
1.105
547
1.217
952
-120
Programma 2 - Veiligheid en Handhaving 2.
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Programma 4 - Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur
3.
Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) ⁴ Programma 5 - WMO, Sociale Zaken en Minimabeleid
4.
Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI)
5.
Instituut voor Werkvoorziening IW 4 (IW4-bedrijven) ⁴ Programma 6 - Welzijn, incl. Cultuurhuizenbeleid en Volksgezondheid
6.
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht ⁴ Programma 7 - Onderw., incl. huisv., jeugdbel., kinderopv. en volw.educatie
7.
Wereldkidz vh. Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland ⁴ Programma 8- Ec. zaken werkgel., recreatie, toerisme en deregulering
8.
Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Programma 11 - Beheer openbare ruimte en milieu
9.
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) ⁴
10. Omgevingsdienst NWU-ZOU (ODrU) ⁴
873
851
875
332
330
8.472
9.333
123
1.272
831
812
-482
-1.068
2.475
3.830
-1.132
515
1.021
862
7
24
6.371
8.248
17
113
111
105
2.185
2.320
5.203
4.505
134
438.300
421.200
1.273.500
1.292.500
42.100
-53
-273
14.540
14.240
-220
3.582.000 127.753.000 149.923.000
126.000
4.2 Overige verbonden partijen Programma 3 - Dienstverlening 11. Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) Programma 9 - Sport, incl. sportaccommodaties, kunst en cultuur 12. St. Zwem- en Sportaccommodaties Doorn ⁴ Programma 12 - Middelen en ondersteuning 13. Vitens NV
n.v.t.
14. Lange Dreef C.V. 15. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
n.v.t. 0
n.v.t. 0
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
3.430.000
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
116
179
978
900
34
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
160
181
13
15
25
4.3 Verbonden partijen in liquidatie Programma 3 - Dienstverlening 16. N.V. Bronwaterleiding “Doorn” in liquidatie (per 2 juli 2010 overgenomen door N.V. Vitens) Programma 12 - Middelen en ondersteuning 17. Gasdistributie Zeist en Omstreken (GZO) in liquidatie ⁴ Totaal
8.964
9.052
9.262
1) Op basis vastgestelde jaarrekening 2) Op basis vastgestelde begroting, incl. tussentijdse rapportages 3) Op basis financiële administratie 4) Jaarcijfers 2013
4.1
1.
Gemeenschappelijke regelingen
Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht
Vestigingsplaats Wijk bij Duurstede. Het openbaar belang dat wordt behartigd Uitvoering geven aan de Archiefwet van 1995 (toezicht en advisering door een archivaris) en het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis. Deelnemende partijen De gemeenten Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Vianen en Wijk bij Duurstede. Bestuurder(s) G.F. Naafs (voorzitter) Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing. 136
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
Risico’s Een mogelijk financieel risico vanaf 2017 vormen de financiële en andere gevolgen van het zogenaamde edepot en andere ontwikkelingen op digitaliseringsgebied. Hierover wordt de komende twee jaar een beleidsplan uitgewerkt dat leidt tot een bestuursvoorstel voor een verantwoorde keuze voor en e-depot. Ontwikkelingen 1. De gemeente Vianen is vanaf 1 januari 2014 aangesloten bij de Gemeenschappelijke Regeling. Dit geeft een stabielere financiële positie. Door de toetreding zal de formatie hetzelfde blijven, maar de kwaliteit worden verhoogd. Voor 2015 is het maken van een digitaliseringsplan een van de speerpunten. 2. Daarnaast wordt gewerkt aan het verwerken van de gevolgen van de nieuwe Wet Gemeenschappelijke regelingen (ingegaan op 1 januari 2015). Een gevolg is dat er een onderzoek wordt uitgevoerd naar de mogelijkheid om over te stappen naar een andere, minder bewerkelijke samenwerkingsvorm, namelijk de ‘bedrijfsvoering organisatie’. 3. In 2015 worden de verdeelsleutels herijkt, wat leidt tot een kleine lastenverlaging voor de GUH vanaf 2016. 2016 2017 2018 2019 Begroting RHC € 165.289 € 166.465 € 166.990 € 167.523 2015-2018 Begroting GUH € 172.455 € 174.105 € 175.055 € 175.055 Verschil + € 7.166 + € 7.640 + € 8.065 € 7.523
2.
Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Vestigingsplaats Utrecht. Openbaar belang dat wordt behartigd De Veiligheidsregio Utrecht behartigt de belangen van de gemeenten op het gebied van de brandweerzorg, de organisatie van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, de rampenbestrijding en crisisbeheersing (bevolkingszorg), het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer, de zorg voor een adequate samenwerking met de politie Utrecht en de meldkamer ambulancezorg, een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Deelnemende partijen Alle 26 Utrechtse gemeenten. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: G.F. Naafs (lid) Dagelijks bestuur : G.F Naafs (lid) Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing. Risico’s Herijking Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen (BDuR) en gemeentefonds De minister van Veiligheid en Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties heeft Cebeon opdracht gegeven onderzoek te doen naar de uitgaven en kosten van de brandweer, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en rampenbestrijding en crisisbeheersing. In 2015 komen er aanbevelingen voor het overgangstraject en advisering. Effectuering van de mogelijke wijzigingen vindt per 1 januari 2016 plaats. Het gehele herijkingsonderzoek kan twee gevolgen hebben: o De BDuR bijdrage aan de VRU kan vanaf 2016 gaan veranderen. Er is door de VRU in de begroting van 2015 al meerjarig rekening gehouden met structurele verlaging. Dit kan echter nog nadeliger uitpakken dan de geraamde € 250.000. o De ijkpuntscores van het gemeentefonds kunnen door het onderzoek gaan veranderen. In dat geval zal 137
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
de onderlinge relatieve verhouding veranderen tussen gemeenten die als input dienen voor het financieringsmodel. Hier is al wel rekening mee gehouden in de wijziging van de financieringssystematiek in 2015 voor de VRU. Ontwikkelingen - Op 4 juli 2014 heeft het algemeen bestuur van de VRU besluiten genomen t.a.v. de repressieve huisvesting. Het algemeen bestuur heeft ingestemd met de visie om op termijn het eigendom en beheer van alle repressieve huisvesting, op basis van gemeenschappelijk nog overeen te komen beleid, over te dragen aan de VRU. - De taakuitvoeringsovereenkomst (TUO), waarvan het model is vastgesteld door het algemeen bestuur op 17 september 2014, is het afsprakenkader tussen de VRU en de gemeenten. De TUO gaat daarmee de afzonderlijke afspraken die zijn gemaakt per gemeente vervangen. In de Gemeenschappelijke Regeling, die naar verwachting in de eerste helft van dit jaar gaat wijzigen, is aangegeven dat naast de wettelijke taken de VRU ook andere taken kan uitvoeren die niet wettelijk zijn bepaald. Het algemeen bestuur van de VRU besluit hierover. Deze taken komen vast te liggen in het Beleidsplan van de VRU dat later dit jaar wordt vastgesteld op basis van het vernieuwde Regionaal Risicoprofiel 2016 – 2019. - De VRU moet en wil een bijdrage leveren aan de financiële problematiek waarmee alle gemeenten worden geconfronteerd. Vorig jaar is de VRU gestart met een reeks bezuinigingen waarbij in de periode 2015 tot en met 2018 oplopend tot 8% op de gemeentelijke bijdrage bezuinigd wordt. In totaal is er dan vanaf de regionalisering in 2010 21% bezuinigd.
138
Jaarrekening 2014 3.
Paragraaf verbonden partijen
Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN)
Vestigingsplaats Bunnik. Het openbaar belang dat wordt behartigd Het geven van advies over de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschaps- en stedenschoon, waaronder de monumentenzorg, alsmede de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit in zijn algemeenheid. Deelnemende partijen Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist. Daarnaast nemen Blaricum en Laren op contractbasis diensten af. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: G. Boonzaaijer (lid) Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing. Risico’s De inkomsten van de gemeenschappelijke regeling zijn direct afhankelijk van het aantal aanvragen om advies. Daling van het aantal aanvragen heeft gevolgen voor de exploitatie. Ter dekking van een negatief exploitatieresultaat wordt wel een algemene reserve aangehouden die door het bestuur is gemaximeerd. De stand per 31 december 2013 bedraagt € 238.332 en mag jaarlijks worden verhoogd tot de maximumstand is bereikt. Welstand en Monumenten Midden Nederland signaleert een aantal ontwikkelingen dat in de toekomst mogelijke risico’s oplevert. Deze ontwikkelingen zijn: 1. Landelijke regelgeving met daaruit voortvloeiend een mogelijk afnemende vraag van gemeenten 2. De gevolgen van de duur van de economische recessie. Ontwikkelingen Als gevolg van een aantal landelijke ontwikkelingen staat de exploitatie van de GR onder druk. Ongewijzigde voortzetting ervan is financieel gezien niet verantwoord. De raad heeft ingestemd met het voorstel tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2017. In de vergadering van het algemeen bestuur van 25 september 2013 werd vrijwel unaniem ingestemd met het voorstel tot opheffing, het liquidatie actieplan en het transformeren van de organisatie naar een samen met Landschap en Erfgoed Utrecht (LEU) op te richten stichting. Vervolgens hebben in totaal 19 raden voor 31 december 2013 ingestemd met zowel de voorgestelde opheffing als met het daaraan gekoppelde liquidatie actieplan. In het kader van het liquidatie actieplan hebben zowel de gemeente Woerden als de gemeente Houten besloten om per 1 januari 2014 uit de GR te treden. Het plan om WMMN te laten samengaan met LEU in een nieuw te vormen stichting (“Mooisticht”) wordt in 2015 verder uitgewerkt. De gemeente beraadt zich op de vraag hoe het welstandsbeleid en -uitvoering er in de toekomst uit zal zien en of en zo ja welke diensten van de nieuwe stichting afgenomen zullen worden. Hierover komt in de loop van 2015 meer duidelijkheid.
4.
Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI)
Vestigingsplaats Zeist. Het openbaar belang dat wordt behartigd Het aanbieden van diensten en producten op het terrein van werk, inkomen, sociale werkvoorziening, reintegratie, schuldhulpverlening, en overige daarmee verband houdende onderwerpen. Deelnemende partijen De Bilt, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: J.W. van Dongen, H.A. Nijhof Dagelijks bestuur: H.A. Nijhof (lid) en J.W. van Dongen (lid) 139
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
Veranderingen gedurende het jaar 2015 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Op 1 januari 2013 is de samenvoeging van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst (GR RSD) en de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Zeist en Omstreken (GR SWZ) tot de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI) gerealiseerd. Voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet sociale werkvoorziening (WSW) bleven de twee uitvoeringsorganisaties, respectievelijk RSD en Biga verantwoordelijk. Op 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht geworden. De WSW, de WWB en delen van de Wajong zijn opgegaan in één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. De RDWI voert een groot deel van de Participatiewet voor ons uit. Risico’s Het aantal uitkeringsaanvragen en het aantal aanvragen voor bijzondere bijstand is sterk gestegen. Hierdoor stijgen de apparaatskosten en daarmee onze gemeentelijke bijdrage. Afgelopen jaren was er voor de Utrechtse Heuvelrug een structureel tekort op het I-deel ten gevolge van incorrecte inschatting van het aantal werklozen in onze gemeente door het Rijk. Er is tussen de gemeenten afgesproken dat tekorten op het integratiebudget (I-deel) evenredig verdeeld worden. Als gevolg van de ontschotting werd ons tekort opgevangen door de andere gemeenten met wie we samenwerken. Onze gemeente heeft in 2013 een Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) toegekend gekregen. Als gevolg van de ontschotting gaan we nu mee betalen aan de tekorten van andere gemeenten. In 2015 wordt de ontschotting geëvalueerd en wordt er een besluit genomen over voortzetting. De afgelopen jaren is het participatiebudget drastisch gekrompen. Dit heeft geleid tot scherpe keuzes door de gemeenten. De RSD ondersteunt alleen die inwoners die kansrijk zijn op de arbeidsmarkt (treden vijf en zes van de participatieladder en een deel van trede vier). De gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de begeleiding van de overigen. Door de economische crisis accepteren kansrijke werkzoekenden eerder een baan onder hun niveau. Het gevolg van deze verdringing is dat het aantal niet kansrijke werkzoekenden stijgt en de druk op onze gemeente om deze groep lokaal te helpen bij het zoeken naar een baan toeneemt. Dat geeft druk op de beschikbare middelen. Het kabinet gaat de rijksbijdrage voor de sociale werkvoorziening afbouwen. De vergoeding per Wswarbeidsjaar daalt van ongeveer € 26.000 nu naar € 22.700 in 2021. Aangezien de gemiddelde loonkosten van Wsw-medewerkers cao-bepaald zijn en niet mee zullen dalen (respecteren rechtspositie), ontstaat er door toedoen van deze efficiencykorting op termijn een tekort dat opgevangen moet worden binnen het beschikbare gebundeld re-integratiebudget. De feitelijke vrijelijk te besteden ruimte neemt daardoor in de komende jaren verder af. De arbeidsbemiddeling voor inwoners met een beperking is al enige jaren uitbesteed aan de Biga Groep. Het contract met Biga loopt eind 2015 af. Dat betekent dat partijen de komende periode moeten kijken of, en in welke vorm, ze de samenwerking voort zetten. Ontwikkelingen Het aantal aanvragen in de KRH regio is in een jaar tijd gestegen met 2400 naar 2700, een stijging van 17%. De verwachting is dat we over het ergste heen zijn, de instroom stabiliseert. Het aantal aanvragen voor een wettelijk traject schuldhulpverlening neemt nog steeds toe. Door de economische crisis hebben meer inwoners behoefte aan een traject. De raad heeft ingestemd op een bezuiniging op de schuldhulpverlening. We gaan dit realiseren door de dienstverlening te integreren in de Servicepunten en de Sociale Dorpsteams. In 2013 is het recht op beschermingsbewind uitgebreid zodat het nu ook mogelijk is om bij problematische schulden een bewindvoerder aan te stellen en de kosten ervan te verhalen op de Bijzondere Bijstand. Het aantal aanvragen loopt daarom sterk op. Op 1 januari 2015 trad de Participatiewet in werking. De WWB, de WSW en delen van de Wajong zijn samengevoegd tot één regeling. Het doel is om alle inwoners, ook degenen met een lange afstand tot de 140
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
arbeidsmarkt, te activeren en te begeleiden naar werk. In oktober 2014 zijn alle raden in de regio akkoord gegaan met het regionale beleidsplan Participatie en inkomen in de regio Kromme Rijn Heuvelrug. In dit beleidsplan hebben we met de regiogemeenten afgesproken wat we zelf uitvoeren en wat we bij de RDWI neerleggen. Deze kaders worden uitgewerkt in concrete uitvoeringsarrangementen. Afhankelijk van de beslissing over voortzetting van de samenwerking met de Biga Groep wordt bekeken of de kaders voldoen of aangepast moeten worden. Uitgangspunt is dat we niemand aan de kant laten staan en dat begeleiding wordt uitgevoerd in samenhang met ondersteuning vanuit Servicepunt of Dorpsteam. Inwoners met kansen op de arbeidsmarkt worden in eerste instantie door de RDWI geholpen. Inwoners met een langere afstand begeleiden we als gemeente. De gemeente heeft voor de nieuwe doelgroep dezelfde taken als voor mensen met een bijstandsuitkering, namelijk het bieden van ondersteuning gericht op arbeidsinschakeling en waar nodig, inkomensondersteuning. Gemeenten bepalen op basis van maatwerk wie voor welke vorm van ondersteuning in aanmerking komt.
5.
Instituut voor Werkvoorziening IW 4 (IW4-bedrijven)
Vestigingsplaats Veenendaal. Het openbaar belang dat wordt behartigd Het bieden van een werkplek aan mensen die alleen kunnen functioneren in een ‘beschutte omgeving’ door het uitvoeren van alle gemeentelijke taken die voortvloeien uit de Participatiewet en de daarmee verband houdende voorschriften en regelingen. Deelnemende partijen De gemeenten Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug (postcodegebied Amerongen en Leersum) en Veenendaal. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: A.J. Nijhof (lid), plaatsvervanger: J.W. van Dongen Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing. Risico’s Onduidelijk is nog wat de nieuwe Participatiewet voor gevolgen heeft voor de financiën van de sociale werkvoorziening. Er kunnen vanaf 1 januari 2015 geen nieuwe werknemers meer instromen en de rijkssubsidie per arbeidsjaar wordt geleidelijk afgebouwd van ongeveer € 26.000 naar € 22.700 in 2020. Ook zal de groep ‘beschut werken’ (mensen die op 1 januari 2015 een Sw-dienstverband in het kader van de Wsw hebben) door natuurlijk verloop geleidelijk in omvang afnemen, wat grote gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Sw-bedrijven. Het is geen gemakkelijke opgave dit alles in goede banen te leiden en naar verwachting zal een (forse) verhoging van de gemeentelijke bijdragen noodzakelijk zijn. Ontwikkelingen Per 1 januari 2015 wordt de nieuwe Participatiewet van kracht en is de sociale werkvoorziening afgesloten voor nieuwe werknemers. De mensen die nu in de SW werken, blijven dat doen met behoud van hun rechten. Maar mensen die op de wachtlijst stonden, kunnen niet meer via de SW aan het werk. Het kabinet wil de sociale werkvoorziening onderbrengen in gemeentelijke werkbedrijven. Werkgevers hebben beloofd dat zij voor werkplekken gaan zorgen, zodat mensen met een arbeidshandicap in bedrijven, winkels en bij de overheid aan het werk kunnen. Gemeenten krijgen geld om straks 30.000 arbeidsgehandicapten een werkplek te bieden.
141
Jaarrekening 2014
6.
Paragraaf verbonden partijen
Gemeenschappelijke Regeling GGD regio Utrecht (GR GGDrU)
Vestigingsplaats Zeist. Het openbaar belang dat wordt behartigd Deze regeling dient ter uitvoering van de taken bij of krachtens de Wet publieke gezondheid zijn opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid. Deelnemende partijen Alle gemeenten provincie Utrecht. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: Hans Nijhof (lid) Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing. Risico’s De deelnemende gemeenten staan garant voor de betaling van rente en aflossing van de door de GGD aangegane geldleningen en eventuele schulden in rekening-courant. De garantstelling geschiedt naar verhouding van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar waarin de garantieverplichting tot stand is gekomen. De regionale indeling van de deelnemende gemeenten is een nieuwe besturings- en uitvoeringslaag binnen de GGD. Door eventuele toepassing van andere verdeelsleutels en het op termijn divergeren van regionaal beleid, krijgen we mogelijk in de toekomst te maken met herverdelingseffecten en frictiekosten. Ontwikkelingen De GGD groeit mee met de veranderde wet- en regelgeving in het veiligheids- en sociale domein. In 2014 is de verplichte congruentie van de GGD-regio met de veiligheidsregio geëffectueerd waardoor ook de stad Utrecht nu deel uitmaakt van de GGD.
Met de vaststelling van de gewijzigde begroting 2013-1 zijn de uitgangspunten conform de inrichting van het GGD-Huis vastgesteld. Deze nieuwe ordening in A- en B taken betekent niet dat de uitgangspunten van dit GGD-huis komen te vervallen. De inrichting van het GGD-Huis was en is bedoeld om gemeenten waar mogelijk en gewenst zo lokaal mogelijk zeggenschap te geven over de uitvoering van taken door de GGD. Daarmee is het GGD-Huis een tastbaar besturingsmodel. Dit is een model voor de scheiding van financiële risico’s binnen het GGD-huis zoals dit in de gemeenschappelijke regeling is opgenomen. Dit model laat zien dat er een financiële waterscheiding bestaat tussen de uitvoering van de A- en B-taken. Alleen de programma A-taken worden door Utrecht afgenomen. De genoemde uitvoeringsniveaus van deze A- en B-taken laten zien dat het bestuurlijk model van zeggenschap op gemeenschappelijk, regionaal en lokaal niveau blijft. Daarmee is tevens de besturingsfilosofie van het GGD-Huis behouden. Daarnaast is de organisatie gegroeid door nieuwe taken: JGZ 0-4 in Utrecht-West (waardoor i-JGZ in deze gemeenten bij de GGD zijn ondergebracht) en de 'GGD-Check'. Onze regio (met Bunnik, Zeist, Wijk bij Duurstede, De Bilt) heeft in december 2014 gekozen om per 2016 142
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
ook de i-JGZ bij de GGD onder te brengen. JGZ 0-4 is tot en met 2015 nog belegd bij Vitras/CMD. Het Algemeen Bestuur van de GGD moet hiermee nog in de loop van 2015 instemmen. Bestuurlijke en operationele trajecten hiervoor zijn inmiddels opgestart.
7.
Wereldkidz (voorheen Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland)
Vestigingsplaats Zeist. Het openbaar belang dat wordt behartigd Het geven van openbaar onderwijs aan scholen die onder gemeentelijk gezag vallen, met inachtneming van artikel 46 van de Wet op het Primair Onderwijs, artikel 51 van de Wet op de Expertisecentra en artikel 42 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs Zorg dragen voor een professionele bedrijfsvoering in de organisatie en een situatie creëren waarbij schoolteams en directeuren hun energie kunnen richten op het primaire proces: “het geven van onderwijs en opvoeding op een hoog kwalitatief niveau”, met een breed gericht onderwijsaanbod voor kinderen van 2,5 tot en met 20 jaar, voor basis-, speciaal- en praktijkonderwijs. Deelnemende partijen De gemeenten Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Zeist en Stichtse Vecht. Bestuurder(s) In het kader van de wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’ is de bestuursvorm gewijzigd en is er meer transparantie. Met ingang van 18 november 2010 heeft de stichting een raad van toezicht. Hiermee is de scheiding van bestuur en toezicht binnen de stichting een feit. De leden van de raad van toezicht worden op bindende voordracht van de raad van toezicht door de gemeenteraden benoemd. Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Eind mei 2013 heeft het College van Bestuur van WereldKidz (Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland) de deelnemende gemeenten op de hoogte gesteld van de ernstige financiële problemen bij WereldKidz. De stichting heeft een aantal maatregelen in gang gezet om de stichting weer financieel gezond te maken, waaronder het terugdringen van boventallig personeel. Uit de jaarcijfers over 2013 en de tussentijdse verstrekte informatie over 2014 blijkt dat de getroffen maatregelen effect hebben gehad. De liquiditeitspositie is sterk verbeterd en de jaarrekening is met een positief saldo afgesloten. Risico’s De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor het aanbieden van openbaar onderwijs in de gemeente. Wij zijn van mening dat in geval het risico bestaat dat de gemeente, gezien de financiële problemen van de stichting, moet bijspringen, dat kan zijn door middel van een borgstelling of een lening. Ontwikkelingen Het openbaar onderwijs kampt de komende jaren, net als overige schoolbesturen, met een forse terugloop van het leerlingenaantal. Minder leerlingen leidt tot minder rijks bekostiging. Het heeft er alle schijn van dat Wereldkidz inmiddels de problemen die hieruit voortvloeien kent en navenant handelt.
8.
Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied (UHVK)
Vestigingsplaats Utrecht. Het openbaar belang dat wordt behartigd Het mogelijk maken van openluchtrecreatie in de regio. De zorg voor aanleg, beheer en onderhoud van routestructuren en de zorg voor beheer en onderhoud van de grotere recreatieterreinen. Deelnemende partijen De provincie Utrecht en de gemeenten Amersfoort, Bunnik, De Bilt, Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Leusden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, en Zeist. 143
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
Bestuurder(s) Algemeen bestuur: J.W. van Dongen en G. Boonzaaijer Dagelijks bestuur: J.W. van Dongen (voorzitter) Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing. Risico’s Op 13 maart 2014 heeft het algemeen bestuur van het recreatieschap UHVK, na raadplegen van de deelnemers, besloten om de samenwerking te ontmantelen en op termijn het recreatieschap op te heffen. In maximaal 4 jaar moeten alle voorzieningen elders zijn ondergebracht. Dan kan het recreatieschap per 2018 worden opgeheven. De jaarlijkse exploitatiebijdrage ad € 92.815 aan het recreatieschap blijft de komende vier jaren (tijdens liquidatieproces) ongewijzigd. De afkoopsom bij afkopen per 1/1/2018 is maximaal € 6,38 mln. Het grootste deel daarvan is de afkoopsom voor het personeel. Een oplossing voor personeelsinzet heeft een groot effect op de afkoopsom. Doordat er sprake is van gefaseerd liquideren per 1/1/2018 is er ruimte om te onderhandelen met beoogde rechtsopvolgers over de diverse pakketten, waaronder het pakket personeel. Voor onze gemeente komt dit op basis van de verdeelsleutel neer op maximaal € 605.900.-. De vraag hoe hoog de afkoopsom wordt of hoeveel de gemeente bijdraagt aan de diverse maatwerkoplossingen is nu nog niet te beantwoorden. Het mogelijke risico dat wij als gemeente lopen, is meegenomen in de risicoparagraaf bij de jaarrekening en de begroting. Ontwikkelingen Onze gemeente is als bestuurlijk trekker aangewezen voor de dagrecreatieterreinen in onze gemeente en zodoende belast met het vinden van rechtsopvolgers voor deze terreinen: het Doornse Gat, Zanderij Maarn, Utrechtse Baan en Roode Haan. Hiervoor is een interne ambtelijke werkgroep gevormd. Voor het Doornse Gat is een ondernemer geselecteerd voor de toekomstige ontwikkeling, beheer en exploitatie om dit dagrecreatieterrein in de toekomst open te kunnen blijven stellen voor bezoekers. Ook zitten we in de stuurgroep Henschotermeer, die door de provincie getrokken wordt, omdat dit terrein voor een deel in onze gemeente ligt. Voor het beheer en onderhoud van de routes en paden in onze en de andere recreatieschap gemeenten, is eveneens de provincie belast met het vinden van toekomstbestendige oplossingen. Deze ontwikkelingen houden wij nauwgezet in de gaten.
9.
Afval Verwijdering Utrecht (AVU)
Vestigingsplaats Soest Het openbaar belang dat wordt behartigd Het op een doelmatige en uit een oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde manier sturing en uitvoering geven aan het afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht. Namens de gemeenten zorgt de AVU voor de regie van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval (dus geen afval van bedrijven). De AVU draagt zorg voor een goede, reguliere en milieuverantwoorde verwerking van door de gemeenten ingezameld huishoudelijk afval, ofwel de regeling van transport, overslag, bewerking en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen. Deelnemende partijen Alle 26 Utrechtse gemeenten. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: H. Nijhof Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Vanaf 2015 moet de gemeente zorgdragen voor het sorteren van kunststofafval. De aanbesteding 144
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
hiervoor is via de AVU verlopen en in 2014 afgerond. De verwerking van kunststofafval is toegevoegd aan de taken die via de AVU geregeld zijn. Risico’s De risico’s bestaan uit de normale bedrijfsrisico’s. Door het ontbreken van reserves en voorzieningen heeft de AVU geen weerstandsvermogen. Alle in enig jaar gemaakte kosten worden aan de deelnemers doorberekend. Als gevolg hiervan kunnen schommelingen optreden in de jaarlijks te betalen bedragen. Ontwikkelingen - De mogelijkheden om in de regio Utrecht een overlaadstation te realiseren, mogelijk in samenwerking met Dienst Stadswerken Utrecht, worden onderzocht. - De AVU heeft, namens de deelnemende gemeenten, deelgenomen aan een aanbesteding voor de overslag, transport, sortering en vermarkting van kunststofafval. De opdracht is eind 2014 gegund en treedt vanaf 2015 in werking. Eén van de aanbieders heeft aangegeven een spoedappel in te stellen. Hier gaat echter geen opschortende werking van uit. - Een werkgroep binnen de AVU onderzoekt de alternatieven voor de inzameling en verwerking van afgedankte elektr(on)ische apparaten nu er naast Wecycle ook andere organisaties actief zijn op deze markt. De resultaten van dit onderzoek worden in de loop van 2015 verwacht.
10.
Omgevingsdienst NWU-ZOU (ODrU)
Vestigingsplaats Utrecht Het openbaar belang dat wordt behartigd Het op een doelmatige, kwalitatief goede, efficiënte en controleerbare manier uitvoeren van de door de deelnemende gemeenten opgedragen adviserende en uitvoerende taken op het gebied van de omgeving, milieu en duurzaamheid in de ruimste zin. Deelnemende partijen De gemeenten: Bunnik, De Bilt, Vianen, Utrechtse Heuvelrug, Zeist, Wijk bij Duurstede, Renswoude, Rhenen, Veenendaal, Stichtse Vecht, Montfoort, Oudewater, De Ronde Venen en Woerden. Gemeente IJsselstein heeft haar omgevingstaken overgeheveld naar de ODrU. Gemeente IJsselstein is in 2014 nog niet toegetreden tot de GR. Bestuurder (s) Algemeen bestuur: G.F. Naafs (onafhankelijk voorzitter), G. Boonzaaijer (lid) Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Het belang van de gemeente kan vertaald worden naar de omvang van taken die wij garanderen af te zullen nemen. Hieraan zijn ook andere zaken gerelateerd zoals afrekening bij tekorten of overschotten op de GR (naar rato van opdrachtenportefeuille of als AB anders bepaald). De gemeente garandeert een jaarlijkse afname van 9.480 uur. Dit is 8,9% van het totale opdrachtenpakket wat bij de ODrU is ondergebracht door alle deelnemende gemeenten. Risico’s De bedragen, die eind 2013 genoemd zijn als benodigde investeringen om de organisatie op orde te krijgen, zijn ramingen. Deze incidentele kosten zijn verantwoord in 2013. Afrekening van deze kosten (facturatie aan deelnemende gemeenten) vindt plaats via kwartaalvoorschotten gedurende 2014 en 2015.
145
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
Ontwikkelingen In 2014 was de reorganisatie in volle gang. Na de zomer is de reorganisatie voltooid, hierbij gaat het om terugbrengen van formatieplaatsen en verkleinen overhead (m.n. managementlaag). Vanwege de voltooiing van zijn opdracht, te weten de reorganisatie, is de interim-directeur teruggetreden en heeft plaatsgemaakt voor een nieuwe directeur. De huidige interim-directeur heeft als opdracht om de gestabiliseerde ODrU te leiden tot een (eventuele) fusie met de RUD Utrecht. Verder is de overdracht van het cluster Toezicht & Handhaving naar de ODrU (n.a.v. een collegebesluit uit 2010) voor onbepaalde tijd uitgesteld. Dit naar aanleiding van ontwikkelingen binnen het ruimtelijk domein, zoals het onduidelijk perspectief van handhaving binnen de nieuwe Omgevingswet en de wet VTH. 11. Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) Vestigingsplaats Doorn Het openbaar belang dat wordt behartigd Het adequaat kunnen vervullen van de publieke dienstverlening door ondersteuning van een betrouwbare ICT omgeving. De RID beheert en ondersteunt de ICT infrastructuur van de gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Soest en Wijk bij Duurstede, alsmede de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn en Heuvelrug. Deelnemende partijen De gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Soest en Wijk bij Duurstede, alsmede de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn en Heuvelrug. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: Jan Willem van Dongen (lid). Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing. Risico’s Geen Ontwikkelingen In 2014 was de bijdrage van de deelnemers nog gebaseerd op de werkelijk gemaakte kosten. Met ingang van 2015 ligt de gevraagde bijdrage in lijn met de begroting. De gemeente Utrechtse Heuvelrug sluit in 2015 aan op de nieuwe ICT-infrastructuur. Eind 2015 is dan volgens planning de geconsolideerde situatie bereikt waarop de business case voor de RID is gebaseerd. Dit is ook het moment waarop de volledige begroting benut gaat worden.
12.
St. Zwem- en Sportaccommodaties Doorn
Vestigingsplaats Doorn. Het openbaar belang dat wordt behartigd Het bieden van de mogelijkheid tot overdekt zwemmen en de beoefening van de golfsport. Deelnemende partijen De gemeente Utrechtse Heuvelrug. Bestuurder(s) P.C. van der Zee (voorzitter), S. Streekstra (secretaris), J. Scheltinga.(penningmeester) en D. van der Sleen (lid). Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing. 146
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
Risico’s De gemeente dekt het nadelige exploitatietekort. Door een eventuele afname van het aantal leden van de Golfclub zal het exploitatietekort toenemen. Ontwikkelingen De gemeente heeft een financieel belang bij de Stichting. Het negatieve exploitatieresultaat komt ten laste van de gemeente. Eén en ander geschiedt op basis van een rekening-courant overeenkomst. De jaarrekening van de Stichting wordt jaarlijks gecontroleerd door de gemeentelijke accountant. In 2008 heeft de Stichting Zwem- en Sportaccommodaties Doorn een golfterrein aangekocht. Daarvoor is een lening afgesloten bij de BNG. Het nadelig saldo is ontstaan omdat de inkomsten voor speelrecht van de Doornse Golfclub de kosten van rente en aflossing van de geldlening en die voor het onderhoud aan het golfterrein bij lange na niet kunnen compenseren. De gemeente staat garant voor eventuele negatieve resultaten van het golfterrein. Het oorspronkelijke plan was, nadat de Stichting de exploitatieproblemen met het golfterrein zou hebben opgelost, om het golfterrein in 2014 over te dragen aan de gemeente. Dit plan is gewijzigd. Door een aantal oorzaken (onder meer de economische crisis, de al dan niet bekende voorgenomen ontwikkelingen betreffende het golfterrein, het zwembad, het tenniscentrum en het mariniersterrein) is het niet gelukt het golfterrein per 1.1.2014 over te dragen aan de gemeente. Uiterlijk 1 januari 2017 zal besluitvorming hierover plaatsvinden. Per 1 januari 2014 is, na een aanbestedingsprocedure, een nieuw onderhoudscontract afgesloten, waarbij de golfclub een deel van het onderhoud zelf uitvoert. Dit leidt tot een besparing op de onderhoudskosten.
13.
Vitens NV
Vestigingsplaats Zwolle. Het openbaar belang dat wordt behartigd Het dragen van medeverantwoordelijkheid voor de gezondheid door het duurzaam leveren van veilig en betrouwbaar drinkwater en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu. Deelnemende partijen De gemeenten in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel en een aantal gemeenten in de provincies Drenthe en Noord-Holland. Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing. Uitgekeerd dividend 2013: € 99.000 verwacht 2014: € 101.000 Risico’s Vitens beheerst de risico’s door kennis van de wetgeving te borgen in de organisatie en indien noodzakelijk adequate beheersmaatregelen te treffen. Ontwikkelingen Na de laatste fusie in 2007 met drinkwaterbedrijf Hydron, concentreert Vitens zich verder op uitbreiding en verbetering van de dienstverlening aan klanten en op het efficiënter en duurzamer inrichten van de bedrijfsvoering. Met het laag houden van de tarieven levert Vitens een bijdrage aan lage maatschappelijke kosten. Deze kunnen nog verder omlaag door naar de hele waterketen te kijken. Vitens wil een meer bedrijfsmatige en duurzame aanpak van de gehele drink- en afvalwaterketen. De in 2014 in rekening gebrachte tarieven zijn gelijk gebleven aan die over het voorgaande jaar. Daarmee zijn de tarieven voor het zevende jaar op rij niet verhoogd.
147
Jaarrekening 2014
14.
Paragraaf verbonden partijen
Lange Dreef C.V.
Vestigingsplaats Utrechtse Heuvelrug Het openbaar belang dat wordt behartigd Het realiseren van woningen in zowel de vrije als sociale sector, openbare ruimte en een natuurontwikkelingsgebied. Deelnemende partijen De rechtspersoon is een commanditaire vennootschap waarin drie door Gemeente Utrechtse Heuvelrug en de stichting Heuvelrug Wonen opgerichte B.V. ’s hun samenwerking aan de gebiedsontwikkeling Lange Dreef hebben vormgegeven. De gemeente neemt voor 50% deel in de Lange Dreef BV. Bestuurders Gemeente heeft geen rechtstreeks bestuurlijk belang in de CV Lange Dreef (CV). Via de wethouder ruimtelijke ordening (G. Boonzaaijer) als bestuurder van de deelnemende B.V ’s kan invloed worden uitgeoefend op de besluitvorming van de CV. Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing. Risico’s De risico’s voor deelname aan de CV liggen bij de deelnemende vennoten, van de drie deelnemende B.V. ’s. Wij lopen risico’s door vertragingen bij procedures, vertraagde verkoop van kavels, lagere opbrengsten van kavels, hogere rente en faillissement van de ontwikkelaar. Wij herzien deze risico’s elk kwartaal. Het bedrag van het risico is nu circa € 221.071 (stand van november 2014). Dit komt vooral omdat de verkoop van woningen langzamer verloopt en de percelen minder opbrengen dan gepland. Ontwikkelingen Oplevering en bewoning van de woningen. In 2014 zijn alle 108 Hofwoningen opgeleverd, verhuurd en verkocht en bewoond. Er zijn al woningen in het deelplan ‘kijkers in het groen’ verkocht en ook in aanbouw. Van de particuliere kavels zijn 2 woningen bewoond en zijn 2 woningen in aanbouw. In maart 2015 start de verkoop van 24 ‘vakwerk’ woningen. Wij verwachten dat de vergunning voor de wateronttrekking over ongeveer drie maanden is verleend. Daarna start ook de bouw van de appartementen. De verkoop van de vrije kavels verloopt langzamer dan gepland. Wij stimuleren de verkoop op verschillende manieren. Aanleg van de natuurzones en de openbare ruimte. Op 26 juni 2014 is de eerste fase van de natuurzone opgeleverd en overgedragen aan de gemeente. Bij de aanleg van deze natuurzone zijn wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van het bestek. Dit kan leiden tot hogere beheerskosten. Wij voeren momenteel in de CV Lange Dreef de discussie wie deze hogere beheerskosten voor zijn rekening moet nemen. De aanleg van de rest van de natuurzone voert de CV in 2 fases uit. De laatste fase is afhankelijk van de realisatie van de bouwplannen van Hoogenraad.. In november 2014 is de openbare ruimte rondom de Hofwoningen opgeleverd aan de gemeente. De bouwontwikkelaar voert tot en met november het onderhoud uit. Wij beheren de openbare ruimte. De afdeling BOR(A) maakt momenteel een beheerplan en vraagt bij de raad budget aan voor de uitvoering van dit beheerplan. In november en december 2014 is sprake geweest van wateroverlast rondom de Hofwoningen. Er blijft langdurig water staan in de tuinen en plantsoenen. Hiervoor moet de CV “Lange Dreef” nog een oplossing vinden. Het onderzoek naar de oorzaken en naar de mogelijke oplossingen loopt.
148
Jaarrekening 2014
Paragraaf verbonden partijen
15. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Vestigingsplaats Den Haag. Het openbaar belang dat wordt behartigd BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Deelnemende partijen De bank is een structuurvennootschap. Het rijk bezit de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en één waterschap. Bestuurders Alleen stemrecht via de vergadering van aandeelhouders. Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Gedurende het verslagjaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in de belangen van de aandeelhouders van de BNG. Uitgekeerd dividend 2013: € 300.000 2014: € 114.951 Risico’s Gelet op de huidige status van de bank (AA+) zijn er geen risico’s. Ontwikkelingen Met ingang van het boekjaar 2011 is de dividenduitkering verlaagd van 50 naar 25% van de nettowinst. Deze beleidswijziging is in beginsel van toepassing tot 2018. Eind november 2013 heeft Standard & Poor’s (S&P) de lange termijn rating van de Staat der Nederlanden verlaagd van AAA naar AA+. In navolging daarvan zijn begin december 2013 ook de ratings van BNG Bank en de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) neerwaarts bijgesteld. Dit heeft geen merkbare gevolgen gehad. Op de (internationale) geldmarkt betaalt de BNG Bank nog evenveel rente als voor de afwaardering door ratingbureau S&P. 4.3
16.
Verbonden partijen in liquidatie
N.V. Bronwaterleiding “Doorn” in liquidatie (per 2 juli 2010 overgenomen door N.V. Vitens)
Vestigingsplaats Doorn. Het openbaar belang dat wordt behartigd De afronding van de liquidatie van het bronwaterleidingbedrijf als gevolg overname door N.V. Vitens. Deelnemende partijen De gemeente Utrechtse Heuvelrug. Bestuurder(s) Raad van commissarissen: Jan Willem van Dongen Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing.. Risico’s Geen. Ontwikkelingen Op 2 juli 2010 heeft de economische overdracht van de activa aan Vitens N.V. plaatsgevonden. Per gelijke datum zijn de bedrijfsactiviteiten overgedragen. De juridische overdracht heeft medio 2011 plaatsgevonden. Finale afwikkeling van de overdracht is eerst mogelijk als er een uitspraak ligt over de status van de niet meer te traceren aandelen. Deze zal naar verwachting nog enkele jaren op zich laten wachten. 149
Jaarrekening 2014
17.
Paragraaf verbonden partijen
Gasdistributie Zeist en Omstreken (GZO) in liquidatie
Vestigingsplaats Zeist. Het openbaar belang dat wordt behartigd Het volledig, zowel juridisch als financieel, afhandelen van de in 2001 plaatsgevonden verkoop van de activa van het GZO aan Eneco. Deelnemende partijen De gemeenten De Bilt, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug en Zeist. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: G.F. Naafs (lid), J.W. van Dongen (lid), G. Boonzaaijer (lid) en H. Veldhuizen (lid) Dagelijks bestuur : G.F. Naafs (lid), J.W. van Dongen (lid), G. Boonzaaijer (lid) en H. Veldhuizen (lid) Het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Niet van toepassing. Risico’s Het eerder opgevoerde risico met betrekking tot de saneringskosten van de vervuilde grond onder de dienstwoning is door verkoop van de dienstwoning in het voorjaar 2014 komen te vervallen. Ontwikkelingen De algemene reserve werd nog in stand gehouden als buffer voor de dekking van de jaarlijkse beheerkosten en een mogelijke bijdrage in de kosten van sanering van de vervuilde grond onder de voormalige dienstwoning. De dienstwoning is in het voorjaar 2014 verkocht en de netto opbrengst daarvan is toegevoegd aan de algemene reserve. Een eventuele onttrekking aan deze reserve ter dekking van de mogelijke saneringskosten van de grond onder deze woning is daardoor niet meer relevant. Zolang de gemeenschappelijke regeling niet is geliquideerd worden de jaarlijkse beheerkosten ten laste van de algemene reserve gebracht. Op basis van het saldo van de reserve en de verwachte aanspraken daarop heeft in 2014 uitkering van een gedeelte de reserve plaatsgevonden. Voor onze gemeente betekent dat een extra inkomst van ruim € 76.000. Op termijn kan er nog een nabetaling plaats vinden uit de afwikkeling van de verkoop van de aandelenportefeuille GZO in de aandelen GCN (nu Eneco). Deze nabetaling is afhankelijk van de uitspraak in de nog lopende rechtszaak over het verzet van Eneco tegen de Splitsingswet. Deze uitspraak kan nog enige tijd op zich laten wachten. Als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen is er nog geen duidelijkheid over de datum van finale afwikkeling van de liquidatie.
150
Jaarrekening 2014
Paragraaf grondbeleid
Paragraaf grondbeleid 1. Algemeen Het doel van deze paragraaf is inzicht te geven in het gevoerde grondbeleid. Daarbij wordt tevens een relatie gelegd met de doelstellingen, zoals opgenomen in het programmaplan (de programmabegroting). De paragraaf grondbeleid dient op grond van artikel 16 BBV in elk geval in te gaan op: Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de in de begroting opgenomen programma’s; De wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd; Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; Een onderbouwing van eventueel geraamde winstnemingen; De beleidsuitgangspunten voor de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken. 2. Grondbeleid Onder grondbeleid wordt verstaan het volledige grondinstrumentarium waarover de gemeente beschikt om de vastgestelde gemeentelijke doelstellingen te realiseren. Het grondbeleid is van invloed op de samenhang van economische, maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen. Daarmee is het ondersteunend aan andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen. Het vormt daarom ook geen doel op zichzelf, maar een middel om andere doelstellingen te verwezenlijken. Daarnaast kunnen financiële resultaten, eventuele winsten en verliezen, van het grondbeleid (grote) gevolgen hebben voor de financiële positie van onze gemeente. Het nemen van bestuurlijke besluiten binnen de kaders van het grondbeleid, wordt grondpolitiek genoemd. Hierna worden de verschillende mogelijkheden beschreven. 3. Actieve grondpolitiek Bij actieve grondpolitiek heeft de gemeente zelf een grondpositie. Zij gedraagt zich dan als marktpartij. Als de gemeente zelf geen grond heeft, dient ze die te verwerven. De gemeente maakt grond bouwrijp, verkoopt bouwrijpe kavels, en neemt daarna de openbare ruimte in beheer. De gemeente doet het proces zelf en draagt daarbij ook de risico’s. Bij deze variant is de gemeente in staat om maximaal sturing te geven aan het behalen van haar doelstellingen. 4. Faciliterende grondpolitiek Bij faciliterende grondpolitiek is de grond niet in handen van de gemeente, maar van derden. Onder de huidige wetgeving is de gemeente voor de meeste gebiedsontwikkelingen verplicht om kosten te verhalen. In eerste instantie door een anterieure overeenkomst te sluiten met een ontwikkelaar, dan wel door een exploitatieplan vast te stellen. Daarnaast heeft de gemeente een stevige wettelijke basis gekregen om inhoudelijke eisen te stellen, zoals locatie-eisen of eisen aan de openbare ruimte. Hierdoor kan de gemeente, ondanks dat zij (bijna) geen grondpositie heeft, toch regie voeren om zo haar doelstellingen te behalen. Het risico ligt bij de initiatiefnemer. 5. Publiek Private Samenwerking (PPS) Naast de voorgaande soorten grondpolitiek bestaat ook de zogenaamde Publiek Private Samenwerking (PPS). Dit is een samenwerkingsvorm tussen de overheid en een of meer private ondernemingen. Het voordeel hiervan is dat beide partijen van elkaars expertise gebruik kunnen maken en het risico kunnen delen. Nadeel is dat alle deelnemers voor besluitvorming eerst intern overleg nodig hebben. 6. Huidige situatie Thans werkt de gemeente aan de verdere uniformering en verdieping van de grondzaken van de voormalige gemeenten. Qua grondpolitiek bewandelt onze gemeente zowel de actieve als de faciliterende weg. Met uitzondering van uitbreidingslocatie Lange Dreef in Driebergen-Rijsenburg zijn er geen grote ruimtelijke ontwikkelingen. Wel zijn er kleinere ontwikkelingen binnen de bebouwing. Dit komt vooral door de ligging in de groene structuur van de Utrechtse Heuvelrug. In de provinciale ruimtelijke verordening is het karakter van het gebied vastgelegd met de rode contouren die over het algemeen direct langs de huidige bebouwing 151
Jaarrekening 2014
Paragraaf grondbeleid
zijn gelegd. Naast deze actieve grondpolitiek voert de gemeente, zoals aangegeven, faciliterende grondpolitiek en tracht zij op die wijze sturing te geven aan het behalen van de gemeentelijke doelstellingen. In het kader van door te voeren verbeteringen in de financiële beheersing en sturing op grondexploitaties hebben wij in 2013 besloten de gemeenteraad ten minste één maal per jaar vertrouwelijk te informeren over de financiële stand van zaken en risico’s van de verschillende grondexploitaties. In februari 2014 heeft de gemeenteraad voor het eerst vertrouwelijk een Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) vastgesteld op de stand van de grondexploitaties per 1-1-2014. In dit MPG was nog volstaan met het rapporteren over de Bouwgronden In Exploitatie (BIE). In het eerste kwartaal van 2015 wordt de gemeenteraad het MPG op de stand van 1-1-2015 ter vaststelling aangeboden. In dit MPG wordt ook over de financiële stand van zaken en risico’s van de Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG) gerapporteerd. 7. Gerelateerde beleidsdoelstellingen In het collegeprogramma wordt in diverse programma's ingegaan op de aan het gemeentelijk grondbeleid gerelateerde doelstellingen. Het in het visiedocument neergelegde uitgangspunt "Groen en vitaal in balans" geeft al een indicatie over de wijze waarop met het grondgebied van de gemeente dient te worden omgegaan. Dit is, op basis van het collegeprogramma, op onderdelen nader uitgewerkt in de programmabegroting. In februari 2014 heeft de gemeenteraad ingestemd met de geactualiseerde woonvisie ‘Woonbeleid in een nieuwe realiteit. Daarin is voor de uitvoering van de ambities, maatregelen en concrete acties een uitgebreid uitvoeringsprogramma opgenomen. Voor duurzaam bouwen is aangesloten bij de beleidsvoorstellen, zoals deze zijn opgenomen in het milieubeleidsplan "Natuurlijk duurzaam!". Ook de inbedding van het grondgebied van onze gemeente in een landschappelijk waardevol gebied met veel landschapskenmerken (bijv. bossen, uiterwaarden, coulissen landschappen, overgangsgebieden) heeft zijn invloed op de wijze van exploitatie van de daarvoor in aanmerking komende gebieden. Op het gebied van economie en ondernemerschap wordt gekeken naar de gewenste plaats, aard en omvang van werklocaties binnen de gemeente. Allemaal aspecten die hun weerslag kunnen hebben op de voorgenomen wijze van grondexploitatie. 8. Financiën In onderstaande tabel is op basis van het MPG per 1-1-2015 het verwachte resultaat van alle Bouwgronden In Exploitatie (BIE) weergegeven op eindwaarde op de stand per 1-1-2014 en 1-1-2015. Verwacht resultaat op eindwaarde van Bouwgronden In Exploitatie op de stand per Winstgevende projecten Verliesgevende projecten Totaal
1-1-2014 1-1-2015 € 2.191.000 € 2.296.000 -€ 1.193.000 -€ 2.007.000 € 998.000 € 289.000
Voor de verslechtering van de verliesgevende projecten is bijgestort in de voorziening verliesgevende grondexploitaties. Dit is zichtbaar in de toelichting op de balanspost “Voorraden, bouwgronden in exploitatie”. Het financiële uitgangspunt bij grondexploitaties is om minimaal een sluitende exploitatie te realiseren, waarin alle kosten van het grondbeleid worden verhaald via grondopbrengsten. 9. Overzicht grondexploitaties Op basis van het BBV wordt voor de gemeentelijke grondexploitaties onderscheid gemaakt in de volgende twee categorieën: 1. Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG). Dit zijn bouwgronden in eigendom van de gemeente, waarvan de uitvoering nog niet is gestart en waarvoor nog geen grondexploitatieopzet door de gemeenteraad is vastgesteld. 2. Bouwgronden in exploitatie (BIE). Dit zijn bouwgronden in eigendom van de gemeente die inmiddels in exploitatie zijn genomen. 152
Jaarrekening 2014
Paragraaf grondbeleid
In de toelichting op de balans is bij het onderdeel voorraden een overzicht opgenomen van de projecten en het verloop van de boekwaarde van de verschillende projecten. 10. Risico’s Grondexploitatie In het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties op de stand per 1-1-2015 zijn de risico’s voor de grondexploitatie financieel gekwantificeerd. Deze risico’s zijn meegenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de jaarrekening 2014.
153
Jaarrekening 2014
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen 1. Algemeen Onze gemeente bestaat uit de zeven dorpen: Amerongen, Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Leersum, Overberg, Maarn en Maarsbergen en heeft een oppervlakte van 13.140 hectare, waarvan 12.949 hectare land en 191 hectare oppervlakte binnenwater. Het grootste deel van de gemeente is particulier grondbezit. Een klein gedeelte is in eigendom en/of beheer bij de gemeente. Het grootste deel hiervan is openbare ruimte. De openbare ruimte bevat wegen, rioleringen, groen, openbare gebouwen enzovoort. Ze worden kapitaalgoederen genoemd. Gedurende de periode dat de kapitaalgoederen van nut zijn, vertegenwoordigen ze een waarde voor onze gemeente. Die waarde moet zo goed mogelijk bewaakt worden door het plegen van onderhoud. Dat kan regulier onderhoud ten laste van de exploitatie zijn of groot onderhoud ten laste van de onderhoudsvoorzieningen. Als er voldoende onderhoud wordt gepleegd, kan een voldoende niveau van voorzieningen worden aangeboden aan de inwoners en overige gebruikers. Daarnaast wordt kapitaalvernietiging door vroegtijdig groot onderhoud voorkomen. Tot slot wordt daarmee voldaan aan de zorgplicht in het kader van aansprakelijkheid. Het gewenste onderhoudsniveau dient altijd te worden bezien in relatie tot de kosten. Als de gemeente beschikt over een helder beleid en actuele beheerplannen, dan kunnen de risico’s in de hand gehouden worden. In 2014 hebben we een herijkt investeringsplan opgesteld met als belangrijkste doelen efficiënter omgaan met de kapitaallasten en beter inzicht geven ik de investeringen. De inhoud van het plan is grotendeels gebaseerd op het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) het investeringstempo wordt vooral bepaald door de beschikbare ambtelijke capaciteit. Alle grote renovaties zijn apart opgenomen en in 3 verschillende fases, namelijk voorbereiding, uitvoering en nazorg. In het herijkte investeringsplan wordt per project een verdeelsleutel tussen benodigd rioolkrediet en wegenkrediet vastgesteld. Naast de grote rioolrenovaties zijn er ook investeringskredieten opgenomen voor renovaties van wegen in het buitengebied en in de hoofdinfrastructuur. Verder zijn er investeringen opgenomen voor openbaar groen en gebouwen. Door herijking van de investeringen is het jaarlijks investeringsvolume fors verlaagd. We gaan vervangen op basis van technische levensduur naar aanleiding van inspecties, niet op basis van economische afschrijving. Het onderhoud is vooral gericht op een sober basisniveau en het voorkomen van onveilige situaties en schades. De overlast voor bewoners zal in sommige gevallen toenemen. Ook de risico’s voor de gemeente nemen toe. Deze bestaan onder andere uit het ontstaan van achterstallig onderhoud en een toename van aantal claims en meldingen. Omdat een groot deel van onze openbare ruimte het eind van zijn levensduur nadert, zullen de onderhoudskosten in de komende jaren stijgen en zal op den duur vervanging nodig zijn. In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is verplicht gesteld om voor het onderhoud het beleidskader en de financiële consequenties daarvan in de begroting en jaarrekening op te nemen. Dat is in deze paragraaf uitgewerkt.
2.
Kengetallen gemeente Utrechtse Heuvelrug
Wegen (inclusief trottoirs en fietspaden) in m² Civieltechnische kunstwerken Lichtmasten (lantaarnpalen) Verkeersregelinstallaties (verkeerslichten) Verkeersborden Straatnaamborden Riolering in km Berg-bezink voorzieningen Rioolpompen en –gemalen
2.477.000 100 8.550 8 4.000 1.750 392 9 700 154
Jaarrekening 2014
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Wateroppervlak in bebouwd gebied in m² Buitensportcomplexen Bos- en natuurterrein in ha Openbaar groen in ha Bomen Speeltoestellen Speelplaatsen Begraafplaatsen Begraafplaatsen totaal oppervlakte in m² Culturele kunstwerken Scholen Overige gebouwen
57.500 10 260 213 45.000 518 107 9 140.042 38 34 75
3. Leeswijzer In deze paragraaf komen de volgende hoofdonderwerpen aan de orde. I Waardering en afschrijving II Beleidskader van de volgende items Strategisch: 1. GRP 2. GVVP 3. Sportnota 4. Speelruimteplan Tactisch: 5. Kwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte Operationeel: 6. Wegen 7. Civieltechnische kunstwerken 8. Lantaarnpalen 9. Openbaar groen, de volgende onderdelen a. gemeentelijke bomen; b. gemeentelijke bossen en natuurterreinen. c. Plantsoenen; d. Gras-, oever-, en watervegetaties; 10. Speelvoorzieningen 11. Rioleringen en water 12. Gebouwen, waar onder schoolgebouwen 13. Buitensportcomplexen 14. Begraafplaatsen 15. Kunstwerken (cultuur) De hoofdonderwerpen kennen telkens de indeling Bestaand beleid, Voorgenomen activiteiten, Bedrijfsvoering en Financiën. I. Waardering en afschrijving Kapitaalgoederen zijn investeringen die een maatschappelijk nut hebben dat zich over meerdere jaren uitstrekt. Daarom worden ze veelal niet in het jaar van aanschaf verantwoord, maar geactiveerd en over meerdere jaren afgeschreven. Het is volgens het BBV overigens niet verboden een investering met maatschappelijk nut direct af te schrijven of te dekken uit een reserve, maar in de nota “Waarderen en afschrijven” die de raad op 28 april 2011 heeft vastgesteld is het uitgangspunt gekozen om dat niet te doen. Waardering vindt plaats op basis van historische kostprijs. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. Investeringen lager dan € 10.000 komen rechtstreeks ten laste van de exploitatie. Voor de bepaling van de afschrijvingstermijnen wordt de economische levensduur als toekomstige gebruiksduur aangehouden. 155
Jaarrekening 2014
II.
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Beleidskaders
Strategisch: 1. Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) Deze nota is vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering van 6 oktober 2011. De nota heeft tot doel om de afvoer van huishoudelijk afvalwater en van regenwater op veilige en efficiënte wijze te organiseren. De nota heeft de volgende uitgangspunten: - Het relatief schone regenwater dient zoveel mogelijk buiten het riool te blijven. - Riolering die niet langer functioneel is (kapot of te klein) wordt planmatig vervangen. De herinrichting van wegen en openbaar groen wordt zoveel mogelijk gelijktijdig met het riool ter hand genomen. Dit beperkt kosten en overlast voor bewoners. 2. Gemeentelijk Verkeer en Vervoers Plan (GVVP) Deze nota is vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering van 28 januari 2009. De nota heeft tot doel om een veilige en vlotte doorstroming van het verkeer te garanderen. De nota heeft de volgende uitgangspunten: - In de wegenstructuur wordt onderscheid gemaakt in een hoofdstructuur en woonstraten. - Openbaar vervoer en fietsverkeer wordt extra gestimuleerd. Voor verkeerskundige maatregelen zijn geen investeringsmiddelen opgenomen in de begroting. Deze werkzaamheden worden meegenomen in de opgevoerde investeringen voor wegrenovaties. 3. Sportnota ‘Sport in Beeld’ Deze nota is vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering van 24 september 2008. De nota heeft tot doel om de beoefening van georganiseerde sport voor inwoners te faciliteren en te stimuleren. De nota heeft de volgende uitgangspunten: - De gebouwen worden afgestoten naar de verenigingen. - De velden komen in eigendom, beheer en onderhoud van de gemeente. - Elke buitensportvereniging krijgt de beschikking over tenminste één kunstgrasveld. 4. Speelruimte Beleidsplan Deze nota is vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering van 23 april 2009. De nota heeft tot doel het buitenspelen van kinderen en jongeren te faciliteren en te stimuleren. De nota heeft de volgende uitgangspunten: - Het bevorderen van buitenspelen, in het bijzonder in een natuurlijke omgeving - Het harmoniseren van het aanbod van speelvoorzieningen In de kerntakendiscussie heeft de raad besloten tot een forse bezuiniging op de uitgangspunten van het speelruimteplan. Er is besloten om de helft van het huidige aanbod aan formele speelvoorzieningen te verwijderen. Het college heeft ingestemd met het reductieplan. Dit plan richt zich op reductie van speeltoestellen in plaats van speelplaatsen om daarmee kapitaalvernietiging te voorkomen. Hiermee wordt de doelstelling van de bezuiniging behaald. Met ingang van 1 januari 2014 is de bezuiniging op de formatie gerealiseerd. Ook zijn de investeringen voor de komende jaren gehalveerd. Tactisch: 5. Kwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte Het Kwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte is in 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Hiermee is een belangrijke basis gelegd voor de ontwikkeling van kwaliteit gestuurd beheer. De uitgangspunten en de kwaliteitsgebieden worden verwerkt in de beheersystemen en het onderhoud zal waar mogelijk steeds vaker beschreven worden in beeldbestekken. Inmiddels zijn de eerste beeldbestekken aanbesteed: voor maaien van gazons, onkruidbestrijding op verhardingen en onkruidbestrijding in onderhoud van plantsoenen in de wijken. 156
Jaarrekening 2014
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Met de Kerntakendiscussie zijn de budgetten voor het beheer en onderhoud verlaagd. De kwaliteitsniveau’s zijn bijgesteld volgens onderstaande tabel. Kwaliteitsprofielen, bijgesteld na de kerntakendiscussie Gebied
A+
A
B
C
D
Ambitieprofiel
Centra
x
Basis
Parels
x
Basis
Woonwijk
x
Sober
Bedrijventerrein
x
Sober
x
basis / sober
Hoofdinfra
x
Parken
x
Basis
Landelijk gebied Begraafplaatsen
x x
Sober Extra
Sportterreinen
x
Sober
Bossen en natuurterreinen
x
Sober
De kwaliteitsniveaus zijn gebaseerd op het landelijke systeem van de CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Wegenbouw). Het vastgestelde niveau is aangegeven, kan naar boven en beneden 10% afwijken. Er zijn in totaal 5 niveaus (A+, A, B, C en D). De kwaliteitsniveaus staan hieronder kort toegelicht: Niveau A+: Nieuwe aanleg. Dit niveau wordt praktisch niet gebruikt voor het bepalen van onderhoudskwaliteit. Niveau A: Hoogwaardig. Meer dan de functie vereist. De openbare ruimte ligt er goed bij. Niveau B: Functioneel, sober en doelmatig. De openbare ruimte ziet er redelijk uit, er is regelmatig wat op aan te merken. Niveau C: Onrustig beeld, met enige discomfort of hinder. Schade en vervuiling zijn zichtbaar aanwezig. Over het algemeen functioneert de ruimte nog wel. Onveilige situaties treden incidenteel op. Niveau D: een slecht beeld, met vervuiling. Er is sprake van kapitaalvernietiging en er zijn onveilige situaties. Er zijn veel claims die vaak worden toegewezen.
Operationeel: 6. Wegen a. Bestaand beleid. Het beheerplan wegen is op 28 mei 2009 door de raad vastgesteld. Gekozen is voor een budget neutrale variant. Dit betekende destijds een licht tekort, maar dit kon door een efficiënte bedrijfsvoering worden opgevangen. Na het vaststellen van het beheerplan is er fors bezuinigd. Met de beschikbare middelen zijn wij ondanks een dalend kwaliteitsniveau nog in staat de risico’s voor aansprakelijkheid en veiligheid te beperken. b. Activiteiten. De meeste activiteiten betreffen grote riool- en wegrenovaties die een looptijd hebben van meerdere jaren. Deze activiteiten worden projectmatig uitgevoerd, verschillende projecten bevinden zich in verschillende fasen. De volgende herinrichtingen en renovaties zijn in 2014 afgerond. - Project van derden verbreding A12 Van de volgende projecten is de voorbereiding afgerond: - Herinrichting Langbroekerweg in Doorn - Herinrichting Hoofdstraat in Driebergen - Herinrichting Bosstraat in Driebergen
157
Jaarrekening 2014
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
c. Bedrijfsvoering. In de eerste jaren na de herindeling stonden onze activiteiten vooral in het teken van het op orde krijgen van de beheergegevens (kwantitatief en kwalitatief) en het op gang houden van het onderhoud. Verschillen in onderhoudsniveaus tussen de dorpen zijn zoveel mogelijk geharmoniseerd. In het kader van de organisatieontwikkeling zijn wij nu bezig met het integreren van de beheer- en de onderhoudsactiviteiten. Deze efficiëntieslag in de bedrijfsvoering is nodig om een deel van de bezuinigingen op te kunnen vangen. Het is echter onvermijdelijk dat onderhoudsniveaus naar beneden gaan worden bijgesteld. Uit inspecties zal vervolgens blijken wat het effect is van de bezuinigingen op de wegen. Dit effect zal bij asfaltwegen groter zijn dan bij de minder onderhoudsgevoelige klinkerwegen. Het ontstaan van achterstallig onderhoud op asfaltwegen (kapitaalvernietiging op korte termijn) dient te worden voorkomen. Veiligheidsrisico’s en toename van claims spelen vooral op langere termijn. Actualisatie van het huidige wegenbeheerplan is in voorbereiding. d. Financiën. De kosten die gemoeid zijn met de vervanging van het gehele wegen areaal noemen we de vervangingswaarde. De totale vervangingswaarde hebben wij berekend op 147 miljoen voor wegen, en ca. 1,5 miljoen voor verkeers- en straatnaamborden. Voor verkeersregelinstallaties, wegmarkeringen en voorzieningen voor openbaar vervoer is de vervangingswaarde onbekend. Het budget voor dit onderdeel is onderverdeeld in wegen, verkeersregelingen en voorzieningen voor openbaar vervoer (met name bushaltes). Voor het regulier onderhoud zijn dit jaar de volgende middelen beschikbaar. Genoemde budgetten zijn inclusief kapitaallasten (rente en afschrijving van investeringen), maar exclusief ambtelijke uren en begrote inkomsten. Bedragen x € 1.000 Begroting Gewijzigde primitief begroting
Omschrijving Wegen Verkeersregelingen (VRI's,Wegmarkering, Verkeersbrorden, Straatnaamborden) Openbaar vervoersvoorziening
Werkelijk
2.109
2.018
1.894
225
313
282
110
22
20
Het investeringsvolume wordt per jaar vastgesteld op basis van opgevoerde projecten. Er is dus geen sprake meer van een vast jaarlijks investeringsbedrag, zoals dat in andere jaren wel het geval was. Er is geen onderhoudsvoorziening. 7. Civieltechnische kunstwerken. a. Voor dit onderdeel is geen beleid opgesteld. Op dit moment is de onderhoudstoestand van de meeste kunstwerken redelijk en er zijn risico’s. Enkele voorzieningen, bijvoorbeeld vlonders en steigers, dienen vooral een recreatief doel. Andere voorzieningen dienen een technisch doel, goed onderhoud van beschoeiingen voorkomt schade en extra kosten aan wegverharding. b. Activiteiten Langs de Ameronger Wetering in Leersum zal een gedeelte van de beschoeiing worden vervangen. Dit is nodig om verdere wegverzakkingen te voorkomen. Na het opknappen van de beschoeiing wordt onderhoud aan de weg gepleegd. Voorbereiding voor dit project is afgerond, uitvoering is gepland in 2015.
158
Jaarrekening 2014
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
c. Bedrijfsvoering Het betreft in totaal 100 objecten (Bruggen, grondkerende wanden, vlonders, beschoeiingen, trappen en 1 tunnel). In 2014 hebben we alle kunstwerken geïnspecteerd en is een rapport opgesteld. Vanwege een beperkt budget voeren we op dit moment alleen noodzakelijk onderhoud uit op basis van meldingen. d. Financiën De vervangingswaarde is onbekend. De budgetten voor dit onderdeel maken deel uit van het onderdeel wegen (zie hoofdstuk 6). 8. Openbare verlichting. a. Bestaand beleid Voor dit onderdeel is beleid in voorbereiding. Dit is gericht op de vermindering van ca. 3.000 lichtpunten, waartoe de raad in de kerntakendiscussie besloten heeft en op het vernieuwen van het areaal. b. Activiteiten De pilots voor het verminderen van het aantal lantaarnpalen zijn afgerond. We zijn nu bezig voor dit onderdeel beleid op te stellen. c. Bedrijfsvoering Tot en met 2011 was de openbare verlichting in een leaseconstructie ondergebracht bij CityTec, een dochterbedrijf van Eneco. Om verschillende inhoudelijke redenen heeft de gemeente het leasecontract niet verlengd. Bovendien valt deze dienst onder de regels van de aanbesteding. Nu het gehele eigendom is verworven kan begonnen worden met het opstellen van een vervangingsplan. d. Financiën De kosten voor openbare verlichting bedragen in 2014 485.000. Dit is inclusief de afschrijving van de afkoopsom Citytec (€ 170.000). 9. Openbaar groen. a. Bestaand beleid. Dit valt uiteen in de volgende onderdelen Gemeentelijke bomen; Gemeentelijke bossen en natuurterreinen. Plantsoenen; Gras-, oever-, en watervegetaties; De beheerplannen voor gemeentelijke Bomen alsmede Bos- en Natuurterreinen zijn in 2009 door de raad vastgesteld. Er zijn 3 varianten beschreven: budgetneutraal, streefniveau en streefniveau-plus. Er is gekozen voor de budget neutrale beheervariant. Dit is de variant die met de beschikbare middelen uit de begroting kan worden gerealiseerd. In deze variant voldoet de gemeente aan alle wettelijke verplichtingen. Deze variant heeft beperkte financiële risico’s, omdat schadeclaims niet in alle gevallen kunnen worden weerlegd. Risico’s voor kapitaalvernietiging zijn er op dit moment niet, maar het achterstallig onderhoud neemt wel toe. In 2007 is al het openbaar groen van de gemeente geïnventariseerd. De gegevens zijn opgenomen in het beheersysteem dat in de loop van 2011 is aangevuld met kostenkengetallen. De data worden jaarlijks geactualiseerd op basis van inspecties. b. Activiteiten In 2014 zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: Realiseren van openbaar groen in herinrichtingsgebieden. Omvormen naar soberder en meer natuurvriendelijk openbaar groen in Doorn Noord met ruimte voor co-productie, (extra investering uit de Kerntakendiscussie). 159
Jaarrekening 2014
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Verder wordt er gewerkt aan de volgende onderwerpen: Sponsoring van groenelementen. Verkoop of terugvordering van illegaal ingenomen openbaar groen. c. Bedrijfsvoering In de eerste jaren na de herindeling stonden onze activiteiten vooral in het teken van het op orde krijgen van de beheergevens (kwantitatief en kwalitatief) en het op gang houden van het onderhoud. Verschillen in onderhoudsniveaus tussen de dorpen zijn zoveel mogelijk geharmoniseerd. In het kader van de organisatieontwikkeling zijn wij nu bezig met het integreren van de beheer- en de onderhoudsactiviteiten. Deze efficiëntieslag in de bedrijfsvoering is nodig om een deel van de bezuinigingen op te kunnen vangen. Herinrichting vindt plaats naar soberder vormen van openbaar groen (meer gras en hagen, minder heesters), meer natuurvriendelijk groen en meer aansluiting bij landschappelijke structuren. Het is echter onvermijdelijk dat onderhoudsniveaus naar beneden gaan. Via co-productie bieden wij inwoners de gelegenheid om de inrichting te verfraaien of het onderhoudsniveau te verhogen. Ook sluiten wij contracten af met bedrijven om delen van het openbaar groen te sponsoren. Inmiddels is er een digitaal loket ingevoerd met de titel ‘Samen werken aan uw gemeente’. Alle bomen worden één maal per drie jaar geïnspecteerd. Bomen met een verhoogd risico worden jaarlijks geïnspecteerd. Hiermee voldoen we aan onze wettelijke zorgplicht. De controle op de kwaliteitsniveaus van de plantsoenen vindt plaats door steekproefsgewijze termijnschouw. Tot nu toe lukt het om het gemiddeld gewenste niveau te halen. Tenslotte bestrijden wij waar nodig ziekten en plagen bij bomen (eikenprocessierups, luisbestrijding, massaria, kastanjebloedingsziekte etc.). Dit doen wij omdat dit noodzakelijk is voor het behoud van het groenelement of om gezondheidsproblemen voor de inwoners te voorkomen. d. Financiën De geschatte vervangingswaarde bedraagt € 15 miljoen voor openbaar groen en € 120 miljoen voor bomen. Voor bossen en natuurterreinen is geen vervangingswaarde bekend. Voor het regulier onderhoud zijn dit jaar de volgende middelen beschikbaar. Genoemde budgetten zijn inclusief kapitaallasten (rente en afschrijving van investeringen), maar exclusief ambtelijke uren en begrote inkomsten. Bedragen x € 1.000 Begroting Gewijzigde primitief begroting
Omschrijving
Werkelijk
Openbaar groen en bomen
1.669
1.708
1.700
Bossen en natuurterreinen
96
91
89
Voor het groot onderhoud en verduurzaming en omvormen van openbaar groen is in de meerjarenbegroting dekking aanwezig voor een jaarlijks investeringsbedrag van € 200.000. Er is geen onderhoudsvoorziening. 10.
Speelvoorzieningen
a. Bestaand beleid Het beleid is beschreven in het speelruimteplan. In de kerntakendiscussie heeft de gemeenteraad een besluit genomen om het aantal formele speelplaatsen te halveren. b. Activiteiten In de jaarschijf 2014 zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: Invulling geven aan de vermindering van investeringskosten aan speelplaatsen. Verminderen van het aantal speelvoorzieningen
160
Jaarrekening 2014
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
c. Bedrijfsvoering Eén keer per jaar worden alle speeltoestellen technisch geïnspecteerd. Daarnaast vinden twee maal per jaar visuele controles plaats. Hiermee voldoen wij aan onze wettelijke zorgplicht. d. Financiën. De geschatte vervangingswaarde bedraagt ca. € 1 miljoen. Voor het regulier onderhoud zijn dit jaar de volgende middelen beschikbaar. Genoemd budget is inclusief kapitaallasten (rente en afschrijving van investeringen), maar exclusief ambtelijke uren en begrote inkomsten. Bedragen x € 1.000 Begroting Gewijzigde primitief begroting
Omschrijving Speelvoorzieningen
142
138
Werkelijk 138
In 2014 is besloten niet meer te investeren in vernieuwing van speelvoorzieningen. Als gevolg van de kerntakendiscussie dient immers de helft van het aantal speelplaatsen verwijderd te worden. Er is geen onderhoudsvoorziening. 11.
Riolering en water
a. Bestaand beleid Voorafgaand aan het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) is alle aandacht gericht geweest op de inventarisatie van gegevens. Een goed plan kan immers alleen geschreven worden op basis van betrouwbare (juiste en volledige) gegevens. Het beheersysteem wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van reguliere inspecties. In het GRP is een uitvoeringsprogramma opgenomen. Daar waar de riolering geheel vervangen moet worden, vindt tevens een reconstructie van de bovengrondse inrichting plaats. Bewoners worden hierbij betrokken. b. Activiteiten De meeste activiteiten betreffen grote riool- en wegrenovaties die een looptijd hebben van meerdere jaren. Deze activiteiten worden projectmatig uitgevoerd, verschillende projecten bevinden zich in verschillende fasen. Van het volgende project is de voorbereiding afgerond: - Rioolrenovatie en herinrichting Bosstraat in Driebergen Er wordt gewerkt aan de voorbereiding van de volgende projecten: - Rioolrenovatie en herinrichting Nederstraat/Drostestraat in Amerongen - Rioolrenovatie en herinrichting Engelsewerk in Amerongen c. Bedrijfsvoering Jaarlijks wordt 1/7e deel van de riolering schoongemaakt en geïnspecteerd. Deze cyclus is gebaseerd op landelijke richtlijnen. Hiermee voldoen we aan onze wettelijke zorgplicht. d. Financiën. De geschatte vervangingswaarde bedraagt € 300 miljoen. Voor het regulier onderhoud zijn dit jaar de volgende middelen beschikbaar. Genoemd budget is inclusief kapitaallasten (rente en afschrijving van investeringen), maar exclusief ambtelijke uren en begrote inkomsten.
161
Jaarrekening 2014
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Bedragen x € 1.000 Begroting Gewijzigde primitief begroting
Omschrijving Riolering Water en duikers
Werkelijk
2.989
3.114
3.151
126
125
133
12. Gebouwen, waaronder schoolgebouwen a. Bestaand beleid Het onderhoud van de schoolgebouwen is in 2014 volgens de meerjaren onderhoudsprogramma’s uitgevoerd. De visie op vastgoed die in voorbereiding is, zal bepalend zijn voor het aantal gebouwen dat in eigendom blijft. Door het afstoten van vastgoed kunnen de huidige onderhoudsbudgetten op lange termijn toereikend zijn voor het te plannen meerjaren onderhoud. Het ongepland of onvoorzien onderhoud wordt opgevangen binnen de reserve onderhoud gebouwen. De gevolgen van de reserve onderhoud gebouwen op de langere termijn zullen ook meegenomen worden in de visie op vastgoed. b. Activiteiten In de jaarschijf 2014 staan de volgende werkzaamheden gepland: Onderhoud diverse gebouwen Afstoten niet ter discussie staande vastgoed (3 objecten verkocht) Opstellen visie op vastgoed c. Bedrijfsvoering Het onderhoud van de schoolgebouwen wordt volgens de meerjaren onderhoudsprogramma’s uitgevoerd. De overige gebouwen worden jaarlijks binnen het beschikbare onderhoudsbudget onderhouden. Dit budget is onvoldoende om al het planmatig onderhoud tijdig uit te voeren. d. Financiën. Aan onderhoud gebouwen is in 2014 € 491.000 uitgegeven. De reserve onderhoud gebouwen bedraagt per 31 december 2014 € 407.217. 13. Buitensportcomplexen a. Bestaand beleid De uitvoering van de sportnota is sinds 1 juli 2011 afgerond in de zin dat overeenstemming is bereikt met de sportverenigingen over de uitvoering van de sportnota. De raad is hierover in augustus 2011 geïnformeerd. Vanuit de lijnorganisatie worden nu de gemaakte afspraken contractueel verankerd en in de organisatie geïmplementeerd. De harmonisatie van de tenniscomplexen moet nog plaatsvinden. Tijdens de onderhandelingen met de sportverenigingen is minimaal onderhoud uitgevoerd aan de opstallen van de buitensportverenigingen. Bij de afspraken die met de verenigingen zijn gemaakt over de uitvoering van de sportnota is ook stil gestaan bij het onderhoud. Zodra de gemaakte afspraken contractueel zijn vastgelegd, worden de benodigde middelen voor het onderhoud alsnog uitgekeerd aan de verantwoordelijke verenigingen. b. Activiteiten In 2014 zijn de volgende werkzaamheden afgerond: Vervanging bovenlaag kunstgrasveld hockey Planetenbaan Aanleg kunstgrasveld voetbal in Driebergen Aanleg kunstgrasveld korfbal in Driebergen
162
Jaarrekening 2014
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
c. Bedrijfsvoering. Het beheersysteem is gevuld met betrouwbare gegevens en een beheerplan is in voorbereiding. Een risico is onbekendheid met de levensduur van kunstgrasvelden. Hierbij is vooralsnog uitgegaan van een afschrijvingstermijn van 15 jaar. d. Financiën Voor het regulier onderhoud zijn dit jaar de volgende middelen beschikbaar. Genoemd budget is inclusief kapitaallasten (rente en afschrijving van investeringen), maar exclusief ambtelijke uren en begrote inkomsten. Bedragen x € 1.000 Begroting Gewijzigde primitief begroting
Omschrijving Sportvelden
1.184
964
Werkelijk 934
Voor groot onderhoud en aanleg van kunstgrasvelden was in 2014 jaar € 914.000 investeringsruimte beschikbaar. 14. Begraafplaatsen a. Bestaand beleid Onze gemeente bezit negen gemeentelijke begraafplaatsen: één in Maarn en twee in Amerongen, Doorn, Driebergen-Rijsenburg en Leersum. Op de vier oude begraafplaatsen worden geen nieuwe graven meer uitgegeven. Het onderhoud wordt daar door vrijwilligersorganisaties uitgevoerd. Recente uitbreidingen van de begraafcapaciteit zijn gerealiseerd op de begraafplaatsen van Leersum en Doorn. Op basis van het Verbeterplan Begraafzaken dat in 2008 door het College is vastgesteld worden plannen ontwikkeld voor de verbetering van het onderhoud, beheer en exploitatie van de begraafplaatsen. In 2013 is de nota ‘Ruimte voor Graven’ vastgesteld. In deze nota worden suggesties gedaan om de ruimte op de begraafplaatsen nog beter te benutten. De begraafcapaciteit in Maarn is binnen enkele jaren een knelpunt. Zo is de procedure beschreven om graven te ruimen en worden mogelijkheden genoemd om extra graven te realiseren. De controle op onderhoudsniveaus vindt plaats door steekproefsgewijze maandelijkse termijnschouw. Op dit moment voldoen wij aan het vastgestelde niveau. b. Activiteiten In 2014 is gestart met het ruimen van graven. c. Bedrijfsvoering Het beheersysteem is gevuld met betrouwbare gegevens. Verder hebben we gewerkt aan de koppeling van het geografische beheersysteem aan de begraafplaatsadministratie en het op orde maken van de begraafplaatsadministratie. d. Voor het regulier onderhoud zijn dit jaar de volgende middelen beschikbaar. Genoemd budget is inclusief kapitaallasten (rente en afschrijving van investeringen), maar exclusief ambtelijke uren en begrote inkomsten. Bedragen x € 1.000 Begroting Gewijzigde primitief begroting
Omschrijving Begraafplaatsen
564
550
Werkelijk 534
15 Kunstwerken (cultuur) a Bestaand beleid In de nota cultuur 2011-2013 “Participeren en Profileren” hebben we ons voorgenomen een beleidsnotitie kunst in de openbare ruimte te schrijven. Deze notitie is geschreven (‘Kijk op Kunst’), maar is nooit 163
Jaarrekening 2014
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
goedgekeurd, omdat er geen middelen beschikbaar zijn voor onderhoud en verzekering. Er is dus geen bestaand beleid. b Activiteiten Geen activiteiten, omdat er geen middelen beschikbaar zijn. c Bedrijfsvoering De berekende vervangingswaarde bedraagt ca. € 700.000. Deze is gebaseerd op de verzekerde waarde. d Financiën Alleen bij gevaar of na meldingen van vernieling wordt beperkt onderhoud uitgevoerd.
164
Jaarrekening 2014
Paragraaf bezuinigingen
Paragraaf bezuinigingen In overleg met de auditcommissie is besloten de gemeenteraad niet langer over de voortgang van de bezuinigingen te informeren middels een Raadsinformatiebrief maar door middel van een paragraaf in de jaarrekening en de begroting. In de jaarrekening 2014 is deze paragraaf voor het eerst opgenomen. Wij informeren u in deze paragraaf over de voortgang van de bezuinigingen waartoe in het kader van de kerntakendiscussie voor de jaren 2012 en volgende jaren is besloten. De laatste Raadsinformatiebrief die u heeft ontvangen dateert van 5 februari 2013, waarin u bent geïnformeerd over de realisatie van de bezuinigingen 2012 en 2013. In deze paragraaf wordt ingegaan op de belangrijkste bezuinigingen voor het jaar 2014 die niet of op andere wijze zijn gerealiseerd. Openbare verlichting Tijdens de kerntakendiscussie is besloten om in het jaar 2014 € 100.000 te bezuinigingen en vanaf 2015 structureel € 200.000. Bij het vaststellen van het raadsprogramma 2015-2018 is de bezuiniging vanaf 2015 grotendeels weer tenietgedaan door jaarlijks € 150.000 aan het budget toe te voegen. Formatiereductie V&H U bent over het niet halen van deze voorgenomen bezuiniging geïnformeerd in de 3e Bestuurlijk Financiële rapportage (raad juli 2014). Hierbij is aangegeven dat de afdeling is gestart met de pilot Toets & Go. Aan het eind van het jaar 2014 zou geëvalueerd worden of deze pilot zou leiden tot een mogelijke bezuiniging. Deze pilot is echter geen succes gebleken. Slechts één aanvraag is via deze procedure verlopen. Afschaffen vergunningverlening APV In de RIB van 5 februari 2013 is hierover het volgende opgenomen: “Nog niet gerealiseerd omdat deze nauw samenhangt met besluitvorming van de gemeenteraad over de bomenverordening. Slechts intrekking kan tot volledige invulling van deze bezuiniging leiden”. Later is de bomenverordening gewijzigd, maar niet ingetrokken. Deze voorgenomen bezuiniging is dan ook niet meer verwerkt in de begroting 2015 e.v. Formatie VGP Besloten is om vanaf 2014 structureel € 35.000 te bezuinigen op de formatie van deze afdeling. Deze bezuiniging is niet gehaald
165
Jaarrekening 2014
Paragraaf Voorbereidingstraject transities
Paragraaf Voorbereidingstraject transities. In het sociale domein stond het jaar 2014 in het teken van het treffen van de voorbereidingen voor drie grote decentralisaties, de wet AWBZ naar Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. De wetten waren bij het Rijk al langer in voorbereiding. Pas in juli 2014 werd definitief duidelijk dat alle drie de decentralisaties per 1 januari doorgang zouden vinden. Het late tijdstip van besluitvorming zette de voorbereidingen in de gemeenten onder druk. Daarbij kwam dat landelijk een aantal randvoorwaarden niet tijdig voor 1 januari geregeld waren. Dat bleek bijvoorbeeld bij de Sociale Verzekeringsbank. Voor ons was een belangrijk knelpunt dat het landelijk gegevensknooppunt op 31 december niet gereed was. Hierdoor konden gemeenten en aanbieders hun administratieve systemen niet tijdig inrichten, bijvoorbeeld voor het koppelen van beschikkingen en facturen. Ondanks alle late besluiten en krappe deadlines kunnen we vaststellen dat op 31 december de decentralisaties volgens de focuslijst van VNG en Rijk zijn doorgevoerd. Dat wil niet zeggen dat alle voorbereidingen zijn afgerond. Een paar voorbeelden van grote opgaven die er nog liggen: de inkoop van AWBZ-vervoer bij jeugd (landelijk vergeten), het uitwerken van afspraken over risicodeling in 2015 bij de jeugdhulp (26 gemeenten in de provincie), de aansluiting van het gedwongen kader jeugd op de lokale teams (veel meer werk dan ingeschat), het goed ontsluiten van de ingekochte ondersteuning voor consulenten en inwoners (aansluiting beschikking en keuzes) en het werkend krijgen van de gegevensuitwisseling (zoals hierboven al vermeld). Beleidskeuzes Vooruitlopend op besluitvorming door het Rijk stelden we begin 2014 een Beleidskeuzenota op. In 2012 en 2013 is de basis al gelegd in de Visies op Wmo en Welzijn en de Beleidsnota Wmo. In de visies is de grotere opgave beschreven achter de decentralisaties: de omslag naar (daadwerkelijk) gekanteld werken in de Wmo en de omslag van aanbodgericht naar vraaggericht werken in het welzijnsveld. Deze uitgangspunten werkten we begin 2014 uit in concrete, integrale keuzes voor de transformatie van het sociale domein. In deze integrale aanpak waren we een voorloper in de regio. De keuzes werden telkens geijkt aan de lijnen van versterken van eigen kracht – 1 gezin 1 plan – en (regie op) kwalitatief goede ondersteuning. Het nieuwe raadsprogramma bevestigde deze keuzes. Ondersteuning van zelfredzaamheid en het bieden van een integrale woon- zorg- en welzijnsomgeving zijn ook de accenten in het nieuwe raadsprogramma. Op 31 december 2014 was de basis gereed om verder te kunnen bouwen aan de transformatie: de toegang is ingericht, er zijn dorpsnetwerken in de dorpen, de subsidieverordening is beter ingericht op vraaggericht werken en er zijn innovatiegelden gereserveerd voor 2015. Regio In 2013 maakte onze gemeente samenwerkingsafspraken met de regiogemeenten Bunnik, De Bilt, Wijk bij Duurstede en Zeist. We werkten in een regionale projectstructuur onder leiding van de portefeuillehouders in de vijf gemeenten. Daarnaast kwamen de betrokken afdelingshoofden en transitiemanagers regelmatig bijeen over de inzet van personeel en middelen. In enkele gevallen overlegden zij met de gemeentesecretarissen, met name over de gewenste reikwijdte van de samenwerking. Bij jeugd was ook sprake van een bovenregionale projectstructuur, met de overige 25 gemeenten in de provincie. Deze samenwerking was gericht op het begeleiden van de overdracht van taken door de provincie en het gezamenlijk uitvoeren van het Regionaal Transitie Arrangement (zie programma 7). De regio Zuid-Oost Utrecht besloot op een aantal terreinen samen te werken: - Het regionaal beleidskader jeugd (zie programma 7). - De inkoop van de nieuwe hulp en ondersteuning AWBZ en Jeugdhulp (zie programma’s 5 en 7). Onze gemeente was leidend bij de regionale aanbesteding van de jeugdhulp. - Het contractmanagement. De gemeente Zeist is gastgemeente. 166
Jaarrekening 2014
Paragraaf Voorbereidingstraject transities
-
Regionale expertpool voor de afhandeling van complexere vragen. We spraken verder af dat we regionaal een onderzoek starten naar verdere samenwerking bij backofficetaken. De invalshoek daarbij is efficiency en kwaliteit, waarbij ook efficiency in de samenwerking met de talrijke nieuwe contractpartners een punt van aandacht is. Deze regionale samenwerking betekende voor de afdeling MO een forse extra tijdsinvestering, waarbij zeker bij de transitie Jeugd de lokale voornemens niet altijd voldoende aandacht kregen (omvorming centrum voor jeugd en gezin, aansluiting veiligheid-jeugd) Implementatieplan Begin 2014 stelden we een Implementatieplan 2014 op, waarin we de Transformatie integraal benaderden. Dit plan bevatte deels stappen voor de afzonderlijke transities (zie programma’s 5 en 7) en het project Vitale dorpen (zie programma’s 2, 6 en 9). Daarnaast bevatte het plan het Programma sociale dienstverlening en het project Monitoring en Verantwoording. Het Implementatieplan is projectmatig aangestuurd, onder leiding van een stuurgroep van de verantwoordelijke wethouders en een programmamanager. De projecten werden aangestuurd vanuit de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling, in de teams waren adviseurs uit verschillende afdelingen betrokken. De toegang Het Programma Sociale dienstverlening bevatte de stappen voor het inrichten van de toegang. We richtten de toegang in langs de stappen zelfservice en zelfredzaamheid (zie programma 3), informerenvragen beantwoorden-beoordelen en afhandelen complexere vragen . We experimenteerden hiervoor met pilots Servicepunten (onder leiding van Welnuh) en Dorpsteam+ (Jeugdhulp, in samenspraak met de Provincie). In de zomer evalueerden we de pilots (zie programma 5 en 7). Een belangrijke keuze was om de servicepunten en sociale dorpsteams voorlopig onder aansturing van de gemeente uit te voeren. In samenspraak met een team van trekkers uit de dorpen werkten we het plaatje van de toegang uit. Dit presenteerden we samen aan de partners in de woonservicegebieden (zie programma 6). Medio 2014 formeerden we ‘het hart’ van de toegang: we stelden drie teamleiders aan voor de vijf servicepunten. Zij werkten de uitgangspunten verder uit in globale werkprocessen en ze bereidden de bemensing van de teams voor. Parallel vond intern de omvorming plaats van het Wmo-loket naar de servicepunten. De teamleiders zetten in 2014 met de nieuwe consulenten de eerste stappen naar de nieuwe werkwijze (gekanteld, 1 gezin-1plan), in december werden de eerste opleidingsdagen uitgevoerd. De teamleiders waren ook betrokken bij bijeenkomsten met politie-veiligheid en huisartsen over de samenwerking. Een geplande bijeenkomst met scholen lukte niet meer in 2014. De bemensing en voorbereidingen voor de servicepunten en sociale dorpsteams namen meer tijd in beslag dan we vooraf hadden geraamd. De geplande startdatum van 1 september haalden we niet. De servicepunten startten op 1 december 2014, de sociale dorpsteams op 1 januari 2015. Bij Werk en Inkomen, minima, schuldhulpverlening is de integrale toegang nog niet gelukt in 2014, deze is doorgeschoven naar 2015. Daarnaast werden de randvoorwaarden geschapen voor de teams om te kunnen werken: - Verordeningen en beleidsregels (zie programma’s 5 en 7). - Samenwerkingsafspraken met Welnuh en Vitras vastgelegd en geregeld in subsidies. - Inkoop geregeld voor consulenten met profielen Jeugd en AWBZ. - Convenant opgesteld voor alle partijen die consulenten leveren. - Lokaties gekozen en ingericht. - Ict voor de teams ingericht. Dit kostte extra tijd, omdat keuzes elke keer dienden te worden getoetst aan gemeentelijk beleid en de specifieke situatie van teams van interne en externe mensen. - Clientsysteem ingericht en aansluitingen gemaakt met Wmo-kantoor (administratiekantoor), landelijke gegevens CORV, etc 167
Jaarrekening 2014
Paragraaf Voorbereidingstraject transities
Specifieke aandacht kregen privacy en klachten. Regionaal is een privacyreglement opgesteld. We besloten om een extern bureau begin 2015 te betrekken bij het beschrijven van de nieuwe werkprocessen (volgens de sensus-methodiek). Dit bureau laat daarbij een privacydeskundige meelopen. Monitoring en Verantwoording We troffen de voorbereidingen voor de monitoring van de veranderingen in het sociale domein en de verantwoording daarover aan de raad en aan het Rijk. U nam hierover ook een motie aan. In een raadsinformatiebrief legden we vervolgens vast hoe wij de monitoring en verantwoording in het sociale domein vorm willen gaan geven. We houden daarbij ook rekening met landelijke verplichtingen op dit gebied, waarbij het vooral om resultaatmeting en cliëntbeleving zal gaan. Deels zal dit in regionaal verband gaan gebeuren, samen met de gemeenten Bunnik, De Bilt, Wijk bij Duurstede en Zeist. Deels zal dit lokaal geregeld gaan worden. Wij zullen in 2015 vier keer rapporteren over de stand van zaken in het sociale domein. In 2014 enquêteerden we inwoners over leefbaarheid, participatie en veiligheid. Omdat we op diverse onderzoeken bezuinigden zijn deze onderwerpen in één onderzoek aan onze inwoners voorgelegd, met meer informatie vanuit het sociale domein. De gegevens zijn verzameld en worden nog uitgewerkt tot een definitieve rapportage. Communicatie en participatie Over de te maken keuzes zijn in 2013 een aantal grote participatieve bijeenkomsten georganiseerd. In 2014 kozen we voor gerichtere participatie. Voor keuzes raadpleegden we regelmatig de Meedenkgroep en voor jeugd een ouderenpanel, dat samengesteld is uit mensen die ervaring hebben met het ontvangen van jeugdhulp. Ook waren de Wmo-raad, het platform voor mensen met een functiebeperking en de seniorenraad betrokken bij de keuzes. Het Implementatieplan bevatte ook een communicatieplan. Bij de uitvoering van het plan verschoof het accent in de loop van het jaar van algemene communicatie over de wetswijzigingen en onze keuzes, naar het informeren van inwoners over hun specifieke situatie. Het seniorenplatform organiseerde in alle dorpen druk bezochte middagen, waar inwoners werden geïnformeerd over alle veranderingen. Samen met een zorgaanbieder was de gemeente aanwezig om uitleg te geven over alle veranderingen en om vragen te beantwoorden. Inwoners gaven aan blij te zijn met alle duidelijke uitleg. In december werden de inwoners geïnformeerd door de speciale Transitiekrant, waarin ook de consulenten in de servicepunten en dorpsteams werden voorgesteld. Daarnaast informeerden we schriftelijk alle inwoners die gebruik maakten van ondersteuning. Financiën en Risicomanagement We werkten met een risico analyse. Het beeld op 31 december is dat veel mogelijke risico’s konden worden ondervangen. Het grootste risico zit nog in het budget voor de jeugdhulp (zie programma 7) en de sociale werkvoorziening (zie programma 5). Voor de invoering trok u in de begroting 2014 ruim € 700.000 uit voor de invoeringskosten. Dit bedrag was toereikend en is niet helemaal uitgegeven. Bij de opstelling van het raadsprogramma was ook de begroting en monitoring voor de transities aan de orde. De raad besloot om voorlopig de programma’s 5, 6 en 7 intact te laten en de nieuwe taken onder te brengen in een nieuw programma 13, Transities. Besloten werd om deze indeling voor de begroting 2016 te heroverwegen en dan ook de nieuwe doelenbomen en indicatoren vast te stellen. In de programma’s 5, 6 en 7 staan op verschillende plekken nog indicatoren die uitgewerkt moesten worden. Hier hebben we niet aan gewerkt, in afwachting van de nieuwe, integrale doelenbomen. Alle inspanningen leidden ertoe dat we op 1 januari 2015 klaar waren voor de decentralisaties. De transitie van taken per 1 januari voltrok zich, in tegenstelling tot de hectiek in de maanden daarvoor, in alle rust. We 168
Jaarrekening 2014
Paragraaf Voorbereidingstraject transities
kunnen daardoor rustig verder bouwen aan de voorzieningen in onze dorpen, aan de omslag naar vraaggericht werken en een goede ondersteuning aan de inwoners die dat nodig hebben.
169
Jaarrekening 2014
Paragraaf Voorbereidingstraject transities
170
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Overzicht van baten en lasten (en de toelichting)
171
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
172
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de jaarstukken Programma 1 Bestuurlijke zaken Raad- en raadscommissies
34 I
Door gebruik te maken van audioverslagen is er een besparing ontstaan op het notuleren van vergaderingen. Er is bespaard op druk en bindwerk vooruitlopend op een papierloze raad in 2015. In 2014 heeft de raad relatief weinig buiten het gemeentekantoor vergaderd waardoor de post huren is onder benut. Rekenkamercommissie
25 I
In 2014 zijn de onderzoeken vooral in eigen beheer uitgevoerd. Het onderzoek dat uitgevoerd wordt door derden is na de herbenoeming van de rekenkamer in 2014, gegund in 2015. College van B&W voormalig Vanaf 1 januari 2014 is de pensioen richtleeftijd van wethouders verhoogd van 65 naar 67 jaar. Voor alle pensioenen opgebouwd na 1 januari geldt deze gewijzigde rekenmethode. In de voorziening pensioenen moet extra worden bijstort op basis van een hogere actuariële berekening. GBA basisadministratie
-78 I
33 I
Apparaatskosten Diverse kleine afwijkingen
55 I
Totaal
69
Programma 2 Openbare orde en veiligheid Uitvoering APV
-71 I
Apparaatskosten Diverse kleine afwijkingen
20 I
Totaal
-51
173
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Programma 3
Dienstverlening De voorbereidingen voor de implementatie van de nieuwe basisregistratie personen kon vanwege noodzakelijke onderhandelingen met de leverancier in 2014 niet gestart worden. Dit leidt tot een voordeel van € 53.000. In 2015 moet de nieuwe basisregistratie personen alsnog worden ingevoerd en dus stellen wij in het raadsvoorstel bij deze jaarrekening voor om hiervoor een bedrag van € 53.000 over te hevelen naar 2015.
53
I
84
I
Burgerzaken Apparaatskosten Bouw- en woningtoezicht De kosten van onderhoud en rechten van Squit zijn niet opgenomen in afwachting van de mogelijke overgang van uitvoerende taken van de afdeling Vergunning en Handhaving naar de ODRU. Op 16 december 2014 hebben wij besloten deze taken vooralsnog zelf uit te voeren en dus worden deze kosten onderdeel van onze begroting De kosten voor advies zijn overschreden omdat er meer technische controles op bouwwerken nodig waren in het kader van het Bouwbesluit 2012 bij complexe vergunningaanvragen. De opbrengst van de precariobelasting blijft opnieuw achter bij de begroting. Het toezicht dat hiervoor nodig is richt zich na de reorganisatie van de afdeling Vergunning en Handhaving in 2011, volledig op veiligheid en handhaving. In de loop van 2015 komen wij met voorstellen om deze belasting al dan niet te handhaven. Diverse kleine verschillen
-48 S
-76 S
-62 S
58
Totaal
9
174
I
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Programma 4 Ruimtelijke ordening en structuurvisie Allemanswaard De lasten zijn € 409.000 lager dan begroot, omdat wij alleen de eerste helft van de bijdrage
409 I
aan de infrastructuur hebben vergoed en de bijdrage inzake een multifunctioneel centrum en de Napoleonschuur hebben doorgeschoven naar 2015. Dit leidt tot een lagere onttrekking aan de reserve Allemanswaard, waardoor deze beschikbaar blijft in 2015. Wonen Woningwetbouw
217 I
De lasten zijn € 217.000 lager dan begroot, omdat wij de activiteiten voor de uitvoering van de Woonvisie later hebben opgestart, en omdat wij een gedeelte van het aantal energiemaatwerksubsidies hebben verstrekt, terwijl het volledig beschikbare budget in 2014 is geraamd, en omdat wij minder kapitaallasten hebben berekend over de verstrekte startersleningen. De middelen voor de uitvoering van de Woonvisie en de energiemaatwerksubsidies blijven beschikbaar in de reserve 'Woonkwaliteit'. In 2014 is de balanspost woonfonds op de balans vrijgevallen. Er zijn geen verplichtingen meer. Overige volkshuisvesting
336 I
We ontvingen een aantal bijdragen van verkochte woningen, waarvoor wij aan de kopers een starterslening hebben verstrekt.
28 I
Diverse kleine verschillen
83 I
Totaal
1.073
175
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Programma 5 WMO Wijkteams In de begroting is rekening gehouden met een bedrag van € 25.000 voor premie Wijkteams. Dit was bedoeld voor een vervolg-pilot AWBZ. Deze is niet uitgevoerd. Per saldo ontstaat hierdoor op de WMO een voordeel van € 25.000. Kwetsbare groepen
25 I
De uitgaven voor kwetsbare groepen zijn lager. Het inloophuis en het interventieteam zijn pas gestart vanaf het tweede kwartaal 2014. Daarnaast is er minder uitgegeven aan begeleidingskosten. Wonen, Rollen en Vervoer
35 I
De uitgaven fluctueren. Wij zien een afname van het aantal aanvragen. Dit heeft onder andere te maken met het doorvoeren van de Kanteling en het beter kijken wat inwoners nog zelf kunnen, en waar zij ondersteuning bij nodig hebben. Compensatie eigen risico
42 I
100 I
In 2014 is besloten tot een compensatie eigen risico (CER). Het aantal mensen wat daadwerkelijk een verzoek voor deze compensatieregeleing heeft ingediend is aanzienlijk achtergebleven bij de raming. Eigen bijdrage CAK Dit heeft met name te maken met de afrekening 2013. Er zijn over 2013 door het CAK minder eigen bijdragen opgelegd dan wij geraamd hadden Sociale zaken en WSW Uitvoeringskosten transities Voor de invoering van de transities is in 2014 een bedrag geraamd uitgaande van de op dat moment beschikbare informatie. In het algemeen zijn wij terughoudend geweest met inhuur. Om het geheel goed aan te kunnen sturen, is er zoveel mogelijk voor gekozen om met een klein team van mensen te werken die voor veel uren ingezet werden voor de transities. Andere taken zijn tijdelijk opgevangen door collega’s, op een laag pitje uitgevoerd of uitgesteld. Het saldo is verder ontstaan doordat : - De inrichtingskosten en ict-kosten op exploitatiebasis waren meegenomen, deels betreft het investeringen die in meer jaren kunnen worden afschreven. - De servicepunten en sociale dorpsteams pas in december startten in plaats van september Kwetsbare groepen Van het rijk zijn in 2014 extra middelen ontvangen voor kwetsbare groepen. De inkomsten hiervoor, een bedrag van € 95.000, zijn begroot binnen programma 12. De werkelijke uitgaven onder andere voor het project De Verleiding zijn verantwoord in dit programma. Debiteuren RDWI
-44 I
142 I
-30 I
-666 I
In de jaarrekening 2014 van RDWI hebben wij aanleiding gezien om het debiteurenbestand sociale zaken opnieuw te waarderen en dit leidt tot een noodzakelijk te vormen aanvullende verliesvoorziening van €. 666.000 (afgerond). Minima beleid en schuldhulpverlening Koopkrachttegemoetkoming Het kabinet heeft in 2014 een bedrag gereserveerd voor een eenmalige tegemoetkoming voor inwoners van 18 jaar en ouder met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. De regeling is uitgevoerd door de RDWI. Het aantal daadwerkelijke aanvragen is aanzienlijk lager dan de raming. Diverse kleine afwijkingen Totaal
51 I
4 I -341
176
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Programma 6 Diverse kleine afwijkingen
13 I
Totaal
13
Programma 7 Onderwijs In het schooljaar 2013/2014 (kalenderjaar 2014) is in het kader van het project Alcohol en Jeugd door Welnuh voorlichting gegeven op de basisscholen. Een deel van deze kosten zijn reeds geboekt in 2013 en een deel van de kosten zijn gedekt vanuit het budget gezondheid. Mede hierdoor is een voordeel ontstaan op het budget subsidie basisscholen.
23 I
Het budget voor de aanschaf van een softwarepakket voor leerlingenvervoer is in 2014 niet besteed. In 2015 wordt pakket aangekocht.
20 I
Onderwijshuisvesting De renovatie van het dak van basisschool De Schakel in Leersum is voor het grootste gedeelte in 2014 uitgevoerd en wordt in het eerste kwartaal van 2015 afgerond. Hierdoor is het budget niet volledig in 2014 besteed. De schade aan scholen door vandalisme is enorm toegenomen. In totaal is € 56.780 uitgegeven aan herstel van schade door vandalisme tegen een budget van € 17.889. Dat betekent een overschrijding van € 38.891. Vanwege de toename van schade door vandalisme is in 2014 voor een bedrag van € 23.425 door de verzekering uitgekeerd. Diverse kleine afwijkingen
38 I
-38 I
23 I 2 I
Totaal
68
Programma 8 Recreatie en toerisme Forensenbelasting en toeristenbelasting De forensenbelasting is € 112.000 hoger en de toeristenbelasting is € 105.000 lager, omdat
7 I
het deel van de forensenbelasting dat door recreatieparken wordt geheven, binnen onze administratie nog verantwoord werd onder de opbrengst toeristenbelasting. Diverse kleine verschillen
12 I
Totaal
19
177
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Programma 9 Sport In 2012 is een terras aangelegd bij het Tenniscenter Heuvelrug in Doorn op de grond van het aangrenzend golfterrein dat in bezit is van de stichting Zwem- en Sportaccommodaties Doorn. De toename van de boekwaarde van het terras is dit jaar in de jaarrekening opgenomen als correctie op de subsidie van het exploitatie-tekort 2012 van de stichting.
33 I
Diverse kleine afwijkingen
41 I
Totaal
74
Programma 10 Verkeer en vervoer Verkeersregelingen Diverse kleine verschillen
18 I
De realisatie van de extra openbare laadpalen stond gepland voor 2014. De verwachte kosten hiervan bedroegen €20.000 en een subsidie van €16.000. Doordat er problemen zijn ontstaan met de regionale aanbesteding is realisatie in 2014 niet meer mogelijk geweest.
4 I
Voor het onderzoek van de doorstroming van de bus is in de begroting een bedrag opgenomen van €40.000. Dit bedrag wordt volledig vergoed door de provincie Utrecht in het kader van het Verder project.
-27 I
In 2014 zijn er echter op dit project uitgaven gedaan van €26.608. Dit bedrag is nog niet in rekening gebracht bij de provincie. In 2015 wordt dit bedrag als baten alsnog verwacht. De kosten zijn hoger dan vorig jaar door een bijdrage aan de Provincie voor het verkeerslicht Hoofdstraat Driebergen (structurele verhoging van de kosten (€ 6.000) vanwege areaaluitbreiding) en hogere onderhoudskosten (€ 15.000) vanwege veroudering van enkele verkeerslichten (incidentele verhoging). Onderhoud wordt gepleegd zodat alle verkeerslichten functioneel zijn en veiligheid kan worden gewaarborgd. Structurele verhoging van het budget wordt in de eerstvolgende bestuursrapportage opgenomen.
-6 S
-15 I Totaal
-26
178
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Programma 11 Beheer openbare ruimte Algemene opmerking: alle vrij besteedbare budgetten betreffende onderhoud van de openbare ruimte zijn, afgezien van onderstaand budget voor kabelleggen, volledig besteed. Wegen, straten en pleinen Kapitaallasten
53 I
Apparaatskosten
41 I
Kabels en leidingen. In 2014 zijn na afronding van aanleggen van het glasvezelnetwerk in Doorn verder geen werkzaamheden meer uitgevoerd(onderschrijding lasten €72.000). Eind 2013 zijn een aantal ontvangsten geboekt waarvan de werkzaamheden in 2014 zijn uitgevoerd (overschrijding €109.000)
-37 I
Openbaar groen/openluchtrecreatie Opbrengst verkopen groenstroken is hoger uitgevallen dan geraamd
14 I
Diverse kleine verschillen
13 I
Begraafplaatsen, algemeen Apparaatskosten
12 I
Diverse kleine verschillen
16 I
Over het belastingjaar 2014 is een meeropbrengst van € 66.000 gerealiseerd. Dit is grotendeels het gevolg van een toename in het aantal overlijdens in het 4e kwartaal. Overigens is dit een trend die ook landelijk zichtbaar was.
66 I
Milieu en duurzaamheid Milieu algemeen De lasten zijn € 163.000 lager dan begroot, omdat de overgang van de voormalig provinciale taken op het gebied van vergunningverlening, handhaving en toezicht voor een lager bedrag hebben uit laten voeren door de ODrU dan het beschikbare budget vanuit de algemene uitkering, en omdat wij nadrukkelijk hebben gestuurd op het afnemen van de uren bij de ODrU binnen het afgesloten contract, en omdat wij geen CO2 hebben gecompenseerd vanwege het halen van de doelstelling.
163 I
42 I
Diverse kleine verschillen Totaal
383
179
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Programma 12 Financiën Algemene uitkeringen Sinds 2014 krijgen gemeenten extra middelen voor de bestrijding van armoede. In 2015 herijken we het minimabeleid. Deze herijking was voorzien in 2014. Echter, door de transitie zijn taken uitgesteld. Daardoor is van het beschikbare bedrag in 2014 van € 95.000 maar € 30.000 uitgegeven. Dit bedrag is ingezet voor het project De Verleiding. De uitgaven voor het project De Verleiding vallen onder programma 5.
95
De afrekening over oude jaren leidt tot een voordeel van € 33.000. Decembercirculaire 2013 leidt tot een voordeel van € 456.800 De decembercirculaire 2014 geeft een voordeel van € 266.000.
33 I 266 I
Stelposten Eind 2014 was het saldo onvoorzien € 70.000.
70 I
De stelpost Kerntakendiscussie valt vrij ten gunste van de niet gerealiseerde bezuiniging op de formatie V&H en VGP. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bezuinigingen. Nutsbedrijven In 2014 o tvingen we een deel van de algemene reserve GZO. In de tussenrapportage raamde deze als baat ten onrechte op dit programma.Dit had een balansmutatie moeten zijn. In de jaarrekening is dit gecorrigeerd. Daarnaast corrigeerden we de boekwaarde van "Eneco verkoop deel GZO" zodat deze aansluit op het nog niet uitgekeerde deel van de algemene reserve Gzo door Eneco.
100 I
-77 I
-83 I
Belastingen Eind 2014 is nog een aantal belastingaanslagen opgelegd. Mede hierdoor is een hogere opbrengst OZB gebruikers en OZB eigenaren.
57 I
Saldo kostenplaatsen De loon- en overheadkosten worden op basis van geraamde uren verdeeld over onze producten. Mutaties in de loop van het jaar verzamelen we op deze begrotingspost. In de jaarrekening worden de werkelijk loon en overheadkosten verdeeld.
380 I
Mutaties Reserves Dit saldo is veroorzaakt door lagere stortingen onder andere als gevolg van het niet afsluiten van het complex Beaufortweg en het doorschuiven van de verkoop van het gemeentekantoor Leersum en door minder onttrekkingen vanwege lagere uitgaven op onder andere woonservicegebieden, dorpsgericht werken, de Napoleonschuur, de infrastructuur Allemanswaard, de sportnota en de tennisharmonisatie. Voor een toelichting op de reserves en voorzieningen verwijzen wij u naar de staat reserves en voorzieningen.
640 I
Saldo rekening na bestemming Het bedrag van € 321.000 was het voorlopig (negatief) resultaat na verwerking van de 4e bestuursrapportage. Dit bedrag maakt nu onderdeel uit van het efinitieve resultaat 2014 Diverse kleine afwijkingen Vastgoed/grondzaken
-321 I -23 I
Gebouwen en gronden De lagere marktwaarde van het Oppijnen terrein is de oorzaak van het gedeeltelijk afwaarderen van de boekwaarde. 180
-842 I
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
De overdracht van het voormalig gemeentehuis Leersum is doorgeschoven naar 2015. Apparaatskosten vastgoed
-545 I -93 I
Kapitaallasten voormalige gemeentehuizen
-108 I
Exploitatielasten voormalige gemeentehuizen
-39 I
In 2014 zijn kosten gemaakt voor de verkoop van gemeentelijk vastgoed.
-83 I
Verliesvoorziening negatieve grondexploitaties
-984 I
De lasten zijn € 984.000 hoger dan begroot, omdat wij (aanvullende) stortingen hebben gedaan in de voorziening negatieve grondexploitaties vanwege een verslechtering van de financiële prognose van de projecten De Kolk en Engweg en de voormalige gemeentewerven Doorn en Leersum. Het negatieve eigen vermogen van de Lange Dreef c.v is voor 50% een voorziening gevormd. Plankosten voormalig gemeentewerven
-137 I 185 I
De lasten zijn € 185.000 lager dan begroot, omdat wij de planontwikkeling later opstarten vanwege een lopend onderzoek naar de mogelijkheden tot financiele optimalisatie van de plannen met deze locaties. Plan- en ontwikkelingskosten grondexploitaties
146 I
De lasten zijn € 146.000 lager dan begroot, omdat wij van een aantal plannen de geplande werkzaamheden uitvoeren zodra wij een koper voor de betreffende grond hebben gecontracteerd. Opbrengsten grondverkoop
-915 I
De baten zijn € 915.000 lager dan begroot, omdat wij geen percelen hebben verkocht van het project Oude Rijksstraatweg en wij de geplande verkoop van de grond van het project Beaufortweg deels hebben gerealiseerd terwijl gepland was het gehele perceel te verkopen. Mutatie boekwaarde
-477 I
De lasten zijn € 853.000 lager en de baten zijn € 1.330.000 lager dan begroot, omdat de lagere kosten en opbrengsten in de grondexploitatie projecten per saldo leidt tot een lagere mutatie van de posten 'onderhanden werk inzake grondexploitatie' en 'niet in exploitatie genomen gronden' op de balans. Particuliere bouwplannen
113 I
De lasten zijn € 477.000 hoger dan begroot, omdat wij meer interne en externe uren hebben besteed. De baten zijn € 590.000 hoger dan begroot, omdat wij meer kosten op de de initiatiefnemers kunnen verhalen dan bij de begroting door ons was ingeschat. Totaal
-2.642
181
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Overzicht van baten en lasten (bedragen x € 1.000) Nr. Omschrijving programma
Jaar
Begroting Begroting
rekening
Jaarrekening 2014
na wijziging
2013
2014
2014
lasten
baten
saldo
1
Bestuurlijke zaken
-4.286
-4.557
-4.888
4.892
73
-4.819
2
Veiligheid en handhaving
-4.808
-4.623
-4.545
4.620
24
-4.596
3
Dienstverlening
-3.875
-2.326
-3.441
5.003
1.571
-3.432
4
Ruimte,cultuurhist,monumenten en natuur
-2.794
-3.048
-4.804
4.537
806
-3.731
5
WMO,Soc.zaken en minimabeleid
-9.722
-10.587
-11.114
23.994
12.539
-11.455
6
Welzijn, Cultuurh. bel. en Volksgezondh
-2.821
-2.649
-2.638
2.698
73
-2.625
7
Onderwijs(huisv.), jeugdbel. kinderopv.
-4.736
-6.606
-5.255
5.877
690
-5.187
8
Ec.zaken, recreatie en toerisme
9
Sport,incl. sportacc., kunst en cultuur
10
Verkeer en vervoer
11 12
215
309
335
601
955
354
-4.675
-4.403
-4.928
5.301
447
-4.854
-789
-779
-735
773
12
-761
Openbare Ruimte en Milieu
-9.183
-8.880
-8.495
18.761
10.649
-8.112
Middelen en ondersteuning
43.534
53.456
48.529
7.955
53.201
45.246
1
3
-2
2
4
-3.940
5.308
-1.976
85.010
81.042
-3.968
126
0
0
0
0
0
afrondingsverschillen
Gerealiseerde totaal van saldo baten en lasten Mutaties reserves 1
Bestuurlijke zaken
2
Veiligheid en handhaving
0
0
0
0
0
0
3
Dienstverlening
0
0
0
0
0
0
4
Ruimte,cultuurhist,monumenten en natuur
923
324
2.157
450
1.989
1.539
5
WMO,Soc.zaken en minimabeleid
-1
28
28
0
44
44
6
Welzijn, Cultuurh. bel. en Volksgezondh
7
Onderwijs(huisv.), jeugdbel. kinderopv.
8
Ec.zaken, recreatie en toerisme
9
Sport,incl. sportacc., kunst en cultuur
10
Verkeer en vervoer
11
Openbare Ruimte en Milieu
12
0
0
0
0
0
0
190
1.020
241
1.183
1.397
214
0
0
0
0
0
0
66
0
0
0
0
0
212
58
58
0
58
58
0
0
0
0
0
0
Middelen en ondersteuning
2.237
-6.738
-507
2.199
2.961
762
Subtotaal mutaties reserves
3.755
-5.308
1.977
3.832
6.449
2.617
-185
0
0
88.842
87.491
-1.351
Gerealiseerde resultaat
Hierin zijn de volgende algemene dekkingsmiddelen opgenomen:
182
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Algemene dekkingsmiddelen Het in de baten begrepen totaalbedrag aan algemene dekkingsmiddelen bedraagt afgerond € 52,6 miljoen. Dat bedrag is als volgt opgebouwd. (bedragen x € 1.000) Omschrijving
Bedrag
1
Algemene uitkering
2
Onroerende-zaakbelastingen
39.861
3
Forensen- en toeristenbelasting
745
4
Hondenbelasting
282
5
Precariobelasting
19
6
Opbrengst beleggingen
358
7
Rente uitgezette leningen
397
8
Bespaarde rente reserves
1.074
9
Onttrekking algemene reserve vrij aanwendbaar
1.039
8.775
10 Onvoorziene uitgaven
69
Totaal
52.619
Aanwending post onvoorzien: (bedragen x € 1.000) -14
auditcommissie Management filosofie
-29
Aanstellen Lobbyist
-9 -52
Totaal onvoorzien
183
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Herkomst baten Rente en winstuitkering € 2,1 miljoen 2,4%
Herkomst baten 2014 Overige baten € 7,0 miljoen 8,0%
Reserves € 6,4 miljoen 7,3%
Overige heffingen € 10,7 miljoen 12,2% Belastingen € 10,1 miljoen 11,5%
Overige rijksbijdragen € 11,4 miljoen 13,0%
184
Algemene uitkering € 39,9 miljoen 45,5%
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Incidentele lasten en baten (bedragen x € 1.000) progr Omschrijving
begroting begroting werkelijk na wijz.
Incidentele lasten 1 Verkiezingen 4 Subsidie monumentenzorg 4 Bestemmingsplannen 5 Minimabeleid
114
104
100
60
80
76
144
144
144
28
28
44
120
44
23
5 Uitvoeringskosten inburgering
48
49
49
5 Invoeringskosten AWBZ/jeugdzorg
76
603
461
5 Woonservicegebieden
5 Herz. Dubieuse debiteuren RDWI
0
0
666
7 Obo tijdelijke huisvesting
67
0
14
7 Obo tijdelijke onderhoud
9
4
4
7 Obo afboeken boekwaarde ivm sloop
774
0
0
7 Obo sloopkosten
109
0
0
7 Bbo tijdelijke huisvesting
125
33
33
7 Bbo onderhoud scholen
167
400
355
7 Bbo sloop
123
0
0
7 Bbo afboeken boekwaarde
106
0
0
10
29
39
55
90
70
0
0
137
250
100
0
44
104
102
12 Afwaardering mat. vaste activa/gronden en terreinen Bijstorten verliesvoorz. niet in expl. genomen gronden 12 (NIEGG):
0
0
842
0
0
170
12 Bijstorten verliesvoorziening Grondexploitatie
0
0
814
2.429
1.812
4.143
-1.250
-910
0
7 SO onderhoud scholen 11 SLOK 12 Voorziening Lange Dreef 12 stelpost KTD 12 Voormalig personeel
totaal incidentele lasten Incidentele baten 4 Bijdrage uit grondexploitatie 4 Voorz. Woonfonds
0
0
336
-158
0
0
-7.010
-1.135
-590
-213
-147
-147
totaal incidentele baten
-8.631
-2.192
-401
Saldo incidentele lasten en baten
-6.202
-380
3.742
7 Bbo huisvesting bijdrage grb 12 Verkopen onroerend goed 12 Vaste mutatie reserve onderwijshuisvesting ivm harmonisatie IHP
185
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
progr Omschrijving
begroting begroting werkelijk na wijz.
Waarvan verrekend met reserves Onttrekkingen 7 reserve tijdelijke huisvesting ond
-378
-466
-445
7 reserve onderwijshuisvesting
-774
0
0
-28
-28
-44
5 reserve bijzonder bijstand 4 reserve monumenten
-60
-80
-76
4 reserve bestemmingsplannen
-144
-144
-144
4 Reserve woonkwaliteit
-120
-44
-23
12 algemene reserve vrij aanwendbaar Toevoegingen
-55
-90
-70
12 algemene reserve niet vrij aanwendbaar
750
535
530
12 reserve Cultuurhuis
1.250
910
0
12 reserve nieuwbouw gemeentehuis
6.260
600
60
6.701
1.193
-212
499
813
3.530
Saldo verrekening met reserves Netto incidentele lasten
186
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Overzicht van structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves
Progr. Onttrekkingen
begroting begroting werkelijk na wijz.
10 reserve mobiliteit
-13
-13
-13
10 reserve duurzaam veilig
-45
-45
-45
9 reserve Anders en Beter
-237
-237
-237
9 reserve cultuurhuis
-310
-310
-209
12 reserve onderhoud gebouwen 12 reserve nieuwbouw gemeentehuis 5 reserve allemanswaard
-54
-54
-54
-1.006
-891
-891
-80 -1.745
-146 -1.696
-146 -1.595
300
300
300
16
76
76
-80 316
-146 376
-146 376
-1.429
-1.320
-1.219
Toevoegingen 7 reserve tijdelijke huisvesting ond 12 reserve onderhoud gebouwen 5 reserve allemanswaard Saldo structurele reservemutaties
187
Jaarrekening 2014
Overzicht van baten en lasten
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van kracht. Deze wet verplicht ons ingevolge paragraaf 4 om onderstaande gegevens openbaar te maken van de topfunctionarissen van de gemeenten – de secretaris en de griffier. Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 27 februari 2014, inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. De gemeente Utrechtse Heuvelrug herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de gemeente geen verantwoording af over de externe niet-topfunctionarissen. Bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Naam Functie
T.P. van der Steen Gemeentesecretaris
Beloning Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn Totale bezoldiging
16.845 127
M.J.T.H Havekes Gemeentesecretaris
W. Hooghiemstra Griffier
100.392 3.499
2.194
Duur van het (externe) dienstverband in het jaar (in dagen) Omvang van het (externe) dienstverband in het jaar (in fte)
188
84.954 76 13.841
19.166
103.891
98.872
45
334
365
1,0
1,0
1,0
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Balans en de toelichting
189
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
190
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
191
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
192
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Toelichting op de balans per 31 december 2014 Met ingang van 1 januari 2004 is het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van kracht. De begin- en eindbalans van 2014 zijn conform de voorschriften van BBV opgesteld.
Grondslagen voor waardering, afschrijving en resultaatbepaling 1.
Activa
Activa met een investeringswaarde tot € 10.000,- worden op grond van artikel 10 van de "Financiële verordening gemeente Utrechtse Heuvelrug" (raadsbesluit van 17 mei 2006), niet geactiveerd maar rechtstreeks ten laste van de rekening van baten en lasten gebracht. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde verminderd met de afschrijvingen. De afschrijvingstermijn op kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en disagio is maximaal gelijk aan de looptijd van de lening. De afschrijvingstermijn van kosten onderzoek en ontwikkeling bedraagt ten hoogste vijf jaar. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs of lagere marktwaarde verminderd met de afschrijvingen. In voorkomende gevallen worden deze activa ook verminderd met ontvangen subsidies en bijdragen van derden of verminderd met gevormde reserves ten behoeve van investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. De afschrijvingen van de materiële vaste activa gebeuren meestal volgens de lineaire methode en op gehele boekjaren. De afschrijvingen op de investeringen beginnen vanaf het moment dat het krediet volledig is afgewikkeld. De afschrijvingstermijnen zijn afhankelijk van de verwachte gebruiksduur of nuttigheidsduur en zijn vastgelegd in de nota waarderen en afschrijven (raadsbesluit 28 april 2011) van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Extra afschrijving kan plaatsvinden in de gevallen dat de gekozen afschrijvingsduur te lang bleek in relatie tot de verwachte resterende gebruiksduur van de desbetreffende investering. De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Financiële vaste activa De Financiële vaste activa bestaat uit uitzettingen en bijdragen aan activa in eigendom van derden. Uitzettingen (kapitaalverstrekkingen, verstrekte langlopende leningen en overige uitzettingen) worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van eventuele aflossingen. Uitzettingen m.b.t. deelnemingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde indien deze lager is dan de verkrijgingsprijs. Onder uitzettingen worden aandelen, obligaties, maar ook vorderingen en verstrekte leningen verstaan. Uitzettingen met een oorspronkelijke looptijd van een jaar of langer dan een jaar worden gedurende de gehele looptijd onder de financiële vaste activa opgenomen. Uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar worden opgenomen onder de vlottende activa. De bijdrage in activa in eigendom van derden worden gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage verminderd met de afschrijvingen. Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgings- en vervaardigingskosten of lagere marktwaarde. Indien hiervan wordt afgeweken wordt dat in de toelichting vermeld. De marktwaarde wordt bepaald door middel van het uit (laten) voeren van een taxatie. 193
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde van de vorderingen verrekend. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Overlopende activa De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
2.
Passiva
Alle passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien hiervan wordt afgeweken, wordt dat in de toelichting vermeld. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming van de reserves. Het saldo van de rekening van baten en lasten is het resultaat van het boekjaar. De algemene reserve is een reserve die geen specifieke bestemming heeft en noodzakelijk is als buffer voor het opvangen van risico's in algemene zin, zoals een incidenteel begrotingstekort, nadelige rekening resultaten en overige onvoorziene risico's. Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan de gemeenteraad in beginsel een bepaalde bestemming heeft gegeven. De oorspronkelijk gegeven bestemming kan echter op ieder moment door de gemeenteraad worden gewijzigd. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor het afdekken van: Verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar redelijkerwijs is in te schatten. Op de balansdatum bestaande risico's op bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten. Kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt. Hierbij gelden twee voorwaarden: Ten eerste vind het maken van die kosten zijn oorsprong in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar. Ten tweede strekt de voorziening tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Deze voorschotbedragen worden opgenomen in de overlopende passiva. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende verplichtingen van vergelijkbaar volume die gerelateerd zijn aan arbeid (bijvoorbeeld opgebouwde rechten vakantiegeld).
194
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Toelichting Activa 1.
Vaste Activa
1.1. Immateriële vaste activa Boekwaarde per
31-12-2014
31-12-2013
0
0
0
0
0
0
a. Kosten voor sluiten van geldleningen en saldo (dis)agio b. Kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief
1.2. Materiële vaste activa
195
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Toelichting a. en b. Investeringen met een economisch nut De ontwikkeling van de post "Gronden en terreinen" in 2014:
Boekwaarde op 31-12-2013
13.144.351
Investeringen
-9.271
Afschrijvingen
-867.168
Boekwaarde op 31-12-2014
12.267.912
Afwaardering van Leersumsestraatweg 9
-842.000
De ontwikkeling van de post 'Woonruimten' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
1.606.488
Investering
0
Afschrijvingen
-20.610
Boekwaarde op 31-12-2014
1.585.877
De ontwikkeling van de post 'Bedrijfsgebouwen' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
58.004.809
Investeringen
6.132.759
Bijdrage derden
-121.476
Afschrijvingen
-2.455.589
Boekwaarde op 31-12-2014
61.560.503
De investeringen betreffen o.a.: Nieuwbouw gemeente.kantoor
75.077
Voorbereidingskosten De Kameleon
123.733
Renovatie De Uilenburcht
636.064
Voorbereiding bosschool
3.093.129
Gymlokaal Bartimeus
913.384
Renovatie Schoonoord
274.840
Voorbereidingskosten Revius
110.676
Kleedaccommodatie de Woerd
420.054
Aanvulling .kleedaccommodatie de Woerd
252.000
4 extra kleedkamers de Woerd
126.050
De bijdrage betreft: Subsidie Prov. "duurzaam bouwen" Nieuwbouw Gemeentewerf
121.476
196
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
De ontwikkeling van de post 'Grond-, weg- en waterbouwkundige werken' in 2014 Inclusief de investeringen waarvoor een heffing kan worden geheven: Boekwaarde op 31-12-2013
37.204.932
Investeringen
1.467.036
Bijdrage derden
-43.354
Afschrijvingen
-985.149
Boekwaarde op 31-12-2014
37.643.464
De investeringen bestaan o.a. uit: Vervanging bovenlaag kunstgrasveld hockey Maarn
42.718
Aanleg kunstgrasveld voetbal De Woerd
87.771
Aanleg kunstgrasveld voetbal Maarn
375.897
Aanleg kunstgrasveld hockey Maarn
372.169
Rioolrenovatie Doorn-Noord
154.720
Vervanging riolering Engweg Driebergen
33.212
Riolering Nederstraat/Dorstestraat Amerongen
33.112
Riolering Bosstraat Driebergen
38.738
Reconstructie Hoofdstraat Driebergen
48.916
Reconstructie Berkenweg Doorn
52.969
Bijdrage van Stichting Beheer Sport en Ambitie Utr. Heuvelrug voor aanleg kunstgrasveld hockey Maarn
42.122
De ontwikkeling van de post 'Vervoermiddelen' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
489.767
Investeringen
25.570
Afschrijvingen
-112.114
Boekwaarde op 31-12-2014
403.223
Aanschaf bedrijfsauto Volkswagen Crafter
25.570
De ontwikkeling van de post 'Machines, apparaten en installaties' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
7.144.334
Investeringen
206.891
Bijdragen van derden
-51.962
Afschrijvingen
-659.117
Boekwaarde op 31-12-2014
6.640.146
De investeringen bestaan o.a. uit: Pompen en gemalen 2012
50.000
Pompen en gemalen 2013
19.885 197
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Pompen en gemalen 2014 Nieuwbouw gemeentekantoor installaties
10.793 41.988
De bijdrage betreft een bedrag van de GR RID voor aanpassing gebouw C
51.962
De ontwikkeling van de post 'Overige materiële vaste activa' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
4.091.432
Investeringen
818.203
Afschrijvingen
-317.299
Boekwaarde op 31-12-2014
4.592.337
De investeringen betreffen o.a.: Software kassakoppeling
28.337
Restauratie Toren Andrieskerk
369.921
Schliessing takkenkneuzer
30.199
Vervanging Speeltoestellen2012
59.894
Projectmanagement Allemanswaard Amerongen Uitvoering ICT-plan
225.759 85.559
Toelichting c. Investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut De ontwikkeling van de post 'Grond-, weg- en waterbouwkundige werken' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
12.569.211
Investeringen
3.937.538
Bijdrage van derden
-2.842.777
Afschrijvingen
-328.479
Boekwaarde op 31-12-2014
13.335.494
De investeringen bestaan voor het grootste deel uit de volgende posten: Reconstructie Kerkplein Driebergen-Rijsenburg
53.963
Asfalt diverse locaties 2012
59.800
Voorbereidingskosten verbreding A12
170.018
Herinrichting wegen Doorn-Noord
91.609
Elementen diverse locaties
123.285
Elementen diverse locaties 2013
52.989
Verkeerkundige herinrichting wegen 2013
48.285
Stationsgebied / OV-knoop Driebergen-Zeist
2.901.508
De bijdragen van derden/overheid bestaan uit: Bijdrage RWS: verlichtingskosten verbreding A12
152.870
Bijdrage Provincie: Herinrichting kopbebouwing
242.844
198
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Lange/Korte Dreef Driebergen Bijdrage Rijksvastgoed: Herinrichting Langbroekerdijk Bijdrage BRU: Stationsgebied/OV-knoop Driebergen-Zeist
92.467 2.484.422
De ontwikkeling van de post 'Overige materiële activa' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
1.644.159
Investeringen
0
Afschrijvingen
-175.914
Boekwaarde op 31-12-2014
1.468.244
1.3. Financiële vaste activa Saldo per
31-12-2014
31-12-2013
647.757
807.942
2. Gemeenschappelijke regelingen
-
-
3. Overige verbonden partijen
-
-
1. Woningbouwcorporaties
9.156.301
9.422.383
2. Deelnemingen
1.010.215
945.701
a. Kapitaalverstrekkingen aan verbonden partijen: 1. Deelnemingen
b. Leningen aan verbonden partijen:
3. Overige verbonden partijen
0
0
c. Overige langlopende leningen
4.420.013
4.436.454
42.043
42.043
2.416.808
2.390.720
17.693.138
18.045.242
d. Overige uitzettingen met een rente typische looptijd van één jaar of langer e. Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Toelichting a. Kapitaalverstrekkingen aan verbonden partijen De ontwikkeling van de post 'Kapitaalverstrekking aan deelnemingen' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
807.942
Uitkering algemene reserve GZO
-76.832
Correctie boekwaarde GZO
-83.352
Boekwaarde op 31-12-2014
647.757
Toelichting b. Leningen aan verbonden partijen De ontwikkeling van de post 'Leningen aan woningbouwcorporaties' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
9.422.383
Aflossingen
-266.082
Boekwaarde op 31-12-2014
9.156.301 199
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
De ontwikkeling van de post 'Leningen aan deelnemingen' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
945.701
MuMutaties SVN (Stimuleringsfonds volkshuisv.)
97.514
Aflossingen
-33.000
Boekwaarde op 31-12-2014
1.010.215
Toelichting c. Overige langlopende leningen De ontwikkeling van de post 'Overige langlopende leningen' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
4.436.454
Verstrekte leningen
-9.626
Aflossingen
-6.814
Boekwaarde op 31-12-2014
4.420.013
Het bedrag aan verstrekte leningen bestaat uit: Toegerekende rente aan de zero-coupon-lening. Verstrekte leningen in het kader van het Fietsplan Heuvelrug. Lening clubhuis Shinty. Lening LOHC. Toelichting d. Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer De ontwikkeling van de post 'Bijdrage aan activa in eigendom van derden' in 2014: Boekwaarde op 31-12-2013
2.390.720
Investeringen
215.353
Afschrijvingen
-189.265
Boekwaarde op 31-12-2014
2.416.808
De investeringen bestaan uit de 1e inrichtingen van: Inventaris de Breeakker
60.000
Inrichting AZC Overberg
35.635
Beukenrode 1e inrichting
66.654
1e inrichting Schoonoord
53064
200
Jaarrekening 2014
2.
Balans en toelichting
Vlottende Activa
2.1. Voorraden De voorraden bestaan uit de documenten eigen verklaringen, nog niet in exploitatie genomen gronden (NNIEGG) en bouwgronden in exploitatie (BIE). Waardering van bouwgronden vindt plaats tegen verkrijgings-/vervaardigingsprijsof lagere marktwaarde inclusief toegerekende rente en eventueel verminderd met de opbrengst van gerealiseerde verkopen. Waardering van de eigen verklaringen vindt plaats tegen verkrijgingsprijs. Boekwaarde per
31-12-2014
31-12-2013
1.160.148
1.272.150
-
-
2.436.290
3.649.259
-
-
6.966
0
-
-
3.603.404
4.921.409
a. Grond- en hulpstoffen: 1. Niet in exploitatie opgenomen bouwgronden 2. Overige grond- en hulpstoffen b. Onderhanden werk: 1. Bouwgronden in exploitatie 2. Overig onderhanden werk c. Gereed product en handelsgoederen d. Vooruitbetalingen van nog te ontvangen goederen
Toelichting a.1 De post 'Niet in exploitatie opgenomen bouwgronden' betreft: Boekwaarde per
31-12-2014
a) Van Bennekomweg 10 t/m 16 Doorn, vm gemeentewerf
451.016
b) Sportlaan 67 Driebergen, vm gemeentewerf
489.152
c) Sportlaan Driebergen, vm woonwagenkamp
152.053
d) Burg.J.v.d. Boschstraat 2 en 4 Amerongen, vm gemeentewerf
103.144
e) J. van Wassenaerlaan 23-25 Maarn, vm gemeentewerf
76.838
f) Pomplaan 3 Leersum, vm gemeentewerf
55.718
g) Toekomst Hoofdstraat 26 Driebergen
1.948 1.329.869
De ontwikkeling van de boekwaarden van de post 'Bouwgronden in exploitatie' is als volgt: Boekwaarde
Vermeer-
Vermin-
Boekwaarde
31-12-2013
deringen
deringen
31-12-2014
a) Van Bennekomweg 10 t/m 16 (Do)
435.973
15.043
0
451.016
b) Sportlaan 67 (Dr)
471.288
17.864
0
489.152
c) Sportlaan, vm woonw.kamp (Dr)
147.339
4.715
0
152.053
d) Burg.J.v.d. Boschstraat 2 en 4 (Am)
95.781
7.362
0
103.144
e) J. van Wassenaerlaan 23-25 (Ma)
70.491
6.348
0
76.838
f) Pomplaan 3 Leersum
51.278
4.440
0
55.718
0
1.948
0
1.948
1.272.150
57.719
0
1.329.869
0
-169.721
0
-169.721
1.272.150
n.v.t.
n.v.t.
1.160.148
g) Toekomst Hoofdstraat 26 (Dr) Voorziening bouwgond niet in expl.
201
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Toelichting b.1 De post ‘Bouwgronden in exploitatie’ bestaat op 31-12-2014 uit de volgende grondexploitaties: Bouwgronden in exploitatie
31-12-2014
a) Leersum Zuidoost, fase 8/9 (de Bijenkorf)
139.585
b) Oude Rijksstraatweg (Do)
-25.130
c) De Kolk (Le)
1.126.793
d) Bouwgrondexpl. Beaufortweg 46 (Do)
-313.952
e) Bouwgrondexpl. Donderberg (Le)
2.065.482
f) Bedrijvencomplex Hoek (Dr)
1.439.362
g) W. de Zwijgerlaan 24a (Do)
11.494 4.443.635
Voorziening bouwgrondexploitatie
-2.007.345 2.436.290
De ontwikkeling van de boekwaarden van de post 'Bouwgronden in exploitatie' is als volgt: Boekwaarde 31-12-2013
Vermeer-
Vermin-
Boekwaarde
deringen
31-12-2014
a) Leersum Zuidoost, fase 8/9
101.900
deringen 37.685
0
139.585
b) Oude Rijksstraatweg (Do)
-34.974
10.963
1.119
-25.130
1.089.133
37.660
0
1.126.793
201.892
22.815
538.658
-313.952
e) Bouwgrondexpl. Donderberg (Le)
2.044.862
85.245
64.625
2.065.482
f) Bedrijvencomplex Hoek (Dr)
1.439.669
90.000
1.439.362
0
89.692 11.494
0
11.494
4.842.483
295.554
694.402
4.443.635
-1.193.224
-814.121
0
-2.007.345
3.649.259
n.v.t.
n.v.t.
2.436.290
31-12-2014
31-12-2013
6.966
0
6.966
0
c) De Kolk (Le) d) Bouwgrondexpl. Beaufortweg 46
g) W. de Zwijgerlaan 24a (Do) Voorziening bouwgrondexploitatie
Toelichting c. Gereed product en handelsgoederen De post "Gereed product en handelsgoederen" bestaat uit: Voorraad eigen verklaringen burgerzaken
De voorraad eigen verklaringen is in 2013 opgemaakt. De eigen verklaringen zouden niet meer via de gemeente Utrechtse Heuvelrug worden verstrekt. In 2014 is besloten om deze service toch weer te verlenen voor de inwoners en worden eigen verklaringen weer verstrekt door de afdeling burgerzaken.
202
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
2.2. Uitzettingen
Toelichting a. Vorderingen op openbare lichamen De balanspost 'Vorderingen op openbare lichamen' bestaat uit: Vordering op belastingdienst inzake compensabele btw 2014 Vordering op belastingdienst inzake compensabele btw voorgaande jaren
4.394.728 107.712
Saldo van nog te verhalen en af te dragen btw wet OB en BCF
200.079
Vordering op RDWI Kromme Rijn Heuvelrug, afhandeling ICT kosten 2014
145.200
Overige vorderingen op openbare lichamen en correcties
11.544 4.859.264
Toelichting c. Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen Deze post bestaat uit de volgende onderdelen: R.C. st. Zwem -en Sportaccommodaties Doorn
220.612
R.C. Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Ned. gemeenten (SVN)
639.189 859.801
Toelichting d. Overige vorderingen De 'Overige vorderingen' op 31-12-2014 zijn grofweg onder te verdelen in: Debiteuren algemeen
2.048.134
Voorziening dubieuze debiteuren algemeen
-233.504
Saldo
1.814.630
Debiteuren Regionale Sociale Dienst
1.922.738
Voorziening dubieuze debiteuren RSD
-1.192.944 729.794
Debiteuren gemeentelijke belastingen
2.439.574
Voorziening dub. debiteuren gem. belastingen
-518.860 1.920.714
Totaal Debiteuren
4.465.139
203
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
2.3. Liquide middelen Het maximaal krediet op basis van de overeenkomst rekening-courant bij de Bank Nederlandse Gemeenten bedraagt € 8.000.000. Saldo per
31-12-2014
31-12-2013
BNG
-6.161.403
-6.329.620
Kas
6.572
5.824
ABN-AMRO storting kasgelden
2.850
108
0
0
-6.151.981
-6.323.688
6.161.403
6.329.620
9.422
5.933
Kruisposten BNG naar Passiva
2.4. Overlopende activa Saldo per
31-12-2014
31-12-2013
5.369.466
4.703.472
Overlopende activa De 'Overlopende activa in 2014 zijn onder te verdelen in: Nog te ontvangen algemene uitkering 2013
142.700
Nog te ontvangen algemene uitkering 2014
119.500
Nog te ontvangen subsidie PV-installatie gemeentewerf 2013
168.480
Nog te ontv. meerjarige aanvullende uitkering 2013, min v. SZW
489.752
Nog te ontv. rente 2014 leningen aan woningbouwcorporaties
229.931
Nog te ontvangen precario 2014
25.442
Nog te ontvangen eigen bijdragen Wmo 2014
296.482
Nog te ontvangen afrekening WRV (Wonen, rolllen, vervoer) 2014 Nog te ontv. bijdrage van provincie Utrecht voor regiotaxi 2013 Nog te verhalen kosten 2014 Lange Dreef CV
47.008 122.000 26.278
Nog te ontvangen rente zero coupon 2014
215.238
Nog te ontv. MAU (Meerjarige aanvullende uitkering) SZW 2014
1.324.480
Kostenverhaal grondexploitatie 2013 en 2014
287.896
Vooruitbetaald aan GR Odru, bijdrage 1e kw 2015
193.155
Vooruitbetaald aan Laco, exploitatiebijdrage De Zwoer 1e kw 2015
106.763
Vooruitbetaald aan Laco, exploitatiebijdrage Woestduin 2015
153.889
Vooruitbetaald aan Wmo-kantoor, Jeugd ZIN januari 2015
748.260
Vooruitbetaald aan Wmo-kantoor, WRV 2015 periode 1
105.000
Vooruitbetaald aan Wmo-kantoor, HH 2015 periode 1
185.000
Vooruitbetaalde Gebruiksrechten software Squit 2015
28.455
Nog te ontv. bedragen met specifiek doel van Rijk en Provincie
90.586
Overige posten overlopende activa
263.170
Totaal
5.369.466
204
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Omdat de gemeente geen zicht heeft op de juiste toepassing van de inkomensgrens van cliënten door het CAK is er geen zekerheid over de volledigheid van de te ontvangen eigen bijdragen WMO via het CAK.
Toelichting Passiva 1.
Vaste Passiva
1.1. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de jaarrekening. Reserves zijn op hun beurt weer onderverdeeld in een algemene reserve en bestemmingsreserves. Saldo per
31-12-2014
31-12-2013
3.575.696
3.240.014
15.395.792
18.533.233
18.971.488
21.773.247
Algemene reserve Bestemmingsreserves
1.1.1. Algemene reserve De algemene reserve bestaat uit een vrij besteedbaar deel en een niet vrij besteedbaar deel: Saldo per a.
Algemene reserve, niet vrij besteedbaar
b.
Algemene reserve, vrij besteedbaar
31-12-2014
31-12-2013
839.015
309.243
2.736.681
2.930.771
3.575.696
3.240.014
Toelichting a. algemene reserve niet vrij besteedbaar Het niet vrij besteedbare gedeelte van de algemene reserve heeft zich in 2014 op de volgende wijze ontwikkeld. Saldo per 31-12-2013
309.243
Toevoeging opbrengst verkoop vastgoed
576.573
Onttrekking t.g.v. verkooplasten gemeentelijk vastgoed
-46.801
Saldo per 31-12-2014
839.015
Toevoegingen De opbrengsten van de verkoop van twee woningen in Driebergen (Oosthuyselaan 2 en Verhaarlaan 1) zijn aan de algemene reserve toegevoegd. Onttrekkingen De verkooplasten van vastgoed (woningen) die de gemeente in verkoop heeft zijn voor een bedrag van € 38.379 onttrokken aan de algemene reserve. Daarnaast is een bedrag van € 8.422 onttrokken voor de dekking van verkooplasten van het voormalig gemeentekantoor in Driebergen.
205
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Toelichting b. algemene reserve vrij besteedbaar Het vrij besteedbare gedeelte van de algemene reserve heeft zich in 2014 op de volgende wijze ontwikkeld. Saldo per 31-12-2013
2.930.771
Toevoegingen Toevoeging van bespaarde rente Overige toevoegingen
105.006 924.667 1.029.673
Onttrekkingen Resultaat 2013
-184.712
Onttrekkingen t.g.v. exploitatie
-651.490
Ontrekkingen t.g.v. bestemmingreserves
-387.561 -1.223.763
Saldo per 31-12-2014
2.736.681
Toevoegingen De toevoegingen aan de algemene reserve vrij besteedbaar voor in totaal € 1.029.673 bestaan uit de volgende posten. Toevoeging van bespaarde rente
105.006
Toevoeging van reserve Allemanswaard
435.978
Toevoeging afkoopsom van RWS onderhoud wegen verbreding A12
488.689
Totaal
1.029.673
Onttrekkingen Het nadelig resultaat van de jaarrekening 2013 ad € 184.711 is ten laste van de algemene reserve vrij besteedbaar gebracht. De onttrekkingen aan de algemene reserve vrij besteedbaar t.g.v. de exploitatie zijn als dekking bedoeld voor de volgende lasten. Uitvoering verbeterplan afdeling VGP
102.000
Onderzoek toekomst zwembaden
7.200
Uitvoering nota sport in Beeld
459.539
Uitvoering combinatiefunctie sport en onderwijs
13.025
Uitvoering milieubeleidsplan SLOK
69.726
Totaal
651.490
De onttrekkingen aan de algemene reserve vrij besteedbaar t.g.v. bestemmingreserves bestaan uit de volgende posten. Overheveling naar reserve bestemmingsplannen
303.942
Overheveling naar reserve organisatieontwikkeling Totaal
83.619 387.561
206
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
1.1.2. Bestemmingsreserves Saldo per
31-12-2014
31-12-2013
Bestemmingsreserves
15.395.792
18.533.233
De bestemmingsreserves hebben zich in 2014 op de volgende wijze ontwikkeld: Saldo per 31-12-2013
18.533.233
Toevoegingen Toevoeging van bespaarde rente Overige toevoegingen
235.766 1.990.134 2.225.900
Onttrekkingen Onttrekkingen t.g.v. exploitatie
-4.852.568
Onttrekkingen t.g.v. andere reserves
-256.381
Onttrekkingen t.g.v. kapitaallasten
-254.392 -5.363.341
Saldo per 31-12-2014
15.395.792
Een gedetailleerd overzicht van de mutaties in de reserves is te vinden in de bijlage 'Staat van reserves en voorzieningen'.
207
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Hieronder volgt een overzicht van de bestemmingsreserves met het begin- en eindsaldo van 2014. Omschrijving bestemmingsreserve Reserve egalisatie mobiliteitsplan
Saldo
Saldo
31-12-2013
31-12-2014
108.093
Reserve duurzaam veilig
95.169
271.977
226.977
Reserve onderwijshuisvesting
1.451.596
1.352.254
Reserve tijdelijke huisvesting i.v.m. onderhoud scholen
1.011.580
897.944
47.291
47.291
Reserve kunstwerk gemeentehuis Reserve subsidiëring monumenten
208.121
132.274
2.725.323
2.523.148
Reserve cultuurhuis Pléiade Doorn
202.531
0
Reserve egalisatie bijzondere bijstand
160.502
116.466
Reserve egalisatie kosten gem.ruimte Wozoco
240.675
240.675
Reserve wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
158.225
158.225
830
0
Reserve vuilstortplaats Maarsbergen
24.377
24.377
Reserve bodemonderzoeken/sanering
159.115
159.115
Reserve actualisering bestemmingsplannen
269.869
326.056
Reserve woonkwaliteit
724.720
673.492
Reserve sociale woonbouwplusregeling
418.395
408.075
Reserve onderhoud gebouwen
404.975
407.217
Reserve grondexploitatie
189.164
39.320
Reserve frictiekosten
256.381
0
Reserve Allemanswaard Amerongen
4.865.643
3.407.665
Reserve kapitaallasten nieuwbouw gemeentekantoor
4.633.849
3.685.051
0
475.000
18.533.233
15.395.792
Reserve cultureel centrum De Binder en Wildbaan HDS Leersum
Reserve jongerenactieplan
Reserve frictie organisatie-ontwikkeling
De bestemming of doelstelling van de reserves is toegelicht in de nota Reserves en Voorzieningen van 2011. Deze nota is op 28 april 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. Nieuwe reserves na deze nota worden in het betreffende jaar in de balans toegelicht. In 2014 zijn er één nieuwe reserve bijgekomen. Onderstaand worden de reserves met de grootste wijzigingen in het saldo toegelicht. Reserve onderwijshuisvesting De toename in deze reserve bestaat uit bespaarde rente voor een bedrag van € 47.903 en uit een storting van € 835.099 conform de begroting 2014. Daartegenover is de reserve aangewend voor de dekking van kapitaallasten conform de begroting 2014 voor een bedrag van € 982.344. Reserve tijdelijke huisvesting i.v.m. onderhoud scholen Op basis van de primaire begroting is € 300.000 gestort in deze reserve. Voor de dekking van werkelijke lasten in 2014 voor tijdelijk huisvesting van scholen i.v.m. onderhoudswerkzaamheden is € 413.636 onttrokken. Reserve subsidiëring gemeentelijke monumenten In 2014 is voor een bedrag van € 75.847 aan subsidies verstrekt aan eigenaren van gemeentelijjke monumenten voor onderhoud en restauratiewerkzaamheden. Dat bedrag is ook onttrokken aan deze reserve. 208
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Reserve cultureel centrum De Binder en Wildbaan HDS Leersum Aan deze reserve is een bedrag van € 35.000 aan bespaarde rente toegevoegd. Een bedrag van €237.175 is aangewend voor de dekking van de kapitaallasten van de investeringen voor Sport- en Cultuurcentrum De Binder en voetbalvereniging HDS aan de Wildbaan in Leersum. Reserve cultuurhuis Pléiade Doorn De bespaarde rente voor een bedrag van € 6.684 is toegevoegd aan de reserve. In overeenstemming met de begroting is € 209.215 t.g.v. de exploitatie onttrokken. De reserve is hierdoor volledig besteed. Reserve grondexploitatie Deze reserve is voor € 149.844 aangewend, hoofdzakelijk voor de dekking van de uitvoering het verbeterplan van de afdeling VGP (Vastgoed en Projecten) en de plankosten van Hoofdstraat 26 in Driebergen. Reserve frictiekosten Deze reserve is met de vierde bestuursrapportage in 2014 opgeheven. De vrijval van € 256.381 is gestort in de nieuwe bestemmingsreserve frictie organisatie-ontwikkeling. Reserve Allemanswaard Amerongen Aan de reserve is in 2014 € 146.179 aan bespaarde rente toegevoegd. Voor de dekking van de afwaardering van de woning Burg. Jonkheer H. van den Boschstraat 19 in Amerongen is € 435.978 aangewend. Daarnaast is voor de infrastructuur en de inrichting van Allemanswaard € 1.168.179 onttrokken. Reserve kapitaallasten nieuwbouw gemeentekantoor Voor de dekking van de kapitaallasten van de nieuwbouw gemeentekantoor is € 891.410 onttrokken. Verder is van deze reserve € 57.388 aangewend voor de dekking van de verkooplasten van de voormalige gemeentekantoren in Maarn, Amerongen en Leersum. Reserve frictie organisatie-ontwikkeling In de raad van 25 september 2014 is het programma organisatieontwikkeling vastgesteld. Op basis van de vierde bestuursrapportage 2014 is voor de dekking van de financiële lasten deze nieuwe reserve gecreëerd voor een bedrag van € 475.000. Voor € 256.381 vanuit de vrijval van de oude reserve frictiekosten en voor het restant € 218.619 vanuit de algemene reserve.
1.1.3. Saldo van de rekening na bestemming Het boekjaar 2014 heeft, na onttrekkingen aan en stortingen in de reserves, een nadelig resultaat van € 1.350.371.
209
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
1.2. Vreemd vermogen 1.2.1. Voorzieningen Saldo per
31-12-2014
31-12-2013
Voorzieningen
10.282.236
10.961.385
De voorzieningen hebben zich in 2014 op de volgende wijze ontwikkeld: Saldo per 31-12-2013
10.961.385
Toevoegingen Overige toevoegingen
288.465 288.465
Onttrekkingen Onttrekkingen t.g.v. de exploitatie
-1.104.272 -1.104.272
Saldo per 31-12-2014
10.145.577
Een gedetailleerd overzicht van de mutaties voorzieningen is te vinden in de bijlage 'Reserves en voorzieningen' Hier volgt een overzicht van de voorzieningen met het begin- en eindsaldo van 2014.
De bestemming of doelstelling van de voorzieningen is toegelicht in de nota Reserves en voorzieningen 2011. Deze nota is op 28 april 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. Voorzieningen die na 2011 zijn gecreëerd worden in het betreffende jaar in de balans toegelicht. In 2014 is er één nieuwe voorziening (Lange Dreef) gevormd. Onderstaand worden de voorzieningen met wijzigingen in het saldo toegelicht. Voorziening pensioenen gewezen wethouders vanaf 65 jaar. Aan de hand van actuariële berekeningen is de voorziening per 31-12-2014 op peil gebracht door een storting van € 111.906 ten laste van de exploitatie.
210
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Voorziening onderhoud riolering De baten voor onderhoud aan de riolering waren in 2014 € 145.564 hoger dan de lasten. Dit saldo is geëgaliseerd door de storting in de voorziening. Voorziening tariefegalisatie afval In 2014 waren de baten voor reiniging € 1.093.287 lager dan de lasten. Voor een groot deel is dit veroorzaakt door een in 2014 ingevoerde tariefverlaging . Egalisatie van het nadelig saldo heeft plaatsgevonden door het aanwenden van deze voorziening. Voorziening Lange Dreef Deze voorziening is nieuw in 2014 en heeft als doel het negatieve eigen vermogen van de CV Lange Dreef voor de helft te dekken. In 2014 heeft de CV Lange Dreef een negatief eigen vermogen van € 273.317. De gemeente Utrechtse Heuvelrug is als stille vennoot aansprakelijk voor de helft van dit bedrag en heeft daarom € 136.659 in de nieuwe voorziening gestort. Voorziening persoonlijk opleidingsgeld Deze voorziening is in 2013 gecreëerd conform de Cao-afspraken uit niet besteed opleidingsgeld voor de dekking van persoonlijke opleidingen in de twee daarop volgende jaren. In 2014 is voor € 30.995 aan niet besteed opleidingsgeld toegevoegd aan de voorziening Voorziening sociaal statuut frictiekosten Deze voorziening is volgens het raadsbesluit van 28 juni 2007 gecreëerd voor de dekking van kosten als gevolg van de uitvoering van het sociaal statuut. In 2014 is € 10.985 onttrokken voor de dekking van salariskosten en bijdrage FPU van voormalig personeel. De voorziening is door deze mutatie nu volledig besteed.
1.2.2. Vaste schulden Saldo per
31-12-2014
a. Obligatieleningen
31-12-2013 -
-
-
-
110.459.471
123.293.869
3. Binnenlandse bedrijven
-
-
4. Overige binnenlandse sectoren
-
-
-
-
c. Door derden belegde gelden
-
-
d. Waarborgsommen
-
-
110.459.471
123.293.869
b. Onderhandse leningen van: 1. Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen 2. Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
5. Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
Toelichting b.2 Onderhandse leningen van Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Langlopende geldleningen
31-12-2014 Schuld
t.b.v. gemeente t.b.v. woningbouwcorporaties Totaal
Rentelast
101.415.994
3.673.558
31-12-2013 Schuld 113.991.151
Rentelast 3.778.790
9.043.477
361.692
9.302.717
385.450
110.459.471
4.035.249
123.293.869
4.164.240
211
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Langlopende leningen t.b.v. de gemeente Eind 2014 heeft de gemeente Utrechtse Heuvelrug 20 onderhandse leningen lopen bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) voor een totale waarde van € 101.415,994. De totale aflossing van alle leningen is in 2014 € 12.575.157 geweest, waarbij vijf leningen nu in zijn geheel zijn afgelost. In 2014 zijn geen nieuwe geldleningen aangetrokken, aangezien de rente van kortlopende leningen lager was dan die van langlopende leningen. Binnen de wettelijke kaders is via kortlopende leningen in de financieringsbehoefte van de gemeente voorzien.
Langlopende leningen t.b.v. woningbouwcorporaties De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft eind 2014 negen langlopende geldleningen bij de BNG lopen t.b.v. woningbouw voor een waarde van € 9.043.477. Er is van deze leningen in 2014 €259.240 afgelost en er is voor € 361.692 aan rente betaald.
2.
Vlottende Passiva
2.1. Netto-vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar Saldo per
31-12-2014
31-12-2013
24.500.000,00
2.500.000,00
b. Bank- en girosaldi
6.161.403
6.329.620
c. Overige schulden
3.344.927
3.691.002
34.006.330
12.520.622
a. Kasgeldleningen
Toelichting a. Kasgeldleningen De kasgeldleningen zijn met 22 miljoen euro toegenoemen. In 2014 was de rente voor kortlopende leningen bij een normale rentestructuur lager dan die voor langlopende leningen. Daarom is er voor gekozen om, binnen de wettelijke kaders, via kasgeldleningen te voorzien in de financieringsbehoefte van de gemeente. Toelichting c. Overige schulden Saldo per
31-12-2014
Crediteuren
31-12-2013
3.344.927
3.691.002
Betalingen onderweg
0
0
Waarborgsommen
0
0
3.344.927
3.691.002
Totaal Overige schulden
2.2. Overlopende passiva Saldo per
31-12-2014
a.
Saldo van uitkeringen met specifiek bestedingsdoel
b.
Overige overlopende passiva
212
31-12-2013
265.582
970.973
3.722.097
4.640.648
3.987.679
5.611.621
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Toelichting a. Saldo van uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Onderwijsachterstandenbeleid (O.A.B.) Saldo per 31-12-2013
31.241
Toevoegingen
349.994
Overheveling naar OAB aanvullend
-31.241
Bestede bedragen
-349.994
Saldo per 31-12-2014
0
Onderwijsachterstandenbeleid (O.A.B.) aanvullend Saldo per 31-12-2013
0
Toevoegingen
31.241
Overheveling van OAB
31.241
Bestede bedragen
-8.984
Saldo per 31-12-2014
53.497
Centra voor Jeugd en Gezin (C.J.G.) Saldo per 31-12-2013
73.355
Toevoegingen
0
Bestede bedragen
0
Saldo per 31-12-2014
73.355
Regeling Buurt, Onderwijs en Sport (B.O.S.) Saldo per 31-12-2013
11.521
Toevoegingen
0
Bestede bedragen
0
Saldo per 31-12-2014
11.521
Kwaliteitsverbetering / aanleg particuliere lanen Saldo per 31-12-2013
14.781
Overheveling naar Grebbelinie
-21.500
Overheveling van Lustwaranda en vrijval
6.719
Saldo per 31-12-2014
0
Participatiebudget Saldo per 31-12-2013
6.654
Toevoegingen
0
Bestede bedragen
0
Saldo per 31-12-2014
6.654
LOP geld / st. Lustwarande Saldo per 31-12-2013
8.605
Overheveling van aanleg particuliere lanen
-5.046
Bestede bedragen
0
Saldo per 31-12-2014
3.559 213
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
Wandelpaden in weilanden Saldo per 31-12-2013
28.227
Toevoegingen
0
Bestede bedragen
-4.776
Saldo per 31-12-2014
23.451
Subsidie Energiezuinig Saldo per 31-12-2013
2.405
Toevoegingen
0
Bestede bedragen
-2.405
Saldo per 31-12-2014
0
Woonfonds Saldo per 31-12-2013
340.946
Bestede bedragen
-4.545
Vrijval t.g.v. exploitatie
-336.401
Saldo per 31-12-2014
0
ISV-3 Bodem Saldo per 31-12-2013
374.070
Toevoegingen
0
Bestede bedragen
-374.070
Saldo per 31-12-2014
0
ISV-Geluid Saldo per 31-12-2013
79.168
Toevoegingen
0
Bestede bedragen
-79.168
Saldo per 31-12-2014
0
Zwerfvuil (verg Nedvang) Saldo per 31-12-2013
0
Toevoegingen
55.645
Bestede bedragen
0
Saldo per 31-12-2014
55.645
Grebbelinie Saldo per 31-12-2013
0
Overheveling van aanleg particuliere lanen
21.500
Bestede bedragen
-3.600
Saldo per 31-12-2014
17.900
214
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
COA Maatsch.beg. Inburgering asielzoekers Saldo per 31-12-2013
0
Toevoegingen
20.000
Bestede bedragen
0
Saldo per 31-12-2014
20.000
Toelichting b. Overige overlopende passiva De overige overlopende passiva in 2014 zijn onder te verdelen in:
Nog te betalen aan Odru, afrekening 2013 en incidentele bijdrage
283.241
Nog te betalen rente 2014 langlopende geldleningen
791.528
Subsidie exploitatietekort 2013 St. Zwem- en Sportaccommodaties
114.154
Subsidie exploitatietekort 2014 St. Zwem- en Sportaccommodaties
105.000
Nog te betalen aan provincie Utrecht, 4e kwartaal Regiotaxi
120.000
Nog te betalen aan RDWI compensatie eigen risico Wmo 2014
53.000
Nog te betalen belastingdienst, aangifte BTW 4e kw 2014 Nog te betalen aan Heuvelrug Wonen, kopbewouwing Lange Dreef
298.869
Vooruitontvangen 1e termijn verkoop Rijksstraatweg 46 Leersum
165.000
Nog te betalen 10% van subsidies 2013 bij afrekening in 2015
114.872
Nog te betalen 10% van subsidies 2014 bij afrekening in 2015
420.515
Nog te belaten afrekening RDWI 2014
436.496
Overige posten overlopende passiva < € 50.000
697.019
Totaal
3.
122.404
3.722.097
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
3.1. Borgstellingen en garantstellingen In de bijlage 'Staat van gewaarborgde geldleningen' staan de geldleningen gespecificeerd die gewaarborgd worden (voornamelijk als achtervang) door de gemeente Utrechtse Heuvelrug t.b.v. rechtspersonen. Ook is het totaalbedrag aan waarborgstellingen t.b.v. natuurlijke personen erin opgenomen. Garantstellingen heeft de gemeente niet verstrekt aan natuurlijke of rechtspersonen.
215
Jaarrekening 2014
Balans en toelichting
216
Jaarrekening 2014
Bijlagen
Bijlagen
217
Jaarrekening 2014
1.
Bijlagen
Reserves en voorzieningen
Programma 1 GrootNaam reserve boeknr.
Stand begin
Stand begin
2014
2015
R00101 Reserve pensioenen wethouders Totaal
0
0
0
0
Programma 4 GrootNaam reserve boeknr.
Stand begin
Stand begin
2014
2015
R54102 Reserve subsidiering monumenten R62001 Reserve egalisatie kst.gemeensch.ruimte Wozoco
208.121
132.274
240.675
240.675
R81001 Reserve actualisering bestemmingsplannen
269.869
326.057
R82002 Reserve woonkwaliteit
724.720
673.492
R82003 Reserve sociale woonbouwplusregeling
418.395
408.075
R82004 Reserve onderhoud gebouwen
404.975
407.217
0
0
4.865.643
3.407.665
7.132.397
5.595.455
Stand begin
Stand begin
2014
2015
R91302 Reserve deelneming SVN R92201 Reserve Allemanswaard Totaal
Programma 5 GrootNaam reserve boeknr. R61001 Reserve bijzonder bijstand
160.502
116.466
R62002 Reserve maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
158.225
158.225
318.728
274.692
Totaal
218
Jaarrekening 2014
Bijlagen
Programma 7 GrootNaam reserve boeknr.
Stand begin
Stand begin
2014
2015
R42101 Reserve onderwijshuisvesting (dekking kapitaallasten)
1.451.596
1.352.254
R48003 Reserve tijdelijk huisvesting en onderhoud scholen
1.011.580
897.944
830
0
2.464.006
2.250.198
Stand begin
Stand begin
2014
2015
R63003 Reserve jongerenactieplan Totaal
Programma 9 GrootNaam reserve boeknr. R53101 Reserve kleedaccommodaties Tuilland R54001 Reserve kunstwerk gemeentehuis Totaal
0
0
47.291
47.291
47.291
47.291
Programma 10 GrootNaam reserve boeknr.
Stand begin
Stand begin
2014
2015
R21001 Reserve verbreding A12
0
0
R21101 Reserve mobiliteit (dekking kapitaallasten)
108.093
95.169
R21102 Reserve duurzaam veilig (dekking kapitaallasten)
271.977
226.977
380.071
322.146
Totaal
Programma 11 GrootNaam reserve boeknr. R72101 Reserve vuilstortplaats Maarsbergen R72301 Reserve bodemonderzoeken / -sanering Totaal
219
Stand begin
Stand begin
2014
2015
24.377
24.377
159.115
159.115
183.492
183.492
Jaarrekening 2014
Bijlagen
Programma 12 GrootNaam reserve boeknr. R00001 Algemene reserve, niet vrij aanwendbaar
Stand begin
Stand begin
2014
2015
309.243
839.015
R00002 Algemene reserve, vrij aanwendbaar
2.930.743
2.736.654
R58001 Reserve project "Anders en beter" Leersum R58002 Reserve Cultuurhuis Pléiade (voorheen Raadshuisplein Doorn)
2.725.323
2.523.148
202.531
0
189.164
39.320
R83001 Reserve grondexploitatie R90001 Reserve beleid- en beheernota's
0
0
256.381
-0
0
0
4.633.849
3.685.051
0
475.000
Totaal
11.247.235
10.298.188
Totaal reserves
21.773.219
18.971.462
R92102 Reserve frictiekosten R92202 Reserve egalisatie bezuinigingen R96001 Reserve kapitaallasten nieuwbouw gemeentekantoor R96411 Reserve frictie organisatieontwikkeling
220
Jaarrekening 2014
Bijlagen
Programma 1 GrootNaam voorziening boeknr. V00103 Voorziening waardeoverdracht bestuurders V00104 Voorziening pensioenen wethouders -65 jaar Totaal
Stand begin
Stand begin
2014
2015
928.421
928.421
3.987.406
4.099.312
4.915.827
5.027.733
Stand begin
Stand begin
2014
2015
Programma 11 GrootNaam voorziening boeknr. V72201 Voorziening onderhoud riolering / tariefsegalisatie
4.375.856
4.521.420
V72501 Voorziening tariefegalisatie afval
1.635.217
541.930
6.011.073
5.063.349
Totaal
Programma 12 Grootboeknr.
Naam voorziening
V83002
Voorzieningen Lange Dreef
V96404 V96410
Stand begin
Stand begin
2014
2015 0
136.659
Voorziening persoonlijke opleidingsgelden
23.500
54.495
Voorziening sociaal statuut frictiekosten
10.985
0
Totaal
34.485
191.154
10.961.385
10.282.236
Totaal voorzieningen
221
Jaarrekening 2014
Bijlagen
2. Voortgang kredieten
222
Jaarrekening 2014
Bijlagen
223
Jaarrekening 2014
Bijlagen
224
Jaarrekening 2014
Bijlagen
3. Overzicht specificatie van de lasten en baten per beheerproduct
225
Jaarrekening 2014
Bijlagen
226
Jaarrekening 2014
Bijlagen
227
Jaarrekening 2014
Bijlagen
228
Jaarrekening 2014
Bijlagen
229
Jaarrekening 2014
Bijlagen
230
Jaarrekening 2014
Bijlagen
231
Jaarrekening 2014
Bijlagen
232
Jaarrekening 2014
Bijlagen
233
Jaarrekening 2014
Bijlagen
234
Jaarrekening 2014
Bijlagen
235
Jaarrekening 2014
Bijlagen
236
Jaarrekening 2014
Bijlagen
237
Jaarrekening 2014
Bijlagen
238
Jaarrekening 2014
Bijlagen
4. Overzicht Single Information Single Audit (SISA)
239
Jaarrekening 2014
Bijlagen
240