Programmabegroting 2012-2015 Inhoudsopgave: Inhoudsopgave: ............................................................................................................................................................1 Voorwoord.....................................................................................................................................................................2 Programma 1: Bestuur en dienstverlening ...................................................................................................................4 Programma 2: Openbare orde en veiligheid.................................................................................................................8 Programma 3: Openbare ruimte .................................................................................................................................11 Programma 4: Economische Zaken ...........................................................................................................................16 Programma 5: Onderwijs en kinderopvang ................................................................................................................21 Programma 6: Cultuur en sport ..................................................................................................................................25 Programma 7: Toerisme en recreatie .........................................................................................................................31 Programma 8: Werk en inkomen ................................................................................................................................38 Programma 9: Maatschappelijke ondersteuning en volksgezondheid .......................................................................43 Programma 10: Milieu en afval ...................................................................................................................................49 Programma 11: Bouwen en wonen ............................................................................................................................53 Programma 12: Financiering en algemene dekkingsmiddelen ..................................................................................59 Financiële positie ........................................................................................................................................................62 Paragrafen ..................................................................................................................................................................78 Paragraaf 1. Lokale heffingen.....................................................................................................................................78 Paragraaf 2. Weerstandsvermogen............................................................................................................................81 Paragraaf 3. Onderhoud kapitaalgoederen ................................................................................................................84 Paragraaf 4. Financiering ...........................................................................................................................................87 Paragraaf 5. Bedrijfsvoering .......................................................................................................................................90 Paragraaf 6. Verbonden partijen.................................................................................................................................94 Paragraaf 7. Grondbeleid ...........................................................................................................................................98 Bijlage 1. Risicoprofiel
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
-1-
Voorwoord Voor u ligt de programmabegroting 2012 - 2015. Een begroting waarbij opnieuw een omvangrijk pakket aan bezuinigingen wordt voorgesteld. In het hoofdstuk “Financiële positie” wordt nader op de achtergronden van de bezuinigingen ingegaan. Noodzaak tot bezuinigen De zogenaamde primitieve begroting laat het volgende financieel perspectief zien:
x Financieel perspectief begroting 2012-2015
€ 1.000 2012 -997
2013 -852
2014 -1.154
2015 -1.590
Het perspectief is ten opzichte van de vorige begroting verslechterd, over de belangrijkste redenen bent u bij de kadernota al geïnformeerd. Samengevat zijn dit de volgende: • bevriezing van het gemeentefonds tot en met 2011 waardoor al onvoldoende compensatie werd geboden voor de afgelopen jaren. Weliswaar is de systematiek van “samen de trap op en af” hersteld, maar er wordt ook voor de komende jaren onvoldoende compensatie geboden om de kostenontwikkeling, waaronder inflatie, bij gemeenten op te vangen; • aanhoudende slechte economische omstandigheden waardoor bouwactiviteiten stagneren met inkomstendaling tot gevolg en een toename van het aantal uitkeringsgerechtigden met hogere uitgaven tot gevolg; • het niet gerealiseerd hebben van een aantal bezuinigingen in het verleden; • tegenvallers in de bedrijfsvoering waaronder hogere kosten voor ICT en de verminderde mogelijkheid om kosten aan projecten toe te rekenen.
Leeswijzer Opzet van de programma’s De opzet van deze begroting is gelijk gehouden aan die van vorig jaar. Elk programma start met een beknopte beschrijving van het programma gevolgd door de eerste W-vraag: “wat willen we bereiken?” Onder dat kopje zijn maatschappelijke doelen opgenomen met daarbij streefwaarden. Het volgende kopje in het programma betreft de programmaontwikkelingen. Hierin wordt op hoofdlijnen weergegeven wat landelijk en lokaal de belangrijkste ontwikkelingen zijn. Bij de tweede W-vraag: “wat gaan we daarvoor doen?” zijn aanvullend op de programmaontwikkelingen de belangrijkste activiteiten voor het begrotingsjaar 2012 opgenomen. Daarnaast is in elk programma een organogram opgenomen. Hierin zijn telkens de maatschappelijke doelen van de eerste W-vraag opgenomen met daarbij activiteiten en/of subdoelen. Op die manier is schematisch meer zichtbaar hoe activiteiten en/of subdoelen bijdragen aan het behalen van de maatschappelijke doelen en effecten. Elk programma wordt afgesloten met de beantwoording van de derde W-vraag: “wat mag het kosten?” Hierin is een uitsplitsing opgenomen van de lasten en baten per programma naar onderliggende beleidsproducten. Ten aanzien van de vergelijking met de jaarrekening 2010 wordt opgemerkt dat in dat jaar sprake was van een andere programma-indeling en daaraan gerelateerd op onderdelen een andere samenstelling van beleidsproducten. Ten aanzien van de vergelijking van 2012 ten opzichte van 2011 wordt opgemerkt dat hier de zogenaamde zerobased-operatie een rol speelt. Hierdoor is niet altijd een goede vergelijking mogelijk. Om die reden wordt de vergelijking beperkt tot de verschillen op hoofdlijnen ten aanzien van directe baten en lasten.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
-2-
Relatie met de voorgenomen bezuinigingen Omdat de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen nog onderwerp zijn van de besluitvorming door de raad zijn de consequenties van een aantal maatregelen nog niet altijd doorvertaald in de beleidsmatige teksten bij de programma’s, om die reden zijn bij de programma’s voor een groot deel de oorspronkelijke beleidsuitgangspunten opgenomen. Programma “Financiering en algemene dekkingsmiddelen” Bij dit programma is een nadere uiteenzetting opgenomen van de ontwikkeling van onze financiële positie en vervolgens een overzicht van de voorgestelde bezuinigingen voor met name het jaar 2012. Zero-based operatie Vorig jaar hebben we een start gemaakt met de zogenaamde zero-based operatie. Bij de kadernota van dit jaar zijn daarvan al een behoorlijk aantal effecten gerapporteerd. Zoals gezegd zal deze operatie doorlopen tot in 2012. Bij het opstellen van deze begroting is ongeveer 90% van deze operatie afgerond. Dit houdt in dat zowel is gekeken naar de wijze waarop budgetten in het verleden zijn opgesteld en of die eenvoudig beheerst kunnen worden als dat is beoordeeld of de hoogte van de budgetten juist is, gegeven de daaraan gekoppelde taak. Ondanks dat bij deze begroting sprake is van een tekort en er aanvullende bezuinigingsmaatregelen nodig zijn om tot een sluitende begroting te komen, zijn we van mening dat onder meer door de zerobased-operatie de meerjarenbegroting wel meer solide is. Uit de toelichting op de financiële positie blijkt immers ook dat zowel alle structurele nadelen uit de jaarrekening, het afboeken van de oude stelposten en een aantal aanvullende nadelen, veroorzaakt door de economische omstandigheden, in het tekort verwerkt zijn.
27 September 2011,
het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester,
P.A.M. van Bavel
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
W.C. Luijendijk
-3-
Programma 1: Bestuur en dienstverlening Onderwerp van het programma Bestuur en dienstverlening gaat over de organisatie van het lokale bestuur, de samenwerking met de burgers (burgerparticipatie), bedrijven en de maatschappelijke partners én het verlenen van de primaire dienstverlening van de gemeente aan de klanten. De organisatie van het lokale bestuur is geregeld in de gemeentewet. De gemeenteraad vertegenwoordigt de inwoners van onze gemeente en heeft een kaderstellende en controlerende rol. Het college van burgemeester en wethouders bestuurt en voert uit. De griffie ondersteunt de gemeenteraad bij het werk.
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen 1. Meer samenwerking
Beïnvloedbaarheid Middel
Hoe gaan we het meten?
Wat zijn de streefwaarden?
•
Contact onderhouden met groeiend aantal bewonersorganisaties.
•
•
Beleid(uitvoering) in samenspraak burgers
Van 2012-2015 jaarlijks 3 nieuwe bewonersorganisaties; met elk 1x overleg gevoerd
2. Minder regels (deregulering)
Hoog
Geïmplementeerde aanbevelingen uit SIRA rapport
100% van de aanbevelingen die betrekking hebben op de APV zijn uitgevoerd
3. Betere dienstverlening
Hoog
• •
•
Klanttevredenheidonderzoek Jaarlijks servicescan mbt 5 communicatiekanalen
Gemiddelde score 7
1
Programma ontwikkelingen Organisatie lokaal bestuur De gemeenteraadsleden zijn de gekozen volksvertegenwoordigers. De raad bepaalt de kaders en het college voert de afgesproken activiteiten volgens de begroting uit. De raad kijkt scherp naar wat we doen, maar ook hoe we het doen (hoe zijn de resultaten tot stand gekomen). Daarbij zijn communicatie en samenwerking van groot belang. Als
1
Op een schaal 1-10
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
-4-
college streven we naar een breed politiek bestuurlijk draagvlak, waarbij we de gemeenteraad in een vroegtijdig stadium betrekken bij ontwikkelingen. Samenwerking maatschappij (People Planet Profit: Participatie) We willen meer invulling geven aan burgerparticipatie door beleid samen te formuleren en door gezamenlijk dit beleid uit te voeren. Hierbij denken we aan het betrekken van (groepen) inwoners bij beleidsvoorbereiding en bij de uitvoering aan particulier beheer van openbare ruimte. Samenwerking met partners is gericht op het verbeteren van onze producten en diensten. Daarnaast willen we hiermee onze kwetsbaarheid beperken en de continuïteit van de uitvoering veilig stellen. Dienstverlening Het landelijke programma Antwoord© loopt tot 2015. Met dit programma werkt de overheid aan de verbetering van haar totale dienstverlening. Loon op Zand werkt de volgende onderdelen van het programma Antwoord© uit: • inzicht in klanttevredenheid • verbeteren informatievoorziening aan burgers en bedrijven • invoeren KlantContactCentrum (KCC) • uitbouwen e-dienstverlening • dienstenrichtlijn bedrijven • deregulering (minder regels)
Wat gaan we ervoor doen? De ambities voor de dienstverlening worden gevoed door onze eigen strategische keuzen in het kader van “de vijf 2 beloften aan de burger” en door landelijke uitgangspunten zoals geschetst door de VNG . In het algemeen kunnen we stellen dat de omgevingsfactoren van publieke dienstverlening drastisch zijn gewijzigd. De eisen die aan de dienstverlening van gemeenten zijn flink opgeschroefd en zullen de komende jaren flink verder worden verscherpt. Dienstverlening Gemeentewinkel Onze belangrijkste dienstverlening aan klanten is het leveren van goede diensten en producten. We willen de klant adequaat van dienst zijn (“de burger centraal”). Dit bereiken we door rekening te houden met de tijdigheid en kwaliteit van de producten en diensten. Voor de dienstverlening maken we gebruik van de volgende kanalen: persoonlijk contact (huisbezoeken), digitaal (website), telefonisch, fysiek (balie), print (folders, gemeentenieuws) en post/e-mail. We zijn klantgericht en betrouwbaar (naar burgers en bestuur), waarbij wij de specifieke verantwoordelijkheid hebben om het algemeen belang te beschermen. We communiceren steeds helder wat het gemeentelijk beleid is, wat wel en niet kan, wat een reële planning is en wat van elkaar verwacht mag worden. We maken realistische afspraken en komen die ook na. In september 2011 is het visiedocument “Antwoord© op de dienstverlening” vastgesteld als vervolg op het “visiedocument en stappenplan naar verdere Professionalisering 2008-2011” van de Gemeentewinkel (mei 2008). “Antwoord© op de dienstverlening” geeft een doorkijk op de ontwikkelingen voor de komende 4 jaar en hoe de lokale invulling hiervan eruit gaat zien. Om onze doelstellingen te behalen en ambities te realiseren zetten we in 2012-2014 een aantal stappen: • verder vormgeven en inrichten van een KCC3 organisatie; • het realiseren van een efficiënte planning en bezetting via “Werken op Afspraak”; • het vaststellen van servicenormen en het opstellen van een kwaliteitshandvest; • het in gebruik nemen van 14-0416 nummer; • het inrichten van besturing en het genereren van managementinformatie; • het verder integraal afstemmen van werkprocessen tussen de backoffice en de frontoffice; 4 • het opzetten van een kennisbank voor TOI (voor vraag en antwoorden); • het invoeren van een zaakgericht Mid Office systeem; • agendabeheer centraal voor zowel frontoffice als backoffice.
2 3 4
Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Klant ContactCentrum. Telefonie, Ontvangst en Informatie.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
-5-
Intergemeentelijke samenwerking Samenwerking met andere gemeenten, bestaande en nieuwe partners en het maatschappelijk middenveld wordt verder geïntensiveerd. Op die manier willen we de kwaliteit van onze dienstverlening vergroten, onze kwetsbaarheid verminderen en waar mogelijk de kosten verlagen. Loon op Zand en Waalwijk werken al jaren tot tevredenheid samen. In september presenteerden wij de notitie “samenwerking Loon op Zand en Waalwijk: Stip op de horizon!” Hierin geven we aan dat we meer willen gaan samenwerken met Waalwijk. Naast deze samenwerking, neemt de gemeente Loon op Zand deel aan andere samenwerkingsverbanden zoals in ROM5 verband en met de gemeenten en op onderdelen in de “driehoek” Waalwijk – Heusden – Loon op Zand. Samenwerking met burgers We maken een begin om te komen tot een veranderende rol en positionering van de gemeentelijke overheid. Burgers krijgen in de (nabije) toekomst te maken met een terugtredende (gemeentelijke) overheid. Daarnaast doen we in toenemende mate een beroep op zelforganiserend en zelf probleemoplossend vermogen van burgers. Op die manier willen we de maatschappelijke betrokkenheid van burgers verder vergroten. Dit willen we realiseren via: • inspraak: we bereiden een besluit voor en burgers en belanghebbenden geven daarover hun mening; • interactieve beleidsvorming: we nodigen burgers uit en vragen hen om vooraf mee te denken over beleids- en besluitvorming; • vormen van burgerparticipatie waarbij de burger zelf het initiatief neemt (burgerinitiatief). Bestaand beleid • Visie op de gemeentelijke organisatie Loon op Zand • Antwoord © op de dienstverlening (dienstverleningsconcept) • Koersdocument Communicatie • Informatiebeleidsplan • Samenwerking: nu en in de toekomst
Bestuur en dienstverlening
1. meer samenwerking
2. minder regels (deregulering)
3. betere dienstverlening
1.1 participatie burgers
2.1 administratieve lasten omlaag
3.1 snelheid van reageren
1.2 samenwerking maatschappelijke partners
2.2 regels en procedures eenvoudiger
3.2 ketensamenwerking
3.3 eenmalige gegevens opvraag
3.4 transparant en aanspreekbaar 5
Regionaal Overleg Midden-Brabant.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
3.5 elektronische dienstverlening
-6-
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 1: Bestuur en dienstverlening Lasten 1.01 Bestuursorganen 1.02 Bestuursondersteuning B&W 1.03 Gemeentewinkel 1.04 Bestuurlijke samenwerking 1.05 Bestuursonderst. raad en rekenkamerfunctie Totaal lasten Programma 1
Rekening 2010
2013
Meerjarenraming 2014 2015
123 4.056
819 3.014 1.100 21 173 5.126
856 2.094 1.140 10 169 4.268
856 2.072 1.135 10 169 4.242
856 1.767 1.135 10 169 3.937
856 1.566 1.140 10 169 3.741
245 358 604
32 403 435
40 406 446
40 400 440
40 400 440
40 406 446
Saldo Programma 1 voor resultaatbestemming
3.453
4.691
3.823
3.802
3.497
3.295
Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 1 na resultaatbestemming
253 316 3.390
8 350 4.350
52 524 3.351
8 504 3.306
8 201 3.304
8
Baten 1.02 Bestuursondersteuning B&W 1.03 Gemeentewinkel Totaal baten Programma 1
955 2.255 723
Begroting 2011 2012
3.304
Toelichting Lasten In tegenstelling tot voorgaande jaren worden de kosten van de ondersteunde afdelingen in hogere mate doorbelast naar de lijnafdelingen en via de uurtarieven van die afdeling doorbelast naar de andere programma”s. Voorheen was er, in ieder geval op begrotingsbasis, sprake van een hoge doorbelasting op het beleidsproduct bestuursondersteuning B&W. Dit is één van de gevolgen van de zerobased-operatie zonder financieel effect op het totaal van de lasten en baten. Mutaties reserves De onttrekking aan de bruteringreserve ten gunste van dit programma valt in 2012 wat hoger uit vanwege de investeringen uit het Informatiebeleidsplan.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
-7-
Programma 2: Openbare orde en veiligheid Onderwerp van het programma Dit programma beoogt een ordelijkere en veiligere (plaatselijke) samenleving te creëren. Dit dient te leiden tot een woon- en leefomgeving waarin de inwoners zich veilig voelen. Door vergroting van de veiligheid zijn onze inwoners bereid zelf verantwoordelijkheid en initiatieven te nemen.
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen
Beïnvloedbaarheid Middel
Hoe gaan we het meten?
Wat zijn de streefwaarden?
Leefbaarheidmonitor (zie toelichting tekst) en veiligheidsmonitor
•
Bewoners geven de score 7 voor hun leefomgeving
2. Goed opgeleid en geoefend brandweerkorps
Hoog
Rapportage veiligheidsregio
•
Wettelijke normen worden voor 100% gehaald
3. Toezicht, controle en handhaving van vergunningen op een adequaat niveau brengen/houden
Middel
Eenmalige evaluatie van het handhavingbeleidsplan begin 2012 en daarna jaarlijks een verslag van het uitvoeringsprogramma
•
Maximaal 50 overtredingen op wettelijke eisen Maximaal 25 overtredingen die handhavingsplichtig zijn
1. Veiliger en ordelijker woon- en leefomgeving
•
Programma ontwikkelingen Openbare orde en veiligheid De kadernota Integrale veiligheid 2009-2012 is vastgesteld door de gemeenteraad. Op basis van deze nota schrijven we elk jaar een uitvoeringsprogramma. We gebruiken de resultaten van het veiligheidsbeleid (politiecijfers Veiligheidsmonitor) om onze jaarlijkse plannen bij te stellen. In 2012 evalueren we het veiligheidsbeleid en stellen we opnieuw beleidskaders vast. Daarnaast bezien we de komende periode of we de leefbaarheidsmonitor (Lemon) rapportage blijven gebruiken voor het meten van de leefbaarheid. Het beleidsveld Integrale veiligheid kent de volgende ontwikkelingen: • aansluiting bij veiligheidshuis Tilburg (samen met de gemeenten Gilze en Rijen, Waalwijk en Dongen); • doorontwikkeling Veiligheidsregio; • regionale aanpak (district) van veiligheidsthema’s (bijvoorbeeld drugsbeleid). Bestuurlijk vindt dit plaats in de driehoek (lokaal en district) en in het regionaal college.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
-8-
Vergunning en handhaving 6 De beleidsvelden bouwen, milieu en bijzondere wetten & APV gaan over: • verlenen van vergunningen en accepteren van meldingen; • controleren en toezicht houden; • handhaven. Het handhavingsbeleid 2011-2014 is op 19 april 2011 vastgesteld. Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld waarin de doelen van toezicht en handhaving inzichtelijk worden gemaakt. Het programma verschaft helderheid over de wijze van uitvoering van de taken waaraan prioriteit is gegeven in het handhavingsbeleid.
Wat gaan we ervoor doen? • •
Wij investeren in wijkgericht werken: in mensen, buurten en wijken om inwoners actief te betrekken bij leefbaarheid en leefomgeving. Sociale samenhang, participatie en veiligheid zijn essentiële elementen. We werken in de veiligheidsregio samen op het gebied van politie en brandweer waarbij we de gemeenschappelijke hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) constructief voortzetten.
Openbare orde en veiligheid
1. Veiliger en ordelijker woon- en leefomgeving
•
6
2. Goed opgeleid en geoefend brandweerkorps*
3 Toezicht, controle en handhaving van vergunningen op een adequaat niveau brengen/houden
1.1 Uitvoeren integraal veiligheidsplan
2.1 regionalisering van brandweer en rampenbestrijding
3.1 Uitvoeren integraal vergunningen- en handhavingsbeleids plan (nog vast te stellen)
1.2 Opstellen van bereikbaarheidskaarten
2.2 Leidraad Oefenen hanteren
3.2 Actualiseren integraal handhavingsuitvoeringsprogramma
Hoewel de brandweertaken worden uitgevoerd door de veiligheidsregio dragen gemeenten wel bestuurlijke verantwoordelijkheid. Het oefenen met eigen medewerkers in het kader van de rampenbestrijding blijft overeind.
Algemene Plaatselijke Verordening.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
-9-
Bestaand beleid • Wabo7 • Woningwet • Bouwbesluit • Wet milieubeheer 8 • Diverse AMvB's (onder andere Activiteitenbesluit en Besluit landbouw milieubeheer) • APV • Bouwverordening • Welstandsnota • Beleidsvisie Externe veiligheid • Handhavingsbeleid 2010-2014 • Nota integraal veiligheidsbeleid
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 2: Openbare orde en veiligheid
Rekening 2010
Begroting 2011 2012
2013
Meerjarenraming 2014 2015
Lasten 2.01 Brandweer en rampenbestrijding 2.02 Openbare orde en veiligheid Totaal lasten Programma 2
1.486 83 1.569
1.208 450 1.659
1.192 299 1.491
1.094 299 1.394
1.092 299 1.391
1.089 299 1.389
Baten 2.01 Brandweer en rampenbestrijding 2.02 Openbare orde en veiligheid Totaal baten Programma 2
416 4 420
13 13
13 13
13 13
13 13
13 13
Saldo Programma 2 voor resultaatbestemming
1.149
1.646
1.479
1.381
1.379
1.376
Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 2 na resultaatbestemming
11 1.138
30 1.616
1.479
1.381
1.379
1.376
Toelichting Lasten Op 23 juni 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met de begroting 2012 van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. In deze begroting is de bijdrage voor Loon op Zand vastgesteld op € 953.000. In de begroting 2011 was voor het jaar 2012 een eerder opgelegde bezuiniging van 10% reeds doorgevoerd en werd uitgegaan van een gemeentelijke bijdrage van € 821.000. Ten opzichte van 2011 is beleidsproduct 2.01 dus verhoogd met € 132.000. Per saldo is op dit programma sprake van lagere lasten, deze worden veroorzaakt door zerobased (vooral andere urentoerekening).
7 8
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Algemene Maatregel van Bestuur.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 10 -
Programma 3: Openbare ruimte Onderwerp van het programma In het programma Openbare ruimte werken we aan een bereikbare, schone, groene en milieuvriendelijke gemeente die duurzaam en leefbaar is.
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen 1. Bereikbaarheid gemeente waarborgen (overall niveau)
Beïnvloedbaarheid Hoog
Hoe gaan we het meten?
Wat zijn de streefwaarden?
Door middel van steekproeven per kwartaal
•
• 2. Lagere beheerkosten Openbare Ruimte
Hoog
Jaarlijkse budgetten dalen Steekproeven op basis van landelijk gehanteerde standaard voor onderhoudsniveaus
•
Reistijd 2012 vanuit Loon op Zand gelijk aan reistijd 2010: LoZ – Kaatsheuvel: 9 min. LoZ – Waalwijk: 11 min. LoZ – Tilburg: 13 min. Minimaal 2 aansluitingen op de N261 Een score van minimaal 5,5 t.a.v. het technisch minimale niveau
Programma ontwikkelingen Wegen, straten en pleinen Vanaf 2012 laten we door de bezuinigingen het onderhoud volgens het beheerplan noodgedwongen los. De vastgestelde kwaliteitscriteria (CROW, norm R-) komen hierdoor onder druk te staan en we bereiken hierdoor de kritische grens. Oplopend achterstallig onderhoud is het gevolg. We stemmen de werkzaamheden af met die van andere disciplines (integraal beheer). We zorgen voor actuele beheerplannen die we via een meerjarenperspectief inzichtelijk houden. Zo stellen we in 2012 een nieuw beheerplan wegen op voor de periode 2013 – 2017. Door contracten met grotere volumes op de markt te brengen zijn mogelijk aanbestedingsvoordelen te behalen. Met de huidige ontwikkeling van de markt is het onzeker of dit in de nabije toekomst zo blijft. Naast meerjaren contracten kunnen volumes vergroot worden door met andere gemeenten, waaronder Waalwijk, samen aan te besteden (“massa = kassa”). Openbare verlichting Momenteel investeert de markt volop in de ontwikkeling van LED-lampen en armaturen voor openbare verlichting. De ontwikkeling is de laatste jaren hard gegaan waardoor deze lampen voor sommige toepassingen inmiddels een hogere lichtopbrengst genereren dan de conventionele lampen. Ook het verblindend effect van armaturen met LED lampen op de weggebruiker is inmiddels sterk teruggebracht, maar nog niet optimaal. In Loon op Zand worden sinds vorig jaar bij vervanging en nieuwe aanleg (vooralsnog alleen in het buitengebied) LED lampen toegepast. Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 11 -
Verkeersmaatregelen Speerpunten van het gemeentelijk verkeersplan zijn verbetering van de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid. 9 Binnen de GGA (regionale samenwerking) worden steeds meer plannen regionaal opgesteld. Voorbeelden zijn het “Fietsplan GGA Midden-Brabant” en “Regionaal Verkeersveiligheidsplan 2009-2012”. Met het Regionaal Verkeersveiligheidsplan pakken we steeds meer projecten regionaal op. De nadruk ligt hier met name op projecten die zijn gericht op een bepaalde leeftijd (bijvoorbeeld t.a.v. schoolgaande jeugd), of vervoerswijze (zoals openbaar vervoer). Verkeersveiligheid Met het bevorderen van de verkeersveiligheid is onze gemeente op de goede weg. Er zijn geen zogenaamde black spots meer en in de laatste 10 jaar zijn er minder dodelijke slachtoffers gevallen dan in de jaren ’90. Ons streven is en blijft uiteraard om het aantal ongevallen en slachtoffers verder te verminderen door gevaarlijke en nieuwe locaties verkeersveilig in te richten. Fietsvoorzieningen We vinden goede en veilige fietspaden en fietsroutes voor schoolgaande jeugd en voor onze toeristen belangrijk. In 2012 gaan we op een paar locaties de voorzieningen voor fietsers verbeteren. We maken daarbij zoveel mogelijk gebruik van subsidieregelingen. We merken wel op dat het fietsgebruik in onze gemeente in vergelijking met andere gemeenten nog steeds laag is. N261 en verkeersontsluiting Loon op Zand 10 Onze gemeente is actief betrokken bij de ombouw van de N261. Dat geldt voor de MER , het bestemmingsplan “Reconstructie Zuid, de uitvoeringsovereenkomst, de inbreng van gemeentelijke eigendommen en het beoordelen van de inschrijvingen in het kader van de aanbesteding. Inmiddels is de MER procedure met de aanvaarding van het MER door de betrokken gemeenteraden van Loon op Zand en Waalwijk afgerond en zijn ook de bestemmingsplannen “Reconstructie Zuid” en “Reconstructie Noord” door de beide gemeenteraden vastgesteld. Tegen het vaststellen van de bestemmingsplannen staat nog wel beroep open bij de Raad van State. In de uitvoeringsovereenkomsten die de provincie met de betrokken gemeenten en Rijkswaterstaat afzonderlijk sluit, zijn de bijdrage in de kosten, het beheer, het onderhoud, het eigendom en eventuele planschade en geschillen geregeld. Deze overeenkomsten worden naar verwachting begin 2012 ondertekend. Vanaf het begin van de voorbereiding van de ombouwplannen is aangegeven veel waarde te hechten aan een goede en zorgvuldige communicatie met en breed draagvlak bij de betrokken externe partners (burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties). Hiervoor is steeds gehoor gevonden bij de provincie en ook in de fase van de aanbesteding, die sinds juni 2011 loopt, krijgt onze gemeente hiervoor de ruimte. De gemeente neemt, mede namens de gemeente Waalwijk, deel in het Beoordelingsteam dat de inschrijvingen van de aannemers op dit onderdeel beoordeeld. Op die manier worden de externe partners en de gemeenteraden op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en de voortgang. De aanleg van de nieuwe ontsluitingsweg Molenwijck Zuid (fase 1, wegvak Gildeweg – Kasteellaan) heeft als gevolg van natuur- en archeologisch onderzoek en de vereiste ontheffing Flora- en faunawet en omgevingsvergunning vertraging opgelopen. De resultaten van genoemde onderzoeken dwongen ons tot vervolgonderzoek. Zonder onvoorziene vertraging bij de afhandeling van de procedures rond ontheffing en omgevingsvergunning, kunnen we in de loop van 2012 met de aanleg van dit wegvak starten. Onze gemeente vervult een actieve rol als opdrachtgever (mede voor Waalwijk) voor het opstellen van het Bestemmingsplan N261. Daarnaast zijn we voor ons eigen grondgebied bevoegd gezag voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Openbaar vervoer De gemeente heeft in de afgelopen jaren een groot deel van de bushaltes “toegankelijk” ingericht. In 2012 wordt nog haltemeubilair vervangen en/of bijgeplaatst. Sinds eind 2009 rijdt buslijn 300, als snelle verbinding tussen Tilburg en ’s-Hertogenbosch, via Kaatsheuvel en Waalwijk. Na de ombouw van de N261 stopt deze buslijn ook bij Loon op Zand. In 2012 realiseren we de verbindingsweg tussen de Hydra en de Kasteellaan. Na het ingaan van de nieuwe dienstregeling rijdt buslijn 136 9
Gebiedsgerichte aanpak. Milieueffectrapportage.
10
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 12 -
weer door Molenwijck. Door de provincie en Veolia (vervoerder) wordt onderzocht wat de mogelijkheden en gevolgen zijn van het intensiveren van enkele buslijnen, waarbij tegelijkertijd streeklijn 137 vervalt. Bij een positieve uitkomst wordt deze grote wijziging in de dienstregeling eind 2012 of begin 2013 doorgevoerd. Onze gemeente wordt betrokken bij het onderzoek. Als gevolg van het mogelijk vervallen van lijn 137 worden de haltes op die lijn niet meer verder toegankelijk gemaakt. Door de provincie is toegezegd dat lijn 300 ter hoogte van de molen aan de Horst/Tilburgseweg een extra halte krijgt, dit ter compensatie van het vervallen van lijn 137. Vanaf voorjaar 2011 rijdt de Nightliner tussen Tilburg en Waalwijk, via Loon op Zand en Kaatsheuvel. Dit als pilot voor één jaar. Begin 2012 dienen we met de andere gemeenten te besluiten of de Nightliner ook na de pilot blijft rijden. We gaan er vooralsnog van uit dat we dit project budgettair neutraal kunnen continueren. Water De gemeente is het eerste aanspreekpunt (loketfunctie) als het gaat om problemen met grondwater (te hoog of te laag). Een belangrijk onderdeel van het product water, namelijk riolering, maakt onderdeel uit van programma 10. Openbaar groen en plantsoenen Het groen onderhouden we aan de hand van beeldkwaliteitbestekken. Voor de wijk de Draaiboom is een integraal onderhoudsbestek op de markt gezet waarbij het groenonderhoud en de straatreiniging is gecombineerd. Deze wijze van aanbesteden heeft een gunstig effect gehad op zowel de prijsvorming als de resultaten “in het veld”. In de overige delen van de gemeente onderhoudt de WML het groen alleen op beeldkwaliteit. Net als bij wegen geldt ook voor groen dat voor 2012 door bezuinigingen het onderhoudsprogramma budget gestuurd is. Hierdoor wordt het vastgestelde kwaliteitsniveau (niveau B) losgelaten. We stimuleren daar waar gewenst en mogelijk11 de verkoop van snippergroen aan burgers. Ook het promoten van zogenaamd adoptiegroen via wijkgericht werken kan bijdragen aan onze doelstelling om burgers een grotere verantwoordelijkheid te geven bij het onderhouden van hun woonomgeving. Door de voorwaarden tot een minimum te beperken en een betere procesbegeleiding zal er een extra impuls aan gegeven worden. Binnen de kaders van wijkgericht werken willen wij initiatieven van burgers onder de door ons te stellen voorwaarden, bevorderen. We blijven doorgaan met het (nagenoeg) chemischvrij bestrijden van onkruid (niveau zilver). Speelvoorzieningen De gemeente is verantwoordelijk voor deugdelijk beheer en onderhoud van de speeltoestellen. Het beschikbare budget is afgestemd op het in stand houden van de bestaande voorzieningen. Daar waar vervanging noodzakelijk is, kiezen we voor duurzame en hoogwaardige materialen. Voor de herinrichting van bestaande locaties zoeken we nadrukkelijk samenwerking met onze belangrijkste partner Casade woondiensten. Door burgerparticipatie in het kader van wijkgericht werken te bevorderen zou meer maatwerk tot stand kunnen komen met minder bemoeienis van de gemeente, gezien de financiële situatie zijn hiervoor momenteel geen extra budgetten voor beschikbaar. Waar het gaat om de openbare ruimte zullen initiatieven van burgers veelal alleen nog maar ambtelijke ondersteuning krijgen en geen of nauwelijks hulp bij het inrichten van de openbare ruimte, zoals groenaanleg.
Wat gaan we ervoor doen? • • • •
11
Het herinrichten van de Antoniusstraat. Het aanpassen van de Belgiestraat inclusief fietspad. Kapvergunningbeleid voor bomen in de openbare ruimte. Het parkeren in de gehele gemeente gratis houden.
Afhankelijk van de ligging van kabels en leidingen.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 13 -
Bestaand beleid • Beheerplan wegen 2009-2013 • Beleidsplan openbare verlichting 2009-2013 • Gemeentelijk Verkeersplan • WRP 2011-2015 • Groenbeleidsplan/Bomenplan
Openbare ruimte
1. Bereikbaarheid gemeente waarborgen (overall niveau)
2. Lagere beheerkosten Openbare Ruimte
1.1 Betere bereikbaarheid Efteling, verminderen overlast door filevorming
2.1 Verder implementeren sober en doelmatig principe zonder kapitaal en functieverlies
1.2 Behoud bereikbaarheidsniveau kern Loon op Zand i.v.m. ontwikkelingen N261
2.2 Integrale benadering beheer Openbare Ruimte
1.3 Behouden voorzieningen openbaar vervoer
2.3 Samenwerkingsverbanden gemeenten, waterschap en provincie versterken
1.4 Verbeteren fietsvoorzieningen
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
2.4 Burgers bij beheer betrekken ihkv wijkgericht werken
- 14 -
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 3: Openbare ruimte
Rekening 2010
Lasten 3.01Wegen, straten en pleinen 3.02 Verkeersmaatregelen 3.03 Openbaar vervoer 3.04 Afwatering 3.05 Openbaar groen en plantsoen 3.06 Speelvoorzieningen Totaal lasten Programma 3
4.984
Baten 3.01Wegen, straten en pleinen 3.02 Verkeersmaatregelen 3.03 Openbaar vervoer 3.05 Openbaar groen en plantsoen Totaal baten Programma 3
2.867 524 51
Begroting 2011 2012
2013
Meerjarenraming 2014 2015
2.166 495 1 189 968 155 3.974
2.192 740 1 188 1.138 146 4.405
2.196 738 1 187 1.133 146 4.401
2.177 734 1 187 1.133 146 4.378
2.201 732 1 187 1.133 146 4.399
240 13 63 16 332
169 7
180 7
191 7
191 7
191 7
176
187
198
198
198
Saldo Programma 3 voor resultaatbestemming
4.652
3.799
4.219
4.203
4.180
4.202
Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 3 na resultaatbestemming
4.652
116 3.683
237 3.982
220 3.983
209 3.971
205 3.997
1.542
Toelichting Lasten In het kader van zerobased zijn de budgetten aangepast, voor verkeersmaatregelen resulteerde dit in een toename van de lasten met € 26.000 en voor openbaar groen een toename van € 145.000. De overige lastenverhoging wordt veroorzaakt door een gewijzigde kostentoerekening. Baten Door een toename van de aanvragen tot het leggen van kabels en leidingen nemen ook de inkomsten uit de leges toe met € 11.000 in 2012 en vanaf 2013 structureel met € 22.000.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 15 -
Programma 4: Economische Zaken Onderwerp van het programma Loon op Zand wil een actief gemeentelijk economisch beleid voeren om een bijdrage te leveren aan het stimuleren van de lokale economie. De lokale economie is één van de belangrijkste pijlers. Gezonde bedrijven, woonwijken en instellingen leveren werkgelegenheid, maken onze gemeente aantrekkelijker en vormen de motor achter sociaaleconomische en culturele ontwikkelingen. We streven ernaar om, voor zover het binnen onze mogelijkheden ligt, een gunstig vestigingsklimaat voor ondernemers te creëren en daarmee de werkgelegenheid binnen onze gemeente te behouden en te versterken..
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen
Beïnvloedbaarheid Middel
Hoe gaan we het meten?
Hoog
parkeernorm in combinatie met ruimtelijke inpassing
2. Kwalitatief aantrekkelijke bedrijventerreinen
Middel
Zie uitwerking Sociaal Economisch Beleidsplan
•
meer tevreden ondernemers
3. Betere dienstverlening en samenwerking
Hoog
Zie uitwerking Sociaal Economisch Beleidsplan
•
deregulering van 39 producten voor ondernemers
4. Bevorderen werkgelegenheid
Laag
Zie uitwerking Sociaal economisch beleidsplan
•
toename (kleinschalige) bedrijfsmatige ontwikkelingen weinig leegstand van winkel-/bedrijfspanden
1. Kwalitatief aantrekkelijke winkelgebieden
aantal bvo
12
per branche
Wat zijn de streefwaarden? •
selectieve versterking detailhandelsaanbod met • voldoende (gratis) parkeerplaatsen
•
12
Bruto vloeroppervlakte.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 16 -
Programma ontwikkelingen Sociaal Economisch Beleidsplan (SEB) 2010-2015 We hebben voor onszelf enkele belangrijke ambities geformuleerd. Naar verwachting behandelt de gemeenteraad in het najaar 2011 het SEB 2010-2015. Hierin brengen we onze ambities en opgaven in samenhang in beeld en koppelen we deze aan een realistisch uitvoeringsprogramma. We werken beleid uit voor de detailhandel, horeca, bedrijventerreinen-/parken en wijkeconomie, toerisme & recreatie en de agrarische sector. Daarbij leggen we een relatie met het regionale arbeidsmarkt- en onderwijsbeleid. Uiteindelijk leidt dat tot een kwaliteitsverbetering in combinatie met een intensivering van de economische structuur, ook op regionaal vlak. In dat verband creëren we tevens een klimaat waar (startende) ondernemers zich willen vestigen. Bij de totstandkoming van het beleidsplan werken we nauw samen met het bedrijfsleven en instellingen in onze gemeente. Dit traject is in volle gang en leidt eind 2011 tot een vastgesteld beleidsplan met daaraan gekoppeld een projectenprogramma. Accountmanagement bedrijven/ Ondernemersloket Ondernemers zijn bij de realisatie van hun plannen/initiatieven gebaat bij transparantheid, snelheid, één contactpersoon en een meer ondernemergerichte/klantgerichte houding. Accountmanagers ondersteunen ondernemers adequaat en efficiënt. In de notitie “Accountmanagement ondernemers Loon op Zand” zal richting gegeven worden aan een verdere professionalisering. Samenwerking belangenverenigingen Om de sociale en economische prestaties optimaal te stimuleren en te faciliteren, werken we nauw samen met Ondernemersplatform Gemeente Loon op Zand (OPG), Belangengroep de Hoogt (BGH), Winkeliersvereniging Kaatsheuvel (WVK) en de Loonse Ondernemersvereniging (LOV). Het bedrijfsleven bereidt een nieuwe organisatiestructuur voor ter bevordering van de behartiging van gemeenschappelijke onderwerpen als ook het creëren van een Ondernemersfonds. Ondernemersfonds Met het instellen van een Ondernemersfonds (door ondernemers zelf gefinancierd) bestaan er mogelijkheden om het lokale ondernemersklimaat in de winkelgebieden en de bedrijventerreinen te verbeteren. Het bedrijfsleven bereid een voorstel voor om te komen tot een Ondernemersfonds. Bedrijvenparken De Kets West II en De Hoogt Ondernemers krijgen de mogelijkheid te groeien door de realisatie van het nieuwe bedrijvenpark de KW II (werknaam). De gronduitgifte is 2010 gestart. Het tempo van uitgifte is lager dan vooraf was verwacht. Voor het bedrijvenpark de Hoogt staat de economische vitaliteit onder druk. Dit vraagt speciale aandacht o.a. door het geven van verruiming van functionele mogelijkheden en bereikbaarheid alsmede uitbreiding. Parkmanagement Een kwalitatief goed en georganiseerd bedrijvenpark/-terrein is een visitekaartje voor onze gemeente en voor alle gevestigde bedrijven. Voor deze terreinen wordt parkmanagement ingezet als instrument hiervoor. Het proces van inrichting is in volle gang en wordt als eerste toegepast op het bedrijvenpark De Kets West II. Keurmerk Veilig Ondernemen Veilig, heel en schoon zijn belangrijke begrippen voor een aantrekkelijke werk- woon- en recreëeromgeving. Door nauwe structurele samenwerking met ondernemers, gemeente, politie, brandweer, Hoofdbedrijfschap Detailhandel en MKB verhogen en borgen we veiligheid, aantrekkelijkheid en leefbaarheid. Onze winkelgebieden en bedrijventerreinen zijn gecertificeerd, het is een continue proces. Tot slot onderzoeken we de relatie met een eventueel toekomstig centrummanagement en parkmanagement.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 17 -
Revitalisering Om de bedrijfseconomische functie te kunnen behouden, is het noodzakelijk om op het bedrijventerrein De Kets gedeelten te herstructureren/revitaliseren. In samenwerking met de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) is een concept quick scan opgesteld met daaraan gekoppeld een maatregelenschema. Dit project rollen we verder uit en brengen we in relatie met parkmanagement en mogelijk met het Ondernemersfonds. In 2011 heeft de provincie subsidie voor de revitalisering ter beschikking gesteld, onder voorwaarde van cofinanciering van de gemeente. Winkelhart Kaatsheuvel en Loon op Zand De kernopgave ligt voor om, in het kader van de leefbaarheid, de winkelgebieden in Kaatsheuvel en Loon op Zand verder te ontwikkelen tot aantrekkelijke winkelgebieden. Voor beide winkelgebieden zoeken we naar publiekprivate samenwerking. We streven naar een kwalitatief afgewogen winkelaanbod met een goede oplossing voor parkeren. Een nauwe relatie ligt er met het Bruisend Dorpshart, het Sociaal Economisch Beleidsplan 2010-2015, het op te richten Ondernemersfonds en het Keurmerk Veilig Ondernemen. Het kader voor de ontwikkeling van het Winkelhart in Kaatsheuvel is vastgelegd in een ontwikkelingsvisie op het winkelhart. Voor Loon op Zand wordt in overleg met de betrokken partijen oplossingen onderzocht. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen Als vervolg op de gehouden Beursvloer in 2009 voeren we overleg met partijen om te komen tot een duurzaam netwerk voor Maatschappelijk Betrokken Ondernemen in de regio de Langstraat. Het netwerk biedt een platform waar tijd en talent van het lokale bedrijfsleven kunnen worden ingezet ter versterking van plaatselijke vrijwilligersorganisaties, verenigingen en stichtingen op het gebied van zorg, welzijn, cultuur, milieu, onderwijs, jeugd en sport. Het gaat om het stimuleren van samenwerking op een manier waar zowel de maatschappelijke organisaties als de bedrijven baat bij hebben. Arbeidsmarktbeleid We geven, samen met de gemeenten Waalwijk en Heusden, verder vorm aan de actiepunten uit de startnotitie Arbeidsmarktbeleid. We bevorderen de werkgelegenheid door in de bestemmingsplannen een verruiming te bieden voor onder andere kleinschalige arbeidsintensieve bedrijvigheid waarbij we de accenten leggen op toerisme & recreatie, vrije tijd en zorg. Regionale Samenwerking De gemeente Loon op Zand maakt onderdeel uit van het Regionaal Overleg Midden Brabant (ROM). Op het gebied van Economische Zaken en Recreatie & Toerisme stelden we, in samenwerking met de ROM-gemeenten, een gemeenschappelijk ambitiedocument “Hart van Brabant – Kracht in vrije tijd” op. Omdat gemeenten meerwaarde zien in een regionale samenwerking werken we met de acht gemeenten in dat verband aan de uitwerking van een Economische Ruimtelijke Visie voor Midden-Brabant. Tevens is in 2011 door de gemeenten Loon op Zand, Waalwijk en Heusden een samenwerkingsvisie opgesteld onder de naam “Op een nieuwe leest geschoeid”. Binnen die visie wordt o.a. ingezet op samenwerking op economisch gebied.
Wat gaan we ervoor doen? • • • • • • •
De bedrijventerreinen Kets West II en de Hoogt worden verder ingevuld. De gemeente ondersteunt bedrijven bij het ontwikkelen van een goede samenwerkingsstructuur. Ondernemers worden adequaat en efficiënt ondersteund door één bedrijvenloket. Het Winkelhart Kaatsheuvel wordt ontwikkeld tot een aantrekkelijk winkelgebied. Gezocht wordt naar een publiek - private samenwerking die voor de gemeente budgettair neutraal is. Wij streven naar een kwalitatief afgewogen winkelaanbod in de kern Loon op Zand met een goede oplossing voor het parkeren. Realisatie van het Bruisend Dorpshart geeft ook aan programma 4 een impuls. Parkmanagement wordt ingevoerd.
Bestaand beleid • Ontwikkelingskader Winkelhart Kaatsheuvel • Distributie Planologisch Onderzoek Kaatsheuvel • Centrumvisie kern Loon op Zand • Startnotitie Arbeidsmarktbeleid • Nota evenementenbeleid • Standplaatsenbeleid • Bedrijfshuisvestingsprotocol bedrijventerreinen Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 18 -
Economische Zaken
1 Kwalitatief aantrekkelijke winkelgebieden
2 Kwalitatief aantrekkelijke bedrijventerreinen
3 Betere dienstverlening en samenwerking
1.1 Volwaardig aanbod detailhandel
2.1 Parkmanagement
3.1 Ondernemersloket/accountmanagement
1.2 Optimale parkeermogelijkheden
2.2 Keurmerk Veilig Ondernemen
3.2 Deregulering producten
4.2 Intensiveren regionale samenwerking
1.3 Ruimtelijke uitstraling
2.3 Revitalisering bestaande bedrijventerreinen
3.3 Intensiveren regionale samenwerking
4.3 Doorontwikkelen arbeidsmarktbeleid
1.4 Ondernemersfonds centrummanagement
2.4 Ondernemersfonds
4 Bevorderen werkgelegenheid
4.1 Goed ondernemersklimaat
1.5 Keurmerk Veilig Ondernemen W
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 19 -
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 4: Economische zaken Lasten 4.01 Economische zaken 4.02 Straatmarkten 4.03 Nutsbedrijven 4.04 Industrieterreinen Totaal lasten Programma 4
Rekening 2010
270 507 777
Begroting 2011 2012
2013
Meerjarenraming 2014 2015
24 42 393 232 691
153 75 392 221 842
153 75 392 217 837
153 75 392 217 837
153 75 392 217 837
27 392 221 640
27 392 217 636
27 392 217 636
27 392 217 636
Baten 4.02 Straatmarkten 4.03 Nutsbedrijven 4.04 Industrieterreinen Totaal baten Programma 4
418
27 392 232 651
Saldo Programma 4 voor resultaatbestemming
359
40
202
201
201
201
Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 4 na resultaatbestemming
359
40
202
201
201
201
29 390
Toelichting Lasten Toename van de lasten van dit programma wordt veroorzaakt door zerobased (o.a. andere toerekening), er is geen sprake van wijziging in budgetten. Baten Afname baten betreft een administratieve overboeking naar de balans van de voorraad bouwgronden niet in exploitatie.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 20 -
Programma 5: Onderwijs en kinderopvang Onderwerp van het programma Dit programma omvat activiteiten gericht op ontwikkelingsaspecten en opvang van jeugd van 0-23 jaar binnen de gemeente Loon op Zand. De gemeente ondersteunt en schept de voorwaarden voor een breed scala aan kinderopvang en onderwijs.
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen 1. Onderwijshuisvesting is beter gewaarborgd. 2. Meer participatie van jeugd aan onderwijs
3. Kwalitatief betere en beter bereikbare kindercentra
Beïnvloedbaarheid Middel
Hoe gaan we het meten?
Wat zijn de streefwaarden?
Cijfers 4-jarig integraal huisvestingsplan 2014
•
Middel
Landelijke monitor VVE13
• •
Middel
Jaarlijks leerplichtverslag (verzuimcijfers) Controlerapporten GGD
•
Voldoende schoolgebouwen in stand houden (momenteel 13) Bereik van 100% doelgroeppeuters VVE Vermindering van het aantal Voortijdige schoolverlaters 100% van alle kindercentra voldoen aan de wettelijke eisen.
Programma ontwikkelingen Onderwijshuisvesting Gemeenten hebben een zorgplicht voor de huisvesting van onderwijs: groot onderhoud van schoolgebouwen en afstemming tussen het aantal klaslokalen/schoolgebouwen en de behoefte in verband met demografische ontwikkelingen in de toekomst. Deze huisvesting betreft scholen in het openbaar basisonderwijs, bijzonder basisonderwijs en bijzonder voortgezet onderwijs. De gemeente is hier deels afhankelijk van hoe schoolbesturen hun onderhoudstaak uitvoeren. In het herijkte integraal huisvestingsplan onderwijs 2011-2014 (IHP) zijn de diverse cycli van de huisvesting meer op elkaar afgestemd. Ook zijn er nieuwe afspraken gemaakt met de schoolbesturen over onderhoud. Daarnaast is er in het IHP aandacht voor het beleid over medegebruik en verhuur schoolgebouwen. Leerrijk, schoolbestuur voor katholiek primair onderwijs, dat ook twee speciale basisscholen onder haar beheer heeft, heeft aangegeven dat men intern bezig is om op termijn een fusie tussen deze twee scholen te bewerkstelligen. Dit is echter pas over enkele jaren aan de orde.
13
Voor- en Vroegschoolse Educatie.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 21 -
Overige onderwijsaangelegenheden Lokaal Educatieve Agenda (LEA) Dit beleid voor onderwijsachterstanden loopt in periodes van vier jaar, via regelgeving vanuit het ministerie van OC&W. In de in september 2011 door de raad vastgestelde Nota LEA 2010-2014 leggen we in ieder geval een link met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) via het thema “ Zorg in en om de school”. Er zijn drie thema’s in de LEA, waarbinnen totaal 9 projecten uitgevoerd zullen worden in de periode 2010-2014. Eén van de belangrijkste projecten van de LEA is de Voor-en Vroegschoolse Educatie (VVE). In 2009 is de basis gelegd om in de toekomst de voorschoolse VVE anders op te zetten. De kwaliteitseisen van de Wet Oke zijn meegenomen in deze opzet van de VVE: vanaf augustus 2011 voeren we op vijf locaties VVE uit, onder andere in drie locaties voor kinderdagopvang. Ook is er in september 2011 een coördinator Voorschoolse Educatie gestart, die de drie instellingen voor kinderopvang zal stimuleren bij het uitvoeren van de VVE in de 5 VVE-locaties. Ter voorbereiding van deze nieuwe opzet van de voorschoolse VVE startte een gezamenlijk scholingstraject VVE in augustus 2010 dat doorloopt tot juli 2012. Daarna zullen naar verwachting nog 2 scholingstrajecten starten, een voor de kinderdagopvang en een voor de peuterspeelzalen. Onze invloed beperkt zich tot de LEA-afspraken en losse projecten; de scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs. Leerplichtbeleid en Regionaal Meld- en Coordinatiepunt (RMC) Leerplicht- en RMC-zaken zijn gemeentelijke taken, opgelegd vanuit de Leerplicht- en Kwalificatiewet, voor leerplichtige leerlingen van 5-18 jaar. Ook voor de doelgroep 18-23 jaar hebben we een verantwoordelijkheid voor de Voortijdige Schoolverlaters (VSV). Landelijk heeft de doelgroep Voortijdige schoolverlaters veel aandacht via met als doel het verminderen van het aantal voortijdige schoolverlaters. Daardoor zien we landelijk en regionaal een stijging van het aantal jongeren met een Startkwalificatie. We hebben de afgelopen jaren een verbeterslag gemaakt met het leerplichtregistratiesysteem. De doorontwikkeling van de leerplichtregistratie vindt nog verder plaats, met name voor leerlingen uit het voortgezet en speciaal onderwijs. Project Workmate, waarin VSV-ers begeleid worden richting school of werk, is met middelen vanuit RMC-Tilburg opgezet in 2009; het loopt t/m 2012. Inmiddels is ook het project Elke Jongere telt gestart in juni 2011; hierbij worden in een jaar tijd zoveel mogelijk jongeren tussen 18 en 27 jaar, die geen werk hebben en niet op school zitten, benaderd. Waar mogelijk worden ze, met als doel om weer naar school te gaan of te gaan werken, doorverwezen naar Werkplein, regulier onderwijs, Workmate, etc. Leerlingenvervoer Het leerlingenvervoer is een wettelijke taak van de gemeente. Er zijn steeds meer kinderen met een cluster 4 indicatie. Een steeds groter deel van deze groep kinderen heeft behoefte aan individueel vervoer. Dit heeft een nadelig effect op de kostenontwikkeling van het leerlingenvervoer. Daar het hier gaat om een landelijke tendens en het in de praktijk moeilijk blijkt om vast te stellen wanneer er sprake is van passend vervoer bestaat de kans dat de wetgeving op dit gebied wijzigt. Kindercentra Kinderopvang Door de komst van de wet Kinderopvang is de kinderdagopvang in veel gevallen financieel aantrekkelijker geworden en het peuterspeelzaalwerk daardoor relatief minder aantrekkelijk. Hierdoor zijn inmiddels enkele peuterspeelzalen gesloten. Overigens wordt er nu ook een afname van kinderopvangdeelname verwacht wegens de forse bezuinigingen die het rijk op dit terrein doorvoert (van 230 miljoen in 2011 tot 995 miljoen in 2015). Gastouderschap De wetgeving over gastouderschap is per 1 januari 2010 aanzienlijk gewijzigd. Dit heeft de volgende consequenties: • in plaats van enkel het gastouderbureau te controleren, dienen nu ook de afzonderlijke gastouders gecontroleerd (en waar nodig gehandhaafd) te worden; • in plaats van enkel het gastouderbureau in het register op te nemen, dienen nu ook de afzonderlijke gastouders opgenomen te worden. Peuterspeelzalen De gemeente Loon op Zand heeft drie peuterspeelzalen in haar gemeente, allen gesubsidieerd, vallend onder stichting kindercentra Midden Brabant (SKC). De invoering van de wet Kinderopvang en eerdere bezuinigingen binnen het peuterspeelzaalwerk hebben geleid tot een forse terugloop. Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 22 -
Wet Oke De wet Ontwikkeling door kwaliteit en educatie (Oke) geldt per 1 augustus 2010. Belangrijkste punt uit deze wet is landelijke kwaliteitseisen voor het peuterspeelzaalwerk op het gebied van personeel, groepsgrootte, veiligheid, pedagogisch beleid en binnen- en buitenruimte. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het handhaven van de kwaliteitseisen. Daarnaast stelt de wet eisen aan de voorschoolse educatie. Het realiseren van budgetsubsidiëring peuterspeelzaalwerk was een onderdeel van het collegeprogramma 20062010. Dit is van de agenda gehaald doordat er zicht was op een gewijzigde financiering van het peuterspeelzaalwerk (buiten gemeenten om). Inmiddels blijkt het toch een taak van gemeenten te blijven. Goede financiële en beleidsinhoudelijke afspraken via een budgetsubsidie zijn een pre als we regie willen houden op het peuterspeelzaalwerk.
Wat gaan we ervoor doen? •
Wij streven naar de stichting van brede scholen met buitenschoolse opvang en de mogelijkheid van ondersteuning bij opvoeden en opgroeien.
Bestaand beleid • Verordening leerlingenvervoer Loon op Zand • Integraal Huisvestingsplan onderwijs 2005-2009 • Nota Lokale Educatieve Agenda 2006-2010 • Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs
Onderwijs en kinderopvang
1. Onderwijs jeugdigen is beter gewaarborgd
2. Meer en langere participatie van jeugd aan onderwijs
3. Kwalitatief betere en beter bereikbare kindercentra
1.1 Adequate huisvesting scholen
2.1 Kwetsbare groepen leerlingen en peuters [EJ: effect 3?] extra ondersteunen
3.1 Kinderopvang: Kwalitatief goed en voldoende aanbod kindplaatsen
2.2 Actief bevorderen behalen startkwalificatie
3.2 Psz-werk: Kwalitatief goed en voldoende aanbod peuterplaatsen
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 23 -
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 5: Onderwijs en kinderopvang
Rekening 2010
Begroting 2011 2012
2013
Meerjarenraming 2014 2015
Lasten 5.01 Openbaar basisonderwijs 5.02 Bijzonder Speciaal Onderwijs 5.03 Bijzonder speciaal onderwijs 5.04 Bijzonder voortgezet onderwijs 5.05 Gemeensch baten en lasten onderwijs 5.07 Kinderopvang Totaal lasten Programma 5
471 461 72 64 812 373 2.254
438 460 74 33 967 359 2.332
474 531 80 36 909 374 2.404
470 521 79 36 909 373 2.387
452 500 77 35 909 372 2.346
449 492 76 35 909 372 2.333
Baten 5.01 Openbaar basisonderwijs 5.05 Gemeensch baten en lasten onderwijs 5.07 Kinderopvang Totaal baten Programma 5
112 53 60 224
18 109 60 187
10 109 60 179
10 109 60 179
10 109 60 179
10 109 60 179
2.030
2.145
2.225
2.208
2.167
2.154
2.030
80 83 2.142
180 95 2.309
180 93 2.295
180 91 2.256
180 89 2.245
Saldo Programma 5 voor resultaatbestemming Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 5 na resultaatbestemming
Toelichting Lasten Onderhoud schoolgebouwen, investering Onderhoud schoolgebouwen basisonderwijs: voor het programma huisvesting 2012 is een totaal bedrag ad € 130.000 nodig voor het onderhoud van de gebouwen. Deze investering wordt opgenomen in de begroting 2012. De lasten van deze investering worden gedekt uit de reserve onderhoud schoolgebouwen. Onderhoud schoolgebouwen, voorziening Uit de in het voorjaar 2011onderzochte meerjarenoverzichten van de schoolgebouwen blijkt dat de voor 2010 voor beide schoolbesturen opgestelde meerjarenonderhoudsplannen een reëel beeld geven van het voor de komende periode voor rekening van de gemeente komende onderhoud. Op basis van de meerjarenonderhoudsplannen bedragen de in de periode tot en met 2020 voor rekening van de gemeente komende kosten voor onderhoud € 1.569.307. De jaarlijkse storting in de Reserve onderhoud scholen is in deze begroting opgehoogd van € 56.840 naar € 156.930. Leerlingenvervoer: Het bedrag voor busvervoer van basisschoolleerlingen naar de gymaccommodaties is, in verband met nieuwe offertes van het vervoersbedrijf, vanaf aug. 2011 omhoog gegaan. Op jaarbasis betekent dit dat het bedrag van € 19.000 stijgt naar € 31.000. Bijdrage Juvans De bijdrage voor Juvans in het kader van schoolmaatschappelijk Voortgezet onderwijs is overgeheveld naar programma 9 voor een bedrag van € 11.000. Dat geeft hier dus een voordeel maar op programma 9 een nadeel. De overige verschillen worden veroorzaakt door zerobased. Baten Onderwijshuisvesting: Voorheen werd er een bedrag van € 17.000 als inkomsten geraamd voor 2 lokalen in het schoolgebouw van Den Bussel, die worden verhuurd aan de Stichting Bravoo. Vanaf september 2011 wordt er door deze stichting slechts nog 1 lokaal gehuurd, waardoor de inkomsten met € 8.000 dalen.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 24 -
Programma 6: Cultuur en sport Onderwerp van het programma Dit programma omvat activiteiten die de culturele identiteit van de gemeente versterken. De gemeente ondersteunt en schept de voorwaarden voor een breed scala aan kunst- en culturele disciplines en werkterreinen muziek, cultuureducatie, amateurkunst, volkscultuur en beeldende kunst. De activiteiten zijn voor een belangrijk deel gericht op de (schoolgaande) jeugd, waarmee er een samenhang is met de programma’s Jeugd en Onderwijs. Culturele activiteiten op het gebied cultuurhistorie kennen een samenhang met het programma Ruimte en Bouwen. Door uitvoering van het programma Cultuur wordt een sterk cultureel klimaat in stand gehouden en verder ontwikkeld waardoor er een aangename leefomgeving voor bewoners blijft Daarnaast oefent uitvoering van dit programma aantrekkingskracht uit op bezoekers. De economische groei wordt daarmee positief beïnvloed, waarmee een verbinding ontstaat met het programma Economie. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de maatschappelijke doelen en de daarbij behorende streefwaarden aanscherping behoeven. In 2011 is een start gemaakt met het invoeren van het instrument “beleidgestuurde contractfinanciering”. Daarmee wordt op een aantal grote subsidiedossiers op een gestructureerde manier gewerkt aan een vertaling van beleid naar een programma van eisen en bijbehorende prestatie-indicatoren. 2012 wordt het eerste jaar waarin de volledige cyclus van beleidsgestuurde contractfinanciering wordt doorlopen. Deze verbeterslag is dus nog niet verwerkt in onderstaande maatschappelijke doelen en streefwaarden. Voor cultuurbehoud is het gemeentelijke beleid gericht op monumenten- en archeologiebeleid. De uitvoering van het monumentenbeleid richt zich op gemeentelijke monumenten en rijksmonumenten.
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen
Beïnvloedbaarheid Laag
Hoe gaan we het meten?
Wat zijn de streefwaarden?
Gemeentelijk gesubsidieerde organisaties klanttevredenheidsonderzoek laten doen i.c.m. kengetallen
•
Stijging van het aantal leden bij plaatselijke (vrijwilligers-) organisaties en verenigingen
2. Vergroten sociale samenhang en integratie
Middel
•
2012-2015 jaarlijks 1 nieuwe bewonersorganisatie per wijk (3 wijken).
3. Meer(sport-)beweging
Middel
Triangel/de Twern en wijkcoördinatoren aantallen bewonersorganisaties en bewoners daarbij laten registeren in jaarverslagen 4-jaarlijks RSO (richtlijnen sportdeelname onderzoek)
• •
Sportdeelname op 75% Beweegdeelname ≥ landelijke gemiddelde
4. Solide accommodaties
Middel
Klanttevredenheidsonderzoek door accommodatieverschaffers onder gebruikers
•
Tevredenheidscore gebruikers van minimaal 7
5. Laagdrempelige voorziening voor het verkrijgen van informatie
Hoog
Jaarverslag bibliotheek
•
Stabiel aantal bibliotheekgebruikers
1. Vergroten maatschappelijke participatie
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 25 -
Maatschappelijke doelen
Beïnvloedbaarheid Middel
Hoe gaan we het meten?
Wat zijn de streefwaarden?
Jaarverslag marktplaats cultuureducatie
•
Stijging van aantal jeugdleden bijplaatselijke cultuurorganisaties
7. Adequaat en voldoende gefaciliteerd bestand van vrijwilligers
Middel
Opgave lokale organisaties
•
% vrijwilligers blijft minimaal stabiel, daarbinnen: toename van aantal vrijwillige jongeren, ouderen en allochtonen
8. Meer toerisme door cultuur en archeologie
Middel
6. Stimuleren kennis van en belangstelling voor kunst en cultuur
•
Opgave recreatieondernemers
• •
9. Betere bescherming archeologische waarden
Middel
Behandeling waardenkaart en archeologiebeleid in 2012
•
10. Stimuleren professionele kunst
Middel
Verslag “adviesorgaan kunst”
•
11. Stimuleren volkscultuur
Middel
Jaarverslag volkscultuurorganisaties
•
Stijging van aantal overnachtingen met 5% (zie ook programma 7) Bredere bekendheid van de gemeente Loon op Zand In 2012 een vastgestelde archeologische waardenkaart en archeologiebeleid Jaarlijks minimaal 3 exposities Minimaal 1 openbaar evenement per organisatie
Programma ontwikkelingen Bibliotheekwerk De digitalisering van informatie heeft invloed op de rol van de bibliotheek als informatieverstrekker (sec uitlenen van boeken). Juist in deze tijd is de rol van de bibliotheek als onafhankelijke en objectieve informatieverstrekker belangrijk. Het uitlenen van fysieke boeken wordt een steeds kleiner –echter nog wel het belangrijkste- onderdeel in de werkzaamheden van de bibliotheek. Voor het jaar 2011 is er een bezuinigingstaakstelling van € 27.500 neergelegd bij het bibliotheekwerk, oplopend naar € 83.000 in 2012 als gevolg van het sluitend krijgen van de meerjarenbegroting 2011-2014. Een nieuw tekort op de meerjarenbegroting noopt de gemeente tot het opleggen van een aanvullende taakstelling op het bibliotheekwerk. Vrijwilligerswerk De forse landelijke en lokale bezuinigingen leggen een grotere druk op het vrijwilligerswerk. Immers, werk dat door betaalde krachten en met behulp van subsidies wordt gedaan, moet met minder geld en met meer vrijwillige inzet gaan gebeuren. Vrijwilligers(organisaties) krijgen hierdoor met complexere situaties te maken waar ze voldoende voor moeten worden geëquipeerd. Via de structuur van het wijkgericht werken (wijkteams, -coördinatoren en plannen) kunnen hier de voorwaarden voor geschapen worden. Kunstzinnige vorming De gemeente Loon op Zand heeft voor de periode 2010-2012 het project “marktplaats cultuureducatie” gefinancierd met als doel het bevorderen van cultuureducatie c.q. deelname van jeugd. Landelijk en provinciaal wordt er de komende jaren financiële druk gelegd op het programma kunst en cultuur. Daarnaast is er landelijk een afname van het aantal (jeugd)leden binnen de kunst en culturele sector, wat een aanzienlijke druk legt bij het voorbestaan van de organisaties.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 26 -
Sport Sportstimulering: Sport en bewegen krijgt landelijk veel aandacht (Olympisch Plan 2028). Niet alleen als doel maar vooral als middel om andere doelen binnen de samenleving te bereiken. U kunt daarbij denken aan participatie van kwetsbare groepen en aan het terugdringen van overlast door jongeren. We willen binnen de bestaande (financiële ) mogelijkheden deze extra landelijke aandacht zo optimaal mogelijk vertalen naar de Loon op Zandse situatie. In de periode 2005-2008 participeerde onze gemeente in de breedtesportimpuls. Daarmee zijn onder andere fittesten georganiseerd en sportverenigingen ondersteund. In de periode 2005-2008 nam de sportdeelname in de gemeente Loon op Zand (op basis van Richtlijnen Sportdeelname Onderzoek) iets af. Met name de 40+’ers laten een daling te zien. Bij de jeugd (zowel 6-12 jaar als 13-18 jaar) zien we een stijging. In 2010 werd gestart met de Impuls brede scholen, cultuur en sport (combinatiefuncties). Na onderzoek van en voorlichting aan het veld is echter gebleken dat het onderwijs afzag van participatie. Hiermee is het niet haalbaar gebleken om de combinatiefuncties ten uitvoer te brengen en is het in 2011 stopgezet. (Buiten)sportaccommodaties: In december 2009 is een evaluatiebijeenkomst gehouden over privatisering. Voorheen kwamen de clubs redelijk uit met de exploitatievergoeding van de gemeente. De laatste tijd staat dit budget echter onder druk. Oorzaken hiervan zijn: • Het merendeel van de clubs moet extra investeringen doen vanwege de (explosieve) groei van de verenigingen. Een voorbeeld hiervan is de opkomst van meisjesvoetbal. Dit levert problemen op voor de kleedaccommodaties, maar ook voor de planning en bespeelbaarheid van de velden; • De laatste jaren lopen de kosten- en subsidie-index steeds verder uiteen. Daarnaast is er een landelijke ontwikkeling dat steeds meer sportvelden met kunstgras worden aangelegd en dat de velden meer multifunctioneel zijn. Enkele verenigingen binnen de gemeente Loon op Zand hebben te kampen met capaciteitsproblemen, zowel op het gebied van velden als kleedruimten. We hebben een nieuwe lijn uitgezet. De gemeente wil onder voorwaarden meewerken aan de (noodzakelijke) aanleg/uitbreiding van buitensportaccommodaties door het verstrekken van een gemeentegarantie. Hierdoor wordt de sportclub in staat gesteld een lening aan te trekken. Een van de voorwaarden is dat de Stichting Waarborgfonds Sport een deel van de borgstelling op zich neemt. Amateur kunstbeoefening Muziekgezelschappen en harmonieën hebben aangegeven problemen te hebben met de aanwas van nieuwe (jeugd)leden. Daarnaast ontstaan er financiële problemen door onder andere hogere huisvestingskosten. Volkscultuur Verenigingen die hieronder vallen hebben in steeds grotere mate organisatorische en financiële problemen. Hierdoor zijn al enkele verenigingen opgeheven. Monumentenzorg Behoud van het Witte Kasteel Vanuit de Loonse Ondernemersvereniging is er een initiatief om in het witte kasteel in Loon op Zand een bezoekerscentrum te vestigen gericht op de Loonse en Drunense duinen. Voorts wil men dat er onder andere horeca wordt gevestigd. De gemeente participeert in het plan door middel van een financiële bijdrage en ambtelijke ondersteuning. Er wordt gewerkt aan een principeplan. Wanneer dit ter beoordeling zal worden ingediend is nog niet bekend. Archeologiebeleid Voor elk ruimtelijk project is op grond van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg archeologisch onderzoek nodig ter bescherming van eventuele archeologische waarden. Via een Erfgoedkaart brengen we in beeld waar archeologisch waardevolle gebieden en cultuurhistorie zich bevinden. Tevens levert dit een kostenbesparing op omdat niet meer bij elk plan een advies van de archeoloog nodig is. Als de kaart is vastgesteld, stellen we beleid op aan de hand waarvan we kunnen beoordelen hoe we omgaan met de archeologisch waardevolle gebieden en de cultuurhistorie van de gemeente.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 27 -
Eind oktober 2009 sloot de gemeente zich aan bij het initiatief van de Streekraad de Meijerij/Het Groene Woud om voor het grondgebied van de aangesloten gemeenten bij deze Streekraad een archeologische waardenkaart te maken. Er was tevens de mogelijkheid om cultuurhistorie hierin mee te nemen en zodoende een zogenaamde erfgoedkaart te laten maken. De provincie Noord-Brabant heeft hiervoor een subsidie beschikbaar gesteld. Het Monumentenhuis Noord-Brabant begeleidt de procedure namens de Streekraad. De verwachting was dat de kaart in 2011 opgeleverd zou worden, het ziet ernaar uit dit pas in 2012 zal plaatsvinden. Monumentenbeleid Het voornemen is er om monumentenbeleid onderdeel uit te laten maken van recreatie en toerisme. Het gaat erom om monumenten in een breder kader te plaatsen om zo de gemeente Loon op Zand op de kaart te zetten. Een actieve beleving waarin de gemeente qua erfgoed wordt gekarakteriseerd en zorg en beleving hand in hand gaan. Sociaal-cultureel werk Het “Algemeen Beleidskader Maatschappelijke Ontwikkeling 2007–2011” beoogt het meedoen op weg naar een leefbare, zorgzame gemeente. Binnen dit raamwerk bezien, stimuleren en subsidiëren we het sociaal-cultureel werk. Doel hiervan is om maatschappelijke participatie, sociale samenhang, integratie en leefbaarheid van de woonomgeving te bevorderen. Bij subsidiëring van organisaties stellen we als voorwaarde dat de doelgroep wordt betrokken bij het bedenken, opzetten en uitvoeren van activiteiten. Samen zorgen ze, in combinatie met het wijkgericht werken (zie ook Programma 9) voor behoud en versterking van de sociale infrastructuur. Taakverdeling gemeente - welzijnsorganisaties Een landelijke trend is dat gemeenten zich beperken tot het vaststellen van de doelen en te behalen resultaten. De welzijnsorganisaties zijn ervoor verantwoordelijk om, op basis van professionaliteit, methodes te bepalen en keuzes te maken hoe de overeengekomen doelstellingen te bereiken. Wijkgerichte aanpak Integraal werken op een schaal die aansluit bij en in samenwerking met buurtbewoners (straten, buurten, wijken). Participatie door en verantwoordelijkheid van burgers Beleidsontwikkeling en –uitvoering gebeurt meer en meer in interactie met de burger die kennis heeft van wat er nodig is. De overheid voert regie, brengt partijen bijeen, stimuleert en faciliteert. De overheid nodigt organisaties en burgers uit hun verantwoordelijkheid te nemen. Accommodaties In juni 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met de herijking van het accommodatiebeleid met als belangrijkste uitgangspunten: clustering/samenwerking (ruimtelijk, inhoudelijk, beheersmatig), regie bij gemeente, meer eigen verantwoordelijkheid bij accommodatieverschaffers en –gebruikers en verzakelijking in subsidierelaties. Momenteel wordt gewerkt aan een uitvoeringsplan.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 28 -
Wat gaan we ervoor doen? • • • • •
Wij streven naar het op peil houden van de sociale infrastructuur, bestaande uit onder andere sociaal culturele voorzieningen als kinderopvang, bibliotheek, jongerenwerk,ouderenwerk, sport en vrijwilligerswerk; De fysieke infrastructuur biedt mogelijkheden om mensen bij elkaar te brengen, onder andere het Bruisend Dorpshart, de accommodaties en voorzieningen in de wijken. Optimaliseren van het gebruik van bestaande voorzieningen heeft prioriteit. De ontwikkeling en bouw van een nieuwe sporthal in Kaatsheuvel wordt voortgezet. Wij zetten ons in voor het behoud van het Witte Kasteel. In de subsidieverlening wordt bij grotere subsidiebedragen versterkt ingezet op beleidsgestuurde contractfinanciering. De inspanningen en activiteiten van de te subsidiëren instellingen, de beoordelingen van de resultaten en de afrekening van de verleende subsidie worden hierbij sterker gekoppeld aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente.
Bestaand beleid • Notitie accommodatiebeleid • Herijking accommodatiebeleid • Startnota Sport en Bewegen • Subsidieverordening sport • Beleidsnotitie Vrijwilligerswerk
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 29 -
Cultuur & sport (1):
1. Vergroten Maatschappelijke participatie
2. Vergroten Sociale samenhang en integratie
3. Meer (sport-)beweging
4. Solide accommodaties
5. Laagdrempelige voorziening voor het verkrijgen van informatie
1.1 Goede en bereikbare welzijns-voorzieningen
2.1 Behoud sociale infrastructuur
3.1 De gemeente wil een actief sportklimaat.
5.1 Het in stand houden van bibliotheekvestigingen in de kernen Loon op Zand + Kaatsheuvel
1.2 Deelname burgers aan verenigingsleven
2.2 Betrokkenheid buurtbewoners op elkaar
3.2 De gemeente wil een actief beweegklimaat.
4.1 De gemeente streeft naar voldoende, geschikte, aantrekkelijke, toegankelijke en betaalbare accommodaties voor de beoefening van sociaalculturele en binnensportactiviteiten
1.3 Inzet vrijwilligers
2.3 Burgers dragen bij aan de eigen leefomgeving
2.4 Een integrale aanpak van organisaties en burgers
3.3 De gemeente wil sterke sportverenigingen.
5.2 Uitvoering te geven aan de kernfuncties: kennisen informatievoorziening, educatie, cultuur, lezen en literatuur, ontmoeting en debat
5.3 Binnen de kernfuncties dient de BMB extra inspanning te leveren m.b.t. de speerpunten cultuureducatie in het onderwijs, cultuurinformatie en leefbaarheid in wijken en buurten
5.4 De BMB biedt diensten aan individuele klanten, het onderwijs, zorginstellingen en de lokale overheid
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 30 -
6. Stimuleren kennis van en belangstelling voor kunst en cultuur
6.1 Er dient een fysieke marktplaats cultuureducatie te zijn in de gemeente Loon op Zand.
6.2 In 2012 is de marktplaats cultuureducatie dé plaats waar vraag en aanbod van kunst en cultuur elkaar vindt; het creëert een meerwaarde voor het onderwijs én het kunst- en culturele veld
Cultuur en Sport (2)
7. Adequaat en voldoende gefaciliteerd bestand van vrijwilligers
8. Meer toerisme door cultuur en archeologie
9. Betere bescherming archeologische waarden
10. Stimuleren professionele kunst
11. Stimuleren volkscultuur
7.1 Het participatiepercentage vrijwilligerswerk in Loon op Zand blijft minimaal op gelijk niveau
8.1 Behoud van het witte Kasteel
9.1 Vervaardigen archeologische waardenkaart
10.1. Een adviesorgaan dat adviseert inzake de aan- en verkoop van kunst, alsmede kunstopdrachten
7.2 Toename deelname aan vrijwilligerswerk van groepen, die nu ondervertegenwoordigd c.q. onderbenut zijn (vooral jongeren, allochtonen en ouderen)
8.2 Mogelijkheid voor vestiging bezoekerscentrum duinen
9.2 Opstellen archeologiebeleid
10.2. Een adviesorgaan dat diverse kunstvormen in de expositiehal van het gemeentekantoor presenteert
11.1 Bevorderen van activiteiten die bijdragen tot kennis van en belangstelling voor sociaalculturele economische en geografische ontwikkeling in heden en verleden van de gemeente Loon op Zand en omstreken
7.3 Vrijwilligerswerk en vrijwilligers hebben een positief imago
7.4 Vrijwilligersorganisaties hebben voldoende deskundigheid in huis voor hun werkzaamheden
8.3 Versterken uitstraling gemeente (meer reclame)
8.4 Behoud van cultuurhistorische waarden
7.5 Een centraal punt waar vrijwilligersorganisaties terecht kunnen met vragen en problemen
10.3. het documenteren en presenteren van in gemeentelijk bezit of beheer zijnde kunstwerken en voorwerpen met cultuurhistorische waarde 10.4. het documenteren en presenteren van binnen de gemeente in particulier bezit of beheer zijnde kunstwerken en voorwerpen met cultuurhistorische waarde
7.6 Wegnemen belemmerende wet- en regelgeving voor vrijwilligersorganisaties
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 31 -
11.2 Verantwoord en doelmatig (laten) verwerven, ordenen en beheren van waardevol cultuurhistorisch bezit, betrekking hebbend op de gemeente Loon op Zand
11.3 Ondersteuning van activiteiten onder de bevolking op het terrein van volksfeesten.
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 6: Cultuur en sport Lasten 6.01 Bibliotheekwerk 6.02 Vormings- en ontwikkelingswerk 6.03 Sport 6.04 AmateuristischekKunstbeoefening 6.05 Musea 6.06 Monumentenzorg 6.07 Gemeentelijke monumenten 6.08 Kermissen en evenementen 6.09 Sociaal cultureel werk 6.10 Accommodaties 6.11 Vrijwilligerswerk Totaal lasten Programma 6 Baten 6.02 Vormings en Ontwikkelingswerk 6.03 Sport 6.06 Monumentenzorg 6.08 Kermissen en evenementen 6.10 Accommodaties Totaal baten Programma 6
Rekening 2010 559 4 938
131 286 107 960 -19 2.967
Begroting 2011 2012 533 35 859 57 15 44 150 238 648 868 75 3.523
2013
Meerjarenraming 2014 2015
512 82 864 40 -6 47 62 317 353 935 40 3.244
512 55 863 40 -6 47 62 316 353 920 40 3.202
512 55 863 40 -6 47 62 315 353 905 40 3.185
512 55 863 40 -6 47 62 314 353 889 40 3.167
10 0 312 194 516
10
10
312 179 502
312 179 502
1 233 234
312 220 543
27 10 0 312 207 557
Saldo Programma 6 voor resultaatbestemming
2.733
2.981
2.687
2.685
2.683
2.666
Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 6 na resultaatbestemming
14 2.719
16 2.965
16 2.671
13 2.672
6 2.677
6 2.660
10
Toelichting Lasten Bijdrage Stichting Triangel De bijdrage aan Stichting Triangel / de Twern in het kader van opbouwwerk e.d. is overgeheveld van programma 6 naar programma 9. Het cijfermatige voordeel van € 312.000 komt als nadeel terug bij programma 9. Subsidie Stichting Jan de Dooper In 2011 is een deel van de voorschotsubsidie begroot, namelijk € 79.000. In 2012 is geen begroting opgenomen in de exploitatie voor dit doel, maar lopen onttrekkingen via een reserve. Archiefzorg Het budget voor archiefzorg is met € 55.000 verminderd. Bibliotheek Oorspronkelijk was het budget van de bibliotheek € 555.000. Voor 2011 is hierop € 27.500 bezuinigd en vanaf 2012 nog eens € 55.500. In de begroting 2012 is nog wel rekening gehouden met een indexatie van € 32.000, per saldo komt het budget in 2012 ten opzichte van 2011 daarmee € 21.000 lager uit.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 32 -
Programma 7: Toerisme en recreatie Onderwerp van het programma We willen onze positie als toeristisch-recreatieve gemeente versterken en een toeristische hotspot in de regio zijn. De Efteling en het Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen nemen een belangrijke positie in. We wensen een hoogwaardig toeristisch recreatief aanbod te ontwikkelen door optimaal samen te werken in de regio en op lokaal niveau met (onder meer) de Lokaal Toeristische Adviesraad. De verkeerssituatie, de bereikbaarheid van de dorpskernen en de ruimtelijke aspecten rondom de toeristisch recreatieve voorzieningen vragen aandacht.
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen 1. Meer toeristische hotspot in (Midden) Brabant
Beïnvloedbaarheid Middel
Hoe gaan we het meten?
Wat zijn de streefwaarden?
Bezettingsgraad/overnachtingen
•
Aanbod voor verschillende doelgroepen
•
Startende ondernemers
•
2. Sterkere samenwerking regionaal en lokaal
Middel
Nieuw programma- en productenaanbod
•
3. Verbeteren bereikbaarheid en leefbaarheid
Middel
Overlastklachten
•
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
Houden van steekproeven (zie ook programma 3)
Stijging bezettingsgraad verblijfsaccommodaties en overnachtingen met 5% Toename hotelbedden, B&B’s en vakantiewoningen met 10% Stijging aantal startende ondernemers met 2% Minimaal 10 nieuwe producten/arrangementen
Daling aantal klachten met 5% • Reistijd 2012 vanuit Loon op Zand gelijk aan reistijd 2010: LoZ – Kaatsheuvel: 9 min. LoZ – Waalwijk: 11 min. LoZ – Tilburg: 13 min. • Minimaal 2 aansluitingen op de N261
- 33 -
Programma ontwikkelingen Toerisme en recreatie Actieprogramma toerisme en recreatie In maart 2009 is de toeristische recreatieve visie “Verhalen- en avonturengemeente Loon op Zand” vastgesteld. De toekomstpositie die we nastreven is die van jaar-rond-bezoek met aantrekkingskracht over het hele jaar. Hierbij profileren we ons als verhalen- en avonturengemeente. Deze profilering is gericht op de diversiteit in het aanbod: 1001 x Loon op Zand – beleef de vele mogelijkheden van Loon op Zand. In het “actieprogramma toerisme & recreatie” staan de acties waar de LTA (Lokaal Toeristische Adviesraad) zich de komende jaren op richt. In 2009 en 2010 zijn we gestart met de uitvoering van verschillende acties. De komende jaren krijgt dit een vervolg. Samenwerking LTA De LTA is verantwoordelijk voor de uitvoering van het actieprogramma toerisme & recreatie, waarbij we als gemeente faciliteren. We willen de samenwerking tussen de partijen in de LTA de komende jaren versterken. Regionale Samenwerking In de regio Midden Brabant / Hart van Brabant is het samenwerkingsverband Midpoint Brabant actief. Op het gebied van leisure is de Leisure Boulevard een belangrijk onderdeel. Aansluitend hierop stelden de gemeenten in 2009 een ambitiedocument op. De regio wenst zich te profileren als toeristische hotspot. De samenwerking tussen overheden, ondernemers en onderwijsinstellingen in de regio dient hiervoor de komende jaren te worden versterkt. De Efteling In samenwerking met De Efteling en de provincie Noord Brabant denken we na over de toekomst van deze toeristische hotspot. Gezamenlijk bereiden we het bestemmingsplan “De wereld van De Efteling” voor. Met De Efteling voeren we zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau structureel overleg. Hierin komen alle onderwerpen over het attractiepark en alle omliggende voorzieningen aan de orde. De bereikbaarheid van het attractiepark als ook de dorpskernen vraagt steeds meer aandacht door de toename van het aantal bezoekers. Kenniscentrum recreatie en toerisme We onderzoeken de mogelijkheden om binnen de gemeentegrenzen een kenniscentrum recreatie en toerisme op te zetten. Dit betekent dat in 2012 duidelijk moet worden of en in welke vorm en met welke partners een dergelijke functie kans van slagen heeft. Regionaal Beeldverhaal De Langstraat Met een aantal omliggende partners wordt gewerkt aan een regionaal beeldverhaal voor het gebied De Langstraat. Doel is de economie in de regio te versterken. Het beeldverhaal is een kapstok en een motor voor ontwikkeling van nieuwe bedrijvigheid en productmarktcombinaties. Beelden en verhalen geven het gebied hierbij een eigen identiteit. In de Langstraat is deze kapstok de schoen- en lederindustrie. Deze speelt in het gebied immers een belangrijke rol. Samen met de omliggende gemeenten, maar ook ondernemers en onderwijsinstellingen wordt in 2012 en verder invulling gegeven aan het beeldverhaal.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 34 -
Wat gaan we ervoor doen? • • • •
• •
De Efteling en Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen hebben een belangrijke positie in de toeristische recreatieve positionering van Loon op Zand, de bereikbaarheid willen we verbeteren door in te zetten op de N261. Voor het grondgebied van De Efteling wordt gewerkt aan een bestemmingsplan waarin alle ontwikkelingen juridisch verankerd worden. Wij willen een toeristisch recreatief aanbod stimuleren door optimaal samen te werken met onder meer de lokale toeristische adviesraad en de regio Hart van Brabant. Samen met de LTA geven we uitvoering aan het actieprogramma Toerisme en Recreatie. Hiertoe worden de volgende acties opgepakt cq. vervolg gegeven: o Promotie en marketing van het toeristisch recreatieve aanbod middels de slogan 1001 x Loon op Zand (website, advertorials, etc.). o Het opzetten van arrangementen. o Het zichtbaar maken van de cultuurhistorie. o Onderzoek naar de mogelijkheden van een multifunctioneel bezoekerscentrum in het dorp Loon op Zand. o Het opstellen van een afsprakenkader voor overlastmanagement specifiek gericht op de groepsaccommodaties. We geven vervolg aan het onderzoek naar de mogelijkheden voor realisatie van een kenniscentrum toerisme en recreatie. Samen met een aantal omliggende gemeenten, ondernemers en onderwijsinstellingen wordt invulling gegeven aan het regionaal beeldverhaal voor De Langstraat.
Bestaand beleid • Toeristische recreatieve visie “Verhalen- en avonturengemeente Loon op Zand” en bijbehorend actieprogramma toerisme en recreatie
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 35 -
Toerisme en recreatie
1. Meer toeristische hotspot in (Midden) Brabant
2. sterkere samenwerking regionaal en lokaal (LTA)
3. verbeteren bereikbaarheid en leefbaarheid
1.1 jaarrond aantrekkingskracht
2.1 regionale voortrekkers rol R&T
3.1 samenwerking Efteling
1.2 diversiteit aanbod
2.2 actief ondernemer schap
3.2 goede bereikbaarheid
1.3 hoogwaardig aanbod
2.3 faciliterende overheid
3.3 adequaat overlastmanagement
1.4 goed ondernemersklimaat
1.5 toeristisch recreatieve profilering
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 36 -
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 7: Toerisme en recreatie
Rekening 2010
Begroting 2011 2012
2013
Meerjarenraming 2014 2015
Lasten 7.01 Toerisme en recreatie Totaal lasten Programma 7
218 218
37 37
149 149
149 149
149 149
149 149
Baten 7.01 Toerisme en recreatie Totaal baten Programma 7
295 295
32 32
63 63
63 63
63 63
63 63
Saldo Programma 7 voor resultaatbestemming
-77
5
86
86
86
86
Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 7 na resultaatbestemming
-77
6 -1
20 66
20 66
20 66
86
Toelichting Lasten De lasten van € 40.000 voor het stimuleringskader groenblauwe diensten zijn hier in de raming opgenomen, daarnaast worden er meer uren toegerekend aan het product Toerisme en recreatie. Baten Dit betreft de pacht voor het Blauwe Meer, voor de oostelijke plas is deze onlangs verhoogd. Daarnaast wordt voor het stimuleringskader groenblauwe diensten € 20.000 door de provincie bijgedragen.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 37 -
Programma 8: Werk en inkomen Onderwerp van het programma Het Programma Werk & Inkomen heeft als doel onze inwoners volwaardig te laten deelnemen aan de samenleving. We vullen dit programma voor een groot deel in met onze regionale partners in de Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat (ISD) en in het Werkbedrijf Midden-Langstraat (WML).
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen 1. Maatschappelijke participatie
Beïnvloedbaarheid Hoog
Hoe gaan we het meten?
Wat zijn de streefwaarden?
Rapportage ISD14
• •
Middel
Rapportage WML •
2. Economische zelfredzaamheid
Middel
Rapportage ISD
•
10 personen uitstroom uit WWB naar regulier werk 25 % WWB-bestand15 zet stap hoger op participatieladder 100% van de taakstelling op het bieden van betaald werk aan doelgroep Wsw16 9 inburgeringtrajecten
Programma ontwikkelingen Het Programma Werk & Inkomen heeft als doel onze inwoners volwaardig te laten deelnemen aan de samenleving. We benutten de beschikbare mogelijkheden om mensen op een hogere trede van de participatieladder te plaatsen. Dit doel bereiken we door stapsgewijs de mate waarin mensen participeren in de samenleving te vergroten. Hierbij is ons hoogste streven om mensen weer aan het werk helpen, vanuit onze gedachte dat mensen zekerheid, maatschappelijke participatie en persoonlijk welbevinden het best kunnen bereiken via betaald werk. We zijn verantwoordelijk voor toeleiding naar werk van: • Mensen met een bijstandsuitkering; 17 • Mensen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (de Anw‐ers ); 18 • Mensen zonder een uitkering (de nuggers ); • Mensen met een Wsw-indicatie.
14
Intergemeentelijke Sociale Dienst. Wet Werk en Bijstand. 16 Wet sociale werkvoorziening. 17 Algemene nabestaandenwet. 18 Niet-uitkeringsgerechtigden. 15
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 38 -
Voor wie (nog) niet aan het werk kan en ook geen aanspraak kan maken op een ander soort uitkering, zorgen we voor een goed sociaal vangnet in de vorm van een bijstandsuitkering. Hiervoor voert de ISD de volgende wetten uit: • Wet werk en bijstand (Wwb); • Wet Investeren in Jongeren (WIJ) • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw); • Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (Ioaz); • Bijstandsbesluit zelfstandigen (Bbz). Uitgangspunt is dat een uitkering in principe tijdelijk is, werk staat immers voorop. Om armoede en sociale uitsluiting te voorkomen en te bestrijden en zo participatie te bevorderen, bieden wij tevens inkomensaanvullende regelingen en schuldhulpverlening. We dienen daarnaast zorg te dragen voor de uitvoering van de Wsw. WML voert deze wet voor onze gemeente uit. Zij helpt mensen op weg, die om wat voor reden dan ook (nog) niet zelfstandig aan de slag kunnen op de reguliere arbeidsmarkt. WML zorgt ervoor dat deze personen (opnieuw) integreren in het reguliere arbeidsproces. Ontwikkeling, activering, training, opleiding, begeleiding, coaching, ondersteuning, werkervaring, detachering en doorstroming leiden tot nieuwe kansen, hernieuwde eigenwaarde en motivatie. Het uiteindelijke doel is mensen met en zonder beperkingen volwaardig te laten meedoen aan werk. Het feit dat iemand nog niet is ingeburgerd, levert ook vaak belemmeringen op om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Via de Wet Inburgering, die de ISD uitvoert, wordt de deelname van mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn in onze samenleving. De komende jaren is er een aantal ontwikkeling die grote invloed hebben op de (realisering van de) doelstellingen van het programma: • gevolgen economische crisis; • afname Re‐integratiebudget; • de komst van de nieuwe wet Werken naar Vermogen; • de komst van de nieuwe wet Schuldhulpverlening • financiële druk op het zogenaamde Buig-budget (voorheen het Inkomensdeel en het budget waaruit de uitkeringen worden bekostigd). Het ziet ernaar uit dat het financiële klimaat in Nederland de komende tijd niet verbetert. Dit heeft consequenties voor het aantal mensen dat een beroep moet doen op een uitkering. Er zullen meer mensen moeten worden ondersteund bij hun terugkeer naar de arbeidsmarkt, terwijl het budget dat hiervoor beschikbaar is, afneemt. De komst van de Wet werken naar vermogen (WWNV) betekent ook een verbreding van de doelgroep ( uit de Wet arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong)) die, door de gemeente, moet worden ondersteund bij hun weg naar regulier werk. Zowel de komst van de nieuwe wet als het beperkte budget zijn aanleiding om te komen tot een efficiëntere uitvoeringsorganisatie. Daarom heeft uw raad, in principe, ingestemd met de samenvoeging van de ISD en de WML tot één organisatie. De verwachting is dat deze nieuwe organisatie beter afgestemd is op de landelijke ontwikkelingen en toekomst bestendig is. De gemeente Heusden, Loon op Zand en Waalwijk hebben als regio Langstraat de afgelopen jaren het regionaal arbeidsmarktbeleid gezamenlijk opgezet. Om dit beleid verder uit te bouwen en vorm te geven is het noodzakelijk de intergemeentelijke samenwerking te intensiveren. Dit krijgt gestalte middels de oprichting van een sociaal economisch bureau. Door de invoering van de Wet Schuldhulpverlening wordt schuldhulpverlening een product dat onder de werkingskracht van de Algemene Wet Bestuursrecht valt. De nieuwe wet legt de verplichting op om op iedere vraag voor schuldhulpverlening een beschikking af te geven. Dit brengt extra kosten met zich mee. Er worden vanuit het rijk geen extra middelen beschikbaar gesteld om deze nieuwe wet uit te voeren. Wij gaan er vanuit dat door de huidige economische situatie vaker en door meer mensen een beroep op de schuldhulpverlening wordt gedaan. Dit betekent extra kosten. Omdat de vraag naar schuldhulpverlening 1½ tot 2 jaar achterloopt op de economische ontwikkelingen verwachten we dat er ook de komende jaren extra middelen voor schuldhulpverlening nodig zijn. Het is nog in hoge mate onvoorspelbaar hoeveel mensen een beroep gaan doen op de schuldhulpverlening. De invloed van de economische recessie wordt ook merkbaar op het terrein van de inkomensaanvullende regelingen. Meer mensen zullen een beroep doen op deze regelingen.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 39 -
Wat gaan we ervoor doen? • • • •
De werkgelegenheid wordt bevorderd door in bestemmingsplannen een verruiming te bieden voor kleinschalige arbeidsintensieve bedrijvigheid. Accenten worden gelegd op toerisme en recreatie, vrije tijd en zorg. Wij stimuleren bedrijven en instellingen om opleidingsmogelijkheden, stageplekken en werkgelegenheid te creëren voor mensen die nu langs de kant staan. Een nieuwe uitvoeringsorganisatie oprichten (ISD/WML) inclusief een nieuwe gemeenschappelijke regeling. De werkprocessen binnen het servicepunt dusdanig inrichten dat de nieuwe wet schuldhulpverlening kan worden uitgevoerd.
Bestaand beleid • Meerjaren Beleidsplan 2008-2011 ISD Midden-Langstraat • WGR verordening 2e herziening • Beleidsregels bijzondere bijstand • Re-integratieverordening ISD • Re-integratiebesluit ISD • Afstemmings- en handhavingsverordening 2007 • Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand • Besluit krediethypotheek en pandrecht • Beleidsnotitie terugvordering en incasso 2009 • Verordening klantenraad • Verordening toeslagen en verlagingen WWB • Controleverordening ISD • Verordening langdurigheidstoeslag 2009 • WIJ-verordening werkleeraanbod • WIJ-afstemmigs en handhavingsverordening • WIJ-toeslagen verordening • Besluit informatiebeheer • Notitie Wet Inburgering Loon op Zand • Verordening Inburgering • Regeling voor de dienst werkbedrijf voor gesubsidieerde arbeid, activering en trajecten Midden-Langstraat • Bedrijfsplan 2010 WML
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 40 -
Werk en inkomen
1. Maatschappelijke participatie
2. Economische zelfredzaamheid
1.1 re-integratie: arbeidsparticipatie naar vermogen
2.1 Armoedebestrijding
1.2 Bieden van betaald werk aan personen die behoren tot de doelgroep van de Wsw.
2.2 Schuldhulpverlening
1.3 Volwassene educatie
2.3 Inburgering
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 41 -
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 8: Werk en inkomen Lasten 8.01 Wwb inkomensdeel 8.02 Werkgelegenheid 8.03 Ioaw / Ioaz 8.04 Minimabeleid 8.05 Inburgering 8.06 Participatiebudget 8.07 Volwassenen educatie Totaal lasten Programma 8 Baten 8.01 Wwb inkomensdeel 8.02 Werkgelegenheid 8.03 Ioaw / Ioaz 8.05 Inburgering 8.06 Participatiebudget 8.07 Volwassenen educatie Totaal baten Programma 8 Saldo Programma 8 voor resultaatbestemming Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 8 na resultaatbestemming
Rekening 2010 2.482 4.966 85 543 249 6 8.331
2.026 4.595 58 127
Begroting 2011 2012
2013
Meerjarenraming 2014 2015
2.064 4.704 58 444 131 834 16 8.250
7.162
7.162
7.162
7.162
350 166
350 103 233
350 138 233
350 128 233
233 7.911
7.847
7.883
7.873
1.610 4.314 32 104 834
5.952
5.952
5.952
5.952
132
68
25
99
223 7.029
6.893
223 6.307
223 6.243
223 6.201
223 6.275
1.302
1.357
1.604
1.604
1.683
1.598
1.604
1.604
1.683
1.598
10 1.302
1.368
Toelichting Lasten In het kader van zerobased hebben er in dit programma een aantal verschuivingen tussen beleidsproducten plaatsgevonden. Per saldo is er binnen dit programma sprake van een nadeel ten opzichte van 2011 van € 250.000. WWB-regelingen In het kader van de WWB-regelingen wordt voorzien dat 167.000 meer dient te worden uitgekeerd dan voorheen. Hiervoor wordt geen aanvullende bijdrage vanuit het rijk verwacht. Schuldhulpverlening Schuldhulpverlening (minimabeleid) is de afgelopen jaren laag ingeschat. Hierbij wordt met het verwacht financieel klimaat een toename van aanvragen verwacht. Hiervoor is additioneel € 67.000 begroot.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 42 -
Programma 9: Maatschappelijke ondersteuning en volksgezondheid Onderwerp van het programma Sinds de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn gemeenten verantwoordelijk voor het versterken van de sociale samenhang, leefbaarheid en maatschappelijke participatie van iedereen in de samenleving. De Wmo daagt ons uit om naar nieuwe wegen te zoeken om de deelname aan de samenleving maar ook zelfstandigheid in algemene zin te bevorderen. De Wmo bestaat uit 9 beleidsterreinen. Het onderdeel volksgezondheid richt zich op het bevorderen van de gezondheid van onze inwoners. Het gaat daarbij vooral om preventieve maatregelen (voorlichting, een gezond leefmilieu en vaccinatie) en om de repressieve/curatieve kant (regionale ambulancevoorziening RAV).
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen 1. Zelfredzaamheid bevorderen
2. Maatschappelijke participatie
Beïnvloedbaarheid Hoog
Hoog
Hoe gaan we het meten?
Wat zijn de streefwaarden?
Klanttevredenheidsonderzoek 19 WMO (HbH en overige Wmovoorzieningen)
•
Score 7 (schaal 1-10)
Samenstelling participatiepanel
•
Aantal uitgebrachte adviezen
•
Percentage deelnemende groepen 100% 100% gevraagde adviezen
Regionale adviescommissie GGZ
•
Vertegenwoordiging uit gemeente Loon op Zand
3. Een leefbare woonomgeving
Middel/Laag
Aantal en soort deelnemende partners in wijkstructuur in % van plan per wijk
•
100% in 2020
4. Betere volksgezondheid
Middel
Rapportages kernpartners van het Centrum voor Jeugd en Gezin (consultatiebureau), jeugdarts GGD op scholen, Schoolmaatschappelijk Werk en Bureau Jeugdzorg
•
0-meting uitvoeren. Na 3 jaar streefwaarde bepalen.
Percentage bereik consultatiebureau (JGZ 0-4 20 jaar )
•
Behoud van 98,5% (consultatiebureau)
19 20
Hulp bij huishouding. Jeuggezondheidszorg.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 43 -
Programma ontwikkelingen De zorg in Nederland moet betaalbaar en toegankelijk blijven voor iedereen die dit echt nodig heeft. Het is daarom van belang dat ieder zijn eigen verantwoordelijkheid neemt (“zelf wat je zelf kunt”). Hierdoor neemt de toegang tot voorzieningen in de AWBZ en Wmo af. Het creatief omgaan met het beschikbare budget wordt daardoor steeds belangrijker. Door het wegvallen van bepaalde dienstverlening/voorzieningen is het noodzakelijk om laagdrempelige en betaalbare alternatieven op te zetten. De samenwerking met partners zoals de thuiszorg en woningstichting is hierin cruciaal. Het wijkgericht werken, ontwikkelen van algemene voorzieningen en ondersteuning van mantelzorgers dragen bij aan deze ontwikkeling. De vergrijzing en ontgroening van de maatschappij hebben een grote invloed op dit programma. Steeds meer mensen doen een beroep op maatschappelijke ondersteuning en zorg en steeds minder mensen kunnen die verlenen. Voor het verlenen van de zorg wordt steeds meer opgeschaald naar regionale samenwerking. Met de nieuwe verordening Individuele voorzieningen en de optimalisatie van het servicepunt WWZ en backoffice Zorg zetten we sinds 2009 deze ontwikkeling in gang. De lokale invulling wordt daarbij wel bemoeilijkt door landelijke en internationale regelgeving. Een voorbeeld is de aanbestedingsverplichting en de daarmee gepaard gaande marktwerking die haaks kan staan op de wens tot samenwerking in de gemeente. Daarnaast hebben we te maken met het gegeven dat de Wmo rijksuitkering fluctueert. In programma 1 wordt nader ingegaan op het optimalisatietraject. Maatschappelijke begeleiding en advies Met de komst van de Wmo is de gemeente wettelijk verplicht over een 4-jarig beleidsplan te beschikken, dat inhoudelijk ingaat op de negen prestatievelden. Het tweede beleidsplan loopt van 2012–201621. In dit plan zetten we de ontwikkelingen uit het vorige beleidsplan voort aangezien deze nog immer actueel zijn (de doorontwikkeling van de woonzorg servicezones, wijkgericht werken, mantelzorg en vrijwilligerswerk). Daarnaast geven we vorm aan de “kanteling” door een doorontwikkeling van onze werkwijze vanuit de front & backoffice. In deze planperiode worden we verantwoordelijk voor de extramurale begeleiding die vanuit de AWBZ22 wordt overgeheveld naar de Wmo. De voornaamste resultaatgebieden zijn te omschrijven als: • maatschappelijke participatie; • een leefbare woonomgeving; • zelfredzaamheid bevorderen Het wijkgericht werken, in de periode 2009 – 2011 ingevoerd, wordt verder ontwikkeld. We werken met een Regiegroep Wijkgericht werken onder voorzitterschap van een lid van het college. Onder aansturing van wijkcoördinatoren geven wijkteams uitvoering aan de wijkplannen. Samen met maatschappelijke organisaties en burgers bevorderen we zo de leefbaarheid van straten en buurten (robuuste zorgzame wijk). Casade Woondiensten en de gemeente zijn de financiers van de wijkcoördinatoren en wijkbudgetten. Voor het realiseren van een robuuste zorgzame wijk is een bepaald aanbod van voorzieningen in de wijk nodig. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat mensen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Daarnaast kan een goed aanbod van voorzieningen het verstrekken van een individuele voorziening uitstellen of zelfs voorkomen waarmee deze voorzieningen een kostenbesparend effect op de Wmo uitgaven hebben. Dit neemt niet weg dat het verlenen van individuele voorzieningen het sluitstuk van de gemeentelijke zorgplicht is en blijft. Huishoudelijke verzorging Door het aanbieden van hulp bij het huishouden is het voor mensen met een beperking mogelijk langer in de eigen woning en woonomgeving te blijven wonen. Uiteraard houden we rekening met de zelfredzaamheid van mensen. Indien het mogelijk is de beperking in de eigen omgeving op te lossen, komt men niet in aanmerking. Daarnaast kijken we naar de financiële zelfredzaamheid via een eigen bijdrage. Schrappen AWBZ functies begeleiding / treffen Wmo-voorzieningen Activiteiten die onder extramurale AWBZ-functie begeleiding vallen worden onder de compensatieplicht van de Wmo gebracht. Dit is inclusief het vervoer dat aan de begeleidingsactiviteiten verbonden is.
21 22
Het beleidsplan Wmo 2012-2016 zal in 2012 vastgesteld kunnen worden door de gemeenteraad. Algemene wet bijzondere ziektekosten.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 44 -
Gemeenten zijn vanaf 2013 verantwoordelijk voor mensen die voor het eerst of opnieuw een beroep doen op begeleiding en vanaf 2014 verantwoordelijk voor alle mensen die in aanmerking komen voor begeleiding. Extramurale begeleiding voor Jeugd wordt budgettair betrokken bij de (taakstelling samenhangend met) de thans aan de orde zijnde decentralisatie. Overige Wmo voorzieningen Op dit moment kunnen mensen die beperkingen ervaren op het gebied van vervoer, wonen en rolstoel een beroep doen op de gemeente. Uitgangspunt is dat men eerst in de eigen omgeving op zoek moet naar oplossingen. Hiermee bevorderen we de zelfredzaamheid van onze burgers en stellen we hen in staat om langer in de eigen woon- en leefomgeving te blijven wonen. De voorwaarden en uitgangspunten staan in de verordening Wmo. Voor het leveren van deze voorzieningen sloten we met verschillende partijen overeenkomsten af. Ambulancevervoer Het ambulancevervoer is geregeld via de gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV). Op basis van de jaarrekening en begroting stellen we jaarlijks het subsidiebedrag vast. Openbare gezondheidszorg In de nota Lokaal gezondheidsbeleid staan de volgende doelstellingen centraal: • behoud of verbetering van de volksgezondheid; • beperken van gezondheidsverschillen tussen groepen van de bevolking; • bestrijden van vermijdbare gezondheidsrisico’s door het bevorderen van een gezonde leefwijze. In het bijbehorende werkplan staan de volgende concrete activiteiten: • project eenzaamheid onder ouderen; • project gezonde en veilige school. Integraal jeugdbeleid De zorg voor jeugd en gezin staat de laatste jaren hoog op de politieke agenda. In 2011 is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) geopend. Dit gaat zorgen voor een adequaat preventief aanbod waardoor de druk op de gespecialiseerde en geïndiceerde jeugdzorg (financiering en regie door provincie) kan afnemen. Het wijkgericht werken wordt verder ontwikkeld met aandacht voor jeugd. Daarbij betrekken we het jongerenwerk. Er komt een integrale jeugdgezondheidszorg, die nu nog bestaat uit de consultatiebureaus (0–4 jaar) en de GGD (4–19 jaar). In 2011 vindt besluitvorming in regionaal verband plaats om te komen tot integrale jeugdgezondheidszorg (JGZ), 0–19 jaar. Dan gaan de consultatiebureaus (0-4 jaar) samen met het onderdeel JGZ van de GGD (4-19 jaar) voortaan vallen onder de gemeenschappelijke regeling waar de GGD ook onder valt. We willen voor integraal jeugdbeleid het volgende bereiken (doelen huidige nota): • harmonische ontwikkeling van de jeugd; • er zijn optimale mogelijkheden voor de jeugd om deel te nemen aan voorzieningen die voor hen in het leven zijn geroepen; • de jeugd is voorbereid om te groeien in en mee te doen aan de samenleving; • er is een sluitende zorgketen; ouders en opvoeders staan aan de basis daarvan en zijn primair verantwoordelijk; • via de wijkgerichte aanpak betrekken we de jeugd structureel bij de eigen woonomgeving. Vanaf 2015 wordt de verantwoordelijkheid, financieel, beleidsmatig en bestuurlijk, voor de jeugdzorg die nu bij rijk en provincie ligt, gedecentraliseerd naar de gemeenten. Middels een Regionaal Actieplan is de gemeente bezig zich voor te bereiden op de zogeheten “transitie”.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 45 -
Wat gaan we ervoor doen? •
•
•
De Wmo-voorzieningen moeten bereikbaar en betaalbaar zijn voor iedereen, met een eigen bijdrage naar draagkracht. Wij kiezen voor een Wmo-beleid waarin we collectieve en individuele voorzieningen afwegen met aandacht voor de menselijke maat. De bijdrage van het Rijk aan de gemeente vormt het financiële kader voor een sober doch doelmatig beleid. Een effectieve en efficiënte uitvoeringsorganisatie en korte wachttijden zijn uitgangspunten. Doorontwikkeling van de robuuste zorgzame wijken. Hiervoor is enerzijds een een goed (zorg)voorzieningen aanbod in de wijk nodig en anderzijds een goede sociale infrastructuur om de eigen kracht van de wijk te kunnen benutten. Om dit te bereiken werken we aan wijkpunten en zetten we het wijkgericht werken in. Wij zetten ons voor vrijwilligers en mantelzorgers in voor vermindering van regel- en verantwoordingslast en voor financiële en organisatorische ondersteuning.
Bestaand beleid • Beleidsplan Wmo 2008-2012 • Wmo-verordening • Notitie realisatie woonzorg servicezones • Wijkgericht werken vanaf 2012 • Nota Integraal Jeugdbeleid 2009 – 2013.
Maatschappelijke ondersteuning en volksgezondheid
1. Zelfredzaamheid bevorderen
2. Maatschappelijke participatie
3. Een leefbare woonomgeving
4. Betere volksgezondheid
1.1 Mantelzorgondersteuning
2.1 Preventie en nazorg geestelijke gezondheid en verslaving
3.1 Wijkgericht werken
4.1 Zorg voor eenzame ouderen
1.2 Aanbod algemene voorzieningen naar behoefte van de wijk
2.2 Participatiepanel Wmo
4.2 Gezonde en veilige scholen
1.3 Individuele voorzieningen naar behoefte en op maat
2.3 Activiteitenaanbod in de wijk
4.3 Sluitende zorgketen jeugd
2.4 Voldoende aanbod vrijwilligerswerk
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 46 -
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 9: Maatschappelijke ondersteuning en volksgezondheid Lasten 9.00 WMO Algemeen 9.01 Sociale samenhang en leefbaarheid 9.02 Jeugdbeleid 9.03 Informatie en advies 9.04 Mantelzorg en vrijwilligers 9.05 Participatie mensen met een beperking 9.06 Individuele voorzieningen WMO 9.07 Maatsch. Opvang 9.20 Openbare gezondheidsvoorz 9.25 Ambulance vervoer Totaal lasten Programma 9
Rekening 2010
Begroting 2011 2012
2013
Meerjarenraming 2014 2015
193 896 731 7 87
193 896 731 7 87
193 896 731 7 87
193 896 731 7 87
5.423
3.780 59 322 8 6.083
3.780 59 322 8 6.083
3.780 59 322 8 6.083
3.780 59 322 8 6.083
292 449 744
225 4 449 679
475 4 479
475 4 479
475 4 479
475 4 479
Saldo Programma 9 voor resultaatbestemming
6.244
4.744
5.604
5.604
5.604
5.604
Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 9 na resultaatbestemming
291 253 6.283
25 4.719
5.604
5.604
5.604
5.604
Baten 9.01 Sociale samenhang en leefbaarheid 9.02 Jeugdbeleid 9.06 Individuele voorzieningen WMO 9.20 Openbare gezondheidsvoorz Totaal baten Programma 9
675 147
5.343
807 2.250 1.434 10 350 572
823 6.988
3
Toelichting Ook binnen dit programma vinden er vanwege zerobased een aantal verschuivingen tussen beleidsproducten plaats, per saldo is er sprake van een cijfermatig nadeel van € 850.000 ten opzichte van 2011. Lasten Bijdrage Stichting Triangel De bijdrage aan Stichting Triangel / de Twern in het kader van opbouwwerk e.d. is overgeheveld van programma 6 naar programma 9. Dit nadeel van € 312.000, staat dan ook tegenover een voordeel in programma 6 (produkt 6.09). Bijdrage Juvans Tevens is de bijdrage voor Juvans in het kader van schoolmaatschappelijk Voortgezet onderwijs overgeheveld vanuit programma 5 voor € 11.000. Op programma 5 zal daarom een voordeel voor dit bedrag te zien zijn. Individuele voorzieningen WMO Er wordt verwacht dat de aanvragen voor de individuele voorzieningen zullen toenemen conform landelijke trend. Het budget is daarom verhoogd met € 160.000. Servicepunt welzijn, wonen en zorg Het servicepunt welzijn, wonen en zorg voert zijn taken met name uit in het kader van de WMO. Deze zijn dan ook vanuit programma 1 overgeheveld naar dit programma, met als gevolg een negatief saldo van € 16.000. Dit saldo is dan in programma 1 positief. Effecten nieuwe kostenverdeling Het restant verschil wordt met name verklaard door een gewijzigde methode van kostenverdeling (€ 173.000).
Baten Reserve WMO Een onttrekking uit reserve WMO van € 25.000 vervalt, deze werd voorheen aangewend voor aanpassingen in de openbare ruimte in het kader van wijkgericht werken.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 47 -
Centrum Jeugd en Gezin Tot en met 2011 werd de bijdrage van € 437.000 voor het Centrum Jeugd en Gezin rechtstreeks van het vakministerie ontvangen en binnen programma 9 verantwoord. Met ingang van 2012 maakt deze bijdrage onderdeel uit van de algemene uitkering binnen programma 12. Dat geeft hier dus een cijfermatig nadeel. Individuele voorzieningen WMO De regeling met betrekking tot eigen bijdragen voor individuele voorzieningen (WMO) is uitgebreid. Hierdoor wordt € 250.000 meer aan inkomsten verwacht.
Te verwachten financiële ontwikkelingen programma 9 op basis van het bestuursakkoord Schrappen AWBZ functies begeleiding / treffen Wmo-voorzieningen Op macro niveau wordt, naar waarschijnlijkheid in 2014, een bedrag tussen de € 2,1 en € 3,3 miljard euro overgeheveld van het Rijk naar de gemeenten. Hulp bij huishouden De bestaande integratie-uitkering wordt voortgezet tot en met 2015 op het niveau van 2011 (€ 1,184 miljoen) en wordt vanaf 2012 tot en met 2015 geïndexeerd met 2,38%. Vanaf 2016 wordt deze waarschijnlijk overgeheveld naar de algemene uitkering. Jeugdzorg Deze gaat gepaard met een overheveling van € 3 miljard. Daarnaast worden de hulpmiddelen en de inloopfunctie GGZ gedecentraliseerd. De overheveling van middelen van het Rijk naar gemeenten zal gepaard gaan met een efficiencykorting van 5%. Hier staat tegenover dat er wel middelen voor de uitvoeringskosten beschikbaar gesteld worden. Op dit moment is nog geen goede inschatting te maken hoe de decentralisaties de lasten en baten voor de gemeente Loon op Zand precies gaan beïnvloeden. Om die reden is daarmee in deze meerjarenbegroting dan ook nog geen rekening gehouden.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 48 -
Programma 10: Milieu en afval Onderwerp van het programma Het programma Milieu en afval betreft de producten afval, milieu en riolering. Wij zien Loon op Zand als een schone, groene en milieuvriendelijke gemeente die duurzaam en leefbaar is.
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen
Beïnvloedbaarheid Middel
Hoe gaan we het meten?
Wat zijn de streefwaarden?
Kilo’s restafval
•
Jaarlijkse afname met 2%
2. Streven naar een duurzame leefomgeving
Middel
Jaarverslag inkoop en aanbesteding
•
75% duurzame inkoop
3. Effectief en efficiënt rioolbeheer met minimale overlast
Hoog
Controle en inspectie in praktijk en klachtenregistratie
•
100 % effectiviteit van het stelsel geen overstortingen
1. Terugdringen hoeveelheid restafval.
•
Programma ontwikkelingen Afval Hoewel veel verbeteringen zijn gerealiseerd, toont de evaluatie van de afvalverwijdering van eind 2011 aan dat er nog verbetering mogelijk is in afvalscheiding. Een en ander is geen reden over te gaan tot invoering van Diftar.Het huidige inzamelsysteem wordt dan ook voortgezet. De inzameling van kunststof verpakkingsafval loopt goed. Landelijk gezien loopt Loon op Zand mee in de top van vergelijkbare gemeenten. De huidige wettelijke regeling loopt echter na 2012 af. Het is niet duidelijk hoe de inzameling van dit afval er dan uit gaat zien. Het invoeren van de milieupas geeft aan dat de doelstelling bereikt wordt, namelijk het terugdringen van het aanbieden van afval op de milieustraat door inwoners en bedrijven van andere gemeenten. Het uitwerken van de samenwerking met Waalwijk op afvalgebied is nog niet afgerond. In 2012 zal hierover een besluit worden genomen. Milieu De werkzaamheden binnen dit vakgebied zijn gericht op het uitvoeren van onze wettelijke taken. In de begroting van vorig jaar gaven we aan dat we een milieubeleidsplan zouden opstellen. Door de bezuinigingen kiezen we hier vooralsnog niet voor. Riolering In de nieuwe Waterwet (december 2009) zijn acht bestaande wetten samengevoegd en geoptimaliseerd. Tevens is aangesloten op internationale wetgeving, de Kaderrichtlijn Water. Naast de zorg voor een doelmatige inzameling van afvalwater hebben we een zorgplicht voor het afvoer van hemelwater in openbaar gebied en het grondwater. De nieuwe wetgeving sluit goed aan bij de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Alle wijzigingen die de nieuwe wetgeving met zich mee bracht zijn vertaald in het Water- en Rioleringsplan (WRP, voorheen GRP).
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 49 -
In het bijbehorende uitvoeringsplan van dit plan staan wat onze werkzaamheden worden om eraan te kunnen voldoen. Gezien de aard en omvang van het programma, heeft het gevolgen voor de heffing. Iets wat al geruime tijd, ook landelijk, is aangekondigd. Klimaatverandering leidt tot toename van hevige buien en daardoor vaker water op straat. Water op straat is hinderlijk maar pas een echt probleem als het water gebouwen binnenstroomt, doorgaande wegen blokkeert of water uit het riool stroomt. Het bovengronds (op wegen en plantsoenen) bergen en afvoeren van regenwater is soms onvermijdelijk. Water op straat is dus ook een tijdelijke oplossing om verdere overlast te voorkomen, mits in goede banen geleid. We dienen de openbare ruimte zo in te (gaan) richten dat er meer water gedurende korte tijd en op een veilige manier bovengronds geborgen kan worden. Al die factoren zorgen er voor dat, door de inspanningen om de overlast te beperken, de kosten toenemen. We proberen dit zoveel mogelijk tegen te gaan door onder andere intensief samen te werken met buur- en regiogemeenten. In het Bestuursakkoord Water (mei 2011)23 zijn afspraken zijn gemaakt over te behalen besparingen in 2020 van € 210 miljoen. Dit is vooral mogelijk door het vergroten van de doelmatigheid. Binnen het gebied van waterschap Brabantse Delta en binnen het ROM-gebied zijn hiervoor werkgroepen opgericht. Deze werkgroepen (SWWB, Samenwerking Water West-Brabant) zijn inmiddels gestart met het uitwerken van een in 2010 gehouden benchmark om mogelijkheden te zoeken om tot verdere besparingen door samenwerking te komen. In de programmabegroting 2011 stond onderstaande prognose van de Stichting Rioned. Aangezien deze prognose nog actueel is, is het opnieuw opgenomen.
23
Overeengekomen tussen VNG, Interprovinciaal Overleg, Unie van Waterschappen, Vewin (Vereniging van waterbedrijven in Nederland) en het ministerie van Infrastructuur & Milieu.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 50 -
Gemeenten verhalen de aanlegkosten voor riolering meestal niet via het rioolrecht. De kapitaalslasten voor vervanging echter wel. Ook in Loon op Zand werken we op deze manier. Door deze werkwijze stijgen de kapitaalslasten elk jaar. Daarnaast leiden alle andere, met name regenwater gerelateerde, maatregelen tot extra kapitaalslasten. Bovendien zorgen die ook voor extra beheer- en toezichtkosten. Om al deze kosten te dekken, stijgt de rioolheffing. Door samenwerking met buur- en regiogemeenten proberen we de kosten, zowel in de voorbereiding als in de uitvoering van taken en projecten, te beperken.
Wat gaan we ervoor doen? • • •
Het sleutelbegrip duurzaamheid verankeren in het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid. Uitvoering geven aan het Water en Rioleringsplan en het daarbij behorende actieplan op het gebied van grond-, hemel- en afvalwater. Het (huishoudelijk) restafval verder terugdringen.
Bestaand beleid • WRP 2011-2015 • Nota inkoop en aanbesteding • Gemeentelijk afvalstoffenplan
Milieu en afval
1. Terugdringen hoeveelheid restafval.
2. Streven naar een duurzame leefomgeving
3. Effectief en efficiënt rioolbeheer met minimale overlast
1.1 Bereidheid inwoners beter scheiden afval
2.1 75% duurzame inkoop realiseren
3.1 Vervangen oude en defecte riolen
1.2 Verbetering infrastructuur afvalinzameling
2.2. Inwoners en bedrijven stimuleren bewust te consumeren
3.2 Herstel van geconstateerde schades
3.3 Optimaliseren afvalwatersysteem
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 51 -
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 10: Milieu en afval Lasten 10.01 Afval 10.02 Milieu 10.03 Ongediertebestrijding 10.04 Hondenuitlaatvoorzieningen 10.05 Riolering Totaal lasten Programma 10 Baten 10.01 Afval 10.02 Milieu 10.05 Riolering Totaal baten Programma 10 Saldo Programma 10 voor resultaatbestemming Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 10 na resultaatbestemming
Rekening 2010 2.910 528
Begroting 2011 2012
2013
Meerjarenraming 2014 2015
1.696 5.134
3.133 646 4 104 1.977 5.863
2.932 463 4 121 2.086 5.606
2.950 462 4 128 2.063 5.608
2.924 462 4 121 2.028 5.540
2.920 462 4 121 2.004 5.512
2.910 14 1.922 4.846
3.135 2 2.042 5.179
2.932 2 2.150 5.084
2.950 2 2.150 5.102
2.924 2 2.150 5.076
2.920 2 2.150 5.072
288
685
522
506
464
439
1.079 853 514
819 753 750
787 659 650
807 637 676
839 601 701
857 567 729
Toelichting Lasten De lasten reiniging zijn afgenomen (minder urentoerekening en lagere verwerkingskosten). Het saldo van de lasten en baten wordt verrekend met de egalisatievoorziening. De lager op het product Milieu worden veroorzaakt door een andere urentoerekening. In 2011 was incidenteel budget geraamd voor bodemsanering. Dekking van deze lasten heeftplaats gevonden door een eenmalige bijdrage uit de reserve.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 52 -
Programma 11: Bouwen en wonen Omschrijving van het programma In onze gemeente wordt de kwaliteit van de leefomgeving bepaald door een veelzijdige mix van wonen, toerisme & recreatie, agrarisch gebruik, natuur en een diverse bedrijvigheid. We sturen daarbij de ruimtelijke kwaliteit door het behoud van het groene, landelijke karakter en het contrast met de nabij gelegen stedelijke gebieden van Tilburg en Waalwijk. We zetten in op het creëren van complete en robuuste kernen, aantrekkelijke dorpscentra met centrale voorzieningen en op het bieden van keuzemogelijkheden voor alle bevolkingsgroepen.
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen 1. Kwalitatief aantrekkelijker woonmilieus
2. Complete robuuste kernen met keuzemogelijkheden voor iedereen
3. Betere dienstverlening en samenwerking tbv diensten op het gebied van bouwen en wonen
24
Beïnvloedbaarheid Middel
Hoe gaan we het meten?
Wat zijn de streefwaarden?
aantal nieuw te realiseren woningen met een EPC < 0,5
10 woningen
Middel
aantal intensieve veehouderijen (in LOG)
geen nieuw vestiging
Middel
aantal nieuw gerealiseerde huurwoningen met een huurprijs <€ 647,50
20 woningen
aantal nieuw gerealiseerde koopwoningen met een koopprijs <€ 181.000
10 woningen
aantal projecten met collectief particulier opdrachtgeverschap
1 CPO-project24
Invoeren omgevingsvergunning
80% van de vergunningaanvragen komen binnen via omgevingsloket.nl
Hoog
Collectief Particulier Opdrachtgeverschap.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 53 -
Programma ontwikkelingen Ruimtelijke ordening Een goede ruimtelijke ordening zorgt voor een balans tussen alle denkbare ruimtelijke functies, zoals wonen, werken, welzijn, zorg, recreatie, toerisme, verkeer, groen en natuur. Om dit te bereiken stellen we beleid integraal op. Dit beleid is ons uitgangspunt voor ruimtelijke ontwikkelingen. In de afgelopen jaren is er veel sectoraal beleid ontwikkeld. Een nieuwe structuurvisie is het (wettelijk verplichte) instrument dat we inzetten om al het recente (provinciale en gemeentelijke) beleid onder te brengen in één integraal ruimtelijk ontwikkelingsbeeld voor de komende 10-15 jaar. De structuurvisie dwingt ons tot het maken van toekomstgerichte keuzes. Bovendien is de structuurvisie nodig om kosten van de zogenaamde bovenplanse investeringen, zoals de aanleg van een gebiedsontsluitingsweg of een park, te kunnen verhalen. Vanuit de Wet ruimtelijke ordening is het verplicht om actuele bestemmingsplannen te hebben (maximaal 10 jaar oud). In 2009 is gestart met een actualiseringstraject. In 2013 dienen alle bestemmingsplannen te voldoen aan de wettelijke eisen: actueel zijn én digitaal raadpleegbaar en uitwisselbaar. Een nieuw, actueel bestemmingsplan voor het buitengebied en voor de kom van Loon op Zand zijn in 2011 vastgesteld. In 2012 worden de bestemmingsplanprocedures voor de kommen van Kaatsheuvel en De Moer, de bedrijventerreinen en de Wereld van de Efteling doorlopen. Bestemmingsplannen die opgesteld worden voor (woningbouw)projecten lopen parallel aan het actualisatietraject. De projecten die we uitvoeren, vindt u terug in de paragraaf “grondbedrijf”. Natuur- en landschapswaarden in het buitengebied worden versterkt door uitvoering te geven aan diverse projecten, zoals het Groenblauw Stimuleringskader. Hiervoor werken we samen met diverse partners (provincie, omliggende gemeenten). In het Reconstructieplan De Meierij is een landbouwontwikkelingsgebied geprojecteerd op de grens met de gemeente Dongen. We streven ernaar om – binnen de ruimte die het provinciale beleid daarvoor biedt - vestiging van megastallen in het landbouwontwikkelingsgebied af te houden. In diverse verbanden werken we al samen met buurgemeenten, regio en provincie. Doel is om verdere aansluiting te zoeken bij de regio Hart van Brabant, van waaruit we zowel organisatorisch als inhoudelijk samen werken. We stellen een economisch-ruimtelijke visie op als onderdeel van de “Strategische Agenda Hart van Brabant: regio van social innovation”. De samenwerking leidt onder meer tot afstemming binnen de taakvelden wonen, werken en landschap Met de buurgemeenten Waalwijk en Heusden is het visiedocument “Op een nieuwe leest geschoeid” opgesteld. De samenwerkingsonderwerpen die daarin opgenomen zijn hebben allen een ruimtelijk component. Dit zal in 2012 verder uitgewerkt worden. Woningexploitatie / woningbouw In het ruimtelijke beleid lag en ligt de nadruk op het beheren en intensiveren van het bestaand stedelijk gebied. Zorgvuldig ruimtegebruik staat voorop. Dat betekent dat we vooral inzetten op het herontwikkelen van inbreidingslocaties. Er zijn daarnaast nog locaties om uit te breiden, die we - als dat in het belang is voor het bouwen voor specifieke doelgroepen - in ontwikkeling nemen. Mede gelet op de blijvende groei van het aantal huishoudens ontwikkelen we de komende jaren gefaseerd de uitbreidingslocaties Sweensstraat-West en de Hooivork II. Bouw- en woningtoezicht In 2011 is aangevangen met het opstellen van nieuw welstandsbeleid in de vorm van een Handboek Ruimtelijke Kwaliteit. Dit handboek wordt een pragmatisch kader voor de welstandstoetsing en een inspirerend uitgangspunt voor nieuwe ontwikkelingen in de gemeente. Met het nieuwe beleid wordt gestreefd om de ruimtelijke kwaliteit te versterken waar het gewenst is en meer los te laten waar het mogelijk is. Na goedkeuring door de raad kan het nieuwe beleid worden geïmplementeerd. De organisatie van toezicht en handhaving maakte de afgelopen jaren een aanzienlijke ontwikkeling door. Er is een begin gemaakt met een professionele wijze van handhaven. Dat dit noodzakelijk is, blijkt onder meer uit landelijke ontwikkelingen. Eén van de middelen om toezicht en handhaving te professionaliseren is het opstellen van periodieke integrale handhavingsbeleidplannen. Het handhavingsbeleidplan van onze gemeente kenmerkt zich door een duidelijke analyse van de problemen op het gebied van toezicht en handhaving, gekoppeld aan heldere en haalbare doelstellingen en handhavingstrategieën.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 54 -
Volkshuisvesting In 2009 is de Woonvisie-plus vastgesteld. Dit beleid vormt het kader voor ontwikkelingen op het gebied van welzijn, wonen, zorg en onderwijs voor de middellange termijn. Belangrijke partner voor de uitvoering van de Woonvisieplus is Casade Woondiensten. In 2009 is gestart met het maken van prestatieafspraken. Door stagnatie in het proces zijn de prestatieafspraken eind 2011 vastgesteld. Daarnaast is een regeling ingevoerd voor het verlenen van startersleningen voor koopwoningen. Het beschikbare budget is inmiddels uitgeput. Met behulp van de regeling heeft een achttal starters een woning kunnen kopen. De gevolgen van de kredietcrisis voor de woningmarkt zijn goed zichtbaar. De verkoop van woningen loopt terug, de doorstroming stagneert. Risicodragende partijen stellen hun activiteiten uit of trekken zich terug. De nieuwbouwproductie blijft daardoor (ver) achter bij de prognoses. Uit prognoses blijkt echter een voortdurende behoefte aan nieuwbouwwoningen, met name als gevolg van de doorzettende groei van het aantal huishoudens. De woningbouwprojecten die op stapel staan dienen dan ook zo veel mogelijk tot ontwikkeling te worden gebracht. We hebben samen met Casade Woondiensten de stimuleringsmaatregel “Bouwen in tijden van recessie” genomen. Het convenant hiervoor is gesloten om werkgelegenheid en een snellere nieuwbouwproductie te bevorderen door het verstrekken van subsidies. Voor één project is subsidie ontvangen. Omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen (voorheen bouwvergunningen) In oktober 2010 is de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) in werking getreden. Deze wet bundelt diverse vergunningen tot één overkoepelende vergunning, de zogenoemde omgevingsvergunning. De Wabo is een programmaoverstijgend onderdeel. Als gevolg van fatale beslistermijnen is het noodzakelijk organisatieonderdelen en werkprocessen beter op elkaar af te stemmen. Bij de nieuwe manier van werken is de klantvraag leidend. De invoering van deze wet vraagt ook de komende jaren nog extra inspanningen en tijd. Door de invoering van de Wabo is het aantal en soort vergunningsvrije bouwwerken toegenomen, waardoor er minder vergunningen aangevraagd worden voor de activiteit bouwen. Ook de (krediet)crisis heeft invloed op het aantal aanvragen om omgevingsvergunning. Door de crisis worden veel projecten getemporiseerd of stilgelegd. Als gevolg van deze ontwikkeling gaan we vanaf 2012 structureel rekening houden met €100.000,- minder inkomsten aan bouwleges. Bruisend Dorpshart Het belangrijkste project in onze gemeente is het Bruisend Dorpshart. Uitgangspunt voor dit project is dat het in overleg met de verschillende partijen wordt ontwikkeld op een zodanige wijze dat: • het plan esthetisch en stedenbouwkundig voldoet op een zodanige wijze dat de inwoners en bezoekers van onze gemeente deze plaats graag en frequent bezoeken; • de kosten zodanig worden bewaakt dat het plan blijft voldoen aan de randvoorwaarden die de raad daaraan heeft gesteld. Vanwege de bijzondere aard en complexiteit van dit project wordt de raad door middel van afzonderlijke rapportages op de hoogte gehouden van de voortgang. Grondbedrijf Op 11 februari 2010 stelde de gemeenteraad de Nota Grondbeleid vast. Daarbij is aangegeven dat de grondprijzen voortaan jaarlijks worden vastgelegd in een “Notitie Grondprijzen”. In 2011 is een meerjarig investeringsprogramma infrastructurele werken (MII) opgezet. Dit programma wordt de komende jaren geoptimaliseerd en verder geconcretiseerd. Het programma dient als basis om kosten te kunnen doorrekenen bij gebiedsontwikkelingen. Bij de totstandkoming van een nieuwe structuurvisie, besteden we aandacht aan de vereiste onderbouwingen om het kostenverhaal volgens het MII mogelijk te maken. Het MII wordt jaarlijks of tweejaarlijks herzien. Dit stuk wordt vastgesteld door het college van B&W en gaat ter kennisname naar de gemeenteraad. Verder is in 2011 een Meerjarige Prognose Grondexploitaties (MPG) opgesteld. Deze MPG is de opvolger van de Nota Fipog en wordt jaarlijks geactualiseerd. Binnen de MPG wordt de realisatie van ruimtelijke doelstellingen in beeld gebracht. Daarnaast brengen we de financiële gevolgen met een doorkijk naar de toekomst in beeld.
Wat gaan we ervoor doen? •
Op het gebied van bouwen en wonen is het van groot belang in te spelen op de dynamiek van de vraag en het zoeken naar de flexibiliteit in vraag en aanbod, mede gelet op een mogelijke krimpsituatie en de huidige marktsituatie door de crisis. Wij leggen de nadruk op duurzaamheid in het bouwen en ontwikkelen van woningen en wijken. Bijzondere aandacht hebben wij voor voldoende betaalbare huur- en koopwoningen voor de eigen behoefte van Loon op Zand.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 55 -
• • •
Binnen de regionale context streven wij in met name de kern Kaatsheuvel naar kwalitatief aantrekkelijke woonmilieus met een bovenlokale aantrekkingskracht. Wij creëren randvoorwaarden voor initiatieven voor collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Daar waar het provinciale beleid voor de vestiging van megastallen ruimte biedt voor beïnvloeding, gebruiken wij die ruimte om vestiging in het landbouwontwikkelingsgebied van Loon op Zand af te houden.
Ontwikkeling woningbouw / bedrijventerrein In de tabel hieronder zijn de complexen opgenomen die betrekking hebben op woningbouw en op uitbreiding van bedrijventerreinen. Het gaat hierbij om gemeentelijke en particuliere initiatieven. Het betreft complexen die al in exploitatie zijn genomen en nog in exploitatie te nemen zijn. De voortgang in en realisatie van de projecten is afhankelijk van de bereidheid vanuit de markt(partijen). Complexen
Doelstelling
Woningen in exploitatie Els 2e fase Realisatie woonwijk inclusief deel zorgwoningen Willibrordusstraat Herstructurering woningbouw Rosagaerde Herontwikkeling met woningbouw en zorg Kloosterstraat 20-24 Herstructurering / inbreiding woningbouw Erasstraat 70a Herstructurering woningbouw Roestenbergstraat 69 Bruisend Dorpshart
Inbreiding woningbouw Herstructurering centrum Woningen nog niet in exploitatie Wilhelminaplein Herstructurering woningbouw
Klooster Erasstraat Hooivork 2*
Herstructurering woningbouw Inbreiding woningbouw
Van Salm-Salmstraat
Herstructurering woningbouw
Mgr. Völkerstraat
Herstructurering woningbouw Uitbreiding woningbouw Herstructurering woningbouw Inbreiding woningbouw
Sweensstraat West* Bernhardplein Kasteelweide woningbouw Gasthuisstraat 77 Chalet Fontaine / Kaatsheuvel oost Weteringstraat 16-17 Peperstraat 21-25
Herstructurering woningbouw Inbreiding woningbouw Inbreiding woningbouw Herstructurering woningbouw
Bedrijven in exploitatie Kets West 2* Realisatie bedrijventerrein met parkmanagement Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
Te realiseren / toelichting
Periode c.q. verwacht jaar van realisatie
190 woningen en appartementen en de aanleg van een park 33 woningen / appartementen 112 wooneenheden
2009-2019
2009-2012
14 woningen
2012-2013
2 woningen ter vervanging van agrarische bebouwing 4 woningen 50 woningen
2012
Plan voor 26 woningen
Herontwikkeling klooster Nieuwe woonwijk kern de Moer met 30 tot 35 woningen Sloop met vervangende nieuwbouw (CPO) Nieuwe initiatiefnemer, start planvorming 450 woningen
2012-2013
2011 2010-2015
Geannuleerd als gevolg van aanwijzing St. Jozefkerk tot Rijksmonument Onbekend 2012-2018
2011-2012
Nog onbekend 2013-2026
30 woningen en appartementen 8 woningen
2012-2013
7 woningen
2012-2013
Mogelijkheid tot circa 100 woningen Voorlopig 4 woningen 12 woningen en 2 commerciële ruimten
Onbekend
7 hectare bedrijventerrein
2009-2017
2012-2013
2012-2014 2012-2013
- 56 -
Complexen
Doelstelling
Bedrijven nog niet in exploitatie Hoge Steenweg 85 / Herstructurering / Roosmalen uitbreiding De Hoogt 3 Uitbreiding
Te realiseren / toelichting
Periode c.q. verwacht jaar van realisatie
Bedrijventerrein en woningbouw Uitbreiding bedrijventerrein
Onbekend 2012-2013
* deze complexen worden gerealiseerd op gemeentegrond, de overige complexen betreffen initiatieven van derden
Bestaand beleid • Structuurvisie-plus • Woonvisie-plus • Welstandnota • Invoerings- en actieplan Wro • Nota Grondbeleid • Nota van uitgangspunten buitengebied • Notitie ruimte voor ruimte • Gebiedsvisie voor bebouwingsconcentraties • Beleidsregels ontheffing artikel 3.23 Wro • Verkeersplan Loon op Zand 2008-2015 • Projectplan actualisatie bestemmingsplannen • Handboek ruimtelijke plannen
Bouwen en wonen
1 Kwalitatief aantrekkelijker woonmilieus
2 Complete robuuste kernen met keuzemogelijkheden voor iedereen
3 Betere dienstverlening en samenwerking tbv diensten op het gebied van bouwen en wonen
1.1 Duurzaam ontwikkelen en bouwen van woningen
2.1 voldoende betaalbare huuren koopwoningen voor de eigen behoefte
3.1 Regelgeving verbeteren en waar mogelijk reduceren
1.2 Behoud van het landelijke karakter van de gemeente en versterken van natuuren landschapswaarden
2.2 Inspelen op de dynamiek van de woningmarkt
3.2 Intensiveren samenwerking in regionaal verband
2.3 voorwaarden scheppen voor collectief particulier opdrachtgeverschap
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 57 -
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 11: Bouwen en wonen Lasten 11.01 Ruimtelijke ordening 11.02 Woningexploitatie/woningbouw 11.03 Bouw- en woningtoezicht 11.04 Volkshuisvesting 11.05 Bouwvergunningen 11.06 Grondbedrijf Totaal lasten Programma 11 Baten 11.01 Ruimtelijke ordening 11.02 Woningexploitatie/woningbouw 11.03 Bouw- en woningtoezicht 11.04 Volkshuisvesting 11.05 Bouwvergunningen 11.06 Grondbedrijf Totaal baten Programma 11 Saldo Programma 11 voor resultaatbestemming Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 11 na resultaatbestemming
Rekening 2010 11.200 571 1.243 148
Begroting 2011 2012
2013
Meerjarenraming 2014 2015
1.016 522 31 55 700 1.550 3.874
911 473 1.241 150
911 431 1.174 150
911 339 1.118 150
911 263 1.118 150
2.012 4.787
2.343 5.009
2.373 4.890
2.405 4.846
10.890
520 59 35 421 800 1.835
470 59 44 321 1.277 2.171
429 59 44 321 1.579 2.431
336 59 44 321 1.579 2.339
336 59 44 321 1.580 2.340
2.272
2.039
2.616
2.578
2.551
2.506
1.545 15.618 -11.800
107 1.933
71 2.545
74 2.504
78 2.473
82 2.423
13.162
9.944 573 114 259
Toelichting Lasten In 2011 heeft er een correctie plaats gevonden van uren van product 11.05 Bouwvergunningen naar 11.03 Bouwen woningtoezicht. De toename van het aantal uren kan worden verklaard door een gewijzigde methode van kostenverdeling. Baten Afname van de inkomsten uit bouwleges vanwege een algemene teruggang in bouwaanvragen. De economische crisis en de inwerkingtreding van de Wabo (vergunningvrij bouwen) hebben hier toe bijgedragen.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 58 -
Programma 12: Financiering en algemene dekkingsmiddelen Omschrijving van het programma Dit programma bevat de verzameling van onze algemene dekkingsmiddelen waarmee de nadelige saldo’s op de overige programma’s worden opvangen. Dit programma bevat geen specifieke maatschappelijke effecten, om die reden worden de drie W-vragen dan ook achterwege gelaten.
De drie belangrijkste beleidsproducten binnen dit programma betreffen: • Algemene uitkering gemeentefonds; • Algemene baten en lasten; • Lokale heffingen. De overige beleidproducten zijn vooral van financieel technische aard. Algemene uitkering uit het gemeentefonds Dit betreft de belangrijkste inkomstenbron voor de gemeente omdat deze middelen in principe vrij besteedbaar zijn. Vanwege de financiële en economische crisis is er in 2008 een tussentijds bestuursakkoord gesloten waarbij de systematiek van samen de trap op en af tijdelijk buiten werking is gesteld. De omvang van het gemeentefonds is toen bevroren op het niveau van 2007 voor de jaren 2008-2011. Voor de jaren 2012 en verder was op dat moment onduidelijk hoe de ontwikkeling van het gemeentefonds eruit zou zien, er werd wel geanticipeerd op flinke kortingen. Aangezien de omvang van het gemeentefonds over de periode 2008-2011 bevroren werd op het niveau van 2007 werden gemeenten met twee financieel negatieve aspecten geconfronteerd: • Eerder aangekondigde (en in de begroting geraamde) verhogingen van de algemene uitkering werden teruggedraaid; • Geen compensatie voor inflatie voor die jaren terwijl lokaal wel sprake was van lastenstijgingen. Inmiddels is er een nieuw bestuursakkoord gesloten voor 2012 en de jaren erna. De systematiek van samen de trap op en af is daarmee ook weer hersteld. In tegenstelling tot de eerder verwachte verlaging van het gemeentefonds is sprake van een bescheiden groei. Deze groei is echter niet voldoende om de kostenstijging wegens inflatie op te vangen. Al met al zijn de meeste gemeenten, waaronder Loon op Zand, genoodzaakt een proces van bezuinigingen in te zetten. Hiermee is duidelijk dat de afhankelijkheid van het fonds enorm groot is. De mutaties binnen de algemene uitkering voor 2012 en verder zijn nader toegelicht bij het financieel meerjarig perspectief in het volgende hoofdstuk.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 59 -
Algemene baten en lasten Het beleidsproduct algemene baten en lasten wordt benut wanneer middelen (nog) niet aan een specifiek beleidsproduct zijn toe te rekenen. Een voorbeeld is een bedrag dat binnen de algemene uitkering voor een bepaald doel wordt uitgekeerd aan gemeenten, maar waarvan nog niet vaststaat of er ook daadwerkelijk beleid op wordt uitgevoerd. De voorgeschreven post onvoorzien ad € 32.913 maakt eveneens deel uit van dit beleidsproduct. Lokale heffingen De inkomsten uit de volgende heffingen worden verantwoord onder dit beleidsproduct: Onroerende-zaakbelasting, Hondenbelasting en Toeristenbelasting. Voor een nadere toelichting zie paragraaf Lokale heffingen.
Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000) Programma 12: Financiering en algemene dekkingsmiddelen Lasten 12.01 Geldleningen < 1 Jaar 12.02 Beleggingen 12.04 Algemene uitkering gemeentefonds 12.05 Algemene baten en lasten 12.06 Lokale heffingen 12.07 Saldorekeningen Totaal lasten Programma 12 Baten 12.02 Beleggingen 12.03 Geldleningen >= 1 Jaar 12.04 Algemene uitkering gemeentefonds 12.05 Algemene baten en lasten 12.06 Lokale heffingen 12.07 Saldorekeningen Totaal baten Programma 12 Saldo Programma 12 voor resultaatbestemming Mutaties reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo Programma 12 na resultaatbestemming
Rekening 2010 20
Begroting 2011 2012 2 3
2013
Meerjarenraming 2014 2015
8 43 539 324
8 42 676 324
8 42 665 324
8 -159 662 324
914
1.050
1.038
835
4.116 1.342 25.010
74 1.257 16.980 893 4.405 1.119 24.727
140 1.857 18.101 442 4.295 131 24.966
140 1.857 17.764 442 4.348 531 25.082
140 1.857 17.508 442 4.401 452 24.799
140 1.857 16.792 442 4.401 442 24.074
-21.358
-24.310
-24.052
-24.032
-23.761
-23.239
17.154 4.045 -8.249
1.284 777 -23.803
858 271 -23.465
858 265 -23.439
858 258 -23.161
858 252 -22.633
28 396 3.208 3.652
1.546 18.006
-670 354 728 418
Toelichting Het karakter van de lasten en baten binnen programma 12 is voor een groot deel financieel-technisch van aard. Lasten Op het beleidsproduct Algemene baten en lasten komt voor een groot deel de afboeking van de oude stelposten ten opzichte van 2011 tot uitdrukking. In 2011 was hier sprake van een zogenaamde negatieve last, per saldo gaat het hier dus om een nadeel van ruim € 1 miljoen binnen dit programma. De lasten die onder deze noemer nu nog zijn opgenomen, zijn oude budgetten die verband hielden met vooral het oude gemeentehuis als dekking voor de structurele lasten van het Bruisend Dorpshart. Tot de realisatie hiervan worden deze budgetten als bijdrage aan het project beschouwd om de dekking van de investeringslasten inflatiebestendig te houden. Het saldo op de kostenplaatsen was in 2011 hoger dan in 2012, dit was ook bij de baten het geval. Financieel gezien heeft dit geen effect op het begrotingsaldo. Baten Het onderdeel geldleningen laat een inkomstenstijging zien van € 600.000. Het betreft hier de zogenaamde bespaarde rente. Tegenover deze inkomst staan echter ook hogere toevoegingen aan de verschillende reserves binnen zowel programma 12 als een aantal overige programma’s. Het totale effect is een nadeel voor de begroting maar een versteviging van de financiële positie.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 60 -
De algemene uitkering neemt toe met € 1,1 miljoen (ten opzichte van 2011), hiervan heeft ruim € 0,4 miljoen betrekking op het Centrum voor jeugd en gezin dat eerder werd verantwoord onder programma 9. De overige € 0,7 miljoen heeft betrekking op herstel van de zogenaamde normeringsystematiek, zie ook de toelichting in het volgende hoofdstuk onder het kopje “Verschil ten opzichte van juni 2011”. Hoewel er ten opzichte van 2011 sprake lijkt van een voordeel is hier ook zichtbaar dat de algemene uitkering naar 2015 afloopt met € 1,3 miljoen. Hier komt dus het koopkrachtverlies voor gemeenten tot uitdrukking. Dit wordt veroorzaakt doordat de groei van het gemeentefonds achterblijft bij de verwachte inflatieontwikkeling. Dit koopkrachtverlies is dus al wel in deze meerjarenbegroting verwerkt. De algemene baten hebben betrekking op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds, de bijdrage is verlaagd in het kader van zerobased en de afboeking van stelposten. De lagere lokale heffingen worden veroorzaakt door de structurele doorwerking van de lagere toeristenbelasting uit 2010.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 61 -
Financiële positie Totaaloverzicht lasten en baten alle programma’s (bedragen x € 1.000) Totaal
Rekening 2010
Begroting 2011 2012
2013
Meerjarenraming 2014 2015
Lasten 1. Bestuur en dienstverlening 2. Openbare orde en veiligheid 3. Openbare ruimte 4. Economische zaken 5. Onderwijs en kinderopvang 6. Cultuur en sport 7. Toerisme en recreatie 8. Werk en inkomen 9. Maatschappelijke ondersteuning 10. Milieu en afval 11. Bouwen en wonen 12. Financiering en alg. dekking Totaal lasten totaal
4.056 1.569 4.984 777 2.254 2.967 218 8.331 6.988 5.134 13.162 3.652 54.092
5.126 1.659 3.974 691 2.332 3.523 37 8.250 5.423 5.863 3.874 418 41.171
4.268 1.491 4.405 842 2.404 3.244 149 7.911 6.083 5.606 4.787 914 42.104
4.242 1.394 4.401 837 2.387 3.202 149 7.847 6.083 5.608 5.009 1.050 42.209
3.937 1.391 4.378 837 2.346 3.185 149 7.883 6.083 5.540 4.890 1.038 41.657
3.741 1.389 4.399 837 2.333 3.167 149 7.873 6.083 5.512 4.846 835 41.162
Baten 1. Bestuur en dienstverlening 2. Openbare orde en veiligheid 3. Openbare ruimte 4. Economische zaken 5. Onderwijs en kinderopvang 6. Cultuur en sport 7. Toerisme en recreatie 8. Werk en inkomen 9. Maatschappelijke ondersteuning 10. Milieu en afval 11. Bouwen en wonen 12. Financiering en alg. dekking Totaal baten totaal
604 420 332 418 224 234 295 7.029 744 4.846 10.890 25.010 51.047
435 13 176 651 187 543 32 6.893 679 5.179 1.835 24.727 41.348
446 13 187 640 179 557 63 6.307 479 5.084 2.171 24.966 41.090
440 13 198 636 179 516 63 6.243 479 5.102 2.431 25.082 41.382
440 13 198 636 179 502 63 6.201 479 5.076 2.339 24.799 40.924
446 13 198 636 179 502 63 6.275 479 5.072 2.340 24.074 40.275
3.045
-177
1.014
826
734
887
253
8
52
8
8
8
80
180
180
180
180
819
787
807
839
857
1.284 2.200
858 1.876
858 1.852
858 1.885
858 1.903
350 30 116
524
504
201
237
220
209
205
14
83 16 6
95 16 20
93 13 20
91 6 20
89 6
253 853 15.618 4.045 21.109
25 753 107 777 2.263
659 71 271 1.893
637 74 265 1.826
601 78 258 1.464
567 82 252 1.201
2.259
-239
997
852
1.154
1.590
Saldo Totaal voor resultaatbestemming ( - is positief) Toevoegingen reserves 1. Bestuur en dienstverlening 2. Openbare orde en veiligheid 3. Openbare ruimte 4. Economische zaken 5. Onderwijs en kinderopvang 6. Cultuur en sport 7. Toerisme en recreatie 8. Werk en inkomen 9. Maatschappelijke ondersteuning 10. Milieu en afval 11. Bouwen en wonen 12. Financiering en alg. dekking Totaal toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves 1. Bestuur en dienstverlening 2. Openbare orde en veiligheid 3. Openbare ruimte 4. Economische zaken 5. Onderwijs en kinderopvang 6. Cultuur en sport 7. Toerisme en recreatie 8. Werk en inkomen 9. Maatschappelijke ondersteuning 10. Milieu en afval 11. Bouwen en wonen 12. Financiering en alg. dekking Totaal onttrekkingen reserves Saldo Totaal na resultaatbestemming ( - is positief)
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
10 291 1.079 1.545 17.154 20.324
316 11
- 62 -
Financieel meerjarig perspectief In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen een samenvatting van de ontwikkeling van onze financiële positie weergegeven. Als eerste wordt ingegaan op de verschillen ten opzichte van juni 2011 (notitie “samenhang der dingen”). Daarna wordt verder ingegaan op de opbouw van het financieel meerjarig perspectief en de wijze waarop het begrotingstekort moet worden opgelost, meer concreet het dekkingsplan. Verschil ten opzichte van juni 2011 In juni 2011 zijn diverse documenten aan de orde geweest die betrekking hadden op de P&C-instrumenten. In de memo “samenhang P&C-instrumenten” is toen het meest actuele beeld van het financieel meerjarig perspectief opgenomen. In onderstaande tabel zijn op hoofdlijnen de cijfermatige verschillen ten opzichte van juni opgenomen en worden deze daarna nader toegelicht. x
€ 1.000 2012
2013
2014
2015
-1.080
-1.095
-970
-1.150
Effect algemene uitkering
156 348 96 143 743
217 290 135 82 724
157 241 157 -31 524
142 190 152 -79 405
Loon- en prijsstijgingen
-160
-160
-160
-160
Effect zero based
-100 -200 -300 100 -500
-100 -200 -300 279 -321
-100 -200 -300 52 -548
-100 -200 -300 -85 -685
Financieel perspectief begroting 2012-2015
-997
-852
-1.154
-1.590
Financieel perspectief per juni 2011* (verwacht tekort) Mutaties ten opzichte van juni:
Algemene uitkering: Groei gemeentefonds Compensatie loon- en prijsstijging Correcties decembercirculaire Overige mutaties
Zero based: Lagere opbrengsten bouwleges Verdere afname interne uren aan projecten Rente Overige mutaties zero based
* het betreft hier de inschatting die in de nota "samenhang P&C-instrumenten" is opgenomen ofwel het laatst bekende perspectief
Algemene uitkering In het financieel perspectief bij de kadernota was al voor een groot deel rekening gehouden met de financiële consequenties van het concept bestuursakkoord (decembercirculaire 2010). Daarbij was vooral het vervallen van de eerder verwachte grote financiële consequenties voor het gemeentefonds van belang. Met het opstellen van de primitieve begroting is inmiddels rekening gehouden met de meicirculaire 2011, daarin zijn aanvullende mutaties opgenomen die hieronder nader worden toegelicht. Groei gemeentefonds Met het nieuwe bestuursakkoord (hoewel formeel nog niet afgesloten tussen Rijk en VNG) is de zogenaamde normeringsystematiek (samen de trap op en af) definitief hersteld. Als gevolg hiervan is er sprake van een extra groei van het gemeentefonds die structureel doorwerkt maar wel iets afloopt richting 2015. Compensatie loon- en prijsstijging Met ingang van de begroting 2011 wordt er meerjarig geen rekening gehouden met de inflatiecomponent op de budgetten maar ook niet met de compensatie hiervoor binnen de algemene uitkering. Voor het jaar 2012 wordt daar dus, zowel aan de lasten- als batenkant, nu voor het eerst rekening mee gehouden met het opstellen van de begroting 2012-2015. De batenkant komt hier tot uitdrukking, de lastenkant maakt onderdeel uit van de post “zero based” (reëel ramen). Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 63 -
Verder is op basis van de meicirculaire duidelijk dat de verwachte toekomstige inflatie hoger is dan waarmee bij de decembercirculaire rekening is gehouden. Aangezien de groei van het gemeentefonds (in tegenstelling tot gemiddeld) lager is dan de verwachte inflatie wordt met dit extra nadeel al wel vast rekening gehouden. Om die reden is er sprake van een afnemend voordeel. Al met al bedraagt de groei van het gemeentefonds afgerond gemiddeld 1% procent en de inflatie 2%. Per saldo leveren gemeenten de komende jaren dus 1% “koopkracht” in (hiermee is al in het financieel perspectief bij de kadernota voor het grootste deel rekening gehouden). Correcties decembercirculaire De decembercirculaire was summier van opzet. Op macroniveau zijn toen een aantal extra bezuinigingen, in de vorm van uitnamen op het gemeentefonds, bekend gemaakt. Aangezien in die circulaire informatie ontbrak om de exacte consequenties voor een individuele gemeente te berekenen zijn op dat moment aannames gedaan, het ging hierbij om de volgende posten: Normering lokaal inkomensbeleid (macro € 40 miljoen vanaf 2012); Selectieve en gerichte schuldhulpverlening (macro € 20 miljoen vanaf 2012); Regionale omgevingsdiensten (macro € 100 miljoen oplopend tot 2015). De negatieve gevolgen voor Loon op Zand voor de eerste twee posten vallen nu lager uit dan waarmee bij de decembercirculaire rekening werd gehouden. Hoewel er nog geen sprake is van een definitief bestuursakkoord is bij de meicirculaire de voorgenomen uitname voor de regionale omgevingsdiensten weer geschrapt. Per saldo is er daarmee nu dus sprake van een voordeel. Overige mutaties Dit betreffen een aantal bijstellingen op aangekondigde mutaties uit eerdere circulaires en overige financieel technische aanpassingen in het gemeentefonds. Daarnaast vallen hier ook de hoeveelheidsverschillen onder zoals bijvoorbeeld stijging van het aantal woningen en bijstandsgerechtigden. Loon- en prijsstijgingen Gezien onze financiële positie hebben we in principe geen correctie op de budgetten toegepast vanwege de inflatie, behoudens een 2% loonstijging op de loonsom vanwege de CAO-gemeenten. Daar waar in het kader van contractuele afspraken sprake is van een indexering van budgetten kan dit bij de jaarrekening tot een beperkte overschrijding leiden. Zero based Zoals bij de kadernota aangegeven zal deze operatie tot in 2012 doorlopen. Bij de kadernota is reeds een groot aantal mutaties in dit kader verwerkt, het betrof toen vooral de stelposten. Bij het opstellen van de begroting 20122015 zijn ten opzichte van het perspectief in juni wederom een behoorlijk aantal mutaties doorgevoerd. De grootste afwijkingen op budgetten zijn al verwerkt bij diezelfde kadernota en daarmee onderdeel van het perspectief van juni 2011. De afwijkingen die nu genoemd worden zijn een optelsom van een behoorlijk aantal plussen en minnen op diverse budgetten. Het zou voor deze begroting teveel omvattend zijn deze allemaal uitputtend te benoemen, vaak gaat het ook om verschuivingen. Daarnaast zijn er recente ontwikkelingen te melden: Lagere opbrengsten bouwleges Het gedeeltelijk stilvallen van de woningmarkt heeft ook consequenties voor de bouwleges. Deze post blijft lastig in te schatten, we gaan nu uit van een lagere structurele opbrengst van € 100.000. Afname uren aan projecten In de afgelopen jaren werd in de begroting altijd rekening gehouden met een toerekening van interne kosten (voornamelijk via uren eigen personeel) aan projecten voor een bedrag van € 1,2 miljoen. Met het stagneren van de projecten verminderd ook de mogelijkheid om uren aan de projecten toe te rekenen. Bij de jaarrekening 2010 bleek dat daardoor € 0,4 miljoen ten laste van de exploitatie bleef. De meest recente inschatting van de projecten laat zien dat nog niet direct een herstel van de ontwikkeling hiervan te verwachten is. Dat gegeven, gecombineerd met een meer behoedzame wijze van het ramen van doorrekeningen, heeft ertoe geleid dat we de toerekening van kosten aan projecten verder hebben verlaagd met € 0,2 miljoen.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 64 -
Dit houdt in dat we ten opzichte van de begroting 2011 per saldo een financieel nadeel in de exploitatie hebben verwerkt van € 0,6 miljoen. Dit nadeel wordt niet 1 op 1 opgelost door een (extra) vermindering van personeel om twee redenen: • de kosten bestaan niet alleen uit salarislasten, het betreffen kosten inclusief overhead; • besparingen op personeel maken deel uit van de taakstelling op de formatie die afzonderlijk in de dekkingsplannen 2011-2014 en 2012-2015 is opgenomen voor in totaal 13%. Rente In de herziene nota reserves en voorzieningen is aangegeven dat we een meer transparante en eenvoudige wijze nastreven bij het hanteren van rentepercentages voor de investeringen maar ook voor de bespaarde rente over de reserves en voorzieningen, meer concreet: eenzelfde percentage dat we bovendien over alle reserves en voorzieningen berekenen. Het effect hiervan is dat we voor ruim € 0,3 miljoen meer aan rentelasten in onze begroting hebben opgenomen. Dit is echter een fictieve last die we aan onszelf kunnen uitkeren. We kiezen ervoor om dat niet in de exploitatiebegroting te laten vrijvallen maar om hiermee onze reservepositie te verstevigen.
Opbouw financieel meerjarig perspectief In het vervolg wordt het financieel perspectief opgebouwd en toegelicht. De eerste stap is onderstaande tabel. x
Primitieve begroting op basis van bestaand beleid (incl vervangingsinvesteringen)
Dekkingsplan : Bezuiniging 2012 subtotaal Begrotingsaldo
€ 1.000 2012
2013
2014
2015
-997
-852
-1.154
-1.590
1.010
981
731
781
1.010
981
731
781
13
129
-423
-809
Primitieve begroting Dit is de start van het perspectief. De basis wordt gevormd door het bestaande beleid zoals dat ook in 2011 geldt. Wel kan er sprake zijn van financiële afwijkingen, deze worden dan bijvoorbeeld veroorzaakt door een stijging van loonkosten vanwege een nieuwe CAO (onontkoombaar). Een ander voorbeeld is een bijstelling van de algemene uitkering, het gaat dan om ontwikkelingen waar we als gemeente zelf geen invloed op hebben (deze mutaties zijn op de voorgaande pagina toegelicht). Dekkingsplan Op de volgende pagina’s is de lijst met maatregelen opgenomen die het college voorstelt om tot een sluitende begroting voor 2012 te komen. Begrotingsaldo In het nu opgestelde perspectief, inclusief het dekkingsplan 2012, is sprake van een sluitende begroting voor het jaar 2012 en 2013. Dit is een belangrijke voorwaarde voor de Provincie om goedkeuring aan deze begroting te verlenen. Over hoe te komen tot een meerjarig sluitende begroting te komen verwijzen we naar het onderdeel “bezuinigingsperspectief 2013-2015”, op een van de volgende pagina’s.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 65 -
Dekkingsplan 2012 Formatie In tegenstelling tot het dekkingsplan 2011-2014 is in dit dekkingsplan beperkt informatie opgenomen over besparingen op de formatie. Dit komt omdat in dat dekkingsplan al een besparing op de formatie was opgenomen tot een bedrag van € 870.000. Hiervan is per 1 januari 2011 € 370.000 gerealiseerd. Het overige deel voor de jaren 2011-2014 was opgenomen als taakstelling (enige uitzondering voor het vormen van een stelpost). De betreffende besparing is dus al onderdeel van het primitieve begrotingssaldo, waarvan de invulling redelijk op schema ligt. Besparingen op formatie in het dekkingsplan 2012-2015 hebben dus betrekking op hetgeen wat boven de genoemde € 870.000 uitgaat. De totale besparing op de formatie uit beide dekkingsplannen komt daarmee uit op € 1.045.000 ofwel zo’n 13% ten opzichte van de formatie in 2010. Concreet te besluiten bij het vaststellen van deze begroting per 1 januari 2012 Voorstel concrete maatregelen per 1-1-2012 Verhoging leges uittreksel GBA Verhoging leges huwelijken Versoberen uitvoering gratis huwelijken Stopzetten verstrekken van huwelijkspennen Leges vragen bij vrije keuze ambtenaar burgerlijke stand Afschaffen verjaardagsattentie Onderhoud speelvoorzieningen Onderhoud hondenuitlaatplaatsen Bezuiniging Wegen Bezuiniging Groen Subsidie schoolsportdagen Subsidie sporttoernooien Ontvangst sportkampioenen Vermindering bijdrage incidentele activiteiten sociaal Vermindering uitgaven voorzieningen WMO Verhogen eigen bijdrage zorg in natura Wijkgericht werken wijkcoordinatie Wijkgericht werken wijkbudgetten Centrum Jeugd en Gezin Schrappen nieuw beleid mantelzorg Verhoging OZB Telefoonkostenvergoeding i.p.v. verstrekking mobiele telefoon/pda Verlaging budget voor vorming, training en scholing Verlaging budget voor presentiegelden commissievergaderingen Schrappen budget cafetariamodel (CAO á la carte) Verlaging budget reis- en verblijfkosten
Omvang 2012 27.427 36.588 9.826 7.828 36.588 1.303 51.691 48.000 778.837 574.343 31.185 31.185 11.782 41.126 1.400.000 250.000 207.000 76.000 450.000 8.500 190.162 137.401 14.265 25.021 36.018
%
2012
2013
2014
2015
8% 9% 41% 6% 1% 100% 19% 21% 35% 22% 0% 0% 16% 36% 5% 9% 33% 50% 10% 100% 1,5% 11% 18% 70% 100% 17%
2.150 3.250 4.000 500 500 1.303 10.000 10.000 275.000 125.000 122 122 1.902 15.000 66.000 23.546 69.000 38.000 45.000 8.500 50.000 20.000 25.000 10.000 25.000 6.000
2.150 3.250 4.000 500 500 1.303 20.000 20.000 175.000 125.000 489 489 1.902 15.000 66.000 23.546 69.000 38.000 45.000 8.500 100.000 20.000 25.000 10.000 25.000 6.000
2.150 3.250 4.000 500 500 1.303 20.000 20.000 0 0 489 489 1.902 15.000 66.000 23.546 69.000 38.000 45.000 8.500 150.000 20.000 25.000 10.000 25.000 6.000
2.150 3.250 4.000 500 500 1.303 20.000 20.000 0 0 489 489 1.902 15.000 66.000 23.546 69.000 38.000 45.000 8.500 200.000 20.000 25.000 10.000 25.000 6.000
60.000 30.000 85.000
60.000 30.000 85.000
60.000 30.000 85.000
60.000 30.000 85.000
1.009.895
980.629
730.629
780.629
Oplossing vermindering uren aan projecten van € 0,8 naar € 0,6 miljoen 1 fte RO 0,5 fte Infra 1 fte (management financien / directie) Totaal
Overwegingen die ten grondslag liggen aan bovengenoemde maatregelen Omdat de kerntakendiscussie nog niet is afgerond, is het lastig geweest om op korte termijn gedegen inhoudelijk gestuurde, toekomstbestendige keuzes te maken en toch een sluitende begroting te kunnen presenteren. Voor 2012 hebben we ons daarom zoveel mogelijk gericht op maatregelen die genomen kunnen worden zonder zware beleidsinhoudelijke afwegingen, dat is echter maar ten dele gelukt. De dienstverlening wordt “lean en mean”. Dit houdt ook in dat “luxe artikelen” in deze dienstverlening worden ingeperkt. Een groot deel van de maatregelen is gericht op de bedrijfsvoering, meer concreet een extra besparing op formatie van € 175.000 en bezuinigingen op de secundaire arbeidsvoorwaarden voor een bedrag van ruim € 80.000. Hierbij moet overigens opgemerkt worden dat deze voorstellen nog wel het advies of instemming van de ondernemingsraad behoeven. Bij Berap 1 informeren wij u over de resultaten van het overleg met de Ondernemingsraad.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 66 -
De vermindering op het onderhoud van speelvoorzieningen en hondenuitlaatplaatsen is kostengestuurd. Dit geldt eveneens voor de voorgestelde bezuiniging op de ontvangst van sportkampioenen en de vermindering op de bijdrage incidentele activiteiten sociaal. De bezuiniging op wegen: het beheerplan 2008- 2012 is gericht op het inhalen van het achterstallig onderhoud. Hiervoor waren ook de nodige budgetten gereserveerd. In 2011 is ten gevolge van de bezuinigingen het beheerplan voor wat betreft de elementenverhardingen losgelaten. Vanaf dat moment wordt achterstallig onderhoud opgebouwd. In 2012 en 1013 wordt de “piepmethode” voor het wegbeheer gehanteerd. Dat wil zeggen alleen repareren als het gevaar oplevert. Ondertussen wordt wel de (technische) staat van de wegen bijgehouden in het beheerplan. De staat van de wegen in Loon op Zand is dusdanig dat het verantwoord is om voor een korte periode, de jaren 2012 en 2013, het planmatige beheer los te laten (de risico’s kunnen nog worden beheerst). Budget is aanwezig om eventuele gevaarlijke situaties die zich kunnen gaan voordoen ten gevolge van een snel verslechterende staat van een (deel van een) weg, te kunnen verhelpen. Er is geen ruimte voor grootschalig onderhoud en/of aanpassingen. In 2012 wordt een nieuw meerjaren beheerplan 2013 – 2017 opgesteld waarin de staat van de wegen tot dat moment wordt opgenomen. De toestand van de wegen ten gevolge van de bezuinigingen worden daarmee in beeld gehouden. Het kwaliteitsniveau voor groenbeheer, niveau B, zal in principe voor een periode van twee jaar worden losgelaten. We achten dit verantwoord. Wel zal aandacht blijven voor belangrijke toegangswegen zoals de Europalaan (Efteling). Geaccepteerd moet worden dat (individuele) wensen van bewoners op het gebied van groen niet gehonoreerd kunnen worden. Ook zal meer onkruid geaccepteerd moeten worden. Een optie om dit “binnen de perken” te houden is door zelfwerkzaamheid van bewoners. Voorgesteld wordt om eveneens als in 2011 te bezuinigen op de uitgaven Wmo. Een beleidsmatige onderbouwing is voor dit specifieke bedrag niet aan de orde. Het voordeel moet komen uit de nieuwe aanbesteding Hulp bij het huishouden en het doorgaande effect van de invoering van de eigen-bijdrage-regeling. Beleidsmatig is wel aan de orde de decentralisatie van de extramurale begeleiding van het Rijk naar de gemeenten. De kanteling van de Wmo (eigen kracht en verantwoordelijkheid) wordt zo veel als mogelijk doorgetrokken naar de nieuwe gedecentraliseerde taken. Aan de ene kant vergt dit een aanpak die gericht moet zijn op collectieve voorliggende voorzieningen om individuele voorzieningen overbodig te maken. Anders moet in de werkwijze van de backoffice zorg het beroep op eigen kracht en verantwoordelijkheid optimaal ingeregeld worden. De voorgestelde verhoging van de eigen bijdrage op zorg in natura is een beperking van de kosten en daarmee kostengestuurd. Wij stellen u voor met het wijkgericht werken door te gaan en n.a.v. de evaluatie en leerpunten goed te bekijken waar vanaf 2012 aanpassingen moeten plaatsvinden en het accent van de verdere ontwikkeling op moeten komen te liggen. Het streven moet erop gericht zijn om de inzet in de wijken meer beleidsgestuurd vorm te geven. Wijkteams kunnen dan beter focussen op de doelstellingen die we als gezamenlijke partners willen bereiken met het wijkgericht werken. Hiermee wordt ook uitvoering gegeven aan de volgende twee passages in het “Coalitieakkoord Loon op Zand 2010 – 2014”: • “Wij kiezen voor samenwerking met inwoners en partijen binnen en buiten de gemeente: bedrijven, verenigingen, instellingen, woningbouwcorporaties, welzijns- en zorginstellingen en anderen. De creativiteit en inventiviteit van inwoners en partijen worden ingezet in het proces van beleids- en planvorming en uitvoering.” • “Wij investeren verder in wijkgericht werken: in mensen, buurten en wijken om inwoners actief te betrekken bij de leefbaarheid en leefomgeving. Sociale samenhang, participatie en veiligheid zijn essentiële elementen.” Dit vergt van de gemeentelijke organisatie bezinning op en nadere uitwerking van de wijze van beleidsvorming en –uitvoering, een regisserende rol voor (beleids-)ambtenaren, het ontdekken en benutten van de burgerkracht in wijken en buurten, écht (gaan) netwerken. Directie en management dienen hiertoe bestaande initiatieven te ondersteunen en waar nodig nieuwe initiatieven te ontwikkelen. De thema’s die nog uitwerking behoeven zijn: • de focus van het gemeentelijk beleid op zelfredzaamheid; • ontwikkeling van vraagsturing; • een goed samenspel tussen wijkgericht werken en klassieke beleidssturing. Bij bovenstaande past een verschuiving van werkzaamheden van de wijkcoördinatoren naar de eigen ambtelijke organisatie. De specifieke wijkinzet moet vooral nog gericht zijn op het aansturen van partijen actief in de wijk en niet zozeer op het zelf uitvoeren van activiteiten. Voorgesteld wordt het aantal uren wijkcoördinatie terug te Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 67 -
brengen van 54 naar 36 per week. In de projectperiode werden de wijkbudgetten niet volledig benut. Daarom wordt voorts voorgesteld om ook de wijkbudgetten terug te brengen. Daarnaast wordt voorgesteld om de nog beschikbare beleidsruimte, binnen het mantelzorgbeleid en het Centrum Jeugd en Gezin, vrij te maken in het kader van de noodzakelijke bezuinigingen. Dat betekent dat er geen nieuwe aanvullende activiteiten ontplooid kunnen worden. Hier geldt: “nieuw voor oud”. Om inkomsten te verhogen wordt voorgesteld tot een verhoging van de OZB met 1,5%, deze is overigens lager dan de inflatie van 2%.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 68 -
Bezuinigingsperspectief 2013-2015 Het dekkingsplan 2012 voorziet in een sluitende begroting voor de jaren 2012 en 2013. Om echter ook tot een sluitende meerjarenbegroting te komen en onze financiële positie te versterken, zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk. Die maatregelen vergen een nadere beleidsinhoudelijke onderbouwing. Om daar toe te komen schetsen wij hier een aanpak die moet leiden tot een kader waaraan die maatregelen kunnen worden getoetst. Doel van deze aanpak Vaker dan goed was, is in het verleden bezuinigd vanuit een “korte termijn” perspectief. Dit leidde ertoe dat beoogde doelstellingen niet werden gehaald of soms zelfs niet verder kwamen dat louter de vermelding van “stelposten” in de begroting. Dat willen we niet meer; de opgave die voor ons ligt is te groot en te ingrijpend. Het is de bedoeling van het college om samen met de raad een ambitie te formuleren waarin invalshoeken en onderwerpen worden opgenomen die het komend jaar nader onderzoek vergen om zo hun waarde te bepalen voor bezuinigings/ombuigingsbeslissingen voor de begroting van 2013 en verder. Het proces Voor de begroting van 2012 hebben we maatregelen voorgesteld die noodzakelijk zijn om uit de negatieve cijfers te komen, zodat deze vastgesteld kan worden conform de eisen van de provincie. Inclusief het dekkingsplan 2012 ziet het begrotingsaldo er als volgt uit: x
Primitieve begroting op basis van bestaand beleid (incl vervangingsinvesteringen)
Dekkingsplan : Bezuiniging 2012 subtotaal
€ 1.000 2012
2013
2014
2015
-997
-852
-1.154
-1.590
1.010
981
731
781
1.010
981
731
781
13
129
-423
-809
Begrotingsaldo
Voor het jaar 2014 dient er dus nog minimaal een bedrag van ruim € 0,4 miljoen en voor 2015 van € 0,8 miljoen aan bezuinigingsmaatregelen aangedragen te worden. Het college stelt echter voor hierin een stap verder te gaan. Eerder al is voorgesteld oplopend te bezuinigen om enerzijds zowel mogelijk extra tegenvallers als gevolg van de aanhoudende crisis op te kunnen vangen en anderzijds om onze financiële positie, meer concreet de algemene reserve, te versterken. x
€ 1.000 2012
2013
2014
2015
Oplopend te bezuinigen
1.000
1.300
1.500
1.700
Dekkingsplan 2012
1.010
981
731
781
-10
319
769
919
resterende bezuinigingsambitie
In dit geval is er dus, oplopend tot 2015, voor een bedrag van ruim € 0,9 miljoen aan aanvullende bezuinigingsmaatregelen nodig waarmee er vooral in 2013 en 2014 ook ruimte ontstaat om extra middelen aan de algemene reserve toe te voegen (globaal € 0,8 miljoen). In het vervolg van dit hoofdstuk benoemen we bezuinigings- en ombuigingsmogelijkheden die nader onderzocht en uitgewerkt moeten worden en bij de kadernota en/of meerjarenbegroting tot besluitvorming leiden. Feitelijk zijn er drie vormen van heroverweging te onderscheiden, die ook in de tijd gezien een andere termijn van realisatie vergen. In onderstaand schema is dit nader uitgewerkt.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 69 -
Heroverwegingen binnen bestaande context
Strategische heroverweging
Systeemwijziging/ systeeminnovatie*
Termijn realisering
1 - 2 jaar
2 - 3 jaar
4 - 8 jaar
Type maatregel
Efficiency In/uitstroom personeel Subsidies Reserves Schrappen voornemens OZB enz.
Keuze kwaliteitsniveau Uitbesteding Ketensamenwerking Intergemeentelijke samenwerking (bijv Waalwijk) Keuze voor regiegemeente
Herindeling binnenlands bestuur Werk in inkomen Jeugd en onderwijs Toezicht openbare ruimte Zorg, AWBZ en welzijn Openbaar vervoer, verkeer en vervoer Wonen, stedelijke ontwikkeling en corporaties
Opbrengst (naar verwachting)
4 - 7 % totale begroting
4 - 5 % totale begroting
3 - 5% totale begroting
Voorwaarden
Stringente planning Stevige lijnsturing Stevige control Stevige samenwerking met Gemeenteraad
Duidelijke visie op taken en functie Eensgezindheid Doorzettings-vermogen
Besluitvorming op nationaal niveau Lange adem
* Het is van belang hierbij op te merken dat deze vorm van heroverweging, de systeeminnovatie, moet plaatsvinden op landelijk niveau. De beïnvloedingsmogelijkheden op lokaal niveau voor een gemeente als Loon op Zand zijn zeer beperkt te noemen. De andere twee typen overwegingen vallen met name binnen de eigen lokale invloedssfeer.
Om tot een goede heroverweging te komen is het van essentieel belang is dat we werkelijk los kunnen komen van de bureaucratische werkelijkheid en de werkwijzen die we tot op heden gebruiken, om zo met andere ogen te kunnen kijken naar de vraagstukken en problemen in de wijken. Dit is niet zo eenvoudig als het lijkt. Vraagstukken zijn vaak complex, het krachtenveld diffuus en belangen van verschillende deelnemers anders gericht. Ook wordt niet op elk niveau een vraagstuk eenduidig gedefinieerd. Onze rol en uitgangspunten Willen we het maximale bereiken in Loon op Zand dan is een gedegen heroverweging noodzakelijk, maar we beginnen niet bij nul. Er is een coalitieakkoord. Met de kerntakendiscussie is een start gemaakt en de contouren van de strategische agenda tekenen zich af, hoewel dit document nog moet worden aangepast en besloten. Hiermee rekening houdend kan wel de invalshoek bepaald worden van waaruit wij de onderwerpen willen onderzoeken. We kennen onze kwaliteiten; we zijn een sterke, groene gemeente en ons beleid en dus onze inzet moeten duurzaam zijn. Op het vlak van recreatie en toerisme staan we op de kaart in Nederland en het bedrijfsleven is goed vertegenwoordigd binnen onze gemeentegrenzen. Er is een levendige economische bedrijvigheid. Ondernemers moeten dan ook de ruimte krijgen. Wij zien voor onszelf hierin een faciliterende rol. Dit betekent duidelijke kaderstelling maar ook minder regels. Plannen en initiatieven worden vanuit een positieve houding benaderd. Ondernemers moeten in staat zijn om creatieve ideeën tot uitvoering te brengen en daarbij kansen te benutten. Die kracht, inzet en creativiteit verwachten we ook van burgers en groepen in onze samenleving. Loon op Zand kenmerkt zich door een sterk verenigingsleven. Dit duidt op een stevige sociale samenhang en samenleving. Mensen met goede ideeën en initiatieven moeten ondersteund worden. Anderzijds verwachten wij ook dat burgers verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van hun leefomgeving. Daar waar mogelijk hopen dat we met bewoners en samenwerkingspartners het gesprek te kunnen aangaan en de weg kunnen vinden naar antwoorden en oplossingen die werken. Juist omdat we dat samen doen hoeven dat geen compromissen te zijn tussen de deelnemers maar kunnen de oplossingen beter zijn, completer. Dat wat je alleen of als organisatie niet kunt bereiken ligt vaak wel in de mogelijkheden als je het samen doet. Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 70 -
In dat licht kunnen ook de voorgestelde bezuinigingen op bibliotheek, peuterspeelzaalwerk en accommodatiebeleid gezien worden. We doen een groter beroep op de samenleving om voorzieningen in stand te houden. Met een grotere inzet van vrijwilligers kunnen de genoemde voorzieningen – meestal in een aangepaste opzet – blijven bestaan. Niet alleen vanuit een bezuiningsnoodzaak, maar ook appelerend aan de eigen (burger)kracht van inwoners om zo een zinvolle bijdrage te leveren aan de maatschappij. We definiëren de volgende 3 uitgangspunten: 1. Uitgangspunt is (zeker in het sociale domein) de primaire verantwoordelijkheid van bewoners voor de inrichting van hun leven, waardoor de focus van het locale overheidsbeleid gericht is op het versterken van de zelfredzaamheid. Dit betekent een verschuiving van instandhouding van voorzieningen en accommodaties (aanbodfinanciering) naar programma’s en interventies en acties (vraagfinanciering). Voor een deel van de bewoners zal evenwel altijd een structureel vangnet nodig zijn, omdat zij – om wat voor reden dan ook – niet in staat zijn om louter zelfredzaam te functioneren. 2. De ontwikkeling van vraagsturing is een belangrijke pijler voor de toekomst. Enkele jaren geleden hebben we wijkgericht werken ingezet. Belangrijke eerste stappen zijn gezet maar de ontwikkeling moet door. Bundeling van krachten is nog niet optimaal. Daarbij is wijkgericht werken alleen niet zaligmakend. Op buurt of wijkniveau los je een aantal zaken als werkeloosheid of beperkte onderwijsvoorzieningen niet op. Voor dit soort opgaven is een groter schaal nodig. Klassieke beleidssturing hoeft zijn plek niet te verliezen in ons repertoire. Een goed samenspel tussen klassieke beleidssturing en wijkgericht werken is een vereiste. 3. We streven duidelijk en zichtbaar naar samenwerking met private en publieke partijen om vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid vraagstukken op te pakken om beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. De regio is een belangrijke context voor de verdere ontwikkeling van Loon op Zand. We willen onze samenwerkingsrelaties in ROM-verband versterken en met name beleidsmatig en organisatorisch overeenkomsten met Heusden en Waalwijk realiseren. Werkwijze Wanneer de gemeenteraad akkoord gaat met de inzet tot een strategische heroverweging zal Directie en het MT een uitvoeringsprogramma voorleggen aan het college. Middels bestuuropdrachten wordt richting en kleuring gegeven aan de onderwerpen. De verschillende onderwerpen worden middels een projectmatige aanpak uitgewerkt. De raad wordt tussentijds op de hoogte gehouden van de stand van zaken.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 71 -
Onderwerpen die zich lenen voor nader onderzoek t.b.v. een heroverweging bij de kadernota 2013 zijn: • Definiëren aanvaardbaar minimum per beleidsveld en afgeleid hiervan het definiëren van de hiervoor benodigde inzet van mensen en middelen. (incl. strategisch personeelsmanagement), Een succesvolle afronding van de kerntakendiscussie is hierbij het allergrootste belang, immers slechts dan kunnen de bovenstaande afwegingen beleidsmatig succesvol worden afgerond. •
Wat betekent vraagsturing voor de instandhouding van voorzieningen en accommodaties (bijv. bibliotheek). Hier geldt bijvoorbeeld dat alleen succesvolle samenwerking binnen het accommodatie beleid kan leiden tot het in stand houden van een bibliotheek faciliteit. Maar met de totstandkoming van een gemeenschapshuis in het centrum van Kaatsheuvel liggen daar volop kansen.
•
In het fysieke domein worden/zijn RO-projecten stilgelegd. Wat betekent e.e.a. voor nog lopende projecten waarin de gemeente Loon op Zand een (financieel/formatief) aandeel heeft en hoe kunnen tegenvallende inkomsten beperkt worden. Ook hier liggen kansen, inhuur kan nu versneld worden afgebouwd en de vaste medewerkers van de afdeling RO zijn goed opgeleid en breed inzetbaar.
•
Uitwerking samenwerking Waalwijk; Afhankelijk van de wens tot en de mate waarin harmonisatie van beleid gestalte kan krijgen, kunnen bedrijfsvoeringvoordelen worden behaald. Naar onze mening moet hier vooral niet al te veel gestuurd worden op kosten maar meer op kwaliteit. Immers ook in samenwerkingsmodellen geldt dat alleen behoorlijke financiële voordelen kunnen worden behaald als er keuzes worden gemaakt. Wel heeft de samenwerking als voordeel dat er gemakkelijker geschakeld kan worden, immers de organisatie is groter en kan dus complexere uitdagingen aan, zonder dat daarvoor externe ondersteuning nodig is.
•
Huisvesting gemeentelijke organisatie, structureel kan door goede keuzes te maken op de langere termijn veel geld worden bespaard, ook kan daarmee de flexibiliteit bij het maken van keuzes (ic. Samenwerking) veel groter worden. Het zelfde geldt de keuzes op het terrein van de ICT.
•
Bijsturing ICT-kosten, hier geldt hoe groter de organisatie is des te lager zijn naar verhouding de ICT kosten, maar het is wel een zaak van langere termijn voordat de voordelen kunnen worden ingecalculeerd.
•
Organisatie-aanpassing m.n. wijkgericht werken, dienstverleningsconcept, uitwerking regierol etc. Hier valt een wereld te winnen. Als aan deze onderwerpen meer aandacht wordt besteed dan kan een organisatie worden ontwikkeld die veel beter aanvoelt wat onze burgers willen , de juiste dingen op de juiste momenten doet en desondanks kleiner in omvang kan worden (mean and Lean). Het gaat vooral de uitdaging worden om deze organisatie assertiever , klantgerichter, integraler en generalistischer te laten werken. Als dat eenmaal het geval is dan gaan we vanzelf merken dat de uitdagingen veel leuker worden en ambtenaren niet meer worden gezien als regelneven en lastposten, maar als partners in een proces.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 72 -
Mogelijke maatregelen 2013 en verder Op basis van de hierboven genoemde uitgangspunten heeft het college geïnventariseerd welke maatregelen in aanmerking komen om aanvullend te nemen. Mogelijke maatregelen per 1-1-2013/1-1-2014/1-1-2015
2013
2014
2015
471.750 21%-42%
100.000 60.000
200.000 90.000
200.000 120.000
999.897 5%-10% 261.308 14%-42%
50.000 37.000 42.280 3.083 0
100.000 74.000 42.280 6.165 0
100.000 111.000 42.280 9.248 60.000
292.363
512.445
642.528
2013
2014 18.000 85.000 66.000 32.000
2015 18.000 85.000 66.000 32.000
0
201.000
201.000
2012
2013
2014
2015
Voorstellen dekkingsplan 2012 Voorstellen mogelijke maatregelen 2013 en verder Voorstellen, nader te onderzoeken maatregelen
1.009.895 0 0
980.629 292.363 0
730.629 512.445 201.000
780.629 642.528 201.000
Totaal alle (mogelijke) maatregelen
1.009.895
1.272.991
1.444.074
1.624.156
Bibliotheek Vermindering bijdragen en subsidies bibliotheekwerk Extra bezuiniging bibliotheekwerk, ombouwen naar servicepunten Verminderen uitgaven accommodaties Peuterspeelzaalwerk Ondersteunende activiteiten sociaal-cultureel Subsidie accommodatiegebonden wijk/jeugdactiviteiten Verlaging budget uitvoering wet WOZ
2012
105.529
60%
totaal Voorstel nader te onderzoeken maatregelen 10% op GGD 10% op ISD/WML 10% op Veiligheidsregio 10% Juvans
180.000 850.000 660.000 320.000
10% 10% 10% 10%
totaal Totalen alle voorstellen
Binnen bovenstaand overzicht is een onderscheid aangebracht in mogelijke maatregelen per 1 januari 2013 en zijn voorstellen opgenomen ten aanzien van nader te onderzoeken maatregelen. De eerste categorie is sneller te realiseren en nagenoeg volledig door de gemeente zelf te beïnvloeden, de tweede categorie vergt een meer strategische aanpak waaronder nauwe afstemming met andere gemeenten binnen de betreffende gemeenschappelijke regelingen. Hieronder lichten wij de belangrijkste voorstellen voor de eerste categorie toe. Bibliotheken Uitgaande van de verwachte aanvullende bezuinigingstaakstelling op het bibliotheekwerk ad. € 320.000, blijft er ongeveer € 150.000 over van het oorspronkelijke budget. Er is een drietal varianten te bedenken om invulling te geven aan deze bezuiniging: • bibliotheken vervangen door servicepunten. Een servicepunt wordt veelal gerund door vrijwilligers met, op afstand, ondersteuning van bibliotheekmedewerkers; • een plug-in bibliotheek. Dit is een flexibele, onbemande bibliotheekvoorziening die kan worden toegevoegd aan bestaande functies, zoals een bank of supermarkt; • het openen van virtuele loketten. Dit is de meest uitgeklede bibliotheekvorm. Dit is niet meer dan een pc op locatie waarop je media kan bestellen (kan ook vanuit huis) en waar je op die locatie de media kan ophalen. Wat valt er weg? Al deze varianten richten zich voor het belangrijkste deel op het uitlenen van materialen. In de eerste 2 scenario’s is er een mogelijkheid van het beschikbaar c.q. openstellen van overheidsinformatie en de digitale vraagbaak. Vanuit de basisfuncties kan per scenario het volgende geleverd worden:
Kennis en informatie Ontwikkeling en educatie Kunst en cultuur Lezen en literatuur
25 26
Scenario 1 Ja Mogelijk Nee Ja
Scenario 2 Ja Mogelijk Nee Nee
Scenario 3 Mogelijk25 Nee Nee Mogelijk26
Is een af te nemen module, maar voor veel mensen in deze manier van aanbieden niet laagdrempelig Interactiviteit is een af te nemen module, innovatief is het zeker, inspirator voor lezen is het niet of nauwelijks
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 73 -
Accommodatiebeleid Op 30 juni 2011 stelde de gemeenteraad de herijking van het accommodatiebeleid vast. Deze herijking bestaat uit o.a. de volgende beleidsuitgangspunten: • • • • • • • •
Aanbod wijk- en buurtvoorzieningen meenemen, de beschikbare middelen vormen geen onderdeel van het accommodatiebeleid. Samenwerking (niet alleen beheersmatig, maar ook inhoudelijk). Meer eigen verantwoordelijkheid aanbieders en gebruikers van accommodaties bij beheer en exploitatie (Wmo, collegeakkoord, burgerkracht, wijkgericht werken). Meer zelfredzaamheid. Dit betekent o.a. dat de rol van gebruikers op het gebied van beheer zal toenemen. Gestructureerd afstemmen van (gezamenlijke) programmering op gemeentelijk niveau. Zo min mogelijk kapitaalvernietiging. Optimaal gebruik van geschikte / bestaande accommodaties, zowel publiek als privaat. Jeugdbeleid: Accommodatiegebonden jeugd- en jongerenwerk voor enkel de functie vrije tijd is niet meer 27 gewenst. Indien activiteiten plaatsvinden die èn niet gedragen worden door beleid èn niet kostendekkend geaccommodeerd kunnen worden, deze niet faciliteren. Neerwaartse bijstelling ambitie evenementen.
Niet alle in het verleden geformuleerde of gerealiseerde ambities worden onderbouwd door gemeentelijk beleid. In de planontwikkeling van zowel het MFC als de sporthal zijn ambities toegevoegd. Uitgangspunt is terug naar de basis. Gezien de opvatting van het college en de opdracht van de raad is bijstelling in ambities noodzakelijk. Dit kan op een aantal manieren: • Ambities die niet voortkomen uit beleid of gebruikers bijstellen (bijvoorbeeld volwaardige horecafunctie bij sporthal). • Maatregelen zonder dat ambitie hoeft worden ingeleverd (bijvoorbeeld samenwerking). • Maatregelen waarmee wel ambitie wordt ingeleverd (bijvoorbeeld een grote zaal zonder doos-in-doos constructie of een sporthallencomplex aan de rand van Kaatsheuvel). Met bovengenoemde uitgangspunten verwachtte het college het benodigde budget voor accommodatiebeleid al terug te brengen tot de beschikbare € 1,1 miljoen structureel. Het college ziet voldoende aanknopingspunten om op basis van de gewijzigde uitgangspunten en mede gelet op de voorgestelde bezuinigingen op bibliotheekwerk en peuterspeelzaalwerk, een aanvullend bedrag van € 100.000 te bezuinigen op het budget voor accommodatiebeleid. Peuterspeelzaalwerk Uitgaande van de verwachte aanvullende bezuinigingstaakstelling op het peuterspeelzaalwerk ad. € 148.000, blijft er ongeveer € 116.000 over van het oorspronkelijke budget. Belangrijk is in ieder geval om de doorgeleiding van de VVE-doelgroeppeuters te behouden. Het scenario waarbij 1 van de 2 betaalde groepsleidsters vervangen wordt door een vrijwilliger is de meest reële optie. Het is terugbrengen van het ambitieniveau van 1A naar 1. De salarisverhouding groepshulp-MBO’er is 45-55. Grofweg betekent dit dat ongeveer 45% van de directe personeelskosten wegvalt met de invoering van dit scenario. De directe loonkosten zijn (peil 2010): € 275.000. De besparing levert dus € 123.750 op. Mogelijk dat de indirecte personeelskosten licht stijgen i.v.m. extra benodigde aansturing e.d. rondom vrijwilligers. Ondersteunende activiteiten sociaal cultureel Ook hier ligt een relatie met de gekantelde werkwijze binnen de Wmo. Er wordt kritisch gekeken naar de diensten en taken die thans bij de verschillende door de gemeente gesubsidieerde instellingen belegd zijn. Het streven is om deze diensten en taken zo veel als mogelijk te integreren in de eigen gemeentelijke dienstverlening om op die manier enerzijds een bezuiniging te realiseren en anderzijds de dienstverlening aan onze inwoners integraler en adequater te organiseren. Daarnaast wordt de noodzaak van het in stand houden van specifieke accommodatiegebonden activiteiten kritisch tegen het licht gehouden op basis van een beleidsmatige en financiële insteek. Welke beleidsdoelstellingen 27
Momenteel onderzoekt Jongerencentrum Crossroads welke functie zij voor welke doelgroep wil vervullen en wat voor accommodatie daarvoor nodig is. Tijdens eerdere gesprekken en tijdens de stakeholdersbijeenkomst heeft Crossroads aangegeven open te staan voor samenwerking met andere partijen om elkaars functies aan te vullen en om de accommodatie zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Concreet wordt door Crossroads gedacht aan samenwerking met Halt en de nabijheid van functies van Triangel/De Twern (jongerenwerk, receptie).
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 74 -
worden bereikt met deze activiteiten en is financiële ondersteuning (van activiteiten en beheer) in de huidige omvang nog nodig? Impact van alle mogelijke maatregelen op de bezuinigingsambitie x
€ 1.000 2012
2013
2014
2015
Oplopend te bezuinigen
1.000
1.300
1.500
1.700
Totaal alle mogelijke maatregelen
1.010
1.273
1.444
1.624
-10
27
56
76
resterende bezuinigingsambitie
We willen uiterst serieus inzetten op de hiervoor genoemde maatregelen 2013 e.v. maar dit kan tot andere en wellicht minder positieve uitkomsten leiden dan hiervoor geschetst. Bovendien kan het nodig blijken extra ruimte te creëren vanwege mogelijk nog slechtere economische omstandigheden dan thans te voorzien. Daarnaast bestaat wellicht tevens behoefte onze reservepositie extra te versterken ten opzichte van datgene wat in deze begroting reeds is voorzien. Om extra ruimte te creëren zal uitwerking gegeven moeten worden aan de eerder in deze paragraaf geformuleerde onderzoeksvragen (pagina 72).
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 75 -
Overzicht vervangingsinvesteringen 2011 Afdeling
Fcl
Volgnr.
Invest.Omschrijving
Investering
Nr.
2012
2013
2014
2015
Afschr.-
Afschr.-
Rente
Kapitaal-
Rente
Kapitaal-
Rente
Kapitaal-
Rente
Kapitaal-
Rente
termijn
bedrag
4,00%
lasten
4,00%
lasten
4,00%
lasten
4,00%
lasten
4,00%
Kapitaallasten
I&D
59240
1
408 Losse inventaris en werkplekmeubilair
€
183.098
15
€ 12.207
€
7.324
€
19.530
€
6.836
€
19.042
€
6.347
€
18.554
€
5.859
€
18.066
€
5.371
€
Infra-Bu
59510
2
419 Zoutstrooier (aanhanger/fietspad)
€
25.201
10
€
2.520
€
1.008
€
3.528
€
907
€
3.427
€
806
€
3.327
€
706
€
3.226
€
605
€
3.125
Infra-Bu
59510
3
423 Containerwagen (Scania) BH-LB-96
€
200.000
7
€ 28.571
€
8.000
€
36.571
€
6.857
€
35.429
€
5.714
€
34.286
€
4.571
€
33.143
€
3.429
€
32.000
Infra-Bu
59510
4
428 Zoutstrooier (opzet/fietspad/Jongerius)
€
15.000
10
€
1.500
€
600
€
2.100
€
540
€
2.040
€
480
€
1.980
€
420
€
1.920
€
360
€
1.860
Infra-Bu
59510
5
480 Heetwaterreiniger (KEW)
€
4.043
5
€
809
€
162
€
970
€
129
€
938
€
97
€
906
€
65
€
873
€
32
€
841
Infra-Bu
59510
6
498 Bestelwagen open (VW) 44-BJ-LX
€
29.000
10
€
2.900
€
1.160
€
4.060
€
1.044
€
3.944
€
928
€
3.828
€
812
€
3.712
€
696
€
3.596
Infra-Buitendienst
59510
7
€
7.250
5
€
1.450
€
290
€
1.740
€
232
€
1.682
€
174
€
1.624
€
116
€
1.566
€
58
€
1.508
Infra-Bu
59510
8
443 Klein aanhanger
€
1.500
7
€
214
€
60
€
274
€
51
€
266
€
43
€
257
€
34
€
249
Infra-Bu
59510
9
592 Containerwagen met kraan (BLTN54)
€
225.000
7
€ 32.143
€
9.000
€
41.143
€
7.714
€
39.857
€
6.429
€
38.571
€
5.143
€
37.286
Infra-Bu
59510
10
605 Lastoestel Migatronic
€
2.850
5
€
570
€
114
€
684
€
91
€
661
€
68
€
638
€
46
€
616
Infra-Bu
59510
11
606 Mobiele kraan
€
63.000
5
€ 12.600
€
2.520
€
15.120
€
2.016
€
14.616
€
1.512
€
14.112
€
1.008
€
13.608
I&D
6810010
12
624 Luchtfoto's
€
7.410
4
€
1.853
€
296
€
2.149
€
222
€
2.075
€
148
€
2.001
€
74
€
1.927
Infra-Binnendienst
6210006
13
402 Openbare straatverlichting 2012
€
95.332
25
€
3.813
€
3.813
€
7.627
€
3.661
€
7.474
€
3.508
€
7.321
€
3.356
€
7.169
Infra-Buitendienst
59510
14
612 Knijperbak Atlas
€
13.000
10
€
1.300
€
520
€
1.820
€
468
€
1.768
€
416
€
1.716
€
364
€
1.664
Infra-Buitendienst
59510
15
614 Slootvuilbak
€
13.000
10
€
1.300
€
520
€
1.820
€
468
€
1.768
€
416
€
1.716
€
364
€
1.664
Infra-Buitendienst
59510
16
627 2 Bladblazers Stihl ruggedragen
€
2.400
2
€
1.200
€
96
€
1.296
€
48
€
1.248
€
-
48- €
1.152
Peugot Bipper
€
17.577
Infra-Buitendienst
59510
17
628 Bosmaaier Stihl ruggedragen
€
600
4
€
150
€
24
€
174
€
18
€
168
€
12
€
162
€
6
€
Infra-Buitendienst
59510
18
629 Bosmaaier Stihl handgedragen
€
600
4
€
150
€
24
€
174
€
18
€
168
€
12
€
162
€
6
€
156 156
I&D
59240
19
474 Werkplekmeubilair/ archief nieuwbouw
€
65.332
10
€
6.533
€
2.613
€
9.146
€
2.352
€
8.885
€
2.091
€
8.624
€
1.829
€
8.362
I&D
59240
20
476 Mobiel spreekgestoelte
€
5.000
10
€
500
€
200
€
700
€
180
€
680
€
160
€
660
€
140
€
640
Infra-Buitendienst
59510
21
416 Schaaf B (Jongerius ST 72)
€
6.796
10
€
680
€
272
€
951
€
245
€
924
€
217
€
897
€
190
€
870
Infra-Buitendienst
59510
22
417 Tractor (Ford)
€
37.086
10
€
3.709
€
1.483
€
5.192
€
1.335
€
5.044
€
1.187
€
4.895
€
1.038
€
4.747
Infra-Buitendienst
6729001
23
424 Rioolmateriaalwagen (MAN) BH-JJ-26
€
47.096
7
€
6.728
€
1.884
€
8.612
€
1.615
€
8.343
€
1.346
€
8.074
€
1.076
€
7.804
Infra-Buitendienst
6729001
24
427 Boormachine (riolering)
€
2.760
5
€
552
€
110
€
662
€
88
€
640
€
66
€
618
€
44
€
596
Infra-Buitendienst
59510
25
438 Aanhangwagen dranghek
€
5.294
10
€
529
€
212
€
741
€
191
€
720
€
169
€
699
€
148
€
678
Infra-Buitendienst
59510
26
603 Schaaf D (NIDO SMK 240)
€
13.829
10
€
1.383
€
553
€
1.936
€
498
€
1.881
€
443
€
1.825
€
387
€
1.770
Infra-Buitendienst
6729001
27
609 Rioolinspectiecamera
€
4.250
5
€
850
€
170
€
1.020
€
136
€
986
€
102
€
952
€
68
€
918
V&H
6723000
28
625 Geluidsapparatuur
€
4.700
5
€
940
€
188
€
1.128
€
150
€
1.090
€
113
€
1.053
€
75
€
1.015
Infra-Binnendienst
6210006
29
402 Openbare straatverlichting 2013
€
95.332
25
€
3.813
€
3.813
€
7.627
€
3.661
€
7.474
€
3.508
€
7.321
Infra-Buitendienst
59510
30
626 Schaaf A Jongerius JMK
€
9.000
10
€
900
€
360
€
1.260
€
324
€
1.224
€
288
€
1.188
Infra-Buitendienst
6721010
31
703 Toegangscontrolesysteem/milieupassen
€
69.024
3
€ 23.008
€
2.761
€
25.769
€
1.841
€
24.849
€
920
€
23.928
Infra-Buitendienst
59510
32
440 Zoutstrooier NIDO stratos 1999
€
33.190
10
€
3.319
€
1.328
€
4.647
€
1.195
€
4.514
Infra-Buitendienst
59510
33
615 Zoutstrooier NIDO stratos 2001
€
35.000
10
€
3.500
€
1.400
€
4.900
€
1.260
€
4.760
402 Openbare straatverlichting 2014
7.474
Infra-Binnendienst
6210006
34
€
95.332
25
€
3.813
€
3.813
€
7.627
€
3.661
€
Infra-Buitendienst
59510
35
Vervanging aggregators
€
4.200
8
€
525
€
168
€
693
€
147
€
672
Infra-Buitendienst
59510
36
426 Wacker trilplaat DPU 2960H
€
8.777
5
€
1.755
€
351
€
2.106
Infra-Buitendienst
59510
37
483 Aggregaat Honda
€
1.500
5
€
300
€
60
€
360
Infra-Buitendienst
59510
38
604 Klein trilplaat
€
2.684
7
€
383
€
107
€
491
Infra-Buitendienst
59510
39
610 Kleine aanhanger (trilplaat)
€
1.500
5
€
300
€
60
€
360
Infra-Buitendienst
59510
40
611 Las- aggregaat BNS
€
2.100
5
€
420
€
84
€
504
Infra-Buitendienst
59510
41
613 Schaaf C NIDO HYL240
€
6.100
10
€
610
€
244
€
854
Infra-Buitendienst
59510
42
591 Actiewagens A,B,C,D
€
67.655
7
€
9.665
€
2.706
€
12.371
Infra-Buitendienst
59510
43
607 2 Oliewagens mobiel
Infra- Buitendienst
59510
44
56-BF-BF Volkswagen vervangen door (activa nr. 583)
€
2.600
5
€
520
€
104
€
624
€
40.000
7
€
5.714
€
1.600
€
7.314
Infra- Buitendienst
59510
45
90-BH-GT Daihatsu vervangen door 42-VZS-1 (Fiat Scudo)€ activa 29.232 nr 451
7
€
4.176
€
1.169
€
5.345
Infra- Buitendienst
59510
46
Bestelwagen open (VW) VV-ZT-52)
€
35.000
8
€
4.375
€
1.400
€
5.775
Infra- Buitendienst
59510
47
Balanceermachine Hofman
€
1.950
10
€
195
€
78
€
273
Infra- Buitendienst
59510
48
Compressor
€
2.950
10
€
295
€
118
€
413
6731000
49
Grondwatermeetnet
€
40.000
5
€
8.000
€
1.600
€
9.600
59240
50
Machines reproruimte
€
10.000
5
€
2.000
€
400
€
2.400
61
Samenvoegen gemeente Waalwijk-Loon op Zand
€
43.333-
61
Verkeersplan (GVP) kadernota 2012 TOTAAL
€
90.510
€
1.720.730
€
46.961
€
252.202
Infra I&D
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
€ 419
€ 205.241
€
18.544
€
68.500
€
41.219
€
168.872
€
- 76 -
43.047
€
198.422
€
43.541
€
208.873
Overzicht reserves en voorzieningen Boekwaarde 1-1-2012 A.1. VRIJE RESERVES 1. Algemene Reserve 2a Weerstandsreserve alg.dienst (nieuw) 2b Weerstandsreserve grondbedr.(nieuw) Subtotaal vrije reserves
vermeerderingen
verminderingen
Boekwaarde 31-12-2012
1.215.226 6.468.563 3.000.000 10.683.789
368.955 0 0 368.955
-51.407 0 0 -51.407
1.635.588 6.468.563 3.000.000 11.104.151
8.340.212 95.035 591.758 203.500
333.608 0 0 0
971.425 0 50.084 0
7.702.395 95.035 541.674 203.500
9.230.505
333.608
1.021.509
8.542.605
19.914.294
702.563
970.102
19.646.755
B. BESTEMMINGSRESERVES 14. Reserve Recreatie 17. Reserve Kunstbeleid 27. Reserve Huisvesting 28. Reserve Decentraal Arbeidsvoorwaardenbeleid 29. Reserve Monumentenbeleid 33. Reserve Inburgering - educatieve component 37. Reserve Onderhoud gebouwen 38. Reserve Onderhoud woonwagencentrum 41. Reserve automatisering 42. Reserve Onderwijs algemeen 82. Reserve subsidie Sint Janskerk 88. Reserve WMO 93 Reserve Riolering 94. Reserve onderhoud scholen
397.727 4.536 422.367 21.613 17.511 239.797 242.520 10.956 105.567 127.067 62.407 132.069 2.229.325 187.908
0 0 245.000 0 0 0 8.292 0 43.400 0 0 0 89.173 79.623
255.000 0 245.000 0 10.368 0 10.000 0 0 0 62.407 0 0 258.214
142.727 4.536 422.367 21.613 7.143 239.797 240.812 10.956 148.967 127.067 0 132.069 2.318.498 9.317
Grondbedrijf: 67. Reserve Stimulering Volkshuisvestingsbeleid 68. Reserve investeringen grondbedrijf 69. Reserve bovenwijkse voorzieningen 70. Reserve voor planherziening 95 Reserve ontsl.weg Molenwijk-Zuid Subtotaal bestemmingsreserves
113.221 1.402.105 251.005 136.659 1.015.997 7.120.356
0 56.084 10.040 0 0 531.612
0 175.000 20.000 15.000 0 1.050.989
113.221 1.283.189 241.045 121.659 1.015.997 6.600.979
27.034.650
1.234.175
2.021.091
26.247.734
983.793 12.590 2.035.182 21.751 26.376 116.984 0
0 0 42.000 0 10.000 53.000 0
948.888 12.590 2.077.182 21.751 36.376 120.428 0
Grondbedrijf: 98.Verliesvoorziening Cplx Bruisend Dorpshart 100. Verliesvoorziening Cplx 11 Castellanie 101 Verliesvoorziening Cplx 15 Amerika-Hoofdstraat 102 Verliesvoorziening Rosagaerde 103 Verliesvoorziening Cplx 25 Roestenbergstraat 70 104 Verliesvoroziening CPlx 31 Willibrordusstraat/ De Hoorn
14.265.099 160.000 16.000 68.000 60.796 40.000
641.929 0 0 0 0 0
34.905 0 0 0 0 49.556 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal voorzieningen
17.806.571
746.929
84.461
18.469.039
Totaal reserves en voorzieningen
44.841.221
1.981.104
2.105.552
44.716.774
A.2. DEKKINGSRESERVES 3. Reserve Brutering 5. Reserve aandelen BNG 9. Reserve winstuitkering HNG 99. Reserve Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeente Subtotaal dekkingsreserves Totaal algemene reserves
Totaal reserves C. VOORZIENINGEN 12. Voorziening Egalisatie reiniging 20. Voorziening Kinderopvang 63. Voorziening pensioenen wethouders 81. Voorziening Alternatieve trajecten scholen 86. Voorziening Verkiezingen 92. Voorziening groepsremplace openbare verlichting 107. Voorziening Wegen
14.907.028 160.000 16.000 68.000 60.796 40.000
* De stand van de reserves betreft een momentopname. Bij de stand van de algemene reserve is, bij het opstellen van de begroting nog rekening gehouden met het nadeel van Berap I ad € 0,7 miljoen en het voorstel voor het kernwinkelgebied van € 0,5 miljoen (technische claim).
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 77 -
Paragrafen Paragraaf 1. Lokale heffingen De paragraaf lokale heffingen bevat beleidsvoornemens voor de lokale lasten en een overzicht op hoofdlijnen van de diverse belastingen en heffingen. De belastingen vormen met ongeveer 15% een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente.
Uitgangspunten tariefbeleid In de gemeente Loon op Zand hanteren we voor lokale belastingen en heffingen de volgende uitgangspunten: • OZB28 tarieven worden jaarlijks gecorrigeerd met het inflatiepercentage; • in het coalitieakkoord en kadernota 2011 is aangegeven dat verhoging van de OZB tot de macronorm tot de mogelijkheden behoort; • het tarief voor afvalstoffenheffing is gebaseerd op 100% kostendekkend; • het tarief voor rioolheffing is gebaseerd op 100%; • overige leges heffingen en leges zijn of worden kostendekkend vastgesteld (profijtbeginsel).
Kwijtschelding Kwijtschelding is vastgelegd in een gemeentelijke regeling. Particuliere belastingplichtigen kunnen een aanvraag indienen voor de volgende belastingen: • de afvalstoffenheffing tot maximaal 75%; • de rioolheffing tot maximaal 75%; • de hondenbelasting tot maximaal 75% van de eerste hond. Vanaf 2010 is we de vermogenstoets bij de verzoeken om kwijtschelding verruimd. Vanaf dan bestaat de mogelijkheid uit te gaan van maximaal de vermogensnorm in de Wet werk en bijstand. Vanaf 2012 normeren we de inkomensgrens van het gemeentelijk inkomensbeleid op maximaal 110% van het wettelijk minimumloon. Onderstaande tarieven en percentages hebben uitdrukkelijk een voorlopig en indicatief karakter. In het dekkingsplan bij deze begroting is voor met name de OZB stijging voorgesteld. Na definitieve besluitvorming hierover worden de definitieve tarieven door de raad nader vastgesteld.
Tariefontwikkeling Onroerende-zaakbelastingen Voor een verhoging van de OZB is de zogenaamde macronorm van toepassing, de gemeente Loon op Zand conformeert zich hieraan. Voor 2012 is deze bepaald op 3,75%. Een tariefsverhoging van 1 % genereert een opbrengst van € 35.000. In het dekkingsplan 2011-2014 is voor het jaar 2012 al een verhoging van 1,5% opgenomen. De ruimte voor een OZB-verhoging voor 2012 bedraagt daarmee 2,25%. In het dekkingsplan 2012-2015 bij deze begroting wordt voorgesteld in principe voorgesteld de tarieven voor 20122015 nogmaals met 1,5% te verhogen. De totale verhoging bedraagt daarmee voor 2012, 3%. De consequentie van dit voorstel is dat bij de toekomstige begroting er voor de jaren 2013-2015 nog maar beperkt ruimte is om een inflatiecorrectie op de tarieven toe te passen. Overigens vindt er altijd jaarlijks separaat besluitvorming over de tarieven plaats waarbij aan de macronorm wordt getoetst. Ontwikkeling WOZ-waarden Sinds 2007 vindt de herwaardering van de WOZ-waarde jaarlijks plaats. Dit betekent dat jaarlijks een tariefsaanpassing plaats moet vinden in verband met de waardestijgingen/dalingen. Op basis van de op dit moment beschikbare landelijke gegevens wordt uitgegaan van een gemiddelde waardedaling van de WOZ-waarde van de woningen met 1,6 %. De daling van de WOZ-waarde van niet-woningen bedraagt naar verwachting 1,9 %. De percentages van de werkelijke waardeontwikkelingen in deze gemeente zijn begin oktober 2011 bekend.
28
Onroerende Zaakbelasting.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 78 -
Tarief (percentage) 2012 Sinds enkele jaren wordt de OZB geheven door middel van een percentage van de WOZ-waarde. Het percentage voor 2012 wordt dus beïnvloed door 2 zaken: • verhoging vanwege verwachte daling WOZ-waarden (in dat geval dient dus het percentage verhoogd te worden voor een gelijkblijvende opbrengst, in het verleden zijn de tarieven om dezelfde reden verlaagd); • verhoging vanwege de voorstellen uit het dekkingsplan bij deze begroting. In de tabel hieronder zijn de percentages opgenomen voor 2008-2012, gebaseerd op de huidige WOZ-waarden en de voorgenomen aanpassing op basis van de Dekkingsplannen 2011-2014 (1,5 %) en 2012-2015 (1,5%).
2008 Percentage WOZ-waarde
2009 Percentage WOZ-waarde
2010 Percentage WOZ-waarde
2011 Percentage WOZ-waarde
2012 Percentage WOZ-waarde
Woning: Eigenaar
0,0752
0,0772
0,0832
0,0872
0,0898
Niet-woning: Eigenaar Gebruiker
0,1180 0,0948
0,1224 0,0983
0,1301 0,1044
0,1338 0,1074
0,1378 0,1106
Afvalstoffenheffing De afgelopen jaren zijn de uitgaven voor afvalinzameling lager uitgevallen dan de inkomsten. Volgens het principe van 100% kostendekkendheid komen deze voordelen ten gunste van het tarief. Meer concreet worden de verschillen verrekend met een egalisatievoorziening. In 2008 is besloten een scenario te hanteren waarbij in 2009 € 20 werd teruggegeven en in 2010 € 10 per aansluiting (voor meerpersoonshuishoudens). Het definitieve tarief voor de afvalstoffenheffing zal eveneens met de overige tarieven nog separaat door de raad worden vastgesteld. Bij deze berekening zullen we de verwachte uitkomst van de lasten en baten over 2011 betrekken. Op dit moment wordt daarom nog uit gegaan van dezelfde tarieven als in 2011. Tarief Eenpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden Bedrijven
2008 200,52 322,32 383,52
2009 186,36 292,32 347,88
2010 196,36 302,32 359,87
2011 177,60 291,72 347,16
2012 177,60 291,72 347,16
Rioolheffingen In het, eind 2010 vastgestelde Water- en rioleringsplan Loon op Zand van 2010 is geconstateerd dat de rioolheffingen de komende jaren met 5 % per jaar moeten stijgen om het kostendekkend niveau te bereiken. In de onderstaande tabel is hiermee al rekening gehouden. Ten opzichte van het vorige begrotingsjaar stijgt het tarief daardoor met 5 %. Tarief Minimumtarief (tot 250 m3)
2008 164,52
2009 172,44
2010 180,36
2011 189,36
2012 198,80
Hondenbelasting Uitgegaan is van een gelijkblijvend aantal honden als in 2011. Tarief 1e hond 2e en volgende hond kennel
2008 41,00 61,40 225,25
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
2009 41,00 61,40 225,25
2010 44,10 66,00 242,15
2011 44,10 66,00 242,15
2012 44,10 66,00 242,15
- 79 -
Toeristenbelasting Voor overnachtingen op een vaste standplaats op een camping geldt een forfaitair tarief (gebaseerd op een gemiddeld aantal personen en overnachtingen). De gehanteerde aantallen worden periodiek onderzocht op actualiteit voor een zo juist mogelijke bepaling van het tarief. Het laatste onderzoek is in 2010 uitgevoerd, waarbij is gebleken dat zowel het aantal personen als het aantal overnachtingen bij vaste standplaatsen lager is ten opzichte van het laatste onderzoek. Daarnaast is gebleken dat invoering van een tarief voor een voorseizoenplaats recht doet aan de feitelijke situatie met betrekking tot overnachtingen op campings. Op basis van bovenstaande uitkomsten van het onderzoek en inflatieontwikkeling heeft met ingang van 2011 een herberekening van de tarieven plaatsgevonden. Die herberekening vormt ook voor de komende jaren de basis voor de tarieven. Tarief
2008
Hotels Recreatiebungalows Overige accommodaties Jaarplaats (caravans) Seizoenplaats (caravans) Voorseizoenplaats (caravans)
1,29 0,97 0,89 149,06 118,12 nvt
2009 1,46 1,10 0,92 154,10 122,10 nvt
2010 1,62 1,22 0,93 155,75 123,42 nvt
2011 1,69 1,27 0,97 113,15 124,75 64,60
2012 1,69 1,27 0,97 113,15 124,75 64,60
Lokale lastendruk Om hiervan een beeld te geven is een vergelijking in woonlasten per meerpersoonshuishouden gemaakt voor het jaar 2011 (gegevens voor 2012 zijn nog niet beschikbaar), op basis van de volgende criteria: • groottegroep: 20.000 – 30.000 inwoners • sociale structuur: goed • centrumfunctie: weinig • voorgezet onderwijs: ja • slechte bodem: 0% - 25% • aandeel woonkeren in oppervlakte land: 0% - 25% (m.a.w. uitgestrekte gemeente) Op basis van deze criteria ontstaat een groep gemeenten die zowel qua fysieke als sociale structuur redelijk goed vergelijkbaar is. Dit veronderstelt min of meer dat deze gemeenten dezelfde kosten hebben voor gemeentelijke basistaken en daarmee wellicht ongeveer evenveel OZB heffen voor de aanvullende voorzieningen. De tabel geeft echter slechts een zeer grove indicatie, de hoogte van de woonlasten zegt, zonder nader onderzoek, namelijk nog niets over het voorzieningenniveau. Gemeente Dalfsen Bernheze Elburg Wijk bij Duurstede Cranendonck Zwartewaterland Oldebroek Goirle Zundert Wierden Loon op Zand Oisterwijk Werkendam Dinkelland
Provincie Overijssel Noord-Brabant Gelderland Utrecht Noord-Brabant Overijssel Gelderland Noord-Brabant Noord-Brabant Overijssel Noord-Brabant Noord-Brabant Noord-Brabant Overijssel
Woonlasten* 584 595 596 665 672 674 688 694 695 723 727 755 761 766
*bron: Coelo (euro’s per meerpersoonshuishouden)
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 80 -
Paragraaf 2. Weerstandsvermogen Inleiding Het weerstandsvermogen geeft antwoord op de vraag in hoeverre een gemeente in staat is om niet afgedekte risico’s op te vangen met gereserveerde financiële middelen (weerstandscapaciteit). Voldoende weerstandsvermogen zorgt ervoor dat de uitvoering van taken en het voorzieningenniveau bij financiële tegenslagen gegarandeerd blijven. Voldoende weerstandsvermogen betreft 2 vragen: 1. Welke risico’s lopen we? 2. Wat is de beschikbare weerstandscapaciteit? Risico’s Een risico is de kans op het optreden van een gebeurtenis met een negatief gevolg voor de gemeente. Een gemeente loopt tal van risico’s die in meer of mindere mate kunnen worden ingeschat en beheerst. Gemeentelijke risico’s kunnen voortkomen uit de politiek, de aansprakelijkheid, de strategie, financiële samenwerking, het bedrijfsproces en het milieu. Zaken als verbonden partijen, open einde regelingen en grondexploitaties zijn eveneens bekende onderwerpen waar de gemeente belangrijke risico’s loopt. Bronnen van weerstandscapaciteit zijn de algemene reserve, vrij aanwendbare bestemmingsreserves, de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorziene uitgaven. Risicoprofiel Er zijn meerdere methoden om een gekwantificeerd risicoprofiel (bijlage 1) op te stellen, uiteenlopend van meer wetenschappelijke methoden tot meer praktische modellen. Voor alle methoden geldt dat ze geen 100% garantie bieden op volledigheid. Het gaat er immers om risico’s zo goed mogelijk te benoemen waar nog niet op één of andere manier in is voorzien. De eigenschap van een risico is echter dat men niet weet wat, wanneer of hoe het zich aandient. Voor deze paragraaf is gekozen voor een pragmatische aanpak. Basis voor het risicoprofiel is de inventarisatie van risico’s die twee maal per jaar plaatsvindt (begroting en rekening). Deze zijn met behulp van de methode gekwantificeerd en aangevuld met de risico’s die bekend zijn binnen het project Bruisend Dorpshart en de MPG (meerjarenprognose projecten Grondbedrijf) waarmee één profiel voor de gehele gemeente bekend is. Binnen het profiel worden de risico’s voorzien van een risicoscore (kans x impact) op basis van onderstaande tabellen: Kans Gering (minder als 1 x per 4 jaar) Gemiddeld (ongeveer 1 x per 4 jaar) Hoog (minimaal 1 x per jaar)
Score 1 3 5
Financieel gevolg Score Gering (< 0,1% omzet = < € 40.000 1 Beperkt (> 0,1% omzet < 0,5 % omzet = 2 tussen € 40.000 en € 200.000) Groot (> 0,5 % omzet = > € 200.000) 3 Omzet: lasten programma’s Loon op Zand (begroting 2012: afgerond € 40 miljoen) De risicoscore komt tot stand door de kans te vermenigvuldigen met de impact, hoe hoger de score hoe groter het risico. De uitkomst wordt afgezet tegen de volgende tabel: Ranking Scores >= 10 5 < Scores < 10 Scores < 5
Gevolg Hoog risico. Als het een financieel risico betreft dient weerstandsvermogen aanwezig te zijn. Beperkt risico. Als het een structureel financieel risico betreft wordt deze voor 25% meegeteld voor het aanhouden van een weerstandsvermogen (spreiding over 4 jaar). Een incidenteel risico wordt voor 50% meegenomen. Gering risico. Voor zover het financiële gevolgen betreft worden die geacht binnen de reguliere bedrijfsvoering gedragen te kunnen worden.
De risicoscore houdt ook rekening met het feit dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd zullen voordoen. Wanneer hiermee geen rekening wordt gehouden is de kans groot dat een behoorlijk deel van het vermogen onnodig geblokkeerd wordt.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 81 -
Structureel of incidenteel Van belang is nog onderscheid te maken tussen risico’s met structurele en incidentele effecten, in het profiel is dit onderscheid ook aangebracht. Risico’s met structurele effecten hangen meestal samen met de bedrijfsvoering zoals rente of hogere kosten vanwege een hoger aantal bijstandontvangers. Wanneer dit soort risico’s zich voordoen dienen ook structurele maatregelen genomen te worden door ze mee te nemen in het financieel meerjarig perspectief. Het kan zijn dat het perspectief hiervoor op korte termijn geen ruimte biedt en dat moet worden omgebogen binnen de begroting. Om die reden wordt het risico voor 100% meegenomen wanneer het hoog is en voor 25% wanneer het beperkt is om het eerste jaar eventueel te overbruggen met behulp van het weerstandsvermogen. Wanneer zich een incidenteel risico voordoet dient deze in principe ineens ten laste van de weerstandscapaciteit gebracht te worden. Uit het profiel valt op te maken dat op verschillende manieren rekening wordt gehouden met de verschillende risico’s. Wanneer met alle risico’s voor 100% rekening gehouden zou worden zou een gemeente een onevenredig deel van haar reserves moeten blokkeren, het is immers niet reëel dat alle risico’s zich gelijktijdig voordoen. Het risicoprofiel dat is gehanteerd bij het opstellen van de kadernota is inmiddels door alle afdelingen beoordeeld, hieruit zijn geen grote afwijkingen naar voren gekomen. Uit bijlage 1 blijkt een structureel risico van ruim € 0,8 miljoen en incidenteel € 10,2 miljoen, het totale profiel komt daarmee uit op € 11 miljoen. Dit zijn zowel de risico’s uit reguliere bedrijfsvoering als (grondbedrijf)projecten waarvoor een financiële oplossing moet worden gevonden mochten deze zich voordoen. Ook de risico’s uit de voortgangsrapportage van het Bruisend Dorpshart maken hiervan onderdeel uit. Deze zijn voor een bedrag van € 7,5 miljoen voor 100% meegenomen. Weerstandscapaciteit Voor een oordeel over ons weerstandsvermogen is naast het risicoprofiel ook een inschatting van onze weerstandscapaciteit nodig, ook hierbij wordt in principe onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele middelen. Structureel Dit wordt met name gevormd door de onbenutte belastingcapaciteit (en dan met name OZB aangezien er al voor 100% dekking is gekozen voor afval en riool) en het bedrag voor onvoorzien. In het coalitieakkoord is ten aanzien van de OZB aansluiting gezocht bij de macronorm. Deze norm biedt, naast ruimte voor een inflatieverhoging, beperkte ruimte voor verhoging van de tarieven (ongeveer 1,5% – 2%). In het dekkingsplan 2011-2014 is uitgegaan van een jaarlijkse verhoging van 1,5% waarbij per jaar bekeken wordt of nog een verhoging wegens inflatie nodig is. Bij het dekkingsplan 2012-2015 (zie ook paragraaf lokale heffingen) is inmiddels voorgesteld die ruimte voor inflatie ook in te boeken. Op basis van de beleidsuitgangspunten is er daarmee verder geen onbenutte belastingcapaciteit meer. Hiervan kan pas weer sprake zijn wanneer besloten wordt om van de macronorm af te wijken. In dat geval is dus alleen sprake van de post onvoorzien van € 35.000. Incidenteel De incidentele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de som van alle reserves waaraan nog geen specifieke bestemming is gegeven en eventuele bestemmingsreserves zonder concrete verplichting die daardoor herbestemd kunnen worden. Voor de weerstandscapaciteit beperken we ons tot de algemene reserves. Voor deze reserves wordt separaat een herschikking van de reserves en voorzieningen voorgesteld. Die herschikking is eveneens de basis voor de opstelling in deze paragraaf. Structureel: Onbenutte belastingcapaciteit onroerende zaakbelasting Onvoorzien subtotaal structureel
0 35.000 35.000
Incidenteel: algemene dienst grondexploitatie Weerstandsreserve Algemene reserve subtotaal incidenteel
9.468.563 1.635.588 11.104.151
Totale weerstandscapaciteit
11.139.151
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 82 -
Weerstandsratio De confrontatie van risicoprofiel en weerstandscapaciteit is opgenomen in onderstaande tabel. Weerstandsvermogen Structureel Incidenteel Totaal
Beschikbaar A C E
35.000 B 11.104.151 D 11.139.151 F
Structureel (A/B) Incidenteel (C/D) Totaal (E/F)
Benodigd 806.250 10.242.500 11.048.750
0,0 1,1 1,0
Ratio
Waardering
> 2,0 1,5 - 2,0 1,0 - 1,5 0,8 - 1,0 0,6 - 0,8 < 0,6
uitstekend ruim voldoende voldoende matig onvoldoende ruim onvoldoende
Conclusie De ratio voor de structurele risico’s is ruim onvoldoende. Dit is overigens bij gemeenten een “normaal verschijnsel”. Deze ratio kan namelijk pas boven de 1 uitkomen wanneer er in dit geval sprake is van een structurele begrotingsruimte (inclusief onbenutte belastingcapaciteit) van ruim € 800.000. In de meeste gemeenten zal die ruimte echter ingezet worden voor nieuw of intensivering van bestaand beleid. De totale ratio komt echter uit op 1. De incidentele ratio compenseert dus ruimschoots de structurele ratio. Mede gezien het feit dat we alle geïnventariseerde risico’s rondom het Bruisend Dorpshart voor 100% in het profiel hebben meegenomen kunnen we stellen dat ons weerstandsvermogen nog voldoende is.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 83 -
Paragraaf 3. Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding In deze paragraaf wordt een dwarsdoorsnede van de programmabegroting gepresenteerd. Er wordt inzicht gegeven in de onderhoudstoestand en de kosten van de belangrijkste groepen kapitaalgoederen (wegen, riolering/water, openbare verlichting, groen, speelvoorzieningen en gebouwen) Onderhoud van kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van de begroting en de lasten hiervan komen in de diverse programma’s (3 en 10) terug. Een goed overzicht is daarom van belang voor een juist inzicht in de financiële consequenties ervan. Per groep kapitaalgoederen is aangegeven waarop het onderhoudsbeleid is gebaseerd en welke middelen hiervoor beschikbaar zijn. Beleid De basis om de kapitaalgoederen van de gemeente op een doelmatige manier te kunnen onderhouden ligt in de beheersystemen. Deze basis wordt gebruikt om uitvoeringsprogramma’s op te stellen en op elkaar af te stemmen, waardoor er een integrale aanpak op het onderhoud van de kapitaalgoederen ontstaat. Deze aanpak dient echter ook te stroken met de actuele beleidsuitgangspunten zoals het WRP (Water en RioleringsPlan), de actieplannen wegen en verkeer, de vastgestelde onderhoudsniveaus, enzovoorts. Voor het onderhoudsbeleid zijn in de voorliggende periode de volgende nota’s vastgesteld:
Nota
Datum vaststelling
Groenbeleidsplan
Juni 2010
Water- en RioleringsPlan
November 2010
Beleidsplan Openbare Verlichting
Maart 2009
Beheerplan Wegen
Maart 2009
Onderhoud gemeentelijke gebouwen
Nog vast te stellen
Financiële middelen In totaal geeft Loon op Zand jaarlijks ruim € 6 miljoen uit aan het onderhoud van de kapitaalgoederen. De onvermijdelijke fluctuaties in de (jaarlijkse) financiële behoefte voor het onderhoud van deze kapitaalgoederen moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Het instellen van voorzieningen biedt uitkomst. Voor openbare verlichting (groepsremplace) wordt al met zo’n voorziening gewerkt. Ook voor wegen is inmiddels een voorziening ingesteld. Voor riolering wordt gewerkt met een (bestemmings)reserve. De hoogte van de dotaties aan de voorzieningen wordt jaarlijks door de gemeenteraad bepaald. Wegen Tweejaarlijks wordt het areaal aan wegen geïnspecteerd, het beheerplan geactualiseerd en een jaarplan opgesteld. Het wegonderhoud wordt conform het jaarplan uitgevoerd, behalve in 2012. Vanwege de bezuinigingen wordt in 2012 een budget gestuurd programma uitgevoerd. Als onderhoudsniveau wordt uitgegaan van de CROWnorm R-, wat neerkomt op sober en doelmatig beheer. Onderhoud aan wegen is onderverdeeld in klein onderhoud (losliggende tegels, kleine verzakkingen), groot onderhoud (herstraten, opnieuw asfalteren) en rehabilitaties (een “versleten” weg volledig nieuw aanleggen).
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 84 -
Financiële middelen In de financiële behoefte voor het noodzakelijke onderhoud zit jaarlijks nogal wat verschil. Daarbij komt dat een aantal van deze onderhoudswerkzaamheden vaak jaaroverstijgend is. Om de fluctuaties in de behoefte te vereffenen in de begroting en om de jaaroverstijgende werkzaamheden te kunnen bekostigen, zijn de benodigde middelen voor het onderhoud ondergebracht in een voorziening. Bezuinigingen zijn er de oorzaak van dat het inlopen van de achterstand in het onderhoud vertraagd is. Omdat de achterstanden oplopen, betekent dit dat vervolgschade optreedt en de aansprakelijkheidsrisico’s toenemen. Riolering en water Iedere gemeente heeft de verplichting om een rioleringsplan op te stellen. De hoofddoelen van zo’n plan zijn: duurzame bescherming van de volksgezondheid, handhaving van een goede kwaliteit van de leefomgeving en duurzame bescherming van natuur en milieu. Daarnaast is van belang dat een goed inzicht verkregen wordt in de kwaliteit van de riolering zodat duidelijkheid komt in de investeringen op lange termijn. Het rioleringsplan “oude stijl” is eenzijdig gericht op de inzameling en afvoer van afvalwater via de rioleringen. Dit plan geeft een overzicht van de in onze gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van het stedelijk afvalwater en omvat het beleidskader hoe de gemeente wenst om te gaan met het beheer hiervan. Dit beleidskader vormt de grondslag voor de berekening van de rioolheffing. Sinds 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijk watertaken van kracht. Op basis van die wet heeft de gemeente, naast de zorgplicht voor afvalwater, ook de zorgplicht voor stedelijk grondwater en afvloeiend hemelwater in openbaar gebied gekregen. De Wet gemeentelijke watertaken bepaalt dat gemeenten in hun rioleringsplan naast riolering ook expliciet aandacht moeten besteden aan hun nieuwe zorgplichten voor grond- en hemelwater. In het rioleringsplan staat de concrete invulling van onze zorgplichten op dit terrein. Het geeft daarnaast aan welk afwegingskader we gebruiken bij de invoering van deze zorgplichten. De nieuwe wet regelt verder de verbreding van de gemeentelijke rioolheffing tot een bestemmingsheffing, waarmee gemeenten ook voorzieningen kunnen bekostigen voor regenwaterafvoer en aanpak van grondwaterproblemen. Het nieuwe verbrede gemeentelijk rioleringsplan, WRP genoemd (Water en Rioleringsplan), is op basis van deze regelgeving opgesteld en in 2010 vastgesteld. In het WRP staan onze verplichtingen die voortvloeien uit de gemaakte afspraken29 tussen rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Een van de maatregelen die we hebben ingevoerd, is dat we het onkruidbeheer in de openbare ruimte uitvoeren zonder gebruik te maken van chemische middelen, volgens het niveau zilver (methode Stichting Milieukeur). Om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen en gemeentelijke randvoorwaarden (bijvoorbeeld: maximaal éénmaal per twee jaar water op straat) zullen de kosten op het gebied van riolering en water de komende jaren stijgen. In het WRP zijn diverse scenario’s doorgerekend om te bepalen hoe de kosten zich doorvertalen in de verbrede rioolheffing (nieuwe heffing riolering/regenwater/grondwater). Zoals al eerder is aangegeven zullen de (landelijke) rioolheffingen in de komende jaren meer dan gemiddeld toenemen om alle kosten te kunnen dekken. Het WRP zal een looptijd hebben van 2011 tot en met 2015. In het WRP wordt het waterbeleid van de gemeente vastgelegd en doorvertaald naar concrete doelen en maatregelen.
29
Die afspraken zijn vervat in de Vierde nota waterhuishouding (NW 4), de nieuwe Waterwet, het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en Waterbeheer 21e eeuw (WB 21) en de Europese Kaderrichtlijn Water.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 85 -
Financiële middelen In het WRP zijn jaarlijkse bedragen opgenomen per onderhouds- of vervangingscategorie, die nodig zijn voor de uitvoering van het plan (beheerplan). Jaarlijks worden aanscherpingen in de planning verwerkt in het meerjarige bestedingsritme. De jaarlijkse fluctuaties tussen de kosten en de opbrengsten worden via een reserve met elkaar verrekend. Opmerking: in het WRP staan de berekeningen van de jaaruitgaven en inkomsten voor de periode 2011 – 2015, met een doorkijk naar 2027. Zoals hiervoor aangegeven, stijgen de kosten flink en dienen daarnaast de inkomsten evenredig te stijgen (verbrede rioolheffing). Groen Het in de bestekken gehanteerde onderhoudsniveau is niveau B (landelijke norm: ‘sober en doelmatig”). Door de bezuinigingen kunnen we niveau B niet (overal) meer halen (wordt niveau C). Ondanks de bezuinigingen gebruiken we geen chemische bestrijdingsmiddelen bij onkruidbestrijding op verharding. Net zoals bij wegen maken we hier onderscheid tussen klein- en groot onderhoud (cyclisch onderhoud) en renovaties. Door de bezuinigingen voeren we in 2012 een budget gestuurd programma uit. Openbare Verlichting Nut en noodzaak van openbare verlichting staat vast. Daar is geen discussie over. Het beleidsplan Openbare Verlichting (2009- 2013) gaat in op de veiligheid van weggebruikers, het veiligheidsgevoel in de woonomgeving, duurzaamheid en energieverbruik (bijvoorbeeld door gebruik van LED-verlichting). De openbare verlichtingsinstallatie moet zodanig worden onderhouden dat ze aan de gestelde normen blijft voldoen. Voor de regeling van aansprakelijkheid bij eventuele ongevallen of misdrijven is het van belang, dat duidelijk kan worden aangetoond dat het beheer en het onderhoud naar behoren zijn en worden uitgevoerd. De totale installatie in de gemeente vertegenwoordigt een waarde van circa 5,1 miljoen Euro. De onderhoudsplanning en groepsremplace (groepsgewijs vervangen van lichtbronnen) met bijbehorende kosten worden door middel van een het beheersysteem inzichtelijk gemaakt. Groepsremplace Aangezien de jaarlijkse kosten voor groepsremplace aanzienlijk fluctueren, is de groepsremplace in een voorziening ondergebracht. De jaarlijkse storting bedraagt circa € 50.000. Speelvoorzieningen Speelvoorzieningen zijn opgenomen in het beheersysteem. Op basis van periodieke controles houden we de staat van onderhoud bij. Binnen wijkgericht werken stemmen we de volgende zaken af: spreiding en aantal speelplaatsen en speeltoestellen, inrichting speelterreinen in samenhang met leeftijdsopbouw en burgerparticipatie. Voor de vervanging van speeltoestellen is in de begroting structureel € 19.000 opgenomen. Gebouwen De gemeente beschikt niet over een geautomatiseerd beleidsplan voor het planmatig onderhouden van de gebouwen. Totdat er nieuw beleid is vastgesteld, is het uitgangspunt om de gebouwen in stand te houden op basis van de huidige bedragen en via het huidige MOG (Meerjarenbegroting Onderhoud Gebouwen). Op basis van een nulmeting uit 2009 stellen we voor het (planmatig) onderhoud een meerjarenraming op. Deze nulmeting levert de basisgegevens op als we overgaan op aanschaf en invoering van een automatisch gebouwen beheersysteem. Financiële middelen Voor het uitvoeren van het onderhoud is binnen de begroting op verschillende beleidsproducten rekening gehouden met een budget voor dagelijks onderhoud. Daarnaast is voor het groot onderhoud de reserve onderhoud gebouwen. De geraamde stand van deze reserve bedraagt per 1 januari 2012 € 242.520. De jaarlijkse storting in deze reserve bedraagt circa 8.000.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 86 -
Paragraaf 4. Financiering De paragraaf financiering geeft jaarlijks inzicht in de ontwikkelingen rond de gemeentelijke meerjarige financiering, het te voeren beleid op dit gebied en in de risico’s die daarbij worden gelopen. Zoals voorgeschreven heeft de gemeente Loon op Zand een treasurystatuut waarvan de meest recente versie in 2006 door de gemeenteraad formeel is vastgesteld. In het treasurybeleid en –statuut wordt bepaald aan welke partijen en onder welke condities door de gemeente geld mag worden uitgeleend en bij welke partijen en onder welke condities beleggingen en financieringen kunnen plaatsvinden. De uitgangspunten zijn gebaseerd op een risicomijdend treasurybeleid. De gemeente verricht geen “near banking”- of “banking”-activiteiten daar dit niet tot de kernactiviteiten van de gemeente behoort. Interne en externe ontwikkelingen 30 Vanaf 1 januari 2009 zijn enkele veranderingen doorgevoerd in de wet Fido : • Einde hypotheekverstrekking “eigen” personeel – Onze gemeente heeft één lopende hypotheek aan “eigen” personeel. Er zijn al lange tijd geen nieuwe hypotheken meer verstrekt. • De nieuwe renterisiconorm: deze is gedefinieerd als het bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal. Loon op Zand voldoet aan de norm. • Informatie over de kasgeldlimiet opnemen in de begroting en het jaarverslag. Het regulier verzenden van de kwartaalrapportages over de kasgeldlimiet aan de toezichthouder is vervallen. 31 • Zorgvuldig uitzetten van gelden bij financiële instellingen binnen het EMU-gebied met minimaal een Arating. Dit Is al een voorwaarde in ons treasurystatuut (2006). • Bevoegdheid over het beheer van de administratieve organisatie van de financieringsfunctie bij het college. Risicobeheer De gemeente Loon op Zand staat aan de vooravond van forse investeringen. In juli 2009 heeft de raad ingestemd met de plannen rond het Bruisend Dorpshart. Onder andere als gevolg daarvan hebben we in 2011 een lening afgesloten en zal, afhankelijk van het verloop van het project ook in 2012 een additionele lening worden aangetrokken. Voor de programmabegroting 2012 – 2015 hanteren we de volgende uitgangspunten: • Omslagrente (bespaarde rente): 4,0% • Rekenrente kort geld: 1,5% • Rekenrente lang geld: 4,6% • Beperkte grondexploitaties en grondexploitaties in voorbereiding financieren met kasgeld • Omvangrijke (vastgestelde) grondexploitaties financieren afhankelijk van mogelijkheid / wenselijkheid tot het fixeren van het renterisico in de respectievelijke projecten
De volgende tabellen geven informatie over risico’s over de vlottende schuld (kasgeldlimiet) en over risico’s over de vaste schuld (rente risiconorm). Het betreft hier uiteraard slechts ramingen. De kasgeldlimiet is bedoeld om het renterisico op opgenomen kortlopende geldleningen tot een acceptabel maximum te beperken. Verder is de kasgeldlimiet een van de voorgenomen kaders op basis waarvan treasury haar afweging over het tijdelijk opnemen van gelden maakt.
30 31
Financiering decentrale overheden. Economische en Monetaire Unie.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 87 -
Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000) Rekening 2010 Omvang begroting
Begroting 2011 (gem).
Begroting 2012
40.000
1 Toegestane kasgeldlimiet ( 8,5 % begroting) 2 Omvang Vlottende korte schuld (rekening courant gemeente) 3 Vlottende middelen (kortlopende vorderingen)
3.400
3.400
6.854
1.000
2.177
2.000
4) totaal kasgeld (2) – (3) 5) Toegestaan kasgeld limiet (1) 6) Overschot op kasgeldlimiet (4-5)
4.677 3.400 1.277
3.400
3.400
-1.000 3.400 4.400
Rente risiconorm (bedragen x € 1.000 Rekening 2010 1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 2. Netto renteherziening op vaste schuld 3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) 3b. Nieuw verstrekte vaste leningen (u/g) 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 5. Betaalde aflossingen 6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7. Renterisico op vaste schuld (2+6)
0 0 9.000 0 9.000 693 693 693
Begroting 2011
Begroting 2012
10.000 1.695 1.695 1.695
0 0 5.000 0 5.000 1.749 1.749 1.749
Rekening 2010 40.000
Begroting 2011
Begroting 2012
39.000
42.000
8.000
7. 800
8.400
10.000
Rente risiconorm (bedragen x € 1.000)
8. Stand van vaste schuld 9. Bij het ministerie regeling vastgesteld percentage 20 % 10. Renterisiconorm
Toets Rente risiconorm (bedragen x € 1.000) Rekening 2010 10. Renterisiconorm 7. Renterisico op vaste schuld 11. Ruimte(+)/Overschrijding(-)(10-7)
5.000 693 7.307
Begroting 2011 7.800 1.695 6.105
Begroting 2012 8.400 1.749 6.651
Loon op Zand voldoet aan de rente risiconorm. In 2012 trekken we een langlopende geldlening aan voor onder andere het project Bruisend Dorpshart.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 88 -
Kredietrisico op verstrekte gelden (bedragen x € 1.000) Rekening Begroting 01-012010 2011 2012 Publieke taak Leningen aan 0 0 0 verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen Leningen aan 86.029 81.812 78.000 woningbouwverenigingen Prudent beheer Financiële instellingen 0 0 0 (rating A en hoger) Semioverheidsinstellingen 0 0 0 Overige toegestane 1.455 2.637 2.537 instellingen Niet toegestane 0 0 0 instellingen Totaal 87.484 84.449 80.537 Het risico op verstrekte geldleningen is beperkt, omdat ofwel contragaranties zijn verstrekt of een hypotheek als onderpand is afgegeven. Financiering Dit onderdeel geeft inzicht in de ontwikkeling van de financieringspositie van de gemeente Loon op Zand. Mutaties in de leningenportefeuille opgenomen gelden o/g (bedragen x € 1.000) Bedrag Gemiddelde rente Stand per 01-01-2012 39,575 4,60 % Nieuwe leningen 2012 5.000 Reguliere aflossingen 2.118 Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud 0 percentage) Renteaanpassing (nieuw 0 percentage) Stand per 31-12-2012 42.457 Loon op Zand maakt gebruikt van langlopende leningen bij banken met minimaal een AA-rating. Mutaties in de leningenportefeuille uitgezette gelden u/g (bedragen x € 1.000) Bedrag in Verwachte euro’s gemiddelde rente Stand 01-01-2012 9.767 4,60 % Nieuwe leningen Reguliere aflossingen 1.086Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) Renteaanpassing (nieuw percentage) Stand per 31-12-2011 8.681
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 89 -
Paragraaf 5. Bedrijfsvoering Net als de overige paragrafen is de paragraaf bedrijfsvoering van belang voor de ondersteuning van een succesvolle uitvoering van de programma’s. Bedrijfsvoering is primair een verantwoordelijkheid van het college. De onderdelen van bedrijfsvoering worden zowel voor de ondersteuning van het gehele bestuur als de organisatie ingezet. In deze paragraaf geven wij op hoofdlijnen inzicht in de aspecten van bedrijfsvoering en de hieraan verbonden kosten. Hierbij zetten we, indien mogelijk, de werkelijke cijfers 2010, begrote kosten 2011 en de geraamde kosten voor 2012 naast elkaar. Organisatiekosten worden op basis van verschillende verdeelsleutels toegerekend aan producten en maken daarmee integraal onderdeel uit van de verschillende programma’s. Met ingang van 2012 wordt een meer eenvoudige en transparante wijze van kostentoerekening gehanteerd. Vanaf dat jaar wordt de begrote kostentoerekening aan programma’s ook bij de jaarrekening gehanteerd, hierdoor zijn bij de jaarrekening de afwijkingen beter zichtbaar die vervolgens binnen programma 12 op de post “saldo kostenplaatsen” zullen worden toegelicht. Verder is ook kritischer gekeken naar de toerekening van de kosten. Voorbeeld: tot en met de begroting 2011 werd er van de personeelasten (inclusief overhead) een bedrag van € 1,2 miljoen toegerekend aan projecten. Als gevolg van de economische crisis zijn veel projecten stil komen te liggen. Bij de jaarrekening 2010 bleek dat voor een bedrag van € 0,4 miljoen deze kosten niet konden worden toegerekend. Bij de kadernota 2011 is dit als structureel nadeel voor de exploitatie aangemerkt. Bij het opstellen van de begroting 2012 hebben we besloten dat ook de resterende € 0,8 toe te rekenen te optimistisch is en het bedrag verder verlaagd naar € 0,6 miljoen. Consequentie hiervan is wel dat er in het dekkingsplan 2012-2015 alleen voor dit onderdeel al voor een bedrag van € 0,6 miljoen aan maatregelen is aangedragen om het effect op de exploitatie op te kunnen vangen. Vanwege het integrale karakter vindt de formele autorisatie van de budgetten voor bedrijfsvoering plaats via het vaststellen van het totaal van de programma’s (de budgetten zijn geraamd op de zogenaamde kostenplaatsen). Om een voorbeeld te geven, de personeelslasten zoals in deze paragraaf genoemd, worden middels een verdeelsleutel toegerekend aan verschillende producten. Deze producten maken op hun beurt onderdeel uit van een programma. Door het vaststellen van de programma’s autoriseert u daarmee het personeelsbudget.
Bestuur, personeel en organisatie Gemeenteraad Bij wet is vastgelegd dat een gemeente van onze omvang 19 raadsleden kent. In Loon op Zand zijn deze leden verdeeld over 5 verschillende partijen. De burgemeester is voorzitter van de raad. Daarnaast is hij voorzitter van het college, inclusief enkele wettelijke taken op het vlak van openbare orde en veiligheid. De raad wordt ondersteund door de griffie, die uit de griffier en een ondersteunend medewerker bestaat. Daarnaast functioneert onafhankelijk een rekenkamercommissie die de raad bijstaat in haar controlerende functie. College Bij het opstellen van deze begroting bestaat het college, naast de burgemeester, uit drie wethouders (twee voltijd, één deeltijd). Inmiddels is bekend dat, wanneer de raad de aangekondigde voordracht voor een nieuwe wethouder overneemt, in het najaar het college weer bestaat uit vier wethouders (twee voltijd, twee deeltijd). Ambtelijke organisatie Voor de voorbereiding en uitvoering van beleid en alle ondersteunende activiteiten die daarvoor nodig zijn functioneert de ambtelijke organisatie. De basis voor het functioneren van deze organisatie is verwoord in de notitie “Visie op de gemeentelijke organisatie”, waarin een verbeterplan voor onder andere de organisatie is opgenomen. De praktijk wijst uit dat er inmiddels stappen vooruit zijn gezet. Helaas moeten we constateren dat we in 2011 verschillende stelposten hebben moeten afboeken, waaruit duidelijk werd dat de organisatie nog onvoldoende (financieel) op orde is. Wij verwachten dat het ingezette verbetertraject de komende jaren de gewenste kwaliteitsslagen oplevert. In 2008 is het directiemodel formeel ingevoerd. Het organogram van de gemeentelijke organisatie staat op de volgende pagina. Het model is, als onderdeel van genoemde verbeteragenda, onderwerp van onderzoek in het kader van het verbeteren van de organisatie. Gelet op de aanstaande intensivering van onze 32 samenwerking met Waalwijk en de uitwerking van onze visie op de organisatie verwachten wij dat de organisatie wordt aangepast.
32
Notitie “Samenwerking Loon op Zand – Waalwijk: Stip op de horizon!”
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 90 -
De totale taakstelling op personeel uit de dekkingsplannen 2011-2014 en 2012-2015 bedraagt 13%. De vermindering van de formatie met dit percentage heeft invloed op de uitvoering van het huidige takenpakket aan producten en diensten. We letten erop dat we binnen de beschikbare formatie onze basistaken blijven waarborgen. Van de taakstelling van 13% is in 2011 al ± 6% gerealiseerd (van 145 fte naar 137 fte). De aanwezige vacatures zijn in deze begroting voor een groot deel geschrapt. De resterende taakstelling willen wij nog steeds doorvoeren zonder gedwongen ontslagen. Via een systeem van strategische personeels-planning willen we beter zicht krijgen op waar in onze organisatie de komende jaren capaciteitsoverschotten en -tekorten dreigen te ontstaan. De uitkomsten van de kerntakendiscussie en de daaruit voortvloeiende focus voor onze activiteiten (producten en diensten) zijn hiervoor mede bepalend. Door samenwerking, interne overplaatsingen, taakveranderingen en opleiding (vorming, training en opleiding) proberen we in te spelen op ontwikkelingen. Kengetallen en kosten personeel en organisatie Voor uw beeldvorming hebben we in onderstaande tabel een aantal aanvullende kengetallen opgenomen. Omschrijving
Aantal formatieplaatsen Aantal medewerkers Percentage mannen Percentage vrouwen Percentage ziekteverzuim Percentage deeltijders 33 34
Begroting 2011 (peildatum december 2009) 144.86 (incl. griffie) 33 164 41.5% 58.5% 6.2% 51.8%
Begroting 2012 (peildatum juli 2011) 136.86 (incl. griffie) 34 164 41.5% 58.5% 8.8% 55.5%
Dit getal is exclusief de bestaande vacatures. Het aantal medewerkers is ongewijzigd gebleven ten opzichte van dat van de Begroting 2010 omdat vacatures zijn geschrapt.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 91 -
De kosten voor Personeel en Organisatie kunnen als volgt worden uitgesplitst:
Onderdeel Loonsom ambtelijke organisatie (excl.griffie)* Opleiding en ontwikkeling Secundaire arbeidsvoorwaarden Bedrijfsgezondheid en arbo Werving en selectie (incl. stage)
Werkelijk 2010 € 7,1 milj. € 100.000 € 80.000 € 40.000 € 73.000
Begroot 2011 € 8,0 milj. € 137.000 € 104.761 € 35.017 € 73.299
Geraamd 2012 € 7,8 milj. € 137.000 € 95.000 € 42.000 € 42.000
* de lagere loonkosten t.o.v. de begroting 2010 zijn te wijten aan de vacatures gedurende dat jaar. Die middelen zijn aangewend voor tijdelijke vervanging door extern personeel, deze vallen echter niet onder de loonsom.
Op basis van de CAO voor gemeenten gaan we voor 2012 uit van een stijging van 2% personeelslasten. Dit komt overeen met € 160.000. Ten opzichte van 2011 zien we een daling van de loonsom. Dit komt overeen met het dekkingsplan 2011-2014. De overige geraamde besparingen op personeel staan geparkeerd op een stelpost (enige uitzondering voor stelposten) totdat duidelijk is welke functie bij welke afdeling het exact betreft. Op dat moment wordt de besparing doorgevoerd in het personeelsysteem en deze is dan zichtbaar binnen de loonsom. Informatisering en automatisering (I&A) I&A is een onmisbaar element in onze bedrijfsvoering. Met de ambities van de “Andere overheid” wordt onze afhankelijkheid van ICT alleen maar groter. In dit landelijke programma is de verplichting voor gemeenten opgenomen om een aantal landelijke basisregistraties te beheren (Gemeentelijke Basisadministratie, Basisadministratie Adressen en Gebouwen, Basisadministratie Grootschalige Topografie). Op het gebied van I&A werken wij met andere gemeenten samen in Equalit-verband. Voor de komende jaren staat het uitbouwen van de synergie van deze samenwerking nadrukkelijk op de agenda. We willen de kosten van Equalit in vooral de gebruikskosten (werkplekken/accounts) terugbrengen. Door betere samenwerking en onderlinge afstemming willen we dat de kosten van uitbreiding van ICT-mogelijkheden (programma “Andere Overheid” of eigen ambities), “minder- meer” zijn. Loon op Zand maakt zich binnen Equalit-verband sterk voor applicatieconvergentie en gezamenlijk functioneel-/applicatiebeheer. Daarnaast dient de toepassing van ICT binnen de eigen organisatie de komende jaren te leiden tot (verdere) vermindering in formatie (voorbeelden: digitalisering post en facturen). Wij zeggen in september 2011 ons contract met Equalit op om zo de handen vrij te hebben in onze aanstaande verdergaande samenwerking met Waalwijk. De tabel hieronder geeft u inzicht in de huidige kosten voor ICT . Onderdeel Kosten ICT (samenwerking Equalit, licenties software, kapitaal lasten diverse applicaties).
Werkelijk 2010 € 1.442.000
Begroot 2011 Geraamd 2012 € 1.200.000 € 1.400.000
Vanwege de contracten met Equalit is voor 2012 (en verder) vooralsnog uitgegaan van die bedragen om te voorkomen dat op dit onderdeel opnieuw een tekort zou ontstaan. Los daarvan vindt dus een studie plaats naar de mogelijkheden om de kosten te verlagen. Huisvesting Met ingang van 7 juni 2010 is het gemeentekantoor aan de Nieuwe Markt 1 niet meer in gebruik. Gedurende de periode van nieuwbouw gebruiken we voor de bedrijfsvoering van de organisatie 4 gebouwen te weten: Gemeentewinkel (Nieuwe Markt 5), Hoefijzer (Modelleur 13), de Westkant (Vossenbergselaan), Milieustraat en gemeentewerf (Liechtensteinstraat). Voor zowel het bestuur als de organisatie is een adequate huisvesting van groot belang. Onderdeel Huisvesting (energie, water, aankoop niet duurzame goederen en diensten, specifieke verbruiksgoederen, huren, verzekeringen, afschrijving, e.d.)
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
Werkelijk 2010 € 1.299.000
Begroot 2011 Geraamd 2012 € 970.000 € 940.000
- 92 -
Overige kosten organisatie (facilitaire zaken) Naast deze 3 grotere kostenposten is er een aantal andere activiteiten en middelen die ten dienste staan van de organisatie. De uitsplitsing treft u hierna aan. Onderdeel Facilitaire zaken (kantinepersoneel, repro, huishoudelijke zaken, postverzorging, inventaris, tijdschriften en abonnementen, algemene benodigdheden, contributies, e.d.)
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
Werkelijk 2010 € 376.000
Begroot 2011 Geraamd 2012 € 300.000 € 300.000
- 93 -
Paragraaf 6. Verbonden partijen Inleiding In deze paragraaf besteden we aandacht aan de zogenaamde “verbonden partijen” van onze gemeente. Hiermee bedoelen we partijen waarin we een bestuurlijk én financieel belang hebben. Onder bestuurlijk belang verstaan we het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang bedoelen we dat we middelen ter beschikking hebben gesteld die we kwijt zijn in geval van faillissement van de “verbonden partij” en/of als financiële problemen bij verbonden partijen op ons kunnen worden verhaald.
Belang voor de raad Deze paragraaf is om twee redenen van belang voor uw raad. Allereerst voeren de “verbonden partijen” vaak beleid uit dat we in principe zelf ook kunnen uitvoeren. We mandateren als het ware de “verbonden partij”. We houden de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Voor uw raad blijft er dus nog steeds een kaderstellende en controlerende taak over bij die programma’s. Daarnaast zijn het de kosten (het budgettaire beslag) en de financiële risico’s die we met ‘verbonden partijen” kunnen lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. Het aangaan en onderhouden van contacten met “verbonden partijen” is van belang om: • af te wegen wat de meest doelmatige manier is om een taak uit te voeren; • te bekijken welke manier de meeste garantie geeft dat de taak wordt uitgevoerd zoals we voor ogen staan; • te zorgen dat we voldoende inhoudelijk en financieel inzicht hebben en houden in het uitvoeren van een taak.
Beleid gemeente Loon op Zand Onze gemeente maakt deel uit van verschillende gemeenschappelijke regelingen. In deze paragraaf geven we een overzicht. De gemeenschappelijke regeling Equalit, die we op ICT-gebied zijn aangegaan met de gemeente 35 Oosterhout , behoort niet tot de categorie “verbonden partijen”. Er is namelijk geen bestuurlijke vertegenwoordiging in de vorm van een algemeen of dagelijks bestuur. Dit is een samenwerkingsvorm op basis van een bestuurlijke minimumvariant.
35
Oosterhout is met verschillende gemeenten deze vorm van samenwerking aangegaan.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 94 -
Gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant (ROM) Doelstelling
Vanuit het beginsel van autonomie van het lokale bestuur een overlegstructuur in te stellen en in stand te houden, die dient om de samenwerking tussen de deelnemende gemeenten vorm te geven. De rechtspersoonlijkheid die de regeling aanvankelijk niet had, maar later wel verkreeg, is noodzakelijk om middelen (van derden) te ontvangen en verantwoording af te leggen over de besteding van subsidiegelden die door overheden met het oog op de samenwerking worden toegekend. Doorontwikkeling en versterking regionale samenwerking biedt ons kansen. In de Jaarrekening en het Jaarverslag 2009 hebben we de “Strategische agenda” Midden-Brabant benoemd. Over de revitalisering van “De Ideale Connectie” gaf de raad aan in te zijn voor intensievere samenwerking in onze regio. De versterking van de samenwerking in Midden-Brabant is daarom opgenomen in het bestuursprogramma 2010–2014. Met de Efteling als topattractie van wereldallure en een Nationaal Park binnen onze gemeentegrenzen biedt ambitieuze samenwerking de komende jaren grote kansen voor onze gemeente.
Bestuurlijk belang
De gemeenteraad van elke deelnemende gemeente wijst uit zijn college een persoon- alsmede een plaatsvervanger aan, als lid van het algemeen bestuur. Voor Loon op Zand is burgemeester W. Luijendijk aangewezen als lid en wethouder J. Broeders als plaatsvervangend lid. Voor de verschillende ROMcommissies zijn leden en plaatsvervangers benoemd.
Financieel belang
De deelnemende gemeenten dragen, naar rato van het aantal inwoners, de kosten van het Regionaal Overleg, voor zover de kosten niet uit andere middelen worden gedekt. Raming 2012: € 10.000
Gemeenschappelijke regeling voor de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Hart voor Brabant (G.G.D.) Doelstelling
Het leveren van een bijdrage aan de “Openbare Gezondheidszorg” voor inwoners van de betrokken gemeenten.
Bestuurlijk belang
De gemeenteraad van elke deelnemende gemeente wijst uit zijn college een persoon- alsmede een plaatsvervanger aan, als lid van het algemeen bestuur. Voor Loon op Zand is wethouder W. Ligtenberg aangewezen als lid en burgemeester W. Luijendijk als plaatsvervangend lid.
Financieel belang
De deelnemende gemeenten betalen een jaarlijkse bijdrage aan de GGD, bestaande uit een bedrag per inwoner voor werkzaamheden in verband met de wettelijke verplichte taken en een vastgesteld tarief voor andere dan wettelijke taken (maatwerkpakket). Raming 2012: € 308.000
Gemeenschappelijke regeling Welstand Noord-Brabant De gemeenschappelijke regeling Welstand Noord-Brabant wordt per 1 januari 2012 opgeheven. Ervoor in de plaats worden de bouwplannen thans getoetst door een eigen gemeentelijke welstandscommissie.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 95 -
Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulance Voorzieningen (R.A.V.) Doelstelling
Komen tot een betere dienstverlening en bedrijfsvoering van de ambulancevoorziening met een kostendekkende exploitatie zonder financiële risico’s voor de gemeenten.
Bestuurlijk belang
De gemeenteraad van elke deelnemende gemeente wijst uit zijn college een persoon- en een plaatsvervanger aan, als lid van het algemeen bestuur. Voor Loon op Zand is burgemeester W. Luijendijk aangewezen als lid en wethouder W. Ligtenberg als plaatsvervangend lid.
Financieel belang
De bijdrage voor 2012 is geraamd op € 8.400.
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant De gemeenschappelijke regelingen: Regionale Brandweer Midden-Brabant en Geneeskundige Hulpverleningsdienst Midden-Brabant zijn opgenomen in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Inmiddels zijn ook de “Meldkamer” en de gemeentelijke brandweerkorpsen onder de Veiligheidsregio gebracht. Doelstelling
Samenwerking bij de voorbereiding en de uitvoering van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde hulpverlening en brandbestrijding en het op professionele wijze voorkomen en bestrijden van rampen en zware ongevallen.
Bestuurlijk belang
De gemeenteraad van elke deelnemende gemeente wijst uit zijn college een persoon-, alsmede een plaatsvervanger aan, als lid van het algemeen bestuur. Voor Loon op Zand is burgemeester W. Luijendijk aangewezen als lid.
Financieel belang
De deelnemende gemeenten dragen, naar rato van het aantal inwoners, de kosten van de Veiligheidsregio, voor zover de kosten niet uit andere middelen worden gedekt. Raming 2012: € 953.000.
Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat (I.S.D.) Doelstelling
Voorzien in het verkrijgen van een zelfstandige basisvoorziening voor zijn klanten en klanten te activeren tot maatschappelijke participatie. Daarnaast zorgt de ISD voor een rechtmatige, klantgerichte en efficiënte uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en aanverwante wetten en regelingen.
Bestuurlijk belang
De gemeenteraad van elke deelnemende gemeente wijst uit zijn college een persoon en een plaatsvervanger aan als lid van het dagelijks bestuur. Voor Loon op Zand is dat wethouder W. Ligtenberg. Daarnaast wijst de raad van elke deelnemende gemeente uit zijn college en raad twee personen en plaatsvervangers aan (lid algemeen bestuur). Voor Loon op Zand zijn vanuit de raad mevrouw J. Smit-Van Gijsel en de heer C. Grootswagers aangewezen als leden van het algemeen bestuur en de heer P. Flohr als plaatsvervangend lid per 19 maart 2010.
Financieel belang
In de begroting wordt voor alle deelnemende gemeenten de verschuldigde bijdrage apart (naar raming) aangegeven. Voor de berekening van de bijdrage worden de kosten naar verhouding inwoners/cliënten door de gemeenten verdeeld. Voor de bekostiging van de apparaatskosten is Loon op Zand een bijdrage van € 868.000 verschuldigd
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 96 -
Gemeenschappelijke regeling Werkbedrijf voor gesubsidieerde arbeid, activering en trajecten Midden-Langstraat (W.M.L.) Doelstelling
Uitvoering Wet Sociale Werkvoorziening (WSW).
Bestuurlijk belang
Het college van elke deelnemende gemeente wijst een persoon en een plaatsvervanger aan als lid van het dagelijks bestuur. Voor de gemeente Loon op Zand is wethouder W. Ligtenberg aangewezen als lid. Als lid van het algemeen bestuur was benoemd voormalig wethouder W. Aussems (momenteel vacature).
Financieel belang
De ontvangen Rijksuitkering in het kader van de WSW wordt één op één doorbetaald aan de WML.
Bank Nederlandse Gemeenten (B.N.G.) Maatschappelijk belang
BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak.
Bestuurlijk belang
Onze gemeente heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen (één stem per aandeel). Voor Loon op Zand vertegenwoordigt burgemeester W.C. Luijendijk onze gemeente als aandeelhouder in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang
Er is geen jaarlijkse bijdrage verschuldigd. Loon op Zand heeft totaal ± 41.900 aandelen. De aandelenportefeuille vertegenwoordigt een waarde van € 95.000 nominaal.
Brabant Water N.V. Doelstelling
Voorziet ruim 2,4 miljoen inwoners van vrijwel heel Noord-Brabant van drinkwater. Jaarlijks verzorgen de 34 waterproductiebedrijven de winning en zuivering van circa 200 miljoen m3 water. Via een hoofdleidingnet van bijna 17.000 kilometer komt het drinkwater bij ruim 1.070.000 klanten thuis.
Maatschappelijk belang
Brabant Water wil bijdragen aan het waarborgen van een goede volksgezondheid, de zorg voor het milieu en aan de economische ontwikkeling in het voorzieningsgebied.
Bestuurlijk belang
Voor Loon op Zand vertegenwoordigt burgemeester W. Luijendijk onze gemeente als aandeelhouder in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang
Er is geen jaarlijkse bijdrage verschuldigd en er wordt geen dividend uitgekeerd. Loon op Zand heeft totaal ± 33.100 (1,19%) aandelen. Deze staan voor € 102.000 op de balans van onze gemeente.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 97 -
Paragraaf 7. Grondbeleid De paragraaf Grondbeleid geeft inzicht in het grondbeleid van de gemeente Loon op Zand in relatie tot de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in deze programmabegroting. Regelgeving Wet ruimtelijke ordening (inclusief Grondexploitatiewet) Exploittatieverordening
Nota Grondbeleid
Besluit Begroting Verantwoording (BBV) Financiële verordening Notitie Grondprijzen Notitie Snippergroenbeleid
Omschrijving Regeling voor kostenverhaal, de verevening van kosten en het stellen van locatie-eisen bij particuliere grondexploitatie Bevat de voorwaarden waar- onder de gemeente mede- werking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden. Alleen van toepassing op overeenkomsten gesloten voor 1 juli 2008 Richtinggevend en kader-stellend bij gebiedsontwikkeling met een faciliterend grondbeleid als primaire beleidsrichting Regels met betrekking tot de financiële verantwoording. Minimaal per 2 jaar rapporteren over de financiële positie van het grondbedrijf Jaarlijkse vaststelling van grondprijzen Beleid met betrekking tot verkoop snippergroen
Vastgesteld 2008
Actualisatie
2005
2010
2014
2004
2010
jaarlijks
Hoofddoelstelling Het grondbeleid van de gemeente Loon op Zand is gericht op de realisatie van de ruimtelijke doelen van de gemeente. De ruimtelijke doelen van de gemeente volgen uit het beleid dat door de gemeente wordt gevoerd op gebieden als volkshuisvesting, sociaal beleid, economie, volkshuisvesting, recreatie en toerisme, verkeer, etcetera. Daarnaast streeft de gemeente naar maximaal kostenverhaal. Activiteiten • opstellen van een Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) eind 2011 / begin 2012. Op termijn wordt gestreefd naar een totaaloverzicht aan ruimtelijke doelstellingen op basis waarvan prioriteitstelling kan plaatsvinden; • per project wordt een “Nota van uitgangspunten en randvoorwaarden” opgesteld met daarin de kaders voor de ontwikkeling;benutten van mogelijkheden tot samenwerking met marktpartijen; • benutten van de mogelijkheden tot kostenverhaal op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Met ontwikkelaars worden in een vroeg stadium afspraken gemaakt over het verhaal van kosten; • binnen de kaders van de Nota Grondbeleid wordt per project een keuze gemaakt voor wat betreft de verschillende vormen van grondbeleid en grondbeleids-instrumenten; • afronding van het Meerjarig Investeringsplan infrastructuur en ruimtelijke ontwikkelingen (M.i.i.); • jaarlijkse actualisatie van lopende grondexploitaties; • realiseren verbetermogelijkheden met betrekking tot de (financiële) beheersing van projecten; • verder doorvoeren van de methodiek projectmatig werken; • aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek naar het Grondbeleid in de volgende begroting (begroting 2013) in de praktijk brengen. Dit aangezien het rapport van de rekenkamer net voor de totstandkoming van de begroting 2012 is ontvangen van de rekenkamercommissie. • waar mogelijk worden opbrengsten gegenereerd door grondposities te verkopen. Actualisatie van complexen De grondexploitaties zijn begin 2011 in het kader van het MPG 2010 geactualiseerd. Voor de grotere projecten zijn of worden de grondexploitaties in het vervolg van 2011 verder geactualiseerd. In het kader van de efficiency, korte doorlooptijd, beschikbare tijd en bezuinigingen is ervoor gekozen om de grondexploitaties bij de begroting 2012 niet integraal te actualiseren. Nieuwe resultaatverwachtingen voor alle projecten en een doorkijk naar de komende jaren worden geschetst bij de actualisatie van de volgende versie van het MPG (het MPG 2011 die begin 2012 wordt opgesteld). Binnen programma 11 is een prognose opgenomen over de te realiseren woningen en bedrijvencomplexen. Via het MPG wordt meer gedetailleerd gerapporteerd over de inhoudelijke en financiele voortgang van de verschillende complexen. Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 98 -
Reserves en risico’s In het MPG 2010 (Meerjaren Perspectief Grondexploitaties 2010), vastgesteld in de Raad van juni 2011, is een beeld gegeven van het verwachte verloop van de reserves van het grondbedrijf in de komende jaren. Het verwachte verloop laat zien dat zonder verdere ingrepen de investeringsreserve over een aantal jaren ontoereikend is om de kosten van diverse projecten te kunnen dekken. Het negatieve verloop van de investeringsreserve wordt voor een groot deel veroorzaakt door al eerder gereserveerde middelen voor de ontsluiting van Loon op Zand. Mogelijke nieuwe projecten kunnen niet langer worden gedekt uit de reserves van het grondbedrijf. Dit noodzaakt de gemeente om bij nieuwe investeringen gemeentebreed keuzes te maken en prioriteiten te stellen. Dit om te voorkomen dat uiteindelijk de algemene reserve moet worden aangesproken. De mogelijkheden om voor de gemeente (buiten de opbrengsten die in het Dorpshart al zijn ingerekend) in de toekomst extra opbrengsten te genereren zijn op basis van de beschikbare grondposities en uitbreidingsmogelijkheden beperkt. Voor de meeste projecten kan (buiten de genoemde projecten) naar verwachting de komende jaren over het algemeen niet meer dan de kosten en waar mogelijk een bijdrage voor ruimtelijke ontwikkelingen worden verhaald. Afhankelijk van het verloop van de financiële crisis kunnen door de crisis negatieve effecten optreden. Zo kan bijvoorbeeld worden gedacht aan vertragingen in de uitgifte, langere doorlooptijden en projecten die financieel niet haalbaar blijken. Hierop worden zo nodig en voor zover mogelijk maatregelen genomen. De risico’s worden zoveel mogelijk afgedekt door het aangaan van diverse vormen van overeenkomsten. In de voortgangsrapportages, de bestuursrapportages en het MPG wordt hierover verantwoording afgelegd. De financiële risico’s binnen het grondbeleid zijn overigens onderdeel van de paragraaf weerstandsvermogen en het daarmee samenhangende risicoprofiel.
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 99 -
Bijlage 1, risicoprofiel Onderwerp Risico / oorzaak Risico's binnen reguliere bedrijfsvoering (structureel)
Beheersmaatregel
Renterisico
Schommelingen op de geld- en kapitaalmarkt
Decentralisatie
Overgehevelde rijkstaken zonder voldoende financiele compensatie
In principe afgedekt via renterisiconorm (zie paragraaf financiering) Op inspelen door taak voor budget uit te voeren dat wordt meegegeven door Rijk
Decentralisatie jeugdzorg
In 2015 wordt ongeveer 4,2 mld. voor jeugdzorg Op inspelen gedecentraliseerd; door taak voor hiervan 3 2 gaat ca 200.000 € 4,0 mln. naar Loon op 6Zand, 25%onder 10% 50.000 efficiencykorting. budget uit te voeren dat wordt meegegeven door Rijk
Algemene uitkering gemeentefonds Kapitaalgoederen (gebouwen, wegen, etc.)
Schommelingen vanwege de koppeling met de rijksuitgaven In principe geen risico omdat onderhoud is te voorzien, mogelijk onvoorzien onderhoud door ongedekte schade danwel calamiteit
Tijdig op anticiperen via financieel perspectief Periodieke onderhoudsinspectie i.c.m. herziening beheerplannen
Toerekening vaste (personeels) kosten aan projecten
Gebruik welzijnsgebouwen Bouwleges
Kortleven pensioen wethouders
Wachtgeldverplichtingen bestuurders Beheerplannen
Deelname gemeenschappelijke regelingen
Personeel
K I
Bedrag
I/S Risico-score %
1 2
150.000 S
2
0%
0
3 2
150.000 S
6 25%
37.500
3 3
400.000 S
1 2
50.000 S
Wanneer aantal projecten terugloopt dienen deze kosten binnen de reguliere exploitatie te worden opgevangen
Strategisch personeelsbeleid 3 3 kan hulpmiddel zijn om formatie op taken/projecten af te stemmen
400.000 S
Wegvallen huurinkomsten door vertrek gebruikers Relatief grote eigen inkomstenpost die conjuctuurgevoelig is
Kan op gestuurd worden via subsidievoorwaarden Tijdig inkomstenpost bijstellen en binnen financieel perspectief op inspelen Verzekeren danwel opvangen binnen weerstandsvermogen
Het vroegtijdig overlijden van een (ex)bestuurder kan grote financiele consequenties hebben vanwege wettelijke verplichtingen (verzekerbaar) Bij mutaties in het college kunnen wachtgeldverplichtingen onstaan
1 2
50.000 S
3 2
200.000 S
1 2
75.000 S
3 2
9 25% 2
100.000
0%
0
9 25%
100.000
2
0%
0
6 25%
50.000
0%
0
100.000 S
6 25%
25.000
3 2
200.000 S
6 25%
50.000
3 2
100.000 S
6 25%
25.000
5 2
100.000 S
10100%
100.000
Jaarlijks toezicht op bedrijfsvoering betrokken instelling
3 2
50.000 S
6 25%
12.500
Sterk beleid op voorkomen van instroom
5 2
200.000 S
10100%
200.000
Scherp t.a.v. verstrekkingen en inspelen via perspectief
3 2
150.000 S
6 25%
37.500
Feitelijk niet aanwezig
3 2
75.000 S
6 25%
18.750
Verzekeren danwel opvangen binnen weerstandsvermogen Periodieke herziening beheerplannen
Beheerplan geeft geen goede indicatie van de benodigde jaarlijkse dotatie danwel de hoogte van de betreffende voorziening is op andere wijze niet op peil AB kan besluiten nemen met Feitelijk niet aanwezig financiele consequnties waaraan de gemeente vanwege de constructie gehouden is Lastig vervulbare vacatures waardoor Aantrekkelijke werkgever externe inhuur noodzakelijk is blijven
Tekorten op exploitatielasten eigen Geen sluitende exploitatie gebouwen
€
2
Open einderegeling (structureel) Wet werk en bijstand
Wmo
Leerlingenvervoer
Groei aantal bijstandgerechtigden tot de macornorm vallen onder eigen risico Schommelingen in het clientenbestand i.c.m. het beschikbare macrobudget (herverdelingen) Leerlingen met een bijzondere handicap die over een grote afstand recht op vervoer hebben
subtotaal structureel
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
806.250
- 100 -
Onderwerp Risico / oorzaak Risico's binnen reguliere bedrijfsvoering (incidenteel)
Beheersmaatregel
K I
Bedrag
I/S Risico-score %
€
Rekeningresultaat
Een begroting blijft een inschatting. Zo goed mogelijk sturen op De jaarrekening laat per definitie budgetten afwijkingen zien, vaak maken risico's die ook in dit profiel zijn opgenomen daar in dat geval onderdeel van uit
3 3
500.000 I
9 50%
250.000
Juridische geschillen
De gemeente kan aansprakelijk gesteld worden voor een schade die niet onder de bestaande verzekering gedekt is Binnen elke bedrijf komen van tijd tot tijd situaties voor waarin (al dan niet gedwongen) afscheid wordt genomen van een medewerker. Voor de wettelijke verplichtingen hiervan zijn gemeenten eigen-risico-drager (hiervoor is geen voorziening beschikbaar) Over het algemeen zogenaamde toegelaten instellingen die ook onder de werkingsfeer van het WSW vallen maar desalniettemin in de financiele problemen kunnen komen
Juridisch adequate besluiten nemen, echter nooit geheel te voorkomen
3 2
100.000 I
6 50%
50.000
Kan eventueel voorziening voor gevormd worden
5 3
250.000 I
15100%
250.000
Risico zeer beperkt, geen garanties meer vestrekken
1 3
2.500.000 I
Voorschotten aan organisaties die Door faillissement kan gemeente voor Voorschotten beperken tot dubbele kosten komen te staan maand c.q. kwartaal kerntaken voor de gemeente verrichten Ramp c.q. groot incident Gemeente wordt door bijvoorbeeld Feitelijk niet aanwezig ministerie niet volledig gecompenseerd voor de kosten die gemaakt zijn
3 2
Rechtspositionele consequenties
Garanties op aangegane geldleningen door derden
3
0%
0
100.000 I
6 50%
50.000
1 3
250.000 I
3
5 3
0%
0
0 I
15100%
7.555.000
5 3
2.000.000 I
15100%
2.000.000
3 2
75.000 I
6 50%
37.500
3 2
100.000 I
6 50%
50.000
Projecten Bruisend dorpshart*
In deze paragraaf wordt het Zijn binnen project benoemd risicoprofiel van het betreffende project overgenomen Overige projecten "grondbedrijf"** Risicoinventarisatie is onderdeel van Zijn binnen project benoemd de MPG, het profiel is integraal onderdeel van het totale weerstandsvermogen Planschade Niet binnen exploitatieovereenkomst Feitelijk niet aanwezig af te dekken planschaden Bodemvervuiling
Voor zover bekend zijn alle percelen Feitelijk niet aanwezig die vervuild zijn in kaart gebracht. Volgens inschattingen zijn er weinig risico's aanwezig. Wel hebben we een aantal keren met een relatief nieuw fenomeen nl. "asbestsanering" te maken gehad.
subtotaal incidenteel totaal
10.242.500 11.048.750
* Het betreft hier het risico dat 1 op 1 is overgenomen uit de voortgangsrapportage van het Bruisend Dorpshart ** Het betreft dat deel van de risico-inschatting uit het MPG waar daadwerkelijk een financiele oplossing voor gevonden moet worden. Wanneer er bijvoorbeeld in het MPG sprake is van een verwachte winst op een exploitatie maar er is binnen onze financiele positie niet gerekend met de winst kan het risico op een lagere winst voor dit profiel buiten beschouwing blijven. Overigens wordt bij de projecten van het grondbedrijf ook bij geringe risico's rekening gehouden met 25% (projecten zijn over het algemeen nu eenmaal iets meer onzeker).
Programmabegroting Loon op Zand 2012-2015
- 101 -