Begroting 2014 Meerjarenraming 2015-2017
Inhoudsopgave 1. Inleiding ___________________________________________________________________________________ 5 2. Totaaloverzicht programmabegroting 2014-2017 ________________________________________________ 7 3. Overzicht saldo _____________________________________________________________________________ 8 4. Programma’s ______________________________________________________________________________ 10 Programma 1 Veilig leven in Barendrecht ______________________________________________________ 10 1.1 Fysieke veiligheid ______________________________________________________________________ 12 1.2 Sociale veiligheid ______________________________________________________________________ 14 Programma 2 Barendrecht werkt _____________________________________________________________ 18 2.1 Economie en arbeidsmarkt _____________________________________________________________ 21 2.2. Werk en inkomen _____________________________________________________________________ 25 2.3 Onderwijs ____________________________________________________________________________ 28 Programma 3 Barendrecht doet mee __________________________________________________________ 32 3.1 Vrije tijd en voorzieningen ______________________________________________________________ 35 3.2 Zorg en welzijn _______________________________________________________________________ 40 Programma 4 Wonen in Barendrecht __________________________________________________________ 46 4.1 Wonen _______________________________________________________________________________ 48 4.2 Stedelijk beheer en milieu ______________________________________________________________ 50 4.3 Groenblauwe structuur _________________________________________________________________ 56 Programma 5 Service gericht Barendrecht ______________________________________________________ 57 5.1 Publieke dienstverlening _______________________________________________________________ 59 5.2 Bestuur ______________________________________________________________________________ 61 5. Algemene dekkingsmiddelen ________________________________________________________________ 63 6. Paragrafen ________________________________________________________________________________ 66 § Weerstandsvermogen ______________________________________________________________________ 67 § Financiering ______________________________________________________________________________ 72 § Bedrijfsvoering ____________________________________________________________________________ 77 § Verbonden partijen ________________________________________________________________________ 78 § Onderhoud kapitaalgoederen _______________________________________________________________ 84 § Grondbeleid ______________________________________________________________________________ 93 § Lokale Heffingen __________________________________________________________________________ 96 § Duurzaam Barendrecht ___________________________________________________________________ 100 7. Overzicht van baten en lasten ______________________________________________________________ 102 8. Uitgangspunten (meerjaren)ramingen ________________________________________________________ 104 9. Uiteenzetting Financiële positie______________________________________________________________ 105 10. EMU saldo_______________________________________________________________________________ 107 11. Reserves en voorzieningen ________________________________________________________________ 108 12. Subsidies ________________________________________________________________________________ 110 13. Investeringen ____________________________________________________________________________ 111
3
1. Inleiding Voor u ligt de vierde en laatste begroting van de huidige college- en raadsperiode. In deze begroting geven we u een beeld van wat we in 2014 willen gaan doen, hoeveel geld we daarvoor over hebben en hoe we verwachten aan het geld te komen. De begroting is een verplicht document en maakt onderdeel uit van de planning & control cyclus van de gemeente. De planning & controlcyclus bestaat uit een aantal documenten waarmee de raad haar kaderstellende en controlerende rol kan vervullen. Vooraf kaderstellend met de begroting en achteraf controlerend met de bestuursrapportages en jaarrekening. Bij de begroting wordt de richting bepaald en worden keuzes gemaakt waar het geld aan wordt besteed. 1.1 Algemene beschouwingen Continuering economische crisis in Nederland De begroting 2014 is tot stand gekomen in een onzekere periode, waarin de economische situatie als werkelijkheid is genomen. Enerzijds zijn er grote zorgen: de Nederlandse economie blijft krimpen, waardoor er nog steeds sprake is van een recessie. De werkloosheid loopt snel op, het consumentenvertrouwen is laag en de consumptie krimpt. Tevens heeft het kabinet aanvullende bezuinigingen aangekondigd, die de bestedingsruimte van burgers in de komende jaren verder in zullen perken. Diverse pensioenfondsen ten slotte hebben de pensioenen van vele Nederlanders moeten verlagen om te kunnen voldoen aan een minimum dekkingsgraad. Al met al tekent zich hiermee een somber economisch beeld af. Anderzijds is er ook een aantal lichtpuntjes te zien. De in het slop geraakte huizenmarkt lijkt zich te stabiliseren, met een afvlakkende daling van de (koop)woningprijzen en een aantrekkende vraag naar en verkoop van koopwoningen. Het producentenvertrouwen, met name in de industrie, is recentelijk sterk gestegen. Ook de export stijgt licht. De vraag rijst of deze lichtpuntjes de ommekeer duiden naar een krachtig herstel van de Nederlandse economie, of slechts een rimpeling zijn in de zich in neerwaartse richting bewegende conjunctuur. Beperkte gevolgen crisis in Barendrecht In Barendrecht lijken de gevolgen van de economische crisis vooralsnog mee te vallen. Het aantal gebruikers van sociale voorzieningen als WWB en IOAW/IOAZ stabiliseert zich. Het aantal arbeidsplaatsen in Barendrecht is – contrair aan de economische trend zelfs licht gegroeid in de afgelopen jaren. Toch is dit geen reden om als gemeente tevreden achterover te leunen. Er zijn immers ook signalen die zorgen geven, o.a. op de huizenmarkt (beperkt aanbod woningen voor starters en ouderen), het stijgende aantal WW-uitkeringen (UWV) en het toenemend beroep van inwoners op schuldsaneringstrajecten en instellingen als de Voedselbank.
Wat voor gemeente willen we zijn: Samen sterk in de regio! Bij de opstelling van de begroting 2013 heeft de raad eind 2012 een discussie gevoerd over de vraag wat voor gemeente we willen zijn. Met de uitkomst van deze discussie konden raad en college veel gerichter én fundamentelere keuzes maken bij het zoeken naar ombuigingen en verlichting van de gemeentelijke exploitatie. Raad en college hebben het accent gelegd op het gemeenteprofiel ‘Samen sterk in de regio’. Met een sterkere inzet op regionale samenwerking, het spreiden van voorzieningen en op het nadrukkelijker activeren van inwoners en verenigingen kan de kwaliteit van het huidige voorzieningenaanbod in grote mate worden gehandhaafd en – op onderdelen – zelfs worden versterkt. Ook voor de begroting 2014, die vanwege de raadsverkiezingen van 19 maart 2014 beleidsarm van karakter is, is het gemeenteprofiel ‘Samen sterk in de regio’ een belangrijke leidraad. Eén gemeenschappelijke BAR-organisatie m.i.v. 1-12014 De keuze voor dit gemeenteprofiel uit zich in 2014 ook in een belangrijke stap in de samenwerking met de BARgemeenten. Met ingang van 1 januari 2014 zullen de bestaande drie gemeentelijke organisaties opgaan in één gemeenschappelijke BAR-organisatie, die, ca. 800 medewerkers sterk, voor drie gemeentebesturen zal gaan werken. Met de BAR-organisatie wordt o.a. een efficiency in de bedrijfsvoering beoogd van totaal €5 mln., te realiseren vóór 2017. Tevens ontstaat een krachtigere en minder kwetsbare organisatie, die beter in staat zal zijn om een antwoord te geven op de steeds complexer wordende maatschappelijke vraagstukken. Oprichting Metropoolregio m.i.v. 2015 Ook in het middenbestuur – op bovenregionaal niveau gaat in 2014 veel veranderen. Het kabinet heeft besloten om de huidige WGR-plusregio’s, waaronder de stadsregio Rotterdam, met ingang van 1 januari 2015 op te heffen. In de afgelopen twee jaar is – zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau - hard gewerkt aan het construeren van een alternatief, n.l. de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Hierbij zal in eerste instantie worden ingezet op het oprichten van een Vervoersautoriteit in Metropoolverband, die samen met de 24 deelnemende gemeenten en de provincie Zuid-Holland vormgegeven zal worden. Decentralisaties Het jaar 2014 zal ook het jaar worden waarin de voorbereiding zal plaatsvinden van drie grote decentralisaties: de Wet op de Jeugdzorg, de Participatiewet en de WMO/AWBZ. De gevolgen van de overheveling van taken en bevoegdheden naar de gemeente zijn stringent, alleen al vanuit het perspectief dat de bijbehorende budgetten aanzienlijk neerwaarts zijn bijgesteld.
5
Al met al zal 2014 een belangrijk jaar worden, waarin diverse ontwikkelingen bijdragen aan een sterk in beweging zijnde gemeente Barendrecht! 1.2 Financiële beschouwingen In de Voorjaarsnota 2013, die begin juli door de raad is vastgesteld, is de financiële uitgangspositie van de gemeente geschetst, op basis van de meicirculaire van het ministerie van BZK (BZK). Hieruit kwam naar voren dat wij voor de jaren 2015 t/m 2017 geen sluitende begroting hadden. Na verwerking van de mutaties na de Voorjaarsnota 2013, de e structurele effecten uit de 2 bestuursrapportage 2013 en de septembercirculaire 2013, is de begroting voor de komende vier jaren sluitend. 1.3 Opbouw van de begroting en leeswijzer De begroting moet volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een bepaald stramien hebben. Ze bestaat uit een beleidsbegroting en een financiële begroting. De beleidsbegroting is op haar beurt opgebouwd uit programma’s (het programmaplan) en acht paragrafen. De financiële begroting bevat een overzicht van baten en lasten en geeft een “uiteenzetting van de financiële positie”. Deze begroting is als volgt opgebouwd: Allereerst hebben we een totaaloverzicht van de programmabegroting opgenomen. Daarna vindt u in de analyse van het saldo een toelichting op de na de Voorjaarsnota 2013 opgenomen mutaties terug. Op basis van het collegeprogramma is de begroting ingedeeld in vijf programma’s. Hierin zijn alle samenhangende activiteiten binnen een beleidsterrein bij elkaar gebracht.
De
bevat
de
volgende
paragrafen:
· Weerstandsvermogen · Financiering · Bedrijfsvoering · Verbonden Partijen · Onderhoud Kapitaalgoederen · Grondbeleid · Lokale Heffingen · Duurzaam Barendrecht Bij het vaststellen van de begroting 2013 op 5/6 november 2012 heeft de raad een motie aangenomen met betrekking tot de introductie van een begrotingsprogramma bedrijfsvoering. In mei 2013 is de raad via een brief geïnformeerd dat met het opstellen van de BAR begroting 2014 hieraan “automatisch” invulling wordt gegeven. In de BAR begroting zijn de kosten voor de bedrijfsvoering van de drie gemeenten opgenomen die op 1 januari 2014 overgaan naar de gemeenschappelijke regeling BAR. In deze begroting is tot slot een aantal overzichten opgenomen, te weten: het overzicht van baten en lasten, uitgangspunten meerjarenramingen, uiteenzetting financiële positie, EMU saldo, reserves en voorzieningen, subsidies en investeringen.
De centrale vragen zijn: · Wat willen we bereiken ? · Wat gaan we daarvoor doen ? · Wat mag het kosten ? Na de programma’s vindt u een toelichting op de algemene dekkingsmiddelen. Daarna zijn de verplicht voorgeschreven paragrafen opgenomen, incl. de in 2011 geïntroduceerde paragraaf “Duurzaam Barendrecht”. Een paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van de begroting vanuit een bepaald perspectief over alle programma’s heen.
6
begroting
inleiding
2. Totaaloverzicht programmabegroting 2014-2017 Wij hebben de acties en activiteiten geclusterd in vijf hoofdthema’s overeenkomstig het collegeprogramma. De begroting is opgebouwd uit de volgende vijf programma’s: 1. 2. 3. 4. 5.
Veilig leven in Barendrecht Barendrecht werkt Barendrecht doet mee Wonen in Barendrecht Servicegericht Barendrecht
Het totaaloverzicht ziet er als volgt uit: OVERZICHT VAN LASTEN EN BATEN 2014
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
(* 1.000) lasten
baten
lasten
baten
lasten
Begroting 2017
baten
lasten
baten
programma Veilig leven in Barendrecht
4.555
8
4.551
8
4.531
8
4.061
8
Barendrecht werkt
19.932
9.934
19.734
10.122
20.651
10.124
21.237
10.126
Barendrecht doet mee
16.679
979
16.460
983
16.594
985
16.439
987
Wonen in Barendrecht
24.335
9.567
24.427
9.463
24.262
9.382
24.087
9.280
7.559
897
7.454
897
7.389
897
7.363
897
73.059
21.386
72.626
21.474
73.427
21.396
73.187
21.298
Servicegericht Barendrecht totaal lasten en baten programma's Deelnemingen nutsbedrijven
817
817
817
817
Geldleningen
641
641
641
641
Beleggingen
68
68
68
Verzekeringen
245
Algemene uitkering
11
245
40.946
Belastingen Renteresultaat
11
245
38.325
11
68 245
38.558
11 38.545
8.582
8.582
8.582
8.582
708
1.003
1.593
1.524
Overige algemene dekkingsmiddelen
1.228
10
526
660
725
1.310
925
2.010
totaal algemene dekkingsmiddelen
1.473
51.783
772
50.107
971
51.579
1.170
52.198
resultaat voor bestemming
1.364
1.817
1.422
861
tekort
tekort
tekort
tekort
Veilig leven in Barendrecht
481
Barendrecht werkt
481
Barendrecht doet mee
64
83
Wonen in Barendrecht
524
241
354
0
0
Servicegericht Barendrecht Algemene dekkingsmiddelen totaal mutatie reserves
resultaat na bestemming
481
0
588
241
1.480
0
1.478
2.285
354
2.200
390
241
390
1.900
410
241
410
1.276
1.178
1.035
-333
-29
-88
-5
overschot
overschot
overschot
overschot
De kosten van de programma’s worden gedekt door de algemene dekkingsmiddelen. Het saldo hiervan is het resultaat voor bestemming, dat is het resultaat voor de verwerking van de mutaties in de reserves. De BBV regels schrijven namelijk voor dat mutaties in reserves apart inzichtelijk gemaakt moeten worden, zodat we kunnen zien of de reserves toe- of afnemen. Na de mutaties in de reserves blijft het uiteindelijke resultaat na bestemming over.
7
3. Overzicht saldo
e
Na verwerking van de meicirculaire 2013, de mutaties na de Voorjaarsnota 2013, de structurele mutaties uit de 2 bestuursrapportage 2013 en de septembercirculaire 2013, ziet het overzicht er als volgt uit: 2014
2015
2016
2017
-34.600 overschot
167.200 tekort
-729.000 overschot
-1.138.000 overschot
369.700
-400.000
2.337.500 -34.400 -120.000 -1.800.000
4.012.500 -59.300 -120.000 -2.300.000
4.173.700 -122.200 -120.000 -2.500.000
-64.900 overschot
550.300 tekort
804.200 tekort
293.500 tekort
kapitaallasten verkiezingen financiële bijdrage burgernet buurtpreventie accommodaties wet BUIG septembercirculaire storting voorziening onderhoud gebouwen mutaties na Voorjaarsnota 2013
-105.300 54.200 5.000 20.000 136.500 -279.000 405.400
-163.000
-572.400
-79.500
236.800
5.000 20.000 156.500 -279.000 335.900 -150.000 -74.600
5.000 20.000 115.500 -279.000 473.600 -150.000 -387.300
5.000 20.000 115.500 -279.000 575.000 -150.000 207.000
leges gemeentelijke basisadministratie wijkregie hondenbelasting integrale veiligheid opbrengst benzinestations voorzieningen WMO structurele mutaties 2e burap 2013
10.000 25.000 -10.000 -60.000 -70.000 -400.000 -505.000
10.000 25.000 -10.000 -60.000 -70.000 -400.000 -505.000
10.000 25.000 -10.000 -60.000 -70.000 -400.000 -505.000
10.000 25.000 -10.000 -60.000 -70.000 -400.000 -505.000
-333.100 overschot
-29.300 overschot
-88.100 overschot
-4.500 overschot
saldo Voorjaarsnota 2013
algemene uitkering meicirculaire 2013 scootmobielen vrijval storting voorziening casco onderhoud onderwijs inschatting rijksbezuinigingen/decentralisaties Voorjaarsnota 2013 saldo Voorjaarsnota na meicirculaire 2013
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14
saldo begroting 2014
1. kapitaallasten (structureel voordeel gemiddeld €230.000) Na de Voorjaarsnota zijn de investeringen doorgerekend op kapitaallasten. Dit heeft positieve gevolgen voor de jaren 2014 t/m 2017. 2. verkiezingen (incidenteel nadeel €54.200) Bij de Voorjaarsnota 2013 is abusievelijk vergeten de kosten voor een extra verkiezing in 2014 mee te nemen. Naast de gemeenteraadsverkiezingen ook de verkiezing voor het Europees Parlement. 3. financiële bijdrage burgernet (structureel nadeel €5.000) Onlangs hebben de leden van het Regionale Veiligheidsoverleg ingestemd met het opnemen van Burgernet, het RIEC, het Veiligheidshuis, de Veiligheidsalliantie en Halt in één gemeentelijke inwonerbijdrage vanaf 2014. Hiervoor is een structureel budget van €5.000 nodig. 4. buurtpreventie (structureel nadeel €20.000) Er is gebleken dat het structureel beschikbaar gestelde budget van €15.000 voor buurtpreventie niet toereikend is om het project de komende jaren voort te zetten. Dit heeft met name te maken met de kosten die wij maken om de teams te faciliteren. De kosten betreffen niet alleen de start van een team in een nieuw gebied maar zijn ook structureel van aard om de teams levensvatbaar te houden. De doelstelling is om buurtpreventie in alle gebieden van Barendrecht van kracht te laten zijn. Het voorstel is dan ook om een bedrag van €20.000 structureel bij te ramen voor buurtpreventie. Het budget van €15.000 voor buurtpreventie wordt hiermee verhoogd naar €35.000.
8
5. accommodaties (structureel nadeel gemiddeld €131.000) De berekening van de ‘kostendekkende huurtarieven’ per gebouw is in een afrondende fase. Dit heeft geleid tot een aantal aanpassingen. Deze worden op hoofdlijnen veroorzaakt door veranderend rijksbeleid, zoals de verhoging van energie- en assurantiebelastingen, het doorvoeren van inflatiecorrecties en de groei van het gebouwenareaal. Met dit voorstel wordt dus nog geen rekening gehouden met het (nieuwe) huurprijsbeleid en andere aspecten uit de Kadernota Maatschappelijk Vastgoed, zoals leegstand en huurderving, zodat er een juiste scheiding blijft in de beslissingsbevoegdheid. De transparantie van de huidige kosten is per gebouw nog beter in beeld gebracht, zodat toekomstige beslissingen over mogelijke vastgoedontwikkelingen nog beter genomen kunnen worden. 6.wet BUIG (structureel voordeel €279.000) e In de begroting is vanaf 2014 een structureel tekort van €279.000 opgenomen op het budget BUIG. In de 2 bestuursrapportage 2013 is gemeld dat de rijksbijdrage in 2013 voldoende is voor de financiering van de uitkeringen. We verwachten dat deze trend zich de komende jaren door zal zetten en er dus geen tekort zal zijn op het budget voor de BUIG. Dit levert een structureel voordeel op van €279.000. 7.septembercirculaire 2013(structureel nadeel gemiddeld €447.000), De effecten van de septembercirculaire 2013 zijn direct verwerkt in de begroting 2014. In de circulaire zijn de gevolgen van het bezuinigingspakket van €6 miljard verwerkt. Dit pakket heeft geresulteerd in een daling van onze algemene uitkering van gemiddeld ruim €400.000. 8. storting voorziening onderhoud gebouwen (structureel voordeel €150.000 vanaf 2015) We zien mogelijkheden om, vanwege de huidige markt en de aanbestedingsvoordelen die daarbij zijn te halen, de storting in de voorziening onderhoud gebouwen vanaf 2015 met €150.000 te verlagen. We komen in 2014 bij u terug op welke manier we dit denken te gaan realiseren. 9.leges gemeentelijke basisadministratie (structureel nadeel €10.000) Door het wegvallen van de verplichte GBA-uittreksels voor scholen is er een terugloop in de verstrekking van GBA uittreksels. De inkomsten vallen hierdoor structureel €10.000 lager uit. 10.wijkregie (structureel nadeel €25.000) Naar aanleiding van de aframing van de budgetten voor wijkregie in 2013, hebben de externe samenwerkingspartners in de stuurgroep wijkregie aangegeven hun jaarlijkse bijdrage van €25.000 vanaf 2013 eveneens af te ramen naar €0. Deze opbrengst wordt dan ook afgeraamd. Bij het aangaan van verplichtingen vanuit wijkregie wordt rekening gehouden met het wegvallen van dit budget. 11.hondenbelasting (structureel voordeel €10.000) De hondenbelasting valt, op basis van de bijgestelde raming van het SVHW, hoger uit dan begroot. De extra opbrengst bedraagt €10.000 en is het gevolg van strengere controles. 12.integrale veiligheid (structureel voordeel €60.000) City Stewards (structureel voordeel €45.000) In deze tabel is te zien dat voor City Stewards een budget van €45.000 beschikbaar is gesteld. In een separaat voorstel “evaluatie Citystewards” is echter geadviseerd om geen nieuw traject in te kopen bij de Stichting Citystewards. Dit levert een structureel voordeel op van €45.000. Jaarwisselingfeest (structureel voordeel €15.000) Voor de organisatie van een jaarwisselingsfeest is een budget van €15.000 toegekend. Ook dit maakt onderdeel uit van het actieplan “Meer blauw op straat”. Het college heeft besloten om geen subsidie meer te verstrekken voor een jaarwisselingsfeest. Dit levert een structureel voordeel op van €15.000. 13.opbrengst benzinestations (structureel voordeel €70.000) In de Voorjaarsnota 2013 was de opbrengst van het zogenaamde slangengeld al structureel verhoogd met €60.000 voor de komende jaren. Als er meer getankt wordt, dan krijgt de gemeente meer geld binnen. Op basis van de ontvangsten tot nu toe kan de opbrengst nog eens structureel verhoogd worden met €70.000. 14.voorzieningen WMO (structureel voordeel €400.000) In de afgelopen jaren is het regelmatig voorgekomen dat er binnen de Wmo incidentele aframingen zijn voorgesteld. Door de Kanteling, de gesprekken met de burgers over de eigen kracht en de drempel die ontstaat bij de aanvragen als een eigen bijdrage aan de orde komt, is het nu (na diverse jaren van incidenteel aframen) aan de orde om over te gaan tot een structurele aframing van €400.000 op de posten voorziening rolstoelen, vervoer en wonen. Deze voorzieningen blijven echter gewoon deel uitmaken van een “open-eind-regeling” in de Wmo. Het toekennen van voorzieningen aan burgers die deze werkelijk nodig hebben zal niet afnemen, maar een beroep op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid neemt wel toe. Aanvragen worden streng, maar rechtvaardig beoordeeld.
overzicht saldo
9
Beleidsbegroting Programma 1 Veilig leven in Barendrecht
4. Programma’s
Programma 1 Veilig leven in Barendrecht Wat willen we de komende vier jaar bereiken? Maatschappelijk doel:
Wij willen een sociaal en fysiek veilige gemeente zijn, waarin onze inwoners zich veilig voelen
Algemeen:
In Barendrecht moeten alle inwoners zich veilig voelen. Veiligheid is een basisrecht voor iedereen. Maar dat is niet een taak voor de gemeente alleen, maar voor alle inwoners en maatschappelijke partners! Met een mix van preventieve en repressieve maatregelen werken wij samen met politie, justitie en onze partners aan een veiliger Barendrecht. Preventief door middel van een goede communicatie en het verstrekken van informatie. Belangrijke inzet op het repressieve vlak is het terugdringen van vermogenscriminaliteit. Daarnaast: zal er direct en streng worden opgetreden, wanneer mensen zich niet aan de wetten of regels houden. Ook zal de gemeente inzetten op het bieden van meer individuele kansen voor ontspoorden door hen via school of werk weer terug te laten keren op het rechte pad. De toenemende overlast door (hang-)jongeren pakken we aan, onder andere door hen en hun ouders aan te spreken, door het bieden van voldoende voorzieningen en door gericht ingrijpen.
Wat zijn onze doelen, waaraan kunnen we zien dat we geslaagd zijn en wat gaan we doen om dat te bereiken? Collegedoel Verder verbeteren van het veiligheidsge voel van onze inwoners
Criminaliteit terugdringen
10
Indicator collegedoel Percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt
Percentage slachtofferschap vermogenscriminaliteit
Streefcijfer 2013: maximaal 15%
Nulmeting 17,6% (Bron: Veiligheidsrapportage RotterdamRijnmond 2010)
Waar staan we nu? 17,2% (Bron: Veiligheidsrapportage RotterdamRijnmond 2012)
2013: Vermogenscriminaliteit terugdringen met 10%
Cijfers slachtofferschap 2010: inbraak in woning en schuur: 2,1% van bevolking; autodiefstal: 2,5% van bevolking; diefstal uit auto: 9% van bevolking; fietsendiefstal: 5,2% van bevolking
Cijfers slachtofferschap 2012: - Inbraak in woning en schuur: 0,8% van bevolking; - autodiefstal: 0,8% van bevolking; - diefstal uit auto: 4.3% van bevolking; - fietsendiefstal:
Sturen, te bereiken door o.a.: • Operationele gebiedsjaarplannen voor alle Barendrechtse wijken • Publiek-private samenwerking uitbreiden met ketenpartners • Opstellen en communiceren leefregels openbaar gebied • Trends analyseren en (bestuurlijke) aanpak op maat • Inzet BIBOBinstrumentarium bij vergunningen • Actieplan "Meer blauw op straat" (medio 2011). Hierin onderzoek naar grotere inzet BOA's • Meer toezicht en handhaving • Invoeren bestuurlijke strafbeschikking • Publiekprivate samenwerking uitbreiden met ketenpartners • Inzet BIBOBinstrumentarium • Trends analyseren en (bestuurlijke) aanpak op maat • Alert zijn op signalen, onderling verbanden
Beleidsbegroting Programma 1 Veilig leven in Barendrecht
Collegedoel
Indicator collegedoel
Streefcijfer
Nulmeting (Bron: Veiligheidsmonitor RotterdamRijnmond, 2010)
Waar staan we nu? 3,0 % van bevolking (Bron: Veiligheidsrapportage RotterdamRijnmond, 2012) Resultaat t.o.v. de nulmeting: - Inbraak in woning en schuur: -62 % - autodiefstal: -37% - diefstal uit auto: -26% - fietsendiefstal: -42%
Verminderen van hinder en overlast door (hang)jonger en
Percentage inwoners dat inschat dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt in hun buurt
2013: maximaal 17%
2010: 19,8% (Bron: Veiligheidsmonitor RotterdamRijnmond, 2010)
15,5% (Bron: Veiligheidsrapportage Rotterdam Rijnmond 2012)
Sturen, te bereiken door o.a.: leggen, risico's onderkennen en actie ondernemen • Probleemgedrag zo vroeg mogelijk signaleren • Verminderen recidive, onder andere door: - Het aanspreken van ouders van criminelen (indien minderjarig) - Het verhalen van schade door criminaliteit op daders of de ouders - Onderzoek doen naar Veiligheidshuis Barendrecht • Het bieden van individuele kansen via onderwijs of werk • Publiekprivate samenwerking uitbreiden met ketenpartners • Trends analyseren en (bestuurlijke) aanpak op maat • Op plaatsen met structurele overlast adequate oplossingen inzetten (onder andere cameratoezicht, Mosquito) • Aanspreken van ouders van overlastgevers (indien minderjarig) (taak van politie) • Opstellen van convenanten
= Positieve effecten op duurzaamheidsdoelstelling College 2010-2014 Programma 1 Veilig leven in Barendrecht bestaat uit twee clusters, te weten: 1.1 1.2
Fysieke veiligheid Sociale veiligheid
Deze clusters behandelen wij op de volgende bladzijden.
11
Beleidsbegroting Programma 1 Veilig leven in Barendrecht
1.1 Fysieke veiligheid Met de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) is de afspraak gemaakt dat communicatiemedewerkers van de VRR de eerste 60 minuten garant staan voor de informatievoorziening richting de bevolking. De gemeente neemt deze wettelijke verantwoordelijkheid over zodra het team pers- en publieksvoorlichting is geactiveerd.
Maatschappelijk Doel Wij willen een sociaal- en fysiek veilige gemeente zijn, waarin onze inwoners zich veilig voelen. Context en Achtergrond Fysieke veiligheid heeft betrekking op verkeersveiligheid, externe veiligheid (o.a. de beheersing van de risico’s van activiteiten met gevaarlijke stoffen) en crisisbeheersing. Bevolkingszorg op orde Landelijk is er veel gaande op het gebied van de crisisbeheersing. Vooral binnen de gemeentelijke kolom, de bevolkingszorg, zijn er de nodige positieve ontwikkelingen. Eén van die ontwikkelingen is het optimaliseren van de gemeentelijke crisisorganisatie. Efficiënter inrichten en bij de werkzaamheden uitgaan van een (zelf)redzame bevolking. De BAR gemeenten gaan binnen de veiligheidsregio voorop als het gaat om het volgen van deze landelijke ontwikkelingen. Per 1 januari 2014 vormen de BAR gemeenten samen één BAR crisisorganisatie. Met deze crisisorganisatie volgen we, als eerste binnen de veiligheidsregio, de adviezen van de commissie Bruinooge en het Veiligheidsberaad. Daar waar nodig faciliteren van de bevolking in plaats van de zorg volledig op ons nemen. Om de kwaliteit van de gemeentelijke crisisorganisatie op peil te houden, worden diverse activiteiten uitgevoerd. Zo wordt er veel geïnvesteerd in het opleiden en beoefenen van de crisisorganisatie in de preparatiefase, zodat we ten tijde van de responsfase beschikken over voldoende slagkracht. Naast het opleiden en oefenen dienen alle crisisbeheersingsprocessen voorzien te worden van de juiste middelen om ten tijde van een incident uit de voeten te kunnen. Volgens de Wet veiligheidsregio's is de gemeente verplicht te communiceren over de oorsprong, de omvang en de gevolgen van een ramp of crisis die de gemeente bedreigt of treft. In het Besluit veiligheidsregio's staat dat deze communicatie binnen 30 minuten dient plaats te vinden.
12
Verkeersveiligheid In het rijksbeleid zijn doelstellingen voor 2010-2020 opgenomen voor het verbeteren van de verkeersveiligheid. Het (nationaal) programma duurzaam veilig verkeer wordt hiervoor gebruikt. In 2014 wordt het bestaande verkeersveiligheidsplan vervangen door een nieuw VerkeersPlan Barendrecht (VPB). Het VPB zal in 2013/14 gereed zijn. Vanuit de bestemmingsreserve stedelijke infrastructuur wordt in 2014/15/16 geïnvesteerd in de verkeersafwikkeling en -veiligheid in BT-Oost. Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk) • Adviezen Veiligheidsberaad aangaande de organisatie van de gemeentelijke crisisorganisatie. • Herschrijven Regionaal Crisisplan. • Aanbevelingen commissie Bruinooge. Overzicht kaderstellend beleid/nota’s • Regionaal Crisisplan. • Regionaal Risicoprofiel. • Businesscase BAR crisisorganisatie. • BAR Opleiden Trainen en Oefenen beleid 2014. • Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2013 – 2016. • Externe veiligheidsvisie 2013 – 2017. • Beleidsregel externe veiligheid Barendrecht 2013. Wat willen wij bereiken? • Barendrecht biedt haar inwoners en bedrijven een zo veilig mogelijke leef- en werkomgeving. • Voorkomen en verminderen van verkeersslachtoffers door voorlichting en duidelijk herkenbare inrichting van de openbare weg. • Het vormen van een BAR crisisorganisatie die opgeleid en geoefend is om ten tijde van een incident te beschikken over voldoende operationele slagkracht. • Daar waar nodig en mogelijk is de crisisorganisatie inzetbaar binnen de rest van de regio.
1.1 Fysieke veiligheid
Beleidsbegroting Programma 1 Veilig leven in Barendrecht
Wat gaan we er voor doen in 2014? Samenvoeging van de drie crisisorganisaties tot één BAR crisisorganisatie.
Toelichting De crisisorganisaties van de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk worden samengevoegd tot één crisisorganisatie die ingezet kan worden binnen alle gemeentegrenzen. De drie veiligheidsstaven blijven wel gehanteerd, aangezien deze wettelijk gezien niet samengevoegd kunnen worden. De BAR crisisorganisatie dient opgeleid, getraind en beoefend te worden. Om dit te realiseren wordt er een BAR OTO-beleid opgesteld. De activiteiten in het OTObeleid zijn verplicht voor alle medewerkers in de crisisorganisatie. Om effectiviteit en slagkracht van de BAR crisisorganisatie te peilen, dient er een systeemoefening georganiseerd te worden. Tijdens de systeemoefening wordt een groot incident nagespeeld, waarbij de gehele crisisorganisatie wordt beoefend. In 2014 zal in samenwerking met ProRail, KeyRail en de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond een multidisciplinaire oefening op het spoortracé van Barendrecht worden georganiseerd. Doelstelling is om de operationele diensten en de gemeente beter voor te bereiden op een incident op het spoor. Om ervoor te zorgen dat de verschillende crisisteams ten tijde van een incident hun werk kunnen doen, dienen deze uitgerust te worden met de nodige faciliteiten. Deze faciliteiten verschillen per team. Samen met de teams zullen de behoeften in kaart worden gebracht. Verder dienen de drie gemeentehuizen over zodanige faciliteiten te beschikken, dat deze ten tijde van een groot incident gebruikt kunnen worden als opkomst- en werklocatie. In het VPB wordt in de uitvoeringparagraaf aangegeven welke maatregelen genomen worden om het aantal slachtoffers te verminderen. Waarbij het accent zal komen te liggen op voorlichting en gedragsbeïnvloeding. De afgelopen jaren is een aantal dynamische snelheidsinformatie borden aangeschaft. Door deze borden wordt de weggebruiker geconfronteerd met en geïnformeerd over zijn gereden snelheid.
Opstellen en uitvoeren van één BAR OTO-beleid.
Systeemoefening.
Multidisciplinaire oefening spoor.
Faciliteren van crisisteams en inrichten van gemeentehuizen.
VerkeersPlan Barendrecht VPB.
Gedragsbeïnvloeding.
Wat mag het kosten? PROGRAMMA 1. VEILIG LEVEN IN BARENDRECHT Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015
Rekening 2012
Producten en subproducten cluster 1.1 fysieke veiligheid Brandbestrijding Rampenbestrijding Integraal Veiligheidsbudget Verkeersveiligheid
lasten * baten * 1.000 1.000 3.114 1.428 508 534 644
37 0 4 27 7
lasten * baten * 1.000 1.000 3.355 1.594 547 571 643
3 0 0 3 0
lasten * baten * 1.000 1.000 3.774 1.620 543 487 1.124
0 0 0 0 0
lasten * baten * 1.000 1.000 3.771 1.621 543 487 1.121
0 0 0 0 0
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
3.758 1.621 542 484 1.111
0 0 0 0 0
3.292 1.644 541 482 625
0 0 0 0 0
Toelichting op trendbreuk Verkeersveiligheid Vanaf 2014 t/m 2016 nemen de lasten toe vanwege de verkeersafwikkeling BT Oost. Deze kosten worden gedekt uit de bestemmingsreserve stedelijke infrastructuur. De onttrekking aan de reserve wordt verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen. Veiligheidsbudget De trajecten City Stewards worden niet meer ingekocht en de subsidie voor het jaarwisselingsfeest wordt niet meer verstrekt.
1.1 Fysieke veiligheid
13
Beleidsbegroting Programma 1 Veilig leven in Barendrecht
1.2 Sociale veiligheid bevoegdheden, een goede samenwerking van zorg-, welzijns- en veiligheidspartners van het grootste belang. Wij geven hoge prioriteit aan het terugdringen van vermogenscriminaliteit en vandalisme. Concrete overlast door (hang-)jongeren pakken we samen met onze partners aan, onder andere door deze jongeren en hun ouders aan te spreken, het bieden van voldoende voorzieningen en gericht ingrijpen daar waar nodig. Daarnaast stellen wij alles in het werk om schade door vandalisme te verhalen op de daders.
Maatschappelijk Doel Wij willen een sociaal en fysiek veilige gemeente zijn, waarin onze inwoners zich veilig voelen. Context en Achtergrond Barendrecht moet veilig voelen en zijn Steeds meer groeit het besef dat wij niet als enige de leefbaarheids- en veiligheidsthematiek beheren en beheersen. De samenleving is immers een complex verhaal van individuen, instellingen, organisaties en bedrijven. Onze inwoners beschouwen veiligheid en leefbaarheid als een noodzakelijke voorwaarde voor het goed functioneren van de samenleving. Beide waarden zien we als een belangrijke toetssteen voor de kwaliteit van het bestaan. De kwaliteit van wonen, werken en leven in de gemeente wordt in hoge mate bepaald door het niveau waarop de burgers de gemeente ervaren als veilig en leefbaar. In Barendrecht moeten alle inwoners zich veilig kunnen voelen. Bewoners zijn mondig, voelen zich betrokken en kunnen verantwoordelijkheid dragen. Zij zijn prima in staat om samen beslissingen te nemen over zaken die spelen in hun directe leefomgeving. Die eigen kracht willen wij meer ruimte geven. Dit betekent dat het primaat van veiligheid vooral in de buurten moet komen te liggen en dat de sleutel voor een succesvolle aanpak van onveiligheid op buurt (of zelfs straat-) niveau ligt. Met een mix van communicatie, preventieve en repressieve maatregelen werken wij, samen met politie, justitie en onze partners, aan een veiliger Barendrecht. Preventief Samen met de politie en overige partners, zetten we in op preventie. De preventieve inzet bestaat uit goede communicatie, het verstrekken van informatie en gerichte campagnes. Direct en streng optreden (repressief) Wij handhaven het integraal veiligheidsbeleid. Integraal veiligheidsbeleid betekent voor ons een mix van preventieve beleidsinzet, naast repressieve activiteiten. We streven met dit veiligheidsbeleid een balans na tussen het voorkomen van onveiligheid (preventie) en het daadkrachtig aanpakken van onveilige situaties (repressie). Hierbij is, gezien onze beperkte
14
Wijkregie Wijkregie werkt in 2014 met een nieuw model: ‘zuivere regie’. Het uitgewerkte model is vanaf juli 2013 (stapsgewijs), in gezamenlijkheid met de partners, verder geïmplementeerd. Wijkregie wil met dit nieuwe model de onderlinge samenwerking van de partners versterken. Projecten en initiatieven uit de wijk, worden in het nieuwe model vooral gefinancierd en uitgevoerd door de vakafdelingen of door de partners zelf. De gebiedsregisseurs bewaken het proces en interveniëren waar nodig, zowel binnen de eigen organisatie als bij de vaste partners. Buurtbemiddeling Buurtbemiddeling Barendrecht loopt nu ruim 2 ½ jaar en behaalt goede resultaten. Steeds meer bewoners en partners weten buurtbemiddeling rechtstreeks te vinden. Ketenpartners kunnen gericht verwijzen. Alle partners binnen Wijkregie hebben aangegeven Buurtbemiddeling in 2014 te willen voortzetten. Buurt Bestuurt Buurt Bestuurt is een platform waar bewoners de agenda van de eigen buurt bepalen op het terrein van veiligheid en woongenot. Hierbij kunnen zij gebruik maken van gelabelde inzet van de politie en gemeente. Dit concept draait inmiddels ruim een jaar in de wijken Noord en Binnenland. Het is de bedoeling om de Buurt Bestuurt in dit gebied in 2014 meer zelfstandig te laten opereren met minder ambtelijke ondersteuning. De hiermee vrijgemaakte capaciteit wordt ingezet om Buurt Bestuurt in andere wijken verder uit te rollen. Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk) • BAR samenwerking. • Realisatie Nationale Politie. Overzicht kaderstellend beleid/nota’s • Integraal Veiligheidsbeleid 2013-2016. • APV (algemene plaatselijke verordening)2012. • Actieplan Meer blauw op straat. • Uitbreiding wet Bibob (1 juli 2013). • Regionaal beleidsplan politie 2013-2014. • Toezicht en handhaving. • Nota uitwerking zuivere regiemodel (juli 2013). • Nota Wijkregie (december 2007). • Handhavingsarrangement Openbare inrichtingen (2012). • Beleidskader bestuurlijke aanpak hennepkwekerijen (2009).
1.2 Sociale veiligheid
Beleidsbegroting Programma 1 Veilig leven in Barendrecht •
•
Beleidskader Bestuurlijke aanpak mensenhandel (2012).
Wat willen wij bereiken?
• • •
Wat willen wij bereiken? • Bevorderen van de veiligheid van onze inwoners. • Verminderen onveiligheidsgevoelens van onze inwoners. • Verminderen vandalisme.
• •
Wat gaan we er voor doen in 2014? Uitvoeren integraal veiligheidsbeleid 2013-2016.
Gemeenteblad en Gebiedscan (plus).
Voortzetten Buurtbemiddeling.
Huisverbod.
Uitbreiden van Buurtpreventieteams conform nota “Meer blauw op straat”.
Vervullen van regiefunctie in het lokale Veiligheidsbeleid. Verminderen recidive. Verhogen eigen alertheid inwoners. Terugdringen vermogenscriminaliteit (o.a. verminderen van fietsendiefstal auto en woninginbraken). Schade verhalen op daders (vandalisme). Bestrijden georganiseerde criminaliteit.
Toelichting Het integraal veiligheidsbeleid (IVB) beschrijft het kader waarbinnen veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Het IVB wordt uitgewerkt in jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s en separate plannen van aanpak, beleidsnota’s, e.d. De gemeente heeft de regie over de lokale integrale veiligheid. Voorkomen is belangrijker dan bestrijden, vigerende wetgeving wordt uitgevoerd en gehandhaafd, sociale cohesie en zelfredzaamheid zijn leidende beginselen, in- en externe partners in gezamenlijkheid komen tot effectieve integrale producten. Hiervoor is samenwerking vereist. De partners hebben ieder hun eigen kennis en ervaring. De gemeente kent haar (veiligheids)partners en brengt deze bij elkaar, motiveert, en brengt afstemming door dialoog. Daarnaast geeft de Veiligheidsrapportage 2014 inzicht in actuele veiligheidsontwikkelingen in de gemeente. Onze aanpak is gebaseerd op een combinatie van statistische gegevens (met name uit de registraties van de politie), aangevuld met enkele andere bronnen zoals de veiligheidsrapportage. De gebiedsscan is de input voor het gemeenteblad. Met het gemeenteblad implementeren wij het regionaal beleidsplan van de politie. Met de gebiedscan geeft de politie de belangrijkste (lokale) veiligheidsthema’s aan, die de komende tijd inzet van ons en de (veiligheids)partners vragen. Deze thema’s, betreffende woninginbraken, geweldscriminaliteit (waaronder straatroven) en jeugdoverlast, zijn bepaald op basis van informatie die wij en de politie delen over het werkgebied. De thema’s zijn tot stand gekomen met de operationele kennis van 2013 en data (cijfers criminaliteit en overlast). Buurtbemiddeling Barendrecht wordt in 2014 voortgezet. Gemeente, Politie en corporaties werken samen op basis van het gesloten convenant in 2011. De kosten worden gezamenlijk gedragen. Buurtbemiddeling besteedt ook in 2014 aandacht aan het werven en trainen van vrijwilligers. Op 1 januari 2009 is de wet tijdelijk huisverbod in werking getreden. De wet geeft de burgemeester de mogelijkheid om een huisverbod op te leggen aan degene van wie een dreiging van huiselijk geweld uitgaat. Aan het huisverbod zijn zowel veiligheids- als hulpverleningsaspecten verbonden. Ook in 2014 wordt het huisverbod opgelegd indien daar indicatie voor is. Conform het actieplan “Meer Blauw op Straat” rollen we in 2014 het buurtpreventie-/ buurtvaderproject verder uit. Op dit moment zijn er twee buurtpreventieteams actief, namelijk in Riederhoek/ Smitshoek en in het Centrumgebied. Onze doelstelling is om in 2014 buurtpreventie ook in andere wijken van Barendrecht op te starten. Wij werken in dit kader nauw samen met de
1.2 Sociale veiligheid
15
Beleidsbegroting Programma 1 Veilig leven in Barendrecht Wat gaan we er voor doen in 2014?
Veiligheidshuis.
Citystewards.
Aanpak van vandalisme.
Jaarwisseling.
Actief communiceren.
Ketenaanpak overvalcriminaliteit.
16
Toelichting partners zoals de politie en Kijk op Welzijn. Voorafgaand aan de start in een nieuw gebied voeren we een communicatietraject uit om onze inwoners te enthousiasmeren voor de rol van vrijwilliger. Voordat nieuwe vrijwilligers de straat op gaan krijgen zij een cursus gericht op communicatieve vaardigheden en weerbaarheid en een briefing van de politie. Conform het actieplan ‘‘Meer Blauw op Straat’’ zijn wij aangesloten bij het regionale Veiligheidshuis en vindt er inmiddels voor allerlei thema’s casuïstiekoverleg plaats. Het betreft de preventieve keten (zoals onderwijs en jongerenactiviteiten), de (jeugd)zorgketen (geïndiceerde en civielrechtelijke hulpverlening), de bestuurlijke keten (bevoegdheden burgemeester) en de justitiële keten. Recent is ook de aanpak van de zgn. ‘‘High Impact Crime’’ (HIC) met de daaraan gekoppelde ‘‘High Impact Target’’ (HIT)-lijst geïntroduceerd. In 2014 zetten we deze aanpak voort binnen het Veiligheidshuis. Het Citystewards traject is in 2013 volbracht, waarbij de doelstelling is gehaald om minimaal 80% van de kandidaten door te geleiden naar een leertraject of werk. De maatschappelijke impact van vandalisme is groot. Het kan onder andere leiden tot verpaupering van openbaar gebied en aantasting van het leefgenot van burgers. Het herstel van de schade brengt enorme kosten met zich mee. De gemeente is verantwoordelijk voor de aanpak van vandalisme. Wij blijven onze inwoners wijzen op het feit dat het belangrijk is om, indien zij getuige zijn van vandalisme, hiervan melding te doen bij de politie. De preventieve campagne “Horen, Zien en Melden” is hier een voorbeeld van. Met deze preventieve campagne is enerzijds ten doel gesteld om potentiële daders af te schrikken en anderzijds om bewoners te mobiliseren om vandalisme te melden. Daarnaast draagt deze campagne bij aan het verhogen van het veiligheidsgevoel van onze inwoners. De doelstelling van deze campagne blijven we in 2014 breed uitdragen. Bij constatering van vandalisme doen wij altijd aangifte. Indien mogelijk verhalen wij de schade op de dader(s). Ook in 2014 zijn onze inspanningen gericht op een ordelijke jaarwisseling. Samen met externe partners als politie en brandweer stellen we hiervoor een integraal draaiboek op. Op basis hiervan treffen we maatregelen in de buitenruimte en voeren we een uitgebreid communicatietraject uit, waarvan de preventieve campagne ‘‘Horen, Zien en Melden’’ deel uitmaakt. Wij communiceren veelvuldig over daadkracht en positieve resultaten. Dit ter bevordering van het veiligheidsgevoel van onze inwoners. Ook sporen we hen aan om zelf maatregelen te nemen in het kader van het voorkomen van criminaliteit, zoals woninginbraak, fietsendiefstal en auto-inbraken en straatroof. Wij werken hierin samen met onze (regionale)partners. Concreet communiceren wij in de Blik op Barendrecht over o.a. preventiemaatregelen, trends en informatie over veiligheid. Daarnaast maken we gebruik van de overige communicatiemiddelen, zoals de Matrixborden, de website, social media, huis-aan-huis flyers en spandoeken. Ten behoeve van de bestrijding van overvallen werken we nauw samen met politie, Openbaar Ministerie, andere gemeenten en het bedrijfsleven. We communiceren actief welke activiteiten en maatregelen wij in het kader van het terugdringen van overvallen uitvoeren en welke maatregelen burgers en ondernemers zelf kunnen nemen 1.2 Sociale veiligheid
Beleidsbegroting Programma 1 Veilig leven in Barendrecht Wat gaan we er voor doen in 2014?
Toelichting om slachtofferschap te voorkomen. Voor de slachtoffers van overvallen wordt gepaste nazorg geboden. Wijkregie volgens het in 2013 vastgestelde zuivere regiemodel is een vraaggestuurd samenspel van burgers, bedrijven, maatschappelijke organisatie en (professionele) partners binnen wijkregie, waarbij het samen vergroten van de leefbaarheid in de brede zin van het woord in de gemeente Barendrecht de doelstelling is. De wijkregisseurs beheren actief hun netwerk binnen de gemeente Barendrecht en stellen dat aan de partners van wijkregie ter beschikking. Intensivering samenwerking RIEC (Regionaal inlichtingen en expertisecentrum). Het RIEC faciliteert ons met nieuwe informatiesystemen en gerichte opleidingen. Hierdoor wordt de regionale samenwerking, met als doel de georganiseerde misdaad in de regio integraal te bestrijden, verder versterkt. Samen met de versterking van preventie, controle, opsporing en vervolging leidt dit tot een krachtiger bestrijding van de georganiseerde criminaliteit.
Wijkregie
RIEC
Wat mag het kosten? PROGRAMMA 1. VEILIG LEVEN IN BARENDRECHT Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015
Rekening 2012
Producten en subproducten cluster 1.2 sociale veiligheid Opvang zwerfdieren Leges en vergunningen APV Wijkregie
lasten * baten * 1.000 1.000 814 11 380 422
59 0 34 25
lasten * baten * 1.000 1.000 803 8 387 408
33 0 8 25
lasten * baten * 1.000 1.000 781 8 391 382
8 0 8 0
lasten * baten * 1.000 1.000 780 8 389 383
8 0 8 0
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
773 8 385 379
8 0 8 0
769 8 383 378
8 0 8 0
Toelichting op trendbreuk Wijkregie Naar aanleiding van de aframing van de budgetten voor wijkregie in 2013, hebben de externe samenwerkingspartners in de stuurgroep wijkregie aangegeven hun jaarlijkse bijdrage eveneens af te ramen naar €0.
1.2 Sociale veiligheid
17
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt
Programma 2 Barendrecht werkt Wat willen we de komende vier jaar bereiken? Maatschappelijk doel:
Wij willen een gemeente zijn met een positief en duurzaam ondernemersklimaat, met een lage werkloosheid en een bovengemiddeld aantal banen
Algemeen:
Wij willen het huidige gunstige vestigings- en ondernemersklimaat in Barendrecht behouden en waar mogelijk verder versterken. Juist in de huidige crisis is economisch herstel en een groeiende werkgelegenheid heel belangrijk. Dit doen we niet alleen, maar samen met andere belangrijke maatschappelijke partners, met name het (beroeps)onderwijs. Samen met hen werken we ook aan een Strategische Agenda Duurzaamheid, die concrete maatregelen bevat om Barendrecht duurzamer te maken. Voor mensen die een beroep doen op sociale voorzieningen versterken wij een (tijdelijk) vangnet, met als voornaamste doel hen te stimuleren zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan.
Wat zijn onze doelen, waaraan kunnen we zien dat we geslaagd zijn en wat gaan we doen om dat te bereiken? Collegedoel Bevorderen ondernemerszin in Barendrecht
Indicator collegedoel Nettoverschil in het aantal bedrijven en ondernemingen in Barendrecht (oprichting en vestiging minus opheffing en vertrek)
Groei aantal arbeidsplaatsen in Barendrecht
18
Streefcijfer 2013: +5%
Nulmeting 2010: 2.057 bedrijven
Waar staan we nu? 2012: 2.241 bedrijven (+9%)
2013: +5%
2010: 21.514 arbeidsplaatsen
2012: 22.271 arbeidsplaatsen (+3,5%)
Sturen, te bereiken door o.a.: • Zo mogelijk stimuleren dat lokale bedrijven ook in aanmerking kunnen komen om een aanbieding te doen conform het aanbestedingsbeleid; lokale bedrijven zoveel mogelijk betrekken bij gemeentelijke inkoop • Goede informatie bieden aan ondernemers, o.a. met digitaal ondernemersloket • Verstevigen van de samenwerking met de regio en provincie: Een toonaangevende rol oppakken (meebesturen) binnen de bestaande overlegstructuren en samenwerkingsverbanden • Een actieve rol als regievoerder uitvoeren door de samenwerking met partners zoals KvK, VBO, winkeliersvereniging etc. op te zoeken en de mogelijkheden tot behalen van een Keurmerk Veilig Ondernemen te onderzoeken • Ondersteunen van de initiatieven om een nieuw industrieterrein Nieuw-Reijerwaard in
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt Indicator collegedoel
Streefcijfer
Nulmeting
Waar staan we nu?
Opbouwen van duurzame relaties met ondernemend Barendrecht en andere maatschappelijke partners, zoals het onderwijs
Vestiging Lokaal Opleidings Centrum (LOC)
LOC gerealiseerd in 2013
Planfase, opgenomen in IHP-II
Selectie bouwmanagement bureaus gereed
Samenwerken en elkaar stimuleren om duurzaam te investeren in de Barendrechtse samenleving.
Samen met maatschappelijke partners opstellen van Strategische Agenda Duurzaamheid
Opstellen Strategische Agenda Duurzaamheid gedurende termijn 20102014
Geen strategische agenda
Het zo snel mogelijk naar regulier werk toe leiden van uitkeringsgerechtigden en zo regulier mogelijk laten werken van arbeidsgehandicapten met de inzet van diverse sociale voorzieningen
Aantal maanden waarin instromers (bijstand) een bijstandsuitkering ontvangen
Ondanks economische crisis gemiddelde uitkeringsduur beperken tot maximaal 5 maanden, gedurende de gehele periode 2010-2014
2008: instroom = 99, uitstroom = 62, gemiddelde duur uitkering: 9 mnd.; 2009: instroom = 121, uitstroom = 56, gemiddelde duur uitkering: 5 mnd.
Collegedoel
Sturen, te bereiken door o.a.: Ridderkerk te realiseren in relatie tot de risico's die de gemeente Barendrecht loopt met de uitbreiding (hervestiging van bedrijven in Ridderkerk) •
•
Er zijn diverse bijeenkomsten geweest om de strategische agenda te vullen. En de duurzaamheidskring is opgericht.
•
De gemiddelde uitkeringsduur voor nieuwe instroom bedraagt 6,2 maanden. Hiermee is het streven om nieuwe instroom maximaal 5 maanden in de uitkering te laten zitten niet gehaald. Debet hieraan is het feit dat een groot deel van de nieuwe instroom bestaat uit mensen die reeds een uitkering bij een andere gemeente of al langere tijd een WW-uitkering genoten. Daarnaast is de strenge poortwachtersfunctie een oorzaak van het feit dat nieuwe instroom vaak niet op korte termijn uit te plaatsen is. Niettemin blijft het streven om mensen zo snel mogelijk weer de arbeidsmarkt op te
• •
•
•
•
• •
•
Investeren in relatievorming tussen maatschappelijke partners Stimuleren Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), onder andere door als gemeente zelf bij investeringen sociale criteria te hanteren (Social Return on Investment), maar ook met duurzaam inkopen Samenwerking bedrijfsleven en het onderwijs stimuleren Versterken van de positie van Barendrecht in de regio Stevige poortwachter Stimuleren van de uitstroom richting werk/scholing Uitkeringsgerechtigden werkervaring laten opdoen: - reintegratietrajecten - werkervaringsplaatsen - stageplaatsen - vrijwilligerswerk Hard optreden tegen voortijdig schoolverlaten en ongeoorloofd schoolverzuim Strikte handhaving van de Leerplichtwet Arbeidsgehandicapten (Wsw, Wajong) zo regulier mogelijk laten werken, mede m.b.v. Social Return on Investment en Begeleid Werken Jeugdwerkloosheid beperken door de afstemming tussen onderwijs en de dagelijkse 19
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt
Collegedoel
Indicator collegedoel
Streefcijfer
Nulmeting
Aantal schoolverlaters zonder geldige startkwalificatie
In 4 schooljaren een afname van 40% (in deze collegeperiode een afname van 30%)
Schooljaar 2008 - 2009 : 119 op totaal van 3769 leerlingen = 3,2% (bron: ministerie van OCW)
Aantal Barendrechtse arbeids gehandicapten (WSW en Wajong) in dienst van het regionale bedrijfsleven
In 2013 10% meer arbeids gehandicapten in dienst van regionaal bedrijfsleven
12 personen
= Positieve effecten op duurzaamheidsdoelstelling College 2010-2014 Programma 2 Barendrecht werkt bestaat uit drie clusters, te weten: 2.1 Economie en arbeidsmarkt 2.2 Werk en inkomen 2.3 Onderwijs Deze clusters behandelen wij op de volgende bladzijden.
20
Waar staan we nu? helpen. Schooljaar 2010 2011 : 95 op totaal van 4044 leerlingen = 2,3% (bron: ministerie van OCW). Dit betekent een afname van 28 % t.o.v. de nulmeting. De voorlopige cijfers schooljaar 2011 2012 worden oktober 2013 door ministerie van OCW geleverd. 14 personen Dit jaar zijn er 2 mensen die op de wachtlijst stonden van de WSW gaan werken bij een reguliere werkgever. Toename t.o.v. nulmeting : 17%
Sturen, te bereiken door o.a.: beroepspraktijk verbeteren: - oprichten van samenwerkingsverbanden - (maatschappelijke) stages - praktijklessen
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt
2.1 Economie en arbeidsmarkt Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk)
Bron: The Greenery bv
Maatschappelijk Doel Wij willen een gemeente zijn met een positief en duurzaam ondernemersklimaat, met een lage werkloosheid en een bovengemiddeld aantal banen. Context en Achtergrond Vestigings- en ondernemersklimaat Wij willen het gunstige vestigingsen ondernemersklimaat in Barendrecht behouden en versterken. Voor een deel kunnen we dit zelf, maar de economie van Barendrecht heeft uiteraard een belangrijke relatie met de regio. Ook op dat niveau zal Barendrecht werken aan het behouden en versterken van het economisch klimaat. Lokaal spannen wij ons in voor goede bedrijfscontacten en faciliteren wij ondernemers waar mogelijk. Werkgelegenheid Juist in de huidige tijd is economisch herstel en een groeiende werkgelegenheid heel belangrijk. Dit doen we niet alleen, maar samen met andere belangrijke maatschappelijke partners, zoals (beroeps)onderwijs en bedrijfsleven. Dit doen we op lokaal en regionaal niveau. Voor mensen die toch een beroep doen op sociale voorzieningen, verstrekken wij een (tijdelijk) vangnet, met als voornaamste doel hen te stimuleren zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Duurzaamheid De Strategische Agenda Duurzaamheid geeft richting aan duurzame ontwikkeling in Barendrecht. De agenda bevat concrete maatregelen om Barendrecht ook in economische zin duurzamer te maken en duurzaam ondernemen te stimuleren. Samen met Ridderkerk en Rotterdam streven we er naar van Nieuw-Reijerwaard een ‘duurzame parel’ te maken en een voorbeeld te zijn voor andere bedrijventerreinen. Dit heeft tot nu toe geresulteerd in een vastgestelde duurzaamheidsstrategie voor Nieuw-Reijerwaard.
Topsectoren Het kabinet heeft negen Topsectoren benoemd. Van deze sectoren heeft de regering hoge verwachtingen als het gaat om het aanjagen van groei, innovatie en het versterken van de concurrentiepositie van Nederland. Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, Agrofood en Logistiek zijn drie van de negen Topsectoren. Om innovatie te bevorderen en de economie te versterken is de koppeling van het bedrijfsleven aan de arbeidsmarkt een belangrijk speerpunt. Deze onderwerpen zijn uitgewerkt in innovatiecontracten en human capital agenda’s. Het topsectorenbeleid biedt kansen voor Barendrecht, waar veel bedrijven in de handel, logistiek, en be- en verwerking van groente en fruit gevestigd zijn. Enerzijds om de bedrijvigheid lokaal verder te stimuleren, anderzijds om regionaal en zelfs landelijk een positieve bijdrage te leveren aan het versterken van de concurrentiepositie. De revitalisering van BT Oost en de ontwikkeling van Nieuw-Reijerwaard zijn hierin belangrijke impulsen. Zuidvleugel De Economische Agenda Zuidvleugel en bijbehorend uitvoeringsprogramma geven de richting aan voor economische ontwikkeling in de Zuidvleugel van de Randstad, met als doel het versterken van de regio. Het gaat dan onder meer om de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven om personeelstekorten te bestrijden, verbeteren van bereikbaarheid, innovatie, kennisvalorisatie, promotie en acquisitie. Metropoolregio / Regionaal economisch overleg De intrekking van de Wgr+ staat gepland per 1 januari 2015. De oprichting van de Metropoolregio, waarin alle gemeenten in de Stadsregio Rotterdam Rijnmond en Stadsgewest Haaglanden gaan samenwerken, hangt nauw samen met de intrekking van de Wgr+. In de tussentijd wordt gewerkt aan een samenwerkingsverband dat bijdraagt aan de bereikbaarheid en het vestigingsklimaat van de regio. Op economisch gebied zijn contouren voor een strategische agenda opgesteld, voor verkeer en vervoer is een strategische bereikbaarheidsagenda in ontwikkeling. Barendrecht is actief betrokken, zo participeren wij bestuurlijk in de Vervoersautoriteit. Dat betekent concreet dat wij voor een deel in 2014 nog in Stadsregionaal verband afstemmen over economische zaken, detailhandel en kantorenlocaties binnen het Regionaal Economisch Overleg (REO). Leidraad voor regionale ontwikkeling is de Regionale Strategische Agenda 2010-2014 van de Stadsregio Rotterdam Rijnmond. Deze agenda streeft naar een economisch vitale regio door bereikbaarheid, kwaliteit van de leefomgeving en vestigingsklimaat te verbeteren. Voor Barendrecht zijn de Rotterdamse Haven met alle aanverwante bedrijvigheid en de Greenport Westland Oostland Barendrecht van grote invloed op de lokale economie. Ook de relatie met Ridderkerk en de maritieme sector is hierbij van belang. Naast een vitale
2.1 Economie en arbeidsmarkt
21
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt regio wordt ingezet op het investeren in netwerken tussen bedrijven, onderwijs, wetenschap, overheid en maatschappelijke partners. Hieraan geven wij ook lokaal invulling. In 2014 werkt de Stadsregio verder, waarbij wordt gekeken welke taken in de toekomst (logischerwijs) worden voortgezet in Metropoolregioverband. Ook worden de relaties met andere samenwerkingsverbanden, zoals de Drechtsteden, aangehaald om de economische positie van Barendrecht te versterken.
• •
Het behouden en versterken van de bedrijvigheid van de AGF-sector en daaraan gerelateerde bedrijvigheid. Bijdrage aan versterking van de regionale economie.
Greenport Westland Oostland Barendrecht Barendrecht is onderdeel van Greenport Westland Oostland Barendrecht. Hierin werken overheid en bedrijfsleven samen om de positie van de Greenport nationaal en internationaal te verbeteren. Belangrijkste thema’s zijn bereikbaarheid, duurzaamheid, onderwijs en innovatie. Barendrecht heeft een bijzondere rol in de Greenport: in Westland en Oostland ligt het accent bij glastuinbouw, terwijl in Barendrecht voornamelijk bedrijven in de logistiek, handel, be- en verwerking van groente en fruit gevestigd zijn. De aanwezigheid van de hele keten van productie tot de consument is uniek en van grote toegevoegde waarde voor de Greenport. In 2014 bouwen wij gezamenlijk verder aan de vorm en inhoud van de samenwerking. Samenwerking Onderwijs Bedrijfsleven Om de economie en het bedrijfsleven in Barendrecht te versterken, is het van belang dat er nu en in de toekomst voldoende goed opgeleide mensen beschikbaar zijn. Dit vraagt om een structurele samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Samen met bedrijven en onderwijspartners werken we lokaal aan verbinding en samenwerking. Regionaal werken we samen in de Greenport Horti Campus rondom de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt in de Greenport. Dit is van belang voor de AGF sector in Barendrecht en Ridderkerk, die de komende jaren in Nieuw-Reijerwaard sterk in omvang gaat groeien. Daarnaast biedt de ontwikkeling van de beroepscampus aan de Dierensteinweg kansen voor de fysieke verbinding met het bedrijfsleven. Overzicht kaderstellend beleid/nota’s • Economische visie. • Detailhandelsvisie. • Notitie regionaal arbeidsmarktbeleid 2010 e.v. • Kadernota sociale zekerheid in Barendrecht. ‘Meedoen naar vermogen’. • Strategische agenda duurzaamheid. Wat willen wij bereiken? • Het verder uitbouwen en versterken van duurzame relaties met ondernemend Barendrecht en andere maatschappelijke partners, zoals het onderwijs. • Duurzame investeringen in de samenleving stimuleren. • Schone, hele en veilige winkelgebieden en bedrijventerreinen.
22
2.1 Economie en arbeidsmarkt
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt Wat gaan we er voor doen in 2014? Bijdragen aan vorming Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Ontwikkeling Nieuw-Reijerwaard.
Samenwerking onderwijs bedrijfsleven.
Greenport Horti Campus.
Parkmanagement op bedrijventerreinen verder ontwikkelen.
Actief participeren in de stuur- en werkgroepen Deltapoort.
Versterken veiligheid Barendrechtse winkelcentra.
Toelichting Barendrecht draagt ook in 2014 bij aan de ontwikkeling van samenwerking in de Metropoolregio. Parallel hieraan loopt de afbouw en overdracht van taken van de Stadsregio. Naar verwachting zal in het eerste kwartaal van 2014 het inpassingsplan onherroepelijk zijn. Daarna kan de eerste bouw van start gaan. De focus van de Gemeenschappelijke Regeling Nieuw-Reijerwaard zal in 2014 dan ook gericht zijn op uitgifte, bouwrijp maken en de start van de bouw. In 2014 werken wij samen met onderwijs en bedrijfsleven verder aan structurele samenwerking en een betere aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven. In 2014 werken wij verder aan de programma’s van Greenport Horti Campus om de greenport te versterken, met in Barendrecht het accent op de handel en logistiek in AGF. Wij werken hiervoor lokaal samen met bedrijfsleven en onderwijs. Wij ondersteunen waar mogelijk het instellen van parkmanagement op bedrijventerreinen. Parkmanagement draagt bij aan de duurzaamheid en veiligheid van bedrijventerreinen. Barendrecht heeft als onderdeel van de Deltapoort een strategisch belang bij de economische, maar ook de groene, duurzame leefkwaliteit van het hele gebied. Onze bijdrage komt tegelijkertijd ten goede aan de regionale economie. In 2012 is de visie vastgesteld, in 2014 zullen de opgaven die in de visie benoemd zijn, waaronder de economische ontwikkelopgave, verder worden opgepakt. De maatregelen in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) worden verder uitgevoerd, zodat in 2014 in Carnisse Veste een eerste en in Barendrecht centrum een tweede ster KVO kan worden behaald. Wij voeren deze trajecten uit in samenwerking met de ondernemers, politie, brandweer, centrum criminaliteitsbestrijding en veiligheid (CCV) en beheerder (WPM in Carnisse Veste).
2.1 Economie en arbeidsmarkt
23
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt
Wat mag het kosten?
Producten en subproducten cluster 2.1 economie en arbeidsmarkt Regionale samenwerking Reclame Markt Economische advisering Parkmanagement Woningen en panden Gronden en landerijen Volkstuinen Bedrijfsruimte Reling 227 Parkeergarage Avenue Carre Agentschap VVV Parkeergarage Havenhoofd Parkeergarage Centrumontwikkeling Baten marktgelden Waterlevering en energie
PROGRAMMA 2. BARENDRECHT WERKT Begroting Begroting 2014 2015
Rekening 2012
Begroting 2013
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
1.531 335 2 28 363 142 325 253 8 32 7 0 38 0 0 0
1.553 0 240 7 0 141 151 835 8 0 5 4 0 0 49 113
1.381 333 0 31 367 0 286 293 8 30 0 0 33 0 0 0
1.266 0 226 0 0 0 151 714 8 0 0 0 0 0 54 113
lasten * baten * 1.000 1.000 1.615 334 0 32 368 0 436 358 8 47 0 0 34 0 0 0
1.373 0 226 0 0 0 151 784 8 36 0 0 0 0 55 113
lasten * baten * 1.000 1.000 1.485 334 0 31 369 0 306 358 8 46 0 0 34 0 0 0
1.376 0 226 0 0 0 154 784 8 36 0 0 0 0 55 113
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
1.433 333 0 31 361 0 262 358 8 45 0 0 34 0 0 0
1.378 0 226 0 0 0 156 784 8 36 0 0 0 0 55 113
2.072 333 0 31 360 0 260 358 8 45 0 0 34 644 0 0
1.380 0 226 0 0 0 158 784 8 36 0 0 0 0 55 113
Toelichting op trendbreuk Parkeergarage Centrumontwikkeling Vanaf 2017 zijn de kapitaallasten en exploitatielasten voor de parkeergarage Centrumontwikkeling in de begroting opgenomen en nemen dus ook de lasten op dit programma toe. Woningen en panden Vanaf 2014 nemen de kosten voor de gebouwen toe vanwege veranderend rijksbeleid, zoals de verhoging van energie- en assurantiebelastingen. Vanaf 2015 is de storting in de voorziening onderhoud gebouwen verlaagd.
24
2.1 Economie en arbeidsmarkt
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt
2.2. Werk en inkomen Voor de Wajong is afgesproken dat alle bestaande Wajongers worden herkeurd. Iedereen die niet volledig arbeidsongeschikt is komt onder de Participatiewet te vallen. De veranderingen op het gebied van sociale zaken hebben we in BAR-verband opgepakt. Deze veranderingen zijn samen met de decentralisaties begeleiding AWBZ en jeugdzorg georganiseerd.
Maatschappelijk Doel Wij willen een gemeente zijn waar de werkeloosheid laag blijft en waar zich een bovengemiddeld aantal banen bevindt. Wij willen zelfredzaamheid stimuleren: de Barendrechtse gemeenschap moet oog hebben voor elkaar en indien nodig ook voor elkaar zorgen. Daarnaast willen wij steun bieden aan hen die dat daadwerkelijk nodig hebben.
Werkbedrijven De werkbedrijven zijn het resultaat van het sociaal akkoord tussen werkgevers, werknemers en overheid. In totaal zullen er 35 werkbedrijven worden ontwikkeld in Nederland. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van het sociaal akkoord om volledig nieuwe fysieke bedrijven in te richten. De werkbedrijven zijn netwerkorganisaties die uitgaan van de bestaande regionale en lokale verbanden rond de werkgeversdienstverlening. In Barendrecht trekken we hierin samen op met Albrandswaard en Ridderkerk. Bij de realisatie van de werkbedrijven zijn we betrokken bij de ontwikkelingen in de arbeidsmarktregio Rotterdam-Rijnmond. We zijn ook in gesprek met de bedrijven voor sociale werkvoorziening Drechtwerk en Promen. Ook zij zijn voor ons belangrijke partners bij deze ontwikkeling, omdat daar burgers van de BARgemeenten in dienst zijn.
Context en Achtergrond Voor mensen die een beroep doen op sociale voorzieningen verstrekken wij een (tijdelijk) vangnet, met als voornaamste doel hen te stimuleren zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. De economische situatie waarin we ons bevinden, blijft zorgelijk. We zien de werkloosheid nog steeds toenemen en daarmee ook de aanvraag van bijstandsuitkeringen. Onze inzet blijft onverminderd gericht op het begeleiden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar reguliere werkgevers.
Sociale Werkvoorziening In 2014 zullen de werknemers nog op dezelfde manier binnen de bedrijven voor sociale werkvoorziening worden geplaatst. We zorgen hierbij voor een adequate invulling van de taakstelling die door het ministerie wordt opgelegd. We zijn daarnaast in gesprek met de bedrijven voor sociale werkvoorziening om te komen tot de gewenste aanpak in het kader van de Participatiewet. De vormgeving van de werkbedrijven is hierbij nadrukkelijk onderwerp van gesprek. De lead voor de invulling van de werkbedrijven ligt bij de gemeenten.
Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk) De Wet Werken naar Vermogen (WWNV) is van de baan en wordt vervangen door de Participatiewet. Deze zal per 1 januari 2015 worden ingevoerd. De Participatiewet gaat verder op de al ingeslagen weg van de eerdere plannen van de rijksoverheid. De Participatiewet voert (delen van de) Wajong, sociale werkvoorziening en de Wet Werk en Bijstand samen. De doelgroep voor de gemeenten wordt daarom groter. In 2014 gaan we ons verder voorbereiden op de invoering van de Participatiewet. Er is een aantal belangrijke veranderingen van de Participatiewet ten opzichte van de WWNV. Zo wordt er een quotum ingevoerd voor werkgevers om mensen met een arbeidshandicap in dienst te nemen en komen er in totaal 35 werkbedrijven, die onder leiding van de gemeenten de verbinding tussen werkzoekenden en werkgevers zullen organiseren. In deze werkbedrijven hebben ook de bedrijven voor sociale werkvoorziening, reguliere werkgevers en UWV een rol. In het sociaal akkoord is afgesproken dat er de komende jaren 125.000 banen zullen worden gecreëerd bij werkgevers (overheid en bedrijfsleven) voor mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt.
Re-integratie Om de afstand naar de reguliere arbeidsmarkt te overbruggen blijven we gebruik maken van verschillende trajecten. De poortwachter speelt hierin in het eerste contact een centrale functie. We proberen, als dat mogelijk is, de instroom in de uitkering te voorkomen. Ondanks de moeilijke economische situatie blijft de focus op het gebied van re-integratie gericht op werk bij reguliere werkgevers. In het kader van de Participatiewet zullen we ons richten op de doorontwikkeling van het instrument loonkostensubsidie dat kan worden ingezet. Dit instrument vervangt de loondispensatie uit de WWNV. Het kan worden ingezet in gevallen waarin iemand geen volledige loonwaarde heeft. Een belangrijk verschil met de huidige situatie is dat de loonkostensubsidie gekoppeld zal worden aan de loonwaarde die een werknemer heeft.
Bron: The Greenery bv
Minimabeleid De economische omstandigheden maken het ook in 2014 voor een steeds grotere groep mensen moeilijk om goed deel te nemen aan de maatschappij, omdat de financiële basis ontbreekt. Juist in deze tijden is het van
2.2 Werk en inkomen
25
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt belang dat we de ondersteuning, voor mensen die het echt nodig hebben, blijven organiseren. We zetten ons daarom in om de middelen, die beschikbaar zijn voor het minimabeleid, volledig bij de doelgroep terecht te laten komen. Speciale aandacht is er voor kinderen die vanuit het SCE-fonds worden ondersteund.
-
Schuldhulpverlening Het aantal schulden blijft in Barendrecht toenemen. We zien een verbreding van de doelgroep en de problematiek. Ook mensen met een hoger inkomen komen in de problemen. De schuldhulpverlening is in BAR-verband georganiseerd. Er is een integrale benadering ingezet en er is veel aandacht voor preventie. Vanuit de gemeenten als regievoerder hebben we meer inzicht in de individuele situaties van burgers, zodat we adequater kunnen reageren op individuele situaties.
De focus op regulier werk en wanneer dit niet mogelijk is op participatie, bijvoorbeeld door middel van vrijwilligerswerk. Een goed netwerk van (regionale) samenwerking met werkgevers en overheid, waarin we komen tot een gezamenlijke verantwoordelijkheid op het gebied van sociale zekerheid en arbeidsmarkt.
Hoogwaardig handhaven Fraude ondermijnt het draagvlak voor het stelsel van sociale zekerheid. Daarom moet misbruik zo effectief mogelijk worden bestreden. Tegelijkertijd wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke naleving van de verplichtingen die met een uitkering verbonden zijn. De kern van het handhavingsbeleid in de BAR-gemeenten wordt gevormd door vier samenhangende beleidslijnen (de cirkel van naleving). Dit zijn het vroegtijdig informeren van cliënten, het optimaliseren van de dienstverlening, vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen en het daadwerkelijk sanctioneren. Kaderstellend beleid/nota’s - Algemeen Beleidskader Sociale Zekerheid ‘Meedoen naar Vermogen’. - Nota Schuldhulpverlening. - Aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering. Wat willen wij bereiken? - Het beperken van de stijging van het aantal bijstanduitkeringen door het voorkomen van instroom en het bevorderen van uitstroom. - Onrechtmatig gebruik van uitkeringen en inkomensvoorzieningen terugdringen en voorkomen. - Arbeidsgehandicapten werken zo veel mogelijk bij reguliere werkgevers met de inzet van diverse sociale voorzieningen.
Wat gaan we er voor doen in 2014? Voorbereiden Participatiewet.
Wajong.
Regierol op schuldhulpverlening versterken.
26
Toelichting Eind 2013 wordt de Participatiewet naar de Tweede Kamer gestuurd. 2014 zal dus voor een groot deel in het kader staan van de voorbereiding van de Participatiewet. Alle Wajongers worden herkeurd. Alleen diegenen die volledig arbeidsongeschikt zijn komen niet onder de Participatiewet. Iedereen met (beperkte) arbeidscapaciteit komt onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. We gaan in gesprek met UWV over de doelgroep, zodat we kunnen zorgen voor een naadloze overdracht van de bestaande Wajong-populatie. Gemeenten hebben sinds 1 juli 2012 de wettelijke taak de regie te voeren op schuldhulpverlening, waarbij een integrale aanpak centraal staat. De BAR-gemeenten geven deze rol inhoud door een regisseur schuldhulpverlening in te zetten. De regisseur heeft zitting in het Lokaal Zorgnetwerk (in Barendrecht in oprichting) en bewaakt of 2.2 Werk en inkomen
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt Wat gaan we er voor doen in 2014?
Toelichting de juiste hulp- en dienstverlening wordt ingezet en of het proces goed verloopt. De gemeenten zijn tevens verantwoordelijk voor preventie en nazorg. Eén van de onderdelen van preventie is dat de gemeenten afspraken maken met schuldeisers als woningbouwcorporaties, zorgverzekeraars en energieleveranciers om schulden vroegtijdig te signaleren. In het kader van hoogwaardig handhaven voeren we themaonderzoeken uit, die gericht zijn op het bestrijden van fraude. Nadere invulling van de afspraken met sw-bedrijven en reguliere werkgevers over het plaatsen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hierbij wordt al zo veel mogelijk rekening gehouden met de inhoud van de Participatiewet, zoals de inzet van loonkostensubsidie. De werkgeversbenadering op het gebied van sociale zaken wordt verder geprofessionaliseerd. Hierbij is er met name aandacht voor de dienstverlening aan de werkgevers en de samenwerking met de verschillende regionale en landelijke netwerkpartners (UWV, andere gemeenten, sw-bedrijven). Vanuit het rijk zijn er extra middelen te beschikking gesteld m.b.t. het onderwerp jeugdwerkloosheid. Via de regio Rotterdam-Rijnmond doen we aanspraak op deze middelen. Door het zo efficiënt mogelijk inzetten van de poortwachter en onze re-integratie-instrumenten beperken we de instroom in de bijstand en bevorderen we de uitstroom richting reguliere werkgevers.
Intensivering van fraude-aanpak.
Pilots met sw-bedrijven en werkgevers met het oog op de Participatiewet en de werkbedrijven.
Doorontwikkeling Werkgeversdienstverlening.
Inzet jeugdwerkloosheid.
Beperken bijstandsgerechtigden.
Wat mag het kosten?
Producten en subproducten cluster 2.2 werk en inkomen WWB (inkomensdeel) Wet BUIG Besluit zelfstandigen Sociale werkvoorziening Minimabeleid Kwijtscheldingen Kinderopvang SMI P-budget reintegratie (WWB werkdeel)
PROGRAMMA 2. BARENDRECHT WERKT Begroting Begroting 2014 2015
Rekening 2012
Begroting 2013
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
10.764 235 6.327 244 2.035 608 235 159 921
7.528 3 5.086 163 1.761 5 0 0 509
11.926 205 7.162 238 2.533 674 213 167 735
8.366 0 5.696 156 2.196 3 0 0 315
lasten * baten * 1.000 1.000 11.430 200 6.650 239 2.483 679 273 167 738
8.366 0 5.696 156 2.196 4 0 0 315
lasten * baten * 1.000 1.000 11.384 201 6.652 239 2.433 680 273 167 739
8.366 0 5.696 156 2.196 4 0 0 315
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
11.368 200 6.643 239 2.433 679 273 167 736
8.366 0 5.696 156 2.196 4 0 0 315
11.359 199 6.639 238 2.432 678 273 166 733
8.366 0 5.696 156 2.196 4 0 0 315
Toelichting op trendbreuk Wet BUIG De komende jaren worden er geen tekorten meer verwacht op de wet BUIG. Het verschil tussen de lasten en baten is de doorbelasting van de afdeling publiekszaken.
2.2 Werk en inkomen
27
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt
2.3 Onderwijs Context en Achtergrond Onderwijs en bedrijfsleven
Maatschappelijk Doel Kwalitatief hoogstaand onderwijs bieden aan jongeren waardoor deze zich optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien. Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk) Onderwijsachterstandenbeleid In mei 2013 adviseerde de VNG aan het kabinet om twee dagdelen gratis opvang aan te bieden voor peuters in een voorschoolse voorziening en voor doelgroeppeuters vier dagdelen. Gratis opvang betekent een optimaal bereik. De VNG adviseert aan het kabinet om een éénduidig stelsel voor opvang en onderwijs voor alle kinderen van 0-12 jaar te bewerkstelligen. Het uitgangspunt is een integrale basisvoorziening. In 2014 neemt het kabinet hier een beslissing over. De consequenties voor gemeenten worden daarna verder uitgewerkt. Onderwijshuisvesting In 2015 wordt het buitenonderhoud doorgedecentraliseerd van de gemeente naar de schoolbesturen. De schoolbesturen krijgen vanaf dan vanuit het rijk de beschikking over de middelen. Hierdoor wordt de gemeente gekort op het gemeentefonds. In de eerste helft van 2014 wordt duidelijk wat de consequenties zijn voor de gemeentelijke begroting. Om deze wijziging in regelgeving voor te bereiden is een regionale projectgroep buitenonderhoud ingesteld die de stand van zaken van het buitenonderhoud, in relatie tot de doordecentralisatie, in kaart brengt. Voortijdig schoolverlaten (vsv) Vanaf 2014 tellen de leerlingen, waarvan men weet dat ze door hun ernstige lichamelijke- en/of geestelijke beperkingen nooit een diploma zullen halen, niet langer mee als voortijdig schoolverlater. Het aantal vsv’ers zal daardoor afnemen.
28
Verbinden onderwijs en bedrijfsleven In het LOC gaan we het onderwijs en bedrijfsleven met elkaar verbinden. Dit doen we door het bedrijfsleven naar binnen te halen of door onderwijsactiviteiten in het bedrijfsleven te laten plaatsvinden, om leerlingen kennis te laten maken met bedrijven en beroepen. Op die manier creëren we een directe, fysieke aansluiting van het onderwijs met de beroepspraktijk. De nadruk ligt op leren in de praktijk en de uitoefening van een bepaald beroep. Theorievakken zijn aanvullend op de praktijk. De Beroepscampus die met de komst van het LOC aan de Dierensteinweg ontstaat, wordt versterkt door de federatie die de vijf onderwijsinstellingen hebben gevormd. In de federatie wordt o.a. samengewerkt om onderwijsinhoud af te stemmen en de verbinding met het bedrijfsleven te leggen. In 2014 werken we de plannen en ideeën over een samenwerkingsverband tussen onderwijs en bedrijfsleven verder uit. Het gaat er hierbij om dat wij samen met onderwijs en bedrijfsleven zorgen voor structurele samenwerking en verbinding. Wij willen dat het onderwijs goed aansluit op de beroepspraktijk, bijdraagt aan een gunstig arbeidsperspectief voor jongeren en bedrijven in de toekomst voldoende goed gekwalificeerde mensen tot hun beschikking hebben Dit sluit aan bij de visie op de vorming van de Beroepscampus. In de Greenport Horti Campus werken we samen met het bedrijfsleven en onderwijs in de regio WestlandOostland-Barendrecht aan een betere koppeling tussen bedrijfsleven en onderwijs in de greenportsector. In de lokale agenda voor Barendrecht ligt de focus op handel en agrologistiek. Hiermee wordt o.a. de verbinding gemaakt met de ontwikkeling van Nieuw-Reijerwaard en de werkgelegenheid die daar ontstaat. Onderwijs en zorg Nieuwe wet Passend Onderwijs en het REA-overleg De nieuwe wet Passend Onderwijs betekent voor het onderwijs een grote verandering. Zorg en ondersteuning moeten veel meer in de klas gaan plaatsvinden. Leerlingen worden minder doorverwezen naar het speciaal onderwijs. Ook voor het beleid van gemeenten heeft de wet gevolgen. Om die reden is er een Regionaal Educatief overleg, het BAR-REA-overleg, ingesteld. Daarin wordt bestuurlijk de samenwerking met het onderwijs op BAR-niveau vormgegeven. Ook worden belangrijke overeenkomsten, om de samenwerking tussen gemeenten en onderwijs te waarborgen, getekend. In augustus 2014 gaat de nieuwe wet in. In 2014 wordt verder ingezet op de afstemming van passend onderwijs en jeugdzorg in de praktijk. De CJG’s spelen daar een belangrijke rol in. Op 1 augustus 2014 wordt de zorgplicht ingevoerd. De landelijke indicatiestelling verdwijnt. Dit betekent dat schoolbesturen verantwoordelijk worden voor de plaatsing van een
2.3 Onderwijs
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt leerling op een school binnen de regio van het samenwerkingsverband.
hebben op het lokale beleid. Mocht dit het geval zijn, dan passen we het beleid in 2014 aan.
Onderwijsachterstandenbeleid Het onderwijsachterstandenbeleid is erop gericht om onderwijs- en ontwikkelingsachterstanden bij jonge kinderen (in de leeftijd tussen 2 en 6 jaar) vroegtijdig op te sporen en te bestrijden. Alle kinderen moeten met zo weinig mogelijk achterstand in groep 3 van de basisschool kunnen starten.
Onderwijshuisvesting De afgelopen jaren zijn meerdere scholen uitgebreid of nieuw gebouwd. Barendrecht beschikt daarmee over een adequaat bestand voor onderwijshuisvesting. De noodhuisvesting van het Calvijn is gesloopt en we hebben nauwelijks leegstand. De komende jaren monitoren we de koppeling tussen actuele leerlingenprognoses, bestaande huisvestingsmogelijkheden, ontwikkelingen op de grond- en bouwmarkt en de huidige financiële mogelijkheden van de gemeente.
In 2014 werken we vanuit het bestaande beleid, beschreven in de Notitie Onderwijsachterstandenbeleid Gemeente Barendrecht (2012), verder aan het bestrijden van onderwijsachterstanden.
Onderwijs thema’s Leerplicht De gemeente Barendrecht vindt het belangrijk dat de kinderen het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. We voeren een strikt beleid uit waardoor langdurige of veelvuldige onttrekking aan het onderwijs zo min mogelijk voorkomt. Het gaat hier om handhaven van de leerplichtwet en ook preventie, registratie, en begeleiding van de 5-18 jarigen. Ook is er aansluiting bij diverse zorgoverleggen voor optimale afstemming en gesloten aanpak rondom een leerling/gezin. Er wordt extra ingezet op het begeleiden van 16/17 jarigen die dreigen uit te vallen. Zij hebben nog geen startkwalificatie behaald en hebben daarom (intensieve) aandacht nodig. Door middel van een startkwalificatie komen jongeren makkelijker aan een baan en wordt jeugdwerkloosheid zo veel mogelijk beperkt. Tegen deze achtergrond zetten we actief in op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en ongeoorloofd schoolverzuim. Dit doen we in samenwerking met De Jonge Krijger. Zij zorgen er ook voor dat de 18 tot 23-jarige schoolverlaters terug worden begeleid naar werk of school. Schoolbegeleiding Schoolbegeleiding is een dienst die tot 2013, door twee expertisecentra aan zowel het primair- als het voortgezet onderwijs in Barendrecht, werd aangeboden. Vanaf 2013 wordt het beschikbare budget niet langer aan deze centra toegekend, maar rechtstreeks aan de verschillende schoolbesturen. Zij zetten dit vervolgens naar eigen inzicht (binnen kaders) in. In 2014 evalueren we deze nieuwe werkwijze. Leerlingenvervoer Het leerlingenvervoer is en blijft scherp onder de aandacht. De wet bepaalt welke doelgroep recht heeft op een vervoersvoorziening. Zowel op beleids- als uitvoerend niveau geldt het uitgangspunt ‘openbaar vervoer als het kan en aangepast vervoer als het moet’. Voor het schooljaar 2013/2014 is het leerlingenvervoer geoptimaliseerd en in 2014 wordt dit verder doorontwikkeld. Zo wordt er gewerkt met een nieuwe Verordening Leerlingenvervoer en zijn er beleidsregels vastgesteld. Ook is er middels een Europese aanbesteding in BAR-verband, een nieuwe meerjarige overeenkomst gesloten met een nieuwe vervoerder. In 2014 wordt het nieuwe beleid verder geconsolideerd. De landelijke politieke discussie over het vervoer voor kinderen die naar een school met een levensbeschouwelijke grondslag vervoerd worden, moet nog afgerond worden. De uitkomst hiervan kan invloed
Lokale Educatieve Agenda (LEA) In 2011 is de Lokale Educatieve Agenda vastgesteld door het college en de gemeenteraad. In dit dynamische document zijn, in samenwerking met de maatschappelijke partners, belangrijke lokale thema’s op het gebied van onderwijs geagendeerd. De thema’s waar o.a. aan gewerkt is de afgelopen jaren, zijn het onderwijsachterstandenbeleid en de vooren vroegschoolse educatie, vroegsignalering, speciale zorg voor kwetsbare leerlingen en het maatschappelijk hechten en toeleiden naar arbeid van 12 tot 18-jarigen. De lokale educatieve agenda is opgesteld tot en met 2014. In 2014 loopt de planperiode af en wordt de agenda geëvalueerd. Ook wordt besloten welke vorm en inhoud dit instrument krijgt in de jaren 2015 en verder. Overzicht kaderstellend beleid/nota’s • Integraal huisvestingsplan onderwijs- en welzijnsvoorzieningen 2008-2025, deel II – voortgezet onderwijs. • Notitie Multifunctionele Accommodaties Basisonderwijs, visieontwikkeling op programma. • Verordening leerlingenvervoer 2013. • IHP 2011. • Lokale Educatieve Agenda gemeente Barendrecht. • Notitie onderwijsachterstandenbeleid 20122014 gemeente Barendrecht. Wat willen wij bereiken? • Goede koppeling tussen onderwijs en bedrijfsleven. • Goede regionale aansluiting tussen passend onderwijs en de transitie jeugdzorg. • In samenwerking met maatschappelijke partners in het kader van de LEA, belangrijke thema’ s waar men gezamenlijk verantwoordelijk voor is, oppakken en uitvoeren. • Ieder jong kind moet zich optimaal kunnen ontwikkelen. Achterstanden worden gesignaleerd en zo snel mogelijk weggewerkt, zodat kinderen zonder achterstand kunnen instromen in het basisonderwijs. • Alle leerbare kinderen en jongeren een plek in het onderwijs en minimaal een startkwalificatie. • Adequaat vervoer bieden aan de leerlingen die
2.3 Onderwijs
29
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt
•
het nodig hebben, zodat zij kunnen deelnemen aan onderwijs. Leerlingen krijgen bredere ontwikkelingskansen door de brede schoolactiviteiten.
Wat gaan we er voor doen in 2014? LEA Evaluatie Lokale Educatieve Agenda.
Toelichting Er vindt een evaluatie van het LEA-beleid plaats van de afgelopen vier jaar. Ook wordt in 2014 besloten welke vorm en inhoud de LEA krijgt in 2015 e.v.
Onderwijsachterstanden Op basis van de aanbevelingen van de Inspectie van het Onderwijs en de eigen beleidsevaluatie pakken wij een aantal punten op in de rol van regisseur. De uitvoering vindt plaats in en door de kinderopvang, het consultatiebureau en het onderwijs.
Leerplicht Controle op verzuimregistratie school.
1. Plan van aanpak met betrekking tot verbetering van de toeleiding van doelgroepkinderen, waarbij gestreefd wordt naar 100% van de doelgroepkinderen op een voorschoolse voorziening. 2. In 2014 wordt het ouderbeleid ontwikkeld in samenwerking met onder andere de basisscholen, het CJG en Kijk Op Welzijn. 3. Gemeentelijk beleid met betrekking tot een goede doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool opstellen. 4. Interne kwaliteitszorg voorscholen en vroegscholen opstellen. In 2014 nemen we een besluit of we extra schoolcontroles gaan inkopen. Deze controles betreffen de verzuimadministratie van de scholen. In regionaal verband focus op: 1. Loopbaanteams; 2. Begeleiden naar werk- leertraject; 3. Verzuim en voortijdig schoolverlaters.
Inzet op voortijdige schoolverlaters voortzetten.
Passend Onderwijs 1. BAR-REA- overleg. 2. Invoering zorgplicht 1 augustus 2014.
1. In voorgaande jaren is het BAR-REA-overleg opgericht. Dit is een platform waar de drie BAR-wethouders zorgen voor regionale afstemming met het onderwijs voor passend onderwijs. In 2014 signaleren we o.a. in dit platform de effecten van de invoering van passend onderwijs en worden waar nodig aanpassingen doorgevoerd. 2. Door de invoering van de zorgplicht verschuift de aandacht van gezamenlijke visievorming en uitgangspunten naar uitvoerend beleid. In de tweede helft van 2014 moet blijken welke effecten de invoering van de zorgplicht daadwerkelijk heeft en hoe dit zich verhoudt tot bijvoorbeeld de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg en het leerlingenvervoer.
Schoolbegeleiding Monitoren en evalueren van de nieuwe wijze van financieren van de school begeleidingsmiddelen. Leerlingenvervoer 1. We werken nadrukkelijker samen met ouders en scholen. 2. Er wordt een facturatie systeem opgezet met behulp waarvan de contractmanager de uitvoering van het contract kan monitoren.
Onderwijshuisvesting 1. Starten met de bouw van de geplande MFA’s. 2. Doordecentralisatie onderwijshuisvesting/overheveling buitenonderhoud.
30
.
In 2014 monitoren we welk effect de nieuwe financieringswijze heeft. Aan het einde van het jaar evalueren we met de maatschappelijke partners. AD 1. Dit doen we om de juiste informatie te krijgen over de mogelijkheden van een kind en aan de hand daarvan te beoordelen wat voor soort vervoer het meest gepast is. Daarnaast is het ook de bedoeling om ouders en school meer te betrekken, om draagvlak te creëren voor ons beleid. AD 2. De contractmanager controleert of de uitvoerders zich houden aan de eisen zoals opgenomen in het bestek. 1. In 2014 starten we met de bouw van MFA’s Vrouwenpolder Lagewei, Kruidentuin en het LOC. De voorbereiding van de nieuwbouw voor de dr. Schaepmanschool is gereed. Ook gaan we verder met de voorbereiding van de bouw van het LOC/Focus beroepsacademie in 2014.
2.3 Onderwijs
Beleidsbegroting Programma 2 Barendrecht werkt Wat gaan we er voor doen in 2014?
Toelichting 2. In 2014 wordt door de projectgroep buitenonderhoud de doordecentralisatie onderwijshuisvesting voorbereid. Mede op basis hiervan dient het IHP vervolgens te worden geactualiseerd.
Wat mag het kosten?
Producten en subproducten cluster 2.3 onderwijs Huisvest.kn.openbaar basisonderwijs Huisvest.kn.bijzonder basisonderwijs Huisvest.kn.speciaal onderwijs Huisvest.kn.voortg. openbaar onderwijs Huisvest.kn.bijz. voortgezet onderwijs Lokaal onderwijs Leerlingenvervoer Leerplicht
PROGRAMMA 2. BARENDRECHT WERKT Begroting Begroting 2014 2015
Rekening 2012
Begroting 2013
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
6.705 505 2.530 338 1.563 68 669 1.030 2
12 0 0 0 1 0 0 10 1
6.749 437 2.050 243 2.259 71 646 997 46
195 0 0 0 3 0 134 12 46
lasten * baten * 1.000 1.000 6.886 429 1.998 239 2.514 62 648 949 46
195 0 0 0 3 0 134 12 46
lasten * baten * 1.000 1.000 6.864 419 2.073 219 2.447 62 649 950 46
380 105 0 0 83 0 134 12 46
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
7.850 450 2.178 202 3.317 62 648 948 46
380 105 0 0 83 0 134 12 46
7.806 435 2.104 199 3.367 61 647 947 46
380 105 0 0 83 0 134 12 46
Toelichting op trendbreuk Huisvestingskosten onderwijs De investeringen in onderwijsgebouwen hebben tot gevolg dat de kapitaallasten de komende jaren, met name vanaf 2016, zullen stijgen. Een voorbeeld hiervan is het Lokaal Opleidingen Centrum (LOC).
2.3 Onderwijs
31
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee
Programma 3 Barendrecht doet mee Wat willen we de komende vier jaar bereiken? Maatschappelijk doel:
Wij willen dat iedereen in onze samenleving, zowel jong als oud, zo zelfstandig mogelijk kan meedoen in onze samenleving
Algemeen:
Barendrecht investeert in ontmoeting. Dat is de opdracht die de Barendrechters ons in de strategische visie 'Barendrecht 2025' hebben gegeven. Wij vinden het dan ook belangrijk om ontmoetingen tussen inwoners, jong en oud, te stimuleren en te faciliteren. Alle Barendrechters moeten mee kunnen doen, iedereen telt mee, jong en oud. We stimuleren zelfredzaamheid van mensen: als gemeente zullen we hen meer aanspreken op hun eigen mogelijkheden om problemen op te lossen. We zullen de komende jaren meer activiteiten en voorzieningen voor jongeren realiseren, o.a. een Jongerencentrum. Ook nemen we de nieuwbouw- en uitbreidingswerkzaamheden in het kader van de Integrale Huisvestingsplannen Onderwijs (IHP I en II) voortvarend ter hand.
Wat zijn onze doelen, waaraan kunnen we zien dat we geslaagd zijn en wat gaan we doen om dat te bereiken? Collegedoel Steun bieden aan hen die daadwerkelijk steun nodig hebben, daarnaast stimuleren van meer zelfredzaamheid
Indicator collegedoel Aantal "zorgmijders" (mensen die recht hebben op zorg, maar dit niet weten of zich gestigmatiseerd voelen)
Streefcijfer Reductie in 2014: -25%
Nulmeting Het staat nog niet vast welke definitie van zorgmijders we hanteren, daarom gaan we uit van doelgroepen zoals genoemd in de WMO prestatievelden 7, 8 en 9. Zeer recent onderzoek van cluster zorgregie van de GGD i.s.m. de afdeling beleid geeft een goed beeld. Uit dit onderzoek blijkt: - Huiselijk geweld: zwaardere gevallen die bij het Lokaal Team Huiselijk Geweld terecht komen in 2010: 179 casussen waar 450 personen bij betrokken waren. - Inwoners met psychische problemen die overlast veroorzaken en vaak zorg mijden: +/- 100. - Kwetsbaren kinderen: 2550. Ongeveer de helft hiervan komt uit gezinnen die zorg mijden. - Harddrugsgebruik is bijna tot niet zichtbaar aanwezig. - +/- 10 jongeren hebben een serieuze cannabis verslaving. - Alcohol problematiek groeit sterk onder de oudere inwoners maar harde cijfers ontbreken. - Dak en thuislozen: incidenteel zeer kortstondig, zwerfjongeren niet. - Illegalen, volgens extrapolatie gaat het om een grote groep, maar bij professionals is niets bekend.
32
Waar staan we nu? Het afgelopen jaar is een grote slag geslagen in het in eigen beheer brengen en opzetten van het lokaal zorgnetwerk en het team huiselijk geweld. De (juridische) voorwaarden om met diverse externe partners omtrent dit onderwerp samen te werken zijn geborgd in een convenant. Nu de organisatorische randvoorwaarden zijn gerealiseerd zal over de omvang van de problematiek, c.q. het aantal zorgmijders een beeld geschetst kunnen worden in de jaarrapportages over 2013.
Sturen, te bereiken door o.a.: • Het uitgangspunt bij het formuleren van beleid wordt de zelfredzaamheid van het individu en de mogelijkheid van ondersteuning vanuit de directe omgeving • Het stimuleren, faciliteren en waarderen van de inzet van vrijwilligers in onze samenleving • Stimuleren van het eerste lijn aanbod (huisartsen, zorgverleners), o.a. in begeleiding bij zoektocht naar passende praktijkruimtes
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee
Collegedoel
Investeren in ontmoeting tussen inwoners
Het jeugdbeleid en activiteiten wordt opgesteld/ georganiseerd voor, door en vooral met jongeren
Indicator collegedoel Aantal adviesaanvragen bij Centrum voor Jeugd & Gezin (preventieve zorg)
Streefcijfer Toename in 2012: + 50%
Nulmeting In 2010: 227 adviesaanvragen
Waar staan we nu? Het spreekuur is in 2012 bezocht door 96 ouders met wie in totaal 185 gesprekken zijn gevoerd. In 2012 zijn er 126 telefoongesprekken binnengekomen. NB dit laatste cijfer heeft alleen betrekking op de ochtenden. In de middag wordt de balie bezet door het CJG Rijnmond. Deze contacten worden niet geregistreerd.In 2012: 311 adviesaanvragen. Resultaat t.o.v. nulmeting: +37%
Aantal door inwoners, verenigingen en andere partners georganiseerde evenementen
Toename in 2013: +5%
Cijfers eind 2010 gerangschikt naar grootte van evenementen : klein 255; middel 63; groot 21
Cijfers t/m december 2012 gerangschikt naar grootte van evenementen : klein 100; middel 25; groot 27. Dit betekent t.o.v. het nuljaar : klein -60%, middel -60%, groot -43%
Percentage inwoners dat 5 tot 10 keer per maand sport (georganiseerd en/of ongeorganiseerd) Jongerencentrum
Toename in 2013: +5%
In het vrijetijdsbestedingsonderzoek 2010 heeft 38% van de respondenten aangegeven het afgelopen jaar 60 keer of meer te hebben gesport
52% (Bron: Barometer 2013)
Operationeel in 2014
Jongerencentrum nog niet operationeel
Herijking PvE is afgerond, momenteel loopt er een onderzoek naar huisvestings-scenario's MFA Lagewei. Jongerencentrum in MFA of separaat op locatie MFA. Raadsbehandeling mei 2013.
Door jeugd en/of jongeren zelf georganiseerde (ontmoetings-) evenementen
Toename in 2012: + 20%
12 o.l.v. Alle-r-hande door jeugd /jongeren zelf georganiseerde activiteiten: -Jongeren aan de kook -LAN party -Jongerenkrant -Graffiti project Muziekplein -Graffiti Buitenoord Botter -XBOX FIFA toernooien -Zaalvoetbaltoernooi W’poort -Jeugddebat -HipHop workshop -Exxact FM -Along the Trax -Oud & Nieuw Feest
In 2012 gerealiseerd: Oud en nieuwfeest, Hip hop elements (2 x), Zaalvoetbaltoernooi, XBOX FIFA toernooien, 2 dagen Beachvolleybal, Along the Trax, Incidentele activiteiten in tienercentrum the Wave, ‘Kies je talent’ wekelijks, Bbqen loungebus 10 per jaar, Uitwisseling Finland, Sleutelwerkplaats, Wekelijkse inzet Loungebus, Wekelijkse inzet sport en spelbus, DOE MAAR!,
Sturen, te bereiken door o.a.:
• • • •
•
•
•
Versterken sociale cohesie Investeren in gezondheid Wijkregie Barendrecht Sportgemeente 2012 concrete invulling geven (Strategische Visie)
Opzetten van een jongerencentrum (operationeel in 2014) Aandacht voor voldoende en toereikende speelplaatsen voor de jeugd Ook ontmoeting tussen jongeren realiseren m.b.v. door sport- en cultuurverenigingen te organiseren activiteiten en evenementen Beschikbaar stellen van een budget voor de uitvoering van initiatieven door jongeren
33
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee
Collegedoel
Indicator collegedoel
Streefcijfer
Nulmeting
= Positieve effecten op duurzaamheidsdoelstelling College 2010-2014
Programma 3 Barendrecht doet mee bestaat uit twee clusters, te weten: 3.1 3.2
Vrije tijd en voorzieningen Zorg en welzijn
Deze clusters behandelen wij op de volgende bladzijden.
34
Waar staan we nu? Rijvaardigheidsdag jonge automobilisten. Dus 16 (o.l.v. Alle-rhande) door jeugd en/of jongeren zelf georganiseerde activiteiten. Resultaat t.o.v. nulmeting: +33%
Sturen, te bereiken door o.a.:
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee
3.1 Vrije tijd en voorzieningen sport is veranderd, de nadruk komt nog meer te liggen op die van regie voeren. We vinden het belangrijk om verbindingen te leggen tussen sportverenigingen, onderwijs, welzijn, cultuur en commerciële aanbieders..
Maatschappelijk Doel Wij willen dat iedereen in onze samenleving, zowel jong als oud, zo zelfstandig mogelijk kan meedoen in onze samenleving. Context en Achtergrond Een belangrijke trend is dat mensen ervaringen in hun vrije tijd willen delen met familie en vrienden. Naast het traditionele vermaak, waarbij spanning en sensatie een rol spelen, groeit het belang van activiteiten gericht op educatie, rust en ontspanning. Vrijetijdsbesteding is een containerbegrip voor alle activiteiten die we in de vrije tijd uitvoeren. We zetten in op het stimuleren en faciliteren van samenwerking tussen sport, cultuur, welzijn, kinderopvang, onderwijs en het bedrijfsleven. Een belangrijke ontwikkeling die van invloed is op vrije tijd en voorzieningen is een veranderende rol van de overheid. Wij gaan ook op dit terrein meer samenwerken met burgers en organisaties. Onder vrije tijd en voorzieningen vallen veel zaken die inwoners direct raken en waarbij de betrokkenheid en het belang door inwoners wordt onderschreven. Belangrijk is om de komende jaren samen met inwoners deze nieuwe werkelijkheid van de overheid vorm te geven. Sport/gezondheid In Barendrecht spelen sport en sportverenigingen een belangrijke rol. We beschikken over hoogwaardige sportaccommodaties, ondernemende onderwijsinstellingen en betrokken maatschappelijke en commerciële organisaties, die de sportieve dynamiek in Barendrecht versterken. Wij zetten ons in om deze kracht voor Barendrecht te behouden en te versterken. In 2013 is de Agenda “Verbinden door Bewegen” op interactieve wijze, samen met de maatschappelijk partners afgerond en vastgesteld. De nadruk komt in 2014 te liggen op het uitvoeringsprogramma van de Agenda, waarbij de gemeente per activiteit haar rol zal bepalen. De doelstellingen zullen wij realiseren door onder andere bestaande middelen te herschikken, samenwerkingsvormen aan te gaan en te versterken en alternatieve financieringsconstructies en ---bronnen aan te boren. De cofinancieringsconstructie voor de buurtsport coaches is hiervan een goed voorbeeld. Op deze wijze kunnen wij ook in financieel krappe tijden de kracht van Barendrecht optimaal benutten. De gemeentelijke rol bij
Kunst en cultuur In 2014 wordt verder gewerkt aan een nieuw financieel afwegingskader, om zodoende een aantrekkelijk cultureel aanbod voor de Barendrechtse bevolking te realiseren. Bij dit afwegingskader staat samenwerking tussen culturele organisaties en andere beleidsvelden, creatieve manieren van werken en cultureel ondernemerschap centraal. Hierbij wordt ook de relatie gelegd met het framework van de 4 gemeenteprofielen en wat dit betekent voor het culturele aanbod. Er is minder budget beschikbaar voor kunst & cultuur. Met het bibliotheeknetwerk ZhZo en de gemeente Albrandswaard zijn afspraken gemaakt over de transformatie van het bibliotheekwerk. Met To Be wordt samen met de andere subsidiënten (subsidiërende gemeenten) gewerkt aan een verdere verzakelijking van de subsidierelatie. De gemeente subsidieert indirect via To Be en het bibliotheeknetwerk het project “Cultuureducatie met kwaliteit”. In juni 2013 is deze subsidie voor 4 jaar toegekend en vanaf het schooljaar 2013/2014 is dit project met de basisscholen gestart. Horeca Horeca heeft (voornamelijk) zowel een sociale als een economische functie. Met het horecabeleid beogen wij de grootte van de sector af te stemmen op de wensen van de inwoners. Daarbij kijken wij naar de balans tussen leefbaarheid van de (woon)omgeving, levendigheid en stimulering van het ondernemerschap. Wij stimuleren een goede relatie tussen horecaondernemers en hun omgeving. Het terugdringen van overlast door horeca en handhaving van de openbare orde en veiligheid heeft nog steeds hoge prioriteit. Er is structureel overleg met zowel horecaondernemers en de politie. Daarnaast willen wij verslavingen (drank, drugs, gokken) voorkomen en terugdringen. Jeugd Jeugdigen vormen een belangrijke doelgroep in onze gemeente. Er zijn veel jonge gezinnen naar Barendrecht getrokken. Dit heeft er onder meer toe geleid dat de behoefte aan jeugdvoorzieningen is toegenomen. Bovendien verandert de behoefte van jongeren. Wij willen dat de jeugd de ruimte en de benodigde voorzieningen krijgt om tot zelfstandige en betrokken volwassenen op te kunnen groeien. Om het voor jeugdigen van 0 tot en met 23 jaar mogelijk te maken om mee te kunnen doen, zullen wij ons de komende periode richten op participatie en (ver)binding. We blijven activiteiten, georganiseerd door, voor en met jongeren, stimuleren. Daarnaast worden specifieke (participatie-) activiteiten voor de doelgroep 16-23 jaar opgezet. In een samenwerkingsverband van KijkopWelzijn met de Hogeschool Rotterdam, gaan de studenten van de Hogeschool op basis van eigen onderzoek een programma voor 2014 samenstellen.
3.1 Vrije tijd en voorzieningen
35
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee Evenementen Evenementen zijn in een gemeenschap belangrijk en leveren op sociaal, economisch en toeristisch gebied profijt op. Onder de noemer volksfeesten subsidiëren wij feest- en gedenkdagen en enkele (grote) evenementen. Door de komst van nieuwe evenementen, zal het budget volksfeesten in 2014 anders ingezet worden. Er wordt een nieuwe verdeelsleutel toegepast op de bestaande subsidies. Daarnaast blijft er ingezet worden om meer evenementen te laten organiseren door particulieren, verenigingen en bedrijfsleven. (Openlucht)recreatie De inrichting van de Zuidpolder als recreatief groengebied voor extensieve recreatie gaat door in 2014. Voor dit project maken we gebruik van mogelijkheden tot externe financiering. In het kader van de Blauwe verbinding participeren we in 2014 in de voorbereiding en de realisatie hiervan. In algemene zin willen we de ruimtelijke kwaliteit van de recreatieve groengebieden in Barendrecht vergroten. Deze ruimtelijke kwaliteit omvat 3 onderdelen: de gebruikswaarde, de belevingswaarde en toekomstwaarde. Met het opstellen van het Barendrechts Buitenboek in 2013 hebben we een eerste aanzet hiertoe gegeven. In 2014 wordt verder gewerkt aan de implementatie van de uitgangspunten van het Barendrechts Buitenboek. Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk) Cultuur Om het basisonderwijs te ondersteunen in hun taak om kwalitatief goed cultuureducatieonderwijs te geven, investeert het ministerie van VWS in de (subsidie)regeling “Cultuureducatie met Kwaliteit”. Bij deze regeling organiseren rijk en gemeente(n) ieder 50% van de kosten van dit project. Waarbij de gemeente bestaande middelen, zoals subsidies, kan herlabelen om gebruik te maken van deze regeling. Minister Bussemaker van het ministerie van OCW geeft in de nota “Cultuur beweegt de betekenis van cultuur in een veranderende samenleving” haar visie op Cultuur. Ze kent belangrijke waarden aan cultuur toe en ze wil de samenwerking met de gemeenten aanhalen om een betere aansluiting te krijgen tussen de landelijke en lokale culturele infrastructuur. De rol van de overheid bij cultuur was in de voorgaande periode diffuus geworden. De minister is in haar brief helder hierover. De overheid heeft volgens Bussemaker een rol daar waar de markt leidt tot een moeilijke toegankelijkheid in financiële of geografische zin, broedplaatsen voor talent ontbreken en innovatie of experiment onvoldoende tot stand komt. Ook kan de overheid de kwaliteit waarborgen. En ze kan faciliteren door partijen bij elkaar te brengen. Goed cultuuronderwijs ligt aan de basis van dit alles. Recreatie in de groene buitenruimte Toekomstige organisatie van het Grootstedelijk Groen Vanuit de provincie Zuid-Holland, Stadsregio Rotterdam en gemeenten in de Metropoolregio Den HaagRotterdam is behoefte om te komen tot een meer toekomstbestendige organisatie van recreatieve groengebieden. Dit mede ingegeven vanuit de wens om 36
de huidige bestuurlijke drukte te verminderen. En de wens het beheer en realisatie efficiënter en effectiever te organiseren, waarbij alle terreinbeherende organisaties worden betrokken. Deltapoort Zoals dit ook in 2013 geldt, staat 2014 eveneens in het teken van de uitvoering van de in 2012 vastgestelde gebiedsvisie Deltapoort. De uitvoering richt zich vooral op een vijftal speerpunten te weten: sanering verspreid glas, bevorderen grondgebonden landbouw (waaronder stadslandbouw), economie, verbeteren kwaliteit recreatief routenetwerk (fiets, wandelen, ruiterpaden) en optimaliseren (externe) bereikbaarheid van het gebied. Wat betreft de uitvoering zijn in 2013 belangrijke stappen gemaakt gericht op de realisatie. De uitvoering wordt bemoeilijkt door het (vrijwel) ontbreken van financiële middelen. Uitgangspunt bij alle vier de deelnemende gemeenten (Barendrecht, Hendrik-IdoAmbacht, Ridderkerk en Zwijndrecht) is dat de uitvoering zoveel mogelijk budget neutraal voor gemeenten gestalte krijgt. Dit betekent inventief zoeken naar andere financieringsbronnen zoals subsidies. Vanaf 2013 participeert ook de gemeente Albrandswaard in enkele uitvoeringsprojecten van Deltapoort. Buijtenland van Rhoon Het Buijtenland van Rhoon is een natuur- en recreatiegebied in Albrandswaard dat wordt gerealiseerd ter compensatie van de Tweede Maasvlakte. Blauwe verbinding In het kader van Pact op Zuid en het Waterplan II wordt gewerkt aan een 17 km lange waterverbinding. Deze verbinding loopt van het Zuiderpark naar de Zuidpolder in Barendrecht. Naast de doelstelling van deze waterverbinding om de waterkwaliteit in Rotterdam-Zuid te verbeteren moet de Blauwe verbinding ook op recreatief en ecologisch gebied van meerwaarde zijn voor het plangebied. In 2013 is in Rotterdam volop gewerkt aan de realisatie van het eerste deel van deze verbinding. In het deel van de Blauwe verbinding in Barendrecht wordt in 2013 het (voorlopig) ontwerp voor het tracé door het Zuidelijk Randpark vastgesteld. In 2014 wordt gestart met de realisatie van dit deeltracé. Voor het deel van het tracé door de Zuidpolder worden grondaankopen gedaan. Groene verbinding De Groene verbinding is een fietsverbinding tussen Rotterdam-Zuid en het groen buiten de stad, met name het Buijtenland van Rhoon en andere natuur langs de Oude Maas. In september 2013 zijn de brugdelen van de Groene verbinding ingehesen. De verbinding kan in mei 2014 in gebruik worden genomen door wandelaars en fietsers. Overzicht kaderstellend beleid/nota’s • Wmo beleidskader 2008-2011 ‘Ieder mens telt’. • Gezonde betrokkenheid Nota volksgezondheid 2009-2012. • Barendrecht investeert in ontmoeting ‘Visie op Barendrecht 2025’. • Barendrecht: actief, sociaal en gezond ‘Sportnota Barendrecht 2008-2011’.
3.1 Vrije tijd en voorzieningen
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee •
Waarom cultuur belangrijk is in Barendrecht ‘Cultuurnota Barendrecht 2009-2012’. Nota wijkregie Barendrecht. Agenda jeugd 2011: ‘Beleidsspeerpunten 2011-2012 gemeente Barendrecht’. Kadernota Recreatie in de groene buitenruimte ‘Groen in zicht’ 2011. Kadernota subsidiebeleid. Kadernota vastgoed, oktober 2008. Speelruimteplan, ruimte voor spelen en ontmoeten 2010-2020. Programma vastgoed, huisvesting en accommodaties gemeente Barendrecht. Integraal Horecabeleid Barendrecht 2010-2014 ‘Schenk aandacht’. Notitie evenementenbeleid 2009.
• • • • • • • • •
Wat gaan we er voor doen in 2014? Sport • Uitvoering geven aan de Agenda ‘Verbinden door Bewegen’ waaronder de inzet van de buurt sportcoaches. Kunst en cultuur • Realisatie bezuinigingen instellingen.
op
culturele
• • •
Cultuurnota Barendrecht 2009-2012, “Waarom cultuur belangrijk is in Barendrecht?”. Nota recreatie in de groene buitenruimte “Groen in Zicht” (2011). Agenda Verbinden door Bewegen (2013).
Wat willen wij bereiken? -
Meer ruimtelijke kwaliteit en ruimte voor ondernemerschap in het buitengebied van Barendrecht. Cultuurparticipatie- en educatie bevorderen. Aantrekkelijk recreatief routenetwerk naar en in de recreatieve groengebieden.
Toelichting In de uitvoering van de Agenda gaan wij samenwerken met onze partners zoals sportverenigingen, onderwijs- en welzijnsinstellingen, ondernemers en gezondheidsorganisaties. Het bibliotheeknetwerk zal in 2014 minder geld ontvangen als gevolg van de bezuinigingen, overeenkomstig het genomen raadsbesluit op 5 en 6 november 2012 bij de begrotingsbehandeling.
•
Afwegingskader Cultuur.
•
Verdere professionalisering culturele instellingen.
subsidierelatie
Met de (grotere) culturele instellingen willen we een professionaliseringsslag maken in de subsidierelatie, dit hangt samen de gemeentelijke speerpunten uit het afwegingskader Cultuur.
•
Invulling geven aan deelregeling Cultuureducatie met kwaliteit.
In 2013 is een hernieuwde intentieverklaring ondertekend voor de nieuwe deelregeling Cultuureducatie met kwaliteit. In 2014 wordt door To Be, bibliotheeknetwerk ZhZo, de basisscholen en de gemeente gewerkt aan een verdere professionalisering van het cultuuronderwijs.
(Openlucht)recreatie • Implementatietraject Buitenboek.
De oude cultuurnota 2009-2012 is inmiddels gedateerd. Er is behoefte aan een (financieel) afwegingskader voor de inzet van de gemeentelijke middelen voor cultuur.
van
Barendrechts
Na vaststelling van het Barendrechts Buitenboek in september 2013 wordt overgegaan tot implementatie. Hierbij behoeven de verschillende doelgroepen een gedifferentieerde aanpak.
•
Realisatie recreatief groengebied Zuidpolder.
Met de vaststelling van het ontwerp voor de Zuidpolder in 2013 is de basis gelegd voor de verdere inrichting van de Zuidpolder.
•
Realisatie Blauwe verbinding.
In 2014 wordt verder gewerkt aan de realisatie van de Blauwe verbinding op Barendrechts grondgebied met name het deel van het tracé door het Zuidelijk Randpark.
•
Uitwerking Deltapoort.
gebiedsvisie
In 2014 wordt gewerkt aan het optimaliseren van het recreatief (knooppunten)routenetwerk voor wandelen en fietsen.
•
Toekomstige organisatie van financiering en beheer van recreatieve groengebieden in regionaal verband.
In 2012/2013 is een traject gestart samen met provincie, gebiedspartijen als de Stadsregio en gemeenten uit de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag, om te komen tot een optimalisering van het beheer van de recreatieve
en
uitvoering
3.1 Vrije tijd en voorzieningen
37
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee Wat gaan we er voor doen in 2014?
Toelichting groengebieden. In 2014 zal dit traject verder worden voortgezet.
Evenementen Voortzetten evenementenbeleid.
Er wordt een nieuwe verdeelsleutel toegepast op de bestaande subsidies.
Jeugdbeleid • Verder uitvoering geven aan de Agenda Jeugd.
•
Jongerenparticipatie.
Jongerenparticipatie is een speerpunt vanuit de agenda Jeugd. Jongerenparticipatie wordt ingezet bij de diverse jeugdactiviteiten, maar wordt ook toegepast bij diverse andere beleidsvelden, bijvoorbeeld gezondheidszorg. Vanuit KijkopWelzijn wordt jongerenparticipatie vormgegeven, onder anderen door een samenwerkingsen uitwisselingstraject met professionals uit Potsdam. In 2014 zal de gemeente een rol blijven spelen bij de advisering op het gebied van Europese subsidies. In het voorjaar van 2014 staat een internationaal jeugdcongres gepland, getrokken door KijkopWelzijn.
•
Voorbereidingen met betrekking tot realisatie van het jongerencentrum voortzetten.
Wij gaan door met de voorbereidingen van de realisatie van het jongerencentrum, onder andere door jongeren te laten participeren in de invulling en inrichting van het centrum. Daarnaast zal het tienercentrum ‘the Wave’ zich meer gaan richten op jeugd van 10-15 jaar.
•
Bezuiniging jeugdwerk vormgeven.
In 2014 wordt de tweede tranche van de ombuigingen 2012 op jeugdwerk uitgevoerd. Dit gaat om de activiteiten met de laagste impact. De betrokken instellingen zijn op de hoogte.
Accommodatie Implementatie nota maatschappelijk vastgoed .
38
In 2014 zal de koers uit deze agenda uitgangspunt blijven, waarbij wel gekeken wordt of er accenten verlegd moeten worden.
In 2013 zijn wij begonnen met het opstellen van de zogenoemde CREM analyses voor zeven accommodaties. Een CREM analyse (Corporate Real Estate Management) is een inventarisatie en analyse van het maatschappelijk vastgoed ten aanzien van de vier thema’s: • Maatschappelijke doelstellingen; • Financiën; • Functioneel (gebruikers); • Technisch. In 2014 zullen de overige accommodaties op basis van deze methode worden geanalyseerd. Op basis van de CREM analyses worden beslissingen genomen ten aanzien van de aan- en verkoop en de (ver)huur van vastgoed.
3.1 Vrije tijd en voorzieningen
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee
Wat mag het kosten?
Producten en subproducten cluster 3.1 vrije tijd en voorzieningen Bibliotheek Muziekschool Sport Buurtsportcoaches Cult. activiteiten in het Kruispunt Cultuur Culturele vorming Jeugdtheaterschool Hofplein Monumenten Volksfeesten Regionale recreatie Gelden Media Stedenband
PROGRAMMA 3. BARENDRECHT DOET MEE Begroting Begroting 2014 2015
Rekening 2012
Begroting 2013
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
7.039 958 403 3.470 145 864 367 147 53 102 117 369 24 23
197 27 0 0 0 55 31 51 0 13 20 0 0 0
6.574 864 404 3.391 145 606 381 127 50 94 120 366 24 3
113 27 0 0 0 54 0 12 0 0 20 0 0 0
lasten * baten * 1.000 1.000 6.391 744 404 3.341 148 606 361 129 50 94 121 368 24 3
114 27 0 1 0 54 0 12 0 0 20 0 0 0
lasten * baten * 1.000 1.000 6.383 743 404 3.344 148 606 341 129 50 94 121 376 24 3
116 28 0 1 0 56 0 12 0 0 20 0 0 0
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
6.465 742 404 3.425 148 606 339 129 50 94 120 382 24 3
118 28 0 1 0 56 1 12 0 0 20 0 0 0
6.435 741 404 3.399 148 606 338 128 50 94 120 383 24 3
119 29 0 1 0 57 1 12 0 0 20 0 0 0
Toelichting op trendbreuk Bibliotheek Het bibliotheeknetwerk zal in 2014 minder geld ontvangen als gevolg van de bezuinigingen, overeenkomstig het genomen raadsbesluit op 5 en 6 november 2012 bij de begrotingsbehandeling. Op 8 juli 2013 is een raadsbesluit genomen over de uitwerking van de bezuiniging, inhoudend: samenwerking met Albrandswaard, hoofdvestiging in Carnisselande en een klein netwerk filiaal in Barendrecht Centrum. Met Albrandswaard is hiertoe een samenwerkingsovereenkomst afgesloten voor een periode van 4 jaar.
3.1 Vrije tijd en voorzieningen
39
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee
3.2 Zorg en welzijn Om de sociale cohesie te bevorderen, stimuleren en faciliteren we ontmoetingen en evenementen die door samenwerking tussen inwoners, verenigingen en andere partners tot stand komen. Voor ouderen en mensen met een beperking zorgen wij voor een voldoende en goed toegankelijk voorzieningenniveau en zetten wij in op (preventieve) activiteiten ten behoeve van de zelfredzaamheid. De vraagwijzers in Barendrecht hebben een belangrijke rol in het verstrekken van informatie en advies aan voornamelijk inwoners die meer ondersteuning nodig hebben. Deze zullen we met minder middelen op inventieve/efficiënte wijze voortzetten. Maatschappelijk Doel Wij willen dat iedereen in onze samenleving, zowel jong als oud, zo zelfstandig mogelijk kan meedoen aan onze samenleving. Context en Achtergrond Barendrecht investeert in ontmoeting. Dat is de opdracht die de Barendrechters ons in de strategische visie 'Barendrecht 2025' hebben gegeven. Wij vinden het dan ook belangrijk om ontmoetingen tussen inwoners, jong en oud, te stimuleren en te faciliteren. Alle Barendrechters moeten mee kunnen doen, iedereen telt mee, jong en oud. We stimuleren zelfredzaamheid van mensen: als gemeente zullen we hen meer aanspreken op hun eigen mogelijkheden om problemen op te lossen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Met betrekking tot de Wmo is het beleid gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid van inwoners en gericht op ontmoeting. Bij de individuele voorzieningen blijft ons belangrijkste doel, dat mensen met een beperking betere kansen hebben om volwaardig mee te doen aan de samenleving door beperkingen waar nodig te compenseren, zodat zij zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en deelnemen aan de samenleving. Regie over het leven en zelfredzaamheid staan daarbij centraal. Hiervoor verstrekken wij algemene, collectieve en individuele voorzieningen op grond van de verordening ‘Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning’, waarbij individuele voorzieningen pas ingezet worden, als de eigen kracht, sociale omgeving en algemene/collectieve voorzieningen niet leiden tot een oplossing voor de vraag. Ook zoeken wij een balans tussen enerzijds de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt en anderzijds de reikwijdte van onze verantwoordelijkheid in de Wmo. In dit licht bezien gaan wij de hulp bij het huishouden zodanig anders verstrekken dat ook voldaan kan worden aan de toekomstige vraag. Het Wmo-vervoer en leerlingenvervoer zal door dezelfde opdrachtnemer worden uitgevoerd, waardoor dit efficiënter zal worden uitgevoerd. Als het gaat om kwetsbare burgers zetten wij ons beleid zoveel mogelijk voort. Bij deze groep is er sprake van een opeenstapeling van problemen en/of beperkingen en die niet op eigen kracht opgelost kunnen worden.
40
Jeugdzorg Jeugdzorg kent verschillende vormen van hulpverlening voor jongeren en hun ouders. De jeugdzorg is nu georganiseerd via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en het Bureau Jeugdzorg. De zorg wordt uitgevoerd door diverse zorgen hulpverleningsinstanties, onder verantwoordelijkheid van diverse overheden. In de praktijk leidt dit tot versnippering. Hierdoor schiet de jeugdzorg soms tekort op de kwaliteit van de dienstverlening, maar ook op het kostenaspect. De regering wil de effectiviteit van de jeugdzorg verbeteren via een stelselherziening. De gemeente wordt met ingang van 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdzorg, die nu nog onder het Rijk, provincie, AWBZ en zorgverzekeringswet vallen, waardoor de gemeente zowel bestuurlijk als financieel verantwoordelijk wordt voor de uitvoering. Centrum Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is onderdeel van onze gemeente en ondersteunt ouders bij de opvoeding van hun kinderen. Daarnaast worden ouders, scholen en andere maatschappelijke partners gestimuleerd hun signalerende taak bij de ontwikkeling en welzijn van hun kind te vervullen. Het CJG organiseert ontmoeting tussen de verschillende zorgpartijen. Het CJG heeft hiermee een sterke verbindende functie. Een belangrijke partner binnen het CJG is de stichting CJG Rijnmond, die o.a. het vaccinatieprogramma en opvoedondersteuning organiseren. Met de transformatie van de jeugdzorg zien we een kans om deze te verbinden aan de doorontwikkeling van het CJG en een kans om te veranderen: behouden wat goed is en verbeteren waar het nodig is. Kinderopvang In 2013 is de nieuwe Wet Kinderopvang ingegaan. Het toekennen van de kinderopvangtoeslag is overgeheveld naar de Belastingdienst. Als gemeente leveren wij ieder kwartaal aan de Belastingdienst gegevens over klanten aan. Het eerste kwartaal van 2013 is tevens de beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang bij re-integratietraject van kracht gegaan. De beleidsregels voorzien in een tegemoetkoming in de eigen bijdrage van de kosten voor de kinderopvang voor mensen die een re-integratietraject volgen. Deze beleidsregel is in BAR verband opgesteld. Voor mensen met een SMI (Sociaal Medische Indicatie) is het beleid ongewijzigd
3.2 Zorg en welzijn
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee gebleven. In 2014 zal nieuw beleid hiervoor gevormd worden, ook op BAR niveau. De gemeente blijft de wettelijke taak houden ten aanzien van toezicht en handhaving. Het toezicht is, zoals de wet voorschrijft, uitbesteed aan de GGD. In het programma Barendrecht Werkt wordt de koppeling tussen kinderopvang en onderwijs uitgewerkt. De vraag naar kinderopvang loopt terug, mede onder invloed van ontwikkelingen in de arbeidsmarkt en door veranderend rijksbeleid. Deze ontwikkeling houden we nauwlettend in de gaten, gelet op het aantal gemeentelijke accommodaties dat we verhuren aan kinderopvanginstellingen. Leegstand proberen we te allen tijde te voorkomen door adequaat te anticiperen en te reageren Sociale Duurzaamheid We wonen met zijn allen in Barendrecht. Verschillende mensen met verschillende behoeften, maar met één doel: zich thuis, prettig en gezond voelen in de leefomgeving. In Barendrecht ligt de focus voor sociale duurzaamheid aan de ene kant op de gebieden waar de kwetsbare doelgroepen ruim aanwezig zijn. Anderzijds zijn we alert in de gebieden die minder, of nog niet, beschikken over een (afdoende) sociaal netwerk en verankerde sociale duurzaamheid. Deze twee insteken van sociale duurzaamheid staan op de agenda en zijn in lijn met het ondersteunen en stimuleren van kwetsbare doelgroepen en het bouwen en versterken van Barendrechtse kwaliteit. Mantelzorgers en vrijwilligers Vrijwilligers en mantelzorgers zijn van onschatbare waarde voor een zelfredzame samenleving. Hoewel het vrijwilligerswerk sterk is ontwikkeld in Barendrecht, wordt in de komende periode een groeiend tekort verwacht. Dit geldt ook voor mantelzorgers. Wij gaan ook in 2014, samen met partners in het veld, op zoek naar inventieve manieren om de kracht van vrijwilligers en mantelzorgers nog beter in te zetten. Daarbij vinden wij het belangrijk om vrijwilligers en mantelzorgers goed te ondersteunen. Op korte termijn vraagt dit aandacht van de gemeente, op lange termijn zal dit bijdragen aan een krachtige samenleving. Het komende jaar zetten wij hier samen met de professionals verder op in. Welzijnswerk in Barendrecht Een groot deel van het welzijnwerk wordt uitgevoerd door KijkopWelzijn, die zich richt op jongeren, ouderen, vrijwilligers en mantelzorgers en kwetsbare inwoners. Om de kracht van het welzijnswerk beter in te zetten en te benutten, wordt gebruik gemaakt van de 8 bakens (kenmerken) van het programma ‘welzijn nieuwe stijl’. In ‘welzijn nieuwe stijl’ staan collectieve voorzieningen, vroegtijdig en preventief ingrijpen, erop af gaan en de eigen kracht van de inwoners voorop. Met ‘welzijn nieuwe stijl’ bepaalt de gemeente samen met de partijen in het veld welke maatschappelijke vraagstukken er in Barendrecht opgepakt moeten worden, volgens de zogenoemde maatschappelijke agenda. De maatschappelijke agenda benoemt daarbij duidelijk welke rol de gemeente heeft en wat de rol is van het welzijnswerk in de oplossing van de problemen. Ook is de sturing door de gemeente van belang. Daarnaast is samenwerking tussen verschillende partijen belangrijk om de maatschappelijke agenda re realiseren.
Maatschappelijk Werk Onder Vivenz valt Algemeen Maatschappelijk Werk, School Maatschappelijk Werk, Bureau Sociaal Raadslieden en gezinscoaching. Vivenz zet zich in voor kwetsbare burgers en gaat hierbij uit van eigen kracht en verantwoordelijkheid. In de werkzaamheden worden zoveel mogelijk vrijwilligers ingezet. De werkwijze van Vivenz sluit aan op de doelstellingen zoals geformuleerd in de maatschappelijke agenda ‘niet zorgen voor maar zorgen dat’. Zorgregie Één van de doelstellingen in het collegeprogramma is het terugbrengen van het aantal zorgmijders in onze gemeente. De afgelopen jaren is hier aan gewerkt door het Lokaal Zorgnetwerk en het Lokaal Team Huiselijk Geweld niet meer als extern product in te kopen, maar in de eigen organisatie onder te brengen. Door deze veranderingen nemen we onze regierol en verantwoording in de zorg voor de meest kwetsbare groepen, door middel van een sluitende aanpak waarbij veel verschillende ketenpartners zijn betrokken. Met de komst van het lokaal zorgnetwerk hebben wij meer inzicht op de doelgroep en meer grip op de problematiek. Wij verwachten dat het aanbod hierdoor groter wordt en meer te kunnen sturen op bijvoorbeeld situaties waarbij financiële problemen spelen. Burgerparticipatie Wij hebben een aantal adviesraden waarbij burgerparticipatie centraal staat. Het gaat om de sporten culturele raad, de Wmo raad, cliënten platform WWB, en de monumentencommissie. Deze adviesraden geven ons gevraagd en ongevraagd advies. Bij de vaststelling van de begroting 2013 is besloten om burgerparticipatie in Barendrecht op een andere manier in te richten, passend in deze tijd en een veranderende rol van de overheid. Wij zijn in gesprek met de adviesraden om in een gezamenlijke zoektocht te komen tot een nieuwe samenwerking, waarbij een integrale en flexibele werkwijze gerealiseerd kan worden. Dit wordt meegenomen in de praktische invulling van de in 2014 te herijken nota Burgerparticipatie. Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk) Vergrijzing De vergrijzing in Barendrecht is nog steeds lager dan het landelijke gemiddelde. Verwacht wordt dat de vergrijzing ook in Barendrecht zal toenemen. Om ouderen zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen, is enerzijds het voorzieningenniveau van belang en anderzijds is de inzet van de eigen kracht van belang. Decentralisatie van taken van rijksoverheid naar de gemeente Het kabinet heeft besloten dat een aantal maatschappelijke taken dicht bij de burger georganiseerd dient te worden en daarom gedecentraliseerd worden naar de gemeenten. Het gaat om de Participatiewet (voorheen Wet Werken naar Vermogen), de overgang van Begeleiding en Persoonlijke Verzorging uit de AWBZ naar de Wmo en de overgang van de gehele Jeugdzorg. Met deze decentralisaties krijgen gemeenten, met ingang van 2015, bijna volledige sturing en regie binnen het sociale domein.
3.2 Zorg en welzijn
41
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee Uitgangspunt van deze decentralisaties is dat de gemeenten beter inzicht hebben in de vragen naar ondersteuning van burgers en hoe deze met lokale oplossingen en met meer integrale benadering kunnen worden opgelost. Daarmee wordt een betere, maar ook een goedkopere oplossing gevonden. De decentralisaties gaan gepaard met beleidsvrijheid, maar ook met forse verlagingen van budgetten. De veranderingen in het sociale domein hebben veel impact op de positie van de gemeente en de interne organisatie. Waar de nadruk in het verleden lag op ‘zorgen voor’, willen we ons richten op het ‘zorgen dat’ dingen gebeuren. De grotere verantwoordelijkheid vraagt soms om een grootschaliger aanpak dan dat één gemeente aankan. De BAR gemeenten hebben daarom besloten om gezamenlijk de decentralisaties aan te pakken. De BAR gemeenten zijn bezig met de vertaling van decentralisaties naar de lokale situatie. Hulp bij het huishouden De voorziening Hulp bij het Huishouden wordt beperkt tot mensen die dit echt nodig hebben en niet zelf kunnen betalen. Deze maatregel geldt vanaf 2015. Gemeenten houden 60% van het budget. In tegenstelling tot wat in het regeerakkoord is opgenomen, kunnen nieuwe cliënten in 2014 een beroep doen op huishoudelijk hulp. Dit betekent dat gemeenten in 2014 moeten bijdragen aan het in stand houden van hulp bij het huishouden in 2014. Wij zijn drukdoende met de realisatie van een toekomstbestendige infrastructuur ten de ste behoeve van 0 en 1 lijnsvoorzieningen. Hulp bij het huishouden zal hier onderdeel van uitmaken. Decentralisatie Jeugdzorg Gemeenten krijgen, na de decentralisatie Jeugdzorg, de verantwoordelijkheid over alle vormen van jeugdhulp, inclusief jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugdGGZ en de zorg voor kinderen met een licht verstandelijke beperking (jeugd-LVB). De middelen die hiervoor naar de gemeente komen, worden in het eerste jaar gekort met circa 9%, oplopend tot ruim 15% in 2017. In samenwerking met de andere gemeenten in de regio Rotterdam zijn een missie, centrale uitgangspunten en een visie opgesteld voor de decentralisatie Jeugdzorg. De missie is dat zoveel mogelijk kinderen kansrijk en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen participeren in de samenleving. Het centrale uitgangspunt hierbij is: zelfredzaam waar het kan, ondersteunen waar het hoort, doorpakken waar het moet. Centraal staat de eigen verantwoordelijkheid van ouders voor de opvoeding en het welzijn van hun kind. Hulp wordt zoveel mogelijk in verbinding met lokale voorzieningen georganiseerd. Als ouders de verantwoordelijkheid voor de opvoeding niet meer kunnen dragen en de veiligheid van het kind in het geding is, nemen de gemeente en professionals hun verantwoordelijkheid.
(on)mogelijkheden van (nieuwe vormen van) jeugdzorg op wijkniveau in beeld te krijgen. Overzicht kaderstellend beleid/nota’s • Wmo beleidskader 2008-2011 ‘Ieder mens telt’. • Gezonde betrokkenheid Nota volksgezondheid 2009-2012. • Barendrecht investeert in ontmoeting ‘Visie op Barendrecht 2025’ (ESV, 2008). • Barendrecht: actief, sociaal en gezond ‘Sportnota Barendrecht 2008-2011’. • Waarom cultuur belangrijk is in Barendrecht ‘Cultuurnota Barendrecht 2009-2012’. • Nota wijkregie Barendrecht 2007-2010. • Agenda jeugd 2011: ‘Beleidsspeerpunten 2011-2012 gemeente Barendrecht’. • Kinderopvang in Barendrecht, 2011. • Kadernota subsidiebeleid 2010-2014 Barendrecht. Het beleidskader voor de verlening van subsidies. • Speelruimteplan, ruimte voor spelen en ontmoeten 2010-2020. • Kadernota ontbetaalde inzet Barendrecht, Fundamenten van de samenleving (oktober 2011). • Visienota wonen, welzijn, zorg centrumgebied Barendrecht 2011. • Maatschappelijke agenda ‘Niet zorgen voor, maar zorgen dat 2011-2014’. • Programmaplan Decentralisatie Jeugdzorg 2012-2015 Stadsregio Rotterdam. • Handhavingsbeleid kwaliteit wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Barendrecht 2012. Wat willen wij bereiken? • •
•
De decentralisatie van de Jeugdzorg wordt, samen met de twee andere decentralisaties en de ontwikkelingen op het gebied van passend onderwijs, zowel op lokaal-, als BAR- als stadregionaal niveau uitgewerkt. De BAR gemeenten zijn op lokaal niveau aan de slag gegaan met proeftuinen. Wijkgerichte praktijkonderzoeken om de
42
3.2 Zorg en welzijn
Steun bieden aan hen die daadwerkelijk steun nodig hebben, daarnaast stimuleren van de meer zelfredzaamheid. Versterking van het sociale netwerk in de wijken en bevorderen van sociale cohesie, door een juiste balans te ontwikkelen tussen leefbaarheid, omgeving, levendigheid en ondernemerschap. Ontwikkelen duurzaam en actief burgerschap, door in te zetten op participatiebevordering, ontmoeting en verbinding .
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee
Wat gaan we er voor doen in 2014? Vrijwilligers en mantelzorgers Ondersteuning vrijwilligers.
Toelichting
Ondersteuning mantelzorgers.
Wij ondersteunen en waarderen ontmoetingsgelegenheden.
Onderzoek voortzetting Maatschappelijke stage.
De maatschappelijke stage is vanaf 1 augustus 2014 geen verplicht onderdeel meer van het curriculum van scholen. De financiering aan de gemeente en scholen voor de organisatie van MaS zal worden beëindigd per 1 augustus 2015. Het komende jaar gaan wij, samen met de scholen en welzijnsorganisatie, onderzoeken of de MaS in een andere vorm kan worden voortgezet. De uitkomst van de evaluatie is input hiervoor.
Samenwerking met ketenpartners Uitvoering geven aan de samenwerkingsovereenkomst met partners op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Wmo • Voorbereiden van de decentralisatie AWBZ functie. Begeleiding en Persoonlijke Verzorging.
Waarderen van vrijwilligers door de mogelijkheid te bieden tot het volgen van een workshop, een dagje uit en het bieden van een aanspreekpunt bij vragen. mantelzorgers
door
respijtzorg
en
Continueren van de afspraken.
De voorbereidingen in BAR verband voortzetten.
• Verstrekking van de hulp bij het huishouden anders vorm geven. • Wmo verordening ‘kantelen’. Zorg Verdere professionalisering van het lokaal zorgnetwerk.
Het aansluiten van lokale /regionale ketenpartners bij convenant LZN/LTHG voor een nog betere realisatie sluitende aanpak is een belangrijk speerpunt. Het vroegtijdig signaleren en inzet op financiële problematiek (voorkomen huisontruiming). De inzet en gespecialiseerde GGZ hulpverlening is gericht op doelgroep ouderen, multiproblematiek, dementie, psychiatrische problematiek d.m.v. samenwerking met het fact-team Bavo-Europoort, lokaal mobiel PG-team, etc. Betere samenwerking met scholen en tussen het LZN en LTHG. Meer focus op meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (belang van sneller melden m.b.t. kinderen). Het organiseren van het nieuwe, bovenlokale, geïntegreerde Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK). Dit vloeit voort uit de nieuwe Jeugdwet en wordt opgenomen in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Jeugdzorg Voorbereiden decentralisatie Jeugdzorg
De voorbereidingen in BAR verband voortzetten als ook in stadsregionaal verband.
3.2 Zorg en welzijn
43
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee Wat gaan we er voor doen in 2014? Doorontwikkelen van het CJG en inpassen in de decentralisatie Jeugdzorg.
Voortzetten maatjes project.
Toelichting Het CJG gaat haar rol binnen de decentralisatie jeugdzorg verder vormgeven. Het CJG Rijnmond gaat verder invulling geven aan het pubercontactmoment. We zetten de ondersteuning van vrijwilligers aan jonge gezinnen met behoefte aan lichte opvoedondersteuning voort, middels homestart en het maatjesproject. Het afgelopen jaar is een start gemaakt met de transitie jeugdzorg, middels de proeftuinen. De wijkteams worden het komende jaar verder ontwikkeld.
Gezondheid
•
Wij blijven aangesloten bij de OGZRR, waarmee wij zorg dragen voor invulling van de Wet Publieke Gezondheidszorg.
•
Wij geven uitwerking aan de agenda verbinden door bewegen.
•
De functie van de buurtsportcoaches wordt verder ontwikkeld.
44
De gemeente Barendrecht is aangesloten bij de gemeenschappelijke regeling openbare gezondheidszorg Rotterdam-Rijnmond (OGZRR). De kern van de werkzaamheden van de OGZRR staan omschreven in de Wet Publieke Gezondheidszorg. In deze wet is de taak aan het College van B&W vastgelegd, om de totstandkoming, continuïteit en samenhang binnen de publieke gezondheidszorg en de afstemming daarvan met de curatieve gezondheidszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen te bevorderen. Deze taak heeft onze gemeente dus regionaal geregeld. Daarnaast neemt onze gemeente een actieve rol in het bevorderen van de gezondheid van de Barendrechtse inwoners.
3.2 Zorg en welzijn
Beleidsbegroting Programma 3 Barendrecht doet mee
Wat mag het kosten?
Producten en subproducten cluster 3.2 zorg en welzijn Maatschappelijk werk Ouderenwerk WMO subsidieregelingen Wet inburgering nieuwkomers 2008 WMO uitvoering WMO huishoudelijke verzorging Transitie AWBZ naar WMO GOSA WMO vrijwilligersbeleid P-budget volwasseneneducatie (WEB) P-budget wet inburgering Jeugdwerk Brede welzijnsinstelling Mantelzorg en vrijwilligersverblijf Kinderdagopvang Peuterspeelzalen Voorzieningen WMO Volksgezondheid Woonzorgcirkels Jeugdgezondheidszorg Jeugdgezondheid, maatwerkdeel Centrum jeugd & gezin Transitie jeugdzorg
PROGRAMMA 3. BARENDRECHT DOET MEE Begroting Begroting 2014 2015
Rekening 2012
Begroting 2013
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
10.656 414 384 127 1 104 2.941 24 187 60 296 167 738 827 16 437 190 1.567 326 104 1.228 65 432 20
1.542 0 179 0 127 761 0 0 0 0 270 167 0 0 0 28 0 10 0 0 0 0 0 0
10.990 411 383 132 0 110 2.879 89 166 60 99 109 799 722 17 448 209 1.989 334 90 1.313 50 458 123
865 0 0 0 0 600 0 0 0 0 71 109 2 0 0 35 0 48 0 0 0 0 0 0
lasten * baten * 1.000 1.000 10.288 411 383 132 0 110 2.778 101 161 60 99 109 793 703 17 440 194 1.518 334 91 1.313 50 468 24
866 0 0 0 0 600 0 0 0 0 71 109 2 0 0 36 0 48 0 0 0 0 0 0
lasten * baten * 1.000 1.000 10.077 411 383 132 0 110 2.779 0 161 60 99 109 847 705 17 461 182 1.484 334 91 1.231 50 432 0
867 0 0 0 0 600 0 0 0 0 71 109 2 0 0 36 0 48 0 0 0 0 0 0
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
10.129 411 383 132 0 110 2.778 0 160 60 99 109 888 710 17 516 182 1.455 334 90 1.230 50 416 0
867 0 0 0 0 600 0 0 0 0 71 109 2 0 0 37 0 48 0 0 0 0 0 0
10.003 411 382 132 0 110 2.777 0 159 60 99 109 882 706 16 489 182 1.391 333 90 1.230 50 394 0
868 0 0 0 0 600 0 0 0 0 71 109 2 0 0 37 1 48 0 0 0 0 0 0
Toelichting op trendbreuk Transitie AWBZ naar WMO Deze middelen die ontvangen worden via de algemene uitkering zijn bedoeld om gemeenten te compenseren voor de (transitie)kosten die samenhangen met de inwerkingtreding van de nieuwe Wmo per 2015. Voorzieningen WMO Het toekennen van voorzieningen aan burgers die deze werkelijk nodig hebben zal niet afnemen, maar een beroep op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid neemt wel toe. Aanvragen worden streng, maar rechtvaardig beoordeeld. De budgetten zijn naar beneden bijgesteld. Jeugdgezondheidszorg In de begroting zijn vanaf 2015 geen lasten meer opgenomen voor de invoering van het Elektronisch Kind Dossier (EKD). Transitie jeugdzorg Voor de invoeringskosten van de decentralisatie van de jeugdzorg worden ook via de algemene uikering middelen ontvangen tot en met 2014.
3.2 Zorg en welzijn
45
Beleidsbegroting Programma 4 Wonen in Barendrecht
Programma 4 Wonen in Barendrecht Wat willen we de komende vier jaar bereiken? Maatschappelijk doel:
Wij willen voorzien in de huidige woon- en leefbehoeften van onze inwoners, zonder daarbij de behoeften in de toekomst uit het oog te verliezen.
Algemeen:
We willen het woonaanbod meer afstemmen op de vraag, vooral voor starters en ouderen. Mede door bewonersparticipatie (wijkregie) zorgen we ervoor dat onze wijken schoon, heel en veilig zijn en blijven. Dit komt ten goede aan de leefbaarheid en de sociale cohesie tussen inwoners. Ook investeren we op diverse wijzen in een aantrekkelijk woon- en leefomgeving in de wijken. Duurzaamheid is daarbij een belangrijk criterium.
Wat zijn onze doelen, waaraan kunnen we zien dat we geslaagd zijn en wat gaan we doen om dat te bereiken? Collegedoel Kwaliteit buiten ruimte op peil houden
Aantrekkelijk en duurzaam woon- en leefklimaat realiseren voor inwoners
46
Indicator collegedoel Tevredenheid van inwoners over de kwaliteit van de openbare ruimte. Meten o.b.v. WSJGbenchmark gemeenten: • onderhoud groen voorzieningen in de wijk • wijk is schoon en opgeruimd • kwaliteit afvalinzameling in gemeente Tevredenheid inwoners over woon- en leefklimaat meten o.b.v. WSJGbenchmark gemeenten: • Aanwezigheid voldoende voorzieningen in wijk: A • Aanwezigheid voldoende voorzieningen in de gemeente: A • Goede bereik baarheid wijk met auto en openbaar vervoer: A • Goed onderhouden wegen en fietspaden binnen de gemeente: A
Streefcijfer ≥ 7,4 in 2013
Nulmeting Oordeel van de burger over het onderhoud van openbaar groen in de wijk: 7,3 Oordeel burger over schoonheid en opgeruimdheid van de wijk: 6,9 Oordeel burger over kwaliteit afvalinzameling: 8,0 De nulmeting is het gemiddelde van de scores op de drie bovenstaande subindicatoren: 7,4
Waar staan we nu? 7,3 (Bron: Barometer 2013, dit is het gemiddelde van de drie subindicatoren. Groenvoorzieningen: 7,1 Schoonhouden wijk: 6,8 Afvalinzameling: 8,1)
A: ≥ 7,3
A: De nulmeting is het gemiddelde van de scores van de vijf subindicatoren: 7,3.
A: De meting is het gemiddelde van de scores van de vijf subindicatoren: 7,4.
B: Streefcijfer ‘aandeel inwoners dat goed bekend is met het begrip duurzaam heid’: 50% Streefcijfer ‘aandeel inwoners dat actief en bewust bezig is met een duurzame levensstijl: 45%
B: De nulmeting is : 40% van de inwoners is goed bekend met het begrip duurzaamheid en 38% van de inwoners is actief en bewust bezig met een duurzame levensstijl.
B: 48% van de inwoners is goed bekend met het begrip duurzaamheid en 37% van de inwoners is actief en bewust bezig met een duurzame levensstijl.
Sturen, te bereiken door o.a.: • Inwoners stimuleren in het oppakken van de eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van een schone buitenruimte (o.a. m.b.v. wijkregie)
• Verbetering ontsluiting openbaar vervoer, vermindering verkeerscongestie Rondweg, grotere verkeersveiligheid (Mobiliteitsplan, 2011) • Centrumontwikkeling • Vanuit visie omgaan met de beschikbare ruimte, o.a. door multifunctioneel te bouwen. Niet elk plekje volbouwen • De Zuidpolder ten oosten van de A29 tot de Ziedewijdse Kade en de Ziedewijdsepolder zal een open gebied blijven met handhaving van het groene karakter • Intensief grondgebruik: Stapeling van functies
Beleidsbegroting Programma 4 Wonen in Barendrecht
Collegedoel
Goede afstemming vraag en aanbod op woningmarkt realiseren
Indicator collegedoel • Goede verkeers veiligheid binnen gemeente: A • Mate van bewustzijn inwoners over duurzaamheid :B
Vergroten aantal woningen voor specifieke doelgroepen (starters, ouderen), zowel huur- als koopwoningen
Streefcijfer
Nulmeting
Waar staan we nu?
Toename van 40 woningen voor starters (bestaande voorraad + nieuwbouw) toename van 150 woningen (nieuwbouw ) voor ouderen
Er zijn met terugwerkende kracht geen cijfers over het aantal woningen voor starters en ouderen bij aanvang van de collegeperiode beschikbaar. Reden hiervoor is dat het lastig is te inventariseren welke van de woningen uit het ‘oude’/bestaande woningbestand nu specifiek ‘ouderenwoningen’ zijn en welke ‘starterswoningen’. Om de voortgang te kunnen meten is het woningaantal aan het begin van de collegeperiode voor starters en ouderen daarom op 0 gesteld.
Gerealiseerd (afgezet tegen nulmeting): Starters 108, senioren 84. In aanbouw: 22 levensloopbestende woningen (senioren/starters) Heuvelsteijn. In 2013 start bouw 44 levensloopbestendige woningen Notenhof.
Sturen, te bereiken door o.a.: en beperkt hoogbouw-projecten, rekening houdend met de directe omgeving. E.e.a. zal worden vastgelegd in een Structuurvisie • Als gemeente zelf het goede voorbeeld geven door duurzaam gedrag te faciliteren, toe te passen en uit te dragen • Woonruimte beschikbaar stellen voor specifieke doelgroepen, met name voor starters en ouderen, o.a. door bouwen, maar ook door woningaanpassingen, zorg in de omgeving (vraagwijzer) en bevorderen van doorstroming
= Positieve effecten op duurzaamheidsdoelstelling College 2010-2014
Programma 4 Wonen in Barendrecht bestaat uit drie clusters, te weten: 4.1 Wonen 4.2 Stedelijk beheer en milieu 4.3 Groenblauwe structuur Deze clusters behandelen wij op de volgende bladzijden.
47
Beleidsbegroting Programma 4 Wonen in Barendrecht
4.1 Wonen dan de vraag, is in de herijkte woonvisie besloten om iets minder sociale woningen te bouwen ten bate van middelduur/goedkope woningen voor de inkomensgroep van €34.000-circa €43.000. Door de economische crisis is het aantal huishoudens dat (als gevolg van een inkomensdaling) afhankelijk is van de sociale woningvoorraad juist weer toegenomen, maar omdat de sociale woningvoorraad dus al groter was dan de vraag én de economie naar verwachting op niet al te lange termijn weer aantrekt, houden we vast aan het beleid om minder sociale woningen te bouwen ten bate van middelduur/goedkope woningen.
Maatschappelijk doel Wij willen voorzien in de huidige woon- en leefbehoeften van onze inwoners, zonder daarbij de behoeften in de toekomst uit het oog te verliezen. Context en achtergrond We willen het woonaanbod meer afstemmen op de vraag, vooral van ouderen en starters. De komende jaren wordt vanuit een strategische visie invulling gegeven aan de beschikbare ruimte. Mede door bewonersparticipatie (wijkregie) zorgen we ervoor dat onze wijken schoon, heel en veilig zijn en blijven. Dit komt ten goede aan de leefbaarheid en de sociale cohesie tussen inwoners. Ook investeren we op diverse wijzen in een aantrekkelijke woon- en leefomgeving in de wijken. Duurzaamheid is daarbij een belangrijk criterium. Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk) In 2014 stabiliseert naar verwachting de prijsdaling op de woningmarkt. Daarnaast geeft het uitgewerkte Woonakkoord meer duidelijkheid omtrent, zowel de financieringsmogelijkheden van burgers en corporaties, als de rolverdeling tussen gemeenten en corporaties. Het vertrouwen in de economie en woningmarkt blijft echter ook dan nog kwetsbaar. De nieuwe werkelijkheid is een feit: consumenten kopen niet langer een door de ontwikkelaar ontworpen standaardwoning. Om woningen te verkopen, moeten consumenten al bij de ontwerpfase worden betrokken. Maximale betrokkenheid voor de consument is er bij particulier opdrachtgeverschap. Daarnaast is betrokkenheid gewenst bij de inrichting van de woonomgeving (openbare ruimte, voorzieningen en lokale economie). Als gemeente geven we het goede voorbeeld door te blijven investeren in onze gemeente (openbare ruimte en vastgoed) en kansen te creëren voor investeringen van de markt. De kansen die er op korte termijn op de lokale woningmarkt zijn, zijn in 2013 in kaart gebracht en krijgen een vervolg in de gebiedsontwikkelingen (uitlegen herstructureringslocaties). Door Europese regelgeving uit 2011 daalde het aantal huishoudens dat voor een sociale woning in aanmerking kwam (alleen de inkomensgroep tot €34.000 heeft sindsdien recht op een sociale woning). Omdat de sociale woningvoorraad op dat moment al groter was 48
De nieuwe Huisvestingswet en de daarop gebaseerde regionale huisvestingsverordening liggen nog in het verschiet. Leefbaarheid In 2013 heeft de gemeenteraad ingestemd met structurele inbedding van wijkregie, waarbij tevens voor een andere werkwijze (het ‘’zuivere regiemodel’’) is gekozen. Deze nieuwe werkwijze zal in 2014 verder zijn beslag krijgen. De doelstelling van wijkregie – het vergroten van de leefbaarheid in Barendrecht door het activeren van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties – is onverminderd actueel. Wijkregie moet leiden tot een vergroting van de leefbaarheid in wijken, doordat bewoners en professionals invulling geven aan de mogelijkheid voor bewoners tot beïnvloeding van hun leefomgeving. De belangrijkste componenten van wijkregie zijn: 1. prioriteit geven aan de samenwerking tussen partners; 2. het verbeteren van de sociale veiligheid; 3. en het vergroten van de sociale cohesie. De wijze waarop die doelstellingen bereikt worden, verandert in het zuivere regiemodel. Invoering van het zuivere regiemodel betekent een fundamentele andere werkwijze voor de unit wijkregie en haar partners. Wijkregie is geen exclusief terrein van de gemeente, maar wordt vorm gegeven door alle bij wijkregie betrokken partners: de civil society (bewoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties, en professionele partners als Kijk op Welzijn, corporaties, politie, scholen en de gemeente). Wijkregie in de zuivere regievorm impliceert een andere vorm van werken waarbij er sprake is van een netwerk van gelijkwaardige partners die, ieder vanuit zijn of haar verantwoordelijkheid, participeert in het verbinden van mensen en daarmee het vergroten van de leefbaarheid in Barendrecht.
Overzicht kaderstellend beleid/nota’s • Woonvisie 2006-2015 met uitvoeringsprogramma. • Herijking Woonvisie 2010. • Verordening VROM Starterslening. • Verordening SVN Duurzaamheidslening. • Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Rotterdam. • Reglement Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Barendrecht. • Structuurvisie. • Prestatieafspraken corporaties 2012-2015.
4.1 Wonen
Beleidsbegroting Programma 4 Wonen in Barendrecht • • • • •
Nota ‘Het creëren van duurzame wijken’(2010). Ontwikkelingsvisie Centrum Noordoost (gebied 1). Structuurvisie Centrumontwikkeling (2009). Voorkeursmodel Centrumontwikkeling(2010). Financieel haalbaar plan Centrumontwikkeling (2012). • GREX Centrumontwikkeling (2011).
Wat willen wij bereiken? • Aantrekkelijk en duurzaam woon- en leefklimaat realiseren voor inwoners. • Goede afstemming tussen vraag en aanbod op de woningmarkt realiseren.
Wat gaan we er voor doen in 2014? Beleid en regelgeving, prestatieafspraken Voortzetten regie op de ruimte.
Toelichting
Maatregelen treffen ter bevordering van de afzet en/of kansrijke programmering (afgestemd op de marktbehoefte).
Huisvestingsverordening. Stimulering, subsidies en financiële bijdragen Voortzetten starterslening.
Vasthouden aan integrale gebiedsontwikkeling. Voortzetten van het opstellen van ontwikkelings- en gebiedsvisies. Aan de volgende maatregelen moet worden gedacht: - bevordering (Collectief) Particulier Opdrachtgeverschap. - in beperkte mate sociale huur omzetten naar middeldure huur (€ 680-€ 800). - sociale huur realiseren door beleggers (indien corporaties niet kunnen realiseren). - onderzoek naar financiële arrangementen zoals erfpacht. - plannen faseren c.q. prioriteren (gemeentelijk en privaat). Er wordt gewerkt aan een wijziging van de verordening. Starterslening wordt blijvend ingezet voor nieuwbouw en bestaande woningen. Gerealiseerd via de KOOS Groep: een lokale coöperatie waarin Barendrechtse bedrijven en de Rabobank hun krachten en producten bundelen in één initiatief.
Breder inzetten duurzaamheidslening.
Wat mag het kosten? PROGRAMMA 4. WONEN IN BARENDRECHT Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015
Rekening 2012
Producten en subproducten cluster 4.1 wonen Bestemmingsplannen Planschades Bouwvergunningen (lasten) Bouw- en woningtoezicht Volkshuisvesting Onderzoek en statistiek Leges bouwvergunningen
lasten * baten * 1.000 1.000 3.125 724 15 1.375 408 603 1 0
745 0 0 177 0 20 0 547
lasten * baten * 1.000 1.000 3.081 712 0 1.320 441 606 3 0
710 0 0 0 0 0 0 710
lasten * baten * 1.000 1.000 3.084 682 0 1.315 442 642 3 0
710 0 0 0 0 0 0 710
lasten * baten * 1.000 1.000 3.087 682 0 1.336 423 643 3 0
710 0 0 0 0 0 0 710
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
3.035 677 0 1.326 408 621 3 0
710 0 0 0 0 0 0 710
3.006 675 0 1.320 403 606 3 0
710 0 0 0 0 0 0 710
Toelichting op trendbreuk Over dit cluster zijn geen bijzonderheden te melden.
4.1 Wonen
49
Beleidsbegroting Programma 4 Wonen in Barendrecht
4.2 Stedelijk beheer en milieu dagelijks) onderhoud van de verharding en de civiele kunstwerken is niet toereikend. Om onveilige situaties, aantasting van de leefbaarheid en kapitaalvernietiging te voorkomen is tijdig ingrijpen noodzakelijk. De huidige budgetten binnen de openbare ruimte moeten hiervoor herverdeeld worden. Een deel van de budgetten van groen, straatreiniging, spelen en straatmeubilair wordt overgeheveld naar de budgetten voor wegen en civiele kunstwerken.
Maatschappelijk doel Een optimaal en duurzaam beheer van de openbare ruimte. Beheer Openbare Ruimte Context en Achtergrond Herijking Integrale Visie In 2008 is de Integrale Visie Openbare Ruimte vastgesteld, een instrument waarmee gestuurd kan worden op de kwaliteit van de openbare ruimte. De integrale aanpak is geïntroduceerd en voor deelgebieden hebben we verschillende kwaliteiten vastgesteld. De afgelopen jaren is er aan gewerkt om de knelpunten in structuur en inrichting aan te pakken. Voor de beheerkwaliteit is het scenario vertaald naar de dagelijkse werkzaamheden, om het vastgestelde ambitieniveau te bereiken. Als gevolg van de ombuigingen in 2009 en 2010 zijn de ambities uit 2008 onder druk komen te staan. Reden om een herijking van de integrale visie openbare ruimte uit te voeren, waarbij de lange termijn effecten van de ombuigingen 2009 en 2010 op de kwaliteit van de openbare ruimte in beeld zijn gebracht. Op basis van een kostenmodel zijn de financiële effecten en invloeden van de ombuigingen in beeld gebracht, overeenkomstig de methodiek zoals die is toegepast in 2008. Hieruit is gebleken dat de ombuigingen onevenredig verdeeld zijn over de vakgebieden. Het huidige budget voor de vervanging en het (groot &
50
Perspectief Als gevolg van het beheer en onderhoud in het verleden kunnen we vaststellen dat de huidige kwaliteit aanzienlijk hoger is dan de berekende kwaliteit C. Er is nauwelijks sprake van achterstand in het beheer, waardoor het langer zal duren voor dat de effecten van de bezuinigingen op de technische kwaliteit zichtbaar worden. Door onze ambities te herdefiniëren willen we, binnen de huidige financiële kaders, garant staan voor een veilige en leefbare omgeving en streven we naar een hoge kwaliteit waar gewenst en een lagere kwaliteit waar het kan. Dit vergt grote creativiteit ten aanzien van wat we wel en wat we niet doen in de openbare ruimte. Hierbij zetten we in op het versterken van de verantwoordelijkheid van onze bewoners en ondernemers, om bij te dragen aan de kwaliteit van hun woon-, werk- en leefomgeving. De aanpassingen van de openbare ruimte zijn gericht op het terugdringen van beheerkosten (bijvoorbeeld het omvormen van beplanting naar gras), maar zullen ook leiden tot het verduurzamen van de openbare ruimte. Bomenverordening en bomenfonds Om de groene kwaliteit in de toekomst te waarborgen verdienen beeldbepalende, monumentale en bijzondere bomen extra bescherming. Hiertoe is in 2013 een bomenverordening opgesteld. Het vaststellen van een bomenverordening biedt tevens een kans om de regeldruk te verminderen. In de Barendrechtse bomenverordening is uitgegaan van het Model Bomenverordening Groene Kaart. Hierin is het kapverbod beperkt tot aangewezen beschermde boomzones, boomstructuren en solitaire monumentale en waardevolle bomen. In beginsel wordt voor elke te vellen beschermde houtopstand een herplantverplichting opgelegd. Indien dit niet mogelijk is, kan een bijdrage worden gestort in het bomenfonds. De gemeente is de bescherming van monumentale particuliere bomen veel waard. Daarom is het belangrijk dat deze bomen goed onderhouden worden. Om die reden zal de gemeente het dagelijks onderhoud aan particuliere monumentale bomen uitvoeren, waarbij de onderhoudskosten uit het bomenfonds worden bekostigd. Daarnaast wordt het geld uit dit fonds besteed aan het versterken van de groenstructuur. Samenwerking Met het Waterschap, Albrandswaard en Ridderkerk voeren we, na vaststelling van de GRP’s (gemeentelijke rioleringsplannen), in 2013 een meet- en monitoringsprogramma uit, waardoor de efficiency wordt
4.2 Stedelijk beheer en milieu
Beleidsbegroting Programma 4 Wonen in Barendrecht verbeterd en op energie en onkosten bespaard kan worden. Ook voor onze verlichting zetten we, naast het verder verduurzamen, in BAR-verband in op het terugdringen van energiekosten. In december 2012 zijn de gemeenteraden schriftelijk geïnformeerd over de besluitvorming van de colleges, inzake de verkenning van de kansen voor samenwerking in het afvalwaterketenbeheer tussen de BAR gemeenten en het Waterschap Hollandse Delta (WSHD). Door de BAR colleges en WSHD is opdracht aan de projectgroep gegeven om een uitwerking van dit plan te maken. Het beoogde doel is om zo spoedig mogelijk te beginnen met de verdere invulling van de samenwerking in de periode 2013 tot en met 2017 om: a. het watersysteem slimmer te gaan benutten, b. efficiënter om te gaan met de (financiële) middelen van gemeenten en WSHD, c. onze kennis en capaciteit te vergroten waardoor wij ons serviceniveau voor onze inwoners en bestuur kunnen verhogen. Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk) Veranderende rol overheid We zijn ons er van bewust dat een hoogwaardige openbare ruimte geen vanzelfsprekendheid meer is. Door onze ambities te herdefiniëren willen we, binnen de huidige financiële kaders, garant staan voor een veilige en leefbare omgeving en streven we naar een hoge kwaliteit waar gewenst en een lagere kwaliteit waar het kan. Dit vergt grote creativiteit ten aanzien van wat we wel en wat we niet doen in de openbare ruimte. De aanpassingen van de openbare ruimte zijn gericht op het terugdringen van beheerkosten (bijvoorbeeld het
Wat gaan we er voor doen in 2014? Herverdeling budgetten openbare ruimte.
Verlichtingsplan.
BAR samenwerking waterketen.
omvormen van beplanting naar gras), maar zullen ook leiden tot het verduurzamen van de openbare ruimte. In de afgelopen periode hebben we ingezet om met belanghebbenden op interactieve wijze tot de (her-) inrichting van de openbare ruimte te komen. Wij willen bewoners meer betrekken bij het beheer van de openbare ruimte en hen op hun verantwoordelijkheid wijzen. Hetzelfde geldt voor onze partners en ondernemers. Een kwalitatief goede openbare ruimte leidt tot maatschappelijke en economische baten. Baten die ook bij onze partners en ondernemers terecht komen, als gevolg van een hoger economisch rendement en een hogere waarde van het vastgoed. Ook van hen mogen we verwachten dat zij bijdragen en daarmee hun verantwoordelijkheid nemen voor de instandhouding van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Overzicht kaderstellend beleid/nota’s • Integraal Beheer Openbare Ruimte (2008). • Groenbeleidsplan ‘Barendrecht ziet groen’ (2008). • Speelruimteplan 2010-2020 (2009). • Gemeentelijk Rioleringsplan 2009 – 2012 (2008). • Gemeentelijk Waterplan (2005). • Nota ‘Groen in Zicht’ (2011).
Wat willen wij bereiken? • Kwaliteit van de openbare ruimte binnen de huidige financiële middelen zo hoog mogelijk op peil houden. • Focus op veiligheid en leefbaarheid. • Verduurzaming openbare verlichting, terugdringen energieverbruik. • Efficiency op het gebied van inzameling en transport van afvalwater vergroten.
Toelichting Als gevolg van de ombuigingen zijn de budgetten van de openbare ruimte onevenredig verdeeld. De huidige budgetten moeten hiervoor worden herverdeeld. Deze wijzigingen worden in de begroting van 2014 doorgevoerd. Tussen de beheerders van de BAR wordt in de loop van 2013 de aanbesteding van remplace, het kleinschalig onderhoud en reparaties voorbereid. De planperiode van de huidige contracten zijn inmiddels gelijk getrokken. Na aanbesteding in 2014 zal op 1 januari 2015 de nieuwe planperiode ingaan. Voor de uitvoering van de vervanging- en versobering van projecten worden separate bestekken opgesteld. In het beheerplan 2013 – 2017 zijn de investeringen omschreven. In april 2013 is “Water stroomt!” opgesteld en besproken in de stuurgroep van BAR FYSIEK en WSHD. “Water stroomt!” bevat de aanpak en afspraken voor de samenwerking in de komende jaren.
4.2 Stedelijk beheer en milieu
51
Beleidsbegroting Programma 4 Wonen in Barendrecht Wat gaan we er voor doen in 2014?
Toelichting Er worden 4 stromen onderscheiden: Stroom 1: Strategische afstemming; Stroom 2: ISA BAR (integrale systeem analyse door drie gemeenten en WSHD gezamenlijk); Stroom 3: Beheerstrategieën: onderlinge afstemming van investeringen en samenwerking bij het beheer en onderhoud (slim uitvoeren GRP’s); Stroom 4: één gezamenlijke wachtdienst. De implementatie vindt binnen de BAR organisatie plaats. Bij het herstel van de beschoeiing zal, daar waar de inrichting van de taluds mogelijkheden biedt, overgestapt worden op een natuurvriendelijke oever. Hierbij wordt de investering, die noodzakelijk is voor herstel van beschoeiing, ingezet voor herinrichting van de oever, waardoor zonder extra kosten de beleving en de ecologie van de watergang sterk verbetert. Om in de wijk Paddewei de waterkwaliteit te verbeteren wordt in de singels tussen Paddewei en Dorpzicht een nieuw regelwerk aangebracht. Verder vindt onderzoek naar de verbetering van de waterkwaliteit in de Gaffelaar plaats. Beoogd is natuurlijke spoeling te realiseren door een vaste stuw te vervangen door een regelbaar exemplaar. Singelwater uit Buitenoord kan dan onder natuurlijk verval de Gaffelaar passeren.
Uitbreiding areaal natuurvriendelijke oevers.
Verbeteren spoelmogelijkheden.
Verkeer Context en achtergrond Bereikbaarheid, doorstroming en leefbaarheid zijn belangrijke onderwerpen voor niet alleen onze inwoners, en het bedrijfsleven maar ook voor de metropool Rotterdam-Den Haag. Met een steeds drukker wordende Randstad is het van belang dat Barendrecht, via diverse vormen van vervoer, toegankelijk is en blijft. Op infrastructureel gebied moet daarbij in de eerste plaats worden gedacht aan (onze) belangrijke verkeersvoorzieningen, zoals onze gebiedsontsluitings wegen, het rijkswegennet en de spoor- en tramlijnen. Een aantal jaren geleden is gestart met de verbreding van de rijksweg A15 (Mava). Eind 2013 wordt de verlengde Zuiderparkweg geopend, waardoor een robuuste ontsluiting voor Barendrecht ontstaat. Om onze wijken en (toekomstige) bedrijventerreinen goed te blijven ontsluiten op het hoofdwegennet, zijn in het verleden diverse onderzoeken gedaan, zoals de ontsluiting van Nieuw Reijerwaard, Deltapoort en de BAR verkeerstudie Daarnaast is in 2013/14 het nieuwe regionale verkeersmodel geactualiseerd. Op basis van deze onderzoeken en het verkeersmodel wordt in 2014 een nieuw verkeersplan Barendrecht (VPB) opgesteld met daarin een geactualiseerd. meerjaren investeringsprogramma verkeer.
52
Naast bereikbaarheid zijn verkeersveiligheid en duurzame mobiliteit belangrijk thema’s voor ons college. Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk) • Vorming van een vervoersautoriteit in de Metropool Rotterdam-Den Haag. • Kadernota openbaar vervoer (nota van Stadsregio Rotterdam om de kwaliteit van het OV te verbeteren). • Regionale uitvoeringsagenda verkeer en vervoer (nota van de Stadsregio Rotterdam voor verkeersmaatregelen). Overzicht kaderstellend beleid/nota’s • Verkeersveiligheidplan (2004). • Parkeernota.(2009). • Verkeersonderzoek rondwegen. • Stadsregionale wegenstudie (2012). • Deltapoort wegenstudie (2013). • Ontsluiting Nieuw Reijerwaard (2013). • Verkeersplan Barendrecht (2014). Wat willen we bereiken? • De doorstroming en bereikbaarheid verbeteren en handhaven door (fysieke) infrastructurele aanpassingen.
4.2 Stedelijk beheer en milieu
Beleidsbegroting Programma 4 Wonen in Barendrecht Wat gaan we er voor doen in 2014? Verbreding Mava.
Toelichting In 2014 vinden werkzaamheden plaats voor de verbreding van de A15. In 2013 wordt de verlengde Zuiderpark weg geopend en de Heulweg voor gemotoriseerd verkeer afgesloten. Een aantal jaren geleden is gestart om halteplaatsen Toegankelijker te maken voor de gehandicapte reizigers. In 2014 worden al deze haltevoorzieningen gerealiseerd. In het kader van duurzaamheid en fiets in de keten, zijn in 2013 bij een aantal belangrijke OV haltes (knooppunten) fietsvoorzieningen aangebracht en uitgebreid. In 2014 zal hier verder aan worden gewerkt. Aan de Dierensteinweg wordt het LOC gebouwd. Uit oogpunt van de doorstroming en de verkeersveiligheid wordt in 2013 hier een verkeersplein aangelegd. In 2014 zal hier verder aan worden gewerkt. De parkeernota is uit 2009. Deze dient in 2014 geactualiseerd te worden. In 2013 en voorgaande jaren zijn diverse onderzoeken uitgevoerd in het kader van de bereikbaarheid. De resultaten worden in 2013/14 verwerkt in het VPB. In dit plan wordt het meerjaren investeringsprogramma geactualiseerd. Om de kwaliteit van het openbaar vervoer te verbeteren, wordt gekeken welke maatregelen noodzakelijk zijn en genomen kunnen worden om de reistijd van trampluslijn 25 te verkleinen. De kruising Voordijk – Hoefslag wordt in 2013/14 gereconstrueerd om de verkeersveiligheid te verbeteren. Om de verkeersveiligheid en doorstroming te verbeteren wordt, in samenwerking met Rijkswaterstaat, de verkeersregelinstallatie in 2014 aangepast. In 2013 is gestart met de vervanging van een aantal flexibele afsluitingen. In 2014 zal hier verder aan worden gewerkt. In 2014 wordt het aantal elektrische oplaadpalen verder uitgebreid.
Haltevoorzieningen.
Fiets voorzieningen.
Aanleg verkeersplein Dierensteinweg.
Parkeernota. Verkeersplan Barendrecht (VPB).
Openbaar vervoer.
Verkeersveiligheid Voordijk. Verkeerslichten Kilweg.
Flexibele afsluitingen.
Duurzame mobiliteit.
Milieu Context en achtergrond Duurzaam In de Externe Strategische Visie is de duurzaamheid als één van de acht zogenaamde ankerpunten benoemd. Wij kiezen voor een duurzame toekomst. Dit betekent dat wij bewuste keuzes maken in het bijeenbrengen van ecologische, economische en sociale belangen en hier een evenwichtige balans in vinden. Wij hebben als gemeente een voorbeeldfunctie ten aanzien van toekomstbestendig beheer van lucht, water en bodem. Zowel in het coalitieakkoord als het collegeprogramma speelt duurzaamheid een centrale rol. Wij willen een bijdrage leveren aan een duurzamere samenleving, ook op het lokale niveau in Barendrecht. Hierbij zullen we de gemeentelijke rol moeten bepalen, die bij de situatie past. Daar waar we zelf de verantwoordelijkheid hebben, zetten we in op duurzame keuzes. In andere gevallen zullen we van anderen, daar waar mogelijk, eisen, dan wel hen verleiden duurzame keuzes te maken. Afval Op dit moment staan er 122 ondergrondse containers die technisch zijn afgeschreven en vervangen moeten worden. We hebben onderzocht of er een mogelijkheid
was om de vervanging vanuit het huidige bestek te doen. Uit dit onderzoek, met de inkoopadviseur, blijkt dat dit niet mogelijk is. In de zomer van 2013 zal er een onderzoek worden gedaan naar de haalbaarheid voor het plaatsen van vulgraadsensoren. Door het inzetten van vulgraadsensoren kunnen we de kosten voor het inzamelen verminderen. Verder nemen niet alleen de kosten voor inzameling af, maar ook in het kader van duurzaamheid kunnen we de uitstoot van CO2 terug dringen. Als uit nader onderzoek blijkt dat de kosten hoger zijn dan de baten, zullen we niet overgaan tot plaatsing van de vulgraadsensoren. In juli 2013 heeft de gemeenteraad opdracht gegeven een businesscase uit te werken voor het concept afval loont. Mocht de gemeenteraad positief besluiten over de businesscase, dan zal in 2014 worden begonnen met het uitrollen van het concept afval loont over de gemeente.
4.2 Stedelijk beheer en milieu
53
Beleidsbegroting Programma 4 Wonen in Barendrecht Projecten in stadsregionaal verband In oktober 2007 hebben alle regiobestuurders een intentieverklaring getekend ten aanzien van het klimaatbeleid. Dit met de doelstelling om in 2025 40% minder CO2 uit te stoten dan in 1990. Daarvoor zijn de krachten gebundeld en samenwerkingsprojecten opgezet, die energieverspilling tegengaan en duurzame energiebronnen benutten. Op basis van een evaluatie is een nieuwe Duurzaamheidsagenda ontwikkeld voor de periode 2013-2016, als opvolger van de regionale Klimaatagenda. De scope is verbreed naar duurzaamheid in relatie tot energietransitie en –besparing, waarbij de doelstelling van CO2-reductie van kracht blijft.
van CO2 uitstoot is immers een zaak van de lange adem. Een regionale aanpak is efficiënter dan de situatie waarin alle gemeenten individueel projecten tot uitvoering brengen. Door als gemeenten samen te werken wordt kennis en ervaring slim benut en kunnen gemeenten elkaar stimuleren en samen optrekken, bijvoorbeeld richting rijk of provincie. De kern van de regionale duurzaamheidsagenda is het flexibele karakter. De activiteiten en rollen kunnen steeds aangepast worden aan de actualiteit. Daarom wordt elk jaar een nieuwe uitvoeringsagenda opgesteld.
Samen leidt tot meer, met name als het gaat om het creëren van randvoorwaarden en het delen van kennis en ervaring om samen doelen te halen. Het reduceren
Daarnaast zal op lokaal niveau de Duurzaamheidsagenda uitgevoerd worden. Dit wordt separaat toegelicht in de paragraaf duurzaamheid.
Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk) Vaststelling van een nieuwe regionale Duurzaamheidsagenda 2013-2016. Overzicht kaderstellend beleid/nota’s • Luchtkwaliteitplan (2007). • Regionale bodemkwaliteitskaart (2012). • Bodemprogramma 2009-2012. • Bodemfunctiekaart (2012). • Basisproject Zwerfafval ‘Barendrecht bewust schoon’ (2009). • Duurzaamheidsagenda (2012). • Regionale Duurzaamheidsagenda (2013). • Beleidsplan geluid (2013). Wat willen we bereiken? •
Vergroten van het bewustzijn over en deelname aan duurzaamheid.
Wat gaan we er voor doen in 2014? Een verdere invulling geven aan Duurzaamheidsagenda.
Een verdere invulling Duurzaamheidsagenda.
54
geven
aan
de
de
lokale
regionale
Toelichting Verdere invulling geven aan de thema’s, zoals benoemd in de paragraaf Duurzaam Barendrecht. Bijvoorbeeld door het verduurzamen van ons wagenpark, inzetten op gebruik van duurzame energiebronnen en duurzame inkoop. De regionale samenwerking op het gebied van duurzaamheid voortzetten.
4.2 Stedelijk beheer en milieu
Beleidsbegroting Programma 4 Wonen in Barendrecht
Wat mag het kosten? Rekening 2012
Producten en subproducten cluster 4.2 stedelijk beheer en milieu Planmatig onderhoud wegen Dagelijks onderhoud wegen wijkbeheer Dagelijks onderhoud wegen t&h Straatreiniging Gladheidsbestrijding Openbare verlichting Beheer kunstwerken Straatmeubilair planmatig onderhoud Verkeersinstallaties Straatmeubilair dagelijks onderhoud Parkeren grote voertuigen Openbaar vervoer Wagenpark Reiniging Milieubeheer en -beleid Nazorg geluidswal Baten reingingrecht en afvalstoffenheffing
lasten * baten * 1.000 1.000 10.800 1.785 383 82 771 116 757 390 305 358 30 6 49 329 3.931 1.344 165 0
4.839 132 0 0 0 0 3 0 0 2 0 42 0 8 18 353 165 4.116
PROGRAMMA 4. WONEN IN BARENDRECHT Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 lasten * baten * 1.000 1.000 10.900 1.694 406 83 784 150 775 332 328 430 34 7 63 355 4.089 1.370 0 0
4.330 48 0 0 0 0 30 0 0 0 0 43 0 0 0 21 0 4.189
lasten * baten * 1.000 1.000 10.614 1.769 413 85 793 104 917 337 333 428 35 7 69 368 3.566 1.390 0 0
4.362 49 0 0 0 0 30 0 0 0 0 43 0 0 0 21 0 4.220
lasten * baten * 1.000 1.000 10.842 1.785 413 85 794 104 916 335 333 428 35 7 76 406 3.747 1.381 0 0
4.373 49 0 0 0 0 30 0 0 0 0 43 0 0 0 21 0 4.231
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
10.844 1.782 411 85 790 103 910 332 330 423 35 7 75 448 3.733 1.382 0 0
4.395 49 0 0 0 0 30 0 0 0 0 43 0 0 0 21 0 4.253
10.805 1.790 411 85 788 95 909 330 329 421 35 7 74 463 3.722 1.347 0 0
4.404 49 0 0 0 0 30 0 0 0 0 43 0 0 0 21 0 4.262
Toelichting op de trendbreuk Reiniging Vanaf 2015 nemen de kapitaallasten toe in verband met de vervanging van de ondergrondse containers voor de afvalinzameling.
4.2 Stedelijk beheer en milieu
55
Beleidsbegroting Programma 4 Wonen in Barendrecht
4.3 Groenblauwe structuur De beleidsteksten van dit cluster zijn integraal opgenomen onder cluster 4.2, aangezien het om integraal IBOR-beleid gaat. In het kader van budgetverdeling en -spreiding hebben we ervoor gekozen de bij de groenblauwe structuur behorende budgetten hier wel afzonderlijk weer te geven.
Wat mag het kosten?
Rekening 2012
Producten en subproducten cluster 4.3 groenblauwe structuur Havens en waterwegen planm.onderhoud Havens en waterwegen dag.onderhoud Kabels en leidingen Openbaar groen planmatig onderhoud Dagelijks onderhoud groen wijkbeheer Dagelijks onderhoud groen t&h Speelvoorzieningen planmatig onderhoud Speelvoorzieningen dagelijks onderhoud Riolering planmatig onderhoud Riolering dagelijks onderhoud Begraafplaatsen Baten rioolrecht Begrafenisrechten bouwgrondexploitaties gemeentelijke bouwgrondexploitaties particuliere bouwgrondexploitaties
lasten * baten * 1.000 1.000
PROGRAMMA 4. WONEN IN BARENDRECHT Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
10.727 730 405 163 844 509 2.350 307 296 3.546 850 727 0 0
5.299 241 0 0 1 0 0 0 0 25 0 0 4.684 349
10.391 866 427 178 909 511 1.980 358 302 3.282 886 692 0 0
4.634 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4.268 366
10.636 882 434 181 942 513 2.234 399 306 3.106 892 747 0 0
4.494 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4.128 366
10.498 880 434 181 939 514 2.239 420 308 2.992 892 700 0 0
4.379 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4.013 366
10.383 875 433 177 924 510 2.253 437 300 2.889 891 695 0 0
4.276 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.910 366
10.276 874 430 177 921 507 2.260 454 295 2.778 891 690 0 0
4.165 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.799 366
3.596 3.355 241
1.673 1.264 409
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Toelichting op de trendbreuk Riolering Voor groot onderhoud en vervanging van riolering hebben is een voorziening gevormd. De komende jaren hoeven we minder te storten in deze voorziening, conform het gemeentelijk rioleringsplan 2013-2016.
56
4.3 Groenblauwe structuur
Beleidsbegroting Programma 5 Servicegericht Barendrecht
Programma 5 Service gericht Barendrecht Wat willen we de komende vier jaar bereiken? Maatschappelijk doel:
Wij willen een goede dienstverlening bieden aan onze inwoners, instellingen en bedrijven
Algemeen:
Als organisatie willen we voor onze inwoners een betrouwbare en professionele dienstverlener zijn. Met trots en passie bedienen wij onze inwoners zo goed als mogelijk bij al hun vragen over de overheid en wensen t.a.v. gemeentelijke producten. Zo nodig verwijzen wij hen door naar andere partners. Wij schaffen regels af die onnodig beperken of onevenredig hoge kosten met zich meebrengen. Tevens innoveren wij onze dienstverlening door steeds meer producten digitaal aan te bieden.
Wat zijn onze doelen, waaraan kunnen we zien dat we geslaagd zijn en wat gaan we doen om dat te bereiken? Collegedoel Een goede kwaliteit van dienst verlening
Vermin dering van adm. lasten
Indicator collegedoel Klant tevredenheid: score op benchmark publiekszaken verder verhogen
Besparing realiseren t.a.v. tijdsbesteding burger & bedrijven, out of pocket kosten van verplichtingen en aantal keren dat de verplichting terugkomt
Streefcijfer 2013: balie & telefoon: 8,0
Nulmeting 2010: balie 7,8, telefoon 7,3
Waar staan we nu? Balie: 7,8 (totaaloordeel baliebezoek, Bron: Barometer 2013 klantonderzoek WSJG)
2013: reductie van 10% op de drie onderdelen (zie indicator)
In 2008 is onderzoek gedaan naar de gemeentelijke administratieve lasten van burgers en bedrijven. Het rapport bevat een zestal aanbevelingen. Het college heeft zich ten doel gesteld deze aanbevelingen op te volgen.
Waar mogelijk wordt gewerkt aan de vermindering van de administratieve lasten. De aanbevelingen worden allen opgevolgd. Wij kiezen er echter voor om geen arbeidsintensief traject te starten om de werkelijke effecten te meten en te evalueren. Aangaande de website zijn er in 2012 verdere stappen gezet om de website te verbeteren. De website heeft een nieuwe indeling wat betreft onderwerpen gekregen en is qua uiterlijk op een aantal details aangepast. Daarnaast is er gewerkt aan de toegankelijkheid van de website. Hiervoor had de gemeente de
Sturen, te bereiken door o.a.: • Dienstverlening verder professionaliseren • Bieden van voldoende mogelijkheden om gebruik te maken van de diensten van de gemeente Barendrecht • Programmaplan verbetering dienstverlening: aansluiting op Antwoord (toewerken naar gemeente als eerste overheid in 2015) • Opstellen van een visie op dienstverlening • Opstellen servicenormen • Afschaffen van onnodige administratieve lasten voor burgers en bedrijven; gebruik maken van rapport "Doorlichting en maatregelenplan administratieve lasten" dat in 2009 is vastgesteld
57
Beleidsbegroting Programma 5 Servicegericht Barendrecht Collegedoel
Indicator collegedoel
Meer producten digitaal aanbieden
Aantal producten dat digitaal wordt aangeboden
Streefcijfer
Nulmeting
Waar staan we nu? resultaatverplichting vanuit het iNUP op per 31-12-2012 te voldoen aan het eerste niveau van de webrichtlijnen (richtlijnen ter verbetering van de toegeankelijkheid van websites). Aan deze resultaatverplichting is voldaan. Het digitaliseren van het leerlingenvervoer wordt in BAR-verband opgepakt.Daarnaast zijn de administratieve lasten verlicht bij de bijzondere bijstand door een totaalverstrekking met een steekproefsgewijze controle achteraf. Dit is minder arbeidsintensief voor zowel de burger als de gemeente.
Per jaar uitbreiding realiseren van 10 producten die volledig digitaal zijn aan te vragen, met nadruk op veelgevraag de producten
2010: 5 producten volledig digitaal aanvragen en intern digitaal afgehandeld, 18 digitale aanvraagformulieren, 12 aanvraagformulieren in pdf-formaat
9 producten volledig digitaal aangeboden en intern afgehandeld, 23 digitale aanvraagformulieren( let op: een aantal formulieren is in het kader van de lastenverlichting samengevoegd), 33 fomulieren in PDF formaat. Resultaten ten opzichte van nulmeting: producten volledig digitaal aangeboden en intern afgehandeld: 9,23 digitale aanvraagformulieren (let op): een aantal formulieren is in het kader van de lastenverlichting samengevoegd), 33 fomulieren in PDF formaat.
= Positieve effecten op duurzaamheidsdoelstelling College 2010-2014
Programma 5 Servicegericht Barendrecht bestaat uit twee clusters, te weten: 5.1 Publieke dienstverlening 5.2 Bestuur Deze clusters behandelen wij op de volgende bladzijden.
58
Sturen, te bereiken door o.a.:
• Uitbouw Edienstverlening
Beleidsbegroting Programma 5 Servicegericht Barendrecht
5.1 Publieke dienstverlening aan de riolering/gemalen en ’s winters voor gladheidbestrijding. Meldingen met betrekking tot de Openbare Orde & Veiligheid en overlast van jeugd kunnen gedaan worden op de gemeentelijke website. Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk) • Focus op digitalisering diensten overheid
Maatschappelijk Doel Wij willen een goede dienstverlening bieden aan onze inwoners, instellingen en bedrijven. Context en Achtergrond Antwoord© Doel is om in 2015 fase 4 (‘gemeente heeft Antwoord©’) van het landelijke programma Antwoord© te bereiken. In 2014 willen we hier in BAR-verband voorbereidingen voor treffen. De essentie van fase 4 is dat het klantcontactcentrum (KCC) de regie neemt op de afhandeling van de vraag. De contacten die een burger heeft, zijn bij alle KCC-medewerkers inzichtelijk waardoor de burger zonder problemen kan overstappen naar een ander contactkanaal.
Wat willen wij bereiken? • Wij willen een betrouwbare en professionele dienstverlener zijn voor onze inwoners; wij bedienen onze inwoners zo goed als mogelijk bij al hun vragen over de overheid en wensen ten aanzien van gemeentelijke producten. Zo nodig verwijzen wij hen door naar andere partners. • Wij schaffen regels af die onnodig beperken of onevenredig hoge kosten met zich meebrengen. • Tevens innoveren wij onze dienstverlening door steeds meer producten digitaal aan te bieden. • Wij zetten een gezamenlijk BAR klantcontactcentrum neer en breiden dat steeds verder uit.
Kanaalsturing Burgers hebben verschillende mogelijkheden om in contact te komen met een gemeente. Dat kan via post, e-mail, internet, via de balie of per telefoon. De kosten van de kanalen en de kwaliteit van dienstverlening over de kanalen kunnen verschillen. Zo is een balie vrij duur vanwege het één-op-één contact, maar kan de dienstverlening wel persoonlijk en kwalitatief hoogstaand zijn. Elektronische dienstverlening daarentegen is goedkoper en tijdsonafhankelijk. Overheden kunnen actief sturen, door te stimuleren dat het stellen van bepaalde type vragen bij voorkeur via een bepaald kanaal plaatsvindt. Deze kanaalsturing vindt reeds plaats en zal steeds verder worden uitgebreid. Meldingen Wij streven naar goed functionerende voorzieningen voor onze inwoners. Wij bieden ruime mogelijkheden om meldingen aan de gemeente door te geven. Dit kan bij voorkeur digitaal, maar ook telefonisch, schriftelijk en mondeling. Meldingen over de buitenruimte worden in de regel binnen enkele dagen verholpen. Naast een schone, hele en veilige buitenruimte bieden wij ruime mogelijkheden aan onze inwoners om zich op een milieuverantwoorde wijze van afvalstromen te ontdoen. Buiten reguliere werktijden zijn diverse storingsdiensten bereikbaar voor storingen aan de gemeentelijke accommodaties en voor storingen in de buitenruimte,
5.1 Publieke dienstverlening
59
Beleidsbegroting Programma 5 Servicegericht Barendrecht Wat gaan we er voor doen in 2014? Toewerken naar het behalen van fase 4 Antwoord©.
Toelichting In 2011 is het Programma verbetering dienstverlening gestart. Doel van dit programma is om in 2015 fase 4 van Antwoord© te bereiken. Er wordt bekeken waar de losse BAR-gemeenten staan in dit proces en waar nodig wordt de ontwikkeling gelijk getrokken. De gemeente Barendrecht is in het neerzetten van een KCC een stuk verder dan Ridderkerk en Albrandswaard. Voor Barendrecht zal dan ook, wat betreft de doorontwikkeling van het KCC, een tijdelijke pas op de plaats moeten worden gemaakt. In de gemeente Barendrecht is gestart met de doorontwikkeling van het frontoffice-team tot een team dat in 2015 fase 4 van Antwoord© kan realiseren. In 2014 wordt het BAR-brede KCC verder ontwikkeld en daarbij ligt een belangrijke focus bij de medewerkers. Het klantcontactcentrum (KCC) krijgt namelijk een steeds belangrijkere rol. Medewerkers worden o.a. geacht om in de toekomst 80% van de vragen direct zelf te kunnen afhandelen en regie te voeren op beantwoordings termijnen. Het Stelsel van Basistregistraties wordt in BAR-verband ingericht, beheerd en uitgebouwd. Elk jaar breiden we ons aanbod van digitale producten en diensten met minimaal 10 producten uit. Ook in 2014 wordt het aanbod met 10 producten uitgebreid. Vanuit het Rijk is vastgesteld dat alle gemeenten er voor moeten zorgen dat hun website eind 2015 voldoet aan de webrichtlijnen (3 sterren Waarmerk Drempelvrij). Hier is afgelopen jaren hard aan gewerkt en in 2014 wordt er doorgegaan met het aanpassen van de website aan deze webrichtlijnen. In 2014 wordt de inhoudelijke vulling voor Barendrecht gerealiseerd. De gegevenshuishouding wordt, ter voorbereiding op de GBA, verder geoptimaliseerd en er wordt bekeken welke aanpassingen er in de ICT-huishouding moeten worden gedaan om de gegevens uiteindelijk te kunnen ontsluiten en opvragen vanuit een landelijke database.
Samenstellen en ontwikkelen van een team van Frontoffice medewerkers dat Fase 4 van Antwoord© kan realiseren.
Stelsel van Basisregistraties. De uitbreiding van het aanbod van digitale producten en Diensten. Het aanpassen van de website volgens de webrichtlijnen.
Het opbouwen van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Modernisering GBA.
Wat mag het kosten?
Producten en subproducten cluster 5.1 publieke dienstverlening Communicatie Verkiezingen Gemeentelijke basisadministratie Rijbewijzen en reisdocumenten Burgerlijke stand Bijzondere wetten burgerzaken Wettelijke taken publiekszaken Baten leges burgerzaken Afdracht leges burgerzaken Kadaster en vastgoed Grootschalige basiskaart NL
PROGRAMMA 5. SERVICEGERICHT BARENDRECHT Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
Rekening 2012
Begroting 2013
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
3.434 225 90 303 337 194 10 1.407 0 265 383 220
874 0 0 0 0 0 0 0 810 0 0 64
3.663 254 83 319 360 221 11 1.427 0 253 458 279
900 0 0 0 0 0 0 0 820 0 0 80
lasten * baten * 1.000 1.000 3.738 255 138 320 361 221 11 1.436 0 253 465 279
891 0 0 0 0 0 0 0 810 0 0 81
lasten * baten * 1.000 1.000 3.685 255 84 321 362 221 11 1.439 0 253 462 276
891 0 0 0 0 0 0 0 810 0 0 81
lasten * baten * 1.000 1.000 3.639 254 84 317 359 220 11 1.426 0 253 450 266
Toelichting op trendbreuk Verkiezingen In 2014 zijn er, naast gemeenteraadsverkiezingen, ook verkiezingen voor het Europees Parlement.
60
5.1 Publieke dienstverlening
Begroting 2017
891 0 0 0 0 0 0 0 810 0 0 81
lasten * baten * 1.000 1.000 3.623 253 83 316 357 219 11 1.419 0 253 448 265
891 0 0 0 0 0 0 0 810 0 0 81
Beleidsbegroting Programma 5 Servicegericht Barendrecht
5.2 Bestuur Teruglopende financiën De taken van de gemeente nemen toe en de inkomsten vanuit het Rijk nemen af. Dit vereist snel en flexibel handelen van het gemeentebestuur en een andere manier van denken. Om ambities te kunnen realiseren, binnen de financiële kaders, zijn slimme samenwerkingsvormen nodig. Deze vormen uiten zich zowel in regionale samenwerking als in lokale synergie. En het college zet waar mogelijk ook actief cofinanciering van projecten in. Relevante ontwikkelingen (regionaal/landelijk)
Maatschappelijk Doel Wij streven een open en interactieve bestuursstijl na, waarbij we eigen initiatief van onze inwoners, instellingen en bedrijven toejuichen en waar mogelijk stimuleren en faciliteren. We spelen flexibel in op wijzigende omstandigheden in de samenleving, en zoeken actief de verbinding op. Context en Achtergrond Verbinden Onze rol als gemeente is sterk aan het veranderen. Van zaken regelen VOOR onze inwoners, instellingen en bedrijven zijn we al jaren geleden overgegaan naar dingen doen MET elkaar. We spelen daarin een duidelijke verbindende rol, als spin in het web. Daarin zien we nu een zichtbare verschuiving. Waar we in het verleden nog de partij waren die anderen betrokken bij het maken en uitvoeren van beleid, worden we nu steeds meer betrokken als één van de deelnemende partijen bij de uitvoering van een extern initiatief. In onze rol als verbinder stimuleren we partijen om met elkaar initiatieven op te pakken. We vullen onze verbindende rol daarbij anders in, zonder in te leveren op betrokkenheid. Dit wordt ook nadrukkelijk opgenomen in het overdrachtsdocument voor het nieuwe college.
Decentralisatie Vanuit het Rijk komen steeds meer taken richting gemeente. Er wordt hard aan gewerkt om dit zonder extra budget een goede plek te geven in het totaalpakket aan gemeentelijke diensten.
Overzicht kaderstellend beleid/nota’s • Nota interactief beleid. • Strategisch communicatieplan 2010-2014. • Strategie sociale media. • Collegeprogramma 2010-2014. • BAR samenwerkingsovereenkomst. • Visie op Barendrecht 2015 ‘Barendrecht investeert in ontmoeting’. Wat willen wij bereiken? We willen de signalen uit de maatschappij actief volgen, zodat we proactief op diverse ontwikkelingen kunnen inspelen en waar mogelijk externe denkkracht inzetten. Hiermee vergroten we ons vermogen ons aan te passen aan veranderende omstandigheden.
De betrokken burger Als gemeente kunnen we met de komst van sociale media beschikken over steeds meer mogelijkheden om over ons beleid te informeren en toenadering te zoeken tot onze inwoners, instellingen en bedrijven. Dit doen we proactief; we geven betrokken burgers een podium om mee te doen en te denken. Deze groter wordende transparantie wordt door meer en meer partijen actief benut om de gemeente op de voet te volgen. De betrokken burger volgt niet alleen, maar benadert ons ook steeds vaker, zowel proactief als reactief, en zowel positief als negatief. Door middel van monitoring pakken we die signalen op en ondernemen we hierop actie. Soms zetten we zaken recht die verkeerd zijn opgevat, en waar mogelijk proberen we inwoners te betrekken bij het betreffende onderwerp. Of we ondersteunen een hierboven genoemd burgerinitiatief. Reacties bieden immers kansen.
5.2 bestuur
61
Beleidsbegroting Programma 5 Servicegericht Barendrecht
Wat gaan we er voor doen in 2014? (Uitwerken van) aangepaste nota over participatie.
Toelichting Hierin is een nadrukkelijke rol opgenomen voor de inbedding van zowel overheidsparticipatie, als burgerparticipatie in de (nieuwe BAR) organisatie. In de gaten houden van trends en signalen en medewerkers intern (blijven) trainen om dit te volgen en er snel op in te spelen. Onderzoeken in hoeverre de communicatie tussen de drie BAR gemeenten en hun eigen doelgroepen verschilt, dan wel overeenkomt en daar ons voordeel mee doen, zodat de Barendrechtse partijen blijvend op een voor hen vertrouwde manier worden aangesproken.
Monitoring van signalen uit de buitenwereld.
Barendrecht in de BAR organisatie.
Wat mag het kosten?
Producten en subproducten cluster 5.2 bestuur Bestuur Ondernemingsraad Kosten beroep- en bezwarencommissie Kosten overige commissies Vergoedingen Raad Bestuursondersteuning Algemeen juridisch advies Bijzondere wetten bestuurszaken Implementatie ombuigingen I Implementatie ombuigingen II Raadsgriffie Rekenkamer
PROGRAMMA 5. SERVICEGERICHT BARENDRECHT Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016
Rekening 2012
Begroting 2013
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
4.199 918 74 14 1 504 2.062 59 46 0 99 366 55
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3.918 849 70 16 12 510 1.904 60 48 0 0 389 60
6 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
lasten * baten * 1.000 1.000 3.820 743 70 16 7 510 1.916 61 48 0 0 389 60
6 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
lasten * baten * 1.000 1.000 3.769 693 70 16 7 510 1.915 61 48 0 0 389 60
Toelichting op trendbreuk Bestuur In de begroting is vanaf 2014 rekening gehouden met minder politieke ambtsdragers.
62
5.2 bestuur
6 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000 3.750 693 70 16 7 510 1.897 61 48 0 0 389 60
6 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
lasten * baten * 1.000 1.000 3.741 693 70 16 7 510 1.888 61 47 0 0 389 60
6 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Beleidsbegroting
5. Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen is een verplicht onderdeel van de programmabegroting, maar het is niet echt een programma. De drie W-vragen zullen voor dit onderdeel niet worden beantwoord. Het is meer een verklaring c.q. onderbouwing van de dekkingsmiddelen. In dit onderdeel worden de inkomsten van de gemeente
Producten en subproducten algemene dekkingsmiddelen Stelposten Dubieuze debiteuren Wet W.O.Z. Uitvoering hondenbeleid Verzekeringen Deelnemingen nutsbedrijven Geldleningen korter dan 1 jaar Geldleningen langer dan 1 jaar Beleggingen Algemene uitkering Bijdrage SGB Vrijval voorziening VTA OMMIJ Baten OZB gebruikersdeel Baten OZB eigenarendeel Baten toeristenbelasting Baten hondenbelasting Saldo kostenplaatsen Renteresultaat Mutaties reserves
toegelicht die niet direct aan een programma zijn toe te rekenen. Het gaat hier hoofdzakelijk om de algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutaties in de reserves. Het totaaloverzicht van de programma’s en de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ziet er als volgt uit:
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Begroting Begroting 2014 2015
Rekening 2012
Begroting 2013
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
3.323 59.157 0 0 189 0 201 0 45 0 225 0 0 909 0 32 0 745 0 57 0 41.023 0 108 0 321 0 1.273 0 6.556 0 27 0 277 46 62 0 585 2.616 7.180
1.155 53.605 22 0 10 0 252 0 49 0 241 10 0 904 0 50 0 591 0 68 0 39.489 0 0 0 0 0 1.264 0 6.804 0 25 0 275 159 0 0 1.152 422 2.972
2.061 54.068 918 10 10 0 230 0 70 0 245 11 0 817 0 50 0 591 0 68 0 40.946 0 0 0 0 0 1.289 0 6.978 0 25 0 290 0 0 0 708 588 2.285
lasten * baten * 1.000 1.000 1.126 218 10 230 68 245 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 354
52.307 660 0 0 0 11 817 50 591 68 38.325 0 0 1.289 6.978 25 290 0 1.003 2.200
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten * baten * 1.000 1.000
lasten * baten * 1.000 1.000
1.361 418 10 230 68 245 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 390
53.480 1.310 0 0 0 11 817 50 591 68 38.558 0 0 1.289 6.978 25 290 0 1.593 1.901
1.581 618 10 230 68 245 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 410
53.474 2.010 0 0 0 11 817 50 591 68 38.545 0 0 1.289 6.978 25 290 0 1.524 1.276
Stelposten De specificatie van deze post is als volgt: kinderopvang inburgeraars
2014
2015
2016
2017
18.100
18.100
18.100
18.100
200.000
400.000
600.000
inflatie rijksbrede bezuinigingen / decentralisaties
900.000
BAR efficiency
-650.000 -1.300.000 -2.000.000
zonnecollectoren
-10.000
-10.000
totaal
908.100
-441.900
-10.000
-10.000
-891.900 -1.391.900
1 kinderopvang inburgeraars Dit is afgezonderd via de algemene uitkering. Hiervoor moet nog beleid ontwikkeld worden. 2 inflatie De algemene uitkering is berekend op basis van lopende prijzen (2% inflatie cumulatief), in tegenstelling tot de budgetten in onze begroting die gebaseerd zijn op constante prijzen. De inflatie voor 2015 en verder hebben we daarom als stelpost opgenomen. 3 rijksbrede bezuinigingen Uit de Voorjaarsnota 2013 is nog een incidentele stelpost van €900.000 blijven staan voor 2014 voor het opvangen van mogelijke rijksbezuinigingen/decentralisaties via de algemene uitkering. 4 BAR efficiency In de BAR code is een besparing opgenomen van €5 miljoen voor 2017. Het Barendrechtse aandeel is €2 miljoen. Naar verwachting wordt 70% bespaard op loonkosten, 20% op huisvesting en 10% op overige kosten. 5 zonnecollectoren Het plaatsen van zonnecollectoren op gemeentelijke gebouwen levert een besparing aan energiekosten op. algemene dekkingsmiddelen
63
Beleidsbegroting Dubieuze debiteuren Dit bedrag betreft de storting in de voorziening dubieuze debiteuren. De storting is in het onderdeel algemene dekkingsmiddelen opgenomen, omdat het bedrag niet aan één specifiek programma is toe te rekenen. De debiteuren hebben namelijk betrekking op alle programma’s.
langlopende geldleningen op de kostenplaats kapitaallasten en de doorbelaste rentelasten naar de programma’s. Bij de doorbelaste rentelasten hebben we een rente percentage van 3% gehanteerd.
Wet WOZ Volgens de BBV voorschriften moeten wij het bedrag voor de uitvoering van de Wet WOZ hier verantwoorden. Het betreft dat deel van de bijdrage aan de SVHW dat wordt besteed aan de WOZ. Uitvoering hondenbeleid Dit betreft de kosten die wij maken met betrekking tot de invordering van de hondenbelasting. Verzekeringen De verzekeringskosten betreffen voornamelijk de kosten voor het verzekeren van de huisvesting van openbaar en bijzonder voortgezet onderwijs, mobiliteitsverzekering (wagenpark) en de algemene aansprakelijkheidverzekering van onze gemeente. Deelnemingen nutsbedrijven Dit betreft de dividenden van Eneco en Evides. Geldleningen korter/langer dan 1 jaar Volgens de BBV voorschriften moeten de renteopbrengsten van leningen apart zichtbaar zijn. Het gaat om de opbrengsten van onder andere de verstrekte lening aan de Stichting Gebouwbeheer. Beleggingen Hier ramen wij de dividendopbrengst van de BNG. Algemene uitkering De septembercirculaire 2013 vormt het uitgangspunt voor de berekening van de Algemene Uitkering 20142017. In de totale raming is ook een integratie-uitkering WMO voor een bedrag van €2.762.500 opgenomen. OZB De raming voor de OZB bestaat uit twee gedeelten: • OZB gebruikersdeel, dit betreft de niet woningen • OZB eigenarendeel, dit betreft de woningen en niet woningen Voor een toelichting op de ramingen verwijzen wij u graag naar de paragraaf lokale heffingen. Toeristenbelasting Vanaf 2011 hebben we toeristenbelasting ingevoerd in onze gemeente. Hondenbelasting Voor een toelichting op de ramingen verwijzen wij u naar de paragraaf lokale heffingen. Renteresultaat Dit is het saldo van de kostenplaats kapitaallasten. Dit is het verschil tussen de begrote rentelasten van de
64
algemene dekkingsmiddelen
Beleidsbegroting
Mutatie in de reserves De specificatie van deze post is als volgt: 2014 bestemmingsreserve Elektronisch Kind Dossier
2015
2016
2017
64.000
bestemmingsreserve afvalstoffenheffing
524.000
354.100
389.800
410.100
totaal stortingen
588.000
354.100
389.800
410.100
bestemmingsreserve overkapping NS station
241.300
241.300
241.300
241.300
bestemmingsreserve stedelijke infrastructuur
481.000
481.000
481.000
bestemmingsreserve Elektronisch Kind Dossier
82.500
bestemmingsreserve t.b.v. kapitaallasten
1.480.600 1.477.700 1.178.400 1.035.000
totaal onttrekkingen
2.285.400 2.200.000 1.900.700 1.276.300
Voor 2014 is er nog een buffer om rijksbezuinigingen/decentralisaties via de algemene uitkering op te vangen. Hiervoor is een stelpost van €900.000 opgenomen. Voor de jaren er na is deze ruimte er niet meer. Op de andere programma’s zijn er geen incidentele baten of lasten. incidentele baten totaal incidentele baten
incidentele lasten stelpost rijksbrede bezuinigingen / decentralisaties totaal incidentele lasten
2014
2015
2016
2017
-
-
-
-
2015
2016
2017
-
-
-
2014 900.000 900.000
algemene dekkingsmiddelen
65
Beleidsbegroting
6. Paragrafen
Inleiding De paragrafen geven voor het desbetreffende onderwerp een dwarsdoorsnede door de begroting. Een paragraaf is een verplicht onderdeel en bestaat uit een achttal onderwerpen. Deze onderwerpen zijn: 1. § Weerstandsvermogen 2. § Financiering 3. § Bedrijfsvoering 4. § Verbonden partijen 5. § Onderhoud Kapitaalgoederen
66
6. § Grondbeleid 7. § Lokale heffingen 8. § Duurzaam Barendrecht Deze paragrafen zullen hierna worden behandeld.
Beleidsbegroting
§ Weerstandsvermogen 1. Aanleiding en achtergrond De gemeente Barendrecht voert actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Door een inzicht in de actuele risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige investeringen of ontstaan door externe invloeden, in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. In deze paragraaf wordt verslag gedaan van de resultaten van de meest recente herijking/ inventarisatie van risico’s. Op basis van de geïnventariseerde risico’s en de beschikbare financiële middelen (weerstandscapaciteit) is het weerstandsvermogen berekend. 2. Risicoprofiel De gemeente Barendrecht past voor de bepaling van het weerstandsvermogen continu risicobeheersing toe. Bestaande risico’s worden tenminste 2 maal per jaar herijkt en er wordt
continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Alle onzekerheden dan wel risico’s die niet in de begroting (kunnen) worden opgenomen, worden vanaf het moment dat zij kwantificeerbaar zijn opgenomen in het risicoprofiel van de gemeente. Dit risicoprofiel komt tot stand met behulp van het softwareprogramma NARIS van het Nederlands adviesbureau voor Risicomanagement. Met behulp van dit programma worden de risico's systematisch in kaart gebracht en beoordeeld. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de herijking/ inventarisatie zoals uitgevoerd t/m 19 augustus 2013. In het navolgende overzicht worden de 10 belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben op de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Onder ieder risico worden kort de (beoogde/geplande) maatregelen weergegeven. In hoofdstuk vijf worden de belangrijkste ontwikkelingen nader toegelicht.
10 Belangrijkste financiële risico's & maatregelen R.nr.
Risico
Gevolgen
1
Klasse Financieel gevolg 5 max. €1.000.000
R326 Lagere inkomsten uit gemeentefonds dan geld-bezuinigingen geraamd (rijksbrede bezuinigingen) noodzakelijk maatregelen Begroting ombuigen, Beleidsverkenning en(bestuurs) advies, versterken informatiepositie, Samenwerking (buur)gemeenten, verhogen kans optreden van risico, procesoptimalisatie onderzoeken en zo mogelijk doorvoeren. (zie toelichting), strategische visie,frequent bewaken/herijken doelstellingen. 2 R330 (Cluster) risico's algemene dienst geld-financieel 3 max. €870.000 anticiperend op het grondbeleid. maatregelen Afstemming kaderstelling Algemene dienst en grondbeleid o.g.v. risicomanagement op grondzaken, Frequente herijking risicoprofiel/analyse per project. 3(6) R329 (Cluster) concernbrede risico's die op Geld-financieel 4(3) max. €620.000 kunnen treden door fouten /onwetendheid/niet handelen van personeel) Maatregelen Verhogen risicobewustzijn, invoeren eenduidig procesmanagement, duidelijke rol- & taakdefinities, optimaliseren procesmanagement, notificatie op deadlines/ streefdata. 4 R332 (Cluster) ICT risico's gerelateerd aan geld- extra kosten 5 max. €470.000 software, hardware, communicatie techniek en inf. beveiliging. maatregelen Samenwerking BAR gemeenten, hoge kwaliteitseisen hardware/netwerk, hoogwaardige beveiliging, realtime backup op verschillende locaties. 5(3) R333 (Cluster) WMO gerelateerde risico's. Over- geld- budget, 4 max. €450.000 en onderschrijding van budget(ten)
maatregelen Beleidsverkenning en advies, Budgetbewaking, prognose betrouwbaarheid verhogen, statistiek en analyse competentie verhogen (actieve participatie KING benchmark) 6(5) R331 (Cluster) risico's m.b.t. BUIG gerelateerde geld-financieel 3 max. €480.000 producten en diensten.De gebundelde inkomensvoorziening uitkeringen (BUIG)
§ Weerstandsvermogen
67
Beleidsbegroting
maatregelen Beleidsverkenning en(bestuurs) advies, versterken informatiepositie, Samenwerking (buur)gemeenten, verhogen kans optreden van risico, budgetbewaking, procesoptimalisatie strategische visie, frequent bewaken/herijken doelstellingen. 7(8)
R338 (Cluster) accommodaties. Geconsolideerd Geld-financieel 4 max. €360.000 risico voor alle binnen- en buiten accommodaties van onze gemeente maatregelen Procesoptimalisatie, verbeteren competenties tot makelen en prognosticeren binnen organisatie. 8(10) R335 Risico GR Nieuw Reijerwaard
geld- financieel 1 max. €3.000.000 tijd- realisatie duurt langer extra- doelstellingen bijstellen, imago maatregelen Gecontroleerde projectomgeving, frequente risicoanalyses, inzet specifieke (externe) expertise. 9(N)
R341 Risico GR BAR organisatie
geld- financieel 3 max. €500.000 tijd- realisatie duurt langer extra- doelstellingen bijstellen, imago Maatregelen Gecontroleerde projectomgeving/ projectmatig werken, frequente risicoanalyses, kwaliteitsmanagement,-ontwikkeling, inzet specifieke (externe) expertise, toepassen Business procesmanagement, toepassen integraal prestatiemanagement. 10(9) R328 Cluster ongedekte schade's aan geld- extra kosten buitenruimte, gebouwen en/of objecten (budgetoverschrijding) (eigendom gem.)
5
max. €200.000
maatregelen betreft cluster van risico’s die veelal buiten mogelijke maatregelen vallen. Eigen risico naast bestaande verzekeringen. M.b.t. vandalisme bestaande maatregelen: surveillance beveiliging, lokale verordeningen, wijkregie Bedragen in top 10 zijn afgerond op €10.000 Totaal grote risico's: € 9.352.548 Overige risico's: € 8.275.413 Totaal alle risico's: € 17.627.961 Het overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren met daarbij meegegeven het maximale financiële gevolg. Klasse
Referentiebeelden
Kwantiteit
1 2 3 4 5
< 0 of 1 keer per 10 jaar 1 keer per 5-10 jaar 1 keer per 2-5 jaar 1 keer per 1-2 jaar 1 keer per jaar of >
10% 30% 50% 70% 90%
Toelichting kansklasse: Klasse 1: Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen. Klasse 2: Deze klasse hanteren we voor risico’s waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar voordoen.
68
De tabel klasse geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd. Bijgevoegde tabel geeft aan hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.
Klasse 3:
Klasse 4:
§ Weerstandsvermogen
Deze klasse hanteren we voor risico’s die zich in het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen. Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar zullen voordoen.
Beleidsbegroting
Klasse 5:
Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het zeer waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar gaan voordoen. Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie
wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€17.627.961) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Figuur 1 en de bijhorende tabel tonen de resultaten van de risicosimulatie.
Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage 5% 25% 50% 75% 90% 95%
Bedrag € 2.141.790 € 2.839.175 € 3.367.004 € 3.899.367 € 4.463.347 € 5.013.596
Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden
afgedekt met een bedrag van (benodigde weerstandscapaciteit).
€4.463.347
3. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Barendrecht bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk
beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.
Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit Weerstand Algemene reserve Totale weerstandscapaciteit
Startcapaciteit € 8.834.422 € 8.834.422
Bijboekingen € 3.688.348 € 3.688.348
Afboekingen € 745.300 € 745.300
Huidige capaciteit € 11.777.470 € 11.777.470
4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare
§ Weerstandsvermogen
69
Beleidsbegroting
weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.
Risico's:
Weerstandscapaciteit
Bedrijfsproces Financieel Imago / politiek Informatie / strategie Juridisch / Aansprakelijkheid Letsel / Veiligheid Materieel Milieu Personeel / Arbo Product
Algemene reserve
•
:
•
Weerstandvermogen De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandcapaciteit
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente.
De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
=
€ 11.777.470 € 4.463.347
= 2.64
Het biedt een waardering van het berekende ratio.
Tabel 4: Weerstandsnorm Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio >2.0 1.4-2.0 1.0-1.4 0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
Het ratio van de gemeente weerstandsvermogen.
Barendrecht valt in
5. Nieuwe ontwikkelingen In dit hoofdstuk wordt toelichting gegeven op de ontwikkelingen in de top 10 van belangrijkste risico’s, de stand van het ratio weerstandsvermogen en risicomanagement zoals dit wordt gevoerd binnen de gemeente Barendrecht. Uitstekend weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen van de gemeente Barendrecht is momenteel uitstekend. Ten opzichte van de laatste rapportage is deze wederom verbeterd. Momenteel kennen we een hoge ratio van 2.64.
70
Betekenis uitstekend ruim voldoende voldoende matig onvoldoende ruim onvoldoende klasse
A. Dit duidt op een
uitstekend
Deze stijging wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de bijboeking van het jaarresultaat van 2012, maar ook door een lager totaal aan berekende risico’s. Het totaal aan risico’s bedaagt momenteel €17,5 miljoen tegen ruim €21 miljoen aan risico’s begin 2013. Deze aanzienlijke afname valt onder meer te verklaren door de vorig jaar aangekondigde doorvoering van de directe koppeling met het verzekeringen- management binnen onze gemeente en het toenemende inzicht in dekkingen. Tevens zijn er stap voor stap nieuwe clusters van risico’s ingericht. Hierin
§ Weerstandsvermogen
Beleidsbegroting
zijn diverse op zichzelf staande risico’s op het gebied van noodzakelijke proces-, structuurvernieuwing, maar ook het projectmatig werken, samengevoegd als 1 geconsolideerd risico. Soortgelijke clustering is het afgelopen half jaar ook uitgevoerd voor de risico’s omtrent arbo/personeel en risico’s die bestaan m.b.t. de ondergrondse- en water netwerken zoals het riool, buizen, kabels en gemalen. De werkelijk benodigde dekking die bepalend is voor de weerstandsratio is licht afgenomen (nu €4,46 miljoen). Dit bedrag staat voor het bedrag dat de gemeente beschikbaar moet hebben om een ratio van 1.0 te halen. Kabinetsplannen De huidige weerstandscapaciteit van Barendrecht kan dus een stootje hebben. We moeten er wel serieus rekening mee houden dat de steeds concretere plannen rond de decentralisatie van taken richting de lokale overheid binnen afzienbare tijd kwantificeerbaar zijn en direct van invloed zullen zijn op de benodigde weerstandscapaciteit. Hoewel er nog genoeg discussie plaatsvindt over de tijdspanne voor de uitrol van bijvoorbeeld de decentralisatie van de jeugdzorg en de participatiewet, blijft het een gegeven dat dit plaats gaat vinden De komende tijd zal duidelijk worden in hoeverre er op dit gebied risico’s ontstaan die werkelijk van invloed zijn op de weerstandscapaciteit van de gemeente Barendrecht. GR Nieuw Reijerwaard Het risicoprofiel dat de gemeenten Barendrecht, Ridderkerk en Rotterdam kennen in de ontwikkeling van het Bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard is vooralsnog onveranderd gebleven. De deelnemende gemeenten zijn en blijven altijd risicodragend in deze regeling. Op deze wijze zal het risico frequent worden doorgelicht. Het risicoprofiel is nog niet veranderd, omdat we op dit moment nog uitgaan van dezelfde getallen zoals deze in 2012 in de grondexploitatie zijn opgenomen. In de tweede helft van 2013 wordt de grondexploitatie herzien, op basis van de oppervlakte die in het inpassingspan zijn opgenomen, en op basis van ramingen die momenteel door een civieltechnisch engineeringbureau worden opgesteld. Voor die herziene grondexploitatie maken we opnieuw een gekwantificeerde risicoanalyse en wordt er een risicosimulatie toegepast, die richtinggevend is voor de mate waarin deze gemeenschappelijke regeling van invloed is op de weerstandscapaciteit van Barendrecht,
Ridderkerk en Rotterdam. Op dit moment vindt u dit risico terug op plek 8 GR BAR organisatie De realisatie van de gemeenschappelijke regeling BAR organisatie zal het risicomanagement, zoals wij het nu kennen, gaan beïnvloeden. Het inrichten één bedrijfsvoeringorganisatie ten dienste van drie gemeenten (100.000+) vraagt om zorgvuldige afwegingen in het risicobeheersingproces. Dit heeft geleid tot een uitbreiding van de risicoinventarisatie en de opname van een nieuw risico op deze ontwikkeling. De realisatie GR BAR organisatie is een omvangrijk traject. Zoals bij alle projecten houden we ook rekening met mogelijke risico's die op kunnen treden. Gezien de omvang van het project komt het risico op dit project op plaats 9 in de top 10 van belangrijkste risico's, met een initieel geschat maximaal gevolg voor Barendrecht van €500.000 met een kans van optreden tussen nu en 5 jaar. Verschuivingen in top 10 De belangrijkste verschuiving in de top 10 zien we terug in het risicocluster (R329), dat bestaat uit risico’s die direct gerelateerd zijn aan het (foutief) handelen van medewerkers. Deze verhoging kan worden gezien als een tijdelijke verhoging. Deels omdat er veranderingen plaatsvinden in de verdeling van taken en rollen in de transitie naar de GR BAR organisatie, maar bijvoorbeeld ook omdat de complexiteit van de taken van gemeenten toeneemt met de decentralisatietrend. Daarnaast wordt er landelijk gesignaleerd dat de huidige economische ontwikkelingen kunnen leiden tot verhoogde prikkels of gelegenheden tot het plegen van of meewerken aan fraude. Nieuw in de top 10 is het clusterrisico op de realisatie van de GR BAR organisatie. Verdwenen uit de top 10 is het risico omtrent het wijzigen van lopende projecten. Dit risico is opgedeeld en ondergebracht in de risicoclusters R330 en R344, waarvan we R330 in de top 10 terugvinden op plaats 2. Dit verklaart ook de toename van het maximale financiële risico van R330.
§ Weerstandsvermogen
71
Beleidsbegroting § Financiering In deze financieringparagraaf worden de beleidsplannen aangegeven met betrekking tot het liquiditeitsbeheer voor de komende jaren en in het bijzonder voor het jaar 2014. Naast enkele onderwerpen die verplicht onderdeel uitmaken van de financieringparagraaf, gaan wij ook in op een aantal ontwikkelingen die van belang zijn voor een goede uitvoering van de treasuryfunctie. Treasurystatuut De bestuurlijke infrastructuur voor de uitvoering van de financieringsfunctie is vastgelegd in het treasurystatuut en de financiële verordening. Kern is de vaststelling van de uitgangspunten, doeleinden, de organisatorische en financiële kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie. Hierbij is de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) van toepassing. Deze wet schept een bindend kader voor een verantwoorde en professionele inrichting van de treasuryfunctie bij decentrale overheden. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij is het beheersen van risico’s. Ons treasurystatuut is in 2009 volledig herzien en alle wetswijzigingen in de Wet FIDO per 2009 zijn hierin opgenomen. Als gevolg van de invoering van het schatkistbankieren en de overgang naar de BAR-organisatie per 1 januari 2014, zal in het laatste kwartaal van 2013 het treasurystatuut opnieuw worden herzien. Wet HOF Op grond van in Europa gemaakte afspraken zou de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF) op 1-1-2013 in werking treden. In deze wet staan de verdergaande afspraken van het kabinet met de decentrale overheden over de beheersing van het Nederlandse EMU-saldo en is dit in regelgeving vastgelegd. We hebben u hierover al eerder uitvoerig geïnformeerd en de mogelijke gevolgen van deze wet in beeld gebracht. De Wet Hof heeft als doel een structurele reductie van het EMU-tekort, een houdbare overheidsschuld en voor langere termijn houdbare overheidsfinanciën. De wet gaat regelen dat de decentrale overheden een aan het Rijk gelijkwaardige inspanning aan deze doelstellingen gaan leveren. Omdat alleen het Rijk, mede voor de decentrale overheden, door Europa wordt aangesproken, gaat de wet regelen dat het Rijk zijn verantwoordelijkheid ook echt waar kan maken. In de wet komt onder andere te staan dat het Rijk, bij een dreigende overschrijding, in bestuurlijk overleg zal treden met provincies, gemeenten en waterschappen om afspraken te maken over het gezamenlijk terugdringen van het EMU-tekort. De inwerkingtreding van deze wet heeft vertraging opgelopen, omdat de behandeling in de Tweede Kamer pas eind april 2013 heeft plaatsgevonden. Het oorspronkelijke voorstel is, mede als gevolg van het onderhandelingsakkoord tussen het kabinet en onder andere de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), begin dit jaar nog aangepast. De termijn waarin de gewenste hoogte van het EMU saldo moet worden bereikt is verlengd. Voor 2014 en 2015 is nu een zelfde tekortruimte toegestaan als voor 2013.
72
De referentiewaarde voor Barendrecht is vastgesteld op €3.472.000. In het financiële deel van onze begroting geven we u een beeld van het verloop van ons EMUsaldo over de periode van 2013 tot en met 2015. Als gevolg van het hoge investeringsvolume kunnen we op dit moment niet voldoen aan de referentiewaarde. Hierbij de kanttekening dat dit de begrote bedragen betreft. In werkelijkheid ziet het investeringsvolume er over het algemeen anders (lager) uit. Wel hebben we in dit overzicht rekening gehouden met de laatst bekende aanpassingen van de grondexploitaties en de aangepaste investeringsstaat 2013. De gemeentelijke bedrijfsmatige systematiek van nu investeren en afschrijven over een reeks van jaren, spoort niet met de manier waarop het EMU-saldo wordt berekend. Investeringen in een jaar worden direct ten laste gebracht van het EMU-saldo. Hierdoor ontstaat een negatief effect op ons EMU saldo. Door forse investeringen in scholen en multifunctionele accommodaties zijn de investeringen in de eerstkomende jaren extra hoog. Ook de grondexploitaties laten voorlopig nog een negatief beeld zien. De eventuele sancties die vanuit het rijk kunnen worden opgelegd, wanneer er door de decentrale overheden niet wordt voldaan aan het EMU-saldo, zijn nog steeds een punt van discussie. Wel is ondertussen vastgesteld dat in deze kabinetsperiode deze sancties nog niet zullen worden toegepast. Bovendien is in de wet opgenomen dat sancties pas zullen plaatsvinden na bestuurlijk overleg. Vooralsnog lijkt het totale landelijk investeringsvolume niet hoger dan de norm voorschrijft. Het risico op een eventuele sanctie is hierdoor lager dan oorspronkelijk werd verwacht. Schatkistbankieren. Eén van de maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 om de overheidsfinanciën op orde te brengen, is de afspraak dat decentrale overheden in 2013 verplicht gaan schatkistbankieren. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Overtollige middelen mogen alleen in rekening courant of deposito bij de schatkist worden aangehouden. Ook mag er binnen bepaalde grenzen worden uitgeleend aan andere decentrale overheden. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. Het verplicht schatkistbankieren wordt ingevoerd voor gemeenten, provincies, waterschappen, en gemeenschappelijke regelingen. Decentrale overheden krijgen op de deposito’s een rente vergoed die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de geld- en kapitaalmarkt aangaat. e Het wetsvoorstel moet nog door de 1 kamer worden aangenomen, maar op dit moment worden er al concrete stappen gezet tot het invoeren van het schatkistbankieren. Dit zal naar verwachting uiterlijk op 1 januari 2014 worden ingevoerd en mogelijk zelfs al eerder. Ter voorbereiding hierop is iedere decentrale overheid verplicht om vóór 15 september 2013 een nieuwe bankrekening te openen bij zijn (huis)bank, welke uitsluitend wordt gebruikt om middelen van en naar de rekening bij de schatkist te boeken.
§ Financiering
Beleidsbegroting Aangezien er bij ons op dit moment geen sprake is van overliquiditeit, hebben we ook geen geld om op deposito weg te zetten. Gezien de liquiditeitsprognose zal er ook de komende jaren geen sprake zijn van overliquiditeit. We verwachten daarom dat de financiële effecten van het schatkistbankieren, voor wat betreft de rentepercentages, voor ons minimaal zullen zijn. Wel zullen er met name in de aanloop periode meer administratieve handelingen nodig zijn om dagelijks de verschillende bankrekeningen te beheren. Via de bestuursrapportages houden we u op de hoogte van de ontwikkelingen op dit gebied.
Totaal vlottende schuld
Renterisicobeheer In dit onderdeel wordt inzicht gegeven in de renterisico’s voor onze gemeente. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De belangrijkste vormen hiervan zijn (opgenomen) daggelden kasgeldleningen en rekening-courantkrediet. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. Voor ons bedraagt de kasgeldlimiet voor het jaar 2014 €6,210 miljoen. De kasgeldlimiet is de maximale gemiddelde (kortlopende) schuld die we per kwartaal mogen hebben. Wanneer in drie opeenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden, moet dit gemeld worden bij de toezichthouder. Hierna een prognose van de kasgeldlimiet over 2014. Gelet op de ontwikkelingen op de rentemarkt zullen we, in het geval van een liquiditeitstekort, steeds beoordelen of het zinvol is om gebruik te maken van kortlopende of langlopende leningen. Natuurlijk zullen we daarbij ook steeds rekening houden met de kasgeldlimiet. In de loop van het jaar wordt u door middel van de bestuursrapportages op de hoogte gehouden van de benodigde financiering. Op basis daarvan zullen wij ook, gedurende het jaar, de ontwikkeling binnen de kasgeldlimiet volgen en u indien nodig daarover rapporteren
Kasgeldlimiet ( x € 1.000 ) Omvang begroting per 1-1-2014
€ 73.059
8,50% Kasgeldlimiet in bedrag
€
6.210
bedragen x 1.000 euro 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 3.000 0 0 3.000
Totaal vlottende middelen
1.000
1.667
2.333
1.000
Gemiddeld saldo schuld (+) of overschot (-)
2.000
-1.667
-2.333
2.000
Kasgeldlimiet
6.210
6.210
6.210
6.210
Ruimte onder kasgeldlimiet
4.210
7.877
8.543
4.210
Renterisiconorm De renterisico’s op de vaste schuld worden ingekaderd door de renterisiconorm. De renterisiconorm bepaalt dat jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal onderhevig mag zijn aan renteherziening en herfinanciering. Van renteherziening is sprake, als in de leningsovereenkomst is bepaald dat de rente gedurende de looptijd in een bepaald jaar zal worden aangepast. Herfinanciering bestaat uit het totaal aan aflossingen van langlopende leningen, want het renterisico wordt verkleind door aflossingen in de tijd te spreiden. Voor ons bedraagt de renterisiconorm voor het jaar 2014 €14,612 miljoen, zijnde 20% van het begrotingstotaal van €73,059 miljoen. Het renterisico dat de gemeente in enig jaar loopt, is onder andere afhankelijk van nieuw aan te trekken financiering in de komende jaren. Bij het bepalen van de renterisiconorm is in deze begroting geen rekening gehouden met het aantrekken van nieuwe leningen. Het onderstaande overzicht maakt duidelijk dat er voldoende ruimte is binnen de renterisiconorm om ook eventuele extra investeringen of uitgaven ten behoeve van de grondexploitatieprojecten met lang vreemd vermogen te financieren, zonder dat we daarmee in de problemen komen voor wat betreft de renterisiconorm.
RENTERISICONORM EN RENTERISICO'S VAN DE VASTE SCHULD per 1-1-2014
Renterisico op vaste schuld 1. Netto renteherziening op vaste schuld 2. Betaalde aflossingen
2014
2015
budget
budget
3. Renterisico op vaste schuld (1+ 2)
(Bedragen x EUR 1.000) 2016 2017 budget
budget
0 6.833
0 11.833
0 6.833
0 6.833
6.833
11.833
6.833
6.833
Renterisiconorm 4a. Begrotingstotaal 2014 4b. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 4. Renterisiconorm
73.059 20% 14.612
Toets Renterisiconorm 5a Ruimte onder renterisiconorm (4 - 3)
7.779
§ Financiering
73
Beleidsbegroting Renteontwikkeling Renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt zijn voor ons belangrijk om op de voet te volgen. Hier kunnen voor ons risico’s liggen. Wij volgen de rente ontwikkelingen daarom nauwlettend. We maken hiervoor gebruik van de infodienst van een aantal banken, waardoor we op ieder moment van de dag de ontwikkelingen kunnen volgen en online op de hoogte worden gehouden van belangrijke veranderingen.
leningen sprake is van een variabele rente, wordt bij de renteberekening uitgegaan van het 1 maands euribor per rentevervaldatum. Al een aantal jaren zijn de rente inkomsten lager als gevolg van de lage rentestand. Met de SGB is daarom afgesproken dat er voor de lening van de Vrijenburgpoort, met ingang van 2013, een vaste rente van 4% wordt gehanteerd. Dit maakt het voor beide partijen ook makkelijker om in de begroting rekening te houden met de juiste rentevergoeding. In 2013 zijn er geen nieuwe leningen aan derden verstrekt, wel zullen de leningen aan de Ontwikkelmaatschappij Midden IJsselmonde eind 2013 worden afgelost.
Kredietrisico op verstrekte gelden Onderstaand overzicht geeft een beeld van de leningen die wij hebben verstrekt aan derden. Wanneer bij deze
Kredietrisico op verstrekte gelden (Bedragen x EUR 1.000) Naam geldnemer
%
Stichting Gebouwen Beheer Stichting Gebouwen Beheer - Riederpoort Stichting Gebouwen Beheer - Vrijenburgpoort Stichting Gebouwen Beheer Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden OZHW Stichtingsbestuur Bibliotheeknetwerk Het Kruispunt (i.v.m. overdracht inventaris) Het Kruispunt (i.v.m. inrichting van de verbouwing) Stichting Sportief Barendrecht Ontwikkel Maatschappij Midden IJsselmonde Ontwikkel Maatschappij Midden IJsselmonde
Saldo uitzetting 1-1-2013
5,25 2,00 4,00 2,00 var vast 4,50 4,50 3,00 1,67 1,62
Totaal verstrekte gelden
Saldo uitzetting 31-12-2013
Mutaties in 2013
5.067 1.343 706 6.568 1.529 250 614 39 60 11.000 6.000
-303
-50 -61 -4 -8 -11.000 -6.000
4.764 1.343 706 6.568 1.529 200 553 36 53 0 0
33.176
-17.425
15.751
(Bedragen x EUR 1.000)
Financieringsbehoefte Boekwaarde activa 1-1-2014
Financiering activa De activa van de gemeente zijn per begin 2014 naar verwachting als volgt gefinancierd:
vaste financieringsmiddelen: Reserves en Voorzieningen Langlopende leningen
verwachting per 1-1-2014 141.462
93.282 89.184 182.466
Financieringsoverschot
Liquiditeitsplanning Het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie is van wezenlijk belang om de treasuryfunctie naar behoren uit te voeren. Een goede liquiditeitsplanning is hiervoor essentieel. Om de financieringsbehoefte voor het lopende jaar en de komende jaren meer inzichtelijk te maken wordt er periodiek een liquiditeitsplanning opgesteld.
74
-41.004
Onderstaand vindt u de liquiditeitsplanning voor de komende jaren. Deze planning is opgesteld op basis van de gegevens uit de nu voorliggende begroting. Wat betreft de inkomsten en uitgaven voor de grondexploitaties, is gerekend met een bijgestelde raming van de exploitaties die in 2013 door u zijn vastgesteld.
§ Financiering
Beleidsbegroting Liquiditeitsplanning 2014 tm 2017
2014
2015
2016
2017
Saldo Exploitatie Loonkosten Investeringen Leningen rente Leningen aflossing Bouwgrond exploitatie
36.474.800 20.622.100 24.303.000 3.658.500 6.833.400 25.745.000
34.036.500 20.571.500 24.081.800 3.658.500 11.833.400 20.629.600
33.794.200 20.571.500 5.648.600 3.658.500 6.833.400 11.464.500
33.117.600 20.571.500 1.712.000 3.658.500 6.833.400 6.812.200
Subtotaal Uitgaven (1)
117.636.800
114.811.300
81.970.700
72.705.200
Algemene uitkering Beleggingen Lokale heffingen Leningen rente Leningen aflossing Bouwgrond exploitatie
40.945.800 885.500 16.920.000 641.100 425.000 18.334.600
38.106.900 885.500 16.816.000 641.100 425.000 23.237.900
38.339.600 885.500 16.735.000 641.100 425.000 18.813.100
38.327.000 885.500 16.633.000 641.100 425.000 6.816.900
Subtotaal Inkomsten (2)
78.152.000
80.112.400
75.839.300
63.728.500
Liquiditeitstekort/-overschot (2) - (1)
39.484.800 tekort
34.698.900 tekort
6.131.400 tekort
8.976.700 tekort
Uitgaven
Inkomsten
Zoals blijkt uit de liquiditeitsplanning, zal het liquiditeitstekort, waarmee we op dit moment te maken hebben, ook de komende jaren voortduren. We zullen hierbij steeds aan de hand van de rentetarieven bekijken in hoeverre we dit tekort gaan financieren met een langlopende of kortlopende lening. Hierbij zullen we ook rekening moeten houden met de nieuwe regelgeving rondom het schatkistbankieren. Omdat er jaarlijks veel investeringen worden doorgeschoven, zal er de komende maanden specifiek gekeken worden hoe realistisch het is dat de nu geraamde investeringen ook daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. Financiële consequenties van eventuele aanpassingen van de investeringsplanning zullen in de bestuursrapportage en de Voorjaarsnota 2014 worden verwerkt. Bij de bestuursrapportages ontvangt u van ons een liquiditeitsplanning voor het lopende jaar.
De samenstelling van het EMU-saldo is op hoofdlijnen gelijk aan de liquiditeitsprognose. De verschillen tussen beide tekorten kunnen als volg worden verklaard. Tekort volgens liquiditeitsprognose 2014
39.485
Baten / lasten die niet in het EMU saldo zijn verwerkt maar wel van invloed zijn op de liquiditeit saldo aflossingen van leningen
-6.408
Baten / lasten die wel in het EMU saldo zijn verwerkt maar niet van invloed zijn op de liquiditeit Afschrijvingen t.l.v. exploitatie Bruto dotatie aan de post voorzieningen lasten op de balanspost voorzieningen
-7.086 -1.531 1.500
Tekort volgens Emu saldo 2014
25.960
Rente en rentetoerekening Vanaf 2008 wordt een jaarlijks gelijkblijvend rentepercentage van 3% toegepast op de kapitaallasten, waarbij het verschil in de werkelijk betaalde rente en berekende rente wordt gesaldeerd als renteresultaat. Dit percentage zullen we ook voor 2014 hanteren. Garantstelling In het verleden zijn er regelmatig garantstellingen geweest voor leningen aan derden. Onderstaand vindt u een overzicht van de nog uitstaande garantstellingen. Met het oog op de financiële risico’s die we hierbij lopen, gaan wij terughoudend om met het honoreren van deze aanvragen. Slechts indien het maatschappelijk belang ermee gediend is en er voldoende zekerheden gesteld worden, zal een garantie verleend worden. Op dit moment liggen er geen nieuwe aanvragen voor een garantstelling.
§ Financiering
75
Beleidsbegroting OVERZICHT VAN GEWAARBORGDE GELDLENINGEN Doel
Datum raadsbesl./ collegebesluit
Herfinanciering lening tbv 191 woningen Binnenland Vlietstaete Clubaccommodatie Wedstrijdveld 82 woningen Nieuweland 37 woningen Nieuweland 49 woningen Nieuweland Bejaardentehuis 30 woningen Nieuweland Herfinanciering lening tbv complex HV3903 Herfinanciering lening tbv complex HV3929 80 woningen nabij Borgstede 30 woningen Nieuweland 12 BWS woningen Restauratie Voordijk 412-414 Woningbouw 72 socia woningen / GVT plaatsen 72 socia woningen / GVT plaatsen Schuldbekentenis Restauratie Voordijk 412-414 Tennisaccommodatie Aanleg drie buitentennisbanen Centrum voor eerstelijns zorg Tennisaccommodatie Bouw kantine en kleedlokalen Bouw clubacommodatie Bouw clubacommodatie Bouw clubacommodatie 2 stallen voor pensionpaarden
30-03-1987 19-12-1988 28-08-1989 28-08-1989 16-12-1991 27-01-1992 28-09-1992 29-03-1993 24-05-1993 27-09-1993 27-09-1993 31-04-1994 30-05-1994 30-05-1994 30-05-1994 20-2-1994 20-6-1995 20-6-1995 26-02-1996 04-06-1996 29-3-19999 01-05-2000 24-9-2001 25-11-2002 09-03-2008 30-09-2008 13-01-2009 08-06-2009 11-01-2011
Saldo 31-dec-12
9.108.324 1.873.449 156.310 8.336 0 0 2.719.696 1.322.270 1.304.752 1.441.223 2.681.451 4.034.639 417.841 162.991 27.264 3.795.640 1.418.063 1.474.786 81.676 15.809 149.294 26.430 4.260.000 48.850 71.644 144.450 166.920 126.910 318.550 37.357.568
LENINGEN GEBORGD DOOR HET WAARBORGFONDS SOCIALE WONINGBOUW net achtervangfunctie Rijk en Gemeente Vestia Groep 27.338.500 Woningstichting Vitalis / St. Mooiland 0 Stichting Woonzorg Nederland 397.500 Com Wonen / St. Havensteder 18.605.773 Woningbouwvereniging Patrimonium 27.128.151 73.469.924 Totaal Garantstelling
110.827.492
Organisatie en Informatievoorziening Relatiebeheer Met onze huisbankier, de Rabobank, vindt periodiek overleg plaats, waarbij eventuele nieuwe ontwikkelingen worden besproken. Samen met de Rabobank zorgen wij er bijvoorbeeld voor dat ons betalingssysteem in 2014 helemaal is aangepast aan de nieuwe richtlijnen voor internationale betalingen via SEPA en de invoering van IBAN codes. De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is van overheidswege een relatie. Wij moeten hier een rekening aanhouden omdat de algemene uitkering op deze rekening wordt gestort.
76
Met beide banken wordt nu ook gesproken over de invoering van het schatkistbankieren. Ook de aanstaande veranderingen in onze organisatie na 1 januari 2014 worden besproken, zodat het betalingsverkeer geen hinder zal ondervinden van de overgang naar de Barorganisatie. Verschillende banken geven regelmatig adviezen over het vastzetten van gelden en het beheer van de leningenportefeuille. In 2014 zal wederom regelmatig gebruik worden gemaakt van de verschillende adviserende instanties, om zodoende optimaal te kunnen profiteren van de beschikbare financiële instrumenten. In ons treasurystatuut hebben wij de administratieve organisatie, interne controle en informatievoorziening uitvoerig beschreven. Handhaving hiervan en optimalisatie blijven onze aandacht houden.
§ Financiering
Beleidsbegroting
§ Bedrijfsvoering BAR@Work Huisvesting BAR@Work is een manier om werken effectiever, efficiënter en plezieriger te maken voor zowel de organisatie als de medewerker. De medewerker krijgt ruimte en vrijheid om te bepalen hoe hij werkt, waar hij werkt, wanneer hij werkt en met wie hij werkt. Hierbij zijn te behalen resultaten leidend. Om deze resultaten te behalen wordt optimaal gebruik gemaakt van ieders talenten. Essentieel onderdeel voor het slagen van BAR@work is de huisvesting. De huisvesting is direct gekoppeld aan de keuzes die gemaakt zijn ten aanzien van de ICT. Ook de huisvesting moet bijdragen aan een efficiënte werkwijze van de BAR-organisatie. Daarom is gekozen voor een financieel sober doch optimaal creatief scenario dat erop gericht is de werkomgeving meer flexibel te maken. Dit wordt gerealiseerd door een aantal ontmoetingsplaatsen te creëren voor ontmoeting en kennisuitwisseling. En de huidige huisvesting meer in te richten met flexibele werkplekken. De benodigde investeringen ten aanzien van de huisvesting worden gedaan uit bestaande budgetten. Taskforce Met de overgang van drie afzonderlijke gemeenten naar één BAR-organisatie zal de transitie en de ontwikkelopgave op 1 januari 2014 nog niet gereed zijn. De opgave is om blijvend aan te sluiten bij vraagstukken en behoeften die bestaan en aan de eisen die de samenleving aan ons stelt. Het voortdurend in beweging zijn vraagt veel van de organisatie en van de professionals die er werkzaam zijn: het vermogen om de omgeving open en objectief waar te nemen (objectieve beeldvorming), en bij verschillende belevingswerelden aan te sluiten (inlevingsvermogen), om naar zichzelf en het eigen handelen te kijken (zelfreflectie), ondernemend te zijn, oplossingsgericht te werken en om met creativiteit, energie en veerkracht duurzaam te veranderen. Om professionals te ondersteunen in hun rol, wordt er geïnvesteerd in de ontwikkeling en kwaliteit van medewerkers. Hier geldt een basisprincipe dat medewerkers worden gefaciliteerd om zich in de nieuwe BAR-organisatie optimaal te ontwikkelen en bewegen als zelfstandige overheidsprofessional. Hiertoe wordt onder meer een taskforce ingericht die zich richt op opleiding en ontwikkeling, training en coaching van individuele medewerkers, teams en afdelingen. Wat de taskforce precies zal doen, hoe deze zich verhoudt tot de HR-rollen en -taken van afdeling HRM en het integraal management is nog onduidelijk. Concern Control Het “in control” zijn betekent dat er grip is op de organisatie, zodat men in staat is om goed te kunnen (bij)sturen, niet voor verrassingen komt te staan en gestelde doelen op efficiënte wijze worden behaald. Kernwoorden hierbij zijn doelmatigheid (efficiëntie), doeltreffendheid (effectiviteit) en rechtmatigheid.
De nieuwe BAR-situatie kenmerkt zich door drie separate gemeentebesturen en één gemeenschappelijke regeling. De drie besturen blijven zelfstandig, met hun eigen collegeprogramma, begroting, doelstellingen en bijbehorende informatiebehoefte en behoefte aan advisering. In de gemeenschappelijke regeling vinden de primaire en ondersteunende processen plaats. Daardoor vinden op vier plekken besturende processen plaats voor het richten, sturen en beheersen. Met name beleidscontrol zal dicht op het bestuur moeten plaatsvinden, terwijl managementcontrol in de gemeenschappelijke organisatie plaatsvindt. Het volgende organisatiemodel voor control wordt aangehouden: 1. Per gemeente een (regie)controller in het regieteam 2. In de GR een onafhankelijke afdeling/team control, aangestuurd door een concerncontroller Het komend jaar zal in het teken staan van de volgende ontwikkelingen: Stevige Control: In 2014 wordt verder invulling gegeven aan het inrichten van de controlefunctie in BAR-verband. Grip op verbonden partijen: gezien het overkoepelend karakter en de bedrijfskundige expertise die gevraagd wordt, wordt dit belegd bij Concern Control. Kwaliteitsverbetering/procesverbetering: als onderdeel om de bezuinigingsdoelstelling te bereiken komt het komend jaar een grotere focus te liggen op procesverbetering (LEAN) en het sturen op het realiseren van de bezuinigingen . Sturingsen informatiemanagement: de oprichting van de gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie maakt het nog belangrijker te beschikken over frequente en juiste (management)informatie, waarmee de organisatie in staat wordt gesteld tijdig bij te sturen indien nodig. Efficiency binnen Control: Om de ontwikkelopdrachten te realiseren zal Concern Control eerder meer inzet vereisen dan minder. Echter door efficiënt om te gaan met de taken, zoals interne controles en risicomanagement, wordt verwacht dit kostenneutraal te realiseren. ICT Het jaar 2013 heeft in het teken gestaan van de basis op orde brengen, waardoor de medewerkers op 1 januari 2014 hun werk kunnen uitvoeren. In 2014 wordt verder gewerkt naar een basis architectuur, waarmee de processen organisatiebreed volgens een organisatiemodel zijn ingericht en de producten en diensten generiek kunnen worden afgehandeld. Dit zal in de loop der jaren leiden tot een vermindering van het aantal fte. Daarnaast worden de procesarchitectuur en de informatiearchitectuur verder uitgewerkt. De afdeling richt zich in 2014 op het consolideren van een aantal applicaties.
§ Bedrijfsvoering
77
Beleidsbegroting
§ Verbonden partijen
Algemeen Wij hebben bestuurlijke en financiële belangen in een aantal verbonden partijen. Deze paragraaf geeft daar inzicht in. Verbonden partijen worden in toenemende mate ingezet om maatschappelijk beoogde doelen op een efficiënte manier te realiseren. Relatie met de (Kader)nota verbonden partijen In de Kadernota verbonden partijen, die op 29 september 2008 is vastgesteld, staat gedefinieerd wat verbonden partijen zijn, welke soorten verbonden partijen er zijn, welke wettelijke bepalingen er zijn en wat het algemeen belang van de verbonden partijen is. Er zijn drie doelen in de Kadernota genoemd. Het eerste doel is om na te gaan of hetgeen de verbonden partijen doen daadwerkelijk strookt met het gemeentebeleid en of het openbaar belang ermee is gediend. Daarnaast dient belangenverstrengeling te worden voorkomen, of dat wij in een financiële of juridische risicopositie worden gemanoeuvreerd door onduidelijke dwarsverbanden of beslisposities binnen verbonden partijen. Tenslotte wordt beoogd inzicht te verschaffen over de verbonden partijen waarin wij participeren. In de Kadernota zijn geen financiële gegevens opgenomen. Er is voor gekozen om deze gegevens in deze paragraaf te vermelden. De reden hiervan is dat deze gegevens jaarlijks kunnen wijzigen. In de Kadernota verbonden partijen is vastgelegd dat in ieder geval de volgende zaken in de paragraaf verbonden partijen worden opgenomen: • • • • • •
De visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; De lijst van verbonden partijen met vermelding van de gemeentelijke vertegenwoordigers; De gemeentelijke bijdragen aan de verbonden partijen; De belangrijkste ontwikkelingen en wijzigingen van de verbonden partijen; De beleidsvoornemens; Een checklist voortgang Kadernota verbonden partijen.
Visie in relatie tot de doelstellingen Een deel van de uitvoering zal in samenwerking met, onder regie van, of door de zogenaamde verbonden partijen worden uitgevoerd. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het veiligheidsbeleid, onderwijsbeleid, milieubeleid, gezondheidsbeleid. Vanzelfsprekend nemen de verbonden partijen ook een deel van de zogenaamde ‘going-concern’ taken voor hun rekening, zoals de uitvoering van de milieuwetgeving1. Wij willen door samenwerking in verbonden partijen de kwaliteit van dienstverlening op een aantal 1 Om de relatie van de verbonden partijen met de programma’s inzichtelijk te maken is in de onderstaande lijst van verbonden partijen tevens vermeld aan welk programma(deel) de verbonden partij uitvoering geeft.
78
beleidsterreinen vergroten. Schaalvergroting maakt de inzet van specifieke deskundigheid mogelijk. Tevens is de samenwerking gunstiger voor het kostenniveau dan wanneer we de taken zelf uitvoeren. Dat is conform de lijn van de gemeente. Belangrijkste ontwikkelingen en wijzigingen bij verbonden partijen in het beleid en bij de uitvoering in 2014 e.v. De Stadsregio Rotterdam algemeen In 2013 is bekend geworden dat de Wgr-plus per 1 januari 2015 opgeheven zal worden. Er is een liquidatieplan opgesteld, waarin is aangegeven hoe de afbouw van de Stadsregio, per 1 januari 2015, wordt gerealiseerd. Het jaar 2014 staat daarom in het teken van de afbouw van de Stadsregio. Ondertussen wordt de ontwikkeling van de Metropoolregio, waarschijnlijk de opvolger van het stadsgewest Haaglanden en de Stadsregio Rotterdam, in 2014 verder vorm gegeven. Ook zal er binnen gemeente Barendrecht en de regio nadrukkelijk worden gekeken naar de overdracht en het beleggen van taken vanuit de stadsregio. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) In 2013 is gestart met het nieuwe beleidsplan 20132017. Voor deze periode is de missie van de VRR benoemd als “samen sterk”. De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond staat voor “samen sterk” in hulpen zorgverlening en in risicocrisisbeheersing. De VRR doet dit door een gezamenlijke inzet van hulpverleningsdiensten, burgers en bedrijfsleven. Door deze inzet kan leed en schade bij incidenten worden voorkomen of beperkt. Het “samen sterk” concept zal steeds meer zicht krijgen door meer samenwerking met andere regio’s, bijvoorbeeld binnen de ambulancezorg. Ook zal er meer beroep op de samenleving worden gedaan, onder andere naar aanleiding van de ervaringen in de pilot Burgerinzet AED. Het nieuwe beleidsplan met de missie van VRR “Samen Sterk” geeft de lijnen voor de komende jaren weer. Vanuit de gemeente Barendrecht blijven we ook in 2014 kritisch volgen of de financiële doelstellingen van de VRR worden nageleefd. Gemeenschappelijke regeling Volksgezondheid Rotterdam en omstreken (GGD) De concernontwikkeling van de gemeente Rotterdam heeft invloed op de organisatie van de GGD. De portefeuillehouders, ambtenaren en de GGD zijn en blijven in gesprek om zorg te dragen voor voortzetting van het huidige beleid van de GGD aan de regiogemeenten. In 2014 zal de GGD de wettelijke gemeentelijke taken op het gebied van de openbare gezondheidszorg uitvoeren. Indien nodig blijven wij extra inspecties kinderopvang inkopen. Daarnaast wordt in 2014 uitgebreid aandacht besteed aan de totstandkoming van een nieuwe meerjarenbegroting.
§ Verbonden partijen
Beleidsbegroting Gemeenschappelijke regeling Natuur en Recreatieschap IJsselmonde (NRIJ) Het NRIJ heeft in 2013 de ingezette lijn van het vastgestelde beleidsplan uit 2012 verder uitgezet. Het NRIJ houdt zich ook in 2014 bezig met beheer en ontwikkeling van recreatiegebieden op het eiland IJsselmonde. Het in 2012 vastgestelde beleidsplan van het NRIJ wordt de komende jaren uitgevoerd op basis van beschikbaarheid van financiële middelen, zoals de ontwikkeling van de Johannapolder en de Hooge Nespolder. In begroting van 2014 is ook de stapsgewijze ingroei van de Zuidpolder in Barendrecht meegenomen. In het transitieproces naar een nieuwe (bestuurlijke) structuur van het beheer van de groene recreatie zullen de gemeenten en provincie hun positie moeten bepalen. Er worden antwoorden gevormd op de vragen wat de doelstellingen en scope zijn op het gebied van natuuren recreatiebeheer en welke bestuurlijke, financieringsen organisatorische structuur hier het beste bij past. Dit traject zal de komende jaren worden ingezet en verder worden uitgewerkt. Gemeenschappelijke regeling het Financieel Koepelschap Buitenstedelijk Groen De regierol van het Koepelschap blijft gericht op ontwikkeling van de (her-)inrichting en het beheer van de grote groengebieden. Ook promotie ter bevordering van recreatief gebruik en het toetsen van ontwikkel- en beheerplannen maken deel uit van de rol van het Koepelschap. Gemeenschappelijke regeling Milieudienst Rotterdam (DCMR) In 2013 is de (fusiegemeente) Goeree Overflakkee toegetreden tot de DCMR. Op 1 januari 2013 is de DCMR aangewezen als BRZO-RUD. Dat betekent dat de DCMR voor Zuid-Holland, een gedeelte van Zeeland de BRZOtaken gaat uitvoeren. Naar aanleiding van het onderzoeksrapport van de Onderzoeksraad voor veiligheid over het bedrijf Odfjell heeft het Algemeen Bestuur van de DCMR een verbeterplan toezicht en handhaving vastgesteld. Het werkplan voor 2014 is in voorbereiding. Gemeenschappelijke regeling samenwerkingsverband Midden-IJsselmonde (OMMIJ) Op 21 april 2011 heeft het Algemeen Bestuur van de OMMIJ besloten de OMMIJ per 31 december 2013 af te gaan bouwen. In het Dagelijks Bestuur van 14 februari 2013 heeft zij verzocht een begroting uit te werken die loopt tot en met het verslagjaar 2015. De OMMIJ blijft haar organisatie zo mogelijk verder afbouwen. De verkopen voor de OMMIJ bestaan nu grofweg uit vier categorieën: verkoop van de vrij kavels, verkoop van buitenplanse gronden aan de gemeenten, restkavels en verkopen aan ontwikkelaars.
wordt verdere ontsluiting gerealiseerd en gronden verworden. In 2014 vinden weinig planologische activiteiten meer plaats, want naar verwachting is het inpassingsplan in het eerste kwartaal onherroepelijk. Tegelijkertijd moeten de eerste kavels op tijd bouwrijp zijn om van start te kunnen gaan met de bebouwing. Daarnaast worden voorbereidingen voor infrastructurele werken voortgezet. De inzet van de GRNR zal in 2014 vooral gericht zijn op: besluitvorming in DB en AB, sloopwerkzaamheden, bouwrijp maken, gronden verwerven, promotie en verkoopactiviteiten. Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin Rijnmond (CJG) Het CJG gaat in 2014 inzetten op de volgende punten: haar rol binnen de decentralisatie jeugdzorg verder vormgeven, verder vorm geven van de wijkteams, inzet van vrijwilligers voor lichte opvoedondersteuning wordt voortgezet en het CJG Rijnmond gaat verder invulling geven aan het puber contactmoment. Het CJG organiseert ontmoeting tussen de verschillende zorgpartijen. Het CJG heeft hiermee een sterke verbindende functie. Met de transformatie van de jeugdzorg zien we een kans om deze te verbinden aan de doorontwikkeling van het CJG en een kans om te veranderen: behouden wat goed is en verbeteren waar het nodig is. Samenwerkingsregeling Bureau Halt Rijnmond-Zuid (HALT) In het AB is begin 2011 gekozen om de stichtingsvorm te kiezen als nieuwe bestuursvorm voor Halt. Deze stichting is geformaliseerd in 2013. Financiële deelnemingen Evides, Eneco en Bank Nederlandse Gemeenten Bij de Voorjaarsnota hebben we, op basis van de dividendopbrengsten van de afgelopen jaren, de verwachting uitgesproken dat dit niveau ook voor de komende jaren mag worden verwacht. De ondernemingen zelf zijn zeer terughoudend in het afgeven van prognoses. Wanneer in de loop van het jaar afwijkingen worden geconstateerd, worden deze in de bestuursrapportage verwerkt en toegelicht. Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling (SVHW) Op het gebied van dienstverlening door het SVHW zijn er het komende jaar geen wijzigingen te verwachten. De SVHW blijft zich bezig houden met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en de waardebepaling in het kader van de wet WOZ. De uitbreiding van het SVHW met een aantal nieuwe deelnemers en de nieuwe directiestructuur, met ingang van 2013, legt een extra druk op de begroting van het SVHW. Vanuit de begroting 2013 en de meerjarenbegroting 2014 tot en met 2017 is te zien dat dit voor onze bijdrage aan deze gemeenschappelijke regeling vooralsnog geen consequenties heeft.
Nieuw Reijerwaard In 2013 heeft de Gemeenschappelijke Regeling NieuwReijerwaard (GRNR) zich vooral beziggehouden met de planologische voorbereidingen (inpassingsplan) en werkzaamheden die vooruitlopen op de realisatiefase. Daarnaast zijn de eerste gronden verworven. In 2014
§ Verbonden partijen
79
Beleidsbegroting Samenwerkingen vanaf 2014 Vanaf 2014 gaan er naar alle waarschijnlijkheid nieuwe samenwerkingsverbanden geformaliseerd en verder ontwikkeld worden. Op dit moment is bij onderstaande onderwerpen nog niet geheel duidelijk vanuit welke vorm er geopereerd zal worden, maar de optie bestaat dat er een gemeenschappelijke regeling getroffen gaat worden. Metropoolregio Rotterdam Den Haag 24 gemeenten in Rotterdam Rijnmond en Haaglanden zoeken de samenwerking in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op het gebied van verkeer en vervoer en economie. De oprichting van de Metropoolregio, waarin alle gemeenten in de huidige Stadsregio Rotterdam Rijnmond en Stadsgewest Haaglanden nauw moeten gaan samenwerken, hangt nauw samen met de intrekking van de Wgr+. Intrekking van de Wgr+ staat gepland per 1 januari 2015. In de tussentijd wordt in 2014 verder gewerkt aan een samenwerkingsverband, dat bijdraagt aan de bereikbaarheid en het vestigingsklimaat in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Hiervoor wordt een gemeenschappelijke regeling opgericht, die naar verwachting medio 2014 operationeel zal zijn. Barendrecht moet hierover nog een definitief besluit nemen. Hoe het ook zij, er wordt uiterlijk medio 2014 gestart met één van de pijlers van de Metropoolregio, namelijk de Vervoersautoriteit. Decentralisatie Jeugdzorg Gemeenten krijgen, na de decentralisatie Jeugdzorg, de verantwoordelijkheid over alle vormen van jeugdhulp, inclusief jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugdGGZ en de zorg voor kinderen met een licht verstandelijk beperkte kinderen (jeugd-LVB). De middelen die hiervoor naar de gemeente komen, worden in het eerste jaar gekort met circa 9%, oplopend tot ruim 15% in 2017. De decentralisatie van de jeugdzorg wordt zowel op lokaal-, als BAR- als stadregionaal niveau uitgewerkt. Wat er ook binnen de Wgr+ gebeurt, ook na 1-1-2015 blijven wij op het gebied van jeugdzorg op regionaal verband samenwerken. De decentralisatie zal per 1 januari 2015 ingaan. Decentralisatie AWBZ Vanaf 2015 zal de overgang van begeleiding en persoonlijke verzorging uit de AWBZ naar de Wmo plaatsvinden. De decentralisaties gaan gepaard met beleidsvrijheid, maar ook met forse verlagingen van budgetten. De BAR gemeenten hebben daarom besloten om gezamenlijk de decentralisaties aan te pakken. De BAR gemeenten zijn bezig met de vertaling van decentralisaties naar de lokale situatie.
80
Participatiewet De Wet Werken naar Vermogen (WWNV) is van de baan en wordt vervangen door de Participatiewet. Deze zal per 1 januari 2015 worden ingevoerd. De Participatiewet gaat verder op de al ingeslagen weg van de eerdere plannen van de rijksoverheid. De Participatiewet voert dus ook (delen van de) Wajong, sociale werkvoorziening en de Wet Werk en Bijstand samen. De doelgroep voor de gemeenten wordt daarom groter. In 2014 gaan we ons verder voorbereiden op de invoering van de Participatiewet. BAR organisatie Per 1 januari 2014 zal de BAR organisatie formeel actief worden. Doel van de regeling is het bewerkstelligen van een kwalitatief hoogwaardige en doelmatige uitvoering van taken, die door de deelnemende gemeenten zijn opgedragen. Vanuit juridisch perspectief is de BAR organisatie een verbonden partij, maar praktisch gezien is dit niet het geval. De BAR organisatie heeft namelijk naar zijn aard een sterk bedrijfsvoerend karakter. De BAR is een uitvoeringsorganisatie, waarbij de plannen, programma’s en budgetten worden gevormd door de afzonderlijke colleges. BAR GR plannen hebben betrekking op bedrijfsvoering.
Checklist voortgang Kadernota verbonden partijen / voornemens en beleid In de Kadernota verbonden partijen staat onder het kopje “wat gaan we ervoor doen” een aantal actiepunten vermeld. Hierbij wordt de stand van zaken uiteengezet. • Het monitoren van zogenaamde verbonden partijen behoort tot het takenpakket van de gemeente. De toetsing van de gemeenschappelijke regelingen aan de zogenaamde beslismodellen vindt plaats op het moment dat een bestaande verbonden partij wijzigt of er zich een nieuwe verbonden partij meldt. • Bij wijzigingen in de statuten van de verbonden partijen wordt een doelmatigheidsonderzoek uitgevoerd. Er zal hierbij kritisch naar de participatie van onze Gemeente Barendrecht in de gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en deelnemingen gekeken worden. • Voor stichtingen houden wij de lijn aan dat, als er nieuwe bestuursbenoemingen zijn en als de statuten dit toestaan, er getoetst wordt of het moment is aangebroken om ons terug te trekken uit het bestuur.
§ Verbonden partijen
Beleidsbegroting Lijst van verbonden partijen, vertegenwoordigers en de financiële gegevens Gemeenschappelijke regelingen
Naam
Vertegenwoordiger(s) in het algemeen bestuur tenzij anders vermeld
Stadsregio Rotterdam
dhr. J. van Belzen dhr. B.J. Nootenboom (plv.) dhr. L.J. Gebben (plv.) mevr. S.J.A. ter Borg
Rotterdam
16 Rijnmond gemeenten
Veiligheidsregio
dhr. J. van Belzen (plv.) dhr. L.J. Gebben
Rotterdam
Vestigingsplaats
20 gemeenten regio Rijnmond
Activiteiten / relatie met programma Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, economie, verkeer en vervoer, milieu, groen sociaal beleid en jeugdzorg Regionale Hulpverlening bij brand, ongevallen en rampen
Deelnemers
Halt Rotterdam Rijnmond
Dhr. J. van Belzen
Rotterdam
18 Rijnmond gemeenten en 4 gemeenten op Goeree Overflakkee
G.G.D. Rotterdam
dhr. C. Versendaal (plv.) dhr. L.J. Gebben
Rotterdam
19 Rijnmondgemeenten
Volwasseneneducatie Rijnmond
dhr. L.J. Gebben (plv.) dhr. C. Versendaal
Rotterdam
Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde)
dhr. B.J. Nootenboom (ook in dagelijks bestuur) (plv.) mevr. S.J.A. ter Borg
Den Haag
Het Financieel Koepelschap Buitenstedelijk Groen
dhr. B.J. Nootenboom (ook in dagelijks bestuur) (plv.) mevr. S.J.A. ter Borg
Schiedam
21 Rijnmonden 4 gemeenten op Goeree Ov. Albrandswaard, Barendrecht, Hendrik-IdoAmbacht, Rotterdam, Ridderkerk, Zwijndrecht en prov. ZH Albrandswaard, Barendrecht, Hendrik-IdoAmbacht, Rotterdam, Ridderkerk, Zwijndrecht en prov. ZH
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
224.431
219.200
219.200
1.592.349
1.898.600
1.992.100
Subsidie en (re)organisatie HaltBureaus
27.905
12.200
12.200
Gezondheidszorg
315.723
304.900
330.400
Volwasseneneducatie (2de kans onderwijs)
302.900
26.300
26.300
Openluchtrecreatie
270.692
269.700
263.000
Openluchtrecreatie
48.338
58.800
67.700
§ Verbonden partijen
81
Beleidsbegroting
Naam
Vertegenwoordiger(s) in het algemeen bestuur tenzij anders vermeld
D.C.M.R. Milieudienst Rijnmond
dhr. B.J. Nootenboom (ook in dagelijks bestuur) (plv.) mevr. S.J.A. ter Borg
Samenwerkingsverband vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling (SVHW)
dhr. B.J. Nootenboom (plv.) mevr. S.J.A. ter Borg
Openbaar Lichaam Midden Ijsselmonde (OMMIJ)
Algemeen bestuur Dhr. K. Groenendijk Mevr. B.J. Koen-Diehle (plv.) Dhr. J. Jippes (plv.) dhr. M.C.van Meppelen /Scheppink Dagelijks bestuur dhr. B.J. Nootenboom mevr. S.J.A. ter Borg (plv.) dhr. J. Gebben (plv.) dhr. C. Versendaal Algemeen Bestuur: Dhr. N. Bults Dhr. J. Jippes Dhr. B. Nootenboom Dhr. C. Versendaal (plv.) Mw. S.J.A. ter Borg (plv.) Dhr. M.C. van Meppelen Scheppink
Gemeenschappelijke Regeling NieuwReijerwaard
Dagelijks Bestuur: Dhr. B. Nootenboom Dhr. C. Versendaal (plv.) Mw. S.J.A. ter Borg
82
Vestigingsplaats
Deelnemers
Activiteiten / relatie met programma
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Schiedam
18 Rijnmondgemeenten en PZH
Uitvoering milieuwetgeving
421.144
434.700
434.700
Klaaswaal
Waterschap Hollandse Delta, Regionale afvalstoffendienst en 21 gemeenten waarvan de. meesten uit de Hoekse Waard
Heffing en Invordering van alle gemeentelijke belastingen
342.337
330.700
330.000
Albrands waard
Albrandswaard en Barendrecht
Realiseren Vinexlocatie Midden Ijsselmonde
NVT
NVT
NVT
Ridderkerk
Ridderkerk, Rotterdam en Barendrecht
Ontwikkelen bedrijventerrein Nieuw-Reijerwaard
NVT
NVT
NVT
§ Verbonden partijen
Beleidsbegroting Deelnemingen
Naam
BV Gemeentelijk Bezit Evides
NV Eneco
NV Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats
Rotterdam
Rotterdam
Den-Haag
Activiteiten
Leveren van drinkwater
Energiedistributie c.a.
Bankactiviteiten
Deelname in bestuur, RvT of Rvc
Geen, enkel aandeelhouder
Geen, enkel aandeelhouder
Geen, enkel aandeelhouder
Boekwaarde aandelen Percentage kapitaal (Financieel aandelen belang/financieel risico) kapitaal Totaal geplaatst 4 milj aandelen € 0,2 milj Gemeente Barendrecht 29.311 aandelen - € 1.466 0,733 % Totaal geplaatst 4.97 milj aandelen - € 497 milj Gemeente Barendrecht 22.495 aandelen – € 2.,249.500 Totaal geplaatst 55.7 milj aandelen - € 139 milj Gemeente Barendrecht 32.097 aandelen – € 80.243
EV 1/1/2012 prognose 31/12
VV 1/1/2012 prognose 31/12
1-1-2012 448 miljoen 31-12-2012 449 miljoen
1-1-2012 645 miljoen 31-12-2012 653 miljoen
57.3 miljoen
0,453 %
1-1-2012 4.353 miljoen 31-12-2012 4.447 miljoen
1-1-2012 4.283 miljoen 31-12-2012 4.357 miljoen
233 miljoen
0,0576%
1-1-2012 1.897 miljoen 31-12-2012 2.752 miljoen
1-1-2012 134.563 miljoen 31-12-2012 139.476 miljoen
332 miljoen
§ Verbonden partijen
Financieel resultaat 2012
83
Beleidsbegroting
§ Onderhoud kapitaalgoederen Algemeen De openbare ruimte is een begrip dat in Nederland is ingeburgerd. Het omvat het totale beheergebied van een gemeente met alles wat zich daarin, daarop en daarboven bevindt. De openbare ruimte wordt gevormd door verschillende kapitaalgoederen, die als volgt gerubriceerd kunnen worden: • infrastructuur (wegen, kunstwerken, water en riolering); • voorzieningen (weg- en straatmeubilair, groen, speelvoorzieningen, openbare verlichting); • gebouwen. In deze paragraaf geven wij op hoofdlijnen een dwarsdoorsnede van de belangrijkste beleidslijnen bij de veelal beheersmatige taken en wordt zoveel mogelijk inzicht gegeven in de huidige en de in de toekomst na te streven kwaliteit. In deze dwarsdoorsnede wordt de indeling gehanteerd die aan het begin van deze paragraaf is aangegeven. Het onderhoud van kapitaalgoederen is gedetailleerd uitgewerkt in beheerplannen.
Infrastructuur Wegen Beleid Eén van de kapitaalgoederen binnen de openbare ruimte is het gemeentelijke wegennet. De levensduur van de wegen strekt zich uit over meerdere decennia. Korte termijn activiteiten moeten daarom passen in een lange termijn visie. De lange termijn visie is omschreven in het beleidsplan wegen en civieltechnische kunstwerken. Het beleidsplan omschrijft op het gebied van wegen de randvoorwaarden voor het beheer van de wegverhardingen, waaronder de prioriteiten, de keuze van de onderhoudsniveaus en de beschikbare budgetten. Deze nota is een nadere uitwerking van de in 2013 vastgestelde nota “Integrale Visie Openbare Ruimte” (IVOR). Het areaal aan wegverhardingen Na de voltooiing van de diverse nieuwbouwwijken in o.a. Carnisselande, Ter Leede, Ziedewij en Lagewei komt, door middel van een overdrachtsprocedure, de openbare ruimte van deze wijken in ons beheer. Als gevolg daarvan groeit het areaal volgens onderstaande prognose.
Groei van het areaal aan wegverhardingen in m². Voorafgaand aan de overdrachten wordt, onder onze regie, over te dragen areaal aan een nulinspectie onderworpen ter bepaling van de kwaliteit. Bij niet voldoen aan de vereiste kwaliteitsnormen, zullen de kosten van herstel in rekening worden gebracht bij de overdragende partij. De kwaliteit van het areaal aan wegverhardingen Om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de wegverhardingen voeren wij eens per 2 jaar, conform de
84
daarvoor geldende normen, een globale visuele inspectie uit. Na analyse bepalen wij of voldaan wordt aan de kwaliteitsnormen. De te hanteren kwaliteitsnormen zijn landelijke normen, gebaseerd op richtlijnen voor acceptabele schades in verband met veilig gebruik van de wegverhardingen en in relatie tot de wettelijke aansprakelijkheid. Waar de normen niet zijn gehaald, wordt met behulp van het wegbeheerprogramma bepaald waar en wanneer onderhoudsmaatregelen moeten plaats te vinden en
§ Onderhoud kapitaalgoederen
Beleidsbegroting tegen welke kosten. Kwaliteit wegverhardingen Verhardingen
asfalt
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Norm
2004 2005 2006 2007 2008 2009 elementen 2010 2011 2012 2013 Norm 2004 2005 2006 2007 2008 2009 voetpaden 2010 2011 2012 2013 Norm
fietspaden
Technische kwaliteit
Kwaliteit op veiligheid
Kwaliteit op aanzien
Kwaliteit op comfort
Kwaliteit op duurzaam v m o
v
m
o
v
m
o
v
m
o
v
m
o
86% 89% 95% 95% 95% 90% 87% 91% 92% 88% 8085%
4% 4% 1% 3% 3% 7% 7% 6% 6% 5% 1013%
10% 7% 4% 1% 1% 3% 6% 3% 2% 7% 57%
83% 82% 99% 98% 98% 94% 84% 97% 98% 97% 8085%
3% 7% 0% 0% 0% 3% 11% 1% 0% 2% 1215%
4% 11% 1% 2% 2% 3% 5% 2% 2% 1% 35%
73% 78% 88% 96% 96% 88% 81% 96% 95% 92% 6585%
2% 4% 1% 0% 0% 6% 12% 2% 3% 2% 1020%
25% 18% 12% 4% 4% 6% 7% 2% 2% 6% 515%
83% 82% 98% 97% 97% 93% 84% 97% 98% 97% 6585%
3% 7% 0% 1% 1% 4% 11% 1% 0% 2% 1025%
15% 11% 2% 2% 2% 3% 5% 2% 2% 1% 510%
78% 81% 88% 96% 96% 85% 94% 96% 96% 90% 6580%
0% 4% 0% 1% 1% 12% 3% 3% 3% 4% 1020%
22% 15% 11% 4% 4% 4% 3% 1% 1% 6% 1015%
73% 83% 96% 95% 95% 87% 91% 91% 90% 90% 8085%
16% 7% 2% 1% 1% 4% 2% 2% 2% 2% 1013%
11% 10% 2% 4% 4% 9% 7% 7% 8% 8% 57%
52% 69% 89% 90% 90% 79% 94% 94% 94% 91% 8085%
18% 10% 4% 2% 2% 6% 1% 1% 1% 1% 1215%
29% 21% 7% 8% 8% 15% 5% 5% 5% 8% 35%
56% 70% 90% 91% 91% 80% 92% 95% 95% 91% 6585%
15% 9% 5% 1% 1% 5% 1% 0% 0% 1% 1020%
29% 21% 5% 8% 8% 15% 7% 5% 5% 8% 515%
51% 61% 87% 90% 90% 77% 93% 94% 94% 90% 6585%
20% 18% 6% 2% 2% 8% 2% 1% 1% 2% 1025%
29% 92% 21% 95% 7% 99% 8% 99% 8% 99% 15% 97% 5% 97% 5% 99% 5% 99% 8% 100% 56510% 80%
5% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1020%
3% 5% 0% 1% 1% 3% 3% 1% 1% 0% 1015%
82% 84% 94% 97% 97% 91% 92% 93% 92% 89% 8590%
9% 8% 3% 0% 0% 4% 3% 1% 1% 2%
9% 8% 3% 3% 3% 5% 5% 6% 7% 9% 35%
36% 67% 94% 98% 98% 92% 97% 93% 93% 91% 8590%
27% 9% 3% 0% 0% 4% 1% 0% 0% 1%
37% 24% 3% 2% 2% 4% 2% 7% 7% 8% 37-10% 5%
19% 37% 56% 69% 69% 67% 92% 92% 92% 91% 6585%
27% 9% 8% 3% 3% 4% 1% 0% 0% 1% 1020%
54% 54% 36% 27% 27% 29% 7% 8% 8% 8% 515%
36% 67% 94% 98% 98% 92% 97% 93% 93% 91% 7085%
27% 9% 3% 0% 0% 4% 1% 0% 0% 1% 1220%
37% 82% 24% 70% 3% 62% 2% 71% 2% 71% 4% 75% 2% 96% 7% 99% 7% 99% 8% 100% 36510% 80%
2% 0% 5% 3% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 1020%
16% 30% 34% 25% 25% 25% 4% 1% 1% 0% 1015%
7-10%
2004 2005 2006
77% 84% 92%
11% 7% 2%
12% 9% 6%
46% 65% 82%
28% 13% 4%
26% 22% 14%
62% 64% 79%
5% 11% 10%
33% 25% 11%
33% 62% 76%
29% 13% 4%
38% 25% 19%
88% 89% 95%
1% 9% 0%
11% 2% 5%
2007
97%
2%
1%
95%
4%
1%
94%
4%
2%
95%
4%
1%
98%
2%
0%
2008
97%
2%
1%
95%
4%
1%
94%
4%
2%
95%
4%
1%
98%
2%
0%
2009
88%
5%
7%
88%
5%
9%
86%
4%
9%
87%
4%
9%
92%
5%
3%
2010
86%
8%
6%
90%
6%
4%
89%
6%
5%
90%
6%
4%
95%
3%
2%
2011
89%
5%
6%
91%
3%
6%
91%
3%
6%
91%
3%
6%
98%
2%
0%
2012
89%
5%
6%
91%
3%
6%
90%
3%
7%
90%
3%
7%
97%
3%
0%
2013
92% 8590%
6%
2% 35%
95% 8590%
3%
2% 35%
95% 6585%
4% 1020%
1% 515%
96% 7085%
3% 1220%
1% 310%
95% 6580%
4% 1020%
1% 1015%
Norm v = voldoende
7-10%
m = matig
7-10%
o = onvoldoende
rood gekleurde waarden geven aan dat de norm niet is gehaald
In het 3e kwartaal vindt inspectie in het oostelijk gedeelte van de gemeente plaats. Actuele gegevens met betrekking tot de kwaliteit van de wegverhardingen komen in de loop van 2013 beschikbaar. In rood is aangegeven wanneer verharding niet voldoet aan de norm. V: Voldoende M: Matig O: Onvoldoende
§ Onderhoud kapitaalgoederen
85
Beleidsbegroting In 2012 werd het gedeelte ten westen van de A29 geïnspecteerd Uit de scores blijkt dat de wegverhardingen voldoen aan de gestelde kwaliteitsnormen. Ook ten aanzien van de fietspaden wordt voldaan aan de gestelde kwaliteitsnormen. In 2013 vindt de inspectie aan de oostzijde van de A29 plaats. Zodoende worden alle wegen 1 keer per 2 jaar geïnspecteerd. Door de verslechterde economische situatie hebben wij te maken met ombuigingen waardoor het budget voor wegonderhoud vanaf 2010 met €200.000 werd verlaagd. De gevolgen zijn, dat wij langer met onze wegen moeten doen voordat er een reconstructie kan plaatsvinden. De technische kwaliteit heeft onze prioriteit, de beeldkwaliteit is minder belangrijk. Het kan voorkomen dat wegen er vanwege plaatselijke reparaties minder fraai uit gaan zien.
moeten passen in een lange termijn visie. Deze visie hebben wij opgenomen in het beleidsplan wegen en civieltechnische kunstwerken. Het beleidsplan omschrijft op het gebied van civieltechnische kunstwerken de randvoorwaarden voor het beheer, waaronder de prioriteiten, de keuze van de onderhoudsniveaus en de beschikbare budgetten. Deze nota is een nadere uitwerking van de in 2013 vastgestelde nota “Integrale Visie Openbare Ruimte” (IVOR).
Beheer Vanuit de kaders die in het beleidsplan zijn gesteld vindt beheer van de wegen plaats. Dit omvat het beheer van de wegverhardingen (inclusief de hemelwaterafvoer), de daarop aanwezige belijning en markering en de bestrijding van het daarop groeiende onkruid. Beheer van de wegverhardingen is niet mogelijk zonder informatie over de toestand van die wegverhardingen. Voor het maken van een actueel beheerplan, voor het gehele in beheer zijnde areaal, wordt gebruik gemaakt van een geautomatiseerd beheerprogramma. De wegverhardingen worden in stand gehouden door planmatigen dagelijks onderhoud. Planmatig onderhoud is gericht op het in goede staat brengen van de wegverharding; dagelijks onderhoud op het in goede staat houden. Als dagelijks onderhoud niet of te laat wordt uitgevoerd, is eerder planmatig onderhoud nodig. En wanneer planmatig onderhoud niet of te laat wordt uitgevoerd is meer dagelijks onderhoud nodig. Het plaatselijk repareren van de wegverharding bij dagelijks onderhoud heeft een preventief karakter. De plaatselijke reparaties resulteren in een levensduurverlenging van de wegverharding. Dagelijks onderhoud wordt veelal uitgevoerd in reactie op meldingen uit het Klachten Meld Systeem (KMS). Daarnaast voeren wij ook direct onderhoud uit als de verkeersveiligheid in het geding is (reparaties worden onmiddellijk uitgevoerd).
Civieltechnische kunstwerken Beleid Een belangrijk element in het functioneren van ons wegennet wordt gevormd door constructies die met de algemene term “ kunstwerken ” worden aangeduid. Bruggen, viaducten, tunnels en aquaducten realiseren kruisingen met andere wegen en waterwegen. Sluizen, stuwen, duikers en gemalen dragen zorg voor onze waterregulering en eenvoudige leuningen zorgen voor de veiligheid van personen. Als gevolg van de ruimtelijke ontwikkelingen in het verleden bezitten wij nu een kapitaal aan civieltechnische kunstwerken. Een kapitaal dat zich in de nabije toekomst nog verder zal uitbreiden. Toekomstgericht denken en handelen is belangrijk, omdat de levensduur van de kunstwerken zich uitstrekt over meerdere decennia. Korte termijn activiteiten
86
§ Onderhoud kapitaalgoederen
Beleidsbegroting Het areaal aan civieltechnische kunstwerken Vanwege de voltooiing van de diverse nieuwbouwwijken in o.a. Carnisselande, Ter Leede, Land van Barendrecht, Ziedewij en Lagewei komen nieuwe arealen in ons
beheer. Als gevolg daarvan groeit het te beheren areaal volgens onderstaande prognose.
Groei van het areaal aan civieltechnische kunstwerken. Voorafgaand aan de overdrachten wordt het onder onze regie over te dragen areaal aan een nulinspectie onderworpen ter bepaling van de kwaliteit. Bij niet voldoen aan de vereiste kwaliteitsnormen zullen de kosten van herstel in rekening worden gebracht bij de overdragende partij. Kwaliteit Inspectie van de civieltechnische kunstwerken vindt eens in de 3 jaar plaats. In het najaar van 2011 is gestart met de nieuwe inspectieronde. In 2013 is ons areaal aan kunstwerken opnieuw geïnspecteerd. Op basis van de inspectieresultaten is een gemiddelde veiligheidsurgentie en de gemiddelde economische urgentie bepaald. Deze cijfers geven een beeld van de onderhoudstoestand, en daarmee van de kwaliteit, van het gehele in beheer zijnde kunstwerkenareaal. De onderhoudstoestand per kunstwerk kan hiervan sterk afwijken, omdat het een gemiddelde is van alle kunstwerken Het onderhoudsniveau (en daarmee het kwaliteitsniveau) is redelijk tot goed. Het ingrijpen ligt tussen “geen ingrijpen nodig” en “ingrijpen binnen 5 jaar”. Over het algemeen ligt het onderhoud in de sfeer van klein onderhoud. Gemiddeld valt het onderhoud binnen de norm. Deze norm is de maat voor een optimale onderhoudsbalans. De gemiddelde restlevensduur is 39 jaar. Het niet tijdig uitvoeren van onderhoudsmaatregelen zal leiden tot onvoorspelbaar gedrag en levensduurverkorting. Het niet tijdig herstellen van schades zal er toe leiden dat de schade zich langer kan ontwikkelen, waardoor zwaardere onderhoudsmaatregelen nodig zijn om de kunstwerken weer op het gewenste onderhoudsniveau te brengen. Te laat uitvoeren van werkzaamheden leidt voor gebruikers tot langdurige afsluiting van wegen. Consequenties zijn ontevreden gebruikers en hogere (herstel) kosten.
Beheer Hoewel de technische levensduur van veel kunstwerken over het algemeen zeer lang is, is deze niet oneindig. Wij richten ons daarom op duurzaam beheer, willen we onze kunstwerken ook in de toekomst in stand houden. Vanuit kaders die in het beleidsplan wegen en civieltechnische kunstwerken zijn gesteld, vindt beheer van de kunstwerken plaats. Door optimaal onderhoud van kunstwerken kunnen grote bedragen worden bespaard. Optimaal onderhoud kenmerkt zich door een juiste balans tussen onderhoudsinspanning (onderhoudskosten) en de besparingen die voortvloeien uit een verlengde functionaliteit en levensduur Onderhoud Het maatregelprogramma kan uitgesplitst worden in twee maatregelsoorten: de reguliere en de correctieve maatregelen. De reguliere maatregelen zijn de benodigde maatregelen voor het vasthouden van het huidige onderhoudsniveau. De correctieve maatregelen zijn maatregelen vanwege achterstallig onderhoud. Het zou irreëel zijn om te streven naar een situatie, waarbij de correctieve maatregelen nul zijn. Echter door het bijhouden van het onderhoud, dalen de kosten voor de correctieve maatregelen.
§ Onderhoud kapitaalgoederen
87
Beleidsbegroting
Water Gemeentelijk beleid onderhoud water en watergangen Voor het onderhoud van water/watergangen zijn momenteel vier beheer-/beleidsplannen beschikbaar: het Gemeentelijk waterplan, het Baggerplan, het Beschoeiingplan en het Visstandbeheerplan. Hiermee staan instrumenten ter beschikking om het water en de watergangen niet alleen te kunnen onderhouden, maar tevens op een hoger kwaliteitsniveau te brengen. Dit laatste betreft vooral het gedeelte van Barendrecht ten oosten van de A29, waar de nodige winst te halen is op het gebied van biologische en ecologische waterkwaliteit. Bij de laatste rapportage van het waterschap was sprake van een lichte verbetering van de score. Toch blijft het algemene beeld matig tot redelijk, waarbij mogelijkheden tot verbetering aanwezig zijn. Gemeentelijk waterplan In samenwerking met het voormalig waterschap IJsselmonde en ZHEW werd een gemeentelijk waterplan opgesteld. Het doel hierbij is om in de periode tot 2015 een aantal maatregelen te nemen om de volgende doelstelling te behalen: “het komen tot een goed, veilig, beheersbaar en aantrekkelijk watersysteem met gezond water en gevarieerde oevers, dat op de gewenste gebruiksfunctie is afgestemd”. Naast deze algemene doelstelling willen wij voldoen aan de basisinspanning voor de waterkwaliteit. De maatregelen die wij hiervoor nemen, zijn onder te verdelen in een kwaliteitspoor en een ruimtelijk spoor. Onder het eerste valt onder meer het doorspoelen van de singels, de aanleg van natuurvriendelijke oevers, het baggeren van de Tramput, en het opstellen van een visstandbeheerplan. Onder het ruimtelijke spoor wordt voornamelijk de uitbreiding van de waterberging gerealiseerd. Voor 2014 zal, in samenwerking met het waterschap, de spoeling van de singels in Paddewei worden verbeterd. Hiervoor wordt een bestaande duiker/riool opgeknapt en deels vervangen. Ook zal de spoeling in de Gaffelaar worden verbeterd. De maatregelen binnen het gemeentelijke waterplan hebben alleen betrekking op het gedeelte van Barendrecht aan de oostzijde van de A29. Bij de opzet van het watersysteem van Carnisselande werd al nadrukkelijker rekening gehouden met de te behalen waterkwaliteit. Wij gaan er vanuit dat aanvullende maatregelen binnen dit gebied niet noodzakelijk zijn. Visstandbeheerplan Als maatregel om tot een verbetering van de waterkwaliteit te komen, werd het opstellen van een visstandbeheerplan opgenomen in het gemeentelijke waterplan. Over het algemeen kan gesteld worden, dat een onevenwichtige samenstelling van vissoorten een negatieve invloed zal uitoefenen op de kwaliteit en de beleving van het water. In samenwerking met het waterschap, de hengelsportverenigingen en het Recreatieschap hebben wij een gemeentelijk beheerplan vastgesteld in 2008. Met de hengelsportvereniging Groot-Rotterdam werd overeenstemming bereikt over de huur van het visrecht van de gemeente. Hierdoor loopt de visvergunningverlening vanaf 2007 via deze vereniging.
88
Beschoeiingplan In 2005 hebben wij een beschoeiingplan 2005-2013 ontwikkeld voor het gebied ten oosten van de A29 om een toekomstige piek in de onderhoudskosten te beperken. Bij een eventuele vervangingsnoodzaak, werd in principe de voorkeur uitgesproken voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever. Dit is echter niet overal gewenst of mogelijk. Wij gaan uit van een minimale levensduur van circa 15 jaar voor de beschoeiing. Daarom zijn de eerste vervangingskosten in Carnisselande vanaf 2012 actueel geworden. Door de snelle ontwikkeling van deze wijk zullen de onderhoudskosten hierdoor jaarlijks fors toenemen. Reden waarom de achterstanden in de oudere wijken van Barendrecht voor die tijd op orde gebracht werden. In het nieuwe beschoeiingsplan zal de toename van het areaal in Carnisselande worden meegenomen. Baggerplan Belangrijk onderdeel om te komen tot verbetering van de waterkwaliteit vormt het periodiek baggeren van de singels. Een overmaat aan slib is, naast een aanslag op het zuurstofgehalte van het water, een oorzaak van het ontbreken van waterplanten. Dit heeft een directe invloed op de waterkwaliteit en daarmee op de visstand. Wij dienen te voldoen aan het in stand houden van de doorstroming van de watergangen. Uitgangspunt is een maximale verdieping van 30%. Hiertoe zijn door het waterschap binnen de Keur wettelijke maatregelen opgenomen. Om aan deze wensen en verplichtingen te kunnen voldoen hebben wij een baggerplan opgesteld. Daarin hebben wij een baggercyclus met een periodiciteit van twaalf jaar vastgesteld. Het vigerende baggerplan heeft een looptijd tot 2013. Een nieuw baggerplan is in samenwerking met het waterschap in bewerking. Aangezien de aanwas van de sliblaag sterk van de plaatselijke omstandigheden afhankelijk is (gedacht kan hierbij worden aan stroomsnelheden, dichtheid van waterplanten en bladval), zal het noodzakelijk blijven om de sliblaag in de singels jaarlijks te controleren. Wij voeren het onderhoudsprogramma, rekening houdend met de Flora- en Faunawet en het beperken van overlast, in de periode tussen 1 oktober en 1 maart uit. Uitgangspunt hierbij is dat, als de omstandigheden dit toelaten, de bagger op de kant gedeponeerd zal worden om deze hier dan vervolgens te laten indikken. Daarna zal het talud opnieuw gespit worden. Als dit niet mogelijk is, of als er sprake is van verontreinigde baggerspecie, zal deze moeten worden afgevoerd. Hiervoor werken wij, in samenwerking met de gemeente Albrandswaard onder leiding van het waterschap, aan het ontwikkelen van een gezamenlijk baggerdepot. Gezien nieuwe beleidsontwikkelingen bij het waterschap staat deze aanleg momenteel onder druk. Onderzocht zal worden of het uitzetten van beheer en aanleg van het depot in de markt een oplossing kan bieden. Bij een gunstig verloop kan een depot nog in 2014 in gebruik worden genomen.
§ Onderhoud kapitaalgoederen
Beleidsbegroting Riolering Gemeentelijk rioleringsbeleid Op basis van de Wet milieubeheer is sinds 1 januari1994 een gemeente verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen. Conform de wetswijziging verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken per 1 januari 2008, moeten gemeenten in hun GRP, naast de zorgplicht voor inzameling en transport van afvalwater, óók expliciet aandacht besteden aan de zorgplichten voor de doelmatige inzameling van overtollig hemelwater en een doelmatige verwerking van het overtollige grondwater in stedelijk gebied. Vanaf 2008 wordt daarom gesproken van een zogenaamd verbreed GRP (vGRP). Gezamenlijk met het waterschap Hollandse Delta, Albrandswaard en Ridderkerk werden in 2012 nieuwe GRP’s opgesteld. Eind 2012 zijn deze plannen door de gemeenteraden vastgesteld voor de planperiode 2013 t/m 2017. Teneinde de gestelde doelen en functionele eisen te kunnen bereiken en zorg te dragen voor een goed beheer van de riolering, zijn er in de planperiode 2013 t/m 2017 diverse acties noodzakelijk. Naast het uitvoeren van gedegen onderzoek om in bepaalde situaties c.q. materie meer inzicht te verkrijgen, zijn op korte termijn investeringen gepland teneinde de hoogwaardige kwaliteit van het Barendrechtse rioleringsstelsel in stand te kunnen houden. Op lange termijn zijn eveneens investeringen gepland om de huidige rioleringsvoorzieningen te onderhouden en op termijn te vervangen. Toestand en functioneren van het rioleringsstelsel Uitgangspunt is dat elke rioolstreng tenminste eens in de 7 jaar gereinigd wordt en dat de inspectie tenminste eens in de 14 jaar plaatsvindt. Achterstanden in het onderhoud kunnen leiden tot wateroverlast, verstoppingen, wegverzakkingen en milieuverontreiniging. Op basis van inspecties blijkt dat de kwaliteit van het rioleringstelsel, in relatie tot de ouderdom, redelijk tot goed is. Om het kwaliteitsniveau te kunnen handhaven, is het noodzakelijk om bij de oudere stelsels, op basis van de periodieke inspecties, tijdig renovaties en/of verbeteringen, zoals voorgesteld in het GRP, uit te voeren. De komende jaren zullen wij naast renovaties van de randvoorzieningen (gemalen en persleidingen), de gemaalsignalering verder verbeteren. Sinds de vervanging van de hoofdpost gemalen, loopt de signalering via internet en zijn voor de onderhoudsmedewerkers gegevens 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar. Voordeel is dat er tijdens (dreigende) storingen adequaat kan worden gereageerd. Beheer en onderhoud van het rioleringsstelsel Onze gemeente heeft een vrij unieke rioleringssituatie met gescheiden stelsels. In vergelijking met de landelijk veel voorkomende gemengde rioolstelsels hebben wij dus twee maal zoveel riolen in beheer. Dit komt terug in de omvang van het beheer en het onderhoud. De bodem binnen de gemeente bestaat geheel uit klei of veen en is gelegen tussen de Oude en Nieuwe Maas. De grondslag in Barendrecht Centrum is matig tot redelijk
stabiel, maar in Barendrecht-Carnisselande vertoont de grond een minder goede tot slechte draagkracht. In Barendrecht Centrum zijn relatief veel rioleringsstelsels van voor 1970 aanwezig. Dit in combinatie met een matige bodemgesteldheid geeft in het renovatieschema vanaf 2015 een groot aantal rioolvervangingen. De kosten worden gedekt volgens het kostendekkingsplan binnen het GRP 2013-2017. Deze planperiode (2013 t/m 2017) ligt het zwaartepunt op de integrale systeem analyse van ons rioleringssysteem, het optimaliseren van de grondwaterzorgplicht en het wegwerken van achterstallige gegevensverwerking en het uitvoeren van onderzoeken. Dit vergt, naast de nodige voorbereiding, ook een taak met betrekking tot inventarisatie, informatie uitwisseling naar bedrijven en bewoners en opsporing en aanpak van foutieve aansluitingen. Concluderend kan gesteld worden dat er taken voor de gemeentelijke dienst bijkomen die blijvend van aard zijn. Investeringen Op basis van de gegevens uit het riool beheerprogramma, waarin de inspectiegegevens zijn verwerkt, stellen wij vast dat in 2014 een bedrag van €240.000 zal worden geïnvesteerd voor renovatie of vervanging van vrijvervalriolering. Daarnaast wordt in het planjaar 2014, op het gebied van de bijkomende rioleringswerkzaamheden, nog de renovatie of vervanging van acht gemalen gepland. De kosten bedragen €149.000. Voor nadere informatie en de operationele planning wordt verwezen naar het GRP 2013-2017. Doelmatig samenwerken in de afvalwaterketen Juni 2010 hebben de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst gesloten. Als gevolg daarvan is het bestuursakkoord water opgesteld en ondertekend door het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven. In februari 2012 is de projectgroep doelmatig samenwerken in de afvalwaterketen gestart met de verkenning. Na de zomer van 2012 werden aan de stuurgroep BAR FYSIEK en WSHD (Waterschap Hollandse Delta) de resultaten van de verkenning gepresenteerd. Op basis van de verkenning hebben de colleges en WSHD besloten de projectgroep opdracht te geven om de kansrijke mogelijkheden uit te werken. In december 2012 zijn de gemeenteraden schriftelijk geïnformeerd over de besluitvorming van de colleges, inzake de verkenning van de kansen voor samenwerking afvalwaterketenbeheer tussen de BAR gemeenten en WSHD. Door de BAR colleges en WSHD is opdracht aan de projectgroep gegeven een uitwerking van dit plan te maken. Het beoogde doel is om zo spoedig mogelijk te beginnen met de verdere invulling van de samenwerking in de periode 2013 tot en met 2017 om: het watersysteem slimmer te gaan benutten;
§ Onderhoud kapitaalgoederen
89
Beleidsbegroting efficiënter om te gaan met de (financiële) middelen van gemeenten en WSHD; onze kennis en capaciteit te vergroten waardoor wij ons serviceniveau voor onze inwoners en bestuur kunnen verhogen.
uitschakelen tot plaatselijk dimmen. Zowel het beleidsplan als het versoberingsplan worden in de loop van 2013 aan het gemeentebestuur voorgelegd.
De drie gemeenten vanuit de verantwoordelijkheid voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Het waterschap vanuit de verantwoordelijkheid voor het zuiveren van het afvalwater afkomstig van de drie gemeenten.
Gemeentelijk groenbeleid In de IVOR-nota (Integrale Visie Openbare Ruimte) is de visie vastgelegd voor zowel de inrichting & structuur als de beheerkwaliteit van de openbare ruimte. Samen met het groenbeleidsplan ‘Barendrecht ziet groen’ (vastgesteld in 2008), waarin de ambities voor de groenstructuur, de groeninrichting en het groenbeheer zijn vastgelegd, vormt deze integrale visie de kaders en richtlijnen voor het beheer en onderhoud van het groen in de openbare ruimte. De belangrijkste ambities zijn: - een consequent boombeheer gericht op een optimale begeleiding en ontwikkeling van bomen en het uitvoeren van structurele boomveiligheidscontroles; - beheerbewust ontwerpen en ontwerpbewust beheren. Bij de aanleg van groen is het gewenste eindbeeld vastgelegd; het groenbeheer dient gericht te zijn op het bereiken van dit eindbeeld; - het niet chemisch uitvoeren van onkruidbeheersing in beplanting; - bewoners en overige belanghebbenden actief betrekken bij de inrichting en het beheer van het groen in de openbare ruimte.
Het project is een uitdaging voor de projectdeelnemers en betrokken organisaties omdat organisatie overschrijdend de drie niveaus van samenwerking onderzocht worden. Er is binnen de 4 organisaties veel inhoudelijke kennis aanwezig. Daarvan wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt. Momenteel is een deelprojectgroep de strategie gaan bepalen, om onderbouwde scenario’s met doelmatigheidsvoordelen in beeld te brengen. Vanwege de expertise die het waterschap op dit gebied heeft ontwikkeld tijdens eerdere projecten, zijn zij de trekker van dit deelproject. Openbare verlichting Wetgeving In 1999 is de nieuwe Elektriciteitswet in werking getreden. Deze wet geeft uitvoering aan de Europese richtlijn voor liberalisering van de elektriciteitsmarkt. Als gevolg hiervan is er onderscheid gekomen in het bovengronds beheer, de energielevering en het netwerkbeheer. De integrale benadering, die voorheen resulteerde in één totaalproduct voor de openbare verlichting, bestaat daardoor niet meer. Voor Barendrecht is Stedin de netwerkbeheerder en Eneco Energie de stroomleverancier, terwijl het bovengrondse beheer, de lichtmasten en armaturen, na aanbesteding door een aannemer wordt uitgevoerd. Gemeentelijk beleid Wij dienen zorg te dragen voor een goed werkende openbare verlichting, waarmee de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid worden gediend. Voor het beheren en onderhouden van de openbare verlichting dient de beleidsnota Openbare Verlichting, vastgesteld in april 2004, als handvat. Aan de hand van de beleidsnota Openbare Verlichting en op basis van levensduur en inspectie wordt jaarlijks een operationele planning gemaakt. De financiële middelen ten behoeve van het vervangen van de Openbare Verlichting komen uit de voorziening Openbare Verlichting. Begin 2014 zijn er circa 13.000 lichtobjecten en 12.000 lichtmasten in beheer. In 2012 werd een nieuw beleidsplan en beheerplan openbare verlichting opgesteld. De titel luidt “Sociaal- en fysiek veilig, duurzaam en toekomstgericht beheer.” Het beleidsplan krijgt een onbepaalde looptijd. Een van de belangrijkste speerpunten is het verduurzamen van onze openbare verlichtingsinstallatie. Het beheerplan moet daarom iedere drie jaar worden geactualiseerd. Naast deze plannen speelt sinds de zomer van 2012 de vraag of wij met minder verlichting kunnen volstaan. In 2013 wordt het versoberen van verlichting tijdens de nachtelijke uren uitgewerkt. De motivatie is vooral het terugdringen van energiekosten. Er zijn verschillende scenario’s denkbaar van het volledig
90
Groen
Areaal groen Na oplevering van nieuwbouwwijken neemt het te beheren areaal groen en aantallen bomen toe. Het areaal groenvoorziening dat in 2012 in beheer was bij de gemeente bedroeg ca. 218 hectare en ca. 22.000 stuks bomen. Dagelijks onderhoud en kwaliteit groen Het groenonderhoud in Barendrecht is uitbesteed aan externe aannemers. De uitvoering van de werkzaamheden wordt gecontroleerd door gemeentelijke toezichthouders aan de hand van bestekken, waarin de werkzaamheden en kwaliteitsnormen staan beschreven. De bomen die in beheer zijn van de gemeente worden minimaal 1x per 3 jaar visueel gecontroleerd. De werkzaamheden die voortvloeien uit deze zogenaamde VTA-controle (Visual Tree Assessment) worden op korte termijn uitgevoerd door een aannemer met aantoonbare kennis van boomverzorging. Planmatig onderhoud Voor een duurzame instandhouding van het groen is het noodzakelijk dat het groen tijdig wordt gerenoveerd. Deze renovatie bestaat enerzijds uit het vervangen van oude en weinig vitale beplanting door een nieuw sortiment en anderzijds uit groenaanpassingen op voorspraak en wensen van bewoners. Ook wordt binnen het planmatig onderhoud beplanting en bomen incidenteel vervangen, de zogenaamde inboet. Doodgegane beplanting en bomen worden dan in het plantseizoen vervangen door nieuwe exemplaren.
§ Onderhoud kapitaalgoederen
Beleidsbegroting Gebouwen Beleid Het beleid voor gemeentelijke gebouwen heeft als uitgangspunt de Kadernota Vastgoed. In deze nota is vastgelegd hoe de gemeente op strategisch niveau om wil gaan met haar vastgoed en is zoveel mogelijk gericht op handhaving van het hoogwaardige voorzieningenniveau. Ook bij de uitwerkingen van de huisvestingsplannen is dit een beleidsuitgangspunt. Enkele voorbeelden hiervan zijn het IHP1 (basisonderwijs) en IHP2 (voortgezet onderwijs). Begin 2013 is de nota maatschappelijk vastgoed vastgesteld. Hierin zijn meerdere uitvoeringsacties benoemd waar in 2014 verder uitvoering aan gegeven zal worden. Voorbeelden hiervan zijn het vraagstuk van de kostendekkende huren, het huurprijsbeleid en de CREManalyses. Gebouwenareaal De gemeente beschikt over een gebouwenareaal van circa 120.000 m2, bestaande uit gemeentelijke gebouwen, culturele gebouwen, sportvoorzieningen, onderwijsgebouwen en dergelijken. Met de centrumontwikkeling, het IHP1 (basisonderwijs) en IHP2 (voortgezet onderwijs) is nog steeds sprake van een groeifase in het gebouwenareaal. De voorbereidingen voor nieuwbouw c.q. verbouwing van het Lokaal Opleidingencentrum Focus Academie en de Schaepmanschool zijn in volle gang. Met de bouw van de MFA’s Vrouwenpolder, Kruidentuin, Lagewei en het jongerencentrum zal naar verwachting in 2014 worden gestart. In de komende jaren zullen de uitgaven aan onderhoud stijgen, omdat we verwachten dat het aantal accommodaties (de nieuwe MFA’s) dat in eigendom komt van de gemeente sterker zal stijgen dan de eventuele afname van bestaande accommodaties. Om die reden zijn in 2012, op basis van de verwachte mutaties in het gebouwenareaal, de voorzieningen onderhoud gebouwen aangepast. In 2013 en verder zullen de CREM-analyses, als genoemd in de nota maatschappelijk vastgoed, onder andere een leidraad vormen voor vastgoedbeslissingen aangaande het maatschappelijk vastgoed. Deze vastgoedbeslissingen kunnen invloed hebben op de meerjaren onderhoudsplanning en de meerjarenbegroting, aangezien hier eigendoms- en exploitatievraagstukken aan de orde zullen komen. Regelgeving en invloeden daarvan op toekomstige onderhoudskosten. Steeds scherpere regels op het gebied van veilig gebruik van gebouwen en energiegebruik leiden tot aanpassingen en nadere structurele beheersmaatregelen. Tot op heden worden de extra inspanningen steeds opgevangen binnen de huidige voorziening onderhoud gebouwen en de beschikbare capaciteit. De invulling van de voorziening onderhoud gebouwen en de bijbehorende formatie voor realisatie van het geplande onderhoud is aan wijzigingen onderhevig, afhankelijk van de omvang van de vastgoedportefeuille.
Brandveiligheid Met het vervallen van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken uit 2008 (Gebruiksbesluit), wat nu is opgenomen in Bouwbesluit 2012, zijn verschillende regels weer gewijzigd. Tot nu toe konden deze aanpassingen bekostigd worden vanuit het reguliere onderhoudsbudget. In combinatie met hogere onderhoudskosten kan dit echter resulteren in overschrijding van het onderhoudsbudget. We houden dit nauwlettend in de gaten. Voorziening onderhoud gebouwen Om de kosten te dekken van het planmatig onderhoud aan de gebouwen van de gemeente is er een voorziening onderhoud gebouwen. Voeding van de voorziening vindt plaats door middel van een jaarlijkse storting van ca. €900.000 en wordt verdisconteerd naar de afzonderlijke exploitaties. De stand van de voorziening wordt jaarlijks getoetst bij de jaarrekening op basis van de geplande werkzaamheden en de werkelijke onderhoudskosten. Wij gaan bij het uitvoeren van het planmatig onderhoud uit van de conditiescore 3 ‘redelijk’(zie daarvoor ook paragraaf “kwaliteitsniveau”). In 2012 is een begin gemaakt met het inlopen van de achterstand van het planmatige onderhoud. In 2013 worden verschillende grote werkzaamheden uitgevoerd. Bij sportzaal Vitaal wordt geen planmatig (lees preventief) onderhoud uitgevoerd, in verband met de verwachte korte resterende levensduur van dit pand met betrekking tot de plannen voor de MFA-Kruidentuin. Voor Het Trefpunt geldt min of meer hetzelfde in het kader van de Centrumontwikkeling. Omdat echter in de centrumplannen Het Trefpunt een onzekere factor vormt en het pand niet voldoet aan conditiescore 3, heeft deze accommodatie onze hoogste prioriteit in het kader van de CREM-analyses. Via de eerste bestuursrapportage 2013 is deze situatie ook aan u voorgelegd en is ingestemd met het beschikbaar stellen van een onderhoudsbudget ter voorkoming van incidenteel gevaar. Over gebouw het Trefpunt zal in het kader van de CREM-analyses naar verwachting eind 2013, begin 2014 een vastgoedbeslissing genomen kunnen worden of een voorstel aan u wordt voorgelegd. Voor 2014 zijn, buiten het reguliere planmatige onderhoud, geen bijzondere werkzaamheden gepland. Dagelijks onderhoud Onder dagelijks onderhoud wordt alle onderhoud verstaan wat vooraf niet voorzien kan worden en meestal door gebruikers gemeld wordt, ook wel klachtenonderhoud genoemd. Om de uitgaven van dagelijks en planmatig onderhoud te scheiden, wordt voor dagelijks onderhoud jaarlijks een budget opgenomen. Dit budget wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de voorgaande jaren. Onvoorziene kostbare storingen en/of wijzigingen in bouwregelgeving kunnen ook grote invloed hebben op het saldo voor dagelijks onderhoud. Veiligheid daken In 2013 zal door een onafhankelijk instituut een scan worden gemaakt van de gehele vastgoedportefeuille. Op basis van de uitkomst van deze scan zullen de
§ Onderhoud kapitaalgoederen
91
Beleidsbegroting veiligheidsvoorzieningen op daken moeten worden aangepast en/of aangebracht. Afhankelijk van de geadviseerde maatregelen zal gekeken worden of deze kosten kunnen worden gedekt vanuit het budget voor dagelijks onderhoud of dat hier aanvullend budget voor nodig is. Uiteraard zal een en ander zoveel mogelijk in combinatie met gepland onderhoud worden uitgevoerd. Duurzaamheid Als gemeente hebben wij aan een rolmodel te voldoen op het gebied van duurzaamheid. Vanuit de Wet Milieubeheer zijn we verplicht om duurzame oplossingen toe te passen die zich binnen 5 jaar terugverdienen. Met de huidige vastgoedportefeuille zijn we al een eind op de goede weg. De komende jaren verwachten we stappen te kunnen maken op het gebied van duurzaamheid en energiebesparende maatregelen in de bestaande en nieuw te bouwen panden. Duurzame oplossingen worden zoveel mogelijk toegepast in combinatie met planmatige onderhoudswerkzaamheden. Ondertussen worden ook door de vakspecialistische collega’s nieuwe ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid nauwlettend in de gaten gehouden. Vaak loont het echter om te wachten tot producten verder doorontwikkeld zijn en hun duurzaamheid hebben bewezen, om te voorkomen dat we als gemeente een proeftuin worden en te maken krijgen met allerhande “kinderziektes”. Kwaliteitsniveau Bij nieuwbouw en renovatie wordt voldaan aan de vigerende wet- en regelgeving volgens het Bouwbesluit. Wanneer er (financiële, organisatorische) voordelen te behalen zijn voor de langere termijn, wordt er zoveel mogelijk gebruik gemaakt van duurzame toepassingen. De 10% kwaliteitsimpuls bij onderwijsgebouwen wordt niet meer toegepast. Conditiemeting Voor ieder gebouw is in GOBIS een meerjaren onderhoudsplanning (conform de nieuwe landelijke norm NEN 2767) opgesteld zodanig dat ‘schoon, heel en veilig’ gegarandeerd zijn. Dit komt overeen met een gemiddelde ‘conditie 3’ redelijk. (zie tabel hierna). Conditiescore 1 2
Omschrijving conditie Uitstekend Goed
3
Redelijk
4
Matig
5
Slecht
6
Zeer slecht
een niveau omhoog of omlaag te brengen qua onderhoud. Tot slot Het gemeentelijk vastgoed is in beheer bij de afdeling Beleid, team Planvorming, unit Vastgoed Huisvesting en Accommodaties. Het gemeentelijk vastgoed verkeert in een goede tot redelijke staat (niveau 3). Daar waar dit niet het geval is, heeft dit te maken met een verwachte sloop of eventuele renovatie. Beslissingen hiertoe komen ofwel aan de orde naar aanleiding van de CREM-analyses of zijn reeds bekend (denk aan Vitaal, Het Trefpunt, de brandweerkazerne). In 2014 zullen we ons bezighouden met de verdere professionalisering van ons vastgoedbeleid. De vervolgacties vanuit de Nota Maatschappelijk Vastgoed vormen daarbij de leidraad. Ons doel is te komen tot toekomstbestendige vastgoedbeslissingen. Budgetten openbare ruimte De vertaling van de financiële consequenties van het vastgestelde kwaliteitsniveau is als volgt: wegen kunstwerken water riolering openbare verlichting groen budget openbare ruimte
Daarnaast zijn voor riolering, openbare verlichting en gebouwen voorzieningen gevormd. De stortingen in deze voorzieningen zijn als volgt: riolering openbare verlichting gebouwen storting voorzieningen
Toelichting Incidenteel geringe gebreken Incidenteel beginnende veroudering Plaatselijk zichtbare veroudering Functievervulling van bouw- en installatiedelen niet in gevaar Functievervulling van bouwen installatiedelen incidenteel in gevaar De veroudering is onomkeerbaar Technisch rijp voor sloop
Via deze NEN-norm is de beoordeling van onderhoudscondities en de communicatie daarover tussen partijen geobjectiveerd. Door registratie per gebouwelement, kan theoretisch benaderd worden wat technisch en financieel nodig is om een gebouw
92
2014 2015 2016 2017 1.225.000 1.243.000 1.265.000 1.278.000 144.000 144.000 144.000 144.000 879.000 879.000 879.000 879.000 994.000 994.000 994.000 994.000 491.000 491.000 491.000 491.000 2.169.000 2.186.000 2.204.000 2.214.000 5.902.000 5.937.000 5.977.000 6.000.000
§ Onderhoud kapitaalgoederen
2014 2015 2016 2017 768.000 668.000 579.000 491.000 275.000 275.000 275.000 275.000 889.000 781.000 814.000 814.000 1.932.000 1.724.000 1.668.000 1.580.000
Beleidsbegroting
§ Grondbeleid Inleiding In deze paragraaf zijn de besluiten ten aanzien van de ‘heroverweging projecten’ niet meegenomen.
Onderstaand geven wij de stand van zaken van de lopende grondexploitaties aan.
Deze paragraaf Grondbeleid bevat: A. een visie op het grondbeleid in relatie tot de doelstellingen van de programma's die zijn opgenomen in de begroting; B. een beknopte beschrijving van de uitvoeringswijze van het grondbeleid en een stand van zaken per grondexploitatie. Voor de inzet van de grondbeleidsinstrumenten wordt verwezen naar de Nota Grondbeleid (vastgesteld 20011); C. een prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; D. indien van toepassing een onderbouwing van geraamde winstnemingen; E. een schema van de risico’s per project.
• Ter Leede Het plangebied Ter Leede hebben we nagenoeg afgerond. De mogelijkheid bestaat de laatste resterende vrije kavels te herverkavelen naar kleinere kavels, indien dit de verkoop bevordert. In 2013 wordt een verkoopstrategie bepaald.
A. Visie In de Nota Grondbeleid (vastgesteld 2011) staat dat wij in principe willen meewerken aan de realisatie van ruimtelijke ontwikkelingen, mits passend binnen de gemeentelijke visies. De visie op het grondbeleid is verwoord in de hoofddoelstelling van het grondbeleid welke is omschreven als: “ het bieden van een instrumenteel kader om, op een zo effectief en efficiënt mogelijke wijze, de ruimtelijke opgave, die Barendrecht de komende jaren heeft, gestalte te kunnen geven. Maximale sturing c.q. regie is daarbij het sleutelwoord”.
• Bedrijventerrein Barendrecht oost Het bestemmingsplan is in juni 2013 vastgesteld. De nieuwe Spoorlaan wordt in fasen aangelegd. Aanwezige bedrijven investeren de komende jaren stevig.
B. Uitvoeringswijze De huidige Nota Grondbeleid is gebaseerd op het collegeprogramma 2010-2014. Ook zal waar nodig gebruik gemaakt worden van de sturingsmogelijkheden die de Wro biedt bij particuliere grondexploitatie, zoals het stellen van locatie-eisen aan de inrichting van het openbaar gebied, het opnemen van bepaalde woningbouwcategorieën en het verhalen van kosten. Als gevolg van de nieuwe situatie op de vastgoedmarkt zijn de verwachte resultaten qua productie en financiële verwachtingen begin 2013 bijgesteld. Er is nog steeds een onzekere markt ten aanzien van de vastgoedontwikkeling. Met name de ontwikkelingen in de woningbouw worden nauwgezet gevolgd, om waar mogelijk programma’s te kunnen bijsturen. Zo willen wij de productie zoveel mogelijk doorgang laten vinden. Risicomanagement binnen de projecten is daarmee een continue proces. Minimaal tweejaarlijks rapporteren wij over risico’s; eenmaal bij de actualisatie van de grondexploitaties en eenmaal in verband met de Nota Grondprijzen. In verband met de marktsituatie vindt intensief overleg plaats met de OMMIJ, de gemeente Albrandswaard en de gemeente Ridderkerk om te kijken hoe we elkaar kunnen ondersteunen bij de realisatie van de grondexploitatieprojecten.
• Hooimeijer (Land v Barendregt) Dit is een particuliere woningbouwlocatie waarvoor ontwikkelingsovereenkomsten zijn afgesloten. •
Amaliaplantsoen (Herontwikkeling hockeyterrein Ziedewij) De 37 kavels voor zelfrealisatie van woningen zijn in de verkoop.
• Lagewei De oplevering van de in aanbouw zijnde samenhangende cluster met scholen en daaraan verwante bestemmingen worden gefaseerd opgeleverd in 2015. • Vrouwenpolder De westelijke strook is bestemd voor bedrijfshuisvesting. Er is een actuele vraag naar dergelijke bouwgrond. Er vindt overleg plaats over de laatste kavel. Voor de 4 vrije kavels wordt in 2013 een verkoopstrategie bepaald. Over de ontwikkeling van de e 2 fase wordt momenteel overleg gepleegd. • Heuvelsteijn De oplevering van de 27 appartementen heeft plaatsgevonden in de zomer van 2013. • Voordijk/Bakkersdijk De verkoop van de 15 appartementen op voormalige schoollocatie op de hoek van Bakkersdijk en de Voordijk in Smitshoek is gestart.
de de
• Zuidpolder De Zuidpolder is geen grondexploitatie, maar vanwege de grootte van het project willen wij u op de hoogte houden. Voor de Zuidpolder is in juli 2013 een herzien inrichtingsplan en een geactualiseerde investeringsraming vastgesteld. Op basis van deze investeringsraming leggen wij de Zuidpolder gefaseerd aan. In eerste aanleg zetten wij in op de inrichting van de Zuidpolder-OOST-Plus van circa 121 hectares. De eerste 17 hectares zijn eind 2010 opgeleverd. Het traject van de minnelijke verwervingen is nog in volle gang.
§ Grondbeleid
93
Beleidsbegroting
• Centrumontwikkeling Barendrecht Het aanbestedingsdocument wordt voorbereid en eind 2013 voor besluitvorming aangeboden aan de raad. • Lokaal Opleidingen Centrum (LOC) In 2012 is de grondexploitatie vastgesteld. De aanleg e van de rotonde Dierenstein wordt in het 3 kwartaal van 2013 gestart. C. Prognose resultaten Alle grondexploitaties zijn geactualiseerd. De prognose van de resultaten op de grondexploitaties is hierna weergegeven.
kosten op
opbrengst op
startwaarde
startwaarde
134.285.000
121.604.000
saldo op
saldo op
startwaarde -12.681.000
aangegeven welke locaties in planning zijn. Het MPG is een belangrijk product voor de beheersing van de grondbedrijfcomplexen. Het MPG legt de basis voor: • de benodigde omvang reserve grondbedrijf om fluctuaties als gevolg van de marktgevoeligheid van het exploiteren van gronden op te vangen; • de benodigde voorzieningen; • risicomanagement; • de paragraaf grondbeleid in de jaarrekening, voorjaarsnota en begroting.
NCW -18.232.000
In het Meerjarenprogramma Grondexploitaties (MPG) worden alle grondexploitaties samengevoegd en wordt
ruimtelijk planologisch beleid
locaties in planning
grondbeleid
• § grondbeleid
MPG actuele (GREX) locaties
- begroting - voorjaarsnota - jaarrekening
• risicomanagement • GB-reserve • GB-voorzieningen
De relaties van het MPG met de overige producten binnen het grondbedrijf zijn in bovenstaande figuur weergegeven. D. Winstnemingen Voor de grondslagen geldt dat winsten worden genomen bij afsluiting van een grondexploitatie. Tussentijdse winstneming (gedurende de looptijd van de exploitatie) is mogelijk onder voorwaarden van een betrouwbare en actuele grondexploitatie, alle kosten gedekt zijn door de verkopen en de te ontvangen verkopen hoger zijn dan de nog te maken kosten. Dit is vastgelegd in de Nota Grondbeleid 2011.
94
E. Risico’s Op basis van de vastgestelde grondexploitaties worden in het Meerjarenprogramma Grondexploitaties (MPG) de risico’s beschreven en eventueel beheersmaatregelen genoemd. Het bovenstaande past in het algemene beleid ten aanzien van risicomanagement dat wij voeren. In het onderstaande overzicht worden schematisch de risico’s aangegeven per project. Daarbij is gebruik gemaakt van gekleurde ‘bullits’.
§ Grondbeleid
Beleidsbegroting
De legenda bestaat uit: = Rood
financiële risico´s
Rood betekent dat er geen positief resultaat wordt verwacht;
= Oranje
financiële risico’s
Oranje betekent een evenwicht in kansen/bedreigingen;
= Groen
financiële risico’s
Groen betekent dat een positief resultaat wordt verwacht
Daar waar een negatief saldo voor de grondexploitatie is vastgesteld, is conform de BBV een voorziening getroffen. Schema 1: Risicomanagement. Projecten Grondbeleid
Productie gereed
Planning project
Wonen
Bedrijven Groen
Aantal
Ha
Risico saldo
Grex saldo
Voorziening
PROGNOSE Ha
GROTE PROJECTEN Centrumontwikkeling
Actief/ faciliterend
Zuidpolder Oost-plus
Actief
Bedrijventerrein Oost
Actief
300
2019 121
n.v.t.
2017
2018
WONINGBOUW Ter Leede
Actief
118
2015
Lagewei
Actief
426
2019
Vrouwenpolder
Actief
562
2023
De Boom(Heuvelsteijn)
Actief
31(27)
2013
Hooimeijer (land v Barendregt) Faciliterend
250
2016
Hockey Ziedewij (Amaliaplantsoen) Actief
37
2018
Bakkersdijk
Actief
15
2014
ONDERWIJS LOC
Actief
2015
§ Grondbeleid
95
Beleidsbegroting § Lokale Heffingen Onroerende Zaken (Wet WOZ). Jaarlijks vindt er overleg plaats met de directeur van het SVHW, waarin ook de dienstverlening aan de orde komt. We streven hierbij naar een optimalisering van dienstverlening en informatievoorziening door het SVHW. De SVHW verstuurt de “gecombineerde” aanslag in de laatste week van februari. De belastingplichtigen kunnen kiezen voor een automatische betaling in 10 termijnen via incasso, of voor betaling in 2 termijnen.
Beleid ten aanzien van lokale heffingen In het Coalitieakkoord 2010-2014 zijn de volgende kaders gesteld ten aanzien van de lokale heffingen: De onroerende zaak belasting (OZB-heffing) wordt als regel gemaximeerd met de trendmatige verhogingen volgens de index van het Centraal Planbureau (CPB). De uitwerking van de begroting 2014 is gedaan conform de uitgangspunten van het Coalitieakkoord. Belastingdruk voor de burgers In de gemeente Barendrecht bestaat een tweetal belastingen en een tweetal heffingen. De belastingen zijn de onroerende zaak belasting en de hondenbelasting. De heffingen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Deze componenten bepalen de lokale belastingdruk voor de burger. Met ingang van 2011 is er ook toeristenbelasting ingevoerd, hierbij is er echter geen sprake van belastingdruk voor de inwoners van Barendrecht.
Inflatieverhoging Uitgangspunt bij het bepalen van de gewenste opbrengst van de lokale heffingen is dat er slechts sprake is van een stijging met het inflatiepercentage van 2,0%. Inkomsten lokale heffingen Hieronder volgt een overzicht van de geraamde inkomsten uit belastingen en heffingen (inclusief bedrijven). Daaronder staat een overzicht van alle tarieven voor 2014. Behalve bij de OZB, zijn in dit overzicht alleen de tarieven voor burgers vermeld. In het vervolg van deze paragraaf zullen de tariefswijzigingen verder worden toegelicht.
Het Samenwerkingsverband Vastgoed Heffing en Waardebepaling (SVHW) is belast met de heffing en invordering van alle hierboven genoemde gemeentelijke belastingen. Het SVHW verzorgt tevens de waardebepaling in het kader van de Wet Waardering
Totaal geraamde opbrengst
OZB Hondenbelasting Afvalstoffenheffing Reinigingsrecht Rioolrecht woningen Rioolrecht niet woningen Totaal
2014
2015
2016
2017
8.267.000
8.267.000
8.267.000
8.267.000
290.000
290.000
290.000
290.000
4.165.000
4.176.000
4.198.000
4.207.000
45.000
45.000
45.000
45.000
3.401.000
3.308.000
3.225.000
3.135.000
727.000 16.895.000
705.000 16.791.000
685.000 16.710.000
664.000 16.608.000
Vergelijk tarieven 2013 en 2014 Tarieven
2013
Onroerende Zaakbelasting Woning - eigenaar Niet woning - eigenaar Niet woning - gebruiker
waarde 0,1204 0,1350 0,1149
Afvalstoffenheffing eenpersoonshuishoudens tweepersoonshuishoudens huishouden van 3 of meer personen
149 228 265
149 228 265
Rioolheffing woningen rioolrecht eenpersoonshuishoudens rioolrecht tweepersoonshuishoudens huishouden van 3 of meer personen
88 169 260
85 164 252
97,25 133,50 148,50 378,50
97,25 133,50 148,50 378,50
Hondenbelasting (per hond) Eerste hond Tweede hond Derde en elke volgende hond Per kennel
96
% van de WOZ 0,1085 0,1301 0,1106
2014
§ Lokale heffingen
Beleidsbegroting
Onroerendezaakbelasting De onroerendezaakbelasting (OZB) wordt sinds een aantal jaren berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Dit geldt voor zowel de woningen als de niet woningen. • Waardeontwikkeling De waarde van een onroerende zaak wordt vastgesteld conform de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). De vastgestelde waarde is voor een tijdvak van één jaar, peildatum voor de aanslag is de WOZ waarde op 1 januari van één jaar eerder. In 2014 zal de OZB daarom berekend worden op basis van de WOZ waarde per 1-12013. Wij baseren onze berekeningen op de raming van de WOZ waarde voor 2014 van het SVHW. Bij deze raming is door het SVHW rekening gehouden met de waardeontwikkeling. Uit een door het SVHW uitgevoerde marktanalyse blijkt dat de waarde voor woningen ten opzichte van vorig jaar (peildatum 1-1-2012) is gedaald met ca. 7,1%. De waarde van de niet-woningen is over dezelfde periode gedaald met 3,0%. • Relatie met Algemene uitkering en Macro-norm Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hanteert een korting op de algemene uitkering in verband met het genereren van eigen inkomsten door middel van de OZB. Dit leidt tot een negatieve verdeelmaatstaf in de verdeling van het gemeentefonds. De verdeling geschiedt op basis van vastgestelde heffingseenheden. Het werkelijke OZB tarief van een gemeente is niet van invloed op de hoogte van de algemene uitkering. • Opbrengst OZB In de tabel hiervoor is de geraamde opbrengst voor de komende jaren weergegeven. Bij het bepalen van de opbrengst OZB voor de begrotingsjaren 2014-2017 is de geraamde opbrengst voor 2014 uit de begroting 20132016 verhoogd met het inflatiepercentage van 2,0%. De totaal geraamde opbrengst van €8.267.000 vormt de basis voor de tariefsberekening 2014. Eventuele nieuwbouw in een jaar heeft pas een jaar later effect op de opbrengst OZB. Gezien de stagnatie in de bouw hebben we bij het bepalen van de gewenste opbrengst geen rekening gehouden met nieuwbouw. Wanneer er als gevolg van nieuwe woningen extra opbrengst wordt gegenereerd, zullen we u hierover informeren in de bestuursrapportages. OZB tarief 2014 De tarieven voor 2014 worden berekend door de totale opbrengst OZB (inclusief inflatieverhoging) af te zetten tegen de totale WOZ waarden. Dit jaar is er opnieuw sprake van een daling van de WOZ waarden. Deze daling is met 7,1% zelfs fors hoger dan de daling waarmee we
voorgaande jaren werden geconfronteerd (in 2013 daling 3,1%). Bij een daling van de WOZ waarde zal het tarief (=% van de WOZ waarde) moeten stijgen om dezelfde opbrengst te realiseren. Een lagere WOZ waarde zal voor de burgers dus niet betekenen dat de OZB aanslag lager uit zal vallen. De mate waarin de OZB lasten voor de burgers in 2014 zullen wijzigen ten opzichte van 2013 is afhankelijk van de individuele waardeontwikkeling van de woning Afvalstoffenheffing Bij de afvalstoffenheffing is er sprake van een kostendekkend tarief. Uit de opbrengsten hiervan kunnen de kosten voor afvalinzameling worden gedekt. Als gevolg van het behaalde aanbestedingsvoordeel op de post afvalinzameling kunnen de tarieven in 2014 gelijk blijven aan die in 2013. De heffingsmaatstaf voor de afvalstoffenheffing is gebaseerd op de gezinssamenstelling. Het saldo op reiniging wordt afgeroomd naar c.q. aangezuiverd vanuit de bestemmingsreserve afvalstoffenheffing en verloopt hierdoor budgettair neutraal. Rioolheffing In 2012 is het nieuwe Gemeentelijk Riolerings Plan 2013-2017 opgesteld. In dit GRP is het beleid voor de komende jaren opgenomen. Bij het bepalen van de tarieven voor 2014 baseren we ons op de jaarlijkse exploitatielasten en de investeringen, zoals deze zijn opgenomen in het nieuwe GRP. Voor 2014 zullen daarom de tarieven voor de rioolheffing van gebruikers van woningen opnieuw met 3% kunnen dalen. Bij de rioolheffing voor gerbuikers van niet woningen is sprake van een gecombineerde heffingsmaatstaf. De hoogte van de aanslag wordt bepaald door een percentage van de WOZ-waarde, verhoogd met een gestaffeld tarief per m3 waterverbruik. Bij het bepalen van het tarief voor niet woningen is rekening gehouden met de daling van de WOZ waarde van niet-woningen. De effecten hiervan zijn verder uitgewerkt in het raadsvoorstel voor de nieuwe tarieven 2014. Bij de rioolheffing is sprake van gesloten financiering. Het saldo op riolering wordt afgeroomd naar c.q. aangezuiverd vanuit de bestemmingsreserve riolering. Hondenbelasting De exploitatielasten voor het hondenbeleid (onder meer schoonmaken, toezicht houden, perceptiekosten, onderhoud uitlaatplaatsen, losloopgebieden en afvalbakken) worden gedekt door de inkomsten uit de hondenbelasting. Aangezien de inkomsten uit de hondenbelasting al een paar jaar voldoende zijn om de kosten voor het hondenbeleid te kunnen dekken, zal er in 2014 geen verhoging van de tarieven plaatsvinden.
§ Lokale heffingen
97
Beleidsbegroting
Barendrecht ten opzichte van buurgemeenten Om de woonlasten in de gemeente Barendrecht te kunnen vergelijken, maken we gebruik van de zogenaamde COELO-Atlas (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden). Hierin wordt jaarlijks uit de gemeentelijke belastingtarieven een samenvattend getal afgeleid, dat weergeeft hoe hoog deze lasten zijn. Uitgegaan wordt van een meerpersoonshuishouden in een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. Bij het berekenen van de woonlasten wordt door de COELO uitgegaan van een tarief van een éénpersoonshuishouden en een meerpersoonshuishouden. Wanneer er, zoals in Barendrecht, sprake is van een verdere differentiatie, wordt in de gepresenteerde cijfers uitgegaan van het tarief voor een huishouden bestaande uit drie of meer personen. Hierdoor ontstaat een scheef beeld dat een vergelijking moeilijk maakt.
Wanneer gekeken wordt naar het gemiddelde tarief voor twee persoonshuishoudens en huishoudens met drie of meer personen, zou Barendrecht op een betere positie uitkomen. Om vergelijk beter mogelijk te maken hebben we in onderstaand overzicht voor Barendrecht bij de rioolheffing en de afvalstoffenheffing een gemiddelde genomen van de tarieven voor twee persoonshuishoudens en huishoudens met drie of meer personen. De woonlasten voor Barendrecht komen dan uit op €736 in plaats van de door de COELO genoemde €805. Hiermee lopen de gemiddelde woonlasten in de pas met de omliggende gemeenten. Wel zijn er onderlinge verschillen in de opbouw van de gemiddelde woonlasten. Wat betreft de onroerende zaakbelasting zijn de werkelijke lasten afhankelijk van de gemiddelde woningwaarde.
Tarieven per gemeente 2013 afvalstoffen heffing Ridderkerk Zwijndrecht Hendrik-Ido Ambacht Barendrecht Albrandswaard
279,00 290,16 305,88 246,50 278,07
rioolrecht
OZB tarief
150,24 207,84 154,80 214,50 250,29
0,1104 0,1209 0,1289 0,1085 0,1182
gem. woningwaar de
Totaal
204.500 179.500 228.300 253.500 267.900
655 715 755 736 845
vergelijk gemiddelde woonlasten 2012 en 2013 met omliggende gemeenten 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Ridderkerk
Zwijndrecht
Hendrik-Ido Ambacht
Barendrecht
Albrandswaard gemeente 2012 gemeente 2013
98
§ Lokale heffingen
Beleidsbegroting Toeristenbelasting Sinds 2011 is er in Barendrecht ook sprake van toeristenbelasting. Binnen Barendrecht is er voor toeristen sprake van een drietal mogelijkheden om te overnachten. Het gaat hierbij om overnachtingen in een hotel, camping of Bed & Breakfast. Het tarief dat wordt gehanteerd is in 2011 vastgesteld op €0,75 per persoon per nacht. Voor de camping wordt voor de vaste standplaatsen gerekend met een forfait voor wat betreft de bezetting. De aanslagoplegging van de toeristenbelasting vindt achteraf plaats. In 2013 is, op basis van het nachtverblijfregister, de aanslag opgelegd over het jaar 2012. De werkelijke opbrengst toeristenbelasting sluit ook over 2012 aan bij de geraamde opbrengst van €25.000. Er is op dit moment geen aanleiding om de heffingsmaatstaf aan te passen. De opbrengsten voor toeristenbelasting zullen altijd afhankelijk zijn van het aantal overnachtingen in Barendrecht. Hiervoor is dus vooraf geen gespecificeerde betekening te maken. Gezien het feit dat met het huidige tarief de geraamde opbrengst wordt gerealiseerd, zal het tarief voor de toeristenbelasting in 2014 niet worden gewijzigd. Leges De inwoners van Barendrecht zullen in een aantal situaties te maken krijgen met leges. De belangrijkste hiervan zijn de leges voor burgerzaken (paspoort,
rijbewijs, huwelijksvoltrekking, enz), aanvraag vergunningen en omgevingsvergunningen.
APV
Bij de bepaling van de hoogte van de legestarieven zal altijd gekeken worden naar de kostendekkendheid. De kosten voor de leges worden voor het grootste deel bepaald door de hoogte van personele kosten. Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Indien de belastingplichtige niet, of slechts met veel moeite, de aanslag kan betalen, kan deze onder wettelijk vastgestelde voorwaarden in aanmerking komen voor geheel of gedeeltelijke kwijtschelding. De kwijtscheldingen lopen via het SVHW. Het aantal kwijtscheldingaanvragen is de laatste jaren gestegen. De kwijtscheldingen hebben betrekking op de afvalstoffenheffing en rioolheffing. De extra lasten, als gevolg van meer kwijtscheldingen, kunnen worden meegenomen in de totale lasten voor afvalstoffenheffing en rioolheffing. Dit zal resulteren in een geringe verhoging van het tarief. Binnen de gemeente Barendrecht is de hondenbelasting uitgesloten van kwijtschelding, omdat hier sprake is van keuzevrijheid. Overigens kan kwijtschelding alleen ten behoeve van publiekrechtelijke vorderingen geschieden.
§ Lokale heffingen
99
Beleidsbegroting
§ Duurzaam Barendrecht Inleiding In onze Externe Strategische Visie 2025 “Barendrecht investeert in ontmoeting” is de focus op duurzaamheid één van de ankerpunten. Barendrecht kiest voor een duurzame toekomst, waarin we bewuste keuzes maken door het milieu prioriteit te geven. Dit betekent het bij elkaar brengen van economische, sociale en ecologische belangen. In het coalitie-akkoord 2010 – 2014 “Samen verder voor een duurzaam Barendrecht” is aangegeven dat duurzaamheid niet alleen het realiseren van een groter milieubewustzijn en een efficiënter gebruik van energie, grond- en hulpstoffen betekent, maar ook het investeren in de sociale kwaliteit van de buurt, de samenleving, in sociale participatie, gezondheid en onderwijs. Onze inzet is, zoals beschreven in ons collegeprogramma, om mee te werken aan een duurzamere wereld. Wij gaan dan ook uit van een brede definitie van het begrip Duurzaamheid (VN-commissie Brundtland, 1987):
“Duurzame ontwikkeling gaat over het voorzien in de behoeften van de huidige generatie, zonder daarmee voor de volgende generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om in hun behoeften te voorzien”. De keuze voor de brede definitie voor duurzame ontwikkeling brengt met zich mee dat alles met elkaar verband lijkt te houden. We zijn ons er van bewust dat de duurzame opgave een complexe opgave is. Onze visie richt zich dan ook op de ecologische, sociale en economische duurzaamheid, ook wel bekend als de Triple P. Hierbij zoeken we de samenhang tussen de sociale (people), ecologische (planet) en de economische (prosperity/profit) dimensies.
de komende jaren willen concretiseren. Voor het proces van duurzame ontwikkeling volgen we twee sporen. Het interne spoor is gericht op de gemeentelijke organisatie, waarbij we verder bouwen aan de bewustwording, inzetten op kennis en innovatie en waarbij we als gemeente het goede voorbeeld willen geven. Intern spoor Voor het interne spoor zijn we als gemeente zelf verantwoordelijk om deze kansen om te zetten naar concrete acties en maatregelen. Voor onze duurzame ambities zullen de benodigde financiële middelen in de fase van de projectdefinitie moeten worden mee geraamd. Juist omdat duurzame investeringen zich (pas) op middellange termijn terugverdienen, zullen we tot innovatieve businesscases moeten komen. Het bedrijfsleven heeft, in samenwerking met kennis- en onderzoeksinstellingen, nieuwe technieken en methodes ontwikkeld op het gebied van duurzaamheid. Hiervan kunnen we als gemeentelijke overheid gebruik maken. Doen we dit niet, dan zal het realiseren van onze duurzame ambities achterblijven. Het is dan ook van belang dat de ambtelijke organisatie haar kennis over deze ontwikkelingen vergroot. Extern spoor Het externe spoor richt zich op de samenwerking met onze inwoners, ondernemers en partners om concreet invulling te geven aan een Duurzaam Barendrecht. Met de oprichting van de Duurzaamheidskring Barendrecht is hiermee de eerste stap gezet. Als gemeente zijn we één van de partners van het netwerk, maar zullen de kring ook ondersteunen en faciliteren om als zelfstandig orgaan te kunnen functioneren. Duurzame ontwikkeling kenmerkt zich als een zoektocht naar nieuwe wegen. Mede door de nieuwe werkelijkheid waarin we ons bevinden, is er ook in Barendrecht de behoefte om vernieuwend, innovatief bezig te zijn. Op thema’s zoals sociale cohesie en duurzaam voedsel in de wijk, stadslandbouw, verduurzamen van woningen, maar ook van bedrijventerreinen, windenergie, uitbreiding elektrische oplaadpalen en voorlichting aan leerlingen en inwoners over afval, recycling en een schoner milieu, zien we dat inwoners, ondernemers en partners op zoek zijn om op basis van gezamenlijk belang, samen aan de slag te gaan.
Om ons inzicht te verschaffen welke afwegingen gemaakt moeten worden, zullen we onze vraagstukken vanuit verschillende duurzame principes, zoals Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen-principes, de Trias Energetica en de Cradle to Cradle gedachte, benaderen. Deze principes vormen de leidraad voor ons handelen en klinken door in onze besluitvorming. Twee sporen Om richting te geven aan een duurzaam Barendrecht hebben we in 2012 de duurzaamheidsagenda vastgesteld. Hierin zijn de kansen weergegeven, die we
100
Veranderende rol overheid Voor het interne spoor ligt het primaat voor de acties en maatregelen bij de gemeente. Voor het andere deel zijn we afhankelijk van de inzet van onze inwoners, ondernemers en partners. Het is goed om vast te stellen dat duurzame ontwikkeling in Barendrecht leeft en een sterke behoefte aanwezig is om concrete stappen te maken. Binnen nieuwe netwerken en andere samenwerkingsverbanden, zullen we steeds moeten bepalen welke rol we als gemeentelijke overheid moeten nemen.
§ Duurzaam Barendrecht
Beleidsbegroting • Partner • Opdrachtgever • Uitvoerder • Initiator • Faciliteerder • Voorbeeldgever • Regelgever • Handhaver
communiceren in onze contacten. Gelijkertijd mag van ons verwacht worden, dat we de meer informele rol op creatieve wijze invullen, waardoor we als gemeentelijke overheid ook daadwerkelijk kunnen bijdragen aan een duurzamer Barendrecht, samen met onze bewoners, partners en ondernemers.
De invulling is afhankelijk van de situatie. We zijn er van bewust dat we altijd gehouden zijn aan de uitvoering van de formele rol, zoals vastgelegd in de wet en regelgeving. Van ons mag verwacht worden dat we hierover helder
§ Duurzaam Barendrecht
101
Financiële begroting
7. Overzicht van baten en lasten OVERZICHT VAN LASTEN EN BATEN 2014
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2012
2013
2014
2015
2016
2017
(* 1.000) lasten
baten
lasten
baten
lasten
baten
lasten
baten
lasten
baten
lasten
baten
programma Veilig leven in Barendrecht
3.927
96
4.158
36
4.555
8
4.551
8
4.531
8
4.061
8 10.126
Barendrecht werkt
19.000
9.093
20.056
9.826
19.932
9.934
19.734
10.122
20.651
10.124
21.237
Barendrecht doet mee
17.696
1.739
17.564
978
16.679
979
16.460
983
16.594
985
16.439
987
Wonen in Barendrecht
28.248
12.556
24.373
9.675
24.335
9.567
24.427
9.463
24.262
9.382
24.087
9.280
Servicegericht Barendrecht totaal lasten en baten programma's
7.633
874
7.582
906
7.559
897
7.454
897
7.389
897
7.363
897
76.504
24.358
73.731
21.421
73.059
21.386
72.626
21.474
73.427
21.396
73.187
21.298
Deelnemingen nutsbedrijven
909
904
817
817
817
817
Geldleningen
777
641
641
641
641
641
Beleggingen
57
68
68
68
68
Verzekeringen
225
Algemene uitkering Belastingen Renteresultaat
241
245
11
68 245
38.325
38.558
8.582
8.582
8.582
8.582
585
1.152
708
1.003
1.593
1.524
492
491 733
50.633
38.545
1.228
10
526
660
725
1.310
925
2.010
1.473
51.783
772
50.107
971
51.579
1.170
52.198
874
2.410
1.364
1.817
1.422
861
tekort
tekort
tekort
tekort
tekort
tekort
Veilig leven in Barendrecht
5
Barendrecht werkt
11
40.946
51.978
481
481
481
38
Barendrecht doet mee
243
218
64
83
64
83
Wonen in Barendrecht
1.560
1.428
75
921
524
241
5
98
809
5.392
283
1.968
2.617
7.179
422
2.972
resultaat na bestemming
11
8.368
482
totaal mutatie reserves
245
39.489
706
Algemene dekkingsmiddelen
11
8.134
totaal algemene dekkingsmiddelen
Servicegericht Barendrecht
245
41.023
Overige algemene dekkingsmiddelen
resultaat voor bestemming
10
354
241
354
2.200
1.480 588
2.285
390
1.478
241
410
1.178 390
1.900
1.035 410
-3.688
-140
-333
-29
-88
-5
overschot
overschot
overschot
overschot
overschot
overschot
102 overzicht van baten en lasten
241
1.276
Financiële begroting Toelichting baten en lasten Voor een toelichting op het overzicht van baten en lasten verwijzen wij naar het onderdeel “Wat heeft het gekost?” van e de verschillende programma’s. De begroting 2013 betreft de cijfers na de vastgestelde 1 bestuursrapportage 2013. Incidentele baten en lasten Voor 2014 is er nog een buffer om rijksbezuinigingen/decentralisaties via de algemene uitkering op te vangen. Hiervoor is een stelpost van €900.000 opgenomen. Voor de jaren er na is deze ruimte er niet meer. Op de andere programma’s zijn er geen incidentele baten of lasten. incidentele baten totaal incidentele baten
incidentele lasten stelpost rijksbrede bezuinigingen / decentralisaties totaal incidentele lasten
2014
2015
2016
2017
-
-
-
-
2015
2016
2017
-
-
-
2014 900.000 900.000
toelichting baten en lasten incidentele baten en lasten
103
Financiële begroting
8. Uitgangspunten (meerjaren)ramingen Voor de samenstelling van de begroting 2014 en meerjarenramingen 2015 - 2017 zijn de navolgende uitgangspunten gehanteerd. Bestaand en nieuw beleid De begrotingsramingen op de programma’s zijn gebaseerd op bestaand beleid. Er is geen nieuw beleid meegenomen, omdat dit de laatste begroting van het huidige college is. Loonkosten In de begroting is uitgegaan van de nullijn voor loonkosten. Prijscompensatie goederen en diensten De laatste tijd laat dit cijfer een stijgende lijn zien. Door de Raad is besloten het percentage van 2% uit de Voorjaarsnota 2013 te hanteren voor de begroting 2014. Dit was de raming van het CPB van maart 2013. Tariefsverhoging op inkomsten Ook hiervoor is het percentage van 2% gehanteerd. Dit geldt ook voor de belastingen en heffingen, met uitzondering van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor de afvalstoffenheffing is 0% gehanteerd en voor de rioolheffing -3%. Op de afvalinzameling is een aanbestedingsvoordeel op de verwerkingskosten behaald. Het tarief voor de afvalstoffenheffing is (nog) niet verlaagd, omdat de wijze van inzamelen in BAR verband nog niet bepaald is. De verlaging van 3% van de rioolheffing is conform het gemeentelijk rioleringsplan 2013-2016. Subsidies Bij de ombuigingen voor 2010 is besloten om voor subsidies de komende jaren geen indexering toe te passen. Dit is ongewijzigd gebleven. Rente investeringen Vanaf 2008 wordt een jaarlijks gelijkblijvend rentepercentage van 3% toegepast op de kapitaallasten, waarbij het verschil in de werkelijk betaalde rente en berekende rente wordt gesaldeerd als renteresultaat. Dit percentage is ook voor 2014 gehanteerd (rente langlopende leningen/boekwaarde investeringen 1 januari 2013= €3,6 miljoen/ €124 miljoen = 3%). Algemene uitkering De raming van de algemene uitkering is in de begroting 2014 gebaseerd op de septembercirculaire 2013. De hoogte van de algemene uikering wordt berekend op basis van lopende prijzen en dat is inclusief inflatie. Dat betekent dat het inflatiegedeelte dat hierin verdisconteert zit, afgezonderd wordt op een stelpost. We hanteren hiervoor €200.000 cumulatief per jaar. Dividenden De geraamde dividendopbrengsten zijn in 2013, aan de hand van de hoogte van het dividend zoals deze in het voorjaar in de aandeelhoudersvergaderingen zijn vastgesteld, bijgesteld. Op basis hiervan is een inschatting gemaakt voor de komende jaren. Gemeenschappelijke regelingen De werkgroep “Verbetering financiële sturing gemeenschappelijke regelingen” die is ingesteld door de Kring van Gemeentesecretarissen Rotterdam-Rijnmond heeft het indexpercentage voor 2014 bepaald op -0,1% bij ongewijzigd beleid.
104
uitgangspunten (meerjaren)ramingen
Financiële begroting
9. Uiteenzetting Financiële positie
2014
2015
2016
2017
-34.600 overschot
167.200 tekort
-729.000 overschot
-1.138.000 overschot
369.700
-400.000
2.337.500 -34.400 -120.000 -1.800.000
4.012.500 -59.300 -120.000 -2.300.000
4.173.700 -122.200 -120.000 -2.500.000
-64.900 overschot
550.300 tekort
804.200 tekort
293.500 tekort
kapitaallasten verkiezingen financiële bijdrage burgernet buurtpreventie accommodaties wet BUIG septembercirculaire storting voorziening onderhoud gebouwen mutaties na Voorjaarsnota 2013
-105.300 54.200 5.000 20.000 136.500 -279.000 405.400
-163.000
-572.400
-79.500
236.800
5.000 20.000 156.500 -279.000 335.900 -150.000 -74.600
5.000 20.000 115.500 -279.000 473.600 -150.000 -387.300
5.000 20.000 115.500 -279.000 575.000 -150.000 207.000
leges gemeentelijke basisadministratie wijkregie hondenbelasting integrale veiligheid opbrengst benzinestations voorzieningen WMO structurele mutaties 2e burap 2013
10.000 25.000 -10.000 -60.000 -70.000 -400.000 -505.000
10.000 25.000 -10.000 -60.000 -70.000 -400.000 -505.000
10.000 25.000 -10.000 -60.000 -70.000 -400.000 -505.000
10.000 25.000 -10.000 -60.000 -70.000 -400.000 -505.000
-333.100 overschot
-29.300 overschot
-88.100 overschot
-4.500 overschot
saldo Voorjaarsnota 2013
algemene uitkering meicirculaire 2013 scootmobielen vrijval storting voorziening casco onderhoud onderwijs inschatting rijksbezuinigingen/decentralisaties Voorjaarsnota 2013 saldo Voorjaarsnota na meicirculaire 2013
saldo begroting 2014
Verloop in meerjarenperspectief De meerjarenraming is sluitend. Na de Voorjaarsnota zijn er verschillende mutaties verwerkt en zijn de structurele effecten e uit de 2 bestuursrapportage 2013 meegenomen. Deze mutaties zijn hiervoor al toegelicht. Algemene uitkering De algemene uitkering is in de (meerjaren)raming, op basis van de septembercirculaire 2013, als volgt opgenomen:
algemene uitkering
2014 2015 2016 2017 40.945.800 38.324.800 38.557.500 38.544.900
Ombuigingen In de Voorjaarsnota 2013 is de stand van zaken met betrekking tot de ombuigingen opgenomen. Hieruit bleek dat alle voorstellen functioneel verwerkt zijn, met uitzondering van het voorstel om zonnecollectoren te plaatsen op gemeentelijke gebouwen. Hiervoor is een structurele besparing van €10.000 opgenomen als stelpost onder de algemene dekkingsmiddelen. Reserves
algemene reserve reserve grondbedrijf kapitaallasten reserves overige bestemmingsreserves totaal reserves
1-1-2014 1-1-2015 1-1-2016 1-1-2017 11.777.000 11.777.000 11.777.000 11.777.000 9.709.000 9.709.000 9.709.000 9.709.000 10.320.000 8.839.000 7.361.000 6.183.000 14.724.000 11.051.000 7.049.000 6.807.000 46.530.000 41.376.000 35.896.000 34.476.000
uiteenzetting financiële positie
105
Financiële begroting De reservepositie van de gemeente Barendrecht is uitstekend met een ratio van 2,64 van voor de algemene reserve. Ook de reserve grondbedrijf is voldoende hoog om de gekwantificeerde risico’s binnen de grondexploitaties op te vangen. Per exploitatie is een risico-analyse uitgevoerd en de totale risico’s bedragen €8,3 miljoen. Voor verlieslatende grondexploitaties zijn voorzieningen gevormd voor ca. €20 miljoen. Hierna is een overzicht van alle reserves en voorzieningen opgenomen. Bij het vaststellen van de Voorjaarsnota 2012 is besloten geen kapitaallasten reserves meer te vormen. De omvang van deze reserves zal de komende jaren dus afnemen en dekken niet gedurende de hele afschrijvingstermijn de kapitaallasten van de investeringen. Dit nadeel wordt echter opgevangen door lagere totale kapitaallasten de komende jaren. Naar verwachting nemen de afschrijvingen af van €7 miljoen in 2014 naar €5,6 miljoen in 2030.
106
uiteenzetting financiële positie
Financiële begroting
10. EMU saldo 2013 x € 1000,-
2014 x € 1000,-
2015 x € 1000,-
Volgens realisatie tot en met sept. 2013, aangevuld met raming resterende periode
Volgens begroting 2014
Volgens meerjarenraming in begroting 2014
Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
-2.410
-1.364
-1.817
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
6.158
7.086
7.096
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
1.388
1.531
1.304
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
15.885
24.303
24.082
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
9.047
25.745
20.630
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
4.393
18.335
23.238
1.793
1.500
1.500
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11 a b
Verkoop van effecten: Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
ja
nee
-17.196
EMU saldo
ja
nee
-25.960
ja
nee
-16.391
107
Financiële begroting
11. Reserves en voorzieningen De reserves en voorzieningen worden twee maal per jaar getoetst, bij de begroting en de jaarrekening en voorstellen worden daarin meegenomen. De nota reserves en voorzieningen is meer een beleidsmatig document dat niet elk jaar geactualiseerd hoeft te worden, maar bijvoorbeeld één keer in de vier jaar. Dit jaar is er geen nota opgesteld, maar is wel in de begroting een overzicht van de reserves en voorzieningen in 2014 opgenomen. Er wordt voorgesteld om de storting in de voorziening onderhoud gebouwen vanaf 2015 met €150.000 te verlagen.
Naam Reserve / Voorziening
saldo per stortingen onttrekkingen 31-12-2013 2014 2014
Algemene Reserve Reserve Grondbedrijf TOTAAL ALGEMENE RESERVES Bestemmingsreserve noodlokalen Dalton Lyceum Bestemmingsreserve gemeentehuis Bestemmingsreserve Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Bestemmingsreserve jeugdvoorziening Bestemmingsreserve cluster 4 Bestemmingsreserve RMPI Bestemmingsreserve pand bibliotheek Bestemmingsreserve vrachtwagenparkeerplaats Bestemmingsreserve uitbreiding begraafplaats Bestemmingsreserve noodvoorziening Carnisselande TOTAAL BESTEMMINGSRESERVES T.B.V. KAPITAALLASTEN Bestemmingsreserve afvalstoffenheffing Bestemmingsreserve stedelijke infrastructuur Bestemmingsreserve vervanging bomen Bestemmingsreserve Zuidpolder Bestemmingsreserve Centrum Jeugd en Gezin Bestemmingsreserve transitie AWBZ naar WMO Bestemmingsreserve transitiekosten jeugdzorg Bestemmingsreserve volkshuisvesting Bestemmingsreserve elektronisch kinddossier Bestemmingsreserve BAR samenwerking Bestemmingsreserve particuliere grondexploitaties Bestemmingsreserve rekenkamer Bestemmingsreserve overkapping NS station Bestemmingsreserve implementatie ombuigingen Bestemmingsreserve MAVA Bestemmingsreserve riolering TOTAAL OVERIGE BESTEMMINGSRESERVES TOTAAL BESTEMMINGSRESERVES
11.777.470 9.708.785 21.486.255 348.382 371.647 2.687.512 585.465 2.304.136 2.001.126 1.272.971 245.096 62.951 440.208 10.319.494 106.353 1.732.021 75.000 5.924.493 0 105.145 11.544 843.624 58.786 243.509 391.822 16.028 4.072.200 416.664 165.300 561.416 14.723.905 25.043.399
108
reserves en voorzieningen
0
0 524.000
64.000
588.000 588.000
0 348.382 224.700 348.600 173.100 119.600 71.200 39.200 62.951 92.900 1.480.633 p.m. 481.000 p.m. 2.985.700 p.m. p.m. 150.000 82.500 100.000 p.m. p.m. 241.300 220.000 p.m. p.m. 4.260.500 5.741.133
mutatie saldo in 2014 0 0 0 -348.382 -224.700 -348.600 0 -173.100 -119.600 -71.200 -39.200 -62.951 -92.900 -1.480.633 524.000 -481.000 0 -2.985.700 0 0 0 -150.000 -18.500 -100.000 0 0 -241.300 -220.000 0 0 -3.672.500 -5.153.133
saldo per 31-12-2014 11.777.470 9.708.785 21.486.255 0 146.947 2.338.912 585.465 2.131.036 1.881.526 1.201.771 205.896 0 347.308 8.838.861 630.353 1.251.021 75.000 2.938.793 0 105.145 11.544 693.624 40.286 143.509 391.822 16.028 3.830.900 196.664 165.300 561.416 11.051.405 19.890.266
Financiële begroting
Naam Reserve / Voorziening
saldo per stortingen onttrekkingen 31-12-2013 2014 2014
Voorziening pensioenen wethouders Voorziening wachtgelden voormalige wethouders Voorziening glasschade Voorziening planschades Voorziening btw cluster 3 Voorziening btw grasmasterveld De Bongerd Voorziening btw Sportpark Smitshoek Voorziening btw cluster 5 Voorziening btw cluster 6 Voorziening btw renovatie atletiekbaan Voorziening Bijdorp Zuid Voorziening Uitbreiding Ziedewij Voorziening Ter Leede Voorziening Lagewei fase 2 en 3 Voorziening Barendrecht Noord Voorziening overdracht wijken Carnisselande subtotaal voorzieningen verplichtingen en risico's Voorziening nazorg geluidswal Voorziening kunstwerken Voorziening woningen en panden Voorziening openbare verlichting Voorziening riolering Voorziening onderhoud gebouwen Voorziening casco onderhoud onderwijs Voorziening waterplan Voorziening parkeerplaatsen Carnisselande Voorziening kunstbudget Carnisselande subtotaal onderhoudsvoorzieningen Voorziening geluidbeleid Voorziening Barendrechtseweg subtotaal voorzieningen gebonden bestemming (subidies) subtotaal voorzieningen (passiva zijde balans) Voorziening locatie LOC Voorziening De Boom (grex) Voorziening Centrumontwikkeling (grex) Voorziening Bedrijventerrein-Oost (grex) Voorziening Lagewei (grex) Voorziening Hooimeijer (land van Barendreght) (grex) Voorziening Hockey Ziedewij (grex) subtotaal voorzieningen grexen Voorziening dubieuze debiteuren TOTAAL VOORZIENINGEN TOTAAL RESERVES EN VOORZIENINGEN
3.448.487 0 6.427 0 1.142.651 54.943 255.977 551.148 1.479.944 91.070 32.419 35.553 80.889 28.631 48.164 1.345.906 8.602.208 165.191 0 9.000 745.636 13.178.744 2.504.279 589.343 538.500 0 0 17.730.694 93.996 57.093 151.089 26.483.990 2.102.000 2.398.000 2.573.000 2.800.000 6.168.000 1.073.000 2.690.000 19.804.000 464.779 46.752.769 93.282.423
196.600
p.m.
40.500
40.500
237.100
p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. 40.500
275.300 768.400 888.500 120.000
2.052.200
0 2.289.300
0 10.000 2.299.300 2.887.300
reserves en voorzieningen
p.m. 183.000 p.m. 762.400 p.m. 150.000
1.095.400 p.m. p.m. 0 1.135.900 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. 0 p.m. 1.135.900 6.877.033
mutatie saldo in 2014 196.600 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 196.600 0 0 0 92.300 768.400 126.100 120.000 -150.000 0 0 956.800 0 0 0 1.153.400 0 0 0 0 0 0 0 0 10.000 1.163.400 -3.989.733
saldo per 31-12-2014 3.645.087 0 6.427 0 1.142.651 54.943 255.977 551.148 1.479.944 91.070 32.419 35.553 80.889 28.631 48.164 1.345.906 8.798.808 165.191 0 9.000 837.936 13.947.144 2.630.379 709.343 388.500 0 0 18.687.494 93.996 57.093 151.089 27.637.390 2.102.000 2.398.000 2.573.000 2.800.000 6.168.000 1.073.000 2.690.000 19.804.000 474.779 47.916.169 89.292.690
109
Financiële begroting
12. Subsidies
BELEIDSTERREIN
SOORT SUBSIDIE eenmalige projectsubsidie
BEGROTING 2014
Onderwijs
eenmalige projectsubsidie
37.200
Jeugd
eenmalige projectsubsidie
63.300
Cultuur
structurele budgetsubsidie
1.787.800
Onderwijs
structurele budgetsubsidie
550.500
Maatschappelijke participatie en zorg
structurele budgetsubsidie
2.498.200
Specifiek
structurele waarderingssubsidie
800
Sport
structurele waarderingssubsidie
171.400
Cultuur
structurele waarderingssubsidie
53.600
Jeugd
structurele waarderingssubsidie
16.900
Maatschappelijke participatie en zorg
structurele waarderingssubsidie
31.600
Evenementen
43.900
5.255.200
110
subsidies
Financiële begroting
13. Investeringen
investering beweegbare wegafsluitingen
2014 11.400
herinrichting infrastructuur haltevoorzieningen
89.000
parkeergarage Centrumontwikkeling verkeersafwikkeling BT Oost
481.000
verkeer
581.400
vervangingen wagenpark wagenpark
330.000 330.000
gebouw MFA Kruidentuin voorbereiding MFA Kruidentuin
100.000
noodhuisvesting MFA Kruidentuin
324.000
2015 11.400
2016 11.400
2.768.600 481.000
2.768.600 481.000
3.261.000 396.300 396.300
3.261.000 201.000 201.000
2017 11.400
11.400 314.600 314.600
5.109.000
gebouw St. Kinderopvang Barendrecht (MFA Kruidentuin) gebouw Centrum Jeugd en Gezin (MFA Kruidentuin)
1.362.800 1.387.000
buitenruimte MFA Kruidentuin
597.400
gebouw MFA Vrouwenpolder kinderopvang MFA Vrouwenpolder
932.500 691.000
gymnastiek en piekruimten MFA Lagewei
1.500.000
eerste inrichting gymnastiek en piekruimten MFA Lagewei gymnastiekvoorziening Groen van Prinsterer eerste inrichting gymnastiekvoorziening Groen van Prinsterer gebouw jongerencentrum tijdelijke huisvesting Dalton Lyceum
1.556.600 431.700
620.000 50.000 666.000
300.000 608.000
sloopkosten noodlokalen Dalton Lyceum vervangende nieuwbouw Dr. Schaepmanschool
42.000 2.200.000
bouwplanontwikkeling en begeleiding LOC
8.000
permanente uitbreiding school LOC onderwijsleerpakket LOC
11.655.600
gymnastiekvoorziening LOC
1.737.000
eerste inrichting gymnastiekvoorziening LOC sportvoorziening LOC
4.000.000 830.000 600.000 180.000
400.000
plusprogramma LOC - MBO
1.320.000
voorbereiding IHP II 4 groepen Smitshoek en 1 groep Driehoek
300.000
100.000 80.000
1 groep Smitshoek, 1 groep Driehoek en 1 groep Vrijenburg
48.000
2 groepen Smitshoek, 1 groep Driehoek en 1 groep Vrijenburg 1 groep Vrijenburg gebouwen
64.000 16.000 20.184.100
veld 4 BVV (natuurgras) sportpark De Bongerd veld 4 VV Smitshoek (kunstgras) sportpark Smitshoek
18.944.500
672.000
16.000
80.000 270.000
atletiekbaan sportpark De Bongerd veld 2 BVV (natuurgras) sportpark De Bongerd
244.600 80.000
veld 3 BVV (natuurgras) sportpark De Bongerd
80.000
sport vervangen bomen Middeldijk
80.000
vervangen speelvoorzieningen spelen en groen ondergrondse containers vulgraadsensoren
270.000
244.600 60.000
160.000
310.000
310.000
310.000
310.000
310.000 1.300.000
310.000
370.000
310.000
1.780.000 389.000
698.500
354.000
308.000
-389.000
-698.500
-354.000
-308.000
900.000 137.500 1.037.500
900.000
900.000
900.000
480.000
reiniging vervanging riolering dekking uit voorziening riolering riolering ICT investeringen vervangen meubilair werkplekken bedrijfsvoering TOTAAL
24.303.000
investeringen
900.000 24.081.800
900.000
900.000
5.648.600
1.712.000
111
Legenda afkortingen
Afkorting
Omschrijving
AB A&G AGF AMvB AMW ANDEZ AVR AWBZ B&W BAG BAR BBV BCF BDU BGT BHV BNG BOA BPZ BSO BT BUIG BVO BWS CAV CJG CKV COELO CPB DCMR DIV DSP DT DTA DTATM DVO EER EL&I EMU EPC EPL ESV FIDO FLO FSC GBA GBKN GGD GHOR GMK GOA GOBIS GOSA GRP HEP HNW HRM IAU IBOR ICT
Algemeen Bestuur Ambulancezorg en Geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen Aardappelen Groente en Fruit Algemene Maatregel van Bestuur Algemeen Maatschappelijk Werk Alphen a/d Rijn, Nieuwegein, Delft, Ede en Zoetermeer AfvalVerwerking Rijnmond Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Burgemeester & Wethouders Basisregistratie Adressen en Gebouwen Barendrecht Albrandswaard Ridderkerk Besluit Begroting en Verantwoording BTW Compensatie Fonds Buitengewone DoelUitkeringen Basisregistratie Grootschalige Topografie BedrijfsHulpVerlening Bank Nederlandse Gemeenten Buitengewoon OpsporingsAmbtenaar Bestuurs –en Publiekszaken BuitenSchoolse Opvang BedrijvenTerrein Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten Bruto VloerOppervlakte Besluit Woninggebonden Subsidies Christelijke AtletiekVereniging Centrum Jeugd en Gezin Cultuur en Kunstzinnige Vorming Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Centraal Plan Bureau Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond Documentaire Informatie Voorziening Document StructuurPlan Directie Team Directie Team en Afdelingsmanagers Directie Team, Afdelingsmanagers en TeamManagers DienstVerleningsOvereenkomst Europese Economische Ruimte Ministerie van Economische Zaken, landbouw en Innovatie Europese Monetaire Unie Energie Prestatie Coëfficient Energie Prestatie op Locatie Externe Strategische Visie FInanciering Decentrale Overheden Functioneel LeeftijdsOntslag Forest Stewardship Council Gemeentelijke Basis Administratie Grootschalige BasisKaart Nederland Gemeentelijke GezondsheidsDienst Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeenschappelijke Meldkamer Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid Gebouwen Onderhoud Beheer Informatie Systeem Gemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak Gemeentelijk Riolerings Plan Het Elastisch Perspectief Het Nieuwe Werken Human Resource Management Incidentele Aanvullende Uitkering Integraal Beheer Openbare Ruimte Informatie en Communicatie Technologie
112
Legenda afkortingen
Afkorting
Omschrijving
IGZ IHP I&M IOAW IOAZ IVB JOS KCC KING KMS KRW KWB LEA LNV LOC MAU MFA MJOP MPG MTO NAR NEN NME NRIJ NS NZA OBEO OLP+M OMMIJ OOGO OTO OZB P&C PGB PNB PVE RAD RAS RBRR RDW REO RGSP RIE RIEC RIVV RMC RMPI RNI ROD ROTS RSA RUD RUDDO RVVP SISA SGB SLAG SLOK SMART SVHW SWUNG SZW UFDO UWV
Inspectie voor de GezondheidsZorg Integraal Huisvestingsplan Ministerie van Infrastructuur en Milieu Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen Integraal VeiligheidsBeleid Jeugd Onderwijs Samenleving KlantContactCentrum KwaliteitsInstituut Nederlandse Gemeenten Klachten Meld Systeem Kader Richtlijn Water Kreatief Werkhuis Barendrecht Lokale Educatieve Agenda Landbouw Natuur en Voedselveiligheid Lokaal OpleidingsCentrum Meerjarige Aanvullende Uitkering MultiFunctionele Accommodaties MeerJaren OnderhoudsPlanning MeerjarenProgramma Grondexploitaties Medewerkers Tevredenheids Onderzoek Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement Nederlands Normalisatie instituut Natuur- en milieu-educatie Natuur en Recreatieschap IJsselmonde Nederlandse Spoorwegen Nederlandse ZorgAutoriteit Optimalisering Beheer, Exploitatie en Onderhoud gemeentelijke accommodaties Onderwijs LeerPakket en Materiaal OntwikkelingsMaatschappij Midden-IJsselmonde Op Overeenstemming Gericht Overleg Opleiden, Trainen en Oefenen Onroerende ZaakBelasting Planning & Control PersoonsGebonden Budget Prijs Nationale Bestedingen Plan Van Eisen Regionale Ambulance Dienst Regionale Agenda Samenleving Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond RijksDienst voor het Wegverkeer Regionaal Economisch Overleg Regionaal Groenblauw Structuurplan Risico Inventarisatie en Evaluatie Regionaal Informatie en Expertise Centrum Regionaal Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer Regionaal Meld en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Rotterdams Medisch Pedagogisch Instituut Registratie Niet Ingezetenen Recreatie Om De Stad Regionaal OpsporingsTeam Sociale recherche Regionaal Strategische Agenda Regionale Uitvoerings Dienst Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden Regionale Verkeers- en VervoersPlan Single Information Single Audit Stichting Gebouwen Beheer Samenwerkende Landschaps Advies Groep Stichting Lokale Klimaatinitiatieven Specificiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden Samenwerking Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling Samen Werken in de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Uitvoeringsregeling Financiering Decentrale Overheden Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen
Legenda afkortingen
113
Afkorting
Omschrijving
VAVO VBO VINEX VNG VO VRI VROM VRR VTA VVE VVN VVTV WABO WAZ WEB WGR WION WMO WOZ WRO WSW WWNV WWB ZAT ZHEW
Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs Vereniging Barendrechtse Ondernemers VIerde ruimtelijke Nota Extra Vereniging Nederlandse Gemeenten Voortgezet Onderwijs VerkeersRegelInstallaties Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening Milieubeheer VeiligheidheidsRegio Rijnmond Voorbereiding Toezicht Advies Voor –en Vroegschoolse Educatie Veilig Verkeer Nederland Voorlopige Vergunning Tot Verblijf Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Ambulance Zorg Wet Educatie en Beroepsonderwijs Wet Gemeenschappelijke Regelingen Wet Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netten Wet Maatschappelijke Ondersteuning Waardering Onroerende Zaken Wet Ruimtelijke Ordening Wet Sociale Werkvoorziening Wet Werken Naar vermogen Wet Werk en Bijstand Zorg en Advies Team Zuid Hollandse Eilanden Waarden
114
Legenda afkortingen