1
2
Inhoudsopgave Pagina
1. Aanbieding Programmabegroting 1.1. Inleiding 1.2. Beleidsontwikkelingen 1.3. Financiële beschouwingen
5 6 10
1.3.1. Inleiding
10
1.3.2. Meerjarenbegroting baten en lasten
11
1.3.3. Meerjarenbegroting balansposities
19
1.3.4. Financiële positie
23
2. Programmaplannen
25
Programma 1: Burger en bestuur
26
Programma 2: Veiligheid
30
Programma 3: Jeugd en onderwijs
33
Programma 4: Leefbaarheid
38
Programma 5: Zorg, arbeid en inkomen
45
Programma 6: Economische zaken Programma 7: Afval
55 59
Programma 8: Openbare ruimte
62
Programma 9: Bouwen en wonen
70
Algemene dekkingsmiddelen
78
Ondersteunende producten en kostenplaatsen
86
3. Paragrafen
89
3.1. Algemeen
90
3.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
91
3.2.1. Uitgangspunten
91
3.2.2. Risico-inventarisatie
92
3.2.3. Weerstandsvermogen
95
3.3. Financiering en risicobeheersing
99
3.3.1.Schuldpositie en risicobeheersing
99
3.3.2. EMU-saldo
102
3.3.3. Financiering en wet Fido
103 3
3.4. Lokale heffingen
106
3.5. Onderhoud kapitaalgoederen
109
3.6. Bedrijfsvoering
115
3.7. Grondexploitatie
121
3.8. Verbonden partijen
125
4. Financiële begroting
133
4.1. Overzicht van baten en lasten
134
4.1.1. Baten en lasten grondexploitatie
136
4.1.2. Baten en lasten activiteiten algemene dienst
136
4.1.3. Overzicht incidentele baten en lasten
137
4.2. Meerjarenraming vermogenspositie
138
4.2.1. Investeringen en kapitaallasten
139
4.2.2. Stand en verloop van de Reserves
140
4.2.3. Structurele onttrekkingen aan reserves
142
4.2.4. Stand en verloop van de voorzieningen
143
Bijlagen: I Investeringsprogramma
145
II Overzicht Autonome ontwikkelingen
147
III Staat van reserves
149
IV Staat van voorzieningen
150
V Afkortingenlijst
151
4
HOOFDSTUK 1
Aanbieding programmabegroting 1.1. Inleiding Graag presenteren wij u de begroting voor het jaar 2015. De inwoners van Vught hebben de coalitie het vertrouwen gegeven van een tweede termijn. Hierdoor wordt het voor de coalitie mogelijk om door te gaan op de ingeslagen weg. Niet voor niets heet het bestuursakkoord dan ook ‘Kracht door continuïteit’. In het coalitieakkoord is vastgelegd wat we de komende vier jaar in Vught gerealiseerd willen hebben en wat de politieke visie en het gedachtengoed daarachter is. Beleid en visie zijn in deze programmabegroting vertaald in concrete activiteiten die komend jaar worden uitgevoerd. Een van de speerpunten voor 2015 is een goede uitvoering van de Jeugdwet, de Participatiewet en de nieuwe Wmo. Het uitgangspunt hierbij is dat inwoners van Vught vooral aangereikt krijgen hoe ze een beroep kunnen doen op de eigen kracht en hoe we als samenleving meer oog krijgen voor een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de leefomgeving. Wel stellen we hierbij een heldere kwaliteitsnorm: niemand in Vught mag tussen wal en schip vallen. De door Vught zo zwaar bevochten verdiepte ligging van het spoor betekent een flinke aanslag op het gemeentelijk budget. Het komend jaar brengen wij in beeld hoe de financiële gevolgen opgevangen kunnen worden. Als andere opties onvoldoende soelaas bieden is een laatste optie de verhoging van de OZB als tijdelijke investering in de leefbaarheid en bereikbaarheid van Vught op de lange termijn. Belangrijk vinden wij het ook dat burgers het gevoel hebben in onze gemeente veilig te wonen. Aan de ene kant doen we dat door in te zetten op meer wijkagenten en voorlichtingscampagnes. Aan de andere kant door in te zetten op veilige wegen met extra aandacht voor schoolgaande jeugd. Vught wil graag als zelfstandige gemeente door. Dit heeft niet alleen consequenties voor de wijze waarop wij samenwerken met de Meierijgemeenten; het heeft ook gevolgen voor de ontwikkeling van de ambtelijke organisatie. We gaan bijvoorbeeld onderzoeken hoe we zo optimaal mogelijk gebruik kunnen maken van de onmiskenbare kwaliteiten die bij Vughtse burgers aanwezig zijn. We gaan daarnaast onze medewerkers prepareren voor de overheidstaken van de toekomst. En we brengen kennis en kunde zo bij elkaar dat we de Vughtse samenleving in gezamenlijkheid blijven versterken en verbeteren. Deze programmabegroting is anders dan u de laatste jaren gewend was te ontvangen. We hebben scherp aangestuurd op het heel concreet benoemen wat we in 2015 gaan doen. En daarbij aan te geven op basis van welke ontwikkelingen en kaders dit plaatsvindt. Hierdoor zijn we als college beter in staat om te sturen op resultaat en kan het management het proces hiertoe beter bewaken. Het resultaat is een meer reële begroting met een scherpere focus op de belangrijke uitdagingen. Burgemeester en wethouders van Vught, de secretaris,
de burgemeester,
drs. H.C. de Visch Eybergen
R.J. van de Mortel
5
1.2. Beleidsontwikkelingen Burger en bestuur Samen met burgers, instellingen en bedrijven plannen maken en besluiten nemen, dat hanteren wij als uitgangspunt om Vught te besturen. Niet alleen vanuit het raadhuis besturen maar juist door bij besluitvormingsprocessen de Vughtse samenleving te betrekken. Daarom gaan wij initiatieven van burgers, instellingen, verenigingen en ondernemers stimuleren, en verbinden. Daarbij laten wij graag ruimte voor actief burgerschap en ondernemerschap.
Veiligheid De gemeente Vught wordt in alle opzichten veiliger: de misdaadcijfers dalen, het veiligheidsgevoel stijgt en met de verdieping van het spoor in zicht, wordt ook het verkeer een stuk veiliger. Om op deze weg te blijven, is blijvende inzet met vereende krachten nodig. Samen met de politie, BOA, Buurtpreventie en vele andere partijen blijft Vught zich inzetten om dé gemeente in Noord-Brabant te zijn waar het prettig, rustig en vooral veilig wonen en werken is.
Jeugd en onderwijs Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor nagenoeg de gehele jeugdzorg. Hierover zijn in regioverband afspraken gemaakt. Centraal in het jeugdbeleid in 2015 staat de doorontwikkeling van het basisteam jeugd en gezin (BJG) dat onderdeel uitmaakt van het Team Sociaal Domein. In 2015 start de bouw van de school in Cromvoirt. Voor Vught Zuid (De Baarzen en De Wieken) moeten we nog de nodige stappen in de planvorming en bouwvoorbereiding zetten. Als deze projecten zijn afgerond zijn alle scholen in Vught gehuisvest in permanente gebouwen van goede kwaliteit en ligt de totale verantwoordelijkheid voor de instandhouding en het onderhoud bij de schoolbesturen.
Leefbaarheid Sport is een bindende factor in de samenleving. Wij zien onze rol daarbij als faciliterend en ondersteunend aan initiatieven vanuit de samenleving. De sportverenigingen zijn een onmisbare partner om het sportbeleid te realiseren. Een kwalitatief goed cultuuraanbod maakt Vught ook een prettige woongemeente. Cultuurbeleving draagt bij aan een volwaardig burgerschap, zoals ontmoeting en culturele activiteiten de leefbaarheid van Vught bevorderen. In het kader van het accommodatiebeleid is jongerencentrum Elzenburg in gebruik genomen. Er wordt een plan opgesteld over de invulling van de functies in het centrum en een beleid wordt opgesteld over de invulling van wijksteunpunten. Tot slot worden de locaties die niet nodig zijn voor het accommodatiebeleid afgestoten. In het bestuursakkoord “Kracht door continuïteit” staan preventie, voorlichting en vroegtijdig signaleren als prioriteiten opgenomen. Deze voeren we uit binnen ons gezondheidsbeleid welke is opgenomen in het Wmo beleidsplan 2015-2016. Er zijn ambities geformuleerd rondom kinderen en jongeren, ouderen, dementie, sportief samenleven en onveiligheidsgevoelens bij jongeren. Doel van het lokale gezondheidsbeleid is het bevorderen van de gezondheid van de inwoners van Vught. In 2015 wordt een nieuw subsidieprogramma vastgesteld voor de periode 2016-2019 dat bijdraagt aan de initiatieven van burgers, verenigingen en instellingen. 6
Zorg, arbeid en inkomen Per 1 januari 2015 zijn de decentralisaties een feit. Vanaf dat moment is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van een aantal nieuwe taken, die voortvloeien uit de Jeugdwet (zie programma 3), de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en de Participatiewet. Naast nieuwe taken krijgen we ook te maken met nieuwe doelgroepen. Centrale doelstelling is: iedereen doet naar vermogen mee. We sluiten zoveel als mogelijk aan op de eigen kracht van inwoners en hun omgeving, en van de kracht van Vught in de vorm van vrijwilligers(-organisaties). Daar waar oplossingen in het gewone leven tekort schieten, kan een beroep worden gedaan op professionele ondersteuning. Ook ondersteunen we burgerinitiatieven en betrekken we burgers bij de diverse ontwikkelingen. Bij de uitvoering is het uitgangspunt “één gezin, één plan, één regisseur”. Daarom is gekozen voor intensieve samenwerking in het Team Sociaal Domein Vught (werknaam). De centrale doelstelling is er ook op gericht dat iedereen ook in het arbeidsproces mee kan doen, zoveel mogelijk binnen regulier werk. Wij zullen diverse middelen inzetten voor re-integratie maar maken juist ook gebruik van de eigen organisatie. Omdat de arbeidsmarkt het lokale niveau overstijgt, nemen wij deel aan het regionale Werkbedrijf, een netwerkorganisatie, waarin mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk worden geholpen. Het totale budget voor uitkeringen en voor instrumenten gericht op re-integratie neemt echter af ten opzichte van de huidige situatie. Door veel activiteiten zelf uit te voeren en efficiënt te werken vangen wij deze kortingen naar verwachting op. Daar waar een te laag inkomen deelname aan de samenleving beperkt voeren we een actief armoedebeleid, samen met de maatschappelijke partners in Vught.
Economische zaken Verdere doorontwikkeling van recreatie en toerisme vanuit economisch perspectief. Speciale aandacht hierbij is er voor de samenhang met het culturele erfgoed. Vught beschikt over veel - nu nog te weinig benutte- potentie op het vlak van toerisme en recreatie. Wij gaan de samenhang tussen het cultureel erfgoed en recreatieve mogelijkheden verankeren in een visie. De doelstelling is om Vught op kaart te zetten als toeristische gemeente en het vergroten van werkgelegenheid. We willen het Moleneindplein veilig, aantrekkelijk en toekomstbestendiger maken. Samen met belanghebbenden stellen we een visie op. De signalen uit de Vughtse bedrijfsleven faciliteren wij zo veel mogelijk, zoals de groeiende behoefte voor het uitoefenen van een beroep aan huis en het aanleggen van de glasvezel in het buitengebied.
Afval Grondstoffen worden steeds schaarser, dat vraagt om een duurzame afvalinzameling en -verwerking. Deze (mondiale) ontwikkeling, van afval naar grondstof, stelt kaders voor het gemeentelijke afvalbeleid. De verwerkingskosten vallen lager uit, burgers scheiden beter en opbrengsten vallen hoger uit. Het biedt meer kansen. Gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het afval, het vermarkten van afvalstromen, nascheiden in plaats van bron scheiden zijn voorbeelden. Het vraagt om samenwerking met andere gemeenten. De herijking van het afvalbeleid en het aanbesteden van de afvalinzameling bieden mogelijkheden voor een verdere verduurzaming van het Vughtse afval voor de komende jaren. 7
Openbare ruimte Nu het Rijk en Provincie hebben ingestemd met de verdiepte ligging van het spoor wacht ons een grote opgave. De werkzaamheden aan de N65 en het spoor kennen een enorme omvang, zowel in euro’s, tijd als impact op de Vughtse samenleving. We zijn in gesprek met onze partners, zoals Provincie, Rijk en Prorail, maar ook maatschappelijke partijen en inwoners worden straks betrokken. We willen een maximaal verdiepte ligging van het spoor Vught, met zoveel mogelijk dekplaten erop. Het viadukt N65 en spoor draait daarbij om: het spoor komt ter plaatse van het huidige viadukt verdiept, de N65 kruist op maaiveld. Er is aandacht voor een goede oplossing voor Vught Noord en Vught Zuid, participatie van bewoners die zich gehoord moeten voelen, verkennen van een Ontwikkelingsmaatschappij voor dienstverlening. Ten aanzien van de N65 streven we naar zoveel mogelijk ongelijkvloerse kruispunten (maximaal te realiseren binnen het beschikbare budget) en maximaal behoud ruimtelijke kwaliteit Vele vragen worden momenteel onderzocht: welke kosten vallen onder de bijdrage van 16,7 miljoen, wanneer komen welke uitgaven, wat doen/kunnen we in eigen beheer, welke fiscaliteiten zijn van toepassing en welke helpende hand wil de Provincie bieden bij de bekostiging? Bij de opmaak van deze begroting zijn de vragen nog niet beantwoord. Wat weten we wel? Voor de werkzaamheden aan de N65 is vanaf 2012 een bestemmingsreserve gevormd en zijn meerjarig middelen vrijgemaakt in de begroting waardoor in 2021 een bedrag van 11,3 miljoen beschikbaar is. Voor de bijdrage in de verdiepte ligging gaan we nu uit van een bijdrage van 16,7 miljoen. Deze bijdrage is niet verwerkt in de meerjarencijfers tot en met 2018. Simpelweg omdat we de antwoorden op bovenstaande vragen nog niet hebben. Uitgaande van een rentepercentage van 3,5% en een afschrijving van 40 jaar is dit een structurele last van jaarlijks circa 1 miljoen euro. Deze komt dus bovenop het tekort van 1,7 miljoen euro die we nu in 2018 voorzien. Aan welke knoppen kunnen we draaien? Inzetten van onze reserves ter dekking van de afschrijvingslasten, een inzet van 10 miljoen van onze reserves geeft een ruimte van jaarlijks € 250.000 in de begroting. Verhoging van de OZB, een verhoging van de tarieven met 1% brengt jaarlijks ca € 70.000 op. Keuzes maken op basis van de notitie Inventarisatie ombuigingsmogelijkheden. De indicatoren uit “waar staat je gemeente.nl“ geven, ondanks de doorgevoerde bezuinigingen, tot op heden nog steeds een bovengemiddelde resultaat weer van de beleving van de openbare ruimte. Dit wijzen wij toe aan de integrale aanpak die op het resultaat een positieve invloed heeft. De komende jaren gaan wij hiermee door. Daarnaast gaan wij ons volop richten op het inpassen van het project Rijksinfra in het MOR. Hiermee proberen we de overlast die het project Rijksinfra op het gebruik van de openbare ruimte voor de Vughtenaren met zich meebrengt te beperken. Ons wacht een grote uitdaging die we met groot enthousiasme aangaan. De veiligheid van de weggebruiker en met name die van de schoolgaande jeugd heeft continue onze aandacht. De leerlingenstromen richting Elzenburg krijgen binnen het in 2015 te realiseren project Wolfskamerweg extra aandacht.
Bouwen en wonen We gaan voor groen, duurzaam wonen in Vught met allure, onder andere volgens de in de Structuurvisie 2013 opgenomen uitgangpunten en het bestuursakkoord: 8
Een gevarieerde bevolkingsopbouw per wijk. Per wijk inspelen op de behoefte aan woningen voor jongeren en ouderen. De ruimtelijke kwaliteit en identiteit van de wijk zijn bepalend voor het type woning dat gebouwd kan worden. Variatie tussen de wijken; Het zo lang mogelijk zelfstandig wonen door ouderen Fasering van woningbouwlocaties mede op basis van de bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit van Vught.
Bij woningbouwontwikkelingen zetten we in op: Doorstroming, collectief particulier opdrachtgeverschap, zorgwonen, middeldure en dure huur, duurzaamheid en levensloopbestendigheid. Centrumplan-Oost willen we ontwikkelen tot een aantrekkelijk verblijfsgebied, zodat in samenhang met Centrumplan-West een aantrekkelijk winkel- en verblijfsklimaat in het hart van Vught ontstaat. We willen de economische potentie van de zorgsector en hieraan gelieerde bedrijvigheid maximaal benutten en Vught profileren als centrum van zorginnovatie. Hiervoor maken we een gebiedsvisie voor het terrein Voorburg. Vught wil zich profileren als duurzame gemeenten, waar het goed en veilig wonen is. Hiervoor zetten we niet alleen in op de traditionele milieuthema’s. Ook de gestructureerde aanpak van duurzaamheid levert een belangrijke bijdrage aan een goed woonklimaat.
9
1.3. Financiële beschouwingen 1.3.1. Inleiding Als gevolg van de kredietcrisis en de daaropvolgende economische crisis staan de gemeentelijke financiën al een aantal jaren onder grote druk. Een aanzienlijk deel van de door het Rijk nodig geachte bezuinigingen wordt afgewenteld op de gemeenten. De concrete invulling van deze bezuinigingen door het kabinet heeft lang op zich laten wachten en is nog steeds niet afgerond. De gemeentefinanciën bevatten hierdoor nog steeds grote onzekerheden. Onzekerheden rond de te ontvangen uitkeringen uit het gemeentefonds: de algemene uitkering, de integratie-uitkeringen voor het sociaal domein en de overige decentralisatie en integratie uitkeringen. Ook onzekerheden rondom de kosten die gepaard gaan met de transities. Specifiek voor onze gemeente komt daar nog de financiële problematiek rondom de Rijksinfra N65 en PHS bovenop. Met deze onzekerheden moeten we er ons van bewust zijn dat de meerjarenbegroting de eerstkomende jaren nog flinke schommelingen kan vertonen doordat de uiteindelijke uitwerking en invulling op specifieke onderdelen kan afwijken van de nu gekozen uitgangspunten. Op basis van de gekozen uitgangspunten laat het meerjarenperspectief wel duidelijk een oplopend tekort zien. Gelukkig is onze financiële positie momenteel gezond. Dit is mede te danken aan de ombuigingsoperatie van € 2 miljoen per jaar, die in 2011 werd ingezet en inmiddels is afgerond. Mede doordat de aangekondigde Rijksbezuinigingen achterbleven bij de oorspronkelijke planning zijn de afgelopen jaren overschotten gerealiseerd die onze reservepositie hebben versterkt. Een andere oorzaak van de rekeningoverschotten van de afgelopen jaren was dat er over de hele linie voorzichtig werd begroot. Daar waar risico’s werden voorzien werden deze al zo veel mogelijk in de ramingen afgedekt. Hierbij werd onvoldoende rekening gehouden met mogelijke meevallers die als compensatie konden dienen. Daarnaast zijn de ambities in relatie tot de investeringsbegroting niet gerealiseerd. De hieraan verbonden kapitaallasten legden beslag op begrotingsruimte die achteraf niet of pas op een later tijdstip benodigd bleek. Op deze punten is de meerjarenbegroting aangescherpt en ontstaat een meer reële raming. Door onze gezonde financiële positie hoeven tegenvallers niet direct tot grote financiële problemen te leiden. We zijn niet gedwongen om op basis van een onzekere meerjarenbegroting direct forse extra ombuigingen in gang te zetten om het verwachte structurele tekort volledig af te dekken. Hiermee wachten we nog tot de volgend meerjarenbegroting. Wel zijn we zuinig op onze financiële positie om deze in te kunnen zetten voor de dekking van de projecten Rijksinfra. We hebben een bezuinigingspakket ingevuld om de begroting 2015 structureel sluitend te maken. Met dit pakket wordt voldaan aan de eisen die het provinciaal toezicht stelt. Het tekort loopt in 2018 op naar ± € 1,7 miljoen. Op de langere termijn komen hier de budgettaire consequenties van het project Rijksinfra PHS nog bij. Hierna gaan we nader in op de meerjarenbegroting van baten en lasten (hfdst.1.3.2) en de daarmee samenhangende ontwikkeling van onze vermogens- of balanspositie (hfdst.1.3.3.)
10
1.3.2. Meerjarenbegroting van baten en lasten Ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting heeft het verwachte saldo zich als volgt ontwikkeld. Meerjarenbegroting 2015 - 2018 (x € 1.000) Meerjarenbegroting 2014-2017 Bijstelling meerjarenbegroting Bijgestelde meerjarenbegroting
2015 -792 803 11
2016 -1.583 1.001 -582
2017 -2.209 1.368 -841
2018
-1.685
Het saldo is inclusief de incidentele baten en lasten en de verrekening van de resultaten uit de grondexploitatie met de reserve grondexploitatie. De resultaten van de grondexploitatie schommelen van jaar tot jaar sterk. Dit wordt met name veroorzaakt door de specifieke voorschriften rondom het moment waarop de winsten en verliezen uit de meerjarige exploitaties genomen moeten worden. Door verrekening met de reserve grondexploitatie ontstaat beter zicht op de resultaten uit de reguliere activiteiten binnen de algemene dienst. Voor de beoordeling van de meerjarenraming is het van belang om vast te stellen of het saldo van de structurele baten en lasten minimaal in evenwicht is. De meerjarenraming gecorrigeerd voor de incidentele baten en lasten ziet er als volgt uit. Meerjarenbegroting 2015 - 2018 (x € 1.000) Saldo inclusief incidentele baten en lasten Incidentele baten en lasten Saldo structurele baten en lasten
2015 11 -243 254
2016 -582 -197 -385
2017 -841 -15 -826
2018 -1.685 0 -1.685
Voor de jaren 2015 en 2016 geeft dit een wat gunstiger beeld. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de provinciale toezichtseis dat de begroting voor 2015 voor wat betreft de structurele baten en lasten in evenwicht moet zijn. Het financieel beleid is er op gericht om ook op de langere termijn de begroting structureel sluitend te maken. Zeker op het moment dat er meer duidelijkheid komt ten aanzien van onzekerheden rondom de ramingen van het gemeentefonds, de transities en de financiële consequenties van de projecten Rijksinfra N-65 en PHS. Van de bijstellingen van de meerjarenraming ten opzichte van de vorige meerjarenraming geven we het volgende overzicht. Bijstelling meerjarenraming
(x € 1.000)
Toel.hfdst.
2015
2016
2017
Uitkeringen gemeentefonds
1.3.2.1.
12.393
11.818
11.197
Sociaal domein Nieuw beleid
1.3.2.2. 1.3.2.3.
-13.254 -44
-12.853 -47
-12.175 -50
Autonome ontwikkelingen extern
1.3.2.4.
594
435
580
Autonome ontwikkelingen intern
1.3.2.4.
684
1.146
1.241
Dekkingsmaatregelen
1.3.2.5.
429
502
575
803
1.001
1.368
Totaal bijstellingen
De bijstellingen lichten we hierna toe.
11
1.3.2.1. Uitkeringen gemeentefonds Vanuit het gemeentefonds komen een drietal geldstromen naar de gemeente. A. De algemene uitkering B. De integratie- en decentralisatie uitkeringen C. De integratie-uitkering Sociaal domein De uitkeringen uit het gemeentefonds vormen de grootste inkomstenbronnen voor onze gemeente. De aankondigingen vanuit het Rijk rondom de uitkeringen vertonen grote schommelingen. Hierdoor vormen deze uitkeringen al een aantal jaren een grote onzekere factor binnen de meerjarenbegroting. Met de meicirculaire is een aantal zaken duidelijk geworden maar zijn er nog steeds diverse onzekerheden: Zo speelt het groot onderhoud rondom de verdeling van de middelen uit het gemeentefonds. De eerste tranche heeft plaatsgevonden en wordt nog gemonitord. De tweede tranche wordt uitgevoerd in 2016 met nog onbekende financiële gevolgen. Aan de gemeentefondsuitkering wordt met ingang van 2015 ook de integratie-uitkering sociaal domein toegevoegd. De middelen die over komen voor de transities binnen het sociaal domein voor jeugd en Wmo 2015 zijn voorlopig verdeeld op basis van historische gegevens. Met ingang van 2016 vindt de verdeling plaats op basis van een objectief verdeelmodel. De effecten van deze herziene methodiek zijn nog ongewis. De middelen die binnen het sociaal domein beschikbaar zijn gesteld voor de uitvoering van de participatiewet ( € 5.6 miljoen) zullen voor het grootste deel (€ 5.3 miljoen in 2015) worden verdeeld op basis van historische aantallen. Het re- integratiedeel zal in 2016 verder aangepast worden. Door de kortingen die door het Rijk zijn ingeboekt op de transities is het de vraag of deze uitkeringen toereikend zullen zijn. A: Algemene Uitkering Algemene uitkering Meerjarenbegroting 2014 Mutatie Meerjarenbegroting 2015
(x € 1.000)
2015
2016
2017
16.939
16.861
16.629
-359
-532
-477
16.580
16.329
16.152
2018
15.899
De vergelijkbare algemene uitkering 2014, (exclusief de bommenregeling) bedroeg € 18.598 (x €1.000). Een forse daling dus, zeker omdat de uitkering tegen de inflatie in blijft dalen. In de algemene uitkering zijn de mei-circulaire en de bijstelling van de kwantitatieve maatstaven (inwoners, leerlingen, bijstandsontvangers enz.) verwerkt. De mutaties volgens de meicirculaire zijn voor het grootste gedeelte het gevolg van de ontwikkeling van het accres, de herverdeeleffecten eerste tranche groot onderhoud en de overgang van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud en de aanpassing van schoolgebouwen van het basisonderwijs naar de schoolbesturen.
Ontwikkeling Accres. Via de normeringssystematiek “trap op trap af” wordt de ontwikkeling van de algemene uitkering voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. 12
Groot onderhoud verdeelstelsel gemeentefonds. Voor het laatst werd in 1997 groot onderhoud aan het verdeelstelstel uitgevoerd. Hierdoor is scheefgroei ontstaan tussen de werkelijke kosten van de gemeentelijke taken en de ijkpunten in het gemeentefonds. In 2010 is besloten onderzoek te doen naar de scheefgroei en deze te herstellen door groot onderhoud. Ook is een definitiewijziging doorgevoerd om aan te sluiten met de Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Met name de definitiewijziging Wet BAG leidt voor onze gemeente tot grote nadelen omdat de capaciteit van kazernes en penitentiaire inrichtingen niet meer wordt meegeteld. Om het voor- of nadeel van individuele gemeenten geleidelijk in te voeren is er een overgangsregeling. 50% van het voor-of nadeel berekend door het Rijk wordt gecorrigeerd d.m.v. een suppletie uitkering in 2015. Omdat wij nadeelgemeente zijn ontvangen we eenmalig in 2015 een suppletie uitkering van € 317.000.
Taakmutaties Buitenonderhoud en aanpassing van schoolgebouwen PO en SO Met ingang van 2015 zijn gemeenten niet langer verantwoordelijk voor buitenonderhoud en aanpassing van schoolgebouwen in het primair onderwijs en het speciaal onderwijs. De verantwoordelijkheden gaan over naar de schoolbesturen en de financiële middelen naar het ministerie van OCW. Voor onze gemeente een verlaging van de algemene uitkering van ongeveer € 317.000. Met de overgang komen de in de meerjarenbegro ting opgenomen dotaties in de onderhoudsvoorzieningen (€ 163.000) te vervallen.
B: De integratie- en decentralisatie uitkeringen Decentralisatie en integratie uitkeringen
2015
2016
2017
Meerjarenbegroting 2014
3.119
3.119
3.119
-502
-502
-502
2.617
2.617
2.617
Mutatie Meerjarenbegroting 2015
2018
2.617
De decentralisatie en integratie-uitkeringen maken net als de algemene uitkering deel uit van het gemeentefonds, maar hebben een eigen verdeling. Voor Vught gaat het hierbij om de integratie-uitkering Wmo(oud), CJG, invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg, combinatiefuncties en peuterspeelzaalwerk. Met ingang van 2015 wordt de integratie uitkering Wmo(oud) voor de huishoudelijke hulp met 40% gekort (€ 502.000). (Eerder was sprake van een mogelijk korting van 75%) Deze ombuiging wordt ook doorgevoerd in de kosten en verloopt dus budgettair neutraal. C: De integratie-uitkering Sociaal domein Integratie-uitkering Sociaal Domein (x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
Wmo 2015
3.355
3.515
3.418
3408
Jeugdwet
4.243
4.183
4.041
4.066
Participatiewet
5.656
5.155
4.716
4.318
13.254
12.853
12.175
11.792
Totaal
Integratie-uitkering Sociaal domein Met ingang van 2015 krijgen gemeenten belangrijke nieuwe verantwoordelijkheden op de gebieden WMO 2015, jeugd en participatie. Hiervoor worden middelen toegevoegd aan het gemeentefonds, die 13
besteed mogen worden aan de taken die in de WMO 2015, de Participatiewet en de Jeugdwet aan gemeenten zijn toegekend. De bestedingsrichting is vrij. Gemeenten leggen verantwoording af aan de gemeenteraad, niet aan het Rijk. Het Rijk blijft het beleid en de uitgaven de eerste 3 jaar wel monitoren. Met ingang van 2018 vervalt de integratie-uitkering en worden de middelen toegevoegd aan de algemene uitkering.
1.3.2.2 Sociaal domein Pgr.
Veranderingen in het sociale domein
3 5 5 11
3 5 5 5
2015
Jeugdbeleid Participatie WMO Stelpost sociaal domein Opvoering budgetten sociaal domein Soc. Domein: Jeugdwet Soc. Domein: Wmo 2015 (was Awbz) Soc. Domein: Participatie WSW Soc. Domein: Participatie re-integratie Totaal
2016
2017
2018
21 31 290 -342
21 31 290 -342
21 31 290 -342
21 31 290 -342
0
0
0
0
-4.243 -3.355 -5.352 -305
-4.182 -3.515 -4.850 -305
-4.041 -3.418 -4.412 -305
-4.066 -3.408 -4.013 -305
-13.254
-12.853
-12.175
-11.792
De wijzigingen in het sociaal domein betekenen niet alleen een uitbreiding van het gemeentelijke takenpakket maar ook een financiële uitdaging. Op de budgetten die van het Rijk overkomen zijn forse kortingen toegepast. Als uitgangspunt voor de meerjarenbegroting is vastgelegd dat de budgetten die vanwege decentralisaties overkomen van het Rijk, na aftrek van de benodigde personeels- en organisatiekosten, als taakstellend voor de regeling worden ingezet. Omdat de taken met ingang van 2015 overkomen naar de gemeente is jaarschijf 2015 van de meerjarenbegroting 2014-2017 als vertrekpunt vastgesteld. De daarin opgenomen lasten en baten zijn leidend. Vooruitlopend op de decentralisaties zijn door onze gemeente al acties in gang gezet. Dit om te kunnen borgen dat de nieuwe taken in 2015 op een verantwoorde wijze en binnen bestaande budgetten gerealiseerd kunnen worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om activiteiten voortvloeiend uit de Kanteling, de herindicatie van cliënten die hulp in het huishouden ontvangen en de inrichting van het CJG loket. De opbrengsten hiervan werden onder meer zichtbaar in het saldo van de jaarrekening 2013. Hiermee is budgettaire ruimte te gecreëerd voor het opvangen van de kortingen. Deze voordelen, € 342.000, zijn vanaf 2015 opgenomen in de stelpost risico’s sociaal domein. Deze stelpost vormt met de bestaande budgetten en de te ontvangen uitkeringen sociaal domein het budget voor de uitgaven in het sociaal domein. Op basis van de beleidsplannen voor invulling van de Participatiewet, de Wmo 2015 en de Jeugdwet verdelen we de beschikbare middelen. Deze plannen worden in het 4e kwartaal 2014 ter goedkeuring aan de raad aangeboden.
14
1.3.2.3. Nieuw beleid Met uitzondering van het sociaal domein is er in deze programmabegroting maar beperkt nieuw beleid opgevoerd dat beslag legt op begrotingsruimte. Onderstaand het overzicht van de opgevoerde nieuwe beleidsonderwerpen met budgettaire consequenties. Pgr. 6 4 5 8 8 kpl
Nieuw beleid Evenementen: Meijerijloop Structurele subsidiëring IJsbaan Intensivering armoedebeleid Reclame rotondes / Kwaliteitsverbetering OR Speelvoorzieningen Elektrisch gereedschap BOR Totaal
2015 -9 -10 -15 0 0 -10 -44
2016 -9 -10 -15 0 -3 -10 -47
2017 -9 -10 -15 0 -6 -10 -50
2018 -9 -10 -15 0 -8 -10 -52
Toelichting Evenementen: Meierijloop Bij de behandeling van de Kadernota is afgesproken om de structurele verwerking van de subsidies voor de Meierijloop en de IJsbaan te bezien bij de herijking van het subsidiebeleid. De discussie hierover voeren we dus bij de behandeling van de nieuwe subsidieregeling. Een aanpassing van de nu opgevoerde subsidiebedragen blijft daarmee mogelijk. Tot dat moment handhaven we het uitgangspunt van de Kadernota: opname van een subsidie voor de Meierijloop en de IJsbaan. IJsbaan Zie ook de tekst hierboven. De ijsbaan is van groot belang voor de gemeente. Het draagvlak onder de bevolking is groot evenals de promotiewaarde voor Vught. De gemeente heeft daarom vier jaar de Stichting IJsbaan Vught ondersteund met incidentele subsidies. Daarmee is de maximale termijn voor het verstrekken van een incidentele subsidie bereikt. Binnen het subsidieprogramma zijn geen middelen beschikbaar voor een structurele financiering van Stichting IJsbaan Vught. Vandaar het voorstel om het gemeentelijke subsidiebudget hiervoor met structureel € 10.000 te verhogen. Armoedebeleid (intensivering) Met ingang van 2014 hebben gemeenten extra middelen gekregen voor de intensivering van het armoedebeleid. Om tot een verantwoorde besteding van de extra middelen voor armoedebestrijding te komen wordt in 2014 een notitie opgesteld. Op basis van deze notitie en de nieuwe regelgeving voor de categoriale bijstand zetten we deze middelen in. Verharding en verlichting Er is een contract voor 2 jaar (2014-2015) gesloten voor het aanbrengen van reclame op rotondes. De verwachte opbrengst 2015 van € 12.900 zetten we in voor incidentele kwaliteitsversterkingen in de openbare ruimte. Per saldo dus geen consequenties voor de exploitatie. Investering speelvoorzieningen In het kader van de bezuiniging 2012 is het investeringskrediet voor het vervangen van speelvoorzieningen gehalveerd tot € 20.000. Hierbij was de afspraak om de helft van de speelvoorzieningen te saneren. De afgelopen 2 jaar zijn al de nodige speelvoorzieningen gesaneerd. Uit de analyse die is uitgevoerd in het kader van de actualisatie van het beheerplan Spelen 15
2005-2015 blijkt dat het verder saneren van speelvoorzieningen niet wenselijk is. Daarom verhogen we het jaarlijks investeringskrediet voor het vervangen van speelvoorzieningen met € 20.000. Dit leidt tot hogere kapitaallasten. Elektrisch gereedschap BOR Bij de vervanging van mechanisch gereedschap bij Beheer Openbare Ruimte is vanuit het oogpunt van duurzaamheid gekozen voor elektrisch aangedreven gereedschap. De extra kosten bedragen € 10.000.
1.3.2.4. Autonome ontwikkelingen Autonome ontwikkelingen Externe ontwikkelingen Interne ontwikkelingen Totaal
2015
2016
2017
594 684
435 1.146
580 1.241
1.278
1.581
1.821
In bijlage II is een specificatie opgenomen van de autonome ontwikkelingen die in deze (meerjarige) programmabegroting zijn verwerkt. De toelichtingen op de autonome ontwikkelingen zijn opgenomen bij de programma’s in hoofdstuk 2. De autonome externe ontwikkelingen betreffen voor een groot gedeelte de tegenhangers voor de verlaging van de algemene uitkering. Zo komen de onderhoudskosten voor het buitenonderhoud van het openbaar basisonderwijs te vervallen (€ 163.000) omdat dit wordt overgeheveld naar de schoolbesturen. Ook de verlaging van het budget voor de Wmo-(oud) (€ 502.000) is als taakstelling op de uitgaven in mindering gebracht. Voor het onderhoud van kunstwerken. (= bruggen, tunnels etc.) is een jaarlijkse storting van € 99.000 in de onderhoudsvoorziening opgenomen De autonome interne ontwikkelingen zijn met name mutaties naar aanleiding van de aanscherping van de exploitatiebegroting en de investeringsbegroting. De rekeningoverschotten van de afgelopen jaren zijn voor een belangrijk deel veroorzaakt door lagere kapitaallasten als gevolg van vertragingen binnen de investeringsplanning. De investeringsplanning is aangepast naar een meer realistisch tijdschema. De budgetten binnen de programma’s werden in een aantal gevallen te voorzichtig geraamd. Mogelijke kosten werden al in de raming afgedekt terwijl niet of nauwelijks rekening werd gehouden met mogelijke opbrengsten die als compensatie konden dienen. Op basis van de gerealiseerde cijfers van de afgelopen jaren zijn de budgetten bijgesteld. Dit past binnen het uitgangspunt van het coalitie akkoord waarbij we streven naar een meer reële begrotingssystematiek.
16
1.3.2.5. Dekkingsmaatregelen / ombuigingen Om in ieder geval de begroting 2015 sluitend te maken zijn er enkele maatregelen in deze begroting opgenomen met structurele effecten voor de komende jaren. Pgr. 3-4-5 4 7 8 8 8 OP AD AD
Dekkingsmaatregelen Verlaging projectsubsidies Verlaging subsidie bibliotheek Doorberekening kwijtscheldingen Afval Doorberekening kwijtscheldingen Riolering Verlaging budget elementenverharding wegen Toerekening vegen aan riolering Efficiency organisatie Verlaging budget onvoorziene projecten Verlaging post onvoorzien Totaal
2015 55 50 44 42 30 18 100 60 30 429
2016 55 51 45 43 30 18 170 60 30 502
2017 56 52 46 44 30 18 240 60 30 575
2018 57 53 46 45 30 18 310 60 30 648
Verlaging projectsubsidies De budgetten voor projectsubsidies sport, cultuur, welzijn, leefbaarheid in wijken en buurten en jumelage zijn de afgelopen jaren niet volledig ingezet. Van het totale budget van circa € 80.000 werd ruim € 30.000 niet benut. Met de ombuiging van € 55.000 resteert nog steeds ruimte om gericht projectsubsidies te verlenen. Het aantal incidentele vernieuwende activiteiten op de verschillende beleidsterreinen zal wel afnemen. Verlaging subsidie bibliotheek In de ombuigingen van de afgelopen jaren zijn ook de budgetgesubsidieerde instellingen betrokken. Voor de bibliotheek is daarbij een uitzondering gemaakt. Dit om de centrale rol die zij in de Petruskerk vervullen mogelijk te maken. Indien deze invulling anders plaatsvindt is deze uitzonderingspositie niet meer van toepassing. Meer kostentoerekening aan het afvalstoffen- en rioolheffing De aan afval en riool toegerekende kosten worden voor 100% doorberekend in de afvalstoffen- en rioolheffing. Er zijn twee soorten van kosten die we in Vught niet toerekenden maar die, op basis van jurisprudentie, wel zijn toegestaan: kwijtscheldingen afvalstoffen- en rioolheffing, in totaal € 86.000 vegen van straten gedeeltelijk (30% in casu € 18.000) toerekenen aan het riool, omdat daarmee vervuiling van de kolken wordt tegengegaan Vanaf 2015 worden ook deze kosten opgenomen in de kostentoerekening. Verlaging budget elementenverharding wegen De mogelijkheid bestaat om minder groot onderhoud uit te voeren aan elementenverharding (klinkers, tegels c.a). Hierdoor kan er € 30.000 structureel op het huidige budget worden bespaard. Uitstel van onderhoud van elementen verharding leidt niet tot kapitaalvernietiging, maar tot grotere vlakken die moeten worden onderhouden. Bij deze keuze zal het onderhoud meer verschuiven naar het reageren op signalen.
17
Efficiency organisatie Om de efficiency van onze organisatie te verhogen gaan we werkprocessen, regelingen en beleid doorlichten. We richten ons in eerste instantie op de meest voorkomende processen en de processen die onze klanten direct raken. Ook kijken we of bepaalde taken in samenwerking met andere partijen kunnen worden ingevuld. Een dergelijk proces kost tijd. Vooruitlopend op de uitkomsten van dit proces vinden wij het verantwoord om besparingen hiervan te verwachten van € 100.000 in 2015 oplopend met € 70.000 per jaar tot € 310.000 in 2018 en verdere jaren. Verlaging budget onvoorziene projecten Vanaf 2012 is in de begroting structureel een post opgenomen van € 100.000 voor het opvangen van nieuwe projecten die gedurende het begrotingsjaar gestart worden. Dit budget is geen wettelijke verplichting. Vanaf 2015 wordt deze post verlaagd naar € 40.000 per jaar. Het gevolg is dat er minder ruimte is om aanvullend op de begroting nieuwe projecten te starten. Verlaging post onvoorzien In het BBV is bepaald dat in de begroting een post onvoorzien is opgenomen zonder dat de omvang daarvan is genormeerd. In de meerjarenraming stond een structurele raming van € 100.000. De gemiddelde besteding van de afgelopen drie jaar was € 70.000.
18
1.3.3. Meerjarenbegroting balanspositie Daar waar het vorige hoofdstuk inging op de ontwikkelingen binnen de exploitatie (baten en lasten). gaat dit hoofdstuk in op de ontwikkeling van onze balanspositie (vermogen). Op een aantal onderdelen kijken we hierbij verder dan de termijn van deze meerjarenbegroting. De gemeentelijke bijdragen in de Rijksinfra projecten N-65 en PHS worden verwacht na 2018. Onduidelijk is nog welke werkzaamheden en welke kosten op welk moment plaatsvinden. We brengen nu in beeld welke werkzaamheden we intern kunnen en willen doen en wat we extern willen wegzetten. Naast de eerder besloten 10 miljoen voor de N65 ligt er nu een claim van nog eens 16,7 miljoen. Het is nog onvoldoende duidelijk welke kosten in deze calculatie zijn begrepen, hier overleggen we over we met de Provincie. Kortom nog veel vragen. Wat we wel weten is dat de financiële consequenties zo groot zijn dat we in deze begroting een schets van de gevolgen willen geven. De omvang hiervan, momenteel geschat op minimaal 26,7 miljoen, zal zodanig grote consequenties hebben voor onze schuldpositie en overige balansposities dat het nodig is om hierop tijdig in te spelen. Door de toename van de (vaste)rentelasten zal de wendbaarheid van onze begroting gaan afnemen. In de aanloop naar de kadernota en meerjarenbegroting 2016 zal een totaal dekkingsplan voor de consequenties van de Rijksinfra en de noodzakelijke ombuigingen worden uitgewerkt waarbij naast de budgettaire consequenties ook de gewenste ontwikkeling van de financiële positie meegenomen wordt. Meerjarenraming gecomprimeerde balans per einde van het jaar 2013 2014 2015 Activa Materiele vaste activa 69.528 78.630 81.859 Financiële vaste activa 1.928 947 835 Voorraden 7.717 7.958 5.838 Overige vlottende activa 7.898 9.880 9.880 Totaal activa 87.071 97.415 98.412 Passiva Eigen vermogen Algemene reserve 7.830 12.043 11.836 Resultaat 3.072 1.539 1.550 Bestemmingsreserves 14.739 14.409 17.563 Reserve grondexploitatie 4.719 7.930 4.828 Voorzieningen 4.719 4.212 3.560 Langlopende schulden 41.097 49.292 51.086 Vlottende passiva 10.895 7.990 7.990 Totaal passiva 87.071 97.415 98.412
2016
2017
2018
89.891 720 5.018 9.880 105.509
90.228 607 2.542 9.880 103.257
89.606 490 2.347 9.880 102.323
11.836 968 17.813 4.812 2.848 59.242 7.990 105.509
11.836 127 18.044 4.772 2.893 57.595 7.990 103.257
11.836 -1.559 18.338 7.241 3.003 55.473 7.990 102.323
Aan de actiefzijde staan de bezittingen. Aan de passiefzijde staat hoe deze bezittingen zijn gefinancierd en met hoeveel schulden ze zijn belast.
19
1.3.3.1. Investeringspositie De (bij-)sturing van de investeringsbegroting is een nadrukkelijk aandachtspunt. Vooral door vertragingen in de uitvoering werd de investeringsplanning al een aantal jaren niet gehaald. Dit leidde telkens tot forse overschotten op de geraamde kapitaallasten ondanks dat in de begroting al rekening werd gehouden met een stelpost voor achterblijvende investeringen. Naar aanleiding van de uitkomsten van de jaarrekening 2013 zijn de aangemelde investeringen nog eens nadrukkelijk bezien in relatie tot omvang en haalbaarheid. Voor de periode 2015 t/m 2018 staat er in totaal voor € 27,4 miljoen aan investeringen gepland. Voor nieuwe investeringen € 8,9 miljoen, waarvan ruim 7,7 miljoen voor onderwijs. Voor vervangingsinvesteringen € 18,5 miljoen waarvan € 14,4 miljoen voor riolering. De investeringen zijn direct van invloed op on ze schuldpositie en met name de nieuwe investeringen leiden tot een stijging van de kapitaallasten. De investeringen voor de Rijksinfra vallen niet binnen de termijn van deze meerjarenbegroting. Het investeringsprogramma is opgenomen in bijlage I. De solvabiliteitsratio laat zien welk aandeel van het gemeentebezit is afbetaald. Een solvabiliteitsratio van < 20% betekent dat het bezit zeer zwaar is belast met schuld. Voorzichtigheid is geboden bij een solvabiliteitsratio van < 30%.
Solvabiliteitsratio 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Onze solvabiliteitsratio beweegt zich rond de 40%. Op dit moment is dat goed maar richting de verdere toekomst dienen zich de verplichtingen aan in het kader van de Rijksinfra waarvoor grote sommen moeten worden geleend. Dit zijn voor een groot gedeelte verplichtingen waar feitelijk geen gemeentelijke bezittingen tegenover staan. Zonder aanvullende maatregelen zal dit een sterke daling (verslechtering) van onze solvabiliteitspositie veroorzaken. (Indicatief bij een bijdrage van 25 miljoen daalt de solvabiliteit naar 14%).
20
1.3.3.2. Schuldpositie Een goed kengetal om de hoogte van de schulden te beoordelen is de “netto schuldquote”. Dit kengetal drukt de netto schuld uit als aandeel van de inkomsten van de gemeente. De hoogte van de inkomsten bepaalt namelijk in belangrijke mate hoeveel schulden een gemeente kan dragen. Er is sprake van een zeer hoge schuld bij een netto schuldquote boven de 130%. Dit is een grove indicatie. Dit houdt in dat een gemeente een netto schuldquote ruim onder de 130% moet hebben om bij een grote investering of voor het opvangen van de gevolgen van een recessie niet boven dit plafond uit te stijgen. Vandaar dat het licht al boven de 100% op oranje gaat.
Netto schuldquote 130% 120% 110% 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Met name onder invloed van de investeringsbegroting vertoont de schuldquote de afgelopen jaren een stijgende trend richting 100%. Ook hier is op de langere termijn een waarschuwing op zijn plaats in relatie tot de verplichtingen in het kader van de Rijksinfra. Uitgaande van globaal een bijdrage van € 25 miljoen stijgt zonder aanvullende maatregelen de quote richting de 136%.
1.3.3.3. Reservepositie Eigen vermogen is geen geld. Voor het betalen van investeringen moet er geld op de bankrekening staan en dat is niet het geval. Dat geld moet daarom worden geleend waardoor de schuld en de rentelasten stijgen. Om te bepalen of nieuwe investeringen nog wel verantwoord zijn moet de blik daarom juist gericht worden op de schuldpositie. Het eigen vermogen in de vorm van reserves geeft alleen aan in hoeverre de schulden op het bezit zijn afbetaald.
21
Reservepositie 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 -5.000
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Gerealiseerd resultaat
Algemene reserve
Bestemmingsreserves
Reserve grondexploitatie
2018
De totale omvang van de reserves schommelt rond de 35 miljoen., waarvan bijna 12 miljoen algemene reserve. Op dit moment lijkt dit ruimschoots toereikend. Als we wat verder vooruitkijken zien we een ander beeld. Binnen de huidige meerjarenbegroting is ruimte gemaakt voor de bijdrage aan de Rijksinfra N-65 hiervoor wordt een bestemmingsreserve gevormd van € 11,3 miljoen en de rentelasten van de hiervoor aan te trekken financiering zijn structureel in de begroting opgenomen. De door de gemeente te leveren bijdrage in project Rijksinfra PHS (± € 16,7 miljoen) is echter nog niet afgedekt. Oók voor de rentelasten over de hiervoor aan te trekken financiering moet nog dekking gezocht worden. De algemene reserve moet van voldoende omvang zijn om als weerstandsvermogen te dienen zodat onverwachte tegenvallers opgevangen kunnen worden. De algemene reserve op wat langere termijn is niet toereikend om ook nog de volledige bijdrage voor het project Rijksinfra PHS te dekken. Wanneer we de Rijksinfra ten laste van de reserves willen dekken, zal er een herbeoordeling ten aanzien van de overige bestemmingsreserves nodig zijn. Met name de reserve beheer extra groen Stadhouderspark, het fonds bovenwijkse voorzieningen en de reserve grondexploitatie bieden mogelijkheden. In de aanloop naar de begrotingscyclus 2016 zal dit in een totaal ombuigings- en dekkingsplan worden betrokken.
1.3.3.4. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor gelijkmatige verdeling van lasten. Dit is bijvoorbeeld bij onderhoudslasten het geval. Voorzieningen worden ook opgenomen om achterliggende verplichtingen en risio’s te dekken, waarvan omvang en tijdstip van optreden onzeker zijn, maar die wel redelijk zijn in te schatten. (b.v. pensioen- en wachtgeldverplichtingen) De beleidsruimte ten aanzien van voorzieningen is beperkt. Momenteel zijn de voorzieningen op het vereiste peil (Voorzieningen in het kader van de grondexploitatie worden als waarde correctie in mindering gebracht op de voorraadwaardering en zijn niet onder de post voorzieningen opgenomen).
22
1.3.4. Financiële positie De financiële positie is een breder begrip dan het vermogen dat kan worden afgeleid uit de balans. Bij de financiële positie gaat het om de samenhang en wisselwerking tussen vermogen en exploitatie, rekening houdend met de risico’s. Het is niet voldoende dat binnen één jaar de lasten worden gedekt door de baten. Dit moet structureel het geval zijn over de jaren heen voor zover nu is te voorzien. Wanneer we naar onze meerjarenraming kijken zien we dat er een structureel tekort opdoemt. Met alle onzekerheden daaromheen is dit berekend op ± 1,7 miljoen in 2018. We weten dat op iets langere termijn hierbij nog extra lasten bijkomen voor het project Rijksinfra PHS. Indicatief bij een termijn van 40 jaar en 3,5 % rente een aanvangslast van € 1 miljoen per jaar. De vraag is of onze begroting voldoende ombuigingsmogelijkheden biedt om op ook op langere termijn de begroting weer structureel in evenwicht te brengen. Financiële wendbaarheid. Begin 2014 is er een inventarisatie gemaakt van de ombuigingsmogelijkheden die er binnen onze begroting nog waren. De berekende omvang van de ombuigingsrelevante ruimte bedroeg toen ± € 3,9 miljoen (per 2017). Inmiddels is van dit pakket voor het sluitend maken van de meerjarenbegroting 2015-2018 € 648.000 (in 2018) ingezet, waardoor bij benadering nog € 3,2 miljoen aan ombuigingsrelevante ruimte resteert. Ombuigingsrelevante ruimte Bedragen x € 1.000
Januari 2014
MJB 2015
Restant
Inhoudelijke keuzes Gemeentelijke inkomsten Financieel beleid Bedrijfsvoering
2.605 185 827 300
229 109 0 310
2.376 76 827 -10
Totaal
3.917
648
3.269
Begin dit jaar leken met de inzet van de financiële positie en ombuigingen op de bedrijfsvoering pijnlijke maatregelen voor het maatschappelijk veld voor een groot gedeelte nog te kunnen worden vermeden. Daarna raakte het project Rijksinfra PHS in een stroomversnelling en zijn verplichtingen aangegaan van ± € 16,7 miljoen. Het op termijn jaarlijks om te buigen bedrag komt hiermee op ± € 2,7 miljoen. Dit betekent dat van de resterende ombuigingsrelevante ruimte ± 80% bezuinigd moet worden. Dit zal niet kunnen zonder dat het linksom of rechtsom pijn gaat doen. Belastingcapaciteit. Ook de onbenutte belastingcapaciteit zegt iets over de wendbaarheid van de begroting. Voor de Ozb bedraagt de onbenutte capaciteit ongeveer € 1,1 miljoen. Deze is afgeleid van het minimale peil dat gehanteerd wordt voor de artikel 12 status van de Financiële verhoudingswet. Op basis hiervan kan een gemeente een extra uitkering krijgen uit het gemeentefonds als er over langere tijd grote financiële tekorten op de begroting zijn. In het bestuursakkoord is vastgelegd dat een reële verhoging van de Ozb alleen aan de orde is in relatie tot het project Rijksinfra. De tarieven voor afvalstoffen- en rioolheffing worden kostendekkend berekend zodat daar geen onbenutte capaciteit aanwezig is. 23
24
HOOFDSTUK 2
Programmaplannen
25
PROGRAMMA 1
Burger en bestuur 1. Omschrijving Binnen dit programma draait het om de relatie tussen burgers, politiek en bestuur en de wijze waarop het gemeentebestuur hier vorm en inhoud aan geeft. Dit programma is opgebouwd uit een drietal beleidsvelden: Beleidsvelden 2.1. Burgerzaken 2.2. Burger en Bestuur 2.3. Communicatie en Voorlichting
2. Uitwerking 2.1. Burgerzaken Gemeentelijke kaders Legesverordening Ontwikkelingen Door de vergrijzing is er met name bij ouderen steeds meer behoefte om identiteitsbewijzen op locatie bij zorginstellingen te kunnen aanvragen en ontvangen. Vught doet dit ook. Wat willen we bereiken? Dat onze inwoners tevreden zijn en blijven over de kwaliteit van de dienstverlening aan het loket. Wat gaan we doen?
Activiteiten Op 18 maart 2015 organiseren we voor het eerst de verkiezingen voor de besturen van de Waterschappen. Deze verkiezing is tegelijkertijd met die voor de leden van Provinciale Staten.
Toelichting
Wanneer 1e kwartaal
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie
Begroot
2012 2013 2014 Tevredenheid burger over de snelheid en deskundigheid van medewerkers aan het loket
26
G
8,3
8
2015 8,3
2.2. Burger en Bestuur Gemeentelijke kaders Inspraak- en participatieverordening Verordening burgerparticipatie Vught Verordening raadplegend referendum Ontwikkelingen Het lokale bestuur is sterk in beweging. Er komen veel nieuwe taken op de gemeente af die vaak op regionale schaal worden opgepakt. Tegelijkertijd wordt de gemeente geconfronteerd met bezuinigingen. De gemeente kan en wil de problemen van deze tijd niet meer alleen oplossen. We leven in een netwerksamenleving waarbij de gemeente niet meer autonoom is om keuzes te maken. We moeten het samen met onze burgers en partners in Vught en daarbuiten doen. De gemeenteraad wil zijn kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol in deze roerige tijden goed blijven invullen. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de gemeenteraad zijn bestuurlijke rol interactief, transparant en zorgvuldig invult. Wat willen we bereiken? De burger vindt dat hij optimaal vertegenwoordigd wordt door de gemeenteraad. De burger heeft vertrouwen in het college van B&W. Wat gaan we doen?
Activiteit Beschikbaar stellen van de vergaderapplicatie voor burgers, ondernemers, pers We stellen de digitale verslagen snel na de raadsvergadering beschikbaar. Instellen van een raadswerkgroep voor de transities in het sociale domein. Invoeren van verruimde inspraakmogelijkheden.
Toelichting Iedereen beschikt zo snel en eenvoudig over alle vergaderinformatie
Wanneer 1e kwartaal 2015
Zowel op het RIS als de vergaderapplicatie
2015
Deze kan dan snel en gericht met de ambtelijke organisatie en burgers of maatschappelijke instellingen aan de slag Hiervoor passen we in 2014 de verordening aan.
1e halfjaar 2015 2015
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie
Begroot
2012 2013 2014 Oordeel burger over vertegenwoordiging door gemeenteraad Vertrouwen burger in B&W
G G
5,7 6,8
* De cijfers komen niet uit de jaarrekening 2013, maar zijn wel opgenomen in “Waar staat je gemeente?”
2.3. Communicatie en Voorlichting Gemeentelijke kaders Strategisch communicatieplan 2013 Persprotocol 2013 Grondwet/wet openbaarheid bestuur Uitgangspunten overheidscommunicatie 2004 27
6,5 6,7
2015 6,5 6,8
Ontwikkelingen Steeds meer overheidsinformatie wordt uitsluitend digitaal aangeboden Sinds 1 januari 2014 is het toegestaan om veel publicaties (vergunningen e.d.) uitsluitend digitaal te publiceren. De 3D-communicatie over de transitie (het overgaan van taken op het gebied van werk, jeugd en zorg naar de gemeente) en de transformatie per 1 januari 2015 (een gezin, een plan, een regisseur) is nieuw en een speerpunt in het bestuursakkoord. Dat Vughtse inwoners zich veilig voelen, zowel fysiek als sociaal, is een belangrijke doelstelling van de coalitie, waarin communicatie centraal staat. Steeds meer signalen, vragen en opmerkingen van burgers komen via social media, met name twitter en Facebook. Het aantal volgers op Facebook is het afgelopen jaar verviervoudigd. De gemeente Vught heeft bijna 3.000 volgers op Twitter. Overheden zijn verplicht de website in te richten volgens de webrichtlijnen. Dit zijn regels waardoor iedereen (ook slechtzienden en laaggeletterden) de informatie op de website kan lezen en begrijpen. Wat willen we bereiken? Inwoners, bedrijven en instellingen voelen zich goed geïnformeerd over gemeentelijke besluiten en ontwikkelingen. Wat gaan we doen?
Activiteiten Communiceren over de gevolgen van de transities Communiceren structureel en planmatig over veiligheidsaspecten Gedigitaliseerde overheidsinformatie toegankelijk maken voor al onze burgers
Meer inzet social media in communicatiemix Doorontwikkelen van de website
Toelichting Lokaal maatwerk door intensieve communicatie samen met lokale partners (LTV, Avulo, Klaverblad) In nauwe samenwerking met ambtenaar AOV
Wanneer 2015
Digitale publicaties (verordeningen) kondigen we aan op de gemeentepagina Bestemmingsplannen staan niet alleen op bestemmingsplannen.nl, maar ook – en veel toegankelijker - op onze website. Mondelinge toelichting en uitleg is mogelijk als de burger daar behoefte aan heeft. We maken vaker gebruik van onlinetools om onze berichten op Facebook te promoten.
2015
Verdere uitbreiding digitale dienstverlening via online-formulieren.
2015
2015
2015
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie
Streefcijfers
2012 2013 2014 Toegankelijkheid informatie Cijfer voor ‘duidelijkheid informatie’ De burger als klant (inclusief bedrijven en instellingen) Prestatie-indicatoren
G G G
7,4 7,3 7,7
Realisatie
28
7,4 7,5 7,8
2015 7,4 7,5 7,8
Streefcijfers
2012 2013 2014 Teksten op gemeentelijke website zijn conform de webrichtlijnen op B1taalniveau
-
90%
95%
2015 95%
2.4. Wettelijke kaders
GBA-wetgeving Paspoortwet Burgerlijk Wetboek (burgerlijke stand) Vreemdelingenwetgeving Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 Kieswet Wegenverkeerswet en het Reglement Rijbewijzen
3. Wat mag het kosten? Progr. 1: Burger en Bestuur Realisatie Begroting Begroting 2014 met meerjarenperspectief bedragen x € 1.000 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Burgerzaken 233 457 256 210 202 231 Bestuursorganen 2.828 3.314 3.195 3.218 3.164 3.183 Totaal programma 3.061 3.771 3.451 3.428 3.367 3.414 Verrekening met reserves 0 0 0 0 0 0 Na verrekening met reserves 3.061 3.771 3.451 3.428 3.367 3.414
Hierna volgen de mutaties zoals die ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting per jaarschijf zijn doorgevoerd. Ontwikkelingen en ombuigingen (bedragen x 1.000)
2015
2016
2017
Autonome ontwikkelingen
11
42
29
Reisdocumenten
11
42
29
11
42
29
Totaal programma
Toelichting Leges paspoorten Vanwege een aanpassing in de rijksleges voor de paspoorten en een verwachte stijging in de aantallen zijn de opbrengsten voor reisdocumenten naar boven bijgesteld. Het rijksdeel van de leges wordt ook weer afgedragen aan het rijk.
29
PROGRAMMA 2:
Veiligheid 1. Omschrijving Dit programma gaat in op de wijze waarop we in Vught openbare orde en veiligheid invullen. Beleidsvelden 2.1. Brandweer en rampenbestrijding 2.2.Openbare orde en Veiligheid
2. Uitwerking 2.1. Brandweer en rampenbestrijding De uitvoering is ondergebracht bij de Veiligheidsregio.
2.2. Openbare Orde en Veiligheid Regionale kaders Districtelijke Kadernota integrale veiligheid 2015-2018 Regionaal Veiligheidsplan Oost-Brabant 2015-2018 Algemeen Plaatselijke Verordening Ontwikkelingen Op het gebied van veiligheid is sprake van steeds meer samenwerking tussen gemeente, politie en inwoners. Daarnaast zetten we allerlei maatregelen zoals lokmiddelen, preventie-adviezen, inzet van de BOA, campagnes, controles door politie en social media gecombineerd in. De gemeente faciliteert steeds vaker veiligheidsinitiatieven vanuit de gemeenschap, zoals het buurtpreventieteam en een speciale buurt-app voor de smartphone. We zijn trots op het hoge rapportcijfer voor veiligheid in de buurt. Omdat deze waardering ruim boven het regionaal gemiddelde zit willen we deze continueren. Wat willen we bereiken? een Vughtse inwoner die zich veilig voelt; een Vughtse inwoner die tevreden is over de inspanningen van gemeente en politie op het gebied van openbare orde & veiligheid.
30
Wat gaan we doen?
Activiteiten Dieven opsporen en vervolgen door gebruik van lokmiddelen. Inzet van de BOA.
Toelichting Bijvoorbeeld door gebruik van een lokfiets, lokauto Op basis van gekozen prioriteiten
Wanneer Hele jaar
Voorlichtingscampagnes.
Drie tot vier campagnes gezamenlijk met politie, BOA en buurtpreventie Gericht aan slachtoffers van woninginbraak Bijv. het buurtinformatienetwerk (BIN)
Februari, juli, oktober Oktober december
Verstrekken van preventie-adviezen. Nadenken en uitwerken over andere vormen van communicatie
Hele jaar
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren *
Realisatie
Begroot
2012 2013 2014 Rapportcijfer veiligheid in de buurt % (zeer) tevreden over functioneren politie in de buurt % (zeer) tevreden over functioneren gemeente bij aanpak leefbaarheid en veiligheid in de buurt
2015
-
7,5 29%
-
7,5 40%
-
51%
-
55%
Prestatie-indicatoren
Realisatie
Begroot
Aan de hand van politiecijfers Aantal gestolen motorvoertuigen Aantal diefstal vanaf/vanuit motorvoertuigen (bv. kentekenplaten, navigatiesystemen) Aantal diefstal brom-, snor-, fietsen
2012 2013 2014 19 22 18
2015 16
127
98
121
105
128
127
110
100
Aantal woninginbraken
141
126
105
100
Meldingen/Incidenten overlast v/d jeugd
208
130
150
130
* conform afspraak wordt eens in de twee jaar de veiligheidsmonitor uitgevoerd. De realisatiecijfers 2013 en begroting 2015 zijn ontleend aan de Veiligheidsmonitor 2015.
2.3 . Wettelijke kaders
Wet op de Veiligheidsregio’s
3. Wat mag het kosten? Progr. 2: Veiligheid Realisatie Begroting Begroting 2014 met meerjarenperspectief bedragen x € 1.000 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Brandweer en rampenbestrijding 1.262 1.287 1.309 1.301 1.313 1.332 Openbare orde en veiligheid 432 431 426 416 434 424 Totaal programma 1.694 1.719 1.734 1.717 1.746 1.756 Verrekening met reserves -7 0 0 0 0 0 Na verrekening met reserves 1.687 1.719 1.734 1.717 1.746 1.756
Hierna volgen de mutaties zoals die ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting per jaarschijf zijn doorgevoerd.
31
Ontwikkelingen en ombuigingen (bedragen x 1.000) Autonome ontwikkelingen Veiligheidsregio: BTW regeling Regionale piketten rampenbestrijding BOA Brandweer Cromvoirt Totaal programma
2015
2016
2017
31 12 -9 0 28
31 12 -9 0 28
31 13 -9 0 28
31
31
31
Toelichting Veiligheidsregio Omdat de doorschruifregeling voor de btw niet langer is toegestaan en de veiligheidsregio de btw dus niet meer voor ons kan compenseren, stijgt onze bijdrage aan de veiligheidsregio. Daar tegenover staat een bijdrage uit de brededoeluitkering. Regionale piketten In het kader van de rampenbestrijding is een verplichting aangegaan met de Veiligheidsregio. De meest cruciale functies in de rampenbestrijding worden middels regionale pikketten ingevuld. Onze bijdrage hieraan is € 9.000,- per jaar. Brandweer Cromvoirt Op 15 mei 2014 heeft u € 185.000 beschikbaar gesteld voor de financiering van de verbouwing van de toekomstige brandweerpost Cromvoirt. Door deze financiering niet in de maandelijkse huurprijs te verdisconteren, kan het jaarlijks gebudgetteerde bedrag van € 45.000 met € 18.000 naar beneden worden bijgesteld. Daarnaast kan als gevolg van de keuze om te gaan huren het budget nog eens met € 9.500 worden verlaagd.
32
PROGRAMMA 3
Jeugd en onderwijs 1. Omschrijving In dit programma staan activiteiten die een bijdrage leveren aan het bevorderen van een stevige basis voor de Vughtse kinderen en jongeren, zodat zij later als volwassenen volwaardig deel kunnen nemen aan de samenleving. Beleidsvelden 2.1. Jeugdbeleid 2.2. Onderwijsbeleid 2.3. Onderwijshuisvesting
2. Uitwerking 2.1. Jeugdbeleid Gemeentelijke kaders Beleidsplan jeugdhulp (okt. 2014) Lokaal Jeugdbeleid 2011-2015 Afwegingsmodel handhaving kwaliteit Kinderopvang Vught 2012 (?) Ontwikkelingen Met de nieuwe jeugdwet is de gemeente verantwoordelijk voor nagenoeg de hele jeugdzorg. Dit betekent dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor informatie en advies, preventie, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en jeugdhulpverlening, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Zoals eerder besloten, doen we dit samen met 19 gemeenten in de regio Noordoost Brabant. Wat willen we bereiken? Alle Vughtse jongeren participeren op een voor hen passende wijze in de samenleving. Participatie van jeugd blijkt uit het volgen van onderwijs en of het uitvoeren van (betaald) werk, deelname aan sport, cultuur of andere vormen van recreatie en ontspanning. Alle jongeren en gezinnen die dat nodig hebben krijgen een aanbod van advies, ondersteuning en zorg, dat zo ingericht is dat het zo snel, zo kort, zo dichtbij en zo efficiënt als mogelijk is.
33
Wat gaan we doen?
Activiteiten Verder vormgeven en uitbouwen van het Basisteam Jeugd en Gezin (BJG) dat integraal onderdeel uitmaakt van het Team Sociaal Domein. Het organiseren van een jongerengemeenteraadsdag voor ± 60 leerlingen Maurickcollege. Het organiseren van een “pizzaoverleg” met (ongeorganiseerde) jeugd.
Toelichting Hiermee geven we invulling aan de doelstelling: ‘één gezin, één plan, één regisseur”.
Gereed 2015
Actief betrekken van jongeren bij gemeentelijke beleidsontwikkeling en activiteiten.
3e kwartaal 2015 (hele jaar)
Hoe gaan we dit meten? Voor de indicatoren jeugdzorg is het op dit moment niet mogelijk die hier al te vermelden. De cijfers zijn nog te divers om nu als basisuitgangspunt te hanteren. We gaan voor prestatie- en effectindicatoren die (deels) aansluiten bij de met ingang van 2015 landelijk vastgestelde indicatoren.
2.2. Onderwijsbeleid Gemeentelijke kaders Visie Jeugdbeleid 2011-2015 (raad 19 mei 2011) Nieuw kader voorschool (nieuw) Wat willen we bereiken? Leerlingen verlaten het onderwijs met minimaal een startkwalificatie. Hieronder verstaan we een diploma op minimaal havo- of MBO2-niveau. Wat gaan we doen?
Activiteiten / projecten We maken een notitie voor voor- en vroegschoolse voorzieningen.
Toelichting We werken actief aan een nauwere samenwerking tussen kinderopvang en peuterspeelzalen, dit om een gelijkwaardig aanbod voor VVE (voor-en vroegschoolse educatie) te realiseren.
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren Percentage leerlingen dat het onderwijs verlaat zonder startkwalificatie gebaseerd op jeugd volgsysteem van het Regionaal Bureau Leerplicht. (Het aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters)*
Realisatie
Begroot
2012 2013 2014
2015
2,3%
3,0%
1,6%
3,0%
*Het voor 2012 genoemde percentage is aangepast (was 4,5). Dit als gevolg van een gewijzigde verwerking door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De nu gerapporteerde cijfers hebben een gelijke basis (VSV Verkenner).
2.3. Onderwijshuisvesting Gemeentelijke kaders Visie op (onderwijs)huisvesting (raad december 2008) Ontwikkelingen Met ingang van 1 januari 2015 vindt de overheveling van het groot onderhoud van gemeenten naar schoolbesturen plaats. Dit betekent dat de gemeente met ingang van 2015 niet langer verantwoordelijk 34
is voor het uitvoeren van het groot onderhoud bij schoolbesturen. Deze verantwoordelijkheid ligt voortaan bij schoolbesturen. Wat willen we bereiken? Er zijn voldoende onderwijsgebouwen en gymgebouwen voor het primair-, speciaal- en voortgezet onderwijs, deze zijn in een behoorlijke staat van onderhoud, adequaat ingericht en worden effectief beheerd. De schoolgebouwen sluiten qua omvang en kwaliteit aan op de behoefte. Wat gaan we doen?
Activiteiten / projecten Bouwen school Cromvoirt.
Toelichting De bouw van de school start in 2015.
Wanneer 4e kwartaal 2015 Planvorming clustervoorziening Vught Zuid. Op voorwaarde dat in 2014 een besluit is Gereed 4e genomen over de locatie van de vervangende kwartaal 2015 nieuwbouw, stellen we in 2015 het programma op.
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie
Begroot
2012 2013 Percentage scholen voor primair- en speciaal onderwijs dat voldoet aan normering Meerjaren Onderhoudsprogramma.
64
64
2014 2015 73
2.4. Wettelijke kaders
Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE); Wet primair onderwijs; Wet voortgezet onderwijs; Wet op de expertisecentra; Leerplichtwet/Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) Jeugdwet 3. Wat mag het kosten? Progr. 3: Jeugd en onderwijs Realisatie Begroting Begroting 2014 met meerjarenperspectief bedragen x € 1.000 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Lokaal onderwijsbeleid 542 455 437 444 450 457 Toezicht openbaar onderwijs 6 9 7 7 7 7 Onderwijshuisvesting 2.182 2.280 2.092 2.100 2.121 2.115 Integraal huisvestingsplan onderwijs 888 999 1.027 1.118 1.185 1.163 Jeugdbeleid 706 812 5.037 4.989 4.859 4.897 Kinderopvang & Peuterspeelzaalwerk 274 308 280 277 278 281 Totaal programma 4.599 4.864 8.881 8.934 8.899 8.919 Verrekening met reserves 122 -29 -138 -215 -268 -232 Na verrekening met reserves 4.720 4.835 8.743 8.719 8.631 8.686
35
72
Hierna volgen de mutaties zoals die ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting per jaarschijf zijn doorgevoerd. Ontwikkelingen en ombuigingen (bedragen x 1.000) Sociaal domein Jeugdbeleid Soc. Domein: Jeugdwet Autonome ontwikkelingen Huur de Zwengel Buitenonderhoud scholen Leerlingenvervoer Uitvoering leerplicht / RBL Verhuur de Baarzen IHP budget Dekkingsmaatregelen / ombuigingen Verlaging projectsubsidies Totaal programma
2015 -4.222 21 -4.243 348 0 163 103 2 24 57 14 14 -3.860
2016 -4.161 21 -4.182 182 -145 163 104 2 0 58 0 0 -3.979
2017 -4.020 21 -4.041 330 0 163 106 2 0 59 0 0 -3.690
Toelichting Centrum voor jeugd en gezin (Sociaal domein) Op basis van de gerealiseerde kosten in eerdere jaren kan het budget van € 78.000 structureel worden verlaagd naar € 57.000. Sociaal domein Jeugdwet De uitgaven voor de uitvoering van de jeugdwet zijn voorlopig geraamd op het niveau van de ontvangen uitkering uit het gemeentefonds. Op basis van de uit te werken beleidsnotitie worden de budgetten nog verdeeld. Huur ruimten tbv De Zwengel Met de Zwengel wordt overleg gevoerd over de plannen voor uitbreiding van het aantal leerlingen. Tot dat moment worden ruimten gehuurd bij Reinier van Arkel (gebouw Potlood en Stenen Hut) en worden tijdelijk noodunits gehuurd. Omdat de nieuwbouwplannen in 2016 nog niet klaar zijn, is de huur van ruimten in 2016 nog nodig. Buitenonderhoud scholen Vanaf 2015 zijn gemeenten niet langer verantwoordelijk voor buitenonderhoud en aanpassing van schoolgebouwen in het primair onderwijs en het speciaal onderwijs. De verantwoordelijkheden gaan over naar de schoolbesturen en de financiële middelen naar het ministerie van OCW. Met de overgang kunnen de in de meerjarenbegroting opgenomen dotaties in de onderhoudsvoorzieningen komen te vervallen. Leerlingenvervoer De gerealiseerde besparing is een gevolg van het restrictief toekenningsbeleid van de laatste jaren en een verruiming van de maximale reistijden. Mede hierdoor en door een gezamenlijke aanbesteding met de regiogemeenten Sint-Michielsgestel, Boxtel, Schijndel en Haaren worden aanzienlijke voordelen gerealiseerd. 36
Leerplicht De bezuiniging is gerealiseerd in een gemeenschappelijke regeling met de regiogemeenten SintMichielsgestel, Schijndel en Haaren. De ondergrens van de uitvoering van de leerplicht is hiermee echter wel bereikt. Verhuur lokalen de Baarzen Wij verhuren een aantal leegstaande lokalen bij de Baarzen voor kinderopvang. Omdat de verhuizing nog niet gepland is, wordt de huurovereenkomst langer voortgezet. Hier staan wel de kosten voor gas, water en elektra tegenover. IHP: Investeringskrediet clustervoorziening Vught Zuid Door bijgestelde leerlingenprognoses en lagere normbedragen is het investeringskrediet voor IHP Vught zuid verlaagd. Hierdoor worden de kapitaallasten lager en kan het totale exploitatiebudget met ± € 57.000 naar beneden worden bijgesteld. Verlaging projectsubsidies De budgetten voor projectsubsidies sport, cultuur, welzijn, leefbaarheid in wijken en buurten en jumelage zijn de afgelopen jaren niet volledig ingezet. Van het totale budget van circa € 80.000 werd ruim € 30.000 niet benut. Op dit programma is het budget met € 14.000 verlaagd.
37
PROGRAMMA 4:
Leefbaarheid 1. Omschrijving De activiteiten in dit programma richten zich op de inwoners die in staat zijn hun eigen bestaan vorm te geven, en die hier prettig willen leven. De rol van de gemeente richt zich op het ondersteunen van de activiteiten van de inwoners. Beleidsvelden 2.1.Sport 2.2.Kunst en cultuur 2.3.Accommodatiebeleid 2.4.Gezondheidsbeleid 2.5.Sociaal - cultureel werk
2. Uitwerking 2.1 Sportbeleid Gemeentelijke kaders Nota Maximale speelruimte (raad november 2012) Ontwikkelingen Wij richten ons op het op afstand zetten van het beheer en de exploitatie van sportaccommodaties. In 2015 worden gesprekken gevoerd met de verenigingen, om een goede overdracht van verantwoordelijkheden mogelijk te maken. Daarnaast zijn speerpunten het stimuleren van breedtesport (samenwerking scholen, sportclubs, welzijnswerk etc.). De sportverenigingen krijgen meer ruimte om sport gerelateerde evenementen te organiseren om zo voldoende inkomsten te genereren. Wat willen we bereiken? Vughtse inwoners kunnen op breedtesportniveau sporten. Specifieke doelgroepen zijn: Jongeren, ouderen en mensen met een beperking
38
Wat gaan we doen?
Activiteiten Opstellen van een plan voor een integrale invulling van sportpark Bergenshuizen.
Toelichting Uitvoering is afhankelijk van te maken keuzes (tweede helft 2014)
Gereed 3e kwartaal 2015
Vaststellen taak, rol en activiteiten combinatiefunctionaris met het oog op het stimuleren van breedtesport. Bieden van een sportaanbod voor mensen met een beperking??
Op basis van de evaluatie in 2014
2015
Dit wordt samen met regio gemeenten opgepakt en uitgevoerd.
3e kwartaal 2015
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie Begroot 2012 2013 2014 2015
Oordeel van de burgers over de sportvoorzieningen (waarstaatjegemeente.nl) 0-meting 2011 Prestatie-indicatoren Aantal door de gemeente gesubsidieerde sportprojecten
G 8,0 7,8 8,0 Realisatie Begroot 2012 2013 2014 2015 4 7 7 5
2.2. Kunst en cultuurbeleid Gemeentelijke kaders Cultuurnota Verbinden en Vernieuwen (raad januari 2008) Monumentenverordening Vught 2010, wijziging 29 maart 2012 Ontwikkeling Er is steeds meer oog voor het behoud van erfgoed om het toerisme te stimuleren. Wat willen we bereiken? Divers en goed cultuuraanbod in het centrum van Vught Kinderen komen al op jonge leeftijd in aanraking met kunst en cultuur Het behoud van het culturele erfgoed van Vught en met name de archeologische waarden en monumenten Wat gaan we doen?
Activiteiten Faciliteren van een bibliotheekvoorziening in de Petruskerk In 2015 worden de bezuinigingen geëffectueerd binnen programma 4.
Toelichting Bij het huisvesten van functies in het centrum van Vught wil de gemeente dat de bibliotheekfunctie in de Petruskerk komt. De bezuinigingen kunnen gevolgen hebben voor de afspraken over het activiteitenaanbod en tarieven van betreffende organisaties.
39
Wanneer 2015 Vanaf 2015
We ondersteunen het cultuuronderwijs in scholen via de inzet van Plaza Cultura Actieprogramma Cultuurhistorie op de kaart Ontwikkelen van het erfgoedbeleid Bouwhistorische onderzoeken Onderzoeken mogelijkheden grafkelder van Beresteijn
Plaza Cultura biedt cultuureducatieve producten voor scholen.
2015 (hele jaar)
En de vertaling hiervan in de erfgoedverordening We bekijken welke gebouwen als gemeentelijk monument in aanmerking komen. Bijvoorbeeld Albertusstraat 1 t/m 23. Onderzoeken naar mogelijkheden om de grafkelder publiekstoegankelijker te maken en eventueel te verfraaien.
2015
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie
2015 2015
Begroot
2012
2013
2014
2015
G
6,8
6,7
6,8
0 Realisatie
0
100% Begroot
100%
2012
2013
2014
2015
9
10
6
5
Aantal leden bibliotheek
6.271
5.340
7.100
5.250
Aantal leden bibliotheek jonger dan 18 jaar
4.052
3.083
3.850
3.000
Aantal deelnemers aan cursussen MIK
1.090
945
1.050
950
1. Waardering van de burger voor cultuur (waarstaatjegemeente.nl) 0-meting 2011) 2. Het percentage van het grondgebied waarvoor het erfgoedbeleid ontwikkeld is Kengetallen (ipv prestatieindicatoren)
Eenmalige culturele activiteiten
2.3. Accommodatiebeleid Gemeentelijke kaders Visiedocument accommodatiebeleid (raad september 2011) Eindrapportage accommodatiebeleid (raad februari 2012) Ontwikkelingen Uitgangspunt is dat de bibliotheek en het Vughts Museum worden gehuisvest in de Petruskerk. In 2014 is de vraag ontstaan of de huidige aanbieder van het bibliotheekwerk in Vught deze functie kan invullen in de Petruskerk. Gezocht wordt naar mogelijkheden om de huidige bibliotheek in de Petruskerk te huisvesten dan wel andere partijen te zoeken die deze functie kunnen invullen. Wat willen we bereiken? Uitgangspunt in de visie op het accommodatiebeleid is onder meer: De vraag naar accommodatie laten aansluiten op de capaciteit aan accommodatie (dit betekent het terugbrengen van het aantal m2 sociaal culturele ruimten dat door de gemeente wordt beheerd en geëxploiteerd) Voorzieningen op afstand zetten Centrale functies huisvesten in het centrum van Vught Het ontwikkelen van wijksteunpunten om activiteiten op wijkniveau mogelijk te maken Het afstoten van leegstaande sociaal-culturele gebouwen 40
Wat gaan we doen?
Activiteiten Ingebruikname gebouw Elzenburg
Inpassing functies in het centrum van Vught
Ontwikkelen kader wijksteunpunten
Toelichting Gebouw Elzenburg wordt in 2015 onder regie van de stichting Elzenburg door de jeugdorganisaties in Vught in gebruik genomen De planvorming over de invulling van functies in het centrum van Vught wordt verder uitgewerkt. Hierin wordt ook de Petruskerk betrokken en bestaat aandacht voor het op afstand zetten van het beheer. In 2015 wordt een kader opgesteld voor de ontwikkeling van wijksteunpunten. Vooruitlopend daarop worden mogelijke initiatieven op wijkniveau ondersteund en/of gefaciliteerd
Gereed 1e kwartaal 2015
Start invulling vanaf 1e kwartaal 2015 Vaststellen kader 1e kwartaal 2015
Afstoten accommodaties Schoonveld, Kwebben, Gouden Zonne, Vlierthonk
Deze locaties worden afgestoten en voor deze gebouwen wordt een herbestemming gezocht
2015 (hele jaar)
Verzelfstandiging verenigingen aan de IJzeren Man
Wij maken de accommodatie en het terrein geschikt voor de vier verenigingen en renoveren het terrein. Daarna dragen wij de accommodatie over aan de verenigingen.
3e kwartaal 2015
Hoe gaan we dit meten? In het kader van het accommodatiebeleid definiëren wij een indicator op basis waarvan we in de toekomst kunnen monitoren of de vraag en het aanbod op elkaar aansluiten.
2.4. Gezondheidsbeleid Gemeentelijke kaders Wmo beleidsplan 2012-2015, onderdeel Gezondheid Wat willen we bereiken? Doel van het lokale gezondheidsbeleid is het bevorderen van de gezondheid van de inwoners van Vught, zodat zij zelfredzaam blijven en mee kunnen doen aan de samenleving. Het gezondheidsbeleid maakt onderdeel uit van het Wmo-beleidsplan; per onderdeel worden daarin indicatoren toegevoegd op basis van de gezondheidsmonitoren van de GGD. Wat gaan we doen?
Activiteiten Uitvoering project “Gezonde school” door de GGD.
Toelichting Alcoholpreventieproject 16-
Wanneer 2015
Organisatie Fittestdag door de GGD.
Gericht op de doelgroep ouderen
2e kwart.'15
41
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie
Beoordeling van de gezondheidsvoorzieningen (waarstaatjegemeente.nl).
Begroot
2012
2013
2014
G
7,6
7,6
2015 7,6
*) In overleg met de GGD wordt gezocht naar een andere indicator, die meer recht doet aan de gemeentelijke rol in het preventieve gezondheidsbeleid.
2.5. Sociaal - cultureel werk Gemeentelijke kaders Notities Transities (beleidsplan Wmo, beleidsplan Jeugdwet, Functioneel ontwerp Participatiewet Nota sociaal beleid Vught "Met elkaar, voor elkaar"(raad 30 juni 2011). Ontwikkelingen De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet en Participatiewet delen de uitgangspunten van de Kanteling: meer in het gewone leven, beroep op eigen kracht, ondersteuning dichterbij. Wat willen we bereiken? We zetten in op zelfredzaamheid van burgers en de (verdere) ontwikkeling van een krachtige, betrokken Vughtse samenleving als antwoord op de transities in de (jeugd)zorg en de deelname aan werk. Wat gaan we doen?
Activiteiten Inrichten wijkgerichte aanpak
Ondersteuning van buurtwerk
Toelichting Welzijn Vught is met name verantwoordelijk voor de wijkgerichte aanpak en het, op basis van de vragen en signalen die zich voordoen, mede ontwikkelen van collectief aanbod. In de opdracht aan Welzijn Vught is het buurtwerk opgenomen, waarbij zij onder meer uitvoering geven aan: Signaleren van mogelijke problemen en kansen in buurten, mede oppakken problemen Motiveren van inwoners van Vught tot het leveren van een bijdrage aan hun buurt. Het oplossen van lokale sociale problematiek, o.a. door buurtbemiddeling. Het verminderen van overlast in de wijk Begeleiding dorpsondersteuners en wijkcoaches
Gereed 2015 (hele jaar) 2015 (hele jaar)
In de opdracht aan ABZ zijn opgenomen buurtactiviteiten zoals: Zomerschool Cursussen
Hoe gaan we dit meten? In 2015 wordt in het kader van de transities een effectindicator ontwikkeld, die inzicht geeft op de betrokkenheid en/of zelfredzaamheid van Vughtse burgers. 42
Effectindicator
Realisatie
Begroot
2012 2013 2014 - schaalscore sociale kwaliteit van de woonomgeving
7,5 Realisatie
Prestatie-indicator
2015
7,5 7,7 Begroot
2012 2013 2014 - Aantal buurtbemiddelingen - Aantal koppelingen taalmaatjes - Aantal projecten leefbaarheid in wijken en buurten - Aandeel geregistreerde mantelzorgers/1000 inwoners
22 10 11
20 11 6 17
2015
20 10 7 18
20 10 19
2.6. Wettelijke kaders Wet op de archeologische monumentenzorg Wet publieke gezondheidszorg Wet ambulancevervoer Wmo 3. Wat mag het kosten? Progr. 4: Leefbaarheid Realisatie Begroting Begroting 2014 met meerjarenperspectief bedragen x € 1.000 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Gedeprivatiseerde accommodaties 807 866 863 961 958 950 Cultuurhistorie 148 156 139 113 112 112 Openbaar bibliotheekwerk 581 568 534 542 551 559 Sociaal - cultureel werk 637 670 641 648 658 668 Volksgezondheid 433 476 454 462 469 477 Kunst & Cultuur 902 936 921 937 953 968 Sport 283 388 420 418 423 429 Gemeentelijke accommodaties 448 339 451 443 436 430 Totaal programma 4.239 4.400 4.423 4.523 4.558 4.594 Verrekening met reserves 0 -56 -44 -66 -66 -66 Na verrekening met reserves 4.239 4.344 4.379 4.457 4.492 4.528
Hierna volgen de mutaties zoals die ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting per jaarschijf zijn doorgevoerd. Ontwikkelingen en ombuigingen (bedragen x 1.000) Nieuw beleid Structurele subsidiëring IJsbaan Autonome ontwikkelingen Verhuur kinderopvang Cromvoirt Kinderopvang Vught-N Combinatiefunctionaris Dekkingsmaatregelen / ombuigingen Verlaging projectsubsidies Verlaging subsidie bibliotheek Totaal programma
43
2015 -10 -10 52 0 67 -15 62 12 50 104
2016 -10 -10 68 16 67 -15 63 12 51 121
2017 -10 -10 68 16 67 -15 64 12 52 122
Toelichting Wijkgericht werk (buurtbeheer) De ijsbaan is van groot belang voor de gemeente. Het draagvlak onder de bevolking is groot evenals de promotiewaarde voor Vught. De gemeente heeft daarom vier jaar de Stichting IJsbaan Vught ondersteund met incidentele subsidies. Daarmee is de maximale termijn voor het verstrekken van een incidentele subsidie aan een instelling bereikt. Wij zijn voornemens om de realisatie van de ijsbaan structureel te ondersteunen. Daarbij wordt uitgegaan van een jaarlijkse bijdrage van € 10.000. Gezien de totale kosten van de ijsbaan is deze bijdrage reëel. Binnen het subsidieprogramma zijn echter geen middelen beschikbaar voor een structurele financiering van Stichting IJsbaan Vught. Vandaar het voorstel om het gemeentelijke subsidiebudget met ingang van 2014 hiervoor structureel met € 10.000 te verhogen. Verlaging projectsubsidies De budgetten voor projectsubsidies sport, cultuur, welzijn, leefbaarheid in wijken en buurten en jumelage zijn de afgelopen jaren niet volledig ingezet. Van het totale budget van circa € 80.000 werd ruim € 30.000 niet benut. Op dit programma is het budget met € 12.000 verlaagd. Subsidie Bibliotheek In de ombuigingen van de afgelopen jaren zijn ook de budgetgesubsidieerde instellingen betrokken. Voor de bibliotheek is daarbij een uitzondering gemaakt. Dit om de centrale rol die zij in de Petruskerk vervullen mogelijk te maken. Indien deze invulling anders plaatsvindt is deze uitzonderingspositie niet meer van toepassing.
44
PROGRAMMA 5
Zorg, arbeid en inkomen 1. Omschrijving Het programma richt zich op het bevorderen van participatie: iedereen doet mee in de samenleving, ongeacht inkomen, beperkingen. Beleidsvelden 2.1. Wmo, inclusief zilveren kracht 2.2. Participatie en inkomensondersteuning 2.3. Armoedebeleid 2.4. Maatschappelijke dienstverlening 2.5. Vrijwillige inzet en Mantelzorg
2. Uitwerking 2.1. Wmo Gemeentelijke kaders Beleidsplan Wmo 2015 – 2016 (raad oktober 2014) Functioneel Ontwerp Wmo (raad februari 2014) Verordening Wmo (raad oktober 2014) Nadere regels en beleidsregels Wmo 2015 (december 2014) De zilveren kracht van Vught (juli 2009), Activiteitenplan Zilveren Kracht 2014/2015 Ontwikkelingen Per 1 januari 2015 zijn de decentralisaties een feit. Vanaf dat moment is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van een aantal nieuwe taken, die voortvloeien uit de Jeugdwet, de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Participatiewet. Nieuwe taken die vanuit de Wmo naar de gemeente komen zijn begeleiding, gespecialiseerde dagbesteding en kortdurend verblijf. Naast nieuwe taken krijgen we ook te maken met nieuwe doelgroepen. Bij de uitvoering is het uitgangspunt “een gezin, één plan, één regisseur”. Daarom is gekozen voor intensieve samenwerking tussen de verschillende disciplines in het Team sociaal domein Vught (voorlopige werknaam). Zo heeft een burger niet langer te maken met verschillende loketten, en is er vooraf afstemming over de te leveren ondersteuning. Het Team levert maatwerk, voortbordurend op de principes van de Kanteling, die al langer met succes in de praktijk worden gebracht. Aansluitend op ontwikkelingen in de samenleving wordt uitgegaan van de eigen kracht van inwoners en hun omgeving, en van de kracht van Vught in de vorm van vrijwilligers(-organisaties). Daar waar oplossingen in het gewone leven tekort schieten, kan een beroep worden gedaan op diverse vormen van professionele ondersteuning, steeds gericht op deelname aan de samenleving. Om het gewenste maatwerk vorm te geven is een lokale inbedding noodzakelijk. Daarom gaan we verder met de ontwikkeling van een laagdrempelig aanbod. Pilots als de vrijwillige dorpsondersteuner 45
bezien we op hun mogelijkheden, daarnaast werken we met diverse organisaties aan nieuw laagdrempelig aanbod van algemene en collectieve voorzieningen, zoals nieuwe vormen van dagbesteding. Burgerinitiatieven, bijvoorbeeld het initiatief van Ouderen Samen om de mogelijkheden van coöperaties te onderzoeken, ondersteunen we op diverse manieren. Naast burgerinitiatieven vinden we burgerparticipatie bij al deze ontwikkelingen van groot belang. Zo hebben wij samen met de Wmo-adviesraad en Welzijn Vught een plan voor burgerparticipatie opgesteld om Vught te betrekken bij de transities. Delen van dit plan lopen door in 2015. Bij al deze ontwikkelingen is er één duidelijk streven: we zullen er alles aan doen om te voorkomen dat Vughtenaren tussen wal en schip vallen. Wat willen we bereiken? Iedereen, ongeacht leeftijd of beperkingen, doet mee aan de samenleving. Zelfstandig wonen en deelnemen aan het maatschappelijk verkeer wordt waar nodig ondersteund. Daar waar mogelijk is de ondersteuning (collectief) dichtbij mensen georganiseerd en is de toegang laagdrempelig. Wat gaan we doen? Activiteiten
Toelichting
Team Sociaal Domein (Participatiewet, Wmo, Jeugdwet)
Lokale invulling
Wmo-beleidsplan 2015/2016
Meting ervaringen cliënten voortgang Wmo
Wanneer
Team bestaat uit medewerkers van gemeente, Welzijn Vught, MEE en Juvans. Indien dit nodig blijkt, kijken we naar de samenstelling van het team. Uitvoering taken: informatievoorziening en advies, signalering, beoordeling (indicatie), kortdurende ondersteuning, casusregie, benutten sociale omgeving en algemene en collectieve voorzieningen Doorontwikkelen samenwerking Team Sociaal Domein (onder meer juridische en financiële verankering, ICT, privacyvraagstuk, werkprocessen) Monitoring resultaten Team Sociaal Domein In samenwerking met lokale partijen ontwikkelen van bij de lokale vraag passende voorzieningen, ook aan de hand van signalen Realiseren dekkend netwerk van dorps-/wijkondersteuners Ondersteuning burgerinitiatieven en actief inzetten op burgerparticipatie Uitvoering beleidsplan Regionale afstemming Doorzetten vernieuwing volgens de uitgangspunten sociaal beleid/De Kanteling Afspraken met maatschappelijke partners wonen, zorg, welzijn over uitvoering van het beleid Cliëntervaringsonderzoek Wmo Aanleveren verplichte gegevens Wmo over 2014 Opzetten nieuw monitoringssysteem (i.s.m. regio), passend bij nieuwe indicatoren
2015(hele jaar)
2015 (hele jaar)
2015
2015
Hoe gaan we dit meten? De prestatie- en effectindicatoren voor de nieuwe taken in het kader van de Wmo 2015 zijn in ontwikkeling. Ook een nulmeting 2014 is (nog) niet beschikbaar. Daardoor kan het ambitieniveau nog 46
niet gekwantificeerd worden. Bij het vaststellen van de indicatoren zullen zowel de (nog niet bekende) landelijke indicatoren leidend zijn als de maatschappelijke effecten die zijn genoemd in het beleidsplan 2015-2016. De onderstaande indicatoren zijn nog relevant voor 2015, want deze taken blijven bestaan. De prestatie-indicatoren worden uitgebreid met de aantallen voor o.a. gespecialisee rde begeleiding, gespecialiseerde dagbesteding en kortdurend verblijf. Effectindicatoren
Realisatie
Begroot
2012 2013 2014 De prestatie- en effectindicatoren worden ontwikkeld, deels aansluitend op landelijk vastgestelde indicatoren. Prestatie-indicatoren
Realisatie
Begroot
2012 2013 2014 Aantal personen hulp bij de huishouding Aantal Wmo-pashouders met actief gebruik van de regiotaxi Aantal personen scootmobiel Aantal personen financiële tegemoetkoming vervoer Aantal woningaanpassingen Aantal personen met rolstoelvoorziening
683 441 139 100 92 342
628 402 119 102 59 175
2015
650 400 120 100 90 190
2015 630 400 120 90 80 180
2.2 Participatie & Inkomensvoorzieningen Gemeentelijke kaders Beleidsplan Participatiewet Meierij en lokale oplegger (2014, nog in voorbereiding) Functioneel Ontwerp Participatiewet (2014, nog in voorbereiding) Nota Passie voor participatie (visiedocument; 2010) Ontwikkelingen Wie kan werken, moet niet afhankelijk zijn van een uitkering. De nieuwe Participatiewet, waarin de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wajong worden samengevoegd, is hierop gericht. Ook deze wet heeft als centrale doelstelling: zoveel mogelijk mensen doen mee. Meedoen in een baan betekent veel voor mensen: financiële zelfstandigheid, sociale contacten, een duidelijke dagstructuur, meer welbevinden. Enkele belangrijke veranderingen zijn: -Beperking instroom in de Wajong: de Wajong is er alleen nog voor mensen die helemaal niet meer kunnen werken; degenen met een arbeidsvermogen vallen onder de Participatiewet en daarmee onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. -Afbouw WSW: per 1 januari 2015 vervalt de mogelijkheid in te stromen in de WSW. Mensen die door beperkingen belemmerd worden in het vinden van werk, krijgen vanaf dat moment ondersteuning van de gemeente. Zoveel als mogelijk is dit gericht op regulier werk, maar waar dit onmogelijk is blijft er “beschut werk” met extra begeleiding. Met de WSD is een transitie-arrangement overeengekomen dat in 2015-2016 van toepassing is. Huidige WSW’ers worden niet herkeurd. Het Rijk heeft in het Sociaal Akkoord met werkgevers afgesproken dat de komende jaren 125.000 mensen met een arbeidsbeperking bij een reguliere werkgever worden geplaatst. Verder heeft de gemeente de mogelijkheid loonkostensubsidie in te zetten. De loonkostensubsidie is beschikbaar voor 47
mensen die niet zelf het wettelijk minimumloon kunnen verdienen; werkgevers ontvangen deze subsidie om zo het verschil tussen de loonwaarde van een werknemer en het wettelijk minimumloon te compenseren. De gemeenten in de regio werken zoveel mogelijk samen om duidelijkheid aan de werkgever en de klant te bieden. De arbeidsmarkt overstijgt immers het lokale niveau. Daarom neemt Vught deel in het Werkbedrijf Noordoost-Brabant, uitgevoerd door de 19 gemeenten die vallen onder de 5*regio Agrifood. Het Werkbedrijf is een netwerkorganisatie, waarin mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk worden geholpen. De daadwerkelijke uitvoering en aanpak zal overigens plaats vinden op lokaal niveau Met de samenvoeging van de doelgroepen van de WWB, de WSW en de Wajong neemt de gemeentelijke doelgroep in omvang toe. Gemeenten ontvangen een budget voor uitkeringen en voor instrumenten gericht op re-integratie. Door verschillende doelmatigheids- en efficiency-kortingen zal dit budget echter afnemen ten opzichte van de huidige situatie. Door veel activiteiten zelf uit te voeren vangen wij deze kortingen naar verwachting op. Naast de Participatiewet zijn nog twee ontwikkelingen van belang: Het budget voor volwasseneneducatie zal per 2015 overgaan naar de centrumgemeente ’sHertogenbosch. In gezamenlijk overleg wordt de inkoop gedaan. Invoering van de kostendelersnorm per 1 januari 2015. Deze kostendelersnorm wil een stapeling van uitkeringen voorkomen en werk lonend maken. Wat willen we bereiken? We bieden op een adequate manier een vangnet voor personen en huishoudens die niet in hun eigen bestaansonderhoud kunnen voorzien. Tegelijkertijd bieden we een springplank om burgers te stimuleren naar vermogen zelfstandig in hun eigen inkomen te gaan voorzien. Iedereen (18+) in Vught levert naar vermogen een bijdrage aan de samenleving, de economie en het waarborgen van de kwaliteit van de samenleving. We benutten alle mogelijkheden die mensen hebben of die wij kunnen bieden en investeren in kansen. Onze investering is niet vrijblijvend; we verwachten van een ieder die een uitkering ontvangt een tegenprestatie naar vermogen. Rechtmatige verstrekking van uitkeringen. Wat gaan we doen? Activiteiten Uitvoering nieuwe Participatiewet
Aanscherping Wwb
Toelichting Opstellen activiteitenplan participatie 2016 Inkoop participatie instrumenten, afgestemd op de invoering van de Participatiewet Deelname aan regionaal Werkbedrijf Deelname aan sub-regionaal Participatienetwerk. Afstemming vinden over dienstverlening Uitvoering geven aan arbeidsmarktbeleid Opstellen, en na besluitvorming invoeren, van lokaal beleid en wetgeving op het gebied van inkomensvoorzieningen, inclusief rechtmatigheid. Implementeren kostendelersnorm Aanpassen afstemmingsverordening Wwb
48
Gereed 2015 (hele jaar)
2015 (hele jaar)
In kaart brengen doelgroep alleenstaande ouders die onder de overgangsregeling vallen Informeren doelgroep
2015 (hele jaar)
Dit gebeurt in het kader van de hervorming van de kindregelingen door het rijk.
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie
Begroot
2012 2013 2014 Het bereiken van trede 6 van de participatieladder – duurzame arbeid Aantal personen met een loonkostensubsidie werkzaam Aantal bemiddelingen in het kader van de tegenprestatie Percentage tekortkomingen in rechtmatigheid uitkeringsverstrekking Percentage aanvragen met besluit binnen wettelijke termijn Prestatie-indicatoren
34 44 32 40 8 3 <1 <1 <1 <1 72 83 80 83 Realisatie Begroot 2012 2013 2014
Aantal fte’s werkzaam in de Wsw Beschut werk Aantal aan te bieden participatietrajecten Aantal personen die gebruik maken van een re-integratietraject Aantal trajecten maatschappelijke begeleiding voor vluchtelingen Aantal ingekochte cursussen basisvaardigheden educatie Aantal jongeren in de leeftijd van 18-27 jaar dat recht heeft op inkomensondersteuning (exclusief zak- en kleedgeld) Aantal uitkeringsgerechtigden < pensioengerechtigde leeftijd***
2015
2015
222
220
214*
208
370 321 6 59
322 285 12 48
380 300 24** 40
405 325 24 35
11 -
22 -
13 -
25 427
* Het begrotingscijfer over 2014 (was 223) is in Burap I 2014 bijgesteld op basis van de herziene taakstelling 2014 van het ministerie van SoZaWe. **Het begrotingscijfer over 2014 (was 6) is aangepast als gevolg van de verhoogde taakstelling voor dat jaar. *** Vanaf 2015 vallen uitkeringsgerechtigden die nu nog gebruik maken van Wajong, WWB en WSW allemaal onder de Participatie Wet. Daarmee zijn cijfers van eerdere jaren niet vergelijkbaar.
2.3 Armoedebeleid Gemeentelijke kaders Notitie armoedebeleid Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2016 Regeling bijzondere bijstand gemeente Vught 2013 Ontwikkelingen In 2015 worden de middelen voor intensivering van de armoedebestrijding ingezet op basis van een in 2014 op te stellen notitie. Preventie van armoede blijft, naast bestrijding, een belangrijk thema. We letten daarbij op de inkomenspositie van nieuwe groepen die risico (lijken te) lopen. Samenwerking met de partners in Vught blijft centraal staan in onze aanpak. 49
Wat willen we bereiken? Verbeteren van de leefsituatie, de financiële redzaamheid en het toekomstperspectief van (kwetsbare) burgers, alsmede het terugdringen van maatschappelijke kosten. Wat gaan we doen? Activiteiten
Intensivering armoedebeleid Schuldhulpverlening (SHV)
Toelichting
Gereed
Uitvoering geven aan voornemens uit notitie intensivering armoedebeleid uit 2014 (in voorbereiding) Implementatie integraal beleidsplan SHV 2012-2016, waaronder de uitvoering, het maken van afspraken met onze ketenpartners, het uitwerken en uitvoeren van een preventieplan en de inkoop/subsidiering van instrumenten.
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie
2015 (hele jaar) 2015 (hele jaar).
Begroot
2012 2013 2014 Aantal huisuitzettingen is teruggebracht waardoor maatschappelijke kosten zijn teruggedrongen. Prestatie-indicatoren
6 Realisatie
4 Begroot
2012 2013 2014 Aantal huishoudens ondersteund door middel van kwijtschelding gemeentelijke belastingen. * Aantal huishoudens begeleid vanuit schuldhulpverlening (GKB)**
157 53
2015
192 39
4 2015
180 34
* de kwijtschelding betreft alleen de mensen met een inkomen tot 100% van de bijstandsnorm ** De daling in huishoudens begeleid door de Kredietbank wordt veroorzaakt door twee factoren: ten eerste helpt de gemeente veel meer gezinnen zelf, in samenwerking met maatschappelijke partners, zoals Woonwijze waarmee werkafspraken zijn gemaakt. Een tweede, minder bepalende, factor is de invoering van de Fraudewet, waardoor huishoudens met fraudeschulden geen beroep meer kunnen doen op een aantal vormen van schuldhulpverlening.
2.4 Maatschappelijke dienstverlening Gemeentelijke kaders Beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning 2015-2016 (raad oktober 2014) Convenant maatschappelijke begeleiding vergunning- en statushouders (inclusief afspraken taakstelling) Ontwikkelingen Met ingang van 2015 wordt maatschappelijke dienstverlening onderdeel van het takenpakket van het Team Sociaal Domein. Wat dit betekent voor de positionering van de diverse onderdelen van het maatschappelijk werk en de relatie met Juvans moet nog onderzocht worden. Dit heeft ook gevolgen voor de op te nemen indicatoren. In 2015 zal, in het verlengde van de ontwikkelingen in het sociaal domein, hier verder naar gekeken worden. De toestroom van statushouders is in 2013 en 2014 sterk toegenomen. Een gelijke ontwikkeling verwachten wij ook in 2015. We streven ondanks de hogere taakstellingen voor huisvesting van asielzoekers naar een 100% realisatie. Hierbij werken wij nauw samen met Woonwijze en Vluchtelingenwerk voor de maatschappelijke begeleiding. 50
250 40
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke dienstverlening zorgt ervoor dat mensen (weer) zelfredzaam zijn en dat ze de controle over hun leven niet verliezen waardoor maatschappelijke kosten worden voorkomen. Vluchtelingen volgens taakstelling krijgen zelfstandige huisvesting Wat gaan we doen? Zie onder Ontwikkelingen Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie 2012
Vught voert de taakstelling huisvesting asielzoekers uit
100%
Begroot
2013
2014
2015
45% 100% 100%
2.5. Vrijwillige inzet en mantelzorg Gemeentelijke kaders Wmo-beleidsplan 2015-2016 (raad oktober 2014) Beleidsplan Mantelzorg, (2014, nog in voorbereiding) Ontwikkelingen Met de nieuwe taken die per 1 januari 2015 naar de gemeente komen neemt het belang van vrijwillige inzet en mantelzorg toe. Uitgangspunt is steeds meer: wat zijn de mogelijkheden van de persoon zelf, van de directe omgeving (mantelzorgers) en van vrijwilligers(-organisaties). Pas daarna komt professionele ondersteuning of zorg in zicht. Het (in 2014 op te stellen) plan voor mantelzorg geeft richting aan de doorontwikkeling van de ondersteuning van mantelzorgers, om overbelasting zoveel als mogelijk te voorkomen. Omdat wij veel belang hechten aan vrijwillige inzet, zowel georganiseerd als ongeorganiseerd, willen wij in 2015 opnieuw bekijken hoe we de vrijwillige inzet verder kunnen verstevigen en stimuleren. Wat willen we bereiken? Mantelzorg: Mantelzorgers worden gesteund, voelen zich gewaardeerd en goed in staat om hun mantelzorgtaken te volbrengen (erkenning en herkenning); Om overbelasting van mantelzorgers te voorkomen is voldoende ondersteuning (zowel beroepsmatig als door vrijwillige inzet) aanwezig. Vrijwillige inzet in brede zin: Inwoners zetten zich vrijwillig in voor de lokale samenleving; Inwoners ondersteunen elkaar.
Wat gaan we doen?
Activiteiten Vrijwillige Inzet Doorontwikkelen van digitaal platform dat vrijwillige inzet ondersteunt (op basis van een evaluatie in 2014) Opstellen notitie vrijwillige inzet
51
Toelichting
Gereed 2015 2e helft 2015
Mantelzorg Uitvoering van de notitie voor ondersteuning mantelzorgers (eind 2014)
2015
Hoe gaan we dit meten? Voor mantelzorgondersteuning zullen we aan de hand van de in 2014 op te stellen notitie en de daarover gevoerde discussie bezien welke indicatoren iets zeggen over de effecten van beleid. Voor vrijwillige inzet zullen we in de in 2015 op te stellen notitie aandacht besteden aan indicatoren. Waar mogelijk zullen we voor beide terreinen aansluiten bij landelijke indicatoren. Effectindicatoren
Realisatie 2012
Begroot 2013
2014
2015
In ontwikkeling Prestatie-Indicatoren
Realisatie
Aantal geregistreerde mantelzorgers Mantelzorgplaza Aantal contacten Mantelzorgplaza Aantal (warm) bemiddelde vrijwilligers door Servicepunt Aantal vragen Servicepunt Aantal klussen in het kader van NL Doet Totaal aantal bezoeken website Servicepunt voor Vrije Tijd en Vrijwillige Inzet * Aantal unieke bezoeken website Servicepunt voor Vrije Tijd en Vrijwillige Inzet *
Begroot
2012
2013
2014
2015
441 6.172 25 229
613 6.200 26 356
420 6.000 50 290
650 6.250 50 300
13
8
30
15
-
3.880 24.400
4.000
-
2.774
3.000
De afwijkingen in de aantallen zijn het gevolg van wijzigingen in de website en de manier van tellen
2.7. Wettelijke kaders programma 5
8.150
Wmo 2015 Participatiewet Wet verbetering arbeidsmarktpositie alleenstaande ouders (WVA) Invorderingswet 1991 Wet Educatie- en beroepsonderwijs Huisvestingswet Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG)
52
3. Wat mag het kosten? Progr. 5: Zorg arbeid en inkomen Realisatie Begroting Begroting 2014 met meerjarenperspectief bedragen x € 1.000 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Lijkbezorging 54 36 40 41 41 41 Participatie 337 585 6.061 5.564 5.127 4.734 Asielzoekerscentrum 0 20 0 0 0 0 Inkomensvoorzieningen 606 667 1.254 1.277 1.286 1.304 Armoedebeleid 758 763 826 835 841 850 Schuldhulpverlening & Regelingen 128 161 144 146 147 149 Integratie en inburgering 6 32 6 6 6 6 Wmo 3.790 3.946 6.737 6.960 6.915 6.967 Maatschappelijke begeleiding en advies 302 394 311 330 335 341 Totaal programma 5.982 6.603 15.379 15.160 14.698 14.393 Verrekening met reserves -78 0 0 0 0 0 Na verrekening met reserves 5.904 6.603 15.379 15.160 14.698 14.393
Hierna volgen de mutaties zoals die ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting per jaarschijf zijn doorgevoerd. Ontwikkelingen en ombuigingen (bedragen x 1.000) Programma 5 Zorg arbeid en inkomen Nieuw beleid Intensivering armoedebeleid Sociaal domein Participatie WMO Soc. Domein: Wmo 2015 (was Awbz) Soc. Domein: Participatie WSW Soc. Domein: Participatie re-integratie Autonome ontwikkelingen WMO huishoudelijke verzorging Dekkingsmaatregelen / ombuigingen Verlaging projectsubsidies Totaal programma
2015 -15 -15 -8.690 31 290 -3.355 -5.352 -305 500 500 29 29 -8.176
2016 -15 -15 -8.349 31 290 -3.515 -4.850 -305 500 500 43 43 -8.205
2017 -15 -15 -7.813 31 290 -3.418 -4.412 -305 500 500 44 44 -8.205
Toelichting Armoedebeleid (intensivering) Met ingang van 2014 hebben gemeenten extra middelen gekregen voor de intensivering van het armoedebeleid. Om tot een verantwoorde besteding van de extra middelen voor armoedebestrijding te komen wordt in 2014 een notitie opgesteld. Op basis van deze notitie en van de nieuwe regelgeving met betrekking tot de categoriale bijstand worden deze middelen ingezet.
53
Participatie / uitvoeringskosten Wsw (Sociaal domein) Het proces van het aanvragen van een uitkering, bijvoorbeeld voor de WWB, is heringericht. Als gevolg daarvan maken we geen gebruik meer van de ruimten van het UWV in ‘s-Hertogenbosch. De budgetruimte als gevolg van deze lagere kosten wordt toegevoegd aan de stelpost risico’s sociaal domein. Hetzelfde doet zich voor bij de structureel lagere kosten voor Wswmedewerkers geplaatst bij de Weenergroep. Wmo, Hulp bij het huishouden, eigen bijdrage en woonvoorzieningen (Sociaal domein) Mede als gevolg van het in 2013 in gang gezette project herindicaties komen naar verwachting de aantallen die gebruik maken van de voorziening hulp bij het huishouden in natura lager uit. Alhoewel de doelgroep met ingang van 2014 is uitgebreid met ouderen met lichte beperkingen, zien wij geen toename. Wij verwachten dat dit structureel is. Verwacht wordt dat het beroep op de voorziening woningaanpassingen structureel lager zal zijn. Voor wat betreft de grotere woningaanpassingen blijkt dat in afgelopen drie jaar slechts een grote woningaanpassing is uitgevoerd. We ramen daarom dit budget structureel af. De eigen bijdrage voor individuele voorzieningen ligt structureel € 12.000 hoger dan begroot, onder andere als gevolg van de vermogensbijtelling voor Wmo voorzieningen. De aldus ontstane budgetruimte voegen wij toe aan de stelpost risico’s sociaal domein. Sociaal domein WMO De uitgaven voor de uitvoering van de nieuwe Wmo-wet zijn voorlopig als stelpost op dit programma geraamd op het niveau van de ontvangen uitkering uit het gemeentefonds. Op basis van de uit te werken beleidsnotitie worden de budgetten nog verdeeld. Sociaal domein Participatie Met ingang van 2015 worden de bijdragen niet meer apart uitgekeerd maar zijn deze opgenomen onder als onderdeel van de uitkeringen uit het gemeentefonds voor het sociaal domein. De ontvangsten verschuiven hierdoor van programma 5 naar de algemene dekkingsmiddelen. Wmo huishoudelijke verzorging oud Dit betreft een taakstellende korting in relatie tot de toegepaste korting op de integratie-uitkering WMO die via het gemeentefonds wordt ontvangen. We verwachten dit te realiseren door aanbestedingsvoordelen en lagere volumes als gevolg van herindicaties en de kanteling. Verlaging projectsubsidies De budgetten voor projectsubsidies sport, cultuur, welzijn, leefbaarheid in wijken en buurten en jumelage zijn de afgelopen jaren niet volledig ingezet. Van het totale budget van circa € 80.000 werd ruim € 30.000 niet benut. Op dit programma is het budget met € 12.000 verlaagd.
54
PROGRAMMA 6:
Economische zaken 1. Omschrijving Het programma omvat het formuleren en uitvoeren van economisch beleid, waaronder: het bevorderen van een gunstig ondernemersklimaat; ontwikkeling en verbetering van het centrum in samenspraak met het MKB; in relatie tot werkgelegenheid: het faciliteren van zakelijke dienstverlening en maatschappelijke instellingen; het verder profileren van recreatie en toerisme; aandacht voor (reguliere) evenementen. Beleidsvelden 2.1. Industrie en handel 2.2. Recreatie
2. Realisatie 2.1 . Industrie en handel Gemeentelijke kaders Structuurvisie Vught 2013 Marktverordening Vught, 2011 Evenementennota , 2012 Plan van aanpak Centrum Management Vught, mei 2012 Verordening Reclamebelasting, 2012 Ontwikkelingen In bijna heel Vught ligt inmiddels glasvezel. De gemeente stimuleert de aanleg van glasvezel in het buitengebied door marktpartijen. De gemeente stimuleert, faciliteert en signaleert mogelijkheden op economische zaken. Zo signaleren we dat meer mensen een beroep aan huis willen uitoefenen. We faciliteren dit zo veel mogelijk. Een groot aantal Vughtse instellingen en bedrijven participeren in het bevorderen van werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat om: Reinier van Arkel, Vughterstede, Hotel Vught, TV073, bejaardentehuis Boswijk, de Vlashborch, Vincentius Verenigingen de Buitendienst Openbare Ruimte Voor de weekmarkt is een toekomstgerichte, bedrijfsmatig opgezette en georganiseerde markt(en), die een waardevolle aanvulling vormt op het voorzieningenaanbod, het uitgangspunt. Na de ontwikkeling van Centrum plan West is Centrum Plan Oost nu aan de beurt. Er is leegstand in de Marktveldpassage. De ontwikkelingsgesprekken lopen. 55
Bij de 3Osamenwerking, die onderdeel uitmaakt van de AgriFood Capital, werken ondernemers, overheden en onderwijs samen aan innovaties, gericht op duurzaamheid, voeding en gezondheid. Gemeente Vught is kartrekker voor de zorgeconomie. De samenwerking richt zich op: Netwerken en verbinden, proces en programma management, mogelijk maken van initiatieven door cofinanciering uit het regiofonds, public affairs en communicatie. . Wat willen we bereiken? een aantrekkelijk ondernemingsklimaat en het stimuleren van werkgelegenheid het aantrekkelijk houden van Vught voor marktexploitanten Voldoende goede detailhandelvoorzieningen (w.o. een weekmarkt) en bedrijventerreinen. Wat gaan we doen?
Activiteiten Participeren in AgriFood Capital Implementeren van de bevindingen uit de evaluatie Centrum Management Implementeren van het businessplan voor de markt(en).
Opstellen van een plan voor het Moleneindplein e.o.
Toelichting
mnd Doorlopend 1e kwartaal 2015 2e kwartaal 2015
Het businessplan bestaat uit - SWOT-analyse - Markonderzoek - Concept-begroting - Organisatieplan We willen het Moleneindplein aantrekkelijker en toekomstbestendiger maken.
2015
Onderzoek naar ruimere openingstijden van de horeca.
2015
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie 2012
Aantal arbeidsplaatsen Aantal bedrijven Bezettingspercentage marktplaatsen
Begroot 2013
2014
2015
10.990 11.530 10.800 11.500 1.820 1.830 1.700 1.835 92% 95% 92% 95%
2.2. Recreatie Gemeentelijke kaders Structuurvisie Vught (2013) Nota Recreatie & Toerisme (2011) iDOP Cromvoirt (2012) Gebiedsvisie ‘Buitengebied’ (2012) Ontwikkelingen Het Nota Recreatie & Toerisme dateert uit 2011. Deze beleidsnota bevat drie ontwikkelingslijnen. In de ontwikkelingslijn ‘Vught in oorlogstijden’ is de samenhang tussen cultureel erfgoed en recreatieve mogelijkheden verankerd. Er komen steeds meer regionale initiatieven waarbij cultureel erfgoed 56
nadrukkelijker onderdeel gaat uitmaken van recreatie en toerisme. Voorbeelden waarbij Vught nauw betrokken is, zijn: JB500 en het ommeland en de Linie 1629 (ism Stichting de Groene Vesting). De gemeente participeert in het project Bossche Buitens, een investeringsvoorstel in het kader van de Landschappen van Allure. Een van de deelprojecten, Groene Woudreus, voorziet in een boomkronenpad en streekbelevingscentrum bij de IJzeren Man. Onlangs kregen Gedeputeerde Staten van een Statenmeerderheid de opdracht om te kijken of binnen het budget 56 miljoen euro in het kader van Landschappen van Allure toch nog ruimte is voor investering in de Bossche Buitens. Het project greep eerder naast deze subsidie. Recreatie en toerisme zetten we nadrukkelijk in om de werkgelegenheid te vergroten. We maken Vught nog aantrekkelijker voor toeristen. Dit is goed voor de vrijetijdseconomie en voor meer inkomsten uit recreatie en toerisme. De werkgroep Recreatie wordt ingezet om een actieplan vrijetijdseconomie mee op te stellen. Ook worden netwerkbijeenkomsten georganiseerd om samenwerking tussen de recreatieondernemers te bevorderen. Wat willen we bereiken? Samenwerking tussen de toeristisch-recreatieve ondernemers in Vught en de omgeving Een langer en aangenaam verblijf en meer bestedingen van toeristen in Vught. Wat gaan we doen?
Activiteiten Opstellen actieplan vrijetijdseconomie Organiseren van vier netwerkbijeenkomsten voor toeristisch recreatieve ondernemers Ontwikkelingsvisie voor de Linie 1629 in Sint-Michielsgestel, Vught, Heusden en ‘sHertogenbosch Het organiseren van activiteiten in Vught in het kader van Jeroen Bosch en het ommeland. Het maken van een toeristische route langs Vughtse kunstobjecten.
Toelichting Samen met de werkgroep Recreatie wordt een langetermijn visie opgesteld voor recreatie en toerisme in Vught De bijeenkomsten zijn bedoeld voor uitwisseling van toeristisch recreatieve informatie en het bevorderen van samenwerking Interne samenwerking over de mogelijke uitvoering van de ontwikkelingsvisie
Wanneer 2e kw.
In 2016 vieren we 500 jaar Jheronimus Bosch. Er is een groep initiatiefnemers geformeerd, die in 2016 activiteiten gaat organiseren.
2015
Met gebruikmaking van nieuwe media.
2e kw.
4 maal in 2015 2015
3. Wat mag het kosten? Progr. 6: Economische zaken Realisatie Begroting Begroting 2014 met meerjarenperspectief bedragen x € 1.000 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Industrie en handel 234 95 221 224 226 229 Recreatiebeleid 60 26 60 61 61 62 Totaal programma 294 121 281 285 287 291 Verrekening met reserves 0 0 0 0 0 0 Na verrekening met reserves 294 121 281 285 287 291
Hierna volgen de mutaties zoals die ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting per jaarschijf zijn doorgevoerd. 57
Ontwikkelingen en ombuigingen (bedragen x 1.000) Nieuw beleid Evenementen: Meijerijloop Autonome ontwikkelingen Evenementen Totaal programma
2015 -9 -9 -8 -8 -17
2016 -9 -9 -8 -8 -17
2017 -9 -9 -8 -8 -17
Evenementen De Meijerijloop is nu voor € 9.000 in het subsidieprogramma opgenomen. Bij de behandeling van de Kadernota is afgesproken om de structurele verwerking van de subsidie voor de Meierijloop te bezien bij de herijking van het subsidiebeleid. De discussie hierover voeren we dus bij de behandeling van de nieuwe subsidieregeling. Een aanpassing van de nu opgevoerde subsidiebedragen blijft daarmee mogelijk. Evenementen Jaarlijks vinden in Vught 3 grote evenementen plaats namelijk de kermis, de ijsbaan en sinds vorig jaar de Meijerijloop. Uitgangspunt hierbij is dat kosten voor stroom, verkeersafzettingen en meer ambtelijke ondersteuning dan geraamd, op basis van afspraken door de gemeente in rekening worden gebracht bij de organisator. De extra kosten van het energieverbruik, mede als gevolg een toename van evenementen, evenementenkasten en milieubelasting, bedragen ca € 15.000. Voor verkeersafzettingen € 5.000 en voor overige werkzaamheden € 6.000. In totaal dus € 26.000. Deze kosten worden, op basis van gemaakte afspraken, deels doorberekend aan de organisatoren van evenementen voor € 17.700.
58
PROGRAMMA 7:
Afval 1. Omschrijving Het programma omvat alle activiteiten van de gemeentelijke zorg voor de afvalverwijdering. Beleidsvelden 2.1. Afvalverwijdering.
2. Realisatie 2.1 . Afvalverwijdering Gemeentelijke kaders Afvalstoffenverordening Vught (2010). Evaluatie milieustraat en afvalinzameling (2011) Ontwikkelingen De aanbesteding biedt ruimte voor een verdere verduurzaming van de afvalinzameling en -verwerking. Samenwerking met andere gemeenten is noodzakelijk en biedt kansen. Evenals de ontwikkeling van afval naar grondstof (VANG) De wens om ondergronds in te zamelen neemt door ruimtelijke ontwikkelingen in het Centrum toe. Vught zamelt veel stromen gescheiden in. Hierdoor voldoen wij niet aan de aanleververplichting van het (Brabantbrede) verwerkingscontract voor restafval met Attero. De kans bestaat dat Vught voor de resterende contractperiode (2014 tot 1 februari 2017) te maken krijgt met een boete voor onderaanlevering. Wat willen we bereiken? Het doelmatig en milieuverantwoord inzamelen (wettelijke taak) volgens het principe van 'de vervuiler betaalt' in combinatie met het door de burgers gewenste serviceniveau tegen zo laag mogelijke kosten. Een voldoende groot besef van het belang van een juiste aanbieding en verwerking van huishoudelijk afval bij de inwoners van Vught. Wat gaan we doen?
Activiteiten Herijken en aanbesteden afvalinzameling
Toelichting Uitgangpunten: van afval naar grondstof verdere verduurzaming van de afvalinzameling en -verwerking (o.a. schonere voertuigen en social return) vervuiler betaalt
59
Wanneer 2e en 4e kw 2015
hoog serviceniveau.
Onderzoeken haalbaarheid ondergronds inzamelen Onderzoek naar het verplaatsen van afvalstromen op milieustraat naar ‘gratis’ gedeelte
Zodra we weten waar en welke stromen, starten we met de uitwerking. Nog beter afval scheiden op de milieustraat.
1e en 2e kw 2015 1e kw 2015
Starten met voorbereidingen voor een regionale aanbesteding van de verwerking van GFT.
Het verwerkingscontract met Attero voor GFT loopt in februari 2017 af
4e kw 2015
Starten met voorbereidingen voor een regionale aanbesteding van de overslag en het transport van restafval
De verwerking van het restafval is in 2014 regionaal aanbesteed. De overslag en het transport van dit restafval bleef buiten de aanbesteding.
4e kw 2015
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie 2012
Percentage huishoudelijk restafval van totale huishoudelijke afvalstroom Tevredenheid burger over de afvalinzameling Scheidingspercentage op de milieustraat Aantal meldingen over zwerfvuil Prestatie-indicatoren
Begroot 2013
30% 91% 316 Realisatie 2012
31% 7,7 89% 319
2014
2015
30% 28% 7,0 7,5 90% 90% <250 <275 Begroot
2013
2014
2015
Tonnage ingezameld gft-afval Tonnage ingezameld restafval Tonnage gescheiden ingezamelde verpakkingskunststoffen
1.726 1.628 2.966 2.902 361 410 1 )
Tonnage ingezameld papier Tonnage ingezameld glas en blik
1.880 955
1.788 940
1.800 1.700 950 925
Tonnage ingezameld op de milieustraat Tonnage verwijderd illegaal gestort vuil
2.448 28
1.752 47
2.500 1.800 <40 <35
1)
1.750 1.750 3.000 2.850 365 375
van mei 2013 tot en met januari 2014 zamelden we drankenkartons tezamen met kunststof in.
Wettelijke kaders Landelijk Afvalbeheerplan Wet Milieubeheer 3. Wat mag het kosten? Progr. 7: Afval bedragen x € 1.000
Realisatie
Begroting
2013
2014
Begroting 2014 met meerjarenperspectief 2015
2016
2017
2018
Afvalverwijdering
-646
-167
-459
-465
-471
-479
Totaal programma
-646
-167
-459
-465
-471
-479
245
-265
0
0
0
0
-401
-431
-459
-465
-471
-479
Verrekening met reserves Na verrekening met reserves
60
Hierna volgen de mutaties zoals die ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting per jaarschijf zijn doorgevoerd. Ontwikkelingen en ombuigingen (bedragen x 1.000) Autonome ontwikkelingen Kosten afvalverwijdering Afvalstoffenheffing Dekkingsmaatregelen / ombuigingen Doorberekening kwijtscheldingen Afval Totaal programma
2015 0 125 -125 44 44 44
2016 0 125 -125 45 45 45
2017 0 125 -125 46 46 46
Toelichting Afval Het werkveld afval was de afgelopen jaren volop in beweging en de verwachting bestaat dat dit de komende jaren blijft. Leidend is de ontwikkeling van afval naar grondstof. Deze ontwikkeling heeft financiële gevolgen. Door een betere scheiding, lagere verwerkingskosten en hogere opbrengsten vallen de totale kosten van het product afval lager uit. Gelet op onze huidige beleidslijn heeft deze structurele verlaging van de kosten voor de burger een (lagere) afvalstoffenheffing tot gevolg. Doorberekening kwijtschelding Als onderdeel van de ombuigingen worden vanaf 2015 ook de kosten van kwijtschelding opgenomen in de tariefstelling voor afvalstoffenheffing, hetgeen op basis van jurisprudentie is toegestaan.
61
PROGRAMMA 8:
Openbare ruimte 1. Omschrijving Het programma omvat het beheer en onderhoud van de openbare buitenruimte, zoals boven- en ondergrondse infrastructuur, het groen en toebehoren zoals straatmeubilair en speelvoorzieningen. Beleidsvelden 2.1. Verharding en verlichting 2.2. Groen 2.3. Riolering 2.4. Verkeer
2. Realisatie 2.1 . Verharding en verlichting Gemeentelijke kaders Beheerplan wegen, 2010 Beheerplan bruggen 2013 Beleidsplan openbare verlichting, 2010 Ontwikkelingen Het ministerie en de provincie Noord-Brabant investeren in de verdiepte ligging van het spoor ‘sHertogenbosch – Eindhoven. De planning van het MOR wordt daarop aangepast en we maken de overlast beheersbaar. In combinatie met het uitvoeringsprogramma VVP schenken we extra aandacht aan veilige wegen voor schoolgaande jeugd. Uitgangspunt blijft het efficiënt inzetten van middelen om het maximale resultaat te bereiken. Dit doen we door de beschikbare onderhoudsgelden zoveel als mogelijk integraal in te zetten in het Meerjarenuitvoeringsprogramma Openbare Ruimte (MOR) Vanaf 2015 zijn middelen opgenomen voor structureel onderhoud aan de civiele kunstwerken (bruggen, tunnel, steigers, borstweringen, geluidscherm). We blijven nadrukkelijk naar slimme oplossingen zoeken om energie op verlichting te besparen. Bijvoorbeeld door te dimmen op plaatsen waar dat mogelijk is en door lampen met hoge vermogens te vervangen door LED-verlichting Wat willen we bereiken? een schone, hele en veilige woon-, werk- en leefomgeving. goede wegen door effectief, doelmatig en milieuvriendelijk wegbeheer. 62
goede openbare verlichting met een laag energieverbruik
Wat gaan we doen?
Activiteiten Gebiedsgericht onderhoud van de verharding en de verlichting Specifiek onderhoud op diverse plekken uit aan de verharding in Vught.
Specifieke renovatie van de openbare verlichting op diverse plekken in Vught. Uitvoeren van maatregelen die de veiligheid op de wegen voor schoolgaande jeugd verbeterd.
Toelichting Voor de integrale projecten wordt verwezen naar par.2.3. (riolering). De MOR projecten pakken we verspreid over 2015 op. Zoals bv: - Groot onderhoud aan asfaltwegen - Reparatie scheurvorming, trottoirs en schade boomwortels. - Herstel fietspaden/stroken. Zoals bv: - Vervangen lampen met hoge vermogens (SOX) door energiezuinige (led) verlichting. Realiseren schoolroute naar Elzenburg.
Wanneer 2015 2015
1e en 2e kw 1e kw
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie 2012
Tevredenheid burger over : - woonomgeving - wegen, straten en pleinen in de directe woonomgeving - wegen en fietspaden - straatverlichting in de directe woonomgeving Energieverbruik OV in kWh Prestatie-indicatoren
Begroot 2013
2014
2015
G 7,7 7,7 7,7 G 6,9 6,8 6,6 G 6,9 nieuw 6,7 G 7,8 7,7 7,6 877.512 877.806 878.500 877.000 Realisatie Begroot
Aantal storingen OV in stuks Gerealiseerd deel uitvoering OV-beleidsplan in procenten
2012
2013
2014
2015
191 60
120 64
182 69
176 74
2.2. Groen Gemeentelijke kaders Nota Groen 2009 Beheerplan Speelvoorzieningen, 2015-2018 Ontwikkelingen Het onderhoud van het openbaar groen is voor een minimale duur van 3 jaar opnieuw gegund. Beheer, onderhoud en inrichting voeren we steeds meer uit in samenwerking met waterschappen, bewoners en andere partijen. De bezuinigingen op de speelvoorzieningen van 2012 zijn teruggedraaid. Wat willen we bereiken? Een schone en groene leefomgeving waar het prettig verblijven is. Goed onderhouden groen door effectief en doelmatig te werken. 63
Voortzetting duurzaam onkruidbestrijding waardoor we het milieu zo min mogelijk belasten. Veilige speelplekken die passen bij de wensen van onze burgers.
Wat gaan we doen?
Activiteiten Gebiedsgericht onderhouden van het groen. Specifiek onderhouden van het groen.
Toelichting We voeren het samen met de overige disciplines integraal uit. De MOR projecten worden verspreid uitgevoerd over 2015. Renovatie van gemeentelijke bossen; reconstrueren van versleten plantvakken; herstellen van boomstructuren.
Wanneer 2015 2015
Onderzoeken of er genoeg hondenuitlaatplaatsen zijn en of ze duidelijk zijn aangeduid. Uitvoeren convenanten Weidevogels en natuurpark De Kwebben Renoveren van speeltuinen.
2e kw Beschermen weidevogels (grutto's) in de Gement tijdens broedseizoen. Prinsenlaan, Kerkstraat en Vughterhage
2015
Evalueren en actualiseren van het groenbeleid
Bijzondere aandacht voor biodiversiteit en behoud van het groene karakter van Vught.
4e kw
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie
2015
Begroot
2012 2013 2014 Tevredenheid burger over openbaar groen Oordeel burger over speelmogelijkheden
G G
7,0 7,0
2015
6,8 6,5
2.3. Riolering Gemeentelijke kaders Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan, 2012-2017 Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2012 Subsidieverordening, subsidieregeling afkoppelen 2012 Aansluitverordening 2012 Ontwikkelingen Door de subsidieregeling afkoppelen van regenwater van vuilwaterriool constateren we een toename van het aantal goed aangesloten oppervlak en goede regenwaterrioolaansluitingen. We stemmen de aanpak van watergangen en riolering af op de werkzaamheden voor de rijksinfrastructuur. Wat willen we bereiken? Beschermen van de volksgezondheid en het milieu door een juist functionerend rioleringsstelsel in samenhang met het systeem van grond- en oppervlaktewater. De hieruit afgeleide doelstelling zijn: 1. Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater: 2. Doelmatig inzamelen en verwerken van hemelwater 3. Doelmatig voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel nadelig beïnvloedt. 64
6,8 6,7
Wat gaan we doen?
Activiteiten Inzetten van de middelen voortkomend uit het gekozen ambitieniveau van het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan voor de uitvoering van de integrale MOR- projecten.
Toelichting Dit zijn: St. Elisabethstraat e.o. Lekkerbeetjenlaan e.o. Rotonde Martinilaan Centrum Taalstraat Wolfskamerweg
Onderhouden en renoveren van het watersysteem.
Baggeren van de kleine Reeburgvijver en sloten die belangrijk zijn voor waterafvoer. Dit om een nadelige beïnvloeding van de grondwaterstand te signaleren en te voorkomen.
Plaatsen van een grondwatermeetnet (peilbuizen).
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Wanneer 3e kw 2015 3e kw 2015 4e kw 2015 Doorlopen d 3e kw 2015 2e kw 2015
Realisatie
Aantal vierkante meters afgekoppeld oppervlak (1) Meldingen slechte waterkwaliteit en wateroverlast Aantal klachten over grondwater Aantal vervangen meters aan slechte riolering Prestatie-indicatoren
Begroot
2012
2013
26 0 7.170
3.900 12.500 12.760 0 80 80 0 10 10 8.430 6.500 6.500
Realisatie
Aantal geplaatste peilbuizen (2)
2014
2015
Begroot
2012
2013
2014
2015
0
0
6
20
(1) We hadden voorheen als indicator: Jaarlijkse afname werkelijke afvalwaterhoeveelheid eindgemaal in m3. Dit was 6000 m3/jaar, ongeveer overeenkomend met 10.000 m2. Het waterschap meet de hoeveelheden bij het gemaal. De gemeten hoeveelheid geeft echter een onlogisch beeld, waardoor we deze indicator niet kunnen gebruiken. We houden bij het verlenen van de subsidie wel bij hoeveel oppervlak we afkoppelen. Dit gebruiken we nu als indicator. (2) Met de samenwerking Meierij en de aanpassingen aan spoor en N65 hebben we de visie op het plaatsen van de peilbuizen aangepast. Met de verdiepte ligging ontstaat een grotere kans op overlast. We moeten hierop anticiperen. De samenwerking biedt ons de kans om met kennis en ervaring van andere gemeente en Brabant Water deze uitdaging voortvarend op de pakken.
2.4. Verkeer Gemeentelijke kaders Verkeer en Vervoerplan 2014-2018 Nota Parkeerbeleid 2013-2022 Ontwikkelingen Vanuit het Verkeer- en Vervoersplan (VVP) is er extra aandacht voor de verdiepte ligging van N65 en het spoor. Bereikbaarheid, leefkwaliteit en veilige wegen voor alle verkeersdeelnemers staan centraal. Voorrang van de fietser op hoofdfietsroutes is leidend voor de inrichting.
65
Rijksinfrastructuur Binnen de plannen van de verkenning wordt een variant onderzocht met aansluitingen op de N65 bij Helvoirtseweg-Kennedylaan. In het VVP is slechts een kruising opgenomen. Het argument van RWS voor een aansluiting is dat er problemen worden verwacht op het onderliggende hoofdwegennet. Stapsgewijs wordt samen met de gebruikers het centrum herinrichtingsplan geoptimaliseerd, gedetailleerd uitgewerkt en uitgevoerd. De circulatie moet zorgen voor een optimaal bereikbaar centrum waarbij de aandacht op het verblijven niet wordt vergeten. Er is een groeiende behoefte aan openbare laadvoorzieningen voor elektrisch vervoer. Samen met de provincie onderzoeken we of we hierin kunnen voorzien tegen lage kosten. Gratis parkeren in de openbare ruimte van Vught blijft het uitgangspunt in het parkeerbeleid. Wat willen we bereiken? Goed bereikbare voorzieningen en een vlotte en veilige verkeersafwikkeling. Wat gaan we doen?
Activiteiten Verder uitwerken van de verkeersinrichting in het centrum
Toelichting o.a. autoluw maken Marktveld
Gebiedsgerichte aanpassingen vanuit het uitvoeringsprogramma VVP
Herinrichting Taalstraat, Sint Elisabethstraat, rotonde Martinilaan. Verbetering leerlingenstromen Elzenburg Aanpassing schoolzones, laadpalen en aanpassing fietsnetwerk.
Specifieke verkeerskundige aanpassingen. Rijksinfra Voorbereiden van de aanpassingen N65
Uitwerken PHS (Programma Hoogfrequent Spoor):
Uitvoeren maatregelen uit de nota Parkeerbeleid.
Aanpak verkeersafwikkeling en parkeerproblematiek Moleneindplein.
Wanneer 1e kw
2015 2015
1. Zeef 2 van de verkenning wordt verder uitgewerkt. 2. Overleg over geluidsaneringen. 3. Nadere onderzoeken ter onderbouwing wensen Vught 1. Het ontwerp Tracébesluit wordt gemaakt. 2. Overleg over geluidsaneringen. 3. Na goedkeuring verkenning OntwikkelMij (2014) deze verder inrichten. 1. Aanpassen gehandicapten parkeerplaatsen. 2. Evaluatie blauwe zone en uitvoeren daaruit voortvloeiende maatregelen. 3. Verbeteren stallingsvoorzieningen openbaar vervoer halten. Ondersteunen visievorming voor het aantrekkelijk en toekomstigbestendig maken Moleneindplein
66
2015
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie
Tevredenheid over bereikbaarheid buurt met auto Tevredenheid over parkeren gemeente Tevredenheid over openbaar vervoer gemeente Tevredenheid over wegen en fietspaden Prestatie-indicatoren
Begroot
2012
2013
-
7,8 6,6 7,5 6,9
Realisatie
2014
2015
7,6 7,0 7,3 7,0 Begroot
7,6 7,0 7,3 7,1
2012
2013
2014
2015
8
6
8
8
Aantal scholen dat meedoet aan het project verkeersveiligheid school omgeving.
2.5 Wettelijke kaders
Wegenverkeerswet RVV 1990 (Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990) BABW (Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer) Kaderrichtlijn Water (Europees)
3. Wat mag het kosten? Progr. 8: Openbare ruimte Realisatie Begroting Begroting 2014 met meerjarenperspectief bedragen x € 1.000 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Verharding en verlichting 5.076 2.173 2.299 2.353 2.383 2.434 Groen 2.219 2.267 2.023 2.092 2.135 2.184 Riolering en afwatering -75 -18 -160 -167 -168 -170 Verkeer 1.783 1.121 1.158 1.154 1.166 1.189 Totaal programma 9.003 5.543 5.320 5.432 5.516 5.636 Verrekening met reserves 1.140 376 457 479 488 500 Na verrekening met reserves 10.143 5.919 5.777 5.911 6.004 6.136
Hierna volgen de overige mutaties zoals die ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting per jaarschijf zijn doorgevoerd. Ontwikkelingen en ombuigingen (bedragen x 1.000) Nieuw beleid Reclame rotondes / Inc. kwaliteitsverbetering OR Speelvoorzieningen Autonome ontwikkelingen Onderhoud bruggen Subsidies wonen Zeeheldenbuurt OmgevingsDienst Brabant Noord Gladheidsbestrijding Straatreiniging Groepsremplace
67
2015
2016 0 0 0 -56 -99 40 -10 -5 -10 -5
2017 -3 0 -3 -98 -99 0 0 -5 -10 -5
-6 0 -6 -103 -99 0 0 -5 -10 -5
Groenonderhoud Afkoppeling foutieve aansluitingen Verrekening voorziening GRP Verkeerseducatie Dekkingsmaatregelen / ombuigingen Doorberekening kwijtscheldingen Riolering Verlaging budget elementenverharding wegen Toerekening vegen aan riolering Totaal programma
30 -100 100 2 90 42 30 18 34
18 -100 100 2 91 43 30 18 -10
14 -100 100 2 92 44 30 18 -17
Toelichting Verharding en verlichting Er is een contract voor 2 jaar (2014-2015) gesloten voor het aanbrengen van reclame op rotondes. De verwachte opbrengst 2015 van € 12.900 zetten we in voor incidentele kwaliteitsversterkingen in de openbare ruimte. Per saldo dus geen consequenties voor de exploitatie. Investering speelvoorzieningen In het kader van de bezuiniging 2012 is het investeringskrediet voor het vervangen van speelvoorzieningen gehalveerd tot € 20.000. Hierbij was de afspraak om de helft van de speelvoorzieningen te saneren. De afgelopen 2 jaar zijn al de nodige speelvoorzieningen gesaneerd. Uit de analyse die is uitgevoerd in het kader van de actualisatie van het beheerplan Spelen 2005-2015 blijkt dat het verder saneren van speelvoorzieningen niet wenselijk is. Daarom verhogen we het jaarlijks investeringskrediet voor het vervangen van speelvoorzieningen met € 20.000. Dit leidt tot hogere kapitaallasten. Verharding en verlichting Op basis van het onderhoudsplan 2013-2022 kunstwerken (bruggen, tunnels etc.) is jaarlijks gemiddeld € 99.000 nodig om de kunstwerken te onderhouden. Vanwege de onregelmatigheid in het onderhoud storten we deze jaarlijks in een voorziening. Subsidies wonen Voor het project Kleine Zeeheldenbuurt is destijds een ISV aanvraag ingediend en gehonoreerd. Per gerealiseerde woning ontvangen we een subsidie van € 4.000. We hebben inmiddels 49 woningen gerealiseerd. Er is nog subsidie beschikbaar voor 10 woningen. Uitgangspunt is dat we deze resterende woningen in 2015 realiseren. Omgevings Dienst Brabant Noord (Vergunning, toezicht en handhaving) In 2013 is de Omgevings Dienst Brabant Noord van start gegaan. Op basis van het bedrijfsplan en de eerder vastgestelde meerjarenbegroting is een aantal bezuinigingen opgelegd aan de nieuwe organisatie. In de Kadernota 2015-2018 van de ODBN zijn diverse bezuinigingen niet doorgevoerd om de kwaliteit te kunnen borgen. Dit heeft een nadeel van € 10.000 voor 2015 tot gevolg. De structurele consequenties zijn nog niet inzichtelijk gemaakt door de ODBN. Gladheidsbestrijding Vanuit veiligheidsoogpunt willen we een voldoende serviceniveau voor de gladheidsbestrijding. De extra kosten hiervoor betreffen de aankoop- en opslagkosten van strooizout en de onderhoudskosten aan het materiaal. Ook het sneeuw en ijsvrij houden van het nieuwe 68
centrum brengt meer kosten met zich mee. Daarom stellen we voor het budget structureel met € 5.000 te verhogen naar ca € 20.000. Straatreiniging De frequentie van het vegen in het centrum is hoger in verband met het gewenste kwaliteitsprofiel. Ook de areaaluitbreiding in Stadhouderspark en extra inzet op specifieke momenten zoals carnaval en nieuwjaarsdag en veroorzaken een stijging van € 10.000 in de kosten van straatreiniging. Groepsremplace openbare verlichting Op basis van de planning voor de groepsremplace van de OV dient de storting in de hiervoor gevormde voorziening met € 4.700 te worden verhoogd. Groenonderhoud Er ontstaan extra kosten van € 15.500 voor het beheer van het openbaar groen. Oorzaken hiervoor zijn de areaaluitbreiding op de Koepel, Boxtelseweg en de Kleine Zeeheldenbuurt. Door het type beplanting, de soortkeuze en de aanplant van jonge bomen vragen de onderhoudswerkzaamheden meer tijd en dus meer kosten. Vanaf 2015 zijn de hondenuitlaatplaatsten beter gemarkeerd en is het aantal plekken uitgebreid waardoor de kosten voor het schoonmaken hiervan toenemen hiervoor is jaarlijks € 4.500 benodigd. Voor het groenonderhoud in Stadhouderspark zijn meerjarig budgetten geraamd voor zowel de verwachte areaaluitbreiding als de extra kwaliteit van het groenonderhoud die daar is beoogd. Vanwege achterblijvende verkoop van woningen en de planaanpassing kan het budget meerjarig worden aangepast. Wij verwachten dat de kosten de komende jaren oplopen door de bouwactiviteiten en de daarbij te onderhouden openbare ruimte, namelijk: 2015 (€155.000), 2016 (€171.000), 2017 (€ 180.000), 2018 (€ 188.000). Voor 2015 is dit een voordeel van € 50.273. Riolering Om de doelstellingen van het GRP te realiseren zetten we extra in op het afkoppelen van foutieve aansluitingen. Door de vele projecten en enige achterstand bij behandeling van eerdere aanvragen hebben we nu zeer veel aanvragen. Voor 2015 ev willen we het subsidiebudget met € 100.000 verhogen. De extra lasten komen ten laste van de egalisatievoorziening Riolering. Deze voorziening is toereikend doordat achterblijvende investeringen in de afgelopen jaren tot lagere kosten hebben geleid. Het heeft dus geen gevolgen voor de tarieven rioolheffing. Deze stijgen conform het vastgestelde GRP. Verkeerseducatie De subsidieregeling voor de verkeerseducatie op scholen, Brabants Verkeersveiligheids Label, is aangepast. Voortaan ontvangen scholen een bedrag per leerling voor het verkeersonderwijs. Het totale bedrag is gemaximeerd. Dit geeft een kleine aanpassing ten opzichte van de huidige budgetten. Doorberekening kosten kwijtschelding Vanwege de gemaakte beleidskeuzes worden alle kosten die aan riolering toegerekend kunnen worden voor 100% doorberekend in de rioolheffing. Vanaf 2015 worden ook de kosten van kwijtschelding opgenomen in de tariefstelling hetgeen op basis van jurisprudentie is toegestaan.
69
PROGRAMMA 9:
Bouwen en wonen 1. Omschrijving Het programma omvat de onderdelen ruimtelijke ordening, wonen, bouw- en woningtoezicht, milieu (inclusief handhaving) en vastgoedregistratie. Beleidsvelden 2.1.Ruimtelijke ordening 2.2. Wonen 2.3. Vergunningen en handhaving 2.4. Milieu 2.5. Gemeentelijk vastgoed
2. Realisatie 2.1 . Ruimtelijke ordening Gemeentelijke kaders Structuurvisie Vught 2013 Uitvoeringsprogramma Grondbedrijf 2014-2017 Gebiedsvisie Buitengebied IDOP Cromvoirt Ontwikkelingen De werkzaamheden op het terrein van Ruimtelijke ordening hebben een duidelijke relatie met de nadruk die we komende jaren leggen op duurzaamheid, economisch beleid, burgerparticipatie, accommodatiebeleid. Als laatste deel van de integrale centrumontwikkeling wordt ook Centrumplan-Oost opgepakt. Bezien wordt op welke wijze de gemeente participeert, danwel haar grondpositie inzet. De voorbereidingen op de nieuwe omgevingswet zijn in volle gang. De effecten van de invoering van de Omgevingswet zijn nog niet precies duidelijk. Wel is duidelijk dat het volledige gemeentelijk instrumentarium van structuurvisies, bestemmingsplannen en andere verordeningen die het leefmilieu raken, vervangen dient te worden door een of meer omgevingsplannen met uitvoeringsprogramma en een leefmilieuverordening. We beschikken over actuele Structuurvisies en bestemmingsplannen, waarin de koersen en kaders zijn vastgelegd. Om de planologische kaders actueel te houden starten we tijdig met herzieningen van bestemmingsplannen.
70
Wat willen we bereiken? Een evenwichtige up-to-date ruimtelijke inrichting van het gemeentelijk grondgebied, zodat men naar tevredenheid in Vught woont, werkt en recreëert. Wat gaan we doen?
Activiteiten Actualiseren bestemmingsplan Schoonveld
Toelichting De verplichting tot herziening van bestemmingsplannen (1x in de 10 jaar) zodat meest recente beleid en ontwikkelingen verwerkt kunnen worden. Tevens mogelijkheid tot reparatie vanwege achterhaald beleid of achterhaalde situaties.
Wanneer 2014-2015
Ontsluiten basisschool de Schalm als onderdeel op het terrein Eikenheuvel
We willen een verkeersveilige en doelmatige scheiding van de verkeersstromen bij basisschool De Schalm. Nu loopt de ontsluiting over het terrein van Kentalis.
2014-2016
Maken van een gebiedsvisie voor het terrein Voorburg
I.s.m. Reinier van Arkel komen tot een doorontwikkeling van Zorgpark Voorburg tot innovatieve zorgcampus. Ten behoeve van woningbouw. Een combinatie tussen onderwijs/jongerencentrum en woningbouw. Daarbij aandacht voor de duurzame invulling. Herontwikkeling van de Marktveldpassage conform het bestemmingsplan: combinatie van winkelvoorzieningen en wonen.
2015
Actualiseren bestemmingsplan Molenstraat eo Actualiseren bestemmingsplan Vijverhof eo Repareren bestemmingsplan Buitengebied
Ontwikkelen locatie Irenelaan Ontwikkelen locatie Elzenburg
Herontwikkelen Centrumplan-Oost
2015-2016 2015-2016 2014-2015
2014-2015 2014-2015
2.2. Wonen Gemeentelijke kaders Woonvisie 2009-2013 Meerjarenplan woningbouw 2013-2016 Uitvoeringsprogramma grondbedrijf 2014-2017 Prestatieafspraken gemeente Vught – Woonwijze 2009 – 2013 Ontwikkelingen We willen een levendig en perspectiefrijk dorp door onder andere de realisatie van Centrum-Oost (met daarin o.a. woningbouw). In het nieuwe woningbouwplan ligt de nadruk op doorstroming. We staan open voor CPO initiatieven en ondersteunen en stimuleren deze. Dit door het inzetten van daarvoor geschikte gemeentelijke locaties en woningbouwcontingent. CPO appelleert aan de gedachte van de zelfwerkzaamheid van burgers mét de gewenste regierol van de gemeente.
71
Bouwen doen we voor specifieke doelgroepen. Dit zijn het Centrumplan Oost (mix grondgebonden en gestapeld) , vrijkomende locaties bij het Moleneindplein (zorgwoningen) en locatie Elzenburg (woonwijk met sociale huur en maximale inzet op duurzaamheid). In 2015 treedt de Herzieningswet in werking (herziening Woningwet). Deze vereist een actueel woonbeleid (ic Woonvisie) om te kunnen sturen (ic met Prestatieafspraken) op de werkzaamheden van corporaties. Corporaties moeten terug naar hun kerntaak, het verhuren van huizen aan mensen die daarvoor op grond van hun inkomen in aanmerking komen. Corporaties krijgen wel de ruimte voor het (her)ontwikkelen van hun eigen bezit. Ook treedt in 2015 de nieuwe Huisvestingswet in werking. Gemeenten kunnen alleen nog maar sturen op woonruimteverdeling via een huisvestingsverordening, die maximaal voor vier jaar vaststaat. Dit is nier verplicht maar wel gewenst, zeker in gebieden met schaarste. Wat willen we bereiken? Voor een ieder in Vught een kwalitatief en kwantitatief geschikt woningaanbod. Een gevarieerde bevolkingsopbouw per wijk. De ruimtelijke kwaliteit en identiteit van de wijk leiden laten zijn voor het type woning dat gebouwd kan worden. het zo lang mogelijk zelfstandig wonen door ouderen fasering van woningbouwlocaties mede op basis van de bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit van Vught. Prestatie-indicatoren
Realisatie
Aantal toevoegingen woningvoorraad
Wat gaan we doen?
Begroot
2012
2013
2014
2015
43
54
64
86
Activiteiten Ontwikkelen en stimuleren woningbouw plannen met nadruk op doorstroming.
Toelichting Oa CPO stimulering.
Wanneer Doorlopend
Samenwerken met ontwikkelende partijen
Om de woningbouwprogrammering uit te kunnen voeren is samenwerking met uitvoerende partijen, oa ontwikkelaars gewenst. Aan hand van stand van zaken augustus 2014 evaluatie en voorstel voor al dan niet extra voeding startersleningfonds Gericht op doorstroming met nadruk op zorgwoningen (oa kangoeroewoningen), betaalbare koopwoningen en middeldure en dure huurwoningen, duurzaam en levensloopbestendig gebouwd. Op basis van actueel woningmarktonderzoek en bestuurlijke prioriteiten op woongebied (nieuwbouw en bestaande voorraad, samenwerking met relevante partijen)
Doorlopend
Evalueren Startersleningen Opstellen meerjarenplan woningbouw 20152018 (woningbouwplan)
Opstellen van de Woonvisie 2015-2019
Afspraken met toegelaten instellingen om speerpunten Woonvisie uit te (laten)
December 2014/januari 2015 Vaststelling Maart 2015
Vaststelling juni 2015 Medio 2015
72
voeren)
.
Opstellen Huisvestingsverordening 2015
Voorstel op basis van uitkomst discussie over noodzakelijkheid van sturing op woonruimteverdeling sociale sector
Juni 2015
Uitvoering en evaluatie Actiepunten Uitvoeringsparagraaf Notitie ‘Wonen voor en door de Zilveren Kracht in Vught”
Wordt opgepakt bij nieuw Meerjarenplan woningbouw 2015-2018.
Maart 2015
2.3. Vergunningen, toezicht en handhaving Gemeentelijke kaders Welstandsnota, 2013 Beleid duurzaam bouwen, 2010 Handhavingsbeleid 2011-2015 APV Evenementennota gemeente Vught 2012 Winkeltijdenverordening, 2013 Preventie- en handhavingsplan Drank- en Horecawet 2014-2018 Ontwikkelingen Nieuwbouw wordt, met een excessenregeling, welstandsvrij. Hiervoor wordt de Welstandsnota aangepast. Met de Omgevingswet wil het kabinet het omgevingsrecht makkelijker maken. Door regels te vereenvoudigen en samen te voegen is het straks makkelijker om bouwprojecten te starten. De nieuwe wet treedt niet vóór 1 januari 2018 in werking. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt aan kwaliteitsborging voor het bouwen. Voor bepaalde categorieën bouwwerken wil men waarborgen dat aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. In het Burgerlijk Wetboek komt versterking van de privaatrechtelijke positie van de bouwconsument. Het nieuwe stelsel treedt in 2015 in werking. treden. Wat willen we bereiken? Veilige (woon)gebouwen passen in de bestaande omgeving Veilig bedrijfsmatig gebruik zonder overlast voor de omgeving Lage lasten- en regeldruk Duurzaam bouwen en wonen Wat gaan we doen?
Activiteiten Uitvoeren van het toezicht op de Drank en horecawet Onderzoek mogelijkheden ruimere openingstijden van de horeca Aanpassen van de Welstandsnota
Toelichting Preventie- en handhavingsplan Drank- en Horecawet 2014-2018
Wanneer 2015 2015
Conform bestuursakkoord nieuwbouw welstandsvrij, met een excessenregeling.
73
3e kwartaal 2015
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie
Begroot
2012 2013 2014 Het percentage gehandhaafde bouwactiviteiten
-
-
2015
-
90%
2.4. Milieu Gemeentelijke kaders Nota duurzaamheid 2011 Ontwikkelingen De veiligheid van de Vughtse inwoners stellen we centraal. Ook na het wegvallen van de subsidies van het Programma Brabant Veiliger. Externe veiligheid blijft integraal en prominent onderdeel uitmaken van onze werkprocessen. We hebben hoge ambities voor duurzaamheid in brede zin. De sectorale aanpak maakt plaats voor een gestructureerde aanpak. Vught is een schaliegasvrije gemeente. Samen met regio-gemeenten richten we ons op hernieuwbare energiebronnen. Wat willen we bereiken? Een veilig, leefbaar en duurzaam Vught. Het Vughtse milieubeleid draagt hieraan bij. Wat gaan we doen?
Activiteiten Actualiseren duurzaamheidsbeleid
Toelichting De sectorale aanpak van duurzaamheid maakt plaats voor een gestructureerde aanpak en scherpen onze ambities aan. We richten ons op de 3P’s, people, planet en profit.
Wanneer 3e kwartaal
Faciliteren burgerinitiatieven
Burgerinitiatieven die bijdragen aan de verduurzaming van de Vughtse samenleving en lokale economie (bijv. VET Vught).
2015
Verduurzamen bedrijfsvoering
Hierbij maken we gebruik van Vughtse initiatieven van burgers, instellingen en ondernemers. Na besluitvorming eind 2014 richten we samen met regio-gemeenten een biomassaplein op.
2015
Na afbakening van de fysieke grenzen van de rijksinfra-projecten stellen we het saneringsprogramma op.
1e en 2e kwartaal
Ontwikkelen biomassaplein Uitwerken saneringsprogramma noordelijk deel N65
74
2015
2.5. Overige gemeentelijke eigendommen Hieronder zijn de eigendommen begrepen waarvan de actuele bestemming niet tot de overige programma's kan worden gerekend. Gemeentelijke kaders Grondprijsbrief 2012 Evaluatie Pachtbeleid 2010 Beleidsnotitie Beheer Reststroken 2011 + Evaluatie pilot 2012 Herwaardering Prijsmethodiek verkoop en verhuur reststroken 2013 Ontwikkelingen De verkoop, verhuur en ingebruikgeving van reststroken vindt plaats aan de hand van het vastgesteld beleid . Bij verkoop en verhuur van retstroken wordt gewerkt met een vaste prijsmethodiek. Via het verpachten van gemeentelijke landbouwgrond maken we duurzame landbouw mogelijk. Dit draagt bij aan de realisatie van ruimtelijke doelstellingen, zoals het versterken van ecologische- en natuurwaarden. Wat willen we bereiken? Het optimaal beheren van gemeentelijk vastgoed. Opbrengstmaximalisatie en bijdragen aan het bereiken van maatschappelijke ontwikkelingen (zoals natuurontwikkeling, woningbouw) staan hierin centraal. Wat gaan we doen?
Activiteiten Uitvoeren en prioriteren van actieve verkoop en verhuur van reststroken en overige gronden. Aanpakken woonwagenlocaties met inachtneming van de doelstelling om het gemeentelijk bezit aan woningen, staanplaatsen en woonwagens af te bouwen. Inventariseren gemeentelijke eigendommen en grondposities. Onderzoeken mogelijkheden tot invoering erfpacht.
Toelichting
Wanneer 2015
We ronden naar verwachting in 2015 de besluitvorming over de voorgestane verkoop van woonwagens en standplaatsen op het woonwagenterrein Olmenlaan aan Woonwijze af. Stille reserves in beeld brengen
2015
2015 2015
Hoe gaan we dit meten? Effectindicatoren
Realisatie 2012
Aantal onrechtmatig in gebruik genomen reststroken Prestatie-indicatoren Aantal hectare pachtgrond *) Het cijfer 375 is te onderbouwen door: - 175 locaties mogelijk te verhuren ( kabels en leidingen in grond gelegen). - 200 locaties ( kleiner dan 8 m2) nog af te handelen.
75
Begroot
2013
2014 2015
455 388 375* 350 Realisatie Begroot 2012
2013
312
269
2014 2015 288
269
2.7. Wettelijke kaders
Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Noord-Brabant november 2010 Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo) Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb) Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) Wet Informatieuitwisseling Ondergrondse Netten (Wion) Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (nWro) Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Pachtnormenbesluit Wet Milieubeheer
3. Wat mag het kosten? Progr. 9: Bouwen en wonen Realisatie Begroting Begroting 2014 met meerjarenperspectief bedragen x € 1.000 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Ruimtelijke ontwikkeling 592 598 816 705 706 982 Wonen 75 63 73 115 115 116 Bouwen 470 765 589 580 574 579 Milieu 163 169 214 217 206 209 Overige gemeentelijke eigendommen -1.505 -615 23 2 -8 -15 Georegistratie en Informatie 438 633 519 471 472 473 Totaal programma 232 1.613 2.234 2.090 2.066 2.344 Verrekening met reserves 1.665 430 -140 -12 0 0 Na verrekening met reserves 1.898 2.043 2.094 2.078 2.066 2.344
Hierna volgen de mutaties zoals die ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting per jaarschijf zijn doorgevoerd. Ontwikkelingen en ombuigingen (bedragen x 1.000) Autonome ontwikkelingen Milieu budgetaanpassing IJzeren Man: Erfpachtscanon Pachtopbrengsten Vrijval: Voorziening waardering vastgoed Georegistratie Totaal programma
2015 151 3 40 20 69 19 151
2016
2017 145 3 40 20 69 13
135 3 40 20 59 13
145
135
Milieu Op het onderdeel beleid is budgetruimte gereserveerd voor externe expertise. Ervaringscijfers geven de afgelopen jaren een overschot te zien. Hetzelfde geldt voor het onderdeel specialisme milieu. Op het onderdeel handhaving zijn structureel geringe ontvangsten geraamd. Ervaringscijfers laten zien dat dit niet wordt gerealiseerd. IJzeren Man: Erfpachtcanon Voor de erfpacht van de nieuwe exploitant van de IJzeren Man ontvangen we jaarlijks een erfpachtcanon van € 40.000. 76
Pachtopbrengsten Op 28 mei 2013 is de Uitvoeringsregeling pacht gewijzigd. Door deze wijziging is de gemeente Vught bevoegd om de Pachtprijzen voor de reguliere (zesjarige) pachtcontracten te verhogen met 11 % voor het jaar 2013. Hoewel de pachtprijzen jaarlijks op basis van Koninklijk besluit worden aangepast en dus niet zijn te voorspellen verwerken we hogere pachtopbrengsten van € 20.000 als gevolg van de per eind 2013 herziene pachtprijzen structureel. Voorziening waardering vastgoed Voor vastgoed dat we willen verkopen en waarvan de boekwaarde hoger is dan de marktwaarde moet een voorziening getroffen worden voor het verschil tussen de boekwaarde en de marktwaarde. De jaarlijkse afschrijvingen blijven gebaseerd op de boekwaarde. Hierdoor kan bij een gelijkblijvende marktwaarde jaarlijks een gedeelte van de gevormde voorziening weer vrij vallen tot het moment dat de boekwaarde gelijk is aan de marktwaarde. Georegistratie en -informatie De budgetten voor externe expertise en advies zijn de afgelopen jaren niet volledig benut.
77
Algemene dekkingsmiddelen Omschrijving De algemene dekkingsmiddelen vormen geen programma. Het betreft algemene inkomstenbronnen die mede dienen om de geraamde tekorten op de programma’s te dekken. Onder de algemene dekkingsmiddelen worden verantwoord: De uitkeringen uit het gemeentefonds De Lokale heffingen Dividend Financiering en beleggingen Onvoorzien De algemene baten en lasten Stelposten (voor zover niet verantwoord op de programma’s) Tot de algemene dekkingsmiddelen behoren de inkomsten die niet direct aan een programma toegerekend kunnen worden. Het betreffen met name de uitkeringen uit het gemeentefonds, de gemeentelijke belastingen, de inkomsten uit deelnemingen en beleggingen. Ook behoren de ramingen voor de post onvoorzien en de stelposten en de saldi van de kostenplaatsen hiertoe De meerjarenraming voor de algemene dekkingsmiddelen ziet er als volgt uit: Rekening 2013 Uitkeringen gemeentefonds Lokale heffingen Dividend Financiering en beleggingen Onvoorzien Stelposten Saldi kostenplaatsen Overige Totaal
21.642 6.716 21 1.423 0 0 12 -17 29.797
Begroting 2014 21.811 6.866 -93 1.621 -80 114 226 -16 30.449
Begroting 2015 32.451 7.131 18 1.833 -70 -136 0 -21 41.206
2016
bedragen x 1.000 2017 2018
31.798 7.370 18 1.605 -70 -45 0 -20 40.707
30.944 7.582 18 1.416 -70 108 0 -20 39.979
30.309 7.786 18 1.172 -70 191 0 -23 39.383
Uitkeringen uit het gemeentefonds De uitkeringen uit het gemeentefonds bestaan uit een drietal geldstromen. De algemene uitkering, de decentralisatie en integratie uitkeringen en met ingang van 2015 ook de uitkeringen in het kader van de integratie-uitkering sociaal domein. De uitkeringen zijn doorgerekend op basis van de bijgestelde uitgangspunten met betrekking tot woningbouw, inwonersaantallen, uitkeringsgerechtigden enz. Hierbij zijn de effecten tot en met de meicirculaire 2014 meegenomen. 78
Deze ramingen bevatten nog steeds veel onzekerheden. De meicirculaire heeft op een aantal punten duidelijkheid gegeven, maar er spelen ook nog een aantal ontwikkelingen waarover nog geen duidelijkheid is. Zo speelt nog steeds het groot onderhoud rondom de verdeling van de middelen uit het gemeentefonds. De eerste tranche heeft plaatsgevonden en wordt nog gemonitord. De tweede tranche wordt uitgevoerd in 2016. Aan de gemeentefondsuitkering wordt met ingang van 2015 naast de algemene uitkering en de decentralisatie en integratie uitkeringen ook de integratie-uitkering Sociaal domein toegevoegd. Ook bij deze bedragen blijven grote onduidelijkheden bestaan voor 2016 en later. De middelen die over komen voor de transities binnen het sociaal domein voor jeugd ,Wmo 2015 en het re-integratie deel in het budget voor de uitvoering van de participatiewet zijn voorlopig verdeeld op basis van historische gegevens. Met ingang van 2016 vindt de verdeling plaats op basis van het objectief verdeelmodel. De effecten hiervan zijn nog niet bekend. Ondanks duidelijkheid op een aantal punten kan er nog steeds niet gesproken worden over een betrouwbare meerjarenbegroting voor de uitkeringen uit het gemeentefonds. Een belangrijke waarschuwing die ook door de VNG en onze externe adviseur is afgegeven. Vergelijkend overzicht meerjarenraming Onderstaand een overzicht van de op basis van de ontvangen circulaires opgevoerde ramingen. Algemene uitkering incl suppletie-uitkeringen
2015
2016
2017
Meerjarenbegroting 2014
16.939
16.861
16.629
Kadernota
17.144
16.910
16.564
16.277
Meicirculaire
16.580
16.329
16.152
15.899
Decentralisatie en integratie Uitkeringen
2015
2016
2017
2018
Meerjarenbegroting 2014
3.119
3.119
3.119
Kadernota
3.117
3.117
3.117
3.117
Meicirculaire
2.617
2.617
2.617
2.617
2015
2016
2017
2018
Meerjarenbegroting 2014
0
0
0
Kadernota
0
0
0
0
13.254
12.853
12.175
11.792
2015
2016
2017
2018
Meerjarenbegroting 2014 Kadernota
20.058 20.261
19.980 20.027
19.748 19.681
19.394
Meicirculaire
32.451
31.798
30.944
30.309
Integratie-uitkering Sociaal Domein
Meicirculaire Totale gemeentefondsuitkering
2018
Het volgende overzicht kan worden gegeven van het verloop van de uitkering uit het gemeentefonds van jaar tot jaar.
79
Gemeentefondsuitkering van jaar naar jaar Gemeentefondsuitkering jaar t-1
2015 2016 2017 23.230 32.451 31.798
Algemene uitkering Accres Ontwikkeling uitkeringsbasis Lagere apparaatskosten BCF taakstellende korting Plafond BTW compensatiefonds Suppletie uitkering groot onderhoud Verkenning informatievoorziening Sociaal Domein
2018 30.944
131 -291 -73 -379 204 317 15
221 -221 -74 0 15 -317 0
177 -236 -74 0 29 0 0
44 -207 -74 0 0 0 0
4 2 -4 -63 13 -36 -23 -321 -323 -28 38 -13 -229 -1361 -959
7 5 0 0 0 0 -15 0 0 0 -36 -2 189 0 -24
6 5 0 0 0 0 -39 0 0 0 0 -2 0 0 -42
3 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -3 0 0 -21
-71 -9
0 0
0 0
0 0
-574
0
0
0
Decentralisatie AWBZ naar WMO Decentralisatie Jeugdzorg
3.355 4.243
160 -60
-98 -141
-9 25
Decentralisatie Participatie
5.656
-501
-439
-398
32.451 31.798 30.944
30.309
Individuele studietoeslag Uitvoeringskosten participatiewet Maatregelen Wet Werk en Bijstand Tranistiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar WMO Armoede en schuldenbeleid Maatschappelijke stages Scootmobielen Korting (generiek) onderwijshuisvesting Overheveling Buitenonderhoud PO en SO Dualiseringskorting Waterschapsverkiezingen E-boeken Nationaal Uitvoeringsprogramma Suppletieregeling Bommenregeling Overige waaronder hoeveelheidsverschillen, groot onderhoud. Integratie- en decentralisatie uitkeringen Invoeringskosten decentralisatie Jeugdzorg Mantelzorg Wet Maatschappelijke Ondersteuning Integratie-uitkering sociaal domein
Gemeentefondsuitkeringen
Accress Volgens de normeringssystematiek (trap op, trap af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van de Algemene uitkering uit het gemeentefonds.
80
Ontwikkeling uitkeringsbasis Dit betreft de mutatie van de landelijke aantallen inwoners, woonruimten, leerlingen enz. in de veronderstelling dat het te verdelen bedrag (gemeentefonds) niet toe of afneemt. Doordat wij specifiek voor de gemeente Vught ramen en niet met landelijke stijgingen of dalingen levert dit een verschil op met de ramingen die door BZK worden afgegeven. Lagere apparaatskosten In het regeerakkoord is opgenomen dat de omvang van de gemeenten wordt opgeschaald. De verwachting is dat de gemeenten in staat zijn de nieuwe taken in het sociale domein in zelfstandigheid kunnen uitvoeren. Bij grotere gemeenten passen lagere apparaatskosten. De korting is van toepassing op alle gemeenten. BCF taakstellende korting Het BCF wordt niet afgeschaft, maar de bezuiniging zoals opgenomen in het regeerakkoord van Kabinet Rutte II blijven wel in stand. Plafond BCF compensatiefonds Er wordt een plafond ingesteld voor declaraties bij het BTW compensatiefonds. Lagere declaraties worden aan het gemeentefonds teruggegeven en hogere declaraties leiden tot kortingen. Het rijk heeft een inschatting gemaakt van de onderschrijding van 2015 tot en met 2018. Als er in werkelijkheid geen onderschrijding plaats vindt zal het nu geraamde voordeel vervallen. Suppletie uitkering groot onderhoud De wijzigingen waartoe is besloten naar aanleiding van het groot onderhoud gemeentefonds worden in 2015 in één keer in het verdeelstelsel ingevoerd. Omdat het nadelig effect voor een gemeente maximaal € 15 per inwoner per jaar mag zijn, wordt het nadeel d.m.v. deze overgangsregeling in 2 jaar gerealiseerd. Verkenning informatievoorziening sociaal domein Ten behoeve van de ondersteuning van gemeenten bij hun ICT-voorzieningen in het sociaal domein is in 2014 incidenteel een bedrag overgeheveld van de algemene uitkering naar de begroting van BZK. In 2015 wordt dit bedrag weer toegevoegd aan het gemeentefonds. Individuele studietoeslag In het kader van de Participatiewet is een nieuwe vorm van aanvullende inkomensondersteuning voor bepaalde groepen studerenden geïntroduceerd. Gemeenten moeten zelf in een verordening vaststellen hoe hoog de individuele studietoeslag is en hoe vaak die wordt verstrekt. Uitvoeringskosten Participatiewet Omdat vanaf 2015 de toegang tot de Wajong beperkt wordt, zal de gemeentelijke doelgroep toenemen. Voor de uitvoeringskosten ten behoeve van de nieuwe doelgroep worden middelen aan het gemeentefonds toegevoegd. Maatregelen Wet Werk en Bijstand Voor de implementatie- en uitvoeringskosten van de Wet Maatergelen Wet Werk en Bijstand en enkele sociale zekerheidswetten, die beoogd zijn op 1 januari 2015 in werking te treden, wordt een toevoeging gedaan aan het gemeentefonds. Transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar WMO Ter compensatie voor de transitiekosten die samenhangen met de inwerkingtreding van de nieuwe WMO per 2015 zijn in 2013 en 2014 middelen beschikbaar gesteld. In 2015 worden deze weer uit het gemeentefonds genomen. 81
Armoede en schuldenbeleid Voor de intensivering van het armoede- en schuldenbeleid werd in 2014 een bedrag van € 70 miljoen beschikbaar gesteld. Voor 2015 en verder wordt er nog € 20 miljoen aan toegevoegd. Maatschappelijke stages In het regeerakkoord is opgenomen dat de wettelijke verplichte maatschappelijke stages per 2015 worden afgeschaft. Scootmobielen Er geldt voortaan een plicht tot hergebruik van scootmobielen/rolstoelen enz Korting (generiek) onderwijshuisvesting In het Regeerakkoord is afgesproken dat € 256 miljoen wordt overgeheveld naar de begroting OCW ten behoeve van de scholen in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. Dit bedrag wordt in de verdeling van het gemeentefonds toegerekend aan onderwijshuisvesting, maar daar niet aan uitgegeven wordt. Ook bij het groot onderhoud is hier al rekening mee gehouden. De korting van € 256 miljoen blijft echter bestaan en wordt een generieke korting op het gemeentefonds. Overheveling buitenonderhoud PO en SO Met ingang van 1 januari 2015 gaat de verantwoordelijkheid voor buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen voor primair onderwijs (po) en scholen voor speciaal onderwijs (so) over van de gemeenten naar de schoolbesturen. Dualiseringskorting De aangekondigde korting van € 18 miljoen in 2015 wegens vermindering van het aantal raadsleden blijft intact, ondanks dat het wetsvoorstel geen doorgang vindt. Gevraagd wordt om toch een besparing te realiseren op de bestuurskosten Waterschapsverkiezingen Gemeenten krijgen voor het eerst een rol bij het organiseren van de waterschapsverkiezingen omdat deze in 2015 tegelijk met de verkiezingen voor de provinciale staten plaatsvinden. E-boeken De inkoop van e-content door bibliotheken wordt gecentraliseerd. Nationaal Uitvoeringsprogramma In 2015 worden de bedragen die de gemeenten in de jaren 2011 t/m 2014 ontvangen hebben, om investeringen te doen in het kader van implementatie E-overheid, ineens weer ingehouden inclusief de kosten die de VNG gemaakt heeft. De zogenaamde kasschuifmethode. Invoeringskosten decentralisatie Jeugdzorg Deze regeling vervalt per 2015. Mantelzorg In 2014 zijn eenmalig middelen beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van activiteiten om de mantelzorgondersteuning naar een hoger niveau te tillen, zodat op het moment dat het wetsvoorstel Wmo 2015 in werking treedt, integraal maatwerk in de praktijk wordt geleverd.. Suppletieregeling bommen Naar aanleiding van onze aanvraag, zijn middelen beschikbaar gesteld voor het opsporen en ruimen van explosieven. 82
Wet maatschappelijke ondersteuning Met ingang van 2015 wordt de Wmo (oud) voor de huishoudelijke hulp met 40% gekort. Belastingopbrengsten Belastingopbrengsten
(bedragen x 1.000)
2015
2016
2017
2018
Opbrengst Ozb Opbrengst toeristenbelasting Reclamebelasting
7.456 165 46
7.668 200 46
7.881 200 46
8.092 200 46
Opbrengsten lokale heffingen Af: Kosten inning en uitvoering
7.667 -537
7.914 -544
8.127 -545
8.338 -552
7.131
7.370
7.582
7.786
In de paragraaf lokale heffingen is een uitgebreide toelichting opgenomen met betrekking tot de lokale heffingen. Financiering en beleggingen (Bedragen x € 1.000) Rente resultaat Kosten betalingsverkeer Saldo rentelasten
2014 1.873 -40 1.833
2015 1.646 -40 1.605
2016 1.456 -41 1.416
2017 1.213 -41 1.172
Renteresultaat Het renteresultaat bestaat uit het verschil tussen de daadwerkelijk te betalen en te ontvangen rente en de aan de exploitatie toegerekende rente op basis van het omslagpercentage. Het omslagpercentage is berekend op het gemiddelde van de verschuldigde rente voor de langlopende leningen. Het renteresultaat wordt als algemeen dekkingsmiddel ingezet voor de programmabegroting. Voor het grootste gedeelte wordt het renteresultaat veroorzaakt doordat de reserves en voorzieningen als intern financieringsmiddel worden ingezet voor de financiering van investeringen. Rente (Bedragen x € 1.000) Per saldo betaalde rente Geactiveerde rente Rente ten laste van de exploitatie Doorberekende rente kapitaallasten Renteresultaat Ten gunste van afval en riolering Ten gunste van algemene dekkingsmiddelen
2015 1.602 -527 1.075 3.008 1.933 -60
2016 1.745 -470 1.275 2.980 1.705 -60
2017 1.962 -303 1.659 3.175 1.516 -60
2018 2.120 -232 1.888 3.161 1.273 -60
1.873
1.646
1.456
1.213
Voor de berekening en doorrekening van de rentelasten is gerekend met de volgende percentages: 2015
2016
2017
2018
Rente kortlopende financiering
0,65%
1,15%
1,65%
2,15%
Rente langlopende financiering
3,15%
3,45%
3,75%
4,05%
Rente liquiditeitsoverschotten
0,10%
0,20%
0,30%
0,40%
Rente omslagpercentage
3,65%
3,55%
3,55%
3,55%
83
De verwachting is dat de komende jaren zowel de kortetermijnrente als de langetermijnrente zal stijgen door een licht herstel van de economie. Voor de bepaling van de renteomslag wordt uitgegaan van de gemiddelde rente van de door ons afgesloten langlopende leningen. De eerstkomende jaren zullen de langlopende leningen afgesloten worden tegen percentages die lager liggen dan de omslagrente, waardoor deze omslagrente daalt. Kosten betalingsverkeer Onder de post financiering en belegging worden zowel de interne als externe kosten van het betalingsverkeer verantwoord. Onvoorzien In verband met het dekkingsplan voor 2015 is de raming van de post onvoorzien van € 100.000 verlaagd naar € 70.000 per jaar. De post Onvoorzien moet beschouwd worden als een door de raad aan het college beschikbaar gesteld budget. Uit dit budget mag het college operationele knelpunten binnen de vastgestelde beleidskaders dekken. Hieruit mogen geen kosten gedekt worden die betrekking hebben op nieuw beleid dan wel structurele effecten hebben. Hierdoor zou namelijk het budgetrecht van de raad worden aangetast. Stelposten (Bedragen x € 1.000) Sociaal domein Stelpost nieuwe projecten Achterblijvende investeringen Taakstellende bezuiniging bedrijfsvoering
2015 -342 -40 146 100
2016 -342 -40 218 170
2017 -342 -40 250 240
2018 -342 -40 263 310
Totaal
-136
5
108
191
Sociaal domein Vooruitlopend op de transities werden al een aantal maatregelen in gang gezet om kosten te besparen. Deze besparingen blijven voorlopig gereserveerd voor het sociaal domein. Tezamen met de ontvangen uitkeringen uit het gemeentefonds vormen ze de begrotingsruimte waarbinnen de totale transities gerealiseerd moeten worden. Dit inclusief de extra personele en overige bedrijfsvoeringkosten die met de transities zijn gemoeid. Stelpost nieuwe projecten Voor de reeds bekende en geplande (ruimtelijke) projecten zijn uren en middelen in de begroting opgenomen. We constateren dat er zich in dit kader telkens onverwachte ontwikkelingen voordoen en er vragen komen vanuit het maatschappelijk veld. Voor de behandeling hiervan zijn geen middelen geraamd. Om toch aan deze vraag tegemoet te kunnen komen hebben wij een stelpost opgenomen. Deze stelpost is als onderdeel van de dekkingsmaatregelen met ingang van 2015 verlaagd van € 100.000 naar € 40.000 per jaar. Achterblijvende investeringen De ervaring leert dat een gedeelte van het geraamde investeringsprogramma niet of pas later wordt gerealiseerd. Dit leidt bij het opstellen van de jaarrekening tot een correctie van de geraamde kapitaallasten. Vanwege deze reden is de investeringsbegroting aangescherpt naar een realistisch niveau. Ondanks de aanscherping is de stelpost toch gehandhaafd vanwege de doorwerking uit de jaren daarvoor. Het aanvalsplan MOR voorziet dat eind 2015 de achterstanden zijn ingelopen.
84
Taakstellende bezuiniging bedrijfsvoering Om de efficiency van onze organisatie te verhogen lichten wij de processen door. Daarmee komt in beeld welke overtollige handelingen hierin opgesloten zitten en kunnen komen te vervallen. We bezien of we zaken anders kunnen doen zonder onze doelstellingen aan te passen. Hierbij kijken we ook of bepaalde taken in samenwerking met andere gemeenten kunnen worden ingevuld. Een dergelijk proces kost tijd. Vooruitlopend op de uitkomsten van dit proces vinden wij het verantwoord om besparingen hiervan te verwachten van € 100.000 in 2015 oplopend met € 70.000 per jaar tot € 310.000 in 2018 en verdere jaren.
85
Ondersteunende producten en kostenplaatsen Via de kostenplaatsen worden de salarissen en indirecte kosten van de afdelingen verantwoord. Kostenplaatsen
Begroting Begroting 2014 met meerjarenperspectief (bedragen x € 1.000) 2014 2015 2016 2017 2018 Personeel gemeentebreed 140 -82 -140 -257 -95 KPL Realisatie en beheer 2.520 3.275 3.350 3.436 3.444 KPL Publiekszaken 1.935 1.730 1.773 1.814 1.815 KPL Ontwikkeling 2.034 1.968 2.016 2.063 2.065 KPL Bestuur en management ondersteuning 1.499 1.508 1.544 1.580 1.582 KPL Interne bedrijfsvoering 2.585 2.677 2.742 2.805 2.809 KPL Griffie 183 193 198 203 203 KPL Control 157 99 102 104 104 KPL Directie 186 129 132 135 135 Totaal 11.237 11.497 11.718 11.882 12.062
De salariskosten van het personeel vormt de belangrijkste kostenpost. Voor een toelichting verwijzen we naar de paragraaf bedrijfsvoering. De totale kosten zijn voorlopig op basis van de werkelijke besteding in 2013 verdeeld naar de diverse programma’s. Eind 2014 worden de afdelingsplannen opgesteld met bijhorende capaciteitsplanningen. Hierin nemen we ook de werkzaamheden ten behoeve van de transities mee. Op basis van de capaciteitsplanningen worden de kosten dan opnieuw aan de programma’s toegerekend. De ondersteunende producten betreffen de ondersteunende activiteiten ten behoeve van de bedrijfsvoering.. De kosten inclusief doorberekende personeelslasten en kapitaalslasten bedragen: Ondersteunende producten Realisatie Begroting Begroting 2014 met meerjarenperspectief (bedragen x € 1.000) 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Organisatiebeleid en beheer 518 307 447 433 444 445 P&O 378 416 369 379 388 389 Juridische zaken 83 64 76 78 80 80 Informatiebeleid en automatisering 1.612 1.654 1.651 1.675 1.733 1.710 Planning en control 317 268 327 335 344 344 Administratie 367 361 389 400 410 410 Huisvesting 2.030 2.160 2.146 2.064 1.866 1.857 Facilitaire dienstverlening 1.046 1.114 982 1.004 1.027 1.034 Inkoop advisering 45 29 42 42 43 43 KCC en Ontvangst- en informatiebalie 0 0 133 137 140 141 Centraal management 121 134 125 128 132 132 Concerncontrol 95 89 98 101 103 103 Totaal programma 6.612 6.596 6.784 6.775 6.710 6.688
86
De kosten van de ondersteunende producten worden toegerekend aan de producten en programma's op basis van de urenbesteding. Ontwikkelingen en ombuigingen Nieuw beleid Elektrisch gereedschap BOR Autonome ontwikkelingen Huur Office pakket Personeel Dekkingsmaatregelen / ombuigingen Efficiency organisatie
(bedragen x 1.000)
Totaal programma
2015 -10 -10 54 -30 84 70 70
2016 -10 -10 141 -31 172 140 140
2017 -10 -10 239 -31 270 210 210
114
271
439
Elektrisch gereedschap BOR Bij de vervanging van mechanisch gereedschap bij Beheer Openbare Ruimte is vanuit het oogpunt van duurzaamheid gekozen voor elektrisch aangedreven gereedschap. De extra kosten bedragen € 10.000. Huur Office pakket De licenties voor Office zijn gehuurd in plaats van gekocht. Hierdoor vervallen de geraamde kapitaallasten en komen de huurkosten hiervoor in de plaats. Personeel De salariskosten zijn doorgerekend en zijn lager dan het budget dat in de huidige begroting is opgenomen. Het voordeel wordt met name veroorzaakt door lagere premiepercentages.
87
88
HOOFDSTUK 3
Paragrafen
89
3. Paragrafen 3.1. Algemeen In de paragrafen worden onderwerpen die versnipperd in de begroting staan bij elkaar in beeld gebracht. Het gaat met name om de beleidslijnen voor beheersmatige aspecten die grote financiële gevolgen kunnen hebben voor het realiseren van de programma’s. Zij geven een horizontale dwarsdoorsnede van de begroting. De paragrafen zijn bedoeld om extra informatie te geven voor de beoordeling van de (financiële) positie van de gemeente op de korte en lange(re) termijn. Op grond van de ‘Financiële verordening gemeente Vught’ dienen de paragrafen een aantal onderwerpen te behandelen en te voldoen aan een aantal kwaliteitseisen. Onderstaand geven wij deze per paragraaf weer. Weerstandsvermogen en risicomanagement Het weerstandsvermogen en risicomanagement brengen de risico’s van materieel belang in beeld en geeft een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. De weerstandscapaciteit wordt bepaald en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen. Onderhoud kapitaalgoederen Bij ‘onderhoud kapitaalgoederen’ wordt verslag gedaan over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering en gebouwen. Bedrijfsvoering Bij bedrijfsvoering wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering en over nieuwe ontwikkelingen. Het college rapporteert verder over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a gemeentewet. Verbonden partijen Bij ‘verbonden partijen’ wordt in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen. Grondbeleid In de paragraaf ‘grondbeleid’ wordt ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden en dergelijke en de relaties van het grondbeleid met de programma’s. Financiering Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf ‘financiering’ in ieder geval verslag van: de kasgeldlimiet; de renterisiconorm; de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar; de rentevisie; de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.
90
Lokale heffingen Het college doet hier verslag van de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor persoonshuishoudingen en bedrijven/instellingen.
3.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate we in staat zijn om het hoofd te bieden aan nadelen die kunnen ontstaan bij de uitvoering van onze gemeentelijke taken. Een exact sluitende begroting - waarbij het weerstandsvermogen nihil is - leidt tot een situatie waarbij iedere financiële tegenvaller een probleem vormt. Om die reden is het wenselijk dat een gemeente beschikt over een adequaat weerstandsvermogen, waarbij een gezonde verhouding is tussen risico’s en weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen is gebaseerd op een aantal basisprincipes. Om een goed beeld te kunnen scheppen van het weerstandsvermogen gaan we in deze paragraaf allereerst in op die basisprincipes, om vervolgens het weerstandsvermogen verder uiteen te zetten.
3.2.1. Uitgangspunten De begroting en de Algemene reserve De Programmabegroting is het kader voor onze jaarlijkse activiteiten. In deze begroting bepaalt uw Raad de inzet van de beschikbare middelen voor de uitvoering van de programma’s. Als een risico zich daadwerkelijk voordoet, dan zullen we eerst de directe effecten in de lopende begroting proberen op te vangen, alvorens een beroep te doen op de Algemene reserve. Is er sprake van structurele effecten, dan stellen we in de volgende Kadernota beleidsmaatregelen voorstellen, om deze effecten op te vangen. Via risico-inventarisatie berekenen we het gewenste weerstandsniveau op basis van de risico’s bij de uitvoering van de taken in de Programmabegroting. De uitkomst moet binnen het beschikbare weerstandsvermogen passen. De planexploitaties en de reserve grondexploitaties Voor de planexploitaties gelden vergelijkbare spelregels. Elke planexploitatie heeft zijn eigen begroting ‐ die de hele looptijd van het project omvat ‐ en binnen die begroting moeten baten en lasten met elkaar in evenwicht worden gebracht en gehouden. Ook hier beslist uw Raad over de opzet en over tussentijdse wijzigingen. Tegenvallers dienen binnen de planexploitatie te worden opgevangen, tenzij uw Raad een hoger niveau wil realiseren door extra middelen bij te dragen. Die extra middelen moeten dan wel weer van een goede dekking worden voorzien. Om de risico’s van de planexploitaties op te vangen is een reserve grondexploitaties gevormd. De gewenste hoogte van deze reserve wordt eveneens berekend aan de hand van risicoanalyses van de planexploitaties. Begin 2014 is het Uitvoeringsprogramma grondexploitatie en de hierin opgenomen risicoinventarisatie geactualiseerd en door u Raad vastgesteld. Uit het uitvoeringsprogramma grondexploitatie blijkt dat de stand van de reserve grondexploitatie toereikend is om de risico’s te dekken. Mocht de reserve grondexploitatie ontoereikend zijn dan dient de Algemene reserve in deze lacune te voorzien.
91
De elementen van het weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen bestaat volgens de regels uit de reservepositie, de onbenutte belastingcapaciteit, de post onvoorzien en de stille reserves. Sinds lange tijd gaan wij er van uit dat de onbenutte belastingcapaciteit, de post onvoorzien en de stille reserves nauwelijks soelaas bieden of in elk geval niet op de korte termijn kunnen worden ingezet. Van de reservepositie kan slechts dat deel beschouwd worden als vrij, dat niet als dekking dient voor de begroting. Feitelijk kunnen alleen de Algemene reserve en de reserve grondexploitatie ingezet worden als afdekking van algemene risico’s. Voor de besteedbaarheid van de bestemmingsreserves geldt dat deze middelen, door de daarover genomen raadsbesluiten, geheel bestemd zijn. Bestemmingsreserves zijn uiteraard wel door middel van een raadsbesluit inzetbaar, wanneer zich een calamiteit zou voordoen. Voorzieningen zijn niet bedoeld ter dekking van risico’s, maar vormen een spaarpot voor uitgaven waarvan zeker is dat deze zich zullen voordoen. Voorzieningen maken daarom geen onderdeel uit van het beschikbare weerstandsvermogen.
3.2.2. Risico-inventarisatie Voor de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen is de risico‐inventarisatie geactualiseerd. De risico‐inventarisatie heeft een aantal geïdentificeerde risico’s opgeleverd, die voldoen aan de volgende criteria: risico’s met grote financiële gevolgen, waarvoor de kans redelijk groot is dat deze zich ook daadwerkelijk manifesteren en waarvoor de oorzaken niet door de gemeente kunnen worden beïnvloed of waarvoor de gemeente nog niet in staat is geweest om passende beheersingsmaatregelen te treffen om de kans of het gevolg van het risico terug te dringen. Risico’s die al zijn afgedekt door maatregelen laten we buiten beschouwing. Voor schulden met een onzekere omvang en voor het egaliseren van jaarlijks terugkerende lasten met een wisselende omvang zijn voorzieningen gevormd. Het deel van financiële risico’s dat is afgedekt door verzekeringen laten we eveneens buiten beschouwing. Uit de risico-inventarisatie zijn de hierna volgende risico’s in kaart gebracht. Daarbij is per risico aangegeven wat de maximale impact is als het risico zich voordoet en de daarbij behorende kans. De bandbreedte geeft het bedrag aan dat we per jaar aan risico lopen. De factor het aantal jaren dat dit risico zich voordoet. (bedragen x 1.000)
Risico's
Kans x
Bandbreedte Uitkeringen gemeentefonds Decentralisaties Renteontwikkeling Wmo Wet BUIG / Participatiewet Accommodatiebeleid Stadsgewest Rijksinfra N-65 en PHS Strategische, operationele en schade-risico's
0 0 0 0 0 0 0
500 500 225 136 300 100 300
factor 2 2 2 2 2 2 1
Impact 1000 1000 450 272 600 200 300
Kans Impact 70% 50% 30% 30% 30% 50% 70%
700 500 140 80 180 100 210 2.500 500 4.910
92
Postgewijze toelichting Uitkeringen gemeentefonds De door het Rijk afgegeven ramingen voor de uitkeringen uit het gemeentefonds zijn de laatste jaren aan grote schommelingen onderhevig. Door deze doorlopende schommelingen is het niet mogelijk om een stabiele betrouwbare raming te maken ten behoeve van het meerjarenperspectief. Momenteel hebben we o.a. te maken de volgende onzekerheden:
“Boterzachte” accressen. Daar nu niet bekend is hoe de economie gaat ontwikkelen zijn de ramingen van de accressen onzeker. In 2016 vindt het resterende deel van het groot onderhoud plaats. Wat de consequenties hiervan zijn is nog niet bekend. VNG start een onderzoek naar de uitgaven mbt onderwijshuisvesting tussen 2010 en nu. Het vermoeden bestaat dat gemeenten na 2010 meer hebben uitgegeven aan onderwijshuisvesting dan in 2010. 2010 is leidend geweest voor het groot onderhoud waar het cluster educatie met ruim 300 miljoen verlaagd is. Of dit leidt tot aanpassingen is nog niet duidelijk. Er is nog geen duidelijkheid over de prijsindexatie van de WMO 2015 en de Jeugdwet. Het gemeentelijk aandeel WMO 2015 en jeugd is in 2015 bepaald op basis van historische gegevens. Dit wordt in 2016 omgezet naar een objectief model. Hierdoor kunnen herverdeeleffecten ontstaan. Dit kan aanleiding zijn een overgangsregeling in te stellen. Het I-deel valt niet onder de integratie-uitkering sociaal domein en blijft een specifieke uitkering. Vanaf 2015 start een nieuwe verdeling. Gekozen is voor een multiniveau-model. Hoe groot de consequenties zijn, is nog niet bekend. Voor 1 oktober is de verdeling bekend. Bij de overgang van de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassing van schoolgebouwen PO en SO van gemeente naar scholen is het nog niet duidelijk wat precies verstaan wordt onder buitenonderhoud. De mededelingen in de circulaire zijn steeds onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring. Er is nog geen rekening gehouden met de extra korting op huishoudelijke hulp van 145 Miljoen vanaf 2016. Hoe deze verdeling per gemeente uitpakt is biet bekend.
Omdat de effecten zich over meerdere jaren kan voordoen en het ons tijd kost om hierop te anticiperen, schatten wij de impact op € 1.000.000, kans 70%. Transities sociaal domein Met de verwachte transities worden de risico’s voor gemeenten groter. Daarbij ligt het grootste algemene risico in de vraag of de rijksmiddelen die worden overgeheveld naar gemeenten afdoende zijn om de nieuwe taken te kunnen vervullen. Daarnaast kan bijvoorbeeld te weinig focus op preventie of kwaliteit in de dienstverlening leiden tot stijgende kosten op aanpalende terreinen. Op basis van het totale bedrag dat met de mogelijke decentralisaties overkomt naar de gemeente, en de hiermee gemoeide invoerings- en uitvoeringskosten, wordt het totale risico op maximaal € 1.000.000 geschat, kans 50%. Renteontwikkelingen Rondom de renteontwikkeling gaan wij uit van een licht stijgende langlopende rente. Wanneer deze stijging groter is dan voorspeld, leidt dit tot extra financieringslasten. Wij schatten de impact op € 450.000, kans 30%.
93
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) De Wmo is een omvangrijke regeling die een grote impact heeft op de samenleving, het gemeentelijk apparaat en de financiën (open-einde-regeling). Dit geldt zeker voor Vught, dat met zijn demografische opbouw relatief veel inwoners heeft die in aanmerking komen voor maatschappelijke ondersteuning. Een financieel risico is er vooral bij de individuele Wmo-voorzieningen als er meer mensen dan begroot een beroep doen op deze voorzieningen of als er sprake is van meerdere dure woningaanpassingen in enig jaar. Wij schatten het risico voor de Wmo op € 272.000 (4 grote woningaanpassingen en 20 extra cliënten gedurende 2 jaar), kans 20%. Wet BUIG / Participatiewet De gemeente is verantwoordelijk voor het verstrekken, beheren en verhalen van bijstand aan personen die niet zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien en het bevorderen van (her)intrede op de arbeidsmarkt van bijstandsgerechtigden. De gemeente ontvangt subsidie van het Rijk voor de uitvoering van deze taken. Op basis van de macro-economische omstandigheden blijft een toename in het aantal bijstandsgerechtigden een risico. Essentieel onderdeel van de bekostiging is de landelijke ontwikkeling van het aantal uitkeringsgerechtigden. Landelijk gezien kan er een andere tendens optreden dan zichtbaar wordt in Vught. Dit kan resulteren in een verdere reductie van het macro budget indien het aantal werklozen landelijk meer afneemt dan in onze gemeente. Het risico schatten wij in op € 600.000 (20 extra bijstandsgerechtigden ad € 15.000, 2 jaar lang), kans 30% Accommodatiebeleid In de meerjarenbegroting wordt voor het accommodatiebeleid uitgegaan van de besluitvorming die hierover in het verleden heeft plaatsgevonden. Het feit dat een deel van de besluitvorming (het daadwerkelijk sluiten van een aantal accommodaties) tot op heden nog niet is geëffectueerd, maakt dat in de uitvoering van het accommodatiebeleid een aantal (financiële) risico's schuilen qua exploitatie en onderhoud van de verschillende accommodaties. Dit ook omdat in de begroting geen rekening is gehouden met deze kosten. Op basis van de huidige situatie rondom het accommodatiebeleid kan het risico geschat worden op € 200.000 (€ 100.000 gedurende 2 jaar), kans 50%. Stadsgewest De ontwikkelingen rondom het Stadsgewest zijn nog niet afgerond. Het betreft dan de definitieve bovenafdichting, het doelvermogen nazorg, het rendement op het doelvermogen, de eindafwerking en tenslotte de gegarandeerde jaarlijkse aanlevering van brandbaar huishoudelijk afval. De ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd, ook die met betrekking tot de mogelijke overdracht van de stortplaats aan de gemeente Schijndel. Het risico wordt geschat op € 300.000 (Aandeel gemeente 7,1 % van (€ 3,6 mln. + € 0,260 mln. + € 0,300 mln.), kans 70% Garantie verbranding De jaarlijkse aanlevering van 60.000 ton brandbaar huishoudelijk afval aan de verbranding Moerdijk is gegarandeerd. Indien en voor zover er onvoldoende brandbaar afval ter beschikking van het Stadsgewest zou komen, kan dit tot financiële claims leiden. De risico's terzake liggen bij de deelnemende gemeenten.
94
Door recente ontwikkelingen is de kans dat dit risico tot daadwerkelijke nadelige financiële consequenties voor onze gemeente gaat leiden reëel. Vooralsnog gaan we er van uit dat dit risico gedekt kan worden uit de bestemmingsreserve afvalstoffenheffing. Rijksinfra De omvang van de aangegane verplichtingen in relatie tot de Rijksinfra vraagt om een tijdelijke verhoging van het minimaal benodigde weerstandsvermogen. Aangezien de projecten N-65 en PHS zich noch in de initiatief / programmafase bevinden vinden wij een raming van 10% voor onvoorziene tegenvallers realistisch. Afgezet tegen de aangegane verplichtingen betekent dit ± € 2,5 miljoen. Strategische, operationele en schade-risico’s Vooralsnog wordt voor deze overige gebieden een verzamelbedrag van € 500.000 geraamd. Zo speelt momenteel bijvoorbeeld dat gemeenten belastingplichtig worden in het kader van de vennootschapsbelasting, de invoering van de werkkostenregeling en het plan van het kabinet om de btw-wetgeving inzake het gelegenheid geven tot sportbeoefening ingrijpend te wijzigen. Grondexploitaties Begin 2014 is het Uitvoeringsprogramma grondexploitatie geactualiseerd. Tegelijk is daarbij de risicoinventarisatie bijgesteld. Voor verwachte tekorten op in exploitatie genomen plannen en verschillen tussen boek- en marktwaarden van nog niet in exploitatie genomen plannen zijn voorzieningen getroffen. De overig algemene risico’s moeten worden afgedekt door de reserve grondexploitatie. Met behulp van een risico-inventarisatie zijn de algemene risico’s ingeschat en in onderstaande tabel afgezet tegen de verwachte ontwikkeling van de reserve grondexploitatie. Hierbij is tevens rekening gehouden met de claim die op de reserve grondexploitatie rust in verband met het dekkingsplan Rijksinfra N65. bedragen x € 1.000 2013/2014 2014/2015 2015/2016 2016/2017 2017/2018 Prognose reserve grondbedrijf 4.719 7.930 4.828 4.812 4.772 Claim Rijksinfra -2.945 -2.945 0 0 0 Risico's volgens risico-inventarisatie -1.779 -1.779 -1.479 -1.479 -1.479 Resterende ruimte -4 3.207 3.349 3.334 3.294
Uit de tabel blijkt dat de reserve toereikend is voor het opvangen van de risico’s. Op basis van de bijstelling van het Uitvoeringsprogramma grondexploitatie wordt een aanzienlijke winstneming in 2014 verwacht. Hierdoor kan de bijdrage aan de bestemmingsreserve Rijksinfra N65 eerder worden overgeboekt dan geraamd. De realisatie van deze bijdrage is daarmee niet langer afhankelijk van de nog te realiseren winst op plan De Koepel. Na genoemde onttrekking zal de reserve grondexploitatie ± € 3 miljoen meer bedragen dan minimaal noodzakelijk op basis van de risico-inventarisatie. De financiële positie rondom de grondexploitatie kan daarom als gezond worden aangemerkt.
3.2.3. Weerstandsvermogen Zoals toegelicht onder de uitgangspunten bestaat het weerstandsvermogen uit de reservepositie, de onbenutte belastingcapaciteit, de post onvoorzien en de stille reserves. Omdat we sinds lang van uitgaan dat de onbenutte belastingcapaciteit, de post onvoorzien en de stille reserves nauwelijks soelaas bieden of in elk geval niet op de korte termijn kunnen worden ingezet laten we deze hier verder buiten beschouwing 95
3.2.3.1. Reservepositie In het kader van het weerstandsvermogen vormt met name de algemene reserve de buffer voor het opvangen van (toekomstige) risico’s. De verwachte ontwikkeling van de algemeen reserve ziet er als volgt uit: Algemene reserve
(bedragen x 1.000)
Saldo 31-12-2013 Resultaatbestemming 2013 Bijdrage IJzeren Man Vrijval reserve IHP 2014 Grondverkopen Burap I -2014 Bijdrage gemeente in verkennende studie rijksinfra Dekking extra capaciteit Rijksinfra 2014 en 2015 Tijdelijke medewerker geluidssanering 2014 en 2015 Bijdrage geluidsisolatie N-65 Extra afschrijving activa maatschappelijk nut 2014 Kasschuif NUP 2014 Kasschuif NUP 2015 Begrotingssaldo 2014 volgens Burap I Verwachte begrotingssaldi 2015-2018 (na ombuigingen) Nog besteedbaar
7.830 3.072 -295 1.150 515 -100 -104 -38 -142 -49 38 -183 1.539 PM 13.233
De algemene reserve is geen geld. Voor het betalen van investeringen of het doen van exploitatie uitgaven moet geld op de bankrekening staan of worden geleend. Ook als deze uitgaven worden gedekt uit reserves. Aanwending van de reserve heeft dan ook extra rentelasten tot gevolg of verlaagt het renteresultaat dat ten gunste van de algemene dekkingsmiddelen wordt geraamd. Wel is het mogelijk om investeringen ten laste van de reserves af te schrijven zodat de toekomstige exploitatie niet met afschrijvingslasten wordt belast. Ook (incidentele) exploitatielasten kunnen met een bijdrage uit de reserve worden gedekt waardoor ze per saldo niet ten laste van het jaarresultaat komen. Zo kan de algemene reserve dus dienen om incidentele tegenvallers te dekken. In dit kader wordt een minimum niveau aangehouden voor de algemene reserve voor de dekking van onverwachte tegenvallers. Hoe hoog dit niveau moet zijn vormt onderdeel van bestuurlijke afweging. Er zijn een tweetal ratio’s die deze afweging ondersteunen en waarbij het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een verhoudingsgetal tussen van het beschikbare weerstandsvermogen en het benodigde weerstandsvermogen. We hanteren de volgende twee ratio's: Een ratio balans: waarbij de benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald met behulp van de risicoinventarisatie. Ten aanzien van deze ratio wordt bij veel gemeenten gebruik gemaakt van de volgende waarderingstabel: 96
Ratio > 2,0 1,4 – 2,0 1,0 – 1,4 0,8 – 1,0 0,6 – 0,8 < 0,6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
De doelstelling die we ons zelf hebben opgelegd is om voor deze ratio minimaal een voldoende te scoren (1,0 – 1,4) Een ratio exploitatie: waarbij de benodigde weerstandscapaciteit wordt gerelateerd aan de (te) ontvangen uitkeringen uit het gemeentefonds. De omvang van de exploitatie is mede bepalend voor de risico's die we lopen. Om dit in beeld te brengen hanteren we als norm voor de benodigde weerstandscapaciteit 20% van de te ontvangen uitkeringen uit het gemeentefonds. Ook voor deze ratio willen we minimaal een voldoende scoren op basis van onderstaande tabel. Ratio > 1,2 1 – 1,2 < 1,0
Betekenis ruim voldoende voldoende onvoldoende
Uitkomsten en kanttekeningen Beschikbare weerstandsvermogen Het beschikbare weerstandsvermogen bestaande uit het niet bestemde saldo van de algemene reserve is berekend op € 13.2 miljoen. (Dit is ± € 515 per inwoner). Hierbij is er wel van uit gegaan dat de nu nog geraamde tekort voor de periode 2015 t/m 2018 via ombuigingen wordt gedekt en niet uit de algemene reserve hoeft te worden aangevuld. Het geraamde overschot voor 2014 is in dit saldo meegenomen. Uitkomst risicoratio op basis van de balans Op basis van de risicoinventarisatie bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit € 4.910 miljoen. De ratio risico-inventarisatie komt daarmee uit op: 2,7 Deze uitkomst kan op basis van de waarderingstabel worden gekwantificeerd als "uitstekend" Uitkomst risicoratio op basis van de exploitatie In de begroting 2015 is een bedrag van € 32,451 miljoen aan uitkeringen uit het gemeentefonds opgenomen. 20% hiervan is € 6,490 miljoen. De ratio exploitatie-omvang komt daarmee uit op 2,04. Dit kan worden gekwantificeerd als "ruim voldoende". Kanttekeningen Bij de berekende ratio’s passen de volgende kanttekeningen: Er is nog geen rekening gehouden met de recent aangegane verplichtingen voor de Rijksinfra PHS. Deze vallen weliswaar buiten de meerjarenscope van deze begroting maar het is wel zaak om ons daarop voor te bereiden. Voor de dekking van de bijdrage van ± € 15 miljoen zal een substantieel beroep gedaan moeten worden op de reservemiddelen. Hierdoor zal het vrij te besteden saldo en daarmee de ratio aanzienlijk dalen. 97
In de berekening van de algemene reserve is geen rekening gehouden met een nog te dekken tekort over de periode 2015 t/m 2018 (PM-raming). De raming gaat er van uit dat via de ombuigingen deze tekorten worden afgedekt ten laste van de exploitatie en dus niet ten laste van de algemene reserve komen, ofwel opgenomen worden in het totale dekkingsplan. Normering van de ratio vormt een goed hulpmiddel om de inzet van de algemene middelen te begrenzen. Wanneer we op beide ratio’s een minimale voldoende van 1 willen scoren betekent dit dat de algemene reserve minimaal € 6,490 miljoen moet bedragen. (Dit is € 252 per inwoner*) Het aldus berekende overschot van ± € 6.740 kan ingezet worden voor het project PHS en/of de noodzakelijke ombuigingen om de exploitatiebegroting op termijn structureel sluitend te maken. (*Eind 2012 bedroeg de gemiddelde algemene reserve per inwoner van gemeenten in grootteklasse 20.000 tot 50.000 inwoners € 442 Bron CBStatline.) Conclusie t.a.v. reser vepositie Momenteel beschikken we over een ruim weerstandsvermogen. Op zich vormt dit een gunstige uitgangspositie voor het noodzakelijke ombuigingsproces om de begroting weer structureel sluitend te maken. Het weerstandsvermogen op wat langere termijn komt echter onder druk te staan. Dit is met name het gevolg van de verplichtingen die zijn aangegaan voor het project Rijksinfra PHS. Samen met de ontwikkeling van de schuldpositie vormt dit een zorgpunt voor de ontwikkeling van onze financiële positie op wat langere termijn.
3.2.3.2. Onbenutte belastingcapaciteit Met betrekking tot de Ozb bestaat er nog ruimte tussen dit minimaal peil en de begrote opbrengst. Deze ruimte is ingeschat op ± € 1,1 miljoen. Als een gemeente over lange tijd grote financiële tekorten op de begroting heeft, kan die gemeente om extra geld uit het gemeentefonds vragen. De gemeente levert haar financiële zelfstandigheid voor een deel in, en krijgt een zogenoemde Artikel 12-status op grond van de Financiëleverhoudingswet. Voorwaarde is dan wel dat de gemeente een minimaal redelijk peil aan belasting heft. Het tarief in relatie tot dit redelijk peil wordt jaarlijks bij de meicirculaire bekend gemaakt. In het bestuursakkoord is vastgelegd dat een reële verhoging van de Ozb alleen aan de orde is in relatie tot de projecten Rijksinfra. De tarieven voor afvalstoffen- en rioolheffing worden kostendekkend berekend zodat daar geen onbenutte capaciteit aanwezig is.
3.2.3.3. Post onvoorzien De post onvoorzien is als onderdeel van de dekkingsmaatregelen in deze begroting naar beneden bijgesteld van € 100.000 naar € 70.000. In het kader van het weerstandsvermogen een te verwaarlozen bedrag.
98
3.3. Financiering en risicobeheersing De regelgeving biedt geen beheerskader voor de omvang van de gemeenteschuld. De gemeentewet stelt slechts dat de raad erop toe ziet dat de begroting in evenwicht is en de meerjarenraming een duurzaam evenwicht vertoont. Mede als uitvloeisel van de discussie rondom de Wet HOF staat ook de houdbaarheid van de gemeentefinanciën volop in de belangstelling. We spreken over houdbare gemeentefinanciën als een gemeente ook bij een scenario met economisch slecht weer genoeg geld overhoudt om aan de schuldverplichtingen te blijven voldoen zonder dat de noodzakelijke publieke voorzieningen in de knel komen. Deze benadering is nieuw, in die zin dat hierbij de schuldpositie in plaats van de reservepositie als belangrijkste indicator voor een solide financieel beleid wordt gezien. Als gemeente krijgen we het grootste deel van onze inkomsten van het Rijk in de vorm van uitkeringen uit het gemeentefonds en specifieke uitkeringen. Daarnaast innen we gemeentelijke belastingen, gebruiksvergoedingen en leges. Met deze inkomsten doen we onze uitgaven. Wanneer de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten moeten we als gemeente geld lenen. Dit doet zich met name voor op het moment dat er investeringen worden gedaan. Hiermee zijn vaak forse bedragen gemoeid die niet ineens uit de inkomsten van het lopende jaar kunnen worden gedekt. (Dit is ook niet nodig en vaak ook niet wenselijk omdat het gebruiksnut van de investering vaak een lange periode beslaat. Door de investering te activeren en het gebruiksnut in de vorm van jaarlijkse afschrijvingen toe te rekenen aan de gebruiksperiode, ontstaat een goede match tussen kosten en baten.) Voor het lenen van geld is een prijs verschuldigd in de vorm van rente. Daarnaast moet de lening ook in jaarlijkse termijnen worden terug betaald. Deze rente en aflossing leggen een beslag op het toekomstige inkomen. Met lenen wordt daarom als het ware een voorschot genomen op de toekomst. Hoe hoger de schulden hoe meer toekomstige inkomsten voor aflossingen en rente zijn vastgelegd. Op zich is hier niets mis mee maar te hoge schulden kunnen wel tot financiële problemen leiden. Er moet wel voldoende ruimte overblijven voor de noodzakelijke publieke voorzieningen
3.3.1. Schuldpositie en risicobeheersing In de VNG notitie Houdbare gemeentefinanciën zijn recent een aantal ratio’s benoemd waarmee de schuldpositie kan worden gestuurd. Er zijn indicaties voor normen gegeven maar er zijn geen vaste normen of streefwaarden voor de hoogte van de schuld van een gemeente benoemd. In die zin is de hoogte van de schuld een politiek besluit waarover de discussie thuis hoort in de beraadslaging tussen gemeenteraad en het college over het financieel beleid binnen de (meerjaren-)begroting. Hierna geven we de verwachting ten aanzien van de belangrijke kengetallen met betrekking tot de schuldpositie van onze gemeente. Hoewel deze meerjarenbegroting betrekking heeft op de periode 2015 t/m 2018 geven we toch een doorkijk in de wat verdere toekomst. Dit is ingegeven door de ontwikkelingen met betrekking tot de projecten Rijksinfra. De omvang hiervan is in relatie tot onze huidige balans- en schuldpositie dermate groot dat hierop nu al gestuurd moet worden om op langere termijn binnen veilige normen te blijven. Bij de doorkijk is er van uit gegaan dat de bijdragen aan het Rijk ten laste van de (te herschikken) reserves worden afgeboekt en dat voor de betaling van de bijdragen € 25 miljoen geleend moet worden. Dit gelijkmatig gespreid over 2019 t/m 2021 en bij verder gelijkblijvende balansposities naar de stand eind 2018. 99
Ratio’s voor sturing financiële positie Schuldratio Met het kengetal schuldratio wordt beoordeeld in hoeverre het bezit (debet- of linkerzijde balans) is belast met schuld. Solvabiliteitsratio Met het kengetal solvabiliteitsratio wordt beoordeeld in hoeverre het bezit op de balans is afbetaald. Deze ratio zegt meer over onze investeringspositie. Schuld- en solvabiliteitsratio zijn elkaars spiegelbeeld. Algemene normwaarden bruto schuld
Ratio
Ratio
Schuld
Solvabiliteit
Weinig tot geen schuld
< 20%
> 80 %
Normaal
20% -70%
30% - 80%
Voorzichtigheid geboden
70% - 80%
20% - 30%
Bezit zeer zwaar belast met schuld
80% - 100%
0% - 20%
Verwachte ontwikkeling schuld- en solvabiliteitsratio 86%
90% 78%
80% 70%
70% 60%
60%
60%
50% 40%
40%
40%
59%
41%
64%
60%
40%
36%
64%
36%
62%
38% 30%
30%
22%
20%
14%
10% 0% 2012
2013
2014
2015
Solvabiliteitsratio
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Schuldratio (Bruto schuld)
Deze doorkijk geeft vanaf 2019 slechts een indicatie omdat er nog meerdere alternatieve mogelijk zijn voor het dekkingsplan Rijksinfra. (Zo geeft dekking d.m.v. Ozb-verhoging heel andere uitkomsten dan dekking ten laste van de reserves). Op basis hiervan is echter wel duidelijk welke impact dit project op onze financiële positie heeft. De solvabiliteitsnorm beweegt richting 14%. Dit betekent dat ons bezit dan zeer zwaar belast is met schuld.
100
Netto schuld Voor de vergelijking van de hoogte van de schulden met andere gemeenten, vormt de netto schuld een betere indicator dan de schuldratio of de solvabiliteitsratio. Bij de netto schuld wordt de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak, in mindering gebracht op de bruto schuld. Bij geldelijke bezittingen moeten we b.v. denken aan banksaldi of uitgezette leningen. Netto schuldquote / Netto schuld als aandeel van de inkomsten Een goed kengetal om de hoogte van de schulden van een gemeente te beoordelen is de “Netto schuld als aandeel van de inkomsten”. De hoogte van de inkomsten bepaalt namelijk in belangrijke mate hoeveel schulden een gemeente kan dragen. Dit kengetal uitgedrukt in procenten wordt de “Netto schuldquote” genoemd. Netto schuldquote Normaal Voorzichtigheid geboden Zeer hoge schuld
0% -100% > 100% > 130%
Uitleenquote De uitgeleende gelden uitgedrukt als aandeel van de inkomsten. Voorraadquote De voorraad bouwgronden uitgedrukt als aandeel van de inkomsten. De schulden aangegaan voor de aankoop van bouwgrond, veroorzaken bij een winstgevend bouwplan per saldo geen lasten op de exploitatie. Bij voorraden bouwgronden wordt onder normale condities de rente van de financiering bijgeschreven bij de voorraad. De rente drukt zodoende niet op de exploitatie. Bij de verkoop van de kavels worden de rentekosten van deze schulden goedgemaakt. Effectieve schuldquote Door de uitleenquote en de voorraadquote van de netto schuldquote af te trekken, krijg je de schuld die werkelijk op de exploitatie drukt. Dit noemen we de effectieve schuldquote. Vanzelfsprekend gelden voor de effectieve schuldquote lagere dan de onder de netto schuldquote genoemde percentages. Verwachte ontwikkelingen kengetallen schuld positie 160% 136%131%
140%
121%117%
120%
100%
100% 80% 69% 60%
53%
86%
76%
74%
107%102%
100% 95% 92% 91% 88%
75% 63%
58%
40% 20%
13% 3%
13% 3%
13% 1%
10% 1%
9% 1%
5% 1%
4% 0%
4% 0%
4% 0%
4% 0%
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
0%
Netto schuldquote
Uitleenquote
Voorraad quote
101
Effectieve schuldquote
Netto schuld per inwoner Bij gemeenten is het gebruikelijk allerlei financiële gegevens uit te drukken per inwoner om ze naast die van andere gemeente te leggen. De netto schuld per inwoner is hiervoor minder geschikt. De inkomsten per gemeenten kunnen namelijk behoorlijk uiteenlopen, maar deze inkomsten bepalen wel in belangrijke mate hoeveel schulden een gemeente kan dragen. De netto schuld per inwoner is wel een goede indicator om de schuldevolutie voor de middellange termijn in beeld te brengen. Door de netto schuld per inwoner te vergelijken met het voorgaande jaar, verkrijg je de schuldevolutie per inwoner gedurende het jaar. Per jaar kan deze grote schommelingen vertonen. Dit komt doordat de hoogte van de investeringen en de wijzigingen in de voorraden (grondposities) per jaar sterk kunnen verschillen.
Schuld en schuldevolutie per inwoner Schuldevolutie
Netto schuld per inwoner 3.053 2.729 2.390
2.204 1.616
1.639
1.812
2.142
1.884
2.062
320 324 23 2012 -88
2013
328
173
339
72
2014
2015
2016
2017 -63
2018 -79
2019
2020
2021
Zonder vooruit te lopen op de discussie met de raad over een voor onze gemeente acceptabele schuldpositie, kunnen we stellen dat onze huidige schuldpositie als normaal kan worden beschouwd en er momenteel geen sprake is van onverantwoord hoge schulden. Naar de toekomst toe gaan we door de projecten Rijksinfra wel richting de gevarenzone.
3.3.2. EMU-saldo (EMU = Economisch en Monetaire Unie) Op basis van de overeengekomen macroreferentiewaarde wordt per jaar een berekening gemaakt van de individuele referentiewaarden voor gemeenten. Deze referentiewaarde wordt bekend gemaakt bij de septembercirculaire. De referentiewaarde voor de gemeente Vught voor 2015 bedraagt € 2,594 miljoen. Tekorten en overschotten binnen de macronorm kunnen tegen elkaar worden weggestreept. Ook volgen er tot 2017 bij overschrijding geen sancties of boetes en er blijft te allen tijde ruimte voor bestuurlijk overleg. EMU-saldo
(bedragen x € 1.000)
Begroting in meerjarenperspectief
102
2014
2015
2016
-3.847
-2.173
-7.631
3.3.3. Financiering en de wet Fido De richtlijnen en doelstellingen met betrekking tot de financieringsactiviteiten zijn vastgelegd in het treasurystatuut. Het wettelijke kader hiervoor vormt de Wet Fido (Wet Financiering Decentrale Overheden) Treasury omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Doelstellingen treasurybeleid De treasuryfunctie van de gemeente dient tot: het zorgdragen van een tijdige beschikbaarheid van middelen door het verkrijgen en handhaven van toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities; het beschermen van gemeentelijke vermogens- en renteresultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s; het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities; het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit treasurystatuut. Toegang tot de financiële markten Gemeenten worden over het algemeen als een solide partij beschouwd en kunnen tegen gunstige tarieven leningen afsluiten, zeker bij de BNG. Tot op heden is het dan ook nooit een probleem geweest om langlopende leningen tegen relatief gunstige tarieven aan te trekken. Onder invloed van de kredietcrisis worden kredietverstrekkers steeds kritischer, ook ten aanzien van overheden. In dit kader verwachten we dat de schuldpositie van de gemeente een steeds belangrijkere rol gaat spelen bij de bepaling van de leningcondities. Gemeenten zullen daarop in moeten spelen en hun (financieel) beleid hierop af moeten stemmen (zie ook 3.3.1). Rentevisie Zowel de wereldeconomie als de economie van de eurozone groeiden in 2014 gematigd. Dit is vooral te danken aan een aantrekkende wereldhandel. Daarnaast trekt ook de binnenlandse vraag wat aan onder invloed van afnemende bezuinigingen van overheden en een lichte daling van de werkloosheid. De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagde in juni 2014 haar officiële tarieven tot het laagste niveau ooit. De depositorente is nu zelfs negatief. Deze stap illustreert vooral onmacht. De ECB zal een ruim monetair beleid blijven voeren. De verwachting is dat de rentetarieven onder invloed van een gematigd economisch herstel op gaan lopen. Om een optimaal renteresultaat te behalen streven we door liquiditeitenbeheersing naar zo min mogelijk overtollige middelen. De tekorten die in 2015 zullen ontstaan zullen zoveel mogelijk kort gefinancierd worden. Hierdoor maken we optimaal gebruik van de lage rentestanden. Zodra wettelijke grenzen overschreden dreigen te worden of zodra de rente een structurele stijgende lijn zal vertonen, zal een langlopende lening aangetrokken worden. Liquiditeitenplanning Om geen ongewenste risico´s te lopen en om een optimaal renteresultaat te behalen worden alle treasury activiteiten gebaseerd op een liquiditeitenplanning. De financieringsbehoefte baseren we op de meerjarenliquiditeitsplanning 2015 t/m 2017. Dit resulteert in het aantrekken van middelen voor (her-) financiering in 2015 € 6 miljoen, in 2016 € 11,5 miljoen en in 2017 € 1,5 miljoen. We gaan er hierbij van uit dat de uitgaven voor de PHS en N65 niet voor 2017 plaatsvinden. 103
Totaal overzicht liquiditeitsplanning (Alle bedragen x € 1.000) 2015 Beginsaldo Ingaande kasstroom Belastingverordeningen Ontvangsten leningen Aan te trekken langlopende middelen Grondexploitatie Overige exploitatie totaal inkomsten
2016
2017
-4.589
-2.729
-2.149
7.621 163 6.000 6.792 46.302 66.878
7.868 162 11.500 3.475 46.857 69.862
8.081 151 1.500 3.377 46.251 59.360
2015
2016
2017
Uitgaande kasstroom Salarissen Uitg. leningen Investeringen Grondexploitatie Overige exploitatie totaal uitgaven
11.821 6.174 6.529 1.920 38.574 65.018
12.024 6.062 11.571 1.385 38.240 69.282
12.203 6.767 4.148 429 36.463 60.010
Eindsaldo (begroot)
-2.729
-2.149
-2.799
Het saldo van de liquiditeitsplanning wordt kortlopend gefinancierd. Risicobeheer In de wet Fido is een begrenzing opgenomen van kortlopende middelen die gemeente mogen opnemen, de zogenaamde kasgeldlimiet. De minister heeft de limiet vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. Voor de gemeente Vught wordt de kasgeldlimiet geraamd op: 2015
(Bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
Begrote lasten
56.700
57.219
56.246
56.918
Kasgeldlimiet
4.820
4.864
4.781
4.838
De renterisico-norm begrenst de rentegevoeligheid van de vaste schuldpositie van de gemeente. Het renterisico wordt bepaald door de som van het bedrag aan herfinanciering en het bedrag aan renteherziening op de vaste schuld. Het percentage is door de minister vastgesteld op 20% van het begrotingstotaal. Maximaal mag dus 20% van het begrotingstotaal in enig jaar aan rentegevoeligheid onderhevig zijn. De gemeente Vught heeft 15 lineaire leningen en 1 annuïteitenlening uitstaan tegen vaste renten (waarvan voor 3 in 2014 de laatste aflossingstermijn betaald wordt). Doordat er in gelijke delen wordt afgelost lopen we een beperkt renterisico.
104
Berekening renterisiconorm (x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
56.700
57.219
56.246
56.918
20%
20%
20%
20%
11.340
11.444
11.249
11.384
1a Renteherziening op vaste schuld o/g
0
0
0
0
1b renteherziening op vaste schuld u/g
0
0
0
0
0
0
0
0
6.000
11.500
1.500
1.000
0
0
0
0
4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b)
6.000
11.500
1.500
1.000
5 Betaalde aflossingen
4.357
4.121
4.735
4.710
6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5)
4.357
4.121
1.500
1.000
7 Renterisico op de vaste schuld (2+6)
4.357
4.121
1.500
1.000
11.340
11.444
11.249
11.384
6.983
7.323
9.749
10.384
0
0
0
0
10 Begrote lasten 11 Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage 12 Renterisiconorm Berekening rente risico (x € 1.000)
2 renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 3a Nieuw aangetrokken vaste schuld 3b Nieuw uitgezette vaste geldleningen
8 Renterisiconorm 9a Ruimte onder renterisiconorm (8-7) 9b Overschrijding renterisiconorm (7-8)
Uit bovenstaande berekening blijkt dat ons renterisico ruimschoots onder de renterisiconorm blijft . Schatkistbankieren Op 15 december 2013 is de wet “verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden” van kracht geworden. Dit betekent dat vanaf dat moment alle decentrale overheden verplicht zijn om hun overtollige middelen (middelen die niet onmiddellijk nodig zijn voor de publieke taak) in de schatkist aan te houden. Om het dagelijks kasverkeer te vereenvoudigen is er een drempelbedrag dat buiten de schatkist mag worden gehouden. Voor de komende jaren wordt dit voor onze gemeente geraamd op: Berekening drempelbedrag schatkistbankieren (* € 1.000) Begrote lasten Drempelbedrag
2015
2016
56.700
57.219
425
429
2017
2018
56.246 56.918 422
427
Over het gebruik van het drempelbedrag zal in de toelichting bij de balans in de jaarrekening worden gerapporteerd. Bij de liquiditeitsbeheersing streven we naar zo min mogelijk overtollige middelen. Daarom houden we geen middelen aan in de schatkist.
105
3.4. Lokale heffingen Inleiding De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de totale inkomsten binnen de gemeentelijke begroting. De paragraaf lokale heffingen, conform artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording voor gemeenten en provincies(BBV), biedt een overzicht van het beleid voor de lokale lasten. Deze paragraaf lokale heffingen bestaat uit: 3.5.1. Geraamde opbrengsten; 3.5.2. Beleid ten aanzien van de lokale heffingen; 3.5.3. Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; 3.5.4. De lokale lastendruk; 3.5.5. Kwijtscheldingsbeleid De lokale heffingen zijn onder te verdelen in twee categorieën, namelijk belastingen en rechten. Belastingen zijn heffingen waar geen aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat. De lokale belastingen, o.a. de OZB en toeristenbelasting, zijn bijdragen in de algemene kosten van de gemeente en hebben een budgettaire functie. Heffingen zijn rechten, tarieven en leges. De gemeente krijgt (maximaal) de kosten vergoed die ze maakt. De totale opbrengst van deze heffingen mag niet meer zijn dan de totale kosten. De gemeenteraad bepaalt, door het vaststellen van de belastingverordeningen, welke belastingen de gemeente heft en welke heffingsmaatstaven en tarieven we hanteren. De belangrijkste belastingen en heffingen in de gemeente Vught zijn: Onroerende zaakbelasting (OZB) Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Rioolheffing Toeristenbelasting Leges Reclameheffing Daarnaast heffen we rechten zoals o.a. marktgelden en lijkbezorgingsrechten.
3.4.1. Geraamde opbrengsten Totaaloverzicht opbrengsten belastingen, heffingen en retributies.
Bedragen x € 1.000 Onroerende zaakbelasting Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten Rioolheffing Toeristenbelasting Leges omgevingsvergunning Secretarieleges Overige Totaal
realisatie 2013 7.035 2.745 3.073 160 659 498 86 14.256
begroot * 2014
2015
2016
2017
2018
7.225 7.456 7.668 7.881 8.092 2.272 2.577 2.619 2.633 2.663 3.331 3.386 3.589 3.804 3.804 165 165 200 200 200 744 703 714 724 735 626 617 672 675 681 90 89 90 91 91 14.452 14.993 15.552 16.008 16.266
*) inclusief eventuele begrotingswijzigingen
106
3.4.2. Beleid t.a.v. lokale heffingen Wij zetten in ons bestuursakkoord “Kracht door continuïteit” in op lagere gemeentelijke lasten onder aan de streep (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing bij elkaar opgeteld). Wij hanteren het uitgangspunt om de OZB niet boven de inflatie te laten stijgen. De enige uitzondering hierop kan zijn de investering voor de verdiepte ligging van het spoor N65. Voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing wordt maximaal 100% kostendekking toegepast. Voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn de gebruikers belastingplichtig en is het tarief o.a. afhankelijk van inhoudelijke beleidskeuzes en het gewenste voorzieningenniveau. De indexering van de leges is gekoppeld aan de stijging van de personele lasten. Jaar Indexatie OZB inflatie Indexatie leges
realisatie 2013
2014
2015
2016
2017
2018
1,75% 0,50%
1,75% 0,00%
1,50% 1,50%
1,70% 1,50%
1,65% 1,50%
1,65% 1,50%
3.4.3. Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen Onroerende Zaak Belastingen De heffingsgrondslag voor de onroerende zaakbelastingen is de waarde zoals die in het kader van de Wet Waardering Onroerende Zaken jaarlijks wordt vastgesteld. Er zijn twee onroerende zaakbelastingen namelijk de gebruikersbelasting voor niet-woningen en de eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen. Voor de OZB-opbrengst verhogen we het bestaande areaal per 1 januari van het voorgaand jaar met het inflatiepercentage. Daar wordt bij opgeteld de OZB opbrengst voor nieuw toegevoegd areaal (nieuwbouw en uitbreiding). Deze OZB opbrengst voor nieuw areaal wordt berekend op basis van de geschatte economische waarde per 1 januari van het voorgaande jaar en tegen het tarief van voorgaand jaar vermeerderd met de vastgestelde indexatie. De verwachting is dat de OZB-waarden naar waardepeildatum 1-1-2014 nog een daling laten zien. De marktontwikkeling heeft geen effect op de uiteindelijk te realiseren OZB-opbrengsten omdat waardestijging danwel waardedaling wordt verdisconteerd in de tarieven. Toeristenbelasting De toeristenbelasting maakt onderdeel uit van de algemene dekkingsmiddelen. Er zijn 7 belastingplichtigen van professioneel geëxploiteerde accommodaties. Op dit moment is 1 accommodatie niet in gebruik. De verwachting is dat dit ook in 2015 nog niet het geval is. Het aantal overnachtingen lag tot 2010 tussen de 130.000 en 140.000 per jaar maar laat de laatste jaren een sterke daling zien. De tarieven voor de toeristenbelasting zijn in december 2012 voor 4 jaren vastgesteld. Afvalstoffenheffing 2015 Afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing voor het verhalen van de kosten van de afvalinzameling en –verwerking. We handhaven het principe “de vervuiler betaalt”. We voegen het principe “afval is grondstof” toe. We hanteren zo laag mogelijke tarieven en anderzijds een hoog service- en scheidingsniveau. Het tarief bestaat uit een vastrecht en een variabel deel, op basis van volume en het aantal ledigingen. De kosten voor de milieustraat worden gedeeltelijk gedekt door tarieven aan de poort. Eventuele overschotten of tekorten worden via resultaatbestemmingen verwerkt 107
in de bestemmingsreserve afvalstoffenheffing. In het daarop volgende jaar verrekenen we deze met de burger in de tarieven afvalstoffenheffing. Rioolheffing 2015 Rioolheffing is een bestemmingsheffing om kosten voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater te verhalen. Artikel 228a Gemeentewet maakt een onderscheid tussen de waterketen (afvoer afvalwater) en het watersysteem (hemelwater en grondwater). Uitgangspunt voor de rioolheffing is 100% kostendekkendheid. Bij vaststelling van het GRP 2012 – 2017 is gekozen om de heffingsmaatstaf drinkwaterverbruik te handhaven. Gevolg hiervan is dat gebruikers van alleen regenwaterriolering niet in de heffing worden betrokken. De jaarlijkse tariefstijging is in principe gebaseerd op het vastgestelde GRP 2012 – 2017. De uitgaven voor riolering in de herinrichtingsprojecten blijven achter tot en met 2015. In deze begroting is niet de geplande stijging van 7% doorgevoerd maar 4%. 2015 4% € 228,63
Percentage Tarief < 299 m3
2016 6% € 242,35
2017 6% € 256,89
Leges Bij de leges wordt onderscheid gemaakt tussen de leges omgevingsvergunning en de secretarieleges. Voor de leges omgevingsvergunning is de totale kostendekkendheid maximaal 100%. De grondslag voor de leges is in principe de kostprijs van de dienst of product. Voor de secretarieleges ligt dit percentage lager vanwege wettelijk vastgestelde tarieven. Reclameheffing In 2013 is voor het centrum van Vught een reclameheffing ingevoerd. De opbrengsten van deze reclameheffing worden afgedragen aan het centrummanagement. Het centrummanagement gebruikt deze middelen voor investeringen en activiteiten die positief bijdragen aan de leefbaarheid en aantrekkingskracht van het centrum. Jaarlijks wordt het tarief bepaald door de gewenste/benodigde ondernemersbijdrage zoals opgenomen in de begroting van de Stichting Centrummanagement Vught rekening houdend met de perceptiekosten en verwachte leegstand te delen door de verwachte WOZwaarden gebruikers niet-woningen in het desbetreffende gebied. In 2014 evalueren wij het ingezette beleid en de bijbehorende heffing.
3.4.4. De lokale lastendruk Wij hebben in het bestuursakkoord “Kracht door continuïteit” opgenomen om de gemeentelijke lasten(OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) onder de streep te verlagen. In het meerjarenperspectief is de verhoging van tarieven beperkt tot een trendmatige verhoging. De lokale lastendruk is gebaseerd op OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. In vergelijking met andere gemeenten is de lokale lastendruk in Vught bovengemiddeld. De lokale lastendruk hangt samen met het voorzieningenniveau dat een gemeente biedt. Vught haalt in 2014 een 25e plaats in de ranglijst beste woongemeente van Nederland(Elsevier onderzoek). De tarieven voor afvalstoffenheffing en riolering zijn maximaal kostendekkend en daarmee gerelateerd aan het ambitieniveau ten aanzien van kwaliteit en dienstverlening. De lokale lasten in Vught voor 2014 in vergelijking met omliggende gemeenten zijn in de grafieken weergegeven. Vught scoort hier hoog voor zowel de OZB als de afvalstoffenheffing. De hoogte van de afvalstoffenheffing hangt direct samen met het hogere serviceniveau dat Vught biedt in vergelijking met omliggende gemeenten.
108
Gemeentelijke woonlasten 2014
Vught
287
Plaatsnaam
Sint Michielsgestel
164
Schijndel
218 162
229
Heusden
258 109
236
Boxtel
270
134
258
Haaren
342 203
176
Hertogenbosch
392
223
250
279 0
393
162 200
285
400
600
800
1000
Euro's Afvalstoffen (€)
Rioolheffing (€)
OZB (€)
Bron: Coelo digitale atlas 7/07/2014
3.4.5. Kwijtscheldingsbeleid Het kwijtscheldingsbeleid is vastgelegd in een verordening. Kwijtschelding kan worden verkregen voor OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Mensen met een inkomen tot 100% van de bijstandsnorm komen hiervoor in aanmerking. Voor de doelgroep 100% tot 110% is er een bijdrageregeling in het leven geroepen. Een regeling in het kader van het armoedebeleid die buiten het gemeentelijk belasting/invorderingsterrein valt. Voor de afvalstoffenheffing is het aantal ledigingen waarvoor kwijtschelding wordt verleend beperkt (de vervuiler betaalt). realisatie
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
Jaar
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Aantal toekenningen Derving x € 1.000*
192 90
17 0 82
210 100
210 100
210 100
210 100
3.5. Onderhoud kapitaalgoederen De gemeente Vught heeft een buitengebied wat in de verre omgeving bekendheid heeft door haar landgoederen en de recreatieplas de IJzeren Man. In het binnengebied zijn veel gemeentelijke en andere voorzieningen te vinden die van belang zijn voor de manier waarop bewoners en bezoekers de omgeving beleven. In die omgeving wordt gewoond, gewerkt en gerecreëerd. De kwaliteit van de kapitaalgoederen is van grote invloed op de beleving van die omgeving. De kwaliteit van de kapitaalgoederen zoals gebouwen, wegen, riolering, openbare verlichting en groen wordt bepaald door het beheer en onderhoud. Hoe we omgaan met de kapitaalgoederen is vastgelegd in de diverse beleiden beheerplannen. Een overzicht van de kosten die hieraan verbonden zijn, is van belang voor een juist inzicht in de financiële positie van de gemeente. Deze paragraaf gaat in op de onderhoudstoestand van de kapitaalgoederen. 109
3.5.1. Beheer en onderhoud openbare ruimte Ter uitvoering van het vigerend beleidskader maken we gebruik van de volgende beheerplannen: wegen, kunstwerken, riolering, groen, bomen, openbare verlichting en speelvoorzieningen en de uitvoeringscomponent van het Verkeers- en Vervoers Plan. Uit deze plannen is het Meerjarenuitvoeringsprogramma Openbare Ruimte (MOR) gegenereerd. Het afgelopen jaar is fors geïnvesteerd in het onderhoud van het rioolstelsel. Ook de komende jaren investeren we jaarlijks ruim 3 miljoen euro in de vervanging van de riolering De riolering is vaak leidend en wordt samen met het overige onderhoud integraal aangepakt. Vanuit alle disciplines zijn projecten gegenereerd en ondergebracht in het MOR. Het geeft zowel alle integrale als de sectorale projecten weer. Het programma gaat uit van bestaand beleid en bestaande middelen en wordt aan de hand daarvan jaarlijks aangepast.
3.5.2. Wegen Het groot onderhoud van wegen vond plaats volgens de systematiek van het rationele wegbeheer. Hierdoor wordt op een rationele manier kennis verkregen over waar, wanneer, welke maatregelen moeten worden getroffen om volgens de vooraf gestelde norm het afgesproken onderhoudsniveau te bereiken. De systematiek geeft daarbij aan welke middelen hiervoor noodzakelijk zijn. Het jaarlijks onderhoud is gekoppeld aan een tweejaarlijkse globale inspectie van het wegenbestand, wat laatstelijk begin 2013 plaatsvond. Op het beschikbare budget voor het wegonderhoud is bezuinigd. Dit heeft zichtbaar effect voor de (beeld)kwaliteit van de openbare ruimte. De aandacht richt zich de komende jaren op het asfaltonderhoud. Doelstelling van het beheer is om het Vughtse wegennet te laten voldoen aan wat als 'normaal' mag worden beschouwd. De laatste stand van zaken is onderstaand weergegeven. Voor renovatie van wegen is in 2015 een bedrag van € 852.670 beschikbaar. Kwaliteit asfaltverharding Zeer slecht Slecht Matig Redelijk Goed
Vught 2013 23% 11% 5% 29% 32%
Evenwichtig wegennet 0% 8% 12% 60% 20%
Kwaliteit elementenverharding Zeer slecht Slecht Matig Redelijk Goed
Vught 2013 2% 1% 5% 41% 51%
Evenwichtig wegennet 0% 5% 8% 77% 10%
3.5.3. Openbare verlichting Het beleidsplan openbare verlichting is in 2010 geactualiseerd. De beleidsvoornemens voor de openbare verlichting binnen en buiten de bebouwde kom zijn hierin vastgelegd. Hiermee geeft het beleidsplan duidelijke kaders aan waaraan de openbare verlichting moet voldoen om bij duisternis het openbare leven zo goed mogelijk te laten functioneren. Led verlichting is financieel nog niet interessant om op grote schaal toe te passen, maar er vindt wel telkenmale de afweging plaats. De renovatietermijn om de openbare verlichting naar het gewenste niveau te brengen, is teruggebracht van 12 naar 17 jaar. In 2020 wordt dan het gewenste niveau bereikt. Voor investeringen in het onderhoud en de renovatie van de openbare verlichting is in 2015 een bedrag van € 177.752 beschikbaar. Percentage gewenste kwaliteit Geraamd Werkelijk
2012 60% 60%
2013 64% 64%
110
2014 69% pm
2015 73% pm
2016 78% pm
3.5.4. Riolering / Water In het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2012-2017 zijn het beleid en beheer vertaald naar concrete maatregelen, die als basis dienen voor de bepaling van de hoogte van de rioolheffing. In het vGRP is de uitbreiding van de taken door het van kracht worden van de Wet gemeentelijke Watertaken opgenomen. Het betreft de zorgplicht voor het grondwater en het afvloeiend hemelwater. De rioolinspecties genereren met behulp van de maatregelenmatrix uit het rioolbeheerprogramma, verbetering- en reparatiemaatregelen. Het beschikbare investeringskrediet voor 2015 bedraagt € 3.312.242 voor de vervanging riolering en € 209.143 voor de vervanging van beschoeiing, pompen en gemalen. Water Door invulling te geven aan de gemeentelijke watertaken wordt een veilig, duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer beoogd. Samen met gemeenten, waterschappen, provincie en RWS is de Europees opgelegde resultaatsverplichting Kaderrichtlijn Water procesmatig inzichtelijk gemaakt. In het vGRP hebben we aandacht gegeven aan de manier waarop hemelwater kan worden opgevangen, een kwaliteitsimpuls kan geven aan het oppervlaktewater in plaats van het versneld afvoeren via de riolering. Omdat de vijvers en de beschoeiing tot ons watersysteem behoren, zijn hiervoor budgetten opgenomen voor het onderhoud.
3.5.5. Groen / Bomen De Nota Groen 2009 vormt een adequaat sturingsmechanisme voor het product openbaar groen. Om het groenonderhoud in de openbare ruimte zo efficiënt mogelijk uit te voeren, vinden het onderhoud en beheer van het groen plaats op basis van deze Nota Groen, het beheersysteem en vastgestelde beeldkwaliteitsnormen. In 2015 evalueren en actualiseren we het Groenbeleid. Eind 2010 is een groot deel van het groenonderhoud voor vier jaar Europees aanbesteed. De reguliere onderhoudswerkzaamheden aan de beplantingen voeren we deels in eigen beheer uit. Voor investeringen in de reconstructies van het groenareaal is voor 2015 een bedrag gereserveerd van € 209.838. Gebied
Kwaliteitsniveau
Centrum
A – kwaliteit
Wijken
B/C - kwaliteit
Buitengebied en overgang buitengebied
C - kwaliteit
3.5.6. Speelvoorzieningen Bij de ombuigingen in 2011 is besloten om het beschikbare budget te halveren en jaarlijks 1 tot 2 speeltuinen op te heffen. In 2013 is het beheerplan speelvoorzieningen geactualiseerd. Aan de hand hiervan reconstrueren en renoveren we speelvoorzieningen. Het investeringsbedrag hiervoor in 2015 bedraagt € 40.808. Uitstekend
Goed
Gemiddelde kwaliteit speelvoorzieningen
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
X
3.5.7. Verkeer- en vervoerplan Het Verkeer- en Vervoerplan (VVP) 2009-2015 is met name herijkt op de ontwikkeling van de rijksinfrastructuur. In 2012 is het VVP aangescherpt. Kernbegrippen daarbij zijn bereikbaarheid, 111
veiligheid en leefkwaliteit. Aanpassingen voor de afwikkeling van het verkeer tussen Vught-Noord en het centrum en ten gevolge van intensivering van het railverkeer zijn noodzakelijk. De actualisatie van het VVP resulteerde in een integraal plan, waarbij de modaliteiten op elkaar zijn afgestemd en maakt duidelijke keuzes betreffende de verschillende modaliteiten in relatie tot gebieden/ trajecten binnen de gemeentegrenzen. Het geactualiseerde VVP dient als raamwerk voor de jaarlijks uit te voeren projecten. Deze projecten dienen alle vervoerswijzen, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar de “fiets en voetganger”. Verder krijgt ook de auto- hoofdwegenstructuur behoorlijke aandacht. Dit om de bereikbaarheid en doorstroming binnen de gemeente Vught te waarborgen. Hierbij ontmoedigen we negatieve neveneffecten zoals sluipverkeer en doorgaand vrachtverkeer. Het is dan ook van belang om in beleidsstudies de effecten van de grote infrastructurele doorsnijdingen (spoor en rijkswegenstructuur) en ruimtelijke ontwikkelingen in samenhang te bekijken in relatie met de nodige maatregelen om de doorstroming en bereikbaarheid te waarborgen. De aandacht zal zich met name richten op de verdiepte ligging van de N65 en de gevolgen van de toename van het railverkeer. Dit krijgt vanuit het Rijk en de regio inmiddels de noodzakelijke aandacht. Op basis van de bevindingen kunnen uiteindelijk gefundeerde keuzes gemaakt worden op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling en verkeersafwikkeling. Het investeringskrediet voor 2015 bedraagt € 200.000. Parkeerbeleid 2013-2022 In 2013 is het nieuwe parkeerbeleid 2013-2022 vastgesteld. Goed parkeerbeleid is van essentieel belang voor onder andere het functioneren van het centrum, de kwaliteit van de woonomgeving, het economisch functioneren van werkgebieden en het stimuleren van het gebruik van fiets en openbaar vervoer. Het parkeerbeleid kan bijdragen aan het versterken van de stedelijke vitaliteit en zorgen voor een optimale benutting van de infrastructuur. In de ‘parkeernota’ zijn de parkeernormen opgenomen.
3.5.8. Beheer georegistraties Voor het maken van beleid en het nemen van beslissingen maakt de gemeente veelvuldig gebruik van geografische informatie. Circa 80% van de gemeentelijke informatie kent een geografische component. Het is nodig om de geo-informatie, de registratie en de publicatie verder uit te bouwen zodat geoinformatie efficiënt en effectief kan worden ingezet door de vakafdelingen. De beschikbaarheid van betrouwbare gegevens is voorwaardelijk voor het uitvoeren van de speerpunten in het beleid. Het locatiegebonden denken introduceren om de unieke plek op aarde als sleutel te gebruiken om verschillende registraties met elkaar te verbinden. In 2015 gaan we door met de ontwikkeling van de Grootschalige Basis Kaart Vught (GBKV) naar Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Per 1 januari 2016 vervangt de BGT de huidige GBKN. De GBKN moet opgewaardeerd worden naar de specificaties van de BGT.
3.5.9. Gebouwen De gemeente heeft de huisvestingsverantwoordelijkheid voor de scholen van het primair onderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs. Er bestaat een onderscheid tussen gebouwen voor primair-, speciaal- en voortgezet onderwijs. Voortgezet onderwijs Met het bestuur van het voortgezet onderwijs hebben wij een overeenkomst gesloten, waarbij de verantwoordelijkheid voor huisvesting is overgedragen aan het bevoegd gezag. 112
Speciaal onderwijs Vught kent 2 scholen voor speciaal onderwijs: De Zwengel (uitbreiding 2006) en Talent (uitbreiding 2010) Voor beide scholen hebben de schoolbesturen zelf onderhoudsplannen op laten stellen. Deze dienen als input voor dat deel van het onderhoud dat voor rekening is van de gemeente (groot onderhoud). Primair onderwijs Vught kent 9 scholen voor primair onderwijs: De Leijdraad De Wieken De Baarzen De Springplank De Lichtstraat De Hertog van Brabantschool De Piramide De Schalm Het Molenven Tot en met 2014 hebben wij op basis van onderhoudsplannen jaarlijks een bedrag gestort in de onderhoudsvoorziening. Met ingang van 2015 hebben gemeenten niet langer een verplichting voor het uitvoeren van groot onderhoud en buitenonderhoud bij scholen voor primair onderwijs. Deze verantwoordelijkheid ligt met ingang van 2015 bij de schoolbesturen. Om die reden worden vanaf 2015 geen bijdragen meer gestort in de voorziening. Voor het Molenven is een nieuwe clustervoorziening gebouwd op het Stadhouderspark. Naast de school zijn hier ook andere voorzieningen in gehuisvest (sport, kinderopvang, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang etc.). De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en exploitatie van deze voorziening. Stortingen voor groot onderhoud worden gepleegd op basis van een meerjarenonderhoudsplanning. In tegenstelling tot wat bij de andere scholen het geval is, storten we voor dit schoolgebouw (waar tevens een deel van De Piramide gehuisvest is) nog wel bedragen voor groot onderhoud in de voorziening. Voor de vergoeding hiervoor worden met de schoolbesturen nadere afspraken gemaakt. De meerjarenonderhoudsplanning voor deze voorziening wordt opgesteld in 2015. Voor de gebouwen genoemd onder 1. tot en met 3. geldt dat deze onderdeel uitmaken van de 2e fase van het IHP. Uitgangspunt is dat deze scholen in de periode tot en met 2018 nieuwbouw krijgen. Tot de periode van nieuwbouw/renovatie wordt alleen het hoogst nodige onderhoud gepleegd. De onderhoudsvoorziening voor deze scholen is nog gebaseerd op de meerjaren onderhoudsrapporten uit 2004. Gemeentelijke gebouwen Het college is verhuist naar het Raadhuis, waardoor er kantoorruimte is vrijgekomen in het gemeentekantoor. De brandweerpost in Cromvoirt voldoet niet meer aan de eisen. We voeren het onderhoud uit conform de meerjarenonderhoudsplannen voor het gemeentekantoor, raadhuis, en de locatie Kettingweg. We verhuizen de brandweerpost in Cromvoirt naar een nieuwe locatie. We maken een plan om het gemeentekantoor efficiënter te gebruiken. De vrijgekomen ruimten proberen we te verhuren aan derden. 113
Sociaal-culturele gebouwen en sportaccommodaties Vanuit het accommodatiebeleid in Vught stoten we sommige gebouwen af en sommige hebben niet langer een sociaal-culturele functie. Voor andere gebouwen wijzigt hun functie en/of het gebruik. Voor de gebouwen die een functie blijven vervullen zijn in 2013 de onderhoudsplannen geactualiseerd. Bij de gemeentelijke accommodaties maken we onderscheid in: 1. Binnensportaccommodaties 2. Buitensportaccommodaties 3. Sociaal-culturele gebouwen (inclusief activiteiten voor jongeren) Ad. 1 Binnensportaccommodaties De binnensportaccommodaties hebben allemaal een relatie met het geven van bewegingsonderwijs voor het primair en/of voortgezet onderwijs. Bij de (ver)nieuwbouw van scholen wordt ook gekeken naar het handhaven en/of vernieuwen van gymzalen. Dit betekent dat de Martinihal en gymzaal Cromvoirt blijven gehandhaafd. Bij de nieuwbouw van de school in Vught-Noord wordt vervangende nieuwbouw gerealiseerd voor de huidige gymzaal Molenven. Bij de nieuwe school in Vught-Zuid komt een vervangende gymzaal voor gymzaal De Kwebben en sportzaal Lidwina. Ad. 2 Buitensportaccommodaties De buitensportaccommodaties (inclusief de volkstuinen) behouden hun functie. Ad. 3 Sociaal-culturele gebouwen De gemeenteraad heeft in 2012 besloten dat alle activiteiten voor sociaal-culturele activiteiten (inclusief jongeren) plaatsvinden in de gebouwen Rozenoord en Elzenburg. Daarnaast vinden activiteiten voor muziek, dans en toneel plaats in de Speeldoos (eigendom stichting). In 2014 leveren we gebouw Elzenburg op. Het gebouw SCC Lunetten behoudt vooralsnog ook haar functie. Dit betekent dat uitvoering kan worden gegeven aan eerder genomen besluiten (sluiten 't Paleisje en De Kwebben) en dat ook de gebouwen Vlierthonk, Gouden Zonne en Schoonveld worden afgestoten. Het gebouw Mariaplein wordt verhuurd ten behoeve van kinderopvang en buitenschoolse opvang. Voor de binnensportaccommodaties en sociaal-culturele gebouwen die worden afgestoten, wordt alleen nog het hoogst noodzakelijke onderhoud uitgevoerd. Voor de locaties die in stand blijven, wordt het onderhoud op verantwoorde wijze uitgevoerd. Het onderhoud vindt plaats aan de hand van meerjaren onderhoudsplannen, die in 2013 zijn geactualiseerd. Voor de hiervoor benodigde middelen is een onderhoudsvoorziening gevormd. Na de oplevering van nieuwe en/of gerenoveerde gebouwen, zal voor deze gebouwen een actueel onderhoudsplan worden opgesteld. In onderstaande tabel is de onderhoudsstatus van de in beheer zijnde (gedeprivatiseerde) gebouwen/locaties vermeld: Gemiddelde kwaliteit van de gemeentelijke accommodaties Binnensportaccommodaties Martinihal Gymzaal Cromvoirt Gymzaal Lidwina Gymzaal De Kwebben Gymzaal Molenven
Goed X X
Buitensportaccommodaties
Goed
Voldoende
Onvoldoende Slecht
X X X Voldoende 114
Onvoldoende Slecht
Sportpark Bergenshuizen Volkstuinencomplex Piacenza – Gement – Bergenshuizen Soc. culturele accommodaties SCC Rozenoord Vlierthonk SCC De Kwebben Mariaplein SCC Lunetten SCC De Gouden Zonne SCC Schoonveld
X X Goed
Voldoende X X
Onvoldoende Slecht X
X X X X
3.6. Bedrijfsvoering 3.6.1. Algemeen De organisatie heeft een traject ingezet waarin wij sturen op klantgerichtheid en flexibiliteit. Het doel is een compacte organisatie die gericht is op resultaten, en waarin de medewerkers hun taken deskundig en efficiënt uitvoeren. Bij de ontwikkeling van afdelingen ligt de focus op ontschotten en integraal werken. Ook bij de ontwikkeling van medewerkers is dit organisatiedoel mede leidend. Vught wordt niet alleen vanuit het raadhuis bestuurd. Bij besluitvormingsprocessen betrekken wij ook inwoners, maatschappelijke partners en ondernemers. De gemeente stimuleert, verbindt en jaagt initiatieven aan. Wij laten ruimte voor actief burgerschap en ondernemerschap. Vught kiest voor autonomie, maar bestaande samenwerkingsverbanden worden zoveel mogelijk in stand gehouden. Voordat nieuwe samenwerkingen worden aangegaan, zullen deze getoetst worden aan criteria die bijdragen aan de versterking van zelfstandigheid, identiteit, efficiëntie, kwaliteit en dienstverlening. Het gemeentekantoor kent een overcapaciteit aan werkplekken, zeker nu het college zijn werkplek in het Raadhuis heeft ingenomen. In 2015 kijken we naar verhuurmogelijkheden van het gemeentekantoor.
3.6.2. Planning & Control Als organisatie maken we plannen. Enerzijds op bestuurlijk niveau en anderzijds ook in onze bedrijfsvoering. Planning & control omvat feitelijk niet meer dan het bepalen van je strategie en de te bereiken doelen en een meetinstrument om vast te stellen of de doelen worden bereikt. Deze programmabegroting is een instrument om de plannen voor 2015 te ankeren. Voor iedereen wordt zichtbaar Wat we willen bereiken, Wat we daarvoor gaan doen en Hoe we dat meten. Een adequate planning- en control cyclus nodig, die er voor zorgt dat de belangrijkste begrotings- en verantwoordingsprocessen goed verlopen. De accountant heeft geconcludeerd dat onze interne beheersing van een goed niveau is en boven gemiddeld is ten opzichte van andere gemeenten. Desondanks zijn we van mening dat er verbeteringen mogelijk zijn. Verbeteringen in de instrumenten en in het gebruik hiervan. In deze programmabegroting zijn de eerste resultaten zichtbaar. Intern maar ook in overleg met de Raad (auditcomité) werken we in 2015 aan verdere verbeteringen. De producten dienen concreet, leesbaar en goede sturingsinformatie te bevatten Aandachtspunt zal hierbij zeker ook het gebruik van de instrumenten zijn. 115
De rol en positie van de concerncontroller en de verantwoordelijkheden van het management en bestuur in dit proces zijn inmiddels beschreven. 2015 staat in het teken van het implementeren en uitvoeren van ieders rol en verantwoordelijkheid hierin. Hernieuwde aandacht is er ook voor de verdere optimalisering van de interne en externe informatievoorziening. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan de verdere digitalisering van de P&C-cyclus en een verbeterde samenhang tussen ambtelijke en bestuurlijke stuur- en verantwoordingsdocumenten. Concrete voorbeelden hiervan zijn: het opnemen van prestatie- en effectindicatoren in beleidsnota’s die aan de raad worden voorgelegd en het ontwikkelen van periodieke dashboardrapportages ten behoeve van de interne sturing en verantwoording.
3.6.3. Informatisering & Automatisering Ontwikkelingen Er vindt een verschuiving plaats van automatisering naar informatisering. Automatisering is vooral gericht op het faciliteren d.m.v. systemen. Informatisering gaat vooral over het koppelen van gegevens en het gebruik van basisregistraties. Het belang van informatie wordt steeds groter en daarmee ook de bewustwording voor de beveiliging daarvan. Burgers willen de garantie dat de gegevens veilig zijn. Daarnaast moeten openbare gegevens ook daadwerkelijk openbaar zijn. De veranderende omgeving vraagt om keuzes. Tegenwoordig is technisch heel veel mogelijk. De vraag is wat haalbaar en realistisch is gezien de omvang en taakstelling van de gemeente Vught moeten we onszelf dan ook continu stellen. Bestuurlijk zetten in op een sterk en klantgericht KCC (klantcontactcentrum) en een verdere digitalisering van de dienstverlening. Activiteiten In 2015 schaffen we een zaaksysteem aan en richten we dit in. In het zaaksysteem wordt alle basisinformatie over lopende zaken opgeslagen en de status ervan bijgehouden. Het zaaksysteem moet aansluiten op het Klant Contact Systeem. In 2015 implementeren we de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) en sluiten we aan op de BRK (Basis Registratie Kadaster en het NHR (Nieuw Handels Register). We investeren in 2015 in gegevensbeheer. Het koppelen van gegevens draagt bij aan verbeterde dienstverlening. Belangrijke aspecten hierbij zijn dat de gegevens kloppen en actueel zijn. Ook moeten de koppelingencombinaties goed gemaakt kunnen worden. Duidelijk moet zijn wie in de organisatie verantwoordelijk is voor de verschillende beheersaspecten. We zetten in 2015 extra in op informatiebeveiliging. Uitgangspunt daarbij is dat openbare informatie echt openbaar is en niet openbare informatie goed beveiligd is. De extra taken die in 2015 in het sociale domein naar de gemeente komen krijgen hierbij bijzondere aandacht. Om dit te monitoren en de organisatie scherp te houden wordt een security officer benoemd. Diverse audits, waaronder de DigiD audit worden jaarlijks uitgevoerd om dit te borgen.
116
3.6.4. Personeel en Organisatie Ontwikkelingen De maatschappij verandert. Als gemeentelijke organisatie veranderen wij mee. We krijgen er taken bij, onder meer doordat de lokale overheid steeds meer werk gaat doen dat nu nog bij provincie en rijk ligt. Onze rol wordt daarbij meer en vaker die van ‘regisseur’. Ook de competenties ‘klantgericht’, ‘omgevingsbewust’, gekoppeld aan ‘oplossingsgericht’, zijn hierdoor steeds belangrijker voor medewerkers van de lokale overheid. In Vught verwachten wij van medewerkers een open en flexibele houding ten aanzien van deze uitdagingen en werkzaamheden. Om de gewenste flexibele organisatie te kunnen realiseren zijn de genoemde competenties en talenten van onze medewerkers in beeld gebracht. Deze dienen vervolgens zo optimaal mogelijk ‘uitgenut’ en verder ontwikkelt te worden. Activiteiten We bieden specifiek opleidingen, trainingen en coachingstrajecten aan om het personeel flexibeler in te kunnen zetten en de kerncompetenties verder te ontwikkelen. We zetten in op individueel maatwerk met het oog op brede inzetbaarheid en voor de organisatie benodigde expertise. De in de eigen organisatie aanwezige kennis wordt hierbij ook gebruikt (‘train de trainer’). De gevolgde training ‘helder en strategisch adviseren van college en raad’, in het kader van de verdere professionalisering, wordt verankerd in onze organisatie. We sturen op integraal werken. We ontwikkelen ‘levensfasebewust personeelsbeleid’ (LFBP) waarin we aangeven hoe we het beste kunnen omgaan met de inzetbaarheid van medewerkers in relatie tot de levensfase, de loopbaan en/of de leeftijd waarin ze verkeren. Ziekteverzuim Indicatoren
Realisatie 2012
Ziekteverzuimpercentage Vught
5,1%
2013 5,5
Begroot 2014 4,5%
2015 4,5%
Het streefpercentage voor 2015 blijft een uitdagende 4,5 % ten opzichte van zowel het landelijk gemiddelde (5,2% in 2013) als onze realisatie van de afgelopen jaren. Hierbij moet rekening gehouden worden met het feit dat ‘niet beïnvloedbaar verzuim’ een negatief effect kan hebben op het cijfer. Het percentage kan alleen omlaag als het nu geldende ziekteverzuimbeleid in 2015 nog beter verankerd wordt in de organisatie. Er is dan ook permanente aandacht nodig van alle partijen (management, medewerkers, arbodienst/bedrijfsarts, OR, P&O) voor de aanpak van verzuim (“elkaar bij de les houden”). Activiteiten Ziekteverzuimbeleid, analyse van ziekteverzuimcijfers en individuele casuïstiek worden door het managementteam periodiek besproken. Actieve re-integratie; het uitgangspunt is wat kan de medewerker wel. Jaarlijkse evaluatie van het verzuimbeleid door het managementteam met de arbo-arts, arbounie en de ondernemingsraad waarbij actief gestuurd wordt op verbeterpunten. 117
Informeren van de medewerkers over de resultaten van diverse overleggen en de verantwoordelijkheid die medewerkers hebben door middel van individuele overleggen, intranet en afdelingsoverleggen.
Salariskosten Salarisbudget 2015 – 2018 Bedragen x 1.000
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Personeel Regulier personeel begroting 2014 - 2017 Correctie op te activeren uren Mutaties kadernota 2015 m.n. agv lagere indexering Aanvulling vastgestelde CAO Mutaties kadernota 2015 agv ophoging formatie CJG Ophoging formatie bode ivm bezetting raadhuis Ophoging ivm uitvoeringskosten participatiewet
10.522 10.389 10.415 10.661 10.917 10.917 125 290 290 290 290 -117 -205 -303 -146 50 50 50 50 33 33 33 33 43 43 43 43 2 8 13 18
Regulier personeel ambtelijke organisatie
10.522 10.514 10.716 10.880 11.043 11.205
Tijdelijk personeel Inhuur tlv andere budgetten Inhuur tlv projecten en grexen
182 251 pm
Subtotaal budget personeel
384 257 pm
114 266 pm
144 270 pm
150 275 pm
155 279 pm
10.955 11.155 11.096 11.294 11.468 11.639
Overige salariskosten Raads- en commissieleden Burgemeester en wethouders Overigen (begraafplaats, carillon, trouwambtenaren) Subtotaal overig Totaal budget
278 452 35
280 454 35
283 456 36
286 458 36
289 460 36
289 460 36
765
769
775
780
785
785
11.720 11.924 11.871 12.074 12.253 12.424
Algemeen De consequenties van de in 2014 afgesloten cao voor gemeente ambtenaren zijn doorgerekend. Ten opzichte van de uitgangspunten in de Kadernota ontstaat een structureel hogere last van € 50.000. In de kadernota 2015-2018 hebben we het personeelsbudget met € 84.000 (in 2015) verlaagd. Dit is de som van een lagere indexering (€ 117.000) en meer formatie voor het CJG (€ 33.000). Dit laatste komt door de samenwerking van het CJG in Vught, Sint-Michielsgestel en Haaren. De CJG-medewerkers zijn in dienst van de gemeente Vught, maar werken ook voor de andere twee gemeenten. De hogere formatie wordt gedekt door de inkomsten van de andere gemeenten en verzwaart dus niet de exploitatie. In welke vorm het CJG in 2015 verder gaat, is bij het opstellen van de begroting nog niet bekend (zie programma 3 “BJG”). Wij melden eventuele wijzigingen bij de burap. Het budget voor de bode is opgenomen in verband met de verhuizing van het college naar het raadhuis. Voor het intensievere gebruik van het raadhuis is reeds in de begroting een stelpost opgenomen. Deze stelpost zal deels hiervoor worden ingezet waardoor het per saldo budgettair neutraal verloopt. We streven ernaar de vrijgekomen ruimte in het gemeentekantoor een bestemming te geven. Dit met als doel een betere benutting van onze beschikbare m2 en resulterend in een netto-opbrengst. 118
In de algemene uitkering ontvangen wij middelen voor de uitvoering van de participatiewet. Deze zijn één op één toegevoegd aan het personeelsbudget; ook dit betreft een budgettair neutrale wijziging. Te activeren uren personele formatie In de primitieve meerjarenbegroting van 2014 is het personeelsbudget verlaagd als gevolg van een verwachte terugloop in de werkzaamheden op grondexploitaties. De praktijk is dat de vrijkomende capaciteit is ingezet op nieuwe werkzaamheden, zoals de ontwikkeling van zorgpark Voorburg en het Isabellaterrein. Het personeelsbudget is opgehoogd in verband met deze verschuiving (€ 290.000). Als dekking voor deze kosten zijn de bedrijfsvoerings-budgetten verlaagd, per saldo budgettair neutraal. Tijdelijk personeel Het budget voor tijdelijk personeel zetten we vanaf 2015 gedeeltelijk in als dekking op de taakstelling op de bedrijfsvoering. Het budget voor tijdelijk personeel is exclusief de inkomsten van het UWV bij zwangerschapsverlof. De vergoeding die wij hiervoor ontvangen voegen we gedurende het jaar toe aan het budget tijdelijk personeel. Daarnaast zetten we het vacaturevoordeel eventueel in als dekking voor de inhuur van tijdelijk personeel. Inhuur ten laste van andere budgetten Voor de inhuur van beheerders van accommodaties en milieustraat, de taxateurs-Woz en extra tijdelijk personeel o.a. ten laste van participatiebudget, hebben we buiten het reguliere personeelsbudget bedragen geraamd en verantwoord op de programma's. In bovenstaande tabel zijn deze opgenomen onder de post "Inhuur tlv andere budgetten". Inhuur t.l.v. projecten en grexen Het kan voorkomen dat we voor investeringsprojecten of grondexploitatie expertise moeten inhuren. Deze komen ten laste van het betreffende project of grex (en worden geactiveerd). In de begroting zijn hiervoor nog geen bedragen geraamd. Op basis van de ambities in de begroting maken de afdelingen de capaciteitsplanning. Hierin staat waar externe ondersteuning nodig is. In de buraps en jaarrekening zullen wij u op de hoogte brengen en houden. Werkkostenregeling Met ingang van 1 januari 2015 is het invoeren van de werkkostenregeling (WKR) verplicht. Door deze regeling kan de werkgever maximaal 1,2% van het totale fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor medewerkers. Over het bedrag boven deze forfaitaire ruimte (de 1,2%) dient de werkgever loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80% te betalen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de kerstpakketten, het fietsplan en arbovoorzieningen, maar ook over de vergoeding van de Politieke Ambtsdragers en mogelijk zelfs over de parkeergarage. Tijdens het opstellen van de begroting zijn de voorbereidingen voor de invoering van deze regeling in volle gang. Er is echter nog geen concreet beeld van de totale financiële gevolgen die deze regeling met zich meebrengt. Ook de aanpassing van de rechtsposities van burgemeesters, wethouders en raads- en commissieleden per 1 juli 2014 heeft een relatie met de WKR. Om die reden zijn de begrote bedragen voor de bezoldiging van raad en college gelijk gehouden aan het oude niveau. In burap I 2015 wordt u over de financiële gevolgen geïnformeerd en worden de budgetten aangepast naar het juiste niveau.
3.6.5. Inkoop en deregulering We blijven in 2015 gebruik maken van inkoopbureau Bizob. Dit inkoopbureau zal ondersteuning bieden bij alle aanbestedingsprocedures die de gemeente voert, zodat wordt voldaan aan de eisen die in de Aanbestedingswet worden gesteld. Verder zal via het inkoopbureau worden deelgenomen aan gezamenlijke aanbestedingstrajecten met andere gemeenten, waardoor we lagere uitvoeringskosten hebben en in veel gevallen een beter aanbestedingsresultaat behalen. 119
In 2015 loopt een aantal overeenkomsten af die een waarde vertegenwoordigen boven de Europese aanbestedingsdrempel. Het betreft onder andere de inzameling van afval en de levering van multifunctionals. Daarnaast nemen we deel aan gezamenlijke inkooptrajecten voor verzekeringen en juridische adviesdiensten. De gemeente wil in 2015 verdergaan met het terugdringen van regeldruk. Daarbij geldt als uitgangspunt dat niet sec het verminderen van regels het doel is. Deregulering wordt veel meer gezien als een proces waarbij regelgeving zo wordt ingericht dat burgers en bedrijven op eenvoudige wijze gebruik kunnen maken van gemeentelijke regelingen.
3.6.6. Onderzoeken rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid Om de gemeente doelmatiger en doeltreffender te laten werken en om de verantwoording over het bestuur te versterken, worden in opdracht van het college van B&W onderzoeken uitgevoerd. De resultaten van de doelmatigheidsonderzoeken worden inhoudelijk besproken in de auditcommissie en ter kennisname van de raad gebracht Gedurende het jaar vindt periodiek onderzoek plaats naar de rechtmatigheid. Aan de voorkant biedt de inrichting van de administratieve organisatie rondom de werkprocessen een goede waarborg voor rechtmatig handelen. De concerncontroller, de interne controle medewerkers en de accountant toetsen de juiste toepassing van de werkprocessen De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de realisatie van het gemeentelijk beleid, de mogelijkheden tot verbetering van de efficiency en de effectiviteit en de positie van de gemeenteraad. Zij heeft een onafhankelijke positie binnen de gemeente met als doel om de gemeenteraad te ondersteunen in haar controlerende functie. De raad kan de rekenkamercommissie vragen een onderzoek uit te voeren naar een bepaald onderwerp. Jaarlijks stelt de rekenkamercommissie een onderzoeksplan op.
3.6.7. Interne controle Een goede administratieve organisatie richt de werkprocessen zodanig in dat interne controle zo veel als mogelijk in het primaire proces zelf plaatsvindt. In 2015 actualiseren we het Overkoepelend Intern Controleprogramma (2012-2014) met vaststelling in het college. Dit programma bespreken we in het auditcommissie en bieden we ter kennisgeving bij de raad aan. Dit programma geeft inzicht geboden in de belangrijkste risico’s, de te controleren processen en de hierbij behorende planning. In de managementletter over de interim controle 2013 geeft de accountant aan dat de interne beheersing binnen de gemeente op het gebied van rechtmatigheid en interne controle van een goed niveau is. Tevens worden verbeterpunten aangedragen. Samen met de accountant en controller implementeren we deze in de organisatie omdat wij hierin een kwaliteitsverbetering zien.
120
3.7. Grondexploitatie 3.7.1. Beleidskaders en doelstellingen grondbeleid Grondbeleid is een middel om ruimtelijk beleid te kunnen voeren en is onder andere gericht op het fysiek mogelijk maken van de maatschappelijk gewenste (ruimtelijke) ontwikkelingen. Hierbij wordt de financiële positie van (het grondbedrijf van) de gemeente Vught zo optimaal mogelijk bewaakt en waar mogelijk verbeterd. Het grondbeleid is ondersteunend aan de doelstellingen uit onder andere de woonvisie, structuurvisies, bestemmingsplannen en het bestuursakkoord. In de Kadernota grondbeleid en daarmee aanverwante beleidsstukken staan de kaders waarbinnen we het grondbeleid uitvoeren. Bij voorstellen voor locatieontwikkelingen kijken we in hoeverre een en ander zich verhoudt tot de doelstellingen en de kaders. De wettelijke financiële kaders voor het grondbeleid zijn vastgelegd in het “Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten” (BBV), en in de door de commissie BBV uitgebrachte “Notitie grondexploitatie 2012”.
3.7.2. Activiteiten De raad heeft het Uitvoeringsprogramma grondbedrijf 2014-2017 vastgesteld. Voor 2015 vloeien hier de volgende activiteiten uit voort: Stadhouderspark fase 1 In 2015 wordt een deel van de door Bouwfonds te realiseren woningen opgeleverd. Deze gronden maken we woonrijp. Stadhouderspark fase 2 Het gebied gaan we inrichten en beheren conform het convenant dat we samen met de bewoners hebben opgesteld Stadhouderspark fase 3 Een gedeelte van fase 3, te weten het perceel Klaassen, gaat in de verkoop om woningbouw mogelijk te maken. De Koepel Het streven voor 2015 is de verkoop van vier kavels. Taalstraat Torenstraat We maken de gronden zo snel mogelijk bouwrijp. Daarna start de bouw van de woningen en appartementen. Ouwerkerk We kijken naar de mogelijkheden van verdere ontwikkeling van de locatie. Ontwikkelingen die hierbij meespelen zijn alternatieve mogelijkheden voor de beoogde bedrijfspanden, de inpassingmogelijkheden van het Programma Hoogfrequent Spoor en de mogelijke herstructurering van de Grote Zeeheldenbuurt. Irenelaan We streven ernaar de locatie te verkopen op basis van een nog op te stellen verkooptraject. Elzenburg Naar verwachting zal een deel van de locatie in 2015 worden verkocht voor woningbouwontwikkeling. 121
Isabella kazerne Het tijdelijk beheer zetten we voort in samenwerking met FMT en COA. De visievorming over toekomstige invulling en aanpak van herontwikkeling wordt voortgezet en bij voorkeur concreter gemaakt. Martinilaan We gaan duidelijk maken in welke mate het perceel onderdeel kan uitmaken van de beoogde ontwikkeling van het terrein Eikenheuvel dan wel mogelijk andere projecten/ initiatieven/ ontwikkelingen. Aan de hand van deze uitkomst gaan we het perceel al dan niet (gedeeltelijk) verkopen. Centrumplan Oost We blijven in gesprek met partijen die een positie hebben in het gebied. Het ontwikkelen en realiseren van locaties brengt financiële risico’s met zich mee. De omvang hiervan brengen we daarom goed in kaart om te kunnen bepalen of de voorzieningen en de risicoreserve toereikend zijn. Voor de lopende grondexploitaties bepalen we de risico’s door uit te gaan van het scenario “continueren”. Hierbij kijken we per post wat het risico op afwijken is. Voor bepaalde voorzienbare risico’s treffen we voorzieningen. Hierbij maken we onderscheid tussen projecten die wel en niet in exploitatie zijn genomen. Voor de in exploitatie genomen projecten geldt dat er per project een voorziening getroffen moet worden tot het voorgecalculeerde tekort volgens de exploitatieopzet. In dit kader hebben we voor twee projecten voorzieningen getroffen tot in totaal € 3,778 miljoen. Voor de niet in exploitatie genomen projecten geldt dat er een voorziening moet worden getroffen wanneer de actuele boekwaarde hoger is dan de actuele marktwaarde. Dit ongeacht de ontwikkelpotentie van het betreffende plan. De voorzieningen hiervoor hebben we aangevuld tot € 5,175 miljoen. Voor de dekking van de resterende onvoorziene risico’s houden we de reserve grondexploitatie aan. Wanneer deze niet toereikend is zetten we ook nog een gedeelte van de algemene reserve van de gemeente in. In onderstaande tabel worden de risico's afgezet tegen de verwachte ontwikkeling van de reserve grondexploitatie. Inventarisatie risico's
( x € 1.000)
Verwachte verliezen en tekorten op boekwaarden Restrisico's Totaal af te dekken risico's Voorzieningen Reserve grondexploitatie Totaal afgedekt Overschot reserve grondexploitatie Dekkingsgraad reserve grondexploitatie Claim rijksinfra/ N-65* Overschot wanneer risico’s zich voordoen rekening houdend met claim Rijksinfra/ N-65
2014 2015 6.542 1.778 8.320 6.542 7.930 14.472 6.151 446% -2.945
2015 2016 2.300 1.478 3.778 2.300 4.828 7.128 3.349 327% 0
2016 2017 0 1.478 1.478 0 4.812 4.812 3.333 325% 0
2017 2018 0 1.478 1.478 0 4.772 4.772 3.293 323% 0
3.206
3.349
3.333
3.293
* In het dekkingsplan voor de Rijksinfra N-65 is een bijdrage uit de reserve grondexploitatie opgenomen van € 2,945 miljoen. Als de verwachte winstneming in Stadhouderspark in 2014 kan 122
worden genomen is het saldo grondexploitatie toereikend om de bijdrage in 2015 over te hevelen naar de reserve Rijksinfra/ N-65. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de reserve grondexploitatie ruimschoots toereikend is om de restrisico’s te dekken. Op wat langere termijn (2018/2019) verwachten we op basis van de exploitatieopzet van de Koepel nog een winstneming. Dit biedt ruimte om vanuit de reserve grondexploitatie middelen over te hevelen naar de algemene reserve en van daaruit te bezien hoe we deze middelen binnen het financieel beleid kunnen inzetten.
3.7.3. Resultaatverwachting De raad heeft in mei 2014 het Uitvoeringsprogramma grondbedrijf 2014-2017 vastgesteld. Daarmee zijn de lopende grondexploitaties, de verwachte winsten en verliezen en de te vormen voorzieningen geactualiseerd voor de toekomst. De in deze paragraaf opgenomen cijfers zijn conform dit vastgestelde uitvoeringsprogramma. Het resultaat van het grondbeleid wordt niet alleen bepaald door de kaders van het grondbeleid. Met name de economische situatie en de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening en wonen dragen bij aan het resultaat van het grondbeleid. Voor wat betreft de gemeentelijke doelstelling bekijken we dus in hoeverre voorstellen over locatieontwikkelingen zich verhouden tot de doelstellingen in het bestuursakkoord. Alhoewel er sprake lijkt van een licht herstel is de crisis op de onroerend goed markt nog niet voorbij. Daarom blijft ook in 2015 een goede sturing en afweging van belangen op de projecten noodzakelijk. Bij de actualisatie van de grondexploitaties en het Uitvoeringsprogramma grondbedrijf 2014-2017 is rekening gehouden met de huidige situatie op de onroerend goed markt en de verwachting voor de toekomst. Bij het bepalen van de indexen voor grondkosten en grondopbrengsten houden we rekening met de verslechterde situatie op de onroerend goed markt. De voor de toekomst verwachte grondopbrengsten zijn licht positief bijgesteld. Een en ander heeft gevolgen voor locaties waarvan we de gronden nog moeten verkopen (Stadhouderspark fase 2). Daarnaast is in de exploitatieopzet van de locatie De Koepel onder andere rekening gehouden met: economische groei; bouwproductie; bouwkostenontwikkeling; de ontwikkeling op de woningmarkt. Bij de risico inventarisatie voor de locatie De Koepel hebben we rekening hebben gehouden met het later genereren van opbrengsten dan geraamd in de exploitatieopzet. Deze risico inventarisatie is positief bijgesteld.Dit omdat de feitelijke verkopen positiever waren dan verwacht. Bij het op te stellen Meerjarenplan Woningbouw gaan we een integrale afweging maken over toe te voegen dan wel te wijzigen locaties. Dit uiteraard in samenhang met het in mei geactualiseerde Uitvoeringsprogramma grondbedrijf, zodat we de mogelijkheden van bijsturen integraal kunnen afwegen aan de hand van: de financiële consequenties; het totale programma; status van de betreffende plannen; de juridische verplichtingen van de betreffende plannen; 123
planning; grondeigendom. Daarmee geven we inzicht in de mogelijkheden van sturing en de consequenties hiervan op het totaal van de projecten. Onderstaande tabel geeft de verwachting van het resultaat van de grondexploitatie weer. Resultaat grondexploitatie (x € 1.000)
2015
In exploitatie genomen gronden (IEGG) Niet in exploitatie genomen gronden (NIEG) Mutaties per jaarschijf
2016
2017
2018
0
55
0
2.468
-157 -157
-70 -15
-40 -40
0 2.468
In exploitatie genomen gronden (IEGG) Momenteel zijn de volgende plannen in exploitatie: Stadhouderspark De Koepel Centrumplan West Ouwerkerk Taalstraat Torenstraat Kettingweg Momenteel zijn de volgende plannen nog niet in exploitatie (NIEG): Irenelaan Elzenburg Isabella kazerne Martinilaan De kosten voor de nog niet in exploitatie zijnde locatie Centrum plan Oost worden geactiveerd. Zij zijn dus niet meegenomen in de kosten die vallen onder “niet in exploitatie genomen gronden”. De meerjarenbegroting voor de in exploitatie genomen gronden ziet er als volgt uit. (Dit betreft de cumulatie van de in de grexen opgenomen jaarschijven) Grondexploitatie
(bedragen x € 1.000)
2015
Totaal opbrengsten
2016
2017
2018
Totaal
2.561
2.807
3.368
3.929
12.665
49
63
78
93
283
1.054
1.520
815
1.174
4.562
1.457
1.224
2.476
2.663
7.820
-1.457
-1.170
-2.476
-195
-5.297
0
55
0 2.468
2.522
Af: Afdracht fonds bovenwijkse voorzieningen Kosten Saldo opbrengst Activering (dekking eerder geactiveerde kosten) Vrijval Winst
De verwachte winst in 2016 van € 55.000 betreft het afsluiten van de grondexploitatie Ouwerkerk. Hierdoor kan het restant winst worden genomen. In de grondexploitatie De Koepel is rekening gehouden met een afzettempo. Als de kavels in het verwachte tempo worden verkocht kunnen we in 2018 een bedrag van € 2.468.000 aan winst nemen. 124
3.8.Verbonden partijen Het taken pakket van gemeenten is groot. Deze taken worden niet altijd door de eigen ambtelijke organisatie van de gemeenten uitgevoerd, maar ook door andere organisaties. In dit kader heeft Vught een relatie met verbonden partijen. Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke én financiële band heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake indien de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming binnen de verbonden partij. Een financieel belang is aan de orde als de gemeente financieel kan worden aangesproken wegens het functioneren van de verbonden partij of wanneer de gemeente geld kan kwijtraken bij een faillissement van een verbonden partij. Verbonden partijen zijn in toenemende mate van belang voor het realiseren van de doelstellingen van gemeenten en provincies en dus is van belang dat de verbonden partijen financieel gezond zijn en blijven. Immers, met de verbonden partijen worden bestuurlijke en financiële banden onderhouden, met alle risico’s van dien. Hieronder wordt een tabel gepresenteerd met de verbonden partijen waarin per partij kort wordt aangegeven wat het doel en de aard van de verbinding is, en welke visie of beleid de gemeente voorstaat ten opzichte van betreffende partij. In de aard van de verbindingen zijn de volgende categorieën te onderscheiden: GR Gemeenschappelijke regeling ST Stichtingsdeelname (% belang) AB Aandelenbezit (% belang) Over het beleid in algemene zin kan per categorie van verbinding het volgende worden opgemerkt. Gemeenschappelijke regelingen Vught participeert in enkele gemeenschappelijke regelingen tussen gemeenten. Daarbij hebben de deelnemende gemeenten een gezamenlijk belang. Het gaat om regionale beleidsontwikkeling en afstemming, en/of om uitvoerende taken die beter op regionaal niveau georganiseerd kunnen worden. Stichtingen Er is een tijd geweest dat de gemeente was vertegenwoordigd in besturen van veel partijen met wie zij een subsidierelatie had. Die lijn is bewust verlaten in het belang van een objectieve opstelling ten opzichte van een dergelijke partij en een ongebonden beoordeling van het maatschappelijk nut ervan. Waar de gemeente nu nog vertegenwoordigd is in stichtingsbesturen gaat het om stichtingen waarin de gemeente bewust een actieve rol wil spelen. Aandelenbezit De gemeente participeert in één vennootschap (NV Accomplu). Hierna volgt een opgave van de verbonden partijen.
125
Progr. Naam Prod. Vestigingsplaats
Visie en beleidsvoornemens
Aard Bestuurlijk en financieel belang
1 Stadsgewest ‘s(600) Hertogenbosch
GR De burgemeester maakt namens de gemeente Vught deel uit van het Algemeen Bestuur. De burgemeester is lid van het dagelijks bestuur met de Beleidsvoornemen portefeuille financiën. De Tot de overdracht de resterende burgemeester is bestuurslid activiteiten conform de geldende Stichting Beheer Registergoederen regelgeving te beheren en daar Stadsgewest ’s-Hertogenbosch en waar mogelijk initiatieven te is lid van de bestuursraad ontplooien tot kostenbesparing. nazorgfonds.
Visie Het beheren van "de vlagheide" tot de overdracht (waarschijnlijk ‘s-Hertogenbosch 1-1-2017) aan de provincie.
De stortplaats moet nog voorzien worden van een bovenafdichting. Hierna vindt overdracht plaats aan de provincie, thans geraamd op 3112-2016. Het stadsgewest moet hierbij een doelvermogen overmaken aan de provincie waaruit eeuwigdurend het onderhoud van de stortplaats door de provincie kan worden gewaarborgd. Een eventueel nadelig vermogen bij overdracht komt ten laste van de deelnemende gemeenten. Jaarrekening 2013 bedragen (* € 1.000) Eigen vermogen 01-01-2013: 4 Eigen vermogen 31-12-2013: 141 Vreemd Vermogen 01-01-2013: 12.710 Vreemd Vermogen 31-12-2013: 11.389 Solvabiliteit begin jaar: 0,03% Solvabiliteit einde jaar: 1,22% Programmabegroting 2015 Geraamde bedragen (* € 1.000) Eigen vermogen 01-01-2015: 166 Eigen vermogen 31-12-2015: 182 Vreemd Vermogen 01-01-2015: 9.485 Vreemd Vermogen 31-12-2015: 2.808 Solvabiliteit begin jaar: 1,72% Solvabiliteit einde jaar: 6,09%
126
Bijdrage gemeente 2014 €0
2 GemeenschapVisie (300) pelijke regeling Een efficiënte en kwalitatief Veiligheidsregio hoogwaardige organisatie van de Brabant-Noord brandweerzorg, geneeskundige (incl. Meldcentrum) hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en ‘s-Hertogenbosch crisisbeheersing onder één regionaal bestuur. Door de gecoördineerde aanpak zijn hulpverleningsdiensten beter en gemakkelijker aan te sturen. Beleidsvoornemen De veiligheidsregio wil samen met de hierin samenwerkende diensten bijdragen aan het scheppen van fysieke veiligheid en het uitvoeren van de aan hen opgedragen taken in het belang van de burgers, bedrijven en instellingen van Brabant-Noord
GR De burgemeester is lid van het Algemeen Bestuur van de regeling en één van de wethouders is de plaatsvervanger.
€ 1.244.930
De deelnemende gemeenten dragen voor het GMC en de GHOR, naar rato van het aantal inwoners, de kosten van de regeling, voor zover de kosten niet uit andere middelen worden gedekt. Voor de brandweer is de bijdrage gebaseerd op percentages zoals bij de totstandkoming van de eindrapportage financiële ontvlechting in 2009 is vastgesteld. Jaarrekening 2013 Bedragen (* € 1.000) Eigen vermogen 01-01-2013: 9.546 Eigen vermogen 31-12-2013: 9.055 Vreemd Vermogen 01-01-2013: 12.664 Vreemd Vermogen 31-12-2013: 21.956 Solvabiliteit begin jaar: 43% Solvabiliteit einde jaar: 29% Programmabegroting 2015
5 Gemeenschap(220) pelijke regeling Werkvoorzieningschap De Dommel (WSD) Boxtel
Totaal saldo van baten en lasten 257 Dotaties en onttrekkingen aan reserves 257 Visie GR Twee leden en twee Iedereen die wil, kan meedoen in plaatsvervangende leden in het de samenleving, ongeacht afkomst, algemeen bestuur. leeftijd of beperkingen. Bijdragen in de algemene bestuursBeleidsvoornemen en indicatiekosten van de WSD Zich inzetten als “breed groep en bijdragen in de exploitatie mensontwikkelbedrijf” van en van WSD en Blizo op basis van voor gemeenten. aantal geplaatste werknemers uit gemeente. Eind 2014 zal een herziene begroting 2015 opgesteld worden, daar de standpuntbepalingen van gemeenten inzake het transitiearrangement nog niet bekend waren. Jaarrekening 2013
127
€ 25.247
Bedragen (* € 1.000) Eigen vermogen 01-01-2013: 21.562 Eigen vermogen 31-12-2013: 22.288 Vreemd Vermogen 01-01-2013: 6.204 Vreemd Vermogen 31-12-2013: 9.877 Solvabiliteit begin jaar: 78% Solvabiliteit einde jaar: 82%
5 Gemeenschap(270) pelijke regeling GGD Hart voor Brabant ‘s-Hertogenbosch
Visie Het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van iedereen, met speciale aandacht voor risicogroepen. Beleidsvoornemen Naast de nog geldende speerpunten door de GGD benoemd in 2011: - Gelijke kansen; - Gezonde omgeving - Vitale bevolking Zijn 3 actiepunten benoemd voor 2015: - Basispakket JGZ; - De jeugdarts in de wijk; - Kennis-makelaar.
Begroting 2015 : Exploitatieresultaat 40 Onttrekking reserves 1.060 GR Wethouder heeft zitting in Algemeen Bestuur. De gemeente is samen met de 27 andere gemeenten (in totaal 28 gemeenten) verantwoordelijk voor de instandhouding van de gemeentelijke gezondheidsdienst. Jaarrekening 2013 Bedragen (* € 1.000) Eigen vermogen 01-01-2013: 9.808 Eigen vermogen 31-12-2013: 9.978 Vreemd Vermogen 01-01-2013: 10.007 Vreemd Vermogen 31-12-2013: 7.487 Solvabiliteit begin jaar: 49% Solvabiliteit einde jaar: 57%
Begroting 2015 Resultaat : -261 Onttrekking reserves: 261 5 Regionale Visie GR Wethouder heeft zitting in het (270) ambulanceVoor een goede ambulancezorg is Algemeen Bestuur voorziening (RAV) het van belang samen te werken in Brabant Midden- de vorm van een openbaar Bedragen (* € 1.000) West-Noord. lichaam. Deze samenwerking is Eigen vermogen 01-01-2013: gericht op een niveau van 8.998 ‘s-Hertogenbosch ambulancezorg waarbij de patiënt Eigen vermogen 31-12-2013: centraal staat. 8.922 Vreemd Vermogen 01-01-2013: Beleidsvoornemens 17.090 Het leveren van kwalitatief Vreemd Vermogen 31-12-2013: hoogwaardig ambulancezorg, die 18.431 tijdig ter plaatse is en binnen de Solvabiliteit begin jaar: 34% taakstellende budgettaire kaders Solvabiliteit einde jaar: 33% wordt gerealiseerd. Een nieuw
128
€ 746.723
€0
doel is het behouden van de ambulance-vergunningen.
Begroting 2015 Eigen vermogen 31-12-2015: 8.922 Vreemd Vermogen 31-12-2015: 18.440 Solvabiliteit einde jaar: 33% 80 GemeenschapVisie GR De burgemeester maakt namens (855) pelijke regeling Het Het uitvoeren van de de gemeente Vught deel uit van het Brabants Historisch archiefwettelijk taken verwerving, Algemeen Bestuur. Informatie opslag en beschikbaar stelling. Centrum De burgemeester neemt als Beleidsvoornemen portefeuillehouder deel aan de ‘s-Hertogenbosch Het zo goedkoop mogelijk portefeuillehouders vergadering. uitvoeren van de archiefwettelijke Deze is informerend naar het taken. Door met minder budget bestuur. Het bestuur bestaat uit 3 alles zo effectief mogelijk te doen leden aangewezen door de tegen de minst mogelijke kosten. minister en 3 leden gekozen vanuit de regio.
€ 95.500
Bedragen (* € 1.000) Eigen vermogen 01-01-2013: 476 Eigen vermogen 31-12-2013: 411 Vreemd Vermogen 01-01-2013: 3.039 Vreemd Vermogen 31-12-2013: 3.096 Solvabiliteit begin jaar: 14% Solvabiliteit einde jaar: 12% Begroting 2015 Saldo baten en lasten : 0 11 Bank Nederlandse Visie AB De gemeente is aandeelhouder en (625) Gemeenten (BNG) Met gespecialiseerde financiële heeft zeggenschap in de BNG via dienstverlening draagt BNG bij aan het stemrecht op deze aandelen. Den Haag zo laag mogelijke kosten van De gemeente bezit 15.795 maatschappelijke voorzieningen aandelen met een nominale waarde voor de burger. van € 2,50 per aandeel. Afhankelijk van de winstgevendheid Beleidsvoornemens van de BNG wordt aan de -Het behoud van een substantieel aandeelhouders jaarlijks dividend marktaandeel in de Nederlandse uitgekeerd. Om aan de nieuwe publieke sector en het semiwettelijke kapitaalvereisten voor publieke domein. banken te voldoen moet het -Het behalen van een redelijk leverage ratio (het gerealiseerde rendement voor aandeelhouders eigen vermogen als percentage van het balanstotaal) minimaal 3% bedragen in 2018. Om hier aan te voldoen wordt de komende jaren slechts 25% (was voorheen 50%) van het dividend uitgekeerd. Jaarrekening 2013:
129
0
Bedragen (* € 1.000.000) Eigen vermogen 01-01-2013: 2.752 Eigen vermogen 31-12-2013: 3.430 Vreemd Vermogen 01-01-2013: 139.443 Vreemd Vermogen 31-12-2013: 127.721 Solvabiliteitspositie banken (afwijkend):
4 Vereniging van (280) Eigenaars Atletiekcomplex "Prins Hendrik" Vught
Visie Het voor de langere termijn beheren van het gebouw en de grond en het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de eigenaars. Beleidsvoornemen: het zo doelmatig mogelijk in standhouden van het gebouw op de atletiekaccommodatie
9 Omgevingsdienst Visie (135) Brabant Noord De ODBN zorgt voor een schone Vestigingsplaats : ‘s- en veilige leefomgeving, nu en in Hertogenbosch de toekomst Beleidsvoornemen Samen met gemeenten en provincie optimaliseren van de uitvoering van de Omgevingswet (2018), zodat Noord (oost) Brabant zich positioneert tot top regio agrifood, met de ODBN als het kennis- en expertisecentrum voor landbouw en groene wetgeving.
130
BIS tier 1-ratio 24% (min. extern vereist 4%) BIS total 24% (min. extern vereist 8%). Leverage ratio (het gerealiseerde eigen vermogen als percentage van het balanstotaal): 2,3%. Deze VvE is in 2012 opgericht. De gemeente heeft 1/3 deel van de stemmen in de VvE. Middels het onderbrengen van het gebouw op de atletiekaccommodatie in een Vereniging van Eigenaren wordt het belang van de instandhouding gedeeld met de andere eigenaren. Er zijn nog geen begrotingen en jaarrekeningen van de Vereniging beschikbaar. Eigen vermogen: nnb Vreemd vermogen: nnb Solvabiliteit: nnb Wethouder maakt namens de gemeente Vught deel uit van het Algemeen Bestuur. De deelnemende gemeenten dragen een bijdrage per inwoner af en een bijdrage voor het takenpakket op basis van uren. Jaarrekening 2013: Bedragen (* € 1.000.000) Eigen vermogen 01-01-2013: 6.069 Eigen vermogen 31-12-2013: 4.552 Vreemd Vermogen 01-01-2013: 14.922 Vreemd Vermogen 31-12-2013: 17.498 Begroting 2015 nnb
€ 61.860
In bovenstaande tabel is de solvabiliteit als volgt berekend: Solvabiliteit =
eigen vermogen
⁄totaal vermogen (=balanstotaal)
Solvabiliteit De solvabiliteit is een graadmeter voor de mate waarin de verbonden partij met eigen middelen is gefinancierd en daardoor in staat is om ondernemingsrisico's op te vangen. Hoe hoger de solvabiliteit is, des te minder afhankelijk is de verbonden partij van externe vermogensverschaffers. Een gezonde solvabiliteit ligt boven de 20%. Eigen vermogen De algemene en bestemmingsreserves. Het eigen vermogen wordt opgevat als de financiële buffer voor het opvangen van ondernemingsrisico's Vreemd vermogen De voorzieningen, de langlopende en kortlopende schulden en de overlopende passiva Totaal vermogen Het totaal van eigen en vreemd vermogen = balanstotaal. Voor de BNG geldt een afwijkende solvabiliteitsberekening: De BIS totaal ratio is het totale toetsingsvermogen van banken, uitgedrukt als percentage van het vreemd vermogen. Het toetsingsvermogen bestaat uit drie categorieën: het zogeheten kernvermogen (bestaande uit o.a. het gewone aandelenkapitaal, agioreserves plus de ingehouden winsten) het aanvullende vermogen (bestaande uit o.a. herwaarderingsreserves en langlopende achtergestelde schulden) het overige vermogen (kortlopende achtergestelde leningen) De BIS totaal ratio moet minimaal 8% zijn. Voor de bepaling van de Tier-1 ratio mag in plaats van het totale toetsingsvermogen alleen het kernvermogen worden meegeteld. Op grond van voorschriften van de Nederlandsche Bank moet de Tier-1 ratio minimaal 4% zijn.
131
132
HOOFDSTUK 4
Financiële begroting
133
4.1. Meerjarenraming Overzicht van baten en lasten Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
2016
bedragen x 1.000 2017 2018
Baten 1 Burger en bestuur 2 Veiligheid 3 Jeugd en Onderwijs 4 Leefbaarheid 5 Zorg, arbeid & inkomen 6 Economische zaken 7 Afval 8 Openbare ruimte 9 Bouwen en wonen 10 Grondexploitatie Totaal baten programma's
563 108 121 581 11.202 29 3.255 4.836 3.427 5.294 29.417
534 123 105 548 10.675 43 2.759 3.839 1.988 10.455 31.069
524 124 174 694 4.474 42 3.072 3.553 1.303 1.207 15.168
578 126 166 669 4.486 43 3.122 3.745 1.281 1.754 15.971
580 128 168 633 4.497 44 3.144 3.957 1.289 970 15.411
584 131 170 643 4.509 45 3.182 3.959 1.308 3.875 18.405
Lasten 1 Burger en bestuur 2 Veiligheid 3 Jeugd en Onderwijs 4 Leefbaarheid 5 Zorg, arbeid & inkomen 6 Economische zaken 7 Afval 8 Openbare ruimte 9 Bouwen en wonen 10 Grondexploitatie Totaal lasten programma's
3.624 1.803 4.720 4.820 17.184 323 2.610 13.838 3.659 5.954 58.537
4.305 1.841 4.969 4.948 17.277 165 2.593 9.382 3.601 6.988 56.068
3.975 1.859 9.055 5.117 19.853 323 2.613 8.873 3.537 1.314 56.518
4.005 1.843 9.100 5.192 19.645 328 2.657 9.176 3.371 1.707 57.025
3.946 1.875 9.067 5.191 19.195 331 2.673 9.473 3.355 933 56.039
3.999 1.886 9.089 5.237 18.902 335 2.703 9.595 3.651 1.313 56.711
Saldi 1 Burger en bestuur 2 Veiligheid 3 Jeugd en Onderwijs 4 Leefbaarheid 5 Zorg, arbeid & inkomen 6 Economische zaken 7 Afval 8 Openbare ruimte 9 Bouwen en wonen 10 Grondexploitatie Saldo programma's
-3.061 -1.694 -4.599 -4.239 -5.982 -294 646 -9.003 -232 -660 -29.119
-3.771 -1.719 -4.864 -4.400 -6.603 -121 167 -5.543 -1.613 3.467 -24.999
-3.451 -1.734 -8.881 -4.423 -15.379 -281 459 -5.320 -2.234 -107
-3.428 -1.717 -8.934 -4.523 -15.160 -285 465 -5.432 -2.090 48
-3.367 -1.746 -8.899 -4.558 -14.698 -287 471 -5.516 -2.066 38
-3.414 -1.756 -8.919 -4.594 -14.393 -291 479 -5.636 -2.344 2.561
-41.351
-41.054
-40.628
-38.305
134
Rekening Saldi programma's Algemene dekkingsmiddelen Algemene uitkeringen Integgratie-uitkering sociaal Domein Lokale heffingen Dividend Financiering en beleggingen Onvoorzien Stelposten Saldi kostenplaatsen Overige Totaal alg. dekkingsmiddelen Saldo baten en lasten Toevoegingen en onttrekkingen reserves 1 Burger en bestuur 2 Veiligheid 3 Jeugd en Onderwijs 4 Leefbaarheid 5 Zorg, arbeid & inkomen 6 Economische zaken 7 Afval 8 Openbare ruimte 9 Bouwen en wonen 10 Grondexploitatie 11 Algemene dekkingsmiddelen Totaal verrekening reserves Jaarresultaat incl. grondexploitatie Bestemming resultaat grondexploitatie Jaarresultaat algemene dienst
Begroting 1.000 2014 2015 2016 -24.999 -41.351 -41.054
Begroting
2013 -29.119
bedragen x 2017 -40.628
2018 -38.305
21.642 0 6.716 21 1.423 0
21.811 0 6.866 -93 1.621 -80
19.197 13.254 7.131 18 1.833 -70
18.946 12.853 7.370 18 1.605 -70
18.769 12.175 7.582 18 1.416 -70
18.517 11.792 7.786 18 1.172 -70
0 12 -17 29.797
114 226 -16 30.449
-136 0 -21 41.206
5 0 -20 40.707
108 0 -20 39.979
191 0 -23 39.383
678
5.450
-144
-347
-650
1.078
0 -7 122 0 -78 0 245 1.140 1.665 44 -4.821 -1.690 2.368 -704 3.072
0 0 -29 -56 0 0 -265 376 430 256 -11 701 4.750 3.211 1.539
0 0 -138 -44 0 0 0 457 -140 50 -183 2 -146 -157 11
0 0 -215 -66 0 0 0 479 -12 63 0 250 -597 -16 -582
0 0 -268 -66 0 0 0 488 0 78 0 231 -881 -40 -841
0 0 -232 -66 0 0 0 500 0 93 0 294 783 2.469 -1.685
De programmabegroting met meerjarenperspectief is uitgewerkt op basis van de uitgangspunten zoals die door de raad zijn vastgesteld bij de kadernota. Daarnaast zijn nog de ontwikkelingen meegenomen die tussen het opstellen van de kadernota en de programmabegroting hebben plaatsgevonden (periode juli tot september). De financiële consequenties van deze ontwikkelingen zijn in de programmabegroting doorgerekend voor de periode 2015 tot en met 2018. Dit heeft geresulteerd in de bovenstaande ramingen voor de programmabudgetten. Een toelichting op de belangrijke ontwikkelingen ten opzicht van de meerjarenraming van het vorig begrotingsjaar is opgenomen onder de betreffende programma’s in hoofdstuk 2.
135
4.1.1. Baten en lasten grondexploitatie De inkomsten en uitgaven met betrekking tot de grondexploitatie wisselen sterk van jaar tot jaar. Daarnaast zijn er specifieke voorschriften voor het tijdstip waarop de resultaten als gerealiseerd mogen worden beschouwd. De jaarresultaten uit de grondexploitatie worden daarom in eerste instantie verrekend met de reserve grondexploitatie. Op basis van de jaarlijkse bijstelling van het uitvoeringsprogramma grondbedrijf en de daarin opgenomen risico-inventarisatie, wordt bepaald of middelen uit de grondexploitatie kunnen worden vrij gemaakt voor andere doeleinden. Jaarresultaat grondexploitatie
Begroting 2015
bedragen x 1.000 2016 2017
2018
Grondcomplexen saldi IEGG Grondexploitatie overige
0 -157
55 -71
0 -40
2.469 0
Totaal
-157
-16
-40
2.469
Deze resultaten zijn afgeleid van het Uitvoeringsprogramma grondbedrijf 2014-2017 zoals dat in mei 2014 door de raad werd vastgesteld. In het uitvoeringsprogramma en de meerjarenraming is rekening gehouden met een bijdrage uit de reserve grondexploitatie in de reserve Rijksinfra N-65 van € 2.945.000. Deze bijdrage wordt eerder dan verwacht gerealiseerd als gevolg de bijstelling van de exploitatieopzet van het plan Stadhouderspark.
4.1.2. Baten en lasten activiteiten algemene dienst Na bestemming van het jaarresultaat uit de grondexploitatie resteert het jaarresultaat op de activiteiten van de algemene dienst. Het financieel beleid is er op gericht om dit resultaat structureel sluitend te houden. De jaarresultaten zijn inclusief de incidentele baten en lasten. Voor de beoordeling van de meerjarenraming is het van belang om vast te stellen of het saldo van de structurele uitgaven en inkomsten minimaal in evenwicht is. De meerjarenraming gesplitst naar incidentele en structurele inkomsten en uitgaven ziet er als volgt uit.
Begroting 2015 Jaarresultaat algemene dienst Saldo incidentele baten en lasten Totaal
11 -243 254
bedragen x 1.000 2016 2017 -582 -197 -385
-841 -15 -826
2018 -1.685 0 -1.685
De meerjarenraming bevat nog grote onzekerheden. Met name de door het ministerie van BZK afgegeven ramingen voor de uitkeringen uit het gemeentefonds zijn nog aan grote schommelingen onderhevig en op een aantal punten nog niet gestaafd door besluitvorming. Het meerjarenbeeld laat echter wel duidelijk de noodzaak tot structurele bezuinigingen zien. Hiervoor zou een gedeelte van onze reservepositie ingezet kunnen worden. Echter tegelijk speelt nog de discussie rond de bijdrage die de gemeente geacht wordt te leveren in de oplossing van de problematiek rondom de Rijksinfra en de financiering daarvan. Ook hiervoor is de inzet van reservemiddelen noodzakelijk. 136
Gezien de onzekerheden is er voor gekozen om alleen dekking te zoeken voor het verwachte tekort op de structurele uitgaven en inkomsten 2015. De volgende dekkingsmaatregelen zijn hiervoor getroffen en in de cijfers verwerkt: Pgr. 3-4-5 4 7 8 8 8 OP AD AD
Dekkingsmaatregelen Verlaging projectsubsidies Verlaging subsidie bibliotheek Doorberekening kwijtscheldingen Afval Doorberekening kwijtscheldingen Riolering Verlaging budget elementenverharding wegen Toerekening vegen aan riolering Efficiency organisatie Verlaging budget onvoorziene projecten Verlaging post onvoorzien Totaal
2015 55 50 44 42 30 18 100 60 30 429
2016 55 51 45 43 30 18 170 60 30 502
2017 56 52 46 44 30 18 240 60 30 575
2018 57 53 46 45 30 18 310 60 30 648
Met deze maatregelen wordt voldaan aan de provinciale toezichtseis voor de begroting 2015. Ondertussen wordt gewerkt aan een financieringsplan voor de Rijksinfra en in samenhang daarmee aan het op te starten ombuigingstraject om ook op langere termijn de begroting sluitend te houden.
4.1.3. Overzicht van incidentele baten en lasten Het is van belang dat de begroting transparant is en dat er zowel voor de gemeenteraad als voor de externe toezichthouders helder inzicht bestaat in de financiële positie op korte en langere termijn. Zo is in de BBV bepaald dat in de toelichting op het overzicht van baten en lasten een overzicht van incidentele baten en lasten wordt gevoegd. Met behulp van dit overzicht kan bepaald worden in hoeverre een formeel sluitende begroting ook structureel in evenwicht is. Bij het begrip incidenteel moeten we denken aan baten en lasten die zich gedurende maximaal 3 jaar voordoen. Het is daarbij van belang dat het gaat om eenmalige zaken. Een begroting zal ieder jaar een bedrag voor dergelijke eenmalige zaken bevatten. Het zijn vooral de uitschieters die er echt toe doen. Toevoegingen aan en onttrekkingen uit de reserves worden als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om reguliere onttrekkingen aan financieringsreserves c.q dekkingsreserves of om onttrekkingen uit een daartoe toereikende (bestemmings)reserve gedurende een periode van minimaal 3 jaar met als doel het dekken van structurele lasten. Meerjarige tijdelijk geldstromen waarvan de eindigheid vastligt vanwege een raadsbesluit en/of een toekenningsbesluit worden aangemerkt als incidentele baten en lasten ook als de geldstroom (nog) langer is dan 3 jaar. Incidentele baten en lasten Pro. 3 4 8 8 10
2015
2016
2017
2018
bedragen x € 1.000 Incidentele baten Verhuur lokalen de Baarzen Provinciale subsidie cultuureducatie Opbrengst reclame rotonde ISV subsidie Kleine Zeeheldenbuurt Grondcomplexen IEGG
24 13 13 40 0
0 13 0 0 55
0 0 0 0 0
0 0 0 0 2.469
Totaal incidentele baten
89
68
0
2.469
137
1 2 3 4 4 8 8 8 8 9 9 9 9 10 OP AD
4 8 8 8 9 9 9 10 11
Incidentele lasten Bijdrage Regiofonds NO-Brabant Veiligheidsmonitor Huur ruimten t.b.v. De Zwengel Onderzoek monumentwaardige objecten Combinatie functionaris Incidentele kwaliteitsversterkingen openbare ruimte Convenant natuurpark de Kwebben Dekking extra capaciteit Rijksinfra Groene- en blauwe diensten t/m 2017 Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Inzet tijdelijk medewerker tbv geluidssanering Bijdrage LDEC Afschrijving Zeeheldenbuurt Grondcomplexen NIEGG Competentie-ontwikkeling en opleidingen Algemene uitkering (Kasschuif NUP)
64 15 140 25 11 13 2 15 5 50 9 12 120 157 25 183
64 0 145 0 0 0 2 0 5 0 0 12 0 71 0 0
0 15 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 40 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal incidentele lasten
846
298
60
0
-757
-231
-60
2.469
11 2 15 5 9 12 120 157 183
0 2 0 5 0 12 0 16 0
0 0 0 5 0 0 0 40 0
0 0 0 0 0 0 0 -2.469 0
514
34
45 -2.469
-243
-197
Saldo incidentele baten en lasten Verrekeningen met reserves Combinatie functionaris Convenant natuurpark de Kwebben Dekking extra capaciteit Rijksinfra Groene- en blauwe diensten t/m 2017 Inzet tijdelijk medewerker tbv geluidssanering Bijdrage LDEC Bijdrage reserve Zeeheldenbuurt Verrekening met reserve grondexploitatie Verrekeningen Algemene reserve ivm kasschuif NUP Met reserves verrekende incidentele baten en lasten Jaarresultaat incidentele baten en lasten
-15
0
In beginsel wordt iedere aanwending van reserves beschouwd als incidentele baat. Onder voorwaarden is het toegestaan om middelen uit een afgezonderde bestemmingsreserves structureel in te zetten ter verlichting van de exploitatie. Ook hiervan is een overzicht voorgeschreven. Hiervoor verwijzen we naar hoofdstuk 4.2.3.
4.2. Meerjarenraming vermogenspositie (Balansprognose) Voor een goed inzicht in de financiële positie moet naast inzicht in de meerjarenraming van baten en lasten ook inzicht bestaan in de ontwikkeling van de vermogensposities. De investeringsbegroting beïnvloed in hoge mate de schuldpositie en daarmee de rente en afschrijvingslasten die ten laste van de begrotingsruimte komen. Deze lasten beïnvloeden direct de wendbaarheid van de begroting. Hoe groter het beslag dat de kapitaallasten leggen op de 138
begrotingsruimte hoe minder ruimte er over blijft voor het bekostigen van overige zaken. Het is daarom erg belangrijk dat de schulden in een goede balans blijven met de inkomsten van de gemeente. In de hoofdstukken 3.2. en 3.3. is een toelichting opgenomen op de ontwikkeling van de schuldpositie. In dit hoofdstuk beperken we ons tot een meer technische toelichting op de verschillende vermogensbestanddelen. Meerjarenraming gecomprimeerde balans per einde van het jaar 2013 2014 2015 Activa Materiele vaste activa 69.528 78.630 81.859 Financiële vaste activa 1.928 947 835 Voorraden 7.717 7.958 5.838 Overige vlottende activa 7.898 9.880 9.880 Totaal activa 87.071 97.415 98.412 Passiva Eigen vermogen Algemene reserve 7.830 12.043 11.836 Resultaat 3.072 1.539 1.550 Bestemmingsreserves 14.739 14.409 17.563 Reserve grondexploitatie 4.719 7.930 4.828 Voorzieningen 4.719 4.212 3.560 Langlopende schulden 41.097 49.292 51.086 Vlottende passiva 10.895 7.990 7.990 Totaal passiva 87.071 97.415 98.412
2016
2017
2018
89.891 720 5.018 9.880 105.509
90.228 607 2.542 9.880 103.257
89.606 490 2.347 9.880 102.323
11.836 968 17.813 4.812 2.848 59.242 7.990 105.509
11.836 127 18.044 4.772 2.893 57.595 7.990 103.257
11.836 -1.559 18.338 7.241 3.003 55.473 7.990 102.323
2016 83.176 12.854 812 4.032 91.186
2017 91.186 4.610 0 4.158 91.638
2018 91.638 3.842 0 4.460 91.020
4.2.1. De investeringen en kapitaallasten Investeringsbegroting (Bedragen x € 1.000) Investeringen begin van het jaar (excl. voorzieningen) Vermeerderingen Verminderingen Afschrijvingen Investeringen einde van het jaar
2015 80.028 7.298 138 4.013 83.176
Als specifiek actiepunt voor deze begroting is de planning van de investeringen door de afdelingen kritisch bezien in relatie tot omvang en haalbaarheid. Dit omdat in eerdere jaren de planning steeds te ambitieus bleek. De aan de investeringen gerelateerde kapitaallasten legden hierdoor een te groot beslag op de begrotingsruimte en ontstonden er bij de jaarrekening telkens overschotten. De investeringsplanning is aangescherpt om tot een meer reële raming te komen. De sturing van de investeringsplanning vormt een specifiek aandachtspunt voor het management. Voor de periode 2015 t/m 2018 staat er in totaal voor € 27,4 miljoen aan investeringen gepland. Voor nieuwe investeringen € 8.9 miljoen, waarvan ruim 7,7 miljoen voor onderwijs. Voor vervangingsinvesteringen € 18.5 miljoen waarvan € 14,4 miljoen voor riolering. De investeringen zijn direct van invloed op onze schuldpositie en met name de nieuwe investeringen leiden tot een stijging van de kapitaallasten. De investeringen voor de Rijksinfra vallen niet binnen de termijn van deze meerjarenbegroting. Het investeringsprogramma is opgenomen in bijlage I. 139
Kapitaallasten De financiële consequenties zijn doorgerekend in de meerjarenraming. De kapitaalslasten worden aan de programma’s doorgerekend vanaf het jaar volgend op de investering. De rentelasten tijdens de bouw van de grote investeringsprojecten worden ten laste van de investeringen geactiveerd. Vanaf het moment dat de investeringen gereed zijn komen de rentelasten ten laste van de exploitatie. Ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting zijn de kapitaallasten voor de jaarschijven 2015 /m 2017 fors naar beneden bijgesteld. Voor een groot gedeelte betreft dit slechts een verschuiving in de tijd doordat de kaptitaallasten later ingaan. In de meerjarenraming hebben we ondanks de bijstelling, net als in eerdere meerjarenbegrotingen, ook nog rekening gehouden met een stelpost voor achterblijvende investeringen. (zie hiervoor de toelichting op de algemene dekkingsmiddelen onder hoofdstuk 2)
4.2.2. De stand en het verloop van de reserves Overzicht van de reserves aan het einde van het jaar. Staat van reserves
(bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
2017
2018
Algemene reserve Reserve saldi jaarrekening Reserve grondexploitatie algemeen Bestemmingsreserves voor egalisatie van tarieven Reserve afvalstoffenheffing Overige bestemmingsreserves Bestemmingsreserve IHP Reserve combinatiefuncties Reserve kapitaallasten accommodatiebeleid Reserve Jeugd en gezin Bestemmingsreserve Wmo Reserve Groenfonds Reserve beheer Extra groen Stadhouderspark Bestemmingsreserve Rijksinfrastructuur N-65 Reserve Zeeheldenbuurt Reserve Fonds Bovenwijkse voorzieningen
12.043 1.539 7.930
11.836 1.550 4.828
11.836 968 4.812
11.836 127 4.772
11.836 -1.559 7.241
521
521
521
521
521
1.629 11 430 99 207 63 4.989 4.849 387 1.224
1.491 0 397 99 207 45 4.989 8.273 267 1.274
1.276 0 331 99 207 26 4.989 8.759 267 1.337
1.008 0 265 99 207 21 4.989 9.252 267 1.415
776 0 198 99 207 21 4.989 9.752 267 1.507
35.921
35.777
35.429
34.779
35.857
Totaal
Algemene reserve De algemene reserve dient als weerstandsvermogen voor het opvangen van onvoorziene financiële tegenvallers. Hiervoor dient een minimale buffer te worden aangehouden. (zie hiervoor hoofdstuk 3.2.3. Weerstandsvermogen) Reserve Grondexploitatie De reserve grondexploitatie dient in eerste instantie om onvoorziene risico’s binnen de grondexploitatie op te kunnen vangen. De minimaal gewenste omvang van de reserve wordt bepaald met behulp van een risico-inventarisatie die jaarlijks bij de vaststelling van het uitvoeringsprogramma grondexploitatie aan de raad wordt voorgelegd. Beleidslijn is dat alle resultaten uit de grondexploitatie met de reserve worden verrekend. 140
Reserve afvalstoffenheffing Deze reserve fungeert als egalisatiereserve. Het verschil tussen de lasten en baten van de afvalinzameling en –verwerking wordt aan de reserve toegevoegd of onttrokken. Hierbij wordt rekening gehouden met de BTW-component. De noodzakelijke omvang van de reserve is vanaf programmabegroting 2011 vastgesteld op 5% van de begrote kosten inclusief BTW en kwijtscheldingen € 129.000. Overschotten worden via een korting op de tarieven terug gegeven aan de burgers. Het begrote overschot eind 2014 bedraagt € 392.000. Bij de tariefsvaststelling kijken we of dit verrekenen. Dit houdt verband met het risico dat we vanaf 2014 lopen in relatie tot het contract rondom de minimaal aan te leveren hoeveelheden. Reserve Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) De reserve IHP wordt ingezet als dekkingsmiddel voor het IHP. In de begroting is structureel budgetruimte vrij gemaakt voor het IHP. De verschillen tussen dit budget en de realisatie worden verrekend met de reserve. In de beginjaren wordt niet het gehele budget benut en wordt het overschot aan de reserve toegevoegd. In latere jaren (vanaf 2015) treden er tijdelijk tekorten op die gedekt worden uit deze reserve. Op deze wijze wordt een meerjarig sluitende dekking voor het IHP project bereikt. Reserve combinatiefuncties In 2011 hebben wij van het Rijk via de algemene uitkering een bijdrage van € 91.920 ontvangen voor de invoering van combinatiefuncties. Het ontvangen bedrag is gestort in de reserve combinatiefuncties, met als insteek deze middelen in de latere jaren in te zetten ter financiering van de daarmee samenhangende kosten. Naar verwachting dekt de reserve de kosten tot begin 2015. Binnen het programma is dekking gevonden voor de periode erna. Reserve kapitaallasten accommodatiebeleid Uitgangspunt voor het accommodatiebeleid is dat de opbrengst van locaties die niet meer worden gebruikt, wordt ingezet ter financiering van het accommodatiebeleid. Het betreft hier de locaties Schoonveld, Kwebben, Paleisje, Vlierthonk en de Goude Zonne. De opbrengsten onder aftrek van de boekwaarden (raming € 1,65 miljoen) worden gestort in een bestemmingsreserve en vallen in een periode van 25 jaar vrij ten gunste van de exploitatie. Reserve Jeugd en Gezin Bij het vaststellen van de resultaatbestemming van het jaarrekeningresultaat 2009 heeft de raad besloten tot de instelling van een Reserve Jeugd en Gezin en hierin een bedrag van € 99.457 te storten. Binnen de meerjarenbegroting is deze reserve niet ingezet voor de uitvoering van het bestaande beleid. Gelet op de onzekerheden die er zijn in het kader van de transities in het sociale domein is de reservering gehandhaafd. Bestemmingsreserve Wmo In 2007 en 2008 werden de ten opzichte van de begroting gerealiseerde overschotten aan de Reserve Wmo toegevoegd. Aanwending van de reserve bleek afgelopen jaren niet nodig. Met ingang van 2015 wordt ook de huishoudelijke hulp in kader van de extramurale zorg overgedragen aan de gemeenten. Het is waarschijnlijk dat we niet uitkomen met het budget dat hiervoor vanuit de transitie AWBZ beschikbaar wordt gesteld. Dit pleit ervoor deze reserve vooralsnog in stand te houden en indien nodig hiervoor in te zetten. Reserve Groenfonds Het groenfonds is een financiële reserve die bedoeld is om groen gerelateerde projecten te financieren. Het college kan de middelen uit dit fonds aanwenden binnen de kaders die de raad heeft aangegeven. 141
Reserve beheer EXTRA groen Stadhouderspark Ten laste van de grondexploitatie Stadhouderspark is een bijdrage van € 4,989 miljoen gedaan aan de algemene dienst. Uit deze bijdrage moeten de kosten voor onderhoud van extra groen voorzieningen binnen het plan op termijn structureel gedekt worden. Deze reserve zal als gevolg van de gewijzigde planinvulling nog nader worden bezien, mede in relatie tot het aanstaande ombuigingstraject. Reserve Rijksinfrastructuur De gemeente wil een actieve rol spelen bij de ontwikkeling van de rijksinfrastructuur in en rondom Vught. Bij de behandeling van de begroting 2010 werd een amendement aangenomen om hiervoor € 1.000.000 te bestemmen. In 2011 heeft de raad de bereidheid uitgesproken om 10 miljoen bij te dragen aan de realisatie van de verdiepte ligging van de N-65. Om te zijner tijd aan de cofinancieringsverplichting te kunnen voldoen wordt deze bestemmingsreserve verder aangevuld tot € 11,3 miljoen. Reserve Zeeheldenbuurt Als onderdeel van het dekkingsplan voor het project Zeeheldenbuurt werd een bedrag van € 750.000 vrij gemaakt uit de algemene middelen. Hiervan resteert per 1-1-2015 € 387.000. Reserve Bovenwijkse voorzieningen De reserve wordt gevoed uit opslagen op de grondprijzen in de projecten van de grondexploitatie. Uit deze reserve kunnen planoverschrijdende werken worden bekostigd. Besteding vindt pas plaats na voorafgaande goedkeuring door de raad. De nota Bovenwijkse voorzieningen vormt het beleidskader voor deze reserve. Hierin zijn de uitgangspunten vastgelegd voor de investeringen die in aanmerking komen voor een bijdrage uit deze reserve. Volgens de nota moeten de werken een infrastructureel karakter hebben. Een compleet overzicht van beoogde bestemmingen, inclusief een financiële vertaling in omvang van de beoogde uitnamen is nog niet beschikbaar. De bestemming zal worden betrokken bij het aanstaande ombuigingstraject.Inzet ten behoeve van het project Rijksinfra behoort tot de mogelijkheden.
4.2.3. Structurele onttrekkingen aan reserves In beginsel wordt iedere aanwending van reserves beschouwd als incidentele baat. Onder voorwaarden is het toegestaan om middelen uit een afgezonderde bestemmingsreserves structureel in te zetten ter verlichting van de exploitatie. Een overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves is voorgeschreven. Dit overzicht laat zien in welke mate de begroting structureel gedekt wordt vanuit de reserves. Beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen reserves
2015
2016
2017
2018
479
486
493
500
bedragen x € 1.000 Structurele toevoegingen aan reserves Toevoeging reserve Rijksinfra N-65 Totaal structurele toevoegingen reserves
479
486
493
500
Structurele onttrekkingen aan reserves Vrijval reserve dekking kapitaallasten accommodatiebeleid Vrijval reserve IHP
33 138
66 215
66 268
66 232
Totaal structurele onttrekkingen aan reserves
171
281
334
299
Per saldo structurele toevoeging reserves
308
205
159
201
142
Toevoeging reserve Rijksinfra N-65 Als onderdeel van het dekkingsplan Rijksinfra N-65 wordt een jaarlijkse bijdrage ten laste van de exploitatie gestort in de Reserve Rijksinfra N-65. Hiermee is de structurele dekking van de kapitaallasten van de investering van € 11,3 miljoen in de begroting verwerkt. In eerste instantie wordt hiermee de reserve Rijksinfra N-65 gevoed zodanig dat de investering van € 11,3 miljoen ineens kan worden afgeschreven (raming 2021). Daarna kunnen uit dit bedrag de rentelasten gedekt worden die aan de financiering van deze investering zijn verbonden. Vrijval reserve dekking kapitaallasten accommodatiebeleid Volgens het dekkingsplan voor het accommodatiebeleid wordt de (netto-) verkoopopbrengst van de te verkopen accommodaties gestort in een bestemmingsreserve. Met een jaarlijkse bijdrage uit deze bestemmingsreserve kan een gedeelte van de kapitaallasten van de investeringen in de accommodaties Elzenburg en Rozenoord worden gedekt. Vrijval Reserve IHP Vanaf 2006 is structureel begrotingsruimte vrij gemaakt voor het IHP. Conform het dekkingsplan voor het IHP zijn in de periode 2006 t/m 2014 bedragen gestort in de reserve IHP. Vanaf 2015 tot rond 2023 zijn de werkelijke lasten hoger dan de begrotingsruimte en wordt de reserve ingezet als dekkingsmiddel. Voor het IHP is vanaf 2006 structureel begrotingsruimte geraamd. Tot en met 2014 wordt de niet benutte ruimte gestort in de reserve IHP. Het saldo is opgelopen tot ruim ± € 1.6 miljoen. Vanaf 2015 tot rond 2023 zijn de werkelijke kosten hoger dan het structureel geraamde budget. Het tekort wordt dan gedekt door een bijdrage uit de reserve IHP. Het saldo is hiervoor toereikend.
4.2.4. De stand en het verloop van de voorzieningen Overzicht van de voorzieningen aan het einde van het begrotingsjaar. ( bedragen x € 1.000 Voorziening pensioenverplichtingen ambtsdragers Voorziening wachtgeldverplichtingen Voorziening Internationale Solidariteit Voorziening toekomstige pensioenverpl ambtsdragers Voorziening onderhoud openbare verlichting Voorziening brugonderhoud Voorziening onderhoud begraafplaats Voorziening woonwagenlocatie Driessedam Voorziening woonwagen Driesedam 22 Voorziening woonwagenlocatie Olmenlaan Voorziening huurwoonwagen Olmenlaan 31 Voorziening huurwoonwagen Olmenlaan 23 Voorziening onderhoud raadhuis Voorziening onderhoud kettingweg Voorziening onderhoud gemeentekantoor Voorziening onderhoud Soc. cult. acc. Voorziening Jongerencentrum Elzenburg Voorziening onderhoud Sportaccommodaties Voorziening onderhoud acc Sportparken Voorziening onderhoud onderwijsgebouwen Voorziening sociaal fonds Voorziening inrichting openbare ruimte Reeburgmavo
143
2014 299 182 13 208 20 0 4 44 0 92 8 5 360 151 532 286 0 417 183 1.291 17 99 4.212
2015 276 82 13 208 28 99 5 20 0 -12 8 6 405 156 543 273 12 84 24 1.215 16 99 3.560
2016 253 82 13 208 12 198 6 24 1 -7 9 6 452 176 573 253 24 117 31 403 15 0 2.848
2017 230 82 13 208 27 297 7 2 1 0 -1 7 452 186 608 128 35 143 51 403 14 0 2.893
2018 207 82 13 208 30 396 9 3 1 5 -1 7 452 196 642 109 47 107 74 403 13 0 3.003
144
Bijlage I: Investeringsprogramma Nieuwe investeringen Pro- Omschrijving gram
Netto Inves-
investering
2014
3 3 3 3 3 4 4 4 4 4
Bedragen x 1.000 tering t/m 2013 OLP Vught N Openbaar OW 125 54 OLP Vught N Bijzonder OW 16 16 Nieuwbouw Herlaarhof VO 2.185 Aankoop grond nieuwbouw Herlaarhof 240 Aanleg parkeervoorziening Herlaarhof 54 Uitbreiding Herlaarhof (LVG) 411 OLP Zwengel 70 35 Grond: Kentalis onderwijs 69 69 IHP 2e fase 0 Cromvoirt 848 608 Renovatie gymzaal cromvoirt 200 50 Vught Zuid 4.381 25 Vught Noord 6.976 3.562 3.414 Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk 1.173 532 641 Vught Noord turnvoorziening 678 351 327 Kinderopvang Cromvoirt 185 93 Rozenoord gebouw 954 47 100 Rozenoord installatie 255 Elzenburg gebouw 1.664 225 1.439
4
Elzenburg installatie
3 3 3 3 3 3 3 3
TOTAAL
454 20.937
145
0
2015
2016
2017
2018
20
18
16
17
16
17
2.185 240 54 411 35 0 0 241 150 75 4.281
93 807 255
454
4.717 7.323 1.675 7.189
Bijlage I: Investeringsprogramma Vervangingsinvesteringen Pro gram 1 4 8 8 8 8 8 8 8 8 9 kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl kpl
omschrijving bedragen x 1.000 Stemmachines Grasvelden Zwaluw en Real Lunet 2014 Vervanging speelvoorzieningen GRP pompen, gemalen, beschoeiing Verbeteren van de riolering 2014 Verbeteren van de riolering Vervanging/onderh. openbare verlicht. Uitvoering groenbeleidspl 2014 (MOR) Uitvoering groenbeleidsplan (MOR) Verkeers- en Vervoers Plan Zeelheldenbuurt Tractor, incl voorlader en aanhanger Wackers 2 stuks Trilplaten 3 stuks Spargelse bladzuiger Waterton Houtversnipperaar Opzet zoutstrooier klein Opzet zoutstrooier groot Sneeuwschuif groot Voertuig strooien fietspaden (22-BS-HN) Voertuig inzameling prullenbakken Tendermaster Bestelauto (Vervanging 17-BP-VF) Bestelauto (verv. 51-BT-JH) Bestelauto (Vervanging 12-BP-JS) Bestelauto (vervanging 69-VFK-4) Aanhanger Rior Bestelauto (vervanging 42-VVT-8) Bestelauto (vervanging 7-VPR-17) Bestelauto (vervanging BZ-PP-38) Bestelauto (vervanging 93-VRL-9) PC's info-beleidsplan 2014 Overige invest. info-beleidsplan 2014 Overige invest. info-beleidsplan 2015 Pomp voor fontein Vloerafwerking Kettingweg
Netto Inves-
2014
2015
2016
2017
2018
44 44 70 35 35 189 20 41 42 42 43 1.361 203 209 299 322 328 3.247 2.447 800 12.480 0 3.312 3.378 3.446 2.343 907 174 178 181 185 189 211 161 50 865 210 214 218 223 1.000 200 200 200 200 200 120 120 47 47 17 17 18 18 30 30 11 11 30 30 30 30 35 35 15 15 50 50 24 24 6 6 55 55 50 50 55 55 55 55 8 8 55 55 55 55 55 55 55 55 62 26 5 5 26 PM 80 80 520 45 450 25 PM 6 6 8 8
Inbraakinstallatie BOR
13
13
21.938 3.516 5.430 4.849 4.589 3.554
146
Bijlage II: Autonome ontwikkelingen Pgr. 3 3 4 5 8 8 8
Autonome externe ontwikkelingen Huur de Zwengel Buitenonderhoud scholen Verhuur kinderopvang Cromvoirt WMO huishoudelijke verzorging Onderhoud bruggen Subsidies wonen Zeeheldenbuurt OmgevingsDienst Brabant Noord
2015 0 163 0 500 -99 40 -10 594
Totaal Pgr. 1 2 2 2 2 3 3 3 3 4 4 6 7 7 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 11 11 kpl
Autonome interne ontwikkelingen Reisdocumenten Veiligheidsregio: BTW regeling Regionale piketten rampenbestrijding BOA Brandweer Cromvoirt Leerlingenvervoer Uitvoering leerplicht / RBL Verhuur de Baarzen IHP budget Kinderopvang Vught-N Combinatiefunctionaris Evenementen Kosten afvalverwijdering Afvalstoffenheffing Gladheidsbestrijding Straatreiniging Groepsremplace Groenonderhoud Afkoppeling foutieve aansluitingen Verrekening voorziening GRP Verkeerseducatie Milieu budgetaanpassing IJzeren Man: Erfpachtscanon Pachtopbrengsten Vrijval: Voorziening waardering vastgoed Georegistratie OZB Toeristenbelasting Huur Office pakket Personeel gemeentebreed Kapitaallasten Administratieve correcties en aanpassingen
2015
Totaal
147
11 12 -9 0 28 103 2 24 57 67 -15 -8 125 -125 -5 -10 -5 30 -100 100 2 3 40 20 69 19 -102 -35 -30 84 351 -17 684
2016 -145 163 16 500 -99 0 0 435 2016 42 12 -9 0 28 104 2 0 58 67 -15 -8 125 -125 -5 -10 -5 18 -100 100 2 3 40 20 69 13 -130 0 -31 172 662 47 1.146
2017 0 163 16 500 -99 0 0 580 2017 29 13 -9 0 28 106 2 0 59 67 -15 -8 125 -125 -5 -10 -5 14 -100 100 2 3 40 20 59 13 -139 0 -31 270 633 107 1.241
Bijlage III: Staat van reserves Algemene reserve Reserve saldo jaarrekening Reserve grondexploitatie algemeen Reserve afvalstoffenheffing Bestemmingsreserve IHP Reserve duurzaamheidsvz jongerencentrum Bestemmingsreserve WMO Reserve Groenfonds Reserve beheer Extra groen Stadhouderspark Bestemmingsreserve Rijksinfrastructuur Reserve Zeeheldenbuurt Reserve Fonds Bovenwijkse voorzieningen Reserve overheveling budgetten Reserve Jeugd en gezin Reserve Combinatiefuncties Totaal
Toev Onttrek. Toev Onttrek. Toev Onttrek. Toev Onttrek. Toev Onttrek. Saldo 2014 2014 2015 2015 2016 2016 2017 2017 2018 2018 2018 4.775 562 0 207 0 0 0 0 0 0 11.836 1.539 3.072 11 0 0 582 0 841 0 1.685 -1.559 3.429 217 0 3.102 55 71 0 40 2.469 0 7.241 142 406 0 0 0 0 0 0 0 0 521 151 1.150 0 138 0 215 0 268 0 232 776 0 100 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 207 0 68 0 19 0 19 0 5 0 0 21 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4.989 472 0 3.424 0 486 0 493 0 500 0 9.752 0 0 0 120 0 0 0 0 0 0 267 256 0 50 0 63 0 78 0 93 0 1.507 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 99 0 56 0 11 0 0 0 0 0 0 0 11.193
5.632
3.485
149
3.629
604
952
571
1.221
3.061
1.984
35.857
Bijlage IV Staat van Voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen ambtsdragers Voorziening wachtgeldverplichtingen Voorziening Internationale Solidariteit Voorziening toekomstige pensioenverpl ambtsdragers Voorziening onderhoud openbare verlichting Voorziening brugonderhoud Voorziening onderhoud begraafplaats Voorziening woonwagenlocatie Driessedam Voorziening woonwagen Driesedam 22 Voorziening woonwagenlocatie Olmenlaan Voorziening huurwoonwagen Olmenlaan 31 Voorziening huurwoonwagen Olmenlaan 23 Voorziening onderhoud raadhuis Voorziening onderhoud kettingweg Voorziening onderhoud gemeentekantoor Voorziening onderhoud Soc. cult. acc. Voorziening Jongerencentrum Elzenburg Voorziening onderhoud Sportaccommodaties Voorziening onderhoud acc Sportparken Voorziening onderhoud Theresialaan 32 Voorziening onderhoud onderwijsgebouwen Voorziening sociaal fonds Voorziening inrichting openbare ruimte Reeburgmavo Voorziening voorbereidingskosten Isabella Voorziening Exploitatietekort Elzenburg
Saldo Toev Onttrek Toev Onttrek Toev Onttrek Toev Onttrek Toev Onttrek Saldo 2013 2014 2014 2015 2015 2016 2016 2017 2017 2018 2018 2018 322 0 23 0 23 0 23 0 23 0 23 207 169 300 287 100 200 100 100 100 100 100 100 82 13 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 13 208 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 208 65 22 67 22 14 22 38 22 7 22 19 30 0 0 0 99 0 99 0 99 0 99 0 396 2 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 9 46 3 5 6 30 6 2 6 28 3 2 3 0 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 1 96 8 11 8 112 8 3 8 0 8 3 5 7 1 0 1 0 1 0 1 11 1 0 -1 9 1 5 1 0 1 0 1 0 1 0 7 308 53 0 53 8 53 6 53 53 53 53 452 128 25 2 25 20 25 5 25 16 25 16 196 517 39 24 39 28 39 9 39 4 39 4 642 325 56 95 56 68 56 76 56 180 56 75 109 0 0 0 12 0 12 0 12 0 12 0 47 603 45 231 83 416 83 51 84 58 84 120 107 167 44 27 44 203 44 36 44 24 44 20 74 24 0 24 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1.561 336 606 62 138 0 812 0 0 0 0 403 10 7 0 3 4 3 4 3 4 3 4 13 99 0 0 0 0 0 99 0 0 0 0 0 34 0 34 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal
4.719
toev. = toevoeging
940
1.447
**onttr.= onttrekking 150
614
1.266
552
1.265
553
508
550
440 3.003
Bijlage V: Afkortingenlijst ABR ABZ AMW AOV APV AWBZ BABW BAG BBP BBV BCF BGT BHIC BIN BIS tier BJG BLIZO BNG BO MIRT BOA BOR BTW BUIG Burap BV B&W BWS BZK BZM CAR UWO CBS CHIP CJG COA COELO CPO ECB EHS EKD EMU FBWV FVA GBA GBKN GFT
Algemene Bedrijfs Reserve (Stichting) Anders Bezig Zijn Algemeen Maatschappelijk Werk Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid Algemene Plaatselijke Verordeningen Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer Basisregistratie adressen en gebouwen Bruto Binnenlands Product Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten BTW Compensatie Fonds Basisregistratie Grootschalige Topografie Brabants Historisch Informatiecentrum Buurt Informatie Netwerk de verhouding tussen eigen vermogen en de niet-risicovrije kredietverlening Basisteam Jeugd en Gezin (onderdeel WSD-groep) leerwerkbedrijf vnl. voor visueel en auditief beperkte mensen Bank Nederlandse Gemeenten Bestuurlijk Overleg Minister van Infrastructuur en Milieu en gedeputeerde Mobiliteit Buitengewoon Opsporingsambtenaar Beheer Openbare Ruimte BTW-compensatiefonds Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten Bestuursrapportage Besloten Vennootschap Het college van Burgemeester en Wethouders Besluit Woninggebonden Subsidies Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Burgerzaken Modules Collectieve Arbeidsvoorwaarden regeling en de uitwerkingsovereenkomst Centraal Bureau Statistiek Centrum HerinrichtingsPlan Centrum voor Jeugd en Gezin Centrum Opvang Asielzoekers Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Europese Centrale Bank Ecologische Hoofdstructuur Elektronisch Kind Dossier Economische en Monetaire Unie Fonds Bovenwijkse voorzieningen Financiële Vaste Activa Gemeentelijke Basis Administratie Grootschalige Basiskaart Nederland Groenten- Fruit- en Tuinafval 151
GGD GGZ GHOR GMC Grex GRP ICT ID iDOP IEGG IHP ISV IZA JGZ KCC LDEC LFBP LVG MJB MKB MOR MPH MTO MVA NIEGG NHR NUP NV nWRO OCW ODBN OKE OLP OMO ONO OTB OV OZB PHS RAV RBL RIB RI&E RIS RMC RWS SCC SCP SHP SHV Sisa
Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord Grondexploitatieraming Gemeentelijk Rioleringsplan Informatie en Communicatie Technologie Instroom- Doorstroombanen integraal Dorpsontwikkelingsplan in exploitatie genomen gronden Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Instituut Ziektekostenverzekering voor Ambtenaren Jeugdgezondheidszorg Klantcontactcentrum Lokale Duurzame Energie Coöperaties Levensfase Bewust Personeelsbeleid Licht verstandelijk gehandicapten Meerjarenbegroting Midden en Klein Bedrijf Meerjarenuitvoeringsprogramma Openbare Ruimte Multi Probleem Huishoudens Medewerkers Tevredenheids Onderzoek Materiële Vaste Activa Niet in exploitatie genomen gronden Nieuw Handels Register Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en E-overheid Naamloze Vennootschap nieuwe Wet op Ruimtelijke Ordening Onderwijs Cultuur en Wetenschap Omgevings Dienst Brabant Noord Ontwikkelkansen door kwaliteit en educatie Onderwijs Leerpakket Ons Middelbaar Onderwijs Onderdoorgang Noordelijke Ontsluitingsweg Ontwerp Tracé Besluit Openbaar vervoer / Openbare Verlichting Onroerende Zaak Belasting Programma Hoogfrequent Spoor Regionaal Ambulance Vervoer Regionaal Bureau Leerplicht Raads Informatie Brief Risicoinventarisatie & Evaluatie Raadsinformatiesysteem Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Rijkswaterstaat Sociaal Cultureel Centrum Sociaal en Cultureel Planbureau Stadhouderspark Schuldhulpverlening Single information en single audit 152
SUWI SZW TB UWV VNG VO Vve VVP VVV WABO Wet FIDO WION WIW Wkpb Wmo WOZ WSD WSW WW WWB
Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Tracé Besluit Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen Vereniging van Nederlandse Gemeenten Voortgezet Onderwijs Voor- en vroegschoolse educatie Verkeers- en Vervoersplan Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Financiering Decentrale Overheden Wet Informatie uitwisseling Ondergrondse Netten Wet inschakeling werkzoekenden Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen Wet maatschappelijke ondersteuning Waardering Onroerende Zaken Werkvoorzieningschap de Dommel Waarborgfonds Sociale Woningbouw Werkloosheidswet Wet Werk en Bijstand
153