6.2
proefversie
De h@ndel en wij Handel
Magda Snoeck Inge De Deken Hans Waerniers
proefversie
De site www.knooppunt.net geeft je toegang tot het digitale lesmateriaal bij dit boek. Activeer jouw licentie aan de hand van de onderstaande code. Tijdens de activatie accepteer je de gebruiksvoorwaarden. Zo krijg je voor de duur van de licentie toegang tot het digitale lesmateriaal. www.knooppunt.net
Code
XXXXXXXXXX
Plantyn ontwikkelt en verspreidt leermiddelen voor het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het hoger en het wetenschappelijk onderwijs en het volwassenenonderwijs. Daarnaast geeft Plantyn ook publicaties uit over schoolmanagement, leerlingenbegeleiding, personeelsbeleid voor het onderwijs en didactische ondersteuning van leerkrachten en educatief materiaal voor de thuismarkt. De uitgeverij is zowel in het Nederlandstalige als in het Franstalige landsgedeelte actief. Doorheen al onze activiteiten streven we ernaar om maximale kansen te bieden aan alle lerenden, rekening houdend met de individuele situatie en interesses, en willen we ertoe bijdragen dat leerkrachten in optimale omstandigheden kunnen werken. Het is immers onze overtuiging dat leren op een eigentijdse en aangename manier kan, wat tot uiting komt in onze slogan “’t leren is mooi”.
Adres: Telefoon: Fax: E-mail: Website:
Plantyn Motstraat 32, 2800 Mechelen 015 36 36 36 015 36 36 37
[email protected] www.plantyn.com
Ontwerp binnenwerk: Zet Ontwerp omslag: Zet Illustratieverantwoording: XXXXXXXXXXXXX Uitgeverij Plantyn heeft alle redelijke inspanningen geleverd om de houders van intellectuele rechten op het materiaal dat in dit leermiddel wordt ge zorg die daaraan is besteed, van oordeel zijn toch rechten op dit materiaal te kunnen laten gelden, dan kunt u contact opnemen met uitgeverij Plantyn. Zij zal uw legitieme aanspraken honoreren tegen de gangbare markttarieven. NUR 168 © Plantyn nv, Mechelen, België Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN 978-90-301-3077-6
D2011/0032/262
proefversie INHOUD
DEEL 3 algemeen beleid van een onderneming
5
1 Kennismaking met Nougatine 1 Persoonlijke gegevens 2 Een greep uit het assortiment 3 Enkele leveranciers 4 Enkele klanten 5 Personeel 1 Organisatieschema van de onderneming 2 Personeelsgegevens
7 7 7 14 15 16 16 16
2 De sociale verstandhouding 1 Sociaal overleg 2 Loonvorming 3 Sociale zekerheidsstelsels Test je kennis
17 17 22 25 28
3 Het sociaal statuut van de zelfstandige Test je kennis
34 40
4 De verzekering van de onderneming 1 Doel van een verzekering 2 De verzekeringspolis 3 Zaakschadeverzekeringen 4 Aansprakelijkheidsverzekeringen 5 Personenverzekeringen Test je kennis
42 42 45 66 67 69 71
5 Fiscaliteit 1 De rol van de overheid in de economie 1 Taken van de overheid 2 Invloed van de overheid op de productie van goederen en diensten 3 De overheid stuurt het maatschappelijke en economische leven bij 4 De overheid streeft naar een rechtvaardiger verdeling van de inkomens 2 De begroting van de overheid 1 De uitgaven van de overheid 2 De inkomsten van de overheid 3 De noodzaak van een begrotingsevenwicht 3 De personenbelasting 1 Enkele principes 2 Een belastingaangifte invullen 4 De vennootschapsbelasting Test je kennis
76 76 76 78 80 81 83 83 87 92 94 94 98 127 131
6 De boekhouding als beleidsinstrument 1 Wettelijke bepalingen 1 Belang van de boekhouding 2 Boekhoudkundige cyclus 2 De enkelvoudige jaarrekening 3 Geconsolideerde jaarrekening volgens IFRS 4 Boekhoudkundige en fiscale raadgevers Test je kennis 5 Analyse van de jaarrekening 1 Belangstelling voor de jaarrekening 2 De jaarrekening van Nougatine 3 Horizontale analyse van de jaarrekening 4 Verticale analyse van de jaarrekening 5 Solvabiliteit van de onderneming 6 Rentabiliteit van het eigen vermogen 7 Cashflow 8 Ebit en ebitda 9 Liquiditeit van de onderneming 10 Beheer van de liquiditeiten 11 Sectoranalyse Test je kennis
141 141 141 147 154 160 167 173 183 183 184 207 208 211 213 214 215 217 220 230 231
De h@ndel en wij 6.2
3
proefversie
7 Buitenlands beleid 1 Noodzaak en voordelen van internationale handel 2 Statistische gegevens in verband met buitenlandse handel 3 De handelsbalans 4 De rol van de EU en de WTO op het vlak van de vrijhandel 5 Stimulering en belemmering van de buitenlandse handel door de overheid 6 Delokalisatie 7 Het internationale betalingsverkeer: begrippen 8 Prijsvorming op de wisselmarkt 9 Documenten bij internationale handel 1 Indeling internationale handel 2 Documenten bij intracommunautaire handel 3 Documenten bij internationale handel met derdelanden 10 Incoterms Test je kennis
233 233 235 240 245 246 251 254 258 261 261 267 269 277 279
8 Kostprijsbeleid 1 Doelstellingen van het kostprijsbeleid 2 Indeling van de kosten 3 Kostprijsberekening volgens eenvoudig opslagmethode 4 Berekenen van de verkoopprijs 5 Break-evenanalyse 6 Outsourcing Test je kennis
287 287 289 293 295 299 304 305
9 Investeringsbeleid 1 Begrippen 2 Het investeringsklimaat 3 De investeringsbeslissing 1 Return on investment (ROI) 2 De pay-backmethode (PB) of de methode van de terugverdientijd 3 De methode van de netto huidige waarde (NHW) of net present value (NPV) Test je kennis
307 307 308 311 311 314 319 323
10 Financiering 1 De geld- en kapitaalmarkt 1 Rol van de bank 2 Prijsvorming op de geld- en kapitaalmarkt Test je kennis 2 Kredieten voor particulieren 1 Hypothecair krediet 2 Lening op afbetaling 3 De gevaren van krediet Test je kennis 3 Kredietvormen voor ondernemingen op lange termijn 1 Het financieel plan 2 Investeringskrediet en wentelkrediet 3 Roerende leasing 4 Kredietvormen voor ondernemingen op korte termijn: kaskrediet versus straight loan Test je kennis
325 325 325 332 335 341 341 350 353 357 366 366 368 374 378 381
11 Personeelsbeleid 1 Humanresourcesmanagement 2 Steun van de overheid bij tewerkstelling 3 Veiligheid en gezondheid op het werk 4 Integrale kwaliteitszorg (IKZ) Test je kennis
384 384 392 395 401 405
12 Duurzaam ondernemen 1 Principes 2 Fair trade Test je kennis
416 416 421 425
13 Ontwikkelingssamenwerking 1 Kenmerken van ontwikkelingslanden 2 Ontwikkelingsproblematiek 3 Hoe is de Belgische en Vlaamse overheidshulp georganiseerd? 4 De Belgische en Vlaamse ontwikkelingshulp in cijfers Test je kennis
431 431 438 441 445 448
4
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
DEEL 3 ALGEMEEN BELEID VAN EEN ONDERNEMING
De h@ndel en wij 6.2
5
proefversie
6
De h@ndel en wij 6.2
1
proefversie
KENNISMAKING MET NOUGATINE
Nougatine is een artisanaal bedrijf. Dat betekent dat de eigen producten met de hand vervaardigd worden. Daarnaast heeft Nougatine twee winkels waar het eigen assortiment pralines verkocht wordt, aangevuld met thee, nougat, confiserie, zoet broodbeleg zoals heerlijke zelfgemaakte choco en dranken in kleine verpakkingen. Kortom, alles wat in een geschenkmand kan.
1
Persoonlijke gegevens
Nougatine bvba Molenweg 42 8340 Damme tel. 050 28 84 34 fax 050 28 84 84 BE 0720 454 335 RPR Brugge bankrelatie 210-0186844-74 IBAN: BE 16 2100 1868 4474 BIC: GEBABEBB e-mail:
[email protected] Zaakvoerder: Lucas Bonneval
2
Een greep uit het assortiment
1 Assortiment pralines (6 % btw)
Art. nr.
Omschrijving per kg
Kostprijs Excl. btw
Verkoopprijs Excl. btw
Leverancier
P101 Studentenhaver wit
5,90
20,50
1001
P102 Studentenhaver melk
5,95
20,50
1001
P103 Studentenhaver fondant
6,05
20,50
1001
11,40
20,50
1001
P105 Isabelle fondant
6,72
20,50
1001
P106 Manon nougat
6,10
20,50
1001
P107 Manon aardbeivulling
7,20
20,50
1001
P108 Manon koffie
7,20
20,50
1001
P104 Orangette
De h@ndel en wij 6.2
7
proefversie
P109 Manon rhum
7,20
20,50
1001
P110 Mont Blanc
7,20
20,50
1001
P111 Kastanje melk en praliné
7,08
20,50
1001
P112 Ballotin fondant
6,72
20,50
1001
P113 Kuipje met advocaat
7,20
20,50
1001
10,80
20,50
1001
P115 Merveille melk
6,45
20,50
1001
P116 Ruiterhelm fondant en wit
6,72
20,50
1001
P117 Portret fondant
6,72
20,50
1001
10,80
20,50
1001
P119 Esdoornblad melk en wit
6,72
20,50
1001
P120 Aardbei marsepein
9,00
20,50
1001
P121 Marsepein natuur met walnoot
7,65
20,50
1001
P122 Marsepein pistache
7,65
20,50
1001
P123 Marsepein clementine
9,00
20,50
1001
P124 Marsepein banaan
9,00
20,50
1001
P125 Marsepein peer
9,00
20,50
1001
P126 Marsepein limoen
9,00
20,50
1001
P127 Rösti melk
8,82
20,50
1001
P128 Diamant wit
6,72
20,50
1001
10,80
20,50
1001
P130 Snoekbaars wit
6,65
20,50
1001
P131 Ramson melk
7,72
20,50
1001
P132 Strik melk met vulling banaan
7,20
20,50
1001
10,80
20,50
1001
P134 Kuipje melk met karamel
7,20
20,50
1001
P135 Stronkje fondant met marsepeinvulling
7,65
20,50
1001
P136 Amanda melk en praliné
6,45
20,50
1001
P137 Caraque margriet wit
4,32
20,50
1001
P138 Caraque margriet melk
4,32
20,50
1001
P139 Caraque margriet fondant
4,38
20,50
1001
P140 Nougatine, blokje nougat omhuld met melkchocolade
4,92
20,50
1001
P114 Vijg melk
P118 Paardenkopje fondant en praliné
P129 Kuipje met praliné en chocoladeparels
P133 Witlof wit met pralinévulling
Noot: de kostprijs voor elke praline is verschillend maar rekening houdend met de btw, de verpakking en de verkoopkosten worden alle pralines tegen dezelfde verkoopprijs verkocht. Deze verkoopprijs is de prijs voor particulieren.
8
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
2 Assortiment choco (btw 6 %) Art. nr.
Omschrijving
Kostprijs Excl. btw
Verkoopprijs Excl. btw
Leverancier
C201 Choco in glazen achtkantig bokaaltje 250 gram melk
1,65
2,75
1001
C202 Choco in glazen achtkantig bokaaltje 250 gram fondant
1,80
3,00
1001
C203 Choco in glazen ronde bokaal afgedekt met canvas en touwtje van raffia, 250 gram melk
1,92
3,20
1001
C204 Choco in glazen ronde bokaal afgedekt met canvas en touwtje van raffia, 250 gram fondant
2,10
3,50
1001
C205 Choco in glazen ronde bokaal afgedekt met canvas en touwtje van raffia, 250 gram, dame blanche, fondant en wit.
2,20
3,70
1001
3 Assortiment thee (btw 6 %) Art. nr.
Omschrijving
Aankoopprijs Verkoopprijs Excl. btw Excl. btw
Leverancier
T301 Earl Grey uit India per 100 builtjes
2,20
5,50
1022
T302 Earl Grey uit Ceylon los per kg
2,02
5,05
1022
T303 Zwarte thé Sri Lanka per 25 builtjes
0,66
1,65
1022
T304 English Breakfast per 100 builtjes
1,36
3,40
1021
T305 Asian white tea per 25 builtjes
0,64
1,60
1021
T306 Rozenbottel per 100 builtjes
3,18
7,95
1010
T307 Green tea Ceylon in houten kistje 50 g
2,95
6,65
1021
T308 Muntthee per 100 builtjes
2,56
6,40
1010
T309 Fruitthee van bosvruchten per 20 builtjes
0,67
1,68
1010
T310 Rooibos 100 % cafeïnevrij uit Zuid-Afrika 100 g
0,75
1,23
1010
T311 Jasmijnthee, 100 g
1,20
1,95
1010
4 Assortiment nougat
De h@ndel en wij 6.2
9
Art. nr.
proefversie Omschrijving
Aankoopprijs Verkoopprijs LeveranExcl. btw Excl. btw cier
N401 Zachte nougat in kleine stukjes met vanillesmaak per kg N402 Nougat cappuccino met koffie en cacao per kg N403 Nougat met chocolade N404 Nougat met tropisch fruit N405 Zachte natuurlijke nougat in repen van 40 gram individueel verpakt in cellofaan N406 Mininougat voor hotels afzonderlijk verpakt, 8 gram, per doos van 100 stuks N407 Zakje met 12 nougatblokjes, zacht, 100 gram N408 Kartonnen doosje met afzonderlijk verpakte nougatblokjes, 150 gram, assortiment classic N409 Kartonnen doosje met afzonderlijk verpakte nougatblokjes, 150 gram, assortiment tropisch fruit N410 Houten kistje met 8 plakjes nougat, geschikt in verdeeldoosje, assortiment classic, 125 gram
5,83
9,72
1003
5,83 5,83 6,36 0,34
9,72 9,72 10,60 0,60
1003 1003 1003 1003
5,10
8,54
1003
0,65 1,38
1,09 2,30
1003 1003
1,50
2,50
1003
1,80
3,00
1003
5 Assortiment dranken (btw 21 %)
Art. nr.
Omschrijving
Aankoopprijs Verkoopprijs LeveranExcl. btw Excl. btw cier
D501 Smeets minibar 4 x 3 cl in houten rekje
4,45
8,90
1024
D502 Appeljenever Rubens 20 %, 20 cl
1,80
3,50
1024
D503 Whisky Johnnie Walker Old Scotch 20 cl
2,90
5,80
1024
D504 Witte wijn Chardonnay Jardin de France 25 cl
0,93
1,85
1024
D506 Rode wijn, Château Coufran, Haut Médoc 375 ml
3,99
7,99
1024
D507 Champagne Laurent-Perrier 375 ml
4,99
9,99
1024
D508 Champagne Piper Heidsieck 375 ml in geschenkverpakking
6,99
12,67
1024
10
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
6 Assortiment zoetwaren (btw 6 %)
Art. nr.
Omschrijving
Aankoopprijs Excl. btw
Z601
Vruchtenpasta op basis van agar in de vorm van citroen, ananas, kiwi per kg Vruchtenpasta in de vorm van frambozen Colabeertjes, 1 kg Woudvruchtenbeertjes, 1 kg Muisjes, drie smaken, 1 kg Cuberdons, 1 kg Zuurtjes in de vorm van vliegtuigjes, 1 kg Zuurtjes in de vorm van flesjes, 1 kg
13,20
22,00
1007
13,80 2,45 2,34 2,48 4,30 2,88 2,88
23,00 4,09 3,90 4,14 7,16 4,80 4,80
1007 1007 1007 1007 1007 1007 1007
Z602 Z603 Z604 Z605 Z606 Z607 Z608
Verkoopprijs LeveranExcl. btw cier
7 Assortiment koekjes (btw 6 %)
Art. nr.
Omschrijving
K701
Amandelbrood Jules Destrooper, 4 pakjes in kartonnen doos Parijse Wafels Jules Destrooper 3 zakjes in kartonnen doos Natuurboterwafels Jules Destrooper 60 stuks in kartonnen doos Mélange natuurboterwafels en amandelbrood in blikken doos, 350 g
K702 K703 K704
De h@ndel en wij 6.2
Aankoopprijs Verkoopprijs LeveranExcl. btw Excl. btw cier
2,27
3,79
1023
2,75
4,59
1023
2,21
3,69
1023
4,05
6,75
1023
11
proefversie
8 Assortiment recipiënten, dozen en gadgets (btw 21 %)
Art. nr.
Omschrijving
Aankoopprijs Excl. btw
R801
Theepot 6 personen, Casca Frans aardewerk
R802
Verkoopprijs Leveranper eenheid cier Excl. btw
10,80
18,00
1016
Suikerpot met deksel Casca
4,80
8,00
1016
R803
Melkpot 6 personen
4,20
7,00
1016
R804
Ontbijtkop met schoteltje Casca
3,90
6,50
1016
R805
Vierkant diep bord
4,50
7,50
1004
R806
Soepbol 45 cl ivoorkleurig porselein
3,18
5,30
1004
R807
Schaaltje voor soepbol ø 16 cm ivoorkleurig porselein
1,20
2,00
1004
R808
Rechthoekige mandjes met oortjes 36 x 26 x h 7 per doos 96 stuk
1,36
2,20
1012
12
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
R809
Ronde bamboemandjes ø 40 x h 10 cm, per doos 60 stuk
2,44
3,90
1012
R810
Blikken dozen Country Cottage 62 x 42 x 85 mm
2,05
3,20
1005
R811
Blikken theedoos achtkantig met Schotse ruit, 92 x 71 x 88
2,30
3,60
1005
R812
Blikken doos poppenhuis, met pop 64 x 55 x 35 mm
3,50
5,60
1005
R813
Blikken doos met knuffelbeer 80 x 64 x 60 mm
4,98
7,90
1005
R814
Blikken doos in vorm van wagen, 12,7 x 16,93 cm
6,98
11,20
1005
Aankoopprijs Excl. btw
Leverancier
9 Verpakking (21 %) Art. nr.
V901 V902 V903 V904 V905 V906 V907 V908 V909 V910
Omschrijving
Ballotin mat goud/wit 1 kg per 50 stuk Ballotin mat goud/wit 750 g per 50 stuk Ballotin glanzend wit/goud 500 g per 100 stuk Ballotin glanzend wit/goud 250 g per 100 stuk Platte doos, rood, 25 x 25 x h 2,7 cm per 12 stuk Ronde doos, groen, ø 17,5 x 14 cm per 4 stuk Ronde doorzichtige doos, ø 10, h 15 cm per 40 stuk Cellofaanzakjes 8 x 5 h 25 cm, per 250 stuk Krullinten mat, 10 mm x 250 m Cellofaan rol 60 cm x 150 m
De h@ndel en wij 6.2
23,75 23,75 41,65 30,85 26,24 11,15 22,32 38,95 4,15 12,00
1009 1009 1009 1009 1009 1009 1009 1009 1009 1009
13
Naam
Eigen atelier
Sucron
Franca
Rietveld
Rolar
Citronel
Marcia
Terlaan
Oliva
Cloé
Alfachoc
Carlo
Belgacom
Electrabel
TMVW
Coron
Daikalu
Moralis
Dumont
Frankental
Wo sang
Rajatco
Jules Destrooper
Huis Collin
Sage Belux
Nr
1001
14
1002
1003
1004
1005
1006
1007
1008
1009
1010
1011
1012
1013
1014
1015
1016
1017
1018
De h@ndel en wij 6.2
1019
1020
1021
1022
1023
1024
1025
Rue Natalis 2
Krekelput 17
Hogebrugstraat 12
R-7 Gopal Park
C.C. Shaukiwan,Flat B, 17/F
Schulenburgstrasse 7
34, rue Gaétab Lamy
Bospolderstraat 18
Nichiei BLDG.Sth Floor4
18, Rue Jacquard
Stropkaai 14
Regentlaan 8
Koning Albert II-laan 27
Schoolweg 1
Kluizenhof 105
Berkenboslaan 9
Wittemolenstraat 103
Regenboogstraat 27
Ambachtsweg 9A
Botermarkt 1
Romeinse weg 239
Lozenberg 82
Natiënlaan 21
Biezenstraat 32
Molenweg 42
Straat en nr.
4020
9700
8647
110033
D-41466
F93300
N-2807
550
F-77400
9000
1000
1030
2930
9981
1910
8200
8800
9820
1840
1930
9600
3583
2550
8340
P o s t code
Luik
Oudenaarde
Lo-Reninge
Azadpur Delhi, India
Hong Kong
NEUSS
Aubervilliers
L.J. Gouda
Osaka, Japan
Lagny
Gent
Brussel
Brussel
Brasschaat
Sint-Laureins
Kampenhout
St.-Michiels-Brugge
Roeselare
Merelbeke
Londerzeel
Zaventem
Ronse
Beringen
Kontich
Damme
Woonplaats
04 3437746
055 302 908
058 28 80 41
0091 1213091990
0852 2523 3208
0049 40334010
0033 382440146
0031 104008511
0081 354749773
0033 321347063
078 35 35 99
02 518 61 11
02 202 41 11
03 652 30 97
09 231 63 69
02 513 80 51
050 82 36 81
051 20 46 44
09 220 83 15
052 30 73 07
02 723 33 49
055 23 27 41
011 42 03 61
03 450 92 90
Tel.
BE59 2200 3634 4926
BE48 7380 1153 3827
BE58 2200 9929 3579
7269
4025 0668 04
DE47 3907 0020 0305 8963 00
FR76 3008 7335 8100 0154 3890 166
NL74 ABNA 0507 6122 56
0952711
FR76 3000 4025 5200 0104 4980 507
BE61 0910 1709 0217
BE80 0000 1319 0077
BE50 0001 7100 3118
BE61 3850 4044 4417
BE56 2900 4738 1588
BE81 0013 9223 3724
BE62 7374 2502 6761
BE32 3850 0013 9402
BE85 2930 5541 1206
BE13 4829 1000 3139
BE65 6300 6784 5596
BE22 4435 6841 4147
BE57 0013 8505 6835
BE25 2100 4144 1482
IBAN
GEBA BE BB
KRED BE BB
GEBA BE BB
DEUT DE DK390
CMCI FR 2Y
ABNA NL 2A
BNPA FR PPPOP
GKCC BE BB
BPOT BE B1
BPOT BE B1
BBRU BE BB
GEBA BE BB
GEBA BE BB
KRED BE BB
BBRU BE BB
GEBA BE BB
KRED BE BB
BBRU BE BB
KRED BE BB
GEBA BE BB
GEBA BE BB
BIC
Luik
Gent
Veurne
Gent
Brussel
Brussel
Antwerpen
Eeklo
Brussel
Brugge
Kortrijk
Gent
Dendermonde
Brussel
Oudenaarde
Hasselt
Antwerpen
RPR
BE 0478465663
BE0424285819
BE0426191967
DE224583377
FR35552127920
NL067461268B01
FR44562004366
BE 0200 068 636
BE 0403 170 701
BE 0202 239 951
BE 0262 172 489
BE-0468 200 291
BE-0442 190 633
BE 0404 957 875
BE 0405 978 652
BE 0444 149 241
BE 0413 825 160
BE 0465 150 137
BE 0448 495 039
BE 0429 921 915
BE 0456 366 588
Ondernemingsnr.
3 Enkele leveranciers
proefversie
Zoethoek Aline
Hotel Pannenhuis
Boat hotel De Barge
2001
2003
2004
De h@ndel en wij 6.2
Le Grand Café
Boothuis
Oaks Lagoons
Romeinse villa
2026
2027
2028
2029
Giovanni
Café Wolff
2025
2030
Bakkerij Westkust
Scarpo
2022
Kok & Ko
Trinity
2021
2023
Orca
2020
2024
Largo
Aristos
2018
Het kapittel
2017
2019
Rest. Pakhuis
Het landhuis
2015
2016
Terra nova
Kapsalon Christina
2013
Bellest
2012
2014
Koffiehuis Laagland
Zenith
2010
Bakkerij Koen
2009
2011
Eetcafé La tartine
Rest. Zeeparel
2007
2008
Rest. Fort Napoleon
De conciergerie
2005
2006
2002
Naam
Nr
Eikenlaan 11
Oude Fonteinweg 49
Mclaren Street 41
Klipperweg 16
Wellingborough
Cambridge str.
Mühlenbachweg 15
Woluwelaan 9
Victorialaan 6
Sluisjesdijk 33
Polakweg 11
Biezenstraat 27
15, rue Hauteville
Kapelstraat 32
Witte nonnenstraat 28
Krekelstraat 55
Prinsenlaan 41
Rederskaai 115
Zeelaan 5
Vlienderhaag 6
Pastoriestraat 4a
Zwaanstraat 22
Kapellestraat 71
Essendreef 16
Congostraat 9
Zeedijk 168
Vuurtorenweg z/n
Bargeweg 15
Daalberg 5
Grote Markt 12 Bruggesteenweg 182A
Straat en nr.
Tienen
Bazilles
Bornem
Hasselt
De Pinte
Blankenberge
Zeebrugge
Zeebrugge
Brugge
Moerkerke
Sijsele
Damme
De Haan
Knokke
Knokke
Oostende
Brugge
Kortrijk
Ronse Hooglede Gits
Woonplaats
Duisburg
Vilvoorde
Nieuwpoort
AH Rotterdam
0049 218 149 52 70
02 251 12 62
058 23 34 45
0031 115 612 974
0031 704 131 582
016 22 00 16
0033 383 268 989
03 889 43 95
011 34 22 82
09 220 77 66
050 42 75 34
050 55 67 01
050 55 11 21
050 31 75 70
050 50 21 20
050 72 80 53
050 31 40 66
059 80 03 23
050 62 50 70
050 67 94 30
059 33 21 60
050 31 50 75
056 20 21 65
055 23 27 41 051 20 36 15
Tel.
2980
3700
NSW206
N-6222
Zoersel
Tongeren
Australië
North Sydney
Maastricht
03 385 37 06
012 23 78 67
0031 306 860 211
NN8 1DW Northamptonshire 0044 176 731 96 70
D47208
B1800
8620
NL3087
N2288GG Rijswijk
B3300
F08140
2880
3500
9840
8370
8380
8380
8000
8340
8340
8340
8420
8300
8300
8400
8000
8500
9600 8830
Postcode
Fax.
Antwerpen
Tongeren
Brussel
Veurne
Leuven
Mechelen
Hasselt
Gent
Brugge
Brugge
Brugge
Brugge
Brugge
Brugge
Brugge
Oostende
Brugge
Brugge
Oostende
Brugge
Kortrijk
Oudenaarde Kortrijk
RPR
BE 0462 215 688
BE 0472 348 131
ABN 43 064 965 279
NL001691314B01
GB 119 588 828
DE 121 323 772
BE 0434 815 960
BE 0416 835 625
NL801828272B01
NL001193983B01
BE 0400 925 645
FR30351838115
BE 0465 968 994
BE 0452 031 579
BE 0869 763 069
BE 0419 779 772
BE 0429 466 906
BE 0865 048 275
BE 0448 661 127
BE 0406 221 746
BE 0529 195 673
BE 0437 640 442
BE 0422 632 859
BE 0458 611 248
BE 0427 827 111
BE 0447 241 165
BE 0405 134 950
BE 0884 035 729
BE 0866 105 377 BE 0589 644 786
Ondernemingsnr.
4 Enkele klanten
proefversie
15
proefversie
5
Personeel
■ 1 Organisatieschema van de onderneming Zaakvoerder Lucas Bonneval
Aankoopmanager
Productiemanager
Verkoopmanager
Administratief manager A
Hendrik Delbeke
Victor Decrane
Emma Debrabander
Margot Casneuf
Aankoopmedewerker
Arbeiders
Louise Van Holme
Commercieel Medewerker binnendienst
Lars Van Gerben Cedric Van Linden
Boekhouding Simon Beckevoort
Emile Beck
Lotte Caudron
Receptie Verkopers winkel Pauline Lambert Elodie Barry Nina Wibo
Verkopers buitendienst Francis Carson
■ 2 Personeelsgegevens Naam
Adres
Bedienden Lucas Bonneval Emma Debrabander Victor Decrane Hendrik Delbeke Margot Casneuf Louise Van Holme Emile Beck Elodie Barry Nina Wibo
Molenweg 42 Molenweg 42 Moerdijkstraat 79 Cathilleweg 53 Dyver 14 Groenerei 3 Portiekenlaan 85 Duinenstraat 3 Hoornstraat 65
8340 8340 8480 8490 8000 8000 8434 8450 8340
Francis Carson Simon Beckevoort Pauline Lambert
Zandvoordestraat 17 A. Vermeylenstraat 6 Veldhoekstraat 23
Arbeiders Lars Van Gerben Cedric Van Linden Lotte Caudron
Stationstraat 71 Pastoriestraat 21 Rijselstraat 35
16
Brutowedde
Gezinstoestand
Schaal
Damme Damme Ichtegem Jabbeke Brugge Brugge Westende Bredene Moerkerke
3 920,00 EUR 3 480,00 EUR 3 150,00 EUR 2 980,00 EUR 2 875,00 EUR 2 195,00 EUR 1 983,00 EUR 1 950,00 EUR 1 878,00 EUR
2 kinderen 0 4 kinderen 2 kinderen 1 kind 3 kinderen 0 0 0
1 1 2 1 alleen 2 alleen alleen alleen
8460 8400 8020
Oudenburg Stene Waardamme
2 320,00 EUR 2 050,00 EUR 1 780,00 EUR
3 kinderen 2 kinderen 1 kind
2 1 alleen
8470 8200 8340
Gistel Sint-Michiels Sijsele
15,00 EUR 13,00 EUR 14,00 EUR
3 kinderen 2 kinderen 0
2 1 alleen
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
2
DE SOCIALE VERSTANDHOUDING
1
Sociaal overleg
Het overleg in de groep van 10 over een nieuw interprofessioneel akkoord leek de goede kant op te gaan, tot het vastliep op de gevraagde lastenverlagingen door de werkgevers. De regering heeft onmiddellijk een bemiddelingsinitiatief genomen. Het punt waarover nu nog onenigheid bestaat, is de globale arbeidskost. De vakbonden willen ruimte voor een loonsverhoging, terwijl de werkgevers een verlaging van de loonkosten willen om de stijging van de lonen te compenseren. Volgens de eerste minister is dat een ‘legitieme vraag’, maar moet een akkoord ook financieel haalbaar zijn.
‹ 1 2 3 4 5 6 7
Verkenning Wat betekent volgens jou het woord ‘interprofessioneel’? Over welke lastenverlaging gaat het hier? Waaruit bestaat de arbeidskost? Geef een ander woord voor ‘legitiem’. Welke van deze logo’s behoren toe aan werknemersorganisaties? Wat is hun maatschappelijke strekking? Welke van deze logo’s behoren toe aan werkgeversorganisaties? Surf naar http://www.acv-online.be. Selecteer Sociaal overleg g en geef twee voorbeelden van sociale overlegorganen. Leg uit wat hun taak is.
‹‹
Ter zake
1 Sociale overlegniveaus
Het sociaal overleg heeft op verscheidene niveaus plaats. Algemene sociale belangen zoals arbeidsduur en de bescherming van het loon worden op nationaal niveau onderhandeld. Daarnaast is er specifieker sociaal overleg per bedrijfstak in de paritaire comités en op ondernemingsniveau. Sociaal overleg op nationaal niveau : interprofessionele akkoorden, Nationale Arbeidsraad (NAR), Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) Sociaal overleg op sectoraal niveau per paritair comité (bedrijfstak) Sociaal overleg op ondernemingsniveau
De h@ndel en wij 6.2
17
proefversie
2 Interprofessioneel akkoord met de sociale partners
Om de 2 jaar is er een formeel overleg tussen vakbonden en werkgevers, de sociale partners. Deze groep voert dan besprekingen met het oog op het afsluiten van een interprofessioneel akkoord. Een interprofessioneel akkoord (IPA) legt regelingen vast die gelden voor alle sectoren, bijvoorbeeld op gebied van vorming en gewaarborgd minimumloon en tekent een kader uit voor verdere aanvullende besprekingen in de sectoren. Rond grote sociaaleconomische thema’s zet deze groep krachtlijnen uit en vraagt inspraak als in bepaalde materies politieke keuzes gemaakt worden. Ook de bepaling van de loonnorm maakt een belangrijk onderdeel uit van het interprofessioneel akkoord. De loonnorm is de maximum loonstijging voor de komende twee jaar om concurrentieel te kunnen blijven met de naburige landen. De sociale onderhandelingen die later per sector gevoerd worden, zijn altijd gebonden door de overeenkomsten vastgelegd door de sociale partners of de ‘Groep van 10’. De akkoorden die gemaakt worden in deze vergadering hebben dus een weerslag op elke werknemer in de Belgische privésector. De ‘Groep van 10’ bestaat in werkelijkheid uit 11 personen:
t t t t t t t
2 vertegenwoordigers van het ACV 2 vertegenwoordigers van het ABVV 1 vertegenwoordiger van het ACLVB 3 vertegenwoordigers van het VBO 1 vertegenwoordiger van UNIZO 1 vertegenwoordiger van Union des Classes Moyennes 1 vertegenwoordiger van de Belgische Boerenbond.
De vergaderingen van deze groep worden voorgezeten door de voorzitter van het VBO die niet wordt gerekend bij de 10. Het gaat om een rechtstreeks overleg tussen vakbonden en werkgevers. Als deze groep geen akkoord bereikt, komt de regering soms preventief of achteraf tussen om maatregelen te ondersteunen die een akkoord dichterbij kunnen brengen.
3 De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB)
De CRB verstrekt adviezen of formuleert voorstellen aan een minister of aan het parlement over vraagstukken die verband houden met het bedrijfsleven. De CRB doet dit op vraag of uit eigen initiatief. De CRB is samengesteld uit 50 leden. Als er verschillende standpunten zijn, moeten die in het advies tot uiting komen.
18
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
Daarnaast moet de CRB, samen met de NAR, twee keer per jaar (voor 31 januari en voor 31 juli) een omstandig verslag uitbrengen over de ontwikkeling van de loonkost in België en in de drie buurlanden. Het CRB-rapport dient als basis voor het volgende interprofessioneel overleg. De Centrale Raad houdt rekening met een aantal elementen om de economie en de werkgelegenheid veilig te stellen. Zo is het noodzakelijk het beroepstraject van werknemers goed op te volgen, van het begin tot het einde van de loopbaan. Dat vergt bijvoorbeeld een goede initiële opleiding, door een betere aansluiting van technisch en beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt. Vorming tijdens de loopbaan blijft eveneens cruciaal. Ook zijn er maatregelen nodig die gezin en werken met elkaar verzoenen. Om de economie structureel te vernieuwen is er nood aan ondernemerschap, innovatie en internationalisering.
4 De Nationale Arbeidsraad
De NAR heeft de volgende bevoegdheden. t De eerste en belangrijkste bevoegdheid is het uitbrengen van adviezen of het formuleren van voorstellen over sociale vraagstukken, aan de Belgische regering en/of het parlement. t Daarnaast geeft de NAR adviezen over bevoegdheidsconflicten tussen paritaire comités. t De NAR is ook gemachtigd collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten voor het geheel van de economische bedrijvigheid of voor een van de bedrijfstakken. t Bovendien heeft de NAR krachtens diverse wetten de opdracht adviezen te geven of voorstellen te doen vooraleer uitvoeringsbesluiten worden aangenomen voor het individueel en collectief arbeidsrecht (arbeidsduur, arbeidsovereenkomsten, bescherming van het loon ...) en voor het socialezekerheidsrecht (onderwerping aan de sociale zekerheid, begrip loon waarop bijdragen verschuldigd zijn, pensioenen ...). De NAR en de CRB zijn federale organen. Zij onderhouden contacten met de regionale sociaaleconomische instellingen. Dat zijn de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), de Conseil économique et social de la Région wallonne (CESRW), de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Economische en Sociale Raad van de Duitstalige Gemeenschap.
5 Sociaal overleg in de paritaire comités Per bedrijfstak bestaat er een paritair comité (PC) dat samengesteld is uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers. Zij hebben als opdracht: t collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten, geldig voor dat paritair comité t geschillen tussen werkgevers en werknemers te voorkomen of bij te leggen t de regering en de NAR te adviseren.
De h@ndel en wij 6.2
19
proefversie
Op de loonfiche staat het nummer van het paritair comité vermeld dat voor de werknemer van toepassing is. Enkele voorbeelden: PC 226: Paritair comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek PC 330: Paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten PC 218: Aanvullend nationaal paritair comité voor de overige 300 000 bedienden.
6 Sociaal overleg in de ondernemingen In ondernemingen met 50 werknemers of meer is men verplicht een Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk op te richten. Hierin zetelen evenveel vertegenwoordigers van de directie als van het personeel. Ze bespreken de arbeidsomstandigheden in de onderneming, de verbetering van de hygiëne en de inrichting van de werkplaatsen. Ze nemen preventieve maatregelen ter voorkoming van arbeidsongevallen of beroepsziekten. In ondernemingen met 100 werknemers of meer is men verplicht een ondernemingsraad op te richten, met evenveel vertegenwoordigers van directie als van personeel. De ondernemingsraad wordt betrokken bij het personeelsbeleid, de arbeidsvoorwaarden, de financiële en economische toestand van de onderneming. Het zijn de vakbondsafgevaardigden die de belangen verdedigen van de personeelsleden die bij die vakbond zijn aangesloten. Bij sociale verkiezingen worden de vakbondsafgevaardigden verkozen. Een vakbondsafgevaardigde wordt in de volksmond ook wel genoemd met het Franse woord ‘délégué’.
7 Collectieve arbeidsovereenkomsten Het sociaal overleg op nationaal niveau, op het niveau van het paritair comité of in de onderneming mondt uit in het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Dit zijn akkoorden die gesloten worden tussen de vakbonden en de vertegenwoordigers van de werkgevers. In deze akkoorden worden rechten en plichten van werknemers en werkgevers opgenomen zoals verloning, arbeidsduur, de duur van de vakantie, opleiding, voorwaarden voor schorsing van de arbeidsovereenkomst bijvoorbeeld voor tijdskrediet …
20
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
Cao’s kunnen op drie verschillende niveaus gesloten worden:
Intersectorale cao’s geldig op nationaal niveau met de Nationale Arbeidsraad (NAR) Sectorale cao’s geldig op sectoraal niveau per paritair comité (bedrijfstak) Ondernemingscao’s geldig op ondernemingsniveau
UIT DE PRAKTIJK UNIZO en de bij haar aangesloten beroepsorganisatie van zelfstandige voedingswinkels VDV, betreuren de keuze van Carrefour om haar Brugse hypermarkt te laten opnemen in het paritair comité nr. 202.01. “Onder dat paritair comité vallen de werknemers van zelfstandige supermarkten, niet die van de grootwinkelbedrijven.” UNIZO en VDV beklemtonen dat de fundamentele oorzaak van deze keuze ligt bij de almaar grotere druk op de winstmarges in de voedingsdistributie en de almaar scherpere prijsconcurrentie waardoor de rendabiliteit en op termijn de werkgelegenheid in de sector wordt aangetast. Carrefour laat zijn nieuwste hypermarkt in Brugge ressorteren onder het paritair comité 202.01. Dat comité is bestemd voor zelfstandige supermarkten. De grootwinkelbedrijven behoren tot het paritaire comité 312. Het PC 202.01 voor de zelfstandige supermarkten werd destijds precies opgericht omdat de kleine zelfstandigen niet de financiële mogelijkheden hebben om dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden te onderhandelen als de supermarkten die eigendom zijn van grote concerns, vaak internationaal actief. UNIZO en VDV beklemtonen begrip te hebben voor de moeilijke situatie waarmee de voedingsdistributie tegenwoordig kampt. De zeer scherpe prijsconcurrentie tussen de grote concerns maakt de winstmarge zeer klein. Als de loon- en arbeidsvoorwaarden toegestaan in het paritair comité nr. 312 voor de grootwinkelbedrijven nu te duur blijken, moet dat door de patroons en de vakbonden van dat betrokken paritair comité opnieuw worden bekeken, zegt UNIZO en VDV. De sociale partners in de detailhandel kozen destijds, rekening houdend met de grootte en de aard van de diverse ondernemingen in de sector, bewust voor verschillende paritaire comités. UNIZO en VDV willen dat zo houden. Zo blijft een correcte concurrentie verzekerd en wordt er rekening gehouden met de commerciële machtsverhoudingen in de distributie. Overigens wijst UNIZO erop dat Carrefour zijn belofte niet waarmaakte. Bij de aanvraag voor het bekomen van een socio-economische vergunning tot het openen van de nieuwe hypermarkt in Brugge, stelde Carrefour, in het kader van de zogenoemde Ikea-wet, 165 voltijdse jobs in het vooruitzicht. In realiteit zijn er 120. UNIZO had zich verzet tegen de komst van de nieuwe hypermarkt in Brugge onder meer omwille van de ‘overschatte tewerkstelling’. De overheid kende toch een vergunning toe. Bron: http://www.unizo.be
De h@ndel en wij 6.2
21
proefversie
Opdracht 1 Voor wie is het paritair comité 202.01 bestemd? 2 Voor wie is het paritair comité 312 bestemd? 3 Waarom werden in de voedingsdistributie deze twee verschillende paritaire comités opgericht? 4 Wat betekent ‘ressorteren’? 5 Waarom heeft Carrefour ervoor gekozen om de hypermarkt in Brugge te laten ressorteren onder PC 202.01? 6 Wie bedoelt men met ‘patroons’? 7 Zoek via het internet wat de ‘Ikea-wet’ inhoudt.
2
Loonvorming
De afgelopen 40 jaar nam de inflatie in totaal met 400 procent toe, terwijl indexaanpassingen de lonen slechts lieten stijgen met 360 procent. De loonevolutie op basis van de index volgt dus niet langer de inflatie. Dat is de conclusie van een onderzoek van SD Worx naar de evolutie van de indexaanpassingen in het ‘PC 218’, het aanvullend paritair comité bedienden waaronder meer dan 300 000 werknemers vallen. De conclusie is verwonderlijk omdat België een automatisch loonindexeringsmechanisme kent waarbij de lonen op regelmatige tijdstippen worden aangepast aan de levensduurte. De verklaring ligt in de maatregelen die werden genomen om de stijging van de lonen te vertragen. De bekendste maatregel is wellicht de invoering van de gezondheidsindex in 1994. Daarbij werden een aantal producten zoals tabak, alcohol, benzine en diesel uit de indexkorf gehaald. Bovendien geldt sinds de jaren tachtig een viermaandelijks gemiddelde van de prijzen als basis. Lonen worden dus niet gekoppeld aan de index zelf maar aan een rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers van de voorbije vier maanden. Dat veroorzaakt een uitvlakking van plotse prijsopstoten. Daarnaast heeft de overheid in het verleden een paar keer een tijdelijke blokkering van de loonindexering opgelegd. Bron: Trends
‹
1 2 2.1 2.2 3 3.1 3.2 3.3 4 4.1 4.2 4.3
22
Verkenning Surf naar www.sfonds218.bee > NL. Bij welke organisatie kom je terecht? Kies ANPCB - PC 218. Waarvoor staan de letters ANPCB? Waarvoor staan de letters PC? C Hoeveel bedrijven vallen onder het PC 218? Kies CAO’s / Barema’s > CAO-teksten > CAO 28 september 2009 – Beroepsindeling > Hoofdstuk II Beroepsindeling. In welke vier klassen worden de functies van de bedienden ingedeeld? Waarop is de indeling gebaseerd? Wat is het doel van deze indeling? Keer terug naar CAO’s / Barema’s. Kies Barema’s. Kies Loonschaal I vanaf de datum die het dichtst bij de huidige datum ligt. Met welke indexcoëfficiënt is deze loonschaal verhoogd? Keer terug naar de overzichtspagina van de barema’s. Kies Loonschaal I van de voorgaande periode. Hoe groot was de indexcoëfficiënt toen? Kies op de overzichtspagina Loonschaal II. Wat is het verschil tussen loonschaal I en loonschaal II?
De h@ndel en wij 6.2
‹‹
proefversie
Ter zake
1 Loonbarema’s
De brutobezoldiging wordt in de arbeidsovereenkomst bepaald rekening houdend met de minima opgenomen in de cao’s. Deze gewaarborgde minimumlonen worden opgelijst in loonschalen of loonbarema’s per kwalificatie- en functieniveau en naargelang van de anciënniteit en de nuttige beroepservaring. Aan elke klasse is een bepaald loon verbonden zodat complexere jobs ook beter bezoldigd worden. Sinds 1 januari 2009 mag het criterium ‘leeftijd’ geen rol meer spelen in de bepaling van het loon. Alle cao’s die loonbarema’s bevatten op basis van leeftijdsverschillen moeten worden aangepast. Anciënniteit mag dan niet meer worden bepaald op basis van de leeftijd maar wel op basis van de functie, de kwalificaties en de nuttige beroepservaring. De loonbarema’s zijn als minimumgrenzen ingevoerd om uitbuiting op de arbeidsmarkt te voorkomen. Het zou sociaal onverantwoord zijn om op de arbeidsmarkt de loonvorming volledig te laten afhangen van vraag en aanbod. Zonder minimumgrens zou de koopkracht van de werknemers in tijden van overaanbod op de arbeidsmarkt niet meer gewaarborgd zijn.
2 Indexering van de lonen 1 Begrip indexcijfer Een indexcijfer is een getal dat de verhouding weergeeft tussen de waarde van een grootheid, bijvoorbeeld huidig prijsniveau of nationaal inkomen, in een bepaalde periode en de waarde van die grootheid in de basisperiode. Deze basisperiode wordt steeds gelijkgesteld aan 100. Dit maakt de interpretatie van het indexcijfer bijzonder gemakkelijk. Indexcijfer =
waarde in de huidige periode
x 100
waarde in de basisperiode Voorbeeld: De prijs van een fiets stijgt van 600,00 EUR naar 690,00 EUR. Indexcijfer =
690
x 100 = 115
600 Het indexcijfer laat zien dat de prijs met 15 % is gestegen in vergelijking met de basisperiode. Over de index zegt men dat deze is gestegen met 15 punten. Is de huidige waarde gedaald tegenover de basisperiode, dan is het indexcijfer lager dan 100. De basisperiode kan het vorige jaar zijn ingeval van jaarlijkse indexcijfers, maar men kan ook een basisjaar aannemen van een aantal jaren geleden. In dat geval geeft het indexcijfer een evolutie weer over meerdere jaren.
2 Indexcijfer van de consumptieprijzen Om de algemene prijsevolutie te kunnen meten, werd een grote korf van goederen en diensten samengesteld die een vrij goede weerspiegeling zijn van het gezinsverbruik. Van deze korf goederen worden alle prijzen opgevolgd. De prijsevolutie van deze korf goederen en diensten wordt uitgedrukt ten opzichte van een basisperiode in de vorm van een indexcijfer. Dit noemen we het indexcijfer van de consumptieprijzen.
De h@ndel en wij 6.2
23
proefversie
Voorbeeld: Het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basisjaar 2004 bedroeg in januari 2011 115,66. Tussen 2004 en 2011 is de index gestegen met 15,66 punten. Dit betekent dat het algemene prijspeil gemiddeld met 15,66 % is gestegen tussen 2004 en 2011.
3 Indexering van de lonen: behoud van koopkracht Om de koopkracht van de werknemers te kunnen behouden, is het noodzakelijk dat de lonen mee evolueren met het verloop van het algemeen prijspeil. Zoniet kunnen we, bij stijgende prijzen, met hetzelfde loon steeds minder kopen. Het indexeren van de lonen betekent dus aanpassing of koppeling van de lonen aan het algemeen prijspeil, gemeten door de index. Vroeger gebruikte men hiervoor het indexcijfer van de consumptieprijzen, maar al geruime tijd wordt hiervoor de gezondheidsindex gehanteerd. De gezondheidsindex wordt gelijkaardig berekend als het indexcijfer van de consumptieprijzen en meet ook de prijsevolutie van een 500-tal producten en diensten, maar dan met uitzondering van benzine, diesel, alcohol en tabak. In perioden van hoge benzine- en dieselprijzen neemt het verschil tussen de beide indexen toe. De werknemer lijdt dan koopkrachtverlies voor wat de prijsstijging betreft van benzine en diesel. Naar het werk rijden met de auto wordt dan echt duurder zonder compensatie in het loon. Dit was bijvoorbeeld het geval in augustus 2008. Het indexcijfer van de consumptieprijzen bedroeg toen 112,18, terwijl de gezondheidsindex slechts 110,88 was.
4 Indexeringsmechanismen Voor de ambtenaren is de koppeling van de lonen en wedden aan de index bij wet geregeld. In de privésector is de indexaanpassing van de bezoldigingen sectoraal geregeld. De sectoren hebben in hun paritaire comités cao’s afgesloten waarin de modaliteiten van hun indexmechanisme vastgelegd zijn. De formules van indexering kunnen daarom nogal verschillen. Er zijn twee soorten formules. t Men kan de lonen – net zoals bij de ambtenaren – indexeren met een vast percentage (bv. 2 %) telkens als een referte-index of spilindex is overschreden. Bij hoge inflatie kan dit leiden tot meerdere indexeringen op een jaar. t Men voert de indexering door op een vast tijdstip maar met een niet vooraf gekend percentage. Voor de werknemers van PC 218 gebeurt de indexaanpassing telkens op 1 januari op basis van gemiddelde indexcijfers over verschillende maanden. Hoge inflatie kan hierdoor worden gecompenseerd door lagere inflatie. Op die manier wordt de indexaanpassing afgevlakt. Voorbeeld: Indexering van loonbarema in PC 218 voor klasse D. Op 1 januari 2011 werd een loon van 1 708,39 EUR geïndexeerd met 2,49 % tot 1 750,93. Ook sociale uitkeringen zoals pensioenen worden geïndexeerd als de spilindex wordt overschreden want ook voor deze categorie van personen neemt de levensduurte toe.
5 Gevaren van de loonindexering Voor de werkgever houdt indexering een stijging in van de loonkosten, die hij op zijn beurt in zijn verkoopprijzen zal doorrekenen. Op die manier stijgt het prijspeil opnieuw en dringt een volgende indexering van de lonen zich op. Het gevaar bestaat dat hierdoor een inflatoire spiraal kan optreden. Maatregelen zoals de invoering van de loonnorm proberen deze spiraal te stoppen.
24
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
IN DE PRAKTIJK
Bereken het indexcijfer bij een prijsdaling van gsm’s van 140,00 EUR naar 105,00 EUR.
3
Sociale zekerheidsstelsels
De sociale zekerheid is al langer een pijnpunt in de Verenigde Staten. ‘Elk ziekenhuis in Amerika heeft de plicht om te helpen bij een acuut probleem’’, zegt professor Kristiaan Versluys, hoogleraar Amerikaanse cultuur aan de universiteit Gent. ‘Maar als je geen verzekering hebt, kun je nergens terecht met een niet-acuut probleem. Je kunt bijvoorbeeld niet op controle bij de gynaecoloog als je zwanger bent, of naar de huisarts met pijn in je borst. Pas bij een hartaanval word je geholpen.’ Vijfenveertig miljoen Amerikanen hebben geen ziekteverzekering. Omdat de ziekteverzekering in de Verenigde Staten gekoppeld is aan een job, zijn het vooral de werklozen die niet verzekerd zijn. ‘Geen inkomen en geen verzekering: een drama als je ziek wordt’: Maar Amerikanen zijn erg individualistisch en de Republikeinen willen de verplichte ziekteverzekering, die president Obama met zo veel moeite door het congres liet bekrachtigen, aanvechten. Bron: Het Nieuwsblad
‹
Verkenning
1 2
Vergelijk het systeem van ziekteverzekering in de VS met onze ziekteverzekering in België. Surf naar http://www.eerste-job.stepstone.be. Selecteer onder Werken in het buitenland > Nederland. Welk tweevoudig sociaal zekerheidsstelsel bestaat er in Nederland? 3 Wat is het nadeel van dit tweevoudig sociaal stelsel? 4 Wat is het verschil met het Belgische sociaal zekerheidsstelsel? 5 Surf naar www.guidesantefrancobelge.eu/BE. Kies Het gezondheidssysteem begrijpen … in Frankrijk. Kies onder De sociale bescherming voor Verdere info. 5.1 Voor welke doelgroep bestaat er een sociaal stelsel in Frankrijk? 5.2 Zijn de uitkeringen in Frankrijk hoger of lager dan in België? Verklaar.
‹‹
Ter zake
In de Verenigde Staten is de ziektekostenverzekering vooral in handen van privéverzekeringsmaatschappijen. De hoge premies die zij vragen voor het verzekeren van risico’s zijn voor velen onbetaalbaar en zeker voor mensen zonder werkgever. Enkel Amerikanen met een job in een grote onderneming hebben het voordeel dat de werkgever instaat voor de betaling van de ziektekostenverzekering. Ook gepensioneerden in de VS moeten vaak bijklussen om het hoofd boven water te kunnen houden. President Obama liet de verplichte ziekteverzekering voor 32 miljoen Amerikanen door het Congres bekrachtigen. De Republikeinen stemden massaal tegen het wetsontwerp en blijven tegenwind bieden. In Europa en zeker in België hebben wij een veel beter verzorgingsmodel, dat gesteund is op solidariteit van de bedrijven en de burgers met een beroepsinkomen. Zij moeten sociale zekerheidsbijdragen betalen om de medeburgers te helpen die niet actief zijn of die extra financiële middelen nodig hebben. Ook de overheid financiert voor een deel de sociale zekerheid.
De h@ndel en wij 6.2
25
proefversie
Schematische voorstelling van de Sociale Zekerheid in België: Werkgevers
Overheid
Werkgevers- en Werknemersbijdragen
Subsidies
RSZ
Verdelings- en uitbetalingsinstellingen
Vakantiegeld
Kinderbijslag Werknemers met kinderen ten laste
Zieken en invaliden
Arbeiders *
Vergoeding bij ziekte of invaliditeit
Uitkering bij arbeidsongeval of beroepsziekte Slachtoffers van arbeidsongeval of beroepsziekte
Pensioenen
Vergoedingen
Pensioengerechtigden
Werklozen
Werkloosheidsuitkering
Uitkeringen
* Het vakantiegeld voor bedienden wordt rechtstreeks uitbetaald door de werkgever en dus niet door de RSZ.
In België dekt de overheid meer dan één vierde van de uitgaven van de sociale zekerheid. Deze bijdrage van de overheid neemt alsmaar toe. Met de toenemende vergrijzing wordt dit op termijn een onhoudbare situatie. Andere Europese landen zijn in vergelijking met België minder vrijgevig met de terugbetaling van ziektekosten. Ze voorzien enkel een terugbetaling voor uitzonderlijke medische kosten. Veel landen beperken ook de werkloosheidsvergoeding in de tijd.
26
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
UIT DE PRAKTIJK
Kosten voor sociale zekerheid moeten omlaag in België
BRUSSEL - De loonkosten in België moeten omlaag als ons land zijn competitiviteit wil behouden of verbeteren. Een oplossing ligt in het afbouwen van de kosten voor sociale zekerheid en het afschaffen van de automatische loonindexering. Dat stelde de Amerikaanse Kamer van Koophandel in België (AmCham) bij de voorstelling van haar Foreign Investors’ Agenda (FIA). Haar voorstel om de loonindexering af te schaffen zal volgens AmCham de kosten voor de handel verminderen en tegelijk ondernemers meer ruimte geven om goede medewerkers te belonen. Uit de US Direct Investment Business Confidence Questionnaire blijkt dat de hoge loonkosten de belangrijkste reden zijn waardoor België buitenlandse investeringen misloopt. Bovendien is, volgens AmCham, de grote kloof tussen nettoloon en loonkost in ons land (ongeveer 50 procent bij de lagere lonen en meer bij de middelgrote en hoge lonen) ook nefast voor de motivatie van de werknemers. Verder raadt de Amerikaanse Kamer van Koophandel in België aan dat programma’s worden ingevoerd en uitgebreid die mensen moeten aanzetten ‘een jobzoekende houding’ aan te nemen in plaats van een ‘werkloosheidsstatus’. AmCham wil ook een terugkeer naar de 40-urige werkweek. Stages zouden volgens AmCham verplicht moeten zijn voor het merendeel van de studenten die na het secundair onderwijs verder studeren, zoals dat het geval is in Frankrijk en Duitsland. Tot slot vraagt AmCham ook nog meer uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling en het terugdringen van de administratieve rompslomp bij het ondernemen in België. Bron: De Standaard
Opdracht 1 Vertaal Foreign Investors’ Agenda. Wat kan de bedoeling hiervan zijn? 2 Wat is volgens AmCham de belangrijkste reden waarom buitenlandse investeerders niet naar België komen? 3 Hoe groot is procentueel het verschil tussen de loonkost voor het bedrijf en het nettoloon dat de werknemer krijgt? 4 Waarom zijn volgens jou stages voor jonge mensen interessant? 5 Geef een concreet voorbeeld van administratieve rompslomp. 6 Verklaar waarom juist AmCham pleit voor het afschaffen van de loonindexering.
De h@ndel en wij 6.2
27
?
proefversie
Test je kennis 1 Wat betekent ‘loonnorm’? 2 Wat is de bedoeling van een IPA?
3 Geef een andere benaming voor de Groep van 10. 4 Tekst CAO van 24 februari 2010 over de bijdrage in de vervoerkosten
Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden
Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2010
Commission paritaire nationale auxiliaire pour employés
Convention collective de travail du 24 février 2010
Betreffende bijdrage in de vervoerskosten Concernant l’intervention dans les frais de transport
HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied
CHAPITRE Ier – Champ d’application
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden behoren.
Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs et employés des entreprises relevant de la compétence de la Commission paritaire nationale auxiliaire pour employés
Onder "bedienden" wordt verstaan, de mannelijke On entend par "employés", les employés et les en vrouwelijke bedienden. employées. Art. 2, § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de bedienden die hun eigen vervoermiddel gebruiken en wier jaarlijkse brutobezoldiging de € 19.831,48 overschrijdt. Het bedrag van €19.831,48 wordt vanaf 1 juli 2010 op € 24.000 gebracht.
Art. 2, §1er. La présente convention collective ne s’applique pas aux employés qui utilisent leurs propres moyens de transport et dont la rémunération annuelle brute dépasse la somme de €19.831,48. A partir du 1er juillet 2010, le montant de € 19.831,48 sera augmenté jusqu’à € 24.000.
§ 2. De jaarlijkse brutobezoldiging dient berekend volgens bijlage 4 die bij deze overeenkomst is gevoegd; deze bijlage maakt integraal deel uit van onderhavige overeenkomst.
§ 2. La rémunération annuelle brute doit être calculée selon l’annexe 4 jointe à la présente convention; cette annexe fait partie intégrante de la convention.
HOOFDSTUK II – Gemeenschappelijk openbaar CHAPITRE II – Transports en commun publics treinvervoer par chemin de fer
28
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
Art. 3. Wat het door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen georganiseerde vervoer betreft, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van de in bijlage 1 toegevoegde tabel met forfaitaire bedragen, zoals bepaald in art. 3 van de cao 19 octies van 10 februari 2009 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Art. 3. En ce qui concerne le transport organisé par la Société nationale des Chemins de fer belges, l'intervention de l'employeur dans le prix du titre de transport utilisé est calculée sur la base de la grille de montants forfaitaires reprise en annexe 1, fixé par art. 3 de la CCT n° 19 octies du 10 février 2009 conclu au Conseil national du travail.
HOOFDSTUK III – Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer
CHAPITRE III – Transports en commun publics autres que les chemins de fer
Art. 4. Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, wordt de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 3 km, berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld volgens de hierna vastgestelde modaliteiten:
Art. 4. En ce qui concerne les transports en commun publics autres que les chemins de fer, l'intervention de l'employeur dans le prix des abonnements, pour les déplacements atteignant 3 km calculés à partir de la halte de départ, est déterminée suivant les modalités fixées ci-après:
a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van de bijlage 1 opgenomen tabel met forfaitaire bedragen, zonder evenwel 75% van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden;
a) lorsque le prix du transport est proportionnel à la distance, l'intervention de l'employeur dans le prix du titre de transport utilisé est calculée sur la base de la grille de montants forfaitaires reprise en annexe 1, sans toutefois excéder 75 % du prix réel du transport;
b) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 71,8% van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst berekend op basis van de in bijlage opgenomen tabel met forfaitaire bedragen voor een afstand van 7 km te overschrijden.
b) lorsque le prix est fixe quelle que soit la distance, l'intervention de l'employeur est déterminée de manière forfaitaire et atteint 71,8 % du prix effectivement payé par le travailleur, sans toutefois excéder le montant de l'intervention de l'employeur qui est calculée sur la base de la grille de montants forfaitaires reprise en annexe 1, pour une distance de 7 km.
HOOFDSTUK IV – Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer
CHAPITRE IV – Transports en commun publics combinés
De h@ndel en wij 6.2
29
proefversie
Art. 5. In geval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel wordt de bijdrage van de werkgever berekend op basis van de in bijlage 1 opgenomen tabel met forfaitaire bedragen.
Art. 5. Lorsque le travailleur combine le train et un ou plusieurs autres moyens de transport en commun public et qu'un seul titre de transport est délivré pour couvrir la distance totale - sans que dans ce titre de transport une subdivision soit faite par moyen de transport en commun public -, l'intervention de l'employeur est calculée sur la base de la grille de montants forfaitaires reprise en annexe 1.
Art. 6. In elk ander geval dat de werknemer meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in art. 5, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend:nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel waarvan de werknemer gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3, 4a, 4b en 5 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.
Art. 6. Dans tous les cas, autres que celui visé à l’article 5, où le travailleur utilise plusieurs moyens de transport en commun public, l’intervention de l’employeur pour l’ensemble de la distance parcourue est calculée comme suit : après que l’intervention de l’employeur, en ce qui concerne chaque moyen de transport en commun public qu’utilise le travailleur, a été calculée conformément aux dispositions des articles 3, 4a, 4b et 5 de la présente convention collective de travail, il y a lieu d’additionner les montants ainsi obtenus afin de déterminer l’intervention de l’employeur pour l’ensemble de la distance parcourue.
HOOFDSTUK V – Andere vervoermiddelen
CHAPITRE V – Autres moyens de transport
Art. 7, § 1. Voor de bedienden die hun eigen vervoermiddel gebruiken om zich te verplaatsen over een afstand gelijk aan of groter dan 3 km zijn de modaliteiten van de tussenkomst van de werkgevers als volgt bepaald:
Art. 7, § 1er. Pour les employés qui utilisent leurs propres moyens de transport pour se déplacer sur une distance égale ou supérieure à 3 km les modalités d’intervention des employeurs sont fixées comme suit:
a) bedoelde bedienden leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk of groter dan 3 km een ander dan gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van de woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; zij delen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mee;
a) les employés en cause présentent aux employeurs une déclaration signée certifiant qu’ils utilisent régulièrement, sur une distance égale ou supérieure à 3 km, un moyen de transport autre que public pour se déplacer de leur domicile à leur lieu de travail; ils signalent dans les plus brefs délais toute modification de cette situation;
b) de werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.
b) les employeurs peuvent à tout moment contrôler la réalité de cette déclaration.
30
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
§ 2. De bijdrage van de werkgevers is gelijk aan 50% van de prijs van een treinkaart geldig voor 1 maand in 2e klas voor het overeenstemmend aantal kilometers vermeld in de verklaring waarvan sprake in §1, a).
§ 2. L’intervention des employeurs est égale à 50 % du prix de la carte de train valable pour un mois en 2ème classe pour le nombre de kilomètres correspondant mentionné sur la déclaration dont question au § 1, a).
Art. 8. Het in aanmerking te nemen aantal kilometers wordt in gemeenschappelijk akkoord op ondernemingsvlak vastgesteld.In geval van betwisting wordt verwezen naar het Boek der wettelijke afstanden goedgekeurd bij koninklijk besluit van 15 oktober 1969 tot vaststelling der wettelijke afstanden, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 juli 1970.
Art. 8. Le nombre de kilomètres à prendre en considération est déterminé de commun accord au niveau de l’entreprise. En cas de litige, il y a lieu de se référer au Livre des distances légales , approuvé par arrêté royal du 15 octobre 1969 fixant les distances légales, publié au Moniteur belge du 10 juillet 1970.
HOOFDSTUK VI – Vervoer georganiseerd door de ondernemingen, met financiële deelneming van de bedienden of vervoer uitsluitend op eigen kosten georganiseerd door de ondernemingen, voor een gedeelte van het traject.
CHAPITRE VI – Transport organisé par les entreprises avec la participation financière des employés ou organisé par les entreprises à leur charge exclusive pour une partie du trajet
Art. 9. Ingeval het transport is georganiseerd door de werkgever, met de financiële deelneming van de bedienden, of indien de werkgever een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten heeft georganiseerd, dient, wat zijn bijdrage in de kosten van vervoer der werknemers betreft, een oplossing te worden gezocht die is ingegeven door de bepalingen van onderhavige overeenkomst.
Art. 9. Lorsque l’employeur organise le transport avec la participation financière des employés ou lorsque l’employeur organise une partie du trajet à ses frais exclusifs, il convient de rechercher, en ce qui concerne la participation de l’employeur aux frais de transport des travailleurs, une solution qui s’inspire des dispositions de la présente convention.
HOOFDSTUK VII – Terugbetalingstijdstip
CHAPITRE VII – Epoque de remboursement
Art. 10. De bijdrage van de werkgevers in de door de bediende gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden.
Art. 10. L’intervention de l’employeur dans les frais de transport supportés par l’employé sera payée une fois par mois.
HOOFDSTUK VIII – Modaliteiten van terugbetaling
CHAPITRE VIII – Modalités de remboursement
De h@ndel en wij 6.2
31
proefversie
Art. 11, § 1. De bedienden leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk aan of hoger dan 3 km een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; bovendien preciseren zij, indien mogelijk, het aantal effectief gereden kilometers. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede te delen.
Art. 11, § 1er. Les travailleurs présentent aux employeurs une déclaration signée certifiant qu’ils utilisent régulièrement, sur une distance égale ou supérieur à 3 km, un moyen de transport en commun public pour se déplacer de leur domicile à leur lieu de travail; en outre, ils précisent, si possible, le kilométrage effectivement parcouru. Ils signaleront dans les plus brefs délais toute modification à cette situation
§ 2. De werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.
§ 2. Les employeurs peuvent à tout moment contrôler la réalité de cette déclaration.
Art. 12, § 1. Wat het gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft zal de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten betaald worden op voorlegging van de vervoerbewijzen, uitgereikt door de NMBS en/of de andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.
Art. 12, § 1er. Pour ce qui concerne le transport public en commun l’intervention de l’employeur dans les frais de transport sera payée sur présentation des titres de transport, délivrés par la SNCB et/ou les autres sociétés de transport en commun public.
§ 2. Voor de bedienden die geen gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruiken, wordt de bijdrage enkel betaald voor de aanwezige werkdagen zonder andere modaliteiten.
§ 2. Pour les employés qui n’utilisent pas de moyens de transport en commun public, l’intervention s’effectue seulement pour les jours de présence au travail sans autres modalités.
HOOFDSTUK IX – Duur van de overeenkomst
CHAPITRE IX – Durée de la convention
Art. 13. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.Zij treedt in werking op 1 februari 2009 en kan, met een opzeggingstermijn van drie maanden, per aangetekende brief aan de voorzitter en aan de in het Aanvullend nationaal paritair comité voor bedienden vertegenwoordigde organisaties, door één der partijen worden opgezegd.
Art. 13. La présente convention collective de travail est conclue pour une période indéterminée. Elle entre en vigueur le 1er fevrier 2009 et peut être dénoncée par une des parties, moyennant un préavis de trois mois, par lettre recommandée à la poste adressée au président et aux organisations représentées au sein de la Commission paritaire nationale auxiliaire pour employés.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze gesloten op 4 juni 1991, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 november 1991(Belgisch Staatsblad van 20 december 1991)
Cette convention collective de travail remplace celle conclue le 4 juni 1991, rendue obligatoire par l’arrêté royal du 25 novembre 1991 (Moniteur belge du 20 décembre 1991).
4.1 Voor wie is deze CAO bestemd? 4.2 Voor welke categorie werknemers is deze CAO niet van toepassing? 4.3 Krijgt een werknemer die met de trein reist de volledige terugbetaling van het treinticket? Verklaar. 4.4 Hoe groot moet de afstand tussen werk en woonplaats minimaal zijn voor wie met ander openbaar vervoer reist dan de trein? 4.5 Betaalt de werkgever afzonderlijke vervoerbewijzen voor trein en tram terug? Verklaar. 4.5 Welke procedure dient gevolgd door werknemers die met hun eigen vervoermiddel naar het werk komen? 4.6 Hoe wordt de bijdrage in de vervoerkosten berekend voor werknemers die met een eigen vervoermiddel naar het werk komen? 4.7 Wanneer worden de bijdragen in de vervoerkosten uitbetaald?
32
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
5 Surf naar http://www.armoedebestrijding.be > feiten en cijfers. Kies onder Veelgestelde vragen voor Hoeveel bedragen de minimumuitkeringen en het minimumloon? 5.1 Wat is het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen voor een jongere vanaf 21 jaar voor het verrichten van een normale voltijdse arbeidsprestatie? 5.2 Krijgt de werknemer dit bedrag in handen? Verklaar. 5.3 Scrol naar beneden. Welke bedragen maken het verschil uit tussen het bruto maandinkomen en het netto maandinkomen? 6 Geef onder de vorm van een index de evolutie weer waarmee het nationaal product stijgt van 300 miljard EUR naar 315 miljard EUR. Controleer via berekeningen uit het hoofd of je resultaat klopt. 7 In het PC 218 zijn de lonen op 1 januari 2011 geïndexeerd met 2,49 %. Bereken het geïndexeerde loon voor 1 880,17 EUR. Maak de berekening in één bewerking. 8 Uittreksel uit een cao voor het paritair comité voor het vervoer en de logistiek Paritair comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de minimumuurlonen en koppeling van de lonen aan het gezondheidsindexcijfer in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten. HOOFDSTUK III. Koppeling van de lonen aan het gezondheidsindexcijfer Artikel 4. De aan de werklieden en werksters effectief betaalde lonen, alsmede de minimumlonen, worden gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer, maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Zij worden met 2 % verhoogd wanneer het referte-indexcijfer het spilindexcijfer verhoogd met 2 %, heeft bereikt of overschrijdt. Zij worden met 2 % verlaagd wanneer het referte-indexcijfer het spilindexcijfer verminderd met 2 %, heeft bereikt of lager ligt. Artikel 5. Het vermelde referte-indexcijfer is het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindexcijfers van (de laatste) vier opeenvolgende maanden en wordt berekend tot op 2 cijfers na de komma. Het spilindexcijfer is verhoogd met 2 % en bedraagt 112,72 (basis 2004 = 100). 8.1 Hoe evolueren de lonen in dit paritair comité indien het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindexcijfers van de laatste vier maanden 111,14 bedroeg? 8.2 Hoe evolueren de lonen in dit paritair comité indien het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindexcijfers van de laatste vier maanden 112,86 bedroeg? 8.3 Hoe evolueert in dit laatste geval het nieuwe spilindexcijfer? 9 In een huurcontract staat het volgende vermeld over de indexering van de huur: Jaarlijks op 1 februari zal de huurprijs van rechtswege en zonder verwittiging aangepast worden op basis van de schommelingen van het gezondheidsindexcijfer volgens de volgende formule: de basishuurprijs vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en dit bedrag gedeeld door het basisindexcijfer is gelijk aan de nieuwe huurprijs. Het basisindexcijfer is daartoe berekend en benoemd aan de gezondheidsindex van de maand januari 2008, zijnde 107,85. Bereken de huidige huurprijs voor de basishuur van 750,00 EUR. Zoek de gezondheidsindex op via www.mineco.fgov.be > NL > Statistieken & Analyses > Economie > Consumptieprijzen (CPI) > Consumptieprijsindex.
De h@ndel en wij 6.2
33
proefversie
10 Netto-indexering:
Hoe kunnen we de komende jaren de koopkracht garanderen en jobs redden? De oplossing zit vervat in één woord: netto-indexering. Volgens berekeningen van Trends kan de invoering van dit systeem tot 100 000 jobs redden. Het recentste rapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) toont aan dat er voor de komende twee jaar geen ruimte is voor echte loonsverhogingen. Zelfs de gewone indexering die de lonen aanpast aan de levensduurte, is er eigenlijk al te veel aan. Toch hoeft een absolute loonstop niet als de netto-index wordt ingevoerd. Concreet betekent de netto-index dat de indexaanpassing op het brutoloon bij een stijgende inflatie niet volledig wordt doorgerekend aan de bedrijven. Een indexaanpassing van twee procent houdt immers in dat het brutoloon met twee procent toeneemt, niet het nettoloon. Onderzoek van Unizo toonde aan dat met een bruto-indexering twee derde van het totale bedrag door de staat wordt afgeroomd. Het extraatje voor de werknemer beperkt zich dus tot een derde van de indexering. Bij een netto-indexering wordt de loonsverhoging aan de werknemer toegekend, maar verdwijnt de rest van het bedrag niet in de staatskas. Unizo pleitte een aantal maanden geleden al om het principe van de netto-index te laten spelen. De werkgeversorganisatie stelde vast dat door de hoge inflatie van begin dit jaar de indexering van de lonen ongeveer twee procent hoger zou uitvallen dan gepland. Die twee procent kost de Belgische privésector zo’n 2,7 miljard euro extra op een totale loonmassa van 133,7 miljard euro, inclusief sociale bijdragen, berekende Unizo. Amper 34 procent daarvan, of 900 miljoen euro, komt netto op de rekening van de werknemers. De rest, 1,8 miljard euro, vloeit naar de fiscus en de sociale zekerheid. Trends voerde simulaties uit door het principe van de netto-index toe te passen op de geplande indexeringen van 5,1 procent voor de komende twee jaar. Wat is de impact? Als we ervan uitgaan dat bij een indexering van de brutolonen gemiddeld twee derde naar de staatskas vloeit en een derde naar de werknemers, bedraagt de aanpassing van de nettolonen met deze loonnorm 1,7 procent. Twee derde of 3,4 % van de geplande loonnorm wordt dan niet doorgestort aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Dat is de facto een lastenverlaging voor de bedrijven. Dat heeft positieve effecten op de arbeidsmarkt. De Leuvense econoom Joep Konings berekende een paar jaar geleden dat een loonkostenstijging van een procent leidt tot een procent minder vraag naar arbeid. Volgens die regel betekent het niet doorvoeren van een loonkostenstijging van 3,4 % dat in twee jaar 98 600 jobs worden gered (of 3,4 procent van de 2,9 miljoen werknemers in de privésector). Niet onbelangrijk in deze economisch barre tijden. Bron: Trends
10.1 Wat is het verschil tussen een brutoloon en een nettoloon? 10.2 Wat houdt netto-indexering in? 10.3 Wat zijn de voordelen van een mogelijke netto-indexering?
34
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
11 Verklaring op eer
%LMODJH, ELMGHFROOHFWLHYHDUEHLGVRYHUHHQNRPVWYDQMDQXDUL LQ]DNHKHWZRRQZHUNYHUNHHUHQGHILQDQFLsOHELMGUDJHYDQGHZHUNJHYHU LQGHYHUYRHUVNRVWHQYDQGHZHUNQHPHUV
9(5./$5,1*23((5
1DDPHQYRRUQDDP $GUHV :RRQSODDWV ,NRQGHUJHWHNHQGH«««««««««««««««««««««««««««««YHUNODDURSPLMQHHU PLMUHJHOPDWLJYDQPLMQYHUEOLMISODDWVQDDUKHWZHUNWHEHJHYHQ - SHU««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««« - RYHUHHQDIVWDQGYDQ««««««««««NLORPHWHU ,NYHUELQGHUPLMWRHHONHZLM]LJLQJLQ]DNHSULYpYHUYRHUPLGGHOHQRIDIVWDQGRQPLGGHOOLMN DDQPLMQZHUNJHYHUEHNHQGWHPDNHQ 2SJHPDDNWLQRULJLQHOHH[HPSODUHQZDDUYDQppQYRRUGHZHUNJHYHUHQppQYRRUGH ZHUNQHPHU 7H«««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««« 2S«««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««« +DQGWHNHQLQJYDQGHZHUNQHPHU +DQGWHNHQLQJYDQGHZHUNJHYHU
We beschouwen de volgende situatie: Naam werkgever: Certina, Moeresteenweg 125, De Panne Naam werknemer: Victor Adriaans, Wulpendammestraat 17, 8620 Veurne De werknemer komt naar het werk met zijn eigen vervoermiddel en de afstand tussen De Panne en Veurne bedraagt 9,8 km (heen). Vul dit document in en onderteken het op de juiste plaats met de juiste namen.
De h@ndel en wij 6.2
35
proefversie
Na dit hoofdstuk kun je antwoorden op deze vragen Sociaal overleg 1 2 3 4 5 6 7
Geef een vijftal concrete voorbeelden van personen of instellingen die tot de sociale partners behoren. Welke overlegorganen functioneren er op de diverse niveaus? Illustreer voor elk overlegorgaan haar functie met een voorbeeld. Wat kan er in een interprofessioneel akkoord vastgelegd worden? Waarom is de loonnorm ingevoerd? Geef een drietal voorbeelden van thema’s waarover cao’s worden gesloten? Illustreer het belang van verloning volgens het correcte paritair comité aan de hand van een voorbeeld.
Loonvorming 8 9 10 11 12 13 14
Waarom werden loonbarema’s ingevoerd? Hoe worden, in het algemeen, indexcijfers berekend? Wat is het verschil tussen de consumptieprijsindex en de gezondheidsindex? Licht de toepassing van beide indexen toe met hun voor- en nadelen. Waarom worden lonen geïndexeerd? Geef twee voorbeelden van indexeringsmechanismen. Wat is het gevaar van loonindexering?
Sociale zekerheidsstelsels 15 16 17
36
Leg schematisch het sociaal zekerheidsstelsel in België uit. Geef een verschilpunt met het sociaal zekerheidsstelsel in de rest van Europa. Geef een verschilpunt met het sociaal zekerheidsstelsel in de Verenigde Staten.
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
3
HET SOCIAAL STATUUT VAN DE ZELFSTANDIGE
1
Zelfstandige in diverse vormen
Lucas Bonneval is zaakvoerder van Nougatine bvba. Hij heeft geen arbeidsovereenkomst met Nougatine. Hij is zelfstandige. Zijn echtgenote, Emma Debrabander, helpt continu in de zaak bij haar echtgenoot. Ze heeft een arbeidsovereenkomst met Nougatine. Zij is een loontrekkende of werknemer. Zij is geen zelfstandige.
‹
Verkenning
Surf naar http://www.belgium.bee > Nederlands > Economie > Onderneming > Oprichting > Zelfstandigen. 1 Waarin onderscheidt een zelfstandige zich vooral van een werknemer? 2 Geef een concreet voorbeeld waarbij het interessant is om zelfstandige te zijn in bijberoep. 3 Geef een concreet voorbeeld van een zelfstandig helper. 4 Waarom is het zo belangrijk dat de meewerkende echtgenoot ook sociale rechten heeft? 5 Geef drie concrete voorbeelden van zelfstandigen die geen handelszaak hebben, maar toch als zelfstandige worden beschouwd. Zoek eventueel voorbeelden in je eigen familie- of vriendenkring. Surf naar www.belgium.be > NL > Werk > Arbeidscontracten > Soorten contracten > Valse zelff 6 standigen. 6.1 Wat zijn schijnzelfstandigen? 6.2 Wat zijn de gevolgen van schijnzelfstandigheid?
‹‹
Ter zake
Het statuut ‘zelfstandige’ bestaat in diverse vormen. Zo kan iemand zelfstandige zijn in hoofdberoep of in bijberoep, in eigen naam of in een vennootschap, als hoofdzelfstandige, als zelfstandig helper of als meewerkende echtgenoot/wettelijk samenwonende partner. Zelfstandige in verschillende vormen Zelfstandige in hoofdberoep
Zelfstandige in bijberoep
Zelfstandige in eigen naam
Zelfstandige in een vennootschap
Hoofdzelfstandige
Zelfstandig helper Meewerkende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner
Het statuut ‘zelfstandige’ beperkt zich niet enkel tot de handelaars. Ook uitoefenaars van vrije beroepen, medische en paramedische beroepen of bestuurders in vennootschappen kunnen zelfstandig zijn. Zelfs een gepensioneerde kan een zelfstandige activiteit uitoefenen op voorwaarde dat het inkomen ervan binnen de wettelijke limieten blijft.
De h@ndel en wij 6.2
37
proefversie
1 Zelfstandige in hoofd- of in bijberoep
Bij de prille start van een zelfstandige activiteit is het vaak aan te raden om deeltijds de bestaande job als werknemer te behouden. Tijdens de uitbouw van de zelfstandige activiteit kan de kersverse zelfstandige dan nog rekenen op een vast deeltijds inkomen. Iemand kan slechts onder het statuut van zelfstandige in bijberoep vallen als hij gelijklopend met de zelfstandige activiteit: t loontrekkende of interimaris is, of tewerkgesteld is in het onderwijs zonder benoeming. Het aantal uren als loontrekkende of interimaris moet ten minste overeenkomen met een halftijdse job. t ambtenaar is. Als ambtenaar moet hij minstens 200 dagen ofwel 8 maanden per jaar werken en het gepresteerde werkrooster moet minstens overeenkomen met een halftijdse job. t benoemd onderwijzer is. De prestaties in het onderwijs moeten minstens 6/10 van een voltijds werkrooster bevatten. t werkloos is met een werkloosheidsuitkering en gemachtigd is om een zelfstandige titel uit te oefenen in bijberoep of op toevallige basis. t een uitkering geniet van een ziekenfonds en minstens voor 66 % ongeschikt bevonden is. De uitkering die hij ontvangt, is minstens gelijk aan het pensioen van een alleenstaande zelfstandige. De overheid kijkt scherp toe of de voorwaarden voor het statuut van zelfstandige in bijberoep vervuld zijn en treedt streng op tegen ‘schijnzelfstandigen’. Wie uitsluitend als zelfstandige werkt, is zelfstandige in hoofdberoep.
2 Zelfstandige in eigen naam of in een vennootschap Over de voor- en nadelen van het oprichten van een vennootschap hebben we het in een vorig hoofdstuk gehad. In een vennootschap kan de bedrijfsleider een zelfstandige zijn zoals de zelfstandige zaakvoerder in een bvba. Een bezoldigde zaakvoerder ontvangt maandelijks een vast loon. Bij de loonberekening worden er geen RSZ-bijdragen ingehouden. De zaakvoerder betaalt de socialezekerheidsbijdragen persoonlijk als zelfstandige. In grote kapitaalvennootschappen zoals een nv zal de bedrijfsleiding vaak een arbeidsovereenkomst hebben en worden ze, op sociaal vlak, niet beschouwd als zelfstandigen. De bestuurders of werkende vennoten van een vennootschap zijn wel onderworpen aan het sociaal statuut van de zelfstandigen. Eventueel zijn ze zelfstandige in bijberoep als ze nog een andere activiteit als loontrekkende uitoefenen.
3 Zelfstandig helper Wie regelmatig en meer dan 90 dagen per jaar een zelfstandige bij de uitoefening van zijn beroep helpt of vervangt zonder gebonden te zijn door een arbeidsovereenkomst, is een zelfstandig helper en is eveneens onderworpen aan het sociaal statuut van de zelfstandigen. Vaak zijn de zelfstandige helpers familieleden van de hoofdzelfstandige.
38
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
4 De meewerkende echtgenoot
Een persoon wordt beschouwd als meewerkende echtgenoot van een zelfstandige wanneer hij of zij: t partner is van een zelfstandige (via een huwelijks- of samenlevingscontract); t effectief zijn medewerking verleent; t geen inkomen uit een andere werkzaamheid heeft of geen vervangingsinkomen heeft dat recht geeft op sociale zekerheid (ten minste gelijk aan die van zelfstandigen). Sinds 1 juli 2005 wordt iedereen die gehuwd is of contractueel samenleeft met een zelfstandige beschouwd als een meewerkende echtgenoot. De meewerkende echtgenoot is persoonlijk onderworpen aan het volledige socialezekerheidsstelsel, tenzij de betrokkene een verklaring op eer aflegt dat hij of zij zijn of haar partner niet wezenlijk helpt in de zaak.
5 Schijnzelfstandigen Schijnzelfstandigen zijn werknemers die het statuut van zelfstandige hebben, hoewel ze in werkelijkheid een beroepsactiviteit uitoefenen onder het gezag van een werkgever. Dat betekent dat ze normaal gezien in loondienst zouden moeten zijn. Het gaat hier om sociale fraude die zware schade berokkent aan de solidariteit waarop ons systeem van sociale zekerheid is gebouwd. Deze vorm van sociale fraude wordt opgespoord door de overheid en zwaar bestraft. Door schijnzelfstandigen in te zetten, kunnen werkgevers bepaalde patronale lasten, die ze verschuldigd zijn in het kader van loondienst, ontlopen. Deze fraude maakt het ook mogelijk om te ontsnappen aan een reeks bepalingen die de werknemers beschermen. Voor werknemers heeft schijnzelfstandigheid een hele reeks gevolgen. Schijnzelfstandigen hebben geen recht op vooropzeg of op opzeggingsvergoedingen als hun overeenkomst wordt verbroken. Ook kunnen ze niet terugvallen op een gewaarborgd loon in periodes van arbeidsongeschiktheid door een ongeval of ziekte.
2
De sociale rechten en plichten van de zelfstandige
http://www.rsvz-inasti.fgov.be
De h@ndel en wij 6.2
39
‹
proefversie
Verkenning
Surf naar http://www.rsvz-inasti.fgov.be > Nederlands > Publicaties > Uw rechten en plichten (gratis) > Uw rechten en plichten. Rechtstreekse link: http://www.rsvz-inasti.fgov.be/nl/tools/publications/rights_obligations_nl.pdf Download de brochure en beantwoord de onderstaande vragen. 1 2 3 4 5 6 7 8
Binnen welke termijn moet een beginnende zelfstandige zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds? Bij welke andere organisatie moet de zelfstandige zich eveneens aansluiten? Hoe worden de sociale bijdragen van de zelfstandige bepaald? Met welke tussenpozen betaalt de zelfstandige de bijdragen? Op welke gezinsbijslagen heeft de zelfstandige recht? Op welke tegemoetkoming in de kosten voor geneeskundige verzorging heeft de zelfstandige recht? Zoek in de lijst van de bijlagen vijf namen van sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen. Surf naar www.zenito.be > Ondernemer > Aanvullend pensioen > Aanvullende verzekeringen. Geef twee voorbeelden van aanvullende sociale bescherming die de zelfstandige kan nemen.
‹‹
Ter zake
1 De sociale verplichtingen
Een zelfstandige is iemand die voor eigen rekening werkt en daarom zelf-standig, op eigen kracht, ervoor moet zorgen dat hij of zij sociale rechten opbouwt. Zelfstandigen moeten zelf het initiatief nemen om zich in orde te stellen met de sociale zekerheid. Dit in tegenstelling tot de werknemer bij wie de sociale-zekerheidsbijdragen automatisch worden berekend en ingehouden. De RSZ-bijdragen van de werknemer worden ingehouden op het brutoloon en de werkgever betaalt bovenop die brutolonen ook de patronale bijdragen (of ‘werkgeversbijdragen’). Een zelfstandige heeft de verplichting zich in te schrijven bij: t een ondernemingsloket t een ziekenfonds t een sociaal verzekeringsfonds Uiterlijk op de startdag van de zelfstandige activiteit moet de zelfstandige zich inschrijven bij een sociaal verzekeringsfonds. De starter kiest naar eigen goeddunken een sociaal verzekeringsfonds. Hij of zij kan kiezen voor een privéorganisatie als Xerius, Zenito, Acerta … of een bijkantoor van de overheidsinstelling, het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen). Wie op het ogenblik van de start van de zelfstandige activiteit niet is aangesloten, krijgt een aanmaning. Wie 30 dagen na de start nog altijd niet is aangesloten, riskeert een boete en wordt automatisch lid van de Nationale Hulpkas van het RSVZ.
40
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
Een zelfstandige is wettelijk verplicht om per kwartaal sociale bijdragen te betalen. Het sociaal verzekeringsfonds rekent voor de zelfstandige uit hoe hoog die bijdrage moet zijn, afhankelijk van het inkomen van de zelfstandige. Het sociaal verzekeringsfonds int de sociale bijdragen bij de zelfstandige en stort ze vervolgens door naar het RSVZ. De sociale bijdragen van zelfstandigen worden berekend op het netto bedrijfsinkomen van drie jaar geleden. Dat is het bruto inkomen verminderd met bedrijfskosten en eventuele verliezen. De eerste drie jaar betaalt de startende zelfstandige een voorlopige bijdrage op basis van een minimuminkomen of op basis van een geraamd inkomen. Na het derde jaar worden de definitieve sociale bijdragen berekend en wordt er een correctie uitgevoerd op de voorlopige bijdragen. Ook zelfstandigen in bijberoep, zelfstandige helpers en meewerkende echtgenoten moeten sociale bijdragen betalen. Een vennootschap moet jaarlijks een sociale vennootschapsbijdrage betalen. Voorbeelden van sociaal verzekeringsfondsen zijn:
2 De sociale rechten Door het betalen van de sociale bijdragen bouwt de zelfstandige sociale rechten op in vijf sectoren. t Gezinsbijslag t Kraamgeld t Adoptiepremie t Kinderbijslag t Arbeidsongeschiktheid t Uitkering voor arbeidsongeschiktheid t Hulp van derden t Moederschapsuitkering t Alternatieve hulp t Adoptie-uitkering t Faillissementsuitkering t Rust- en overlevingspensioen
3 Bijdragen en bescherming In vergelijking met de werknemers zijn de sociale bijdragen voor zelfstandigen wat kleiner. Daardoor genieten zelfstandigen van minder sociale bescherming. De laatste jaren is de discriminatie tussen zelfstandigen en werknemers verminderd. Daartegenover staat een verhoging van de sociale bijdragen. Zowel de kwartaalbijdragen als de uitkeringsbedragen wijzigen geregeld. We verwijzen dan ook naar de publicaties van het RSVZ, het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, waar je de meest recente informatie kunt raadplegen. Het sociaal verzekeringsfonds berekent voor de zelfstandige de sociale bijdrage. Elk kwartaal stuurt ze de zelfstandige hiervoor een rekeninguittreksel met een uitnodiging tot betaling.
De h@ndel en wij 6.2
41
proefversie
Het is de vrije keuze van de zelfstandige om aanvullende verzekeringen aan te gaan ter bescherming van zijn of haar sociale rechten, zoals een aanvullende pensioenverzekering, een hospitalisatieverzekering of een verzekering gewaarborgd inkomen bij een ongeval of ziekte. Vergelijkende elementen sociaal statuut zelfstandigen versus werknemers Elementen uit het sociaal statuut van zelfstandigen
Elementen uit de sociale zekerheid voor werknemers
t Belastingen t Belastingen worden van het loon ingehouden Zelfstandigen moeten zelf hun voorafbetalindoor de werkgever. gen organiseren en betalen. Een zelfstandige kent zich een bruto vergoeding toe. t Sociale bijdragen t Een RSZ-werknemersbijdrage wordt ingehouKwartaalbijdragen via het sociaal verzekeringsden op het loon. Daarnaast betaalt de werkgefonds te betalen aan het RSVZ (Rijksinstituut ver ook RSZ-bijdragen voor elke werknemer. voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen). t Gezondheidszorg t Werknemers zijn gedekt voor grote en kleine Zelfstandigen zijn verzekerd voor grote (hosrisico’s. pitaalopnames, operaties …) en kleine risico’s (doktersbezoeken, geneesmiddelen ...). t Ziekte en invaliditeit t Uitkering voor ziekte en invaliditeit vanaf eerste Eerste maand zonder uitkering. Nadien ontvandag. gen de zelfstandigen een kleinere uitkering per dag dan de werknemers. Zelfstandigen kunnen op eigen kosten het best een verzekering ‘gewaarborgd inkomen’ afsluiten. t Pensioen t Het minimumpensioen is hoger dan bij de zelfEen lager wettelijk pensioen dan de werknestandigen. mers, best aan te vullen met een vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen. t Moederschapsverlof t 15 weken moederschapverlof. De periode van moederschaprust omvat 8 weUitkering tijdens de eerste maand van 82 % van ken en geeft recht op een vast bedrag ‘moehet loon, nadien 75 %. derschapuitkering’ per week. Geen gratis dienstencheques. Het kraamgeld varieert volgens de rangorde Ouderschapsverlof mogelijk voor beide ouders: van het kind. 3 maanden voltijds, 6 maanden halftijds of 15 Recht op 105 gratis dienstencheques. maanden 1/5. t Werkloosheidsuitkering t Werkloosheidsuitkering hangt af van de gezinsNiet mogelijk. toestand en de duur van de periode. Ingeval van faillissement ontvangt de zelfstanSamenwonenden met gezinslast ontvangen 60 dige een uitkering gedurende ten hoogste 12 % van het laatst verdiende loon gedurende de maanden. hele werkloosheidsperiode. Ingeval van faillissement van de werkgever is er voor de werknemer geen andere bescherming dan de werkloosheidsuitkering. t De gewone kinderbijslag voor het eerste kind is t Kinderbijslag hoger dan bij de zelfstandigen. Voor de volgenDe kinderbijslag varieert volgens de rangorde de kinderen is de basiskinderbijslag dezelfde. en de leeftijd van het kind. Geen leeftijdbijslag voor het jongste of het enige kind.
42
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
IN DE PRAKTIJK 1
De te betalen sociale bijdragen en de premies VAPZ (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen) kunnen we berekenen via een berekeningsmodule op de website van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. Surf naar www.rsvz.be > Nederlands > Zelfstandigen > Bijdrageplicht > Berekening sociale bijdragen > Berekeningsmodule. De rechtstreekse link is https://www.socialsecurity.be/simcot/nl/simcotForm. 1.1 Bereken de sociale bijdrage en de premie VAPZ voor een zelfstandige met de onderstaande gegevens. Geboortedatum
19 juli 1982
Zelfstandige
in hoofdberoep
Startdatum van de onderneming
1 september 2006
Kwartaal
eerste kwartaal 20++ (huidige jaar)
Soort bijdrage
definitief
Netto beroepsinkomen
van het jaar 20-3 = 34 000,00 EUR
Percentage van het inkomen voor VAPZ
5%
We vulden het scherm al in bij wijze van voorbeeld.
1.2 Doe de berekening opnieuw voor het VAPZ met het maximaal toegelaten percentage dat de module voorziet. 2 Surf naar www.zenito.be >NL > Ondernemer > Sociaal verzekeringsfonds > Hoeveel betaalt u? > Bereken uw eigen bijdrage > online berekeningsmodule. Hier kun je het VAPZ-percentage niet opgeven, maar je krijgt wel het bedrag van de sociale bijdragen, inclusief de beheerskosten. 3 Surf naar https://www.socialsecurity.be > NL > Burgers. Onderaan de kolom Privéleven kies je Uitkeringen en vervolgens Kinderbijslag voor werknemers. Scrol naar beneden en kies onder Externe links voor RKW Kinderbijslagbedragen > Gewaarborgde gezinsbijslag.
De h@ndel en wij 6.2
43
proefversie
3.1 Wat zijn de huidige bedragen van de basiskinderbijslag? 3.2 Hoeveel bedraagt de leeftijdstoeslag voor kinderen van 18 tot en met 24 jaar?
?
Test je kennis 1 Surf naar www.zenito.be >NL > Ondernemer > Sociaal verzekeringsfonds > Hoeveel betaalt u? > Bereken uw eigen bijdrage > online berekeningsmodule. 1.1 Bereken de kwartaalbijdrage van een zelfstandige starter in hoofdberoep met een geraamd inkomen van 25 000,00 EUR. Gebruik voor het bijdragejaar het huidige jaar. Kies voor het startjaar het huidige jaar min 2. Als bijvoorbeeld het huidige jaar 2012 is, kies dan voor het startjaar 2010. 1.2 Bereken de kwartaalbijdrage van een zelfstandige starter in bijberoep met een geraamd inkomen van 4 000,00 EUR. Kies voor het bijdragejaar het huidige jaar en voor het startjaar het huidige jaar min 1. 1.3 Keer terug naar de pagina met de berekeningsformule en kies net erboven bijdragetabellen > Zelfstandige in hoofdberoep. Hoeveel bedraagt de definitieve kwartaalbijdrage van een zelfstandige in hoofdberoep op basis van het werkelijke netto jaarinkomen van 35 000,00 EUR? 1.4 Scrol naar boven en kies Zelfstandige in bijberoep. Hoeveel bedraagt de definitieve kwartaalbijdrage van een zelfstandige in bijberoep op basis van het werkelijk netto jaarinkomen van 4 000,00 EUR? 2 Zelfstandig versus werknemer
44
2.1 Surf naar www.rsvz-inasti.fgov.be > NL > Publicaties > Uw rechten en plichten (gratis) > Uw rechten en plichten. Zoek in de bijlagen van de brochure naar deze uitkeringsbedragen: t wegens arbeidsongeschiktheid voor een zelfstandige met gezinslast na 1 maand en na 12 maanden t moederschap voor zelfstandigen t faillissementsuitkering voor een zelfstandige met gezinslast
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
2.2 Surf naar https://www.socialsecurity.be > NL > Burgers. Zoek voor werknemers dezelfde gegevens op als in vraag 2.1 2.3 Maak een tabel in Word waar je alle gevonden informatie voor werknemers en zelfstandigen naast elkaar zet. 3 Schijnzelfstandigen De VDAB waarschuwt op haar site de zelfstandigen voor het gevaar als schijnzelfstandige te werken, misschien bewust omwille van de lagere sociale bijdragen of misschien zelfs zonder het zelf te beseffen. Hier zijn nochtans zeer nadelige gevolgen aan verbonden.
4 Unizoformule Surf naar http://www.laga.be/publications/downloads/Tendenzen-Schijnzelfstandigen.pdf. Zoek op pagina 3 de criteria van de Unizo-formule met betrekking tot schijnzelfstandigen. Druk de pagina af en klasseer ze in je map. Het zou best kunnen dat jij als schijnzelfstandige werkt zonder het te beseffen. Je baas kan het zo geregeld hebben omdat je hem dan minder kost, of hij kan zich gewoon vergist hebben. Professor Humblet van de Gentse universiteit legt uit wat de risico’s zijn. Humblet: “Om te begrijpen wat schijnzelfstandigheid inhoudt, licht ik eerst even het verschil toe tussen een ambtenaar, een werknemer en een zelfstandige. t &FOBNCUFOBBSXPSEUFFO[JKEJHEPPSEFPWFSIFJECFOPFNE t &FOXFSLOFNFSWFSCJOEU[JDIFSUPFWJBFFOBSCFJETPWFSFFOLPNTUPNUFHFOMPPOPOEFSHF[BHWBO een werkgever, arbeid te verrichten. t &FO[FMGTUBOEJHFWFSSJDIUOFUBMTEFXFSLOFNFSBSCFJEUFHFOFFOWFSHPFEJOH NBBSIJKEPFUEJUOJÏU onder gezag van iemand anders. Hij is zijn eigen baas. Wat is nu een schijnzelfstandige? Een persoon die wél onder gezag werkt van een baas - het is dus een werknemer - maar doet alsof hij een zelfstandige is. Hij neemt, zoals echte zelfstandigen, het sociaal zekerheidsstatuut van zelfstandigen aan, schrijft facturen uit, enz.
De h@ndel en wij 6.2
45
proefversie
Opzettelijk of per ongeluk
De sociale zekerheidsbijdragen die de werkgevers moeten betalen om een werknemer te werk te stellen zijn vrij hoog. Aangezien een zelfstandige minder kost, vragen sommige werkgevers aan de sollicitanten om als ‘zelfstandige’ te komen werken. Soms zijn het ook de medewerkers zélf die als schijnzelfstandige willen werken. Meestal topverdieners. De regel voor werknemers is: hoe hoger het loon, hoe hoger de te betalen bijdrage. Voor een zelfstandige verhoogt de bijdrage echter niet meer vanaf een jaarinkomen van 71 786,92 euro. Als je ooit de film Daens zag, herinner je je wellicht hoe de brutale voorman het werkvolk controleert. Tegenwoordig voeren bazen minder expliciet gezag uit. Daarom is het niet altijd duidelijk of iemand onder gezag staat of niet en dus zelfstandige is of werknemer. Zo kan een bedrijf met schijnzelfstandigen werken zonder het te beseffen. Denk aan een bedrijf dat een zelfstandige informaticus inhuurt en hem in het bedrijf laat werken omdat daar de hardware aanwezig is. Staat de informaticus dan onder gezag? Gevolgen De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid loopt natuurlijk heel wat geld mis door deze schijnzelfstandigheid. Daarom spoort ze zulke gevallen op en ze brengt hen voor de rechtbank. Een veroordeling heeft zware financiële gevolgen voor de werkgever want dan moet hij alle achterstallige bijdragen betalen. Bovendien kan de werknemer de bijdragen die hij - als schijnzelfstandige - betaald heeft, terugvorderen van de werkgever. En de risico’s voor de schijnzelfstandige zelf? Wel, die moet beseffen dat hij minder voordelen geniet dan een werknemer: geen beperkte aansprakelijkheid voor schade, geen bevoorrechte schuldeiser bij een faillissement … Daarom gebeurt het vaak dat schijnzelfstandigen plots beweren werknemer te zijn als er problemen opduiken. Een voorbeeld. Een arts verbonden aan een ziekenhuis begaat een beroepsfout en een patiënt sterft. De nabestaanden vorderen een schadevergoeding. Als de arts werknemer is, is hij enkel aansprakelijk in geval van een opzettelijke, zware, of een herhaaldelijke lichte fout. Is hij zelfstandige dan moet hij (of zijn verzekering) sówieso voor de kosten opdraaien.” Wanneer bent u schijnzelfstandige? En welke gevolgen heeft dat? Als een zelfstandig medewerker als een schijnzelfstandige wordt aangezien, kan u dat heel wat geld kosten. Volgens de recente rechtspraak is dat risico wel beperkter geworden. Wanneer wordt een zelfstandige medewerker nu echt beschouwd als schijnzelfstandige en welke gevolgen heeft dat? Het zal u maar overkomen. U werkt jarenlang samen met een zelfstandig medewerker die u ook bijzonder goed vergoedt. Plots beweert de sociale inspectie dat de medewerker een schijnzelfstandige is. Hij zou dus onder uw gezag staan. Dat kan een (zeer) dure zaak worden. De gevallen waarin de RSZ optreedt tegen bedrijven die met zelfstandige medewerkers (al dan niet werkend met een managementvennootschap) werken, zijn legio. Enkele jaren geleden nog werd zelfs de voetbalwereld opgeschrikt door zo’n optreden. Georges Leekens, toen trainer van Club Brugge, leverde zijn prestaties voor de voetbalclub via een managementvennootschap en werd als schijnzelfstandige aanzien.
46
De h@ndel en wij 6.2
Ruim vijf jaar
proefversie
Als een zelfstandige als schijnzelfstandige wordt beschouwd, heeft dat belangrijke financiële gevolgen, vooral voor de opdrachtgever van de zelfstandige. Een eerste aanspraak kan komen van de RSZ, die kan eisen dat de opdrachtgever sociale bijdragen betaalt op de vergoedingen voor de schijnzelfstandige. Om de bijdrage te berekenen, zal de RSZ teruggrijpen naar de werkelijk betaalde vergoedingen óf naar de loonbarema’s voor werknemers die in het bedrijf dezelfde functie vervullen. De RSZ kan voor zo’n zaak iets meer dan vijf jaar teruggaan in de tijd. De verjaringstermijn van vijf jaar gaat in de laatste dag van de maand volgend op het kwartaal waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn. Vijf jaar impliceert een forse vergoeding. Zeker voor bedrijven die samenwerken met verscheidene zelfstandigen kunnen de bedragen die de RSZ vordert gigantisch zijn. De herkwalificatie door de RSZ heeft al vaker geleid tot het faillissement van een bedrijf. Eisen van de zelfstandige Ook de zelfstandige zelf kan een en ander vorderen. Hij kan, bijvoorbeeld, aanspraak maken op vakantiegeld, eindejaarspremies en een opzegvergoeding als u de samenwerking met hem beëindigde. Werkte de zelfstandige via een managementvennootschap, dan bestaat zelfs het risico dat deze komt vertellen dat u hem nooit enig loon betaalde en dat hij dit gaat invorderen. Dan moet u maar proberen de aan de vennootschap betaalde vergoedingen terug te vorderen. De zelfstandige kan de bijdragen die hij betaalde aan de sociale kas voor zelfstandigen terugvorderen. Voor hem is het meestal dus wel een voordelige operatie. Kortom, zowel de sociale inspectie als de zelfstandige kan aanleiding zijn voor een discussie omtrent schijnzelfstandigheid. Bij een einde van de samenwerking zou de zelfstandige wel eens moeilijk kunnen doen. Hetzelfde kan, bijvoorbeeld, gebeuren als u de zelfstandige beschuldigt van onrechtmatige concurrentie. De zelfstandige kan een discussie over schijnzelfstandigheid gebruiken als ‘pasmunt’ tegenover uw aanspraken. Waterdichte overeenkomst Om u in te dekken tegen een risico van herkwalificatie van een zelfstandige naar een werknemer, is het aangewezen dat u werkt met een schriftelijke en degelijke overeenkomst met de zelfstandige. In enkele recente arresten heeft het Hof van Cassatie het belang van die overeenkomst beklemtoond. Indien u een overeenkomst van zelfstandige samenwerking afsluit met een medewerker, moet de rechtbank de kwalificatie die u aan de samenwerking gaf (zelfstandige samenwerking of niet) in principe volgen. De rechtbank mag deze kwalificatie niet terzijde schuiven als de voorgelegde feitelijke elementen niet toestaan om de door de partijen gegeven kwalificatie uit te sluiten. De kwalificatie in de overeenkomst is dus zeer belangrijk, al hoeft de rechtbank ze niet blindelings te volgen. Tot voor kort was de rechtspraak van het Hof van Cassatie minder gunstig voor de opdrachtgever van een zelfstandige. De rechter was hoegenaamd niet gebonden door de kwalificatie die de partijen in een overeenkomst hadden gegeven. Een degelijke schriftelijke overeenkomst is dus nu nog belangrijker. Daarin zal de zelfstandige alvast voldoende vrijheid gelaten moeten worden. Om zo’n overeenkomst op te stellen, laat u zich best begeleiden door iemand die voldoende juridisch geschoold is in de problematiek van de schijnzelfstandigheid. Als u op dit ogenblik al werkt met een zelfstandige medewerker en u hebt geen schriftelijke overeenkomst, is het aangewezen dat in orde te brengen. Voorwaarde hiervoor is wel dat de medewerker ook bereid is om het document te ondertekenen. Houd er in dat geval rekening mee dat het uit den boze is om de overeenkomst te antidateren.
De h@ndel en wij 6.2
47
proefversie
De klager moet het bewijs leveren
Als de RSZ of de medewerker het statuut van zelfstandige ter discussie stellen, is het aan hen om schijnzelfstandigheid te bewijzen. Het feit dat de bewijslast bij de andere partij ligt, speelt in uw voordeel. Wie de bewijslast draagt, heeft ook het bewijsrisico. Twijfel speelt in uw voordeel. Om het bewijs te leveren, zal de RSZ vaak teruggrijpen naar een onderzoek van de inspectiediensten. Het is dan ook van groot belang uw verklaringen in het kader van een inspectie te wikken en te wegen. Weet alvast dat u niet verplicht kan worden om aan de inspectiediensten verklaringen af te leggen die naderhand nadelig voor u kunnen zijn. Gezag of niet? De RSZ of de medewerker die het zelfstandig statuut ter discussie stelt, moet aantonen dat de feitelijke elementen van de samenwerking niet verenigbaar zijn met een zelfstandige samenwerking. Hij moet aantonen dat de feitelijke elementen van de samenwerking duidelijk wijzen op een gezagsverhouding. Als hij dat bewijs kan leveren, moet de rechter de overeenkomst herkwalificeren in een arbeidsrelatie. Een gezagsverhouding is nu eenmaal onverenigbaar met een zelfstandige samenwerking. Om te vermijden dat er een herkwalificatie gebeurt, is het niet alleen van belang dat er een schriftelijke overeenkomst bestaat. De zelfstandige medewerker moet voldoen aan alle formaliteiten waaraan zelfstandigen moeten voldoen. Hij moet, bijvoorbeeld, ingeschreven zijn bij de Kruispuntbank der ondernemingen, aangesloten zijn bij een sociale kas van zelfstandigen, mogelijk een btw-nummer hebben en factureren ... In de dagelijkse werkverhouding moet de zelfstandige medewerker een zekere vrijheid worden gelaten. Het is dan ook uit den boze dat een opdrachtgever in de relatie met een zelfstandige bevelen kan geven, terwijl de zelfstandige hiernaar dient te luisteren zonder dat hij enige inspraak heeft. Ook een strikte uur- en vakantieregeling die door de opdrachtgever zonder specifieke noodzaak wordt opgelegd, is - op zijn zachtst gesteld - af te raden. Hetzelfde geldt voor het strikt verantwoorden van afwezigheden. De RSZ diept ook wel eens andere ‘bewijzen’ op, zoals het feit dat de zelfstandige enkel prestaties levert voor één opdrachtgever en dat het hem eventueel zelfs verboden wordt voor anderen te werken. Nog zo’n eventueel ‘bewijs’: het ontvangen van een vaste maandelijkse vergoeding, het werken in de lokalen van de opdrachtgever met materieel (bureau, pc ...) van de opdrachtgever. De Unizoformule De rechtspraak die over deze problematiek bestaat, toont aan dat het niet altijd even eenvoudig te bepalen is of iemand een schijnzelfstandige is of niet. De jongste tijd blijkt dat wel steeds moeilijker te bewijzen. Toch blijft de onzekerheid bijzonder vervelend. Vandaar dat sommige organisaties hebben getracht een soort schaal op te stellen waarop men kan toetsen of een medewerker al dan niet een ‘echte’ zelfstandige is. Zo is er de Unizoformule, waarin twaalf parameters aangewezen worden, die elk een aantal punten krijgen (van vier tot dertien). Het gaat om parameters zoals de al dan niet substantiële deelname in winst of verlies door de medewerker, belangrijke beroepsinvesteringen en een variabel inkomen zonder minimuminkomensgarantie.
48
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
Het hoogste aantal punten is honderd. Scoort iemand in die formule zestig of meer, dan is dat een zelfstandige. Veertig of minder wijst op een arbeidsovereenkomst. Een score tussen veertig en zestig zou moeten worden onderzocht door een sociale rulingcommissie. Hoewel rechters af en toe naar de Unizoformule verwijzen, is ze zeker niet bindend. Ook de overheid zit niet stil. Er zijn diverse wetgevende initiatieven op het vlak van de schijnzelfstandigheid. Een en ander zal de komende jaren dus nog wel aangepast worden.
De auteur is advocaat. Jan Roodhooft Bron: Trends
Opdracht 1 Wat zijn ‘schijnzelfstandigen’? 2 Waarom kan iemand bewust kiezen om als zelfstandige te werken, ook al werkt hij onder het gezag van de opdrachtgever? 3 Is het verschil tussen zelfstandige en schijnzelfstandige altijd duidelijk? Geef een voorbeeld. 4 Wat zijn de gevolgen voor de opdrachtgever als een schijnzelfstandige voor hem werkt? 5 Wat zijn de gevolgen voor de schijnzelfstandige? 6 Welke preventieve maatregelen raadt Jan Roodhooft aan ter voorkoming van een herkwalificatie als schijnzelfstandige? 7 Wie van de partijen draagt de grootste risico’s bij schijnzelfstandigheid?
Na dit hoofdstuk kun je antwoorden op deze vragen Zelfstandige in diverse vormen 1 Noem drie concrete beroepen waarbij je het statuut van zelfstandige moeten aannemen. 2 Waarin onderscheidt een zelfstandige zich van een werknemer? 3 Geef een concreet voorbeeld van een zelfstandige in bijberoep. 4 Wanneer is iemand zelfstandige helper? 5 Wanneer is iemand meewerkende echtgenoot? 6 Wat zijn schijnzelfstandigen? Het sociaal statuut van de zelfstandige 7 Welke verplichtingen op sociaal gebied heeft een zelfstandige? 8 Noem een viertal sociale rechten van een zelfstandige. 9 Waarvoor staat het letterwoord RSVZ? 10 Wat is de rol van een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen? 11 Geef de naam van twee sociale verzekeringsfondsen. 12 Op welke tijdstippen moet de zelfstandige bijdragen betalen? 13 Op basis van welk bedrag worden de sociale bedragen berekend? 14 Geef een drietal voorbeelden waarin het sociale statuut van een zelfstandige verschilt van het sociale statuut van een werknemer.
De h@ndel en wij 6.2
49
proefversie
4
DE VERZEKERING VAN DE ONDERNEMING
1
Doel van een verzekering
‹
Verkenning
Surf naar http://www.axa.be en selecteerr Ondernemingen > Zelfstandigen en KMO’s ondernemingen > Overzicht > Verzekeringsplan Talensia. 1 Aan welke risico’s is een ondernemingsactiviteit blootgesteld? Licht elk risico toe met concrete voorbeelden door te kiezen voor de items in de kolom hoofddekkingen. 2 Wat bedoelt men met ‘dekkingen’? 3 Welk risico dekt de arbeidsongevallenverzekering? 4 Wat dekt de collectieve verzekering Gemeen recht? 5 Wat betekent ‘aansprakelijkheid’? 6 Welke verzekeringen zijn interessant voor zelfstandige bedrijfsleiders? 7 Moet er altijd schade zijn, vooraleer er een vergoeding door een verzekering wordt uitbetaald? Verklaar nader. 8 Tussen welke partijen wordt een verzekeringsovereenkomst gesloten? 9 Bij welke personen kan een geïnteresseerde in een verzekering nadere inlichtingen bekomen? 10 Welke verzekeringen zijn in België verplicht?
‹‹
Ter zake
1 Het verzekeringsprincipe
Eén van de eerste vormen van verzekering in onze geschiedenis was de brandverzekering. In de middeleeuwen verzamelden de gilden bijdragen van hun leden in fondsen om ingeval van brandschade hun leden financieel te kunnen helpen. De doorbraak van de brandverzekering kwam er vooral na de geweldige brand van London in 1666, waarbij 13 000 huizen werden vernield. De middeleeuwse huizen waren houten huizen. De eerste vormen van verzekering tonen duidelijk het verzekeringsprincipe aan. Mensen zijn zich bewust van belangrijke, mogelijke risico’s. Het is totaal onzeker bij wie en wanneer deze risico’s
50
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
zich zullen voordoen. Bovendien kunnen deze risico’s een grote schade veroorzaken, die een individu of een bedrijf moeilijk alleen kan dragen. Een groep mensen kan deze onzekerheid beter bestrijden dan een individu. Een groep bundelt immers de krachten door bij al hun leden betaalbare bijdragen te verzamelen in één groot verzekeringsfonds. Doet er zich een risico voor, dan wordt het gezamenlijke fonds aangesproken om het individu, dat schade heeft geleden, te vergoeden. Het verzekeringsprincipe houdt dus een grote mate van solidariteit in. Er is een geldtransfer van de vele gelukkigen, die niet getroffen zijn, naar de individuen die wel schade hebben geleden.
2 De Verzekeringsovereenkomst Een verzekeringsovereenkomst heeft de volgende kenmerken: t Ze wordt gesloten tussen twee partijen: de verzekeringsnemer en de verzekeraar of verzekeringsmaatschappij. t De verzekeringsnemer betaalt op vooraf vastgelegde tijdstippen een premie aan de verzekeraar als vergoeding voor de verzekering. t De premies van de verschillende verzekeringsnemers leveren werkingsmiddelen aan de verzekeraar om uitkeringen te doen ingeval het verzekerde, gedekte risico zich voordoet.
3 De noodzaak om zich te verzekeren Het motief om zich te verzekeren is verschillend naargelang van de soort verzekering.
1 Zaakschadeverzekeringen Zowel privépersonen als ondernemingen kunnen zich best voldoende verzekeren om zich te beschermen voor het geval er zich risico’s voordoen die hun bezit kunnen aantasten. Op die manier vermijden zij immers financiële catastrofen. Het patrimonium voldoende te verzekeren, getuigt van goed beheer. Voorbeelden van zaakschadeverzekeringen zijn brandverzekering, verzekering tegen diefstal, machinebreukverzekering.
2 Aansprakelijkheidsverzekeringen Naast het feit dat iemand schade kan oplopen aan zijn eigen bezittingen, kan hij ook veel schade berokkenen aan ànderen door het stellen van bepaalde daden of het verrichten van bepaalde activiteiten. Bij een auto-ongeval kan de verantwoordelijke bestuurder van de wagen bijvoorbeeld veel schade berokkenen bij derden, dat zijn de personen of de bezittingen van personen die werden aangereden. De eigenaar en de bestuurder van de auto, die het ongeval veroorzaakte, zal voor deze schade aangesproken worden als burger tegenover zijn medeburgers. Hij is burgerlijk aansprakelijk (BA). De eigenaar van een auto moet zich tegen de gevolgen van deze aansprakelijkheid indekken. We spreken hier van een aansprakelijkheidsverzekering. De overheid verplicht immers alle eigenaars van voertuigen: personenwagens, vrachtwagens en andere motorrijtuigen om een BA-motorrijtuigenverzekering aan te gaan. De werkgever is verantwoordelijk of met andere woorden draagt aansprakelijkheid voor de werknemers die onder zijn gezag werken. Daarom verplicht de overheid de werkgever een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten voor zijn werknemers. Hierdoor is de werknemer gedekt tegen schade en letsels opgelopen tijdens een arbeidsongeval.
De h@ndel en wij 6.2
51
proefversie
3 Personenverzekeringen
Een geheel ander motief schuilt er achter het afsluiten van een personenverzekering, waarbij de vergoeding afhangt van het leven of de gezondheid van een bepaalde persoon. Ofwel wil de persoon zich indekken tegen de schaderisico’s ingeval hem/haar iets overkomt zoals een hospitalisatie of een verlies van inkomen. Wij spreken dan van een hospitalisatieverzekering en een verzekering gewaarborgd inkomen. Ofwel wil de verzekeringsnemer een vooraf afgesproken som verzekeren, uit te betalen afhankelijk van het leven van een bepaalde, verzekerde persoon of begunstigde zoals bij een levensverzekering of een aanvullende pensioenverzekering. Zaakschadeverzekeringen
Aansprakelijkheidsverzekeringen
Personenverzekeringen
4 Hoe een verzekering afsluiten? De verzekeringsovereenkomst wordt gesloten met de verzekeringsmaatschappij, die de eigenlijke verzekering op zich neemt. Nochtans heeft de verzekerde meestal geen rechtstreeks contact met de verzekeringsmaatschappij. De verzekerde richt zich met zijn vragen tot een tussenpersoon, bijvoorbeeld een verzekeringsmakelaar, die samenwerkt met verschillende verzekeringsmaatschappijen, of een verzekeringsagent, die samenwerkt met slechts één verzekeringsmaatschappij. De meeste banken bieden ook verzekeringsproducten aan. Deze verzekeringsbemiddelaars moeten voldoen aan strenge eisen en erkend zijn door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA).
IN DE PRAKTIJK 1 2
52
Welke risico’s kunnen zich voordoen bij jullie project op school? Lijst ze op in een tabel in Word. Kennen jullie verzekeringsmakelaars in de buurt? Neem met één van hen contact om je te laten adviseren over het verzekeren van jullie risico’s.
De h@ndel en wij 6.2
2
proefversie
De verzekeringspolis
We nemen samen de arbeidsongevallenpolis van Nougatine door aan de hand van de vragen uit de Verkenning.
bvba NOUGATINE Molenweg 42 8340 DAMME
Vervaardiging van cacao, chocolade en suikerwerk en detailhandel in chocolade en suikerwerk in gespecialiseerde winkels.
De h@ndel en wij 6.2
53
proefversie
54
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
10 820 en 47 242
De h@ndel en wij 6.2
55
proefversie
10 820 en 47 242
56
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
val
nne o B cas
Lu
De h@ndel en wij 6.2
57
proefversie
58
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
De h@ndel en wij 6.2
59
proefversie
60
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
De h@ndel en wij 6.2
61
proefversie
62
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
De h@ndel en wij 6.2
63
proefversie
64
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
De h@ndel en wij 6.2
65
proefversie
66
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
De h@ndel en wij 6.2
67
proefversie
68
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
De h@ndel en wij 6.2
69
proefversie
70
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
De h@ndel en wij 6.2
71
proefversie
72
De h@ndel en wij 6.2
‹ 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
proefversie
Verkenning
Tussen welke partijen is deze verzekeringsovereenkomst gesloten? Hoeveel premie moet er betaald worden voor een volledig jaar? Welke risico’s worden verzekerd volgens titel I van deze polis? Waarin verschillen de bijzondere voorwaarden van de algemene voorwaarden? Dekt deze verzekering ook het risico dat een bezoeker aan het atelier zich kan verwonden? Verklaar nader. Geef een voorbeeld van informatie die de verzekeringsnemer zeker moet doorgeven aan de verzekeraar. Wat is de basis voor de premieberekening? Wat zijn de gevolgen voor de verzekeringsnemer als hij de premie niet betaalt? Geef een voorbeeld van een bovenwettelijke dekking in deze polis. Waaraan merk je dat de arbeidsongevallenverzekering een wettelijk verplichte verzekering is?
‹‹
Ter zake
De verzekeringspolis is een schriftelijk document waarin de algemene en de bijzondere voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst zijn vastgelegd. Ingeval in een later stadium de bijzondere voorwaarden wijzigen, worden bijvoegsels of avenanten bij de verzekeringspolis gevoegd. De algemene voorwaarden zijn identiek voor alle verzekeringsnemers die een gelijkaardige verzekering ondertekenen. Ze beschrijven de verzekerde en de niet-verzekerde risico’s en leggen de voornaamste rechten en plichten van de partijen vast. Bijvoorbeeld de berekeningswijze van de premie, de te volgen richtlijnen bij wijziging van de voorwaarden of bij opzegging van de verzekering. De bijzondere voorwaarden zijn voor elke verzekering aangepast aan het individuele risico en de bijzondere clausules. Tot de bijzondere voorwaarden behoren onder meer: t de datum waarop de verzekering begint te lopen t de datum waarop de verzekeringsovereenkomst is gesloten t de duur van de overeenkomst t de identiteit van de verzekeraar, van de verzekeringsnemer en van de overige betrokken partijen t het bedrag van de premie t de specificatie van het gedekte risico.
De h@ndel en wij 6.2
73
proefversie
3
Zaakschadeverzekeringen
Surf naar http://www.mercator.be. Selecteer Ondernemingen > Mijn bedrijf.
‹ 1 2 3 4 5 6 7
8
Verkenning Voor uw praktijkruimte, handel of onderneming. Wat bedoelt men met ‘praktijkruimte’? Kies onderaan de pagina onder Voor bedrijfsschadee voor Handel plus. Welke dekkingen voorziet de standaardpolis? Waarom worden ook natuurrampen gedekt? Wat bedoelt men met ‘franchise’? Waarom is ‘een verzekering in nieuwwaarde’ een bijkomende waarborg? Waarom kan het nuttig zijn om een ‘dagvergoeding bedrijfsschade’ als bijkomende waarborg te kiezen? Selecteer opnieuw Mijn bedrijf > Verzekering Machinebreukk en verklaar waarom leasingmaatschappijen soms de verplichting opleggen om voor de machine in leasing een verzekering machinebreuk af te sluiten. Welke risico’s worden er standaard gedekt bij een verzekering machinebreuk?
‹‹
Ter zake
1 Brandverzekering
Een brandverzekering afsluiten is niet verplicht, maar de meeste eigenaars van een gebouw sluiten een brandverzekering af voor de heropbouwwaarde of nieuwwaarde. Huurders worden via de huurovereenkomst meestal gevraagd om een brandverzekering af te sluiten voor hun huurdersaansprakelijkheid. Een huurder moet immers op het einde van de huurperiode het gehuurd goed aan de eigenaar terugbezorgen zoals hij het bij aanvang van de huur heeft aangetroffen. Ingeval van brand, is de huurder aansprakelijk voor de schade, behalve als hij kan bewijzen dat het gaat om: t overmacht bijvoorbeeld blikseminslag t de fout van een derde bijvoorbeeld overslaande brand t een constructiefout aan het gebouw bijvoorbeeld een kortsluiting tijdens verbouwingswerken, werken aan het dak enz. Voor de huurder volstaat een brandverzekering voor de werkelijke waarde van het pand, naast eventueel een verzekering voor de eigen inboedel tegen brand. De basiswaarborg brand heeft een ruime betekenis. Het kan gaan om beschadigingen aan het gebouw, de inboedel, de koopwaar of het materieel. Zowel rook- en roetschade, als schade door blikseminslag, ontploffing (bv. gasontploffing), elektriciteitsproblemen, schade door voertuigen bijvoorbeeld aanrijding zijgevel, door neerstorting van vliegtuigen of door aanslagen en arbeidsconflicten zijn in de basispolis gedekt.
74
De h@ndel en wij 6.2
proefversie
Lichamelijke letsels worden in een brandpolis echter niet gedekt.
Wie een brandverzekering afsluit, is wettelijk verplicht de bijkomende dekking te nemen voor natuurrampen zoals overstromingen, aardbevingen en aardverschuivingen. De verzekerde kan ook kiezen voor andere uitbreidingen van de brandpolis zoals diefstal, glasbraak, water- en stormschade. De premie voor de brandverzekering wordt berekend op basis van een premievoet. Dit is een percentage per duizend toegepast op de verzekerde bedragen, zoals de nieuwwaarde van het gebouw in eigendom of de werkelijke waarde van het gehuurde gebouw of flat. De verzekerde waarde van een gebouw moet voldoende hoog ingeschat worden, zoniet moet de verzekeringsnemer, ingeval van schade, zelf een deel van de kosten dragen. Daarom kan de verzekeringsnemer ervoor kiezen om de verzekerde bedragen te laten indexeren. De verzekeringsmaatschappijen gebruiken hiervoor de Abex-index, die de evolutie volgt van de bouwkostprijs. Indien een gebouw met een nieuwwaarde van 250 000,00 EUR slechts voor 125 000,00 EUR is verzekerd, zal een schade van 50 000,00 EUR slechts voor de helft vergoed worden door de verzekeringsmaatschappij omdat ze de evenredigheidsregel zal toepassen.
2 Verzekering machinebreuk Een verzekering machinebreuk vergoedt de materiële beschadiging van verzekerde machines en installaties die veroorzaakt is door een aantal duidelijk omschreven gevaren zoals verkeerde manipulatie, eigen gebrek van de machine of het materiaal, inwerking van de omgeving bijvoorbeeld trillingen of natuurkrachten. Ook het omzetverlies of de vaste kosten die doorlopen tijdens de stilstand van de machine kunnen verzekerd worden.
4
Aansprakelijkheidsverzekeringen
Surf naar http://www.kbc.be. Selecteer Ondernemen > Uw zaak runnen > Verzekeringen > Uw voertuigen > BA.
De h@ndel en wij 6.2
75