Postbus 1 3430 AA Bezoekadres Martlnbaan 2 3439 NN Bank Nederlandse Gemeenten 28 50 04 387
www.nleuwegeln.nl
2011-007 Financiën
leuwegem
Contactpersoon Gerl de Vree Telefoon (030} 607 13 05 Fa* E-malt
[email protected]!
de leden van de raad
Datum 5 Januari 2011 Kenmerk 2010/17736 Onderwerp Strategienota treasury 2010-2
Geachte leden van de raad. We hebben 21 december 2010 de Strategienota treasury 2010-2 vastgesteld. De strategienota is een korte notitie van het college over de strategie van de treasuryfunctie, die we u hierbij ter kennisname toezenden. Daarnaast wordt tevens inzicht geboden in de totale portefeuille van de gemeente Nieuwegein, dit portefeuillerapport ligt voor u ter inzage. Teneinde de belangen van de gemeente niet te schaden, hebben wij geheimhouding opgelegd ten aanzien van dit rapport, overeenkomstig het bepaalde in artikel 25, tweede en derde lid. Gemeentewet.
Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders.
drs. P.C.M, van Elteren secretaris
Bijlagen Strategienota treasury 2O10-2
ï. C.M. de Vos burgemeester
Postbus 1 3430 AA
Bezoekadres Martinbaan 2 3439 UU www.nleuwegeln.nl
2011-007 Nieuwegein / / ^ / f ^ J t t
Financiën
v\ :.V . *>
Strategienota treasury 2010-2
Datum 14 december 2010 Auteur Geri de Vree
Strategienota treasury 2010-2 Ra a ds ti umin er Versie Datum 14 december 2010
2 {17}
Inhoudsopgave
1
Inleiding
3
2
Analyse huidige positie
4
2.1 2.2 2.3 2.4 3
Inleiding Omvang en samenstelling van de portefeuille Cultuurfinanciering Renteresultaat
Prognose ontwikkelingen op de financiële markten 3.1
Renteverloop
3.2
Marktprog noses
4 4 5 6 9 9 10
4
Investerings- en liquiditeitsprognose
11
5
Voorgenomen strategie
13
6
Financierings- en beleggingsvoornemens
14
7
Risico's
16
8
Financiële consequenties
17
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer Verste Datum 14 december 2010
Inleiding
Hierbij treft u de strategienota treasury 2010-2 aan. De strategienota is een korte notitie van het college over de strategie van de treasuryfunctie. De bedoeling achter de strategienota is om u inzicht te geven in het gevoerde en te voeren treasury beleid. De kaders van het treasury beleid staan in het financieringsstatuut. De richting geven wij gemotiveerd aan door middel van deze notitie. Gelet op het belang van de treasuryfunctie en de goede wisselwerking hierover tussen college en functionele commissie in de afgelopen jaren doen wij u hierbij de strategienota ter kennisname toekomen. Deze strategienota heeft als peildatum 1 oktober 2010. Ingevolge het treasurystatuut dient twee keer per jaar een strategienota te worden opgesteld, per 1 juni en 1 oktober.
3 (17)
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer versie Datum 14 december 2010
Analyse huidige positie
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk geven wij een overzicht van de ontwikkelingen in de portefeuille, van de rente-inkomsten en -uitgaven en van de risico's. 2.2 Omvang en samenstelling van de portefeuille De omvang van de portefeuille, alsmede de rente-inkomsten en -uitgaven, vertonen in de regel een wisselend verloop, voornamelijk doordat Nieuwegein een dynamisch grondbedrijf heeft. De laatste jaren geven een vrij constant beeld: sinds 2003 is er een negatieve cashflow. In de jaren daarvoor werd vooral belegd, met name op de langere termijn. Het tempo waarin deze beleggingen vrijvallen was niet hoog genoeg om deze negatieve kasstroom te kunnen opvangen. In het financieringsstatuut (2.11) staat aangegeven dat "de financiering van de gemeentelijke investeringen zoveel mogelijk plaatsvindt met eigen middelen maar dat vanuit kostenoverwegingen tot andere afwegingen kan worden gekomen". Er is destijds gekozen voor beleggingen die weinig liquide zijn, maar daarom we! een gunstiger rendement opleverden. Het bleek financieel voordeliger om deze beleggingen niet vervroegd te gelde te maken, maar om in plaats daarvan leningen aan te trekken. Zodoende bestaat de portefeuille uit zowel aangetrokken als belegde gelden. Binnen twee jaar zullen vrijwel alle belegde gelden vrijvallen en worden aangewend voorde geplande investeringen. Wederom is er dit jaar, zoals verwacht, sprake van een flink negatieve cashflow, tot 1 oktober al ruim € 30 miljoen. Bij het Grondbedrijf is dit jaar tot nu toe per saldo een negatieve cashflow ontstaan van € 6,8 miljoen, voornamelijk door het project Binnenstad (€ 4,2 mio) en daarnaast ook voor het Klooster (€ 1,8 miljoen) en Galecop (€ 0,8 miljoen). Verder is er dit jaar inmiddels ruim € 25 miljoen besteed aan stadshuis (€ 13,6 miljoen), theater (€ 3,9 miljoen) en parkeren (€ 7,6 miljoen). Daarnaast is ook aan reguliere investeringen (o.a. sportzaal Batau, onderwijshuisvesting, riolering, ICT) € 7,7 miljoen besteed. De portefeuille is op 1 oktober in totaal afgenomen met € 30,2 miljoen. Dat deze niet verder is afgenomen komt doordat de jaarlijkse reguliere inkomstenstroom van algemene uitkering en belastingen niet geheel gelijkmatig over het jaar is verdeeld (in de eerste drie kwartalen komt verhoudingsgewijs meer binnen dan in het laatste kwartaal). De komende maanden wordt ook daardoor de cashflow negatief beïnvloed. De portefeuille beleggingen bestaat nu nog alleen uit oorspronkelijk langlopende beleggingen bij Nederlandse instellingen en bedroeg op de peildatum nog € 14,5 miljoen. De risico's op deze portefeuille worden bijzonder laag ingeschat, het leeuwendeel (€ 13,8 miljoen) is belegd bij de overheid of aan de overheid gelieerde
4 (17)
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer Varsie Datum 14 december 2010
instellingen en bij instellingen met een AAA-rating en vervalt bovendien binnen enkele jaren. Dan resteren er op de langere termijn nog slechts drie kleinere beleggingen, één bij een verbonden partij en twee kleintjes uit oogpunt van maatschappelijk nut (het Hospice en de stichting Museumwerf). De portefeuille met aangetrokken leningen bedraagt inmiddels € 73 miljoen en bestaat nu volledig uit langlopende geldleningen (met een oorspronkelijke looptijd van 5 tot 11 jaar). De ratings van de instellingen waarvan geleend is, zijn niet zo relevant want de verplichting tot terugbetaling ligt bij ons, het geld is in het verleden al binnengekomen. De Wet Fido regelt de kasgeldlimiet (de toegestane hoeveelheid kort aangetrokken geld) en die bedraagt momenteel bijna € 17 miljoen. Deze limiet is ingesteld om te voorkomen dat gemeenten te veel kort geld lenen waardoor bij een sterke stijging van de rente de rentelasten ineens explosief zouden toenemen. Door deze limiet wordt het renterisico meer gespreid. Overigens kan deze limiet wel incidenteel overschreden worden maar na een halfjaar aaneengesloten overschrijding is het verplicht afspraken te maken met de provincie over de noodzakelijke consolidatie (dat wil zeggen leningen afsluiten met een looptijd langer dan een jaar). Deze limiet is dit jaar niet overschreden. 2.3 Cuituurfïnancïering In de voorgaande strategienota hebben we aangegeven dat we op korte termijn gebruik zouden gaan maken van de cultuurfinanciering. In juni hebben we de zogenaamde "cultuurverklaring" ontvangen van het ministerie voor de bouw van het theater. Dat betekent dat voor het theater financiering kon worden aangetrokken bij één van de twee cultuurbanken, tegen een aanmerkelijk gunstiger rentepercentage dan op de reguliere kapitaalmarkt. Echter, beide banken hanteerden daarbij de bepaling dat, bij wijziging van de fiscale wetgeving, de overeenkomst zou worden opengebroken en de bank het recht had het rentepercentage te wijzigen, tegen de dan geldende marktrente. Weliswaar had de gemeente dan ook het recht om elders financiering aan te trekken, maar, wederom, tegen de dan geldende marktrente. Die bepaling bleek uiteindelijk niet onderhandelbaar en dat vonden wij onaanvaardbaar. Want gezien het feit dat het rijk ook voor een forse bezuinigingsopgaaf stond, was er een reëel risico dat binnen enkele jaren de fiscale wetgeving inderdaad gewijzigd zou worden. Daarnaast was op dat moment de marktrente uitzonderlijk laag, maar was en is de verwachting dat deze in de komende tijd zou stijgen. Dat zou dus tot gevolg kunnen hebben dat weliswaar nu tegen een uiterst scherp percentage geleend zou kunnen worden (bijvoorbeeld 2% in plaats van 3%), maar dat binnen enkele jaren dit percentage zou wijzigen in bijvoorbeeld 5%. Per saldo zou deze constructie dan duurder blijken te zijn dan lenen op de reguliere kapitaalmarkt. Op basis van bovenstaande hebben we besloten om geen gebruik te maken van cultuurfinanciering. De risico's voor een duurdere financiering binnen afzienbare termijn vonden wij te hoog. Inmiddels blijken beide verwachtingen bewaarheid te zijn geworden. Zowel de fiscale wetgeving wordt gewijzigd én de marktrente is inmiddels flink gestegen. Wij hebben uiteindelijk gekozen om een aantal tranches af te sluiten op de reguliere kapitaalmarkt tegen een nog altijd redelijk laag rentetarief.
5 (17)
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer Versie Datum 14 december 2010
6 (17)
2.4 Ren te resultaat In onderstaande tabel wordt aangegeven wat de omvang is van de portefeuille belegde middelen (U/G) en aangetrokken gelden (O/G), met de bijbehorende rentebaten en rentelasten. Renteresultaat/portefeuille
2006
2007
2008
2009
2010*
belegde gelden ( U / G ) rente kortlopende leningen
24.110
rente langlopende leningen totaal rente-inkomsten
2.944.918 2.969.028
totaal belegd op 31-5
70.160.064
mutatie in portefeuille U/G Rendement portefeuille U/G
83.751
0
0
5.669
2.676.690
2.173.239
1.777.556
931.568
2.760.442
2.173.239
1.777.556
937.237
56.797.725
45.959.987
28.014.120
14.493.741
-2.946.189 -13.362.339 -10.837.738 4,14% 4,10% 4,15%
-17.945.868
-13.520.378
4,29%
4,30%
aangetrokken gelden (O/G) rente kortlopende geldleningen
-58.594
-126.099
-171.382
-67.120
-22.501
rente langlopende geldleningen
-337.691
-723.926
-1.021.038
-1.853.307
-2.591.957
totaal rente-uitgaven
-396.284
-850.025
-1.192.420
-1.920.427
-2.614.457
totaal aangetrokken op 31-5
-23.500.000
-22.535.963
-44.000.000
-58.343.224
-75.019.017
mutatie in portefeuille O/G
-12.500.000
964.037
-21.464.037
-14.343.224
-16.675.793
kosten portefeuille O/G
3,39%
3,91%
3,96%
3,77%
3,85%
gesaldeerd totaal renteresultaat
2.572.743
1,910.417
980.819
-142.871
-1.677.221
46.660.064 34.261.762 -15.446.189 -12.398.302
1.959.987 -30.329.105
-60.525.275
-32.301.775
totaal portefeuille Mutatie in portefeuille totaal
-32.289.092
-30.196.171
* In deze tabel zijn in de kolom 2010 voor zover bekend alvast de rente-inkomsten en -uitgaven over het hele jaar weergegeven. Onderstaand hebben we de renteresultaten uit de tabel grafisch weergegeven.
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer Versie Datum 14 december 2010
7 (17)
renteresultaat 4.000.000 3.000.000 UJHaa ontvangen rente kort en lang geld i s m betaalde rente per saldo renteresultaat
2B3S
20iS
Duidelijk is te zien hoe de inkomsten van beleggingen snei teruggelopen zijn en de rentelasten van aangetrokken leningen gestegen. Het directe renteresultaat is per saldo dan ook negatief: er wordt nu meer rente betaald dan ontvangen. Overigens geven de genoemde cijfers nog geen compleet beeld voor het gehele jaar. Hierin zijn namelijk wel de rentebaten en -lasten van de al lopende leningen voor de rest van het jaar meegenomen (omdat daarvan de rente immers exact bekend is). Maar de lasten van de dit jaar nog af te sluiten leningen zijn nog niet verwerkt. De financiële gevolgen hiervan zijn nog niet exact bekend maar gezien de nog te verwachten verdere negatieve geldstroom zullen deze lasten circa € 125.000 bedragen. Per saldo wordt nu een negatief direct rente resultaat verwacht op de portefeuille leningen en beleggingen over 2010 van ongeveer € 1,8 miljoen. In de begroting 2010 was oorspronkelijk een direct portefeuilleresultaat geraamd van ruim € 3,3 miljoen negatief, maar bij de Najaarsnota is dit reeds met € 1,5 miljoen bijgesteld naar € 1,8 miljoen negatief. Let wel, dit is alleen het resultaat op directe beleggingen en leningen. Het totale renteresultaat wordt óók bepaald door de inkomsten van interne doorberekeningen van investeringen (aan grondbedrijf en reguliere exploitatie). Door de overloop van investeringen naar het volgende jaar hoeven minder leningen te worden aangetrokken dan geraamd, zijn de rentelasten dus lager maar dalen ook de inkomsten van doorberekende rente aan investeringen. De overloop heeft dus een positief effect op het portereu/7/eresultaat, maar per saldo weinig invloed op het totale renteresultaat. Wat wel een positief effect heeft op het renteresultaat is de lagere rentestand. Door de gunstige rentepercentages van de dit jaar nieuw aangetrokken leningen iigt de gemiddelde rente inmiddels onder de rekenrente van 4%. Daarnaast was een derving van rente inkomsten geraamd van € 400.000 bij het vormen van de reserve Parkeren ad € 10.000.000, maar dit jaar wordt slechts een klein deel van deze reserve aangewend, zodat de rentederving veel lager uitvalt. Ook dit heeft een positief effect op het renteresultaat. Deze budgettaire gevolgen zijn reeds verwerkt bij de Najaarsnota. Net als voorgaande keren is het portefeuillerapport per de peildatum, in dit geval 1 oktober 2010, (als geheim) voor u bijgevoegd. Dit bevat een overzicht van de
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer Versie Datum 14 december 2010
portefeuille korte en langlopende leningen u/g, de portefeuille korte en langlopende leningen o/g en de positie per partij (inclusief de rating).
8 (17)
Strategienota treasury 2010-2 ftaadsnummer Versie Datum 14 december 2010
Prognose ontwikkelingen op de financiële markten
3.1 Renteverloop Uiteraard gaat het voorspellen van de ontwikkelingen op de financiële markten altijd al gepaard met een grote mate van onzekerheid, maar in het huidig tijdsbestek zijn de perspectieven extra onzeker. Het economische herstel is nog zeer broos en er is veel onzekerheid over de situatie in een aantal Europese landen (Griekenland, Ierland, Portugal, Spanje). Dit laatste leidde tot een zeer iage lange rente in Duitsland en Nederland (die als relatief veilige vluchthavens werden gezien), die tot eind augustus steeds maar verder daalde, maar deze is de laatste maanden wel weer relatief snel aan het stijgen. Hoe de euro en de economie in de Eurozone zich de komende tijd gaat ontwikkelen is in ieder geval uiterst onzeker. In ieder geval volgen we nauwlettend de prognoses van marktspecialisten voor de komende periode. We zijn geïnteresseerd in de prognoses voor de korte termijnrente en de lange termijnrente en de verhouding tussen beide. Hoewel dat in de huidige situatie minder relevant lijkt, lijken we toch ook altijd naar de ontwikkelingen van het afgelopen decennium. In onderstaande grafiek wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de korte rente (de onderste lijn), de lange rente (de bovenste lijnen) en de verhouding tussen beide. Daaruit blijkt dat over de afgelopen periode de gemiddelde rente van 10-jaars staatsleningen 4,09% bedroeg en van drie-maands 2,90%. De gemiddelde spread tussen de lange en korte rente bedroeg 1,19% over de afgelopen 10 jaar.
9 (17)
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer Versie Datum 14 december 2010
Het verschil tussen korte en lange rente is nog steeds aanzienlijk. Naast de rente wordt de prijs van geld ook bepaald door de risico-opslagen die de banken hanteren. Sinds het uitbreken van de kredietcrisis waren deze opslagen aanvankelijk naar ongekende hoogten gestegen, waarna ze vervolgens weer flink afnamen, maar niet meer tot het niveau van vóór de crisis. De laatste paar maanden is zowel de lange als de korte rente weer opgelopen.
3.2 Markt prognoses De Europese Centrale Bank heeft de (herfinancierings)rente al een tijd lang op het ongekend lage niveau van 1 % gehouden en het is niet duidelijk of en wanneer dit verhoogd zal worden. Voor de eerstvolgende maanden wordt nog niet op een wijziging gerekend maar alle partijen verwachten in de loop van 2011 wel een opwaartse beweging. Nog altijd zijn de financiële markten flink in beroering. De "landencrisis" waarvan men dacht (dan wel hoopte) dat daarin enige stabiliteit was gekomen, is onlangs weer opgelaaid met Ierland en daarnaast wordt het vizier nu gericht op Portugal en, belangrijker voor de economie, Spanje. Op zich leidde de landencrisis juist tot een lagere rente in Nederland en Duitsland, eind augustus was deze zelfs extreem laag, maar de dreiging van inflatie zorgt sinds begin september voor een gestage stijging van de lange rente, sneller dan verwacht, en de verwachting is dat dit in de toekomst nog verder stijgt. Ook de korte rente is echt uitzonderlijk laag geweest maar loopt nu weer op. Op dit moment zijn leningen met een korte looptijd nog steeds relatief goedkoop, maar deze zal de komende tijd nog wel verder oplopen. In historisch perspectief zijn de absolute niveaus van zowel korte als lange rente nog steeds laag te noemen.
10 (17)
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer Versie Datum 14 december 2010
11 (17)
Investerings- en liquiditeitsprognose
Voor de komende tijd verwachten we nog steeds een negatieve kasstroom, gelet op reeds in gang gezette investeringen in met name de Binnenstad (incl. parkeren, stadshuis en culturele voorzieningen), Het Klooster en Galecopperzoom. Eén parkeergarage is overigens niet meegenomen in de prognose, gezien de grote onzekerheid rond het aanvangstijdstip en de omvang van dit project. Een andere parkeergarage, die in eerste instantie ook buiten beschouwing was gelaten, hebben we, gezien de ontwikkelingen in de binnenstad, inmiddels wel weer opgenomen, waardoor de cashflow als geheel de eerste jaren wat negatiever wordt dan in de vorige nota was berekend. Ook de komende jaren zal er veel geleend moeten worden, de vrijval van de nog resterende belegde middelen is nog maar beperkt. In de onderstaande tabel is dit weergegeven. cash-f low vs. v rijv allende/aflopende leningen 40.000.000 20.000.000
o
u
|' « j ' 1 'WH 'V -4"l' y "fr " H 'U^"t fUt^ l-'T^' T '"TT''
-20.000.000
□ vrijvallende/aflopend e leningen
-40.000.000 -60.000.000
H verwachte cashflow
-'""-1~>
-80.000.000
<£ 6> <& <& d** <& <& <£ ^ <& <& & & ó^ ó^
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer Versie Datum 14 december 2010
12 (17)
Onderstaand is weergegeven hoe groot de jaarlijkse behoefte per saldo is. financieringsbehoefte per jaar 40.000.000
: .v..;.v. : v;..v : -j.y. : .. ; ^..
20.000.000
xr
0 -20.000.000 -40.000.000 -60.000.000
"•'^^^#•^7
-80.000.000 ȣ
^
*>
^
*0- N> \!*
^
^
^
&
^
•&
^
V>
^
1N
*3> •$> 1 ^
^
^
^
^
i^> n^1
il'
$-
^
^^
Uiteraard zijn het slechts prognoses. In de praktijk blijken we vaak te worden geconfronteerd met uitstel van investeringen, om allerlei redenen. Dit heeft tamelijk ingrijpende gevolgen voor de financieringsbehoefte. Naast de onzekerheden in het tempo van de uitgaven geldt hetzelfde voor de inkomstenkant: bij een economische recessie zai bijvoorbeeld de uitgifte van gronden ook getemporiseerd worden. Ook dit heeft invloed op de financieringsbehoefte. De hier weergegeven prognoses zijn dan ook slechts een indicatie en geen keihard gegeven. Maar de algehele trend is wel duidelijk: het aantal belegde middelen dat vrijvalt is nog maar beperkt terwijl de lopende en nog geplande investeringen vooreen negatieve cashflow zorgen van een dergelijke omvang dat nog een aanzienlijke hoeveelheid financieringsmiddelen moet worden aangetrokken. In onderstaande tabel wordt dit weergegeven. financieringsbehoefte cumulatief 40.000.000 20.000.000 0 -20.000.000 W\
..-p-W->~,~>-
rthp.
■ " ^ " " T " ~"*TWT-."TT«'
iH-
f
tir *L_t
Jj,
-40.000.000 -60.000.000 -80.000.000 -100.000.000
o"5* <s> <$> <$> <$* <& <& <$> <£ <& & <$> <& <& <&
Strategienota treasury 2010-2 Raadsntimmer Versie Datum 14 december 2010
Voorgenomen strategie
In deze paragraaf gaan we in op de voorgenomen strategie, dat wil zeggen de voorgestane beleidsrichting. Gelet op de huidige renteontwikkelingen op zowel kapitaalmarkt als geldmarkt, de fluctuerende spread, de verwachte negatieve cashflow en de onzekerheid rond de te verwachten economische ontwikkelingen is onze strategie als volgt. •
• • • • • •
De komende jaren zal er nog een fors negatieve cashflow ontstaan die de kasgeldlimiet ver te boven gaat. Daarnaast wordt verwacht dat zowel de korte als de lange rente de komende tijd nog verder zal stijgen. Daarom willen we zo snel mogelijk consolideren, met leningen met een langere looptijd, tot 12 jaar. Eventueel worden ook vast langlopende leningen afgesloten met een uitgestelde stortingsdatum. Naast de markt van onderhandse geldleningen wordt het gebruik van het instrument MTN 's onderzocht (Euro Medium Term Notes). Daarnaast wordt binnen de kasgeldlimiet kostentechnisch zo optimaal mogelijk kasgeld in periodes tot maximaal één jaar aangetrokken. Er wordt gestreefd naar een spreiding in vervaidata van de nog af te sluiten langlopende leningen. Er wordt geen gebruik gemaakt van de zogenoemde "cultuurfinanciering". Om rendementsredenen worden geen beleggingen verkocht; Eventuele tijdelijke liquiditeitsoverschotten worden kort belegd, bij instellingen met minimaal een AAA-rating.
In de volgende paragraaf gaan wij hier nader op in.
13 (17)
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer Versie Datum 14 december 2010
Financierings- en beleggingsvoornemens
Wij verwachten ook voor de komende jaren een negatieve kasstroom voor de gemeente als geheel. Vanaf circa 2017 zou dit naar het huidige beeid waarschijnlijk omslaan in een met name positieve cash-flow, vooral door de ontwikkelingen bij het grondbedrijf. Wij zullen de eerste jaren dus nog de nodige financieringsmiddelen moeten aantrekken. Gezien de verwachte nog verdere stijging van de rente willen we zo snel mogelijk consolideren. De spread tussen kort en lang geld is weliswaar behoorlijk groot, inclusief de risico-opslagen is het verschil tussen 3 maands en 10-jaars momenteel bijna 3%. Maar hoewel het op korte termijn voordelig is om kort geld aan te trekken, is het op lange termijn, met een verwachte stijging van de rente, verstandiger om toch zo snel mogelijk te consolideren. Een jaar lang 3% minder betalen weegt niet op tegen negen jaar lang 1 % meer betalen. De kasgeldlimiet ( de toegestane hoeveelheid kort aan te trekken leningen, met een looptijd korter dan een jaar) bedraagt nog geen € 17 miljoen, terwijl de behoefte aan geld deze limiet ruimschoots overstijgt, dus binnen afzienbare tijd zijn we toch gedwongen om leningen met een langere looptijd af te sluiten. Uiteraard worden de ontwikkelingen in de economie en op de financiële markten nauwlettend in de gaten gehouden, mochten de perspectieven wijzigen, dan zal de strategie daarop worden afgesteld. Als bijvoorbeeld de inflatieverwachtingen geen bewaarheid lijken te worden en de lange rente een dalende tendens inzet, kan het weer gunstiger zijn om weer meer kort te gaan lenen. Tot nu toe maakten wij voor het aantrekken van geld eigenlijk altijd gebruik van onderhandse geldleningen, deze markt functioneerde tot voor kort tot tevredenheid. Heel recent blijkt de markt voor lang geld echter in de praktijk te vaak beperkt te blijven tot slechts twee spelers. De overige partijen blijken niet happig te zijn op het lang wegzetten van middelen. Dat is niet bevorderlijk voor de concurrentie en voor een scherpe prijs. Door gebruik te gaan maken van Medium Term Notes wordt ook de Europese markt toegankelijk. Enkele grotere gemeenten zijn hier inmiddels al toe overgegaan en dit blijkt in de praktijk tot wat scherpere tarieven te leiden. Met name Duitse banken tonen interesse in verband met het renteverschil tussen Duitsland en Nederland. Onderzocht wordt of dit instrument ook voor Nieuwegein voordelig kan zijn. Verder wordt er gestreefd naar spreiding in de vervaldata, zodat in de toekomst er niet ineens binnen korte tijd grote bedragen moeten worden hergefïnancierd, tegen een dan misschien uiterst ongunstig rentepercentage, mocht de liquiditeitsprognose minder gunstig blijken uit te vallen dan eerder verondersteld.
14 (17)
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer Versla Datum 14 december 2010
Zoals al uiteengezet in 2.3 hebben we inmiddels besloten geen gebruik te maken van de cultuurfinanciering, de aanvankelijke voordelen bleken in de huidige praktijk slechts korte-termijnvoordelen te zijn. Het beleid om de bestaande beleggingen niet vervroegd af te lossen, wordt om rendementsredenen voortgezet. Het treasurycomité is op basis van deze nota bijeen geweest. Het verslag hiervan ligt ter inzage.
i s (17)
Strategienota treasury 2010-2 Raadsnummer Versie Datum 14 december 2010
Risico's
Wij hanteren binnen de gemeente een vaste interne rekenrente. Sinds deze rekenrente een aantal jaar geleden is verlaagd van 6 , 1 % via 5% naar 4%, loopt deze rekenrente redelijk in de pas met de werkelijkheid. Het rendement op de beleggingen schommelt al een aantal jaren net boven de 4 % en het merendeel van deze beleggingen is inmiddels vrijgevallen. Sinds de portefeuille ook bestaat uit aangetrokken leningen, waren de gemiddelde rentelasten hiervan aanvankelijk aanmerkelijk lager dan bovengenoemd rendement op de bestaande beleggingen, maar langzamerhand is dit opgelopen tot iets onder de 4%. Voor 2010 vallen de werkelijk gerealiseerde rendementen/lasten iets lager uit dan de gehanteerde rekenrente. Het is de vraag wat er de komende jaren gaat gebeuren. Door het hoge niveau van investeringen de komende tijd (deel stadshuis, theater, parkeergarages) en de stijgende rente zullen er in betrekkelijk korte periode nog flinke sommen geld uit de markt moeten worden gehaald, waarbij de kasgeldlimiet niet toereikend is om de totale financieringsbehoefte met (goedkoper) kort geld af te dekken. Verwacht wordt dat voor 2011 de rekenrente van 4 % nog toereikend zal zijn, maar het is moeilijk te voorspellen hoe dit zich de jaren daarna zal ontwikkelen.
15 (17)
Strategienota treasury 2010-2 Ra a ds nu mmer versla Datum 14 december 2010
8
Financiële consequenties
Zoals onder hoofdstuk 2 Renteresultaat al is aangegeven wordt er per saldo over heel 2010 een negatief portefeuilleresultaat van circa € 1,8 miljoen verwacht, in plaats van € 3,3 miljoen negatief, zoals in de begroting opgenomen. Dit voordeel van £ 1,5 miljoen wordt deels weer teniet gedaan door een lagere rentedoorberekening naar investeringen. De hieruit voortvloeiende budgettaire effecten zijn reeds meegenomen bij de Najaarsnota 2010. Gezien de actuele rente-ontwikkelingen wordt verwacht dat de interne rekenrente ad 4% ook toereikend zal zijn in 2011.
17 (17)