Postbus 1 3 4 3 0 AA
Bezoekadres
Stadsplein 1 3 4 3 1 LZ
www.nieuwegein
Bank N e d e r l a n d s e G e m e e n t e n 28 50 04 387
Nieuwegein
m
2013 -389 Strategie Maatschappelijke Ontwikkeling
Contactpersoon Telefoon E-mail
Sarah van der Werf
14 030
[email protected]
Gemeenteraad Nieuwegein
Datum
Postbus 1
Kenmerk
9 oktober 2 0 1 3 *
Zaaknummer
3430 AA NIEUWEGEIN
3
^ 3 ^ 0 0
Berichtnummer 2-CX t~ Ji- " T ^ Onderwerp
Transitie-arrangement jeugdzorg Lekstroom
VERZONDEN 2 3 OKT. 2013
Geachte raad,
Langs deze weg informeren wij u over de vaststelling van het transitiearrangement jeugdzorg Lekstroom op 15 oktober j l . U ontvangt dit transitiearrangement ter kennisname en heeft hierop in de regionale raadsinformatieavond op 16 oktober een nadere toelichting kunnen ontvangen. De regionale transitie-arrangementen zijn in de Utrechtse gemeenten gelijktijdig aangeboden voor bestuurlijke vaststelling. Het arrangement dient voor 3 1 oktober voorgelegd te worden aan het Rij! In het raadsvoorstel inzake de vaststelling van de kadernotitie jeugdhulp (2013296) en de raadsinformatieavond van 3 juli j l . bent u geïnformeerd over de verplichting t o t het opstellen van regionale transitiearrangementen jeugdzorg. B de brief aan uw raad van 12 september j l . heeft u ook de regionale uitgangspunten bij het transitie-arrangement Lekstroom ontvangen. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders,
.M. van Elteren
Bijlag
i
Transitie
F.TJ.PTTBackhuijs burgemeester
secretaris
rrangement Lekstroom
2 013-389
Definitieve versie 11 oktober 2013
Transitiearrangement Zorg voor Jeugd Regio Lekstroom
Versie: 11 oktober 2013
Definitieve versie 11 oktober 2013 Dit arrangement is bestuurlijk door de colleges van de Lekstroom-gemeenten vastgesteld, (zie bijlage 1 (red: volgt na besluitvorming) na overleg met zorgaanbieders, bureau jeugdzorg Utrecht en de huidige financiers. De concrete uitwerkingen volgend op dit regionale transitie arrangement zullen in de gemeenteraad worden besproken. Daarbij komt aan de orde: de inhoud, de invulling van het nieuwe jeugdstelsel, en vraagstukken rondom sturing en bekostiging. " het c
Hen van de transitiearra ïgementen ten behoeve van de transitie Jeugdzorg hebben de
gemeenten in de provincie Utrecht regionaal en bovenregionaal samengewerkt. In twee gezamenlijke voorbereidingsdagen hebben gemeenten en zorgaanbieders gesproken over de opzet en invulling van de arrangementen. Dit arrangement is uiteindelijk schriftelijk voorgelegd aan de zorgaanbieders en bureau jeugdzorg.
Aan alle zorgaanbieders is gevraagd of zij de in dit arrangement ontwikkelde beleidslijn onderschrijven en mee willen werken aan de uitwerking hiervan volgens de in dit arrangement beschreven proces. Voor de reacties verwijzen wij u naar de bijlage 2. (red: volgt)
Gemeenten uit regio Leki room Gemeente Nieuwegein Houten IJsselstein Vianen Lopil
Contactpersoon Renée Blom Nicole Teeuwen Marijke van Beukering Marcel Verweij Ina de Korte
Opbouw arrangement: Voor een aantal onderdelen uit dit arrangement hebben de gemeenten uit de volgende regio's samengewerkt: Eemland, Food Valley, Zuid-Oost, Lekstroom, en Utrecht stad. Deze onderdelen maken integraal deel uit van dit transitiearrangement.
Definitieve versie 11 oktober 2013
o A 4 "Z
"Z O ü
Bovenregionale component Dit arrangement is bestuurlijk vastgesteld, door de colleges van burgemeester en wethouders van de Utrechtse gemeenten (zie bijlage 1) na overleg met zorgaanbieders, bureau jeugdzorg Utrecht en de huidige financiers. De concrete uitwerkingen volgend op dit regionale transitie arrangement zullen in de gemeenteraad worden besproken. Daarbij komt aan de orde: de inhoud, de invulling van het nieuwe jeugdstelsel, en vraagstukken rondom sturing en bekostiging. Voor het opstellen van de transitiearrangementen ten behoeve van de transitie Jeugdzorg hebben de hierboven beschreven gemeenten samengewerkt. In twee gezamenlijke voorbereidingsdagen is met gemeenten en zorgaanbieders gesproken over de opzet en invulling van de arrangementen. Dit arrangement is uiteindelijk schriftelijk voorgelegd aan de zorgaanbieders en bureau jeugdzorg (hierna zorgaanbieders). Zorgaanbieders (regionaal en bovenregionaal actief) Aan alle zorgaanbieders is gevraagd of zij de in dit arrangement ontwikkelde beleidslijn onderschrijven en mee willen werken aan de uitwerking hiervan volgens de in dit arrangement beschreven proces. Voor de reacties verwijzen wij u naar de bijlage 2. (volgt)
sfinitieve versie 11 oktober 2013
Algemeen De afgelopen maanden zijn er veel gesprekken gevoerd tussen gemeenten, zorgaanbieders, bureau jeugdzorg en huidige financiers. Deze partijen hebben elkaar in deze fase beter leren kennen en daarmee heeft een samenwerkingsrelatie vorm gekregen. Deze relatie is nodig en van groot belang om met elkaar deze transformatie te realiseren. De gespreksronden en de samenwerking tot nu toe geven voldoende aanleiding om met vertrouwen deze weg in te slae In 2013 en 2014 worden door gemeenten en provincie al de eerste stappen gezet om de gewenste vernieuwing vorm te geven. Deze afspraken zijn opgenomen in de Provinciale experimenteerregeling voor 2013 en in het Provinciale Uitvoeringsprogramma 2014. Met dit arrangement zijn niet alle onderwerpen voor een succesvolle transitie volledig uitgewerkt. beschouwen dit arrangem dan ook als een tussenstap in het tr ie- en tran proces. Hoe zien we de vernieuwing voor ons? Gemeenten en zorgaanbieders hebben een gezamenlijke opgave om betere zorg voor jeugd met minder middelen te realiseren. Zorg zal meer ingezet gaan worden in de eigen leefomgeving van de cliënt, waardoor minder (zware) maar kortere en bestendiger trajecten kunnen worden ingezet. Wij hanteren hierbij de volgende uitgangspunten. Verbetering cliëntpositie • cliënt centraal stellen • inzetten op 'eigen kracht' van de cliënt en zijn/haar omgeving • regie zoveel mogelijk bij het cliënt/gezin • waarborgen van de kwaliteit en veiligheid voor de cliënt • vraaggericht werken • ondersteuning in eigen huis/leefomgeving Meer ruimte en verantwoordelijkheid professional • vertrouwen op de kennis- en expertise van de professional • professional in buurtteam/wijkteam meer handelingsvrijheid geven • differentiëren onder andere op basis van kosten, risico, type hulpvragen en specialisme • sturen op de 'wat' en niet op het 'hoe' Effectievere organisatie • verbinding met het lokale niveau (contact met thuissituatie, buurtteam, CJG, gemeente) • uitgangspunt 'één gezin, één plan, één aanspreekpunt' • integrale aanpak bij meervoudige problematiek • behoud continuïteit specialistische zorg en kennis voor hele specifieke doelgroepen Doelmatigheidswinst en budgetbeheersing • van curatie naar preventie • Ie lijn is leidend • zorg zo kort en licht als verantwoord in de 2e lijn • versterken van prikkel tot uitstroom & minder instr urn • uitgaan van compensatiebeginsel: wat kan je zelf en wat kan je omgeving Op alle terreinen geldt dat er voldoende ruimte moet zijn voor innovatie. Sleutel in het realiseren van de zorginhoudelijke vernieuwing is dichterbij brengen en integraler maken van zorg voor jeugd, waarbij aangesloten wordt bij 0-de en eerste lijn (verder wijkteams). Een groot deel van het budget moet kunnen worden ingezet ten behoeve van generalistische zorg
Definitieve versie 11 oktober 2013
j 3
- 3 B 9
in de buurt/wijk en minder ten behoeve van de duurdere specialistische, zwaardere vormen van zorg. In het realiseren hiervan spelen de teams een spilfunctie. Ten behoeve van het functioneren van de generalistische teams (wijkteams/buurtteams) onderkennen instellingen dat in de tweede ring om de teams heen specialistische advies en consult gerealiseerd moet worden. Immers de wijkteams/buurtteams kunnen niet alles en zij moeten daarom zorgen voor doorverwijzing als de zorgvraag hun competenties te boven gaat. In geval van twijfel zal het team deskundigen uit de tweedelijnszorg consulteren. Daarnaast zullen de teams, als de veiligheid van het kind in het geding is, nauw samenwerken met deskundigen op het terrein van jeugdbescherming. De sturing en financiering van de generalistische teams (wijkteams/buurtteams) en de specialistische ondersteuning zal uitgewerkt moeten worden. Dit wordt door de zorgaanbieders en gemeenten vormgegeven. Reikwijdte van dit arrangement • De uitgangspunten en intenties in dit arrangement hebben betrekking op alle jeugdhulp in 2015 van 1 januari tot en met 31 december. •
Uitzondering hierop is de pleegzorg, waarvoor gemeenten verantwoord! lijk zijn vanaf 1 januari 2015. Pleegzorg wordt gegarandeerd tot 18 jaar en alle lopende trajecten zullen worden gecontinueerd.
•
Dit arrangement heeft betrekking op cliënten die op 31-12-2014 in zorg zijn (zittende cliënten), op cliënten die op 31-12-2014 een aanspraak op zorg hebben, maar deze zorg op dat moment nog niet krijgen (wachtlijstcliënten) en op nieuwe cliënten.
•
Zorgaanbieders kunnen geen rechten ontlenen aan dit arrangement.
•
De Utrechtse regio's Food Valley, Zuid-Oost, Utrecht Stad, Utrecht West, Lekstroom en Eemland hebben gezamenlijk een deel van hun regionale arrangement opgesteld. Wanneer wij spreken over bovenregionale samenwerking betreft dit dan ook deze zes regio's.
Financieel De invoering van de Jeugdwet gaat gepaard met kortingen. In de meicirculaire 2013 is een toelichting gegeven op het macrobudget en de bijbehorende verdeling over de individuele gemeenten. De verdeling geeft een beeld, maar voor inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet staat nog niet alles vast. In de meicirculaire 2014 wordt het definitieve bedrag per gemeente voor 2015 bekend op basis van de dan meest recente gegevens en de nog te nemen besluiten. In deze meicirculaire worden gemeenten ook nader geïnformeerd over de budgetten per gemeente op basis van de objectieve verdeling, welke geleidelijk van kracht zal zijn vanaf 2016. Het is mede om die reden nu niet mogelijk budgetafspraken te maken. Wij zijn van mening dat bekendmaking van het definitieve budget in mei 2014 veel te laat is en tot grote risico's leidt voor de instandhouding van de infrastructuur en het beperken van de frictiekosten. Wij dringen er bij het Rijk op aan snel duidelijkheid te verschaffen. Op grond van de nu beschikbare informatie constateren wij dat er een aanzienlijk verschil is tussen de totale budgetopgave door de Utrechtse zorgaanbieders (€ 258 min) en het budget in de meicirculaire 2013 (€ 226 min.). De afwijking bedraagt circa 13%. In een gesprek met het ministerie van VWS is gebleken dat er een aantal fouten is gemaakt in de berekening van het budget uit de mei circulaire 2013. Wij gaan ervan uit dat deze fouten worden gecorrigeerd, zodat er een betrouwbare basis ontstaat voor gemeenten en zorgaanbieders om de continuïteit van zorg te waarborgen. Daarnaast zullen wij met de zorgaanbieders bekijken of de aangeleverde informatie correct is.
Definitieve versie 11 oktober 2 Vanwege de bovengenoemde financiële onzekerheden, zijn wij in deze fase nog niet in staat om realistische afspraken te maken over budgetten. Wij gaan daarom uit van percentages van het 'netto besteedbare' gemeentelijke budget. Dit is het budget wat gemeenten ontvangen voor Jeugdhulp minus een aantal noodzakelijke kosten (zie onder). De percentages die wij hebben gehanteerd in het overleg met de zorgaanbieders dienen voor ons als een richtsnoer bij het enerzijds aangeven wat nodig is voor de continuïteit van zorg en anderzijds voor het vrijspelen van middelen voor het transformatieproces. Het is wenselijk het budget dat de gemeenten in de meicircul 2 20] 4 voor de zorg voor jeugd ontvangen, volledig beschikbaar te houden voor de uitvoer van de zorg voor jeugd. De opbouw van het beschikbare budget is als volgt: Huidig budget
106,8%
Landelijke korting in 2015 t.o.v. huidige budget
6,8%
Budget 2015
100%
Indicatie landelijke voorzieningen en uitvoeringskosten
4 % - 10%
Beschikbaar voor regionale transitie arrangement
96% - 90%
Onder de uitvoeringskosten worden verstaan de kosten die de ambtelijke organisatie maakt om uitvoering te geven aan haar taken en ver* len op he gebied van idsontwikkeling, inkoop, monitoring en verantwoording. Randvoorwaarde voor beheersbaar houden van uitvoeringskosten is dat uitvoering wordt ondersteund door landelijke afspraken over administratie en registratie. Voorbehouden Dit arrangement bevat uitgangspunten en intenties van de collages en zorgaanbieders bij de voorbereiding van de transitie jeugdzorg. De in dit transitiearrangement opgenomen intenties en uitgangspunten zijn gemaakt met inachtneming van de volgende voorbehouden: •
Definitieve vaststelling van een toereikend budget voor 20 .5, inclusief ruimte voor kosten zoals landelijke voorzieningen, uitvoeringskosten bij gemeenten en kosten voor vrijgevestigden of PGB's.
•
Een gelijkblijvende zorgvraag (peil 2012).
•
Het (daadwerkelijk inwerkingtreden van en de invulling die gegeven wordt aan de Jeugdwet.
•
De intenties en uitgangspunten met betrekking tot jeugdbescherming en jeugdreclassering gelden onder voorbehoud van certificering van deze uitvoerende partijen.
•
De intenties en uitgangspunten die zijn besproken met aanbieders van jeugdzorg gelden, worden gemaakt onder voorbehoud dat deze aanbieders voldoen aan die kwaliteitseisen in de Jeugdwet en de AMvB die op voorhand toetsbaar zijn. Het gaat er om dat aanbieders voorzien in een effectieve en laagdrempelige klachtenbehandeling, medezeggenschap, systematische kwaliteitsbewaking en in een meidcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling
•
Beschikbaarheid van voldoende gecertificeerde instellingen in 2015.
•
De gemeenteraad van de betreffende gemeente zullen in 2014, als de rijksbegroting m.b.t. jeuc zorg lekend is, het budget voor jeugdzorg vaststellen. De raad is niet gebonden aan dit arrar jement.
•
Juistheid en volledigheid van de door de aanbieders aangeleverde cijfers.
6
Definitieve versie 11 oktober 2013
2 013-38
Noodzakelijke infrastructuur Met de voortzetting van samenwerking met alle bestaande zorgaanbieders in 2015 zijn alle zorgvormen in principe gegarandeerd. Daarnaast sluiten we de toetreding van nieuwe zorgaanbieders niet uit. Zie hiervoor ook de paragraaf "Reikwijdte van dit arrangement" Aantallen en cijfers In de onderstaande tabel een overzicht van de door zorgaanbieders opgegeven kosten voor de uitvoering van de taken die in 2015 onder de Jeugdwet vallen. Dit betreft het totaal voor de zes regio's. Totale kosten Utrechtse regio's Zorgcategorie Preventie Generalistische ondersteuning pecialistische ondersteuning Residentiële hulp Gezinsvervanging Crisis Jeugdzorg AMHK JB/JR Totaal
2012 Ko! en € 11,985,647 € 16,122,043 € 85,113,268 € 93,038,786 € 13,721,466 € 6,119,149 € 3,690,540 € 28,581,670 € 258,372,569
Inhoudelijke uitgangspunten Jeugd-GGZ Gemeenten zetten in op versterking van de 'voorkant' (gewoon opvoeden en basiszorg) en minder instroom in de specialistische zorg. Deze lijn sluit aan op de hoofdlijn uit het bestuurlijk akkoord GGZ 2013-2014. Dat wil zeggen dat het concept van de BasisGGZ bijdraagt aan een vermindering van cliënten instroom van 20% in de specialistische GGZ. De wijze waarop de 'voorkant' wordt versterkt, zal lokaal en regionaal verschillen. Tegelijk is er de wens van gemeenten om de specialistische ondersteuning, vooral datgene wat bovenregionaal wordt ingevuld, beter te laten aansluiten op de lokale zorginfrastructuur. Daarvoor hebben gemeenten en zorgaanbieders financiële ruimte nodig. In het vrij besteedbare budget van gemeenten wordt een balans gezocht door percentages toe te wijzen voor het bieden van de noodzakelijke continuïteit van zorg en de gewenste inhoudelijke vernieuwing van zorg (zie tabel paragraaf Financieel). Gemeenten en zorgaanbieders hebben nadrukkelijk met elkaar gedeeld dat het een gezamenlijke opgave en verantwoordelijkheid is om de infrastructuur te continueren van de specialistische zorg. Het kan niet zo zijn dat cliënten tussen 'wal en schip' raken en de noodzakelijke specialistische zorg niet meer bovenregionaal beschikbaar is. De gemeenten verwachten dat met deze uitgangspunten het proces met zorgaanbieders met vertrouwen kan worden voortgezet om de zorginfrastructuur te borgen en het leveren van zorg te garanderen aan minimaal de cliënten die in zorg zijn op 31-12014, de cliënten die op de wachtlijst staan en de instroom van nieuwe cliënten in 2015.
Provinciale Jeugdzorg De vernieuwing die we willen inzetten, zoals in de inleiding beschreven, heeft onmiddellijk invloed op het bovenregionale deel van de provinciale jeugdzorg. De vernieuwing moet vormgeven aan een veel krachtiger, gevarieerder en breder inzetbaar aanbod van jeugdzorg in de wijken, dichtbij het gezin. Als dit beschikbaar is, hoeft er minder snel doorverwezen te worden naar de
Definitieve versie 11 oktober 2013 gespecialiseerde zorg en zullen er vooral veel minder kinderen uit huis geplaatst hoeven te worden. Alle partijen onderschrijven de visie dat het beter is zoveel mogelijk kinderen in de eigen natuurlijke omgeving te laten (ook met behandeling), zolang als dat mogelijk is. Mocht er toch een uithuisplaatsing nodig zijn, dan heeft, waar mogelijk, een plaatsing in een pleeggezin of gezinsvervangende situatie de voorkeur. De afbouw van gespecialiseerde zorg, ten gunste van zorg in de wijken, is al enige tijd geleden ingezet, onder regie van de rovincie. De afspraken over de inzet van de door de provincie geïntroduceerde "experimenteerregeling" zijn hier een goed voorbeeld van. Er is nog onduidelijkheid over de precieze benodigde vorm en omvang van de capaciteit in de toekomst. Maar om de ombouw van zorg naar de wijken mogelijk te maken, zal de beweging van afbouw van met name residentiële zorg in 2014 en 2015 verder worden doorgezet. Hieronder st an alle bovenregionale provinciale zorgcategorieën benoemd waarover wij met zorgaanbied' s hebben gesproken: Residentieel - 80% handhaven, andere deel ombouwen Met het voorstel om in 2015 80% van het budget te handhaven, willen we financ e ruimte creëren om meer (ambulante) zorg in de wijken beschikbaar te krijgen. Daarbij verwachten we dat na 2015 de capaciteit verder afgebouwd kan worden. Met het handhaven van de 80% in 2015 willen we ook rekening houden met de bedrijfseconomische aspecten van de instellingen. We denken dat het op deze wijze haalbaar is de organisatie "in de lucht" te houden, zodat de zorgcontinuïteit voor de huidige cliënten gegarandeerd kan worden. Het percentage geldt per instelling. Instellingen zijn echter vrij om tot sectorbrede afspraken te komen die gezamenlijk optellen tot 80% van de residentiële zorg. Gezinsvervanging (pleegzorg) - handhaven Gezinshuizen en gezinsvervanging vallen niet onder deze afspraken voor de residentiële zorg, omdat zij worden gezien als een goed alternatief voor de residentiele zorg. De gemeenten willen deze zorg zoveel mogelijk in stand wil houden. Crisiszorg - handhaven Spoedeisende zorg betreft een noodzakelijke voorziening, zeker in tijden van grote veranderingen. Dit wensen wij te continueren. De zorgvorm crisis 24-uur zou in de toekomst onder SAVE kunnen vallen (zie punt Bureau Jeugdzorg). Samen met de aanbieder constateren wij dat crisiszorg niet intersectoraal aangeboden wordt. We koesteren de gedeelde ambitie tot intersectorale samenwerking (waardoor winst wordt geboekt qua efficiency én effectiviteit - die wens tot samenwerking beperkt zich overigens niet alleen tot de zorgvorm crisis). Daarmee gaan we op korte termijn met aanbieders aan de slag. Bureau Jeugdzorg - AMK/'Jeugdbescherming/'Jeugdreclassering: 95% handhaven Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJU) zal de zorgvormen AMK, Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, zorgmeldingen professionals, casemanagement dwang, crisis 24-uur en toeleiding jeugdzorg-plus per 2015 vormgeven als SAVE-teams (samen werken aan veiligheid). Onder voorbehoud dat deze organisatie ook de vereiste certificering verkrijgt. Deze teams vormen één gezicht per gezin, voor het hele dwang en drang kader. S A/E werkt gebiedsgericht in een wijk of gemeente en is een vast aanspreekpunt voor h :t CJG of de wijkteams. Door de inzet van het CJG/wijkteams in combinatie met een SAVE-functie in de wijk, voorzien we een daling van het aantal AMK/zorgmeldingen en justitiële maatregelen. De verwachting is dat dit vanaf 2015 tot en met 2017 jaarlijks met 5% zal zijn. Dat is overigens een winst die alleen geboekt worden door te werken met dezelfde werkwijze en een provinciale schaalgrootte. In dit concept zal BJU als hoofdaannemer optreden en samenwerken met het Leger des Heils, de WSG en het SGJ.
Definitieve versie 11 oktober 2013
Ö 1 3 - 3 8
9
Daarnaast heeft BJU, om gemeenten ruimte te bieden voor vernieuwing, haar organisatie geflexibiliseerd, zowel op het gebied van huisvesting als personeel (huurc ontrac ten eindigen per 2015 en er wordt zoveel mogelijk met tijdelijke medewerkers gewerkt). Dat betekent dat gemeenten zonder fric tiekosten naar eigen inzic ht vorm kunnen geven aan wat nu de verwijs- en toegangsfuncties zijn (zie voor deze vormen het regionale deel).
Randvoorwaarden voor deze intenties en uitgangspunten Om bovengenoemde intenties en uitgangspunten te kunnen ondersc hrijven, stellen de instellingen van de provinc iale jeugdzorg wel randvoorwaarden: 1.
Zij kunnen en willen alleen meewerken aan deze ombouw, als de verschillende gemeenten en regio's voldoende aannemelijk kunnen maken, dat zij de zorg aan de voorkant ook daadwerkelijk op orde gaan brengen. Dat wil zeggen, dat gemeenten in 2015 goede ambulante jeugdzorg in de vorm van wijk- of buurtteams hebben georganiseerd, op zodanige wijze dat de instroom in de residentiële zorg afneemt en kinderen ook eerder terug kunnen naar huis, met waar nodig stevige nazorg door het wijk- of buurtteam.
2.
De regio's (gemeenten) en de zorgaanbieders maken, naast dit transitiearrangement ook afspraken maken over een bovenregionale "transformatieagenda" t.b.v. de ombouw van residentieel naar meer en betere ambulante zorg aan de voorkant. Het doel van deze agenda is concrete verdieping op een aantal thema's in een gezamenlijk proc es tussen vertegenwoordigers van gemeenten en zorgaanbieders.
Thema's die t.b.v. de residentiële zorg samen verder uitgewerkt moeten worden zijn o.a.: ■
Zorgvormen (differentiatie: welke varianten/ spec ialisaties gaan schuil ac hter benoemde vormen?)
•
Doelgroepen (differentiatie: welke relevante doelgroepen zijn te ondersc heiden?)
•
Interse c torale samenwerking (met als doel effic ienc y- en effec tiviteitwinst)
•
Cluster/domein samenwerking (afspraken rond zorgvormen/c ategorieën)
•
Personeel (flexibilisering, detac hering, mens-volgt-werk)
Hier zal de komende maanden in werkgroepen aan gewerkt worden, zodat er begin 2014 meer zicht is op de betekenis voor de inkoop en financiering. Kinderen met een beperking (KmB) In de gesprekken tussen de gemeenten en zorgaanbieders wordt de beweging die gemeenten willen maken ook door de sector KmB gedeeld. Daarbij geven de zorgaanbieders aan dat deze beweging al is ingezet, er in de afgelopen jaren forse besparingen zijn gerealiseerd en al is voorgesorteerd op krimp van hun organisaties. Tegelijk geven zorgaanbieders aan dat zij verdere mogelijkheden zien om deze beweging te realiseren. In de gesprekken is nader verkend wat het maken van de beweging vraagt. Helder is dat lokaal en regionaal de 'voorkant' zal worden versterkt, maar dat er verschillen zijn. Van belang is dat de specialistische ondersteuning, ook datgene wat bovenregionaal wordt ingevuld, beter gaat aansluiten op de lokale zorginfrastructuur. Verkend is wat het werken met generalistisc he teams vraagt van de instellingen voor KmB en van relatie van de instellingen met de professionals in de teams. De idee van het vormen van en voorzien in een specialistische advies en c onsultatiefac iliteit in de ring om de teams heen werd gezien als een goede mogelijkheid.
Defit
eve versie 11 oktober
In de gesprekken was bij instellingen voor KmB veel committent voor de beweging. Tegelijk was duidelijk dat om dit met de budgetten die beschikbaar komen ook echt te kunnen realiseren, een grote bezuinigingsslag noodzakelijk is, waarbij alle partijen belang hechten aan het borgen van de basiszorginfrastructuur (het leveren van zorg aan de cliënten die in zorg zijn op 31-12-2014 en de cliënten die op de wachtlijst staan, en ook kunnen zorg dragen voor de instroom van nieuwe cliënten in 2015). Bij wijze van richtsnoer is gesproken over 20% ruimte creëren voor de vernieuwing en 80% van het beschikbare budget inzetten ten behoeve van het in stand houden van de ba nfrastructuur. Een aantal functies (zoals crisisopvang) blijft van essentieel belang voor het waarborgen van verantwoorde zorg en moeten dan ook in stand blijven. Daarnaast willen de gemeenten onderzoeken of de mogelijkheden voor pleegzorg aan kinderen met een beperking uitgebreid kunnen v\ ;n. Op dit moment is i duidelijk elke bud en hiermee gemoeid zijn, wel ach ten het van belang dat deze funct is gezinsvervanging , bij voorkeur in de vorm van pleegzorg in stand blijven. Gemeenten gaan over de uiteindelijke budgetverdeling, de nadere vormgeving van de zorginfrastructuur zoals bijvoorbeeld de specia stische consultatie en advie: liteit met de KmB zorgaanbieders, graag verder in gesprek na afronding en indiening van het regionale transitiearrangement. Samenvattend Op basis van de gesprekken met zorgaanbieders en hebben wij de intentie bij de toekomstige vaststelling van het beleid en budget voor 2015 onderstaande percentages te hanteren per zorgcategorie. Uitgangspunt is het in netto budget voorzorg. Dit percentage is een uitdrukking van de beweging en vernieuwing die wij bij zorgaanbieders constateren. Prov
KmB
GGZ
Preventie
regionale invulling
regionale invulling
regionale invulling
Geneneralistische ondersteuning
regionale invulling
regionale invulling
regionale invulling
Specialistische voorzieningen1
80%
80%
80%
Residentieel
80%
80%
80%
Gezinsvervanging
100%
100%
Nvt
Crises opvang
100%
100%
100%
AMK JB/JR ( W e t t e l i j k e t a k e n )
1% 95%
Ivt
Nvt
Nvt
Nvt
Frictiekosten De Utrechtse gemeenten willen samen met de huid ge zorgaanbieders en bureau jeugdzorg vanuit de inhoud de vernieuwingsopdracht uitvoeren en de bezuinigingen realiseren. Met inzet van 100% van het netto budget op 1 janu 5 zal i jrd wordi n op het b :den van continuïteit van zorg voor alle k eren (ook nieuwe instroom) bij de huidige zorgaanbi Jers. ïen mogelijk als ingezet wc rdt op de vernieuwing en verder voorgesorteerd wonlt op krimp door de 1
Voor de specialistische voorzieningen is het mogelijk dat regio's hier andere of aanvullende afspraken over hebben gemaakt met zorgaanbieders.
10
2 0 13-389
Definitieve versie 11 oktober 2013
zorgaanbieders. Hiermee kunnen frictiekosten worden voorkomen. Gemeenten financieren de frictiekosten die optreden niet. De Utrechtse gemeenten willen met de zorgaanbieders de vernieuwingsopdracht in een zodanig tempo realiseren dat dit de zorgaanbieders maximaal de mogelijkheid biedt om hun organisaties hierop aan te passen en te voorkomen dat de continuïteit van organisaties in het geding komt. Dit vraagt van zowel gemeenten als zorgaanbieders dat zij zich in 2014 al volledig zullen inzetten om vernieuwing te faciliteren en waar mogelijk te realiseren. De bovengenoemde afspraken over percentages per zorgcategorie moeten organisaties voldoende armslag bieden om zorgcontinuïteit te leveren voor zittende en wachtende cliënten. Aanname is dat het ook voldoende is om onnodige frictiekosten te voorkomen. In de komende maanden zullen wij met de zorgaanbieders afspraken maken over de impact van deze afspraken. Daarbij zullen wij ook met zorgaanbieders bespreken of het mogelijk is om frictiekosten te beperken door bijvoorbeeld detacheringconstructies. Gelet op de huidige situatie in de vastgoedmarkt is specifieke aandacht nodig voor vrijkomende accommodaties. Ambulantisering van de zorg is al langere tijd gaande en uit de praktijk blijkt dat vastgoed bijna onverkoopbaar is. Wij doen een appèl op huidige financiers en het Rijk om daar verantwoordelijkheid in te nemen en het nu op te pakken en niet over te hevelen naar 2015. Met de zorgaanbieders is besproken dat zij hun frictiekosten zoveel mogelijk beperken. Voor zorgaanbieders is het in beeld brengen van de friet skosten op dit moment lastig omdat er nog veel onzekerheden zijn rondom budget en landelijke afspraken. Zij hebben ook behoefte aan een meerjarig perspectief. Echter, het transitiearrangement richt zich op 2015. Er moet eerst duidelijkheid zijn voor zorgaanbieders wat hun aandeel wordt in de gewenste zorgketen, voordat zij hier meer over kunnen aangeven. Koppeling met Landelijke afspraken Regio vs. landelijk Voor zover de cliënten uit de regio's specialistische jeugdzorg ontvangen die valt onder het landelijk transitiearrangement, gelden de voorwaarden van dat arrangement. De VNG heeft berekend dat ongeveer 2,2% van het toekomstig budget beschikbaar gehouden moet worden door de regiogemeenten (en op welke wijze dit verrekend wordt) om aan de verplichtingen die voortvloeien uit het landelijk arrangement te voldoen. Transformatie agenda Dit transitiearrangement is opgesteld om de grote lijnen aan te geven en heeft het karakter van een intentieovereenkomst. Het arrangement richt zich naast het organiseren van zorgcontinuïteit en de daarvoor benodigde infrastructuur ook op vernieuwing. Die vernieuwing is gericht op een beweging naar de voorkant. Om de gewenste beweging, de bekostiging en de sturing daarop gestructureerd en gedragen door te zetten en uit te voeren is een Transformatieagenda nodig. De uitwerking en uitvoering van de transformatieagenda is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en zorgaanbieders.
Acties Proces Wat Opstellen Transformatieagenda
Actiehouder Gemeenten en zorgaanbieders
Wanneer Dec 2013
Afspraken maken over organisatie voor uitvoeren transformatie agenda (wie,
Gemeenten en zorgaanbieders
Dec 2013
11
efini sve versie 11 oktober 2013 doet wat?) Uitvoeren Transformatie agenda Arrangementen bespreken met raden / raden informeren Afspraken transitiearrangj lenten opnemen in UVP 2014 Uitwerking contractering, bekostiging, sturing en verantwoording Monitoren en evalueren van de effecten van de transitie Voldoe e aannemelijk maken dat de zorg aan de voorkant op orde is Helderheid over budget Afspraken maken om frictiekosten te beperken Vormgegeven samenwerking cliënt (vertegenwoordigers), zorgaanbieders en gemeenten
Gemeenten en zorgaanbieders
2014
Colleges
November / december
Provincie
Dec 2013
Gemeenten (eventueel samen met zorgaanbieders)
Besluitvorming eind 2013, begin 2014
Gemeenten samen met Zorgaanbieders Gemeenten
2014-2015
Rijk Zorgaanbieders
Zo snel mogelijk Dec 2013
Gemeenten, zorgaanbieders en cliëntvertegenwoordigers
Najaarsconferentie, november 2013
Actiehouder Gemeenten en zorgaanbieders
Wanneer 2014
2014
Inhoudelijk Wat De zorg aan de voorkant op orde brengen en houden Realiseren van generalistische teams Realiseren van een schil van specialistisch advies en consultatiefunctie Realiseren van de SAVE aanpak voor alle gemeenten Realiseren van kennisbehoud en kennisontwikkeling bij de professionals Uitzoeken van verschillen in informatie uitvraag en landelijk afgegeven budget Uitwerken thema's als reaie bij het aezin. kwaliteit, omaaan met klachten. vertrc /enspersoon Tutten van bestaande vormen van cliënt participatie.
Gemeenten Gemeenten en zorgaanbieders
2014
Bureau Jeugdzorg ism WSG, Leger des Heils en het SGJ en gemeenten Zorgaanbieders
2014
Gemeenten, zorgaanbieders en zorgkantoor/ verzekeraars
2013
Gemeenten, zoraaanbieders en cliëntverteaenwoorders
Februari 2014
12
2014
Definitieve versie 11 oktober 2013
2
0
1 3 - 3
Regionale component Transformatieopgave Lekstroom 2014- 2015 De regio Lekstroom heeft in september 2013 gezamenlijke uitgangspunten vastgesteld voor de transitie en transformatie van de zorg voor jeugd. In het kader van het arrangement kunnen we een deel van de uitgangspunten vertalen naar een transformatieopgave in 2014 en 2015. Deze opgave is erop gericht om op korte termijn een verantwoorde ombuiging te realiseren. Hierdoor creëren we ruimte om op de langere termijn aan een duurzaam stelsel van zorg voor jeugd te bouwen. De gedachte bij deze ombuiging is dat de hulp in een aantal gevallen wellicht anders, lichter of minder wordt, maar dat de cliënt (-systeem) nog steeds goed wordt geholpen. Regionale uitgangspunten In de regio Lekstroom delen wij de bovenregionale uitgangspunten zoals geformuleerd in de preambule. In aansluiting daarop hebben wij ook een aantal regionale uitgangspunten vastgesteld: • • • • • • • • •
• •
Regie bij cliënt (-systeem), waar nodig ondersteund door coördinator van zorg Ruimte voor de professional Kwaliteit en veiligheid staan voorop Minder indiceren, meer doen Jeugdzorgmedewerkers inzetten voor integrale lokale aanpak binnen gezin: één huishouden 1 plan Expertise jeugdzorg dient ter ondersteuning van de lokale infrastructuur Waar mogelijk de zorg verschuiven van intramuraal/specialistisch ->generalistisch -> eigen kracht Traploos schakelen tussen lichte en zware zorg en eigen kracht Ook het jaar 2014 zal worden benut voor vernieuwing. Deze vernieuwing zal in co- productie tussen aanbieders, gemeenten (en cliënten) plaatsvinden. (Ook cliënten zullen hierbij worden betrokken.) In deze vernieuwingsslag maken we graag gebruik van de bij aanbieders (en cliënten) aanwezige visie, expertise en ervaring Waar mogelijk wordt ook aan cliënten die op 1 januari 2015 in een jeugdzorgtraject zitten gevraagd of zij akkoord gaan met aangepast aanbod dat past bij de vernieuwing Alle afspraken moeten binnen het voor gemeenten beschikbare budget passen
Inhoudelijke opgave aanbieders zorg voor jeugd Uit de constructieve gesprekken en informatie van alle aanbieders over het concretiseren van deze opgave zijn een aantal lijnen te destilleren: • • • •
Voorstellen om de adequate zorg eerder op de goede plek te krijgen d.m.v. triage en vroegdiagnostiek Voorstellen om hulp te verkorten en te verlichten Voorstellen om behandeling en zorg/ondersteuning af te vangen in het lokale veld, met behulp van expertise van de jeugdzorg Voorstellen voor een snellere, integrale aanpak
De voorstellen sluiten aan bij de beweging die al sinds een aantal jaren is ingezet, zowel in de provinciale jeugdzorg als de J-GGZ en de JVB. Het zijn tevens zaken waar ook de Lekstroom- gemeenten zich in het kader van de experimenteerregeling van de Provincie Utrecht al hard voor maken. Aanbieders geven aan dat de mate waarin vernieuwing en ombuigingen te realiseren zijn onder meer afhangen af van de stand van zaken van die beweging en de mogelijkheden van de doelgroep. Het is de uitdaging voor gemeenten en zorgaanbieders om de ingezette beweging te continueren, te versterken en te verbreden. Hierin is in 2014 ook al een belangrijke rol weggelegd voor de huidige financiers. Zij kunnen, zoals de provincie Utrecht dat al doet, sturen op deze vernieuwing vanuit hun opdrachtgeverschap en wijze van financiering. Vanaf 2013 zullen we samen op moeten trekken om de concrete voorstellen tot een samenhangend geheel te maken en te implementeren: gemeenten, aanbieders, huidige financiers, lokale partijen en cliënten.
Toeleiding 13
3ve versie 11 oktober 2 De toeleiding van zorg voor zowel nieuwe als wachtlijst cliënten zal in de komende periode moeten worden georganiseerd. Als regio Lekstroom zijn wij daarover op dit moment besluitvorming aan het voorbereiden. Uitgangspunt daarbij is dat die toegang zo lokaal mogelijk is en daarbij rekening wordt gehouden met de context van het hele gezin. Waar nodig wordt die lo ;ale toegang versterkt met consultatie en diagnostiek vanuit de specialistische zorg. In 2014 zal, mede in het kader van het Uitvoeringsprogramma 2014 voor de provinciale jeugdzorg, worden gewerkt aan het opzetten van deze lokale toegang. Hierbij wordt zowel rekening gehouden met overdracht van kennis en expertise als met capaciteits- en positioneringsvraagstukken. In beginsel is het streven om deze taken in 2015 lokaal uit te laten voeren, en v< rantw i het waarborgen van kwaliteit staat daarbij voorop. Om die reden zal in de loop van 2014 met betrokken partijen als 3JZ, CIZ, en lokale partijen gekeken worden naar een passende fasering. Over de toeleidingsafspraken per 1 januari 2015 zal tijdig worden gecommuniceerd met (potentiële) cliënten, verwijzers en zorgaanbieders. Lokale voorwaarden In de gesprekken en de voorstellen van de aanbieders wordt tere rit aangegeve gecreëerd moeten worden om de opgave te kunnen realiseren.
il voorwaarden
Deze voorwaarden hebben betrekking op de lokale infrastructuur: • Kwaliteit: het lokaal opvangen van meer en zwaardere problematiek/cliënten of het sneller beoordelen welke zorg nodig is stelt nieuwe eisen aan de kwaliteit van het lokale veld • Capaciteit: om lokaal meer problematiek/cliënten op te vangen is ook meer capaciteit nodig in het lokale veld • Organisatie: het nieuwe samenspel tussen het lokale veld en de (huidige)en nieuwe aanbieders van zorg voor jeugd vereist dat dit op een goede, en voor iedereen kenbare manier wordt georganiseerd. Voi zijn: toeleid g en i van 1sen hebb de jeugdwet een bel grijke ij doorverw )m de I 3Sten in > : hand te houden, is het belangrijk en verplicht dat gemeenten en huisartsen goede afspraken hierover maken. • Versterken van h 3t lokale initiatief: het is de uitdaging voor de zorgaanbieder om aan te sluiten op bestaand lokaal collectief aanbod en vrijwilligerswerk en dit te versterken. Hierbi moet overprofessionali: ering van de lokale infrastructuur voorkomen worden. [ lit vraagt naast nieuwe kennis en vaardigheden ook het kunnen vervullen van de nieuwe rol, het vertonen van bijbehorende gedrag en een bijpassende opstelling van alle professionals. Aandachtspunt: De opgave is complex, niet alleen vanwege de kwetsbare doelgroep, maar ook vanwege het hoge aantal partijen waarmee deze gerealiseerd moet worden, zowel (boven-) regionaal als lokaal. Dit geldt zowel vanuit het perspectief van de gemeente als dat van de aanbieders. Daarbij komt dat de noodzakelijke lokale voorwaarden moeten worden gerealiseerd tegen de achtergrond van bezuinigingen waar al deze partijen nu al mee te maken hebben. En van deze partijen ook nu al veel gevraagd wordt m.b.t. vernieuwing. Eisen aan het vervolgproces: De wens en noodzaak om samen op te trekken in combinatie met de gesignaleerde knelpunten maken een helder vervolgproces noodzakelijk. Dit proces willen wij in samenspraak met partijen, lokaal en (boven-) regionaal inrichten. Aspecten die daarbij een rol s elen: • Pric ig binnen de opgave: er is een veelheid aan onderwerpen die in korte periode opgepakt moeten worden. Het maken van gezamenlijke keuzes over de volgorde waarin en intensiteit waarmee dingen worden opgepakt, brengt focus aan en voorkomt dat organisaties en hun medewerkers overbelast worden. • Een manier vinden om met de veelheid aan actoren om te gaan: Gemeenten krijgen te maken met meer aanbieders dan in het verleden, zorgaanbieders krijgen te maken met meer opdrachtgevers (gemeenten). Daarbij komt ook het scala aan lokale partijen die een belangrijke rol spelen in de zorg voor jeugd. Voor de voortgang in het proces is het nodig om tempo te behouden en tegelijkertijd iedereen goed aangesloten te houden. Voorstellen voor verdere samenwerking tussen aanbieders kunnen hierbij helpen.
14
2 0 13-389
Definitieve versie 11 oktober 2012
Besef van onderlinge samenhang en afhankelijkheid: De transitie en transformatie betekenen een nieuwe inrichting van het stelsel op verschillende niveaus (rondom de cliënt, in de lokale infrastructuur ed.). In dit stelsel opereert niemand alleen en is er altijd sprake van wederzijdse afhankelijkheden. In de vormgeving van het proces zal een ieder rekening moeten houden met het feit dat de ene ontwikkeling de ander beïnvloedt. Rekening houden met en een oplossing vinden voor definanciëleknelpunten die een verschuiving naar het lokale veld in de weg kunnen staan: de landelijke evaluatie van de huidige Jeugdwet in 2009 heeft aangetoond dat sprake is van een verkokerd jeugdveld, waarbij de verschillende wijzen van financiering samenwerking in de weg stonden. De transitie gaat enerzijds gepaard met een korting waardoor er minder middelen beschikbaar zijn, anderzijds is er de kans de beperkingen door financiële schotten weg te nemen, zowel tussen de domeinen van de huidige 2 e lijns zorg, als tussen de 0e, 1 e en 2 e lijn. Hiermee moet zo vroeg mogelijk mee begonnen worden. Blijven monitoren en delen wat de effecten zijn van de aanpak die in dit transitiearrangement is verwoord.. Dit transitiearrangement is een weergave van het gewenste beeld in 2015 op basis van de huidige kennis. De komende maanden zal er echter veel gaan gebeuren en zal er ook veel nieuwe informatie beschikbaar komen. Het is zaak om het transitiearrangement te blijven toetsen op basis van voortschrijdende inzicht. Transformatieagenda Lekstroom In aanvulling op de acties uit de bovenregionale transformatie agenda zijn de volgende acties voorzien in de transformatie-agenda van de regio Lekstroom Wanneer November 2013
Wat Procesafspraken maken met betrokken partijen Inhoudelijke keuzes maken m.b.t. de toeleiding van wachtlijst- en nieuwe cliënten.
Wie Regio Lekstroom en samenwerkende regio's Regio Lekstroom
Vaststellen beleidsplan Zorg voor Jeugd
Gemeenten in de regio Lekstroom
December 2013
Uitwerken regionale samenwerking m.b.t. financiering en inkoop Inrichten en opzetten uitvoeringsorganisatie financiering en inkoop Start inkoop zorg voor jeugd
Regio Lekstroom (in aansluiting op de bovenregionale afspraken)
Oktober-november 2013
Regio Lekstroom (in aansluiting op de bovenregionale afspraken)
December 2013- februari 2014
Regio Lekstroom (in aansluiting op de bovenregionale afspraken) (Gemeenten in) regio Lekstroc ism BJZ, ClZen lokale partners. (Gemeenten in) regio Lekstroom
Maart 2014
Opzetten lokale toegang zorg voor jeugd Communicatie over toeleidingsafspraken aan (potentiële) cliënten, verwijzers en zorgaanbieders.
Richting: december 2013 Uitwerking: l e helft 2014
Financieel kader Budgetprognose regio Lekstroom
15
elft 2014 3e/4e kwartaal 2014
Definit ïve versie 11 oktober 2013 Voor de regio Lekstroom zijn er vanuit meerdere bronnen gegevens beschikbaar over het aantal kinderen in zorg en het geraamde beschikbare budget. Hieronder presenteren wij in tabel 1 een aantal budgetverwachtingen voor het jaar 2015. De tabel bevat gegevens uit de meicirculaire 2013, de prognose van het SCP en de uitvraag bij zorgaanbieders over het jaar 2012 (gedaan in augustus/september 2013). De gegevens uit de meicirculaire en de prognose van het SCP zijn ramingen van het macrobudget. De bedragen in de kolom van uit de uitvraag betreffen totaalbedragen op basis van door zorgaanbieders aangeleverde cijfers over hun omzet. De tabel illustreert dat de beschikbare budgetverwachtingen voor het jaar 2015 op dit moment nog behoorlijk van elkaar verschillen. We constateren dat de verschillen tussen opgegeven bedragen door zorgaanbieders en geraamde macrobudgetten voor gemeenten groot zijn en zowel voor gemeenten als zorgaanbieders een groot financieel risico met zich meebrengen. Anderzijds is er op dit moment ruimte voor nuancering van deze verschillen, omdat het definitieve b dget per gemeente pas in mei 2014 bekend wordt gemaakt. Hierin zullen diverse wijzigingen en aanvullingen opgenomen zijn, die nu nog niet meegenomen zijn in de ram ;en. En oi k het resultaat van de uitvraag van de zorgaanbieders is nog aan wijzigingen onderhevig. Er zal de komende tijd nog arbeid gestoken worden in het verh deren van de gegevens die via de uitvraag verkregen zijn. In de preambule van dit arrangement is toegelicht hoe gemeenten en zorgaanbieders omgaan met het verschil in cijfers vanuit de verschillende beschikbare bronnen.
Financiering AWBZ-jeuqdzorq Meicirculaire Provinciaal-gefinancierde jeugdzorg Rijk Zvw-jeugdzorg |Eindtotaal
Uitvraag (2012) Metcirculare (mei 2013)|SCP (2013) € 9 431 985 € 8 040 960 €32.819 557 €15.743.040
€32.819.557
€ 6 785.280 € 30.569.28Ü
€ 17.092.800 € 2 892.625 €7.745.629 € 37.163.039
NB. De genoemde bedragen in de kolommen Meicirculaire 2013 en SCP 2013 betreffen de het totaalbudget zorg voor jeugd voor de regio Lekstroom. Dit is inclusief het budget voor landelijke voorzieningen en voor PGB, vrijgevestigden en apparaatskosten van gemeenten. De bedragen in de kolom Uitvraag 2012 betreffen de regionale en bovenregionale aanbieders. Hierin zijn de posten voor PGB, vrijgevestigden en apparaatskosten voor gemeenten niet meegenomen.
Intenties De gemeenten in de regio Lekstroom bestemmen het vrij besteedbare budget (zie preambule voor toelichting) voor de zorg van dit regionale gedeelte van het arrangement in 2015 ook daadwerkelijk aan deze taken. Het betreft de taken: preventie, signalering, vroeg interventie en toeleiding, generalistische ondersteuning en een deel van de specialistische ondersteuning. Van dit vrij besteedbare budget heeft de regio Lekstroom de intentie om 80% beschikbaar te stellen aan de zorgaanbieders om vanaf 1 januari 2015 ten minste het volgende te kunnen doen: o Het continueren van zorg aan zittende cliënten die afkomstig zijn uit de regio Lekstroom. o Dan wel om zorg te kunnen leveren aan cliënten uit de regio Lekstroom die vanuit de wachtlijst 2014 in 2015 toegeleid worden naar de zorg waar ze aanspraak op maken.
o Het kunnen opvangen van instroom van nieuwe cliënten. Over de wijze van de inzet van die 80% maken gemeenten en zorgaanbieders nadere afspraken in het kader van inrichting van het lokale veld en zorgvernieuwing. De 20% 'vrije' ruimte die ontstaat wordt ook ingezet op zorg, en is gericht op zorginhoudelijke vernieuwing, zowel het versterken van het lokale domein als innovatie van zorg. Deze vrije ruimte is niet gebonden aan een domein, maar kan integraal (domein overstijgend) worden ingezet. Daarnaast biedt dit ruimte voor het opvangen van onvoorziene omstandigheden, zoals eventuele wachtlijstproblematiek.
16
Definitieve versie 11 oktober 2013
IQ (
Door deze intentie wordt in 2015 niet alleen de continuïteit van zorg gewaarborgd maar kunnen organisaties ook nieuwe cliënten laten instromen. Hierdoor krijgen de zorgaanbieders niet te maken met een sterke terugloop van volume en hebben ze ook voldoende mogelijkheden om hun frictiekosten te beperken. Deze intenties zullen we in vervolg op de transitiearrangementen eind 2013 en begin 2014 verder met elkaar verkennen en vastleggen. Uitgangspunt hierbij is het zoeken van een goede middenweg tussen zorgcontinuïteit, beperking van frictiekosten en het opbouwen van een goede samenwerkingsrelatie enerzijds en een stevige basis voor beweging en innovatie leggen anderzijds.
Uitleg bij de percentages: o In het macrobudget 2015 (publicatie via meicirculaire 2014) is reeds een korting van 6,8% op het totaalbudget verwerkt. o Van dit macrobudget reserveren gemeenten 10% voor overige kosten te weten: landelijk arrangement, apparaatskosten gemeenten, vrijgevestigden, nieuwe aanbieders en PGB. Dit is een zeer voorlopige schatting op basis van de huidige beschikbare informatie (landelijke ramingen budget en historische analyse) en kan veranderen. o Het resterende budget, het vrij besteedbare budget, wordt deels besteed aan bovenregionale taken en deels aan regionale taken. Van dit regionale gedeelte heeft de regio Lekstroom de intentie om 80% beschikbaar te stellen aan de zorgaanbieders zoals hierboven beschreven.
Woonplaatsbeginsel De nieuwe Jeugdwet bevat het zogenaamde woonplaatsbeginsel, dat inhoudt dat de gemeente financieel verantwoordelijk is voor de ondersteuning, hulp en zorg van alle jeugdigen van wie degene die het gezag heeft over de jeugdige in de gemeente verblijft. Uitgangspunt voor dit arrangement is financiering op basis van woonplaatsbeginsel. Wanneer op 1 januari 2015 de zorg voor jeugdigen gecontinueerd wordt, is het in de wet opgenomen artikel met betrekking tot het woonplaatsbeginsel leidend in de bekostiging van de zorg voor jeugdigen. Uit de uitvraag bij aanbieders bleek dat zorgorganisaties het woonplaatsbeginsel op verschillende manieren toepassen. Deze toepassingen wijken vaak nog af van de inhoud van de formulering zoals deze in de concept Jeugdwet is opgenomen. Gemeenten en zorgorganisaties onderkennen dat het gebrek aan eenduidigheid op dit punt financiële onzekerheid met zich meebrengt en ze streven er dan ook naar dit beginsel per 2015 wel eenduidig toe te passen.
Vrijgevestigden Voor de vrijgevestigden wordt als groep een deel van het beschikbare budget gereserveerd. De vrijgevestigden zijn daarmee geen betrokken partij in dit transitiearrangement, maar er wordt wel rekening met hen gehouden. De regio Lekstroom beraadt zich op een manier om vrijgevestigden bij de vernieuwingsopgave te betrekken.
17
Definitieve versie 11 ok ober 2013
Bovenregionaal Checklist 1 2
3 4 5 6 7 8
9 10
11
12
13 14 15
17 18
Het arrangement heeft in ieder geval betrekking op het jaar 2015 Het arrangement heeft betrekking op cliënten die op 31-12-2014 in zorg zijn en op cliënten die op 31-11 4 een aanspraak op zorg hebben, maar deze zorg op dat moment nog niet krijgen Het arrangement heeft betrekking op alle zorg waarvoor gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk worden Het arrangement heeft betrekking op zorgaanbieders, uitvoerders van jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering en activiteiten van het AMK Het arrangement h skking op maatregelen voor jeugdbescherming en jeugdrecli e ac ï van h De afspraken over continuïteit van pleegzorg in het arrangement kennen geen maximumduur Het arrangement geeft aan hoe en bij wie de toeleidingsfuncties met ingang van 2015 zijn be Het arrangement geeft aan of bestaande aanbieders de zorg aan "zittende cliënten" in 2015 met de voorgenomen budgetten van gemeenten zullen continueren Het arrangement geeft aan hoe gemeenten de zorgcontinuïteit van "wachtlijstcliënten" realiseren Het arrangement geeft ï welk budget gemeenten in 2015 voornemens zijn aan te wenden per aanbieder, per type zorg en voor hoeveel jeugdigen en trajecten (hi kan rekening worden gehouden met het onderscheid in hulpaanbieders, zoals beschreven in de uitwerking van de arrangementen die is bijgevoegd bij de brief van de Staatssecretaris van VWS van 26 juni jl.) Het arrangement bevat een inventarisatie van de frictiekosten per aanbieder
Het arrangement omvat een onderbouwing van de frictiekosten per aanbieder op basis van de door de gemeenten aangegeven plannen over zorginkoop per 1-12015 Uit het arrangement blijkt op welke wijze en in hoeverre de frictiekosten worden beperkt Het arrangement is opgesteld na goed overleg met de huidige financiers en de relevante aanbieders Het arrangement is opgesteld door de samenwerkende gemeenten in een regio De regio die een arrangement heeft opgesteld stemt overeen met de indeling die aan de VNG is aangereikt Het arrangement is op bestuurlijk niveau in de regio vastgesteld Het arrangement is uiterlijk 31 oktober 2 door de TSJ ontvangen
18
Ja Ja
Ja Ja Ja Ja Ja, regionaal Reactie aanbieders is gevraagd Ja, regionaal Ja
Geborgd in proces afspraken. En benoemt dat dit nu niet mogelijk is. Ja
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
2013-389
Definitieve versie 11 oktober 2013 Gemeente Regio Eemland Gemeente Amersfoort Gemeente Baarn Gemeente Bunschoten Gemeente Eemnes Gemeente Leusden Gemeente Soest Gemeente Woudenberg Regio Foodvalley Gemeente Renswoude Gemeente Rhenen Gemeente Veenendaal Regio Lekstroom Gemeente Houten Gemeente Ijselstein Gemeente Lopik Gemeente Nieuwegein Gemeente Vianen Regio Utrecht Gemeente Utrecht Regio Zuidoost Gemeente Bunnik Gemeente De Bilt Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeente Wijk bij Duurstede Gemeente Zeist Regio Utrecht West Gemeente Montfoort Gemeente Oudewater Gemeente Ronde Venen Gemeente Stichtse Vecht Gemeente Woerden Gemeente Weesp (Noord-Holland) Gemeente Wijde Meeren (Hoord-Holla id)
19