Verstand van leren Gevoel voor mensen
magazine PO
PERSPECTIEF uitgave voor het primair onderwijs — nummer 15 — najaar 2011
Zorg in Beeld Scholen spelen in op veranderende omstandigheden Ontwikkelen in tijden van krimp
PERSPECTIEF PO nummer 15, najaar 2011
2
ENTREE COLOFON Perspectief PO is een uitgave van KPC Groep, bestemd voor bestuurders, managers en leraren in het primair onderwijs. Perspectief PO wordt gratis verspreid op alle basisscholen, scholen voor speciaal basisonderwijs en besturen in het primair onderwijs.
3
VOORWOORD
4
KORTOM
6
TWEESPRAAK Sylvia Veltmaat, lid van het CvB van Stichting Fluvius in Arnhem, en Felix Razenberg, adviseur van KPC Groep, over de inrichting van het stafbureau.
7
Het instrument ‘Zorg in Beeld’ brengt de professionaliseringsbehoefte van scholen in kaart. “Dit instrument gaat uit van het handelen van de leerkracht. Dat past bij onze visie.”
REDACTIE Susan de Boer, Arie van Erp, Ingrid Veeke
8
FOTOGRAFIE Peter Hilz, Edwin van Eis
9
10
ONTWERP
VORMGEVING 13
KWALITEIT IN VERANDERENDE OMSTANDIGHEDEN
DE GROEIFACTOR Een kleine school werkt meestal met combinatieklassen. Op basisschool De Regenboog in Wyckel bestrijdt het team de werkstress met het TOM-concept.
14
MEER INFORMATIE
ONTWIKKELEN IN TIJDEN VAN KRIMP Met het instellen van een vervangingspool en het aanbieden van scholing aan medewerkers slaagt Harry van de Kant, voorzitter van het College van Bestuur van De Groeiling in Gouda, erin ook tijdens krimp de kwaliteit van het onderwijs op zijn scholen te waarborgen en te vergroten.
Meer informatie over de onderwerpen in deze Perspectief PO is te vinden op de websites die bij artikelen worden genoemd. Kijk ook op www.kpcgroep.nl/primaironderwijs
WERK IN UITVOERING
Schoolleiders staan elk schooljaar voor de taak kwalitatief goed onderwijs te leveren en adequaat te reageren op veranderende omstandigheden. Welke creatieve oplossingen vinden schoolleiders hiervoor?
van grunsven/grafisch ontwerp
Fransen & Van Iersel Grafische Producties b.v., ‘s-Hertogenbosch
KPCGROEP@WORK Adviseur van KPC Groep Erik Adema over het ondersteunen en coachen van directeuren.
CARTOON Hans van den Tillaart
‘EXTRA AANDACHT IS OOK NODIG VOOR DE MEER- OF HOOGBEGAAFDE LEERLING’
16
DE KWESTIE Een Michelinster voor excellente scholen?
KPC Groep Postbus 482 5201 AL ’s Hertogenbosch T 073 62 47 247 E
[email protected] I www.kpcgroep.nl
17
SCHOOLVOORBEELDEN
18
NIEUWE LICHTING
19
AGENDA
20
UITGESPROKEN Om leerlingen hun talenten te laten ontplooien is taal de belangrijkste basis, vindt de Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher. Leerlingen met een taalachterstand lopen die in op de Amsterdamse Vakantieschool Taal.
3
VOORWOORD
Kwaliteit in huis De kwaliteit van het onderwijs is voor alle scholen prioriteit nummer 1. Ook als er door overheidsmaatregelen bezuinigd moet worden, ook als de school in een krimpgebied staat, ook bij een financiële tegenvaller. Onderwijskwaliteit hangt rechtstreeks samen met de kwaliteit van de mensen die het onderwijs mogelijk maken en raakt daardoor direct aan het personeelsbeleid. In dit nummer gaan we in op het behoud van kwaliteit – of zelfs het vergroten daarvan – onder moeilijke omstandigheden. Zo vertelt Harry van de Kant, voorzitter van het CvB van De Groeiling in Gouda, hoe hij ondanks een flinke financiële strop de werkgelegenheid van de leraren van zijn scholen wist veilig te stellen. Dat deed hij door de oprichting van een bovenschoolse vervangingspool, waarin een deel van de personeelsleden werd ondergebracht. Zo zijn de scholen altijd zeker van vervanging, maar er is meer: deze gedwongen mobiliteit leidt tot meer expertise bij leraren en het ziekteverzuim onder de vervangingsleraren is gemiddeld lager dan in de vaste teams. Besturen die gedwongen zijn te bezuinigen kijken ook altijd naar de inrichting van het bestuursbureau. Het is daarbij belangrijk om een focus aan te geven en die in verband te brengen met de kwaliteiten en rollen van de medewerkers.
Zo zal een focus op strategie andere competenties vragen dan een focus op proces of op resultaat. KPC Groep ontwikkelde een model dat als denkkader dienst kan doen bij het strategisch inzetten van medewerkers. Ook uit de verhalen van schoolleiders in dit nummer blijkt dat het scholen en nascholen van medewerkers cruciaal is voor schoolontwikkeling. Zo zal een kleine school die krimpt met minder leraren meer moeten doen, en concepten als SlimFit of TOM bewijzen dan waardevolle diensten. Kortom: nieuwe invalshoeken bieden verrassende kansen voor meer kwaliteit!
Paul Bemelen Directeur Primair Onderwijs KPC Groep
PERSPECTIEF PO nummer 15, najaar 2011
4
KORTOM Eerst kiezen, dan delen Besturen en scholen hebben met de invoering van de lumpsum meer zeggenschap gekregen over de wijze waarop ze hun middelen inzetten. Daarbij valt op dat de nadruk vooral ligt op de beheersmatige kant van financieel management. Dat gaat ten koste van aandacht voor een optimale koppeling tussen onderwijskundig en financieel beleid. Zo blijkt uit een onderzoek van KPC Groep dat personeel niet altijd gericht wordt ingezet. Om inzichtelijk te maken welke kansen er liggen om het financieel beleid beter af te stemmen op wat vanuit onderwijskundig perspectief wenselijk is, is de PO-Raad gestart met het project Eerst kiezen, dan delen. KPC Groep is in dit project een belangrijke partij. Dankzij de samenwerking met Infinite Financieel BV kunnen adviseurs van KPC Groep besturen adviseren bij zowel het ‘kiezen’, zoals het bepalen van doelen en speerpunten op basis van analyse van resultaten en kansen en kiezen van veranderstrategieën gerelateerd aan de doelen als het ‘delen’, zoals het (toe)delen van taken, verantwoordelijkheden en rollen en op grond hiervan het (ver)delen van de middelen.
KPC Groep biedt ondersteuning door onder meer het uitvoeren van bedrijfsaudits, de verbetering van de koppeling tussen de begrotingscyclus en de beleidscyclus en het verminderen van de bureaucratische druk op scholen. Meer informatie: Felix Razenberg, e-mail:
[email protected]
De leerkracht doet ertoe “Steeds meer komen we erachter dat de leerkracht ertoe doet”, zegt Jan Willem Bos, voorzitter van het bestuur van het samenwerkingsverband Rijnstreek. Dit samenwerkingsverband organiseerde afgelopen april voor de elfde keer een conferentie rond Passend Onderwijs met dit jaar als specifiek thema ‘Opbrengstgericht Werken’. KPC Groepadviseurs hadden een inhoudelijke inbreng: zo liet Sandra Loos de voortgang zien op het gebied van onderwijs-
afstemming en opbrengstgericht werken en maakte Bart van Kuik aanschouwelijk dat communicatie en samenwerking loont. Bos is tevreden over de dag. “Het doel was attitudevorming en het opwekken van interesse voor nieuwe perspectieven. De evaluaties geven aan dat die doelen zijn bereikt.” Meer informatie: www.wsnsrijnstreek.nl
Joannesschool in Naaldwijk eerste TOM-school in het Westland Na drie jaar hard werken kon de Joannesschool in Naaldwijk in augustus het felbegeerde TOM-bord aan de gevel schroeven. TOM betekent onderwijs op maat door onderwijs anders te organiseren: groepsoverstijgend werken, effectieve organisatie, kinderen leren door samenwerking, werken in hoeken, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van kinderen vergroten door het werken met dag- en weektaken en een rijkere leeromgeving. Doorslaggevend voor het succes is de intensieve samenwerking binnen het team: het delen van kennis en verantwoordelijkheden, inzet van talenten van personeel, erkennen van verschillen binnen het team en een
bevlogen en kundige schoolleiding. De TOM-aanpak bleek een goede keus. Vanuit de TOM-pijlers is het onderwijs daadwerkelijk en duurzaam veranderd. Meer informatie: www.joannes.wsko.nl LEES VERDER ONLINE! Meer over TOM Onderwijs Anders? Kijk op www.teamonderwijs.nl.
5
KORTOM De ander en ik Burgerschap en integratie zijn belangrijke thema’s in het maatschappelijk debat. In het project De Ander en ik hebben KPC Groep, Halt Limburg Noord en Halt Limburg Zuid materiaal ontwikkeld waarmee leerlingen van groep 7 en 8 zich bewust leren worden van hun identiteit en kennismaken met groepsvorming en uitsluiting. Het materiaal bestaat uit een handleiding, leerlingenmateriaal en een cd-rom. In vijf ‘thema’s’ van circa 50 minuten gaan de kinderen in op vragen als ‘Wie ben ik’, ‘Met wie ga ik om’, ‘Wie zijn wij’ en leren zij reflecteren en hun mening geven. Het project wordt op de school uitgevoerd door een HALT-medewerker en een leerkracht. Het materiaal is getest in het najaar van 2010. Uit flankerend onderzoek naar de effecten van de serie bleek onder meer dat leerlingen in het basisonderwijs meer over zichzelf zijn gaan nadenken en
Opbrengstgericht leiderschap Schoolleiders die duurzame kwaliteitsverbetering in hun school willen realiseren door opbrengstgericht werken, kunnen zich nu op post hbo-niveau bijscholen. De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Amsterdam en M&O-groep in ’s-Hertogenbosch hebben een leergang Opbrengstgericht leiderschap ontwikkeld. Vanaf 2009 tot juli 2011 zijn zeven leergangen met een vrije inschrijving en in company in Amsterdam uitgezet. In september 2011 zal opnieuw een groot aantal besturen meedoen met de leergang voor schoolleiders en de leergang voor intern begeleiders. Opbrengstgericht gaan werken vraagt een omslag in denken. In sommige organisaties betekent dit vaak aandacht vragen voor de professionele cultuur en het gedrag dat daarbij verwacht wordt van alle betrokkenen. Opbrengstgericht werken wordt een succes als er verbinding wordt gemaakt tussen de strategische koers en de schoolontwikkeling. De bestuurder, de schoolleider en de leraar dragen hierin verantwoordelijkheid voor transparantie in de doelen die zij stellen en de verantwoording naar elkaar en de maatschappij. M&O-groep is een partner van KPC Groep.
Meer informatie: Irene Harmsen, e-mail:
[email protected]
makkelijker contact zijn gaan leggen met kinderen die ze niet kennen. Ook zijn stille kinderen openhartiger geworden. Dit project is tot stand gekomen in het kader van het ‘Actieplan Polarisatie en Radicalisering’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Momenteel is een werkgroep onder leiding van de landelijke stuurgroep ‘Preventie’ van de Halt-sector bezig met het updaten van de lesmethodiek Je kunt het zelf bedenken. Het lespakket De ander en ik wordt hierbij een extra module. In 2011-2012 zal het nieuwe product klaar zijn. Meer informatie: Aniek Beemer-Verbraak, e-mail:
[email protected]
PERSPECTIEF PO nummer 15, najaar 2011
6
BESTUURSBUREAU Onderwijsorganisaties die in een financieel krappe situatie belanden, kijken in dat verband ook kritisch naar hun bestuursbureau. Vaak staat daarbij de vraag centraal hoe de taken met minder mensen even goed kunnen worden uitgevoerd. De kwaliteit van de medewerkers van het bestuursbureau speelt hierbij een belangrijke rol. Sylvia Veltmaat is lid van het College van Bestuur van Stichting Fluvius in Arnhem, waar zij onder meer de portefeuilles HRM, financiën en kwaliteit beheert. In 2010 voerde zij een reorganisatie door van het stafbureau. Haar gesprekspartner is Felix Razenberg, adviseur van KPC Groep. Hij ontwikkelde samen met bestuurders een instrument om kwaliteit van stafmedewerkers te verbinden aan de doelen van de organisatie.
SYLVIA VELTMAAT
FELIX RAZENBERG
TWEESPRAAK SYLVIA VELTMAAT LID COLLEGE VAN BESTUUR FLUVIUS
FELIX RAZENBERG ADVISEUR KPC GROEP
WELKE VISIE HEB JE OP DE INRICHTING VAN HET
WAAR MOETEN BESTUURDERS OP LETTEN BIJ HET (OPNIEUW)
BESTUURSBUREAU?
INRICHTEN VAN HET BESTUURSBUREAU?
“Onderwerpen als kwaliteitszorg, huisvesting, personeelsbeleid of financiën kunnen beter of efficiënter op bovenschools niveau geregeld worden dan op het niveau van de individuele school. Onze directeuren hoeven geen financieel expert te zijn of innovatiedeskundige. We verwachten van onze senior stafmedewerkers dat zij bezig zijn met doelen en vernieuwingsstrategieën en dat zij daarin scholen ondersteunen en aansturen en actie ondernemen als zich problemen voordoen.”
“Er moet niet alleen worden gekeken naar de kwantiteit, maar vooral ook naar de kwaliteit van medewerkers. Spelen deze mensen de juiste rol? Is er een goede mix van competenties aanwezig? Dat moet je afzetten tegen de speerpunten van de organisatie en de veranderstrategie die nodig is om deze speerpunten te realiseren. Neem Passend Onderwijs: is er een administratieve benadering nodig? Of wil je inzetten op de vaardigheden van de leerkrachten?
WELKE VERANDERINGEN HEB JE DOORGEVOERD?
KPC GROEP EN INFINITE FINANCIEEL HEBBEN EEN INSTRUMENT
“Het bestuursbureau bestond, naast een secretariaat, in 2009 uit een stafmedewerker algemene zaken, een P&O-adviseur en een controller. De functie van stafmedewerker algemene zaken hebben we opgeknipt. Nu is er ondersteuning voor de P&O-adviseur, een stafmedewerker Kwaliteit en innovatie en een stafmedewerker Huisvesting en inkoop. Allemaal parttimers. We hebben ook in kaart gebracht welke persoonlijkheidstypen we in huis hebben. Sommige mensen zijn goed in processen, anderen zijn goed in structuur of in grote visioenen. Het is belangrijk om een goede mix van mensen bij elkaar te brengen.”
ONTWIKKELD OM EEN BESTUURSBUREAU EFFICIËNT IN TE RICHTEN. HOE ZIT HET INSTRUMENT IN ELKAAR?
“Op basis van onderzoek naar veranderstrategieën en competenties hebben we een praktisch model ontwikkeld waarin je kunt aangeven wat je focus is: focus je op strategie, op proces, op resultaat of op uitvoering. Daar kun je vervolgens een bepaald gewicht aan toekennen. Onderzoek onder de vier besturen leert dat het denkkader helpt bij het strategisch inzetten van medewerkers die een belangrijke rol hebben bij de verwezenlijking van de doelen.” WAT IS DE REIKWIJDTE VAN HET INSTRUMENT?
HOE DRAAGT DEZE REORGANISATIE BIJ AAN DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS?
“We hebben een gemeenschappelijke ‘droom van Fluvius’ opgesteld. We vragen de directeuren in hun schoolplan op te nemen hoe ze die droom gestalte gaan geven, gebruikmakend van alle persoonlijkheidstypen en strategieën. We willen concrete jaarplannen zien met een hoog ambitieniveau. Vervolgens sluiten we een managementcontract af met de directeuren.”
“In eerste instantie ging het om de herinrichting van het bestuursbureau. Daarnaast geeft het instrument ook informatie over het functioneren van managementteams op scholen. Door de invoering van de functiemix ontstaat een gemengde vorm van aansturing, waarbij het belangrijk is dat de directeur competenties en rollen strategisch kan inzetten.” Meer informatie: Felix Razenberg, e-mail:
[email protected]
7
‘Extra aandacht is ook nodig voor de meer- of hoogbegaafde leerling’ Met het instrument ‘Zorg in Beeld’ heeft KPC Groep voor elke school van het samenwerkingsverband WSNS GennepBergen-Mook een onderwijszorgprofiel opgesteld. Met dit profiel kan het samenwerkingsverband een koers uitzetten en kunnen de scholen zich gericht verder professionaliseren, bijvoorbeeld op het gebied van hoogbegaafdheid. “Als samenwerkingsverband WSNS willen we zicht hebben op de zorg die de scholen zelf kunnen bieden. Daarnaast willen we gemeenschappelijke ontwikkelpunten formuleren. Het onderwijszorgprofiel maakt helder welke professionaliseringsbehoefte scholen hebben”, zegt Janneke Folker, directeur van basisschool De Vonder in Ven-Zelderheide en lid van de coördinatorengroep van het uit drie stichtingen bestaande samenwerkingsverband Gennep-Bergen-Mook in Limburg. “Vanuit de stichtingen krijgen de coördinatoren input, dus we weten wat er leeft. Zo zorgen we voor samenhang tussen het beleid van het samenwerkingsverband en dat van de stichtingen.”
ZORG IN BEELD Met het instrument ‘Zorg in Beeld’ (zie kader) wordt per school de basiszorg, de breedtezorg en de dieptezorg vastgesteld. De basiszorg omvat alle mogelijkheden die leerkracht en school in huis hebben om leerlingen te ondersteunen. Onder breedtezorg wordt verstaan de expertise die de school van buitenaf kan laten komen, zoals een ambulant begeleider, om een specifieke zorgvraag aan te pakken. Dieptezorg is aan de orde als de school tegen grenzen aanloopt en de leerling moet worden verwezen naar het sbo of het so. Het instrument brengt de huidige en de wenselijke situatie in beeld, zodat duidelijk wordt welke stappen er gezet moeten worden. Folker: “Het instrument past bij het samenwerkingsverband omdat het uitgaat van het handelen van de leerkracht. Dat sluit aan bij onze visie. Het beeld dat naar voren komt is realistisch en herkenbaar. We zijn bijvoorbeeld al enige tijd bezig met werken vanuit HGPD (handelingsgerichte procesdiagnostiek, red.) en als samenwerkingsverband hebben we hierin flink geïnvesteerd. Dat zag je terug in het onderwijszorgprofiel.”
HOOGBEGAAFDE LEERLINGEN Speerpunten voor de komende jaren zijn groepsplannen, ontwikkelingsperspectief, zicht op doorlopende leerlijnen, signaleren en begrijpen van onderwijsbehoeften. Ook is er afgesproken om de aandacht voor hoog- of meerbegaafde leerlingen op te nemen in de basiszorg. Folker: “Passend onderwijs is niet alleen voor zorgleerlingen, maar voor iedere leerling die extra aandacht nodig heeft. Ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat de scholen tegemoetkomen aan de leerbehoeften van hun kinderen.” LEES VERDER ONLINE! Meer over ‘Zorg in Beeld’? Kijk op www.kpcgroep.nl/zorgprofiel.
Janneke Folker, directeur basisschool De Vonder, Ven-Zelderheide
Zorg in Beeld Werken met ‘Zorg in Beeld’ bestaat uit vier fasen. 1. Interview met sleutelfiguren uit de school, meestal de directeur en de intern begeleider. Doel hiervan is het inventariseren van de leerlingenpopulatie en de ondersteuningsvragen van de school. 2. In kaart brengen van het onderwijsaanbod en de ondersteuningsvragen op basis van een webbased vragenlijst door leraren. Handelingsgericht werken is het uitgangspunt van deze vragenlijst. 3. Rapportage van het onderwijszorgprofiel. 4. Terugkoppeling aan het team. Het beeld dat in het onderwijszorgprofiel is neergezet en de ontwikkeling die de school voor zichzelf ziet, staan hierbij centraal. Besturen en samenwerkingsverbanden ontvangen een totaaloverzicht van alle scholen die hebben meegedaan. Train de trainer programma Het instrument ‘Zorg in Beeld’ kan door adviseurs van KPC Groep op maat worden uitgevoerd op school-, samenwerkingsverband- en regionaal niveau. Ook bestaat de mogelijkheid dat zorgcoördinatoren en betrokkenen bij de zorg een trainingsprogramma volgen om zich het instrument eigen te maken en toe te passen in de schoolpraktijk. Meer informatie: Hannelore Veltman, e-mail:
[email protected]
PERSPECTIEF PO nummer 15, najaar 2011
8
KPCGROEP@WORK
ONZE SCHOLEN DE KRIJGEN DE KOMENDE JAREN TE MAKEN MET BOVENTALLIG PERSONEEL. OP WELKE MANIER KUNNEN WE DEZE COLLEGA’S ZOVEEL MOGELIJK NAAR WERK BEGELEIDEN?
WIJ WILLEN HET SCHOOLTEAM VERDER SCHOLEN OP HET GEBIED VAN REKENEN. WAT KAN KPC GROEP VOOR ONS DOEN?
ANTWOORD
ANTWOORD
Bij mobiliteit, gedwongen of vrijwillig, gaat het allereerst over zorgvuldige procedures en heldere afspraken. Het traject vraagt om zowel inspanning van de school als van de betreffende collega’s zelf. Hoe ga je om met verandering en hoe bereid je je voor op een nieuwe toekomst? Bij het begeleiden van boventallige collega’s kunnen allerlei HRM-instrumenten worden ingezet zoals assessment en loopbaancoaching. KPC Groep heeft samen met Pi-Educatie ervaring in het samen met scholen vormgeven aan ‘employability’.
Het is belangrijk dat leerkrachten inzicht hebben in de leerlijn rekenen van groep 1 tot en met groep 8. Dit inzicht verbinden we met de eisen die vanuit de referentieniveaus rekenen aan de leerlingen worden gesteld. Daarnaast koppelen we de doelen aan inzicht in didactiek, gebruik van ondersteunende materialen en activiteiten die je als leerkracht kunt uitvoeren in de praktijk. Omdat het noodzakelijk is ook zicht te hebben op de huidige opbrengsten kijken we samen hoe de school ervoor staat en waar je welke winst kunt boeken.
Aleid Schipper T 073 62 47 231
Hannelore Veltman T 073 62 47 367
ONZE SCHOOL HEEFT STEEDS MINDER LEERLINGEN. DE KLASSEN WORDEN DAARDOOR GROTER EN ER MOETEN MENSEN AFVLOEIEN UIT HET TEAM. WE MAKEN ONS ZORGEN OVER ONZE SCHOOLONTWIKKELING.
ONZE SCHOOL MOET OP VEEL VERSCHILLENDE GEBIEDEN VERBETERINGEN DOORVOEREN, ZOALS TAALBELEID, OPBRENGSTGERICHT WERKEN EN INVOERING VAN HET ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF. HOE PAK IK DAT AAN?
ANTWOORD
ANTWOORD
Daling van leerlingenaantallen heeft grote invloed op alles wat onderwijs ‘maakt’ (personeel, huisvesting, middelen). Hoe je kwaliteit kunt blijven leveren voor kinderen en ouders is een belangrijk vraagstuk. Dat vraagstuk kun je op verschillende manieren benaderen, afhankelijk van de situatie. We gaan daarover graag in gesprek.
Creëer samenhang. Neem het taalonderwijs als inhoudelijke kapstok. Dat is goed te combineren met opbrengstgericht werken. Verbetering heeft te maken met een goede analyse van toetsgegevens, maar ook met het aanbod dat leerkrachten verzorgen op basis van de taalmethode, de gehanteerde didactiek en kennis van de leerdoelen. Opbrengstgericht werken veronderstelt vakkennis en afstemming op de behoeften van de leerlingen. Daarbij kan het werken aan ontwikkelingsperspectief worden meegenomen.
Ineke van Sijl T 073 62 47 295
Kris Verbeeck T 073 62 47 395
www.kpcgroep.nl
9
WERK IN UITVOERING ALS DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS EEN SCHOOL ALS
‘ZWAK’
OF ‘ZEER ZWAK’
BEOORDEELT, DAN MOET ER SNEL EEN VERBETERPLAN KOMEN EN DE VERBETERINGEN MOETEN OOK SNEL ZICHTBAAR ZIJN OP DE INDICATOREN DIE DE INSPECTIE HANTEERT. ONDERSTEUNING EN COACHING VAN DE DIRECTEUR IS DAARBIJ BELANGRIJK, VINDT KPC GROEP-ADVISEUR ERIK ADEMA. ADEMA BEGELEIDT DIRECTEUREN VAN ZWAKKE EN ZEER ZWAKKE SCHOLEN ONDER MEER ALS LID VAN DE VLIEGENDE BRIGADE, EEN ONDERSTEUNINGSTRAJECT VAN DE PO-RAAD.
Naast de directeur staan “Als de Inspectie heeft geconstateerd dat een school ‘zeer zwak’ is, is er vaak al een analyse en zijn er ook al conclusies getrokken. Vaak heeft de school de boodschap wel zien aankomen en waren er zichtbare voortekenen als veel ziekteverzuim en wisselingen van leerkrachten en directeuren. Dan is er iemand van buiten de school nodig om de neerwaartse spiraal te doorbreken. Wat ik als eerste doe, is samen met de directeur en andere leden van het managementteam op basis van de analyse een verbeterplan maken. Het toezichtsplan van de Inspectie is leidend, maar dat is geformuleerd in termen van indicatoren en opbrengsten. Hoe je je doelen haalt, maak je als school zelf uit. Scholen hebben nog wel eens de neiging om overal tegelijk mee te beginnen, dus speerpunten vaststellen is belangrijk. De volgende fase is om de mensen te motiveren om aan de slag te gaan. De directeur heeft hierin een belangrijke rol, die moet ervoor zorgen dat alle neuzen dezelfde kant op staan. Ik sta daarbij als ‘kritische vriend’ naast de directeur. Een knelpunt dat zich kan voordoen is dat het toezichtsplan van de Inspectie botst met de koers van een school. Op traditionele vernieuwingscholen, zoals Jenaplan, hebben leerkrachten vaak weerstand tegen toetsen. Op de Jenaplanschool die ik heb
ondersteund, heb ik daarom samengewerkt met iemand van het Adviescentrum Jenaplan. Hij hield zich bezig met de herijking van het concept. Dat ik zelf directeur van een school ben geweest is voor mij een belangrijke bron van kennis. Daarnaast wissel ik natuurlijk ervaringen en expertise uit met collega’s van KPC Groep. Wat mij boeit is het veranderingsproces op een school. Je ziet niet altijd meteen resultaat van je inspanningen, je moet geduld en doorzettingsvermogen hebben en oplossingsgericht kunnen
‘Speerpunten vaststellen is heel belangrijk’ denken. Natuurlijk moet je ook goed toetsgegevens kunnen analyseren en interpreteren, dat is heel belangrijk bij zwakke scholen. Het is vervelend voor een directeur en ook voor het team als de school onder verscherpt toezicht staat, ik wil ze daarbij helpen. Ik ben persoonlijk altijd sterk betrokken bij een school. Het is fijn als je een paar jaar na het traject kunt constateren dat de verandering duurzaam is gebleken.”
PERSPECTIEF PO nummer 15, najaar 2011
10
Een nieuw schooljaar, een nieuwe uitdaging. Schoolleiders staan elk schooljaar voor de taak kwalitatief goed onderwijs te leveren en adequaat te reageren op veranderende omstandigheden, zoals krimpende leerlingenaantallen, een verandering in de leerlingenpopulatie of andere maatschappelijke veranderingen die om aanpassing vragen van de organisatie. Welke creatieve oplossingen vinden schoolleiders hiervoor? Bij de start van het nieuwe schooljaar sprak Perspectief PO drie schoolleiders over hun voornemens en mijlpalen.
KWALITEIT IN VERANDERENDE OMSTANDIGHEDEN SCHOOLONTWIKKELING GAAT HAND IN HAND MET ONTWIKKELING VAN LERAREN Marion Dammers schoolleider van obs De Klim-op in Hoornaar
De Klim-op in Hoornaar is met 74 leerlingen en zeven deeltijdpersoneelsleden een kleine school. Er wordt lesgegeven in vier combinatiegroepen. Over twee jaar verwacht schoolleider Marion Dammers een terugloop van het aantal leerlingen. “Giessenlanden, de gemeente waar Hoornaar bij hoort, is een krimpgemeente. Bovendien is er concurrentie van een christelijke, meer traditionele school die veel leerlingen trekt. We moeten ons daarom voorbereiden op een situatie waarin we met minder leerkrachten meer leerjaren tegelijk moeten bedienen en tegelijk de school profileren met het oog op de concurrentie.”
“Met SlimFit kunnen we ons voorbereiden op een krimpsituatie” Om dit voor elkaar te krijgen voert Dammers SlimFit in. SlimFit is een manier van onderwijs organiseren waarbij het lesgeven in leerstofjaargroepen wordt losgelaten en de verschillende talenten van de leraren zo goed mogelijk worden ingezet. Daarnaast is de school begonnen aan een Daltontraject. Voor beide trajecten kan Dammers een beroep doen op extra budget, waardoor zij ondanks de kleine schaal van de school toch de leerkrachten veel scholing en coaching kan bieden. “Vorig jaar hebben we het organisatiemodel bedacht en gekeken naar de vakinhoud. Dit jaar zijn we begonnen het uit te voeren. Gedurende een uur per ochtend zetten we de wand tussen twee klassen open. Je krijgt dan
11
dus twee grote ‘units’, zoals SlimFit dat noemt, waarin leerkrachten om de beurt instructie geven terwijl de andere leerkracht de kinderen begeleidt die zelfstandig aan het werk zijn. Om het overzichtelijk te houden doen we het dit jaar alleen met rekenen.” Aanvankelijk waren de leerkrachten en de ouders wat terughoudend, maar zij hebben hun scepsis inmiddels grotendeels laten varen. “In het SlimFit-concept is veel aandacht voor leerkrachten, zoals coaching. Ook bezoeken ze scholen elders in het land en daardoor zijn ze enorm enthousiast geworden.” Ook in voorlichting aan en overleg met de
ouders is veel tijd gestoken. “Op de laatste informatiebijeenkomst, net voor de zomervakantie, hebben de ouders ons het vertrouwen gegeven om aan de slag te gaan, omdat we het zo goed onderbouwd hebben en rustig aan doen. Het is belangrijk dat je de ouders meeneemt in zo’n verandering.” Alles bij elkaar wordt 2011-2012 een schooljaar met uitdagingen. “Zowel het Dalton-traject als het invoeren van SlimFit kosten veel energie. Ik wil dat er aan het eind van het schooljaar een format ligt waarmee we verder kunnen, zowel met andere vakken als met een andere groepssamenstelling. Dan hebben we echt een mijlpaal bereikt.”
Petra Meuwissen Jos Crutzen, tot 1 november 2011 schoolleider van basisschool De Veldblom in Kerkrade en Petra Meuwissen, schoolleider vanaf 1 november 2011
“ Ik wil de teams met elkaar verbinden” Basisschool De Veldblom (circa 300 leerlingen) gaat per 1 augustus 2012 fuseren met Jenaplanschool De Viering (circa 60 leerlingen). Tot 1 november is Jos Crutzen directeur van De Veldblom, daarna neemt Petra Meuwissen het stokje van hem over. “Tot die tijd leiden we samen de school”, zegt Meuwissen, die daarnaast interim-directeur is van De Viering. Het komende schooljaar staat zij voor de taak de scholen inhoudelijk in elkaar te laten opgaan. “Het gevoel moet niet zijn dat de grote school de kleine opslokt. Ik wil het goede van Jenaplan behouden”, zegt Meuwissen. “Ik wil de mensen laten dromen. De maatschappij verandert snel, het onderwijs moet daarbij aansluiten. Wat is de toekomst van onze leerlingen, wat willen we met ze bereiken? Daarbij wil ik de twee teams met elkaar verbinden.” Communicatie is een sleutelwoord voor Meuwissen. Er zijn verschillende werkgroepen ingericht waarin mensen zich buigen over de organisatie en de inhoud van het toekomstig onderwijs. “Er is een fusiewerkgroep waarin afgevaardigden van de leraren uit beide teams, ouders en begeleiders het raamwerk opzetten. Daarnaast praten teamleden in vakinhoudelijke werkgroepen over de inhoud van het onderwijs.
In teamoverleggen wordt vanuit deze werkgroepen regelmatig teruggekoppeld. Er is veel ruimte voor alle medewerkers om mee te denken over de nieuwe visie, de missie, de naam van de school, het nieuwe logo.” Ook over personeelsbeleid wordt gezamenlijk nagedacht. “We kijken naar het personeelsbeleid vanuit de visie: wat hebben we nodig, welke specialismen, zoals taal, maar ook welke bouwcoördinatoren, welke intern begeleiders, over welke bagage moeten de leerkrachten beschikken om het onderwijs vorm te geven? Dan zijn er onvermijdelijk ook mensen die hiervoor niet broodnodig zijn, die zullen dan het eerst afscheid nemen. Ik bespreek dat heel openlijk in de functioneringsgesprekken.” Communicatie en ‘de rust bewaren’ zijn haar belangrijkste uitdagingen in het komende schooljaar. “Sommige dingen zijn nog niet zeker, dat maakt mensen onrustig. Ik wil veel met teamleden praten om te zorgen dat de lijnen open blijven.” Dé mijlpaal wordt 29 juni, de laatste schooldag. Dan moet het onderwijsconcept er liggen, de visie klaar zijn en zichtbaar in naam en logo en de missie duidelijk. “Ik wil dat de mensen er enthousiast van worden. Op die dag gaan we de nieuwe school spetterend vieren.”
PERSPECTIEF PO nummer 15, najaar 2011
12
Eva Naaijkens schoolleider van sbo Michaëlschool in Amersfoort
“Nieuwe leraren moeten binnen vier jaar een masteropleiding gaan doen” De Michaëlschool in Amersfoort (136 leerlingen) kreeg vijf jaar geleden het oordeel ‘zwak’ van de Inspectie van het Onderwijs. Inmiddels is de school weer in het groen en ziet directeur Eva Naaijkens de toekomst met vertrouwen tegemoet. “Er komen bezuinigingen aan en die moeten we het hoofd bieden. Dat gaan we doen door goede kwaliteit te leveren, door als sbo-school de expertise in huis te hebben om deze kinderen zich optimaal te laten ontwikkelen. Daardoor zullen meer ouders voor onze school kiezen en vangen we zo de bezuinigingen op.” Ontwikkelen is het sleutelwoord, ook voor de leraren. Van de vijftien leerkrachten volgen er zes een opleiding met de lerarenbeurs. “Vijf jaar geleden hebben we met elkaar vastgesteld dat het gedrag van onze leerlingen een van de belangrijkste aandachtspunten is. Met het hele team hebben we daarom een module gedragsproblemen gevolgd. Twee collega’s doen nu de master Special Educational Needs, anderen zijn begonnen met een opleiding voor lees-, taal- of rekenspecialist, één leraar studeert onderwijswetenschappen aan de universiteit. Dat tilt het niveau van onze school omhoog. Aan nieuwe leraren kan ik nu de eis stellen dat ze binnen vier jaar een
masteropleiding moeten gaan doen.” Haar eigen rol is vooral coachend en stimulerend, vertelt Naaijkens, waarbij ze ook kijkt naar de expertise die de school nodig heeft. “Verder leren is pittig naast je werk als leraar. De studiekeuze laat ik daarom aan de collega’s zelf over. We bespreken het wel, ik heb bijvoorbeeld de orthopedagoog aangeraden zich te specialiseren in dyslexie.” Zelf is Naaijkens ook onderwijswetenschappen gaan studeren, al is er voor haar geen lerarenbeurs beschikbaar. “Ik wil meer weten van het vak. Dat werkt ook stimulerend voor het team. Daarnaast haal ik veel inspiratie uit het SBO Netwerk van KPC Groep. Hier hoor ik over nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld rond Passend Onderwijs, en ik leer ook veel van de uitwisseling met andere sbo-directeuren.” Het komend schooljaar staat gewoon in het teken van het uitvoeren van het onderwijskundig jaarplan, met nadruk op het omhoog brengen van leerrendementen en het welbevinden van de leerlingen. “De leerlingen mogen er niet onder lijden dat leraren afwezig zijn om te studeren. Ik wil dat leerlingen, ouders en leerkrachten trots zijn op de Michaëlschool.”
13
DE GROEIFACTOR
9 8 Ackelyn Stapensea, directeur van basisschool De Regenboog in Wyckel
7 Kleine school? Personeel effectief inzetten! Een kleine school werkt meestal met combinatieklassen. Een groepsleerkracht die drie jaargroepen, waarbinnen vaak ook nog drie niveaus, tegelijk moet instrueren, begeleiden en feedback geven, heeft het zwaar. Het is daarom beter leerkrachten gericht in te zetten. Op basisschool De Regenboog in Wyckel geeft het team met ondersteuning van KPC Groep-adviseur Ineke van Sijl vorm aan het TOMconcept. Hoe hebben jullie het onderwijs georganiseerd? Directeur Ackelyn Stapensea: “Onze school staat in een krimpregio, het leerlingenaantal daalt. Daarnaast wilden we het onderwijs anders organiseren. Een leerkracht hoeft niet alles zelf te doen, je kunt taken verdelen. Leerkrachten geven wel instructie en maken analyses van toetsgegevens, maar ze hoeven niet altijd te helpen met oefenen van tafels. We hebben nu een leerkracht rekenen en een leerkracht taal, spelling en begrijpend lezen die uitsluitend instructie geven aan de groepen 3 tot en met 8. De leerlingen werken zelfstandig en weten wanneer ze instructie krijgen in taal of rekenen.“ Hoe hebben jullie die verandering aangepakt? “Het eerste jaar hebben we samen met Ineke van Sijl geformuleerd wat we voor ogen hadden en welke organisatie daarbij hoort. Het tweede jaar zijn we bezig geweest met de implementatie en hebben we onder meer passend meubilair uitgezocht. We zitten nu in het derde jaar en zijn bezig met
de inrichting van een leesatelier. De komende twee jaar willen we een elektronische leeromgeving inrichten.” Wat vinden de leraren, de kinderen en de ouders van deze aanpak? “Voor de kinderen is het geen enkel probleem. Een voorwaarde is wel dat kinderen goed zelfstandig kunnen werken, en dat hadden we al voor elkaar. Ouders waren eerst bang dat niemand meer hun kind als geheel zag. Maar er is heel veel overleg onderling en we reageren adequater op dreigende achterstanden dan in het oude systeem. De leerkrachten willen ook niet meer terug. Een groot voordeel is ook dat kinderen in dit systeem makkelijker kunnen meedraaien in een andere groep dan hun eigen jaargroep, als ze bijvoorbeeld stof uit groep 6 nog niet beheersen terwijl ze in groep 7 zitten. Op deze manier krijgen ze volwaardige instructie.” Welk cijfer geef je de samenwerking met KPC Groep? “Ineke krijgt een 9. Ze is van alle markten thuis en brengt hier veel kennis, zowel over ICT als over veranderprocessen. Ook kan ze heel goed mensen zelf laten denken, ze een spiegel voorhouden. Volgend jaar neem ik afscheid van deze school, maar Ineke blijft en dat is voor het team een geruststelling.“
MEER INFORMATIE: INEKE VAN SIJL, E-MAIL:
[email protected]
PERSPECTIEF PO nummer 15, najaar 2011
14
ONTWIKKELEN IN TIJDEN VAN KRIMP In tijden van financiële tekorten en dreigende krimp geen medewerkers ontslaan, maar hen behouden en verder professionaliseren. Dat is de manier waarop Harry van de Kant, voorzitter van het College van Bestuur van De Groeiling in Gouda, de kwaliteit van het onderwijs op zijn scholen wil waarborgen en vergroten. Dat doet Van de Kant door het instellen van een bovenschoolse vervangingspool en het aanbieden van scholing op De GroeiAcademie. Perspectief PO sprak met hem.
De Groeiling, twee jaar geleden ontstaan door een bestuurlijke fusie, omvat 24 scholen voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs in Gouda en omstreken. Al snel na zijn aantreden als voorzitter van het College van Bestuur in 2009 werd Harry van de Kant geconfronteerd met een flinke financiële tegenvaller: er werd aan personeelskosten 1,6 miljoen euro meer uitgegeven dan het Rijk bekostigde. Met andere woorden: er liepen meer leraren rond dan de stichting zich kon veroorloven. “Maar je kunt niet zomaar 30 fte aan mensen ontslaan”, zegt Van de Kant. “Dan kom je in de knel met het beleid tot behoud van werkgelegenheid. Dus de uitdaging was om personeel te behouden en tegelijk de kosten te drukken.” De oplossing vond hij in de inrichting van een vervangingspool. Hierin zijn 35 van de 580 personeelsleden ondergebracht. Deze mensen worden bekostigd door het Vervangingsfonds. Naast leerkrachten gaat het om intern begeleiders, onderwijsassistenten en ook een directeur. De vervangers moeten ervaren, flexibel en breed inzetbaar zijn. Zij springen in bij verzuim en worden bij vacatures uitgenodigd te solliciteren.
WELKE ASPECTEN ZIJN BELANGRIJK (GEWEEST) BIJ HET INRICHTEN VAN DE VERVANGINGSPOOL? “Samen met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad hebben we criteria ontwikkeld voor het overplaatsen van personeel naar de vervangingspool. Wij kijken naar leeftijd, het zogenoemde afspiegelingscriterium, naar diensttijd en naar vrijwilligheid. Inmiddels hebben we ook ‘behoud van competentie’ opgenomen als criterium, zodat het niet zo is dat belangrijke kennis uit een school verdwijnt. Per school hebben we gekeken wie overgeplaatst worden naar de vervangingspool, daarna volgden gesprekken met de betrokkenen. Dat heeft veel onrust gegeven, vooral omdat de financiële situatie van de organisatie bij de mensen niet bekend was. Men gaat door alle fasen van het rouwproces heen: boosheid, ontkenning, iemand de schuld willen geven. Maar uiteindelijk
volgt er acceptatie.” Communicatie en transparantie zijn enorm belangrijke pijlers geweest in dit traject. Niet alleen de medewerkers moesten worden geïnformeerd, ook kwamen er vragen van belangenbehartigers bij de vakbonden. Er is een informatiebulletin met de ‘Meest gestelde vragen’ gepubliceerd, met antwoorden op vragen als: Hoe komt het dat de organisatie in zwaar weer is beland, wat is het beleid om hiermee om te gaan, hoe werkt de overplaatsing? “Een belangrijk argument is geweest dat we op deze manier geen personeel hoefden te ontslaan. Mensen behouden hun werk, het krijgt alleen een andere invulling. We werken nu anderhalf jaar met deze constructie en de mensen zien de voordelen ervan. Het is namelijk een heel goede manier om een kijkje in de keuken van een andere school te nemen. Het komt nu voor dat mensen liever in de vervangingspool willen blijven, ook als zich een vacature voordoet.”
IS DE VERVANGINGSPOOL EEN TIJDELIJKE OPLOSSING OF EEN STRUCTUREEL ONDERDEEL VAN HET PERSONEELSBELEID? “Dit is een krimpregio, we moeten dus toe naar minder mensen. Voor een deel wordt dat opgevangen door de uitstroom van personeel van 64 en 65 jaar. Tegelijk willen we jonge mensen blijven aantrekken. De vervangingspool maakt dat mogelijk en daarom gaan we die ook behouden, zij het niet op dezelfde sterkte. Bij ons krijgen startende leerkrachten de eerste twee jaar begeleiding van een coach. Dat is nu nog een externe, maar hij gaat met pensioen en zijn taken gaan over naar leerkrachten in een LB-functie of naar ervaren leerkrachten in de vervangingspool. De ervaringen met de vervangingspool zijn zeer positief. Als eerste is er natuurlijk het resultaat dat de werkgelegenheid is behouden en er geen gedwongen ontslagen hoefden plaats te vinden. Daarnaast blijkt dat gedwongen mobiliteit leidt tot meer expertise bij de betrokkenen. Ze kunnen bijvoorbeeld heel makkelijk
15
Harry van de Kant: “Hoe ziet het onderwijs er over tien jaar uit in deze regio? Daar kun je met elkaar over nadenken.”
kennisnemen van andere onderwijsconcepten zoals Jenaplan, of leren omgaan met hoogbegaafden. Opvallend is ook dat het ziekteverzuim in de vervangingspool lager is dan het gemiddelde op scholen. Deelnemen aan de vervangingspool is blijkbaar goed voor je welbevinden. Ook voor ouders is het prettig, die willen zo min mogelijk verstoring van het onderwijs. Wij kunnen beloven dat er bijna altijd goede vervanging zal zijn bij verzuim van de leerkracht.”
HOE ZIET DE TOEKOMST ERUIT VOOR LEERKRACHTEN IN GOUDA EN OMSTREKEN? “De functiemix zal in 2014 volledig zijn ingevoerd op al onze scholen. De Groeiling omvat nu nog het eigen samenwerkingsverband WSNS en we hebben hierbinnen De GroeiAcademie opgericht. Hier kunnen medewerkers ook scholing volgen op allerlei terreinen, waarbij ze competenties ontwikkelen waarmee ze bijvoorbeeld in aanmerking kunnen komen voor een LB-functie. Het is mijn overtuiging dat mensen zich willen ontwikkelen. Wij willen dat uiteraard graag koppelen aan schoolontwikkeling en dat kan goed binnen de GroeiAcademie. We verwachten dat de mensen zelf het initiatief daartoe nemen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld een loopbaanoriëntatiecursus volgen.“ Maar Harry van de Kant kijkt ook breder. De verwachte krimp
treft niet alleen De Groeiling. Daarom zoekt Van de Kant met andere besturen samenwerking en voert hij gesprekken in een aantal gemeenten. “In één gemeente gaan dit jaar twee basisscholen dicht, volgend jaar een derde, een van ons. Dan kun je afwachten, maar je kunt ook samen dromen over het onderwijs in deze regio over pakweg tien jaar. Hoe ziet dat eruit? Welke partners zijn daarvoor nodig? Wat kunnen we met de gebouwen doen? Hoe kunnen we ook een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van wijken? Dat zou kunnen leiden tot een fusie, maar ook tot een Brede School of een multifunctionele accommodatie, waarbij ieder de eigen identiteit behoudt. Ik maak deel uit van een netwerk van bestuurders, waarin ook KPC Groep participeert. Ik verwacht dat KPC Groep op dit terrein ideeën en expertise kan aanleveren. Op die manier kunnen we de verbinding leggen tussen brede, algemene ontwikkelingen en de ontwikkelingen op regionaal niveau.”
Transparantie is een sleutelwoord voor het personeelsbeleid op De Groeiling. Alle documenten zijn te vinden op www.degroeiling.nl. Klik op de blauwe knop ‘De Groeiling’en vervolgens op ‘Download’.
PERSPECTIEF PO nummer 15, najaar 2011
16
DE KWESTIE Een Michelinster voor excellente scholen?
Lou Bakker, directeur Cornelis Jetsesschool en interim-directeur basisschool De Tempel, Eindhoven:
“Het Toezichtkader van de Inspectie is voldoende prikkel. Een systeem van Michelinsterren geeft een verkeerd signaal, het zet aan tot berekenend gedrag. Kijk naar het voortgezet onderwijs: denkend aan de lijstjes van dagblad Trouw laten zij kinderen die het niet goed doen snel afstromen naar een lager onderwijstype, in plaats van ervoor te zorgen dat het kind de eindstreep haalt. Natuurlijk moeten scholen goed presteren, maar dat hangt ook samen met de financiële ondersteuning die ze krijgen. Dat geldt zeker voor scholen met veel achterstandskinderen.”
lentie, hangen af van de kennis en de vaardigheden van de directie en het team. Het beoordelen van hun kwaliteiten kan plaatsvinden aan de hand van de competenties die door de SBL en de NSA zijn geformuleerd, daar is breed draagvlak voor. De vraag is wel: wie moet dat beoordelen?” Lia Vermeulen, schoolleider De Grebbe in Bergen op Zoom, winnaar Nationale Onderwijsprijs 2011:
“Doordat de school de Nationale Onderwijsprijs heeft gewonnen, hebben we meer aanmeldingen dan vorig jaar. Ouders kiezen voor onze school vanwege de prijs. Een Michelinster voor excellente scholen is daarom niet zo gek. Een school is pas excellent wanneer een kind hogere scores haalt dan de eerste ontwikkelingslijn doet vermoeden. Dan heb je als school iets toegevoegd. Daarbij is het toetsen op basisvaardigheden het belangrijkste. Goed lesgeven en een goed pedagogisch klimaat zijn de sleutels voor succes.”
Mark Weekenborg, PO-Raad:
“Het is goed om veel vaker scholen in het zonnetje te zetten. Maar in plaats van voor ‘excellente’ scholen zou er een Michelinster moeten komen voor scholen die een aanmerkelijke verbetering doormaken. Hoe hebben scholen het voor elkaar gekregen om van zwak redelijk te worden, van redelijk goed, en van goed excellent? Dat prikkelt de nieuwsgierigheid van collega-scholen meer, denk ik. Het zou om meer moeten gaan dan om prima scores voor de basisvaardigheden. Wat precies het surplus zou moeten zijn, dat is aan de schoolbesturen, daar moet je geen regels voor opstellen.“ Anne ter Beek, adviseur KPC Groep:
“Het Michelinsterrensysteem spoort restaurants aan tot grote prestaties. Je zou moeten kijken hoe je het kunt vertalen naar het onderwijs, want het kan een manier zijn om scholen te prikkelen de onderwijskwaliteit te verhogen. De waarborgen voor de onderwijskwaliteit, dus ook voor excel-
Sven Uijttewaal, chefkok en eigenaar van restaurant Coquille in ’s-Hertogenbosch:
“Een Michelinster kun je verdienen door in je klasse een goede keuken te voeren, dus in principe kan een snackbar een ster krijgen. In onze keuken werken we ambachtelijk, met verse producten, en we streven naar een goede smaak en spannende combinaties. Dat doen we voor onze gasten, niet voor een Michelinster, al zou ik hem niet teruggeven. Een goede vermelding betekent vaak wel meer omzet. In de restaurantgids Lekker van 2011 stond een mooie recensie over Coquille en dat merken we aan de toename van het aantal gasten.”
17
SCHOOLVOORBEELDEN UITDAGING VOOR SLIMMERDS Stichting jong Leren in Maastricht biedt met het traject jong Leren works alle kinderen die meer dan gemiddeld kunnen presteren de extra’s die ze nodig hebben voor een optimale ontwikkeling. Het traject omvat handvatten voor leerkrachten voor signalering van en omgaan met meerbegaafdheid, aangepast aanbod in de vorm van compacten en verrijken, plusklassen op verschillende scholen en bovenschoolse faciliteiten. In de plusklassen staat het ontwikkelen van leerstrategieën en sociale vaardigheden centraal. Aan de hand van een project, een eigengemaakt spel of een complexe rekenopdracht leren kinderen te reflecteren op het proces. “Je ziet kinderen zaken uitstellen of uit de weg gaan”, zegt Danielle Andrien, medewerker meerbegaafdheid. “Dan vragen we de kinderen: waarom doe je dat?” Bovenschools worden onder meer Spaans en een verrijkingstraject in het voortgezet onderwijs voor groep 7 en 8 aangeboden. Andrien: “Het is voor deze leerlingen belangrijk gelijkgestemden te ontmoeten, dat kan in deze groepen.” Ook op ‘gewone’ leerlingen blijkt de aandacht die de groepsleerkracht geeft aan meerbegaafde leerlingen een positief effect te hebben. Meer informatie: www.leer-jong-leren.nl
SCHOOLONTWIKKELING BIJ BASISSCHOOL ST. JOZEF DOENRADE Het overschakelen van klassikaal onderwijs naar onderwijs op maat kost tijd en aandacht. “Niet de methode moet leidend zijn, maar de ontwikkeling van het kind”, zegt Anita Pansters, directeur van basisschool St. Jozef in Doenrade. “Op basis hiervan hebben we samen met Kris Verbeeck van KPC Groep een visie ontwikkeld, waarbij de onderwijskundige visie van de teamleden het uitgangpunt vormde. Goed onderwijs op maat vraagt een zekere zelfstandigheid van kinderen. Daarvoor moeten er duidelijke regels zijn en een goed pedagogisch klimaat.” In het schooljaar 2009-2010 kreeg de nieuwe aanpak vorm in het rekenonderwijs. Er zijn afspraken gemaakt over de vorm en de inhoud van de instructie en over de doorlopende leerlijnen. In het schooljaar 2010-2011 zijn hierin nieuwe stappen gezet. Leerkrachten nemen nu pretoetsen af, zodat zij vooraf zicht hebben op de instructiebehoefte van leerlingen en hun onderwijs hierbij kunnen aanpassen. Komend schooljaar wordt spelling op dezelfde manier ingericht. Pansters: “Zo’n verandering gaat niet zonder slag of stoot. De inbreng van een extern adviseur helpt bij het doormaken van het ontwikkelproces.” Meer informatie: Kris Verbeeck, e-mail:
[email protected]
SPELLING OP SBO DE HORIZON Het team van de school voor speciaal basisonderwijs De Horizon in Zoetermeer heeft een leerlijn voor spelling ontwikkeld, gericht op de eigen leerlingenpopulatie. “De methode die we gebruiken is niet altijd even geschikt voor onze school, met onze diversiteit aan leerlingen”, vertelt intern begeleider Ingrid van Dongen. “Op een studiedag in oktober vorig jaar hebben we als team samen met KPC Groep-adviseur Jelly Bijlsma onze eigen leerlijn voor spelling vastgesteld. We hebben vijf fases onderscheiden en aangegeven op welk moment in het schooljaar en op welk punt in de ontwikkeling van het kind een fase moet zijn doorlopen. De concrete lessen werken we elke zes à acht weken uit in groepsplannen. Naast onderdelen uit de methode gebruiken we zelf ontwikkeld materiaal.” Belangrijk voor het proces is geweest het ‘omdenken’: leren denken vanuit doelen in plaats vanuit de methode. “We durven nu los te laten en daardoor komt er veel creativiteit vrij.” Dit schooljaar gaat De Horizon het vak wereldverkenning op dezelfde manier aanpakken. Meer informatie: Jelly Bijlsma, e-mail:
[email protected]
PERSPECTIEF PO nummer 15, najaar 2011
18
NIEUWE LICHTING NIEUWE PUBLICATIES
EEN NIEUW CURRICULUM VOOR LEZEN? UW LEERLINGEN MET SUCCES OP WEG NAAR LEZEN OP 1F EN 2F De publicatie laat zien welke stappen een aantal PO- en VO-scholen heeft gezet om via een opbrengstgerichte werkwijze te komen tot een nieuw curriculum voor lezen, gebaseerd op de referentieniveaus. Bevat veel voorbeelden, tips en ‘do’s’ voor leraren in zowel het PO als het VO. Informatie: www.kpcgroep.nl/publicaties
HET KWARTJE VALT DOELGERICHT REKENEN IN ANDERS GEORGANISEERD ONDERWIJS Innovatieve scholen willen tegemoetkomen aan de behoeften van het individuele kind, maar willen ook dat leerlingen de kerndoelen en referentieniveaus behalen. Wat vereist dit van de leraar, het rekenonderwijs en de leeromgeving? Deze publicatie geeft antwoorden op deze vragen. Informatie: www.kpcgroep.nl/publicaties
KRIMP IS SAMEN GROEIEN Krimpende leerlingenaantallen vragen om een creatieve aanpak zodat negatieve gevolgen voor het onderwijs en de leefomgeving worden voorkomen. Daarbij moeten gemeenten en schoolbesturen antwoorden formuleren op onderwijskundige, organisatorische, financiële en juridische vragen. Het door Top! Onderwijsadvies uitgegeven e-book Krimp is samen groeien focust op het zoeken naar nieuwe verbindingen en passende oplossingen. Informatie: www.kpcgroep.nl/top
NIEUWE DIENSTEN
VOORKOMEN VAN GEDRAGSPROBLEMEN Hoe kom je tot een positief schoolklimaat? Schoolwide PBS (positive behavior support) is een aanpak gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. Dit begint bij het gezamenlijk formuleren van de waarden die de school belangrijk vindt. Vervolgens benoemt het schoolteam het gedrag dat past bij deze waarden en leert het de kinderen actief aan. Adequaat gedrag wordt hierna systematisch positief bekrachtigd. Hiermee wordt een veilig en positief schoolklimaat gecreëerd, waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs. Informatie: www.kpcgroep.nl/schoolwidepbs
19
AGENDA TRAINING
OMGAAN MET LASTIG GEDRAG EN HET VOORKOMEN VAN CONFLICTEN
Data Locatie Doelgroepen
10 en 28 november en 15 december 2011 ‘s-Hertogenbosch Leerkrachten, mentoren, intern begeleiders, zorgcoördinatoren
Info
In een school willen we graag een veilig klimaat voor iedereen, waarin we prettig met elkaar omgaan, leren en werken. Dat is te bereiken met een goed pedagogisch klimaat in combinatie met Herstelrecht, een manier van omgaan met conflicten die zorgt voor een harmonieus schoolklimaat waarin iedereen respect heeft voor elkaar en zichzelf en zijn verantwoordelijkheid neemt.
Meer
www.kpcgroep.nl/otpo
TRAINING
HUMAN DYNAMICS TEACHERTRAINING
Data Locatie Doelgroepen
15 en 16 november 2011 en 16 mei 2012 Centraal in Nederland Leidinggevenden, docenten, intern begeleiders, remedial teachers, begeleiders, leerkrachten
Info
Meer
Hoe komt het toch dat een leerling bij de ene leraar opbloeit en bij de andere onzichtbaar is? Waarom krijgt een leraar de ene leerling gemakkelijk in beweging en de andere heel moeizaam? In deze training leert u het concept van Human Dynamics toe te passen op de verschillende communicatiebehoeften van leerlingen. Aan leren zitten twee kanten: zelf leren, maar ook het overdragen van kennis. Daarom is het nuttig het eigen leerproces en leerpatronen te begrijpen en uw benadering af te stemmen op de diverse leerbehoeften.
WORKSHOPS
WORKSHOPCYCLUS OPBRENGSTGERICHT WERKEN: DE LERAAR CENTRAAL
Data Locatie Doelgroep
8 februari, 7 en 21 maart en 4 april 2012 's-Hertogenbosch Leerkrachten
Info
Als leraar wil je voor alle leerlingen ‘eruit halen wat erin zit’ en goede leerresultaten bereiken. Maar hoe organiseer je dit? Hoe organiseer je efficiënt klassenmanagement en stem je het af op de onderwijsbehoeften van leerlingen? Deze opleiding richt zich op het verbeteren van de vakinhoudelijke en didactische competenties van leraren. In een cyclus van vier workshops staat het opbrengstgericht werken door de leerkracht centraal. • • • •
Inrichten klassenmanagement Doelgericht rekenonderwijs Doelgericht taalonderwijs Planmatig werken en opbrengsten borgen
Na afloop zijn de deelnemers in staat het onderwijs zodanig in te richten dat rekening wordt gehouden met de behoeften van bovenpresteerders, leerlingen die gemiddeld scoren en leerlingen die onderpresteren. Meer
www.kpcgroep.nl/otpo
www.kpcgroep.nl/otpo
De trainingen kunnen ook op maat gegeven worden voor een school of groep van scholen. Het programma wordt in dat geval aangepast aan de specifieke wensen.
UITGESPROKEN
Lodewijk Asscher neemt deel aan het voorleesontbijt op de Westerweelschool.
Amsterdam ontwikkelt een vakantieschool voor taal Voor de ontwikkeling van kinderen is het belangrijk dat iedereen de kans krijgt zijn eigen talenten ten volle te benutten. Goed onderwijs is daarvoor essentieel. Dat vindt de Amsterdamse onderwijswethouder (PvdA) Lodewijk Asscher. “Als wethouder Onderwijs van de gemeente Amsterdam heb ik over de inhoud van het onderwijs eigenlijk niks te zeggen. In Nederland hebben we het zo geregeld dat de gemeente zorgt voor de schoolgebouwen en dat is het. De kwaliteit van de school wordt bewaakt door het Ministerie van Onderwijs, de Inspectie en private schoolbesturen. Als wethouder Onderwijs mag ik mij dus niet bemoeien met de kwaliteit van het onderwijs in mijn stad. Maar dat kan en wil ik niet accepteren. We hebben alle Amsterdamse kinderen namelijk nodig om de stad ook in de toekomst sterk en dynamisch te houden. Daarnaast hangen kinderen die op school niet uitgedaagd worden rond op straat en zorgen ze voor overlast. Ons uitgangspunt is daarom: we gaan ons wel met de kwaliteit van het onderwijs bemoeien. Het is een plicht voor ons allen om ervoor te zorgen dat de ondersteuning bij de opvoeding verbetert, het onderwijs beter wordt en dat kinderen echt op school zitten. Kinderen ontdekken op school hun talenten. De basis van het benutten van talenten is taal. In mijn stad Amsterdam zijn er te veel basisschoolleerlingen met een taalachterstand. In augustus zijn we daarom gestart met de Amsterdamse Vakantieschool Taal. Talentvolle basisschoolleerlingen krijgen zo de kans om hun taalachterstand in de vakanties in te lopen. De proef loopt het hele schooljaar door. Na de zomer worden
‘De basis van het benutten van talenten is taal’ de lessen op vijf scholen in álle vakanties en in de naschoolse opvang aangeboden. Sterk gemotiveerde kinderen komen hiervoor in aanmerking. Op deze manier kunnen kinderen versneld hun achterstand inlopen. Kinderen uit de groepen 5, 6, 7 en 8 kunnen de lessen gebruiken als voorbereiding op de entreetoets, de Cito-toets en de brugklas. Niets is mooier voor een leraar dan om een leerling zich te zien ontwikkelen, te zien groeien en te zien verbeteren. Kwaliteit van het onderwijs is het belangrijkst: goed basisonderwijs is onmisbaar.”
KPC Groep is in de afgelopen jaren op verschillende basisscholen in Amsterdam erg actief geweest. Zo werden zeven basisscholen ondersteund en begeleid op het gebied van taalontwikkeling, klassenmanagement en het afstemmen van het (taal)onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Dit heeft er onder andere toe geleid dat de schoolontwikkeling succesvol verliep en de (zeer) zwakke scholen inmiddels weer uit de ‘gevarenzone’ zijn. De leerlingenresultaten zijn in brede zin goed te noemen. Ook schoolbesturen en stadsdeelraden werden door KPC Groep ondersteund bij het verbeteren van het (taal)onderwijs in verschillende stadsdelen. Meer informatie: www.kpcgroep.nl/opbrengstgerichtwerken