Magazine De zorg gefinancierd
Dienstendruk in perspectief
Apotheker -nieuw bij de LAD- in beeld
Medisch specialist 2015
Nummer 1 - Maart 2014 Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)
LAD-magazine-Maart-2014.indd 1
12-03-14 17:53
Voorwoord
Kiezen + delen = vermenigvuldigen Tevreden kijk ik terug op de viering van ons jubileumjaar; ‘LAD65’ ligt nu achter ons. Het afgelopen jaar is, ook gezien alle input en reacties, een goede uitgangspositie gecreëerd voor de toekomst. Maar nu verder, ook met de initiatieven die in 2013 en eerder al werden genomen. Met focus op de positie van de arts in de organisatie, in onderhandelingen, en ook op ondersteuning van onze leden daarbij. De behartiging van de belangen van onze achterban wordt ook steviger door samenwerkingsverbanden, zoals met de Orde van Medisch Specialisten. Voor de artsen in vervolgopleiding met SBOH en De Jonge Specialist. Ten behoeve van de artsen maatschappij en gezondheid met de KAMG. Voor de apothekers zijn we volop in de slag voor hun cao, afgestemd met de KNMP. En ook gaan we door met aspiraties om coassistenten en anios nog ‘Beter in beeld’ te krijgen. In dit geval in samenwerking met KNMG en VvAA. Samenwerken is een keuze, en die maakt de LAD overtuigd. Graag delen wij met onze partners expertise en door dit te vermenig vuldigen vergroten wij onze slagkracht. Zo beschouwd is 2014 voor mij dus het jaar van ‘Kiezen + delen = vermenigvuldigen’. Door te groeien, letterlijk en figuurlijk, maken wij de belangenbehartiging breder. En beter!
8 Apotheker in beeld De apothekers die in loondienst werken, vormen een nieuwe loot aan de stam van de LAD. Ook zij kunnen nu lid worden. Zoals Paul van Bakel, in opleiding tot ´openbaar apotheker specialist´.
Medisch specialist 2015
Gert van Enk, voorzitter
12 Per 1 januari 2015 gaat er veel veranderen voor medisch specialisten. Niet alleen de vrijgevestigden zijn daarbij in beeld; ook voor medisch specialisten in loondienst is de nieuwe situatie, die over een klein jaar een feit is, van belang. De LAD trekt daarom intensief op met de Orde van Medisch Specialisten (OMS). Onder meer om de achterban goed te informeren. lad magazine | 2
LAD-magazine-Maart-2014.indd 2
12-03-14 17:53
In dit nummer 4
De zorg gefinancierd De financiering van de zorg: een onderwerp dat vaak ver van artsen af staat. En dat terwijl het een enorme invloed heeft op hun dagelijks handelen. Daarom de belangrijkste punten op een rij.
6
Het podium Wel of niet in de or?
16 Zelf verantwoordelijkheid nemen Dat stelt huisarts Desirée Cleuren, werkzaam bij een gezondheidscentrum in Almere.
In memoriam 10
Dienstendruk: het maatschappelijk perspectief In het vorige nummer van het LAD-magazine kwamen een onderzoeker en een medisch specialist aan het woord. Nu spreken een vertegenwoordiger van patiënten/consumenten en een politica zich over dit thema uit.
14
Huidige ‘pensioenregeling’ weg na juridische fusie Een LAD-lid krijgt te maken met een juridische fusie van ‘zijn’ zorginstelling met een andere organisatie. Hij en zijn collega’s worden bij die andere organisatie ondergebracht. De directie stelt dat de huidige pensioenregeling voor de toekomst niet meer zal gelden. De LADjuristen betwijfelen dat. Er worden kritische vragen gesteld; de afloop is (nog) onduidelijk.
Op 10 februari 2014 kwam de 81-jarige Els Borst om het leven. Ze was sinds 1959 lid van de LAD. Daaruit blijkt haar betrokkenheid bij de zo belangrijke randvoorwaarden waaronder artsen hun werk optimaal kunnen doen. Els Borst startte haar carrière als arts werkzaam in loondienst bij het toenmalige Academisch Ziekenhuis Utrecht. Ze was daar hoofd van de Bloedbank en bekleedde vervolgens de functie van medisch directeur. Daarna werd ze vicevoorzitter van de Gezondheidsraad en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport viel ze op door haar mening over
medisch-ethische zaken. Zo introduceerde Els Borst het systeem voor donorverklaringen en was ze verantwoordelijk voor de huidige euthanasiewetgeving. Wat minder bekend is het feit dat ze, samen met anderen, aan de wieg stond van de introductie en doorontwikkeling van physician assistants en nurse practitioners. Op de foto is ze te zien in het gezelschap van de minister van dat moment, Ab Klink, bij de aanstelling van de eerste verpleegkundig specialist in Nederland.
15
Column The man inside
18
Agenda/Nieuws
Maart 2013 | 3
LAD-magazine-Maart-2014.indd 3
12-03-14 17:54
Tekst: Sonja Huising
De financiering van de zorg: een onderwerp dat vaak ver van artsen af staat. En dat terwijl het een enorme invloed heeft op hun dagelijks handelen. Jaap Doets, consultant bij VvAA, zet de belangrijkste punten daarom op een rij.
De zorg gefinancierd Basis
“Laten we bij het begin beginnen. Ons zorgstelsel wordt collectief gefinancierd op basis van een wettelijk verankerde zorgaanspraak. Dat betekent dat je als burger verplicht mee moet doen. Daarvoor krijg je dus een formeel vastgelegde aanspraak op zorg terug. Sinds de jaren 70 is de overheid een rol gaan claimen als het gaat om het geven van sturing aan het stelsel. Dat had alles te maken met de stijgende lijn in de hoogte van de uitgaven. Prestatiebekostiging is een belangrijk sturingsinstrument. Datzelfde geldt voor het sturen van de vraag. Iets wat steeds meer op lokaal dan wel regionaal niveau vorm wordt gegeven. Wettelijk kader ZVW
Zorgverzekeringswet
zorg die geleverd wordt door onder meer ziekenhuizen, huisartsen, apothekers en paramedici
WMO
Wet maatschappelijke ondersteuning
uitvoering van zorgtaken onder de verantwoordelijkheid van gemeenten
AWBZ
Algemene wet bijzondere ziektekosten
langdurige zorg, bijvoorbeeld opname in een verpleeghuis
Wtzi
Wet toelating zorginstellingen
regelt toelating. onder meer door het stellen van eisen aan transparantie
WBMV
Wet bijzondere medische verrichtingen
vergunningen die de minister afgeeft voor onder meer hart- en neurochirurgie
WMG
Wet marktordening gezondheidszorg
regelt de zorgmarkt en het financieel verkeer tussen zorgaanbieders en verzekeraars door zorgprestaties vast te stellen per beroepsgroep
Kabinetsplannen
Op Prinsjesdag 2013 heeft de regering de plannen voor 2014 gepresenteerd. Voor de zorg houdt dat onder meer de volgende uit gangspunten in: versterken van de zelfredzaamheid van de burger, slimmer en beter organiseren van curatieve zorg en zorgvuldig pakketbeheer en geneesmiddelenbeleid. Hoofdlijnenakkoord zorg • groei ziekenhuizen
1,5% in 2014 en 1% daarna
• groei huisartsen
2% in 2014 en 2,5% daarna onder voorwaarde van substitutie uit de tweedelijn
Dat betekent nogal wat. Vormgeven aan ‘zorg dichtbij de patiënt’ bijvoorbeeld. Het kabinet gaat ervan uit dat dat goedkoper is. Interessant is de vraag wie de substitutie waarover we het hier hebben, moet realiseren. Huisartsen kunnen maar een deel van de zorg overnemen dus de zelfredzaamheid van patiënten moet ook verbeteren. Het overhevelen van de wijkverpleegkundige van AWBZ naar ZVW heeft eveneens met deze ontwikkeling te maken. De zorg en opvang worden lager in het systeem gelegd en dus op een goedkopere manier geregeld.
Binnen ons zorgstelsel heeft de zorgverzekeraar de taak kwalitatief goede en betaalbare zorg in te kopen voor de verzekerden lad magazine | 4
LAD-magazine-Maart-2014.indd 4
12-03-14 17:54
Liesbreuk is geen topzorg
Complexe low volume topzorg Complexe high volume zorg
Vetknobbeltje is geen specialistische zorg
Eenvoudige specialistische zorg
Eenzaamheid is geen huisartsenzorg Maatschappelijk werk is geen
Generalistische basiszorg
Zelfmanagement is geen dokterswerk
In de ziekenhuissector zal kostenreductie in de komende jaren een belangrijk aandachtspunt zijn. Daarbij is naast de substitutie naar de eerstelijn ook concentratie van complexe zorg aan de orde. Verondersteld wordt dat daarmee ook een kwaliteitsverbetering te realiseren is. Ik denk dat men daar te veel van verwacht; gaat concentratie ook tot echte verlaging van kosten leiden? In elk geval is er voor de ziekenhuizen in de komende jaren een substantieel lagere groeiruimte, ondanks het feit dat het budgettair kader voor de zorgsector nog steeds groeit. Ik zie nog weinig ziekenhuizen bezig zijn met substitutie naar de eerstelijn en de mogelijk lagere productiegroei die dat met zich mee zal brengen. En dat is ook opvallend in het licht van de cijfers over 2012. Daarbij is voor het eerst sinds jaren een daling van het aantal ziekenhuispatiënten te zien. Dat heeft naar mijn mening te maken met de recessie, maar ook met het effect van het eigen risico. Bij de snijdende specialismen lijkt de terugval groter dan bij de beschouwende specialismen.”
Zelfmanagement, MO
dat een ziekenhuis biedt, maar ook de omvang en cultuur van de organisatie variëren tenslotte.”
Nurse practitioners en physician assistants kunnen straks ook zelfstandig werken en DBC’s openen; medisch specialisten doen er verstandig aan ze ‘in de buurt te houden’ Het komende jaar
De belangrijkste tendensen voor de medischspecialistische zorg in de komende tijd zijn: beperking van de groei, concentratie van complexe zorg en substitutie van de tweede naar de eerstelijn. Voor de ziekenhuizen betekent dit dat er keuzes gemaakt moeten worden. Er moet op sommige locaties zelfs rekening worden gehouden met een krimpmodel en daarnaast gaat kostenbeheersing veel aandacht vragen.
Medisch specialisten
Jaap Doets geeft aan dat op basis van het zorgakkoord in 2015 het vrije beroep onder druk kan komen te staan. Minister Schippers houdt alle opties open. Dat betekent dat het in de ziekenhuizen allebei kan: maatschappen of specialisten in loondienst. Voor de korte termijn, tot 2017, is er de toezegging dat de Wet Normering Topinkomens niet op hen van toepassing is. “Ik voorspel dat deze discussie over een paar jaar opnieuw gevoerd gaat worden. Vanaf 2015 is er sprake van integrale financiering. Dat betekent dat medisch specialisten geen ‘eigen’ honorarium meer hebben. Het fiscaal ondernemerschap bestaat dan niet meer in de vorm zoals we dat nu nog kennen. De nieuwe situatie heeft consequenties voor vrijgevestigde specialisten maar ook voor hun collega’s in loondienst. Ik verwacht dat de andere verhouding tussen organisatie en arts zich niet gaat manifesteren in een eenduidig, landelijk model maar dat er lokale varianten gaan ontstaan. Het soort zorg
Voor een ziekenhuis is de (door)ontwikkeling van een dynamische productieplanning met de bijbehorende inzet van personeel in de komende jaren essentieel De VvAAconsultant stelt dat personeel de grootste kostenpost van een ziekenhuisorganisatie is. “Door het huidige klimaat blijven veel werknemers op hun plek zitten, wat betekent dat het personeelsbestand langzaam vergrijst en dus relatief duurder wordt. Meer efficiency is te behalen door de personele inzet beter af te stemmen op de productie en de golfbewegingen daarin. Voor de komende jaren is dat cruciaal”, aldus Jaap Doets.
Maart 2014 | 5
LAD-magazine-Maart-2014.indd 5
12-03-14 17:54
Het podium Sommige mensen zetten zich met hart en ziel in voor de or. Ze vinden het belangrijk om mee te praten. Anderen twijfelen. Is de or, gezien de grote ontwikkelingen in de gezondheidszorg, wel de weg waarlangs beïnvloeding mogelijk is?
Pieter Tamminga Is kinderarts en werkt in het AMC; hij is ook voorzitter van de or
“Ik werd me bewust van het bestaan van de or toen ik gevraagd werd mee te helpen bij een actie rond het salaris van de medisch specialisten. Ik wilde de divisie kindergeneeskunde informeren over waar het om ging. Ik raakte geïnteresseerd en ben op een gegeven moment lijstduwer geworden zodat ook medisch specialisten vertegenwoordigd zouden zijn in de or. Nu, na m’n zestigste, kan ik er echt tijd in stoppen omdat ik geen avond en nachtdiensten meer draai. Ik had niet gedacht dat ik het orwerk zo leuk zou vinden. En al helemaal niet dat we zo gerespecteerd zouden worden door onze bestuurders. Dat maakt het mogelijk echt mee te denken en invloed te hebben. En dat is zeker in de huidige tijden van bezuinigingen en reorganisaties belangrijk. We worden nadrukkelijk uitgenodigd om samen met de raad van bestuur te kijken naar de vraag hoe om te gaan met het feit dat we minder middelen kunnen inzetten. Er is onderling vertrouwen en daardoor is, al samenwerkend, het beste resultaat te behalen.”
Paul de Vries Werkt als psychiater in GGZ Leiden Rivierduinen
“Volgens mij is beïnvloeding goed mogelijk zonder or. Toen ik orlid was merkte ik dat je heel erg afhankelijk bent van de samenwerking met je raad van bestuur. Ben je wel of niet een echte gesprekspartner? Ik vond ook dat we heel goed moesten opletten dat we voldoende, goede informatie kregen. Binnen een organisatie zijn er denk ik tal van informele mogelijkheden om invloed uit te oefenen. Maar de polsstok van het personeel reikt vaak niet ver genoeg. Zeker als je kijkt naar de financiële situatie waarin de ggz zich bevindt leiden kwalitatieve argumenten niet tot verandering. Dat komt volgens mij omdat de oorzaken buiten de instelling liggen en veel meer in het zorgsysteem zitten. Anderen zitten achter het stuur; de zorgverzekeraars, de overheid of de inspectie. En een intern instrument als een or is dan geen passend instrument om ontwikkelingen te keren. Bovendien gaat er best veel energie en tijd inzitten. En dat is een punt als je vraagtekens zet bij de effectiviteit. Ggzinstellingen doen er beter aan hun krachten te bundelen en op landelijk niveau te acteren.”
Chris van der Vliet Is hoofd collectieve belangenbehartiging bij de LAD
“Natuurlijk horen wij in de dagelijkse praktijk dat mensen twijfelen over het lidmaatschap van de or en de invloed daarvan. Toch stimuleren we het. Werknemers krijgen op die manier informatie, weten wat er aan de hand is, kunnen meedenken en doen als het gaat om de voorbereidingen voor de toekomst. Als werknemersorganisatie werken we intensief samen met een or. We adviseren een adviesaanvraag van de raad van bestuur in het kader van bijvoorbeeld een reorganisatie pas te behandelen nadat er een goed sociaal plan ligt. De nadelige gevolgen zijn daarin dan voor een groot deel al opgevangen. Natuurlijk kost het orlidmaatschap tijd. Maar die krijg je voor een groot deel van je werkgever vergoed. En deskundig advies, over de cijfers bijvoorbeeld of over juridische vragen, kan de or inhuren. Richting mensen die zich hardop afvragen wat een or kan bereiken trek ik graag de parallel met je stem uitbrengen bij de verkiezingen. Als iedereen denkt dat die ene stem toch niet telt komen we nergens. Je kunt wel degelijk invloed hebben, zeker in samenwerking met een vakbond die ook bijhoudt wat er in de buitenwereld gebeurt en daar aandacht voor vraagt.”
lad magazine | 6
LAD-magazine-Maart-2014.indd 6
12-03-14 17:54
Wel of niet in de or?
Tekst: Sonja Huising Illustratie: Ronald Slabbers
Maart 2014 | 7
LAD-magazine-Maart-2014.indd 7
12-03-14 17:54
Tekst: Sonja Huising Fotografie: Corneel de Wilde
Apotheker in beeld De apothekers die in loondienst werken, vormen een nieuwe loot aan de stam van de LAD. Ook zij kunnen nu lid worden. Zoals Paul van Bakel, in opleiding tot ‘openbaar apotheker specialist’.
OPROEP Bent u net zoals Paul van Bakel trots op uw werk en werkplek? En wilt u dat delen met de andere leden? Mail daarvoor naar
[email protected]. Wie weet staat u straks met een interview en foto in het LAD-magazine.
Waarom heb je voor dit werk gekozen?
belangrijke rol. Datzelfde geldt voor de terugkomdagen die de KNMP organiseert. Verder werk je aan je portfolio waarin je allerlei dingen vanuit het dagelijks werk moet uploaden. Al met al gaat het om een flink traject naast je werk.”
In 2012 ben ik afgestudeerd. Ik ben nu bezig aan m´n specialisatie. Dat betekent een tweejarig opleidingstraject. Mijn opleider heeft daarin natuurlijk een
Hoe ziet je werkplek eruit?
Ik startte met farmacie omdat ik werd uitgeloot voor geneeskunde. Maar het vak heeft me echt gegrepen, niet in de laatste plaats omdat ik ook de bedrijfskundige kant ervan heel leuk vind.
De jonge apotheker vertelt dat hij meedraait op drie vestigingen: twee gezondheidscentra waarin onder meer samengewerkt wordt
lad magazine | 8
LAD-magazine-Maart-2014.indd 8
12-03-14 17:54
De werkplek
Ons vak blijft bestaan als we de meerwaarde ervan kunnen laten zien; ik denk dat zeker jonge huisartsen, de diagnostisch specialisten, open staan voor wat wij als farmaceutisch specialisten kunnen brengen met een verloskundige, een fysiotherapeut en een diëtiste en een klassieke apotheek in het centrum van Sliedrecht. Door te rouleren krijgt hij met verschillende facetten van het vak te maken maar ook met diverse patiëntengroepen. Die variëren van ouderen tot jonge gezinnen met kleine kinderen.
Samenwerking heeft de toekomst; ik geloof heilig in de kracht van de eerstelijnszorg
Wat is er leuk en minder leuk aan dit vak?
“Grappige vraag. Er is eigenlijk niets minder leuk. Doordat het werk afwisselend is komt alles wat ik interessant vind aan de orde. De farmaceutische inhoudelijke zaken gecombineerd met het bedrijfsmatige, zoals voorraadbeheer en personeelsmanagement is voor mij de ideale combinatie. Wat zijn je werktijden?
Ik werk fulltime. Maar door mijn opleiding en het bestuurswerk dat ik doe besteed ik (indirect) veel meer uren aan m’n vak. Dat hoort erbij. Als je zorg wilt leveren streef je naar beschikbaarheid en wil je flexibel zijn en maatwerk leveren. Ook afstemming met andere disciplines, zoals bijvoorbeeld met huisartsen via het FTO, vindt plaats na werktijd. Ik ben sinds een jaar actief binnen de Vereniging van Jonge Apothekers (VJA). Daar komen interessante vraagstukken voorbij, zoals de keuze voor de verbinding met de LAD. Door de opkomst van apotheekketens en franchiseorganisaties
werken apothekers van nu niet meer per definitie als zelfstandige. Steeds meer zie je mensen in loondienst aan de slag gaan. Dan heb je een goede cao nodig, waarin aandacht wordt besteed aan salaris, werktijden, opleidingsmogelijkheden en pensioenopbouw. Als bestuurslid kom je bijvoorbeeld in aanraking met Kamerleden. Dit naar aanleiding van het visiedocument ‘Coach, Cure & Care 2025’ dat we samen met de jonge huisartsen, medisch specialisten en ziekenhuisapothekers hebben opgesteld en aangeboden aan minister Schippers. Ik vind het leuk hen te vertellen over hoe het gaat in de praktijk. Bijvoorbeeld over het feit dat het contracteren door de zorgverzekeraars neerkomt op tekenen bij het kruisje.”
In de afgelopen tien jaar is 70% van de apothekers in loondienst gaan werken; dan moet het pensioen goed geregeld zijn en ik vond het belangrijk daarover mee te denken
Hoe ziet je werkdag eruit?
Paul van Bakel staat elke dag om zes uur op en is om half negen op z’n werk. Hij heeft z’n mail dan al bijgewerkt. Als de apotheek is opgestart begint hij aan z’n eigen taken. Dat kan zijn het beantwoorden van de vragen die de assistenten krijgen aan de balie of telefoongesprekken met specialisten voeren. Hij fungeert dan als de ‘apotheker van de dag’ en dat betekent vooral beschikbaar zijn voor wat zich voordoet.
“Als ik geen ‘apotheker van de dag’ ben komen er andere zaken in beeld. Ik voer dan bijvoorbeeld, samen met een verpleegkundige, medicatiegesprekken in een verzorgingshuis met patiënten en eventueel hun familie. Of ik werk aan m’n opleiding en bereid een nascholing voor. Sommige collega’s vinden dat je dan toekomt aan het echte farmaceutische werk, aan dat waar je voor bent opgeleid. Voor mij draait het vooral om het bieden van de zorg. Om het contact met de patiënten en het werken aan een doelmatig en veilig gebruik van geneesmiddelen. Hoe ervaar je de werkdruk?
Natuurlijk is er werkdruk, maar ik vind die niet hinderlijk. Het helpt mij ook om naar een deadline toe te werken. Hinderlijk vind ik bijvoorbeeld de extra werkzaamheden die ontstaan door het preferentiebeleid van de zorgverzekeraars. Naar mijn mening wordt de expertise van de zorgprofessional dus niet als uitgangspunt genomen. En dat terwijl wij het beleid aan de balie moeten uitleggen. Dat kost veel tijd en energie die eigenlijk aan zorg besteed zou moeten worden. Hoe is de verhouding met collega’s en leidinggevenden?
Mijn collega’s zijn van alle leeftijden en niveaus. Dat is een verrijking. Ik leer natuurlijk van ervaren apothekers, maar ook als ik examineer bij het bereidingsexamen voor assistentes. Er is hier dus een goede balans tussen wat er al ontwikkeld is en prima gaat aan de ene kant en nieuwe ideeën aan de andere kant. Dat is ook nodig want er zijn veel veranderingen in bijvoorbeeld de regelgeving en daar moet je creatief op kunnen inspelen. Is de werkplek veilig?
Ja, zeker. Ik ben zelf één van de BHVers en we trainen regelmatig. Daarnaast geven we voorlichting aan apotheekmedewerkers over het omgaan met diefstal. De gewelds incidenten zijn over de afgelopen 25 jaar op de vingers van één hand te tellen. Desondanks zijn er instructies en weet iedereen hoe er gehandeld moet worden”, aldus Paul van Bakel.
Maart 2014 | 9
LAD-magazine-Maart-2014.indd 9
12-03-14 17:54
Het dilemma
In het vorige nummer van het LAD-magazine kwamen een onderzoeker en een medisch specialist aan het woord. Nu spreken een vertegenwoordiger van patiënten/ consumenten en een politica zich over dit thema uit.
Dienstendruk: het maatschappelijk perspectief Ik daag artsen graag uit om breder te denken; wat zijn alternatieve mogelijkheden voor contact die voor hun eigen gezondheid, en daarmee voor die van de patiënt, het beste zijn?
Ad Warnar is directeur van Cliëntenbelang Amsterdam.
“Patiënten zien gedreven artsen. Maar ze ervaren ook dat alles effectief moet zijn. Wat kan een huisarts nu helemaal doen in 10 minuten? Die bieden geen ruimte voor echte, menselijke communicatie en ik ben ervan overtuigd dat dat uiteindelijk nog meer kost. Letterlijk en figuurlijk. Artsen zijn ook maar mensen. Toen ik de cijfers over dienstendruk voor het eerst hoorde schrok ik ervan dat veel artsen nog steeds de beschikbaarheid van zichzelf voor hun patiënten nog steeds als ‘het hoogste’ labelen. Uitgerust zijn lijkt me daarbij wel van belang. En hoe zit het met de alternatieven zoals ehealth en contact via de mail? Veel patiënten willen dat graag. Wat ik ook opvallend vind is dat artsen de dienstendruk bagatelliseren. Sommige medisch specialisten bedrijven topsport. En dat is alleen lang vol te houden als er balans is in je trainingsschema. Het is belangrijk dat de dialoog op gang komt. Dat men gaat toegeven dat het zwaar is. Persoonlijk had ik al veel eerder effect verwacht van de wens van vrouwen én mannen om meer parttime te gaan werken. Die bestaat toch al enige tijd, maar lijkt in de medische omgeving maar langzaam tot veranderingen te leiden.”
OPROEP Tegen welke dilemma’s loopt u in uw werk aan? De LAD hoort het graag. Dan kunnen we er aandacht aan geven in deze rubriek. Mail daarvoor naar
[email protected].
Verandering
Aan het woord is Ad Warnar, directeur van Cliëntenbelang Amsterdam. Hij is zeer uitgesproken over de lange werkdagen die met name medisch specialisten maken.
lad magazine | 10
LAD-magazine-Maart-2014.indd 10
12-03-14 17:54
Tekst: Sonja Huising Fotografie: Corneel de Wilde
Het moet lonend zijn voor artsen om meer tijd en ruimte te maken voor hun patiënten; om dat te illustreren heb ik de ‘DBC Kijk- en luistergeld’ geïntroduceerd
Hanke Bruins Slot is lid van de CDA-fractie in de Tweede Kamer.
Volgens hem moet de LAD, als werknemers organisatie, meer in beeld komen in de discussie. Juist vanuit dat perspectief is beweging op gang te brengen.
gericht is op het stimuleren van het aantal verrichtingen naar een systeem waarin bekostiging van de uitkomsten van zorg centraal staat.
“Er is lang naar artsen opgekeken, maar gelukkig worden patiënten steeds mondiger. Echt gezamenlijk, als arts en patiënt, besluiten nemen is de toekomst. Dat vraagt vooral iets van de professional. Ik ben heel positief over De Dappere Dokters, een Amsterdams initiatief waarbij artsen kijk naar optimale in plaats van maximale zorg. Als je daarop een systeemverandering baseert zetten we stappen vooruit. Artsen kunnen dan adviseurs worden en dienstbaar zijn aan de patiënt.
Daarnaast denk ik dat we meer profijt kunnen hebben van taakherschikking. De inzet van physician assistants en nurse practitioners is daarbij een belangrijke sleutel die juist binnen het systeem van integrale bekostiging meer ruimte kan krijgen.
Bovendien blijkt het dan in essentie geen geldkwestie te zijn. De privéklinieken zijn daar een voorbeeld van. Zij leveren uitstekende zorg op een zeer klantvriende lijke manier. En ik ga er blind vanuit dat ze echt niet te veel personeel rond hebben lopen. Met zo’n aanpak kun je gaan meten op patiënttevredenheid en kwalitatieve uitkomsten in plaats van op wachttijden en aantallen. Daar is niet alleen de patiënt, maar volgens mij ook de arts bij gebaat. Het maakt je werk toch veel leuker?”
privéleven naast je werk. Ik zie veel om me heen dat het voor artsen een puzzel is om hun gezin te combineren met wat het vak van ze vraagt. Zorgprofessionals gaan voor hun vak maar letten te weinig op zichzelf. Al lang weten we dat als je nog wakker bent na meer dan 24 uur werken dat qua alertheid gelijk staat aan twee glazen alcohol. Na een dienst zou een arts dus eigenlijk niet toch nog een operatie moeten doen. Ik weet uit eigen ervaring enigszins hoe dat voelt. Tijdens mijn werk als militair waren we ook regelmatig 24 tot 36 uur wakker. Oplossingen
Het politieke perspectief
Hanke Bruins Slot is lid van de CDA fractie in de Tweede Kamer. Ze maakt zich zorgen over de dienstendruk van medisch specialisten. “Het is voor iedereen belangrijk om tijd de hebben voor een
“Ik denk dat het heel belangrijk is dat de dialoog over dit probleem in eigen kring goed op gang komt. Bewustwording is een cruciale eerste stap. Daarnaast is de vraag aan de orde wat er in de randvoorwaarden te verbeteren is. We moeten van een stelsel dat
Geld nodig? Niet altijd!
Natuurlijk kosten sommige oplossingen voor het probleem van de dienstendruk in eerste instantie geld. Denk bijvoorbeeld aan het inzetten van meer artsen. Maar daarmee worden de vervolgkosten ook omlaag gebracht. Bovendien, niet alles is een financiële kwestie. Professionals bedenken vaak goede oplossingen vanuit wat ze zien in de dagelijkse praktijk”, aldus Hanke Bruins Slot. De politica denkt dat er ook wat winst te behalen is met de concentratie van ziekenhuiszorg. Maar ze vindt eigenlijk dat in die discussie de spreiding te weinig ruimte krijgt. Want toegankelijkheid van zorg, zeker in de regio, is volgens haar heel belangrijk. De minister vindt dat de verzekeraars daarvoor verantwoordelijk zijn. Maar het CDA roept om maatwerk en vindt ook dat er gekeken moet worden naar de feitelijke, kwalitatieve inzetbaarheid van professionals. Maart 2014 | 11
LAD-magazine-Maart-2014.indd 11
12-03-14 17:54
Tekst: Sonja Huising Fotografie: Corneel de Wilde
Per 1 januari 2015 gaat er veel veranderen voor medisch specialisten. Niet alleen de vrijgevestigde collega’s zijn daarbij in beeld; ook voor medisch specialisten in loondienst is de nieuwe situatie, die over een klein jaar een feit is, van belang. De LAD trekt daarom intensief op met de Orde van Medisch Specialisten (OMS). Onder meer om de achterban goed te informeren.
Medisch specialist 2015 Caroline van den Brekel, directeur van de LAD, trapt af: “Het is belangrijk dat we samen optrekken. De veranderingen die op stapel staan raken de medisch specialisten in de volle breedte. Vroeger was het idee dat er een groot verschil was tussen de vrij gevestigde specialisten en de artsen in loon dienst; dat is steeds minder het geval. We moeten onze energie nu effectief inzetten. Dus gelijk oplopen, ieder vanuit z’n eigen kracht.” De directeur Organisatie & Financiering van de OMS, Ernst Ziere, kan dat alleen maar beamen. Hij durft zelfs te stellen dat de verschillen tussen de OMS en LAD achterban werden uitvergroot. “Nu gaat het erom dat we inzetten op de vrije keuze voor medisch specialisten. Dat we zeggenschap houden, en waar mogelijk vergroten, voor een ’eigen winkel’ aan de ene kant of juist een dienstverband aan de andere kant. Maar volgens mij is dat niet altijd een even expliciete keuze. Mensen gaan voor een opleidingsplek, een bepaald ziekenhuis of de sfeer in een maatschap of vakgroep. Voor dat wat bij je past dus, en wat je als prettig ervaart.”
Het lijkt toch steeds weer nodig om vast te stellen dat medisch specialisten -los van de vorm waarin ze werken- inhoudelijk hetzelfde willen en doen, namelijk kwalitatief hoogstaande zorg bieden aan hun patiënten Minder nadruk op de verschillen
“De verschillen tussen vrijgevestigde medisch specialisten en hun collega’s in loondienst zijn de afgelopen jaren steeds kleiner geworden. Het bekostigingsmodel is inmiddels hetzelfde. Er wordt gefinancierd op basis van verrichtingen. Omdat op dit punt medisch specialisten dichter bij elkaar komen te staan, is het perspectief op wat beide groepen bindt meer helder geworden. Ik denk daarbij aan de manier waarop je als artsen gezamenlijk meepraat in het ziekenhuis. Hoe je in de organisatie waar je werkt invloed uitoefent op de randvoor waarden waaronder je zorg biedt, op het beleid dat wordt ontwikkeld.
Groei in de (ziekenhuis) zorg is niet meer vanzelfsprekend. Zorgverzekeraars gaan gerichter inkopen, kijken naar mogelijk heden voor concentratie van zorg. Dat betekent dat er afspraken gemaakt worden over productie en omzet. En dat betekent binnen de organisatie kijken naar de ver deling. Dat heeft gevolgen voor iedere medisch specialist, vrijgevestigd of in loondienst. En artsen zijn nu eenmaal, in de positieve zin van het woord, een ‘aparte’ beroepsgroep binnen het ziekenhuis. Ze hebben veel ruimte om zelf keuzes te maken. Bijvoorbeeld op het gebied van roostering. Maar veel vrijheid betekent ook veel verantwoordelijkheid. Anno nu moeten medisch specialisten een serieuze gesprekspartner zijn voor bestuurders.
Medisch specialisten staan in het centrum van de ziekenhuiszorg; dat betekent dat zij de mogelijkheden voor efficiënter werken met behoud van kwaliteit het best kunnen overzien
lad magazine | 12
LAD-magazine-Maart-2014.indd 12
12-03-14 17:54
Dat vergt iets van henzelf, maar ook van de organisatie. Artsen moeten natuurlijk wel sturingsinformatie en mogelijkheden krijgen om invulling te kunnen geven aan hun verantwoordelijkheid “, aldus Caroline van den Brekel. Zijn de medisch specialisten klaar voor 1 januari 2015?
Ernst Ziere: “Dat verschilt. Je ziet veel variatie. Elke specialist moet een indivi duele afweging maken. De kunst is een passende vorm te zoeken. Alle specialisten in loondienst is niet de oplossing. De uit komsten van de geleverde zorg moeten het ijkpunt worden.
Ook medisch specialisten in loondienst moeten letten op hun omzet- en kostenontwikkeling; menig ziekenhuisdirecteur laat daar richting de vakgroepen geen onduidelijkheid over bestaan Omdat we over negen maanden met een nieuwe realiteit vandoen hebben, gaan we de medisch specialisten intensief in formeren. De nieuwe systematiek zal, als
het gaat om het declaratieverkeer, niet zoveel verandering betekenen. De dienst verlening wordt binnen het ziekenhuis gedeclareerd. Maar als je als vrijgevestigd medisch specialist nu niets doet, zal de Belastingdienst je beschouwen als iemand met een fictief dienstverband. Je moet dan als werknemer premies afdragen; hetzelfde geldt voor de werkgever. Dit alles brengt de vraag op tafel welke modellen er dan gekozen kunnen worden en waarin het vrij beroep behouden blijft. Voor het maken van die keuze is de vraag cruciaal op welke manier en met welke in tenties een medisch specialist wil werken. Maart 2014 | 13
LAD-magazine-Maart-2014.indd 13
12-03-14 17:54
De reconstructie Een LAD-lid krijgt te maken met een juridische fusie van ‘zijn’ zorginstelling met een andere organisatie. Hij en zijn collega’s worden bij die andere organisatie ondergebracht. De directie stelt dat de huidige pensioenregeling voor de toekomst niet meer zal gelden. De LAD-juristen betwijfelen dat. Er worden kritische vragen gesteld; de afloop is (nog) onduidelijk. Tekst: Sonja Huising
Huidige ‘pensioenregeling’ weg na juridische fusie Een arts is sinds 1997 in dienst bij besloten vennootschap (B). Vennootschap B is een zorginstelling en heeft de pensioentoezeg ging aan zijn personeel ondergebracht bij een pensioenfonds (X). In 2010 besluit de directie tot het onder één naam op de markt brengen van de medische dienstverlening, waardoor vennootschap B fuseert met ven nootschap A. Deze laatste vennootschap zal de dienstverlening voortzetten. De directie betrekt de ondernemingsraad bij haar voornemen en het proces. De beoogde fusiedatum wordt vastgesteld op 1 januari 2012. Omdat het inmiddels september 2011 is en de medewerkers van weinig weten, besluit de directie via HRM het personeel in een mail te informeren. “Beste allemaal, Als medewerkers van vennootschap B zal jullie arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2012 overgaan naar vennootschap A. Als gevolg van deze fusie zullen de rechten en verplichtingen van B van rechtswege overgaan naar A …… . Bovenstaande geldt niet voor jullie eerdere pensioenregeling bij pensioenfonds X. Voor wat betreft de pensioenregeling gaan alle oud-medewerkers van B, die onder dat pensioenfonds vielen, per 1 januari 2012 automatisch over naar de pensioenregeling van A. Die pensioenregeling wordt uitgevoerd door verzekeraar Y. Voor deze verplichte overgang is een wettelijke grondslag aanwezig. Vanaf 2 december 2011 zullen wij jullie middels een aantal bijeenkomsten informatie geven over die pensioenregeling.”
Het bericht slaat in als een bom. Jarenlang vielen de medewerkers van vennootschap B onder de regeling van het vertrouwde pensioenfonds X. De bij die vennootschap werkzame arts vraagt zich af of dit zomaar kan en neemt contact op met de LAD.
grondslag bestaan die niet wordt genoemd. Vermoedelijk beroept de directie zich op een uitzondering van artikel 7:664 Burgerlijk Wetboek (BW). De juristen van de LAD vinden dit standpunt twijfelachtig en lichten dat toe.
We bespreken de gang van zaken. De rol van de ondernemingsraad (Wet op de on dernemingsraden WOR 2012) laten we even voor wat het is. Het standpunt van de directie lijkt haaks te staan op de inhoud van het sociaal plan. Ook is onduidelijk wat de wettelijke grondslag is waarover in de mail wordt gesproken.
De arts zegt voorlopig voldoende munitie te hebben en neemt het advies ter harte om de bijeenkomst bij te wonen, kritische kanttekeningen te plaatsen en een verslag te maken. Tijdens de sessies worden de nodige vragen gesteld. Er blijkt veel weerstand te zijn. De werkgever noemt de wettelijke grondslag nog steeds niet. Wel blijkt het proces (tijdelijk) stopgezet te zijn. To be continued?
Nuttige informatie
Wij laten de arts weten dat bij een juridische vennootschap B ophoudt te bestaan. Vennootschap A zet de rechtspositie van B voort. De arbeidsovereenkomsten met vennootschap B worden door en op naam van vennootschap A voortgezet. Bij een juridische fusie gaan in principe ook de rechten en plichten uit de pensioen overeenkomst van een werkgever (vennootschap B in dit voorbeeld) auto matisch over naar vennootschap A. De nieuwe vennootschap wordt dus na de fusie geconfronteerd met verschillende pensioenregelingen. De directie lijkt deze regel te betwisten; de pensioenregeling van vennootschap A zou wel op de over gekomen werknemers van B van toepassing worden. Daarvoor zou een wettelijke
WWW.LAD.NL/OVER DE LAD/LID WORDEN Vragen en/of problemen rondom uw (aanstaande) dienstverband? Neem dan contact op met een van onze juristen van de afdeling Individuele Rechtshulp. Klik voor meer informatie en contactgegevens op de button Individuele Rechtshulp.
lad magazine | 14
LAD-magazine-Maart-2014.indd 14
12-03-14 17:54
Column
The man inside
In het najaar van 2012 las ik een oproep: “Wij zoeken redactieleden voor een nieuw blad van de LAD”. Geen flauw idee wat dat precies inhoudt, maar het klinkt interessant, dacht ik. Misschien vorm ik dan een wat beter beeld van mijn (toekomstige) werknemersorganisatie. Als arts in opleiding ben ik min of meer automatisch lid geworden, maar in het nut en de aanpak van vakbonden heb ik me eigenlijk nooit echt verdiept. Dit zou een aardige kans zijn om daar wat van mee te krijgen en along the way nog wat aan cv-building te doen ook.
Leuk en leerzaam was het om mee te werken aan een herkenbaar magazine voor collega’s; zeker als het gaat om die LAD-onderwerpen waar wij dokters niet zo veel verstand van hebben
Victor Middelkoop (26) heeft onlangs zijn studie geneeskunde aan het LUMC afgerond. Naast geneeskunst is goochelen zijn tweede grote passie. Met zijn concept MediMagic treedt hij op tijdens medische evenementen. Daarmee belicht hij een heel andere kant van de geneeskunst.
Op naar m’n eerste redactievergadering dus. In de avonduren blijkt Papendorp uitgestorven. Grote, lege kantoorgebouwen, maar bij de LAD brandt nog licht. Ik ontmoet mijn collegaredactie leden. Harry, een specialist ouderengeneeskun de die aan het eind van zijn carrière staat. En Annemieke, dertiger en cardioloog. Ik represen teer de jonge, startende artsen. Samen met de mensen van het LADbureau, de vormgever en tekstschrijvers werken we aan het nieuwe magazine. Een blad met veel beeld en ruimte voor collega’s die herkenbaar zijn. Zij worstelen ook met de balans tussen werk en privé, snappen net als ik veel te weinig van pensioenregelingen en hebben zoals elke dokter niet echt geleerd hoe ze in de organisatie waar ze werken op een constructieve manier mee kunnen denken over beleid en randvoorwaarden. En hoe kijken we eigenlijk naar een collega die aan het reintegreren is na een burnout? En verbaal geweld, gaat dat nou eigenlijk ‘(n)ergens’ over? In mijn hoofd opent zich langzaam een luikje; daar werkt onze werknemersorganisatie dus aan.
Zodoende ben ik het afgelopen jaar heel wat wijzer geworden. Mijn vakbond, de LAD, is maar één telefoontje bij me vandaan. Ik kan ze bellen met juridische vragen, voor informatie over financiële kwesties, voor mediation... noem het maar op. Dat geeft een rustig gevoel; er is backup. Backup waar ik me slecht bewust van was, maar die nu wel een fijn, ondersteunend gevoel geeft als ik aan mijn toekomstige carrière denk. Ik ga het stokje overdragen. Als columnist en redactielid. We zoeken trouwens nog nieuwe leden voor de redactie; zeker ook een arts in opleiding. Verse input is belangrijk. Dus dokters zoals ik, verenigt u! Stuur een afgevaardigde om te laten horen wat ons bezighoudt. Maar vooral ook om mee te denken over de praktische, toegankelijke vorm waardoor we uitgedaagd worden om na te denken over al die belangrijke zaken waar we (nog) niet mee bezig zijn. Ik lees de ontwikkelingen graag terug in het volgende nummer!
Maart 2014 | 15
LAD-magazine-Maart-2014.indd 15
12-03-14 17:54
Het huishouden
Zelf verantwoordelijkheid nemen
“Toen ik klaar was met de huisartsenopleiding heb ik een jaar als waarnemer gewerkt. Dat was heel leerzaam, maar je kunt natuurlijk niet echt iets opbouwen met een patiëntengroep in zo’n werkvorm. Twintig jaar geleden heb ik gesolliciteerd bij een toen net startend gezondheidscentrum. Het stond in een nieuwe wijk en had vooral patiënten van mijn eigen leeftijd. Tekst: Sonja Huising Fotografie: Corneel de Wilde lad magazine | 16
LAD-magazine-Maart-2014.indd 16
12-03-14 17:54
Desirée Cleuren (50) met haar zoon en één van haar dochters De situatie: Desirée Cleuren woont met haar man Ron (50), twee dochters (Sannewieke, 17 en Josine, 16) en een zoon (Valentijn, 13) in Almere. Ze werkt 85% in een gezondheidscentrum in haar woonplaats en heeft geen huishoudelijke hulp.
Voor de vorige generatie artsen, vooral mannen, lag het natuurlijk anders; zij hadden meestal een vrouw thuis die daar alles regelde Ik begon met vier dagen werken. Nu heb ik een dienst verband van 85%, wat in feite neerkomt op fulltime. De laatste jaren zijn er taken bijgekomen. Eerst vanuit het huisartsopleider zijn en sinds een paar maanden ook door als manager te werken. Ik heb dat bewust opgezocht. Ik wilde meer weten van de organisatie en dingen kunnen beïnvloeden. In een grote organisatie wordt er veel topdown uitgerold. Nu zit ik dichter bij het vuur. Als manager weet je dingen eerder en kun je je inbreng hebben. Het is prettig om te merken dat ik nu ook de ruimte voel om meer te doen. De fase met jonge kinderen is druk; ik was gewoon moe aan het eind van de dag en dan staat je hoofd niet naar allerlei nieuwe dingen die er nog bij komen.”
Actief zijn als huisartsopleider en als manager zie ik als iets doen naast je eigenlijke vak; dat is belangrijk voor je persoonlijke ontwikkeling Kinderen
Eind jaren 90 kregen Desirée en haar man drie kin deren. Zij is toen 60% gaan werken; haar partner werkte vooral in de avond. “Dat minder werken was een bewuste keuze. De motivatie daarvoor was eigenlijk heel klassiek. Ik wilde erbij zijn, mijn kinderen zien opgroeien. Ik vond het belangrijk ze ‘s avonds zelf naar bed te brengen. En daar komt nog bij dat ik graag de touwtjes in handen heb. Ik werkte in die periode twee keer een halve dag en twee keer een hele. Met name die halve dagen waren stressvol. Voor mijn gevoel moest ik steeds op de klok kijken. Want je moet op een bepaalde tijd toch weer bij school of de opvang staan. Natuurlijk zijn er ook andere oplossingen denkbaar. Een collega van mij had een oppas aan huis. Het regelen van de balans tussen werk en gezin vraagt keuzes en die zijn heel persoonlijk. Ik heb vaak ‘s avonds oppas ingeschakeld. Nu koken mijn
dochters met enige regelmaat. We zitten echt in een andere fase. Hoe regel je het?
Wat mij opvalt is dat de begin dertigers van nu veel rond hun jonge kinderen opvangen met hun ouders. Verder regelen ze dingen goed voor zichzelf, ook bij voorbeeld in de arbeidsvoorwaardelijke sfeer. En hun partners springen natuurlijk bij; het is denk ik meer een gezamenlijk proces. Binnen onze organisatie is de manier waarop iedereen de opvang van kinderen regelt geen expliciet onderwerp van gesprek. Dat is ook wel terecht denk ik; het is je eigen verantwoordelijkheid om oplossingen te vinden. De rol van collega’s is belangrijk; je moet het onderling passend maken. Het is een kwestie van geven en nemen, maar dat is binnen ons team altijd goed gelukt.” Keuze voor het vak
Desirée Cleuren antwoordt bevestigend op de vraag of de keuze voor het huisartsenvak en de werk omgeving mede bepaald zijn door de verhouding tussen werk en privé die zij graag zag. “Ik heb ook overwogen om dermatoloog te worden. Maar binnen dat vak leek me we praten nu over 25 jaar geleden de combinatie van een carrière, promoveren en kinderen niet goed mogelijk. En ik werd als huisarts opgeleid door collega’s die solistisch werkten. Dat leek ook niet ideaal. Vandaar mijn keuze voor een gezondheidscentrum. De omstandigheden voor de starters van nu zijn anders. Parttime werken, voor vrouwen én mannen, is veel normaler geworden. Zelf heb ik optimaal gebruikgemaakt van de mogelijkheden voor ouder schapsverlof. Bij mijn jongste kind ben ik er acht maanden tussenuit geweest. Dat lukte door verlof en vakantiedagen aan elkaar te plakken. Het was fijn om de tijd te hebben om een leven met drie kinderen, waarvan er twee net naar school gingen, goed te kunnen regelen.” Maart 2014 | 17
LAD-magazine-Maart-2014.indd 17
12-03-14 17:54
Agenda
14 maart
AMS-onderhandelingen 25 maart
Onderhandelingen Cao Gezondheidscentra/AHG 26 maart
Informatiebijeenkomst AMS - Modellen 2015 27 maart
Centraal bestuursvergadering 27 maart
Informatiebijeenkomst AMS - Modellen 2015 2 april
Onderhandelingen Cao Ziekenhuizen 16 april
Onderhandelingen Cao Ziekenhuizen 22 april
Onderhandelingen Cao Jeugdzorg 15 mei
Centraal bestuursvergadering 26 mei
Onderhandelingen Cao Ziekenhuizen 27 mei
Training Beter in beeld 11 juni
Onderhandelingen Cao Ziekenhuizen
WWW.LAD.NL/AGENDA Voor het volledige overzicht
Een nieuwe opzet van de nieuwspagina’s, de afsluiter van het LAD-magazine. Graag maken we u als lezer op deze plek deelgenoot van wat er gaande is binnen het bureau van de LAD. Hoe behartigen de medewerkers, in het kader van alle ontwikkelingen die spelen, de belangen van de leden? Een kijkje in de keuken... We zijn 2014 gestart met meer leden dan vorig jaar. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de komst van de apothekers in loondienst. Maar zeker ook met het feit dat we steeds meer en intensievere samenwerkingsverbanden aangaan. Met de OMS en De Jonge Specialist bijvoorbeeld, maar ook met de KAMG, KNMG en VvAA. Het onderhouden of doorontwikkelen van mogelijkheden voor gecombineerde lid maatschappen maakt daar deel van uit. Het land in
In de komende maanden gaan we veel het land in. We hebben goede ervaringen met regiobijeenkomsten. Het is, ook voor ons als bureaumede werkers, prettig en zinvol om regel matig ‘live’ in contact te zijn met de leden. In maart zijn in elk geval de informatiebijeenkomsten over de medisch specialist 2015 en de AMS aan de orde. Onderhandelingen
Veel onderhandelingen in diverse sectoren lopen nog. Denk aan de
ziekenhuizen en de jeugdzorg. Maar zeker in de ggz vraagt het veel omdat het proces erg moeizaam verloopt. Dat is zorgelijk; de wijzigingen die voor deze sector op stapel staan zijn fors en vergen tijd om te kunnen anticiperen. Niet voor niets is de decentralisatie in de zorg een belangrijk punt in onze strategische agenda. Onze onderhandelaars komen soms handen tekort. Zeker omdat ze niet alleen actief zijn aan de caotafel, maar ook adviseren en meedenken bij reorganisaties en fusies. Het effect daarvan merken we overigens ook als het gaat om individuele rechtshulp. Onze juristen zijn op dat vlak drukker dan ooit. Er is dus werk aan de winkel Daar schrikken we niet van. De 28 mede werkers van het LADbureau zetten zich graag in voor u en uw belangen. Wordt vervolgd! Caroline van den Brekel, directeur
lad magazine | 18
LAD-magazine-Maart-2014.indd 18
12-03-14 17:54
Het bureau in Colofon beeld Jaarverslag LAD beschikbaar In het jaarverslag van de LAD over 2013 wordt een turbulent jaar geschetst. Belangrijke ontwik kelingen voor zorg professionals volgden elkaar snel op. Dat is onder andere te zien aan de manier waarop de cao’s tot stand zijn gekomen. Maar ook het aantal sociale plannen, samenhangend met een fusie of reorganisatie, is illustratief.
Verder komen in het jaarverslag aan de orde: • het 65jarig bestaan van de LAD en het jubileumsymposium, • de ontwikkeling van een feiten en kenniskaart, • ontwikkelingen op het gebied van gecombineerde lidmaatschappen, • juridische ondersteuning aan leden. De bedoeling is dat het jaarverslag in de ledenvergadering formeel wordt goedgekeurd.
LAD en KNMP sluiten samenwerkingsovereenkomst voor apothekers LADvoorzitter dr. J.G. (Gert) van Enk en zijn KNMPcollega drs. H.H. (Rik) van der Meer hebben op 3 maart 2014 hun handtekening gezet onder een samen werkingsovereenkomst. Voor de ongeveer 1.900 apothekers die in dienstverband werken bij apotheken, zoals bijvoorbeeld Mediq, Escura en Kringapotheken, komt hiermee een cao weer een stap dichterbij. Zij hebben nu dus nog geen cao; de arbeids voorwaarden zijn vastgelegd in richtlijnen. Maar die voldoen niet meer en individuele afspraken met de werkgever wijken vaak sterk af. Een cao, met rechten en plichten voor zowel werkgevers als werknemers, is dan ook zeer gewenst.
Nieuwe onderhandelaar apothekers
Omdat de structuur van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevor dering der Pharmacie (KNMP) de be langenorganisatie van apothekers het niet mogelijk maakt zelf caopartij te zijn, kwam de LAD in beeld. We voeren ten slotte al meer dan 65 jaar arbeidsvoorwaar denoverleg voor de medische beroepsgroep. Bovendien sluit de beroepsgroep apothekers in dienstverband qua profiel, achtergrond en werkterrein aan bij de LADachterban. De basis van de LAD als toekomstbestendige belangenbehartiger in de gezondheidszorg wordt daarmee verbreed.
Rob Koster is sinds 1 januari 2014 in dienst bij de LAD. Voor het behartigen van de belangen van de apothekers in loondienst. Hij heeft veel ervaring als onderhandelaar, met name bij de FNV waar hij een flink aantal jaren heeft gewerkt. “In die baan ben ik van alles tegengekomen. Ik heb gewerkt voor grote en kleine sectoren, variërend van (verzelfstandigde) overheid tot markt. Daarnaast ben ik altijd geboeid geweest door technologie. Vandaar dat ik heel actief ben op social media. Ik merk aan de reacties dat dat aanspreekt in de apothekersbranche. Binnen mijn functie ga ik me met name bezighouden met de ontwikkeling van een cao en een goede pensioenregeling voor de apothekers.” WWW.LAD.NL/ACTUEEL/NIEUWS Kijk hier voor het volledige nieuwsoverzicht.
Kwartaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) met nieuws, opinie en achtergrondinformatie. (oplage 16.000) Redactieadres Janssoniuslaan 34-36 Postbus 20058, 3502 LB Utrecht Telefoon (030) 670 27 19 E-mail:
[email protected] Redactie: Caroline van den Brekel (hoofdredacteur) Therèse van’t Westende (eindredacteur) Victor Middelkoop (LAD-lid en basisarts) Annemieke Rolink (LAD-lid en cardioloog) Harry Wauters (LAD-lid en specialist ouderengeneeskunde) Sonja Huising (extern communicatieadviseur) Fotografie Kogelvis Fotografie, Corneel de Wilde Illustraties Ronald Slabbers Vormgeving Member Since Druk Centrum Drukwerk ISSN-nummer 2213-9923
Maart 2014 | 19
LAD-magazine-Maart-2014.indd 19
12-03-14 17:54
DJOSER
r o o v g o o Met wereld de
AZI E AF R I K A M I DDE N - OO LATIJ NS-AM STE N E RI KA OCEA NIE
LAD-magazine-Maart-2014.indd 20 1 DJS ADV 2014 220x280_vliegtuig.indd
URE?
BROCH
L N . R E S .DJO 0
64 0 2 1 WWOW 5 1 7 F0
12-03-14 3/6/14 3:13 17:54 PM