De Vervolgopleiding tot Openbaar Apotheker Specialist Inleiding Na afronding van de Masterfase Farmacie aan de universiteit kunnen (basis-)apothekers diverse richtingen inslaan. Een daarvan is de openbare farmacie. Sinds 1995 moet iedereen die geregistreerd wil worden als openbaar apotheker een vervolgopleiding van 2 jaar volgen. We hebben het dan vaak over de registratiefase of registratieopleiding. Openbaar apothekers die deze opleiding hebben gevolgd, mogen zich sinds kort ook specialist noemen. Een aantekening in het BIG-register is echter nog niet aan de orde. De aankomende jaren zal daarover met de minister worden gesproken. Een aantekening van het specialisme in het BIG-register betekent ook dat de titel van openbaar apotheker beschermd is. Ziekenhuisapothekers hebben wel zo’n aantekening in het BIG-register, net als diverse medisch specialisten en huisartsen. Het specialisme brengt veel met zich mee. In de eerste plaats dat er een speciale wetenschappelijke vereniging moet zijn. Deze is op 8 december 2009 door de KNMP opgericht. De naam hiervan is Wetenschappelijke Sectie Openbaar Apothekers, afgekort WSO. Alle apothekers die ingeschreven staan in het register van openbaar apothekers kunnen lid worden. De Sectie zet zich op drie terreinen in: Onderwijs, Onderzoek en Ontwikkeling. De Sectie wil hiermee het beroep vooruit helpen, maar het ook wetenschappelijk onderbouwen. Veel van de activiteiten van de Sectie zullen worden uitgevoerd in zogenaamde SIG’s, Special Interest Groups. Begin 2010 zijn vijf SIG’s van start gegaan: SIG Longaandoeningen, SIG Diabetes, SIG Klinisch Chemische Parameters, SIG Ethiek & Filosofie, SIG Productzorg & Bereidingen. Van deze SIG’s mogen ook anderen dan geregistreerde openbaar apothekers lid worden, bijvoorbeeld vanwege hun deskundigheid. Het specialisme heeft er ook toe geleid dat de vervolgopleiding, de registratieopleiding, gemoderniseerd wordt. Overigens was het sowieso nuttig om de opleiding die inmiddels 15 jaar draaide, eens onder de loep te nemen. Zo’n modernisering is geen sinecure. Er wordt sinds 2008 hard aan gewerkt. De apotheker in opleiding tot specialist (ApIOS) zal in de periode 2009 – 2012 te maken hebben met een opleiding in transitie! Stap voor stap zullen in deze periode veranderingen in de opleiding worden aangebracht. In figuur 1 wordt een schets gegeven van de relatie tussen de diverse opleidingen. De opleiding tot basisapotheker is de verantwoordelijkheid van de universiteit, terwijl de vervolgopleiding en het daarop volgende traject van herregistratie, nascholing en “life long learning” het terrein is van de wetenschappelijke beroepsvereniging. Na de opleiding tot openbaar apotheker specialist, maar ook tot ziekenhuisapotheker specialist, wordt de apotheker specialist ingeschreven in het register van openbaar apothekers resp. ziekenhuisapothekers. Iedere 5 jaar daarna wordt beoordeeld of de specialist voldoende nascholing voor herregistratie heeft gevolgd. Belangrijker is echter dat de opgeleide specialist een attitude heeft waardoor hij of zij continu op zoek is naar scholing die hiaten in kennis en vaardigheden helpt vullen: “life long learning”. In de toekomst willen we de (beperkte) mogelijkheid creëren dat een ApIOS naast de vervolgopleiding een promotietraject volgt. Bovendien wordt gedacht aan mogelijkheden om in het traject van nascholing en herregistratie door middel van specifieke opleidingen aantekeningen op deelgebieden te behalen.
1
Figuur 1.
Vervolgopleiding
Specialistische scholing en promotietraject
Scholing tot openbaar apotheker specialist
Wetenschappelijke vereniging
Voortgaande scholing; Life long learning; Herregistratie specialisten
Nascholing/ herregistratie
Bijzonder traject (aantekening)
Bijzonder traject (aantekening)
Universiteit
Universiteit
tijd
Masterfase: verdieping, opleiding tot basis - apotheker
Bachelorfase
Het hart van de vervolgopleiding Voor iedereen zal duidelijk zijn dat het hart van de vervolgopleiding in de apotheek ligt. Zeker 95% van de opleiding vindt plaats in de apotheek. Om te weten waar je dan mee in aanraking moet komen is een goede beschrijving van het beroep van openbaar apotheker nodig. De beschrijving van het beroep kom je in de map op een aantal manieren tegen. In de eerste plaats in de vorm van competenties. Een competentie is het vermogen om complexe taken tot een goed einde te brengen door de juiste combinatie van kennis, vaardigheden en attitude te integreren en te gebruiken. Voor ons beroep zijn 7 centrale competentiegebieden beschreven: Farmacotherapeutisch en farmaceutisch handelen, Communicatie, Samenwerking, Kennis en Wetenschap, Maatschappelijk handelen, Organisatie en Professionaliteit. Voor de verdere beschrijving hiervan verwijzen we naar tabblad ”Competenties”. In de tweede plaats is het beroep beschreven met behulp van taakgebieden. Deze gaan over activiteiten die een specialist verricht. Deze activiteiten worden zo goed mogelijk ingedeeld in onderdelen, die op die manier herkenbare delen van de opleiding vormen. Taakgebieden geven als het ware een indeling van de opleiding op basis van het werk van de specialist. Taakgebieden, zijn onderling gerelateerd en bieden een overzicht, maar geen gedetailleerd plan voor het onderwijs. Zij vormen de bouwstenen van de opleiding. De titels van de taakgebieden vind je in tabel 1.
2
Tabel 1. Tien taakgebieden van de openbaar apotheker specialist 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Communicatie met en begeleiding van de patiënt Zorgvragen van patiënten en leken Medicatiebewaking Periodieke beoordeling van de farmacotherapie Het intercollegiaal consult Preventieve zorg en screening Verzameling en beheer van patiëntgegevens Productzorg Kwaliteitszorg in de apotheek Kennis, opleiding en wetenschap
In de beschrijving van de taakgebieden komt expliciet de zorgfunctie van de apotheker aan bod. Het motto luidt ”patient focussed, medicines centered”. De zorgfunctie van de apotheker wordt tegenwoordig breed uitgedragen door de KNMP en met haar door de WSO. Voor de uitwerking van de taakgebieden verwijzen we naar tabblad ”Taakgebieden”. Competenties en taakgebieden zijn met elkaar verbonden. Deze verbinding kom je ook in deze map tegen. Deze verbinding tref je aan na de beschrijving van ieder taakgebied in hetzelfde document. Zie voor genoemde verbinding tussen taakgebied en competenties hetzelfde tabblad ”Taakgebieden”.
Toetsing Toetsen vormt het hart van iedere opleiding. Zonder toetsing is er eigenlijk geen sprake van een goede opleiding! Toetsen stuurt het leerproces (“Assessment drives learning”). Voor dat leerproces is de ApIOS in eerste aanleg zelf verantwoordelijk. Hij moet er voor zorgen dat hij een goed beeld krijgt van de stand van kennis, vaardigheden en attitude door toetsing en feedback. In de eerste plaats is toetsen iets van de ApIOS zelf. Zelfreflectie of zelfbeoordeling is belangrijk voor jouw ontwikkeling gedurende de tweejarige opleiding. Er zijn prachtige toetsvormen waaraan je als ApIOS veel kunt hebben om jezelf een spiegel voor te houden. Toetsen stimuleert verder het geven van feedback door de apothekeropleider (ApOP) en door anderen die bij de opleiding op een of andere wijze betrokken zijn. Tot slot maakt toetsen ook een beoordeling mogelijk. Wat moet je nu (laten) toetsen? Het gaat er bij jouw opleiding om dat je uiteindelijk volledig competent bent. Dus dat je in het bezit bent van de juiste combinatie van kennis, vaardigheden en attitude en dat je die ook kunt toepassen in de dagelijkse praktijk. Maar de toetsing van de 7 beschreven competentiegebieden is lastig. Ook is het lastig om alles uit de beschrijving van de taakgebieden te toetsen op de zeven beschreven competenties. Hoe vindt toetsing dan wel plaats? Voor de toetsing zijn 44 activiteiten van openbaar apothekers geselecteerd, die als kenmerkende of – in opleidingstermen – toe te vertrouwen beroepssituaties kunnen worden omschreven. We noemen ze EPA’s oftewel “Entrustable Professional Activities”. Alle EPA’s staan vermeld achter het tabblad “Toetsing”. Iedere EPA is bij één van de taakgebieden ondergebracht. Bij een taakgebied tref je meestal meerdere EPA’s aan. De verbinding tussen taakgebied en EPA’s herken je door de opsomming van EPA’s onder de titel van het betreffende taakgebied. Met de toetsing van één of meerdere EPA’s per taakgebied worden het betreffende taakgebied en steeds enkele competenties getoetst. EPA’s kunnen niet alle op dezelfde manier, dus met dezelfde toetsvorm, worden getoetst. Bij alle EPA’s worden daarom specifieke toetsvormen voorgesteld. Zie tabblad “Toetsing”.
3
Voor toetsing zijn diverse toetsvormen beschikbaar, die elders in de map worden beschreven, zie tabblad ”Toetsings- en beoordelingsinstrumenten”. We noemen hier als voorbeelden de Korte Praktijk Beoordeling (KPB), de Directly Observed Preparation Skills (DOPS), de Zelfassessment en de 360º Feedback. In de loop van deze en aankomende jaren worden deze toetsvormen stapsgewijs ingevoerd. Het kan dus zijn dat je nog niet alle toetsvormen in jouw opleiding toepast. Voor alle toetsvormen die worden toegepast, zijn of komen formulieren en handleidingen beschikbaar. Zie daarvoor hetzelfde tabblad. Nog even terug naar de competenties. Zoals al eerder gezegd, toets je uiteindelijk de zeven competentiegebieden. De beschreven toetsvormen zijn niet allemaal geschikt om alle competenties te toetsen. Zo scoor je bij de KPB vooral op twee competenties, namelijk op farmaceutisch en farmacotherapeutisch handelen en op communicatie. Met de toetsing van alle EPA’s en het gebruik van de diverse toetsvormen in de juiste frequentie worden alle competenties uiteindelijk voldoende getoetst om een valide beoordeling te geven.
Gespreksmomenten met de opleider Feedback is essentieel voor jouw opleiding. Deze feedback moet de ApOP geven tijdens de toetsmomenten, maar ook regelmatig tijdens kortstondige, geplande, liefst wekelijkse, gesprekken. De ApIOS draagt zelf zorg voor de planning en agendering van overlegmomenten. Een belangrijk gespreksmoment is het zogenaamde Introductiegesprek. Tijdens dit gesprek worden op basis van wederzijdse verwachtingen tussen ApIOS en ApOP afspraken gemaakt over wat de ApIOS gaat leren. Een essentieel onderdeel is de bespreking en vaststelling van het door jou opgestelde Persoonlijke Opleidingsplan (POP). Dit POP speelt een belangrijke rol tijdens de opleiding. Dynamiek is hierbij een gevleugeld woord. Immers, het POP zal steeds aangevuld en aangepast worden naar aanleiding van toetsmomenten, gespreksmomenten en wellicht centraal onderwijs. Een ander belangrijk gespreksmoment is het Voortgangsgesprek. Iedere 3 maanden wordt deze ingepland. De ontwikkeling van bekwaamheden en competenties van de ApIOS komen hierin aan de orde. Aangeleverde “bewijsvoering” in het portfolio speelt een belangrijke rol. Tijdens het gesprek gaan de ApOP en de ApIOS op zoek naar mogelijke achterstanden in de ontwikkeling van competenties en de vaststelling van verbeterpunten. Een belangrijk uitgangspunt voor het gesprek is echter het ondersteunen van het zelfvertrouwen en leerproces van de ApIOS en het geven van positieve feedback. Tot slot is er twee keer in jouw opleiding sprake van een Geschiktheidsbeoordeling. In feite is hier ook sprake van een voortgangsgesprek, maar wordt de ApIOS duidelijk gemaakt of hij of zij geschikt zal zijn/is als openbaar apotheker specialist. Deze beoordeling vindt plaats na 9 maanden en na 24 maanden. Je kunt je voorstellen dat al deze gesprekken in een tijdlijn passen. De tijdlijn met verplichte formele gesprekken staat in het Formulier POP. De formulieren en handleidingen voor de hier genoemde formele gesprekken en voor het POP staan achter tabblad ”Toetsings- en beoordelingsinstrumenten”.
Portfolio Het portfolio neemt in de opleiding een belangrijke plaats in. Het is een verzameling van documenten waaruit de voortgang van de ApIOS blijkt. De verzameling bevat in ieder geval de beoordelingen die de ApIOS en ApOP nodig hebben om voortgang- en geschiktheidsbeoordelingsgesprekken te voeren, inclusief het Persoonlijk Opleidingsplan (POP), de zelfbeoordeling van de ApIOS en de resultaten van cursussen en andere onderwijsactiviteiten. Het portfolio wordt bijgehouden door de ApIOS en door de ApOP op compleetheid gecontroleerd.
4
Momenteel buigt een werkgroep zich over een modelportfolio. Dit modelportfolio wordt in de toekomst digitaal beschikbaar gemaakt, zodat ApIOS’ deze kunnen gebruiken. Voor de transitieperiode raden we je aan de verzameling van documenten digitaal in jouw computer op te slaan.
De apothekeropleider (ApOP) Apothekeropleiders spelen een cruciale rol in de opzet van de opleiding tot openbaar apotheker specialist. De ApOP heeft eigenlijk een sleutelpositie. Van een goede opleider mag je verwachten dat hij een goede openbaar apotheker is, maar bovendien dat hij didactisch voldoende in staat is degene die in opleiding is, te begeleiden. De aankomende jaren zal veel aandacht aan de kwaliteit van de opleider besteed worden. Met ingang van 2009 is een basiscursus voor ApOP’s gestart. Deze cursus is voorlopig facultatief, maar zal in de toekomst verplicht worden voor alle apothekers die opleider willen zijn. Dat hoeven overigens niet altijd beherend apothekers te zijn of apothekereigenaren, ook tweede apothekers kunnen deze belangrijke rol vervullen. We zullen toegroeien naar een register van geaccrediteerde opleiders. Niet alle openbaar apothekers zullen dus opleider zijn, zoals dat ook geldt voor ziekenhuisapothekers, huisartsen en clinici. De opleiders worden door PAO-Farmacie en ons uitgenodigd om deel te nemen aan de basiscursus. Maar het is niet onverstandig om jouw opleider op deze basiscursus te wijzen en hem of haar te stimuleren om deel te nemen. Diverse onderdelen van het hier beschreven programma komen in de basiscursus aan bod!
De centrale opleidingsdagen De centrale opleidingsdagen zijn aanvullend op het onderwijs in de apotheek. De waarde van cursusdagen ligt vooral in het belichten van een bepaald onderwerp en de mogelijkheid om met een deskundige en met de andere ApIOS’ daarover van gedachten te wisselen. Een goede voorbereiding houdt in dat het huiswerk wordt gemaakt, dat de ApIOS met de opleider het onderwerp bespreekt en relevante vragen formuleert. Na afloop wordt een en ander in de apotheek met de opleider doorgenomen. Een cursusdag creëert ook de mogelijkheid om met elkaar te spreken over de opleiding zelf, zoals ervaringen in de eigen apotheek. Wij adviseren je om hieraan met elkaar aandacht te besteden. In het eerste cursusjaar is het verstandig circa 12 cursusdagen te volgen. De 12 dagen van het tweede opleidingsjaar kun je verdelen over cursusdagen en projecten. Daarnaast wordt van een ApIOS verwacht dat hij de overige cursuspunten uit het aanbod van nascholingen haalt, die voor de herregistratie geaccrediteerd zijn. Een deel hiervan vind je op de website van PAO-Farmacie (http://www.paofarmacie.nl). In de inleiding meldden we dat de vervolgopleiding of de registratieopleiding gemoderniseerd wordt. We richten ons in eerste aanleg vooral op de opleiding in de apotheek. In 2010 wordt er ook aandacht besteed aan het centrale onderwijs. Dit jaar en aankomende jaren zullen er derhalve aanpassingen plaats vinden. De titel en de inhoud van de cursussen in tabel 2 kunnen dus wijzigen in de tijd. Er zijn een tweetal dagen aan het begin van de opleiding die mede richting geven aan het tweejarige opleidingstraject! Voor de startbijeenkomst (kick-off), die je direct na de daadwerkelijke start van jouw opleiding in de apotheek moet volgen, zijn vooralsnog 15 plaatsen beschikbaar. Tijdens deze kick-off kom je in vogelvlucht in aanraking met de opbouw van de nieuwe vervolgopleiding en maak je een aanzet tot het schrijven van een Persoonlijk Opleidingsplan (POP). De “Teach the ApIOS” dag besteedt aandacht aan alle aspecten die de nieuwe vervolgopleiding met zich meebrengt, zoals het bijhouden van een portfolio, de toepassing van toetsingsinstrumenten en het omgaan met feedback.
5
De cursuslocaties zijn - tenzij anders vermeld - in het midden van het land. Je wordt gevraagd je tijdig af te melden, indien je onverhoopt niet kunt deelnemen aan een cursusdag. De docent is gerechtigd om eventuele deelnemers die zich niet hebben aangemeld de toegang tot de cursus te weigeren. Omdat we optimaal rendement van de centrale cursusdagen nastreven vragen we ernst te maken van het opgegeven huiswerk. Een docent is om die reden gerechtigd om deelnemers die zich niet voldoende hebben voorbereid de toegang tot de cursus te weigeren. Tabel 2. Onderwerpen van de centrale cursusdagen Verplichte cursusdagen in 2 jaar:
uren
Kick-off bijeenkomst (startdag)
8
Teach the ApIOS (workshop)
8
Personeel en Organisatie Management (P&O), blok 1
20
Personeel en Organisatie Management (P&O), blok 2
20
Farmaceutisch Praktijkonderzoek
8
Medicatiebewaking
8
Productzorg en bereiden
8
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
8
Workshop Projectmanagement
8
Keuzeproject Bedrijfsmanagement Arbeidsrecht en Arbeidsomstandigheden Project IMIP (Individueel Medicatie Individuele Patiënt) Aantal te behalen uren verplichte cursusdagen Facultatieve cursusdagen in 2 jaar: Geaccrediteerde cursussen of eventueel deelname aan FTO bijeenkomsten Totaal aantal te behalen uren in vervolgopleiding specialisme:
max. 48 16 8 24 192 min. 48
240
Den Haag/ Utrecht, september 2010 Dr. H. Buurma Mevr. drs. Annemieke Floor Directie Vervolgopleiding Openbaar Apothekers
6