Lokaal Opleidingsplan
Opleiding tot Medisch Specialist in de Orthopedie
Sint Elisabeth Ziekenhuis Tilburg
i
Voorwoord Voor u ligt het opleidingsdocument ‘Opleiding tot Medisch Specialist in de Orthopedie’ van het St. Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg. Dit document moet als lokale invulling gezien worden van het landelijke Opleidingsplan Orthopedie 2008. Het landelijk Opleidingsplan is terug te vinden op de website van de KNMG. Dit Lokale Opleidingsplan beschrijft meer specifiek en gedetailleerd de organisatorische en inhoudelijke inrichting van de opleiding tot orthopedisch chirurg in het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg, tijdens alle leermomenten en op de verschillende werkplekken. Het moet worden gezien als groeidocument en leidraad voor deze opleiding. Het document is tot stand gekomen in overleg met de opleidingsgroep orthopedie St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg, het O.O.C. van het St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg en het opleidingscluster orthopedie van de ROGO Rotterdam (OOR Zuid-West Nederland). Dr. J. de Waal Malefijt, orthopedisch chirurg en opleider, beoogd plaatsvervangend opleider per 1-1-2013 M. Bonnet, orthopedisch chirurg, plaatsvervangend opleider Dr. T. Gosens, orthopedisch chirurg, beoogd opleider per 1-1-2013 C. van Gulik. Opleidings- en Onderzoeks Centrum (O.O.C.). L. Lalieu, Opleidings- en Onderzoeks Centrum (O.O.C.).
Tilburg, januari 2012
ii
Inhoudsopgave 1
Inleiding
1
1.1
Opleiding Orthopedie landelijk
1
1.2
Opleiding Orthopedie regionaal
1
1.3
Opleiding Orthopedie lokaal: St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg
1
1.3.1
Orthopedie in het St. Elisabeth Ziekenhuis
2
1.3.2
De invulling/leerklimaat van de moderne opleiding orthopedie in het St. Elisabeth Ziekenhuis
3
1.3.3
Opleidingsgroep orthopedie
4
1.3.4
Organisatie, taken en verantwoordelijkheden
4
1.3.5
Jaarlijkse evaluatie / verbeterplannen / kwaliteitsbeleid
6
1.3.6
Algemene zaken
8
1.3.7
Vergaderingen aangaande de opleiding orthopedie
12
2
Uitgangspunten opleiding
14
2.1
Doel en inhoud van de opleiding
14
2.1.1
Documenten m.b.t. de opleiding
14
2.1.2
Afspraken m.b.t. de opleiding
14
2.1.3
Primair uitgangspunt bij de opleiding
14
2.2
Wat behelst de orthopedie ?
14
2.3
Competenties
15
2.4
Competentiegericht opleiden
15
2.4.1
Uitgangspunten
15
2.4.2
Doelen bij de competenties van aios / beheersingsniveau's
16
2.4.3
Het te bereiken competentieprofiel van de aios orthopedie
17
2.5
Opleidingsinhoud
20
2.5.1
De thema’s voor kennis en medisch handelen in de orthopedie (OSB's)
20
2.5.2
Groei en ontwikkeling in de toepassing van orthopedische behandelingen
20
2.5.3
De praktische invulling van de OSB's
21
3
Structuur van de opleiding
23
3.1
Vooropleiding heelkunde
23
3.2
Specialistische opleiding orthopedie
23
iii
4
Opleidingsactiviteiten
25
4.1
Werkplekleren
25
4.1.1
Afdeling
26
4.1.2
Multidisciplinair overleg (MDO)
29
4.1.3
Intensive Care (patiëntenzorg in probleemsituaties)
31
4.1.4
Polikliniek
33
4.1.5
Patiënteninformatie / slecht nieuwsgesprek
36
4.1.6
Operatiekamers
37
4.1.7
Poliklinische OK
40
4.1.8
SEH afdeling
42
4.1.9
Consulten
45
4.1.10
Dossiervoering in het EMD
47
4.1.11
Coassistenten en begeleiding
49
4.1.12
Besprekingen in het kader van de opleiding
52
4.2
Cursorisch onderwijs
66
4.2.1
Lokale activiteiten op het gebied van (cursorisch) onderwijs
67
4.2.2
Regionale activiteiten op het gebied van (cursorisch) onderwijs
68
4.2.3
Landelijk (cursorisch) onderwijs, planning tijdens vooropleiding en opleiding orthopedie
69
4.2.4
Regelingen en onkostenvergoedingen congresbezoek en cursussen
70
4.3
Wetenschappelijk werk
71
5
Stagebeschrijvingen
77
5.1
Thema's
77
5.2
De stages
79
5.2.1
Stage bij Spoor
79
5.2.2
Stage bij Bonnet
81
5.2.3
Stage bij van den Brand
83
5.2.4
Stage bij Caron
85
5.2.5
Stage bij Diekerhof
88
5.2.6
Stage bij Gosens
90
5.2.7
Stage bij de Waal Malefijt
93
iv
6
Toetsen, voortgang en beoordelen
95
6.1
Toetsen
95
6.1.1
Korte Praktijk Beoordeling (KPB)
97
6.1.2
360° beoordelingen
98
6.1.3
Critical Appraisal Topic (CAT)
98
6.1.4
Landelijk examen
99
6.2
Voortgang en beoordelingen
100
6.2.1
Het introductiegesprek
101
6.2.2
De voortgangsgesprekken
102
6.2.3
De beoordelingsgesprekken
103
6.2.4
De eindbeoordeling
103
6.2.5
AIOS met opleidingsproblemen
104
6.3
Portfolio
104
6.3.1
Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)
105
7
Bijlagen
I
7.1
Quick Scan
I
7.2
Beoordelingsformulier OSB
7.3
Voorbeeld van verrichtingenlijst
VII IX
v
1
Inleiding
1.1
Opleiding Orthopedie landelijk Op 1 januari 2011 zijn het nieuwe Kaderbesluit CCMS en het Plan Opleiding Orthopedie (februari 2010) in werking getreden. Het plan inzake de moderne wijze van opleiden tot orthopedisch chirurg is op instigatie van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging ontwikkeld in de periode 2004 - 2010 en inmiddels als officiële leidraad goedgekeurd door het Centraal College Medisch Specialismen.. Alle aios orthopedie die volgens het bij de MSRC bekende opleidingsschema op 1 januari 2011 nog minimaal 2 jaar met de opleiding bezig zijn, worden competentiegericht opgeleid conform deze nieuwe regelgeving.
1.2
Opleiding Orthopedie regionaal Er zijn in Nederland zeven opleidingsregio’s orthopedie. Elke opleidingsregio heeft een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het opleiden van aios in de betreffende regio. De samenwerking tussen de verschillende opleidingsinstellingen binnen een opleidingsregio is waardevol omdat een goede opleiding tot medisch specialist wordt gekenmerkt door een academische component en een perifere component. De opleiding orthopedie in het St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg behoort tot de ROGO Rotterdam. De ROGO Rotterdam past in het profiel van de indeling in OOR's, en maakt derhalve deel uit van de OOR Regio Zuid-West Nederland. De ROGO Rotterdam is samengesteld uit de opleidingen orthopedie in 3 ziekenhuizen, te weten het Erasmus MC in Rotterdam (de academische partner in de ROGO), de Reinier de Graaf Groep in Delft en het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg. De organisatie van het totale opleidingspakket tot orthopedisch chirurg binnen de ROGO Rotterdam is terug te vinden in het Regionale Opleidingsplan ROGO Rotterdam (2011). De continuïteit en borging van dit opleidingspakket wordt gerealiseerd via het opleidersleidersoverleg (Rotterdam, Delft en Tilburg) dat tenminste 3 maal per jaar plaatsvindt.
1.3
Opleiding Orthopedie lokaal: St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg Het St. Elisabeth Ziekenhuis is een groot topklinisch opleidingsziekenhuis. Het maakt deel uit van de Vereniging van Samenwerkende Topklinische OpleidingsZiekenhuizen en is lid van de Brabant Medical School. Er wordt veel geïnvesteerd in opleiding, onderwijs en onderzoek, op medisch gebied en op andere terreinen. Het St. Elisabeth Ziekenhuis beschikt over twee skillslabs, een uitgebreide medische bibliotheek, een eigen e-learning omgeving en een wetenschappelijk onderzoeksbureau. Alle opleidings,- onderwijs- en wetenschappelijk onderzoeksgerelateerde activiteiten binnen het St. Elisabeth Ziekenhuis worden gecoördineerd en georganiseerd vanuit het Opleidings- en Onderzoeks Centrum (O.O.C.). De opleiders medische specialismen zijn verenigd in de Centrale Opleidings- en Visitatie Commissie (OVCET), ook de Raad van Bestuur is lid van deze Commissie. Er is een systeem voor interne kwaliteitsbewaking- en verbetering opgezet waarbij gebruik gemaakt wordt van kwaliteitsindicatoren (volgens de projectgroep Scherpbier).
1
1.3.1
Orthopedie in het St. Elisabeth Ziekenhuis In het meerjarenbeleidsplan van de zorgeenheid orthopedie komen de visie, missie en de toekomstplannen van maatschap, klinische afdeling, polikliniek en opleiding in samenhang bij elkaar. Bij de opstelling van dit beleidsplan heeft de opleidersgroep aansluiting gezocht bij de ziekenhuisbrede beleidsthema’s, zijnde Veiligheid, Lean, Lief en Kwaliteit. Legitimatie van ziekenhuis en zorgeenheid orthopedie is de patiëntenzorg. Andere speerpunten zijn opleiden en onderzoek, waarbij kaders worden bepaald door voorgenoemde patiëntenzorg en beleidsthema’s (Figuur 1). Figuur 1: Patiëntenzorg en beleidsthema's
Meerjarenbeleidsplan Zorgeenheid
EZ Veiligheid
Patiëntenzorg
O P L E I D E N
V
L
V
L
K
L
L
Lief
O N D E R Z O E K
K
V
L
Lean Kwaliteit L
K
De opleidingsgroep heeft als strategie voor de komende jaren het concept van de Amerikaanse Mayo-clinic als uitgangspunt gekozen, omdat daarin verbeterpotentieel ligt ('Patient Care, Health Information, Medical Professionals, Research en Education'). De Mayo clinic maakt veel gebruikt van de leanprincipes en combineert deze met de menselijke maat. Duaal management en afdelingsmanagement in het St. Elisabeth Ziekenhuis zijn al in een dergelijke vorm gegoten. Concept Mayo Clinic: De medische zorg is een combinatie van medisch-technisch kwaliteit en een holistische mensvisie. Zorg is een beleving. St. Elisabeth Ziekenhuis: De thema's opleiden, wetenschap en intercollegiale toetsing zorgen voor de medische kwaliteit. De maatschap werkt voortdurend aan het structureren en vaststellen van de opleiding en wetenschap, hetgeen past binnen de centrale waarde: Beter door opleiden en onderzoek. De maatschapleden worden door de medische staf via VREST (IFMS) getoetst op harde en zachte signalen. Binnen de zorgeenheid is een leergemeenschap actief waarin deelnemende professionals via casusbesprekingen en reflectie inhoud proberen te geven aan de menselijke waarde van de zorg
2
Concept Mayo Clinic: Geen wachttijden, geen toegangtijden en geen verstoringen. St. Elisabeth Ziekenhuis: De zorgeenheid en de maatschap orthopedie proberen de toegangstijden tot polikliniek en OK zo kort mogelijk te houden. Dit is een regelmatig terugkerend onderwerp op vergaderingen, evenals wachttijden op de poli. Past binnen de centrale waarde: Werken zonder wachttijden. Concept Mayo Clinic: Kwaliteit en Veiligheid als bedrijfsstrategie.. St. Elisabeth Ziekenhuis: Past binnen de centrale waarde: Geen onbedoelde schade. Eén maatschapslid orthopedie heeft kwaliteit en veiligheid in zijn portefeuille. Interne audits vinden plaats conform NIAZ eisen. Er is een veiligheidsplan en een VIMcie en er vindt analyse van incidenten plaats. Er is een standaard aanpak van probleemanalyse en procesverbetering binnen de kliniek. Gestreefd wordt naar standaard kwaliteit- en veiligheidstraining voor alle teamleden (artsen/verpleegkundigen, polikliniekmedewerkers en OK personeel), het ontwikkelen van integrale rapporten en prestatieoverzichten m.b.t. deze onderwerpen, de instelling van een eigen integrale Commissie Onbedoelde Schade (COS) en procesanalyses bij (bijna) fouten. Concept Mayo Clinic: Zorg is teamwork. St. Elisabeth Ziekenhuis: Op een toenemend aantal dossiers wordt er binnen de zorgeenheid samengewerkt, gestereefd wordt om zorgeenheidbreed de centrale waarden met elkaar te delen en definitief vast te stellen tijdens teamdagen, aan de hand waarvan duaal management, afdelingsleiding en maatschapleden sturen op houding en gedrag. Binnen de zorgeenheid Orthopedie werkt iedereen aan kwaliteit, veiligheid en denkt men in verbeterstructuren. Concept Mayo Clinic: Opleiden en trainen is een leidend principe achter het succes. St. Elisabeth Ziekenhuis: Binnen de zorgeenheid orthopedie heeft iedere individuele medewerker een eigen opleidingscyclus met een POP. Jaarlijks staan er zorgeenheidbreed trainingen op het programma rondom de uitgangsprincipes van: lean, lief, kwaliteit en veiligheid. De zorgeenheid stuurt 'hard' op het proces en 'zacht' op de mens.
1.3.2
De invulling/leerklimaat van de moderne opleiding orthopedie in het St. Elisabeth Ziekenhuis De opleidingsgroep orthopedie probeert de kerntaken patiëntenzorg, opleiding en onderzoek te verenigen op de wijze zoals de gerenommeerde Amerikaanse Mayo Clinic dat op symbolische wijze met 3 schilden in haar logo heeft verwerkt. Gekozen is voor een meester-gezel model waarbij de aios zich door middel van directe supervisie in combinatie met zelfwerkzaamheid de orthopedie eigen kan maken. Met als belangrijkste adagium: 'Regelmaat, structuur en begeleiding'. De belangrijkste nieuwe aspecten van opleiden zoals neergelegd in het Kaderbesluit 2011 betreffen de gemoderniseerde opleiding. Het implementeren van het Moderne Opleidingsplan Orthopedie (NOV, 2008) vereist majeure veranderingen in de opleidingskliniek en is tijdrovend. De nieuwe regelgeving is bovendien enerzijds bureaucratisch, anderzijds kan juist de inventiviteit van de individuele opleidingsgroep het werken met de vernieuwingen een stuk aangenamer maken. De opleidingsgroep probeert te voorkomen dat het moderne opleiden een 'papieren tijger' wordt door voortdurend te zoeken naar een goed evenwicht tussen 'leren tijdens het werk' en het volgen van de opleiding apart van de werkplek, met groei en zelfreflectie als belangrijkste kenmerken voor de aios. In het CanMEDS systeem speelt communicatie als beoordeel-item een hoofdrol. Het ingezette moderniseringstraject is gebaseerd op iets waarvoor nog maar een heel dun laagje 'evidence' bestaat. Dus is het ook een zoektocht naar de beste manier van evalueren van het 'eindproduct'. De veranderingen in de opleiding hebben betrekking op het verbeteren van de opleidingsstructuur, het intensiveren van supervisie en feedback, een meer systematische toetsing en beoordeling, het verbeteren van de kwaliteitscontrole en het professionaliseren van opleiders en leden van de opleidingsgroep. Daarnaast wordt middels de voortgangs- en eindgesprekken en informele contacten met de aios door de opleidingsgroep gesondeerd waar knel- en verbeterpunten in de opleiding liggen. 3
Deze komen volgens agenda ook telkens weer terug op de opleidingsvergaderingen. Jaarlijks wordt een D-rect meting gedaan en krijgen de opleider en alle supervisoren feedback van de aios. Dit Lokale Opleidingsplan reflecteert het groeimodel waarin de opleidingsgroep beoogt door voortdurende zelfevaluaties en evaluaties door de aios (DIRECT, SET Q) de moderne regelgeving haalbaar en effectief te maken in de dagelijkse praktijk (zie ook hoofdstuk 1.3.5).
1.3.3
Opleidingsgroep orthopedie In het St. Elisabeth Ziekenhuis werken 7 orthopedisch chirurgen. Elk van hen is vakinhoudelijk breed georiënteerd op alle aspecten van de orthopedie/traumatologie en daarnaast specifiek verantwoordelijk voor één of meerdere aandachtsgebieden: Michel Bonnet: nekchirurgie, scoliose, kinderorthopedie Igor van den Brand: kniechirurgie, kinderorthopedie, kruisbandchirurgie Jacob Caron: kruisbandchirurgie, kraakbeenchirurgie, enkel- en voetchirurgie Carel Diekerhof: rugchirurgie, nekchirurgie Dr. Taco Gosens: schouderchirurgie, elleboogchirurgie, hand / polschirurgie Andy Spoor: rugchirurgie, nekchirurgie Dr. Jan de Waal Malefijt: rugchirurgie, revisiechirurgie
1.3.4
Organisatie, taken en verantwoordelijkheden In 2009 werd door de Waal Malefijt voor de landelijke invoering van het Moderne Opleiden een Implementatieplan geschreven, dat voor de lokale situatie in Tilburg werd uitgewerkt. Uitgangspunt is dat ieder lid van de opleidingsgroep rolmodel is en verantwoordelijk voor de kwaliteit, inhoud en vormgeving van de opleiding tot orthopedisch chirurg in het St. Elisabeth Ziekenhuis; een actieve samenwerking voor een kwalitatief hoogstaande opleiding, elk lid van de maatschap vervult de rol van supervisor. De opleidingsgroep bewaakt de (individuele) medisch-inhoudelijke en professionele voortgang van de aios en begeleidt ze tijdens de gehele opleiding. Dat wordt gerealiseerd doordat aan elk van de 7 leden van de maatschap gedurende een vaste periode van 3 maanden of, afhankelijk van de roosters, gedurende tweemaal 3 maanden, één van de AIOS wordt gekoppeld, dus een 1 : 1 opleidingssituatie. Hierin hebben een aantal specialisten specifieke taken en verantwoordelijkheden, als opleider / supervisor.
1.3.4.1
De opleider Dr. Jan de Waal Malefijt is de opleider. Hij is primair verantwoordelijk voor alle zaken die de opleiding betreffen: creëren en faciliteren van en eindverantwoordelijk voor een goed en veilig opleidingsklimaat aannemen van agio’s (tezamen met de overige 2 opleiders in de ROGO Rotterdam) introductiegesprek bij aanvang opleiding op de afdeling stagerooster c.q. persoonlijk ontwikkelingsplan aios eerstverantwoordelijke en aanspreekpunt bij problemen van aios betreffende de opleiding* aansturing opleidinggroep en bewaken van het nakomen van afspraken gemaakt in het lokaal opleidingsplan onderhoudt de contacten met de lokale (Opleidings- en Onderzoek Centrum ), regionale (ROGO Rotterdam) en landelijke gremia (KNMG, MSRC, NOV, VREST) betreffende de opleiding** lid centrale opleidingscommissie (OVCET) voorzitter opleidingsvergaderingen van de vakgroep regulier overleg met de AIOS opstellen en implementeren van het nieuwe opleidingscurriculum ontwikkelen en implementeren van nieuwe kwaliteitsinstrumenten, ter verdere verbetering van de opleiding samenstelling onderwijsrooster 4
monitoren en bijhouden van de voortgang van de opleiding van de individuele aios door: controle portfolio’s aios houden van voortgangs- en beoordelingsgesprekken / toetsingsmomenten conform de regelgeving van CCMS/MSRC aanvragen en voorbereiden van de opleidingsvisitatie participatie in het kwaliteitsvolgsysteem van de opleiding binnen het ziekenhuis * In geval van een niet goed functionerende AIOS wordt buiten de reguliere beoordelingsmomenten elke 2 weken een gesprek gepland tussen de opleider en de desbetreffende AIOS, waarin de voortgang in de aanpak van de knelpunten wordt geëvalueerd. Deze gesprekken worden in een apart dossier bijgehouden. ** Lokaal betreft dat de samenspraak met de O.O.C. inzake de jaarlijkse planning van FTe's voor AIOS orthopedie, de implementatie van de Moderne Opleiding en proefvisitaties. Regionaal de gezamenlijke activiteiten inzake de aanname van AIOS, afstemming over de verplichte cursussen voor AIOS, de organisatie van gezamenlijke refereerdagen, een jaarlijkse regionale anatomiecursus en periodiek overleg met de vooropleiders algemene heelunde, zoals neergelegd in het Regionale Opleidingsplan. Op landelijk niveau wordt de opleider geacht aanwezig te zijn bij de Opleidersvergaderingen van de NOV (tweemaal per jaar), eenmaal per jaar bij de vergadering van de opleidingscommissie (bestaande uit de voorzitters van de verschillende Commissies van de NOV die betrekking hebben op de opleiding) en daarnaast vervult de Waal Malefijt het voorzitterschap van de Commissie Kwaliteit Opleiding Orthopedie, die als taakstelling heeft het landelijk Opleidingsplan Orthopedie in Nederland te implementeren.
1.3.4.2
De supervisoren Algemene taken Alle leden van de opleidingsgroep superviseren individueel een aios en nemen actief deel aan overdrachten en onderwijsmomenten. Hiertoe hebben ze allen Teach the Teachers nascholingsprogramma’s gevolgd en officiële certificaten gekregen. Ook begeleiden zij individueel aios bij wetenschappelijk onderzoek. De leden van de opleidingsgroep worden door de opleider betrokken bij de beoordelingen van de aios, elke 2 weken worden de vorderingen van alle aios besproken in de maatschapsvergadering. De opleidingstaken en verantwoordelijkheden van elke supervisor zijn als volgt. - het creëren en faciliteren van een goed opleidingsklimaat - de aios maakt een plan voor de komende opleidingsstage, aan de hand van diens/haar POP in VREST, bespreekt de supervisor met de aios de invulling van de 6 maanden tijdens het supervisorschap ('kennismakingsgesprek'). - het maken van afspraken over de invulling van KPB’s en OSB’s en de controle op de effectuering van die afspraken. Op het niet op tijd afwerken van een KPB of OSB staan duidelijke sancties in de vorm van een slechte beoordeling, met alle gevolgen van dien. - stimuleren van het tijdig voorbereiden door de aios van de voortgangsgesprekken in de zin dat zij hun Formulier Voortgangsgesprek en Leerdoelen in VREST zorgvuldig invullen, met regelmatige aandacht voor de verschillende competenties. - het zelf ook voorbereiden en mede voeren van de periodieke voortgangsgesprekken met de aios (elke 3 maanden voor de eerstejaars aios, elk half jaar voor de overige aios). De gezamenlijke beeldvorming over de betreffende aios wordt tevoren in de maatschapsvergadering besproken. - Bij de voortgangsgesprekken met de aios is de opleider altijd aanwezig. Het geven van bruikbare feedback en handvatten aan de aios waarmee verbeterpunten concreet kunnen worden gemaakt. Door goed coachen moet de aios zelf de weg door dit proces vinden. - Overdracht van de aios aan de volgende supervisor / opleider aan het einde van de stageperiode. - De beoordelingsgesprekken aan het einde van elk opleidingsjaar worden door de opleider en de plaatsvervangende opleider gevoerd. In voorkomende gevallen, wanneer de ontwikkeling van de aios daartoe aanleiding geeft, wordt de supervisor van dat moment er tevens bij uitgenodigd. - stimuleert de aios in (betrokkenheid bij) wetenschappelijke activiteiten. 5
Specifieke taken Michel Bonnet is plaatsvervangend opleider, hij neemt de verantwoordelijkheid van de opleider over waar deze niet in staat is deze in te vullen door afwezigheid of ziekte. Hij is de vaste vertegenwoordiger van de opleidersgroep bij de vergaderingen van de OVCET. Voorts houdt hij een lijst bij van de actuele vorderingenstatus inzake het niveau en de inhoud van het operatietableau van iedere individuele AIOS, om op die manier periodiek met de opleidersgroep te kunnen afstemmen voor welke operaties de verschillende aios kunnen worden ingedeeld (NOV-niveau 4). Op die manier kunnen de roosters in overleg met Diekerhof zodanig worden gemaakt dat aan de AIOS in de loop van hun ontwikkeling op zeker moment ook eigen zelfstandige operatieprogramma's kunnen worden toebedeeld. Dr. Taco Gosens is als beoogd toekomstig opleider nauw betrokken bij alle opleidersactiviteiten van de Waal Malefijt en draagt actief bij aan de implementatie van het moderne opleiden. Hij is met name de drager van het wetenschappelijk onderzoek en begeleidt samen met Andy Spoor de AIOS in hun keuzes voor - en de voortgang van- wetenschappelijke activiteiten. Igor van den Brand is de medisch manager van de maatschap, hij coördineert de afstemming van de gehele organisatie van de zorg binnen de orthopedische zorginhoud en de productie van de praktijk mede goed is afgestemd op het opleiden van de AIOS. Jacob Caron vervult vele organisatorische taken die alles te maken hebben met 'lean' werken, kwaliteitsaspecten en projecten zoals 'werken zonder wachttijd'. Hij is tevens het aanspreekpunt voor de organisatie van de polikliniek. Carel Diekerhof beoordeelt de congres- en vakantieverzoeken van de leden van de maatschap en de AIOS en keurt de aanvragen al of niet goed, in relatie tot de werkroosters en de beschikbaarheden . Voor de AIOS wordt clusterbreed gewerkt aan een schema waarin duidelijk wordt in welke jaren een AIOS de verplichte cursussen het beste kan afwerken. Andy Spoor geeft samen met Taco Gosens structuur aan de wetenschappelijke activiteiten van de AIOS, middels periodieke individuele gesprekken over de vorderingen en de actuele status van wetenschappelijk werk. Hij is tevens verantwoordelijk voor het totale werkrooster van stafleden en AIOS en zorgt voor de juiste afstemming van de indeling van aios bij de supervisoren, in relatie tot ieders POP. Borging Alle leden van de opleidingsgroep nemen 1x per 5 jaar deel aan een geaccrediteerde Teach-the-Teacher module.
1.3.4.3
Hoofd Zorgeenheid Orthopedie / secretaris maatschap orthopedie Marcel Boonen is Hoofd Zorgeenheid Orthopedie en tevens in deelfunctie secretaris van de maatschap. Hij notuleert maatschapsvergadering en coördineert allerlei maatschapsactiviteiten inzake de dagelijkse praktijk, onder andere de jaarlijkse beleidsdagen van de maatschap, en hij coördineert ook opleidingszaken in relatie tot de patiëntenzorg.
1.3.5
Jaarlijkse evaluatie / verbeterplannen / kwaliteitsbeleid Duo-cyclus De OVCET heeft met de komst van het nieuwe kaderbesluit CCMS de rol van ‘regisseur van de medische vervolgopleidingen’ gekregen. Een voorbeeld van deze taak betekent dat zij gevraagd en ongevraagd de opleidingsgroepen adviseren op het gebied van de kwaliteit van hun medische opleidingen. Om daaraan betere invulling te kunnen geven is het idee van duo-koppels ontstaan, in die opzet kunnen opleiders elkaar en hun opleiding jaarlijks evalueren en inspireren. 6
Twee opleiders worden permanent aan elkaar gekoppeld. Zij voeren jaarlijks een gesprek over de opleiding. Op deze manier kunnen zij elkaars voortgang volgen en elkaar ondersteunen bij het implementeren van vernieuwingen in de opleiding. Het gesprek vindt plaats aan de hand van: de laatste vier notulen van de opleidingsvergaderingen d-rect & plan van aanpak / actiepunten Het gesprek bestaat uit twee onderdelen, een gesprek met de opleider (30 minuten) en een gesprek met 1 of 2 aios (30 minuten). Het duo gesprek vindt één keer per jaar plaats, 6 maanden na de visitatiedatum. OOC schrijft een gesprekverslag en verstuurt dit naar de opleider en aios. De opleider formuleert aan de hand van dit gesprekverslag actiepunten en brengt deze de eerstvolgende OVCET vergadering in. Aangezien de proefvisitatie en de MSRC een beoordelend karakter hebben en de duo gesprekken evaluerend en inspirerend van aard zijn, worden de duo-gesprekken en de proefvisitatie door een ander OVCET lid geleid. IFMS Via de Medische Staf van het St. Elisabeth loopt een cyclus Individueel Functioneren Medisch Specialisten, waaraan de leden van de opleidingsgroep deelnemen. Op periodieke ijkmomenten wordt elke specialist gekoppeld aan een observator/rapporteur en wordt het functioneren van de specialist via zelfreflectie en beoordelingen door collegae specialisten, medewerkers uit het ziekenhuis en door patiënten getoetst. D-Rect en Set Q Met de intree van het competentiegerichte opleiden van aios zijn nieuwe kwaliteitsinstrumenten geïntroduceerd, indicatoren aan de hand waarvan de kwaliteit van het moderne opleiden getoetst kan worden. Na positieve besluitvorming hierover binnen de OVCET werden door het O.O.C. de kwaliteitsinstrumenten D-rect (biedt informatie over het opleidingsklimaat) en SetQ (richt zich op het functioneren van opleiders)in het St. Elisabeth Ziekenhuis uitgerold en inmiddels jaarlijks uitgezet in alle opleidende specialismen. De resultaten van deze vragenlijsten worden gezamenlijk besproken en zijn bedoeld te leiden tot actiepunten en verbeterplannen. Borging de aios vult jaarlijks online de D-RECT enquête in. de aios vult jaarlijks online de SetQ enquête in. De opleider organiseert minstens 4 maal per jaar een opleidingsvergadering (notulen naar de OVCET). De opleider bespreekt de resultaten van de SetQ binnen de opleidersgroep. De opleidingsgroep formuleert iedere opleidingsvergadering minimaal één actiepunt behorend tot het thema van de opleidingsvergadering. Het OOC neemt jaarlijks een zelfevaluatie af onder de leden van de opleidingsgroep en de aios en koppelt de uitwerking van de desbetreffende interviews terug aan de opleidingsgroep. Het OOC koppelt de gemiddelden van alle zelfevaluaties terug naar de OVCET. Quickscan De maatschap voert jaarlijks een Quickscan uit om op die manier een consequente zelfevaluatie te realiseren (bijlage 1). Arts-assistenten orthopedie en de VAGEZ De aios zijn intern georganiseerd via de Vereniging Arts-assistenten Geneeskunde Elisabeth Ziekenhuis (VAGEZ). Deze vereniging heeft een vertegenwoordiging in de OVCET en kan langs die weg zorgen voor een consistente belangenbehartiging. De aios orthopedie vaardigen jaarlijks iemand uit om namens het St. Elisabeth Ziekenhuis deel te nemen aan de sollicitatieprocedure voor nieuwe aios orthopedie.
7
1.3.6
Algemene zaken
1.3.6.1
Introductie en inwerken aios Doel De aios zo vlot en efficiënt mogelijk in te werken en vertrouwd te maken met de dagelijkse praktijk en de verschillende opleidingsactiviteiten, zowel op afdelingsniveau als ziekenhuisniveau. Verantwoordelijke personen T. Gosens, M. Goeverneur, Marie-José Veldhuis Acties vóór de startdatum van de nieuwe aios Secretariaat: - Bijtijds navragen bij OOC of het wachtwoord voor het digitaal portfolio is aangevraagd, idem voor de toegang tot het electronisch medisch dossier. - Tijdig aanmelden van de aios voor de algemene introductiedag van het St. EZH voor nieuwe aios, die verzorgd wordt door het OOC. - Aankondiging van de komst van de nieuwe aios volgens mailinglijst bij: Hoofd poli (Angelique) Hoofd opnamebureau ( Elle) Hoofd zorgeenheid (Marcel) Teamleiders afdeling (Wendy en Hans) Gespecialiseerde orthopedie verpleegkundige Specialisme oudsten orthopedie OK ( Opera) Aiosgroep / maatschap Praktische uitvoering introductie De nieuwe assistent stroomt in principe in als aios A. De eerste dagen van de eerste week is hij /zij vrijgesteld van poli. 1e werkdag 7.45 Introductie en kennismaking op secretariaat. 8.00 – 16.00 Introductieprogramma OOC, wordt door het OOC zelf gecommuniceerd Algemene introductie (OOC) Rechtspositie/klachten/claims Overlijden en donorwerving Donatieverpleegkundige Reanimatiebeleid Hygienebeleid Uitleg Easyreg Wetenschappenlijk onderzoek Apotheek BMS VAGEZ Bibliotheek SEH Uitreiken codes Pacs Mirador Novell EMD Instructie EMD Rondleiding en Lunch Verplichte modules in de ELO ECG, Ritme en Geleiding ACLS Communicatietraining 16.30
Sociaal Beleid Hans van Zon Hans van Zon Gerrit Jan Noordergraaf Ruud Snoeren Sociaal Beleid Leo Visser Rixt Nynke Eggink Henk Hendrix Rob Wilting Godelieve Engbersen ICT / Pieter van Gog Pieter van Gog Carlijn van Gulik
15 min 15 min 30 min 15 min 30 min 15 / 30 min 15 min 15 min 15 min 30 min 30 min 60 min
Patiëntenbespreking orthopedie 8
2e dag
de supervisor en de oudere aios die visite lopen zorgen voor introductie bij- en kennismaking met- het hoofd zorgeenheid, de teamleiders en aanwezige verpleegkundigen. supervisor en de aios geven uitleg over de procedure van de visite en vervolgens loopt de aios mee met de afdelingsvisite van 8.00 - 8.30 uur. daarna introductie door de oude aois op andere afdelingen en buitengewesten. de ouderejaars aios neemt dan de startende aios op sleeptouw om kennis te nemen van de volgende zaken: uitleg omgaan met EVD uitleg werking Theriak uitleg beantwoorden vragen afdeling via EVD in de middag introductie poli met kennismaking introductie gipskamers introductie spoedeisende hulp kennis maken met collega's in de aanpalende specialismen, chirurgie en radiologie uitleg omgaan met EMD, eventueel later nog eens met een van de orthopeden uitleg omgaan met DBC, eventueel later nog eens met een van de orthopeden omgaan met seinen, pasjes, sleutels ed. introductie / kennismaking bij de diverse besprekingen
Vervolg eerste werkweek elke dag visitie afdeling meelopen van 8.00 - 8.30 uur elke dag poli meelopen met één van de orthopeden, ter introductie en het leren omgaan met orthopedische patiënten, kennismaking met het orthopedisch denken, daarbij ook af en toe zelf patiënten zien om het emd en de toepassing van de DOT in de praktijk te leren. meelopen met de trauma(gips)poli op dinsdag en/of donderdagmorgen eenmalig meelopen op de combi-poli op donderdagmorgen ter introductie bij de neurochirurgen en kennismaking met de logistiek rond verwezen rugpatiënten Tweede werkweek Aangepast werkschema met patiëntafspraken op de polikliniek à 20 minuten, met extra algemene begeleiding en supervisie volgens rooster. Eerste OK dag meelopen met oudste op die dag op ok aanwezige aios en kennismaking met hoofd ok, floormanager en specialismeoudsten orthopedie. Inwijding in de bestaande ok-rituelen. Operaties in het behandelcentrum (POK's) worden gedaan door aios B: in het begin samen met de supervisor behandelcentrum, M.Bonnet bij voldoende deskundigheid zelfstandig, zo nodig met de supervisor M.Bonnet Gevolgen Op deze wijze kan de aios snel vertrouwd gemaakt worden met de dagelijkse gang van zaken en alle opleidingsmomenten. Toetsing / borging Gosens en de Waal Malefijt evalueren met de aios of alles duidelijk is geweest. Literatuur (aanwezig in assistentenkamer): Handleiding bij orthopedisch onderzoek (prof. Dr. T.J.G van Rens) Introductiemap AIOS St. Elisabeth Ziekenhuis Regels en afspraken Orthopedie Beleidsdocument Medische vervolgopleidingen St. Elisabeth Ziekenhuis van de OVCET (2011) Modernisering vervolgopleiding - Informatie & tips voor aios (KNMG-website)
9
1.3.6.2
Verantwoordelijkheden van de aios De aios zijn, conform het Kaderbesluit, zelf verantwoordelijk voor: - inschrijving in het BIG register (art.3 wet BIG) en het opleidingsregister van de MSRC - voortdurende zelfbeoordeling, zelfreflectie - een regelmatige 'sterkte-zwakte' analyse - het maken en telkens bijstellen van een 'actieplan' (POP) - mede zorgdragen voor de agendering van de verplichte beoordelingsmomenten - het zorgvuldig bijhouden van zijn / haar portfolio (VREST) - deelname aan alle geroosterde opleidingsmomenten / besprekingen en cursorisch onderwijs in het ziekenhuis - deelname aan congressen / cursussen betreffende niet-medische competenties - deelname aan de landelijk verplichte cursussen - reguliere afstemming / overleg met opleider en supervisoren - maken van een dienstlijst voor de traumadiensten - deelname aan de opleidingsvergaderingen - participeren in het kwaliteitsvolgsysteem vande opleiding.
1.3.6.3
Werktijden en diensten
De werktijden van de aios worden bijgehouden volgens het 'Harmony' registratiesysteem dat in het St. Elisabeth Ziekenhuis wordt gehanteerd. Dagelijks wordt gewerkt van 08.00 uur tot 18.00 uur (met een half uur lunchpauze), de werkweek bedraagt derhalve 5 x 9.5 uur = 47.5 uur. Op het maandelijkse werkschema worden naast de reguliere roostertechnische zaken ook de overige taken voor de aios, evenals afwezigheid door vakantie of congresbezoek, telkens duidelijk vermeld. De orthopeden verzorgen in de avonduren, afgezien van de traumadiensten op dinsdag en donderdag, de diensten voor de orthopedie op de niet-traumadagen. Hiermee kan worden voorkomen dat de assistenten orthopedie door compensatoire vrije tijd na diensten (Werktijdenbesluit) te weinig aan de voor opleiding belangrijke momenten toekomen. Op de dagen dat de traumatologie door de orthopeden verzorgd wordt (dinsdag en donderdag) doen de aios orthopedie bij toerbeurt dienst voor de Afdeling Spoedeisende Hulp. Zij worden voor alle letsels van het houdingsen bewegingsapparaat door de Spoedeisende Hulp Arts ingeschakeld. De aios orthopedie is tijdens deze dienst tot 22.00 uur aanwezig in het ziekenhuis en daarna thuis bereikbaar. Daarvoor wordt de aios telkens een halve dag gecompenseerd en dan ook structureel in het werkrooster uitgepland. Borging en vastlegging: Via het registratiesysteem 'Harmony'.
1.3.6.4
Behandelteams en supervisie op de polikliniek Op de polikliniek zijn ‘behandelteams’ gerealiseerd, waarbij de aios steeds werkt onder supervisie van een van de specialisten en met name patiënten geboekt krijgt die vallen onder diens aandachtsgebieden (zie ook hoofdstuk 4.1.4). De aios ziet dergelijke patiënten met aangepaste consulttijden, de supervisor heeft in zijn eigen afspraaktijden extra ruimte voor de supervisie. Op deze manier krijgt de aios ervaring met meer complexe patiënten en is supervisie altijd gezekerd. Bovendien zijn er met deze werkwijze goede mogelijkheden voor individuele ‘bed-side teaching’. Patiënten met bijzondere aandoeningen kunnen ook worden aangemeld voor bedside teaching in de volledige groep aios, op donderdagmiddag om 15.00 uur.
10
1.3.6.5
Rooster De roostering van de aios is zodanig gestructureerd dat elk van hen een voldoende gevarieerd werkprogramma heeft, dat telkens gekoppeld is aan de werkzaamheden van de verschillende orthopeden. Daarmee heeft elke aios altijd een mogelijkheid tot overleg; de desbetreffende orthopeed is verantwoordelijk voor de behandelingsbesluiten die daaruit voortvloeien. Bewust is er tot op heden voor gekozen om de aios elk voor een langere periode te koppelen aan een vaste orthopeed, maar dit kan variëren afhankelijk van de hoeveelheid aios. Vanwege (kleine) verschillen in de werkroosters van de aios (gekenmerkt als A t/m E) zullen deze elkaar telkens na een halfjaar afwisselen, om zo uiteindelijk goed vergelijkbare werkpakketten op jaarbasis te creëren.
Figuur 2: Basis werkrooster orthopedie- supervisoren staan telkens tussen haakjes toegevoegd.
AIOS A
EW
AIOS A
OW
AIOS B
EW
AIOS B
OW
AIOS C
EW
AIOS C
OW
AIOS D
EW
AIOS D
OW
AIOS E
EW
AIOS E
OW
AIOS F
EW
AIOS F
OW
AIOS G
EW
AIOS G
OW
AIOS A
Maandagochtend
Maandagmiddag
Dinsdagochtend
Dinsdagmiddag
Woensdagochtend
8.30-12.00 (WLM)
13.00-16.00 (BNN)
Adm/org
WETENS
OK (WLM)
8.30-12.00 (CAO)
13.00-16.00 (GSN)
BHC
gips 9.15 OK (CAO)
OK OK-MARC
OK (BNN)
13.00-16.00 (BNN)
OK (BNN)
OK (BNN)
8.30-12.00 (DKF)
WETENS
OK
OK (DKF)
OK (DKF)
8.30-12.00 (DKF)
8.30-12.00 (GSN)
13.00-16.00 (BNN)
OK-DBH
Adm/org
OK (GSN)
8.30-12.00 (SPO)
13.00-16.00 (SPO)
OK (VBN)
OK
2 (2)
2 (2)
3 (3)
2 (2)
3 (3)
Poli
4 (4)
3 (4)
4 (4)
4 (4)
4 (4)
EW
Woensdagmiddag
Donderdagochtend
Donderdagochtend
Vrijdagochtend
OK (WLM)
OK (VBN)
13.00-14.30
OK (WLM)
OK (WLM)
8.30-12.00 (WLM)
13.00-16.00 (WLM)
OW AIOS A AIOS B
EW
AIOS B
OW
AIOS C
EW
AIOS C
OW
gips 9.00 Adm/org
WETENS
13.00-14.30
OK (CAO)
13.00-16.00 (CAO)
Adm/org
WETENS
8.30-12.00 (VBN)
OK (VBN)
8.30-12.00 + Combi
Adm/org
AIOS D
EW
13.00-16.00 (BNN)
AIOS D
OW
kinderpoli
AIOS E
EW
13.00-16.00 (VBN)
AIOS E
OW EW
Vrijdagmiddag
FLEX
FLEX
OK (DKF)
OK (DKF)
8.30-12.00 (DKF)
OK (GSN)
OK (GSN)
13.00-14.30
WETENS
13.00-16.00 (DKF) WETENS
OK (SPO)
13.00-14.30
Adm/org
WETENS
AIOS F AIOS F
OW
AIOS G
EW
OK (SPO)
AIOS G
OW
FLEX
OK
3 (3)
3 (3)
0
2 (2)
2 (2)
Poli
4 (4)
4 (4)
4 (4)
4 (4)
4 (4)
11
1.3.6.6
Electronisch dossier De aios is er verantwoordelijk voor dat de administratie van alle patiënten waarvoor hij/zij verantwoordelijk is, goed en actueel in het EMD wordt opgeslagen, poliklinisch, klinisch, via consulten en op de SEH. De opleider / supervisor controleert de gegevens en de notities in het EMD en geeft daar passende feedback op. De aios verzorgt ook de correspondentie aan andere disciplines, maakt operatieverslagen van de ingrepen die hij/zij verricht heeft en let erop moet worden dat de juiste operatiecodes in het EMD worden opgenomen. Daarnaast wordt er een helder nabehandelingplan in het EMD/EVD genoteerd. In het brievenoverzicht komt een door de aios opgestelde brief als ‘concept arts-assistent’ te staan. Ieder spreekuur van de aios wordt door de supervisor gecontroleerd, de in concept opgestelde brieven worden gecontroleerd. Bij akkoord van de supervisor wijzigt deze de brief in ‘definitief of te verzenden’. In geval van wijzigingen, geeft de supervisor dit in het EMD aan onder ‘to do’ aan de betreffende aios, zodat deze de brief kan corrigeren. Hetzelfde geldt voor andere (operatie)verslagen en keuringen/rapportages, de supervisor geeft feedback en de aios corrigeert in het EMD (zie ook hoofdstuk 4.1.10).
1.3.6.7
Administratie en wetenschap Elke aios heeft wekelijks een niet-ingeroosterd dagdeel dat expliciet moet worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en een dagdeel dat gebruikt wordt voor administratieve doeleinden. In het POP wordt door de AIOS voorafgaande aan een halfjaarlijkse periode aangegeven hoe hij/zij invulling wil geven aan het wetenschappelijk werk (zie hoofdstuk 4.3).
1.3.6.8
Consulten op andere afdelingen De consulten worden in de regel aangemeld op het dienst- en consultensein 6655 en worden afgewerkt en besproken volgens vaste afspraken (zie hoofdstuk 4.1.9).
1.3.6.9
Coassistenten Als er co-assistenten(één-weeks-stage of oudste) op de orthopedie gedetacheerd zijn worden die bij toerbeurt toegewezen aan één van de oudste aios, die volgens zijn/haar rooster de co-assistent in de desbetreffende week meeneemt naar de afdeling, de polikliniek en de OK (zie hoofdstuk 4.1.11 ).
1.3.7
Vergaderingen aangaande de opleiding orthopedie
1.3.7.1
Maatschapsvergadering Elke 2 weken wordt een maatschapsvergadering belegd; vast agendapunt is een evaluatie over de aios, voortgang en knelpunten, en onderlinge afstemming van de stafleden inzake de begeleiding van de individuele aios.
1.3.7.2
Opleidingsvergadering Tenminste 4 maal per jaar wordt een opleidingsvergadering gehouden waarin specifieke opleidingszaken en de kwaliteit van de opleiding ter sprake komen. Het accent ligt vooral op de vragen "wat ging er goed" en "wat kan er beter"? Naar aanleiding van elke vergadering worden door de aios notulen gemaakt en wordt een actie- en besluitenlijst opgesteld aan de hand waarvan bij de volgende vergadering wordt geëvalueerd wat er van terecht gekomen is.
12
De agenda wordt door de aios opgesteld naar het volgende basisschema: 1. Actie- en besluitenlijst vorige bijeenkomst 2. Aandachtspunten stages: − Wat gaat goed, wat kan beter? − Welke oplossingen zijn denkbaar voor eventuele knelpunten? − Klopt het aanbod van opleidingsactiviteiten binnen een stage met wat staat in het lokale opleidingsplan? − Feedback en toetsing tijdens de stages. 3. Leerrendement van verschillende opleidingsactiviteiten als overdracht, complicatiebespreking en dergelijke. 4. Aandachtspunten ten aanzien van: − Lokaal onderwijs (feedback uit COC, nieuws uit leerhuizen, andere opleidingsactiviteiten binnen St.EZH) − Regionaal onderwijs (feedback ROC, DOO, opleidingsprofessionalisering voor aios en opleiders) − Landelijk (feedback uit concilia en vereniging met betrekking tot opleiden). 5. Monitoren kwaliteit van de opleiding: − Terugkoppeling van bijvoorbeeld D-rect, evalueren supervisoren, zelfevaluaties, etc. − Welke afspraken moeten gemaakt worden voor (kwaliteit van) opleiden. In het bijzonder wie doet wat, wanneer en binnen welke tijdsperiode en wie ziet hierop toe? 6. Diensten en rooster (alleen urgente zaken). 7. Wat verder ter tafel komt. Aldus wordt volgens een 'plan-do-check-act' cyclus continu gewerkt aan een verbetering van de kwaliteit van de opleiding.
1.3.7.3
Vergaderingen van de Centrale Opleidingscommissie (OVCET) De Centrale Opleidings- en Visitatie Commissie is het overlegorgaan van aios, opleiders en Raad van Bestuur van het St. Elisabeth en komt tenminste 5 maal per jaar bij elkaar. Deze Commissie ziet toe op de kwaliteit en continuïteit van alle medische vervolgopleidingen in het St. EZH. Namens de opleidingsgroep orthopedie is altijd de plaatsvervangende opleider bij deze vergaderingen aanwezig, in geval van diens afwezigheid woont de opleider de vergadering bij. Op de agenda staan altijd de evaluatie van eerdere actiepunten, de ziekenhuisbrede resultaten van de D-RECT enquête en de uitkomsten van de proefvisitaties.
13
2
Uitgangspunten opleiding
2.1
Doel en inhoud van de opleiding
2.1.1
Documenten m.b.t. de opleiding De opleiding orthopedie in het St. Elisabeth Ziekenhuis is gebaseerd op de volgende documenten (http://knmg.artsennet.nl/opleidingenregistratie.htm): het Kaderbesluit CCMS per 17-02-2011. Dit is discipline overstijgend en bevat regelgeving voor alle specialismen. Het Landelijk Opleidingsplan Orthopedie. In de periode 2004 - 2008 opgesteld door de NOV, biedt meer specifieke uitwerking en inbedding van de regelving voor de Nederlandse opleiding tot orthopedisch chirurg. Het Regionale Opleidingsplan ROGO Rotterdam Door de 3 participerende opleidingsklinieken van de ROGO Rotterdam (Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, Reinier de Graaf Gasthuis in Delft en St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg) is een gezamenlijk opleidingsplan opgesteld waarin aan de regelgeving volgens Kaderbesluit en Landelijk Opleidingsplan op regionaal niveau uitwerking is gegeven. Het Lokale Opleidingsplan St. Elisabeth Ziekenhuis (dit document). Hierin worden de landelijke en regionale afspraken systematisch weergegeven met als leidraad de koppeling tussen leerdoelen, leermiddelen, toesting en bekwaamheidsniveau van de aios. Het document 'Regels en afspraken', dat complementair is aan het Lokale Opleidingsplan. Hierin staan vooral de praktische 'huisregels' beschreven rondom de opleiding orthopedie. Het Beleidsdocument Medische vervolgopleidingen St. Elisabeth Ziekenhuis van de OVCET (2011). Dit document bevat algemene gegevens over de opleidingen tot specialist in het St.Elisabeth Ziekenhuis.
2.1.2
Afspraken m.b.t. de opleiding Elke aios wordt verondersteld kennis genomen te hebben van de inhoud van de bovengenoemde documenten, alvorens met de opleiding in het St. Elisabeth Ziekenhuis te beginnen. Met de aios wordt schriftelijk een 'Win-Win Performance Agreement' (WWPA) vastgelegd, waarin 5 items worden benoemd: 1. Doelen: welke resultaten streven we na? 2. Richtlijnen: welke richtlijnen hanteren we? 3. Middelen en materialen: over welke hulpmiddelen kunnen we beschikken? 4. Verantwoordelijkheden: wie heeft welke verantwoordelijkheden? 5. Consequenties: welke gevolgen verbinden wij aan de resultaten?
2.1.3 Primair uitgangspunt bij de opleiding Door de opleidingsgroep is gekozen voor een meester-gezel model waarbij de aios zich door middel van directe supervisie, in combinatie met zelfwerkzaamheid, de orthopedie eigen kan maken
2.2
Wat behelst de orthopedie ? Orthopedie is het medisch specialisme dat gericht is op het verbeteren of handhaven van de functie van het bewegingsstelsel als geheel. Doel is dat de patiënt de voor hem of haar noodzakelijke of gewenste activiteiten kan ontplooien. De orthopedisch chirurg houdt zich bezig met diagnostiek, behandeling en herstel van stoornissen aan het steun- en bewegingsstelsel – inclusief de weervelkolom – en met preventie van dit type stoornissen. 14
De stoornissen hebben betrekking op disfunctioneren, vormveranderingen en beschadigingen van botten, kraakbeen, gewrichten, kapsel, banden, spieren en pezen en kunnen hun oorzaak vinden in: congenitale afwijkingen afwijkingen die later in het leven manifest worden groeistoornissen gevolgen van ongevallen, zowel in de acute fase als restafwijkingen allerhande ziekten, metabole aandoeningen en tumoren, die gevolgen hebben voor het skelet arbeidsgerelateerde aandoeningen sportblessures degeneratieve aandoeningen (slijtage van gewrichten) infecties van het steun- en bewegingsstelsel Behandeling van de stoornissen kan conservatief of operatief zijn.
2.3
Competenties De nieuwe opleiding Orthopedie is competentiegericht. Dit houdt in dat uitgegaan wordt van bekwaamheden die de aios aan het eind van zijn opleiding moet bezitten, in een samengestelde en complementaire vorm, met de integratie van kennis, vaardigheden, gedrag en houding. Bij de formulering van de competenties heeft het CCMS zich gebaseerd op het model van de Canadian Medical Education Directives for Specialists (CanMEDS 2000). De competenties zijn ingedeeld in zeven competentiegebieden, analoog aan zeven rollen die de medisch specialist vervult: medisch handelen communicatie samenwerking organisatie kennis en wetenschap maatschappelijk handelen professionaliteit. De zeven CanMEDS competentiegebieden of rollen vormen geen indeling in categorieën die elkaar volledig uitsluiten. Ze kunnen beter beschouwd worden als essentiële invalshoeken die elkaar aanvullen en gezamenlijk een zo compleet mogelijk beeld geven van een medische professional. Voor het volledige competentieprofiel van een orthopedisch chirurg wordt verwezen naar Hoofdstuk 5 van het landelijk Opleidingsplan Orthopedie. De AIOS moet zodanig in brede zin worden opgeleid dat diens groei ook stapsgewijs duidelijk wordt: 'Tell me and I'll forget' 'Show me and I'll remember' 'Step back and I will do it'.
2.4
Competentiegericht opleiden
2.4.1
Uitgangspunten De opleidingsgroep orthopedie is gemotiveerd om zich voor het competentiegerichte opleiden van de aios orthopedie in te zetten, op grond van de volgende uitgangspunten in de competentiegerichte benadering: De outcome van de opleiding is belangrijker dan de input (bijvoorbeeld het aantal maanden of stages van de opleiding, het aantal uitgevoerde verrichtingen of het aantal dagdelen cursorisch onderwijs dat is gevolgd.) Opleidingstrajecten worden gedeeltelijk individueel bepaald: wat de ene aios snel onder de knie heeft, zal voor de ander lastiger te leren zijn. Dit heeft tot gevolg dat opleidingstrajecten kunnen variëren in duur en/of inhoud. 15
2.4.2
Door de NOV is er overigens voor gekozen om voor de snellere aios de opleiding niet te verkorten, maar deze aios de gelegenheid te bieden zich al tijdens de opleiding verder te bekwamen in aspecten die geen deel uitmaken van het verplicht programma, dus tot subspecialisitie. De aios zelf heeft een belangrijke rol in de vormgeving van zijn opleiding: hij is zelf mede verantwoordelijk voor het verwerven van de verschillende competenties en maakt in overleg met zijn opleider zijn eigen persoonlijke ontwikkelingsplan. De realisatie van dat plan wordt op gezette tijden en op systematische wijze met de opleider besproken (zie hoofdstuk 6.3 ) en gedocumenteerd in het digitale portfolio (zie hoofdstuk 6.3.1). De toetsing en beoordeling van de aios krijgt een meer expliciet en gestructuurd karakter en vindt voor een belangrijk deel plaats in de praktijk. Er wordt zowel in de opleiding als in de toetsing uitgegaan van een breed spectrum aan competentiegebieden, zoals boven genoemd in hoofdstuk 2.2, en dus niet alleen van het competentiegebied medisch handelen.
Doelen bij de competenties van aios / beheersingsniveau's Per elk volgend opleidingsjaar orthopedie wordt de aios geacht zich de medische en niet-medusche competenties in de verschillende thema's van de opleiding en de daarbij behorende ziektebeelden in toenemende mate eigen gemaakt te hebben en daarin ook steeds meer zelfstandig te kunnen optreden. Zal er tijdens het eerste jaar in dat opzicht nog zware supervisie i.c. assistentie nodig zijn, in de daaropvolgende jaren wordt verwacht dat de vereiste bekwaamheidsniveau's in de afzonderlijke competenties geleidelijk bereikt worden (zie tabel 1). Tabel 1. Overzicht van de bekwaamheidsniveau's in medisch handelen, communicatie, kennis en wetenschap, samenwerking, organisatie, professionaliteit en maatschappelijk handelen Niveau
Bekwaamheid in competenties
1
De aios heeft adquate kennis inzake het onderwerp
2
De aios kan de bij het thema behorende taken uitvoeren, maar onder strikte supervisie
3
De aios kan de bij dit thema behorende taken onder beperkte supervisie uitvoeren
4
De aios kan de bij dit thema behorende taken zonder supervisie uitvoeren
5
De aios superviseert en onderwijst anderen adequaat in de bij dit thema horende taken
Feedback is in dit groeiproces en het ervaringsleren van de aios een sleutelwoord. De opleidingsgroep heeft daarvoor een opleidingsklimaat ontwikkeld waarin feedback en verbeterpunten op de bedoelde positieve manier worden gehanteerd. Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen. Langs de weg van evalueren, reflecteren, feedback en bijgesteld actieplan wordt de aios verder geholpen in zijn / haar ontwikkeling (figuur 3). Figuur 3: De cyclus van ervaringen op de werkvloer, reflectie, feedback en actieplannen
16
Volgens Kaderbesluit (Art. B.8. - l) moeten aios jaarlijks minstens 2 dagen per jaar deelnemen aan congressen / cursussen betreffende disciplineoverstijgende onderwerpen, de niet-medische competenties. Het Sint Elisabeth Ziekenhuis werkt nauw samen met Brabant Medical School (BMS) om een uitgebreid aanbod van discipline-overstijgende cursussen aan te kunnen bieden op het terrein van deze algemene competenties. Een volledige omschrijving van de cursussen en trainingen is te vinden op de website www.brabantmedicalschool.nl (zie ook hoofdstuk 4.2.1). Daarnaast hebben de aios orthopedie de mogelijkheid om trainingsdagen in niet-medische competenties bij te wonen van de Desiderius School van Erasmus Medisch Centrum. De Desiderius School verzorgt het discipline overstijgend onderwijs in de vorm van 7 modules (website: www.erasmusmc.nl/desideriusschool/DOO/ zie ook hoofdstuk 4.2.2). Borging Jaarlijks neemt elke aios deel aan tenminste één van de trainingen/cursussen van de BMS en/of de Desiderius School van Erasmus MC. De deelname aan elke cursus wordt vastgelegd in het portfolio in VREST.
2.4.3
Het te bereiken competentieprofiel van de aios orthopedie Voor de opleiding tot orthopedisch chirurg in het St. Elisabeth Ziekenhuis worden de volgende te bereiken bekwaamheden in de verschillende vereiste competenties van de aios, opgebouwd via 'lijnleren' (van eenvoudig naar complex) door de opleidersgroep verwacht: Medisch handelen heeft een grondige kennis van de anatomie van het houdings- en bewegingsapparaat, met praktische kennis van embryologie, fysiologie, pathologie, psychologie heeft een degelijke kennis van de orthopedie heeft bekendheid met en inzicht in de directe raakvlakken met andere specialismen (heelkunde, interne geneeskunde, neurologie, neurochirurgie, microbiologie) heeft het vermogen om gebruikelijk radiologisch onderzoek te interpreteren (conventionele röntgenfoto's, CT, MRI, echografie) heeft basiskennis van microscopische technieken / PA-bevindingen bij orthopedische aandoeningen heeft voldoende diagnostische en therapeutische vaardigheden t.a.v. comorbiditeit die geassocieerd is met orthopedische aandoeningen of die een gevolg kan zijn van de behandeling daarvan kan op basis van anamnese, lichamelijk onderzoek en hulponderzoeken een differentiaaldiagnose en behandelplan opstellen, zowel bij de electieve als de acute orthopedische patiënt heeft vaardigheid in het aanvragen en interpreteren van algemene en specifieke diagnstische onderzoeken (röntgen, labonderzoek) is in staat om kennis over indicaties en contraïndicaties, voor- en nadelen, alternatieven en risico's van orthopedische behandelingen in praktijk te brengen is in staat om de urgentie van de zorgvraag te herkennen en daarnaar te handelen heeft de vaardigheid om klinisch te redeneren kan efficiënt visite lopen, prioriteiten stellen, andere specialismen consulteren en overdragen is goed op de hoogte van voorzorgsmaatregelen, profylactische behandelingen en de anesthesiologische ASA-classificatie in het kader van complicatierisicovermijding/reductie toont aan zichzelf en de patiënt zorgvuldig voor te bereiden op een operatie kan het beleid vaststellen inzake postoperatieve wondverzorging, mobilisatie, medicatie, antibiotica, pijnstilling en antistolling is in staat om wonden te beoordelen en wondproblemen te behandelen is in staat om postoperatieve complicaties te herkennen en daarop beleid te maken 17
toont aan kennis te hebben van de (patho)fysiologie van postoperatieve circulatoire, pulmonale en metabole veranderingen en daarop adequaat in te kunnen spelen, indicatie voor intensive care te kunnen stellen is in staat om een adequaat ontslagbeleid te voeren leert omgaan de mogelijkheden en beperkingen van evidence based medicine houdt bij het toepassen van kennis en kunde rekening met specifieke patiëntengroepen, zoals kinderen en bejaarden
Communicatie Past gesprekstechnieken adequaat toe, kan goed luisteren en effectief informatie uitwisselen met de patiënt (informeren, overtuigen/motiveren, onderhandelen, leiding geven, vertrouwen winnen en behouden) geeft blijk zich bewust te zijn van non-verbale communicatie in de relatie met patiënten en omgeving toont empathie met belangstelling voor de patiënt en diens culturele achtergrond geeft adequaat en duidelijk uitleg over het voorgestelde beleid aan patiënt, familie en andere disciplines past informed consent op de juiste wijze toe kan adequaat omgaan met patiënten, familie of collegae die zich agressief gedragen of een klacht hebben hanteert de legale aspecten rondom communicatie op adequate wijze (privacy, gebruik van moderne media, beroepsgeheim) kan voorlichting geven volgens de eisen van de wet WGBO voert een gestructureerde verslaglegging in het EMD kan professioneel goed communiceren met andere collega's en disciplines voert een adequate en gestructureerde correspondentie in het EMD en met verwijzers en andere disciplines Kennis en wetenschap is in staat om de juiste beschikbare literatuur te verzamelen, te interpreteren en toe te passen ten behoeve van diagnostiek en therapie m.b.t. een bepaalde aandoening is in staat om de gevonden literatuur kritisch te beoordelen herkent in de praktijk de beschikbare wetenschappelijke kennis en kan klinisch relevante klinische vraagstellingen formuleren toont het vermogen om bronnen van medische / orthopedische informatie kritisch te beschouwen en nieuwe technieken te leren kent de actuele richtlijnen voor orthopedische en perioperatieve zorg is in staat om aan medisch en paramedisch personeel onderwijs te geven participeert in enigerlei mate in wetenschappelijk onderzoek / streeft aantoonbaar naar bijdragen in het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe kennis is in staat om een PICO of CAT geheel zelfstandig te presenteren heeft tenminste een voordracht gehouden op een erkend congres of is tenminste eenmaal 1e auteur van een peer reviewed wetenschappelijk artikel Samenwerken kan op doelmatige wijze overleggen met huisartsen is in staat om in de kliniek, op de polikliniek en de SEH multidisciplinair en intercollegiaal doelmatig samen te werken kan leiding geven bij multidisciplinair overleg kan anderen op adequate wijze van feedback voorzien en kan zelf goed met feedback omgaan kan tijdens besprekingen in geval van tegenstrijdige belangen adequaat naar anderen reageren heeft inzicht in een groepsproces en kan een groep adequaat (helpen) leiden herkent en verwoordt wanneer iemand /een groep niet goed functioneert en leert problemen ter tafel te brengen en te bemiddelen kan jongere aios goed adviseren en begeleiden
18
Organisatie houdt goed rekening met de basisprincipes van organisatie van de gezondheidszorg kan goed omgaan met de logistiek van afdeling, polikliniek, SEH, operatieplanning en operatiekamers kan zelfstandig een behandelplan opstellen met kennis van kosten en effectiviteit kan adeqaat organiseren met goede hantering van de workload toont een professioneel time-management delegeert adequaat als zich daarvoor een geëigend moment voordoet stelt de juiste prioriteiten t.a.v. klinische activiteiten, persoonlijke ontwikkeling en sociale activiteiten participeert in zorgvernieuwende projecten (werken zonder wachttijden etc.) kan goede verbetervoorstellen doen t.a.v. de organisatie kan principes van efficiënt vergaderen goed toepassen kan de afspraken en uitkomsten van een bespreking adequaat ten uitvoer brengen toont het vermogen om te werken met medisch bestuurlijke organisaties op alle niveau's gaat adequaat om met de maatschappelijke eisen om beschikbare middelen adequaat te kunnen behouden en aanwenden voor optimale orthopedische zorg Professionaliteit toont een professionele houding in de omgang met patiënten en oefent de geneeskunde uit naar de gebruikelijke ethische normen van het beroep past specifieke principes en vaardigheden, die in een meester-gezelsituatie spelen, adequaat toe kan op integere, eerlijke en empatische wijze met compassie zorg leveren en is in staat zijn ethische vraagstukken te hanteren bij de zorg voor patiënten voldoet aan verplichtingen die verwacht worden van een medisch specialist op medisch, juridisch en collegiaal terrein toont aan rekening te kunnen houden met privacywetgeving toont een adequaat time-management kent eigen grenzen, reflecteert op eigen kennis en kunde, kan met feedback omgaan en zoekt adeqaat hulp indien nodig kan goed omgaan met opgetreden complicaties kan adequaat omgaan met klachtenprocedures kan teambesprekingen voorzitten, verantwoordelijkheid nemen en het proces bewaken kan andere disciplines informeren over een aanpak gericht op secundaire preventie van ziekteverzuim kan een voordracht houden op een wetenschappelijke vergadering kan irrationeel gedrag tussen professionals herkennen en dit bespreekbaar maken Maatschappelijk handelen implementeert patiëntveiligheid en kwaliteitsmanagement in het medisch handelen kent en herkent de determinanten van ziekte is in staat om opname- en ontslagbeleid af te stemmen volgens kwaliteitseisen en prestatieindicatoren betrekt kennis van diagnostiek en kunde bij de preventie van het optreden van letsel of blijvende invaliditeit, en bij maatregelen ter behoud en verbetering van gezondheid informeert patiënten met orthopedische aandoeningen goed over de voorgestelde behandeling en de daarvoor bestaande alternatieven, met adequate en goed geducumenteerde informed consent kan andere disciplines informeren over een aanpak gericht op preventie van ziekteverzuim is op de hoogte van relevante regelgeving (met name WGBO) en kan dit overdragen treedt adequaat op bij incidenten in de zorg houdt bij het toepassen van kennis en kunde rekening met specifieke patiëntengroepen uit verschillende culturen.
19
2.5
Opleidingsinhoud
2.5.1
De thema’s voor kennis en medisch handelen in de orthopedie (OSB's) Als uitgangspunt voor de opleiding orthopedie is door de Nederlandse Orthopaedische Vereniging een basislijst vastgesteld met orthopedische pathologie, waarin de jonge orthopedisch chirurg aan het einde van de opleiding moet aantonen voldoende kennis en kunde te hebben vergaard (Orthopedische Standaard Behandelingen - OSB's). Deze basislijst bevat ruim 70 aandoeningen met de daarbij behorende operatieve en conservatieve behandelingen: circa 45 niet traumatische en circa 25 traumatische behandelingen. Bij de indeling van de basislijst in deze thema’s is aangesloten bij wat door orthopedisch chirurgen als een logische, natuurlijke indeling van hun werkveld wordt ervaren. Dat is primair de indeling in de volgende regio’s: schouder/bovenarm elleboog/onderarm pols/hand wervelkolom heup/bovenbeen knie voet/enkel Daarnaast zijn drie clusters (i.c. werkgebieden) onderscheiden die niet aan regio’s gebonden zijn: tumoren kinderorthopedie varia De basislijst van orthopedische aandoeningen is opgenomen in bijlage I. Door beperkingen in het aanbod aan pathologie in het St. Elisabeth Ziekenhuis is het onmogelijk de aios alle behandelingen uit de basislijst tijdens de opleiding zelf te laten uitvoeren. Een aios moet, conform de opleidingseisen, aan het eind van de opleiding 70% van de basisbehandelingen (dat zijn 50 behandelingen) beheersen. Van de basispathologie zijn een aantal behandelingen verplicht voor elke aios, namelijk impingement en fracturen van de schouder carpaal tunnel syndroom, triggerfinger en fracturen pols/hand conservatieve behandeling lumbago arthrose en fracturen heup meniscus/kraakbeen pathologie, arthrose knie en tibia fracuren voorvoetklachten en enkelfracturen varia (hiervan 70%) De in bijlage 2 genoemde pathologie is een basislijst en derhalve het minimum voor elke orthopedisch chirurg. Bovenop dit minimum probeert de individuele aios in de loop van de opleiding zoveel mogelijk extra behandelingen te beheersen en te laten aftekenen voor het portfolio (zie ook hoofdstuk 4.1 ).
2.5.2
Groei en ontwikkeling in de toepassing van orthopedische behandelingen De aios moet in de loop van de opleiding steeds zelfstandiger kunnen functioneren. Het einddoel is dat de aios zonder de hulp van de supervisor kan handelen. Voor de beoordeling van het niveau waarop de aios functioneert zijn voor de Orthopedie de volgende niveau-definities geformuleerd, waarbij elk niveau de daaraan vooorafgaande niveaus vooronderstelt: NOV-1 de aios kan de aandoening herkennen en analyseren en de behandelmethode bepalen en beschrijven. NOV-2: de aios kan onder strenge begeleiding van een supervisor de behandeling/operatie uitvoeren NOV-3: De aios kan de behandeling/operatie grotendeels zelfstandig uitvoeren, maar (beperkte) begeleiding door de supervisor is wel nodig. 20
NOV-4: de aios kan en mag de behandeling/operatie zelfstandig uitvoeren NOV-5: de aios superviseert en onderwijst jongerejaars aios.
De niveaus NOV-4 en NOV-5 impliceren dat de aios bekwaam is om een behandeling/operatie zelfstandig uit te voeren. In feite gaat het hier dus om bekwaamheidsverklaringen op OSB-niveau.
2.5.3
De praktische invulling van de OSB's OSB Vereist is dat de AIOS aan het einde van zijn opleiding 70 % van de basislijst OSB's (= behandeling van 50 orthopedische aandoeningen) beheerst. Dat betekent per opleidingsjaar orthopedie ongeveer 10-12 behandelingen op niveau NOV-4 , daarnaast maximaal 2 (theoretische) presentaties van OSB's die dan impliciet niet op NOV niveau 4 kunnen en behoeven te worden afgetekend, maar op NOV niveau-1. Aanwezig: De aios en opleider of supervisor. Frequentie: Ieder opleidingsjaar worden er tenminste 12 OSB's afgewerkt, waarbij dus gemiddeld 10 praktische en 2 theoretische OSB's aan bod moeten komen. Taken /verantwoordelijkheden/praktische uitvoering: De verantwoordelijkheid voor het inplannen van de bespreking van OSB's ligt bij de aios zelf. In overleg met de supervisor worden daartoe de afspraken via het secretariaat in de agenda vastgelegd. Als de OSB die de aios wil bespreken niet in een stageperiode valt van een terzake specifieke supervisor, kan de aios altijd een specifieke supervisor benaderen. Deze blijft nadien dan wel de aios begeleiden richting NOVniveau 4 (zie ook hoofdstuk 5.1 - Thema's en subspecialisaties). In overleg met de opleidingsgroep kunnen OSB's op NOV-niveau 1 (theoretische basis) ook door een aios gepresenteerd worden op de onderwijsmiddag, en met de aanwezige stafleden en aios worden besproken en in de portfolio's van deze aios worden afgetekend op niveau NOV-1. Inhoud: De OSB moet gezien worden als een combinatie van een 'groeidocument' en een 'groeimodel', dat de AIOS helpt bij het verkrijgen van de noodzakelijke achtergrondkennis t.a.v. de OSB, het creëren van een eigen 'leerboek', om van daaruit systematisch en stapsgewijs een operatie of een conservatieve behandeling voor te bereiden en deze in toenemende mate zelfstandig uit te voeren. Het leerproces vordert zo stap voor stap, onderweg wordt de voortgang door de opleider/supervisor ook regelmatig getoetst en krijgt de AIOS feedback, om daarmee weer verder te bouwen. Zo worden kennis en kunde geïntegreerd en kan de opleider/supervisor op gestructureerde wijze de groei volgen en beoordelen of de betreffende OSB tenslotte kan worden toevertrouwd aan de AIOS. Hetgeen in een geagendeerd OSB-eindgesprek met de opleider/supervisor wordt besproken en als zodanig in het portfolio van de AIOS kan worden afgetekend. Gevolgen: Vanaf dat moment wordt de AIOS geacht dat specifieke onderdeel van de orthopedie zelfstandig te kunnen hanteren. Bijvoorbeeld, een afgetekende OSB 'Heupartrose - niveau 4' impliceert dat de AIOS verondersteld wordt zelfstandig totale heupprothesen te kunnen plaatsen. Dit moment is dus niet afhankelijk van het stadium /opleidingsjaar waarin de AIOS zich in zijn opleiding bevindt, maar van diens visie en vaardigheid. 21
Het is dus van belang dat de AIOS in zijn opleiding geen operaties leert, maar leert opereren, dat wil zeggen leert om het geleerde toe te passen in nieuwe situaties of op nieuwe onderwerpen. Voortdurend onderwijs op de werkplek. Ook na de opleiding is het leerproces niet beëindigd. Toetsing / ijking Voor het OSB-gesprek bestaat een vast format (zie bijlage 2). Daarin staan de ijkmomenten weergegeven als de NOV-niveau's 1 t/m 5. Vastlegging: Door de opleider / supervisor en de aios wordt het bereikte niveau van de OSB in opvolging van het OSB-gesprek in het portfolio (VREST) geaccordeerd en opgeslagen.
22
3
Structuur van de opleiding De huidige opleiding tot orthopedisch chirurg is een samengestelde opleiding die sinds 2010 bestaat uit een vooropleiding heelkunde van anderhalf jaar gevolgd door viereneenhalf jaar orthopedie, waarvan tenminste 2 jaar in het St. Elisabeth Ziekenhuis en tenminste 2 jaar in het Erasmus MC wordt ingevuld. Het laatste halfjaar kan door de aios worden ingevuld in de vorm van een meer specifieke ('super')specialisatie / fellowship in een deelgebied van de orthopedie, al dan niet binnen de ROGO Rotterdam. Tot 2013 zijn er nog aios die vallen onder de oude indeling van 2 jaar vooropleiding heelkunde en 4 jaar orthopedie. Aan de hand van het Persoonlijk Opleidings Plan van de individuele aios, diens / haar wetenschappelijke activiteiten en toekomstplannen wordt het opleidingsschema per aios zoveel mogelijk op maat samengesteld.
3.1
Vooropleiding heelkunde De vooropleiding heelkunde is conform de afspraken en afstemming met de vooropleiders algemene heelkunde, zoals deze plaatsvindt tijdens de jaarlijkse vergaderingen tussen de opleiders orthopedie en heelkunde van de OOR Rotterdam. Voor de aios orthopedie in Tilburg kan de vooropleiding plaatsvinden in het St. Elisabeth Ziekenhuis, maar ook in andere instellingen. Daarover worden reeds bij de aanname en de daaropvolgende verdeling van aios over de 3 opleidingsklinieken binnen de ROGO Rotterdam duidelijke afspraken gemaakt. Tijdens de vooropleiding heelkunde legt de aios in het eerstje jaar van de opleiding in elk geval het examen Advanced Trauma Life Support (ATLS) af en neemt hij / zij tenminste twee keer deel aan het voortgangsexamen heelkunde.
3.2
Specialistische opleiding orthopedie De individuele invulling van het opleidingsschema van iedere aios voorafgaand aan diens/haar start in het St. Elisabeth Ziekenhuis vindt telkens plaats in overleg tussen de opleiders van de ROGO en de desbetreffende aios, afhankelijk van diens persoonlijke situatie en voorgeschiedenis, en kan derhalve onderlinge verschillen opleveren. Met name ook omdat tijdens de opleidingsperiode van de aios orthopedie dikwijls aanpassingen moeten worden gemaakt in de schema's en roosters als gevolg van organisatorische factoren en/of privé-omstandigheden, waardoor een consistent opleidingsschema met vaste volgorde niet kan worden aangehouden. In het St. Elisabeth ziekenhuis is de opleiding in zekere mate opgedeeld in stageblokken door de koppeling van aios aan verschillende supervisoren, maar daarin zit naast de verschillende aandachtsgebieden ook een stuk overlap doordat sommige supervisoren bepaalde aandachtsgebieden delen. Belangrijkste opleidingsvorm in het St. Elisabeth Ziekenhuis is dan ook het het 'lijnleren', de aios worden opgeleid van eenvoudig naar complex (zie ook hoofdstuk 2.4.2 : Doelen bij de competenties van aios, hoofdstuk 4.1 : Werkplekleren en hoofdstuk 5: Stages). Het 'lijnleren' is onder andere terug te vinden in de 'Verrichtingenlijst', waarop voor iedere aios wordt bijgehouden welke verrichtingen deze intussen beheerst en op welk niveau. Aan de hand daarvan worden de operatieprogramma’s in moeilijkheidsgraden onder de aios verdeeld. Deze methodiek heeft wel tot gevolg dat er binnen de ROGO Rotterdam geen uniforme verdeling in stages kan worden opgesteld, maar wel een individuele opleiding 'op maat' kan worden geboden. Belangrijk uitgangspunt bij het opstellen van de opleidingsschema's is dat de periodes zoveel mogelijk aansluitend zijn en dat de eerste periode waarin de aios in de ‘moederkliniek’ begint bij voorkeur minimaal 12 maanden bedraagt, en de laatste periode van het 4e opleidingsjaar (bij voorkeur minimaal 6 maanden) ook weer in de 'moederkliniek' wordt doorgebracht; dit laatste principe wordt wel als cruciaal gehanteerd. Andere verdelingen blijven desondanks altijd mogelijk (Tabel 2).
23
Tabel 2. Overzicht van de mogelijke schema's voor de vier-en-een-half jaar opleidimg orthopedie in het St. Elisabeth Ziekenhuis (EZH) en het Erasmus Medisch Centrum (EMC) in maanden en in volgorde van waarschijnlijkheid Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
6 m EZH
6 m EMC/6 m EMC
6 m EMC/6 m EMC
6 m EZH/6 m EZH
6 m EZH/ 6 m 'superspecialisatie'
6 m EZH
6 m EZH/6 m EMC
6 m EMC/6 m EMC
6 m EMC /6 m EZH
6 m EZH / 6 m 'superspecialisatie'
6 m EZH
6 m EZH/6 m EZH
6 m EMC/6 m EMC
6 m EMC/ 6 m EMC
6 m EZH/ 6 m 'superspecialisatie'
6 m EZH
6 m EMC/6 m EZH
6 m EMC/6 m EMC
6 m EMC/6 m EZH
6 m EZH/ 6 m 'superspecialisatie'
6 m EMC
6 m EZH/6 m EZH
6 m EMC/ 6 m EMC
6 m EMC/6 m EZH
6 m EZH/ 6 m 'superspecialisatie'
6 m EMC
6 m EMC/6 m EZH
6 m EZH/6 m EMC
6 m EMC/6 m EZH
6 m EZH/ 6 m 'superspecialisatie'
6 m EMC
6 m EMC/6 m EMC
6 m EZH/6 m EZH
6 m EZH/6 m EMC
6 m EZH/ 6 m 'superspecialisatie'
6 M EMC
6 m EZH/6 m EMC
6 m EMC/6 m EMC
6 m EMC/6 m EZH
6 m EZH/ 6 m 'superspecialisatie'
24
4
Opleidingsactiviteiten Essentieel voor competentiegericht opleiden is het uitgangspunt dat opleidings- en toetsingsactiviteiten ten dienste staan van het bereiken van de verschillende competenties en dat voor elke aios regelmatig bekeken wordt welke activiteiten (nog) nodig zijn om de vereiste competenties op het vereise niveau te verwerven. Het gaat er dus niet om een aantal voorgeschreven activiteiten uit te voeren, maar om juist dié activiteiten uit te voeren die bijdragen aan het bereiken van nog niet beheerste competenties. Het bekwaamheidsniveau (plan-do-check-act) wordt gerelateerd aan het stadium van de opleiding (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1).
4.1
Werkplekleren De belangrijkste opleidingsactiviteiten vinden plaats in de kliniek. Tijdens of in de marge van de klinische werkzaamheden worden opleidingsmomenten benut en kan de aios worden geobserveerd en praktische feedback worden gegeven. Het optimaal benutten van deze momenten door zowel de opleider/supervisor als de aios is in feite eigenlijk het fundament van de moderne opleiding. De opleidersgroep streeft ernaar om een zo groot mogelijk deel van de verplichte opleidingsmomenten in te bedden in de flow van de dagelijkse praktijk, zoals op de polikliniek, maar ook de momenten voor, tijdens en na afloop van operaties, bij patiëntbesprekingen, overdracht, zaalvisite, en multidisciplinair overleg lenen zich als opleidingsmoment (Tabel 3). Tabel 3. Opleidingsactiviteiten en de belangrijkste daaraan gerelateerde competenties op de werkplek Opleidingsactiviteiten Werkplek Med hand Afdeling Multidisciplinair overleg Intensive Care Polikliniek
x x x x
Patiënteninfo / slecht nieuwsgesprek Operatiekamers Poliklinische operatiekamer SEH / traumapatiënten Dossiervoering in EMD
x x x x
Besprekingen Consulten Begeleiding coassistenten Wetenschappelijk werk
x x
Com
x x x x x x x x x x x x x
K&W
Sam
Org
Prof
x x x
x
x x
x
x x x x x x x x
x x x x x x
Maat
x x x x x x x
x x x x x x x x x x
x x
x
x
Med hand = Medisch handelen, Com = Communicatie, K&W = Kennis en wetenschap, Sam = Samenwerking, Org = Organisatie, Prof = Professionaliteit, Maat = Maatschappelijk handelen
De ijkmomenten zijn vooral de beoordelingsgesprekken, waarbij bekeken wordt of de vordering van de aios in de verschillende competenties past bij het stadium van de opleiding (zie hoofdstuk 2.4.2, tabel 1).
25
4.1.1
Afdeling Leerdoel De aios vertrouwd te maken met- en zelfstandig te leren functioneren in- de klinische behandeling van conservatief of operatief behandelde orthopedische patiënten, de totale zorg (medisch en maatschappelijk) in de breedste zin met de verantwoordelijkheid t.a.v. medicatiebeleid, ontslag en nazorg en documentatie in het EMD. Belangrijkste competenties hierbij zijn medisch handelen, communicatie, professionaliteit, organisatie en samenwerking. Leermiddelen Anamnese en orthopedisch onderzoek, röntgen- , laboratorium- en ander aanvullend onderzoek, indicatiestelling conservatieve of operatieve therapie, visite lopen, ontslagplanning, gesprekken met patiënten en familie, samenwerking met verpleegkundigen, statusvoering en brieven in het EMD, omgang met coassistenten, overdracht, consultatie andere specialisten, (acute) opnames, OK-planning, complicatiebespreking, onderwijsmiddagen, referaat en CAT, onderwijs aan verpleegkundigen, cursorisch onderwijs. Beoogde competenties Medisch handelen geeft blijk van voldoende kennis betreffende het 'denken' als orthopedisch chirurg en past dit toe heeft voldoende praktische kennis van veel voorkomende orthopedische pathologie toont inzicht in laboratoriumbeleid en de interpretatie van laboratorium- en beeldvormende diagnostiek kan op basis van de patiëntgegevens en de opnamediagnose / operatiegegevens een behandelplan opstellen / nabehandeling instellen, zowel bij de electieve als de acute orthopedische patiënt neemt kennis van het binnen de afdeling geldende medische beleid en regels, richtlijnen en protocollen en past deze adequaat toe is in staat om zijn / haar kennis over indicaties en contraïndicaties, voor- en nadelen, alternatieven en risico's van orthopedische behandelingen in praktijk te brengen (evidence based) kan efficiënt visite lopen, prioriteiten stellen, andere specialismen consulteren en overdragen is goed op de hoogte van voorzorgsmaatregelen, profylactische behandelingen en de anesthesiologische ASA-classificatie in het kader van complicatierisicovermijding/reductie toont aan de patiënt zorgvuldig te kunnen inlichten over - en voorbereiden op een operatie kan het beleid vaststellen inzake postoperatieve wondverzorging, mobilisatie, medicatie, antibiotica, pijnstilling en antistolling toont adequaat voorschrijfgedrag van medicatie in Theriak met oog voor interacties en bijwerkingen is in staat om wonden te beoordelen en wondproblemen te behandelen is in staat om postoperatieve complicaties te herkennen en daarop beleid te maken toont aan kennis te hebben van de (patho)fysiologie van postoperatieve circulatoire, pulmonale en metabole veranderingen en daarop adequaat in te kunnen spelen toont aan de indicatie voor opname op de intensive care te kunnen stellen voert patiënten met specifieke röntgenbevindingen op voor de röntgenbespreking is in staat om een adequaat ontslagbeleid te voeren Communicatie Past gesprekstechnieken adequaat toe, kan goed luisteren en effectief informatie uitwisselen met de patiënt toont empathie met belangstelling voor de patiënt en diens achtergrond kan goed een voor de patiënt veilige omgeving creëren met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie heeft een goede basishouding (onbevooroordeeld, begrijpend, open voor non verbale reacties en emoties, taalniveau, open houding) geeft adequaat en duidelijk uitleg over het ingestelde beleid aan patiënt, familie en andere disciplines 26
toont aan een passend slecht-nieuws-gesprek te kunnen voeren kan voorlichting geven volgens de eisen van de wet WGBO voert een gestructureerde verslaglegging in het EMD kan professioneel goed communiceren met andere collega's en disciplines voert een adequate en gestructureerde correspondentie met verwijzers en andere disciplines Kennis en wetenschap kent de actuele richtlijnen voor orthopedische en perioperatieve zorg toont aan de richtlijnen op de juiste wijze te kunnen hanteren en zonodig gefundeerd ervan af te wijken Samenwerken is in staat om in de kliniek multidisciplinair samen te werken kan leiding geven bij multidisciplinair overleg accepteert feedback, geeft zelf constructieve feedback, houdt zich aan afspraken kan tijdens besprekingen in geval van tegenstrijdige belangen adequaat naar anderen reageren. Organisatie kan goed omgaan met de logistiek van de afdeling en de operatieplanning kan zelfstandig een behandelplan opstellen met kennis van kosten en effectiviteit kan de afspraken en uitkomsten van een bespreking adequaat ten uitvoer brenegn kan adeqaat organiseren met goede hantering van de workload toont een professioneel time-management stelt de juiste prioriteiten maakt goed gebruik van de geplande en beschikbare tijd kan goede verbetervoorstellen doen t.a.v. de organisatie Professionaliteit kan op integere, eerlijke en empatische wijze met compassie zorg leveren en is in staat zijn ethische vraagstukken te hanteren bij de zorg voor patiënten toont goede balans tussen betrokkenheid en distantie toont een adequaat time-management kent eigen grenzen, reflecteert op eigen kennis en kunde, zoekt adeqaat hulp indien nodig kan goed omgaan met opgetreden complicaties kan adequaat omgaan met klachtenprocedures en incidenten kan omgaan met fouten (erkennen van fouten, omgaan met eigen fouten, omgaan met fouten van anderen) toont flexibiliteit (omgaan met acute situaties en stress, inspelen op snel veranderende situaties) kan teambesprekingen voorzitten, verantwoordelijkheid nemen en het proces bewaken is in staat om coassistenten of jongerejaars aios adequaat te begeleiden Maatschappelijk handelen implementeert patiëntveiligheid en kwaliteitsmanagement in het medisch handelen herkent en incorporeert ethische aspecten bij medische beslissingen en is in staat om daarbij opkomende morele vraagstukken te analyseren en in de besluitvorming te betrekken is in staat om opname- en ontslagbeleid af te stemmen volgens kwaliteitseisen en prestatieindicatoren kan andere disciplines informeren over een aanpak gericht op secundaire preventie van ziekteverzuim is op de hoogte van relevante regelgeving en kan dit overdragen Taken en verantwoordelijkheden Supervisie Supervisie van de zaalvisite vindt volgens vast schema plaats door de orthopeden die ingepland staan voor het ochtendspreekuur op de polikliniek, zij bereiden samen met de aios de visite voor en lopen mee langs de bedden. Zaalarts Afhankelijk van het aantal beschikbare aios worden twee verschillende schema’s gehanteerd ter bemensing van de afdeling door een zaalarts. Zijn er 6 of meer aios in dienst, dan is er een vaste zaalarts (sein 6655) die daarvoor gedurende één maand aaneengesloten is ingeroosterd en zich volledig bezig houdt met de zorg voor de patiënten op de afdeling. Deze
27
loopt de visite op alle dagen van 8.00 tot 9.00 en heeft naast de bovengenoemde taken en verantwoordelijkheden, ook de volgende vaste taken: Op iedere even maandagmiddag van de maand de poliklinische marcaïnisaties en heupinjecties op de ok Op iedere dinsdag- en donderdagmorgen de trauma(gips)poli. Deze poli begint altijd om 9:00 uur. Op dinsdag loopt de visite tot 8:45 uur, want vanaf dat moment start het MDO tot 9:15 uur. Praktische uitvoering Taken van de vaste zaalarts: - dagelijks visite lopen op de orthopedie afdeling en de buitengewesten - uitvoeren van consulten - up-to-date en compleet houden van het Elektronisch Medisch Dossier (EMD) - bewaken en verwerken van uitslagen en waar nodig initiëren van acties (ontslag, consultaanvragen etc.) - organisatie en documentatie rondom acute opnames en de noodzakelijke acties - bijhouden / actualiseren van de medicatie van de opgenomen patiënten in Theriak - regelen van de stollingsprofylaxe, antibiotische profylaxe en pijnmedicatie conform de geldende - protocollen en afspraken, bij voorkeur reeds voorafgaand aan de opname van patiënten (Theriak) - beoordelen van wonden e.d. volgens afdelingsprotocol - onderhouden van contacten met consulenten van andere specialismen - preoperatief onderzoek van de opgenomen patiënten - voorbereiden van de patiëntenbespreking: - anticiperen op het maken van de (controle) röntgenfoto’s - bijhouden complicatieregistratie - afwerken van de voor ontslag van patiënten noodzakelijke handelingen en het maken van elektronische - ntslagbrieven - beantwoorden van de vragen die door de verpleegkundigen worden gesteld via het Electronisch Verpleegkundig Dossier (EVD) - controle op de DOT's Indien er 5 of minder aios in dienst zijn worden de twee jongste aios (A en B) aangewezen als verantwoordelijke voor de helft van de orthopedie afdeling (de A-gang en de B-gang), naast zijn of haar eigen werkzaamheden op de polikliniek of operatieafdeling. Aios A verzorgt de A-gang, aios B de B-gang, en de overige aios C, D, E en F de buitenafdelingen, de Intensive Care en de consulten (zie onder Consulentschappen, pag. 6). De 2-wekelijkse marcaïnisaties en heupinjecties worden ad hoc ingeroosterd, afhankelijk van de ervaring van de aanwezige aios en de beschikbaarheid van een supervisor. Tijdens de dagelijkse overdracht wordt afgesproken wie het dienstsein 6655 de volgende dag zal dragen. Bij afwezigheid van de meerderheid van de aios door landelijke examens of regionale onderwijsactiviteiten wordt de zaalvisite verzorgd door de orthopedisch chirurgen, hetgeen op de voorafgaande avondbespreking wordt vastgelegd. Zaalvisite De dagelijkse visite wordt iedere ochtend van 8.00 tot 9.00 uur gelopen door de vaste zaalarts, in geval van 2 zaalartsen elk op het eigen gedeelte van de afdeling. Bij afwezigheid van één van de 2 aios wordt diens visite verzorgd door een van de andere aios, die daartoe tijdens de avondbespreking van de voorafgaande dag is aangewezen. De visitelopende arts werkt aansluitend de visite uit en handelt noodzakelijke activiteiten en eventuele problemen af. Daaronder vallen: Overleg met de behandelend orthopedisch chirurg van de patiënt waarover besluiten moeten vallen Aanvragen van consulten bij andere specialisten, bellen, en invullen consultformulier voor zover dit nog niet elektronisch geregeld is Beoordeling wonden en evt. wondbehandeling afspreken. N.B. wondinspecties vinden plaats onder strikte naleving van het protocol dat hiertoe op de afdeling aanwezig is Nabehandeling op verloop beoordelen aan de hand van geldend protocol (zie Intranet-site) Bijhouden van de decursus in EMD Tekenen röntgenaanvragen 28
Bijwerken medicatielijsten in Theriak Uitschrijven van ontslagrecepten, fysiotherapie aanvragen e.d. Afwijkingen en bijzonder verloop; deze worden gemeld aan en besproken met de oorspronkelijke behandelaar Protocollen / richtlijnen Voor de reguliere orthopedische behandelingen en de nazorg bestaan vaste richtlijnen die met regelmaat worden geactualiseerd en op het Intranet van het St. Elisabeth Ziekenhuis terug te vinden zijn.
Gevolgen Op deze wijze is er altijd een verantwoordelijke en aanspreekbare arts voor de afdeling en zijn de taken helder. Toetsing Voor de beoordeling van de ontwikkeling van de aios in deze taakstelling zijn de KPB en de 360° beoordeling de toetsingsinstrumenten bij uitstek, zoals KPB zaalvisite, KPB slechtnieuwsgesprek, KPB brieven en KPB probleempatiënt, het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek. Verder is de participatie in het Multidisciplair Onderwijs een toetsmoment. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De taken en verantwoordelijkheden van de zaalarts en diens supervisoren staan tevens vastgelegd in het document 'Regels en Afspraken'. De uitkomsten van de toetsing en de daaruit voortvloeiende leer- en verbeterpunten worden in het portfolio VREST door de aios zorgvuldig bijgehouden en geaccordeerd door de supervisor / opleider.
4.1.2
Multidisciplinair overleg (MDO) Leerdoel De aios te leren om de gehele medische en sociale situatie van een orthopedische patiënt goed te kunnen (over)zien, medisch handelen en communicatie te kunnen koppelen aan maatschappelijk handelen, daarin besluitvaardig te zijn. Leermiddelen Ontslagplanning, overleg met andere disciplines, gesprekken met patiënten en familie, samenwerking met verpleegkundigen, statusvoering en brieven in het EMD, overdracht, medisch-ethische aspecten van zorg Beoogde competenties Medisch handelen is in staat om in korte bewoordingen de medische status van de besproken patiënt duidelijk weer te geven, gerelateerd aan medische randvoorwaarden is in staat om de urgentie van de vraag om en de hoedanigheid van nazorg te herkennen en daarnaar te handelen is in staat om een adequaat ontslagbeleid te voeren Communicatie kan goed een patiënt voorstellen en effectief informatie uitwisselen met de deelnemers aan het MDO toont empathie met belangstelling voor de patiënt en diens achtergrond geeft adequaat en duidelijk uitleg over het voorgestelde beleid aan patiënt, familie en andere disciplines kan voorlichting geven volgens de eisen van de wet WGBO voert een gestructureerde verslaglegging in het EMD kan professioneel goed communiceren met andere collega's en disciplines en kan dit ook goed documenteren kan tijdens besprekingen in geval van tegenstrijdige belangen adequaat naar anderen reageren. Kennis en wetenschap kent de medische en sociale problematiek inzake de nazorg voor de orthopedische patiënt 29
toont aan de richtlijnen op de juiste wijze te kunnen hanteren en gefundeerd ervan af te wijken indien noodzakelijk toont aan de wetgeving in deze te kennen en goed te kunnen gebruiken Samenwerken is in staat om in multidisciplinair verband afspraken te maken kan leiding geven bij multidisciplinair overleg accepteert feedback, geeft zelf constructieve feedback, houdt zich aan afspraken Organisatie kan goed omgaan met de logistiek van de afdeling en de betrokkenen bij de nazorg kan zelfstandig een nabehandelingsplan opstellen met kennis van kosten en effectiviteit kan de afspraken en uitkomsten van het MDO adequaat ten uitvoer brenegn stelt de juiste prioriteiten kan goede verbetervoorstellen doen t.a.v. de organisatie Professionaliteit kan op integere, eerlijke en empatische wijze met compassie meedenken en praten inzake de nazorg voor orthopedische patiënten kent eigen grenzen, reflecteert op eigen kennis en kunde, zoekt adeqaat hulp indien nodig kan teambesprekingen voorzitten, verantwoordelijkheid nemen en het proces bewaken is in staat om t.a.v. dit onderwerp coassistenten of jongerejaars aios adequaat te begeleiden Maatschappelijk handelen implementeert patiëntveiligheid en kwaliteitsmanagement in het medisch handelen is in staat om opname- en ontslagbeleid af te stemmen volgens kwaliteitseisen en prestatieindicatoren kan andere disciplines informeren over een aanpak gericht op secundaire preventie van ziekteverzuim is op de hoogte van relevante regelgeving en kan dit overdragen Taken en verantwoordelijkheden Supervisie Volgens rooster is altijd ten minste één der orthopeden aanwezig - thans Spoor. Deelnemers aan het MDO zijn de op de afdeling werkzame aois en coassistent(en), de vaste fysiotherapeut(en), de revalidatiearts, de verpleegkundig zorgcoördinator (VZC) en 2 verpleegkundigen (de gangoudsten). Praktische uitvoering Iedere dinsdagochtend vindt op de afdeling(in aansluiting op de ochtendvisite) een gestructureerd multidisciplinair overleg (MDO) plaats. Iedere patiënt die op de afdeling verblijft wordt daarbij besproken, de vermoedelijke ontslagdatum en de mogelijkheden voor nazorg komen aan de orde. Gevolgen De voortgang in de revalidatie van elke individuele patiënt komt zo regelmatig in beeld en diens decursus wordt in het Elektronisch Verpleegkundig Dossier ingevoerd door de behandelend fysiotherapeut. Tijdens dit overleg wordt het traject van de patiënten na de klinische opname besproken en vastgesteld en ten aanzien van verpleeghuisplaatsen vervult de bij het MDO aanwezige VZC een anticiperende rol. De aios die verantwoordelijk is voor de desbetreffende patiënt overlegt hierover ook met de behandelend orthopeed. Toetsing Voor de beoordeling van de ontwikkeling van de aios in deze taakstelling zijn de KPB en de 360° beoordeling de toetsingsinstrumenten bij uitstek. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De taken en verantwoordelijkheden van de aios en diens supervisor t.a.v. het MDO staan tevens vastgelegd in het document 'Regels en Afspraken'. De uitkomsten van de toetsingsmomenten en de daaruit voortvloeiende leer- en verbeterpunten worden in het portfolio VREST door de aios zorgvuldig bijgehouden en geaccordeerd door de supervisor / opleider.
30
4.1.3
Intensive Care (patiëntenzorg in probleemsituaties) Leerdoel De aios wordt vertrouwd gemaakt met- en begeleid in- de pathofysologie en de multidiscilinaire behandeling van de ernstig zieke orthopedische patiënt en/of levensbedreigende complicaties van orthopedische behandelingen. Belangrijkste competenties hierbij zijn medisch handelen, communicatie, professionaliteit, samenwerking en maatschappelijk handelen. Leermiddelen Anamnese en orthopedisch onderzoek, röntgen-, laboratorium- en ander aanvullend onderzoek, indicatiestelling conservatieve of operatieve therapie, overdracht, multidisciplinair overleg, rapportage, röntgenbespreking, consulten, visite aan het bed, complicatiebespreking, statusvoering en ontslagbrief in EMD, gesprek met patiënt en familie, begeleiding co-assistenten, referaten en CAT. Beoogde competenties Medisch handelen is in staat de klinische pathofysiologie van respiratoir en circulatoir falen, nierfunctiestoornissen en sepsis te herkennen heeft voldoende kennis van de (farmacologie van) de medicatie die gebruikt wordt bij de behandeling van de orthopedische patiënt met ernstige complicaties heeft voldoende basale kennis van stoornissen van stofwisseling en elektrolyt huishouding en de maatregelen om deze op te heffen kan op basis van de klinische situatie van de orthopedische patiënt een goede inschatting maken van de noodzakelijke consultaties / verwijzing naar andere medisch specialisten is goed op de hoogte van voorzorgsmaatregelen, profylactische behandelingen en de anesthesiologische ASA-classificatie in het kader van complicatierisicovermijding/reductie kan het beleid vaststellen inzake postoperatieve wondverzorging, mobilisatie, medicatie, antibiotica, pijnstilling en antistolling in relatie tot de actuele klinische situatie van de patiënt Communicatie geeft adequaat en duidelijk, met empathie, uitleg over het voorgestelde beleid aan patiënt, familie / vertegenwoordigers en andere disciplines kan professioneel goed communiceren met de intensivist en met andere collega's en disciplines toont empathie met belangstelling voor de patiënt en diens achtergrond kan goed een voor de patiënt veilige omgeving creëren met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie heeft een goede basishouding (onbevooroordeeld, begrijpend, open voor non verbale reacties en emoties, taalniveau, open houding) toont aan een passend slecht-nieuws-gesprek te kunnen voeren kan voorlichting geven volgens de eisen van de wet WGBO voert een gestructureerde verslaglegging in het EMD Kennis en wetenschap kent de problematiek van tromboembolische complicaties, vasospasme, zuur-base evenwicht en vocht- en zoutregulatie bij grote orthopedische ingrepen zoals gewrichtsimplantaties en en operaties aan de grote pijpbeenderen heeft basale kennis van de primaire vitale functies, repiratoir en circulatoir falen, beademing en herstel van de circulatie, nierfalen en sepsis heeft inzicht in de behandelingsprotocollen die worden gehanteerd bij de ziektebeelden die relevant zijn in de behandeling van de (complicaties bij de) orthopedische patiënt Samenwerken is in staat om de intensivist en verschillende consulenten te consulteren en daarmee te communiceren kan leiding geven bij multidisciplinair overleg
31
staat open voor feedback en kan anderen op adequate wijze van feedback voorzien Organisatie kan de afspraken en uitkomsten van een IC-bespreking adquaat ten uitvoer brenegn stelt de juiste prioriteiten Professionaliteit toont aan te onderkennen of de patiënt IC-behoeftig is of wordt kan ethische vraagstukken hanteren bij de zorg voor IC-behoeftige orthopedische patiënten kent eigen grenzen, reflecteert goed op eigen kennis en kunde, zoekt adeqaat hulp indien nodig kan omgaan met fouten (erkennen van fouten, omgaan met eigen fouten, omgaan met fouten van anderen) toont flexibiliteit (omgaan met acute situaties en stress, inspelen op snel veranderende situaties) Maatschappelijk handelen implementeert patiëntveiligheid en kwaliteitsmanagement in het medisch handelen is op de hoogte van relevante regelgeving en kan dit overdragen is in staat mee te denken in het maken van keuzes bij de inzet van beschikbare middelen in de kostbare zorg voor de orthopedische patiënt met ernstige medische problemen / complicaties Taken en verantwoordelijkheden Supervisie De supervisor volgens rooster of de dienstdoende orthopedisch chirurg wordt altijd geconsulteerd / ingeschakeld in geval van een kritische fase voor een orthopedische patiënt voor wie een intensive care-behandeling noodzakelijk wordt geacht. De aios Wanneer bewaking op de Intensive Care (IC) een overweging wordt, neemt de behandelende aios in overleg met diens/haar supervisor daarin verantwoordelijkheid en wordt afgestemd met overige behandelaars en de IC-artsen inzake overplaatsing naar de IC. Praktische uitvoering De aios of / en de behandelende of superviserende orthopeed visiteren de patiënt op de IC en voeren in nauwkeurige afstemming met elkaar en met de IC-verpleegkundigen de gesprekken met de patiënt en / of diens familie. In samenspraak met de behandelend IC-arts en de overige betrokken medisch specialisten wordt de behandelingslijn in detail uitgezet en voortdurend geëvalueerd. Gevolgen Omdat de behandelend orthopeed/aios orthopedie volgens duidelijke afspraak de verantwoordelijkheid voor de orthopedische patiënt op de Intensive Care neemt, wordt voorkomen dat de patiënt onbedoeld de dupe wordt van een multidisciplinaire behandeling bij welke iedere betrokkene denkt dat anderen de behandeling zullen (bege)leiden. Toetsing Voor de beoordeling van de ontwikkeling van de aios in deze taakstelling zijn vooral de KPB en de 360° beoordeling de toetsingsinstrumenten, evenals het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De taken en verantwoordelijkheden van de aios en diens supervisor t.a.v. de begeleiding en behandeling van orthopedische IC-patiënten staan tevens vastgelegd in het document 'Regels en Afspraken'. De uitkomsten van de toetsingsmomenten inzake dit deel van de opleiding en de daaruit voortvloeiende leer- en verbeterpunten worden in het portfolio VREST door de aios zorgvuldig bijgehouden en geaccordeerd door de supervisor / opleider.
32
4.1.4
Polikliniek Leerdoel De aios vertrouwd te maken met- en zelfstandig te leren functioneren in- de poliklinische behandeling van orthopedische patiënten, met nadruk op de medisch-inhoudelijke aspecten en de maatschappelijke relevantie van de orthopedische zorg. Belangrijkste competenties hierbij zijn medisch handelen, communicatie, professionaliteit, organisatie en maatschappelijk handelen. Leermiddelen Anamnese en orthopedisch onderzoek, röntgen-, laboratorium- en ander aanvullend onderzoek, indicatiestelling conservatieve of operatieve therapie, voor- en nabespreking van casuïstiek (dagelijkse avondbespreking), bespreking video-opnamen van consulten en röntgenbespreking, complicatiebespreking, bedside-teaching, cursorisch onderwijs. Beoogde competenties Medisch handelen heeft voldoende praktische kennis opgedaan van specifieke poliklinische orthopedische problematiek is in staat om een adequate (hetero)anamnese af te nemen bij de poliklinische patiënt toont aan het specifieke orthopedische lichamelijk onderzoek te beheersen toont zich in staat om de passende hulponderzoeken aan te vragen kan op basis van anamnese, lichamelijk onderzoek en hulponderzoeken een differentiaaldiagnose en behandelplan opstellen, zowel bij de electieve als de acute orthopedische patiënt is in staat om kennis over indicaties en contraïndicaties, voor- en nadelen, alternatieven en risico's van orthopedische behandelingen aan de patiënt uit te leggen en in praktijk te brengen is goed op de hoogte van voorzorgsmaatregelen, profylactische behandelingen en de anesthesiologische ASA-classificatie in het kader van complicatierisicovermijding/reductie toont adequaat voorschrijfgedrag van medicatie met oog voor interacties en bijwerkingen toont aan de patiënt zorgvuldig voor te kunnen bereiden op een operatie is in staat om wonden te beoordelen en wondproblemen te behandelen is in staat om postoperatieve complicaties te herkennen en daarop beleid te maken Communicatie Past gesprekstechnieken adequaat toe, kan goed luisteren en effectief informatie uitwisselen met de patiënt stelt relevante vragen, goede mix tussen open en gesloten vragen toont empathie met belangstelling voor de patiënt en diens achtergrond is in staat om een chronische patiënt adequaat te begeleiden geeft adequaat en duidelijk uitleg over het voorgestelde beleid aan patiënt, familie en andere disciplines kan omgaan met een niet tevreden of boze patiënt kan goed een voor de patiënt veilige omgeving creëren met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie heeft een goede basishouding (onbevooroordeeld, begrijpend, open voor non verbale reacties en emoties, taalniveau, open houding) toont aan een passend slecht-nieuws-gesprek te kunnen voeren in de juiste sociale en culturele context kan voorlichting geven volgens de eisen van de wet WGBO voert een gestructureerde verslaglegging in het EMD kan professioneel goed communiceren met de supervisor, andere collega's en disciplines voert een adequate en gestructureerde correspondentie met verwijzers en andere disciplines kan keuringen en rapportages inhoudelijk goed verzorgen en brieven om inlichtingen adequaat beantwoorden Kennis en wetenschap is in staat om beschikbare literatuur te verzamelen, te interpreteren en toe te passen ten behoeve van diagnostiek en therapie kent de actuele richtlijnen voor orthopedische en perioperatieve zorg kent de meest bekende interacties van medicatie en de theoretische achtergrond
33
kan medische keuringen en rapportages goed verzorgen Samenwerken is in staat om in de kliniek , op de polikliniek en de SEH multidisciplinair samen te werken accepteert feedback, geeft zelf constructieve feedback, houdt zich aan afspraken kan jongere aios adviseren Organisatie kan goed omgaan met de logistiek van de polikliniek kan zelfstandig een behandelplan opstellen met kennis van kosten en effectiviteit bereidt een spreekuur voor, waar nodig in vooroverleg met de supervisor kan zijn / haar spreekuur adeqaat organiseren met goede hantering van de workload toont een professioneel time-management kan goede verbetervoorstellen doen t.a.v. de organisatie Professionaliteit kan op integere, eerlijke en empatische wijze met compassie zorg leveren en is in staat zijn ethische vraagstukken te hanteren bij de zorg voor patiënten toont goede balans tussen betrokkenheid en distantie toont een adequaat time-management, houdt een efficiënt en patiëntvriendelijk spreekuur kent eigen grenzen, reflecteert op eigen kennis en kunde, zoekt adeqaat hulp indien nodig kan goed omgaan met opgetreden complicaties kan adequaat omgaan met klachtenprocedures en incidenten toont flexibiliteit (omgaan met acute situaties en stress, inspelen op snel veranderende situaties)
Maatschappelijk handelen implementeert patiëntveiligheid en kwaliteitsmanagement in het medisch handelen is alert op het optreden van onverwachte effecten van de behandeling en meldt deze dan ook betrekt kennis van diagnostiek en kunde bij de secundaire preventie van blijvende invaliditeit kan andere disciplines informeren over een aanpak gericht op secundaire preventie van ziekteverzuim is op de hoogte van relevante regelgeving en kan dat overdragen heeft inzicht in de kosten van de gezondheidszorg Taken en verantwoordelijkheden Supervisie De spreekuren zijn zodanig georganiseerd dat er altijd een supervisor is voor de aios op de polikliniek, waarbij er in de planning voldoende ruimte is gelaten voor overleg tussen aios en supervisor. Aios De aios bespreekt bij voorkeur op een geschikt moment voorafgaand aan het spreekuur met de supervisor de patiënten waarvoor overleg noodzakelijk zal zijn, en tijdnes het spreekuur wordt overlegd over elke nieuwe patiënt, indicaties voor specifieke aanvullende onderzoeken (MRI, botscan etc.). In overleg met de supervisor neemt de aios middels een FLIPcamera regelmatig enkele poliklinische consulten op, aan de hand waarvan de invulling en uitkomst van een policonsult zorgculdig kan worden bekeken en besproken. Praktische uitvoering Voorbereiding spreekuren De aios bereiden hun spreekuren tijdig voor, in overleg met hun supervisor, om zo te kunnen anticiperen op het spreekuur en op reeds uitgevoerd hulponderzoek, zodat daarover met de supervisor reeds vóór het spreekuur al kan worden afgestemd. Nieuwe patiënten Per nieuwe patiënt wordt in de afsprakenlijst voldoende tijd ingeroosterd voor de aios om de anamnese af te nemen, lichamelijk onderzoek te verrichten, het aanvullende onderzoek te evalueren en de gemaakte röntgenfoto's te bekijken. Keuringen en rapportages Er wordt naar gestreefd om, mede afhankelijk van de vraagstelling van de instantie die om een keruing/rapportage vraagt, de aios zoveel mogelijk in te schakelen. De matrix voor de werkwijze tijdens keuringen en het opstellen van 34
het verslag van een expertise (geprotocolleerde systematiek volgens de richtlijnen van de AMA en de Commissie Invaliditeit en Arbeidsongeschiktheid van de NOV) is besschikbaar als WORD document op de H-schijf (Intranet) van het ziekenhuis, documentatie kan in principe goed via het EMD plaatsvinden. Elke keuring wordt gesuperviseerd en te keuren persoon wordt ook altijd gezien door de daartoe in het rooster vermelde superviserende orthopeed. Ondanks het feit dat keuringen geen verplicht karakter meer hebben voor de opleiding, wordt veel waarde gehecht aan het aanleren van deze regelmatig voorkomende procedure. Behandelteams Op de polikliniek zijn ‘behandelteams’ gerealiseerd, waarbij de aios steeds werkt onder supervisie van een van de specialisten en met name patiënten geboekt krijgt die vallen onder diens aandachtsgebieden. De aios ziet dergelijke patiënten met aangepaste consulttijden en de afspraaktijden voor de patiënten van de supervisor bieden voldoende ruimte voor supervisie en feedback. Op deze manier krijgt de aios ervaring met meer complexe patiënten en is supervisie altijd gezekerd. Bovendien zijn er met deze werkwijze goede mogelijkheden voor individuele ‘bed-side teaching’. Patiënten met bijzondere aandoeningen kunnen ook worden aangemeld voor bedside teaching in de volledige groep aios, op donderdagmiddag om 15.00 uur. Overleg met supervisor De aios bespreekt, afhankelijk van de fase van de opleiding, iedere nieuwe patiënt met zijn supervisor en stelt daarmee gezamenlijk een behandelingsplan op. Aanvragen voor hulponderzoeken (scans e.d.) vinden uitsluitend in overleg met de supervisor plaats. Tevens dient een behandelplan, cq consequentie van aanvullende diagnostiek in de decursus vermeld staan. Steeds moet duidelijk worden vastgelegd wanneer en bij wie de patiënt moet terugkomen, waarbij het uitgangspunt is dat de patiënt zoveel mogelijk door dezelfde arts wordt teruggezien. Uiteraard is dat mede afhankelijk van de gepresenteerde aandoening. Met regelmaat wordt een poliklinisch consult in de vorm van een KPB beoordeeld. De aios neemt enkele consulten op met de FLIPcamera en na het spreekuur bekijken de aios en de supervisor samen één of 2 consulten, voor dit doel kan de FLIPcamera direct in een laptop worden geplugd. De aios kan zelf vervolgens aan de hand van het gefilmde consult aangeven waar de zwakke en sterke punten in het consult lagen, en de supervisor kan vervlgens feedback geven. De poliklinieklijst met daarop alle patiënten die tijdens een spreekuur door de assistent zijn gezien zijn, wordt alvorens verdere administratieve verwerking plaatsvindt, allereerst door de superviserende orthopeed gecontroleerd in het EMD, PACS en DOT registratie en, waar nodig, met de assistent besproken. Administratie De aios verzorgt de documentatie van iedere patiënt die gezien wordt in het EMD. Zijn werkwijze en verslaglegging dient als volgt te geschieden: De aios gebruikt de specifieke templates, in verband met de daarin opgenomen scores e.d. In het decursusvakje rechtsonder in het EMD dient de differentiaal diagnose en de argumentatie voor aanvullend onderzoek (foto’s, scans etc.) duidelijk te staan, alsmede het behandelplan. Na het eerste polikliniekbezoek wordt altijd een brief aangemaakt in het EMD. Ieder vervolgbezoek wordt in het EMD onder nieuwe decursus genoteerd, als er belangrijke aanvullende informatie is voor huisarts of specialisten wordt er opnieuw een brief hierover aangemaakt. Alle aangemaakte brieven ( 'concept arts-assistent' ) worden altijd in het EMD gecontroleerd (gecorrigeerd) door de superviserende orthopeed en daarna pas als 'definitief ' opgeslagen en (electronisch) verstuurd. Verzoeken om inlichtingen worden zoveel mogelijk beantwoord door de aios die voor de desbetreffende patiënt verantwoordelijk is. Deze brieven worden ook in het EMD door de saupervisor gecontroleerd. Bij elke patiënt die na een operatie of conservatieve behandeling wordt teruggezien op de polikliniek moet nauwkeurig worden gecontroleerd of er complicaties zijn geweest en of deze in het EMD zijn verwerkt; zoniet, dat wordt dat alsnog geregistreerd. Gevolgen Omdat de aios orthopedie met de supervisor samen als vast duo optreedt, krijgt de patiënt ook een eenduidige en inzichtelijke behandeling, waarbij er naar wordt gestreefd om ook de follow-up van de patiënt in elk geval door één van deze 2 te laten verzorgen. De aios heeft daarbij de mogelijkheden voor directe terugkoppeling en feedback en dankzij de systematiek van het EMD kan de supervisor alles gemakkelijk controleren.
35
Toetsing Voor de beoordeling van de ontwikkeling van de aios in de poliklinische activiteiten zijn vooral de KPB (KPB voorbereiding poli, KPB vide-opname, KPB probleempatiënt etc.), correcties brieven in het EMD en de 360° beoordeling de belangrijkste toetsingsinstrumenten, evenals het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De taken en verantwoordelijkheden van de aios en diens supervisor t.a.v. het werken op de polikliniek staan tevens vastgelegd in het document 'Regels en Afspraken'. De beoordeling van en de prioriteitsstelling bij de orthopedische patiënt op het spreekuur wordt op systematische wijze vastgelegd in het EMD. De resultaten van de toetsingen worden door de aios in het portfolio (VREST) opgeslagen en door de supervisor / opleider geaccordeerd.
4.1.5
Patiënteninformatie / slecht nieuwsgesprek Leerdoel De aios leert om compleet en bondige informatie te geven aan de patiënt en / of diens familie, complexe problematiek uit te leggen en zelfstandig een slecht nieuwsgesprek te voeren Leermiddelen Overdracht, rapportage, consulten, visite aan het bed, keuringen, acute opname, SEH Beoogde competenties Medisch handelen toont aan een goede inschatting te kunnen maken van de ernst van de aandoening en de situatie van de patiënt is in staat om een patiënt op de polikliniek, de afdeling of de SEH adequaat te informeren omtrent diens medische status en het behandelplan toont aan de patiënt zorgvuldig voor te kunnen voorbereiden op een behandeling / operatie Communicatie is helder en eenduidig in de informatieverstrekking toont voldoende overtuigingskracht toont aan 'grip' op de situatie te hebben is in staat om met de juiste inschatting van de situatie duidelijke uitleg te geven neemt met zichtbaar zelfvertrouwen initiatieven in het gesprek toont een goede balans tussen betrokkenheid / empathie en distantie kan bij een slecht nieuws gesprek de feiten formeel en zakelijk goed op tafel leggen kan op een zakelijke manier omgaan met spannende , stressvolle situaties en bijbehorende emoties voert een gestructureerde verslaglegging van de aan patiënt verstrekte informatie in het EMD Kennis en wetenschap toont aan in staat te zijn om een goede probleemanalyse te maken kan onweerlegbare argumenten aanvoeren als basis voor een (niet prettige) boodschap laat zien voldoende technische vaardigheden te bezitten om een negatief bericht goed over te kunnen brengen Samenwerken weet naar aanleiding van de voorliggende problematiek de passende hulp in te schakelen kan goede feedback geven aan alle betrokkenen Organisatie laat zien een moeilijk gesprek goed voor te kunnen bereiden kan prioriteiten stellen en taken delegeren met de bijbehorende verantwoordelijkheden en bevoegdheden 36
Professionaliteit kan gepast medeleven laten blijken, emotionele signalen herkennen en feiten van emotie onderscheiden kan goed omgaan met de (rationele) tegenwerpingen van patiënt en omgeving op slecht nieuws kan oorzaken en knelpunten goed benoemen beheerst verschillende stijlen van conflicthantering is in staat om goede vervolgacties en oplossingen aan te dragen Maatschappelijk handelen toont aan op de hoogte te zijn van relevante regelgeving en reflecteert dat in het gesprek met patiënt en/of familie geeft blijk van begrip voor de maatschappelijke consequenties van een negatieve boodschap Taken en verantwoordelijkheden De aios voert belangrijke- en slecht nieuwsgesprekken met een patiënt en/of diens omgeving in overleg met de opleider / supervisor al dan niet zelfstandig. Als er belangrijke consequenties zijn ten aanzien van de noodzakelijke behandeling en de prognose is de opleider / supervisor daar in principe bij aanwezig. Praktische uitvoering In de meeste gevallen is er voldoende tijd om gesprekken over belangrijke beslissingen inzake de orthopedische behandeling van een patiënt te plannen en daar voldoende tijd voor in te ruimen. Een uitzondering vormen besluiten inzake het al of niet behandelen van acute afwijkingen, daarbij speelt dikwijls het dilemma van niet tot communiceren capabele patiënten (dementie e.d.) , zodat met familie en/of omgeving moet worden afgestemd. Dit onderdeel van de opleiding tot orthopedisch chirurg wordt met de vergrijzing steeds meer actueel en verdient derhalve prioriteit van de opleider / supervisor. Gevolgen Beoordeeld moet worden of de aios het moeilijke gesprek goed voorbereidt, of de aios in staat is om de nare feiten direct op tafel te leggen en er niet omheen te draaien, en of de aios kan omgaan met de schrikreactie, de weerstand en de mogelijke ontkenning van de patiënt. De aios moet zich kunnen inleven en betrokken kunnen voelen maar de juiste afstand bewaren en de verschillende argumenten voor de gebrachte boodschap nog eens helder op een rijtje kunnen zetten, en vooral ook de vervolgstappen in beeld kunnen brengen. Toetsing Voor de beoordeling van de wijze waarop de aios met patiënten communiceert en slecht nieuws brengt is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten in de informatieverstrekking naar patiënten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De superviserende orthopeed geeft indien noodzakelijk duidelijke en concrete feedback aan de aios. In het portfolio (VREST) verwerkt de aios de resultaten van de toetsingen en het KPB-gesprek, door de supervisor /opleider wordt dit vervolgens geaccordeerd.
4.1.6
Operatiekamers De activiteiten van de aios op de operatiekamers zijn afhankelijk van de roostering en de koppeling van de aios aan een supervisor. Leerdoel De aios leert op de operatiekamers specifieke orthopedische ingrepen adequaat voor te bereiden en uit te voeren met inachtneming van alle vereisten en maatregelen inzake perioperatieve zorg, inclusief time-out procedure, de slotcontroles en het instellen van een eenduidig postoperatief beleid, conform de format van een OSB (zie bijlage 2).
37
Leermiddelen Anamnese, lichamelijk onderzoek, röntgen- laboratorium- en ander aanvullend onderzoek, indicatiestelling, preoperatieve patiëntbespreking (avondbespreking), kennis van diverse anesthesie- en operatietechnieken, assistentie bij operatieve ingrepen, (regionale) anatomie- en hands-on-cursussen, specifieke OSB's. Beoogde competenties Medisch handelen toont aan de opbouw van kennis en kunde in de OSB's voldoende te beheersen, te kunnen reflecteren en toe te kunnen passen, zowel bij de electieve als de acute orthopedische patiënt past beeldvormende diagnostiek en therapeutisch beleid op de juiste afgewogen wijze toe is in staat om kennis over indicaties en contraïndicaties, voor- en nadelen, alternatieven en risico's van orthopedische behandelingen in praktijk te brengen is goed op de hoogte van voorzorgsmaatregelen, profylactische behandelingen en de anesthesiologische ASA-classificatie in het kader van complicatierisicovermijding/reductie toont aan zichzelf en de patiënt zorgvuldig te hebben voor bereid op een operatie is in staat om in beperkte tijd en met toepasselijke techniek de juiste handeling te verrichten en de juiste besluiten te nemen kan het beleid vaststellen inzake postoperatieve wondverzorging, mobilisatie, medicatie, antibiotica, pijnstilling en antistolling is in staat om direct-postoperatieve complicaties te herkennen en daarop beleid te maken toont aan kennis te hebben van de (patho)fysiologie van postoperatieve circulatoire, pulmonale en metabole veranderingen en daarop adequaat in te kunnen spelen, indicatie voor intensive care te kunnen stellen is in staat om een gedetailleerde en adequate, en voor derden toegankelijke verslaglegging van de uitgevoerde handeling te doen in het EMD kan een adequate overdracht doen van de uitgevoerde handeling aan collegae en verpleegkundigen Communicatie Kan voorafgaand aan de operatie goed en effectief informatie uitwisselen met de patiënt (time-out) Communiceert helder, efficiënt en constructief met OK-personeel en met de anesthesist geeft adequaat en duidelijk uitleg over de uitgevoerde behandeling aan patiënt, familie en andere disciplines voert een beknopte en gestructureerde verslaglegging in het EMD Kennis en wetenschap is in staat om evidence based medicine toe te passen bij de behandeling van de patiënt kent de anatomie van het gebied waarin geopereerd wordt is goed op de hoogte van etiologie, epidemiologie en pathofysiologie van het ziektebeeld waarvoor geopereerd wordt kent de actuele richtlijnen voor orthopedische en perioperatieve zorg heeft voldoende kennis van instrumenten en materialen neemt regelmatig deel aan orthopedische hands-on cursussen Samenwerken kan goed samenwerken met de anesthesist / anesthesieverpleegkundige kan goed samenwerken met het personeel op de OK accepteert feedback, geeft zelf constructieve feedback, houdt zich aan afspraken kan jongere aios / coassistenten bijstaan en adviseren Organisatie kan goed omgaan met de logistiek van afdeling, operatieplanning en operatiekamers kan het operatieprogramma overzien en inschatten en stelt zich daarin constructief op kan goed omgaan met het behandelen van eventuele acute ingelaste operatiepatiënten stelt de juiste prioriteiten maakt goed gebruik van de geplande en beschikbare tijd Professionaliteit kent eigen grenzen, reflecteert op eigen kennis en kunde, zoekt adeqaat hulp indien nodig 38
toont een adequaat time-management op de OK kan goed omgaan met opgetreden complicaties kan omgaan met fouten (erkennen van fouten, omgaan met eigen fouten, omgaan met fouten van anderen) toont flexibiliteit (omgaan met acute situaties en stress, inspelen op snel veranderende situaties) Maatschappelijk handelen is in staat om bij probleempatiënten en risicopatiënten de juiste maatregelen te nemen en afspraken te maken met patiënt en/of familie, conform de geldende regelgeving implementeert patiëntveiligheid en kwaliteitsmanagement in het medisch handelen is kostenbewust in de toepassing van het medisch handelen Taken en verantwoordelijkheden De aios staan volgens roostering op de klinische OK altijd ingepland tezamen met één der orthopeden, in de meeste gevallen met hun supervisor van dat moment. Op grond van de ter beschikking staande zwaarteclassificatie zal periodiek binnen de maatschap worden bekeken op welk niveau de aios individueel kunnen / mogen opereren, wat voor ingrepen zij eventueel zelfstandig (= supervisie op afstand) of uitsluitend onder supervisie kunnen doen. Daarvoor vigeert een regelmatig geactualiseerde 'Verrichtingenlijst'. De registratie van het niveau van operatieve vaardigheid is ook terug te vinden in het door de aios bijgehouden portfolio in VREST. Praktische uitvoering De superviserende orthopeed moet er voor zorgen dat de aios ook inderdaad aan bepaalde operaties toekomt. Met de assistent die op de OK of op het behandelcentrum staat ingeroosterd wordt tijdens de voorafgaande dagelijkse patiëntbespreking afgesproken welke patiënten hij zelf, onder supervisie, zal opereren, daarbij refererend aan de stand van zaken met betrekking tot de OSB's bij de desbetreffende aios. Van de aios wordt daarbij verwacht dat deze zijn/haar operaties grondig voorbereidt en in staat is dit ook stapsgewijs tijdens de operatie te communiceren. Operatieverslag en documentatie De verantwoordelijke orthopeed of aios zorgt ervoor dat het operatieverslag direct op de OK in het EMD wordt gezet. Daarnaast dient er een helder nabehandelingsplan in het EMD/EVD genoteerd te worden, evenals afwijkingen van het geldende protocol. De superviserende orthopeed controleert de verslagen in het EMD. Gevolgen Op deze manier wordt de groei van de aios in het operatieve handelen volgens OSB-format inzichtelijk. Toetsing Voor de beoordeling van de ontwikkeling van de aios in operatieve vaardigheden zijn bij uitstek de OSB en het OSBgesprek bedoeld, maar ook KPB (met name medisch handelen, communicatie, kennis en wetenschap, organisatie, samenwerking, professionaliteit), de 360° beoordeling zijn belangrijke toetsingsinstrumenten, evenals het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek.
Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging Alle documentatie over de operaties wordt systematisch vastgelegd in het EMD, evenals de perioperatieve zorg en overdrachten aan de verpleegkundigen op de afdeling. De groei in operatieve vaardigheden wordt gereflecteerd in de zogenaamde 'Verrichtingenlijst', waarin vermeld staat op welk niveau zich iedere aios bevindt. De resultaten van de toetsingen worden door de aios en de supervisor in het portfolio (VREST) opgeslagen en door de supervisor /opleider geaccordeerd.
39
4.1.7
Poliklinische OK Leerdoel De aios leert op de poliklinische operatiekamer (POK/behandelcentrum) om specifieke kleinere orthopedische ingrepen onder plaatselijke verdoving adequaat voor te bereiden en uit te voeren met inachtneming van alle vereisten en maatregelen inzake perioperatieve zorg, inclusief time-out procedure, de slotcontroles en het instellen van een eenduidig postoperatief beleid, conform de format van een OSB (zie bijlage 2). De aios toont aan voldoende parktische kennis te hebben van specifieke orthopedische poliklinische behandeltechnieken. Hij/zij kan in beperkte tijd de juiste handeling uitvoeren en de juiste besluiten nemen. Leermiddelen Anamnese, lichamelijk onderzoek, röntgenonderzoek, laboratoriumonderzoek, indicatiestelling, preoperatieve patiëntbespreking (avondbespreking), kennis van diverse anesthesie- en operatietechnieken, assistentie bij poliklinische ingrepen, (regionale) anatomie- en hands-on-cursussen, specifieke OSB's. Beoogde competenties Medisch handelen toont aan de patiënt zorgvuldig voor te kunnen bereiden op een poliklinische ingreep heeft voldoende praktische kennis opgedaan van specifieke poliklinische orthopedische problematiek bereidt de poliklinische verrichtingen goed voor toont aan op de hoogte te zijn van indicaties en contraïndicaties, voor- en nadelen, alternatieven en risico's van orthopedische poliklinische behandelingen en kan deze aan de patiënt uitleggen en in praktijk brengen is goed op de hoogte van voorzorgsmaatregelen, profylactische behandelingen en de anesthesiologische ASA-classificatie in het kader van complicatierisicovermijding/reductie toont adequaat voorschrijfgedrag van postoperatieve medicatie met oog voor interacties en bijwerkingen is in staat om postoperatieve complicaties van poliklinische ingrepen te herkennen en daarop beleid te maken Communicatie kan een adequate time-out procedure uitvoeren bij de te opereren patiënt kan goed luisteren en effectief informatie uitwisselen met de patiënt geeft adequaat en duidelijk uitleg over het voorgestelde beleid aan patiënt, familie en andere disciplines kan goed en met empathie op de poliklinische OK een voor de patiënt veilige omgeving creëren met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie kan voorlichting geven volgens de eisen van de wet WGBO voert een gestructureerde verslaglegging in het EMD kan professioneel goed communiceren met de supervisor, andere collega's en disciplines voert een adequate en gestructureerde correspondentie met verwijzers en andere disciplines Kennis en wetenschap is in staat om beschikbare literatuur te verzamelen, te interpreteren en toe te passen ten behoeve van diagnostiek en therapie rondom poliklinische verrichtingen kent de actuele richtlijnen voor poliklische orthopedische en perioperatieve zorg kent de meest bekende interacties van medicatie en de theoretische achtergrond Samenwerken is in staat om op de poliklinische OK samen te werken met de verpleegkundigen kan de juiste structuur voorbereiden en neerzetten voor de geplande poliklinische ingreep staat op open voor feedback en kan anderen op adequate wijze van constructieve feedback voorzien kan jongere aios adviseren / begeleiden Organisatie kan goed omgaan met de logistiek van de polikliniek kan zelfstandig een behandelplan opstellen met kennis van kosten en effectiviteit
40
bereidt een spreekuur voor, waar nodig in vooroverleg met de supervisor kan zijn / haar spreekuur adeqaat organiseren met goede hantering van de workload toont een professioneel time-management kan goede verbetervoorstellen doen t.a.v. de organisatie Professionaliteit kan op vertrouwennwekkende en empatische wijze de patiënten op de poliklinische OK behandelen kent eigen grenzen, reflecteert op eigen kennis en kunde, zoekt adeqaat hulp indien nodig kan goed omgaan met opgetreden complicaties kan omgaan met fouten (erkennen van fouten, omgaan met eigen fouten, omgaan met fouten van anderen) toont flexibiliteit (omgaan met acute situaties en stress, inspelen op snel veranderende situaties) Maatschappelijk handelen implementeert patiëntveiligheid en kwaliteitsmanagement in het medisch handelen is alert op het optreden van onverwachte effecten van de behandeling en meldt deze dan ook betrekt kennis van diagnostiek en kunde bij de secundaire preventie van blijvende invaliditeit kan andere disciplines informeren over een aanpak gericht op secundaire preventie van ziekteverzuim is op de hoogte van relevante regelgeving en kan dat overdragen heeft inzicht in de kosten van de gezondheidszorg Taken en verantwoordelijkheden De aios die ingeroosterd staat voor de poliklinische operaties (POK-lokaal of Behandelcentrum) is altijd gekoppeld aan een vaste supervisor, die voor de begeleiding op het behandelcentrum vrijgepland staat. Op grond van de ter beschikking staande zwaarteclassificatie zal periodiek binnen de maatschap worden bekeken op welk niveau de aios individueel kunnen / mogen opereren, wat voor ingrepen zij eventueel zelfstandig (= supervisie op afstand) of uitsluitend onder supervisie kunnen doen. Daarvoor vigeert een regelmatig geactualiseerde 'Verrichtingenlijst'. De registratie van het niveau van de aios inzake poliklinische verrichtingen is tevens terug te vinden in het door de aios bijgehouden portfolio in VREST. Praktische uitvoering De superviserende orthopeed moet er voor zorgen dat de aios aan voldoende poliklinische operaties onder locale anesthesie toekomt. Met de assistent die op het behandelcentrum staat ingeroosterd wordt tijdens de voorafgaande dagelijkse patiëntbespreking afgesproken welke patiënten hij zelf, onder supervisie, zal opereren, daarbij refererend aan de stand van zaken met betrekking tot de OSB's bij de desbetreffende aios. Van de aios wordt daarbij verwacht dat deze zijn/haar operaties grondig voorbereidt en in staat is dit ook stapsgewijs tijdens de operatie te communiceren. Operatieverslag en documentatie De verantwoordelijke orthopeed of aios zorgt ervoor dat het operatieverslag direct op de OK in het EMD wordt gezet. Daarnaast dient er een helder nabehandelingsplan in het EMD/EVD genoteerd te worden, evenals afwijkingen van het geldende protocol. De superviserende orthopeed controleert de verslagen in het EMD. Gevolgen Op deze manier wordt de groei van de aios in het poliklinisch operatieve handelen volgens OSB-format inzichtelijk. Toetsing Voor de beoordeling van de ontwikkeling van de aios in poliklinische operatieve vaardigheden zijn bij uitstek de OSB en het OSB-gesprek bedoeld, maar ook KPB (medisch handelen, communicatie, kennis en wetenschap, organisatie, professionaliteit, samenwerking), de 360° beoordeling zijn belangrijke toetsingsinstrumenten, evenals het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek.
Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging Alle documentatie over de poliklinische operaties wordt systematisch vastgelegd in het EMD, evenals de perioperatieve zorg en overdrachten aan de verpleegkundigen op de afdeling. De groei in poliklinische operatieve vaardigheden wordt gereflecteerd in de zogenaamde 'Verrichtingenlijst', waarin vermeld staat op welk niveau zich iedere aios bevindt. 41
De resultaten van de toetsingen worden door de aios en de supervisor in het portfolio (VREST) opgeslagen en door de supervisor /opleider geaccordeerd.
4.1.8
SEH afdeling Leerdoel De aios leert adequaat invulling te geven aan de eerste opvang, de diagnostiek en de opname vn patiënten met een acute aandoening van het houdings- en bewegingsappraat, hetzij door een zich plotseling manifesterende ziekte en/of gebrek, hetzij door een ongeval of overmatige belasting. Het doen van dienst en daar effectieve invulling aan geven is een belangrijk onderdeel van dit werkplekleren. Leermiddelen ATLS, anamnese, lichamelijk onderzoek, röntgenonderzoek en aanvullend onderzoek, laboratoriumonderzoek, bespreking en indicatiestelling, fractuur- en wondbehandeling, gipstechnieken, preoperatieve patiëntbespreking (avondbespreking), kennis van diverse anesthesie- en operatietechnieken, assistentie bij operatieve ingrepen, (regionale) anatomie- en hands-on-cursussen, specifieke OSB's. Beoogde competenties Medisch handelen is capabel om de acute traumatische / medische situatie van de orthopedische patiënt te herkennen en te beoordelen en een behandeling voor te stellen conform ATLS-richtlijnen is in staat om de urgentie te bepalen en vervolgens duidelijke prioriteiten te stellen kan maatregelen nemen inzake de waarborging van de veiligheid van zichzelf, medehulpverleners, omstanders en slachtoffer(s) is in staat om de klinische pathofysiologie van respiratoir en circulatoir falen, nierfunctiestoornissen en sepsis te herkennen heeft voldoende kennis van de (farmacologie van) de medicatie die gebruikt wordt bij de behandeling van de acute orthopedische patiënt heeft voldoende basale kennis van stoornissen van stofwisseling en elektrolyt huishouding en de maatregelen om deze te signaleren en op te heffen kan op basis van het acute klinische beeld van de orthopedische patiënt een goede inschatting maken van de noodzakelijke consultaties / verwijzing naar andere medisch specialisten is goed op de hoogte van voorzorgsmaatregelen, profylactische behandelingen en de anesthesiologische ASA-classificatie in het kader van complicatierisicovermijding/reductie is in staat mee te denken in het maken van keuzes bij de inzet van beschikbare middelen in de kostbare zorg voor de acute orthopedische patiënt is in staat om wonden / gecompliceerde fracturen te beoordelen en te behandelen heeft kennis van gipstechnieken en materialen en is in staat om zelfstandig gipsverbanden aan te leggen Communicatie toont in SEH setting duidelijk en praktisch te kunnen communiceren, met empathie en belangstelling voor de patiënt en diens achtergrond heeft een goede basishouding (onbevooroordeeld, begrijpend, open voor non verbale reacties en emoties, taalniveau, open houding) stelt relevante vragen geeft adequaat en duidelijk uitleg over het voorgestelde beleid aan patiënt, familie en andere disciplines kan goed luisteren en professioneel / effectief informatie uitwisselen met het opvangteam op de SEH kan voorlichting geven volgens de eisen van de wet WGBO 42
voert een gestructureerde verslaglegging in het EMD voert waar nodig adequaat overleg met andere disciplines Kennis en wetenschap heeft kennis van de beschikbare literatuur ten behoeve van diagnostiek en therapie op de SEH kent de basisprincipes van acute zorg volgens de ATLS kent de actuele richtlijnen voor acute orthopedische zorg Samenwerken is in staat om op de SEH multidisciplinair samen te werken kan leiding geven bij de multidisciplinaire aanpak van een acute patiënt staat open voor feedback en kan anderen op adequate wijze van feedback voorzien kan adequaat delegeren en consulteren Organisatie kan goed omgaan met de logistiek van de SEH kan zelfstandig een behandelplan opstellen met kennis van kosten en effectiviteit kan acute opname en eventuele overplaatsing professioneel regelen kan adeqaat organiseren met goede hantering van de workload stelt de juiste prioriteiten / voert de triage systematisch uit heeft inzicht in de organisatie van acute hulpverlening buiten het ziekenhuis kan goede verbetervoorstellen doen t.a.v. de organisatie Professionaliteit kan goed omgaan met de dienst voor de SEH toont aan een triage op professionele wijze te kunnen uitvoeren kan op integere, eerlijke en empatische wijze met compassie zorg leveren en is in staat zijn ethische vraagstukken te hanteren bij de zorg voor acute patiënten toont goede balans tussen betrokkenheid en distantie kent eigen grenzen, reflecteert op eigen kennis en kunde, zoekt adeqaat hulp indien nodig kan goed omgaan met opgetreden complicaties op de SEH kan omgaan met fouten (erkennen van fouten, omgaan met eigen fouten, omgaan met fouten van anderen) toont flexibiliteit (omgaan met acute situaties en stress, inspelen op snel veranderende situaties) Maatschappelijk handelen implementeert patiëntveiligheid en kwaliteitsmanagement in het medisch handelen is in staat om naar maatschappelijk passende maatstaven zorg te leveren aan de acute patiënt en informatie te verstrekken aan de patiënt en diens omgeving kan met patiënt en/of familie afspraken maken over het beleid in geval van ernstige complicaties (reanimatie, beademing etc.) conform de geldende wet- en regelgeving heeft kennis van lokale rampen- en calamititenplannen Taken en verantwoordelijkheden Afspraken Over de opvang en behandeling van traumapatienten bestaan met de algemeen chirurgen vastgestelde afspraken. Op elke dinsdag en donderdag worden alle patiënten met letsels van het houdings- en bewegingsapparaat behandeld door de afdeling orthopedie, uitgezonderd patiënten met eenvoudige letsels die, conform de algemeen geldende afspraken hieromtrent, door de poortarts worden behandeld en naar de huisarts worden terugverwezen. Brand-, snijof schaafwonden blijven vallen onder de afdeling algemene heelkunde. Van den Brand, Caron, Diekerhof, Gosens, Spoor en de Waal Malefijt zijn aanspreekpunt op ieder onderdeel van de traumazorg, waarbij de orthopedie betrokken wordt. Spoor vertegenwoordigt de maatschap Orthopedie in de Werkgroep Traumatologie van het St. Elisabeth Ziekenhuis. Caron en van den Brand zijn de contactpersonen in het periodiek overleg met de traumachirurgen (van Egmond, van der Heijden en Verhofstad).
43
Organisatie De aios maken zelf het dienstrooster voor de dinsdagen en donderdagen, telkens voor minstens 1 maand. Volgens rooster worden deze traumadiensten gesuperviseerd door de dienstdoende orthopedisch chirurg (van den Brand, Caron, Diekerhof, Gosens, Spoor of de Waal Malefijt). De dienstdoende aios orthopedie zorgt ervoor dat de gegevens van de opgenomen patiënt genoteerd worden in het orthopedisch EMD en ook de DOT wordt geregistreerd. De dienstdoende aios is op de dag van de traumadienst tot 22:00 uur aanwezig in het ziekenhuis en is daarna thuis bereikbaar. Compensatie daarvoor is telkens een halve dag en deze wordt in overleg met de roosterplanner (Spoor) en het secretariaat in het werkrooster ingepast. Traumabespreking Alle orthopeden , maar in elk geval van den Brand, Caron, Diekerhof, Gosens, Spoor en de Waal Malefijt, alsmede de aios orthopedie worden verwacht aanwezig te zijn bij de traumatologiebespreking, die elke dinsdagmiddag van 17:00 – 18:00 uur plaatsvindt met de algemeen chirurgen, hun assistenten en de revalidatiearts. Tijdens die bespreking worden aan de hand van casuistiek en rontgenfoto’s de interpretatie, behandeling en het verloop van letsels van het houdings- en bewegingsapparaat geëvalueerd en getoetst aan de bestaande protocollen. In het EMD en PACS-systeem is een aparte patiëntenlijst voor deze bespreking beschikbaar, die voor elke in te voeren traumapatiënt vanuit zowel de chirurgische als orthopedische groep toegankelijk is. Van den Brand is voor de traumabespreking aanspreekpunt vanuit de orthopedie. Praktische uitvoering De aios die op dinsdag of donderdag dienst heeft meldt zich 's morgens als dienstdoende op de SEH, zodat de poortarts weet wie er gebeld moet worden voor patiënten met letsel van het houdings- en bewegingsapparaat. In overleg met de SEH arts wordt het beleid voor iedere patiënt eenduidig afgestemd, waarbij de aios orthopedie er verantwoordelijk voor is dat een duidelijk behandelplan wordt opgesteld, zonodig mede in overleg met de superviserende / dienstdoende orthopedisch chirurg, en dat het ook goed wordt uitgevoerd. Al naar gelang zijn/haar ervaring besluit de dienstdoende aios of reposities van fracturen en/of luxaties door hem/haarzelf of door de SEH arts worden uitgevoerd. of dat de supervisor wordt ingeschakeld. In het geval dat de aios door andere taken niet direct beschikbaar is, zorgt deze zelf voor adequate vervanging en bereikbaarheid voor de SEH. Bij grote drukte springen de aios orthopedie in om de SEH arts te assisteren, voor zover dit letsels van het steun- en bewegingsapparaat betreft. Voorts wordt de dienstdoende aios zoveel mogelijk betrokken bij de operaties aan acute / ongevalspatiënten. Gevolgen Op de ochtend na een traumadienst is de aios orthopedie met de orthopedisch chirurg die ook dienst heeft gehad, aanwezig op het ochtendrapport van de chirurgen SEH om 7.30 uur, wanneer er patiënten zijn opgenomen die gezamenlijk met de chirurgen worden behandeld. Vervolgens vind om 7:45 de orthopedische overdracht op het secretariaat plaats, daar worden de acuut opgenomen en/of geopereerde patiënten eveneens besproken en overgedragen. Daarna volgt de ochtendbespreking van 8.00 uur op de afdeling Spoedeisende Hulp, waar alle patiënten die tijdens de voorafgaande 24 uur op de SEH zijn gezien besproken worden aan de hand van de gemaakte röntgenfoto’s. Voor de controles van traumapatiënten is een speciaal daartoe ingericht spreekuur op de gipskamers, op elke dinsdagmorgen van 09:00 – 12:00 uur en elke donderdagmiddag van 09:00 – 12:00 uur. Telkens is één van de aios voor dit spreekuur ingeroosterd (in het schema >5 aios, de zaalarts, bij <6 per toerbeurt een van de afdelingsartsen). De gipskamer maakt de afsprakenlijst aan voor het EMD. Deze poliklinieken voor traumapatienten worden gesuperviseerd door de beschikbare orthopeed op de poli orthopedie. Indien het noodzakelijk is om een traumapatiënt eerder terug te zien (gipscontrole e.d.) dan na uiterlijk één week, wordt een tussentijdse afspraak gemaakt op een regulier spreekuur van Caron, van den Brand, Diekerhof, Gosens, Spoor of de Waal Malefijt of de aois zelf. De aios die de traumapoli doet controleert nauwgezet bij elke patient de DOT. Toetsing Voor de toetsing van de ontwikkeling van de aios inzake opvang en behandeling van acute (trauma)patiënten zijn de 44
daarop betrekking hebbende OSB's en het OSB-gesprek bedoeld, maar ook de KPB (medisch handelen, communicatie, kennis en wetenschap, organisatie, samenwerking) en de 360° beoordeling , evenals het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De bovengenoemde 3 ochtendbesprekingen na de traumadienst zijn bij uitstek de momenten om te borgen en vast te leggen welke patiënten voor de orthopedie gepasseerd zijn in de voorafgaande 24 uur, en hoe de dienstdoende aios daarmee is omgegaan. Alle documentatie over de acute (trauma) patiënten wordt systematisch vastgelegd in het EMD, evenals de opnamegegevens, perioperatieve zorg en overdrachten aan de verpleegkundigen op de afdeling, en brieven aan huisartsen en andere disciplines. De supervisor controleert deze zaken in het EMD. De resultaten van de toetsingen worden door de aios in het portfolio (VREST) verwerkt en door de supervisor /opleider geaccordeerd.
4.1.9
Consulten De consulten zullen normaal gesproken aangemeld worden op het dienst en consultensein: 6655. Leerdoel Op een efficiënte manier medisch handelen (kennis en wetenschap) koppelen aan organisatie en communicatie ten einde aan de consultvraag in zo kort mogelijke tijd concreet te kunnen voldoen. Leermiddelen Overdracht, multidisciplinair overleg, röntgenbespreking, zaalvisite (al of niet met supervisor), statusvoering in EMD, bespreking probleempatiënten. Beoogde competenties Medisch handelen kan op basis van anamnese, lichamelijk onderzoek en hulponderzoeken een differentiaaldiagnose en voorlopig behandelplan opstellen, zowel bij de electieve als de acute orthopedische patiënt is in staat om kennis over indicaties en contraïndicaties, voor- en nadelen, alternatieven en risico's van orthopedische behandelingen in praktijk te brengen is in staat om de urgentie van de zorgvraag te herkennen en daarnaar te handelen kan de visite bij consultpatiënten zelfstandig doen, prioriteiten stellen, andere specialismen consulteren en een goede overdracht van de casus verzorgen kan indien van toepassing de consultpatiënt zorgvuldig voor bereiden op een operatie kan het beleid vaststellen inzake postoperatieve wondverzorging, mobilisatie, medicatie, antibiotica, pijnstilling en antistolling is in staat om wonden te beoordelen en wondproblemen te behandelen is in staat om postoperatieve complicaties te herkennen en daarop beleid te maken toont aan kennis te hebben van de (patho)fysiologie van postoperatieve circulatoire, pulmonale en metabole veranderingen en daarop adequaat in te kunnen spelen, indicatie voor intensive care te kunnen stellen. Communicatie past gesprekstechnieken adequaat toe, kan goed luisteren en effectief informatie uitwisselen met de patiënt toont empathie met belangstelling voor de patiënt en diens achtergrond geeft adequaat en duidelijk uitleg over het voorgestelde beleid aan patiënt, familie en andere disciplines kan voorlichting geven volgens de eisen van de wet WGBO voert een gestructureerde verslaglegging in het EMD kan professioneel goed communiceren met andere collega's en disciplines voert een adequate en gestructureerde correspondentie met verwijzers en andere disciplines 45
Kennis en wetenschap kent de actuele richtlijnen voor orthopedische en perioperatieve zorg toont aan de richtlijnen op de juiste wijze te kunnen hanteren en zonodig gefundeerd ervan af te wijken Samenwerken is in staat om in het kader van consulten multidisciplinair samen te werken accepteert feedback, geeft zelf constructieve feedback, houdt zich aan afspraken Organisatie kan zelfstandig een behandelplan opstellen met kennis van kosten en effectiviteit kan de afspraken en uitkomsten van een bespreking adequaat ten uitvoer brengen kan adeqaat organiseren met goede hantering van de workload stelt de juiste prioriteiten Professionaliteit kan op integere, eerlijke en empatische wijze met compassie zorg leveren en is in staat zijn ethische vraagstukken te hanteren bij de zorg voor patiënten kent eigen grenzen, reflecteert op eigen kennis en kunde, zoekt adeqaat hulp indien nodig kan goed omgaan met opgetreden complicaties kan teambesprekingen voorzitten, verantwoordelijkheid nemen en het proces bewaken kan omgaan met fouten (erkennen van fouten, omgaan met eigen fouten, omgaan met fouten van anderen) toont flexibiliteit (omgaan met acute situaties en stress, inspelen op snel veranderende situaties) Maatschappelijk handelen implementeert patiëntveiligheid en kwaliteitsmanagement in het medisch handelen betrekt kennis van diagnostiek en kunde bij de secundaire preventie van blijvende invaliditeit kan andere disciplines informeren over een aanpak gericht op secundaire preventie van ziekteverzuim is op de hoogte van relevante regelgeving en kan dit overdragen Taken en verantwoordelijkheden In het werkrooster staat altijd een aios ingeroosterd voor de consulten op andere afdelingen in het ziekenhuis. 'Consulten' staan tevens als vast onderdeel op de agenda van de avondbespreking. De voor die taak op dat moment verantwoordelijke aios presenteert het consult aan de supervisor en 's avonds op de patiëntenbespreking en vervolgens worden daarover dan werkafspraken gemaakt. Praktische uitvoering Omdat de aios A en B volgens rooster de verantwoordelijkheid hebben voor afdeling D2 verzorgen de andere aios de kinderafdeling, de orthopedische patiënten die op overige afdelingen liggen en de consulten op andere afdelingen, inclusief Intensive Care. De afwezigheid van aios A en B wordt waar het rooster dat mogelijk maakt opgevangen door de andere aois. Hoe de afwezigheid van meerdere assistenten tegelijk wordt opgevangen, wordt telkens ad hoc besproken. In geval van de afwezigheid van meerdere aios zal de zaalarts de consulten doen. Dergelijke consulten worden volgens een standaardprincipe afgewerkt: anamnese, lichamelijk onderzoek, aanvullend onderzoek, diagnose en voorlopig behandelingsvoorstel. Terugkoppeling De terugkoppeling van consulten naar de orthopeden geschiedt volgens de bestaande verdeling in aandachtsgebieden: Bonnet: algemene orthopedie, kinderorthopedie, nekproblematiek. vd Brand: algemene orthopedie, kniechirurgie, traumatologie, kinderorthopedie (bij afwezigheid Bonnet) Caron: algemene orthopedie, traumatologie, onderste extremiteiten, kraakbeenproblematiek Diekerhof: algemene orthopedie, traumatologie, nek- en rugproblematiek en operatieplanning. Gosens: algemene orthopedie, traumatologie, reumatologie, bovenste extremiteiten de Waal Malefijt: algemene orthopedie, traumatologie, rugproblematiek Spoor: algemene orthopedie, traumatologie, nek- en rugproblematiek Gevolgen De consulten worden besproken met de supervisor, het definitieve behandelplan wordt doorgaans gesanctioneerd tijdens de avondbespreking, wanneer de consulten van die dag de revue passeren.
46
Toetsing Bij de beoordeling van een aios inzake het uitvoeren en afhandelen van een consult kunnen een of meerdere competenties ( medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis & wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit) aan de orde komen. Als toetsingsinstrumenten worden vooral de KPB en de 360° beoordeling gebruikt, evenals het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek, eventueel een CAT. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De administratieve verwerking van in consult behandelde patiënten geschiedt in het EMD op analoge wijze als bij de klinische orthopedische patiënten (zie hoofdstuk 1.3.5.2 ). De uitkomsten van de toetsingsmomenten inzake de consulten door de aios en de daaruit voortvloeiende leer- en verbeterpunten worden in het portfolio VREST door de aios zorgvuldig bijgehouden en geaccordeerd door de supervisor / opleider.
4.1.10
Dossiervoering in het EMD Leerdoel De aios leert om alle gegevens betreffende diagnose en behandeling van orthopedische patiënten op een overzichtelijke manier te verzamelen en gestructureerd in het EMD op te slaan. Leermiddelen Anamnese, lichamelijk onderzoek, aanvullend onderzoek, röntgendiagnostiek, overdracht, indicatiestelling conservatieve of operatieve therapie, multidisciplinair overleg, rapportage, consulten, visite aan het bed, complicatieregistratie, operatieverslag, brieven, keuringen Beoogde competenties Medisch handelen is in staat om op adequate wijze de anamnese te documenteren in het EMD van een patiënt op de polikliniek, de afdeling of de SEH toont aan het algemene en specifieke orthopedische lichamelijk onderzoek goed te kunnen interpreteren en noteren toont zich in staat om de passende hulponderzoeken aan te vragen en dit duidelijk in het EMD te vermelden kan op basis van anamnese, lichamelijk onderzoek en hulponderzoeken een differentiaaldiagnose en behandelplan formuleren en beschrijven in het EMD voert op juiste en inzichtelijke wijze de complicatieregistratie in het EMD toont door toepassing van Theriak adequaat voorschrijfgedrag van medicatie met oog voor interacties en bijwerkingen Communicatie voert een gestructureerde verslaglegging in het EMD toont via adequate dossiervorming aan de patiënt zorgvuldig voor te kunnen bereiden op een operatie legt het aan patiënt en familie uitgelegde beleid overzichtelijk vast in het EMD is in staat om het dossier van een chronische patiënt op inzichtelijke wijze in het EMD te voeren voert een adequate en gestructureerde correspondentie met verwijzers en andere disciplines is in staat om korte en duidelijke poliklinische- en ontslagbrieven te maken in het EMD Kennis en wetenschap kan in het EMD de actuele richtlijnen voor orthopedische en perioperatieve zorg goed hanteren en documenteren kan keuringen en rapportages ook via het EMD vervwerken 47
Samenwerken toont via de documentatie in het EMD aan voor het klinisch en poliklinisch werk en de activiteiten op de SEH adequaat multidisciplinair te kunnen samenwerken Organisatie houdt het EMD en de correspondentie via het EMD dagelijks bij toont aan in het EMD zelfstandig een overzichtelijk behandelplan te kunnen opstellen bereidt via het EMD een spreekuur voor, waar nodig in vooroverleg met de supervisor Professionaliteit toont aan het EMD efficiënt te kunnen gebruiken zorgt voor een goede en duidelijke overdracht in het EMD noteert opgetreden complicaties op de juiste wijze in het EMD houdt de DOT registratie in het EMD op deskundige wijze bij kan goede verbetervoorstellen doen t.a.v. het gebruik van het EMD Maatschappelijk handelen implementeert patiëntveiligheid en kwaliteitsmanagement bij de documentatie in het EMD noteert onverwachte effecten van de behandeling duidelijk in het EMD documenteert in het EMD de correspondentie met andere disciplines over de aanpak gericht op secundaire preventie van ziekteverzuim toont aan op de hoogte te zijn van relevante regelgeving en reflecteert dat in het EMD (NR en NB beleid etc.) kan keuringen, rapportages en verzoeken om inlichtingen adequaat afhandelen Taken en verantwoordelijkheden De aios verzorgt in het EMD op correcte en overzichtelijke manier de administratie van de patiënten waarvoor hij/zij verantwoordelijk is. Het EMD biedt alle mogelijkheden voor de supervisor om de documentatie van patiëntgegevens door de aios op de voet te volgen en waar nodig samen met de aios bij te stellen. Praktische uitvoering (Poliklinische) consulten worden nauwgezet bijgehouden, evenals correspondentie aan andere disciplines, en operatieverslagen worden direct aansluitend aan de operatie gemaakt in het EMD, waarbij erop gelet moet worden dat ook de juiste operatiecodes zoals die in OPERA worden gezet ook in het EMD worden opgenomen. Daarnaast wordt er een helder nabehandelingplan in het EMD/EVD genoteerd, evenals afwijkingen van het geldende protocol. Keuringen en rapportages worden zoveel mogelijk door de aios uitgevoerd. De matrix voor de werkwijze tijdens keuringen en het opstellen van het verslag van een expertise (geprotocolleerde systematiek volgens de richtlijnen van de AMA en de Commissie Invaliditeit en Arbeidsongeschiktheid van de NOV) is als WORD bestand beschikbaar op de H-schijf (Intranet) van het ziekenhuis.opgenomen. Documentatie geschiedt in principe via het EMD. Gevolgen Orthopedische patiënten De aios verzorgen in het EMD de administratie van de patiënten waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Bij ieder eerste patiënt bezoek (EPB) en bij de opname van acute patiënten wordt een nieuwe 'template' geopend. Bij iedere patiënt moeten gegevens als anamnese, lichamelijk onderzoek, diagnostische hulpmiddelen, diagnose en plan goed genoteerd staan en overdrachtelijk zijn. Er bestaan vaste afspraken over de wijze waarop de administratie wordt gesuperviseerd en verwerkt. In het brievenoverzicht komt een door de aios opgestelde brief als ‘concept arts-assistent’ te staan. Ieder spreekuur van de aios wordt door de supervisor gecontroleerd, de in concept opgestelde brieven worden gecontroleerd. Bij akkoord van de supervisor wijzigt deze de brief in ‘definitief of te verzenden’. In geval van wijzigingen, geeft de supervisor dit in het EMD aan onder ‘to do’ aan de betreffende aios, zodat deze de brief kan corrigeren. Hetzelfde geldt voor andere (operatie)verslagen, de supervisor geeft feedback en de aios corrigeert in het EMD. Keuringen en rapportages Elke keuring wordt gesuperviseerd en de te keuren persoon wordt ook altijd gezien door de daartoe in het rooster vermelde superviserende orthopeed. De aios stelt een concept keuringsrapport op en dit wordt uitvoerig besproken 48
met de supervisor en waar nodig gecorrigeerd en/of aangepast. Ondanks het feit dat keuringen geen verplicht karakter meer hebben voor de opleiding, wordt veel waarde gehecht aan het aanleren van de systematiek en uitvoering van deze veel voorkomende procedure Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios in het EMD (inhoud, verslaglegging) is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De superviserende orthopeed controleert de verslagen en brieven in het EMD en geeft hierover feedback aan de aios. In het portfolio (VREST) verwerkt de aios de resultaten van de toetsingen, door de supervisor /opleider wordt dit vervolgens geaccordeerd.
4.1.11
Coassistenten en begeleiding Met regelmaat komen vanuit de heelkunde coassistenten gedurende een week naar de orthopedie. Zij worden telkens aan een ouderejaars aios gekoppeld en volgen dan diens weekrooster. Daarnaast zijn er 'keuzecoassistenten', die gedurende 6 - 12 weken een specifieke orthopedische stage komen volgen. Ook zij worden aan een ouderejaars aios gekoppeld, die daarmee als supervisor van de coassistent optreedt. Leerdoel aios Voor de aios is het leerdoel om in de rol van supervisor de coassistent adequaat te begeleiden, en gestructureerd te laten kennismaken met de orthopedische kennis en kunde en een rolmodel te zijn in de juiste attitude naar patiënten. Leerdoelen keuzecoassistent De keuzeco krijgt de mogelijkheden om zich nader te orienteren op de orthopedie, met meer verdieping dan tijdens het reguliere coschap mogelijk is, met de volgende leerdoelen: 1. De student kan een anamnese afnemen bij een patiënt met een aandoening van het bewegingsstelsel. 2. Er wordt speciaal aandacht besteedt aan het lichamelijk onderzoek en de correcte uitvoering daarvan bij patiënten op de polikliniek. 3. Er wordt aandacht besteed aan verschillende belangrijke aandoeningen waarmee patiënten zich presenteren op de polikliniek danwel de SEH. Hieronder vallen o.a. problematiek van het bewegingsstelsel zowel bij kinderen als volwassenen, fracturen, inflammatoire processen, degeneratieve processen, problematiek o.b.v. trauma, (benigne en maligne) ruimte innemende processen, congenitale aandoeningen. Deze onderwerpen zullen worden bestudeerd en nabesproken tijdens evaluatie- en onderwijsmomenten. 4. De student kan de bewegingen van gewrichten benoemen en weet hoe je de bewegingsuitslagen in maat en getal kan uitdrukken. 5. Er wordt aandacht besteed aan: driedimensionale bouw van gewrichten en omliggende weefsels, veel voorkomende problematiek en pathologie van gewrichten en omliggende structuren, normale en pathologische structuur en functie, beeldvormende (radiologische) technieken, anamnestische en klinischdiagnostische kenmerken van verschillende aandoeningen. 6. De student kan de belangrijkste groepen orthopedische operaties benoemen en kort uitleggen wat de operaties inhouden. 7. De student kan overwegingen bij het maken van de voor de patiënt meest geschikte behandeling benoemen en het nabehandelingstraject, prognose en mogelijke complicaties van verschillende aandoeningen waarmee patiënten zich presenteren op de SEH danwel de gipspoli beschrijven. 8. De student kan de orthopedische en/of traumatologische benadering van verschillende fracturen waarmee patiënten zich op de SEH presenteren uitleggen en verklaren. 49
Leermiddelen Onderwijzen van anamnese en orthopedisch onderzoek, röntgen- , laboratorium- en ander aanvullend onderzoek, indicatiestelling conservatieve of operatieve therapie, visite lopen, ontslagplanning, gesprekken met patiënten en familie, samenwerking met verpleegkundigen, statusvoering en brieven in het EMD, overdracht, consultatie andere specialisten, (acute) opnames, begeleiding en feedback. Beoogde competenties aios Medisch handelen kan de coassistent leren op basis van anamnese, lichamelijk onderzoek en hulponderzoeken een differentiaaldiagnose en behandelplan op te stellen, zowel bij de electieve als de acute orthopedische patiënt leert de coassistent indicaties en contraïndicaties, voor- en nadelen, alternatieven en risico's van orthopedische behandelingen in praktijk te brengen leert de coassistent om de urgentie van de zorgvraag te herkennen en daarnaar te handelen leert de coassistent efficiënt visite te lopen, prioriteiten te stellen, andere specialismen te consulteren en over te dragen instrueert de coassistent op het terrein van voorzorgsmaatregelen, profylactische behandelingen en de anesthesiologische ASA-classificatie in het kader van complicatierisicovermijding/reductie leert de coassistent de basisprincipes van postoperatieve wondverzorging, mobilisatie, medicatie, antibiotica, pijnstilling en antistolling leert de coassistent om wonden te beoordelen en wondproblemen te behandelen leert de coassistent om postoperatieve complicaties te herkennen en daarop beleid te maken maakt de coassistent op praktische wijze bekend met de (patho)fysiologie van postoperatieve circulatoire, pulmonale en metabole veranderingen en met de manier om daarop adequaat in te kunnen spelen, indicatie voor intensive care te kunnen stellen Communicatie geeft de coassistente feedback en aanwijzingen omtrent het effectief informatie uitwisselen met de patiënt toont de coassistent hoe deze met empathie en belangstelling voor de patiënt en diens achtergrond zou moeten omgaan laat de coassistent adequaat en duidelijk zien hoe een goede uitleg over het voorgestelde beleid aan patiënt, familie en andere disciplines kan worden gegeven kan de coassistent laten zien hoe voorlichting gegeven moet worden volgens de eisen van de wet WGBO ziet erop toe dat de zorg van de coassistent voor de patiënt gestructureerd verslagen wordt in het EMD geeft de coassistent het goede voorbeeld in het communiceren met andere collega's en disciplines leert de coassistent adequaat en gestructureerd te corresponderen met verwijzers en andere disciplines Kennis en wetenschap leert de coassstent om de actuele richtlijnen voor orthopedische en perioperatieve zorg leert de coassistent om beschikbare literatuur te verzamelen, te interpreteren en toe te passen ten behoeve van diagnostiek en therapie leert de coassistent om een PICO of CAT geheel zelfstandig te presenteren Samenwerken laat de coassistent zien hoe in de kliniek , op de polikliniek en de SEH multidisciplinair samengewerkt kan worden leert de coassistent om in geval van tegenstrijdige belangen adequaat naar anderen reageren. Organisatie leert de coassistent om te gaan met de logistiek van afdeling, polikliniek, SEH en operatiekamers laat de coassistent zien hoe deze zelfstandig een behandelplan kan opstellen leert de coassistent hoe deze kan de afspraken en uitkomsten van een bespreking adequaat ten uitvoer kan brengen leert de coassistent de juiste prioriteiten te stellen maakt goed gebruik van de geplande en beschikbare tijd voor de coaching van de coassistent
50
Professionaliteit laat de coassistent zien hoe op integere, eerlijke en empatische wijze met compassie zorg geleverd kan worden aan patiënten met passend hanteren van ethische vraagstukken vormt voor de coassistent een goed voorbeeld van reflectie van eigen kennis en kunde, zoekt adeqaat hulp indien nodig leert de coassistent om te gaan met opgetreden complicaties en/of klachtenprocedures kan afkeurenswaardig gedrag van een coassistent herkennen, benoemen en bespreekbaar maken Maatschappelijk handelen laat de coassistent zien hoe patiëntveiligheid en kwaliteitsmanagement in het medisch handelen kan worden ingebouwd. leert de coassistent hoe opname- en ontslagbeleid kan worden afgestemd op kwaliteitseisen en prestatieindicatoren laat de coassistent kennismaken met diagnostiek en kunde bij de secundaire preventie van blijvende invaliditeit en van ziekteverzuim geeft de coassistent inzicht in relevante regelgeving Taken en verantwoordelijkheden De aios die een (keuze)coassistent begeleidt neemt deze mee tijdens alle activiteiten en onderwijsmomenten die op haar / zijn eigen rooster staan. De aios koppelt regelmatig terug met zijn / haar eigen superviserend staflid over de voortgang van de coassistent. Praktische uitvoering Voor de (keuze)coassistenten zijn vaststaande werkafspraken gemaakt: Op de polikliniek ziet de coassistent nieuwe patiënten en overlegt deze eerst met de aios, alvorens de superviserende orthopeed erbij betrokken wordt. De oudste coassistent krijgt op de afdeling een eigen zaal toegewezen met tenminste 4 patienten ter eigen (door de aios gesuperviseerde) verantwoordelijkheid. Op de afdeling worden de nieuwe patiënten door de coassistent, onder verantwoordelijkheid van de aios waaraan hij / zij gekoppeld is, onderzocht en wordt er in samenspraak met de begeleidende aios voor gezorgd dat de patiëntgegevens op de juiste wijze in het Elektronisch Medisch Dossier (EMD) worden opgenomen. Op de operatiekamers assisteert de coassistent bij de operaties die de aios (mee)doet. De coassistent is ook aanwezig bij alle opleidingsbesprekingen en onderwijsmomenten voor de aios. Het is tevens de bedoeling dat de keuze–coassistent een beperkt klinisch naonderzoek uitvoert en relevante literatuur bestudeert, waarbij het onderwerp in onderling overleg met collega Gosens wordt vastgesteld. Onderdeel is het bestuderen van de relevante literatuur en een presentatie van het onderzoek op een refereeravond. Gevolgen De coassistent bespreekt de bevindingen bij patiënten op de afdeling/polikliniek eerst met de superviserende aios, die op zijn/haar beurt overleg kan plegen met het superviserende staflid. Vervolgens wordt een definitief behandelplan opgesteld. De coassistent presenteert nieuwe patiënten tijdens de avondbespreking, waar nodig wordt dit aangevuld door de aios. Op de operatiekamers kunnen met name de keuzeco's zelf hechtingen leggen en knopen en eventueel ook kleine ingrepen onder supervisie van de aios zelf doen. Er wordt naar gestreefd dat de resultaten van het klinisch naonderzoek uitmonden in een presentatie op een refereerbijeenkomst en/of een publicatie, in samenspraak met de supervisor en met collega Gosens. Toetsing Voor de aios kan dit resulteren in een KPB ( met name t.a.v. de competenties communicatie, samenwerking, kennis & wetenschap, organisatie en professionaliteit)., eventueel een 360° beoordeling. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging en vastlegging Maandelijks wordt middels een in de agenda vastgelegde afspraak door de supervisor van de begeleidende aios en samen met de coassistent geëvalueerd hoe de aios de supervisie uitvoert en hoe de onder diens begeleiding werkzame 51
coassistent functioneert. De KPB en de daaruit voortvloeiende leer- en verbeterpunten voor de aios wordt vastgelegd in VREST, voor de coassistent wordt een specifiek beoordelingsdocument ingevuld.
4.1.12
Besprekingen in het kader van de opleiding Leerdoel Conform het Kaderbesluit en de opleidingseisen zijn er een aantal reguliere besprekingen die in de roosters opgenomen zijn ten behoeve van de opleiding, elk met een specifieke inhoud en leerdoel. Leermiddelen Ochtendrapport, dagelijkse patiënten bespreking en avondrapport, onderwijs, CAT, referaat, OSB NOV-1, bedside teaching/gezamenlijke patiënt, complicatiebespreking, dagelijkse patiëntenbespreking, multidisciplinair overleg (MDO), gipsinstructie, infectiebespreking, orthopedisch-neurochirurgische overdracht, opleidingsvergadering, pathologiebespreking, radiologiebespreking / nucleaire bespreking, traumabespreking, wetenschapsbespreking. De verschillende besprekingen die wekelijks plaatsvinden ten behoeve van de opleiding zijn als standaard ingevoerd in het weekrooster (tabel 4).
Tabel 4. Weekschema Dag Maandag
7.45
Ochtend Ochtend overdracht
Middag 16.30 Patiëntenbespreking / avondoverdracht 17.30 Gipsinstructie (volgens rooster) 16.30 Patiëntenbespreking / avondoverdracht 17.00 Traumabespreking (volgens rooster) 17.00 PA-bespreking (volgens rooster) 16.15 Orthopedisch-neurochirurgische overdracht 16.30 Patiëntenbespreking / avondoverdracht
Dinsdag
7.45 Ochtend overdracht 8.30 Multidisciplinair Overleg (MDO)
Woensdag
7.45
Ochtend overdracht
Donderdag
7.45
Ochtend overdracht
14.30 Onderwijs / besprekingen (volgens jaarrooster) 16.30 Patiëntenbespreking / avondoverdracht 17.00 Radiologiebespreking (en volgens jaarrooster nucleaire bespreking)
Vrijdag
7.45
Ochtend overdracht
16.30 Patiëntenbespreking / weekendoverdracht
Op iedere donderdag staat de onderwijsmiddag gepland, van 14.30 - 17.00 uur. Naast het onderwijs worden deze middagen ingevuld met een specifiek programma voor de besprekingen in het kader van de opleiding, die in een jaarschema ingepland worden (tabel 5).
52
Tabel 5. Jaarrooster besprekingen en onderwijs Onderwijs / bespreking Onderwijs / referaten / Journal club / OSB Ochtendoverdracht Patiëntenbespreking/middagoverdracht Multidisciplinair overleg Infectiebespreking
Frequentie Volgens rooster Elke dag Elke dag 1 x per week 4 x per jaar
Complicatiebespreking Opleidingsbespreking
6 x per jaar 4 x per jaar
PA-bespreking Wetenschapsbespreking Radiologiebespreking
4 x per jaar 4 x per jaar 4 x per maand 4 x per jaar
Radiologie / nucleaire bespreking Traumabespreking Bedside teaching Gipsinstructie Orthopedisch-neurochirurgische overdracht
Week / maand / kwartaal Volgens rooster
Dag Op donderdag
Elke week Elke week Elke week 1e , 4e, 7e en 10e maand van het jaar elke even maand ieder kwartaal , de middelste maand elk kwartaal ieder kwartaal , de 3e maand iedere week
16.30 uur 16.30 uur Dinsdag 08.15 uur 2e donderdag
ieder kwartaal, de 1e maand
4 x per maand ad hoc gepland 1 x per maand
iedere week
4 x per maand
iedere week
afhankelijk van aanbod wekelijks elke maand
1e donderdag 3e of 4e donderdag 5e donderdag 1e donderdag elke donderdag 17.00 uur 1e donderdag 17.00 uur elke dinsdag 17.00 uur op donderdag 15.00 uur 1e maandag 17.30 uur elke dinsdag 16.15 uur
Beoogde competenties Medisch handelen kan de informatie en feedback vanuit de verschillende besprekingen en het periodieke onderwijs goed implementeren in de zorg voor de orthopedische patiënten is in staat om op grond van de uitkomsten van besprekingen en onderwijs de indicaties en contraïndicaties, voor- en nadelen, alternatieven en risico's van orthopedische behandelingen aan te scherpen kan op grond van onderwijs en besprekingen de kennis en kwaliteit betreffende postoperatieve wondverzorging, mobilisatie, medicatie, antibiotica, pijnstilling en antistolling vergroten kan op grond van de opgedane kennis in onderwijs en besprekingen postoperatieve complicaties beter herkennen en daarop beleid maken Communicatie kan tijdens presentaties en onderwijs goed luisteren maar ook reflecteren en effectief informatie uitwisselen met de docent is zelf in staat om gericht onderwijs of een specifieke presentatie te verzorgen kan de tijdens onderwijs en besprekingen opgedane kennis en ervaringen goed doorgeven aan derden Kennis en wetenschap is in staat om beschikbare literatuur te verzamelen, te interpreteren en in te brengen tijdens onderwijsmiddagen en presentaties is in staat om een PICO of CAT geheel zelfstandig te presenteren draagt bij tot ontwikkeling en verspreiding van wetenschappelijke kennis en neemt deze mee uit- of brengt deze in bij onderwijs en presentaties, zo mogelijk evidence based Samenwerken kan goed feedback opnemen en verwerken en anderen op adequate wijze van feedback voorzien 53
kan tijdens besprekingen in geval van tegenstrijdige belangen adequaat naar anderen reageren kan samen met anderen op adequate wijze een presentatie of onderwijsmiddag invullen en verzorgen Organisatie kan de afspraken en uitkomsten van een bespreking / onderwijs adequaat ten uitvoer brengen stelt de juiste prioriteiten maakt goed gebruik van de geplande en beschikbare tijd voor onderwijs en presentaties is in staat om zelf op adequate wijze een presentatie of onderwijs te verzorgen, conform de geroosterde taakstelling in deze Professionaliteit kent eigen grenzen, reflecteert op eigen kennis en kunde, zoekt adeqaat hulp indien nodig kan een voordracht houden op een wetenschappelijke vergadering Maatschappelijk handelen is op de hoogte van relevante regelgeving en kan dit overdragen implementeert nieuw opgedane kennis over maatschappelijk handelen in het medisch handelen kan andere disciplines informeren over een aanpak gericht op secundaire preventie van ziekteverzuim Taken en verantwoordelijkheden Alle voor de orthopedie relevante besprekingen staan op een jaaroverzicht aangegeven en voorts staat op de maandelijkse dienstlijst ook nog eens vermeld welke besprekingen er op de donderdagmiddagen gepland staan. Op het vaste station op intranet (de H-schijf) van de orthopedie is het onderwijsrooster terug te vinden met daarop de verschillende besprekingen waarvoor telkens een aios en een specialist verantwoordelijk zijn. Conform de regels en afspraken zijn de verantwoordelijkheden voor de verschillende besprekingen specifiek aan aan de verschillende leden van de opleidingsgroep toebedeeld (tabel 6).
Tabel 6. Verantwoordelijke personen voor de besprekingen en toetsmomenten Onderwijs / bespreking
Verantwoordelijke personen
Toetsing
Onderwijs / referaten / Journal club / OSB
de Waal Malefijt , Gosens, aios
KPB, OSB, 360°, CAT, VG* , BG *
Ochtendoverdracht
dienstdoende orthopeed
KPB, VG* , BG *
Patiëntenbespreking/middagoverdracht
Volgens vaste dienstlijst
KPB, VG* , BG *
Infectiebespreking
van den Brand, aios
KPB, CAT, VG* , BG *
Complicatiebespreking
Diekerhof, aios
KPB, VG* , BG *
Opleidingsbespreking
de Waal Malefijt
KPB, VG* , BG *
PA-bespreking
Spoor, aios
KPB, CAT, VG* , BG *
Wetenschapsbespreking
Gosens, Spoor
KPB, VG* , BG *
Radiologiebespreking
van den Brand
KPB, VG* , BG *
Radiologie / nucleaire bespreking
van den Brand, de Waal Malefijt
KPB, VG* , BG *
Traumabespreking
van den Brand
KPB, VG* , BG *
Bedside teaching
de Waal Malefijt
KPB, 360°, VG* , BG *
Gipsinstructie
Régis Logghe ( gipsmeester), de Waal Malefijt
KPB, 360°, VG* , BG *
Orthopedisch-neurochirurgische overdracht
Diekerhof, Spoor, Bonnet
KPB, 360°, VG* , BG *
*VG = Voortgangsgesprek, BG = Beoordelingsgesprek Praktische uitvoering De verantwoordelijke aios zal voor de bespreking waarvoor hij/zij ingedeeld staat de nodige voorbereidingen treffen, in samenspraak met de superviserende orthopeed, en alle aios en orthopeden via e-mail op de hoogte brengen van wat er die week op het programma staat. Iedereen wordt geacht met deze besprekingen in de planning van zijn / haar werkzaamheden rekening te houden. Gevolgen De gevolgen van de bovenstaande leermomenten en besprekingen komen hieronder voor de afzonderlijke besprekingen aan de orde. 54
Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de betreffende opleidingsmomenten / besprekingen is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de verschillende besprekingen geschiedt door de orthopeed die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk is. Alle uit de besprekingen voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.1
Onderwijs / referaten / Journal Club / OSB's niveau 1 Doel De donderdagmiddag is bij uitstek de onderwijsmiddag, met specifiek ingeroosterde en voorbereide presentaties en deze in een interactieve vorm van opleiding en onderwijs te gieten. Verantwoordelijke personen Gosens, aios volgens roostering. Tijdstip Donderdagmiddag, volgens rooster Plaats Bespreekruimte orthopedie Aanwezig Alle aios, zoveel mogelijk orthopeden. Gang van zaken In overleg met de planner van het onderwijs (Gosens) worden deze presentaties ruim van tevoren ingeroosterd. Naast presentaties door de orthopeden en de aios kunnen ook (keuze) coassistenten een onderwijsmiddag verzorgen, voorts worden regelmatig collega's van andere specialismen uitgenodigd in het kader van de multidisciplinaire aanpak van bepaalde aandoeningen of werkwijzen. Daarbij wordt rekening gehouden met het rooster t.a.v. de aan- en afwezigheden van orthopeden, die hoofdverantwoordelijk zijn voor de presentatie van dat moment. De volgende onderwijsmomenten worden aldus gepland: voordrachten / referaten presentaties over nieuwe richtlijnen / ontwikkelingen Journal club OSB's presentaties niveau-1 (zie ook Hoofdstuk 2.5.4) CAT's PICO's workshops / presentaties nieuwe ontwikkelingen door orthopedische firma’s presentaties door de instrumentmaker Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de onderwijsmiddag is in de eerste plaats vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast indien actueel ook de OSB (NOV niveau 1), een 360° beoordeling, de CAT, voorts komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. 55
Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de onderwijsmiddag ligt bij collega Gosens die voor deze middag het rooster maakt en eindverantwoordelijk is. Alle uit deze onderwijsmiddag voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.2
Ochtendoverdracht Doel Overdracht van gebeurtenissen tijdens de dienst en actualisatie van lopende zaken. Verantwoordelijke personen Dienstdoende orthopedisch chirurg. Tijdstip Elke morgen om 7.45 uur Plaats Secretariaat orthopedie Aanwezig Alle aios en alle orthopeden die volgens rooster aanwezig zijn, eventuele (keuze)coassistenten. Gang van zaken Bespreken van bijzonderheden / incidenten op de afdeling of op de SEH, presentatie van acuut opgenomen patiënten en eventueel gemaakte röntgenfoto's, veranderingen in OK-planning of andere actuele zaken aangaande de organisatie van patiëntenzorg, opleiding, besprekingen of vergaderingen voor die dag. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de ochtendoverdracht is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de ochtendbespreking ligt bij de orthopeed die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk is. Alle uit deze bespreking/overdracht voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.3
Patiëntenbespreking / middagoverdracht Doel Overdracht van alle zorgactiviteiten van die dag volgens een vaste agenda. Specifieke leerdoelen - Het aanleren van een gestructureerde organisatie van de dagelijkse patiëntenzorg - Het aanleren van kort en bondig presenteren van patiëntencasus met aandacht voor hoofdzaken - Het aanleren van een gestructureerde verslaglegging van anamnese, lichamelijk onderzoek, aanvullend onderzoek en behandeling / beleid - Het bespreken van indicaties voor röntgenonderzoek en het leren beoordelen daarvan - Het aanleren van verschillende conservatieve en operatieve (gangbare en minder gangbare) 56
behandelingsmogelijkheden - Het aanleren van een scherpe indicatiestelling voor orthopedische ingrepen - Het bespreken van complicaties, oorzaken en de gevolgen voor het beleid Leermomenten uit de praktijk (afdeling, operatiekamers, poli, consulten en SEH) van die dag Verantwoordelijke personen Op elke dagen van de week staat een voor die dag specifieke orthopeed als verantwoordelijke geroosterd Tijdstip Elke middag om 16.30 uur Plaats Bespreekruimte orthopedie Aanwezig Alle aios en alle orthopeden die volgens rooster aanwezig zijn, eventuele (keuze)coassistenten. Gang van zaken De bespreking wordt geleid door de orthopeed die daar volgens roostering voor die dag verantwoordelijk voor is. Als deze verhinderd is zorgt hij zelf voor een vervanger. De assistenten zorgen ervoor dat het EMD volledig ingevuld is. Als de laatste röntgenfoto’s langer dan 6 maanden tevoren gemaakt zijn, worden er nieuwe foto’s in PACS aangevraagd. De bespreking kent een vaste volgorde en inhoud: 1. Bespreken van de patiënten die de volgende dag geopeerd worden, en gezamenlijk bekijken van de terzake doende röntgenfoto's. 2. Bespreken van het operatieschema en bepalen welke patiënt door de aios en welke door de orthopeed zelf wordt geopereerd. Van de aios wordt verwacht dat deze zijn / haar operaties grondig voorbereidt. 3. Bespreken van de gebeurtenissen van die dag: - bijzonderheden tijdens operaties - zieken op de afdeling - buitengewesten - consulten - röntgenfoto's van de afdeling - acute opnames - complicaties - mededelingen voor de dienst - organisatorische zaken 4. Afspraken taken volgende dg 5. Bespreken noodzakelijke aanpassingen in de organisatie 6. Aankondigen belangrijke besprekingen, congressen, andere zaken in de weekagenda De aios of voorzitter draagt de opgenomen / te opereren patiënten voor, waarbij er kort wordt stilgestaan bij de anamnese en de belangrijkste zaken betreffende het lichamelijk onderzoek en het röntgendossier. Het uiteindelijke plan wordt met de operateur besproken. Patiënten worden, na de overdracht, door de operateur, de aios en de coassistent gezien op de afdeling. Het operatiegebied wordt altijd gemarkeerd met een zwarte, niet uitwisbare, pijl en de initialen van degene die de pijl heeft gezet: “SIGN YOUR SITE” De aios zorgen ervoor dat patiënten die donorbot zullen ontvangen daarvoor schriftelijk toestemming geven door het ‘Ontvangersformulier’ te ondertekenen. Kwaliteitsbewaking: aanpassing EMD / indicatiestelling i.o.m. degene die de indicatie in eerste instantie heeft gesteld bespreking resultaat operaties van die dag registreren van de gemelde complicaties in het EMD overdracht van zaken die voor het functioneren van de afdelingen, OK en polkliniek essentieel zijn correctie van dreigende misstanden en reeds gemaakte fouten 57
Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de patiëntenbespreking / middagoverdracht is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de middagbespreking geschiedt door de orthopeed die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk is. Alle uit deze bespreking/overdracht voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.4
Infectiebespreking Doel Bespreking van de in de voorafgaande periode gepasseerde infecties bij orthopedische patiënten in het kader van de opleiding van de aios orthopedie en de aios microbiologie en de onderlinge terugkoppeling van ziektegevallen. Verantwoordelijke personen I. van den Brand, orthopedisch chirurg en dr. A. Buiting, microbioloog, aios volgens rooster Tijdstip Op de 2e donderdag van de 1e. de 4e, de 7e en de 10de maand van het jaar, van 15.00 - 16.00 uur. Plaats Bespreekruimte orthopedie Aanwezig Alle aios en alle orthopeden die volgens rooster aanwezig zijn, eventuele (keuze)coassistenten, microbiologen, aios microbiologie, de ziekenhuishygiënist. Gang van zaken Twee weken vóór de bespreking stellen de verantwoordelijke personen een lijst samen met interessante patiënten uit het totale aanbod van orthopedische patiënten bij wie in de voorafgaande periode van 3 maanden microbiologische onderzoeken zijn gedaan. Voorts worden patiënten, die op eerdere besprekingen aan de orde kwamen, wederzijds teruggekoppeld. Per bespreking maximaal 5 patiënten. De infectiebespreking wordt in onderling overleg tevens gebruikt voor de bespreking van een onderwerp van wederzijdse interesse, dat dan meer uitgebreid kan worden besproken. Dit onderwerp dient tevoren door de assistent microbiologie of orthopedie grondig te worden voorbereid. Kan eventueel uitmonden in een CAT. Met regelmaat worden, in overleg met de ziekenhuishygiënist, de uitkomsten van het project PREZIES geëvalueerd. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de infectiebespreking is in de eerste plaats vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast eventueel ook een CAT, voorts komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de infectiebespreking ligt bij van den Brand, die voor deze middag eindverantwoordelijk is. Alle uit de infectiebespreking voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
58
4.1.12.5
Complicatiebespreking Doel De bespreking is bedoeld om op een gestructureerde wijze de frequentie en aard van de complicaties bij orthopedische patiënten vast te leggen, en de mogelijke oorzaken van specifieke complicaties alsmede preventieve maatregelen, te bespreken. Telkens is één van de aios volgens rooster gedurende een half jaar verantwoordelijk voor deze bespreking. Verantwoordelijke personen C. Diekerhof en de aios volgens roostering Tijdstip Op de 1e donderdag van elke even maand, van 15.00 - 16.00 uur. Plaats Bespreekruimte orthopedie Aanwezig Alle aios en alle orthopeden die volgens rooster aanwezig zijn, en eventuele (keuze)coassistenten Gang van zaken Dagelijkse bespreking Tijdens de dagelijkse patiëntenbespreking op het einde van de middag worden de opgetreden complicaties gemeld die in het EMD zijn vastgelegd. Deze complicaties zijn in het EMD ingevoerd volgens het landelijke registratiesysteem en worden op dat moment beoordeeld, om de actualiteit te kunnen waarborgen en ad hoc te kunnen inspelen indien nodig. Indien er onduidelijkheid bestaat over de omstandigheden waaronder de complicatie optrad of de manier waarop de complicatie moet worden gecodeerd, wordt de casus pro memori op de lijst geplaatst voor de volgende bespreking. De complicatie wordt dan opnieuw besproken, aan de hand van extra gegevens uit de status en nagekomen onderzoeksverslagen. Tweemaandelijkse bespreking Door Diekerhof wordt samen met de aios voor iedere complicatiebespreking een selectie gemaakt uit de belangrijkste en meest leerzame complicaties, en vervolgens worden deze uitgewerkt en in een Power Point presentatie bijeengebracht. Eén week voor de complicatiebespreking op donderdag worden de verzamelde complicaties over de voorafgaande periode door de ingeroosterde aios met Diekerhof doorgenomen en worden de al dan niet relevante gegevens apart bekeken en gecodeerd. Tijdens de eerste bespreking van het nieuwe kalenderjaar wordt een overzicht gegeven van alle complicaties die in het jaar daarvoor zijn opgetreden. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de complicatiebespreking is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveauconform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de complicatiebespreking geschiedt door Diekerhof, die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk is. Alle uit deze bespreking voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
59
4.1.12.6
Opleidingsbespreking Doel De bespreking is bedoeld om op een gestructureerde wijze de frequentie en aard van de complicaties bij orthopedische patiënten vast te leggen, en de mogelijke oorzaken van specifieke complicaties alsmede preventieve maatregelen, te bespreken. Telkens is één van de aios volgens rooster gedurende een half jaar verantwoordelijk voor deze bespreking. Verantwoordelijke personen J. de Waal Malefijt en de aios volgens roostering Tijdstip Elke 3e of 4e donderdag van de 2e, de 5e, de 8e en de 11e maand van het jaar, van 15.00 - 16.00 uur. Plaats Bespreekruimte orthopedie Aanwezig Alle aios en alle orthopeden die volgens rooster aanwezig zijn, en eventuele (keuze)coassistenten Gang van zaken De organisatie en invulling van de opleidingsvergadering staat in Hoofdstuk 1.3.7.2 (pag. 11). Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de opleidingsbespreking is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveauconform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de opleidingsbespreking geschiedt door de Waal Malefijt die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk is. Alle uit de opleidingsbespreking voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.7
PA-bespreking Doel Bespreking van pathologisch-anatomische onderzoekingen bij orthopedische patiënten in het kader van de opleiding van de aios orthopedie en aios pathologische anatomie en de onderlinge terugkoppeling van casuïstiek. Verantwoordelijke personen A. Spoor en de aios volgens roostering, dr. A.A.M. van der Wurff of J. Stavast, patholoog anatomen. Tijdstip Op de 5e dinsdag van de maand, van 16.30 - 17.30 uur. Plaats Bespreekruimte Pathologische Anatomie Aanwezig Alle aios en alle orthopeden die volgens rooster aanwezig zijn, en eventuele (keuze)coassistenten, de patholoog anatoom en de aios pathologische anatomie Gang van zaken Spoor zorgt voor een lijst met ten hoogste 5 interessante patiënten die ter bespreking worden aangeboden. Deze lijst wordt uiterlijk 1 week voor de bespreking naar collega Stavast of van der Wurff gestuurd. Spoor zorgt er in overleg net de betrokken aios orthopedie voor dat de gegevens van de te bespreken patiënten tijdens de bespreking aanwezig zijn en attendeert de behandelende orthopeed of aios op de casus die gepresenteerd 60
gaan worden. De aanwezige aios orthopedie en de orthopeden presenteren de ‘eigen’ patiënten, waarbij de röntgenfoto’s in PACS worden getoond, de ziektegeschiedenis wordt via het EMD gepresenteerd. Van der Wurff/Stavast zorgt ervoor dat al het relevante PA-materiaal van de gepresenteerde casus aanwezig is en projecteert de beelden van de actuele histologische preparaten, die vervolgens gezamenlijk worden besproken. Indien gewenst kan er tijdens de bespreking een onderwerp van wederzijdse interesse meer uitgebreid worden besproken. Dit onderwerp dient dan tevoren door een aios pathologische anatomie of orthopedie grondig te worden voorbereid en kan zelfs uitmonden in een CAT. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de PAbespreking is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, eventueel een CAT, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveauconform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de PA-bespreking geschiedt door Spoor die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk is. Alle uit de PA-bespreking voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.8
Wetenschapsbespreking Doel Onderlinge uitwisseling van informatie over het stadium waarin het wetenschappelijk werk van iedere aios zich bevindt, met een actuele opmaak van de daarbij beoogde en bereikte doelen. Verantwoordelijke personen T. Gosens, A. Spoor. Tijdstip Op de 1e donderdag van elke even maand, van 15.00 - 16.00 uur. Plaats Bespreekruimte orthopedie Aanwezig Alle aios en alle orthopeden die volgens rooster aanwezig zijn, en eventuele (keuze)coassistenten Gang van zaken Deze bespreking, geleid door Gosens, betreft de uitstaande onderzoekslijnen en de individuele wetenschappelijke activiteiten van de aios. Eén van de aios is aangewezen om notulen te maken van de bespreking. Aan de hand van het verslag van de vorige bespreking en de actiepunten worden de verschillende onderzoeken en de deadlines besproken. Per onderzoeksproject worden door de verantwoordelijke aios de huidige stand van zaken, plannen voor nieuwe activiteiten en uiteindelijk doel van het onderzoek toegelicht. Gezamenlijk wordt gekeken naar de programma's voor de komende NOV-vergaderingen en aan de hand daarvan worden plannen voor een voordracht gemaakt. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de wetenschapsbespreking is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveauconform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1).
61
Borging / vastlegging De borging voor de wetenschapsbespreking geschiedt door Gosens of Spoor, die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk zijn. Alle uit de wetenschapsbespreking voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.9
Radiologiebespreking Doel Bespreking van alle voorkomende radiologische onderzoeken of interventies bij een selectie van orthopedische patiënten in het kader van de opleiding van de aios van beide disciplines. Verantwoordelijke personen I. van den Brand en F. van Tilborg / G. Bosma, radiologen Tijdstip Elke donderdag, om 17.00 uur. Plaats Collegezaal St. Elisabeth Ziekenhuis Aanwezig Alle aios en alle orthopeden die volgens rooster aanwezig zijn, en eventuele (keuze)coassistenten, alle aios radiologie en de specifiek orthopedie-geïnteresseerde radiologen Schoemaker, van Tilborg, Bosma en Peluso. Gang van zaken Zowel de aios als de specialisten van beide disciplines (orthopedie en radiologie) kunnen patiënten aandragen voor deze bespreking. In het PACS systeem is een aparte map “Orthopedie bespreking” ingericht waarin alle patiëntenfoto’s voor deze bespreking kunnen worden opgenomen. Dat gebeurt via het geopende PACS dossier van een patiënt door te drukken op het ikoontje “Toevoegen”, dat in de werkbalk boven in beeld staat. Er wordt naar gestreefd om zoveel mogelijk feedback 'over en weer' te geven ten einde de relatie tussen röntgenbevindingen en de actualiteit, zoals aangetroffen bij operaties / artroscopieën, in het kader van opleiding optimaal uit te wisselen. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de radiologiebespreking is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveauconform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de radiologiebespreking geschiedt door van den Brand, die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk is. Alle uit de radiologiebespreking voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.10
Radiologie / nucleaire bespreking Doel Bespreking van alle voorkomende radiologische onderzoeken of interventies bij een selectie van orthopedische patiënten, gerelateerd aan skeletscintigrafisch onderzoek. Verantwoordelijke personen I. van den Brand en J. de Waal Malefijt.
62
Tijdstip Op de 1e donderdag van elke elk kwartaal, van 17.00 - 18.00 uur. Plaats Collegezaal St. Elisabeth Ziekenhuis. Aanwezig Alle aios en alle orthopeden die volgens rooster aanwezig zijn, en eventuele (keuze)coassistenten, radiologen, aios radiologie en de nucleair geneeskundigen uit het Verbeeten Instituut. Gang van zaken Zowel de aios als de specialisten van de 3 disciplines (orthopedie, radiologie en nucleaire geneeskunde) kunnen patiënten aandragen voor deze bespreking. In het PACS systeem is een aparte map “Orthopedie/nucleaire bespreking” ingericht waarin alle patiëntenfoto’s voor deze bespreking kunnen worden gelabeld. Dat gebeurt via het geopende PACS dossier van een patiënt door te drukken op het ikoontje “Toevoegen”, dat in de werkbalk boven in beeld staat, met verwijzing naar deze specifieke bespreking. Er wordt naar gestreefd om zoveel mogelijk feedback 'over en weer' te geven ten einde de relatie tussen röntgenbevindingen en de actualiteit, zoals aangetroffen bij daaropvolgende behandeling i.c. operaties, in het kader van opleiding optimaal uit te wisselen. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de radiologie / nucleaire bespreking is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveauconform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de radiologie/nucleaire bespreking geschiedt door van den Brand en de Waal Malefijt, die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk zijn. Alle uit deze bespreking voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.11
Traumabespreking Doel Bespreking van interessante traumapatiënten, ingebracht vanuit de heelkunde en de orthopedie, in het kader van de opleiding van de aios in beide disciplines. Verantwoordelijke personen I. van den Brand, J. Caron (Orthopedie) en M. Verhofstad (Algemene heelkunde) Tijdstip Elke donderdag, van 17.00 - 18.00 uur. Plaats Bespreekruimte chirurgen Aanwezig Alle aios orthopedie em algemene heelkunde en alle orthopeden en chirurgen die volgens rooster aanwezig kunnen zijn, eventuele (keuze)coassistenten, revalidatieartsen Gang van zaken Patienten worden op de bespreeklijst geplaatst voor de traumatologiebespreking via het EMD. In het EMD van de patient kan de patient via de button 'bespreken' opgevoerd worden in de traumatologie bespreking. Iedereen die interessante nieuwe traumapatiënten kan aanbrengen wordt geacht dit te doen. In de voorafgaande week gepasseerde patiënten, al of niet klinisch, worden besproken en vooral wordt ingegaan op hoe 63
conservatieve en operatieve behandelingen hebben uitgepakt in relatie tot de bestaande gebruiken en protocollen, die desgewenst gezamenlijk worden bijgesteld. Met regelmaat worden patiënten die eerder werden besproken na followups nog eens opnieuw gepresenteerd. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de traumabespreking is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveauconform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de traumabespreking geschiedt door van den Brand en Caron, die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk zijn. Alle uit de traumabespreking voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.12
Bedside teaching Doel Het vertrouwd maken van de aios met het opstellen van de anamnese, het uitvoeren van het specifieke orthopedische lichamelijk onderzoek en het opstellen van een differentiaal diagnose en een behandelingsplan aan de hand van één of meer poliklinische patiënten. Verantwoordelijke personen J. de Waal Malefijt Tijdstip Op donderdag om 15.00 uur, indien patiënten voor dit onderwijs zijn opgevoerd. Plaats Polikliniek orthopedie Aanwezig Alle aios en alle orthopeden die volgens rooster aanwezig zijn, en eventuele (keuze)coassistenten Gang van zaken Door de aios en orthopeden worden op de polikliniek bijzondere patiënten gelabeld bij wie een afwijking is geconstateerd die educatief is voor alle aios. De polikliniekmedewerkers registreren een dergelijke patiënt als ‘gezamenlijke patiënt’ en mailen wekelijks aan alle aios en orthopeden door welke patiënt(en) voor de bedside teaching op het ‘gezamenlijk spreekuur’ word(en) gezien. De verantwoordelijke aios presenteert de patiënt en vraagt in het bijzijn van de gehele groep de anamnese uit. Vervolgens doet hij het lichamelijk onderzoek, waarbij de opleiders kunnen inspringen om nuanceringen aan te brengen in de manier van onderzoek. Gezamenlijk wordt een differentiaal diagnose opgesteld, een voorstel gedaan voor eventueel aanvullend onderzoek en een behandelingsplan opgesteld. De uitkomst wordt daarna door de superviserend orthopedisch chirurg en de betreffende aios met de patiënt in privacy besproken. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de bedside teaching is in de eerste plaats vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast eventueel een 360° beoordeling, voorts komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). 64
Borging / vastlegging De borging voor deze bedside teaching ligt bij de Waal Malefijt, die voor de gang van zaken hierbij en de communicatie naar de patiënt eindverantwoordelijk is. Alle uit de bedside teaching voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.13
Gipsinstructie Doel Gestructeerd onderwijs door de gipsmeesters aan de aios betreffende gipsverband- materialen en gipstechnieken. Verantwoordelijke personen R. Logghe (gipsmeester) Tijdstip Op iedere 1e maandag van de maand, van 17.00 - 18.00 uur. Plaats Gipskamers Aanwezig Alle aios orthopedie, verpleegkundigen van de gipskamers, en eventuele (keuze)coassistenten Gang van zaken De gipsmeesters behandelen telkens een van tevoren afgesproken onderwerp, waarbij in een telkens weerkerende cyclus alle fundamentele aspecten en voorts de gipstechnieken van de bovenste- en onderste ledematen alswel (hals)rompgipsen en Halotractie successievelijk aan de orde komen. De aios worden begeleid in het aanleggen van diverse gipsverbanden bij patiënten. De richtlijnen voor deze behandelingen zijn opgenomen op de Intranetsite van de orthopedie. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de gipsinstructie is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, eventueel een 360° beoordeling, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de gipsinstructie geschiedt door Logghe, die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk is. Alle uit dit gipsonderwijs voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.1.12.14
Orthopedisch-neurochirurgische overdracht Doel Bespreking van gezamenlijke patiënten die op de polikliniek zijn gezien, die al of niet geopereerd moeten worden of reeds geopereerd zijn, in het kader van de opleiding van de aios van beide disciplines. Voorts worden bijzondere ziektegevallen van beide kanten gepresenteerd en besproken. Verantwoordelijke personen C. Diekerhof, A. Spoor, M. Bonnet Tijdstip Iedere dinsdag van 16.15 - 17.00 uur.
65
Plaats Bespreekruimte neurochirurgie Aanwezig Alle specialisten van beide disciplines, aios en (keuze)coassistenten. Gang van zaken Patiënten kunnen door iedereen worden ingebracht in de bespreeklijst neurochirurgie-orthopedie die in het EMD staat. Degene die een patiënt wil bespreken dient er zelf voor te zorgen dat alle gegevens van de patiënt (ook eventuele CD’s met foto’s) ter bespreking aanwezig zijn. Gezamenlijk wordt besloten of de patiënt nog aanvullend onderzoek moet hebben, wortelblokkades e.d. zal krijgen, of een operatie wordt afgesproken of een conservatief traject (met name via MEDAP). Als een operatie wordt geadviseerd komt de patiënt vervolgens met dit voorstel op de COMBIpoli, waar een definitief besluit wordt genomen. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de orthopedisch-neurochirurgische overdracht is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, voorts eventueel een 360° beoordeling, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging De borging voor de orthopedisch-neurochirurgische overdracht geschiedt door Diekerhof of Spoor, die volgens afspraak daarvoor verantwoordelijk zijn. Alle uit de besprekingen voortvloeiende toetsingsmomenten en leer- en verbeterpunten voor de aios worden vastgelegd in VREST.
4.2
Cursorisch onderwijs Cursorisch onderwijs is onderwijs dat zich buiten de patiëntenzorg afspeelt, maar wel een duidelijk verband heeft met de patiëntenzorg. Leerdoelen De inhoud van de cursussen dient aan te sluiten bij de geplande competentieontwikkeling van de aios, op het gebied van algemene en orthopedische kennis, vaardigheden en gedrag. Leermiddelen Er zijn daarvoor lokale, regionale en landelijke cursussen en onderwijsmomenten, waaronder een aantal verplichte cursussen /trainingen. Verantwoordelijke personen De opleider en alle aios. Gevolgen Per opleidingsjaar worden voor elke aios 12 dagen geresrveerd voor onderwijs en cursussen, waarvan minimaal 2 dagen moeten worden besteed aan (na)scholing in disiplineoverstijgende onderwerpen. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake bijdragen of deelname aan de cursorisch onderwijs is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de ontwikkeling van de aios op dit gebied en de deelname aan cursorisch onderwijs in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Borging Van de aios die een congres bezoekt wordt daarvan een beknopt verslag verwacht, dat besproken wordt tijdens een onderwijsmiddag. 66
In het persoonlijk ontwikkelingsplan van de aios wordt vastgelegd welk cursorisch onderwijs hij volgt (Portfolio, VREST).
4.2.1
Lokale activiteiten op het gebied van (cursorisch) onderwijs Op lokaal niveau zijn er verschillende onderwijsactiviteiten (tabel 7). Tabel 7. Overzicht lokaal cursorisch onderwijs Onderwijs Onderwijsmiddag MDO BMS cursussen
Frequentie Wekelijks, elke donderdag Elke 2e donderdag van de maand Variërend van enkele tot meerdere cursussen per jaar
Iedere donderdag is er een onderwijsmiddag, die gevuld wordt met besprekingen, referaten, onderwijs inzake de CCOC cursus, CAT's, PICO's en verschillende besprekingen in het kader van de opleiding (zie hoofdstuk 4.1.12.1). Eén van de onderdelen is een cyclus 'Hoe zet je een wetenschappelijk onderzoek op en hoe bereid je een publicatie voor, hoe lees je literatuur?’ in samenwerking met de Universiteit van Tilburg (Brenda den Oudsten - zij is wetenschapbegeleider en implementatieonderzoeker. Zij is bereikbaar voor plannen omtrent het doen van onderzoek, hulp bij het schrijven van protocollen, heeft methodologische kennis, is bekend met statistiek en SPSS). Met regelmaat wordt op donderdagmiddag ook een gezamenlijke patiënt gezien in het kader van 'bedside teaching'. Iedere 2e donderdag van de maand is er multidiscipliair onderwijs (MDO) in de collegezaal van het St. Elisabeth Ziekenhuis, waar bij de aios van alle specialismen zoveel mogelijk aanwezig zijn. Daar komen zowel medische als diciplineoverstijgende onderwerpen aan bod. Het Sint Elisabeth Ziekenhuis werkt lokaal nauw samen met Brabant Medical School (BMS) om een uitgebreid aanbod van discipline-overstijgende cursussen aan te kunnen bieden op het terrein van deze algemene competenties. Een volledige omschrijving van de cursussen en trainingen is te vinden op de website www.brabantmedicalschool.nl . De belangrijkste cursussen / trainingen voor de aios orthopedie zijn: Intern en extern management voor de arts Medisch wetenschappelijk schrijven in het Engels Evidence Based Medicine Drama van de arts Communicatie in complexe situaties Statistiek I, II en III Balans tussen werk en privé Patiënt en arts tevreden de deur uit Gezondheidsrecht Een veilig ziekenhuis vóór en dóór aios Begeleide intervisie Kunst van het samenwerken Financieel management Coaching voor aios Open dialoog over de laatste levensfase Borging Jaarlijks ziet de opleider er op toe dat elke aios zoveel mogelijk deelneemt aan de verplichte locale onderwijsmomenten en aan tenminste één van de trainingen/cursussen van de BMS en/of de Desiderius School van Erasmus MC. De deelname aan elke cursus wordt vastgelegd in het portfolio in VREST. 67
4.2.2
Regionale activiteiten op het gebied van (cursorisch) onderwijs Op regionaal niveau zijn er meerdere activiteiten in het kader van cursorisch onderwijs in orthopedische onderwerpen en in discipline-overstijgend onderwijs (Tabel 8). Tabel 8. Overzicht regionaal cursorisch onderwijs Onderwijs Jaarlijkse ROGO-dag Jaarlijkse FIRESIDE bijeenkomst ROGO Jaarlijkse LISA dag van de ROGO (anatomiecursus) MDO Desiderius School EMC
Frequentie Elk jaar, in mei of juni Elk jaar, in december Eenmaal per jaar Elke 2e donderdag van de maand, discipline-overstijgend onderwijs (EZH en BMS) 7 cursussen per jaar
Binnen de ROGO Rotterdam zijn er jaarlijks 2 onderwijsdagen voor alle aios uit de 3 participerende opleidingsklinieken: de 'ROGO-dag' en de 'Fireside' bijeenkomst. Voor deze formule werd gekozen, in plaats van een periodieke regionale refereeravond, omdat bleek dat verkeer, files en werktijden op de aanwezigheid van voldoende collega's om dergelijke avonden zinvol te maken een negatief effect hadden. Hoewel de Tilburgse regionale refereeravond altijd veel waarde had t.a.v. intercollegiale contacten en opleidingsmomenten werd op grond van bovenstaande argumenten en de terugloop van het aantal geïnteresseerde bezoekers besloten om ook deze lokale nascholingsactiviteiten te staken. ROGOdag De ROGO-dag is een dag die bij toerbeurt wordt georganiseer in Rotterdam, Delft of Tilburg. Elk van de 3 participerende opleidingsklinieken (EMC Rotterdam, Reinier de Graaf Gasthuis Delft en St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg) levert wetenschappelijke bijdragen in de vorm van presentaties van lopend of inmiddels afgerond wetenschappelijk onderzoek en/of aios aanwijzen om een 'battle' in te vullen over een bepaald onderwerp binnen de orthopedie. Fireside De jaarlijkse 'Fireside' bijeenkomst wordt altijd op een vrijdagmiddag in december van ieder jaar gepland, afwisselend in Rotterdam, Delft of Tilburg. Door de 3 betrokken opleidingsgroepen wordt dan een thema gekozen en daarover worden vanuit elk van de 3 opleidingsklinieken voordrachten gekozen voor de aios, gepresenteerd door één van de leden van de opleidingsgroep in elk van de ziekenhuizen. Voor de 'Fireside' bijeenkomst geldt dat deze verplicht is voor alle aios. Daarnaast hebben de aios orthopedie de mogelijkheid om trainingsdagen in niet-medische competenties bij te wonen van de Desiderius School van Erasmus Medisch Centrum. De Desiderius School verzorgt het discipline overstijgend onderwijs in de vorm van 7 modules (website: www.erasmusmc.nl/desideriusschool/DOO/): Samenwerking Medische Ethiek Basiscursus Ziekenhuismanagement Communicatie Gezondheidsrecht Evidence Based Medicine Teach the Teacher 68
Borging Jaarlijks ziet de opleider erop toe dat elke aios deelneemt aan de regionale opleidingsdagen (ROGOdag, FIRESIDE, Anatomiecursus) en tenminste één van de trainingen/cursussen van de BMS en/of de Desiderius School van Erasmus MC. De deelname aan elke cursus wordt vastgelegd in het portfolio in VREST.
4.2.3
Landelijk (cursorisch) onderwijs, planning tijdens vooropleiding en opleiding orthopedie Tabel 9. Overzicht landelijk cursorisch onderwijs Heelkunde Jaar 1
Orthopedie Jaar 2
6 mnd 6 mnd
6 mnd
Jaar 1, orthop 6 mnd
6 mnd
Jaar 2, orthop 6 Mnd
6 mnd
Jaar 3, orthop 6 Mnd
6 mnd
Jaar 4, orthopedie 6 6 mnd mnd
Jaar 5 6 mnd
Basisvaardigheden chirurgie* ATLS* Communicatie Training (CIC) Aios start cursus mod. opl. orthop* CCOC 1e * CCOC 2e * CCOC 3e * Basiscursus AO * NVA Arthroscopie knie NVA Arthroscopie schouder Landelijke cursus Heupprothesen Landelijke Cursus Knieprothesen Vervolgcursus AO gevorderden * Cursus Stralingshygiëne * ATLS refresher cursus * Dissectiecursus (LISA cursus) * Landelijke cursus Voet/enkel Cursus patholog. fracturen UMCN NVOT /traumadagen/ 'Worst Case' maximale termijn
* De landelijke verplichte cursussen voor aios orthopedie De aanbevolen landelijke cursussen
De landelijke (verplichte) cursussen zijn de Basiscursus Heelkunde, de ATLS (af te ronden tijdens de vooropleiding), de introductiecursussen voor aios inzake de moderne opleiding in maart en in september van elk jaar, de 3 jaarlijkse cyclus van CCOC cursussen, de NVA cursussen artroscopie van knie en schouder, de cursus 'Voet en enkel' en de cursussen inzake voortgang AO, en tenslotte de onderwijsdagen van de ROGO Rotterdam (tabel 10 en hoofdstuk).
69
Tabel 10: Thema's van de 3-jaars cyclus CCOC cursussen Jaar II
III
Dag 1 2
Thema Kinderen/ Kindertraumatologie hierbij Oncologie
3
Sportgeneeskundes, enkel en voet inclusief meniscusproblematiek, kraakbeenletsels
4
Trauma (Alleen volwassenen, zonder wervelkolom) Wervelkolom, inclusief wervelfracturen
5 6 I
7 8
Schouder/elleboog Inclusief sportletsels /artro scopie Pols/hand + epidemiologie Zonder fracturen Heup + basic science 3 feb Inclusief heup artroscopie Basis science )
Vóór het landelijke examen, dat wordt afgenomen conform het Reglement Algemeen Examen Orthopedie van de NOV, heeft elke aios telkens recht op 2 dagen studietijd, de opleider zorgt ervoor dat deze dagen en de examendag in het werkrooster worden opgenomen. De overige jaarlijks weerkerende cursussen (Pathologische fracturen - UMCN, Osteotomie - St. Maartenskliniek, NVOT - Worst Case, communicatietraining ) zijn optioneel en daarvoor schrijven de aios in overleg met hun opleider in. Voor iedere aios die in de ROGO Rotterdam is aangenomen wordt door de 3 opleiders in de ROGO een zo evenwichtig mogelijke verdeling van de verschillende cursussen over de opleidingsjaren in de verschillende opleidingsklinieken gepland (tabel 5a). Borging De opleider zorgt ervoor dat de aios in de gelegenheid wordt gesteld om deel te nemen aan tenminste één van de trainingen/cursussen van de BMS en/of de Desiderius School van Erasmus MC, voorts aan de bijeenkomsten in het kader van de ROGO Rotterdam. De deelname aan elke cursus en de resultaten worden vastgelegd in het portfolio in VREST.
4.2.4
Regelingen en onkostenvergoedingen congresbezoek en cursussen De vakantie- en congresdagen van de aios zijn als volgt geregeld: 23 vakantiedagen volgens CAO, waarvan ten faveure van de organisatie tenminste 1 week in de OKreductie periode tijdens de zomervakantie De verplichte cursus- congres- en onderwijsdagen worden vergoed door het OOC op declaratiebasis Bovenop de verplichte cursus dagen extra cursus- congres- en onderwijsdagen bij toestemming van opleider en Diekerhof vergoeding inschrijfkosten door de maatschap, declaratie bij Diekerhof na inleveren verslag. Totaal aantal cursus- congres- en onderwijsdagen inclusief de verplichte cursusdagen tot een maximum van 12 congresdagen per jaar Een halve dag compensatie per dienst, dit dagdeel is op te nemen in goed overleg en met in achtneming van de planhorizon van 6 weken en kan mede worden gebruikt voor “verplichte vakantiedagen”. Voor gewerkte feestdagen compensatie volgens berekening jaaruren systematiek 70
Het wordt erg op prijs gesteld wanneer ook in de week kerst of oud/ nieuw een aantal eigen vakantieof compensatiedagen worden opgenomen. 2 dagen vrij voor studie voor het landelijk examen van de maatschap, deze vrije dagen worden door de aios zelf verdeeld, maar moeten in dezelfde week als het examen worden opgenomen.
Onkostenvergoeding voor aios St. Elisabeth Ziekenhuis (Regeling OVCET / OOC anno 2010) Door aios voor verplichte opleidingsactiviteiten gemaakte kosten worden geheel door het ziekenhuis vergoed. Dat gebeurt achteraf, op declaratiebasis.De aios dient daarvoor een declaratieformulier, ondertekend door hem/haarzelf en de opleider en voorzien van bewijsstukken (betalingsbewijzen), in bij het OOC. Kosten die gedeclareerd kunnen worden zijn conform CAO artikel 3.2.18: Cursus- en congreskosten (indien verplicht) Kosten deelname aan bijeenkomst wetenschappelijke vereniging (indien verplicht) Binnenlandse reiskosten (volgens de geldende regelingen, voor zover nodig voor deelname aan bovengenoemde activiteiten) Binnenlandse verblijfskosten (bij meerdaagse cursus) Kosten die niet gedeclareerd kunnen worden zijn: Lidmaatschapskosten Registratiekosten opleidingsregister MSRC Kosten voor boeken en tijdschriften worden vergoed d.m.v. aanschaf via de medische bibliotheek. Kosten voor deelname aan buitenlandse congressen en cursussen komen in de regel niet voor vergoeding in aanmerking, omdat ze niet verplicht zijn, met 2 mogelijke uitzonderingen: - Cursuskosten voor deelname aan een buitenlandse cursus kunnen in uitzonderlijke gevallen èènmaal tijdens de opleiding voor vergoeding in aanmerking komen, mits het verplichte karakter van die cursus is vastgesteld en door de OVCET is goedgekeurd. - Vergoeding van een buitenlandse cursus of congres kan ook plaatsvinden wanneer sprake is van een presentatie of poster door de aios, met een maximum van €1000.= en maximaal eenmaal per jaar. Daar moet vooraf een aanvraag voor worden ingediend. - Als een aios een eigen bijdrage verzorgt op een wetenschappelijk congres in het buitenland kan vooraf een aanvraag worden ingediend voor vergoeding van congres- reis- en verblijfskosten. Deze aanvraag moet ondertekend zijn door de opleider en wordt beoordeeld door de manager van het OOC. Borging De opleider beoordeelt of een declaratie inderdaad betrekking heeft op een verplichte opleidingsactiviteit, in de zin van de geldende regeling. Het OOC controleert elke maand de ingediende declaraties, tekent voor akkoord en zorgt er mede voor dat de ingevulde formulieren naar de salarisadministratie gaan.
4.3
Wetenschappelijk werk Leerdoelen Het aanleren en vanzelfsprekend maken van wetenschappelijk denken, stimuleren van de zelfreflectie van een aios inzake dit wetenschappelijk denken en vooral de regelmatige integratie daarvan in de dagelijkse praktijk. De vereiste basale leerdoelen zijn conform het Kaderbesluit 2011 (tijdens het specifieke opleidingsdeel orthopedie minimaal 1 artikel - ofwel 1e auteur/presentator van een peer-reviewed artikel, manuscript of voordracht op een erkend congres, deelname aan verplichte onderwijsmomenten en cursussen, ROGOdagen). Leermiddelen Wetenschappelijk (na)onderzoek, onderzoekslijnen, literatuurstudie, E-learning, voordrachten, referaten, protocollen/richtlijnen opstellen, publicatie, promotiestudie. 71
Verantwoordelijke personen De opleider, Gosens en Spoor Beoogde competenties Medisch handelen is in staat om in het kader van klinisch wetenschappelijk onderzoek bij onderzoekspatiënten een goede anamnese af te nemen, lichamelijk onderzoek te verrichten en de noodzakelijke hulponderzoeken te realiseren is in staat om daarbij op correcte wijze kennis over indicaties en contraïndicaties, voor- en nadelen, alternatieven en risico's van orthopedische behandelingen in praktijk te brengen Communicatie Past gesprekstechnieken adequaat toe, kan goed luisteren en effectief informatie uitwisselen met de onderzoekspatiënt geeft aan de onderzoekspatiënt en diens omgeving adequaat en duidelijk uitleg over het betreffende wetenschappelijk onderzoek kan de informatie- en toestemmingsvraag in het kader van wetenschappelijk onderzoek adequaat communiceren hanteert de beschikbare ICT mogelijkheden op de juiste wijze kan voorlichting geven volgens de eisen van de wet WGBO kan in het kader van het wetenschappelijk onderzoek professioneel goed communiceren met derden kan onderzoeksopzet- en resultaten adequaat vastleggen. Kennis en wetenschap is in staat om beschikbare literatuur te verzamelen, te interpreteren en toe te passen ten behoeve van wetejnschappelijk onderzoek is in staat om een PICO of CAT geheel zelfstandig te presenteren Draagt bij tot ontwikkeling en verspreiding van wetenschappelijke kennis en past dit toe waar mogelijk evidence based Samenwerken is in staat om in het kader van wetenschappelijk onderzoek multidisciplinair samen te werken kan leiding geven in een onderzoeksopzet kan anderen op adequate wijze van feedback voorzien kan tijdens onderzoeksbesprekingen in geval van tegenstrijdige belangen adequaat naar anderen reageren Organisatie kan de afspraken en uitkomsten van een onderzoeks- wetenschapsbespreking adequaat ten uitvoer brengen kan het wetenschappelijk werk adeqaat organiseren met goede hantering van de workload en tijdsdruk toont een professioneel time-management stelt de juiste prioriteiten kan goede verbetervoorstellen doen t.a.v. de organisatie rondm wetenschappelijk onderzoek Professionaliteit kan op integere, eerlijke en empatische wijze met mensen omgaan in de onderzoeksomgeving kan op correcte wijze ethische vraagstukken hanteren bij de omgang van onderzoekspatiënten toont een adequaat time-management kent eigen grenzen, reflecteert op eigen kennis en kunde, zoekt adeqaat hulp indien nodig kan goed omgaan met opgetreden tegemnvallers in het wetenschappelijk werk kan teambesprekingen voorzitten, verantwoordelijkheid nemen en het onderzoeksproces bewaken kan medeonderzoekers op professionele wijze begeleiden Maatschappelijk handelen is op de hoogte van relevante regelgeving en kan dit overdragen kan wetenschappelijke onderzoek en bevindingen adequaat in een maatschappelijke contecxt plaatsen implementeert de veiligheid van onderzoekspatiënten in het proces van klinisch onderzoek 72
Taken en verantwoordelijkheden Als Teaching Hospital vervult het St. Elisabeth Ziekenhuis een belangrijke rol in toegepast medisch wetenschappelijk onderzoek. Stimulering van een ziekenhuisbreed wetenschappelijk klimaat is daarom een belangrijk aandachtspunt. Daarbij wordt met name het onderzoek dat wordt uitgevoerd binnen onderzoekslijnen aangemoedigd, in tegenstelling tot ad hoc studies. Het wetenschappelijk onderzoek wordt op meerdere manieren en door verschillende partijen gestimuleerd en gefaciliteerd: Maatschap Alle leden van de maatschap stimuleren wetenschappelijke activiteiten van de aios orthopedie en begeleiden lopend wetenschappelijk onderzoek, in de vorm van voorbereide casuïstiek, referaten, voordrachten of lopende onderzoekslijnen en bovendien door te helpen daar tijd voor in te ruimen. Klinisch onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door patiëntenmateriaal ter beschikking te stellen en daar de logistiek op af te stemmen. Wetenschapscommissie In het EZ functioneert een wetenschapscommissie, die strategieën en concrete plannen ontwikkelt om het wetenschappelijk onderzoek een bredere basis te geven. Door de Wetenschapscommissie is inmiddels een onderzoeksmatrix ontworpen die in één oogopslag een overzicht biedt van de lopende onderzoeken door aios, verdeeld in doelgroepen en thema’s. Onderzoeksbureau De onderzoekscoördinator is gedetacheerd vanuit de Universiteit van Tilburg, departement Medische Psychologie en Neuropsychologie, en richt zich op het ondersteunen van eenieder die zich met onderzoek bezighoudt (medisch specialisten, arts-assistenten, coassistenten en nurse practitioners). Hierbij valt te denken aan advies en begeleiding binnen de verschillende stadia van het verrichten van wetenschappelijk onderzoek: Stadium 1: Het opzetten van onderzoek: o Hulp bij ontwerp onderzoeksprotocol o Begeleiding voorbereidingsfase o Onderzoeksvoorbereiding, incl. pilotonderzoek o Het selecteren van (psychologische) meetinstrumenten Stadium 2: Advies ten aanzien van de uitvoeringsfase en het verzamelen van data Stadium 3: De afrondende fase: het analyseren en rapporteren o Gegevens ordenen voor analyse o Statistische evaluatie / data analyse o Het interpreteren van uitkomsten o Publicatiefase / Abstracts Ook kan de onderzoekscoördinator informatie geven over subsidiemogelijkheden voor onderzoeksdoeleinden en medewerkers inhoudelijk adviseren wanneer zij subsidie aanvragen. Medisch Ethische Toetsings Commissie Toetsing van medisch-wetenschappelijk onderzoek vindt plaats in één van de door het CCMO-erkende Medische Ethische Toetsings Commissies (METC). Het EZ heeft een eigen, erkende METC die voorgenomen onderzoek toest op wetenschappelijke, medisch-ethische en juridische aspecten, aan de hand van de daarvoor geldende nationale en internationale wetgeving en richtlijnen. TEvens adviseert de METC de Raad van Bestuur van het EZ over de lokale uitvoerbaarheid van multicenter onderzoek dat aan een andere commissie werd voorgelegd. CoRPS CoRPS is een interdisciplinair onderzoeksinstituut gevestigd aan de Universiteit van Tilburg (UvT). Binnen CoRPS wordt intensief samengewerkt door: het departement Medische Psychologie en Neuropsychologie (UvT) het departement Methoden en Technieken van Onderzoek (UvT) het St. Elisabeth Ziekenhuis (Tilburg) 73
het TweeSteden Ziekenhuis (Tilburg/Waalwijk) het Integraal Kankercentrum Zuid (Eindhoven) het samenwerkingverband van huisartsen in Zuidoost Brabant (PoZoB) Psychologen, biologen, gezondheidswetenschappers en medici doen hier gezamenlijk onderzoek naar de relatie tussen psychische en lichamelijke klachten. Doel is bij te dragen aan een betere zorg en een betere kwaliteit van leven. Onderzoekers van CoRPS publiceren regelmatig in (inter)nationale wetenschappelijke tijdschriften. Daarnaast worden seminars, workshops en conferenties georganiseerd. Zo wil CoRPS de academische discussie stimuleren en de verspreiding van kennis onder wetenschappers, en zorgverleners bevorderen. Wetenschapsdag De Vereniging Assistent Geneeskundigen (VAGEZ) van het EZ organiseert tweejaarlijks een Wetenschapsdag. Dit is een symposiumdag waarop AIOS van het EZ en van het TweeSteden Ziekenhuis te Tilburg hun wetenschappelijk werk presenteren aan medisch specialisten, verpleeghuisartsen, huisartsen, apothekers, coassistenten en collegaassistenten. Tijdens deze dag wordt ook de Van Buchemprijs uitgereikt aan een AIOS voor het beste onderzoek van de voorgaande twee jaar. Op deze manier wil VAGEZ wetenschappelijk onderzoek binnen AIOS stimuleren. Wetenschappelijk onderwijs Het geven van epidemiologisch en statistisch onderwijs is een krachtig instrument om het wetenschappelijk klimaat te stimuleren. Het EZ werkt nauw samen met de BMS om cursussen aan te bieden op het gebied van wetenschap. Het huidige cursusaanbod bestaat uit Evidence Based Medicine (5 sessies), Medisch wetenschappelijk schrijven in het Engels (6 sessies) en Statistiek I, II en III (elk 2 sessies). Daarnaast wordt door de Medische Bibliotheek, via het Elisabeth Leerplein1, een online cursus PubMed aangeboden. E- learning is een onderwijsvorm die in het St. EZH alweer enkele jaren wordt toegepast, voor de aios zijn al verschillende specialistische E-learning modules beschikbaar. Praktische uitvoering van wetenschappelijk onderzoek Aios die via de centrale aannameprocedure van de ROGO Rotterdam voor Tilburg worden aangenomen worden kort daarna uitgenodigd voor een gesprek met Gosens en de Waal Malefijt over de inhoud van de komende opleiding orthopedie in het St. EZH en met name over de verwachte wetenschappelijke activiteiten. Daarbij komen de volgende vragen aan de orde: of de aios al bezig is met wetenschappelijk onderzoek of dit aan het organiseren in een andere kliniek? wie daarbij de begeleider is - ook de aios die elders bezig is met wetenschappelijk onderzoek krijgt de gelegenheid om dit te continueren tijdens zijn/haar aanwezigheid in het ST. EZH als de beginnende aios in het ST. EZH nog geen wetenschappelijke activiteiten onder handen heeft, zal er ten behoeve van de voortgang van de opleiding en de eindtermen een keuze gemaakt moeten worden wat voor onderzoek hij/zij gaat (een keuze tussen lopend dan wel mogelijk op te zetten onderzoek in het EZH, al dan niet in samenwerking met de afdeling heelkunde dan wel de andere opleidingsklinieken in de ROGO Rotterdam). Spoor en Gosens fungeren gedurende het verblijf van de aios als wetenschappelijk supervisor en steunpunt. Zij zijn ook aanspreekpunt voor de aios bij methodologische, logistieke en statistische vragen en het eventueel redigeren van artikelen, tenzij de mede-onderzoeker dit graag zelf voor zijn rekening wil nemen. Eventueel wordt ook Brenda den Oudsten om hulp en advies gevraagd. In het werkrooster van de afdeling orthopedie wordt voor elke aios structureel tijd gereserveersd voor wetenschappelijk werk, gedurende minimaal één dagdeel per week.
1Elisabeth
Leerplein is de eigen e-learning omgeving van het St. Elisabeth Ziekenhuis.
74
Lopende onderzoekslijnen en activiteiten orthopedie in het St.EZH Wervelkolomchirurgie: 1. Promotiestudie Spoor in samenwerking met UMCU en met de afdeling Psychologie van de Univeristeit van Tilburg met als onderwerp de klinische, radiologische en psychologische resultaten na minimaal invasieve fixatie van de thoracolumbale wervelkolom. (Spoor, Diekerhof, de Waal Malefijt, diverse artikelen in het kader van promotie Spoor) 2. Internationale studie prospectieve vergelijkende studie één- niveau anterieure spondylodese middels cage ten opzichte van één niveau anterieure implantatie cervicale discusprothese (Diekerhof) 3. NICE trial: interspinous distraction device versus conventionele decompressie bij patiënten met een wervelkanaalstenose (de Waal Malefijt) Resurfacing heupprothese: 1. Prospectief vervolgen van klinische resultaten ook met betrekking tot kwaliteit van leven bij resurfacing protheses van de heup (Gosens, UvT Psychologie) 2. Prospectief vervolgen van radiologische resultaten bij resurfacing protheses van de heup (Gosens, de Waal Malefijt) Heupprothesen 1. Retrospectieve studie naar resultaten cuprevisies Osteonicsprothese (300 patienten) (Gosens, de Waal Malefijt, Bonnet, Bosmans) 2. Prospectief onderzoek naar resultaten AVANTAGEcup bij habituele heupprotheseluxaties (Gosens, de Waal Malefijt, Bonnet, van West, Bosmans) 3. Retrospectief onderzoek reversed hybride THP in Tilburg (Gosens, de Waal Malefijt, Bonnet, Bosmans) 4. CONE naonderzoek 11 jaar (de Waal Malefijt, Nieuwenhuis, naar J Arthroplasty) 5. RSA studie CONE heupprothese (de Waal Malefijt, Nieuwenhuis, Valstar) 6. Long term follow up of the Mallory Head femoral stem (Gosens, van Langelaan (Leiderdorp), update gegevens proefschrift Gosens) Lumbaal probleem of heupprobleem: Multicentered prospectieve studie naar het effect en nut van marcaïnisatie van de heup bij de differentiaal diagnose van klachten in de heup- en bilstreek (J. de Waal Malefijt, K. Bos - Erasmus MC) Kraakbeen- en kruisband chirurgie: 1. Deelname aan Europese multicentre trial inzake kraakbeentransplantatie met autologe gekweekte kraakbeencellen (Caron, D. Saris-UMC Utrecht) 2. Kruisbandchirurgie in combinatie met Quality care concept (Caron, van den Brand) Bovenste extremiteit chirurgie: 1. Prospectieve studie van de radiologische en klinische resultaten van de TESS schouder prothese (Gosens) 2. Vermeende scaphoidfracturen: de rol van diverse testen (Loots, Janssen, Gosens) 3. Deelnemer aan diverse online surveys via de Science Variation Group met diverse artikelen in voorbereiding (Gosens, o.a. JBJS-A) Peesgenezing: 1. Prospectief gerandomiseerde, triple blind studie naar de mogelijke rol van autologe bloedplaatjes bij epicondylitis lateralis (Gosens, Sluimer) 2. Prospectief gerandomiseerde, triple blind studie naar de mogelijke rol van autologe bloedplaatjes bij fasciitis plantaris (Gosens) Kwaliteit van leven: 1. Quality of life of patients with a fracture: validation of the Dutch adaptation of the SMFA (Gosens, Verhofstad, Roukema, de Vries, van Son, ism UvT)
75
2. 3. 4.
Qaulity of life of patients with a wrist of ankle fracture (Gosens, Verhofstad, Roukema, de Vries, van Son, ism UvT) Kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven in de orthopedische setting (Gosens, den Oudsten, van Heck, ism UvT) Depressie bij THP en TKP patiënten (Gosens, Hentenaar, Pilot - RDDG Delft, Reijman - Erasmus MC Rotterdam)
Gevolgen De aios houdt de status en vorderingen van zijn/haar wetenschappelijke activiteiten in een logboek bij. Met de supervisor / onderzoeksbegeleider wordt door de aios minstens eenmaal per kwartaal een werksafspraak gemaakt om de vordering van het lopende wetenschappelijke werk inhoudelijk door te spreken. Als blijkt dat de geboden wetenschapstijd door de aios niet goed wordt benut, vindt een tussentijds gesprek plaats. Zonodig kan een gesprek volgen in aanwezigheid van de supervisor. Tezamen met de opleider kan, in geval van onvoldoende voortgang in het wetenschappelijk werk, ertoe worden besloten als sanctie het rooster van de aios aan te passen in de zin van reductie van OK-uren en meer focus op wetenschappelijke activiteiten. Toetsing Voor de beoordeling van het niveau van de activiteiten van de aios inzake de wetenschappelijke activiteiten is vooral de KPB het belangrijkste toetsingsinstrument, daarnaast komt de wetenschappelijke ontwikkeling van de aios in het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek aan de orde. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding en de wetenschappelijke status van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau en de vordering conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie Hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging/vastlegging De inhoud van het logboek wordt regelmatig per e-mail teruggekoppeld naar de supervisor binnen het EZH en de eventuele supervisor in de andere onderzoekskliniek(en). Zo nodig zal hier in de maatschapsvergadering aandacht aan worden besteed bij het onderdeel bespreking aios. De voortgang van het wetenschappelijk werk, alle tussentijdse publicaties en de uit de beoordelingen voortvloeiende leer- en verbeterpunten, adviezen/plannen t.a.v. het wetenschappelijke werk van de aios worden vastgelegd in de Leerdoelen en het Persoonlijk Opleidings Plan in het portfolio (VREST).
76
5
Stagebeschrijvingen Inleiding Door de variabilteit in de werkroosters en de wisselende stagering in de 3 opleidingsklinieken binnen de ROGO kan geen universeeel groeiplan voor de aios worden opgesteld. In het St. Elisabeth Ziekenhuis wordt derhalve voor iedere aios een individueel groeiplan gehanteerd, met als uitgangspunten 'regelmaat, structuur en begeleiding' . De opleidingsgroep heeft daarbij primair gekozen voor een meester-gezel model waarbij de aios zich door middel van directe supervisie in combinatie met zelfwerkzaamheid de orthopedie eigen kan maken. Dat gebeurt tijdens de verschillende stages van telkens 3 maanden, die qua inhoud gerelateerd zijn aan de aandachtsgebieden en belangstellingen van de supervisoren. Subspecialisaties Naast de ‘algemene’ orthopedie en de traumatologie zijn in de afgelopen jaren binnen de maatschap specifieke aandachtsgebieden ontwikkeld, met bijpassende technologie en moderne therapeutische oplossingen. Binnen de maatschap orthopedie St. EZH heeft dat voor elk van de orthopedisch chirurgen geresulteerd in de totstandkoming van een persoonlijk profiel van subspecialisaties:
Michel Bonnet (BNN): nekchirurgie, scoliose, kinderorthopedie Igor van den Brand (VBN): kniechirurgie, kinderorthopedie, kruisbandchirurgie Jacob Caron (CAO): kruisbandchirurgie, kraakbeenchirurgie, enkel- en voetchirurgie Carel Diekerhof (DKF): rugchirurgie, nekchirurgie Dr. Taco Gosens (GSN): schouderchirurgie, elleboogchirurgie, hand / polschirurgie Andy Spoor (ABS): rugchirurgie, nekchirurgie Dr. Jan de Waal Malefijt (WLM): rugchirurgie, revisiechirurgie
Gevolg van deze differentiatie is dat de aios tijdens hun stages met koppeling aan de verschillende supervisoren ook te maken krijgen met deze diverse aandachtsgebieden / thema's.
5.1
Thema's Doordat de aios in iedere nieuwe stage weer een andere supervisor krijgt is weliswaar een strakke indeling in modules en thema's niet te maken, maar wel wordt het mogelijk om periodes van specifieke aandacht voor bepaalde onderdelen van de orthopedie te oormerken en tegelijkertijd een vloeiende overgang mogelijk te maken tussen diverse conservatieve en operatieve onderdelen, activiteiten en ervaringsmomenten. In feite de logische en praktische opbouw van een OSB naar NOV - niveau 4 (zie ook hoofdstuk 2.5.3). Op de polikliniek zijn ‘behandelteams’ gerealiseerd, waarbij de aios steeds werkt onder supervisie, bij voorkeur van zijn eigen supervisor van dat moment en met name patiënten geboekt krijgt die vallen onder diens aandachtsgebieden. De aios ziet dergelijke patiënten met aangepaste consulttijden. Op deze manier krijgt de aios ook ervaring met meer complexe patiënten en is supervisie altijd gezekerd. Bovendien zijn er met deze werkwijze goede mogelijkheden voor individuele ‘bed-side teaching’. De opleidingsgroep hanteert in de dagelijkse werkwijze en opleiding een aantal thema's en heeft ervoor gekozen om per thema beleidsteams te benoemen die specifiek verantwoordelijk zijn voor deze thema's en tevens aanspreekbaar zijn m.b.t. de inhoud. Het overzicht daarvan wordt gegeven in Tabel 11a.
77
Tabel 11a: Thema's en beleidsteams THEMA Cervicale wervelkolom Thoracale en lumbale wervelkolom Bovenste extremiteit Heup Knie Enkel / voet Kinderorthopedie Traumatologie algemeen Traumatologie wervelkolom Omgaan met EMD Wetenschap Opleiding
Beleidsteam ABS, BNN, DKF ABS, DKF, WLM BNN, GSN BNN, DKF, GSN, WLM VBN, CAO BNN, CAO BNN, VBN VBN, CAO DKF ABS, DKF ABS, GSN BNN, GSN, WLM
Gevolgen voor de dagelijkse praktijk Deze werkverdeling onder de leden van de opleidingsgroep brengt met zich mee dat de aios voor specifieke orthopedische aandoeningen dan ook in eerste instantie overlegt met een daarin gesubspecialiseerde supervisor, zoals aangegeven in Tabel 11b.
Tabel 11b. Gespecificeerde subspecialisaties per thema THEMA
Specifieke subspecialisatie
Specifieke supervisoren
Cervicale wervelkolom
Alle voorkomende aandoeningen
ABS, BNN, DKF
Thoracale en lumbale
Algemeen alle aandoeningen
ABS, DKF, WLM
wervelkolom
Scoliose chirurgie
ABS, DKF
Schouder
Algemeen, open Neer en cuffpathologie
ABS, BNN, GSN (CAO, VBN)
Scopische Neerplastiek
ABS, BNN, GSN (CAO, VBN)
Stabilisatie schouder (scopisch / open)
GSN / CAO
Artrose (schouderprothesen)
BNN, GSN
Algemeen
ABS, BNN, GSN
Scopische technieken
BNN, GSN
Matti Russe operatie
BNN, GSN
Algemeen (primaire prothesiologie)
ABS, BNN, DKF, GSN, WLM
Revisie prothesiologie
BNN, DKF, WLM
Osteotomieën heup
BNN, WLM
Bekkenosteotomie vls. Tönnis, Chiari
WLM
Algemeen (artroscopische chirurgie)
ABS, BNN, VBN, CAO, WLM
Kniebandreconstructies
VBN, CAO
Totale knieprothese
ABS, BNN, VBN, CAO, WLM
Hemi knieprothese
VBN, WLM
Patellofemorale prothese
WLM
Revisie knieprothesen
VBN, WLM
Osteotomieën rond de knie
VBN, CAO
Elleboog, pols, hand
Heup
Knie
78
Voet en enkel
Algemeen
ABS, BNN, CAO
Enkelband reconstructies
BNN, CAO
Artroscopie van de enkel
BNN, CAO
Hallus osteotomieën
BNN, CAO, DKF
Voorvoetchirurgie
BNN, CAO
Enkelartrodese
BNN, CAO
Kinderorthopedie
Alle voorkomende aandoeningen, incl scoliose
BNN, VBN
Reumachirurgie
Alle voorkomende reumatische aandoeningen
BNN, GSN
Traumatologie
Algemene traumatologie
ABS, VBN, CAO, DKF, GSN, WLM
Schouderprothesiologie bij fracturen
BNN, VBN, GSN
Calcaneusfracturen
CAO
Bekkenfracturen
DKF, WLM
Gevolgen voor de OSB's Hetzelfde geldt voor het afwerken van de OSB’s, als die niet in een stageperiode vallen van een terzake specifieke supervisor. Als een aios eenmaal een specifieke supervisor heeft benaderd voor de beoordeling van een OSB, blijft deze supervisor de aios daarin begeleiden richting NOV-niveau 4 (zie ook hoofdstuk 2.5.3. - De praktische invulling van de OSB's).
5.2
De stages
5.2.1
Stage bij Spoor Duur: 2 x 3 maanden Leerdoelen / opleidingsactiviteiten Basale orthopedie, algemene operatieve vaardigheden, wervelkolom gerelateerde afwijkingen, traumatologie Leermiddelen / opleidingsactiviteiten De leermiddelen voor de invulling van deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder de leermiddelen bij de verschillende vormen van werkplekleren en de daaraan gekoppelde opleidingsactiviteiten. Beoogde competenties De competenties die kunnen worden getoetst tijdens deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder het kopje 'Beoogde competenties' bij de verschillende vormen van werkplekleren. Bij de beoordeling van de aios tijdens deze stage moeten alle competenties ( medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis & wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit) aan de orde komen. Meer specifieke competenties voor deze stage zijn aangegeven in tabel 12. Tabel 12. Specifieke competenties tijdens de stage bij Spoor THEMA
Coxartrose
Gonartrose
MedHand
Indicaties THP
Indicatie TKP
Comm
Sam
K&W
Prof
Maat sch Handelen
Goede
Wetenschap
Integratie
Sociale aspecten, nieuwsgeving
uitleg
heupprothesen
kennis, kunde en uitleg
Goede
Wetenschap
Integratie
uitleg
knieprothesen
kennis, kunde
Sociale aspecten, nieuwsgeving
en uitleg Wervelkolom
Indicaties cons beh of operat. behand
Goede
Multidiscpl.
Wetenschap
Integratie
uitleg
aanpak
Specifiek
kennis, kunde
Sociale aspecten, nieuwsgeving
en uitleg
79
Taken en verantwoordelijkheden Door Spoor wordt met de aios een introductiegesprek gevoerd, aan het begin van de stageperiode (zie hoofdstuk 6.2.1). Spoor geeft daarbij adviezen over te bestuderen literatuur.De mate van zelfstandig / onder supervisie werken tijdens gezamenlijke spreekuren van Spoor en de onder zijn supervisie vallende aios en de invulling van de gezamenlijke operatiesessies, maar ook de overige activiteiten van de aios binnen deze stage worden zorgvuldig onderling afgestemd en gedocumenteerd in het portfolio (Leerdoelen, POP). Praktische uitvoering De basale orthopedie komt onder leiding van Spoor aan de orde, met aandacht voor (poli)klinische en praktische vaardigheden. Hetzelfde geldt voor de traumatologie, behoudens de behandeling van de instabiele elleboog en het plaatsen van een schouderprothese. Ten aanzien van heuppathologie ligt het accent op coxartrose en impingement, voor de knie de meniscuspathologie en gonartrose, voor voet en enkel de hallux valgus, artrose MTP-I gewricht en andere vaak voorkomende voorvoetafwijkingen. In de traumatologie komt de aios tijdens deze stage in principe in aanraking met alle algemene traumatische afwijkingen en meer specifiek met de wervelletsels. Tijdens de stage bij Spoor wordt erop ingezet om de voortgang in vaardigheden met betrekking tot deze aandachtsgebieden zoveel mogelijk naar NOV – niveau 4 te brengen. De specifieke subspecialisatie van Spoor t.a.v. de wervelkolom geeft de aios affiniteit met cervicale en thoracolumbale pathologie: degeneratie, infectie, trauma, congenitaal, scoliose, oncologie en stelt de aios in de gelegenheid om deel te nemen aan het COMBIspreekuur met de neurochirurgen en aan de gezamenlijke neuroorthopedische ingrepen. Een meer specifieke activiteit van Spoor in deze stage betreft wetenschappelijke activiteiten van de aios, met name t.a.v. analyse en studie literatuur, opzetten wetenschappelijk onderzoek. Gevolgen Omdat de aios orthopedie met de supervisor samen als vast duo optreedt ('team Spoor') krijgt de patiënt ook een eenduidige en inzichtelijke behandeling, waarbij er naar wordt gestreefd om ook de follow-up van de patiënt in elk geval door één van deze 2 te laten verzorgen. De aios heeft daarbij de mogelijkheden voor directe terugkoppeling en feedback en dankzij de systematiek van het EMD kan de supervisor alles gemakkelijk controleren. Eventuele consulten worden door de aios met Spoor besproken, en tijdens de avondbespreking door de aios gepresenteerd waarna het definitieve behandelplan doorgaans door de opleidersgroep gesanctioneerd. Competentiegerelateerde problemen worden geëvalueerd, indien nodig ook doorgesproken met de opleider, en via concrete feedback worden eventuele verbeterpunten geformuleerd. Afhankelijk van het stadium en het verloop van de stage en de mogelijkheden die zich voor de aios in deze periode van 6 maanden voordoen kunnen met name ook de OSB's voor coxartrose, gonartrose, schouderimpingement, hallux valgus en andere voorvoetdeformiteiten en de OSB's aangaande algemen traumatische afwijkingen verder worden afgewerkt. Meer specifiek zullen de OSB's cervicobrachialgie, HNP/radiculopathie/stenose, scoliose, degeneratieve wervelkolom/lumbago en de wervelfracturen (eenvoudig) cervicaal, thoracaal en lumbaal passeren, qua niveau afhankelijk van de vorderingenstatus van de aios en diens specifieke belangstelling voor deze onderwerpen. Toetsing Als toetsingsinstrumenten kunnen de algemene OSB's aan de orde komen, en meer specifiek de OSB's die betrekking hebben op de subspecialisaties van Spoor. Tijdens deze stage moet ook minimaal één CAT worden gepresenteerd. Voorts worden vooral de KPB en de 360° beoordeling gebruikt, evenals het voortgangsgesprek (tezamen met de opleider) en, afhankelijk van het stadium van de opleiding, optioneel samen met de opleider het beoordelingsgesprek. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging Alle documentatie over de stage bij Spoor wordt systematisch vastgelegd in het EMD, met name de resultaten van de toetsmomenten. 80
De groei in poliklinische operatieve vaardigheden wordt gereflecteerd in de zogenaamde 'Verrichtingenlijst', waarin vermeld staat op welk niveau zich iedere aios bevindt (zie bijlage 3). De resultaten van de toetsingen worden door de aios en Spoor in het portfolio (VREST) opgeslagen en door Spoor /de opleider geaccordeerd.
5.2.2
Stage bij Bonnet Duur: 2 x 3 maanden Leerdoelen / opleidingsactiviteiten Basale orthopedie, algemene (poli)klinische en operatieve vaardigheden, kinderorthopedie, gebruik EMD. Voorts dient de aios kennis te hebben- en gebruik te maken van de bestaande klinische en poliklinische behandelprotocollen. De aios moet zelf aangeven welke vorm en inhoud van begeleiding wordt gewenst en daar zelf ook sturing aan geven. Leermiddelen / opleidingsactiviteiten De leermiddelen voor de invulling van deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder de leermiddelen bij de verschillende vormen van werkplekleren en de daaraan gekoppelde opleidingsactiviteiten. Beoogde competenties De competenties die kunnen worden getoetst tijdens deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder het kopje 'Beoogde competenties' bij de verschillende vormen van werkplekleren. Bij de beoordeling van de aios tijdens deze stage bij Bonnet moeten alle competenties ( medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis & wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit) aan de orde komen. Meer specifieke competenties voor deze stage zijn aangegeven in tabel 13. Tabel 13. Specifieke competenties tijdens de stage bij Bonnet THEMA
Coxartrose
Gonartrose
MedHand
Indicaties THP
Indicatie TKP
Comm
Sam
K&W
Prof
Maat sch Handelen
Goede uitleg aan
Wetenschap
Integratie
Sociale aspecten, nieuwsgeving,
patiënt over
heupprothesen
kennis, kunde
regelgeving
THP
en uitleg
Goede uitleg aan
Wetenschap
Integratie
Sociale aspecten, nieuwsgeving,
patiënt over
knieprothesen
kennis, kunde
regelgeving
TKP
Kinderorthopedie
en uitleg
Goede uitleg
Multidiscpl.
Wetenschap
Integratie
Sociale aspecten,
Indicaties
aan patiënt en
aanpak
Specifiek
kennis, kunde
nieuwsgeving , regelgeving,
cons beh of
ouders over
en uitleg
omgang met de ouders
operat. behand
diagnose en behandelingsplan
EMD
Diagnostiek en indicatiestelling
Goed gebruik
Via EMD
Goed gebruik
Integratie
Nieuwsgeving omtrent patiënt,
van alle
bundelen
van alle
kennis, kunde
rekening houdend met ethiek,
mogelijkheden
van alle
moderne
en
overige behandelaars en de
disciplines
digitale
communicatieve
sociale omgeving
middelen
vaardigheden
Taken en verantwoordelijkheden Door Bonnet wordt met de aios een introductiegesprek gevoerd, aan het begin van de stageperiode (zie hoofdstuk 6.2.1). Bonnet geeft daarbij adviezen over te bestuderen literatuur. De mate van zelfstandig / onder supervisie werken tijdens gezamenlijke spreekuren van Bonnet en de onder zijn supervisie vallende aios en de invulling van de gezamenlijke operatiesessies, maar ook de overige activiteiten van de aios binnen deze stage worden zorgvuldig onderling afgestemd en gedocumenteerd in het portfolio (Leerdoelen, POP). 81
Praktische uitvoering De basale orthopedie komt onder leiding van Bonnet aan de orde, met aandacht voor (poli)klinische en praktische vaardigheden. Hetzelfde geldt voor de cervicale pathologie, de schouder, en enkel- en voetafwijkingen (instabiliteit, hallux valgus, artrose MTP-I gewricht, hamertenen). Ten aanzien van heuppathologie ligt het accent op coxartrose, voor de knie op meniscuspathologie en gonartrose. Tijdens de stage bij Bonnet wordt erop ingezet om de voortgang in vaardigheden met betrekking tot deze aandachtsgebieden zoveel mogelijk naar NOV – niveau 4 te brengen. De specifieke subspecialisatie van Bonnet t.a.v. de kinderorthopedie biedt de aios de mogelijkheid om deel te nemen aan kinderorthopedische spreekuren en kennis te vergaren omtrent verschillende kind-specifieke orthopedische aandoeningen (kinderpoli, scoliosespreekuur). Dit gebeurt dan achtereenvolgens middels het volgende schema: maand 1: heupdysplasie en luxatie maand 2: pes plano-valgus, genua valga, andere juveniele voet- en teen afwijkingen maand 3: scoliose, spondylolysis bij kinderen, congenitale wervelafwijkingen maand 4: M.Perthes, klompvoet, coxitis fugax, artritis bij kinderen maand 5: groeistoornissen, beenlengteverschil bij kinderen, M.Osgood Schlatter maand 6: tumoren bij kinderen, kinderorthopedie bij neurologische ziektebeelden, spasticiteit, spina bifida Voor de aios is het belangrijk om te leren optimaal gebruik te maken van (alle mogelijkheden in) het EMD, DOT registratie e.d., en dat is een specifiek en dagelijks weerkerend onderdeel van de stage bij Bonnet. Gevolgen Omdat de aios orthopedie met de supervisor samen als vast duo optreedt (team Bonnet') krijgt de patiënt ook een eenduidige en inzichtelijke behandeling, waarbij er naar wordt gestreefd om ook de follow-up van de patiënt in elk geval door één van deze 2 te laten verzorgen. De aios heeft daarbij de mogelijkheden voor directe terugkoppeling en feedback en dankzij de systematiek van het EMD kan de supervisor alles gemakkelijk controleren. Eventuele consulten worden door de aios met Bonnet besproken, en tijdens de avondbespreking door de aios gepresenteerd waarna het definitieve behandelplan doorgaans door de opleidersgroep gesanctioneerd. Competentie gerelateerde problemen worden geëvalueerd, indien nodig ook doorgesproken met de opleider, en via concrete feedback worden eventuele verbeterpunten geformuleerd. Afhankelijk van het stadium en het verloop van de stage en de mogelijkheden die zich voor de aios in deze periode van 6 maanden voordoen kunnen met name ook de algemene OSB's voor coxartrose, gonartrose, schouderimpingement, hallux valgus en andere voorvoetdeformiteiten en vooral de praktische vaardigheden daarin verder worden uitgewerkt. Meer specifiek kunnen de OSB's cervicobrachialgie, cervicale HNP/radiculopathie/stenose en de eenvoudige cervicale wervelfracturen maar vooral ook de OSB's kinderorthopedie aan bod komen, qua niveau afhankelijk van de vorderingenstatus van de aios en diens specifieke belangstelling voor deze onderwerpen. Ten aanzien van de omgang met het EMD wordt gekeken naar de volgende items: Maximaal gebruik van alle technische mogelijkheden, die in het EMD zitten. Optimale beschrijving van de diagnose in het EMD Goede beschrijving van de rontgenfoto’s Goed verwoorden wat de werkgedachte / het werkplan is Motivatie van aanvullend onderzoek en voorbereiden behandelplan Hiertoe vindt een frequente controle door Bonnet plaats en bespreking met de aios over verslaglegging in het EMD en de door de aios in concept opgestelde correspondentie. Toetsing Als toetsingsinstrumenten kunnen de algemene OSB's aan de orde komen, en meer specifiek de volgende OSB's: patellainstabiliteit, gonartrose met standsafwijking, de OSB´s kinderorthopedie (normvarianten beenassen en voetstandsafwijkingen, heupdysplasie en subluxatie, knikplatvoet en cavovarus voet, M.Perthes, beenlengteverschillen). Tijdens deze stage moet ook minimaal één CAT worden gepresenteerd. Voorts worden vooral de KPB en de 360° beoordeling gebruikt, evenals het voortgangsgesprek (tezamen met de opleider) en, afhankelijk van het stadium van de opleiding, optioneel samen met de opleider het beoordelingsgesprek. 82
Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging Alle documentatie over de stage bij Bonnet wordt systematisch vastgelegd in het EMD, met name de resultaten van de toetsmomenten. De groei in poliklinische operatieve vaardigheden wordt gereflecteerd in de zogenaamde 'Verrichtingenlijst', waarin vermeld staat op welk niveau zich iedere aios bevindt (zie bijlage 3). De resultaten van de toetsingen worden door de aios en Bonnet in het portfolio (VREST) opgeslagen en door Bonnet /de opleider geaccordeerd.
5.2.3
Stage bij van den Brand Duur: 2 x 3 maanden Leerdoelen / opleidingsactiviteiten Algemene (poli)klinische en operatieve vaardigheden, knie(revisie)chirurgie, kinderorthopedie, traumatologie, toepassing DOT. Leermiddelen / opleidingsactiviteiten De leermiddelen voor de invulling van deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder de leermiddelen bij de verschillende vormen van werkplekleren en de daaraan gekoppelde opleidingsactiviteiten. Beoogde competenties De competenties die kunnen worden getoetst tijdens deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder het kopje 'Beoogde competenties' bij de verschillende vormen van werkplekleren. Bij de beoordeling van de aios tijdens deze stage bij van den Brand moeten alle competenties ( medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis & wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit) aan de orde komen. Meer specifieke competenties voor deze stage zijn aangegeven in tabel 14. Tabel 14. Specifieke competenties tijdens de stage bij van den Brand THEMA Gonartrose
MedHand Indicatie TKP
Knieprothese met
Indicatie
klachten
revisie TKP
Comm
Sam
K&W
Prof
Maat sch Handelen
Goede uitleg aan
Wetenschap
Integratie
Sociale aspecten,
patiënt over TKP
knieprothesen
kennis, kunde
nieuwsgeving, regelgeving
en uitleg Goede uitleg over
Multidisciplinaire
Techniek en
Integratie
Sociale aspecten,
revisie en risico's
voorbereiding
mogelijkheden
kennis, kunde
nieuwsgeving, regelgeving
revisie OK
t.a.v. revisies
en uitleg
Goede uitleg aan
Multidiscplinaire
Wetenschap
Integratie
Sociale aspecten,
patiënt en ouders
aanpak
Specifiek
kennis, kunde
nieuwsgeving ,
en uitleg
regelgeving,
Indicatie Instabiliteit van
cons. of
de knie
oper. beh instabiliteit Indicaties
Kinderorthopedie
conservat of operat behandeling Juiste
DOT
diagnose en typering DOT
over diagnose en behandelingsplan
omgang met de ouders
Goed gebruik van
Via EMD
Goed gebruik
Integratie
DOT registratie conform
alle mogelijkheden
bundelen van
van alle
kennis, kunde
de geldende regels
alle disciplines
moderne
en gebruik vsn
digitale
digitale
middelen
middelen
83
Taken en verantwoordelijkheden Door van den Brand wordt met de aios een introductiegesprek gevoerd, aan het begin van de stageperiode (zie hoofdstuk 6.2.1). Van den Brand geeft daarbij adviezen over te bestuderen literatuur. De mate van zelfstandig / onder supervisie werken tijdens gezamenlijke spreekuren van van den Brand en de onder zijn supervisie vallende aios en de invulling van de gezamenlijke operatiesessies, maar ook de overige activiteiten van de aios binnen deze stage worden zorgvuldig onderling afgestemd en gedocumenteerd in het portfolio (Leerdoelen, POP). Praktische uitvoering De basale orthopedie komt onder leiding van van den Brand aan de orde, met aandacht voor (poli)klinische en praktische vaardigheden. Hetzelfde geldt voor de kniechirurgie en de traumatologie. Afhankelijk van het ervaringsniveau kan de aios tijdens deze stage groeien in de NOV-niveau's van de artroscopie/meniscuspathologie, (kruis)bandreconstructies bij instabiliteit, proximale tibiaosteotomieën en de implantatie van knieprothesen. Ook zal de aios regelmatig sportletsels tegenkomen tijdens deze stage. Tijdens de stage bij van den Brand wordt erop ingezet om de voortgang in vaardigheden met betrekking tot deze aandachtsgebieden zoveel mogelijk naar NOV – niveau 4 te brengen De specifieke subspecialisatie van van den Brand t.a.v. de kinderorthopedie biedt de aios de mogelijkheid om deel te nemen aan kinderorthopedische spreekuren en kennis te vergaren omtrent verschillende kind-specifieke orthopedische aandoeningen (kinderpoli, scoliosespreekuur). Dit gebeurt dan achtereenvolgens middels het volgende schema: maand 1: heupdysplasie en luxatie maand 2: pes plano-valgus, genua valga, andere juveniele voet- en teen afwijkingen maand 3: scoliose, spondylolysis bij kinderen, congenitale wervelafwijkingen maand 4: M.Perthes, klompvoet, coxitis fugax, artritis bij kinderen maand 5: groeistoornissen, beenlengteverschil bij kinderen, M.Osgood Schlatter maand 6: tumoren bij kinderen, kinderorthopedie bij neurologische ziektebeelden, spasticiteit, spina bifida Tweede subspecialisatie van van den Brand is de revisie van knieprothesen wegens slijtage, losraking, instabiliteit, osteolyse en/of klachten. Derde specifiek aandachtspunt tijdens de stage bij van den Brand is het leren optimaal om te gaan met de toepassing van de DOT registratie. Gevolgen Omdat de aios orthopedie met de supervisor samen als vast duo optreedt ('team van den Brand') krijgt de patiënt ook een eenduidige en inzichtelijke behandeling, waarbij er naar wordt gestreefd om ook de follow-up van de patiënt in elk geval door één van deze 2 te laten verzorgen. De aios heeft daarbij de mogelijkheden voor directe terugkoppeling en feedback en dankzij de systematiek van het EMD kan de supervisor alles gemakkelijk controleren. Eventuele consulten worden door de aios met van den Brand besproken, en tijdens de avondbespreking door de aios gepresenteerd waarna het definitieve behandelplan doorgaans door de opleidersgroep gesanctioneerd. Competentie gerelateerde problemen worden geëvalueerd, indien nodig ook doorgesproken met de opleider, en via concrete feedback worden eventuele verbeterpunten geformuleerd. Afhankelijk van het stadium en het verloop van de stage en de mogelijkheden die er voor de aios in deze periode van 6 maanden zijn kunnen met name de algemene OSB's voor coxartrose, kraakbeen/meniscusdegeneratie, gonartrose, schouderimpingement en fractuur schouder maar ook de OSB's aangaande algemen traumatische afwijkingen verder worden afgewerkt en vooral de praktische vaardigheden daarin verder worden uitgewerkt. Meer specifiek kunnen de OSB's gonartrose met standsafwijking, klachten na knieprothese, voorstekruisbandinsufficiëntie maar vooral ook de OSB's kinderorthopedie aan bod komen, qua niveau en actieve operatieve handelngen afhankelijk van de vorderingenstatus van de aios en diens specifieke belangstelling voor deze onderwerpen. Toetsing Als toetsingsinstrumenten kunnen de algemene OSB's passeren, en meer specifiek de volgende OSB’s: voorstekruisbandinstabiliteit, gonartrose met standsafwijking, de knieprothese met klachten en de OSB´s kinderorthopedie (normvarianten beenassen en voetstandsafwijkingen, heupdysplasie en subluxatie, knikplatvoet en cavovarus voet, M.Perthes, beenlengteverschillen). Tijdens deze stage moet ook minimaal één CAT worden 84
gepresenteerd. Voorts worden vooral de KPB en de 360° beoordeling gebruikt, evenals het voortgangsgesprek (tezamen met de opleider) en, afhankelijk van het stadium van de opleiding, optioneel samen met de opleider het beoordelingsgesprek. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging Alle documentatie over de stage bij van den Brand wordt systematisch vastgelegd in het EMD, met name de resultaten van de toetsmomenten. De groei in poliklinische operatieve vaardigheden wordt gereflecteerd in de zogenaamde 'Verrichtingenlijst', waarin vermeld staat op welk niveau zich iedere aios bevindt (zie bijlage 3). De resultaten van de toetsingen worden door de aios en van den Brand in het portfolio (VREST) opgeslagen en door van den Brand /de opleider geaccordeerd.
5.2.4
Stage bij Caron Duur: 2 x 3 maanden Leerdoelen / opleidingsactiviteiten Basale orthopedie, algemene (poli)klinische en operatieve vaardigheden, knieprothese, voorstekruisbandchirurgie, kraakbeenchirurgie, enkel/voetchirurgie, traumatologie, 3e generatie EMD, lean thinking. Voorts dient de aios kennis te hebben- en gebruik te maken van de bestaande klinische en poliklinische behandelprotocollen. De aios moet zelf aangeven welke vorm en inhoud van begeleiding wordt gewenst en daar zelf ook sturing aan geven. Nadere specificatie van de leerdoelen tijdens de stage bij Caron: 1. Adequaat omgaan met een derde generatie EMD Goede verwoording van de reden van komst, lichamelijk onderzoek en overige belangrijke factoren betreffende bv sociale en professionele bezigheden Goede verwoording van, en uitvoering van het behandelplan Duidelijke notities van hetgeen in het verdere verloop aan overwegingen en behandelingen aan de orde komt Duidelijke verslaglegging van operatieverloop in woord en beeld (tekeningen scopie maar ook prints van de foto’s die tijdens de ingreep gemaakt zijn) 2. Adequaat uitvoeren van tweede of meervoudige opinies, waarbij vooral een degelijke voorbereiding en gesprekstechnieken tot de kern van de benadering van dergelijke patiënten behoren. 3. Optimaal inzicht in de wijze waarop patiënten die zijn behandeld middels een recent ontwikkelde en in klinisch onderzoek bewezen behandelmethode (kraakbeen regeneratie), moeten worden vervolgd en gedocumenteerd in een landelijke database, middels 3 maandelijkse controles, onderzoek en invullen van klinische scorelijsten (ICRS, KOOS, VAS). 4. Inclusie en begeleiding van patiënten in Multicentre Prospectieve klinische studies volgens Good Clinical Guidelines (GCG). Leerdoelen 'Lean thinking' 1. Inzicht krijgen in de positie en mogelijkheden van de medisch specialist in het management van de gezondheidszorg. 2. Ervaring opdoen met het bedenken, plannen, introduceren en implementeren van “Lean” verbetertrajecten in het zorgproces binnen het St Elisabeth ziekenhuis 3. Kennis maken met proces inrichting volgens Lean richtlijnen in niet medische organisaties/bedrijven en het vertalen van observaties en leerpunten naar de gezondheidszorg. 4. Kennis maken met proces inrichting volgens Lean richtlijnen in andere medische organisaties in binnen en buitenland en het vertalen van observaties en leerpunten naar de eigen organisatie. 5. Mogelijkheid tot het brengen van bezoeken aan bedrijven die volgens lean principes werken en daar leerpunten uit destilleren welke in de eigen organisatie kunnen worden ingevoerd. 85
6. Het leren zien en verwijderen van verspilling in het eigen werk en het helpen van anderen om verspilling te ontdekken en verwijderen middels de KAIZEN methode. 7. Het leren zien van de voordelen van standaardisatie in de gezondheidszorg. 8. Ervaring opdoen in de praktijk van veranderkunde. De kennis en kunde van de AIOS wordt in (poli)klinische of management-technische praktijkmomenten door middel van een persoonlijke koppeling opgebouwd en volgens de CANMED criteria bekeken en getoetst. De AIOS wordt aangeraden de standaard orthopedische literatuur bij te houden en meer specifiek tijdschriften op het gebied van de Sports Medicine en Cartilage ofwel op het gebied van Lean management te lezen. Leermiddelen / opleidingsactiviteiten De leermiddelen voor de invulling van deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder de leermiddelen bij de verschillende vormen van werkplekleren en de daaraan gekoppelde opleidingsactiviteiten. Beoogde competenties De competenties die kunnen worden getoetst tijdens deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder het kopje 'Beoogde competenties' bij de verschillende vormen van werkplekleren. Bij de beoordeling van de aios tijdens deze stage bij Caron moeten alle competenties (medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis & wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit) aan de orde komen. Meer specifieke competenties voor deze stage zijn aangegeven in tabel 15. Tabel 15. Specifieke competenties tijdens de stage bij Caron THEMA
MedHand
Comm
Sam
K&W
Prof
Maat sch
Goede uitleg aan patiënt
Goede
Wetenschap
Integratie
Sociale
over TKP
voorbereiding
knieprothesen
kennis, kunde
aspecten,
en uitleg
nieuwsgeving,
Handelen
Gonartrose
Indicatie TKP
samen met andere
regelgeving
disciplines Knieonderzoek,
Goede uitleg over
Wetenschap
Integratie
Sociale
behandelingsmogelijkheden
kniebandletsels
kennis, kunde
aspecten, werk
Instabiliteit van
indicaties cons
en
en uitleg
- en
de knie
of operat.
reconstructies
sporthervatting,
Behand
Nieuwsgeving, regelgeving
Diagnostiek en Kraakbeenletsels
indicatiestelling
Goede uitleg aan patiënt
Multidisciplinaire
Moderne
Integratie
Sociale
over behandelingsopties
behandeling i.c.
inzichten en
kennis en kunde
aspecten, sport,
kraakbeen
wetenschap
behandeling
EMD
werk, nieuws
transplantaties
en regelgeving
Goed gebruik van alle
Via EMD
Goed gebruik
Integratie
Documentatie
mogelijkheden
bundelen van
van alle
kennis, kunde
gegevens
alle disciplines
moderne
en
patiënt,
digitale
communicatieve
rekening
middelen
vaardigheden
houdend met
Diagnostiek en indicatiestelling
ethiek, overige behandelaars en de sociale omgeving
'Lean thinking' Lean thinking
inbedden in het zorgproces
Goed gebruik van alle
In het proces
(Her)kennen
Integratie van
Regelmatig
middelen in de praktijk /
betrekken van
van de
'Lean thinking'
updaten van
digitaal / mondeling/
alle medewerkers
KAIZEN
in het dagelijks
het
orthopedie
methode
werk
'Verbeterbord'
86
Taken en verantwoordelijkheden Door Caron wordt met de aios een introductiegesprek gevoerd, aan het begin van de stageperiode (zie hoofdstuk 6.2.1). Hij geeft daarbij adviezen over te bestuderen literatuur. De mate van zelfstandig / onder supervisie werken tijdens gezamenlijke spreekuren van Caron en de onder zijn supervisie vallende aios en de invulling van de gezamenlijke operatiesessies, maar ook de overige activiteiten van de aios binnen deze stage worden zorgvuldig onderling afgestemd en gedocumenteerd in het portfolio (Leerdoelen, POP). Praktische uitvoering De basale orthopedie komt onder leiding van Caron aan de orde, met aandacht voor (poli)klinische en praktische vaardigheden, waarbij de operatieve vaardigheid conform de opbouw van het OSB-algoritme in geleidelijke stappen gecontrolleerd wordt opgebouwd. Hetzelfde geldt voor gonartrose en alle aspecten van de totale knieprothese, waarvoor Caron een duidelijk algoritme heeft uitgewerkt (de specifieke techniek van balancing en zaagvlakken). Daarnaast krijgt de aios de kans om praktisch bezig te zijn met artroscopische voorstekruisbandreconstructies en alle medisch-ethische en sporttechnische aspecten dienaangaande, voorts enkel- en voetafwijkingen (instabiliteit, hallux valgus, artrose MTP-I gewricht, hamertenen). Lief en lean zijn de sleutelwoorden van het adagium waarmee Caron de afdeling orthopedie in het St. EZH al enkele jaren in een specifieke, doelgerichte en patiëntvriendelijke aanpak stuurt, zowel in het licht van patiëntenzorg als van opleiding tot orthopedisch chirurg. De aios krijgt de kans ervaring op te doen in trajecten ter verbetering van logistiek, service en doelmatigheid in de zorg oor de orthopedische patiënt, met als belangrijkste factoren waarde, verspilling, standaardisatie, mensen en continu verbeteren. De specifieke subspecialisatie van Caron t.a.v. de voet- en enkelpathologie biedt de aios de mogelijkheid om deel te nemen aan het 'Voetenspreekuur' en kennis te vergaren omtrent de verschillende orthopedische voetaandoeningen en de conservatieve behandelingsmogelijkheden (orthopedisch schoenmaker) en de operatieve opties. Ten aanzien van de traumatologie ligt de aandacht in deze stage vooral bij de specifieke AO-technieken en de calcaneusfracturen. Tijdens de stage bij Caron wordt erop ingezet om de voortgang in vaardigheden met betrekking tot deze aandachtsgebieden zoveel mogelijk naar NOV – niveau 4 te brengen. Gevolgen Omdat de aios orthopedie met de supervisor samen als vast duo optreedt ('team Caron') krijgt de patiënt ook een eenduidige en inzichtelijke behandeling, waarbij er naar wordt gestreefd om ook de follow-up van de patiënt in elk geval door één van deze 2 te laten verzorgen. De aios heeft daarbij de mogelijkheden voor directe terugkoppeling en feedback en dankzij de systematiek van het EMD kan de supervisor alles gemakkelijk controleren. Eventuele consulten worden door de aios met Caron besproken, en tijdens de avondbespreking door de aios gepresenteerd waarna het definitieve behandelplan doorgaans door de opleidersgroep gesanctioneerd. Competentie gerelateerde problemen worden geëvalueerd, indien nodig ook doorgesproken met de opleider, en via concrete feedback worden eventuele verbeterpunten geformuleerd. Afhankelijk van het stadium en het verloop van de stage en de mogelijkheden die er op de werkvloer voor de aios in deze periode van 6 maanden ontstaan kunnen met name ook de algemene OSB's voor gonartrose, knie-instabiliteit, hallux valgus/hamertenen en andere voorvoetdeformiteiten maar ook de OSB's aangaande algemen traumatische afwijkingen verder worden afgewerkt, en vooral de praktische vaardigheden daarin, verder worden uitgewerkt, qua niveau afhankelijk van de vorderingenstatus van de aios en diens specifieke belangstelling voor deze onderwerpen. Door de aandachtsgebieden van Caron zal de aios in deze stage ook regelmatig sportletsels tegenkomen. Ten aanzien van de omgang met kraakbeenproblematiek wordt per patiënt gekeken naar het daarvoor vigerende multicenter algoritme. Frequente controle op deze patiëntengroep en bespreking daarover met de aios, evenals vastlegging in het EMD, vindt door Caron plaats en bespreking met de aios over verslaglegging in het EMD en de door de aios in concept opgestelde correspondentie wordt met regelmaat geagendeerd. Toetsing Als toetsingsinstrumenten kunnen de algemene OSB's aan de orde komen, en meer specifiek de volgende OSB's: gonartrose, kraakbeen/meniscusdegeneratie, voorstekruisbandinsufficiëntie, kraakbeenpathologie enkel, hallux valgus en voorvoet/teenklachten. Tijdens deze stage moet ook minimaal één CAT worden gepresenteerd. Voorts worden vooral de KPB en de 360° beoordeling gebruikt, evenals het voortgangsgesprek (tezamen met de opleider) en, afhankelijk van het stadium van de opleiding, optioneel samen met de opleider het beoordelingsgesprek.
87
Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging Alle documentatie over de stage bij Caron wordt systematisch vastgelegd in het EMD, met name de resultaten van de toetsmomenten. De groei in poliklinische operatieve vaardigheden wordt gereflecteerd in de zogenaamde 'Verrichtingenlijst', waarin vermeld staat op welk niveau zich iedere aios bevindt (zie bijlage 3). De resultaten van de toetsingen worden door de aios en Caron in het portfolio (VREST) opgeslagen en door Caron /de opleider geaccordeerd.
5.2.5
Stage bij Diekerhof Duur: 2 x 3 maanden Leerdoelen / opleidingsactiviteiten Basale orthopedie, algemene (poli)klinische en operatieve vaardigheden, de gehele wervelkolom (algemeen en traumatische afwijkingen), de heupprothese, traumatologie, gebruik EMD, zorgfinanciering. Voorts dient de aios kennis te hebben- en gebruik te maken van de bestaande klinische en poliklinische behandelprotocollen. De aios moet zelf aangeven welke vorm en inhoud van begeleiding wordt gewenst en daar zelf ook sturing aan geven. Leermiddelen / opleidingsactiviteiten De leermiddelen voor de invulling van deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder de leermiddelen bij de verschillende vormen van werkplekleren en de daaraan gekoppelde opleidingsactiviteiten. Beoogde competenties De competenties die kunnen worden getoetst tijdens deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder het kopje 'Beoogde competenties' bij de verschillende vormen van werkplekleren. Bij de beoordeling van de aios tijdens deze stage bij Diekerhof moeten alle competenties ( medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis & wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit) aan de orde komen. Meer specifieke competenties voor deze stage zijn aangegeven in tabel 16. Tabel 16. Specifieke competenties tijdens de stage bij Diekerhof THEMA
Coxartrose
Wervelkolom traumatologie
Wervelkolom overige
EMD
MedHand
Indicaties THP
Indicaties cons beh of operat. behandeling Indicaties cons beh of operat.
Comm
Sam
K&W
Prof
Maat sch Handelen
Goede uitleg aan
Wetenschap
Integratie
Sociale aspecten, nieuwsgeving,
patiënt over
heupprothesen
kennis, kunde
regelgeving
THP
en uitleg
Goede uitleg
Multidiscipl
Wetenschap
Integratie
over diagnose en
Aanpak
specifiek
kennis, kunde
behandeling
en uitleg
Goede uitleg aan
Multidiscipl
Wetenschap
Integratie
pat en omgeving
aanpak
specifiek
kennis, kunde
indicatiestelling
Sociale aspecten, nieuwsgeving
en uitleg
behandeling
Diagnostiek en
Sociale aspecten, nieuwsgeving
Goed gebruik
Via EMD
Goed gebruik
Integratie
Nieuwsgeving omtrent patiënt,
van alle
bundelen
van alle
kennis, kunde
rekening houdend met ethiek,
mogelijkheden
van alle
moderne
en
overige behandelaars en de
disciplines
digitale
communicatieve
sociale omgeving
middelen
vaardigheden
88
Taken en verantwoordelijkheden Door Diekerhof wordt met de aios een introductiegesprek gevoerd, aan het begin van de stageperiode (zie hoofdstuk 6.2.1). Diekerhof geeft daarbij adviezen over te bestuderen literatuur. De aios zal naast de zo begeerde technische vaardigheden over een totaal menselijk voorkomen moeten beschikken en zijn/haar handelen, moeten toetsen aan elke specifieke casus. De patient moet in zijn totaal beeld worden gezien. Voor het medisch handelen, moet de aios een duidelijk plan voor ogen hebben, een duidelijke differentiaal diagnose kunnen opstellen en een concreet behandelplan hebben. En zich duidelijk realiseren wat de consequenties zijn van het handelen, vanuit de context van de patient. Ook beoogt Diekerhof in deze stage de aios kennis bij te brengen inzake de financiering van de zorg / ziekenhuizen. Van de aios wordt ook verwacht dat hij/zij meewerkt aan de inclusie en begeleiding van patiënten in Multicentre Prospectieve klinische studies volgens Good Clinical Guidelines (GCG) en met name in de studie naar cervicale discusprothesen.. De mate van zelfstandig / onder supervisie werken tijdens gezamenlijke spreekuren van Diekerhof en de onder zijn supervisie vallende aios en de invulling van de gezamenlijke operatiesessies, maar ook de overige activiteiten van de aios binnen deze stage worden zorgvuldig onderling afgestemd en gedocumenteerd in het portfolio (Leerdoelen, POP). Praktische uitvoering De basale orthopedie komt onder leiding van Diekerhof aan de orde, met aandacht voor (poli)klinische en praktische vaardigheden en de opbouw van de OSB’s. Hetzelfde geldt voor de cervicale pathologie, de thoracale en lumbale aandoeningen, en ten aanzien van heuppathologie ligt het accent op coxartrose , voorts is het voor de aios belangrijk om te leren optimaal gebruik te maken van (alle mogelijkheden in) het EMD. In de traumatologie komt de aios tijdens de stage bij Diekerhof alle diverse letsels tegen, en in het bijzonder de letsels van de wervelkolom. Tijdens de stage bij Diekerhof wordt erop ingezet om de voortgang in vaardigheden met betrekking tot deze aandachtsgebieden zoveel mogelijk naar NOV – niveau 4 te brengen. De specifieke subspecialisatie van Diekerhof t.a.v. de wervelkolomchirurgie biedt de aios de mogelijkheid om deel te nemen aan het COMBIspreekuur met de neurochirurgen en aan de gezamenlijke neuro-orthopedische ingrepen. Voor de aios is het tevens belangrijk om te leren optimaal gebruik te maken van (alle mogelijkheden in) het EMD, hierin begeleid door Diekerhof. Gevolgen Omdat de aios orthopedie met de supervisor samen als vast duo optreedt ('team Diekerhof') krijgt de patiënt ook een eenduidige en inzichtelijke behandeling, waarbij er naar wordt gestreefd om ook de follow-up van de patiënt in elk geval door één van deze 2 te laten verzorgen. De aios heeft daarbij de mogelijkheden voor directe terugkoppeling en feedback en dankzij de systematiek van het EMD kan de supervisor alles gemakkelijk controleren. Eventuele consulten worden door de aios met Diekerhof besproken, en tijdens de avondbespreking door de aios gepresenteerd waarna het definitieve behandelplan doorgaans door de opleidersgroep gesanctioneerd. Competentie gerelateerde problemen worden geëvalueerd, indien nodig ook doorgesproken met de opleider, en via concrete feedback worden eventuele verbeterpunten geformuleerd. Afhankelijk van het stadium en het verloop van de stage en de mogelijkheden die er voor de aios in deze periode van 6 maanden in de roosters optreden kunnen met name ook de algemene OSB's voor coxartrose en gonartrose maar ook de OSB's aangaande algemen traumatische afwijkingen verder worden afgewerkt vooral de praktische vaardigheden daarin verder worden uitgewerkt, en meer specifiek de OSB’s betreffende de wervelkolom, qua niveau afhankelijk van de vorderingenstatus van de aios en diens specifieke belangstelling voor deze onderwerpen. Ten aanzien van de omgang met het EMD wordt gekeken naar de volgende items: Maximaal gebruik van alle technische mogelijkheden, die in het EMD zitten. Optimale beschrijving van de diagnose in het EMD Goede beschrijving van de rontgenfoto’s Goed verwoorden wat de werkgedachte / het werkplan is Motivatie van aanvullend onderzoek en voorbereiden behandelplan
89
Hiertoe vindt een frequente controle door Diekerhof plaats en bespreking met de aios over verslaglegging in het EMD en de door de aios in concept opgestelde correspondentie. Toetsing Als toetsingsinstrumenten kunnen de algemene OSB's aan de orde komen, en meer specifiek de volgende OSB’s: coxartrose, cervicobrachialgie, cervicale HNP/radiculopathie/stenose en de eenvoudige cervicale wervelfracturen, degeneratieve wervelkolom/lumbago en de OSB eenvoudige fractuur wervel thoracaal/lumbaal. Tijdens deze stage moet ook minimaal één CAT worden gepresenteerd. Voorts worden vooral de KPB en de 360° beoordeling gebruikt, evenals het voortgangsgesprek (tezamen met de opleider) en, afhankelijk van het stadium van de opleiding, optioneel samen met de opleider het beoordelingsgesprek. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging Alle documentatie over de stage bij Diekerhof wordt systematisch vastgelegd in het EMD, met name de resultaten van de toetsmomenten. De groei in poliklinische operatieve vaardigheden wordt gereflecteerd in de zogenaamde 'Verrichtingenlijst', waarin vermeld staat op welk niveau zich iedere aios bevindt (zie bijlage 3). De resultaten van de toetsingen worden door de aios en Diekerhof in het portfolio (VREST) opgeslagen en door Diekerhof /de opleider geaccordeerd.
5.2.6
Stage bij Gosens Duur: 2 x 3 maanden Leerdoelen / opleidingsactiviteiten Basale orthopedie, algemene (poli)klinische en operatieve vaardigheden, heupartrose, schouder, elleboog, pols, hand., traumatologie. Voorts dient de aios kennis te hebben- en gebruik te maken van de bestaande klinische en poliklinische behandelprotocollen. De aios moet zelf aangeven welke vorm en inhoud van begeleiding wordt gewenst en daar zelf ook sturing aan geven, in de vorm van een duidelijk omschrreven Persoonlijk Opleidings Plan. Leermiddelen / opleidingsactiviteiten De leermiddelen voor de invulling van deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder de leermiddelen bij de verschillende vormen van werkplekleren en de daaraan gekoppelde opleidingsactiviteiten. Beoogde competenties De competenties die kunnen worden getoetst tijdens deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder het kopje 'Beoogde competenties' bij de verschillende vormen van werkplekleren. Bij de beoordeling van de aios tijdens deze stage bij Gosens moeten alle competenties ( medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis & wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit) aan de orde komen. Meer specifieke competenties voor deze stage zijn aangegeven in tabel 17.
Tabel 17. Specifieke competenties tijdens de stage bij Gosens THEMA
Coxartrose
MedHand
Indicaties THP
Comm
Sam
K&W
Prof
Maat sch Handelen
Goede uitleg
Wetenschap
Integratie
Sociale aspecten,
aan patiënt
heupprothesen
kennis,
nieuwsgeving,
kunde en
regelgeving
over THP
uitleg
Schouderpathologie
Differentiaal diagnose
Goede uitleg
Multicausale
Wetenschap
Integratie
Sociale aspecten, visies,
aan patiënt
origine van
schouderklachten
kennis,
nieuwsgeving,
over
schouderklachten
en mogelijkheden
kunde en
regelgeving
diagnose en
uitleg
behandelplan
90
Elleboogsafwijkingen
Differentiaal diagnose
Goede
Wetenschap
Integratie
Sociale aspecten, visies,
uitleg aan
elleboogsklachten
kennis,
nieuwsgeving,
patiënt over
en mogelijkheden
kunde en
regelgeving
diagnose en
uitleg
behandelplan
Pols en hand afwijkingen
Goede uitleg
Samenwerking
Wetenschap pols-
Integratie
Sociale aspecten, visies,
Diagnostiek
aan patiënt
met plastisch
en handklachten
kennis,
nieuwsgeving,
en
over
chirurg
en
kunde en
regelgeving
indicatiestelling
diagnose en
behandelingsopties
uitleg
behandelplan
Taken en verantwoordelijkheden Door Gosens wordt met de aios een introductiegesprek gevoerd, aan het begin van de stageperiode (zie hoofdstuk 6.2.1). Gosens geeft daarbij adviezen over te bestuderen literatuur. De mate van zelfstandig / onder supervisie werken tijdens gezamenlijke spreekuren van Gosens en de onder zijn supervisie vallende aios en de invulling van de gezamenlijke operatiesessies, maar ook de overige activiteiten van de aios binnen deze stage worden zorgvuldig onderling afgestemd en gedocumenteerd in het portfolio (Leerdoelen, POP). Praktische uitvoering De basale orthopedie komt onder leiding van Gosens aan de orde, met aandacht voor algemene (poli)klinische en praktische vaardigheden en de wijze van omgaan met de aangeboden orthopedische problematiek. Hetzelfde geldt voor de orthopedische afwijkingen van de schouder, van de elleboog, en pols- en hand. Als het gaat om de traumatologie komt het in deze stage naast de algemene traumatologie voor de aios vooral aan op de letsels van de bovenste extremiteit. De specifieke subspecialisatie van Gosens t.a.v. de bovenste extremiteit biedt de aios de mogelijkheid om kennis te nemen van specifieke ziektebeelden en aandoeningen van schouder, elleboog, pols en hand. Tijdens de stage bij Gosens wordt erop ingezet om de voortgang in vaardigheden met betrekking tot deze aandachtsgebieden zoveel mogelijk naar NOV – niveau 4 te brengen. Ervan uitgaande dat de AIOS in de vooropleiding al bekend is met en getoetst is op de volgende zaken: olecranonfractuur, M.Quervain, triggerfinger, carpaal tunnel syndroom en bursitis olecrani, zullen tijdens de stage bij Gosens de volgende opleidingsdoelen voorbij komen - anatomie en onderzoek van de schouder, elleboog en pols - evidence based denken in de bovenste extremiteit: wat is het natuurlijk beloop en wat voegt een operatie toe?
In de stage bij Gosens kan de AIOS de volgende leercurves doormaken (NOV - niveau's): Maand 1: theorie rondom de degeneratieve tendinopathie van de bovenste extremiteit (CAT en NOV-niveau 4) open Neer en cuff repair (NOV niveau 4) open laterale clavicula resectie (NOV niveau 4) Maand 2: setup en positionering van de scopie van de schouder (diagnostisch) (NOV niveau 4) open benadering van de schouder via deltopectorale groeve (NOV niveau 4) open benadering van de elleboog lateraal tbv tenniselleboog en radiuskopfractuur of radiuskopexcisie (NOV niveau 4) Maand 3: open benadering pols volair en dorsaal tbv fracturen en arthrodese van de pols (NOV niveau 4)
91
Maand 4: Artroscopie schouder en scopische Neerplastiek (NOV-niveau 4) de scopie van de elleboog (diagnostisch, corpus liberum en laterale release - NOV niveau 3 - 4) Maand 5: scopische laterale clavicularesectie (NOV-niveau 4) scopische stabilisatie van de schouder (CAT en NOV niveau 3 - 4) Maand 6: schouderprothese (hemiprothese - voor artrose NOV-niveau 3 - 4) schouderprothese (reversed, totaal en fractuur - NOV niveau 3) Voorts is nog mogelijk in deze stage: Uitbreiden vaardigheden prothesiologie (THP); M.Quervain, trigger finger, carpaal tunnel syndroom, Neerplastiek, cuff repair, tenniselleboog, artrose schouder, schouderinstabiliteit, fractuur radiuskop, distale radius fractuur. In de situatie van een 'étalage aois' kan bovenstaand palet verder worden uitgebreid met: De reversed schouderprothese, fractuurprothese schouder, de Bristow Latarjet procedure, de elleboog prothese, ssopische synoviectomie elleboog, scopie elleboog met kapselrelaese, distale humerusfractuur, artroscopie pols. Een meer specifieke activiteit van Gosens in deze stage betreft wetenschappelijke activiteiten van de aios, met name t.a.v. analyse en studie literatuur, opzetten wetenschappelijk onderzoek.e.d. Gevolgen Omdat de aios orthopedie met de supervisor samen als vast duo optreedt ('team Gosens') krijgt de patiënt ook een eenduidige en inzichtelijke behandeling, waarbij er naar wordt gestreefd om ook de follow-up van de patiënt in elk geval door één van deze 2 te laten verzorgen. De aios heeft daarbij de mogelijkheden voor directe terugkoppeling en feedback en dankzij de systematiek van het EMD kan de supervisor alles gemakkelijk controleren. Eventuele consulten worden door de aios met Gosens besproken, en tijdens de avondbespreking door de aios gepresenteerd waarna het definitieve behandelplan doorgaans door de opleidersgroep gesanctioneerd. Competentie gerelateerde problemen worden geëvalueerd, indien nodig ook doorgesproken met de opleider, en via concrete feedback worden eventuele verbeterpunten geformuleerd. Afhankelijk van het stadium en het verloop van de stage en de mogelijkheden die er voor de aios in deze periode van 6 maanden optreden kunnen met name ook de algemene OSB's voor coxartrose en bovenste extremiteit, en vooral de praktische vaardigheden daarin, verder worden uitgewerkt. Over de verslaglegging in het EMD vindt een frequente controle door Gosens plaats en een bespreking met de aios hierover en de over de door de aios in concept opgestelde correspondentie. Toetsing Als toetsingsinstrumenten kunnen de algemene OSB's aan de orde komen, en meer specifiek de volgende OSB’s: artrose heup, de OSB's betreffende de schouder, de elleboog, en pols en hand. Tijdens deze stage moet ook minimaal één CAT worden gepresenteerd. Voorts worden vooral de KPB en de 360° beoordeling gebruikt, evenals het voortgangsgesprek (tezamen met de opleider) en, afhankelijk van het stadium van de opleiding, optioneel samen met de opleider het beoordelingsgesprek. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging Alle documentatie over de stage bij Gosens wordt systematisch vastgelegd in het EMD, met name de resultaten van de toetsmomenten. De groei in poliklinische operatieve vaardigheden wordt gereflecteerd in de zogenaamde 'Verrichtingenlijst', waarin vermeld staat op welk niveau zich iedere aios bevindt (zie bijlage 3). De resultaten van de toetsingen worden door de aios en Gosens in het portfolio (VREST) opgeslagen en door Gosens /de opleider geaccordeerd.
92
5.2.7
Stage bij de Waal Malefijt Duur: 2 x 3 maanden Leerdoelen / opleidingsactiviteiten Basale orthopedie, algemene (poli)klinische en operatieve vaardigheden, kinderorthopedie, gebruik EMD, traumatologie, sportletsels, moderne opleiding. Voorts dient de aios kennis te hebben- en gebruik te maken van de bestaande klinische en poliklinische behandelprotocollen. De aios moet zelf aangeven welke vorm en inhoud van begeleiding wordt gewenst en daar zelf ook sturing aan geven. Leermiddelen / opleidingsactiviteiten De leermiddelen voor de invulling van deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder de leermiddelen bij de verschillende vormen van werkplekleren en de daaraan gekoppelde opleidingsactiviteiten. Beoogde competenties De competenties die kunnen worden getoetst tijdens deze stage zijn beschreven in hoofdstuk 4.1.12, onder het kopje 'Beoogde competenties' bij de verschillende vormen van werkplekleren. Bij de beoordeling van de aios tijdens deze stage bij de Waal Malefijt moeten alle competenties ( medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis & wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit) aan de orde komen. Meer specifieke competenties voor deze stage zijn aangegeven in tabel 18. Tabel 18. Specifieke competenties tijdens de stage bij de Waal Malefijt THEMA
Coxartrose
Wervekolom
MedHand Indicaties
Comm
Sam
K&W
Prof
Maat sch Handelen
Goede uitleg aan
Wetenschap
Integratie
Sociale aspecten, nieuwsgeving,
patiënt over THP
heupprothesen
kennis, kunde
regelgeving
THP
en uitleg
Indicaties
Goede uitleg aan
Multidiscipl
Wetenschap
Integratie
cons beh of
patiënt en omgeving
aanpak
specifiek
kennis, kunde
operat.
Sociale aspecten, nieuwsgeving
en uitleg
behandeling
Moderne opleiding
Voorbereiding door de
Gezamenlijk
Kennis van de
Integratie van
Sociale aspecten, nieuwsgeving
De praktische
aios van
opstellen
onderdelen
de niet-
naar de patiënt met
toepassing
opleidingsgesprekken
van de
van het
medische
inachtneming van
leerdoelen
moderne
competenties
maatschappelijke normen en
opleiden
in de praktijk
waarden (WGBO)
van de OSB
Taken en verantwoordelijkheden Door de Waal Malefijt wordt met de aios een introductiegesprek gevoerd, aan het begin van de opleiding en voorts bij het begin van de stageperiode (zie hoofdstuk 6.2.1) - roostertechnisch wordt zoveel mogelijk geprobeerd om de nieuwkomende aios met de stage bij de Waal Malefijt te laten beginnen. De Waal Malefijt geeft daarbij adviezen over te bestuderen literatuur en er wordt nog eens uitgelegd wat de opleidingseisen zijn, met name de verplichte toetsingen en beoordelingsmomenten. Ook de praktische omgang met OSB's komt ter sprake. De mate van zelfstandig / onder supervisie werken tijdens gezamenlijke spreekuren van de Waal Malefijt en de onder zijn supervisie vallende aios en de invulling van de gezamenlijke operatiesessies, maar ook de overige activiteiten van de aios binnen deze stage worden zorgvuldig onderling afgestemd en gedocumenteerd in het portfolio (Leerdoelen, POP). Praktische uitvoering De basale orthopedie komt onder leiding van de Waal Malefijt aan de orde, met aandacht voor (poli)klinische en praktische vaardigheden. Tenminste eenmaal per 3 maanden neemt de aios enkele poliklinische consulten op die vervolgens als Korte Praktijk Beoordeling door de Waal Malefijt en de aios worden bekeken en besproken.
93
Er wordt geprobeerd zoveel mogelijk een logische opbouw te vinden in de zelfstandigheid van functioneren tijdens het poliklinisch werk en het aanvragen van hulponderzoeken, maar ook in operatieve vaardigheid. Dat geldt met name voor de totale heupprothese, de knieartroscopie en de wervelkolom, maar ook voor de behandeling van traumapatiënten. Als gevolg van het consulentschap van de Waal Malefijt bij Voetbalclub Willem II komen er regelmatig sporters met blessures op de spreekuren of zijn er aanstellingskeuringen, die ook door de aios samen met de Waal Malefijt worden verzorgd. De specifieke subspecialisatie van de Waal Malefijt t.a.v. de wervelkolomchirurgie biedt de aios de mogelijkheid om deel te nemen aan het COMBIspreekuur met de neurochirurgen en aan de gezamenlijke neuro-orthopedische ingrepen. De aios krijgt de gelegenheid om te assisteren bij minimaal invasieve rugoperaties en in toenemende mate ook (delen van) van deze ingrepen te doen. Hetzelfde geldt voor de revisieoperaties van heup- en knieprothesen. Tijdens de stage bij de Waal Malefijt wordt erop ingezet om de voortgang in vaardigheden met betrekking tot deze aandachtsgebieden zoveel mogelijk naar NOV – niveau 4 te brengen. Voor de aios is het belangrijk om te leren optimaal gebruik te maken van (alle mogelijkheden in) het EMD, DOT registratie en de correspondentie over patiënten, en dat is ook een specifiek aandachtspunt in de stage bij de Waal Malefijt. Gevolgen Omdat de aios orthopedie met de supervisor samen als vast duo optreedt ('team de Waal Malefijt') krijgt de patiënt ook een eenduidige en inzichtelijke behandeling, waarbij er naar wordt gestreefd om ook de follow-up van de patiënt in elk geval door één van deze 2 te laten verzorgen. De aios heeft daarbij de mogelijkheden voor directe terugkoppeling en feedback en dankzij de systematiek van het EMD kan de supervisor alles gemakkelijk controleren. Eventuele consulten worden door de aios met de Waal Malefijt besproken, en tijdens de avondbespreking door de aios gepresenteerd waarna het definitieve behandelplan doorgaans door de opleidersgroep gesanctioneerd. Competentie gerelateerde problemen worden geëvalueerd, en via concrete feedback worden eventuele verbeterpunten geformuleerd. Afhankelijk van het stadium en het verloop van de stage en de mogelijkheden die zich voor de aios in deze periode van 6 maanden roostertechnisch voordoen kunnen met name ook de algemene OSB's voor coxartrose en gonartrose en de OSB's voor algemene traumatische afwijkingen en vooral de praktische vaardigheden daarin verder worden uitgewerkt. Meer specifiek kunnen de OSB's wervelkolom, de OSB klachten na heupprothese en de OSB klachten na knieprothese aan bod komen, qua niveau afhankelijk van de vorderingenstatus van de aios en diens specifieke belangstelling voor deze onderwerpen. Ten aanzien van de omgang met het EMD vindt een frequente controle door de Waal Malefijt plaats en bespreking met de aios over verslaglegging in het EMD en de door de aios in concept opgestelde correspondentie. Toetsing Als toetsingsinstrumenten kunnen de algemene OSB's aan de orde komen, en meer specifiek de volgende OSB’s: artrose heup, degeneratieve wervelkolom/lumbago en de OSB eenvoudige fractuur wervel thoracaal/lumbaal, patellainstabiliteit, klachten na heupprothese, klachten na knieprothese. Tijdens deze stage moet ook minimaal één CAT worden gepresenteerd. Voorts worden vooral de KPB en de 360° beoordeling gebruikt, evenals het voortgangsgesprek (tezamen met de opleider) en, afhankelijk van het stadium van de opleiding, optioneel samen met de opleider het beoordelingsgesprek. Ijking Al naar gelang het stadium van de opleiding van de aios wordt bekeken of het bereikte bekwaamheidsniveau conform is en waar eventuele verbeterpunten liggen (zie hoofdstuk 2.4.2 - tabel 1). Borging / vastlegging Alle documentatie over de stage bij de Waal Malefijt wordt systematisch vastgelegd in het EMD, met name de resultaten van de toetsmomenten. De groei in poliklinische operatieve vaardigheden wordt gereflecteerd in de zogenaamde 'Verrichtingenlijst', waarin vermeld staat op welk niveau zich iedere aios bevindt (zie bijlage 3). De resultaten van de toetsingen worden door de aios en de Waal Malefijt in het portfolio (VREST) opgeslagen en door de opleider geaccordeerd.
94
6
Toetsen, voortgang en beoordelen Doelen Om te kunnen beoordelen of een aios voldoende vooruitgang boekt en wat zijn sterke en zwakke punten zijn, moet er regelmatig worden getoetst. De toetsing is vooral ontwikkelingsgericht oftewel formatief. Dat wil zeggen dat de toetsing en de bijbehorende feedback primair als doel hebben om informatie te verstrekken over de mate waarin de aios de competenties beheerst en vervolgens vast te stellen wat er nog geleerd of verder ontwikkeld moet worden. Leidraad daarbij zijn de moderne toetsmiddelen. De aios moet ook zelf, afhankelijk van zijn/haar leerdoelen en vorderingen, om toetsing vragen. Na ieder opleidingsjaar en aan het eind van de opleiding wordt bepaald of de aios de opleiding kan en mag vervolgen respectievelijk geregistreerd kan worden als orthopedisch chirurg.
6.1
Toetsen Tijdens de opleidingsactiviteiten (Hoofdstuk 4) komen verschillende taken aan de orde die door een supervisor beoordeeld kunnen worden Met behulp van een feedbackinstrument wordt overzichtelijk de ontwikkeling van de aios gevolgd. Toetsinstrumenten zijn dagelijkse feedback (niet geformaliseerd in formulieren), OSB’s en Korte Praktijk Beoordelingen (KPB’s). Voor de ontwikkeling van kennis en wetenschap wordt o.a gebruik gemaakt van referaten en presentaties volgens OSB-format en de CAT. Jaarlijks vindt een landelijke kennistoets plaats. Zie Tabel 19 voor een overzicht van opleidingsactiviteiten en toetsinstrumenten. De minimale toetsingsmomenten zijn opgenomen in Tabel 20.
Tabel 19. Opleidingsactiviteiten en toetsen, met primaire focus op specifieke competenties Opleidingsactiviteiten
Toets MH
Com
KW
Sam
Prof
Org
Afnemen anamnese
KPB, OSB
X
X
Hupvraag patiënt verhelderen
KPB, OSB
X
X
Uitvoeren lichamelijk onderzoek
KPB, OSB
X
Beleid opstellen voor patiënt
KPB, OSB
X
Uitleg aan patiënt
KPB
X
Uitleg aan familie / omgeving
KPB
X
Overdracht aan opleiders
KPB,OSB
X
Behandelplan uitvoeren
KPB, OSB
X
Aanvullend onderzoek aanvragen
KPB, OSB
X
X
Resultaten onderzoek interpreteren
KPB, OSB
X
X
Uitvoeren medische handelingen
KPB, OSB
X
Werk op OK / POK
KPB, OSB, 360° beoord
X
Verwijzen naar anderen
KPB
X
X
Policonsult afwerken
KPB, OSB, 360° beoord
X
X
Acute patiënt opvangen
KPB
X
X
X
Visite lopen
KPB, 360° beoordeling
X
X
X
Correspondentie
KPB
X
Eigen werkplanning / prioriteiten
KPB
X
Mts
X
X
X X X X X
X X
X
95
MH
Com
KW
X
Sam
Prof
Aansturing verpleegkundigen
KPB, 360° beoordeling
Diensten doen
KPB, 360° beoordeling
X
Ochtend/avondoverdracht
KPB, 360° beoordeling
X
Samenwerken met alle personeel
KPB, 360° beoordeling
Samenwerken multidisciplair
KPB, 360° beoordeling
Rekening houden met wettelijke bepalingen
KPB
Opheffen lacunes in kennis & vaardigheid
KPB, OSB, 360° beoord
Bewaken grenzen van het specialisme
KPB
Houden van een referaat
KPB
Kennen van eigen grenzen/supervisie vragen
KPB, OSB, 360° beoord
Omgaan met feedback
KPB, 360° beoordeling
Omgaan met onverwachte gebeurtenissen
KPB, 360° beoordeling
X
X
Omgaan met ongewenst gedrag van patiënten
KPB, 360° beoordeling
X
X
Scheiden van werk en privé
KPB
X
X
Org
Mts
X X
X X
X
X
X
X
X X
X X X X X
X
X
X
MH = Medisch handelen, Com = Communicatie, KW = Kennis en wetenschap, Sam = Samenwerking, Org = Organisatie, Prof = Professionaliteit, Mts = Maatschappelijk handelen
Tabel 20. Overzicht toetsingsinstrumenten Toets OSB * Medisch handeleen, Kennis en wetenschap OSB - theoretische presentatie * Medisch handelen, communicatie, kennis en wetenschap Korte Praktijk Beoordeling (KPB) Alle competenties
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
10-12 x
10-12 x
10-12 x
10-12 x
2x
2x
2x
2x
10 x
10 x
10 x
10 x
2x
1x
1x
1x
2x
2x
2x
2x
1x
1x
1x
----
4x
2x
2x
2x
1x
1x
1x
1x
360° feedback Communicatie, kennis en wetenschap, samenwerking, organisatie, maatschappelijk handelen en professionaliteit CAT Medisch handelen, kennis en wetenschap Landelijk Examen Medisch handelen, kennis en wetenschap Voortgangsgesprek Alle competenties Beoordelingsgesprek Alle competenties
* Het werken met de OSB's in de praktijk is beschreven in Hoofdstuk 2.5.3.
96
6.1.1
Korte Praktijk Beoordeling (KPB) KPB's kunnen ad hoc door de aios met de supervisor (of vice versa) worden afgesproken of tevoren worden gepland; de aios is er uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor dat per opleidingsjaar voldoende KPB's worden afgesproken en genoteerd in VREST. Aanwezig: In elk geval de aios en tenminste één staflid. Frequentie: Er moeten 10 KPB's per jaar worden gedaan en genoteerd worden in het portfolio. Taken /verantwoordelijkheden/praktische uitvoering: De aios kan ieder moment in de dagelijkse praktijk kiezen om een KPB te doen en stelt dat voor aan de supervisor van dat moment. Een aantal afspraken hierover kunnen al worden gemaakt tijdens de voortrgangsgesprekken. Een supervisor kan ook op ieder willekeurig moment op de werkvloer voorstellen om een KPB te doen. Per opleidingsonderdeel wordt zoveel mogelijk geformuleerd welke activiteiten vooral geschikt zijn om de aios te observeren en feedback te geven, in coherentie met de opgestelde leerdoelen. De aios worden structureel en regelmatig geobserveerd. Inhoud: Er worden heldere doelen gesteld om effectieve feedback te kunnen geven. Als een aios nog weinig kennis of vaardigheden bezit worden instructies gegeven in plaats van feedback. Het gaat om een feedback-moment van opleider of supervisor op een activiteit van de aios op de dagelijkse werkvloer, zoals: de zaalvisite de opvang van een patiënt op de SEH een presentatie / referaat / onderwijs een klinische rapportage een gesprek met een patiënt en diens familie dossiervoering een poliklinisch consult etc. Voor deze KPB wordt van de aios verwacht dat deze in overleg met de opleider / supervisor enkele poliklinische consulten met de FLIPcamera opneemt en daarvan één of twee consulten met de opleider of supervisor bespreekt. Er zijn duidelijke richtlijnen voor het gebruik van dergelijke videoopnamen, waarvoor ze gebruikt worden, wie ze mag bekijken en wanneer ze wroden vernietigd. Voor de patiënten is er een informatiefolder, en hen wordt altijd tevoren om toestemming voor een videofilmpje gevraagd. De aios selecteert vervolgens een gedeelte van de opnames waarop hij/zij graag feedback ontvangt. Aios en supervisor bekijken het videofragment en bespreken dit na, benoemen de goede en de verbeterpunten en formuleren concrete verbeteringacties en aandachtspunten. Gevolgen: De AIOS vult nadien in het KPB-formulier in VREST in wat hij/zij zelf vond van de actie waarop de KPB betrekking heeft. Het gaat er niet om dat telkens bij alle competenties iets wordt ingevuld, maar alleen bij de competenties die betrekking hebben op het beoordeelde klinische moment. Ieder half jaar moeten alle niet-medische competenties wel minstens één keer beoordeeld zijn. De opleider/supervisor bespreekt de KPB met de aios, met als bedoeling om aandachtspunten duidelijk in beeld te brengen; wat er goed ging en wat minder goed is en welke derhalve de verbeterpunten zijn. Waarbij van de opleider verwacht mag worden dat deze vervolgens bouwstenen en handvaten voor de AIOS aanlevert om de beoogde verbeteringen en de gestelde doelen ook daadwerkelijk te kunnen bereiken. Vastlegging: Voor de verslaglegging van een KPB is een specifiek beoordelingsformulier in VREST beschikbaar. Daarin kunnen cijfers worden gegeven, maar veel belangrijker is de zogenaamde 'narratieve' feedback, d.w.z. de geschreven beoordeling van de aios over hoe deze functioneert in de medische praktijk, en waar de goede- en de verbeterpunten liggen.
97
6.1.2
360° beoordelingen Het is belangrijk dat de 360° beoordeling goed wordt voorbereid en uitgevoerd om de aios een goed inzicht te geven in mogelijke verschillen in de eigen perceptie van functioneren en de perceptie die anderen hebben over het functioneren van de aios. Het succes van deze vorm van evalueren ligt vooral in de positieve afdelingscultuur en leeromgeving, waarin iedereen bereid is zich in te zetten voor verbeteringen. Doel: Primair een ontwkkelinstrument en niet bedoeld om disfunctioneren aan te tonen - een ontwikkelkans voor de aios en niet een dreiging, een vertrouwelijk moment waarop een goede en aansluitende follow-up volgt. Frequentie: In het eerste opleidingsjaar tweemaal, daarna 1 maal in elk volgend opleidingsjaar. Taken /verantwoordelijkheden/praktische uitvoering: De aios vraagt 3 to 4 verschillende personen (bijv. artsen, verpleegkundigen, medewerkers gipskamer, personeel op OK of SEH) om een oordeel te geven over diens functioneren aan de hand van het 360° beoordelingsformulier. Het is vooral belangrijk dat de aios hen vraagt om ook een stukje geschreven beoordeling toe te voegen ('narratieve' feedback), dat levert meestal meer informatie op dan een uitsluitend cijfermatige score. De feedbackgevers sturen het door hun ingevulde formulier op naar de opleider. De aios vult ook een zelfbeoordeling in met behulp van deze lijst, zodat een vergelijking tussen het eigen oordeel en dat van de respondenten mogelijk is. De opleider verzamelt de formulieren en maakt op basis van eigen weging een samenvattend 360 graden formulier voor het portfolio en bespreekt dit met de aios in relatie tot het door hem/haar zelf ingevulde formulier. Inhoud: Meestal is het voor de verschillende feedbackgevers niet mogelijk om alle items te scoren en dat is ook niet nodig. Het gaat er vooral om eventuele verbeterpunten in de ontwikkeling van de aios tijdig te signaleren. De geschreven kwalitatieve en open feedback is daarom essentieel. Gevolgen: Deze beoordelingsmethodiek staat of valt met de follow-up: de uitkomstyen van de beoordeling komen in voldoende mate aan bod (geverifieerd bij de aios)en de vervolgaanpak is gericht op het effectueren van de vastgestelde verbeterpunten. Vastlegging: Nadat de opleider en de aios de resultaten van de beoordelingen en de vervolgstappen hebben besproken wordt gezamenlijk het reeds ingevulde 360° beoordelingsformulier in VREST aangepast en gezamenlijk geaccordeerd.
6.1.3
Critical Appraisal Topic (CAT) CAT De 'Critical Appraised Topic' (CAT) is als toetsinstrument door het CCMS verplicht gesteld. Letterlijk staat de CAT in het nieuwe Kaderbesluit omschreven als 'een presentatie waarin een samenvatting wordt gegeven van een antwoord op een scherp omschreven klinische vraag op basis van literatuuronderzoek, volgens een vaste procedure'. Doel: De ontwikkeling van kennis en wetenschap middels de principes van evidence based medicine. Aanwezig: De aios en minimaal één staflid, maar bij voorkeur zoveel mogelijk stafleden, en zoveel mogelijk aios. Frequentie: De aios moet tweemaal per jaar een CAT presenteren. 98
Taken /verantwoordelijkheden/praktische uitvoering: Een CAT wordt gepresenteerd aan één of meer stafleden Kan bijvoorbeeld ook als onderdeel van een Journal Club worden gebracht In overleg met de opleidingsgroep kan een CAT ook (al of niet gekoppeld aan een OSB) door de aios gepresenteerd worden op de onderwijsmiddag. Inhoud: De CAT systematiek is een objectieve manier om de resultaten van een studie evalueren: Vaststellen wat de sterke en zwakke punten zijn van de studie-opzet Is de interpretatie van de resultaten adequaat Herkennen van bias en verstorende factoren in het onderzoek Herkennen of belangrijke bevindingen vergeten zijn Voorstel tot vervolg onderzoek Het gaat dus om een klinische vraagstelling die goede richtlijnen kan opleveren voor de praktijk, door een overzicht te geven van de actuele literatuur met een samenvatting van ‘evidence’ uit de best beschikbare onderzoeken aangaande het onderwerp van de vraagstelling, oftewel een ‘Critical Appraisal of Literature’. Vervolgens gaat het dan om het nemen van de juiste beslissingen over het al of niet toepassen van de resultaten van bepaalde studies in de dagelijkse praktijk. Het is op zich voor de hand liggend om een CAT te integreren in het OSB concept omdat in de OSB reeds de wetenschappelijke onderbouwing van de behandeling is opgenomen. Twee keer per jaar kan dus een OSB-CAT worden uitgewerkt door de AIOS waarbij de gekozen artikelen van de OSB dan beoordeeld worden volgens de CAT systematiek (deze OSB-CAT is dus uitgebreider dan de gewone OSB). Gevolgen: De AIOS kan de CAT checklist afwerken en het resultaat samen met een staflid of de opleider bespreken. en aftekenen als voldoende. Vastlegging: Als de CAT als voldoende wordt beoordeeld kan deze door de aios worden opgevoerd in VREST en door de opleider in het portfolio geaccordeerd worden.
6.1.4
Landelijk examen Reglement Het Reglement Algemeen Examen Orthopedie wordt gehanteerd en uitgevoerd door de Opleidingcommissie (OC) van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) en is goedgekeurd door de Algemene Ledenvergadering van de NOV. Deelnemende aios is arts-assistent die de opleiding tot orthopedisch chirurg volgt volgens een door de Medisch Specialisten Registratie Commissie goedgekeurd schema in een erkende opleidingsinrichting orthopedie. Inhoud examen Het Algemeen Examen Orthopedie (AEO) bestaat uit een cyclus van drie examens, die in algemeenheid betrekking hebben op respectievelijk de bovenste extremiteit, de onderste extremiteit, en de romp. Meer specifiek hebben de landelijke cursussen en examens betrekking op de leerstof betreffende basic science, traumatologie, degeneratieve afwijkingen, oncologie en metabole afwijkingen, infecties, kinderorthopedie, sportorthopedie. Het Examen (EAO) bestaat uit een cyclus van drie examens, die betrekking hebben op de leerstof betreffende basic science, traumatologie, degeneratieve afwijkingen, oncologie en metabole afwijkingen, infecties, kinderorthopedie, sportorthopedie. In drie achtereenvolgende jaren wordt telkens één examen van de cyclus afgenomen. De kandidaat moet elk examen met een voldoende resultaat af leggen om zich aan het eind van de opleiding in te kunnen schrijven in het register van de specialisten orthopedie. 99
Voorbereiding Tijdens het cursorisch onderwijs op de donderdagmiddag worden de landelijke examens gezamenlijk besproken en voorbereid. De aios hebben om ervoor te kunnen studeren recht op 2 roostervrije dagen, voorafgaand aan het jaarlijkse landelijk examen. Vier maanden voor het examen zijn de exacte datum, tijd en plaats van het examen bekend en vanaf die datum en tot uiterlijk één maand voor het examen kan de kandidaat zich schriftelijk inschrijven bij de secretaris van de Examen Commissie of de daartoe door de Examen Commissie aangewezen instantie. De kandidaat ontvangt een bevestiging van inschrijving, datum, tijd en plaats. De te bestuderen stof en dit reglement staan op de website van de NOV. Praktische uitvoering In drie achtereenvolgende jaren wordt telkens één examen van de cyclus afgenomen. De te bestuderen leerstofstof wordt 6 maanden voor het betreffende examen openbaar gemaakt en is ook op te vragen bij de secretaris van de Examen Commissie; de wijze van examineren wordt door deze Commissie bepaald. De kandidaat is verantwoordelijk voor het tijdig afleggen van de examens tijdens de opleiding. De opleider zorgt er voor dat de kandidaat de avond en nacht voor het examen vrijgesteld is van elke vorm van arbeid c.q. dienst. Tijdens het cursorisch onderwijs op de donderdagmiddag wordt in geplande sessies gezamenlijk aandacht besteed aan de leerstof voor het eerstvolgende landelijke examen. In de praktijk kan elke aios in het St. EZH voorafgaand aan het examen 2 dagen studieverlof aanvragen. Inschrijven voor een (her)examen is verplicht. De kandidaat is vrij om in het eerste jaar van de opleiding met het afleggen van een examen te beginnen, maar is dit verplicht vanaf het tweede jaar. Gevolgen De aios moet elk examen met een voldoende resultaat af leggen om zich aan het eind van de opleiding in te kunnen schrijven in het register van de specialisten orthopedie. Indien de aios na een eerste deelname aan het examen een onvoldoende behaalt, heeft hij/zij recht op twee herexamens per examen. In het geval dat een aios zich niet kan verenigen met de uitspraak van de Examen Commissie op een bezwaarschrift en er resten de aios geen herexamens meer, dan kan de aios binnen één maand nadat de uitspraak naar aanleiding van het bezwaarschrift ter kennis is gebracht aan de aios beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep, per adres secretaris Nederlandse Orthopaedische Vereniging, onder overlegging van een kopie van het bezwaarschrift en de uitspraak van de Examen Commissie. Voor situaties gekenmerkt als 'onvoorzien', 'verzuim', 'onmacht' en 'ziekte' wordt de kandidaat, indien daarin gesteund door de opleider middels een door de opleider gesanctioneerde/ondertekende brief, geoorloofd bij het (her)examen afwezig te zijn geweest en wordt het (her)examen op een nader door de Examen Commissie te bepalen wijze alsnog afgenomen. Borging / vaststelling De opleider ontvangt de officiële examenuitslag van de aios orthopedie die in het St. EZH worden opgeleid. Met de aios wordt over de inhoud/uitslag gesproken, de uitkomst van dit gesprek wordt vastgelegd in het portfolio van de aios (VREST).
6.2
Voortgang en beoordelingen Op een aantal momenten in de opleiding wordt er beoordeeld of de aios voldoende voortgang boekt, middels voortgangsgesprekken (zgn. formatieve toetsing). Daarnaast is er aan het eind van elk opleidingsjaar een verplicht beoordelingsgesprek, en deze specifieke beoordelingsmomenten kunnen gevolgen hebben voor de voortgang van de opleiding of zelfs voor het verder mogen deelnemen aan, dan wel het slagen voor, de opleiding. De aios wordt derhalve conform het Kaderbesluit 2011 beoordeeld in: a. een periodiek voortgangsgesprek op de voortgang in zijn/haar ontwikkeling; b. een jaarlijks beoordelingsgesprek of hij/zij geschikt en in staat is de opleiding voort te zetten; c. de eindbeoordeling op de geschiktheid het medisch specialisme waarvoor hij/zij wordt opgeleid zelfstandig en naar behoren uit te oefenen. 100
Deze beoordelingen worden met de aios besproken en op de daarbij horende formulieren in het portfolio (VREST) vastgelegd. Als er sprake is van onvoldoende vordering van een aios wordt een geïntensiveerd begeleidingstraject gevolgd (conform artikel B.22. van het Kaderbesluit), en worden additionele beoordelingsmomenten ingelast. Voor de bovenstaande verplichte opleidingsgesprekken wordt een vaste procedure gevolgd en via het secretariaat wordt door de opleider een jaaragenda opgesteld met een overzichtelijke planning van de voortgangs- en beoordelingsgesprekken van alle aios orthopedie (Tabel 21). Tabel 21. Voortgangs- en beoordelingsgesprekken
6.2.1
Tijdstip
Gesprek
Aanwezig
Start opleiding orthopedie St. EZH
Introductiegesprek / POP
Aios, opleider
Start van nieuw stageblok
Introductie stage/ leerdoelgesprek/ POP
Aios, supervisor / opleider
Elke 3 maanden (1e opleidingsjaar)
Voortgangsgesprek
Aios, opleider, supervisor
Elk half jaar na 1e opleidingsjaar
Voortgangsgesprek
Aios, opleider, supervisor
Aan het eind van elk opleidingsjaar
Beoordelingsgesprek
Aios, opleider, evt. supervisor
Drie maanden voor einde opleiding
Eindbeoordeling
Aios, opleider, plaatsvervangend opleider
Het introductiegesprek Bij de start van de opleidings orthopedie maar ook bij aanvang van elke nieuwe stage worden concrete afspraken gemaakt tussen aios en opleider/supervisor over de wederzijdse verwachtingen voor wat betreft de opleidingsactiviteiten in relatie tot de zorg en de leerdoelen van de aios. Volgens een Win-Win Performance Agreement (WWPA) worden deze zaken vastgelegd en gesanctioneerd. Uitgangspunten Aios en opleider/supervisor spreken af welke onderdelen van het landelijke en lokale opleidingsplan bij de stage aan bod komen en hoe de ontwikkeling van de aios wordt getoetst. Aanwezig Aios, opleider / supervisor. Frequentie Voorafgaand aan elke nieuwe stage. Inhoud De opleider/ supervisor vertelt wat hij wil bespreken over de komende stageperiode van de aios, de aios haakt in en geeft eventuele voorkeuren aan. Aan de orde komen met name de volgende vragen: - Wat zijn de sterke en welke de zwakke punten van de aios in eerdere stages? - Welke leerdoelen stelt de aios in deze stage? - Wat kan de aios leren in deze stage? - Welke competenties komen in deze stageperiode aan bod ? Gevolgen Er worden afspraken gemaakt over: - de inhoudelijke onderdelen van de opleiding die in deze stage aan bod komen - de wijze van toetsing van de stage-onderdelen - het aantal KPB’s dat in de stage wordt afgesproken en op welke onderdelen - het gebruik van eventuele andere beoordelingsinstrumenten tijdens deze stage. Vastlegging Middels het voortgangsgesprek, de NOV-niveau's in OSB's en de toetsingsmomenten (KPB's, 360° beoordeling, CAT) worden in het portfolio (VREST) de vorderingen tijdens de stage gekwalificeerd.
101
6.2.2
De voortgangsgesprekken Tijdens de opleiding vinden periodiek gesprekken plaats tussen de opleider, de supervisor en de aios over de voortgang in de ontwikkeling van de aios (voortgangsgesprekken). Uitgangspunten: De aios is voor een groot deel zelf verantwoordelijk voor het leerproces. Hij stelt in overleg met zijn opleider zijn eigen persoonlijk ontwikkelingsplan op, dat na elk voortgangsgesprek wordt bijgesteld. De opleider begeleidt de aios, geeft instructie en feedback, fungeert als rolmodel en zorgt voor een leerwerkomgeving waarin de aios zich op de juiste manier kan ontwikkelen. Aanwezig De opleider, de aios en de supervisor van dat moment / i.c. de voorafgaande periode. Frequentie in het eerste opleidingsjaar vinden ten minste 4 voortgangsgesprekken plaats , te weten ten minste één per kwartaal in de daaropvolgende jaren worden jaarlijks ten minste twee beoordelingsgesprekken gepland, te weten elk half jaar de voortgangsgesprekken worden zodanig gepland dat het laatste voortgangsgesprek van elk opleidingsjaar plaatsvindt tenminste drie maanden voor het einde van dat opleidingsjaar. Taken /verantwoordelijkheden/praktische uitvoering Volgens kaderbesluit ziet de opleider er op toe dat deze gesprekken tijdig plaatsvinden en derhalve via het secretariaat geagendeerd worden. De aios bereidt het voortgangsgesprek op tijd voor en zorgt ervoor dat de leerdoelen in het passende formulier in VREST zijn ingevuld, waarbij de aios aangeeft hoe zijn / haar beleving is ten aanzien van hoe het gegaan is met de in het vorige gesprek gestelde doelen. Bovendien moet de aios vóór het voortgangsgesprek ook het bijpassende formulier (Voortgangsgesprek) in VREST invullen. Doel Het voortgangsgesprek biedt zowel de opleider als de aios de gelegenheid op een gestructureerde wijze te reflecteren over de opleiding in het algemeen en de voortgang in ontwikkeling van de competenties en het leerproces van de aios in het bijzonder. Er worden duidelijke afspraken gemaakt over de vervolgstappen voor de aios t.b.v. van diens verdere ontwikkeling. Het voortgangsgesprek heeft dus een formatief karakter en is nadrukkelijk géén geschiktheidsbeoordeling. Inhoud De opleider gaat in op hetgeen de aios zelf heeft aangegeven in het formulier Voortgangsgesprek en geeft daar feedback op. Aan de hand van de 4 verschillende items in het format van het voortgangsgesprek in VREST (kennis, vaardigheden, wetenschappelijke interesse en wijze van functioneren) bespreken opleider, aios en supervisor de stand van zaken ten aanzien van de voortgang in de gestelde opleidingsdoelen in relatie tot de eigen verantwoordelijkheid van de aios t.a.v. zijn/haar opleiding(spakket), alsmede eventuele knelpunten en mogelijke oplossingen, hetzij individueel, hetzij algemeen/collectief. Alle competenties passeren de revue. Met de aios wordt alle informatie gezamenlijk geëvalueerd en gespiegeld aan hetgeen hij / zij zelf bij de voorbereiding op het gesprek heeft ingevuld bij de 4 items in het formulier 'Voortgangsgesprek' in VREST. Gevolgen Het voortgangsgesprek kan resulteren in een bijstelling van het individuele opleidingsplan door nieuwe of aanvullende individuele leerdoelen / verbeterpunten te formuleren. Tijdens het eerstvolgende voortgangsgesprek worden deze leerdoelen en verbeterpunten opnieuw geëvalueerd en zonodig verder aangepast of opnieuw geformuleerd. Vastlegging: Door zowel de opleider als de aios wordt elk voortgangsgesprek na wederzijdse goedkeuring in het portfolio (VREST) geaccordeerd en opgeslagen.
102
6.2.3
De beoordelingsgesprekken Aan het einde van elk opleidingsjaar vindt een beoordelingsgesprek plaats tussen de opleider en de aios over het resultaat van de opleiding tot dan toe. Gezien het gewicht en de mogelijke consequenties van deze gesprekken is, hoewel niet verplicht volgens het Kaderbesluit, bij voorkeur ook de plaatsvervangend opleider aanwezig en op indicatie eventueel ook de supervisor van dat moment / i.c. de voorafgaande periode. Aanwezig De opleider, de aios en de plaatsvervangend opleider. Frequentie aan het eind van elk opleidingsjaar, met uitzondering van het laatste jaar van de opleiding, omdat dan de eindbeoordeling plaatsvindt. Taken /verantwoordelijkheden/praktische uitvoering Volgens kaderbesluit ziet de opleider er op toe dat deze gesprekken worden georganiseerd, tijdig plaatsvinden en derhalve via het secretariaat geagendeerd worden. De aios bereidt het beoordelingsgesprek op tijd voor en zorgt ervoor dat zijn/haar Persoonlijk Opleidingsplan (POP) in het bijpassende formulier in VREST is ingevuld, waarbij de aios met name de gestelde doelen per opleidingsjaar aangeeft en evalueert hoe het daarmee gegaan is en wat er van de aan de doelen gekoppelde competenties terecht is gekomen. Bovendien moet de aois vóór het voortgangsgesprek ook het bijpassende formulier (Beoordelingsgesprek) in VREST invullen. Doel Het beoordelingsgesprek is het moment voor de opleider om met de aios te bespreken of de status van diens / haar opleiding conform is aan wat in die fase van de opleiding mag worden verwacht, of de opleiding verloopt volgens de gestelde doelen en of tot aan dat moment ook aan alle geldende moderne opleidingseisen is voldaan. Het beoordelingsgesprek heeft dus een summatief karakter, is een evaluatie van de geschiktheid van de aios om de opleiding voort te zetten. Inhoud De opleider baseert zich bij de beoordeling op zijn eigen beeld en indruk van de aios, op de raadpleging van de overige leden van de opleidingsgroep en andere medewerkers, op bronnen als KPB's, 360° beoordelingen, CAT's e.d en de overige informatie uit het portfolio (VREST), waarbij met name de vorderingen in alle competenties afzonderlijk worden besproken. De gezamenlijke informatie, tevens voortvloeiend uit de eerder gehouden voortgangs- en beoordelingsgesprekken, de toetsen en alles wat verder bijdraagt aan de beoordeling van het competentieniveau van de aios, resulteert in een unilateraal oordeel van de opleider over de aios. Met de aios wordt het uiteindelijke oordeel besproken en gespiegeld aan hetgeen hij / zij zelf bij de voorbereiding op het gesprek heeft ingevuld in het formulier 'Beoordelingsgesprek' in VREST. Gevolgen Het beoordelingsgesprek heeft duidelijke gevolgen voor het al of niet voortzetten van de opleiding. Afhankelijk van het resultaat kan ook besloten worden tot een geïntensiveerd begeleidingstraject van de aios (art. B-22 van het Kaderbesluit). Vastlegging Door zowel de opleider als de aios wordt elk beoordelingsgesprek na wederzijdse goedkeuring in het portfolio (VREST) geaccordeerd en opgeslagen.
6.2.4
De eindbeoordeling Aan het einde van het laatste opleidingsjaar vindt een eindbeoordelingsgesprek plaats tussen de opleider en de aios over het eindresultaat van de opleiding. Daarbij is indien mogelijk ook de plaatsvervangend opleider aanwezig. Aanwezig De opleider, de aios en de plaatsvervangend opleider. Frequentie uiterlijk 3 maanden vóór het einde van het laatste opleidingsjaar.
103
Taken /verantwoordelijkheden/praktische uitvoering De opleider ziet er op toe dat dit gesprek wordt georganiseerd. De aios bereidt het beoordelingsgesprek op tijd voor en zorgt ervoor dat het portfolio (VREST) volledig is ingevuld, waarbij inzichtelijk moet zijn dat alle onderdelen waaraan volgens de moderne opleidingseisen door de aios moet zijn voldaan adequaat zijn afgewerkt. Doel Het gesprek over de eindbeoordeling is het laatste moment voor de opleider om met de aios te bespreken of aan alle opleidingseisen is voldaan, of de opleiding verlopen is volgens de gestelde doelen. Het eindbeoordelingsgesprek heeft dus een summatief karakter, is een evaluatie van de geschiktheid van de aios om zijn/ haar C-briefje aan te vragen. Inhoud De opleider baseert zich bij de beoordeling op zijn eigen beeld en dat van de overige leden van de opleidingsgroep en overige medewerkers (polikliniek, afdeling, OK) en de beschikbare informatie uit het portfolio (VREST), waaronder de resultaten van alle toetsen, zowel t.a.v. het medisch handelen als alle niet-medische competenties, en het verplichte cursorisch onderwijs. Gevolgen Tijdens het eindoordeelsgesprek wordt besproken en vastgelegd of de aios voldoende heeft laten zien te kunnen voldoen aan de opleidingseisen Orthopedie. Vastlegging Door zowel de opleider als de aios wordt het eindbeoordelingsgesprek na wederzijdse goedkeuring in het portfolio (VREST) geaccordeerd en opgeslagen. Vervolgens wordt het C-formulier door de opleider ingevuld en ondertekend.
6.2.5
AIOS met opleidingsproblemen Als er sprake is van onvoldoende vordering wordt een geïntensiveerd begeleidingstraject gevolgd (conform artikel B.22. van het Kaderbesluit), is de opleider gerechtigd tot het vaststellen van een additioneel beoordelingsmoment. Volgens het nieuwe Kaderbesluit beoordeelt de opleider jaarlijks de geschiktheid van de aios. Als de opleider twijfelt over de geschiktheid van de aios om de opleiding voort te zetten, kan hij tot een dergelijk traject besluiten. In dat geval wordt het individuele opleidingsplan bijgesteld, termijn en wijze waarop dit wordt ingevuld wordt in samenspraak met de aios afgestemd. Het traject duurt minimaal drie en maximaal zes maanden. Het vindt, bijzondere omstandigheden daargelaten, maximaal één keer per opleiding plaats en wordt afgesloten met een geschiktheidsbeoordeling. Ook nu weer kan de opleider besluiten de aios de opleiding te laten voortzetten, als hij de aios daartoe geschikt en in staat acht. Maar een begeleidingstraject kan ook leiden tot een verlenging van of zelfs een beëindiging van de opleiding.
6.3
Portfolio Het digitale portfolio (VREST) is een gestructureerde verzameling van documenten over de ontwikkeling van de aios die door de aios goed dient te worden bijgehouden. Het is een middel voor de aios om zelf de voortgang in de opleiding te reflecteren. Daarmee kan een goed beeld verkregen worden van de competentieontwikkeling van de aios. Inhoud Het portfolio bevat de volgende informatie: - Het CV van de aios - Opleidingsschema van de aios - Individueel opleidingsplan (IOP) - Overdrachtsformulier stageactiviteiten / stagebeoordeling - De documenten ten behoeve van KPB’s, 360° beoordelingen - Andere beoordelingen (OSB's, CAT) 104
-
Informatie over relevante activiteiten op één of meerdere competentiegebieden De vorderingenstatus inzake operaties Verslagen van de opleidingsgesprekken Reflectieverslagen Wetenschappelijke vorderingen, publicaties en voordrachten Deelname aan cursussen en congressen (inclusief certificaten) Vorderingen kennis aios inzake orthopedische instrumentmakerij en gipstechnieken Reflectie op eigen functioneren op basis van voorgaande informatie Activiteiten van de aios in de afgelopen periode in overeenstemming met eerdere afspraken in voortgangsof geschiktheidsbeoordelingen? De aios houdt het portfolio zelf bij en reflecteert hiermee zijn/haar voortgang in de opleiding. Het portfolio wordt gebruikt als onderliggend document bij voortgangsgesprekken en geschiktheidsbeoordelingen.
Voortgangs- en beoordelingsgesprekken Het portfolio levert de informatie op basis waarvan het voortgangsgesprek en het jaarlijkse beoordelingsgesprek wordt gevoerd. De aios stelt zijn individuele opleidimgsplan (IOP) op en plaatst dit in het portfolio, waarbij periodiek de Leerdoelen worden vastgesteld en/of bijgestuurd. Middels het portfolio kan een reflectie op het functioneren van de aios door zichzelf en anderen plaatsvinden. Tevens worden verplichte onderdelen in het portfolio afgevinkt en toetsuitslagen verzameld.
6.3.1
Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) De aios dient over zijn ontwikkeling te reflecteren. Dit kan enerzijds aan de hand van de gekregen feedback (KPB, CAT, 360 graden feedback), maar daarnaast is het noodzakelijk dat de aios bijhoudt welke ervaringen aan de ontwikkeling van de competenties van een bepaald thema gedurende de stages hebben bijgedragen. De doorgemaakte ontwikkelingen dienen in het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) bijgehouden te worden. Hierin dient de aios per stage aan te tekenen hoe er aan een thema is gewerkt: bijvoorbeeld welk soort patiënten of pathologie er is gezien, wat er is geleerd en hoe dit is ervaren. Naast de toetsingsverslagen (KPB, CAT, etc.) reflecteert de aios middels het POP over de vorderingen in de opleiding en bespreekt dit met de opleider tijdens de voortgangsgesprekken. De aios is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van zijn eigen portfolio. Bij aanvang van de opleiding stelt de aios in samenspraak met de opleider zijn / haar persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) op. In een begeleidend opleidingsschema worden de verschillende stages in een tijdpad aangegeven en komt tevens het totale opleidingsschema binnen de ROGO aan de orde. Daarnaast zijn in het POP de individuele leerdoelen van de aios opgenomen. Doel Het inzichtelijk maken en formaliseren van de leerdoelen van de individuele aios en de acties die hieruit volgen. Daarbij hoort een inhoudelijke planning van de onderdelen van de opleiding en een omschrijving van hoe de aios de benodigde competenties zal verkrijgen. De aios kan zijn POP op ieder moment in de opleiding veranderen en / of bijstellen in overleg met de opleider, bijvoorbeeld naar aanleiding van een voortgangs- of beoordelingsgesprek (zie hoofdstuk 5.2). Inhoud Met de aios worden (voortgangsgesprek) de door hem / haar opgestelde leerdoelen besproken. Naar aanleiding van de voorafgaande periode en eventuele signalen uit de opleidingsgroep worden de leerdoelen waar nodig door de opleider onderbouwd en in samenspraak met de aios aangepast. Met de aios wordt besproken hoe deze denkt deze leerdoelen binnen het kader van de beschikbare mogelijkheden te bereiken. Gevolgen Met de aios worden concrete afspraken gemaakt over de invulling en realisatie van de leerdoelen. Vastlegging De aangepaste en/of nieuwe leerdoelen worden duidelijk omschreven in het portfolio (VREST), evenals de beoogde manier waarop deze doelen bereikt zouden moeten worden. 105
7
Bijlagen
7.1
Quick Scan : 5 vragenlijsten ter doorlichting van het maatschapsfunctioneren
De quick scan is op de eerste plaats een instrument/hulpmiddel voor zelfevaluatie van maatschappen. De quick scan is opgebouwd uit een vijftal vragenlijsten met uitspraken over het functioneren van een maatschap. De volgende aspecten van het functioneren worden bevraagd: 1. gedeelde doelen/taakopdracht 2. maatschapsstructuur 3. besluitvorming en ondersteunende systemen 4. communicatie en klimaat 5. resultaten en reputatie Alle maatschapsleden wordt gevraagd de vragenlijstjes in te vullen! Wilt u per uitspraak aangeven in welke mate u de uitspraak van toepassing vindt op de huidige situatie in uw maatschap, en hoe belangrijk u het goed verlopen/functioneren van de in de uitspraak omschreven situatie vindt. Kies een score op de schaal 1 tot 5 waarbij voor de waardering van
de huidige situatie geldt dat 1 = de situatie in zeer geringe mate geldt voor u of uw maatschap 2 = in geringe mate van toepassing is op u of uw maatschap 3 = enigszins van toepassing is op u of uw maatschap 4 = in hoge mate van toepassing is op u of uw maatschap 5 = de situatie in zeer hoge mate van toepassing is op u of uw maatschap
En voor de waardering van het belang van de uitspraak geldt dat 1 = de uitspraak zeer onbelangrijk is voor u 2 = niet belangrijk is voor u 3 = enigszins van belang is 4 = belangrijk is voor u 5 = de uitspraak zeer belangrijk is voor u
I
Gedeelde doelen/taakopdracht
Huidige status? 1.1
We hebben als maatschap duidelijk voor ogen wat we over 5 jaar bereikt willen hebben?
1.2
We weten wat onze prioriteiten zijn
1.3
We treden als eenheid naar buiten
1.4
Iedereen voelt zich medeverantwoordelijk voor het resultaat van de maatschap
1.5
De leden van onze maatschap zijn goed op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het ziekenhuis, de regio en in het land
1.6
Mijn collega’s kennen mijn ambities, kwaliteiten en zwakke punten
1.7
Ik ken de ambities, kwaliteiten en zwakke punten van mijn collega’s
1.8
We maken gebruik van elkaars sterke kanten
1.9
We weten op welke punten van het maatschapsfunctioneren we sterker en zwakker zijn dan onze collega-maatschappen in de regio
Belang?
1.10 In onze maatschap is uitgesproken wat een ieder verwacht van het lidmaatschap van de maatschap. 1.11 We hebben afgestemde opvattingen over diagnostiek, behandeling en nazorg.
II
Maatschapsstructuur
Huidige status? 2.1
We hebben duidelijke afspraken over de verdeling van organisatorische taken
2.2
Het is duidelijk wie van ons aanspreekpunt is voor de verpleging, de staf, de directie en extern
2.3
De manier waarop wij georganiseerd zijn, past goed bij mij (mijn persoonlijkheid)
2.4
We weten waar we elkaar op kunnen aanspreken
2.5
Onze organisatievorm is effectief en doelmatig
2.6
De organisatorische taken die ik heb, kan ik goed aan
2.7
We hebben duidelijke afspraken, die ik onderschrijf, over de vakinhoudelijke werkverdeling
2.8
We nemen adequaat het werk van elkaar over
2.9
Onze werkbelasting levert geen structurele problemen op
Belang?
2.10 Patiëntenoverdrachten zijn goed geregeld en worden adequaat bezocht 2.11 Ik ben tevreden over de verdeling van het werk over de verschillende locaties
III
Besluitvorming en ondersteunende systemen
Huidige status? 3.1
De planning van de werk- en dienstroosters is goed verzorgd
3.2
De werk- en dienstroosters worden goed nageleefd
3.3
Maatschapsvergaderingen zijn zelden overbodig en/of inefficiënt
3.4
Agendering en voorzitterschap zijn goed verzorgd
3.5
Onze vergaderingen gaan altijd door
3.6
Ik beschik tijdig en over voldoende informatie voor een maatschapsvergadering
3.7
We bereiden de vergaderingen goed voor
3.8
De besluitvorming verloopt helder en efficiënt
3.9
Besluiten worden in samenspraak genomen
Belang?
3.10 Afspraken worden nagekomen 3.11 Detailzaken worden snel afgehandeld of gedelegeerd 3.12 Van een besluit wordt de afhandeling bewaakt 3.13 De aanwezigheid op vergaderingen is goed 3.14 Onze praktijkondersteuning is goed georganiseerd 3.15 We zijn in staat om taken te delegeren
IV
Communicatie en klimaat
Huidige status? 4.1
Ieder krijgt voldoende ruimte om een inbreng te leveren in de maatschap
4.2
Er wordt goed naar elkaar geluisterd
4.3
Er heerst een open en veilige sfeer
4.4
De communicatie met de rest van de staf verloopt goed
4.5
De communicatie met de afdeling verloopt goed
4.6
Het overleg met het secretariaat verloopt goed
4.7
Er heerst een productief, taakgericht klimaat
4.8
Fouten zijn goed bespreekbaar en we durven ze te bespreken en corrigeren
4.9
We zijn op de hoogte van elkaars vakgerelateerde externe activiteiten (bijvoorbeeld deelname aan trials)
Belang?
4.10 Iedereen houdt zich aan het afgesproken medisch beleid 4.11 Niemand loopt er de kantjes af 4.12 We signaleren conflicthaarden tijdig en reageren alert 4.13 Waardering voor elkaar (elkaars werk) wordt getoond 4.14 We spreken elkaar rechtstreeks aan op ongewenst gedrag 4.15 Over eventuele klachten en/of tuchtzaken wordt in de maatschap openlijk gesproken 4.16 Ik ben met plezier lid van deze maatschap 4.17 We ondernemen regelmatig gezamenlijk sociale activiteiten 4.18 Ik ben tevreden over de inzet van alle maatschapsleden
V
Resultaten en reputatie
Huidige status? 5.1
Ten aanzien van onze primaire taken (zorg en evt. onderwijs en onderzoek) leveren we goede kwaliteit
5.2
We leveren een goede bijdrage aan de organisatie van de medische staf en het ziekenhuis
5.3
Onze reputatie bij de huisartsen is goed
5.4
Onze reputatie op de arbeidsmarkt (binnen de beroepsgroep) is goed
5.5
Onze reputatie bij patiënten/in ons adherentiegebied is goed
5.6
We hebben een duidelijke invloed in het ziekenhuisbeleid
5.7
Collega-specialisten werken graag met ons samen
5.8
De maatschap is tevreden over mijn bijdrage aan de productie (zorg, en evt onderwijs en onderzoek)
5.9
Ik ben tevreden over mijn beloning vanuit de maatschap/het ziekenhuis
Belang?
5.10 We hebben goed inzicht in onze eigen uitkomsten van zorg 5.11 Wij rapporteren over onze klachten en MIP-meldingen 5.12 De RvB en medewerkers op de afdelingen zien ons als goede specialisten 5.13 We rapporteren periodiek over onze uitkomsten van zorg
VI
7.2
Beoordelingsformulier OSB
BEOORDELINGSFORMULIER ORTHOPEDISCHE STANDAARD BEHANDELING (OSB) Naam assistent Naam supervisor Datum Orthopedische Standaard nr OSB: behandeling (basis / extra) Type OSB operatief / conservatief Beoordeelde activiteit operatie / consult poli / visite / presentatie / anders: Praktijkbeoordeling polikliniek deel Analyse - anamnese - lichamelijk onderzoek - aanvullend onderzoek - differentiaal diagnose
Beoordeling
V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld
Behandelingsvoorstel
V / O / niet beoordeeld
Praktijkbeoordeling therapeutisch deel
Beoordeling
Voorbereiding
V / O / niet beoordeeld
Sterk punt, aandachtspunt, opmerkingen
Sterkpunt, aandachtspunt, opmerkingen
Behandeling - weefselgevoel - tijd en beweging - hanteren van instrumenten - instrumentenkennis - gebruik van assistentie - voortgang operatie - kennis van procedures
V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld
Nabehandeling
V / O / niet beoordeeld
Praktijkbeoordeling Algemeen Alert op
Beoordeling
- overbehandeling - consequenties - leefsituatie patiënt
V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld
Sterkpunt, aandachtspunt, opmerkingen
VII
Theoretisch deel (uitgewerkt tekstformat OSB)
Beoordeling
- polikliniek - (na)behandeling - bespreking 3 artikelen
V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld V / O / niet beoordeeld
Competentieniveau NOV 4 (= zelfstandig doen) behaald voor deze behandeling?
Ja / nee (niveau ……)
Sterkpunt, aandachtspunt, opmerkingen
Handtekening supervisor
VIII
7.3
Voorbeeld van verrichtingenlijst
BIJLAGE 7.3 VOORBEELD VAN VERRICHTINGENLIJST Cervicale wervelkolom pathologie
BO CA DKF
Cervicale spondylodese
X
Thoracale en lumbale wervelkolom
BO CA DK
GO SP
X
GO SP
Wervelkolom thoracaal-lumbaal
X
X
Scoliose operatie
X
X
Traumatologie
BO CA DK
Algemeen
X
X
VBN
WM
NE
DO
HE Bu Sp
VB
WM
Ne
Do
HE Bu Sp
Ne
Do
HE Bu Sp
X
X
GO SP
VB
WM
X
X
X
X
Arthroscopische tibiaplateau fractuur
X
X
X
X
X
Collumfractuur - osteosynthese
X
X
X
X
X
X
X
X
DHS
X
X
X
X
X
X
X
X
X
.
Gecanuleerde schroeven
X
X
X
X
X
X
X
X
X
.
Kophalsprothese - zie heup-kophals
X
X
X
X
X
X
X
X
X
PFN osteosynthese
X
X
X
X
X
X
X
X
X
UFN - LFN
X
X
X
X
X
X
X
.
UTN pen
X
X
X
X
X
X
X
.
Calcaneus fracturen
X
Bekkenfracturen
X
X
Schouder
BO CA DK
GO SP
VB
Arthroscopische Neer
X
X
X
Arthroscopische schouder stabilisatie Bankart repair open
X (X)
X
X
.
X
WM
Ne
Do
(X)
X
HE Bu Sp
X X
Bristow
X
X
X
X X
Exostose schouder
X
X
X
X
X
X
X
Laterale clavicularesectie
X
X
X
X
X
X
X
X
X
.
Mobilisatie schouder
X
X
X
X
X
X
X
X
.
Neer open met verwijderen kalk
X
X
X
X
X
X
X
X
.
Neer open met hechten van de cuff
X
(X)
X
X
(X)
X
Schouderprothese bij fractuur
X
Schouderprothese bij omarthrosis
X
Elleboog
BO CA DK
GO SP
Arthroscopie elleboog
X
X
Bursitis olecrani
X
X
X
X
Epicondylitis lateralis
X
X
X
X
Elleboogprothese
X
X
VB
WM
Ne
Do
HE Bu Sp
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Zuggurtung
X
Distale bicepspees ruptuur
X
X
X
X
X
X
IX
Pols
BO CA DK
GO SP
Arthrodese pols
X
X
VB
WM
Ne
Do
HE Bu Sp
Arthroscopie pols
X
Carpaal tunnel syndroom
X
X
X
X
Ganglion pols
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Matti russe met bot crista
X
X
X
X
X
X
X
Ne
Do
HE Bu Sp
X X
X
X
Pols prothese
X
Quervain klieven peesschede pols
X
X
X
X
Hand
BO CA DK
GO SP
VB
WM
Arthrodese CMC-I duim
X
X
_
X
X
Carpal boss
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Ganglion hand
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Triggerfinger
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Heup
BO CA DK
VB
WM
Ne
Do
HE Bu Sp
Adductoren tenotomie met psoastenotomie
X
Adductoren tenotomie percutaan
X
X
X
X
X
GO SP
X
X X
X
X
X
X
Adductorentenotomie + buikwandplastiek
X X
Congenitale heupluxatie
X
Femur osteotomie intertrochanter
X
Femur osteotomie DVO
X
Femur ost distaal variserend open wig
X
X
X
Femur ost distaal variserend gesl. wig
X
X
X
Fenestratie.fascia lata
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Tonnis osteotomie bekken
X
Heup prothesiologie Heupprothese bipolaire Osteonics
X
X
X
X
X
X
X
Heupprothese Exeter
X
X
X
X
X
X
X
Heupprothese Hybride
X
X
X
X
X
X
X
Heupprothese revisie cup
X
X
X
Heupprothese revisie steel
(X)
X
X
Heupprothese revisie cup en steel
X
X
X
Heupprothese geinfecteerd
X
X
X
X
Kophalsprothese - zie traumatologie
X
X
X
X
Gentakralen wisselen
X
X
X
X
X X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Knie
BO CA DK
Arthroscopie knie
X
Arthroscopische vkb reconstructie
GO SP
X
X
X
Bursitis prepatellaris
X
Campbell
X
Exostose knie femur
X
Hauser transpositie tuberositas tibiae
X
Kniekuilcyste
X
Kraakbeen transplantatie
X
VB
WM
Ne
Do
HE Bu Sp
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
NE
DO
HE Bu Sp
X
X
X X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
(X)
Maquet operatie knie met bot crista
X
Osgood Schlatter
X
X
X
X
Tibiakop osteotomie antecurverende
X
X
X
X
Tibiakop osteotomie valgiserende
X
X
X
Tibiakop osteotomie met open wig
X
X
X
Vastus medialis obliquus plastiek-Green
X
Knie prothesiologie
BO CA DKF
X
X
VBN
WMF
Knieprothese hemi
GO SP
X
X
Knieprothese revisie
X
X
Knieprothese preservation
X
Knieprothese rotating platform
X
Knieprothese standaard J&J
X
X
X
X
X
Knieprothese valgus knie
X
X
X
X
X
Patello femorale knieprothese
X
X
X
Onderbeen
BO CA DK
GO SP
VB
WM
Ne
Do
HE Bu Sp
Achillespees ruptuur
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Achillespees tenolyse
X
X
X
X
X
X
X
X
Achillespeesverlenging
X
x
Enkel
BO CA DK
VB
WM
Ne
Arthrodese enkel
X
X
Arthroscopie enkel
X
X
Coalitie calcaneus/naviculare
X
x
Ducquennoy enkelband plastiek
X
X
Dwyer osteotomie calcaneus
X
X
Enkelband plastiek vlgs Evans
X
x
Enkelband plastiek volgens Watson Jones
X
X
Watson Jones enkelband plastiek
X
X
Enkel bij habituele peroneuspees luxatie
X
X
X
_
X
X
Haglund
X
X
X
X
X
X
Subtalaire artrodese voet
X
X
X
X
X GO SP
X
Do
HE Bu Sp
X
XI
Voet
BO CA DK
Akin osteotomie hallux
X
X
GO SP
VB
Arthrodese MTP-1 hallux
X
X
X
Brandes
X
X
X
Bunion kopje MI
X
X
X
Chevron osteotomie
X
X
X
Hallux osteotomie dorsale wig
X
x
Hallux osteotomie vlgs Akin
X
X
Hamerteen
X
X
Jones voet operatie
X
X
Kalix kegeltjes
X
Kidner voet operatie
X
Metatarsale osteomie vlgs Weil
X
X
X
Sliding of Weil osteotomie metatarsale voet
X
X
X
Morton's neuroom
X
X
X
Os trigonum voet
X
X
X
Spike bij hallux valgus
X
Overig
BO CA DKF
GO SP
VBN
Halo aanleggen
X
X
X
X
X
X
Verwijderen gecanuleerde schroeven
X
X
X
X
X
Verwijderen DHS
X
X
X
X
Verwijderen hoekplaat
X
X
X
X
Verwijderen Kalix kegeltjes
X
Verwijderen UTN PFN
X
X
X
Verwijderen plaat OA OB voet hand
X
X
X
WM
Ne
X
Do
HE Bu Sp
? X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
WMF
NE
DO
HE Bu Sp
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
XII