Lokaal opleidingsplan opleiding tot plastisch chirurg UMCG Plastische Chirurgie

Lokaal opleidingsplan opleiding tot plastisch chirurg UMCG Plastische Chirurgie

Personalia Auteur: Autorisator:

Prof. dr. P.M.N. Werker Prof. dr. P.M.N. Werker, hoofd afdeling Plastische Chirurgie

Voorwoord In het UMCG worden al bijna een halve eeuw plastisch chirurgen opgeleid. In 2008 heeft een werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie het Landelijk Opleidingsplan “POWER” opgesteld, gestoeld op de CANMEDS systematiek en vastgesteld door het CCMS eind 2008. Dit opleidingsplan dient als basis voor een Lokaal Opleidingsplan. De opleiding plastische chirurgie UMCG is in november 2008 gevisiteerd en voor 5 jaar erkend door de NVPC. De opleiding Plastische Chirurgie in het UMCG heeft in 2010 maximaal zeven opleidingsplaatsen. De eerste versie van het locale opleidingsplan is tot stand gekomen dankzij de inzet van alle AIOS en stafleden en met hulp van Drs. Pauline Bakker, onderwijskundige van het Wenckebach Instituut. Het is in 2011 ingevoerd en de afgelopen jaren is bij alle opleidingsvergaderingen gesproken over wat er goed is aan het LOP-UMCG en waar het verbeterd zou kunnen worden. In de aanloop naar de visitatie zijn alle suggesties en opmerkingen verwerkt in het LOP in daarmee is versie 2.0 ontstaan. Ik dank iedereen voor zijn of haar bijdrage aan de continue verbetering van de opleiding tot plastisch chirurg in het UMCG.

Prof. dr. P.M.N. Werker Hoofd afdeling Plastische Chirurgie

Inhoudsopgave 1. Algemeen 2. Leerdoelen 3. Leermiddelen 3.1 Praktijkonderwijs 3.2 Cursorisch onderwijs 3.2.1 Landelijke onderwijsdagen 3.2.2 Regionale onderwijsdagen 3.2.3 Skills onderwijs 3.2.4 Cursussen 3.3 Onderzoek en wetenschap 4. Supervisie en toetsing 5. Rollen van de aios Plastische chirurgie, stagebegeleider en opleider 5.1 Stage en beoordelingsproces 5.2 Voortgangsgesprek 5.3 Geschiktheidsbeoordeling en eindgesprek 6. Kwaliteitszorg Bijlagen Formulier introductiegesprek Formulier eindgesprek Stage-evaluatieformulier Handleiding Critically Appraised Topic (CAT) Formulier Critical Appraised Topic (CAT) Werkwijze 360° feedback methode C-formulier Formulier reflectie voortgangsgesprek oordeel opleider OSATS KPB’s Vinklijsten themagroepen

Nb De opzet van dit document is gebaseerd op het opleidingsplan van de opleiding tot SEH-arts UMCG

1. Algemeen De opleidersgroep in het UMCG bestaat uit: Prof. dr. P.M.N. Werker, plastisch chirurg, opleider Prof. dr. B. van der Lei, plastisch chirurg, plaatsvervangend opleider Dr. Med. Y. Eltahir, plastisch chirurg Dr. Med. M. Rüttermann, plastisch chirurg Dr. Med. T.R. Middelberg, plastisch chirurg Dr. M.W. Stenekes, plastisch chirurg Drs. T.M.T. Tempelman, plastisch chirurg Drs. V.C. van Aalst, plastisch chirurg Drs. P.C.K.H. Khoe, plastisch chirurg Dr. V. Sreetharan, plastisch chirurg Binnen de OOR N&O bestaat sinds 2009 een structureel samenwerkingsverband m.b.t. de opleiding tot met het Medisch Centrum Leeuwarden en de Isala Klinieken Zwolle voor de invulling van een perifere stage en al geruime tijd met het Martini Ziekenhuis Groningen voor een brandwondenstage. In het Opleidingsplan “POWER” zijn zeven thema’s gedefinieerd: 1) Basis Plastische Chirurgie; 2) Esthetische Chirurgie; 3) Kinderplastische Chirurgie; 4) Hand- en polschirurgie; 5) Mamma en reconstructie; 6) Wond en litteken behandeling en 7) Hoofd-halschirurgie. De leden van de opleidingsgroep plastische chirurgie UMCG hebben, uitgaande van hun aandachtsgebieden en de thema’s uit het Opleidingsplan “POWER” en rekening houdend met de locale situatie, besloten tot indeling in vijf UMCG Thema’s: 1. 2. 3. 4. 5.

Algemene Plastische Chirurgie (samenvoeging van 1) en 6)) Hand- en Polschirurgie, met hierin ook congenitale afwijkingen uit 3) Mamma Hoofd-Hals, met hierin schisis uit 3) Esthetische chirurgie

Bijgaand het overzicht van de inbedding van Thema’s in stages. APC1 HP-1 M-1 HH-1 EC-1 APC2 HP-2 M-2 HH-2 EC-2 1) Basis Plastische Chirurgie X X 2) Esthetische Chirurgie X X 3) Kinderplastische Chirurgie X X X X X X 4) Hand- en polschirurgie X X 5) Mamma en reconstructie X X 6) Wond en litteken behandeling X X 7) Hoofd-halschirurgie X X (APC: Algemene Plastsiche chirurgie,, HP: Hand- en Pols, M: Mamma, HH: Hoofd-hals, EC: Esthetische chirurgie) De APC en HP stages duren elk 6 maanden en de overige stages 4 maanden. De leden van de opleidersgroep van het UMCG zijn verdeeld over de vijf UMCG- Thema’s in vijf Themagroepen. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke invulling van de Thema’s en de uitvoering van het onderwijs in het kader van de opleiding van AIOS die stage lopen binnen een Thema. De voorzitters treden op als stagebegeleider en worden daarin bijgestaan door de andere Themagroepleden. De Themagroepen hebben 4 maal per jaar een genotuleerde vergadering. De gehele opleidingsgroep bespreekt opleidingsgerelateerde zaken tijdens de maandelijkse stafvergadering. De opleiders uit de regio vergaderen minimaal 1x per jaar of vaker indien nodig. Daarbij wordt aandacht besteed aan regionale zaken en wordt de uitwisseling van de AIOS vastgelegd.

1

Samenstelling themagroepen: 1. Algemeen: Voorzitter T.M.T. Tempelman Leden: M. Rüttermann T.R. Middelberg M.W. Stenekes V.C. van Aalst M.A. Huijing 2. Hand-Pols: Voorzitter T.R. Middelberg Leden: P.M.N. Werker M. Ruettermann T.M.T. Tempelman V. Sreetharan 3. Mamma: Voorzitter: V.C. van Aalst Leden: Y. Eltahir M.W. Stenekes T.R. Middelberg P.C.K.H. Khoe T.R. Middelberg M.A. Huijing A.K. van Minnen (dedicated nurse mammareconstructie) 4. Hoofd-Hals: Voorzitter M.W. Stenekes Leden: P.M.N. Werker M. Rüttermann V.C. van Aalst P.C.K.H. Khoe V. Sreetharan 5. Esthetisch: Voorzitter B. van der Lei Leden: Y. Eltahir T.R. Middelberg V.C. van Aalst M.W. Stenekes P.C.K.H. Khoe V. Sreetharan

2

2. Leerdoelen In de “Opleidingseisen in algemene zin conform het Besluit Plastische Chirurgie (CCMS 2004)”(Power blz 15) en “Specifieke opleidingseisen Plastische Chirurgie (2005)” (POWER blz 57) staan de specifieke competenties van de plastisch chirurg beschreven. Deze competenties zijn zo uitgeschreven dat zij als leerdoelen gebruikt kunnen worden. De competenties worden geleerd door lijnleren in het UMCG en tijdens perifere stages. Daarnaast wordt in het landelijk cursorisch onderwijs, georganiseerd door de commissie ONE van de NVPC, in vier jaar de gehele studiestof doorlopen. De lijnen, zijnde de zeven competenties uit het CANMEDS systeem (Medisch handelen (MH), Kennis en wetenschap (KW), Communicatie (C), Samenwerken (S), Maatschappelijk handelen (M), Organisatie (O) en Professionaliteit (P)), komen aan bod in de diverse stages volgens de matrix uit het landelijk opleidingsplan: Landelijke Thema’s 1) Basis Plastische Chirurgie 2) Esthetische Chirurgie 3)Kinderplastische Chirurgie 4) Hand- en polschirurgie 5) Mamma en reconstructie 6) Wond en litteken behandeling 7) Hoofd-halschirurgie

MH ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++

KW + + + + + + +

C + +++ ++ + ++ + ++

S + + ++ + ++ + ++

M + ++ + + ++ + +

O + +++ + ++ ++ + ++

P +/++ ++ ++ ++ + ++

Vertaling van de zeven landelijke Thema’s naar vijf locale heeft geen nadelige invloed op het lijnleren: UMCG Thema’s Algemeen Plastische Chirurgie Hand- en polschirurgie Mamma Chirurgie Hoofd-hals Chirurgie Esthetische Chirurgie

MH ++ ++ ++ ++ ++

KW + + + + +

C + + ++ ++ +++

S + + ++ ++ +

M + + ++ + ++

O + ++ ++ + +++

P +/++ ++ ++ ++

De zeven competenties worden geleerd door lijnleren in het UMCG en in perifere stages, tijdens het cursorisch onderwijs en tijdens verplichte cursussen. Daarnaast wordt specifieke aandacht besteed aan elke competentie in bepaalde stages. De opleiding tot plastisch chirurg duurt zes jaar en bestaat uit 2 jaar algemene chirurgie en vier jaar plastische chirurgie. Tijdens deze vier jaren, jaar 3, 4, 5 en 6, wordt elke competentie minimaal gekoppeld aan twee stages, eventueel aan 2 of 3 stages, met uitzondering van het competentie kennis & wetenschap. Elke competentie wordt tijdens een stage getoetst op het gewenste beheersingsniveau.

3

3. Leermiddelen 3.1 Praktijkonderwijs Het praktijkonderwijs is ingebed in twee blokken van vijf stages. Elk blok van 5 stages bij de rhemagroepen duurt 2 jaar. In Blok 1 zijn de stages vooral gericht op het verkrijgen van basis inzicht en vaardigheden. De AIOS handelt tijdens dit blok bij elk Thema aanvankelijk onder (strenge) supervisie, maar wordt geleidelijk bij gebleken competentie – zelfstandiger (zie POWER paragraaf 3.2 blz 18). Tijdens Blok 2 wordt verdere verdieping gezocht richting handelen zonder supervisie en tot het geven van supervisie. Aan het einde van elke Blok 2 stage moet de AIOS functioneren alsof hij eigen (algemene) praktijk voert. Een deel van de stages speelt zich af in de periferie. De (opbouw van de) opleiding: Blok 1     

Algemene Plastische Chirurgie Mamma Hand-Pols Hoofd-Hals Esthetische chirurgie

6 maanden 6 maanden 4 maanden 4 maanden 4 maanden

Blok 2     

Algemene Plastische Chirurgie Mamma Hand-Pols Hoofd-Hals Esthetische chirurgie

6 maanden 6 maanden 4 maanden 4 maanden 4 maanden

Van elke stage is een stagebeschrijving opgesteld (zie hieronder en bijlage “vertaling POWER naar lokaal opleidingsplan”) met ondermeer de inhoud van de stage, de leermiddelen, de verplichte cursussen, de toetsing en beoordeling. De volgorde van de andere stages binnen de blokken kan wisselen en is afhankelijke van de planning en bezetting op de afdeling.

3.1.1. Stage beschrijving 3.1.1.1. Inleiding: Conform het gestelde in POWER is het doel van de opleiding voor de AIOS om geleidelijk zelfstandiger te worden en meer complexe problemen zelfstandig op te lossen. Uiteraard is er te allen tijde supervisie achter de hand indien gewenst. Hiertoe is het onderstaand algemene stramien opgesteld. Dit stramien geldt voor alle ziekten/aandoeningen/behandelingen, maar hoeft/kan niet in alle gevallen volledig doorlopen te worden. In Bijlage 1 op blz 50 van POWER zijn de eindtermen per thema aangegeven. Per thema geldt in het UMCG per stage een lijst van ziekten/aandoeningen/behandelingen die in ieder geval doorlopen moet zijn aan het eind van een specifieke stage. De onderdelen van elk onderwerp staan in detail beschreven. Soms lukt het niet om tijdens een Blok 1 stage alle eindtermen te halen. Aan het begin van elke Blok 2 stage moet specifiek bekeken worden welke ingrepen volgens bovengenoemde bijlage 1nog missen in het ingrepen tableau van de AIOS. Dit wordt vastgelegd tijdens het introductiegesprek van elke stage van Blok 2. Deze e ingrepen dienen voorrang te krijgen tijdens de 2 stage. Daarnaast wordt er bij de start van Blok 2 nadrukkelijk gekeken naar de individuele wensen van de AIOS en wordt het Individuele opleidingsplan per thema vastgesteld. Het stramien voor het bereiken van het niveau van volledige competentie van onderzoek en behandeling van ziekten/aandoeningen ziet er als volgt uit: Niveau 1: de AIOS bestudeert de aanbevolen literatuur. Check: korte mondelinge toets door supervisor. Niveau 2: de AIOS oefent in het skillslab vaardigheden tot het niveau van competentie bereikt is. Check: supervisor. Niveau 3: de AIOS ziet op de polikliniek/speodeisende hulp of in het ziekenhuis patiënten met relevante pathologie, brengt deze in kaart en stelt een behandelplan op. Check: supervisor. Niveau 4: de AIOS assisteert de supervisor een aantal keren en etaleert zijn begrip van de procedure door de supervisor conform de Teach-the-Teacher systematiek te coachen tijdens de ingreep. Niveau 5: de AIOS verricht de ingreep onder supervisie. Niveau 6: de AIOS verricht de ingreep zelfstandig met supervisie op afroep. Niveau 7: de AIOS superviseert een jongere jaars.

4

Tijdens elke opleidingsjaar wordt de AIOS volgens een vast werkrooster ingedeeld. Er wordt door de stagebegeleider op toegezien dat er in elke stage voldoende blootstelling is aan poliklinische spreekuren, poliklinische ingrepen, ingrepen in dagbehandeling en in klinische setting. De indeling zal per stage verschillen. De AIOS wordt tijdens de stages zoveel mogelijk gekoppeld aan leden van de themagroep, zodat maximale exposure gegarandeerd kan worden. Om praktische redenen wordt ervoor gekozen om een AIOS per jaar 2 of 3 stages parallel te laten lopen. In het onderstaande kan gelezen worden welke onderwerpen de AIOS zich eigen dient te maken. In de bijlage wordt per onderwerp aangegeven hoe vaak iets gezien of gedaan dient te worden. Hierbij moet opgemerkt worden dat genoemde aantallen richtgetallen zijn en dat in sommige stages door clustering van de ingrepen per onderwerp tot een bepaald totaal quotum gekomen kan worden.

3.1.1.2. Stage Algemene Plastische Chirurgie in Blok 1 opleidingsjaar 3. Tijdens deze stage maakt de AIOS enerzijds kennis met de werkwijzen (Standard Operating procedures (SOPs)) en protocollen van afdeling en ziekenhuis, doet hij basiskennis op op het gebied van wondbehandeling en verzorging, transplantatie en transpositie van weefsel en maakt hij zich de basisvaardigheden van transplantatie en transpositie eigen. Tenslotte leert hij goed en kwaadaardige huiden subcutistumoren te herkennen te behandelen. Voor dit laatste doet hij een stage bij de afdeling dermatologie van 2 dagdelen per week. De stage kan gedeeltelijk in de periferie plaatsvinden, maar begint in het UMCG met het bestuderen van de werkwijzen zoals die door de afdeling zijn vastgelegd (zie intranetsite plastische chirurgie) en protocollen (zie Qualinet). Tegelijkertijd wordt hij op de verpleegafdeling onder leiding van Etty de Jong vertrouwd gemaakt met het zaalwerk en het gebruik van de digitale informatiesystemen (poliplus, ezis, EVS, OMAF, VMS). Daarnaast krijgt hij van de specialismedeskundige op de OK (Eelco Oosterhuis en Leonie Kwak) een wasinstructie en leert de gedragscode van de OK kennen. Tijdens de eerste maanden van de opleiding moet de AIOS daarnaast starten met een wetenschappelijk project van beperkte omvang, waarvan de resultaten later in de opleiding bewerkt moeten worden tot voordracht voor minimaal de NVPC en een publicatie. Top-5 ingrepen Thema Algemene Plastische Chirurgie Blok 1 opleidingsjaar 3 Onderwerp Behandeling van brandwonden, littekens en huidtransplantaten Behandeling van decubitus en principes van lokale transpositie Behandeling van wonden en infecties Herkenning en behandeling van tumoren van huid en vaatmalformaties Microchirurgie en vrije lappen

Niveau 5 7 6 6 6

* Local Treatment of Chronic Wounds

3.1.1.3. Stage Mammachirurgie Blok 1 opleidingsjaar 3. Tijdens deze stage maakt de AIOS kennis met de anatomie van de borst en alle vormen van mammachirurgie. Top-6 ingrepen Thema Mammachirurgie Blok 1 opleidingsjaar 3 Onderwerp Mammareductie Mammareconstructie met implantaat Mammareconstructie met lokale / regionale lap en evt implantaat Mammareconstructie met vrije lap: vrijleggen vrije lap Mammareconstructie met vrije lap: vrijleggen mammaria interna / aansluiten lap en borst vormgeven Mammareconstructie, oncoplastisch sluiten

Niveau 5 5 5 4 5 5

3.1.1.4. Stage Hand- en Polschirurgie Blok 1 opleidingsjaar 4. Tijdens deze stage verdiept de AIOS zich in de anatomie van de hand en pols, leert het basale fysische onderzoek van hand en pols, maakt kennis met de veel voorkomende handpathologie en –chirurgie, leert een gipsverband aan te leggen en maakt kennis met specifieke nabehandelingprotocollen. De stage kan gedeeltelijk in de periferie plaatsvinden.

5

Top-9 ingrepen Thema Hand- en Polschirurgie Blok 1 opleidingsjaar 4 Onderwerp Artrose-artritis Congenitale aandoeningen van de bovenste extremiteit Handtumoren Infectie van de hand Morbus Dupuytren Perifere zenuwen Pols Tendinitis Trauma

Niveau 5 5 5 5 5 5 5 5 5

3.1.1.5. Stage Hoofd-halschirurgie Blok 1 opleidingsjaar 4. Tijdens deze stage maakt de AIOS kennis met de behandeling van aangeboren en traumatische afwijkingen in het hoofd-hals gebied en de reconstructie van vorm en functie na ablatieve chirurgie of bij uitval van de n. facialis Top-5 ingrepen Thema Hoofd-Halschirurgie Blok 1 opleidingsjaar 4 Onderwerp Aangezichtsverlamming (o.a. cross face, gracilis, VII-XII jump, goudgewichtje, statische correcties) Lip- en palatumsluiting bij schisis, farynxplastiek Locale lappen (nasolabiale lap, mustardé, romboïdlap, bilobed etc) Regionale lappen (Pectoralis major-lap, Temporalis etc) Vrije lappen (radialis, fibula, ALT, gracilis etc)

Niveau 5 4 5 5 5

3.1.1.6. Stage Esthetische Chirurgie Blok 1 opleidingsjaar 4. Tijdens deze stage maakt de AIOS kennis met alle facetten van onderzoek en behandeling van de patiënt met een esthetisch chirurgische hulpvraag en met de organisatie van de praktijk. De stage wordt afgelegd in het Universitair Centrum voor Esthetische Chirurgie binnen de muren van het UMCG Top-9 ingrepen Esthetische Chirurgie Blok 1 opleidingsjaar 4 Onderwerp Bovenooglid correctie Wenkbrauwlift met lokale technieken: IWF, directe wenkbrauwlift Botuline toxine gebruik M. corrugator / lachrimpels en m. frontalis Afstaande oren Liposuctie Borstverkleining / gynaecomastie Borstvergroting (Liposuction-assisted) buikwandcorrectie Gebruik van fillers, hyaluronidase: wenkbrauw / midface / lip

Niveau 5 4 4 5 5 5 5 5 4

3.1.1.7. Stage Algemene Plastische Chirurgie in Blok 2 opleidingsjaar 5. Tijdens deze stage vindt een verder verdieping van hetgeen in Blok 1 geleerd is plaats en uitbreiding van het pallet van ingrepen. In aanvulling hierop zal er aandacht zijn voor de behandeling van decubitus, brandwonden en weke delen defecten van het gehele lichaam exclusief die die behandeld worden binnen de stages Hoofd-Hals Chirurgie en Mammachirurgie. Ook zal meer geparticipeerd worden in multidisciplinaire samenwerkingsverbanden (sarcomen, traumatologie, thoraxchirurgie). Tenslotte zal de AIOS intensiever betrokken worden bij het superviseren van AIOS uit Blok 1en een belangrijke rol spelen in de uitvoering van interdisciplinaire consulten. De brandwondenstage zal plaatsvinden in het Martini Ziekenhuis. Top-5 ingrepen Thema Algemene Plastische Chirurgie Blok 2 opleidingsjaar 5 Onderwerp Behandeling van brandwonden, littekens en huidtransplantaten Behandeling van decubitus en principes van lokale transpositie Behandeling van wonden en infecties Herkenning en behandeling van tumoren van huid en vaatmalformaties Microchirurgie en vrije lappen 6

Niveau 5 7 6 6 6

3.1.1.8. Stage Mammachirurgie Blok 2 opleidingsjaar 5. Tijdens deze stage vindt een verder verdieping van hetgeen in Blok 1 geleerd is plaats met vooral nadruk op zelfstandig werken Top-6 ingrepen Thema Mammachirurgie Blok 2 opleidingsjaar 5 Onderwerp Mammareductie Mammareconstructie met implantaat Mammareconstructie met lokale / regionale lap en evt implantaat Mammareconstructie met vrije lap: vrijleggen vrije lap Mammareconstructie met vrije lap: vrijleggen mammaria interna / aansluiten lap en borst vormgeven Mammareconstructie, oncoplastisch sluiten

Niveau 7 6 6 5 6 6

3.1.1.9. Stage Hand- en Polschirurgie Blok 2 opleidingsjaar 6. Tijdens deze stage vindt een verder verdieping van hetgeen in Blok 1 geleerd is plaats en uitbreiding van het pallet van ingrepen. Specifiek zal er aandacht zijn voor complexere ziekten en behandeling van polsproblematiek. Er zal geparticipeerd worden in de multidisciplinaire spreekuren. Top-9 ingrepen Thema Hand- en Polschirurgie Blok 2 opleidingsjaar 6 Onderwerp Artrose-artritis Congenitale aandoeningen van de bovenste extremiteit Handtumoren Infectie van de hand Morbus Dupuytren Perifere zenuwen Pols Tendinitis Trauma

Niveau 5 5 5 5 5 5 5 5 5

3.1.1.10. Stage Hoofd-halschirurgie Blok 2 opleidingsjaar 6. Tijdens deze stage vindt een verder verdieping van hetgeen in Blok 1 geleerd is plaats. Deelname aan de hoofd-hals reconstructiebespreking en de schisiswerkgroep is een vast onderdeel van de stage. Top-5 ingrepen Thema Hoofd-Halschirurgie Blok 2 opleidingsjaar 6 Onderwerp Aangezichtsverlamming (o.a. cross face, gracilis, VII-XII jump, goudgewichtje, statische correcties) Lip- en palatumsluiting bij schisis, farynxplastiek Locale lappen (nasolabiale lap, mustardé, romboïdlap, bilobed etc) Regionale lappen (Pectoralis major-lap, Temporalis etc) Vrije lappen (radialis, fibula, ALT, gracilis etc)

Niveau 5 4 5 5 5

3.1.1.11. Stage Esthetische Chirurgie Blok 2 opleidingsjaar 6. Tijdens deze stage vindt een verder verdieping van hetgeen in Blok 1 geleerd is plaats en uitbreiding van het pallet van ingrepen. Top-9 ingrepen Esthetische Chirurgie Blok 2 opleidingsjaar 6 Onderwerp Alle top-9 onderwerpen van blok 1 Voorhoofdslift, open en endoscopisch Face / halslift Onderooglid / midfacelift Rhinoplastiek en andere neuscorrecties Ptosis palpebrae Dermolipectomieën i.h.k.v. postbariatrische chirurgie Borstlift (met of zonder implantaat) Relevante regelgeving m.b.t. privé-klinieken (WTZ; governance code) 7

Niveau 4 4 4 4 4 5 5 5 1

3.1.2. Stage perifere ziekenhuis Volgens het opleidingsbesluit dient de AIOS die in een UMC opgeleid wordt 1 jaar buiten het UMC door te brengen. Tijdens de vervolgopleiding tot Plastisch chirurg in het UMCG wordt daarom een jaar van de opleiding in het MCL of de Isala Klinieken. Planning vindt plaats in goed overleg tussen de opleiders van deze klinieken. Wanneer de Plastisch chirurg in opleiding een gedeelte van opleiding / stage in een ander ziekenhuis wil volgen kan dit voor een periode van minimaal 3 tot maximaal 6 maanden. Afspraken hierover worden ruim van te voren in goed overleg met de opleider gemaakt. Deze stage wordt, na goedkeuring door de opleiders plastische chirurgie in het UMCG en in het betreffende ziekenhuis, ter accordering voorgelegd aan het Concilium Plastico Chirurgicum. Wijzigingen in het opleidingsschema dienen vóór 1 oktober voor het jaar waarin de stage gepland is aangemeld te worden bij de MSRC, gebruikmakend van het formulier “wijziging opleidingsschema”.

3.2 Cursorisch onderwijs De theoretische onderbouwing door cursorisch onderwijs geschiedt door lokaal (zie 3.2.1) onderwijs en landelijk cursorisch onderwijs. Dit landelijke onderwijs wordt in een vierjarige cyclus van 2 sessies per jaar gevolgd. Zie voor een omschrijving van dit landelijke onderwijs paragraaf 2.3.3 van het Landelijk Opleidingsplan Power.

3.2.1. Lokaal onderwijs 3.2.1.1. Weekschema Tijdens elke ochtend- en avondoverdracht wordt er volgens een vast schema aandacht besteed aan de gebeurtenissen tijdens dienst of aan wat er nog wacht voor de dienstploeg, aan de cauistiek die die dag geopereerd wordt of is en aan de patiënten die op de afdeling en verder in huis verblijven. Ook wordt een ontslagbespreking gehouden die met name gericht is op het zo compleet mogelijk krijgen van de complicatieregistratie. De overdracht wordt ’s ochtends voorgezeten door de AIOS-consulent en ’s middags door de dienstdoende AIOS. Waar mogelijk wordt tijd ingeruimd voor Kleine Onderwijs Momenten (KOM). Daarnaast zijn er de volgende structurele onderwijsmomenten: - op maandag middag om 16:15u wordt de leerstof voor het landelijk examen doorgenomen. Supervisie: afhankelijk van het onderwerp. - op dinsdagmiddag wordt om 16:15u aan de hand van een foto van een klinisch probleem geoefend voor het landelijk mondeling examen. Supervisie: P.M.N. Werker - op woensdagochtend om 7:55u wordt een van te voren afgesproken anatomisch onderwerp getekend. - op woensdagmiddag is er van 12:00u tot 13:00u een lunchbespreking tijdens welke bij toerbeurt gerefereerd wordt. Ook houden de co-assistenten op dit moment hun afsluitende referaten en krijgt de industrie de gelegenheid nieuwe ontwikkelingen te tonen. Eén van de AIOS is voorzitter en stelt de agenda op samen met Drs. D. C. Broekstra. tijd voor anatomie / microchirurgie. Organisatie: Coördinator onderwijs woensdag middag vanuit AIOS groep. Supervisie: stafleden op afroep - op donderdagochtend om 7:55u presenteert één van de stafleden of AIOS in een presentatie van 10 minuten de uitkomst van een behandeling. Organisatie: E.E. Sijbesma - op donderdagmiddag is er vanaf 16:30u onderwijs esthetische chirurgie aan de hand van enkele van te voren geselecteerde artikelen. Supervisie: B. van der Lei - op vrijdagochtend wordt om 7:55u vanuit het managementteam aandacht besteed aan niet medische, doch relevante zaken voor de algemene praktijkvoering. Coördinatie: M.S. de Boer - op vrijdagmiddag is er vanaf 16:00u 1x per maand complicatiebespreking. Supervisie: V. Sreetharan / P.Khoe

3.2.1.2. Overig Eén keer per jaar wordt een poliklinisch spreekuur van een AIOS opgenomen op video in het kader van supervisie van de patiënt-arts communicatie. De AIOS selecteert een aantal gesprekken die hij wil laten beoordelen door zijn supervisor. Organisatie: E.E. Sijbesma.

3.2.2 Skillsonderwijs - In het UMCG bevindt zich een Skillslab waar allerlei handelingen en vaardigheden aangeleerd en geoefend kunnen worden. Voor de plastische chirurgie is met name de dissectiefaciliteit van grote waarde. Met hulp van een Ok-assistent kan op vrijwel elk moment van de werkdag op cadavers geopereerd worden. Afspraken kunnen gemaakt worden via de beheerder, de heer Sip Zwerver ([email protected] , telefoon 15588 of 15566). Van deze faciliteit dient veelvuldig gebruik gemaakt te worden, aangezien in vrijwel alle Top-10 onderwerpen voor het bereiken van niveau 2 een dissectie practicum is gepland. AIOS dienen dit zelf te organiseren en zijn zelf verantwoordelijk voor het inroepen van supervisie. 8

- In aanvulling op onderwerp 1 van thema 1 in Blok 1: Eén keer per jaar wordt een cursus verband- en gipsleer gegeven door Etty de Jong, physician assistant samen met Dr. Med. M. Ruettermann. - Eén keer per jaar wordt een cursus reanimatie gegeven voor alle medewerkers. Organisatie: E.E. Sijbesma - Eén keer per jaar wordt een cursus peeshechten gegeven. Organisatie: Coördinator onderwijs woensdag middag vanuit AIOS groep. Supervisie: Leden themagroep Hand-Pols.

3.2.3 Cursussen Verplicht De volgende cursussen zijn verplicht volgens het landelijke opleidingsplan en maken daarom vast deel uit van het programma van de opleiding. Microchirurgie: deze cursus wordt samen met de Centrale Dienst Proefdieren (CDP) georganiseerd. Deze cursus duurt 5 dagen en is geschoeid op de microchirurgiecursus die gegeven wordt in het MRC Clinical Research Centre in Harrow, GB en wordt gegeven door de staf van het Dierenlab. Hij bestaat uit twee onderdelen: Deel 1 is een cursus van 10 aaneengesloten dagdelen, waarin de basis van de microchirurgie (onder de microscoop hechten op handschoen en drain, maken van een end-to-end anastomoses, end-toside anastomose, aanleggen van een veneuze graft, transplanteren van een vrije lieslap, hechten n. ischiadicus) wordt geleerd. Deel 1 zal in overleg met het Dierenlab en de planning gepland tijdens de stage in het kader van Thema Algemeen in Blok 1. Deel 2 is een maandelijkse opfriscursus (zolang de opleiding duurt) van een dagdeel tijdens welke de eerder aangeleerde vaardigheden onderhouden kunnen worden. Deze opfriscursus speelt zich eveneens af in het CDP. Dissectiecursus Groningen (2 delen): Elke twee jaar wordt in het UMCG een dissectiecursus georganiseerd. Deze cursussen omvatten de meest voorkomende en toegepaste lappen in de reconstructieve chirurgie. Inschrijving kan via de website van het Wenckebach Instituut Basiscursus stralingsbescherming deskundigheidsniveau 4A/M voor medisch specialisten: Deze cursus is in Groningen eveneens verplicht en wordt 6x per jaar georganiseerd door de Boerhaave Commissie (http://www.boerhaavenet.nl). Hij dient tijdens Blok 1 gevolgd te worden en succesvol afgesloten te worden met het examen. Mini AO: Inschrijving kan via http://www.aofoundation.org/wps/portal/Home. De cursus dient bij voorkeur genoten te worden tijdens de stage Hand in Blok 1.

Facultatief De volgende cursussen kunnen naar behoefte Discipline Overstijgende Cursussen gevolgd worden in het UMCG. Inschrijving kan via http://wencke4.housing.rug.nl/documenten/medici/Vervolg%20opleidingen/VervolgDisciplineoverstijgend.htm Enkele voorbeelden zijn: Communicatie & samenwerking Evidence based medicine Teach the teacher Kwaliteit en patiëntveiligheid Timemanagement 3.3 Onderzoek en wetenschap Op het gebied van omgaan met wetenschap wordt de discipline overschrijdende cursus Evidence based medicine aangeboden. Daarnaast is er wekelijks een lunchbespreking op woensdag waarbij de AIOS hun “Critical Appraised Topic” kunnen presenteren in de vorm van een referaat. Deze wordt beoordeeld met behulp van het CAT-formulier door een van de leden van de opleidingsgroep (Zie bijlage). Uiteindelijk dient elke aios aan het einde van zijn opleiding tenminste één gepubliceerd artikel af te leveren en een presentatie of poster op een congres te verzorgen. Om dit mogelijk te maken wordt de AIOS de gelegenheid geboden tijdens het eerste deel van jaar 3 een klein wetenschappelijk onderzoek te starten. Dit onderzoek kan in de loop van de opleiding afgemaakt worden. Deze gegevens worden toegevoegd aan het portfolio.

9

4. Supervisie en toetsing Conform het landelijk curriculum worden de volgende toetsmethodieken gehanteerd korte praktijk beoordeling (KPB). Aan de hand van de kritische beroepssituaties gedefinieerd in POWER zijn er 30 KPB’s uitgeschreven. Deze zijn te downloaden van de intranetsite van de afdeling Plastische Chirurgie, map opleiding, map curriculum plastisch chirurg. Daarnaast is van dezelfde website een algemeen KPB formulier down te loaden. Per jaar moet de AIOS zorg dragen voor het verkrijgen van minimaal 10 KPB’s. Een gedeelte hiervan kan ingevuld worden tijdens de beoordeling van video opnamen van poliklinische spreekuren (zie 3.2.1.2.). De AIOS dient een portfolio bij te houden. Ten tijde van het schrijven van dit plan is nog geen keuze gemaakt voor een digitaal portfolio. Twee keer per jaar schriftelijke examen van commissie ONE van NVPC met goed gevolg afleggen Reflectieverslag en voortgangsgesprekken volgens schema (zie 4.1.): De AIOS vult een reflectieverslagformulier in en bespreekt dit tijdens het voortgangsgesprek met de (plaatsvervangend) opleider. Deze zijn te downloaden van de intranetsite van de afdeling Plastische Chirurgie, map opleiding, map curriculum plastisch chirurg. objective structured assessment of technical skills (OSATS): minimaal 10 per jaar, te downloaden van intranetsite 360 graden feedback. Elk jaar dient de AIOS 3 maanden voorafgaand aan zijn voortgangsgesprek met de opleider een 360 graden feedback uit te zetten. Hiertoe dient hij een email te sturen aan Rudi Hilberts van het Wenckebach Instituut ([email protected]) en conform de instructies in de retourmail handelen Critically appraised topic (CAT): 1x per jaar dient de AIOS een CAT te verrichten en te presenteren in de vorm van een referaat. Hij stelt hiertoe samen met een lid van de opleidingsgroep een PICO op, verricht de literatuursearch en vat de gevonden literatuur samen. Detail informatie kan gevonden worden op de intranetsite geschiktheidsbeoordeling vindt plaats aan het einde van elk opleidingsjaar. Als input hiervoor gebruikt de opleider de uitkomst van het eindgesprek van de stagebegeleiders, de 360 graden feedback, het portfolio van de AIOS en de notulen van de stafvergaderingen waarin de AIOS besproken is. In een gesprek met de AIOS geeft de opleider zijn oordeel over de geschiktheid van de AIOS om plastisch chirurg te worden en bespreekt de voortgang in de opleidingsactiviteiten conform POWER paragraaf 3.2. eindbeoordeling vindt plaats aan het eind van jaar 6 van de opleiding. Als input hiervoor gebruikt de opleider de uitkomst van alle eerdere gesprekken en toetsingen. Als het eindoordeel positief is, vult de opleider het C-formulier in.

4.1 Stage en beoordelingsproces Voor elke stage zijn de volgende documenten ontwikkeld die in samenhang met elkaar gebruikt worden: stagebeschrijving (zie hoofdstuk 3.1) formulier introductiegesprek formulier tussentijds/reflectiegesprek formulier eindgesprek Elke stage begint met een oriëntatie, gevolgd door een introductiegesprek, een periode werken, een tussentijds/reflectie gesprek en een eindgesprek. In het overzicht op volgende bladzijde is dit stageproces chronologisch weergegeven.

10

Stageproces Oriëntatie op de stage

Oriëntatie door de AIOS plastische chirurgie op de medisch-inhoudelijke thema’s die gezien (moeten) worden, op de bijbehorende competenties en op zijn individuele leerdoelen voor deze stage. Introductiegesprek

De AIOS plastische chirurgie bespreekt samen met de stagebegeleiding aan welke competenties hij deze stage werkt en wat zijn individuele leerdoelen zijn gedurende deze stage. De plastisch chirurg in opleiding neemt zijn ingevulde formulier ‘introductiegesprek’ mee naar het introductiegesprek. Gezamenlijk maken zij afspraken over de stage-invulling en de toetsmomenten (aantal en werkwijze KPB’s, en dergelijke). Op het formulier ‘Introductiegesprek’ worden de afspraken vastgelegd. Gezamenlijk plannen de stagebegeleiding en AIOS de afspraak voor het tussentijdse gesprek. Werkplekleren I

Stage op de stage-afdeling. De stagebegeleiding en de AIOS doen in elk geval 1 KPB en een OSATS per maand in de periode tussen het introductiegesprek en het tussentijdse gesprek en leggen de resultaten vast. Tussentijds gesprek

De stagebegeleiding en de AIOS evalueren de uitvoering van de stage tot nu toe op het behalen van individuele leerdoelen en het eigen maken van competenties en met behulp van de resultaten op de KPB’s. Samen maken zij afspraken over het verdere verloop van de stage en verleggen zij eventueel de nadruk op bepaalde competenties. Samen plannen zij de afspraak voor het eindgesprek. Werkplekleren II

Stage op de stage-afdeling. Idem werkplekleren I. Ook minimaal 1 KPB en OSATS per maand. De AIOS geeft aan hoe hij aan zijn individuele leerdoelen werkt. Eindgesprek

De stagebegeleiding vult voorafgaand aan dit gesprek het formulier ‘eindgesprek’ in. Zij evalueren de stage op het behalen van de stagespecifieke leerdoelen, de individuele leerdoelen en het eigen maken van competenties. De stagebegeleiding beoordeelt of aan alle formele stage-eisen is voldaan (zie tekst op de volgende bladzijde). De AIOS krijgt zijn eindbeoordeling en neemt deze op in zijn portfolio. De stagebegeleiding krijgt feedback van de AIOS. De AIOS evalueert tenslotte het gehele verloop van de stage (bijlage ‘stage-evaluatieformulier’) en koppelt alle resultaten terug aan de opleider plastische chirurgie.

11

4.1.1.Formele eisen van de stage De minimale eisen voor de afronding van de stage zijn: o De AIOS heeft de stage voor de gestelde periode gelopen. Eventueel gemiste dagen door ziekteverzuim, vakantie of anders mogen geen belemmering vormen voor een voldoende beoordeling van de stage. o De AIOS heeft tijdens de stage laten zien dat hij aan de genoemde competenties heeft gewerkt. o De stagebegeleiding heeft de stage met een voldoende beoordeeld op basis van het vertoonde gedrag en de inzet van de AIOS. o De AIOS heeft na afloop van de stage feedback aan zijn stagebegeleiding gegeven en heeft deze feedback teruggekoppeld aan de opleider plastische chirurgie. o De AIOS heeft de gehele stage geëvalueerd (bijlage ‘stage-evaluatieformulier) en de resultaten teruggekoppeld aan de opleider plastische chirurgie. o De AIOS levert het portfolio voorafgaand aan het eerstvolgende voortgangsgesprek in bij de opleider plastische chirurgie met daarin de volgende onderwerpen: ingevuld formulier introductiegesprek ingevulde KPB beoordelingsformulieren, minimaal 1 per maand ingevuld OSATS formulier minimaal 1 per 3 maanden ingevuld formulier eindgesprek ingevuld evaluatieformulier thema’s en competenties 4.1.2. Waarde eindgesprek en eindbeoordeling Het eindgesprek vormt de formele afronding van de stage. In dit gesprek kan de stagebegeleiding tot de volgende beargumenteerde besluiten komen:  Voldoende beoordeling van de stage  Onvoldoende beoordeling van de stage, met voorstel voor verlenging en plan van aanpak om alsnog tot een voldoende resultaat te komen. Beide besluiten worden teruggekoppeld aan de opleider Plastische Chirurgie.

4.1.3. Mogelijke verlenging van de stage o Indien de AIOS nog niet aan alle formele eisen voldoet, wordt de stage verlengd totdat dit wel het geval is. De afspraken hierover worden vastgelegd en opgenomen in het portfolio van de AIOS.

4.2 Voortgangsgeprek e e Voortgangsgesprekken met opleider.plv. opleider vinden in het 3 jaar 1 keer per kwartaal plaats, in het 4 , e e 5 en 6 jaar een keer per jaar (en zo nodig vaker). Het voortgangsgesprek wordt gevoerd tussen (plaatsvervangend) opleider en AIOS. Het doel van het voortgangsgesprek is het gestructureerd bespreken van de voortgang van de AIOS in het zich bekwamen van de verschillende leerdoelen, inclusief het formuleren van individuele leerdoelen voor en door de AIOS, die door de AIOS meegenomen worden naar de (volgende) stage. De (plv.) opleider heeft in deze gesprekken de rol van coach. Het voortgangsgesprek is geen beoordelingsgesprek. De werkwijze van het voortgangsgesprek is als volgt. De AIOS biedt het portfolio 1 week voorafgaand aan het voortgangsgesprek ter inzage aan bij de (plv.) opleider. Het portfolio bevat - een individueel opleidingsplan met de uitgevoerde thema’s - reflectieverslagen - de documenten ten behoeve van de toetsing / beoordeling van de aios plastisch chirurgie(KPB, OSATS, verslagen voortgangs- en beoordelingsgesprekken, etc.) - CAT’s - stagebeoordelingen - de gehouden voordrachten en/of referaten - de gepubliceerde artikelen - de gevolgde cursussen - deelnamecertificaten regionale en landelijke onderwijsdagen Voorafgaand aan elk voortgangsgesprek vult de (plv.) opleider het formulier voortgangsgesprek in. De (plv.) opleider baseert zich hierbij op zijn eigen indruk, informatie van de overige leden van de opleidingsgroep en andere medewerkers, en het door de AIOS tevoren ter inzage gestelde portfolio. Tijdens het gesprek zullen alle deelcompetenties de revue passeren. Discrepanties tussen de mening van de AIOS en de (plv.) opleider over competentievoortgang van de AIOS zullen nadrukkelijk aandacht krijgen. De (plv.) opleider kan op grond van het gesprek zijn mening over de voortgang bijstellen. 12

De AIOS voegt het formulier toe aan het portfolio. De opleider houdt een kopie van beide formulieren voortgangsgesprek voor eigen archivering (naast het individuele opleidingsschema en correspondentie met de Registratiecommissie). 4.3 Geschiktheidsbeoordeling en eindoordeel e

e

e

Geschiktheidsbeoordeling vindt plaats aan het einde van het 3 , 4 en 5 jaar en 3 maanden voor de afronding van het laatste jaar. Dit betreft een besluit inzake voortzetting, al dan niet onder voorwaarden, beëindiging of verlenging van de opleiding van de AIOS. Daarbij dient aantoonbaar aan alle procedures te zijn voldaan. De geschiktheidsbeoordeling behelst een unilateraal oordeel van de opleider over de AIOS. Het oordeel moet logischerwijs voortvloeien uit de voortgangsgesprekken. Eindoordeel vindt plaats 3 maanden voor de afronding van de opleiding (bij een voorspoedig verloop van de opleiding komt dit overeen met ijkpunt 2 van POWER (blz 18vv)). Dit betreft een oordeel of de AIOS in staat wordt geacht adequaat als plastisch chirurg te kunnen functioneren nadat de opleiding is beëindigd.

13

5. Rollen van de AIOS Plastische chirurgie, de stagebegeleiding en de opleider plastisch chirurg 5.1.Rol van de AIOS De AIOS:  oriënteert zich voorafgaand aan de stage door de stagedocumentatie door te nemen.  formuleert voorafgaand aan het introductiegesprek zijn leerdoelen en geeft aan hoe hier hieraan gaat werken.  neemt het initiatief tot het maken van een introductiegesprek.  neemt het formulier ‘introductiegesprek’ (zie bijlage) mee naar de gesprekken met de stagebegeleiding.  toont een actieve houding bij het eigen maken van de gewenste competenties en bij het werken aan de individuele leerdoelen.  Verzamelt KPB’s en OSATS  Verricht CAT, doet mee aan verplichte cursussen en cursorisch onderwijs  geeft aan het eind van de stageperiode feedback aan zijn stagebegeleiding (kan natuurlijk ook tijdens de stageperiode feedback geven).  evalueert de gehele stageperiode met behulp van het stage evaluatiedocument (zie bijlage) en koppelt de resultaten terug aan de opleider plastisch chirurgie.  neemt alle (ingevulde) formulieren op in zijn portfolio.  levert zijn portfolio in voorafgaand aan het eerstvolgende voortgangsgesprek en bespreekt dit met zijn opleider.

5.2. Rol van de stagebegeleiding De stagebegeleiding:  neemt voorafgaand aan zijn begeleidingsrol de stagedocumentatie goed door.  geeft de AIOS zoveel mogelijk de kans om zich te ontwikkelen in de genoemde competenties.  informeert de opleider tijdens de stageperiode indien daar aanleiding toe is.  bespreekt de leerdoelen met de AIOS en geeft feedback op de haalbaarheid hiervan.  bereidt het introductiegesprek, het tussentijdse gesprek en het eindgesprek goed voor en leidt deze gesprekken adequaat.  legt de beoordeling van de stage vast in het formulier ‘eindgesprek’ (zie bijlage).

5.3. Rol van de opleider De opleider:  zorgt dat hij volledig op de hoogte is van datgene wat in de stagedocumentatie beschreven is.  informeert de stagebegeleiding en de AIOS over het stage- en beoordelingsproces, de beoordelingsformulieren en geeft aan wat de verwachtingen zijn t.a.v. de verschillende rollen (van de plastisch chirurg in opleiding, de stagebegeleiding en de opleider zelf).  houdt het gehele leerproces van de plastisch chirurg in opleiding in de gaten - hij legt de relatie van deze stage met de vorige en volgende stage. Hij bewaakt de grote lijn, de groei en ontwikkeling van de spoedarts in opleiding.  legt formeel vast of de stage met goed dan wel minder goed gevolg is afgerond op basis van de gegevens die hij van de stagebegeleiding ontvangt.  bespreekt de resultaten van de stage met de AIOS tijdens een voortgangsgesprek a.d.h.v. het portfolio van de AIOS.  bepreekt de stagebeoordelingen met de stagebegeleiding op reguliere basis (of anders indien gewenst).  neemt de evaluatie (na afloop) van de gehele stage serieus en onderneemt stappen om eventuele verbeteringen in de stage aan te brengen.

6. Kwaliteitszorg Evaluatieformulier thema’s en competenties - per stage De opleidersgroep houdt minimaal een maal per twee jaar een zelfevaluatie. De volgende punten worden geëvalueerd en vastgelegd. 1. Evaluatie van projecten en activiteiten die in de afgelopen periode gerealiseerd zijn op het gebied van de kwaliteitszorg 2. Overzicht van doelen, projecten en activiteiten die in de komende periode gerealiseerd moeten worden op het gebied van de kwaliteitszorg, en een nadere planning van die projecten / activiteiten 3. Een kritische sterkte / zwakte analyse 4. Evaluatiepunten van externe evaluatie 14

De input voor de kwaliteitscyclus wordt gevormd door de uitkomst van de D-Rect, die 2 en 4 jaar na de visitatie uitgezet wordt, de uitslag van de 180 graden feedback en de uitslag van de proefvisitatie, die ruim een half jaar voor de visitatie plaatsvindt. Daarnaast kan de uitkomst van opleidingsvergaderingen een startpunt vormen voor een kwaliteitscyclus.

7. Opleiding- en Stagedocumentatie De AIOS ontvangt bij aanvang van zijn opleiding in het introductiegesprek met de opleider zijn definitieve opleidingsschema met daarin de volgorde van de stages (inclusief de perifere stages). Per stage kan de AIOS op de intranetsite informatie vinden over de volgende onderdelen: 1. inhoud stage 2. werkrooster 3. detail informatie over de invulling van de top-10 onderwerpenlijst 4. 29 KPB’s 5. OSATS 6. CAT 7. aanvragen afwezigheid 8. werkwijzen

15

BIJLAGEN

Formulier introductiegesprek Formulier eindgesprek Stage-evaluatieformulier Handleiding Critically Appraised Topic (CAT) Formulier Critical Appraised Topic (CAT) Werkwijze 360° feedback methode C-formulier Formulier reflectie voortgangsgesprek oordeel opleider OSATS KPB’s Vinklijsten themagroepen

16

Introductiegesprek Stage:…………………………………

AIOS.:…………………………… ....

Stageperiode: ……………………….

Stagebegeleider: ………………………

Stage specifieke leerdoelen Opmerkingen:

Afspraken over begeleiding:

Individuele leerdoelen Opmerkingen:

Afspraken over KPB’s:

Sterke punten vorige stage(s):

Te verbeteren punten vorige stage(s):

Datum:

paraaf plastisch chirurg i.o.:

17

paraaf stagebegeleider:

Eindgesprek Stage:…………………………………

AIOS.: …………………………… .

Stageperiode: ……………………….

Stagebegeleider: ………………………

Stage specifieke leerdoelen Opmerkingen:

Individuele leerdoelen Opmerkingen:

Vorderingen individuele leerdoelen:

Afspraken voor volgende stage (of voor eventuele verlenging van stage):

Voldaan aan alle formele stage-eisen Aanwezigheid adequaat: Stagespecifieke leerdoelen eigen gemaakt: Minimaal 1 KPB per maand: Individuele leerdoelen gesteld en behaald: Gedrag en inzet: Datum:

paraaf plastisch chirurg:

paraaf stagebegeleider:

Stage-evaluatieformulier Naam AIOS: …………………………

Stage: …………………………………..

Invuldatum:……………………

Periode: ……………………………….

Geef aan in hoeverre de genoemde aspecten van toepassing zijn op deze stage. 18

Supervisie Bereikbaarheid supervisor is goed Omgang supervisor is goed Drempel overleg is laag Begeleiding kwalitatief is inhoudelijk goed Begeleiding kwantitatief is goed Men houdt rekening met mijn leerdoelen

volledig oneens……………….. 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3

volledig eens 4 5 4 5 4 5 4 5 4 5 4 5

Stage Werkwijze tijdens stage is duidelijk bij start Mijn verantwoordelijkheden zijn duidelijk Ik heb voldoende leermogelijkheden De werkbelasting is goed Ik heb voldoende zelfstandigheid Stage is leerzaam / zinvol Stagespecifieke leerdoelen zijn haalbaar Persoonlijke leerdoelen zijn haalbaar Inhoud stage past bij mijn competentieniveau

1 1 1 1 1 1 1 1 1

2 2 2 2 2 2 2 2 2

3 3 3 3 3 3 3 3 3

4 4 4 4 4 4 4 4 4

5 5 5 5 5 5 5 5 5

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

Beoordeling Bij begin van de stage is het duidelijk op grond waarvan ik wordt beoordeeld Bij begin van de stage werden afspraken gemaakt over evaluatiemomenten Er waren voldoende evaluatiemomenten De evaluaties waren kwalitatief goed

Wat vond je goed aan de stage (graag kort en bondig antwoorden)?

Welk advies zou je willen geven om de stage te verbeteren?

Overige opmerkingen:

Handleiding Critically Appraised Topic (CAT) Thema: Alle vijf de thema's Competentie: Medisch handelen, Kennis en wetenschap Frequentie:

1x per opleidingsjaar 19

Beschrijving De Critically Appraised Topic (CAT) is een beknopt verslag van een klinische vraag, die wordt beantwoord aan de hand van een kritische beoordeling van wetenschappelijke literatuur. Doel Het gericht geven van feedback over: - Het beantwoorden van een klinische vraag in een zoekopdracht, volgens maatstaven van Evidence based Medicine. - Het kritisch beoordelen van een of twee wetenschappelijke artikelen die de klinische vraag kunnen beantwoorden. Beoordelaars (stage)opleider Randvoorwaarden - Voor de beoordeling wordt gebruik gemaakt van het formulier CAT. - Bij leder thema wordt een CAT geschreven door de aios. In totaal maakt de aios dus vijf CAT's. - De CAT wordt beoordeeld door de (stage)opleider die op dat moment betrokken is bij de leerwerkperiode waarin het thema aan de orde komt. Indien gewenst kan de (stage)opleider betrekking tot de beoordeling ondersteuning vragen aan de opleider. Organisatie - De aios krijgt in maand 9 van elk opleidingsjaar van Elisabeth Sijbesma van het secretariaat de opdracht een CAT te doen en gaat hiermee aan de slag volgens “werkwijze” - De aios levert de CAT in maand 10 digitaal in bij het secretariaat ([email protected]) en bij zijn stage begeleider - Elisabeth registreert de ontvangst - De stagebegeleider beoordeelt de CAT gebruik makend van het daarvoor bestemde formulier en geeft daarnaast mondelinge feedback. - Indien de CAT als onvoldoende beoordeeld wordt, stuurt de beoordelaar per mail de CAT retour aan de aios, die verbeteringen kan aanbrengen en het weer terugmailt aan de beoordelaar. - Als de CAT met een voldoende is beoordeeld door de beoordelaar, mailt hij deze terug aan Elisabeth en aan de betreffende aios. - Elisabeth verwerkt het resultaat in de registratie - De AIOS voert de CAT's in in zijn portfolio Werkwijze - De aios formuleert een vraag naar aanleiding van een casus of praktijksituatie. De klinische vraag wordt vertaald in een zoekopdracht, zodanig dat deze kan worden beantwoord aan de hand van wetenschappelijke literatuur. Een a twee artikelen worden door de aios kritisch beoordeeld op relevantie, validiteit en toepasbaarheid voor de praktijk. - De bevindingen van de wetenschappelijke zoektocht worden weergegeven in een verslag van maximaal 2 pagina’s. - Het verslag bestaat uit de volgende onderdelen: - Titel - Klinische situatie: korte beschrijving van een casus of klinische situatie die aanleiding gaf tot uitwerk van de CAT.

- Vraagstelling: klinische vraag wordt vertaald in zoekopdracht (bijvoorbeeld volgens het PICOsysteem). - Zoekstrategie: korte beschrijving van de manier waarop gezocht is. Welke databases zijn geraadpleegd, welke zoektermen zijn gehanteerd, in welke periode en naar wat voor soort onderzoek is gezocht. - Evidence: beschrijving van het aantal artikelen dat gevonden is en hoeveel geïncludeerd worden in de CAT op basis van kwaliteit.

- Overzicht uitkomsten relevante artikel(en): overzicht uitkomsten in tabel weergegeven. - Conclusie: korte samenvatting van de bevindingen uit artikel(en) - Opmerkingen: korte toelichting op de gevonden resultaten of andere informatie die relevant is voor de beantwoording van de vraag. - Vertaling naar de praktijk: wat betekenen de uitkomsten van besproken artikel voor de klinische praktijk? - Literatuur 20

Literatuur De Brouwer CPM, Kant It Smits LJM, Voogd AC (Red). Training Critical Appraisal of a Topic: een onmisbare handleiding in het tijdperk van Evidence Based Medicine. Maastricht: Mediview, 2009. Adres uitgever: Postbus 1400, 6201 BK Maastricht. www.mediview.nl, info®mediview.nl ISBN: 978-90-77201-31-2. Prijs: € 15 Offringa M, Assendelft WJJ, Scholten RJPM (redactie). lnleiding in evidence based medicine. Klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal. Houten: Bohn Stafleu en van Loghum, 2008. 280 pagina's, prijs:€ 52,50. ISBN 978-90-313-5320-0.

21

Formulier Critical Appraised Topic (CAT) Algemene informatie Naam AIOS: ____________________________ Naam beoordelaar: __________________________ Datum:___________________________________Opleidingsjaar:

Beoordelingscriteria Onvoldoende

Inhoud Komt de klinische vraag voort uit eigen casuïstiek of praktijkvragen? Is de vraagstelling vertaald in een zoekopdracht zodanig, dat deze beantwoord kan worden met behulp van een wetenschappelijk artikel? Is de zoekstrategie adequaat: is de juiste database gebruikt, zijn de juiste zoektermen gehanteerd? Is het juiste type onderzoek gekozen voor het beantwoorden van de vraag?

Zijn de resultaten helder en leesbaar weergegeven?

Wordt de conclusie correct weergegeven? Zijn de opmerkingen relevant en van toepassing voor de vraagstelling? Wordt de juiste vertaalslag naar de klinische praktijk gemaakt? Presentatie Zijn de tabellen leesbaar en volledig? Is de literatuurlijst volledig en juist weergegeven?

Opmerkingen bij de beoordeling

Wat gaat er goed?

Wat kan beter?

22

matig

goed

uitstekend nvt

Werkwijze 360° feedback methode De 360° feedback is een methode waarbij het functioneren van een medewerker wordt geëvalueerd door personen met wie direct wordt samengewerkt. Zoals collega’s al dan niet in dezelfde functie, eventuele ondergeschikten, de supervisor, de leidinggevende en/of de opleider. Wezenlijk is dat zij een goed beeld hebben van het dagelijks functioneren van de betreffende medewerker. Door de verschillende percepties van deze personen te combineren, wordt een goed en compleet beeld verkregen van de het functioneren van de ‘geëvalueerde’ medewerker. De 360° feedback is nadrukkelijk niet bedoeld als een beoordelingsinstrument. Het doel is een beeld te geven van de sterke en minder sterke kanten van het functioneren: om te bevestigen dat wat goed gaat en te helpen bij verbeterpunten. Wie geven feedback De 360 graden feedback wordt digitaal afgenomen. U zelf en de personen die u zelf uitnodigt om u feedback te geven vullen allemaal een vragenlijst in. Die vragenlijst heeft betrekking op de wijze waarop u functioneert in uw werk. U benadert zelf 2 tot maximaal 4 collega’s per verschillende functiegroep, 2 tot maximaal 4 ondergeschikten , de supervisor, de leidinggevende en/of de opleider. Bij de uitnodiging kunt u vermelden dat de antwoorden van de collega’s en de ondergeschikten anoniem zijn. Alleen het gemiddelde van alle scores van de collega’s en ondergeschikten zijn te lezen in het rapport: deze zijn niet te herleiden naar individuen. Aanleveren gegevens De namen van de collega’s, de ondergeschikten, de supervisor, de leidinggevende en/of de opleider met vermelding van het emailadres en de functienaam mailt u naar uw contactpersoon bij het Wenckebach Instituut. Voorbeeld: Naam E-mailadres Functienaam Naam E-mailadres Functienaam Etc. etc. etc. Digitale vragenlijst De aangemelde personen ontvangen een email met een link naar de digitale vragenlijst. Het invullen van de vragenlijst is eenvoudig en duurt ongeveer 10 minuten. Daarna klikt u op verzenden. Rapport Zodra alle aangemelde personen de vragenlijst hebben ingevuld wordt er digitaal een rapport gemaakt en per mail verzonden naar de medewerker wiens functioneren is geëvalueerd. Bespreken rapport Het rapport wordt besproken met de leidinggevende, de opleider al dan niet vooraf gegaan door een gesprek met een deskundige op het gebied van 360°. Daarin komen een bevestiging van de goede punten naar voren en/of eventuele verbeterpunten. Voor verbeterpunten worden concrete afspraken gemaakt over de wijze waarop die te realiseren, al dan niet met een persoonlijk ontwikkelplan (POP).

23

FORMULIER C tegen het einde van de opleiding (ingevolge artikel B.9 Kaderbesluit CCMS)

Ondergetekende,

OPLEIDER:

…………………..……..………………….………

Opleidingsinrichting:

………………………………………………….…

Specialisme:

……………………………………………………

verklaart dat

COLLEGA:

……………………….............................................

geboren

…………………... te ……….…………………..

datum artsexamen

……………………………………………….…..

opgeleid voor het specialisme

……………………………………………………

aanvang opleiding

………………………………….………………..

einddatum opleiding

……………….…………………………………..

geschikt en in staat is het specialisme waarvoor hij/zij is opgeleid zelfstandig en naar behoren uit te oefenen nadat de opleiding is beëindigd.

Plaats en datum: Handtekening opleider:

1

1

…….…………………………………………….. ……………………..……………………………

Deze verklaring is afgegeven met inachtneming van het op de pagina 2-3 vermelde.

24

Alvorens tot afgifte van de hiervoor bedoelde verklaring over te gaan heeft de opleider als bedoeld in artikel B.9 Kaderbesluit CCMS zich er van vergewist dat: 1.

2

De aios de algemene competenties van artikel B.2 Kaderbesluit CCMS en de specialisme specifieke competenties van het betreffende specifieke besluit, gehaald heeft.

Ja/nee

De aios de specialistenopleiding gevolgd heeft overeenkomstig het door de MSRC goedgekeurde opleidingsschema, inclusief de verplichte besprekingen, stages en modules.

Ja/nee

3.

De aios sedert 1 januari 2005 een volledig en correct portfolio heeft bijgehouden.

Ja/nee

Paraa f ……..

4.

De aios kennis heeft genomen van de beoordelingen van alle opleiders bij wie hij/zij een deel van de opleiding heeft gevolgd en dat deze beoordelingen aan het portfolio zijn toegevoegd.

Ja/nee

Paraa f

5.

De aios heeft deelgenomen aan de wetenschappelijke vergaderingen en aan minstens één internationaal congres.

Ja/nee

Paraa f ……..

6.

De aios tenminste één voordracht, poster en/of publicatie heeft verzorgd.

Ja/nee

Paraa f ……..

7.

De aios het verplichte cursorisch onderwijs en andere verplichte cursussen heeft gevolgd en evt. voorgeschreven toetsen en examens heeft afgelegd en met goed gevolg heeft afgesloten.

Ja/nee

Paraa f

De aios zich zonodig heeft verdiept in aandachtsgebieden of een differentieel deel heeft gevolgd.

Ja/nee/n.v.t.

2.

8.

Paraa f …….. Paraa f ……..

……..

…….. Paraa f ……..

9.

10 .

De aios voldaan heeft aan de eisen en verplichtingen wat betreft aantallen en/of soort verrichtingen zoals vastgelegd in het betreffende specifieke besluit CCMS.

Ja/nee

De leden van de opleidingsgroep geraadpleegd zijn.

Ja/nee

Paraa f ……..

Paraa f ……..

Overige stukken, zoals certificaten en andere bewijsstukken, dient u niet meer in te sturen naar de MSRC

2

Doorhalen wat niet van toepassing is.

25

Opleidingsschema van de door u gevolgde opleiding behorend bij Formulier C Opleidingsinrichting:

Opleider:

Naam: Woonadres: Postcode/ woonplaats Telefoonnummer (waar u tijdens kantooruren bereikbaar bent)

26

Datum van:

Datum tot:

Reflectie voortgangsgesprek oordeel opleider

Stage:

Opleider:

I

Aios:

II

III

IV

3

I 4

II

III

IV

I

Datum:

II

III

IV

5

I

II

III

IV

6

MH KW C S M O P basisarts

plastisch chirurg

Schrijf uw overwegingen bij dit oordeel voor iedere competentie kort op. Welke individuele leerdoelen komen hieruit naar voren in de reflectie met de AIOS?

Handtekening gezien AIOS:

Handtekening gezien opleider:

27

OSATS (Objective Structured Assessment of Technical Skills) Beoordelaar: ______________________________________ Datum : ____________ Aios: _________________________________ Opleidingsjaar: ______ Verrichting: _______________________________________________________ Complexiteit:  laag  gemiddeld  hoog Weefselgevoel 1 2 Gebruikt frequent onnodige kracht of veroorzaakt weefselschade door onjuist gebruik

3 4 5 Gaat zorgvuldig om met Consistente zorgvulweefsel, incidenteel weef- dige behandeling weefsel selschade met minimale weefselinstrumenten

1 Frequent onnodige bewegingen

Tijd en beweging 3 4 5 Redelijk efficiënte beweging-Economische bewegingen, en, nog enkele onnodige maximale efficiëntie bewegingen

2

Hanteren van instrumenten 1 2 Maakt herhaaldelijk onzekere en/of onhandige bewegingen

Instrumentenkennis 1 2 Vraagt regelmatig verkeerde instrumenten of onjuist gebruik van instrumenten Gebruik van assistentie 1 2 Zeer matige instructie assistentie of onvoldoende gebruik assistentie

3 4 5 Kundig gebruik van instru- Vloeiende bewegingen, menten, komt af en toe stijf of kundig onhandig over

3 4 5 Kent de namen van de Duidelijk bekend met de meeste instrumenten en benodigde instrumenten, gebruikt het juiste instrumentcorrecte benaming op het juiste moment 3 4 5 Gebruikt assistentie Gebruikt assistentie strategrootste deel van de tijd gisch, benut deze optimaal adequaat

Voortgang operatie 1 2 Stopt frequent met opereren, vraagt vaak om instructie

Kennis van procedure 1 2 Onvoldoende kennis, heeft bij bijna elke volgende stap specifieke instructie nodig

3 4 5 Demonstreert voorwaartse Duidelijke planning van planning, gestage vorderingoperatie, moeiteloos van operatie de ene stap naar de volgende 3 4 5 Kent de meest belangDemonstreert een grote rijke aspecten van de mate van kennis van de operatie hele operatie

Tevredenheid beoordelaar met OSATS 1 2 3

4

5

Tevredenheid AIOS met OSATS 1 2

4

5

3

Handtekening beoordelaar

28

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema algemeen: Een patiënt met een contractuur van een extremiteit Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Medisch Handelen  Kennis van verschillende oorzaken van het ontstaan van een contractuur van een extremiteit  Kennis van verschillende behandelingsmogelijkheden  Kennis van indicaties, contra-indicaties en timing van de ingrepen (behandeltraject)  Kennis van pre-, peri- en postoperatieve zorg Communicatie  Maakt patiënt bewust, een behandeltraject in te gaan. Geeft uitleg van de chirurgische behandeling en van de eventueel risico’s.  Maakt patiënt bewust van het feit dat de nabehandeling minstens zo belangrijk is als de operatie.  Geeft informatie over alternatieve mogelijkheden en verschillende technieken  Schat verwachtingspatroon reëel in, checkt en stelt zo nodig bij.

Medisch handelen 4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Samenwerking  Schakelt ergotherapeut, en revalidatiearts in voor postoperatieve begeleiding.  Instrueert verpleegkundige voor aanmeten steunkous

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Organisatie  Organiseert al bij polibezoek het consult aan de revalidatiearts/ ergotherapeut.  Regelt zo nodig adequate hulp postoperatief in thuissituatie. Professionaliteit  Gunt patiënt privacy bij aan en uitkleden  Zorg voor schone onderzoeksbank Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

29

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema : Algemeen KBS: Operatieve behandeling van een patiënt met decubitus t.g.v. een dwarslaesie Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Samenwerking  Instrueert verpleging over wondzorg  Legt verpleging het gevaar van schuifkrachten uit  Regelt postoperatieve nabehandeling in revalidatieinstelling  Vraagt diëtiste in consult  Vraagt zo nodig fysiotherapeut in consult  Laat revalidatiearts/ ergotherapeut over de staat van de zitvoorziening oordelen en deze zo nodig aanpassen/ vervangen Organisatie  Vraagt aanvullend onderzoek aan (voedingstatus, X-foto)  Overlegt met planning over OK-datum en houdt hierbij rekening met belasting op afdeling  Regelt antidecubitus matras/bed  Organiseert perioperatieve zorg adequaat  Markeert het te defect en de ondermijning en tekent de donorplaats af  Zorgt voor adequate verslaglegging en verslaggeving  Regelt extra tijd voor polikliniekbezoek en zorgt zo nodig voor tillift

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

30

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema 2: Gesprek met een patient over het te verwachtende resultaat na brandwonden aan handen of in het gezicht Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Informeert de patiënt empathisch over de problematiek  Maakt patiënt bewust, een behandeltraject in te gaan.  Geeft uitleg van de chirurgische behandeling en van de eventueel risico’s  Maakt duidelijk dat nabehandeling heel belangrijk en vereist is (bij handen)  Biedt gelegenheid vragen te stellen  Verifieert of de patiënt de gegeven informatie begrijpt  Probeert het verwachtingspatroon reëel in te schatten en zo nodig bij te stellen

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Samenwerking  Schakelt psycholoog, ergotherapeut, anaesthesist en revalidatiearts in voor pre-/postoperatieve begeleiding

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Professionaliteit  Kan op een adequate manier omgaan met de patiënt toont begrip voor problemen en neemt deze mee in de beslissing Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

31

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema Basis Plastische chirurgie: KBS: Patiënt met maligne huidtumor op extremiteit Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Maatschappelijk Handelen  Wijst patiënt op de relatie tussen blootstelling aan UV-licht en ontstaan van huidkanker  Raadt het gebruik van zonnebank af Organisatie  Neemt een biopt en vult het juiste aanvraag formulier in met de juiste vraagstelling  Plant ingreep, zn met vriescoupe  Zorgt voor een correcte / snelle administratieve afhandeling / adequate patiëntendocumentatie en fotografie Medisch Handelen  Herkent maligne huidtumoren  Heeft kennis van etiologie van maligne huidtumoren en van verschillende behandelingen  Kan deze toepassen (zie samenwerking)  Kent reconstructieve ladder en kan deze toepassen Communicatie  Informeert de patiënt over het doel, aard en omvang van de procedure van het onderzoek, behandeling en/of verwijzingen wat betreft maligne huidtumoren  Is in staat tot het houden van een slechtnieuws gesprek  Overlegt wanneer nodig met betrokken behandelaars. Samenwerking  Werkt samen dermatoloog en chirurg  met verpleging, huid en fysiotherapeute ten einde een voor patiënt optimaal resultaat te verkrijgen. Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

32

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema: Algemeen KBS: omgang met geïnformeerde patiënt Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Reflecteert op kennis van patiënt en vraagt naar bron  Neemt zo mogelijk bron erbij en neemt informatie met patiënt door  Vult aan, verheldert en corrigeert waar nodig  Vraagt wat de patiënt nog van hem/haar nodig heeft  Checkt begrip Professionaliteit  Spreekt waardering uit over het geïnformeerd zijn van de patiënt  Neemt – indien nodig - de moeite om bron te wijzen op foutieve informatie Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

33

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema Algemeen: KBS: Patiënt die een huidtransplantatie moet ondergaan Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Legt uit dat een VHT alleen ingroeit bij gunstige wondcondities en benoemt deze  Geeft uitleg over algemene en specifieke risico’s en complicaties (niet ingroeien VHT, infectie donorplaats)  Benoemt gevolgen voor donor- (genezing per secumdam; pijn) en acceptorplaats (ontsierend litt)  Maakt patiënt bewust, een behandeltraject in te gaan (mogelijk secundaire correctie nodig)  Legt uit over belang immobilisatie VHT  Biedt gelegenheid vragen te stellen  Verifieert of de patiënt de gegeven informatie begrijpt.  Schat verwachtingspatroon reëel in, checkt en stelt zo nodig bij. Medisch Handelen  Kennis van anatomie van de huid  Kennis van verschillende soorten VHT’s  Kennis van indicaties en contra-indicaties van huidtransplantatie.  Kennis van de techniek, instrumenten.  Kennis van postoperatieve zorg Professionaliteit  Kan op een adequate manier omgaan met de teleurstelling van de patiënt over het geschetste traject en neemt deze mee in de beslissing  Toont begrip voor patiënt en informeert de patiënt empathisch over mogelijke problematiek Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Medisch handelen 4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

34

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema A: KBS: gesprek over uitgebreide littekenvorming met functionele beperkingen Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Luistert actief naar patiënt die moeite heeft met litteken vorming en reflecteert hierover  Noteert functionele beperkingen en herhaalt deze om volledigheid te checken  Informeert of patiënt behandeling met drukkleding en siliconenpleisters kan opbrengen  Geeft uitleg over nut en noodzaak voor herhaalde corticosteroid injecties  Geeft uitleg over operatieve behandelingsmogelijkheden van functionele beperkingen (VHT, expander, lap) en hun complicaties  Stelt samen met patiënt behandelplan op Kennis en wetenschap  Kennis van en verschil tussen normale en gestoorde wondgenezing  Kennis en plaats van hedendaagse behandelingsvormen voor hypertrofisch litteken en keloid (steroïden, RTX, laser, druk, siliconen, operaties) Medisch Handelen  Weet hoe steroïden toegepast kunnen worden (dermojet, injectie, zalf)  Weet hoe een expander gevuld moet worden  Heeft kennis van de principes van locale lappen, het implanteren van tissue expanders, het oogsten en toepassen van huidtransplantaten  Kennis van wondverzorging en rol van verschillende verbanden Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Medisch handelen 4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

35

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema Basis Plastische chirurgie: KBS: Voorlichting over secundaire opties bij slecht genezende wond Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Informeert de patiënt over de slechte voortgang van de genezing en reflecteert op diens reactie  Betrekt de patiënt in het kiezen van oplossing  Overlegt wanneer nodig met betrokken behandelaars. Kennis en wetenschap  Kent redenen voor slechte genezing  Kent noodzakelijk aanvullend onderzoek  Weet welke maatregelen noodzakelijk zijn om genezing te optimaliseren Samenwerking  Werkt samen ander stakeholders (wijkvpk, huisarts, mantelzorgers)  Verwijst zo nodig naar ander specialisme (vaatchirurgie, dermatoloog) Organisatie  Maakt heldere afspraken over vervolg traject  Zorgt voor een correcte / snelle administratieve afhandeling / adequate patiëntendocumentatie en fotografie Professionaliteit  Kent de grenzen van eigen handelen goed en weet wanneer een ander in te schakelen Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

36

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema Hand- en polschirurgie KBS: Patiënt met CMC-1 arthrose Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Organisatie  Zorgt voor verwijzing naar handtherapeut  Vult zo nodig wachtlijstformulier in  Zorgt voor adequate verslaglegging en -geving Kennis en wetenschap  Kent de indeling van CMC-1 arthrose volgens Eaton-Littler  Is op de hoogte van de verschillende behandelingsmogelijkheden voor CMC arthrose en kent hun plaats  Kent complicaties per behandelingsmodaliteit

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Medisch Handelen  Kennis van relevante operatietechnieken en beheerst deze afhankelijk van opleidingsniveau

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Samenwerking  Stemt behandeling af met handtherapeut en revalidatiearts

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

Communicatie  Informeert naar wensen en verwachtingen patiënt  Bespreekt behandelingsmodaliteiten  Informeert de patiënt over de pre- en postoperatieve handtherapie.  Geeft de patiënt gelegenheid tot het stellen van vragen.  Checkt begrip



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

37

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema Hand- en polschirurgie KBS: Patiënt met M. Dupuytren van meerdere stralen Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Kennis en wetenschap  Is op de hoogte van de verschillende behandelingsmogelijkheden en kent hun plaats  Kent complicatie- en recidiefpercentages per behandelingsmodaliteit  Kent rol van spalkbehandeling. Communicatie  Informeert naar wensen en verwachtingen patiënt  Bespreekt behandelingsmodaliteiten  Informeert de patiënt over de pre- en postoperatieve handtherapie.  Geeft de patiënt gelegenheid tot het stellen van vragen.  Checkt begrip Medisch Handelen  Kennis van relevante operatietechnieken

Samenwerking  Stemt behandeling af met handtherapeut en revalidatiearts Organisatie  Zorgt voor adequate verslaglegging en -geving

Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

38

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema Hand- en polschirurgie KBS: Patiënt met ringavulsie Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Informeert naar wensen patiënt  Bespreekt kans op succesvolle replantatie  Bespreekt alternatieven (amputatie vinger of straal)Informeert de patiënt over de pre- en postoperatieve handtherapie.  Geeft de patiënt gelegenheid tot het stellen van vragen.  Checkt begrip Medisch Handelen  Kennis van chirurgische en functionele anatomie van hand en pols.  Kennis relevante operatietechnieken Samenwerking  Informeert anesthesioloog over noodzaak tot snelle ingreep  Overlegt zo nodig met andere wachtenden op tijdslot voor spoedingreep  Informeert met handtherapeut, revalidatiearts, gipsmeester, ergotherapeut, Organisatie  Zorgt dat alle stakeholders goed en op juiste moment geïnformeerd worden over casus  Zorgt voor adequate verslaglegging en -geving Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

39

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema Mamma KBS: patiënte die BRCA1 positief is en primaire mammareconstructie wenst Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Kennis en wetenschap  Is op de hoogte van BRCA problematiek en lifetime risico op mamma ca en ovariumca  Heeft kennis van de verschillende behandelingsmodaliteiten en hun voor- en nadelen  Heeft kennis van het behandeltraject zoals gehanteerd wordt door de MOC-werkgroep  Kennis van pre-, peri- en postoperatieve zorg Communicatie  Informeert de patiënt over het verloop van de plastisch chirurgische behandeling en de risico’s.  Geeft informatie over alternatieve mogelijkheden en verschillende technieken, bied gelegenheid vragen te stellen  Verifieert of de patiënt gegeven info begrijpt.  Schat verwachtingspatroon reëel in, checkt en stelt zo nodig bij

Medisch handelen 4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Samenwerking  Werkt samen met de leden van de MOC-werkgroep  Informeert /geeft maat door aan de verpleging vanwege beha verzorging  Organisatie  Organiseert perioperatieve zorg adequaat (plannen operaties, opname afdeling)  Vraagt machtiging aan / bestelt juiste implantaten  Zorgt voor adequate verslaglegging en -geving incl tekening en meeting, fotodocumentatie

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

40

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema: Mamma, congenitaal borstafwijking KBS: / Mamma-asymmetrie bij een puber Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Medisch Handelen  Voert lichamelijk onderzoek adequaat en integer uit. Meet nauwkeurig borstbreedte, -omvang, thoraxomvang, tepeljugulumafstand etc. en berekent hiermee de adequate preoperatieve cupmaat.  Heeft kennis van reconstructiemogelijkheden (autoloog/implantaat), voor en nadelen, duurzaamheid en risico’s  Toont kennis van indicaties en timing van de ingreep  Kennis van pre-, peri- en postoperatieve zorg Communicatie  Informeert de patiënt over de aandoening, de mogelijke behandelingen en het verloop.  Geeft informatie over risico’s  Biedt gelegenheid om vragen te stellen  Verifieert of de patiënt en ouders gegeven info hebben begrepen.

Medisch handelen 4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Maatschappelijk handelen  Kennis van problematiek machtiging /goedkeuring/verzekering

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Organisatie  Organiseert perioperatieve zorg adequaat (plannen operaties, opname afdeling)  Zorgt voor adequate verslaglegging incl tekening en meting, fotodocumentatie en verslaggeving  is op de hoogte van voorlichtingsmateriaal voor reconstructie Professionaliteit  Kan op een adequate manier omgaan met de patiënt en de ouders, toont begrip voor de puberproblemen en neemt deze mee in de beslissing Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

41

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema 3: Mammareconstructie na amputatie KBS: een patiënt, net een slecht nieuws gesprek gehad, welke een identieke borst terug wil na amputatie Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Reflecteert op getoonde emotie na het slechtnieuwsgesprek.  Biedt ondersteuning en zorgt zo nodig voor aanvullende hulpverlening (psycholoog, maatschappelijk werk)  Checkt of tijd rijp is voor counseling over reconstructie  Geeft duidelijk beperkingen van reconstructie aan en maakt duidelijk dat nieuwe borst niet identiek zal zijn aan andere  Geeft heldere informatie over verschillende mogelijkheden en technieken ter reconstructie, inclusief info over risico’s en complicaties  Biedt gelegenheid vragen te stellen  Verifieert of de patiënt gegeven info begrijpt e  Biedt 2 gesprek aan  Schat verwachtingspatroon reëel in, checkt en stelt zo nodig bij Samenwerking  Overlegt met andere mamma werkgroepleden  Organiseert ingreep  Doet op adequate wijze time-out bij begin OK  Informeert /geeft maat door aan de verpleging vanwege BH Maatschappelijk Handelen  Werkt zorgvuldig volgens kaders en regels  Is op de hoogte van VMS en gebruikt dit indien aangewezen  Kent wettelijk kader mammaareconstructie Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

42

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema M: KBS: De ongerustheid bij een patiënt met een implantaat welke postoperatieve radiotherapie moet krijgen Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Toont begrip voor ongerustheid van patiënt  Informeert de patiënt empathisch over mogelijke kapselproblematiek en houdt rekening met de extra eisen die worden gesteld aan communicatie bij slechtnieuwsgesprek.  Geeft informatie over alternatieven (verwijderen implantaat/autologe reconstructie /geen reconstructie)  Biedt ondersteuning aan door psycholoog aan  Biedt gelegenheid vragen te stellen  Verifiëert of de patiënt de gegeven informatie begrijpt.  Schat verwachtingspatroon reëel in, checkt en stelt zo nodig bij

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Samenwerking  Schakelt mammaverpleegkundige en psycholoog in.  Overleg in mammateam

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Medisch Handelen  Kennis van mammareconstructiemogelijkheden (autoloog/implantaat), voor- en nadelen, duurzaamheid, gemiddelde resultaten, en risico’s  Kennis van indicaties, contraindicaties en timing van de ingrepen (behandeltraject)  Kennis van voor- en nadelen van primaire en secundaire mammareconstructie  Kennis van pre-, peri- en postoperatieve zorg  Kennis van radiotherapie effect op weke delen en implantaat

Medisch handelen

Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

43

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema: Hoofd hals KBS: beperkingen van een tongreconstructie Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Geeft aan patiënt uitleg over onze rol tijdens operatie  Legt uit waar weefsel voor reconstructie geoogst wordt en wat consequenties op korte en lange termijn zijn  Benoemt mogelijke complicaties  Geeft uitleg over invloed van operatie op spraak, voedsel passage en orale hygiëne  Checkt begrip  Reflecteert op emotie samenhangend met ingreep Samenwerking  Bespreekt met kaakchirurg/KNO-arts reconstructieve opties  Helpt bij positionering en voorbereiding van patiënt  Houdt daarbij rekening met ieders wensen  Geeft op adequate wijze leiding aan het OK-team Kennis en wetenschap  Kent de etiologie van intraorale carcinomen  Kent metastaseringspatroon van intraorale carcinomen  Kent de voor- en nadelen, beperkingen en complicaties van de verschillende mogelijkheden van tongreconstructie Professionaliteit  Gaat in alle fasen van de behandeling respectvol om met alle stakeholders Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

44

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema: Algemeen KBS: consult kinderplastische chirurgie Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Praat zowel met ouders als met kind  Gebruikt voor iedereen begrijpelijke taal  Reflecteert zo nodig op ongerustheid van ouders  Probeert te achterhalen wie de primaire hulpvrager is en reflecteert op het belang hiervan  Checkt ieders begrip Professionaliteit  Neemt adequate maatregelen om gesprek in goede banen te leiden  Neemt ieders belang in ogenschouw  Voert het gesprek volgens de RULO-regels Medisch handelen  Stelt kind en ouders gerust  Legt duidelijk uit wat er gaat gebeuren en checkt begrip  Houdt bij het aanleggen van het verband rekening met de leeftijd van het kind Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

45

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema: Hoofd hals: KBS: het rode oog bij facialis disfunctie Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Medisch Handelen  Beheerst onderzoek van het oog  Heeft kennis van indicaties en timing van statische en dynamische ingrepen voor de oogregio  Heeft kennis van technieken voor correctie (inbrengen goudplaatje en laterale strip canthopexie) Communicatie  Informeert patiënt over de oorzaak en gevolg van het rode oog  Informeert over het verloop van de behandeling en de verschillende stappen hierin.  Checkt verwachtingspatroon Kennis en wetenschap  Heeft kennis van de anatomie van de n. VII en de hiermee meelopende zenuwen  Heeft kennis van meest voorkomen oorzaken van disfunctie  Heeft kennis van de oorzaken van het rode oog en de mogelijke gevolgen  Heeft kennis van oogdruppels, gel, zalf en hulpmiddelen om uitdroging van oog te vermijden Organisatie  Organiseert aanmeten goudplaatje bij CBT indien nodig.  Organiseert foto en video sessie pre- en postop. Samenwerking  Overlegt zo nodig met oogarts. Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

Medisch handelen 4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 /6 7 8 /9 10 beneden verwacht niveau boven Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

46

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema 3: Hoofd hals/ facialis: KBS: Onzekerheid over het uiteindelijke resultaat van dynamische reconstructie met gracilis Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Informeert patiënt over de onderdelen en de lengte van behandeltraject.  Informeert over de onzekerheden ten aanzien van het uiteindelijke resultaat.  Informeert over noodzaak voor aanvullende ingrepen.  Informeert over rol mimetherapeut.  Informeert over alternatieve behandelingen.  Checkt verwachtingspatroon. Kennis en wetenschap  Heeft kennis van de anatomie van de n. VII en de hiermee meelopende zenuwen.  Heeft kennis van meest voorkomen oorzaken van disfunctie  Kent het algoritme voor reconstructie bij facialis disfunctie  Heeft kennis van indicaties en timing van dynamische reconstructie in 1 of 2 tempi.  Heeft kennis van de procedure . Organisatie  Vraagt alle noodzakelijke instrumenten voor de ingreep aan.  Organiseert foto en video sessie pre- en postop. Samenwerking  Bespreekt met de anesthesioloog onze wensen ten aanzien van spierverslapping tijdens de ingreep. Professioneel gedrag  Neemt de tijd, is integer betrokken en oprecht.  Heeft oog voor psychische gevolgen van de aandoening Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

47

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema: Hoofd hals KBS: voorlichting aan ouders met een (ongeboren) kind met schisis Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Informeert naar coping van ouders met kind met aangeboren afwijking  Informeert ouders over de ernst van de aandoening en de gevolgene  Geeft uitleg over het verloop van de behandeling en de rol van het schisisteam  Geeft ouders houvast en gelegenheid vragen te stellen  Biedt consult medisch geneticus aan en organiseert dit desgewenst.  Verifiëren of de ouders gegeven info begrijpen.  Betrekt wanneer mogelijk en nodig het kind bij de bespreking Samenwerking  Informeert de orthodontist, kinderarts, logopedist, orthopedagoog, KNO-arts en eventueel andere betrokken specialisten. Organisatie  Organiseert perioperatieve zorg adequaat (plannen operaties, opname kinderafdeling)  Regelt consult bij klinisch geneticus  Draagt zorg voor adequate verslaglegging en -geving Professionaliteit  Kan op een adequate manier omgaan met de ouders van de patiënt en het kind zelf Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

48

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema 3: Hoofd hals: KBS: vrije lap reconstructies voor hoofd-hals Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Medisch Handelen  Kennis van relevante anatomie  Kennis van indicaties van aanvullende diagnostiek  Kennis van technieken voor oogsten, inzetten en aansluiten van de lap en behandelen van donorplaats  Kennis van pre-, peri- en postoperatieve zorg, monitoring van een vrije lap Communicatie  Informeert de patiënt over onze rol in de behandeling, het verloop van de behandeling en eventuele noodzaak voor 2de donorplaats.  Geeft uitleg over specifieke complicaties  Geeft uitleg over te verwachtende nabehandeling.  Verifieert of de gegeven informatie is begrepen. Samenwerking  Stem met de kaakchirurg of KNO-arts de behandeling af op het probleem  Overlegt met radioloog over de uitslag van aanvullend onderzoek Organisatie  Vraagt aanvullend onderzoek aan  Organiseert perioperatieve zorg adequaat  Markeert de donorplaats en maakt preoperatieve tekening  Zorgt voor adequate verslaglegging en verslaggeving

Medisch handelen 4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Professionaliteit  Toont empathie en begrip voor de patiënt en familie

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

49

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema: Hoofd hals KBS: overleggen met de anesthesie over speciale maatregelen bij facialis reconstructie Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Overlegt met anesthesist over positionering in OK  Overlegt met anesthesist over intubatie voorkeursroute  Overlegt met anesthesist over wijze van fixeren tube  Overlegt met anesthesist over verslapping Samenwerking  Doet time-out en helpt actief mee met voorbereiding van de OK en positionering van de patiënt  Geeft op adequate wijze leiding aan het OK-team Organisatie  Geeft op het WL-formulier duidelijk aan welke specifieke instrumenten noodzakelijk zijn  Draagt zorg voor adequate verslaglegging en -geving Professionaliteit  Onderkent ieders belang tijdens het voorbereiden en uitvoeren van de behandeling Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

50

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema 3: Hoofd hals: KBS: kind met facialis disfunctie Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Medisch Handelen  Kennis van de anatomie van de n. VII en de hiermee meelopende zenuwen  Kennis van meest voorkomen oorzaken  Kennis van gevolgen van uitval  Kennis van indicaties en timing van statische en dynamische ingrepen voor mond- en oogregio  Kennis van technieken voor correctie  Kennis van pre-, peri- en postoperatieve zorg Communicatie  Informeert de ouders over de natuurlijke progressie van het fenotype van de uitval  Informeert over het verloop van de behandeling en de verschillende stappen hierin.  Belicht onzekerheden tav resultaat van dynamische reconstructies  Heeft oog voor het psychisch en sociaal lijden van ouders en kind.  Kan het verwachtingspatroon van ouders en kind reëel inschatten. Samenwerking  Werkt in facialisteam samen met KNO-arts, oogarts, psycholoog en mimetherapeut.  Overlegt zo nodig met anesthesioloog over nazorg op IC Organisatie  Organiseert aanmeten goudplaatje bij CBT indien nodig.  Organiseert foto en video sessie pre- en postop.  Organiseert relevante aanvullende diagnostiek Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

Medisch handelen 4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

51

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema 3: Hoofd hals: KBS: donorplaats morbiditeit free radial forearm flap (RFFF) Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Kennis en wetenschap  Kent de potentiële donorplaats morbiditeit  Kent de incidentie hiervan  Kent de behandeling van donorplaats problemen

Medisch handelen 4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Samenwerking  Informeert de kaakchirurg of KNO-arts en eventueel andere betrokken specialisten als donorplaats problemen ontstaan zijn.  Past behandeling aan aan plan voor nabehandeling Organisatie  Organiseert de behandeling van de morbiditeit  Zorgt voor adequate verslaglegging in dossier

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Professionaliteit  Reflecteert op het geen gebeurd is zonder naar schuldigen te zoeken of die te benoemen Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Communicatie  Geeft uitleg over specifieke complicaties en hun behandeling  Informeert naar begrip hiervan  Kan omgaan met teleurstelling/woede/angst van patiënt en familie bij donorplaats morbiditeit  Instrueert verpleging hoe te handelen Medisch handelen  Voert noodzakelijke behandeling uit  Schrijft noodzakelijke medicatie voor

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

52

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema E: Esthetische plastische chirurgie KBS: Omgaan met en behandelen van complicaties Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Medisch Handelen  Herkent de complicaties  Kan onderscheid maken tussen ernstig en niet ernstig en is in staat urgentie van reïnterventie in te schatten  Kent verschillende behandelopties voor de betreffende complicatie  Kent de gevolgen van betreffende behandeling  Kent de potentiële risico’s en morbiditeit Communicatie  Weet preoperatief de patiënt goed te informeren over de complicatie, met al zijn implicaties en eventuele behandelingen en vervolgbehandelingen.  Bespreekt preoperatief de aanpak en eventuele behandeling van complicaties, met consequenties, risico’s en verwachtingen.  Weet, indien complicatie optreedt, patiënt in voldoende mate gerust te stellen en aandacht te geven.  Is in staat de ernst van de complicatie in juiste proportie aan de patiënt duidelijk te maken.  Gaat na of de patiënt de informatie begrepen heeft.  Neemt maatregelen als de informatie niet duidelijk is. Organisatie  Kan de dienstdoende anesthesioloog overtuigen van de noodzaak patiënt met spoed te accepteren voor re-ok  Informeert instrumenterenden/bedrijfsvoering over OKplan  Zorgt voor adequate patiëntendocumentatie en fotografie  Zorgt voor adequate informatie overdracht bij eventuele opname en bij eventueel verwijzen. Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ……………………………………… 

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ……………………………………… 

………………………………………

 ……………………………………… Paraaf beoordelaar

………………………………………

 ……………………………………… Paraaf aios

53

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema E: Esthetische chirurgie KBS: De ontevreden / teleurgestelde patiënt / cliënt Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Biedt luisterend oor voor ontevredenheid /teleurstelling  Kan boven water krijgen of de patiënt vooraf reële verwachtingen had  Weet de oorzaak van ontevredenheid / teleurstelling goed boven tafel te krijgen enreflecteert hierop  Weet in te schatten of het “teleurstellend “ resultaat reëel op te lossen dan wel te verbeteren is  Bespreekt een eventueel “verbeter” behandelplan, met al zijn voor en nadelen, consequenties, risico’s en verwachtingen.  Gaat na of de patiënt de informatie begrepen heeft.  Neemt maatregelen als de informatie niet duidelijk is. Professionaliteit  Weet esthetische problematiek juist in te schatten  Bagatelliseert niet  Hanteert in advies goede balans tussen te verwachten gewin en schade Organisatie  Zorgt voor adequate patiëntendocumentatie en fotografie  Zorgt voor adequate informatie overdracht naar eventueel te verwijzen specialist.  Kent de wettelijke kaders van esthetische chirurgie  Vraagt eventueel machtiging voor behandeling aan  Regelt offerte of biedt eventueel gratis vervolg behandeling aan bij eigen “teleurstellend resultaat” dat buiten het acceptabele valt. Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

54

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema E: Esthetische Chirurgie KBS: De post-bariatrische patiënt / cliënt Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Medisch Handelen  Kent de gevolgen van extreem gewichtsverlies inclusief relevante methoden daartoe  Kent verschillende plastisch chirurgische behandelopties ter correctie van huidsurplus op de diverse plaatsen  Kent de potentiële risico’s en morbiditeit  Kent het belang van gebalanceerde voeding voor ongestoorde wondgenezing  Kent de beperkingen van de diverse ingrepen Organisatie  Draagt zorg voor adequate statusvoering en medische fotografie  Weet welke zorg wel / niet onder de verzekerde zorg valt.  Kent de wettelijke kaders van de post-bariatrische plastische chirurgie  Vraagt eventueel machtiging voor behandeling aan  Regelt offerte Samenwerking  Verwijst de patiënt door naar eventueel psycholoog / psychiater (bij psychische / psychiatrische klachten), internist / diëtist bij verdenking malnutritie, en multidisciplinair bariatrisch team. Professionaliteit  Gaat respect vol en empatisch om met patiënt  Weet esthetische problematiek juist in te schatten  Hanteert in advies goede balans tussen te verwachten gewin en schade Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

55

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema 2: Esthetische chirurgie KBS: Cliënt met second opinion en/of ontevreden over behandeling elders Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Weet het probleem t.a.v. de second opinion / ontevredenheid goed boven tafel te krijgen: communicatie probleem, technisch probleem of verkeerde verwachtingen.  Weet in te schatten of het esthetische probleem reëel op te lossen dan wel te verbeteren is.  Weet of de patiënt reële verwachtingen heeft (ter uitsluiting van o.a. body dysmorphic disorder)  Is in staat bovenstaande in kaart gebrachte esthetische problematiek goed aan de patiënt duidelijk te maken.  Bespreekt een eventueel behandelplan, met al zijn voor en nadelen, consequenties, risico’s en verwachtingen.  Gaat na of de patiënt de informatie begrepen heeft.  Neemt maatregelen als de informatie niet duidelijk is. Professionaliteit  Spreekt op zorgvuldige wijze over verwijzend specialist.  Hanteert in advies goede balans tussen te verwachten gewin en schade  Reflecteert op emotie Samenwerking  Verwijst de patiënt eventueel terug naar verwijzend specialist, of door naar multidisciplinair team, collega specialist en / of psycholoog / psychiater (igv dysmorfofobie en andere psychische / psychiatrische klachten) Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

56

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema Esthetische chirurgie KBS: Cliënt met esthetische vraag / consultatie Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Weet in te schatten of er sprake is van een reële esthetische problematiek met reële verwachtingen (ter uitsluiting van body dysmorphic disorder)  Is in staat esthetische problematiek aan de patiënt duidelijk te maken.  Gaat na of de patiënt de informatie begrepen heeft.  Neemt maatregelen als de informatie niet duidelijk is. Samenwerking  Verwijst de patiënt door naar psycholoog / psychiater bij herkenning van dysmorfofobie en andere psychische / psychiatrische klachten Organisatie  Zorgt voor adequate patiëntendocumentatie en fotografie  Weet welke zorg wel / niet onder de verzekerde zorg valt.  Kent de wettelijke kaders van esthetische chirurgie  Vraagt machtiging voor behandeling aan  Regelt offerte Professionaliteit  Is empathisch en respectvol  Hanteert in advies goede balans tussen te verwachten gewin en schade  Gebruikt alleen veilige medisch hulpmiddelen Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

57

Korte Praktijk Beoordeling Opleiding tot Plastisch chirurg Thema: Hoofd hals KBS: Door ouders gewenste flapoorcorrectie Beoordelaar: _______________

Datum: ___________

Aios: _____________________

Opleidingsjaar: ______ Stage: _______________

Patiënt/probleem/diagnose_______________________ Communicatie  Informeert de patiënt/ouders over risico’s wat betreft littekenweefsel, narcose, onzekerheden tav resultaat standcorrectie  Informeert de ouders over operatieduur, het postoperatieve beleid en periode van herstel.  Achterhaalt de redenen voor de wens naar flapoorcorrectie bij ouders en patiënt en hun verwachting.  Verifiëren of de ouders gegeven info begrijpen.  Betrekt wanneer mogelijk en nodig het kind bij de bespreking Kennis en wetenschap  Heeft kennis van relevante anatomie van de oorschelp en van de verschillende vormen van standafwijking  Heeft kennis van indicaties voor correctie van flaporen  Heeft Kennis van technieken voor correctie (Mustardé, Chong Chet, Vermeersch)  Heeft kennis van pre-, peri- en postoperatieve zorg (verband, pijnstilling, schoolverzuim) Organisatie  Organiseert perioperatieve zorg adequaat (invullen WL, aanvragen machtiging)  adequate verslaglegging in dossier  adequate brief aan ha  Zorgt ervoor dat het kinderspreekuur .. Professionaliteit  Kan op een adequate manier omgaan met de kritische ouders van de patiënt.  Kent relevante bepalingen uit ziekenfondswet en gaat hier adequaat mee om Goede punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Medisch handelen 4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

4 5 beneden

/6 7 8 verwacht niveau

/9 10 boven

Verbeter punten naar aanleiding van het gesprek  ………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………



………………………………………

Paraaf beoordelaar

Paraaf aios

58

Vertaling POWER naar locaal opleidingsplan van het UMCG, Versie 4.0, juli 2010

Thema’s Inhoud stage

Verplichte cursussen KPB

OSATS Verrichtingen CAT Opleidingsact. Reflectieverslag Kennistoets 360

Jaar 4

Jaar 5

Jaar 6

Speciaal aandacht voor Alg, Mamma 6 mnd UMCG Zaal, CSO, PK, BHK en ODBC -Leren / kennen protocollen en werkwijze -basis technieken leren in skillslab (hechten, transplantaties/transpositie s, CTS, TVS, anatomie hand/pols), verband & gipsleer, -Opzetten klein klinisch onderzoek Veel basis ingrepen doen

Speciaal aandacht voor HP, HH, E 12 mnd UMCG Vol in de kliniek, accent OC + privé. - veel naar skillslab om operaties te oefenen en anatomie bij te spijkeren

Speciaal aandacht voor Alg, Mamma 12 mnd UMCG vol inzetbaar Afmaken onderzoek (gestart 1 halfjaar van de opleiding), schrijven van artikel

Speciaal aandacht voor HP, HH, E 12 mnd UMCG Vol in de kliniek met meer verantwoordelijkheid/zelfstan digheid -MD spreekuren -Organiseert planning / indeling jongere jaars samen met CdC -Evt verdieping specifiek thema

Stralen cursus

Lappencursus/microchirurgie

BTLS/mini AO

Min10 KPB’s pj keuze uit Idem KPB’s van bovengenoemde thema’s Min 5 pj keuze uit top 10 Idem van ingrepen Overeenkomstig EBOPRAS 1 per jaar Idem Eind jaar 4 bespreekt opleider met AIOS de opleidingsactiviteiten 4 per jaar 2 per jaar 2 per jaar Idem 1 keer per jaar Idem

Idem

Idem

Idem

Idem

Idem Idem alleen nu eind jaar 6

Idem

Idem Idem Idem

Idem Idem + mondelinge afsluiting Idem

Stages: -

Stages kunnen gelopen worden in het UMCG, Isala Klinieken en MCL. Eis CCMS bij Aopleiding: 1 jaar periferie Inhoud stages: Per thema is van 10 onderwerpen in detail besproken op welke wijze de AIOS de gewenste competenties kan bereiken. KPB’s: KPB geformuleerd op basis van KBS en geformuleerd op eindniveau (niveau dat de AIOS aan het einde van de opleiding bereikt moet hebben). KPB’s kunnen afgenomen worden tijdens bespreking video opnames op polikliniek en op andere momenten waarop 1:1 supervisie mogelijk is. Elk opleidingsjaar zorgt de AIOS voor afname van minimaal 10 KPB liggend binnen de thema’s van dat betreffende opleidingsjaar. OSATS: -

Elk opleidingsjaar zorgt de AIOS voor afname van minimaal 5 OSATS per jaar komend uit de top 10 van verrichtingen

Verrichtingen: Registratie verrichtingen volgens EBOPRAS verrichtingenlijst CAT -

Eis POWER 1 per opleidingsjaar, AIOS presenteert CAT tijdens woensdag lunch bespreking.

Opleidingsactiviteit: Opleider volgt de ontwikkeling van de opleidingsactiviteiten (op basis van informatie van AIOS en supervisor) en bespreekt dit met de AIOS tijdens voortgangs/beoordelingsgesprekken. Aan het einde van opleidingsjaar 4 is ijkpunt 1 algemene compenties behaald, aan het einde van jaar 6 ijkpunt 2.

59

Reflectieverslag Eis POWER jaar 3 elk kwartaal, daarna elk half jaar reflectieverslag. Reflectieverslag vormt input voor voortgangs/beoordelingsgesprekken. Reflectieverslag bevat: leerdoelen komende periode, terugblik Kennistoets Twee keer per jaar maakt AIOS landelijke kennis toets. Organisatie ligt landelijk. e Vanaf het 5 opleidingsjaar kan de AIOS deelnemen aan het verplichte mondelinge examen, dat centraal afgenomen wordt door (plaatsvervangend) opleiders. Indien de kandidaat het EBOPRAS examen gehaald heeft, heeft hij vrijstelling voor het verplichte Nederlandse mondeling. Cruciaal in de uitvoering: opleider moet op de hoogte zijn / blijven van de vorderingen van de AIOS. Tijdens de maandelijkse stafvergaderingen worden de vorderingen van alle AIOS in de opleidingsgroep besproken. Transscriptie hiervan wordt per AIOS vastgelegd.

60