Ontslag Deze folder geeft u informatie over uw ontslag uit de afdeling traumatologie/plastische chirurgie
De verpleegkundige stuurt de recepten naar uw apotheek. U kunt uw medicatie en/of verbandmiddelen dezelfde dag na 16.00 ophalen bij uw apotheek. Als het nodig is dat de medicatie en/of verbandmiddelen thuis worden bezorgd, kunt u dit doorgeven aan de verpleegkundige. Wanneer u voor de operatie antistolling via de trombosedienst gebruikte, meldt de verpleegkundige u opnieuw aan bij de trombosedienst. De zaalarts regelt de dosering tot aan het eerste bezoek van de trombosedienst, daarna neemt de trombosedienst het weer over. Er kan een wijziging optreden van uw thuismedicatie bij ontslag uit het ziekenhuis. Uw huisarts wordt hierover ingelicht. De verpleegkundige geeft u een overzicht mee van de medicatie die u gebruikt bij ontslag uit het ziekenhuis.
Pijnstilling U mag tegen de pijn maximaal 4 maal 2 tabletten van 500 mg Paracetamol innemen, tenzij de behandelend arts anders heeft voorgeschreven. Daarnaast kan de behandelend arts 3 maal daags 50 mg Diclofenac hebben voorgeschreven. Dit is een pijnstiller en ontstekingsremmer en kan maagklachten veroorzaken. Om te voorkomen dat u maagklachten krijgt, is het gebruikelijk dat u een maagbeschermer krijgt, zoals Pantazol of Nexium. In enkele gevallen wordt er ook 3 maal daags 50 mg Tramadol voorgeschreven. Dit is een morfine-achtige pijnstiller. Als de pijn minder wordt, kunt u de pijnmedicatie afbouwen. Luister hierbij goed naar uw lichaam. Wij raden u aan om eerst de Tramadol af te bouwen, dan de Diclofenac en als laatste de Paracetamol. Deze blijft u als basis gebruiken totdat deze niet meer nodig is. Zodra u de Diclofenac niet meer gebruikt, mag u ook stoppen met het innemen van de maagbeschermer Pantazol of Nexium, tenzij u dit al vóór de opname in het ziekenhuis gebruikte. Mocht de pijnstilling die u heeft gekregen niet voldoende zijn, vraag dan uw eigen huisarts om advies.
Wondverzorging: als u met een wond naar huis gaat. Wondverzorging algemeen: U mag thuis met een wond douchen. Het gebruik van zeep, deodorant, poeder of bodylotion in het wondgebied is sterk af te raden in verband met het risico op huidirritatie. Mocht er toch zeep of shampoo in de wond terechtkomen, spoel dit dan goed uit. Dep de wond na het douchen droog met een schone handdoek. U mag de wond niet droogwrijven. U mag niet in bad, naar de sauna of in het zwembad totdat de hechtingen of nietjes verwijderd zijn en de wond helemaal dicht is. Bij een wond moet u voorzichtig zijn met het tillen van objecten. Door de druk op de helende huid, kan de wond weer open gaan. Wanneer er in het wondgebied zwelling, pijn, roodheid en/of lekkage of koorts ontstaat kan dit wijzen op een ontsteking. Neem dan eerst contact op met uw huisarts. Indien deze nog niet op de hoogte is van uw situatie, kunt u ook contact opnemen met de polikliniek. Uw poliklinische afspraak kan dan in overleg vervroegd worden. Telefoonnummer: (020) 444 1100.
2
Verzorging gesloten wond: De operatiewond wordt gesloten met draadhechtingen of nietjes (agraves). Deze worden meestal verwijderd tussen de 10 á 14 dagen na een operatie. Valt uw ontslag voor die periode dan kunt u deze laten verwijderen op de polikliniek of bij uw huisarts. Verzorging open wond: Een open wond heeft tijd nodig om volledig te genezen. U heeft bij ontslag voorlichting gekregen hoe de wond verzorgd moet worden. Het uitdouchen van een open wond bespoedigd de genezing. U krijgt instructies mee voor de verzorging van de wond. Eventueel wordt vanuit het ziekenhuis thuiszorg ingeschakeld. De thuiszorg wordt door middel van een overdracht geïnformeerd hoe de wond verzorgd moet worden. Hieronder heeft de verpleegkundige aangevinkt wat voor u van toepassing is. Wondzorginstructies:
3
Mobiliseren Het is belangrijk om voldoende te blijven bewegen, tenzij de behandeld arts anders met u heeft afgesproken. Dit zorgt ervoor dat uw conditie weer opgebouwd wordt. Het kan zijn dat u zich aan bepaalde leefregels moet houden. Als u in de thuissituatie een fysiotherapeut nodig heeft, zal de fysiotherapeut een ontslagbrief schrijven met het behandelplan daarin. Deze brief geeft u aan uw fysiotherapeut. De fysiotherapeut die in uw eigen woonomgeving gevestigd is, zal u zelf moeten benaderen om een afspraak te maken voor verdere behandeling. Over het algemeen zijn er 3 manieren van mobiliseren 1 Volledig belastbaar: de breuk is gecorrigeerd en u mag de ledemaat volledig gebruiken of erop staan. 2 Onbelast: u mag de ledemaat niet belasten, u mag er niet op staan. 3 Gedeeltelijk belast: het komt ook voor dat u het been waar de breuk zit maar gedeeltelijk mag gebruiken. Dit wordt in procenten uitgedrukt en deze instructie krijgt u op de afdeling van een fysiotherapeut. Hieronder heeft de verpleegkundige aangevinkt wat voor u van toepassing is.
Belast Onbelast Gedeeltelijk belast Niet van toepassing
%
Indien u een wervelfractuur heeft en mobiliseert met een driepuntskorset is het van belang dat u tot aan de volgende afspraak op de polikliniek met uw behandelend arts, maximaal 20-30 minuten rechtop zit. Te lang blijven zitten veroorzaakt pijnklachten. Zie voor verdere instructies met betrekking tot wervelfracturen de folder Instabiele wervelfractuur of stabiele wervelfractuur. Indien u zittend naar huis vervoerd wordt en de reis duurt langer dan 30 minuten, wordt u aangeraden om tijdens een tussenstop even rond te gaan lopen en de reis weer te vervolgen.
4
Hulpmiddelen Het kan zijn dat u door uw aandoening (tijdelijk) beperking ondervindt bij uw dagelijkse bezigheden. Om deze beperkingen zoveel mogelijk te verminderen kunt u verschillende hulpmiddelen lenen zoals een rolstoel, rollator, douche en/of toiletstoel, ziekenhuisbed. Nadat de arts of verpleegkundige met u hierover gesproken heeft, komt de transfermedewerker bij u langs. In overleg met u en en/of uw naasten wordt daarna de benodigde zorg en/of hulpmiddelen voor u aangevraagd. Vervoer In de meeste gevallen bent u zelf verantwoordelijk voor het regelen van uw vervoer naar de bestemming na ontslag. Dit kan een familielid of kennis zijn. Indien u beneden klaarstaat wanneer u opgehaald wordt, kunnen zij bij de hoofdingang komen met de auto. Anders niet. Als u een rolstoeltaxi nodig heeft moet er via de verzekering een machtiging voor rolstoelvervoer komen. Hiermee wordt toestemming verleend dat u gebruik maakt van een rolstoeltaxi. Voor de meeste verzekeringen geldt een eigen bijdrage van ongeveer 90 euro per jaar. Indien u met een rolstoeltaxi met ontslag gaat, is het noodzakelijk dat u zelf een rolstoel regelt aangezien er geen rolstoelen door de rolstoeltaxi worden verzorgd. Voor meer informatie over rolstoelvervoer kunt u contact opnemen met uw verzekeringsmaatschappij. Bij rolstoelvervoer betaalt u contant geld aan de chauffeur. Gaat u met een gewone taxi met ontslag, dan zijn de kosten altijd voor uzelf. Indien u niet met een (rolstoel)taxi kan worden vervoerd, wordt er een ambulance voor u besteld door de medisch administratief medewerker van de afdeling traumatologie/plastische chirurgie. Dit wordt alleen vergoed indien er een medische indicatie voor is.
5
Nog even dit Bij ontslag krijgt u een poli afspraak mee, tijdens die afspraak wordt het vervolg van de behandeling besproken. Indien nodig wordt eerst een afspraak gemaakt om een controlefoto te maken, soms gecombineerd met een afspraak op de gipskamer. Tevens ontvangt u een brief met een verzoek om uw ervaringen met ons te delen zodat we kunnen blijven werken aan verbeteringen op de afdeling. In de brief staat een code, waarmee u kunt inloggen op www.patientervaring.nl Bij problemen en/of vragen kunt u contact opnemen met de huisarts of de eerder genoemde polikliniek: telefoon: (020) 444 1100. Bij problemen buiten kantoortijden, kunt u contact opnemen met de zorgeenheid traumatologie/plastische chirurgie. Telefoon: (020) 444 2160.
6
7
210016
VU medisch centrum© februari 2011 www.VUmc.nl
8