Plastische Chirurgie
Borstverkleining (mammareductie)
Plastische Chirurgie
U heeft met uw plastisch chirurg een borstverkleining afgesproken. In deze brochure leest u hoe u zich op de operatie voorbereidt. Verder leest u over de gang van zaken rondom uw opname, de operatie en de nazorg. De kosten voor deze operatie worden niet altijd door de zorgverzekeraar vergoed. Er wordt wel altijd van tevoren een machtiging aangevraagd bij uw zorgverzekeraar. Wordt de aanvraag afgewezen, dan zijn de kosten van opname en operatie voor uw eigen rekening. U kunt de operatie dan laten uitvoeren in een privékliniek, bijvoorbeeld het Universitair Centrum voor Esthetische Chirurgie. Daar kunt u ook de prijs van de operatie opvragen. Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met het verpleegkundig telefonisch spreekuur. De contactgegevens vindt u achter in deze brochure.
Voorbereidingen voor de opname Het preoperatief onderzoek Een borstverkleining vindt plaats onder algehele narcose. U ontvangt een afspraak voor een gesprek met een anesthesioloog of een nurse practitioner (verpleegkundig specialist) van de afdeling Anesthesiologie. Dit gesprek vindt meestal plaats op de preoperatieve polikliniek van de afdeling Anesthesiologie, ook wel POPA genoemd. Voorafgaand aan dit gesprek vult u uw medische gegevens in op een ‘gezondheidsvragenlijst’ of op de computer. Tijdens het preoperatieve gesprek: • worden uw medische gegevens besproken; • besluit de anesthesioloog in overleg met u welke vorm van verdoving wordt gebruikt;
1
Borstverkleining (mammareductie)
•
•
geeft de anesthesioloog uitleg en beantwoordt uw vragen. Stelt u gerust alle vragen die voor u belangrijk zijn en vraag uitleg als iets onduidelijk is. Het is handig als u uw vragen opschrijft zodat u ze bij het gesprek niet vergeet; maakt de anesthesioloog afspraken met u over de noodzakelijke voorbereiding op de operatie (bijvoorbeeld over medicijngebruik).
De anesthesioloog, die u spreekt tijdens het preoperatief onderzoek, is meestal niet diegene die u op de operatiedag begeleidt. Wel zorgt hij ervoor dat alle gegevens en afspraken aan de betrokken collega worden doorgegeven. Als de anesthesioloog het nodig vindt, wordt er bij het preoperatieve onderzoek aanvullend onderzoek gedaan. Dit kan bijvoorbeeld bloedonderzoek, een röntgenfoto of een hartfilmpje (ECG) zijn. Soms heeft de anesthesioloog advies nodig van een andere specialist, zoals een cardioloog, longarts of reumatoloog. U ontvangt hiervoor dan een afspraak Opnamegesprekken op de polikliniek Op dezelfde dag dat u de POPA bezoekt, wordt u ook verwacht op de polikliniek Plastische Chirurgie. Hier heeft u een voorbereidend opnamegesprek met een verpleegkundige en een coassistent. Zij brengen uw verpleegkundige en medische situatie in kaart (verpleegkundige en medische anamnese). Foto’s Na de gesprekken op de polikliniek bezoekt u de medische fotodienst. De fotograaf maakt kleurenfoto’s van uw borsten, die worden opgenomen in uw medisch dossier. Zo kan de plastisch chirurg de situatie voor en na de operatie vergelijken.
2
Plastische Chirurgie
Stoppen met alcohol en roken Als u alcohol drinkt, heeft dit een nadelige invloed op de narcose of verdoving. Verder is de kans op een bloeduitstorting of nabloeding groter. We adviseren u om minstens 24 uur voor de operatie geen alcohol te drinken. Roken vernauwt de bloedvaten en heeft nadelige effecten op uw lichaam. Rokers hebben meer complicaties na operaties en narcose of verdoving. Ook hebben zij vaak meer pijn na de operatie. Wij adviseren u om vier tot zes weken voor de ingreep te stoppen met roken. Als u niet rookt en geen alcohol drinkt, genezen uw wonden sneller. Stoppen met bloedverdunners Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, vertelt de plastisch chirurg u op welk moment u met deze medicijnen moet stoppen. Soms moet u dit advies ook nog voorleggen aan de arts die de bloedverdunners heeft voorgeschreven, om zeker te weten dat dit stoppen geen extra gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Nachtkleding en beha aanschaffen Na de operatie mag u uw armen niet te ruim bewegen, zodat de wonden zo snel mogelijk genezen. U draagt daarom het beste ruime nachtkleding, die u aan de voorkant kunt openen en sluiten. Verder is het handig om vóór de operatie een beha met voorsluiting te kopen. De beha moet goed passen en stevig zijn, naadloos, en zonder beugels of baleinen. Aangeraden wordt een Anita beha, speciaal geschikt voor borstverkleining. U kunt deze aanschaffen bij apotheek De Sprong in het UMCG. In overleg met de verpleegkundige op de polikliniek krijgt u het advies welke maat beha het meest geschikt voor u is. Alleen de cupmaat (A, B, C, D) verandert, de omvang in centimeters (75, 80, 85, 90) blijft gelijk. De beha geeft uw borsten ondersteuning in hun nieuwe vorm en zorgt ervoor dat de littekens goed kunnen genezen. U draagt de beha de eerste zes weken na de operatie dag en nacht. 3
Borstverkleining (mammareductie)
De opname Nuchter blijven U komt naar het ziekenhuis op de dag van uw operatie. Thuis mag u vanaf 24.00 uur niets meer eten en drinken. Heldere dranken zonder koolzuur mag u tot twee uur voor de ingreep gebruiken (bijvoorbeeld water, thee of appelsap). Eigen medicijnen Bij het preoperatieve onderzoek heeft de anesthesioloog met u afgesproken met welke medicijnen u moet stoppen voor de operatie en welke medicijnen u kunt blijven gebruiken. Eigen medicijnen, die u mag blijven gebruiken, kunt u ’s ochtends gewoon innemen met een slokje water. Aanmelden bij opnamebalie en verpleegafdeling In het UMCG meldt u zich bij de opnamebalie in de Ontvangsthal. Als u dat wilt brengt een gastvrouw u naar de verpleegafdeling. Een verpleegkundige wijst u uw bed en maakt u wegwijs op de afdeling. Klaarmaken voor de operatie Ongeveer een uur voor de operatie geeft een verpleegkundige u een pijnstiller. Als u dat met de anesthesioloog heeft afgesproken, krijgt u een rustgevend middel. Vervolgens krijgt u operatiekleding aan. Sieraden en piercings moet u voor de operatie afdoen. Laat uw bril en gebitsprothesen bij voorkeur achter op de verpleeg afdeling. Dit voorkomt kwijtraken. De beha neemt u mee naar de operatiekamer. De verpleegkundige brengt u naar het Operatiecentrum. Meestal moet u eerst nog even wachten in de voorbereidingsruimte. Als u aan de beurt bent, gaat u naar de operatiekamer.
4
Plastische Chirurgie
Het operatieteam controleert dan samen met u of alle gegevens juist zijn en alle voorbereidingen zijn getroffen. Dit heet de Time Out procedure. Het duurt een paar minuten. U krijgt een infuus, meestal aan de bovenkant van de hand. Via dit infuus krijgt u de narcosemiddelen toegediend. U krijgt antibiotica om de kans op infectie zo klein mogelijk te maken.
De operatie De borstverkleining duurt gemiddeld anderhalf tot twee uur. Vlak vóór de operatie tekent de plastische chirurg op uw borsten het huiddeel af dat weggenomen moet worden. De ingreep kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Dit is afhankelijk van de grootte van uw borsten. De plastisch chirurg heeft met u op de polikliniek besproken wat voor u de meest geschikte methode is. Bij de meest gebruikte techniek verkleint de plastisch chirurg de borst door eerst huid en klierweefsel aan de onderkant van de borst te verwijderen. Vervolgens maakt hij een snede rond de tepel en onder de tepel recht naar beneden. Hierna wordt de tepel verplaatst. De tepelhof wordt daarbij vaak verkleind. Uiteindelijk ontstaat een ankervormig litteken. Eventueel brengt de plastisch chirurg tijdens de operatie in de borst(en) een drain aan. Dit is een slangetje met een vacuümflesje om overtollig bloed en wondvocht af te zuigen. De wonden worden onderhuids gehecht met hechting draad dat na verloop van tijd oplost. De huid wordt vervolgens afgeplakt met witte papieren pleisters (Leucopor), daar overheen worden eventueel gazen geplaatst. Ook krijgt u de door u meegenomen beha aan.
5
Borstverkleining (mammareductie)
Het verwijderde borstweefsel wordt voor onderzoek opgestuurd naar de patholoog-anatoom, om eventuele afwijkingen op te sporen. De uitslag van het onderzoek krijgt u bij uw controle afspraak op de polikliniek.
Na de operatie Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Als u pijn heeft of misselijk bent kunt u om medicijnen vragen. Wanneer uw bloeddruk en ademhaling stabiel zijn en u goed wakker bent gaat u terug naar de verpleegafdeling. De dag na de operatie bekijkt de plastisch chirurg de borsten en wonden. Hiervoor worden de gazen en drains verwijderd. De pleisters blijven zitten. Soms blijven de drains langer zitten, tot de wond nauwelijks meer bloedt en er geen wondvocht meer lekt. De eerste 24 uur na de operatie kunt u wat pijn hebben. Hiervoor krijgt u pijnstillers. De borsten kunnen gespannen aanvoelen. Dit gevoel verdwijnt geleidelijk.
Complicaties en risico’s De plastisch chirurg besteedt veel zorg aan de uitvoering van een behandeling. Toch kunnen complicaties optreden. Een nabloeding (bloeden van of uit het operatiegebied) of een wondinfectie zijn de meest voorkomende complicaties na een operatie, ook al komen ze zelden voor.
6
Plastische Chirurgie
Bij een borstverkleining zijn de volgende specifieke complicaties bekend: • De meest voorkomende complicatie na een borst verkleining is een nabloeding (een kans van 1-2%). U krijgt dan extra zwelling en pijn. Een nabloeding gebeurt meestal binnen de eerste uren na de operatie en is de reden dat we u een nacht opnemen. Als er sprake is van een nabloeding, dan zult u opnieuw geopereerd moeten worden om het bloed te verwijderen en het bloeden te stoppen. Een nabloeding is met een operatie goed te verhelpen. • Soms ontstaat er een bloeduitstorting of infectie. Ook kan de bloedcirculatie in de wondranden onvoldoende zijn. Heel zelden kan het weefsel en zelf (een deel van) de tepel hierdoor afsterven. • U kunt tijdelijk minder gevoel hebben in de tepels. Dit herstelt zich na verloop van tijd meestal vanzelf. Het herstel is niet altijd volledig als de tepel over een grote afstand is verplaatst. • Door hoge weefselspanning kan de huidwond onder de borst één tot twee weken na de operatie op sommige plekken wat opengaan. Deze plekken sluiten vanzelf weer in de loop van vier tot acht weken. • Bij de operatie kan een deel van de melkgangen naar de tepels doorgesneden worden. U kunt daardoor mogelijk geen borstvoeding meer geven. Na een toekomstige zwangerschap en bevalling moet de melkproductie dan ook worden afgeremd om stuwing te voorkomen. Stelt u uw verloskundige, uw huisarts of gynaecoloog hiervan op de hoogte. • Het is mogelijk dat uw borsten na de verkleining niet precies even groot zijn (licht asymmetrisch zijn).
7
Borstverkleining (mammareductie)
Het resultaat Op termijn definitieve vorm Meestal duurt het vier tot zes maanden voordat de borsten hun definitieve vorm hebben. Dat komt omdat het weefsel nog enige tijd nodig heeft om goed te genezen en in model te komen. De borsten zijn dan kleiner en steviger. Heel soms duurt het langer voordat de borsten hun definitieve vorm hebben gekregen. De plastisch chirurg kan dit goed toelichten. Bij een borstverkleinende operatie wordt geen correctie uitgevoerd van het overtollige weefsel, dat bij sommige vrouwen van de oksel doorloopt naar de rug. Hiervoor is een andere operatie nodig. Het is mogelijk dat u niet tevreden bent over het resultaat, omdat u er bijvoorbeeld andere verwachtingen had. Brengt u dit alstublieft altijd ter sprake. Littekens Na de borstverkleining heeft u littekens die altijd zichtbaar zullen blijven. Naar verloop van tijd worden deze littekens iets minder zichtbaar. De plaats en de grootte van de littekens zijn afhankelijk van de hoeveelheid overtollige huid die bij u verwijderd is en het model van uw borsten. Bij de meest gebruikte techniek blijft er een ankervormig litteken over: het litteken loopt rond de tepelhof, gaat dan verticaal onder de tepel naar onder en eindigt horizontaal in de plooi onder de borst. Hoe mooi of lelijk de littekens worden is nooit te voorspellen. De littekens zijn in het begin vurig en rood. Na verloop van tijd verbleken de littekens. De uiteindelijke littekens zijn onder andere afhankelijk van uw aanleg tot litteken vorming en van de verstreken tijd. Als de littekens erg breed uitgevallen zijn, kan de plastisch chirurg deze soms later corrigeren.
8
Plastische Chirurgie
Resultaat niet altijd blijvend De meeste vrouwen zijn tevreden over het resultaat van de borstverkleining. Het resultaat is helaas niet altijd blijvend. Door pilgebruik, zwangerschap of gewichtstoename kunnen de borsten weer groter worden. Door zwangerschap, gewichtsverlies en het natuurlijke verouderingsproces kunnen de borsten ook verslappen. In deze gevallen kan een nieuwe of aanvullende correctie kan wenselijk zijn. Borstonderzoek normaal mogelijk Röntgenonderzoek van de borsten en het onderzoek naar (mogelijke) knobbeltjes in de borst worden door een borst verkleining niet bemoeilijkt. Door een borstverkleining heeft u niet méér of minder kans op borstkanker dan vrouwen die geen borstverkleining hebben gehad.
Weer naar huis Waarschijnlijk mag u de dag na de operatie naar huis. De plastisch chirurg bespreekt dit met u. Controle U krijgt een afspraak mee voor een controle op de polikliniek, ongeveer een week na uw ontslag uit het ziekenhuis. De plastisch chirurg bespreekt met u op welke termijn u daarna weer voor controle wordt verwacht. Telefonisch spreekuur Nazorg U krijgt ook een afspraak mee voor het telefonisch spreekuur Nazorg. Ongeveer drie dagen nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen, belt een verpleegkundige van de polikliniek Plastische Chirurgie u om te vragen hoe het gaat. We horen dan ook graag
9
Borstverkleining (mammareductie)
hoe u de ziekenhuisopname hebt ervaren. Als er dingen zijn die u wilt bespreken, kan het handig zijn deze van te voren op te schrijven zodat u niets vergeet. Herstelperiode De eerste week na de operatie moet u het rustig aan doen. U mag geen zware inspanningen verrichten of zwaar tillen. Na ongeveer een week mag u geleidelijk weer wat meer ondernemen. Het kan moeilijk zijn om bepaalde armbewegingen te maken. De plastisch chirurg kan u precies vertellen wat u wel en wat u niet mag doen. Na ongeveer vier tot zes weken bent u zover hersteld dat u weer alles kunt doen wat u voorheen ook deed. Wondverzorging U hoeft geen speciale wondverzorging in acht te nemen, tenzij de huidwond wat opengaat. Door hoge weefselspanning kan de huidwond één tot twee weken na de operatie op sommige plekken wat opengaan. Hiervan hoeft u niet te schrikken. De plekken sluiten vanzelf weer in de loop van vier tot acht weken. Als de huidwond wat opengaat, spoelt u de open wond twee keer per dag (’s ochtends en ’s avonds) met lauw water. U doet dit gewoon met de douchekop. Daarna dept u de wond droog met een schone handdoek. U bedekt de huid met een vettig gaas en daar overheen een gewoon gaasje, dit alles op de plaats gehouden door uw beha. Het vettige gaas zorgt ervoor dat bij verwijderen van het verband de wond niet steeds weer open getrokken wordt. Dag en nacht beha dragen U draagt de eerste zes weken na de operatie dag en nacht de stevige, naadloze beha met voorsluiting, zonder beugels of baleinen. Tijdens het douchen kunt u deze even afdoen. Na zes weken kunt u zelf bepalen of u een beha wilt dragen en welke soort. 10
Plastische Chirurgie
Verzorging van de littekens Om verkleuring van de littekens te voorkomen moet u ongeveer zes maanden lang de littekens goed tegen zon beschermen. Dit doet u door niet in de directe zon te gaan of een zonnebrand middel met hoge beschermingsfactor te gebruiken. Massage met een crème of lotion kan de littekens sneller soepeler maken. De plastisch chirurg kan u vertellen wanneer u hiermee mag beginnen. Wanneer moet u ons bellen? Soms verloopt het herstel thuis niet zoals verwacht en krijgt u klachten. Het kan ook zijn dat bestaande klachten ineens verergeren. Bel het ziekenhuis in ieder geval • als de wond weer gaat bloeden; • bij toenemende roodheid van de wond; • bij zwelling of vochtverlies/pus uit de wond; • als de pijn in het wondgebied erger wordt en pijnstillers niet helpen; • als u zich ziek voelt en/of koorts heeft , hoger dan 38° (via de anus gemeten); • wanneer u steeds misselijk bent of moet braken; • als u niet kunt plassen, terwijl u wel normaal drinkt; • bij ongerustheid of twijfel. U kunt ons als volgt bereiken: • Op maandag t/m donderdag van 8.30 - 16.00 uur en op vrijdag van 8.30 – 12.00 uur via het verpleegkundig telefonisch spreekuur. U belt daarvoor (050) 361 6161 en vraagt om doorverbinding met zoemer 55833. • Buiten deze tijden neemt u contact op met de spoed eisende hulp van het UMCG, via telefoonnummer (050) 361 80 20. De dienstdoende arts adviseert u dan wat u het beste kunt doen.
11
Borstverkleining (mammareductie)
Vragen Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met het verpleegkundig telefonisch spreekuur, op maandag t/m donderdag van 8.30 - 16.00 uur en op vrijdag van 8.30 - 12.00 uur. U belt daarvoor (050) 361 61 61 en vraagt om doorverbinding met zoemer 55833.
12
Patiënteninformatie vlck 553/1107