Pensioenen en uitkeringen MAXIMUMTARIEF VOOR RIJBEWIJS
ktze bd R.J. Meijer
Vanaf de zomer van 2012 komt er een maximumtarief voor het aanvragen van een rijbewijs. Een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) moet dit mogelijk maken. De inwerkingtreding van de AMvB is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede Kamer en publicatie in het Staatsblad.
Op 4 november 2011 heeft de ministerraad besloten dat een standaardaanvraag van een rijbewijs niet meer mag kosten dan € 37,05. Voor geïnteresseerden is er een beeld te krijgen van de ontwikkeling van de lokale lasten bij het Centrum voor Onderzoek van de Economie en de Lagere Overheden (COELO) op de site www.coelo.nl. U vindt er een atlas van de lokale lasten, belastingoverzicht grotere gemeenten en tarieven per gemeente.
PENSIOEN INFORMATIE Feitelijke gegevens van ons pensioenfonds ABP De dekkingsgraad van ABP was 95% per 31 maart 2012. De dekkingsgraad is, zoals u weet, de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen van het fonds. Deze verhouding wordt uitgedrukt in een percentage dat aangeeft hoe groot het vermogen is ten opzichte van de waarde van de pensioenverplichtingen. Als de dekkingsgraad 100% is, is het vermogen precies gelijk aan de verplichtingen. ABP publiceert maandelijks de dekkingsgraad. De dekkingsgraad per 30 april is teruggezakt tot 94%. ABP is een rijk fonds. Het totaal bezit bedraagt meer dan 260 miljard euro, maar de door de Pensioenwet vereiste waardering van de verplichtingen tegen de lage marktrente gooit roet in het eten voor de gepensioneerden. DNB geeft de pensioenfondsen met een tijdelijke maatregel nog wel even een klein beetje lucht. De fondsen mogen rekenen met een gemiddelde over de laatste drie maanden en dat levert een iets hogere rekenrente op. Dit geeft echter alleen tijdelijk lucht. Uiteindelijk worden de fondsen eind 2013 keihard afgerekend op de dan geldende rente. Als we nu de rente bezien waarmee de pensioenfondsen vanaf 2007 de verplichtingen moeten waarderen, dan zien we een dramatische terugval naar 2,24%. Een jaar terug was die rekenrente nog 3,8%. In het verleden was er altijd de vaste rekenrente van 4%!
Erik Rezelman (rtlz.nl) stelde op 14 mei jl. dat de lage rente in Nederland de pensioenfondsen zo hard raakt dat fors afstempelen op de pensioenen onvermijdelijk is geworden. Een daling van een procentpunt rente geeft een daling van de dekkingsgraad van circa 12%, ABP moet eind 2013 op een dekkingsgraad van 105 staan. Dat betekent dat als de rekenrente blijft hangen op 93 tot 95% er een afstempeling te verwachten is per 2014 van ruim 10%. Dit na de reeds aangekondigde mogelijke afstempeling van 0,5% per 1 april 2013. Dit alles terwijl er toch een prima rendement van 5,9% in het eerste kwartaal van 2012 werd gehaald!! En,... wat hebben de militaire pensioenen van doen met de opgebouwde vermogens van ABP? De niet kapitaal gedekte ouderdomspensioenen van de gepensioneerde militairen worden door ABP (dus voor zover het niet het na 1 juni 2001 opgebouwde deel bij het fonds betreft) gedeclareerd bij de overheid (het ministerie van Defensie). Zo gezien heeft het ministerie van Defensie voordeel van de indexatiebeperkingen en de mogelijke toekomstige afstempeling van de pensioenen.
Pensioenregister Het pensioenregister is van belang voor hen die nog in de opbouwfase van hun pensioen zitten. De website www.pensioenkijker.nl is vanaf mei 2012 ondergebracht bij de Stichting Pensioenregister, bekend van de website www.mijnpensioenoverzicht.nl. Directeur Gerard Riemen van de Pensioenfederatie is met voorzitter Elske ter Veld van Pensioenkijker.nl van mening dat door het samenbrengen van het beheer van beide sites in één organisatie beter op de behoefte van de consument kan worden ingespeeld. Juni 2012
13
Doel is dat de bezoeker van de site straks overzichtelijk kan nagaan welke gebeurtenissen invloed hebben op zijn of haar pensioen en wat inmiddels aan pensioen, nabestaandenpensioen en AOW is opgebouwd. Mijnpensioenoverzicht.nl is een initiatief van de Nederlandse pensioensector en de Sociale Verzekeringsbank. U krijgt toegang met uw DIGID. Bron: Stichting Pensioenregister
BIJEENKOMSTEN MET HET ABP-BESTUUR Op 1 februari kondigde ABP aan dat in 2013 de pensioenen mogelijk worden verlaagd met 0,5% en dat de premie tijdelijk wordt verhoogd. Dat zijn maatregelen die de deelnemers van het fonds raken. Het bestuur van ABP was benieuwd naar de mening van deelnemers over de aangekondigde maatregelen. Er vonden vanaf maart een negentiental bijeenkomsten plaats om van gedachten te wisselen met bestuursleden ABP.
Enkele vragen en antwoorden Verlagen van pensioenaanspraken en rechten? De ABP-wet kende geen expliciete wettelijke basis voor het verlagen van pensioenen in verband met de financiële positie van het fonds. De Pensioen- en Spaarfondsenwet kende wel een kortingsbepaling maar deze was destijds niet van toepassing. De Pensioen- en Spaarfondsenwet en naderhand de Pensioenwet, werd echter bij de privatisering van ABP van toepassing verklaard. Wanneer hoor ik of de verlaging van mijn pensioenuitkering of -opbouw echt doorgaat? Dit hoort u uiterlijk op 1 maart 2013. Dat is één maand voor de eventuele ingangsdatum van de verlaging. Op basis van de situatie per 31 december 2012 beslissen we begin 2013 of verlagen echt nodig is en met hoeveel. Waarom zijn de extra maatregelen nodig? Wie is verantwoordelijk voor de slechte resultaten? De maatregelen zijn nodig omdat de dekkingsgraad van ABP op 31 december 2011 te laag was (94%). Op die datum hadden we € 94 in kas voor elke € 100 aan pensioen die we straks moeten uitkeren. De Nederlandsche Bank (DNB) verplicht pensioenfondsen een minimale dekkingsgraad van 105% te hebben. Halen we die dekkingsgraad niet, dan moeten we van DNB extra maatregelen nemen. We hebben er alles aan gedaan om meer vermogen op te bouwen. Het afgelopen jaar is het vermogen van ABP met 3,3% gestegen naar € 246 miljard. Toch hebben we meer geld nodig dan we nu hebben. Dit komt omdat onze verplichtingen fors zijn gestegen, namelijk van € 225 naar € 261 miljard.
14
Mededelingenblad
Moet de overheid geen geld terugstorten? De overheid heeft nooit geld van ons gestolen. Wel heeft de overheid minder premie in de pot gestopt dan was afgesproken. Ook werd het grootste gedeelte van de VUT, de regeling waarmee werknemers eerder konden stoppen met werken, betaald met geld dat eigenlijk voor de pensioenen bedoeld was. De overheid kon dit doen, omdat ABP toen van de overheid was. Hoe kan de dekkingsgraad van ABP sneller zakken dan die van andere fondsen? In 2011 hadden we te maken met een dalende rente, wat ongunstig is voor het rendement en de dekkingsgraad. Dit had effect op alle pensioenfondsen. Nu hebben pensioenfondsen de mogelijkheid om het risico op de dalende rente af te dekken. ABP heeft ervoor gekozen dit risico beperkt af te dekken. Reden hiervoor is dat het voor een pensioenfonds met onze omvang duur is het renterisico helemaal af te dekken. Het gemiddelde jaarlijkse rendement dat ABP over langere termijn (3, 5 en 10 jaar) heeft behaald op de beleggingen en renteafdekking samen is overigens vergelijkbaar met dat van pensioenfondsen met een hoge renteafdekking. Wist ABP niet eerder dat we steeds langer leven? De stijging van de levensverwachting is inderdaad al veel langer bekend. We hebben daarvoor ook al jarenlang extra geld gereserveerd. Maar in 2009 en 2010 bleek de stijging van de levensverwachting veel sneller te verlopen dan het CBS eerder dacht. Daarom hebben we eind 2009 en eind 2010 extra geld moeten reserveren. Wat is rekenrente en wat is de rol van DNB daarin? Pensioenfondsen gebruiken een rekenrente om het verwachte rendement op hun vermogen te bepalen. Hoe hoger de rekenrente, hoe hoger het verwachte rendement en des te gemakkelijker pensioenfondsen aan hun toekomstige verplichtingen kunnen voldoen. Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om hun verplichtingen te waarderen met de zogenaamde swaprente. Dat is een rente die vergelijkbaar is met de rente op (langlopende) staatsleningen. Volgens DNB is deze rente de beste voorspeller van de toekomstige rentes. De swaprente is de afgelopen jaren fors gedaald. Omdat pensioenfondsen over lange termijnen vooruit rekenen, maakt zo’n daling van het verwachte rendement veel uit. Het wordt dan voor pensioenfondsen beduidend moeilijker om aan hun verplichtingen te voldoen. Die verplichtingen worden daarom ook flink ‘duurder’. Een daling van de rente van bijvoorbeeld 1% leidt tot een stijging van de verplichtingen met zo’n 17%. De swaprente komt tot stand onder invloed van marktbewegingen (vraag en aanbod van kort- en langlopende leningen). Het is dus niet zo dat de rente door welke partij dan ook kunstmatig op een bepaald niveau wordt gebracht of gehouden.
Heeft ABP slecht belegd? Nee, ABP heeft niet slecht belegd. Het vermogen van ABP is nog nooit zo groot geweest als nu en ook de behaalde rendementen zijn zeer behoorlijk. Over de afgelopen negentien jaar gemiddeld 6,9%. Met een vermogen van € 246 miljard (per 31 december 2011) behoort ABP tot de top drie van de grootste pensioenfondsen ter wereld. Denkt ABP voldoende aan de jongeren bij het nieuwe pensioenakkoord? De overheid besluit samen met de sociale partners wat het nieuwe pensioenakkoord inhoudt. De pensioenfondsen zijn daar niet bij betrokken. Waarom is het pensioen niet waardevast? Sinds 1996 is ABP geen onderdeel meer van de overheid, maar een zelfstandig pensioenfonds. Als zelfstandig pensioenfonds is ABP niet verplicht om te indexeren, maar kan het fonds dit laten afhangen van de financiële positie. In het pensioenreglement van ABP staat vermeld dat het volgen van loonstijging afhankelijk is van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Het is de ambitie van ABP om jaarlijks te indexeren en ook de in het verleden gemiste indexatie te compenseren zodra de dekkingsgraad van ABP dit toelaat. Hoe komt het dat mijn pensioen vroeger zeker was en nu niet meer? Deze vraag komt uit het ABP- magazine van april 2012. Daarop wordt door de directie wel een heel dom antwoord gegeven, namelijk:“De risico’s waren in het verleden misschien minder aanwezig dan de laatste jaren, maar ze zijn er altijd geweest.” Een echte belangrijke reden is echter dat ABP het risico op zijn beleggingen heeft verhoogd door meer in aandelen te beleggen en dat de deelnemers daar nu voor moeten bloeden. Weliswaar een hogere verwachtingswaarde van de beleggingsopbrengsten maar met een fiks hoger risico. Maar dat wordt niet verteld!!
PENSIOENPERIKELEN Toch samenwonen!!! U kent het verhaal nog van ons lid, AOW’er, die in verband met voor haar noodzakelijke zorg tijdelijk logeerde bij een ander lid, eveneens AOW’er. Een medelid die bereid was de zorg te geven die zij nodig had. Zij was op medische gronden aangewezen op dagelijkse hulp bij de meeste algemene dagelijkse levensverrichtingen. Echter na een anonieme melding over vermeend samenwonen aan de SVB en een bezoek en onderzoek van een tweetal rechercheurs van de SVB werd de AOW hoogte van beiden aangepast tot het niveau van gehuwde AOW’er.
Bezwaar bij de SVB hielp niet. De SVB bleef op het standpunt staan dat hier sprake was van een gezamenlijke huishouding met als gevolg een vermindering van beide AOWpensioenen tot het gehuwdenniveau. Toch was er naar mening van beide AOW-gerechtigden geen sprake van samenwonen, doch van de uitzondering die de AOW wet geeft, dat onder specifieke situaties een AOW’er niet gekort wordt als hij tijdelijk bij iemand woont om noodzakelijke zorg te verlenen of te krijgen. Er was geen financiële verstrengeling van de huishoudens. Beiden hadden ze hun eigen woning aangehouden. Ze droegen de eigen kosten. De gastheer leverde de zorg en tijdelijk verblijf om niet. Er werd beroep aangetekend bij de rechtbank. De zaak diende op 3 april jl. De uitspraak was niet waarop gehoopt was. De rechter vond dat er toch sprake was van een gezamenlijke huishouding. De rechter baseerde zich op de antwoorden van beide AOW’ers op de spontane beantwoording van de vragen, welke tijdens het huisbezoek door de SVB-rechercheurs waren gesteld. Uit de antwoorden zou blijken dat er enige verstrengeling van financiën bestond. De zorgbehoevende collega had bijvoorbeeld wel eens meebetaald aan de benzine. Ook had het in de rede gelegen vond de rechter dat er vooraf contact gezocht was met de SVB om te bezien of de specifieke situatie onder de regeling viel.
Uitnames pensioenfonds ABP De uitnames door de overheid (in feite het verminderen van de aan het fonds te betalen pensioenpremie) in de jaren tachtig houdt de gemoederen nog immer bezig. Daarbij komt ook nog dat ABP de VUT-uitkeringen uit de pensioenpot moest betalen. In totaal is een bedrag van rond de € 25 miljard door de overheid aan het pensioenfonds onthouden. Juni 2012
15
Waarom is dit van belang voor de militaire ambtenaar? Dit omdat de situatie van het ABP-fonds (de dekkingsgraad) van invloed is op de welvaartsvastheid van de pensioenen van de ambtenaar (ook van de militaire ambtenaar!!). Dit terwijl het pensioen van de militaire ambtenaar tot voor kort geen enkele kapitaaldekking kende. Een collega stelde de vraag aan de nieuwe voorzitter van het bestuur van ABP, de heer Brouwer, waarom ABP geen procedure is gestart tegen de overheid om de eerder genoemde € 25 miljard terug te vorderen. Het antwoord is voorspelbaar. Letterlijk antwoordde ABP:
aanspraken voor en na omzetting aan elkaar gelijk moeten zijn. Hiertoe zijn allereerst de actuariële waarden vastgesteld. Bij het bepalen van de actuariële waarde - de ‘contante waarde’ - wordt rekening gehouden met de (oude) waarde van aanspraken op ouderdoms- en nabestaandenpensioen exclusief de tropenverhoging. Vervolgens wordt de actuariële waarde vastgesteld van de aanspraken van ouderdomsen nabestaandenpensioen conform het pensioenreglement van ABP. De verschillen in de waarden tussen oud en nieuw worden uitgedrukt in correctiebedragen, waarbij een correctiebedrag gehuwd en een correctiebedrag ongehuwd wordt vastgesteld. De waarden tussen oud en nieuw verschillen enerzijds omdat bij de pensioenberekening verschillende inkomensbegrippen en kortingsmethoden worden gehanteerd en anderzijds omdat sprake is van een verschuiving van contante waarden van nabestaandenpensioen naar ouderdomspensioen of omgekeerd”. Tot dusver krijgen de collega’s die zich tot ABP wenden voor nadere informatie te horen dat het een te ingewikkelde materie betreft om uit te leggen. ABP stelt dat een gespecificeerde opgave van de berekening van de correctiebedragen slechts kan leiden tot een weergave van de aangegeven notaties en tabellen, waardoor niet meer toetsbare informatie beschikbaar komt. Om die reden wordt in de pensioen berekeningsformule volstaan met het resultaat van het betreffende correctiebedrag.
“Nee. De overheid heeft geen geld gestolen. Wel heeft de overheid minder premie in de pot gestopt. Ook werd het grootste gedeelte van de VUT, de regeling waarmee werknemers eerder konden stoppen met werken, betaald met geld dat eigenlijk voor de pensioenen bedoeld was. De overheid kon dit doen omdat ABP toen van de overheid was”.
Contante waarde en correctiebedragen Een onderwerp dat blijvend voor vragen zorgt is de overdracht van de contante pensioenwaarde naar ABP op het moment van overgang militaire pensioenen per 1 juni 2001. De pensioenaanspraken moeten voor en na 1 juni 2001 actuarieel gelijkwaardig zijn. Let op, er wordt door ABP niet gesproken over gelijk. Dit omdat bijvoorbeeld de mix ouderdomspensioen/nabestaandenpensioen anders kan uitvallen. Bij de omrekening wordt gebruik gemaakt van correctiebedragen gehuwd en ongehuwd. Dit is wat ABP er over zegt: “De omzetting van het Defensiepensioen naar een ABP-pensioen dient te leiden tot gelijkwaardige aanspraken. Het gaat hier om actuariële gelijkwaardigheid, hetgeen betekent dat de actuariële waarden van de
16
Mededelingenblad
De correctiebedragen kunnen qua grootteorde wel worden vergeleken en veelal zijn in vergelijkbare gevallen de bedragen ongeveer gelijk. Echter het zou zinvol zijn om met een actuaris uit ons ledenbestand er wat dieper in te duiken.
Beroepzaak koopkrachttegemoetkoming voor 65-plussers gegrond verklaard Het beroep is gegrond verklaard. De weigering om een tegemoetkoming KOB op grond van de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (Wmkob) van maandelijks € 33,09 te verstrekken aan een AOW-gerechtigde die niet in Nederland woont maar wél inwoner van de EU is, vormt een ongeoorloofd onderscheid naar woonplaats als bedoeld in artikel 7 Vo 883/2004. Artikel 3 van de Wmkob is in strijd met artikel 7 Vo 883/2004, omdat aan binnenlandse belastingplichtigen, behoudens de eis dat zij ouder zijn dan 65 jaar, geen nadere voorwaarden worden gesteld en aan buitenlandse belastingplichtigen wel de nadere voorwaarde wordt gesteld dat 90% van hun wereldinkomen in Nederland aan belastingheffing is onderworpen. De tegemoetkoming KOB is een sociale zekerheidsuitkering in de zin van artikel 3, eerste lid, Vo 883/2004 en niet een fiscale maatregel die volgens de wetgever buiten de werkingssfeer van die verordening valt.
SOCIALE VERZEKERINGEN Bezuinigingspakket 2013 Op 26 april 2012 heeft een meerderheid van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie een akkoord bereikt met minister De Jager van Financiën over bezuinigingen voor 2013 (het ‘Wandelgangenakkoord’). Onderdeel van het akkoord is het eerder verhogen van de AOW-leeftijd. Dat gebeurt al in 2013. In dat jaar wordt de AOW-leeftijd met 1 maand verhoogd. In de jaren daarna zal de AOW-leeftijd – in stappen – verder worden verhoogd. In 2019 is de AOW-leeftijd 66 jaar en in 2023 67 jaar (bron: www.svb.nl).
jongere partner per 2015 afgeschaft. Wordt u 65 jaar voor 1 januari 2015? Dan ontvangt u een toeslag tot uw partner 65 jaar wordt, ook al is dat na 1 januari 2015. Wordt u 65 jaar op of na 1 januari 2015? Dan krijgt u geen toeslag voor uw partner. Door het verlagen of vervallen van de toeslag hebt u hierdoor tijdelijk minder inkomsten dan waar u misschien op hebt gerekend (AOW-hiaat). Zie voor details: www.svb.nl
AOW leeftijd Noot: Een belangrijke kanttekening is dat mocht het nieuwe kabinet dat zich na 12 september gaat vormen, anders over de zaken denken, dan kan alles weer veranderen.
Flexibele ingangsdatum AOW Als u 65 wordt op of na 1 januari 2013 kunt u zelf bepalen wanneer uw AOW ingaat. U kunt kiezen voor een gedeeltelijke betaling van uw AOW of voor uitstel. De keuze voor een gedeeltelijke AOW gaat in stappen van 10%, al dan niet in combinatie met een uitgestelde ingangsdatum. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een AOW-pensioen van 40% vanaf uw 67e verjaardag. Tussentijdse verlaging of uitstel is ook mogelijk. Zo kan een volledig ingegaan AOW-pensioen alsnog worden verlaagd. Uiterlijk op de 70e verjaardag gaat het hele AOW-pensioen in. Wie de AOW uitstelt, krijgt een hoger AOW-pensioen.
AOW partnertoeslag Zoals al geruime tijd bekend wordt de AOW toeslag voor een
Voorlopig lijkt de Tweede Kamer akkoord met de onderstaande wijzigingen van de AOW: • verhoging van de AOW-leeftijd naar 66 jaar in 2019, • verhoging van het AOW-bedrag per 1 januari 2013, • een flexibele ingangsdatum van de AOW per 1 januari 2013. De meest opvallende wijziging is, dat de AOW-leeftijd in 2019 naar 66 jaar gaat. Maar er verandert mogelijk meer. Vanaf 1 januari 2013 gaat het AOW-pensioen (niet de partnertoeslag) voor alle AOW’ers extra omhoog, maar wordt de tegemoetkoming KOB verlaagd. De KOB is een koopkrachttegemoetkoming die samen met het AOW-pensioen wordt uitbetaald.
Verhoging AOW leeftijd (dit zegt ABP er over): De Tweede Kamer heeft een akkoord bereikt over de verhoging van de AOW-leeftijd. Deze gaat volgend jaar met een maand omhoog. Daarna stijgt hij in stappen, tot in uiterlijk 2019 de AOW-gerechtigde leeftijd 66 jaar is. En uiterlijk in Juni 2012
17
2024 wordt dat 67 jaar. Na 2024 wordt de AOW aan de levensverwachting gekoppeld. Ook komt er een overgangsmaatregel voor mensen die weinig mogelijkheden hebben om het verlies te compenseren. Nog niet duidelijk is wat dit betekent voor het ABP-pensioen. De Tweede Kamer heeft een akkoord bereikt, maar de voorstellen moeten nog worden omgezet in wetgeving. Pas als dat is gebeurd, kunnen de gevolgen voor het ABP-pensioen worden bezien. De sociale partners maken afspraken op welke wijze de voorstellen tot verhoging van de AOW-leeftijd in de ABP-regeling worden opgenomen. Ook is een akkoord bereikt dat in 2014 de richtleeftijd voor de opbouw van een aanvullend pensioen omhoog gaat naar 67 jaar. In de plannen bouwt u vanaf 2014 pensioen op om vanaf uw 67ste met pensioen te gaan. Met deze maatregel wordt uitsluitend nieuwe opbouw geraakt. In aanvulling op de verhoging op de richtleeftijd, worden de fiscaal maximale opbouwpercentages voor het aanvullend pensioen neerwaarts aangepast. Per saldo wordt zo structureel € 0,7 miljard bespaard op de fiscale facilitering voor aanvullend pensioen (Witteveenkader). Kortom veel onduidelijkheden. In hoeverre de afspraken blijven staan na de verkiezingen van 12 september is niet duidelijk. Ook hier ongerustheid bij leden over het dichten van gaten tussen einde UGM tijd/aanvang pensioen en aanvang AOW.
Wat te doen aan dreigende kortingen? Op de site www.pensioenbelangen.nl van de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen (NBP), een bond die evenals de KVEO een lid-organisatie is van de NVOG, vindt u informatie over een collectieve juridische actie tegen het met terugwerkende kracht verliezen van wettelijk vastgelegde indexatierechten. De actie is bestemd voor allen die voor 1996 pensioen hebben opgebouwd bij ABP. Dat wil zeggen pensioenopbouw in de tijd van het wettelijk verankerd welvaartsvast pensioen. Op de website van NBP staan bovendien voorbeeldbrieven om uw pensioenfonds in gebreke te stellen, ofwel aansprakelijk te stellen voor de mogelijk te lijden schade door pensioenkortingen. Ook de NVOG is doende een brievenactie voor te bereiden. Dan is er de petitie van de Stichting Pensioenbehoud. DNB heeft aangekondigd dat 125 pensioenfondsen een te lage dekkingsgraad hebben en daarom binnenkort bekend moeten gaan maken dat de pensioenen tot wel 7% zullen gaan worden gekort. Dit zal meer dan een miljoen gepensioneerden raken die ook al jaren koopkracht hebben ingeleverd omdat zij niet zijn geïndexeerd. Door te klikken op het website adres http//pensioenbehoud. petities.nl/ kunt u de petitie ondertekenen met of zonder uw naam en andere gegevens, waarbij uw privacy is gewaar-
18
Mededelingenblad
borgd. U krijgt dan een e-mail op het door u opgegeven e-mailadres (dat nergens anders voor zal worden gebruikt) en door te klikken op de link in de ontvangen e-mail bevestigt u uw ondertekening om zeker te stellen dat u ook degene bent van de ondertekening. Over enige tijd zal de petitie aan minister Kamp worden aangeboden. Zie voorts de rubriek actuele zaken van onze KVEO site.
KOB AOW De nieuwe Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen (KOB) voor 65-plussers is op 1 juni 2011 ingegaan. De tegemoetkoming KOB vervangt de tegemoetkoming AOW en is even hoog, te weten: € 33,09 bruto per maand. Ouderen in Nederland ontvangen de tegemoetkoming KOB automatisch. AOW’ers die buiten Nederland wonen, krijgen de tegemoetkoming KOB alleen als ten minste 90% van hun wereldinkomen in Nederland onder de belasting valt. Het wereldinkomen is het totale inkomen uit Nederland en daarbuiten. Inmiddels heeft er een beroepzaak tegen de SVB gediend tegen het inhouden van de tegemoetkoming KOB. De rechtbank in Haarlem heeft op 3 april jl. uitspraak gedaan in deze zaak (LJN:BW0678, RB Haarlem, AWB 11/5215). De rechter heeft beslist dat de tegemoetkoming KOB een sociale zekerheidsuitkering is en niet een fiscale maatregel en dat de maatregel een ongeoorloofd onderscheid vormt naar woonplaats en voorts onterecht de nadere voorwaarde stelt aan de buitenlandse belastingplichtige dat 90% van het wereldinkomen in Nederland aan belastingheffing is onderworpen. De rechter heeft beslist dat de KOB in de EU en SZ-verdragslanden moet blijven worden uitgekeerd. Zolang er echter nog beroepsmogelijkheden zijn, zal dat niet daadwerkelijk worden uitgevoerd. De SVB heeft inmiddels hoger beroep aangetekend.
ONZEKERE PENSIOENHOOGTE Onzekere pensioenhoogte door zwakke denkkracht van bonden en politici Door Geert Braam Professor Braam schreef een aardig artikel met betrekking tot de voor allen inmiddels herkenbare onzekere pensioenhoogte. Prof. Dr. G.P.A. Braam is emeritus hoogleraar sociologie en onderzoeksmethoden aan de Universiteit Twente. Velen hebben slechts een klein pensioen, maar de zekerheid voor de oude dag wordt bedreigd, ook die van jongeren voor later. In de discussies over het pensioenstelsel lijkt chaos te overheersen.
“Maar mijnheer, die pensioenen worden toch onbetaalbaar” zo stelt die journalist. Op de vraag “wie zegt dat?” komt het antwoord: “dat weet toch iedereen”. Inderdaad, iedereen zegt dat. Maar men denkt dat dit een hard wetenschappelijk gegeven is. Welnu, dat is het absoluut niet. Het is slechts één mogelijk standpunt, waarbij men geld liever niet aan de pensioenen uitgeeft en waarbij men ook geen oplossingen zoekt zoals bijvoorbeeld belastingverhoging voor de hogere inkomens. Dus andere standpunten zijn buiten beeld. Voorts is het maar een kleine kring die beslist: bestuurders van vakbonden, werkgeversorganisaties en politici. Evenals de pensioenfondsen gebruiken ze grote woorden, zoals ‘op lange termijn het bestel ‘toekomstbestendig’ maken voor onze kinderen’. Tamme ouderenbonden zoals de PCOB mompelen iets vaags over solidariteit. In de argumentatie worden steeds nieuwe punten naar voren gebracht. Het begon met de vergrijzing. Dat argument is juist, maar het wordt overdreven. Toen voerde men een geboortegolf op, de babyboomers. Daar kom ik straks op terug. Nu wijst men op de stijging van de levensverwachting, Die stijging is al lang aan de gang en het is zeer onzeker of die doorzet. Dat men zich afhankelijk maakt van beursspeculanten neemt men grotendeels voor lief. Maar wel worden de zaken ingewikkeld voorgesteld door te schermen met rentestanden, aandelenkoersen en dekkingsgraden. Wordt met dit alles zand in onze ogen gestrooid, zodat de bedreiging voor ouderen onontkoombaar lijkt? De vraag is of er nog normaal gedacht wordt. Een zorgelijk punt is hoe men met generatietegenstellingen redeneert. Men doet alsof een generatie onbeweeglijk is. Werkenden zouden moeten ‘opdraaien’ voor de ouderen. Men wijst dan op de zogenaamde babyboomers van na de 2e wereldoorlog die tussen 1945 en 1970 geboren zijn en gevolgd werden door een ‘baby dip’. Inderdaad zal dat geringere aantal mensen later voor relatief meer ouderen moeten zorgen. Maar dat gaat zeer geleidelijk. In 2025 is de helft van die boomers nog jonger dan 65 jaar en betaalt dus nog steeds mee aan de pensioenen. Maar nog belangrijker is de onzin dat men moet ‘opdraaien voor’, waarbij men eigenlijk de levensloop in stukken heeft geknipt. Men miskent namelijk dat jongeren ook een keer oud worden en een pensioen nodig hebben. Gelukkig zien sommige jongeren dat ook, zoals die 20- jarige die naast mij zat bij de tennisclub. Het leeftijdsverschil is 60 jaar. Hij zegt: ”Ik kan me dat niet goed voorstellen hoe het voelt als je zo’n lange tijd achter je hebt. Wat moet daar allemaal gebeurd zijn”. Enkele meisjes vragen: “of het leven nog aardig is als je zo oud bent?”
principe is heel eenvoudig. Er zijn in de levensloop fasen waarin men afhankelijk is, dat betreft kinderen en ouderen. De werkenden moeten nu eenmaal daarvoor de lasten opbrengen. Als er meer kinderen komen of meer ouderen, dan moeten de premies omhoog. Maar dat vereist de keiharde voorwaarde dat die werkenden ook op een vaste toekomst kunnen rekenen. Dat principe is door het marktdenken en mede door steun van de bonden geschonden. Daar ligt een groot probleem. De mensen zijn geconfronteerd met plotselinge veranderingen in de VUT, in de verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, pensioenen en zorg. Wantrouwen ondermijnt nu de bereidheid om voor later te betalen. Hogere premies voor pensioenen vereisen dus keiharde garanties, zodat men de zin daarvan inziet. Onze beslissers zien die eenvoudige waarheden niet meer. Maar ondertussen dreigt voor velen achteruitgang. Zeker voor ouderen met een schamel inkomen is dat ernstig. Bron: Tubantia, 26 maart 2011 Ruud Meijer
Men ziet dus wel degelijk de levensloop voor zich. Kunnen ze dan rekenen op een veilig pensioen? Dat kan, want het Juni 2012
19