Pensioenen en uitkeringen (P&U) DEFENSIEBLADEN DIGITAAL Gratis abonneren op defensie nieuwsbrieven / periodieken Met de Defensiekrant 28 van 2013 is het laatste gedrukte exemplaar van deze krant verschenen. De krant verschijnt vanaf half januari 2014 alleen nog in digitale vorm. Ook de maandbladen: Alle Hens, Land- ktze bd R.J. Meijer macht / Legerkoerier, de Vliegende Hollander en het blad KMarMagazine verdwijnen in gedrukte vorm. Wie zich aanmeldt via abonneren.rijksoverheid.nl/subscriptions krijgt voortaan zijn keuze van bladen gratis in zijn digitale postbus. Daar is geen speciale software voor nodig.
ABP-VERANTWOORDINGS ORGAAN Maak u sterk voor meer invloed bij uw pensioenfonds ‘ABP’ Stem mee voor deelname van onafhankelijke kandidaten aan het ABP-verantwoordingsorgaan. In het stukje ‘Belangenland’ op de website van de KVEO kunt u lezen hoe groot het belang van samenwerking met anderen is om wat te bereiken in belangenland. De KVEO kan alleen wat bereiken als ze qua ledental groot genoeg blijft én een nauwe samenwerking met andere gelijkgezinden onderhoudt. Aan het eerste punt kunt u allen wat doen door een collega in uw omgeving te interesseren om lid van de KVEO te worden. Door samenwerking met anderen is het nu ook mogelijk om
meer invloed te krijgen in het bestuur en daarmee in het beleid van ABP. Dit door uw stem uit te brengen op de kandidatenlijst voor het ABP-verantwoordingsorgaan. In de lijst van kiesgroep pensioengerechtigden ‘Onafhankelijk Samenwerkingsverband Gepensioneerden Overheid en Onderwijs’ zijn op plaatsen 2, 5, 9 en 13 kandidaten vanuit de KVEO opgenomen. Ook de kiesgroep ‘actieve deelnemers’ kent een lijst van ‘onafhankelijken’. De Wet versterking bestuur pensioenfondsen leidt tot nieuwe kaders voor pensioenfondsen op het terrein van bestuur, toezicht en medezeggenschap. Veranderingen gaan plaatsvinden per 1 juli 2014. Van 11 maart tot 28 maart 2014 krijgt u van ABP de gelegenheid om uw stem te geven aan de kandidaat van uw keuze. Op de ABP-website wordt u uitvoerig geïnformeerd over de komende verkiezingen. In hoofdlijnen houdt de nieuwe medezeggenschapsregeling per 1 juli 2014 in dat er een verantwoordingsorgaan komt bestaande uit 48 personen, van wie 13 namens de pensioengerechtigden, 19 namens de werknemers (niet alleen vanuit de vakbonden) en 16 van de werkgevers. Er komt bovendien een Raad van Toezicht met 5 onafhankelijke leden, bindend voorgedragen door het Verantwoordingsorgaan.
ABP INFORMATIE Dekkingsgraad De dekkingsgraad is zoals bekend de graadmeter voor de financiële toestand van pensioenfondsen. Het geeft de verhouding aan tussen het vermogen en de pensioenen die ABP nu en in de toekomst moet uitbetalen. Als de dekkingsgraad bijvoorbeeld 105% is, dan staat tegenover elke € 100 die ABP moet uitbetalen aan gepensioneerden, op dat moment € 105 aan vermogen. Op www.abp.nl kunnen we lezen dat de dekkingsgraad op 31 december 2013 105,9% en op 31 januari 2014 105,4% was (na het ABP-besluit om de korting van 0,5% uit 2013 terug te draaien). Vermogen van ABP per eind december 2013 is circa € 300 miljard. ABP hanteert een zogenaamde staffel op basis waarvan het bestuur kan besluiten om te indexeren (zie ABP-reglement) Dekkingsgraad Indexatie Lager dan 104,2% geen Tussen 104,2 en 135% gedeeltelijk (afhankelijk van financiële situatie) hoger dan 135% volledig (eventueel na-indexatie)
Korting Het ABP-bestuur heeft besloten om de korting van 0,5% (het percentage waarmee het pensioen in april 2013 is verlaagd) Maart 2014
9
vanaf 1 april 2014 weer aan het pensioen toe te voegen. Dat betekent voor de militair dat er niets verandert aan zijn pensioen voor zover opgebouwd voor 1 juni 2001 en ook niet aan de UGM (uitkering gewezen militairen). Wel wordt de korting in pensioen en pensioenopbouw voor hen die na 1 juni 2001 pensioen opbouwden weer teruggedraaid. Dit zonder teruggave van het ingehouden pensioen van april 2013 tot april 2014.
Indexatie Hoewel de dekkingsgraad op 31 oktober 2013 (peildatum indexatiebesluit) 106,2% bedroeg en op 31 december 2013 nog zo’n 1,7% boven het vereiste minimum lag is besloten om in 2014 wederom niet te indexeren. Dit betekent dat in 2014 een kleine 10% indexatieachterstand wordt bereikt. Inmiddels heeft het niet indexeren daarmede ook geleid tot het definitief inleveren van ruim vier maanden pensioen. ABP heeft beleidsvrijheid om van een indexatie op basis van de reglementaire staffel af te wijken (artikel 17.11.1 lid 3 van het pensioenreglement). Dit zegt ABP er over: “Om onze financiële situatie te verbeteren, hebben we de afgelopen jaren maatregelen genomen. Deze maatregelen zijn onderdeel van het herstelplan. Hierin staat wat we doen om de financiële situatie binnen 5 jaar te verbeteren. De evaluatie van het herstelplan heeft in januari 2014 plaatsgevonden. De dekkingsgraad op 31-12-2013 speelde daarbij een belangrijke rol. Deze is gestegen tot boven het vereiste niveau. Het herstel van onze financiële situatie is goed nieuws. Maar we zijn er nog niet. Een solide en blijvend sterke financiële situatie heeft onze absolute prioriteit. Wij streven immers naar een goed en betaalbaar pensioen. Uw belang als deelnemer staat hierbij voorop”. Staat dat belang wel voorop? Volgens het pensioenreglement artikel 14.1 punt 1 kent het ABP-beleid de ambitie om de pensioenen bestendig en volledig te indexeren, dat wil zeggen aan te passen aan de algemene bezoldigingswijzigingen van het overheidspersoneel. Van bestendigheid en volledigheid is nu al zes jaar geen sprake. Natuurlijk is er een financiële crisis (geweest). Men wordt steeds voorzichtiger. In nieuwe wetgeving (herziening FTK en pensioenregeling) zal de waarborg worden opgenomen dat fondsen alleen toekomstbestendig mogen indexeren. Maar toch, het gaat economisch beter. De dekkingsgraad is gestegen boven het niveau waarop weer geïndexeerd kan en mag worden. Toch ziet ABP, vanwege het prille herstel, af van indexatie. Wat is ambitie van bestendig en volledig indexeren waard als er, tegen de wil van de meerderheid van de ABP-deelnemersraad in, het ABP-bestuur besluit de pensioenpremies flink te verlagen. De premie moet en kan omlaag, omdat werknemers minder pensioen gaan opbouwen binnen het nieuwe kabinetsbeleid (Witteveenkader, pensioenakkoord) en later met pensioen gaan, zo stelt ABP. De invloed van de
10
Mededelingenblad
premie is bovendien gering stelt ABP voorts. Dit is niet juist. De totale jaarlijkse kosten van ABP (2,3 miljard euro) bedragen zo’n 25% van de binnenkomende premie van 9,073 miljard euro (jaarverslag ABP 2012). Een daling van 10% van die kosten is al ruim voldoende voor een 2% indexatie. Maar er is meer. De reeds gepensioneerde heeft al langere tijd zijn koopkracht zien afnemen. Bij de huidige dekkingsgraad van rond de 106% wordt er niet geïndexeerd. Een jaarlijkse inflatie van 2% leidt tot een koopkrachtverlies van 2% per jaar.Zes jaar niet indexeren leidt dan tot een vermindering van koopkracht van 12,6%. Bij een dekkingsgraad van 106 en een pensioenuitkering van bijvoorbeeld € 10.000 is er een bedrag van € 10.600 aanwezig. Als er niet geïndexeerd wordt valt er derhalve € 600 vrij voor het fonds. De gepensioneerde heeft geen tijd van leven om lange tijd te wachten op een na-indexatie koopkrachttegemoetkoming. Bij het indexeren zou daarom rekening gehouden moeten worden met de leeftijd van de deelnemer / gepensioneerde. Jongeren zouden tijdelijk minder geïndexeerd kunnen worden ten gunste van de ouderen. Ook dit is een solidariteitszaak. Hoe verder de horizon ligt, hoe meer het herstelvermogen weer werkt ten gunste van de jongeren.
Contacten ABP-bestuur met deelnemers/gepensioneerden ABP tracht in contacten van deelnemers/gepensioneerden met bestuurders, in bijeenkomsten en in zogenaamde webseminars (webinars) informatie te geven over de keuzes die gemaakt zijn. Onderstaand een tweetal vragen van KVEO-leden aan het bestuur met daarbij de antwoorden van het fonds. Vraag eerste KVEO-lid: De dekkingsgraad van 31 december 2013 is gestegen tot 105,9%. Volgens het reglement zou er nu gedeeltelijk geïndexeerd moeten worden. ABP wil nu nog niet indexeren maar geeft wel de korting van 0,5% terug in april. Maar... laat ook de pensioenpremie zakken. Dus wel premieverlaging maar geen uitzicht op indexatie na bijna zes jaar geen of slechts gedeeltelijke indexatie. Is dit niet een verkeerd signaal? De Pensioenwet stelt dat verlaging alleen aan de orde kan zijn als het ABP-vermogen te laag is. Dat is niet zo, dus toch beperkt indexeren? Als ABP voorzichtig wil zijn en de reglementaire indexatie niet wil geven dan zal het ABP-bestuur zeker de premie niet moeten verlagen, zolang de indexatie uitgesloten wordt!! Antwoord ABP: Omdat vanaf 2014 de opbouw is verlaagd, bouw je minder pensioen op. Als je minder pensioen opbouwt betekent dit ook dat je minder premie betaalt. De premie bestaat uit twee delen: de kostendekkende premie, dit is de premie voor nieuwe pensioenopbouw en wordt bepaald door de inhoud
ren. Ik zou zeggen dat indexatie voorrang dient te hebben. Hoe komt het dat ABP het niet zo goed heeft gedaan? Antwoord ABP: Wij kunnen ons goed voorstellen dat u zich ongerust en boos maakt over allerlei ontwikkelingen die op dit moment plaatsvinden. Uw zorg is ook onze zorg. Wij communiceren de dekkingsgraad pas op 31 januari 2014. Ik zal u proberen uit te leggen waarom. Het herstelplan van ABP loopt af in 2013. In dit herstelplan staat dat we op 31 december 2013 een dekkingsgraad van minimaal 104,2% moeten hebben.
van de pensioentoezegging en de herstelopslag, dit komt voort uit het herstelplan en is de premie waarmee de buffers weer opgevuld moeten worden. Doordat er een versobering in de pensioenregeling komt (lager opbouwpercentage en hogere pensioenleeftijd), kan de kostendekkende premie worden verlaagd. De herstelopslag (op jaarbasis 3,0%) blijft gehandhaafd zolang de verlaging van het pensioen niet ongedaan is gemaakt. Reactie op antwoord ABP: De premie, inclusief de door DNB verordonneerde extra herstelpremie tezamen met beleggingsopbrengsten, is blijkbaar onvoldoende om de reglementair beschreven ABP ambitie van (gedeeltelijk) indexeren te realiseren. Toch wordt de premie flink beperkt (van 25,4 naar 21,6%, voor militairen van 27,6 naar 26,9%). Dit is duidelijk een verkeerd signaal aan de deelnemers / gepensioneerden. De meerderheid van de deelnemersraad ABP (met uitzondering van de CMHF waarbij aangesloten de GOV/MHB defensie beroepsverenigingen) riep daarom op 28 november 2013 het ABP-bestuur op in ieder geval de herstelopslag op de premie niet eerder te laten vervallen dan nadat de dekkingsgraad weer op 135% staat en volledige indexatie weer een feit is. Vraag tweede KVEO lid: Ik ben zeer teleurgesteld in ABP. Waar andere pensioenfondsen spreken over indexeren, Unilever zelfs volledig, spreekt ABP over mogelijke verlaging of niet. Bovendien heeft uitvoering van het herstelplan voorrang boven indexe-
Momenteel worden er berekeningen gemaakt. Hierbij is zorgvuldigheid van belang. Het gaat immers om de pensioenen van miljoenen deelnemers. Wat we u nu al kunnen vertellen is dat we aan de goede kant van de streep zitten. Als de berekeningen klaar zijn, weten we of de pensioenen moeten worden verlaagd of niet. Als blijkt dat we niet hoeven te verlagen, zal het bestuur ook bekijken welke maatregelen er in het verleden zijn genomen om de financiële situatie van ABP te herstellen en of het mogelijk is om deze gedeeltelijk terug te draaien. Het nemen van deze beslissing gebeurt uiterst zorgvuldig en dat kost tijd. Dit besluit wordt op 30 januari ook nog voorgelegd aan de deelnemers- en werkgeversraad. Daarom kunnen wij u pas op vrijdag 31 januari informeren over deze beslissing. Dekkingsgraden van pensioenfondsen zijn niet zomaar met elkaar te vergelijken. Rendementen lopen uiteen doordat fondsen een verschillende verplichtingenstructuur, solvabiliteit, risicoprofiel en dus beleggingsmix hebben. Ook hanteren pensioenfondsen verschillend beleid voor het afdekken van valuta- en nominaal renterisico en varieert de samenstelling van de beleggingsmix per pensioenfonds. Daarnaast hebben sommige fondsen met een hogere dekkingsgraad een veel hogere premie dan ABP. Het vermogen van ABP is nog nooit zo groot geweest en de behaalde rendementen zijn zeer behoorlijk. Maar onder andere door de aanhoudend lage rente zijn de verplichtingen van ABP fors gestegen. Wij stellen uw reactie op prijs. Uw mail heb ik ook doorgestuurd naar onze afdeling Bestuurszaken zodat ook onze bestuurders ervan kennis kunnen nemen. Reactie op antwoord ABP: Volgens de Pensioenwet moet er bij voorwaardelijke toeslagverlening een consistent geheel zijn tussen de gewekte verwachtingen, de financiering en het realiseren van voorwaardelijke toeslagen. De gebruikte termen zijn vaag en worden in gedetailleerde regelgeving van de minister nader toegelicht. Hoe dan ook, het is van belang voor allen om een duidelijk toeslagsysteem te hebben. Een toeslag- / indexatie systeem dat gemiddeld voldoende koopkrachtbehoud biedt over de jaren aan een ieder. Daarbij moet zo mogelijk en zo nodig rekening worden gehouden met de kortere horizon van oudere deelnemers en gepensioneerden. Maart 2014
11
ABP stelt: Het ABP-vermogen is nog nooit zo hoog geweest (€ 300 miljard). Maar ook zijn de pensioenpremies nog steeds hoger dan de uitkeringen (respectievelijk € 9,01 en € 8,2 miljard, cijfers 2012). Maar het fondsvermogen moet ook voldoende hoog blijven om alle generaties over een goed pensioen te doen beschikken. Het gaat niet op om steeds kunstmatige tegenstellingen te suggereren tussen alleen jong en oud. We kennen een collectief en solidair sys teem, waarbij er vele soorten van solidariteit zijn: jong / oud, vroeg overlijdend / laat overlijdend, man / vrouw, ziek / gezond, generaties met een hogere levensverwachting en met een lagere levensverwachting. Maar voor allen is een pensioen met voldoende koopkrachtzekerheid, voldoende consis tentie en bestendigheid en dus met een modewoord een duurzame indexatie van groot belang. Pensioenfonds PGGM zegt: “Een pensioen zonder indexatie is als een boterham zonder beleg”. Onze KVEO-vraagsteller stelt het zo: “indexatie moet voorrang hebben”.
AOW/SVB WIJZIGINGEN Koopkrachttegemoetkoming (KOB) verlaagd Iedereen die AOW krijgt, ontvangt automatisch de tegemoetkoming KOB (Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen). De KOB wordt maandelijks samen met uw AOW-pensioen overgemaakt. Vanaf 1 februari 2014 is de tegemoetkoming KOB verlaagd van € 25,59 naar € 25,12 per maand. Nieuwe regels voor ongehuwde AOW’ers met een latrelatie Vooruitlopend op wetgeving past SVB vanaf 1 februari 2014 nieuwe regels toe voor twee ongehuwde AOW’ers die ieder een eigen huur- of koopwoning hebben en de meeste tijd samen in dezelfde woning verblijven. Jaaropgave 2013 en AOW-specificatie van januari 2014 Tussen 24 januari en 4 februari 2014 heeft u de specificatie van januari 2014 en uw jaaropgave over 2013 thuisgestuurd gekregen samen met het blad ‘Mijn AOW’. Achter op uw specificatie over januari en op de toelichting achter op de jaaropgave vindt u belangrijke informatie, zoals de dagen waarop u uw AOW en vakantiegeld ontvangt. Algemene heffingskorting veranderd Vanaf 1 januari 2014 is de algemene heffingskorting veranderd. Deze korting op de te betalen belasting en premie volksverzekeringen is hoger en tegelijkertijd inkomensafhankelijk. Het gevolg van de verandering is dat u vanaf een belastbaar inkomen van € 19.645 in 2015 mogelijk een hogere naheffing van de Belastingdienst kunt krijgen. Partnertoeslag voor hogere inkomens wordt afgebouwd Het kabinet wil de partnertoeslag voor AOW’ers met een ho-
12
Mededelingenblad
ger inkomen vanaf 1 januari 2015 in 3 jaar afbouwen. Dit staat in een wetsvoorstel dat is aangenomen door de Tweede Kamer. Het ligt nu ter behandeling bij de Eerste Kamer. DigiD voor Nederlanders in het buitenland Nederlanders die in het buitenland wonen, kunnen vanaf nu bij een aantal balies in Nederland terecht om een DigiD aan te vragen. AOW-leeftijd verhoogd Op 1 januari 2014 is de AOW-leeftijd met één maand omhooggegaan, van 65 plus een maand naar 65 jaar plus twee maanden. Bron: www.svb.nl
OPTIES PENSIOENCONTRACT Het kabinet presenteerde in 2013 een tweetal mogelijke pensioencontracten: het nominale en het reële contract. Inmid-
dels heeft staatssecretaris Jetta Klijnsma laten weten (met planningsbrief pensioenen 2014 van 4 februari) dit voorjaar met een wetsvoorstel nieuw pensioencontract naar de Tweede Kamer te komen. Dit contract wordt een tussenvariant van het nominale en het reële contract. De beoogde datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel is 1 januari 2015. In een eerder Mededelingenblad is beschreven wat onder een nominaal en wat onder een reëel contract wordt verstaan. In het kort staat het nominale systeem voor een pensioen dat gegarandeerd (97,5%) gelijk is aan het door u opgebouwde nominale pensioen met de ambitie tot, maar geen zekerheid van indexatie. Het reële pensioensysteem staat voor een pensioen met een niet gegarandeerd onzeker ‘reëel’ pensioen maar met indexatie. Een groot nadeel van het overgaan naar een reëel nieuw pensioencontract is dat de dekkingsgraad naar verwachting direct 30% lager wordt wegens de verplichte indexatie. Dit met kortingen als gevolg. U blijft op de hoogte via de site van de KVEO. Ook zullen interessante ontwikkelingen en informatie van onze pensioenkoepel NVOG worden gemeld op de website www.kveo.nl.
PROCEDURE AOW-GAT De gezamenlijke bonden spanden op 16 januari 2014 een civiele procedure aan tegen de Nederlandse Staat. Inzet is het onterecht verhogen van de AOW-leeftijd zonder overbruggingsperiode. Dit treft met name hen die vroegtijdig stopten / veelal moesten stoppen met werken en die van mening waren dat ze netjes op hun 65e de AOW-uitkering zouden ontvangen. Bij de militairen is het met name de UGM militair die wordt getroffen. De rechter Den Haag heeft op 26 februari in zijn uitspraak (ECLI:NL:RBDHA:2014:2343) de vakbonden en de Stichting Belangen AOW-gat niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tegen de Staat. Zij hadden aan de burgerlijke rechter gevraagd te verklaren dat de verhoging van de AOW-leeftijd onrechtmatig is jegens sommigen van hun achterban en wilden via deze rechter afdwingen dat de Staat de Wet verhoging AOW en Pensioenrichtleeftijd voor hen buiten werking stelt. Door de wet wordt de AOWleeftijd stapsgewijs verhoogd van 65 naar 67 jaar. Voor veel mensen dreigt er dan een AOW-gat te ontstaan dat niet geheel door een overbruggingsregeling gedicht kan worden.
stuursrechter als het gaat om besluiten op een aanvraag van een AOW-uitkering of een overbruggingsregeling. Dat de vakbonden en de Stichting de belangen van gedupeerden hebben gebundeld, rechtvaardigt niet dat voor hen de weg naar de burgerlijke rechter open komt te staan. Het belang van een goede taakverdeling tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter en het voorkomen van tegenstrijdige beslissingen, weegt zwaarder dan het belang van toekomstige AOW-gerechtigden om op korte termijn duidelijkheid te krijgen over hun rechtspositie. De stelling van de vakbonden dat de wet ingrijpt in bestaande cao’s en sociale plannen is volgens de Haagse rechtbank door hen onvoldoende concreet gemaakt en dient geen eigen belang. Voor een gang naar de burgerlijke rechter is een aantasting van een specifiek eigen belang van de vakbonden nodig.
De Haagse rechtbank is van oordeel dat er voor de burgerlijke rechter geen taak is weggelegd omdat individuele gedupeerden zelf beroep kunnen instellen bij de beMaart 2014
13