Pedagogisch werkplan SKSG Rode Pimpernel BSO Kameleon
Inhoud 1. Inleiding 2. Pedagogisch beleidsplan SKSG 3. Onze visie 4. Beleid in ons dagelijkse werk 5. Ons team 6. Samenwerking met ouders Bijlagen:
Handige kaart
Protocollen
Folder oudercommissie
SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 2
1. Inleiding Pedagogisch beleidsplan ‘Het mooiste dat je kunt worden is jezelf’ is de Pedagogische visie van de SKSG. In het beleidsplan van SKSG staan de uitgangspunten voor onze dagelijkse omgang met de kinderen binnen onze kindercentra en onze gastouderopvang. In het beleidsplan staat beschreven wat wij als SKSG doen en waarom we dat zo doen. Pedagogisch werkplan In het pedagogisch werkplan van de Rode Pimpernel vertellen we, met in ons achterhoofd de pedagogische uitgangspunten, wat onze specifieke visie is en hoe we werken. We beschrijven hoe we omgaan met kinderen in de dagelijkse praktijk. Dit werkplan biedt dus inzicht in onze werkwijze en is een praktische uitwerking van onze uitgangspunten. Het pedagogisch werkplan krijgt u op het moment dat u een kennismakingsgesprek heeft bij de Rode Pimpernel van een pedagogisch medewerker. Bijwerken Dit pedagogisch werkplan is niet voor ‘eeuwig’ vastgelegd. Omdat ons werk in ontwikkeling is, de maatschappij verandert en inzichten in de loop van de tijd kunnen veranderen, houden wij ons werkplan regelmatig up- to- date. Een keer per 3 jaar lopen we ons werkplan weer na en wordt de inhoud eventueel aangepast. Naast onze medewerkers hebben ook ouders, die zitting hebben in de oudercommissie, invloed op de inhoud van dit werkplan. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over onze werkwijze, ons pedagogisch beleidsplan of dit werkplan, dan horen we dat graag!
De locatiemanager en pedagogisch medewerkers van BSO Rode Pimpernel
SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 3
2. Pedagogisch beleidsplan SKSG In het pedagogisch beleidsplan van de SKSG vertellen we wat wij doen en waarom we dat zo doen. We vatten kort onze pedagogische uitgangspunten samen. ’n Veilig en vertrouwd gevoel.’ Kinderen kunnen zich alleen optimaal ontwikkelen als zij zich veilig en vertrouwd voelen. Door o.a. herkenbaarheid in dagritme, inrichting van ruimten en duidelijke regels en vaste rituelen geven we kinderen houvast en continuïteit. ‘Dat kan ik zelf!’ Kinderen hebben uitdagingen nodig om te kunnen groeien en leren. Om zelfredzaam te bevorderen en zelfstandig te worden, leren we kinderen al vroeg op hun eigen niveau keuzes maken. Dat geeft een goede basis voor later. ‘Iedereen is welkom’ Elk kind is van harte welkom en wij doen er alles aan om dit te laten merken. Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met verschillen in onze samenleving en we denken dat je daar niet vroeg genoeg mee kunt beginnen. ‘Samen spelen, samen delen’ Kinderen ontmoeten elkaar in het spel en de dagelijkse activiteiten. Op deze manier leren zij spelenderwijs met elkaar omgaan. In dit contact, met andere kinderen en pedagogische medewerkers, leren zijn zichzelf beter kennen en ook de ander. Dit vinden wij een belangrijke meerwaarde en daar maken we dan ook dankbaar gebruik van. ‘Lekker spannend’ Uitdaging en spanning zijn belangrijk voor kinderen, mits binnen de grenzen van veiligheid en vertrouwen. Wij nodigen kinderen uit om zelf op verkenning te gaan, zodat zij op zichzelf leren te vertrouwen en zich daardoor verder kunnen ontwikkelen.
SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 4
3. Onze visie Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich veilig en vertrouwd voelen op onze BSO groepen. Op de BSO is er tijd voor rust en ontspanning. Wij realiseren ons dat we met kinderen van 4 tot 12 jaar werken. En dat iedere leeftijdsgroep verschillende behoeften heeft. Wat voor alle leeftijdsgroepen voorop staat, is dat er respect is voor de ander. Voor de leeftijdsgroep van 4-6 jaar zijn de volgende punten van belang: spelen vaak en graag in de nabijheid van de pedagogisch medewerker, zoeken lichamelijk- en oogcontact directe aanwezigheid, verbale en non verbale aanmoediging, en soms spelideeën van de pedagogisch medewerker nodig om tot eigen spel te komen en conflicten op te lossen 4 jarigen spelen het liefst met leeftijdsgenoten 6 jarigen spelen graag met oudere kinderen van 6 tot 12 jaar in grote groepen komen ze minder gemakkelijk tot geconcentreerd spel ze spelen het beste in subclubjes, 2 tot 4/5 kinderen ontwikkelen speciale vriendschapsbanden met andere kinderen Voor de leeftijdsgroep van 6-8 jaar zijn de volgende punten van belang: nieuwe kijk op zichzelf ontwikkelen hechter groepsgevoel ontwikkelen eigen plaats binnen de groep verwerven saamhorigheid ervaren; thuis en in de groep veel energie hebben grotere interesse in het lichaam krijgen interesse krijgen in het lichaam van de andere sekse, nieuwsgierig zijn hoe dat eruit ziet actief onderzoeken, veel initiatieven nemen zich vergelijken met anderen op het gebied van kennis en prestaties, bezig zijn met winnen en verliezen competitie-element in het spel belangrijk vinden inzicht krijgen in goed en kwaad aandacht hebben voor het spel van oudere kinderen het vragen om herhalen van regels als structuur en duidelijkheid behoefte hebben aan rollenspellen meer bewust zijn van eigen identiteit evenwicht zoeken tussen thuis/groep/individu volwassenen erbuiten houden verantwoordelijkheid op zich nemen Voor de leeftijdsgroep van 9-12 jaar zijn de volgende punten van belang: opkomen voor vrienden als groep een eigen karakter hebben, een eigen plek en eigen codes erkenning en waardering van de groep willen hebben ontwikkelen van individuen komt meer uit elkaar te liggen veel en graag buiten spelen groeispurt doormaken zich ongemakkelijk in het eigen lichaam voelen kattenkwaad uithalen op een andere manier tegen de omgeving aankijken SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 5
er geheimpjes op na houden afzetten tegen andere groepen concentratievermogen wordt minder sport belangrijk vinden 4. Beleid in ons dagelijkse werk Een veilig en vertrouwd gevoel! Wij zijn van mening dat kinderen zich veilig en vertrouwd gaan voelen wanneer er sprake is van vaste rituelen, bekende gewoontes en gebruiken. Als kinderen met regelmaat dezelfde kinderen en dezelfde medewerkers tegenkomen krijgen zij de gelegenheid daar een band mee op te bouwen. Op de BSO werken we met een vast team van pedagogische medewerkers. In ons kindercentrum willen we een situatie creëren waarin kinderen zich thuis, veilig en geborgen voelen. Daarom is een bekend gezicht heel belangrijk. Het bieden van een veilige basis, waarin kinderen zich prettig voelen en zichzelf kunnen zijn beschouwen wij als een basale pedagogische doelstelling voor al onze vormen van kinderopvang. Kinderen hebben er behoefte aan zich allereerst thuis te voelen, een veilige basis vormt voor hen voorwaarde om te kunnen groeien. (Stam)groepen Om de kinderen een betrouwbare en vaste omgeving te bieden gaan zij naar een vaste stamgroep. Dat wil zeggen dat de kinderen een aantal activiteiten (zoals samen eten en drinken, en verjaardag vieren) binnen een bepaalde groep samen doen. De pedagogische medewerkers van de stamgroep zijn de mentoren van de kinderen, waar de ouders door geïnformeerd worden en die met hen overleggen over hun kind. Daarnaast kunnen kinderen in bijvoorbeeld leeftijdsgroepjes, of activiteitengroepen, deelnemen aan verschillende activiteiten. Bij ons op de BSO gaat dat doorgaans zo: regelmatig worden er activiteiten binnen en buitens huis aangeboden op de BSO. Na het eten en drinken beginnen we vaak met een activiteit. De pedagogische medewerkers vragen aan de kinderen of ze zin hebben om deel te nemen aan de activiteit. Aan de activiteit mogen kinderen van verschillende groepen deelnemen. Zo kan het zijn dat een groepje kinderen gaat voetballen en een ander groepje kinderen gaat knutselen. BSO is vrije tijd voor de kinderen, deelnemen aan een activiteit is dus niet verplicht. Wij hebben het standpunt dat wij ons en onze activiteiten aanpassen aan de kinderen die gebruik (willen gaan) maken van het kindercentrum. De BSO kent de volgende stamgroepen:
SKSG Kameleon Groep Dolfijnenzee
4-8 jaar
maximaal 20 kinderen
Groep Spinnenweb
4-8 jaar
maximaal 20 kinderen
Groep Koalaboom
4-8 jaar
maximaal 20 kinderen
Op onze groepen hanteren we de regels die gelden over groepsgrootte en het aantal pedagogisch medewerkers zoals beschreven in de kwaliteitsregels van de Wet Kinderopvang. Extra dagdelen Wanneer een ouder structureel of incidenteel een extra dag(deel) opvang aanvraagt, kan het voorkomen dat er op dat moment op de vaste stamgroep van het kind geen plaats. In dat geval wordt het kind tijdelijk voor de SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 6
betreffende dag (deel), in een andere stamgroep geplaatst. Dit met toestemming van de ouders, die geregeld wordt via het toestemmingformulier opvang in een 2e stamgroep . Rituelen en gebruiken We vieren op de BSO regelmatig een feestje, bijv. verjaardagen van de kinderen en de pedagogische medewerkers, afscheid, seizoensgebonden feesten als Pasen, Sinterklaas, Kerst. Daarnaast hebben we een vast dagritme, daar wordt wel eens van afgeweken, maar we merken dat kinderen het heel plezierig vinden dat ze weten wat er gaat komen. Dagritme Het dagritme wordt bepaald door de behoefte die de kinderen hebben aan eten, actief te zijn en weer te ontspannen. Ons dagritme ziet er als volgt uit: Als de kinderen uit school komen gaan we aan tafel. Dan eten en drinken we wat. Alle kinderen nemen deel aan dit gezamenlijke eet en drink moment. Daarna mogen de kinderen vrij spelen. Naast het vrije spel bieden we geregeld activiteiten aan waar kinderen aan mee kunnen doen. De kinderen ruimen op voordat ze beginnen aan een nieuw spel. Aan het eind van de middag gaan de kinderen, die er zin in hebben, fruit eten. Als Roos uit de klas komt wordt ze opgehaald door een pedagogische medewerker van de BSO. Samen met de andere kinderen gaat ze in de taxi. Als Roos op de BSO komt ruimt ze haar jas en tas op. Ze ziet dat haar zus Marieke er ook al is. Marieke mag zonder pedagogisch medewerker van school naar de BSO lopen. Straks als Roos wat ouder is mag zij ook zonder de pedagogisch medewerker van school naar de BSO lopen. Voordat Roos gaat spelen gaat ze met de kinderen en pedagogische medewerkers aan tafel. Marieke zit niet bij Roos aan tafel, zij eet met de andere oudste kinderen in de ‘oudsten’ hoek. Daar mogen ze hun eigen cracker smeren. Als Roos klaar is met eten en drinken ruimt ze samen met pedagogische medewerkers en kinderen op. Roos ziet, dat er al een groepje aan het knutselen is op de (buur)stamgroep en ze schuift gezellig aan. Er worden paddenstoelen geknutseld, want het is herfst. Aan het eind van de middag eet Roos fruit en dan komt haar vader haar ophalen. Hij praat met de pedagogische medewerker en dan neemt Roos afscheid: ‘tot de volgende keer!’ Wennen en elkaar leren kennen Kinderen en ouders die voor het eerst bij ons komen krijgen alle gelegenheid om aan ons te wennen, en andersom geldt dat natuurlijk ook. De pedagogische medewerker neemt tijdig contact op met de ouders, want voordat een kind op de BSO komt houden we een kennismakingsgesprek. Tijdens het kennismakingsgesprek worden het dagritme en rituelen besproken. Verder stellen we vragen over het kind en of er bijzonderheden zijn. Meestal komt het kind mee, zodat het alvast op de groep kan spelen en kan kennismaken met de pedagogische medewerkers en de kinderen. Zo kunnen de ouders zien hoe wij werken en kan het kind vanuit zijn veilige omgeving (de ouders) wennen aan ons. Samen gaan we dan de groepen en speelruimtes bekijken en kennismaken met de andere pedagogische medewerkers van de (‘buur’)stamgroep. De periode die een kind nodig heeft om te wennen verschilt vaak per kind. Vandaar dat dit in overleg gaat met de ouders. Overgaan van de ene groep naar de andere, van het KDV naar de BSO. Wanneer kinderen overgaan van de ene groep naar de andere, wordt er aandacht besteed aan het wennen. Op de hoofdlocatie spelen de kinderen regelmatig in de andere groepsruimten en zijn daardoor vaak al bekend met andere pedagogische medewerkers en kinderen. Dit wennen in een nieuwe groep gaat daardoor al een stuk SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 7
gemakkelijker. Op de dependances gaat het wennen op afspraak en mag zo vaak als nodig is. 8+ kinderen gaan altijd over naar het Trefpunt of de Wiershoeck, ook hier is tijd om te wennen. Dat kan ik zelf! Kinderen ontmoeten elkaar in het spel en bij de dagelijkse activiteiten. Zo leren zij spelenderwijs met elkaar omgaan. In het contact met andere kinderen en leidsters leren zij niet alleen de ander, maar ook zichzelf beter kennen. In het spel en de dagelijkse activiteiten vinden kinderen aan de ene kant herkenning en vertrouwdheid, maar ook spanning en uitdaging. Kinderen leren hun eigen grenzen kennen, zowel geestelijk als lichamelijk. Wij nodigen kinderen uit zelf op verkenning te gaan, zodat zij leren op zichzelf te vertrouwen en zich daardoor weer verder te kunnen ontwikkelen. BSO is vrije tijd Op de BSO vindt er veel vrij spel plaats. Kinderen kunnen knutselen, lezen, ravotten, spelletjes doen etc. BSO is vrije tijd en daarom gaan kinderen veel hun eigen gang. Ieder kind mag zijn eigen spel invullen. Kinderen spelen op verschillende plekken, zo gebeurt het dat kinderen soms ook zonder toezicht spelen. De verschillende speelplekken zijn allemaal zo ingericht dat het verantwoord is dat een kind ergens alleen speelt. Op een schoolplein, bij bijvoorbeeld de Vlindertuin, hebben ouders toestemming gegeven dat hun kind zonder toezicht speelt. Schoolkinderen vanaf 7 á 8 jaar moeten afspraken kunnen maken met de pedagogische medewerkers zodat ze zich uit het zicht van de pedagogische medewerkers kunnen bevinden. Deze kinderen spelen dan bijvoorbeeld op een plek buiten waar even geen toezicht is. Wel hebben we als pedagogische medewerkers het overzicht. Uit het zicht, maar niet uit het hoofd! Naast het vrije spel bieden we ook regelmatig activiteiten aan zoals; sport en spel, knutselen, koken. Kinderen zijn vrij in de keuze om deel te nemen aan deze activiteiten. Als we koekjes bakken en de oudsten willen bijvoorbeeld liever buiten spelen, dan is dit prima. Omdat ieder kind zijn eigen behoeftes heeft proberen wij verschillende activiteiten te organiseren. Naast de activiteiten op de BSO maken we ook uitstapjes, dit doen we vooral in vakanties of op dagen dat het zich toelaat. Bij deze uitstapjes gaan de kinderen doorgaans allemaal mee. ´Iedereen is welkom!´ Omgaan met verschillen Elk kind is van harte welkom en wij doen er alles aan om dit te laten merken. Respect hebben voor elkaar en elkaars eigenaardigheden hoort daarbij. We vinden het belangrijk dat alle kinderen de kans krijgen de waarden en normen, de ‘cultuur’ van de samenleving waar zij deel van uit maken eigen te maken. Het kindercentrum biedt hen hiertoe als ontmoetingsplaats een bijzondere gelegenheid. Het kindercentrum is immers een bredere samenleving dan het gezin, waar kinderen op een vanzelfsprekende en natuurlijke wijze kennis kunnen maken met de diversiteit die onze samenleving kenmerkt. Bij de verschillende culturen houden we bijvoorbeeld rekening met de voeding. Positieve aanpak Ons uitgangspunt is om kinderen positief te benaderen. We prijzen kinderen vaak in hun spel en in hun mogelijkheden, hierdoor is er minder behoefte en ruimte om negatieve aandacht te vragen. Door kinderen positief te benaderen krijgen ze zelfvertrouwen en voelen ze zich gewaardeerd. Er zijn bij ons een aantal regels, SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 8
groepsregels, die wij zo soepel mogelijk proberen te hanteren. Correcties zijn afhankelijk van het kind en de situatie. Sommige kinderen hebben aan één blik of één woord al genoeg, anderen vragen we na een paar waarschuwingen en duidelijke instructies even apart te gaan zitten, een middel om het kind duidelijk te maken dat hij/zij echt te ver is gegaan. We leggen uit wat we doen, hoe jong of oud de kinderen ook zijn. Na een korte tijd bespreken we met het kind wat er gebeurd is en maken we het weer goed. We sluiten het af. We overleggen met ouders hoe wij met corrigeren omgaan en hoe ouders er zelf thuis mee omgaan. Als een kind regelmatig negatieve aandacht vraagt proberen we te achterhalen wat hiervan de oorzaak is en hoe wij hier mee om kunnen gaan. Tycho en Sem spelen op de gang. Ze zijn aan het ravotten en stoeien. Ook zijn er een paar meiden een hut aan het bouwen op de gang. De jongens houden hier geen rekening mee. De meiden melden dit bij de pedagogische medewerker. De pedagogische medewerker bespreekt dit met Tycho en Sem en ze maken afspraken over het spelen in de gang. Ook spreken ze af dat als het niet lukt ze naar buiten gaan om te ravotten. Na tien minuten komen de meiden weer bij de pedagogische medeweker, want de jongens laten hen niet met rust. Waarop de pedagogische medewerker tegen Tycho en Sem zegt dat ze nu even naar buiten moeten gaan. De kinderen leren op de BSO ook hoe ze horen om te gaan met materiaal en speelgoed. Kinderen wordt geleerd om na het spelen op te ruimen. Met knutselmateriaal wordt zorgvuldig omgegaan. Kinderen leren wat ze zelf mogen pakken en hoeveel. Ook zijn er materialen die ze niet zelf mogen pakken, maar wat ze moeten vragen aan de pedagogische medewerker. Na het knutselen ruimen we samen op. Samen spelen, samen delen Kinderen ontmoeten elkaar in het spel en de dagelijkse activiteiten. Zo leren zij spelenderwijs met elkaar omgaan. In het contact met andere kinderen en pedagogische medewerkers leren zij niet alleen de ander, maar ook zichzelf beter kennen. Dit vinden wij een belangrijke meerwaarde van de opvang in groepen en wij maken daar dan ook graag gebruik van! Samenspelen met andere kinderen; onderlinge relaties bevorderen Er is altijd sprake van relaties tussen kinderen, meestal zijn deze positief. Er zijn al vele vriendschappen gesloten binnen een groep. De pedagogische medewerker heeft een begeleidende rol, bijvoorbeeld bij een conflictsituatie tussen twee kinderen of wanneer kinderen in een bepaalde combinatie te bepalend worden in de groep. We geven de kinderen ruimte om zelf iets op te lossen, ook stimuleren we een kind om voor zichzelf op te komen als dit nodig is. Als kinderen een conflict hebben, kijkt de pedagogische medewerker het eerst aan en grijpt in als het nodig is. De pedagogische medewerkers kunnen dan door actief te luisteren de kinderen hierin begeleiden. Wij leren de kinderen dat wij samen verantwoordelijk zijn voor elkaar, de ruimte en de sfeer bijvoorbeeld; door samen op te ruimen. Ook leren de kinderen rekening houden met elkaar, doordat er gedeeld moet worden.
Roos wil graag op de trampoline springen, maar deze is bezet. Roos overlegt met Jan of zij straks ook even mag springen. Jan heeft geen zin om te stoppen met springen en stuurt Roos weg. Zij vraagt aan de pedagogische medewerker of zij straks ook even mag springen. De pedagogische medewerker overlegt met Jan en legt uit dat Roos ook aan de beurt moet komen. SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 9
Marieke wil graag computeren. Marieke weet hoe het gaat op de BSO. Er zijn veel kinderen die op de computer willen. Dus geeft Marieke aan de pedagogische medewerker door dat ze ook graag achter de computer wil. De pedagogische medewerker schrijft haar naam op, zodat ook Marieke aan de beurt komt. We hebben namelijk afspraken over het gebruik van de computer: om de beurt, een kwartier per kind. Ook kennen we binnen de organisatie het protocol ‘’pc en internet gebruik’’ op de BSO. Deze is op te vragen bij de pedagogische medewerker van de groep. Samenwerking tussen de groepen / verschillende BSO locaties Op het hoofdgebouw zijn drie BSO groepen. Naast onze eigen BSO plein hebben we ook nog een tuin. Deze tuin hoort bij het KDV. Zo nu en dan spelen we samen in de tuin, daardoor hebben KDV- en BSO kinderen veel contact met elkaar tijdens het buiten spelen. Samen op de fiets of in de zandbak spelen. De oudste kinderen van de BSO vinden het leuk om zorg te dragen voor de jongere kinderen van het KDV. Zo gaan de oudste meiden wel eens helpen in de keuken of op de groep. Ook gebeurt het dat broertjes en zusjes bij elkaar op de groep komen spelen. De BSO groepen op de hoofdlocatie en de BSO groepen van de dependances werken ook samen. Zo voegen we de groepen tijdens de vakanties vaak samen en splitsen we de oudste kinderen van de jongste kinderen. Op die manier kunnen we gerichter activiteiten aan bieden, zodat er aan de behoefte van de leeftijdsgroep kan worden voldaan. Activiteitenaanbod kindercentrumbreed Op de groepen is veel speelgoed te vinden. Bij de aanschaf van speelgoed en materialen letten we op meerdere aspecten. We betrekken de kinderen hierbij. We kijken naar de kinderen in hun spel en zien wat in trek is of wat er ontbreekt en gaan ook met hen in gesprek om te polsen wat hun wensen zijn voor de inrichting van de groep. Kleine kinderen kunnen bijvoorbeeld door het knippen in speelgoedbladen aangeven wat ze graag willen en de oudere kinderen kunnen hun wensen kenbaar maken door dit op te schrijven. We kijken naar wat de kinderen nodig hebben om zich te kunnen ontwikkelen en wat ze leuk en uitdagend vinden om te doen. Door de kinderen bij de aanschaf van speelgoed te betrekken, proberen we aan de wensen van de kinderen te voldoen. Voor elke leeftijd is er speelgoed en materiaal te vinden op de groep. Verder hebben we veel mogelijkheden voor buitenspelen; voetballen, fietsen, in de zandbak etc. We proberen de kinderen altijd te motiveren om mee naar buiten te gaan of aan een bepaalde activiteit deel te nemen. Samen spelen, samen praten Samen spelen, samen delen en samen verantwoordelijk zijn is iets wat wij als basis aan de kinderen proberen te leren. Hierbij moet er uiteraard voldoende ruimte zijn om ook eens alleen te spelen, het gaat erom dat de kinderen op een natuurlijke manier leren dat je eens iets moet delen en dat je eerst samen moet opruimen voordat je bijvoorbeeld aan tafel kunt gaan.
Wij stimuleren het samen dingen ondernemen door bijvoorbeeld:
gezamenlijk spelletjes doen
samen opruimen
op elkaar wachten met eten tot iedereen aan tafel zit
gezamenlijk uitstapjes maken
op de bank met elkaar lezen
gezamenlijk eten en drinken SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 10
bemiddelen in conflictsituaties
naar elkaar luisteren tijdens een groepsgesprek
openlijk praten over verschillen en overeenkomsten in sekse, eetgewoonten, religie en opvoeding
Tijdens het eten is er ruimte voor gesprekken, kinderen kunnen hun verhaal kwijt over het weekend of de schooldag. Verder letten we op het taalgebruik en corrigeren we kinderen hierin. Als iemand iets wilt vragen aan een kind of pedagogische medewerker wordt dit netjes en met respect gedaan. Tijdens het eten vertelt Sem aan pedagogische medewerker over zijn weekend. Hij vertelt dat hij naar zijn opa is geweest en wat hij daar allemaal heeft gedaan. Roos wil ook graag vertellen over haar weekend. De pedagogische medewerker geeft aan dat ze eerst samen naar Sem zijn belevenissen gaan luisteren en dat daarna Roos mag vertellen over haar weekend. Als Maaike nog een cracker wil, zegt ze tegen de pedagogische medewerker ‘ik heb het op’, de medewerker vertelt haar dat ze dan mag vragen om meer. Jan heeft nog niets verteld en zit stil voor zich uit te kijken, dus vraagt de pedagogische medewerker; ‘Jan heb je het leuk gehad op school? Wat heb je vandaag gedaan?’ Jan vertelt over zijn dag en de andere kinderen luisteren. Tijdens het eten zijn er veel kinderen die iets willen vertellen of vragen. Door hier samen met de kinderen duidelijke afspraken over te maken komt niemand aandacht te kort. Eigen speelgoed mee naar de BSO Eigen speelgoed meenemen naar de BSO is de verantwoordelijkheid van de ouders. Er is voor kinderen veel aanbod in speelgoed op de BSO. Kinderen mogen wel eigen speelgoed meenemen, omdat ze soms iets willen laten zien of omdat ze aan iets gehecht zijn. Met het kind wordt dan vaak een plek afgesproken waar we het bewaren. Als kinderen op de groep met eigen speelgoed spelen, attenderen we hen erop dat ze het goed moeten opruimen op de afgesproken plek. Lekker spannend Wij vinden het belangrijk dat kinderen hun eigen grenzen leren kennen. Daarom nodigen wij kinderen uit om op verkenning uit te gaan. Een uitdagende speelomgeving, zowel binnen als buiten bevordert deze ontdekkingsreis. Voor zowel de jongste kinderen als de oudste kinderen zorgen wij voor een wisselde speel/leer omgeving, zodat het lekker spannend en uitdagend blijft. Zo mogen de oudsten bijvoorbeeld meer dingen zelfstandig ondernemen als zij hier aan toe zijn. Dit wordt altijd besproken met de ouders. We hebben zelfstandigheidcontracten waarin ouders samen met hun kind kunnen aangeven wat hun kind zelfstandig mag/kan doen. Het is lekker weer en op het plein is het druk. Keith en Joshua hebben zin om te gaan voetballen en vragen aan de pedagogische medewerker of ze naar een veldje in de buurt mogen. De pedagogische medewerker geeft toestemming, want in het contract met de ouders staat dat ze zelfstandig naar een speelveldje mogen gaan. Op de hoofdlocatie zijn de BSO groepen; het Zeepaardje, de Tijgerjungle en het Koekoeksnest te vinden. Naast de ruime groepsruimtes, waarin veel speelhoeken en speelmogelijkheden te vinden zijn, beschikken de groepen nog over een ruim atelier.
SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 11
Het grote plein biedt veel mogelijkheden zoals; voetballen, fietsen, rennen, klimmen, zandbak etc. Er is een aparte tuin voor de BSO kinderen. Ook kunnen we gebruik maken van de centrale keuken, daar kunnen we koken met de kinderen. Op de dependance aan de Onnemaheerd, de Dom Helder Camara school, zijn de BSO groepen; Dolfijnenzee, Koalaboom en Spinnenweb te vinden. Het zijn ruime groepen, waarin veel speelhoeken en speelmogelijkheden te vinden zijn. Op de gang kan ook gespeeld worden. Het plein is betegeld en de kinderen kunnen er voetballen, fietsen, etc. Naast het plein mogen de kinderen ook onder toezicht spelen op het grasveld naast de school. Ook kan de BSO op bepaalde tijden gebruik maken van de gymzaal van de school. Op de BSO locatie de Beijumkorf aan de Fultsemaheerd, is de Vlindertuin gevestigd. Deze BSO bestaat uit 1,5 groep. Boven is er een grote ruimte met veel speelmogelijkheden. Beneden is een wat kleinere groep voor de jongste (4-5) kinderen, deze ruimte wordt gedeeld met de peuterspeelzaal. Hiernaast is een afgesloten buitenruimte. Tevens is er een groot plein waar kinderen kunnen spelen. Ook kunnen we gebruik maken van de gymzaal van de school. Tegenover de Vlindertuin is een basketbalplein en een speelveld te vinden waar kinderen onder begeleiding of met toestemming alleen mogen spelen. Over het algemeen streven we er naar dat kinderen elke dag, ook bij wat minder weer, naar buiten gaan. We stimuleren kinderen in het buiten spelen, door bijvoorbeeld buiten een activiteit te organiseren TOP binnen SKSG Rode Pimpernel (Trefpunt en Wiershoeck) TOP betekent Tijd voor Ontspanning en Plezier en is een manier van werken op de BSO, die juist voor oudere kinderen de BSO aantrekkelijker moet maken. De kinderen worden uitgedaagd in hun verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Zij hebben een stem en mogen meebeslissen. De activiteiten zijn afgestemd op hun interesses en zijn afwisselend. Ook kan TOP nog een stap verder gaan: kinderen begeven zich in kleine groepjes buiten de deur van de BSO, zonder directe begeleiding van een volwassene. Te denken valt aan het deelnemen van een cursus in een buurthuis of sportvereniging. Voordat een kind dit kan, moet het een individueel traject afleggen. Een zelfstandigheidstraining, waarin het kind laat zien, dat het deze bewegingsvrijheid aankan. Ouders moeten toestemming geven, als een kind meedoet aan de TOP activiteiten. Er dient voldoende vertrouwen en goede afspraken tussen kind, ouders en pedagogische medewerkers te zijn. De pedagogische medewerkers die werken met kinderen die deelnemen aan het TOP programma hebben hiervoor een training gevolgd, nieuwe medewerkers gaan op korte termijn een training over het werken met TOP volgen. Bij de TOP horen ook de TOP-contracten waarin afspraken staan die in overleg met de ouder, het kind en de pedagogische medewerker staan genoemd. Bij gemaakte afspraken kun je denken aan een kind mag zelfstandig voetballen op het grasveld in de straat. Veiligheid en Gezondheid Om voldoende uitdaging en leermomenten te kunnen bieden, kunnen niet alle risico’s worden afgedekt. Ons beleid is er op gericht deze risico’s tot een minimum te verkleinen en de kans op ernstig letsel te voorkomen. Jaarlijks wordt er een zogeheten risico-inventarisatie uitgevoerd waarmee de veiligheid en hygiëne van de BSO groepen in kaart worden gebracht en waar zo nodig maatregelen worden getroffen. Jaarlijks brengt de GGD een
SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 12
inspectie bezoek waarin zowel gekeken wordt naar de risico-inventarisatie en het gezondheidsrapport. Het rapport hiervan is voor de ouders ter inzage op de BSO groep. Ongelukken en calamiteiten Een aantal medewerkers van de BSO Rode Pimpernel heeft een kinder EHBO-certificaat en tevens zijn er een aantal medewerkers opgeleid tot Bedrijfshulpverlener (BHV’er). Jaarlijks wordt er een ontruimingsoefening gedaan. Brandmeldinstalatie aanwezig. Zie voor verdere informatie het protocol ‘fouten, ongevallen en bijna ongevallen’. Achterwacht Indien er op een locatie slechts 1 medewerker aanwezig is, is een collega van een andere locatie oproepbaar als achterwacht. Deze kan in 15 minuten aanwezig zijn. Voor de locaties Vlinderboom en Wierde is Kameleon de achterwacht. Op de Rode Pimpernel zijn ze nooit alleen in het gebouw, daarnaast zij daar ook nog 5 groepen van het kinderdagverblijf gehuisvest waardoor altijd meerdere PM-ers aanwezig zijn. Observaties De ontwikkeling van elk kind wordt regelmatig in een pedagogisch werkoverleg aan de orde gesteld. Een keer per jaar wordt elk kind intensief geobserveerd. Voor elke leeftijdsgroep wordt een aan de ontwikkeling van het kind aangepaste vragenlijst gebruikt. De pedagogische medewerkers kijken naar de volgende aspecten om het welbevinden van het kind te kunnen onderzoeken:
Het kind zelf: staat het open voor nieuwe dingen, is het nieuwsgierig, levenslustig, tevreden en ontspannen, heeft het kind zelfvertrouwen, is het evenwichtig.
De relatie van het kind met de pedagogische medewerkers: staat het kind open voor de pedagogische medewerkers, kan de pedagogische medewerker het kind gemakkelijk uitdagen om iets nieuws te proberen, durft het kind ondeugend te zijn en grapjes te maken, is het kind rustig en ontspannen in het contact, laat het kind emoties, zoals verdriet, pijn, vreugde of boosheid zien aan de pedagogische medewerkers.
De relatie van het kind met andere kinderen: staat het kind open voor contact, is het actief gericht op andere kinderen, geniet het kind van het samenzijn met andere kinderen, gaat het kind op in gezamenlijke bezigheden.
Het verslag van deze observatie wordt in de kindermap bewaard. Uiteraard brengen de pedagogische medewerkers de ouder(s) van het betreffende kind op de hoogte van het resultaat van de observatie van het kind. Dit door de ouders een 10 minuten gesprekje aan te bieden over de observatie. Observatie van de groep kinderen Eén van de meest bijzondere en waardevolle kenmerken van een kindercentrum is, dat de opvang plaatsvindt in groepen zodat een kind andere kinderen en volwassenen kan ontmoeten. Elk jaar observeren de leidsters het welbevinden van de groep als geheel. De pedagogische medewerkers onderzoeken de sfeer in de groep, het spelen, de activiteiten, het gebruik van de ruimte, de relaties van de kinderen onderling en hun betrokkenheid op elkaar, de structuur in de groep en de regels. Vervolgobservatie Wanneer wij goed kijken naar kinderen en naar hun spel, dan valt ons soms op dat een kind zich anders ontwikkelt dan verwacht. Dat hoeft echt niet zorgwekkend te zijn, maar het is voor ons wel een teken dat wij wat vaker en meer gestructureerd naar het kind gaan kijken. Het kan zijn dat we besluiten om het kind een aantal SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 13
keren extra te observeren. Natuurlijk leggen wij onze eventuele zorg en onze vragen ook aan de ouders voor, dat staat voorop. Indien nodig overleggen wij met de ouders en met elkaar en vragen we advies aan onze pedagogisch deskundige. Samen bespreken we een eventuele aanpak van het kind in de groep als dat nodig zou zijn en zoeken we naar andere mogelijkheden om het kind zo goed mogelijk in zijn ontwikkeling te ondersteunen. We hebben binnen de organisatie een protocol ‘opvallend gedrag en/of ontwikkelingsproblemen’. Hierin wordt uitgebreid beschreven hoe wij handelen in de hiervoor beschreven situaties. Dit protocol is op te vragen bij de locatiemanager. Accommodatie Ieder gebouw is anders en heeft zijn eigen mogelijkheden en specifieke voordelen. Maar al onze gebouwen voldoen uiteraard aan wettelijke eisen. Het gebouw zelf, de inrichting en de omgeving hebben invloed op de sfeer die het gebouw uitstraalt. Wij doen er alles aan om gezelligheid, warmte en speelsheid uit te stralen! Korte omschrijving van het gebouw en de omgeving De Kameleon heeft 3 BSO groepen voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar. Gebruik en inrichting van ruimten Onze inrichting laat zien dat hier de hele dag kinderen spelen en elkaar ontmoeten, het is degelijk en aantrekkelijk voor kinderen en handig, functioneel en voldoet aan de wettelijke eisen voor onze medewerkers. Wij willen een sfeer uitstralen die uitnodigt tot ontwikkeling, tot ontdekking van ruimten en materialen. Maar aan de andere kant bieden we kinderen momenten van rust en de mogelijkheid zich terug te trekken. Zo is de inrichting van het gebouw ondersteunend aan onze pedagogische aanpak. Ons hele gebouw is natuurlijk ingericht op leven, spelen en ontwikkelen, zowel de groepsruimten als de gang, de hal en ook andere ruimten in het gebouw. Hoewel we steeds praten over groepen en groepsruimten wil dat niet zeggen dat kinderen de hele dag gebruik maken van een en dezelfde groepsruimte. Kinderen kunnen deelnemen aan verschillende activiteiten op verschillende plaatsen en tijden binnen de BSO. Alle BSO ruimtes beschikken over eigen groepsruimtes. Daarnaast maken de groepen ook regelmatig gebruik van de gangen in het gebouw om activiteiten te doen. Ook kan het zijn dat kinderen er voor kiezen om met een kleiner groepje op de gang te spelen of een spelletje te doen. Alle groepen zijn huiselijk ingericht en bieden de kinderen de mogelijkheid om samen of alleen te spelen. We proberen in elke groep een of meer hoekjes te creëren opdat kinderen kunnen kiezen tussen verschillende activiteiten. Alle groepen beschikken over een eigen toiletruimte met lage toiletten en wasbakken. Buitenspeelruimte Vanwege de veiligheid en de overzichtelijkheid is het plein van het hoofdgebouw voor de BSO en de tuin voor het KDV. Zo kunnen alle groepen zich optimaal uitleven, zonder elkaar te hinderen. Het blijft natuurlijk ook mogelijk om gezellig samen in de grote tuin te spelen. Voor alle locaties geld dat we met allerlei soorten buitenspeelgoed buiten kunnen spelen. Zo hebben we onder andere fietsen, auto’s en zandbak speelgoed. Ook zijn er een zandbak, een speelhuisje en diverse speeltoestellen.
De ligging Kameleon is gevestigd in de Dom Helder Camara school aan de Onnemaheerd.
5. Ons Team SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 14
Locatiemanager De locatiemanager is eindverantwoordelijk voor alles wat er op de BSO gebeurt. Als u vragen heeft of een eventuele klacht, kunt u haar telefonische bereiken (050-5492684), per e-mail (
[email protected]) of als u op het kindercentrum bent. Pedagogisch medewerkers Het team van de Rode Pimpernel bestaat uit vaste pedagogisch medewerkers. Zowel voor de kinderen als voor de ouders is het prettig als er bekende gezichten op de locatie zijn. Daar wordt veel aandacht aan besteed. De medewerkers hebben minimaal een MBO opleiding, veelal agogisch en kind gericht. Op het whiteboard naast de deur bij de ingang van de groep van uw kind, kunt u lezen wie er die dag aan het werk zijn. Als er een nieuwe medewerker op de groep komt, zal er een foto hangen met een persoonlijk welkomststukje. Invalkrachten Het prettigste zou zijn als altijd dezelfde mensen aanwezig zijn. Aangezien dit niet altijd mogelijk is, i.v.m. ziekte, cursus etc. maken wij gebruik van invalkrachten. Dit zijn medewerkers die in dienst zijn van SKSG, gediplomeerd en met de nodige ervaring. Locatiehulpen Op elke locatie loopt een locatiehulp rond. Dit is meestal een vast persoon. De locatiehulp is er ter ondersteuning van de pedagogisch medewerkers. De locatiehulp is er voor huishoudelijke taken, kleine klusjes in en om het kindercentra en voor assistentie bij een activiteit. Een locatiehulp staat niet vast op een groep maar bevindt zich overal. Stagiaires SKSG is een erkend leerbedrijf. Wij vinden het belangrijk om aankomende pedagogisch medewerkers bij ons ervaring op te laten doen. Stagiaires doen in principe dezelfde werkzaamheden als de pedagogisch medewerkers, afhankelijk van hun vorderingen zullen ze steeds zelfstandiger werken. Het blijft echter altijd onder de eindverantwoordelijkheid van de vaste medewerkers. Pedagoog en orthopedagoog In sommige situaties wordt door de medewerkers een beroep gedaan op de pedagogen die aan SKSG verbonden zijn. De pedagogen zijn geschoold in het opnemen en analyseren van interactie en communicatie tussen medewerkers en kinderen. Zij kunnen tijdens hun werkzaamheden gebruik maken van video-opnames. De beelden worden gebruikt om de pedagogisch medewerkers te ondersteunen bij hun werkontwikkeling. Daarnaast kan in voorkomende gevallen een beroep gedaan worden op een orthopedagoog. Dit gebeurt alleen in overleg met ouders. Mocht dit aan de orde zijn met uw kind dan zult u tijdens de dagelijkse overdracht hierover geïnformeerd worden. Indien nodig wordt er een aparte afspraak gemaakt om zaken te kunnen bespreken.
SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 15
6. Samenwerking met ouders De relatie van SKSG met de ouders Ouders zijn onze klanten en daarbij de ouders van de kinderen waarvoor wij gedurende de dag mogen zorgen. Ouders hebben enerzijds hun individuele belang bij de goede opvang van hun kind en aan de andere kant zien wij ouders ook als een groep belanghebbenden en gebruikers van onze dienstverlening. In beide situaties hebben ouders bij ons grote invloed op onze dienstverlening. Onze informatie uitwisseling gebeurt vaak mondeling, maar ook schriftelijk wordt er het nodige uitgewisseld. Bij de BSO geeft men de informatie persoonlijk of via het vakje van het kind. Elk kind krijgt op de BSO een vakje waar het de luizenzak en persoonlijke spulletjes in kan doen. De individuele relatie Ouders zijn uiteraard altijd de eindverantwoordelijke waar het hun kind en zijn of haar opvoeding betreft, wij zien onszelf als mede-opvoeder. Een goede afstemming, plezierig contact en veel overleg met elkaar is daarvoor een voorwaarde. Ouders geven aan welke aanpak zij voor hun kind willen, zij lichten ons in over de individuele behoeften en wensen van hun kind en van zichzelf. Binnen onze algemene kinderopvang kaders doen wij er alles aan om aan die wensen tegemoet te komen. In de paragraaf informatie-uitwisseling komen we hier uitgebreid op terug. Als groep belanghebbenden Wij zien de ouders ook als groep, een groep klanten die inspraak heeft op onze dienstverlening. Het gaat dan niet om de individuele belangen, maar om algemene zaken. De zaken waarop ouders collectief invloed hebben, zijn in de wet vastgelegd en worden hierna beschreven onder het kopje oudermedezeggenschap. Oudermedezeggenschap Ons kindercentrum heeft een oudercommissie waar ouders in plaats kunnen nemen. De oudercommissie behartigt de belangen van ouders op locatieniveau. De oudercommissie (OC) heeft een adviserende rol ten aanzien van de kwaliteit. De OC geeft ons bijvoorbeeld advies over het pedagogische werkplan, voedingsaangelegenheden, risico-inventarisatie, veiligheid en gezondheid. De oudercommissie vergadert regelmatig ( 1 keer per 4 weken). De locatiemanagers zijn hierbij aanwezig. De locatiemanager informeert de OC over de gang van zaken op het kindercentrum. In de folder van de oudercommissie wordt verdere informatie over de OC gegeven, ook hebben zij een eigen emailadres:
[email protected] Informatie-uitwisseling Om BSO kinderen goed te kunnen begeleiden tijdens de BSO-tijd is het belangrijk om informatie over het kind te hebben. Als een kind net ziek is geweest is het goed om dit te weten, of als er iets spannends is gebeurt in het weekend of inde vrije tijd van de kinderen. Maar het is ook belangrijk wat de ouder belangrijk vindt in de opvoeding en wat hun opvoedingsideeën zijn. Voor de ouders is het van belang te horen, te zien of te lezen wat hun kind overdag heeft gedaan. Als een kind dan vertelt over zijn/haar tijd op de BSO weet een ouder waar hij/zij het over heeft. Om goed geïnformeerd te blijven vinden er met ouders regelmatig gesprekken plaats, maar er zijn ook veel andere manieren van overdracht.
SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 16
Wij noemen ze hier in chronologische volgorde: Kennismakingsgesprek: De ouder maakt kennis met de pedagogische medewerkers. In dit gesprek wisselen ouders, de dagelijkse gang van zaken met de pedagogische medewerkers. Op de BSO zal het kennismakingsgesprek met de pedagogische medewerkers zijn. Haal- en brenggesprekken Dagelijks bij het halen en brengen nemen de pedagogische medewerkers de tijd om de belangrijke zaken over te dragen aan de ouders, maar natuurlijk komen de gezellige en leuke gebeurtenissen ook aan bod. Op het moment dat ouders of de pedagogische medewerkers behoefte hebben aan een wat uitgebreider gesprek kan hier altijd een afspraak voor worden gemaakt. Observatiegesprek Elk jaar, aan het begin van het jaar, worden alle kinderen geobserveerd. Ouders krijgen na de observatie tijd de gelegenheid om een 10 minutengesprek te plannen met de pedagogische medewerker om het te hebben over de observatie van het kind. Evaluatie na 3 maanden Drie maanden nadat een kind voor het eerst op de groep is gekomen, krijgen ouders een vragenlijst toegestuurd. Is alles naar wens gegaan, voelt het kind zich prettig en zijn de ouders tevreden over de dienstverlening? De resultaten kunnen in een pedagogisch werkoverleg besproken worden en/of met de ouders. Overgang naar een andere groep Tevens een belangrijk moment om bij stil te staan. Ook dan worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek op de nieuwe groep. Dit kan over een overplaatsing intern gaan, dus van de ene dependance naar de andere, of over een overplaatsing naar de 8+ groep, het Trefpunt of de Wiershoek. Afsluitend gesprek Ouders worden altijd uitgenodigd voor een exitgesprek wanneer hun kind het kindercentrum gaat verlaten. SKSG stelt deze gesprekken heel erg op prijs, het zijn over het algemeen zeer plezierige gesprekken waarin in alle openheid de opvang van het kind geëvalueerd wordt. Ook hiervoor gebruiken we een standaard vragenlijstje. Ouderavonden Eén maal per jaar ontvangen we alle ouders voor een algemene ouderavond, de oudercommissie heeft een belangrijke rol bij het aangeven van de thema’s én bij de organisatie. Een tweede ouderavond is doorgaans op de (stam)groep gericht en hier komen thema’s aan de orde die belangrijk zijn voor deze leeftijdsgroep en meestal geven we een beeld van wat er binnen de groep op dit moment gebeurt. Soms door middel van video, maar ook fotoreportages of kunsttentoonstellingen zijn aardige manieren om te laten zien aan ouders wat er speelt. Nieuwsbrieven en kwartaalberichten Ouders ontvangen van SKSG viermaal per jaar een kwartaalbericht. In het kwartaalbericht komen verschillende soorten zaken aan bod. Het gaat dan over het algemeen over zaken die belangrijk zijn voor de kinderopvang in het algemeen of achtergrondinformatie over zaken die spelen binnen SKSG. Ontwikkelingen op pedagogisch gebied of SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 17
verslag van nieuwe ontwikkelingen op de locaties, met tekst en foto’s worden ouders zo goed mogelijk op de hoogte gehouden. Klachtenregeling Het kan voorkomen dat ouders een klacht hebben. Dit kan gaan over allerlei zaken. Wij vragen ouders om dit allereerst met de pedagogisch medewerker van de groep te bespreken. Is dit niet mogelijk dan verwijst de pedagogisch medewerker u door naar de locatiemanager en anders vragen wij ouders zelf contact op te nemen met de locatiemanager. Zij kan u in alle gevallen helpen. Dit laat onverlet dat u zich rechtstreeks kan wenden tot de SKK (Stichting Klachten Kinderopvang) Onze interne klachtenprocedure schrijft voor dat er altijd een klachtformulier ingevuld wordt en dat de klacht in behandeling wordt genomen. Mocht dit niet tot een bevredigende oplossing leiden dan staat de externe klachtenprocedure open. Beide procedures zijn na te lezen op onze website. Privacy reglement Informatie over het kind en zijn thuissituatie blijft binnen het kindercentrum en mag alleen worden uitgewisseld tussen de medewerkers onderling als dat in het belang is van het kind. Dat wil zeggen wanneer we die informatie nodig hebben om goed voor het kind te kunnen zorgen. Regels en afspraken rondom privacy gevoelige gegevens zijn vastgelegd in het privacy reglement. Dit reglement is op te vragen bij de locatiemanager van de vestiging.
SKSG Rode Pimpernel BSO februari 2014 18