Pedagogisch werkplan BSO Veste
Pedagogisch werkplan BSO Kinderopvang Borne Locatie De Veste
Kinderopvang Borne December 2015
Inhoud 1
BSO Kinderopvang Borne .....................................................................................4
1.1
Pedagogische visie .............................................................................................4
1.2
Visie op opvoeden .............................................................................................4
1.3
De opvang .......................................................................................................5
2
De locatie .......................................................................................................5
2.1
Veste .............................................................................................................5
2.2
BSO Sport! .......................................................................................................5
2.3
BSO Freak Out ..................................................................................................6
3
De groep .........................................................................................................6
3.1
Groepsindeling en groepsgrootte ...........................................................................6
3.2
Indeling van de middag .......................................................................................6
3.3
Eten en drinken ................................................................................................7
3.4
Groepsactiviteiten .............................................................................................7
3.5
Groepsregels ....................................................................................................8
3.6
Rituelen en vieringen .........................................................................................8
4
De pedagogisch medewerker en het kind .................................................................8
4.1
Basishouding van de pedagogisch medewerker ...........................................................8
4.2
Normen en waarden ...........................................................................................9
4.3
Opvallend gedrag ............................................................................................ 10
4.4
Straffen en belonen ......................................................................................... 10
5
Activiteiten ................................................................................................... 11
5.1
Buiten spelen ................................................................................................. 11
5.2
Computerbeleid .............................................................................................. 11
5.3
Speelgoed ..................................................................................................... 11
5.4
Vakantieactiviteiten en uitstapjes ........................................................................ 11
6
Kinderen in ontwikkeling ................................................................................... 11
6.1
Scheppen van ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen ........................................... 11
6.2
Sociaal-emotionele ontwikkeling ......................................................................... 11
6.3
Veiligheid en geborgenheid ................................................................................ 12
6.4
Lichamelijke ontwikkeling ................................................................................. 13
6.5
Verstandelijke en creatieve ontwikkeling ............................................................... 13
6.6
Taalontwikkeling ............................................................................................. 13
7
Praktische informatie ....................................................................................... 13
7.1
Aan- en afmelden van de kinderen ....................................................................... 13
7.2
Kennismakingsgesprek leidsters ........................................................................... 14
7.3
Wennen ........................................................................................................ 14
7.4
Ruilen, extra opvang, opvang in een andere groep en samenvoegen .............................. 14 2
7.5
Hoofdluis ...................................................................................................... 15
7.6
Klachten ....................................................................................................... 15
7.7
Adresgegevens ................................................................................................ 15
8
Ouders ......................................................................................................... 15
8.1
Respect/privacy .............................................................................................. 15
8.2
Informatie/afspraken ....................................................................................... 15
8.3
Oudercommissie .............................................................................................. 15
9
Bijlage 1 Warm welkom ..................................................................................... 16
3
1
BSO Kinderopvang Borne
BSO Kinderopvang Borne beschikt over een pedagogisch beleidsplan. Dit plan wordt minimaal één keer per jaar besproken en waar nodig aangepast en aangevuld. Wij zien het pedagogische beleid dan ook als iets dynamisch dat zich voortdurend blijft ontwikkelen. Het pedagogisch beleid is gedetailleerd uitgewerkt in dit pedagogisch werkplan. Hierin staan ook meer locatiespecifieke zaken. 1.1 Pedagogische visie Kinderopvang is een vorm van dienstverlening aan ouders: opvang voor ouders die om uiteenlopende redenen de zorg van hun kind(eren) met anderen willen delen. Wij vinden het een voorwaarde voor opvang van goede kwaliteit, dat de zorg die wij bieden in het verlengde ligt van de zorg die de kinderen thuis krijgen. Concreet betekent dit, dat wij zoveel mogelijk rekening houden met de wensen en ideeën van ouders. Wij zien buitenschoolse opvang, naast opvang ( zodat ouders deel kunnen nemen aan het maatschappelijk leven) ook als een aanvulling op de opvoeding thuis. Kinderen die de BSO bezoeken doen dat in hun vrije tijd. Wij willen in de buitenschoolse opvang een omgeving aanbieden, die kan concurreren met de eigen gekozen vrijetijdsbesteding van kinderen. Kenmerken van vrije tijd zijn; Ontspannen bezig zijn is belangrijker dan presteren. Kinderen spelen en beleven daaraan plezier. Ook dan is er sprake van een leereffect. De sociale contacten zijn belangrijker dan het product van een activiteit. Ze leren in hun contacten spelenderwijs een aantal zaken, die van invloed zijn op de persoonlijkheidsontwikkeling (sociaal inzicht, overleg, sociale vaardigheden). In hun vrije tijd bepalen kinderen zelf wat zij doen en met wie. Dit sluit niet uit, dat kinderen ook behoefte kunnen hebben aan een georganiseerde activiteit. Vrije tijd biedt kinderen de mogelijkheid, gedurende een korte periode, kennis te maken met verschillende vormen van vrijetijdsbesteding (bijvoorbeeld creatief bezig zijn, sport, muziek). De pedagogische functie die de buitenschoolse opvang heeft laat zich splitsen in onderstaande deelfuncties; Recreatieve functies: ontspanning, ontmoeting, spelen, informeel leren Educatieve functies: informeel, sociale competenties, ontwikkeling Zorg- en opvangfuncties: aandacht, fysieke verzorging, ruimte 1.2 Visie op opvoeden Wij gaan ervan uit, dat ieder kind de drang heeft om zich te ontwikkelen, en dat het kind dit doet op zijn eigen manier op basis van aanleg en temperament. Als basis voor het zich kunnen ontwikkelen is een sfeer van veiligheid en vertrouwen nodig. Wij zien het als onze taak voor die veiligheid en dat vertrouwen te zorgen. Ook moeten wij ervoor zorgen, dat kinderen uiting kunnen geven aan hun onderzoeksdrang naar nieuwe dingen en zullen wij vorm moeten geven aan het bieden van uitdagingen in een veilige omgeving. BSO Kinderopvang Borne staat voor het bieden van veiligheid, geborgenheid en gezelligheid. Belangrijk hierbij is de gecreëerde huiselijke omgeving, die samen met de zorg en aandacht van de pedagogisch medewerkers het thuisgevoel versterkt. In de begeleiding van de kinderen en het aanbod van activiteiten wordt telkens rekening gehouden met de ontwikkelingsfase en de behoeften van het individuele kind. Door goed te kijken naar kinderen en veel met hen en hun ouder(s)1 te communiceren, weet de pedagogisch medewerker wat er in een kind omgaat, zodat hij of zij daarop kan inspelen. Daarnaast wordt zoveel mogelijk aangesloten bij specifieke leeftijdskenmerken van de groep, zoals groei naar zelfstandigheid en het maken van eigen keuzes. BSO Kinderopvang Borne hanteert de volgende pedagogische uitgangspunten: We bieden een veilige basis voor kinderen, met vaste pedagogisch medewerkers. 1. Kinderen en pedagogisch medewerkers gaan met respect met elkaar om. Belangrijk hierbij is het respect voor elkaars geloof en levenswijze. 2. We stimuleren de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van de kinderen. 3. We bieden een omgeving waarin elk kind zich als individu kan ontwikkelen. 4. We stimuleren de creativiteit van de kinderen; niet alleen in het gebruik van materialen, maar juist ook in het omgaan met bepaalde situaties en het oplossen van problemen. 1
Daar waar ouder(s) staat worden ook verzorger(s) bedoeld
4
5. 6. 7.
We stimuleren het samenwerken van de kinderen onderling. We hanteren een “open deuren”-beleid, waarbij de kinderen meer vrijheid hebben en zij aanwezige vriendjes, vriendinnetjes, broertjes en/of zusjes uit andere groepen kunnen opzoeken. Het vier-ogen-principe. De algemene werkwijze staat op onze website.
1.3 De opvang Binnen Kinderopvang Borne bieden wij verschillende soorten opvang, namelijk VSO (voorschoolse opvang), NSO (naschoolse opvang) en opvang in vakantieweken. VSO vindt plaats op 4 locaties: Wensinkhof, Veste, Wingerd en Ridderspoor. De kinderen kunnen om 7:30 uur worden gebracht en vervolgens worden ze door de pedagogisch medewerkers naar school gebracht. BSO Kinderopvang Borne heeft de mogelijkheid om opvang te bieden bij bijvoorbeeld een studiedag. De kinderen kunnen in dat geval tussen de middag lunchen op de BSO, begeleid door pedagogisch medewerkers van BSO Kinderopvang Borne. De NSO vindt plaats na schooltijd. Kinderen worden door de medewerkers van school gehaald of met een taxi opgehaald en kunnen worden opgevangen tot 18.00 uur of zelfs tot 18.30 uur. (verlenging) In vakanties zijn onze deuren open van 8.00 uur tot 18.00 uur. Ook dan is een vervroeging of verlenging mogelijk. 2
De locatie
2.1 Veste Op locatie De Veste (H.F. Roetgerinklaan 32) wordt opvang geboden in een nieuwbouwlocatie (2015), waar plaats is voor maximaal 91 kinderen. Er kunnen 4 groepen door 20 kinderen bezet worden. Daarnaast zijn er 11 flexibele plaatsen beschikbaar. Momenteel zijn er 3 groepen in gebruik. Dit zijn De IJsberen en De Pinguïns waarin op maandag, dinsdag en donderdag de jonge kinderen zitten. In de groep De Krokodillen zitten op maandag, dinsdag en donderdag de oudste kinderen. Op de woensdag en vrijdag is de groep De Pinguïns bezet door kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. Alle groepsruimtes zijn sfeervol en huiselijk ingericht. Hierbij is rekening gehouden met de leeftijdsgroep die gebruik maakt van de ruimte. In het pand zijn frisse kleuren gebruikt. De buitenruimte bij locatie De Veste is een grote ruimte waarvan we samen met de basisschool De Vonder gebruik maken. Ook is er groen aanwezig op het buitenterrein. De kinderen kunnen klimmen en klauteren, in de zandbak spelen, voetballen, skateboarden of lekker fietsen. Aan de overkant is een grasveld waarop de kinderen kunnen spelen en rusten. Binnen het gebouw beschikken we over een speellokaal. Het ophalen van kinderen van de scholen die dichtbij zijn gebeurt lopend. De kinderen van de ‘t Iemnschelf en de Regenboog worden per taxi vervoerd. De jongste kinderen worden door de pedagogisch medewerker uit de klassen opgehaald. Kinderen mogen alleen zelfstandig van school naar de opvang komen als hierover met de ouders/verzorgers een schriftelijke afspraak is gemaakt. Hiervoor ontvangen ze bij het kennismakingsgesprek een formulier waarin een aantal afspraken is vastgelegd en bekrachtigd wordt door het zetten van een handtekening. De BSO is samen met basisschool De Vonder, volleybalvereniging Apollo en de Wijkraad Bornse Maten gevestigd in De Veste. De meeste kinderen komen van De Vonder maar er komen ook kinderen van ‘t Iemnschelf en De Regenboog. Op maandag tot en met vrijdag van 8:30 tot 11:30 uur zit de peuterspeelgroep de Veldmuisjes in dezelfde ruimte, zij delen het lokaal met de BSO-groep. Er zijn extra aanpassingen voor de veiligheid van peuters. Indien er binnen één locatie één medewerker werkzaam is geldt de achterwachtregeling. Achterwacht houdt in, dat er één pedagogisch medewerker aanwezig is en zij in geval van een calamiteit de beschikking heeft over een medewerker die binnen 15 minuten op de locatie aanwezig kan zijn. Deze medewerker is tijdens de openingstijden van deze locatie bereikbaar. Op locatie De Veste zijn op het eind van de dag op maandag, dinsdag en donderdag altijd 2 pedagogisch medewerkers van de BSO aanwezig. Op de woensdag en vrijdag is er een pedagogisch medewerker van de BSO en een pedagogisch medewerker van het KDV aanwezig tot aan het eind van de dag. 2.2 BSO Sport! Onze BSO de Veste biedt sportactiviteiten aan. Dit gebeurt op het moment dat we in schoolweken meer dan 20 kinderen opvangen. Alle kinderen krijgen ‘s middags drinken en fruit. Daarna verlaat een groep kinderen onder begeleiding van een pedagogisch medewerker de huiskamer om vervolgens naar een sportaccommodatie vervoerd te worden. Een medewerker van de betreffende sportvereniging verzorgt het sportaanbod. Dit kan bijvoorbeeld voetbal of basketbal zijn. Kinderen mogen zelf kiezen of ze meedoen aan die sportactiviteit (maximaal 10 kinderen). De andere kinderen (maximaal 20 kinderen) blijven achter met de 2 vaste medewerkers en bepalen in overleg 5
wat ze die middag gaan doen. Ook komt het voor, dat degene die een sportactiviteit aanbiedt op de locatie zelf komt. In dat geval is er een aparte ruimte beschikbaar tegenover de groep (de speelzaal). 2.3 BSO Freak Out Op momenten dat we in schoolweken meer dan 20 kinderen opvangen, bieden we kortlopende projecten aan onder de naam Freak Out. De kinderen krijgen eerst drinken en fruit. Daarna verlaat een groep kinderen de huiskamer om in een aparte ruimte een gerichte activiteit te doen onder leiding van een derde beroepskracht. Deze beroepskracht kan van buitenaf worden aangetrokken om de activiteiten te verzorgen. Dit kunnen activiteiten zijn op het gebied van sport, spel, muziek, toneel, kunst, fotografie, informatica, koken of natuur. Deze activiteiten vinden in principe plaats in hetzelfde gebouw. Bij de BSO De Veste is er een Freak-Out-ruimte beschikbaar die grenst aan de groepsruimte. Kinderen mogen zelf kiezen of ze meedoen aan de Freak Out-activiteit (maximaal 10 kinderen). De andere kinderen (maximaal 20 kinderen) blijven achter met de twee vaste medewerkers en bepalen in overleg met de medewerkers wat ze die middag gaan doen. Voor zowel de BSO sport als BSO Freak-Out wordt er gewerkt volgens een planning voor een bepaalde periode. Een periode omvat de weken van de ene schoolvakantie tot aan de andere schoolvakantie. 3
De groep
3.1 Groepsindeling en groepsgrootte De opvang vindt plaats in groepen van 20 kinderen (of halve groepen van 10 kinderen). Hierbij wordt gewerkt met de wettelijke norm van 1 pedagogisch medewerker op 10 kinderen. Bij kinderen van 8-13 jaar kunnen er 30 kinderen per groep worden opgevangen met 3 pedagogisch medewerkers of 2 pedagogisch medewerkers en een Freak Out-medewerker. 3.2 Indeling van de middag Op roostervrije dagen begint de BSO voor sommige kinderen eerder dan de gebruikelijke tijd. We beginnen dan met het samen eten van een zelf meegebrachte boterham. Vanaf een uur of twee is de dagindeling hetzelfde als op de reguliere dagen. Voor de dagindeling tijdens vakanties wordt een aantal weken vóór de vakantie door de pedagogisch medewerkers een werkgroep gevormd. Deze werkgroep is verantwoordelijk voor de keuze en organisatie van de vakantieactiviteiten. Het vakantieprogramma wordt voorafgaand aan een vakantieperiode op Facebook gezet en ouders ontvangen het programma via de mail. Meestal worden er activiteiten georganiseerd aan de hand van een bepaald thema. Dit geldt in ieder geval voor de zomervakantie. Het is ook mogelijk, dat er activiteiten buiten de deur worden georganiseerd. Tijdens de vakanties worden de kinderen van alle BSO-locaties opgevangen op locatie BSO De Veste. Openingstijden: op schooldagen vanaf 07:30 uur en na schooltijd tot 18.00 uur tijdens schoolvakanties de hele dag van 8.00 uur tot 18.00 uur op studie- en incidentele vrije dagen de hele dag van 8.00 uur tot 18.00 uur. Voorbeeld BSO schoolweken Einde schooltijd Binnenkomen 14.00-15.00* Drinken en fruit eten 15.00-16.30 uur Vrij spelen en activiteiten 16.30-16.45 Drinken en cracker 16.45-17.00 Vrij spelen en activiteiten 17.00-18.00 Ophalen *Tijdsduur is afhankelijk van einde schooltijd. Kinderen gaan eventueel eerder vrij spelen.
6
Voorbeeld BSO vakantieweken 8.00-9.00 9.00-10.00 10.00-10.30 10.30-12.00 12.00-13.00 13.00-14.30 14.30-15.00 15.00-16.30 16.30-16.45 16.45-17.00 17.00-18.00
Binnenkomen Vrij spelen en activiteiten Drinken en fruit eten Vrij spelen en activiteiten Lunch Vrij spelen en activiteiten Drinken en fruit eten Vrij spelen en activiteiten Drinken en cracker Vrij spelen en activiteiten Ophalen
3.3 Eten en drinken Op de reguliere dagen wordt het fruit, drinken en een cracker verzorgd door onze BSO. Het fruit en drinken bieden we aan als de kinderen uit school komen. Om 16.30 uur krijgen de kinderen een cracker aangeboden. Bij warme dagen zijn we alert op het aanbieden van extra drinken. Kinderen mogen buiten de vaste momenten van drinken ook zelf water pakken. Indien er een traktatie wordt uitgedeeld kan het zijn dat deze de cracker vervangt. Zijn er bijzonderheden omtrent voeding waar wij rekening mee moeten houden, dan kan dit aangegeven worden tijdens het kennismakingsgesprek middels een formulier(algemene en medische gegevens). Bijzonderheden kunnen ook via het ouderportaal doorgegeven worden. Indien een kind op woensdag en vrijdag tussen de middag bij de buitenschoolse opvang verblijft, dient de ouder/verzorger er zelf voor te zorgen dat het kind een lunchpakketje meebrengt. Dit geldt ook voor roostervrije schooldagen en de vakanties. Wij verzoeken om geen snoep, koek of andere tussendoortjes aan de kinderen mee te geven en bij traktaties zoetigheid zoveel mogelijk te beperken. Mocht een kind tijdens de opvang aangepaste voeding nodig hebben dan kan dit geregeld worden door een verzoek in te dienen met daarbij een verklaring van de huisarts, waarin de noodzaak van de voeding wordt aangegeven. Het betreft hier dagelijkse voeding. 3.4 Groepsactiviteiten De kinderen van de BSO De Veste worden in principe opgevangen in een groep voor de jongste of oudste kinderen. De pedagogisch medewerker is gekoppeld aan een bepaalde leeftijdsgroep. Kinderen weten zelf in welke basisgroep zij zitten. De activiteiten bij de BSO de Veste worden aangepast aan de leeftijd en ontwikkeling van de kinderen. De kinderen worden dan begeleid door de aanwezige pedagogisch medewerker. Men werkt dus leeftijdsgericht. Voor de jonge kinderen worden er activiteiten georganiseerd, rekening houdend met leeftijd en interesse. Voor de oudere kinderen geldt hetzelfde. Door het bieden van activiteiten wordt het samenwerken en de zelfstandigheid van kinderen gestimuleerd. Door de activiteiten leren kinderen ook hun eigen kwaliteiten en grenzen kennen of leren ze hun eigen uitdaging te zoeken. Belangrijk hierbij is, dat ook de pedagogisch medewerker een actieve rol heeft door te enthousiasmeren en zelf aan de activiteit deel te nemen. Er wordt een beroep gedaan op de deskundigheid van de medewerker bij het rekening houden met het verschil in leeftijd. Dit krijgt zijn vorm door het bieden van afgestemde activiteiten en oog en oor te hebben voor individuele behoeften van het kind. We willen graag, dat de kinderen in aanraking komen met zoveel mogelijk activiteiten. Ze worden daarin gestimuleerd, maar zijn vrij om te kiezen. Ten aanzien van de inrichting is er rekening gehouden met het volgende: De kinderen kunnen zich binnen en buiten vrij bewegen. Dit betekent dat zij gebruik kunnen maken van verschillende ruimtes en van het buitenterrein. Een ruimte heeft duidelijke vaste speelplekken, zodat het voor de kinderen herkenbaar wordt. De huiskamer is zodanig ingericht dat de hele groep er samen kan eten. Kinderen hebben de mogelijkheid om langdurig met eenzelfde activiteit bezig te kunnen zijn. Bij doorplaatsing van een kind van de jongste groep naar de oudste groep wordt altijd gekeken of het kind er aan toe is. De medewerker die de planning verzorgt heeft vooraf overleg met de pedagogisch medewerkers.
7
3.5 Groepsregels Bij de BSO is het belangrijk, dat er voor alle kinderen een veilig en prettig klimaat is. Dit doen we door met de kinderen huisregels af te spreken en deze ook met elkaar na te komen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
We houden rekening met elkaar. We luisteren naar elkaar en laten elkaar uitpraten. We gaan respectvol met elkaar om. Indien nodig dan maken we onze excuses. We gebruiken nette woorden en spreken elkaar op een normale manier aan. We slaan elkaar niet. We willen samen plezier maken. We spelen samen. We wachten op onze beurt. We helpen elkaar waar mogelijk. We zijn zuinig op alle materialen. Tafels, stoelen en vensterbanken worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn. Op de gang en in de lokalen lopen we rustig, buiten mag je rennen. We blijven met speelgoed in de ruimte waar het hoort. We ruimen het speelgoed, waarmee we gespeeld hebben, naderhand weer op.
3.6 Rituelen en vieringen Binnen BSO De Veste wordt op algemene wijze aandacht besteed aan de gebruikelijke Nederlandse feestdagen, zoals Sinterklaas, Kerstmis en Pasen. De geloofsachtergrond van de kinderen speelt hierbij in principe geen rol. Wanneer een kind jarig is of afscheid neemt, mag hij of zij trakteren. 4
De pedagogisch medewerker en het kind
4.1 In de
Basishouding van de pedagogisch medewerker basishouding van de pedagogisch medewerker zijn de volgende waarden terug te vinden: Het respectvol omgaan met elkaar en met de kinderen. Continuïteit en eensgezindheid bij het opvoedend handelen. Opvang bieden in een huiselijke omgeving. Een goed voorbeeld geven in handelen en spreken. De kinderen uitnodigen tot participatie. Op een verantwoorde manier communiceren met de kinderen. De interactie tussen kinderen onderling bevorderen. De interactie tussen henzelf en kinderen bevorderen. Zorg dragen voor een open en ontspannen sfeer. De kinderen ondersteunen en stimuleren. Uitleg geven van afspraken, regels en omgangsvormen. Conflicten helpen te voorkomen en op te lossen. Kinderen deel laten nemen aan het groepsgebeuren. Voor kinderen en personeel een veilige omgeving bieden, waarin men elkaar zo nodig durft aan te spreken.
Ondernemend en initiatiefrijk De pedagogisch medewerker is in staat om te handelen uit eigen beweging; zij/hij is initiatiefrijk in het aanbieden van activiteiten die aansluiten bij de verschillende leeftijdsgroepen die er zijn binnen BSO De Veste Klantgericht Het vlot, efficiënt en op persoonlijke wijze inspelen op uitgesproken of niet uitgesproken behoeften van de kinderen om zo de kinderen de basisveiligheid te bieden die zij nodig hebben.
8
Flexibel De pedagogisch medewerker kan zich aanpassen aan veranderingen en kan de eigen gedragsstijl aanpassen om een gesteld doel te bereiken. De pedagogisch medewerker is zich bewust van zijn voorbeeldfunctie naar de kinderen toe. Verantwoordelijk De pedagogisch medewerker is verantwoordelijk voor zijn eigen handelen en het mogelijk uitblijven daarvan. Betrouwbaar De pedagogisch medewerker houdt zich aan gemaakte afspraken. Professioneel De pedagogisch medewerker laat observeerbaar gedrag zien, waarin de normen en waarden die wij belangrijk vinden bij BSO De Veste terug te zien zijn. Deze punten maken onderdeel uit van de gesprekken tussen leidinggevenden en medewerkers en van de functioneringsgesprekken. De pedagogisch medewerker heeft kennis van het pedagogisch beleid en de meldcode kindermishandeling van Stichting Kinderopvang Borne. De pedagogisch medewerker verstrekt relevante informatie aan de overig aanwezige beroepskrachten ten behoeve van de informatieoverdracht naar ouders. 4.2 Normen en waarden Kinderen moeten de kans krijgen om zich de waarden en normen, de “cultuur” eigen te maken van de samenleving waarvan zij deel uitmaken. Kinderopvang biedt een bredere samenleving dan het gezin en de school, waar kinderen in aanraking komen met andere aspecten van de cultuur. De groepssetting van de BSO biedt eigen mogelijkheden tot socialisatie en cultuuroverdracht. Medewerkers vervullen een “voorbeeldfunctie” en spelen vanuit die hoedanigheid een rol in de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reacties van de medewerkers ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Niet alleen de reacties van medewerkers geven richting aan en correctie op het gedrag van kinderen. Zij worden door kinderen ook gekopieerd in hun eigen gedrag naar andere kinderen of naar volwassenen. Normen en waarden laten zich vertalen in “basale” omgangsvormen die met elkaar afgesproken zijn. Bijvoorbeeld het elkaar aanspreken met de naam, op je beurt wachten, radio niet aan tijdens het eten, handen wassen voor het fruit eten en na het bezoek aan het toilet. Normen en waarden vind je ook terug in de aanpak als iemand zich niet aan gemaakte afspraak houdt. Binnen de BSO kennen wij een vaste aanpakvolgorde; afspraak herhalen, inzicht geven in de overtreding, het vervolg overleggen of voorschrijven. Wij vinden dit van belang, omdat het ons in de gelegenheid stelt op gemaakte afspraken terug te komen, bijvoorbeeld in een teamvergadering of in een groepsgesprek met kinderen. Straf kan in dit opzicht dus nooit doel op zich zijn maar dient als middel om te komen tot. Verder zal altijd door de medewerker benadrukt worden dat zij niet het kind afwijst maar het gedrag. Sinds 2010 is er een Pestprotocol in gebruik om pesten op de BSO tegen te gaan. De in het protocol opgenomen gedragsregels zijn met de kinderen besproken en hangen in de vorm van een poster op de locaties. Kinderopvang Borne kiest ervoor de Nederlandse taal als voertaal te hanteren in de communicatie naar kinderen. Het voeren van dialogen stelt medewerkers in staat om voor kinderen inzichtelijk te maken wat er gebeurt tijdens sociale interacties als: samen iets leuks, spannends, verdrietigs of vervelends meemaken. Door woorden te geven aan wat kinderen zien, meemaken of voelen en daar ook betekenis aan te geven brengen we waarden en normen dichterbij. Afspraken die stimuleren dat iedereen tijdens activiteiten rekening houdt met elkaar zal het onderlinge gevoel van solidariteit versterken. Door kinderen te wijzen op gezamenlijke belangen stimuleren medewerkers dat kinderen ook elkaar corrigeren. Dit hoeft niet alleen betrekking te hebben op omgangsvormen of gedrag, maar kan ook de omgeving van de opvang of de omgang met het spelmateriaal betreffen. Net als iedere andere groep kan ook een BSO-groep een bron zijn om jezelf te verrijken. Dit gebeurt door individuele ervaringen te delen met de groep en door rituelen en feesten een plaats te geven binnen de opvang als geheel en binnen het activiteitenaanbod in het bijzonder. De vakantieweken bieden met hun themaopzet hiervoor ook een prachtige gelegenheid. Het overbrengen van waarden en normen kan in de navolgende situaties aan de orde zijn. 9
Intermenselijke relaties Binnen de eigen groepen hebben kinderen veel contact met elkaar en met de pedagogisch medewerker, waardoor ze bijna ongemerkt leren om met allerlei mensen om te gaan en rekening met elkaar te houden. Belangrijk in deze omgang met elkaar is, dat: Kinderen en de pedagogisch medewerker altijd open en eerlijk zijn. Ze elkaar in hun waarde laten. Pesten, (uit)schelden en discriminerende opmerkingen niet getolereerd worden. Meningsverschillen worden uitgesproken. Ze geen vooroordelen hebben. Ze respect hebben voor zichzelf en voor de ander. Elkaar in hun waarde laten Ongewenst gedrag van kinderen wordt zoveel mogelijk aangepakt en gecorrigeerd. Hierbij valt te denken aan: Fysiek geweld naar andere kinderen of de pedagogisch medewerker. Ongewenst taalgebruik. Ongewenst non-verbaal gedrag. Individualiteit Ieder kind kan binnen de BSO zelf bepalen hoe hij zijn tijd besteed, ook al wordt er groepsgewijs gewerkt; er is altijd voldoende ruimte om op individuele wensen van kinderen in te gaan. Samenleven/samen verantwoordelijk Het is van belang dat kinderen ervaren dat zij samen verantwoordelijk zijn voor de (groeps)ruimte waarin zij opgevangen worden. Belangrijk hierin is: Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het materiaal en meubilair. Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de sfeer binnen de groep. 4.3 Opvallend gedrag De pedagogisch medewerker heeft een signalerende functie ten aanzien van de ontwikkelingsgebieden van de kinderen, zowel bij positieve als niet-positieve of opvallende ontwikkeling. Opvallende zaken worden altijd met de ouders besproken. Dit kan, indien daar ruimte voor is, aan het eind van de dag bij het ophalen van het kind zijn, maar hiervoor kan ook een aparte afspraak gemaakt worden. 4.4 Straffen en belonen De pedagogisch medewerker kijkt en luistert goed naar zowel de individuele kinderen als naar de totale groep. Zij geeft kinderen de ruimte om te leren omgaan met ruzietjes en conflicten. Kinderen zien en leren veel van elkaar, zij zien hoe een ander kind een situatie oplost. We hanteren hierbij de volgende uitgangspunten: bij conflicten/ruzies gaan we uit van het zelfoplossend vermogen van de kinderen; de pedagogisch medewerker komt pas in actie als blijkt dat de kinderen er zelf niet uitkomen alert zijn op de verschillende rollen/karakters van kinderen en hierop inspelen: o kinderen die niet voor zichzelf kunnen opkomen: komen met de hulpvraag of zoeken bescherming bij pedagogisch medewerkers o kinderen die altijd zelf conflicten/ongewenste situaties oplossen o kinderen die zich altijd aan andere kinderen aanpassen en dus nooit in conflict raken zelfstandigheid stimuleren, kinderen ook zelf op onderzoek uit laten gaan kinderen wijzen op eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast benaderen wij de kinderen met een positieve instelling. Als kinderen gedrag laten zien dat we niet accepteren krijgen ze een waarschuwing; na twee keer waarschuwen wordt het betreffende kind uit de situatie gehaald en mag het even nadenken over het eigen gedrag. Daarna zal de pedagogisch medewerker terugkomen bij het kind en het gebeurde bespreken. Wellicht nog belangrijker is het complimenteren van kinderen voor goed/positief gedrag. Dat doen we veelvuldig. Complimentjes geven is heel belangrijk voor het welbevinden en stimuleert kinderen het goede gedrag ook te blijven tonen en zichzelf zeker te voelen.
10
5
Activiteiten
5.1 Buiten spelen Na het eet- en drinkmoment kunnen kinderen buiten gaan spelen. Alleen kinderen waarvan de ouder(s) een toestemmingsformulier ‘buiten spelen zonder toezicht’ hebben ingevuld mogen kinderen zelfstandig buiten spelen. Wanneer de kinderen onder toezicht buiten spelen, is er altijd één pedagogisch medewerker buiten. Tijdens het buitenspelen gelden er duidelijke regels die door de pedagogisch medewerker en kinderen nageleefd worden. De afspraken die hierover gemaakt zijn staan genoemd in een lijstje, dat aan de deur in de speelgoedschuur te vinden is. 5.2 Computerbeleid Binnen de BSO zijn er duidelijke afspraken gemaakt over spelcomputergebruik, gebruik van internet en het kijken van televisie. Deze regels zijn bekend bij de pedagogisch medewerkers en kunnen eventueel opgevraagd worden. Binnen de BSO De Veste vinden we het belangrijk, dat de kinderen niet de hele middag zich bezig houden met de (spel)computer of televisie zitten te kijken. We vinden het belangrijk, dat kinderen ook andere activiteiten aangeboden krijgen die aansluiten bij de belevingswereld van het kind en ook uitnodigen om met meerdere kinderen samen een activiteit te doen. 5.3 Speelgoed Wij hanteren als regel, dat er geen speelgoed meegegeven wordt vanuit huis. Uitzonderingen zijn in overleg met de pedagogisch medewerker uiteraard mogelijk. 5.4 Vakantieactiviteiten en uitstapjes Het spreekt voor zich, dat de invulling van de lange dagen anders is dan die van de korte. Met name de ruimte die er is voor een gericht activiteitenaanbod speelt op de langere dagen een belangrijke rol. Dit geldt in het bijzonder voor de opvangdagen gedurende de schoolvakanties (8.00 – 18.00 uur). Het is om deze reden, dat wij in de reguliere schoolvakanties werken met een vooraf uitgewerkt programma-aanbod afgestemd op leeftijd en opgebouwd rondom een bepaald thema. Aangezien het maken van uitstapjes een zeker risico met zich meebrengt, zijn door ons voorwaarden opgesteld waaraan uitstapjes moeten voldoen, zodat ze op een verantwoorde manier plaatsvinden. Het informeren en toestemming krijgen van ouders en het maken van afzonderlijke afspraken staan beschreven in het “Uitstapjesprotocol”. Dit protocol wordt samen met het toestemmingsformulier, bij het kennismakingsgesprek, aan de ouders overhandigd. 6
Kinderen in ontwikkeling
6.1 Scheppen van ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen Het scheppen van ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen is alleen mogelijk in een omgeving waar een kind zich veilig voelt. Elk kind is uniek en krijgt de ruimte om zich op zijn of haar manier en zijn of haar eigen tempo te ontwikkelen. Bij ontwikkelingsmogelijkheden gaat het om persoonskenmerken als veerkracht, zelfstandigheid, flexibiliteit en creativiteit die kinderen in staat stellen om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. De aanpak en werkwijze van de pedagogisch medewerker wordt voor een deel bepaald door de gezamenlijke afspraken, die binnen de groep BSO De Veste zijn gemaakt. Iedere individuele pedagogisch medewerker brengt daarnaast de eigen opleiding, levensen werkervaring in. Zo beschikken we over een gevarieerd team van mensen, die van elkaar leren en elkaar in de praktijk aanvullen. 6.2 Sociaal-emotionele ontwikkeling Het sociale contact wordt o.a. bevorderd door uit school gezamenlijk te drinken en fruit te eten, groepsactiviteiten en samenspelen. Door het opendeurenbeleid kunnen de kinderen ook met kinderen van andere groepen (en andere leeftijden) spelen. Het opendeurenbeleid is aan de volgende regels gebonden: De eet- en drinkmomenten vinden altijd plaats in de eigen basisgroep; daarna mogen de kinderen de groep verlaten. Kinderen vragen eerst toestemming aan de eigen pedagogisch medewerkers om in een andere groep te mogen spelen; daarna vragen zij toestemming aan de pedagogisch medewerker van de groep waar zij willen spelen. 11
Kinderen vragen ook altijd toestemming als ze buiten willen gaan spelen. Op deze manier is de pedagogisch medewerker op de hoogte van de plek waar de kinderen van zijn/haar groep zich bevinden.
Naast het buitenspelen of spelen in een andere groep, is het ook mogelijk dat kinderen hun basisgroep verlaten om in een andere ruimte aan een activiteit deel te nemen. De begeleiding van de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt deels vorm gegeven door het hanteren van regels/uitgangspunten in het omgaan van kinderen met elkaar en met de pedagogisch medewerker. De belangrijkste regels en uitgangspunten zijn: Wachten op je beurt, volwassenen en kinderen uit laten spreken, naar anderen luisteren; Respect hebben voor elkaar, je bewust zijn van verschillen tussen mensen, maar geen vooroordelen hebben; Samen spelen en samenwerken (stimuleren), rekening houden met elkaar, elkaar helpen, geven en nemen; Kinderen over teleurstelling heen helpen, kinderen laten merken dat fouten maken erbij hoort; Emoties bespreekbaar maken en laten merken dat het normaal is om je emoties te tonen; Het zelfvertrouwen en het getoonde initiatief stimuleren door een positieve benadering onder andere door het geven van complimenten; Laten merken dat pesten, asociaal en agressief gedrag niet worden getolereerd; De kinderen de ruimte geven om zichzelf te ontplooien, soms is het goed om als pedagogisch medewerker afstand te nemen van de kinderen; Kinderen een hoeveelheid vrijheid en verantwoordelijkheid geven die is afgestemd op de ontwikkelingsfase van het kind; Geduldige communicatie; Zorg en aandacht; Zorgvuldige en simpele uitleg; Aanmoediging; Inzetten van straf/beloning niet als doel op zich maar als middel. In het kader van deze sociaal- emotionele veiligheid hebben wij daarom een werkvoorschrift gemaakt waarin afspraken zijn vastgelegd over het welkom heten van nieuwe kinderen in de groep (zie Bijlage “warm welkom”). 6.3 Veiligheid en geborgenheid Met veiligheid wordt bedoeld: een veilige basis, waar kinderen zichzelf kunnen zijn. Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor het bereiken van andere pedagogische doelen. Als kinderen zich veilig weten, zich vertrouwd weten, durven ze te ondernemen. Kinderen ontlenen hun gevoel van veiligheid in de eerste plaats aan de persoonlijke relatie met een aantal vaste volwassenen in hun omgeving. Binnen de BSO- groepen heeft elke groep een vaste basisgroepmedewerker. Achterliggende gedachten hierbij zijn dat: a. kinderen in deze leeftijdsgroep prima in staat zijn een relatie op te bouwen met verschillende volwassenen, maar in ieder geval één vaste medewerkster als vertrouwd persoon nodig hebben. b. medewerkers in de gelegenheid gesteld worden een hecht team te vormen dat elkaar ondersteunt, stimuleert en waarin een stevig fundament wordt gelegd voor de opvang voor deze leeftijdscategorie c. gedurende de schoolvakanties de kinderen worden opgevangen in één groep op de vakantielocatie en er ook dan qua leiding dus geen onbekende gezichten voor de kinderen zijn. Om de kinderen veiligheid en geborgenheid te bieden hechten we veel waarde aan de volgende zaken: kinderen op eigen niveau (zoveel mogelijk positief) benaderen individuele aandacht hebben voor kinderen vaste aanspreekpunten (vaste (inval) medewerker) per groep voor de kinderen, waardoor pedagogisch medewerkers een (vertrouwens)relatie met de kinderen op kunnen bouwen door vaste (leeftijds)groepen bouwen kinderen ook relaties op met andere kinderen 12
het bieden van een huiselijke sfeer door de inrichting van de groepsruimtes en door de rol van de pedagogisch medewerkers het bieden van een vaste dagindeling; door deze structuur wordt de kinderen een veilig gevoel gegeven duidelijk stellen van grenzen (nee-is-nee); consequent hanteren van de regels; uitleg geven bij het geven van straf
6.4 Lichamelijke ontwikkeling Door een bewuste en zorgvuldige keuze van spel- en creatief materiaal wordt aandacht besteed aan de lichamelijke ontwikkeling van de kinderen. Het materiaal wordt hierbij zo goed mogelijk afgestemd op de leeftijd van de kinderen. Door het stimuleren van het buiten spelen wordt gezorgd voor meer lichamelijke beweging van de kinderen. Ook het aanbieden van sport draagt hier aan bij. 6.5 Verstandelijke en creatieve ontwikkeling De verstandelijke en creatieve ontwikkeling wordt gevolgd en gestimuleerd. De pedagogisch medewerker stimuleert de kinderen in hun (samen)spel, de kinderen leren hierbij veel door de omgang met elkaar en het kijken naar elkaar. Door het wisselende aanbod van spel- en creatief materiaal worden kinderen gestimuleerd in hun ontwikkeling. Met name de zorg voor een aanbod dat is afgestemd op de leeftijd van een kind is hierbij van belang. Kinderen worden in hun spel of met het maken van knutselwerk bewust afwisselend vrij gelaten en geholpen. Door kinderen vrij te laten leren ze veel van zichzelf en van de andere kinderen om hen heen. De hulp van de pedagogisch medewerkers zorgt voor weer andere leerzame input voor de kinderen. Doordat de kinderen veelal zelf bepalen wat zij willen doen bij de BSO, is de verstandelijke en creatieve ontwikkeling automatisch afhankelijk van de interesse van het kind. Kinderen hebben dus zelf inbreng in hun creatieve ontwikkeling en vaardigheid. Er wordt echter wel gestuurd op voldoende variatie in de tijdsbesteding van een kind. 6.6 Taalontwikkeling Door de communicatie van kinderen onderling en de communicatie met de pedagogisch medewerkers wordt de taalschat van de kinderen automatisch uitgebreid. De pedagogisch medewerker besteedt hierbij wel aandacht aan het zoveel mogelijk weren van ongepast en onacceptabel taalgebruik van de kinderen. 7 7.1
Praktische informatie Aan- en afmelden van de kinderen
Afmelden BSO en/of taxivervoer Kinderen moeten voor 11.00 uur bij het secretariaat worden afgemeld; telefoonnummer (074) 265 99 44. Het secretariaat geeft de afmelding vervolgens telefonisch door aan de groepsleiding en aan taxibedrijf Brookhuis en bevestigt de afmelding nog eens d.m.v. een mail. Tijdig afmelden voorkomt dat de taxi onnodig bij een school op een kind staat te wachten. De taxichauffeurs zijn na 11.00 uur al onderweg en dan moeilijk bereikbaar om de afmelding alsnog door te geven. Indien ’s ochtends de voorschoolse opvang afgemeld wordt, kan dit tussen 7.30 en 8.00 uur bij de BSO-medewerker van BSO De Veste (074-265 91 14). De BSO-medewerker neemt vervolgens contact op met taxibedrijf Brookhuis om de afmelding door te geven. Mocht er na 11.00 uur gebeld worden, dan krijgt de ouder/verzorger het secretariaat of het antwoordapparaat. Via het antwoordapparaat krijgt men informatie, hoe alsnog een afmelding voor taxivervoer en/of BSO kan worden doorgeven. Afwezigheid ziekte Wanneer een kind op een afgesproken dagdeel afwezig zal is (bijvoorbeeld in verband met ziekte of vakantie), dan dient dit zo spoedig mogelijk doorgeven te worden aan de groepsleiding of vóór 11.30 uur aan het secretariaat; telefoonnummer (074) 265 99 44. Zieke kinderen kunnen uiteraard niet worden gebracht. Indien tijdens de opvang geconstateerd wordt dat een kind ziek is en dat het beter af is in zijn eigen huiselijke omgeving, dan nemen we contact op met de ouder/verzorger. De ouder/verzorger moet in dat geval bereikbaar zijn om het kind op te kunnen halen. In verband hiermee is het van belang dat wij beschikken over de actuele bereikbaarheidsgegevens. De betaling loopt in geval van afwezigheid gewoon door.
13
Wij verzoeken ouders/verzorgers telefonisch of via het ouderportaal dan wel ouderapp op de hoogte te stellen van de afmelding en niet per e-mail, om te voorkomen dat de afmelding niet tijdig wordt opgemerkt en de pedagogisch medewerker niet op de hoogte is. Indien een kind een besmettelijke ziekte heeft dienen de ouders de kinderopvang zo spoedig mogelijk hiervan op de hoogte te brengen. Wij kunnen dan, indien nodig, maatregelen nemen om mogelijke besmetting van andere kinderen te voorkomen. 7.2 Kennismakingsgesprek leidsters Als een kind geplaatst is op de BSO vindt er een kennismakingsgesprek plaats met de pedagogisch medewerker van de groep waar het kind geplaatst zal worden. In een kennismakingsgesprek maken de ouders kennis met de locatie en de pedagogisch medewerker. Ouders krijgen informatie over het reilen en zeilen op de BSO. Door de pedagogisch medewerker wordt er een Checklist Kennismakingsgesprek buitenschoolse opvang afgevinkt zodat helder is, dat alle informatie overgedragen is aan de ouders. Tevens wordt er een wenafspraak gemaakt. 7.3 Wennen Een kind mag, voorafgaand aan de definitieve plaatsing, 1 dagdeel komen wennen. De pedagogisch medewerker maakt hiervoor een afspraak. De pedagogisch medewerker van het kennismakingsgesprek neemt het kind de eerste dag van de opvang onder haar/zijn hoede . Aan het nieuwe kind wordt gevraagd of het al één van de andere kinderen kent en gepeild wordt of het leuk is deze kinderen de eerste keer aan elkaar te koppelen. Hiervan is een bijlage “Een warm welkom”’ toegevoegd. 7.4
Ruilen, extra opvang, opvang in een andere groep en samenvoegen
Ruilen van dagdelen In bijzondere gevallen is het mogelijk zonder extra kosten een dagdeel te ruilen. Dat houdt in, dat een vaststaand dagdeel wordt omgewisseld met een dagdeel dat nader overeen te komen is. Dit is echter alleen mogelijk binnen een periode van 5 weken. Daarnaast geldt dat als de aanvraag binnen 3 weken voorafgaand aan de opvangweek wordt gedaan, het wisselen mogelijk is als de bezetting het toelaat. Het is niet de bedoeling dat feest-, ziekte- en vakantiedagen van kinderen op deze manier ingehaald worden. Extra dagdelen Incidenteel gebruik van andere extra dagdelen dan overeengekomen is, is mogelijk. Ook hier geldt, dat als de aanvraag binnen 3 weken voorafgaand aan de opvangweek wordt gedaan, een extra dagdeel mogelijk is voor zover de bezetting dit toelaat. Dit kan overlegd worden met de groepsleiding. Hiervoor wordt een extra dagdeel in rekening gebracht. Compensatiedagdelen Als een ouder/verzorger opvang mist vanwege een algemeen erkende feestdag waarop we gesloten zijn of vanwege vakantiedagen, krijgt de ouder/verzorger als tegemoetkoming de mogelijkheid om deze dagen voor een deel te compenseren. Dit geldt voor iedereen met een schoolweken- of een jaarplaats. Het aantal compensatiedagdelen hangt af van welke soort opvang en hoeveel opvang men afneemt. De toegekende compensatiedagdelen gelden voor de duur van het kalenderjaar, daarna vervallen ze. Ook voor het gebruikmaken van een compensatiedagdeel geldt, dat als de aanvraag binnen 3 weken voorafgaand aan de opvangweek wordt gedaan, een compensatiedagdeel mogelijk is voor zover de bezetting dit toelaat. Mocht men gebruik willen maken van een compensatiedagdeel, dan kan dit met de groepsleiding overlegd worden. Incidentele opvang in een andere groep Wanneer opvang als gevolg van het wisselen van een dagdeel of een extra dagdeel of een compensatiedagdeel in eigen stamgroep niet mogelijk is, vindt de opvang plaats in een andere groep. Mocht dit het geval zijn, dan dient de ouder/verzorger hiervoor toestemming te geven d.m.v. het toestemmingsformulier. Dit geldt ook als een kind op een roostervrije- of vakantiedag wordt opgevangen in een KDV-groep. Samenvoegen van groepen Het is mogelijk dat bij afwezigheid van meerdere kinderen binnen een groep of bij een lage bezetting groepen worden samengevoegd. Dit i.v.m. een zo gewenst mogelijke personeelsplanning. Medewerkers zullen zorgvuldig kijken naar wat wenselijk is bij het samenvoegen.
14
7.5 Hoofdluis Als er hoofdluis wordt geconstateerd binnen de BSO De Veste handelen we naar de regels van de GGD. Meestal wordt de hoofdluis geconstateerd door de school of door de ouders zelf. Op het moment dat we horen van ouders dat een kind luizen heeft, laten we aan alle ouders middels een affiche weten dat er hoofdluis is op de BSO. 7.6 Klachten Als ouders een klacht hebben, willen we hiervan graag op de hoogte gebracht worden. Ouders kunnen de klacht doorgeven aan de (vaste) pedagogisch medewerker. Voor verdere afhandeling verwijzen wij naar onze klachtenprocedure voor ouders die te vinden is op onze website. Kinderopvang Borne is aangesloten bij de geschillencommissie. 7.7 Adresgegevens BSO De Veste is gelegen in een nieuwbouwwijk de Bornse Maten aan de H.F. Roetgerinklaan 3. De BSO De Veste ligt in de wijk de Bornse Maten, een nieuwbouwwijk waar veel jonge gezinnen wonen. 8
Ouders
8.1 Respect/privacy Ouders/verzorgers kunnen verzekerd zijn van het feit dat er zorgvuldig omgegaan wordt met de persoonlijke gegevens. De BSO registreert een aantal gegevens van het kind die van belang zijn voor goede opvang of die door de GGD worden verlangd. Deze gegevens worden door de ouders ingevuld tijdens het inschrijven van hun kind. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om gegevens van de telefonische bereikbaarheid. 8.2 Informatie/afspraken Voor de mondelinge uitwisseling van informatie tussen de ouders/verzorgers en de BSO wordt van de volgende middelen gebruik gemaakt; Kennismakingsgesprek voor de definitieve plaatsing van de kinderen Korte gesprekken op het moment dat de kinderen opgehaald worden Individuele afspraken op verzoek van de ouders/verzorgers of op verzoek van de pedagogisch medewerker. Voor het periodiek geven van informatie aan de ouders/verzorgers wordt er 1 keer per kwartaal een nieuwsbrief naar de ouders/verzorgers verzonden. Verder worden er informatiebrieven via de kinderen meegegeven of per post of email verstuurd. Ook wordt er informatie doorgegeven op een mededelingenbord op de locatie. 8.3 Oudercommissie De oudercommissie stelt zich ten doel: De belangen van de kinderen en de ouders van het kindercentrum waar de oudercommissie aan verbonden is zo goed mogelijk te behartigen en de andere ouders te vertegenwoordigen; Te adviseren ten aanzien van de kwaliteit van opvang; Het behartigen van de belangen van de ouders van het kindercentrum bij de directie en het bestuur. Samenstelling oudercommissie d. Personen werkzaam bij het kindercentrum kunnen geen lid zijn van de oudercommissie van dat kindercentrum, ook niet indien zij ouder zijn van een kind dat het kindercentrum bezoekt (Wk art. 1.58 lid 5); e. De oudercommissie bestaat uit minimaal 2 en maximaal 9 leden. Wie zitten er in de oudercommissie? De oudercommissieleden staan genoemd in onze nieuwsbrief en op onze website. Daarnaast ligt er op de locatie een overzicht van oudercommissieleden.
15
9
Bijlage 1 Warm welkom
Warm Welkom Kinderopvang Borne Titel: Bijlage kennismaking BSO “Een warm welkom” Doel: Het nieuwe kind het gevoel geven dat het welkom is. Afspraken welkomstposter opgehangen de pedagogische medewerk(st)er van het kennismakingsgesprek neemt het kind de eerste dag van de opvang onder haar hoede. aan het nieuwe kind wordt gevraagd of het al één van de andere kinderen kent en gepeild wordt of het leuk is deze kinderen de eerste keer aan elkaar te koppelen. voorgesteld wordt om het groepsspel over de regels op de BSO te spelen. na ongeveer 6 weken wordt er een gesprekje gevoerd met het kind. Onderstaande vragen worden ingevuld door pedagogisch medewerk(st)er of het kind zelf : Wat weet je nog van de eerste keer dat je bij de BSO kwam? Wat vond je leuk? Was er ook iets wat je gek vond, waar je aan moest wennen, wat je niet leuk vond? Ken je de regels en de afspraken die er zijn? Heb je het naar je zin? Heb je nog tips of ideetjes/ vind je dat er dingen anders geregeld moeten worden?
Naam kind: Naam pedagogische medewerk(st)er: Datum: Een kopie van dit formulier gaat naar de ouder(s)/verzorger(s) van het betreffende kind en naar de Clustermanager. Het origineel gaat naar de medewerker klantrelaties voor het kinddossier.
16