Pedagogisch Werkplan BSO Buitenspel
Pedagogisch Werkplan BSO Buitenspel Smallsteps Kinderopvang Juli 2015
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Visie en uitgangspunten Smallsteps Kinderopvang 2.1. Pedagogische visie 2.2. Pedagogische uitgangspunten 3. Beschrijving van de locatie 4. Randvoorwaarden 4.1. Soorten opvang 4.2. Groepsindeling 4.3. PKR 4.4. Medewerkers 4.5. Toepassing 3 uurs/halfuurs regeling 4.6 Flexibele opvang 4.7. Ruilen en incidenteel/ structureel afnemen van extra dagen 4.8. Opendeurenbeleid 4.9. Samenvoegen van groepen 4.10. Wenbeleid 4.11. Ophalen door derden en afmelden van kinderen 4.12. Achterwacht 5. Middelen 5.1. Dagindeling 5.2. Huisregels 5.3. Inrichting binnen en buiten 5.4. Materialenaanbod 5.5. Observatiemethode 6. Pedagogische handelen 7. Rituelen en pedagogisch handelen 7.1. Belonen en corrigeren 7.2. Het ophalen van kinderen 7.3. Activiteiten 7.4. Huiswerk ` 7.5. Feesten 7.6. Eten en drinken 7.7. Vriendjes en vriendinnetjes 8. Normen en waarden 8.1. Taalgebruik 8.2. Hoe gaan we om met normen en waarden 8.3. Seksualiteit en intimiteit 9. Kwaliteitszorg 9.1. Ziekte en medicijngebruik 9.2. Zorgkinderen 9.3. Inspectie Wet Kinderopvang 9.4. Aanbevelingen rapport Gunning
1
3 3 3 4 5 6 6 7 7 7 8 9 9 9 9 10 10 10 11 11 11 13 13 13 13 15 15 15 15 16 16 16 17 17 17 17 19 19 19 20 21 21
9.4.1. 4-ogen principe 9.4.2. Procedure rondom werving en selectie 9.4.3. Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling 9.5. Protocollen 9.6. Veiligheid 10. Samenwerking met ouders 10.1. Haal- en brengmomenten 10.2. Nieuwsbrief 10.3. Klanttevredenheidsonderzoek 10.4. Afsprakenformulier 10.5. Exitgesprek 10.6. Activiteiten waarbij ouders betrokken zijn 10.7. Oudercommissie 10.8. Klachten 11. Vertrouwenspersoon 12. Mediagebruik
2
21 21 21 22 22 22 22 22 22 22 23 23 23 23 23 24
1.
Inleiding
Voor u ligt het pedagogisch werkplan van BSO Buitenspel te Haaksbergen. Het pedagogisch werkplan is steeds in ontwikkeling. Door de dagelijkse praktijk, visie, uitgangspunten, doelen en hoe wij deze bereiken met elkaar te blijven bespreken en deze vast te leggen, blijft het werkplan levend en in ontwikkeling. Ook is het pedagogisch werkplan een middel om ouders, stagiaires en andere belangstellenden inzicht te geven in hoe wij kinderen verzorgen en steunen en stimuleren in hun ontwikkeling op de BSO. Het pedagogisch werkplan wordt tenminste eens per jaar geactualiseerd. De oudercommissie wordt hierbij om advies gevraagd.
2.
Visie en uitgangspunten Smallsteps Kinderopvang
Kinderopvang draagt bij aan de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Wij doen dit door kinderen te ondersteunen, te begeleiden en ruimte te geven om zelf bezig te zijn, te ervaren en te ontdekken. Dit doen wij samen met ouders. Ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Zij hebben vertrouwen in ons nodig om deze opvoeding met ons te delen. Een open houding en respectvolle communicatie met ouders vinden wij belangrijk. 2.1. Pedagogische visie Binnen onze kindercentra staat het kind en zijn ontwikkeling centraal. Wij creëren een sfeer en een omgeving waarin kinderen zich prettig en geborgen voelen én die stimuleert en uitdaagt. Een omgeving waar ieder kind de ruimte krijgt voor het ontwikkelen van vertrouwen in zichzelf en de ander en voor het opdoen van persoonlijke en sociale competenties. Een omgeving waar aandacht is voor een gezonde levensstijl en de gangbare normen en waarden worden voorgeleefd. Wij stimuleren een brede ontwikkeling van het kind. Enerzijds is er respect en ruimte voor de eigenheid en autonomie van ieder kind en ruimte voor het ontplooien van zijn talenten. Anderzijds ondersteunen wij het kind bij het deel uitmaken van een groep en de wereld om zich heen. Ieder individueel kind heeft recht om bij te dragen aan het geheel. Steeds zal er sprake zijn van een wisselwerking tussen aanleg (datgene wat het kind in zich heeft) en de ervaringen die de omgeving biedt.
Het stimuleren van een brede ontwikkeling: 1. Ontwikkeling van zelfstandigheid en omgevingsbewustzijn 2. Sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Spelontwikkeling 4. Taalontwikkeling 5. Grove en fijne motoriek 6. Cognitieve ontwikkeling
We zijn de ontwikkeling van een kind steeds een stapje voor. Wij zoeken steeds dat wat het kind al zelf kan, wat nog buiten zijn bereik ligt en wat het met een beetje hulp van ons wel zelf kan. Vanaf dit punt (zone van de naaste ontwikkeling) helpen we het kind een volgende stap in zijn ontwikkeling te zetten. Stapje voor stapje leert het kind het helemaal zelf te doen. We geven het kind ook de ruimte om zelf te ontdekken en uit te proberen.
3
2.2.
Vijf pedagogische uitgangspunten
1. Welbevinden, betrokkenheid, vitaliteit Welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkeling van een kind zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een kind dat lekker in zijn vel zit (welbevinden) en zich fit (vitaliteit) voelt zal nieuwsgierig zijn naar wat de omgeving te bieden heeft. Door hier met plezier en belangstelling helemaal in op te gaan (betrokkenheid), doet het kind allerlei leerervaringen. 2. Ruimte voor eigenheid Een kind ontwikkelt zich spelenderwijs en door actief bezig te zijn, door doen, uitproberen, ontdekken, kijken, imiteren, meedoen en aanwijzingen. Ieder kind doet dit in eigen tempo en op zijn eigen manier. Ook de steun en stimulans die een kind nodig heeft verschilt. Ieder kind beschikt over zijn eigen talenten. Kinderen krijgen de mogelijkheden deze te ontdekken en te ontplooien In ons dagelijks handelen houden wij rekening met en hebben wij respect voor de verschillen tussen kinderen (persoonlijkheid, leeftijd, sekse, afkomst, mogelijkheden en talenten). 3. Vertrouwen, respect en positieve benadering We nemen kinderen serieus en benaderen hen telkens op een respectvolle en open wijze. Kinderen krijgen de ruimte om zelf te doen, ontdekken, ervaren en kiezen. We bieden hierbij steun als zij dit nodig hebben. We ondersteunen kinderen bijvoorbeeld bij het uitvoeren van ideeën of het hanteren van grenzen door niet uit te gaan van wat niet kan, maar van hoe het wel kan. ‘Fouten maken mag.’ Wij waarderen het kind om waar het goed in is. Gedrag kan afgekeurd worden, de persoon nooit. We bieden kinderen een veilige omgeving, maar leren kinderen ook omgaan met gevaren. 4. Een veilige, uitdagende en betekenisvolle omgeving Kinderen ontwikkelen zich mede door de ervaringen die de omgeving biedt: veiligheid en steun & uitdaging en stimulans. Een omgeving die geborgen en voorspelbaar is, maar ook variatie biedt en de nieuwsgierigheid prikkelt. De omgeving in en om het kindercentrum wordt gevormd door de pedagogisch medewerkers, de andere kinderen, de inrichting van binnen- en buitenruimte, het spelmateriaal en activiteiten binnen een dagritme. Betekenisvolle activiteiten sluiten aan bij de belevings- en leefwereld van het kind en zijn afgestemd op het ontwikkelingsniveau, de mogelijkheden en interesses van de kinderen. De omgeving is groter dan de eigen groepsruimte en het eigen kindercentrum, als kinderen daaraan toe zijn, krijgen zij de mogelijkheden om ook de wereld daar buiten te ontdekken. 5. Actieve pedagogisch medewerkers Wij zijn partner van het kind in zijn ontwikkeling. Door te kijken, luisteren en mee te doen kunnen wij afstemmen op wat kinderen nodig hebben. Wij scheppen voorwaarden voor leren en ontwikkeling door bijvoorbeeld aandacht voor groepssfeer, inrichting en materialen en het zorgen voor veiligheid en duidelijkheid. Daarnaast zien wij kansen voor spel, leren en contact die zich spontaan voordoen. We grijpen deze kansen door aan te sluiten bij wat het kind doet en beleeft gedurende de verschillende verzorgings- én speelmomenten van de dag. We creëren kansen door activiteiten aan te bieden en kinderen uit te nodigen mee te helpen bij de dagelijkse werkzaamheden op en om het kinderdagcentrum.
4
3.
Beschrijving van de locatie
BSO Buitenspel is onderdeel van Kindercentrum Eigenwijs. Wij bieden buitenschoolse opvang voor kinderen van 4 t/m 12 jaar uit Haaksbergen en omstreken. De BSO ligt op sportpark “de Greune”. Omgeven door meerdere voetbalvelden, tennisbaan en handbal veld. Bewegen staat centraal bij BSO Buitenspel, zowel fysiek als mentaal. Onze activiteiten worden met dat oogpunt georganiseerd waarbij we rekening houden met de leeftijd, het niveau van de kinderen en de samenstelling van de groep. Het algemeen pedagogisch beleid van Smallsteps Kinderopvang vormt het kader waar binnen wij de dagelijkse praktijk binnen de groepen van BSO Buitenspel vormgeven. In dit werkplan staat beschreven hoe wij dit beleid in de praktijk vormgeven. BSO Buitenspel vangt kinderen op in hun vrije tijd en voorziet in een invulling van hun vrije tijd. In principe moeten kinderen bij ons hetzelfde kunnen doen als thuis, aangevuld met extra zaken die specifiek zijn voor opvang in een groep: altijd speelkameraadjes, aanbod van allerlei activiteiten etc. In dit werkplan willen wij omschrijven hoe kinderen bij ons hun vrije tijd in kunnen vullen. Het team van BSO Buitenspel bestaat uit vaste medewerkers die samen met de kinderen een hechte groep vormen, waarin iedereen zich op zijn gemak voelt. Het team wordt bijgestaan door een locatiemanager die zorgt voor de dagelijkse gang van zaken en deze heeft diverse overlegvormen met de medewerkers van de BSO. Eindverantwoordelijk is de clustermanager. Pedagogische medewerkers zijn allemaal gediplomeerd en worden daarnaast opgeleid in het ontwikkelingsgericht werken. Tevens wordt de mogelijkheid geboden andere cursussen of workshops te volgen. De opvang vindt plaats in twee groepen waarvan één groep wordt gedeeld met de voetbalvereniging. Wij hebben beschikking over een eigen vaste en zelf ingerichte ruimte, deze noemen wij de Rode groep. Daarnaast delen wij een gezamenlijke groep in de kantine en deze noemen wij de Groene groep. Op dit moment is Buitenspel geopend op maandag-, dinsdag- en dondermiddag van 14.30 tot 18.30 uur. Op vrijdagmiddag vanaf 12.00 uur tot 18.30 uur. De vakantieopvang vindt ook op deze locatie plaats en is open van 7.30 uur tot 18.30 uur.
5
4.
Randvoorwaarden
4.1.
Soorten opvang
Buitenschoolse opvang Deze vindt plaats op maandag-, dinsdag-, donderdag van 14.30 tot 18.30 uur en op vrijdag vanaf 12.00 uur tot 18.30 uur op BSO Buitenspel. Binnen onze organisatie zijn verschillende opvangpakketten mogelijk: 1. Standaardpakket: opvang wordt geboden tijdens schoolweken maar ook tijdens vakantieweken 2. Schoolwekenpakket: opvang wordt geboden gedurende schoolweken 3. Vakantiepakket: opvang wordt geboden gedurende vakantieweken 4. Voorschoolse opvang (op Kinderdagverblijf Eigenwijs) Vakantieopvang Uiteraard is het mogelijk gebruik te maken van opvang tijdens de schoolvakanties. Hierbij gelden een aantal regels: - De scholen maken aan het begin van het schooljaar hun vakanties bekend. De locatiemanager stelt vast welke dagen binnen de vakantieopvang vallen voor onze BSO. Dit zijn de dagen die vallen onder de vakantieregeling van het Ministerie van OCW. - Door middel van een vakantiebriefje geven ouders aan op welke momenten zij gebruik willen maken van de vakantieopvang en wanneer kinderen niet komen i.v.m. vakantie. Dit geldt voor de contracten inclusief vakantieopvang, het zogenoemde standaardpakket. - Als ouders een vakantie invullen, gaan wij er van uit dat het kind niet komt tijdens de opgegeven periode. - Mochten kinderen alsnog willen komen, willen wij dit graag tijdig weten. Tijdens de vakantie wordt er gewerkt met een vooraf opgesteld activiteitenprogramma. Meestal is dit programma rond een bepaald thema. Zo kunnen er allemaal activiteiten bedacht worden zoals knutselactiviteiten, sport en spel, maar soms wordt er ook gekozen voor een uitje zoals naar de speeltuin of het bos. Soms wordt er ook samengewerkt met de BSO’s van andere Smallstepsvestigingen in de omgeving. Studiedagen Tijdens studiedagen zal opvang plaatsvinden op BSO Buitenspel. Dit wordt van te voren aan de ouders bekend gemaakt. Als een school een vrije dag heeft ingeroosterd die niet onder de vakantieregeling van het Ministerie van OCW valt, dan gelden de volgende regels: -
-
-
6
De vrije dag moet minstens twee weken van te voren bekend zijn bij de locatiemanager van de BSO en moet door de ouder(s) worden aangevraagd. De periode van twee weken geeft ons de gelegenheid een programma voor die dag op te zetten, personeel te regelen en de opvang en het programma bekend te maken bij de ouders. Er kan opvang geboden worden als er minimaal 5 kinderen zijn die gebruik gaan maken van de opvang. De kosten worden achteraf in rekening gebracht of kunnen vooraf worden voldaan middels de strippenkaart. Daar waar in het verleden andere afspraken zijn gemaakt en waar die afspraken ook schriftelijk bevestigd zijn door beide partijen, kan worden afgeweken van bovenstaande regels.
4.2. Groepsindeling BSO Buitenspel bestaat uit 2 basisgroepen: de Rode groep en de Groene groep. De Rode- en Groene groep bestaan beide uit maximaal 20 kinderen per dag. De groepen zijn verticaal ingedeeld. Dit betekent dat kinderen van verschillende leeftijden opgevangen worden in beide groepen. Wel houden wij de Rode groep aan voor de jongste kinderen. In de praktijk houdt dit in dat ze tot ongeveer 6 jaar in de Rode groep zullen worden opgevangen en al na gelang hun eigen zelfstandigheid doorstromen naar de Groene groep. Deze indeling maakt dat de activiteiten ook beter op de behoeften van de kinderen zijn afgestemd. Op onze BSO hebben alle kinderen hun eigen postvakje. Hierin kunnen de kinderen hun persoonlijke spullen opbergen en/of knutselwerkjes en tekeningen bewaren. De verspreiding van nieuws-, vakantie of andere brieven gebeurt ook d.m.v. de postvakjes. Kinderen uit een gezin hebben een gezamenlijk postvakje. Basisgroep: Alle kinderen worden ingedeeld in een vaste basisgroep. Deze basisgroep heeft zo veel mogelijk vaste pedagogisch medewerkers. De pedagogisch medewerker gekoppeld aan de basisgroep is eindverantwoordelijk voor het sociaal emotioneel welbevinden van de kinderen in zijn of haar basisgroep. Zij houdt deze in de gaten, is aanspreekpersoon, zorgt voor opvang op maat en is een vertrouwd gezicht. Alle pedagogisch medewerkers hebben gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de basisgroepen. 4.3. PKR (pedagogisch medewerker/kind ratio) De toewijzing van aantallen pedagogisch medewerkers aan de stam-/basisgroepen vindt plaats volgens de verhoudingen zoals die voortkomen uit de Regeling Kwaliteit Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en zoals die beschreven staan in het pedagogisch beleid. De inzet van het aantal pedagogisch medewerkers vindt plaats middels de rekentool die hiervoor speciaal ontwikkeld is; 1ratio.nl. Voor de BSO geldt 1 pedagogisch medewerker voor 10 aanwezige kinderen. 4.4. Medewerkers Binnen BSO Buitenspel wordt gewerkt met een vast team van pedagogisch medewerkers waarbij gestreefd wordt naar één, twee of drie vaste pedagogisch medewerkers per groep, zodat er met zowel de kinderen als de ouders een vertrouwensrelatie kan worden opgebouwd. Op momenten van ziekte of tijdens vakanties van een van de medewerkers wordt er gewerkt met zo veel mogelijk vaste invalkrachten. Deze medewerkers zijn bekend met de manier van werken binnen Smallsteps Kinderopvang. Wel zorgen we ervoor dat er altijd minimaal een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is. Stagiaires Binnen BSO Buitenspel dragen wij graag ons steentje bij aan het opleiden van nieuwe medewerkers binnen de kinderopvang. Wanneer het mogelijk is geven we een stagiaire de kans om op onze BSO haar stageperiode te vol brengen. Voor pedagogisch medewerker in de kinderopvang is de gangbare opleiding: Pedagogisch Werk niveau 3 (PW3). Deze opleiding kent twee varianten: 1. de BOL-opleiding van 3 jaar. Een leerling van deze opleiding volgt 5 dagen per week theorie en loopt stage. Zij wordt boventallig ingezet.
7
2. de BBL-opleiding van 3 jaar. Een leerling van deze opleiding krijgt bij ons een leerarbeidsovereenkomst voor 20 tot 30 uur per week en gaan daarnaast 1 dag in de week naar school. De BBL-er wordt altijd naast een ervaren pedagogisch medewerker ingezet en kent in principe een opbouw tot inzetbaarheid van 100% in negen maanden. Daarnaast is het mogelijk stage faciliteiten te bieden voor o.a. de volgende opleidingen: - Pedagogisch Werk, niveau 4 - Sociaal Pedagogische Hulpverlening (HBO-SPH) - Pedagogisch Management Kinderopvang (HBO) Tenslotte is het mogelijk dat wij zogenoemde snuffelstagiaires de kans geven een kortdurende stage van enkele weken voor enkele dagen per week ter oriëntering op de beroepskeuze bij ons te volgen. Leidinggevende Binnen Smallsteps Kinderopvang kennen we drie leidinggevende functies die elk op hun eigen niveau verantwoordelijk zijn voor de kinderdagverblijven: De directeur, Aukje Vlaanderen, is verantwoordelijk voor Smallsteps Kinderopvang en stuurt de desbetreffende clustermanagers en staf aan. De clustermanager is verantwoordelijk voor meerdere vestigingen en stuurt de locatiemanagers aan. De locatiemanager is de dagelijkse leiding van het kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Zij is het eerste aanspreekpunt voor pedagogisch medewerkers. Verder biedt zij aan pedagogisch medewerkers o.a. werkbegeleiding en ondersteuning bij knelpunten, bijvoorbeeld door individuele, groeps-, team- en kind besprekingen. Daarnaast draagt zij zorg voor deskundigheidsbevordering, bijscholing en het inroepen van deskundigen indien nodig. Ook onderhoudt zij contacten met de oudercommissie (en ouders wanneer die niet terecht kunnen bij de pedagogisch medewerker). 4.5. Toepassen 3-uurs/half- uurs regeling De halfuurs regeling zoals beschreven in het convenant kinderopvang wordt op de juiste wijze gehanteerd. Op reguliere dagen wordt er ten hoogste een half uur afgeweken van de pkr. Daarvoor worden er presentielijsten bijgehouden waarop ingevuld wordt hoe laat ieder kind wordt opgehaald. Tijdens de vakantie wordt er maximaal 3 uur afgeweken aan de randen van de dag en tijdens de middagpauze. Ook dan worden er presentielijsten bijgehouden met hierop vermeld wanneer kinderen komen en worden opgehaald. Daarnaast houden de pedagogisch medewerkers bij wanneer zij pauze hebben. De middagpauze vindt plaats tussen 12.30 en 14.30 waarbij elke pedagogisch medewerker een half uur tot een uur pauze heeft. 4.6. Flexibele opvang Bij BSO Buitenspel is er flexibele opvang mogelijk. Dit is op basis van een gemiddeld aantal uren per maand mogelijk op basis van een contract. Ouders zorgen dat voor de eerste dag van de voorgaande maand de aanvraag bij de locatiemanager bekend is. Kinderen met een flexibel contract worden opgevangen in zijn/haar eigen basisgroep. Indien hiervan afgeweken wordt omdat er teveel flexibele opvang op dezelfde dag is aangevraagd, zal de ouder dit vooraf van de pedagogisch medewerker schriftelijk vernemen. 4.7. Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen Het is mogelijk om incidenteel een extra dag (deel) af te nemen buiten de vaste contracturen en een dagdeel te ruilen. Extra afname of ruilen kan binnen de eigen groep van het kind mits het aantal kinderen dit toelaat. Onze voorkeur gaat uit naar extra opvang binnen de eigen groep omdat
8
het gevoel van veiligheid en geborgenheid voor het kind voor ons voorop staan. Indien er geen plaats is op de eigen groep, is opvang op een andere groep mogelijk in overleg met de ouders en na schriftelijke vastlegging. Het structureel afnemen van een extra dagdeel is mogelijk waarbij ons uitgangspunt is dat het kind in zijn eigen groep geplaatst wordt. Wanneer de groepsgrootte het niet toelaat het kind een extra dagdeel in deze groep te plaatsen, besluiten wij in overleg met ouders het kind voor die dag/dat dagdeel tijdelijk in een andere groep te plaatsen. Hiervoor is schriftelijke toestemming van de ouders nodig. In zo’n situatie plaatsen wij het kind maar in één andere groep. Zodra er weer plaats is in de oorspronkelijke groep wordt het kind overgeplaatst naar deze groep. -
De locatiemanager geeft toestemming voor het ruilen van dagen en het incidenteel en structureel afnemen van extra dagen. Bij zowel het incidenteel als structureel afnemen van extra dagen dient dit schriftelijk vastgelegd te worden. Voor het structureel afnemen van extra dagen op een andere groep wordt tevens schriftelijk vastgelegd per wanneer het kind weer in zijn eigen groep geplaatst kan worden.
4.8. Opendeurenbeleid Bij BSO Buitenspel hanteren wij een open deuren beleid. Dit houdt in dat na het eet en drink moment de kinderen zelf mogen weten wat ze gaan doen en waar ze dit gaan doen. Op deze wijze stimuleren wij de kinderen op het sociale vlak en kunnen de kinderen zelf bepalen waar ze zich mee bezig willen houden. De kinderen kunnen hierdoor hun eigen ontwikkeling mede bepalen en kunnen de moeilijkheidsgraad aanpassen aan hun eigen vaardigheden, wat een belangrijke voorwaarde is voor groei en ontwikkeling op het sociaal emotionele vlak. Bovendien kunnen ze doen wat ze leuk vinden. 4.9. Samenvoegen van groepen Er zijn momenten dat groepen worden samengevoegd. Dit kan op verschillende momenten gebeuren: Op reguliere dagen aan het eind van de dag. De 2 basisgroepen zitten al gezamenlijk in dezelfde ruimte en spelen met elkaar. Ouders zijn hierover geïnformeerd. In vakanties worden de groepen samengevoegd wanneer er minder dan 20 kinderen zijn. Ouders zijn hierover geïnformeerd middels de nieuwsbrief. 4.10. Wenbeleid Extern Alle ouders van nieuwe kinderen wordt een kennismakingsgesprek aangeboden. Ouders van kinderen die reeds een broertje of zusje op de BSO hebben worden vrij gelaten in hun keuze dit aanbod tot gesprek aan te nemen. In de praktijk zal het gesprek gevoerd worden door een van de pedagogisch medewerkers. Dit gebeurt vanzelfsprekend voor aanvang van de opvang. In het kennismakingsgesprek wordt informatie gegeven over Smallsteps en over de BSO. Uiteraard is het mogelijk dat het kind aanwezig is tijdens het gesprek. Op deze manier kan het kind alvast samen met zijn/haar ouders de BSO bekijken en kennismaken met de pedagogisch medewerkers. Het kind wordt dan ook bij het verdere verloop van het gesprek betrokken. Op BSO Buitenspel proberen we een gesprek vaak te plannen in de middaguren zodat het kind ook al ervaart hoe het er op een middag aan toe gaat met de andere kinderen. Ouders wordt gevraagd informatie te geven over hun kind. Het doel en de werking van het intake- en afsprakenformulier worden besproken, zodat ouders deze thuis in kunnen vullen en later retourneren. Na het gesprek krijgen de ouders en het kind een rondleiding door de BSO.
9
Na het gesprek wordt op verzoek van de ouders door ons de gelegenheid geboden een keer (of vaker indien wenselijk) te komen wennen op de dagen dat het kind straks komt. Zo kan het kind alvast kennismaken met de andere kinderen en de pedagogisch medewerkers. Ook kan er op die manier gewend worden aan het ophalen op school en het lopen met de groep naar de BSO. Voorafgaand aan de ingangsdatum van de opvang kunnen indien gewenst twee dagdelen gereserveerd worden voor om te wennen, onder voorbehoud van wet- en regelgeving. Deze wenafspraken kunnen alleen gemaakt worden met de locatiemanager en indien en voor zover de capaciteit en bezetting van de locatie het toelaat, ter beoordeling aan de locatiemanager. Wendagdelen kunnen alleen plaatsvinden indien de door de ouder/verzorger ondertekende overeenkomst van te voren is overgelegd aan de locatiemanager. 4.11. Ophalen door derden en afmelden van kinderen Mocht de ouder niet zelf komen ophalen dat moet de ouder dit doorgegeven hebben bij de pedagogisch medewerker. Zonder dit bericht geven wij geen kinderen mee. Wij vragen de ouder tijdig wijzigingen zoals ziekte, afmelding of vakantie door te geven. 4.12. Achterwacht Op momenten dat er één pedagogisch medewerker aanwezig is, hebben wij een achterwacht geregeld. Dit kan bijvoorbeeld zijn op rustige dagen (vrijdag), tijdens de vakantieperioden of aan het begin of einde van de dag. Op het rooster wordt aangegeven wie de achterwacht is.
10
5.
Middelen
5.1. Dagindeling Bij binnenkomst op BSO Buitenspel hangen kinderen zelf hun jas op en zetten hun tas weg. Papieren die ze op school hebben gekregen mogen kinderen in hun eigen tas stoppen. Gezamenlijk gaan we aan tafel. Kinderen hebben geen eigen plek en mogen dus zelf weten waar ze gaan zitten aan tafel. Het fruit komt op tafel, eventueel geschild of ongeschild, samen met het drinken. Rond 16.30 uur eten we een cracker, rijst wafel, ontbijtkoek, of hebben we komkommer, kaas en/of worst, uiteraard ook weer met drinken erbij. Tijdens dit eerste tafelmoment mogen kinderen vertellen wat ze die dag gedaan hebben op school of wat ze bijvoorbeeld in het weekend hebben meegemaakt. We stimuleren kinderen om iets te eten en te drinken als ze uit school komen, maar het is niet verplicht. Natuurlijk proberen we wel ieder kind iets te laten drinken en/of eten. Zeker met warm weer vinden we dat belangrijk. Als een kind structureel te weinig eet of drinkt, bespreken we dit met ouders. Na het eten/drinken schuiven de kinderen hun stoel aan en brengen hun beker naar de keuken of een kind haalt alle bekers op. Aan tafel wordt verteld wat er die dag op het programma staat. Kinderen mogen zelf kiezen of ze aan deze activiteit mee willen doen. Ze zijn het niet verplicht. Als kinderen iets voor zichzelf willen doen dan is dat prima. Tijdens de schoolweken houden we het volgende schema aan: 14.30 – 15.30 15.30 – 16.00 16.00 – 17.00 17.00 – 18.30
Ontvangen van de kinderen Eten en drinken aan tafel Georganiseerde activiteit of vrij spelen Vrij spelen en spelletjes, kinderen worden opgehaald
Tijdens de vakantieopvang houden we het volgende schema aan: 07.30 – 09.00 09.30 10.00 – 11.30 12.00 13.00 – 15.00 15.30 16.00 – 17.00 17.00 – 18.30
Kinderen kunnen worden gebracht Aan tafel voor drinken, fruit en crackers Vrij spelen of een geplande activiteit Broodmaaltijd Film kijken of rustig aan tafel spelen Aan tafel voor drinken, fruit en crackers Vrij spelen of geplande activiteit Kinderen kunnen worden opgehaald
Deze indeling is globaal en afhankelijk van geplande activiteiten. Zeker in de vakantie stimuleren we kinderen om mee te doen aan de geplande activiteiten, maar ze zijn het niet verplicht. 5.2. Huisregels Algemene regels Omdat opvang bij de BSO duidelijk een groepsgebeuren is, zijn er een aantal regels waar iedereen zich aan moet houden. Dit zijn: Algemeen Vloeken en grof taalgebruik horen niet thuis op onze BSO. Pesten wordt niet getolereerd. We zijn aardig voor elkaar. Van elkaars spullen blijven we af.
11
Niet met deuren spelen. Niet schoppen, slaan, knijpen enz.
Groepsruimte Opgeruimd staat netjes. Rustig praten tegen elkaar. Nattigheid wordt meteen opgeruimd. Niet rennen binnen. De ruimte is zo ingericht dat er voldoende speelruimte is. Met klein speelgoed wordt aan de tafel gespeeld om te voorkomen dat andere kinderen erover struikelen of zich eraan bezeren of het kapot stappen. De spelcomputer wordt alleen door de pedagogisch medewerkers bediend. Gang/hal Jassen en tassen worden op de kapstok gehangen. Als kinderen hun schoenen uit willen zetten ze deze onder de kapstok. Tassen van kinderen waar medicijnen in zitten mogen niet in de gang/hal. Deze worden hoog opgeborgen of in een hoge kast. Keuken Het koffiezetapparaat en de waterkoker worden ver achter op het aanrecht geplaatst. Koppen thee, heet water, koffie worden altijd hoog weggezet zodat de kinderen er niet bij kunnen. Er staan geen stoeltjes/opstapjes in de keuken als hier geen toezicht is. Schoonmaakmiddelen worden hoog opgeborgen zodat kinderen er niet bij kunnen. De kinderen mogen nooit achter de bar in de kantine komen. Jassen en tassen van pedagogisch medewerkers worden opgeborgen in de kast, die op slot kan. Buitenruimte Kinderen mogen niet buiten het speelterrein spelen. De kinderen worden gecontroleerd op teken als ze achter de struiken hebben gespeeld. Koordjes aan kleding zijn niet toegestaan (i.v.m. gevaar voor vastzitten en verstikking). Bij zonnig weer smeren wij de kinderen in met zonnebrand, houden kinderen hun T-shirt aan en zetten we petten op. Tijdens de zomermaanden wordt er beperkt buiten zoet gegeten en gedronken. Gezondheid en hygiëne De pedagogisch medewerkers zijn alert op het wassen van de handen voor het eten en na toiletbezoek. Hoesten en niezen doen wij in onze elleboogholte. Wij zijn alert op blaasjes en wondjes bij kinderen waarmee zij andere kinderen zouden kunnen besmetten. Wij zij alert op lawaai waar kinderen aan blootgesteld kunnen worden. In de zomermaanden zijn wij alert op de aanwezigheid van bijen en/of wespen. Wij zijn alert op onkruid, gras en bomen die bij kinderen een allergie kunnen oproepen.
12
5.3 Inrichten binnen en buiten De ruimte van BSO Buitenspel bestaat uit 2 groepen en een ruime kantine. De ruimte in de groepen is zodanig ingericht dat er zowel hoeken zijn waar allerlei verschillende activiteiten kunnen plaatsvinden als plekken waar aan tafel kan worden gewerkt of gespeeld. Aangrenzend aan de groepsruimten kan de buitenruimte bereikt worden. Buiten mogen we gebruik maken van alle faciliteiten die de voetbalclub biedt. Dat zijn in totaal 5 voetbalvelden en het speelterrein waar een zandbak, glijbaan, duikelstang en wip kip staan. Buiten hebben wij een eigen afgesloten ruimte waar we onze spel materialen kunnen opslaan. 5.4. Materialen aanbod Op de BSO hebben we zeer uitlopend speelgoed. Er is zowel binnen- als buitenspeelgoed. Het speelgoed is gericht op de verschillende leeftijden van de kinderen op de BSO en wordt regelmatig vernieuwd/bijgevuld. Voor de keuze voor het aanschaffen van nieuw speelgoed wordt ook de mening van de kinderen gevraagd. Het is tenslotte voor hen bedoeld. Als kinderen uitgespeeld zijn met bepaald speelgoed, wordt hen geleerd dit eerst op te ruimen voordat ze iets anders gaan doen. Hebben zij samen gespeeld, dan ruimen ze samen op. Als de kinderen niet opruimen wordt door de pedagogisch medewerkers gevraagd dit alsnog te doen. Daarbij wordt uitgelegd waarom wij dit belangrijk vinden. 5.5. Observatiemethode Voor het kijken naar welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkeling van uw kind heeft Smallsteps Kinderopvang een methode ontwikkeld: het Smallsteps Ontwikkelingsvolgsysteem. Het helpt de pedagogisch medewerker om kinderen beter te leren begrijpen, adequaat op hun behoeftes, mogelijkheden en beperkingen in te kunnen spelen en activiteiten te kiezen die hierbij aansluiten.
6.
Pedagogisch handelen
Op de BSO gaat de pedagogisch medewerker een lange termijn relatie aan met de kinderen van zijn/haar groep. De kinderen bouwen zo een vertrouwensband op met de pedagogisch medewerkers, waardoor de rol die de pedagogisch medewerker kan spelen in de ontwikkeling van de kinderen optimaal kan zijn. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over zes pedagogische interactievaardigheden in de omgang met kinderen, te weten: 1. Sensitieve responsiviteit 2. Respect voor de autonomie van het kind 3. Structureren en grenzen stellen 4. Praten en uitleggen 5. Ontwikkelingsstimulering 6. Begeleiden van interacties tussen kinderen Sensitieve responsiviteit Het geven van emotionele ondersteuning. Hierdoor leert een kind dat zijn signalen en initiatieven worden opgemerkt, dat het serieus genomen wordt en de moeite waard is. Wij benutten en creëren kansen voor oogcontact en aandacht; - Wij verwoorden onze handelingen zodat de kinderen weten wat er gaande is en zich veilig kunnen voelen;
13
- Kinderen worden begroet bij binnenkomst. Hun naam wordt daarbij genoemd. “Goedemiddag Karin, fijn dat je er bent”; - tijdens het wennen geven wij extra aandacht aan het nieuwe kind en zijn/haar omgeving (zie wenbeleid); - Wij geven vaak complimenten en aanmoedigingen: “goed zo, ga zo door” - Wij geven regelmatig een ‘aai over de bol’; - Wij bereiden de kinderen voor op wat er komen gaat: “over 5 minuten gaan wij opruimen”. Respect voor de autonomie Het tonen van respect voor de eigenheid van het kind, dat zelf iemand wil zijn en zelf de wereld wil ontdekken. Dit betekent dat wij het kind de ruimte laat zelf op ontdekkingstocht te gaan, op een veilige manier. Dat betekent ook dat wij zoeken naar alternatieven voor het kind als de situatie gevaarlijk of ongewenst kan zijn. - Wij leggen kinderen uit waar het gevaar in zit en leren hen daarmee omgaan; - Wij maken gezamenlijk regels voor het stoeien, zodat de kinderen wel kunnen en mogen stoeien; - De kinderen hebben keuzevrijheid, waardoor zij zelf kunnen bepalen wat zij willen doen; - Kinderparticipatie, kinderen betrekken bij bepaalde beslissingen; - Wij denken in mogelijkheden als een kind iets wil. Structureren en grenzen stellen Het structureren en grenzen stellen. Door situaties voor het kind te structuren en uit te leggen, krijgt het kind zicht op de situatie en kan er daardoor beter mee om gaan. - Wij bereiden kinderen voor op het opruimen: “ nog even spelen en dan gaan wij opruimen” Informatie en uitleg geven Het geven van informatie en uitleg. - Wij voeren gesprekken met kinderen, bv over wat er in het nieuws is; - Wij geven kinderen uitleg over het verkeer als wij van school naar de bso lopen. Ontwikkelingsstimulering Het stimuleren van ontwikkeling. Door kinderen uit te dagen iets nieuws te proberen, zonder hen te overvragen worden zij gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen. Wij geven de kinderen suggesties om verder te komen in hun ontwikkeling: “misschien kun je het ook zo doen”, of “misschien kun je een vliegtuig maken, wat zou je nog meer kunnen doen en maken?” Het begeleiden van interacties tussen kinderen. Door bewust op leeftijdsniveau de interacties tussen kinderen te begeleiden, leren zij op een positieve manier samen te zijn en samen te werken. - Kinderen mogen zelf iets organiseren als zij dat willen. Als een kind een buitenspel wil doen, zeggen wij: “Dat is een goed idee, hoe wil je dat regelen, wat heb je nodig, ga
14
het maar doen…”
7. Rituelen en pedagogisch handelen 7.1. Belonen en corrigeren De pedagogisch medewerkers kunnen er voor kiezen een kind te belonen, om positief gedrag, een positief zelfbeeld en/of zelfvertrouwen te stimuleren. Dit wordt o.a. gedaan door het geven van extra aandacht, een compliment, een sticker of een kaartje. Negatief gedrag wordt afgeremd en bijgestuurd, door aan te geven waarom het gedrag negatief wordt gevonden en te vertellen/voor te doen hoe het anders kan. Afhankelijk van de situatie kan de pedagogisch medewerker ervoor kiezen het kind enkele minuten te laten nadenken over het gebeurde en daar dan ook weer op terug te komen zodat het voorval goed en duidelijk wordt afgesloten. 7.2. Het ophalen van de kinderen Het ophalen van de kinderen vanaf school gebeurt bij BSO Buitenspel op twee manieren. 1. Middels taxivervoer. De taxi chauffeur heeft een lijst met namen bij zich van de kinderen die deze dag komen, aangevuld met eventuele afmeldingen of bijzonderheden. 2. Middels onze stint. Een vaste pedagogisch medewerker haalt de kinderen van school met behulp van onze elektrische bolderkar. In de stint kunnen maximaal 10 kinderen vervoerd worden. Op het schoolplein verzamelen de kinderen zich op een vaste plek, deze plek is ook bekend voor de leerkrachten van de school. Op dit moment is er ook altijd eventueel tijd voor een overdracht met de leerkracht van het kind. Als een kind na schooltijd niet naar de BSO gaat, moet dit gemeld worden door de ouders/verzorgers aan de BSO, het liefst voor 14.30 uur d.m.v. het inspreken van de voicemail. Zo kunnen wij op tijd de taxi op de hoogte brengen van de afwezigheid van een kind. De eerste keer dat een kind onze BSO gaat bezoeken en per taxi vervoerd wordt, zal er een pedagogisch medewerkster bij school staan. Zij gaat samen met het nieuwe kind in de taxi naar de BSO. Ondertussen geeft zij uitleg aan het kind hoe alles gaat en waar het afspreekpunt voor de taxi is. Zij draagt een oranje Smallsteps jas voor de herkenbaarheid. Om bij onregelmatigheden ouders of anderen te kunnen bellen heeft de medewerker een mobiele telefoon mee. 7.3. Activiteiten Het verblijf van kinderen op de BSO staat in het teken van vrije tijd. Wij bieden geen dwingend activiteitenprogramma aan. Kinderen kunnen, binnen de regels van de BSO, doen en laten wat zij zelf willen. Meestal bieden wij wel een of meerdere activiteiten aan. Uiteraard worden de activiteiten zoveel mogelijk afgestemd op de leeftijd, interesses en behoeften van de kinderen. Ook kunnen we kinderen begeleiden in een activiteit die zij zelf bedenken en willen gaan uitvoeren, maar als een kind nergens zin in heeft moet dit ook, tot op zekere hoogte, kunnen. Activiteiten die de kinderen kunnen beoefenen zijn: Binnen of buiten spelen met allerlei speelgoed Allerlei groepsspelletjes, zowel binnen als buiten, bijvoorbeeld een gezelschapspel of samen buiten met de bal Knutselactiviteiten
15
Workshops Sport- en spelactiviteiten buiten BSO Buitenspel richt zich over het algemeen op activiteiten waarin beweging een rol speelt. Spel en sportactiviteiten worden dan ook veel aangeboden, afgestemd op de leeftijd en het niveau van de doelgroep. We maken voor deze activiteiten gebruik van de eigen ruimten, het speelplein en de interne sportzaal. Computer Vandaag de dag zijn (spel)computers niet meer weg te denken uit onze omgeving. Het hoort bij de vrijetijdsbesteding van kinderen. Vandaar dat wij vinden dat deze zaken niet mogen ontbreken op onze BSO, maar dan wel gebonden aan regels. Op de BSO hebben we de beschikking over een spelcomputer en een Wii. Op de spelcomputer staan spelletjes die onderhoudend en educatief zijn. Voor de Wii hebben we verschillende kindvriendelijke spelletjes die kinderen individueel of in groepsverband kunnen spelen. Kinderen mogen op een BSO-middag maximaal 20 minuten per dag per kind op de spelcomputer of Wii spelen. 7.4. Huiswerk Als kinderen huiswerk mee krijgen van school is er een mogelijkheid om dit op de BSO te maken. Dit gaat in overleg met de ouders. Een pedagogisch medewerker kan uw kind begeleiden tijdens het maken van het huiswerk, als daar behoefte aan is. 7.5. Feesten Als kinderen jarig zijn kunnen ze, als ze dat willen, hun verjaardag ook op de BSO vieren. Dit beslissen de kinderen zelf of in samenspraak met hun ouders. Ze zijn niet verplicht om hun verjaardag op de BSO te vieren. Als we een verjaardag vieren zingen we met z’n allen voor de jarige, die op een stoel of op de tafel mag staan. De jarige mag trakteren. Dit mag snoep zijn maar wij geven de voorkeur aan een gezonde traktatie. Aan de verschillende feestdagen wordt uiteraard aandacht besteed. Zo wordt er bijvoorbeeld naar de specifieke feestdag toegeleefd door de BSO naar het thema in te richten, bijvoorbeeld carnaval, Pasen, Sinterklaas, Kerst etc. Met carnaval mogen de kinderen bijvoorbeeld op een van te voren afgesproken dag verkleed komen om met z’n allen Carnaval te vieren. En ook op de BSO zorgt de Sint voor een paar mooie cadeaus die voor de hele groep bedoeld zijn. Heel uitbundig worden de verschillende feestdagen niet gevierd omdat de kinderen thuis en op school hier ook mee in aanraking komen. Naast de Nederlandse feestdagen wordt er ook rekening gehouden met de diversiteit aan achtergronden, culturen en godsdiensten van kinderen. Geregeld proberen we specifieke feestjes te organiseren. Te denken valt dan aan een vriendjes- en vriendinnetjes dag, een zomerfeest of bijvoorbeeld een Nieuwjaarsborrel voor alle kinderen en hun ouders. 7.6. Eten en drinken Bij het eten en drinken dat we aanbieden op onze locatie hanteren we de ‘richtlijn Voeding en beweging’ als uitgangspunt. Wij willen kinderen gezonde, gevarieerde en verantwoorde voeding en de mogelijkheid tot het krijgen van voldoende beweging bieden. Onze adviezen met betrekking tot voeding zijn gebaseerd op de richtlijnen van het Voedingscentrum. Belangrijke punten hierbij zijn: Wij bieden zo min mogelijk zoete dranken zoals limonadesiroop of diksap aan. Deze bevatten veel calorieën en suikers en dit vergroot de kans op overgewicht en tandbederf.
16
Wij geven de kinderen water (met bijvoorbeeld een schijfje sinaasappel). Daarnaast bieden we lauwe (vruchten)thee zonder suiker aan en krijgen de kinderen halfvolle melk bij hun boterham. Wij bieden geen (smeer)leverworst aan. In (smeer)leverworst zit namelijk veel vitamine A. Het kan schadelijk zijn als een kind structureel teveel vitamine A binnenkrijgt. Aangezien het kind thuis al (smeer)leverworst zou kunnen krijgen, bieden wij uit voorzorg geen (smeer)leverworst aan. Als alternatief kan vegetarische smeerworst gegeven worden. Wij vinden het belangrijk dat de eetbare traktaties zo gezond mogelijk zijn. We vragen ouders dan ook om traktaties zo klein mogelijk te houden en niet te calorierijk te maken (zie ook onze Smallsteps-richtlijn traktaties). Ouders kunnen daarnaast de richtlijnen trakteren van het Voedingscentrum raadplegen. Voor traktatie-ideeën adviseren wij het boek ‘Feest! 46 traktaties voor school of thuis’ van het Voedingscentrum en de website www.gezondtrakteren.nl.
Wij bieden dagelijks wisselende fruitsoorten aan. Het fruit wordt samen met de kinderen klaargemaakt aan tafel. Fruithapjes worden gemaakt van vers fruit. Aan de baby’s, die daar aan toe zijn geven we, in overleg met de ouders, onder andere ook groentehapjes, broodkorstjes, belegde stukjes brood, een soepstengel, rijst wafel of cracker. Tijdens vakanties bieden wij de kinderen een broodmaaltijd aan. Wij bieden dan bruin brood, kaas, vleesbeleg en zoet beleg aan. Tussendoortjes bestaan uit fruit/groenten, rijstwafels, cracker, ontbijtkoek, soepstengel of een biscuitje. Allergievoeding Op het moment dat er een kind met een allergie start op de BSO of als een reeds aanwezig kind een allergie ontwikkeld vragen wij aan ouders om dit zo spoedig mogelijk kenbaar te maken aan één van de pedagogisch medewerkers zodat daar met de voeding rekening mee gehouden kan worden. Ouders dienen een schriftelijke verklaring van huisarts, consultatiebureau, diëtist of ziekenhuis mee te brengen voor in het dossier van het kind. Dit kan dan ten alle tijden worden geraadpleegd door de pedagogisch medewerkers. Op de BSO beschikken wij over een standaardformulier met daarop alle producten die wij beschikbaar hebben. Ouders kunnen dit formulier zelf invullen, zodat op de BSO duidelijk is welke producten het kind wel of niet mag hebben uit onze eigen voorraad. Het kan zijn dat een kind niet alles mag hebben en wij op de BSO er ook geen passend alternatief voor hebben. Dan vragen wij aan ouders of zij de passende producten voor hun kind zelf willen aanschaffen en voorzien van naam willen afgeven aan de pedagogisch medewerkers. Wij bewaken dan de houdbaarheidsdatum en geven tijdig aan ouders door wanneer het product bijna op is. Ouders kunnen de gemaakte kosten declareren bij de locatiemanager. Buitenspel heeft besloten niet zelf de producten te gaan aanschaffen omdat er zoveel verschillende allergieën zijn en wij niet het risico willen nemen een verkeerd product aan te schaffen waar het betreffende kind later last van kan hebben. Op het moment dat de ouder het product koopt weten wij zeker dat het juiste product is aangeschaft. Naast de dagelijkse producten is het voor het kind ook fijn als er iets voor handen is wat het kind kan eten op het moment dat een ander kind iets trakteert. De pedagogisch medewerkers geven verder ook aan de ouder door als er iets speciaals wordt gegeten of gedronken bijvoorbeeld ten tijde van een feest of een activiteit. 7.7.
17
Vriendjes en vriendinnetjes
In overleg is het mogelijk dat er een vriendje of vriendinnetje op de BSO komt spelen. Als kinderen aangeven dit graag te willen, zal de pedagogisch medewerker in overleg met het team bepalen of dit mogelijk is. Vervolgens zal met de desbetreffende ouder worden overlegd. In dit overleg wordt gevraagd naar een telefoonnummer en bijzonderheden m.b.t. bijvoorbeeld eten en drinken. Zonder telefoonnummer kan het kind niet op de BSO komen spelen. Vriendjes en vriendinnetjes die structureel meekomen naar de BSO worden gewezen op de mogelijkheid van de strippenkaart. Voor structurele opvang dient immers betaald te worden.
8. Normen en waarden 8.1. Taalgebruik Binnen de BSO is de spreektaal Nederlands. 8.2. Hoe gaan we om met normen en waarden In de interactie tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen is er sprake van een constante overdracht van normen en waarden. Wat mag en wat mag niet? Wat hoort en wat hoort niet? In dit proces verkennen kinderen hun grenzen en geven de medewerkers deze grenzen aan. De normen en waarden die binnen de BSO gehanteerd worden zijn over het algemeen de in de maatschappij geldende normen en waarden. Enkele voorbeelden zijn: - We zijn eerlijk tegen elkaar - We gebruiken geen scheldwoorden of grof taalgebruik - We doen elkaar geen pijn - We gaan voorzichtig met spullen om Afwijkend gedrag Afwijkend gedrag kan zich uiten in bijvoorbeeld extreem verlegen, extreem stil of juist hyperactief gedrag, pesten of agressief gedrag. Kinderen die dit gedrag regelmatig vertonen, worden op het werkoverleg besproken met alle pedagogisch medewerkers. Ook kunnen deze kinderen eventueel worden geobserveerd om te kijken of onze indruk de juiste is. In dat geval wordt er contact opgenomen met de ouders om onze ervaringen met hen te bespreken. Indien ouders akkoord zijn met een observatie wordt onze consulent zorgkinderen erbij gehaald. Problemen en conflicten Kinderen worden zoveel mogelijk gestimuleerd zelf hun sociale problemen op te lossen. Wanneer kinderen daarin niet slagen of wanneer steeds hetzelfde kind als “winnaar” of “verliezer” uit de strijd komt, bieden de pedagogisch medewerkers hulp. De kinderen wordt geleerd rekening met elkaar te houden door voor te doen hoe je door overleg tot overeenstemming kunt komen. Als zich echte conflicten tussen kinderen voordoen, worden alle betrokken kinderen aangesproken door de pedagogisch medewerkers. Afhankelijk van het soort conflict gebeurt dit met elk kind afzonderlijk of met de groep kinderen. Ze worden aangesproken op het feit dat hun gedrag niet correct is en waarom dat zo is. Ook worden er alternatieven aangeboden om een dergelijke situatie in de toekomst op een andere manier op te lossen. Pedagogisch medewerkers zien hierop toe en zullen daarbij eventueel de nodige begeleiding bieden. Als een conflict meerdere keren voorkomt en gepaard gaat met zeer heftige emoties van een kind, wordt dit bij de overdracht met de ouders besproken. Vooroordelen en pesten Op de BSO wordt getracht te voorkomen dat bij kinderen of in het team vooroordelen ontstaan. De pedagogisch medewerkers reageren steeds op de kinderen en op elkaar, zodra men merkt dat in spel of gesprek vooroordelen naar voren komen. Pesten of gedrag dat neigt naar pesten is op de
18
BSO absoluut ontoelaatbaar. In het geval dat er een vermoeden is van pesterijen wordt dit in het team besproken, zodat hier direct maatregelen tegen kunnen worden genomen. Ook kan worden besloten om contact op te nemen met de ouders. In dit geval wordt dit ook met het kind/ de kinderen besproken. Om pesten zoveel mogelijk te voorkomen geldt de “STOP HOU OP!”-regel. Deze regel is ter voorkoming van ongewenst gedrag van kinderen ten opzichte van andere kinderen. Als iemand iets bij je doet, wat je niet wilt, zeg je “stop, hou op!”. De ander moet dan stoppen. Als diegene dat niet doet, wordt hij/zij extra serieus door de pedagogisch medewerkers aangesproken. Omdat ook veel basisscholen deze regel hanteren, zijn de meeste kinderen op de hoogte van deze regel. Inspraak van kinderen De kinderen hebben inspraak op het dagelijkse gebeuren. Denk hierbij aan het tijdstip waarop ze iets willen drinken of eten, de activiteiten die ze willen doen, de thema’s die we kiezen, de aanschaf van nieuw speelgoed, enz. Dit gebeurt allemaal spelenderwijs. Door naar de reden van hun keuze te vragen, krijgen we een aardig beeld van hun mening en ideeën en daar proberen we rekening mee te houden. We nemen de kinderen serieus, luisteren naar de kinderen en overleggen met ze. Afhankelijk van het onderwerp en de kosten worden sommige ideeën ook uitgevoerd. 8.3. Seksualiteit en intimiteit Omdat seksualiteit en intimiteit nogal waarde en cultuur gebonden is, hebben wij hierover afspraken gemaakt. Bij de intake wordt aan ouders verteld hoe wij hierover denken en welke afspraken wij hebben. Ontwikkeling Kinderen tussen 4 en 8 jaar - Spelen soms seksuele spelletjes zoals ‘vadertje en moedertje’ of ‘doktertje’ - Er ontstaat het begin van schaamtebesef - Gaan veel vragen stellen over voortplanting Kinderen tussen 8 en 10 jaar - Worden voor het eerst verliefd - Seksualiteit wordt interessanter, kinderen gaan meer op ontdekking uit Kinderen tussen 10 en 12 jaar - Verliefdheden worden serieuzer Intimiteit Op de BSO, kan door leeftijdsverschillen de seksualiteitsontwikkeling wezenlijk verschillen. Pedagogisch medewerkers staan open voor vragen van kinderen over seksualiteit. Bij expliciete vragen verwijzen zij kinderen echter naar de eigen ouders. Pedagogisch medewerkers geven grenzen aan en dragen uit dat ze de eigenheid van kinderen respecteren. Hierbij vertellen ze hoe je op een prettige manier met elkaar om kunt gaan en leren ze kinderen elkaar niet te dwingen om iets te doen wat een ander niet wil.
9. Kwaliteitszorg 9.1. Ziekte van kinderen en medicijngebruik Ieder kind is weleens ziek. Kinderen die niet fit zijn, hebben behoefte aan een rustige, vertrouwde omgeving waar ze de nodige aandacht en verzorging kunnen krijgen. Deze vinden ze het liefst thuis. Op de BSO kan uw kind niet goed meedoen met het groepsgebeuren, mogelijk forceert het zichzelf.
19
Voor de pedagogisch medewerkers is het soms onmogelijk hun aandacht te verdelen tussen het zieke kind en de andere kinderen in de groep. Als een kind ziek is heeft dit dus gevolgen voor het kind zelf maar ook voor de andere kinderen in de groep. Zeker bij besmettelijke ziekten. Als een kind ziek op de BSO aankomt en er kan niet worden voldaan aan de benodigde aandacht dan neemt een van de pedagogisch medewerkers contact op met de ouder om te overleggen of het kind moet worden opgehaald. Wij volgen hierin de richtlijnen van de GGD. Medicijngebruik Op de BSO worden er door de pedagogisch medewerkers geen medicijnen verstrekt, tenzij dit echt noodzakelijk is en de medicijnen op doktersvoorschrift voorgeschreven zijn. Na het raadplegen van het “Protocol Toediening geneesmiddelen” wordt besloten of op het verzoek kan worden ingegaan. Hiervoor is in alle gevallen schriftelijke toestemming van de ouders noodzakelijk. De volledige procedure staat beschreven in het reeds genoemde “Protocol Toediening geneesmiddelen”. Direct na binnenkomst op de BSO neemt een de van de medewerkers het medicijn in bewaring. Op deze manier wordt voorkomen dat het in de tas blijft zitten en bereikbaar is voor andere kinderen. Het bewaren van de medicijnen gebeurt in een hoog (niet door kinderen bereikbaar) keukenkastje of indien nodig in de koelkast. 9.2. Zorgkinderen Sommige kinderen hebben extra zorg nodig. Het kan zijn dat bij de aanmelding of bij het intakegesprek met ouders naar voren komt dat er extra zorg voor het kind nodig is. Er wordt voor de plaatsing zorgvuldig gekeken naar de mogelijkheden op de locatie. We gaan met de ouders en eventuele andere (externe) betrokkenen in overleg om te kijken of de opvang op de locatie haalbaar is binnen onze mogelijkheden en aansluit bij wat het kind nodig heeft. We streven er naar om voor elk kind het juiste opvangklimaat te creëren en alle mogelijkheden te bieden om zich te kunnen ontwikkelen. Om ervoor te zorgen dat we continue aansluiten bij de behoefte van het kind stellen we een plan van aanpak op, waar we de opvang evalueren zodat we tijdig afspraken kunnen bijstellen. Wij werken samen met lokale opvoedinstanties en/of zorginstanties die we in samenspraak met ouders kunnen inschakelen om met ons mee te kijken. Tijdens de opvangperiode kunnen er zorgen ontstaan over het gedrag of de ontwikkeling van een kind. Deze zorgen worden door de pedagogisch medewerkers met ouders besproken zodat er samen gekeken kan worden wat nodig is voor het kind. Daarnaast bespreekt de pedagogisch medewerker de zorg rondom een kind altijd met de locatiemanager. Dit kan bijvoorbeeld tijdens een groepsoverleg of een individueel overleg. De locatiemanagers kunnen de business partner compliance raadplegen voor vragen en eventuele observaties. De pedagogisch medewerkers kunnen een kind met behulp van een observatieformulier observeren. Dit gaat altijd in samenspraak met ouders. Er zijn in de verschillende gemeenten diverse initiatieven die onder verschillende namen bekend staan zoals; Alert4you, Cardea, Yorneo, Okido, etc. Zij werken samen met de kinderopvang om te ondersteunen in de opvang van (zorg) kinderen. Zij kunnen de pedagogisch medewerkers ondersteunen in de omgang met het kind of ondersteunen in de begeleiding van een individueel kind. Daarbij is het ook van belang om de zorg van de ouders en de opvang met elkaar af te stemmen. Zo ontstaat voor het kind de juiste balans en kan hij gebruik (blijven) maken van de reguliere opvang.
20
In de sociale kaart van de locatie staan alle externe instanties met wie wij kunnen samenwerken als wij vragen hebben over kinderen. Ook kunnen we ouders naar deze instanties verwijzen zodat zij daar hun vragen kunnen stellen en via deze instanties de nodige zorg kunnen ontvangen. We hebben een protocol zorgkinderen dat de pedagogisch medewerker helpt bij het proces rondom de zorg voor een kind. 9.3. Inspectie Wet Kinderopvang De GGD inspecteert in opdracht van de Gemeente jaarlijks alle locaties of er kwalitatief goede kinderopvang wordt geleverd. Hierbij wordt gekeken of er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, klachten en voorschoolse educatie. De GGD rapporten zijn inzichtelijk voor alle ouders. De locatiemanager stuurt de oudercommissie het definitieve rapport. Tevens zorgt de locatiemanager dat het rapport ingezien kan worden door de ouders en plaatst het op de website. 9.4.
Aanbevelingen Rapport Gunning
9.4.1. 4 – ogen principe In december 2010 is de Commissie Gunning ingesteld i.v.m. de zedenzaak die in Amsterdam heeft gespeeld. Hier zijn enkele aanbevelingen uitgekomen waaronder het vier ogen-principe. Op verschillende manieren zorgen wij ervoor dat we invulling geven aan het vier-ogenprincipe. Vier ogen-principe: Het streven is om er zoveel mogelijk voor te zorgen dat de pedagogisch medewerkers nooit structureel alleen in een groep zijn maar altijd gehoord en/of gezien worden. Dit realiseren wij door de aanwezigheid of directe nabijheid van pedagogisch medewerkers, stagiaires, groepshulpen, ouders tijdens de breng- en haalmomenten. Ook zijn de groepsdeuren van de BSO altijd open. Tijdens de haal en/of breng momenten, vakantie periode en de dagen waarop minder kinderen aanwezig zijn zullen we op een verantwoorde manier de groepen samenvoegen. Op deze manier verkleinen we niet alleen het risico ten aanzien van seksueel misbruik, maar ook het risico ten aanzien van kindermishandeling en kan er sneller en effectiever worden ingegrepen als een kind of een pedagogisch medewerker iets overkomt. 9.4.2. Procedure rondom werving en selectie Nieuwe medewerkers worden geworven volgens de procedure Werving en selectie van de afdeling HR. Deze procedure is in te zien bij de locatiemanager. 9.4.3. Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Binnen de buitenschoolse opvang werken wij met de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Elke pedagogisch medewerker handelt volgens deze meld code. De pedagogisch medewerk(st)ers zijn middels een (team)vergadering getraind om te werken met dit protocol. Tijdens (team) vergaderingen wordt er aandacht besteedt aan de borging van dit protocol. De locatiemanager van de locatie Buitenspel en Eigenwijs is aangesteld als aandachtfunctionaris. De Meldcode en ingevulde sociale kaart is te vinden op de BSO en op het kantoor van de locatiemanager.
21
9.5. Protocollen Op BSO Buitenspel wordt gewerkt met diverse protocollen. Verschillende protocollen zijn bijvoorbeeld: Toediening geneesmiddelen, Meld code huiselijk geweld kindermishandeling en Hygiëne en voedselveiligheid. De protocollen map is te vinden op de Rode groep. 9.6. Veiligheid “Een ongeluk zit in een klein hoekje”. Deze uitspraak is zowel thuis als op de BSO van toepassing. Overal en altijd kan wel iets gebeuren. Om ongelukjes echter zoveel mogelijk te voorkomen of letsel zo ver mogelijk te beperken zijn er verschillende voorzorgsmaatregelen getroffen: Buitenspel is ingedeeld en ingericht conform de eisen van de brandweer en de GGD. Ons materiaal en speelgoed voldoet aan de strengste veiligheidsnormen. Speelgoed wordt regelmatig gecontroleerd op schade. Kapot speelgoed wordt direct weggegooid en zo snel mogelijk vervangen. Bij BSO Buitenspel is een calamiteitenplan aanwezig. Er vindt jaarlijks tenminste een ontruimingsoefening plaats. Voor aanvang van de BSO zijn de pedagogisch medewerkers aanwezig om de ruimtes en de buitenruimtes te controleren op onveilige dingen. Indien er een ongeval gebeurt, wordt er een ongevallenregistratieformulier ingevuld. Deze wordt na invulling verstuurd naar de ongevallencoördinator van Smallsteps Kinderopvang. Eens per jaar ontvangt de locatiemanager een overzicht van alle gemelde ongevallen uit de regio.
10.
Samenwerking met ouders
10.1. Haal- en brengmomenten Dagelijks worden ouders tijdens het ophalen van de kinderen aan het einde van de dag geïnformeerd over het verloop van de middag en kunnen eventuele bijzonderheden worden besproken. Op vakantiedagen zijn er 2 momenten op de dag waar met de ouders gesproken kan worden. Wij dragen zorg voor een ontspannen, persoonlijk maar toch formeel contact met de ouders. Basisvoorwaarden hiervoor zijn respect en begrip voor ouders en hun eventuele denkwijze. Zolang deze denkwijze niet in strijd is met onze pedagogische visie, wordt er zoveel mogelijk in meegegaan.
10.2. Nieuwsbrief Ouders worden via een nieuwsbrief geïnformeerd over praktische zaken binnen BSO Buitenspel en over algemene ontwikkelingen binnen de organisatie. Deze brief wordt aan ouders meegegeven. 10.3. Klanttevredenheidsonderzoek Elke 2 jaar vindt er een klanttevredenheidsonderzoek onder de ouders plaats. Hierin wordt geëvalueerd hoe u bepaalde zaken ervaart en welke verbetervoorstellen u voor onze organisatie ziet. 10.4. Afsprakenformulier Met de kinderen en hun ouders worden afspraken gemaakt over de mate van vrijheid die het kind mag hebben op de BSO. Dit gebeurt aan de hand van een afsprakenformulier. Uiteraard wordt dit formulier tussentijds aangepast aan de veranderende behoefte van het ouder wordende kind.
22
10.5. Exitgesprek Wanneer het verblijf van uw kind op onze BSO beëindigd wordt, willen wij graag horen hoe u als ouder de kwaliteit van de opvang ervaren hebben. Dit doen wij door u te vragen een exit-formulier in te vullen. Wanneer u daartoe behoefte heeft is het ook altijd mogelijk om een gesprek met de locatiemanager te hebben. De ervaringen en opmerkingen van u als ouder nemen wij mee in de verdere ontwikkeling en verbetering van onze organisatie. Dit gesprek zien we als aanvulling op het klanttevredenheidonderzoek. 10.6. Activiteiten waarbij ouders betrokken worden Een aantal keer per jaar betrekken wij u als ouder bij de organisatie en/of uitvoering van activiteiten zoals een kerstfeest, een ouderavond of een uitstapje. Het spreekt voor zich dat u zelf bepaalt of u hiervoor tijd vrij kunt maken. 10.7. Oudercommissie Onze oudercommissie is een gezamenlijke commissie tussen KDV en BSO. De oudercommissie vergadert ongeveer 4 tot 6 keer per jaar in aanwezigheid van de locatiemanager. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt. Voor de BSO staat (momenteel) een vacature open voor een nieuwe ouder. 10.8. Klachten Goed contact en overleg met ouders vinden wij belangrijk. Wij staan altijd open voor uw vragen, twijfels of opmerkingen. Toch kan het voorkomen dat u ergens ontevreden over bent of een klacht heeft. U kunt hiervoor terecht bij de pedagogisch medewerker van uw kind. Zij zal proberen samen met u tot een oplossing te komen. Komt u er samen niet uit of als het gaat om financiële aspecten, plaatsing of verandering van dagen of om het functioneren van pedagogisch medewerkers, dan kunt u terecht bij de locatiemanager. Smallsteps Kinderopvang vindt centrale afhandeling en coördinatie van klachten essentieel in het kader van de verbetering van de dienstverlening. Indien u een klacht heeft waar u met de pedagogisch medewerker, locatiemanager en/of clustermanager niet uitkomt, verwijzen wij u naar de interne klachtenprocedure. Ook kunt u gebruik maken van een externe klachtenprocedure. Wij zijn hiervoor aangesloten bij de onafhankelijke Stichting Klachtencommissie Kinderopvang: www.klachtkinderopvang.nl De klachtenprocedure is op te vragen bij de locatiemanager.
11.Vertrouwenspersoon Wij hechten veel waarde aan kwaliteit. Zowel in onze dienstverlening als in onze organisatie willen wij transparant zijn. Ongewenst gedrag, zoals pesten, agressie en seksuele intimidatie horen niet thuis binnen onze werkvloer en binnen onze organisatie. Wanneer toch ongewenst gedrag wordt ervaren, moet dit bespreekbaar zijn. In dit geval is het belangrijk om te weten bij wie je terecht kunt. Daarom bestaan er binnen Smallsteps Kinderopvang vertrouwenspersonen. Een vertrouwenspersoon verzorgt de opvang van personen (medewerkers en klanten) die zich benadeeld of bedreigd voelen. Dit kan betrekking hebben op alle vormen van ongewenst gedrag.
23
De vertrouwenspersoon helpt om te komen tot een bevredigende oplossing. Op onze website kunt u de contactgegevens van onze vertrouwenspersonen vinden.
12. Media gebruik BSO Buitenspel heeft een eigen website. Op deze website is veel informatie te vinden . www.bso-buitenspel.nl Rondom het gebruik van sociaal media zijn afspraken gemaakt.
24