Pedagogisch werkplan Pedagogisch werkplan. Kinderopvang Zeeuws Vlaanderen Locatie: De Wip Wap Groep: PSZ Othene

Pedagogisch werkplan

Pedagogisch werkplan 2015

Kinderopvang Zeeuws Vlaanderen Locatie: De Wip Wap Groep: PSZ Othene

1

Voorwoord Voor u ligt het pedagogisch werkplan van PSZ Othene Door middel van dit pedagogisch werkplan geven wij u inzicht in onze werkwijze en laten we zien waar we we als peuterspeelzaal voor staan. In ons kindercentrum de Wip Wap bevinden vinden zich 6 groepen. Wij bieden opvang aan kinderdagverblijf kinderen, PSZ kinderen en BSO kinderen in de leeftijd van 0-13 jaar. Per dagdeel zijn 16 kinderen welkom in onze groep. De groep is onderdeel van Kinderopvang Zeeuws Vlaanderen, een HKZ gecertificeerde organisatie in de kinderopvang. Mocht u na het lezen van het pedagogisch werkplan nog vragen hebben, kunt u deze altijd stellen aan de pedagogisch medewerkers op de groep.


Waar we in ons werkplan de ouder noemen, bedoelen we tevens de verzorger van het kindje. Waar “hem of zijn” staat bedoelen we ook “haar”.

2

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.

paginanummer

Wie zijn wij? Hoe zorgen we voor vertrouwen en geborgenheid? De ruimte die wij gebruiken en hoe die is ingericht. Activiteiten aanbod op de groep en VVE. Hoe brengen wij regels en waarden en normen over? Ouderbetrokkenheid. Hoe gaat de groep om met het samenvoegen en veranderen van de groep? Ondersteuning door andere volwassenen. Vierogenprincipe Bijlage formulier 2 Bijlage huisregels Bijlage dagindeling bijlage borgingsdocument

4 4 5 5 5 6 6 7 7


Inhoudsopgave.

3

1. Wie zijn wij?1 Onze groep is gevestigd in brede school Othene. Hier hebben wij een eigen leefruimte, keuken, buitenruimte. We maken samen met de bso 4-7 jaar gebruik van de speelruimte, toiletruimte en de keuken. De buitenruimte gebruiken we samen met de kinderdagverblijf groepen. Ook de gymzaal gebruiken we samen met de kinderdagverblijf groepen. Ons team bestaat uit de pedagogisch medewerkers Joyce, Conny, Jannika en Kristel. Er is altijd een van deze medewerkers aanwezig, uitgezonderd ziekte of vakantieperiode. Naast de vaste medewerkers hebben we een aantal vaste (inval)krachten. Regelmatig hebben we een stagiair op de groep. De stagiaire werkt altijd boventallig. Onze groep is 40 weken per jaar en 5 ochtenden in de week open van 8.30-12.00 uur met uitzondering van de o.a. nationale feestdagen en een studiedag voor het personeel.

2. Hoe wij zorgen voor vertrouwen en geborgenheid?

Binnen het VVE programma waar we mee werken (zie 4.) gebruiken we de observatie en registratie methode Kijk!. Naast verschillende ontwikkelingslijnen van het kind wordt hiermee naar het welbevinden van het kind gekeken. Jaarlijks krijgt u de mogelijkheid om hierover een tien minuten gesprek aan te gaan.

1

Zie pro. 13


Voordat het kind officieel met de opvang start kan er twee dagdelen geoefend worden. Voor zowel het kind als de ouder start hiermee het wennen. Kinderen moeten weten dat ze welkom zijn. In de contacten naar hen toe kan dat op verschillende manieren; oogcontact maken, ze bij de naam noemen, etc. Het ene kind vindt een aai over de bol prettig, een ander schuwt lichamelijk contact. We vinden het belangrijk het kind in zijn eigenwaarde te laten en houden hier in het creëren van een veilige omgeving rekening mee. De ouders mogen altijd even blijven om samen met het kind te spelen. Kinderen en natuurlijk hun ouders, die net starten met de opvang en dus in een voor hun nog onbekende situatie komen, krijgen hierbij specifieke aandacht. In deze wenperiode, waarbij het opbouwen van een vertrouwensband tussen kinderen en pedagogisch medewerkers en ook tussen ouders en de medewerkers tot stand komt, wordt zoveel mogelijk informatie ingewonnen met betrekking tot de eigenheden van het kind en het specifieke gedrag en gewoontes die daarbij horen. De ouder en de communicatie met ouders specifiek, zorgt ervoor om een zo goed mogelijk beeld van de kinderen te krijgen. Overdracht aan het begin en het einde van de dag zijn hierbij belangrijke momenten. Niet alleen in het begin van de opvang, maar heel de opvangperiode door. Wanneer we bij een kind een achterstand in ontwikkeling vermoeden, of gedrag ervaren dat dit ons zorgen baart gaan we een gesprek aan met de ouders. We werken met pro 2, vermoeden ontwikkelingsachterstand. We hanteren een vast dagritme, zodat de dag voor de kinderen overzichtelijk is.

4

3. De ruimte die wij gebruiken en hoe die is ingericht. Met de inrichting van deze ruimte houden we rekening met de leeftijdsgroepen die we opvangen. De ruimte bestaat uit : Een speel/leefruimte met een poppenhoek/keukentje, een autokast. Open kasten met speelgoed en een tafel om aan te eten en knustelen. De buitenruimte bestaat uit een speelse indelig met gras en tegels. Een schommel, glijbaan, een wilgenhut en een moestuin. Bij slecht weer maken we gebruik van de gymzaal. 4. Activiteiten aanbod op de groep en VVE2.

Binnen het activiteitenprogramma spelen we in op ideeën, behoeften en gedragingen van de kinderen. Dit geldt voor zowel activiteiten binnen als buiten. Onze materialen zijn divers; waarbij we ook gebruik maken van kosteloos materiaal en materialen uit de natuur. Door het regelmatig aanbieden van dezelfde spellen en materialen worden kinderen vertrouwd met spullen en mogelijkheden. Naarmate kinderen ouder worden dagen we ze uit door zelf mee te doen of dingen voor te doen steeds meer uit. De kinderen ervaren individuele aandacht positief en dit stimuleert hen. Doordat kinderen een deel zijn van een groep leren zij te delen, zich aan te passen aan anderen en elkaar te accepteren en respecteren. Door middel van gestructureerde activiteiten en vrij spel leren we kinderen met elkaar te spelen. Door het werken met verschillende hoeken; bijvoorbeeld een poppenhoek, leeshoek of motoriektafel kunnen kinderen met dezelfde interesses samenkomen. Door gezamenlijke activiteiten aan tafel te doen waar iedereen bij kan zitten, kunnen kinderen zich aan elkaar toetsen en van elkaar leren. Kinderen leren door hun spel om te gaan met verschillende emoties. Ook door ze veel te laten vertellen over hun leven en over de dingen die ze meemaken. We houden rekening met en tonen respect voor verschil in cultuur, onderlinge 2 3

Zie pro. 5 Zie map kwaliteit/vvePuk


We werken met thema’s aan de hand van een jaarkalender. Bij het uitwerken van onze thema’s werken we met de Voor en Vroegschoolse Educatie methode (VVE) Puk en Ko. Onze medewerkers zijn geschoold in deze methode. Puk is een praatpop die centraal staat in de actviteiten gericht op taal- en ontwikkelingsstimulering. Het werken met thema’s van de VVE methode komt ten goede aan alle kinderen in een groep. Binnen onze groep kunnen we te maken krijgen met kinderen, waarvan de ontwikkeling niet zomaar vlot verloopt. Oftewel kinderen in de leeftijd van 2 jaar tot eind groep 2 (basisonderwijs) die het risico lopen een achterstand te ontwikkelen op het gebied van spraak/taal, rekenen, motoriek en/of op het sociaal-emotionele vlak of al een achterstand hebben opgelopen worden binnen het VVE traject “doelgroep” kinderen genoemd. Sinds maart 2013 is er een samenwerkingsovereenkomst VVE afgesproken met de gemeenten en jeugdgezondheidszorg3. Door middel van de door ons opgezette activiteiten en waar nodig extra ondersteuning, spelen we in op deze mogelijke achterstand. Een verwijzing gebeurt altijd via het consultatiebureau. Met de al eerder benoemde observatie en registratie methode Kijk! houden we de ontwikkeling van individuele kinderen bij. We bieden de ouders jaarlijks aan deze gegevens te bespreken.

5

verschillenen en ieders eigen capaciteiten (bijvoorbeeld een lichte handicap). En geven dan mee respect te hebben voor elkaar. Als activiteit kan er gekozen worden om af en toe eens weg te gaan, buiten het gebouw/ terrein. Hierbij kan je denken aan een wandeling naar het bos of speeltuintje maar ook een uitstapje naar de bibliotheek of natuurspeeltuin behoren hier toe. Voor uitstapjes minder dan 5 km wordt toestemming geven op het inschrijfformulier. Voor uitstapjes voor meer dan 5 km wordt voorafgaand toestemming gevraagd.

5. Hoe brengen wij regels en waarden en normen over? Vanzelfsprekend zullen kinderen grenzen opzoeken en overschrijden. Wij stimuleren positief gedrag door het geven van complimentjes. We geven aan wat niet mag, maar vooral wat we wél van het kind verwachten. We stimuleren positief gedrag zoals samen spelen en samen delen. In onze benadering naar de kinderen proberen wij het woordje “niet” te vermijden. Bijvoorbeeld, ‘rustig lopen’, in plaats van, ‘niet rennen’. Wij helpen de kinderen door zelf het goede voorbeeld te geven. Na een waarschuwing kan een kind even apart op een stoeltje worden gezet. Na dit korte “nadenk momentje” praten we samen over de situatie, wordt het goedgemaakt én afgesloten. Kinderen worden, onder begeleiding, zoveel mogelijk gestimuleerd conflicten samen op te lossen. Tevens houden we rekening met elkaar en ieders culturele achtergrond. We stimuleren samenspelen en sociale contacten door leeftijdsgebonden actviteiten aan te bieden en/of samen een uitstapje te maken zoals een wandeling. Door met elkaar dingen te doen, leren kinderen met elkaar samen te werken en rekening te houden met elkaar.

7. Hoe gaat de groep om met het samenvoegen en veranderen van de groep?4 Kinderen hebben een eigen stamgroep. Wel kunnen kinderen in twee stamgroepsruimtes opgevangen worden. Tussen 8.30 en 12.00 uur zijn de deuren van de peuterspeelzaal geopend. Dit is de reguliere openingstijd. Afhankelijk van het contract kunnen ouders op aanvraag gebruik maken van de VOT = verlende openingstijd. Binnen onze locatie vindt de vot 4

Zie pro. 13


6. Ouderbetrokkenheid. Wij vinden het contact met de ouders erg belangrijk. De contactmomenten zijn met name tijdens het halen en brengen van de kinderen. Heeft u specifieke vragen, wij staan altijd open voor een gesprek en maken tijd om eventueel ook even apart met elkaar te spreken. Ouders worden uitgenodigd voor het samen vieren van verjaardagen. Soms wordt er bij een thema huiswerk mee naar huis gegeven om thuis te maken en terug mee te nemen. Elk jaar organiseren we 1x een uitstapje met ouders naar bijv. de kinderboerderij. Op onze locatie hebben we een oudercommissie. Deze commissie vertegenwoordigt de ouders en denkt naast het reilen en zeilen van de opvang op de groep mee over de opvangorganisatie in zijn geheel. Wanneer u interesse heeft om hier deel van uit te maken, kunt u dit aangeven bij één van de pedagogisch medewerkers.

6

plaats op het kinderdagverblijf de vuurtoren. Na 7.30 uur maakt ieder kind gebruik van de eigen ruimte. We werken altijd volgens pro. 11, 16 en 25. Wekelijks gebeurt het dat de kinderen de stamgroep verlaten. Dit om deel te nemen aan activiteiten zoals het halen van boodschappen, het deelnemen aan activiteiten in de gymzaal en meer van dergelijke activiteiten. Mochten kinderen gebruik maken van een andere stamgroep, dan geven ouders hiervoor toestemming middels for 60. 8. Ondersteuning door andere volwassenen.5 Bij een calamiteit of voor een andere vorm van ondersteuning tijdens kantooruren bellen we naar het nummer van het centrale kantoor of onze coördinator. Mocht die niet aanwezig zijn, dan kunnen we ondersteuning krijgen door te bellen met “de kantoordienst”. Elke dag heeft een coördinator kantoordienst en deze coördinator is altijd bereikbaar. Buiten kantooruren is er een telefoonnummer wat we kunnen bellen, waarmee we een managementteamlid kunnen bereiken, het zogenaamde achterwacht nummer. Voor calamiteiten is er de calamiteiten regeling. Door het nummer van de achterwacht te bellen staat er binnen 15 minuten een volwassene bij ons die kan helpen. Als medewerkers houden we ons aan het wettelijke pedagogisch medewerker – kind ratio. We kunnen afwijken van dit ratio6 aan het begin en aan het eind van de dag als er één of meerdere volwassenen elders in het gebouw zijn.

5

Zie pro. 13 Zie pro. 11 7 Zie pro. 4 6


9. Vierogenprincipe7 Vanaf 1 juli 2013 heeft elke groep afspraken gemaakt over het vierogenprincipe, waarbij veiligheid in de kinderopvang voorop staat. Methoden om iemand anders op de groep mee te kunnen laten kijken of luisteren, als een medewerker alleen op de groep staat, staan omschreven. Het doel van de maatregel is het voorkomen van situaties waarin de gelegenheid bestaat tot het plegen van (seksueel) misbruik bij kinderen in de dagopvang. Binnen onze organisatie werken we met de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. De pedagogisch medewerkers kennen dit protocol en herkennen signalen van kindermishandeling en weten zat zij een meldplicht hebben bij een vermoeden van kindermishandeling. Ook streven wij naar een open aanspreekcultuur binnen de groep, waaraan we actief werken tijdens het teamoverleg. Ouders en oudercommissies worden jaarlijks geïnformeerd over de invulling van het vierogenprincipe op hun locatie. Op onze groep hebben we de volgende maatregelen genomen rond het vierogenprincipe:

7

Bijlage for 2.

Bijlage huisregels Bijlage dagindeling Bijlage borgingsdocument Huisregels: 

Brengen en halen  We vragen aan alle werknemers, ouders en bezoekers hun auto op de daarvoor bestemde parkeerplekken te parkeren. (terrein naast de Irisschool ).  Fietsen zo neer te zetten dat de doorgang niet belemmerd wordt.  Met het oog op de veiligheid van de kinderen traphekjes en deuren sluiten.  In het gebouw wordt niet gerend.  Bij het brengen en halen kunnen ouders en groepsleiding vragen en wetenswaardigheden  aan elkaar kwijt (voor lange of persoonlijke gesprekken kan er op een later tijdstip een afspraak worden gemaakt.  Wanneer een kind meegenomen wordt moet de ouder het kind altijd bij de groepsleiding  afmelden.

Tijden 

Kinderen kunnen gebracht en gehaald worden vanaf 8.30 uur en opgehaald worden vanaf 11.55 tot 12.00 uur. Garderobe 

In de bsoruimte, in de kinderopvanggang staat een EHBO doos, en de BHV spullen.  Aan de kapstok is ruimte voor de jassen.  ,Regenlaarzen en snowboats indien nat, naast de deur van de groep.  Bij de kapstok is ook ruimte voor de tas van het kind. In de tas kunnen bijvoorbeeld een vestje en of droge kleding gedaan worden. Leefruimte In de leefruimte wordt gespeeld en gegeten. Bij het afscheid mogen kinderen bij de groepsdeur hun ouders uitzwaaien.  Het bureau is van de pedagogisch medewerkster. Kinderen mogen niet aan de bureauspullen zitten  Op een vaste plek in de leefruimte hangen foto’s van de kinderen die op dat moment bij ons in de groep zitten.  In de leefruimte wordt gelopen, rennen doen we buiten.  Ballen zijn erg leuk voor buiten en in het speellokaal, in het lokaal en de gang vinden we het niet handig.


 

8

Overige ruimtes  Kinderen mogen in de ruimte spelen. Ze mogen niet zelf naar de gang of naar de trap.  De lift en de trap worden alleen gebruikt in het bijzijn van een pedagogisch medewerker. Spelen, knutselen en andere activiteiten  We werken met thema’s.  We weken met het programma Uk en Puk.  We knutselen meestal gezamenlijk tussen 9.15 uur en 10.30 uur  Kinderen mogen vrijuit spelen met wat er op de vloer staat, zoals het keukentje, de serviesjes, de auto’s en de open bakken.  Ook bieden we ze iedere dag een bak met wisselend materiaal aan: duplo, boekjes, grote blokken, verkleedkleding etc.  Met de puzzels wordt aan tafel gespeeld.  Na het spelen wordt er opgeruimd, we proberen de kinderen al aan te leren, om al een beetje mee te helpen.  Er is een schoonmaakschema voor het speelgoed, deze zit in de kindplanningmap.  De kinderen kunnen niet in de keukenkastjes ( zijn beveiligd en in de aangrenzende ruimte)  Aan de commode mogen de kinderen niet komen.  We proberen in een week verschillende werkjes aan bod te laten komen, zoals plakken, verven, kleuren, prikken of knippen. Eten en drinken  We houden rekening met voedingswensen, allergieën en diëten en hebben respect voor culturele gewoontes. In overleg met de ouders kijken we of we kunnen voorzien in bepaalde wensen of dat de ouders hier liever zelf voor zorgen.  Voor het eten worden de handjes schoongemaakt.  We drinken sap en eten fruit rond 9.45uur We beginnen met het liedje “smakelijk eten”. We sluiten af met liedjes zingen.

Verschoonruimte  We verschonen de kinderen na het fruit en na de boterham en wanneer dit nog extra nodig blijkt te zijn (wanneer een kind bijv. gepoept heeft).  Kinderen kunnen op de pot of op de wc zitten, we hangen ook zindelijkheidskaarten op voor de kinderen die er aan toe zijn  Kinderen mogen alleen onder begeleiding op de commode klimmen/liggen  In de commodeladen liggen reservekleding, na gebruik verwachten we dit weer schoon terug.


Verjaardagen  Wanneer een kind jarig is mag het in de groep trakteren.  We maken een feestmuts en zingen voor de jarige.  Ouders mogen een fototoestel meegeven.

9

 

Poepluiers gaan in een speciale emmer Na elk gebruik wordt de commode schoongemaakt.

Toilet of op de pot  Kinderen mogen aangeven wanneer zij dit al kunnen, dat zij op het potje willen.  Gedurende de dag zijn er een paar vaste momenten waarop we de kinderen op de pot kunnen laten zitten om te oefenen.  Na een pot bezoek worden de handen gewassen,  Als een kind heeft gepoept worden de billen schoongemaakt door de pedagogisch medewerker. Keukengedeelte  Op de koelkast hangt een overzicht met een aparte eet of drinkwens (allergie, geloof of dieet)  Na het eten wordt alles in de vaatwasser gezet, de kinderen blijven aan tafel met bv de duplo tot alles is opgeruimd.  Indien nodig, maar in ieder geval aan het einde van de dag worden gebruikte thee, hand en vaatdoeken in de was gegooid. Buitenterrein 

Kinderen mogen alleen naar buiten onder toezicht van een PM –

er. Wanneer alle PM - ers buiten zijn, gaat de telefoon ook mee naar buiten.  Bij grote hitte wordt er zomers niet buiten gespeeld tussen 12.00 en 15.00uur.  ‘s Zomers worden de kinderen voordat ze naar buiten gaan ingesmeerd en bij voorkeur een petje op. Indien nodig kan een ouder zelf ook een zonnebrandcrème meegeven bijvoorbeeld i.v.m. een allergie.  De PM - ers halen het buitenspeelgoed uit de schuur en ruimen dat samen met de kinderen na gebruik(of aan einde van de dag) weer op.  Er wordt niet met zand gegooid.  Wanneer de zandbak is toegedekt mag er niet overheen worden gelopen.  De kinderen mogen niet zomaar naar binnen lopen.  Bij warm weer wordt er een badje opgezet, het water wordt aan einde van de dag weggegooid, er is altijd toezicht.  Er kunnen maximaal 4 kinderen in de schommel, een PM - er houdt de schommel in de gaten.  Kinderen gaan alleen onder begeleiding in de moestuin.  We controleren elk halfjaar speeltoestellen en buitenspeelgoed. Omgangsregels  We gaan op een vriendelijke manier met elkaar om.  We groeten elkaar bij binnenkomst en zeggen gedag als we weggaan.  We luisteren naar elkaar.




1 0

 

We houden rekening met elkaar. Niet slaan, duwen, schoppen, bijten, aan kleren of haren trekken.  Er wordt niet gepest.  Probeer elkaar te helpen.  Met geliefd speelgoed wordt om de beurt gespeeld  Iedereen mag meedoen.  Luisteren naar de PM - er, beleefd zijn.  Niet met speelgoed gooien.

Dagindeling: We hebben een dagindeling waar we ons zoveel mogelijk aan proberen te houden. Deze dagindeling geeft structuur en biedt de kinderen houvast. Om 8.30 tot 8.45 uur verwelkomen we de kinderen. Verzorger/papa of mama speelt even met het kind mee. Daarna nemen de verzorgers/papa of mama afscheid van het kind. 8.45 uur tot 9.15 uur spelen de kinderen in de groep (puzzelen, met het keukentje spelen, boekje met de juf lezen.)

9.30 tot 10.30 doen we spelen en werken. We knutselen met kleine groepjes aan tafel. 10.30 eten we fruit en drinken we sap 11.00 is de verschoon en plasronde. Als er al eerder een broek verschoont moet worden doen we dat eerder. Ook als de kinderen eerder moeten plassen kunnen ze gewoon naar de wc.


Om 9.15 gaan we in kring. Hier zingen we liedjes en doen een gesprekje over het thema, of er wordt een boekje voorgelezen. Uit de kringgesprekken komen ook ideeën van de kinderen om te knutselen.

1 1

11.15 gaan we buiten spelen bij mooi weer. Of bij slecht weer spelen we in het speellokaal of op de groep, dan gaan we meestal dansen of doen we een kringactiviteit.


Om 12.00 nemen de psz.kinderen afscheid.

1 2

Borgingsdocument:

Borgingsdocument Puk en Ko. In dit document staat de werkwijze met de methode Uk en Puk beschreven die op peuterspeelzaal van KOZV Wip Wap wordt gehanteerd. Om ervoor te zorgen dat bij alle betrokkenen doel, inhoud en gemaakte afspraken bekend zijn en blijven worden ze in dit borgingsdocument opgenomen.

Doel Het hoofddoel van Puk en ko is een basis leggen voor de Nederlandse taalvaardigheid, zodat peuters voldoende taalvaardig zijn om deel te nemen aan het onderwijs in groep 1. Uiteraard wordt aandacht besteed aan de brede ontwikkeling van de kinderen.

Werkwijze/organisatie:

 Thema’s Per jaar worden ten minste 4 thema’s uitgevoerd van Uk en Puk. Jaarlijks terug kerende thema’s zijn: seizoensgebonden thema`s als lente, herfst en winterkomen ieder jaar terug. ook thema`s rond feestdagen komen jaarlijks aan de orde zoals Pasen, sinterklaas en kerst. hoelang duurt een thema? Een thema duurt minimaal twee weken tot maximaal zeven weken. Het wisselt hoe lang een thema duurt, dat is afhankelijk van het onderwerp en of het snel wordt opgevolgd door een volgend thema. Op welke ontwikkelingsgebieden zijn de thema`s gericht? De thema`s richten zich op spraak- en taalontwikkeling, op sociaal- emotionele ontwikkeling, op motorische en zintuigelijke ontwikkeling en op de ontluikende rekenvaardigheid.

1 tot 2 weken voor de start van een thema wordt het thema voorbereid door 1 / 2 leidsters. Deze leidster( s) nemen het projectboek door en zorgen ervoor dat de benodigde materialen voor het inrichten van de ruimten op tijd aanwezig is. Eventueel wordt de (creatieve) activiteitenlijst aangevuld met de nieuwe activiteiten. Aandachtspunten: o Materialen verzamelen o Woordvelden verzamelen o Activiteiten aanpassen o Boeken bestellen o Liedjes verzamelen o Ouderbrief of activiteitenbrief opstellen en/of uitprinten o Fotomateriaal verzamelen. Wat wordt er verzameld? Benodigde materialen worden voorafgaand aan het thema verzameld, knutsel materialen en dagelijkse gebruiksvoorwerpen worden dan pas op de dag zelf of een dag van te voren gepakt. De collega met de vroege dienst voert normaal gesproken de activiteit uit.


 Organisatie

1 3

 Planning Jaarlijks wordt een planning gemaakt van alle uit te voeren thema’s en overige activiteiten. Met het inplannen van de thema’s wordt rekening gehouden met ten minste 4 weken uitvoeringstijd. Per thema wordt een planning gemaakt. In dit schema worden de (creatieve) activiteiten en doelen overzichtelijk per week opgesteld.



Differentiatie

Voor de taalzwakke kinderen wordt een plan van aanpak opgesteld. Voorafgaand aan de uitvoering van het thema wordt met de zorgkinderen fotomateriaal besproken en thema boekjes Voorgelezen. In de grote groep houden we extra rekening met hen, door hen te stimuleren en er bij te betrekken. Met kinderen die wat verder zijn zoeken we ook uitdagende opdrachten en taken. Zij krijgen bijvoorbeeld moeilijkere puzzels of worden gestimuleerd ook terug te tellen als ze al heel goed vooruit kunnen tellen. Ook in de creatieve activiteiten worden verschillende opdrachten gemaakt bijvoorbeeld een groepje wat al prikt, knipt en anderen die papier scheuren. 

Ouderbetrokkenheid

 Interactie Gedurende de dag zijn er veel momenten van interactie tussen het kind en de pedagogisch medewerker. Tijdens het brengen en halen, het starten van vrij spel (waar mogelijk tijdens vrij spel), bij het opruimen van het vrij spel, bij fruit eten, bij de activiteit, bij het afronden van de activiteit, het verschonen of toiletbezoek, bij het naar buiten gaan, tijdens het buiten spelen, bij het weer naar binnen gaan, bij het aan tafel gaan, aan tafel en van tafel gaan en bij het ophalen. We zien afhankelijk van de leeftijd dat kinderen meer of minder interactie hebben. Kinderen tot ongeveer tweeënhal, zien elkaar wel, reageren soms op elkaar doordat ze bijvoorbeeld iets van elkaar afpakken waar de ander weer op reageert, jonge kinderen gaan soms met elkaar meehuilen, meer interactie zie we bij de kinderen vanaf tweeënhalf die soms echte gesprekjes voeren aan tafel, elkaar een puzzel aangeven of een bord en die ook samen voor een pop of een hoge toren zorgen. We stimuleren dit als pedagogisch medewerker door bijvoorbeeld tijdens het vrij spel in te spelen op prikkels die worden gegeven, door een kopje thee te komen drinken, door machinist te zijn in de trein. Ook stimuleren we kinderen om ook aan elkaar dingen te vragen zoals even iets aangeven, te helpen met de jas.


Per project worden de ouders op de hoogte gesteld van de woordvelden die aan de orde komen. Dit kan zijn door middel van een ouderbrief of een activiteit die de ouders samen met de kinderen thuis kunnen uitvoeren. Indien van toepassing worden de ouders betrokken bij het uitvoeren van activiteiten zoals uitstapjes ed. soms worden er met een thema thuisactiviteiten uitgewerkt die de kinderen meekrijgen naar huis. In de nieuwsbrief die elk kwartaal verschijnt besteden we aandacht aan het thema waar aan we werken. Ook doen we hierin of in een poster soms een oproep om extra materiaal of de aankondiging van een uitstap. Ook hangen foto`s op om te laten zien waar we mee bezig zijn.

1 4

Interactie met de kinderen vindt plaatst doormiddel van de grote en de kleine groepsactiviteiten. Minimaal 1 keer per dag (deel) wordt een grote of kleine groepsactiviteit uitgevoerd.

 Overige afspraken Langdurige vervanging van een leidster: - Vaste vervangsters volgen scholing - Ondersteuning in de groep door collega leidsters Inwerking nieuwe leidster: - Scholing - Ondersteuning middels feedback/observatie collega’s Consultatie en feedback onderling: - door coordinator - tijdens groepsleidsteroverleg.

Observatie/registratie We maken gebruik van de KIJK! Bij de overdracht naar school gebruiken we for. 85 uit het kwaliteitssysteem. We gebruiken hiervoor eigen lijsten.

Overige materialen/bronnenboeken Prentenboeken, themakisten behorende bij de Uk en Puk thema`s, woordplaten, verzamelde materialen om tentoon te stellen,www.jufsanne.com, www.peuterplace.nl, www.peuterspelletjes.net,www.frokkieenlola.nl, natuur milieu educatiecentrum en de onderwijsdienst van Zeeuwse bibliotheek. www.zwijsse.nl kijk, kies en doe boek.

           

Er is een jaarplanning gemaakt van de thema`s Er wordt 4 tot 6 weken gewerkt met Uk en Puk en hiervoor is een planning gemaakt Er is een themahoek op de gang naast de deur en/ of in het lokaal op een kast Bij sommige thema `s is een hoek omgebouwd tot een hoek die past bij het thema Alle Uk en Puk materialen zijn aanwezig De activiteiten van het thema zie je zowel bij de kleine als de grote groepsactiviteiten Het knieboek, wordt zowel in de grote als in de kleine groep gedaan Ieder thema wordt genoteerd op het whiteboard naast de deur De prentenboeken worden aan het thema aangepast Vermelding in de nieuwsbrief van het werken met Puk Puk is aanwezig Foto`s hangen op van een Puk activiteit


Zichtbare succesfactoren

1 5

Evaluatie van het borgingsdocument


Het borgingsdocument bespreken we jaarlijks, gelijk met het pedagogisch werkplan in januari.

1 6

Pedagogisch werkplan Pedagogisch werkplan. Kinderopvang Zeeuws Vlaanderen Locatie: De Wip Wap Groep: PSZ Othene

Recommend Documents