Pedagogisch werkplan Locatie Holwerd KDV groep spetters

Pedagogisch werkplan Locatie Holwerd KDV groep spetters

Sinnerakkers is een onderdeel van Denca BV

HUISVESTING De kinderdagverblijfgroep “spetters” en buitenschoolse opvang groep “bengels” zijn gehuisvest in een prachtig nieuw, licht en ruim gebouw binnen de MFA, Morgenzon 5 in Holwerd. Het gebouw is geschikt gemaakt als kindercentrum en beschikt over 2 aparte groepsruimtes. Het KDV en de BSO hebben een gezamenlijk entree. De BSO deelt de ruimte met een peuterspeelzaalgroep van een andere organisatie. De KDV groep beschikt over een royale groepsruimte, geschikt voor een groepsgrootte van 12 kinderen. Verder zijn er aansluitend twee slaapkamers. Tevens is er een gezamenlijke kleine keuken, toiletten en een kantoor. Aangrenzend aan beide groepsruimtes is er een kindvriendelijke buitenruimte. De ruimtes hebben grote raampartijen die uitkijken op een groene omgeving. Op het kinderdagverblijf worden kinderen in de leeftijd van 10 weken tot vier jaar in groepsverband opgevangen. Het aantal kinderen in een groep wordt bepaald door de leeftijdsopbouw. Op deze manier kunnen onze pedagogisch medewerkers alle kinderen de aandacht geven die zij nodig hebben. Per dagdeel bestaat de groep uit maximaal 12 kinderen met niet meer dan 3 baby’s onder de 1 jaar. (afhankelijk van de leeftijdsopbouw van de groep want 10 kinderen waarvan 4 baby’s, is ook mogelijk ) MEDEWERKERS Iedere groep heeft een vast team van drie pedagogisch medewerkers met de vereiste beroepsgerichte opleiding. Zij werken in wisseldienst. Bij een volledige groepsbezetting van 12 kinderen, zijn twee pedagogisch medewerkers tegelijkertijd op de groep aanwezig. Bij vakantie, ziekte en scholing vervangen invalkrachten de vaste pedagogisch medewerkers. Aan ieder team is zoveel mogelijk een vaste invalkracht gekoppeld. Hier is bewust voor gekozen. Ouders en kinderen zien zoveel mogelijk dezelfde personen, waardoor ook met hen een band opgebouwd kan worden. Deze invalkrachten zijn achterwacht voor de hele locatie. OPENINGSTIJDEN Wij zijn geopend van 7.30 tot 18.00 uur. Bij voldoende belangstelling zijn wij vanaf 7.00 uur geopend. We bieden zowel hele als halve dagopvang aan. Kinderen kunnen worden gebracht tussen 7.30 en 9.00 uur, en tussen 12.45 en 13.15 uur. Halen kan tussen 12.15 en 12.45 uur en na 16.30 uur STAMGROEPEN Op deze locatie hebben we 2 groepen namelijk: “spetters” en “bengels”. Zij hebben elk hun groepsruimte. De meeste kinderen komen op vaste dagdelen en zitten daarmee in hun eigen stamgroep. Hierdoor zijn er voor hen bekende groepsgenoten aanwezig. Om een vertrouwensband op te kunnen bouwen heeft iedere stamgroep vaste pedagogisch medewerkers. Als de bezetting het toelaat worden soms stamgroepen samengevoegd: bijvoorbeeld als er minder dan 3 kinderen gebruikmaken van de VSO, dan worden ze opgevangen op de


kdv-groep. Ook op dagen als woensdag en vrijdag zijn er in totaal vaak weinig kinderen aanwezig en worden zowel de KDV kinderen als de BSO kinderen in één groep opgevangen. Van elke stamgroep werkt die dag wel een eigen pedagogisch medewerkster. Bij de groep hangt een overzicht wie er op welke dag aanwezig is. Schema van de stamgroepen: NAAM LEEFTIJDSOPBOUW GROEPSGROOTTE M2 GROEP RUIMTE Spetters 0-4 jaar 12 55,8 bengels 4-13 jaar 20 70,1 hal 54,4

PEDAGOGISCH MW 3 2

OPENINGSTIJDEN Wij zijn geopend van 7.30 tot 18.00 uur. Bij voldoende belangstelling zijn wij vanaf 7.00 uur geopend. Ook is opvang tot 18.30 mogelijk. We bieden zowel hele als halve dagopvang aan. Kinderen kunnen worden gebracht tussen 7.30 en 8.45 uur, en tussen 12.45 en 13.45 uur. De ophaalmomenten zijn van 12.15 tot 12.45 uur en vanaf 16.00 uur. DAGRITME Iedere dag verloopt volgens een van tevoren vastgesteld dagritme , maar laat echter voldoende ruimte over voor een flexibele invulling met op de groep afgestemde activiteiten. De pedagogisch medewerker biedt ieder kind de gelegenheid om spelenderwijs en in een eigen tempo, de wereld om zich heen -zowel binnen als buiten- te ontdekken. Globale dagindeling: kdv: 7.30 – 9.00 uur: Kinderen worden gebracht. Ouders kunnen een kopje koffie/ thee drinken, doen overdracht aan de pedagogisch medewerker en kunnen rustig afscheid nemen. Samen met een pedagogisch medewerkster zwaaien de kinderen hun ouder(s) uit. 9.30 uur:

Opruimen. Hierna samen aan tafel, om te zingen, te praten of een verhaal te lezen. De kinderen krijgen wat fruit en drinken. Daarna gaan de kinderen naar het toilet. of worden verschoond.

10.45 uur:

Er worden diverse activiteiten aangeboden. Dit kan variëren van buitenspelen tot kleien, van voorlezen tot hutten bouwen. Pedagogisch medewerkers haken in op de vraag van kinderen, maar bieden ook verschillende activiteiten aan op het niveau en de ontwikkelingsfase van het kind. De kinderen worden gestimuleerd om aan de activiteiten mee te doen, maar ze bepalen zelf of ze op het aanbod van activiteiten in willen gaan (zie ook: opendeurenbeleid). Daarna wordt er gezamenlijk opgeruimd en worden de handen gewassen voor de maaltijd


11.30 uur:

Broodmaaltijd: Dit is ook voor de kinderen een rust-of pauze moment. Gezellig met elkaar aan de tafel zitten, stimuleert ook het gaan eten, zelf broodjes smeren en kiezen wat je op je brood wilt. Na het eten gaan de kinderen plassen of worden verschoond.

12.15 – 12.45 uur:

Kinderen kunnen worden opgehaald, anderen gaan naar bed.

12.45 – 13.45 uur:

De middagkinderen worden gebracht.

Rond 14.15 uur:

De meeste kinderen zijn weer uit bed en er wordt weer naar hartenlust gespeeld. Rond dit tijdstip is er weer een eet- en drinkmoment voor de kinderen.

15.00 uur:

Open-deuren beleid: er worden diverse activiteiten aangeboden (zie ochtend) Gedurende de hele dag wordt er ingespeeld op de kinderen. We werken vaak met een thema. Dit betekent dat we van 0-4 jaar, van individueel tot kleine groepjes ontwikkelingsgericht bezig zijn met de kinderen.

16.00 à 16.45 uur:

We sluiten de dag af door gezamenlijk aan tafel te zitten, wat te Drinken en te eten.

16.00 – 18.00 uur:

Kinderen worden opgehaald, ondertussen doen we een activiteit aan tafel, of gaan vrij spelen in de groep. Ouders krijgen een overdracht over hoe het is gegaan met hun kind.

BABY’S OP DE GROEP Op de kdv groep kunnen we baby’s op de groep hebben. De aantallen zijn afhankelijk van de groepssamenstelling. Zoals beschreven in het algemeen pedagogisch beleid van Sinnerakkers hebben wij op iedere groep een zogenaamde grond-box, waardoor de baby’s ongestoord kunnen spelen en alle bewegingsvrijheid hebben. Er is een vaste pedagogisch medewerker die voornamelijk de zorg en voeding met de baby uitvoert. Babyvoeding wordt door de ouders zelf meegegeven en in de koelkast bewaard. OPEN-DEUREN BELEID Alle kinderen zijn van nature nieuwsgierig en gemotiveerd om de wereld om hen heen te ontdekken. Om de kinderen meer uitdaging en variatie aan activiteiten aan te kunnen bieden, hanteren wij het open - deuren beleid. In en om het gebouw van MFA Holwerd kunnen we dat prima vormgeven. Van 10.00 – 11.00 & van 15.00 – 16.00 gebruiken we de locatie als 1 huis met verschillende ‘kamers’ waar kinderen, na overleg, zelf mogen kiezen waar ze willen spelen. Zo kunnen 3 jarigen bijvoorbeeld wel eens deelnemen aan peuteractiviteiten van de peuterspeelzaal en visa versa. Ook zouden ze eens een kijkje kunnen nemen op de bso en daar eens meedoen met een activiteit. FLEXIBELE OPVANG Op het kdv is er de mogelijkheid voor flexibele opvang. De aanvraag en planning ligt bij de locatiemanager. Speciaal hiervoor wordt er op de groep 1 kindplaats ( 10 dagdelen) vrij


geroosterd voor flexibele opvang. Net als bij ‘reguliere’ opvang, evalueert de pedagogisch medewerker met de ouder na 3 maanden de opvang van het kind. Bij flexibele opvang wordt dan ook de mate van gewenning van het kind besproken. Blijkt dat het kind niet goed kan wennen door de flexibele opvang, dan worden hier zo mogelijk andere afspraken met de ouders over gemaakt. MEERTALIGHEID Voor de kdv groep zijn we nog bezig om de Meertaligheid vorm te geven.

VOORSCHOOLSE EDUCATIE De pedagogisch medewerkers maken per schooljaar een overzicht van de thema’s die zij gaan aanbieden en voeren op basis van ieder thema diverse activiteiten uit, waarmee zij de totale ontwikkeling van kinderen stimuleren. De thema's komen voort uit de directe belevingswereld van jonge kinderen en spelen zich af in het hier en nu. Eén thema duurt ongeveer vier tot zes weken. De activiteiten worden in de grote groep, maar kan ook in de klein groepje ondernomen worden of met individuele kinderen. De activiteiten vinden vooral plaats binnen bestaande situaties zoals tijdens de spelmomenten in de hoeken of aan tafel, buiten enz. VEILIGHEID EN HYGIENE We zijn de hele dag alert op mensen die het gebouw binnen komen en zij worden direct aangesproken. Sinnerakkers kiest er voor om de buitendeur van MFA Holwerd overdag niet op slot te doen. De reden dat de deur niet op slot is, is dat wij het niet klantvriendelijk vinden en het risico klein is. Ook staan in de zomerperiode, als de kinderen buiten spelen, de tuin/pleindeuren vanuit de groepsruimte vaak open. Al onze pedagogisch medewerksters en het huishoudelijk personeel zijn en blijven alert op iedereen die binnenkomt. Is het geen bekend gezicht/ouder van een kind, dan wordt deze persoon onmiddellijk benaderd. Kinderen kunnen niet zelf naar buiten, omdat wij overal de handvatten en deurkrukken hoog hebben geplaatst. Voor zowel pedagogisch medewerkers als kinderen geldt dat voor en na een activiteit, zoals toiletbezoek, eten, buitenspelen of maaltijden bereiden, de handen worden gewassen bij de kraan of schoongemaakt worden met voor ieder kind een eigen washandje. Ventilatie van alle ruimtes is belangrijk om de in de lucht aanwezige ziektekiemen te verwijderen. De kans op allergieën neemt af als er goed gelucht wordt. Alle ruimtes waarin kinderen zich bevinden worden regelmatig gedurende de dag goed geventileerd. Speelgoed en het buitenmateriaal wordt regelmatig gecontroleerd en schoongemaakt en/of gewassen, Sinnerakkers hanteert een checklist voor alle onderdelen op het gebied van veiligheid en hygiëne die maandelijks afgetekend wordt. 4-OGENPRINCIPE Vanuit de wet- en regelgeving ( Commissie Gunning) is het niet toegestaan dat medewerkers zich alleen in een ruimte met de kinderen bevinden. Bij de bouw van het kindercentrum is er van uitgegaan dat er veel ramen zijn en deuren waar ook kinderen doorheen kunnen kijken. De groepsruimten voldoen echter aan de eisen van transparantie vanuit het 4 ogenprincipe, ze zij zichtbaar vanaf het kantoor en hal.


ACHTERWACHT Bij Sinnerakkers hanteren wij overal de regel dat er bij voorkeur minimaal 2 volwassenen in een gebouw aanwezig zijn. In principe mag iemand alleen in het gebouw werken, mits er een zogenoemde achterwachtregeling is, om de veiligheid van de kinderen te kunnen waarborgen. De achterwacht is een volwassen persoon die ingezet kan worden bij een calamiteit en die dan binnen 10/15 minuten in de groepsruimte aanwezig is. Indien er geen andere pedagogisch medewerker aanwezig is, vervullen schoonmakers deze achterwacht functie. Mocht een pedagogisch medewerker toch alleen in het gebouw werken, dan informeert zij aan het begin van haar dienst de achterwacht hierover.


WERKAFSPRAKEN SINNERAKKERS KINDERDAGVERBLIJF Jaarlijks voeren wij op iedere locatie/groep een Risico Inventarisatie en Evaluatie (R.I&E) uit volgens de eisen van de Wet Kinderopvang. Door het maken van gezamenlijke werkafspraken op de groepen, zorgen wij dat eventueel aanwezige risico’s geminimaliseerd zijn en willen wij aantonen dat Sinnerakkers er alles aan doet om risicovolle situaties te voorkomen. De werkafspraken zijn genummerd en corresponderen met de inventarislijsten van de R.I&E’s. 1. Algemeen 1. De kinderen worden gestimuleerd om zelf op te ruimen en mee te helpen met het opruimen. 2. De groepsruimte is voor rustige activiteiten. Rennen, fietsen, ballen etc. gebeurt in de speelhal of buiten. 3. De 8-uursdienst doet de mondelinge overdracht van de ochtend aan de middagdienst. 4. Als kinderen vloeken of grove taal gebruiken dan corrigeren we dit . We letten ook op ons eigen taalgebruik en gespreksonderwerpen die we met kinderen in de buurt gebruiken. 5. We leren kinderen nies/hoest discipline aan, doe dit zelf ook voor: bij hoesten hand voor de mond en bij niezen in de elleboog proesten. Was na het hoesten de handen. 6. Tassen en jassen van pedagogisch medewerkers hangen hoog aan een kapstok of hangen/liggen in een afgesloten kast. 7. Plastic zakken/tassen buiten bereik van kinderen bewaren. 2. Leefruimte binnen 8. We lopen in de ruimtes, er wordt niet gerent. 9. Op meubilair, wat geen speelfunctie heeft, wordt niet geklommen. 10. We laten de kinderen alleen onder begeleiding in/uit een stoel of bank klimmen. 11. De kinderstoel veilig bij de tafel plaatsen, zodat het kind zich zelf niet kan afzetten en omvallen. 12. Indien wenselijk maken we in de kinderstoel gebruik van een tuigje. 13. We zorgen voor voldoende loopruimte om het meubilair heen. 14. Losse voorwerpen ruimen we zoveel mogelijk op (vrije looppaden). 15. Bij morsen ruimen we zo snel mogelijk op. 16. Telefoon/snoeren/radio zijn onbereikbaar voor kinderen. 17. We zetten in principe geen ramen open op kind hoogte, als er kinderen in de ruimte zijn. Indien dit niet anders kan bewaken wij dat kinderen hier niet bij komen. 18. Zorg voor goed gesloten deuren (attendeer ook ouders hierop): a. tijdens breng–, haalmomenten; (evt. weglopers) b. tijdens spelen zonder toezicht in bepaalde ruimtes; c. blijf regelmatig controleren. 19. Bij open deuren altijd een deurklem/ haakje gebruiken. Doe dit ook bij een open pleindeur of de deur van overige ruimtes. 20. Houd hete dranken buiten bereik van kinderen. 21. Een kind mag zich niet ongezien bij de toiletten en/of verschoonruimte bevinden. 22. Verstel de hoogte van het aankleedmeubel altijd zonder aanwezigheid van kinderen, i.v.m. vingers ertussen krijgen. 23. Elk kind heeft een eigen mandje met daarin knuffel, kleren, speen enz. We laten geen medicijnen in de tas van het kind zitten.


24.

25. 26. 27. 28. 29.

30. 31.

32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.

Bij gebruik van medicijnen vullen de ouders het ‘formulier medicijntoediening’ zelf in, de pedagogisch medewerker maakt hier een kopie van om weer aan de ouder terug te geven 1. Pak altijd eerst een luier, voor je een kind op de aankleedtafel legt! Als er kinderen op de aankleedtafel liggen, dan lopen we er nooit bij weg. Kinderen wassen de handen bij hun eigen wastafel. Deze is voorzien van koud water. Kinderen bevinden zich niet alleen in de kantoorruimte. We werken vanuit een eigen visie op baby’s en hun (spel-) ontwikkeling. Hoe dit in de praktijk uitgewerkt wordt, staat beschreven in het pedagogisch beleid. Til kinderen altijd onder de oksels of billen op, om letsel (bv. arm uit de kom) te voorkomen. De gezondheid van kinderen vinden wij erg belangrijk. Wij willen er dan ook alles aan doen om randvoorwaarden te creëren die een gezonde groei bevorderen. Vanuit dit oogpunt hanteren we de richtlijn dat baby’s niet langer dan maximaal 1,5 uur per dag in een wipstoel mogen zitten. Wees hier alert op! Laat een baby in de wipstoel/maxi-cosi nooit zonder toezicht in een ruimte. Zet de wipstoel/maxi-cosi met daarin een baby nooit op tafel. Kinderen mogen geen speelgoed in de daarvoor bestemde babyspeelplekken gooien/stoppen. Wees alert op de kinderen die buiten de babyspeelplekken zijn. Attendeer kinderen op stoten aan de onderkant van de verhoogde box. Hangend materiaal moet onbereikbaar en goed/stevig bevestigd zijn. In verband met de veiligheid dienen pedagogisch medewerkers er zorg voor te dragen dat de nooduitgangen en voorportalen van het dagverblijf vrijgehouden worden. Dit betekent dat autostoeltjes en fietszitjes van ouders niet op deze plaatsen gestald kunnen worden. BHV-ers hebben hierin een extra zorgtaak en kunnen vanuit deze rol collega’s wijzen op mogelijk onveilige situaties.

3. Spelen en speelgoed 39. Na het spelen ruimen we speelgoed (samen) op en doen dat in de juiste bakken/kasten. 40. Geen fietsen en groot rijdend materiaal binnen. 41. Speelgoed is om mee te spelen, we gooien niet met speelgoed. 42. We laten kinderen onder begeleiding met klein speelgoed spelen. 43. We zijn alert dat kinderen niet onder een vloerkleed/matras kruipen i.v.m. verstikkingsgevaar. 44. Baby’s verblijven in de box of in de babyspeelhoek. 45. Speelgoed dat als opstapmogelijkheid kan dienen uit de box halen. 46. Het op een respectvolle manier omgaan met speelgoed is onderdeel van onze visie. 47. Voor het gebruik van en de omgang met speelgoed worden per groep afspraken gemaakt. Om plezierig te kunnen werken geldt voor het gezamenlijke speelgoed (hal en buitenterrein) dat dit na gebruik weer op de daarvoor afgesproken plek opgeruimd wordt. 48. Speelgoed moet van degelijk materiaal gemaakt en goed afgewerkt zijn. Wees kritisch t.a.v. veiligheid en kwaliteit van het materiaal. 49. Gooi kapot/niet compleet speelgoed meteen weg. 50. Bied kinderen speelgoed aan dat bij hun leeftijd past. Willen kleintjes graag met bijv. kraaltjes en/of spijkertjes spelen, doe dit dan onder begeleiding, op een veilige plaats. Ruim na afloop zorgvuldig op.

1

Zie: richtlijnen in Sinnerakkers medicijnprotocol.


51. 52.

Speelgoed (knikkers o.i.d.) meegenomen van thuis gaat (in het eigen mandje) weer mee naar huis. Gebruik vluchtige stoffen (zoals: sterke lijm/vernis/spray) liever niet in het bijzijn van de kinderen, zorg anders voor goede ventilatie.

4. Buiten spelen 53. We gunnen kinderen graag het plezier en de gezondheid die het buitenspelen met zich meebrengt. Om dit op een veilige en verantwoorde manier te laten gebeuren is het belangrijk dat vooraf hekken op slot gedaan worden. Houd er hierbij rekening mee dat de hekken na het spelen weer geopend worden. 54. Het buitenterrein is afgebakend door een hekwerk. Hierbinnen mogen de kinderen spelen. 55. Houd het plein met z’n allen netjes en schoon. Controleer het buitenterrein op hondenpoep, zwerfvuil, peuken, glas of andere ongeregeldheden en verwijder ze. Indien nodig zout strooien bij gladheid. 56. Op iedere locatie hangt op een centrale plek een gif-wijzer. 57. Om de speelplaats voor ieder kind uitdagend en aantrekkelijk te houden dragen we met elkaar zorg voor een representatief en opgeruimd speelterrein. Kinderen worden hierbij spelenderwijs gestimuleerd om op te ruimen. 58. Bij het naar binnen gaan of wisseling van de groep het plein netjes achterlaten. 59. Houdt het hok ook netjes, wat hangen kan moet zoveel mogelijk hangen i.v.m. de ruimte. 60. Extra opletten op koordjes e.d. aan kleding, bij voorkeur inkorten, i.v.m. verstikkingsgevaar. 61. Het zand en zandbakspeelgoed blijven zoveel mogelijk in de zandbak. Geen rijdend materiaal in de zandbak. Geen emmertjes op het hoofd i.v.m. verstikkingsgevaar. Kinderen mogen geen zand naar elkaar gooien. Vanuit hygiënisch oogpunt wordt de zandbak aan het einde van de dag afgesloten met het daarvoor bestemde net. 62. Bij grote groepen en/of ‘wild/druk’ spel, houd de kleintjes goed in de gaten en maak indien nodig gebruik van de afgezette stukken speelterrein. 63. Kinderen mogen niet op een picknicktafel , tuinstoel of op de hekken klimmen! Houd de slootkant extra in de gaten. 64. Geen groot speelgoed op de glijbaan en het klimrek. 65. De pedagogisch medewerker bekijkt zorgvuldig of kinderen zonder toezicht buiten kunnen spelen; controleer met grote regelmaat. 66. De kinderen lopen nooit bloot over het plein. Dus: onderbroek, zwembroek of zwemluier aan bij het zwembad of de waterbak. 67. De kinderen indien nodig, insmeren met zonnebrandcrème. 68. Bij hoge temperaturen of felle zon de kinderen tussen 12:00 en 15:00 uur binnen houden. 69. Kinderen erop wijzen dat ze niet mogen drinken van het zwem- of speelwater. 70. Er is per groep altijd een pedagogische medewerkster buiten, moet je zelf naar binnen, dan draag je jouw kinderen over aan een collega. 71. Buiten ben je als pedagogisch medewerkster, observerend en stimulerend bezig. 72. De kinderen mogen in principe natuurlijk vrij spelen buiten; het is ook leuk om een activiteit te ondernemen, motiveer elkaar. 73. Veiligheid staat voorop, maar ook de uitdaging voor de grotere kinderen is belangrijk. De PM-er blijft alert. 74. Het buitenmateriaal wordt regelmatig gecontroleerd en zo nodig worden er materialen bijbesteld. Bij splinters of verval wordt dit hersteld.


5. Eten en drinken 75. Voordat de kinderen aan tafel gaan, worden de handen gewassen. 76. Het eten en drinken vindt aan tafel plaats. 77. Er wordt in kleine groepjes aan een eigen tafel gegeten. 78. Indien mogelijk helpen de kinderen mee om de tafel te dekken. 79. Geen speelgoed of knuffels aan tafel tijdens het eten. 80. We beginnen de maaltijd gezamenlijk, vooraf gegaan door een liedje. 81. Wanneer een kind eraan toe is, smeert het zelf zijn brood. 82. We eten eerst een boterham (liefst 1,5 - 2) daarna eventueel cracker of beschuit. 83. De kinderen mogen zelf kiezen wat zij op hun brood willen. Wij zorgen wel voor variatie in het aanbod! 84. Wij vinden het sociaal acceptabel gedrag dat je een kind aangeleerd wordt dat je moet eten wat je pakt, alles wat je op je bord hebt, dus ook de korsten. 85. Kauwen op eten is goed! Korsten horen bij de boterham, zij stimuleren het kauwproces, wat belangrijk is voor het kind (stimuleert de spraakontwikkeling en darmwerking). 86. Wanneer een kind toch alsnog aangeeft genoeg te hebben gehad, sluiten we compromissen, we gaan hierbij van dat individuele kind uit. De sfeer moet ontspannen en gezellig blijven! 87. De kinderen krijgen hun eerste boterham in stukjes en eten dit zo mogelijk met een vorkje. 88. Scherpe messen buiten bereik van kinderen wegleggen. 89. We stimuleren de kinderen om zelf te eten, de pedagogisch medewerker stopt in principe geen eten in de mond van het kind. Laat (kleine) kinderen rustig eten, geef ze de kans en de tijd om zelf te proberen, begeleidt eventueel bij het eten, kijk naar de leeftijd. 90. Eventueel legt de pedagogisch medewerker tijdens het brood eten één stukje brood op een extra bordje voor het kind, zodat het kind dit zelf pakt en in de mond doet. 91. We stimuleren kinderen om zelf te drinken. De pedagogisch medewerker denkt erom dat ze, bij weinig inschenken, de kinderen tijdens het eetmoment nog een keer drinken aanbiedt. 92. Bij gebruik van fles en (tuit)beker, sluiten we zoveel mogelijk aan bij het kind/de thuissituatie. 93. We laten de kinderen zo jong mogelijk uit een gewone beker drinken.(Pikler) 94. De fles wordt altijd op schoot gegeven: de pedagogisch medewerker geeft hiermee één op één aandacht aan het kind. Biedt daarmee veiligheid en het kind ervaart lichamelijk contact. 95. Na alle eetmomenten, krijgt ieder kind een washandje daarmee worden de snoeten en handen schoongemaakt. Washandjes na gebruik in de wasmand doen. 96. We hebben geen radio aan als we aan tafel zitten. Radiogeluid op de achtergrond is ruis, dit belemmert de taalontwikkeling van kinderen. We draaien tussendoor muziek die gericht is op kinderen. 97. Hete dranken (koffie/thee) worden aan een hoge tafel of aanrecht gedronken (niet zittend op de bank in bijzijn van kinderen). 98. In de verschoonruimte wordt geen eten en drinken klaargemaakt of bewaard. Wel mag er water uit de kraan gehaald worden, mits de kraan en omgeving goed schoongemaakt zijn na verschonen van de kinderen. 99. Bederfelijk voedsel wordt bewaard in de koelkast. Restanten gaan zo snel mogelijk na gebruik terug in de koelkast. Zet de datum van openen op de verpakking. Restjes smeerworst worden dagelijks weggedaan, aangebroken melk en brood wordt voor het weekend weggegooid. 100. Bij gebruik van fruit- of groentepotje de hoeveelheid, die nodig is, in een bakje scheppen. Het aangebroken potje (voorzien van datum waarop het geopend is) kan 24 uur bewaard worden in de koelkast. 101. Baby voeding nemen ouders zelf mee (met naam op de fles) en wordt in de koelkast gezet. 102. Lege zuigflessen eerst met warm water omspoelen (zodat alle melkresten eruit gaan) en dan


103. met koud water goed naspoelen en bewaren in de koelkast voor volgend gebruik. 104. Kinderen komen alleen samen met een pedagogisch medewerker in de keuken. 105. De theedoek/vaatdoek doen we na gebruik in de was. 6. Slaapkamers en slapen 106. Wij zorgen voor een veilige slaapplaats, zie richtlijnen protocol ‘Veilig slapen en wiegendoodpreventie’ 2. 107. Ieder kind heeft een eigen slaapzak en in principe een vaste slaapplaats. Voor ieder kind wordt dagelijks een schone hoofdluier gebruikt. Bedjes worden 1x per 2 weken verschoond. 108. Slapen gebeurt in een schoon, goed opgemaakt bed en in een voldoende geventileerde slaapkamer. Er hangt niets, binnen het bereik van de kinderen, aan het plafond boven de bedjes. 109. Bewaar geen kleine voorwerpen in de slaapkamers. 110. Knuffels en/of speen gaan mee naar bed zonder koord of lint i.v.m. afknellen van vingers. 111. T-shirt (van ouder i.v.m. vertrouwde geur) nooit los naast de baby leggen. Trek het matras als het ware het T-shirt aan. 112. Bij stapelbedden (zonder dak) in het bovenste bedje alleen baby’s (zolang ze niet gaan staan), kinderen die uit bed klimmen in het onderste bed (van stapelbed) laten slapen. 113. Zorg ervoor dat een baby nooit te warm ligt. Een baby die zweet heeft het al gevaarlijk warm. Voel regelmatig of de baby het niet te warm heeft. Zolang de voetjes van een baby prettig aanvoelen, heeft deze het niet koud. Ook in de nek van een baby is goed te voelen of hij/zij het warm of koud heeft. 114. De baby nooit met alle kleren aan onder de dekens stoppen. Een pyjama of slaapshirt is genoeg. Laat een baby ook nooit met bedekt hoofd slapen! 115. Let op de temperatuur! De aanbevolen slaapkamer temperatuur is 15 tot 18°C. Er hangen thermometers in de slaapkamers. 116. Zet de cv niet aan in de slaapvertrekken (in geval van vorst heel laag). 117. Ventileer de slaapkamer regelmatig: dagelijks het raam minimaal een ½ uur open. (Bv bij het openen van het kinderdagverblijf direct het slaapkamerraam open zetten; of als er geen kinderen in de bedjes liggen die bij het raam staan, het raam openzetten) Indien aanwezig 3 ventileren wij de kamers goed door ventilatiesystemen. Deze blijven altijd aan. 118. Tracht oververmoeidheid bij de baby te voorkomen, stress kan een oorzaak zijn van wiegendood. Houd de baby's voortdurend in de gaten. Wiegendood is een proces van meerdere minuten, waarin het kind tekenen van onrust kan tonen, ongewone bewegingen maakt, van kleur verandert, terwijl de ademhaling stagneert. 119. Buikslapen mag alleen met toestemming van ouders en na ondertekenen van buikslaapverklaring (zie protocol ‘Veilig slapen en wiegendoodpreventie’) Bij buikslapen altijd buikslaapmatras, bijbehorende hoesgebruiken en nooit een hoeslakentje en/of hoofdlaken gebruiken! 120. In principe bakeren we niet in. Uit onderzoek blijkt dat rust en regelmaat adviezen (gegeven door het consultatiebureau of een arts) vaak al genoeg zijn, om het huilen van een kind te verminderen. Wanneer we wel inbakeren, doen we dit zo veilig mogelijk. Volg hiervoor de instructies zoals beschreven staan in het protocol ‘Inbakeren en fixeren’.

2 3

Zie: protocol veilig slapen Is in Holwerd aanwezig


121. Je gaat als pedagogisch medewerker alleen over tot inbakeren als de ouders een ‘formulier inbakeren’ volledig invullen en ondertekend retourneren. Zorg dat de ouder goede instructie geeft en zelf de benodigde hulpmiddelen meegeeft aan het kind. 122. In de kinderdagverblijven fixeren wij geen kinderen, zie: het protocol ‘Inbakeren en fixeren’. 7. Schoonmaak 123. Alle ruimtes in het gebouw worden volgens werkschema’s schoongemaakt. 124. Schoonmaakmiddelen bewaren we buiten het bereik van kinderen. 125. Voor zowel pedagogisch medewerkers als kinderen geldt dat voor en na een activiteit, zoals toiletbezoek, eten, buitenspelen of maaltijden bereiden, de handen worden gewassen bij de kraan of schoongemaakt worden met een washandje (één washandje per kind). 126. Ventilatie van alle ruimtes is belangrijk om de in de lucht aanwezige ziektekiemen te verwijderen. De kans op allergieën neemt af als er goed gelucht wordt. Alle ruimtes waarin kinderen zich bevinden regelmatig (elke dag) goed ventileren. 127. Speelgoed wordt regelmatig schoongemaakt en/of gewassen, volgens schoonmaakschema. 128. De luier- en afvalemmers en de Nappy-wrapper worden regelmatig geleegd en schoongemaakt met de sprayflacon. 129. Koortsthermometer na gebruik ontsmetten met alcohol 70 % en een gaasje/keukenpapier. 130. Indien nodig worden toiletjes, potjes, aankleedkussen, kranen en de verschoonruimte huishoudelijk schoongemaakt met sprayflacon. 131. Bij infectieziekten geen sieraden aan pols of vingers dragen! Gebruik desinfecterende hand gel. Draag wegwerphandschoenen bij schoonmaken braaksel, diarree of als er een kans bestaat dat je met bloed in aanraking komt, zodat besmetting voorkomen wordt. Gooi na gebruik de wegwerphandschoenen direct weg; was daarna de handen met water en zeep. Na braken altijd de ruimte luchten! 132. Desinfecteer alleen na goede reiniging. Laat het oppervlak na desinfectie aan de lucht drogen. Desinfecteer oppervlakken kleiner dan ½ m², zoals een aankleedkussen, speelgoed of de thermometer, die met bloed of bloederige diarree of braaksel zijn bevuild, met alcohol 70% . 133. Voor zowel pedagogisch medewerkers als kinderen geldt dat voor en na een activiteit, zoals toiletbezoek, eten, buitenspelen of maaltijden bereiden, de handen worden gewassen bij de kraan of schoongemaakt met een washandje (één washandje per kind) deze wordt na gebruik in de wasmand gedaan. 134. Handdoeken worden regelmatig verschoond, minimaal 2 x daags. In principe papieren wegwerphanddoekjes gebruiken. 135. Bij ongedierte in het gebouw, bel je de adjunct manager. De adjunct manager neemt contact op met OMRIN. 8. Stagiaires 136. De pedagogisch medewerkers en stagiaires leren en communiceren over de basisuitgangspunten en beroepshouding bij Sinnerakkers ten aanzien van: a. Ontwikkelingsgericht werken; b. Open-deuren beleid; c. Veiligheid; d. Spelgedrag. e. Alle informatie over werkafspraken (zie stagemap).


137. Mits bovenstaande punten besproken zijn en de pedagogisch medewerker het verantwoord vindt, mogen stagiaires de kinderen zelfstandig begeleiden. 138. Stagiaires mogen op pad met de kinderen als er een pedagogisch medewerkers bij aanwezig is. 139. Stagiaires mogen pas baby’s verzorgen wanneer zij onder begeleiding hebben geleerd hoe ze dit vertrouwd en zelfstandig kunnen verrichten. Dit gebeurd altijd in overleg met de ouders van de baby. (Zie ook: babyverzorging in stagemap)


Pedagogisch werkplan Locatie Holwerd KDV groep spetters

Recommend Documents