St. Bernardus Clinge
PEDAGOGISCH WERKPLAN KDV ST. BERNARDUS Clinge
29-01-2014
Inleiding
1
St. Bernardus Clinge Wij vertellen in dit plan o.a. wat wij belangrijk vinden bij de omgang van de kinderen en hoe we samenwerken met de ouders. Kinderopvang Zeeuws - Vlaanderen St. Bernardus in Clinge biedt professionele, kindvriendelijke kinderopvang voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Er worden maximaal 16 kinderen in deze stamgroep opgevangen. Altijd voorschools, woensdagmiddag, vrijdagmiddag, na 17uur, tijdens vakanties en vrije dagen van school worden de kinderen van het kinderdagverblijf [0-12 jaar] en de BSO samengevoegd in een stamgroep. Hierbij werken we volgens de protocollen 11, 16 en 25. VOT (verlengde openingstijden) worden in het kinderdagverblijf geboden. Op woensdag en in vakanties is het kinderdagverblijf gesloten en worden de kinderen opgevangen bij Foxkidz in Hulst, dit in achtneming van pro 11, 16 en 25. We hebben een intensieve samenwerking met de peuterspeelzaal. Op maandag en donderdag worden de kinderen van de peuterspeelzaal opgevangen bij het kinderdagverblijf. Op dinsdag en vrijdag is de peuterspeelzaalleidster aanwezig, zij doet dan leeftijdsgericht activiteiten in de peuterspeelzaal. Richtlijnen samenwerking peuterspeelzaal en kinderdagverblijf: Het vrij spel speelt zich af in het kinderdagverblijf. De kring wordt in het kinderdagverblijf gedaan. Na de kring kan er voor gekozen worden om een leeftijdsgerichte activiteit te doen in de peuterspeelzaal. Of er kan evt. een individuele activiteit worden gedaan. Verschonen en toilet bezoek wordt gezamenlijk gedaan. Ook eten we samen fruit en zingen liedjes in het kinderdagverblijf. Na het fruit eten kan er weer gekozen worden voor een activiteit leeftijdsgericht of individueel in de peuterspeelzaal of bij mooi weer buiten. De kinderen kunnen weer opgehaald worden bij het kinderdagverblijf. Kinderopvang Zeeuws- Vlaanderen beoogt de kinderen te begeleiden en te verzorgen in een pedagogisch verantwoorde omgeving, waarbij de individuele aandacht voor elk kind voorop staat. In deze omgeving krijgen de kinderen de kans zich optimaal te ontwikkelen. Wij proberen de kinderen zo goed mogelijk te begeleiden en te stimuleren, rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsfasen van de kinderen. Ze leren spelenderwijs om te gaan met andere kinderen en volwassenen, waarbij hun groei tot zelfstandigheid gestimuleerd wordt. Kwalitatief goede zorg staat voorop, met respect voor de culturele achtergrond van elk kind. En we streven naar een goed contact met de ouders. Opendeurbeleid We voeren een open deurenbeleid. De bso-kinderen die aanwezig zijn in de stamgroep, kunnen na 15 uur meedoen aan een activiteit, die wordt gedaan in de basisgroep.
Dit zijn onze vaste pedagogisch medewerkers. Er is altijd een vaste pedagogisch medewerker aanwezig met uitzondering van ziekte en vakanties. De pedagogisch medewerkers in Clinge zijn: Christine de Wilde Emmy Koemans Joke Verdurmen ( i.v.m. zwangerschapsverlof zal Tamara van Cauteren de dinsdagen overnemen en de donderdagen zal Emmy overnemen.) Coördinator: Anita Schot Op maandag en dinsdag loopt een SAW niveau 3 leerling stage op onze groep. (Victorine) Op donderdag en vrijdag loopt een SAW niveau 3 leerling stage op onze groep. (Denise)
2
St. Bernardus Clinge
1. Pedagogische doelstelling en pedagogisch klimaat Elke groep heeft zijn eigen pedagogisch werkplan. Dit werkplan is een groep gebonden aanvulling op het pedagogisch beleidsplan. Het pedagogisch werkplan wordt jaarlijks besproken en bijgesteld. Uitgangspunt voor dit werkplan vormen de vier basisdoelen van mevr. Riksen-Walraven hoogleraar aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Deze zijn als volgt omschreven: Het kind voelt zich emotioneel veilig. Het kind ontwikkelt persoonlijke competenties. Het kind ontwikkelt sociale competenties. Het kind maakt waarden en normen eigen. 1.1 Emotionele veiligheid Voelt een kind zich emotioneel veilig, dan kan het zich verder ontwikkelen. Dit is de meest fundamentele doelstelling binnen de kinderopvang. Om basisveiligheid te bieden, zijn er drie belangrijke voorwaarden te noemen. De aanwezigheid van vaste en sensitief -responsieve verzorgers. De aanwezigheid van bekende leeftijdsgenootjes(eventueel stamgroepen) Een zorgvuldige veilige inrichting van de omgeving. Aan deze drie voorwaarden voldoet kindercentrum St. Bernardus. 1.2 Persoonlijke competenties Met persoonlijke competenties bedoelen we: zelfstandigheid, veerkracht, flexibiliteit, zelfvertrouwen en creativiteit. Het gaat erom deze competenties, door positieve feedback, te stimuleren door: Het aanbieden van spel, materialen en activiteiten die aansluiten bij het ontwikkelingsniveau en de belangstelling van het kind, waarbij ruimte blijft bestaan voor het eigen initiatief van het kind. De aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. De inrichting van de ruimte en het aanbod van materialen en activiteiten die enerzijds aansluiten bij de leeftijd en vaardigheden van het kind. Anderzijds uitdagingen bieden. Het zelf kunnen pakken van spel materiaal vergroot de zelfredzaamheid van kinderen. In de ruimte is er de ruimte om actief bezig te zijn en de kinderen hebben ook de ruimte en mogelijkheid om zich even terug te trekken. Ze kunnen ontspannen op de bank, een boek lezen of tv kijken. Of huiswerk maken aan de tafel. Wij doen er alles aan om de persoonlijke competenties te ontwikkelen. 1.3 Sociale competenties Onder sociale competenties verstaan we de vaardigheden die een kind ontwikkeld om zich een volwaardige plaats in de groep te verwerven en te onderhouden, zowel ten opzichte van leeftijdsgenootjes als ten opzicht van volwassenen. Deze competenties kunnen worden bevorderd door: Het aanbieden van spelletjes die samenspelen en samenwerken bevorderen. Samenspelen en plezier hebben met bekende leeftijdsgenootjes. Door de inrichting en indeling van de ruimte, zoals een poppenhoek, een kast met gezelschapsspelen en buitenspel materialen. We werken actief aan het ontwikkelen van deze competenties. 1.4 Waarden en normen eigen maken Een pas geboren baby is totaal afhankelijk van anderen. Maar binnen 4 jaar kan het kind zich zelfstandig voortbewegen, leert het begrijpen van regels, leert spreken, met andere samen te spelen, tanden poetsen en zichzelf aan- en uitkleden. Een groei van totale afhankelijkheid tot grote mate van zelfstandigheid in een beperkt aantal jaren. Op welke wijze en in welk tempo het kind zich ontwikkelt verschilt per kind. Elk kind heeft zijn/haar eigen capaciteiten, intelligentie en temperament. Onder opvoeddoelen wordt verstaan: het ontwikkelen van pro-sociaal gedrag en hebben van respect voor diverse sociaal culturele achtergronden van kinderen. Huisregels, samen opruimen, feestdagen vieren en elkaar begroeten valt hieronder.
3
St. Bernardus Clinge
We vinden het belangrijk de kinderen een aantal waarden en normen mee te geven zoals: Rekening houden met elkaar . Elkaar helpen. Luisteren naar elkaar. Zelfstandigheid bevorderen. Respect hebben voor elkaar, de leidsters en het materiaal. Eerlijk zijn. Verantwoordelijk zijn voor je handelen. Elkaar niet pesten of buitensluiten. Ook dienen pedagogisch medewerkers zich bewust te zijn van hun eigen normen en waarden. Regels waar wij onszelf aan willen houden: Letten op taalgebruik. Beleefdheidsvormen in acht nemen. Respect tonen. Geen onderscheid maken tussen kinderen. Openstaan voor elk kind. Eigen tekortkomingen kennen. Het consequente optreden van de pedagogisch medewerkers zorgt voor duidelijkheid, hierdoor gaat het kind zich emotioneel veilig voelen. Het is van belang dat er door hen continuïteit en stabiliteit wordt gegeven. Als een hele groep grenzen aan het uitproberen is, kan het verveling zijn. In dat geval corrigeren we, maar kiezen we tegelijkertijd om een andere activiteit aan te bieden. Sociale controle bij kinderen is groot, vaak wijzen ze elkaar op iets dat niet mag, dat is soms al voldoende. Naast corrigeren met stemverheffing en het waarschuwen komt het soms voor dat het kind even apart wordt gezet, we doen dit altijd zodanig dat we het kind nog kunnen zien en het kind ons ook nog. Dit is van groot belang omdat het kind zich anders als persoon afgewezen kan voelen en het gaat alleen om het gedrag van het kind. Bij kinderen is het voor de persoonlijke ontwikkeling van belang ze te stimuleren om onderlinge conflicten zelf op te lossen en voor zichzelf leren opkomen. Belangrijk vinden wij ook, en misschien nog meer, het belonen van gewenst gedrag, in de vorm van complimentjes. Een knipoog, knuffelen, het kind iets speciaals laten doen, zoals de juf/meester helpen. Belonen is een positieve manier om gedrag te stimuleren. Het is van belang voor de sociale competentie van het kind om het in eerste instantie de ruimte te geven om een conflict zelf op te lossen, daarnaast is het voor de emotionele veiligheid van de kinderen van belang dat de pedagogisch medewerkers objectief zijn, geen oordeel vellen en geen willekeur tonen in corrigeren en belonen. Wij zijn ons ervan bewust dat we ook onderling verschillen door onze eigen opvoeding en ervaring. Daarbij zijn we ons steeds bewust van onze verantwoording als professioneel opvoeder. 1.5 VVE Voor- en vroegschoolse educatie De vaste krachten hebben een cursus VVE gevolgd en zijn op de hoogte en werken met de didactische methode Uk en Puk. Alles dat gedaan wordt zoals; spel, creativiteit, zingen, voorlezen, etc., is pedagogisch onderbouwd. Er zijn verschillende thema’s, die worden voorbereid en uitgevoerd op de groep. Dit wordt 4x per jaar gedaan en dit 4tot6 weken lang. Uk en Puk loopt als een rode draad door onze dagindeling. Het doel van het VVE is om zoveel mogelijk te voorkomen dat kinderen met een taalachterstand het basisonderwijs instromen. Ook het observeren gebeurt op een pedagogisch verantwoorde manier. Dit door middel van de methode KIJK. Met toestemming van de ouders zorgen wij met deze methode voor een overdracht naar het basisonderwijs 2. Pedagogisch werkdoel In ons kinderdagverblijf willen we de kinderen een plaats bieden waar ze zich op hun gemak voelen. We willen ze een veilig gevoel, vertrouwen en geborgenheid geven. Ons kinderdagverblijf moet een warme en veilige plaats zijn waar kinderen zichzelf kunnen zijn en zich kunnen ontwikkelen, en waar vrij spelen, zelfstandigheid, creativiteit, en het sociale contact centraal staan. Wij vinden het ontwikkelen van sociaal gedrag heel belangrijk en stimuleren het samenspel. Wij willen daarnaast ook rekening houden met de verschillen in opvoedingsideeën van ouders. Door de verschillende leeftijden in onze groep en de eigen inbreng, kunnen kinderen veel van elkaar leren en onderling ervaring opdoen. Wij stimuleren het eigen initiatief van de kinderen. Voordat het kind begint met het gebruik te maken van onze opvang mag het kind 2 dagen komen wennen en oefenen op het kinderdagverblijf. Als pedagogisch medewerker probeer je een vertrouwensband te krijgen met het kind. Het opbouwen van een vertrouwensband is een voorwaarde in de omgang. De basis van een vertrouwensband is dat je het kind accepteert, dit wil niet zeggen dat je alles moet tolereren.
4
St. Bernardus Clinge
2.1 Contact met de ouders Het eerste contact ontstaat meestal bij de rondleiding. Van beide kanten wordt informatie uitgewisseld. We staan open voor de wensen van de ouders. Een goede samenwerking is in het belang van het kind ouders en ons. Tijdens de breng en haal tijden hebben de ouders de gelegenheid om even een praatje te maken. Bijzonderheden vertellen we altijd meteen als er die dag iets is gebeurd of voorgevallen. Dit zijn vaak korte gesprekjes. Voor een langer gesprek maken we een afspraak. Het intake gesprek wordt door de coördinator Anita Schot gedaan. 3. De groepsruimte Bij de inrichting van de ruimte is er rekening gehouden met verschillende vaardigheden en behoeften van jongere kinderen. Het speelgedeelte bestaat uit een voorraadkast waaruit kinderen speelgoed en spelmaterialen kunnen vragen aan de pedagogisch medewerker. Een andere speelruimte bestaat uit een open kast met auto’s en boekjes die kinderen zelfstandig kunnen gebruiken. Verder is de ruimte ingedeeld in hoeken. Er is een huisje met keukentje, een poppenhoek, een verkleedkast met grote spiegel (kinderen kunnen hun fantasie gebruiken), grote mat met kussens en een tafeltje voor aan te spelen. Verder zijn er voor de baby’s 2 grote boxen op ooghoogte. Uiteraard verliest de pedagogisch medewerker niet uit het oog dat de kinderen die al ‘groot’ zijn behoefte hebben aan een knuffel en een aai over de bol. Voor de baby’s hebben we ook ons knuffel- en aandacht moment, wat ook heel belangrijk is. De ruimte is voor de kinderen herkenbaar ingedeeld met plaatsen voor rust en actie. Daarbij wordt gelet op een evenwicht tussen veiligheid en uitdaging. De kinderen worden gevraagd om enkel in de ruimtes van kindercentrum St. Bernardus te verblijven en zich niet bij de peuterspeelzaal te begeven. Als het droog weer is zijn we veel buiten te vinden. De kinderen kunnen dan lekker spelen. Hiervoor kunnen we gebruik maken van de zandbak, glijbaan, fietsjes, steppen, wipjes. De kinderen kunnen niet van de buitenruimte weg, want het hekje is dicht en er is altijd een pedagogisch medewerker aanwezig. 3.1 Veilig gevoel, vertrouwen en geborgenheid De inrichting van de ruimte levert een bijdrage aan gevoel van geborgenheid. We bieden emotionele veiligheid door een ruimte te creëren waar het kind zich thuis en veilig voelt. Deze veiligheid is heel belangrijk; de ouders vertrouwen immers een deel van de opvoeding en verzorging van hun kind toe aan de pedagogisch medewerkers. Wanneer het onderlinge contact tussen ouders en pedagogisch medewerker goed is en de omgang met het kind op elkaar is afgestemd, voelt het kind zich het prettigst. Door veel persoonlijke aandacht te geven proberen wij het kind zo op zijn gemak te stellen en zich welkom te voelen. We bieden een warme, liefdevolle en geborgen omgeving. Zodat zowel kinderen als ouders zich thuis voelen bij ons. Pas als de kinderen zich veilig voelen zullen zij persoonlijke en sociale competenties kunnen ontwikkelen en zullen zij zich normen en waarden eigen kunnen maken. Het bovengenoemde dagritme wordt zoveel mogelijk nageleefd. Dit geeft de kinderen houvast en vertrouwen en bereidt ze spelenderwijs voor op het vaste dagritme op school. 4.0 Vierogenprincipe Het vierogenprincipe houdt in principe in dat in de dagopvang altijd volwassenen moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Daarom zou dit principe strikt genomen beter aangeduid kunnen worden als het vierogen- en orenprincipe. De opname van het vierogenprincipe vloeit voort uit de conclusie van de onafhankelijke Commissie Onderzoek Zedenzaak Amsterdam van april 2011 en de nadere afspraken die de convenantpartijen daarover hebben gemaakt. Het doel van de maatregel is het voorkomen van situaties waarin de gelegenheid bestaat tot het plegen van (seksueel) misbruik bij kinderen in de dagopvang. Ouders en oudercommissies worden jaarlijks geïnformeerd over de invulling van het vierogenprincipe op hun locatie. Voor ouders is het vierogenprincipe in te zien in het pedagogisch werkplan op de groep en via de website. Bij de oudercommissie wordt het jaarlijks (en zo nodig vaker) besproken. Pedagogisch medewerkers zijn goed op de hoogte van het protocol Kindermishandeling en we streven een open, professioneel werkklimaat na, waarbij de drempel om elkaar op bepaalde gedragingen aan te spreken zo laag mogelijk is. Ons kinderdagverblijf is bereikbaar via de toegangsdeur deze is op slot er is een bel aan de deur. Er zit veel glas in de deur je kunt door deze deur in de groep kijken. Via de scholen is er ook directe toegang naar onze groep. Vanaf het plein kunnen andere volwassenen in onze groep kijken. We plakken de ramen nooit volledig af om het zicht op de groep te geven. In de slaapkamer gebruiken we een babyfoon zodat volwassenen (inclusief collega’s) kunnen meeluisteren met de collega die in de slaapkamer is. Tijdens het buiten spelen kunnen volwassenen vanuit en rond het gebouw meekijken en meeluisteren. We kennen een opendeurenbeleid, waardoor kinderen en pedagogisch medewerkers bij elkaar binnen kunnen lopen. Ouders en collega’s uit het gebouw zijn ook altijd welkom. Tijdens de schoolweken is er een stagiaire aanwezig. Aan het einde van de dag tijdens de verlengde openingstijd is een pedagogisch medewerker alleen in de groep, maar zijn er al wel schoonmaak-medewerkers aanwezig in het gebouw zij kunnen ook binnenlopen.
5
St. Bernardus Clinge
5.0 DAGINDELING KDV De kinderen van het kdv komen vanaf 7.30-9.00 uur. Er zijn bij een paar kinderen andere breng tijden. Dit i.v.m. het laten uitslapen, van de kinderen. 7.30 uurKinderen komen binnen, er wordt gepraat met de ouders en de kinderen kunnen vrij spelen. 9.00 uurpuzzelen, boekje lezen. 9.30 uuropruimen, fruit eten + sap drinken, gezamenlijk liedjes zingen aan tafel, gezellig kletsen. 10.15 uurDe kinderen verschonen, met een luier, de grote kinderen gaan plassen, handen wassen. De kleintjes die moe zijn ,gaan slapen. 10.30 uurEen activiteit aan tafel doen,[ UK EN PUK] zoals, knutselen, kleien, ect. 11.00 uurHanden wassen, opruimen, vrij spelen, bij mooi weer gaan we naar buiten. 11.45 uurHanden wassen, aan tafel voor een boterham. De eerste eten we altijd met iets hartigs, zoals paté, vlees, smeerkaas. De kinderen mogen 3\3,5 boterham eten. 12.30 uurAfruimen, kinderen die gaan slapen, uitkleden en naar bed brengen. De grote kinderen kunnen plassen, handen wassen en gaan spelen. 13.30 uurKinderen die zin hebben, kunnen knutselen of een spel meedoen, van UK EN PUK. 14.30 uurKinderen worden uit bed gehaald, verschoond, aangekleed. 15.00 uurFruit +sap en een soepstengel, voor de liefhebber. Liedjes zingen of een verhaal voor lezen, met een knieboek. Ook komen de flexibele bso kinderen binnen en kunnen aanschuiven, bij de kdv kinderen aan tafel.[zie kindplanning] 15.30 uurVrij spelen of naar buiten ,bij mooi weer. 16.30 uurEen verschoning ronde en de grote kinderen gaan plassen. 17.00 uurKinderen worden langzaam opgehaald, door de ouders. Er wordt aan de ouder verteld, hoe de dag is verlopen. De stamgroepen worden samengevoegd, maar alleen als het kindaantal dat toelaat. 17.30 uurDe nog aanwezige kinderen krijgen een soepstengel en doen we nog een spelletje. 18.00 uurAlles nakijken en dan sluiten we de deur. 5.1 Samenvoegen en veranderen van stamgroep Het samenvoegen van het KDV en BSO wordt gedaan volgens protocol 25 en protocol 11 met maximaal 16 kinderen in deze stamgroep. 5.2 Extra dagdelen 5.3 Vakantie opvang In de vakantie zijn we geopend mits er genoeg kinderen zijn. De openingstijden zijn van 07:30 tot 18:00uur. Soms zijn we op de woensdag gesloten, dit komt dan door te weinig aangemelde kinderen. De ouders worden hier tijdig op geïnformeerd wanneer wij dicht zijn, de kinderen kunnen dan opgevangen worden bij Foxkidz De Speelhoek in Hulst. De dagindeling verloopt hetzelfde als buiten de vakanties. We maken wel eens uitstapjes, dit wordt van te voren besproken met de ouders. We zorgen dat er genoeg te doen is voor de kinderen, en houden hierbij rekening met de leeftijdsverschillen. 6. Veiligheid Veiligheid staat bij ons hoog in het vaandel. De directie is verantwoordelijk voor de veiligheid van het pand. Wij doen jaarlijks een risico-inventarisatie hiervoor. Aan de veiligheid wordt aandacht besteed door onder andere: Schoonmaak middelen buiten bereik van kinderen. Er voor zorgen dat de buiten deuren op slot zijn. Op de deuren zit een veiligheidsstrip. De stopcontacten zijn veilig. Buiten is de speel plaats afgezet. De kinderen spelen altijd onder begeleiding buiten en binnen. De kinderen mogen niet zonder schriftelijke toestemming van het schoolplein af. We leren de kinderen ook omgaan met gevaar, veilig een schaar of mes aan geven. En veilig met materiaal omgaan. 6.1 Brandveiligheid Kinderopvang Zeeuws Vlaanderen heeft een vergunning van de brandweer. Dit betekent dat aan alle brandveiligheidseisen van de brandweer wordt voldaan. Aanvullend op de eisen heeft Kinderopvang Zeeuws
6
St. Bernardus Clinge Vlaanderen instructies vastgelegd in een brandplan en dat geënt op de concrete situatie van het pand. Twee keer per jaar is er een brandoefening.
6.2 Preventie en EHBO Alle pedagogisch medewerkers volgen jaarlijks een cursus kinder -EHBO. Bij Kinderopvang Zeeuws Vlaanderen St Bernardus in Clinge bezit minstens een van de aanwezige pedagogisch medewerker een EHBO diploma. Dit evt. aangevuld met eerste hulp aan kinderen. Bij een ongeluk stellen we de ouders op de hoogte en indien nodig raadplegen we een arts of gaan naar het ziekenhuis. 6.3 Certificaten Certificaten Uk en Puk - VVE methode Certificaten Kijk observatie/registratie methode Certificaat Masterclass Groen is gras Dit jaar volgen de pedagogisch medewerkers de vervolgcursus VVE-versterk. 7. Hygiëne Als de kinderen naar de wc zijn geweest moeten ze hun handen wassen. Ook als we gaan eten en drinken, handen wassen hoort erbij. Dit staat ook in de huisregels. Elke dag word er geveegd en gestofzuigd, afgewassen en het meubilair wordt gesopt. We werken met een schoonmaaklijst. Hier staan alle belangrijke schoonmaak punten op, wanneer het is schoongemaakt zetten we hierbij de data en naam. Elk jaar komt de GGD het KDV inspecteren, ook op gebied van hygiëne. 8. Oudercommissie Onze KDV heeft een oudercommissie. Wij vermelden dit in de nieuws brief. Ook als zij informatie heeft die belangrijk is voor de ouders, zetten we dit in de nieuwsbrief. Elk kinderdagverblijf en elke bso op een locatie moet een (lokale) oudercommissie hebben. Er hebben op de St Bernardus 3 ouders zitting in de oudercommissie. De namen van de ouders die in de oudercommissie zitting hebben, staan genoteerd in map 4, de Vestiging map. Het reglement van de oudercommissie kun je vinden op de computer in de map Kwaliteit/H Voorwaarden en Reglementen/Reglementen Oudercommissies. Actief ouders werven voor de oudercommissie doen we op onderstaande manier; De coördinator geeft ouders tijdens het intake gesprek informatie over de oudercommissie en probeert hen warm te maken er zitting in te nemen. Op de groep, of in de hal hangt een flyer waarin ouders opgeroepen worden zitting te nemen in de lokale oudercommissie. In elke nieuwsbrief wordt een stukje geschreven om ouders te motiveren de oudercommissie te komen versterken. . 9.Stagiaires en vrijwilligers. Momenteel zijn er op het kindercentrum 2 stagiaires aanwezig, maar geen vrijwilligers. 10. Ondersteuning door andere volwassenen Tijdens de schooluren kunnen we met calamiteiten terecht op de medewerker van school. Bij een calamiteit of voor een andere vorm van ondersteuning tijdens kantooruren bellen we naar het nummer van centraal kantoor. De telefoniste verbindt ons door met de afdeling die we nodig hebben. We kunnen ook direct bellen met onze coördinator. Mocht die niet aanwezig zijn, dan kunnen we ondersteuning krijgen door te bellen met “de kantoordienst”. Elke dag heeft een coördinator kantoordienst en deze coördinator is altijd bereikbaar. Buiten kantoortijden kunnen we bellen met de bereikbaarheidsdienst. Voor grote calamiteiten is er een telefoonnummer wat we kunnen bellen, waarmee we een managementteamlid kunnen bereiken, het zogenaamde achterwacht nummer. Voor calamiteiten is er de calamiteiten regeling. Door het nummer van de achterwacht te bellen staat er binnen 15 minuten een volwassene bij ons die ons kan helpen. Wanneer we alleen staan in het gebouw houden we ons altijd aan het pedagogisch medewerker – kind ratio. We kunnen afwijken van het pedagogisch medewerker – kind ratio (conform protocol 11 groepsgrootte/inzet pedagogisch medewerkers) aan het begin en aan het eind van de dag als er één of meerdere volwassenen elders in het gebouw zijn.
7
St. Bernardus Clinge
Tussen 8.00u en 17.00 is er tijdens de schoolweken altijd een leerkracht van het St Bernardus aanwezig in het gebouw.
Tussen 18.00-19.30 uur is er 1 schoonmaker aanwezig, want dan worden de kantoren en klassen naast ons schoongemaakt en onze groepen van de bso/kdv. Bij problemen kunnen we een beroep op de schoonmaker doen. Om 7.30 uur of met verlengde openingstijd[06.45 uur] start de pedagogisch medewerker van het kdv op de groep.
11. Wennen op de groep; Tijdens het intakegesprek brengt de coördinator of de pedagogisch medewerker de ouder op de hoogte van de mogelijkheid tot wennen op de groep. Voor de bso is dit als kinderen naschools komen twee naschoolse dagdelen, als kinderen voorschools komen twee voorschoolse dagdelen. Voor het kinderdagverblijf is dit twee dagdelen. We spreken het wennen bij voorkeur af op dagen dat het iets minder druk is zodat we de kinderen wat extra aandacht kunnen geven. 12. Huisregels Binnen onze verschillende opvangvormen hebben wij huisregels. Dit zijn afspraken over regels die binnen de groep als geldend gehanteerd worden. Deze zijn bijgevoegd op de volgende bladzijden. Halen en brengen De ouders en ook de pedagogisch medewerkers sluiten ten alle tijden de buitendeuren en de binnendeuren achter zich. De auto’s van pedagogisch medewerkers en ouders worden altijd op het parkeerterrein voor de school geplaatst. De fietsen van kinderen in het fietsenhok van de school. Zodra de ouders binnen zijn, zijn ze zelf verantwoordelijk voor hun kind. Het is verboden te roken in het gebouw en in het zicht van de kinderen. Halletje/garderobe De kinderwagens en maxi-cosi’s kunnen in de hal staan. Maxi cosi’s kunnen bovenop de kast blijven staan. De jassen van kinderen hangen netjes aan de kapstok. De tassen en schoentjes van de kinderen kunnen hun bak in de kast. Grotere schoenen kunnen onder de kapstok. Jassen van de pedagogisch medewerkers hangen aan de kapstok, hun tas(sen) staan in de voorraadkast waar geen kinderen bij kunnen. De sjaals, mutsen en wanten worden zoveel mogelijk bij de jas van het kind bewaard, of anders in hun bak. In de hal ligt geen speelgoed. Hal regelmatig controleren op losse voorwerpen en speelgoed. In de hal wordt niet gespeeld. Leefruimte/keuken Voordat er begonnen wordt met een nieuwe activiteit wordt er opgeruimd. Ook aan het eind van de dag wordt de groepsruimte opgeruimd. Het speelgoed heeft een eigen plek zoals: Spulletjes in de poppenhoek/speelkeukentje horen netjes opgeruimd te zijn. De verkleedkleertjes in de daarvoor bestemde bakken. De speel auto’s staan in de kast. De boekjes op de boekenplank, de knuffels en klein speelgoed in de opbergmanden, babyspullen in de box of in de opbergmanden. De grotere speelobjecten, zoals karretjes en wagens, staan netjes naast elkaar. Boekjes en speelgoed op de hogere planken in de kast mogen de kinderen niet zelf pakken. Dit wordt alleen door de pedagogisch medewerkers gepakt en er wordt onder begeleiding aan de tafel gespeeld. In de leefruimte wordt niet gerend, gegild en hard geroepen, dit brengt onrust met zich mee. Er wordt niet met spullen gegooid, tegen getrapt of mee gevoetbald. Eten en drinken gebeurd aan tafel. Er mag niet aan de boxen gehangen worden. De grote stoelen met wieltjes zijn voor de pedagogisch medewerkers, daar mogen geen kinderen op. Er mag niet geklommen worden op het meubilair. De bank is alleen om op te zitten, niet om op te springen of te staan. Wippers mogen maximaal 15 minuten per keer per kindje gebruikt worden, dit is beter voor lichamelijke ontwikkeling van het kindje. De keuken wordt alleen gebruikt door pedagogisch medewerkers, nooit door de kinderen. De keukenkastjes onder zijn beveiligd.
8
St. Bernardus Clinge
Iedere dag worden de theedoek en vaatdoek vervangen. Op de koelkast zit een beveiliger, zodat ook daar kinderen niet in kunnen.
Slaapkamer Ieder kind heeft een vast eigen bedje. Ieder kind heeft eigen lakentjes en slaapzak. In de slaapkamer wordt niet gespeeld of gerend. De slaapkamer dient niet als opbergruimte. In de slaapkamer ligt geen speelgoed, alleen knuffels. Zonder toestemming en het bijzijn van pedagogisch medewerker mag er niemand zelf uit bed komen. In de slaapkamer staat een babyfoon, de ontvanger staat in de groepsruimte. De babyfoon gaat aan zodra er kinderen in bed gaan en weer uit als de kamer leeg is. Verschoonruimte/toiletruimte De kinderen hebben op een plank boven de commode ieder een eigen mandje, daar gaan persoonlijke spulletjes in. Zoals de kleren als ze gaan slapen. Ook eigen knuffels en teuten liggen hier in. In de ruimte staat een kastje met schoon beddengoed en schone slaapzakken voor de kinderen. Alle kinderen gebruiken luiers van de kinderopvang, liggen op de plank boven de commode. Kinderen mogen nooit zonder toezicht en toestemming in de ruimte. Er is daarvoor een traphekje geplaatst. Bij een verschoning wordt dit elke keer dichtgedaan door de pedagogisch medewerker. De luiers gaan altijd direct in de speciaal daarvoor bestemde luieremmer. De commode wordt na elke luier verwisseling schoongemaakt met alcohol houdend schoonmaakmiddel. Pedagogisch medewerkers wassen na iedere beurt hun handen en de handen worden met papieren handdoekjes afgedroogd. Kinderen vragen of ze naar de wc mogen en gaan op vaste tijden gezamenlijk naar de wc. Vergeet hierbij niet steeds het hekje te sluiten. Pedagogisch medewerker houdt de kinderen op de wc in de gaten en helpt hen met het poetsen van de billetjes. Wc’s worden dagelijks schoongemaakt. In de ruimte is ook een wastafel op kinderhoogte waar kinderen hun handen kunnen wassen. Na gebruik van de wc worden de handen gewassen van het kind en pedagogisch medewerker. Er ligt geen speelgoed in deze ruimte. De wasmachine staat ook in deze ruimte. Buitenterrein De kinderen hebben een eigen buitenspeelruimte. De pedagogisch medewerker haalt de spullen uit het schuurtje. De kinderen ruimen zelf de spullen op; bijv. de zandbakspullen worden terug in de daarvoor bestemde bakken gestopt en de fietsen worden netjes naast elkaar tegen het schuurtje gezet. Er mag niet met de fietsen tegen elkaar gereden worden en mogen niet op elkaar gegooid worden. De kinderen mogen op het plein met de bal spelen maar niet over het hekje gooien. De kinderen mogen niet van het plein af en gaan ook alleen maar onder begeleiding terug naar binnen om bijvoorbeeld te plassen. Ook als de ouders ze komen halen gaan ze onder begeleiding van de ouders mee naar binnen. De kinderen zijn altijd onder toezicht buiten. De kinderen mogen niet op het dekzeil van de zandbak klimmen of lopen. Zand hoort in de zandbak, er mag daarbuiten niet mee gespeeld worden. Kinderen mogen elkaar niet hinderen bij hun spel. Buitenruimte wordt dagelijks gecontroleerd op zwerfvuil, losse tegels e.d. Speeltoestellen: dagelijks een visuele inspectie doen, 7x per jaar functionele inspectie doen en jaarlijks hoofdinspectie door extern deskundige. Omgangsregels Kinderen mogen elkaar niet pesten Er mag niet worden gevochten, geboerd, gebeten, geroepen of gescholden. Alle kinderen worden geleerd samen te spelen en niemand buiten te sluiten. Er wordt zoveel mogelijk gezorgd dat ieder elkaar helpt bijvoorbeeld met het opruimen en jassen aan- of uitdoen. Zo leren ze van elkaar en van zichzelf.
9
St. Bernardus Clinge
Er wordt ten alle tijden door de kinderen geluisterd naar de pedagogisch medewerker. Als een kind na een aantal waarschuwingen niet luistert mag hij/zij eventjes op de denkstoel zitten, om na te denken over zijn/haar gedrag. Denk ook aan de beroepscode, bepaalde informatie hoort binnen de vestiging te blijven.
Aanvulling veiligheids- en gezondheidsregels Via nieuwsbrieven en informatie bij start ouders informeren over toezicht wanneer zij er zijn en het opletten met de deuren (geen vingers tussen dichtslaande deuren). Kinderen mogen niet alleen naar buiten; kinderen leren te wachten op de ouders. Kinderen mogen niet in de buurt van snoeren spelen en er niet aankomen. Kinderen mogen niet voor deuren spelen. Alle meubilair steeds controleren, jaarlijks checklist invullen. Wanneer er geknoeid is, wordt dit meteen schoongemaakt zodat kinderen niet over natte plekken kunnen uitglijden. Thee en koffie altijd op veilige afstand neerzetten buiten bereik van kinderen. Kinderen er ook op wijzen dat het heet is en dat ze er niet mogen aankomen. Steeds fopspenen controleren. Waterkoker altijd buiten bereik van kinderen neerzetten. Bij het naar buiten gaan wordt er door de pedagogisch medewerker extra aandacht geschonken aan te veel zon, insecten en ongedierte. Kinderen worden goed ingesmeerd tegen verbranding. Indien nodig een schaduwplek op zoeken om te spelen/zitten of een grote parasol neerzetten. Ook wordt er aandacht geschonken aan te koud of te nat weer. Kinderen dienen goed aangekleed te zijn als ze naar buiten gaan met wat kouder weer.
10
St. Bernardus Clinge
17-02-2014
Borgingsdocument Uk en Puk. In dit document staat de werkwijze met de methode Uk en Puk beschreven die op peuterspeelzaal / kinderdagverblijf St. Bernardus Clinge wordt gehanteerd. Om ervoor te zorgen dat bij alle betrokkenen doel, inhoud en gemaakte afspraken bekend zijn en blijven zullen ze in dit borgingsdocument worden opgenomen.
Doel Het hoofddoel van Uk en Puk is een basis leggen voor de Nederlandse taalvaardigheid, zodat peuters voldoende taalvaardig zijn om deel te nemen aan het onderwijs in groep 1. Uiteraard wordt aandacht besteed aan de brede ontwikkeling van de kinderen.
Werkwijze/organisatie: Thema’s Hier omschrijf je hoeveel thema’s je per jaar uitvoert Zijn jaarlijks terug kerende thema’s? Hoelang duurt een thema? Op welke ontwikkelingsgebieden zijn de thema’s gericht? Per jaar voeren we 6 thema’s uit nl: Welkom puk winter wat heb je aan vandaag lente\Pasen bloemen/planten oef, wat warm Al deze thema’s komen elk jaar weer terug. Per thema duurt het 6 weken en zijn gericht op de fijne en grove motoriek, taalontwikkeling, het sociaal- persoonlijke,emotionele ontwikkeling , waarde en normen. In de maand juni starten we met het thema ‘’ ik ben bijna 4 jaar ‘’,voor die kinderen die naar de basisschool bijna gaan. Organisatie Hoe worden de thema’s voorbereid, door wie Wat wordt er verzameld, Kortom, hoe wordt alles voorbereid en door wie.
Een thema wordt voorbereid door 1 pedagogische medewerker. De pedagogische medewerkers bereiden het thema voor, sp die we daarvoor nodig hebben worden dan ook verzameld in een map Alle pedagogische medewerkers zijn verantwoordelijk voor de uitbereiding, hiervoor zijn de taken onderling verdeeld. Planning Welke planningen en of schema’s worden er gebruikt? Denk aan jaarplanning, thema planning, wie voert welke activiteit uit?
11
St. Bernardus Clinge
Wij gebruiken een jaarplanning en in die jaarplanning worden de thema’s gepland en wordt door 1 pedagogisch medewerker uitgewerkt.
Differentiatie Wat wordt er gedaan voor kinderen die achterlopen in de ontwikkeling of juist al verder zijn? Voor de kinderen die achterlopen, maken we aan de hand van de kijkobservatie, een plan van aan pak met gerichte activiteiten. Voor de kinderen die voor lopen ,doen we een activiteit die iets uitdagender is. Voorbeeld; de kinderen laten kleuren binnen de lijnen, leren knippen met een schaar, ze mogen dan een stapje verder dan de andere. Ouderbetrokkenheid Hoe worden de ouders betrokken bij de thema’s? welke acties worden daarvoor gedaan? Denk aan thema brief, nieuwsbrief, vragen om hulp? Ouders worden betrokken bij thema’s door ze bij te betrekken met het thema/ activiteit, we vragen spullen die we nodig hebben, we kennen de ouders heel goed en weten wat hun hobby’s zijn, bijv. bij een van de ouders hadden we gevraagd of ze zakdoeken voor ons kunt naaien voor de thema Hatsjoe, en een ouder is een huisarts, die hadden we gevraagd of ze lege medicijn potjes en verband wou meenemen. We schrijven in onze nieuwsbrief over de thema en plaatsen er wat foto’s bij. We hangen een poster op met voor een thema we werken en we hebben een speciaal hoekje gecreëerd voor onze thema’s, soms wordt het hele lokaal versierd voorbeeld bij een thema ……
Interactie Wanneer, op welke momenten vindt interactie plaats tussen de pedagogisch medewerker en de kinderen? Tussen de kinderen onderling? Pedagogische medewerkers : Bij binnenkomst 08:30 Verschonen Aan tafel 10:00 en 12:00 Knutselen 11:00 Naar bed 12:30 -13:00 Kring Spel Kinderen onderling : Vrijspel van 08:30 -09:30 Kring Aan tafel buitenspelen
Observatie/registratie Hoe wordt de voortgang van de kinderen geobserveerd en geregistreerd? Gebruik je hiervoor de lijsten van Puk of iets anders? We hebben een aantal lijsten van Puk, hiervoor hebben we alleemaal een VVE cursus moeten volgen. We hanteren de “KIJK” observatie. Zichtbare succesfactoren Hoe kan iedereen zien dat er met een bepaald thema gewerkt wordt? Welke zijn van toepassing voor jouw groep? Zijn er nog andere die hier niet bij staan?
Er is een jaarplanning gemaakt van de thema’s
12
St. Bernardus Clinge
Er wordt 6 weken gewerkt met een thema van Uk en Puk er is hiervoor een planning gemaakt
Bij elk thema is een hoek omgebouwd tot een hoek die past bij het thema We vermelden in onze nieuwsbrief met welk thema we bezig zijn De activiteiten van het thema zie je zowel bij de kleine als de grote groepsactiviteiten en individueel Het knieboek wordt zowel in de grote als in de kleine groep gedaan, maar ook individueel Van ieder thema wordt informatie op het prikbord gehangen De prentenboeken worden aan het thema aangepast Puk is aanwezig
Overige materialen/bronnenboeken Hier omschrijf je overige boeken en materialen die je gebruikt voor de thema’s Voorbeeld, prentenboeken, themakist, woordplaten? We gebruiken allerlei boeken die passend is voor de thema. We hebben kikkerboeken, Nijntje, kabouterplop, dikkie dik ect.
Evaluatie van het borgingsdocument Wanneer en hoe vaak wordt het borgingsdocument geëvalueerd? Jaarlijks, tweejaarlijks? Gelijk met het pedagogisch werkplan? We evalueren het jaarlijks. Eerste evaluatie datum is: 21-03-2013. De tweede evaluatie datum is; 17-02-2014 We zijn tevreden over het verloop tot nu toe. Doordat we met verschillende mensen werken, komen er hele leuke ideeën naar voren. We werken nauw samen en houden ons aan de jaarplanning.
Jaardoelen 2014 Alle groepen ,waar kinderen van 0-4 jaar worden opgevangen, organiseren de doorgaande lijn met de basisschool en leggen dit vast in een borgingsdocument. We willen de doorgaande lijn met school ,in juni 2014 gerealiseerd hebben en starten dan met het thema “LENTE’’. In het pedagogisch werkplan van de groep wordt opgenomen op welke manier de groep de ouderbetrokkenheid wil vergroten. Door samen met de oudercommissie aan het eind van het schooljaar een gezamenlijke activiteit te organiseren. Als we met een nieuw thema starten, van ‘’UK EN PUK’ ’de ouders op de hoogte te stellen d.m.v. een infobrief, met de woordjes die wij de kinderen aanleren, zodat ze die thuis ook kunnen oefenen en met welk thema we bezig zijn. We willen in 2014 de kinderparticipatie klaar zetten, eind februari wordt aan de bso-kinderen uitgelegd wat dit inhoudt en in april start de eerste kindervergadering. Er wordt een map bijgehouden, met daarin een verslag en de wensen van de kinderen en worden de ouders er ook bijgetrokken. Ouderbetrokkenheid zelf is een doorlopend proces.
13
St. Bernardus Clinge
14