Pedagogisch Werkplan BSO St. Jan
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding 2. Visie en uitgangspunten 2.1. Pedagogische visie 2.2. Pedagogische uitgangspunten 3. Beschrijving van de locatie 4. Randvoorwaarden 4.1 Soorten opvang 4.2 Groepssamenstelling en groepsgrootte 4.3 PKR 4.4 Medewerkers 4.5 Toepassing halfuur regeling 4.6 Ruilen en incidenteel/ structureel afnemen van extra dagen 4.7 Samenvoegen van groepen 4.8 Wenbeleid 4.9 Ophalen door derden en afmelden van kinderen 5. Middelen 5.1 Dagindeling 5.2 Huisregels 5.3 Inrichting binnen en buiten 5.4 Materialenaanbod 5.5 Observatiemethode 6. Pedagogische handelen 6.1 Pedagogische interactie vaardigheden 6.2 Voorbeelden uit de praktijk 6.3 Vrij spel en activiteitenaanbod 6.4 Corrigeren en belonen 6.5 Eten en drinken 6.6 Feesten 6.7 Voertaal 6.8 Huiswerk 6.9 Vriendjes en vriendinnetjes 6.10 Ophalen van de kinderen 6.11 Kinderparticipatie 7. Kwaliteitszorg 7.1 Ziekte van kinderen 7.2 Medicijngebruik 7.3 Zorgkinderen 7.4 Inspectie Wet Kinderopvang 7.5 Aanbevelingen rapport Gunning o 4- ogen principe
o Procedure rondom werving en selectie o Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 7.6 Protocollen 7.7 Veiligheid en gezondheid 8. Normen en waarden 8.1 Taalgebruik 8.2 Hoe gaan we om met normen en waarden 8.3 Seksualiteit en intimiteit 9. Samenwerking met ouders 9.1 Intake 9.2 Oudercontacten 9.3 Klanttevredenheidsonderzoek 9.4 Afsprakenformulier 9.5 Exitgesprek 9.6 Ouderbetrokkenheid 9.7 Oudercommissie 9.8 Klachten 9.9 Ouderavonden 9.10 Nieuwsbrieven 10. Vertrouwenspersoon Smallsteps 11. Social media
1 Inleiding Voor u ligt het pedagogisch werkplan van BSO St. Jan. BSO St. Jan is onderdeel van het kindcentrum 0-13 wat wordt gevormd door kinderopvang de Toverhoed Zuid en basisschool Het Bossche Broek, Wij bieden dagopvang, een peuterarrangement en buitenschoolse opvang voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Onze BSO is onderdeel van de landelijke organisatie Smallsteps. Het algemeen pedagogisch beleid van Smallsteps vormt het kader waarbinnen wij de dagelijkse praktijk binnen ‘St. Jan’ vormgeven. In dit werkplan staat beschreven hoe wij dit beleid in de praktijk vormgeven. Dit pedagogische werkplan geeft de (nieuwe) pedagogisch medewerkers duidelijkheid over en handvatten voor het pedagogisch handelen en pedagogisch aanbod en zorgt voor een gelijkgestemde aanpak. Het pedagogisch werkplan is steeds in ontwikkeling. Door de dagelijkse praktijk, visie, uitgangspunten, doelen en hoe wij deze bereiken met elkaar te blijven bespreken en deze vast te leggen, blijft het werkplan levend en in ontwikkeling. Ook is het pedagogisch werkplan een middel om ouders, stagiaires en andere belangstellenden inzicht te geven in hoe wij kinderen verzorgen en steunen en stimuleren in hun ontwikkeling op het kinderdagverblijf.
2 Visie en uitgangspunten Kinderopvang draagt bij aan de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Wij doen dit door kinderen te ondersteunen, te begeleiden en ruimte te geven om zelf bezig te zijn, te ervaren en te ontdekken. Dit doen wij samen met ouders. Ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Zij hebben vertrouwen in ons nodig om deze opvoeding met ons te delen. Een open houding en respectvolle communicatie met ouders vinden wij belangrijk. 2.1 Pedagogische visie Binnen onze kindercentra staat het kind en zijn ontwikkeling centraal. Wij creëren een sfeer en een omgeving waarin kinderen zich prettig en geborgen voelen én die stimuleert en uitdaagt. Een omgeving waar ieder kind de ruimte krijgt voor het ontwikkelen van vertrouwen in zichzelf en de ander en voor het opdoen van persoonlijke en sociale competenties. Een omgeving waar aandacht is voor een gezonde levensstijl en de gangbare normen en waarden worden voorgeleefd. Wij stimuleren een brede ontwikkeling van het kind. Enerzijds is er respect en ruimte voor de eigenheid en autonomie van ieder kind en ruimte voor het ontplooien van zijn talenten. Anderzijds ondersteunen wij het kind bij het deel uitmaken van een groep en de wereld om zich heen. Ieder individueel kind heeft recht om bij te dragen aan het geheel. Steeds zal er sprake zijn van een wisselwerking tussen aanleg (datgene wat het kind in zich heeft) en de ervaringen die de omgeving biedt. We zijn de ontwikkeling van een kind steeds een stapje voor.
4
Het stimuleren van een brede ontwikkeling: 1. Ontwikkeling van zelfstandigheid en omgevingsbewustzijn 2. Sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Spelontwikkeling 4. Taalontwikkeling 5. Grove en fijne motoriek 6. Cognitieve ontwikkeling
Wij zoeken steeds dat wat het kind al zelf kan, wat nog buiten zijn bereik ligt en wat het met een beetje hulp van ons wel zelf kan. Vanaf dit punt (zone van de naaste ontwikkeling) helpen we het kind een volgende stap in zijn ontwikkeling te zetten. Stapje voor stapje leert het kind het helemaal zelf te doen. We geven het kind ook de ruimte om zelf te ontdekken en uit te proberen.
2.2 Pedagogische uitgangspunten 1. Welbevinden, betrokkenheid, vitaliteit Welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkeling van een kind zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een kind dat lekker in zijn vel zit (welbevinden) en zich fit (vitaliteit) voelt zal nieuwsgierig zijn naar wat de omgeving te bieden heeft. Door hier met plezier en belangstelling helemaal in op te gaan (betrokkenheid), doet het kind allerlei leerervaringen. 2. Ruimte voor eigenheid Een kind ontwikkelt zich spelenderwijs en door actief bezig te zijn, door doen, uitproberen, ontdekken, kijken, imiteren, meedoen en aanwijzingen. Ieder kind doet dit in eigen tempo en op zijn eigen manier. Ook de steun en stimulans die een kind nodig heeft verschilt. Ieder kind beschikt over zijn eigen talenten. Kinderen krijgen de mogelijkheden deze te ontdekken en te ontplooien In ons dagelijks handelen houden wij rekening met en hebben wij respect voor de verschillen tussen kinderen (persoonlijkheid, leeftijd, sekse, afkomst, mogelijkheden en talenten). 3. Vertrouwen, respect en positieve benadering We nemen kinderen serieus en benaderen hen telkens op een respectvolle en open wijze. Kinderen krijgen de ruimte om zelf te doen, ontdekken, ervaren en kiezen. We bieden hierbij steun als zij dit nodig hebben. We ondersteunen kinderen bijvoorbeeld bij het uitvoeren van ideeën of het hanteren van grenzen door niet uit te gaan van wat niet kan, maar van hoe het wel kan. ‘Fouten maken mag.’ Wij waarderen het kind om waar het goed in is. Gedrag kan afgekeurd worden, de persoon nooit. We bieden kinderen een veilige omgeving, maar leren kinderen ook omgaan met gevaren. 4. Een veilige, uitdagende en betekenisvolle omgeving. Kinderen ontwikkelen zich mede door de ervaringen die de omgeving biedt: veiligheid en steun & uitdaging en stimulans. Een omgeving die geborgen en voorspelbaar is, maar ook variatie biedt en de nieuwsgierigheid prikkelt. De omgeving in en om het kindercentrum wordt gevormd door de pedagogisch medewerkers, de andere kinderen, de inrichting van binnen- en buitenruimte, het spelmateriaal en activiteiten binnen een dagritme. Betekenisvolle activiteiten sluiten aan bij de belevings- en leefwereld van het kind en zijn afgestemd op het ontwikkelingsniveau, de mogelijkheden en interesses van de kinderen. De omgeving is groter dan de eigen groepsruimte en het eigen kindercentrum, als kinderen daaraan toe zijn, krijgen zij de mogelijkheden om ook de wereld daar buiten te ontdekken. 5. Actieve pedagogisch medewerkers Wij zijn partner van het kind in zijn ontwikkeling. Door te kijken, luisteren en mee te doen kunnen wij afstemmen op wat kinderen nodig hebben. Wij scheppen voorwaarden voor leren en ontwikkeling door bijvoorbeeld aandacht voor groepssfeer, inrichting en materialen en het zorgen voor veiligheid en duidelijkheid. Daarnaast zien wij kansen voor spel, leren en contact die zich spontaan voordoen. We grijpen deze kansen door aan te sluiten bij wat het kind doet en beleeft gedurende de verschillende verzorgings- én speelmomenten van de dag. We creëren kansen door activiteiten aan te bieden en kinderen uit te nodigen mee te helpen bij de dagelijkse werkzaamheden op en om de BSO.
3 Beschrijving van de locatie De BSO St. Jan is onderdeel van kinderdagverblijf de Toverhoed Zuid. Samen met basisschool het Bossche Broek vormt de Toverhoed Zuid een kindcentrum 0-13 jaar. Binnen dit kindcentrum staat de doorgaande lijn 0-13 jaar centraal. Er vindt regelmatig overleg plaats met de basisschool over de invulling en afstemming van deze doorgaande lijn. De BSO St. Jan bevindt zich op loopafstand van het kindcentrum. BSO St. Jan is gesitueerd in een ruimte bij de sportzalen van het St. Janslyceum. Naast een binnenruimte heeft BSO St. Jan de beschikking over een aangrenzende ( openbare) groene buitenruimte. In de vakantie periode en op woensdag en vrijdag maken wij gebruik van de BSO ruimten van de Toverhoed Zuid en het aangrenzende schoolplein de het Bossche Broek Zuid. De BSO St. Jan biedt opvang aan kinderen in hun vrije tijd en voorziet in een invulling van hun vrije tijd. In principe moeten kinderen bij ons hetzelfde kunnen doen als thuis, aangevuld met extra zaken die specifiek zijn voor opvang in een groep: altijd speelkameraadjes, aanbod van allerlei activiteiten etc. Onze activiteiten worden met dat oogpunt georganiseerd waarbij we rekening houden met de leeftijd, het niveau van de kinderen en de samenstelling van de groep. In dit werkplan omschrijven wij o.a. hoe wij voorzien in de invulling van deze vrije tijd.
4 Randvoorwaarden 4.1 Soorten opvang Buitenschoolse opvang Deze vindt plaats op maandag, dinsdag en donderdag van 15.30 uur tot 18.30 uur. Op woensdag en vrijdag bieden wij de keuze uit twee blokken: 1 kort blok van 12.45 tot 15.30 uur en een lang blok van 12.45 uur tot 18.30 uur. Naast verschillende blokken bieden wij ook verschillende opvangpakketten aan: 1. Standaardpakket: opvang wordt geboden tijdens schoolweken en tijdens vakantieweken 2. Schoolwekenpakket: opvang wordt geboden alleen gedurende schoolweken 3. Vakantiepakket: opvang wordt geboden alleen gedurende vakantieweken zoals deze zijn vastgesteld door het ministerie van OCW. Tijdens de reguliere schoolvakanties bieden wij de gehele dag BSO opvang aan van 07.30 uur tot 18.30 uur. Deze opvang vind plaats op onze BSO locatie van de Toverhoed Zuid. Voorschoolse opvang De voorschoolse opvang vindt plaats van maandag tot en met vrijdag van 07.30 tot 08.30 uur. Om 08.30 uur worden de kinderen door ons naar school gebracht. De VSO vind plaats op onze BSO locatie van de Toverhoed Zuid. Studiedagen Tijdens studiedagen of extra vrije dagen bieden wij extra opvang aan bij de Toverhoed Zuid BSO. Als een school een vrije dag heeft ingeroosterd die niet onder de vakantieregeling van het Ministerie van OCW valt, dan gelden de volgende regels:
-
-
-
De vrije dag moet minstens twee weken van te voren bekend zijn bij de locatiemanager van de BSO en moet door de ouder(s) worden aangevraagd. De periode van twee weken geeft ons de gelegenheid een programma voor die dag op te zetten, personeel te regelen en de opvang en het programma bekend te maken bij de ouders. Er kan opvang geboden worden als er minimaal 5 kinderen zijn die gebruik gaan maken van de opvang. De kosten worden achteraf in rekening gebracht of kunnen vooraf worden voldaan middels de strippenkaart. Daar waar in het verleden andere afspraken zijn gemaakt en waar die afspraken ook schriftelijk bevestigd zijn door beide partijen, kan worden afgeweken van bovenstaande regels.
4.2 Groepssamenstelling en groepsgrootte De BSO St. Jan biedt opvang aan maximaal 20 kinderen per dag en is speciaal ingericht voor de oudste BSO kinderen van 8 tot 12 jaar. Naast de groepsruimte maken wij voor deze groep ook gebruik van de sportzaal van het St. Janslyceum. Op woensdag en vrijdag en tijdens vakantieperioden voegen wij de BSO St. Jan samen met de BSO groepen van de Toverhoed Zuid en hanteren wij de groep Jokie als basisgroep. Ook wordt de ruimte van de BSO dependance op de Toverhoed Zuid op deze dagen gebruikt voor het uitvoeren van activiteiten. De pedagogisch medewerkers worden zoveel mogelijk op vaste basisgroepen ingezet (met uitzondering bij ziekte, verlof of vakantie). De pedagogisch medewerker gekoppeld aan de basisgroep is eindverantwoordelijk voor het sociaal emotioneel welbevinden van de kinderen in zijn of haar basisgroep. Hij/zij houdt deze in de gaten, is aanspreekpersoon, zorgt voor opvang op maat en is een vertrouwd gezicht. Om een duidelijk overzicht te geven m.b.t. de basisgroep hangt er een groepslijst op het informatiebord van de BSO. Zo kan er geen onduidelijkheid ontstaan bij kinderen en ouders omtrent de groepen. Alle pedagogisch medewerkers hebben gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de basisgroepen waarbij gestreefd wordt de basisgroepen zoveel mogelijk te koppelen aan vaste pedagogisch medewerkers. De basisgroepen worden praktisch ingedeeld op gelijke niveaus en kinderen van veelal dezelfde leeftijden zitten in dezelfde basisgroep. Dit maakt dat de activiteiten ook beter op de behoeften van de kinderen zijn afgestemd. 4.3. PKR (pedagogisch medewerker/kind ratio) De toewijzing van aantallen pedagogisch medewerkers aan de stam-/basisgroepen vindt plaats volgens de verhoudingen zoals die voortkomen uit de Regeling Kwaliteit Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en zoals die beschreven staan in het pedagogisch beleid. De inzet van het aantal pedagogisch medewerkers vindt plaats middels de rekentool die hiervoor speciaal ontwikkeld is; 1ratio.nl Voor de BSO geldt 1 pedagogisch medewerker voor 10 aanwezige kinderen. PKR tijdens uitstapjes Op de BSO worden ook activiteiten georganiseerd die met grote groepen ondernomen worden. Dit zijn meestal activiteiten buiten de eigen BSO tijdens de vakantie periode. In het geval van activiteiten buiten de BSO ruimte zorgen we ervoor dat we een aangepaste kind beroepskracht verhouding hebben om de veiligheid te kunnen garanderen. De PKR bij een uitstapje is afhankelijk van het soort uitstapje, de vervoerswijze, de gemiddelde leeftijd van de deelnemers en het aantal kinderen dat gaat deelnemen aan het uitstapje. Gemiddeld gaan wij dan uit van een PKR van 1
pedagogisch medewerker op 6 kinderen. Naast de vaste pedagogisch medewerkers kunnen wij tijdens uitstapjes extra ondersteuning inzetten van ouders en medewerkers in opleiding.
4.4. Medewerkers De pedagogisch medewerkers van de BSO St. Jan zijn onderdeel van het team van De Toverhoed Zuid, bestaande uit een locatiemanager en meerdere pedagogisch medewerkers. Bij volledige bezetting werken er per dag 2 vaste pedagogisch medewerkers op de BSO St. Jan. Wij streven naar de inzet van 1 of 2 vaste pedagogisch medewerkers, zodat er met de kinderen een vertrouwensrelatie kan worden opgebouwd. Indien er minder kinderen aanwezig zijn wordt het aantal pedagogisch medewerkers vastgesteld conform de regels uit het convenant kinderopvang. Bij afwezigheid door ziekte of vakantie van een vaste pedagogisch medewerker wordt in eerste instantie een andere vaste pedagogisch medewerker ingezet. Lukt dit niet dan doen wij een beroep op een van onze vaste invalskrachten. Wij streven naar vaste gezichten op de groep en werken zoveel mogelijk met vaste invalkrachten, die de kinderen en ouders kennen. Onze vaste invalskrachten zijn tevens bekend met de manier van werken binnen Smallsteps. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over een voor de kinderopvang erkend diploma en een verklaring omtrent gedrag. Elke dag zijn er medewerkers met een BHV-diploma die tevens kinderEHBO kunnen bieden. In principe zijn er tijdens openen en sluiten minimaal twee pedagogisch medewerkers aanwezig in de BSO. Indien er vanwege het aantal kinderen slechts 1 pedagogisch medewerker aanwezig is zal er altijd nog 1 volwassen persoon in het pand aanwezig zijn die kan bijspringen in geval van nood.
Stagiaires De Toverhoed Zuid is een leerafdeling. Dit betekent dat wij in samenwerking met het Koning Willem 1 College meerdere stagiaires tegelijk een stageplaats aanbieden. Alle pedagogisch medewerkers binnen de Toverhoed zijn verantwoordelijk voor het leertraject van de stagiaires. Daarnaast bieden wij de stagiaires de kans om ervaring op te doen als beroepskracht door stagiaires binnen het leertraject voor een korte periode gedurende een dag de taken van een vaste beroepskracht over te laten nemen. Dit kan bijvoorbeeld wanneer een beroepskracht een oudergesprek heeft. Op dat moment neemt de stagiaire tijdelijk de taken over van de beroepskracht. Voorwaarde hierbij is dat de beroepskracht te allen tijde in het pand aanwezig is en zo dus ook, indien nodig, direct op de groep kan terugkeren. Er wordt n.a.v. de competenties door de beroepskrachten gericht gekeken wanneer een stagiaire hier klaar voor is. Voor pedagogisch medewerker in de kinderopvang is de gangbare opleiding: Pedagogisch Werk niveau 3 (PW3). Deze opleiding kent twee varianten: 1. de BOL-opleiding van 3 jaar. Een leerling van deze opleiding volgt 5 dagen per week theorie en loopt stage. Zij wordt boventallig ingezet. 2. de BBL-opleiding van 3 jaar. Een leerling van deze opleiding krijgt bij ons een leerarbeidsovereenkomst voor 20 tot 30 uur per week en gaan daarnaast 1 dag in de week naar school. De BBL-er wordt altijd naast een ervaren pedagogisch medewerker ingezet en kent in principe een opbouw tot inzetbaarheid van 100% in negen maanden. Daarnaast is het mogelijk stage faciliteiten te bieden voor o.a. de volgende opleidingen:
Pedagogisch Werk, niveau 4
Sociaal Pedagogische Hulpverlening (HBO-SPH)
Pedagogisch Management Kinderopvang (HBO)
Tenslotte is het mogelijk dat wij zgn. snuffelstagiaires de kans geven een kortdurende stage van enkele weken voor enkele dagen per week ter oriëntering op de beroepskeuze bij ons te volgen. Leidinggevende Binnen Smallsteps kennen we drie leidinggevende functies die elk op hun eigen niveau verantwoordelijk zijn voor de kinderdagverblijven: De operationeel directeur is verantwoordelijk voor de aansturing van clustermanagers en overige stafleden. De clustermanager is verantwoordelijk voor meerdere vestigingen en stuurt de locatiemanagers aan. De locatiemanager is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het kinderdagverblijf. Zij is het eerste aanspreekpunt voor pedagogisch medewerkers. Verder biedt de locatiemanager aan pedagogisch medewerkers o.a. werkbegeleiding en ondersteuning bij knelpunten, bijvoorbeeld door individuele, groeps-, team-, kind besprekingen. Daarnaast draagt hij zorg voor deskundigheidsbevordering, bijscholing en het inroepen van deskundigen indien nodig. Ook onderhoudt zij contacten met ouders en de oudercommissie. 4.5 Toepassen half- uur regeling. In het Convenant Kinderopvang wordt de half uur regeling beschreven. Deze regeling beschrijft binnen welke richtlijnen er, voor de flexibiliteit in de organisatie, mogelijkheden zijn om per dag ten hoogste een half uur minder beroepskrachten te mogen inzetten dan volgens de pedagogisch medewerker- kind ratio is vereist, maar nooit minder dan de helft van het benodigd aantal pedagogisch medewerkers. Binnen de BSO St. Jan wordt op de volgende momenten afgeweken van de vereiste pedagogisch medewerker- kind ratio: In de namiddag max. 1/2 uur tussen 18.00 en 18.30 uur tijdens het ophalen en afsluiten van de groep. Tijdens vakanties en vrije dagen van school bieden wij de gehele dag opvang aan van 07.30 tot 18.30 uur. Tijdens deze dagen is de 3 uur regeling van toepassing. Op deze dagen wordt er maximaal 3 uur afgeweken van de vereiste PKR aan de randen van de dag en tijdens de pauzetijden. De middagpauze vindt plaats tussen 13.00 en 14.00 waarbij elke pedagogisch medewerker een half uur pauze heeft. Tijdens deze dagen worden er presentie lijsten bijgehouden waarop vermeld staat hoe laat ieder kind komt en hoe laat ieder kind weer wordt opgehaald. De PM’ers registreren hun werk- en pauzetijden op datzelfde formulier. 4.6 Ruilen en incidenteel/ structureel afnemen van extra dagen Het is mogelijk om incidenteel een extra dag (deel) af te nemen buiten de vaste contracturen of een dagdeel te ruilen. Extra afname of ruilen kan mits het aantal kinderen dit toelaat. Onze voorkeur
gaat uit naar extra opvang binnen de eigen basisgroep omdat het gevoel van veiligheid en geborgenheid voor het kind voor ons voorop staan. Indien er geen plaats is op de eigen basisgroep, is opvang in een andere basisgroep mogelijk in overleg met de ouders en na schriftelijke vastlegging. Het structureel afnemen van een extra dagdeel is mogelijk waarbij ons uitgangspunt is dat het kind in zijn eigen basisgroep geplaatst wordt. Wanneer de groepsgrootte het niet toelaat het kind een extra dagdeel in deze groep te plaatsen, besluiten wij in overleg met ouders het kind voor die dag/ dat dagdeel tijdelijk in een andere basisgroep te plaatsen. Hiervoor is schriftelijke toestemming van de ouders nodig. In zo’n situatie plaatsen wij het kind maar in één andere basisgroep. Zodra er weer plaats is in de oorspronkelijke basisgroep wordt het kind overgeplaatst naar deze groep.
De locatiemanager geeft toestemming voor het ruilen van dagen en het incidenteel en structureel afnemen van extra dagen. Bij zowel het incidenteel als structureel afnemen van extra dagen dient dit schriftelijk vastgelegd te worden. Voor het structureel afnemen van extra dagen op een andere groep wordt tevens schriftelijk vastgelegd per wanneer het kind weer in zijn eigen groep geplaatst kan worden.
4.7 Samenvoegen van groepen De kinderen van BSO St. Jan hebben een vaste basisgroep. Wel kan indien het kinderaantal ( bijv. tijdens de vakanties en dagen met een( structureel) lage bezetting)het toelaat, de basisgroep worden samengevoegd met de basisgroepen van BSO de Toverhoed Zuid. Bij BSO St. Jan worden op de volgende momenten de basisgroepen van BSO St. Jan en BSO de Toverhoed Zuid samengevoegd: Tijdens de schoolvakanties en studie/ extra vrije dagen van school worden de groepen samengevoegd. Afhankelijk van het kinderaantal kan ook besloten worden om de groepen de gehele dag samen te voegen. Op woensdag en vrijdag worden de groepen i.v.m. een laag kinderaantal samengevoegd tot 1 groep. Ouders worden over het samenvoegen van de basisgroepen geïnformeerd tijdens de intake gesprekken. Daarnaast wordt er aandacht aan besteed in de nieuwsbrieven en geven wij de ouders mondeling informatie tijdens de overdracht over het al dan niet samenvoegen van de groepen. 4.8 Wenbeleid Extern Alle ouders van nieuwe kinderen wordt een intakegesprek aangeboden. Ouders van kinderen die reeds een broertje of zusje op de BSO hebben worden vrij gelaten in hun keuze dit aanbod tot gesprek aan te nemen. In de praktijk zal het gesprek gevoerd worden door een van de pedagogisch medewerkers van de basisgroep waar het kind in zal worden geplaatst. Een intakegesprek vindt vanzelfsprekend plaats voor aanvang van de opvang. In het intakegesprek wordt informatie gegeven over de organisatie en over de BSO. Uiteraard is het mogelijk dat het kind aanwezig is tijdens het gesprek. Op deze manier kan het kind alvast samen met zijn/haar ouders de BSO bekijken en kennismaken met de pedagogisch medewerkers. Het kind wordt dan ook bij het verdere verloop van het gesprek betrokken.
Bij BSO St. Jan proberen we een gesprek vaak te plannen voor BSO tijd. Ouders wordt gevraagd informatie te geven over hun kind. Het doel en de werking van het intake- en afsprakenformulier worden besproken, zodat ouders deze thuis in kunnen vullen en later retourneren. Na het gesprek krijgen de ouders en het kind een rondleiding door de BSO. Na het gesprek wordt op verzoek van de ouders door ons de gelegenheid geboden een keer te komen wennen. Zo kan het kind alvast kennismaken met de andere kinderen en de pedagogisch medewerkers. Ook kan er op die manier gewend worden aan het ophalen op school en het lopen met de groep naar de BSO. Intern Voor kinderen die al gebruik maken van de BSO groepen van de Toverhoed Zuid bieden wij de mogelijkheid om tijdens contracturen al een keer te komen wennen op BSO St. Jan. Tijdens dit wenmoment is de PKR van de BSO leidend. Wennen kan alleen als de groepsgrootte dit toelaat. Naast de overgang van de kinderen van de dagopvang naar de BSO hebben wij ook een overgangsritueel als kinderen van de BSO ‘overgaan’ naar een volgende stamgroep. Ook dan is er de mogelijkheid om voor de definitieve overstap al een aantal keer te wennen bij de volgende basisgroep. 4.9 Ophalen door derden en afmelden van kinderen Op het moment dat derden een kind komen ophalen moeten ouders ons hiervan vooraf op de hoogte stellen. Zonder bericht van de ouders geven wij geen kinderen mee aan derden. Bij het ophalen van derden vragen wij om legitimatie. Wij vragen de ouder tijdig wijzigingen zoals ziekte, afmelding of vakantie door te geven. Op het moment dat wij geen afmelding hebben ontvangen en het kind niet op BSO St. Jan aanwezig is terwijl wij het kind die dag wel verwachten, dan nemen wij telefonisch contact met ouders op. In vakantie periodes doen wij dit rond 09.30 uur, tijdens reguliere BSO dagen direct als blijkt dat het kind niet meer op school is en zich ook niet heeft gemeld bij de BSO medewerker tijdens het ophalen.
5 Middelen 5.1 Dagindeling De kinderen van BSO St. Jan verzamelen zich op het schoolplein van basisschool Het Bossche Broek. Hiervoor gebruiken wij een vaste plaats waar de pedagogisch medewerkers van BSO St. Jan aanwezig zijn om de kinderen op te halen; het klimrek op het grote plein. Zodra alle kinderen aanwezig zijn lopen de pedagogisch medewerkers samen met de kinderen naar BSO St. Jan. Bij binnenkomst op St. Jan hangen kinderen zelf hun jas op en zetten hun tas weg. Papieren die ze op school hebben gekregen mogen kinderen in hun eigen tas stoppen of anders in hun eigen postvakje. Gezamenlijk gaan we aan tafel. De basisgroep heeft een eigen plek voor het eet en drinkmoment, maar de kinderen hebben geen vaste plek aan tafel en mogen dus zelf weten waar het gaat zitten. Het fruit komt op tafel, eventueel geschild of ongeschild, en aansluitend eten we crackers, rijstwafels, ontbijtkoek, beschuit (max. twee per kind), deze worden aan tafel gesmeerd. Voordat we gaan eten en drinken wordt er gezamenlijk “smakelijk eten en drinken” gezegd. Tijdens dit tafelmoment mogen kinderen vertellen wat ze die dag gedaan hebben op school of wat ze
bijvoorbeeld in het weekend hebben meegemaakt. Tijdens een ‘rondje’ vragen wij de kinderen wat ze na het eet en drink moment willen gaan doen. Zo leren wij ze bewust na te denken over hoe zij de middag willen gaan invullen. We stimuleren kinderen om iets te eten en te drinken als ze uit school komen, maar het is niet verplicht. Natuurlijk proberen we wel ieder kind iets te laten drinken en/of eten. Zeker met warm weer vinden we dat belangrijk. Als een kind structureel te weinig eet of drinkt, bespreken we dit met ouders / verzorgers. Na het eten en drinken brengen de kinderen hun beker naar het keukenblok of een kind haalt alle bekers op. Aan tafel wordt verteld wat er die dag op het programma staat. Kinderen mogen zelf kiezen of ze aan deze activiteit mee willen doen. Ze zijn het niet verplicht. Als kinderen iets voor zichzelf willen doen dan is dat prima. Tijdens de schoolweken houden we het volgende schema aan: 15.30 – 15.55 Ophalen en ontvangen van de kinderen, daarna lopen naar BSO St. Jan 15.55 – 16.00 Plassen/ handen wassen 16.00 – 16.15 Fruit/ sap/ koekje 16.15 – 17.30 Aanbod activiteiten/ vrij spel 17.30 – 17.45 Rauwkost snack en drinken Vanaf 16.30 uur tot 18.30 kunnen kinderen worden opgehaald. Na de rauwkost snack kunnen kinderen vrij spelen.
Tijdens de vakantieweken houden we het volgende schema aan: 07.30 – 09.00 09.30 – 10.00 10.00 – 11.30 12.00 – 13.00 13.00 – 15.00 15.30 – 16.00 16.00 – 17.00 17.00 – 18.30
kinderen worden gebracht en ontvangen Eten en drinken aan tafel Georganiseerde activiteit en/of vrij spelen Broodmaaltijd Spelletjes en/of vrij spelen Eten en drinken aan tafel Georganiseerde activiteit of vrij spelen Vrij spelen en spelletjes, kinderen worden opgehaald
Deze indeling is globaal en afhankelijk van geplande activiteiten. Zeker in de vakantie stimuleren we kinderen om mee te doen aan de geplande activiteiten, maar ze zijn het niet verplicht. We hebben ook regelmatig uitjes in de vakanties. Deze uitstapjes worden georganiseerd in samenwerking met de BSO groepen van de Toverhoed Zuid. Daarnaast gaan wij in de vakanties ook regelmatig op uitstapje met 1 van de andere BSO locaties van Smallsteps. Ook tijdens uitstapjes proberen we zoveel mogelijk vast te houden aan de globale dagindeling.
5.2. Huisregels Algemene regels Omdat opvang bij de BSO duidelijk een groepsgebeuren is, zijn er een aantal regels waar iedereen zich aan moet houden. Dit zijn:
Vloeken en grof taalgebruik horen niet thuis op onze BSO. Pesten wordt niet getolereerd.
We zijn aardig voor elkaar. Van elkaars spullen blijven we af. Niet met deuren spelen. Niet schoppen, slaan, knijpen enz. Als je ergens mee hebt gespeeld ruim je het daarna weer zelf op Binnen rennen is niet toegestaan Jassen worden aan de kapstok gehangen, tassen in de kast opgeborgen Buiten spelen mag alleen op het gras ‘binnen’ het fietspad
Naast deze algemene afspraken hebben wij vaste werkafspraken die voorzien in veiligheid en gezondheid. Dit is afgestemd op de locatie. We maken gebruik van risico inventarisatie gezondheid en risico inventarisatie veiligheid. Deze worden jaarlijks of indien nodig vaker aangepast. Op eventuele risico die actie nodig hebben wordt een actieplan opgesteld en uitgevoerd. Alle werkafspraken rondom veiligheid en gezondheid staan apart vermeld in een document werkafspraken. De pm-ers zijn van deze werkafspraken op de hoogte. Het document wordt jaarlijks opnieuw besproken en indien nodig aangepast/ aangevuld.
5.3. Inrichten binnen en buiten Binnenruimte Bij de inrichting van de binnenruimten wordt aandacht besteed aan veiligheid en uitdaging. De kinderen kunnen in onze nabijheid spelen of zich terug trekken in een hoek waar zij nog wel voor de medewerkers hoorbaar en zichtbaar zijn. Er zijn plekken om alleen, met een klein groepje of met een grotere groep iets te ondernemen. Zowel binnen als buiten zijn er verschillende speelhoeken en speelplekken. Binnen is er bijv. een bouwhoek, een rust/ leeshoek, en een spelletjeshoek. Tijdens het vrij spelen hanteren wij een max. aantal kinderen per speelhoek. Het max. aantal kinderen is per speelhoek verschillend. Wij hanteren een max. aantal kinderen om kinderen de ruimte te geven om te kunnen spelen en te zorgen dat het voor de kinderen veilig en overzichtelijk blijft. Tevens hanteren wij de afspraak dat speelmateriaal in de daarvoor bestemde hoek blijft. Bij de inrichting van de binnenruimte is er aandacht voor sfeer en aankleding: gezelligheid zonder al te veel prikkels. De Toverhoed Zuid BSO beschikt over drie verschillende leefruimtes. Daarnaast maken wij gebruik van de speelzaal van basisschool Het Bossche Broek. Buitenruimte Aangrenzend aan de binnenruimte bevindt zich een buitenruimte die door ons gebruikt kan worden. Deze buitenruimte is echter niet omheind en is voor iedereen toegankelijk. Kinderen van de BSO St. Jan mogen zelfstandig gebruik maken van deze buitenruimte indien dit door ouders is vastgelegd in het document zelfstandigheidsovereenkomst BSO. Buiten kunnen kinderen gebruik maken van o.a. diverse sport en spelmaterialen. In de zomermaanden is er extra aandacht voor voldoende schaduwplekken. Van de buitenruimte mogen kinderen alleen zelfstandig gebruik maken indien het nog licht is buiten.
5.4 Materialen aanbod Op de BSO is er zeer uiteenlopend speelmateriaal aanwezig. Bij de aanschaf en inrichting van de BSO is gericht gekene naar spelmateriaal voor kinderen vanaf 8 jaar. Zo hebben we speelgoed waarbij de fantasie van kinderen wordt geprikkeld, zoals: verkleedkleren, een keukentje, een poppenhuis etc. Er is spelmateriaal aanwezig waarmee kinderen actief bezig kunnen zijn of iets kunnen bouwen, zoals: knex, lego, houten blokken etc. Ook zijn er diverse boeken aanwezig gericht op verschillende leeftijden. Er is zowel binnen- als buitenspeelgoed. Het speelgoed is gericht op de verschillende leeftijden van de kinderen op de BSO en wordt regelmatig vernieuwd/aangevuld. Elke speelhoek is ingericht met de daarbij passende spelmaterialen op ooghoogte van de kinderen. Het spelmateriaal kan zelf uit de kasten worden gepakt door de kinderen.. Kwetsbaar speelgoed of spelmateriaal met hele kleine onderdelen wordt gericht aangeboden als kinderen daar om vragen. Als het gaat om de keuze voor het aanschaffen van nieuw speelgoed wordt ook de mening van de kinderen gevraagd. Het is tenslotte voor hen bedoeld. Als kinderen uitgespeeld zijn met bepaald speelgoed, wordt hen geleerd dit eerst op te ruimen voordat ze iets anders gaan doen. Hebben zij samen gespeeld, dan ruimen ze samen op. Als de kinderen niet opruimen wordt door de pedagogisch medewerkers gevraagd dit alsnog te doen. Daarbij wordt uitgelegd waarom wij dit belangrijk vinden. 5.5 Observatiemethode Voor het kijken naar welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkeling van kinderen maken wij gebruik van een Ontwikkelingsvolgsysteem. Het helpt de pedagogisch medewerker om kinderen beter te leren begrijpen, adequaat op hun behoeftes, mogelijkheden en beperkingen in te kunnen spelen en activiteiten te kiezen die hierbij aansluiten. Voordelen: • Door het structureren van informatie over de kinderen kan de pedagogisch medewerker gerichter met collega’s overleggen over de begeleiding van een kind of een groep kinderen. Dit verhoogt de kwaliteit van de opvang. • Het gestructureerd volgen van de kinderen in hun ontwikkeling helpt vroegtijdig te ontdekken of er speciale behoeften zijn bij kinderen in de vorm van aandachtspunten. • Het draagt bij aan een goede uitwisseling en afstemming met de ouders over de ontwikkeling en begeleiding van hun kind. Dit ontwikkelingsvolgsysteem is door de ouder altijd in te zien en blijft op de locatie. Een keer per jaar wordt het observatieformulier voor het volgsysteem op de BSO door de pm-ers ingevuld. Daarnaast vragen wij de kinderen zelf een vragenlijst in te vullen waarop zij kunnen aangeven wat ze o.a. leuk vinden op de BSO en wat niet zo leuk. Aan de hand van deze observatie en vragenlijst worden ouders uitgenodigd voor een 10 minuten gesprek. Tijdens dit gesprek staat het welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkeling van de kinderen centraal.
6 Pedagogisch handelen
6.1 Pedagogische interactie vaardigheden Op de BSO gaat de pedagogisch medewerker een lange termijn relatie aan met de kinderen van zijn/haar groep. De kinderen bouwen zo een vertrouwensband op met de pedagogisch medewerkers, waardoor de rol die de pedagogisch medewerker kan spelen in de ontwikkeling van de kinderen optimaal kan zijn. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over zes pedagogische interactievaardigheden in de omgang met kinderen, te weten: 1. Sensitieve responsiviteit 2. Respect voor de autonomie van het kind 3. Structureren en grenzen stellen 4. Praten en uitleggen 5. Ontwikkelingsstimulering 6. Begeleiden van interacties tussen kinderen
6.2 Voorbeelden uit de praktijk Sensitieve responsiviteit Het geven van emotionele ondersteuning. Hierdoor leert een kind dat zijn signalen en initiatieven worden opgemerkt, dat het serieus genomen wordt en de moeite waard is. Wij benutten en creëren kansen voor oogcontact en aandacht; - Wij verwoorden onze handelingen zodat de kinderen weten wat er gaande is en zich veilig kunnen voelen; - Kinderen worden begroet bij binnenkomst. Hun naam wordt daarbij genoemd. “Goedemiddag Karin, fijn dat je er bent”; - tijdens het wennen geven wij extra aandacht aan het nieuwe kind en zijn/haar omgeving (zie wenbeleid); - Wij geven vaak complimenten en aanmoedigingen: “goed zo, ga zo door” - Wij geven regelmatig een ‘aai over de bol’; - Wij bereiden de kinderen voor op wat er komen gaat: “over 5 minuten gaan wij opruimen”.
Respect voor de autonomie Het tonen van respect voor de eigenheid van het kind, dat zelf iemand wil zijn en zelf de wereld wil ontdekken. Dit betekent dat wij het kind de ruimte laat zelf op ontdekkingstocht te gaan, op een veilige manier. Dat betekent ook dat wij zoeken naar alternatieven voor het kind als de situatie gevaarlijk of ongewenst kan zijn. - Wij leggen kinderen uit waar het gevaar in zit en leren hen daarmee omgaan; - Wij maken gezamenlijk regels voor het stoeien, zodat de kinderen wel kunnen en mogen stoeien; - De kinderen hebben keuzevrijheid, waardoor zij zelf kunnen bepalen wat zij willen doen; - Kinderparticipatie, kinderen betrekken bij bepaalde beslissingen;
- Wij denken in mogelijkheden als een kind iets wil. Structureren en grenzen stellen Het structureren en grenzen stellen. Door situaties voor het kind te structuren en uit te leggen, krijgt het kind zicht op de situatie en kan er daardoor beter mee om gaan. - Wij bereiden kinderen voor op het opruimen: “ nog even spelen en dan gaan wij opruimen”
Informatie en uitleg geven Het geven van informatie en uitleg - Wij voeren gesprekken met kinderen, bv over wat er in het nieuws is; - Wij geven kinderen uitleg over het verkeer als wij van school naar de BSO lopen.
Ontwikkelingsstimulering Het stimuleren van ontwikkeling. Door kinderen uit te dagen iets nieuws te proberen, zonder hen te overvragen worden zij gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen Wij geven de kinderen suggesties om verder te komen in hun ontwikkeling: “misschien kun je het ook zo doen”, of “misschien kun je een vliegtuig maken, wat zou je nog meer kunnen doen en maken?”
Het begeleiden van interacties tussen kinderen Door bewust op leeftijdsniveau de interacties tussen kinderen te begeleiden, leren zij op een positieve manier samen te zijn en samen te werken; - Kinderen mogen zelf iets organiseren als zij dat willen. Als een kind een buitenspel wil doen, zeggen wij: “Dat is een goed idee, hoe wil je dat regelen, wat heb je nodig, ga het maar doen…”
6.3 Vrij spel en activiteitenaanbod Het verblijf van kinderen op de BSO staat in het teken van vrije tijd. Wij bieden geen dwingend activiteitenprogramma aan. Kinderen kunnen, binnen de regels van de BSO, doen en laten wat zij zelf willen. Wij streven er naar om iedere dag ten minste 1 activiteit per basisgroep te organiseren. Uiteraard worden de activiteiten zoveel mogelijk afgestemd op de leeftijd, interesses en behoeften van de kinderen. Ook kunnen we kinderen begeleiden in een activiteit die zij zelf bedenken en willen gaan uitvoeren, maar als een kind nergens zin in heeft moet dit ook, tot op zekere hoogte, kunnen. Buiten de georganiseerde activiteiten kunnen de kinderen vrij spelen, zowel binnen als buiten. Dit gebeurt altijd onder toezicht van een van de pedagogisch medewerkers. De georganiseerde activiteiten kunnen grofweg als onderstaande gecategoriseerd worden:
o Creatieve activiteiten: Het knutselen is veel voorkomende activiteit van de BSO. Dit stimuleert ook de motoriek van kinderen en wakkert de creativiteit aan. Dit varieert van tekenen, schilderen, knippen & plakken tot combinaties van dit alles zoals bijvoorbeeld lampionnetjes maken. o Sportieve activiteiten: Sport en spel activiteiten zijn niet meer weg te denken bij een BSO. We vinden het belangrijk dat kinderen voldoende bewegen en zich lichamelijk ontwikkelen. We bieden dan ook echte sport activiteiten aan zoals basketbal, voetbal en andere veel beoefende sporten tot aan minder sport gerichte bewegingsactiviteiten die met name gericht zijn op plezier en samenwerking. o Kook activiteiten: Koken is populair bij zowel jongens en meisjes. Het creëren van een maaltijd, gezonde snack of hapje zorgt altijd voor veel plezier tijdens het maken en natuurlijk ook bij het opeten van het zelfgemaakte culinaire hoogstandje. Het maken van soep, worstenbroodjes, pepernoten, salades, fruitspiesjes tot aan hele taarten blijft plezier garanderen. o Vrije activiteiten: Kinderen moeten kunnen doen wat ze leuk vinden en waar ze behoefte aan hebben. Elk kind is uniek en wij vinden het belangrijk om daar goed bij aan te kunnen sluiten. Het lezen, verstoppertje spelen, een bordspel doen, computeren en zelfs huiswerk maken zijn activiteiten die de kinderen zelf mogen doen en wij ondersteunen ze daarbij als ze daar behoefte aan hebben of daarom vragen. Naast de organisatie van activiteiten door de pedagogisch medewerkers werken wij ook met regelmaat samen met verschillende organisaties. Het kan zijn dat een organisatie een eenmalige activiteit/workshop voor ons verzorgd, maar het kan ook een structureel aanbod betreffen gedurende een langere periode. Voorbeelden hiervan zijn: Een kennismakingsworkshop schermen Danslessen gedurende een aantal weken gegeven door bijv. een buikdanseres Een structureel activiteitenaanbod op het gebied van dans, muziek en drama in samenwerking met De Muzerije. Maandplanning Bij de BSO St. Jan maken wij gebruik van een maandplanning. In deze maandplanning staat het gehele activiteitenaanbod gedurende 1 maand. Deze maandplanning wordt vooraf via alle postvakjes verspreid. De maandplanning is tevens terug te vinden op het informatiebord bij de ingang van de BSO. Tijdens de vakantie bieden wij een uitgebreider activiteitenaanbod. Een uitstapje naar bijv. een waterspeeltuin, een museum, een dierentuin etc. is regelmatig onderdeel van ons vakantie programma. In het geval van uitstapjes zijn wij in principe altijd tijdens de haalmomenten weer terug op de locatie. Mocht dit toch anders zijn dan worden ouders hier persoonlijk door de medewerkers van op de hoogte gesteld.
Afspraken m.b.t. gebruik spelcomputer/ WII/ tv Vandaag de dag zijn (spel)computers en televisies niet meer weg te denken uit onze omgeving. Het hoort bij de vrijetijdsbesteding van kinderen. Vandaar dat wij vinden dat deze zaken niet mogen ontbreken op onze BSO, maar dan wel gebonden aan regels. Op De Toverhoed Zuid BSO hebben we de beschikking over een WII, een playstation en over een televisie met dvd. Op de spelcomputers staan spelletjes die onderhoudend en educatief zijn. We hebben verschillende kindvriendelijke spelletjes die kinderen individueel of in groepsverband kunnen spelen. Kinderen mogen op een BSO-middag maximaal 20 minuten per dag per kind op de computer en/of WII spelen.
Op bepaalde momenten kan er televisie gekeken worden op de BSO, bijvoorbeeld; op een regenachtige middag, als activiteit tijdens een vakantie (film) of rond sinterklaastijd bij het volgen van het sinterklaasjournaal. Wij houden ons hierbij aan de kijkwijzer.
6.4 Corrigeren en belonen De pedagogisch medewerkers kunnen er voor kiezen een kind te belonen, om positief gedrag, een positief zelfbeeld en/of zelfvertrouwen te stimuleren. Dit wordt o.a. gedaan door het geven van extra aandacht, een compliment, een sticker of een kaartje. Negatief gedrag wordt afgeremd en bijgestuurd, door aan te geven waarom het gedrag negatief wordt gevonden en te vertellen/voor te doen hoe het anders kan. Afhankelijk van de situatie kan de pedagogisch medewerker ervoor kiezen het kind enkele minuten te laten nadenken over het gebeurde en daar dan ook weer op terug te komen zodat het voorval goed en duidelijk wordt afgesloten. 6.5 Eten en drinken Het eet en drink moment bij de BSO is vaak even een rustmoment na een drukke dag op school. Tijdens het eet en drinkmoment stimuleren wij o.a. de zelfstandigheid, het maken van keuzes, maar ook de sociale ontwikkeling komt aan bod. Dit doen we door; Kinderen te stimuleren zelf hun fruit te pellen. Kinderen zelf een keuze te laten maken voor een fruitsoort/ broodbeleg etc. Kinderen zelf hun brood te laten smeren , snijden en/of iets inschenken tijdens de vakantiedagen. Elkaar iets aangeven of elkaar helpen. Op je beurt wachten. Helpen bij het dekken en afruimen van de tafel. Luisteren naar elkaars verhalen Wij stimuleren kinderen bij eten en drinken, maar dwingen ze niet. Ook houden we in de gaten dat kinderen niet te veel eten. Tijdens het fruit eten bieden wij wisselende (seizoen) fruitsoorten aan zoals; appel, peer, mandarijn, kiwi, meloen, druiven en aardbeien. Na het fruit eten hebben de kinderen de keuze uit een rijstwafel, soepstengel, biscuitje of een plakje ontbijtkoek. Bij het rauwkost snackmoment om 16.30 uur hebben kinderen de keuze uit; komkommer, tomaat, wortel en paprika. Als drinken wordt er water of thee aangeboden. Tussendoor mogen kinderen zelfstandig water inschenken. Tijdens hele dagen opvang in de vakantie periode bieden wij tussen de middag een broodmaaltijd. Er is bruin brood, kaas, smeerkaas, diverse soorten worst, sandwichspread en ‘zoet’ beleg. Voor het zoete beleg hebben de kinderen de keuze uit appelstroop, halva jam en vruchtenhagel. Bij de broodmaaltijd wordt melk geschonken. Met name tijdens de vakantieperiode wordt er soms iets extra’s aangeboden zoals poffertjes, pannenkoeken, tosti’s e.d. Bij de samenstelling van onze maaltijden volgen wij de adviezen van het voedingscentrum. Een uitgebreide beschrijving van onze kijk op voeding en beweging staat omschreven in ons vitaliteitsbeleid.
Allergievoeding Op het moment dat er een kind met een allergie start op de BSO of als een reeds aanwezig kind een allergie ontwikkeld vragen wij aan ouders om dit zo spoedig mogelijk kenbaar te maken aan een van de pedagogisch medewerkers zodat daar met de voeding rekening mee gehouden kan worden. Ouders dienen een schriftelijke verklaring van huisarts, consultatiebureau, diëtist of ziekenhuis mee te brengen voor in het dossier van het kind. Dit kan dan te allen tijde worden geraadpleegd door de pedagogisch medewerkers. Op de BSO maken wij gebruik van een bijzonderhedenlijst. Op deze lijst wordt aangegeven welke bijzonderheden er per kind zijn op het gebied van o.a. eten en drinken. Het kan zijn dat een kind niet alles mag hebben en wij op de BSO er ook geen passend alternatief voor hebben. Dan vragen wij aan ouders of zij de passende producten voor hun kind zelf willen aanschaffen en voorzien van naam willen afgeven aan de pedagogisch medewerkers. Wij bewaken dan de houdbaarheidsdatum en geven tijdig aan ouders door wanneer het product bijna op is. Ouders kunnen de gemaakte kosten declareren bij de locatiemanager. De Toverhoed Zuid heeft besloten niet zelf de producten te gaan aanschaffen omdat er zoveel verschillende allergieën zijn en wij niet het risico willen nemen een verkeerd product aan te schaffen waar het betreffende kind later last van kan hebben. Op het moment dat de ouder het product koopt weten wij zeker dat het juiste product is aangeschaft. Naast de dagelijkse producten is het voor het kind ook fijn als er iets voor handen is wat het kind kan eten op het moment dat een ander kind iets trakteert. De pedagogisch medewerkers geven verder ook aan de ouder door als er iets speciaals wordt gegeten of gedronken bijvoorbeeld ten tijde van een feest of een activiteit. Snoepen Af en toe krijgen kinderen een snoepje, maar op De Toverhoed Zuid BSO maken we hier geen dagelijkse gewoonte van. Uiteraard houden wij rekening met eventuele allergieën en/of diëten van kinderen. Als kinderen zelf snoep meenemen wordt dit bewaard in de tas of in het postvakje van het kind om mee naar huis te nemen. 6.6 Feesten Als kinderen jarig zijn, kunnen ze, als ze dat willen, hun verjaardag ook op de BSO vieren. Dit beslissen de kinderen zelf of in samenspraak met hun ouders. Ze zijn niet verplicht om hun verjaardag op de BSO te vieren. Als we een verjaardag vieren zingen we met z’n allen voor de jarige, die op een stoel of op de tafel mag staan. De jarige mag trakteren, hierbij hebben wij de voorkeur voor een gezonde traktatie. Aan de verschillende feestdagen wordt uiteraard aandacht besteed. Zo wordt er bijvoorbeeld naar de specifieke feestdag toegeleefd door de BSO naar het thema in te richten, bijvoorbeeld Carnaval, Pasen, Sinterklaas, Kerst etc. Met Carnaval mogen de kinderen bijvoorbeeld op een van te voren afgesproken dag verkleed komen om met z’n allen Carnaval te vieren. En ook op de BSO zorgt de Sint voor een paar mooie cadeaus die voor de hele groep bedoeld zijn. Naast de Nederlandse feestdagen wordt er ook rekening gehouden met de diversiteit aan achtergronden, culturen en godsdiensten van kinderen. Geregeld proberen we ook specifieke feestjes te organiseren. Te denken valt dan aan een vriendjesen vriendinnetjes dag, een zomerfeest of bijvoorbeeld een Nieuwjaars borrel voor alle kinderen en hun ouders. 6.7 Voertaal Binnen ons kindcentrum wordt de Nederlandse taal gesproken.
6.8 Huiswerk Als kinderen huiswerk mee krijgen van school is er een mogelijkheid om dit op de BSO te maken. Dit gaat in overleg met de ouders. Een pedagogisch medewerker kan uw kind begeleiden tijdens het maken van het huiswerk, als daar behoefte aan is. 6.9 Vriendjes en vriendinnetjes In overleg is het mogelijk dat er een vriendje of vriendinnetje op de BSO komt spelen. Als kinderen aangeven dit graag te willen, zal de pedagogisch medewerker in overleg met het team bepalen of dit mogelijk is. Vervolgens zal met de desbetreffende ouder worden overlegd. In dit overleg wordt gevraagd naar een telefoonnummer en bijzonderheden m.b.t. bijvoorbeeld eten en drinken. Zonder telefoonnummer kan het kind niet op de BSO komen spelen. Vriendjes en vriendinnetjes die structureel meekomen naar de BSO dienen gebruik te maken van de mogelijkheid voor de afname van extra dagen. 6.10 Ophalen van de kinderen Wij maken geen gebruik van taxivervoer. Alle kinderen die gebruik maken van de Toverhoed Zuid BSO zitten op Het Bossche Broek en worden te voet van school ‘opgehaald’. De allerjongste BSO kleuters worden op het schoolplein opgewacht door een BSO medewerker, welke duidelijk herkenbaar is aan een rood hesje. Andere kinderen Mogen zelfstandig naar de groepen lopen en worden bij de ingang opgewacht door 1 van de pedagogisch medewerkers. Bij het ophalen van de kinderen beschikt de pedagogisch medewerker over een lijst met namen van de kinderen die de betreffende dag komen, aangevuld met eventuele afmeldingen of bijzonderheden. De medewerkers zijn minimaal 5 minuten voor uitgaan van de school aanwezig op het afgesproken afhaalpunt bij de school. Deze plek is ook bekend voor de leerkrachten van de school. Op dit moment is er ook altijd eventueel tijd voor een overdracht met de leerkracht van het kind. Als een kind na schooltijd niet naar de BSO gaat, moet dit gemeld worden door de ouders / verzorgers aan de BSO. 6.11 Kinderparticipatie De kinderen hebben inspraak op het dagelijkse gebeuren. Denk hierbij aan het tijdstip waarop ze iets willen drinken of eten, de activiteiten die ze willen doen, de thema’s die we kiezen, de aanschaf van nieuw speelgoed, enz. Dit gebeurt allemaal spelenderwijs. Door naar de reden van hun keuze te vragen, krijgen we een aardig beeld van hun mening en ideeën en daar proberen we rekening mee te houden. We nemen de kinderen serieus, luisteren naar de kinderen en overleggen met ze. Afhankelijk van het onderwerp en de kosten worden ideeën ook uitgevoerd. Op de BSO is een ideeënbus aanwezig waar kinderen hun eigen ideeën kenbaar kunnen maken. Regelmatig plannen wij activiteiten in die de kinderen zelf hebben bedacht.
7. Kwaliteitszorg 7.1 Ziekte van kinderen Ieder kind is weleens ziek. Soms is het moeilijk om te beoordelen of het kind thuis moet blijven van school en de BSO. Kinderen kunnen plotseling heel ziek worden, maar soms ook snel weer opknappen, de mate van ziek zijn kan bij kinderen snel veranderen. Een hangerige, wat koortsige kleuter kan na even te hebben gerust weer helemaal opknappen. Maar een onschuldige verkoudheid kan al snel verergeren. Reden genoeg om ziekte bij kinderen serieus te nemen. Kinderen die ziek zijn hebben behoefte aan een rustige, vertrouwde omgeving waar ze de nodige aandacht en verzorging kunnen krijgen. Deze vinden ze het liefste thuis. Op de BSO kan het kind
niet goed deelnemen aan het groepsgebeuren en voor de medewerkers is het soms onmogelijk om hun aandacht te verdelen tussen het zieke kind en de anderen in de groep. Als het kind een besmettelijke ziekte heeft of een andere aandoening die besmettelijk is, kan ook de rest van de groep worden besmet. Dit is vervelend, maar kan niet altijd worden voorkomen. Sommige ziekten zijn immers al besmettelijk voordat er symptomen optreden. Toch is het ook regelmatig nodig dat kinderen met bepaalde symptomen niet worden toegelaten op de BSO. De reden hiervoor is dat het risico op verdere besmetting extra groot is, wij volgen hierin de richtlijnen van de GGD op. Als wij gedurende de middag constateren dat het kind ziek is, nemen wij contact op met de ouders en overleggen. Het kan zijn dat wij, in ieder geval bij 1 op 1 aandacht, de ouder vragen het kind op te komen halen. Wij gaan uit van het standpunt dat eventueel doktersbezoek door de ouders wordt gedaan behoudens acute gevallen. Pas wanneer het kind voldoende is uitgeziekt kan het kind weer naar de BSO. De periode van besmettelijkheid moet in elk geval over zijn. Als het kind medicijnen gebruikt bij hervatting van de opvang verwijzen wij naar het medicijnprotocol. Het kan zijn dat het kind niet helemaal fit is als het in de ochtend als het naar school wordt gebracht. Belangrijk is dat de ouder dit doorgeeft aan de medewerkers van de BSO zodat zij het kind in de middag extra in de gaten kunnen houden en indien nodig contact op kunnen nemen met de ouder als het kind opgehaald moet worden. 7.2 Medicijngebruik Op de BSO worden door de pedagogisch medewerkers geen medicijnen verstrekt, tenzij dit echt noodzakelijk is en de medicijnen op dokters advies voorgeschreven zijn. Na raadplegen van het Protocol “Toediening geneesmiddelen” wordt besloten of op het verzoek tot medicijn verstrekking kan worden ingegaan. Hiervoor is in alle gevallen schriftelijke toestemming van de ouders noodzakelijk. De volledige procedure staat beschreven in het Protocol “Toediening geneesmiddelen”. Direct na binnenkomst op de BSO neemt een de van de medewerkers het medicijn in bewaring. Op de manier wordt voorkomen dat het in de tas blijft zitten en bereikbaar is voor andere kinderen. Het bewaren van de medicijnen gebeurt in een hoog (niet door kinderen bereikbaar) keukenkastje of indien nodig in de koelkast.
7.3 Zorgkinderen Sommige kinderen hebben extra zorg nodig. Het kan zijn dat bij de aanmelding of bij het intakegesprek met ouders naar voren komt dat er extra zorg voor het kind nodig is. Er wordt voor de plaatsing zorgvuldig gekeken naar de mogelijkheden op de locatie. We gaan met de ouders en eventuele andere (externe) betrokkenen in overleg om te kijken of de opvang op de locatie haalbaar is binnen onze mogelijkheden en aansluit bij wat het kind nodig heeft. We streven er naar om voor elk kind het juiste opvangklimaat te creëren en alle mogelijkheden te bieden om zich te kunnen ontwikkelen. Om ervoor te zorgen dat we continue aansluiten bij de behoefte van het kind stellen we een plan van aanpak op, waar we de opvang evalueren zodat we tijdig afspraken kunnen bijstellen. Wij werken samen met lokale opvoedinstanties en/of zorginstanties die we in samenspraak met ouders kunnen inschakelen om met ons mee te kijken. Tijdens de opvangperiode kunnen er zorgen ontstaan over het gedrag of de ontwikkeling van een kind. Deze zorgen worden door de pedagogisch medewerkers met ouders besproken zodat er
samen gekeken kan worden wat nodig is voor het kind. Daarnaast bespreekt de pedagogisch medewerker de zorg rondom een kind altijd met de locatiemanager. Dit kan bijvoorbeeld tijdens een groepsoverleg of een individueel overleg. De locatiemanagers kunnen de business partner compliance raadplegen voor vragen en eventuele observaties. De pedagogisch medewerkers kunnen een kind met behulp van een observatieformulier observeren. Dit gaat altijd in samenspraak met ouders. Er zijn in de verschillende gemeenten diverse initiatieven die onder verschillende namen bekend staan zoals; Alert4you, Cardea, Yorneo, Okido, etc. Zij werken samen met de kinderopvang om te ondersteunen in de opvang van (zorg) kinderen. Zij kunnen de pedagogisch medewerkers ondersteunen in de omgang met het kind of ondersteunen in de begeleiding van een individueel kind. Daarbij is het ook van belang om de zorg van de ouders en de opvang met elkaar af te stemmen. Zo ontstaat voor het kind de juiste balans en kan hij gebruik (blijven) maken van de reguliere opvang. In de sociale kaart van de locatie staan alle externe instanties met wie wij kunnen samenwerken als wij vragen hebben over kinderen. Ook kunnen we ouders naar deze instanties verwijzen zodat zij daar hun vragen kunnen stellen en via deze instanties de nodige zorg kunnen ontvangen. We hebben een protocol zorgkinderen dat de pedagogisch medewerker helpt bij het proces rondom de zorg voor een kind.
7.4 Inspectie Wet kinderopvang
De GGD inspecteert in opdracht van de Gemeente Den Bosch jaarlijks onze locatie om te controleren of er sprake is van kwalitatief goede kinderopvang . Hierbij wordt gekeken of er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, klachten en voorschoolse educatie. De GGD rapporten zijn inzichtelijk voor alle ouders en het meest recente GGD inspectierapport is terug te vinden op onze website.
7.5 Aanbevelingen Rapport Gunning In december 2010 is de Commissie Gunning ingesteld i.v.m. de zedenzaak die in Amsterdam heeft gespeeld. Hier zijn enkele aanbevelingen uitgekomen waaronder het vier ogen-principe. 4 – ogen principe Binnen de Toverhoed Zuid streven wij naar een verantwoorde uitvoering van het 4 ogen principe. Dit doen wij door het nemen van de volgende maatregelen: Een open, professioneel werkklimaat waarbij de drempel om elkaar op bepaalde gedragingen aan te spreken zo laag mogelijk is. o Tijdens de werkbegeleiding is er aandacht voor het geven van feedback aan collega’s. o Pm-ers worden getraind/gecoacht ten aanzien van het geven en ontvangen van feedback.
o Er is een gedragscode binnen de organisatie en pm-ers zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van deze code. o Er wordt gewerkt met de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Pmers zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van deze Meldcode. Het aan de randen van de dag samenvoegen van stamgroepen o Tijdens het openen en sluiten worden groepen op een verantwoorde wijze samengevoegd. o Tijdens pauzetijd worden groepen samengevoegd zodat pm-ers niet alleen op de groep zijn. o Tijdens vakantieperiodes en op rustige dagen worden groepen samengevoegd zodat er twee pm-ers aanwezig zijn op de groep. Boventallige inzet, als extra paar ogen, van pedagogisch medewerkers in opleiding o Er wordt gestreefd naar een situatie waarin op elke groep een stagiaire boventallig aanwezig is. Bouwkundige voorzieningen ter verbetering van transparantie binnen kindercentra o De ramen in de deuren tussen de twee groepsruimten van de dependance mogen niet in zijn geheel worden afgeplakt. Communicatie met ouders o Onbekende ophalers moeten zich legitimeren. Fotobeleid o Het is alleen toegestaan foto’s te maken van de kinderen met de camera van de locatie zelf. Deze camera mag niet met pm-ers mee naar huis. Foto’s worden afgedrukt op de locatie zelf. In het kader van ons fotobeleid is het gebruik van mobiele telefoons door BSO kinderen niet toegestaan op onze BSO. Op de meeste mobiele telefoons bevindt zich tegenwoordig een camera waarmee kinderen ongewenste foto’s en/of opnames van elkaar of de pedagogisch medewerkers zouden kunnen maken. Afspraken rondom uitstapjes o Het halen van een boodschap of het maken van een uitstapje gebeurd altijd onder begeleiding van minimaal twee personen. Van deze twee personen is er altijd 1 pedagogisch medewerker.
Door het nemen van deze maatregelen verkleinen we niet alleen het risico ten aanzien van seksueel misbruik, maar ook het risico ten aanzien van kindermishandeling en kan er sneller en effectiever worden ingegrepen als een kind of een pedagogisch medewerker iets overkomt. Procedure rondom werving en selectie Nieuwe medewerkers worden geworven volgens de procedure Werving en selectie van de afdeling HR. Deze procedure is in te zien bij de locatiemanager. Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Binnen de Toverhoed Zuid BSO werken wij met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Elke pedagogisch medewerker handelt volgens deze meldcode. De pedagogisch medewerk(st)ers zijn middels een (team)vergadering getraind om te werken met dit protocol. Tijdens (team) vergaderingen wordt er aandacht besteedt aan de borging van dit protocol. De locatiemanager is aangesteld als aandacht functionaris. De meldcode en de bijbehorende sociale kaart zijn terug te vinden in de GGD map, welke centraal wordt bewaard in het kantoor. Deze map is vrij toegankelijk voor alle pedagogisch medewerkers.
7.6 Protocollen Binnen de Toverhoed Zuid BSO wordt gewerkt aan de hand van verschillende protocollen. Voorbeelden hiervan zijn: Toediening geneesmiddelen, Hygiëne en voedselveiligheid en meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Alle protocollen zijn in te zien en worden bewaard in de protocollen map op het kantoor van de locatiemanager.
7.7 Veiligheid en gezondheid “Een ongeluk zit in een klein hoekje”. Deze uitspraak is zowel thuis als op de BSO van toepassing. Overal en altijd kan wel iets gebeuren. Om ongelukjes echter zoveel mogelijk te voorkomen of letsel zo ver mogelijk te beperken zijn er verschillende voorzorgsmaatregelen getroffen: De Toverhoed Zuid is ingedeeld en ingericht conform de eisen van de brandweer en de GGD. Ons materiaal en speelgoed voldoet aan de strengste veiligheidsnormen. Speelgoed wordt regelmatig gecontroleerd op schade. Kapot speelgoed wordt direct weggegooid en zo snel mogelijk vervangen. Er is een calamiteitenplan aanwezig Er vindt jaarlijks tenminste één ontruimingsoefening plaats Voor aanvang van de BSO zijn de pedagogisch medewerkers aanwezig om de ruimtes en de tuin te controleren op onveilige dingen. Indien er een ongeval gebeurt, wordt er een ongevallenregistratieformulier ingevuld. Deze wordt na invulling verstuurd naar de ongevallencoördinator van Smallsteps. Eens per jaar ontvangt de locatiemanager een overzicht van alle gemelde ongevallen uit de regio. Elk jaar voeren wij een risico-inventarisatie m.b.t veiligheid en gezondheid. Op basis hiervan wordt een plan van aanpak opgesteld. Dit plan is op te vragen bij de locatiemanager.
8 Normen en waarden 8.1 Taalgebruik Binnen onze BSO is de spreektaal Nederlands.
8.2. Hoe gaan we om met normen en waarden In de interactie tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen is er sprake van een constante overdracht van normen en waarden. Wat mag en wat mag niet? Wat hoort en wat hoort niet? In dit proces verkennen kinderen hun grenzen en geven de medewerkers deze grenzen aan. De normen en waarden die binnen de BSO gehanteerd worden zijn over het algemeen de in de maatschappij geldende normen en waarden. Enkele voorbeelden zijn: - We zijn eerlijk tegen elkaar. - We gebruiken geen scheldwoorden of grof taalgebruik. - We doen elkaar geen pijn. - We gaan voorzichtig met spullen om.
Afwijkend gedrag Afwijkend gedrag kan zich uiten in bijvoorbeeld extreem verlegen, stil of juist hyperactief gedrag, pesten of agressief gedrag. Kinderen die dit gedrag regelmatig vertonen, worden op het werkoverleg besproken met alle pedagogisch medewerkers. Ook kunnen deze kinderen eventueel worden geobserveerd om te kijken of onze indruk de juiste is. In dat geval wordt er contact opgenomen met de ouders om onze ervaringen met hen te bespreken. Indien ouders akkoord zijn met een observatie wordt onze consulent zorgkinderen erbij gehaald. Problemen en conflicten Kinderen worden zoveel mogelijk gestimuleerd zelf hun sociale problemen op te lossen. Wanneer kinderen daarin niet slagen of wanneer steeds hetzelfde kind als “winnaar” of “verliezer” uit de strijd komt, bieden de pedagogisch medewerkers hulp. De kinderen wordt geleerd rekening met elkaar te houden door voor te doen hoe je door overleg tot overeenstemming kunt komen. Als zich echte conflicten tussen kinderen voordoen, worden alle betrokken kinderen aangesproken door de pedagogisch medewerkers. Afhankelijk van het soort conflict gebeurt dit met elk kind afzonderlijk of met de groep kinderen. Ze worden aangesproken op het feit at hun gedrag niet correct is en waarom dat zo is. Ook worden er alternatieven aangeboden om een dergelijke situatie in de toekomst op een andere manier op te lossen. Pedagogisch medewerkers zien hierop toe en zullen daarbij eventueel de nodige begeleiding bieden. Als een conflict meerdere keren voorkomt en gepaard gaat met zeer heftige emoties van een kind, wordt dit bij de overdracht met de ouders besproken. Vooroordelen en pesten Op de BSO wordt getracht te voorkomen dat bij kinderen of in het team vooroordelen ontstaan. De pedagogisch medewerkers reageren steeds op de kinderen en op elkaar, zodra men merkt dat in spel of gesprek vooroordelen naar voren komen. Pesten of gedrag dat neigt naar pesten is op de BSO absoluut ontoelaatbaar. In het geval dat er een vermoeden is van pesterijen wordt dit in het team besproken, zodat hier direct maatregelen tegen kunnen worden genomen.
Ook kan worden besloten om contact op te nemen met de ouders. In dit geval wordt dit ook met het kind/ de kinderen besproken. Om pesten zoveel mogelijk te voorkomen geldt de “STOP HOU OP!”-regel. Deze regel is ter voorkoming van ongewenst gedrag van kinderen ten opzichte van andere kinderen. Als iemand iets bij je doet, wat je niet wilt, zeg je “stop, hou op!”. De ander moet dan stoppen. Als diegene dat niet doet, wordt hij/zij extra serieus door de pedagogisch medewerkers aangesproken. Omdat ook veel basisscholen deze regel hanteren, zijn de meeste kinderen op de hoogte van deze regel.
8.3. Seksualiteit en intimiteit Omdat seksualiteit en intimiteit nogal waarde en cultuur gebonden is, hebben wij hierover afspraken gemaakt. Bij de intake wordt aan ouders verteld hoe wij hierover denken en welke afspraken wij hebben. Ontwikkeling Kinderen tussen 4 en 8 jaar - Spelen soms seksuele spelletjes zoals ‘vadertje en moedertje’ of ‘doktertje’
- Er ontstaat het begin van schaamtebesef - Gaan veel vragen stellen over voortplanting Kinderen tussen 8 en 10 jaar - worden voor het eerst verliefd - seksualiteit wordt interessanter, kinderen gaan meer op ontdekking uit Kinderen tussen 10 en 12 jaar - Verliefdheden worden serieuzer Intimiteit Op de BSO, kan door leeftijdsverschillen de seksualiteitsontwikkeling wezenlijk verschillen. Pedagogisch medewerkers staan open voor vragen van kinderen over seksualiteit. Bij expliciete vragen verwijzen zij kinderen echter naar de eigen ouders. Pedagogisch medewerkers geven grenzen aan en dragen uit dat ze de eigenheid van kinderen respecteren. Hierbij vertellen ze hoe je op een prettige manier met elkaar om kunt gaan en leren ze kinderen elkaar niet te dwingen om iets te doen wat een ander niet wil
9 Samenwerking met ouders 9.1 Intake Voorafgaand aan de eerste opvang dag worden ouders uitgenodigd voor een intakegesprek om kennis te maken met het kindercentrum, de pedagogisch medewerkers en locatiemanager. Ouders krijgen informatie over de werkwijze, praktische zaken en gewoontes op De Toverhoed Zuid BSO. Wij vragen informatie over gewoontes, interesses, gedrag en ontwikkeling van het kind (thuis) en gegevens met betrekking tot voeding, verzorging en eventuele ziektes en allergieën. 9.2 Oudercontacten Aangezien er sprake is van gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid tussen ouders / verzorgers en de BSO, vinden wij het contact met ouders erg belangrijk. Wij dragen zorg voor een ontspannen, persoonlijk maar toch formeel contact met de ouders. Basisvoorwaarden hiervoor zijn respect en begrip voor ouders/verzorgers en hun eventuele andere denkwijze en levensbeschouwing. Zolang deze denkwijze niet in strijd is met onze pedagogische visie, wordt er zoveel mogelijk in meegegaan. Als dit wel het geval is, gaan we met ouders/verzorgers in gesprek om hierover afspraken te maken. In dit gesprek geven wij duidelijk onze visie en onze grenzen aan. Als er niet in overeenstemming kan worden gekomen, is de opvang helaas niet mogelijk. Het contact tussen ouders/verzorgers en pedagogisch medewerkers bestaat uit: • Mondeling via dagelijkse overdracht, waarin het verloop van de dag en eventuele bijzonderheden kunnen worden besproken. • Schriftelijk via de nieuwsbrief • Schriftelijk via mededelingenbriefjes in het postvakje dat ieder kind/gezin heeft. • Tijdens jaarlijkse ouderavonden. • Tijdens 10 minuten gesprekken waar het welbevinden en tevredenheid van zowel kind als ouders/verzorgers besproken wordt • Eventuele extra gesprekken, die zowel door de ouders als door de pedagogisch medewerkers kunnen worden aangevraagd.
9.3 Klanttevredenheidsonderzoek
Wij vinden het belangrijk feedback te krijgen over onze organisatie, zowel over de BSO als over Smallsteps. De ervaringen en opmerkingen van ouders worden meegenomen in de verdere ontwikkeling en verbetering van onze organisatie. Twee jaarlijks wordt er een klanttevredenheidsonderzoek gehouden. De resultaten uit dit onderzoek zijn een belangrijke leidraad in de speerpunten voor het komende jaar/jaren. 9.4 Afsprakenformulier Met de kinderen en hun ouders worden afspraken gemaakt over de mate van vrijheid die het individuele kind mag hebben op de BSO. Dit gebeurt aan de hand van een zelfstandigheidsformulier. Uiteraard wordt dit formulier tussentijds aangepast aan de veranderende behoefte van het ouder wordende kind. 9.5 Exitgesprek Wanneer het verblijf van het kind op de BSO wordt beëindigd willen wij graag van de ouders horen hoe men de kwaliteit van de opvang heeft ervaren. De ouders worden dan ook door de medewerkers uitgenodigd voor het invullen van het exit formulier en krijgen een uitnodiging voor het exit gesprek. Wij vinden het belangrijk om feedback te krijgen over onze organisatie, zowel over het dagverblijf als ons servicekantoor. De ervaringen en opmerkingen van ouders nemen wij mee in de verdere ontwikkeling en verbetering van onze organisatie. Dit exitgesprek zien we als aanvulling op het klanttevredenheidonderzoek. 9.6 Ouderbetrokkenheid Een aantal keer per jaar betrekken wij ouders bij de organisatie en/of uitvoering van activiteiten zoals een kerstfeest, een ouderavond of een uitstapje. Het spreekt voor zich dat ouders zelf bepalen of zij hier tijd voor vrij kunnen maken. 9.7 Oudercommissie In de oudercommissie zijn ouders van de verschillende groepen vertegenwoordigd. De oudercommissie vergadert ongeveer 4 keer per jaar in aanwezigheid van de locatiemanager. Daarnaast vergaderen de voorzitter en de locatiemanager maandelijks. De oudercommissie bepaalt verder hoe vaak zij zonder de aanwezigheid van de locatiemanager vergadert. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt welke worden opgehangen op het OC info bord in de centrale hal.
9.8 Klachten Goed contact en overleg met ouders vinden wij belangrijk. Wij staan altijd open voor uw vragen, twijfels of opmerkingen. Toch kan het voorkomen dat u ergens ontevreden over bent of een klacht heeft. U kunt hiervoor terecht bij de pedagogisch medewerker van uw kind. De pedagogisch medewerker zal proberen samen met u tot een oplossing te komen. Komt u er samen niet uit of als het gaat om financiële aspecten, plaatsing of verandering van dagen of om het functioneren van pedagogisch medewerkers, kunt u terecht bij de locatiemanager. Smallsteps vindt centrale afhandeling en coördinatie van klachten essentieel in het kader van de verbetering van de dienstverlening. Indien u een klacht heeft waar u met de pedagogisch medewerker, locatiemanager en/of clustermanager niet uitkomt, verwijzen wij u naar de interne klachtenprocedure. Ook kunt u gebruik maken van een externe klachtenprocedure. Wij zijn hiervoor aangesloten bij de onafhankelijke Stichting Klachtencommissie Kinderopvang: www.klachtkinderopvang.nl
De klachtenprocedure is op te vragen bij de locatiemanager.
9.9 Ouderavonden Elk jaar worden er ongeveer 2 ouderavonden georganiseerd. Tijdens deze avonden komen er verschillende onderwerpen aan bod, bijv.; het pedagogisch beleid, verschillende ontwikkelingsgebieden of een informatieve avond over voeding. De pedagogisch medewerkers hebben een actieve rol tijdens deze ouderavonden. De onderwerpen voor deze ouderavonden worden in overleg met de oudercommissie vastgesteld.
9.10 Nieuwsbrieven Ongeveer 1 keer per maand wordt er een nieuwsbrief uitgebracht waarin de belangrijkste ontwikkelingen worden beschreven van dat moment.
10 Vertrouwenspersoon Smallsteps Wij hechten veel waarde aan kwaliteit. Zowel in onze dienstverlening als in onze organisatie willen wij transparant zijn. Ongewenst gedrag, zoals pesten, agressie en seksuele intimidatie horen niet thuis binnen onze werkvloer en binnen onze organisatie. Wanneer toch ongewenst gedrag wordt ervaren, moet dit bespreekbaar zijn. In dit geval is het belangrijk om te weten bij wie je terecht kunt. Daarom bestaan er binnen Smallsteps vertrouwenspersonen. Een vertrouwenspersoon verzorgt de opvang van personen (medewerkers en klanten) die zich benadeeld of bedreigd voelen. Dit kan betrekking hebben op alle vormen van ongewenst gedrag. De vertrouwenspersoon helpt om te komen tot een bevredigende oplossing. De vertrouwenspersoon voor u als onze klant is Willemijn van der Zwaan. Zij is specialist Kwaliteit en is te bereiken op telefoonnummer: 06 – 52 42 00 84.
11 Sociaal Media De Toverhoed Zuid heeft een eigen website. Op deze website is veel informatie te vinden . www.kinderopvang-detoverhoedzuid.nl Daarnaast heeft de Toverhoedt Zuid een eigen Facebookpagina en zijn wij actief op twitter. Rondom het gebruik van social media zijn afspraken gemaakt.