Pedagogisch Werkplan Kindersportfort
Pedagogisch Werkplan Kindersportfort Smallsteps Kinderopvang Nederland Juni 2015
4
Inhoudsopgave
1. Inleiding 2. Visie en uitgangspunten Smallsteps Kinderopvang Nederland 2.1. Pedagogische visie 2.2. Pedagogische uitgangspunten 3. Beschrijving van de locatie 4. Randvoorwaarden 4.1. Soorten opvang 4.2. Groepsindeling 4.3. Sportles 4.4. PKR 4.5. Medewerkers 4.6. Toepassing 3 uurs/halfuurs regeling 4.7. Ruilen en incidenteel/ structureel afnemen van extra dagen 4.8 Opendeurenbeleid 4.9 Samenvoegen van groepen 4.10 Wenbeleid 4.11 Ophalen door derden en afmelden van kinderen 4.12 Achterwacht 4.13 taxivervoer 4.14 Veiligheid 4.15 Hygiëne 5. Middelen 5.1 dagindeling 5.2 Huisregels 5.3 Inrichting binnen en buiten 5.4 Materialenaanbod 5.5 Observatiemethode 6. Pedagogische handelen 7. Rituelen en pedagogisch handelen 7.1 Belonen en corrigeren 7.2 Het ophalen van kinderen 7.3 Activiteiten 7.4 Rustmoment ` 7.5 Huiswerk 7.6 Feesten 7.7 Eten en drinken 7.8 Vriendjes en vriendinnetjes 8. Normen en waarden 8.1 Taalgebruik 8.2 Hoe gaan we om met normen en waarden 8.3 Seksualiteit en intimiteit 9. Kwaliteitszorg 9.1 Ziekte en medicijngebruik 9.2. Zorgkinderen 9.3 Inspectie Wet Kinderopvang 9.4 Aanbevelingen rapport Gunning
1
9.4.1. 4-ogen principe 9.4.2. Procedure rondom werving en selectie 9.4.3. Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling 9.5. Protocollen 9.6. Veiligheid 10. Samenwerking met ouders 10.1 Haal- en brengmomenten 10.2 Nieuwsbrief 10.3 Klanttevredenheidsonderzoek 10.4 Afsprakenformulier 10.5 Exitgesprek 10.6 Activiteiten waarbij ouders betrokken zijn 10.7 Oudercommissie 10.8 Klachten 11. Vertrouwenspersoon Smallsteps 12. Mediagebruik
2
1.
Inleiding
Voor u ligt het pedagogisch werkplan van Kindersportfort te ‘s-Hertogenbosch. Het pedagogisch werkplan is steeds in ontwikkeling. Door de dagelijkse praktijk, visie, uitgangspunten, doelen en hoe wij deze bereiken met elkaar te blijven bespreken en deze vast te leggen, blijft het werkplan levend en in ontwikkeling. Ook is het pedagogisch werkplan een middel om ouders, stagiaires en andere belangstellenden inzicht te geven in hoe wij kinderen verzorgen en steunen en stimuleren in hun ontwikkeling op de BSO’s. Het pedagogisch werkplan wordt tenminste eens per jaar geactualiseerd. De oudercommissie van het Kindersportfort wordt hierbij om advies gevraagd.
2.
Visie en uitgangspunten Smallsteps Nederland
Kinderopvang draagt bij aan de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Wij doen dit door kinderen te ondersteunen, te begeleiden en ruimte te geven om zelf bezig te zijn, te ervaren en te ontdekken. Dit doen wij samen met ouders. Ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Zij hebben vertrouwen in ons nodig om deze opvoeding met ons te delen. Een open houding en respectvolle communicatie met ouders vinden wij belangrijk. 2.1 Pedagogische visie Binnen onze kindercentra staat het kind en zijn ontwikkeling centraal. Wij creëren een sfeer en een omgeving waarin kinderen zich prettig en geborgen voelen én die stimuleert en uitdaagt. Een omgeving waar ieder kind de ruimte krijgt voor het ontwikkelen van vertrouwen in zichzelf en de ander en voor het opdoen van persoonlijke en sociale competenties. Een omgeving waar aandacht is voor een gezonde levensstijl en de gangbare normen en waarden worden voorgeleefd. Wij stimuleren een brede ontwikkeling van het kind. Enerzijds is er respect en ruimte voor de eigenheid en autonomie van ieder kind en ruimte voor het ontplooien van zijn talenten. Anderzijds ondersteunen wij het kind bij het deel uitmaken van een groep en de wereld om zich heen. Ieder individueel kind heeft recht om bij te dragen aan het geheel. Steeds zal er sprake zijn van een wisselwerking tussen aanleg (datgene wat het kind in zich heeft) en de ervaringen die de omgeving biedt.
Het stimuleren van een brede ontwikkeling: 1. Ontwikkeling van zelfstandigheid en omgevingsbewustzijn 2. Sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Spelontwikkeling 4. Taalontwikkeling 5. Grove en fijne motoriek 6. Cognitieve ontwikkeling
We zijn de ontwikkeling van een kind steeds een stapje voor. Wij zoeken steeds dat wat het kind al zelf kan, wat nog buiten zijn bereik ligt en wat het met een beetje hulp van ons wel zelf kan. Vanaf dit punt (zone van de naaste ontwikkeling) helpen we het kind een volgende stap in zijn ontwikkeling te zetten. Stapje voor stapje leert het kind het helemaal zelf te doen. We geven het kind ook de ruimte om zelf te ontdekken en uit te proberen.
3
2.2
Vijf pedagogische uitgangspunten
1. Welbevinden, betrokkenheid, vitaliteit Welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkeling van een kind zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een kind dat lekker in zijn vel zit (welbevinden) en zich fit (vitaliteit) voelt zal nieuwsgierig zijn naar wat de omgeving te bieden heeft. Door hier met plezier en belangstelling helemaal in op te gaan (betrokkenheid), doet het kind allerlei leerervaringen. 2. Ruimte voor eigenheid Een kind ontwikkelt zich spelenderwijs en door actief bezig te zijn, door doen, uitproberen, ontdekken, kijken, imiteren, meedoen en aanwijzingen. Ieder kind doet dit in eigen tempo en op zijn eigen manier. Ook de steun en stimulans die een kind nodig heeft verschilt. Ieder kind beschikt over zijn eigen talenten. Kinderen krijgen de mogelijkheden deze te ontdekken en te ontplooien In ons dagelijks handelen houden wij rekening met en hebben wij respect voor de verschillen tussen kinderen (persoonlijkheid, leeftijd, sekse, afkomst, mogelijkheden en talenten). 3. Vertrouwen, respect en positieve benadering We nemen kinderen serieus en benaderen hen telkens op een respectvolle en open wijze. Kinderen krijgen de ruimte om zelf te doen, ontdekken, ervaren en kiezen. We bieden hierbij steun als zij dit nodig hebben. We ondersteunen kinderen bijvoorbeeld bij het uitvoeren van ideeën of het hanteren van grenzen door niet uit te gaan van wat niet kan, maar van hoe het wel kan. ‘Fouten maken mag.’ Wij waarderen het kind om waar het goed in is. Gedrag kan afgekeurd worden, de persoon nooit. We bieden kinderen een veilige omgeving, maar leren kinderen ook omgaan met gevaren. 4. Een veilige, uitdagende en betekenisvolle omgeving. Kinderen ontwikkelen zich mede door de ervaringen die de omgeving biedt: veiligheid en steun & uitdaging en stimulans. Een omgeving die geborgen en voorspelbaar is, maar ook variatie biedt en de nieuwsgierigheid prikkelt. De omgeving in en om het kindercentrum wordt gevormd door de pedagogisch medewerkers, de andere kinderen, de inrichting van binnen- en buitenruimte, het spelmateriaal en activiteiten binnen een dagritme. Betekenisvolle activiteiten sluiten aan bij de belevings- en leefwereld van het kind en zijn afgestemd op het ontwikkelingsniveau, de mogelijkheden en interesses van de kinderen. De omgeving is groter dan de eigen groepsruimte en het eigen kindercentrum, als kinderen daaraan toe zijn, krijgen zij de mogelijkheden om ook de wereld daar buiten te ontdekken. 5. Actieve pedagogisch medewerkers Wij zijn partner van het kind in zijn ontwikkeling. Door te kijken, luisteren en mee te doen kunnen wij afstemmen op wat kinderen nodig hebben. Wij scheppen voorwaarden voor leren en ontwikkeling door bijvoorbeeld aandacht voor groepssfeer, inrichting en materialen en het zorgen voor veiligheid en duidelijkheid. Daarnaast zien wij kansen voor spel, leren en contact die zich spontaan voordoen. We grijpen deze kansen door aan te sluiten bij wat het kind doet en beleeft gedurende de verschillende verzorgings- én speelmomenten van de dag. We creëren kansen door activiteiten aan te bieden en kinderen uit te nodigen mee te helpen bij de dagelijkse werkzaamheden op en om de BSO. Smallsteps Kinderopvang Naast de hierboven genoemde uitgangspunten, heeft Smallsteps Kinderopvang het uitgangspunt van het Ontwikkelingsgericht Werken.
4
Ieder kind heeft de drang in zich om zich te ontwikkelen en doet dit op zijn eigen tempo. Daarbij heeft het echter wel de omgeving nodig. Een omgeving waarin het zich gerespecteerd en gewaardeerd voelt, die voldoende veiligheid en geborgenheid biedt. Steeds zal er een wisselwerking plaatsvinden tussen aanleg (datgene wat het kind in zich heeft) en omgeving. In elke fase van zijn ontwikkeling heeft het kind weer andere behoeften en interesses en leert het kind weer een aantal nieuwe dingen. Wij stimuleren kinderen in dit ontwikkelingsproces door uit te gaan van het principe van ontwikkelingsgericht werken. Hierbij staat de ontwikkeling van het kind centraal waarbij het welbevinden en de betrokkenheid van het kind twee belangrijke pijlers zijn, aangevuld met het functioneren in de groep. De zeven uitgangspunten van het ontwikkelingsgericht werken zijn: 1. werken vanuit wat kinderen al kunnen; 2. ontwikkeling ontstaat door het kind zelf en door de omgeving; 3. het tempo waarin een kind zich ontwikkelt, kan verschillen en ook de benodigde hulp; 4. ontwikkeling ontstaat als kinderen activiteiten doen die betekenis voor hen hebben; 5. ontwikkeling is sociaal-cultureel bepaald; 6. de leidster is een partner voor het kind en helpt bij dat wat een kind nog niet alleen kan; 7. voor ontwikkeling is interactie en communicatie noodzakelijk.
5
3.
Beschrijving van de locatie
Het Kindersportfortbestaat al ruim 8 jaar. Wij zitten in een groot gebouw wat aangesloten zit met sportvereniging flik-flak. We hebben sinds januari 2012 ook een prachtige buitenlocatie met een mooi sportcourt. Het Kindersportfort biedt naschoolse opvang waar naast de reguliere opvang aandacht wordt geschonken aan de fysieke ontwikkeling van het kind. Het Kindersportfort biedt meer dan 40 binnen- en buitensporten op verschillende locaties en is gevestigd in Flik-Flak, de modernste en grootste turnhal van de wereld. Het Kindersportfort heeft al jaren een nauwe band met diverse grote sportverenigingen in ’sHertogenbosch, waaronder turnvereniging Flik-Flak, voetbalvereniging Wilhelmina, zwemvereniging De Hoefsevonder totaal, Maaspoort Sport & Events, basketbalvereniging SPM Shooters/EiffelTowers en Tennisclub Maaspoort. De sportlessen op het Kindersportfort worden gegeven door medewerkers van Het Kindersportfort in samenwerking met medewerkers van Flik-Flak. Het Kindersportfort is onderdeel van Kindercentrum Het Kinderspeelkasteel. Wij bieden buitenschoolse opvang voor kinderen van 4 t/m 12 jaar uit ‘s-Hertogenbosch. Onze activiteiten worden met dat oogpunt georganiseerd waarbij we rekening houden met de leeftijd, het niveau van de kinderen en de samenstelling van de groep. Het algemeen pedagogisch beleid van Smallsteps vormt het kader waar binnen wij de dagelijkse praktijk binnen de groepen van Het Kindersportfort vormgeven. In dit werkplan staat beschreven hoe wij dit beleid in de praktijk vormgeven. Het Kindersportfort vangt kinderen op in hun vrije tijd en voorziet in een invulling van hun vrije tijd. In principe moeten kinderen bij ons hetzelfde kunnen doen als thuis, aangevuld met extra zaken die specifiek zijn voor opvang in een groep: altijd speelkameraadjes, aanbod van allerlei activiteiten etc. In dit werkplan willen wij omschrijven hoe kinderen bij ons hun vrije tijd in kunnen vullen. Het vaste team van Het Kindersportfort bestaat uit 5 vaste medewerkers die samen met de kinderen een hechte groep vormen, waarin iedereen zich op zijn gemak voelt. Het team wordt bijgestaan door een locatiemanager die zorgt voor de dagelijkse gang van zaken en deze heeft diverse overlegvormen met de medewerkers van de BSO. Eindverantwoordelijk is de clustermanager. Pedagogische medewerkers zijn allemaal gediplomeerd en worden daarnaast opgeleid in het ontwikkelingsgericht werken. Tevens wordt de mogelijkheid geboden andere cursussen of workshops te volgen.
6
4.
Randvoorwaarden
4.1
Soorten opvang
Buitenschoolse opvang Deze vindt plaats op alle dagen van de week op Het Kindersportfort. Binnen onze organisatie zijn verschillende opvangpakketten mogelijk: 1. Standaardpakket: opvang wordt geboden tijdens schoolweken maar ook tijdens vakantieweken 2. Schoolwekenpakket: opvang wordt geboden gedurende schoolweken 3. Vakantiepakket: opvang wordt geboden gedurende vakantieweken 4. Flexibele opvang: opvang wordt geboden met flexibele dagen Vakantieopvang Uiteraard is het mogelijk gebruik te maken van opvang tijdens de schoolvakanties. Hierbij gelden een aantal regels: - De scholen maken aan het begin van het schooljaar hun vakanties bekend. De locatiemanager stelt vast welke dagen binnen de vakantieopvang vallen voor onze BSO. Dit zijn de dagen die vallen onder de vakantieregeling van het Ministerie van OCW. - Door middel van een vakantiebriefje geven ouders aan op welke momenten zij gebruik willen maken van de vakantieopvang en wanneer kinderen niet komen i.v.m. vakantie. Dit geldt voor de contracten inclusief vakantieopvang, het zogenoemde standaardpakket. - Als ouders een vakantie invullen, gaan wij er van uit dat het kind niet komt tijdens de opgegeven periode. - Mochten kinderen alsnog willen komen, willen wij dit graag tijdig weten. Tijdens de vakantie wordt er gewerkt met een vooraf opgesteld activiteitenprogramma. Meestal is dit programma rond een bepaald thema. Zo kunnen er allemaal activiteiten bedacht worden zoals knutselactiviteiten, sport en spel, maar soms wordt er ook gekozen voor een uitje zoals naar de speeltuin of het bos bijvoorbeeld. Soms wordt er ook samengewerkt met de BSO’s van andere Smallsteps-vestigingen in ‘s-Hertogenbosch. Studiedagen Tijdens studiedagen zal opvang vaak plaatsvinden op het Kindersportfort. Dit wordt van te voren aan de ouders bekend gemaakt. Als een school een vrije dag heeft ingeroosterd die niet onder de vakantieregeling van het Ministerie van OCW valt, dan gelden de volgende regels: -
-
-
7
De vrije dag moet minstens twee weken van te voren bekend zijn bij de locatiemanager van de BSO en moet door de ouder(s) worden aangevraagd. De periode van twee weken geeft ons de gelegenheid een programma voor die dag op te zetten, personeel te regelen en de opvang en het programma bekend te maken bij de ouders. Er kan opvang geboden worden als er minimaal 5 kinderen zijn die gebruik gaan maken van de opvang. De kosten worden achteraf in rekening gebracht of kunnen vooraf worden voldaan middels de strippenkaart. Daar waar in het verleden andere afspraken zijn gemaakt en waar die afspraken ook schriftelijk bevestigd zijn door beide partijen, kan worden afgeweken van bovenstaande regels.
Flexibele opvang Het Kindersportfort biedt ook flexibele opvang aan. Ouders geven een maand van te voren aan welke dagen zij nodig zullen hebben. De locatiemanager kijkt of dit kan met de kind/leidsterratio. Zij krijgen dan akkoord van de locatiemanager.
4.2
Groepsindeling
Het Kindersportfort bestaat uit 3 basisgroepen namelijk Guppy’s, Spartanen en Gladiatoren. Ook is er een zwemgroep. De Guppy’s is een groep met de jongste kinderen namelijk van 4 t/m 6 jaar. De Spartanen is een groep met de leeftijd 6 t/m 8 en de Gladiatoren is een groep van 9 t/m 12. Deze groepen zijn richtlijnen, maar worden niet altijd aangehouden. Het kan soms zo zijn dat een kind vooruitstreeft met sporten, maar nog geen 6 is. Dan wordt het wel een groep hoger geplaatst in overleg met de ouder. Dit biedt het volgende voordeel. In een groep kinderen met dezelfde leeftijden kan meer aansluiting gevonden worden bij elkaar wanneer er spelactiviteiten worden aangeboden welke passen bij een bepaalde leeftijd. De groepen (Spartanen en Gladiatoren) bestaan uit maximaal 20 kinderen per groep en de Guppies maximaal uit 18 kinderen Op de woensdagen en de vrijdagen voegen wij de groepen samen vanwege het lage aantal kinderen. Er zijn 2 pedagogisch medewerkers aanwezig. Tijdens het sporten kan de groep worden gesplitst zodat de activiteiten afgestemd kunnen worden op de leeftijden/niveau van de kinderen. De 4de groep is nog een zwemgroep. De kinderen van deze groep hebben geen vaste leeftijd, maar beginnen vanaf ongeveer 5 jaar oud. Zij kunnen bij ons hun diploma A en B halen en in overleg ook C. De kinderen uit de zwemgroep drinken en eten gezamenlijk iets. De groep heeft nooit meer dan 10 kinderen (een basisgroep kan altijd uit maximaal 20 kinderen bestaan) De groepen zijn officieel horizontaal ingedeeld. Dit betekent dat kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd opgevangen worden in dezelfde groep. Dit biedt het volgende voordeel: In een groep kinderen met dezelfde leeftijden kan meer aansluiting gevonden worden bij elkaar wanneer er spelactiviteiten worden aangeboden welke passen bij een bepaalde leeftijd. Op onze BSO hebben alle kinderen hun eigen postvakje. Hierin kunnen de kinderen hun persoonlijke spullen opbergen en/of knutselwerkjes en tekeningen bewaren. De verspreiding van nieuws-, vakantie of andere brieven gebeurt via de mail. Kinderen uit een gezin hebben een gezamenlijk postvakje. Basisgroep: Alle kinderen worden ingedeeld in een vaste basisgroep zoals hier boven is aangegeven. Deze basisgroep heeft zo veel mogelijk vaste pedagogisch medewerkers en in principe een vaste plaats voor het eten en drink moment. De pedagogische medewerker gekoppeld aan de basisgroep is eindverantwoordelijk voor het sociaal emotioneel welbevinden van de kinderen in zijn of haar basisgroep. Hij/zij houdt deze in de gaten, is aanspreekpersoon, zorgt voor opvang op maat en is een vertrouwd gezicht. Om een duidelijk overzicht te geven hangen er groepslijsten op een centrale plek in de groepsruimte. Zo kan er geen onduidelijkheid ontstaan bij kinderen en ouders over de groepen. Alle pedagogisch medewerkers hebben gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de basisgroepen waarbij gestreefd wordt de basisgroepen zoveel mogelijk te koppelen aan vaste pedagogisch medewerkers.
8
De basisgroepen worden praktisch ingedeeld op gelijke niveaus en kinderen van veelal dezelfde leeftijden zitten in dezelfde basisgroep. Dit maakt dat de activiteiten ook beter op de behoeften van de kinderen zijn afgestemd. 4.3 Sportles Voor de drie basisgroepen van het Kindersport wordt altijd een sportonderwerp voorbereid. Het sportonderwerp bestaat uit 3 lessen/3 weken. Een eerste les zal bestaan uit een simpele vorm van de sport en naarmate de lessen vorderen wordt er meer gevraagd van het kind. De pedagogische medewerker is tevens gediplomeerd sportinstructeur op het Kindersportfort. Deze medewerker is eindverantwoordelijk voor een gestructureerde en veilige les. De kind leidster ratio van het geven van een les is 1 PM-er op 10 kinderen maximaal. De kledingvoorschriften voor het sporten zijn: een korte of lange sportbroek, Tshirt en sportschoenen. Deze worden bewaard op het Kindersportfort in de sportbakken met hun eigen naam erop.
Binnen In verschillende binnen locaties wordt gesport. Voor het grootste gedeelte wordt er gesport in het flik-flakgebouw. Mocht er een bijzondere dag zijn en alle zalen zitten vol, dan kunnen we terecht bij basketbalvereniging SPM Shooters (Eiffeltowers). Buiten Het Kindersportfort heeft voor de deur een prachtig sportveld. Dit is een groot veld met basketbalvelden en voetbalgoals. Hier wordt gebruik van gemaakt tijdens het sporten mits het weer dit toelaat. Het sportveld is een afgesloten terrein. Externe sportles Om het aanbod gevarieerd te houden, zetten wij ook soms leraren in die wij inhuren zoals judo. Hier zal te allen tijde ook een pedagogisch medewerker bij staan. Stagiaires Wij gebruiken tevens de hulp van stagiaires. Zij kunnen een deel van een les voorbereiden, zoals de warming-up of de kern. Zij krijgen de opdracht vooraf mee naar huis, zodat zij dit goed kunnen voorbereiden. Als zij geen les hoeven voor te bereiden helpen ze ter ondersteuning van de les. De pedagogische medewerker blijft altijd eindverantwoordelijke voor de les. 4.4. PKR (pedagogisch medewerker/kind ratio) De toewijzing van aantallen pedagogisch medewerkers aan de basisgroepen vindt plaats volgens de verhoudingen zoals die voortkomen uit de Regeling Kwaliteit Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en zoals die beschreven staan in het pedagogisch beleid. De inzet van het aantal pedagogisch medewerkers vindt plaats middels de rekentool die hiervoor speciaal ontwikkeld is; 1ratio.nl Voor de BSO geldt 1 pedagogisch medewerker voor 10 aanwezige kinderen. 4.5. Medewerkers Binnen Het Kindersportfort wordt gewerkt met een vast team van 5 pedagogisch medewerkers waarbij gestreefd wordt naar één of twee vaste pedagogisch medewerkers per groep, zodat er met zowel de kinderen als de ouders een vertrouwensrelatie kan worden opgebouwd. Op momenten van ziekte of tijdens vakanties van een van de medewerkers wordt er gewerkt met zo veel mogelijk vaste invalkrachten . Deze medewerkers zijn bekend met de manier van werken binnen Smallsteps
9
Kinderopvang. Wel zorgen we ervoor dat er altijd minimaal een vaste pedagogische medewerker aanwezig is. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over een sportdiploma en zijn in het bezit van een verklaring omtrent gedrag. Elke dag zijn er BHV’ers in het pand aanwezig die beschikken over een kind specifieke-EHBO-kennis.
Stagiaires Binnen Het Kindersportfort dragen wij graag ons steentje bij aan het opleiden van nieuwe medewerkers binnen de kinderopvang. Wanneer het mogelijk is geven we een stagiaire de kans om op onze BSO haar stageperiode te volbrengen. Leidinggevende Binnen Smallsteps Nederland kennen we drie leidinggevende functies die elk op hun eigen niveau verantwoordelijk zijn voor de kinderdagverblijven: De directeur, Aukje Vlaanderen, is verantwoordelijk voor Smallsteps Nederland en stuurt de desbetreffende clustermanagers en staf aan. De clustermanager, Hilde Verbruggen, is verantwoordelijk voor meerdere vestigingen en stuurt de locatiemanagers aan. De locatiemanager, Matthijs Verkuijl, is de dagelijkse leiding van het kinderdagverblijf. Hij is het eerste aanspreekpunt voor pedagogisch medewerkers. Verder biedt hij aan pedagogisch medewerkers o.a. werkbegeleiding en ondersteuning bij knelpunten, bijvoorbeeld door individuele, groeps-, team-, kind besprekingen. Daarnaast draagt hij zorg voor deskundigheidsbevordering, bijscholing en het inroepen van deskundigen indien nodig. Ook onderhoudt hij contacten met de oudercommissie (en ouders wanneer die niet terecht kunnen bij de pedagogische medewerker). 4.6. Toepassen 3-uurs/half- uurs regeling. De halfuurs regeling zoals beschreven in het convenant kinderopvang wordt op de juiste wijze gehanteerd. Op reguliere dagen wordt er ten hoogste een half uur afgeweken van de pkr . Tijdens de vakantie wordt er maximaal 3 uur afgeweken aan de randen van de dag en tijdens de middagpauze. Ook dan worden er presentielijsten bijgehouden met hierop vermeld wanneer kinderen komen en worden opgehaald. Daarnaast houden de pedagogisch medewerkers bij wanneer zij pauze hebben. De middagpauze vindt plaats tussen 13.00 en 14.00 waarbij elke pedagogisch medewerker een half uur pauze heeft. Dit is alleen nodig bij vakantieopvang mits je de hele dag op de groep staat. 4.7. Ruilen , incidenteel en structureel afnemen van extra dagen Het is mogelijk om incidenteel een extra dag (deel) af te nemen buiten de vaste contracturen en een dagdeel te ruilen. Extra afname of ruilen kan binnen de eigen groep van het kind mits het aantal kinderen dit toelaat. Onze voorkeur gaat uit naar extra opvang binnen de eigen groep omdat het gevoel van veiligheid en geborgenheid voor het kind voor ons voorop staan. Indien er geen plaats is op de eigen groep, is opvang op een andere groep mogelijk in overleg met de ouders en na schriftelijke vastlegging. Het structureel afnemen van een extra dagdeel is mogelijk waarbij ons uitgangspunt is dat het kind in zijn eigen groep geplaatst wordt. Wanneer de groepsgrootte het niet toelaat het kind een extra dagdeel in deze groep te plaatsen, besluiten wij in overleg met ouders het kind voor die dag/ dat dagdeel tijdelijk in een andere groep te plaatsen. Hiervoor is schriftelijke toestemming van de ouders nodig. In zo’n situatie plaatsen wij het kind maar in één andere groep. Zodra er weer plaats is in de oorspronkelijke groep wordt het kind overgeplaatst naar deze groep.
10
De locatiemanager geeft toestemming voor het ruilen van dagen en het incidenteel en structureel afnemen van extra dagen. Bij zowel het incidenteel als structureel afnemen van extra dagen dient dit schriftelijk vastgelegd te worden. Voor het structureel afnemen van extra dagen op een andere groep wordt tevens schriftelijk vastgelegd per wanneer het kind weer in zijn eigen groep geplaatst kan worden.
4.8. Opendeurenbeleid Bij Het Kindersportfort hanteren wij een open deuren beleid. Naar mate kinderen ouder worden, hebben zij, naast veiligheid en geborgenheid, behoefte aan een grotere leefomgeving. Dit houdt in dat na het eten en drink moment de kinderen zelf mogen weten wat ze gaan doen en waar ze dit gaan doen. Op deze wijze stimuleren wij de kinderen op het sociale vlak en kunnen de kinderen zelf bepalen waar ze zich mee bezig willen houden. De kinderen kunnen hierdoor hun eigen ontwikkeling mede bepalen en kunnen ze de moeilijkheidsgraad aanpassen aan hun eigen vaardigheden, wat een belangrijke voorwaarde is voor groei en ontwikkeling op het sociaal emotionele vlak. Bovendien kunnen ze doen wat ze leuk vinden. Het open deuren beleid is er met name op gericht zoveel mogelijk vrijheid te geven aan de kinderen zonder dat ze hierbij de structuur verliezen. 4.9 Samenvoegen van groepen Er zijn momenten dat groepen worden samengevoegd. Dit kan op verschillende momenten gebeuren:
4.10
Op reguliere dagen aan het eind van de dag. Op woensdag en vrijdag wanneer er minder kinderen aanwezig zijn. Ouders zijn hierover geïnformeerd. Tijdens vakanties wisselt het aantal kinderen per dag en per week en worden de groepen vaak samengevoegd. Om de sociale en emotionele veiligheid van de kinderen ook tijdens vakanties te borgen wordt er per dag een indeling gemaakt waarbij in groepjes van tien elk kind aan één pedagogisch medewerker gekoppeld. Tijdens eet en drinkmomenten zitten deze groepen bij elkaar. De indeling wordt dan mondeling verteld. De kinderen worden zo vaak mogelijk aan dezelfde pedagogisch medewerker gekoppeld. Ouders worden hierover geïnformeerd middels informatie op de deur en nieuwsbrieven. Wenbeleid
Alle ouders van nieuwe kinderen wordt een kennismakingsgesprek aangeboden. Ouders van kinderen die reeds een broertje of zusje op de BSO hebben worden vrij gelaten in hun keuze dit aanbod tot gesprek aan te nemen. In de praktijk zal het gesprek gevoerd worden door een van de pedagogisch medewerkers. Dit gebeurt vanzelfsprekend voor aanvang van de opvang. In het kennismakingsgesprek wordt informatie gegeven over Smallsteps en over de BSO. Uiteraard is het mogelijk dat het kind aanwezig is tijdens het gesprek. Op deze manier kan het kind alvast samen met zijn/haar ouders de BSO bekijken en kennismaken met de pedagogisch medewerkers. Het kind wordt dan ook bij het verdere verloop van het gesprek betrokken. Op Het Kindersportfort proberen we een gesprek vaak te plannen in de middaguren zodat het kind ook al ervaart hoe het er op een middag aan toe gaat met de andere kinderen. Ouders worden gevraagd informatie te geven over hun kind. Het doel en de werking van het intake- en afsprakenformulier worden besproken, zodat ouders deze thuis in kunnen vullen en later retourneren. Na het gesprek krijgen de ouders en het kind een rondleiding door de BSO. Na het gesprek wordt op verzoek van de ouders door ons de gelegenheid geboden een keer te komen wennen (maximaal 1 dagdeel) op de dagen dat het kind straks komt. We streven ernaar om
11
één week van te voren de wenmiddag te plannen om zo de overgang van school naar BSO zo klein mogelijk te maken. Zo kan het kind alvast kennismaken met de andere kinderen en de pedagogisch medewerkers. Ook kan er op die manier gewend worden aan het ophalen op school en het lopen met de groep naar de BSO.
4.11 Ophalen door derden en afmelden van kinderen Bezoekers melden zich bij de pedagogische medewerker. Mocht de ouder niet zelf komen ophalen dat moet de ouder dit doorgeven aan de pedagogische medewerker. Zonder dit bericht geven wij geen kinderen mee. Wij vragen de ouder tijdig wijzigingen zoals ziekte, afmelding of vakantie door te geven. 4.12 Achterwacht Mochten er onverhoopt zaken mislopen, heeft Het Kindersportfort te allen tijde een achterwacht op de flik-flak vereniging ‘s-Hertogenbosch die gesitueerd zijn in hetzelfde gebouw. Ook in geval van een aantal van 10 kinderen of minder en er 1 medewerker op de BSO werkt. Deze achterwacht staat vermeld op het rooster. Fred van de Mosselaer is hierover het contactpersoon. 4.13 Taxivervoer Wij hebben een samenwerking met taxibedrijf Hendriks, een gevestigd taxibedrijf in ’s-Hertogenbosch. Als kinderen gebruik moeten maken van taxi vervoer wordt dit duidelijk vooraf besproken met de ouders. Zij moeten hiervoor akkoord geven. Het taxibedrijf kent onze scholen en weet de verzamelplek waar de kinderen voor de taxi’s bij elkaar komen. Mocht het taxibedrijf dit nog niet weten dan brengt het Kindersportfort ze daarvan op de hoogte. Een foto van het kind wordt aan het taxibedrijf meegegeven, met de gegevens van het kind en ouders. Het taxibedrijf heeft de verantwoordelijkheid om binnen 15 minuten na schooltijd bij de verzamelplek aanwezig te zijn. Mocht dit niet lukken, dan wordt dit tijdig doorgeven aan de school en het Kindersportfort. Als het kind is opgehaald van school, wordt een rechtstreekse route richting het Kindersportfort gereden. Wel kan het zijn dat kinderen van andere BSO’s in dezelfde taxi zitten en onderweg bij een andere BSO wordt afgezet. Eenmaal aangekomen op locatie Kindersportfort brengt de taxichauffeur de kinderen naar de deur. Dit wordt dan vervolgens gecheckt door de pedagogische medewerker op de aanwezigheidslijst. 4.14 Veiligheid Wij maken gebruik van de sporthal Flik-Flak. Wanneer er mankementen zijn betreffende de veiligheid schakelen wij daarvoor de beheerder van flik-flak in. Mocht er iets stuk gaan in onze BSO ruimte dan kunnen wij de klusjesman van Flik-Flak inschakelen. Tijdens de sportlessen wordt er gebruik gemaakt van externe ruimtes. Bij mankementen in ze zaal schakelen we de beheerder van Flik-Flak in. 4.15 Hygiëne Flik-flak hanteert zijn eigen hygiëne protocollen. Mocht er iets zijn wat niet in orde is dan schakelen we de schoonmaakploeg van Flik-Flak in. Die zorgen ervoor dat dit zo snel mogelijk in orde komt.
12
4
Middelen
5.1 Dagindeling Bij binnenkomst op Het Kindersportfort leggen kinderen zelf hun jas in de bak en zetten hun tas weg. Hiervoor gebruiken ze de bakken waar hun naam op staat. Ook hun sportspullen gaan hierin. Papieren die ze op school hebben gekregen mogen kinderen in hun eigen tas stoppen of anders in hun eigen postvakje. Gezamenlijk gaan we aan tafel. Ieder kind heeft geen eigen plek en mag dus zelf weten waar het gaat zitten aan tafel. Het fruit komt op tafel, eventueel geschild of ongeschild. Voordat we gaan eten en drinken wordt er gezamenlijk “smakelijk eten en drinken” gezegd. Tijdens dit tafelmoment mogen kinderen vertellen wat ze die dag gedaan hebben op school of wat ze bijvoorbeeld in het weekend hebben meegemaakt. We stimuleren kinderen zoveel om iets te eten en te drinken als ze uit school komen, maar het is niet verplicht. Natuurlijk proberen we wel ieder kind iets te laten drinken en/of eten. Zeker met warm weer vinden we dat belangrijk. Als een kind structureel te weinig eet of drinkt, bespreken we dit met ouders. Na het eten/drinken schuiven de kinderen hun stoel aan en brengen hun beker naar de keuken of een kind haalt alle bekers op. Aan tafel wordt verteld wat er die dag op het programma staat. Kinderen mogen zelf kiezen of ze aan deze activiteit mee willen doen. Ze zijn het niet verplicht. Als kinderen iets voor zichzelf willen doen dan is dat prima. Staat er een kookactiviteit gepland dan wil waarschijnlijk iedereen meedoen en dat mag. Tijdens de schoolweken houden we het volgende schema aan: 14.00 – 15.40 Ophalen en ontvangen van de kinderen 15.40 – 15.50 Eten en drinken aan tafel 15.50 – 16.00 omkleden 16.00 – 17.00 Sportactiviteiten 17.00 – 17:05 omkleden 17:05 – 17:15 drinken aan tafel 17:15 – 18:30 vrij spelen en ophaalmoment ouders Tijdens de vakantieopvang houden we het volgende schema aan: 08.00 – 09.30 09.30 10.00 – 11.30 12.00 13.00 – 15.00
kinderen kunnen worden gebracht aan tafel voor drinken, fruit en crackers geplande activiteit zoals sporten e.d. broodmaaltijd knutsel, creatieve tijd of eventueel buiten sporten met medewerker rustig aan tafel spelen, buiten spelen of weg met de bus voor een uitje 15.30 aan tafel voor drinken, fruit en crackers 16.00 – 17.00 vrij spelen of geplande activiteit 17.00 – 18.30 kinderen kunnen worden opgehaald Deze indeling is globaal en afhankelijk van geplande activiteiten. Zeker in de vakantie stimuleren we kinderen om mee te doen aan de geplande activiteiten, maar ze zijn het niet verplicht. 5.2. Huisregels Algemene regels Omdat opvang bij de BSO duidelijk een groepsgebeuren is, zijn er een aantal regels waar iedereen zich aan moet houden. Dit zijn:
13
Algemeen Vloeken en grof taalgebruik horen niet thuis op onze BSO. Pesten wordt niet getolereerd. We zijn aardig voor elkaar. Van elkaars spullen blijven we af. Niet met deuren spelen. Niet schoppen, slaan, knijpen enz. Groepsruimte Opgeruimd staat netjes. Rustig praten tegen elkaar. Nattigheid wordt meteen opgeruimd. Niet rennen binnen. De ruimte is zo ingericht dat er voldoende speelruimte is. Met klein speelgoed wordt op de tafel gespeeld om te voorkomen dat andere kinderen erover struikelen of zich eraan bezeren of het kapot stappen. De spelcomputer wordt alleen door de pedagogisch medewerkers bediend. Gang/hal Jassen en tassen worden in de daarvoor bestemde kledingbakken gedaan. Als kinderen hun schoenen uit willen leggen ze deze in hun kledingbakken. Tassen van kinderen waar medicijnen in zitten mogen niet in de gang/hal. Deze worden hoog opgeborgen of in een afgesloten kast. Keuken Het koffiezetapparaat en de waterkoker worden ver achter op het aanrecht geplaatst. Koppen thee, heet water, koffie worden altijd hoog weggezet zodat de kinderen er niet bij kunnen. Er staan geen stoeltjes/opstapjes in de keuken als hier geen toezicht is. Schoonmaakmiddelen worden hoog opgeborgen zodat kinderen er niet bij kunnen. De kinderen mogen alleen in de keuken komen als daar toezicht is van een pedagogisch medewerker. Jassen en tassen van pedagogisch medewerkers worden hoog opgeborgen. Buitenruimte Kinderen mogen niet buiten het speelterrein spelen. De kinderen worden gecontroleerd op teken als ze achter de struiken hebben gespeeld. Koordjes aan kleding zijn niet toegestaan (i.v.m. gevaar voor vastzitten en verstikking). Bij zonnig weer smeren wij de kinderen in met zonnebrand, houden kinderen hun T-shirt aan en zetten we petten op. Tijdens de zomermaanden wordt er beperkt buiten zoet gegeten en gedronken. oversteken naar speelruimte gebeurd onder begeleiding als de paaltjes niet in de weg zijn aangebracht Gezondheid en hygiëne De pedagogisch medewerkers zijn alert op het wassen van de handen voor het eten en na toiletbezoek. Hoesten en niezen doen wij in onze elleboogholte.
14
Wij zijn alert op blaasjes en wondjes bij kinderen waarmee zij andere kinderen zouden kunnen besmetten. Wij zij alert op lawaai waar kinderen aan blootgesteld kunnen worden. In de zomermaanden zijn wij alert op de aanwezigheid van bijen en/of wespen. Wij zijn alert op onkruid, gras en bomen die bij kinderen een allergie kunnen oproepen.
5.3. Inrichten binnen en buiten De ruimte van Het Kindersportfort is een prachtige open ruimte op de begane grond van het gebouw van sportvereniging flik-flak. De ruimte is zodanig ingericht dat er zowel hoeken zijn waar allerlei verschillende activiteiten kunnen plaatsvinden als plekken waar aan tafel kan worden gewerkt of gespeeld. Wij hebben een extra ruimte ter beschikking om rust te creeren en die wordt op dit moment gebruikt voor de donderda van 15:45 tot 16:00 en van 17:15 tot 17:30 voor de guppy’s Aangrenzend aan de ruimte kan via de voordeur de buitenruimte gebruikt worden. Een ruime speelplek waar spelactiviteiten gedaan kunnen worden en gebruik gemaakt kan worden van het sportcourt. 5.4. Materialen aanbod Op de BSO hebben we zeer uitlopend speelgoed. Er is zowel binnen- als buitenspeelgoed. Het speelgoed is gericht op de verschillende leeftijden van de kinderen op de BSO en wordt regelmatig vernieuwd/bijgevuld. Voor de keuze voor het aanschaffen van nieuw speelgoed wordt ook de mening van de kinderen gevraagd. Het is tenslotte voor hen bedoeld. Als kinderen uitgespeeld zijn met bepaald speelgoed, wordt hen geleerd dit eerst op te ruimen voordat ze iets anders gaan doen. Hebben zij samen gespeeld, dan ruimen ze samen op. Als de kinderen niet opruimen wordt door de pedagogisch medewerkers gevraagd dit alsnog te doen. Daarbij wordt uitgelegd waarom wij dit belangrijk vinden. 5.5 Observatiemethode Voor het kijken naar welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkeling van uw kind heeft Smallsteps Kinderopvang een methode ontwikkeld: het Smallsteps Ontwikkelingsvolgsysteem. Het helpt de pedagogische medewerker om kinderen beter te leren begrijpen, adequaat op hun behoeftes, mogelijkheden en beperkingen in te kunnen spelen en activiteiten te kiezen die hierbij aansluiten. Voordelen: Door het structureren van informatie over de kinderen kan de pedagogische medewerker gerichter met collega’s overleggen over de begeleiding van een kind of een groep kinderen. Dit verhoogt de kwaliteit van de opvang. Het gestructureerd volgen van de kinderen in hun ontwikkeling helpt vroegtijdig te ontdekken of er speciale behoeften zijn bij kinderen in de vorm van aandachtspunten. Het draagt bij aan een goede uitwisseling en afstemming met de ouders over de ontwikkeling en begeleiding van hun kind. Dit ontwikkelingsvolgsysteem is door de ouder altijd in te zien en blijft op de locatie. Twee maal per jaar vinden er 10- minuten gesprekken plaats. Het ontwikkelingsvolgsysteem is een leidraad van dit gesprek.
15
6.
Pedagogisch handelen
Op de BSO gaat de pedagogische medewerker een lange termijn relatie aan met de kinderen van zijn/haar groep. De kinderen bouwen zo een vertrouwensband op met de pedagogisch medewerkers, waardoor de rol die de pedagogische medewerker kan spelen in de ontwikkeling van de kinderen optimaal kan zijn. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over zes pedagogische interactievaardigheden in de omgang met kinderen, te weten: 1. Sensitieve responsiviteit 2. Respect voor de autonomie van het kind 3. Structureren en grenzen stellen 4. Praten en uitleggen 5. Ontwikkelingsstimulering 6. Begeleiden van interacties tussen kinderen Sensitieve responsiviteit Het geven van emotionele ondersteuning. Hierdoor leert een kind dat zijn signalen en initiatieven worden opgemerkt, dat het serieus genomen wordt en de moeite waard is. Wij benutten en creëren kansen voor oogcontact en aandacht; - Wij verwoorden onze handelingen zodat de kinderen weten wat er gaande is en zich veilig kunnen voelen; - Kinderen worden begroet bij binnenkomst. Hun naam wordt daarbij genoemd. “Goedemiddag Karin, fijn dat je er bent”; - tijdens het wennen geven wij extra aandacht aan het nieuwe kind en zijn/haar omgeving (zie wenbeleid); - Wij geven vaak complimenten en aanmoedigingen: “goed zo, ga zo door” - Wij geven regelmatig een ‘aai over de bol’; - Wij bereiden de kinderen voor op wat er komen gaat: “over 5 minuten gaan wij opruimen”.
Respect voor de autonomie Het tonen van respect voor de eigenheid van het kind, dat zelf iemand wil zijn en zelf de wereld wil ontdekken. Dit betekent dat wij het kind de ruimte laat zelf op ontdekkingstocht te gaan, op een veilige manier. Dat betekent ook dat wij zoeken naar alternatieven voor het kind als de situatie gevaarlijk of ongewenst kan zijn.
- Wij leggen kinderen uit waar het gevaar in zit en leren hen daarmee omgaan; - Wij maken gezamenlijk regels voor het stoeien, zodat de kinderen wel kunnen en mogen stoeien; - De kinderen hebben keuzevrijheid, waardoor zij zelf kunnen bepalen wat zij willen doen; - Kinderparticipatie, kinderen betrekken bij bepaalde beslissingen; - Wij denken in mogelijkheden als een kind iets wil.
16
Structureren en grenzen stellen Het structureren en grenzen stellen. Door situaties voor het kind te structuren en uit te leggen, krijgt het kind zicht op de situatie en kan er daardoor beter mee om gaan.
- Wij bereiden kinderen voor op het opruimen: “ nog even spelen en dan gaan wij opruimen”
Informatie en uitleg geven Het geven van informatie en uitleg - Wij voeren gesprekken met kinderen, bv over wat er in het nieuws is; - Wij geven kinderen uitleg over het verkeer als wij van school naar de bso lopen.
Ontwikkelingsstimulering Het stimuleren van ontwikkeling. Door kinderen uit te dagen iets nieuws te proberen, zonder hen te overvragen worden zij gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen Wij geven de kinderen suggesties om verder te komen in hun ontwikkeling: “misschien kun je het ook zo doen”, of “misschien kun je een vliegtuig maken, wat zou je nog meer kunnen doen en maken?”
Het begeleiden van interacties tussen kinderen. Door bewust op leeftijdsniveau de interacties tussen kinderen te begeleiden, leren zij op een positieve manier samen te zijn en samen te werken; -
17
Kinderen mogen zelf iets organiseren als zij dat willen. Als een kind een buitenspel wil doen, zeggen wij: “Dat is een goed idee, hoe wil je dat regelen, wat heb je nodig, ga het maar doen…”
7.
Rituelen en pedagogisch handelen
7.1. Belonen en corrigeren De pedagogisch medewerkers kunnen er voor kiezen een kind te belonen, om positief gedrag, een positief zelfbeeld en/of zelfvertrouwen te stimuleren. Dit wordt o.a. gedaan door het geven van extra aandacht, een compliment, een sticker of een kaartje. Negatief gedrag wordt afgeremd en bijgestuurd, door aan te geven waarom het gedrag negatief wordt gevonden en te vertellen/voor te doen hoe het anders kan. Afhankelijk van de situatie kan de pedagogische medewerker ervoor kiezen het kind enkele minuten te laten nadenken over het gebeurde en daar dan ook weer op terug te komen zodat het voorval goed en duidelijk wordt afgesloten. Mocht dit niet werken dan zal er een gesprek met de ouder(s) plaatsvinden. 7.2 Het ophalen van de kinderen Het ophalen van de kinderen vanaf school gebeurt op Het Kindersportfort met de kleine busjes (2 stuks) en de grote Amerikaanse bus en voor de scholen aquamarijn, sprankel, the matrix en overpad geldt dat er een taxi komt . De kinderen worden begeleid door een pedagogisch medewerker. De pedagogische medewerker heeft een lijst met namen bij zich van de kinderen die deze dag komen, aangevuld met eventuele afmeldingen of bijzonderheden. Tevens draagt zij bedrijfskleding van Smallsteps/het Kindersportfort i.v.m. herkenbaarheid voor de kinderen en de ouders. Daarnaast is het tevens promotie voor de BSO. Om bij onregelmatigheden ouders of anderen te kunnen bellen heeft de medewerker een mobiele telefoon mee. De medewerkers zijn minimaal 5 minuten voor uitgaan van de school aanwezig op het afgesproken afhaalpunt bij de school. Op het schoolplein verzamelen de kinderen op een bepaalde plek, deze plek is ook bekend voor de leerkrachten van de school. Op dit moment is er ook altijd eventueel tijd voor een overdracht met de leerkracht van het kind. Als een kind na schooltijd niet naar de BSO gaat, moet dit gemeld worden door de ouders/verzorgers aan de BSO. 7.3 Activiteiten Het verblijf van kinderen op de BSO staat in het teken van vrije tijd. Wij bieden geen dwingend activiteitenprogramma aan. Kinderen kunnen, binnen de regels van de BSO, doen en laten wat zij zelf willen. Meestal bieden wij wel een of meerdere activiteiten aan. Uiteraard worden de activiteiten zoveel mogelijk afgestemd op de leeftijd, interesses en behoeften van de kinderen. Ook kunnen we kinderen begeleiden in een activiteit die zij zelf bedenken en willen gaan uitvoeren, maar als een kind nergens zin in heeft moet dit ook, tot op zekere hoogte, kunnen. Activiteiten die de kinderen kunnen beoefenen zijn: Binnen of buiten spelen met allerlei speelgoed. Allerlei groepsspelletjes, zowel binnen als buiten, bijvoorbeeld een gezelschapsspel of samen buiten met de bal. Knutselactiviteiten Workshops Sport- en spelactiviteiten buiten of op het schoolplein Het Kindersportfort richt zich over het algemeen op activiteiten waarin een beroep wordt gedaan op de creativiteit van het kind . Spel en sportactiviteiten worden dan ook veel aangeboden, afgestemd op de leeftijd en het niveau van de doelgroep. We maken voor deze activiteiten gebruik van de eigen ruimten, het speelplein en de interne sportzaal.
18
7.4 Rustmomenten Het kind kan zelf kiezen voor een rustmoment. Dit kan voor, tijdens of na het sporten. Mogelijke rustmomenten: - Boekje lezen in de bibliotheekhoek; de hoek is speciaal voor deze momenten. - Film kijken (alleen na het sporten) - Huiswerk (zie 7.5) 7.5 Huiswerk Als kinderen huiswerk mee krijgen van school is er een mogelijkheid om dit op de BSO te maken. Dit gaat in overleg met de ouders. Een pedagogisch medewerker kan uw kind begeleiden tijdens het maken van het huiswerk, als daar behoefte aan is. 7.6 Feesten Als kinderen jarig zijn, kunnen ze, als ze dat willen, hun verjaardag ook op de BSO vieren. Dit beslissen de kinderen zelf of in samenspraak met hun ouders. Ze zijn niet verplicht om hun verjaardag op de BSO te vieren. Als we een verjaardag vieren zingen we met z’n allen voor de jarige, die op een stoel of op de tafel mag staan. De jarige mag trakteren. wij geven de voorkeur aan een gezonde traktatie (zie handreiking traktaties). Aan de verschillende feestdagen wordt uiteraard aandacht besteed. Zo wordt er bijvoorbeeld naar de specifieke feestdag toegeleefd door de BSO naar het thema in te richten, bijvoorbeeld carnaval, Pasen, Sinterklaas, Kerst etc. Met carnaval mogen de kinderen bijvoorbeeld op een van te voren afgesproken dag verkleed komen om met z’n allen Carnaval te vieren. En ook op de BSO zorgt de Sint voor een paar mooie cadeaus die voor de hele groep bedoeld zijn. Heel uitbundig worden de verschillende feestdagen niet gevierd omdat de kinderen thuis en op school hier ook mee in aanraking komen. Naast de Nederlandse feestdagen wordt er ook rekening gehouden met de diversiteit aan achtergronden, culturen en godsdiensten van kinderen. Geregeld proberen we specifieke feestjes te organiseren. Te denken valt dan aan een vriendjes- en vriendinnetjes dag, een slaapfeest, een zomerfeest of bijvoorbeeld een Nieuwjaars borrel voor alle kinderen en hun ouders. 7.7 Eten en drinken Op Het Kindersportfort hanteren we de richtlijn voeding en bewegen van Smallsteps. Deze richtlijn is gebaseerd op de richtlijnen van het Voedingscentrum. Op reguliere dagen vindt 1 eetmoment plaats. De kinderen krijgen wanneer ze uit school komen iets te eten (fruit en rauwkost) en drinken. Drinken wordt gedurende de hele middag aangeboden. In de vakantie bieden we de kinderen een broodmaaltijd en drinken aan en in de morgen en middag een tussendoortje en drinken. Uiteraard houden wij rekening met eventuele allergieën en/of diëten van kinderen. Als kinderen zelf snoep meenemen wordt dit bewaard in de tas of in het postvakje van het kind om mee naar huis te nemen. Allergievoeding Op het moment dat er een kind met een allergie start op de BSO of als een reeds aanwezig kind een allergie ontwikkeld vragen wij aan ouders om dit zo spoedig mogelijk kenbaar te maken aan een van de pedagogisch medewerkers zodat daar met de voeding rekening mee gehouden kan worden. Ouders dienen een schriftelijke verklaring van huisarts, consultatiebureau, diëtist of ziekenhuis mee te brengen voor in het dossier van het kind. Dit kan dan ten alle tijden worden geraadpleegd door de pedagogisch medewerkers. Op de BSO beschikken wij over een standaardformulier met daarop alle producten die wij beschikbaar hebben. Ouders kunnen dit formulier zelf invullen, zodat op de BSO duidelijk is welke producten het kind wel of niet mag hebben uit onze eigen voorraad. Het kan
19
zijn dat een kind niet alles mag hebben en wij op de BSO er ook geen passend alternatief voor hebben. Dan vragen wij aan ouders of zij de passende producten voor hun kind zelf willen aanschaffen en voorzien van naam willen afgeven aan de pedagogisch medewerkers. Wij bewaken dan de houdbaarheidsdatum en geven tijdig aan ouders door wanneer het product bijna op is. Op het moment dat de ouder het product koopt weten wij zeker dat het juiste product is aangeschaft. Naast de dagelijkse producten is het voor het kind ook fijn als er iets voor handen is wat het kind kan eten op het moment dat een ander kind iets trakteert. De pedagogisch medewerkers geven verder ook aan de ouder door als er iets speciaals wordt gegeten of gedronken bijvoorbeeld ten tijde van een feest of een activiteit. 7.8 Vriendjes en vriendinnetjes In overleg is het mogelijk dat er een vriendje of vriendinnetje op de BSO komt spelen. Als kinderen aangeven dit graag te willen, zal de pedagogische medewerker in overleg met het team bepalen of dit mogelijk is. Vervolgens zal met de desbetreffende ouder worden overlegd. In dit overleg wordt gevraagd naar een telefoonnummer en bijzonderheden m.b.t. bijvoorbeeld eten en drinken. Zonder telefoonnummer kan het kind niet op de BSO komen spelen.
20
8.
Normen en waarden
8.1 Taalgebruik Binnen de BSO is de spreektaal Nederlands. 8.2 Hoe gaan we om met normen en waarden In de interactie tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen is er sprake van een constante overdracht van normen en waarden. Wat mag en wat mag niet? Wat hoort en wat hoort niet? In dit proces verkennen kinderen hun grenzen en geven de medewerkers deze grenzen aan. De normen en waarden die binnen de BSO gehanteerd worden zijn over het algemeen de in de maatschappij geldende normen en waarden. Enkele voorbeelden zijn: - We zijn eerlijk tegen elkaar - We gebruiken geen scheldwoorden of grof taalgebruik - We doen elkaar geen pijn - We gaan voorzichtig met spullen om Afwijkend gedrag Afwijkend gedrag kan zich uiten in bijvoorbeeld extreem verlegen, extreem stil of juist hyperactief gedrag, pesten of agressief gedrag. Kinderen die dit gedrag regelmatig vertonen, worden op het werkoverleg besproken met alle pedagogisch medewerkers. Ook kunnen deze kinderen eventueel worden geobserveerd om te kijken of onze indruk de juiste is. In dat geval wordt er contact opgenomen met de ouders om onze ervaringen met hen te bespreken. Indien ouders akkoord zijn met een observatie wordt onze consulent zorgkinderen erbij gehaald. Problemen en conflicten Kinderen worden zoveel mogelijk gestimuleerd zelf hun sociale problemen op te lossen. Wanneer kinderen daarin niet slagen of wanneer steeds hetzelfde kind als “winnaar” of “verliezer” uit de strijd komt, bieden de pedagogisch medewerkers hulp. De kinderen wordt geleerd rekening met elkaar te houden door voor te doen hoe je door overleg tot overeenstemming kunt komen. Als zich echte conflicten tussen kinderen voordoen, worden alle betrokken kinderen aangesproken door de pedagogisch medewerkers. Afhankelijk van het soort conflict gebeurt dit met elk kind afzonderlijk of met de groep kinderen. Ze worden aangesproken op het feit at hun gedrag niet correct is en waarom dat zo is. Ook worden er alternatieven aangeboden om een dergelijke situatie in de toekomst op een andere manier op te lossen. Pedagogische medewerkers zien hierop toe en zullen daarbij eventueel de nodige begeleiding bieden. Als een conflict meerdere keren voorkomt en gepaard gaat met zeer heftige emoties van een kind, wordt dit bij de overdracht met de ouders besproken. Vooroordelen en pesten Op de BSO wordt getracht te voorkomen dat bij kinderen of in het team vooroordelen ontstaan. De pedagogisch medewerkers reageren steeds op de kinderen en op elkaar, zodra men merkt dat in spel of gesprek vooroordelen naar voren komen. Pesten of gedrag dat neigt naar pesten is op de BSO absoluut ontoelaatbaar. In het geval dat er een vermoeden is van pesterijen wordt dit in het team besproken, zodat hier direct maatregelen tegen kunnen worden genomen. Ook kan worden besloten om contact op te nemen met de ouders. In dit geval wordt dit ook met het kind/ de kinderen besproken. Om pesten zoveel mogelijk te voorkomen geldt de “STOP HOU OP!”-regel. Deze regel is ter voorkoming van ongewenst gedrag van kinderen ten opzichte van andere kinderen. Als iemand iets bij je doet, wat je niet wilt, zeg je “stop, hou op!”. De ander moet
21
dan stoppen. Als diegene dat niet doet, wordt hij/zij extra serieus door de pedagogisch medewerkers aangesproken. Omdat ook veel basisscholen deze regel hanteren, zijn de meeste kinderen op de hoogte van deze regel. Inspraak van kinderen De kinderen hebben inspraak op het dagelijkse gebeuren. Denk hierbij aan het tijdstip waarop ze iets willen drinken of eten, de activiteiten die ze willen doen, de thema’s die we kiezen, de aanschaf van nieuw speelgoed, enz. Dit gebeurt allemaal spelenderwijs. Door naar de reden van hun keuze te vragen, krijgen we een aardig beeld van hun mening en ideeën en daar proberen we rekening mee te houden. We nemen de kinderen serieus, luisteren naar de kinderen en overleggen met ze. Afhankelijk van het onderwerp en de kosten worden sommige ideeën ook uitgevoerd. 8.3. Seksualiteit en intimiteit Omdat seksualiteit en intimiteit nogal waarde en cultuur gebonden is, hebben wij hierover afspraken gemaakt. Bij de intake wordt aan ouders verteld hoe wij hierover denken en welke afspraken wij hebben. Ontwikkeling Kinderen tussen 4 en 8 jaar - Spelen soms seksuele spelletjes zoals ‘vadertje en moedertje’ of ‘doktertje’ kleren blijven aan. - Er ontstaat het begin van schaamtebesef - Gaan veel vragen stellen over voortplanting Kinderen tussen 8 en 10 jaar - worden voor het eerst verliefd - seksualiteit wordt interessanter, kinderen gaan meer op ontdekking uit Kinderen tussen 10 en 12 jaar - Verliefdheden worden serieuzer Intimiteit Op de BSO, kan door leeftijdsverschillen de seksualiteitsontwikkeling wezenlijk verschillen. Pedagogische medewerkers staan open voor vragen van kinderen over seksualiteit. Bij expliciete vragen verwijzen zij kinderen echter naar de eigen ouders. Pedagogische medewerkers geven grenzen aan en dragen uit dat ze de eigenheid van kinderen respecteren. Hierbij vertellen ze hoe je op een prettige manier met elkaar om kunt gaan en leren ze kinderen elkaar niet te dwingen om iets te doen wat een ander niet wil
22
9.
Kwaliteitszorg
9.1 Ziekte van kinderen en medicijngebruik Ieder kind is weleens ziek. Kinderen die niet fit zijn, hebben behoefte aan een rustige, vertrouwde omgeving waar ze de nodige aandacht en verzorging kunnen krijgen. Deze vinden ze het liefst thuis. Op de BSO kan uw kind niet goed meedoen met het groepsgebeuren, mogelijk forceert het zichzelf. Voor de pedagogisch medewerkers is het soms onmogelijk hun aandacht te verdelen tussen het zieke kind en de andere kinderen in de groep. Als een kind ziek is heeft dit dus gevolgen voor het kind zelf maar ook voor de andere kinderen in de groep. Zeker bij besmettelijke ziekten. Als een kind ziek op de BSO aankomt en er kan niet worden voldaan aan de benodigde aandacht dan neemt een van de pedagogisch medewerkers contact op met de ouder om te overleggen of het kind moet worden opgehaald. Wij volgen hierin de richtlijnen van de GGD. Medicijngebruik Op de BSO wordt door de pedagogisch medewerkers geen medicijnen verstrekt, tenzij dit echt noodzakelijk is en de medicijnen op doktersvoorschrift voorgeschreven zijn. Na raadplegen van het “Protocol Toediening geneesmiddelen” wordt besloten of op het verzoek kan worden ingegaan. Hiervoor is in alle gevallen schriftelijke toestemming van de ouders noodzakelijk. De volledige procedure staat beschreven in het reeds genoemde “Protocol Toediening geneesmiddelen”. Direct na binnenkomst op de BSO neemt een de van de medewerkers het medicijn in bewaring. Op de manier wordt voorkomen dat het in de tas blijft zitten en bereikbaar is voor andere kinderen. Het bewaren van de medicijnen gebeurt in een hoog (niet door kinderen bereikbaar) keukenkastje of indien nodig in de koelkast. 9.2 Zorgkinderen Zorgkinderen worden dagelijks besproken door de pedagogisch medewerkers en locatiemanager. Ouders worden altijd op de hoogte gebracht wanneer er sprake is van zorg. Ook werken we samen met anders zorginstellingen in ‘s-Hertogenbosch zoals de jeugdgezondheidszorg 4-12 jaar en het centrum voor Jeugd en gezin. Binnen de organisatie kan hulp worden gevraagd bij een pedagogisch coach. 9.3 Inspectie Wet kinderopvang De GGD inspecteert in opdracht van de Gemeente jaarlijks alle locaties of er kwalitatief goede kinderopvang wordt geleverd. Hierbij wordt gekeken of er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, klachten en voorschoolse educatie. De GGD rapporten zijn inzichtelijk voor alle ouders. De GGD stuurt de oudercommissie het definitieve rapport. De locatiemanager zorgt dat het rapport ingezien kan worden door de ouders en plaatst het op de website. 9.4
Aanbevelingen Rapport Gunning
9.4.1. 4 – ogen principe In december 2010 is de Commissie Gunning ingesteld i.v.m. de zedenzaak die in Amsterdam heeft gespeeld. Hier zijn enkele aanbevelingen uitgekomen waaronder het vier ogen-principe voor kinderopvang 0-4 jaar. Op de BSO streven wij er ook naar om zo goed mogelijk invulling te geven aan het vier-ogenprincipe. Vier ogen-principe:
23
Het streven is om er zoveel mogelijk voor te zorgen dat de pedagogisch medewerkers nooit structureel alleen in een groep zijn maar altijd gehoord en/of gezien worden. Dit realiseren wij door de aanwezigheid of directe nabijheid van pedagogisch medewerkers, stagiaires, groepshulpen, ouders tijdens de breng en haal momenten en aanwezigheid van locatiemanager. Ook is de BSO transparant, deuren open en zoveel mogelijk ramen. Tijdens de haal en/of breng momenten, vakantie periode en de dagen waarop minder kinderen aanwezig zijn zullen we op een verantwoorde manier de groepen samenvoegen. Het halen van een boodschapje of uitstapje zal ook altijd onder begeleiding van minimaal twee personen zijn. Op deze manier verkleinen we niet alleen het risico ten aanzien van seksueel misbruik, maar ook het risico ten aanzien van kindermishandeling en kan er sneller en effectiever worden ingegrepen als een kind of een pedagogisch medewerker iets overkomt. 9.4.2. Procedure rondom werving en selectie Nieuwe medewerkers worden geworven volgens de procedure Werving en selectie van de afdeling HR. Deze procedure is in te zien bij de locatiemanager. 9.4.3. Meld code Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Binnen de BSO werken wij met de meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Elke pedagogisch medewerker handelt volgens deze meldcode. De pedagogisch medewerk(st)ers zijn middels een (team)vergadering getraind om te werken met dit protocol. Tijdens (team) vergadering wordt er aandacht besteed aan de borging van dit protocol. De locatiemanager is aangesteld als aandachtfunctionaris. De Meldcode is te vinden in een map op het kantoor van de locatiemanager. De ingevulde sociale kaart zit eveneens in deze map. 9.5 Protocollen Op Het Kindersportfort wordt gewerkt met diverse protocollen. Verschillende protocollen zijn bijvoorbeeld: Toediening geneesmiddelen, Meldcode huiselijk geweld kindermishandeling, En hitteprotocol/uitstapjes. De protocollen map is te vinden op het kantoor van de locatiemanager 9.6 Veiligheid “Een ongeluk zit in een klein hoekje”. Deze uitspraak is zowel thuis als op de BSO van toepassing. Overal en altijd kan wel iets gebeuren. Om ongelukjes echter zoveel mogelijk te voorkomen of letsel zo ver mogelijk te beperken zijn er verschillende voorzorgsmaatregelen getroffen: Jaarlijks wordt er een risico inventarisatie gezondheid en veiligheid uitgevoerd. Naar aanleiding van deze inventarisatie wordt een plan van aanpak opgesteld en worden werkafspraken gemaakt. Deze werkafspraken worden met het team doorgenomen zodat ook iedereen volgens deze afspraken werkt.
24
Het Kindersportfort is ingedeeld en ingericht conform de eisen van de brandweer en de GGD. Ons materiaal en speelgoed voldoet aan de strengste veiligheidsnormen. Speelgoed wordt regelmatig gecontroleerd op schade. Kapot speelgoed wordt direct weggegooid en zo snel mogelijk vervangen. Er is een calamiteitenplan aanwezig Er vindt jaarlijks tenminste een ontruimingsoefening plaats
Voor aanvang van de BSO zijn de pedagogisch medewerkers aanwezig om de ruimtes en de tuin te controleren op onveilige dingen.
Indien er een ongeval gebeurt, wordt er een ongevallenregistratieformulier ingevuld. Deze wordt na invulling verstuurd naar de ongevallencoördinator van Smallsteps.
10.
Samenwerking met ouders
Haal- en brengmomenten Dagelijks worden ouders tijdens het halen van de kinderen op het einde van de dag geïnformeerd over het verloop van de middag en kunnen eventuele bijzonderheden worden besproken. Op vakantiedagen zijn er 2 momenten op de dag waar met de ouders gesproken kan worden. Wij dragen zorg voor een ontspannen, persoonlijk maar toch formeel contact met de ouders. Basisvoorwaarden hiervoor zijn respect en begrip voor ouders en hen eventuele denkwijze. Zolang deze denkwijze niet in strijd is met onze pedagogische visie, wordt er zoveel mogelijk in meegegaan. 10.1
10.2 Nieuwsbrief Ouders worden via een nieuwsbrief geïnformeerd over praktische zaken binnen Het Kindersportfort en over algemene ontwikkelingen binnen de organisatie. Deze wordt door digitaal verstuurd omdat we zo minder papier verbruiken. Op verzoek kan de brief ook op papier worden verstrekt en via de pedagogisch medewerkers uitgedeeld worden. 10.3 Klanttevredenheidsonderzoek Elke 2 jaar vindt er een klanttevredenheidsonderzoek onder de ouders plaats. Hierin wordt geëvalueerd hoe u bepaalde zaken ervaart en welke verbetervoorstellen u voor onze organisatie ziet. 10.4 Afsprakenformulier Met de kinderen en hun ouders worden afspraken gemaakt over de mate van vrijheid die het kind mag hebben op de BSO. Dit gebeurt aan de hand van een afsprakenformulier. Uiteraard wordt dit formulier tussentijds aangepast aan de veranderende behoefte van het ouder wordende kind. 10.5 Exitgesprek Wanneer het verblijf van uw kind op onze BSO beëindigd wordt, willen wij graag horen hoe u als ouder de kwaliteit van de opvang ervaren hebben. Dit doen wij door u te vragen een exit-formulier in te vullen. Wanneer u daartoe behoefte heeft is het ook altijd mogelijk om een gesprek met de locatiemanager te hebben. De ervaringen en opmerkingen van u als ouder nemen wij mee in de verdere ontwikkeling en verbetering van onze organisatie. Dit gesprek zien we als aanvulling op het klanttevredenheidonderzoek. 10.6 Activiteiten waarbij ouders betrokken worden Een aantal keer per jaar betrekken wij u als ouder bij de organisatie en/of uitvoering van activiteiten zoals een kerstfeest, een ouderavond of een uitstapje. Het spreekt voor zich dat u zelf bepaalt of u hiervoor tijd vrij kunt maken. 10.7 Oudercommissie In de oudercommissie zijn ouders van de het Kindersportfort vertegenwoordigd .De oudercommissie vergadert ongeveer 4 keer per jaar in aanwezigheid van de locatiemanager. Daarnaast vergaderen de voorzitter en de locatiemanager zo’n 8 tot 12 keer per jaar. De oudercommissie bepaalt daarnaast verder hoe vaak zij zonder aanwezigheid van een medewerker
25
van Smallsteps vergadert. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt. Het emailadres waarop de oudercommissie te bereiken is;
[email protected]
10.8 Klachten Goed contact en overleg met ouders vinden wij belangrijk. Wij staan altijd open voor uw vragen, twijfels of opmerkingen. Toch kan het voorkomen dat u ergens ontevreden over bent of een klacht heeft. U kunt hiervoor terecht bij de pedagogisch medewerker van uw kind. Zij zal proberen samen met u tot een oplossing te komen. Komt u er samen niet uit of als het gaat om financiële aspecten, plaatsing of verandering van dagen of om het functioneren van pedagogisch medewerkers, kunt u terecht bij de locatiemanager. Smallsteps Kinderopvang vindt centrale afhandeling en coördinatie van klachten essentieel in het kader van de verbetering van de dienstverlening. Indien u een klacht heeft waar u met de pedagogisch medewerker, locatiemanager en/of clustermanager niet uitkomt, verwijzen wij u naar de interne klachtenprocedure. Ook kunt u gebruik maken van een externe klachtenprocedure. Wij zijn hiervoor aangesloten bij de onafhankelijke Stichting Klachtencommissie Kinderopvang: www.klachtkinderopvang.nl De klachtenprocedure is op te vragen bij de locatiemanager.
26
11.
Vertrouwenspersoon Smallsteps
Wij hechten veel waarde aan kwaliteit. Zowel in onze dienstverlening als in onze organisatie willen wij transparant zijn. Ongewenst gedrag, zoals pesten, agressie en seksuele intimidatie horen niet thuis binnen onze werkvloer en binnen onze organisatie. Wanneer toch ongewenst gedrag wordt ervaren, moet dit bespreekbaar zijn. In dit geval is het belangrijk om te weten bij wie je terecht kunt. Daarom bestaan er binnen Smallsteps Kinderopvang vertrouwenspersonen. Een vertrouwenspersoon verzorgt de opvang van personen (medewerkers en klanten) die zich benadeeld of bedreigd voelen. Dit kan betrekking hebben op alle vormen van ongewenst gedrag. De vertrouwenspersoon helpt om te komen tot een bevredigende oplossing. Elke regio heeft een eigen vertrouwenspersoon met wie contact kan worden opgenomen. Contactgegevens van de vertrouwenspersoon kunt u vinden op onze website
12.
Media gebruik
Het Kindersportfort heeft een eigen website. Op deze website is veel informatie te vinden . www.bso-kindersportfort.nl Rondom het gebruik van sociaal media zijn afspraken gemaakt. Het emailadres van het Kindersportfort is:
[email protected]
27