PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDEROPVANG ZEEUWS-VLAANDEREN
GROEPSVORMING Het peuterproject van Basisschool De Vlaswiek heeft dagelijks 14 kindplaatsen. Dit is een project voor kinderen van 0-4 jaar. Op deze groep zijn de vaste krachten respectievelijk: -
Mevr. Chantal De Schepper Mevr. Wendy Borgt Mevr. Kimi Gijsel-Jacobs
De kinderen worden gebracht tussen half negen en kwart voor negen en worden om 12.00 samen met de kleuters opgehaald aan de schoolpoort. Zo wennen kinderen en ouders aan het schoolse leven en kan een ochtend op een rustige en serene manier afgesloten worden, zonder dat er constant mensen in of uit het lokaal wandelen. De peuters van het peuterproject worden begeleid op eenzelfde manier als de kleuters van de basisschool. Er is een vertical samenhang qua begeleiding, pedagogische aanpak, thematiek en aankleding. Het project maakt deel uit van de schoolloopbaan. Kinderen mogen naar school komen vanaf het moment dat ze twee jaar oud zijn. We maken dus deel uit van ‘brede school’ De Vlaswiek. Op onze peutergroep is altijd minimal één vaste kracht aanwezig, met uitzondering van ziekte bij beide vaste krachten. Wij zijn gesloten tijdens ALLE schoolvakanties; alsook alle pedagogische studiedagen en vrije schooldagen. Dit omdat we deel uitmaken van het schoolleven. VOT wordt aangeboden op de groep van het kinderdagverblijf. Deze is voorzien voor kinderen van 04 jaar; dus daar vallen ook de kinderen van de peutergroep onder. Kinderen die gebruik maken van VOT, zijn ook ingeschreven op het kinderdagverblijf; vanzelfsprekend. Tijdens schoolvakanties zijn ingeschreven kinderen van het KDV daar aanwezig. Steeds met inachtneming van protocol 11, 16, 25. Onze stamgroep bestaat momenteel uit 12 kinderen. Twee keer per week wordt de stamgroep verlaten voor een sessie peuteryoga. Deze vindt plaats in de gymzaal of de aula van de BSO. Alle peuters en twee vaste krachten bevinden zich dus daar op maandagochtend en donderdagochtend, ná het buitenspelen. Ook voor computerles verlaten de kinderen en hun juffen de stamgroep. Bij incidentele activiteiten verlaat de stamgroep ook het peuterlokaal. Voorbeelden hiervan zijn: alle feesten zoals Carnaval, Kerst, Sinterklaas, Pasen,…of bij een bepaald thema waarbij er activiteiten zijn waarbij er ruimte nodig is om te bewegen. Dan zijn de kinderen van de peutergroep, samen met hun vaste begeleiders te vinden in de gymzaal, of bij de op dat moment niet-bevolkte BSO, of op het speelplein. Daar zijn de peuters dagelijks ook te vinden voor de buitenspeelactiviteiten.
KINDTIJD Op de groep hebben we kindtijd van 09.00-11.00. Dat betekent dat onze aandacht alleen en alleen naar de kinderen gaat. Telefoons en administratie worden afgehandeld buiten deze uren. Ook vragen, suggesties en opmerkingen van ouders/verzorgers/collega’s worden buiten deze tijden behandeld.
DE GROEPSRUIMTE We hebben een buitenspeelplaats op het schoolplein. Dit is de speelplaats van de kleuters, en we spelen samen om een goede integratie te krijgen. Wanneer de kinderen met vier jaar dan naar groep 1 gaan, zijn ze al goed ingeburgerd en ook gewend aan de juf van de kleuterschool. Dit schooljaar is dat Mevr. Benedikte D’Hauwer. Er zijn hoeken gecreëerd in de klas. Een autohoek, kapsalon, dokterskamer, poppenhoek/huishoek. We gebruiken leuke kleuren in de ruimte, we zetten speelgoed op een leuke manier neer en we wisselen regelmatig het speelgoed. Door in te spelen op de actuele thema’s wordt de klas helemaal versierd en ingericht. Bijvoorbeeld bij het thema herfst wordt de hele klas omgetoverd tot een hersttafereel met op de vensterbanken allerlei materialen uit de natuur, beeldjes, poppetjes, attributen die met de herfst te maken hebben, er hangen knutselwerkjes omhoog in het thema herfst, er worden “werkjes”gemaakt over herfstdingen…We stappen als het ware telkens het thema in als we het lokaal binnenkomen. Ieder kind is uniek, met zijn eigen talenten en interesses. We proberen een zo gevarieerd mogelijk aanbod van materialen en speelgoed aan te bieden. Omwille van het leeftijdsverschil (twee jaar of vier jaar heeft een groot ontwikkelingsverschil) hebben we dan ook material en speelgoed in verschillende gradaties in de klas. We hebben puzzels met nopjes en ook legpuzzels met een heel aantal meer stukken. We hebben dikke stiften, dunnere stiften, kleurpotloden, wasco’s…naargelang de ontwikkeling zullen ze andere materialen gebruiken. Wij, de leidsters, maken onderling afspraken hoe we de peutergroep zullen versieren. Er worden ook afspraken gemaakt wie wat aanschaft, wat we gaan doen en maken. We bespreken de invulling van de thema’s en nemen ieder enkele thema’s voor onze rekening. We veranderen regelmatig de hoeken in het vierluik door een rijk aanbod van spelmateriaal te voorzien, in het actuele thema. We kijken naar de behoeften van de kinderen en passen ons daarop aan. Dit wordt ook besproken in de groepsoverleggen met de coordinator. VEILIG GEVOEL, VERTROUWEN EN GEBORGENHEID De inrichting van een ruimte levert een bijdrage aan een gevoel van geborgenheid. We bieden emotionele veiligheid door een ruimte te creëren waar het kind zich thuis en veilig voelt. Met ouders van nieuwe kinderen wordt een intakegesprek gedaan. Dit wordt verzorgt door onze coördinator, mevr. Annelies Scheele, of door de Senior Pedagogisch Medewerker, mevr. Talitha Goossen-Koppelaar. Dit is heel belangrijk, de ouders vertrouwen immers een deel van de opvoeding en verzorging van hun kind toe aan de pedagogisch medewerkers. Wanneer het onderlinge contact tussen ouders en pedagogisch medewerkers goed is en de omgang met het kind op elkaar is afgestemd, voelt het kind zich het prettigst. Bij kinderen die naar de PG komen, wordt het wennen afgestemd op het kind. Sommige kinderen hebben meer tijd nodig. Ze mogen enkele dagdelen komen “oefenen”. Door veel persoonlijke aandacht te geven proberen wij het kind op zijn gemak te stellen en zich welkom te laten voelen. We bieden een warme, liefdevolle en geborgen omgeving, zodat zowel kinderen als ouders zich thuis voelen bij ons. Pas als kinderen zich veilig voelen, zullen zij persoonlijke en sociale competenties kunnen ontwikkelen en zullen zij zich normen en waarden eigen kunnen maken.
OMGAAN MET DIVERS GEDRAG EN STEUN BIEDEN We proberen de kinderen een zo leuk mogelijke ochtend te laten beleven, voor A is dit knippen, voor B is dat buiten spelen. De individuele wensen worden zoveel mogelijk beantwoord. We proberen stille kinderen te stimuleren, en drukke kinderen rekening te laten houden met andere kinderen zodat die ook eens aan de beurt komen. We stimuleren kinderen die bepaalde educatieve handelingen goed kunnen, en helpen kinderen die hiermee nog wat moeite hebben, zonder nadruk te leggen op het feit dat we “helpen”. Ongewenst, storend gedrag wordt gecorrigeerd, door het gedrag te benoemen en erbij te vertellen waarom het gedrag niet als prettig wordt ervaren. We proberen kinderen die niet tot spel komen te motiveren door te vragen wat hij of zij leuk vindt en helpen hem of haar contact te leggen met kinderen die datzelfde aan het doen zijn. Positief gedrag wordt beloond met een aai over het hoofd, een complimentje, een schouderklopje. Een spelletje alleen kan ook een beloning zijn, of het voorlezen van een boekje. Voor een ander kind, wat drukker is, kan een boekje meer als straf gezien worden, en kies je een iets actievere activiteit. Kinderen die nooit eens zullen vragen of je iets met hen wil doen vragen wij wel eens of ze een spelletje willen spelen of willen knutselen. Meestal willen ze dit wel heel graag, maar durven ze het niet te vragen. Kinderen die steeds de aandacht opeisen krijgen wel eens een neen, of een compromis wordt voorgesteld als “misschien kan je dat spelletje met x spelen”? We bieden verschillende thema’s aan, waarvan vele deel uitmaken van het VVE-programma UK&PUK. Hiermee stimuleren we de sociale ontwikkeling en fantasie bij kinderen, en vooral de algemene ontwikkeling van het kind. Deze pedagogische activiteiten zijn bedoeld om kinderen voor te bereiden op de basisschool. Kinderen moeten de mogelijkheid krijgen te ontdekken waar ze goed in zijn, dat is goed voor de ontwikkeling van hun zelfvertrouwen. Kinderen worden gestimuleerd keuzes te maken…waar speel je mee, met wie speel je, welk stukje fruit wil je nemen? We gaan in gesprek over de thema’s en weten zo in hoeverre de kinderen al over kennis van dit thema beschikken; hierop sluiten wij onze activiteiten aan. We proberen de kinderen zoveel mogelijk zelf te laten doen, om hen zelfredzaam te maken. We stimuleren de kinderen in plaats van hen te helpen wanneer ze zeggen “ik kan dat niet”. Dat geldt ook voor kleuren, knippen, een bal wegtrappen, gooien. Samen de bal vasthouden, ieder een stukje kleuren en vervolgens het kind het alleen laten afmaken. Wanneer het kind moeite doet, belonen we door te zeggen “zie je wel dat je het kan?!”of “als je veel oefent gaat het steeds beter”. We letten ook op de reactie van andere kinderen en stimuleren positiviteit. ‘Goed he, dat ze het probeert, konden jullie het ook al zo goed de eerste keer?” Zo voelt het kind zich trots, zelfverzekerd en het vertrouwen zal langzaamaan groeien. Als een kind moeite heeft gedaan maar het lukt toch niet, stop je met de activiteit en probeer je het op een later tijdstip nog eens samen. Met een aai, een knipoog en op het einde van de dag de kans om zelf te vertellen wat hij of zij gedaan heeft, groeit een kind!
STIMULEREN VAN KINDEREN We geven het kind vertrouwen in de groep, de leidster en zichzelf. Door verschillende activiteiten aan te bieden, krijgt het kind inzicht in eigen kunnen. Kinderen leren in groepsverband werken en een plaatsje vinden in die groep. Ook door het kind dat altijd voorop loopt eens niet de leider te laten spelen maar juist een stiller kind de touwtjes in handen te geven. (Als je aanvoelt dat het kind daaraan toe is!) We proberen de kinderen te stimuleren op creatief, sociaal en emotioneel gebied. Door normen en waarden aan te leren en respect te leren hebben voor volwassenen en kinderen in de groep. We proberen de kinderen zelf initiatief te laten nemen; als ze iets willen voordoen of zingen, vertellen in de groep. AANZET TOT SPEL EN EXPLORATIE Door spelmateriaal steeds anders aan te bieden, kunnen verschillende spelvormen uitgelokt worden. Blokken bij een treinset worden huizen, maar blokken bij een bal worden doelpalen. Er kan ook verschillend knutselmateriaal aangeboden worden, zonder verdere opdracht. Aan het eind van de ochtend zie je dan zeer uiteenlopende knutselwerkjes. Waar we op letten is kopieergedrag van kinderen die steeds bij elkaar zitten. Ze nemen dezelfde beslissingen, spelen steeds met elkaar of maken precies dezelfde werkjes. Dan is het wel eens ‘nodig’om ze even uit elkaar te halen zodat ze zichzelf leren ontwikkelen en vertrouwen krijgen in hun eigen kunnen. ONDERLINGE CONTACTEN Door kinderen eerst vrij te laten spelen, ontdek je snel welke kinderen naar elkaar toe trekken. Soms is er een kind dat mee wil doen maar niet mag, of geen aansluiting kan vinden in de groep. We laten de groep, andere kinderen, dan zelf samen een oplossing bedenken waardoor het ‘eenzame’ kind zich toch in de groep opgenomen voelt. Als dit niet lukt, bieden wij een oplossing aan. Door groepsactiviteiten aan te bieden waarvoor de kinderen moeten samenwerken, ondersteunen we het proces van verbetering van contact. We stimuleren dit ook door spelletjes te spelen met kinderen die niet zo snel iets samen zullen doen. Zo leren we de kinderen om te gaan met iedereen. We leren de kinderen bij tractaties of extra hapjes te delen. Ook doen we ons best om pesten te voorkomen. Ruzies of geschillen worden meteen uitgepraat. VEILIGE EN ONVEILIGE SPELSITUATIES We hebben huisregels op de peutergroep waarin staat dat er niet gerend mag worden, dat er met respect dient omgegaan te worden met het speelgoed en het materiaal in de klas en van anderen. Bij overtreding houden we de kinderen even halt en leggen uit waarom dat niet mag. Als er andere situaties zijn die wij onveilig achten, wordt dit ook aan de kinderen uitgelegd. In de meeste gevallen zullen zij het niet eens zijn met het dreigende gevaar en zullen we het gewoon moeten verbieden of een andere optie aandragen. Soms zien ze de ernst van de situatie zelf wel in en zullen ze proberen een compromis te sluiten waardoor ze het spel op een andere manier kunnen blijven doen.
SOCIALE INHOUD ACTIVITEITENAANBOD Bij binnenkomst wordt iedereen persoonlijk begroet door een woordje of een gebaar. De kinderen gaan dan in de kring zitten en samen openen we de dag. We geven handen, we zingen goeiemorgen, zeggen een persoonlijke goedemorgen tegen elk kind, bekijken samen het weer, welke dag het is, en wie wil mag vertellen wat hij of zij de afgelopen dag/namiddag/avond gedaan heeft. Ze mogen ook allemaal vertellen wat ze in het weekend gedaan hebben. We proberen dingen te bespreken die in de wereld gaande zijn, op peuterniveau. Er kan een gesprek of discussie ontstaan. We zingen en musiceren in de kring, en dat geeft een gevoel van verbondenheid. Ook doen we twee keer in de week aan peuteryoga, wat de sociale ontwikkeling op alle vlakken dieper ontwikkelt!! Kinderen mogen ook wel eens iets gaan vragen bij een van de andere groepen. Hoe pak je dat aan? Neem je iemand mee of durf je dat alleen? Zelf problemen oplossen, zelf vrienden maken, zelf een voorstel aan een ander doen. Aan een leidster vragen of ze je veter wil strikken, …het helpt allemaal om zich op sociaal gebied te ontwikkelen.
NORMEN EN WAARDEN We leren de kinderen naar elkaar te luisteren tijdens een gesprek in de kring of eender waar. We leren hen dat je iemand moet laten uitpraten vooraleer zelf te praten. We leren respect te hebben voor elkaar. We hebben ook voor tafelmanieren bij het eet-en drankmoment. We stimuleren samenspelen, het leren ruziemaken en bijleggen. Een heleboel normen en waarden vind je ook terug in onze huisregels. DIVERSITEIT EN VERSCHILLEN Iemand die ‘anders’ is, kan door de groep daarom nog niet ‘anders’ bevonden worden. Door geen speciale aandacht op de situatie van het kind te vestigen, zal hij of zij ook gewoon meedraaien in de groep. Natuurlijk zijn er soms ook situaties die je uit zal moeten leggen. Daarbij wordt met de ouders en het kind overlegd hoe we dat zullen aanpakken. Uit de praktijk blijkt dat hoe minder ‘aandacht en gedoe’ ervoor is, hoe makkelijker een kind wordt opgenomen in de groep. Kinderen zijn van nature zonder oordeel!! We bespreken dingen ook open in de groep, we zorgen ervoor dat alle vragen worden beantwoord, dat er niet gelachen of gepest wordt. Met Kerstmis zetten we samen de boom en tuigen hem op. We respecteren ieders geloof of niet geloof, en niemand is verplicht tot iets. Ook voor Sinterklaas geldt dit. Rekening houden met dingen die wel of niet mogen/kunnen gegeten worden hoort hier ook bij. We leggen wel uit waarom bepaalde feestdagen gevierd worden en wat er in de geschiedenis gebeurd is. Kinderen leren zo elkaars gedachten en geloofsovertuigingen te begrijpen en te respecteren.
NORMEN EN WAARDEN Er zijn huisregels waaraan eenieder zich dient te houden. We maken afspraken over hoe we met elkaar omgaan. Kinderen mogen in de kring aan het woord en vertellen wat ze willen, hierover wordt samen een praatje gemaakt. Na een activiteit wordt aan de kinderen gevraagd wat ze ervan vonden; bij storend gedrag wordt met het kind gepraat en gekeken hoe we dat kunnen oplossen. We leren de kinderen respect te hebben voor het speelgoed en de omgeving. We maken niets stuk, gooien niet met spullen, ruimen gebruikte materialen weer op. Wanneer iemand iets niet leuk vindt of niet lust, bijvoorbeeld bij een traktatie, zullen we uitleggen dat de jarige het best lekker vindt en dat het erg aardig is dat hij of zij trakteert. Dat het dus onbeleefd gedrag is om te roepen “bah, dat is vies!” Alsjeblieft en dankjewel zeggen dragen we hoog in het vaandel en ook beleefd een handje geven en iemand met twee woorden aanspreken vinden we zeer belangrijk. We hebben een voorbeeldfunctie en daar zijn wij ons terdege van bewust. Door dingen te benoemen die je doet of ziet maak je anderen bewust van je manier van handelen en ook van de normen en waar? en die jij zelf hanteert. Op je beurt wachten in de kring is nodig, allemaal samen praten werkt niet. Iedereen die iets wil vertellen proberen we wel aan bod te laten komen. Aan de hand van reacties van anderen kunnen we werken aan het bijbrengen van normen en waarden. Misschien is er iets gebeurd wat iemand heel leuk vond, terwijl er iemand is die op zijn stoel zit te draaien en niet oplet. Dan bekijken we samen het onverschillige gedrag. Het zit in kleine alledaagse dingen, je bent het eigenlijk constant aan het doen. Het omvat een enorm groot deel van “opvoeden”. SAMENVOEGEN MET ANDERE GROEPEN Omdat deze kinderen echt naar school komen bij ons op de peutergroep, worden er geen kinderen of groepen toegevoegd. Echter, tijdens iedere schooldag gaan de peuters die opvang nodig hebben, gebruik maken van het KDV. Ook VOT wordt aangeboden op het KDV. De peuterklas gaat enkel ‘s ochtends door. Zij verblijven dus voor en na school ook in een 0-4 groep! Zij zijn hiervoor officieel ingeschreven op het KDV!!
DAGINDELING PEUTERPROJECT 08.30u - binnenkomen en in de kring gaan zitten. We zingen goedemorgen, begroeten iedereen persoonlijk, kijken wat voor dag en wat voor weer het is, zingen samen enkele liedjes. Daarna mag de helft van de kinderen een kindje uitkiezen en een hoek om in te spelen. Zo zorgen we ervoor dat alle kinderen overal en een keer met iedereen spelen. Tevens is het interessant, want zo kunnen we observeren of er kinderen zijn die telkens dezelfde vriendjes of dezelfde hoeken kiezen. 09.30u
- fruit eten, drinken, koekje of soepstengel met smeerkaas.
10.00u
- begeleide activiteit
10.30
- buiten spelen, plassen en verschonen
11.30
- zang/voorlezen/drama
12.55
- afsluiten van de dag
12.00
- ophalen van de kinderen
WEEKSCHEMA PEUTERPROJECT
08.30u
maandag onthaal, kring, vrij spel
09.30u
fruit, drank, koek
10.00u
Zang, lezen, drama
10.30u
buiten spelen
11.30u 12.00u
peuteryoga naar huis
dinsdag onthaal, kring, vrij spel fruit, drank, koek Zang, lezen, drama
woensdag onthaal, kring, vrij spel fruit, drank, koek Zang, lezen, drama
donderdag onthaal, kring, gym fruit, drank, koek Zang, lezen, drama
buiten spelen computer naar huis
buiten spelen wandelen naar huis
buiten spelen peuteryoga naar huis
vrijdag onthaal, kring, vrij spel fruit, drank, koek Zang, lezen, drama buiten spelen muziekactiviteit naar huis
HUISREGELS 2- tot 4-jarigen peuterproject Koewacht Halen en brengen Ouders en personeel sluiten ten allen tijden de buitendeur achter zich, zodat er geen peuters weer naar buiten kunnen lopen. De peuters worden tot in de klas gebracht en ook in de klas weer opgehaald. Zo verliezen wij het overzicht niet en kunnen er geen peuters ‘toevallig’ op het speelplein belanden als er nog geen ouders zijn. Zodra de ouders binnen zijn ’s middags, zijn ouders zelf verantwoordelijk voor hun eigen kind. Halletje/garderobe De jassen van de kinderen hangen netjes bij hun eigen naam. Ook hun tas wordt daar opgehangen. Jassen van de leidsters bevinden zich ook aan de kapstok buiten in de gang. Tassen worden of op kantoor gelaten of op een plaats gezet buiten het bereik van de kinderen. Sjaals, mutsen, wanten etc. worden bij de jas van het kind, dus in de mouwen en jaszakken bewaard. In de hal ligt geen speelgoed of losse voorwerpen te slingeren. Dit wordt dagelijks gecontroleerd door de pedagogisch medewerker. Enkel de materialen van school die als bestemming de gang hebben, mogen daar staan. In de hal wordt niet gespeeld, niet gerend en niet gegild. Leefruimte Vooraleer er met een nieuwe activiteit wordt gestart, ruimen we gezamenlijk op. Aan het eind van de dag wordt de groepsruimte opgeruimd en netjes achtergelaten. Het speelgoed heeft een eigen plek, zoals: - Spulletjes in de poppenhoek horen netjes in de poppenhoek - De verkleedkleren in de verkleedbak en aan de kapstok. - De auto’s op de automat - Boekjes in de boekenkast, knuffels en poppen in de poppenhoek, babyspullen in de poppenhoek - Grote speelobjecten (trapauto’s etc) staan netjes opgeborgen in het schuurtje, waar de juffen en leidsters de sleutel van hebben. Speelgoed dat in de kasten staat wordt door de leidsters gegeven, indien toestemming, mogen de peuters iets zelf nemen. In de leefruimte wordt niet gegild, gerend, geroepen of geschreeuwd; dit brengt onrust met zich mee en kan onveilige situaties creëren. Eten en drinken gebeurt in de kring, nadat de handen zijn gewassen met zeep en afgedroogd met een papieren doekje. Eigen materiaal/verschoongoed zit in hun tasjes in de gang. Indien niets bij, hebben we altijd nog reserve op school. De grote stoelen zijn bedoeld voor de peuterjuffen.
Er mag niet geklommen worden op het meubilair Verschoonruimte Alle kinderen gebruiken luiers van de kinderopvang. Ze liggen al klaar op de verschoontafel. Kinderen mogen nooit zonder toezicht en toestemming bij en op de commode. De luiers gaan altijd direct in een vuilnisemmer. De commode wordt na elke luierverwisseling schoongemaakt. Peuterjuffen wassen na iedere beurt de handen en drogen deze met een papieren doekje af. Toiletruimte Peuters vragen of ze naar het toilet mogen gaan en gaan ook op vaste tijdstippen gezamenlijk naar het toilet. Peuterjuf houdt de kinderen op het toilet in de gaten en helpt met het poetsen van de billen. Wc wordt schoongemaakt door poestpersoneel. Bij de toiletruimte is een wastafel op kinderhoogte, de kinderen kunnen onmiddellijk zelfstandig de handen wassen en afdrogen. Na gebruik van het toilet worden de handen gewassen van kind en peuterjuf! Geen speelgoed meenemen in de toiletruimte, dat is niet hygiënisch. Niet spelen in de gang van de toiletten en om de beurt naar binnen gaan! Keuken De keuken wordt enkel gebruikt door de peuterjuffen en niet door de kinderen. De keukenkastjes bevatten geen schadelijke stoffen, het vaatwasmiddel staat buiten bereik van de peuters. Iedere dag wordt de handdoek, theedoek en vaatdoek vervangen.
Buitenterrein De kinderen spelen op het kleuterspeelplein van Basisschool De Vlaswiek. De peuterjuf haalt spullen de spullen om buiten te spelen (fietsjes etc) zelf uit het schuurtje, of de kleuterleidster die eerder op het speelplein is, doet het. De kinderen ruimen de spullen op. Zandbakspullen worden netjes in de daarvoor bestemde kast gezet. Fietsen en autootjes en steps worden tot aan het leidsterhok gebracht, de juf zet ze er terug in. Er mag niet met de fietsen tegen elkaar gereden worden en ze mogen niet op elkaar gegooid worden. De kinderen mogen op het plein met de bal spelen maar niet over het hek gooien. De kinderen mogen niet van het speelterrein af. Ook als de ouders/verzorgers ze komen halen gaan ze onder begeleiding van ouders of verzorgers mee naar binnen. De kinderen zijn altijd onder toezicht buiten. (peuterjuffen zijn ook buiten) De peuters spelen samen met de kinderen van groep 1en 2 en diens leerkrachten.
Wanneer een kind naar het toilet gaat, wordt dit doorgegeven aan de desbetreffende collega, zodat de peuters die nog spelen niet zonder begeleiding vallen. Er wordt ten allen tijde geluisterd naar de leerkracht, om gevaarlijke situaties te vermijden.
aanvulling veiligheids- en gezondheidsregels Via nieuwsbrief + informatie bij start: ouders informeren over toezicht wanneer zij er zijn en het opletten met de deuren (de meeste deuren zijn beveiligd) kinderen mogen niet alleen naar buiten; kinderen leren te wachten op hun ouders. Kinderen mogen niet in de buurt van snoeren spelen en er niet aankomen. Kinderen mogen niet voor deuren spelen. Meubilair en speelgoed wordt in de gaten gehouden op gebreken, er wordt jaarlijks een checklist ingevuld. Wanneer er geknoeid is, wordt dit meteen schoongemaakt, zodat kinderen niet over natte plekken kunnen uitglijden. Thee en koffie altijd op veilige afstand neerzetten buiten bereik van de kinderen en NOOIT onbewaakt laten staan. Kinderen en ook op wijzen dat het heet is en dat ze er niet aan mogen komen. Waterkoker altijd buiten bereik van kinderen neerzetten. Speeltoestellen, zie pro.14, dagelijks een visuele inspectie. 7 maal functionele inspectie (for.5) en jaarlijks hoofdinspectie door extern deskundige. (directie Vlaswiek) Kinderen aanleren handen voor de mond te houden bij hoesten of niezen. Handen wassen voor en na toiletgebruik. Na iedere verschoning, neus poetsen, of ander contact met lichaamsvloeistoffen van jezelf of van anderen, worden de handen gewassen met zeep. Voor ieder kind wordt een aparte snoetenpoetser, tissue of washand gebruikt. Bij het naar buiten gaan van de kinderen wordt er door de peuterjuf extra aandacht geschonken aan de sterkte van de zonnestralen, aanwezigheid van insecten en ongedierte. Bij het spelen in (hoog) gras worden de kinderen gecheckt op evt tekenbeten. De kinderen worden goed ingesmeerd tegen verbranding. Indien nodig wordt een schaduwplek gezocht om te spelen/zitten. Bij het met water spelen wordt er door de peuterjuf extra aandacht geschonken dat de peuters het water niet opdrinken. Kapotte verlichting (of iets dergelijks) wordt meteen gemeld aan de conciërges van Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen en zo snel mogelijk hersteld. Gevaarlijke touwtjes worden uit kleding en van speelgoed verwijderd. Schoonmaakmiddelen worden buiten bereik van kinderen bewaard, met name in het leidsterhok op de hoogste kast. Schoonmaken en gebruik van schoonmaakmiddelen gebeurt na de uren, wanneer er geen kinderen in het lokaal aanwezig zijn. In het KC wordt niet gerookt!