Pedagogisch werkplan BSO
STICHTING KINDEROPVANG HEERHUGOWAARD Ingangsdatum versiedatum basis versiedatum vestiging Norm Nr. Versienummer Proceseigenaar
: 02-12-2009 : 18-06-2012 : 25-03-2014 : 4.5.1.1 :3 : Beleidsmedewerker pedagogiek
Pedagogisch werkplan
Locatie Tuinfluiter BSO Zeppelbraam Maart 2014
Inhoudsopgave Inleiding .................................................................................................................................................. 3 H1. Typering kindercentrum ................................................................................................................. 4 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Indeling gebouw....................................................................................................................... 4 De basisgroepen/groepsgrootte .............................................................................................. 4 Samenvoegen en calamiteiten ................................................................................................ 4 Openingstijden ......................................................................................................................... 5 De pedagogisch medewerker .................................................................................................. 5 Ondersteuning pedagogisch medewerkers ............................................................................. 5
H2. Wennen en begroeten .................................................................................................................... 6 2.1 Wennen ......................................................................................................................................... 6 2.2 Begroeten ...................................................................................................................................... 6 2.3 Afscheid......................................................................................................................................... 6 H3. Eten en drinken ............................................................................................................................... 6 H4. Activiteiten aanbod ......................................................................................................................... 7 4.1 Vrijspel ........................................................................................................................................... 7 4.2 Activiteiten aanbod ........................................................................................................................ 7 4.3 Individuele aandacht en groepsmomenten ................................................................................... 7 H5. Dagritme........................................................................................................................................... 8 H6. Persoonlijke verzorging ................................................................................................................. 8 H7. Kinderparticipatie ........................................................................................................................... 8 H8. Taal en communicatie .................................................................................................................... 9 8.1 Interactie groep en individueel ...................................................................................................... 9 8.2 Belonen, corrigeren en conflicten.................................................................................................. 9 8.3 Oudercontact ............................................................................................................................... 10 H9. Inrichting ........................................................................................................................................ 11 9.1 Binnen ......................................................................................................................................... 11 9.2 Buiten .......................................................................................................................................... 11
Pedagogisch werkplan BSO
Pagina 2 van 11
Locatie: De Tuinfluiter, BSO Zeppelbraam
Inleiding Het pedagogisch werkplan is een leidraad voor het pedagogisch handelen op de groep. De vijf pedagogische doelen uit het pedagogisch beleid vormen de basis voor het pedagogisch werkplan. In het algemene pedagogisch beleidsplan worden de volgende pedagogische doelen genoemd: A. bieden van een veilige, stimulerende, uitdagende omgeving aangepast aan de leeftijd van het kind. B. het stimuleren van kinderen om hun eigen mogelijkheden te ontdekken; C. het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen; D. kinderen handvatten bieden bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen, eigenwaarde en hebben van respect voor zichzelf en voor anderen. E. het stimuleren van sociaal gedrag. Door de pedagogische doelen na te streven bieden wij kinderen de optimale situatie om te kunnen: ‘Spelen, ontdekken, groeien’ Om tot een goede leidraad voor het pedagogisch handelen te komen worden de vijf doelen afgezet tegen de pedagogische middelen. Dat zijn de ‘mogelijkheden in de uitvoering’ die je in de kinderopvang hebt om de gestelde doelen te bereiken. Deze middelen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
pedagogisch medewerker - kind interactie, de fysieke omgeving, de groep, het activiteitenaanbod, het spelmateriaal.
De pedagogische werkplannen worden per locatie per opvangvorm opgesteld. De specifieke mogelijkheden en kansen van de locatie worden verwerkt in het werkplan. In het pedagogisch werkplan staat middels de onderdelen vanuit het Pedagogisch Kader 0-4 jaar uitgewerkt hoe de diverse middelen worden ingezet om de vijf doelen binnen de peuterspeelzaal te bereiken. Het pedagogisch werkplan is een dynamisch stuk dat per locatie wordt geëvalueerd en bijgesteld. Kwaliteitsmanagement systeem Binnen SKH wordt de kwaliteitszorg methodisch en systematisch vormgegeven middels een kwaliteitsmanagement systeem. In dit kwaliteitsmanagement systeem worden alle activiteiten van de SKH in kaart en met elkaar in verband gebracht. De afspraken over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkwijze zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek. Dit werkplan is een onderdeel van het kwaliteitsmanagement systeem. In het kwaliteitshandboek zijn de overige richtlijnen die mede met dit stuk in verband staan opgenomen. Binnen dit document zal dan ook naar enkele van deze documenten verwezen worden.
Pedagogisch werkplan BSO
Pagina 3 van 11
Locatie: De Tuinfluiter, BSO Zeppelbraam
H1. Typering kindercentrum 1.1 Indeling gebouw De Zeppelbraam maakt gebruik van de aula van basisscholen de Hasselbraam en de Zeppelin. We werken samen met deze scholen en ook met kindercentrum de Tuinfluiter waarvan de Zeppelbraam een dependance is. 1.2 De basisgroepen/groepsgrootte We hebben bij de Zeppelbraam een vaste basisgroep, deze bestaat op dit moment uit maximaal 10 kinderen tussen 4 en t/m 7 jaar oud. Daarnaast is er op de Zeppelbraam plaats voor flexkinderen. Zij komen incidenteel op dinsdag en/of donderdag. Als daarmee het aantal kinderen de 10 overstijgt, wordt extra personeel ingezet. Kinderen van 7 jaar, met een zelfstandigheidscontract, mogen op het schoolplein zonder direct toezicht spelen. Zij kunnen, als ze dit goed met de pedagogisch medewerkers afstemmen, ook gaan spelen bij de Tuinfluiter. Ze mogen dan zelfstandig naar de Tuinfluiter lopen. Andersom kan het natuurlijk ook gebeuren dat kinderen van de Tuinfluiter bij de Zeppelbraam komen spelen. We zorgen op deze manier dat kinderen meer keuze hebben omdat op alle 3 de groepen (twinkelbel, bonestaak en zeppelbraam) weer andere materialen en activiteiten worden aangeboden. BSO Zeppelbraam is een dependance van locatie De Tuinfluiter. In de vakanties en op de maandag, woensdag en vrijdag wordt de Zeppelbraam samengevoegd met bso de Tuinfluiter. De Zeppelbraam maakt op dinsdag en donderdag in de schoolweken gebruik van de aula van school. Stichting Kinderopvang Heerhugowaard volgt de landelijke richtlijnen betreffende de verhouding tussen het aantal geplande kinderen en aanwezigheid van pedagogisch medewerkers. Bij een lage kind bezetting kan het voorkomen dat een medewerker een bepaald gedeelte van dag alleen op de groep werkt. De ondersteuning wordt dan vormgegeven door dat de collega’s van de andere groepen. Regelmatig is ook de locatiemanager op de locatie aanwezig en kan ondersteuning bieden indien nodig. Medewerkers staan nooit alleen op de locatie Bij de BSO is het mogelijk om flex-opvang, volgens vooraf afgestemde dagdelen, af te nemen1. Er kan ook gebruik gemaakt worden van opvang gedurende extra dagdelen. Deze extra dagdelen kunnen in overleg met de pedagogisch medewerker afgestemd worden en kan alleen als het passend is in de kind bezetting. Hiervoor worden de richtlijnen gevolgd in de informatie voorzieningen over flex opvang en afname extra dagdelen en de LKR.2. Wanneer extra opvang betekent dat een kind in 2 verschillende stamgroepen is ingedeeld, dienen de ouders hiervoor schriftelijk toestemming te geven, volgens onze procedure opvang (extra) opvang andere stam-basisgroep. 1.3 Samenvoegen en calamiteiten Op de dagen dat er geen school is (vakanties en studiedagen), wordt er ook samen gevoegd met de Tuinfluiter zodat we wel 4 ogen en oren op de groep hebben. Als er aan het eind van de opvang dag (17.30 uur) nog maar enkele kinderen aanwezig zijn, gaat de pedagogisch medewerker met de kinderen via het schoolplein naar de Tuinfluiter. Dit doen wij, omdat we 1 2
Flyer flexibel opvang, B 4.5.3 beleid flexibel opvang Tarieven krant
Pedagogisch werkplan BSO
Pagina 4 van 11
Locatie: De Tuinfluiter, BSO Zeppelbraam
erkennen dat een pedagogisch medewerker met maar 1 of 2 kinderen in een ruimte waar tegen die tijd de leerkrachten ook naar huis gaan, te kwetsbaar is. We willen zowel voor de kinderen als voor onze medewerkers een prettige en veilige omgeving creëren. Als er calamiteiten zijn kan de pedagogisch medewerker van de Zeppelbraam te allen tijde een beroep doen op de medewerkers van de Tuinfluiter. Een en ander is vastgelegd in de procedure achterwacht. Daarnaast loopt een medewerker soms tegen praktische zaken aan. Als de zeep bijvoorbeeld op is kan de medewerker dit niet even gaan halen bij de Tuinfluiter, ze zou dan de groep alleen moeten laten en dat vinden we niet wenselijk. In dit soort gevallen belt de pedagogisch medewerker even met de Tuinfluiter en wordt gezamenlijk gekeken wat handig is. Een pedagogisch medewerker van de Tuinfluiter, een van de oudere kinderen of de locatiemanager kan even naar de Zeppelbraam lopen om te brengen wat nodig is. 1.4 Openingstijden Kindercentrum De Tuinfluiter is (behalve vast gestelde feestdagen) het hele jaar geopend op werkdagen van 7.00-18.00 uur. De BSO is tijdens schoolweken de volgende tijden open: maandag t/m vrijdag van 14.00 uur tot 18.00 uur. In vakanties is de BSO open van 7.00 tot 18.00 uur. Ook is de BSO geopend als kinderen wegens studiedagen van school vrij zijn. 1.5 De pedagogisch medewerker Op de Zeppelbraam werkt een vaste pedagogisch medewerker. Zij werkt op dinsdag en donderdag op de Zeppelbraam en op maandag en vrijdag op BSO Bonestaak. De pedagogisch medewerker wordt ondersteund door de locatiemanager middels een vaste overleg structuur. De medewerker overlegt ongeveer 1 keer per 6 weken met het hele bso team en de locatiemanager. In dit team worden praktische zaken onderling afgestemd maar ook met elkaar inhoudelijk nagedacht over het werk bij de bso. 1.6 Ondersteuning pedagogisch medewerkers De pedagogisch medewerkers worden ondersteund in de uitvoering door de locatiemanager en middels vast overleg structuur3. Op verzoek kan de beleidsmedewerker pedagogiek om advies of ondersteuning worden gevraagd. Indien pedagogische ondersteuning noodzakelijk is zal dit in de vorm van observeren en coachen door de locatiemanager of de beleidsmedewerker pedagogiek gebeuren. De procedure signaleren opvallend gedrag wordt gevolgd bij zorg om kinderen in hun ontwikkeling en gedrag. Hierin is o.a. beschreven hoe ouders eventueel doorverwezen worden naar passende instanties die ondersteuning kunnen bieden. Bij de BSO kan een stagiaire aanwezig zijn. De stagiaire bedenkt, onder verantwoordelijkheid van de pedagogisch medewerker leuke activiteiten en uitvoeren. Ook ondersteunt de stagiaire de pedagogisch medewerker bij het uitvoeren van haar taken.
3
P 4.21 Structurele feedback.
Pedagogisch werkplan BSO
Pagina 5 van 11
Locatie: De Tuinfluiter, BSO Zeppelbraam
H2. Wennen en begroeten 2.1 Wennen4 Kinderen die van het kinderdagverblijf komen hebben de mogelijkheid om te wennen bij de bso. De kinderen komen dan voorafgaand aan de plaatsing, in overleg met ouders en pedagogisch medewerkers gezellig een paar keer spelen. Kinderen die van buiten onze organisatie komen, wennen alleen indien nodig. Als een kind voor het eerst komt stelt de pedagogisch medewerker zich voor aan het kind. Het kind wordt ook voorgesteld aan de andere kinderen van de groep. De ruimte wordt bekeken, welke hoeken zijn er en wat voor materialen zijn er op de groep. We leggen uit wat er zoal gedaan wordt bij de bso en geven het kind de mogelijkheid vragen te stellen of dingen op te noemen die hij leuk zou vinden om te doen. In het begin zal een nieuw kind, als het daar behoefte aan heeft, in de buurt van de pedagogisch medewerker zijn. Deze moedigt de kinderen aan het nieuwe kind in de groep en bij hun spel te betrekken. Vaak kent het kind al een aantal groepsgenootjes van school of KDV/PSZ. Het kan prettig zijn om zo’n groepsgenootje te vragen het nieuwe kind wat wegwijs te maken. 2.2 Begroeten We wachten op de kinderen in de bso ruimte die in de aula is van de scholen. Als de kinderen binnen komen begroeten wij hen bij de naam. “Hallo L., wat gezellig dat je er weer bent!” De kinderen gaan hun jas ophangen, tas opruimen. De jongste kinderen worden soms gebracht door de leerkracht . Er kan dan kort iets worden overgedragen wanneer dit van belang is. Hierbij zorgen we ervoor dat de boodschap positief geformuleerd wordt. 2.3 Afscheid Als de kinderen worden opgehaald zeggen we hen persoonlijk gedag. We dragen de kinderen persoonlijk over aan de ouders en vertellen de ouder iets over hoe de dag was. We zorgen ervoor dat we, ook als er dingen minder goed verlopen zijn, positief formuleren. Als er grotere problemen zijn nodigen we de ouder uit voor een apart gesprek op een rustigere plek
H3. Eten en drinken Als de kinderen hun handen hebben gewassen gaan we met de kinderen eten en drinken. We geven in ieder geval fruit en limonade en daarnaast een koekje of een cracker. Bij het eten en drinken vinden we een gezellige sfeer belangrijk. De kinderen vertellen iets over wat ze hebben meegemaakt op school of over iets anders dat ze bezig houdt. De pedagogisch medewerker stuurt het gesprek zo dat alle kinderen aan de beurt komen en dat er naar elkaar wordt geluisterd. Eten doen we zittend. We proberen op een luchtige, positieve manier aandacht te besteden aan tafelmanieren. Op lange dagen wordt er ook een broodmaaltijd verzorgt op de groep. De kinderen smeren hun eigen brood als ze dit kunnen. De pedagogisch medewerker helpt de kinderen die dit nog moeilijk vinden. We wachten even tot alle broodjes zijn gesmeerd, wensen elkaar:"smakelijk eten" en beginnen tegelijk met eten. We stimuleren de kinderen gevarieerd te eten, na een broodje pasta weer een ander soort beleg. Het eerste broodje wordt in stukjes gesneden en met de vork opgegeten. De volgende broodjes mogen worden dubbel geklapt. We drinken melk of karnemelk bij het broodje, in vakanties kan er bij uitzondering yoghurtdrink of chocomel worden aangeboden.
4
Voor de wenperiode wordt P1.3.a Wenperiode aangehouden.
Pedagogisch werkplan BSO
Pagina 6 van 11
Locatie: De Tuinfluiter, BSO Zeppelbraam
H4. Activiteiten aanbod De kinderen zijn een hele dag op school geweest. We proberen bij de bso daarom ruimte te maken voor ontspanning. Na het eten en drinken wordt er eerst door alle kinderen buiten gespeeld als het weer dit toelaat. De kinderen mogen hier zelf een activiteit kiezen maar de pedagogisch medewerker biedt ook activiteiten aan. Te denken valt aan: estafetterace, elastieken, een tikspelletje enz. Omdat we bij de Zeppelbraam werken met 1 pedagogisch medewerker en jonge kinderen, zijn de kinderen steeds met de pedagogisch medewerker in dezelfde ruimte. We spelen dus met de hele groep buiten of binnen. Kinderen van 7 jaar, met een zelfstandigheidscontract, mogen op het schoolplein zonder direct toezicht spelen. Zij kunnen, als ze dit goed met de pedagogisch medewerkers afstemmen, ook gaan spelen bij de Tuinfluiter. Ze mogen dan zelfstandig naar de Tuinfluiter lopen. Andersom kan het natuurlijk ook gebeuren dat kinderen van de Tuinfluiter bij de Zeppelbraam komen spelen. We zorgen op deze manier dat kinderen meer keuze hebben omdat op alle 3 de groepen (twinkelbel, bonestaak en zeppelbraam) weer andere materialen en activiteiten worden aangeboden. 4.1 Vrijspel We vinden het belangrijk dat de kinderen op sommige momenten zelf kunnen spelen. We bieden alleen de randvoorwaarden aan (speelgoed, een rustig plekje, een tafel om aan te zitten). Het kind bepaald zelf zijn activiteit. 4.2 Activiteiten aanbod We proberen een gevarieerd aanbod aan activiteiten aan te bieden. We werken thematisch en proberen alle ontwikkelingsgebieden te stimuleren. We bieden zowel binnen als buiten activiteiten aan. Te denken valt aan spelletjes, knutselwerkjes, dansen, muziek maken, fantasiespel, skaten, koken/ bakken enz. We proberen een gevarieerd aanbod van activiteiten op de leeftijd en interessen van de kinderen aangepast te bieden. Kinderen hebben zelf een keuze of ze meedoen aan de activiteit. Door op een enthousiaste wijze leuke dingen aan te bieden stimuleren we de kinderen om mee te doen. Sommige kinderen willen liever even rustig iets voor zichzelf doen, dit respecteren we en we proberen de groep zo in te richten dat hiervoor ruimte is. 4.3 Individuele aandacht en groepsmomenten We proberen de groepsmomenten en de momenten dat er tijd is voor een stukje individuele aandacht af te wisselen. Doordat er bij de Zeppelbraam vaak met maar 1 pedagogisch medewerker gewerkt wordt, vraagt dit van deze medewerker meer dan wanneer je met meerdere medewerkers bent. Binnen de groepsmomenten is er ook ruimte om individuele aandacht te geven door de kinderen iets te vragen, hun verhaal te laten vertellen of een complimentje te geven. Tijdens het vrijspelen is er soms tijd om even samen een spelletje te doen of om samen iets te knutselen. Vieren van verjaardagen Het vieren van de verjaardag wordt in overleg met ouders gepland. De jarige job wordt het die dag in het zonnetje gezet, we maken er een gezellig moment van. Hoe dat wordt gedaan is in overleg met ouders. Uiteraard kunt u ook een foto/filmcamera meegeven om dit gezellige moment vast te laten leggen.
Pedagogisch werkplan BSO
Pagina 7 van 11
Locatie: De Tuinfluiter, BSO Zeppelbraam
H5. Dagritme De Zeppelbraam maakt op dinsdag en donderdag in de schoolweken gebruik van de aula van school. Op alle andere dagen voegen we samen met de Tuinfluiter. Het ritme dat hier beschreven wordt voor de Zeppelbraam is dus op een korte opvangmiddag. De kinderen komen binnen en worden begroet door de pedagogisch medewerker. De jassen en tassen worden opgeruimd. De kinderen gaan even vrij spelen terwijl de padagogisch medewerker fruit en drinken klaarmaakt en allen klaar zet voor het eet/ drink moment. Soms vinden kinderen het leuk hierbij te helpen. We stimuleren dit! Samen gaat het werk sneller en is het ook gezelliger. We gaan met elkaar eten en drinken. We gaan buiten spelen, zowel vrijspel of meedoen aan een activiteit behoort tot de mogelijkheden. We gaan binnen een activiteit doen of vrij spelen. De kinderen worden opgehaald.
H6. Persoonlijke verzorging Bij kinderen op de basisschoolleeftijd ligt de nadruk voor de pedagogisch medewerker minder op de persoonlijke verzorging dan op het KDV. Toch zijn er de hele dag door momentjes dat er toch een beroep wordt gedaan op de verzorgende kwaliteiten van de pedagogisch medewerker. Een kind dat in z'n broek geplast heeft moet even geholpen worden bij het verschonen, een kind dat erg verkouden is krijgt een tissue, we wijzen de kinderen op het belang van het handen wassen, een staart die losgeraakt is wordt even opnieuw gedaan, wondjes worden verzorgd, schoenveters gestrikt enz.
H7. Kinderparticipatie De participatie van de kinderen zal vaak zitten in het afstemmen van het aanbod op de wensen en ideeën van de kinderen. Hierbij kan gedacht worden aan het speelgoed dat wordt aangeschaft en de activiteiten die worden aangeboden. Regelmatig wordt met de kinderen overlegd over regels en afspraken, de inbreng van de kinderen wordt hierbij gevraagd. Uitgangspunt is dat de groep van ons samen is en dat we met elkaar verantwoordelijk zijn voor een prettige sfeer. Het aankleden van de groep, het netjes houden van de groep en het maken van afspraken voor de groep zijn zaken waarbij de kinderen actief kunnen meedoen. Doordat de pedagogisch medewerker meer kennis, ervaring, verantwoordelijkheid en middelen heeft dan de kinderen zal de rol van de pedagogisch medewerker er natuurlijk anders uit zien dan die van de kinderen.
Pedagogisch werkplan BSO
Pagina 8 van 11
Locatie: De Tuinfluiter, BSO Zeppelbraam
H8. Taal en communicatie Communicatie is de basis van het werk van de pedagogisch medewerker binnen de bso. De pedagogisch medewerker maakt gebruik van de volgende communicatievaardigheden: luisteren naar kinderen, praten met kinderen, positief gedrag stimuleren, grenzen stellen en conflicten begeleiden. Doel van de communicatie is dat een kind zich gehoord en begrepen voelt, weet wat er van hem verwacht wordt en ondersteuning krijgt bij de dingen die hij of zij (nog) moeilijk vindt. 8.1 Interactie groep en individueel In de groepsopvang is zowel de interactie met de groep als die met het individuele kind van belang. Pedagogisch medewerkers kunnen soms als ze druk zijn met de groep dingen wel signaleren en er later met een kind 1 op 1 op terug komen. Het is belangrijk je bewust te zijn van wat een groep met kinderen kan doen. Als je voor de groep bijvoorbeeld boos bent op een kind of iets negatiefs zegt zal de groep ook anders naar dit kind gaan kijken. Belangrijk om dus bij het corrigeren in de groep neutrale woorden te kiezen of kinderen even apart te nemen. 8.2 Belonen, corrigeren en conflicten De nadruk in onze benadering ligt altijd op het positieve! We geven de kinderen zoveel mogelijk complimentjes! Soms is het nodig gedrag te corrigeren, bijvoorbeeld als andere kinderen last hebben van gedrag of het gedrag gevaar kan opleveren. We zorgen dat we contact hebben met het kind als we met hem praten en dat we op dezelfde hoogte zijn. Onze stem is rustig en duidelijk Als we een kind corrigeren gebruiken we de ik boodschap. We benoemen concreet het gedrag dat we zien en daarna de gevolgen die dit heeft. Tenslotte geven we aan wat we van het kind willen. We vinden het belangrijk om altijd goed af te sluiten. Een voorbeeld: “Ik zie dat je de trui van Y op de grond gooit. Op de grond wordt de trui vies en iedereen loopt erover heen. Wil je de trui terugleggen op de stoel waar hij lag? Dank je wel!“ Door het gedrag te benoemen dat je ziet geef je over dit gedrag een opmerking maar niet over het kind zelf. Hierdoor zal het kind minder snel in de weerstand schieten. Als kinderen een conflict hebben komen ze er heel vaak zelf uit. Als we dit zien benoemen we dit: “ik zag dat jullie allebei wilde kiezen welk spel jullie samen zouden doen, wat een goede oplossing om de beurt te kiezen!” Soms escaleren conflicten en komt het zelfs tot schelden huilen of slaande ruzie, dan is het belangrijk in te grijpen. Eerst moet een rustige situatie gecreëerd worden bijvoorbeeld even aan tafel gaan zitten met elkaar. Vervolgens mogen alle partijen hun verhaal doen. Hierbij check je steeds of je de kinderen goed hebt begrepen. Door de kinderen te laten benoemen van welk gedrag of welke situatie zij last hebben kan de pedagogisch medewerker vaak zonder partij te trekken een compromis voorstellen. Als kinderen dit niet meer kunnen geeft de pedagogisch medewerker de oplossing. Straffen doen we zo min mogelijk bij de bso. Soms is het gedrag van een kind zo storend voor de groep dat je toch moet ingrijpen bijvoorbeeld een kind dat een ander kind slaat. Je kunt dan kiezen voor een korte time out. Dit breng je niet als straf maar als middel om het storende gedrag te laten stoppen. Dit is voor het kind belangrijk maar ook voor de groep, zij moeten zien dat het gedrag afgekeurd wordt maar het betreffende kind niet. Na de time out is het belangrijk dat het kind ook weer terug gehaald wordt in de groep en dat voor iedereen duidelijk is dat het voorval is afgesloten. Als een kind vaak (zeer) storend gedrag laat zien zal met kind en ouders in gesprek worden gegaan om naar mogelijke oorzaken en oplossingen te zoeken. Pedagogisch werkplan BSO
Pagina 9 van 11
Locatie: De Tuinfluiter, BSO Zeppelbraam
8.3 Oudercontact We vinden het contact met de ouders heel belangrijk. Een goed contact en overdracht tussen ouders en pedagogisch medewerker komen de begeleiding van de kinderen ten goede. Bij de haal- en brengmomenten zorgen we ervoor dat er altijd gelegenheid is tot een kort overdracht moment en het stellen van vragen. Als ouders een gesprek willen kan er een afspraak gemaakt worden met de pedagogisch medewerker. Ook als de pedagogisch medewerker zich zorgen maakt over de ontwikkeling of het welbevinden van het kind zullen we dit bespreken met de ouders en een afspraak maken. Daarnaast wordt er jaarlijks een gesprek aangeboden als rond de verjaardag de jaarlijkse observatie welbevinden uitgevoerd is door de pedagogisch medewerker. Mochten er andere dingen zijn die een ouder wil bespreken is er de mogelijkheid om even iets meer tijd te vragen dan plannen we een gesprekje in. In principe is de pedagogisch medewerker het eerste aanspreekpunt voor de ouder, echter kan het zijn dat een ouder liever met iemand anders praat. Dan is er de mogelijkheid om naar de locatiemanager te gaan. In het belang van het kind kan een warme overdracht met school plaats vinden. Dit zal altijd in overleg en met toestemming van ouders gebeuren. Oudercommissie5 De Tuinfluiter heeft een oudercommissie.
5
Zie voor taken oudercommissie het kwaliteitshandboek, ‘Reglement oudercommissie’.
Pedagogisch werkplan BSO
Pagina 10 van 11
Locatie: De Tuinfluiter, BSO Zeppelbraam
H9. Inrichting 9.1 Binnen Bij de inrichting van de ruimte zijn een aantal zaken van belang: 1.De ruimte moet van en voor de kinderen zijn. De kinderen hebben een eigen plekje om hun spulletjes op te bergen en ze mogen hun knutsels in de ruimte hangen of neerzetten 2. Uitnodigen tot spelen Door het inrichten van speelhoeken en het aanbieden van speelgoed op kindhoogte, worden kinderen uitgenodigd zelf te gaan spelen. Er moet speelmateriaal zijn dat past bij de leeftijd en de interesse van de kinderen. Op dit moment gebruiken we veel materiaal van de school. We vullen dit aan met materialen die we speciaal voor de bso aangeschaft hebben 3. Veilig zijn Onze ruimtes worden ingericht met goedgekeurd materiaal. Er wordt kritisch gekeken naar mogelijke risico's en bewust afgewogen of we maatregelen moeten nemen of dat we bepaalde risico's aanvaardbaar vinden. Een en ander wordt beschreven in de risico inventarisatie 9.2 Buiten De buitenruimte gebruiken we van de Hasselbraam. Dit schoolplein is grotendeels omhekt maar er zijn op enkele plaatsen openingen in het hekwerk. Op het plein staan een speelhuis, een klimtoestel met glijbaan, schommels,een zandbak en een klimrek. We zijn ons er van bewust dat speeltoestellen risico's met zich meebrengen. Op het moment dat de kinderen van de bso hier spelen zijn wij verantwoordelijk voor hun veiligheid. Als we risico's signaleren bespreken we dit met school en nemen zelf maatregelen om de veiligheid van onze kinderen te garanderen. We vinden het echter ook heel belangrijk om kinderen uitdaging te bieden en de mogelijkheid te geven te klimmen, klauteren, glijden, graven en schommelen. De kinderen blijven op het schoolplein en de pedagogisch medewerker houdt toezicht tijdens het buitenspelen. Er zijn wat oudere kinderen bij de Zeppelbraam die een zelfstandigheidscontract hebben. Dit houdt in dat zij zonder direct toezicht van de pedagogisch medewerker buiten mogen spelen. We hebben met de Tuinfluiter de afspraak dat, als kinderen van de Zeppelbraam alleen buiten spelen, zij een beroep kunnen doen op de pedagogisch medewerkers van bso de Tuinfluiter. De pedagogisch medewerker van de Zeppelbraam kan, op het moment dat er buiten iets aan de hand is, onmogelijk de groep binnen achter laten om buiten iets op te lossen.
Pedagogisch werkplan BSO
Pagina 11 van 11
Locatie: De Tuinfluiter, BSO Zeppelbraam