Pedagogisch werkplan PSZ
STICHTING KINDEROPVANG HEERHUGOWAARD Ingangsdatum versiedatum basis versiedatum vestiging Norm Nr. Versienummer Proceseigenaar
: 02-12-2009 : 18-06-2012 : 28-01-2013 : 4.5.1.1 :2 : Beleidsmedewerker pedagogiek
Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal de Ukkehut
Inhoudsopgave INLEIDING...................................................................................................................................................... 3 H1. ZO ZIET ONS KINDERCENTRUM ERUIT ........................................................................................... 4 1.1 INDELING GEBOUW ....................................................................................................................................... 4 1.2 DE STAMGROEPEN ....................................................................................................................................... 4 1.3 VIEROGEN PRINCIPE .................................................................................................................................... 4 H2. WENNEN EN BEGROETEN......................................................FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 2.1 W ENNEN ...................................................................................................................................................... 4 2.2 BEGROETEN ................................................................................................................................................. 5 2.2.1 Brengmoment .................................................................................................................................... 5 2.2.2 Haalmoment ...................................................................................................................................... 5 H3. ETEN EN DRINKEN ............................................................................................................................... 5 H4. VERSCHONEN, ZINDELIJK WORDEN EN SLAPEN ............FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 4.1 VERSCHONEN .............................................................................................................................................. 5 4.2 ZINDELIJKHEID ............................................................................................................................................. 5 H 5. ACTIVITEITEN AANBOD ..................................................................................................................... 6 5.1 VRIJSPEL ...................................................................................................................................................... 6 5.2 ACTIVITEITEN AANBOD ................................................................................................................................. 6 5.3 DE KRING ..................................................................................................................................................... 6 H6. DAGRITME EN OVERGANGSMOMENTEN ...........................FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. H7. TAAL EN COMMUNICATIE ......................................................FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 7.1 INTERACTIE GROEP EN INDIVIDUEEL ............................................................................................................ 7 7.2 BELONEN, CORRIGEREN EN CONFLICTEN.................................................................................................... 7 H8. SAMENSPELEN EN SAMENLEVEN ................................................................................................... 8 H9. INRICHTING................................................................................FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 9.1 BINNEN ..................................................................................................... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 9.2 BUITEN ..................................................................................................... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.
W …. Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 2 van 9
Locatie:
Inleiding Het pedagogisch werkplan is een leidraad voor het pedagogisch handelen op de groep. De vijf pedagogische doelen van het pedagogisch beleid vormen de basis voor het pedagogisch werkplan. In het pedagogisch beleidsplan worden de volgende pedagogische doelen genoemd: A. bieden van een veilige, stimulerende, uitdagende omgeving en aangepast aan de leeftijd van het kind. B. het stimuleren van kinderen om hun eigen mogelijkheden te ontdekken; C. het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen; D. kinderen handvatten bieden bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen, eigenwaarde en het hebben van respect voor zichzelf en voor anderen. E. het stimuleren van sociaal gedrag. Door de pedagogische doelen na te streven bieden wij kinderen een optimale situatie om te kunnen; “Spelen, ontdekken, groeien” Om tot een goede leidraad voor het pedagogisch handelen te komen, worden de vijf doelen afgezet tegen de pedagogische middelen. Dat zijn de “mogelijkheden in de uitvoering”,die je in de kinderopvang hebt om de gestelde doelen te bereiken. Deze middelen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
de interactie tussen pedagogisch medewerker en het kind, de fysieke omgeving, de groep, het activiteitenaanbod, het spelmateriaal.
De pedagogisch werkplannen worden per locatie in een eigen opvangvorm samengesteld. De specifieke mogelijkheden en kansen van de locatie worden verwerkt in het werkplan. In het pedagogisch werkplan staat welke middelen worden ingezet om de vijf doelen binnen het kinderdagverblijf te bereiken. Het pedagogisch werkplan is een dynamisch stuk dat per locatie geëvalueerd en bijgesteld wordt. De pedagogisch medewerkers worden ondersteund in de uitvoering middels vast overleg structuur1. Kwaliteitsmanagement systeem Binnen SKH wordt de kwaliteitszorg methodisch en systematisch vormgegeven middels een kwaliteitsmanagementsysteem. In dit kwaliteitsmanagementsysteem worden alle activiteiten van de SKH in kaart en met elkaar in verband gebracht. De afspraken over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkwijze zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek. Dit werkplan is een onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem. In het kwaliteitshandboek zijn de overige richtlijnen die mede met dit stuk in verband staan opgenomen. Binnen dit document zal dan ook naar enkele van deze documenten verwezen worden.
1
P 4.21 Structurele feedback.
W …. Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 3 van 9
Locatie:
H1. Zo ziet ons kindercentrum eruit 1.1 Indeling gebouw De Ukkehut is gehuisvest in Heerhugowaard Noord, tussen het dorpshuis, de kerk en vlak bij school. De locatie is vrijstaand. De groepsruimte is zeer ruim, gezellig ingericht met veel lichtinval. Er zijn opslaande deuren welke direct toegang geven tot een mooie buitenspeelruimte waar een stevig hek omheen staat. 1.2 De stamgroepen2 De peuterspeelzaal heeft één groep die geopend is op dinsdagochtend en donderdag ochtend van 8.30 tot 11.45 uur. De kinderen komen twee dagdelen. De peuterspeelzaalgroep bestaan uit maximaal 16 kinderen onder begeleiding van 2 pedagogisch medewerkers. We werken met de methode Uk en Puk, dit is een programma waarmee aan de hand van tweemaandelijkse thema’s spelenderwijs de (taal)ontwikkeling wordt gestimuleerd 1.3 Vierogen principe Er zijn verschillende manieren om het vier ogen principe te bereiken. De Ukkehut werkt transparant door: - Er op de peuterspeelzaal ten alle tijdens twee personen aanwezig zijn. - Er zitten heel veel ramen in het gebouw, vanuit buiten is goed te zien wat er binnen gebeurd. - Er is regelmatig contact met medewerkers van het dorphuis - SKH nauwkeurig de regels omtrent leidster-kind ratio volgt.
H2. Wennen en begroeten 2.1 Wennen3 Kinderen die bij de peuterspeelzaal komen spelen, hebben vaak nog geen ervaring met kinderopvang. Slechts een klein deel van de kinderen is gewend om naar het kinderdagverblijf te gaan. De eerste keer dat kinderen komen vragen we daarom of ouders wat later willen komen met hun kind. De pedagogisch medewerkers hebben dan wat meer tijd en aandacht voor het kind en voor de ouders. We zijn ons er van bewust dat het voor kinderen (en ouders) soms even wennen is als een kind naar de peuterspeelzaal gaat. We proberen daarom de eerste periode een vertrouwensband op te bouwen met kinderen en ouders. Als het kind voor het eerst op de groep komt vinden we het belangrijk dat ouders en kind zich welkom voelen. De pedagogisch medewerker stellen zich voor aan de ouders en begroeten het kind bij de naam. De laten pedagogisch medewerker ouders en kind de groep zien. Afscheid nemen gaat meestal heel vanzelfsprekend. Als we merken dat een kind (of de ouder) moeite heeft, bieden we onze hulp hierbij aan op een rustige, uitnodigende manier (bijv. Als je pappa/mama nou nog een hele dikke knuffel/kus geeft, zullen we dan samen nog even voor het raam gaan zwaaien. We vinden het belangrijk dat een afscheid een prettig moment is dat duidelijk voor het kind en de ouder is en niet te lang duurt. Daarnaast is het belangrijk het verdriet van het kind niet weg te wuiven. We benoemen de emotie en deze mag er ook zijn. Indien nodig bespreken we dit ook met de ouder. 2 3
Zie P4.11 voor de procedure Achterwacht. Voor de wenperiode wordt P1.3.a Wenperiode aangehouden.
W …. Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 4 van 9
Locatie:
2.2 Begroeten 2.2.1 Brengmoment Bij het binnenbrengen maken we even contact met het kind (op ooghoogte) en begroeten het bij de naam. We beginnen altijd met een positieve boodschap, bijv. wat gezellig dat je er weer bent of wat heb je een mooie jurk aan vandaag. We vragen de ouders of er bijzonderheden zijn geweest en proberen terug te vragen naar belangrijke gebeurtenissen bijv. Hoe was het feestje van opa en Oma? vonden ze de tekening ook zo mooi? 2.2.2 Haalmoment We zorgen voor een duidelijke overdracht die positief geformuleerd wordt. Als je iets moet vertellen dat minder leuk is zorgen we ervoor dat ook in deze boodschap waardering voor en acceptatie van het kind doorklinkt. We bespreken het gedrag wat niet zo gewenst was en hoe dat de volgende keer anders kan maar we liggen de nadruk wat er die dag allemaal wel goed ging. Sommige kinderen willen een kus of een knuffel geven, anderen een high five of ze zeggen gewoon gedag. We sluiten hierbij aan bij wat het kind prettig vindt en geven ook hier altijd een positieve boodschap mee. Wat leuk dat je er was, kom je donderdag weer gezellig spelen o.i.d.
H3. Eten en drinken Ongeveer halverwege het dagdeel is er een eet en drink moment. De kinderen krijgen limonade en een koekje. Dit wordt door de peuterspeelzaal verstrekt. Kinderen nemen fruit van thuis mee en dat wordt klaar gemaakt op een grote schaal. Zo krijgen alle kinderen hetzelfde. Voor we gaan eten en drinken krijgen de kinderen een washand om hun handen schoon te maken. We hebben rondom het eten en drinken vaste gewoontes en rituelen. We zingen een liedje, hebben een opzeg versje en gaan na eet en drink smakelijk allemaal tegelijk eten en drinken. Het eet moment is een belangrijk sociaal moment. Kinderen leren: op je beurt wachten, luisteren naar elkaar en ook dat samen eten en drinken gezellig is. We stimuleren kinderen te eten en drinken maar dwingen ze nooit!
H4. Verschonen, zindelijk worden en slapen 4.1 Verschonen Bij het verschonen vinden we een aantal dingen belangrijk: • hygiëne • veiligheid • respect voor het lichaam van het kind We vertellen het kind wat er gaat gebeuren. We betrekken het kind bij het verschonen door het te stimuleren zelf op het trappetje te klimmen. We blijven naast de commode staan tot het kind weer veilig op de grond staat. We leren kinderen die het toilet gebruiken hoe je afveegt, doortrekt en je handjes wast.
4.2 Zindelijkheid In principe beginnen ouders thuis met de zindelijkheidstraining. We stimuleren de kinderen maar dwingen ze niet. Soms hebben kinderen een ongelukje, dat geeft niets dan verschonen we de kinderen. We proberen door niet boos te zijn en tegelijkertijd niet teveel aandacht te W …. Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 5 van 9
Locatie:
schenken aan het broekplassen, geen druk te leggen op het zindelijk worden. Als kinderen meerdere ongelukjes hebben trekken we ze weer een luier aan. Blijkbaar zijn de kinderen er dan nog niet aan toe en kinderen vinden het vaak erg vervelend als ze in hun broek geplast hebben. Dit voelt voor hen als falen.
H5. Activiteiten aanbod 5.1 Vrijspel4 Tijdens het vrijspel mogen de kinderen zelf een activiteit kiezen. We bieden hiertoe speelgoed aan op ooghoogte zodat de kinderen het zelf kunnen pakken. Soms kiezen we ervoor een deel van het speelgoed weg te halen zodat kinderen ook eens iets anders pakken als hun favoriete speelgoed. We kiezen er buiten soms voor helemaal geen materiaal aan te bieden zodat kinderen gebruik gaan maken van wat ze buiten vinden. Kinderen kunnen met takjes, blaadjes, diertjes en elkaar vaak verrassend leuke en creatieve activiteiten bedenken Bij het vrijspelen volgen we het spel van de kinderen. Regelmatig speelt de pedagogisch medewerker met de kinderen mee. Op deze manier kun je bijvoorbeeld andere kinderen ook bij het spel betrekken of je kunt kinderen helpen hun spel uit te breiden. Als kinderen bijvoorbeeld regelmatig treintje spelen kan de pedagogisch medewerker ook instappen en vragen: waar gaan we vandaag naar toe? Rijdt je ook mee..., we gaan naar....... 5.2 Activiteiten aanbod We proberen het activiteitenaanbod gevarieerd en leeftijdadequaat aan te bieden. We bieden de activiteiten aan rondom thema's. We maken gebruik van de methode Uk en Puk. Iedere twee maanden hebben we een ander thema. Ouders worden d.m.v. een flyer van een nieuw thema op de hoogte gebracht. Activiteiten kunnen zijn: Knutselen, zingen, kleien, verkleden, dansen, voorlezen, verkleden,voelen in de tastkast enz. We proberen alle ontwikkelingsgebieden te stimuleren en vinden het vooral ook belangrijk dat de kinderen veel plezier hebben. Op deze manier zien kinderen leren als iets dat leuk is! Bij de activiteiten laten we de kinderen zelf doen wat ze aankunnen en doen we samen wat ze nog niet kunnen, vaak hoeft het maar 1 keer samen en pikken de kinderen het spelenderwijs heel snel op. Door zelf te doen en veel complimentjes te krijgen, krijgen de kinderen vertrouwen in hun eigen kunnen. De meeste activiteiten worden voor de hele groep of voor een kleiner groepje kinderen aangeboden. Het plezier en het ontdekken van het materiaal en eigen talenten staan centraal. Het resultaat is daaraan ondergeschikt. 5.3 De kring De kring is een belangrijk moment bij de peuterspeelzaal. Er worden liedjes gezongen en over het thema gepraat. Puk heeft een plekje in de kring. Voor de kinderen is het ook een moment om te oefenen met leren zitten in de kring, je buurman ruimte te geven of je plekje te behouden. We stimuleren de kinderen te praten in de groep, voor sommige kinderen een hele stap om iets te vertellen, voor andere leren rustig praten. De taalontwikkeling wordt bevorderd, ze leren luisteren naar elkaar en ons, leren omgaan met uitgestelde aandacht, wachten tot je aan de buurt bent.
4
Zie P4.5.2 Opendeuren KDV en BSO bij toepassing opendeuren beleid.
W …. Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 6 van 9
Locatie:
H6. Dagritme en overgangsmomenten We werken bij de peuterspeelzaal met een dagritme. Doordat dezelfde elementen in de dag iedere keer op ongeveer hetzelfde moment terugkomen, wordt de dag voor de kinderen herkenbaar en overzichtelijk. Het dagritme dient als middel en is geen doel op zich. Het kan dus zo zijn dat je als de kinderen nog heerlijk aan het spelen zijn, wat later aan tafel gaat of als er een verjaardag is een traktatie en geen koekje eet. Het is belangrijk structuur te bieden maar je hoeft niet star te zijn! De kinderen herkennen een volgende activiteit doordat we gebruik maken van bepaalde rituelen. Vaak zijn dit liedjes. We kondigen de volgende activiteit ook van te voren aan. Kinderen kunnen zich dan al een beetje voorbereiden. Bijvoorbeeld: jullie kunnen allemaal nog 1 keer glijden en dan gaan we aan tafel gaan. Het dagritme ziet er ongeveer als volgt uit: Binnenkomst: De kinderen komen binnen met papa of mama. Ze kiezen zelf een activiteit. Vaak worden er aan tafel verschillende materialen aangeboden. Er wordt een activiteit gedaan. Dit kan variëren. Soms wordt er geknutseld, soms buiten gespeeld, voorgelezen, een liedje geleerd, een bewegingsspelletje gedaan enz. We gaan opruimen en aan tafel Er is weer tijd voor een activiteit, bij goed weer gaan we naar buiten. We gaan opruimen en ons klaar maken om weer naar huis te gaan
H7. Taal en communicatie 7.1 Interactie groep en individueel In de interactie met de kinderen vinden we een positieve luisterende houding belangrijk. Omdat kinderen vaak nog niet goed hun emoties kunnen verwoorden helpen wij ze daarbij. Ook als emoties heftig zijn worden deze erkend. Een kind dat een ander kind dat iets afpakt slaat kun je zeggen: Dat vond jij helemaal niet leuk he, dat .. je schepje afpakte, dat snap ik goed. Zullen we het vertellen aan .... dat afpakken niet leuk is. Samen loop je naar het andere kindje om uit te leggen dat we samen spelen en samen delen en dat.. erg verdrietig is omdat z'n schep is afgepakt. Vaak zal het andere kind wel zeggen: Maar ...ging slaan! Je kunt dan tegelijkertijd met de kinderen afspreken dat we ruzie oplossen met praten en niet met de handjes. Belangrijk is om na een conflict weer vrienden te maken. 7.2 Belonen, corrigeren en conflicten We zijn ons er bewust van dat positief opvoeden gepaard gaat met veel complimenten! Kinderen leren van een compliment ook vaak meer dan van 3 standjes! Je kunt een compliment ook inzetten om een ander kind ook tot het gewenste gedrag te krijgen. Bijv de kinderen moeten opruimen, 3 kinderen spelen gewoon door en maken alleen maar meer troep, In plaats van hierop te reageren geef je het kind dat aan het opruimen is een heel dik compliment: Wat ben jij keurig aan het opruimen zeg, wat groot van jou. Jij kan goed helpen! Over het algemeen zijn er al snel meer kinderen die gaan opruimen, ook zij krijgen een compliment: heel goed hoor... jij ruimt de duplo keurig op. Tenslotte kan je de kinderen die nog steeds niet opruimen aanmoedigen en een taakje geven. Wil jij de dieren allemaal in deze bak doen? Natuurlijk doen er zich altijd situaties voor dat kinderen gedrag laten zien dat echt niet kan (bijv. slaan). Als je alleen op de groep bent troost je eerst het slachtoffer. Je haalt het kind dat geslagen heeft er even bij en legt op een rustige, duidelijke toon uit dat slaan pijn doet, je W …. Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 7 van 9
Locatie:
benoemt het gedrag dat je wel wilt zien. (kijk x, y moet nu huilen omdat jij hem geslagen hebt. Dat doet heel zeer! We spelen hier fijn met elkaar. Laat het kind het ook weer goed maken met het kind dat hij geslagen heeft. Belangrijke uitgangspunten: - we keuren bepaald gedrag af maar accepteren het kind zoals het is - kinderen moeten nog veel leren, we blijven de regels dus geduldig herhalen en uitleggen. - we proberen kinderen iets te leren, niet ze bang te maken voor een bestraffing. H8. Samenspelen en samenleven We zijn de hele dag door bezig onze normen een waarden over te brengen op de kinderen. Het is daarom belangrijk ons bewust te zijn van onze eigen normen en waarden. Het is zo dat andere mensen andere normen en waarden kunnen hebben. We moeten daarom met elkaar kijken welke gedragsregels we belangrijk vinden en aan de kinderen uitleggen hoe wij op de peuterspeelzaal samenspelen. Thuis kan het anders zijn maar thuis is thuis en nu zijn we op de peuterspeelzaal. We geven geen waardeoordelen over hoe thuis wordt opgevoed. Als thuis en de peuterspeelzaal zo anders zijn dat kinderen er last van hebben bespreken we dit met de ouders. Belangrijke afspraken op de groep: We praten vriendelijk tegen elkaar We lossen dingen op met woorden We vragen netjes aan elkaar Samenspelen samen delen We houden rekening met elkaar We houden de spullen heel en ruimen op wat we hebben gebruikt We zijn allemaal anders en dat is juist leuk! Belangrijk uitgangspunt is dat de regels gelden voor iedereen dus ook voor de pm- ers. Wij zijn als volwassenen immers het voorbeeld en moeten de kinderen laten zien hoe het hoort! Vaak kunnen kinderen het regeltje prima zeggen maar snappen het bijbehorende gedrag nog niet helemaal. Een kind kan bijvoorbeeld tegen een ander kind zeggen: samen spelen samen delen en terwijl het speelgoed uit diens handen trekt. We leggen dus ook steeds weer uit wat samen spelen en delen inhoudt. We moeten ons er ook van bewust zijn dat bij kinderen het geweten nog aan het ontwikkelen is een kind kan nog niet altijd de regels los zien van degene de volwassene. Een kind dat, zodra je uit het zicht bent opeens andere kinderen een duw geeft of iets afpakt is daarom nooit stiekem! Hij heeft nog niet geleerd dat duwen en af pakken nooit mag, alleen maar dat hij van jou niet mag duwen of afpakken. de regel is nog niet geïnternaliseerd.
H9. Inrichting 9.1 Binnen We proberen de ruimte echt van de kinderen te maken door bv knutsels van de kinderen op te hangen. Daarnaast proberen we het thema waar we aan werken zichtbaar te maken. Wel regelmatig wisselen anders zie je door de bomen het bos niet meer! De basis van de groep is daarom ruim en met rustige kleuren. We vinden het belangrijk dat de ruimte veilig is en tegelijk ook uitdagingen biedt. We willen de ruimte zo inrichten dat kinderen veel dingen zelf kunnen. Het speelgoed staat op kindhoogte zodat ze het zelf kunnen pakken, en de kapstok is laag zodat ze zelf hun jas kunnen ophangen. Daarnaast leven we nauwkeurig alle voorschriften rondom veiligheid na zoals de GGD en de Brandweer ons voorschrijven.
W …. Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 8 van 9
Locatie:
De groepsruimte kent verschillende hoeken waarin de kinderen kunnen spelen. We hebben verschillende hoeken zoals de huishoek, autohoek, de lage tafels om lekker aan te kleuren, de hoge tafel om aan te knutselen enz. Ieder hoekje heeft z'n eigen activiteit. Kinderen kunnen er ook voor kiezen zich even terug te trekken in een hoekje. Spelletjes en puzzeltjes worden aan tafel gedaan zodat de spullen compleet blijven en niet door de hele ruimte verspreid raken. 9.2 Buiten Buitenspelen is een belangrijk onderdeel van een dag bij de peuterspeelzaal. De kinderen hebben de frisse lucht en de beweging hard nodig! Daarnaast biedt het ook weer andere mogelijkheden om iets te leren. Buiten kom je insecten tegen en planten en bomen en leren we de kinderen te zorgen voor alles dat leeft. We rijden dus om een slakje heen en laten de blaadjes aan de bomen hangen. We hebben volop mogelijkheden om te fietsen, voetballen, steppen en ga zo maar door. Het buiten terrein is vanuit de groep direct bereikbaar, het is ruim er staat om mooie zandbak en" wipkip". Vanuit de binnenruimte is er goed overzicht op de buitenruimte
W …. Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 9 van 9
Locatie: