Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1& 2 STICHTING KINDEROPVANG HEERHUGOWAARD Ingangsdatum Versiedatum basis Versiedatum vestiging Laatste wijziging Norm Nr. Versienummer Proceseigenaar
: 02-12-2009 : 18-06-2012 : 13-01-2014 : 26-11-2015 : 4.5.1.1 : 14 : Beleidsmedewerker pedagogiek
Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal de Komeet VVE Astronautjes 1 & 2 November 2015 Versie 14
Inhoudsopgave Inleiding .................................................................................................................................................. 3 H1. Zo ziet ons kindercentrum eruit .................................................................................................... 4 1.1 1.2 1.3 1.4
De stamgroepen ..................................................................................................................... 4 Indeling gebouw / samenwerkingsverbanden Brede School ................................................. 4 Ondersteuning pedagogisch medewerkers ........................................................................... 4 Vier ogen principe .................................................................................................................. 5
H 2. Wennen en begroeten ................................................................................................................... 5 2.1 Wennen op de peuterspeelzaal .................................................................................................... 5 2.1.1. Kennismakingsgesprek ......................................................................................................... 5 2.1.2. Wenproces ............................................................................................................................ 5 2.1.3. Afscheid nemen .................................................................................................................... 6 2.2 Begroeten ...................................................................................................................................... 6 2.2.1 Brengmoment ........................................................................................................................ 6 2.2.2 Haalmoment........................................................................................................................... 7 H3. Eten en drinken ............................................................................................................................... 7 H4. Verschonen, zindelijk worden en slapen ...................................................................................... 7 4.1 Verschonen ................................................................................................................................... 7 4.2 Zindelijkheid .................................................................................................................................. 8 H 5. Activiteiten aanbod ........................................................................................................................ 8 5.1 Vrijspel ........................................................................................................................................... 8 5.2 Activiteiten aanbod ........................................................................................................................ 8 H6. Dagritme en overgangsmomenten ................................................................................................ 9 H7. Taal en communicatie .................................................................................................................. 10 7.1 Interactie groep en individueel .................................................................................................... 10 7.2 Belonen, corrigeren en conflicten................................................................................................ 11 7.3 Communicatie met ouders. ......................................................................................................... 11 H8. Samenspelen en samenleven ...................................................................................................... 12 H9. Inrichting ........................................................................................................................................ 14 9.1 Binnen ......................................................................................................................................... 14 9.2 Buiten .......................................................................................................................................... 14
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 2 van 14
Locatie: De Komeet
Inleiding Het pedagogisch werkplan is een leidraad voor het pedagogisch handelen op de groep. De vijf pedagogische doelen uit het pedagogisch beleid vormen de basis voor het pedagogisch werkplan. In het algemene pedagogisch beleidsplan worden de volgende pedagogische doelen genoemd: A. bieden van een veilige, stimulerende, uitdagende omgeving aangepast aan de leeftijd van het kind. B. het stimuleren van kinderen om hun eigen mogelijkheden te ontdekken; C. het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen; D. kinderen handvatten bieden bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen, eigenwaarde en hebben van respect voor zichzelf en voor anderen. E. het stimuleren van sociaal gedrag. Door de pedagogische doelen na te streven bieden wij kinderen de optimale situatie om te kunnen: ‘Spelen, ontdekken, groeien’ Om tot een goede leidraad voor het pedagogisch handelen te komen worden de vijf doelen afgezet tegen de pedagogische middelen. Dat zijn de ‘mogelijkheden in de uitvoering’ die je in de kinderopvang hebt om de gestelde doelen te bereiken. Deze middelen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
pedagogisch medewerker - kind interactie, de fysieke omgeving, de groep, het activiteitenaanbod, het spelmateriaal.
De pedagogische werkplannen worden per locatie per opvangvorm opgesteld. De specifieke mogelijkheden en kansen van de locatie worden verwerkt in het werkplan. In het pedagogisch werkplan staat middels de onderdelen vanuit het Pedagogisch Kader 0-4 jaar, uitgewerkt hoe de diverse middelen worden ingezet om de vijf doelen binnen de kinderopvang te bereiken. Het pedagogisch werkplan is een dynamisch stuk dat per locatie wordt geëvalueerd en bijgesteld. Kwaliteitsmanagement systeem Binnen SKH wordt kwaliteitszorg methodisch en systematisch vormgegeven middels een kwaliteitsmanagement systeem. In dit kwaliteitsmanagement systeem worden alle activiteiten van de SKH in kaart en met elkaar in verband gebracht. De afspraken over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkwijze zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek. Dit werkplan is een onderdeel van het kwaliteitsmanagement systeem. In het kwaliteitshandboek zijn de overige richtlijnen die mede met dit stuk in verband staan opgenomen. Binnen dit document zal dan ook naar enkele van deze documenten verwezen worden.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 3 van 14
Locatie: De Komeet
H1. Zo ziet ons kindercentrum eruit 1.1 De stamgroepen1 Kindercentrum de Komeet leeftijd van 0 tot 13 jaar.
bestaat uit verschillende opvangvormen voor kinderen in de
Er zijn in de Komeet 4 peuterspeelzaalgroepen gevestigd; De peuterspeelzaal Astro 1&2 biedt ruimte aan 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar met 8 VVE kinderen in de leeftijd van 2,4 tot 4 jaar die vier ochtenden per week komen en 8 reguliere PSZ kinderen in de leeftijd van 2 jaar tot 4 jaar die 2 keer in de week komen. Op de groepen Astronautjes 1 & 2 wordt Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) geboden aan kinderen (max 8 per groep) die hier een indicatie voor hebben. De gemeente Heerhugowaard heeft een aantal locaties in Heerhugowaard aangewezen om VVE te bieden gericht op de verkleining van een dreigende of bestaande achterstand in de taalontwikkeling. Deze groep wordt begeleid door 2 (VVE geschoold) pedagogisch medewerkers. Astro 3 biedt ruimte aan 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en draait op maandag- en donderdagochtend (begeleid door 2 pedagogisch medewerkers) Astro 4 is een groep met max 8 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en draait op dinsdagen vrijdagochtend.(begeleid door één pedagogisch medewerker) Op Astronautjes 1&2, 3&4 wordt actief gewerkt met de methode Uk en Puk. De Komeet biedt ook buitenschoolse opvang. Het kindercentrum biedt ruimte aan drie BSO groepen. Op nabijgelegen school de Reflector is ook nog een BSO 8+ groep gehuisvest. Vanaf 1 januari 2016 bieden we ook voorschoolse opvang aan voor kinderen van de naastgelegen basisschool Reflector. Binnen de Komeet zijn tevens nog twee verticale kinderdagverblijfgroepen gevestigd t.w. Sterrenkind en Zonnekind. Hier worden kinderen opgevangen in de leeftijd van 0-4 jaar. 1.2 Indeling gebouw / samenwerkingsverbanden Brede School Kindercentrum de Komeet maakt deel uit van Brede School Heerhugowaard Zuid, waar ook basisschool de Reflector, Kern 8 en de Mediaan deel van uit maken. De samenwerking tussen deze partijen (opvang, educatie en welzijn) maakt dat er een doorgaande lijn is voor kinderen. 1.3 Ondersteuning pedagogisch medewerkers De pedagogisch medewerker is individueel en als team verantwoordelijk voor een optimale samenwerking ten gunste van het professioneel pedagogisch handelen naar de kinderen. Er is ruimte om elkaar aan te vullen en te inspireren. Concrete werkafspraken, dit werkplan, termijn planning en methodisch werken ondersteunen een goede samenwerking waar ruimte is voor individueel creatieve inbreng. De pedagogisch medewerkers worden ondersteund in de uitvoering door de locatiemanager en tijdens de werkoverleggen welke middels een vast overleg structuur plaats vind. Hierbij worden de procedures en protocollen besproken welke bijgehouden worden in een overzichtslijst . Hierbij wordt ook de procedure opvallend gedrag besproken. Op verzoek kan de beleidsmedewerker pedagogiek om advies of ondersteuning worden gevraagd. Indien pedagogische ondersteuning noodzakelijk is zal dit in de vorm van observeren en coachen door de locatiemanager of de beleidsmedewerker pedagogiek gebeuren.
1
Zie P4.11 voor de procedure Achterwacht.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 4 van 14
Locatie: De Komeet
Waar nodig zal expertise worden bijgeschoold. Ook worden er regelmatig trainingen/ informatie avonden op pedagogisch gebied aangeboden om de medewerkers bij te scholen. Bij PSZ De Komeet kan een stagiaire aanwezig zijn. 1.4 Vier ogen principe2 Peuterspeelzaal De Komeet werkt verder transparant door: we hebben meerdere groepen in het pand. medewerkers lopen regelmatig bij elkaar binnen. groepen zijn door een klapdeur met grote ramen van elkaar gescheiden de locatiemanager komt regelmatig op de groep. de psz groepen zijn van elkaar gescheiden middels een klapdeur voorzien van ramen. de SKH is nauwkeurig in het volgen van de regels omtrent leidster-kind ratio.
H 2. Wennen en begroeten 2.1 Wennen3 op de peuterspeelzaal Op een dagdeel komt er maximaal één kind wennen zodat er voldoende aandacht is voor het kind en de ouder. Gezien de peuterspeelzaal maximaal een dagdeel duurt, mogen kinderen de eerste keer het gehele dagdeel blijven. 2.1.1. Kennismakingsgesprek Als het kind voor het eerst op de groep komt vinden we het belangrijk dat ouder(s) en kind zich welkom voelen. De eerste keer komen ouder en kind na het brengmoment zodat er volledige aandacht is. De pedagogisch medewerkers (en indien aanwezig de locatiemanager) stellen zich voor aan de ouder(s) en begroeten het kind bij de naam. Eén van de pedagogisch medewerkers voert het kennismaking gesprek met de ouder(s) waarbij alle gegevens worden uitgewisseld. De pedagogisch medewerker leiden de ouder(s) en kind de groep rond door de groep om te laten zien wat we allemaal kunnen doen. 2.1.2. Wenproces Tijdens het wenproces hebben jonge kinderen vaak behoefte aan contact en nabijheid van de pedagogisch medewerker. Dit creëert de pedagogisch medewerker door bijvoorbeeld een arm om het kind heen te leggen en in het zicht van het nieuwe kind te blijven. De pedagogisch medewerkers geven het kind de ruimte om in eigen tempo in te voegen. Rust en geduld zijn belangrijk. Ook luisteren we goed naar het kind en leggen de we veel uit. We zeggen wat we doen en doen wat we zeggen. De ruimte wordt verkend; waar is de wc, waar zijn de speelhoeken etc. De terugkerende rituelen en het dagritme worden uitgelegd, door deze vaste gewoonten gaan de kinderen zich steeds meer thuis voelen op de groep. Niet alleen de nieuwkomer moet wennen aan de groep, maar de groep kinderen moet ook het nieuwe kind leren kennen. Op diverse manieren zorgen we ervoor dat kinderen elkaar leren kennen. We noemen vaak de namen van de kinderen. De pedagogisch medewerkers stimuleren het samenspel door het nieuwe kind te laten meespelen in een klein groepje. Zij helpen bij de onderlinge communicatie door het leren van enkele eenvoudige regels: om de beurt en zeggen wat je wilt. De medewerkers leggen uit en verwoorden de gevoelens van de kinderen.
2 3
Zie ook B 4.3.4. Beleid 4 ogen principe Voor de wenperiode wordt P1.3.a Wenperiode aangehouden.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 5 van 14
Locatie: De Komeet
2.1.3. Afscheid nemen We geven het kind wat extra aandacht, we praten met het kind op kind hoogte en nemen duidelijk afscheid van de ouders. We vinden het belangrijk dat een afscheid een prettig moment is dat duidelijk voor het kind en de ouder is en niet te lang duurt. Als we merken dat een kind (of de ouder) moeite heeft, bieden we onze hulp hierbij aan op een rustige, uitnodigende manier (bijv. Als je pappa/mama nou nog een hele dikke knuffel/kus geeft, zullen we dan samen nog even voor het raam gaan zwaaien?). We kijken goed wat het kind nodig heeft, sommige kinderen willen liever even alleen zijn en dat je in de buurt bent, terwijl anderen liever echt even getroost worden of samen een spelletje gaan spelen. Voor kinderen is het geruststellend dat wij ze begrijpen en hun emoties serieus nemen, door te vertellen wat er gebeurt en hun gevoelens onder woorden te brengen stellen we de kinderen gerust. We vinden het belangrijk het kind de tijd te geven om alles in zich op te nemen en te wennen. Als we merken dat het kind het nodig heeft maken we een afspraak met de ouder om eerder te komen halen of even langer te blijven. Bij de eerste keer wordt afgesproken dat wij kunnen bellen als het prettiger voor het kind is al hij/zij eerder wordt gehaald. Als de ouder daar behoefte aan heeft kan deze altijd even bellen om te horen hoe het met hun kind gaat. Doel van de VVE groepen is kinderen met een (dreigende) taalachterstand te stimuleren in hun taalontwikkeling. Dit wordt gedaan aan de hand van de methode Uk en Puk. Uk en Puk is een integrale programma voor kinderen vanaf 0 tot 4 jaar. Het is in de basis een taalmethode voor jonge kinderen, vol interactieve betekenisvolle activiteiten. Het programma biedt activiteiten om kinderen spelenderwijs te laten groeien. Er wordt gewerkt met thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Aan de hand van een thema wordt veel aandacht besteed aan de taalontwikkeling van het kind. Woorden worden bijv. veel en op verschillende manieren aangeboden en herhaald. De taalstimulering vindt plaats vanuit een positieve, niet dwingende benadering. We gebruiken pictogrammen van Puk ter ondersteuning van het dagprogramma. Dat wil zeggen: op het activiteitenbord wordt middels pictogrammen van Puk aangegeven welke activiteiten in welke volgorde er op de ochtend plaatsvinden. Puk is er altijd bij. Ook wanneer we overgaan naar een nieuw thema, blijft Puk het vaste gezicht. Puk moet ook wennen (Thema Welkom). Bijv. als nieuw peuterspeelzaal-jaar start of de groep veel nieuwe kindjes kent. * Voorbeeldsituatie van een kringmoment: Puk ziet een nieuw kindje in de kring. Puk vraagt naar zijn/haar naam en vraagt een handje. Puk en alle kinderen van de groep vinden het leuk en gezellig dat hij/zij bij ons komt spelen. 2.2 Begroeten 2.2.1 Brengmoment Wanneer het kind wordt gebracht maken we even contact met het kind (op ooghoogte) begroeten het kind en geven we kind en ouder een hand (behalve als kind/ouder dit niet wenselijk vindt) We beginnen altijd met een positieve boodschap, bijv. wat gezellig dat je er weer bent of wat heb je een mooie jurk aan vandaag. We vragen de ouders of er bijzonderheden zijn geweest en proberen terug te vragen naar belangrijke gebeurtenissen bijv. Hoe was het feestje van opa en oma? Vonden ze de tekening ook zo mooi? Op de hoge tafels staan teken- en knutselmateriaal klaar en op de lage tafels doen leggen we puzzels zodat de kinderen uitgenodigd worden te gaan spelen met bekend of soms onbekend materiaal. Daarin kunnen de kinderen zelf een keuze maken.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 6 van 14
Locatie: De Komeet
We nodigen ouders uit om met hun kind plaats te nemen op een stoeltje in de kring en nog even samen een boekje te lezen. Tegen 9.00 vragen we de oudere bewust afscheid te nemen. Als daar behoefte aan is gaan we samen zwaaien naar de ouder. Afscheid nemen is voor sommige kinderen erg moeilijk. Dat de volwassene op een later tijdstip weer terugkomt is voor jonge kinderen niet altijd te begrijpen. Duidelijkheid is daarom van wezenlijk belang, anders kan het kind zich in de steek gelaten voelen. Als we merken dat een kind (of de ouder) moeite heeft, bieden we onze hulp hierbij aan op een rustige, uitnodigende manier (bijv. Als je papa/mama nou nog een hele dikke knuffel/kus geeft, zullen we dan samen nog even voor het raam gaan zwaaien?). We benoemen de emotie en deze mag er ook zijn. 2.2.2 Haalmoment We zorgen voor een duidelijke overdracht die positief geformuleerd wordt. Als je iets moet vertellen dat minder leuk is zorgen we ervoor dat ook in deze boodschap waardering voor en acceptatie van het kind doorklinkt. Bijv....vindt het nog moeilijk om te zeggen als hij iets niet wil en heeft... gebeten toen die hem vastpakte. We hebben er samen goed over gepraat en afgesproken dat je, als iemand iets doet wat je niet wilt, zegt: stop hou op. De rest van de ochtend heeft hij dit heel goed gedaan en dat is erg knap! Hij heeft ook nog een mooie tekening gemaakt voor... want hij was best geschrokken dat hij ... pijn gedaan had. We nemen ook weer persoonlijk afscheid van het kind en geven het kind hierin de ruimte om dit op z'n eigen manier te doen. We sluiten hierbij aan bij wat het kind prettig vindt en geven ook hier altijd een positieve boodschap mee. Wat leuk dat je er was, kom je donderdag weer gezellig spelen o.i.d.. We gaan na of een kind nog spullen dient mee naar huis te nemen en attenderen daar zo nodig op. De ochtend wordt meestal in de kring afgesloten (bij mooi weer sluiten we buiten af). Dan zingen we een telkens terugkerend liedje. Voor de kinderen duidelijk dat de tijd is gekomen om te gaan.
H3. Eten en drinken Ongeveer halverwege de ochtend is er een eet- en drinkmoment. De kinderen krijgen water en eventueel daarna een klein beetje ( lichte) limonade en stukjes fruit. Drinken wordt door de peuterspeelzaal verstrekt en fruit wordt meegebracht door de ouder. We hebben rondom het eten en drinken vaste gewoontes en rituelen. We zingen een liedje, hebben een opzeg versje en gaan daarna allemaal tegelijk fruit eten en drinken. Het kring/eetmoment is een belangrijk sociaal moment. Kinderen leren: op je beurt wachten, luisteren naar elkaar en ook dat samen eten en drinken gezellig is. We stimuleren kinderen te eten en drinken maar dwingen ze nooit!
H4. Verschonen, zindelijk worden en slapen 4.1 Verschonen Bij het verschonen vinden we een aantal dingen belangrijk: - hygiëne - veiligheid - respect voor het lichaam van het kind We vertellen het kind wat er gaat gebeuren. We betrekken het kind bij het verschonen door het te stimuleren zelf op het trappetje te klimmen. We blijven naast de commode staan tot het kind weer veilig op de grond staat. We houden hierbij rekening met het tempo van het kind. We vertellen wat we tijdens het verschonen doen, door dit te benoemen.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 7 van 14
Locatie: De Komeet
4.2 Zindelijkheid In principe beginnen ouders thuis met de zindelijkheidstraining. We vragen de oude(s) dan om het kind een luierbroekje aan te trekken naar de peuterspeelzaal. We stimuleren de kinderen maar dwingen ze niet. Soms hebben kinderen een ongelukje, dat geeft niets dan verschonen we de kinderen. We worden niet boos en tegelijkertijd schenken we niet teveel aandacht aan het broekplassen, en leggen geen druk op het zindelijk worden. Als kinderen meerdere ongelukjes hebben trekken we ze weer een luier aan. Blijkbaar zijn de kinderen er dan nog niet aan toe en kinderen vinden het vaak erg vervelend als ze in hun broek geplast hebben. Dit kan voor hen als falen voelen. Wanneer het kringmoment ten einde komt, vragen we aan de kinderen wie er naar het toilet moet. Om te voorkomen dat iedereen tegelijkertijd moet, vragen we het per twee kinderen. Daarna worden de volgende drie kinderen gevraagd, Een pedagogisch medewerker begeleid de kinderen bij het naar het toilet gaan, terwijl de andere pmer de kring voortzet, totdat iedereen klaar is om met de volgende activiteit te beginnen. Zo behouden we tijdens dit moment de rust in de groep, We leren kinderen die het toilet gebruiken hoe je afveegt, doortrekt en je handen na afloop wast.
H 5. Activiteiten aanbod 5.1 Vrijspel Tijdens het vrijspel mogen de kinderen zelf een activiteit kiezen. We bieden hiertoe materialen aan in open kasten op kinderhoogte, zodat de kinderen het zelf kunnen pakken. Wij gaan uit van respect voor het kind en vertrouwen in zijn/haar ontwikkeling. Kinderen krijgen vrijheid in spel/materiaal keuze. De materialen in de ruimte sluiten aan bij de ontwikkelingsfase waarin de peuters zich bevinden en zijn zo opgesteld dat zij hen aanzetten tot spelen. Bij het vrijspelen volgen we het spel van de kinderen. Soms speelt de pedagogisch medewerker met de kinderen mee. Op deze manier kunnen we bijvoorbeeld andere kinderen ook bij het spel betrekken of kinderen helpen hun spel uit te breiden. Als kinderen bijvoorbeeld regelmatig treintje spelen kan de pedagogisch medewerker ook instappen en vragen: waar gaan we vandaag naar toe? Rijdt je ook mee..., we gaan naar....... Puk gaat altijd mee naar buiten en doet graag mee met de kinderen. 5.2 Activiteiten aanbod We proberen het activiteitenaanbod gevarieerd en leeftijdsadequaat aan te bieden. We bieden de activiteiten aan rondom thema's. We werken themagericht middels de methode Uk en Puk. Activiteiten kunnen zijn: knutselen, zingen, kleien, verkleden, dansen, voorlezen, voelen in de tastkast enz. Omdat wij niet te star willen werken in het thema, spelen we ook waar nodig in op de belevingswereld van de kinderen op dat moment. We proberen alle ontwikkelingsgebieden te stimuleren en vinden het vooral ook belangrijk dat de kinderen veel plezier hebben. Op deze manier zien kinderen leren als iets dat leuk is! Bij de activiteiten laten we de kinderen zelf doen wat ze aankunnen en doen we samen wat ze nog niet kunnen, vaak hoeft het maar 1 keer samen en pikken de kinderen het spelenderwijs heel snel op. Door zelf te doen en veel complimentjes te krijgen, krijgen de kinderen vertrouwen in hun eigen kunnen. De meeste activiteiten worden voor de hele groep of voor een kleiner groepje kinderen aangeboden. Het plezier en het ontdekken van het materiaal en eigen talenten staan centraal. Het resultaat is daaraan ondergeschikt.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 8 van 14
Locatie: De Komeet
Speelhal (beneden) Er wordt soms gebruik gemaakt van de speelhal beneden, bv als er behoefte is aan meer bewegingsruimte als het buiten regent, het past in het thema of als er met alle kinderen van de Komeet een activiteit georganiseerd wordt. Hier bieden we activiteiten aan die een aanspraak doen op allerlei ontwikkeling gebieden zoals hun motorische ontwikkeling (springen, klimmen, dansen, rennen, met ballen gooien, etc.). Hun sociale ontwikkeling: omgaan met regels en rekening houden met elkaar, bv wachten op je beurt, achter aansluiten, elkaar helpen. De taal- en reken ontwikkeling stimuleren we door dat kinderen fysiek ervaren wat begrippen in houden als ver wegdichtbij, hoog- laag, onder- boven, voor in de rij- achter in de rij, vangen- gooien, etc. KIJK! Kinderen worden ook gevolgd in hun taalontwikkeling middels "KIJK" (een uitgebreider volgsysteem). Bij VVE wordt aangesloten bij het individuele kind. De peuters op de VVE groep worden ieder half jaar geobserveerd. Tevens vindt er dan een 10 minutengesprek plaats. Ouders worden ook betrokken bij VVE. Tijdens het intakesprek wordt er uitgebreid ingegaan op de werkwijze op de VVE en op de verantwoording die de ouders hierin met de pmers delen. Bij aanvang van ieder thema krijgen de ouders een ouderbrief mee naar huis, waarin staat waar op de peuterspeelzaal aan wordt gewerkt en wat er thuis kan worden gedaan om de taal te stimuleren. Een thema duurt gemiddeld 6-8 weken en wordt aangepast aan de doelgroep. Aanpassingen in het aanbod van activiteiten worden gebaseerd op het kindvolgend werken en de resultaten uit het volgsysteem. De pedagogisch medewerkers besluiten in onderling overleg welke thema’s ze binnen het schooljaar aanbieden. Dit wordt verwerkt in een jaarplanning. Ouders worden uitgenodigd om een keertje op bezoek te komen, zodat zij kunnen zien wat we zoal op een ochtend met de kinderen doen. Daarnaast ontvangen de ouders bij enkele thema’s een voorleesboekje, zodat er thuis aansluitend op het thema kan worden voorgelezen. Op het memoboard in de leefruimte, schrijven we de activiteiten op die we die ochtend hebben gedaan.
H6. Dagritme en overgangsmomenten We werken bij de peuterspeelzaal met een dagritme. Doordat dezelfde elementen op een ochtend iedere keer op ongeveer hetzelfde moment terugkomen, wordt de ochtend voor de kinderen herkenbaar en overzichtelijk. Het ochtendritme dient als middel en is geen doel op zich. Het kan dus zo zijn dat wanneer de kinderen nog heerlijk aan het spelen zijn, we iets later in de kring gaan of als er een verjaardag is een traktatie eten en dan een keer geen fruit. Het is belangrijk structuur te bieden, maar we zijn niet star! Een overgangsmoment van de ene activiteit naar de andere activiteit wordt duidelijk aangeven door de pedagogische medewerker (het overgangsmoment wordt door de pmer begeleidt tot het ene is afgerond en aan de volgende activiteit kan worden begonnen) De kinderen herkennen een volgende activiteit doordat we gebruik maken van bepaalde rituelen. Vaak zijn dit liedjes. We kondigen de volgende activiteit ook duidelijk van te voren aan. Kinderen kunnen zich dan al een beetje voorbereiden. Bijvoorbeeld: jullie kunnen allemaal nog 1 keer glijden en dan gaan we naar binnen.
Het ochtendprogramma wordt middels gesproken taal en pictogrammen aan de kinderen gepresenteerd. Middels een knijper op een pictogram, kunnen de kinderen zien waar we op dat moment mee bezig zijn.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 9 van 14
Locatie: De Komeet
Het ochtendritme ziet er ongeveer als volgt uit: Binnenkomst: De kinderen komen binnen met papa of mama. Samen nemen ze plaats in de kring om een boekje te lezen. Een waardevol moment tussen ouder en kind. De activiteiten staan verdeeld in diverse hoekjes in het lokaal. Als de ouders weg zijn starten we om 9.00 uur met de kring. Hier hebben we voor gekozen, omdat de kinderen in het begin van de ochtend zich nog wat langer kunnen concentreren. Tijdens dit kringmoment gaan we intensief aan de slag met taal en interactie (we lezen voor en zingen liedjes). De kring is een belangrijk moment bij de peuterspeelzaal. Er worden veel liedjes gezongen, voorgelezen en over het thema gepraat. Voor de kinderen is het ook een moment om te oefenen met leren zitten in de kring, je buurman ruimte te geven of je plekje te behouden. We stimuleren de kinderen te praten in de groep, voor sommige kinderen een hele stap om iets te vertellen, voor andere leren rustig praten. De taalontwikkeling wordt bevorderd, ze leren luisteren naar elkaar en ons, leren omgaan met uitgestelde aandacht, wachten tot je aan de beurt bent. We streven erna om dit moment niet langer dan een kwartier te laten duren. Na het afsluiten van dit moment, mogen de kinderen vrij spelen. Puk heeft ook altijd een plekje in de kring. Er worden diverse thema gerichte een activiteiten gedaan. Dit kan variëren. Soms wordt er geknutseld, soms buiten gespeeld, voorgelezen, een liedje geleerd, een bewegingsspelletje gedaan enz. Tijdens deze activiteiten komt de taal ook goed aanbod. We vinden het ook belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen en kunnen daarom soms afwijken van het thema. We gaan opruimen (zingen dan samen een liedje) en gaan dan in de kring. Tijdens dit moment staat het eten van fruit en het drinken centraal (zie ook H3). Daarna is weer even tijd voor een activiteit (buitenspelen zodra het weer het enigszins toelaat.) We gaan opruimen en ons klaar maken om weer naar huis te gaan. We eindigen altijd in de kring , de kinderen hebben dan al hun jasjes, en zingen een "naar huis gaan" liedje. Voordat de ouders de groepsruimte binnen mogen komen, zeggen we elkaar eerst allemaal gedag.
H7. Taal en communicatie 7.1 Interactie groep en individueel In de interactie met de kinderen vinden we een positieve luisterende houding belangrijk. Omdat kinderen vaak nog niet goed hun emoties kunnen verwoorden helpen wij ze daarbij. Ook als emoties heftig zijn worden deze erkend. Een kind dat een ander kind dat iets afpakt slaat kun je zeggen: Dat vond jij helemaal niet leuk he, dat .. je schepje afpakte, dat snap ik goed. Zullen we het vertellen aan .... dat afpakken niet leuk is. Samen loop je naar het andere kindje om uit te leggen dat we samen spelen en samen delen en dat.. erg verdrietig is, omdat z'n schep is afgepakt. Vaak zal het andere kind wel zeggen: Maar ...ging slaan! Je kunt dan tegelijkertijd met de kinderen afspreken dat we ruzie oplossen met praten en niet met de handjes. Belangrijk is om na een conflict weer vrienden te maken.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 10 van 14
Locatie: De Komeet
In de groepsruimte hangt op een duidelijke vaste plek een overzicht met de woorden die horen bij het thema. Kinderen worden door vraagstelling uitgedaagd om verder te communiceren, bijv. wanneer een kind komt verstellen wat hij/zij heeft meegemaakt. We corrigeren het kind waar nodig in kloppende zinnen. Ook zullen we herhalen wat het kind ons net verteld heeft. 7.2 Belonen, corrigeren en conflicten We zijn ons er bewust van dat positief opvoeden gepaard gaat met veel complimenten! Kinderen leren van een compliment ook vaak meer dan van 3 standjes! Je kunt een compliment ook inzetten om een ander kind ook tot het gewenste gedrag te krijgen. Bijv. de kinderen moeten opruimen, 3 kinderen spelen gewoon door en maken alleen maar meer troep, In plaats van hierop te reageren geef je het kind dat aan het opruimen is een heel dik compliment: Wat ben jij keurig aan het opruimen zeg, wat groot van jou. Jij kan goed helpen! Over het algemeen zijn er al snel meer kinderen die gaan opruimen, ook zij krijgen een compliment: heel goed hoor... jij ruimt de duplo keurig op. Tenslotte kan je de kinderen die nog steeds niet opruimen aanmoedigen en een taakje geven. Wil jij de dieren allemaal in deze bak doen? Natuurlijk doen er zich altijd situaties voor dat kinderen gedrag laten zien dat echt niet kan (bijv. slaan). Als je alleen op de groep bent troost je eerst het slachtoffer. Je haalt het kind dat geslagen heeft er even bij en legt op een rustige, duidelijke toon uit dat slaan pijn doet, je benoemt het gedrag dat je wel wilt zien. (kijk x, y moet nu huilen omdat jij hem geslagen hebt. Dat doet heel zeer! We spelen hier fijn met elkaar. Laat het kind het ook weer goed maken met het kind dat hij geslagen heeft. Belangrijke uitgangspunten: we keuren bepaald gedrag af maar accepteren het kind zoals het is kinderen moeten nog veel leren, we blijven de regels dus geduldig herhalen en uitleggen. we proberen kinderen iets te leren, niet ze bang te maken voor een bestraffing. we leggen het kind uit in begrijpelijke woorden, waarom het kind gecorrigeerd is en daarom bijv. even op de stoel moet zitten. Wij begeleiden de kinderen middels positieve aandacht en oprechte belangstelling. We moedigen ze aan, prijzen hun initiatieven en accepteren en waarderen hun oplossingen en ideeën. En we troosten ze als het even niet mee zit. Wij stimuleren het kind dingen zelf te doen en te betrekken bij de dagelijkse gebeurtenissen zodat ze leren op hun eigen benen te staan. Als een kind iets nog niet kan, geven wij het ruim de tijd en nemen iets niet gehaast uit handen. Een kind leert door vallen en opstaan. De aandacht gaat vooral naar iets wat een kind al kan, er wordt geen nadruk gelegd op hetgeen wat een kind nog niet beheerst. 7.3 Communicatie met ouders. SKH biedt op een verantwoorde manier opvang voor kinderen waarbij, in aanvulling op het thuismilieu, een bijdrage wordt geleverd aan de ontwikkelingsstimulering en opvoeding van een kind. Om deze reden vinden wij het contact met de ouders heel belangrijk. Een goed contact en overdracht tussen ouders en pedagogisch medewerker komen de begeleiding van de kinderen ten goede. Tijdens het intakegesprek en tijdens de haal- en breng momenten zorgen we ervoor dat er altijd gelegenheid is tot een kort overdracht moment en het stellen van vragen. Als ouders een gesprek willen kan er een afspraak gemaakt worden met de pedagogisch medewerker . Ook als de pedagogisch medewerker zich zorgen maakt over de ontwikkeling of het welbevinden van het kind zullen we dit bespreken met de ouders en een afspraak maken. Bij kinderen tussen de 2 en 4 jaar die 2 dagdelen per week komen, wordt er gewerkt met Estafette. Dit geldt voor de kinderen op de PSZ zowel voor de kinderen op het KDV.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 11 van 14
Locatie: De Komeet
Estafette is een observatie en overdracht instrument voor peuters waarbij op de leeftijd van ± 2 jaar en 9 maanden en 3 jaar en 9 maanden gekeken wordt naar verschillende ontwikkelingsaspecten. Naast het Welbevinden wordt er ook gekeken naar de motorische, cognitieve en taalontwikkeling. De overdracht naar de basisschool vindt plaats door de Estafette naar de basisschool te sturen. Indien nodig kan er gekozen worden voor een warme overdracht. Dit is mogelijk wanneer de ouder de Estafette of het toestemmingsformulier heeft ondertekend. Als er zorg is omtrent het gedrag van het kind, zullen we de procedure Opvallend gedrag gaan volgen. De bevindingen die uit deze uitgebreide observatie voortvloeit zullen we ook met de ouders bespreken. Indien nodig kan de beleidsmedewerker pedagogiek ook nog ondersteuning bieden. Het kan voorkomen dat we moeten beslissen dat voor een specifiek kind groepsopvang niet (of niet langer) geschikt is. Aspecten die daarbij een rol spelen zijn: - Het welbevinden van het kind. - Het welbevinden van de groep. - Het waarborgen van veiligheid voor alle groepsleden. - De vertrouwensrelatie tussen ouder/verzorger en pedagogisch medewerkers. - Het kunnen voldoen aan de algemene doelstelling van kinderopvang, zowel voor het individuele kind als de groep. - Qua ontwikkeling aansluiting bij de groep kunnen (blijven) vinden. Indien één van bovenstaand punten van toepassing zijn zal de procedure ‘weigering van diensten’ in gang worden gezet. In de situatie wanneer we ‘zorg’ hebben in de zin van kindermishandling, zullen we de eerste signalen altijd met de ouders bespreken. Blijft de zorg, dan volgen we de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Dit gaat altijd in overleg met de aandachtfunctionaris, pedagogisch medewerker en ouder. Mochten er daarnaast nog andere dingen zijn die een ouder wil bespreken is er de mogelijkheid om even iets meer tijd te vragen dan plannen we hier ook een gesprek voor . In principe is de pedagogisch medewerker het eerste aanspreekpunt voor de ouder, echter kan het zijn dat een ouder liever met iemand anders praat. Dan is er de mogelijkheid om naar de locatiemanager te gaan. 7.4 Betrokkenheid ouder(s) en/of verzorger(s) Om de belangen van de kinderen en de ouders van het kindercentrum waar ze aan verbonden zijn zo goed mogelijk te behartigen en de ouders te vertegenwoordigen zijn er oudercommissies. De Centrale Cliëntenraad (CCR) van Stichting Kinderopvang Heerhugowaard is het overkoepelend orgaan van de oudercommissies. De CCR behartigt de algemene belangen voor de kinderen en ouders op centraal niveau
H8. Samenspelen en samenleven Kinderdagopvang is groepsopvang, kinderen ontmoeten elkaar en leren met elkaar omgaan. Er wordt naast elkaar gespeeld en samen gespeeld. Kinderen geven vaak zelf aan wat ze willen en hoe ze het willen, zo zoeken ze elkaar soms op maar kiezen ze er ook voor om even rustig alleen te spelen. We houden rekening met de wensen van de kinderen en zo krijgen ze de ruimte ook aan te geven wat ze willen. We stimuleren wel het samen spelen, zo leren ze omgangsvormen en hun eigen grenzen aan te geven. Daarbij hoort ook dat we speelgoed delen of dat we wachten tot het kindje is uitgespeeld.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 12 van 14
Locatie: De Komeet
Door het vrije spel leren kinderen hun eigen 'IK' te ontwikkelen, ze leren te fantaseren en het spel vorm te geven. We zien dat sommige kinderen een leidende rol hebben en sommige kinderen een volgende rol. Als dit problemen in het spel met zich mee brengt praten we erover en vragen de kinderen om naar elkaar te luisteren en zo samen tot een oplossing te komen. Bij de kleine kinderen doen we dat door het gevoel te verwoorden en de verwachtingen uit te spreken. Tijdens deze momenten leren de kinderen algemene omgangsvormen, zo leren ze dat je aardig en netjes blijft en je met elkaar praat. Uiteraard doen niet alle kinderen dit meteen maar daardoor leren we ook hoe we om moeten gaan met ruzie en boosheid. De rol van de pedagogisch medewerker is in vele gevallen het gevoel te verworden en er samen uit te komen. Ook tijdens de eet- en drinkmomenten leren we op elkaar te wachten, pardon te zeggen als we een boertje laten en naar elkaar te luisteren als er een verhaal wordt verteld. Door zelf als pedagogisch medewerker het goed voorbeeld te geven zullen de kinderen dit vanaf jongs af aan al gaan oppikken. We zijn de hele dag door bezig onze normen een waarden over te brengen op de kinderen. Het is daarom belangrijk ons bewust te zijn van onze eigen normen en waarden. Het is zo dat andere mensen andere normen en waarden kunnen hebben. We moeten daarom met elkaar kijken welke gedragsregels we belangrijk vinden en aan de kinderen uitleggen hoe wij op de peuterspeelzaal samenspelen. Thuis kan het anders zijn maar thuis is thuis en nu zijn we op de peuterspeelzaal. We geven geen waardeoordelen over hoe thuis wordt opgevoed. Als thuis en de peuterspeelzaal zo anders zijn dat kinderen er last van hebben bespreken we dit met de ouders. Belangrijke afspraken op de groep: We praten vriendelijk tegen elkaar We lossen dingen op met woorden We vragen netjes aan elkaar We houden rekening met elkaar We houden de spullen heel en ruimen op wat we hebben gebruikt We zijn allemaal anders en dat is juist leuk! Belangrijk uitgangspunt is dat de regels gelden voor iedereen dus ook voor de pedagogisch medewerkers. Wij zijn als volwassenen immers het voorbeeld en moeten de kinderen laten zien hoe het hoort! Vaak kunnen kinderen het regeltje prima zeggen maar snappen het bijbehorende gedrag nog niet helemaal. Een kind kan bijvoorbeeld tegen een ander kind zeggen: samen spelen samen delen en terwijl het speelgoed uit diens handen trekt. We leggen dus ook steeds weer uit wat samen spelen en delen inhoudt. We moeten ons er ook van bewust zijn dat bij kinderen het geweten nog aan het ontwikkelen is en kind kan nog niet altijd de regels los zien van de volwassene. Een kind dat, zodra je uit het zicht bent opeens andere kinderen een duw geeft of iets afpakt is daarom nooit stiekem! Hij heeft nog niet geleerd dat duwen en afpakken nooit mag, alleen maar dat hij van jou niet mag duwen of afpakken.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 13 van 14
Locatie: De Komeet
H9. Inrichting 9.1 Binnen We proberen de ruimte echt van de kinderen te maken door bijvoorbeeld knutselwerkjes van de kinderen op te hangen. Daarnaast proberen we het thema waar we aan werken zichtbaar te maken. Wel regelmatig wisselen anders zie je door de bomen het bos niet meer! De basis van de groep is daarom ruim en met rustige kleuren. We vinden het belangrijk dat de ruimte veilig is en tegelijk ook uitdagingen biedt. We willen de ruimte zo inrichten dat kinderen veel dingen zelf kunnen. Het speelgoed staat op kind hoogte zodat ze het zelf kunnen pakken, en de kapstok is laag zodat ze zelf hun jas kunnen ophangen. Daarnaast leven we nauwkeurig alle voorschriften rondom veiligheid na zoals de Wet Kinderopvang en de Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen ons voorschrijven. In de ruimte is het duidelijk zichtbaar aan welk thema we werken. De groepsruimte kent verschillende hoeken waarin de kinderen kunnen spelen. Ieder hoekje heeft z'n eigen activiteit. Kinderen kunnen er ook voor kiezen zich even terug te trekken in een hoekje. Spelletjes en puzzeltjes worden aan de lage tafel gedaan zodat de spullen compleet blijven en niet door de hele ruimte verspreid raken. Tijdens het werken met het thema, zal er ook spelmateriaal aangeboden welk echt betrekking heeft tot dit onderwerp. Heel soms maken we gebruik van de speelhal. Hier bieden we dan ontwikkelingsgerichte activiteiten aan (zie hoofdstuk 5). 9.2 Buiten Buitenspelen is een belangrijk onderdeel van een dag bij de peuterspeelzaal. Buitenspelen betekent frisse lucht en beweging! De kinderen van de peuterspeelzaal spelen meestal op het dakterras van het kindercentrum. Daar is voldoende uitdagend en ontwikkelingsgericht materiaal aanwezig, zoals fietsjes en ander rijdend materiaal. De beide peuterspeelzaalgroepen maken in onderling overleg gebruik van het speeldak. Dit om te voorkomen dat er teveel kinderen tegelijkertijd aanwezig zijn. In de even weken speelt * Astro 1&2 tussen 10.00-10.30 uur buiten en **Astro 3&4 tussen 10.30-11.00 uur. In de oneven weken draait dit om.
Pedagogisch werkplan PSZ Astro 1&2
Pagina 14 van 14
Locatie: De Komeet