agendapunt 3.a.2 1163311
Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden OPHEFFEN VAN C.Q. UITTREDEN UIT DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEHEER GRONDWATERONTTREKKING DELFT-NOORD Portefeuillehouder Datum Aard bespreking Afstemming Bijlagen Zaaknummer
Bom - Lemstra, A.W. 11 november 2014 Besluitvormend 3 38190
Gremia
Datum
PFO Bom D&H
03-11-2014 11-11-2014
Aard
Advies/ besluit Gewijzigd akkoord (Geen)
Parafering Geparafeerd Geparafeerd door: Werf, R. van der
Gevraagd besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 11-11-2014 I.
De brief aan de GR Beheer Grondwateronttrekking Delft-Noord inzake uittreding van Delfland uit de GR, ons kenmerk 1163316, vast te stellen. II. De brief aan het college van Burgemeester en wethouder van de gemeente Delft inzake uittreding van Delfland uit de GR, ons kenmerk 1163322, vast te stellen. III. Het concept-verzoekschrift voor uittreding door Delfland uit de GR, c.q. liquidatie van de GR aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland wordt voor definitieve vaststelling aan het college voorgelegd. Indien het voorgaande in verband met een tijdige afhandeling niet mogelijk is, worden de dijkgraaf en hoogheemraad Bom-Lemstra gemandateerd om het verzoekschrift af te ronden.
Besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 11-11-2014 - Beslispunt 3 wordt als volgt gewijzigd: Het concept-verzoekschrift voor uittreding door Delfland uit de GR, c.q. liquidatie van de GR aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland wordt voor definitieve vaststelling aan het college voorgelegd. Indien het voorgaande in verband met een tijdige afhandeling niet mogelijk is, worden de dijkgraaf en hoogheemraad Bom-Lemstra gemandateerd om het verzoekschrift af te ronden. - De brieven genoemd onder beslispunt 1 en 2 worden toegevoegd aan de lijst stukken ter kennisname voor de VV-vergadering van 20 november 2014, voorzien van een toelichtende oplegbrief.
Opheffen van c.q. uittreden uit de Gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft-Noord
1.
Probleemstelling - context
D&H heeft in 2009 samen met B&W van de gemeente Delft en GS van de Provincie ZuidHolland ingesteld, de Gemeenschappelijke regeling beheer grondwateronttrekking Delft noord (verder: de GR). Iedere partij droeg 1/3 van de kosten van de GR. Per 1 mei 2014 is de Provincie uitgetreden en moeten Delft en Delfland tot nieuwe afspraken komen over de verdeling van de te betalen bijdrage in de kosten van de GR. Thans werkt Delfland aan maatregelen voor de waterkeringen die eind 2016 zullen zijn voltooid. Na de voltooiing, heeft Delfland geen belang meer bij het voortzetten van de grondwateronttrekking. Delft en Delfland hebben geprobeerd tot een oplossing te komen, eerst via mediation en toen dat niet lukte, heeft Delfland een aanbod aan Delft gedaan, welk aanbod door Delft is afgewezen. Daarmee is binnen het bestuur van de GR een patstelling ontstaan. Om de patstelling binnen het bestuur van de GR te doorbreken, zal Delfland een verzoekschrift richten aan de Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland waarin hij zijn standpunt verwoordt. De gemeente Delft kan hierop een verweerschrift indienen. De Verenigde Vergadering heeft toestemming gegeven aan D&H om uit te treden. Formeel moet dit volgens de regeling van de GR gemeld worden aan de GR zelf. Er geldt een opzegtermijn van een jaar. Door formeel het uittreden te melden aan de GR en de gemeente Delft, voldoen we aan onze verplichtingen. Delfland gaat ook voor een tweede anker liggen: in de geest van het besluit van de VV wordt aan het bestuur van de GR verzocht op tot opheffing van de GR over te gaan.
2.
Beoogd effect
Het „loskomen‟ van Delfland van de GR hetzij door opheffing van de GR door het bestuur van de GR , hetzij door uittreding door Delfland, wat op zijn beurt eveneens tot opheffing leidt. 3.
Kernboodschap
Voor het uittreden uit de GR is het conform artikel 36 van de regeling noodzakelijk dat het voornemen tot uittreden gemeld wordt. Nu de gemeente Delft de vergoeding heeft afgewezen, is het noodzakelijk om formeel uit te treden. Om uit de ontstane patstelling binnen de GR te komen zal Delfland een verzoekschrift indienen bij de provincie. 4.
Historie - eerdere besluitvorming
In de Verenigde Vergadering van 9 oktober 2008 (voorstel 700150) is besloten dat Delfland, samen met de Provincie Zuid-Holland en de gemeente Delft, de grondwateronttrekking op de DSM locatie voortzet. Overigens zijn de gemeenten Den Haag en Rijswijk actief betrokken en dragen zij financieel bij in de kosten van de grondwateronttrekking.
In de Verenigde Vergadering van 23 april 2009 (voorstel 725657) heeft de VV toestemming verleend aan D&H tot het instellen van een gemeenschappelijke regeling voor het beheer van de grondwateronttrekking. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de verrekening over de afgelopen jaren evenals over de eerstkomende 5 jaren. Deze afspraken zijn vastgelegd in een vaststellingovereenkomst, een Gemeenschappelijke Regeling, een dienstverleningsovereenkomst en een financiële regeling. Bij de behandeling van dit voorstel is door de CDA-fractie een motie ingediend om de deelname van Delfland na 5 jaar te heroverwegen. Deze motie is aangenomen. In de Verenigde Vergadering van 27 september 2012 (voorstel 27601) heeft de begroting GR beheer grondwateronttrekking Delft Noord 2013 en het jaarverslag 2011 voorgelegen. In de Verenigde Vergadering van 20 juni 2013 (voorstel 32352) heeft de begroting GR beheer grondwateronttrekking Delft Noord 2014 voorgelegen. De behandeling heeft aanleiding gegeven tot het formuleren van een zienswijze welke zich richt op de dekking van de begroting op basis van belang. In de Verenigde Vergadering van 5 juni 2014 (voorstel 36320) heeft de begroting GR beheer grondwateronttrekking Delft Noord 2015 voorgelegen, alsmede het voorstel (voorstel 36322) voor een bijdrage aan de investering van de GR voor het realiseren van een boostergemaal en een puttenveld. In de Verenigde Vergadering van 10 juli 2014 (voorstel 36678) heeft D&H toestemming gekregen om uit te treden uit de GR en is ingestemd met vergoeding aan de gemeente Delft bij opheffing van de GR. 5.
Regelgeving en Beleid
Op basis van art. 73 van de Wet gemeenschappelijke regelingen heeft het college van D&H samen met B&W van Delft en GS van de Provincie Zuid-Holland ingesteld de “Gemeenschappelijke regeling beheer grondwateronttrekking Delft noord”. Op grond van art. 61 van de Wet gemeenschappelijke regelingen behoeft D&H toestemming van de VV om uit de GR te treden. Deze toestemming is op 10 juli 2014 door de VV gegeven. In het programma Stevige Dijken zijn de doelen en maatregelen voor de waterkeringen vastgelegd. Het belangrijkste doel is het veiligheidsniveau van de waterkering op orde te houden. Alle regionale waterkeringen zijn getoetst op onder andere stabiliteit en hoogte. Uit de toetsing blijkt welke waterkeringen moeten worden versterkt of opgehoogd. De vermindering van de grondwateronttrekking heeft invloed op de stabiliteit van de waterkeringen. Om die reden draagt Delfland bij aan de instandhouding daarvan, totdat Delfland afdoende maatregelen heeft genomen. De verantwoordelijkheid voor het grondwater is in de Waterwet niet eenduidig vastgelegd. Voor grote industriële onttrekkingen is de Provincie het bevoegd gezag. Voor grondwaterproblemen in het stedelijk gebied is de gemeente het bevoegd gezag . Voor kleinere onttrekkingen is Delfland het bevoegd gezag. 6.
Financiën
De gemeente Delft heeft de door Delfland geboden vergoeding bij opheffing van de GR afgewezen. Vanwege de ontstane patstelling is er geen nieuwe kostenverdeling afgesproken. Nu er nog maar twee partijen over zijn, betalen Delft en Delfland ieder de helft van de kosten van de GR zolang er geen definitieve uitspraak is. 7.
Duurzaamheid
Het onttrekken en afvoeren van grondwater is noodzakelijk om te voorkomen dat het grondwaterpeil te hoog wordt met alle negatieve effecten van dien. De GR heeft gezocht naar een nuttige aanwending van het brakke grondwater door middel van een businesscase en een marktconsultatie. Helaas zijn hieruit geen nuttige toepassingen naar voren gekomen.
2
In 2014/2015 legt de GR een nieuw puttenveld aan en bouwt een nieuw boostergemaal voor het afvoeren van het opgepompte grondwater. Met deze nieuwe installatie kan de onttrekking duurzamer worden beheerd. 8.
Organisatorische en personele consequenties
n.v.t. 9.
OR/GO
n.v.t. 10.
Risico- en beheersmaatregelen
Delft en Delfland hebben geprobeerd tot een oplossing te komen, eerst via mediation en toen dat niet lukte, heeft Delfland een aanbod aan Delft gedaan, welk aanbod door Delft is afgewezen. Daarmee is binnen het bestuur van de GR een patstelling ontstaan. Na het uittreden van de provincie Zuid-Holland is de provincie toezichthouder op de GR. Om de patstelling binnen het bestuur van de GR te doorbreken zal Delfland een verzoekschrift richten aan de Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland waarin hij zijn standpunt verwoordt. De gemeente Delft kan hierop een verweerschrift indienen. 11.
Communicatie (in- en extern)
Met gemeente Delft zal een communicatiestrategie moeten worden uitgewerkt aangaande de uittreding van Delfland uit de GR. 12.
Bekendmaking en vervolgprocedure
Na besluitvorming worden de brieven verstuurd naar de GR en de gemeente Delft. Het verzoekschrift aan de provincie zal onder mandaat van Hoogheemraad Bom-Lemstra afgerond worden en verstuurd worden aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland. 13.
Bevoegd orgaan
Op grond van art. 61 van de Wet gemeenschappelijke regelingen besluit D&H tot het uittreden uit de GR, na daartoe verkregen toestemming van de VV. Op grond van artikel 2.d van het Delegatiebesluit is D&H bevoegd tot het aangaan van rechtsgedingen. 14.
Toelichting
n.v.t. 15.
Bijlagen
1. Brief GR Beheer Grondwateronttrekking Delft-Noord (DMS 1163316) 2. Brief College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Delft (DMS 1163322) 3. Concept-verzoekschrift aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland (wordt nagezonden)
3
Alleen in te vullen indien het een VV-voorstel betreft ** = in te vullen door team Bestuur
Kenmerk VV
:
…**
Vergaderdatum
:
…
Beleidsveld
:
…
Agendapunt
:
…**
De Verenigde Vergadering van Delfland, op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van …(datum collegevergadering), kenmerk …(BIS-zaaknummer D&H besluit); gelezen het positieve/negatieve …(bij ondertekening doorstrepen wat niet van toepassing is) advies van de commissie(s) …(commissie noemen); overwegende dat: … (motiveer het besluit, waarom wordt dit besluit genomen). Gelet op: … artikel 84 van de Waterschapswet (bij D&H-voostellen); artikel 77 van de Waterschapswet (bij VV-voorstellen); alle andere wetgeving (zoals KRW, NBW, verordening Zuid-Holland, delegatiebesluit etc.; Besluit: … Dit moet in overeenstemming zijn met het ontwerpbesluit (ontwerpbesluit kopiëren).
Aldus besloten in de openbare vergadering van …(datum) De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris,
de Voorzitter,
mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart
mr. M.A.P. van Haersma Buma