Opleiding logopedie en audiologie
Bijzonder Reglement Bachelorproef 2013 – 2014
1. Inleiding De Bachelorproef logopedie, c.q. Audiologie, beoogt de student op weg te zetten naar zijn rol als ‘onderzoeker’. Het is dan ook een werkstuk waarmee de student aantoont dat hij op een persoonlijke en kritische wijze een wetenschappelijk denk- en actieproces kan doorlopen in de vorm van een onderzoekscyclus en hierover op een adequate manier kan rapporteren. De Bachelorproef omvat 12 studiepunten. De rapportering over het door de student uitgevoerde onderzoek gebeurt zowel schriftelijk als mondeling. In zijn rapportering geeft de student blijk van zijn analytisch en synthetisch vermogen en van zijn vermogen tot zelfstandige probleemoplossing. Het is een opdracht waarin de integratie van algemene en domeinspecifieke competenties wordt getoetst. De schriftelijke rapportering neemt de vorm aan van een Bachelorproef, de mondelinge van een presentatie. De Bachelorproef wordt, zowel formeel als inhoudelijk, gepresenteerd zoals een artikel in een professioneel tijdschrift. De presentatie wordt, zowel formeel als inhoudelijk, gepresenteerd zoals een voordracht op een professioneel congres.
2. Keuze van het onderwerp Het onderwerp van het onderzoeksproject wordt vastgesteld binnen de opleiding en dient aan te sluiten bij de thematiek van één van de opleidingsonderdelen of dient in het verlengde te liggen van (lopende) onderzoeksactiviteiten. Binnen de professionele bacheloropleiding wordt geopteerd voor eerder praktisch georiënteerde projecten (projectmatig, toegepast wetenschappelijk onderzoek). Een theoretische studie (zuivere literatuurstudie) is eveneens mogelijk, zij het eerder uitzonderlijk. De student formuleert een onderzoeksvraag in de lijn van het gekozen project en beantwoordt deze aan de hand van een kwantitatief en/of kwalitatief onderzoek.
3. Begeleidingsproces 3.1.
Voorbereiding
De basisprincipes van het wetenschappelijk onderzoek worden algemeen behandeld in de verschillende opleidingsonderdelen. Verdere verdieping komt aan bod binnen de opleidingsonderdelen ‘Wetenschappelijk Handelen’ en ‘Onderzoeksrapportering’. Aanvullende literatuur over onderzoeksmethoden en wetenschappelijk schrijven vindt de student o.a. in de bibliotheek van het studeercentrum. 3.2.
Begeleiding
De coördinator van de Bachelorproeven oriënteert de studenten naar een promotor en een onderwerp. Hij bezorgt de nodige informatie in de loop van het jaar. Hij beantwoordt individuele en/of specifieke vragen van studenten en/of (co-)promotors. De promotor begeleidt de student. Een promotor kan zich laten bijstaan door een co-promotor. Hij dient hiervoor een aanvraag in bij het Opleidingshoofd. Eén van beiden is verbonden aan de Thomas More. De promotor geeft advies aan de student bij het zoeken naar literatuur, het formuleren van de onderzoeksvragen, het kiezen van de werk- en onderzoeksmethode(n), het opstarten van het onderzoek, het leggen van noodzakelijke contacten, de gegevensanalyse, …
1
De student is verantwoordelijk voor de volledige realisatie van de Bachelorproef, zowel naar vorm als naar inhoud. Hij is tevens verantwoordelijk voor de planning, het contacteren van de (co-)promotor en het tijdig indienen van de Bachelorproef. De inleverdata worden jaarlijks bekend gemaakt in de academische kalender.
4. De Bachelorproef Logopedie / Audiologie In de Bachelorproef toont de student aan dat hij in staat is een onderzoeksvraag op wetenschappelijke manier te beantwoorden en hierover op wetenschappelijke wijze verslag uit te brengen. Hij besteedt dan ook voldoende aandacht aan de theoretische onderbouw en de kritische reflectie. Bij groepsprojecten maakt elke student een afzonderlijke Bachelorproef. De individuele inbreng moet duidelijk zichtbaar zijn in het eindresultaat. De student verwijst naar de andere medestudenten waar nodig. De Bachelorproef heeft de vorm van een wetenschappelijk artikel en heeft een lengte van 20 à 25 pagina’s. Titel, eventueel ondertitel De aanbevolen lengte is maximaal 10 à 12 woorden. Abstract De bedoeling van een abstract is de lezer een beeld te geven over de inhoud van de Bachelorproef. De student beschrijft in een bondige samenvatting de onderzoeksvraag, de werkwijze, het antwoord. Hij kan dit staven met cijfermateriaal, eventueel met verwijzing naar auteurs. De abstract kan hij afsluiten met het aantonen van het belang van het resultaat voor de Logopedie c.q. Audiologie en met suggesties voor verder onderzoek. Hij noteert een aantal goed gekozen sleutelwoorden. Deze dienen o.a. om opzoekwerk naar het artikel via de computer mogelijk te maken. De abstract omvat ongeveer 150 woorden. Inleiding De inleiding bestaat meestal uit een algemene uiteenzetting over de huidige stand van zaken over het onderwerp, specifieke gegevens over het onderwerp en het doel van het onderzoek met de specifieke onderzoeksvragen. De inleiding is een doorlopende tekst. Via nieuwe paragrafen en bindteksten maakt men een logisch opgebouwde tekst. Men maakt geen onderverdeling met subtitels. De opstelling gebeurt steeds in dezelfde tijd (tegenwoordige of verleden tijd). Methodiek van het onderzoek In dit onderdeel beschrijft de student de proefgroep, het onderzoek (wat moesten de proefpersonen doen) en de onderzoeksmethode (o.a. de statistische procedures). Dit onderdeel is het enige deel van de Bachelorproef dat subtitels bevat. De opstelling gebeurt bij voorkeur in de verleden tijd, gezien de observaties in het verleden uitgevoerd werden. Resultaten De resultaten worden chronologisch weergegeven op basis van de onderzoeksvragen. Men kan ter verduidelijking en ter illustratie gebruik maken van tabellen en figuren. Men mag geen resultaten achterhouden. Men vermeldt zowel positieve als negatieve resultaten, voor zover ze relevant zijn. In dit deel van het onderzoeksverslag geeft de student geen commentaar, interpreteert de gegevens niet en maakt geen vergelijking(en) met andere studies. De resultaten beschrijft hij in dezelfde tijd (tegenwoordige of verleden tijd). De toelichting bij tabellen, c.q. figuren, gebeurt in principe onder de betreffende tabel/figuur.
2
Bespreking en implicaties In het onderdeel ‘Bespreking en implicaties’ bespreekt de student meestal het volgende: Is het doel bereikt? (wel / niet / waarom?). Hij geeft een kritische reflectie met eventueel tekortkomingen in het eigen onderzoek. Hij koppelt zijn gegevens terug naar de bevindingen in de literatuur. Hij geeft het belang van het onderzoek voor de Logopedie, c.q. Audiologie, weer en geeft adviezen voor verder onderzoek. De opstelling gebeurt bij in de tegenwoordige tijd. Referenties De student maakt een referentielijst over alle werken waarnaar hij in de Bachelorproef verwijst. Hierbij maakt hij gebruik van de APA-normen. Dankwoord Een Bachelorproef komt meestal niet tot stand op basis van het werk van de student alleen. Het is dan ook gepast personen (of instellingen) die een fundamentele bijdrage bij het tot stand komen van de Bachelorproef geleverd hebben, te danken. Appendix Elementen die het vlot lezen van de Bachelorproef belemmeren, maar toch fundamenteel zijn, neemt men op in de appendix. Bijvoorbeeld een onderzoek / vragenlijst / scoreformulier dat door de student zelf werd opgesteld. Elementen die algemeen bekend zijn, bijvoorbeeld het scoreformulier van het AAO, van de RTOS, … neemt men niet op. Evenmin neemt men een brief met de vraag om medewerking aan het onderzoek op. Vormgeving Er zijn de volgende formele eisen:
Din A4-formaat en ingebonden (niet geringd) Doorlopende paginering vanaf de abstract tot en met de appendix Titelblad: zie model Na de titelkaft volgt 1 wit blad, titelblad (idem als titelkaft), het corpus, 1 wit blad, een kaftblad Juiste indeling Correcte referenties Goede wetenschappelijke stijl Correct taalgebruik Correcte spelling Verzorgde lay-out …
3
Voorbeeld titelblad
Thomas More Opleiding Logopedie en Audiologie J. De Bomstraat 11 2018 Antwerpen
TITEL
Bachelorproef voorgedragen tot het bekomen van het diploma van Bachelor in de logopedie en de audiologie Afstudeerrichting …* Door: Voornaam + NAAM Academiejaar: 20.. – 20.. Promotor: Initiaal voornaam + NAAM, ** Co-promotor: Initiaal voornaam + NAAM, **
* **
Logopedie dan wel Audiologie + diploma van de betrokkene
4
5.
Mondelinge presentatie en bespreking
De mondelinge rapportering gebeurt tijdens een presentatie (maximum 10 minuten) na het indienen van de Bachelorproef. De presentatie heeft de vorm aan van een referaat waarin kernachtig het onderwerp geïntroduceerd wordt, de onderzoeksvragen gegeven worden, en methodiek, resultaten en implicaties gegeven worden. Na de presentatie is er een vragen- en discussieronde met de leden van de evaluerende commissie (ongeveer 20 minuten). Bij groepsprojecten geeft elke student een individuele presentatie en is er een individuele bespreking.
6. Beoordelingsproces 6.1.
Componenten
De student moet aantonen dat hij, naast de algemene competenties, de beroepsspecifieke competenties van zijn afstudeerrichting beheerst, kan toepassen en integreren. In de evaluatie wordt het leerproces en het eindproduct beoordeeld aan de hand van competentiegerichte evaluatiecriteria. De beoordeling omvat: Het proces van totstandkoming: motivatie, houding, zelfstandigheid, samenwerking bij tussentijdse mondelinge en schriftelijke rapportering aan de promotor, … De Bachelorproef als product De mondelinge presentatie De bespreking met de leden van de evaluerende commissie Het proces van totstandkoming wordt enkel beoordeeld door de (co-)promotor. Bij de 6.2.
evaluatie wordt een onderscheid gemaakt tussen zeven gradaties: Zwaar onvoldoende (komt overeen met 0-5) Onvoldoende (komt overeen met 6-7) Licht onvoldoende (komt overeen met 8-9) Voldoende (komt overeen met 10-13) Goed (komt overeen met 14-15) Zeer goed (komt overeen met 16-17) Uitstekend (komt overeen met 18+) Beoordelingscommissie
Om de objectiviteit en de kwaliteit van de Bachelorproef te waarborgen en de betrokkenheid van het beroepsveld te bevorderen, wordt iedere Bachelorproef beoordeeld door een commissie, bestaande uit minimum drie leden, waarvan bij voorkeur minstens één lid niet aan de Opleiding verbonden is. De (co-)promotor beoordeelt zowel het Bachelorproefproces als het Bachelorproefproduct. Een moderator, lid van de opleiding, leidt de bespreking. De commissie brengt één cijfer uit dat ofwel bij consensus bepaald is, ofwel gebaseerd is op gewogen individuele cijfers. De gehanteerde verhoudingen hierbij zijn: (Co-)promotor: 40% Beoordelaar 1: 20% Beoordelaar 2: 20% Presentatie en bespreking: 20%
5
6.3.
Proces van totstandkoming
De beoordelingscriteria voor dit onderdeel zijn: Werkhouding: inzet, zin voor initiatief, stiptheid, … Zelfstandigheid: het vermogen om zelfstandig tot een wetenschappelijke vraagstelling en tot een verantwoorde probleemoplossing te komen Samenwerking met (co-)promotor, medestudenten, instanties, …: constructief omgaan met feedback, zich houden aan afspraken, … 6.4.
Bachelorproef als product
De verschillende onderdelen van een wetenschappelijk artikel dienen aanwezig te zijn. De beoordelingscriteria voor dit onderdeel zijn: Abstract en sleutelwoorden Kwaliteit van de synthese, adequate weergave van de kernresultaten, doordachte keuze sleutelwoorden, … Inleiding Duidelijke probleemstelling, nauwkeurige afbakening van het onderwerp, goede verantwoording, heldere formulering van de uitgangspunten, relevante literatuur, helderheid van de besproken theorie, consistent gebruik van argumenten, wetenschappelijk geschreven, duidelijk en juist geformuleerde onderzoeksvragen, … Methodiek van het onderzoek Goed omschreven en correct gekozen onderzoekspopulatie, juiste en verantwoorde keuze van de methode en instrumenten, correcte procedures, … Resultaten Duidelijke weergave van de resultaten, goede aansluiting met probleemstelling, correcte en adequate figuren en tabellen, juiste statistische analyse, … Bespreking en implicaties Juiste eindbesluiten worden afgeleid uit de resultaten, de bekomen resultaten worden afgewogen tegenover andere onderzoeksresultaten (besproken in de inleiding), goede kwaliteit van de redeneringen, duidelijke eigen inbreng, kritische zin, zinvolle suggesties voor verder onderzoek, belang van het onderzoek voor de Logopedie / Audiologie, … Vormgeving De Bachelorproef voldoet aan de formele eisen. 6.5.
Mondelinge presentatie en bespreking
De beoordelingscriteria voor dit onderdeel zijn: Goede, beknopte weergave van de essentie van het project Wetenschappelijke en/of praktijkrelevantie wordt helder geduid Verzorgd en correct spraak- en taalgebruik Aansluitend op de mondelinge presentatie beantwoordt de student de vragen van de commissieleden. De beoordelingscriteria voor dit onderdeel zijn: Overtuigende antwoorden tijdens de discussie met de beoordelaars Argumentatie is gebaseerd op de resultaten van de Bachelorproef Verzorgd en correct spraak- en taalgebruik
6
7. Competentie-evaluatie Op basis van de verschillende componenten van de Bachelorproef (proces van totstandkoming, Bachelorproefproduct, mondelinge presentatie en bespreking met de commissie) evalueert de commissie in welke mate de student blijk geeft onderstaande competenties te bezitten.
Criterium/Competentie
Beschrijving/Gedragsindicator
Topicanalyse Gaat systematisch te werk in het analyseren van de topic Belicht verschillende facetten/invalshoeken van de topic Richt zich op de kern van de topic (adequate en gefundeerde synthese) Verzamelt relevante informatie Kritische ingesteldheid Benadert de topic (selecteert, motiveert) vanuit verschillende invalshoeken/disciplines (gedragsmatig, logopedisch, medisch, psychologisch, ...) Steunt zijn/haar synthese op een gefundeerde redenering Weegt alternatieven tegenover elkaar af op basis van haalbaarheid en consequenties Baseert zijn/haar oordeel op verschillende geraadpleegde bronnen, onderzoeken, resultaten, ... Evalueert eigen werk en stuurt bij Creativiteit - Probleemoplossend vermogen - Resultaatgerichtheid Formuleert doel/opzet van de Bachelorproef Vertaalt doel/opzet in geoperationaliseerde onderzoeksvragen Realiseert doel/opzet volgens een adequate methodiek Staat open voor nieuwe ideeën en concepten Brengt meerdere ideeën en mogelijke implicaties aan Gebruikt opgedane ervaring/kennis om nieuwe denkpistes aan te wijzen Houdt rekening met de praktische implementatie van de onderzoeksresultaten
Plannen – organiseren - samenwerken Gaat bij het voorbereiden en uitwerken logisch en systematisch te werk Stelt een realistische werkplanning op en houdt zich eraan Ageert flexibel in planning, organisatie en samenwerking Neemt constructief deel aan besprekingen (met promotor/medestudenten) Werkt zelfstandig doorheen het hele proces van totstandkoming Communicatie – schriftelijk Hanteert een correcte spelling, grammatica en woordgebruik Gebruikt een stijl die aangepast is aan de situatie (wetenschappelijk) Weet de boodschap inhoudelijk gevat weer te geven (bv. geen overbodig lange zinnen) Verduidelijkt de boodschap aan de hand van tabellen, grafieken, bijlagen, … Brengt via lay-out structuur aan Brengt structuur aan in de opbouw van de tekst: abstract, sleutelwoorden, inleiding, methodiek, resultaten, bespreking, referentielijst, bijlagen Legt afkortingen, terminologie en jargon uit Weet zijn/haar boodschap kernachtig weer te geven (abstract) Communicatie – mondeling Hanteert een adequaat volume, articulatie, tempo Hanteert een juiste woordkeuze en een correcte grammatica Verduidelijkt/verlevendigt de boodschap aan de hand van voorbeelden Herformuleert de boodschap wanneer de gesprekspartner de boodschappen niet correct heeft begrepen Richt zich tot de gesprekspartner (onderhoudt oogcontact, stelt zich voor, richt zich fysiek tot de andere) Hanteert in een presentatie een logische structuur: inleiding, situering en probleemstelling, denkpistes, aanpak, synthese en conclusie Weet zijn/haar boodschap kernachtig over te brengen Presenteert gebruikmakend van gepaste hulpmiddelen 8
8. Indienen van de Bachelorproef Logopedie / Audiologie De student dient vijf exemplaren van zijn Bachelorproef in op het secretariaat van de campus Sanderus (+ één extra exemplaar per co-promotor). De opleiding bezorgt de Bachelorproef aan de (co-)promotor, de beoordelaars en de moderator. Daarnaast bezorgt de student tegelijkertijd een elektronische versie van de Bachelorproef (inclusief titelblad) en van de abstract van de Bachelorproef op CD. De uiterste inleverdata zijn: eerste examenperiode: 1ste dag na de kerstvakantie tweede examenperiode: 09.05.2014 derde examenperiode: 1ste dag van deze examenperiode Voor elk van de voormelde data dient de Bachelorproef (én de CD) op het secretariaat gediend te worden voor 12.00 uur.
9. Verzekering studenten bij Bachelorproef Via de polis Onderwijsinstellingen van de hogeschool zijn de regulier ingeschreven studenten verzekerd voor lichamelijke schade opgelopen bij een ongeval en is ook de burgerlijke aansprakelijkheid gedekt. Dit principe geldt wanneer het activiteiten betreft van het hogeschoolleven, m.a.w. activiteiten die door de hogeschool georganiseerd worden en waaraan de studenten deelnemen. Het organiseren door de hogeschool houdt in dat Thomas More verantwoordelijkheid draagt en controle heeft over de activiteit. Dit is het geval bij stages, waar een contract is afgesloten tussen student, hogeschool en stageplaats. Bij het uitvoeren van een Bachelorproef daarentegen beschikt de hogeschool niet steeds gedurende alle activiteiten die verband houden met deze proeven over die controlemogelijkheden. Dit deel van de activiteiten in verband met de Bachelorproeven zijn activiteiten welke zich buiten het hogeschoolleven afspelen. De student organiseert dat zelfstandig, net zoals hij/zij dat doet voor het schrijven van een Bachelorproef / Masterproef of thesis, voor het blokken, … . Hoewel de student een onderzoek uitvoert in opdracht van/in samenwerking met promotor/(co-)promotor is de student vrijwel geheel vrij om te bepalen waar, met wie en met welke middelen hij/zij aan de Bachelorproef werkt. Als hij/zij hiervoor materiaal van derden gebruikt, doet hij/zij dat buiten het hogeschoolleven. Het kan bijvoorbeeld gaan over het gebruik van machines of meettoestellen, maar net zo goed om het gebruik van een computer om te typen of over het gebruik van de auto van een vriend/vriendin om zich te verplaatsen. Als een student thuis zit te studeren is hij/zij zeker ook met zijn/haar studie bezig, maar niet binnen het hogeschoolleven.
Bij Bachelorproeven gelden de verzekeringspolissen van de hogeschool dus niet, noch voor opgelopen lichamelijke schade, noch voor schade toegebracht aan (goederen van) derden, noch voor verplaatsingen. De student dient in gebeurlijk geval zelf een verzekering te regelen.
10. Bijzondere aandachtspunten
Correspondentie door studenten Logopedie of Audiologie met instanties buiten Thomas More dient te gebeuren onder controle van de promotor.
Gebruik logo Thomas More in het kader van Bachelorproeven binnen de opleiding Logopedie en Audiologie. PRINCIPE – Het gebruik, door studenten, van het logo van de hogeschool in het kader van de Bachelorproef Logopedie, c.q. Audiologie, is niet toegestaan. Het
logo kan dan ook niet gehanteerd worden in brieven aan derden met de vraag om medewerking, hulp bij het vinden van proefpersonen, … . Ook bij mailverkeer is het gebruik van het logo niet toegestaan (idem bij elektronische enquête, …). UITZONDERING – het logo van de hogeschool kan wel gehanteerd worden in het kader van onderzoek dat verloopt onder de auspiciën van de hogeschool (bijvoorbeeld in het kader van een PWO-project / op basis van een in een contract geofficialiseerde samenwerking met derden / …). Het gebruik van het hogeschoollogo valt dan onder de verantwoordelijkheid van de promotor. Bij twijfel over het al of niet mogelijk zijn van het gebruik van het logo van de hogeschool, dient de promotor zich te wenden tot de coördinator Bachelorproeven die uitsluitsel zal geven. NB – de student wordt ten sterkste geadviseerd in zijn schrijven, enquête, … te allen tijde te verwijzen naar de ‘(co-)promotor(s) onder wiens supervisie het project uitgevoerd wordt. Een verwijzing naar de hogeschool is zeker toegestaan.
Advies bij elektronische zendingen (peilingen) in het kader van Bachelorproeven binnen de opleiding Logopedie en Audiologie: (1) een elektronische enquête kan slechts één maal verzonden worden; (2) de verschillende geadresseerden worden vermeld in BCC; (3) de promotor van de Bachelorproef dient vermeld te worden; en (4) het gebruik van het logo van de hogeschool is niet toegestaan (cfr. supra).
De studenten die hun Bachelorproef besproken wensen te zien in de eerste examenperiode dienen dit ten laatste in de eerste week van december voorafgaande aan deze examenperiode, schriftelijk te melden aan de coördinator van de Bachelorproeven.
De studenten die hun Bachelorproef in de tweede examenperiode NIET besproken wensen te zien, dienen dit, wanneer hieromtrent een beslissing genomen is (allicht in overleg met de (co-)promotor), ten spoedigste schriftelijk te melden aan de coördinator van de Bachelorproeven.
De studenten die hun Bachelorproef in de derde examenperiode NIET besproken wensen te zien, dienen dit, wanneer hieromtrent een beslissing genomen is (allicht in overleg met de (co-)promotor), ten spoedigste schriftelijk te melden aan de coördinator van de Bachelorproeven.
10