Opkomende Vloed in Venetië
Biënnale Venetië
Tijdens de 56ste editie van de Biënnale van Venetië is de Byzantijnse stad weer overspoeld met hedendaagse kunst. Meer landen dan ooit laten hun beste kunstenaars zien in hun eigen paviljoens in de Giardini of in de fraaie paleizen van de stad. Daarnaast is er in de Arsenale de veelomvattende tentoonstelling All the World’s Futures van de eerste zwarte Biënnale-directeur Okwui Enwezor. Tableau-correspondent Jonathan Turner doet verslag van zijn Venetiaanse ‘wereldreis’ die leidt langs bijzondere visies op gecompliceerde verledens en onzekere toekomsten in de zorgwekkende realiteit van nu. tekst: jonathan turner fotografie: Renato Grome e.a.
Met haar adembenemende installatie The Key in the Hand heeft Chiharu Shiota (1972) het Japanse paviljoen omgetoverd in een zee van metaforen. Oude houten boten zijn overdekt met imposante wolken van rode draden waaraan 50.000 sleutels zijn gebonden die haar uit de hele wereld zijn geschonken. Shiota ziet de sleutels als vertegenwoordigers van emoties, het zijn immers de waarnemers en bewakers van waar we om geven en ze bevatten herinneringen en verhalen die ons weer kunnen inspireren tot het openen van nieuwe deuren...
Biënnale Venetië
enwezor presenteert een politiek geladen en complexe expositie
D
e 56ste editie van de Biënnale van Venetië gaat over dissidenten en verdeeldheid, fundamentalisme en censuur en over kolonialisme in het bijzonder. Hoewel landen hun grootste talenten laten zien in afzonderlijke nationale paviljoens, is het geen evenement met nationalistische tendenzen, integendeel. Artistiek directeur Okwui Enwezor (1963, Nigeria; curator, schrijver en directeur van het Haus der Kunst in München) legt specifiek nadruk op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van kunst (hij studeerde politieke wetenschappen aan New Jersey City University). ‘De wereld is uit balans en heeft hardnekkige kwalen: de opwarming van de aarde, het stijgende water, de verbreding van de inkomenskloof, alle denkbare soorten van schending van de mensenrechten... De toekomst van de planeet – van all futures – is onzeker. Het is een taak van de kunstenaar zijn of haar talent in te zetten om ons de ogen te openen.’ Enwezor verwelkomt nieuwe, gretige kunstenaars uit de periferie, die de plaats van de oude garde willen innemen. Dit hoeft niet altijd kwaadschiks of openlijk ambitieus te zijn. Gezien het huidige geopolitieke klimaat, lijkt het een perfecte timing.
Er is een duizelingwekkende hoeveelheid kunst in Venetië te zien. In cijfers: de hoofdtentoonstelling All the World’s Futures omvat werk van 136 kunstenaars uit 53 landen. 88 kunstenaars exposeren voor het eerst op de Biënnaletentoonstelling en 159 werken zijn speciaal hiervoor gemaakt. Daarnaast zijn er de exposities in de 87 nationale landenpaviljoens en 44 officiële collaterale tentoonstellingen en nog een reeks van aangelijnde exposities in de paleizen en musea van Venetië. Voor het eerst zijn er paviljoens van Grenada, Mauritius, Mongolië, Mozambique en de Seychellen, plus een terugkeer na tientallen jaren van afwezigheid van Ecuador, de Filipijnen en Guatemala. De hedendaagse Global Myopia (bijziendheid) – verbeeld door Marco Maggi in het paviljoen van Uruguay – gold niet voor Kenia en Costa Rica. Op het laatste moment werden ze gediskwalificeerd vanwege vermeende corruptie. Met de wereldtentoonstelling Expo 2015 op slechts driehonderd kilometer afstand in Milaan (zie vorige Tableau), biedt de 56ste Biënnale van Venetië een alternatief landschap van zowel de toekomst als het verleden. Veel van het heden is gemakshalve onder het tapijt geveegd.
Marx Het hart van de 56ste Biënnale van Venetië is de tentoonstelling All the World’s Futures, samengesteld door Okwui Enwezor en ingericht in zowel het Centrale Pavil-
< Prominent in All The World’s Futures in de Corderie staan installaties uit de serie Black Beethoven van Terry Adkins (19532014). In het midden hangen aan weerszijden Lynch Fragments (1963–nu) van Melvin Edwards (1937). Vooraan rechts een tweeluik van Australiër Daniel Boyd (1982) die de koloniale geschiedenis van zijn land herinterpreteert. Links werk van Abu Bakarr Mansaray (1970, Tongo, woont in Harlingen). Hij toont futuristische tekeningen gebaseerd op zijn oorlogservaringen in Sierra Leone. Een bezoeker ontdekt in het paviljoen van Uruguay – op het eerste oog een lege witte ruimte – de details van het werk Global Myopie (bijziendheid) van Marco Maggi (1957), een delicate ‘maquette’ van 10.000 elementen, met chirurgische precisie gesneden uit de zelfklevende folie waarmee de muren behangen zijn.
joen in de Giardini als in de Corderie, de kilometerslange voormalige touwslagerij in de Arsenale. Centraal in de tentoonstelling vinden in de Arena, de nieuwe performanceruimte, dagelijkse discussies plaats en voorlezingen van Das Kapital van Karl Marx – vastgelegd door filmkunstenaar Isaac Julien (1960, Londen). Het draait hierbij om de kritiek van Marx op de gevolgen van de industriële revolutie en de afhankelijkheid van uitbuiting van werknemers. Kolonialisme, misschien wel het meest extreme voorbeeld van de uitbuiting, is een zichtbaar thema op de tentoonstelling, die werken in bijna elk denkbaar medium, inclusief muziek, performances, lange films en video’s laat zien. De diversiteit aan kunstenaars weerspiegelt de wereldbevolking. Naast een groter aantal niet-Westerse zijn er onverwacht veel meer vrouwelijke kunstenaars dan voorgaande edities. Wel verwacht is het aantal zwarte kunstenaars of van Afrikaanse afkomst, onder wie John Akomfrah, Kerry James Marshall, Charles Gaines, Glenn Ligon, Steve McQueen, Chris Ofili, Lorna Simpson, ›› 72 | Tableau Fine arts magazine zomer 2015
The combat zone Veel kunstenaars op de 56ste Biënnale van Venetië houden zich bezig met aspecten van oorlog, angst en geweld en gebruiken motieven als strijders, wapens of een gevaarlijke levensstijl. • In het Duitse paviljoen heeft Hito Steyerl (1966) in haar installatie Motion Capture Studio een sfeer en esthetiek gecreëerd van een futuristische, computergegenereerde wereld, vermengd met die van een amusementshal en een discotheek in een garage in een achtertuin. • Inverso Mundus van het Russische kunstenaarscollectief AES + F in het Magazzino del Sale toont de wereld op z’n kop: zwervers worden rijk en politieagenten boeven. In een performance liggen ze als in een harem lui op een Arabisch bed. Intussen zijn op een gigantisch videoscherm allerlei scènes te zien waarin macht, seksisme en corruptie aan bod komen: grijsaards die met meisjes boksen, vrouwen die mannelijke modellen vastbinden op een lopende band en putjesscheppers die vergaderen met zakenvrouwen in een board-room. • De in Berlijn gevestigde Italiaanse kunstenaar Monica Bonvicini (1965) maakte Latent Combustion (2015), dodelijke ‘trossen’ van kettingzagen die ze in zwart polyurethaan doopte. Te zien in de centrale expositie. • Het gigantische hoofd van een Amerikaanse fighter-piloot van Irina Nakhova (1955) begroet de bezoeker van het Russische paviljoen. Achter de vliegeniersbril volgt een video van de ogen van de kunstenaar de passerende toeschouwer als een high-tech versie van de Mona Lisa. Nakhova: ‘Op deze reis ontmoet je de piloot. Hij is jouw navigator in een ruimte van directe observatie en wijst je, in een verhoogd bewustzijn van je omgeving, de weg de cockpit uit’. Dit geeft eigenlijk een goede samenvatting van de hele 56ste Biënnale van Venetië. zomer 2015 Tableau Fine arts magazine | 73
Biënnale Venetië
provocerend en verontrustend, maar ook esthetisch en poëtisch Venetië, de stad van de afbrokkelende grandeur wordt in veel werken weerspiegeld. De installatie van de Pakistaanse kunstenaar Rashid Rana (1968) in het Palazzo Benzon – als onderdeel van de expositie My East is Your West – bestaat uit een inwoner van het grensplaatsje Phulia, die gedurende de Biënnale, willekeurige dunne lijnen tekent op 3.394 meter stof, geweven op de grens van India en Bangladesh, als een commentaar op het 3.394 km lange hek dat is opgericht tussen de twee naties.
illusie en symboliek • In Glasstress Gotika in het Palazzo Franchetti is Black Medusa (2015) door de Belg Koen Vanmechelen (1965) een van de vele beelden die het kwetsbare en prachtige materiaal glas gebruiken om diepgaande ideeën over pijn en racisme uit te drukken. • In de expositie The Union of Fire and Water in het paviljoen van Azerbeidzjan in Palazzo Barbaro wordt de historische relatie tussen Venetië en Bakoe onderzocht door illusie en projectie. Rashad Alakbarov (1979) installeerde onder andere deze surrealistische trap in het 14de-eeuwse interieur en Almagul Menilbayeva (1969) projecteert een 10-kanaals video met onder andere beelden van olievelden in Bakoe deels letterlijk als uitzicht op de ramen van het Palazzo. • Een absoluut hoogtepunt van deze biënnale is de solo-expositie van Wu Tien-chang (1956) in het paviljoen van Taiwan in Palazzo delle Prigioni. Een reeks van video-installaties en grootschalige foto’s werpen licht op de romantiek van kitsch, liefdesliedjes en verlangen naar nationale identiteit in Taiwan tijdens en na de periode van censuur. • Deze foto van Hrair Sarkissian (1973) is te zien in de groepsexpositie Armenity in een klooster op het eiland San Lazzarro. Het paviljoen, bekroond met de Gouden Leeuw, staat geheel in het teken van de Armeense genocide honderd jaar geleden. De kunstenaars zijn alle nazaten van overlevenden.
74 | Tableau Fine arts magazine zomer 2015
de ogen van Almagul Menlibayeva en Rashad Alabarov uit Azerbeidzjan. Met The Union of Fire and Water presenteren zij een historische en culturele samenvoeging van Bakoe – hoofdstad van Azerbeidzjan – en Venetië. De expositie vindt plaats in het Palazzo Barbaro aan het Canal Grande, de voormalige residentie van Giosafat Barbara, een Venetiaanse ambassadeur die uitgebreid schreef over Azerbeidzjaanse steden en het hof van Shah Uzun Hassan aan het einde van de 15de eeuw. Menlibayeva geeft in haar foto’s en video’s vooral aandacht aan de rol van vrouwen in de pre-Sovjet, pre-islamitische en derwisjculturen. Ze haalt haar inspiratie uit een gebouw in Bakoe dat in 1912 in Venetiaans gotische stijl werd opgericht door Murutza Mukhtarov, een van de eerste oliemagnaten, als huis voor zijn geliefde vrouw. Hij pleegde later zelfmoord. Het herbergt nu het huwelijksregisterkantoor en staat in Bakoe ook bekend als ‘Het Paleis van Geluk’. Het schilderachtige uitzicht vanuit de ramen van Palazzo
Barbaro is vervangen door video-installaties. Je kijkt uit op olieboortorens, verlaten mijnbouw landschappen, brandende steden en booreilanden in ruwe zee. Ondertussen construeerde Rashad Alabarov maaswerken uit een veelheid van objecten, waaronder messen, spiegels en gelast metaal. Het lijken op het eerste gezicht doelloze sculpturen, maar bekeken vanuit een bepaald punt, onthullen de verzamelde voorwerpen plotseling een geometrische vorm, die soms in zijn schaduw op de paleismuren woorden laat zien. In Personne et les autres in het Belgische paviljoen vinden we een geautomatiseerde installatie van James Beckett (1977, Zimbabwe; woont en werkt in Amsterdam) die modellen van modernistische architectuur bouwt en ontmantelt. Een robotarm legt genummerde bouwstenen vanaf nette rekken op een platform in een opeenvolging van verschillende configuraties. Het is een statement over de prefabricage van een nationalistische identiteit in ››
Kara Walker en Wangechi Mutu (met een animatiefilm over de epische odyssee van een Afrikaans vrouw die met het gewicht van de wereld op haar rug uiteindelijk wordt opgeslokt door een vulkaan). Het is een duidelijk een corrigerend statement van curator Enwezor over wat hij noemt ‘de reflexieve hypocrisie’ van de kunstwereld.
Koloniale onderdrukking In de 56ste Biënnale van Venetië zijn veel kunstenaars geïnspireerd door de acties van voormalige regimes, die of worden beschouwd als valse emblemen van ‘de gloriedagen’ van het land, of worden gezien als vertegenwoordigers van perioden van extreme onderdrukking. Zoals in zomer 2015 Tableau Fine arts magazine | 75
Biënnale Venetië
Biënnale Venetië
Vita Vitale in Ca‘ Garzoni gaat over de delicate balans van het ecosysteem op onze planeet. In One after the other, 2014, gebruikt Khalil Chishtee (1964, Pakistan) een van de meest alomtegenwoordige materialen van deze tijd, de plastic zak, en verkent daarmee de invloed op het menselijk ras. In het Belgische paviljoen staat de installatie Negative Space. A Scenario Generator for Clandestine Building in Africa van James Beckett (1977, Zimbabwe, woont en werkt in Amsterdam). Via nieuwe combinaties van bouwstenen – die in de vorm van houten blokjes mechanisch verplaatst worden door een robot-arm – wil hij nutteloze en niet-gebruikte ruimtes opnieuw een doel geven. Het is zijn commentaar op het modernisme dat destijds door de kolonisator in Afrika werd geïntroduceerd. Axel Vervoordts Proportio in het Palazzo Fortuny is een expositie over de sacrale verhoudingen en de gulden snede, die men eeuwen geleden linkte aan geheime, spirituele kennis. Michael Borremans (1963, Gent) schilderde het levensgrote portret van Raio, het renpaard van Vervoordt, waarvan de achterbenen beginnen te verdwijnen. Vooraan staat de installatie Public Observatory (2010-2015) van de Venetiaan Cristiano Bianchin (1963). Citta Irreale in Galleria dell’Accademia is een grootschalig retrospectief van werken van de Arte Povera-meester Mario Merz (1925-2003). De Griekse Maria Papadimitriou (1957) verscheepte de hele inboedel van de laatste leerlooierij van het stadje Volos naar Venetië en installeerde deze onder de titel Agrimiká. Why Look at Animals? In een bijbehorende film vertelt de eigenaar van de winkel over zijn leven en over de zaken die steeds slechter gingen. De kunstenaar kaart hiermee politiek en geschiedenis, economie en traditie, ethiek en esthetiek en angst voor het vreemde aan. In het Nordic Pavilion onderzoekt de Amerikaans/Noorse multimediakunstenares Camille Norment (1970) in haar installatie Rapture de sociaalpolitieke betekenis van geluid op visuele, sonische en architectonische wijze. In de toegangszaal van Enwezors tentoonstelling staat The Western Wall (1993) van Fabio Mauri (1926-2009, Rome), een monumentale sculptuur gemaakt van koffers en bagage van reizigers. De muur verwijst naar de Klaagmuur in Jeruzalem, het symbool van verdeeldheid in de wereld, van ballingschap en mensen die moeten vluchten. In de onvolprezen expositie Proportio in het Palazzo Fortuny zijn prachtige minimalistische kunstwerken te zien die met extra zorg in de historische ruimte zijn geplaatst. Dit werk Helix, 2014, van aluminium en staal is van de Duitse kunstenaar Otto Bol (1952). De Chiesa di Sant’Antonin is een charmant 17de-eeuws kerkje met prachtige decoratie. Het is zelden open voor het publiek, maar voor deze Biënnale is het de plek van een dramatische installatie Conversion van de Russen Andrey Blokhin (1987) en Georgy Kuznetsov (1985) die samen de Recycle Group vormen. Met moderne ‘beeldhouwwerken’ en ‘bas-reliëfs’ verbeelden ze de globalisering van de nieuwe media als de historische bekering tot het Christendom. De hemel als heilig kenniscentrum is nu The Cloud.
Congo en andere voormalige Afrikaanse kolonies. Totaal tegenovergesteld is de sluwe romantiek in Never Say Goodbye, een expositie van Wu Tien-chang (1956) in het Taiwanese paviljoen in het Palazzo delle Prigioni. De kunstenaar kijkt terug naar de tijd dat zijn land een Japanse kolonie was en een rustplek voor de Amerikaanse soldaten tijdens de Koude Oorlog. Zijn installatie van video’s en theatrale lichtboxen met foto’s zijn sentimentele herinneringen die druipen van de nostalgie en vergezeld gaan van liefdesliedjes uit zijn jeugd over zeelieden die voorgoed van huis gaan. De tranen zijn van glycerine, de bloemen van plastic, het landschap is met de hand geschilderd. Het totale effect is betoverend. Maar ondanks de bonte en vrolijke kleuren herinneren de beelden ons aan de lelijke werkelijkheid en de traumatische ervaringen die ons als geesten blijven achtervolgen. ›› 76 | Tableau Fine arts magazine zomer 2015
zomer 2015 Tableau Fine arts magazine | 77
Biënnale Venetië
de schilderkunst biedt veel grote namen Én ontdekkingen Schilderkunst De schilderkunst in de 56ste Biënnale van Venetië is van een uniek hoge standaard. In Enwezor’s hoofdtentoonstelling, waren het opvallendst de dreigende juweelkleurige schilderijen van Chris Ofili, de uptempo Aboriginal stippenschilderijen van de Australiër Daniel Boyd, en de dromerige doeken met de voorstelling van eenzame figuren van Lorna Simpson. Marlene Dumas kreeg een eigen zaaltje tot haar beschikking, waarin zij 36 schilderijtjes van doodskoppen toont. Verrassend genoeg eindigt Enwezor zijn show in de Corderie met acht enorme naakte zelfportretten van George Baselitz uit 2014. Sommige van de op zijn kop hangende naakten zijn geïnspireerd door de paus. ‘With gouged eyes and throbbing red members, the 77-year-old artist shows he is still fighting an upside-down, unjust world’, stond in The Financial Times. Het enige wat dit jaar op de Biënnale grover is dan de schilderijen van Baselitz zijn de slappe fallussen en sigaret rokende vagina’s in de expositie van Sarah Lukas in het Britse paviljoen. Elders in de stad in Ca Pesaro wil Cy Twombly met zijn Paradise – met veel werken die voor de eerste keer worden getoond – zijn ‘wildere kant’ benadrukken. ‘I have felt the wings of the wind of madness’, heeft hij op een naamloos werk uit 1992 geschreven. In datzelfde museum geeft een tentoonstelling met werk van de Italiaanse twintigsteeeuwse magische realist Cagnaccio di San Pietro (18971946) achterstallige aandacht aan deze bescheiden maar gepassioneerde schilder. Andere solo-exposities zijn gewijd aan het nouveau réalisme en popart van de Franse
kunstenaar Martial Raysse in het Palazzo Grassi; aan de abstracte ‘stenen’ in aardse kleuren van Sean Scully in het Palazzo Falier en aan de abstracte schilderijen van Charles Pollock (de oudere broer van Jackson) in de Peggy Guggenheim Collection. De verstoorde fantasieën van de Schotse schilder Peter Doig (1959, woont nu net als zijn vriend Ofili – in Trinidad) met zijn veelvuldig gebruik van het drievoudige motief ‘hemel/boot/zee’, hebben een passende plek gevonden in het Palazzo Tito. In de week dat zijn expositie opende werd op een veiling in New York zijn schilderij Swamped uit 1990 voor 16,6 miljoen pond verkocht. Het was het gesprek van de dag in Venetië; het betekent dat Doig nu duurder is dan Damien Hirst. Dé ontdekking van 2015 is duidelijk de schilder Adrian Ghenie (1977). In het Roemeense paviljoen verwijst zijn Darwin’s Room naar een reeks van zelfportretten en portretten in de gedaante van Darwin, maar ook naar Ghenie’s verbluffende persoonlijke verkenning van de twintigste-eeuwse geschiedenis. Het is wat de kunstenaar noemt een uitgebreid ‘laboratorium van de evolutie’. Dit omvat portretten geïnspireerd op Duchamp, Lenin en Hitler, maar ook schilderijen van wolven in een winters bos en vleesetende planten.
Gezonde ecologie Over vegetatie gesproken: de boom is een terugkerend motief op de Biënnale en verschijnt als een afzonderlijk icoon in het paviljoen van Frankrijk in een installatie
Peter Doig (1959), Rain in the Port of Spain (White Oak), 2015, olie op doek, te zien in Palazzo Tito en The Gatherer, 2014, olie op aluminium, van Sean Scully (1945) in de expositie Land Sea in Palazzo Falier. De wisselwerking tussen de monumentale hedendaagse schilderijen en de Venetiaanse paleizen met hun klassieke architectonische detaillering, kroonluchters van Murano-glas, onderling verbonden rumtes en glas-in-loodramen is schitterend.
van drie gemotoriseerde, zich steeds verplaatsende grote pijnbomen van Céleste Boursier-Mougenot (1961) en in het paviljoen van Finland als een klimaatgecontroleerde, pikzwarte animatie van het kunstenaarsduo IC-98. In het paviljoen van de Verenigde Staten wordt de boom onderdeel van een grotere, complexe natuurstudie in de installatie van speelse korte videofilms They Come to Us Without a Word van Joan Jonas (1936). Nederland toont in het Rietveldpaviljoen onder de titel to be all ways to be de netjes geordende bladeren en takken, sikkels, aarduitwrijvingen, wieren en botten van herman de vries (1931) in een ultieme ode aan de natuur. Op het verlaten eilandje Lazzaretto Vecchio, vlakbij het Lido is een ander deel van zijn presentatie te zien. De ‘verborgen’ installatie van de Amerikaanse Sarah Sze (1969) bestaat uit delicate kunstwerkjes die ze heeft als accenten heeft bevestigd tussen de bomen achterin de tuin van de Arsenale. ›› 78 | Tableau Fine arts magazine zomer 2015
ontdekkingen • De ontdekking dit jaar op het gebied van schilderkunst is de Roemeens Adrian Ghenie (1977). Het Roemeense paviljoen presenteert zijn schilderijen onder de titel Darwin’s Room in drie zalen met een eigen thema: The Tempest, The Portrait Gallery (Self-portrait as Charles Darwin) en The Dissonances of History. De zeggingskracht van het werk en het vermogen van Ghenie abstractie en realistische figuratie in harmonie te brengen in een compositie is fenomenaal. • Niet veel mensen weten dat de beroemde Jackson Pollock nog een schilderende oudste broer had: Charles Pollock (1902-1988). Zijn abstract-expressionistische schilderijen zijn te zien in de Peggy Guggenheim Collection. Daar is als uitzonderlijke bruikleen uit Iowa ook ‘Mural’ het eerste grote schilderij van Jackson Pollock te zien. • In Ca’ Pesaro is fraai werk te zien van de in vergetelheid geraakte Italiaanse 20ste-eeuwse magisch realist Cagnaccio di San Pietro (1897-1946). • Bijzondere rasterwerken van de Afrikaans-Amerikaanse conceptuele kunstenaar Charles Gaines (1942, Jacksonville) – waaronder deze Numbers and Trees III, Shucks #11, acryl en potlood op papier, 1987 – zijn te zien in de hoofdtentoonstelling. • Lorna Simpson (1960, Brooklyn) was in 1990 de eerste zwarte vrouwelijke kunstenaar die deelnam aan de Biennale van Venetië. Nu is ze weer present in de Arsenale met ontroerend mooie werken in potlood, inkt en gesso, waarmee ze het leven van de zwarte vrouw in een bepaalde sociale context verbeeldt. Het hier afgebeelde detail van Three Figures, 2014 toont vrouwen die wegrennen, bevrijd van stereotypen en vooroordelen. • Ontdek in de Giardini tussen de bomen aan de rand van het Biënnaleterrein de verfijnde ‘geheime’ installatie van de Amerikaanse Sarah Sze (1969, Boston). zomer 2015 Tableau Fine arts magazine | 79
Biënnale Venetië
‘een gezonde ecologie’ lijkt dé slogan van deze biënnale te zijn 56ste Biënnale Venetië t/m 22 november Giardini, Arsenale en andere locaties di. t/m zo.10-18 uur maandag gesloten www.labiennale.org Over de auteur Jonathan Turner (1964, woont in Sidney en Rome) is diverse malen bekroond curator en kunstcriticus. Hij maakte solo- en groepsexposities over de hele wereld met kunstenaars als Tracey Emin, Damien Hirst en Marlene Dumas. Sinds 1991 is hij nauw betrokken bij de Biënnale Venetië.
watersnood • De alom geprezen 38 minuten durende videofilm Vertigo Sea, 2015, een installatie op drie schermen van de kunstenaar/filmmaker John Akomfrah (1957, Ghana, woont en werkt in Engeland ), is adembenemend mooi en even schokkend tegelijkertijd. • Het topje van de ijsberg van de Albanese kunstenaar Helidon Xhixha (1970, werkt en woont in Milaan en Dubai). Als een van de elf kunstenaars die deelnemen aan de tentoonstelling Origins of Civilization in het paviljoen van de Arabische Republiek Syrië maakte hij deze glimmende metalen ijsberg, die nu ligt te dobberen bij het paviljoen op het eiland San Sevolo. • De Zwitserse kunstenaar Ugo Rondinone (1964) maakte een afgietsel in wit geschilderd aluminium van een tweeduizend jaar oude olijfboom. Drijvend op een vlonder in het Canal Grande – als een surrealistische ode aan de ecologie – verwelkomt de boom de bezoeker van Vita Vitale (vitaal leven), een groepstentoonstelling in het Azerbeidzjaanse paviljoen in Ca Garzoni die geheel over milieuaspecten gaat. • Als Nederlandse inzending voor de groepstentoonstelling Vita Vitale in het Azerbeidzjaanse paviljoen maakte Jacco Olivier (1972) een geschilderde filmanimatie van een zwemmende ijsbeer die tevergeefs naar voedsel zoekt. • Voor het San Marcoplein dobbert het ‘papieren bootje’ van de Argentijnse kunstenaar Vik Muniz (1961). De ‘krant’ laat artikelen zien over de bootvluchtelingenramp voor het eiland Lampedusa in de Middellandse Zee. Muniz noemt zijn kunstwerk Lampedusa, is een confrontatie op het water van Venetië met een wereld van arm en rijk; ‘welvarenden’ worden aan het denken gezet. > Vincent JF Huang (1971, Taiwan) creëerde in het paviljoen van Tuvalu Crossing the Tide. Het verwijst naar de hulproep van het kleine eilandstaatje Tuvalu (gelegen tussen Hawaii en Australië) dat dreigt in het water te verdwijnen ten gevolge van de klimaatverandering. Net als het schitterende Venetië, dat langzaam in de lagune verdwijnt.
80 | Tableau Fine arts magazine zomer 2015
Natte voeten Het water, een constante zorg in Venetië, lijkt een logische plek om in te eindigen. De Republiek Syrië is vertegenwoordigd door de Albanese kunstenaar Helidon Xhixha, die op een eiland bij Venetië een nep-gletsjer bouwde en deze vervolgens als een realistische ijsberg door de kanalen van de stad liet slepen. Argentijn Vik Muniz zette zijn voorkeur voor onwaarschijnlijke materialen en formaten in om Lampedusa te produceren, een ‘van papier gevouwen’ boot met de afmetingen van een traditionele Venetiaanse vaporetto. Als een snijdende reminder aan de tragische vluchtelingencrisis in de Middellandse Zee en drijft de boot – met de krantenkoppen over de ramp voor het eiland Lampedusa duidelijk leesbaar op de romp – speels in de buurt van het Piazza San Marco.
Het belang van natuurlijke en ethische grenzen wordt waarschijnlijk het best omschreven in het paviljoen van de kleine eilandengroep Tuvalu, dat als gevolg van de stijgende zeespiegel het eerste land is wat zal verdwijnen. Vincent JF Huang uit Taiwan bouwde loopbruggen, opgehangen boven een mistig zwembad op de exacte hoogte van het wateroppervlak. Iedere keer als er een bezoeker overheen loopt sijpelt het water door openingen in de plankieren als een opkomende vloed. Als waardering van de relatie van kunst en kunstenaars tot de huidige stand van zaken in de wereld, is het een raak commentaar op het thema van All The World’s Futures. Terwijl Tuvalu geconfronteerd wordt met de onzekere effecten van de wereldwijde klimaatverandering, heeft de bezoeker aan de Biënnale alleen maar last van een paar natte schoenen. ››
In de tuinen van de Biënnale steelt ook John Akomfrah uit Ghana de show met Vertigo Sea (2015). Hij creëerde – in een confronterende driekanaals video-installatie met dreunend geluid – een aangrijpend verhaal door de meest gruwelijke scènes en die van ongelofelijke schoonheid naast elkaar te plaatsen: kernproeven in de Stille Oceaan en Argentijnse doodseskaders die dissidenten in de Atlantische Oceaan gooien naast de majestueuze beelden van deinende golven en enorme zwermen zeevogels; walvissen wordt met harpoenen bestookt naast het flonkerende Noorderlicht, Vietnamese bootvluchtelingen op zinkende schepen zie je naast beelden van de aerodynamische perfectie van een slanke zwemmende haai. Akomfrah’s werk gaat over de onmenselijkheid van de mens, de aangrijpende schoonheid van de natuur en de kracht van suggestie. Het lijkt er op dat ondanks alle politieke en sociale thema’s, vooral gezonde ecologie de slogan is geworden van deze hele Biënnale. zomer 2015 Tableau Fine arts magazine | 81
English summary
56th Venice Biennale: All the world’s futures The Biennale of Venice has always been a site where polar opposites can meet. Until 22 November, for the 56th edition entitled All The World’s Futures by Okwui Enwezor, its first ever black director, contemporary art floods the Byzantine city. This is a biennale of dissidents and dissidence, a biennale against fundamentalism, censorship and especially colonialism. It follows the threads of cultural migration and the black diaspora. Ironically, given the nature of an event in which countries present their very best talent in separate national pavilions, it is a biennale contrary to currency of nationalism. Enwezor’s specific reading of the social responsibility of art (he studied political sciences at New Jersey City University) provides a valid platform for newer, hungrier artists from the periphery, who wish to elbow out the old guard. This doesn’t always need to be angry or overtly ambitious. Given the current geo-political climate, it all feels perfectly timed. ‘The world is a mass of intractable ills on which art must shed light. With oceans rising, climates warming, the income gap widening and human rights abuses of every imaginable kind occurring, the very future of the planet — its many futures — hangs in the balance. This is not the time for art as an object of contemplation or delight, much less a market commodity — certainly not in a public exhibition whose chief responsibility is to stimulate debate.’ That basically is the provocative but also confining message behind All the World’s Futures. Alongside Enwezor’s central exhibition with 136 artists from 53 countries, there are 87 national pavilions, 44 official collateral exhibitions and scores of aligned exhibitions in the palaces and museums throughout Venice. For the first time, there are national pavilions from Grenada, Mauritius, Mongolia, Mozambique and Seychelles, plus a return after decades of absence by Ecuador, the Philippines and Guatemala. The 56th Biennale of Venice is anchored by the central exhibition in both the main building in the Giardini as well as in the Corderie, the kilometre-long abandoned rope-factory at the Arsenale. At the core of this biennale is an ongoing series of daily musical performances, discussions and readings from Karl Marx’s Das Kapital, (documented on film by Isaac Julien). The entire project swirls around Marx’s critique of the effects of the Industrial Revolution and its reliance on exploitation of workers. Colonialism, perhaps the most extreme instance of the exploitation of labor, is a visible subtext, as is the show’s intent to reflect more completely than usual the diversity of the world’s population. It is full of female artists and of artists from outside the West, most prominently in Africa, Asia and the Middle East. The main exhibition highlights work by a notable number of black artists or those of African origin – such as John Akomfrah, Charles Gaines, Glenn Ligon, Steve McQueen, Chris Ofili, Lorna Simpson, Kara Walker and Wangechi Mutu. This makes a clear and corrective statement about what Enwezor calls ‘the reflexive bigotry’ of the art world. Universally praised is the Japanese Pavilion which
Chiharu Shiota turned it into a sea of metaphors with her breath-taking installation The Key in the Hand. Also a highlight is the solo show by Wu Tien-chang at the Pavilion of Taiwan, looking at the romantic notions of love songs, yearning and national identity in Taiwan during and after the time of censorship. Painting at the 56th Venice Biennale central show is of uniquely high standard, starring Adrian Ghenie with Darwin’s Room at the Romanian Pavilion. At the Biennale gardens, John Akomfrah from Ghana is stealing the show with the three-channel video Vertigo Sea. He creates a gripping narrative through the juxtaposition of the most horrible scenes with the most terrible beauty: whales being harpooned next to the shimmering Aurora Borealis; Vietnamese boat-people on sinking ships alongside film of the aerodynamic perfection of a sleek, swimming shark. Akomfrah’s work is about man’s inhumanity, Nature’s poignant beauty and the power of suggestion.
But somehow, throughout all the politicising and social science, it is sane ecology that seems the catch-phrase of this entire biennale. ›› 82 | Tableau Fine arts magazine zomer 2015
In The portrait of Sakip Sabanci bracht video-kunstenaar Kutlug Ataman (1961, Turkije) – in een imposante installatie die lijkt op een zwevend tapijt – duizenden portretfoto’s samen van mensen die het pad van de vorig jaar overleden zakenman Sabanci hebben gekruist. > Het Nederlandse paviljoen met een gedeelte van de installatie to be all ways to be van herman de vries (1931, Alkmaar). Opgeleid als bioloog en natuuronderzoeker, verzamelt, ordent, isoleert en toont de vries objecten uit de natuur en richt daarmee onze aandacht op zowel de uniciteit als de diversiteit van de ons omringende wereld. Rondvarend door Venetië verzamelde hij materiaal in de lagune, op verlaten eilanden, in de stad en in de Giardini. Op het voormalige pesteiland Lazzaretto Vecchio, waar planten woekeren over ruïnes, bracht hij plaquettes aan die bezoekers aansporen goed te kijken en te ervaren waar ze zijn. Voor de installatie Our Product vulde Pamela Rosenkranz (1980) het paviljoen van Zwitserland met een vloeistof in een kleur roze die overeenkomt met de gestandaardiseerde Noord-Europese huidskleur. De ingrediënten zoals Neotene, Evoin, Bionin (om er een paar te noemen) - zijn ons bekend vanwege de esoterische beloften die ze doen, niet vanwege de fysieke stoffen waaruit ze eigenlijk zijn samengesteld. Halverwege de Corderie creëerde Katharina Grosse (1961, Duitsland) Untitled Trumpet, een chaotische, maar doordachte, weergave van textuur en kleur. Het is alsof je voor een groot schilderij staat, niet met een penseel op doek geschilderd, maar met een groot spuitpistool zijn op de over de ruimte verspreide doeken, aarde en puin alle kleuren van de regenboog ‘geschoten’. Als onderdeel van de centrale tentoonstelling van Okwui Enwezor in de Arsenale, creëerde Chris Ofili (1968, Manchester, woont in Trinidad) een ‘kapel’ met vier enorme schilderijen. De weelderige voorstellingen laten een jungle aan sensuele en bijbelse thema’s zien en symbolen uit de Caribische mythologie in een energiek, jazzy lijnenspel. Het in Quebec gevestigde collectief BGL (Jasmin Bilodeau (1973), Sébastien Giguère (1972) en Nicolas Laverdière (1972)) verrast met de extravagante installatie Canadassimo. In het Canadese paviljoen reconstrueerde het trio met behulp van gerecyclede objecten een supermarkt, een klein appartement en het atelier van een kunstenaar. In deze omgeving komen vraagstukken aan bod over natuur, lifestyle, economie en de kunstmarkt. Het nieuwe paviljoen van Australië, een kubus van zwart graniet, is het eerste 21ste-eeuwse gebouw in de Giardini. Hierin richtte Fiona Hall (1953, Oatley) onder de titel Wrong Way Time een zeer rijke Wunderkammer in met honderden objecten, waaronder beschilderde klokken, mitrailleurs van brooddeeg, vogelnestjes gemaakt van bankbiljetten, botten van zoogdieren en een credit card... Met dit alles uit Hall haar zorgen over milieuvervuiling en andere rampen die de wereld uit balans brengen.