PAN 2011
25 jaar pan: Memorabele momenten
November 2011 is feestmaand voor de kunst- en antiekhandel in Nederland. De onvolprezen beurs PAN opent voor de 25ste keer haar deuren, reden voor een preview én een terugblik vol anekdotes en opmerkelijke verkopen. Bovendien bestaat de Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst 100 jaar en viert dat in Museum Paleis het Loo. tekst: ruud van der neut
tekst: jonathan turner vertaling: arthur van ’t hof H.K.H. Prinses Beatrix op de tentoonstelling ‘Kunsthandelaar en verzamelaar’ in het Amsterdams Historisch Museum in 1970 met voorzitter van de VHOK Saam Nijstad (1922-2011) < Albert Watson, Christy Turlington, NYC, 1990, fotografie, Kahmann Gallery, stand 126
PAN 2011
I
n de loop van 25 jaar groeide de nationale beurs PAN van een kleine tienduizend bezoekers (1986) tot ruim 46.000 bezoekers vorig jaar. Ook breidde de beurs in zowel diversiteit als kwantiteit uit. Op de eerste edities werden vooral antiquiteiten gepresenteerd, maar inmiddels is het aanbod eigentijdse kunst net zo groot als het antieksegment. Ook het sinds 2008 toegevoegde designpaviljoen met verrassend gevarieerd 20ste-eeuws vintage design vulde een lacune en neemt sindsdien een niet weg te denken plek in. Aan het gros van de aangeboden voorwerpen hangt tegenwoordig een prijskaartje van €500 tot €50.000, naast kostbaarder objecten. Het duurste én verkochte kunstwerk in de 25-jarige historie van PAN is een schilderij van Jan Steen met een vraagprijs van vijf miljoen euro: het vond er een nieuwe eigenaar in 2007.
Start in Delft Inmiddels heeft PAN zich zo’n stevige positie verworven dat het haast lijkt of er geen ‘pre-PAN-tijd’ was. Maar het feest der kunsten in de RAI had een waardige voorganger: in het Delftse Prinsenhof werd in de zomer van 1949 de tweede Europese antiekbeurs van Europa gehouden, naar voorbeeld van die in Grosvernor House in Londen, die in 1934 al van start ging. Er kwamen 19.200 bezoekers op af en het aantal deelnemende kunsthandelaren en antiquairs bedroeg 28. Het eclatante succes van de beurs zorgde ervoor dat die voortaan jaarlijks werd georganiseerd. Prins Bernhard aanvaardde het beschermheerschap en ook de prinsessen verschenen regelmatig in Delft, wat de publiciteit ten goede kwam en in 1963 leidde tot maar liefst 41.000 bezoekers. Het succes was mede te danken aan de hoge kwaliteit van het aanbod en de ingestelde onafhankelijke keuringscommissie van experts uit de museumwereld die ieder object nauwkeurig beoordeelde. Dit gegeven zou ook een van de pijlers vormen van de latere PAN (Pictura Antiquairs Nationaal). Toch ontstond er bij een aantal deelnemers gaandeweg onvrede over ‘Delft’. In de ruimtes van Het Prinsenhof, waar de objecten werden gepresenteerd, mocht geen enkele spijker in de muren worden geslagen. Ook de nauwe doorgangen in het museum en de nogal claustrofobische opkamertjes speelden de organisatie parten; die waren 44 | Tableau Fine arts magazine oktober/november 2011
PAN 2011
Succes en kwaliteit door de strenge keuringen verre van ideaal voor de grote toestroom van bezoekers. En op de eeuwenoude planken vloeren trilden de kunstvoorwerpen vervaarlijk in de vitrines. Deelnemende handelaren klaagden over de hun toegewezen ruimtes en betichtten de organisatie van voorkeursbehandeling van een aantal leden. Ook de ernstig beperkende criteria om te mogen deelnemen aan andere beurzen vormden een voortdurende bron van irritatie. De gehanteerde tijdsgrens dat er geen voorwerpen gepresenteerd mochten worden van ná 1840, wierp vooral bij potentiële deelnemers ergernis op. Pas vanaf 1980 werd schilderkunst uit de Romantiek schoorvoetend toegelaten en mochten er bijvoorbeeld Victoriaanse sieraden gepresenteerd worden. Specialist in vroeg 20ste-eeuwse kunstnijverheid, art nouveau en art deco Frans Leidelmeijer: ‘Ik wilde heel graag deelnemen aan de beurs. Maar een aantal (oudere) leden waren faliekant tegen. Het had veel voeten in de aarde voordat ik in 1986 eindelijk mocht meedoen in Delft. Ze konden er niet meer omheen. Maar ik weet nog goed hoe het publiek reageerde: ‘Kijk, de spullen die daar staan hebben wij vroeger bij de vuilnis gezet!’, waarop ik dan antwoordde ‘Daar haal ik het ook vandaan’. Zo bracht ik eens een complete kamer met meubelen in Noord-Afrikaanse stijl van de ontwerper Carlo Bugatti. De meeste bezoekers spraken er schande van; het meest lelijke wat ze ooit hadden gezien! Ik verkocht niets en uiteindelijk heb ik de set laten veilen in Monte Carlo, waar het een vermogen opbracht. Ik was duidelijk te vroeg, want meer dan tien jaar na dato kocht Museum Boijmans Van Beuningen alsnog een ameublement van Bugatti aan. En, nee, niet bij mij!’.... Uiteindelijk bleek Het Prinsenhof in Delft te klein voor een antiekbeurs van internationaal hoog niveau. Door een aantal handelaren - onder wie Evert Douwes, Robert Noortman en Clemens Van der Ven - werd gezocht naar een nieuwe locatie. Maar de oudere garde bedong dat die op minimaal 200 kilometer van Delft moest liggen. Het werd Maastricht, waar de eerste Pictura-beurs (en in ››
Deelnemers aan de 12de Oude Kunst- en Antiekbeurs in Delft in 1960 met hun favoriete stuk. De nauwe doorgangen in Het Prinsenhof in Delft en de nogal claustrofobische opkamertjes speelden de organisatie nog al eens parten.
100 jaar VHOK Al in 1911 sloeg een aantal gerenommeerde kunsthandelaren, onder wie Jacques Goudstikker en Bernard Houthakker, de handen ineen en richtten zij de Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst op. Ze wilden vakkennis onder hun collega’s stimuleren, het vertrouwen van kopers vergroten en de kwaliteit van de te koop aangeboden objecten garanderen. In 1949 initieerde de VHOK de Oude Kunst- en Antiekbeurs in Delft die in 1987 werd samengevoegd met de PAN. Ook TEFAF (The European Fine Art Foundation) in Maastricht is een initiatief van een aantal leden van de VHOK. Naar aanleiding van het 100-jarig bestaan organiseert de Vereeniging ‘Uit de Kunst’ in Museum Paleis Het Loo. De tentoonstelling bestaat uit kunstobjecten die de leden van de VHOK in de loop der jaren verkochten aan particulieren en musea. De selectie kenmerkt zich door topkwaliteit. Of het nu gaat om een demi parure bestaande uit een collier met 77 antiek geslepen briljanten, Vincent van Goghs Gezicht op de Singel Amsterdam, een verguld mummiemasker uit de eerste eeuw, een uit Nieuw-Guinea afkomstige Sepik oratorzetel, of een kijkje in de vrolijke danszaal van de schilder Isaac Israels. Tijdens de presentatie in Het Loo worden er jammer genoeg geen oorspronkelijke prijskaartjes getoond. Maar Evert Douwes sr. herinnert zich dat zijn vader in de jaren dertig nog te kust en te keur schilderijtjes van Jan van Goyen kon inkopen. ‘Een gemiddeld werkje kostte ƒ300 en voor ƒ1.200 had je de allerbeste. In die tijd was Engeland het walhalla voor de kunsthandel; je kon er iedere week wel een ontdekking doen. Mijn vader scoorde er onder meer een mooie Frans Hals, een Saenredam, een Holbein en een landschap van Rembrandt. Van een Vrolijk gezelschap door Jan Steen bedroeg in 1921 de inkoopprijs ƒ16.104 en het werd in datzelfde jaar verkocht voor ƒ25.000. Een ander voorbeeld: in 1923 kocht Douwes een zomerlandschap van B.C. Koekkoek in voor ƒ975, Dreesmann werd de nieuwe eigenaar voor ƒ1.500. Iedereen weet wat tegenwoordig een mooie B.C. Koekkoek doet...’ Een klein formaat stilleven van de zeventiende-eeuwse kleine meester Adriaen Coorte was zelfs tot in de jaren vijftig incidenteel op de markt voor een paar honderd gulden. In december 2009 werden er twee Coorte’s geveild bij Sotheby’s voor ruim €1,5 miljoen per stuk… Van zulke vondsten kun je als kunsthandelaar tegenwoordig alleen maar dromen. Het is een steeds grotere tour de force om op beurzen als TEFAF en PAN topkwaliteit te kunnen presenteren,’ aldus Douwes. Reden daarvoor is dat vanaf de jaren zeventig kunst en antiek een rol gingen spelen als beleggingsmogelijkheid. Werken van kunstenaars van naam werden schaarser en duurder, terwijl er een groeiende vraag ontstond van een steeds kritischer wordend publiek. De prijzen in de kunst- en antiekmarkt zouden navenant stijgen. oktober/november 2011 Tableau Fine arts magazine | 45
PAN 2011
een later stadium TEFAF) plaatsvond. In 1993 moest de Antiekbeurs Delft het afleggen tegen de concurrentie van zowel TEFAF als PAN en viel het doek definitief voor de ooit zo succesvolle door de Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst (VHOK - zie kader op vorige pagina) georganiseerde beurs.
Memorabele momenten Enkele exposanten, zoals de firma’s Douwes, Stodel, Vanderven & Vanderven en Aronson staan al sinds het prille begin op PAN. Maar zowel de oudgedienden als de jongere groep deelnemers hebben inmiddels een schat aan dierbare PAN-herinneringen paraat. Spectaculaire verkopen, interessante ontmoetingen met collectioneurs die vaste klant werden, waardevolle contacten met musea en memorabele gebeurtenissen in de hectische beursperiode. Zo herinnert Pieter Overduin zich: ‘Het moet eind jaren negentig geweest zijn. We presenteerden een selectie topstukken uit de Nederlandse Romantiek en Haagse School. Op één wand hing een vijftal werken, waaronder een Weissenbruch, Schelfhout en Springer. Een klant kocht na een aimabel gesprek stante pede drie van de schilderijen en liet weten de andere twee werken toch ook erg mooi te vinden. Zijn vrouw aankijkend zei hij toen spontaan: ‘Doe de hele wand maar’. In dat jaar - met een ongekend kooplustig publiek - verkochten we maar liefst 23 schilderijen!’ Dat teveel informatie ook wel tegen je kan keren ervoer kunsthandelaar Willem Rueb in zijn confrontatie met een Franse klant. Rueb verhaalt: ‘Op zijn vraag hoe de conditie was van een door mij aangeboden abstract schilderij van Felix del Marle (1889-1952) gaf ik aan dat er een summiere, voor het oog onzichtbare inschildering had plaatsgevonden maar dat ik niet zou aanwijzen op welke plek omdat hij er anders op gefocust zou zijn. Na lang aandringen van zijn kant ging ik toch overstag en toonde met ultraviolet licht - dat recente restauraties zichtbaar maakt - het bewuste plekje. Ook meldde ik dat het mogelijk een correctie van de schilder zélf kon zijn, want daarover gaf de ‘blauwe lamp’ geen uitsluitsel. De klant leek tevreden en kocht het schilderij. Maar kort daarna kwam hij erop terug en wilde de koop alsnog terugdraaien. Met als argument dat hij slechts naar dat ene plekje bleef kijken, ook al was er niets te zien. Later vond het schilderij alsnog een andere, gelukkig meer reële koper’. Dat niet iedere potentiële koper op PAN ter plekke kan beslissen blijkt uit het verhaal van kunsthandelaar David Smith. ‘Vorig jaar presenteerden we op de beurs een schilderij van Bartholomeus van Hove, voorstellende ‘Zicht op Deventer’. Het werd niet verkocht maar een van de bezoekers bleek de voorzitter van de vriendenvereniging van het Historisch Museum Deventer te zijn. In onze stand zag hij het schilderij en afgelopen september presenteerde het museum met gepaste trots hun nieuwste aanwinst: de Van Hove, verworven met steun van de vereniging’. 46 | Tableau Fine arts magazine oktober/november 2011
Hij kocht er drie en...‘Ach, doe die hele wand maar’ Antiquair Robert Schreuder, sinds kort deelnemer aan PAN, memoreert: ‘Vorig jaar verkocht ik twee stukken aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden: een sculptuur en een gravure van Piranesi. Maar een van de opmerkelijkste gebeurtenissen was wel de klandizie van een Italiaanse adellijke dame. Zij schafte een gezicht op Napels aan dat hoogstwaarschijnlijk in de vroege 19de eeuw als souvenier was meegenomen door een ‘Grand Tour’-reiziger uit het noorden. Nu is de cirkel rond: na bijna twee eeuwen is dit object via Amsterdam weer terug in Italië’.
Zicht op Deventer van de Romantische schilder B.J.van Hove (1790-1880), door het Historisch Museum in Deventer aangekocht bij Leslie Smith Gallery in Amsterdam
Ongelukje Dat gebeurtenissen ook minder fortuinlijk of onvoorspelbaar kunnen uitpakken toont het verhaal van Inez Stodel aan. ‘Jaren geleden presenteerden we een prachtige putto van Dusquesnoy, die we tijdens de opening direct verkochten. Het beeld op sokkel - inmiddels met rode stip - had een prominente plek op de hoek van onze stand. Totdat een waarschijnlijk nog van een kater herstellende werkstudent op zondagochtend van het eerste weekend de sculptuur inclusief sokkel omver reed met een grote servicekar (die nu gelukkig niet meer gebruikt worden op de beursvloer). Het beeld verloor een armpje en de verkoop werd afgeblazen. Maar eind goed, al goed: wij ontvingen een grote bos bloemen en welgemeende excuses van de RAI-organisatie en de directie kocht sportief onze (verminkte) engel aan. Sindsdien schijnt het beeld in een van de directievertrekken te staan’. Ronduit bijzonder is wat Ricus Dullaert overkwam. Dullaert woont sinds 2001 acht maanden per jaar in ZuidAfrika waar hij zich inzet voor mensen met Hiv en Aids. Daarnaast is hij handelaar in iconen en kunst. Dullaert: ‘Tijdens de beurs kwam er een Rotterdamse klant de stand inlopen en zei ‘Ik zag op televisie dat je in townships gemeenschapscentra opzet waar je voedsel aan weeskinderen ten gevolge van Aids uitdeelt. Hoeveel van die centra ga je bouwen en wat kosten die centra per stuk’? Ik antwoordde ‘Voorlopig vijf en ze kosten elk zo’n ƒ35.000’. Zijn reactie: ‘Mooi, dan krijg je er vijf van mij ca- ››
Ludolf Backhuysen (1630-1708), Schepen in een onstuimige zee, gesigneerd en gedateerd ‘L. Bak 1695’, olieverf op doek, 58 x 72 cm, Bijl-van Urk, stand 151 Willy Verginer (1957), Occhi rossi, 2009, hout, acrylverf, 41 x 73 cm, Galerie Majke Hüsstege, stand 103 Zilveren theebus, Amsterdam 1698 (jaarletter M) door Steven des Rousseaux. Versierd met ‘cut card’,, h. 10,4 cm, 168 gram, John Endlich Antiquairs, stand 90
oktober/november 2011 Tableau Fine arts magazine | 47
PAN 2011
PAN 2011
‘Het Rijks kocht een vliegtuigfauteuil’ deau’. Binnen een week stond er ƒ175.000 op de rekening van ons project en nog steeds wordt er dagelijks aan 500 kinderen eten uitgedeeld. Ook heb ik in de loop der jaren via mijn presentatie op PAN opmerkelijke objecten wereldwijd kunnen verkopen. Zoals een 18de-eeuws Russisch evangelieboek, versierd met zilveren band en niello plaquettes. Ik kreeg een tip dat er maar één persoon ter wereld was die een dergelijk (naar bleek incourant) object aankocht. Het was een schatrijke verzamelaar uit Los Angeles, die mij uitnodigde het bij hem thuis op zicht te brengen, waarna hij het aankocht. Tegenwoordig maakt het deel uit van de Arthur Gilbert Collectie in Somerset House in Londen’. Kunst en emotie gaan vaak samen. Dat blijkt uit wat Janknegt Fine Art uit Laren overkwam. ‘Een dame kocht bij ons een bronzen beeld van Ossip Zadkine. Toen ik vroeg waarom ze het kocht, vertelde ze dat vroeger eenzelfde beeld op het graf van haar vader had gestaan maar was gestolen. Dit was natuurlijk een ander oplagenummer, maar ze was zo blij! Het was heel emotioneel. Het beeld kwam niet terug op het graf, maar staat nu veilig en wel bij haar thuis’.
Carla Koch: ‘Ik heb aan diverse musea, die overigens al klant bij mij waren, op PAN werk verkocht. Glas van Carine Neutjens bijvoorbeeld aan Glasmuseum Ernsitng Stiftung Coesfeld in Lette in Duitsland’
Michael Wolf, Night #20, fotografie, Wouter van Leeuwen, stand 115 Hendrik Jan Wolter (1873-1952), Liggend naakt, olie op doek, 94 x 72 cm, uit de privécollectie van wijlen dr. Alfred H. Heineken, Theo Daatselaar Antiquairs, stand 76 Filigrane Interferenti, Andries Copier en Lino Tagliapietra, Effetre International, Murano, 1985, Kunstconsult 20ste-eeuwse (toegepaste) kunst, stand 63a > Wim Heldens, Tattoo, 2011, olieverf op doek, 160 x 135 cm, Collectie Harms Rolde, stand 33
Naar musea Deelnemer ‘De andere Tijd’ had zijn PAN-debuut in 2009 in het designpaviljoen. ‘Ondanks de chaotische start - de standbouwer was aanvankelijk vergeten de benodigde elektravoorzieningen aan te sluiten - was de belangstelling enorm. Wij verkochten onder meer een chroombuis fauteuil, ontworpen door architect J.J.P. Oud, aan Museum Boijmans Van Beuningen. En vorig jaar hebben we een zeldzame modernistische vliegtuigfauteuil verkocht aan het Rijksmuseum in Amsterdam’. Andere deelnemers die tijdens PAN musea als klant kregen zijn onder meer Galerie Carla Koch (keramiek aan het V & A in Londen, Boijmans Van Beuningen en het Princessehof in Leeuwarden) en Galerie Willy Schoots (twee grote, door Armando beschilderde vazen aan het Princessehof). Kunstgalerij Albricht verkocht in 2010 ›› een aan A. Mauve toegeschreven ‘plein air’ schilde48 | Tableau Fine arts magazine oktober/november 2011
Andreas Schelfhout (1787 -1870), Hollands winterlandschap met personen op een bevroren poldervaart, olie op paneel, 32,5 x 43 cm, Kunsthandel A.H. Bies, stand 2 Pierre Bonnard (18671947), Jeune femme assise, enfilant son bas, zwart krijt op papier, 43,4 x 29,5 cm, Douwes Fine Art, stand 91 Scandia Senior chair, Hans Brattrud, inclusief origineel leren kussen, 1957, Wonderwood, stand DS2 oktober/november 2011 Tableau Fine arts magazine | 49
PAN 2011
PAN 2011
‘Met tiara’s en diademen vieren we ons kroonjaar’
PAN 2011 Dit jaar presenteren 128 deelnemers zich in de RAI; acht doen er voor het eerst mee, waaronder de Amsterdamse Torch Gallery met hedendaagse kunst, MDZ Gallery uit Knokke met Cobra-kunst (en een tekening van Picasso) en Mark Haasnoot Fine Arts uit Naarden-Vesting met 18de- tot 20ste-eeuwse Nederlandse kunst. Ook L’Argenterie Antique uit Gees met antiek (klein)zilver en Hollands porselein is nieuw, terwijl Jacob J. Roosjen, voormalig zilverexpert van veilinghuis Sotheby’s, nu als zelfstandig entrepreneur antieke zilveren objecten in de aanbieding heeft. ‘Terug van weggeweest’ zijn onder meer Kunsthandel Frans Jacobs met contemporaine kunst, America Antigua met Pre-Columbiaanse kunst en de Antwerpse firma N. Vrouyr met Oosterse tapijten en textilia. Ter ere van vijfde lustrum heeft PAN een schitterende presentatie die leunt op het getal 25: Fred Brom, eigenaar van Steltman Juweliers, selecteerde 25 – letterlijk schitterende - tiara’s en diademen afkomstig uit evenzo vele eeuwen. Het oudste exemplaar is een vergulde bronzen lauwerkrans uit de collectie van het Allard Pierson Museum, de meest recente betreft een afstudeerproject uit 2010 van een leerling van de Vakschool Schoonhoven.
50 | Tableau Fine arts magazine oktober/november 2011
Een recente beugeldiadeem, Warsky Londen Diadeem gedragen door koningin Emma tijdens rouwperiode na het overlijden van koning Willem III, ABN AMRO-archief Diadeem van Leontine Apperloo, eindwerkstuk opleiding Goud-, zilversmeden, juwelier, Vakschool Schoonhoven 2010 Diadeem door Carington, Londen, in etui, Juwelier Fabrey de Jonge Ted Noten, 2002, winnaar diadeem voor Prinses Máxima, Stedelijk Museum Den Bosch
rijtje aan Teylers Museum, terwijl Galerie Tiny Esveld uit Rijkevorsel (België) vorig jaar een schrijfbureautje van Louis Majorelle leverde aan het Bloembollenmuseum in Lisse. Maar dat tijdens de lange beursdagen incidenteel de meligheid kan toeslaan bekent een handelaar die liever naamloos blijft. Op de vraag van een prijskaartjes bestuderende heer op leeftijd wat de letters P.O.A. toch betekenden antwoordde hij in een opwelling niet ‘prijs op aanvraag’ maar ‘per ongeluk aangekocht’. Rutger Brandt van Galerie Mokum: ‘Ik had vorig jaar een klant in de stand die een werk zocht van Joke Frima. Ik had er een van 90 x 180 cm. Die was te klein: ‘Het is namelijk voor op de boot…’ Die vanzelfsprekendheid vond ik erg grappig.’ Tot slot een hilarisch voorval in de stand van Foumani Persian Gallery. Hier werd de besnorde en statige bezoeker aangesproken met: ‘Bent u niet Kader Abdolah?’ Waarop Kader Abdolah himself antwoordde: ‘Nee, ik ben zijn broer, de verkoopassistent van de heer Foumani’. ‘Dus u weet alles van tapijten?’, vroeg de bezoeker. ‘Ja, maar ik weet het meest van tapijten uit mijn geboortestreek Farahan’. Ook de 25ste editie van PAN zal ongetwijfeld weer de nodige anekdotes en memorabele momenten opleveren. ››
PAN Amsterdam
20 t/m 27 november 2011 Amsterdam RAI - Parkhal Europaplein, 1078 GZ Amsterdam dagelijks 11-19, do. 24 en zo. 27 november tot 18 uur tel. 020-5493488, www.pan.nl
Tentoonstelling VHOK
‘Uit de Kunst’ 12 november t/m 8 januari Nationaal Museum Paleis Het Loo di. t/m zo. 10-17 uur, Nieuwjaarsdag gesloten tel. 055-5772400, www.paleishetloo.nl oktober/november 2011 Tableau Fine arts magazine | 51