www.researchportal.be - 6 Jan 2016 00:07:04
Onderzoeksprojecten (1 - 432 van 432) Zoekfilter: Classificaties: Psychologie
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Psychopathology and Information Processing in Older Adults - PIPO Vrije Universiteit Brussel Abstract: De belangrijkste onderzoekslijn van de participerende onderzoekers van de Vakgroep Klinische en Levenslooppsychologie VUB is de studie van persoonlijkheidsstoornissen en in het bijzonder de empirische validatie van persoonlijkheidstheorieën, waarbij 2 componenten centraal staan: niveaus van persoonlijkheids(dis)functioneren en het meten van (on)aangepaste trekken. Sinds 2008 wordt ook bijzondere aandacht besteed aan ouderen. Onderzoek naar persoonlijkheid en persoonlijkheidspathologie bij ouderen staat namelijk nog in zijn kinderschoenen en ook de vraag naar meetinstrumenten vanuit de klinische praktijk en beleid is hoog. Daarom is onder meer expertise uitgebouwd op het vlak van ontwikkeling en aanpassing van meetinstrumenten voor persoonlijkheid(spathologie) bij ouderen. Er wordt een brug gemaakt tussen de descriptieve DSM en een therapeutisch georiënteerde diagnostiek en fundamenteel onderzoek. De onderzoeksresultaten dragen bij tot de dimensionale classificatie van persoonlijkheidspathologie, valideren voorstellen voor de classificatie van persoonlijkheidsstoornissen (DSM-5) en beantwoorden verschillende conceptuele en methodologische vraagstukken zoals zelf- versus informant bevraging, handvaten voor klinische praktijk (therapie), uitkomst metingen etc. Lopende doctoraatsstudies bij ouderen richten zich op trek gebaseerde metingen van persoonlijkheid(spathologie), de waarde van informanten metingen, de invloed van as I stoornissen op persoonlijkheidsmeting en de invloed van premorbide persoonlijkheidskenmerken op psychologische en gedragsmatige symptomen bij dementie. Voorts is er onderzoek naar heterotypische continuïteit van adaptieve en maladaptieve persoonlijkheidstrekken, vooral door studies naar persoonlijkheid en persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen en is er in klinische populaties epidemiologisch onderzoek naar het voorkomen van persoonlijkheidsstoornissen en comorbiditeit met pathologie en trekken zoals de dementie, depressie etc. Hierbij is expertise uitgebouwd op het vlak van Alzheimer Disease (AD). Aangezien dit de meest voorkomende ziekte is op oudere leeftijd, is het belangrijk deze ziekte zeer vroeg te detecteren opdat behandeling zo snel mogelijk zou opgestart worden. Kennis wordt gecombineerd vanuit twee domeinen, neuropsychologie en biologie, om de vroege detectie van AD te optimaliseren en zo wordt ook tegemoet gekomen aan de recent voorgestelde criteria van the International Working Group for New Research Criteria for the Diagnosis of AD Samenwerking tussen Prof. Dr. Rossi en Prof. Dr. Dierckx resulteerde onder meer in het promoten van de Leerstoel Klinische ouderenpsychologie, waar Dr. Bas van Alphen op aangesteld is. Deze onderzoekslijn klinische ouderenpsychologie is over een tijdsspanne van de komende vijf jaar vooral gericht op: ?Diagnostisch accuratesse onderzoek ten behoeve van screening en (test)diagnostiek bij ouderen met persoonlijkheidsstoornissen. ?Vertekening van zelfbeantwoording en informantenrapportage bij persoonlijkheids-onderzoek door psychische aandoeningen op as I. ?De invloed van premorbide schemata van de persoonlijkheid op psychologische en gedragsmatige symptomatologie bij dementie. ?Het volledig onontgonnen terrein van de effectmeting van psychotherapeutische interventies bij ouderen met persoonlijkheidsstoornissen door het initiëren van (gerandomiseerd dubbelblind) vergelijkend klinisch onderzoek. ?Ontwikkelingen binnen DSM-5 persoonlijkheidsstoornissen in relatie tot ouderen. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Symposium over het Sociale Brein (14/11) - Sociale Neuroscience Workshop Vrije Universiteit Brussel Abstract: Symposium over het Sociale Brein (14/11) - Sociale Neuroscience Workshop ism ESAN - European Social and Affective Neuroscience Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Symposium over de Social Brain (14/11) Sociaal Neurowetenschappelijke Workshop (15-18/11) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Symposium over de Social Brain (14/11) Sociaal Neurowetenschappelijke Workshop (15-18/11) Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Culturele aanpassing en validatie van het QOLISSY instrument voor Vlaamstalige kinderen in België. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van de studie is het voorbereiden, aanpassen en valideren van het Qolissy Instrument voor Vlaamstalige kinderen in België Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Training bij Infrabel Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Infrabel N.V.' hebben voor het project ' Training bij Infrabel ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUGent,Kimberly Mouvet
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een longitudinaal onderzoek naar de intersubjectieve ontwikkeling en taalverwerving bij jonge dove kinderen met een cochleair implantaat Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Persoonlijkheidsstoornissen - PDS Vrije Universiteit Brussel Abstract: De onderzoeksgroep richt zich op de conceptuele en taxonomische analyse, epidemiologie, en assessment en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen en comorbide psychopathologie. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversitatea alexandru Loan Cuza Lasi_Haivas, Simona Vrije Universiteit Brussel Abstract: Motivatie van vrijwilligers vanuit een zelfbeschikkingstheorie perspectief. Een studie rond Roemeense vrijwilligers. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Behoeftenonderzoek ouderen in de lokale besturen van Vlaams - Brabant Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is een instrument waarmee lokale besturen de noden van 60-plussers in de gemeente kunnen in kaart brengen. Deze resultaten zijn interessant voor: het afstemmen van het lokale ouderenbeleid op de noden van de ouderen; het lokale verenigingsleven; het verhogen van de kwaliteit van de werking van de gemeentelijke ouderenadviesraad. Elke gemeente krijgt een eindrapport met een overzicht van de resultaten. In 2012 maakt de provincie een overzichtsrapport met de provinciale resultaten. Naar boven Thema's van de bevraging Gezinssituatie, woning, huisvesting, buurtbetrokkenheid, eenzaamheid, onveiligheid, mobiliteit, gezondheid, vallen, voorzieningen, hulpverlening, informatieverstrekking, dienstverlening, zingeving, ouderdomsbeeld, ervaren problemen, cultuurparticipatie, participatie in verenigingsleven, vrijwilligerswerk, politieke betrokkenheid en invloed, mediagebruik, activiteiten ouderen en pensionering. Naar boven Werkwijze Binnen de gemeente stelt een vrijwillige onderzoeksbegeleider in samenwerking met het lokale bestuur een stuurgroep samen voor de duur van het onderzoek met vertegenwoordigers van gemeente/OCMW, seniorenraad/ouderenverenigingen, dienstencentrum... De stuurgroep verzamelt sleutelfiguren die op hun beurt enquêteurs recruteren. De onderzoeksbegeleider biedt de enquêteurs een korte opleiding aan en coacht ze. Op deze manier worden kwaliteitsvolle enquêtes ingezameld. De enquêtes worden ingevoerd in een computer en verwerkt. Nadien kan men met de gegevens aan de slag. Organisaties: • Agogiek
Onderzoekers: • DOMINIQUE VERTE
Prijs van de diversiteit Vrije Universiteit Brussel Abstract: Minister Marleen Vanderpoorten kende de VUB tijdens het slotfeest van de Week van de Diversiteit een prijs ter waarde van 2.400 euro toe. Eerder al beloofde de Vlaamse Gemeenschap de VUB een subsidie van 10.000 euro voor het uitvoeren van een diversiteitsplan betreffende het personeelsbeleid. De VUB volgt met dit plan de VRT die enkele jaren geleden een concreet actieplan rond diversiteit opstartte. De VUB wil werk maken van een betere doorstroming van vrouwen, allochtonen, mensen met een handicap, enz. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES • JOERI VAN DEN BRANDE
Subsidie voor de publicatie van het draaiboek "Studeren met een handicap". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Subsidie voor de publicatie van het draaiboek "Studeren met een handicap". Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES • JOERI VAN DEN BRANDE
Mapping existing research and identifying knowledge gaps concerning the situation of older women in Europe. (= co-fin aan EU170) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De laatste eeuw heeft zich een spectaculaire en ongekende ontwikkeling in de levensverwachting van de Europese bevolking voltrokken, meer in het bijzonder voor vrouwen, waarbij ongeveer 1/5 van de personen in Europa bestaande is uit 50+ vrouwen. 70/127,8 miljoen vrouwen - die deel uitmaken van de 12 participerende MERI landen - zijn 50+ vrouwen. Alles samen goed voor 55% van de 50+ vrouwen. Het betreft een opvallend heterogene categorie van vrouwen en tot op vandaag zijn er vanuit het onderzoek aanwijzingen dat wetenschappelijke studies en officiële statistieken de neiging hebben om deze groep vrouwen als onafhankelijke doelgroep te negeren. Het MERI project is dan ook een antwoord op eisen die geformuleerd werden door wetenschappers, vertegenwoordigers van verenigingen en nationale regeringen tijdens een Europees Congres (2001) met als thema 'Gelijke kansen voor oudere vrouwen'. De hoofddoelstellingen van het congres waren drieërlei van aard: het bevorderen van de kennis aangaande de levenssituaties en de problemen van oudere vrouwen. Dit in functie van het bevorderen van zowel de empirische basis voor sociaal en algemeen beleid als van het werk die verricht wordt bij nationale en Europese verenigingen. Voorts het aanmoedigen van toekomstig wetenschappelijk onderzoek rond oudere vrouwen alsook het bevorderen van het bewustzijn van de algemene bevolking ten aanzien van de situatie van oudere vrouwen. Organisaties: • Agogiek
Onderzoekers: • CHRISTEL GEERTS
Meta-analyse van afhankelijke effectgroottes: Een multiniveaubenadering. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Wim Van Den Noortgate
Formele modellen van het affectief systeem: Dynamiek, exogene invloedenen de relatie met subjectief welbevinden. KU Leuven Abstract: Formele modellen van het affectief systeem: Dynamiek, exogene invloedenen de relatie met subjectief welbevinden. Organisaties: • Kwant. Psychologie en Indiv. Verschillen
Onderzoekers: • Iven Van Mechelen • Francis Tuerlinckx • Peter Kuppens • Eva Ceulemans • Wolfgang Vanpaemel
Treatment adherence in children and adolescents with Type 1 diabetes: The role of executive functioning and family variables KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Nady Van Broeck • Kristina Casteels • Koen Luyckx • Eveline Goethals
Exploring informal learning at the workplace KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • Eva Kyndt • Kelly Smet
De puzzel van rugpijn chroniciteit ontrafeld: Een integratief perspectief op verstoorde sensorimotorische controle en maladaptieve cognitieve processen Universiteit Gent Abstract: Dit interdisciplinaire onderzoeksproject bestudeert op geïntegreerde hoe sensorimotorische controle en sensorische suppressie tijdens bewegingen verstoord worden door rugpijn. Specifiek wordt nagegaan of (1) deze processen verschillen tussen chronische en recurrente lage rugpijn patiënten, (2) pijngerelateerde vrees voldoende is om beide processen te verstoren, en (3) er een significant verband is tussen beide processen. Organisaties: • Vakgroep Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
Onderzoekers: • Lieven Danneels
De puzzel van rugpijn chroniciteit ontrafeld: Een integratief perspectief op verstoorde sensorimotorische controle en maladaptieve cognitieve processen Universiteit Gent Abstract: Dit interdisciplinaire onderzoeksproject bestudeert op geïntegreerde hoe sensorimotorische controle en sensorische suppressie tijdens bewegingen verstoord worden door rugpijn. Specifiek wordt nagegaan of (1) deze processen verschillen tussen chronische en recurrente lage
rugpijn patiënten, (2) pijngerelateerde vrees voldoende is om beide processen te verstoren, en (3) er een significant verband is tussen beide processen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Stefaan Van Damme
Sport ontmoetingen. De persoonlijke en maatschappelijke impact van breedtesport en elitesport. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 5 jarig onderzoeksprogramma met betrekking tot de persoonlijke en maatschappelijke impact van breedtesport en elitesport. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER • MARC THEEBOOM
Cyberpesten en stress in school en op het werk : naar een kruisbestuiving tussen verschillende onderzoekstradities. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • Elfi Baillien
Ontwikkeling van competenties bij lerenden: van vaststellen naar interveniëren. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel
Families in transitie, transitie in families Universiteit Gent Abstract: De algemene wetenschappelijke doelstelling is om te onderzoeken hoe de samenleving de kwetsbaarheden van personen in familietransities kan verminderen door middel sociaal innovatieve acties binnen drie sociale instituties (justitie, economie en onderwijs). De hieruit afgeleide wetenschappelijke doelstelling is om een experimentele methodologie uit te bouwen (vb. pre en post metingen, simulatie onderzoek, evaluatieonderzoek, etc.) om na te gaan of de voorgestelde sociaal innovatieve acties ook daadwerkelijk de voorgenoemde kwetsbaarheden ''verminderen en om deze methodologie toe te passen in het domein van de gezinswetenschappen, en dit vanuit een multidisciplinair perspectief (psychologen, demografen, sociologen en juristen). Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ann Buysse
Respiratory hypo-algesia. The influence of slow, deep breathing on visceral pain sensitivity & modulation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Ilse Van Diest • Lukas Van Oudenhove • Imke Courtois
Loneliness in adolescence: the role of social information processing, social interaction, and genetic effects KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Luc Goossens
Loneliness in adolescence: the role of social information processing, social interaction, and genetic effects KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Luc Goossens
An integrated platform to investigate the neural mechanism underlying adaptive behavior and complex learning. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Lutgarde Arckens • Hans Op de Beeck • Rudi D'Hooge
Lijden onder schizofrenie KU Leuven Abstract: Het hier voorliggende onderzoeksproject situeert zich binnen de internationale onderzoeksliteratuur over ziekte-inzicht en suïcidaliteit bij personen met schizofrenie. De vraag die erin gesteld wordt, betreft de aard van het psychologische proces dat met suïcidaliteit verbonden is (Birchwood, 2003). De klinische praktijk leert met name dat suïcidaliteit bijeen deel van de patiënten eerder verbonden lijkt te zijn met existentieel lijden (dit is: lijden onder schizofrenie) dan primair pathologiegestuurd te zijn (dit is: vanuit de ziekteverschijnselen zelf, lijden aan schizofrenie).Het betreft een cross-sectioneel onderzoeksdesign, dat in hoofdzaak gebaseerd is op gestandaardiseerde vragenlijsten en klinische interviews. Vooreerst gebeurt er een replicatiestudie van het in de literatuur gevonden verband tussen ziekte-inzicht, hopeloosheid en suicidaliteit. Voorts verkennen we het concept demoralisatie, zoals dat geëxpliciteerd wordt onder andere in het werk van Clarke en Kissane (2002), e Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Patrick Luyten • Jozef Corveleyn • Marc Eneman
Generalisatie van herinneringen tegengaan bij depressie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Filip Raes • Kris Martens
Adult Learners Online (ALO!). Learning Programme Design for Blended Learning in Adult Education KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Jan Elen • Luc De Grez • Katie Goeman • Ellen Van Twembeke
Design of Blended Learning Environments for Vulnerable Adult Learners KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Jan Elen • Stijn Van Laer
Breathlessness and Social Context KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Ilse Van Diest • Andreas von Leupoldt • Michaela Herzog
De interface tussen geheugen en taal in meertaligheid Universiteit Gent Abstract: Een groot deel van de wereldbevolking beheerst meer dan een taal, maar over de verwerking van een tweede taal en over de relatie tussen taal en geheugen blijven nog veel vragen onbeantwoord: bijvoorbeeld, wat maakt het begrijpen van een tweede taal nu juist zo moeilijk? Een multidisciplinair team van taalpsychologen en onderwijskundigen onderzoekt deze vragen in experimenteel onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
De interface tussen geheugen en taal in meertaligheid Universiteit Gent Abstract: Een groot deel van de wereldbevolking beheerst meer dan een taal, maar over de verwerking van een tweede taal en over de relatie tussen taal en geheugen blijven nog veel vragen onbeantwoord: bijvoorbeeld, wat maakt het begrijpen van een tweede taal nu juist zo moeilijk? Een multidisciplinair team van taalpsychologen en onderwijskundigen onderzoekt deze vragen in experimenteel onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers:
• Wouter Duyck
De interface tussen geheugen en taal in meertaligheid Universiteit Gent Abstract: Een groot deel van de wereldbevolking beheerst meer dan een taal, maar over de verwerking van een tweede taal en over de relatie tussen taal en geheugen blijven nog veel vragen onbeantwoord: bijvoorbeeld, wat maakt het begrijpen van een tweede taal nu juist zo moeilijk? Een multidisciplinair team van taalpsychologen en onderwijskundigen onderzoekt deze vragen in experimenteel onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marc Brysbaert
De interface tussen geheugen en taal in meertaligheid Universiteit Gent Abstract: Een groot deel van de wereldbevolking beheerst meer dan een taal, maar over de verwerking van een tweede taal en over de relatie tussen taal en geheugen blijven nog veel vragen onbeantwoord: bijvoorbeeld, wat maakt het begrijpen van een tweede taal nu juist zo moeilijk? Een multidisciplinair team van taalpsychologen en onderwijskundigen onderzoekt deze vragen in experimenteel onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Onderwijskunde
Onderzoekers: • Martin Valcke
Onderzoek naar Generalisatie bij Gezondheid en Psychopathologie. KU Leuven Abstract: Het algemene doel van dit project is de studie van generalizatie in psychopathologie en ziekte. Dezestudie vertrekt van een gedifferentieerd perspectief, waarbij expertise in domeinen van leren, aandacht,geheugen, symptoom-perceptie en psychofysiologie wordt gecombineerd. In eencoherente reeks vanwerkpakketten zullen we de wetenschappelijke studie van generalizatie verbreden (a) door perceptuele,zowel als niet-perceptuele vormen van generalizatie in te sluiten, (b) de gebruikelijkeset van stimuli uit te breiden naar interne stimuli, en (c) de rol van informatieverwerking te bestuderen, waaronder variabelen gerelateerd aanencodering, consolidatie, herhaling en ophalen van informatie. In preklinische studies zullen we de relevantie van onze aanpak en bevindingen testen met betrekking tot diagnostische en therapeutische doelen. In klinische valorisatie studies zullen we de bevindingen toepassen op de preventie en behandeling van negatieve effecten van generalizatie. Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Frank Baeyens • Omer Van den Bergh • Tom Beckers • Johannes Vlaeyen • Ilse Van Diest • Dirk Hermans • Filip Raes • Bram Vervliet
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Marc Depaepe • Michael Ugochukwu JOE
Breathlessness and executive emotional KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Ilse Van Diest • Andreas von Leupoldt • Josef Sucec
Identity and chronic illness: A biopsychosocial analysis of the illnessintegration continuum KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Koen Luyckx • Philip Moons • Leen Oris
The social Psychology of Gender Inequality KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers:
• Colette van Laar • Jenny Veldman
Gen-omgevingsinteracties bij internaliserende problemen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Luc Goossens • Antoinette Spithoven
Associatieve leerprocessen in ADHD KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Tom Beckers • Saskia Van der Oord • Holly Miller • Hasse De Meyer
Improving the generalization of extinction by manipulating attention and stimulus processing KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Dirk Hermans • Sara Scheveneels
How classroom social dynamics shape academic engagement: The role of peers, teachers, and their interplay KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Hilde Colpin • Karen Phalet
Multiple dimenensions of breathlessness KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Andreas von Leupoldt • Thomas Reijnders
Cultural differences in emotions KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Peter Kuppens • Batja Gomes de Mesquita • Michael Boiger • Alexander Kirchner
Working with children: Teacher emotions, practices, and wellbeing KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Jantine L. Spilt • Anne-Katrien Koenen
Non-suicidal self-injury throughout adolescence and emerging adulthood:Developmental trajectories and the role of identity formation in Indianand European context KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Laurence Claes
Centrum voor Leesonderzoek (voortzetting) Universiteit Gent Abstract: Deze aanvraag behelst een hernieuwing van een ZAP-mandaat met hoofdzakelijk onderzoeksopdracht om het onderzoek aan het Centrum voor Leesonderzoek, gefinancieerd door een Odysseusproject van de Vlaamse Regering, voort te zetten. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marc Brysbaert
Praktijken van zorg binnen en buiten het reguliere onderwijs KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Elke Struyf • Kathleen Bodvin
The validation of the Personality Inventory for DSM-5 (PID-5) and the relation of PID-5 Psychoticism to schizophrenia KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Laurence Claes • Tim Bastiaens
Investigating consequences of job insecurity: The role of perceived employability and organizational culture KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte
Weerbaar tegen pesten op het werk! Ontwikkeling van de Res-E, een e-learning tool voor de individuele werknemer. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • Elfi Baillien • Whitney Van den Brande
Cognitive flexibility: Modulation of prefrontal-hippocampal network activation. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Zsuzsanna Vegh • David Thonnard
Functionele parameters die afhangen van de prefrontale cortex en de hippocampus in muizenmodellen van de ziekte vanAlzheimer en hun gebruik bij de evaluatie van experimentele therapieën KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Detlef Balschun
Carrière ontwikkeling en werkgerelateerd leren van startende werknemers: De rol van hoger ondewijs en de organisatiekenmerken. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Prof.Opleiding & Ontw.& Levenslang Leren
Onderzoekers: • Filip Dochy • Martin Euwema • Eva Kyndt
Identiteit en chronische ziekte: Een biopsychosociale analyse van het ziekte-integratie continuum.
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Koen Luyckx • Philip Moons
Besturen van onderwijs aan de hand van evidentie: een analyse van (de grenzen van) onderwijsbeleidsinstrumentatie in Vlaanderen (België). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Educatie en Samenleving
Onderzoekers: • Bart Verschaffel • Jan Masschelein • Marc Depaepe • Maarten Simons
Associatieve leerprocessen in ADHD. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Tom Beckers • Saskia Van der Oord • Holly Miller
Sociale dynamieken in de ontwikkeling van schoolse betrokkenheid: de rol van peers, leerkrachten en hun wisselwerking. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Hilde Colpin • Karen Phalet
Probabilistische decodering van EEG potentialen geëvoceerd door woordassociaties. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Neurofysiologie
Onderzoekers: • Marc Van Hulle • Gerrit Storms
Waarom delen adolescenten persoonlijke informatie online? Een longitudinale studie bij adolescenten naar het vrijgeven van persoonlijke informatie en beschermend gedrag op sociale netwerk sites. Universiteit Antwerpen Abstract: Het gebruik van sociale netwerksites (SNS) is gedurende het laatste decennium sterk gestegen. Gezien deze sites zich ontwikkelen op basis van persoonlijke informatie, stellen onderzoekers zich kritische vragen bij de mogelijke implicaties voor adolescenten wanneer ze persoonlijke informatie meedelen. Nochtans zijn er nog drie belangrijke beperkingen terug te vinden in het huidige onderzoek rond het vrijgeven van persoonlijke informatie op SNS. Deze beperkingen vormen dan ook de inspiratie voor de drie doelstellingen van dit project. Ten eerste spitsen de meeste studies zich toe op enerzijds de informatie die wordt meegedeeld op de online profielen en anderzijds de privacyinstellingen die gebruikt worden. Het vrijgeven van persoonlijke informatie terwijl men de SNS gebruikt is minder onderzocht. Door zowel de voorspellers als de gevolgen van het meedelen van persoonlijke informatie door adolescenten tijdens het gebruiken van SNS te analyseren, wil dit project een bijdrage leveren aan de literatuur. Daarenboven focust dit project ook op het beschermend gedrag van jongeren tijdens het gebruik van SNS. Ten tweede, de meeste studies zijn datagedreven, terwijl dit project wil vertrekken vanuit een theoretische basis. Het meedelen van persoonlijke informatie door adolescenten zal onderzocht worden aan de hand van een uitgebreid model gebaseerd op de Theorie van het Gepland Gedrag. Daarnaast zal de Protectie Motivatie Theorie gebruikt worden om zowel het bewustzijn als de ervaring die jongeren hebben met bepaalde risico's tijdens het meedelen van persoonlijke informatie op SNS te onderzoeken en na te gaan hoe dit beschermend gedrag stimuleert. Ten slotte maken de meeste studies gebruik van een cross-sectioneel onderzoeksdesign. Daarom is het implementeren van een longitudiaal onderzoekdesign de derde doelstelling van dit project. Het gebruik van dit design maakt het mogelijk om de evolutie in de gedragingen van adolescenten, na het ervaren van concrete gevolgen van het meedelen van persoonlijke informatie, in kaart te brengen. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Michel Walrave • Koen Ponnet • Joris Van Ouytsel
Personality and Vulnerability for Affective Spectrum Disorders and Complaints: The Role of Gene-Environment Correlations (rGE) and Interactions(GxE) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Nicole Vliegen • Patrick Luyten • Stephan Claes • Dries Bleys
The process of making and finding meaning in prison KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Maria Leijssen • N. N. • Jessie Dezutter
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Filip Raes • Julie Krans • Mirjam Vermeulen
GRIP*TT - Generalization Research in lll health and Psychopathology: transdiagnostic processes and transfer of knowledge. KU Leuven Abstract: Angst, depressie en psychologische reacties op en omgang met (chronische) ziekten zijn erg bepalendvoor de levenskwaliteit van mensen en brengen grote socio-economische kosten met zich mee. Het algemene doel vandit project is de studie van de rol van generalisatieprocessen inde ontwikkeling en de uitbreiding van psychopathologie en het verloop van lichamelijke aandoeningen. Generalisatie wordt daarbij op veelzijdige manier onderzocht door expertise over leermechanismen, aandacht, geheugen, symptoomperceptie en psychofysiologie te combineren. Voorgaand onderzoek richtte zich hoofdzakelijk op specifieke aandoeningen. In tegenstelling tot dergelijke selectieve benadering zal het huidige onderzoeksprogramma een transdiagnostisch perspectief hanteren om zo de cruciale psychologische mechanismen die aanleiding geven tot de etiologie, de instandhouding en het heroptreden van psychologische en gezondheidsgerelateerde problemen verder te bestuderen. Binnen dit innovatieftransdiagnostis Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Frank Baeyens • Omer Van den Bergh • Tom Beckers • Johannes Vlaeyen • Ilse Van Diest • Dirk Hermans • Filip Raes
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Frank Baeyens • Zsuzsanna Vegh • Antoine Selim Bilgin
Schoolontwikkeling door externe ondersteuning en samenwerking: een goedidee? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderwijsbel.& -vernieuwing & Lerarenopl
Onderzoekers: • Geert Kelchtermans • Karen Vermeir
Early mediators of number sense KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Bert De Smedt • Bert Reynvoet • Tarini Rao Challa
Attentional, working memory and motivational process in laboratory miceand mouse models of neurodegenerative disease
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Zsuzsanna Vegh • Lore Van den Broeck
Dopaminerge modulatie van geheugengeneralisatie bij depressie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Zsuzsanna Vegh • Michiel Van Boxelaere
De neurale basis van expertise KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Hans Op de Beeck • Farah Martens
Trait negative affectivity as a generalization gradient in symptom overreporting and functional disorders KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Ilse Van Diest • Lukas Van Oudenhove • Katleen Bogaerts • Maaike Van Den Houte
Development of a training programme for Grade 11 and 12 learners in South Africa KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Margareta Lacante • Sil Grossen
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Emma Biggs
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Bert Reynvoet • Helene Vos
A developmental approach to childhood trauma and mental health in adolescents living in Lima,Peru KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Jozef Corveleyn • N. N.
Organization in time of sleep memory replay of past experiences and sleep spindles roles on memory consolidation during sleep KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Fabian Kloosterman • Joana Serpa de Almeida C Santos
Mechanismen van bewust en onbewust leren. KU Leuven Abstract: De omvattende doelstelling van dit project bestaat erin een bijdrage televeren aan het begrijpen van de mechanismen van bewust en onbewust leren. Leren, het vermogen om adaptief te reageren op veranderende omstandigheden, is een fundamenteel vermogen van elk levend organisme. Dankzij recente ontwikkelingen in methodes van neuronale beeldvorming is duidelijk geworden dat de hersenen een fundamenteel adaptief orgaan is waarvan de architectuur voortdurend aangepast wordt op basis van ervaring. Vanuitdit perspectief kan men beargumenteren dat leren een dwingend gevolg isvan het verwerken van informatie: We leren voortdurend, ongeacht of we dit nu willen of niet. Leren kan verschillende vormen aannemen. Vergelijk, bijvoorbeeld, het leren van het feit dat Steve Jobs recent is overleden met het leren uitvoeren van complexe bewegingen die betrokken zijn inflamenco dansen. Neem de verschillen tussen het leren oplossen van een rekenkundig probleem en het leren van een tweede taal. Vergelijk de m Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Tom Beckers
Welke gedrags- en neurale processen zijn bepalend voor het opbouwen vanfoneemrepresentaties in kinderen met dyslexie? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Pol Ghesquière • Maaike Vandermosten
STRT/13/002. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Andreas von Leupoldt
STRT/13/003 : Startfinanciering voor het BOFZAP-mandaat. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Colette van Laar
Opzettelijk zelfverwondend gedrag in de adolescentie: De interactie tussen psychologisch welbevinden en opvoedingsgedrag. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Laurence Claes • Imke Baetens
Hoge-frequentie visuele stimulatie ter bevordering van gezichtsverwerking: gedrags- en neuroimaging studies bij typisch ontwikkelende individuen en individuen met autismespectrumstoornis. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Hans Op de Beeck • Felipe Fernandes Pegado
De misinterpretatie van statistische grafieken: De onderliggende redeneermechanismen bestudeerd via een dual process benadering. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Wim Van Dooren • Stephanie Lem
Drieniveau analyse van single-case experimentele data: Kenmerken en methodologische uitdagingen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Wim Van Den Noortgate • Mariola Moeyaert
Onderscheiden van de neurobiologie onderliggend aan angst reducerende technieken. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Dieuwke Sevenster
De ziekte van Alzheimer ontrafeld: de relatie tussen neuropathologie enneurocognitieve-gedragsmatige deficits, en het therapeutische belang ervan. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Ann Van der Jeugd
Het inzetten van je zelfwaarde op succes: Ontwikkelingsverloop, antecedenten, en gevolgen van contingente zelfwaardering. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Hilde Colpin • Sofie Wouters
Kom je dichterbij? Een longitudinale studie omtrent de zelfonthulling van adolescenten en de ontwikkeling van sociaal kapitaal in sociaalnetwerksites. Universiteit Antwerpen Abstract: Sociaalnetwerksites (SNS) zijn snel geëvolueerd tot het geprefereerde online communicatiemiddel van jongeren. Wanneer adolescenten SNS gebruiken, dan onthullen ze informatie over zichzelf omtrent, onder meer, hun persoonlijke ervaringen. Bovendien vormen ze nieuwe relaties en verdiepen ze bestaande contacten, wat bijdraagt tot hun sociaal kapitaal. Het onderzoek over jongeren, zelfonthulling en sociaal kapitaal vertoont echter enkele beperkingen die dit onderzoek wenst aan te pakken. Tot nu toe heeft onderzoek zich geconcentreerd op de studie van profielinformatie van SNS-gebruikers. Ook werden algemene schalen toegepast om zelfonthulling op SNS te meten. Nochtans kunnen jongeren veranderingen ervaren in domeinen die belangrijk zijn in hun persoonlijk leven, zoals hun uiterlijk en relaties. Ze zijn vaak ook geneigd om hierover op SNS te berichten. Daarom wil dit onderzoek het zelfonthullingsgedrag van jongeren in verschillende domeinen van hun persoonlijk leven op een longitudinale manier onderzoeken. Dit onderzoek wil inzicht verwerven in de manier waarop zelfonthulling in verschillende levensdomeinen zich ontwikkelt en gelinkt kan worden aan de voldoening die jongeren ervaren op psychologisch en sociaal vlak. Wat de psychologische aspecten betreft, wil dit onderzoek bijdragen aan de literatuur door de antecedenten (b.v. persoonlijkheidskenmerken) en gevolgen (b.v. welbevinden) na te gaan van het zelfonthullingsgedrag van adolescenten. Bovendien wordt nagegaan hoe voldoening op bepaalde vlakken leidt tot veranderingen in zelfonthulling. Wat de sociale aspecten betreft, onderzoekt deze studie de relatie tussen zelfonthulling en veranderingen in het sociaal kapitaal van jongeren. Maar ook hoe wijzigingen in sociaal kapitaal mogelijks zelfonthulling beïnvloeden, wordt longitudinaal onderzocht. Tot slot, naast de mogelijke positieve gevolgen van zelfonthulling op vlak van welbevinden en sociaal kapitaal, wordt de impact van negatieve ervaringen bestudeerd. In het bijzonder gaat het onderzoek na hoe zelfonthullingen kunnen leiden tot bepaalde negatieve gevolgen en hoe dit op zijn beurt zelfonthullingen kan beïnvloeden. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Michel Walrave • Koen Ponnet • Ellen Van Gool
De architectuur van cognitieve controle: beschikt het brein over één of meerdere controle systemen? Universiteit Gent Abstract: Wij onderzoeken de cognitieve en neurale architectuur van cognitieve controle. In een eerste lijn van gedragsonderzoek wordt voor meerdere cognitieve controle processen uit de literatuur bekeken of zij met elkaar interacteren. Achterliggende gedachte is dat interacterende processen waarschijnlijk een onderliggend mechanisme delen. In een tweede onderzoekslijn wordt de (on)afhankelijkheid van deze cognitieve controle processen verder getest m.b.v. fMRI en TMS. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wim Notebaert
The use of additive and proportional solution methods in word problems
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel • Wim Van Dooren • Tine Degrande
Development of causal learning in children KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Tom Beckers • Perine Coppens
Het ontwikkelen, implementeren en evalueren van een leeromgeving ter bevordering van de pedagogical content knowledge van toekomstige leerkrachten lager onderwijs binnen het vak Frans KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Jan Elen • Fien Depaepe • Marie Evens
Lange termijneffecten van onderwijs KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Jan Van Damme • Sarah Gielen • Griet Vanwynsberghe
TESTAAP. KU Leuven Abstract: The project focuses on four understudied aspects of avoidance that are analogous to fear extinction research and relevant to clinical anxiety. These objectives can be studied by adapting the successful fear extinction research line of the outgoing fellow to include avoidance. Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Dirk Hermans • Bram Vervliet
"Can I take my chances with you?" How trust between managers and Employee Representatives affects Social Dialogue KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema • Erica Romero Pender
'Enemy, Partner of Friend?' Employers perspectives on conflict management by employee representatives in Europe KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema • Ana Belén García Jurado
Multiculturalism KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Karen Phalet • Laura Elizabeth Celeste
BRAINAGE. KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh
Personality Profile of a Sub-group of patients with OCD from a Cross-cultural Perspective KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Dirk Hermans • Batja Gomes de Mesquita
Behavioural and electrophysiological validation and preclinical therapystudies in a tau-mutant mouse line KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Detlef Balschun • Tariq Ahmed • Amira Latif Hernandez
Temperamentsgebonden en cognitieve kwetsbaarheid voor de disregulatie van affect en gedrag. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Patricia Bijttebier
Dopaminerge modulatie van geheugengeneralisatie bij depressie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Zsuzsanna Vegh
Is biculturalisme een voor-of nadeel voor het schoolsucces van minderheden? Een multi-methode benadering. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Karen Phalet • Batja Gomes de Mesquita
Een dieper begrip van de dynamiek van het individu door middel van netwerkanalyses van Experience Sampling data. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Kwant. Psychologie en Indiv. Verschillen
Onderzoekers: • Francis Tuerlinckx
Holistische VS analytische visuele perceptie van lichaamshoudingen en -acties: Gelijkenissen en verschillen met gezichtsperceptie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Karl Verfaillie
G.0436.13 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Gerrit Storms
G.0493.13
KU Leuven Abstract: Emotional Acculturation in Minority Youth Sharing an emotion for example, bynbsp;being happy or angry for the samereasons-nbsp;means to look at the world in a similar way.nbsp;The more time couples and group members spend together, the more they tend to share their emotions; moreover, the more emotions couples and groups share, the happier they seem to be. Some initial research has suggested that something similar happens to immigrants: As they spend more time in the new culture, their emotional experiences become more similar to people from the host culture.nbsp;We have called this process emotional acculturation. The aim of the current research proposal is to find evidence for the process of emotional acculturation, and its consequences. In three studies (an experience sampling study, a longitudinal study, and an interactive experiment), we hope to gain insight into 1)the predictors of emotional similarity, 2) the benefits of having similar emotions for the immigrants psychologica Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Karen Phalet • Batja Gomes de Mesquita
G.0742.13 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Beatrijs Maes
Het ontstaan van invariantie en selectiviteit in de visuele cortex van knaagdieren.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Gert Van den Bergh • Hans Op de Beeck
Het ontstaan van invariantie en selectiviteit in de visuele cortex van knaagdieren. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Gert Van den Bergh • Hans Op de Beeck
G.0762.13 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Psychiatrie
Onderzoekers: • Jean Steyaert
De biologische gevolgen van pre- en postnatale stress: een onderzoek opepigenomisch niveau. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Psychiatrie
Onderzoekers: • Stephan Claes
De invloed van controle op emoties Universiteit Gent Abstract: Voorgaand onderzoek bestudeerde de invloed van subjectieve controle op emoties. Sommige studies toonden een invloed op de intensiteit van emoties, sommige op de valentie van emoties, en sommige dat controle de specifieke emotie bepaalt (woede vs. angst). Wij onderzoeken de idee dat deze verschillende effecten te wijten zijn aan de manipulatie van verschillende types van controle. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
De affectieve mechanismen onderliggend aan (de relatie tussen) extra-rol gedrag en contraproductief gedrag Vrije Universiteit Brussel Abstract: We propose a theoretical framework that explains (1) the mechanisms that trigger OCB and CWB, and (2) the mechanisms by which OCB and CWB mutually influence each other. Regarding (1), it is theorized that OCB-eliciting demands elicit different emotions, and that depending on the action readiness tendencies that are associated with these emotions, OCB or CWB is triggered. For (2), a similar affective mechanism holds: OCB/CWB in itself gives rise to a specific emotion, and this emotion elicits OCB, CWB, or withdrawal depending on the corresponding action readiness tendencies. Studying the mechanisms underlying and the connections between OCB and CWB implies a shift from the between-subject to the within-subjects level. This will be done by combining lab experiments, day reconstruction studies and experience sampling research. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers:
• Joeri HOFMANS
Cognitieve controle: Bewust, onbewust, proactief en reactief Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bewustzijn blijft een mysterieus onderwerp dat massale belangstelling krijgt van psychologen, filosofen en neurowetenschappers. Ondanks de jarenlange onderzoekstraditie blijft de functie van het bewustzijn onduidelijk. Eén manier om te onderzoeken welke processen bewustzijn vergen, is om bewuste en onbewuste verwerking te vergelijken. Een veelbelovend domein om deze aanpak te implementeren is cognitieve controle. Cognitieve controle betreft onze mogelijkheden om een nieuwe strategie te plannen, deze te evalueren, de uitvoering ervan te controleren en mogelijke fouten te corrigeren. Dit werd vaak exclusief geassocieerd met bewustzijn, hoewel recente data het tegendeel suggereren. Cognitieve controle vormt daarom een vruchtbaar domein om dit betwiste vraagstuk te onderzoeken. Twee types cognitieve controle kunnen onderscheiden worden. Reactieve controle is een onmiddellijke respons na het tegenkomen van een probleem of fout, terwijl proactieve controle het op voorhand plannen van mogelijke problemen inhoudt. In het huidige project zullen we eerst, en voor de eerste keer, rigoureus nagaan op het gedragsniveau of onbewuste reactieve controle mogelijk is en dit contrasteren met bewuste reactieve controle. Ten tweede zullen we nagaan of proactieve controle ook mogelijk is op het onbewuste niveau. Ten derde zullen we de neurale correlaten onderzoeken van reactieve en proactieve controle, terwijl we opnieuw een duidelijk onderscheid aken tussen bewuste en onbewuste trials. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Onderzoek naar het klinisch nut van sociale robots bij kinderen met autisme Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar het klinisch nut van sociale robots bij kinderen met autisme Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Self-affirmation and self-superiority beliefs KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Vera Hoorens • Joke Claes
Job Crafting developed from the perspective of the Job Demands-Resources Model and Self-Determination Theory KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • Anja Van den Broeck • Els Vanbelle
"Pijnlijke" interrupties: Mechanismen en consequenties. KU Leuven Abstract: Een natuurlijke reactie op pijn, ook voor chronische pijnpatiënten, is het onderbreken van activiteiten om zo te proberen om te gaan met de pijn, met de intentie om later de onderbroken activiteit weer te hervatten.Herhaaldelijke onderbrekingen kunnen het streven van pijnpatiënten naarzinvolle activiteiten en doelen tegenwerken. Hoewel het onderbreken vanactiviteiten in de pijncontext een gewoon fenomeen is, zijn de effectendaarvan nog niet systematisch onderzocht. Het doel van dit project is om licht te werpen op de gevolgen van pijn-gerelateerde activiteitsinterrupties en op factoren die negatieve gevolgen kunnen verminderen, door een experimentele benadering te nemen. Onderzoek in andere gebieden toont aan dat onderbrekingen in het algemeen negatieve gevolgen hebben op gedrag, cognitie en emotie. Van belang is dat deze gevolgen afhankelijk zijnvan de kenmerken van de onderbreking. We zijn uitgegaan van deze benadering, en we nemen enkele specifieke onderbrekingsfactoren (het type on Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Irene Gatzounis
Improvement of Early Number and Arithmetic Skills in Kindergarten Children (Aged 5 to 6) of Cuenca - Ecuador KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel • Joke Torbeyns • Daniël Van Nijlen • Gina Bojorque Iñegues
The intercultural paradox of hybridity in the postcolonial education ofthe Congolese 'elite', in the period from Independence until the fall of the Mobutu regime (1960-1997) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Marc Depaepe • Karen Hulstaert
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Luc Goossens • Marlies Maes
Stimulus equivalentie bij dieren: Onderzoek naar de onderliggende mechanismen. KU Leuven Abstract: Stimulus equivalentie is de mogelijkheid om klassen te vormen van stimuli die worden gezien als gelijkwaardig, zoals woorden uit een verschillende taal. Een van de belangrijkste kenmerken van stimulus equivalentie is symmetrie, dit is het vermogen om stimuli aan elkaar te linken op een bi‑directionele manier. Sommige auteurs beweren dat symmetrie een fundamenteel mechanisme is om de complexere vormen van taal op voort te bouwen, terwijl anderen stellen dat taal nodig is om symmetrie te ontwikkelen. Om de richting van dit verband te verduidelijken is het interessant om symmetrie te onderzoeken bij dieren die niet beschikken over een formele taal. Daarenboven kunnen dierproeven ons helpen om de leermechanismen te achterhalen die zijn nodig om symmetrie te ontwikkelen en te versterken.In dit project willen we onderzoek doen naar de trainingseigenschappen die nodig zijn om dieren symmetrie aan te leren. Meer specifiek zullen we in een eerste fase onderzoeken of relationele symbol Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Tom Beckers • Sarah Beurms
Pain-related fear in context: The effects of concomitant non-pain goalsand goal conflicts on fear responding in the context of pain KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Nathalie Claes
The dark side of perceived employability: Associations with attitudes and behaviours KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Anneleen Forrier • Nele De Cuyper • Kristien Philippaers
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Jan Elen • Mieke De Cock • Dawit Tibebu Tiruneh
Jeugdwerk dat werkt. De lerende samenleving als uitdaging voor de publieke rol van het jeugdwerk KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Educatie en Samenleving
Onderzoekers: • Jan Masschelein • Maarten Simons • Evelyne Eeckhout
Learning not to respond rather than not learning to respond: behavioral, neurological, and clinical tests of a new theory of selective conditioning KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Frank Baeyens • Tom Beckers • Bram Vervliet
• Kim Haesen
Investigating visceral perceptual alterations in the context of pain KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Ilse Van Diest • Lukas Van Oudenhove • Jonas Zaman
Mentale weerbaarheid binnen de opsporing KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • N. N. • Martin Euwema
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Detlef Balschun • Marta Bovet Carmona
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema • Aemilius Jeuken
Emotional acculturation in minority youth KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Batja Gomes de Mesquita • Jozefien De Leersnyder • Alba Jasini
School diversity and intergroup contact: the role of school climate andfriendship networks KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Karen Phalet • Judit Kende
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • N. N.
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Jan Elen • N. N.
Job insecurity moderators: implications for employee well-being and performance KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • N. N.
The Validation of the Young Schema Questionnaire in clinical samples KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Laurence Claes • Els Pauwels
Intra dimensional learning KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Dirk Hermans • Bram Vervliet • Dieter Struyf
DEEP-ER. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Geraldine Clarebout
Zuchten: een psychofysiologische resetter hypothese. KU Leuven Abstract: Psychofysiologisch onderzoek naar ademhalingsregulatie heeft zich tot nog toe vooral toegespitst op gemiddelde parameters van ademhaling tijdens specifieke psychologische toestanden. Een gezonde ademhaling wordt hierbij doorgaans omschreven als een stabiele ademhaling. Vanuit dynamischesysteemtheorie, daarentegen, zou een gezond ademhalingssysteem gedefinieerd worden als een dynamisch, complex systeem met heel vat variabiliteit. Een goed gereguleerd ademhalingssysteem is een systeem waarin een evenwicht gevormd wordt tussen gecorreleerde variabiliteit (tijd en volume van iedere ademhaling zijn gecorreleerd met rijd en volume van voorgaande ademhalingen) die ontstaat uit homeostatische controleprocessen, en een beperkte hoeveelheid random variabiliteit die veroorzaakt wodt door random verstoringen (vaak door gedragsmatige controle). Ondanks de theoretische en klinische relevantie van de relatie tussen psychologische toestanden en dynamische ademregulatie, werd deze relatie niet eerder o Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Elke Vlemincx
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Dirk Hermans • Tom Barry
Het meten van de complexiteit van psychologische modellen. KU Leuven Abstract: Modelselectie is een zeer belangrijk aspect van wetenschappelijk onderzoek, dat goodness-of-fit en complexiteit in evenwicht brengt. Een beter begrip van de complexiteit van de modellen is dan ook een belangrijke voorwaarde voor het verbeteren van modelselectie. De algemene doelstellingvan dit project is het verkrijgen van een beter begrip van de complexiteit. Een eerste project is de systematische vergelijking van de bestaande complexiteitsmaten, iets dat tot nu toe nog niet is gedaan. Een tweedeproject is de ontwikkeling van informatieve priors voor psychologische modellen. Het derde project is de ontwikkeling van een nieuwe complexiteitsmaat, de Prior Predictive Complexity (PPC). Een laatste project is het verbinden van de PPC met modelselectie. Software wordt ter beschikkinggesteld om de verspreiding van de PPC te vergemakkelijken. Organisaties: • Kwant. Psychologie en Indiv. Verschillen
Onderzoekers: • Wolfgang Vanpaemel • Elisabeth Bartlema
De interculturele paradox van hybriditeit in de postkoloniale opvoedingCongolese 'elite', in de periode van de Onafhankelijkheid tot aan de val van Mobutu-regime (1960-1997). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Marc Depaepe
Nieuwe ontwikkelingen binnen de hechtingstheorie: hechtingsgerelateerdeprocessen en de ontwikkeling van cognitieve kwetsbaarheid. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Patricia Bijttebier • Guy Bosmans
Pain-Related fear in context: The effects of concomitant non-pain goalsand goal conflicts on fear responding in the context of pain KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Kai Karos
Temperament, response styles and stressors as vulnerability factors forthe development of mood problems in early adolesence. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Patricia Bijttebier • Filip Raes • Margot Bastin
Pijn in context: de rol van context bij de uitdoving, generalisatie en terugkeer van contextuele pijngerelateerde vrees. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Ann Meulders
Begrip deel-geheelverhoudingen in de visuele omgeving. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Caitlin Mullin
De neurocognitieve ontwikkeling van symbolische getalrepresentaties. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Bert Reynvoet • Delphine Sasanguie
Waarom blijven eenzame mensen eenzaam? Een onderzoek naar in stand houdende factoren van chronische eenzaamheid bij adolescenten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Luc Goossens • Koen Luyckx • Janne Vanhalst
De rol van online lexicale interpretatie bij snelle woordherkenning bijhet lezen van braille. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers:
• Pol Ghesquière • Anneli Veispak
Het doorbreken van stereotypes in de ogen van de sollicitant: Het verhogen van attractiviteit via persoon−organisatie fit. KU Leuven Abstract: Een verwaarloosd aspect in de 'war for talent', is mogelijke stereotypering in de ogen van werkzoekenden, wat kan leiden tot een verkeerdeperceptie van misfit met de organisatie.Het doel van deze studie isom uitingen van stereotypering te onderzoeken (d.i., organisaties beoordelen op basis van desectorwaarden) en de relatie hiervan te bestuderen met de persoon−organisatie (PO) fit en organisatie−attractiviteit.Bovendien bestuderen we mogelijke wegen om dergelijke stereotypering te doorbreken, waarbij we twee theorieën integreren, namelijkhet justification−suppression model van vooroordelen (Crandall & Eshleman, 2003) en construal level theorie (Trope Liberman, 2010). Organisaties: • Onderzoeksgroep HRRG Brussel
Onderzoekers: • Karin Proost • Anja Van den Broeck
Aversie voor wachten bij jongeren met ADHD: een verfijning van het endofenotype op hersenniveau. KU Leuven Abstract: ADHD is een chronische kinderpsychiatrische stoornis gekenmerkt door pervasieve en persisterende problemen met aandacht, overbeweeglijkheid en impulsiviteit. De prevalentie wordt geschat op 5%. Op lange termijn lopen jongeren met ADHD een verhoogd risico op schools falen, delinquentie en middelenmisbruik. Gezien de maatschappelijke en psychosociale kosten die gepaard gaan bij jongeren met impulscontroleproblemen zoals ADHD en middelenmisbruik is het belangrijk om zicht te krijgen op de onderliggende ontwikkelingspaden. Een aantal theorieën probeert de onderliggende mechanismen bij ADHD bloot te leggen. De executieve functietheorie (inclusief een gebrekkig werkgeheugen en/of een inhibitiedeficit) heeft lange tijd gedomineerd maar inmiddels is duidelijk dat ze slechts een gedeeltelijke verklaring aanreikt. Sonuga-Barke postuleert een motivationeel/affectieve route die bestaat uit twee componenten. De eerste motivationele component is een impulsieve drang naar onmiddellijke beloning. De Organisaties: • Onderzoeksgroep Psychiatrie
Onderzoekers: • Marina Danckaerts • Jurgen Lemiere • Saskia Van der Oord
Kleur-woord contingentie leren: Automatische of gecontroleerd? Universiteit Gent Abstract: Het doel van het onderzoek is om beter inzicht in de processen die betrokken zijn in de menselijke contingentie leren. In het bijzonder, onderzoeken we de rol van automatische en gecontroleerde processen in contingentie leren. We zullen ook proberen om een computationeel model van leren bouwen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
De relatie tussen sociale motivatie en sociale cognitie bij broers en zussen van kinderen met een autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: Verschillende etiologische modellen proberen de symptomen van autismespectrumstoornissen (ASS) te verklaren. Binnen dit onderzoeksproject willen we de rol van sociale motivatie deficits binnen de etiologie van ASS en de relatie met (verstoorde) sociale cognitie nagaan. We zoeken en creëren hierbij geschikte paradigma?s voor onderzoek bij heel jonge kinderen (5 maand tot 3 jaar) met een verhoogd risico op ASS. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
De beleving van zelf, ander en affect bij verbale auditieve hallucinaties Universiteit Gent Abstract: Dit kwalitiatief onderzoek bestudeert de subjectieve ervaring van stemmen horen door middel van Interpretatieve Fenomenologische Analyse bij een schizofrene, prodromale en niet-klinische groep. Vier studies gaan na hoe stemmen horen respectievelijk: de zelfervaring al dan niet verstoort, ingebed is in relationele verhoudingen, een affectieve impact heeft en verbonden is met het voorkomen van abnormale subjectieve ervaringen. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Stijn Vanheule
Onbewuste cognitieve controle Vrije Universiteit Brussel Abstract: Om de grenzen van onbewuste verwerking te definiëren, werd vooropgesteld dat cognitieve controle een set van strategische operaties is die exclusief verbonden zijn met bewustzijn. The prefrontale cortex speelt een belangrijke rol bij cognitieve controle, en bij gevolg stellen de meeste theorieën dat deze hersenregio niet kan geactiveerd worden door een onbewuste taak. Echter, in dit project veronderstellen we een meer significante rol voor onbewuste verwerking en onderzoeken we of cognitieve controle ook onbewust kan uitgeoefend worden. Om deze vraag te beantwoorden zullen we een specifieke vorm van cognitieve controle bestuderen, namelijk context effecten. Een paradigma dat theoretische en methodologische problemen omzeilt die werden aangetoond voor vorige studies zal gebruikt worden. In een eerste deel zullen we nagaan of een onbewuste context kan gecreëerd worden. We zullen onderzoeken of de invloed van onbewuste ambigue stimuli op respons gedrag aangepast kan worden op basis van de context gecreëerd door andere stimuli gepresenteerd in het experiment. In een tweede deel zal nagegaan worden of subjecten deze onbewuste contexten ook kunnen gebruiken om hun antwoorden te verbeteren. We zullen één context creëren met voornamelijk
congruente trials en één context met vooral incongruente trial, en bekijken of subjecten zich aan deze contexten kunnen aanpassen. In een derde deel zal een fMRI studie worden uitgevoerd om na te gaan of, in tegenstelling tot huidige theorieën, de prefrontale cortex betrokken is bij adaptatie aan onbewuste contexten. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
De dynamische wisselwerking van cognitieve controle in insomnia. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Patiënten met slapeloosheid/insomnia rapporteren stoornissen in het cognitief functioneren. Echter, zowel gedrags- en neurologisch onderzoek naar deze klachten wijzen op tegenstrijdige resultaten. De 'Dual Mechanisms of Control' theorie van Braver (2007; 2012) stelt dat een verminderde cognitieve efficiëntie veroorzaakt kan worden door veranderingen in de temporele wisselwerking van de neurale aansturing van cognitieve controle mechanismen. Cognitieve controle verwijst naar onze vaardigheden om een nieuwe strategie te plannen, te evalueren, zijn uitvoering te controleren en te corrigeren voor mogelijke fouten. Meerbepaald, er wordt gesteld dat patiënten met insomnia moeilijkheden hebben met het handhaven van bepaalde relevante taakdoelen en met het anticiperen en verhinderen van mogelijke verstoringen. In dit project zullen we, gebaseerd op bovenvermelde theorie, gebruik maken van een meer dynamische benadering om te onderzoeken hoe patiënten met insomnia cognitieve controle aanspreken en onder welke omstandigheden deze aansturing faalt. Daarenboven, dit project zal onderzoeken of deze afwijkende patronen van neurale activatie omkeerbaar zijn en getraind kunnen worden. Door het integreren van een cognitieve strategie training, zullen we nagaan of een verschuiving naar een meer efficiënte cognitieve controle aansturing kan vastgesteld worden in patiënten met insomnia. Met dit project wordt er beoogd meer inzicht te verkrijgen in de dynamische wisselwerking en flexibiliteit van cognitieve controle in insomnia. Bijgevolg, deze inzichten kunnen belovende indicaties bieden met betrekking tot cognitieve interventies in de klinische praktijk. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE • Olivier MAIRESSE
Onderzoek naar online zelfhulp voor het platform zelfmoord1813 Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek wil de effectiviteit van online zelfhulp nagaan. Als onderzoeksdesign wordt gekozen voor een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek waarbij volwassen personen met suïcidale gedachten via randomisatie zullen worden toegewezen aan de interventiegroep of de wachtlijst-controle groep. Wanneer het onderzoek kan aantonen dat de online module effectief kan zijn in het verminderen van suïcidale gedachten, zal deze methodiek zich richten op deze doelgroep van personen met suïcidale gedachten. De ruime bekendmaking en verspreiding van www.zelfmoord1813.be waarbinnen de online module zal worden aangeboden zal essentieel zijn voor een goed bereik en zal in het implementatieplan uitgewerkt worden. Organisaties: • Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie
Onderzoekers: • Cornelis Van Heeringen
Friendly ATTAC (Adaptieve Technologische Tools Tegen Cyberpesten). Universiteit Antwerpen Abstract: Friendly ATTAC beoogt de ontwikkeling van een effectieve, ICT-gerelateerde tool tegen cyberpesten door gebruik te maken van adaptieve virtuele scenario's. Om dit doel te bereiken wordt onderzoek uitgevoerd en (vervolgens) samengebracht vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Heidi Vandebosch • Karolien Poels
Real-time uitlezing en controle van geheugen verwerking in de hippocamus KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Fabian Kloosterman • Davide CILIBERTI
Pijn vraagt de aandacht van anderen: detectie, interpretatie en reacties van ouders op de pijn van hun kind Universiteit Gent Abstract: De doelstellingen van dit project zijn drievoudig: onderzoeken van de determinanten van (1) ouderlijke detectie van pijn bij het kind (2) ouderlijke interpretatie van pijn bij het kind, en (3) helpende gedragingen van ouders. Naast de rol van pijnexpressie van het kind en contextuele kenmerken, zal de rol van ouderlijk catastroferen over de pijn van hun kind onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Leefbaarheidsmeting in het kader van de opmaak van een woonmonitor Mechelen. KU Leuven
Abstract: De woonmonitor beoogt in Mechelen de informatie over de ontwikkelingen op het vlak van wonen op het grondgebied op een gestructureerde wijze teontsluiten. Het HIVA heeft de stad Mechelen bijgestaan in de ontwikkeling van de woonmonitor.De woonmonitor vertrekt van vier strategische doelstellingen: betaalbaarheid, beschikbaarheid, kwaliteit en leefbaarheid. Elk van de strategische doelstellingen is vertaald in operationele doelstellingen. De evolutie van deze doelstellingen wordt meetbaar gemaakt via 'indicatoren'. Omdat leefbaarheid een subjectief begrip is, vragen indicatoren voor leefbaarheid het oordeel van de bewoner zelf. HetHIVA heeft een leefbaarheidsmeting voor de Mechelse buurten voorbereid.Hiertoe werd een vragenlijst opgemaakt en een bevragingsmethode voorgesteld. Het project houdt het veldwerk in voor deze leefbaarheidsmeting ende verwerking van de resultaten. Organisaties: • HIVA-OG Verzorgingsstaat en Wonen
Onderzoekers: • Francine Winters
Followers' Tolerance of the Toxic Behaviour of their Leaders: a Follower-centered Perspective on Leaders' Immoral and Illegitimate Practices KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Jeroen Stouten • Martin Euwema • Jeroen Camps
Rol van componenten van het corticostriatale systeem in responsflexibiliteit, sturing van aangeleerd gedrag en neurocognitieve deficits. KU Leuven Abstract: Verschillende hersenaandoeningen (bv. schizofrenie) zijn gerelateerd aan ernstige cognitieve stoornissen. Deze stoornissen worden met de beschikbare medicatie niet doeltreffend behandeld, waardoor ze een belangrijk medisch en economisch probleem vormen. Nieuwe inzichten in de onderliggende neurale processen zijn dus essentieel voor een beter begrip van de pathologie.Recente gegevens suggereren hiervoor een belangrijke, maarnog onbegrepen, rol voor het corticostriatale systeem in cognitieve functies. In dit project wordt deze neurocognitieve rol onderzocht door middel van laesiemuizen en transgene muizen, die in een specifieke gedragsbatterij getest zullen worden. Aansluitend zal eveneens de neurocognitieve rol van het nieuwe drugtarget PDE10A onderzocht worden.Deze kenniszal leiden tot nieuwe inzichten in de betrokken hersenmechanismen en behandelingswijzen van verschillende hersenaandoeningen. Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Ilse Gantois • Tine Pooters
Naar conceptuele verheldering: een integratie van verschillende employability-benaderingen. KU Leuven Abstract: Veranderingen in de arbeidsmarkt en in de werknemer-werkgever relatie plaatsen onderzoek over employability opnieuw op de voorgrond. Ondanks deze interesse blijven er verschillende hiaten in de literatuur. Ten eerste is er onduidelijkheid over de conceptualisering en bijhorende meting van employability. Als een eerste stap naar meer duidelijkheid maken wij het onderscheid tussen inputbenaderingen (employability-disposities, employability competenties en employability-ondersteunende activiteiten) enoutputbenaderingen (gepercipieerde employability, arbeidsmarktposities). Ten tweede is er weinig onderzoek gedaan over de relaties tussen de verschillende benaderingen van employability. Ten derde is employability-onderzoek dominant gericht op het individu en op factoren aan de aanbodzijde. Relatief weinig onderzoek brengt ook de vraagzijde van de arbeidsmarkt in rekening. Het doel van dit project sluit hierbij aan, namelijk (1) de verschillende employabilitybenaderingen, hun gelijkenissen, Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Anneleen Forrier • Nele De Cuyper • Marijke Verbruggen
Job crafting uitgewerkt op basis van het job demands-resources model ende zelfdeterminatie theorie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte
De procesbasis van emotiedynamiek in relatie tot psychologisch welzijn. KU Leuven Abstract: Mensen verschillen niet enkel van elkaar in hoe ze zich gemiddeld genomen voelen, maar ook in hoe hun gevoelens veranderen doorheen de tijd. Het bestuderen van deze emotionele fluctuaties en veranderingen is een rijke bron van informatie over het emotioneel functioneren van mensen, hoe ze emotioneel reageren op gebeurtenissen, en hoe ze hun emoties (al of niet) kunnen controleren. We weten echter nog maar zeer weinig over wat er aan de oorzaak ligt van bepaalde dynamische emotionele patronen. De bedoeling van dit project is om te onderzoeken hoe de manier waarop mensenemotionele informatie kunnen negeren, veranderen, en manipuleren in hunwerkheugen, een bepalende rol kan spelen in het bepalen van de dynamische patronen die onze emoties kenmerken, en hoe dit op zich samenhangt met het bepalen van iemands psychologisch welzijn. Op basis hiervan hopen we concrete inzichten te bekomen in de factoren die bijdragen tot psychologische bloei en lijden, en tevens middelen aan te kunnen reiken o Organisaties: • Kwant. Psychologie en Indiv. Verschillen
Onderzoekers: • Peter Kuppens
Persoonlijkheid en kwetsbaarheid voor affectieve spectrumstoornissen en-klachten: de rol van gen-omgevingscorrelaties (rGE) en -interacties (GxE). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Nicole Vliegen • Patrick Luyten
Vrees voor pijn in context: de effecten van niet-pijn doelen en doelconflicten op vrees reacties in de context van pijn. KU Leuven Abstract: Pijn dwingt het individu om activiteiten te onderbreken, te oorzaak vande pijn op te sporen, om er zich vervolgens van terug te trekken zodat het genezingsproces zich kan voltrekken. Na blootstelling aan pijnlijke ervaringen vinden associatieve leerprocessen plaats die ervoor zorgen dat verdere schade vermeden kan worden. Hoewel vermijdingsgedrag adaptief is bij acute pijn, heeft het paradoxale negatieve effecten bij velevormen van chronische pijn. Er is toenemende empirische ondersteuning voor de stelling dat vrees voor pijn het dagelijks leven meer verstoort dan de pijn zelf. Echter, er zijn nog onbeantwoorde kwesties die wetenschappelijk aandacht vragen. Vrees voor pijn vindt niet plaats in een motivationeel vacuüm, en kan niet begrepen worden zonder rekening te houden met de bredere context van samenhangende doelen, het zoeken naar beloning, en vermijden van bedreigingen die niet aan pijn zijn gerelateerd. Tot nu toe is de wetenschappelijke literatuur over de effecten van doelconfl Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen
Leren niet te reageren eerder dan niet te leren reageren: gedragsmatige, neurologische en klinische tests van een nieuwe theorie van selectieveconditionering. KU Leuven Abstract: Het leermechanisme van angst laat toe signalen voor gevaar te identificeren en zich voor te bereiden op bedreigende gebeurtenissen. Pavloviaanse conditioneringsstudies tonen aan dat angst zich preferentieel ontwikkelt voor hoog-predictieve signalen, en veel minder voor onbetrouwbare of overtollige voorspellers (zelfs wanneer deze soms de gebeurtenis zijn vooraf gegaan). Deze selectiviteit is de kern van een hele generatie van conditioneringstheorieën die stellen dat niets geleerd wordt over overtollige stimuli. Echter, onafhankelijke studies beginnen te suggereren dat angst voor overtollige stimuli onder specifieke voorwaarden wél kan optreden. We stellen in dit project voor dat leren altijd gebeurt met betrekking tot alle aanwezige stimuli, maar dat angst voor overtollige stimulionderdrukt wordt om over-reacties met angst te voorkomen (aangezien ditenergie kost). Selectieve conditionering is gebaseerd op een selectief inhibitie-mechanisme, eerder dan een selectief leermechanisme. Het Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Frank Baeyens • Tom Beckers • Bram Vervliet
Temperatment en responsstijl als kwetsbaarheidsfactoren voor de ontwikkeling van depressieve symptomen in de vroege adolescentie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Patricia Bijttebier
fMRI-gebaseerde decodering van neurale representaties in reken- en leesstoornissen. KU Leuven Abstract: Lees- en rekenstoornissen komen ongeveer voor bij 1 op 20 personen. Uitonderzoek blijkt dat deze stoornissen het gevolg zijn van afwijkingen in specifieke mentale representaties, i.e. hoeveelheidsrepresentaties in het geval van rekenstoornissen, en fonologische representaties in het geval van leesstoornissen. Via functionele magnetische resonantie beeldvorming (fMRI) heeft men de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor deze representaties kunnen identificeren. Echter, de bestaande fMRI-studies bieden slechts een beperkt en indirecte inzicht over hoe die specifieke processen opgebouwd of gerepresenteerd worden in de respectievelijke hersengebieden. Om dit te onderzoeken werd recent een analyse techniek ontworpen: Multi-voxel patroon analyse. Via deze benadering tracht men het spatiale profiel van het fMRI signaal in specifieke hersengebieden, ofover de volledige hersenen, via geavanceerde patroonanalyse en data-reductie technieken te onderzoeken (i.e. neurale netwerken, support ve Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Hans Op de Beeck • Bert De Smedt
Steunpunt Wonen, bijdrage van het HIVA tot kortlopende onderzoeksopdrachten. KU Leuven Abstract: Het Steunpunt Wonen is een samenwerkingsverband van de KU Leuven, de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, de Provinciale Hogeschool Limburg, deUniversiteit Antwerpen en het Onderzoeksinstituut OTB van de TUDelft (Nederland).Binnen het Steunpunt verzamelen onderzoekers van verschillende wetenschappelijke disciplines objectieve gegevens over de woningmarkt en het woonbeleid. Via gedegen wetenschappelijke analyses wensen de onderzoekers bij te dragen tot een langetermijnvisie op het Vlaamse woonbeleid.Tot de opdrachten van het Steunpunt behoort ook het uitvoeren van kortlopende onderzoeksopdrachten die een antwoord beogen te bieden op concrete beleidsvragen. In 2012 werkt het HIVA aan volgende opdrachten:- raming van de behoefte aan sociale koopwoningen en sociale kavels- uitwerking van een instrument waarmee sociale huisvestingsmaatschappijen de tevredenheid van hun klanten kunnen meten. Organisaties:
• HIVA-OG Verzorgingsstaat en Wonen
Onderzoekers: • Francine Winters
Testing the imprecision hypothesis of chronic pain. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen
Niet-suïcidale zelf-verwonding doorheen de adolescentie en de jongvolwassenheid : ontwikkelingstrajecten en de rol van identiteitsformatie in België en India. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Laurence Claes • Koen Luyckx
Respiratorische hypo-algesie: De invloed van langzame diepe ademhaling op pijn en pijngevoeligheid. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Verleden • Johannes Vlaeyen • Jan Tack • Lukas Van Oudenhove
Biopsychosociale interacties bij dyspnea. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Ilse Van Diest • Andreas von Leupoldt
Het verbinden van perceptie en emotie via voorspelling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Sander Van de Cruys
Van 'Theory of Mind' naar plaatsvervangende waarneming Universiteit Antwerpen Abstract: Ik betoog dat in de studie van sociale cognitie de nadruk moet verlegd worden van 'theory of mind' naar een eenvoudig perceptueel proces: de waarneming van een objecten als dat wat bepaalde handelingen toelaat voor een andere organisme. Dit perceptueel proces, dat ik "plaatsvervangende waarneming' noem, is verschillend van, en veel eenvoudiger, dan 'theory of mind', vermits het niet vereist dat de mentale (of perceptuele) toestanden van een ander organisme begrepen (of gerepresenteerd) worden. Ik argumenteer dat de meest overtuigende experimenten die zogezegd bewijzen dat niet-menselijke primaten een 'theory of mind' hebben, eigenlijk aantonen dat ze in staat zijn tot plaatsvervangende waarneming. Hetzelfde geldt voor de experimenten over 'theory of mind' in kinderen onder de twaalf maand. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Bence Nanay
Kunst en de evolutie van biologische signalen in een culturele soort. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Annie Pinxten
STEUNPUNT voor Beleidsrelevant Onderzoek (3de generatie)- beleidsdomein Sport: SPORT Vrije Universiteit Brussel Abstract: STEUNPUNT voor Beleidsrelevant Onderzoek (3de generatie)- beleidsdomein Sport: SPORT Organisaties: • Sportbeleid en -management • Bewegingsvorming en Sporttraining • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • JO VAN HOECKE • PAUL WYLLEMAN • PETER CLARYS • VEERLE DE BOSSCHER • MARC THEEBOOM • KRISTINE DE MARTELAER
DOCTIRIS: Ontwikkeling van een universeel evaluatiesysteem voor jeugdopledingen in professionele voetbalclubs in functie van een internationale certificering en benchmarking.(+ VERLENGING) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ontwikkeling van een universeel evaluatiesysteem voor jeugdopledingen in professionele voetbalclubs in functie van een internationale certificering en benchmarking Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • JO VAN HOECKE
De mechanismen die ten grondslag liggen aan de transactionele en transformationele leiding gedrag onthullen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bijna niets is bekend over de voorwaarden waaronder een leider geeft transformationele of transactionele gedrag, laat waarom de leider zich op die manier gedraagt wordt. Het huidige project zal de mechanismen onthullen die transformationele en transactionele leiderschap gedrag veroorzaken. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Joeri HOFMANS
Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (SWVG)- 2012-2015: Beheersovereenkomst: Samenwerkingsovereenkomst Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het steunpunt heeft de volgende opdrachten 1) het verzamelen, analyseren en ontsluiten van beleidsrelevante gegevens 2) het uitvoeren van beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek, en dit zowel op korte als op lange termijn, met aandacht voor de strategie van Vlaanderen 3) het verlenen van wetenschappelijk dienstverlening Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Bewustworden van fouten en ADHD: De rol van de insula Universiteit Gent Abstract: Er is een groeiende evidentie dat een verminderd bewustworden van fouten een rol speelt bij de zelf-regulatie problematiek bij personen met ADHD. Onderzoek heeft laten zien dat de insula, welke onderdeel uitmaakt van het salience netwerk, een cruciale rol speelt bij deze bewustwording. In dit project wordt de rol van de insula onderzocht bij de verstoorde bewustwording van fouten bij ADHD. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan Wiersema
Hypervigilantie voor lichamelijke sensaties: een functioneel perspectief Universiteit Gent Abstract: Vaak wordt verondersteld dat hypervigilantie voor lichamelijke sensaties een rol speelt bij medisch onbegrepen pijn. Een theoretische basis en empirische evidentie ontbreekt echter. Dit project onderzoekt hypervigilantie voor lichamelijke sensaties vanuit een nieuwe theoretische benadering, die stelt dat hypervigilantie een functioneel mechanisme is dat geactiveerd wordt in situaties waarin men pijn wil vermijden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Stefaan Van Damme
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema
Transfer of training in corporate settings: Toward an understanding of the role of derterminants in training transfer dynamics by means of a multisource, baseline measurement approach
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Filip Dochy • Eva Kyndt • Natalie Govaerts
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Patrick Luyten • Lukas Van Oudenhove • Bart Morlion • Eline Coppens
Number sense in kindergarteners KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Jan Elen • Bert De Smedt • Bert Reynvoet • Bieke Maertens
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Jan Elen • Wendy Schouteden
Towards conceptual clarity: integrating different approaches to employability KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • Nele De Cuyper • Ellen Peeters
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Johannes Vlaeyen • Ilse Van Diest • Hassan Jafari
. KU Leuven Abstract: In een single-subject experiment, wordt één subject herhaaldelijk gemeten, voor en tijdens of na een behandeling. Het probleem met dit design, is dat het moeilijk is om de resultaten van een subject te generaliseren naar andere subjecten. Daarom worden single-subject experimenten vaak herhaald, binnen of over studies. De belangrijkste onderzoeksvraag waar dit project zich op focust, is hoe de resultaten van verschillende single-subject experimenten samen te vatten, met het gebruik vanmeta-analytische technieken. Eerst moeten de resultaten van een subjectsamengevat worden in een effectgrootte, en dan moeten deze effectgrootten gecombineerd worden, bijvoorbeeld met een multiniveau metaanalytischmodel. In dit onderzoeksproject, bestuderen we de functionele kenmerkenvan een multiniveau meta-analyse van single-subject experimenten, door middel van simulatie studies. Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Wim Van Den Noortgate • Maaike Ugille
Affirming Darwin: rule-based generalization and analogical reasoning inrats KU Leuven Abstract: Darwins hypothese van evolutie door natuurlijke selectie legt de nadruk op de continuïteit tussen mensen en andere soorten; het beschouwt verschillen in cognitieve vermogens tussen mens en dier als gradueel eerder dan abrupt (differences of degree, not of kind, Darwin, 1871). Toch hebben een aantal onderzoekers recent betoogd dat er een fundamenteel verschil is tussen menselijke en niet-menselijke cognitie
(Premack, 2010). Een prominente theorie stelt dat een belangrijke menselijke vaardigheid die andere zoogdieren ontberen het vermogen is tot redeneren naar analogie en regel-gebaseerde generalisatie (Penn,nbsp;& Povinelli, 2008). Onze claim is dat deze stelling momenteel op weinig empirische argumenten berust; het beschouwt verschillen in cognitieve vermogens tussen mens en dier als gradueel eerder dan abrupt (differences of degree, not of kind, Darwin, 1871). Toch hebben een aantal onderzoekers recent betoogd dat er een fundamenteel verschil is tussen menselijke en niet-mens Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Tom Beckers • Rudi D'Hooge • Elisa Maes
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Ilse Van Diest • Filip Raes • Marta Walentynowicz
Multiniveausynthese van single-case experimentele data: Verdere ontwikkelingen en empirische validatie. KU Leuven Abstract: Gedurende het laatste decennium is er een groeiende interesse om single-subject experimentele designs (SSED) in verschillende onderzoeksdomeinen in pedagogie en psychologie toe te passen om de effectiviteit van één of meerdere behandelingen te onderzoeken (Barlow, Nock, & Hersen, 2009). De interesse van de SSED onderzoeker gaat uit naar één of meerdere individuen (of een entiteit zoals een school) dat geobserveerd en gekwantificeerd wordt gedurende opeenvolgende meetmomenten gedurende een baseline conditie (waarin men geen behandeling toedient), gevolgd door een behandelingsconditie (Onghena, 2005). De validiteit van inferenties van een basis SSED is ter discussie, omdat een verandering in de gemeten variabele kan verklaard worden door een toevallige factor in plaats van de behandeling zelf (i.e., een bepaald event dat optreedt op hetzelfde moment als de start van de behandeling; Shadish, Cook, & Campbell, 2002). Om hieraan tegemoet te komen, worden meestal complexe SSEDs gebru Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Wim Van Den Noortgate • Patrick Onghena • Mariola Moeyaert
Sense of coherence and salutogenesis through adolescence and young adulthood: A developmental-contextual perspective in community and medical populations. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Koen Luyckx • Philip Moons • Jessica Rassart
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Luc Goossens • Roosmarijn Jansen
Stimulating the development of a disposition through games-based learning KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Jan Elen • Lieven Verschaffel • Geraldine Clarebout • Wim Van Dooren • Sylke Vandercruysse
Generalisatie in psychopathologie: De rol van abstracte repetitieve gedachten en mediërende mechanismen. KU Leuven Abstract: Vele psychologische problemen worden gekenmerkt door een graduele 'verbreding' van de klachten over stimuli, contexten en gedrag. Deze 'verbreding' van de klachten wordt generalisatie genoemd. Bijvoorbeeld, Geoffrey, een 48 jarige man wordt gediagnosticeerd met depressie. Recent had hij een conflict met één van zijn beste vrienden over een belofte dat was verbroken. Dit heeft hem diep geraakt, zodoende hij nu al zijn vrienden niet meer vertrouwt. Deze generalisatie van wantrouwen leidt tot het vermijden van contacten met vrienden en dus meer isolement. Als een bijkomend gevolg, Geoffrey begint chronisch te rumineren over zijn incapaciteit tot het behouden van vriendschappen.Niettegenstaande het feit dat generalisatie leidt tot het begin en behoud van psychopathologie, is het nog onduidelijk welke factoren onderliggend zijn aan dit proces. Dit project focust op abstracte repetitieve gedachten (A.RT; bv.,angstig piekeren en depressieve ruminatie) als een potentieel belangrijke factor lei
Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Filip Raes • Jens Van Lier
Studying Transactions in Adolescence: Testing Genes in Interaction withEnvironments KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Hilde Colpin • Steven De Laet
A rodent model to test neurobiological theories of category learning bythe normal and pathological brain KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Gert Van den Bergh • Hans Op de Beeck • Christophe Bossens
Number sense in the transition from natural to rational numbers KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel • Wim Van Dooren • Jo Van Hoof
Generalisation Research in Human Anxiety KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Dirk Hermans • Marc Patrick Bennett
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Debora Vansteenwegen • Liliana Dias
Talent en excellentie in Wetenschap en Techniek. Een interventiestudie in het kader van het project TalentenKracht KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Ferdinand Laevers • Miranda Thys
ABUSE, CONFLICT: THE ROLE OF LEADERSHIP IN ENHANCING JOB SATISFACTION AMONG NON-TEACHING STAFF IN TANZANIA PUBLIC UNIVERSITIES KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Jeroen Stouten • Winfrida Malingumu
Leadership in online retail KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema • Jana Deprez
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Nils Georg Niederstrasser
Behavioral interventions (HRV biofeedback) to increase vagal tone and improve clinical outcomes in individuals at risk for panic disorder and healthy controls KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ilse Van Diest • Joanna Pantazi
Arithmetic word-problems KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel • Fien Depaepe • Efstratios Gkoris
Exploring an effective leadership model for higher institutions of learning in Uganda. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Filip Dochy • Veneranda Mbabazi • Jeroen Stouten • Martin Euwema
An international comparative educational effectiveness study based on TIMSS and PISA: Searching for the influencing factors of classes, schoolsand countries of the (change of) quality and equity in education KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Wim Van Den Noortgate • Jan Van Damme • Sarah Gielen • Kim Bellens
Organisatieverandering en ethisch leiderschap KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • N. N. • Jeroen Stouten • Martin Euwema
Generalisatie van geconditioneerde (vrees)responsen en de rol van geheugenspecificiteit. KU Leuven Abstract: Epidemiologisch onderzoek toont aan dat angststoornissen een hoge prevalentie kennen. Er is bovendien weinig discussie over de centrale rol vanassociatieve leerprocessen voor dit type stoornissen. Meer bepaald generalisatie van vrees(responsen) lijkt een cruciaal proces te zijn in de ontwikkeling van angststoornissen, dat niettemin relatief weinig aandachtheeft gekregen in wetenschappelijk onderzoek. Binnen dit onderzoeksproject zal generalisatie van (vrees)responsen worden vanuit een (autobiografisch) geheugenperspectief. De hypothese wordt gevormd dat generalisatiegradiënten een functie zijn van geheugenspecificiteit. Een grotere mate van generalisatie van geleerde associaties wordt voorspeld bij mensen die gekenmerkt worden door een beperkte geheugenspecificiteit (i.e. overalgemeen geheugen). Verder zal een specifiek type van generalisatie en haar relatie met geheugenspecificiteit worden onderzocht, nl. generalisatie van inhibitie. Wij zullen de hypothese toetsen dat beperkte geheug Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers:
• Dirk Hermans • Bert Lenaert
Ademhaling en relaxatie: heropenen van 'a cold case'. KU Leuven Abstract: Dit project bevindt zich in een interessante paradox: aangezien het ademhalingssysteem uniek is in het toelaten van vrijwillige controle terwijl het ook autonoom gereguleerd wordt, worden ademhalingsinstructies vaakgebruikt in klinisch gevalideerde relaxatietechnieken en populaire stress management technieken om mensen te helpen omgaan met dagelijkse stress. Door die mogelijkheid tot vrijwillige controle staat men in psychofysiologisch onderzoek echter wantrouwig tegenover ademhaling. Hier geeft men immers de voorkeur aan fysiologische indices met psychologische relevantie die niet te beïnvloeden zijn, om (vaak ook gewantrouwde) verbale rapportagenbsp;aan te vullen. Gevolg is (1) te weinig onderzoek naar de rol van ademhalingsregulatie in (vooral positieve) emotie en relaxatie; (2) een slecht begrip van de klinisch gevalideerde effecten van ademhalingstechnieken op diverse stress-gerelateerde stoornissen;en (3) schijnbare contradicties in de literatuur. Zo suggereert de klinische liter Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Ilse Van Diest • Elke Vlemincx • Ruth Wuyts
Neurale representaties in personen met ontwikkelingsstoornissen. KU Leuven Abstract: Een nieuwe methodologie voor de analyse van hersenscans, gegroepeerd onder de benaming multi-voxel analyses, heeft in de voorbije jaren geleid tot een fundamentele verandering in het domein van neuroimaging. Fundamentaal onderzoek in de gewone populatie toonde het potentieel van deze methodologie voor het achterhalen van de neurale basis van mentale representaties. Hier stellen we voor om deze methodologie toe te passen in de studie van specifieke klinische populaties en met name ontwikkelingsstoornissen. Deze toepassing zal van grote waarde zijn om de neurale basis van deze stoornissen te begrijpen. Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Hans Op de Beeck • Bart Boets • Bert De Smedt • Jean Steyaert
Het effect van vagale toon en van DCS op de retentie en de generalizatie van interoceptieve vrees extinctie. KU Leuven Abstract: Het hoofddoel van dit project is het onderzoeken van verschillende methoden die de retentie en de generalizatie van de uitdoving van interoceptieve vrees mogelijk verbeteren. Allereerst zullen we trachten een paradigma te ontwikkelen dat toelaat in het laboratorium het effect van D-cycloserine (DCS) in gezonde personen op retentie en generalizatie van interoceptieve vreesuitdoving te bestuderen. Het is aangetoond dat DCS in dieren en in klinische populaties de resultaten van respectievelijk extinctie- en exposure procedures verbeteren. In niet-klinische populaties is men er tot nog toe echter niet éénduidig in geslaagd tot gelijkaardige resultaten te komen. Ten tweede zullen we het effect nagaan van gedragsmatige interventies die leiden tot veranderingen in heartrate variabiliteit (HRV) op de retentie en de generalizatie van interoceptieve vreesuitdoving. HRV in de hoge frequentieband (of nog: vagale toon) wordt beschouwd als een index van de inhibitorische capaciteit die de ventromedi Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ilse Van Diest • Meike Pappens
Een formele modellen benadering van alledaagse concepten. KU Leuven Abstract: Wanneer mensen denken, maken ze gebruik van kennis die ze hebben over de wereld. Deze kennis zit opgeslagen in concepten. Omwille van hun belang, is een goed begrip van de natuur van concepten noodzakelijk om de menselijke cognitie te vatten. De meest systematische methodologie om te bestuderen hoe concepten mentaal opgeslagen zijn, is het testen van formele modellen die stipuleren hoe de menselijke geest informatie over categorieën representeert, en hoe mentale processen opereren op deze representaties. Verrassend genoeg wordt deze benadering zelden toegepast in de studie van alledaagse concepten. In dit onderzoeksproject, willen we deze leegte invullen. Ten eerste onderzoeken we of één vorm van representatie alle fenomenen geassocieerd met concepten, en alle types conceptenkunnen vatten (bv., hond, rechtvaardigheid, dingen die je naar het strand neemt). Ten tweede willen we bestaande formele modellen aanpassen en uitbreiden om de onontkoombare extra complexiteit te vattennbsp;die zic Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Gerrit Storms • Wolfgang Vanpaemel • Wouter Voorspoels
Clustergewijze driewegs componenten modellen voor het identificeren vankwantitatieve en kwalitatieve verschillen. KU Leuven Abstract: Driewegs gegevens ontstaan wanneer, bijvoorbeeld, een psycholoog voor verschillende personen meet hoe en met welke intensiteit ze reageren in verschillende situaties. Om te verklaren waarom mensen anders reageren naargelang de situatie waarin ze verkeren, kan men de mechanismen blootleggen die onderliggend zijn aan het gedrag door middel van driewegs componenten methoden. Op deze manier kan men inzicht krijgen in hoe mensen situaties beoordelen (vb. welke kenmerken van de situatie in het algemeen in rekening genomen worden en welke kenmerken van toepassing zijn op welke situaties), in hoe de gedragingen van mensen georganizeerd zijn in gedragssystemen, en in de dispositionele (kwantitatieve) verschillen tussenpersonen met betrekking tot hoe de beoordeling van een situatie gelinktis aan de verschillende gedragssystemen. Driewegs componenten methoden,echter, veronderstellen dat voor alle personen dezelfde mechanisme spelen, wat in de praktijk vaak een onrealistische assumptinbsp;e is.Er Organisaties:
• Methodologie vh Pedagogisch Onderzoek
Onderzoekers: • Eva Ceulemans • Tom Wilderjans
Problemen bij de identificatie van astmatriggers: het falen van veiligheidsleren? KU Leuven Abstract: Bij de behandeling van astma neemt het vermijden van triggers die astmaklachten uitlokken een belangrijke plaats in. Helaas zijn veel personen met astma onzeker over waar hun ademhalingsklachten vandaan komen, waardoor deze ademhalingsklachten onvoorspelbaar en oncontroleerbaar lijken. Bovendien lopen deze personen het risico om hun klachten onterecht toe te schrijven aan bepaalde stoffen ondanks de afwezigheid van verhoogde fysiologische sensitiviteit voor deze stoffen. Met dit project willenwe onderzoeken of inaccurate identificatie van astmatriggers het gevolgis van falend veiligheidsleren. We verwachten dat vroegere (onjuiste) informatie over potentiële astmatriggers (bijvoorbeeld informatie die gegeven werd door artsen, informatie in de media, ervaring met gelijkaardige triggers) en problemen om deze informatie te onderdrukken in een nieuwe situatie aanleiding kan geven tot de identificatie van onjuiste astmatriggers.We zullen deze hypothese toetsen doormiddel van experimenten waa Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Thomas Janssens
Veranderingen in de representatie van traumatische ervaringen tijdens psychodynamische psychotherapie en relaties met subjectief welbevinden, affectregulatie en (inter-)persoonlijk functioneren. Universiteit Gent Abstract: Traumatische ervaringen hebben vaak een ingrijpende invloed op iemands functioneren en kunnen moeilijk geïntegreerd worden in de narratieve identiteit. Hoe representaties van traumatische ervaringen worden opgebouwd en gewijzigd gedurende psychodynamische psychotherapie wordt onderzocht via systematische gevalstudies. Daarbij wordt nagegaan hoe dit een effect heeft op algemeen welbevinden, emotioneel en relationeel functioneren en welke therapeutische acties dit proces faciliteren. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Paul Verhaeghe • Stijn Vanheule
Through a kid's eyes project - part 2 Universiteit Hasselt Abstract: Autisme is een van de meest voorkomende ontwikkelingsstoornissen en is gekenmerkt door beperkingen in sociale wederkerigheid, communicatievaardigheden en repetitief gedrag. Ofschoon autisme manifest is voor de leeftijd van 3 jaar, wordt de diagnose vaak pas gesteld in de schoolleeftijd. Onze onderzoeksgroep droeg reeds bij tot een vervroegde diagnose van autisme door middel van imitatieproblemen. Dit project beoogt mogelijke voorwaarden voor imitatie te onderzoeken om de diagnose van autisme te vervroegen. Organisaties: • Revalidatiewetenschappen • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Marleen VANVUCHELEN
Research Cooperation VUB - University of Ljubljana: thema 'Investigation into gender-specific transitions and challenges faced by female elite athletes'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Research Cooperation VUB - University of Ljubljana Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN
Een onderzoek naar de relatie tussen organisationeel burgerschapsgedrag en de combinatie van werk en familieleven Vrije Universiteit Brussel Abstract: During the past 20 years, research on the effects of organizational citizenship behavior (i.e., those behaviors that go beyond an employee's job description, such as helping a colleague) focused on the positive outcomes for the organization and the employee performing OCB. Only recently voices were raised to examine the potential downsides of OCB outside the work domain. The few studies examining the effect of OCB on the work-family interface (i.e., the interference of one's work role with the family role) reported beneficial as well as detrimental effects. In this project, we advance a theoretical model that explains the underlying mechanisms between OCB and interface between work and family life. The recent differentiation between proactive OCB (performed out of self-interest) and reactive OCB (performed to meet the needs of others) plays a key role in this model. Our basic assumption is that proactive OCB has a positive influence on the work-family interface, whereas the influence of reactive OCB depends on whether the OCB performer feels obliged to perform OCB or not. In particular, we examine: (1) how proactive/reactive OCB and the work-family interface mutually influence each other, (2) how the work-family interface mediates the effect of proactive/reactive OCB on employees' personal and their partners' well-being, and (3) how the interference of the family role with one's work role (i.e., family-work interface) influences the performance of proactive/reactive OCB. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Sara DE GIETER
Respons modulatie in psychopathie: Aandachtsmodulatie van emotionele verwerking Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een dysfunctionele emotionele respons is een kern kenmerk van psychopathie. Recent heeft de Repons Modulatie Hypothese deze dysfunctionele emotionele reactiviteit toegeschreven aan een anadachtsprobleem: Psychopathische personen reageren adequaat op emotionele aanwijzingen wanneer hun aandacht op de affectieve informatie gericht is. Maar wanneer deze niet in hun aandachtfocus liggen, zijn ze niet in staat hun aandacht te richten op de emotionele stimuli. Empirische evidentie voor deze theorie is veelbelovend, maar nog zeer beperkt. Daarom wordt in huidig project odnerzocht in welke specifieke omstandigehden emotionele informatie niet in hun anafdachtsveld wordt opgenomen. Aan de hand
van een multi-methode benadering wordt het effect van aandacht op emotionele verwerking gemeten door gebruik van registratie van gedragsmatige en fysieke responsen. Door niet alleen gevangenen, maar ook individuen uit de lagemene populatie te odnerzoeken, voldoet het project ook aan de toenemende vraag naar psychopathie onderzoek binnen de gemeenschap. Bijkomend, wordt ana antwoord geboden op de vraag naar minder kostelijke en tijdsintensieve metingen van psychopathie door de validtaie van zelf-rapportage instrumenten zoals de SRP-III na te gaan. Op deze manier wil het project bijdragen aan een beter begrijpen van de fundamenteel onderliggende mechanismenen van psychopathie in termen van cognitief-emotionele processes. Hte uitbreiden van de huidge kennis zal leiden tot nieuwe mogelijkheden voor stellen van diagnoses en voor begeleiding en behandeling van psychopathische individuen. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE • GINA ROSSI
ONLINEDAGBOEKEN. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh
Perceptual organization in the context of a dynamical and hierarchival visual brain. KU Leuven Abstract: The general aim of our Methusalem grant (MG) is to understand the processes and mechanisms of perceptual organization in the context of what weknow about the dynamical and hierarchical way in which the brain functions. The phenomena have originally been studied in the context of Gestalt psychology, a specific approach within psychology, strongly rooted within a typically European phenomenological tradition. Theoretical focus then was on autonomous processes of self-organization in the brain (e.g.,electric fields) which were very little understood. Since the original rise (1910-30) and gradual decline (1950-70) of Gestalt psychology, a lot of progress has been made in vision science in general, in terms of research methods, theoretical frameworks, and understanding of visual perception. Despite the obvious importance of Gestalt phenomena (e.g., they are always included in introductory textbooks of psychology), their study with modern methods and techniques and their integration in our c Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Johan Wagemans
Emotion dynamics in depression. KU Leuven Abstract: OT/11/031 Organisaties: • Kwant. Psychologie en Indiv. Verschillen
Onderzoekers: • Peter Kuppens
The role of teacher-child interactions for preschoolers school engagement: An intervention study. KU Leuven Abstract: OT/09/019 'The effect of closeness and conflict in the teacher-child relip on the course and malleability of externalizing problem behavior amonhoolers: An intervention study' (promotor H. Colpin, copromotor K.Verschueren) Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Hilde Colpin
Eigen Initiatief (EI): Strengthening (PhD) training and research in the field of families, children and adolescents at risk in La Paz (Bolivia). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Coördinatie van de internationale dataverzameling en analyses die hieruit voortvloeien Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Universiteit Utrecht' hebben voor het project ' Coördinatie van de internationale dataverzameling en analyses die hieruit voortvloeien' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Change in quality and equity in educational systems KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • N. N. • Martin Euwema
Formele modellering van de tijdsdynamiek van emoties.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Kwant. Psychologie en Indiv. Verschillen
Onderzoekers: • Iven Van Mechelen • Francis Tuerlinckx • Eva Ceulemans
EPISODIC -Detectie van ethische gevoeligheden in organisaties. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Jeroen Stouten
De contextuele ontwikkeling van cyberpestgedrag in de vroege adolescentie: een longitudinale en sociale netwerkanalyse Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek rond cyberpesten vertoont drie leemtes: 1) er bestaat geen valide en betrouwbaar meetinstrument, 2) er is weinig aandacht voor de sociale context waarin het cyberpesten gebeurt en 3) er zijn nauwelijks longitudinale gegevens. Het doel van de voorstudie is daarom de ontwikkeling van een multidimensionaal meetinstrument. Het eigenlijke onderzoek is een panelstudie bij leerlingen uit het secundair onderwijs, waarbij het sociale netwerk van de leerlingen wordt in kaart gebracht. Organisaties: • Media & ICT/Interpersoonlijke relaties in Organisaties & Samenleving (MIOS)
Onderzoekers: • Heidi Vandebosch
De invloed van tekstrepresentatie op het leesproces tijdens het schrijven Universiteit Antwerpen Abstract: (Professionele) schrijvers onderbreken het tekstproductieproces voortdurend om hun reeds-geproduceerde-tekst te monitoren. Dit proces van 'lezen tijdens schrijven' is tot nu toe onderbelicht geweest maar dankzij technologische ontwikkelingen kunnen we nu het leesgedrag tijdens schrijven bestuderen. In ons onderzoek gaan we na hoe bij het (her)lezen de cognitieve oriëntatie van het schrijfproces verschuift en wat de relatie is tussen lezen en schrijven enerzijds en lezen en reviseren anderzijds. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes • Mariëlle Leijten
Gaat het echt enkel om kennis? De perceptie van educatoren op het proces van het veranderen van ecologisch gedrag. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoekers zijn het er over eens dat de huidige milieuproblematiek een gevolg is van menselijke gedrag. Milieueducatie (ME) wordt beschouwd als een belangrijk instrument in de bestrijding van de milieuproblematiek. Echter, slechts zelden slaagt ME er in om het ecologisch gedrag van jongeren te veranderen. Deze studie onderzoekt de perceptie van educatoren op het proces van gedragsverandering als een mediërende factor in de effectiviteit van ME. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Jelle Boeve-de Pauw
Hypervigilantie en pijn: de rol van lichamelijke dreiging Universiteit Gent Abstract: Vaak wordt verondersteld dat hypervigilantie voor lichamelijke sensaties een rol speelt bij medisch onbegrepen pijn. Een theoretische basis en empirische evidentie ontbreekt echter. Dit project onderzoekt hypervigilantie voor lichamelijke sensaties vanuit een nieuwe theoretische benadering, die stelt dat hypervigilantie een functioneel mechanisme is dat geactiveerd wordt in situaties waarin patiënten lichamelijke dreiging ervaren. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez • Stefaan Van Damme
Het meten van competitiviteit van landen in topsport: mixed-research methods Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel een theoretisch model om competitiviteit van landen in topsport te ontwikkelen en te valideren. Het SPLISS model (Sports Policy factors Leading to International Sporting Success), dat in 2007 werd ontwikkeld, wordt daarbij als vertrekbasis gebruikt. In de eerste fase zal dit model getest worden op construct- en inhoudsvaliditeit, door experts in topsport te bevragen en via statistische analyses de factoren en wegingen te bepalen. In de tweede fase (2011-2012) zal dit theoretisch model empirisch getoetst worden door een internationale vergelijking tussen meerdere landen. Het doel van deze fase is de criteriumvaliditeit te verbeteren en de mogelijke relatie te achterhalen tussen de determinanten die competitiviteit bepalen en de prestaties. Via een internationale consortiumgroep werden al landen gecontacteerd (met positieve interesse) en zullen deze nog verder worden aangesproken. Mixed research methodes zullen gebruikt worden voor de verzameling en analyse van de data. Een onderzoeksinstrument dat de kritische successfactoren operationaliseert wordt door onderzoekers in elk land ingevuld, aangevuld met
een schriftelijke vragenlijst met de voornaamste stakeholders (atleten, coaches, topsportdirecteuren). Een meetsysteem wordt ontwikkelt dat kwantitatieve en kwalitatieve data omzet in scores, zodat statistische toetsen kunnen gebeuren. Hierbij wordt gekeken hoe competitiviteit in de economie wordt gemeten en getransferreerd naar de sport. Als laatste wordt dit systeem in overleg met experts geëvalueerd. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER • PAUL DE KNOP
De rol van waargenomen rechtvaardigheid bij het vormgeven van werknemer en organisatie-resultaten van talent management investeringen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rol van waargenomen rechtvaardigheid bij het vormgeven van werknemer en organisatie-resultaten van talent management investeringen. Een set van verschillende kwantitatieve studies door enquêtes en experimenten, met individu's en organisaties Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS • Joeri HOFMANS
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversidad Católica Boliviana San Pablo, Julia Villanueva O'Driscoll Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het proces van de (her)integratie van kinderen en jongeren na ontslag uit gewapende groeperingen in Colombia Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Hippocampal signal transduction in relation to learning and memory KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge • Detlef Balschun • Eva Bollen
Risicovechtsportplatform Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Vlaamse Sportfederatie' hebben voor het project ' Risicovechtsportplatform (verder af te werken)' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • Jikkemien VERTONGHEN • MARC THEEBOOM
Het beroepsprofiel van de leraar als 'black box': een analyse van de werking van onderwijsstandaarden KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Educatie en Samenleving
Onderzoekers: • Maarten Simons • Carlijne Ceulemans
Het 'niet willen' behandeld worden van forensische patiënten: uiting vanzelfmisleiding of van 'traumatic progression'? De ontwikkeling en validering van de Mind-schaal KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Hans Vertommen
A cross-country study of teacher attitudes and school climate in relation with student achievement KU Leuven Abstract: In dit doctoraatsproefschrift wordt de relatie tussen schoolklimaat en leesprestaties van leerlingen onderzocht. Hiervoor werden gegevens gebruikt die verzameld werden tijdens het grootschalige PISA-onderzoek (Programme for International Student Assessment), een internationale studie die de schoolse vaardigheden van 15-jaringen wereldwijd onderzoekt. In 2009 lag de nadruk van dit onderzoek op leesvaardigheid, en werd onderzocht op welk niveau vijftienjarigen geschreven teksten kunnen begrijpen en gebruiken, erover reflecteren en erdoor geboeid zijn. Schoolklimaat verwijst naar de kwaliteit en kenmerken van het schoolse leveninzake onderlinge relaties op school- en onderwijsaspecten zoals de leerlingen dat beleven. In elk artikel worden één of meer van de volgende vijf kenmerken van schoolklimaat onderzocht: schoolappreciatie, leerkracht-leerling relaties, disciplinair klimaat, leesatmosfeer en ondersteunend klimaat. In de inleiding geven we een korte beschrijving van deze begrippen en
Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Jan Van Damme • Sarah Gielen • Bo Ning
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversidad Católica Boliviana San Pablo, Isabel Edith Paula Berckmans Vrije Universiteit Brussel Abstract: De straten verlaten: onderzoek naar straatkinderen, hun families en mensen op het veld. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Gezamenlijk onderzoek door VUB (dienst Topsport en Studie) en de ULB (Ecole des Sports) naar de combinatie van studie en topsport in de hogescholen en universiteiten van het Nederlands- en Franstalig Hoger Onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewes... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gezamenlijk onderzoek door VUB (dienst Topsport en Studie) en de ULB (Ecole des Sports) naar de combinatie van studie en topsport in de hogescholen en universiteiten van het Nederlands- en Franstalig Hoger Onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. (Kaderend in de uitvoering van besluit inzake Uitbouw van Sportopleidingen voor het jaar 2012, bestemd voor gemeenten die clubs of verenigingen van "categorie 6" op hun grondgebied hebben) Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN
Onderzoek naar herval en reconsolidatie van contextuele conditionering:implicaties voor de behandeling van gegeneraliseerde angst. KU Leuven Abstract: Vrees conditioneringsonderzoek bij mensen is zeer waardevol gebleken voor de studie (en de behandeling) van specifieke vrees (zoals bij fobieën). Dit onderzoeksparadigma is echter niet geschikt voor het bestuderen van meer gegeneraliseerde, chronische vormen van angst (met gegeneraliseerde angststoornis als prototypisch voorbeeld). Gebruik makend van een innovatieve context conditioneringsprocedure, hebben we tijdens mijn doctoraatsonderzoek effectieve methodes ontwikkeld om gegeneraliseerde angst te behandelen op korte termijn (Fonteyne et al., 2009, 2010). Het doel van dit huidige project is om deze angstreductiemethodes uit te dagen en te verbeteren op lange termijn. In een eerste reeks experimenten, zullen we de condities onderzoeken waaronder gegeneraliseerde angst kan terug keren na een succesvolle behandeling. Daarnaast zullen we onderzoeken of angstherinneringen ook meer permanent uitgedoofd (of zelfs vernietigd) kunnen worden. De geplande experimenten zijn ontworpen om de gedr Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Dirk Hermans • Riet Fonteyne
Upper elementary school children's realistic considerations when solving mathematical application problems KU Leuven Abstract: Vraagstukken maken een belangrijk deel uit van het wiskundeonderwijs. In de wiskundeles in de lagere school worden leerlingen geconfronteerd met vraagstukken om verschillende redenen. Vraagstukken helpen leerlingen namelijk om wiskundige kennis en vaardigheden te ontwikkelen, om creatief te denken, om aan te tonen dat de wiskunde die geleerd wordt op schoolnodig is voor in het dagelijkse leven, om hun wiskundige kennis en vaardigheden te evalueren. Daarnaast hebben ze ook nog een belangrijke toepassingsfunctie; namelijk dat leerlingen zich binnen de klascontext kunnenvoorbereiden op dagdagelijkse situaties waarin ze wiskundige kennis moeten gebruiken. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat leerlingen echter hun dagdagelijkse kennis niet gebruiken wanneer ze vraagstukken oplossen. Ze lijken vraagstukken eerder te beschouwen als abstracte wiskundige puzzels. Een voorbeeld is het volgende item (i.e., een problematisch item of P-item) waarbij leerlingen realistische overwegingen m Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel • Wim Van Dooren • Tinne Dewolf
De invloed van direct en indirect gemeten perfectionisme op het therapieresultaat bij anorexia nervosapatienten. KU Leuven Abstract: Automatische perfectionisme associaties bij studenten en personen met een eetstoornisKathleen De CuyperProf. Dr. Dirk Hermans (promotor), Prof. Dr. Guido Pieters, Prof. Dr. Laurence Claes (co-promotoren)Perfectionisme is een persoonlijkheidstrek waarvan vragenlijstonderzoek heeft aangetoond dat het bestaat uit twee dimensies. Allereerst iser de prestatiegerichte dimensie: perfectionisten stellen zichzelf zeer hoge standaarden in verschillende domeinen van hun leven. Ze streven steeds het allerbeste na. De tweede dimensie wordt de zelfkritische dimensie genoemd. In sommige gevallen houdt perfectionisme ook indat het zelfwaardegvoel afhankelijk is van de mate waarin de persoon vindt dat hij die hoge standaarden al dan niet heeft bereikt. Wanneer persoonlijkheidstrekken gemeten worden met vragenlijsten is het van belang om stil te staan bij de vraag in hoeverre mensen zelfkennis hebben over hun eigen persoonlijkheid. Beseffen mensen hoe perfectionistisch ze zijn? Opdat vragenlijsten tot Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Dirk Hermans • Laurence Claes • Guido Pieters • Kathleen De Cuyper
x KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • N. N.
Interactive whiteboards in the classroom: improving interaction betweenstudents and teachers KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Jan Elen • Lieven Verschaffel • N. N.
Op zoek naar een verantwoord leven KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Marc Depaepe • N. N.
The Relationship of Basic Cognitive Processes, Self- Regulation Factorsand Learning Strategies with Task Characteristics in the Assessment of Academic Performance KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Filip Dochy • N. N.
Interoceptive conditioning: generalization and therapeutic implications KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ilse Van Diest • Mathias Schroijen
Generalization in depression: the impact of abstract repetitive thought KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Dirk Hermans • Filip Raes • Koen Vanbrabant
Employability KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • Nele De Cuyper • Dorien Vanhercke
Niet-perceptuele generalisatie en extinctie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Frank Baeyens • Bram Vervliet • Ellen Vervoort
Adolescent development in parent-adolescent context
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Koen Luyckx • Lies Christine Hugo Simon Missotten
A contextual approach to motivation: Cultural identity and school success of the Turkish second generation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Karen Phalet • Derya Güngör De Bruyn • Canan Coskan
School adjustment of 'at risk' children: Preventive effects of interventions targeting interactions with teachers and peers KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Hilde Colpin • Sofie Wouters • Sanne Van Craeyevelt
Attachment , trauma and mentalisation in parent and infant development KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Nicole Vliegen • Patrick Luyten • Tamara Ruijten
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • N. N.
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema • Erika Steffen
Psychological contract breach and organizational citizenship behavior: Mediation by identification mechanisms KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Karel De Witte • N. N.
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Alain Laurent Verbeke • Martin Euwema • Maria Johanna Kalter
Mediation in labor conflicts KU Leuven Abstract: In organisaties wordt bemiddeling (zowel face-to-face als met behulp van online tools) in toenemende mate ingezet om hiërarchische arbeidsconflicten op te lossen. Echter, het aantal studies dat bemiddeling onderzoekt in de context van hiërarchische arbeidsconflicten is erg
beperkt. Weinig is dan ook geweten over de invloed van de formele hiërarchische positie en de ervaren macht van de conflictpartijen op het bemiddelingsproces, de percepties van de partijen of hun tevredenheid met de bemiddeling. Dit alles geldt des te meer voor de effecten van het gebruik van online tools tijdens het bemiddelen van hiërarchische arbeidsconflicten. Met dit proefschrift wensen we een antwoord te formuleren op bovenstaande vragen. Meer specifiek onderzoeken we hoe onder- en bovengeschikten erkenning voor hun woede vanwege de bemiddelaar ervaren, en in welke mate ze bemiddeling als effectief percipiëren. Verder gaan we na of het type bemiddeling (face-to-face versus het gebruik van een online intake) een Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Alain Laurent Verbeke • Martin Euwema • Katalien Bollen
De relatie tussen representaties van scenes, gehele objecten en hun samenstellende delen in de menselijke hersenschors. KU Leuven Abstract: Dagelijks zien we verschillende voorwerpen die elk zijn samengesteld uit verschillende delen. Hoe onze hersenen een representatie van deze voorwerpen opstellen is nog niet volledig duidelijk. Met dit project willen we onderzoeken hoe delen van complexe voorwerpen worden gecombineerd toteen geheel in de menselijke hersenschors. Wat wordt waargenomen als één voorwerp en de eigenschappen van de voorwerpen (bijvoorbeeld familiariteit) zullen worden gemanipuleerd. Meer specifiek zullen we kijken (1) naar de mate van additiviteit van de relatie tussen activatiemappen van gehele voorwerpen en de activatiemappen van hun samenstellende delen voor gewone voorwerpen, (2) of deze relatie hetzelfde is voor gezichten versus andere soorten voorwerpen en (3) of een meer holistische vorm vancodering ook mogelijk is voor scenes die bestaan uit meerdere voorwerpen, wanneer zij een betekenisvol geheel vormen. Verder zullen we (4) het effect van aandacht op deze relaties nagaan. Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Hans Op de Beeck • Annelies Baeck
Veld versus observatorperspectief bij mentaal verbeelden: een onderzoeknaar de effecten op stemming en gedrag, en naar de werkzaamheid van eenklinische toepassing in de preventie van depressieve terugval. KU Leuven Abstract: Depressie wordt niet enkel gekenmerkt door een verhoogde mate van negatievegevoelens, maar ook door verminderde positieve gevoelens. Ons doel was om teonderzoeken wat voor die verminderde positieve gevoelens kan zorgen. Weonderzochten verschillende manieren waarop positieve situaties (bv. het krijgenvan goede punten) kunnen verwerkt worden. Immers, niet gewoon een positievegebeurtenis op zichzelf, maar ook hoe die verwerkt wordt (of:hoe men erovernadenkt), bepaalt in welke mate de gebeurtenis positieve gevoelens opwekt. mso-ansilanguage:NL-BE;mso-bidi-font-weight:bold">Ten eerste onderzochten we perspectiefnametijdens het verbeelden van positieve gebeurtenissen. Mentaal verbeeldenverwijst naar het voorstellen van een gebeurtenis in je hoofd, bijvoorbeeld wanneerje in je hoofd terug voor je ziet hoe je vorige maand een leuk geschenk kreeg. Ditkan ervoor zorgen dat je positief gevoel toeneemt. Echter, een eerdere studietoonde aan dat het perspectief da Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Filip Raes • Sabine Nelis
Affectieve verwerking van interoceptieve informatie door personen met medische onverklaarde klachten (MOK). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Ilse Van Diest
Het zingevingsproces vatten: leren omgaan met en zich aanpassen aan chronische pijn. KU Leuven Abstract: Zin geven aan je leven wordt door vele onderzoekers en theoretici gezien als een belangrijke factor voor een gezond psychisch functioneren. Zeker in de confrontatie met stressoren is het zingevingsproces een cruciaal mechanisme in het omgaan met en het zich aanpassen aan de stressvolle gebeurtenis. Onderzoek naar dit proces is echter erg beperkt en bestaande studies kennen verscheidene methodologische tekortkomingen. Daarbij focust bestaand onderzoek zich vooral op acute stressoren en niet op chronische stressoren. In dit onderzoek willen we het zingevingsproces onderzoeken vanuit het meaning making model. Hoofddoel is om dit model te toetsen in de context van een chronische stressor (i.c. chronische pijn) door middel van drie studies: een longitudinale studie, een dagboekstudieen een experiment. Tenslotte wordt nagegaan hoe het meaning making model gelinkt is aan aspecten van psychisch functioneren. Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Jozef Corveleyn • Koen Luyckx • Jessie Dezutter
Bronnen van inter-individuele verschillen in categorisatie. KU Leuven Abstract: De categorieën die we dagdagelijks gebruiken hebben vage grenzen. Taalgebruikers zijn het vaak niet eens over de extensie van deze categorieën.Zo menen sommige taalgebruikers bijvoorbeeld dat parachutes behoren totde categorie voertuigen, terwijl anderen dit ontkennen. De bronnen van deze inter-individuele verschillen in categorisatie zijn wellicht veelvuldig. Zowel de leergeschiedenis van de individuen, hun cognitieve vaardigheden en persoonlijkheid als de context waarin ze categoriseren kunnen een invloed uitoefenen. Wij stellen voor deze bronnen te koppelen aan deeigenschappen van een formeel model voor categorisatie om hun invloed te bepalen. In dit model wordt vertrokken van de veronderstelling dat individuen similariteit gebruiken om tot een categorisatie-oordeel te komen. De similariteit tussen object (bijvoorbeeld een parachute) en
categorie (bijvoorbeeld voertuigen) dient voldoende hoog te zijn om tot categorielidmaatschap te besluiten. We voorzien een invloed van ontwikkeling Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Gerrit Storms • Steven Verheyen
De kortetermijnpersistentie van perceptuele organisatie. KU Leuven Abstract: Het menselijk brein reconstrueert de visuele buitenwereld tot een perceptuele organisatie, gebaseerd op de ruwe invoerinformatie die aangedragen wordt door de ogen. Maar wat gebeurt er wanneer deze informatie tijdelijk onbeschikbaar is, bijvoorbeeld door het knipperen van de ogen? In theorie zou het reconstructieproces in de hersenen dan helemaal opnieuw kunnen uitgevoerd worden wanneer de visuele invoerinformatie opnieuw verschijnt. Dit zou echter een bijzonder inefficiënte oplossing zijn.In dit project onderzoeken we hoe lang een eerder bereikte perceptuele organisatie aanwezig blijft in de hersenen gedurende dergelijke korte onderbrekingen. Hierbij is het belangrijk op te merken dat we vermoeden dat de betrokken mechanismen niet uniek zijn voor situaties waarin de invoerinformatie onderbroken wordt, maar even goed bijdragen tot visuele perceptie wanneer deze informatie wel continu aanwezig blijft. We zullen deverworven kennis vervolgens toepassen op een andere veel voorkomende uitda Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Karl Verfaillie • Maarten Demeyer
Psychological Intervention and Change in Depression. KU Leuven Abstract: Depressive disorders are among the most prevalent psychopathologies worldwide; and are associated with very high psychosocial and economic costs. In Chile, the prevalence of depression is far above the world average. Chile shows high depression rates (11,3 females, 6,5% males, Ministry of Health, 2009), and has one of the fastest growing suicide rates(54.9% in the last 15 years!!) in the world (Health at a Glance, OECD 2011). Belgium, in turn, consistently ranks among the countries with the highest depression and suicide rates in Europe, and the prevention and treatment of depression/suicide is a top priority of the Flemish Ministryof Health, Welfare and Family. Given this epidemiological situation, multidimensional research of interventions aimed at the prevention and treatment of depression are crucial. Nowadays, the effectiveness of both the independent and joint action of treatments for depression (i.e. pharmacological and psychotherapeutic) has been empirically demonstrated. Yet,i Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Nicole Vliegen • Patrick Luyten
Sleutels tot het begrijpen van angst en angstbehandeling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Frank Baeyens • Tom Beckers • Yannick Boddez
Het inzetten van je zelfwaarde op succes: Ontwikkelingsverloop, gevolgen en voorlopers van contingente zelfwaardering. KU Leuven Abstract: Er is echter een groeiend bewustzijn dat daarnaast nog andere aspecten van zelfwaardering belangrijk zijn. Eén dergelijk ander aspect is contingente zelfwaardering (CZW), wat verwijst naar de mate waarin zelfwaardering afhankelijk is van het voldoen aan bepaalde interne of externe criteria. Hoewel verschillende studies hebben aangetoond dat een hoge mate van CZW zeer uiteenlopende negatieve gevolgen kan hebben, blijven sommige vragen onbeantwoord. Dit project wil bijdragen tot dit onderzoeksdomein door te aandacht te besteden aan verschillende onderbelichte topics. Zo willen we de (unieke) longitudinale bijdrage van CZW nagaan op de mate van depressieve symptomen en angst bij adolescenten, rekening houdend met het niveau van zelfwaardering, persoonlijkheidskenmerken en mogelijke negatieve stressoren. Daarnaast willen we ook de antecedente rol vanpsychologische controle en voorwaardelijke liefde voor de ontwikkeling van CZW verder onderzoeken. Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Hilde Colpin • Koen Luyckx • Sofie Wouters
Instructioneel ontwerpen van LMS ondersteunende leeromgevingen: Een data gestuurde aanpak. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Jan Elen
Perceptual representations of directly visible and occluded object attributes. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Vebjörn Ekroll
IPA CERP grant (824:AAI-RF). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Patrick Luyten
Impliciet en expliciet emotieregulatie in klinsch-angstige adolescenten: relevantie voor kinderen en adolescenten met angststoornissen Universiteit Gent Abstract: Eerder onderzoek naar de ontwikkeling van angststoornissen richt zich op het verwerken van passieve emotionele stimuli. In dit project stel ik gedrags- en neuro-imaging studies voor die actieve, expliciete en impliciete emotieregulatie-strategieën bij jongeren onderzoeken. Ik verwacht dat angstige jongeren, in vergelijking met gezonde adolescenten, minder goed in staat zullen zijn om expliciet hun emoties te reguleren. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Caroline Braet • Sven Müller
Differentiële effectiviteit van ondersteunende en interpretatieve psychodynamische technieken voor afhankelijke en zelfkritische depressieve patiënten: een experimenteel single case design Universiteit Gent Abstract: DE huidige studie onderzoekt voor het eerst op een experimentele manier of psychodynamische technieken voor een Majeure Depressieve Stoornis differentieel effectief zijn afhankelijk van de persoonlijkheidstrekken van de patiënt. Meer bepaald of ondersteunende, respectievelijk interpretatieve technieken significant effectiever zijn in het reduceren van depressieve symptomen bij afhankelijke, respectievelijk zelfkritische patiënten. Dit via verbeterde relationele vaardigheden respectievelijk beter zelfbegrip. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Stijn Vanheule
Dissociaties tussen "wanting" en "liking" in verslaving Universiteit Gent Abstract: Invloedrijke theorieën veronderstellen dat verslaving wordt gedreven door drug "wanting" and niet door drug "liking". Ons doel is deze dissociatie te onderzoeken. We zullen paradigma's die worden geacht "wanting" en "liking" te meten valideren in steekproeven van druggebruikers en we proberen daarmee verslavingsgedrag op individuele basis te voorspellen. Daarnaast onderzoeken we met behulp van conditioneringsprocedures hoe deze dissociatie ontstaat. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Ontwikkeling en consolidatie van sequentiële representaties bij impliciet leren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het verwerven van een vaardigheid wordt veelal gekenmerkt door het impliciet leren van een sequentie, aangezien meestal een opeenvolging van gebeurtenissen in de tijd geleerd wordt. Hoewel er al veel onderzoek naar impliciet sequentieleren gebeurd is, is het nog steeds niet duidelijk hoe de opgedane sequentiële kennis precies gerepresenteerd wordt. Om hier meer inzicht in te verwerven, gaan we in het huidige project het abstractieniveau, de snelheid van ontwikkeling en de mate van consolidatie van perceptuele en motorische sequentiële representaties na. In tweede instantie zullen we onderozeken of de resultaten gevonden bij een jongvolwassenen populatie, veralgemeenbaar zijn naar kinderen, dewelke andere neurale systemen zouden rekruteren bij het verwerven van sequentiële vaardigheden. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE • ERIC SOETENS • Natacha DEROOST
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversiteit Antwerpen, Yannic Van Gils Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Universiteit Antwerpen, Yannic Van Gils Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • Eva DIERCKX
Acquisitie, generalisatie en extinctie van pijngerelateerde vrees door observationele leerprocessen. KU Leuven Abstract: Pijn is een universele ervaring die individuen treft van alle leeftijdsgroepen. Terwijl acute pijn belangrijk is voor het herkennen van lichamelijke dreiging, kan chronische pijn ophouden een beschermende functie te hebben en kan deze ernstig interfereren met dagelijkse activiteiten, met significant lijden tot gevolg. Hoe komt het dat chronische pijn tot zoveel beperkingen kan leiden en wat zijn de modulerende mechanismen? De dreigwaarde van pijn en pijn-gerelateerde vrees blijken cruciale elementen in de ontwikkeling en het in stand houden van chronische pijn problemen. Hoewel algemeen aangenomen wordt dat kennis over angst-gerelateerde situaties kan worden verworven door middel van sociale observatie, is er weinig empirische evidentie, vooral op het gebied van pijn. Dit project spitst zich toe op observationeel leren als een
van de wegen die kunnen leiden tot het ontstaan #8203;van pijn-gerelateerde vrees. Bovendien onderzoeken we de generalisatie en extinctie van pijn-gerelateerde v Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Kim Helsen
Determinants, Concomitants and Consequences of Loneliness in Adolescence and Emerging Adulthood: A cohortsequential Approach KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Luc Goossens • Koen Luyckx • Theo Klimstra • Eveline Teppers
De specificiteit van het autobiografisch geheugen bij borderline-patienten. KU Leuven Abstract: Het autobiografisch geheugen (AG) beheert de herinneringen aan persoonlijke ervaringen. Vermoedelijk steunen we in belangrijke mate op het AG om ons zelfconcept te ontwikkelen en te handhaven. Patiënten met een majeure depressieve stoornis (MDS) of een post-traumatische stressstoornis (PTSS) kunnen minder goed specifieke herinneringen, verwijzend naar eenmalige gebeurtenissen, ophalen. Ze hebben een overalgemeen (autobiografisch) geheugen (OAG), en verwijzen vaker naar categorieën van gebeurtenissen. Meestal wordt geheugenspecificiteit gemeten door respondenten cues aan te bieden, zoals gelukkig of lui, waarna ze specifieke herinneringen moeten ophalen. In vergelijking met gezonde proefpersonen, zien depressieve en getraumatiseerde patiënten hun herinneringen ook vaker vanuit een derde-persoonsperspectief (of observatorperspectief). Mogelijk leiden OAG en een meer afstandelijk observatorperspectief ertoe dat pijnlijke herinneringen minder intense emoties heractiveren. Zo wordt verhin Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Laurence Claes • Guido Pieters • Filip Raes • Kris Van den Broeck
Improving Organizational Learning: Lessons from Escalated Conflicts with Customers KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema • Piet Catoen
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Patrick Luyten • Naouma Siouta
Emotionele acculturatie KU Leuven Abstract: Emotionele AcculturatieWanneer mensen in contact komen met een andere cultuur, dan vindt er na verloop van tijd onvermijdelijk een proces van aanpassing plaats waarbij elementen uit de nieuwe en de oorspronkelijke cultuur met elkaar botsen, met elkaar versmelten, elkaar vervangen, of tegelijkertijd naast elkaar gaan bestaan. Dit proces wordt acculturatie genoemd en is het meest zichtbaar wanneer mensen zelf gemigreerd zijn of wanneer ze opgegroeid zijn in een migrantengezin, én wanneer de verschillen tussen de nieuwe en de oorspronkelijke cultuur opmerkelijk zijn. Deze meestal niet-Westerse migranten van de eerste ende tweede generatie maken in België 16% van de bevolking uit; in de Verenigde Staten loopt dat aantal op tot 36%. In de psychologie wordt acculturatie meestal bestudeerd door migranten te vragen in welke mate ze verschillende elementen uit hun oorspronkelijke cultuur willenbehouden en in welke mate ze elementen uit de nieuwe cultuur willen overnemen. Maar aangezien mens Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Karen Phalet • Batja Gomes de Mesquita • Jozefien De Leersnyder
Testing the Job Demands-Resources model in a sample of Chilean public workers KU Leuven Abstract: Organisaties hebben vandaag de dag niet enkel nood aangemotiveerde en productieve medewerkers, maar ook aan proactieve en flexibelewerknemers die actief bijdragen aan het bereiken van de organisatiedoelen enaanpassen aan veranderingen (Bakker, 2011). Om dit te bereiken, moetenorganisatieshet welzijn en de motivatie van hun medewerkers stimuleren. Eénvan de huidige uitdagingen voor arbeids- en organisatiepsychologen is dan ookom aspecten van de job te belichten die werkers gezond en gemotiveerd houden. Het 'Job Demands-Resources model (JD-R) (Bakker&Demerouti, 2007) beschrijft een energetisch proces waarin verlaagdwelzijnuitgelokt wordt door overmatige werkeisen, en
een motivationeel proces datgestimuleerd wordt doo Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte
Neural correlates of the development of magnitude processing KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Bert Reynvoet • Karolien Smets
KeiCoole Kids op de school. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Patrick Luyten
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Instituto Universitário de Lisboa, Susana Rodrigues Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een beleidsnetwerk aanpak voor internationaal succes op sportgebied Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-KUL, Jolyn Gelens Vrije Universiteit Brussel Abstract: talent management investeringen Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Jan Elen • Raquel Mariano
De integratie van personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt wegens een aanhoudende of ernstige mentale, psychische en/of psychiatrische problematiek KU Leuven Abstract: Tewerkstelling is een belangrijk deel van ons leven. Het draagt bij totsociale contacten, financiële stabiliteit en welzijn. Het is echter niet voor iedereen even gemakkelijk om werk te vinden en te houden. Vooral personen met psychische problemen hebben hier moeilijkheden mee. Het Individual Placement and Support (IPS)-model is een wetenschappelijk model dat bewezen heeft dat het personen met psychische problemen aaneen reguliere job kan helpen. Reguliere jobs zijn jobs waarbij de meerderheid van de collega's geen psychische problemen heeft en men een normaal loon ontvangt. Een arbeidstrajectbegeleider (ATB-er) van een IPS programma werkt via enkele basisprincipes. Hij gaat bijvoorbeeld snel op zoek naar een job zonder eerst uitgebreid te trainen in bv een beschutte werkplaats. Daarnaast werkt men met de voorkeuren van de patiënt, focust men op reguliere jobs en werkt men samen met hulpverleners uit de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Gedurende de arbeidsbegeleiding moeten drie kern Organisaties: • Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Chantal Van Audenhove • Jeroen Knaeps
Naar een uitbreiding van de intergroepscontact theorie: Van een reductie van vooroordelen naar sociale verandering Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de relatie tussen enerzijds de afname van vooroordelen via intergroepscontact en anderzijds het heersende intergroepsklimaat. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de gecombineerde effecten van de mate van positief intergroepscontact en de kwaliteit van het intergroepsklimaat op vooroordelen, reacties op discriminatie en de bereidheid om structurele ongelijkheid tussen groepen op maatschappelijk niveau te veranderen. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Alain Van Hiel
Sport en gevangenissen Pan-Europese conferentie in juni 2014 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Scretary General of the Council of Europe' hebben voor het project ' Analyse and process the collected data from the questionnaire Report and present the results of the questionnaire during the Sport and Prison Pan-European Conference in June 2014' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • N. N. • Martin Euwema
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema • Sylvie Boermans
Affective processing of interoceptive information in high symptom reporters KU Leuven Abstract: Lichamelijke klachten die niet verklaard kunnen worden door een identificeerbare organische dysfunctie (medisch onverklaarde klachten; MUS) zijn een veel voorkomend en raadselachtig verschijnsel in de medische zorg.Zulke klachten worden beschouwd voort te komen uit verschillende dysfuncties in de manier waarop lichamelijke signalen worden verwerkt en waargenomen. Eén bepaalde bron van dysfunctioneren blijft relatief onbegrepenen betreftde invloed van emoties bij de verwerking van lichamelijke signalen. Voorgaand onderzoek heeft herhaaldelijk aangetoond dat negatieve emoties resulteren in een verhoogd rapporteren van klachten, vooral wanneer lichamelijke signalen dubbelzinnig zijn en vooral bij mensen met bepaald kenmerken (trek negatieve affectiviteit de neiging om negatieve emoties te ervaren; habituele symptoom rapportage), hetgeen duidt op een verband tussen negatieve emoties en MUS.Het huidige doctoraatsproject was gericht op het afbakenen van de mechanismen onderliggend aan dit Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Ilse Van Diest • Katleen Bogaerts • Elena Constantinou
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Filip Dochy • Bart Lismont
Exploring large-scale assessments of students' second language competences. KU Leuven Abstract: This interdisciplinary doctoral research investigates how psychologicaldifferences between language learners contribute to differences in outcomes of their instructed second language acquisition. It also looks intothe role of the language learning process and context. Insights into second language teaching and learning are combined with methods that are commonly used in educational effectiveness research to consider a range of topics. These topics are examined in five different studies. The first two studies compare different educational systems. Study one relies on multilevel mixed effects logistic regression models to describegender and country differences in the students English self-assessments. The selfassessments are based on can-do statements that are related to the Common European Framework of Reference. The study therefore has implications for the psychology of language learning as well as for language assessment. The second study goes on to map gender differences, but this Organisaties: • Onderwijseffectiviteit en -evaluatie
Onderzoekers: • Rianne Janssen • Liesbet Heyvaert • Katrijn Denies
Verstrekken van expertise op het vlak van ethisch verantwoord sporten, met inbegrip van de problematiek aangaande integriteit, seksueel misbruik en geweld. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Filip Van Den Eede
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Luc Goossens
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema • Ran Ye
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Hans De Witte • Wendy Niesen
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • N. N. • Nele De Cuyper
Engagement van medewerkers in de financiële sector. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Alain Laurent Verbeke • Elfi Baillien • Martin Euwema • Tijs Besieux
The effect of closeness and conflict in the teacher-child relationship on the course and malleability of externalizing problem behavior among preschooler: an intervention study KU Leuven Abstract: Normal 0 21 false false false NL-BE X-NONE X-NONE justify;line-height:normal">Ditproefschrift focust op externaliserend gedrag in de kleuterklas (i.e., gedragdat storend en/of schadelijk kan zijn voor anderen, zoals druk, opstandig enagressief gedrag). Aangezien vele kinderen met externaliserend gedragmoeilijkheden hebben in hun (latere) ontwikkeling, is het van groot belang omdit gedrag op jonge leeftijdvast te stellen en aan te pakken. Tot op hedenbestaat hierover weinig onderzoek. Teneerste is er een gebrek aan gevalideerde, korte en gebruiksvriendelijke screeningsvragenlijstendie verschillende vormen van externaliserend gedrag vaststellen en die door deleerkracht ingevuld kunnen worden. Tentweede zijn er weinig interventies dieprobleemgedrag beogen te verminderendoor het verbeteren van leerkracht-kind interacties, alhoewel het belang van deomgang tussen leerkracht en kind voor de (gedrags)ontwikkeling van kleutersdoor verschillende theorieën en studies bevestigd wordt. Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Hilde Colpin • Caroline Vancraeyveldt
De rol van persoonlijkheid en life stress bij affectieve spectrumstoornissen KU Leuven Abstract: Moeder of vader worden is geen sinecure. Er komt immers heel wat bij kijken wanneer je een kindje verwacht. Naast blijdschap, geluk en trots wordt ouderschap doorgaans dan ook gekenmerkt door moeilijkere gevoelens en/of momenten. Externe omstandigheden kunnen bijvoorbeeld maken dat je het moeder- of vaderschap niet over de hele lijn als positief ervaart. Maar wat zijn nu interne factoren die bijdragen aan het feit of je moeder/vader worden als moeilijker ervaart? En wat zijn innerlijke krachtbronnen waarop prille ouders kunnen terugvallen?De voornaamste doelstelling van dit doctoraatsonderzoek was inzicht te verwerven in de rol die(1) persoonlijkheid, (2) mentalisatievermogen (d.i. het vermogen om eigen en andermans gedragingen te begrijpen als gemotiveerd vanuit een innerlijke wereld van gedachten, gevoelens, intenties, verlangens, angsten, enz.) en (3) sociaal-cultureel bepaalde opvattingen over ouderschap spelen in hoe moeilijk of makkelijk vaders en moeders het prille ouderschap er Organisaties:
• OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Nicole Vliegen • Patrick Luyten • Ho-Shu Tang
Is perceived stress associated with susceptibility to upper respiratoryillness in early adolescents? KU Leuven Abstract: Het is ondertussen gemeengoed dat er een relatie bestaat tussen stress en een slechte gezondheid. Dat neemt niet weg dat er nog permanent onderzoek verricht wordt om de mogelijke oorzaken van de correlatie te identificeren. De bevestiging van dit fenomeen bij een jonge populatie is een belangrijk onderzoeksdoel, juist omdat deze potentiele doelgroep gewend is om zich een levensstijl aan te meten die de gezondheid verbeterd.In Peru werd er een longitudinale studie over een periode van twee jaar (2006-2007) verricht bij een adolescente groep met als doel een betekenisvolle correlatie vast te stellen tussen stress en de aanleg tot het opdoen van een verkoudheid. Het onderzoek verzamelde data van 214 pre adolescenten van hoge en lage sociaal economische achtergronden uit Lima. De aangepaste zelf-rapportering werd gebaseerd op de volgende enquêtes: Wisconsin Upper Respiratory Symptom Survey, the Stressful Events Inventory for Pre-Adolescents, Positive and Negative Affect Schedule for Childr Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Wim Van Den Noortgate • Liliana Odette Casuso Ferrand
Onderzoek naar praktijkinitiatieven inzake de doorstroom van jonge kinderen naar pleegzorg in Limburg Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar praktijkinitiatieven inzake de doorstroom van jonge kinderen naar pleegzorg in Limburg op vraag van Vlaams Minister Welzijn, volksgezondheid en gezin. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Taakconflicten en relatieconflicten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema • Myrna Maria Meester
Het optimaliseren van het zoekgedrag bij het aanleren van klinisch redeneren en beslissingsnemen. KU Leuven Abstract: Van studenten geneeskunde wordt verwacht dat ze hun vaardigheden tot klinisch redeneren en beslissingsnemen effectief kunnen aanwenden. Daartoemoeten ze een medisch probleem leren bekijken vanuit verschillende oogpunten en een effectief zoekgedrag vertonen om dit probleem op te lossen.Om studenten hierin te begeleiden, bieden open leeromgevingen aan studenten een breed gamma aan van hulpmiddelen ter ondersteuning van dit complex leren (vb. video, simulatie). Toch blijkt dat studenten deze hulpmiddelen niet of niet optimaal gebruiken, wat op zijn beurt de leerprestaties beïnvloedt. Eén mogelijke reden voor dit inadequaat gebruik van hulpmiddelen is dat studenten de hulpmiddelen als niet functioneel beschouwenvoor hun leerproces en dat ze ook niet weten dat ze controle hebben over het gebruik van hulpmiddelen. De vraag is dan ook hoe onderzoek in educatieve technologie een bijdrage kan leveren bij het promoten en het optimaliseren van zoekgedrag en het adequaat gebruik van hulpmiddelen. Organisaties: • OE Onderwijskunde
Onderzoekers: • Jan Elen • Ann Roex
Een inleiding tot het concept ?trauma? voor de New Critical Idiom-reeks van Routledge Universiteit Gent Abstract: Het boek zal een overzicht bieden van de geschiedenis van het trauma-concept, nagaan hoe het wordt gebruikt in de literatuur- en cultuurstudie, belangrijke aandachts- en discussiepunten in de studie van trauma als een cultureel fenomeen identificeren en verklaren, en recente kritieken op en herzieningen van cultureel trauma-onderzoek beschrijven en evalueren. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Stef Craps
De invloed van slechte werkgevers op hun werknemers. KU Leuven Abstract: Onderzoek over leiderschap richt zich doorgaans op effectief en succesvol leiderschap. Leidinggevenden worden hierbij verwacht om eerlijken verantwoordelijk te zijn en te handelen in het belang van hun organisatie en hun werknemers. Recente schandalen in verschillende organisaties tonen echter aan dat deze visie te optimistisch is en dat leidinggevenden niet altijd handelen in het voordeel van het collectieve belang. Inderdaad, leidinggevenden handelen soms op een zelfzuchtige manier, bijvoorbeeld door misbruik te maken van de bedrijfsmiddelen om zichzelf te bevoordelen. Ondanks de ernstige gevolgen van zelfzuchtigleiderschap heeft de psychologische- en de managementliteratuur er tot op heden weinig aandacht aan geschonken. Daarom zal ik mij in dit proefschrift richten op zelfzuchtig leiderschap. Ik definieer dit als de mate waarin leidinggevenden hun eigen welzijn boven de noden van hun werknemers en de doelstellingen van de organisatie plaatsen. Werknemers reageren doorgaans negatief Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Jeroen Stouten • Stijn Decoster
Observational learning of pain-related fear and the interpretation of ambiguous facial expressions KU Leuven Abstract: Pijn is een vaak voorkomende ervaring die door bijna iedereen meerdere keren tijdens het leven gevoeld wordt. Echter, onder sommige condities kan deze pijnervaring hardnekkig worden (vb. chronische pijn) en daardoorook een zware impact hebben op de individuele levenskwaliteit en functionaliteit. In dit doctoraatsproject was het doel om de mechanismen te onderzoeken die bijdragen of onderliggend zijn aan de ontwikkeling en instandhouding van chronische pijn.Onze bevindingen tonen aan dat patiënten met chronische pijn geneigd zijn om hun aandacht specifiek te richten op pijnlijke gelaatsuitdrukkingen. Verder toonden we aan dat dubbelzinnige, pijn gerelateerde, gelaatsuitdrukkingen vaker geïnterpreteerd worden als pijnlijk door personen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van chronische pijn (personen die meer catastroferen over pijnlijk ervaringen dan anderen). Daarenboven merkten we op dat het observeren van pijn in de gelaatsuitdrukkingen van anderen, zelfs op onderbewust niveau Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Johannes Vlaeyen • Martien Schrooten • Mirali Khatibi Tabatabaei
Sport-plus en de stad in kader van Europese Sporthoofdstad Antwerpen 2013. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Stad Antwerpen' hebben voor het project ' Sport-plus en de stad in kader van Europese Sporthoofdstad Antwerpen 2013.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
De rol van emoties en emotioneel design in het adoptieproces van elektrische auto's. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project gaat de rol van emoties na bij het adopteren van nieuwe duurzame producten, meer bepaald elektrische auto's. Een conceptueel model wordt opgesteld en getest aan de hand waarvan bestaande theoretische raamwerken zoals de Extended theory of Planned Behaviour uitgebreid kunnen worden met emotionele dimensies. Aansluitend wordt getest hoe de consument reageert op verschillende emotietypes in het design van en advertenties voor elektrische varianten van bestaande automerken. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Achiel Standaert
Default mode netwerk interferentie bij ADHD Universiteit Gent Abstract: Er is groeiende evidentie dat het default mode netwerk verstoord is bij personen met ADHD. Personen met ADHD hebben moeite dit netwerkt te onderdrukken tijdens het doen van taken en mogelijks hebben ze problemen met het maken van de transitie van rust naar taak. In dit project wordt met behulp van fMRI en EEG getracht meer zicht te krijgen op de transitie van rust naar taak bij volwassenen met ADHD. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers • Eric Achten • Jan Wiersema
De overlap tussen sociaal metaliseren en aandachtsheroriëntatie: de rol van de temporo-pariëtale verbinding. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De overlap tussen sociaal mentaliseren en aandachstheroriëntatie: de rol van de temporo-pariëtale verbinding. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Sociale re-integratie - een mythe? Een studie van de leefwereld van ex-gedetineerden tijdens hun processen van herintrede en re-integratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het verlaten van de totale instelling gevangenis en terugkeren naar de samenleving is een moeilijke overgang. Het aanwezige onderzoek naar ex-gedetineerden is meestal gericht op de publieke veiligheid en de criminogene noden. Dit voorstel daarentegen kijkt door een quality of life bril naar de sociale re-integratie als een dynamisch sociaal proces van (her)aansluiting via meervoudige rollen/identiteiten, waarbij de exgedetineerde basisbehoeften tracht in te vullen. Dit hangt af van de beschikbare kansen en van het aanwezige sociaal en menselijk kapitaal, die we benaderen vanuit de leefwereld van ex-gedetineerden. Deze studie gaat daarom op zoek naar hoe ex-gedetineerden hun leven heropbouwen doorheen meervoudige rollen/identiteiten met een bepaalde levenskwaliteit voor ogen, en in welke mate stigmatisering en sociaal kapitaal hierbij een rol spelen. De studie hanteert een kwalitatieve narratieve methodologie en een longitudinaal onderzoeksontwerp. Narrative inquiry staat voor de studie van ervaringen gebracht in de vorm van verhalen en is zowel beschrijvend als interpretatief. Als onderzoeksobject gebruiken we 12-14 gedetineerden (en hun significante anderen) die minstens 5 jaar opsluiting achter de rug hebben, waarbij we verschillende methoden van dataverzameling hanteren: narratieve interviews, reflexieve dagboek(en) en non-participerende observaties. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • SONJA SNACKEN
Ontwikkeling en implementatie van evidence-based trainingsprogramma's voor pleegouders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstellingen - In het buitenland effectief bevonden interventies vertalen naar de Vlaamse pleegzorgcontext en transformeren naar effectief bewezen trainingsprogramma's in de Vlaamse situatie. - Deze trainingsprogramma's toepassen bij de pleeggezinnen van de deelnemende diensten voor pleegzorg. - Een bijdrage leveren aan het onderzoek naar de effectiviteit van deze interventies en behandelprogramma's voor pleegouders in Vlaanderen. - Uit de opgedane ervaring een trainingshandboek maken dat de initiatiefnemers ter beschikking zullen stellen van alle diensten voor pleegzorg. De trainingsprogramma's beogen volgende effecten: - afname van de gedragsproblemen bij de pleegkinderen en toename van hun welbevinden in de opvoedsituatie. - toename van effectief opvoedgedrag bij de pleegouders. - verhoging van de gevoelens van competentie bij de pleegouders aangaande opvoeding/ouderschap. - daling van gezinsbelasting / opvoedingsstress bij pleegouders. - daling van het breakdown-percentage. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Financieringsovereenkomst Wetenschappelijk Onderzoek ondersteuning van het SPLISS-II project : “Een internationale vergelijking van het topsportbeleid en topsportklimaat”. Vrije Universiteit Brussel Abstract: SPLISS: Vlaams topsportklimaat internationaal vergeleken in 15 laanden Tegelijk hebben vergelijkbare landen als Nieuw-Zeeland en Denemarken -allen met een populatie kleiner dan België- zich weten handhaven in de top 30 van deze mondiale medaillewedloop. Zoals het in de economie frequent gebeurt, zullen ook Vlaanderen en Wallonië hier meedraaien in een benchmarkstudie van het topsportbeleid: beter worden door te leren van de concurrentie. Vlaanderen neemt, met de Vrije Universiteit Brussel aan het roer, de leiding in de coördinatie van wat de grootste internationale vergelijking in topsport ooit mag genoemd worden: SPLISS-II. "Sports Policy factors Leading to International Sporting Success"(SPLISS) is de titel van een internationale onderzoeksgroep topsport. 15 landen hebben meegewerkt aan dit zelfde onderzoek naar het topsportklimaat. Daarnaast werden met gerichte vragen 126 kritieke succesfactoren geëvalueerd. De resultaten hiervan zullen begin 2013 beschikbaar zijn. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Campagne "Street Action" Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid vzw (ISB)' hebben voor het project ' Campagne "Street Action"' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
DIENSTENOVEREENKOMST Trainer-kind INterACTIE Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Kennispraktijk' hebben voor het project ' DIENSTENOVEREENKOMST Trainer-kind INterACTIE' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Deboutteprijs 2012 voor project Pleegouders Versterken in Opvoeden Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project "Pleegouders Versterken in Opvoeden" van professor Johan Vanderfaeillie (VUB promotor), en doctorandi Femke Vanschoonlandt (wetenschappelijk medewerker VUB) en Frank van Holen (coördinator, wetenschappelijk medewerker VUB en Opvang vzw) wint de eerste "Deboutteprijs". "Pleegouders versterken in Opvoeden" een initiatief van de VUB en de pleegzorgvoorziening Opvang vzw, gefinancierd door minister J. Vandeurzen, helpt pleegouders om met het externaliserend probleemgedrag van hun pleegkinderen om te gaan. Pleegouders worden hiervoor gedurende vier maanden extra ondersteund (met 10 individuele, mobiele sessies en 3 groepssessies). De ondersteuning wordt gegeven door hiervoor speciaal opgeleidde ervaren pleegzorgbegeleiders additioneel aan de reguliere pleegzorgbegeleiding. Er werden twee methodieken, gebaseerd op verschillende theoretische modellen, ontwikkeld. Één methodiek, gebaseerd op het sociaal-interactioneel model, richt zich op pleegouders van pleegkinderen tussen 3 en 12 jaar. De andere methodiek, gebaseerd op Geweldloos Verzet, wordt ingezet bij pleegouders van pleegkinderen tussen 6 en 18 jaar. Beide methodieken zijn beschreven in een behandelprotocol met bijhorende brochures en werkbladen voor pleegouders. In elke methodiek werden drie pleegzorgbegeleiders getraind. De effectiviteit van beide ondersteuningsprogramma's wordt momenteel onderzocht via een Randomized Controlled Trial door beide doctorandi.
Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • Femke VANSCHOONLANDT • JOHAN VANDERFAEILLIE • FRANK VAN HOLEN
European Social Cognition Network 2 3rd European Workshop on Social Neuroscience 24/06/2013 - 28/06/2013 Gent Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europees programma met als doel een platform te creeëren om Europees wetenschappelijke samenwerking op het gebied van Sociale cognitie en Neurowetenschappen te bevorderen. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Jaarlijkse meeting van de Belgian Association for Psychological Sciences (BAPS) Louvain-La-Neuve 28/5/2013 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Jaarlijkse meeting van de Belgian Association for Psychological Sciences (BAPS) Louvain-La-Neuve 28/5/2013 Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Hoe angst menselijke cognitie verandert: een affectieve neurowetenschap benadering Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is om beter te bepalen en in kaart te brengen (aan de hand van standaard EEG/ERP methoden) de manier waarop angst (ofwel trek ofwel gemoedstoestand) selectieve aandacht en beslissingen processen kan beïnvloeden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Gilles Pourtois
Dienstenovereenkomst: Opdracht betreffende ontwikkeling online aanvraagregistratiesysteem voor Sportfonds van Een Hart voor Limburg Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Streekfonds Een Hart voor Limburg' hebben voor het project ' Dienstenovereenkomst ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Dienstenovereenkomst 'MVO-traject clubs Pro League' Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Football+ Foundation' hebben voor het project ' MVO-traject clubs Pro League' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • Jasper TRUYENS • MARC THEEBOOM
Topsportcongres: Elite sport success: society boost or not? (Topsport succes: een impuls voor de maatschappij of niet?) 13 en 14 november 2013 Elzenveld, Lange Gasthuisstraat 45, Antwerpen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationaal congres in het kader van 'Antwerpen Europese Sporthoofdstad 2013' rond de maatschappelijke waarde van topsport. Tijdens 'Elite Sport Success : society boost or not' worden de resultaten voorgesteld van een vergelijkend topsportonderzoek in 15 landen uit 4 continenten, en wordt bekeken waarom landen investeren in topsport vanuit maatschappelijk oogpunt. Het concrete programma en de inschrijvingsmodaliteiten vind je op de website van het congres. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers:
• VEERLE DE BOSSCHER
Sexual Health in Flanders II "SEXPERT II" Universiteit Gent Abstract: Sexpert II omvat twee werkpaketten (WP). Het eerste is een continuering van een disseminatiestrategie om de verschillende visies en perspectieven met betrekking tot seksuele gezondheid in Vlaanderen op één lijn te krijgen (WP1). Het tweede werkpakket omvat de beschrijving van de seksuele gezondheid van de Vlaming (analyses op basis van Sexpert I dataset) en twee additionele studies. Voor de additionele studies zullen we extra onderzoeksgegevens verzamelen bij 2000 holebi's en bij 1000 personen van Turkse en Marokkaanse origine (WP2). Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Ann Buysse • John Lievens • Guy T'Sjoen
Sexuele gezondheid in Vlaanderen II "SEXPERT II" Universiteit Gent Abstract: Het Sexpert II project heeft tot doel om de seksuele gezondheid van kwetsbare groepen in Vlaanderen in kaart te brengen. Aan de hand van interviews werd data verzameld bij allochtone Vlamingen van Turkse of Marokkanse afkomst en aan de hand van een internetvragenlijst werd data verzameld bij Vlaamse holebi?s. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy T'Sjoen
Verwachting selectie-tool Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' NV Colruyt Group Services' hebben voor het project ' Verwachting selectie-tool' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Joeri HOFMANS
De rol van emotie regulatie doelen in aandacht voor emotionele informatie. Universiteit Gent Abstract: We onderzoeken of emotieregulatie doelen aandachtsvertekeningen naar emotionele informatie veroorzaken en moduleren. We verwachten dat emotieregulatie doelen voorspellen aan welke stimuli aandacht wordt gegeven (bv. positieve of negatieve stimuli) en hoe aandacht wordt gericht aan deze stimuli (bv. naar of weg). Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
De impact van sociale categorisatie en emoties op persoonsoordelen: Neurale componenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De cruciale vraag die we stellen is hoe sociale categorisatie (lidmaatschap van een groep, bv. ras) ingrijpt op het cognitieve proces van individuele persoonsoordelen, en in welke mate dit proces mede bepaald wordt door sociale emoties van walging en dreiging. Zowel de impact van sociale categorisatie als sociale emoties op persoonsoordelen werd door klassiek onderzoek reeds bevestigd. De combinatie van beide werd echter nog niet onderzocht met behulp van nieuwe methodologiën zoals EEG en fMRI. De timing en lokalisatie van affectieve en cognitieve processtromen kan wijzen op onderscheiden neurologische circuits in individuele versus stereotype oordelen van anderen. Bovendien is het van belang eenonderscheid te maken tussen spontane versus bewuste processen, omdat bewuste regulatie van oordelen en vooral emoties een sterk effect kan hebben op de activatie in betrokken hersengebieden. Om de timing en lokalisatie van deze affectieve en cognitieve processen vast te stellen maken we gebruik van EEG en fMRI methodologie. Hiervoor hanteren we een standaardprocedure die reeds succesvol is gebleken bij vorige onderzoeken. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Muziek is de boodschap. Het belang van tonale synchroniciteit tijdens de eerste levensjaren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Recent eigen onderzoek naar muzikale aspecten in de vocalisaties tussen moeders en hun 3 maanden oude baby's toonde dat het spreken en vocaliseren in de vroege moeder-baby interactie wordt gekenmerkt door momenten van harmonie en tonaliteit die zouden kunnen wijzen op een vorm van tonale synchroniciteit. Met deze aanvraag beoog ik in een eerste luik de ontwikkelingsrelevantie van tonale synchroniciteit verder te onderzoeken door het verband na te gaan tussen tonale synchroniciteit en de kwaliteit van de vroegtijdige moeder-kind interactie in termen van intersubjectiviteit en emotionele beschikbaarheid enerzijds en de ontwikkeling en taalverwerving van kinderen anderzijds. in een tweede luik ga ik na of er een verband bestaat tussen tonale synchroniciteit en fysiologische aspecten bij de baby. Via ademhalings- en hartritmemetingen kan op non-invasieve wijze de cardiale vagale tonus in de vorm van RSA worden afgeleid die de parasympatische invloed van het autonoom zenuwstelsel op het hart uitdrukt. RSA wordt algemeen aanvaard als een voorspellende index voor de cognitieve en emotionele ontwikkeling van een baby. Deze kan aan de hand van stimulerende technieken worden verhoogd bij baby's met een laga vagale tonus. Als er een verband bestaat tussen tonale synchroniciteit en RSA kan dit praktijkrelevante implicaties inhouden, zoals het aanwenden van tonale synchroniciteit om de vagale tonus te stimuleren. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Radboud Universiteit Nijmegen, Jarne Hilhorst Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rol van sport voor de socio-emotionele ontwikkeling van kinderen Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Subsidie Congres Neurocog 2012 te KVAB in Brussel 3 en 4 december 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: NEUROCOG'12 conference, 3 & 4 December 2012, Brussels, Belgium Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Perceptie en Actie Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is om te betogen dat de menselijke geest beter begrepen kan worden als we, wat ik benoem als 'actie begeleidende perceptuele representaties', als de basiseenheden van onze geestelijke vermogens beschouwen. De menselijke geest, net als de geest van dieren, is gevormd om ons in staat te stellen handelingen met succes uit te voeren. En de overgrote meerderheid van onze acties of handelingen, net als deacties van dieren, zou niet kunnen worden uitgevoerd zonder perceptuele begeleiding. De mentale toestand die bemiddelt tussen perceptie en actie is de elementaire bouwsteen van de menselijke geest. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Bence Nanay
Wat met gebarentaal? Een longitudinaal onderzoek naar de intersubjectieve ontwikkeling en taalverwerving bij jonge dove kinderen met een cochleair implantaat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De snel evoluerende technologische ontwikkelingen op het vlak van cochleaire implantatie 5CI) en de toepassingen ervan bij steeds jongere dove kinderen (<12 maanden) hebben geleid tot een grotere toegankelijkheid van de gesproken taal voor dove kinderen en tot nieuwe discussies over de plaats van gebarentaal in de opvoeding van jonge dove kinderen met horende ouders. Met dit project beogen we een wezenlijke bijdrage te leveren aan deze discussies. Via een combinatie van longitudinaal en cross-sectioneel onderzoek bestuderen we gedurende de eerste 30 levensmaanden (6m, 9m, 12m, 20m en 30m) bij 20 jonge dove kinderen met een cochleair implantaat het effect van het gebruik van ondersteunende gebaren en/of de Vlaamse Gebarentaal (VGT) op a) de kwaliteit van de vroegtijdige moeder-kind interactie, b) de ontwikkeling van voortalige communicatievaardigheden, c) de morfo-syntactische verwerving van het Nederlands en d) de morfo-syntactische verwerving van VGT. Ook bestuderen we de visies en beleveningen van de moeders van dove kinderen. We gaan na in welke mate en hoe horende moeders die wel of geen gebruik maken van gebaren en VGT hierin verschillen. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Het sociale brein: timing en localisatie van persoonlijkheidstrekken bij anderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het vergroten van onze kennis over hersengebieden en functies die persoonlijkheidstrekken bij anderen registeren, gebruik makend van hersenbeeld technieken zoals fMRI en ERP. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Marie VANDEKERCKHOVE • FRANK VAN OVERWALLE • RAYMOND CLUYDTS
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
OZR opvangmandaat: afwerking doctoraat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Neurale basismechanismen van trekoordelen: de rol van tijdsintegratie De jongste vijftal jaren is er heel wat onderzoek verricht over de neurale processen die de grondslag vormen van sociale oordelen, o.a. over karaktertrekken en intenties/doelen van andere personen. Daarbij gebruikt men de nieuwste beeldvormingtechnieken: de event-related potential (ERP) techniek laat toe de timing van sociale oordelen tot op de milliseconde nauwkeurig te bepalen en een ruwe lokalisatie in de hersenen uit te voeren (met behulp van LORETA; Pascual-Marqui et al., 2002). De functional magnetic resonance imaging (fMRI) techniek laat bovendien toe om vrij nauwkeurig de lokalisatie vast te stellen van de betrokken hersengebieden of . circuits. In een meta-analyse van meer dan 100 fMRI-
onderzoeken over sociale oordelen, kwam Van Overwalle (2008) tot de conclusie dat oordelen over persoonlijkheidstrekken en gedragsdoelen van anderen, twee belangrijke sociale oordelen zijn waarover al vrij veel onderzoek verricht is met betrekking tot hun lokalisatie in de hersenen. Echter, de fundamentele neurale basismechanismen bij oordelen van vooral persoonlijkheidstrekken zijn nauwelijks opgehelderd, en de bedoeling van dit project is dit verder te ontsluieren. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Organisatie Congres Neurocog 2012 te KVAB in Brussel 3 en 4 december 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: "NEUROCOG: Neurosciences and Cognition" is een intens seminarie dat om de 4 jaar in België wordt georganiseerd. De traditie van NEUROCOG volgend, worden prominente keynote speaker aangetrokken om de invloed van neurosciences in de studie van cognitie in de verf te zetten. "Neurosciences and Cognition" is ingebed en wordt deels gesponsord door een wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (FWO), die als doel heeft om de lacune tussen neurosciences en experimentele psychologie in België te overbruggen. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Sponsoring Congres Neurocog 2012 te KVAB in Brussel 3 en 4 december 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: "NEUROCOG: Neurosciences and Cognition" is een intens seminarie dat om de 4 jaar in België wordt georganiseerd. De traditie van NEUROCOG volgend, worden prominente keynote speaker aangetrokken om de invloed van neurosciences in de studie van cognitie in de verf te zetten. "Neurosciences and Cognition" is ingebed en wordt deels gesponsord door een wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (FWO), die als doel heeft om de lacune tussen neurosciences en experimentele psychologie in België te overbruggen. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Persoonlijkheid en persoonlijkheidspathologie bij ouderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige project draagt fundamenteel bij aan de ontwikkeling van de belangrijkste diagnostische taxonomie, DSM, door het uitwerken en empirisch valideren van een dimensionaal model, met specifieke aandacht voor dimensies van disfunctie en persoonlijkheid. Prototypes gebaseerd op de lagere orde structuur van het Vijf Factoren Model (VFM) zijn geschikt om op basis van persoonlijkheidskenmerken de specifieke DSM-IV-TR categorieën te verklaren, maar omvatten onvoldoende alle variatie voorkomend bij persoonlijkheidsstoornissen. Er is een duidelijke nood aan het uitwerken van een meer omvattend VFM model. Recent onderzoek heeft bovendien het belang aangetoond van een dimensionaal disfunctie model. Een uitgebouwde theorie om disfunctie te beschrijven ontbreekt echter. Daarom zal een recent voorgestelde benadering van disfunctie, op basis van twee dimensies (non-coping en non-cooperativeness), gevalideerd worden. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Vredesopbouw: Expertisecentrum psychosociaal welzijn van door oorlog getroffen kinderen en jongeren in het Zuiden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het programma wil bijdragen tot volgende algemene doelstelling: uitbouw een expertisecentrum inzake psychosociaal welzijn van door oorlog getroffen kinderen en jongeren in het Zuiden, met bijzondere aandacht voor kindsoldaten. De specifieke doelstellingen zijn: 1) het versterken van de kennis en deskundigheid bij organisaties en initiatieven, zowel op nationaal als internationaal niveau, inzake de psychosociale ondersteuning en 2) ondersteuning en uitbouw van regionale ondersteuningscentra. Deze doelstellingen wil men bereiken via 6 deelacties. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Alexithymie, interpersoonlijke factoren en depressie: een studie bij psychiatrische patiënten Universiteit Gent Abstract: Via inhoudsanalyse van interview narratievenen van narratieven uitgelokt door vrije respons taken (TAT, EMT) en via zelfrapportage vragenlijsten onderzoeken we of alexithymie bij psychiatrische patiënten samenhangt met een kenmerkende vorm van interpersoonlijk functioneren. Alle variabelen worden multimethodisch gemeten en we gaan na of verbanden alternatief kunnen verklaard worden. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Stijn Vanheule
SPLISS-Coördinatie: Sportbeleid factor leidt tot International Sporting succes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationale vergelijking van topsportbeleid op nationaal niveau
Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
De invloed van mimicry op empathie voor pijn Universiteit Gent Abstract: In huidig voorstel zal onderzocht worden of imitatie een modulerende rol speelt tijdens empathie voor pijn, gebruik makend van verschillende onderzoeksmethoden, waaronder gedragsmatige zelfrapportage, autonome responsen en beeldvormingstechnieken. Verder wil ik nagaan wat de specifieke condities zijn waaronder dergelijke modulatie van empathie voor pijn plaatsvindt, wil ik de rol van congruentie onderzoeken en wil ik generaliseerbaarheid van de effecten exploreren. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Liesbet Goubert • Marcel Brass
Executief functioneren, zelf-efficiëntie en deelname aan behandeling van cocaineafhankelijke personen met en zonder ADHD Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie is om verschillen na te gaan in het neuropsychologische profiel en behandelingsgerelateerde variabelen (zelfefficiëntie, alliance) van cocaine afhankelijke individuen met comorbide ADHD versus cocaine afhankelijke individuen zonder ADHD en de rol van deze neuropsychologische en behandelingsgerelateerde variabelen in de behandelingsuitkomsten. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
De moeilijke consultatie tussen huisartsen en patiënten met het Chronisch Vermoeidheidssyndroom: een kwalitatieve studie van de mismatch Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van interviews met huisartsen en patiënten met het Chronisch Vermoeidheidssyndroom; focusgroepen van huisartsen; en video-opnames van consultaties, toetsen we de idee dat, wanneer CVS-patiënten vage narratieven omtrent hun ziekte en/of levensgeschiedenis vertonen, de therapeutische relatie met hun huisarts moeilijker verloopt. De verkregen data zal kwalitatief benaderd worden met thematische analyse, conversatie analyse, en discours analyse. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Stijn Vanheule
onderzoek naar de ontwikkeling van het spiegelneuonensysteem bij jonge kinderen (met een normale ontwikkeling) met een autismespectrumstoornis en sibling (broers/zussen van kinderen met ASS) tussen de leeftijd van 18-30 maanden en 36-48 maanden Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Neurale basismechanismen van trekoordelen: de rol van tijdsintegratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: ACHTERGROND en DOEL van dit onderzoek De jongste vijftal jaren is er heel wat onderzoek verricht over de neurale processen die de grondslag vormen van sociale oordelen, o.a. over karaktertrekken en intenties/doelen van andere personen. Daarbij gebruikt men de nieuwste beeldvormingtechnieken: de event-related potential (ERP) techniek laat toe de timing van sociale oordelen tot op de milliseconde nauwkeurig te bepalen en een ruwe lokalisatie in de hersenen uit te voeren (met behulp van LORETA; Pascual-Marqui et al., 2002). De functional magnetic resonance imaging (fMRI) techniek laat bovendien toe om vrij nauwkeurig de lokalisatie vast te stellen van de betrokken hersengebieden of . circuits. In een meta-analyse van meer dan 100 fMRIonderzoeken over sociale oordelen, kwam Van Overwalle (2008) tot de conclusie dat oordelen over persoonlijkheidstrekken en gedragsdoelen van anderen, twee belangrijke sociale oordelen zijn waarover al vrij veel onderzoek verricht is met betrekking tot hun lokalisatie in de hersenen. Echter, de fundamentele neurale basismechanismen bij oordelen van vooral persoonlijkheidstrekken zijn nauwelijks opgehelderd, en de bedoeling van dit project is dit verder te ontsluieren. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Een taxonomische herconceptualisatie van persoonlijkheidsstoornissen: persoonlijkheidsdimensies en mate van disfunctie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding As II van de huidige editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV-TR; APA, 2000) wordt internationaal gebruikt voor de beschrijving en diagnostiek van persoonlijkheidsstoornissen. Desondanks gaat deze diagnostische taxonomie nog steeds gepaard met theoretische en methodologische problemen. De categoriale benadering resulteert namelijk in belangrijke knelpunten zoals een overmatige heterogeniteit binnen elke van de tien specifieke diagnostische categorieën en de ontoereikendheid van deze categorieën. Om een meer gedifferentieerde en volledigere classificatie te bekomen, is een overschakeling naar een dimensionaal systeem noodzakelijk. Recent onderzoek (Clark, 2007; Widiger & Simonsen, 2005) duidt het Vijf Factoren Model (VFM) aan als geschikt dimensionaal systeem, omdat het een valide taxonomie is om zowel adaptieve als maladaptieve persoonlijkheidskenmerken te beschrijven. Aan de hand van VFM prototypes, gebaseerd op de lagere-orde structuur (zes facetten per domein), kunnen subtiele beschrijvingen van specifieke DSM-IV-TR persoonlijkheidsstoornissen gemaakt worden (Miller, Bagby, Pilkonis, Reynolds & Lynam, 2005; Samuel & Widiger, 2006). De validiteit van deze prototypes werd echter nog
niet systematisch onderzocht. Een bijkomend probleem is dat er geen prototypes bestaan voor een van de meest voorkomende diagnoses in de klinische praktijk (Westen & Arkowitz-Westen, 1998; Verheul & Widiger, 2004): 'persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven'. Hierbij zijn aan de algemene DSM-IV-TR criteria voor de aanwezigheid van een persoonlijkheidsstoornis voldaan, maar kan op basis van de huidige criteriavereisten geen specifieke persoonlijkheidsstoornis worden vastgesteld. Nader onderzoek naar de specifieke kenmerken van deze categorie in termen van het VFM is noodzakelijk om tot een omvattende classificatie van persoonlijkheidspathologie te komen. Een ander belangrijk knelpunt bij de huidige DSM classificatie is dat de algemene definitie van een persoonlijkheidsstoornis de aanwezigheid van disfunctie (subjectieve stress of functionele tekortkomingen) vereist, maar dat dit aspect in de klinische praktijk niet afzonderlijk wordt gemeten (Clark, 2007). Oorzaak is dat een integrale theorie op basis waarvan disfunctie kan beschreven worden ontbreekt. Parker en collega's (2002) zijn de enigen die, op basis van de bestaande empirische literatuur, mogelijke indicatoren van disfunctie hebben geïdentificeerd. Volgens hun intieel onderzoek (Parker et al., 2004) zijn er 11 indicatoren voor disfunctie, die een hogere-orde structuur vormen, bestaande uit twee dimensies: non-coping en noncooperativeness. Een noodzakelijke stap is de empirische validering van hun theoretisch model en even cruciaal is het nagaan van de klinische bruikbaarheid van dit model. Doelstellingen Om een antwoord te kunnen bieden op bovengenoemde problemen met de huidige DSM classificatie zijn de belangrijkste objectieven van dit onderzoek: 1) De classificatie van persoonlijkheidsprototypes op basis van het VFM verder ontwikkelen door a) de reeds bestaande prototypes te valideren, en b) bijkomende prototypes te formuleren voor de categorie 'persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven', opdat de variatie voorkomend bij persoonlijkheidsstoornissen voldoende omvat wordt (Onderzoeksfase 1). Dit maakt een fundamentele herziening van het DSM systeem in termen van het dimensionale VFM mogelijk. 2) Het theoretisch model voor disfunctie van Parker en collega's a) empirisch valideren en b) de klinische bruikbaarheid ervan nagaan (Onderzoeksfase 2). Zo wordt het mogelijk om disfunctie afzonderlijk te meten, een stap die noodzakelijk is om van een persoonlijkheidsstoornis te kunnen spreken. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Prisoners on the move. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europees project rond sport in gevangenissen Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
De Schakel tussen het spiegel-en mentaliseringsnetwerk bij sociale oordelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: DOEL EN ONDERZOEKSHYPOTHESEN De cruciale vraag die zich stelt is wanneer en onder welke precieze condities het brein overschakelt van het spiegelnetwerk naar het mentaliseringsnetwerk. Uit voorbije onderzoeken kunnen twee hypothesen afgeleid worden, die parallel lopen met elkaar, en die ik wil onderzoeken. 1) Het spiegelsysteem lijkt het te laten afweten indien de handeling ongewoon is. Maar welk aspect moet ongewoon zijn om het mentaliseren te starten? De handeling of de achterliggende intentie? De eerste hypothese veronderstelt dat onaangepast gedrag (binnen een gegeven intentie) aanleiding geeft tot mentaliseren. In tegenstelling daarmee zou bij een ongewone of ongebruikelijke intentie (bv. de actor legt het oor te luisteren bij de lichtschakelaar) het spiegelsysteem actief blijven zoeken naar een alternatieve intentie. 2) Door gebruik te maken van lichaamsbeweging, is het soor informatie dat het spiegelsysteem kan analyseren tamelijk beperkt en concreet. Meer abstract gedrag zal daarom wellicht het mentaliseren in gang zetten. We kunnen stijgende hiërarchie veronderstellen van concreet naar abstract sociaal gedrag, zoals een kredietkaart uit de portemonnee nemen, betalen een de kasse, boodschappen doen, voedsel voorbereiden, tot tenslotte een feestje organiseren. De hypothese is dat naarmate het gedrag meer abstract wordt, het mentaliseringswer meer actief zal worden, en het spiegelsysteem minder. Deze verklaringen voor de overgang tussen beide netwerpen wil ik verder onderzoeken en valideren. tot nu toe werd er in geen enkele studie de invloed van ongewone intentie (spiegelnetwerk) en ongewone handeling (mentalliseringsnetwerk) rechtstreeks tegen elkaar afgezet, waarbij alle andere mogelijke variabelen onder controle worden gehouden. Ook is er weinig onderzoek over de invloed van expliciete instructies voor en aandacht op intentionaliteit van gedrag. Alle onderzoeken bleven op het niveau van visueel waarneembare handelingen, zonder meer abstract sociaal gedrag te onderzoeken. Bovendien maken deze studies enkel gebruik van FMRI, wat zeer nuttig is voor de lokalisatie van de geactiveerde hersengebeden, maar is er daardoor geen informatie over de timing van deze twee netwerken, of over de timing van de overgang. Deze leemten worden opgevuld in mijn onderzoeksvoorstel. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Creating a Level Playing Field Vrije Universiteit Brussel Abstract: EU program 'preparatory actions in the field of sport': sport and social inclusion Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Het bevorderen van de psychosociale reïntegratie van overlevenden van borstkanker en hun partners: de ontwikkeling en evaluatie van een web-based interventie. Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel de noden aan informatie en ondersteuning van ex-borstkankerpatiënten en hun partners te identificeren, aan de hand van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Op basis van deze resultaten zal een web-based interventie ontwikkeld en geëvalueerd worden met als doel het bevorderen van de reïntratie na de behandeling van e-patiënten en partners. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Benchmarkstudie 2011: Evaluatie van het Vlaams topsportbeleid - internationale benchmarkstudie 2011 - transfer federaties.(vervolg VLV120)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: De internationalisering van topsport en het belang van topsport doet het onderzoek naar de succesvolle organisatiestructuren in topsport op algemeen, maar ook op sporttakspecifiek niveau toenemen. Het ontbreekt in de literatuur echter om een coherent theoretisch model om competitiviteit in topsport te meten. Competitiviteit van industrieën en landen is in de economie een veelgebruikt concept en zal in dit project toegepast worden op een sporttak, nl atletiek, door de meso- en macrodeterminanten van competitiviteit in atletiek te bepalen en internationaal te vergelijken. In een eerste fase werd een conceptueel model ontwikkeld door de combinatie van literatuur en meer recente resource-based literatuur, aangevuld met 21 kwalitatieve interviews en 13 vragenlijsten bij internationale atletiekexperts. In een tweede fase zal dit conceptueel model empirisch getoetst worden, door de determinanten van competitiviteit internationaal te vergelijken. Mixed research methods worden gebruikt op het niveau van dataverzameling en analyse. Door een scoresysteem te ontwikkelen wordt gestreefd om de competitiviteit van landen op objectieve wijze te meten en te vergelijken. Dit conceptueel model en scoresysteem zullen in 2011 verder gevalideerd wordenn mbt de content-, constructvaliditeit en criteriumvaliditeit. Obv dit onderzoek zal een dieper inzicht verworven worden in de prestatiebepalende factoren van topatletiek en wordt een eerste conceptueel model ontwikkeld om de competitiviteit in een sporttak te meten. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Aan te vullen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aan te vullen Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Risicovechtsporten: Nemen van maatregelen in verband met het inperken van de gezondheidsrisico's bij vechtsporten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opdracht is om beleidsvoorstellen rond vechtsporten in Vlaanderen op basis van resultaten van een rondetafelconferentie te formuleren Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
WRITINGpro: Kenniscentrum voor schrijfprocesonderzoek Universiteit Antwerpen Abstract: Om schrijfprocesonderzoek een platform te bieden, willen we een digitaal kenniscentrum voor schrijfprocesonderzoek ontwikkelen: WRITINGpro. De belangrijkste doelen van dit kenniscentrum zijn de methodologische kennis voor schrijfprocesonderzoek samenbrengen en hier tevens een databank van schrijfprocesdata aan te koppelen (cf. CHILDES). Website: loggingprogramma's, databank schrijfprocesdata, dataverzameling, data-analyse, FAQ en referenties. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Mariëlle Leijten
Posttraumische stress bij kinderen en adolescenten die betrokken waren in een verkeersongeluk: onderzoek naar risicoen protectieve factoren Universiteit Gent Abstract: Jonge verkeersslachtoffers lopen risico om posttraumische stressreacties en andere traumaspecifieke symptomen te ontwikkelen. De ontwikkeling hangt samen met een aantal risico- en protectieve factoren. Om aangepaste trajectbegeleiding te kunnen ontwikkelen, heeft huidig onderzoek tot doel de prevalentie en de risico- en protectieve factoren van de posttraumische stressreacties en traumaspecifieke symptomen bij jonge Vlaamse verkeersslachtoffers in kaart te brengen. Organisaties: • Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez • Dirk Deboutte
Compensatoire mechanismen voor de gestoorde motorische controle bij de ziekte van Parkinson: inzicht in de relatie tussen cueing, cognitie en de onderliggende hersenactiviteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Freezing is een episodische en onwillekeurig optredende fase vanblokkering van stappatroon van personen met de ziekte van Parkinson (PD) optredend bij ongeveer 50% van de patiënten. Het globale onderzoeksproject (in samenwerking tussen KUL en VUB) poogt een bijdrage te leveren aan de ontrafeling van het onderlinge mechanisme van freezing. De VUB-onderzoeksgroep (samenwerking tussen revalidatiewetenschappen en cognitievepsychologie) heeft als doel: 1)nagaan of een verschil bestaat tussen het executief functioneren van freezers en non-freezers, 2) het effect nagaan van een dubbeltaak en cueing in een voorspelbare vingerbewegingtaak om het voorkomen van freezing in de bovenste ledematen na te gaan, 3) het effect nagaan van een dubbeltaak op het leren van een ieuwe motorische sequentie bij freezers en nonfreezers. Het neuropsychologisch profiel van freezers en non-freezers wordt bestudeerd aan de hand van conventionele neuropsychologische tests (SCOPA-COG, Stroop color-word test, TOWER of London, Controlled word association test) en de mogelijkheid tot het leren van een motorische sequentie aan de hand van een seriële reactietijd taak (naar Nissen & Bullemer, 1987) met een gekende en een ongekende sequentie en als een enkelvoudige of met het tellen van akoestische tonen als dubbeltaak. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • ERIC SOETENS
Opzet, analyse en rapportering van impactonderzoek NFTE-opleidingen
Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' NFTE- Network for Training Entrepreneurship' hebben voor het project ' Opzet, analyse en rapportering van impactonderzoek NFTE-opleidingen' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS • Joeri HOFMANS
Samenwerkingsovereenkomst: "Recherche sur le bien-être au travail dans les centres d'appels (call-centers) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Ondersteuning van en afstemming tussen de centra voor integrale gezinszorg (CIG) voor de toepassing en de volledige implementatie van de module gezinsdiagnostiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Centra Integrale Gezinszorg (CIG Ten Anker, Huis Ter Leye, de Merode, vogelzang, Tamar)' hebben voor het project ' Ondersteuning van en afstemming tussen de centra voor integrale gezinszorg (CIG) voor de toepassing en de volledige implementatie van de module gezinsdiagnostiek. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • Veerle SOYEZ • JOHAN VANDERFAEILLIE
De organisatie van geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en adolescenten in België Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lieven Annemans
Twee-meting van het topsportklimaat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Talent, ambitie en engagement vormen de basis, maar investeren in topsport is een must om te kunnen concurreren in de mondiale medaillewedloop. Zonder een gestructureerd topsportbeleid op verschillende niveaus dreigt men tussen de topsportlanden te verdwijnen. Daarom is het belangrijk om, als men wil blijven meestrijden op het hoogste niveau, het gevoerde beleid steeds opnieuw te evalueren en te vergelijken. Door de verschillende belangengroepen uit het topsportlandschap in Vlaanderen te ondervragen, kunnen de ontwikkelingen en verwachtingen blijvend in kaart gebracht worden. In dat opzicht voert VUB, in samenwerking met het Bloso, BOIC en het departement CJSM, in 2011 en 2012 een onderzoek naar het topsportklimaat. Doelstelling: de omgeving waarin de topsporters zich ontwikkelen verbeteren. In 2003 werd met de 0-meting van het topsportklimaat in Vlaanderen voor de eerste keer onderzocht hoe het topsportbeleid in Vlaanderen op efficiënte en effectieve wijze kon worden verbeterd. Die gegevens werden internationaal vergeleken en leidden tot een concurrentieanalyse van Vlaanderen (en Wallonië) ten opzichte van vijf andere landen. Dat onderzoek werd in 2007 herhaald (enkel in Vlaanderen: de 1-meting van het topsportklimaat, waarbij de Vlaamse topsporters én toptrainers het topsportbeleid evalueerden. Vier jaar later, in 2011, gaat de 2-meting van het topsportklimaat in Vlaanderen van start. Om te achterhalen hoe concurrentieel Vlaanderen is, worden de resultaten van het onderzoek ook gebruikt voor een internationale vergelijking. Daarbij wordt via een scoresysteem het topsportsucces in de verschillende landen gemeten. In totaal werden voor de 9 pijlers meer dan 100 kritische succesfactoren (KSF) gemeten bij alle landen. De missie van het SPLI SS1-onderzoek is heel duidelijk: de ontwikkeling van een internationaal netwerk dat onderzoeksexpertise en nnovatie in topsportbeleid ontwikkelt, coördineert en de verspreiding van die expertise verspreidt onder beleidsmakers en onderzoekers. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Naar een vernieuwd beleid rond beweging en sport voor senioren in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Naar een vernieuwd beleid rond beweging en sport voor senioren in Vlaanderen. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Psychologisering en 'global ethics'. Een kritische analyse van de historische, ethische en politieke aspecten van het fenomeen psychologisering Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsonderzoek beoogt een empirisch onderbouwd (vanuit mediaonderzoek) antwoord op de vraag of de plaats van de psychologie als discours in de zelfervaring en in de publieke sfeer kwalitatief veranderd is in de laatste decennia - of er een verband is met veranderende socio-economische en culturele omstandigheden (globalisering) en wat de morele en ethische consequenties hiervan zijn voor de
betrokken actoren. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
Aandacht voor pijn in de crossmodale constructie van de spatiale ruimte Universiteit Gent Abstract: In een efficiënt aandachtsysteem moet spatiale aandacht gecoördineerd worden tussen verschillende sensorische modaliteiten. In dit project zullen we onderzoeken hoe aandacht voor pijn en andere sensorische modaliteiten spatiaal geïntegreerd worden, met het oog op het ontwikkelen van een ecologische en dynamische theorie over pijnperceptie. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Gevoeligheid voor beloning bij kinderen met aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit Universiteit Gent Abstract: Via dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de afwijkende gevoeligheid voor bekrachtiging bij kinderen met ADHD en de impact van bekrachtiging op hun cognitieve prestaties. Het effect van verschillende bekrachtigingscondities en de neurologische maturatie van het rewardmechanisme (via fMRI) worden eveneens onderzocht. Aangezien er bij autismespectrumstoornissen eveneens deficits in motivationele processen bestaan, wordt de abnormale beloningsgevoeligheid ook bij deze klinische contrastgroep bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Aandachtsvertekening en verslaving: experimenteel onderzoek met behulp van het "Attentional Blink" paradigma Universiteit Gent Abstract: Aandachtsvertekeningen lijken een rol te spelen in verslavingsgedrag. Ons doel is deze aandachtsvertekeningen met behulp van het Attentional Blink paradigma te onderzoeken. We zullen ons concentreren op psychometrische kenmerken van het paradigma, de predictieve waarde die de taak voor de klinische praktijk heeft en verschillende aandachtscomponenten die met de taak onderzocht kunnen worden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
Onderzoek met betrekking tot het formuleren van doelstellingen en aanbevelingen in het kader van een vernieuwd sporten bewegingsbeleid voor personen met een handicap in Vlaanderen (met ad hoc middelen van het steunpunt CJS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek met betrekking tot het formuleren van doelstellingen en aanbevelingen in het kader van een vernieuwd sport- en bewegingsbeleid voor personen met een handicap in Vlaanderen (met ad hoc middelen van het steunpunt CJS) Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER • MARC THEEBOOM
De beteugeling van het lichaam. Een sociologische verkenning van somatische culturen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het lichaam staat al enige tijd volop in het brandpunt van sociologische interesse. Het aantal sociologen dat het lichaam (her)ontdekken neemt gestadig toe, net als de publicaties die luidkeels de terugkeer naar het lichaam aankondigen. Toch blijft het geheel van theoretische stromingen, scholen en methoden dat zich moeizaam onder de noemer sociologie van het lichaam laat vatten, vaak opvallend onverschillig voor de concrete lijfelijkheid van sociale actoren. De studie van de uiteenlopende wijzen waarop sociale actoren invulling geven aan het feit dat ze tegelijkertijd een lichaam hebben en een lichaam zijn, wordt daarbij nog al te vaak ingeruild voor een hermeneutische aanpak die hét Lichaam herleidt tot het zoveelste vertoog of tekst die onderworpen wordt aan de bezinning van de sociale theoreticus. In dit doctoraal onderzoek staat daarentegen het ogenschijnlijk banale gegeven centraal dat menselijke dieren tegelijkertijd deel uitmaken van een biologische en maatschappelijke orde en als dusdanig dubbel in-ge-lijfd zijn. Via een vergelijkende analyse van de lichaamspraktijken die verschillende sociale groepen (klassen) in de domeinen van sport, voeding en lichaamsverzorging vertonen, wordt getracht de ongeschreven regels bloot te leggen die de verhouding van deze groepen tot hun lichaam vormgeeft. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de wijze waarop het lichaam wordt ingeschakeld in processen van sociale onderscheiding en de bijdrage die het daarbij levert aan het naturaliseren, en bijgevolg legitimeren, van sociale ongelijkheden. Via deze weg hoopt dit onderzoek te kunnen aantonen dat ons lichaam niet enkel ons perspectief op de wereld (Merleau-Ponty) vormt, maar dat de wereld op zijn beurt het perspectief op ons lichaam bepaalt. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Agogiek
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Dieter VANDEBROECK
De invloed van visuospatiële selectieve aandacht en aandachtsbesturing op het impliciet leren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Samenvatting De controverse rond het onderscheid tussen impliciet en expliciet leren blijft tot op heden een prominente plaats innemen binnen de cognitieve psychologie. Zo wordt verondersteld dat het impliciet leren, in tegenstelling tot het expliciet leren, automatisch verloopt, met een minimum aan aandachtscapaciteit. Voorgaand onderzoek heeft hierover geen uitsluitsel gegeven, hetgeen veelal te wijten is aan een te vage afbakening van het begrip aandacht. Om de invloed van verschillende aandachtscomponenten op het leren nader te bepalen zou ik willen nagaan in hoeverre visuospatiële selectieve aandacht en aandachtsbesturing vereist zijn om impliciet leren tot stand te brengen. A.h.v. gedragsmetingen en Event-Related Potentials (ERP's) zou ik willen onderzoeken in welke mate perceptual en cognitive load (a) van nadeel zijn op het impliciet leren van geattendeerde informatie en (b) toelaten om ongeattendeerde informatie impliciet op te pikken. Impliciet leren zal afgeleid worden uit het incidenteel leren van regelmaat op taakrelevante en -irrelevante informatie in visuele zoektaken. Indien het impliciet leren automatisch van aard is, zou de
impliciete kennisverwerving van deze regelmaat geen hinder mogen ondervinden van toenemende perceptuele en cognitieve aandachtsbelasting. 2. Is impliciet leren automatisch? Binnen de cognitieve psychologie wordt er traditioneel een indeling gemaakt in het bewuste, hypothesegedreven expliciet leren en het onbewuste, incidentele impliciet leren. Impliciet leren wordt veelal gedefinieerd als een proces waarbij men gevoelig wordt voor bepaalde regelmaat in de omgeving (1) in de afwezigheid van enige intentie om deze regelmaat te leren (2) zonder bewustzijn dat men aan het leren is en (3) op een manier waarbij de verworven kennis moeilijk onder woorden te brengen is (Cleeremans e.a., 1998). Impliciet leren wordt dan ook beschouwd als een rudimentaire, doch zeer krachtige motor achter onze adaptatie: kennis over regelmaat in onze omgeving laat ons toe efficiënt te anticiperen op toekomstige gebeurtenissen. Intuïtief kan men inderdaad aannemen dat er een primitieve, 'default' vorm van leren bestaat die plaatsgrijpt zonder bewuste, regulerende controleprocessen; denk bv. maar aan het aanleren van motorische vaardigheden, taalverwerving, de regels van sociale interactie enz. De evidentie dat bij amnesiepatiënten de impliciete leervermogens veelal intact blijven, dit terwijl het expliciet leren ernstig is aangetast, ondersteunt de idee dat er twee aparte vormen van leren bestaan waarbij de ene geen en de andere wel bewuste monitoringsprocessen vereist. Echter, tot op heden staat het onderscheid tussen impliciet en expliciet leren ter discussie. Voornamelijk het 'onbewuste' karakter van het impliciet leren wordt door velen betwist. Gezien 'bewustzijn' als begrip conceptueel moeilijk af te bakenen valt en moeilijk meetbaar is, pleiten verschillende auteurs ervoor om impliciet leren te definiëren in termen van leren dat automatisch verloopt, met een minimum aan aandachtscapaciteit. 2.1. Aandachtscapaciteit In verscheidene studies is aangetoond dat mensen incidenteel regelmaat oppikken in een taak terwijl ze hun aandacht richten op een andere simultaan uit te voeren mentale activiteit. Dit is vnl. onderzocht a.h.v. één van de populairste impliciete leerparadigma's, de seriële reactietijd taak (SRT-taak, Nissen & Bullemer). In deze taak dienen deelnemers (ppn.) te reageren op de locatie van een stimulus, die, zonder dat de ppn. dit weten, verandert volgens een regelmatige sequentie (bv. 323412431421, waarbij de cijfers van 1 tot 4 overeenkomen met de vier stimuluslocaties van links naar rechts). Deze sequentie wordt doorlopend herhaald gedurende het experiment. Bij oefening van de sequentie treedt er een sterke daling op van de reactietijden (RTn) over de blokken, terwijl de RTn uitgesproken toenemen wanneer er overgeschakeld wordt op een andere sequentie. Dit geeft aan dat de ppn. gevoelig worden voor de sequentiële regelmaat die verborgen zit in de taak, hoewel ze de structuur vaak niet expliciet kunnen rapporteren. Om het automatische karakter van het impliciet sequentieleren in de SRT-taak te bepalen, wordt deze gecombineerd met een bijkomende, simultaan uit te voeren taak. Meestal betreft het een soort teltaak waarbij de deelnemers tonen van verschillende hoogte aangeboden krijgen tijdens het respons-stimulus interval (RSI) van de SRTtrials en waarbij ze het aantal hoge tonen dienen te rapporteren na elk SRT blok. Een aantal studies toont aan dat ppn. de sequentie incidenteel oppikken terwijl ze deze aandachtsopslorpende secundaire teltaak verrichten (bv. Frensch e.a., 1998). Dit biedt dan ook sterke ondersteuning voor het automatische karakter van het impliciet leren. Volgens sommige onderzoekers is er echter wel sprake van een aantasting van het leerproces onder dubbeltaakcondities, maar werd dit in voorgaand onderzoek gemaskeerd door een verregaande automatisatie van het leerproces (o.a. Rowland & Shanks, 2006a). Ondanks tal van studies heeft het gebruik van de tonenteltaak dus niet tot een eenduidig antwoord geleid op de vraag of het impliciet leren al of niet aandachtscapaciteit vereist. 2.2. Selectieve aandacht Een aantal onderzoekers heeft getracht de impasse in het aandachtonderzoek van impliciet leren te doorbreken door zich te richten op de selectieve aspecten van aandacht. In de SRT taakvariant van Jimenez en Mendez (1999) was er niet enkel een sequentie ingebouwd op de relevante stimuluslocatie, maar voorspelde de irrelevante vorm van de stimulus de stimuluslocatie op de dooropvolgende trial in 80% van de trials. Deze relatie tussen vorm en locatie bleek enkel geleerd te worden in de dubbeltaakconditie waarbij ppn. een teloefening dienden uit te voeren op de soort vorm en dus selectieve aandacht besteedden aan de irrelevante vorm. In de enkeltaakconditie, waar ppn. geen aandacht moesten besteden aan de irrelevante vorm, trad er geen leren op van de relatie vorm-locatie. Tegelijk bleek het sequentieleren van de relevante stimuluslocatie niet aangetast te zijn in de dubbeltaakconditie. De onderzoekers concludeerden dan ook dat het impliciet leren van regelmaat selectieve aandacht vraagt maar desalniettemin geen aandachtscapaciteit opslorpt. Het is echter maar de vraag of zulk een opsplitsing tussen selectieve en capaciteitsaspecten van aandacht theoretisch verdedigbaar is. 3. Huidig project 3.1. Een andere aanpak: verschillende vormen van aandacht Bovenstaande studies illustreren duidelijk de noodzaak aan alternatieve methoden die meer klaarheid kunnen scheppen in de rol van aandacht bij het impliciet leren. Een van de vereisten die zich hierbij stelt is het duidelijker omschrijven van het begrip aandacht in al zijn verschillende facetten. Inzichten vanuit het aandachtsonderzoek hebben ertoe geleid dat aandacht niet langer opgevat wordt als een unitair concept. In het hedendaagse aandachtsonderzoek worden er aparte aandachtssystemen en netwerken gepostuleerd die zich van elkaar onderscheiden op zowel cognitief als neuroanatomisch vlak (bv. Posner & Petersen, 1990; Posner & Rothbart, 2007). Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen het posterieure aandachtsnetwerk dat gerelateerd is aan de visuele perceptie, de visuospatiële selectieve aandacht, en het anterieure aandachtsnetwerk dat optreedt in een later stadium en gerelateerd is aan hogere executieve controleprocessen, de aandachtsbesturing (zie o.m. Johnston e.a., 1995; Lavie e.a., 2004). Het betrekken van deze bevindingen vanuit het aandachtsonderzoek is dan ook noodzakelijk om tot een beter begrip te komen van de mate waarin de impliciete kennisverwerving aandacht vereist (zie Rowland & Shanks, 2006a). Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Natacha DEROOST
Bevraging bij kinderen en jongeren over geweld in het gezin, op school en in de vrije tijd. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Peilingen van de indicatie of prevalentie van kindermishandeling in Vlaanderen zijn voor zover kon worden nagegaan nog onbestaande. Er zal een representatief aantal jongeren worden getrokken uit de doelgroep 10-18 jaar dmv een aselecte gestratificeerde cluster steekproeftrekking. In het kader van dit onderzoek wordt voorzien in een actieve stuurgroepstructuur waarin een relevante vertegenwoordiging vanuit de respectievelijke koepels alsook van de vertrouwenscentra gegarandeerd is. Er wordt voorzien in een internationaal wetenschappelijk forum. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Opdracht voor het uitvoeren van een onderzoeksopdracht bij kinderen en jongeren met een diagnose van gedragsstoornis Universiteit Gent Abstract: Dit kwalitatief onderzoek brengt in kaart hoe kinderen en jongeren (8 ? 18 jaar) met een diagnosestelling van ADHD of een gedragsstoornis, hun diagnose en behandeling ervaren. Via participerende observatie, focusgroepen, verdiepende interviews en de organisatie van creatieve ateliers wordt de variatie aan perspectieven en belevingen van 30 jongeren met een gedragsproblematiek in beeld gebracht. Dit resulteert in een geschreven onderzoeksrapport en twee documentairefilms. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Stijn Vanheule
Evaluatie van de proeftuinprojecten voor minderjarige meisjes 'Switch' en 'JEZ11', zoals opgenomen in het Globaal Plan Jeugdzorg, doelstelling 22. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het agentschap Jongerenwelzijn wilt met het proeftuinproject de opvang van minderjarige vrouwelijke delictplegers en zeer moeilijk te begeleiden meisjes op nieuwe sporen te zetten met een zeer gespecialiseerd aanbod, bestaande uit een verblijf in een leefgroep waarbij na de residentiële fase wordt overgegaan naar de context. 2 doelstellingen staan centraal - Een grondige analyse van het programma theorie - Het meten de effectiviteit Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Sexual Health in Flanders "SEXPERT" Universiteit Gent Abstract: De algemene doelstelling van het project is de seksuele gezondheid van 14 tot 80-jarigen in Vlaanderen in kaart te brengen. Een deel van het project (werkpakket 1) bestaat uit het organiseren van overlegplatforms waar wetenschap, praktijk en beleid elkaar ontmoeten om het onderzoek uit te denken en de resultaten te interpreteren. Voor een tweede luik (werkpakket 2) van dit onderzoeksproject zullen we een grootschalige, representatieve studie opzetten waarbij indicatoren van seksuele gezondheid worden gemeten evenals hun determinanten. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • John Lievens
Sexual gezondheid in Vlaanderen ?SEXPERT? Universiteit Gent Abstract: Het Sexpert project heeft tot doel om de seksuele gezondheid in Vlaanderen in kaart te brengen. Aan de hand van interviews werd data verzameld omtrent de aanwezigheid van seksuele dysfuncties, ervaring met zwangerschap, ervaring met seksueel geweld, eerste keer seks... Daarnaast werd gepeild naar mogelijke correlaten/verklaringen: zowel sociologische variabelen (bv.cultureel kapitaal), psychologische variabelen (bv. relationeel welzijn) als biologische variabelen (bv. testosteronwaarden) werden hierbij opgenomen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy T'Sjoen
De Kracht van de Minnesota Multiphasic personality Inventory -2- Restructured Form (MMPI-2-RF) als screeningsinstrument bij de differentiaaldiagnose van melancholische versus niet-melancholische depressieve patiënten en bij het meten van behandelingsui... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale focus van dit project betreft het exploreren van de kracht van de Minnesota Multiphasic Personality Inventory -2- Restructured Form (MMPI-2-RF) in het onderzoek naar melancholische versus niet-melancholische depressie. De MMPI werd initieel ontwikkeld als screeningsinstrument voor de differentiatie van verschillende vormen van psychopathologie. In het bijzonder werd schaal 2, depressie, geconstrueerd met het oog op het identificeren van klinische depressie. De MMPI-2-RF, een verkorte en geherstructureerde versie van de herziene Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI-2), telt 338 items en bevat naast de 'Restructured Clinical' (RC) schalen, vernieuwde validiteitschalen, hogere orde schalen, specifieke probleemschalen en PSY-5-r schalen. Onze doelstelling is in de eerste plaats om het discriminatievermogen en de voorspellende waarde van de MMPI-2-RF schalen te onderzoeken bij differentiaaldiagnostiek tussen een groep melancholisch en niet-melancholisch depressieve patiënten. Bijzondere aandacht gaat uit naar de geherstructureerde schaal 2, nu RC2, die een veel betere specifiekere indicator is van majeure depressieve stoornis. Daar deze differentiatie behandelimplicaties heeft, wensen we in de tweede fase van dit project de mate te onderzoeken waarin de MMPI-2-RF in staat is verandering na behandeling in kaart te brengen. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Wetenschappelijk dienstbetoon cursussen (en hoorcolleges) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Diagnostiek bij laatadolescenten Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Methodologie en responseffecten bij websurveys. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De voorbije jaren is het internet steeds populairder geworden als medium voor het verspreiden van vragenlijsten. Deze specifieke methode kent heel wat voordelen ten opzichte van papieren surveys. Men moet echter ook enkele belangrijke nadelen onderkennen. Eén daarvan is de gevoeligheid voor gedeeltelijke of volledig non respons. Meer dan traditionele media is het internet echt vluchtig. E-mail, de methode bij uitstek om respondenten uit te nodigen voor deelname aan online studies, wordt geteisterd door plagen als spam en phishing: mensen worden overspeld met virtuele post en men wordt erg wantrouwig, zelfs ten aanzien van betouwbare bronnen. Dit betekent een bedreiging van deze nieuwe methode van datacollectie. In de huidige studie worden een aantal experimenten uitgevoerd om een beter inzicht te krijgen in de reden waarom respondenten kiezen om een online survey al dan niet in te vullen. Verder bouwend op enkele recente studies, zullen eerst een aantal onderzoeken in het "online veld" gebeuren. Enerzijds zal hierin aandacht worden besteed aan non respons en anderzijds worden ook respons- en contexteffecten onderzocht. Hierbij zal nadruk gelegd worden op de invloed die responsschalen hebben op dergelijke effecten. Deze inzichten kunnen een bijdrage leveren tot het optimaliseren van webvragenlijsten om zo een hogere datakwaliteit te bekomen. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS • Frederik VAN ACKER
Internationale Cross Culturele studie naar de vergelijkbaarheid vanzelfbeoordelingen van levenskwaliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door verschillende instanties , zoals de wereld Gezondheids Organisatie, worden geregeld peilingen naar objectieve en subjectieve levenskwaliteit georganiseerd (Inglehardt, 2004, Cummins, et al., 2003). Steeds meer gaan kritische stemmen op over het Probleem van culturele geladenheid van antwoorden op de zelfbeoordelingsschalen die daarbij worden gebruikt. Eigen onderzoek bij studenten en personeel van universiteiten in België en Iran en bij een grote groep patiënten in Duitsland laat vermoeden dat zelfgeankerde antwoordschalen minder gevoelig zijn voor culturele verschillen tussen populaties. Het onderzoek dat hierbij wordt opgestart wil dit nu grondig onderzoeken door met één enkele survey (naauwkeurig vertaald naar de moedertaal van de deelnemers ) een aantal populaties te bevragen die onderling verschillen que cultuur, maar die niet noemenswaardig verschillen qua opleiding (controle voor opleiding door het bevragen van studenten en staf van universiteiten en hogescholen). In een eerste fase zal dit onderzoek lopen in verscheidene Moslimlanden (Iran, Syrië, Algerije) en bij verschillende doelgroepen, waaronder ook Moslims in België. Het is de bedoeling om dit onderzoek binnenkort uit te breiden naar andere landen en culturen: partners in Zuid-Afrika, Rwanda en Ghana zijn aangezocht om te participeren. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS
Herkenning en expressie van emoties door kinderen van lagere scholleeftijd in het kader van het FACE programma. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Achtergrond bij deze aanvraag: Huidige aanvraag dient ter ondersteuning van het doctoraatsonderzoek van Stefaan Baert, duur 20072010, School-aged children's recognition and expression of emotions through the human Figure Drawing.Dit doctoraat kadert binnen het fundamentele onderzoeksluik van het FACE programma (Faciliteren van de afstemming van cognities en emoties) ter preventie en interventie van gedrags- en emotionele problemen bij kinderen. Conceptueel kader:Adequate herkenning en expressie van gevoelens is een fundamenteel proces in de kindontwikkeling. Dit proces ligt nota bene aan de grondslag van empathische vaardigheden, essentieel voor de sociale, emotionele en persoonsontwikkeling van het kind. Actueel neuropsychologisch en ontwikkelingsonderzoek toont aan dat het een complex proces betreft, dat een adequate afstemming vergt tussen de emotionele, limbisch gestuurde en hogere hersenfuncties met inbegrip van prefrontale cognitieve processen. Deze recente wetenschappelijke inzichten openden een fundamentele onderzoekslijn in volle ontwikkeling op internationaal vlak. Onderzoeksdoel en methode: Het FACE onderzoeksluik is geconcipieerd vanuit dit inzicht dat verstoringen in de cognitief-emotionele afstemming bij kinderen een essentiële rol vervullen in het ontstaan en/of instandhouden van gedrags-en emotionele problemen. Het huidige onderzoek beoogt condities te identificeren waarin al dan niet verstoring optreedt van het emotionele herkennings- en expressie proces en de praktijkimplicaties hiervan. Qua methode, wordt dit proces bij zes- tot negenjarige kinderen specifiek getoetst via ontwikkelingsadequate expressiettechnieken in een reeks gestandaardiseerde proefsituaties, tijdens een eerste valideringsfase in schoolcontext, gevolgd door een tweede onderzoeksfase in klinisch milieu. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • SMADAR WESTREICH
Een psychoanalytische benadering van de obsessieve-compulsieve stoornis: 2 studies naar de empirische verbanden tussen symptomen, driften en de verhouding met de ouders Universiteit Gent Abstract: De symptomen van de obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) vertonen gelijkenis met dwangsymptomen waarrond Freud een theorie construeerde. Hij koppelde deze aan 2 driften (neiging tot bepaald gedrag): de sadistische en anale drift. Verder beschreef hij een typische verhouding met de ouders. We toetsen deze hypothesen a.d.h.v. interviews, vragenlijsten en impliciete maten in 2 steekproeven: OCS (vs. Gematchte klinische steekproef) en studenten. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Stijn Vanheule
Evaluatie van de flexibele norm, zoals opgenomen in het ministeriële besluit tot gelijkstelling van bepaalde dagen afwezigheid met werkelijke aanwezigheid in het raam van de subsidies voor het verblijf van de minderjarigen in de voorzieningen van de bi... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale onderzoeksdoelstelling is een grondige analyse van de implicaties van het vernieuwde ministeriële besluit tot gelijkstelling van bepaalde dagen afwezigheid met werkelijke aanwezigheid in het raam van de subsidies voor het verblijf van de minderjarigen in de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand van de categorieën 1 en 2, waarbij de meerwaarde op cliënt- en organisatieniveau moet worden aangetoond. Tevens moet dit onderzoek aanbevelingen genereren inzake de organisatie en subsidiëring van het (residentiële) hulpaanbod in de bijzondere jeugdbijstand. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Meertalig corpus Schrijfprocesdata Universiteit Antwerpen Abstract: In het schrijfonderzoek is de laatste twee decennia sterk de nadruk komen te liggen op de analyse van schrijfprocessen. Digitale loginginstrumenten hebben dit onderzoek in een stroomversnelling gebracht. Met dit project willen we binnen de Universiteit Antwerpen de basis leggen voor een repository voor een multilinguaal schrijfprocescorpus. Ook willen we de krijtlijnen uittekenen voor een XML-schema als standaard binnen het vakgebied. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
Cognitie versus emotie in het selecteren van een strategie tijdens een ultimatum spel en sociale dilemma's. De modererende rol van individuele verschillen. Universiteit Antwerpen Abstract: Afwijkingen van economisch "rationele" beslissingen in anonieme, éénmalige strategische interacties blijven moeilijk te verklaren vanuit een puur economisch standpunt. Deze studie wil aan de hand van experimenteel onderzoek inzicht verwerven in hoe strategieselectie afhangt van de situationele context en individuele verschillen. We stellen als hypothese dat (1) strategieselectie bepaald wordt in de mate dat de context waarin de interactie plaats vindt de socio-emotionele versus cognitieve systemen van de hersenen activeert, en dat (2) individuele verschillen de strategieselectie beïnvloeden in de mate waarin ze samenhangen met de activatie van socio-emotionele informatieverwerking. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Carolyn Declerck • Christophe Boone
Bijkomend onderzoek naar de effectiviteit en efficiëntie van behandelingsprogramma's, specifiek voor patiënten met een dubbele diagnose. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze opdracht is voldoende patiënten in de controlegroep te testen, en dit op een voldoende lange periode om op een valide wijze te kunnen testen of de behandeling in de pilootprojecten effectiever en efficiënter is dan de behandeling in de residentiële standdardbehandelingen. Organisaties: • Kind-, Jeugd- en Volwassenpsychiatrie (CAPRI)
Onderzoekers: • Bernard Sabbe
De PACL als meetinstrument voor het persoonlijkheidsmodel van Millon. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De theorie van Millon gaat uit van een continuum denken waarbij een pathologische persoonlijkheid en een normale persoonlijkheid verklaard worden vanuit dezelfde dimensies. Om dit empirisch te kunnen testen is een instrument nodig dat de persoonlijkheidsstijlen kan meten in een gezond functionerende populatie. Een mogelijkheid is de Personality Adjective Checklist (PACL) die de 8 persoonlijkheidspatronen (Introversive, Inhibited, Cooperative, Sociable, Confident, Forceful, Respectful, Sensitive) die in de theorie van Millon omschreven worden meet. Het doel van het huidige project is de PACL naar het Nederlands te vertalen en data te verzamelen op basis waarvan de normering kan gebeuren. De cross-culturele equivalentie van de PACL zal empirisch worden getest en de interne validiteit van de PACL als instrument zal onderzocht worden. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
De implementatie van een longitudinaal onderzoek in het kader van EPSAD-Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De adolescentiefase is een kritische fase inzake verkenning van en het experimenteren met risicogedrag waartoe genotmiddelengebruik en -misbruik behoren. Met het oog op een adequate aanpak moet niet alleen de essentiële rol van preventie bekeken worden, maar eveneens een nauwkeuriger kijk verkregen worden op de onderkende risico- en protectieve factoren. Het ESPAD-onderzoek brengt op een gestandaardiseerde wijze het genotmiddelengebruik en risicogedrag bij jongeren van een welbepaalde leeftijdscohorte in kaart, maar biedt eveneens de gelegenheid om een longitudinaal onderzoek op te starten, dat zal toelaten causaliteit tussen genotmiddelengebruik van jongeren, preventieactiviteiten, ouderlijk gedrag en het risicogedrag van adolescenten in kaart te brengen. Dit longitudinaal onderzoek zal starten bij leerlingen van het eerste jaar secundair zitten in één regio in het schooljaar 2007-2008. Binnen het lingitudinaal onderzoek wordt er verder nagegaan welke sociaal-ecologische indicatoren een effect hebben op het genotmiddelengebruik van vroegere en middenadolescenten. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
De psychosociale ontwikkeling van kinderen en adolescenten met brandwonden en hun ouders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ernstige brandwonden zijn zeer traumatiserend en mensonterend. Brandwonden veroorzaken vaak psychiatrische klachten en ernstige lichamelijke misvormingen. Bij kinderen en adolescenten leiden deze brandwonden vaak tot opvallende psychologische trauma's. Om de ziekenhuis- en ambulante behandeling te verbeteren, is het belangrijk de invloed van individueel psychologische factoren op de emotionele, cognitieve en gedragsontwikkelingen van kinderen en adolescenten met brandwonden te schetsen. Twee jaar na ontslag uit het ziekenhuis worden de kinderen en adolescenten met hun ouders uitgenodigd om deel te nemen aan een jaarlijks follow-up programma in het ambulante dienstverleningscentrum voor mensen met brandwonden, het Greet Rouffaer Huis. Tijdens deze consultaties zullen de ouders en kinderen bevraagd worden naar de psychologische ontwikkeling van het kind, de ouderlijke competentiegeveoelens en de kwaliteit van de ouder-kindrelatie. Het onderzoek tracht na te gaan welke coping-mechanismen deze kinderen en jongeren ontwikkelen na een ernstige verbranding. De bekomen oinzichten moeten, samen met de resultaten van de onderzoeken naar de effecten van brandwondenkampen en de invloed van thermale kuren bij kinderen met brandwonden, uiteindelijk leiden tot een beter afgestemd nazorgtraject. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Een nieuwe conceptualisatie van sequentiële analyse bij verkrachtingen: Toepassing van de 'proximiteits' coëfficient op de dader-slachtoffer interactie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale focus van deze studie is het exploreren en empirisch valideren van de specifieke gedragsmatige en verbale interactie tussen dader en slachtoffer bij verkrachtingen. De primaire onderzoeksvraag is of op basis van deze interacties de klassieke, in de wetenschappelijke
literatuur gepostuleerde typen van verkrachters kunnen empirisch ondersteund worden of het delinquent gedrag vooral aan situationele factoren onderhevig is. Hiervoor wordt een nieuwe manier van sequentie analyse toegepast in vorm van een proximiteitscoëfficiënt die globale samenhangen tussen gedragseenheden binnen een interactieve sequentie meet. Het voordeel van deze coëfficiënt is dat er geen extrinsieke/artificiële veronderstellingen worden gemaakt zoals dit tot nu het geval was. Een honderdtal, voornamelijk door de Federale Politie ter beschikking gestelde slachtofferverklaringen, zullen op basis van grounded theory principes sequentieel gecodeerd worden. Met multidimensional scaling analyses wordt getoetst of er verschillende clusters van gelijkaardige sequenties bestaan. De onderzoekshypothese is dat er geen uitsluitend distinctieve (met klassieke dadertypen corresponderende) clusters geïdentificeerd worden, maar dat de interactie met het slachtoffer en een aantal situationele factoren een significant sterke rol zal spelen. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Patronen van middelengebruik bij asielzoekers in Vlaanderen en Brussel. Een onderzoek naar de reactiepatronen van asielzoekers t.a.v. een context van dislocatie door migratie Universiteit Gent Abstract: Asielzoekers bevinden zich in een specifieke context van dislocatie door migratie. Dit onderzoek benadert het gebruik van legale en illegale roesmiddelen als een uiting van een dynamisch en dialectisch reactiepatroon dat ontstaat wanneer persoon en context met elkaar in interactie treden. Het middelengebruik van de asielzoeker wordt onderzocht in relatie tot de materiële, socio-culturele, politieke, emotionele en rationele veranderingen veroorzaakt door migratie. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Tom Decorte
Kenmerken en positie van niet-formele educatie in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Informeel leren en niet-formele educatie kennen een stijgend belang in het discours over levenslang en levensbreed leren. Deze tendens is te merken in de theorievorming, het onderzoekswerk en de educatieve praktijk. In Vlaanderen is de sector van het sociaal-cultureel werk voor volwassenen een van de belangrijkste aanbieders van niet-formele volwasseneneducatie. Binnen deze sector zijn, sinds 2003, dertien regionale volkshogescholen actief. Ze kregen de roepnaam Vormingplus mee. Zij zorgen in Vlaanderen en Brussel voor de uitbouw, spreiding, coördinatie en communicatie van het niet-formeel educatief werk. Binnen dit onderzoek worden de evoluties en kenmerken van niet-formele educatie binnen de volkshogescholen in kaart gebracht en geanalyseerd. Een literatuurscreening diept het begrip 'niet-formele educatie' uit en toetst het aan het huidige volkshogeschoolwerk. Een documentanalyse gaat de eigenschappen en positie(s) van de volkshogescholen na. Een delphi-onderzoek met medewerkers uit de verschillende volkshogescholen resulteert in suggesties om de positionering en legitimering van de volkshogescholen in Vlaanderen te versterken Organisaties: • Agogiek • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Rudy MACHIELS • Tom VANWING
De sociale functie van catastrofen over pijn bij kinderen en jongeren Universiteit Gent Abstract: Dit project wil de sociale functie van catastroferen over pijn bij kinderen onderzoeken. Aan de hand van vragenlijst- en experimentele studies zal bij schoolkinderen en kinderen met chronische pijn worden onderzocht of kinderen die catastroferen over pijn (1) meer pijngedrag vertonen, (2) of hun ouders meer empathisch accuraat zijn voor hun pijnervaring en (3) of hun ouders meer steun bieden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ann Buysse • Geert Crombez
Objectieve assessment van subjectieve slaperigheid: een psychofisische benadering Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1.Situering Dit onderzoek sluit nauw aan bij diverse activiteiten van de onderzoeksgroep Research Methods & Psychometrics (ReMePs) van de vakgroep Arbeids- en Organisatiepsychologie, waar promotor Prof. Dr. P. Theuns actief is en de vakgroep Cognitieve en Fysiologische Psychologie (COPS) waar copromotor Prof. Dr. Raymond Cluydts werkzaam is. Prof. P. Theuns verricht momenteel onderzoek naar meetschalen voor subjectieve levenskwaliteit binnen een groep rond Prof. Dr. J. Bernheim (Bernheim, 1999, Theuns et. al., 2003, Bernheim et al., 2003). Daarnaast verricht Prof. P. Theuns fundamenteel onderzoek naar ratingschalen waarin ondermeer wordt nagegaan hoe beoordelaren ankerpunten positioneren op een schaal (Theuns et al. 2002). Prof. Dr. R. Cluydts verricht reeds jaren onderzoek op vlak van slaap- en waak toestanden (zie o.m. Cluydts, 2000, Cluydts & De Roeck, 2000, Cluydts et al. 1998). Recenter onderzoek van de copromotor situeert zich op het vlak van de conceptualisatie van slaperigheid (zie o.m. Cluydts et al. 2003, Cluydts et al. 2002). Met dit project willen we het lopend onderzoek van de promotor, waarin bevindingen uit de psychofysica worden toegepast voor het ontwikkelen van ratingschalen, verbinden met de expertise van de copromotor binnen het slaapwaakonderzoek om op systematische wijze subjectieve slaperigheid te onderzoeken. In het kader van het onderzoek naar subjectieve slaperigheid wordt vaak gebruik gemaakt van ratingschalen. Voorbeelden hiervan zijn de Stanford Sleepiness Scale (SSS) (Hoddes et al. 1973) en de Epworth Sleepiness Scale (Johns, 1991). Het gebruik van deze schalen kent echter nadelen (Cluydts et al. 2002, Chervin, 2000): Recente conceptuele modellen over slaperigheid, zoals het Tweedimensioneel State-Trait Model van Cluydts et al. (2002), benadrukken naast een sleep-drive ook het belang van een wake-drive in de expressie van slaperigheid (Cluydts et al. 2002, Johns et al. 1998). Door de theoretische uitbreiding van deze modellen zijn de, op dit moment meest gebruikte, schalen niet meer in staat om het volledig conceptueel spectrum van slaperigheid te meten. De ESS houdt bvb. geen rekening met de basale wake-drive. Voorlopig literatuuronderzoek geeft aan dat de bestaande meetinstrumenten een geringe predictieve validiteit bezitten over het voorspellen van prestaties (performance) op basis van de mate van slaperigheid (o.a. Cheshire et al. 1992). Deze beperking is wellicht te wijten aan de gebrekkige sensitiviteit van deze schalen.
Zwakke correlaties tussen zelf-evaluatie slaperigheidsschalen en fysiologische metingen worden verklaard door een gebrek aan inschattingsvermogen van individuen wat betreft hun slaperigheidstoestand (Chervin et al. 2000, Van Ert et al. 1999, Benbadis et al. 1999, Horne et al. 1998). Wij hebben echter geen weet van literatuur die de aard en de constructie van de subjectieve slaperigheidsschalen zélf in vraag stelt. De constructie van de SSS (Hoddes et al. 1973) en de ESS (Johns, 1991) gebeurde niet empirisch, waardoor de psychometrische kwaliteiten van deze schalen ernstig in vraag gesteld kunnen worden en daarmee ook een belangrijk gedeelte van het fundamenteel onderzoek naar subjectieve slaperigheid. Een belangrijke keuze die een onderzoeker dient te maken bij het opstellen van een ratingscale betreft de gehanteerde responscategorieën (zoals het gebruik van ankerpunten en de keuze van de bijhorende labels). De impact van de specifieke keuze van responscategorieën op de kenmerken van de desbetreffende ratingschaal werd in de psychofysica uitvoerig onderzocht (Borg, 2002, 2001, 1962, Falmagne, 1985, Stevens, 1975). Om de perceptie van slaperigheid op een systematische manier te onderzoeken willen we gebruik maken van onderzoeksmethoden uit de psychofysica, nl. Cross-Modality Matching (CMM) (Stevens, 1975) en Verbally Level-Anchored Ratio Scaling of Category Ratio Scaling (Borg, 2002, 2001). Bij CMM-experimenten bestaat de taak van de deelnemer erin om de sensatie opgewekt door een stimulus van de ene modaliteit (bvb. een statement over slaperigheid) weer te geven in een respons van een andere modaliteit (bvb. lichtsterkte). De methode van Borg (2001, 1962) -Category-Ratio Scaling- combineert fysiologische metingen met CMM om ankerpunten in de vorm van verbale expressies congruent met getalwaarden te plaatsen. (vb. een harstlag van 70 bpm komt overeen met een lichtintensiteit van 5000 Lux, betekent gemiddeld slaperig en krijgt waarde 4) Deze auteur stelt dat op die manier ratingschalen verkregen kunnen worden met de eigenschappen van (semi)-ratioschalen. Wanneer deze ankerpunten gekoppeld worden aan een zekere maximumervaring (vb. individueel maximaal ervaren slaperigheid), kan de schaal tussen personen onderling gelijk worden gesteld (Borg, 2001). De methode van Borg wordt door de onderzoeksgroep ReMePs aan de VUB toegepast in het kader van schaalconstructie en responseffecten binnen survey-onderzoek (Theuns et al. 2002, Cools, 2002). De toepassing van deze methode op het slaap-waakonderzoek is ons, zowel nationaal als internationaal, niet bekend. 2.Probleemstelling Met dit project onderzoeken we: (1) welk verband bestaat tussen gerapporteerde subjectieve slaperigheid en geobjectiveerde indicatoren van slaperigheid. Hiertoe ontwerpen we een psychometrisch onderbouwde schaal voor het meten van subjectieve slaperigheid door middel van Category-Ratio Scaling. (2) de effecten van experimenteel geïnduceerde slaperigheid in vergelijking tot pathologische slaperigheid op de subjectieve perceptie van slaperigheid en op gedragsmatige en electrofysiologische metingen.
3.Methode Fase 1 (Jaar 1) Naast een grondige literatuurstudie over slaperigheid en schaalmethoden wordt een kwalitatieve pilotstudy opgestart naar de conceptualisatie van slaperigheid. Er worden een 16-tal diepte-interviews afgenomen bij ervaringsdeskundigen (telkens ongeveer 4) uit elk van volgende groepen: -personen met pathologische slaperigheid (trait-conditie), -personen waarbij experimentele slaperigheid geïnduceerd wordt (state-conditie), -vrijwilligers zonder slaperigheidsklachten (normale conditie) -wetenschappers in het veld van het slaaponderzoek (expert-conditie) Alle proefpersonen worden gevraagd om de verschillende aspecten van slaperigheid (conform aan het Tweedimensioneel State-Trait Model van Slaperigheid) te evalueren. De interviewthemas worden bepaald op basis van relevante literatuur (vb themas: persoonlijk ervaren slaperigheid, slaperigheid ervaren bij derden en in het algemeen, effecten van drugs, werk, stress, omgeving, slaapkwaliteit, enz.). Deze diepte-interviews worden getaped. Vervolgens wordt de verbale informatie over de verschillende concepten geïnventariseerd en aangevuld met gegevens van een uitgebreide literatuurstudie van bestaande slaperigheidsvragenlijsten en -schalen. Op basis van de bekomen informatie worden, via een kwalitatieve analyse, homogene semantische klassen van slaap/waak-gerelateerde constructen bepaald, die we aanduiden met een representatief label. Via hiërarchische data-analyse toegepast op waargenomen patronen van dergelijke klassen -o.a. met Booleaanse analyse (Theuns, 1994, 1998)- wordt een model opgesteld waarin deze klassen van slaap/waak-gerelateerde constructen, die overeenstemmen met verschillende intensiteiten en dimensies van subjectief waargenomen slaperigheid, worden gestructureerd. De structuur van de klassen van constructen en de bijbehorende labels zullen worden gebruikt om de stimuli selecteren voor gebruik in het experiment van Fase 2 Fase 2 (Jaar 1 en 2) In deze fase van het onderzoek concentreren we ons op de eigenlijke schaalconstructie volgens de principes van CMM en het Range Model van Borg (2001, 1962) gekoppeld aan een eerste valideringsonderzoek van de ontwikkelde schaal. 120 proefpersonen worden verdeeld in drie condities (between-subject-design) conform aan het Tweedimensioneel State-Trait Model van Slaperigheid, nl. (1) de trait-conditie (pathologische slaperigheid), (2) de state-conditie (situationele slaperigheid) en (3) de controleconditie. In eerste instantie worden 40 vrijwilligers (mannen en vrouwen tussen 18 en 65 jaar), die zich hebben aangemeld met slaperigheidsklachten op een slaaplaboratorium (UVC Brugmann, AZ VUB en UZ Antwerpen), onderworpen aan het experiment (conditie 1). Deze proefpersonen melden zich aan op het slaaplaboratorium of worden doorverwezen door een arts. De gemiddelde wachttijd tussen het aanmelden van de persoon en de effectieve opname in het slaaplaboratorium bedraagt ongeveer 4 maanden. De proefpersonen worden onderworpen aan het experiment ten laatste 3 maanden voor hun effectieve opname in het slaaplaboratorium. In de tweede conditie worden 40 gezonde vrijwilligers -gematcht op geslacht en leeftijd met de proefpersonen van conditie 1-, in een gecontroleerde omgeving van slaap gedepriveerd (situationele slaperigheid). Dit gebeurt in het slaaplaboratorium van de faculteit Psychologie & Opvoedkunde van de VUB (vakgroep COPS), waarbij aan monitoring van biologische functies kan gedaan worden (hartslagmeting, EEG,...). Veertig vrijwilligers (ook gematcht op geslacht en leeftijd), die noch onderhevig zijn aan klachten van situationele slaperigheid, noch pathologische slaperigheid rapporteren, worden in de derde conditie (controle conditie) ook onderworpen aan het experiment. In het experiment worden de labels die werden vastgelegd in fase 1 visueel aangeboden via een projector. Aan elk van de proefpersonen uit de verschillende condities wordt gevraagd om de uitgelokte intensiteit van de labels te beoordelen via CMM. We zullen hierbij gebruik maken van verschillende responsmodaliteiten zoals lichtintensiteit en handgrip en het produceren van lijnlengte (Line Lenght Production of LLP). Vertrekkende van de verkregen ruwe data worden de equal-sensation functies van subjectieve slaperigheid en de andere modaliteiten (lichtsterkte en handgrip) berekend. Op basis van een analyse van deze data worden de labels van de ankerpunten op de nieuwe schaal vastgelegd. Dankzij de bijzondere psychometrische eigenschappen van LLP (exponent ≈ 1) kunnen we de validiteit van de schaal in een eerste instantie nagaan door de bekomen equal-sensation functies te matchen met de LLP-functie (Lodge, 1981). Fase 3 (Jaar 2 en 3) Negentig proefpersonen van de oorspronkelijke experimentele groep nemen, 3 maanden na testfase 2, opnieuw deel aan het experiment van fase 2 (een within-subject-design met een voorziene drop-out van 25% per conditie), waarbij ditmaal elektrofysiologische metingen van slaperigheid geregistreerd worden. De deelnemers zullen tijdens hun verblijf in het slaaplaboratorium onderworpen worden aan de MSLT (Multiple Sleep Latency Test) en aan de MWT (Maintenance of Wakefulness Test). De MSLT omvat een serie van 5 periodes overdag waarbij de deelnemer geen weerstand tot slapen probeert te bieden. Het gaat om periodes van 20 min in waaktoestand of 15 min slaap, telkens verspreid over een 2 uur
interval. De MWT omvat ook een serie van vier à vijf trials, verspreid over een 2 uur interval maar waarbij het individu probeert wakker te blijven onder minimale stimulatie (Bassiri & Guilleminault, 2000). Deze tests laten toe subjectief waargenomen slaperigheid te vergelijken met meer objectieve metingen en dienen als tweede valideringsonderzoek voor de ontworpen schaal. Naast deze metingen worden eenvoudige gedragsmatige metingen zoals geeuwfrequentie, faciale expressie, evenwichtsproeven en occulomotorische activiteit voor hetzelfde doel gehanteerd. Enkel op trait-niveau is het relevant om de betrouwbaarheid van de ontwikkelde schaal na te gaan. Dit wordt onderzocht door testhertest van het origineel CMM-experiment in het within-subject-design (test: fase 2 - hertest: fase 3). Fase 4 (Jaar 3) In een voortgezet onderzoek zal de voorspellende validiteit van het instrument nagegaan worden bij meer complexe gedragsmatige metingen zoals vigilantietaken en reactietijdtests. In deze fase beperken we ons tot een experiment met individuen van de beoogde doelgroep, nl. mensen met pathologische slaperigheid. Dertig patiënten die opgenomen zijn voor klachten van pathologische slaperigheid (geen deelnemers aan de vorige fasen), worden tijdens hun verblijf op het slaaplaboratorium (UVC Brugmann, AZ VUB en UZ Antwerpen) in eerste instantie verzocht hun subjectieve slaperigheid te evalueren via de nieuw ontwikkelde schaal. Nadien nemen ze deel aan de vigilantie- en reactietijdtests (o.a. Flicker Fusion Test, Continuous Performance Test, Wilkinson Auditory Vigilance Task), de MSLT en de MWT. De scores op de vigilantie-en reactietijdtests worden vergeleken met de bijhorende normen en relevante objectieve slaperigheidsparameters. Vervolgens gaan we via meervoudige voorwaartse regressie na in hoeverre de resultaten op de vigilantie- en reactietijdtests kunnen voorspeld worden door de nieuw ontwikkelde schaal en de objectieve slaperigheidsparameters en schrijven de conclusies uit in een doctoraatsthesis.
Fase 5 (Jaar 4) Het laatste projectjaar wordt integraal besteed aan het samenbrengen van alle onderzoeksresultaten, het verder schrijven aan een doctoraatsthesis en de publicatie van wetenschappelijke artikels waarin aanbevelingen over de aangewende methode voor het assessment van subjectieve slaperigheid zowel als het gebruik en de praktische toepassing van het nieuw ontwikkeld instrument in verwerkt zullen worden. Referenties: Bassiri A.G. & Guilleminault Ch. (2000). Clinical features and evaluation of obstructive sleep apnea-hypopnea syndrome. In: Kryger, Roth & Dement (Eds.). Principals & practice of sleep medicine; 74: 869-877. Saunders WB, Philadelphia. Benbadis S.R., Marscha E., Perry M.C. et al. (1999) Association between the Epworth Sleepiness Scale and the Multiple Sleep Latency Test in a clinical population. Annals of Internal Medicine 130, 298-292 Bernheim, J. (1999). How to get serious answers to the serious question: 'How have you been?': Subjective quality of life (QOL) as an individual experiental emergent construct. Bioethics, 13 (3/4), 272-287. Bernheim, J., Theuns, P., Heylighen, F., Mazaheri, M. & Rose, M. (2003). Anamnestic Comparative Self-Assessment (ACSA) to measure QOL: advantages of an internal standard. Paper accepted for presentation at the 5th Conference of the International Society for Quality-of-Life Studies Johann Wolfgang Goethe-University Frankfurt/Main, Germany. Borg G. (2002) Basic principles in Level-Anchored Ratio Scaling. In: Da Silva J.A. et al. (Eds) Fechner Day 2002, Editora Legis Summa, 2002. Borg G. & Borg E. (2001) A new generation of scaling methods: Level-Anchored Ratio Scaling. Psychologica, 28, 12-45. Borg G. (1962) Physical performance and perceived exertion. Studia Psychologica et Paedagogica. Series Altera. Investigationes XI. Lund, Sweden: Gleerup. Cheshire K., Engleman H., Deary I., Shapiro C. & Douglas N.J. (1992) Factors impairing daytime performance in patients with sleep apnea/hypopnea syndrome. Archives of Internal Medicine; 152: 538-541. Chervin R.D. (2000) The multiple sleep latency test and Epworth sleepiness scale in the assessment of daytime sleepiness. Journal of Sleep Research 9, pp 399. Cluydts R. & De Valck. E. Sleepiness as a state-trait phenomenon, comprising both a sleep drive and a wake drive. Medical Hypotheses, accepted/in press. Cluydts R., De Valck E., Verstraeten E., Theys P. (2002) Daytime sleepiness and its evaluation. Sleep Medicine Reviews, 6: (2) 83-96. Cluydts R. (2000)A 28-night evaluation evaluation of the efficacy, next-day effects, and withdrawal potential of zaleplon and zolpidem in outpatients with primary insomnia. Postgraduate Medicine 2000; 4;14-24. Cluydts R. & De Roeck J. Slaap- en waakstoornissen. In: W.Vandereycken et al. (Eds.) Handboek Psychopathologie, 3de Ed. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 2000, p.361-387. Hoddes E., Zarcone V., Smythe H.R. et al. (1973) Quantification of sleepiness: a new approach. Psychophysiology 10, 431-436. Cools W. (2002) How can psychophysics help survey research presented at The International symposium: the mind and body problem: old question, new answers, Ribeirao Preto, University of Sao Paulo. Horne J.A. & Reyner L.A. (1998) Falling asleep whilst driving: are drivers aware of prior sleepiness? International journal of Legal Medicine; 111, 120-123. Falmagne, J.C. (1985) Elements of Psychophysical Theory. Oxford: Clarendon. Johns M.W. (2000) Sensitivity and specificity of the multiple sleep latency test (MSLT), the maintenance of wakefulness test (MWT) and the Epworth Sleepiness Scale: failure of the MSLT as a gold standard. Journal of Sleep Research 9, 5-11. Johns M.W. (1998) Rethinking the assessment of sleepiness. Sleep Medicine Reviews, 2, 3-15. Johns M.W. (1991) A new method for measuring daytime sleepiness: The Epworth Sleepiness Scale. Sleep 14, 540-545. Lodge, M. (1981). Magnitude scaling: Quantitative measurement of opinions. Beverly Hills: Sage. Stevens S.S. (1975) Psychophysics: introduction to its perceptual, neural and social prospects? New York: John Wiley & Sons. Theuns, P. (1994), A dichotomization method for Boolean analysis of quantifiable co-occurrence data, in Fischer, G.H. & Laming, D. (Eds.), Contributions to Mathematical Psychology, New York : Springer Verlag (1994). Theuns, P. (1998), Building a knowledge space via Boolean analysis of co-occurrence data, in Dowling, C., Roberts, F. and Theuns, P. (eds.) Recent Progress in Mathematical Psychology, New York : Lawrence Erlbaum. (1998). Theuns P. Cools.W., Schiemsky K. (2002) Construction of a satisfaction rating scale and the influence of the use of labels on response patterns analysed, by means of a psychophysical approach. Paper presented at Fechnerday 2002, The Eighteenth Annual Meeting of the International Society for Psychophysics , Rio de Janeiro, 2002. Theuns, P., Ledure, G., Souris, M., Razavi, D., Bernheim J. (2003). Anamnestic Comparative Self Assessment (ACSA) to measure QOL: Sensitivity, reliability and proneness to response-shift. Paper accepted for presentation at the 5th Conference of the International Society for Quality-of-Life Studies - Johann Wolfgang Goethe-University Frankfurt/Main, Germany. Van Ert P.M., Gapinski J.P., Fuller M.J. et al. (1999) The predictive value of the Epworth Sleepiness Scale: patient versus significant other assessment of patient sleepiness. Sleep 22, S48. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS • Olivier MAIRESSE
Onderzoek naar de impact van opgelegde versus persoonlijke ankers op psychometrische kwaliteit van ratingschalen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de humane wetenschappen wordt veelvuldig gebruik gemaakt van beoordelingsschalen zonder dat daarbij veel aandacht wordt geschonken aan de keuze van de ankers (= de verbale labels op de schaal). Recent onderzoek van onszelf naar zelfbeoordeling van subjectieve levenskwaliteit (Bernheim, Theuns, Mazaheri, Rose, 2003) heeft echter aangetoond dat de keuze voor een schaal met opgelegde ankers een belangrijke vertekenende impact kan hebben op de bekomen metingen. In het voorgestelde project wordt in een reeks experimenten --waarin diverse soorten stimuli dienen te worden beoordeeld --de instructie m.b.t. de gebruikte ankers gemanipuleerd om na te gaan hoe de kwaliteit van beoordelingen kan worden geoptimaliseerd. Daarbij worden de psychometrische kenmerken van diverse beoordelingsschalen nagegaan. De stabiliteit van de ankers en de betrouwbaarheid van (herhaalde) beoordelingen worden onderzocht. Een systematische vergelijking wordt gemaakt tussen de beoordelingen met zelfgedefinieerde ankers (ankerpunten die verwijzen naar de persoonlijke belevingssfeer van de beoordelaar) en door de onderzoeker opgelegde ankers. Omwille van het onderzoek worden eerst objectief meetbare stimuli (bvb lijnstukken, meetkundige figuren, ...) gebruikt voor de beoordelingen, vervolgens meer subjectieve stimuli (geluk, kwaliteit, schoonheid, ...). Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS • Joeri HOFMANS
De psychosociale ontwikkeling van kinderen en adolescenten met brandwonden en hun ouders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ernstige brandwonden zijn zeer traumatiserend en mensonterend. Brandwonden veroorzaken vaak psychiatrische klachten en ernstige lichamelijke misvormingen. Bij kinderen en adolescenten leiden deze brandwonden vaak tot opvallende psychologische trauma's. Om de ziekenhuis- en ambulante behandeling te verbeteren, is het belangrijk de invloed van individueel psychologische factoren op de emotionele, cognitieve en gedragsontwikkelingen van kinderen en adolescenten met brandwonden te schetsen. Twee jaar na ontslag uit het ziekenhuis worden de kinderen en adolescenten met hun ouders uitgenodigd om deel te nemen aan een jaarlijks follow-up programma in het ambulante dienstverleningscentrum voor mensen met brandwonden, het Greet Rouffaer Huis. Tijdens deze consultaties zullen de ouders en kinderen bevraagd worden naar de psychologische ontwikkeling van het kind, de ouderlijke competentiegeveoelens en de kwaliteit van de ouder-kindrelatie. Het onderzoek tracht na te gaan welke coping-mechanismen deze kinderen en jongeren ontwikkelen na een ernstige verbranding. De bekomen oinzichten moeten, samen met de resultaten van de onderzoeken naar de effecten van brandwondenkampen en de invloed van thermale kuren bij kinderen met brandwonden, uiteindelijk leiden tot een beter afgestemd nazorgtraject. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Evoluties en kenmerken van niet-formele educatie in kaart brengen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In 2007 werd door het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen beslist tot de aanmaak van een rapport waarin de evoluties en kenmerken van niet-formele educatie in kaart worden gebracht. Hiervoor werd een overeenkomst afgesloten met de Vrije Universiteit Brussel. Recente beleidsevoluties en andere ontwikkelingen die verband houden met de volwasseneneducatie in het algemeen en de niet-formele educatie in het bijzonder, zowel op internationaal als op Vlaams niveau, worden in het rapport geanalyseerd en gesynthetiseerd. Er werd hierbij gefocust op de educatieve component van het sociaal-cultureel werk. Het rapport reikt in de eerste plaats denkkaders aan en verkent een aantal pistes met het oog op een verdere legitimering van de sector en is als dusdanig een beleidsondersteunend document. Het adviesrapport werd als achtergrond gebruikt worden voor een actieonderzoek dat meer duidelijkheid biedt inzake gemeenschappelijke positionering, afstemming en beleidsvoering van de regionale volkshogescholen. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Agogiek • Educatiewetenschappen
Onderzoekers: • Tine BUFFEL • Wim DE PAUW • Koen LOMBAERTS • Pieter MEURS • Tom VANWING
Mapping/scanning van het veld in Vlaanderen m.b.t. sport als middel met een accent op maatschappelijke achterstelling. Voorstellen formuleren voor mogelijke pistes/acties/initiatieven voor de stichting vanaf 2009. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mapping/scanning van het veld in Vlaanderen m.b.t. sport als middel met een accent op maatschappelijke achterstelling. Voorstellen formuleren voor mogelijke pistes/acties/initiatieven voor de stichting vanaf 2009. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Ontwikkeling van Inputlog: een registratieprogramma voor schrijfonderzoek.
Universiteit Antwerpen Abstract: Inputlog is een registratieprogramma dat onderzoekers in staat stelt de data van een schrijfproces (bijvoorbeeld een schrijfsessie waarbij gebruik gemaakt wordt van MS Word) nauwkeurig te loggen voor verdere analyse, met name tekst-, pauze- enodusanalyse. Ook een gecontroleerde replay is mogelijk. Het voorliggende project breidt de functionaliteit uit met de logging van spraakinput (gegenereerd via Dragon Naturally Speaking) en combineert de logging met procesdata uit andere registratieprogramma's (met name eye-tracking en Morae). Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
De psychosociale ontwikkeling van kinderen en adolescenten met brandwonden en hun ouders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ernstige brandwonden zijn zeer traumatiserend en mensonterend. Brandwonden veroorzaken vaak psychiatrische klachten en ernstige lichamelijke misvormingen. Bij kinderen en adolescenten leiden deze brandwonden vaak tot opvallende psychologische trauma's. Om de ziekenhuis- en ambulante behandeling te verbeteren, is het belangrijk de invloed van individueel psychologische factoren op de emotionele, cognitieve en gedragsontwikkelingen van kinderen en adolescenten met brandwonden te schetsen. Twee jaar na ontslag uit het ziekenhuis worden de kinderen en adolescenten met hun ouders uitgenodigd om deel te nemen aan een jaarlijks follow-up programma in het ambulante dienstverleningscentrum voor mensen met brandwonden, het Greet Rouffaer Huis. Tijdens deze consultaties zullen de ouders en kinderen bevraagd worden naar de psychologische ontwikkeling van het kind, de ouderlijke competentiegeveoelens en de kwaliteit van de ouder-kindrelatie. Het onderzoek tracht na te gaan welke coping-mechanismen deze kinderen en jongeren ontwikkelen na een ernstige verbranding. De bekomen oinzichten moeten, samen met de resultaten van de onderzoeken naar de effecten van brandwondenkampen en de invloed van thermale kuren bij kinderen met brandwonden, uiteindelijk leiden tot een beter afgestemd nazorgtraject. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Empirische validatie van het theoretisch model van Millon ivm persoonlijkheidsstoornissen: de plezier ontbrekende persoonlijkheden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek zal zich toespitsen op één van de clusters van persoonlijkheidsstoornissen, nl. de pleasure-deficient persoonlijkheden (dit zijn de schizoïde, vermijdende en depressieve persoonlijkheid) binnen het theoretisch model van Theodore Millon. Millon ontwikkelde zijn theorie i.v.m. persoonlijkheidsstoornissen op basis van de bestaande literatuur en op basis van zijn persoonlijke klinische ervaring. De meeste aspecten van zijn theorie werden tot nu toe niet klinisch gevalideerd. Het doel van deze studie is de validatie van: 1. een aantal aspecten zoals die in de theorie beschreven worden, 2. de vragenlijst (Millon Multiaxial Clinical Inventory-III, nl. MCMI-III) zoals die uit de theorie afgeleid werd, 3. de klinische domeinen die uit de theorie afgeleid werden. Op basis van de resultaten van de studie zou het moeten mogelijk zijn de theorie bij te sturen op basis van empirisch verzamelde data en te komen tot een betere differentiële diagnose van de persoonlijkheidsstoornissen binnen deze cluster. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI • HEDWIG SLOORE
Determinanten van oneigenlijk ziektegedrag bij TB- en HIV/AIDS- patiënten in de Free State en de uitwerking van adequate interventiestrategieën. Universiteit Antwerpen Abstract: Geringe belangstelling voor VCT (voluntary counseling and testing) en ontrouw aan de TB/HIV/AIDS-behandeling bemoeilijken de openbare initiatieven in de Free State om de co-epidemie op grote schaal te bestrijden. In deze strijd is kennis van de determinanten van het ziektegedrag van TB/HIV/AIDS-patiënten van essentieel belang. Het CHSR&D voert surveys uit bij TB- en ART-patiënten in nauwe samenwerking met het Free State Department of Health. Het voorgestelde project beoogt de data systematisch te analyseren en stategieën te ontwikkelen om adequaat ziektegedrag te promoten. Organisaties: • Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO)
Onderzoekers: • Herman Meulemans
AD/HD en Bipolaire Stoornis bij jongeren: comorbiditeit en differentiaal diagnose. Vrije Universiteit Brussel Abstract: www.faceprogram.com Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • SMADAR WESTREICH
GLIMO - Geïntegreerde leeromgeving voor innoverend methodologie onderwijs Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft geresulteerd in online beschikbare tools voor de ondersteuning van onderwijs in Onderzoeksmethoden. Een aantal tools zijn vrij beschikbaar: http://glimo.vub.ac.be/ Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek • Arbeids- en Organisatiepsychologie • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers:
• ARNOBIUS LIBOTTON • ERIC SOETENS • PETER THEUNS • Marleen STRUBBE • JOHAN VAN BRAAK
Data-analyse en rapportering van een survey van de Belgische markt van Human Resources managers en algemene directeurs van bedrijven. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Survey data mbt Belgische HR managers werden geanalyseerd en de resultaten gerapporteerd Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • PETER THEUNS
Differentieel onderzoek naar de mediërende copingprocessen bij ouders van kinderen met een internaliseringexternaliseringsstoornis Vrije Universiteit Brussel Abstract: In heel wat studies wordt het ontstaan of het instandhouden van stoornissen bij kinderen in verband gebracht met de kenmerken van het gezin in het algemeen en de kenmerken van de ouders in het bijzonder. Onderzoek hieromtrent in het kader van de aandachtstekortstoornis met of zonder hyperactiviteit (ADHD) staat nog in de kinderschoenen, hoewel de ervaren stress in de opvoedingssituatie en de copingvaardigheden van de gezinsleden in deze context steeds vaker benadrukt worden. Dit onderzoeksproject heeft tot doel de ervaren stress in de opvoedingssituatie en de hiermee gepaard gaande cognitieve attributies en copingprocessen van de ouders in kaart te brengen. Aan de hand van een interview met de ouders en enkele vragenlijsten (NOSI, NVOS, CBCL) wordt nagegaan hoe ouders de opvoeding van een kind met ADHD ervaren, hoe zij aankijken tegen de stoornis van hun kind en hoe zij hiermee omgaan. Ook de algemene copingvaardigheden van de ouders worden bevraagd (UCL). Daarnaast wordt gepeild naar de ouderlijke beleving van het gezinsfunctioneren en de gezinsrelaties in deze gezinnen (GDS). De visie van het kind zelf wordt hierbij ook in rekening gebracht (FRT). Tenslotte zullen de verzamelde gegevens vergeleken worden met de gegevens van gezinnen met een kind zonder klinisch significante problemen. Door het in kaart brengen van de mediërende aspecten van de attributie- en copingprocessen van ouders met een kind met ADHD, kan dit onderzoek een bijdrage leveren tot de huidige kennis betreffende de ontwikkeling en het instandhouden van emotionele en gedragsstoornissen enerzijds en het verband met het gezin en de ouders anderzijds. Vanuit praktisch oogpunt kan kennis over deze mechanismen tevens nuttig zijn voor de begeleiding van deze gezinnen. NB : afkortingen onderzoeksinstrumenten - NOSI : Nijmeegse Ouderlijke Stress Index - NVOS : Nijmeegse Vragenlijst voor de Opvoedingssituatie - CBCL : Child Behavior Checklist - UCL : Utrechtse Coping Lijst - GDS : Gezins Dimensie Schalen - FRT : Familie Relatie Test Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Een recurrent connectische model van persoon- en groepswaardering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar groeps- en persoonsperceptie wordt gewonlijk onafhankelijk van elkaar uitgevoerd. Het doel van dit project is het introduceren en testen van een connectionistisch model dat de bevindingen van deze schijnbaar uiteenlopende onderzoeksgebieden op theoretisch vlak integreert. het project omvat twee delen: in een deel zullen we bekende fenomenen binnen groeps- en persoonsperceptie trachten te stimuleren, met inbegrip van fenomenen die door andere auteurs werden gestimuleerd door middel van minder toereikende constraint satisfaction modellen. Mogelijk leiden deze simulaties tot het aanpassen van het voorgestelde model. Het belangrijkste deel van het project omvat het testen van de nieuwe predicties die ons model voortbrengt, alsook het analyseren van de maten waarin de voorgestelde variant op het recurrent netwerk model in staat is om de resultaten te reproduceren die uitdit onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model in staat is om de resultaten te reproduceren die uit dit onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model in staat is om de resultaten te reproduceren die uit dit onderzoek naar voor komen. Het recurrent netwerk model dat gebruikt wordt in de huidige simulaties is gebaseerd op het auto-associatiefmodel dat reeds succesvol werd toegepast voor d simulatie van causaliteit en persoons-en groepsstereotypen. Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE • Tim VANHOOMISSEN
Naar een psychologie van de postmoderniteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De postmoderniteit beherst meer en meer de feitelijkheid van ons persoonlijk en sociaal leven. Terwijl de sociologie langzamerhand een 'sociologie van de postmoderniteit' ontwikkeld, is het op het terrein van de psychologie vrij rustig, al valt het postmodernisme rechtstreeks basisbegrippen van de psychologie aan. terwijl de psychologie als technologie in het maatschappelijk leven floreert, stellen we vast dat meer en meer potentiële psychologische onderzoeksobjecten verschuiven naar andere disciplines zoals de antropologie, de psychoanalyse, het breinonderzoek en de 'cognitive-science'. Een zeker theoretisch verweer van de psychologie lijkt dan ook gepast. Zo is het 'postmoderne Zelf' een regelrechte ontkenning van begrippen die in de persoonlijkheidspsychologie en sociale psychologie worden gebruikt zoals 'zelf, ego, identiteit. Diverse veranderingen in het sociale leven lijker erop te wijzen dat het mansbeeld dat de psychologie hanteert 'postmodern' moet worden bijgestuurd. Dit gebeurt in zekere mate in het sociaal constructionisme van de groep sociale psychologen rond Kenneth gergen, maar de vraag stelt zich of we moeten streven naar een 'postmoderne psychologie ofwel naar een psychologie van de postmoderniteit die de psychologische facetten van de postmoderntit min of meer afstandelijk beschouwt en analyseert ,binnen een beperkte aanpassing van haar wetenschapsfilosofie. Howel beide vormen niet noodzakelijk hoeven en analyseet, binnen een beperkte aanpassig van haar wetenschapsfilosofie. Hoewel beide vormen niet noodzakelijk hoeven gepolariseerd te worden, stellen wij ons op het standpunt dat de ontwikkeling van een 'psychologie van de postmoderniteit het meest aangewezen is. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ERIC ROSSEEL
De impact van psychosociale factoren op de volksgezondheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In deze literatuurstudie wordt gezocht naar een antwoord op de vraag 'Welk is de impact van psycho-sociale factoren op de gezondheid'. A.d.h.v. het antwoord op deze vraag wordt beoogd wetenschappelijk onderbouwde voorstellen voor het (preventieve) gezondheidsbeleid te formuleren. Een duidelijke afbakening van de onderzoeksopdracht zorgt voor het hanteerbaar maken van dit complexe en zeer uitgebreide onderzoeksveld. Deze afbakening houdt in dat er zal ingegaan worden de impact van zowel de risico- als de beschermende factoren op de geestelijke gezondheidszorg. Het geheel wordt geplaatst tegen de achtergrond van Vlaamse epidemiologische gegevens (prevalentie- en incidentiecijfers, morbiditeits- en mortaliteitscijfers) betreffende deze psycho-sociale factoren, psychische stoornissen en psychisch welbevinden. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • MARCUS LEYS
De studie van interactieve processen en de constructie van een interactieve statistiek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een geijkte manier om aan wetenschapsbeoefening te doen is het testen van een hypothese met behulp van statistische methodes. Nu blijkt echter (1) dat de klassieke statistische methodes ongeschikt zijn voor de beschrijving van situaties waarin de waarnemer het waargenome beinvloedt. We kunnen dus geen gebruik maken van de orthodoxe statistische technieken om een hypothese te testen voor dergelijke situaties die we interactieve situaties noemen omdat de interactie tussen de waarnemer en het waargenome bepalend is voor het resultaat van de waarneming. Enkele belangrijke voorbeelden van interactieve onderzoeksdomeinen zijn de Quantummechanica, de analyse van ultra-zwakke signalen en de studie van psychologische beslissingsprocessen. Het onderzoek aan het interdisciplinair centrum CLEA zal veelvuldig geconfronteerd worden met dergelijke interactieve situaties. Er is dus een dringende behoefte aan de constructie van een statistiek die wel dergelijke situaties aankan. Een aanvang van een dergelijke "interactieve statistiek" werd gemaakt in een licentiaatsthesis en de daar gebruikte methodes moeten uitgebreid worden om van toepassing te zijn in meer complexe situaties. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversidad Catolica Boliviana San Pablo, Velasco Edith Marcela Losantos Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Universidad Catolica Boliviana San Pablo, Velasco Edith Marcela Losantos Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversidad Catolica Boliviana San Pablo, Caero Tatiana Nicol Montaya Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Universidad Catolica Boliviana San Pablo, Caero Tatiana Nicol Montaya Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversidad Catolica Boliviana San Pablo, Terrazas Mariana Santa Cruz Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Universidad Catolica Boliviana San Pablo, Terrazas Mariana Santa Cruz Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS