www.researchportal.be - 7 Jul 2016 02:28:42
Onderzoeksprojecten (50 - 100 van 432) Zoekfilter: Classificaties: Psychologie
Twee-meting van het topsportklimaat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Talent, ambitie en engagement vormen de basis, maar investeren in topsport is een must om te kunnen concurreren in de mondiale medaillewedloop. Zonder een gestructureerd topsportbeleid op verschillende niveaus dreigt men tussen de topsportlanden te verdwijnen. Daarom is het belangrijk om, als men wil blijven meestrijden op het hoogste niveau, het gevoerde beleid steeds opnieuw te evalueren en te vergelijken. Door de verschillende belangengroepen uit het topsportlandschap in Vlaanderen te ondervragen, kunnen de ontwikkelingen en verwachtingen blijvend in kaart gebracht worden. In dat opzicht voert VUB, in samenwerking met het Bloso, BOIC en het departement CJSM, in 2011 en 2012 een onderzoek naar het topsportklimaat. Doelstelling: de omgeving waarin de topsporters zich ontwikkelen verbeteren. In 2003 werd met de 0-meting van het topsportklimaat in Vlaanderen voor de eerste keer onderzocht hoe het topsportbeleid in Vlaanderen op efficiënte en effectieve wijze kon worden verbeterd. Die gegevens werden internationaal vergeleken en leidden tot een concurrentieanalyse van Vlaanderen (en Wallonië) ten opzichte van vijf andere landen. Dat onderzoek werd in 2007 herhaald (enkel in Vlaanderen: de 1-meting van het topsportklimaat, waarbij de Vlaamse topsporters én toptrainers het topsportbeleid evalueerden. Vier jaar later, in 2011, gaat de 2-meting van het topsportklimaat in Vlaanderen van start. Om te achterhalen hoe concurrentieel Vlaanderen is, worden de resultaten van het onderzoek ook gebruikt voor een internationale vergelijking. Daarbij wordt via een scoresysteem het topsportsucces in de verschillende landen gemeten. In totaal werden voor de 9 pijlers meer dan 100 kritische succesfactoren (KSF) gemeten bij alle landen. De missie van het SPLI SS1-onderzoek is heel duidelijk: de ontwikkeling van een internationaal netwerk dat onderzoeksexpertise en nnovatie in topsportbeleid ontwikkelt, coördineert en de verspreiding van die expertise verspreidt onder beleidsmakers en onderzoekers. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
De organisatie van geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en adolescenten in België Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Lieven Annemans
WRITINGpro: Kenniscentrum voor schrijfprocesonderzoek Universiteit Antwerpen Abstract: Om schrijfprocesonderzoek een platform te bieden, willen we een digitaal kenniscentrum voor schrijfprocesonderzoek ontwikkelen: WRITINGpro. De belangrijkste doelen van dit kenniscentrum zijn de methodologische kennis voor schrijfprocesonderzoek samenbrengen en hier tevens een databank van schrijfprocesdata aan te koppelen (cf. CHILDES). Website: loggingprogramma's, databank schrijfprocesdata, dataverzameling, data-analyse, FAQ en referenties. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Mariëlle Leijten
Posttraumische stress bij kinderen en adolescenten die betrokken waren in een verkeersongeluk: onderzoek naar risicoen protectieve factoren Universiteit Gent Abstract: Jonge verkeersslachtoffers lopen risico om posttraumische stressreacties en andere traumaspecifieke symptomen te ontwikkelen. De ontwikkeling hangt samen met een aantal risico- en protectieve factoren. Om aangepaste trajectbegeleiding te kunnen ontwikkelen, heeft huidig onderzoek tot doel de prevalentie en de risico- en protectieve factoren van de posttraumische stressreacties en traumaspecifieke symptomen bij jonge Vlaamse verkeersslachtoffers in kaart te brengen. Organisaties: • Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez • Dirk Deboutte
Compensatoire mechanismen voor de gestoorde motorische controle bij de ziekte van Parkinson: inzicht in de relatie tussen cueing, cognitie en de onderliggende hersenactiviteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Freezing is een episodische en onwillekeurig optredende fase vanblokkering van stappatroon van personen met de ziekte van Parkinson (PD) optredend bij ongeveer 50% van de patiënten. Het globale onderzoeksproject (in samenwerking tussen KUL en VUB) poogt een bijdrage te leveren aan de ontrafeling van het onderlinge mechanisme van freezing. De VUB-onderzoeksgroep (samenwerking tussen revalidatiewetenschappen en cognitievepsychologie) heeft als doel: 1)nagaan of een verschil bestaat tussen het executief functioneren van freezers en non-freezers, 2) het effect nagaan van een dubbeltaak en cueing in een voorspelbare vingerbewegingtaak om het voorkomen van freezing in de bovenste ledematen na te gaan, 3) het effect nagaan van een dubbeltaak op het leren van een ieuwe motorische sequentie bij freezers en nonfreezers. Het neuropsychologisch profiel van freezers en non-freezers wordt bestudeerd aan de hand van conventionele neuropsychologische tests (SCOPA-COG, Stroop color-word test, TOWER of London, Controlled word association test) en de mogelijkheid tot het leren van een motorische sequentie aan de hand van een seriële reactietijd taak (naar Nissen & Bullemer, 1987) met een gekende en een ongekende sequentie en als een enkelvoudige of met het tellen van akoestische tonen als dubbeltaak. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • ERIC SOETENS
Opzet, analyse en rapportering van impactonderzoek NFTE-opleidingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' NFTE- Network for Training Entrepreneurship' hebben voor het project ' Opzet, analyse en rapportering van impactonderzoek NFTE-opleidingen' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS • Joeri HOFMANS
Samenwerkingsovereenkomst: "Recherche sur le bien-être au travail dans les centres d'appels (call-centers) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Ondersteuning van en afstemming tussen de centra voor integrale gezinszorg (CIG) voor de toepassing en de volledige implementatie van de module gezinsdiagnostiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Centra Integrale Gezinszorg (CIG Ten Anker, Huis Ter Leye, de Merode, vogelzang, Tamar)' hebben voor het project ' Ondersteuning van en afstemming tussen de centra voor integrale gezinszorg (CIG) voor de toepassing en de volledige implementatie van de module gezinsdiagnostiek. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • Veerle SOYEZ • JOHAN VANDERFAEILLIE
Risicovechtsporten: Nemen van maatregelen in verband met het inperken van de gezondheidsrisico's bij vechtsporten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opdracht is om beleidsvoorstellen rond vechtsporten in Vlaanderen op basis van resultaten van een rondetafelconferentie te formuleren Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Het bevorderen van de psychosociale reïntegratie van overlevenden van borstkanker en hun partners: de ontwikkeling en evaluatie van een web-based interventie. Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel de noden aan informatie en ondersteuning van ex-borstkankerpatiënten en hun partners te identificeren, aan de hand van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Op basis van deze resultaten zal een web-based interventie ontwikkeld en geëvalueerd worden met als doel het bevorderen van de reïntratie na de behandeling van e-patiënten en partners. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Ilse De Bourdeaudhuij
Benchmarkstudie 2011: Evaluatie van het Vlaams topsportbeleid - internationale benchmarkstudie 2011 - transfer federaties.(vervolg VLV120) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De internationalisering van topsport en het belang van topsport doet het onderzoek naar de succesvolle organisatiestructuren in topsport op algemeen, maar ook op sporttakspecifiek niveau toenemen. Het ontbreekt in de literatuur echter om een coherent theoretisch model om competitiviteit in topsport te meten. Competitiviteit van industrieën en landen is in de economie een veelgebruikt concept en zal in dit project toegepast worden op een sporttak, nl atletiek, door de meso- en macrodeterminanten van competitiviteit in atletiek te bepalen en internationaal te vergelijken. In een eerste fase werd een conceptueel model ontwikkeld door de combinatie van literatuur en meer recente resource-based literatuur, aangevuld met 21 kwalitatieve interviews en 13 vragenlijsten bij internationale atletiekexperts. In een tweede fase zal dit conceptueel model empirisch getoetst worden, door de determinanten van competitiviteit internationaal te vergelijken. Mixed research methods worden gebruikt op het niveau van dataverzameling en analyse. Door een scoresysteem te ontwikkelen wordt gestreefd om de competitiviteit van landen op objectieve wijze te meten en te vergelijken. Dit conceptueel model en scoresysteem zullen in 2011 verder gevalideerd wordenn mbt de content-, constructvaliditeit en criteriumvaliditeit. Obv dit onderzoek zal een dieper inzicht verworven worden in de prestatiebepalende factoren van topatletiek en wordt een eerste conceptueel model ontwikkeld om de competitiviteit in een sporttak te meten. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Aan te vullen Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Aan te vullen Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Creating a Level Playing Field Vrije Universiteit Brussel Abstract: EU program 'preparatory actions in the field of sport': sport and social inclusion Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
De Schakel tussen het spiegel-en mentaliseringsnetwerk bij sociale oordelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: DOEL EN ONDERZOEKSHYPOTHESEN De cruciale vraag die zich stelt is wanneer en onder welke precieze condities het brein overschakelt van het spiegelnetwerk naar het mentaliseringsnetwerk. Uit voorbije onderzoeken kunnen twee hypothesen afgeleid worden, die parallel lopen met elkaar, en die ik wil onderzoeken. 1) Het spiegelsysteem lijkt het te laten afweten indien de handeling ongewoon is. Maar welk aspect moet ongewoon zijn om het mentaliseren te starten? De handeling of de achterliggende intentie? De eerste hypothese veronderstelt dat onaangepast gedrag (binnen een gegeven intentie) aanleiding geeft tot mentaliseren. In tegenstelling daarmee zou bij een ongewone of ongebruikelijke intentie (bv. de actor legt het oor te luisteren bij de lichtschakelaar) het spiegelsysteem actief blijven zoeken naar een alternatieve intentie. 2) Door gebruik te maken van lichaamsbeweging, is het soor informatie dat het spiegelsysteem kan analyseren tamelijk beperkt en concreet. Meer abstract gedrag zal daarom wellicht het mentaliseren in gang zetten. We kunnen stijgende hiërarchie veronderstellen van concreet naar abstract sociaal gedrag, zoals een kredietkaart uit de portemonnee nemen, betalen een de kasse, boodschappen doen, voedsel voorbereiden, tot tenslotte een feestje organiseren. De hypothese is dat naarmate het gedrag meer abstract wordt, het mentaliseringswer meer actief zal worden, en het spiegelsysteem minder. Deze verklaringen voor de overgang tussen beide netwerpen wil ik verder onderzoeken en valideren. tot nu toe werd er in geen enkele studie de invloed van ongewone intentie (spiegelnetwerk) en ongewone handeling (mentalliseringsnetwerk) rechtstreeks tegen elkaar afgezet, waarbij alle andere mogelijke variabelen onder controle worden gehouden. Ook is er weinig onderzoek over de invloed van expliciete instructies voor en aandacht op intentionaliteit van gedrag. Alle onderzoeken bleven op het niveau van visueel waarneembare handelingen, zonder meer abstract sociaal gedrag te onderzoeken. Bovendien maken deze studies enkel gebruik van FMRI, wat zeer nuttig is voor de lokalisatie van de geactiveerde hersengebeden, maar is er daardoor geen informatie over de timing van deze twee netwerken, of over de timing van de overgang. Deze leemten worden opgevuld in mijn onderzoeksvoorstel. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Prisoners on the move. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europees project rond sport in gevangenissen Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
De invloed van mimicry op empathie voor pijn Universiteit Gent Abstract: In huidig voorstel zal onderzocht worden of imitatie een modulerende rol speelt tijdens empathie voor pijn, gebruik makend van verschillende onderzoeksmethoden, waaronder gedragsmatige zelfrapportage, autonome responsen en beeldvormingstechnieken. Verder wil ik nagaan wat de specifieke condities zijn waaronder dergelijke modulatie van empathie voor pijn plaatsvindt, wil ik de rol van congruentie onderzoeken en wil ik generaliseerbaarheid van de effecten exploreren. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Liesbet Goubert • Marcel Brass
Executief functioneren, zelf-efficiëntie en deelname aan behandeling van cocaineafhankelijke personen met en zonder ADHD Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie is om verschillen na te gaan in het neuropsychologische profiel en behandelingsgerelateerde variabelen (zelfefficiëntie, alliance) van cocaine afhankelijke individuen met comorbide ADHD versus cocaine afhankelijke individuen zonder ADHD en de rol van deze neuropsychologische en behandelingsgerelateerde variabelen in de behandelingsuitkomsten. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
De moeilijke consultatie tussen huisartsen en patiënten met het Chronisch Vermoeidheidssyndroom: een kwalitatieve studie van de mismatch Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van interviews met huisartsen en patiënten met het Chronisch Vermoeidheidssyndroom; focusgroepen van huisartsen; en video-opnames van consultaties, toetsen we de idee dat, wanneer CVS-patiënten vage narratieven omtrent hun ziekte en/of levensgeschiedenis vertonen, de therapeutische relatie met hun huisarts moeilijker verloopt. De verkregen data zal kwalitatief benaderd worden met thematische analyse, conversatie analyse, en discours analyse.
Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Stijn Vanheule
onderzoek naar de ontwikkeling van het spiegelneuonensysteem bij jonge kinderen (met een normale ontwikkeling) met een autismespectrumstoornis en sibling (broers/zussen van kinderen met ASS) tussen de leeftijd van 18-30 maanden en 36-48 maanden Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Neurale basismechanismen van trekoordelen: de rol van tijdsintegratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: ACHTERGROND en DOEL van dit onderzoek De jongste vijftal jaren is er heel wat onderzoek verricht over de neurale processen die de grondslag vormen van sociale oordelen, o.a. over karaktertrekken en intenties/doelen van andere personen. Daarbij gebruikt men de nieuwste beeldvormingtechnieken: de event-related potential (ERP) techniek laat toe de timing van sociale oordelen tot op de milliseconde nauwkeurig te bepalen en een ruwe lokalisatie in de hersenen uit te voeren (met behulp van LORETA; Pascual-Marqui et al., 2002). De functional magnetic resonance imaging (fMRI) techniek laat bovendien toe om vrij nauwkeurig de lokalisatie vast te stellen van de betrokken hersengebieden of . circuits. In een meta-analyse van meer dan 100 fMRIonderzoeken over sociale oordelen, kwam Van Overwalle (2008) tot de conclusie dat oordelen over persoonlijkheidstrekken en gedragsdoelen van anderen, twee belangrijke sociale oordelen zijn waarover al vrij veel onderzoek verricht is met betrekking tot hun lokalisatie in de hersenen. Echter, de fundamentele neurale basismechanismen bij oordelen van vooral persoonlijkheidstrekken zijn nauwelijks opgehelderd, en de bedoeling van dit project is dit verder te ontsluieren. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Een taxonomische herconceptualisatie van persoonlijkheidsstoornissen: persoonlijkheidsdimensies en mate van disfunctie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding As II van de huidige editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV-TR; APA, 2000) wordt internationaal gebruikt voor de beschrijving en diagnostiek van persoonlijkheidsstoornissen. Desondanks gaat deze diagnostische taxonomie nog steeds gepaard met theoretische en methodologische problemen. De categoriale benadering resulteert namelijk in belangrijke knelpunten zoals een overmatige heterogeniteit binnen elke van de tien specifieke diagnostische categorieën en de ontoereikendheid van deze categorieën. Om een meer gedifferentieerde en volledigere classificatie te bekomen, is een overschakeling naar een dimensionaal systeem noodzakelijk. Recent onderzoek (Clark, 2007; Widiger & Simonsen, 2005) duidt het Vijf Factoren Model (VFM) aan als geschikt dimensionaal systeem, omdat het een valide taxonomie is om zowel adaptieve als maladaptieve persoonlijkheidskenmerken te beschrijven. Aan de hand van VFM prototypes, gebaseerd op de lagere-orde structuur (zes facetten per domein), kunnen subtiele beschrijvingen van specifieke DSM-IV-TR persoonlijkheidsstoornissen gemaakt worden (Miller, Bagby, Pilkonis, Reynolds & Lynam, 2005; Samuel & Widiger, 2006). De validiteit van deze prototypes werd echter nog niet systematisch onderzocht. Een bijkomend probleem is dat er geen prototypes bestaan voor een van de meest voorkomende diagnoses in de klinische praktijk (Westen & Arkowitz-Westen, 1998; Verheul & Widiger, 2004): 'persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven'. Hierbij zijn aan de algemene DSM-IV-TR criteria voor de aanwezigheid van een persoonlijkheidsstoornis voldaan, maar kan op basis van de huidige criteriavereisten geen specifieke persoonlijkheidsstoornis worden vastgesteld. Nader onderzoek naar de specifieke kenmerken van deze categorie in termen van het VFM is noodzakelijk om tot een omvattende classificatie van persoonlijkheidspathologie te komen. Een ander belangrijk knelpunt bij de huidige DSM classificatie is dat de algemene definitie van een persoonlijkheidsstoornis de aanwezigheid van disfunctie (subjectieve stress of functionele tekortkomingen) vereist, maar dat dit aspect in de klinische praktijk niet afzonderlijk wordt gemeten (Clark, 2007). Oorzaak is dat een integrale theorie op basis waarvan disfunctie kan beschreven worden ontbreekt. Parker en collega's (2002) zijn de enigen die, op basis van de bestaande empirische literatuur, mogelijke indicatoren van disfunctie hebben geïdentificeerd. Volgens hun intieel onderzoek (Parker et al., 2004) zijn er 11 indicatoren voor disfunctie, die een hogere-orde structuur vormen, bestaande uit twee dimensies: non-coping en noncooperativeness. Een noodzakelijke stap is de empirische validering van hun theoretisch model en even cruciaal is het nagaan van de klinische bruikbaarheid van dit model. Doelstellingen Om een antwoord te kunnen bieden op bovengenoemde problemen met de huidige DSM classificatie zijn de belangrijkste objectieven van dit onderzoek: 1) De classificatie van persoonlijkheidsprototypes op basis van het VFM verder ontwikkelen door a) de reeds bestaande prototypes te valideren, en b) bijkomende prototypes te formuleren voor de categorie 'persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven', opdat de variatie voorkomend bij persoonlijkheidsstoornissen voldoende omvat wordt (Onderzoeksfase 1). Dit maakt een fundamentele herziening van het DSM systeem in termen van het dimensionale VFM mogelijk. 2) Het theoretisch model voor disfunctie van Parker en collega's a) empirisch valideren en b) de klinische bruikbaarheid ervan nagaan (Onderzoeksfase 2). Zo wordt het mogelijk om disfunctie afzonderlijk te meten, een stap die noodzakelijk is om van een persoonlijkheidsstoornis te kunnen spreken. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Alexithymie, interpersoonlijke factoren en depressie: een studie bij psychiatrische patiënten Universiteit Gent Abstract: Via inhoudsanalyse van interview narratievenen van narratieven uitgelokt door vrije respons taken (TAT, EMT) en via zelfrapportage vragenlijsten onderzoeken we of alexithymie bij psychiatrische patiënten samenhangt met een kenmerkende vorm van interpersoonlijk functioneren. Alle variabelen worden multimethodisch gemeten en we gaan na of verbanden alternatief kunnen verklaard worden. Organisaties: • Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie
Onderzoekers: • Stijn Vanheule
SPLISS-Coördinatie: Sportbeleid factor leidt tot International Sporting succes.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationale vergelijking van topsportbeleid op nationaal niveau Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Vredesopbouw: Expertisecentrum psychosociaal welzijn van door oorlog getroffen kinderen en jongeren in het Zuiden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het programma wil bijdragen tot volgende algemene doelstelling: uitbouw een expertisecentrum inzake psychosociaal welzijn van door oorlog getroffen kinderen en jongeren in het Zuiden, met bijzondere aandacht voor kindsoldaten. De specifieke doelstellingen zijn: 1) het versterken van de kennis en deskundigheid bij organisaties en initiatieven, zowel op nationaal als internationaal niveau, inzake de psychosociale ondersteuning en 2) ondersteuning en uitbouw van regionale ondersteuningscentra. Deze doelstellingen wil men bereiken via 6 deelacties. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Perceptie en Actie Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is om te betogen dat de menselijke geest beter begrepen kan worden als we, wat ik benoem als 'actie begeleidende perceptuele representaties', als de basiseenheden van onze geestelijke vermogens beschouwen. De menselijke geest, net als de geest van dieren, is gevormd om ons in staat te stellen handelingen met succes uit te voeren. En de overgrote meerderheid van onze acties of handelingen, net als deacties van dieren, zou niet kunnen worden uitgevoerd zonder perceptuele begeleiding. De mentale toestand die bemiddelt tussen perceptie en actie is de elementaire bouwsteen van de menselijke geest. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Bence Nanay
Wat met gebarentaal? Een longitudinaal onderzoek naar de intersubjectieve ontwikkeling en taalverwerving bij jonge dove kinderen met een cochleair implantaat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De snel evoluerende technologische ontwikkelingen op het vlak van cochleaire implantatie 5CI) en de toepassingen ervan bij steeds jongere dove kinderen (<12 maanden) hebben geleid tot een grotere toegankelijkheid van de gesproken taal voor dove kinderen en tot nieuwe discussies over de plaats van gebarentaal in de opvoeding van jonge dove kinderen met horende ouders. Met dit project beogen we een wezenlijke bijdrage te leveren aan deze discussies. Via een combinatie van longitudinaal en cross-sectioneel onderzoek bestuderen we gedurende de eerste 30 levensmaanden (6m, 9m, 12m, 20m en 30m) bij 20 jonge dove kinderen met een cochleair implantaat het effect van het gebruik van ondersteunende gebaren en/of de Vlaamse Gebarentaal (VGT) op a) de kwaliteit van de vroegtijdige moeder-kind interactie, b) de ontwikkeling van voortalige communicatievaardigheden, c) de morfo-syntactische verwerving van het Nederlands en d) de morfo-syntactische verwerving van VGT. Ook bestuderen we de visies en beleveningen van de moeders van dove kinderen. We gaan na in welke mate en hoe horende moeders die wel of geen gebruik maken van gebaren en VGT hierin verschillen. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Het sociale brein: timing en localisatie van persoonlijkheidstrekken bij anderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het vergroten van onze kennis over hersengebieden en functies die persoonlijkheidstrekken bij anderen registeren, gebruik makend van hersenbeeld technieken zoals fMRI en ERP. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Marie VANDEKERCKHOVE • FRANK VAN OVERWALLE • RAYMOND CLUYDTS
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
OZR opvangmandaat: afwerking doctoraat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Neurale basismechanismen van trekoordelen: de rol van tijdsintegratie De jongste vijftal jaren is er heel wat onderzoek verricht over de neurale processen die de grondslag vormen van sociale oordelen, o.a. over karaktertrekken en intenties/doelen van andere personen. Daarbij gebruikt men de nieuwste beeldvormingtechnieken: de event-related potential (ERP) techniek laat toe de timing van sociale oordelen tot op de milliseconde nauwkeurig te bepalen en een ruwe lokalisatie in de hersenen uit te voeren (met behulp van LORETA; Pascual-Marqui et al., 2002). De functional magnetic resonance imaging (fMRI) techniek laat bovendien toe om vrij nauwkeurig de lokalisatie vast te stellen van de betrokken hersengebieden of . circuits. In een meta-analyse van meer dan 100 fMRIonderzoeken over sociale oordelen, kwam Van Overwalle (2008) tot de conclusie dat oordelen over persoonlijkheidstrekken en gedragsdoelen van
anderen, twee belangrijke sociale oordelen zijn waarover al vrij veel onderzoek verricht is met betrekking tot hun lokalisatie in de hersenen. Echter, de fundamentele neurale basismechanismen bij oordelen van vooral persoonlijkheidstrekken zijn nauwelijks opgehelderd, en de bedoeling van dit project is dit verder te ontsluieren. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Organisatie Congres Neurocog 2012 te KVAB in Brussel 3 en 4 december 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: "NEUROCOG: Neurosciences and Cognition" is een intens seminarie dat om de 4 jaar in België wordt georganiseerd. De traditie van NEUROCOG volgend, worden prominente keynote speaker aangetrokken om de invloed van neurosciences in de studie van cognitie in de verf te zetten. "Neurosciences and Cognition" is ingebed en wordt deels gesponsord door een wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (FWO), die als doel heeft om de lacune tussen neurosciences en experimentele psychologie in België te overbruggen. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Sponsoring Congres Neurocog 2012 te KVAB in Brussel 3 en 4 december 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: "NEUROCOG: Neurosciences and Cognition" is een intens seminarie dat om de 4 jaar in België wordt georganiseerd. De traditie van NEUROCOG volgend, worden prominente keynote speaker aangetrokken om de invloed van neurosciences in de studie van cognitie in de verf te zetten. "Neurosciences and Cognition" is ingebed en wordt deels gesponsord door een wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (FWO), die als doel heeft om de lacune tussen neurosciences en experimentele psychologie in België te overbruggen. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
Persoonlijkheid en persoonlijkheidspathologie bij ouderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige project draagt fundamenteel bij aan de ontwikkeling van de belangrijkste diagnostische taxonomie, DSM, door het uitwerken en empirisch valideren van een dimensionaal model, met specifieke aandacht voor dimensies van disfunctie en persoonlijkheid. Prototypes gebaseerd op de lagere orde structuur van het Vijf Factoren Model (VFM) zijn geschikt om op basis van persoonlijkheidskenmerken de specifieke DSM-IV-TR categorieën te verklaren, maar omvatten onvoldoende alle variatie voorkomend bij persoonlijkheidsstoornissen. Er is een duidelijke nood aan het uitwerken van een meer omvattend VFM model. Recent onderzoek heeft bovendien het belang aangetoond van een dimensionaal disfunctie model. Een uitgebouwde theorie om disfunctie te beschrijven ontbreekt echter. Daarom zal een recent voorgestelde benadering van disfunctie, op basis van twee dimensies (non-coping en non-cooperativeness), gevalideerd worden. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GINA ROSSI
Subsidie Congres Neurocog 2012 te KVAB in Brussel 3 en 4 december 2012 Vrije Universiteit Brussel Abstract: NEUROCOG'12 conference, 3 & 4 December 2012, Brussels, Belgium Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Eva VAN DEN BUSSCHE
De rol van emotie regulatie doelen in aandacht voor emotionele informatie. Universiteit Gent Abstract: We onderzoeken of emotieregulatie doelen aandachtsvertekeningen naar emotionele informatie veroorzaken en moduleren. We verwachten dat emotieregulatie doelen voorspellen aan welke stimuli aandacht wordt gegeven (bv. positieve of negatieve stimuli) en hoe aandacht wordt gericht aan deze stimuli (bv. naar of weg). Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan De Houwer
De impact van sociale categorisatie en emoties op persoonsoordelen: Neurale componenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De cruciale vraag die we stellen is hoe sociale categorisatie (lidmaatschap van een groep, bv. ras) ingrijpt op het cognitieve proces van individuele persoonsoordelen, en in welke mate dit proces mede bepaald wordt door sociale emoties van walging en dreiging. Zowel de impact van sociale categorisatie als sociale emoties op persoonsoordelen werd door klassiek onderzoek reeds bevestigd. De combinatie van beide werd echter nog niet onderzocht met behulp van nieuwe methodologiën zoals EEG en fMRI. De timing en lokalisatie van affectieve en cognitieve processtromen kan wijzen op onderscheiden neurologische circuits in individuele versus
stereotype oordelen van anderen. Bovendien is het van belang eenonderscheid te maken tussen spontane versus bewuste processen, omdat bewuste regulatie van oordelen en vooral emoties een sterk effect kan hebben op de activatie in betrokken hersengebieden. Om de timing en lokalisatie van deze affectieve en cognitieve processen vast te stellen maken we gebruik van EEG en fMRI methodologie. Hiervoor hanteren we een standaardprocedure die reeds succesvol is gebleken bij vorige onderzoeken. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Muziek is de boodschap. Het belang van tonale synchroniciteit tijdens de eerste levensjaren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Recent eigen onderzoek naar muzikale aspecten in de vocalisaties tussen moeders en hun 3 maanden oude baby's toonde dat het spreken en vocaliseren in de vroege moeder-baby interactie wordt gekenmerkt door momenten van harmonie en tonaliteit die zouden kunnen wijzen op een vorm van tonale synchroniciteit. Met deze aanvraag beoog ik in een eerste luik de ontwikkelingsrelevantie van tonale synchroniciteit verder te onderzoeken door het verband na te gaan tussen tonale synchroniciteit en de kwaliteit van de vroegtijdige moeder-kind interactie in termen van intersubjectiviteit en emotionele beschikbaarheid enerzijds en de ontwikkeling en taalverwerving van kinderen anderzijds. in een tweede luik ga ik na of er een verband bestaat tussen tonale synchroniciteit en fysiologische aspecten bij de baby. Via ademhalings- en hartritmemetingen kan op non-invasieve wijze de cardiale vagale tonus in de vorm van RSA worden afgeleid die de parasympatische invloed van het autonoom zenuwstelsel op het hart uitdrukt. RSA wordt algemeen aanvaard als een voorspellende index voor de cognitieve en emotionele ontwikkeling van een baby. Deze kan aan de hand van stimulerende technieken worden verhoogd bij baby's met een laga vagale tonus. Als er een verband bestaat tussen tonale synchroniciteit en RSA kan dit praktijkrelevante implicaties inhouden, zoals het aanwenden van tonale synchroniciteit om de vagale tonus te stimuleren. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Radboud Universiteit Nijmegen, Jarne Hilhorst Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rol van sport voor de socio-emotionele ontwikkeling van kinderen Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Sexual Health in Flanders II "SEXPERT II" Universiteit Gent Abstract: Sexpert II omvat twee werkpaketten (WP). Het eerste is een continuering van een disseminatiestrategie om de verschillende visies en perspectieven met betrekking tot seksuele gezondheid in Vlaanderen op één lijn te krijgen (WP1). Het tweede werkpakket omvat de beschrijving van de seksuele gezondheid van de Vlaming (analyses op basis van Sexpert I dataset) en twee additionele studies. Voor de additionele studies zullen we extra onderzoeksgegevens verzamelen bij 2000 holebi's en bij 1000 personen van Turkse en Marokkaanse origine (WP2). Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Ann Buysse • John Lievens • Guy T'Sjoen
Sexuele gezondheid in Vlaanderen II "SEXPERT II" Universiteit Gent Abstract: Het Sexpert II project heeft tot doel om de seksuele gezondheid van kwetsbare groepen in Vlaanderen in kaart te brengen. Aan de hand van interviews werd data verzameld bij allochtone Vlamingen van Turkse of Marokkanse afkomst en aan de hand van een internetvragenlijst werd data verzameld bij Vlaamse holebi?s. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy T'Sjoen
Verwachting selectie-tool Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' NV Colruyt Group Services' hebben voor het project ' Verwachting selectie-tool' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • Joeri HOFMANS
Topsportcongres: Elite sport success: society boost or not? (Topsport succes: een impuls voor de maatschappij of niet?) 13 en 14 november 2013 Elzenveld, Lange Gasthuisstraat 45, Antwerpen Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Internationaal congres in het kader van 'Antwerpen Europese Sporthoofdstad 2013' rond de maatschappelijke waarde van topsport. Tijdens 'Elite Sport Success : society boost or not' worden de resultaten voorgesteld van een vergelijkend topsportonderzoek in 15 landen uit 4 continenten, en wordt bekeken waarom landen investeren in topsport vanuit maatschappelijk oogpunt. Het concrete programma en de inschrijvingsmodaliteiten vind je op de website van het congres. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER
Dienstenovereenkomst 'MVO-traject clubs Pro League' Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Football+ Foundation' hebben voor het project ' MVO-traject clubs Pro League' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • Jasper TRUYENS • MARC THEEBOOM
Dienstenovereenkomst: Opdracht betreffende ontwikkeling online aanvraagregistratiesysteem voor Sportfonds van Een Hart voor Limburg Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Streekfonds Een Hart voor Limburg' hebben voor het project ' Dienstenovereenkomst ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Hoe angst menselijke cognitie verandert: een affectieve neurowetenschap benadering Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is om beter te bepalen en in kaart te brengen (aan de hand van standaard EEG/ERP methoden) de manier waarop angst (ofwel trek ofwel gemoedstoestand) selectieve aandacht en beslissingen processen kan beïnvloeden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Gilles Pourtois
De rol van emoties en emotioneel design in het adoptieproces van elektrische auto's. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project gaat de rol van emoties na bij het adopteren van nieuwe duurzame producten, meer bepaald elektrische auto's. Een conceptueel model wordt opgesteld en getest aan de hand waarvan bestaande theoretische raamwerken zoals de Extended theory of Planned Behaviour uitgebreid kunnen worden met emotionele dimensies. Aansluitend wordt getest hoe de consument reageert op verschillende emotietypes in het design van en advertenties voor elektrische varianten van bestaande automerken. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Achiel Standaert
Default mode netwerk interferentie bij ADHD Universiteit Gent Abstract: Er is groeiende evidentie dat het default mode netwerk verstoord is bij personen met ADHD. Personen met ADHD hebben moeite dit netwerkt te onderdrukken tijdens het doen van taken en mogelijks hebben ze problemen met het maken van de transitie van rust naar taak. In dit project wordt met behulp van fMRI en EEG getracht meer zicht te krijgen op de transitie van rust naar taak bij volwassenen met ADHD. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers • Eric Achten • Jan Wiersema
De overlap tussen sociaal metaliseren en aandachtsheroriëntatie: de rol van de temporo-pariëtale verbinding. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De overlap tussen sociaal mentaliseren en aandachstheroriëntatie: de rol van de temporo-pariëtale verbinding. Organisaties: • Experimentele en Toegepaste Psychologie
Onderzoekers: • FRANK VAN OVERWALLE
Sociale re-integratie - een mythe? Een studie van de leefwereld van ex-gedetineerden tijdens hun processen van herintrede en re-integratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het verlaten van de totale instelling gevangenis en terugkeren naar de samenleving is een moeilijke overgang. Het aanwezige onderzoek naar ex-gedetineerden is meestal gericht op de publieke veiligheid en de criminogene noden. Dit voorstel daarentegen kijkt door een quality of life
bril naar de sociale re-integratie als een dynamisch sociaal proces van (her)aansluiting via meervoudige rollen/identiteiten, waarbij de exgedetineerde basisbehoeften tracht in te vullen. Dit hangt af van de beschikbare kansen en van het aanwezige sociaal en menselijk kapitaal, die we benaderen vanuit de leefwereld van ex-gedetineerden. Deze studie gaat daarom op zoek naar hoe ex-gedetineerden hun leven heropbouwen doorheen meervoudige rollen/identiteiten met een bepaalde levenskwaliteit voor ogen, en in welke mate stigmatisering en sociaal kapitaal hierbij een rol spelen. De studie hanteert een kwalitatieve narratieve methodologie en een longitudinaal onderzoeksontwerp. Narrative inquiry staat voor de studie van ervaringen gebracht in de vorm van verhalen en is zowel beschrijvend als interpretatief. Als onderzoeksobject gebruiken we 12-14 gedetineerden (en hun significante anderen) die minstens 5 jaar opsluiting achter de rug hebben, waarbij we verschillende methoden van dataverzameling hanteren: narratieve interviews, reflexieve dagboek(en) en non-participerende observaties. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • SONJA SNACKEN
Ontwikkeling en implementatie van evidence-based trainingsprogramma's voor pleegouders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstellingen - In het buitenland effectief bevonden interventies vertalen naar de Vlaamse pleegzorgcontext en transformeren naar effectief bewezen trainingsprogramma's in de Vlaamse situatie. - Deze trainingsprogramma's toepassen bij de pleeggezinnen van de deelnemende diensten voor pleegzorg. - Een bijdrage leveren aan het onderzoek naar de effectiviteit van deze interventies en behandelprogramma's voor pleegouders in Vlaanderen. - Uit de opgedane ervaring een trainingshandboek maken dat de initiatiefnemers ter beschikking zullen stellen van alle diensten voor pleegzorg. De trainingsprogramma's beogen volgende effecten: - afname van de gedragsproblemen bij de pleegkinderen en toename van hun welbevinden in de opvoedsituatie. - toename van effectief opvoedgedrag bij de pleegouders. - verhoging van de gevoelens van competentie bij de pleegouders aangaande opvoeding/ouderschap. - daling van gezinsbelasting / opvoedingsstress bij pleegouders. - daling van het breakdown-percentage. Organisaties: • Klinische- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • JOHAN VANDERFAEILLIE
Financieringsovereenkomst Wetenschappelijk Onderzoek ondersteuning van het SPLISS-II project : “Een internationale vergelijking van het topsportbeleid en topsportklimaat”. Vrije Universiteit Brussel Abstract: SPLISS: Vlaams topsportklimaat internationaal vergeleken in 15 laanden Tegelijk hebben vergelijkbare landen als Nieuw-Zeeland en Denemarken -allen met een populatie kleiner dan België- zich weten handhaven in de top 30 van deze mondiale medaillewedloop. Zoals het in de economie frequent gebeurt, zullen ook Vlaanderen en Wallonië hier meedraaien in een benchmarkstudie van het topsportbeleid: beter worden door te leren van de concurrentie. Vlaanderen neemt, met de Vrije Universiteit Brussel aan het roer, de leiding in de coördinatie van wat de grootste internationale vergelijking in topsport ooit mag genoemd worden: SPLISS-II. "Sports Policy factors Leading to International Sporting Success"(SPLISS) is de titel van een internationale onderzoeksgroep topsport. 15 landen hebben meegewerkt aan dit zelfde onderzoek naar het topsportklimaat. Daarnaast werden met gerichte vragen 126 kritieke succesfactoren geëvalueerd. De resultaten hiervan zullen begin 2013 beschikbaar zijn. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER