www.researchportal.be - 3 Jan 2016 20:33:24
Onderzoeksprojecten (340 - 360 van 5444) Zoekfilter: Classificaties: TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN (T)
Implementatie en optimalisatie van het BRABO softwarepakket op linux pc's. Universiteit Antwerpen Abstract: Implementatie en optimalisatie van het parallelle softwarepakket BRABO voor het doorvoeren van ab- initio berekeningen aan.meerelectron systemen. De gebruikte methodologie omvat zowel een golffunctie als een beschrijving gebaseerd op 'Density Functional Theory'. Speciale aandacht wordt besteed aan de efficiëntie bij implementatie op een cluster van linux pc's. Organisaties: • Structuurchemie • Structuurchemie
Onderzoekers: • Christian Van Alsenoy
Active Vision on Mobile Platforms. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hoofddoel van dit project is een automomous mobiele robot te ontwikkelen, daarbij zouden voor de navigatie stereo faciliteiten gebruikt worden in een gestructureerde of niet gestructureerde binnenomgeving en voor de ontwikkeling van een model van de voorgestelde scène. De robot zijn onboard camera's zouden ons moeten in staat stellen om alles op afstand mee te volgen. Het zenden van de door de robot verkregen gegevens (3D scène map,data,enz.) gebeurt via een draadloos netwerk. Drie hoofddoelstellingen en hoofdontwikkelingen zullen worden gecombineerd: bouw-robots, robot-vision voor scène-analyse en modellering en draadloze communicatie. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI • ANDREAS BIRK
Methodisch kunsthistorisch en materieel onderzoek van de Brabantse gesneden retabels in de vijfftiende en zestiende eeuwen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde onderzoek bouwt verder op de documentatie en de resultaten van het OZR-project "Interdisciplinaire kunsthistorischearcheologische studie van beeldsnijwerk van de Zuidelijke Nederlanden in de Zestiende eeuw" dat van 1.11.94 tot 30.11.98 wordt uitgevoerd onder leiding van dezelfde promotor. De expansieve productie van gesneden retabels die in een aantal Brabantse steden (Antwerpen, Brussel en Mechelen) gedurende de 15de en 16de eeuwen tot stand is gekomen, is één van de meest indrukwekkende fenomenen van de laatgothische kunst in West-Europa. De centrale vraag van het onderzoek is hoe deze retabelproductie technisch, socio-economisch en cultureel heeft gewerkt. Door intensieve samenwerking vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines, door permanante uitwisseling van historische, kunsthistorische, materiële en natuurwetenschappelijke onderzoeksgegevens, willen wij de kenmerken, de verspreidingspatronen en het evolutiepatroon van de Brabantse retabels nader definiëren. Concreet betekent dit (1) kunsthistorisch-materieel onderzoek naar de kenmerken van het Brusselse versus het Antwerpse laatgothische retabel; (2) houtstudie en dendrochronologie op een aantal stukken uit de verzameling van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel, en in samenwerking met het laboratorium voor Houtbiologie van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika te Tervuren; en (3) bronnenonderzoek naar chronologie en socio-economische context van de Brabantse Laatgotische retabelproductie. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • CARL VAN DE VELDE
Gebruik van spectroscopische ellipsometrie voor de studie van dunne filmen op metalen met verschillende ruwheden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studie van metaaloppervlakten en hun mofdificatie zijn centrale onderzoekspunten in de vakgroep metallurgie, elektrochemie en materialenkennis. Eén van de belangrijkste systemen waarom gewerkt wordt zijn aluminiumlegeringen bedekt met natuurlijke oxidelagen of bedekt met dunne anodisatie- of zout- of polymeerlagen. Voor de karakterisering van deze dunnen lagen werd begin jaren '90 gestart met verschillende optische reflectietechnieken waaronder spectroscopische ellipsometrie(SE) als één van de belangrijkste kan vernoemd worden. De morfologische en chemische karakterisering van de bestuurde filmen gebeurt door middel van een simulatie en regressie procedure, die gebaseerd is op het gebruik van een geschikt optisch model. Deze aanpak is tot nu toe zeer succesvol gebleken. Dit project beoogt de uitwerking van deze optische modellen zodat de apparatuur breder kan ingezet worden voor de analyse van verschillende dunne lagen op verschillende metalen zoals staal, aluminium, magnesium. Het project is multidisciplinair vandaar de samenwerking van twee vakgroepen, metallurgie en toegepaste natuurkunde. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • ERIK STIJNS • HERMAN TERRYN
Karakterisatie van het onzuiverheidsprofiel van farmaka: een gecombineerde chromatografische en chemometrische benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De karakterisatie van onzuiverheden in een nieuw farmakon is beangrijk omwille van de bescherming van de patiënt tegen ongewenste nevenwerking. Alle stoffen die als onzuiverheid voorkomen in een farmaceutisch bestanddeel met een concentratie van meer dan 0,1 of 01,05% moeten gekarkteriseerd worden. Het betreft de stoffen die onstaan tijdens een synthese, zuiveringen of bewaring. in het beoogde stadium van onderzoek van een farmakon kent men de onzuiverheden nog niet. Het project beoogt de samenstelling van een optimale generische batterij van chromatografische methoden gekoppeld aan chemometrische peak purity technieken en een strategie die toelaat de gegevens autopmatisch te verwerken om het onzuiverheidsprofiel op te stellen. Het project bestaat uit drie delend namelijk: - het verder ontwikkelen van chemometrische peak purity technieken - het ontwerpen van een generische batterij orthogonale chromatografietesten en het valideren ervan - het ontwerpen van een expertsysteem dat toelaat de informatie uit de verschillende chromatogrammen en peak purity testen om te zetten in een onzuiverheidsprofiel. Organisaties:
• Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • JOHANNA VERBEKE
Experimentele studie en modellering van complexe turbulente stromingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Turbulentie is een fenomeen dat momenteel nog onvoldoende gekend en beheerst wordt. Nochtans raakt dit fenomeen rechtstreeks en onrechtstreeks een groot aantal domeinen : astronomie, meteorologie, oceanografie, hydraulica, aëronautica, marine biologie, milieu, chemische ingenieurs-technieken, enz. Er wordt dus gezocht naar een betere omschrijving, zowel op theoretisch niveau als voor industriële toepassingen. Een algemeen woordenboek geeft als omschrijving van turbulentie 'ongeordende agitatie van een vloeistof'. Turbulente stromingen lijken inderdaad chaotisch, wisselvallig. De basisvergelijkingen zijn reeds sedert 150 jaar gekend : het gaat hier om Navier-Stokes vergelijkingen, gekend als basisvergelijkingen van de stromingsmechanica. Het probleem is dat die vergelijkingen te complex zijn om te worden opgelost voor turbulente bewegingen in het algemeen. Daarenboven bezitten turbulente stromingen een groot aantal vrijheidsgraden. Voor praktische situaties, zoals de stroming rond een wagen, is dit aantal zo groot dat een directe oplossing door middel van de Navier-Stokes vergelijkingen niet realiseerbaar is, zelfs met de krachtigste computers. Het noodzakelijke berekeningsvermogen dient zo groot te zijn, dat een computeroplossing voor de stromingen rond een vliegtuigvleugel niet tot de verwachtingen behoort, ondanks de voorziene verhoging van het berekeningsvermogen in de komende jaren. Gezien deze situatie is het noodzakelijk een beroep te doen op de zogenaamde turbulentiemodellen. Bij deze benadering probeert men meestal de Navier-Stokes vergelijkingen op grotere schaal op te lossen. Dit stemt overeen met een reductie van het aantal vrijheidsgraden, dus van de rekentijd, wat een numerieke oplossing toelaat. De Navier-Stokes vergelijkingen zijn echter sterk non-lineair, en het berekenen van het gemiddelde op grote schaal heeft het probleem veranderd door het invoeren van een nieuwe term. De turbulentiemodellen proberen deze nieuwe term te modeliseren, wat overeenkomt met het maken van een brug tussen het begin-probleem en de computersimulatie op een tussenliggende schaal. Het meest gebruikte turbulentiemodel sinds een dertigtal jaar is het k-epsilon model. Dit model functioneert redelijk goed voor eenvoudige stromingen. De interessantste turbulente stromingen voor industriële toepassingen (rond een wagen of een vliegtuig, in een reactor, een turbine of een brander) zijn complexer en worden door het k-epsilon model slecht beschreven. Het door ons gevoerde onderzoek binnen dit gebied bestaat erin de belangrijkste fouten van dit model te zoeken, om het te veralgemenen en numerieke oplossingen te leveren die de experimenten meer benaderen. Dit onderzoek is dus zeer nuttig voor industriële toepassingen, aangezien deze turbulente stromingen nog slecht begrepen worden, wat constructeurs verplicht tot belangrijke en dure overdimensioneringen. Organisaties: • Stromingsmechanica
Onderzoekers: • CHARLES HIRSCH
Gestabiliseerde deconvolutie voor inverse problemen, toegepast op lineaire (magnetische resonantie beeldvorming) en niet-lineaire (ground penetrating radarbeeldvorming) beeldreconstructie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Abstract enkel in het Engels beschikbaar. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JAN CORNELIS
Globale informatie- en communicatieregimes en de informatiemaatschappij in Afrika. Een kritische analyse van het beleid van de WTO, Wereldbank en ITU. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De nieuwe informatie- en communicatietechnologieën,ontstaan door de convergentie van telecom, computers en audiovisuele media, worden voorgesteld als de langverwachte wondermiddelen die de onderontwikkeling van het Zuiden zullen kunnnen oplossen. Ook Afrikaanse landen koesteren de hoop dat de uitbouw van een informatiematschappij, die via deze ICT's toegang zou verschaffen tot informatie en alsdus kan leiden tot kennis, een uitweg kan bieden uit de jarenlange impasse van onderontwikkeling. Internationale organisaties zoals de WTO, Wereldbank en ITU bepalen steeds meer het kader waarbinnen deze informatiemaatschappij kan ontwikkeld worden. Het globale informatie- en communicatieregime dat aldus ontstaat, houdt wienig rekening met de specifieke politieke, socio-economische en institutionele problematiek van het Afrikaanse continent. Het universele model dat vooropgesteld wordt, pleit vooral voor een liberalisering van de informatie- en communicatiemarkt. Dit model biedt geen garantie op de ontwikkeling van Afrika. Dit onderzeoksproject wil het internationaal informatie- en communicatieregime en de impact ervan op Afrika in kaart brengen, de achterliggende referentiekaders van de verschilende actoren blootleggen, an alternatieven voorstellen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-CLAUDE BURGELMAN
Semi-automatische herkenning van anatomische structuren in vlakke kaarten van het hersenoppervlak. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Semi-automatische herkenning van anatomische structuren in vlakke kaarten van het hersenoppervlak. In de medische wereld is er nog steeds een grote vraag naar tijdbesparende segmentatie en labeling technieken, om bijvoorbeeld de neurochirurg te helpen met deze precieze localisatie van hersenstructuren tijdens stereotactische ingrepen of om de radioloog toe te laten een betere diagnose te vormen over letsels, die op moeilijk te localiseren plaatsen in de hersenen voorkomen. Op lange termijn, kunnen deze systemen leiden tot nieuwe inzichten in de hersenanatomie, die tot nog toe in hoofdzaak gebaseerd is op dikke coupes van kadaverhersenen, onderhevig aan postmortale en andere vervormingen, die te maken hebben met de handelingen die voor en tijdens de dissectie plaatsgrijpen. Systemen, die de complete herkenning en benoeming van de anatomische structuren in een 3D beeldenset van de hersenen kunnen bewerkstelligen in een paar uur tijd met eventuele manuele bijsturing, bieden de ontleedkundige de mogelijkheid een statistisch anatomisch model te ontwikkelen op basis van honderden in-vivo hersenen, opgenomen met een MR scanner. In het kader van dit project spitsen we ons toe op een welbepaald herkenning/benoemingsprobleem: t.t.z. de labeling van de structuren aan het hersenoppervlak. Aangezien de anatomie van de hersencortex, moeilijk te begrijpen valt op basis van 2D coupes in de beeldenset, kan een medisch werkstation dat uitgerust wordt met visulisatie-en herkenningssoftware voor het hersenoppervlak, de kwaliteit van de diagnoses en chirurgische ingrepen verbeteren. We voorzien een semi-automatische methode te ontwikkelen, die gebaseerd zal zijn op de nieuwe combinatie van elastische registratietechnieken, kennisgebaseerde herkenning en vlakke kaarten van het hersenoppervlak. De aanpak zal geïntegreerd worden in een veelzijdig medisch beeldverwerkingspakket, genaamd TeDiMedIA software, ontwikkeld in de vakgroep ETRO in het kader van vorige Europese en regionale projecten. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JAN CORNELIS • RUDI DEKLERCK
Ontwikkeling van een schuifkrachtgedreven on-chip chromatografisch scheidingapparaat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De finale doelstelling van het voorgestelde project is de bouw en evaluatie van een optimaal functionerend prototypetoestel voor het uitvoeren van schuifkrachtgedreven chromatografische (SGC-)scheidingen in microkanalen met een vlak rechthoekige kanaaldoorsnede en een diepte binnen de sub-micron range. Het concept van SGC werd recent geïntroduceerd als een krachtig alternatief voor de conventionele druk en elektrisch gedreven chromatografen. SGC is gebaseerd op het gebruik van een bewegend kanaalelement welk toelaat een stabiele en continue stroming te genereren zonder nood aan druk of spanningsgradiënt. Het past ook perfect binnen de huidige trend naar de miniaturisatie van analytische scheidingssystemen. Om aan te tonen dat SGC de huidige state of the art prestatiegrenzen van druk- en elektrisch gedreven chromatografie kan overtreffen dienen twee hoofdtaken ondernomen te worden: i) gespecialiseerde etstechnieken dienen aangewend te worden om sub-micron SGC kanalen met een zeer uniform diepteprofiel te produceren en te voorzien van een geïntegreerde poreuze stationaire laag welke een voldoende hoge retentiecapaciteit levert, en ii) de micro-kanalen dienen geïntegreerd te worden met een voldoende gevoelig en vlug laser-geïnduceerd fluorescentie detectie systeem. Beide taken zullen ondernomen worden in nauwe samenwerking met twee internationaal gerenommeerde onderzoeksgroepen. Andere cruciale items die gedurende het project zullen worden belicht zijn de selectie van een goede tribologische coating en de ontwikkeling van een geautomatiseerd injectiesysteem. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GERT DESMET
Hoge bandbreedte parallelle optische verbindingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project maakt deel uit van een overkoepelend project in samenwerking met IMEC (interuniversitair micro-elektronica centrum) omtrent parallelle optische verbindingen tussen elektronische chips (geïntegreerde schakelingen). Het concept staat bekend onder de naam Photonlink en betreft een coherent systeem om via beeldvezelbundels 100 tot 1000 kanalen in parallel te verzenden van een chip naar een of meerdere andere en dit aan een 1 Gbps snelheid per kanaal met een vermogendissipatie van om en bij de 1 W. Hiertoe werden en worden hoogefficiënte LEDs ontwikkeld (>50% uitwendige kwantumefficiëntie) die bij kleine vermogens (<1mW) toch sneller dan 1 Gbps kunnen schakelen. Bij een golflengte van 850 nm werden reeds rendementen van 55% gemeten en snelheden tot 2 Gbps, zij het nog niet bij voldoende hoog rendement. Tevens wordt onderzoek verricht naar 650 nm golflengte emitters. Andere aspecten van het project zijn hybridisatietechnieken om de GaAs gebaseerde LEDs op een betrouwbare en kosteffectieve manier op de silicium chip aan te brengen (half-conductieve koppeling), detectoren, geïntegreerd in standaard CMOS technologie (de zogenaamde SMLD ofte spatially modulated light detector) en de daarbij horende ontvangers (honderden detectoren/ontvangers moeten op een vierkante mm chipoppervlakte aangebracht worden bij een vermogendissipatie van 100-500µW per ontvanger) en tenslotte on-chip connectors teneinde de vezelbundels op de geïntegreerde schakelingen te bevestigen. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ROGER VOUNCKX
Het Tisza Project: Geïntegreerde stroomgebiedmodellen voor het ondersteunen van met water- en milieubeheer gerelateerde beslissingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Tisza Project-voorstel werd ingediend als een RTD-projectvoorstel bij het 5e Kaderprogramma van de Europese Commissie. Het project, dat een uitzonderlijk hoge evaluatiescore behaalde, werd op 15 januari 2002 in Boedapest opgestart. Het project wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit 11 leden dat gecoördineerd wordt door het Water Resources Research Centre VITUKI, Hongarije. Het consortium bestaat gedeeltelijk uit nationale instituten, organisaties en universiteiten uit de landen van het Tiszabekken zelf (Slovakije, Roemenië en Hongarije, met uitzicht op samenwerking met Oekraïense partners in onderaanneming) en gedeeltelijk uit leidende onderzoeksinstituten en universiteiten uit enkele lidstaten van de Europese Unie (Oostenrijk, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk). Het algemene doel van het project is het beschermen van watervoorraden en ecologische waarden met behulp van geïntegreerde waterbeheersmethodes en het verzekeren van het duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van het Tiszabekken. Het project zal ook deel uitmaken van het Europese Superproject CATCHMOD, dat gelijkaardige projecten betreffende het modelleren van stroomgebieden op Europees niveau combineert en harmoniseert. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • Jan CORLUY • FLORIMOND DE SMEDT
Zonale distributie en moleculaire regulatie van apoptose in organotypische hepatocytenculturen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In eerste instantie bestaat het onderzoek erin de moleculaire regulatiemechanismen van apoptose in gecultiveerde hepatocyten na te gaan. Dit gebeurt in verschillende organotypische hepatocytenculturen zoals de co-cultuur van hepatocyten met galwegepitheelcellen en de collageengel sandwichcultuur. Vooral het effect van trichostatine A, een prototype van histonedeacetylase inhibitor, en structuuranalogen, op apoptose wordt onderzocht met als doel meer stabiele (behoud van biotransformatiecapaciteit) en langer leefbare culturen van hepatocyten te ontwikkelen door het inhiberen van apoptose. Het onderzoek wordt uitgevoerd op activiteits-, proteïnen- en mRNA niveau. In tweede instantie wordt tevens in vitro nagegaan of apoptose een zonalse distributie kent binnen de lever en zo ja, hoe dit gereguleerd wordt. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS • Tamara VANHAECKE
Studie van de Levens Cyclus Analyse (LCA) van IPC sandwichpanelen als zelfdragende dak- en wandpanelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde project bouwt voort op het werk dat werd uitgevoerd in het kader van een GOA project over het modelleren van sandwichelementen met cementachtige composieten als huiden en een FWO-project over het gebruik van dit type panelen als modulaire elementen in een voetgangersbrug. in het kader van het doctoraat van de aanvrager werd een intensieve studie uitgevoerd over het bekomen van
een bruikbare constitutieve vergelijking van E-glasvezel verstevigd Inorganic Phosphate Cement (IPC). IPC is een nieuw cementachtig materiaal dat aan de VUB werd ontwikkeld. het grote voordeel van ICP ten opzichte van de huidige bestaande cementen is dat het een niet-basische pH bezit zowel tijdens als na uitharding. Deze eigenschap zorgt ervoor dat E-glasvezels niet worden aangetast door het cement, wat in een basisch milieu wel het geval zou zijn. Dankzij de lage materiaal- en productiekosten is een E-glasvezel verstevigde IPC composiet dus een uiterst geschikt materiaal voor de bouwsector. eén van de mogelijke toepassingen is het gebruik van E-glasvezel verstevigd IPC als huiden van sandwichpanelen voor zelfdragende dak- en wandelementen. De analyse van dit type sandwichpanelen als structurele elementen in de woningbouw. De bouwsector heeft echter enkel al door de omvang van zijn projecten een enorme impact op zijn omgeving. Dit is duidelijk waneer we enkel alde ontginning van massa's basisgrondstoffen die nodig zijn om bouwconstructies op te trekken, bekijken. Organisaties: • Mechanica van Materialen en Constructies
Onderzoekers: • JAN WASTIELS
Product- en materiaalonderzoek met A) dispersieve en FT Raman spectroscopie, en B) XPS. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling van dit project is om ondersteuning te bieden aan de analysegroep van Agfa op gebied van karakterisering van producten en materialen. Raman spectroscopie en XPS zijn technieken waarover Agfa niet beschikt. Beide worden veelvuldig ingezet voor verschillende types van problemen: productiefouten, product karakterisering, materiaalontwikkeling, ... Het type materialen dat moet geanalyseerd worden, en het type informatie dat moet bekomen worden is heel divers. Onze expertise in het gebruik van deze technieken is essentieel om ze met succes te kunnen inzetten voor deze toepassingen. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • KITTY BAERT
Bijdrage tot de ontwikkeling van micro-thermische analyse via theoretische modellering van de techniek en exploratief experimenteel onderzoek op meerfazige polymeersystemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project betreft de exploratie en optimalisatie van 'micro-thermische analyse', een nieuwe en geavanceerde thermische analyse techniek voor de karakterisering van meerfazige (polymere) materialen. Dit doel wordt nagestreefd via een multidisciplinaire aanpak vanuit drie invalshoeken (1) een theoretische benadering van de techniek via een modellering met de eindige elementen methode, (2) de karakterisering van de instrument-respons, (3) exploratief experimenteel onderzoek uitgaande van meerfazige polymere systemen. Het gebruik van een 'heat-cool temperature stage' in combinatie met de micro-thermische analyse module wordt tevens onderzocht. Dit opent mogelijkheden om processen in-situ aan het materiaaloppervlak te volgen Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • GUY VAN ASSCHE • BRUNO VAN MELE
Kinetiek van de fysisch-chemische processen bij structuurvorming in niet-reactieve meerfasige polymeersystemen vie real-time studie met gemoduleerde temperatuur differentiële scanning calorimetrie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: temperatuur-gemoduleerde DSC, geïntroduceerd in 1992, is een state of the art uitbreiding van conventioneel DSC. Het laboratorium voor Fysische Scheikunde en Polymeren onderzocht de mogelijkheden van MTDSC als kwantitatieve karakteriseringstechniek voor polymerisatiekinetiek, verglazing en ontglazing in reagerende polymeren. Micro-Thermische Analyse, geïntroduceerd in 1998, is een nog recentere uitbreiding van MTDSC met een rijk potentieel voor de karakterisering van meerfasige materialen. uTA combineert de mogelijkheden van thermische analyse met atomic force microscopy. In dit OZR-project wordt de kennis over real-time structuurvorming via MTDSC verder uitgediept, in combinatie met exploratief onderzoek met uTA. In dit geval worden niet-reactieve meerfase polymeersystemen bestudeerd. De volgende thema's worden bestudeerd.: 1) real-time studie van het mechanisme en de kinetiek van ontmenging en hermenging in samengestelde systemen met ten minste één polymere component. 2) real-time studie van de wisselwerking tussen kristallisatie n fasescheiding in polymere mengsels, 3) Modellering van de kinetiek van de fysisch-chemische processen beschreven in 1-2); 4) Vergelijking met reactie-geïnduceerde fasescheiding in reactieve polymeermengsels. 5) exploratief experimenteel onderzoek met uTA op deze meerfasige polymere systemen. De temperatuur- en/of kristallisatie-geïnduceerde fasescheiding, hetereogeniteiten, fasen en interfasen van de samengestelde polymeersystemen beschreven in 1-2) zullen met uTA onderzocht worden. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • BRUNO VAN MELE
EUDEM2-SCOT conferentie : 15-18 september 2003. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Van 15 tot 18 september 2003 verzamelen wetenschappers, industriëlen en topmilitairen (o.a. generaal L. Jones, NAVOopperbevelhebber voor Europa) in Brussel voor het internationaal congres EUDEM2-SCOT over de nieuwste technieken in humanitaire ontmijning. Sinds 1998 is in Europa geen gelijkaardig congres meer georganiseerd. Dat het congres op de VUB mag doorgaan is te danken aan de ruime expertise die de vakgroep Elektronica en Informatieverwerking van de VUB opgebouwd heeft in dit vakgebied. Op het congres worden deelnemers en sprekers uit de hele wereld verwacht waaronder ook een groep van eindgebruikers, d.w.z. mensen die mijndetectiesystemen dagelijks gebruiken om hun eigen leefomgeving mijnenvrij te maken en houden. Het is dan ook de bedoeling van dit congres om wetenschappers, industriëlen en (top)militairen te confronteren met de zorgen en verwachtingen van deze eindgebruikers. De nieuw ontwikkelde technologieën moeten immers kunnen beantwoorden aan de situatie op het terrein. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI • JAN CORNELIS
First Aid Kit-krediet (nazorg gericht op personeelsbehoud na aflopende GOA) :On the influence of adsorption phenomena in advanced electrochemical reaction kinetics modelling Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het uitbreiden van - met het behoud van algemeenheid en veelzijdigheid - de methodologie (en softwareomgeving) die werd ontwikkeld in een vorig project naar reactiemodellen geadsorbeerde soorten incorporeren. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • JOHAN DECONINCK
Studie van hoge bitrate "boven-op-de-chip" communicatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek naar communicatie op transmissielijnen boven op de chip, en van chip naar chip op centometer afstanden en hele hoge bitrates Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • MAARTEN KUIJK