www.researchportal.be - 13 Nov 2015 10:51:49
Onderzoeksprojecten (1200 - 1250 van 5444) Zoekfilter: Classificaties: TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN (T)
Reactief magnetron sputterdepositie: een hybride model en haar experimentele verificatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project "Reactief magnetron sputterdepositie: een hybride model en haar experimentele verificatie" heeft tot doel de ontwikkeling van een hybride model voor de beschrijving van het reactief sputter proces. Dit doel zal o.a. bereikt worden door een combinatie van simulaties en experimenten. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Rationeel ontwerp van microporeuze katalysatoren via moleculaire modellering Universiteit Gent Abstract: Studie voor het MTO-proces van de specifieke rol van het omliggende rooster op de reactiviteit, en van manipulaties door variaties in topologie, door wijzigingen in compositie of door lokale modificaties aan het rooster met het inbouwen van bepaalde functionaliteiten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Michel Waroquier • Veronique Van Speybroeck
Rationeel ontwerp van mesoporeuze koolstof-adsorbentia voor de verwijdering vna organische polluenten uit water Universiteit Gent Abstract: De recente ontwikkelde geordende mesoporeuze koolstofmaterialen (OMC?s) via de organisch-organisch zachte templaat methode (gemakkelijk en duurzaam procedé), zijn potentiële kandidaten voor de volgende generatie van goedkope, maar uiterst efficiënte adsorbentia ter verwijdering van organische polluenten. Het effect van de adsorptiekarakteristieken, m.n. porievolume, poriediameter, symmetrie, specifiek oppervlak en functionele groepen op het oppervlak, van deze OMC?s op het adsorptiegedrag is tot op heden enkel op een kwalitatieve manier bestudeerd. Dit project gaat uit van een kwantitatieve benadering van de adsorptiekarakteristieken. Hiertoe zullen OMC?s met verschillende adsorptiekarakteristieken gesynthetiseerd worden door te variëren in carbonisatietemperaturen, door gebruik te maken van verschillende templaten, van verschillende koolstofprecursoren en met/zonder functionalisatie. De adsorbaten zijn organische modelmoleculen met verschillende grootte, polariteit en functionele groepen, zoals bisfenol A, carbamazepine en 17-beta-estradiol-acetaat. Deze modelmoleculen zijn polluenten welke behoren tot de zogenaamde ?emerging pollutants? welke volgens de Kaderrichtlijn Water tegen 2015 moeten verwijderd worden uit water. Van de gesynthetiseerde adsorbentia zullen eerst de significante adsorbenskarakteristieken, i.e. de adsorbensdescriptoren, bepaald worden door screening. Vervolgens zullen het evenwicht en de kinetiek van het adsorptieproces opgemeten en gemodelleerd worden. In de modelparameters zullen de adsorbensdescriptoren en adsorbaatkarakteristieken opgenomen worden. Met behulp van deze modellen worden de geschikte descriptorwaarden bepaald die corresponderen met het ideale adsorbens voor een optimale werking. Finaal zullen deze adsorbentia gesynthetiseerd en gevalideerd worden. Organisaties: • Vakgroep Industriële Technologie en Constructie
Onderzoekers: • Jeriffa De Clercq
Rationeel energieverbruik omtrent: De aanwending van elektrische en hybride voertuigen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Rationeel energieverbruik omtrent: De aanwending van elektrische en hybride voertuigen Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • GASTON MAGGETTO • JOERI VAN MIERLO
Rapportering van habitat status via aardobservatie en classificatietechnieken (HABISTAT). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is gericht op het ontwikkelen van een operationele methode om vegetatietypen en -overgangen in kaart te brengen, met als einddoel de toestand van habitats te bepalen. De voorgestelde technieken zijn voldoende algemeen om gelijk welk klassificatieprobleem via aardobservatie op verschillende toepassingen te ondersteunen. Onze focus ligt echter op de rapportering van de status van habitats, met als voorname toepassing de implementatie van de Europese richtlijn rond de Natura 2000 habitats. In aardobservatie hebben we dikwijls te maken met de beperkingen van de sensor. Er bestaat geen enkele sensor die zowel een optimale spectrale, spatiale als temporele resolutie bezit. De kartering van ecotopen is moeilijk zonder hyperspectrale data. De hyperspectrale satellitedata heft een geode ruimtelijke bedecking, maar heeft slechts een ruwe grondresolutie. Om de spatiale resolutie van satellietbeelden te verbeteren, stellen we een superresolutietechniek voor, die gebruik maakt van de complementiare informatie aanwezig in overlappende beelden. De conventionele classificatiemethoden voor de rapportering van habitats maken onvoldoende gebruik van de ruimtelijke en structurele dimensie. Een van de objectieven in dit project is juist om optimal gebruik te maken van de beschikbare sensoren. Spectrale informatie zal worden uitgebreid met ruimtelijke kenmerken (klassificatie van segmenten, contextuele kenmerken op basis van textuur). Door nabewerking van klassificatieresultaten (via clustering, regel-gebaseerde leerprocessen) zal de samenstelling van vegetatietypen worden bepaald. Dit is zowel van belang voor de diagnose van de huidige status van habitats, als voor modellering van de toekomstige evolutie ervan. Het vernieuwende aan dit voorstel is vooral de combinatie van deze verschillende technieken om de beschikbare gegevens ten volle te benutten. Meer dan een loutere verbetering van "state of the art" technieken als het inzetten van ruimtelijke kenmerken en superresolutie, wil dit project vooral het effect ervan nagaan op de nauwkeurigheid van de klassificatie. Daarbij zal het klassificatiekader worden verbeterd door de introductie van "ensemble classifiers". Het doel is daarbij om na te gaan in hoeverre dit type van classifier operationeel inzetbaar is met betrekking tot stabiliteit, nauwkeurigheid, gebruiksgemak en rekentijd. De ontwikkelde algoritmen and methoden voor de rapportering van de toestand van de habitats zullen specifiek worden geintegreerd en getest voor de rapportering van de status van Natura 2000 habitats in de "Special Areas for Conservation" (SACs). Hoewel deze proposal sterk is gericht op methodologie, spelt de eindgebruiker een voorname rol. Deze zal de ontwikkeling sturen en ook bepalen welke resultaten worden verwacht. INBO
en Alterra, beide actief betrokken bij de implementatie van de EU directieve voor de rapportering van Natura 2000 habitats in het bijzonder, en de kartering van vegetatie en habitats in het algemeen, zijn ideal geplaatst om de noden van de eindgebruiker te kennen. Dit inter-disciplinair voorstel is uniek omdat het de rapportering van de status van habitats met behulp van nieuwe en vergevorderde aardobservatietechnieken op een operationele manier benadert. De eindresultaten zullen bepalend zijn voor toekomstige methoden om biodiversiteit te bepalen en habitats op te volgen. Op technisch gebied zullen de resultaten onder andere interessant zijn voor de verdere ontwikkeling van nieuwe algemenemethoden binnen het gebied van de aardobservatie. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Paul Scheunders
RaPiDo-Vision Guided Random Picking for industrial Robots. KU Leuven Abstract: In vele toepassingen is het zo dat de te verplaatsen producten op willekeurige, vooraf onbekende posities liggen. Voor deze toepassingen is hetinteressant om over te schakelen naar industriële robotarmen die door visiesensoren geleid worden. Organisaties: • TC Werktuigk.Industr.Ing.tech.Diepenbeek
Onderzoekers: • Eric Demeester • Toon Goedemé
Rapid manufacturing van gereedschapsgebonden producten Hogeschool Gent Abstract: Het TIS-RM project wil innovatie stimuleren bij bedrijven die betrokken zijn bij het vervaardigen of ontwerpen van producten die gereedschapsgebonden zijn. Het betreft gereedschappen voor spuitgieten, blaasvormen, dieptrekken, plooien, extrusie en andere vormen van gieten of omvormen. De producten kunnen uit kunststof of metaal zijn.De internationale concurrentiekracht van deze ondernemingen moet versterkt worden. De doorlooptijd van de gereedschapsbouw moet drastisch gereduceerd worden. Daartoe wordt gekeken naar innovatie bij de technologische aspecten van de gereedschapsbouw: materiaalgroeitechnieken zoals Selective Laser Sintering, hogesnelheidsverspanen en hard verspanen. Ook de technologie van de verwerking van de files op de computer komt aan bod: cad/cam en het converteren van de digitale formaten voor de productbeschrijving.Om een product snel te kunnen ontwikkelen, moet er ook zorg besteed worden aan de omkadering van het productieproces. Men zal er zorg voor dragen dat het product van de eerste keer aan al de noden van de klant voldoet, terwijl men voortdurend aandachtig blijft voor verbeteringen. Het gebruik van technologische methodes zoals Failure Mode and Effect Analysis (FMEA) kan hierbij een hulp zijn. Ook de organisatorische aspecten zijn belangrijk om de doorlooptijd terug te dringen. Hier kan een aanpak zoals concurrent engineering een oplossing bieden. Naast technologische bijstand in individuele ondernemingen worden ook samenwerkingsverbanden en netwerken gestimuleerd. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Mechanica
Onderzoekers: • Ludwig Cardon
Raman-geinduceerde koeling in silicium-gebaseerde nanogolfgeleiders en verhoging van de Raman-efficientie via traagpropagerend licht in silicium-gebaseerde fotonische-kristal golfgeleiders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project situeert zich in het onderzoeksveld rond nonlineaire optiek, waar men licht materiaal interacties gebaseerd op een nonlineaire respons op het materiaal bestudeerd. Focus ligt op een speciale categorie van nonlineaire interactiesn namelijk Raman verstrooiing, in twee verschillende nanostructuren. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Raising the Level of Abstraction in Behavioral Modeling, Programming Patterns and Transformations (Verhogen van het niveau van abstractie in het modelleren van gedrag, programmeerpatronen en transformaties) KU Leuven Abstract: Sinds het prille begin van software ontwikkeling, was er een niet te stoppen vraag naar hogere productiviteit, betere kwaliteit en complexere software systemen. Als het probleem, dat door het software systeem opgelost moet worden, een hoge complexiteit heeft, dan zal het oplossen onvermijdelijk ook complex zijn. Deze inherente complexiteit wordt vaak aangeduid als essenti ̈ele complexiteit. De manier waarop software ontwikkeld wordt, veroorzaakt echter ook complexiteit. Betere software ontwikkelingsprocessen en betere technieken om software te bouwen, bijvoorbeeld programmeertalen, verminderen deze complexiteit. Lagere expressiviteit en minder abstractie introduceren onnodige en vermijdbare uitdagingen wat vaak aangeduid wordt als accidenti ̈ele complexiteit.Het doel van dit werk is bij te dragen tot een reductie van accidenti ̈ele complexiteit bij het bouwen van software systemen. Verbeteringen op drie verschillende plaatsen in het ontwikkelingsproces worden Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Eric Steegmans • Geert Delanote
Raingain. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Hydraulica
Onderzoekers: • Patrick Willems
RADIOTECT: ultra breedband radiotoepassing voor de lokalisatie van verborgen personen en de detectie van niet toegelaten objecten. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Het doel van dit project is het ondersteunen van 4 KMO's in innovatie, aanpassing van hun technologie, ontwikkeling van transnationale samenwerking en de uitbreiding van hun gezamelijke relaties. Deze doelstellingenzullen bereikt moeten worden in jhet specifiek domein van de breedband radio voor de detectie van verborgen personen en objecten. De KMO wensen nieuwe producten op de markt te brengen gebruik makend van een wereldwijd gepatenteerde techniek voor ultra breedband technologie, genaamd Maximale Lengte Binaire Sequentie technologie. De KMO's hebben de ondersteuning van leidende universiteiten zoals RTD providers nodig, om de beste data extractie-technieken voor beeldvorming door wanden en kleren te ontwikkelen, om te adviseren in hardware ontwikkeling en om een zetje te geven aan het ontwikkelingsproces met hun expertise en capaciteit. De KMO's hebben zich voorgenomen om de producten te verkopen aan de veiligheids- en reddingsmarkten. De KMO's in dit project zouden moeten ondersteund worden om te helpen de Europese kapitalen in kennis en vaardigheden op het vlak van ultra breedband technologie te verzekeren, dat heeft bewezen meer en meer geschikt te zijn voor verscheidene toepassingen. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI
RADIOTECT Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ultra breedband radio applicatie voor het localiseren van verborgen personen en detectie van ongeautoriseerde objecten Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI
Radiosensibiliserend potentieel van M1-gepolariseerde macrofagen in colorectale kanker: de rol van de door NO gemedieerde inhibitie van cellulaire respiratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Radiosensibilisatie van tumoren door geëxpandeerde T lymfocyten: NO en CO als determinanten van radiosensibiliteit via IFN-? signaaltransductie Inleiding A. Immuniteit en bestralingsgevoeligheid. Tumoren hebben vaak een gebrekkige vascularisatie waardoor ze hypoxisch zijn, wat radioresistentie en immunosuppressie in de hand werkt. Naast bacteriële immunoadjuvants (vb. CpG ODN) en antitumorale vaccins, duikt radiotherapie op als een alternatief middel om de tumorale immuniteit te bevorderen, via de creatie van een pro-inflammatoir milieu en de vrijmaking van tumor specifieke antigenen (1). De groep van Luka Milas toonde in een muis sarcoom model aan dat de toediening van CpG ODN gedurende radiotherapie niet alleen een belangrijke radiosensibilisatie veroorzaakt maar ook tumor rejectie via adaptieve T-cel reacties (2). B. Radiosensibilisatie door stikstofmonoxide (NO). Ons labo heeft het radiosensibiliserend potentieel van NO aangetoond, na vrijstelling door NOdonors en na endogene productie door het cytokine/LPS induceerbaar NOsynthase (iNOS, 3). Andere groepen beschreven een toegenomen bestralings-gevoeligheid van tumorcellen met iNOS overexpressie en chemosensibiliserende mechanismen (4,5). Wij toonden nadien aan dat lipid A en zijn derivaat OM-174, een immunoadjuvants in klinisch gebruik, hypoxische tumorcellen radiosensibiliseert via de secretie van cytokines door immuuncellen, gevolgd door iNOS inductie in tumorcellen (6-8). Deze immunoadjuvants, die derivaten zijn van bacterieel LPS, interageren met TLR4 receptoren op antigen presenterende cellen, maar niet op T cellen. Onze recente hypothese was dat de TLR4 signaaltransductie doorgegeven werd van antigenpresenterende cellen naar T cellen via de IL-2/IL-12/IL-18 cytokine cascade, en dat de geactiveerde T cellen tumorcellen radiosensibiliseren via secretie van interferon (IFN)-? en inductie van iNOS (8). Onze recente data bevestigen dat muriene CD8+ cellen, na beperkte expansie en activatie d.m.v. geïmmobiliseerde anti-CD3/CD28 antilichamen zowel een IFN-?+ fenotype als radiosensibiliserende eigenschappen hebben (9). C. NO signaaltransductie naar heme oxygenase-1 (HO-1). Het HO-1 enzym dat geïnduceerd wordt bij stress, converteert haem naar biliverdine en koolstofmonoxide (CO). Dit gen wordt frequent geïnduceerd na iNOS inductie, als beschermingsmechanisme tegen NO radicalen (10). Dezelfde beschermende effecten werden aangetoond voor de CORMs, een groep van chemische CO donors (11). HO-1 wordt eveneens geactiveerd door hypoxie-reoxygenatie, wat relevant is voor het dynamisch karakter van tumorale hypoxie, te wijten aan tijdelijke occlusies van tumorale bloedvaten en veranderingen in oxygenatie tijdens radiotherapie. Men suggereert dat CO/biliverdine aërobe tumorcellen kan beschermen tegen bestraling via anti-apoptotische mechanismen. Het valt echter niet uit te sluiten dat CO een opponerend effect heeft in hypoxie, en onder deze omstandigheden tumorcellen kan radiosensibiliseren via inhibitie van mitochondriale respiratie en bijgevolg sparen van zuurstof, een cellulair mechanisme dat beschreven werd in 1% zuurstof. D. Colorectale kanker. Preoperatieve (chemo)radiotherapie is "standard of care" in stadium II & III rectumkanker, maar is geassocieerd met acute en laattijdige graad 3 en 4 toxiciteit bij respectievelijk 27% en 14% van de patiënten. Eén manier om deze toxiciteit te verminderen is de creatie van conformele dosisdistributies die nauw aansluiten rond het planningsdoelvolume, via bv. gebruik van intensiteitsgemoduleerde radiotherapie (IMRT, 12). Image-guided radiotherapy (IGRT) laat toe om het bestraald volume omgevende organen verder te verminderen, daar het een reductie toelaat van de veiligheidsmarge die dient genomen te worden om te compenseren voor dagelijkse set-up fouten en beweging van organen (vb. Blaasvulling, 13). Wij onderzoeken in een fase II studie in hoeverre de dagelijkse implementatie van IMRT + IGRT de toxiciteit kan verminderen en of een geïntegreerde simultane bestralingsboost op de tumor, de radiosensibiliserende effecten van 5-FU kan vervangen (14). Een andere manier om de therapeutische ratio te verbeteren is gebruik te maken van specifieke eigenschappen van het tumorale micromilieu, nl. hypoxie en het proinflammatoir tumor infiltraat. Rigoureuze analyse van de operatiestukken van de Nederlandse TME studie toonde aan dat patiënten met een uitgebreid pro-inflammatoir tumor infiltraat een significant lager risico hadden voor locoregionaal herval en voor de ontwikkeling van metastasen (15). Bovendien suggereert onze experimentele data dat het pro-inflammatoir iNOS enzym kan gebruikt worden voor radiosensibilisatie. Binnen deze context is het belangrijk te benadrukken dat de functie van het darmepitheel en de ontwikkeling van colorectale kanker nauw verbonden is met de expressie van iNOS, wellicht als gevolg van de continue blootstelling aan intraluminaal LPS, aanwezig in de celwand van gram- bacteriën (16). E. Hypothese. Recente ontwikkelingen maken het mogelijk om T cellen op grote schaal ex vivo te expanderen door polyclonale stimulatie via CD3TCR (T-cel receptor), het CD28 molecule en IL-2. Deze aanpak werd ontwikkeld voor adaptieve immunotherapie 17,18). Commercieel verkrijgbare kits met CD3/CD28 beads (alternatief voor geïmmobiliseerde antilichamen) zijn verkrijgbaar voor humane en muriene T-cel expansie, al dan niet gecombineerd met priming door tumor specifieke antigenen. Wanneer deze CD4+ en CD8+ T cellen gerestimuleerd worden, vertonen ze naast IFN- ?+, een granzymeB/porfirine+ (markers van cytotoxiciteit) fenotype. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • GUY STORME • Dirk VERELLEN • Mark DE RIDDER
Radiosensibiliserend potentieel van M1 - gepolariseerde macrofagen in colorectale kanker: de rol van de door NO gemedieerde inhibitie van cellulaire respiratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Colorectale kanker wordt gekenmerkt door een anti-tumorale Ml/Thl polarisatie van het pro-inflammatoir infiltraat, dat o.a. tumorgeassocieerde macrofagen (Tumor Associated Macrophages: TAM) bevat. Het doel van dit project is om het radiosensitizerend potentieel van deze M1-gepolarizeerde macrofagen, waarvan gekend is dat ze nitric oxide (NO) genereren via de induceerbare isovorm van nitric oxide (iNOS), te exploreren. Onze hypothese is dat: (A) Ml macrofagen voldoende NO produceren om de zuurstofconsumptie van nabijgelegen tumorcellen te inhiberen, en dat (B) de hierbij gespaarde zuurstof de oxygenatie en dus ook de radiorespons van hypoxische tumoren verbetert. Een in vitro 'proofof-concept' model zal bestaan uit een co-cultuur van colorectale tumor cellen (van zowel muis als humane oorsprong) met M1 macrofagen onder gelimiteerde zuurstof diffusie in een 'Tissue-Mimetic Culture System'. De kinetiek van zuurstofconsumptie zal gemeten worden m.b. v. 'fibrooptische biosensing', en gelinkt worden met de radiorespons van tumorcellen a.d.h.v. een 'colony formation assay'. voo: de in vivo validatie zal het radiosensibiliserend potentieel van CpG ODN, een klinische M1/Th1-type immunostimulator, onderzocht worden in het CT26 colorectaal kanker model bij BALB/c muizen. Dit experimenteel deel zal aangevuld worden met een translationele studie bij 115 patrenten met rectumkanker, met als doel een gedetalileerde immunotypering van het pro-Inflammatolre infiltraat te linken aan de respons op pre-operatieve radiotherapie. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Mark DE RIDDER
Radionuclide therapie met nanobodies voor de behandeling van kanker(Onderzoeker Matthias D'HUYVETTER) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nucleaire geneeskunde is het specialisme dat gebruik maakt van zogenoemde open radioactieve stoffen. Deze radioactieve stoffen kunnen in het lichaam worden toegediend om zo een diagnose te kunnen stellen (= diagnostiek) of om, van binnenuit, een ziekte te behandelen (= radionuclidentherapie). Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE
Radio-Frequente aansturing van Acousto-Optical Tunable Filters; Design,realisatie en kwalificatie van analoge en digitale modules voor ESA KU Leuven Abstract: Het ALTIUS-instrument is een driekanaals spectrale imager die aanboord zal geplaatst worden van een PROBA-satelliet. Het ALTIUSproject (satelliet plus instrument) wordt ontwikkeld onder toezicht van ESA. HetALTIUS-instrument zal hyperspectrale beelden nemen van de limb van de Aarde. Het zal daarvoor gebruik maken van verschillende technieken, zoals'direct limb viewing', ster- en zonsverduisteringen en metingen uitvoeren in het visuele, nabij infrarode en ultraviolette golflengtegebied vanhet spectrum. In elk van de drie kanalen zal gebruik gemaakt worden vaneen AOTF, een Acousto-Optical Tunable Filter, die zal toelaten snelle golflengtescans uit te voeren in de front end optica van een tweedimensionaal detectiesysteem.Voor deze AOTFs zullen drie sturingen ontwikkeld worden, met telkens andere specificaties voor resolutie, gevoeligheid, frequentiegebied, elektrische en optische performantie. Deze sturingen zullen zo gebouwd worden dat ze een verblijfvan meerdere jaren in een ruimte-omg Organisaties: • Afdeling ESAT - TELEMIC
Onderzoekers: • Emmanuel Van Lil • Paul Leroux • N. N.
Radioactief gemerkte Pept-Ins voor in vivo beeldvorming. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Radiofarmacie
Onderzoekers: • Guy Bormans • Joost Schymkowitz • Maxime Siemons
Radiation heat transfer and optical analysis of solar thermal cracking process KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TC Werktuigk.Industr.Ing.techn. De Nayer
Onderzoekers: • Nesrin Ozalp • Xiaonan WU
Raamwerkovereenkomst. Dienstverlening Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Optoelectronic Industry and Technology Development Association OITDA' hebben voor het project ' Framework Agreement. Providing services on a case by case basis.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HEIDI OTTEVAERE
QUICOM KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Structurele Materialen
Onderzoekers: • Stepan Vladimirovitch Lomov • Martine Wevers • Ilya Straumit
Quantum Spin-Off - aansluiting van scholen met high-tech onderzoek en ondernemerschap Universiteit Hasselt Abstract: Het merendeel van de wetenschapsleerkrachten bevat niet de expertise om nanowetenschappen in de klaslokalen te brengen, daarnaast bezitten ze ook niet het netwerk aan contacten waardoor ze hun leerlingen in contact kunnen laten brengen met echte wetenschappers en ze ook te laten stappen in de wereld van nano-onderzoek en hig-tech ondernemerschap. Aan de andere kant, out-reach activiteiten voor scholen georganiseerd door onderzoekscentra en bedrijven zijn vaak niet van toepassing op de moderne pedagogische benaderingen voor wetenschap en kunnen slechts een kleine impact hebben op de motivatie van de leerlingen. Als resultaat krijgen jonge mensen, terwijl ze toch grote consumenten van high-tech producten zijn, vaak niet de kans de fascinerende processen te begrijpen die komen uit fundamentele wetenschappelijke ideeën tot toegepaste wetenschap, ondernemerschap en uiteindelijk het technologische product dat ze gebruiken. Het doel van dit project is wetenschapsleerkrachten en hun leerlingen in direct contact te brengen met onderzoek en ondernemerschap in de hightech nano sector, om zo een nieuwe generatie van wetenschappelijk geletterde Europese burgers te onderwijzen en jonge mensen te inspireren om te kiezen voor wetenschappelijke en technologische carrières. Teams van leerlingen, begeleid door wetenschapsleerkrachten, zullen uitgedaagd worden een verantwoordelijke en sociaal relevante valorisatie van een wetenschappelijke paper te creëren in samenwerking met actuele onderzoekers en ondernemers. Ze zullen high-tech onderzoekslaboratoria bezoeken en zullen strijden om de Europese Quantum Spin-Off prijs. Wetenschappelijke en technologische inzichten, creativiteit en verantwoordelijk ondernemerschap zullen allen in aanmerking genomen worden door de jury van deskundigen. Leerkrachten zullen getraind worden in internationale en nationale workshops om zo het onderzoekend leerproces van hun leerlingen te ondersteunen. Organisaties: • Engineering Materials and Applications • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Wim DEFERME • Sabine BERTHO
Quantum-mechanical modeling of trap-assisted tunneling for TFET, MOSFETand memory devices KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Guido Groeseneken • Mazharuddin Mohammed
Quantificeren en reduceren van onzekerheid voor de dynamische analyse van structuren. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bouwmechanica
Onderzoekers: • Geert Lombaert • Geert Degrande • Guido De Roeck
Quantification of technical performances, cyclist experience and safetyof speed pedelecs for commuter use KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TC Elektrotechniek (ESAT) Gent-Aalst
Onderzoekers: • Jan Cappelle • Bram Rotthier • Teodora-Emilia Motoasca
Quantification and reduction of parameter uncertainty of dynamic soil characteristics KU Leuven Abstract: Nauwkeurige numerieke voorspellingen van trillingen in de bebouwde omgeving vereisen een gedetailleerde kennis van de dynamische grondkarakteristieken. Zelfs voor relatief eenvoudige gevallen, is het moeilijk om grondparameters te bekomen die in een goede nauwkeurige voorspelling resulteren, vooral in de hoge frequentie range. Dit project focust op de kwantificering en reductie van parameteronzekerheid met betrekking tot dynamische grondkarakteristieken.Parameteronzekerheid wordt veroorzaakt door beperkte resolutie van geofysische testen die een onnauwkeurige karakterisering van de dynamische grondeigenschappen opleveren. Het eerste deel van het onderzoek zal zich concentreren op het ontwikkelen van een Bayesiaanse updatingsprocedure voor de Spectrale Analyse van Oppervlaktegolven (SASW) methode om de snelheid van S-golven en eigenschappen zoals de Poissons ratio en de materiaal dempingsratios.Aangezien deexploratiediepte van de SASW methode beperkt is zullen er aanvullend SCPT tests, Organisaties: • Afdeling Bouwmechanica
Onderzoekers: • Geert Lombaert • Geert Degrande • Ramses Verachtert
Quality of service in cognitieve netwerken (QOCON). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van QoON is de ontwikkeling van een oplossing gebaseerd op cognitieve radio en cognitieve netwerken met kwaliteitsgarantie (QoS) bij de draadloze transmissie van data. Het plan van dit voorstel is om het hoofd te bieden aan de overbezetting van het draadloze spectrum en aan de stoorsignalen door het invoeren van 'spectrum sensing', de meest elementaire functie van cognitieve radio's, en cognitieve netwerken. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia
Quality evolution of thermally and high pressure processed apple juicesduring storage KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Ann Van Loey • Carolien Buvé
Quality Evolution during Ambient Storage of Heat Treated Orange / MangoJuice KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Ann Van Loey • Wibowo Scheling
QoS ondersteuning in heterogene draadloze sensornetwerken met behulp van gedistribueerde 'Reinforcment Learning' technieken Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de ontwikkeling van een adaptieve QoS netwerkarchitectuur voor draadloze sensornetwerken die een waarachtig multi agent systeem gebaseerd Reinforcement Learning algoritme incorporeert. Dit MAS-RL algoritme zal op gedistribueerde wijze intelligente beslissingen nemen omtrent de optimale werkingsmode voor iedere knoop, rekening houdend met de verschillende belangen en beperkingen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Ingrid Moerman
Q-MATCH: kwaliteitstoezicht, adaptatie, transport en controle van in-huis multimediadiensten Universiteit Gent Abstract: Heterogenen huisnetwerken, die in-huis multimedia applicaties transportere, zullen tot ernstige QoS conflicten leiden waarvoor momenteel noch lokale noch op-afstand controle-oplossingen voorhanden zijn die ten volle de noden van alle belanghebbenden bevredigen. Dit project odnerzoekt mogelijke oplossingen en de vereisten voor platformen voor multimediaal dienstbeheer, servers voor op-afstand beheer van gebruikstoestellen in de huiskamer, en QoS beheer tot op de gebruikstoestellen. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel
Q Direct ontwikkeling van referentiedocumenten voor Belgische kwaliteitssystemen voor kleinschalige hernieuwbare energiesystemen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tot 2008 werd de ontwikkeling van hernieuwbare energie technologieën omkaderd door weinig veeleisende wetgeving, bestaande uit nietbindende doelstellingen. Sinds de goedkeuring van de Richtlijn Hernieuwbare Elektriciteit en de Richtlijn inzake de bevordering van Hernieuwbare Energie, worden het energie- en milieubeleid onderworpen aan juridisch bindende doelstellingen. Daarom moeten ze beschikken over doeltreffende systemen van prestatie-evaluatie. Sommige hernieuwbare energie technologieën (HET) kennen een snel groeiende markt, met een constant evoluerend product. In België zijn er grote verschillen waar te nemen tussen de technologieën op het gebied van marktpenetratie en marketingkanaal, in het bijzonder omdat de mechanismen en het niveau van financiële steun verschillend zijn in de Gewesten. Een aantal ondersteuningsmechanismen hebben geleid tot een versterkt aanbod van een groot aantal leveranciers en installateurs van HET op de markt, wat geleid heeft tot een reeks van producten en diensten die sterk gediversifieerd zijn en met name dus een gebrek hebben aan gekwalificeerde professionele structuren. In tegenstelling hiermee verwachten de eindgebruikers van deze technologieën producten en diensten van hoge kwaliteit.Veel studies tonen aan dat kwaliteitsborging voor de HET (opkomende of reeds gevestigde) een belangrijk onderdeel is van hun groei en duurzame ontwikkeling in de Europese markt. Een bijzonder aspect van het onderzoek was om het ontwerp van een kwaliteitssysteem aan te pakken op verschillende niveaus, afhankelijk van de doelgroep van begunstigden, het niveau van vermarkting van het product en de technologie. Het belangrijkste doel van het onderzoek was om aanbevelingen voor beleidsmakers te formuleren om de groei van systemen van decentrale productie van duurzame energie in België te ontwikkelen, op basis van gemeenschappelijke ambitieniveaus en kwaliteitsnormen voor de verschillende technologieën. Het geïntegreerde systeem voor kwaliteitscontrole moet zo zijn ontworpen dat het later kan worden beheerd door een operator - onafhankelijke derde partij en moet zorgen voor een niveau van vertrouwen en kwaliteitsgaranties voor de eindgebruiker die vergelijkbaar zijn in termen van product, het ontwerp van het geïnstalleerde systeem, de installatiekwaliteit en prestaties, ongeacht de technologie. Organisaties: • Toegepaste Mechanica
Onderzoekers: • JACQUES DE RUYCK
PUPA 1.0 Universiteit Gent Abstract: Het Project beoogt primair de opbouw van nieuwe kennis voor de creatie van een nieuw voorwerp (handtas/sjaal) met gebruik van nieuwe technologie (3D-printing). Het is hierbij de bedoeling om 'Intelligent Textiel in Vlaanderen' naar een ander niveau te brengen, door creativiteit, technologie en functionaliteit te verbinden met 3D-printing en intelligent textiel. Vie de ontwikkeling van een interactieve biomimetisce handtas en sjaal, die vormelijk, esthetisch en functioneel geïnspireerd is op de cocon van vlinders en vlinderpatronen wil men een blik op de toekomst geven en de mogelijkheid om te creëren via internet illustreren. Organisaties: • Vakgroep Textielkunde
Onderzoekers: • Lieva Van Langenhove
Publieke Ruimte als een middel voor Sociale Cohesie en Diversiteit: eenMeervoudige Lezing van de Ravalbuurt, Barcelona, Spanje. KU Leuven Abstract: Het thema van dit ERASMUS / IP is : Publieke Ruimte als een middel voorSociale Cohesie en Diversiteit: een Meervoudige Lezing van de Ravalbuurt, Barcelona, Spanje. Deze internationale workshop heeft een meervoudige aanpak om het collectief gebruik van challenged public spaces te bestuderen en ontwerpen, een eis die de snel veranderende hedendaagse samenleving stelt. De resultaten en discussies over de manieren om stedelijke ruimtes toe te eigenen op een tolerante en meervoudige manier, zullen een sterke meerwaarde betekenen voor het beter begrijpen van de hedendaagse openbare ruimte, dat in toenemende mate gescheiden en gespecialiseerd wordt. De workshop is onderdeel van een breder internationaal onderzoeksproject, genaamd Streetscape Territories , dat de relatie tussen het publiek en privaat gebruik van stedelijke ruimte onderzoekt: een reeks van onderzoeks- en ontwerpprojecten richten zich op permeabiliteit,modellen van nabijheid, toegankelijkheid en configuratie van territoriale g Organisaties: • Architectuur Sint-Lucas
Onderzoekers: • Kris Scheerlinck • Gideon Boie
Publicatie en organisatie van workshop betreffende mobiliteit en logistiek in Brussel Vrije Universiteit Brussel Abstract: Presentatie boek "Mobiliteit en Logistiek in Brussel" Organisaties: • Business Technologies and Operations
Onderzoekers: • CATHY MACHARIS
Pseudoductiliteit door multi-schaal hybridisatie als vertaaiingsstrategie voor brosse vezelcomposieten KU Leuven Abstract: Vezelversterkte polymeercomposieten worden gekenmerkt door hun hoge specifieke stijfheid en sterkte. De voornaamste toepassingsgebieden zijn dan ook die waar hoge eisen gesteld worden , zoals in de lucht-, ruimtevaart- en sportindustrie, maar ook in de automobiel- en windenergie-sector.Er zijn echter meerdere problemen die er voor zorgen dat het potentieelvan vezelversterkte materialen niet volledig benut kan worden. De meeste vezels zijn zeer bros en falen abrupt, zonder plastisch te vervormen. Daarom moeten er steeds zeer hoge veiligheidsfactoren, zelfs factoren tot 12, in acht genomen worden bij het ontwerpen met polymeercomposieten. De taaiheid en ductiliteit van polymeercomposieten zijn dus de limiterende factoren bij het ontwerp voor structurele toepassingen. Dit project beoogt het verbeteren van deze eigenschappen door de introductie van pseudoductiliteit in het composiet. Pseudoductiliteit wordt gedefinieerd als niet-plastisch materiaalgedrag dat desondanks een spanning-vervorm Organisaties: • Departement Materiaalkunde
Onderzoekers: • Jan Ivens • Larissa Gorbatikh • Yannick Meerten
Protocols voor draadloze multimedia sensornetwerken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel het opstellen van principes voor algoritmen en protocols gerelateerd met medium access controle, routering en resource allocatie in draadloze multimedia sensornetwerken die toelaten QoS provisionering te ondersteunen, rekening houdend met de karakteristieken van multimedia stromen en van draadloze sensornetwerken. Deze mechanismen zijn gedistribueerd, schaalbaar en passen zich aan aan de dynamiek van het netwerk. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia • Daniel van den Akker
Prothesebeha's, aangepast aan anatomische veranderingen in de borst en biomechanische afwijkingen na borstheelkunde. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Prothesebeha's, aangepast aan anatomische veranderingen in de borst en biomechanische afwijkingen na borstheelkunde. Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie • Heelkundige Specialiteiten
Onderzoekers: • PIERRE LIEVENS • JAN LAMOTE
Proteoomonderzoek naar de biosynthese van oppervlakte actieve stoffen in gist. Universiteit Antwerpen Abstract: Door gebruik te maken van een proteeomtechnische benadering wordt getracht een metabool profiel van een fermentatie op te stellen. Hierbij wordt Candida bombicola als model gebruikt voor de fermentatie van recycleerbare oliën en de productie van sophorolipiden. Door de cultuurparameters te optimaliseren wordt de lipide productie met het fenotype geliëerd met als doel een stam te selecteren die voor industriële fermentatie gebruikt kan worden. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Erwin J M Witters
Protein-protein interactions in the human fungal pathogen Candida albicans: analysis of essential interactions in vivo using complementary two-hybrid based methods KU Leuven Abstract: Bimoleculaire fluorescentie complementatie (BiFC) is een zeer waardevolle techniek voor de detectie van proteïne-proteïne interacties in vivo en is complementair aan andere technieken zoals het klassieke two-hybrid systeem. Het biedt informatie over de in vivo lokalisatie van de interactie in de normale cellulaire omgeving. BiFC is gebaseerd op de assemblage van een fluorofoor zoals GFP, YFP of CFP, wanneer twee proteïnen, elk gekoppeld aan een van de twee fragmenten van de fluorofoor, met elkaar interageren. Daarenboven is er geen nood aan staining met bepaalde kleurstoffen en kan de techniek uitgevoerd worden met een standaard epifluorescentie microscoop. 'Single-colour BiFC' is een techniek die reeds vaak gebruikt en beschreven werd voor hogere eukaryoten zoals planten en zoogdiersystemen, maar het werd ook meer recent toegepast op verschillende gisten waaronder de modelsystemen Saccharomyces cerevisiae en Schyzosaccharomyces pombe (Subramaniam et al., 2001; Boruc et al., 2010; Kerp Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Patrick Van Dijck • Hélène Tournu • Ana Subotic
Protein adsorption on pectin-alginate hydrogels KU Leuven Abstract: De interessante eigenschappen van hydrofobinen zijn van significant belang voor biotechnologen omdat ze potentieel tot talrijke toepassingen kunnen leiden. Hydrofobinen zijn amfifiele moleculen die voornamelijk geproduceerd worden door Ascomycetes sp. en Basidiomycetes sp. Gebaseerd op verschillen in hydropathische patronen en biofysische eigenschappen kunnen hydrofobinen worden onderverdeeld in twee groepen: Klasse I en Klasse II. Hydrofobinen kunnen zichzelf assembleren in een monolaag op een hydrofobe hydrofiele interface, zoals de water-lucht interface. De monolaag, gevormd door Klasse I hydrofobinen, heeft een sterk geordende structuur en kan alleen worden gedissocieerd door sterke zuren. Klasse II hydrofobinen, daarentegen, vormen een flexibele en elastische structuur die gemakkelijk kan gedissocieerd worden met behulp van ethanol 60%. Deze laatstgenoemde moleculen hebben een grote reikwijdte maar precieze kennis over de oppervlaktechemie van de volledige structuur ontbree Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Guy Derdelinckx
Protection e-Textiles: MicroNanoStructured fibre systems for Emergency-Disaster Wear Universiteit Gent Abstract: Binnen het Sixth Framework Program van de EU participeren de Vakgroepen Informatietechnologie (INTEC) en Textielkunde aan het ProeTEX Integrated Project dat instaat voor de ontwikkeling van intelligente brandweerpakken. Het onderzoek onder leiding van prof. Rogier (INTEC) omvat de ontwikkeling van antennes uit textielmaterialen voor de draadloze communicatie van lichaams- en omgevingsparameters van de reddingswerker naar een centrale commandopost. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Hendrik Rogier
Pro-multilingua. Leonardo Da Vinci : Transfert van innovatie op het gebied van professionele meertalige communicatie. Universiteit Hasselt Abstract: Voor het nieuwe, uitgebreide Europa is het momenteel een grote uitdaging om nieuwe instrumenten te creëren die de weg effenen voor een beter begrip en een betere kennis van haar talen en culturen, en dit in de meest brede zin maar tegelijkertijd ook in de meer beperkte betekenis van bedrijfstalen en -culturen. Een beter begrip van talen en culturen maakt de ontwikkeling van economische en menselijke uitwisselingen mogelijk. PRO-MULTILINGUA, dat zich baseert op de internationale onderzoeksresultaten van Leomep (1998-2000), stelt zich als doel de Roemeense taal te integreren in het meertalig en intercultureel modulesysteem (gerealiseerd tijdens de Europese projecten Leomep-Multi 20002003 en Com-I-N-Europe 2003-2005) en heeft bedrijfskaders die internationaal zakendoen tot doelgroep. De 29 Plurilinguamodules, die aan de basis van dit project staan, werden door de EU uitgebreid gelauwerd voor hun doelgerichtheid en worden gepromoot door beroepsverenigingen, werkgeversorganisaties, opleiders en privébedrijven. Het voorgestelde PRO-MULTILINGUA-partnerschap onderscheidt zich door het feit dat de competentiegebieden van elke ploeg interdisciplinair zijn en perfect de desbetreffende gebieden omvatten. Het Roemeens zal toegevoegd worden, zowel als brontaal en -cultuur als doeltaal en -cultuur en dit in combinatie met Duits en Frans. Dit zal de interactie op het gebied van economische activiteiten vergemakkelijken tussen Roemenië en de Europese lidstaten van de eerste generatie en meer bepaald met de landen die Frans of Duits als één van hun voertalen hebben (Frankrijk, België, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Groot-Hertogdom Luxemburg). De keuze voor het Frans en het Duits beantwoordt aan de Roemeense economische realiteit: de frans- en duitstalige inversteerders zijn de laatste jaren duidelijk meer geïnteresseerd in de Roemeense markt. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
• Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
PROMAG: Verwerking van materialen door de toepassing van een sterk magnetisch veld. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de fabricage van materialen met toepassing van sterke magnetische velden met grotere afmetingen aan een redelijke prijs. Voor dit specifieke project werden processen geselecteerd, die van strategische waarde zijn voor de betrokken onderzoeksgemeenschap, alsook voor de materiaalverwerkende industrie in Vlaanderen. De belangrijkste processen zijn: a) het verwijderen van fijne inclusies uit vloeibaar metaal en b) het structureren van functionele keramieken voor verbeterde eigenschappen. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool
Projectsubsidie: kunstendecreet 2011: project lijnstad 19 Universiteit Gent Abstract: De Vlaamse ruimtelijke context wordt gekenmerkt door een bijzonder dicht netwerk aan infrastructuur, een verzameling van weinig betekenisvolle plekken, onder meer ingegeven vanuit een economische logica waar ontwerp een ondergeschikte rol toebedeeld kreeg ('netwerkstad'). Het project Lijnstad 19. Ruimte voor infrastructuur behandelt de fundamentele vraag hoe deze infrastructuur een plaats kan krijgen en een rol kan opeisen in de hedendaagse Vlaamse ruimtelijke context en maatschappij. Het voorliggende dossier geeft aan te willen inspelen op een realiteit die zich vandaag steeds sneller opdringt en wil een platform bieden voor uitwisseling van gedachten over en interpretaties van de ruimte voor infrastructuur. Deze aanvraag voor een projectsubsidie (Fase 1) xordt ingediend om de eerste stap te kunnen zetten naar en groter project (fase 2) waarvoor volgend jaar een nieuwe aanvraag voor zou ingediend worden. Het project wordt gekaderd binnen het onderzoek naar infrastructuur aan de Vakgroep Architectuur & Stedenbouw en aan het Labo Stedenbouw (UGent). Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Pieter Uyttenhove
PROJECTREGIS PILOOTPROJECT WONEN. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur en Ontwerpen
Onderzoekers: • Bruno De Meulder
Project partner overeenkomst: 3D Time-Of-Flight beeldverbetering Processing Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Softkinetic NV' hebben voor het project ' Project Partner Agreement 3D Time-Of-Flight Image Processing Enhancement' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI
Project: MPS ID 798-02, DMTA testing on polyethylene oxide for Tapentadol. Vrije Universiteit Brussel Abstract: DMTA testen op polyethyleenoxyde voor het gebruik ervan in een pharmaceutisch tablet Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • Christophe BLOCK • GUY VAN ASSCHE
Project Lead Agency ARRS Invloed van sterk heterogene constitutieve materiaaleigenschappen op de structurele integriteit van een las met defecten Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt de aanvaardbaarheid van fouten in complexe heterogene lassen bestudeerd. Centraal zijn de ontwikkeling van analytische (slipveld theorie) en eindige elementen modellen, die in staat zijn het vervormings- en scheurgroeigedrag van zulke lassen te beschrijven. Deze modellen worden experimenteel gevalideerd op basis van breukmechanische proeven onder trek, voorzien van optische instrumentatie voor rekbepaling in een twee-dimensionaal veld. Organisaties: • Vakgroep Mechanische constructie en productie
Onderzoekers: • Wim De Waele
Project laserscanning: technologische kennisoverdracht Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Bouwkunde
Onderzoekers: • Greta Deruyter
project context-oriented programming Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tijdens het afgelopen decennium is het in een groeiend aantal software scenario's duidelijk geworden dat de buigzaamheid van software ernstig te kort schiet. Steeds vaker merken we de noodzaak op om code te schrijven waarvan de betekenis niet volledig door zijn constituenten alleen wordt bepaald, maar gedeeltelijk van de context afhangt waarin de software wordt gebruikt. Het doel van dit project is een begrip te ontwikkelen en te vestigen van context-georiënteerde programmering die verder gaat dan traditionele programmeringsparadigma's. Er is nood aan een hoge graad van adaptivitiy en/of aanpassingsvermogen, en er is reeds een traditie van onderzoek binnen verscheidene computerwetenschap gebieden die gedeeltelijk deze begrippen behandelen. Nochtans concentreert dit voorstel zich niet op aan het vakgebied verbonden oplossingen, maar eerder op de ontwikkeling van een programmeringsparadigma en ondersteunende programmeertaalconcepten en technieken voor algemeen gebruik die de onderhoudbaarheid, de robuustheid en de herbruikbaarheid van software verbeteren die in hoogst dynamische milieu's moeten passen. Op deze wijze, zullen wij een brede waaier van onderzoeksgebieden de middelen verstrekken om zich op het gewenste gedrag te concentreren en context-afhankelijke begrippen correct uit te drukken op een beknopte en geschikte manier, zonder te worden afgeleid door ongeschikte taalconcepten. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT