HOOFDSTUK 3
3.1.
ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
Schoolorganisatie
De Waterwilg is een katholieke school binnen Nootdorp. Voor het schooljaar 2015-2016 hebben wij groepen 1 tot en met 8. Zo is De Waterwilg in 17 jaar tijd uitgegroeid tot een volwaardige basisschool. De school is een school met differentiatie binnen klassenverband. Er wordt gewerkt in groepen waarbij het niveau aansluit bij het leervermogen van het kind. Daarnaast proberen wij de visie en de kwaliteit te waarborgen waar wij voor staan. Op De Waterwilg kiezen wij voor de combinatiegroep 1 – 2. Dat is een bewuste keuze. Elk schooljaar proberen wij met deze combinatie te starten. Vier-, vijf- en zesjarigen zitten in een groep bij elkaar. Al spelend komen de leerlingen tot leren. Het onderlinge samenspel en samen spelen is daarbij belang. De Waterwilg heeft 7 kleutergroepen. Hierna zijn er steeds 3 parallelgroepen samengesteld. In totaal heeft de school 27 groepen (extra SEN- en Kangoeroegroep). Elk jaar wordt er opnieuw bekeken hoe de groepen worden samengesteld. Het kan zijn dat groepen doorgaan in dezelfde samenstelling, maar het kan ook zo zijn dat er besloten wordt groepssamenstellingen te wijzigen of dat leerlingen in één schooljaar van groep veranderen. Standaard zal dit gebeuren na groep 5. Wij gaan hierover niet met ouders, anders dan de eigen ouders in gesprek.
3.2.
De aanmelding van nieuwe leerlingen
Aanmelding van jonge leerlingen: De aanmelding van een leerling gaat als volgt: als u belangstelling heeft voor onze school, kunt u bellen voor een afspraak. Carla Yperlaan en/of Agneta Tuijl van de administratie staan u graag te woord. De schoolgids vindt u digitaal op de site. Tijdens het gesprek heeft u gelegenheid tot het stellen van vragen en u krijgt een rondleiding door het gebouw. Na afloop van dit gesprek ontvangt u het voorlopige aanmeldingsformulier. Omdat het belangrijk is dat dit formulier correct en volledig wordt ingevuld, wordt dit formulier met u doorgenomen en ontvangt u, wanneer u dat wilt, een papieren versie van de schoolgids. Wanneer u uw kind inschrijft is het ook van belang, dat u een kopie van het Burgerservicenummer meestuurt (kopie paspoort of zorgpas). Wanneer alles binnen is, ontvangt u een bewijs van voorlopige inschrijving. De Waterwilg hanteert een voorlopige plaatsing. Meestal zijn kinderen heel jong als zij worden aangemeld en is de school op dat moment nog niet in staat om te bepalen of zij het kind op vierjarige leeftijd een passende onderwijsplek kunnen bieden. Om dat te kunnen bepalen, zijn ouders een belangrijke bron van informatie voor ons. Wij sturen u daarom drie maanden voordat uw kind vier jaar wordt een vragenlijst toe met het verzoek deze zo snel mogelijk ingevuld aan ons te retourneren. De vragen hebben betrekking op de voorschoolse ontwikkeling. Ook zullen wij u vragen of er informatie van de voorschoolse periode, bijvoorbeeld van het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal, beschikbaar is. Na ontvangst van de gevraagde informatie neemt de school binnen zes weken een besluit over plaatsing. Mocht dit besluit binnen zes weken niet genomen kunnen worden, dan kan de school de termijn om een besluit te nemen met vier weken verlengen. Bij de meeste aanmeldingen zal het kind geplaatst kunnen worden. Indien de school meent dat de ondersteuning niet op De Waterwilg geboden kan worden of vindt dat het kind extra ondersteuning nodig heeft, zorgt de school dat het kind op een andere school geplaatst kan worden. In dat traject werken ouders en school intensief samen om te komen tot een goede plaatsing. Het samenwerkingsverband wordt betrokken bij dit traject als blijkt dat extra ondersteuning (arrangement of speciale lesplaats) nodig is. Het bestuur van de school heeft dan zorgplicht. Het niet of onjuist vermelden of doorgeven van relevante zaken kan leiden tot weigering van de leerling. Indien na plaatsing blijkt, dat de verstrekte gegevens onjuist of onvolledig zijn, kan de school overgaan tot verwijdering van de leerling.
Aanmelding oudere leerlingen (ouder dan 4 jaar): Ook voor deze leerlingen geldt dat De Waterwilg u een schoolgids toestuurt. Eveneens wordt er een afspraak gemaakt voor een gesprek. Besluit u voor De Waterwilg te kiezen dan vragen wij aan u het Onderwijskundig Rapport op te vragen van de huidige school. Wij nemen contact op met de school van herkomst en het kan zijn dat wij uw kind uitnodigen om een ochtend mee te draaien. Hierbij zal de intern begeleider een observatie en indien nodig, aanvullend onderzoek doen. Deze procedure volgen wij, daar wij onze nieuwe oudere leerling zo goed en adequaat mogelijk willen opvangen in onze school. Pas na ontvangst van het Onderwijskundige Rapport (OKR) besluiten wij over de aanname. Uiteraard moet het aanmeldingsformulier volledig en naar waarheid zijn ingevuld. Ook als uw geloofsovertuiging niet katholiek is, zijn uw kinderen bij ons op school welkom. Het is wel zo dat uw kind binnen schoolverband altijd met de specifiek katholieke aspecten kennis zal maken.
‘Protocol aannamebeleid De Waterwilg’ • Een kind wordt aangemeld via het voorlopige aanmeldingsformulier. Het voorlopige aanmeldingsformulier moet correct en waarheidsgetrouw worden ingevuld. • Een kopie van het Burgerservicenummer moet worden bijgevoegd bij het aanmeldingsformulier. Dit is een wettelijke verplichting. Drie maanden voor de schoolstart ontvangen ouders die hun kind hebben aangemeld een vragenformulier. Dit vragenformulier moet correct en en waarheidsgetrouw worden ingevuld. Daarna stelt de school vast of zij het kind een passende onderwijsplek kan bieden, in dat geval wordt het kind aangenomen. • Het kan zijn, dat een kind niet toegelaten wordt wanneer er specifieke problemen zijn, waardoor plaatsing op een andere school dan het reguliere basisonderwijs in het belang van de ontwikkeling van het kind beter is. • Het kan zijn, dat een leerling niet wordt toegelaten wanneer voor een betreffend schooljaar het vastgestelde maximum aantal leerlingen is bereikt. Het maximum aantal leerlingen is in overleg met de MR afgesproken. • Wanneer een leerling wordt aangenomen, ontvangen de ouders een bewijs van inschrijving. • Voor elk kind uit het gezin geldt dezelfde aannameprocedure. • Ouders met kinderen die reeds op De Waterwilg zitten, zullen door middel van berichtgeving in de Nieuwsbrief worden geïnformeerd dat zij de overige kinderen van het gezin tijdig moeten aanmelden. De inschrijving blijft de verantwoordelijkheid van de ouders. • Ouders met kinderen op De Waterwilg hebben niet automatisch recht van plaatsing voor overige kinderen van het gezin. • Op grond van een Onderwijskundig Rapport (OKR) en overleg met de vertrekkende school van een oudere leerling kan een leerling worden aangenomen of niet.
De aanname van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 is het Passend Onderwijs ingevoerd. Met Passend Onderwijs streven wij ernaar dat zoveel mogelijk leerlingen regulier onderwijs volge n. Mocht blijken dat
de school hiertoe zonder verdere hulp niet in staat is, dan wordt in samenspraak met de ouder voor advies contact opgenomen m et de LOA (Lokale Ondersteunings Adviseur). Deze is werkzaam voor het samenwerkingsverband. Samen wordt gekeken naar de onderwijsbehoeften van het kind en wordt naar mogelijkheden gezocht om het kind zo goed mogelijk te ondersteunen/begeleiden. Mocht het kind meer hulp nodig hebb en dan de basisondersteuning voorschrijft, dan zal samen met de ouders een zorgarrangement worden aangevraagd. Het aanvragen van een zorgarrangement richt zich op ondersteuning op maat op de reguliere basisschool of op een speciale lesplaats in het Speciaal (basis) Onderwij s. Voor de clusters 1 en 2 wordt dit anders geregeld. De begeleiding voor kinderen met visuele beperkingen (Cluster 1) blijft bestaan in de huidige vorm. Het onderwijs in cluster 2 is bedoeld voor kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking. De cluster 2-scholen vallen niet onder een samenwerkingsverband, maar werken wel samen met de samenwerkingsverbanden passend onderwijs om de ondersteuning aan leerlingen met een auditieve en/of communicatie beperking goed te kunnen realiseren. Graag verwijzen wij u naar Hoofdstuk 4 voor een meer uitvoerige uitleg over Passend Onderwijs.
3.2.1.
Regeling schorsing en verwijdering
In overleg met de MR is er een regeling schorsing en verwijdering opgesteld. U vindt het protocol op de site van de school.
Gedrag van leerlingen Gedrag van een leerling staat in de escalatieladder beschreven. Onder ongewenst gedrag verstaan wij: Je niet houden aan schoolregels of klassenafspraken zoals bijvoorbeeld: ‘Je bent stil als de leerkracht instructie geeft’. De escalatieladder is goedgekeurd door de MR. Wanneer het escalatiepunt is bereikt, ontvangt u als ouder een brief. Het gevolg van deze brief is dat de leerling de dag volgend op de brief, niet kan werken in de eigen groep en ergens anders moet werken b.v. in de teamkamer of een IB-ruimte. Wanneer op een ander moment het escalatiepunt wederom door de leerling bereikt is krijgt de leerling een tweede brief en kan wederom werken in een andere ruimte. Wanneer een leerling voor de derde keer de escalatieladder heeft doorlopen, wordt er contact opgenomen met de leerplichtambtenaar van de Gemeente Pijnacker-Nootdorp, Mevr. Nancy Rietveld. Zij is van de escalatieladder van De Waterwilg op de hoogte. De leerling wordt dan geschorst voor 1 dag. Er vindt een gesprek plaats tussen school, ouder en leerplichtambtenaar. Na deze dag wordt de leerling weer toegelaten op school. Wanneer blijkt, dat een leerling veelvuldig in de escalatieladder komt, worden de ouders hierover schriftelijk of mondeling geïnformeerd. In het geval van ernstige gedragsincidenten van een leerling of ouder, kan de directie direct tot schorsing overgaan. Onder ernstige gedragsincidenten verstaan wij onder andere bedreigingen (in woord of schrift) en fysiek geweld. Wanneer schorsing niet leidt tot een verbetering van het gedrag zal er overgegaan worden tot een schorsing voor onbepaalde tijd of verwijdering van school. De leerplichtambtenaar gemeente Pijnacker-Nootdorp en het Bestuur Lucasonderwijs worden hiervan op de hoogte gesteld. N.B. in het protocol schorsen en verwijderen staat expliciet vermeld, dat een leerling van De Waterwilg of de ouders van een leerling verwijderd kunnen worden, bij het niet naleven van de leefregels van De Waterwilg. Bij gebruik van de escalatieladder voor een leerling wordt er een verslag gemaakt in ons digitaal dossier ESIS. Zo vindt dossiervorming plaats.
3.2.2.
Burgerservicenummer
Sinds 1 februari 2006 zijn alle scholen wettelijk verplicht volgens de WON (Wet op het Onderwijsnummer) om bij inschrijving van nieuwe leerlingen het Burgerservicenummer te registreren. Graag ontvangen wij bij inschrijving een kopie van het officiële document van de belastingdienst waarop het sofinummer van uw kind staat vermeld (kopie van een eigen identiteitskaart van uw kind, een eigen paspoort van uw kind of een uittreksel uit het bevolkingsregister waarop het sofinummer staat vermeld mag ook). Kinderen die geen BSN hebben, zullen, als het zover is en er werkelijk leerling gegevens worden uitgewisseld, een onderwijsnummer krijgen. Het opnemen van het burgerservice- nummer in de leerlingenadministratie is noodzakelijk, omdat er een uitwisselingsproces van leerling gegevens tussen school en de overheid (Informatie Beheer Groep) is in het kader van de bekostiging van de school.
3.3.
Organisatie
3.3.1.
Organisatie in de kleuterbouw
Kleuters leren al doende tijdens hun spel. De leerkracht speelt hierop in door ervoor te zorgen dat de kinderen zich prettig voelen en door kinderen materialen aan te bieden waarmee zij zich goed kunnen ontwikkelen. Materialen waarmee zij hun zintuigen oefenen en begrippen leren hanteren. Door bijvoorbeeld met een kleurenlotto te spelen leert een kind goed te kijken, kleuren te onderscheiden en te benoemen. Door in de bouwhoek te spelen leert een kind met anderen samenwerken, met hoeveelheden te werken, afmetingen te schatten enz. Behalve dat het kind veel van zijn eigen ervaringen leert, leert het kind ook van anderen: van de kinderen uit zijn groep en van de leerkracht. Zoals eerder vermeld zitten op De Waterwilg jongste en oudste kleuters bij elkaar in een groep. Hier hebben wij bewust voor gekozen omdat kinderen op deze leeftijd veel van elkaar leren. In de kleutergroepen wordt rond thema’s gewerkt. Een thema staat gedurende enkele weken centraal. Vanuit de kring starten de activiteiten. Daarbij komt een veelheid van taal-, reken- en knutselactiviteiten aan bod. Natuurlijk zingen wij veel liedjes, die met het thema te maken hebben en komen er ook andere muzikale aspecten aan bod, bijvoorbeeld een dansje. Kinderen kunnen ook zelf een onderwerp aandragen. Als hun interesse naar een bepaald thema uitgaat, proberen wij daar zoveel mogelijk op in te spelen. Thema’s als Sint, Kerst, Pasen en de seizoenen komen vanzelfsprekend ieder jaar aan bod. In de kleutergroepen werken wij met een keuzebord. Op dit bord kunnen de kleuters kiezen welke activiteit zij gaan doen tijdens de speelwerktijd. Elke kleuter heeft een naamkaartje met een eigen ‘plaatje’, die onder de gekozen activiteit wordt gehangen. Op het keuzebord geeft de leerkracht aan hoeveel leerlingen maximaal een bepaalde activiteit, bijvoorbeeld ‘bouwhoek’, kunnen kiezen. Ook ‘oefenen’ kleuters met taken. Op takenkaarten staan de namen van de kinderen en de door hen uit te voeren taken. Als een kleuter een taak heeft uitgevoerd, mag de taak worden afgetekend. De kleuters maken op deze manier kennis met het plannen van taken. Zij worden hierbij uiteraard geholpen door de leerkracht. Om de leerkracht de gelegenheid te geven één of enkele kleuters te kunnen helpen, werken wij met het principe van uitgestelde aandacht. Door middel van een afgesproken teken laat de leerkracht de kleuters weten dat zij haar even niets kunnen vragen. De leerkracht loopt dan door de klas of geeft instructie aan één kind of klein groepje kinderen. Het teken van uitgestelde aandacht kan per groep verschillen, bijvoorbeeld de juf draagt een speciale ketting of het verkeerslicht staat op ‘rood’. Zo worden kleuters uitgedaagd zelfstandig aan de slag te gaan. In de kleuterperiode oefenen wij ook met het zogenaamde ‘vragenkaartje’. Met het gekleurde kaartje kan de kleuter aangeven of het een vraag heeft voor de juf. Het vragenkaartje is ook een middel om de kleuters te leren omgaan met uitgestelde aandacht en hen voor te bereiden op het schoolse
leren in groep 3 en hoger. In de klas praten en lezen wij veel met de kinderen, zodat zij gaandeweg hun woordenschat uitbreiden, taal hierdoor beter leren begrijpen en goed leren spreken. Naarmate kleuters taalvaardiger worden, ontwikkelen zij een taalbewustzijn. Dat wil zeggen dat kinderen leren nadenken over vormaspecten van taal. Het ontwikkelen van dit bewustzijn is van groot belang in het proces van leren lezen en schrijven. Dat is de reden waarom wij al in de kleutergroepen gerichte aandacht besteden aan de ontwikkeling van dit taalbewustzijn. De kinderen worden zo goed voorbereid op het latere lees- en schrijfonderwijs. In kleuterperiode verwerven kleuters zich - in de context van voor hen betekenisvolle situaties - geleidelijk vertrouwdheid met getallen, maten en vormen. Zij leren ‘rekentaal’ gebruiken en raken gaandeweg beginnend ‘gecijferd’. De activiteiten die worden aangeboden, sluiten aan bij de belangstelling die de kinderen van groep 1 en 2 gaan vertonen voor onderwerpen als ‘tellen en aantallen’, ‘meten’ (in de ruimste zin van het woord) en ‘meetkunde’ (het verkennen van de ruimte). Daarnaast werken wij met de schrijfmethode Zwart op Wit. De methode is ontwikkeld voor de gehele basisschool en start in de kleutergroepen. In de kleuterperiode wordt gewerkt aan de zithouding, de pengreep, de papierhantering en het van links naar rechts werken. Hierbij wordt (o.a.) gebruik gemaakt van een werkboek. We vinden het heel belangrijk dat de kinderen voldoende ruimte krijgen om te bewegen. Leren en bewegen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden bij jonge kinderen. Daarom gaan de kinderen iedere dag gymmen of buiten spelen. De gymlessen worden gegeven in de speelzaal en in de sporthal ’s-Gravenhout. De groepsleerkrachten of leerkracht bewegingsonderwijs verzorgen de gymlessen van de kleuters. De meeste kinderen zitten ruim twee jaar in een kleutergroep. Dat is afhankelijk van hun geboortedatum, hun aard en aanleg. Nauwkeurig volgen wij de ontwikkeling van de kleuter door middel van observaties en toets gegevens. Wij maken hiervoor gebruik van het leerlingvolgsysteem KIJK! Tijdens de gespreksmomenten voor de kleuters bespreken wij met de ouders hoe het kind zich ontwikkelt. Leerkracht en ouders vullen voorafgaand aan de tafeltjesavond een KIJK! Lijst in. Ouders waarvan het kind 6 maanden of langer kleuteronderwijs heeft gevolgd ontvangen tijdens de tafeltjesavond een rapport met een schriftelijk verslag van de ontwikkeling. Tegenwoordig heeft de overgang van een kleuter naar groep 3 niet zozeer te maken met leeftijd, maar met de ontwikkeling die de kleuter heeft doorgemaakt. De inspectie stelt de school de vraag of per individuele leerling de overgang naar groep 3 wordt bekeken, los van de geboortedatum.
Herfstleerlingen Er zijn scholen die een leeftijdsgrens hanteren voor de overgang naar groep 3. Die leeftijdsgrens komt voort uit een regeling voor de overgang van de kleuterschool naar de lagere school die tot 1985 bestond. Volgens die regeling moest een kleuter vóór 1 oktober zes jaar zijn om naar de lagere school (nu dus groep 3) te kunnen gaan. In 1985 zijn de kleuterschool en de lagere school samengevoegd tot de basisschool en sindsdien is de datum van 1 oktober afgeschaft. De Wet op het Primair Onderwijs (WPO) schrijft voor dat het kind recht heeft op een ononderbroken ontwikkeling en dat de basisschool doorlopen moet kunnen worden binnen acht jaar. Kleuters die voor januari gestart zijn op school, zouden dus in beginsel aan het einde van het schooljaar kunnen doorstromen naar groep 2 en een jaar later naar groep 3. Met de formulering ‘in beginsel’ bedoelen wij dat op De Waterwilg de doorstroming altijd vanuit de ontwikkeling van de kleuter wordt bekeken. De school kijkt niet alleen naar de werkhouding en de cognitieve ontwikkeling maar ook naar de sociaalemotionele ontwikkeling. Is de leerling ‘klaar’ voor de methodische, schoolse manier van werken in groep 3?
Boekenpret Dit schooljaar doet de school weer mee met het project Boekenpret. Al in 2003 is Boekenpret op drie basisscholen in Pijnacker gestart. Het project is een succes. Mede daardoor heeft de gemeente besloten Boekenpret aan te bieden aan alle basisscholen in Pijnacker-Nootdorp. Boekenpret is een leesbevorderingsproject voor peuters en kleuters. Het moedigt kinderen en hun ouders aan te genieten van het samen lezen. Zo wordt de taalontwikkeling gestimuleerd. Er wordt in de klas gewerkt met themakisten die door medewerkers van de bibliotheek zijn samengesteld. In de themakisten zitten (voor)leesboeken, speel- en leermateriaal over een bepaald onderwerp en logeerboeken. Iedere kleuter mag een logeerboek lenen en thuis lezen. Voorbeelden van thema’s zijn: slapen, verkeer en vervoer, pesten, natuur, familie en wonen. Door middel van een roulatiesysteem kunnen kleutergroepen drie keer per jaar één themakist van de bibliotheek lenen. De leerkrachten kiezen aan het begin van het schooljaar geschikte onderwerpen voor hun groep. De themakisten moeten worden opgehaald bij de bibliotheek in Pijnacker. Wij doen, via de klasouder, graag een beroep op u om ons te helpen met het ophalen en terugbrengen van de materialen.
Kleuterleerlingvolgsysteem Als ouder of verzorger bent u zeer betrokken bij de ontwikkeling van uw kind, en wilt u goed geïnformeerd worden. Ons uitgangspunt is dat zowel uw visie als die van de leerkracht van belang is om de ontwikkeling van uw kind goed te kunnen begeleiden. Tijdens de gesprekken in februari en juni/juli zullen wij aan de hand van de KIJK! Lijsten voor leerkracht en ouders de actuele ontwikkeling van uw kind met u bespreken. U kunt als ouders vragen hebben over zaken waar de leerkracht geen weet van heeft en omgekeerd kan de leerkracht iets zijn opgevallen dat voor ouders nieuw is. Ouders en leerkracht vormen twee essentiële informatiebronnen die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor opvoeding én leren. KIJK! is een systeem waarmee de leerkracht, op basis van haar professionele observatie, per ontwikkelingsaspect kan aangeven in welke ontwikkelingsfase het individuele kind zich bevindt. De leerkracht observeert het kind in verschillende situaties en houdt rekening met de leeftijd van het kind. Het gaat om een gemiddelde indruk over een langere periode. Wanneer de ontwikkeling van uw kind binnen de marge van plus en min 6 maanden rondom de kalenderleeftijd ligt wordt dit beschouwd als ‘gemiddeld’. Kleuters ontwikkelen zich sprongsgewijs, op deze manier wordt hiermee recht gedaan aan de specifieke wijze van ontwikkelen van jonge kinderen. In samenhang met de basiskenmerken van het kind, de betrokkenheid en eventuele risicofactoren ontstaat dan een compleet beeld van de ontwikkeling. Aan de hand hiervan maakt de leerkracht keuzes op pedagogisch, didactisch en organisatorisch gebied. Onderstaande informatie geeft u een beeld van wat bedoeld wordt met de basiskenmerken van het kind, de betrokkenheid en eventuele risicofactoren. De leerkracht observeert de basiskenmerken van een kind. Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig naar de wereld om hem heen. Nieuwe dingen schrikken hem niet af, maar zijn juist interessant en vormen een uitdaging om spelenderwijs te ontdekken en te ervaren. Voorbeelden van wat de leerkracht observeert is of een kind zelf keuzes durft te maken en of het meedoet met een kringgesprek. De leerkracht observeert de betrokkenheid van het kind. Dat zegt iets over de mate waarin een kind geboeid is, vol overgave bezig is. Het richt alle aandacht op de bezigheid van dat moment en vergeet als het ware de tijd en de wereld om zich heen. Het kind is gedreven om ergens greep op te krijgen, iets voor elkaar te krijgen. Deze gedrevenheid komt voort uit een natuurlijke nieuwsgierigheid. Een kind dat betrokken bezig is, ontwikkelt zich.
Een voorbeeld van wat de leerkracht beoordeelt is of een kind enthousiast reageert bij een activiteit, opdracht of spel. De leerkracht observeert opvallende kenmerken. Sommige kenmerken in het doen en laten van kinderen zijn zo sterk en overheersend aanwezig dat zij een voorspoedige ontwikkeling bemoeilijken of zelfs in de weg staan. Voorbeelden hiervan zijn impulsiviteit, passiviteit, gebrekkige analyse en structurering (moeite met het ordenen en verwerken van informatie), moeite met het toepassen van het geleerde in nieuwe situaties of snel vermoeid zijn. Daarnaast observeert de leerkracht nog 17 andere ontwikkelingsaspecten van het kind.
Peuterestafette De peuterestafette is een overdrachtsinstrument waarmee de overgang van peuterspeelzaal en kinderdagverblijf naar de basisschool kan worden vergemakkelijkt. Het beoogt de samenwerking tussen voorschool en basisschool te versterken, zodat het kind snel kan wennen op de basisschool. In de peuterestafette worden observaties van individuele peuters op een tweetal momenten in de voorschoolse periode vastgelegd. Deze estafette gaat met het kind ‘mee’ naar het basisonderwijs. De peuterestafette is in samenwerking met de Stichting Pepijn door de gemeente Pijnacker-Nootdorp gestart. Inmiddels doen niet alleen peuterspeelzalen maar ook centra voor kinderopvang mee. Voor de schoolstart ontvangt de school, als ouders daar toestemming voor geven, het overdrachtsinstrument. Soms zal er sprake zijn van een zgn. ‘warme overdracht’ tussen voorschool en basisschool. Daarbij lichten de leidsters van de voorschool de peuterestafette mondeling toe aan de leerkracht; dit gebeurt alleen met toestemming van de ouders.
3.3.1.1. Praktische zaken groep 1-2 a. Wennen. Voordat uw kind 4 jaar wordt, mag het twee keer een ochtend komen wennen. Ongeveer vijf weken voordat uw kind 4 jaar wordt, krijgt uw kind een uitnodiging voor de wenochtenden. (overblijven is hierbij niet van toepassing) Indien de data genoemd in de uitnodiging u niet uitkomen, dan is het prettig wanneer u zelf contact opneemt met de desbetreffende leerkracht. De dag waarop uw kind voor het eerst komt wennen, krijgt u een envelop met een aantal praktische formulieren en een schrijven over de ouderbijdrage. De kinderen die in juli en augustus 4 jaar worden, worden uitgenodigd voor een centraal wenmoment, dit is op dinsdag 5 juli 2016. Zij kunnen dan een uurtje kennismaken met hun klasgenootjes, hun nieuwe lokaal en vooral met de juf. Voor de ouders staat er tijdens dit kennismakingsuurtje een kopje koffie of thee klaar en is er uitleg over het reilen en zeilen op de eerste schooldag. In verband met de vele activiteiten die er altijd plaatsvinden in de maand december hebben wij intern afgesproken, dat in die maand kinderen niet kunnen komen wennen. Kinderen die in december 4 jaar worden, komen wennen in november. Kinderen die in januari 4 jaar worden, komen wennen in november of januari afhankelijk van hun geboortedatum. Dit wordt vooraf overlegd met de ouders. Na 3 tot 6 weken nodigen wij u uit voor een gesprekje na schooltijd om het intredeformulier met u te bespreken. Zo weten wij, als leerkrachten, meer over de achtergrond van het kind en heeft u, als ouder, de gelegenheid om vragen te stellen over eventuele onduidelijkheden of praktische zaken. De leerkracht vertelt u hoe uw kind de eerste weken op school heeft beleefd. Zindelijkheid Als uw kind naar de basisschool gaat, moet uw kind zindelijk zijn. Het is fijn als uw kind zelfstandig naar het toilet kan gaan en daarbij geen hulp meer nodig heeft. Als er een medische reden is waarom uw kind nog niet zindelijk is, dan dient u dit voor de schoolstart aan te geven, bijvoorbeeld op het vragenformulier of bij het wenmoment. Een ongelukje kan altijd gebeuren, om die reden zijn schoon onder- en bovengoed op school aanwezig. Als een kind niet zindelijk blijkt te zijn als het is ingestroomd als vierjarige dan nodigt de leerkracht de ouders uit voor gesprek. Wij verwachten dat ouders eraan werken dat het kind zo snel mogelijk zindelijk wordt. Als school willen wij hierbij ondersteunen. Indien gewenst kunnen wij verwijzen naar bijvoorbeeld de schoolarts, de huisarts of de schoolmaatschappelijk werker. Het is gebruikelijk dat een 4-jarig kind gedurende de hele week op school is. Regelmaat is belangrijk voor kinderen. Mochten er problemen ontstaan, dan kunnen er onderlinge afspraken gemaakt worden. b. Eten en drinken. De kinderen mogen een beker met een melkproduct of vruchtensap meenemen. Wilt u op de beker de naam van uw kind zetten? Als uw kind behoefte heeft aan fruit, wilt u het dan schoongemaakt en kleingesneden meegeven in een bakje met naam er op? Snoep en koek zijn niet toegestaan. De bakjes voor het eten en de bekers voor het drinken blijven in de tas van de leerling zitten. Wij hebben geen schoolmelk. c. Gym. Tijdens de toestel en spellessen dragen de kinderen gymschoenen. In verband met de veiligheid van uw kind en om te voorkomen dat veel tijd verloren gaat, vragen wij u voor deze lessen instapschoenen aan te schaffen met klittenband. Echte sportschoenen met harde zolen, zijn niet nodig. Wilt u de naam van uw kind in de schoenen schrijven? De gymschoenen blijven het hele jaar op school. Kindervoetjes groeien! Wilt u regelmatig controleren of de gymschoenen van uw kind nog goed passen? De kinderen krijgen een gymtas van school. De kinderen gymmen in hun ondergoed, speciale sportkleding is niet nodig. De gymlessen vinden plaats in het speellokaal en/of in de sporthal ’s-Gravenhout. Op deze manier gymmen onze kleuters 4 keer per week. De lessen worden gegeven door de groepsleerkracht of leerkracht bewegingsonderwijs. d. Verjaardagen. De vierde verjaardag vieren we niet op school. Voor kinderen die 4 jaar worden en net bij ons op school komen is het fijner als de verjaardag thuis wordt gevierd, op het kinderdagverblijf of op de peuterspeelzaal. Een nieuwe 4-jarige leerling krijgt al zoveel indrukken te verwerken en kent de nieuwe kinderen van zijn klas nog niet, het is dan fijn om je verjaardag te vieren in een vertrouwde omgeving. Als uw kind 5 jaar wordt, mag het op school trakteren. Onze voorkeur gaat uit naar een gezonde traktatie. Wij constateren, dat ouders veel werk maken van een traktatie en in de traktatie cadeautjes verwerken voor de medeleerlingen. Wij verzoeken u met klem de traktatie eenvoudig en gezond te houden, het gaat om het plezier van het uitdelen. Wilt u overleggen met de groepsleerkracht wanneer u wilt trakteren? Wij vieren de verjaardag van uw kind met elkaar in de klas, zonder u als ouder. Uiteraard maken wij wel een foto, als u dat prettig vindt. Daarnaast stellen wij het op prijs als u buiten school om, de uitnodigingen voor het kinderfeestje zou willen geven. Dit om teleurstellingen te voorkomen. e. Verjaardag van de juf. Als de juf jarig is, is het feest. In de kleuterbouw viert elke kleutergroep de verjaardag van de juf afzonderlijk. Elke leerkracht zal de verjaardag anders invullen. De leerlingen mogen op de verjaardag van de juf verkleed naar school komen. Soms is het handig dat de klasouders assisteren bij het vieren van de verjaardag, maar het kan ook zijn dat dit niet het geval is. Dit is afhankelijk van wat de groepsleerkracht aangeeft. De leerkracht zal u hierover informeren.
f. Inloopochtenden en Kijkmiddag. Zoals u hiervoor hebt kunnen lezen organiseren wij ieder schooljaar 2 inloopochtenden. Deze momenten staan op de kalender. Aan het begin van de ochtend zijn alle ouders van harte welkom. Wij vinden het belangrijk u te informeren en te laten zien wat er allemaal in de klas gebeurt. Gedurende drie kwartier heeft u als ouder de gelegenheid om samen met uw kind werkjes te bekijken en/of spelletjes te doen. In de kleuterperiode bieden wij u ook de mogelijkheid om een middag in de klas te komen kijken. Op deze manier kunt u zelf ervaren hoe er in de groep van uw kind wordt gewerkt. Voor een middag worden maximaal 2 ouders uitgenodigd. Via een mededeling op het prikbord bij het klaslokaal kunt u zich inschrijven. g. Contact- en rapportagemomenten. Naast het intredegesprek voor ouders van nieuwe kleuters, zijn er voor de ouders van kleuters twee vaste contact- en rapportagemomenten per jaar: in februari en in juni (of juli, afhankelijk van de start van de zomervakantie). Tijdens het gesprek informeren ouders en leerkracht elkaar over de ontwikkeling van het kind. Onze observatiemethode voor kleuters KIJK! fungeert als kapstok voor de beschrijving van de ontwikkeling. Wij vinden een goede samenwerking tussen school en ouders van belang. Daarom vragen wij u voorafgaand aan het gesprek een zogenaamde KIJK! Lijst voor ouders in te vullen. De leerkracht vult ook een KIJK! Lijst in. De KIJK! Lijsten zijn een middel om richting te geven aan de inhoud van het gesprek. Doorgaans zullen de gesprekken 15 minuten duren. Van tevoren krijgt u een uitnodiging voor het gesprek; de school deelt de dag en de tijd in. Helaas kunnen wij geen rekening houden met voorkeursdagen en tijden. De eerste ronde vindt plaats op donderdag 11 en maandag 16 februari 2016. De tweede ronde vindt plaats op donderdag 23 en maandag 27 juni 2016. Er zijn altijd twee middagen/avonden, omdat wij op één middag/avond niet alle gesprekken kunnen voeren. De informatievoorziening aan gescheiden ouders, is beschreven in het protocol School en scheiding. Behalve op de vaste momenten voeren de kleuterleerkrachten gedurende het schooljaar gesprekken met ouders wanneer daar aanleiding toe is. Deze gesprekken kunnen zowel op initiatief van de leerkracht als op initiatief van de ouders plaatsvinden. h. Halen en brengen. Ouders van de kinderen uit groep 1-2 kunnen zowel ’s morgens als ’s middags hun kind tot aan de klassendeur brengen. De eerste schooldag mogen de ouders wel even naar binnen om te kijken waar het plekje van het kind is. Gezien de smalle toegangsdeuren en de drukte ’s ochtends in de gangen, kunnen wij kinderwagens helaas niet toestaan. Dit belemmert de doorstroming. Wij rekenen op uw begrip voor dit besluit. Wanneer de school uitgaat, zowel ‘s morgens als ’s middags, kunt u niet in de gang wachten. Dit wordt voor de leerkrachten te onoverzichtelijk. Wij vragen u buiten te wachten. Elke klas heeft een symbool. Dit symbool herkent u op het prikbord bij de groep en dit symbool staat ook geschilderd op de speelplaats. De kinderen uit de groepen 1-2 komen 5 minuten eerder naar buiten; om 11.55 en om 15.25 uur. De groep gaat dan bij hun symbool staan. Wanneer u uw kind niet zelf komt halen, dan moet u ’s ochtends bij aanvang van de school op een formulier (dat hangt op het prikbord bij de entreedeur van het lokaal) invullen met wie uw kind tussen de middag of na schooltijd meegaat.
Wij verzoeken u vriendelijk op tijd uw kind(eren) te halen en te brengen. Veelvuldig te laat komen wordt gemeld aan de leerplichtambtenaar. i. Informatieavond. Voor dit schooljaar is deze avond voor de groepen 1-2 gepland op donderdag 3 september. Voor ouders van leerlingen die instromen na de kerstvakantie is er 7 januari 2016 van 20.00 uur tot 21.00 uur.
een
informatieavond
op
j. Gedragscode Kledingprotocol. Voortvloeiend uit de leefregels van de school is een gedragscode ten aanzien van kleding opgesteld. De school geeft daarin aan dat hoofddeksels, in welke vorm dan ook, niet op school zijn toegestaan. Dit besluit is voorgelegd aan de commissie gelijke behandeling, de juridische afdeling van het bestuur Lucasonderwijs en aan de MR. k. Bibliotheekbezoek. De kleutergroepen doen mee met ‘klassikaal lenen’. Dat betekent dat de kleutergroepen regelmatig de bibliotheek bezoeken. Zo komen kinderen in aanraking met zelf boeken kiezen en lezen. De groep bezoekt met de leerkracht en enkele hulpouders de bibliotheek in Nootdorp. De kinderen zoeken zelf een boek uit en nemen dat mee naar school. Deze boeken mogen de kinderen voor een aantal weken in de klas houden. De boeken worden ook klassikaal weer geruild. l. Vader- en moederdag. In de kleutergroepen besteden wij aandacht aan vader- en moederdag. Wij leren een versje of een liedje en maken mooie cadeaus om de papa’s en de mama’s te verwennen.
3.3.2.
Algemene gegevens en basisvaardigheden voor de groepen 3 t/m 8
a. Jarig zijn. Onze voorkeur gaat uit naar een gezonde traktatie. Wij constateren, dat ouders veel werk maken van een traktatie en in de traktatie cadeautjes verwerken voor de mede leerling. Wij verzoeken u met klem de traktatie eenvoudig en gezond te houden. Wilt u overleggen met de groepsleerkracht wanneer u wilt trakteren? De jarige mag met 2 kinderen de klassen rond, een vriendje/ vriendinnetje en een leerling die gekozen wordt door de leerkracht. Dit laatste is niet het geval in de groepen 7 en 8. Zo komen alle kinderen aanbod om de klassen rond te gaan. b. Rapporten. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 krijgen een rapport met cijfers en waarderingen. Groep 3 krijgt alleen waarderingen (M, V, RV, G). De kinderen krijgen 3 rapporten in een schooljaar. De leerlingen van de groepen 8 krijgen twee rapporten, zij krijgen namelijk ook de uitslag van de Centrale Eindtoets in groep 8. De leerlingen van groep 8 zullen het eerste rapport in december ontvangen en het tweede rapport in juli. Het rapport is een digitaal rapport en u ontvangt in een map de papieren versie. De map krijgt u voor het eerst mee in de kleuterperiode en wordt vervolgens jaarlijks doorgegeven. Op deze manier heeft u alle rapporten van uw kind bij elkaar. Bent u de map kwijt, dan brengen wij een bedrag van € 10,00 in rekening voor de aanschaf van een nieuwe map. c. Contact en rapportage momenten. Om beter recht te doen aan die behoefte én om nog beter recht te doen aan de wisselwerking en afstemming tussen ouders en school is de gesprekscyclus aangepast. Er zijn twee vaste gespreksmomenten met ouders gepland. Aan het begin van het schooljaar zijn er de zogenaamde startgesprekken en na het 2e rapport zijn er de 10-minutengesprekken.
Startgesprekken eind september voor alle ouders. Wij verwachten alle ouders voor deze gesprekken op school. U ontvangt een uitnodiging. Duur van dit gesprek is 15 minuten. De startgesprekken kennen een ander karakter dan de traditionele 10-minutengesprekken. Wij willen graag met u in gesprek over uw kind. Het kan zijn dat de leerkrachten u verzoeken het gesprek aan de hand van een aantal vragen voor te bereiden. Ouders en leerkrachten maken kennis met elkaar en wederzijds kunnen daarbij verwachtingen worden uitgesproken, zorgen worden gedeeld of vragen worden gesteld over uw kind. Uitzonderingen zijn de groepen 1-2 (zie gesprekcyclus kleuters) en groep 8 (wordt hierna beschreven). Rapportgesprek in maart voor de ouders van de groepen 3 t/m 7. Dit gesprek wordt gehouden nadat de toetsen van het leerlingvolgsysteem (LOVS) zijn afgenomen. De getoetste resultaten worden daarbij met u besproken. Het rapportgesprek heeft een met de traditionele gesprekken vergelijkbare inhoud. Op de momenten dat de gesprekken plaats vinden, is de schoolmaatschappelijk werker dhr. Cor van der Plas op school aanwezig. Indien gewenst kunt u ook met hem een gesprek aanvragen. Facultatieve gesprekken. Een facultatief gesprek is veelal aan de orde als het, onverwacht, toch anders met uw kind gaat op school dan eerst werd verwacht. Deze gesprekken kunnen plaatsvinden zowel op initiatief van de leerkracht als op initiatief van de ouders. Voor de kinderen van groep 8 volgt een aanpassing van bovenstaand gespreksschema i.v.m. de bespreking van de entreetoets. De ouders van groep 8 zullen eind augustus/ begin september een extra een gespreksmoment hebben met de leerkracht van groep 7. Hierin worden de resultaten van de entreetoets besproken en zult u een pré-advies ontvangen van uw zoon/dochter. De gesprekscyclus van groep 8 ziet er dan als volgt uit: Augustus/ september: bespreking entreetoets en ontvangen van het pré-advies met de leerkracht van groep 7 (vorig schooljaar). September: startgesprekken met de leerkracht van groep 8. Januari: gespreksmoment over het rapport, het definitieve advies en het OKR . In groep 8 ontvangt u een ‘Onderwijskundig Rapport (OKR)’, dit is een overdracht van de basisschool naar het Voortgezet Onderwijs. Het definitieve schooladvies zal hierin meegenomen worden. Tevens zal er in april de Centrale Eindtoets worden afgenomen. In november zullen wij de CITO afnemen van het LOVS (leerlingvolgsysteem). Mocht er na het bespreken van de resultaten een bijstelling m.b.t. het voorlopig schooladvies plaatsvinden, dan zullen wij de ouders uitnodigen voor een gesprek. De verandering van de gesprekken cyclus houdt tevens in, dat u op verschillende avonden op school wordt verwacht, daar de cyclus van de groepen 12 anders is, dan die van onze leerlingen uit de groepen 3 t/m 7. Twee rondes van facultatieve gesprekken vanuit de school: Na het eerste rapport en aan het einde van het schooljaar bestaat de mogelijkheid dat ouders uitgenodigd worden door de school om met elkaar in gesprek te gaan. Facultatieve gesprekken op initiatief van de ouders; in overleg met de school. De informatievoorziening aangaande tafeltjesavonden bij gescheiden ouders, is beschreven in het protocol School en scheiding. U kunt dit protocol vinden op de site. d. Huiswerk. De school wil in principe voor de leerlingen van de groepen 3 t/m 5 terughoudend omgaan met het geven van huiswerk. De leerlingen moeten binnen de schooluren kunnen komen tot een optimaal/voldoende leerrendement. Na schooltijd moeten kinderen vooral spelen, sporten en allerlei zaken kunnen doen die kinderen in hun vrije tijd doen. Indien een leerkracht het toch wenselijk vindt dat een leerling thuis enige extra oefeningen maakt zal dit allereerst met de betrokken ouders kortgesloten worden. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen de opdracht thuis plaatjes op te zoeken en uit te printen voor topondernemers. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen toetsen voor topografie waarvoor thuis geoefend kan worden. Daarnaast worden er werkstukken gemaakt, zowel thuis als op school. Groep 7 zal voor het eerst te maken krijgen met het frequenter maken van huiswerk. Iedere week zullen de kinderen huiswerk krijgen waar zij een week de tijd voor krijgen. Daarnaast zullen zij ook leerwerk meekrijgen voor topografie, Engels en verkeer. Hier zullen zij twee weken de tijd voor krijgen. Daarna zal dit getoetst worden. In groep 8 zullen de leerlingen als voorbereiding op het Voortgezet Onderwijs vaker huiswerk meekrijgen dan in groep 7. Ook zal het niet standaard zo zijn dat de leerlingen het huiswerk vrijdag meekrijgen en een week later ingeleverd moeten hebben. Het kan zijn dat de leerlingen in groep 8 korter de tijd krijgen voor het maak-huiswerk. Het leer-huiswerk zal altijd twee weken van tevoren meegegeven worden en daarna worden getoetst. Ook wordt er van onze groepen 7 en 8 leerlingen verwacht dat zij thuis aandacht besteden aan het maken van het werkstuk, de spreekbeurt en de boekbespreking. In groep 7 en 8 wordt het huiswerk beoordeeld d.m.v. een cijfer. In groep 7 mogen leerlingen een onvoldoende nog tot de kerstvakantie herkansen. Na de kerstvakantie mogen zij dit niet meer. In groep 8 wordt dit beleid voortgezet. Leerlingen krijgen in groep 8 twee weken de tijd voor het leer-huiswerk en het behaalde cijfer zal definitief zijn. Wij denken dat deze manier van werken beter zal aansluiten bij het Voortgezet Onderwijs. In groep 7 werken wij met een nieuw type agenda. Deze agenda wordt door de school aangeschaft. Met deze agenda kunnen de kinderen op een leuke en goede manier leren plannen. De agenda wordt zowel klassikaal als individueel gebruikt. In deze agenda is een controlestukje voor de ouders. Zij kunnen een controle uitvoeren op het huiswerk en dit afvinken in de agenda. De kinderen van groep 8 moeten zelf een agenda kopen en kijken of zij, dat wat zij geleerd hebben in groep 7, nu zelf kunnen toepassen. Wij raden aan een agenda met weekoverzicht te kopen, hierdoor kunnen zij de weekplanning van groep 7 blijven toepassen. Dit gebruik is overzichtelijker voor het plannen van het huiswerk. In groep 7 en 8 wordt er van de leerlingen meer zelfstandigheid verwacht. Om hun verantwoordelijkheid te vergroten, vragen wij hen daarom een aantal schoolspullen zelfstandig aan te schaffen en mee te nemen. Het is van belang dat leerlingen uit groep 7 en 8 in het schooljaar 2015-2016 zelf twee elastomappen meenemen. Één map zal in de klas gebruikt worden en daarnaast zal de andere map als huiswerkmap dienen. De groepen 7 moeten ook een 23-rings multomap met daarin tabbladen meenemen. De huidige groepen 7 hebben al een multomap en nemen deze mee naar groep 8. Daarnaast verwachten wij een etui met daarin kleurpotloden, puntenslijper, stiften, een Pritt-stift, een groene nakijkpen en een schaar. Een grijs schrijfpotlood, een gum en vullingen worden door school verzorgd. De vulpen waarmee in groep 4 is gestart, wordt tot en met groep 8 gebruikt. Mocht deze voor die tijd defect gaan, wordt er van de leerlingen verwacht dat zij zelf een nieuwe aanschaffen. U kunt deze vulpen op school aanschaffen, kosten zijn € 10,-.
In groep 3 willen wij graag, dat de kinderen een stof-map/elasto-map en één lege etui meenemen voor de driekantige schrijf- en tekenpotloden en gum; deze worden door school verzorgd. Daarnaast mogen de leerlingen van groep 3 een etui meenemen met stiften, Pritt-stift en schaar. De inhoud van deze etui moet u als ouder zelf regelen. Voor de leerlingen vanaf groep 4 vragen wij u een stof-map/elasto-map en etui mee te geven met daarin een puntenslijper, stiften, schaar en een Pritt-stift. De school zorgt voor schrijf- en kleurpotloden, een gum, en éénmalig voor een vulpen en eenmalig voor een oortje voor de tablet. e. Eten en drinken. De kinderen mogen een beker met een melkproduct of vruchtensap meenemen. Wilt u op de beker de naam van uw kind zetten? Als uw kind behoefte heeft aan fruit, wilt u het dan schoongemaakt meegeven in een bakje met naam er op? Kinderen in groep 7 en 8 verbruiken al veel energie. Daarom mogen de kinderen van deze groepen een boterham meenemen met gezond beleg. Snoep en koek zijn niet toegestaan. Het eten en drinken blijft in de tas van het kind. f. Boekbesprekingen, spreekbeurten en werkstukken. Voor groep 4 t/m 8 zijn er lijnen uitgezet voor boekbesprekingen, spreekbeurten en werkstukken. Afhankelijk van het leerjaar wordt het per jaar een beetje meer. Door de boekbesprekingen en spreekbeurten gaat het kind zijn favoriete boek of onderwerp nader uitwerken en krijgt het de gelegenheid iets voor de groep te vertellen. Uiteraard daarbij gesteund door de richtlijnen die de leerkracht geeft. Werkstukken vragen een andere discipline. Wij maken daarvoor gebruik van ‘Werkstukwijzer’, zodat de leerlingen stap voor stap tot een werkstuk komen. Voor elk leerjaar verschillen de eisen ten aanzien van het maken van een werkstuk en het houden van een boekbespreking. Leerlingen krijgen ieder leerjaar de benodigde informatie van hun leerkracht. Bij de methode voor de zaakvakken, Topondernemers, komt het maken van een werkstuk(je) regelmatig aan de orde. Ook vinden er presentaties plaats. Helaas constateren wij dat werkstukken e.d. soms in zijn geheel of gedeeltelijk van het internet worden overgenomen. Het is de school, die een beoordeling geeft en het is daarbij dan ook niet mogelijk om als ouder in discussie te gaan over de beoordeling. g. Creaworkshops/Ateliers. Het streven is bij feestactiviteiten gezamenlijk per gang creaworkshops te organiseren. De kinderen kunnen op de workshops intekenen die zij graag willen volgen. Op deze wijze maken wij gebruik van de competentie van de leerkracht, kiest de leerling voor de activiteit die hij graag wil doen en werkenzij met leerlingen uit andere groepen. h. Mobiele telefoons. Deze zijn niet meer weg te denken in onze huidige samenleving. Wij merken, dat steeds meer kinderen mobiele apparatuur bij zich hebben. Nu kunnen wij ons voorstellen dat het in sommige gevallen goed is als iemand een telefoon bij zich heeft om in noodgevallen (onderweg naar school of naar huis) te kunnen bellen. Zeker voor kinderen die wat verder weg wonen. Echter de huidige apparaten beschikken over meer mogelijkheden dan alleen maar bellen of gebeld worden. Met het toenemen van de digitalisering van onze samenleving is het belangrijk onze leerlingen op een verantwoorde wijze om te leren gaan met de mogelijkheden die mobiele apparatuur bieden. Dit valt onder het ontwikkelingsgebied ICT-geletterdheid wat wij onderwijzen op De Waterwilg. Hiervoor hoeven de leerlingen niet te beschikken over eigen mobiele apparatuur. Daar waar de onderwijssituatie vraagt om toepassing van mobiele apparatuur wordt deze apparatuur door de school verzorgd. Daarom is tijdens schooluren het gebruik maken van privé mobiele apparatuur storend en niet toegestaan. Wij hanteren daarom de volgende regel: Het is de verantwoordelijkheid van de kinderen bij het binnenkomen van de school te zorgen dat de mobiele apparatuur wordt uitgezet of in vliegtuigmodus wordt geplaatst. Als (met enige regelmaat) aan deze afspraak geen gevolg wordt gegeven, zal de leerkracht het mobieltje tijdelijk innemen. Wij merken echter ook, dat ouders steeds vaker contact zoeken met hun kind onder schooltijd. Graag attenderen wij u erop dat uw kind deze berichten pas na schooltijd kan ontvangen. Wij verzoeken u geen berichtjes te sturen en uw eigen mobiele gebruik, wanneer u de school bezoekt, tot het minimum te beperken. Het maken, delen of op andere wijze verspreiden van audio en/of visuele opnamen en bestanden (zoals bijvoorbeeld foto of film) in school, op de speelplaats, tijdens de overblijf of bij andere aan school-gerelateerde activiteiten mogen alleen plaatsvinden indien er sprake is van uitdrukkelijke toestemming van het management van de school. Dit geldt voor alle bezoekers en medewerkers van De Waterwilg. Het mobiele apparaat wordt bij overtreding van deze afspraak ingenomen. Leerlingen blijven verantwoordelijk voor vermissing/zoekraken en beschadiging van mobiele apparatuur. i. MP3-spelers/iPods. Voor deze apparatuur geldt hetzelfde als voor de mobiele telefoons. Ook voor MP3-spelers of overige geluid- of beelddragers geldt de spelregel, dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn voor het uitzetten en wegbergen van dergelijke apparatuur bij de entree van de school. Als (met enige regelmaat) aan deze afspraak geen gevolg wordt gegeven dan zal de leerkracht dergelijke apparatuur tijdelijk innemen. Leerlingen blijven verantwoordelijk voor vermissing/zoekraken en beschadiging. j. Tablets. De tablet is en blijft eigendom van de school. De tablet blijft op school. De leerlingen van de groepen 4 t/m 8 krijgen van de school een oortje voor het verwerken van informatie bij b.v. Topondernemers. Gaat het oortje stuk of raakt dit oortje zoek dan wordt er een bijdrage gevraagd voor aanschaf van een nieuw oortje. k. Gedragscode. Voortvloeiend uit de leefregels van de school is een gedragscode ten aanzien van kleding opgesteld. De school geeft daarin aan dat hoofddeksels, in welke vorm dan ook, niet op school zijn toegestaan. Dit besluit is voorgelegd aan de commissie gelijke behandeling, de juridische afdeling van het bestuur Lucasonderwijs en aan de MR. l. Vader- en moederdag. Vader- en moederdag zijn gezinsgebeurtenissen. Bij de groepen 3 t/m 8 besteden wij geen aandacht aan deze dagen in de vorm van een gedicht en/of cadeautje. m. Seksuele voorlichting. Het geven van seksuele voorlichting past bij het leergebied Gezond en Redzaam Gedrag. Dit leergebied is er op gericht dat leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond en redzaam gedragspatroon, dat past bij henzelf en de omgeving waarin zij opgroeien. De Waterwilg maakt gebruik van het schoolkatern Relaties en Seksualiteit van Sanderijn van der Doef en Klaas Houterman. Dit katern wordt gebruikt in de groepen 7 en 8. Relaties en Seksualiteit wil kinderen ondersteunen in hun ontwikkeling tot een persoon die: • Respect heeft voor zichzelf en anderen. • Zich bewust is van eigen en andermans gevoelens, wensen, opvattingen en mogelijkheden. • Beslissingen kan nemen op het gebied van seksualiteit. Bij dit thema wordt gebruik gemaakt van de volgende driedeling: 1. Lichamelijke en emotionele ontwikkeling.
2. Sociale ontwikkeling en relaties. 3. Seksualiteit en gezondheid. Onderwerpen die in groep 7 en 8 aan de orde komen zijn o.a.: beeld van jezelf, bloot, ik verander in de puberteit, vriendschap en verliefdheid, relaties, wat is seks?, voorbehoedmiddelen, seksueel misbruik. Via de nieuwsbrief wordt aangeven wanneer er met de lessen rond seksuele voorlichting wordt gestart. Wij stellen het op prijs als u hier thuis ook aandacht aan wilt besteden.
Ter aanvulling op de lessen seksuele voorlichting maken wij gebruik van het programma ‘dokter Corrie’ van Schooltv. Wanneer wij hier gebruik van maken, wordt er van te voren bekeken of dit onderwerp aansluit bij de lesstof. n. Groep 8. Dit schooljaar heeft De Waterwilg 3 groepen 8. Bij groep 8 horen specifieke onderdelen en speciale activiteiten: • Het werken met een eigen agenda en het meer structureel geven van huiswerk. • Makena-project. • De Derde Kamer. • Voorlichting voor ouders over het werken in de groep en het voortgezet onderwijs tijdens de informatieavond op woensdag 2 september 2015. • In oktober: Afname van het Drempelonderzoek voor alle kinderen met een voorlopig VMBO advies. • In oktober/november*: Afname WISC, afhankelijk van de uitslag van het Drempelonderzoek. Op de informatieavond ontvangt u hier meer informatie over. • In november: Afname CITO LOVS B8. • Schoolbezoeken aan het Voortgezet Onderwijs, medio januari. • De afname van de Centrale Eindtoets in april 2016. • Musical groep 8. • Kamp groep 8. N.B. De activiteit geaccentueerd met een sterretje* is onder voorbehoud. Het Drempelonderzoek wordt niet door de school nagekeken. De ervaring leert dat het nakijken van het Drempelonderzoek een bepaalde periode in beslag neemt. Afhankelijk van het vrijgeven van de resultaten, worden de afnames van de WISC gepland.
Het afscheid van de basisschool Met een aantal bijzondere activiteiten nemen de leerlingen afscheid van De Waterwilg. Speciale activiteiten/projecten: Meedoen met activiteiten die zich voordoen zoals markt van de Verbeelding in het laatste weekend van september, project ‘De Derde Kamer’ en het Alcoholproject. Wij zullen zaterdag 26 september op de markt staan en zullen daarvoor op woensdag 9, 16 en 23 september ouders nodig hebben om op school materialen te knutselen die de leerlingen kunnen verkopen op de markt. Het Kerstgala: Op dinsdagavond 15 december 2015 vindt het speciale laatste kerstdiner op de basisschool plaats. De leerlingen zullen deze middag vrij zijn. Het kerstgala start om 18.00 uur. De musical: De opvoering van de musical is in CulturA. Per leerling is een aantal kaarten beschikbaar. De musicalopvoeringen zijn op 10 juni groep 8a, 14 juni groep 8c en op 17 juni groep 8b. Het kamp: Het kamp wordt gehouden in de week van 28 juni t/m 1 juli 2016. De maandag voorafgaand aan het kamp zijn de leerlingen vrij. Het kamp is voor leerlingen en leerkrachten een geweldige gebeurtenis. Wel ervaren de begeleiders een enorme verantwoordelijkheid ten aanzien van het welzijn van alle kinderen. Om een goed kamp te kunnen draaien, maken wij afspraken met de leerlingen en met de ouders. Leerlingen die zich niet houden aan de afspraken mogen niet langer deelnemen aan het kamp en zullen door hun ouders gehaald moeten worden. De kampleiding is in bezit van een bewijs van Goed Gedrag. De afspraak t.a.v. mobieltjes vanuit de school is dat deze niet mee mogen. De kampleiding neemt een mobiele telefoon mee. Er is een centraal nummer. Daarnaast kunnen er individuele afspraken gemaakt worden met ouders en kinderen bijvoorbeeld in het geval van heimwee. Dankzij een extra donatie vanuit de ouderbijdrage kunnen de kinderen met de bus vervoerd worden. De afscheidsavond: Deze wordt gehouden op donderdag 7 juli 2016. Alle leerlingen worden op school verwacht met hun ouders. Na een leuke avond worden zij op een bijzondere manier uitgezwaaid. Het concert voor Makena: Sinds een aantal jaren wordt met groot succes in groep 8 een concert georganiseerd voor Makena. Met dit concert willen de deelnemende leerlingen geld inzamelen voor ons meisjesproject in Kenia. Het concert zal dit schooljaar plaatsvinden op vrijdagavond 1 april 2016. Naast de inzameling voor Makena, heeft het concert als doel de leerlingen een podium te bieden voor hun (muzikale) talenten. Zij kunnen zich opgeven voor zang, dans, presentatie of het bespelen van een instrument. Juf Jolijn organiseert het concert en stelt het programma samen. Het concert vindt plaats in CulturA. De beschikbare plaatsen voor publiek worden verdeeld onder de deelnemers. Bezoeken aan het Voortgezet Onderwijs: Ook dit schooljaar zullen de leerlingen zich gaan oriënteren en aanmelden op een VO-school van hun keuze. Veel leerlingen hebben in groep 7 al een kijkje genomen bij verschillende scholen. In groep 8 zullen de meeste leerlingen wederom verschillende scholen bezoeken alvorens tot een definitieve keuze te komen. Alle groepen 8 brengen een bezoek aan het Stanislascollege Pijnacker en aan het Melanchthon Berkroden (een verplichte activiteit). Deze scholen zullen de leerlingen laten proeven aan verschillende lessen en op deze manier hebben we alle niveaus bekeken. Het is een schoolse activiteit. Zij draaien deze dagen ‘echte’ schoollessen met een rooster om de leerlingen het onderwijs in het VO te laten ervaren.
Advisering voor het voortgezet onderwijs en de Centrale Eindtoets Graag verwijzen wij u naar blz. 72 van de schoolgids. Overdracht leerling gegevens Basis Onderwijs naar Voortgezet Onderwijs gaat digitaal. De Waterwilg maakt bij de verwijzing naar het Voortgezet Onderwijs gebruik van het digitale overdrachtssysteem ‘Onderwijs Transparant’. Hier zijn alle scholen binnen de regio Haaglanden en Delft bij aangesloten. De overstap van leerlingen van het basisonderwijs naar het Voortgezet Onderwijs is
een belangrijke stap in de schoolcarrière van leerlingen. Veel informatie die op de basisschool in de loop der jaren is verzameld rondom de leerling, moet overgedragen worden aan de ontvangende school. Toetsgegevens, gegevens over de schoolloopbaan en gegevens over begeleiding worden gecommuniceerd naar de school die de leerling kiest. Veel van deze gegevens spelen ook een rol bij de bepaling van het vervolgonderwijs. De leerkrachten van groep 8 maken in samenspraak met de intern begeleider en de directie voor iedere leerling in groep 8 een onderwijskundig rapport (afgekort OKR). Dit rapport wordt gemaakt in het programma van Onderwijs Transparant. In dit rapport staan alle belangrijke (toets)gegevens over de leerling, welke noodzakelijk zijn voor een goede informatieoverdracht naar het Voortgezet Onderwijs. Ook worden relevante documenten als dyslexieverklaringen toegevoegd aan het OKR. Alle ouder(s)/verzorger(s) krijgen het OKR ter inzage. Er wordt aan ouders gevraagd dit OKR te controleren op de personaliagegevens. Over de inhoud van het rapport kan niet worden gediscussieerd. Daarnaast krijgen alle ouder(s)/verzorger(s) een adviesformulier. Dit is het formulier waarmee de leerling aangemeld kan worden bij één middelbare school. Bij het ondertekenen van dit formulier geven de ouder(s)/verzorger(s) aan dat zij op de hoogte zijn van achterliggende inhoud van het OKR en dat zij akkoord gaan met het digitaal overgedragen aan het voortgezet onderwijs. Zodra dit ondertekend is kan de basisschool het OKR van de leerling vrijgeven. Er kan dan niets meer gewijzigd worden in het rapport. Als een leerling zich met het adviesformulier heeft aangemeld bij een school van Voortgezet Onderwijs kan deze school, middels een unieke code op het adviesformulier, het vrijgegeven OKR van deze leerling opvragen in Onderwijs Transparant. De basisschool kan in Onderwijs Transparant zien of en waar een leerling zich heeft aangemeld.
3.3.2.1. Lezen Lezen is het belangrijkste, dat kinderen leren op de basisschool. Wie niet goed kan lezen, heeft een achterstand bij het verwerven van kennis en vaardigheden in alle andere leergebieden. Technisch lezen is de vaardigheid om lettertekens snel om te zetten in klanken. Kinderen die een zin vlot hardop kunnen lezen, kunnen meer tijd en energie vrijmaken om na te denken over de betekenis. Vanwege het grote belang van technisch lezen voor begrijpend lezen, is het nodig de vaardigheid in technisch lezen te blijven ontwikkelen. Daarnaast is er een verband tussen begrip en motivatie: kinderen met veel leesbegrip lezen graag en kinderen die graag en veel lezen, begrijpen teksten vaak ook eerder en beter dan minder gemotiveerde lezers. In groep 3 In groep 3 wordt de start gemaakt met het aanvankelijk lezen. Zo heet het lezen in deze groep, omdat er begonnen wordt met het aanleren van de letters. De school maakt gebruik van de nieuwste versie van Veilig Leren Lezen. De kinderen leren de letters aan de hand van eenlettergrepige woorden. De letters die zijn aangeboden komen hierna op het letterbord, zodat ze goed worden ingeprent. De letters worden meteen ingedeeld in klankgroepen. De kinderen leren ‘zoemend lezen’, dit houdt in dat zij het woord niet meer in stukjes hakken, maar ze lezen de eerste klank direct met verlengde klankwaarde en plakken de volgende klank (ook met verlengde klankwaarde erachter. B.v. mmmaaan. De nieuwe versie heeft zeer aantrekkelijke en uitnodigende materialen. De instructie van het lezen wordt gedaan via het smartboard met de leerkracht assistent van Veilig Leren Lezen. Veilig Leren Lezen heeft ook een eigen computerprogramma, de leerstof van de 12 kernen is hierin verwerkt. Ook is er een thuisversie met oefensoftware, zodat de kinderen extra kunnen oefenen als hier behoefte aan is. Wanneer u toestemming geeft, kan uw e-mail adres gebruikt worden om de inlog gegevens te ontvangen. In de groepen 3 wordt met het beginnend leesonderwijs de vinger aan de pols gehouden met de herfst-, winter-, lente- en eindsignaleringen van de methode Veilig Leren Lezen. Steeds vaker komen er kinderen in groep 3, die al kunnen lezen. Onze methode houdt hier rekening mee. Kort na de start in groep 3 wordt bij die kinderen een toets afgenomen, waarmee wij kunnen bepalen welke ‘lees leerlijn’ door het kind gevolgd kan worden. ‘Maan’ voor kinderen die starten met het leesonderwijs en ‘Zon’ voor kinderen die al goed kunnen lezen. AVI-niveau M3 is hiervoor vereist. Verder staan er in de groepen 3, t.a.v. het lezen, nog het interactief voorlezen tijdens het eten en drinken en de boekpromotie door de leerkracht en/of de leerling op het programma. Ook wordt er een begin gemaakt met begrijpend lezen. NB: Het is mogelijk via de school een link email te ontvangen om thuis te lezen. In groep 4, 5 en 6 Ook in groep 4, 5 en 6 blijft het verwerven van een goede technische leesvaardigheid een belangrijk leerstofonderdeel. Met behulp van de methode Timboektoe maken de leerlingen zich, op een gestructureerde wijze, leesproblemen en leesstrategieën eigen. Deze leesleerstof wordt in drie lessen per week aangeboden. De facultatieve vierde leesles is voor de zwakke lezers. Er wordt geoefend met het lezen van losse woorden en teksten in het werkboek, met leeskaarten, op de computer en door het duo- of groepslezen. De leerstof wordt op niveau aangeboden zodat ook de betere lezers voldoende uitgedaagd worden. De zwakke lezers oefenen extra met de zogenaamde doelkaarten waarin een leesmoeilijkheid of strategie in kleine stapjes wordt aangeboden. Tenslotte wordt de leesbeleving van kinderen gestimuleerd door voorlezen, vrij lezen en boekbesprekingen. Daarnaast wordt er dagelijks 15 minuten door leerlingen en leerkrachten in hun eigen leesboek gelezen tijdens ‘Kwartiermakers’. Toch kunnen wij het als school niet alleen! Kinderen die ook thuis zeer regelmatig lezen, worden goede lezers. Als kinderen niet uit zichzelf geneigd zijn om te gaan lezen, is het van belang dat ouders het lezen stimuleren. Ouders kunnen dit doen door zich zelf enthousiast te tonen voor lezen, leuke boeken uit te zoeken met hun kind en van het samen lezen een gezellige bezigheid te maken. Voor leerlingen van groep 3 en 4 is het belangrijk dat er regelmatig nog hardop gelezen wordt. Wanneer een kind eenmaal AVI-M5 behaald heeft is de noodzaak van het hardop lezen niet meer zo aanwezig.
Methode begrijpend lezen in de groepen 4 t/m 8 Sinds het schooljaar 2011-2012 werken de groepen 4 t/m 8 met de vernieuwde versie voor begrijpend lezen en studerend lezen, Goed Gelezen. Onder begrijpend lezen wordt verstaan, het achterhalen van de betekenis of bedoeling van een tekst. Begrijpend lezen is uitgebreid met begrijpend luisteren. Begrijpend lezen is niet de som van technisch lezen en mondelinge taal, maar een ingewikkelder proces. Een belangrijke rol hierbij spelen: • wereld oriënterende kennis • kennis en taal van verschillende soorten teksten • eigen ervaring en creatief denken • evaluatief denken • het bepalen van het doel van het lezen De verschillende leesstrategieën worden aangeleerd via directe instructie. Kinderen worden actief bij het onderwijs betrokken doordat er uit gegaan wordt van interactief onderwijzen en interactief leren.
De Kinderboekenweek Elk jaar wordt aandacht besteed aan de Kinderboekenweek. De Kinderboekenweek start op woensdag 7 oktober en loopt t/m zondag 18 oktober 2015. In 2015 is het thema: Natuur Wetenschap en Techniek Gedurende de Kinderboekenweek vinden er tal van activiteiten plaats en worden er boeken aangeschaft, die bekroond zijn met de Gouden- en Zilveren Griffel en de Gouden- en Zilveren Penseel.
Hoe kunnen ouders het leesproces stimuleren? Lezen leert het kind niet alleen op school. Als ouder heeft u grote invloed op hoe uw zoon of dochter leert lezen. Met de volgende tips geeft u uw zoon of dochter de beste voorbereiding op het leren lezen op school. - Praat met uw kind. Als u vaak met uw zoon of dochter praat, leert het kind veel woorden kennen die het zelf ook zal gaan gebruiken. - Toon belangstelling. Het is heel goed om belangstelling te tonen en uw kind te laten merken dat u het leren lezen op school erg belangrijk vindt. - Ga actief met lezen aan de slag. U kunt uw kind stimuleren en helpen bij het leren lezen. Bijvoorbeeld door allerlei activiteiten met uw zoon of dochter te ondernemen waardoor hij of zij veel kan oefenen. - Lees uw kind voor. Kinderen vinden voorlezen fijn, ook als zij zelf al kunnen lezen. Voorlezen is goed voor het verbeteren van de luistervaardigheid en de woordenschat van het kind. - Herhaal sommige boekjes of verhalen. De kinderen weten dan al een beetje wat er komt en wat er ook al weer gebeurde. - Ga samen met uw kind naar de bibliotheek. Sluit daarbij zoveel mogelijk aan bij de interesses van uw zoon of dochter. - Geef uw kind af en toe een boek cadeau. Wij vinden het enorm belangrijk dat kinderen veel plezier beleven aan lezen. Ouders kunnen aan dit leesplezier een goede bijdrage leveren. Hoe meer een kind leest, hoe beter het ook zal leren lezen. We noemen dat ook wel het aantal leeskilometers. Een goede leesvaardigheid gaat vrijwel zeker ontstaan wanneer er dagelijks gelezen wordt. In groep 3, tijdens het aanvankelijk leesproces, is het thuis dagelijks 10 tot 15 minuten lezen een goede richtlijn. Het is beter om iedere dag even te lezen dan eens in de week een uur!
3.3.2.2. Taal/Spelling De Waterwilg werkt met de methode: Taal in Beeld op Snappet. De methode voorziet in de mogelijkheid tot een gedifferentieerde werkwijze en de leerlingen worden aangemoedigd om zelfstandig met de leerstof om te gaan. De leerkracht treedt op als organisator/begeleider bij de lessen. Spelling en woordenschat zijn geïntegreerde onderdelen in de methode Taal in Beeld. Daarnaast zijn er op Snappet ook extra woordenschatlessen beschikbaar waar we gebruik van maken.
3.3.2.3. Schrijven De leerlingen van groep 3 t/m 6 ontwikkelen de schrijfvaardigheid met behulp van de methode ‘Zwart op wit’. Zwart op wit gaat uit van een natuurlijk, vloeiend schrift dat gemakkelijk aan te leren is. De kinderen krijgen de vrijheid om een eigen karakter in het handschrift te leggen. Zwart op wit besteedt al in de kleutergroepen aandacht aan, een goede manier van stabiele schrijfhouding en een goede potloodgreep. De kinderen leren de 8 voorbereidende schrijfbewegingen aan. In groep 3 leren de kinderen de cijfers, kleine letters en lees- en rekentekens. Ze leren de verbindingen en schrijven al woordjes en zinnen aan elkaar. In groep 4 komen de hoofdletters met hun verbindingen aan bod. De kleine letters worden herhaald en geautomatiseerd. De leerlingen leren schrijven tussen versmalde liniëring en in de tweede helft van het schooljaar begint het temposchrijven een rol te spelen. De leerlingen van de groepen 4 krijgen in het tweede gedeelte van het schooljaar een vulpen, mocht deze echter zoek raken of gaat een leerling er niet voorzichtig mee om, dan vragen wij voor de aanschaf van een nieuwe vulpen een bijdrage van €10,00. De Waterwilg gebruikt daarbij één type vulpen. Op iedere vulpen komt de naam van het kind te staan. De leerlingen krijgen van de leerkracht een instructie over het gebruik van de vulpen en hoe zij met de vulpen moeten omgaan. Er zijn vulpennen voor rechtshandige en linkshandige kinderen. In de groepen 5 worden cijfers, kleine letters en hoofdletters geautomatiseerd. De leerlingen oefenen het schrijven van langere woorden met spatiëring. Het tempo wordt verhoogd. In groep 6 wordt deze lijn voortgezet. Tevens leren de leerlingen te schrijven zonder hulplijnen. In groep 7 en 8 wordt aandacht besteed aan het creatief schrijven. In alle jaargroepen wordt veel aandacht besteed aan de goede schrijfhouding; de juiste zithouding, papierligging, pen greep en schrijfbewegingen. Daarnaast spelen ook de motorische oefeningen een grote rol.
3.3.2.4. Rekenen en wiskunde Het is erg belangrijk dat kinderen goed leren rekenen. Je hebt het bijna overal voor nodig, bijvoorbeeld in de winkel om te kunnen betalen, in de keuken waar je met inhoudsmaten en gewichten werkt en in de sport om wedstrijdschema´s en uitslagen goed te begrijpen. Ook wordt er tegenwoordig in bijna alle beroepen van uitgegaan dat je beschikt over goede rekenvaardigheden. Kinderen krijgen op school rekenonderwijs, maar ook ouders spelen een belangrijke rol bij het leren rekenen van hun kinderen. Een goede samenwerking tussen de school en ouders is daarbij belangrijk. In de brochure Op ouders kun je rekenen! Ondersteuning bij rekenvaardigheid op de basisschool vindt u handreikingen voor ouders om hun kind te helpen bij het leren rekenen. Deze brochure is te downloaden op de site van de landelijke ouderraad: http://www.loraad.nl/op-ouders-kun-jerekenen/ In de kleutergroepen grijpen de leerkrachten gedurende de dag situaties aan die zich voordoen om rekenactiviteiten bij uit te voeren. Daarbij haken zij vaak aan bij het thema dat speelt in de groep. De leerlingen leren op speelse wijze rekenbegrippen aan en krijgen gevoel voor getallen en hoeveelheden. Deze kennis hebben zij nodig om een goede start te kunnen maken bij het rekenen in groep 3. De groepen 3 t/m 8 werken met de nieuwste versie van de methode Pluspunt (versie 3). De afgelopen jaren zijn er stevige discussies geweest tussen de aanhangers van het realistisch rekenen en de aanhangers van het traditionele rekenonderwijs. De uitwerking van deze discussie zien wij terug in de nieuwe rekenmethode. De basis van de methode, het realistisch rekenen, waarbij leerlingen vanuit verworven inzicht leren rekenen, is gebleven. De grote omslag in de methode is dat het cijferend rekenen als uitrekenvorm weer terug is. Tevens wordt nieuw aangeboden leerstof structureel herhaald en ingeoefend. Alle leerlingen leren dezelfde rekenwijzen als basisbewerking te beheersen. In deze methode krijgt automatiseren (vlot kunnen rekenen) al meer aandacht dan voorheen. Wij hebben echter gemerkt dat dit nog niet voor alle leerlingen voldoende is. Goede automatisering van basisbewerkingen zorgt ervoor dat het werkgeheugen minder wordt belast bij complexere rekenopgaven en heeft dus direct effect op het algehele rekenniveau. Daarom gaan wij het automatiseren systematisch aandacht geven in de groepen 3, 4 en 5. Het uiteindelijke doel is dat de leerlingen de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd leren uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn. Er zijn leerlingen die meer tijd nodig hebben om de leerdoelen bij het rekenen te bereiken dan de gemiddelde leerling. Deze leerlingen geven wij meer rekenleertijd en aandacht in de groep. Ook hulp van het thuisfront kan hierbij ondersteunend zijn. De remedial teacher gaat, in overleg met de rekenspecialist, individuele aandacht geven aan leerlingen bij wie de eerder genoemde extra hulp niet toereikend is gebleken. Deze hulp willen wij vooral gaan toepassen in de onderbouw, zodat we zoveel mogelijk leerlingen een goede basis mee kunnen geven voor het voortgezet rekenen. De leerlingen van de groepen 4 tot en met 8 oefenen dagelijks op hun tablet met rekenvaardigheden. Eerst wordt een basisaanbod aangeboden. Het tweede gedeelte van de rekenles werken de leerlingen met de rekendoelen op hun eigen niveau op deze manier wordt het rekenonderwijs op maat aangeboden.
3.3.2.5. Wereld oriënterende vakken Topondernemers, het andere zaakvakonderwijs In de groepen 4 tot en met 8 gaan de leerlingen aan de slag met de methode Topondernemers. De Waterwilg heeft een beleidsplan ontwikkeld om de werkwijze en de doorgaande leerlijn te waarborgen. Sinds 2013-2014 wordt het beleidsplan vanaf groep 4 t/m groep 8 ingezet. Er zit een opbouw in het werken met deze methode. Deze methode voor wereldoriëntatie biedt de mogelijkheid kinderen de wereld om hen heen te laten ontdekken aan de hand van goed uitgewerkt en concreet ondersteunend thematisch onderwijs. In de vorm van opdrachtenkaarten komen geschiedenis, aardrijkskunde en natuureducatie op een nieuwe en verfrissende manier aan bod. Kinderen worden met Topondernemers uitgedaagd om initiatief te nemen, samen te werken en creatief te zijn. Zo bouwen zij zelfvertrouwen op in het vinden van antwoorden op eigen vragen. Met Topondernemers leren zij deze zelfstandig te vinden. Kinderen krijgen bewust een grote verantwoordelijkheid op dit gebied, onder begeleiding van de leerkracht. Een stappenschema (plankaart) kan de leerkracht en leerling helpen met het plannen en uitvoeren van een opdracht. Het stappenschema biedt ondersteuning bij het doornemen van een opdracht. Voor de leerlingen is het een goed middel om met de opdrachtkaarten te leren werken. Met Topondernemers wordt de onderwijsinhoud over mensen, de natuur en de wereld in samenhang aangeboden. Ook onderwerpen uit andere leergebieden worden betrokken op de ‘oriëntatie op jezelf en de wereld’. Activiteiten die veel voorkomen zijn: het lezen en maken van teksten, het meten en het verwerken van informatie in tabellen, tijdlijn en grafieken en het gebruik van beelden en beeldend materiaal. Met presentaties en werkstukken wordt het thema afgesloten, hierbij kan gedacht worden aan artikelen, collages, muurkranten, verslagen, folders, presentaties e.d. Nieuw is de inlogcode die de leerling krijgt om toegang te hebben tot de digitale leeromgeving van topondernemers. Er is een stuurgroep die zich bezig houdt met de afstemming tussen de jaargroepen. In de stuurgroep worden schoolbreed afspraken gemaakt zoals: - Per leerjaar worden er 3 thema’s aangeboden; - De presentatietechnieken (poster, interview, folder, enz.) worden gefaseerd per leerjaar aangeboden. Daar wordt al in groep 4 mee begonnen (zodat de leerlingen in groep 5 al over een aantal vaardigheden beschikken om met Topondernemers aan de slag te kunnen); - De tijdvakken voor geschiedenis worden verdeeld over de jaargroepen, zodat wij kunnen garanderen dat alle tijdvakken aan bod zijn gekomen aan het einde van de schoolcarrière van de leerlingen; Onderwerpen van de thema’s waar groep 4 mee zal gaan werken worden door middel van de nieuwsbrief bekend gemaakt.
Groep:
Thema 1:
Thema 2:
Thema 3:
5
Wereld in het klein
A t/m Z
De boerderij
6
Ik, jij, wij
Water, Aarde, Lucht en Vuur
Vlinders in je buik
7
Reizen
Multimedia
Sport en ontspanning
8
Derde Wereld
Amerika
Oorlog en Vrede
- De tijdvakken zijn als volgt verdeeld: dit moet voor de volgende tabel op volgende pagina
Groep: Kaart:
Kaart:
Kaart:
Kaart:
4
Muurkrant
Collage
5
Muurkrant
Collage
Folder
Verslag
6
Muurkrant
Interview
Poster
Tijdsbalk
7
Muurkrant
PowerPoint Enquête
Uitlegplaat
8
Muurkrant
Artikel
Verhaal
Grafiek
Tevens wordt er voor de ouders jaarlijks een informatieavond georganiseerd rondom Topondernemers, deze avond zal zijn voor de ouders van leerlingen in de groepen 4 en 5. De bijeenkomst wordt georganiseerd voorafgaand aan de informatiebijeenkomst van de groepen 4 en 5. Daarnaast krijgt het team elk schooljaar professionele ondersteuning van School in Balans.
Groep:
Thema 1:
Thema 2:
Thema 3:
5
Eigen geschiedenis
Jagers en Boeren
6
Grieken en Romeinen
Monniken en Ridders
7
Steden en Staten
Ontdekkers en Hervormers
Regenten en Vorsten
8
Pruiken en Revoluties
Burgers en Stoommachines
Wereldoorlogen
De stuurgroep bestaat uit leerkrachten van elke jaargroep. De stuurgroep heeft overleg, bewaakt de doorgaande lijn en zet zaken uit.
Topografie De taal van de atlas leren de kinderen kennen via de topografie van Klas online In groep 6 wordt gestart met Nederland, in groep 7 komt Europa aan de beurt en in groep 8 starten de leerlingen met De Wereld. Deze methode sluit aan op de kerndoelen. De leerlingen in groep 6, 7 en 8 krijgen ook topografietoetsen. Thuis kan er eveneens worden ingelogd.
Schooltelevisie op het smartboard en active board De groepen 3 t/m 8 kijken naar een TV serie uitgezonden door de NOT. Dit kan zijn de serie Huisje Boompje Beestje, Nieuws uit de Natuur en het School TV weekjournaal. Daarnaast wordt er gewerkt vanuit de bijbehorende methode. Komend schooljaar zullen alle groepen uitzendingen van school-tv gaan volgen. Groep 1/2 : Koekeloere en De Schatkast Groep 3/4: Huisje, Boompje, Beestje; Leesdas Lettervos Boekentas, Rekenverhalen en Rekenen met Raaf. Groep 5/6: De Buitendienst Groep 7: Schooltv-weekjournaal Groep 8: 13 In de oorlog Al de uitzendingen kunnen worden gevolgd op het smartboard. Het smartboard geeft ook de gelegenheid om andere educatieve programma’s te volgen.
Verkeer Groepen 1 t/m 6 SCHOOL op SEEF is hét programma in Zuid-Holland voor een goede aanpak van verkeersveiligheid en verkeerseducatie aan kinderen in de basisschoolleeftijd. Hier worden kinderen in een veilige omgeving op een eigentijdse manier begeleid in hun ontwikkeling tot duurzaam veilige weggebruikers. SCHOOL op SEEF omvat hoogwaardig en aansprekend, praktijkgericht en digitaal materiaal. Het werken aan de verkeersveiligheid van kinderen op en rond de basisschool vereist een integrale aanpak. Het programma SCHOOL op SEEF biedt de mogelijkheid om vanuit verschillende facetten (educatie, infrastructuur, communicatie, etc) hieraan te werken. Het motto is dan ook: “kinderen hebben recht op een veilige, zo zelfstandig mogelijke deelname aan het verkeer”. De leerkrachten geven samen met SCHOOL OP SEEF in alle leerjaargroepen theoretische en praktische verkeers educatie.Het programma wordt ondersteund door Onderwijs Advies te Zoetermeer. De groepen 7 zullen werken met de methode JVK (Jeugd VerkeersKrant). Daarnaast gebruiken zij de examenwijzer 2015. Hiermee worden de kinderen voorbereid op het verkeersexamen. Groep 7 neemt deel aan het landelijke verkeersexamen, dat bestaat uit een theoretisch en een praktisch deel. Het theoretische verkeersexamen vindt plaats op 7 april 2016. De Oudervereniging van De Waterwilg heeft aangegeven, het praktisch verkeersexamen zeer belangrijk te vinden en zal dit in haar activiteitenprogramma op gaan nemen en organiseren voor de leerlingen van de groepen 7. Het fietsexamen vindt plaats op 20 mei 2016.
Techniek De keuze van Techniek heeft te maken met de einddoelen, die een basisschool moet behalen, maar eveneens met de bevordering van de keuze voor Techniek in het algemeen. Het unieke aan techniek is dat er altijd een uitdaging in te vinden is. De kinderen leren door het werken met techniek op een natuurlijke wijze samen te werken. Hun verantwoordelijkheidsbesef wordt vergroot. Ze leren zelfstandig probleemoplossend te denken en te handelen; zij zoeken uit wat iets is, hoe het werkt en waarom. De Waterwilg heeft het Ontdekkasteel aangeschaft. Dit kasteel bevat 5 kasten, waarbij er voor elke groep materiaal te vinden is met opdrachten die te maken hebben met Techniek. Door de wijze van het neerzetten van deze kasten, heeft het geheel de contouren van een kasteel. Het geheel waarborgt een leerlijn op het gebied van Techniek voor groep 1 t/m 8. De groepen 1 en 2 verwerken het werken met de techniekdozen bij het keuzebord. De groepen 3 en 4 gebruiken de techniekdozen in het tweede gedeelte van het schooljaar. De groepen 5 en 6 hebben speciale momenten. De groepen 7 en 8 verwerken de techniekdozen bij de methode Topondernemers of houden een speciale techniekweek. De Waterwilg heeft een techniekcoördinator, die het Ontdekkasteel beheert. Hij/zij inventariseert de werkwijzen, heeft techniek als vast item op de agenda staan en regelt de bestellingen. Vanaf 1 december 2015 zal de school techniek ondersteuning krijgen van Jan Kersbergen. Vanuit zijn professie zeer betrokken geweest bij het op de kaart zetten van Techniek in de breedste zin van het woord. Deze werkzaamheden worden verricht op vrijwillige basis.
First Lego Leaque De Lego League (FLL) is een wedstrijd die jongeren tussen 10 en 15 jaar uitdaagt om de maatschappelijke rol van techniek en technologie te onderzoeken aan de hand van verschillende opdrachten. De opdrachten worden elk jaar opgehangen aan een thema en gedefinieerd in de jaarlijks wisselende ‘Challenge’. De kinderen werken in teams van maximaal tien deelnemers om de opdrachten zo goed mogelijk te vervullen en laten het resultaat zien tijdens regionale en nationale finales. Gedurende het hele project zullen de teams werken volgens spelregels van de FLL.
Ontwerp, bouw- en programmeer een robot De teams moeten een volledig autonome robot ontwerpen, programmeren en bouwen. Daarbij maken zij gebruik van het LEGO MINDSTORMS NXT system met de bijbehorende flow control software van Labview. Met deze robot moet tijdens de finaledagen wedstrijden worden gespeeld op een opdrachtenparcours, waarbij punten te verdienen zijn. Het parcours is zo ontworpen dat beginnende teams vrij eenvoudig punten kunnen halen. Voor gevorderde teams is het echter wel moeilijk om alle punten in de wacht te slepen.
Voer je eigen onderzoek uit en presenteer de resultaten De First Lego League is meer dan alleen een robotwedstrijd. Elk team voert binnen het jaarlijkse thema een eigen onderzoek uit over de maatschappelijke rol van techniek en technologie en presenteert de uitkomst tijdens de regionale en landelijke finale. Bij het uitvoeren van het onderzoek wordt van de kinderen verwacht, dat zij zelf initiatief nemen en met behulp van verschillende bronnen op zoek gaan naar een probleem, waar huidige wetenschappers en ingenieurs vandaag de dag mee te maken hebben. Vervolgens moeten de kinderen zelf op zoek naar een creatieve oplossing, die zij vervolgens presenteren op de finaledagen.
First Lego League (FLL) Benelux De FLL wordt in de Benelux gecoördineerd door Stichting Techniekpromotie. De teamwerving en organisatie van regionale finales is in handen van de Stichting Techniekeducatie Delft in samenwerking met de TU en het Science Center te Delft.
Thema 2015-2016 Dit jaar is het thema TRASH TREK: Afval? Laten we er wat van maken! Meer dan 290.000 kinderen, van 9 tot 16 jaar*, uit meer dan 80 landen gaan de fascinerende wereld van afval onderzoeken in de FIRST®LEGO® League TRASH TREKSM Challenge 2015/2016. Er komt meer kijken bij je afval dan je zou denken, van inzameling,
sortering tot aan slim hergebruik om er nieuwe producten van te maken. Doe mee en ontdek de wereld van afval! FIRST LEGO League (FLL®) daagt kinderen uit om te denken als wetenschappers en technici. Tijdens het TRASH TREKSM seizoen kiezen de teams een probleem uit de praktijk dat opgelost moet worden. Daarnaast leren de kinderen hun eigen robot te bouwen en te programmeren met LEGO MINDSTORMS® om hier vervolgens verschillende missies in de robotwedstrijd mee uit te voeren. Tijdens het hele traject staan de Core Values zoals sportiviteit, samenwerking en respect voor elkaar hebben, centraal. Het team bestaat uit 10 leerlingen en gaat de uitdaging aan. De leerlingen van groep 8 krijgen daarbij een voorlichting wat het werken in het team inhoudt. Hierna kunnen zij solliciteren. Zij moeten daarin aangeven, waar zij goed in zijn; b.v. robot bouwen, programmeren, onderzoeken, presenteren etc. De directeur doet de selectie in overleg met de groepsleerkrachten van groep 8. Het team oefent elke vrijdagavond o.l.v. van onze coach: Toon Verwijmeren met daarbij hulp van ouders. De naam van ons team is op dit moment nog niet bekend. De wedstrijd vindt plaats op 12 december 2015 Het Science Center te Delft stelt wederom de locatie beschikbaar.
Engels in groep 5 t/m 8 Vanaf groep 5 krijgen de leerlingen Engels. Wij gebruiken de methode Real English-Let’s do it. Deze methode wordt gebruikt door meer dan tweeduizend basisscholen en is in een eigentijds jasje gestoken. In de oefeningen spelen internet en e-mail een rol. De website geeft toegang tot heel veel extra’s. Real English New biedt afwisseling, uitdaging, humor en goede resultaten met strips, liedjes en cartoons. De methode is goed gestructureerd en spannend. Daarnaast vindt er differentiatie in tempo en niveau plaats en is er een website met een module digitaal schoolbord. De leerlingen in groep 7 krijgen woorddictees, in groep 8 worden deze woorddictees uitgebreid met een aantal zinnen. Zij krijgen dit leerwerk mee naar huis en dit wordt na twee weken getoetst. Wij merken dat de woordenschat van de leerlingen hierdoor toeneemt en de overgang naar het Voortgezet Onderwijs beter verloopt.
3.3.2.6. Culturele Creatieve vakken Vormingsgebieden: • handvaardigheid • tekenen • muzikale vorming • dramatische vorming • dansante vorming Bij expressie gaat het om de ontwikkeling van de eigen creativiteit als bijdrage aan de harmonische ontwikkeling van het kind. De culturele vakken worden gegeven door de groepsleerkracht zelf in de eigen klas en incidenteel door professionals vanuit kunst educatieve instellingen. De Waterwilg heeft geen specifieke leerkracht dansante vorming en/of handenarbeid. Voor handvaardigheid, tekenen en textiele werkvorming kunnen de leerkrachten gebruik maken van de digitale lesmethode voor beeldende vorming: ‘Laat maar zien’. Deze methode biedt kant en klare lessen voor groep 1 tot en met 8. Er zijn lessen tekenen, handvaardigheid en textiel maar ook de nieuwe media, zoals fotografie en animatie komen aan bod. Tegelijkertijd is er aandacht voor kunst- en cultuureducatie. De lessen zijn voorzien van lesbeschrijvingen, lesdoelen en mooi beeldmateriaal. Bovendien wordt de methode voortdurend uitgebreid. Binnen de school wordt er naar gestreefd om zoveel mogelijk materialen en technieken aan bod te laten komen. De groepen 5 t/m 8 kunnen ook nog gebruik maken van 2 delen van de methode ‘Uit de kunst’. Deze wordt vooral gebruikt om de kinderen materiaalkennis bij te brengen. Tevens vinden er door het jaar heen creaworkshops plaats. Per gang is er in elke groep een crea-activiteit, waarvoor de kinderen kunnen intekenen, de groepen van de gang gaan dan door elkaar. De hele middag wordt dan aan deze crea-activiteit besteed. Daarbij wordt de leerkracht geholpen door ouders. Kinderen kiezen op deze manier voor een activiteit en we maken als team gebruik van elkaars kwaliteiten.
Muzikale en dansante vorming De school heeft een abonnement op cd’s en liedjes van Benny Vreeden, die nieuwe liedjes maakt die vaak actueel zijn, of passend bij het seizoen. Veel vieringen en feesten worden ook aangegrepen om er een, vaak schoolbrede, culturele activiteit aan te koppelen. Zo hebben wij de afgelopen jaren een spetterende muzikale opening van de Kinderboekenweek gehad. Ook hebben we bij projecten dansvoorstellingen gemaakt en gezien en muzikale optredens voor elkaar verzorgd op bijvoorbeeld het openingsfeest en De Waterwilgdag.
Dansante vorming Dit wordt aangeboden via het Kunstmenu en/of er worden workshops geregeld voor leerlingen.
Cultuur Wij vinden Cultuur in de basisschool belangrijk. Door kunst ga je namelijk anders kijken naar jezelf en anderen. Dat onderwijs op het gebied van de kunsten en cultureel erfgoed belangrijk is, wordt ook door de politiek onderkend. Zang, dans en muziek zijn eveneens belangrijk voor de ontplooiing van kinderen. Het cultuurproject dat plaatsvindt, kan worden opgezet rondom de Culturele kaart. De Culturele kaart geeft de culturele instanties in Nootdorp en rondom De Waterwilg aan, waarbij verschillende culturele disciplines aan bod komen. Naast de voorstellingen vanuit het Kunstmenu, waarbij de leerlingen op stap gaan, heeft De Waterwilg een Cultuurochtend met culturele activiteiten en activiteiten via Team 4 Talent.
3.3.2.7. Bewegingsonderwijs De groepen 3 t/m 8 krijgen twee keer per week bewegingsonderwijs. De Waterwilg heeft twee vakleerkrachten bewegingsonderwijs. De vakleerkrachten maken met name gebruik van het boek: ‘Basisdocument Bewegingsonderwijs’, maar er zullen ook vernieuwende en aangepaste onderdelen worden toegevoegd aan het vakwerkplan. Deze literatuur vormt de leidraad van het vakwerkplan. De doelstelling van het vak bewegingsonderwijs is: zorgen voor een veilig beweegklimaat, waarbij er verschillende vaardigheden aan bod komen. De twaalf leerlijnen uit het ‘Basisdocument Bewegingsonderwijs’ vormen de basis voor deze verschillende vaardigheden. De vaardigheden zijn zowel op
het sociaal-emotionele vlak (bijvoorbeeld: omgaan met winnen-verliezen) als het fysieke vlak. Onze vakleerkrachten bewegingsonderwijs vinden het belangrijk dat de leerlingen deze vaardigheden met plezier uitvoeren in een sociale omgeving. Het gaat hierbij dus om een stukje leren over en van bewegen, maar er is ook duidelijk een opvoedende taak voor de vakleerkrachten weggelegd. Denk hierbij aan de leefregels van ‘De Waterwilg’. De Waterwilg maakt gebruik van de sporthal ‘s-Gravenhout, gelegen naast de school. Bij mooi weer wordt er gesport op de velden van S.V. Nootdorp. In de lessen bewegingsonderwijs komen verschillende werkvormen aan bod, zoals het zelfstandig werken in vakken, werken in een omgangsbaan, circuit en klassikale les vormen. De leerlingen krijgen zowel toestel als spel onderdelen gedoceerd. Tijdens de lessen bewegingsonderwijs moeten de leerlingen sporten in een apart tenue (bijvoorbeeld sportbroekje, trainingsbroek en T-shirt, daarbij gelet op de kledingvoorschriften die gelden op school). Gymschoenen met een stevige neus zijn daarbij verplicht. De sporthal mag niet worden betreden met buitenschoenen of met schoenen die afgeven. Als wij naar buiten gaan tijdens de lessen bewegingsonderwijs zijn schoenen met noppen toegestaan. Slippers, balletschoentjes, crocs, sandalen en dergelijke, zijn om veiligheidsredenen niet toegestaan. Daarnaast willen wij een ieder er op wijzen, dat sieraden tijdens de gymlessen af moeten. Het dragen ervan is gevaarlijk. Wij raden u aan geen sieraden aan uw kinderen mee te geven als zij gymles hebben. Het eventueel zoekraken van sieraden is uw eigen verantwoordelijkheid. Vanaf groep 4 wordt er na de gym gedoucht. Wij stellen als team het gebruik van doucheschuim niet op prijs. Een beetje gel mag, maar soms duurt het te lang voordat alle kapsels weer helemaal in model zitten. Hier gaat teveel tijd verloren. Bij het douchen is het aan te raden badslippers te gebruiken. Wanneer uw kind niet aan de gymles kan deelnemen of niet mag douchen, wilt u dan een briefje voor de gymleerkracht aan uw kind meegeven. Er kan tijdens de gymlessen gefotografeerd of gefilmd worden. Deze beelden hebben altijd het doel om de leerkracht te coachen of te begeleiden in zijn of haar leerproces of zijn bedoeld voor de website van de school. Wij vinden het belangrijk toegankelijk en bereikbaar te zijn. U kunt bij ons altijd terecht met uw vragen over onder andere: - Het bewegingsonderwijs wat wij verzorgen. - Het bewegingsgedrag van uw kind. - Advies over sporten en sportverenigingen. U kunt na de lessen even langs lopen in de sporthal of telefonisch contact met ons op nemen, zodat we samen met u tot een oplossing kunnen komen. De vakleerkrachten bewegingsonderwijs zijn te bereiken op werkdagen na schooltijd via het telefoonnummer van onze school.
Atletiek Diploma In het schooljaar 2010-2011 zijn wij begonnen met de invoering van het Atletiek Diploma voor alle leerlingen van de groepen 3 tot en met 8. Er wordt van zes verschillende atletiekonderdelen gemeten wat de score is. Voorafgaand aan deze metingen worden alle onderdelen minimaal een keer in de gymles geoefend. De volgende onderdelen komen aan bod: - hoogspringen en Verspringen; - shuttle Run Test en Sprinten; - stap-Stap-Sprong of de Hink-Stap-Sprong; - verwerpen of Kogelstoten. Zodra alle beoordelingen verwerkt zijn, krijgen alle leerlingen een officieel Atletiek Diploma. Dit Atletiek Diploma keert jaarlijks terug. Op deze manier krijgen de leerlingen inzicht in de behaalde prestaties.
Clinics In het schooljaar kunnen er clinics worden verzorgd. Afgelopen jaar heeft er wederom een clinic karate plaats gevonden voor de groepen 7 en 8. Ook in het nieuwe schooljaar vinden deze clinics weer plaats. De lessen zijn voor de groepen 7 en 8 geregeld op verzoek van de leerlingenraad. Deze lessen vinden plaats in de sporthal ’s-Gravenhout. De karatelessen worden gegeven door dhr. Hans van Galen. Dhr. Hans van Galen heeft een eigen karateschool in Den Haag en is aangesloten bij de Karate-Do Bond Nederland. In deze lessen spelen onderstaande begrippen een grote rol: Zelfvertrouwen, Weerbaarheid en Zelfreflectie. De karatelessen worden op een dusdanige manier overgebracht aan de leerlingen, zodat plezier en respect de boventoon voeren. In het kader van gezondheid en meer bewegen wordt sport in het algemeen gestimuleerd waarbij o.a. coördinatie, motoriek, zelfvertrouwen, conditie en sociale aspecten een grote rol spelen. Deze aspecten komen juist bij karatetrainingen goed naar voren.
Sportdag Eenmaal per jaar wordt er door de school een sportdag georganiseerd. De sportdag wordt georganiseerd op de sportvelden van SV Nootdorp. De datum van de sportdag is nog niet bekend. Info over ons bewegingsonderwijs, sportdag en de toernooien vindt u bij Sport Nieuws op de site.
Het Schoolvoetbaltoernooi en Hockeytoernooi SV Nootdorp organiseert het schoolvoetbaltoernooi voor alle Nootdorpse basisscholen op de velden van SV Nootdorp. De data zijn op dit moment nog niet bekend. Scheidsrechters, begeleiders en uiteraard toeschouwers zijn daarbij heel erg hard nodig. Het Hockeytoernooi is afgelopen jaar weer georganiseerd door Team4Talent op advies o.a. van de leerlingenraad van De Waterwilg.
3.3.2.8. Moderne Media De computer is niet meer weg te denken uit het onderwijs. Alle ruimtes, van klaslokaal tot administratie, van directieruimte tot spreekkamers, beschikken over multimedia computers. Groep 1 en 2 hebben 2 computers per lokaal en 1 Active board/Touchscreen. De andere groepen beschikken over 2 computers of laptops.( Daarnaast zullen de groepen 4 tot en met 8 in het schooljaar 2015-2016 gaan werken met tablets waarbij zij niet alleen gebruik zullen maken van onderwijssoftware middels Snappet maar ook de tablet kunnen gebruiken voor toegang tot het internet en het Microsoft Office 365 pakket. Alle onderwijssoftware behorende bij de methodes voor taal, rekenen en spelling staan geïnstalleerd op de centrale server van Lucasonderwijs, het bestuur of worden digitaal aangeboden via onderwijsplatforms Snappet of Basispoort. Het Leerlingvolgsysteem van CITO wordt door elke groepsleerkracht voor zijn of haar groep beheerd. Het team heeft de mogelijkheid om elkaar via het Intranet te informeren over zaken aangaande De Waterwilg. Het handboek van de school, de draaiboeken etc. zijn hierop te vinden. Dit Intranet is alleen voor intern gebruik. ICT-scholing op maat voor het team doen we bij ABZHW op school of bij OA Advies. Op onze school worden computers voor de volgende doeleinden gebruikt: - als hulp bij het inoefenen van aangeboden leerstof (m.b.v. de educatieve software);
- in speelse situaties; onder toezicht van de leerkracht; - als intern en extern communicatiemiddel (e-mail); - als verzamelplek van belangrijke informatie, waaronder het leerlingvolgsysteem en het digitale leerlingenarchief; - als informatiebron; - gebruik bij de lessen Topondernemers, spreekbeurten e.d.
ICT-geletterdheid Deze vaardigheid wordt gezien als de enige echt nieuwe vaardigheid van onderwijs in de 21ste eeuw. We worden omringd door technologie. Door efficiënt en effectief gebruik te leren maken van deze technologie komen informatie- en technologische vaardigheden bij elkaar. Wij willen onze leerlingen leren gepaste media-en ICT bronnen te analyseren en te selecteren. Daarnaast is het belangrijk dat leerlingen begrijpen hoe in de maatschappij door middel van huidige technologie gecommuniceerd wordt en dat zij daar aan deel kunnen nemen. ICT-geletterdheid houdt naast het kunnen gebruiken van informatie- en technologische toepassingen in dat leerlingen ook weten hoe een computer werkt. Zo zal in het schooljaar 2015-2016 gestart worden met het leren programmeren vanaf de kleutergroepen. Hierbij leren de jonge kinderen denken in eenvoudige algoritme om een robot (Bee-Bot of Blue-Bot) te programmeren. In de groepen 5 tot en met 8 besteden wij aandacht aan de andere componenten die onder ICT-geletterdheid vallen namelijk: mediawijsheid en diploma Veilig internetten. Daarnaast leren onze leerlingen gebruik te maken van veel voorkomende toepassingen zoals Word en Power Point. Het voorkomen en bespreken van digi pesten wordt aangeboden in de lessen Kanjertraining maar worden ook besproken middels het internet-protocol. Dit is een protocol waarin leerkracht, leerling en ouders met elkaar afspreken hoe de leerling zich op het internet moet gedragen. Naast deze lespakketten zijn er ICT hulpkaarten en instructiefilmpjes waarmee de leerlijn op het gebied van ICT gewaarborgd wordt. ICT is niet een vak apart, maar wordt geïntegreerd in het lesprogramma. Anneke Peters heeft afgelopen schooljaar haar opleiding Media Coach afgerond. Marjolijn Duinker zal een opleiding media coach gaan volgen in het schooljaar 2015-2016.
Programmeren Door te oefenen met programmeren kunnen leerlingen hun digitale talenten ontdekken. Hierdoor maken leerlingen kennis met de basisprincipes van coderen. De vaardigheden die daarvoor nodig zijn, zoals creatief en logisch denken, moeten kinderen inzicht geven in de ‘achterkant’ van de apparaten die zij elke dag gebruiken. Het is de bedoeling om leerlingen een gezonde band te laten opbouwen met technologie, internet en computers. Bij programmeren leren kinderen vooruit in stapjes te denken. Dit kan al vanaf de kleutergroepen door gebruik te maken van de Bee-bot. In de middenbouw wordt de Blue-bot aangeboden. Daarnaast kunnen ook programma’s zoals codekinderen en scratch gebruikt worden. Door het aanbieden van leren programmeren, bereiden we onze kinderen voor op een toekomst waar zij naast gebruiker ook maker kunnen zijn.
Mediawijsheid Onze kinderen zijn vaak al vertrouwd met de diverse toepassingen van moderne media. Toch valt er juist voor kinderen nog veel te leren over het gebruik van digitale diensten. Want ‘hoe weet je of het klopt wat je op internet leest of ziet’ en ‘is het nieuws altijd waar?’ maar ook dat wat je op internet deelt, altijd bewaart blijft in het olifantengeheugen op internet, zijn belangrijke thema’s die met de kinderen behandeld worden. Hiervoor maken we gebruik de lesideeën van Kennisnet.
Veilig internetten Het team van De Waterwilg vindt het belangrijk dat kinderen leren omgaan met het internet. Voor de groepen 5 en 6 is het programma Veilig Internnetten Junior beschikbaar en voor de groepen 7 en 8 maken wij gebruik van het lespakket Veilig internetten ‘the game’. Beide digitale lespakketten zijn samengesteld door Kennisnet. Met dit lespakket worden kinderen bewust gemaakt van de risico’s en het eigen handelen op internet. In acht hoofdstukken worden diverse thema’s behandeld, zoals het verstrekken van privégegevens, chatten, e-mailen, downloaden en digitaal pesten. Ook wordt via deze methode aandacht besteed aan de lichaamshouding achter de computer. Er wordt afgesloten met een online examen.
Digi pesten Moderne communicatiemiddelen zijn niet meer weg te denken in deze tijd, maar het gebruik ervan vraagt aandacht en zorg. Er zijn teambreed afspraken gemaakt. Zo stelt het management het niet op prijs wanneer leerkrachten met leerlingen individueel mailen en/of een juffen of meester Facebook pagina hebben. Het contact naar ouders via de mail, beperkt zich tot een mededeling en of een vraag. Daarnaast adviseren wij ouders om regelmatig met hun kind te bespreken hoe zij omgaan met social media zoals Facebook, Whatsapp, Instagram en het gebruik van internet in het algemeen. Als u zich afvraagt wat kinderen en jongeren doen op internet en hoe je daar als ouder mee omgaat, verwijzen wij u graag naar de website www.kennisnet.nl. Cyberpesten is helaas een veelvuldig voorkomend fenomeen. Wanneer ouders met ons in contact treden omdat hun kind via digitale media gepest wordt, sturen wij als school een email aan de ouders van de leerlingen van de desbetreffende groep. Ook kan het zijn dat de school de wijkagent betrekt bij de gesprekken. Bureau Halt ondersteunt de school en geeft gastlessen over Digipesten in groep 7. Indien gewenst kan de school voor de ouders een thema avond Digipesten organiseren of het CJG (Centrum Jeugd en Gezin) vervult hier een rol in.
Internetprotocol Om de kennis van de leerlingen te toetsen, maar vooral om deze kennis zinvol in te zetten, maken de leerlingen vanaf groep 6 hun werkstuk op de computer en de leerlingen van groep 8 gebruiken bij tenminste één presentatie het programma PowerPoint. De school hanteert een email en internetprotocol. Dit protocol wordt besproken op de informatieavond, leerlingen en ouders ondertekenen het. Er zijn duidelijke afspraken, over hoe zoekopdrachten plaatsvinden via de computer. De school maakt gebruik van een filternet, sites worden per dag via dit systeem weergegeven en worden gelokaliseerd. Het is de opvoedkundige taak van de school om aan te geven wat wel en wat niet kan worden bezocht. Het e-mail en internetprotocol wordt aan de leerlingen uitgedeeld, besproken en moet worden ondertekend. Belangrijk is echter dat de leerlingen leren hoe met email en internet om te gaan. Op De Waterwilg is de afspraak, dat de kinderen via Kennisnet, op het Internet gaan zoeken. In groep 7 krijgen de leerlingen meer vrijheid en verantwoordelijkheid om zelfstandig te werken met het Internet en gebruik te maken van andere zoekmachines.
Smartborden en Prowise borden De groepen 3 t/m 8 beschikken over smartborden. Deze borden vormen een verrijking voor de onderwijssituatie. Leerkrachten illustreren hun lessen en leerlingen ondersteunen hun presentaties met Powerpoint presentaties. Echter in de groepen worden de smartboarden vervangen door Prowise borden gezien de ontwikkelingen op ICT-gebied.
Touchscreens/ Active boards Alle kleutergroepen beschikken over touchscreens. De kleuters kunnen op deze screens zelf werken en daarnaast digitaal klassikaal met elkaar naar b.v. een prentenboek of een tv programma kijken.
Type cursus na school vanaf groep 4 t/m 8 Marlies van der Kruk, een ouder van De Waterwilg is afgelopen jaar gestart met het aanbieden van een typecurus. In het verleden werd de cursus aangeboden in de bovenbouw, gezien de ontwikkelingen in het gebruik van de computer en tablet, wordt de cursus voor leerlingen van De Waterwilg nu vanaf leerjaar 4 aangeboden. Een goede typevaardigheid is gemakkelijk bij het werken op de computer en tablet. Voor de cursus wordt een bedrag gevraagd.
3.4.
Catechese (groep 1 t/m 8)
Met behulp van de methode Trefwoord besteden wij in de groepen 1 t/m 6 aandacht aan onze katholieke identiteit. In de kleuter-, onder- en middenbouw maakt de methode gebruik van dagopeningen die aansluiten bij de leefregels van de school. Deze groepen van de onder- en middenbouw beginnen de dag met een dagopening. In de bovenbouw wordt de methode Wereldwijd Geloven in 20 thema’s aangeboden. In Trefwoord wordt expliciet aandacht besteed aan de Christelijke feesten. In Wereldwijd Geloven komen ook de verschillen en/of overeenkomsten met andere geloven aanbod. Het kan zijn dat De Waterwilg een activiteit in samenwerking met de Bartholomeus Kerk aan de Veenweg organiseert. De leerlingen van de groepen 4 en 7 zullen een bezoek aan de kerk brengen. Daarnaast organiseert de Kerk kinderwoorddiensten, deze worden via de Nieuwsbrief aan u bekend gemaakt. In groep 4 worden de kinderen door de parochie uitgenodigd om deel te gaan nemen aan de voorbereidingen voor de 1e Heilige Communie. Het afgelopen jaar hebben 6 kinderen van onze school deelgenomen aan de 1e Heilige Communie. De kinderen kregen in de klas de gelegenheid om iets te vertellen over deze bijzondere dag. In groep 8 worden de kinderen uitgenodigd om deel te gaan nemen aan de voorbereidingen van het Heilig Vormsel. Deze voorbereidingen vinden niet onder schooltijd plaats. De sacramentencatechese, waaronder de 1e Heilige Communie en het Heilig Vormsel vallen, zijn de verantwoordelijkheid van de Kerk en de ouders gezamenlijk. De school draagt bij aan de geloofsopvoeding vanuit haar visie en beleid. De communiewerkgroep en de Vormselwerkgroep die zijn opgericht vanuit de parochie regelen de voorbereiding samen met de ouders van de communicanten en de vormelingen en zorgen voor de berichtgeving naar de ouder. De school zal daarin helpen door middel van het verstrekken van de berichten. De datum van de 1e Heilige Communie is nog niet bekend. Het Vormsel is op 17 januari 2015. De contactpersoon van de school met de kerk is Gonnie de Groot.
Kerkvieringen katholieke parochie H. Bartholomeus te Nootdorp Elke zondag is er om 11.00 uur een eucharistieviering in de Bartholomeus kerk Veenweg 36 te Nootdorp. U en uw kinderen zijn van harte welkom. Voor de kinderen van 0-12 jaar is er iedere zondag een speciaal programma. Drie zondagen is er ‘kinderkerk’ (een eigen samenkomst voor kinderen in twee groepen in hun eigen ruimte). De derde zondag van de maand is er gezinsviering (de viering in de kerk is dan speciaal gericht op gezinnen met kinderen). Kijkt u voor actuele informatie ook in het weekblad ‘De Eendracht’. Daarin worden iedere week de vieringen van het komende weekend aangekondigd.
3.5.
Bijzondere activiteiten
Activiteiten op het Kunstzinnig vlak De Nootdorpse scholen maken gebruik van het Kunstmenu. Het Kunstmenu stelt leerlingen van het primair onderwijs in de provincie Zuid-Holland in de gelegenheid om kennis te maken met alle vormen van professionele kunst. Voor de leerlingen van groep 1 t/m 8 staan voorstellingen, concerten, films en tentoonstellingen op het programma. Ieder kind bezoekt per schooljaar één van bovengenoemde activiteiten. Daarbij is een opbouw te zien van kunst in de groep voor de jongere kinderen en een bezoek elders voor de oudere kinderen. Het Kunstgebouw, de organisatie die het Kunstmenu regelt, zorgt elk jaar voor een artistiek verantwoord menu en bijpassend lesmateriaal. Uitgangspunt hierbij is dat de voorstellingen en tentoonstellingen niet op zichzelf staan maar deel uitmaken van het geheel aan kunstzinnige oriëntatie binnen de school. De activiteiten zijn gepland door het schooljaar heen en worden in de nieuwsbrief aangekondigd. Na een activiteit leest u een verslag, eveneens in de nieuwsbrief.
Activiteiten die zich in een jaar kunnen voordoen zijn bijvoorbeeld: • op bezoek gaan bij de kinderboerderij; • op bezoek gaan bij een bedrijf; • excursie in het teken van de Cultuur en/of Techniek
Avondvierdaagse Op initiatief van ouders heeft De Waterwilg afgelopen jaren deelgenomen aan de Avondvierdaagse. Een ouder verzorgt de coördinatie vanuit de school. De leerlingen die meelopen ‘lenen’ van de school een Waterwilg t-shirt. Op een van de dagen krijgen de leerlingen een versnapering of een aandenken, betaald vanuit de ouderbijdrage. De avondvierdaagse vindt dit schooljaar plaats van 6 t/m 9 juni 2016.
NL DOET Het Oranjefonds is het grootste nationale fonds op sociaal gebied en laat Nederland van zijn beste kant zien. Per jaar besteedt het fonds € 32 miljoen aan organisaties en initiatieven, die de sociale cohesie in Nederland en het Caribische gebied versterken. Vrijwilligers zijn het kloppend hart van vele sociale initiatieven. Ook De Waterwilg heeft heel veel vrijwilligers. Als school kun je een klus aanmelden. Zo hebben wij geld ontvangen voor de beplanting van de plantenbakken op de speelplaats bij het Hoofdgebouw. Afgelopen schooljaar zijn de plantenbakken op de speelplaats van het hoofdgebouw opnieuw gevuld. Er zijn nieuwe bakken op de vlonder gezet. Plantenbakken hangen er aan de hekken. Bij de entreedeur van het hoofdgebouw staan 2 grote nieuwe plantenpotten. NL Doet vindt op 11 en 12 maart plaats.
KIKA De leerlingen van de groepen 5 hebben afgelopen schooljaar 2013-2014 hun steentje bijgedragen voor KIKA met het inzamelen van lege flessen. Een bijdrage tot sponsoring van deze organisatie. Totaalbedrag € 225,00. Ook dit schooljaar wil De Waterwilg zich inzetten voor KIKA.
Nederland schoon, Gemeente Nootdorp schoon de omgeving van de Waterwilg schoon In het kader van het thema van het project en de Leefregel dit jaar gaan de groepen 6 niet specifiek rondom de Op Schoondag. de schoolomgeving opruimen, maar zullen zij dit iedere laatste woensdag van de maand doen. De Waterwilg huurt daarbij de specifieke schoonmaakaanhanger van de Gemeente voor deze activiteit.