LESBRIEF WAD SCULPTURES Deze lesbrief van World Art Delft is bedoeld als handleiding en bronnenmateriaal voor docenten. Hij kan gebruikt worden als voorbereiding op de tentoonstelling `WAD Sculptures´, om gericht naar beelden en installaties te kunnen kijken, om achteraf een verslag te kunnen schrijven en om actief en geïnspireerd zelf een beeld te kunnen maken. Bij dit materiaal vindt u een aantal aandachtspunten en lessuggesties, die u naar behoefte met de leerlingen kunt behandelen. Doelgroepen * leerlingen van de bovenbouw van het primair onderwijs (PO) * leerlingen van de onderbouw van het voortgezet onderwijs (VO). Doelstelling * leerlingen weten wat beeldhouwkunst is * leerlingen krijgen inzicht in soorten en stijlen * leerlingen krijgen enig inzicht in de technische en creatieve aspecten van het vak van een beeldhouwer * leerlingen wenden eigen creativiteit aan om zelf een beeld te maken. Vakken en kerndoelen 1. leergebiedoverstijgende kerndoelen * werkhouding: leerlingen krijgen belangstelling voor een belangrijke discipline van de kunsten, de beeldhouwkunst, en ze zijn gemotiveerd om die nader te leren kennen; 2. samenleving * leerlingen kunnen beschrijven hoe de kunstenaar met zijn creaties van kunstwerken respect toont voor de schoonheid en originaliteit van het landschap en hoe hij er een meerwaarde aan geeft; 3. kunstzinnige oriëntatie * domein A: vormgeven - leerlingen kunnen zelf werkstukken maken op basis van waarneming, innerlijke voorstelling van een onderwerp vanuit geheugen of fantasie en met een functie in een ruimte; - leerlingen kunnen beeldende aspecten (vorm, compositie, kleur) toepassen in hun werkstuk; - leerlingen leren materialen onderscheiden t.b.v. hun werkstuk en leren ook veilig met benodigde gereedschappen om te gaan; * domein B: beschouwen - leerlingen kunnen beeldende producten onderscheiden, beschrijven en vergelijken; 4. geschiedenis * domein D: historisch besef - leerlingen kunnen perioden en gebeurtenissen in de geschiedenis visueel plaatsen aan de hand van overgeleverde beelden en monumenten als sfinxen en hunebedden.
Beeldhouwkunst De beeldhouwkunst is één van de driedimensionale plastische kunsten. Oorspronkelijk onderscheiden we twee onderdelen: 1. beeldhouwkunst: de kunst om in harde materialen met behulp van bepaalde werktuigen vormen te creëren; 2. beeldsnijkunst: de kunst om uit zachte materialen beelden te snijden. Het werken in brons wordt wel tot de beeldhouwkunst gerekend, maar is dat feitelijk niet omdat (modellen van beelden) in brons worden gegoten. Vaak maakt een beeldhouwer eerst een schets op papier en daarna een model (uit klei) voordat hij echt in het harde materiaal gaat houwen. Het zou jammer zijn als hij door een enkele slag teveel het werk onherstelbaar zou beschadigen. Een enkele meester in het maken van beelden waagt zich rechtsreeks aan het beitelen en hakken in het harde materiaal zonder vooraf een model te maken. Wij noemen deze werkwijze a la prima. Later kan een afwerking plaatsvinden middels polijsten. De beeldhouwkunst is in alle cultuurperioden begonnen als een decoratief element binnen de architectuur.
`Pórtico de la Gloria´ (12e eeuw) in de kathedraal van Santiago de Compostela
Het heeft enige tijd geduurd voordat men er helemaal los van is gekomen. Zo ontstaan de ruimtelijke beelden. In de loop van eeuwen heeft de beeldhouwkunst een hoge vlucht genomen: het gebruik van materialen is onbegrensd en daarmee komt men tot een verscheidenheid aan soorten beelden. Het beeld is 3-dimensionaal geworden en gaat een dialoog aan met de omgeving.
Soorten beelden We kunnen de volgende soorten beelden onderscheiden. * Sculptuur: een ruimtelijk beeldhouwwerk d.m.v. het verwijderen van materiaal zoals weghakken en snijden; * Plastiek: ruimtelijk beeld dat opgebouwd is uit kneedbare materialen; * Assemblage: een beeld dat is samengesteld door samenvoeging (collage) van meerdere materialen; * Installatie: ruimtelijke opstelling van verschillende soorten voorwerpen of objecten; * Environment: omgevingskunst; * Land art: landschapskunst, vaak samengesteld met natuurlijke materialen; * Readymade: (gevonden) voorwerpen die tot kunstwerk worden gestileerd. Hiermee kunnen we ook stijlen benoemen, niet wat culturen en tijdsperioden betreft, maar meer wat ze moeten verbeelden of waar ze voor bedoeld zijn. * Portretkop: beeld van een hoofd; * Buste: borstbeeld; * Standbeeld: staand figuur of ruiterbeeld; * Monument: vaak als eerbetoon aan iemand of een gebeurtenis, soms ook bij een graf; * Gedenkteken: herinneringsteken, vaak bedoeld om slachtoffers te gedenken; * Piëta: beeld waarin het verdriet van Maria voor Christus wordt uitgebeeld; * Reliëf: driedimensionale afbeelding op een platte achtergrond: a. laag reliëf: ondiep uitgewerkt zoals op een gevelsteen of een munt; b. hoog reliëf: vrijstaand met grote diepteverschillen op een vlakke achtergrond.
Nationaal Monument op de Dam te Amsterdam (monument en gedenkteken)
Stijlen Beeldhouwkunst doet al van zich spreken vanaf de prehistorie. Uit deze periode zijn vooral de venusbeeldjes en de hunebedden bekend.
grootste hunebed in Nederland in Drenthe
Verder kunnen we ondermeer de volgende stijlen benoemen naar hun periodes. Aanvankelijk zien we in de begintijd: • Egyptisch: sfinxen • Grieks: de Kariatiden in Athene • Romeins: portretbeelden en triomfbogen • Byzantijns: mozaïeken en ivoorreliëfs • Karolingisch: edelsmeedwerk en bronsgietwerk > Germaanse ambachtelijkheid Later in de geschiedenis krijgen we: • Barok: overdadige versieringen vol beweging. Beroemd is de beeldhouwer Artus Quellijn, die 14 jaar aan de beelden in destijds het Stadhuis van Amsterdam (nu het Koninklijk Paleis op de Dam) heeft gewerkt; • Classicisme: hierbij gaat het om schoonheid met haar rust en stilte; • Romantiek: emotionele waarden en hartstochtelijke heldenverering; • Impressionisme: indrukken van het moment. Denk aan Auguste Rodin (De Denker, De Kus en Balzac); • Expressionisme: expressie van individuele emoties : Ossip Zadkine (`De Verwoeste Stad´ n.a.v. de bombardementen in mei 1940 op Rotterdam); • Kubisme: geometrische vormen : Pablo Picasso (`Chicago Picasso´), die ook aan de wieg heeft gestaan van het neo-expressionisme; • Abstracte kunst of Concrete kunst: i.p.v. figuratieve objecten krijgen we kleuren, lijnen, ritmes, contrasten en vormstructuren. Bekend zijn Constantin Brancusi, Joan Miró en Hans Arp; • Kinetische kunst: het beeld of delen van het beeld worden in beweging gezet (of gehouden) door factoren van buitenaf. We noemen Alexander Calder en Jean Tinguely; • Surrealisme: realistische figuren worden denkbeeldige irreële beelden, zoals bij Henry Moore; • Pop Art: accenten op de platheid van onze consumptiemaatschappij, bijv. Niki de Saint Phalle; • Assemblage of conceptuele kunst: samenvoeging van vaak afgedankte (gebruiks)voorwerpen tot een beeld, zoals bij Christo en Panamarenko.
Stijlen
Barok (Quellijn)
Impressionisme (Rodin)
Kubisme (Picasso)
Kinetische kunst (Calder)
Pop Art (Niki de Saint Phalle)
Expressionisme (Zadkine) Abstracte kunst (Miró)
Surrealisme (Moore)
Assemblage of conceptuele kunst ( Christo)
Materialen Beelden kunnen tegenwoordig worden gemaakt van alle denkbare materialen, zoals: • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Steen (hard en zacht) Marmer Beton Staal (de laatste tijd ook van cortenstaal) Brons Zilver Ivoor Lood Beton Gips Polyester Klei Hout Glas Papier (met name papier-maché) Licht Menselijk lichaam er is ook een mix van materialen mogelijk: de zgn. mixed media.
Met het menselijke lichaam ontstaan sculpturen als onderdeel van zgn. performance-art. Bekende voorbeelden hiervan zijn ondermeer de Belg Jan Fabre en het Engels-Italiaanse duo Gilbert & George. De kunstenaars plaatsen zichzelf in het centrum van hun kunst. In 1969 vestigen Gilbert & George alle aandacht op zichzelf als The Singing Sculpture. Hun performances zijn niet geheel ontdaan van een kritisch humoristische ondertoon. Omdat het duo met zijn levende sculpturen slechts weinig mensen tegelijk bereikt, worden de performances op foto of video gezet. Jan Fabre is een veelzijdig kunstenaar: naast de beeldende kunst ontwerpt en regisseert hij ook opera´s en dansvoorstellingen. Als performer krijgt hij bekendheid met zijn eigen lichaam. Eerst als mobiel dat een autootje met een eigen ledemaat rondtrekt, later als `De man die de wolken meet´ (1998). Op het dak van een gebouw, zoals de Nationale Luchthaven in Brussel, staat hij op een laddertje de wolken te meten. En nu zien we Fabre als onderdeel van zijn kunstwerk `Fontein van de wereld´: een beeld over de creatieve potentie van de mens boven op 150 grafstenen als deel van de geschiedenis van de wereld.
Gilbert & George
Jan Fabre in ´Fontein van de wereld´
Licht is al langer gebruikt als beeldende vorm. We noemen het dan lichtkunst. Er kan gebruik gemaakt worden van natuurlijk licht (zon, vuur) of elektrisch licht. In de jaren ´20 van de 20e eeuw besteedt Bauhaus (opleidingsgroep voor kunstenaars en architecten) hier al veel aandacht aan, ondermeer door de Hongaarse kunstenaar László Moholy-Nagy. Deze maakt in 1930 zijn licht-ruimte modulator. Hij zegt hierover: `Wij moeten schilderen met vloeiend, vibrerend, prismatisch licht in plaats van pigmenten. Dat zal een betere benadering mogelijk maken van onze conceptie van tijd en ruimte.´ Het tonen van licht geeft een nieuw soort bewegende beelden. Nederlandse kunstenaars die zich met lichtkunst hebben beziggehouden zijn o.a. Jeroen Henneman, Margot Zanstra, Peter Struijcken en Jan van Munster. In Eindhoven doet het Centrum Kunstlicht in de Kunst op dit gebied van zich spreken. Het wil een platform zijn voor lichtkunstenaars. Men toont hier sculpturen, objecten en installaties waarin kunstlicht een centrale rol speelt. Het eerste en enige museum ter wereld dat zich uitsluitend wijdt aan lichtkunst is het Zentrum für internationale Lichtkunst in Unna (Duitsland). Men vindt hier installaties van ondermeer Keith Sonnier en Jan van Munster. In de moderne dans hebben choreografen als Hans van Manen en Krisztina de Châtel neonbuizen als kunstwerk en als decor in hun choreografie actief betrokken. En in de moderne muziek maakt men ook al gebruik van een zgn. sound-lightscape, waarbij het publiek zich in een ruimte van geluid en licht bevindt.
‘Ba-O-Ba VII’ van Keith Sonnier
Li Hui `Who´s afraid of red, amber and green´
Bij mixed media ziet men verschillende materialen toegepast in een kunstwerk, zoals o.a. verf, inkt en papier (al of niet in een logische coëxistentie). Deze techniek moet vooral niet verward worden met multi media, waarbij men verschillende media door elkaar gebruikt: beeld, licht, literatuur, dans enz.
Beeldhouwers creëren ook beelden in brons. Eigenlijk moeten we zeggen dat het gaat om beelden die in brons gegoten zijn, het zgn. bronswerk. Brons is een mengsel van koper en tin. Reeds sinds 3000 voor Christus past men brons toe, vooral voor gebruiksvoorwerpen, sieraden en wapens. Pas vanaf de vroege Middeleeuwen gebruiken kunstenaars ook brons t.b.v. beelden. Het is een techniek die de kunstenaar vaak overlaat aan gespecialiseerde bronsgieterijen. Eerst boetseert de kunstenaar een model op ware grootte in klei of was, waarna een afneembare mal van gips wordt gemaakt. Het voert hier te ver zonder te technisch te worden om het volledige procédé te beschrijven, maar er zijn wel verschillende methodes te onderscheiden: • • • •
verloren-was of cire perdue methode met gietwas, boetseerwas of paraffine; zandgieten met vormzand of Brusselse aarde; slingergieten: gesmolten metaal wordt in een rubberen mal geslingerd; ceramic shell gieten als variant op cire perdue.
bronzen beeld toen
bronzen beeld nu
Beton Het maken van beelden van beton toont enigszins gelijkenis met de cire perdue methode bij brons. De betonnen sculpturen worden in één keer gegoten in een bekisting die uit een aaneenschakeling van diverse vormen bestaat. De druk van beton in bekisting is gigantisch. De kunstenaar moet dus veel afweten van beton en constructie of zich laten adviseren. De bekisting wordt later van het beeld gesloopt en gaat verloren. Het beeld moet meteen goed zijn. Op dit moment werkt de Nederlandse beeldhouwer Ruud Kuijer (1959) veel met beton. Vanaf 2002 is hij bezig met zijn betonnen project `Sculpture at Land´s End´, waar uiteindelijk in 2013 zeven beelden, `Waterwerken´ genoemd, komen op een landtong aan het Amsterdam-Rijnkanaal in Utrecht. Het zijn zeven monumentale sculpturen van beton die als kunstwerken een eenheid moeten vormen met water, transport, industrie en omgeving. Kuijer´s sculpturen zijn opgenomen in de collectie van ondermeer het Centraal Museum te Utrecht, het Stedelijk Museum te Amsterdam en het Bonnefantenmuseum te Maastricht.
Ruud Kuijer `Waterwerk II´
Ruud Kuijer `Waterwerk V´
Land Art
Land art is een beweging binnen de beeldende kunst die in de zestiger jaren van de 20e eeuw is ontstaan. Zoals de naam enigszins doet vermoeden, brengt de kunstenaar kunstzinnige wijzigingen in een landschap aan. Hij kan graven, ophopen, storten en aanleggen, kortom: de natuur wordt in de kunst opgenomen, waarbij een menselijke aanwezigheid duidelijk naar voren komt. Men gebruikt materialen die rechtstreeks in de natuur voorkomen en speelt in op bepaalde kenmerken van het landschap. Er is een dialoog met de natuur. De grenzen tussen landschap, sculptuur en architectuur worden opgeheven. Kunstenaars binnen land art werken met natuurlijke processen, die vaak een vernietigende invloed op hun kunstwerk hebben door ondermeer erosie en getijden. Men houdt als vanzelf rekening met deze vergankelijkheid die op haar beurt weer van belang is bij de beleving van land art. Omdat niet veel mensen direct het kunstwerk in de natuur kunnen zien, brengen sommige kunstenaars deze kunst binnen de muren van bijv. een galerie of men documenteert hem. Andy Goldsworthy doet dat via foto´s en video. Men kan drie tendensen onderscheiden binnen de land art: • ingrepen binnen het landschap: men maakt een negatieve indruk in het landschap zoals grachten, wallen en kuilen; • toevoegingen aan het landschap: interactie tussen onnatuurlijke elementen en het landschap; • acties in het landschap: een door de kunstenaar zelf uitgevoerde actie in het decor van het landschap.
In Nederland kennen we enkele uitzonderlijke voorbeelden van land art. • De Nollen. In een oud binnenduintje De Nollen in Den Helder vinden we het levenswerk van Ruud van de Wint (1942 – 2006). Het is een landschap van de verbeelding met bouwsels en sculpturen van staal die verwant zijn aan de architectuur. Het betreft overigens een interdisciplinaire benadering van natuurontwikkeling, geïnspireerd vanuit de beeldende kunst. • Flevoland. Het polderlandschap van onze jongste provincie biedt in een gebied van bijna 1500 vierkante kilometer op vijf plaatsen ruimte aan land art van zes kunstenaars met internationale allure. De projecten refereren alle op eigen wijze aan het polderlandschap dat nog geen 80 jaar geleden is genomen van de Zuiderzee. 1. Daniel Libeskind met `Polderland Garden of Love and Fire´: een meditatief labyrinth dat is opgebouwd uit vijf lijnen in het landschap (drie smalle kanalen, een betonnen strip en een voetgangerspad) plus manshoge aluminium delen die associaties oproepen met Keltische menhirs. 2. Richard Serra met `Sea Level´: dit project geeft niet alleen de verhouding van de mens tot het landschap een maat, maar ook het landschap zelf. Het impliceert de aanwezigheid van de zee. 3. Richard Morris met `Observatorium´: het brengt de mens in contact met kosmische en planetaire systemen. 4. Piet Slegers met `Aardzee´: de dynamiek van dit kunstwerk doorbreekt de horizontale eenvormigheid van de weidse polders; in het midden laat een gat in de dijk het water van het naastgelegen kanaal in een vijver uitlopen. 5. Antony Gormley met `Exposure´: hoogspanningsmasten als inspiratiebron; het werk becommentarieert het landschap van de polder precies op de grens van land en water in een stedelijke omgeving. 6. Marinus Boezem met `De groene kathedraal´: hier is de plattegrond van de kathedraal van Reims op ware grootte nagebootst door aanplanting van Italiaanse populieren. Tevens is eenzelfde vorm gecreëerd door de aanplant van eiken- en beukenhagen.
Marinus Boezem `Groene Kathedraal´
• • • •
Abtswoudse Bos. In een door de mens aangelegd park/bosgebied in het Recreatieschap Midden-Delfland ligt een kunstmatige heuvel en het kunstobject `Moeder Aarde´ (met een vijver in de buik van Moeder Aarde). Tussen Emmer-Compascuum en Roswinkel. Het tot nu toe nog enige kunstwerk `Fort voor het water´ bestaat uit aarde, water, cortenstaal, lexaanplaten, waterpomp en een knuppelpad. Emmerschans. `Broken Circle and Spiral Hill´: een cirkel op de grens van water en land met een oersteen in haar midden en opkijkend tegen een heuvel als parodie op de Toren van Babel. Tegen de heuvel ontstaat een spontane begroeiing. Barendrecht. `Homage to Pieter Janszn Saenredam´: een grote waterpartij met erin een eiland waarop een raster van 256 knotwilgen zodanig aangeplant dat ze, door toedoen van driejarige knotten, op den duur een interieur zullen vormen dat een verwantschap oproept met de binnenruimten van door Saenredam geschilderde gebouwen.
Land art vertoont duidelijke linken met minimal art, conceptuele kunst en de Italiaanse stroming Arte Povera. Arte Povera, oftewel arme kunst, ontstaat in Italië rond 1967 en heeft betrekking op de povere, vaak natuurlijke of alledaagse materialen die door de kunstenaars gebruikt worden. Zij willen zich afzetten tegen de officiële kunst die volgens hen te ver afstaat van het dagelijkse leven. De groep wil juist de grenzen tussen kunst en het dagelijkse leven opheffen. Zij hanteert geen bepaalde stijl maar men heeft wel verwante ideeën. Zo creëert men niet alleen objecten (installaties of environmental werk), maar levert men ook werk dat uit processen bestaat. Processen van groei en verandering en van energieoverdracht. Ook natuur en cultuur zijn thema´s binnen de arte povera. Mario Merz (1925 – 2003) is een belangrijke vertegenwoordiger van deze stroming. Hij is bekend door zijn iglo-achtige bouwsels en zijn zoektocht naar de wetmatigheden van de natuur. De iglo staat voor een oerwoning, zoals hij wordt gebruikt door nomaden. In tegenstelling tot de moderne mens leven deze groepen volgens Merz nog in overeenstemming met de natuur. Hij gebruikt bij voorkeur natuurlijke materialen als leisteen, bijenwas en jute en hij maakt vaak combinaties met glas, keramiek en neonlicht. Andere beroemdheden binnen de Arte Povera zijn de Griek Jannis Kounellis en de ArgentijnsItaliaanse beeldhouwer Lucio Fontana.
Mario Merz `Igloo di Pietra´ in het beeldenpark van het Kröller-Müller Museum
Beeldenpark Musea en kunstcentra stellen steeds meer beeldhouwwerken tentoon in het landschap waar hun binnenlocatie aan grenst. Dat kan variëren van een tuin met gazon tot meer wilde en natuurlijke terreinen. Zo ontstaat het beeldenpark. Soms zijn deze plekken zo inspirerend dat een kunstenaar speciale sculpturen creëert of installeert. Pas na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelt het tentoonstellen in de openlucht zich steeds meer. In het begin krijgt het nog een tijdelijk karakter, later wordt het meer permanent. Oorspronkelijk dient het beeld in een klassiek beeldenpark als ornament of versiering; in het moderne beeldenpark krijgt de natuur een evenwaardige of soms zelfs ondergeschikte rol aan het beeldhouwwerk. Bij land art echter speelt het landschappelijke element weer een grote rol. Enkele bekende beeldenparken zijn: • • • • • • • • • •
Middelheim, Antwerpen Kröller-Müller Museum, Otterlo Museum Beelden Aan Zee, Den Haag Beeldenpark Een Zee van Staal, Wijk aan Zee Dehullu, Gees (Dr) Beeldentuin Galerie Wildevuur, Hooghalen Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam Park Sonsbeek, Arnhem: 1x per 7 jaren Henry Moore Sculpture Perry Green, Hertfordshire (Engeland) Barbara Hepworth Museum and Sculpture Garden, Cornwall (Engeland)
Een speciale vermelding verdienen twee projecten in het Ruhrgebied in Duitsland, die een mix zijn van beeldenpark en land art: • Insel Hombroich, Neuss-Holzheim • Emscher Insel, dat zich uitstrekt van Oberhausen, via Bochtrop en Bochum tot aan Castrop-Rauxel. Beeldhouwers Een omschrijving geven van wat een beeldhouwer in onze 21e eeuw feitelijk is, is lastiger dan voorheen, hoewel hij ook uitgaat van het oorspronkelijke idee: ruimtelijk vormgeven. Anders dan andere kunstenaars maakt hij dus ruimtelijke, driedimensionale werken. En dat kan nu ruimer worden ingevuld met ondermeer installaties, environments en land art. Letterlijk bewerkt een beeldhouwer een stuk steen of hout met gereedschap als hamer en beitel. Door in het harde materiaal te hakken of te houwen, ontstaat een sculptuur. Voegt hij echter zachte materialen toe, dan noemen wij dat een plastiek. En men spreekt van een assemblage wanneer bestaande materialen worden samengevoegd. Enkele bekende beeldhouwers in de loop der tijden zijn: • Michelangelo • Rodin • Henry Moore • Barbara Hepworth • Constantin Brancusi • Claes Oldenburg • Christo • Marino Marini • Henk Visch • Bas Maters
Beeldhouwers bij ‘WAD Sculptures’ Tijdens de tentoonstelling van beelden in de beeldentuin van World Art Delft zijn beelden, installaties en land art te zien van :
Joost Barbiers
Hanneke Klinkum
Riëlle Beekmans
Loes Kouwenhoven
Joyce Bloem
Natalie Lorenz
Wolfgang Brenner
Herbert Nouwens
Pierluigi Cattaneo
Kouji Ohno
Marisa Cortese
Els Otten
Ann Derkx
Mia van de Plasse
Claudia Haberkern
Rudi Punzo
Ad Haring
Roel Teeuwen
Hans la Hey
Annelies Verhoeff-Pruisken Paul Vincken
‘Ontwikkeling’ (Joost Barbiers) zwerfkei
Lessuggesties Les 1 • Introductie van het thema beeldhouwkunst. U vertelt dat bij World Art Delft in de beeldentuin een tentoonstelling te zien is van beelden/installaties van beeldend kunstenaars uit Italië, Japan, Duitsland en Nederland. U vertelt een en ander over beelden in de kunst aan de hand van het bronnenmateriaal in deze lesbrief. Les 2 • Individueel of klassikaal maken van vragen en opdrachten. U heeft enkele vragen opgesteld die de leerlingen schriftelijk kunnen beantwoorden, zoals: - Wat is beeldhouwkunst; - Van welke materialen kan je beelden maken; - Wat is land art; - Heb je wel eens een beeld op een plein of bij een gebouw gezien; - Zo ja, hoe ziet het beeld eruit: beschrijf het, welk materiaal is gebruikt en vind je het passen in het stadsbeeld; Les 3 • Actieve betrokkenheid bij het thema. * VO: Teken zoals een beeldhouwer. Laat de leerlingen een zodanige tekening maken dat hij lijkt alsof er een beeld op papier staat, waar je omheen kunt lopen (3-dimensionaal). Neem hiervoor een niet te moeilijk onderwerp: een boom of een dansende figuur (zie Niki de Saint Phalle). * PO: Maak een beeld van jezelf. Zoals het Engels-Italiaanse duo Gilbert & George zichzelf tot beeld creëren, kunnen we dat in ons land tegenwoordig ook zien op festivals en pleinen (zoals de Dam in Amsterdam): levende beelden. U kunt de volgende oefening met uw leerlingen in de klas doen: maak voldoende ruimte om 1 leerling te laten bewegen. De uitvoerende leerling moet via nonverbale communicatie proberen een emotie, een beweging of een situatie uit te beelden. De andere leerlingen moeten nauwkeurig observeren en na afloop in eigen woorden van commentaar voorzien. De opdrachten kunnen zeer eenvoudig zijn: wat ben ik (bloem, robot) en wat voel ik (water, vuur).
Kijkwijzer Primair Onderwijs 1. Hoe heet het beeld waarover je wilt schrijven ? ………………………………………………………………………………………………………………………….. 2. Wie heeft het gemaakt ? ………………………………………………………………………………………………………………………….. 3. Waar staat het beeld. Zet een kruis bij het goede antwoord. O O O O O
op een open plek tussen bomen tussen het riet bij het water in het water
4. Waar is het beeld van gemaakt. Zet een kruis bij het goede antwoord. O O O O O O O
steen brons hout polyester keramiek zand (corten)staal
Zie je nog iets anders …………………………………………………………………………………………………………………………. 5. Zou je dit beeld ook een andere naam kunnen geven. Welke. ………………………………………………………………………………………………………………………….. 6. Heb je nog een voorkeur voor een bepaald beeld. Welk. …………………………………………………………………………………………………………………………… En waarom ? ……………………………………………………………………………………………………………………………
Naam leerling …………………………………………………………….
Groep ………………………..
Kijkwijzer Voortgezet Onderwijs 1. Hoe heet het beeld van je voorkeur. ……………………………………………………………………………………………………………………………. 2. Wat is de naam van de beeldhouwer ? …………………………………………………………………………………………………………………………….. 3. Welke materialen zijn voor dit beeld gebruikt ? ……………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………… 4. Welke technieken heeft de beeldhouwer toegepast ? …………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………….. 5. Waarom zou het beeld op deze plek geplaatst zijn ? O Het vormt een eenheid met zijn omgeving omdat ………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………………………………….. O Het vormt een contrast met zijn omgeving door ………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………….. 6. Welk beeldaspect is volgens jou erg belangrijk in dit beeld ? O O O O
compositie vorm kleur anders, nl. …………………………………………………………………………………………………………
7. Waarom gaat je voorkeur uit naar dit beeld ? ……………………………………………………………………………………………………………………………… Naam leerling ………………………………………………………………….. Klas …………………………..
Educatieve activiteiten bij World Art Delft Bij uw bezoek aan World Art Delft tijdens de tentoonstelling ‘WAD Sculptures’ zijn twee activiteiten mogelijk, zowel voor het primair- als voortgezet onderwijs. Beide gaan om het onvermoede creatieve vermogen van jongeren, die gestimuleerd kan worden. De tentoonstelling kan inspiratie bieden naast de voorbereiding op school. Ook hier is het belangrijk dat: • leerlingen respect hebben voor uitingen die hen vreemd lijken; ze krijgen oog en waardering voor de eigenheid van zichzelf en de ander; • leerlingen leren open te staan voor het gevoel, de creativiteit en de originaliteit van elkaar; • leerlingen leren zichzelf creatief en emotioneel ontwikkelen. Actie 1, creatieve workshop beeldend * Vogelhuisjes beschilderen. Een bouwpakketje van een vogelhuisje van ecologisch gemaakt materiaal wordt door leerlingen in elkaar gevouwen (zie foto links). Hierna wordt het vogelhuisje door elke leerling versierd met natuurlijke materialen, zoals takken, veren, bloemblaadjes, touw. Het is ook mogelijk om vooraf het huisje te kleuren met bloemblaadjes: natuurlijke kleuren van rozenblaadjes of herfstasters. Uiteindelijk worden de vogelhuisjes van elke groep in een boom gehangen. Van deze installatie wordt een foto gemaakt. Alle foto’s vormen een mooie documentatie van dit educatief onderdeel van deze tentoonstelling.
van bouwpakket tot vogelhuisje
Actie 2, workshop living statues * Maak jezelf tot beeld. Jongeren kijken graag naar beelden die er net echt uitzien. Dit realisme is een belangrijke fase in de ontwikkeling van de waardering voor en begrip van kunst. U kunt jongeren wijzen op bouw en houding van lichaam van de mens. Juist de pose van de gehele figuur kan uitdrukking geven aan stemmingen en ervaringen. Een lichaam kan rust of actie uitdrukken en ontroering of wanhoop. Kunstenaars gebruiken het lichaam om vorm te geven aan emoties en ervaringen. Naast realistische beelden staan beelden die een beroep doen op de fantasie. Beelden waar men zelf invulling aan kan geven of die bepaalde gevoelens oproepen. Bij World Art Delft gaan we met ons eigen lichaam een combinatie doen van wat Gilbert & George enerzijds doen (zichzelf als sculptuur en als statement uitroepen) en wat Christo anderzijds bedoelt met het inpakken van gewone onderdelen in het straatbeeld. Door het inpakken van bepaalde voorwerpen begrens je dat voorwerp waardoor het accenten krijgt in de belijning en als het ware als sculptuur functioneert. Geïnspireerd door wat Martha Graham, de moeder van de moderne dans, reeds in de 30-er jaren van de vorige eeuw heeft gecreëerd, maken we van een groep leerlingen zgn. living statues: levende beelden. Het lichaam is hierbij begrensd; er zijn grenzen gesteld aan de lichaamsvorm.
`Lamentation´ (1930), choreografie van Martha Graham
Een deel van de groep leerlingen maakt in opdracht een gezamenlijke beeldengroep. De andere helft kijkt als publiek naar dit levende beeldhouwwerk en maakt er tekeningen van. Daarna wisselt de groep. Uiteindelijk krijgen we een collectie tekeningen van menselijke beelden, want je mag er heus nog mensen in zien: een dubbel-beeld. Een nabespreking met de begeleider van World Art Delft is een essentieel onderdeel van deze workshop.
Literatuur lessuggesties Er zijn enkele methoden voor beeldende vorming geschreven, waarin voorbeeldlessen verwerkt zijn, Hierin wordt een relatie gelegd tussen de beschouwing van beelden en het eigen werk van leerlingen. Wellicht is op uw school ook zo’n methode aanwezig. Hier zijn drie titels voor het primair onderwijs: • • •
‘In beeld brengen’ (J. Bijnen en J. van Oorschot), uitg. Dijkstra; ‘Handvaardig’ (Ton van der Leeuw), uitg. Bekadidact; ‘Kunst, kunstenaar en basisschool’(Ben Schasfoort e.a.), uitg. SLO Enschede.
Enkele begrippen
abstract
Het beeld heeft geen herkenbare voorstelling (het tegengestelde is figuratief). abstraheren Het zodanig vereenvoudigen van een vorm dat hij niet precies meer op de realiteit lijkt. beeld 1. beeld in het platte vlak: tekening, schilderij, foto, poster; 2. beeld in de ruimte: beeldhouwwerk; 3. beeld ‘in je hoofd’: het idee dat je van iets hebt. buste Een beeld van hoofd en hals, soms met schouders en borst. compositie Een bepaalde ordening van kleuren en vormen tot één geheel. contour Omtrek, begrenzing van een vorm. dimensie Afmeting > lengte, hoogte, diepte. Tweedimensionaal is het platte vlak; driedimensionaal is ruimtelijk; de vierde dimensie is de tijd. expressie De uitdrukking van een beeld. figuratief Een beeld met een voorstelling (het tegengestelde is abstract). lichtval De richting vanwaar het licht komt. plastiek Boetseer- of beeldhouwwerk. realistisch ‘Net echt’: niet nadrukkelijk geïdealiseerd, vervormd, vereenvoudigd of veranderd. sokkel Voetstuk van een beeldhouwwerk. stijl Een manier van vormgeven, die karakteristiek is voor een bepaalde tijd, een bepaalde streek, een bepaalde groep of een individuele kunstenaar. vorm De uiterlijke gedaante van een beeld, zoals rond, geometrisch, hoekig, (on)regelmatig, open, vrij. Links • • •
fr.wikipedia.org/wiki/Portail:Sculpture www.denhaagsculptuur.nl www.childrenmuseum.org
Evaluatie ‘WAD Sculptures’ door leerkracht(en) Wij verzoeken u dit formulier op te sturen naar of af te geven bij World Art Delft, Rotterdamseweg 205, 2629 HD Delft. school ……………………………………………………………………………………………………… groep ……………………………………………………………………………………………………… naam leerkracht(en) ……………………………………………………………………………………………………… LESBRIEF (kruis aan wat van toepassing is)
1. Wat is uw inhoudelijk oordeel 2. Heeft u aansluiting kunnen vinden bij de tentoonstelling
goed
moeilijk
geen mening
O
O
O
O
O
O ja
nee
nog niet
3. Heeft u er praktisch wat mee gedaan
O
O
O
4. Heeft u (een van) de lessuggesties uit kunnen voeren
O
O
O
TENTOONSTELLING
5 a Wat is uw mening over de tentoonstelling b Hoe vinden de leerlingen de beelden
6 a Heeft een bepaald beeld indruk gemaakt op de leerlingen b Indien ja, welk kunstwerk en waarom
goed
moeilijk
geen mening
O
O
O
O
O
O
ja
nee
O
O
geen mening
O
……………………………………………………. …………………………………………………….. ……………………………………………………… ………………………………………………………
- vervolg evaluatie ‘WAD Sculptures’ door leerkracht(en) –
ZELFWERKZAAMHEID goed
7 Wat is uw mening over de activiteit bij World Art Delft
moeilijk
geen mening
O
O
ja
nee
8 Sluit deze activiteit aan bij de leeftijd van de leerlingen en bij het thema
O
O
O
9 Laat de begeleiding bij World Art Delft ruimte voor eigen creativiteit
O
O
O
10 a Is deze activiteit aanleiding om op school verder te werken
O
O
O
b Indien ja, wanneer en wat gaat u doen
O geen mening
………………………………………………………….. ………………………………………………………….. …………………………………………………………..
ORGANISATIE goed
kan beter
geen mening
11 Wat vindt u van de communicatie en info vanuit World Art Delft naar de school toe
O
O
O
12 Wat vindt u van de planning
O
O
O
O
O
13 Wat vindt u van het onderdeel bij World Art Delft
O
TOT SLOT 14 Heeft u nog een bijzondere opmerking of een suggestie
…………………………………………………………. …………………………………………………………. ………………………………………………………….
Dank voor uw medewerking !