Alles in de Wind een project van philharmonie zuidnederland voor groep 3/4 van het primair onderwijs
Inhoud Competenties Voorwoord Lesactiviteit 1*: Het Eiland Lesactiviteit 2: Het verhaal Odysseus Lesactiviteit 3*: Alles in de Wind Lesactiviteit 4*: Al die willen te Kaap’ren varen Lesactiviteit 5: De windrichtingen Lesactiviteit 6: De Koningin Lesactiviteit 7*: De voorstelling Bijlagen
p. 2 p. 3 p. 4 p. 5 p. 6 p. 7 p. 9 p. 10 p. 11 p. 12
(De activiteiten met * zijn verplichte activiteiten)
Het lesmateriaal gezien in het kader van de verschillende culturele competenties: Receptief vermogen In het project staat het bezoek aan de muzikale voorstelling centraal, waardoor met name het receptief vermogen van leerlingen aangesproken wordt. In het voorbereidende lesmateriaal maken de leerlingen kennis met de muziekinstrumenten (activiteit 5), maar leren ook de opbouw van liedjes (activiteit 3, 4) Creërend vermogen Tijdens de voorstelling hebben de leerlingen een actieve rol in de voorstelling door het zingen van twee liedjes (activiteit 3 en 4) en het uitvoeren van een klankspel (tijdens de voorstelling). De leerlingen worden uitgedaagd een eigen tekst te maken op een bestaande melodie (activiteit 4). De beeldende activiteit (6) laat leerlingen op een creatieve manier meedenken in de sfeer van de voorstelling. Reflectief vermogen Centraal in de voorstelling staan de windrichtingen die door de verschillende instrumenten gekarakteriseerd worden. De leerlingen maken hiermee al kennis met een talige activiteit in het lesmateriaal (activiteit 5) waarin hun fantasie geprikkeld wordt. Analyserend vermogen In dit lesmateriaal krijgen de leerlingen een groot aantal nieuwe begrippen op een speelse manier uitgelegd: de windrichtingen (activiteit 1 en 5), de verschillende muziekinstrumenten (activiteit 5 en de Eilandkaart, met al haar typische begrippen, die in elke lesactiviteit terug komt.
pagina 2 van 24
Competenties
Voorwoord Mythen en legenden inspireren ons nog steeds. Universele thema’s zijn tijdloos en houden ons vaak een spiegel voor: liefde, eenzaamheid, troost, avontuur, reizen. Allemaal thema’s die ook aan bod komen in de voorstelling Alles in de Wind. De avonturen van Odysseus zijn als uitgangspunt genomen in combinatie met de kinderliedjes Alles in de Wind en Al die willen te Kaap’ren varen. Vertelster Marijk Greweldinger schreef een prachtig verhaal en samen met drie musici van het orkest (Alice Poulussen – dwarsfluit/piccolo, Tanja van der Kooij – (alt-)hobo en Roger Niese – (bas-)klarinet) en regisseur Lise-Lott Kok hebben zij er een prachtige muzikale voorstelling van gemaakt.
De philharmonie zuidnederland is het professionele symfonieorkest van de provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland. Het orkest geeft abonnementsconcerten in de concertzalen van deze provincies. Maar ook buiten deze zalen en buiten de provincie is het orkest regelmatig te horen. Voor meer informatie over het orkest kunt u kijken op www.philharmoniezuidnederland.nl. Voor meer informatie over het symfonieorkest kunt u de site www.orkestkidsite.nl raadplegen. Informatie over een symfonieorkest vindt u ook in bijlage 1. Om u op het project voor te bereiden kunt u ook het eerste filmpje van het lesmateriaal over het orkest bekijken. Alle materialen (filmpjes en geluidsfragmenten) behorende bij dit project kunt u vinden op de website: www.philharmoniezuidnederland.nl/educatie/lesmateriaal-alles-in-de-wind/ We wensen u veel plezier toe met het project Alles in de Wind. Afdeling Educatie philharmonie zuidnederland
pagina 3 van 24
Dit lesmateriaal helpt u als leerkracht de leerlingen voor te bereiden op de uitvoering. Op een aantal momenten in de voorstelling worden de leerlingen uitgenodigd om mee te zingen en mee te bewegen. Maar ook leren zij meer over de windrichtingen. Op een spannende, avontuurlijke manier leren zij welke windrichtingen er zijn. Speciaal voor dit lesmateriaal is er een heuse landkaart ontworpen, waarop veel valt te ontdekken. Het lesmateriaal sluit daarmee aan bij verschillende vakken aan zoals wereldoriëntatie, taal, beeldende vorming en natuurlijk muziek. Het hele project Alles in de Wind stimuleert zo op een brede manier de creativiteit van de leerlingen. Samen muziek maken (zingen) en het beleven van de muzikale voorstelling vormt een blijvende herinnering en een substantiële bijdrage aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen.
Lesactiviteiten (de activiteiten met * zijn verplicht) * Activiteit 1 – Het Eiland Doel: uitleg geven over de muzikale voorstelling , kennismaken met de windrichtingen en andere belangrijke kaartbegrippen. Benodigdheden: - eilandkaart (bijlage 2). Deze is ook op de website te vinden - kleurpotloden Kaartbegrippen Rondvraag in de klas: wat zie je op de kaart, wat weet je al ? Hieronder staan enkele begrippen met uitleg op een rijtje: - Eilandkaart: stuk papier met plaatsen, wegen, windrichtingen en andere aardrijkskundige gegevens - Windrichtingen: richting waaruit de wind waait - Windroos: een figuur waarop de windrichtingen staan aangegeven - Oost: windrichting waar de zon opkomt, de droge wind - Zuid: windrichting uit de landen waar de zon hard schijnt, de warme wind - West: windrichting waar de zon ondergaat, de natte wind - Noord: windrichting met de koude wind Ezelsbruggetje Ezelsbruggetje: Een kort zinnetje om iets moeilijks te onthouden. Laat de kinderen in tweetallen een ezelsbruggetje bedenken voor de windrichtingen te onthouden in deze volgorde: Noord – Oost – Zuid – West. Leg ze uit wat een ezelsbruggetje is, en geef ze enkele voorbeelden zoals: Nieuwe Onderbroeken Zijn Wit Nooit Opstaan Zonder Wekker Nooit Op Zondag Werken
Zoek en Kleur Zorg dat de leerlingen kleurpotloden hebben. De leerlingen hebben nu kennis gemaakt met de verschillende windrichtingen. Geef ze steeds een aanwijzing, het hokje waar ze uit komen, mogen ze inkleuren. Heb je alle aanwijzingen gehad dan mogen ze de hele kaart inkleuren. Hieronder staan de aanwijzingen. Let op: nummer 1 is een voorbeeld, die je klassikaal kunt behandelen. 1. Van 2A, 2 stappen naar noord en 2 naar oost. ( 1 stap = 1 hokje) 2. Van 5F, 4 stappen naar west en 1 naar zuid 3. van 7C, 3 stappen naar noord en 1 naar oost Vanaf nu, begint elke activiteit met een aanwijzing.
pagina 4 van 24
-
Activiteit 2 – Verhaal van Odysseus Doel: de leerlingen maken kennis met het verhaal van Odysseus Benodigdheden: Bijlage 3 Aanwijzing Eilandkaart: Van 4D, 2 stappen naar zuid en 1 naar oost > het boek Kies uit onderstaande mogelijkheden Weet jij het nog? Vertel de leerlingen het verhaal van Odysseus en de Cyclopen (Bijlage 3). Bij meer tijd kun je er voor kiezen om 2 verhalen te vertellen. Laat de leerlingen tijdens het verhaal 3 vragen opschrijven over het verhaal. Hierna leveren ze de vragen in en stel je deze vragen aan de klas. Weten ze elkaars vragen te beantwoorden?
pagina 5 van 24
Het door-fluisterspel Laat een aantal leerlingen (bijvoorbeeld drie) op de gang staan. Laat de eerste leerling naar binnen komen en vertel hem en de klas het verhaal van Odysseus. Deze teksten zijn te vinden in Bijlage 3. Daarna komt de tweede leerling naar binnen en de eerste leerling probeert het verhaal van de leerkracht zo goed mogelijk na te vertellen. Dit wordt nogmaals herhaald met de derde leerling op de gang. Tot slot probeert de laatste leerling het beluisterde verhaal zo goed mogelijk na te vertellen. > Bespreek met alle leerlingen hoeveel er goed was in het verhaal ten opzichte van de oorspronkelijke versie.
* Activiteit 3 – Alles in de wind Doel: de leerlingen leren het lied Alles in de Wind aan de hand van picto’s, dit lied komt terug in de voorstelling. Benodigdheden: bijlage 4, website met de luistervoorbeelden, luisterfragment 1 Aanwijzing Eilandkaart: Van 3C, 4 stappen naar oost en 1 naar noord. > Scheepswrak Zingen met de wind couplet : 1. Alles in de wind, Alles in de wind ,Daar woont een koningskind 2. Alles in de wind, Alles in de wind, Daar woont een koningskind 3. Kom hier Roza, je bent mijn liefste, je bent mijn liefste 4. Kom hier Roza, je bent mijn liefste , ja ja couplet 2: O wat een spijt, o wat een spijt, Nu ben ik mijn liefste kwijt O wat een spijt, o wat een spijt,Nu ben ik mijn liefste kwijt Kom hier Roza, ben ergens anders , ben ergens anders Kom hier Roza. Je bent ergens anders, ja, ja
Aanleren lied Stap 1a: Bespreek alle 4 de plaatjes, wat denken de kinderen? Stap 1b: Zing het lied een keer helemaal voor. Stap 2: Zing nu alléén de eerste regel, wat denken ze nu wat de plaatjes zijn? Hadden ze het de eerste keer ook al goed? Stap 3: Zing nogmaals de eerste regel, kunnen ze de eerste regel nazingen? En twee keer achter elkaar? Stap 4: Doe het zelfde met regel 3 en 4. Stap 5: Laat steeds een picto weg, weten ze de tekst nog? Ga door tot ze het hele lied zonder picto’s kunnen zingen. Stap 6: Herhaal het liedje nog een aantal keren, varieer in aanpak. Bijvoorbeeld: Laat de meisjes de eerste 2 regels zingen en de jongens de laatste 2. Stap 7: Zing hierna het 2e couplet, dit is met andere tekst. De leerlingen kennen de melodie al en zullen nu de tekst sneller onthouden. Dit kun je regel voor regel doen. Je kunt dezelfde aanpak gebruiken als voor het 1e couplet.
pagina 6 van 24
Hierboven staat de tekst weergegeven. Aan de hand van de picto’s in Bijlage 4, leer je de kinderen het eerste couplet van het lied Alles in de Wind aan.
* Activiteit 4 – Al die willen te kaap’ren varen Doel: de leerlingen leren het lied Al die willen te kaap’ren varen, dit lied komt ook terug in de voorstelling. Benodigdheden: Bijlage 5, website met luisterfragment 2 Aanwijzing Eilandkaart: Van 2E, 2 stappen naar oost, 2 naar zuid en 1 naar oost. > Klarinet Wie varen mee? 1 2 3 4 5 6
Al die willen te kaap'ren varen Moeten mannen met baarden zijn Jan, Piet, Tjores en Corneel Die hebben baarden, die hebben baarden Jan, Piet, Tjores en Corneel Die hebben baarden, zij varen mee
Aanleren lied Stap 1: Laat het lied horen, dit is alleen het eerste couplet (zie Luisterfragment 2) Stap 2: Vraag aan de klas: Wie varen er mee ? Welke namen heb je gehoord? Stap 3: Zing zin 3 voor, de zin met de namen. Laat de leerlingen deze zin nazingen. Herhaal dit een aantal keer totdat ze deze zin goed kunnen zingen. Zeg tegen de leerlingen dat ze alleen die zin mee mogen zingen. Je begint zelf vooraan te zingen, bij regel 3 en 5 zingen de leerlingen mee. Stap 4: Schrijf op het bord/smartbord. 6 cijfers. Dit zijn de cijfers van de verschillende zinnen. Onder elk cijfer, komt een woord te staan. Overleg met de klas, welk woord jullie bij regel 3&5 opschrijven, zodat jullie die zin kunnen onthouden. Hier onder staat een voorbeeld van hoe dat eruit kan zien.
2
3
4
namen
5
6
namen
Stap 5: Geef aan dat deze twee zinnen dus helemaal het zelfde zijn. Vraag ze nu om goed te luisteren naar de laatste zin. Welk woord zou daarbij passen? Vul dit in op het schema. Dit doe je met alle zinnen, todat je alle woorden hebt ingevuld. Zing het lied nu een aantal keren helemaal door zodat ze het hele lied kunnen zingen.
1
2
3
kaap’ren mannen namen
4
5
baarden
namen
6 varen
pagina 7 van 24
1
Stap 6: Net zoals bij de picto’s ga je nu steeds een woord wegvegen. Merk je dat dit makkelijk is, kan je er ook voor kiezen om meerdere woorden in een keer weg te halen, totdat ze het hele lied kunnen zingen zonder woorden. Weten ze de tekst nog? Stap 7: Herhaal het liedje nog een aantal keren, maak gebruik van variaties, wie zingt wat? Dit kun je weer noteren in een schema.
1 jongens
2 jongens
3
4
meisjes
meisjes
5 samen
6 samen
En nu jullie… Deel de klas in, in groepjes. Laat ze in groepjes een eigen tekst schrijven op de melodie van dit liedje. - De tekst moet gaan over het thema: zee. - Zin 3&5 moeten hetzelfde zijn. - Deze tekst schrijven ze op het werkblad (Bijlage 5) - Laat ze ook zelf een woordenschema maken zoals jullie dat net klassikaal gedaan hebben.
pagina 8 van 24
Extra: Inleveren werkbladen, kies er willekeurig een aantal uit en zing deze zelfgemaakte liedjes met de klas.
Activiteit 5 – De Windrichtingen Doel: De leerlingen leren dat in de voorstelling een windrichting gekoppeld is aan een instrument. Ze maken kennis met de klank van deze instrumenten en waarom dit instrument aan een bepaalde windrichting is gekoppeld. Benodigdheden: - luisterfragmenten 3 – 6 (website) - werkblad (bijlage 6)
Aanwijzing Eilandkaart: van 6F, 3 stappen naar zuid, 3 naar west en 1 naar zuid. > Kroon
Luisterquiz
Windrichtingen met hun instrumenten: de de de de
warme woedende gure koude
Zuidenwind Westenwind Oostenwind Noordenwind
Bas-klarinet Hobo Dwarsfluit Althobo
pagina 9 van 24
Leerlingen krijgen allemaal het werkblad (Bijlage 6). Stap 1 Luister met de leerlingen naar luisterfragment 3 - de dwarsfluit Bij welke wind zou dit geluid passen? Laat ze met potlood een lijn trekken naar een van de winden. Doe dit ook met geluidsfragment 4 - de hobo, 5- de basklarinet en 6 - de althobo. Stap 2 Laat ze in tweetallen hun antwoorden vergelijken. Ze mogen nu in tweetallen overleggen en eventuele aanpassingen maken. Stap 3 Bespreek met de klas een voor een de instrumenten en de bijbehorende winden. Laat ze hierna met pen of stift de lijnen trekken. Stap 4 Bespreek met de leerlingen de verschillende bijvoeglijke naamwoorden. Benoem dat ze in de voorstelling de verschillende winden niet alleen kunnen herkennen aan de instrumenten maar ook aan de hoedjes. Laat ze in tweetallen nadenken over welke hoedjes bij de instrumenten passen, dit doen ze weer door met een potlood een lijn te trekken. Stap 5 Bespreek hierna de antwoorden klassikaal.
Activiteit 6 – De Koningin Beeldend doel: De leerlingen ontdekken het principe van een compositie, een samengesteld beeld aan de hand van kunstwerken van Henri Matisse. Technisch doel: De leerlingen maken een eigen beeld van ‘De Koningin’ door middel van scheuren en plakken Benodigdheden: - Dik tekenvel A4 - Gekleurd papier (verschillende diktes en reliëf mag) - Lijm - Website: www.philharmoniezuidnederland.nl/educatie/lesmateriaal-alles-inde-wind/ Aanwijzing Eilandkaart: van 3B, 1 stap naar oost en 3 stappen naar noord. > schilderij/lijst Beeldende inleiding: Iemand missen In veel verhalen hoor je wel iets over liefde. In Alles in de Wind, mist de koning zijn koningin. Mis jij wel eens iemand? Probeer eens in een zin te verwoorden hoe jij je voelt als je iemand mist, wat is missen? Dit kan voor iedereen anders zijn. Hoe kun je iemand die je mist, toch dichtbij houden? Denk daarbij aan foto’s, filmpjes, brieven, e-mails.
Technische inleiding Henri Matisse was een Franse schilder en beeldhouwer en heeft veel prachtige schilderijen gemaakt. Tegen het einde van zijn leven heeft hij echter besloten om niet te schilderen, maar een andere techniek te gebruiken. Laat de kinderen Beeld 1 op de website zien en vraag hen wat ze zien. Kunnen ze het herkennen? Kunnen ze ook raden welke techniek Matisse heeft gebruikt? Hij heeft voor dit beeld papier geknipt en gescheurd en opgeplakt. Het zijn dus allemaal losse stukjes zoals te zien is op Beeld 2. Hier zijn ze geordend. Het beeld is opgeruimd. Later maakte hij het beeld ‘Het Verdriet van de Koning’. Laat de leerlingen Beeld 3 zien. Wat kunnen ze herkennen in het beeld? Wat zijn de verschillen met het eerste beeld? Leg de leerlingen uit dat zij met dezelfde techniek een beeld gaan maken van ‘De Koningin’. Jouw eigen koningin Laat de leerlingen goed nadenken over de vormen die ze gaan scheuren en plakken. Het is altijd raadzaam hen even te laten experimenteren. Tevens is het slim om eerst de compositie te leggen en daarna pas op te plakken. TIP: Het is leuk om in de zaal waar de voorstelling gespeeld gaat worden, enkele beelden als in een museum te exposeren. Dan kunnen de musici er ook naar kijken!
pagina 10 van 24
De koning in het verhaal van de voorstelling mist zijn koningin heel erg. Hij wil haar ook dichtbij hebben en maakt een eigen schilderij/beeld van zijn koningin. Wij gaan ook een beeld maken van de koningin.
*Activiteit 7 – De voorstelling Doel: de leerlingen kennen enkele regeltjes voor het concertbezoek en hebben een goede luisterhouding, doe de luisteroefening vlak voor de voorstelling
De muzikale voorstelling Alles in de Wind vindt nu binnenkort plaats. Bereid de leerlingen voor op de voorstelling. Hoe gaan ze zitten, moeten ze helemaal stil zijn, hoe gaan ze luisteren? Doe met de leerlingen een kleine stilte/luisteroefening. Laat de leerlingen even helemaal stil zijn. Lukt dat? Wat horen ze buiten als het in de klas helemaal stil is? Laat de leerlingen de ogen sluiten of handen voor de ogen doen en opnieuw de stilte voelen. Pak een instrument dat mooi klinkt, bijvoorbeeld een klankstaaf of een mooie bel. Laat op verschillende plaatsen in de klas het geluid horen. Kunnen de leerlingen aanwijzen waar het geluid vandaan komt?
pagina 11 van 24
Voor de docent Om de muzikale voorstelling goed te laten verlopen wijzen wij u voor de concentratie van de musici én de kinderen graag op de volgende punten: - tijdens de voorstelling kunnen de kinderen niet naar de wc - tijdens de voorstelling mag er niet worden gelopen, door de volwassenen alleen minimaal - tijdens de voorstelling kunnen niet zomaar mensen binnen komen lopen - foto’s mogen alleen aan het begin en het eind worden gemaakt, liefst in overleg met de begeleider van philharmonie zuidnederland.
Bijlagen: het Symfonieorkest de Kaart Verhaal - Odysseus Picto’s - Alles in de Wind Werkblad –Je eigen tekst Werkblad – Windrichtingen Voorbeelden - Matisse
p. 13 p. 15 p. 16 p. 19 p. 20 p. 21 p. 22
pagina 12 van 24
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7
Bijlage 1 – Het symfonieorkest
pagina 13 van 24
Het symfonieorkest bestaat uit verschillende soorten instrumenten: strijkinstrumenten, houtblazers, koperblazers en slagwerk. Dat is dus anders dan b.v. een harmonieorkest waarin alleen hout- en koperblazers en slagwerk zitten. Al die instrumenten uit het symfonieorkest klinken anders omdat op een andere manier de toon op het instrument wordt gemaakt. Zo klinkt een toon die wordt gespeeld op een fluit heel anders dan een toon van dezelfde toonhoogte gespeeld op bijvoorbeeld een viool of een hobo. Behalve een eigen klankkleur heeft een instrument ook een eigen toonbereik. Sommige instrumenten spelen alleen hoge tonen, andere juist lage, weer andere zitten daar tussenin. Toonbereik en toonkleur zijn bepalend geweest voor de ontwikkeling van het orkest. Er was immers behoefte aan zoveel mogelijk kleuren en toonhoogten. Geleidelijk aan kwam in de geschiedenis een combinatie tot stand van drie groepen: strijkinstrumenten, blaasinstrumenten en slaginstrumenten. Deze instrumenten vormden het symfonieorkest. Strijkinstrumenten worden aangestreken met een strijkstok. Door dat strijken worden de snaren in trilling gebracht. Hoe dunner en strakker de snaar en hoe kleiner de klankkast van het instrument, des te hoger de toon. Er bestaat er een hele familie van strijkinstrumenten: de viool, de altviool, de cello en de contrabas. De viool is het hoogste, de contrabas de laagste. Blaasinstrumenten bestaan uit een buis met daarin een luchtkolom. Sommige blaasinstrumenten zijn van hout en andere van koper. De houten blaasinstrumenten zijn de fluit, hobo, klarinet en fagot. De koperen blaasinstrumenten bestaan uit een opgerolde metalen buis die uitloopt in een wijde beker. Met ventielen of verschuifbare buizen kan de luchtkolom korter of langer worden gemaakt, waardoor de toonhoogte verandert. Tot deze groep behoren de hoorn, trompet, trombone en tuba. De laatste groep, de slaginstrumenten, zorgen voornamelijk voor het ritme in de muziek, als ook voor de versterking van andere instrumenten. Onder deze groep nemen de pauken de voornaamste plaats in.
Houten blaasinstrumenten
Voorbeelden Viool, altviool, cello, contrabas Fluit, hobo, klarinet, fagot
Instrumentengroep Koperen blaasinstrumenten
Voorbeelden Hoorn, trompet Trombone, tuba
slaginstrumenten
Pauken, kleine trom, grote trom, bekkens
pagina 14 van 24
Instrumentengroep Snaar instrumenten
pagina 15 van 24
Bijlage 2 – de Eilandkaart
Bijlage 3 – Verhaal van Odysseus Odysseus en het land der Cyclopen
Met droefheid in het hart laten Odysseus en zijn manschappen het land van de Lotos-eters achter zich. Zij varen verder en onder leiding van de goden komt de vloot in het duister aan bij het strand van een rijk bebost eiland. De volgende ochtend verkennen Odysseus en zijn manschappen het eiland. Als ze wilde geiten zien, gaan ze meteen op jacht en komen met een rijke buit terug. Ze richten een feestmaal aan dat de hele dag duurt. Dan zien ze rook aan de overkant op het vasteland. Ook horen zij stemmen en het geblaat en gemekker van schapen en geiten. De volgende dag vaart Odysseus met één schip naar het vasteland. Daar gaat hij met zijn twaalf beste manschappen de omgeving verkennen om uit te zoeken wie er wonen. Op een uitloper van de bergen, dichtbij zee, vinden ze een enorme grot, die de woning en stal van een reus blijkt te zijn. Planken langs de wand buigen door onder het gewicht van gigantische kazen. Ze maken een vuur en doen zich tegoed aan de kaas. De manschappen willen gelijk weer weg, maar Odysseus wil blijven wachten omdat hij nieuwsgierig is naar de bewoner van deze enorme grot.
volksvergadering of rechtspraak; zij kennen wet noch moraal. Zij wonen in gewelfde grotten hoog in de bergen zonder zich met elkaar te bemoeien. Als de cycloop Polyphemos met zijn kudde thuiskomt, rolt hij een enorme steen voor de uitgang van de grot en zit Odysseus met zijn manschappen gevangen. De reus melkt zijn vee, ontsteekt een vuur en in het licht daarvan ontdekt hij zijn ongenode gasten. Met een beroep op de goden vertelt Odysseus waar ze vandaan komen en vraagt hem om gastvrijheid. Maar daarvan heeft de cycloop nog nooit gehoord en voor de goden is hij niet bang. In elke hand grijpt hij een man, slaat ze met de hoofden tegen de grond dood en eet ze met huid en haar op.
pagina 16 van 24
Odysseus en zijn manschappen blijken terechtgekomen in het land der Cyclopen, de eenogige reuzenkinderen van Poseidon. De Cyclopen vertrouwen in alles wat zij doen geheel op de goden. Zij ploegen noch zaaien, maar oogsten wat de goden hun schenken. Ze hebben geen schepen of ambachten, geen
Van afgrijzen vervuld verzint Odysseus een list om te ontsnappen. Nadat de reus de volgende ochtend de grot weer heeft afgesloten en met zijn kudde is vertrokken, slijpt hij een punt aan een enorme knuppel van de reus, die hij in de grot verstopt. De cycloop komt 's avonds thuis en vergrijpt zich opnieuw aan twee kameraden. Dan biedt Odysseus hem de kostbare wijn aan, die hij na de slachting der Kykonen van hun priester Maron heeft gekregen. De reus verzwelgt een hele kruik en vraagt om meer. Als dank biedt hij Odysseus een gastgeschenk aan waarvan hij plezier zal hebben, maar dan moet hij eerst zijn naam noemen. De listige Odysseus zegt dat hij Niemand heet en de cycloop belooft Odysseus om Niemand als laatste op te eten. Dat is zijn geschenk. Vervolgens zakt de cycloop in een dronken roes. De mannen drijven de puntige knots in het ene oog van Polyphemos, die het uitschreeuwt van pijn. Zijn medecyclopen die zijn toegesneld op zijn geschreeuw, druipen weer af als hij hun toeroept dat Niemand hem blind heeft gemaakt. De volgende morgen weten Odysseus en de overgebleven manschappen te
vriendschap aan en zegt Poseidon de aardschudder te vragen Odysseus veilig naar huis te brengen. 'Ik ben zijn zoon en hij zal mijn oog genezen als hij dat wil.' Maar Odysseus vertrouwt hem niet en roept dat hij hem nog liever zou doden. Hierop smijt Polyphemos een kolossaal rotsblok naar het schip en mist op een haar na. De cycloop smeekt zijn vader te beletten dat Odysseus ooit thuiskomt of er anders tenminste voor te zorgen dat hij pas na lange omzwervingen, alleen en op het schip van een ander zijn vaderland zal bereiken en daar niets dan ellende aan zal treffen. Odysseus, die in de gauwigheid een deel van Polyphemos' kudde heeft geroofd, zeilt terug naar het eiland waar de rest van zijn schepen en manschappen ongerust op hem wacht. De buit wordt uitgeladen en verdeeld en zoals gewoonlijk volgt er weer een feestmaal met een overvloed aan vlees en zoete wijn. De volgende dag wordt de reis door Odysseus voortgezet, opgelucht dat hij het er levend van af heeft gebracht, maar bedroefd vanwege het verlies van manschappen.
pagina 17 van 24
ontsnappen door zich vast te binden onder de buiken van de schapen als de cycloop zijn kudde uit de grot laat gaan. Eenmaal ontsnapt snellen zij naar hun schepen en varen weg. Als zij ver genoeg verwijderd zijn, kan Odysseus niet nalaten de cycloop uit te jouwen en te zeggen dat hij in werkelijkheid Odysseus is. Verbijsterd roept de reus dat een oude voorspelling dat hij ooit blind gemaakt zou worden door Odysseus is uitgekomen. Hij had alleen niet zo'n klein mannetje verwacht. De cycloop biedt zijn
Aiolos – De god der winden
Na het verlaten van het land der Cyclopen landen de schepen van Odysseus vervolgens op het eiland van Aiolos, de god der winden die hun een volle maand gastvrijheid verleent. Bij het afscheid schenkt Aiolos aan Odysseus een zak van koeienhuid waarin hij de banen van de gierende winden heeft gevangen. Aiolos laat een gunstige westenwind opsteken, die Odysseus en zijn manschappen voorspoedig naar Ithaka zal brengen. De god drukt hem op het hart in geen geval de zak van koeienhuid open te maken. Als na tien dagen varen de omtrekken van Ithaka in zicht zijn, dommelt Odysseus in en kunnen zijn manschappen hun nieuwsgierigheid niet langer bedwingen. Ze
pagina 18 van 24
maken de zak open en de losgebarsten stormen blazen de vloot terug naar het eiland van Aiolos. Als ze weer bij hem aankloppen, stuurt hij hen verbolgen weg. Aiolos ziet in hun terugkomst een teken dat de goden tegen hem zijn en hij wil Odysseus daarom niet opnieuw helpen. Ze moeten nu maar op eigen kracht zien thuis te komen
pagina 19 van 24
Bijlage 4 – Picto’s Alles in de Wind
Bijlage 5 – Werkblad
Al die willen te Kaap’ren varen Namen ________________________________________________________
Tekst 1 ________________________________________________________ 2 ________________________________________________________ 3 ________________________________________________________ 4 ________________________________________________________ 5(zelfde als regel 3) ________________________________________________________ 6 ________________________________________________________
1
2
3
4
5
6
________________________________________________________
pagina 20 van 24
Schema
Bijlage 6 – Werkblad
Windrichtingen en hun instrumenten. Naam __________________________________
Z
de Dwarsfluit
de woedende Westenwind
W
De Hobo
de gure Oostenwind
O
De Basklarinet
de koude Noordenwind
N
De Althobo
pagina 21 van 24
de warme Zuidenwind
pagina 22 van 24
Bijlage 7 – Voorbeelden Matisse
pagina 23 van 24
pagina 24 van 24