BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
Hoofdstuk 3: Organisatie van de begeleiding 3.1.
De begeleiding van de leerlingen
3.1.1. De begeleidingsdossiers 3.1.1.1.
Webapplicatie “ParnasSys”
Alle gegevens van een leerling worden ingebracht in het applicatie - programma ParnasSys en dit vanaf de peuterklas. Elke titularis beschikt hiervoor over de inloggegevens. De in te brengen gegevens zijn: • Administratieve gegevens van de leerling en het gezin; • Medische gegevens indien van toepassing; • Uurroosters van de klassen; • Absenties van de kleuters en de leerlingen; • Hulpplannen voor kinderen die zorgverbreding of GOK krijgen; • Resultaten van de methodegebonden toetsen; • Rapporten vanaf 2de leerjaar (1ste leerjaar vanaf het 3de rapport) • Resultaten van de niet-methodetoetsen (VCLB – Toeters - Kontrabas); • Leerlingvolgsysteem (van peuterklas t.e.m. L6) • Observatie- en evaluatielijst (peuters en 3-jarigen) • Verslagen revalidatiecentrum indien van toepassing; • Logopedische verslagen indien van toepassing; • … De gegevens werden ingevoerd vanaf het schooljaar 2004-2005. De data vóór dit schooljaar, werden bijgehouden in een dossiermap. Deze worden systematisch verwijderd nadat deze leerlingen de school verlaten.
Op het ouderportaal van ParnasSys kunnen ouders o.a. algemene informatie vinden over de school en gepersonaliseerde informatie van hun eigen kind(eren). Het gaat om: a. administratieve gegevens van hun kind(eren); b. de jaarplanning; c. de groepslijst van hun kind(eren); d. verjaardagen uit de groep van hun kinde(eren); e. het uurrooster van de klas; f. de absenties van hun kind(eren); g. het rapport van hun kind(eren); h. de begeleiding indien hun kind(eren) extra begeleiding krijg(en)t (zorg of GOK); i. … De school beschikt over de instrumenten om enkel datgene te laten zien dat zij wil dat ouders kunnen inkijken. hfdstuk 3
20
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
3.1.2. Het volgsysteem 3.1.2.1.
Voor de peuterklas is er een observatie – en evaluatielijst voor driejarigen, op te volgen via ParnasSys. Volgsysteem van alle kleuterklassen worden op het einde van elke trimester ingevuld; Vanaf de 1ste kleuterklas wordt gebruik gemaakt van een volgsysteem: - Regelmatig bijgehouden observatieschrift waarin de bevindingen volgens datum genoteerd worden. - Het diagnose – en handelingsplan voor kleuters wordt via ParnasSys ingebracht. Voor elke kleuter wordt een diagnostische observatie gemaakt voor de verschillende leergebieden en – domeinen. De inzichten, vaardigheden en houdingen worden volgens de leeftijd van het kind genoteerd; - In het begin van elke trimester wordt – vanaf de Sterren – door elke kleuter in de sterren- en vlindergroep een tekening gemaakt (notatie datum). De kleuters uit de vissengroep maken een tekening einde schooljaar. Deze tekeningen worden bewaard in een afzonderlijke map en worden meegebracht naar het MDO & ook doorgegeven naar de volgende klas; - Bij risico – kleuters wordt MDO – overleg georganiseerd. Een hulpplan wordt opgestart in ParnasSys; - Op het einde van het schooljaar wordt door de titularis voor elk kind het LVS – formulier aangevuld in ParnasSys. Op de oudercontactavonden (3 keer per jaar) wordt met de ouders de gedragingen en evolutie besproken; Voor de oudste kleuters is er op het einde van het schooljaar en op vraag van de leerkracht en/of ouders een bespreking van het dossier samen met de schoolrijpheidstest (Toeters en Kontrabas). Risicokinderen worden via de directie en/of zorgcoördinator aan het CLB gesignaleerd. Er volgt een bespreking van de testen en de besluitvorming gebeurt gezamenlijk: ouders – leerkrachten – CLB – zorgcoördinator – directie. Op het einde van het schooljaar worden overgangsgesprekken gevoerd met een korte neerslag in het LVS (ParnasSys). Tijdens de maand februari worden de “Toeters” (toetsboek voor taal- en rekenvoorwaarden schrijfmotoriek en observatie van de werkhouding) afgenomen voor de oudste kleuters. Wie uitvalt krijgt de “Contrabas” (kleuteronderzoek ter advies naar overgang basisonderwijs einde schooljaar).
3.1.2.2.
Kleuterafdeling
Lagere afdeling
Vanaf het 1ste leerjaar wordt er gewerkt met het volgsysteem van het Vrije CLB. De gegevens werden met ingang van schooljaar 2005-2006 ingebracht in de webapplicatie ParnasSys; De resultaten worden door de zorgcoördinator geanalyseerd op leerlingen-, klas- en schoolniveau;
hfdstuk 3
21
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
Tekorten of problemen geven in eerste instantie aanleiding tot zorgverbreding binnen de klas. In tweede instantie kan de vraag gericht worden om zorgverbreding te geven buiten het klassenwerk. De zorgblaadjes worden in de werkmap (rekenen / taal) gestopt (notitie “zorg” of “gok” + datum); Elke leerling kan op zijn/haar niveau werken binnen de klas door een aangepast aanbod en waarbij “groene punten” gebruikt worden; Het rapport wordt per module opgemaakt 1. herfstvakantie 2.kerstvakantie 3. paasvakantie 4. grote vakantie bevat 2 luiken 1. Nederlands, wiskunde, Frans, wereldoriëntatie – deze items krijgen een cijfer 2. lichamelijke opvoeding, muzische vorming, verkeer, godsdienst/zedenleer, orde/netheid, welbevinden/betrokkenheid, sociale vaardigheden en leren leren – deze items krijgen een waarde beoordeling Alle rapporten worden sinds schooljaar 2007-2008 bijgehouden in ParnasSys.
3.1.2.3.
Overgangsgesprekken
Op het einde van de maand juni worden overgangsgesprekken georganiseerd tussen de klastitularissen van de aansluitende klassen. De klastitularis die de kinderen het volgende jaar in klas heeft, noteert in MAP (ParnasSys) de notities. Ook tussen de leerkrachten lichamelijke opvoeding (kleuter-lager) zijn er overgangsgesprekken die genoteerd worden in MAP
hfdstuk 3
22
BS “Het Open Groene”
3.1.2.4.
Schoolwerkplan
Jaarkalender binnen het volgsysteem
DE KLEUTERAFDELING
Augustus
Informatiedag voor ouders laatste week van augustus
Half oktober
Algemeen MDO – overleg met leerkrachten, zorgcoördinator, directie, CLB, revalidatiecentrum : doorverwijzing risicokinderen
Oktober
Observatie & evaluatie peuters
Week voor de herfstvakantie
Oudercontact van 16 uur tot 19 uur
December
Diagnose – en handelingsplan LVS Boone – 1 trimester (ParnasSys) MDO per klasgroep n.a.l.v. evaluatie LVS Boone en observatie peuters
Week voor de kerstvakantie
Oudercontact van 16 uur tot 19 uur
Januari
Observatie & evaluatie peuters
Februari
Toeters en Contrabas voor de oudste kleuters
ste
Maart/April
Diagnose – en handelingsplan LVS Boone – 2
de
trimester (ParnasSys)
April
MDO per klasgroep n.a.l.v. evaluatie LVS Boone en observatie peuters
Mei
Observatie & evaluatie peuters
Eind mei – begin juni
LVS van peuterklas tot einde 6 leerjaar (o.a. notering overgangsgesprekken) Kontrabas voor die kleuters die zwak scoorden op de Toeters
Altijd in de eerste helft van juni
Diagnose – en handelingsplan LVS Boone – 3 trimester (ParnasSys) Algemeen MDO – overleg met leerkrachten, zorgcoördinator, directie, CLB, revalidatiecentrum : evaluatie en bijsturen handelingsplannen
Week voor de grote vakantie
Oudercontact van 16 uur tot 19 uur
hfdstuk 3
de
de
23
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
DE LAGERE AFDELING
Augustus
Informatiedag voor ouders laatste week van augustus
September – Begin oktober
Bepalen beginsituatie – afname begintoetsen VCLB (wiskunde-spelling) Testen AVI-niveau Algemeen MDO – overleg met leerkrachten, zorgcoördinator, directie, CLB, revalidatiecentrum : doorverwijzing risicokinderen Info-avond 1ste leerjaar
Week voor de herfstvakantie
ste
Oudercontact van 16 uur tot 19 uur n.a.l.v. het rapport (1
leerjaar niet)
December
Testen AVI-niveau
Week voor de kerstvakantie
Oudercontact van 16 uur tot 19 uur n.a.l.v. het rapport
Januari
Afname middentoetsen VCLB (wiskunde – spelling)
Maart-April
Testen AVI-niveau
Week voor de paasvakantie
Oudercontact voor L1 – Rapport wordt meegegeven aan de andere leerlingen
Eind mei
Afname eindtoetsen VCLB (wiskunde – spelling) de LVS van peuterklas tot einde 6 leerjaar (o.a. notering overgangsgesprekken)
Juni
Algemeen MDO – overleg met leerkrachten, zorgcoördinator, directie, CLB, revalidatiecentrum : evaluatie en bijsturen handelingsplannen de Afname testen einde 6 leerjaar
Week voor de grote vakantie
Oudercontact van 16 uur tot 19 uur n.a.l.v. het rapport
Doorheen het hele schooljaar is er overleg tussen zorgcoördinator en directie en tussen zorgcoördinator en CLB. Er is overleg tussen zorgcoördinator en GOK-leerkrachten (ev. met evaluatie in ParnasSys. Overleg met logopedisten en met revalidatiecentrum voor individuele leerlingen (minimaal 2 keer per schooljaar). Lijst leerlingen die hulp krijgen van logopedisten is te vinden op ParnassSys. Overleg met dagcentra (De Knoop, De Horizon, De Tamboer) voor individuele leerlingen. Lijst leerlingen die hulp krijgen is te vinden op ParnasSys.
3.1.3. De zorgverbreding 3.1.3.1. hfdstuk 3
Algemeen Het doel van de zorgverbreding is ervoor zorgen dat elke leerling onderwijs krijgt dat zoveel mogelijk aangepast is aan zijn specifieke 24
BS “Het Open Groene”
3.1.3.2.
Schoolwerkplan
noden. Het verschil in onderwijsbehoeften van de kinderen hangt samen met de verschillen in leergeschiktheid, sociaal-emotionele ontwikkeling, lichamelijke mogelijkheden en sociaal-culturele achtergrond. Dit houdt in dat een leerling – ook een leerbedreigde leerling – met de hulp van klastitularis en eventuele externe hulp (GON-begeleiding, revalidatiecentrum, zelfstandige logopediste, …)zo lang mogelijk in het gewone basisonderwijs kan blijven. Hiervoor wordt o.a. gebruik gemaakt van het ADI-model – zie dossier differentiatie. Hoewel de eerste zorgverbreding binnen de klas dient te gebeuren, maakt de school gebruik van extra uren. Tijdens een les lichamelijke opvoeding of een les godsdienst/zedenleer neemt een leerkracht een andere klas over en maakt de titularis de zorgverbreding waar. Duidelijke afspraken worden op voorhand gemaakt, zodat er geen tijdverlies is. Restlestijden worden aangewend om de GOK-uren uit te breiden. Deze worden verdeeld over 3 leerkrachten die elk hun specifieke taak hebben: een leerkracht die de GOK-begeleiding doet in de kleuterafdeling en daarnaast nog ondersteuning biedt in het 3de leerjaar, een leerkracht die specifiek leerlingenbegeleiding lager doet, een leerkracht die specifiek GOK op leerkrachtniveau & schoolniveau werkt (stroomlijning differentiatie, hoekenwerk, contractwerk,…); Indien door de toetsen van het CLB en door persoonlijke observatie individuele begeleiding noodzakelijk is, gebeurt dit tijdens activiteiten waar de andere kinderen zelfstandig en/of met specifieke taken werken; Speciale leerlingbegeleiding. Deze gebeurt met behulp van het revalidatiecentrum, met de zelfstandige logopediste, met de ondersteuning vanuit het MPI Pottelberg bij de GON – begeleiding en met Het Spoor, thuisbegeleidingsdienst voor kinderen met een motorische handicap. Ook met dagcentra (De Knoop & Horizon uit Kortrijk en met De Tamboer uit Menen) is er contact. Het team beschikt over een zorgbegeleidingsplan. Zie bijlage.
Zorg op niveau kleutertuin
3.1.3.2.1. Differentiatie. Indien het gedifferentieerd werken degelijk voorbereid en goed georganiseerd wordt, krijgt de kleuterleidster tijdens het spel in de hoeken tijd om te observeren. Zij zal daardoor gemakkelijker ontwikkelingsbedreigde kleuters en kinderen met sociaal-emotionele problemen kunnen ontdekken. In elke kleuterklas wordt gedifferentieerd gewerkt voor volgende activiteiten: creatieve activiteiten; opvoedende spelen;manipulatiespelen; nabootsingsspelen; constructiespelen; taalactiviteiten; contractwerk; computer. Bij de organisatie van de differentiatie houden wij rekening met de volgende criteria: algemeen: de doelen en inhouden: niet iedereen werkt aan hetzelfde; specifiek: tempo – niveau kleuter – concentratie – taalproblemen – sociale ontwikkeling. Contractwerk. We benaderen het contractwerk (vanaf sterren/vlindergroep) niet als een losstaande activiteit, maar integreren het binnen het hoekenwerk. Zie dossier differentiatie hfdstuk 3
25
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
3.1.3.2.2. Integratie oudste kleuters – eerste leerjaar gebeurt doorheen het jaar : Zie bijlage in hoofdstuk 2 3.1.3.3.
Op niveau lager onderwijs Differentiatie. Leergebieden als taal, wiskunde, wereldoriëntatie, lichamelijke opvoeding… worden constant naar kunde, tempo en interesse gedifferentieerd. Leerlingen die de basisleerstof niet helemaal beheersen, helpen we door:
3.1.3.4.
het ADI-model toe te passen (pré-instructie / verlengde instructie). Het team besliste in het schooljaar 2007-2008 om dit model consequent toe te passen in het leergebied wiskunde, domein getallen en bewerkingen; het aantal oefeningen te beperken; meer individuele hulp te verstrekken; regelmatige individuele remediëring; oefeningen te ordenen volgens moeilijkheidsgraad; langer didactisch materiaal te laten gebruiken; gebruik van andere hulpmiddelen, zoals groter woordbeeld, tafelkaarten,… andere werkvormen te hanteren; Zie ook dossier differentiatie
Op niveau scholengemeenschap (zorg +): kleuterparticipatie
Vanaf het schooljaar 2007- 2008 krijgt de scholengemeenschap een puntenenveloppe zorg+ toegekend in het kader van de bevordering van de kleuterparticipatie (zie omzendbrief BaO/2005/11). Onze scholengemeenschap heeft beslist om deze punten niet te verspreiden over de verschillende scholen maar om één zorgcoördinator aan te stellen voor de volledige scholengemeenschap. Er is reeds een samenwerking tot stand gekomen met het LOP- werkingsgebied Kortrijk, Kind en Gezin, Onderwijsopbouwwerk Stad Kortrijk en CLB waar beslist is om in eerste instantie te werken hoe we de (veelvuldige) afwezigheid van ingeschreven kleuters kunnen aanpakken.
3.1.4. Het Gelijke Onderwijskansen Beleid Onze school beschikt sinds het schooljaar 2005-2006 over 16 bijkomende uren GOK (gelijke onderwijskansen). Deze worden naar behoeften verdeeld over kleuterafdeling en lagere afdeling. De school heeft beslist om vanuit het lestijdenpakket bijkomende GOK-uren in te richten. Zie dossier GOK 3.1.5. Bewegingsopvoeding 3.1.5.1. hfdstuk 3
Bewegingsopvoeding kleuters 26
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
Van september tot aan de paasvakantie wordt er met alle klassen wekelijks 2 uur geturnd in de sporthal van Marke.
Zwemmen: Door de turnleerkracht van de lagere afdeling wordt zweminitiatie gegeven op maandagmorgen. Dit kleuterzwemmen is gebaseerd op de brevetten watergewenning , zwemvoorbereiding van SVS. De kleuters krijgen de kans om zwembrevetten te behalen. De brevetten worden zelf gemaakt door de leerkracht en zijn gebaseerd op deze van SVS. September – oktober: brevet eendje; november – december: brevet zeepaardje; januari – februari: brevet pinguïn; maart – april: brevet zeehond; mei – juni: brevet dolfijn. Scorelijst zwemvaardigheid, watergewenning. Zie bijlage (Afsprakennota)
Turnen: Er wordt gewerkt volgens de ontwikkelingsdoelen. De leerkracht stelt zelf lessen samen uit verschillende bronnen. De school verwacht dat de kleuters sportieve kledij, pantoffels en T-shirt dragen. Vanaf groep 2 dienen de kleuters het school T-shirt te dragen.
Sportdag: Er wordt gewerkt met de leerlingen van het 6de leerjaar die elk een groepje voor hun rekening nemen en zo een parcours afwerken.
Veiligheid: -plaatsen en bergen van het materiaal gebeurt volgens richtlijnen leerplan. -bij risico-oefeningen worden er zoveel mogelijk matten geplaatst. -bij groot risico worden er valmatten gebruikt. -kleuters kleden zich aan in de voorziene kleedruimten (met hulp van de titularis)
3.1.5.2.
Bewegingsopvoeding leerlingen
Er wordt met alle klassen (met uitz. Van L1 & L2) wekelijks 2 uur geturnd in de sporthal van Marke. L1 en L2 gaan wekelijks 1 uur turnen.
Zwemmen: L1 en L2 gaan tweewekelijks, wordt gegeven door de leerkracht lichamelijke opvoeding en ondersteund door de klastitularissen.
Turnen: Er wordt in verschillende blokken gewerkt: sept.- okt. : atletiek nov.-dec.-jan.-febr.-maart: gymvaardigheid via scorelijsten opgemaakt door SVS april - mei : balvaardigheid via scorelijsten opgemaakt door SVS mei – juni : ritmiek: voorbereidend naar zomerfeest toe.
Sportdagen: worden in overleg met klastitularissen georganiseerd (meestal N.G.S. van S.V.S).
Veiligheid: - plaatsen en bergen van het materiaal gebeurt volgens de richtlijnen in het leerplan. - Bij sprongen of risico-oefeningen worden er zoveel mogelijk matten geplaatst. - Bij groot risico worden er valmatten gebruikt.
hfdstuk 3
27
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
- Lkr. helpt ln. van het 1e en 2e leerjaar bij sprongen of moeilijke oefeningen – bij het 3e en 4e leerjaar doet die dit ook maar er worden ook lln zelf ingeschakeld – bij het 5e en 6e leerjaar helpen de medeleerlingen zoveel mogelijk elkaar (ze worden wel geleerd hoe ze dit moeten doen en worden op hun verantwoordelijkheid gewezen). Bij heel erg angstige lln helpt de leerkracht. - Lager klassen ( 1e en 2e lj) steken geen stekkers in stopcontacten, andere lln ( 3e,4e,5e en 6e lj mogen dit wel) - Lln. kleden zich alleen aan in de voorziene kleedruimten, jongens en meisjes gescheiden (Lkr. houdt wel toezicht op afstand)
3.1.6. Handelingsplannen De hulpplannen worden bijgehouden in het webapplicatiesysteem ParnasSys. Ze worden opgestart door de klastitularis of GOK-leerkracht of ambulante leerkracht voor kinderen met specifieke noden. Het hulpplan omvat: • De algemene gegevens • Het plan • De uitvoering • De evaluatie 3.1.7. Het zelfstandige werk in de kleuterklas Vanaf de 2de kleuterklas (groepen Sterren en Vlinders) wordt het contractwerk geïntroduceerd als eerste stap naar het zelfstandig werken.
3.1.8. De ontluikende geletterdheid in de kleuterklas Zonder aan didactische vervroeging te willen doen, streven wij er toch naar om met de kleuters een vloeiend en gezond verbonden handschrift voor te bereiden door het combineren van grofmotorische en fijnmotorische bewegingen op papier en in de lucht. Hiervoor hanteren wij vanaf de 1ste kleuterklas o.a. schrijfdans waarmee wij met behulp van muziek, rijmpjes, spelletjes en fantasietekeningen deze motorische competenties verhogen. Bij Sterren en Vlinders wordt er gewerkt met de methode Schrijfstart. Zie bijlage
3.1.9. Rondom taal in de lagere afdeling
Zie http://users.pandora.be/bboieper/rondom.htm Is een taalherkenningsmethode waarbij met behulp van specifieke blokken de structuur van de taal duidelijk gemaakt wordt. Deze methode werd ontworpen en is uitgewerkt in het buitengewoon onderwijs Ieper. Wij hanteren ze vanaf het 2de leerjaar. De overschakeling gebeurt in het 6de leerjaar, waar andere symbolen staan voor dezelfde begrippen; Wordt ook toegepast bij het verbeteren van het dictee door de leerling en dit vanaf het 2de leerjaar. De symboliek voor het verdelen in lettergrepen, de
hfdstuk 3
28
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
klankvorming, … enz. wordt eveneens gehanteerd door de zelfstandige logopedisten. Zie bijlage 3.1.10. De integratie oudste kleuters – 1ste leerjaar De oudste kleuters uit de groepen Sterren en Vlinders maken kennis met het eerste leerjaar tijdens georganiseerde integratie – periodes. Deze integratie wordt meermaals per lopend schooljaar georganiseerd. De integratieperiode gebeurt in het kader van een project. Zie bijlage 3.1.11. Het Bavi – lezen doorheen de hele basisschool Op vrijdagnamiddag, het laatste kwartiertje van de dag (van 14.45 tot 15u00), doet de hele school aan Bavi-lezen. Kinderen lezen zelfstandig en stil voor zichzelf in een zelfgekozen boek. Bij het BAVI-lezen wordt gebruik gemaakt van de AVIniveaus, maar leesbeleving (B = beleving) staat voorop. Het BAVI-lezen wordt gebruikt als alternatief voor het niveaulezen, dat veel minder effectief is dan altijd werd gedacht.Door het zelfstandig lezen gaan kinderen lezen leuker vinden en neemt hun leesvaardigheid toe. Bij de kleuters en in de eerste helft van het 1ste leerjaar worden er verhaaltjes verteld of voorgelezen door de juf (of door een vrijwilliger. Zie bijlage.
3.1.12. Spreekbeeld: automatiseren van de klank – tekenkoppeling Kinderen met taal – en leesleerproblemen (o.a. dyslexie) kunnen worden geholpen met de methode Spreekbeeld. Deze wordt gehanteerd in 1ste tot en met 2de leerjaar in het zorg- en GOK-beleid. Met Spreekbeeld leren kinderen op een plezierige manier letters benoemen door middel van meerdere associaties tegelijk. Alle zintuigen worden geprikkeld en geactiveerd. De fonologische en/of auditieve ontwikkeling wordt gestimuleerd. Tegelijk brengt Spreekbeeld foneembewustzijn tot stand. Daarom wordt ook het laatste jaar van het kleuteronderwijs hierbij ingeschakeld. Meer info op: http://www.ggdrivierenland.nl/client/1/?websiteid=1&tpl=_zoek.tpl®ioid=15&target=spreek beeld&zoekoptie=site
Zie bijlage
3.1.13. De voorleesweek In de maand november stimuleert onze school extra het lezen tijdens de voorleesweek. Ouders en grootouders worden uitgenodigd om op verschillende tijdstippen te komen voorlezen in de klas. Ook oudere leerlingen lezen voor aan jongere. Klemtoon ligt op het samen genieten van een boek. Verder op: http://www.voorlezen.be/index.html
3.1.14. De boekenbeurs in school hfdstuk 3
29
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
De jaarlijks weerkerende boekenbeurs, half februari, georganiseerd door de ouderraad, is een dankbaar middel om de kinderen tot meer lezen aan te zetten. Er worden per klas rondleidingen verzorgd door de uitgeverij. ’s Avonds worden de ouders mee uitgenodigd. De school kijkt ook uit voor randanimatie. Vorige jaren waren dat o.a. poppentheater, voordracht van gedichten door kinderen, GO!Art – tentoonstelling rond diversiteit en discriminatie,... . Zie bijlage.
3.1.15. De jeugdboekenweek Van 13 tot 28 maart 2010 vindt de jeugdboekenweek plaats. Thema: “Kinderrechten”. De school koopt dit schooljaar niet de beschikbare materialen (verhalen rond het thema) aan wegens te duur, wel wordt in alle klassen het thema aangewend. De leerkrachten werken tijdens de jeugdboekenweek op verschillende domeinen rond dit thema. Verder op: www.jeugdboekenweek.be . Zie bijlage. Met boeken wordt ook gewerkt op de kinderboekenbeurs, ingericht door de ouderraad i.s.m. uitgeverij Jeukiboek.
3.1.16. De geïntegreerde werkperiodes Tweejaarlijks worden per graad geïntegreerde werkperiodes georganiseerd. De keuze welke bestemming, wordt in overleg bepaald. Een specifiek project uitwerken hoort bij elke GWP. Zie informatiebrochure. Omwille van de maximum factuur gaan de 1ste en 2de graad gedurende 3 dagen op GWP, in de 3de graad is dit gedurende 5 dagen.
3.1.17. Het niveauwerk in de lagere afdeling Technisch lezen
In het eerste leerjaar: na elke kern bij de leesmethode – na 3 maanden: toets 1A van de CITO – toets (3 – minuten – toets). Quotering op het LVS met A – B – C – D – E en het aantal goed gelezen woorden. Na 6 maanden: toets 1B en 2B van de CITO – toets en /of AVI – toets. Na 9 maanden: AVI niveau toetsen In de andere leerjaren wordt het AVI - niveau getoetst. De toetsing wordt door de GOK – leerkracht lager afgenomen in de maanden september, december en april en op vraag van de leerkrachten volgens vorderingen van de leerlingen. Het oefenen in niveau gebeurt met de methode Estafette. Vanaf niveau 9+ oefenen de leerlingen begrijpend lezen of spelling. Zie bijlage over leestechniek & leesplezier
Estafette
Estafette is een methode voor voortgezet technisch lezen die niet gebonden is aan leerjaren, maar uitgaat van leesniveaus. Iedere leerling werkt op zijn eigen niveau, van de eerste tot de laatste les. Estafette vindt plaats elke maandagnamiddag van 15u00 tot 15u45 in de refter van de school voor de
hfdstuk 3
30
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
groepen L2 tot en met L4. Ouders, grootouders, vrijwilligers en leerkrachten krijgen een groep om te begeleiden. Leerlingen die reeds AVI 9+ bereikt hebben, worden begeleidt voor begrijpend lezen.
3.1.18. Peer – tutoring bij begrijpend lezen De school past het peer – tutoring systeem bij begrijpend lezen toe in 2de en 5de leerjaar gedurende de tweede trimester. Deze vorm van coöperatief werken beoogt het verwerven van effectieve strategieën bij begrijpend lezen. Leerlingen krijgen de kans iets met eigen woorden uit te leggen en werken hiermee tezelfdertijd aan hun zelfbeeld. Leerlingen van het 5de leerjaar helpen leerlingen van het 2de leerjaar teksten begrijpend te verwerken. De les vindt plaats op woensdagvoormiddag, het 2de lesuur. Zowel de tutors als de peer- leerlingen werden uitvoerig voorbereid tijdens de eerste trimester Verdere info op: http://hier.is/nNED/ & op http://taalunieversum.org/onderwijs/onderwijsprijs/2001/peer_tutoring/
Schooljaar 2009 – 2010 wordt peer – tutoring uitgebreid naar L3 en L6. 3.1.19. De rapportering
Kleuters: de mondelinge rapportering van kleuters gebeurt occasioneel doorheen het jaar, dagelijks bij het brengen of ophalen van het kind door ouder of grootouder, met het heen – en weerschriftje voor die ouders die hun kinderen niet komen brengen en / of ophalen, maar ook formeel tijdens de oudercontactavonden; Leerlingen: - de leerlingen krijgen wekelijks een rapport waarmee de leer- en werkhoudingen en de sociale vaardigheden geëvalueerd worden; - de leerlingen krijgen 4 keer per jaar een puntenrapport mee. Het rapport vermeldt de punten voor Nederlands, Wiskunde, Frans, Wereldoriëntatie. Er worden geen totalen gemaakt. De andere leergebieden en domeinen worden niet gequoteerd, maar krijgen een schriftelijke evaluatie mee. Leerkrachten vullen het puntenrapport in op ParnasSys dit vanaf 2007 – 2008 . De leerkrachten bijzondere vakken doen dit voor hun vakgebied. - Sinds 1-1-2004 voeren we “groene” punten in. Kinderen met een trager werktempo en met een lager niveau krijgen minder opdrachten, zo kunnen ook zij “goede” punten behalen. Deze punten staan in het groen op het rapport. Kinderen en ouders weten wat dat betekent. - Van kinderen die speciale taken krijgen op hun niveau, verschillend van het klasniveau, wordt ook melding gemaakt in het rapport; - Rapportering gebeurt ook met de klasagenda (dagelijks werk).
3.1.20. De evaluatiedossiers In het dossier van elke individuele leerling wordt enkel het laatste eindrapport (juni) + de niet-methodetoetsen VCLB bijgehouden en doorgegeven naar de volgende klas. Deze worden op het eind van het 6de leerjaar vernietigd in het secretariaat. hfdstuk 3
31
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
De eindrapporten van 5de en 6de leerjaar worden evenwel in een gezamenlijk pakket bewaard gedurende 10 jaar. Sinds 2007 – 2008 worden alle rapporten ingevoerd in ParnasSys, de eindrapporten worden vanaf dat ogenblik niet meer bewaard in pakket maar wel in het elektronisch dossier.
3.1.21. Het getuigschrift Een getuigschrift wordt uitgereikt als eindpunt in het zesde leerjaar. De klassenraad (directie – leerkrachten 2de en 3de graad) bepaalt wie hiervoor in aanmerking komt. Criteria om het getuigschrift te krijgen zijn 50 % behalen voor wiskunde en 50 % voor taal, niveau 4de leerjaar. Het gebruik van hulpmiddelen kan geen reden zijn om het getuigschrift niet uit te reiken; wel het werken met groene punten, gezien dit gaat om leerlingen die op een aangepast niveau les krijgen. Wie geen getuigschrift behaalt krijgt een attest. 3.1.22. De begeleiding van anderstalige nieuwkomers Anderstalige nieuwkomers worden in overleg met ouders en CLB in het voor hen meest aangewezen leerjaar geplaatst. De namen worden doorgegeven aan het LOP. Deze kinderen worden onmiddellijk opgenomen in de zorgverbreding. Er wordt contact opgenomen met het Lokaal Steunpunt Migrantencentrum en met de Welzijnsdienst Integratie voor bijkomende faciliteiten ter ondersteuning. Zie bijlage (Folder integratie in Kortrijk) & (Non-discrimininatiecode). In het schooljaar 2009 – 2010 worden er lestijden ingericht om deze leerlingen extra te begeleiden.
3.1.23. De begeleiding van leerlingen “Thuistaal Niet Nederlands”
Leerlingen die thuis geen Nederlands spreken krijgen extra hulp. Zij krijgen extra begeleiding binnen de GOK en/of de zorgverbreding. Zie ParnasSys (sublesgroep); Ook leerlingen die thuis meertalig opgevoed worden en problemen hebben met het Nederlands worden onmiddellijk opgenomen in de zorgverbreding. Leerkrachten kunnen gebruik maken van de materialenbank Nederlands als Tweede Taal. Dit materiaal kan ontleend worden in de vzw Provinciaal Integratiecentrum West-Vlaanderen. Zie bijlage.
3.1.24. De sociaal – emotionele begeleiding
Een aantal algemene maatregelen die op zichzelf een preventieve functie hebben worden genomen. Hoeken maken, de opvulling van hoeken verzorgen, nieuwe materialen en activiteiten aanbieden, op interesses inspelen, impulsen geven, het initiatief uitbreiden, werken aan sfeer, relaties en gevoelens, waarden en relaties verkennen, … Zie bijlage (ICO-plan).
Specifieke aandacht voor het begeleiden van kinderen met sociaalemotionele problemen zijn: - het geven van spontane aandacht en steun
hfdstuk 3
32
BS “Het Open Groene”
-
Schoolwerkplan
het werken rond gevoelens en sociaal inzicht het werken met verhalen het creëren van expressie – en verwerkingsmogelijkheden het geven van informatie het bieden van structuur
Binnen de webapplicatie ParnasSys wordt gebruik gemaakt van het expertsysteem ZIEN! om de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen in kaart te brengen. Het leert ons ook het gedrag van kinderen beter begrijpen. Via een diagnose (invullen van een aantal stellingen) krijgen we uitspraken. Aan deze uitspraken zijn toelichtingen, uitleg en doelen gekoppeld. Bij elk doel wordt toegelicht hoe we op héél concreet niveau met de leerling kunnen werken. Na de studiedag 11 mei 2007, werkt het team dit schooljaar het actieplan uit om vanaf het schooljaar 2007-2008 dit systeem te integreren binnen de webapplicatie. Zie bijlage
Plagen en pesten komt ook in onze school voor en is voor sommige kinderen een grote hinderpaal om harmonisch te functioneren. Wij proberen hierbij als school een beleid uit te stippelen. - In de oudste kleutergroepen wordt er gewerkt met massage via verhalen. Bedoeling: masseren werkt ontspannend, het werkt angst en stress tegen én vooral wat we aanraken, dat kennen we en dat pesten we niet; - In 1ste en 2de leerjaar: “Er zit een schat verborgen”. In deze methode worden waarden als vriendschap en verbondenheid voorgesteld als zeven figuren die in kleuren en symbolen tot leven komen. Het project moet de pestsituatie kunnen omtoveren tot een goede en positieve sfeer. Zie bijlage; - Vanaf het 3de leerjaar: “No Blame” – Is een eenvoudige, zevenstappenprocedure die een leerkracht kan toepassen om op een nietbestraffende manier het pesten aan te pakken. Zie bijlage
3.1.25. De begeleiding door het CLB – team Het CLB – team test en onderzoekt de kinderen op vraag van de school en/of ouders. Wanneer vraagt de leerkracht hulp in van het CLB? Als er zelfs bij interne extra hulp geen merkbare vooruitgang;De leerkracht stelt vast dat er een ernstig gedragsprobleem is; De leerkracht stelt medische problemen vast zoals gehoor, gezicht, …; De leerkracht vermoedt dat er sociale problemen zijn (mishandeling, verwaarlozing, hygiëne, …); Bij het vermoeden van een besmettelijke ziekte; De leerkracht vermoedt spraakproblemen en / of motorische problemen; De leerkracht 3de kleuterklas of 1ste leerjaar vermoedt dat het kind niet schoolrijp is; De leerkracht ervaart grote last bij kinderen met neten/luizen (haardgezinnen). Zie bijlage (luizenstappenplan). Bijstand van het CLB wordt altijd ingeroepen via de directie. hfdstuk 3
33
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
Voor een aantal kinderen in het lager onderwijs is het soms aangewezen ze naar het buitengewoon onderwijs te verwijzen. De verwijzing gebeurt pas als blijkt dat het kind een algemene grote achterstand heeft, waarbij de zorgmaatregelen in onze school ontoereikend zijn. Dit gebeurt na overleg met CLB en ouders. Bij verwijzing wordt volgende procedure toegepast:
De leerkracht signaleert het probleem aan de directie en of zorgcoördinator; De directie of zorgcoördinator neemt contact op met het CLB; Een psychologische test met de leerling moet leiden tot advies; De resultaten worden met de leerkracht en directie besproken; De ouders worden uitgenodigd voor een gesprek; De uiteindelijke beslissing blijft in handen van de ouders.
3.1.26. Integratie 6de leerjaar – secundair onderwijs Er wordt op verschillende vlakken gewerkt om de overgang naar het secundair onderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. de Vanaf het 5 leerjaar werken de leerlingen in de door het CLB opgestelde brochure “Wat Hoe leren kiezen?” In het schooljaar 2005-2006 werd een vakwerkgroep basis – secundair opgericht met het doel de vakovergangen voor Nederlands, wiskunde en Frans te stroomlijnen. Een engagementsverklaring tussen de basisscholen en de secundaire scholen van de scholengroep werd ondertekend. De werkgroepen komen elk jaar samen. Zie bijlage Leerlingen 6de leerjaar bezoeken secundaire scholen: - Een ASO-school (Koninklijk Atheneum Kortrijk); - Een beroepstechnische school (BUSO Kortrijk). - … In de maand maart organiseert de school een info-avond over de overstap naar het secundair onderwijs, waarbij oud-leerlingen en hun ouders uitgenodigd worden hun ervaringen mee te delen aan de huidige leerlingen en ouders.
3.2.
De begeleiding van het schoolteam
3.2.1. Het pedagogische – didactische aspect
Voor vragen i.v.m. het pedagogische en/of didactische kan men terecht bij de directie, de zorgcoördinator en de pedagogisch adviseur. Er is wekelijks pedagogisch overleg op vrijdag van 15.10 tot 16.00. Bij noodwendigheid kan een pedagogische vergadering georganiseerd worden op een andere dag. Er wordt gedurende het schooljaar minimaal 1 studiedag gehouden voor het hele schoolteam. Het schoolteam neemt ook individueel deel aan nascholing en dit in functie van de noden van de school. Doorstroming gebeurt naar andere leerkrachten tijdens de pedagogische vergaderingen en / of onderling op occasionele gelegenheden. Er wordt wel formeel een kort verslag doorgegeven tijdens het pedagogisch overleg.
hfdstuk 3
34
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
Leerkrachten krijgen de gelegenheid elkaar te coachen en bij elkaar lessen bij te wonen. Zij nemen hiervoor zelf het initiatief, maar worden hierin ook aangemoedigd door de directie, die de klas overneemt. Het schoolteam stelt op het einde van elk schooljaar (mei – juni) de prioriteiten voor nascholing op. Deze prioriteiten vinden hun neerslag in het nascholingsplan. Zie dossier nascholing.
3.2.2. Het praktische aspect
Administratieve problemen worden opgelost via de directie en het secretariaat.
Afspraken bij crisissituaties - Bij brandalarm wordt de afgesproken procedure gevolgd; - Andere crisistoestanden kunnen niet voorzien en ingeschat worden. Er wordt verwacht dat iedereen goede wil en gezond verstand gebruikt.
3.3.
De begeleiding van de ouders
3.3.1. Directie en leerkrachten leggen en onderhouden contacten met ouders via nieuwsbrieven, oudercontactavonden (oktober – december - juni), occasionele huisbezoeken en de feestelijkheden; 3.3.2. Ouders krijgen inzage in het klas- en schoolleven via:
Het heen- en weerschriftje in de kleuterafdeling; Kleuters krijgen regelmatig hun werkjes mee naar huis; De klasagenda in de lagere afdeling; Het regelmatig weergeven van werkjes, schriften, boeken; De veertiendaagse nieuwsbrief; De informatie – dag eind augustus + alle feestelijkheden; De oudercontactavonden (oktober – december – juni); Het rapport (zie hoofdstuk evaluatie); Een eventuele persoonlijke uitnodiging wanneer zich iets voordoet met betrekking tot hun kind(eren). ParnasSys, wanneer zij over internettoegang beschikken.
3.3.3. Problematische situaties
Indien er zich problemen voordoen met een kind worden de ouders altijd aangesproken door de leerkracht. Omgekeerd kunnen de ouders altijd terecht bij de leerkracht om problemen met hun kind te bespreken; Indien het probleem niet op te lossen is of moeilijk bespreekbaar, worden de ouders doorverwezen naar de directie; De directie wordt in alle gevallen op de hoogte gehouden.
3.3.4. Dagcentra (begeleidingstehuizen)
hfdstuk 3
35
BS “Het Open Groene”
Schoolwerkplan
Het dagcentrum is een initiatief van de vzw West-Vlaamse Jeugdzorg en biedt begeleiding aan gezinnen en hun kinderen bij opvoedingsmoeilijkheden en de aangrenzende problemen die het dagelijks functioneren in het gezin bemoeilijken. Zo kan het centrum kinderen tussen 6 en 18 jaar o.a. helpen met huiswerkbegeleiding;
Ouders die er met hun gezin niet uitgeraken en ondersteuning kunnen gebruiken, worden doorverwezen naar een dagcentrum. De school onderhoudt contact met 3 dagcentra: - De Knoop, P. Damiaanstraat 2, 8500 Kortrijk (056/25 95 45) Zie ook: http://www.desocialekaart.be/zoeken/index.cfm/act/fiche/org_ID/c 291b183-c6e4-d19f-3bfe-50c7b2f24b98/layout/west-vlaanderen - De Horizon, Zandstraat 32, 8500 Kortrijk (056/22 89 36) http://soka.netpoint.be/zoeken/index.cfm/act/fiche/org_ID/cddbfe be-1d2d-11d5-90b0-0090276a9c4d/layout/west-vlaanderen - De Tambour, Bruggestraat 298, 8930 Menen (056/51 89 51) http://soka.netpoint.be/zoeken/index.cfm/act/fiche/org_ID/be8945 ef-bbbc-450d-8f17-9b735da97a44/layout/west-vlaanderen
Tussen dagcentrum en school wordt nauw contact gehouden wanneer er kinderen van de school zijn ingeschreven. Voor de lijst van kinderen die naar een dagcentrum gaan, zie ParnasSys.
3.3.5. Open School voor Volwassenen Anderstalige ouders worden door de directie persoonlijk aangesproken en uitgenodigd zich in te schrijven in de Open School / Centrum voor Basiseducatie, Kortrijk. Zie bijlage (folder integratie stad Kortrijk). http://www.basiseducatie.be/434/defaultcur.aspx?centra=493
hfdstuk 3
36