3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.
Organisatie van het onderwijs ..............................................................1 Groepsindeling...................................................................................................1 Didactisch model...............................................................................................1 Activiteiten voor de kinderen ........................................................................1 Leerplicht en schoolverzuim..........................................................................4 Hoe gaat het met mijn kind op school? ....................................................4 Opvang nieuwe leerlingen .............................................................................4 Opvang van kinderen met een “rugzak” ...................................................4 Organisatie van het onderwijs
De groepen 1 tot en met 4 vormen samen de onderbouw en de groepen 5 tot en met 8 de bovenbouw. Elke bouw heeft zijn eigen coördinator die samen met de directeur de voortgang van het onderwijs-leerproces bewaakt. De bouwcoördinatoren vormen samen met de directeur het managementteam van de school. Onderbouw coördinator: Jasmijn van Ipkens Bovenbouw coördinator: Lia Swan-Wit In onze organisatie kennen wij ook de intern begeleider. Intern begeleider onderbouw: Joke de Haan Intern begeleider bovenbouw: Lia Swan-Wit Als intern begeleider binnen de Sint Wulfram voeren zij diverse taken uit gericht op coördinatie van leerlingenzorg binnen en buiten de groep. Daarnaast richten de intern begeleiders zich ook samen met de bouwcoördinatoren en de directeur op de invulling en uitvoering van het ontwikkelingsgerichte onderwijsconcept. 3.1.
Groepsindeling
De school werkt met groepen die zijn ingedeeld in jaargroepen. In de kleuterbouw zitten de kinderen van groep 1 en 2 door elkaar. Combinatiegroepen voor de andere leerjaren worden alleen gemaakt wanneer dit niet anders kan. Kinderen wisselen in de kleuterbouw in principe een keer van leerkracht. Kinderen vanaf groep 3 wisselen in principe elk jaar van leerkracht. We streven ernaar om niet meer dan twee leerkrachten per groep te laten werken. 3.2.
Didactisch model
De leerkracht creëert onderwijssituaties waarin kinderen samen met andere kinderen verder komen in hun ontwikkeling. Sommige vakken worden klassikaal aangeboden, waarna de verwerking in niveaugroepen plaatsvindt. Dit geldt bijvoorbeeld voor rekenen en spelling. Op basis van het leerlingvolgsysteem worden de niveaugroepen gemaakt en de leerlingen kunnen op hun niveau de leerstof verwerken. Wanneer een leerling de leerstof niet voldoende kan volgen, wordt op basis van de methode een minimumprogramma aangeboden. Dit gebeurt uiteraard in overleg met de ouders 3.3.
Activiteiten voor de kinderen
Activiteiten in de onderbouw In de onderbouw staat basisontwikkeling voorop. Hierbij onderscheiden we twee gebieden die nauw met elkaar verweven zijn: A. Brede ontwikkeling. We vinden het belangrijk dat kinderen de gelegenheid krijgen om ondernemend te zijn. Als ze kunnen kiezen en initiatieven mogen nemen zal de belangstelling voor de dingen die ze doen groot zijn. Sleutelbegrippen zijn: actief zijn, initiatief nemen, samen spelen en werken, de wereld verkennen, zelfstandigheid, nadenken en problemen oplossen B. Specifieke kennis en vaardigheden op het gebied van omgaan met hoeveelheden, woorden en begrippen, spel en spelen, waarnemen en ordenen, symboolbegrip, gereedschappen en technieken en sociale vaardigheden. De ontwikkeling komt tot stand als kinderen activiteiten ondernemen die passen bij hun ontwikkelingsmogelijkheden en hun belangstelling. Deze activiteiten vinden plaats binnen een thema. Hierbij komen de volgende activiteiten aan bod: spelactiviteiten
1
constructieve activiteiten gespreksactiviteiten taal- en leesactiviteiten wiskundige activiteiten bewegingsactiviteiten muzikale activiteiten Activiteiten in de bovenbouw Ook in de bovenbouw is basisontwikkeling belangrijk. We onderscheiden ook hier twee gebieden die nauw met elkaar verweven zijn. A. Brede ontwikkeling zoals boven omschreven en B. Specifieke kennis en vaardigheden op het gebied van rekenen, taal, schrijven, lezen, wereldoriëntatie, gymnastiek en expressie. In de school zijn een aantal methoden aanwezig die gebruikt worden bij het aanleren van specifieke kennis en vaardigheden. De methoden worden niet altijd methodisch gevolgd. De leerkracht gebruikt deze methoden vaak als bronnenboek voor de lessen. Rekenen en wiskunde Onze school gebruikt de methode “Pluspunt”. “ Pluspunt” is een zogenaamde realistische rekenmethode. Dit betekent dat de methode uitgaat van het dagelijks leven en niet louter rijtjes sommen aanbiedt. Nederlandse taal Het taalonderwijs is veelomvattend. De woordenschat wordt uitgebreid, er is aandacht voor het verwoorden van ideeën en het luisteren naar anderen. Daarnaast is er veel aandacht voor schriftelijke opdrachten. Hierbij is de spelling en de zinsopbouw heel belangrijk. Voor spelling gebruiken we “Woordspel” . Als bronnenboek wordt gebruik gemaakt van „Taaljournaal‟. Lezen In groep 1 en 2 worden rondom de thema‟s allerlei voorbereidende activiteiten aangeboden om de belangstelling voor het lezen op te wekken. Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van de verteltafel en het klankkastje. Wanneer een kind toe is aan leren lezen, zal de leerkracht dit stimuleren. In groep 3 gaan alle kinderen leren lezen. De woorden worden aangeboden rondom een thema. „Veilig leren lezen‟ wordt als bronmethode gebruikt. In de hogere leerjaren komt de nadruk steeds meer op het begrijpend en studerend lezen te liggen. Hiervoor worden vanaf groep 4 leesstrategieën aangeleerd. De aangeleerde begrijpend leestechnieken staan vooral in dienst van wereldoriëntatie. Om het leesplezier en de techniek te bevorderen, lezen de kinderen boeken uit onze bibliotheek. Engels Dit schooljaar gaan we starten met een nieuwe methode “Take it easy”. Deze methode begint in groep 5 en is heel interactief. Er wordt veel gebruik gemaakt van het digibord (zie ook ICT). Schrijven De kinderen leren schrijven met de methode Mijn eigen handschrift. Wereldoriëntatie Op heel veel momenten wordt gesproken over de wereld om ons heen en brengen we kinderen kennis bij over het heden en verleden van de aarde. Dit gebeurt vanuit de thema‟s. Onderzoek, presentaties en klassengesprekken zijn hierin heel belangrijk. Belangrijke onderwerpen die niet in een van de 4 à 5 thema‟s aan de orde kunnen komen, worden vanuit de aparte vakken aan de hand van de methoden gegeven. Naast bronnenboeken hebben we hiervoor de volgende leidende methodes. Natuuronderwijs: Wijzer door de natuur en Nieuws uit de Natuur Aardrijkskunde: De blauwe planeet Geschiedenis: Wijzer door de tijd Verkeer:Op voeten en fietsen (gr 5 – 6) Jeugdverkeerskrant (gr 7 – 8) In groep 7 wordt in april een schriftelijke en praktische verkeerstoets gehouden. De praktijktoets wordt in de gemeente Opmeer gefietst en wordt door de verschillende scholen gezamenlijk georganiseerd. Creatieve vakken In de groepen 1 – 4 vinden deze lessen in de groep plaats en zijn vaak een onderdeel van de thema‟s. In de groepen 5 – 8 zijn de creatieve vakken enerzijds ondersteunend aan ons onderwijsconcept en anderzijds hebben we 22 keer per jaar de zgn. „creamiddagen‟. Kinderen van die groepen zitten in kleine groepen door elkaar en krijgen zo 7 verschillende technieken aangeboden. Technieken als kleien, solderen, koken lenen zich meer voor kleinere groepen. Ook techniek maakt deel uit van onze creamiddagen. Door de heterogene samenstelling leren jongere
2
kinderen van oudere kinderen, leren jongere en oudere kinderen elkaar beter kennen en kunnen zij elkaar ook helpen. Ook dit vinden wij een belangrijk onderdeel van deze opzet. Het tekenonderwijs vindt plaats in de eigen groep. Als bronnenboek wordt gebruik gemaakt van Tekenvaardig. Techniek Onderwijs in techniek bij ons op school heeft in zijn uitwerking het karakter van een combinatie van doen en denken. Qua inhoud en werkwijze heeft het een speciale relatie met natuuronderwijs en tekenen/handvaardigheid. Naast technische inzichten gaat het om het toepassen van natuurwetenschappelijke kennis (kennis van materie, energie en informatie), maar ook om de vormgeving van een product. Techniek is een onderdeel van de creamiddag en er wordt tijdens de inloop en de thematijd gewerkt aan techniekopdrachten. Voor het vak techniek gebruiken wij de Techniek Torens. Deze torens kunt u bij ons in de aula zien staan. Lichamelijke opvoeding In de relatie tussen het kind en zijn wereld speelt het bewegen een wezenlijke rol. Ontwikkeling zonder beweging is onvoorstelbaar. Daarom is het belangrijk dat de school veel kansen geeft aan kinderen om zich zo optimaal mogelijk te bewegen in verschillende schoolse omstandigheden zoals buiten spelen, spelen in het speellokaal, bewegingsexpressie gymnastieklessen, dramatische vorming enz. De gymlessen van de groepen 3 tot en met 8 vinden plaats in de gymzaal naast de school. De lessen bewegingsonderwijs voor groep 1-2 zijn dagelijks buiten en/of in het speellokaal. Kinderen van groepen 1 en 2 gymmen in hun ondergoed met gymschoentjes. De gymschoenen worden op school bewaard. Voor de gymlessen van de groepen 3 t/m 8 willen wij dat uw kind speciaal hiervoor bestemde kleding draagt (gymbroek, turnpakje, shirt, gymschoenen). Buitenschoenen mogen i.v.m. de hygiëne niet in de gymles worden gedragen. Omdat wij hygiëne belangrijk vinden, douchen de kinderen van groep 3 t / m 8 na de gymles. Sinds een aantal jaren wordt er voor groep 7 en 8 een les in de week verzorgd door een vakleerkracht gym. Deze leerkracht wordt (nog) bekostigd door de gemeente Opmeer, omdat zij sport een belangrijke ingang vinden in de benadering van pubers. In de periode dat het zwembad open is, gaan de kinderen van groep 3 t / m 8 een keer per week zwemmen en een keer per week gymmen. ICT In ons onderwijs neemt ICT een niet meer weg te denken plaats in. De computers worden op vele manieren ingezet. Ze spelen een belangrijke rol in het Ontwikkelingsgericht Onderwijs. Kinderen zoeken informatie op Internet en maken teksten in Word. Daarnaast bieden de computers ondersteuning bij de diverse methoden. Kinderen oefenen spelling, rekensommen, topografie met geschikte software. Ook worden computers ingezet voor extra oefenstof voor zwakkere en sterkere leerlingen. Omdat de computers een grote plaats in het onderwijs en in de maatschappij innemen, vinden wij het op de St. Wulfram van groot belang dat kinderen een aantal basisvaardigheden op de pc aangeboden krijgen. Van alle leerlingen in de bovenbouw wordt verwacht dat ze kunnen werken met de basisprincipes van Windows, Word, Internet en Powerpoint. De ICT-coördinatoren hebben hiervoor een aantal modules ontwikkeld, die worden aangeboden aan de leerlingen. Voor het surfen op het internet is een protocol opgesteld wat op school ter inzage ligt. Voor leerlingen uit groep 7 en 8 wordt door COH, een computerinstituut uit Hoorn, de mogelijkheid aangeboden een typevaardigheidcursus te volgen. Snel en vaardig omgaan met toetsenbord levert leerlingen namelijk heel veel tijdwinst op. Sinds twee jaar maken we gebruik van Digitale Schoolborden. Een geweldige ontwikkeling binnen het onderwijs waardoor methoden ondersteunt kunnen worden door beeld en geluid. Sociaal-emotionele ontwikkeling Wij maken gebruik van de methode PAD, Programma Alternatieve Denkstrategieën. Bij het ene kind gaat de sociaal - emotionele ontwikkeling vanzelf, andere kinderen hebben behoefte aan ondersteuning bij het leren van vaardigheden als: de eigen problemen oplossen zichzelf en anderen beter begrijpen inzicht krijgen in hun eigen gevoelens en beter en effectiever leren in de schoolsituatie. Daarnaast is het voor kinderen erg belangrijk om zich prettig te voelen. De PAD-methode heeft lessen ontworpen voor alle jaargroepen. Vanaf de kleuterjaren tot aan groep 8 staan vijf aandachtsgebieden centraal: 1. zelfbeeld 2. omgaan met leeftijdsgenoten 3. zelfcontrole 4. emoties 5. probleem oplossen De vijf aandachtsgebieden komen elk jaar terug, maar de accenten verschillen per bouw. Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van de Kinderkwaliteitskaarten en voor de onderbouw van
3
een doos vol gevoelens. Bij de start van het schooljaar wordt Grip op de Groep gebruikt om het groepsproces zo ingang te zetten, dat de kinderen zich in korte tijd groep gaan voelen. Dit bevordert het samenwerken en de veiligheid in de groep. 3.4.
Leerplicht en schoolverzuim
Vanaf 5 jaar zijn kinderen in Nederland leerplichtig. De leerplichtwet schrijft voor dat deze kinderen alle lessen die op het lesrooster staan moeten volgen. Een directeur van een basisschool mag alleen extra verlof geven, wanneer er belangrijke omstandigheden zijn die dit verlof noodzakelijk maken. Aanvragen voor extra verlof moeten altijd minstens één maand van te voren schriftelijk bij de schoolleiding worden ingediend. Afwezigheid van kinderen waarvoor door de directeur vooraf geen toestemming is verleend, wordt gemeld aan de leerplichtambtenaar van de Gemeente Opmeer. Verzuimmelding: Zowel 's ochtends als 's middags wordt bij aanvang van de les gecontroleerd of alle leerlingen aanwezig zijn. In het geval een leerling zonder afbericht afwezig is, wordt contact opgenomen met de ouders/verzorgers. Om onnodige misverstanden te voorkomen wordt van de ouder/verzorger verwacht dat hij/zij in geval van absentie van hun kind(eren) tijdig schriftelijk of mondeling bericht geeft aan de directeur of de groepsleerkracht. 3.5.
Hoe gaat het met mijn kind op school?
Regelmatig is er gelegenheid om met de leerkracht te praten over de ontwikkeling van uw zoon of dochter. Het eerste moment tijdens de kleuterperiode is, wanneer uw kind drie maanden op school zit. Hiervoor ontvangt u een uitnodiging. Als uw kind al een poosje op onze school zit, krijgt u de gelegenheid om de reguliere gespreksmomenten te bezoeken. We hebben er twee opgenomen in onze jaarplanning. Het eerste gesprek, medio november, gaat over het welbevinden van uw kind en de start van het schooljaar. U en de leerkracht vullen hier beiden een vragenlijst over het kind voor in. Het tweede gesprek in maart gaat over het rapport dat uw kind meekrijgt. Dit schooljaar willen wij u in de gelegenheid stellen na het laatste rapport in nog een gesprek over uw kind te hebben. Dit kan echter alleen als u nog nadrukkelijk iets wilt weten. Wanneer de leerkracht nog iets met u wil bespreken, wordt u door hem of haar uitgenodigd. Tussentijds bestaat er ook altijd de mogelijkheid om een gesprek aan te vragen bij de leerkracht. Indien wij belangrijke zaken met u willen bespreken, krijgt u van ons tussentijds een uitnodiging. 3.6.
Opvang nieuwe leerlingen
Nieuwe leerlingen worden in principe aangemeld in maart. Alle ouders waarvan het kind tot en met 1 oktober het jaar erop 4 jaar wordt, krijgen van de gemeente een uitnodiging hun kind op een van de basisscholen aan te melden. Naast schriftelijke informatie over onze school kunt u ook op een peuterochtend en een open avond zelf komen kijken en vragen stellen over onze school. Hierdoor kunt u een goede schoolkeuze voor uw kind maken. Komend schooljaar is de peuterochtend op 3 februari en de open avond op 8 februari. U ontvangt hiervoor een uitnodiging van de gemeente Opmeer. De inschrijving gebeurt middels een aanmeldingsformulier dat volledig ingevuld en ondertekend ingeleverd wordt op school. De ouders ontvangen een bevestigingsbrief vanuit school, waarin wordt aangegeven dat het kind aangemeld is. Voordat uw kind 4 jaar wordt komt de leerkracht van de groep waarin uw kind komt, bij u thuis. Tijdens dit bezoek leert het kind de leerkracht alvast een beetje kennen. Ook kan de leerkracht al enige vragen stellen die van belang zijn voor een goede opvang van uw kind. De dag nadat uw kind 4 jaar is geworden mag het in principe komen, tenzij deze datum valt vlak voor een vakantie. In overleg met de leerkracht wordt dan een goede datum voor de eerste schooldag afgesproken. Kinderen die in december 4 jaar worden, beginnen hun schoolloopbaan in januari. Kinderen die door verhuizing op een ander tijdstip op onze school willen komen, zijn welkom mits de ouders de doelstellingen van de school onderschrijven en er geen belemmeringen zijn die een goede opvang in de weg staan. (zie 3.7) 3.7.
Opvang van kinderen met een “rugzak”
Op basis van de Regeling Leerling-gebonden Financiering biedt de Sint Wulfram onderwijs aan de zogenaamde rugzakkinderen. Deze kinderen zijn geïndiceerd voor het speciaal onderwijs. Zij
4
kunnen onder bepaalde omstandigheden toegelaten worden tot een school voor speciaal onderwijs of een reguliere basisschool in combinatie met ambulante begeleiding. Ons bevoegd gezag heeft het recht een kind met een rugzak niet toe te laten op grond van de volgende criteria: 1. Ouders respecteren de grondslag van de school niet 2. Er is sprake van verstoring van rust en veiligheid 3. De verzorging en/of behandeling en het onderwijs kunnen niet voldoende op elkaar worden afgestemd. 4. Er is sprake van verstoring van het leerproces voor andere kinderen. 5. Er bestaat een gebrek aan opname capaciteit. Het besluit een “rugzakleerling”niet toe te laten in onze school, wordt door het bevoegd gezag voorzien van een schriftelijke motivatie. Wij hebben een leerkracht die zich speciaal met deze leerlingen bezig houdt, namelijk Joke de Haan.
5