Organisatie en Inrichting van het Onderwijs
Organisatie en inrichting van het onderwijs Inleiding De opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (gz-opleiding) is een postdoctorale beroepsopleiding voor psychologen en pedagogen die werkzaam willen zijn in de gezondheidszorg. De opleiding kent twee varianten. Één gericht op kinderen & jeugdigen en één gericht op volwassenen & ouderen. De minister van VWS heeft met het inwerking stellen van de Wet BIG Nederland in zes regio’s verdeeld en het SPON in Nijmegen daarbij aangewezen als erkende opleidingsinstelling voor de regio Oost Midden Nederland. Deze opleidingsinstelling bestaat uit het Samenwerkingsverband van de Radboud Universiteit (RU) Nijmegen en de Stichting Praktijkinstellingen van de postdoctorale ggz opleidingen Oost Nederland, hierna aangeduid als SPON. De organisatie wordt uitgevoerd door de afdeling SPON - Postdoctorale Opleidingen, onderdeel van het Academisch Centrum Sociale Wetenschappen (ACSW) van de Radboud Universiteit. Het SPON participeert in het Landelijk Overleg van GGZ-Opleidingsinstellingen (LOGO) dat afstemming en samenwerking van de zes opleidingsinstellingen tot doel heeft. Voor de GZ V&O-opleiding werkt het SPON samen met Cure & Care Development (CCD), te Arnhem. CCD heeft een eigen team van docenten dat voor een aantal groepen het cursorisch gedeelte van de GZopleiding verzorgt. In deze studiegids staat informatie over de organisatie en inrichting van de opleiding, over het cursorisch onderwijs en over het praktijkonderwijs. In de bijlagen vindt u verder achtergrondinformatie over de eisen ten aanzien van de opleiding, een overzicht van regelingen en procedures die tijdens de opleiding gehanteerd worden en een aantal formulieren dat ingevuld moet worden.
1.1
Doelstelling van de opleiding De doelstelling van de gz-opleiding is om de basispsycholoog op te leiden tot een competente gzpsycholoog. De gz-psycholoog is een breed opgeleide professional en werkzaam in vele settings waarin cliënten met diverse problematiek zich aanmelden. Ongeveer de helft van de gz-psychologen werkt in de geestelijke gezondheidszorg, de andere helft in de somatische zorg, in forensische instellingen, de verslavingszorg, de jeugdzorg, gehandicaptenzorg en in sectoren buiten de gezondheidszorg. Binnen deze sectoren werkt hij als zelfstandig diagnosticus en behandelaar van psychische stoornissen en psychische aspecten van lichamelijke ziekten, invaliditeit en problemen in de persoonlijke levenssfeer. Hij richt zich in eerste instantie op kortdurende hulpverlening van lichte tot matig complexe problematiek. De gz-psycholoog werkt zowel intra- als interdisciplinair. Het competentieprofiel van de gz-psycholoog is te vinden in de bijlage. Let wel, dit document is op dit moment nog niet definitief vastgesteld.
1.2
Eindkwalificaties Tot het takenpakket van de gz-psycholoog behoren onder meer het verrichten van psychologische en orthopedagogische diagnostiek met behulp van tests, observaties en interviews met als doel de problematiek van de cliënt of het cliëntsysteem in kaart te brengen, te begrijpen en een adequate aanpak te formuleren. Tevens kenmerkend in zijn takenpakket is de indicatiestelling. Het toewijzen van de cliënt aan de meest geschikte behandeling of begeleiding is daarbij het doel. In veel gevallen is de gzpsycholoog ook degene die behandelingen en begeleiding initieert en uitvoert. Dat betreft doorgaans kortdurende en klachtgerichte interventies waarvan een aantal in protocollen en richtlijnen zijn beschreven. Ook het aansturen van anderen in het uitvoeren van (delen van) behandelingen behoort tot de taken, evenals het leidinggeven aan behandelteams. Diagnostiek, indicatiestelling en behandeling richten zich op uiteenlopende problematiek die kan variëren van enkelvoudig tot meer complex, die de gehele levensloop omvat. Te denken valt hierbij aan emotionele en gedragsproblemen, het leren omgaan met verworven aandoeningen en het zich leren aanpassen aan nieuwe levensfasen. Hoewel de gz-psycholoog qua diagnostiek en indicatiestelling zeker het hele veld overziet, behoren persoonlijkheidsproblematiek en meervoudige diagnoses doorgaans minder tot de behandeltaken van de gz-psycholoog. Binnen de beroepsuitoefening werkt de gz-psycholoog met aan het domein aanpalende specialisten, zoals de klinisch psycholoog, psychiater, psychotherapeut en orthopedagoog samen. Daarnaast werkt hij samen met verschillende andere professionals als verpleegkundigen, fysiotherapeuten en maatschappelijk werkers.
Studiegids gz-opleiding
Organisatie en inrichting van het onderwijs
1.3
Inhoud en opzet van de opleiding De gz-opleiding omvat tenminste 3600 uur (exclusief literatuurstudie) en is als volgt opgebouwd: CURSUS
PRAKTIJK
Contacturen
Praktijkopdrachten
Werkzaamheden
Supervisie
Diagnostiek
200
100
1116
36
Indicatiestelling
40
20
279
9
Behandeling
200
100
1116
36
Overige taken
40
20
279
9
Totaal
480
240
2790
90
Het cursorisch programma van 480 uur volgt u in 2 jaar. Voor het cursorisch programma geldt een strikte aanwezigheidsverplichting en er wordt intensieve voorbereiding verwacht in de vorm van literatuurstudie en praktijkopdrachten. Daarnaast bestaat de opleiding uit een praktijkdeel van twee tot vier jaar waarin u tenminste 16 uur per week omschreven praktijkervaring moet opdoen onder begeleiding van een erkend praktijkopleider en met omschreven supervisie van erkende supervisors. Dit deel van de opleiding vindt plaats binnen een praktijkopleidingsinstelling, waarmee bindende afspraken zijn gemaakt over de inhoud en organisatie van de praktijkopleiding. Onder eindverantwoordelijkheid van de hoofdopleider geven docenten vorm aan het cursorisch programma en praktijkopleiders aan het praktijkprogramma. De opleiding is erop gericht theorie en praktijk zinvol met elkaar te verbinden. Deze opleiding heeft een beperkte opleidingscapaciteit en stelt hoge eisen aan de kandidaten voor de opleiding. Ook zijn er formele toelatingsvoorwaarden.
1.4
De toelating Een doctoraalopleiding of universitaire Masteropleiding in de psychologie, pedagogiek of geestelijke gezondheidkunde is een vereiste voor deelname aan de opleiding. Daarnaast moeten alle kandidaten aan een omschreven aantal onderdelen hebben voldaan (vastgesteld op de LOGO-verklaring). Tot slot dienen kandidaten door een erkende praktijkinstelling te worden voorgedragen voor de gz-opleiding. Erkende praktijkinstellingen worden aangewezen door het SPON. De selectie van deelnemers voor de opleiding vindt in eerste instantie in de praktijk plaats. Soms worden interne kandidaten uit de praktijkinstellingen voorgedragen, in andere gevallen wordt een vacature opgesteld waarna een sollicitatieprocedure wordt gevolgd. De praktijkopleider en sollicitatiecommissie dragen op basis van deze procedure een kandidaat voor aan de hoofdopleider, die in een toelatingsgesprek vaststelt of de kandidaat tot de opleiding kan worden toegelaten. Na toelating tot de opleiding neemt de praktijkinstelling de deelnemer voor de duur van de opleiding in dienst. De verplichtingen van de opleidingsinstelling (SPON), praktijkinstelling en deelnemer worden vastgelegd in de opleidingsovereenkomst.
1.5
Taken en verantwoordelijkheden van de opleidingsinstelling Het secretariaat is het eerste aanspreekpunt van de opleiding. Hier komen post en telefoon binnen. Alle producten bestemd voor deelnemers, docenten, praktijkopleiders en de diverse commissies komen van het secretariaat. Voor allerlei algemene vragen kunt u hier terecht. De organisatie van de opleiding berust bij de coördinator van het SPON en bij de coördinator van CCD, waarbij de coördinator van CCD alleen (gedelegeerd) verantwoordelijk is voor de organisatie van het cursorisch onderwijs. De coördinator: o is het aanspreekpunt voor alle individuele kwesties met betrekking tot de opleiding van cursisten, docenten, praktijkopleiders en directies waarvoor de bestaande regelingen en afspraken geen uitkomst bieden; o is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de werving van opleidingsplaatsen; o is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de sollicitatie- en selectieprocedure van kandidaten; o is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor het overleg over de invulling en evaluatie van de opleidingsroutes (praktijk en theorie) met docenten, praktijkopleiders, cursisten en hoofdopleiders; o is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de studievoortgangbewaking van cursisten;
Studiegids gz-opleiding
Organisatie en inrichting van het onderwijs
o is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de noodzakelijke erkenningprocedures van de opleiding en de cursorische onderdelen; o is ambtelijk secretaris van de regionale opleidingscommissie gz; o is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de financiële afhandeling en budgetbewaking van de opleiding tot gz-psycholoog; o participeert in het landelijk overleg van hoofdopleiders en coördinatoren (HCO) van het Landelijke Overleg GGZ Opleidingsinstellingen (LOGO); o participeert in ontwikkeltaken op het gebied van de postdoctorale GGZ-opleidingen. De inhoudelijke eindverantwoordelijkheid voor de opleiding berust bij de hoofdopleider van de opleiding. De hoofdopleider: o is eindverantwoordelijk voor het geheel van de opleiding en mede verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling van de postdoctorale opleidingen; o is verantwoordelijk voor selectie en aanname van deelnemers; o adviseert de Stichting Praktijkinstellingen over de aanwijzing van de opleidingsplaatsen en de voordracht van praktijkopleiders; o is verantwoordelijk voor de keuze van docenten; o is eindverantwoordelijk voor de evaluatie en de daarop mede gebaseerde bijstellingen van het cursorisch programma en van individuele praktijkopleidingroutes; o is aanspreekbaar voor individuele opleidingsproblemen wanneer deze niet in overleg met betrokken docenten, praktijkopleider, supervisor of coördinator opgelost kunnen worden; o is voorzitter van de regionale overlegorganen en de examencommissie en is adviseur van de Stichting Praktijkinstellingen en vertegenwoordigt de opleiding in landelijke organen. De hoofdopleider, coördinatoren en managementassistent werken in één team samen aan de organisatie van een of meerdere opleidingsgroepen.
1.6
Vrijstellingen In het landelijk overleg van hoofdopleiders en coördinatoren van de gz-opleidingen is een vrijstellingenbeleid vastgesteld. Deze regeling is in een bijlage opgenomen. Voor het praktijkonderwijs is geen vrijstelling mogelijk.
1.7
Opleidingscommissie De opleidingscommissie adviseert de hoofdopleider gevraagd en ongevraagd over alle zaken met betrekking tot het onderwijs. Daarnaast is de opleidingscommissie een belangrijk orgaan voor de kwaliteitsbewaking van het onderwijs. In de opleidingscommissie hebben minimaal drie hoofddocenten van de blokken, een aantal praktijkopleiders en een afvaardiging van de deelnemers aan de opleiding zitting. In de regel komt de commissie vier keer per jaar bijeen. Deelnemers aan de opleiding die graag deel willen nemen aan de commissie kunnen dit bij de coördinator van CCD kenbaar maken. Voor deelname aan de vergaderingen is een vergoeding geregeld.
1.8
Examencommissie De examencommissie bewaakt de naleving van het examenreglement en beoordeelt de studievoortgang van alle deelnemers aan de opleiding. Ook beoordeelt de examencommissie aan het eind van de opleiding of een deelnemer zijn of haar diploma in ontvangst kan nemen. De examencommissie bestaat uit dezelfde personen als de opleidingscommissie minus de afvaardiging van de deelnemers aan de opleiding. Het examenreglement is als bijlage opgenomen in deze studiegids.
1.9
Kosten De opleidingskosten bedragen € 17.360,- die in vastgestelde betalingstermijnen van de opleiding dienen te worden voldaan. In sommige gevallen betaalt de praktijkinstelling naast het salaris ook (een deel van) de opleidingskosten. Hierover maken de deelnemers zelf afspraken met de praktijkinstelling. De afspraken kunnen aan het secretariaat van het SPON worden doorgegeven. Daarnaast zijn er kosten verbonden aan de benodigde literatuur. Per blok wordt aangegeven welke boeken aangeschaft moeten worden. De totale kosten hiervoor liggen om en nabij de € 1.000,- en zijn in principe voor rekening van de deelnemer. De cursuskosten voor de gz-opleiding zijn fiscaal aftrekbaar. Voor de belastingdienst ontvangen de deelnemers een verklaring van het SPON.
Studiegids gz-opleiding
Organisatie en inrichting van het onderwijs
1.10 Registratie als gezondheidszorgpsycholoog BIG Aan het eind van de opleiding vindt er een officiële diploma-uitreiking plaats. Diegenen van wie de examencommissie heeft bepaald dat ze hun diploma in ontvangst mogen nemen kunnen aan de uitreiking deelnemen. Met een afschrift van het diploma kunt u vervolgens BIG-registratie aanvragen. Informatie over de BIG-registratie en een aanvraagformulier ontvangt u samen met de uitnodiging voor de diploma-uitreiking. Na inschrijving in het BIG-register mag men zich pas gezondheidszorgpsycholoog noemen. Tot die tijd mogen deelnemers aan de opleiding zich psycholoog of pedagoog of geestelijk gezondheidkundige in opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog noemen. In de opleiding gebruiken we hiervoor de afkorting piog. De term gz-psycholoog in opleiding (GIO) is juridisch niet correct en mag niet gehanteerd worden. Meer informatie over de registratie als gz-psycholoog is alvast te vinden op www.RIBIZ.nl
1.11 Registratie als orthopedagoog generalist NVO Voor deelnemers aan de gz-opleiding met variant kinderen & jeugdigen bestaat op dit moment een overgangsregeling om na de gz-opleiding te kunnen voldoen aan de eisen van de NVO voor registratie als orthopedagoog generalist. Meer informatie hierover vindt u op www.nvo.nl
1.12 Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) Deelnemers aan de opleiding ontvangen van het SPON een verklaring waarmee bij het NIP tegen een gereduceerd tarief een lidmaatschap kan worden aangevraagd.
1.13 Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) Deelnemers aan de opleiding ontvangen van het SPON een verklaring waarmee bij de NVO tegen een gereduceerd tarief een lidmaatschap kan worden aangevraagd.
Studiegids gz-opleiding
Organisatie en inrichting van het onderwijs