RUD Zuid-Limburg
Plan voor inrichting, organisatie en formatie
Colofon
Datum
6 februari 2013
Inhoudsopgave Managementsamenvatting..................................................................................... 4 1
2
3
4
5
6
Inleiding ....................................................................................................... 7 1.1
Achtergrond ......................................................................................... 7
1.2
Strekking en status van dit plan .............................................................. 7
1.3
Totstandkomingsproces.......................................................................... 7
1.4
Leeswijzer ............................................................................................ 8
Profiel van de RUD Zuid-Limburg .................................................................. 9 2.1
Missie en visie....................................................................................... 9
2.2
Strategie .............................................................................................. 9
2.3
Bedrijvenbestand ................................................................................ 11
Primaire taken en formatie ......................................................................... 14 3.1
Inleiding............................................................................................. 14
3.2
Basistaken; activiteiten ........................................................................ 16
3.3
Brzo en IPPC-4 taken voor Noord-Limburg.............................................. 21
3.4
Specialistische milieutaken van gemeenten ............................................ 22
3.5
Overige taken ..................................................................................... 23
3.6
Producten- en dienstencatalogus ........................................................... 23
3.7
Hoofdprocessen .................................................................................. 24
3.8
Genormeerde formatie primaire taken per 1-1-2015 ................................ 26
Organisatiemodel........................................................................................ 28 4.1
Uitgangspunten organisatiestructuur...................................................... 28
4.2
Uitwerking van de organisatiestructuur .................................................. 29
4.3
Kerntaken en omvang van de afdelingen ................................................ 31
4.4
De staf............................................................................................... 33
4.5
Externe afstemming ............................................................................ 36
4.6
Ondernemingsraad .............................................................................. 36
Ambtelijke besturing................................................................................... 38 5.1
Algemeen besturingsmodel................................................................... 38
5.2
Directeur............................................................................................ 39
5.3
Managementteam ............................................................................... 40
5.4
Planning & Controlecyclus..................................................................... 41
Functiehuis ................................................................................................. 43 6.1
Uitgangspunten................................................................................... 43
Pagina 2 van 79
6.2
Onderscheid in ‘stoelen’ ....................................................................... 45
6.3
Invulling van functies op 1-7-2013 ........................................................ 47
6.4
Flexibele schil ..................................................................................... 48
Bijlage 1.
Basistakenpakket (versie 2.3).......................................................... 50
Bijlage 2.
Meldingsplichtige inrichtingen onder het basistakenpakket ............. 53
Bijlage 3.
Hoofdtaken per stoel ........................................................................ 63
Bijlage 4.
Profiel inrichtingen onder basistakenpakket .................................... 67
Bijlage 5.
Specialistische milieutaken .............................................................. 68
Bijlage 6.
Berekening van de formatie ............................................................. 71
Bijlage 7.
Checklist criteria RUD vorming......................................................... 71
Pagina 3 van 79
Managementsamenvatting Met ingang van 1 juli 2013 wordt de uitvoering van alle basistaken (inclusief Brzo en IPPC categorie 4 taken) voor de 18 gemeenten, de provincie en van de Brzo-gemeenten in Limburg-Noord, evenals specialistische milieutaken voor een deel van de gemeenten, ondergebracht bij de RUD Zuid Limburg.
De aanleiding om een inrichtings-, organisatie en formatieplan op te stellen is de voorgenomen oprichting van de RUD Zuid-Limburg per 1 juli 2013. Doel van dit plan is om uitwerking te geven aan de organisatie van deze RUD en is een aanscherping, verdieping en nadere uitwerking van het vastgestelde bedrijfsplan ‘Naar een succesvolle en professionele RUD Zuid Limburg’ van 25 september 2012. Het gaat in dit inrichtingsorganisatie en formatieplan voornamelijk om de organisatiekant van deze dienst in termen van organisatiestructuur en om de werkwijze van de diensten in termen van processen, producten en samenwerking. Voorliggend plan voor inrichting, organisatie en formatie staat niet op zich. De vastgestelde gemeenschappelijke regeling bevat de bepalingen ten aanzien van de bestuurlijke aansturing en het eigenaarschap. Parallel aan de uitwerking van dit plan zijn en worden door diverse andere werkgroepen gerelateerde voorstellen (nader) uitgewerkt, waaronder bijvoorbeeld het functieboek.
In het bedrijfsplan is de missie (waarvoor staat de RUD) en de visie (waarvoor de RUD gaat) verwoord. De strategie hoe de RUD deze missie en visie wil gaan bereiken is uitgewerkt in dit voorliggend plan.
Het takenpakket van de RUD op 1 juli 2013 bestaat uit: −
de basistaken van alle 18 gemeenten en de provincie (voor zover het inrichtingen betreft op het grondgebied van de 18 gemeenten), inclusief de BRZO/IPPC-4 inrichtingen in Zuid-Limburg.
−
de basistaken voor de BRZO/IPPC-4 inrichtingen gelegen op het grondgebied van de gemeenten in Limburg-Noord (zowel provinciaal als gemeentelijk bevoegd gezag).
−
specialistische milieutaken van de gemeenten die deze taken willen inbrengen.
−
overige opgedragen taken.
Het bedrijfsplan geeft de gemeenten de mogelijkheid om tot 1-1-2015 naar de normformatie toe te groeien. Doordat enkele gemeenten hiervan gebruik wensen te maken, is de formatie op 1-7-2013 (bij de start van de RUD) kleiner dan op 1-1-2015.
Pagina 4 van 79
Beschikbare uren basistaken 17-2013 Totaal (uren) Totaal (fte)
67.640 50,1
Ingroei op 1-12014
151
Beschikbare uren basistaken 11-2014
67.792 50,2
Ingroei op 1-12015
1.652
Beschikbare uren basistaken 1-12015 (volgens norm)
Beschikbare uren specialistisc he taken 17-2013
69.443 51,4
23.570 17,5
Totaal op 1-1-2015
93.014 68,9
Per 1 juli 2013 bestaat de RUD uit 50,1 fte primaire functies voor e basistaken en 17,5 fte specialistische functies. In totaal zal de RUD vanaf de start op 1 juli 2013 tot 1 januari 2015 met 1,3 fte (in)groeien tot 68,9 fte.
De producten en diensten die door de RUD Zuid-Limburg geleverd kunnen worden, worden gespecificeerd in een nog op te stellen Producten- en Dienstencatalogus (PDC). Tevens worden procesbeschrijvingen uitgewerkt. De afspraken tussen de RUD en ieder van de bevoegde gezagen worden vastgelegd in een nog op te stellen dienstverleningsovereenkomst (DVO). Daarbij zijn de DVO’s meerjaarlijks om de continuïteit van dienstverlening te kunnen blijven garanderen.
De structuur van de RUD wordt op een heldere manier ingekleed. De formatieomvang die nodig is voor enerzijds de processen van vergunningverlening en anderzijds toezicht en handhaving maakt het mogelijk de functiescheiding tussen deze processen ook organisatorische door te voeren. Dit betekent dat er een afdeling Vergunningverlening en een afdeling Toezicht en handhaving is. Daarnaast verzorgt de RUD ook specialistische milieuadvisering. Deze taken en de daarbij behorende formatie wordt in de afdeling Specialismen geplaatst. Ondersteunende taken worden in een staf ondergebracht.
Op basis van de indeling van de organisatie en de uit te voeren taken is een voorlopige stoelbeschrijving gemaakt voor de RUD medewerkers. Daarbij is een onderscheid gemaakt in onderstaande voorlopige ‘stoelen’.
Pagina 5 van 79
1 fte adviseur financiën
12,8 fte
adviseur P&O Juridisch adviseur
21,2 fte
3 fte management
21,7 fte
26 fte
Vergunningverlener I
Handhaver I
Vergunningverlener II
Handhaver II
Jurist I Jurist II
Vergunningverlener III
Handhaver III
Technisch Adviseur I
Technische administratie
Technische administratie
Technisch Adviseur II
Voor de nadere invulling van de functies maken we gebruik van HR21. HR21 is een integrale HR-benadering. HR21 is gebaseerd op de drie-eenheid functiebeschrijving, competentieprofiel en resultaatbeschrijving.
De doorvertaling van de bestuurlijke ambities (uit het bestuurlijk overleg en de te sluiten dienstverleningsovereenkomsten) vereist een adequate ambtelijke besturing. In dit inrichtings-, organisatie- en formatieplan wordt een aantal randvoorwaarden geschetst. Daarnaast wordt de verantwoordelijkheid en de uitgangspunten voor het mandaat van de directeur nader uitgewerkt.
Pagina 6 van 79
1 Inleiding 1.1
Achtergrond
Met de ondertekening van de ‘Gemeenschappelijke regeling RUD Zuid-Limburg’ is de regionale uitvoeringsdienst (RUD) Zuid-Limburg formeel van start gegaan. De eerste helft van 2013 gebruiken we voor de inrichting van de dienst binnen de kaders die in het bedrijfsplan ‘Naar een succesvolle en professionele RUD Zuid-Limburg’ van 25 september 2012 zijn beschreven.
Op 1 juli 2013 dient de RUD operationeel te zijn. Dan worden basistaken (inclusief Brzo en IPPC categorie 4 taken) voor de 18 gemeenten en de provincie verzorgd, evenals specialistische milieutaken voor een deel van de gemeenten.
1.2
Strekking en status van dit plan
Als nadere uitwerking van het bedrijfsplan is in voorliggend plan de inrichting, organisatie en formatie van onze dienst uitgewerkt. In dit plan wordt verdiept op de visie en missie van de RUD en worden de taken van de RUD geconcretiseerd. Tevens worden deze taken doorvertaald naar de in te brengen formatie van de deelnemers. De organisatiestructuur wordt uitgewerkt, de uitgangspunten voor het functiehuis worden beschreven, en de wijze waarop ambtelijke besturing binnen de RUD plaatsvindt.
Voorliggend plan voor inrichting, organisatie en formatie staat niet op zich. De vastgestelde gemeenschappelijke regeling bevat de bepalingen ten aanzien van de bestuurlijke aansturing en het eigenaarschap. Parallel aan de uitwerking van voorliggend plan zijn en worden door diverse werkgroepen gerelateerde voorstellen uitgewerkt voor onder meer de functiebeschrijvingen (functieboek), plaatsing en mobiliteit (sociaal plan), communicatie (communicatieplan), cultuur (cultuurontwikkelplan), financiële planning en controle (model P&C) en exploitatie (begroting). Deze voorstellen worden separaat aangeboden aan het dagelijks bestuur ter voorgenomen besluit.
1.3
Totstandkomingsproces
De inzichten tot heden ten aanzien van inrichting, organisatie en formatie zijn in voorliggend stuk bij elkaar gebracht. Ondanks dat er nog veel uitwerkingsvraagstukken zijn, biedt dit plan een meer concrete basis voor de RUD per 1 juli 2013.
Pagina 7 van 79
1.4
Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk is het profiel van onze RUD uitgewerkt. Onder meer wordt hier ingegaan op de missie en visie, de strategie om de missie te realiseren en het profiel van het bedrijvenbestand waarvoor we de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving verzorgen.
In hoofdstuk 3 wordt verdiept in ons primaire takenpakket. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen (1) onze basistaken, (2) de Brzo en IPPC categorie 4 taken voor LimburgNoord, (3) de specialistische milieutaken en (4) overige taken. Tevens wordt in dit hoofdstuk een doorrekening van de formatie gemaakt. In hoofdstuk 4 wordt het organisatiemodel uitgewerkt. De structuur wordt uiteengelegd, de kerntaken per afdeling worden benoemd en de organisatie-eenheden worden beschreven.
Hoofdstuk 5 gaat in op de ambtelijke besturing binnen onze dienst. Voor de bestuurlijke besturing wordt verwezen naar het bedrijfsplan en de gemeenschappelijke regeling. Het hoofdstuk 6 beschrijft de uitgangspunten van het functiehuis. Dit zowel bij het operationeel worden van de dienst (per 1 juli 2013) als op het moment dat ieder van de deelnemers de genormeerde formatie minimaal ingebracht heeft (per 1 januari 2015).
In de bijlagen zijn achtergronddocumenten opgenomen.
Pagina 8 van 79
2 Profiel van de RUD Zuid-Limburg 2.1
Missie en visie
Wat is eerder vastgelegd? De nieuw te bouwen RUD Zuid-Limburg draagt bij aan een goede omgevingskwaliteit. De visie die geformuleerd is straalt deze ambitie uit: “Wij als Zuid-Limburgse uitvoeringsorganisatie dragen bij aan een goede omgevingskwaliteit. Voor onze participanten werken wij hiervoor flexibel, professioneel en efficiënt en zorgen voor kwaliteit en continuïteit in onze dienstverlening”. Uit de visie blijkt dat de RUD afgegrensd wordt door de regio Zuid-Limburg. Een uitzondering hierop vormt de uitvoering van de Brzo-taken. Deze taken worden voor heel Limburg uigevoerd. De RUD is een uitvoeringsorganisatie. De visie beschrijft dat de RUD zich richt op het uitvoeren van taken voor haar participanten. Om diensten af te kunnen nemen van de RUD Zuid-Limburg is deelname als participant noodzakelijk. De RUD stelt hoge eisen aan haar dienstverlening. Kwaliteit en continuïteit staan hoog in het vaandel. Dat wordt ondersteund door een flexibele en professionele organisatie die efficiënt werkt. Het -
2.2
‘programma van wensen’ bevat de volgende elementen: Komen tot kwaliteitsverbetering; Dienstverlening burger handhaven (burger centraal); Front-office bij gemeente (dicht bij de burger) behouden; Efficiënte organisatie realiseren; Budgettair neutraal zijn; Continuïteit en flexibiliteit realiseren; Bestuurlijke invloed borgen; Evenwicht bereiken tussen effectieve besturing en efficiënte uitvoering; Beleidsautonomie garanderen; Goed werkgeverschap tot stand brengen; Benutten van ervaringen van bestaande structuren; Samenwerking/communicatie tussen RUD en gemeenten stroomlijnen; Opdrachtgever- en opdrachtnemerschap goed vormgeven; ICT-infrastructuur goed regelen en daarbij bewust zijn van de kosten.
Strategie
Wat is eerder vastgelegd? De RUD Zuid-Limburg hecht waarde aan een uitstraling naar haar participanten en naar andere actoren, zoals bedrijven. Als verlengstuk van de betrokken gemeenten en provincie kenmerkt de uitstraling van de uitvoeringsorganisatie zich door professionaliteit, met een balans tussen het algemeen belang en het individueel belang. De RUD wordt gekend als een efficiënte, betrouwbare en transparante uitvoeringsorganisatie die eenvoudig aanspreekbaar is voor haar opdrachtgevers. De organisatie toont daarbij dat zij bestuurlijk sensitief en flexibel is. De RUD wordt als oplossingsgericht ervaren binnen de kaders waarbinnen gewerkt wordt. De RUD wil een aantrekkelijk werkgever zijn door onder andere medewerkers ruimte voor ontwikkeling te geven en flexibiliteit in het werk te organiseren.
De strategie geeft aan hoe wij de missie en visie gaan realiseren. De strategie geeft antwoord op de vragen welke doelen worden gesteld en met welke middelen die doelen bereikt worden. Onderstaande organisatiedoelen zijn voor ons leidend.
Pagina 9 van 79
Wij zetten ons in voor uw omgeving. Zodat burger en bedrijf veilig, gezond, kwalitatief en duurzaam kunnen leven, wonen en werken. Dit doen wij zonder winstoogmerk. Wij werken op basis van een transparante afweging tussen bestaande wetgeving en maatschappelijke belangen. Wij leveren producten, diensten en projecten om een veilige, gezonde, kwalitatieve en duurzame omgeving te bewerkstelligen tot en met het bewaken van die kwaliteit en ambities in een gerealiseerde omgeving. Het door het bestuur van de dienst geformuleerde minimum uitvoeringsniveau (norm) wordt door ons gehandhaafd. Het moet voor burger en bedrijf duidelijk worden wat de effecten van ons werk voor hun omgeving zijn. Zo wordt onze toegevoegde waarde voor iedereen duidelijk. Onze directe klanten zijn de deelnemende gemeenten en provincie en de nabije omgeving (bedrijven en burgers).
Wij zijn een lerende organisatie. Ontwikkeling staat centraal. Wij ontwikkelen ons continu door vernieuwde inzichten en actieve kennisvergaring en kennisdeling. Wij werken met veel plezier, op kwalitatief hoog niveau en met beroepssucces. Professionaliteit, ondernemerschap, klantgerichtheid, samenwerking en collegialiteit zijn belangrijke cultuurwaarden. De RUD investeert in het opleiden van de medewerkers. Wij geven elkaar op respectvolle wijze feedback, ongeacht elkaars functie.
We zijn hét kenniscentrum op het gebied van milieu en omgeving. We richten ons niet alleen op milieu, maar integreren milieu in andere thema’s. De Wabo en de komst van de Omgevingswet vragen onder meer om integrale vergunningverlening en handhaving. Wij spelen hier op in en bieden provincie en gemeenten maatwerk oplossingen.
Onze klanten (opdrachtgevers) staan centraal. Wij vinden het belangrijk dat zij op de hoogte zijn van wat er speelt op ons vakgebied en helpen zo onze deelnemende partijen mogelijke kansen te benutten. Wij benaderen onze klanten proactief en denken met ze mee. Zo kunnen we maatwerk leveren. Daarnaast kunnen we onze klanten op ieder moment inzicht geven in de voortgang van opdrachten en projecten. Onze deelnemende partijen voeren regie op het werk en wij voeren dat uit.
Betere dienstverlening voor bedrijven en burgers. We streven naar het beperken van de administratieve lasten voor bedrijven en burgers. We worden daarbij ondersteund door een vereenvoudiging van wet- en regelgeving en zetten grote stappen door het samenbrengen van uitvoeringsexpertise in de regio. De tevredenheid over de dienstverlening voor bedrijven en burgers maken we meetbaar via een periodiek klanttevredenheidonderzoek. Elementen die we gaan meten zijn: doorlooptijd vergunningen, klantgerichte benadering, één loket-uitvoering, mate van elektronische dienstverlening, et cetera.
Pagina 10 van 79
2.3
Bedrijvenbestand
Het zwaartepunt van de taken die we uitvoeren is verbonden aan de inrichtingen die onder het Besluit Omgevingsrecht (voorheen Inrichtingen- en vergunningenbesluit) vallen. Voor ieder van de gemeenten voeren we per 1 juli 2013 de vergunningverlenings-, toezicht- en handhavingstaken uit bij die bedrijven die binnen het zogenoemde ‘basistakenpakket’ (versie 2.3 van 25 mei 2011 met correcties van PuMA, zie bijlage 1) vallen. We voeren de Wabobrede taken uit bij de inrichtingen onder provinciaal bevoegd gezag. Daarnaast voeren we, in aanvulling op de basistaken, per 1 juli 2013 de milieuadvisering, beoordeling van meldingen Activiteitenbesluit en het milieutoezicht uit voor alle bedrijven binnen een aantal gemeenten (zie 2.3.2).
2.3.1 Inrichtingen onder het basistakenpakket De beschrijving van de basistaken geeft veel interpretatieruimte. Dit betekent dat we keuzen hebben gemaakt; deze keuzen kunnen afwijken van de landelijke intenties en de keuzen die (bij de interpretatie) door de andere RUD’s in Nederland zijn en worden gemaakt.
We onderscheiden de volgende type bedrijven / branches die onder het basistakenpakket vallen en die daardoor voor een deel of geheel door de RUD worden verzorgd. Het deel dat minimaal door de RUD wordt verzorgd, wordt in paragraaf 3.2 uitgewerkt. a. Inrichtingen die op 1-1-2013 vergunningplichtig zijn in het kader van de Wabo voor de deelactiviteit milieu (bijlage 1 van het Besluit Omgevingsrecht). Zie ook art. 3a van het basistakenpakket. Deze inrichtingen vallen voor al hun hoofd- en nevenactiviteiten onder de RUD. Dit geldt bijvoorbeeld voor LPG-tankstations, waarbij ook de bijbehorende garage en kiosk door de RUD worden verzorgd. b. Inrichtingen die op 1-1-2013 of hierna (voor zover nu bekend) onder het stelsel van de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) vallen. Zie ook art. 3b van het basistakenpakket. c.
Inrichtingen die op 16-6-2009 of hierna in het kader van de Wet milieubeheer onder bevoegd gezag vielen/vallen van Gedeputeerde Staten. Zie ook art. 1 van het basistakenpakket. Deze inrichtingen vallen voor al hun hoofd- en nevenactiviteiten onder de RUD. Dit kunnen zowel vergunningplichtige-, OBM- of meldingsplichtige inrichtingen zijn of zijn geweest. Een deel van deze inrichtingen valt nog onder de bevoegdheid van GS; een ander deel van deze inrichtingen heeft een gedeelde bevoegdheid (vvgb door GS).
Pagina 11 van 79
d. Alle meldingsplichtige inrichtingen die activiteiten uitvoeren in één of meerdere van de branches in art. 5 van het basistakenpakket. Deze branches zijn in bijlage 2 van voorliggend plan benoemd en verbijzonderd. Deze inrichtingen vallen voor al hun hoofd- en nevenactiviteiten onder de RUD. Dit geldt bijvoorbeeld voor detailhandel met een (meldingsplichtige) windturbine op het dak, waardoor de gehele inrichting (detailhandel met energiewinning) onder het basistakenpakket valt.
Bij de start van de RUD op 1 juli 2013 verzorgen we een deel of alle vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de volgende aantallen inrichtingen.
Aantal inrichtingen onder basistakenpakket
Beek Brunssum Eijsden-Margraten Gulpen-Wittem Heerlen Kerkrade Landgraaf Maastricht Meerssen Nuth Onderbanken Schinnen Simpelveld Sittard-Geleen Stein Vaals Valkenburg aan de Geul Voerendaal Gemeenten in Limburg-Noord Totaal
33 32 63 41 150 71 70 140 19 60 14 26 13 216 44 6 19 18 7
waarvan provincie bevoegd op 1-12013 0 9 2 0 13 10 5 23 2 1 0 2 0 66 5 0 1 1 0
waarvan gedeelde bevoegdheid (vvgb) tot 1-1-2014 4 2 2 0 8 4 6 11 1 3 0 0 1 9 5 1 1 1 0
waarvan gemeente bevoegd op 1-12013 (excl. vvgb) 29 21 59 41 129 57 59 106 16 56 14 24 12 141 34 5 17 16 6
1042
140
59
842
Brzo en/of IPPC-4 0 0 2 0 1 0 0 4 4 0 0 0 0 54 0 0 0 0 13 78
Iets minder dan de helft van deze inrichtingen is vergunningplichtig in het kader van de Wabo voor de deelactiviteit milieu. De overige inrichtingen vallen onder de meldingsplicht, waarbij zo’n 10% van de inrichtingen onder het stelsel van de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets valt.1 In paragraaf 3.2 wordt hier nader op ingegaan. Een overzicht van het aantal inrichtingen per gemeente en per branche uit het basistakenpakket is opgenomen in bijlage 4.
De vergunningverlening (milieu) en het toezicht (milieu) bij de Brzo en IPPC categorie 4 bedrijven in Limburg-Noord wordt ook door ons verzorgd. Het betreft zes provinciale inrichtingen en zeven inrichtingen onder gemeentelijk bevoegd gezag.
1
Daarbij wordt opgemerkt dat door de ‘nieuwigheid’ van de OBM een deel van de inrichtingen mogelijk nog geclassificeerd is als ‘nietOBM’, terwijl ze wel onder de reikwijdte van de OBM vallen.
Pagina 12 van 79
Bovengenoemde gegevens zijn dynamisch. Door wijzigingen in wet- en regelgeving, mutaties bij inrichtingen en actualisering van inrichtinggegevens door de bevoegde gezagen, blijven de aantallen en verdelingen over de categorieën in beweging. Op een later moment krijgen de volgende type inrichtingen bijzondere aandacht, omdat deze nu op verschillende wijzen door gemeenten/provincie zijn aangereikt: •
inrichtingen met oprichtingsvergunningen in procedure
•
inrichtingen met verleende vergunningen, maar nog niet in werking
•
inrichtingen met ingetrokken vergunningen, maar nog niet gesloopt
2.3.2 Overige inrichtingen De gemeenten Beek, Nuth en Stein hebben momenteel de vergunningverlening, toezicht en handhaving ten aanzien van de milieuaspecten volledig belegd bij de IMD. De IMD draagt per 1 juli 2013 de volledige inrichtingenbestanden van deze gemeenten over. In totaal betreft dit zo’n 1.300 extra inrichtingen. Daarnaast worden ook door Meerssen per 1 juli 2013 de afhandeling van meldingen Activiteitenbesluit en het toezicht en handhaving ten aanzien van de milieuaspecten van de inrichtingen die niet onder de basistaken vallen, bij de RUD belegd.
De gemeenten Maastricht en Sittard-Geleen beleggen vanaf 1 juli 2013 de afhandeling van meldingen Activiteitenbesluit bij de RUD. Het toezicht en de handhaving bij deze inrichtingen wordt door het bevoegd gezag zelf verzorgd.
Pagina 13 van 79
3 Primaire taken en formatie 3.1
Inleiding
Wat is eerder vastgelegd? De RUD Zuid-Limburg is volgens de Gemeenschappelijke Regeling belast met de uitvoering van de taken van vergunningverlening, toezicht op en handhaving van het omgevingsrecht. De kern van de RUD Zuid-Limburg wordt gevormd door de inbreng van het basistakenpakket van alle 19 deelnemers én de specialistische milieutaken voor de 3 centrumgemeenten Heerlen, Sittard-Geleen en Maastricht en de Intergemeentelijke Milieudienst (bestaande uit de gemeente Beek, Nuth en Stein). Ten alle tijden blijft een beginsel van toepassing dat een individuele deelnemer aan uren krijgt wat zij er aan fte inbrengt. Dat wil zeggen als een organisatie bijvoorbeeld voor 3 fte inbrengt, dan krijgt zij voor 3 fte uren. Per fte wordt gerekend met 1.350 productieve uren. De in de RUD benodigde formatie primair proces is in een eerder verschenen document van april 2012 bepaald. Voor de basistaken is het principe van ‘schoon door de poort’ toegepast om tot een genormeerd aantal fte per gemeente/ provincie te komen. Voor het provinciale takenpakket is rekening gehouden met de inbreng van de voor de provincie vastgelegde wettelijke basistaken en Brzo-taken en niet van het overige takenpakket. Door het toepassen van deze normberekening wordt gestreefd naar uniformering van het kwaliteits- en ambitieniveau voor de basistaken. Deze norm kan afwijken van de daadwerkelijk beschikbare formatie bij deelnemers. Bij het in 2013 opstellen van de dienstverleningsovereenkomsten tussen de individuele partijen en de RUD Zuid-Limburg, zal het aantal fte worden geactualiseerd en definitief worden vastgesteld op basis van de definitieve gegevens (bijvoorbeeld aantal inrichtingen) van de deelnemers. Hierdoor kunnen uiteindelijk kleine wijzigingen in het aantal fte ontstaan en over de financiële inbreng van deelnemers in de exploitatie. Bij grote verschillen kunnen ook afspraken gemaakt worden om in een periode tot 2015 naar de normformatie toe te groeien.
In voorliggend hoofdstuk wordt het takenpakket van de RUD uitgewerkt. De uitwerking is gebaseerd op de uitgangspunten die in het bedrijfsplan zijn opgenomen. Dit betreft met name: -
de RUD is voor de gemeenten de backoffice en voor de provincie zowel front- als backoffice. Gemeenten verzorgen hun eigen frontoffice, maar kunnen deze activiteit ook door de RUD laten verzorgen.
Wat is eerder vastgelegd? De RUD is een uitvoeringsorganisatie en primair een backoffice. Elke gemeente heeft nu een eigen frontoffice, ook op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Dat blijft ook zo. Indien vragen binnenkomen die geen relatie hebben met milieu, heeft de RUD uiteraard geen rol. De provincie heeft geen frontoffice; vragen worden direct doorgeleid naar de RUD. De frontoffice van de gemeente is het primaire aanspreekpunt voor burgers en bedrijven. De frontoffice verstrekt de klant informatie en relevante formulieren. Tevens toetst de frontoffice medewerker direct de volledigheid van de aanvraag of melding aan de hand van een checklist. De frontoffice handelt vragen af voor zover dat mogelijk is. Op het gebied van milieu is echter snel specialistische kennis vereist, wat afhandeling in de frontoffice bemoeilijkt. Bij Wabo-taken is dat vaak makkelijker. Waar afhandeling van milieuvragen nu succesvol plaatsvindt in een frontoffice, blijft dat zo. De RUD faciliteert de frontoffice ook (door middel van checklist en meest gestelde vragen bijvoorbeeld), waardoor mogelijk op termijn meer in de frontoffice kan worden afgehandeld. In geval van samenloop (bijvoorbeeld een bouwvergunning met een milieu aspect) verwijst de frontoffice door naar de backoffice van de gemeente. De medewerker van de backoffice van de gemeente betrekt de RUD waar nodig. Het werken met flexplekken bij de gemeenten door de RUD ondersteunt deze samenwerking.
Pagina 14 van 79
Uitgangspunt bij de frontoffice is klantgerichtheid en service. Er wordt zo min mogelijk doorverwezen en waar wel doorverwezen wordt, is er sprake van een ‘warme overdracht’. De medewerker van de frontoffice laat de backoffice weten dat deze vraag is gesteld en dat zij heeft doorverwezen. De frontoffice medewerker geeft de informatie door en licht dit toe, zodat de klant niet het verhaal opnieuw hoeft te vertellen. De RUD heeft een loketfunctie waar de vragen van de participanten centraal binnenkomen en van waar een behandelend ambtenaar wordt toegewezen. Dit zorgt voor een duidelijke ingang en aanspreekpunt voor gemeenten en provincie.
-
de RUD is een uitvoeringsdienst; (operationele) beleidsvorming vindt binnen de RUD alleen plaats ten behoeve van een adequate en efficiënte uitvoering.
Wat is eerder vastgelegd? De participanten in de RUD, de gemeenten en de provincie, zijn en blijven verantwoordelijk voor de beleidsvorming. De RUD zal beleidsarm zijn. De participanten bepalen de doelstellingen die moeten worden nagestreefd en bepalen de accenten of prioriteiten bij de uitvoering van vergunningen, toezicht en handhaven. Die doelstellingen worden immers niet alleen afgeleid uit landelijke kaders, maar komen ook voort uit de eigen bestuurlijke ambities en de specifieke problematieken in de verschillende gemeenten (couleur locale). De gemeenten en de provincie formuleren hun doelstellingen, bijvoorbeeld op gebied van bodem, water, duurzaamheid, lucht, geluid en externe veiligheid zo concreet mogelijk, in ieder geval zodanig dat de RUD hiermee uit de voeten kan. De RUD is belast met de uitvoering van vergunningen, toezicht en handhaving en gaat over de werkwijzen. Zij zal ten behoeve van een adequate en efficiënte uitvoering van die taken operationeel beleid moeten ontwikkelen. Hierbij moet dan worden gedacht aan onder andere strategieën voor controlefrequenties, typen controles (integraal of deelcontroles), controlestijlen (pedagogisch of sanctionerend) sanctiestrategie (bestuursrechtelijk, strafrechtelijk, 2 of 3 stappen e.d.).
Het takenpakket van de RUD op 1 juli 2013 bestaat uit: 1. de basistaken van alle 18 gemeenten en de provincie (voor zover het inrichtingen betreft op het grondgebied van de 18 gemeenten), inclusief de Brzo / IPPC-4 inrichtingen in Zuid-Limburg. 2. de basistaken voor de Brzo / IPPC-4 inrichtingen gelegen op het grondgebied van de gemeenten in Limburg-Noord (zowel provinciaal als gemeentelijk bevoegd gezag), 3. specialistische milieutaken van de gemeenten die deze taken willen inbrengen. 4. overige opgedragen taken.
In de paragrafen 3.2 (basistaken), 3.3 (Brzo en IPPC categorie 4 voor Noord-Limburgse gemeenten), 3.4 (specialistische milieutaken) en 3.5 (overige taken) worden deze taken concreet beschreven. Dit vormt daarmee de basis voor de producten- en dienstencatalogus (PDC, zie 3.6) en de hoofdprocessen van de RUD (3.7). Een doorrekening van de primaire formatie voor deze taken staat in 3.8.
Pagina 15 van 79
3.2
Basistaken; activiteiten
Wat is eerder vastgelegd? De uitvoeringsdienst voert voor alle deelnemers tenminste de taken uit zoals opgenomen in het basistakenpakket. Naast de taken op het gebied van vergunningverlening, handhaving en toezicht behoren tot het takenpakket van de uitvoeringsdienst ook coördinerende, afstemmende en adviserende taken die voor de deelnemers tezamen worden verricht. Voor de basistaken is het principe van ‘schoon door de poort’ toegepast om tot een genormeerd aantal fte per gemeente/ provincie te komen. Voor het provinciale takenpakket is rekening gehouden met de inbreng van de voor de provincie vastgelegde wettelijke basistaken en Brzo-taken en niet van het overige takenpakket. De fte’s voor de basistaken zijn gebaseerd op een normberekening die eerder in de conceptrapportage van april 2012 is uitgerekend. Door het toepassen van deze normberekening wordt gestreefd naar uniformering van het kwaliteits- en ambitieniveau voor de basistaken. Deze norm kan afwijken van de daadwerkelijk beschikbare formatie bij deelnemers
3.2.1
Inrichtinggebonden activiteiten die onder de basistaken vallen
Voor de inrichtinggebonden activiteiten wordt onderscheid gemaakt tussen de activiteiten voor inrichtingen onder provinciaal bevoegd gezag en activiteiten voor gemeentelijke inrichtingen.
Inrichtingen onder provinciaal bevoegd gezag Voor alle inrichtingen (gelegen in Zuid-Limburg) onder bevoegd gezag van de provincie, verzorgt de RUD de voorbereiding van alle Wabo vergunningen (o.a. oprichting, revisie, verandering, intrekking, milieuneutrale verandering, zowel milieu als bouwen, reclame, inrit, kap, sloop, ruimtelijke ordening en brandveilig gebruik), beoordeling van meldingen Activiteitenbesluit, voorbereiding van maatwerkvoorschriften en omgevingsvergunning beperkte milieutoetsen (OBM) door: •
het verzorgen van de registratie van inrichting- en zaakgegevens,
•
het voeren van het vooroverleg, inclusief het beoordelen van MER aanmeldingsnotities voor inrichtinggebonden ontwikkelingen,
•
het verzorgen van de intake van aanvragen, meldingen Activiteitenbesluit, -asbest, -bouwstoffen, -bodem, klachten, verzoeken om handhaven/gedogen en meldingen ongewone voorvallen,
•
het beoordelen van de volledigheid en ontvankelijkheid en de technische en eventueel juridische inhoud van aanvragen (incl. indieningsvereisten zoals geluids- en MERrapportage), zienswijzen, meldingen Activiteitenbesluit, -asbest, -bouwstoffen, -bodem, klachten, verzoeken om handhaven/gedogen, meldingen ongewone voorvallen en concept aanvragen, inclusief specialistisch advies over basistaken.
•
het uitvoeren van proces- en procedurebegeleiding, inclusief het onderhouden van de contacten met de aanvrager, belanghebbenden en alle adviseurs,
Pagina 16 van 79
•
het opstellen van (ontwerp) beschikking, publicatie en de voorbereiding van besluitvorming namens het bevoegd gezag,
•
besluitvorming namens het bevoegd gezag, met uitzondering van weigeringen en politiek gevoelige zaken,
•
het opstellen en versturen van het verweerschrift en het voeren van verweer ter zitting bij bezwaar en beroep.
Daarnaast verzorgt de RUD voor alle inrichtingen (gelegen in Zuid-Limburg) onder bevoegd gezag van de provincie, het Wabo brede toezicht door: •
programmering van de controles op basis van een bestuurlijk vastgestelde risicoanalyse en prioriteitstelling,
•
het voorbereiden van alle controles naar aanleiding van een verleende vergunning (opleveringscontrole), een controleprogramma, een ontvangen klacht2 of melding (Activiteitenbesluit, asbest, bouwstoffen, bodem of ongewoon voorval) of een verzoek om handhaving/gedogen,
•
het uitvoeren van controles en eventuele hercontroles,
•
de rapportage over de (eerste/reguliere) controles in samenwerking met eventuele overige gekwalificeerde inspectiediensten (checklist / verslag en vooraankondiging op briefpapier RUD versturen aan inrichtinghouder), behandeling van zienswijzen en de advisering aan het bevoegd gezag over een handhavingsbesluit,
•
het opstellen van handhavingsbeschikking(en) en de voorbereiding van besluitvorming namens het bevoegd gezag (repressief optreden / sanctioneren),
•
het opstellen en versturen van het verweerschrift en het voeren van verweer ter zitting bij bezwaar en beroep.
Inrichtingen onder gemeentelijk bevoegd gezag Voor de inrichtingen uit het basistakenpakket die onder bevoegd gezag van de 18 gemeenten in Zuid-Limburg vallen, verzorgt de RUD de voorbereiding van het verlenen van alle vergunningen milieu (o.a. oprichting, revisie, verandering, intrekking, milieuneutrale verandering) en omgevingsvergunning beperkte milieutoetsen (OBM) door: •
het verzorgen van de registratie van inrichting- en zaakgegevens,
•
de ondersteuning van het bevoegd gezag bij het vooroverleg, inclusief het beoordelen van MER aanmeldingsnotities voor inrichtinggebonden ontwikkelingen,
•
het beoordelen van de ontvankelijkheid,
•
adviseren aan het bevoegd gezag over de technische en eventueel juridische inhoud van aanvragen (incl. indieningsvereisten zoals geluids- en MER-rapportage), zienswijzen, (concept) beschikkingen en concept aanvragen, inclusief specialistisch advies.
2
Door de RUD worden bereikbaarheidsdiensten verzorgd voor de (handhavings)taken die door de deelnemers worden ingebracht.
Pagina 17 van 79
•
het adviseren aan het bevoegd gezag bij het opstellen van het verweerschrift en het adviseren aan het bevoegd gezag bij het voeren van verweer ter zitting bij bezwaar en beroep.
Daarnaast verzorgt de RUD voor de inrichtingen uit het basistakenpakket die onder bevoegd gezag van de 18 gemeenten vallen, het toezicht milieu. Dit doet de RUD door: •
het voorbereiden van alle controles naar aanleiding van een verleende vergunning (opleveringscontrole), een controleprogramma, een ontvangen klacht3 of melding (bijv. Activiteitenbesluit, asbest, bouwstoffen, bodem of ongewoon voorval) of een verzoek om handhaven/gedogen,
•
het uitvoeren van controles en eventuele hercontroles,
•
de rapportage over de (eerste/reguliere) controle in samenwerking met eventuele overige gekwalificeerde inspectiediensten (checklist / verslag en vooraankondiging in afstemming met bevoegd gezag), behandeling van zienswijzen en de advisering over een handhavingsbesluit (checklist / verslag op briefpapier van RUD met concept brief en concept besluit op leeg briefpapier digitaal versturen aan bevoegd gezag),
•
het adviseren aan het bevoegd gezag bij het opstellen van het verweerschrift en het adviseren aan het bevoegd gezag bij het voeren van verweer ter zitting bij bezwaar en beroep.
De RUD voert bovengenoemde activiteiten bij de vergunningverlening, toezicht en handhaving van inrichtingen onder het basistakenpakket voor alle gemeenten uit. Daarnaast verzorgt de RUD per 1 juli 2013 in ieder geval voor de gemeenten Beek, Nuth en Stein ook de frontoffice en besluitvorming op aanvragen en handhavingszaken.
De programmering van controles gebeurt op basis van een risicoanalyse en prioriteitstelling door de gemeenten; gemeenten bepalen welke branches / inrichtingen prioriteit hebben en dus gecontroleerd worden. Dit echter binnen de normen zoals in bijlage 5 van het bedrijfsplan zijn opgenomen.
OBM inrichtingen met gemeentelijk bevoegd gezag vallen voor de uitvoering van de OBM binnen het takenpakket van de RUD. Alleen de OBM inrichtingen die in de branches van het basistakenpakket vallen, vallen voor het milieutoezicht onder de RUD.
3
Door de RUD worden bereikbaarheidsdiensten verzorgd voor de (handhavings)taken die door de deelnemers worden ingebracht.
Pagina 18 van 79
Het is geen basistaak van de RUD om voor gemeentelijke meldingsplichtige inrichtingen (Activiteitenbesluit) de afhandeling van ingediende meldingen en maatwerkvoorschriften te verzorgen. Deze taak kan wel als specialistische milieutaak afgenomen worden (zie 3.4). De RUD verzorgt wel als basistaak het milieutoezicht van die inrichtingen die in de branches van het basistakenpakket vallen en de afhandeling van OBM’s.
De RUD verzorgt per 1 juli 2013 geen BRIKS (bouw, reclame, inrit, kap en sloop) en brandveiligheidstaken voor de inrichtingen die onder bevoegd gezag van de gemeenten vallen. Volgens art. 1 van het basistakenpakket behoort de vergunningverlening van BRIKS en brandveiligheid bij de vvgb-bedrijven tot de taken van de RUD. Gezien de uitgangspunten in het bedrijfsplan én de beperkte formatie die hiermee (bij de gemeenten met vvgb-bedrijven) gemoeid is, wordt deze taak per 1 juli 2013 (nog) niet in de RUD ingebracht.
3.2.2
Niet-inrichtinggebonden activiteiten die onder de basistaken vallen
In het basistakenpakket zijn naast de inrichtinggebonden activiteiten, ook diverse nietinrichtinggebonden activiteiten opgenomen. De interpretatie die vanuit Zuid-Limburg aan deze taken gegeven wordt, is hieronder beschreven. We realiseren ons dat deze definities nog niet op alle vlakken even scherp zijn; de komende periode wordt ook gebruikt om te komen tot een meer gedetailleerde afbakening, onder meer door een analyse van de problemen en risico’s.
Vergunningverlening bij projecten met provinciaal ruimtelijk belang De RUD verzorgt de (Wabo-brede) voorbereiding van de omgevingsvergunningverlening voor de verwezenlijking van projecten van provinciaal ruimtelijk belang, waarbij van het bestemmingsplan wordt afgeweken. Gedeputeerde Staten zijn bij deze projecten bevoegd gezag voor de gehele omgevingsvergunning, waarbij Provinciale Staten een vvgb dienen af te geven of een besluit nemen voor een provinciaal inpassingsplan. Dit stelsel is beter bekend als een provinciaal projectbesluit. Het kan bijvoorbeeld worden ingezet voor het realiseren van regionale verbindingsroutes of grote havens.
Toezicht bij specifieke milieuactiviteiten De RUD voert het milieutoezicht uit bij enkele specifieke activiteiten. Deze activiteiten vinden grotendeels plaats buiten inrichtingen. Het betreft het toezien op de milieuaspecten:
bij het slopen in opdracht van bedrijven en instellingen (binnen en buiten de inrichtingen in het kader van de Wet milieubeheer). De milieuaspecten van sloop betreffen met name de verwijdering en afvoer van asbest. Ook het toezicht op de verwijdering en afvoer van overige (bouw)stoffen en materialen, het toezicht op gebruik van mobiele puinbrekers en het voorkomen van infiltratie van stoffen in de
Pagina 19 van 79
bodem door sloop behoort tot het takenpakket van de RUD. In de beschrijving van de werkprocessen wordt de knip tussen de gemeentelijke stappen en de stappen die de RUD hierbinnen onderneemt, nader uitgewerkt.
waarbij volgens de provinciale omgevingsverordening een ontheffing is vereist. Dit geldt voor activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden, milieubeschermingsgebieden en op gesloten stortplaatsen.4
bij aanleg. Bij een bestemmingsplan kan worden bepaald dat het verboden is om (zonder omgevingsvergunning voor aanleg) binnen een gebied bepaalde werken die geen bouwwerken zijn te realiseren of bepaalde werkzaamheden uit te voeren. Werkzaamheden waarvoor een omgevingsvergunning voor aanleg gevraagd kan worden, zijn bijvoorbeeld het graven van sloten, het ophogen van land, het aanleggen van een vuilstortplaats en het verharden van wegen. Het milieutoezicht bij deze werken heeft bijvoorbeeld betrekking op de beperking van vervoerbewegingen, het voorkomen van (bijv. geluids- en trillings)overlast bij realisatie, het toezicht op de kwaliteit van de grond en van de bouwstoffen die mogelijk worden toegepast en het realiseren van voldoende infiltratiemogelijkheden voor water.
bij activiteiten met stoffen, preparaten en genetisch gemodificeerd organismen (GGO’s) die worden uitgevoerd door de houder van een omgevingsvergunning. Het toezicht wordt gehouden op personen en bedrijven die beroepshalve een stof, preparaat of genetisch gemodificeerd organisme vervaardigen, in Nederland invoeren, toepassen, bewerken, verwerken of aan een ander ter beschikking stellen.
bij realisatie van geluidwerende voorzieningen, industrielawaai, spoorweglawaai, stookinstallaties, het ecologisch ontwerp van energiegerelateerde producten en activiteiten voor het doelmatig beheer van afvalstoffen (ter stimulering van hergebruik, preventie, recycling en andere nuttige toepassing).
de opsporing en winning van natuurlijke hulpbronnen, zoals olie en gas, waterwinning, zandwinning, waterkracht, windenergie, warmtepompen en zonneenergie.
het tot stand brengen en beheren van werken en infrastructurele voorzieningen door bedrijven of instellingen (bijvoorbeeld aanleg en onderhoud van spoor-, vaaren autowegen, gevelreiniging en zandstralen).
bedrijfsmatige activiteiten van het Besluit bodemkwaliteit, de Wet bodembescherming en bodemsaneringen en proefbronnering. Dit betekent dat de RUD verzorgt:
4
Voor het afgeven van ontheffingen betreft dit de artikelen 2.8, 2.13, 2.17, 2.20 en 5.3 van de Omgevingsverordening Limburg.
Pagina 20 van 79
o
controle van meldingen in het veld van grote toepassingen grond conform de HUM Besluit bodemkwaliteit, evenals van de overige meldingen van toepassingen grond (o.a. saneringsplannen),
o
controle ter plekke van Wbb bodemsaneringen, BUS saneringen en zorgplicht-saneringen,
o
verificatie-onderzoek bij de saneringen die per jaar in uitvoering zijn,
o
vrije veldtoezicht en ketenbeheer (in combinatie met overige werkzaamheden),
o
de rapportage over de (her)controles richting het bevoegd gezag.
Ketengericht milieutoezicht De RUD wordt verantwoordelijk voor de programmatische aansturing van de ketengerichte VTH-taken en de aanpak van milieucriminaliteit. Dit betreft bijvoorbeeld gevaarlijke afvalstoffen, asbest en bouwstoffen, vuurwerk, grond en baggerspecie. Meer specifiek worden door de RUD de volgende taken aangestuurd, gecoördineerd, gefaciliteerd of (in opdracht van de deelnemers) uitgevoerd: 1.
Zorgen dat er voldoende basisinzicht op zaakniveau is in mogelijk malafide gedrag.
2.
Het bundelen en analyseren van deze basisgegevens om (bovenlokale) malafide netwerken en ketens in beeld te brengen.
3.
Op basis daarvan en in samenspraak met onder meer het OM stellen van prioriteiten bij de aanpak van milieucriminaliteit.
4.
Zorgen dat er – in overleg met het OM - gericht toezicht wordt uitgeoefend op mogelijk malafide partijen en netwerken.
5.
Effectief doorpakken (met voldoende mandaat) waar inderdaad sprake is van malafide gedrag.
3.3
Brzo en IPPC-4 taken voor Noord-Limburg
Wat is eerder vastgelegd? In aanvulling op de taken uit het basistakenpakket voert de uitvoeringsdienst ook vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken uit voor de bedrijven die vallen onder het Brzo en de IPPC, categorie 4, waarbij het primaat ligt binnen het werkgebied Limburg.
De RUD Zuid-Limburg voert taken uit voor de Brzo ’99 en IPPC categorie 4 inrichtingen die gelegen zijn op het grondgebied van de gemeenten in Limburg-Noord. Kenmerk van deze bedrijven is een significant hoger risico voor de veiligheid van de medewerkers, de omgeving en het milieu (fysieke leefomgeving).
De RUD Zuid-Limburg verzorgt in aanvulling op de basistaken de aansturing en afstemming van alle werkzaamheden rond het toezicht en de handhaving bij alle Brzo/IPPC-4 bedrijven.
Pagina 21 van 79
Inrichtingen onder provinciaal bevoegd gezag Voor de Brzo/IPPC-4 inrichtingen onder provinciaal bevoegd gezag in Limburg-Noord verzorgt de RUD dezelfde taken als voor de provinciale en gemeentelijke inrichtingen in Zuid-Limburg onder het basistakenpakket (zie 3.2).
Inrichtingen onder gemeentelijk bevoegd gezag Voor de gemeentelijke inrichtingen in Limburg-Noord onder de Brzo/IPPC-4 verzorgt de RUD Zuid-Limburg de voorbereiding van de vergunningverlening milieu en het toezicht milieu. Dit doet de RUD door: •
de ondersteuning van het bevoegd gezag bij het vooroverleg,
•
het beoordelen van de ontvankelijkheid,
•
het adviseren aan het bevoegd gezag over de technische en eventueel juridische inhoud van aanvragen (incl. indieningsvereisten zoals geluids- en MER-rapportage), zienswijzen, concept aanvragen en opstellen van (concept) beschikkingen, inclusief specialistisch advies,
•
het voorbereiden van alle controles naar aanleiding van een verleende vergunning (opleveringscontrole), een controleprogramma, een ontvangen klacht of melding (Activiteitenbesluit of ongewoon voorval) of een verzoek om handhaven/gedogen,
•
het uitvoeren van controles en eventuele hercontroles,
•
de rapportage over de (eerste/reguliere) controle in samenwerking met eventuele overige gekwalificeerde inspectiediensten, behandeling van zienswijzen en de advisering over een handhavingsbesluit,
•
het adviseren aan het bevoegd gezag bij het opstellen van het verweerschrift en het adviseren aan het bevoegd gezag bij het voeren van verweer ter zitting bij bezwaar en beroep.
3.4
Specialistische milieutaken van gemeenten
Wat is eerder vastgelegd? In aanvulling op de taken uit het basistakenpakket kan de uitvoeringsdienst, voor zover dit geen verstoring veroorzaakt in de uitvoering van de taken uit het basistakenpakket, op verzoek van een deelnemer, bij de oprichting van de uitvoeringsdienst, dan wel op een ander moment, ook specialistische milieutaken uitvoeren.
Naast de basistaken (zie 3.2) voert de RUD per 1 juli 2013 voor een deel van de gemeenten overige specialistische milieutaken uit.
Pagina 22 van 79
De gemeenten Beek, Heerlen, Nuth, Maastricht, Meerssen, Sittard-Geleen en Stein maken vanaf 1 juli 2013 gebruik van specialistische milieutaken van de RUD. Deze taken worden ingezet voor zowel vergunningverlening, toezicht en handhaving (zoals voor meldingen activiteitenbesluit, vuurwerkvergunningen, ontheffingen vervoer gevaarlijke stoffen, stookverboden, ontheffingen geluid) als voor overige milieutaken (zoals, ruimtelijke ontwikkeling, bedrijfsverplaatsing of –vestiging, bestemmingsplannen en projectvoorbereiding). De gewenste specialistische milieutaken voor ieder van de bovengenoemde gemeenten zijn opgenomen in bijlage 5.
3.5
Overige taken
Wat is eerder vastgelegd? In aanvulling op de taken uit het basistakenpakket en de specialistische milieutaken kan de uitvoeringsdienst, voor zover dit geen verstoring veroorzaakt in de uitvoering van de taken uit het basistakenpakket, op verzoek van een deelnemer en na goedkeuring van het algemeen bestuur, ook andere adviserende, ondersteunende en uitvoerende werkzaamheden op het gebied van de zorg voor de omgeving verrichten. De uitvoeringsdienst kan op verzoek van derden adviserende, ondersteunende en uitvoerende werkzaamheden op het gebied van zorg voor de omgeving verrichten na goedkeuring van het algemeen bestuur.
3.6
Producten- en dienstencatalogus
De producten en diensten die door de RUD Zuid-Limburg per 1 juli 2013 geleverd worden (basistaken, waaronder Brzo en IPPC cat. 4 en specialistische milieutaken), worden gespecificeerd in een producten- en dienstencatalogus (PDC). Het doel van de PDC is drieledig: 1. De PDC maakt de taakuitvoering eenduidigheid. Binnen de producten wordt eenzelfde taal gesproken. De producten en diensten die we leveren wordt uniform beschreven, zodat geen onderscheid ontstaat tussen producten en diensten die door verschillende medewerkers zijn gerealiseerd. De PDC bevat ook proceseisen (bijvoorbeeld doorlooptijden), zodat niet alleen het product geüniformeerd wordt, maar ook het proces dat tot het product / de dienst leidt. 2. De PDC vormt de basis voor de planning en programmering. Door zoveel mogelijk per product kentallen te hanteren, kan een raming worden gemaakt van de te leveren producten/diensten binnen de (financiële) ruimte van de opdrachtgevers. Deze producten kunnen vervolgens ook met de kentallen worden doorvertaald naar een medewerkersplanning. 3. De kentallen uit de PDC vormen de basis voor verrekening. Bij de doorgroei naar een volledig op output gefinancieerde taakstelling horen ook ‘kostprijzen’ per product. De kostprijzen kunnen gebaseerd worden op de kentallen uit de PDC. Dit geldt zowel voor de levering van producten en diensten aan de 18 gemeenten, de provincie en de gemeenten met Brzo en IPPC cat. 4 inrichtingen in Limburg-Noord.
Pagina 23 van 79
De volgende eisen worden aan de PDC gesteld: -
De normen (kentallen) die gehanteerd zijn voor de berekening van de genormeerde formatie zijn leidend (zie bijlage 5 van het bedrijfsplan). De frequent gevraagde gestandaardiseerde deelproducten waarvoor nog geen normen zijn bepaald, worden in de PDC voorzien van een kental. Dit kental is gebaseerd op een gemiddelde van de momenteel door gemeenten en provincie gehanteerde kentallen. De kentallen zijn incl. reistijd. Van overige deelproducten vindt programmering en verrekening plaats op basis van nader overeen te komen uren tussen opdrachtgever en RUD. Op termijn worden kentallen verder geüniformeerd.
-
De PDC bevat alle producten en diensten van de RUD. Doordat de provincie de Wabo-brede taken inbrengt, betekent dit dat de PDC ook de producten ten aanzien van Bouw, Reclame, Inrit, Kap en Sloop (BRIKS) en brandveiligheid bevat. Naast producten in het kader van de Wabo worden ook asbest en bodemproducten opgenomen. Producten die niet door de RUD zelf geleverd worden (maar bijvoorbeeld door het waterschap) worden niet opgenomen in de PDC.
-
We maken onderscheid tussen totaalproducten (zoals een concept beschikking, toezichtrapport) en deelproducten (zoals een advies geluid bij melding).
-
De PDC bevat hoofd- en deelproducten. De deelproducten binnen een hoofdproduct doorlopen op hoofdlijnen hetzelfde proces. Voor deelproducten kunnen echter andere kentallen gelden, bijvoorbeeld door een verschil in complexiteit of doordat een aantal extra processtappen (als verzoektaak) door de RUD doorlopen worden (zoals besluitvorming bezwaar, beroep).
-
De PDC bevat alleen structurele taken; projecten zijn niet beschreven.
-
De opbouw van de PDC is bij voorkeur landelijk gestandaardiseerd. De PDC bevat in ieder geval van ieder product / dienst: -
algemene beschrijvende informatie;
-
de activiteiten die door de RUD gerealiseerd worden om het product / de dienst te leveren;
3.7
-
de termijnen / doorlooptijden;
-
de tariefgroep op basis waarvan verrekening plaatsvindt;
-
de benoeming van deelproducten binnen het (hoofd)product.
Hoofdprocessen
Wat is eerder vastgelegd? De RUD heeft zijn werkprocessen en de producten die het levert goed beschreven en op orde. Uitgangspunt is daarbij standaardisatie waar mogelijk en maatwerk waar noodzakelijk. Er moet voldoende ruimte zijn voor het professionele beoordelings- en handelingsvermogen van de medewerkers. Dat uitgangspunt maakt het ook aantrekkelijk voor de professionals die bij de RUD werken. Over standaardzaken hoeven zij niet lang na te denken en dus kunnen ze hun energie richten op het maatwerkdeel en de advisering.
Pagina 24 van 79
De integraliteit bij de uitvoering van de VTH-taken moet geborgd blijven waar het gaat om het klantproces, de bestuurlijke advisering en de afstemming tussen frontoffice en backoffice. Dit stelt zowel eisen aan de organisatie van de RUD als die van het bevoegd gezag. Bij de RUD Zuid-Limburg komt voor elke deelnemende organisatie een vast aanspreekpunt. De frontoffice blijft bij het bevoegd gezag, tenzij het bevoegd gezag dit anders wenst te organiseren. Het eerste contact van burger of het bedrijf is altijd met de provincie of de gemeente. Voor vergunningverlening wordt een onderscheid gemaakt in enkelvoudige en eenvoudige aanvragen enerzijds en complexe en meervoudige aanvragen anderzijds. Uitgangspunt is dat enkelvoudige en eenvoudige aanvragen vanuit de frontoffice direct worden doorgestuurd naar de RUD en daar volledig worden afgewikkeld, indien mogelijk met mandaat tot beschikking. Bij meervoudige en complexe aanvragen geeft de RUD een deeladvies aan het bevoegd gezag. De integrale afweging wordt door het bevoegd gezag gemaakt. Indien het bevoegd gezag op termijn (in het groeiscenario) taken Wabobreed bij de RUD zou beleggen, kan de RUD ook in die gevallen tot een integrale afwikkeling van een aanvraag komen. Wat betreft toezicht en handhaving is het minimale mandaat dat de RUD krijgt het uitvoeren van inspecties en het daarover rapporteren aan het bevoegd gezag. De uitvoering van inspecties gebeurt op basis van een gezamenlijk af te spreken productkwaliteiten en maatlat. Het is aan het bevoegd gezag om de RUD een verdergaand mandaat te geven om namens het bevoegd gezag op te treden.
We maken een onderscheid tussen de primaire en ondersteunende processen.
Primaire processen Om tot ieder van de producten/diensten uit de PDC te komen, dient een proces doorlopen te worden. De primaire processen komen zodoende voort uit de producten/diensten van de PDC. De primaire processen zijn op hoofdlijnen uitgewerkt in bijlage 4 van het bedrijfsplan. In de periode tot 1 juli 2013 worden deze processen geverifieerd; de uitwerking van (meer gedetailleerde) werkinstructies vindt op een later moment plaats.
Bij de uitwerking gaan we uit van de volgende nadere uitwerking van de hoofdprocessen uit het bedrijfsplan: A. B.
C.
D.
E. F. G. H.
Vooroverleg; Vergunningverlening; 1. Volledig milieu 2. Integraal Meldingen; 1. Activiteitenbesluit 2. Overige meldingen Toezicht en handhaving; 1. Toezicht milieu 2. Overig toezicht 3. Handhaving 4. Ketentoezicht Bezwaar en beroep; Ongewone voorvallen Klachtenafhandeling; Advies.
Pagina 25 van 79
Ondersteunende processen Ter ondersteuning van de primaire processen worden diverse ondersteunende processen doorlopen. Ook voor deze processen geldt dat afstemming tussen de RUD en haar opdrachtgevers nodig is, evenals uniformering in de taakuitvoering. Voorbeelden van ondersteunende processen zijn: -
HRM processen, zoals werven, aanstellen, begeleiden, beoordelen en uitstromen van medewerkers.
-
Archiefprocessen, zoals opslag, raadplegen en vernietigen.
-
Financiële planning en control processen, zoals begroten, (financieel) verantwoorden, factureren en betalen.
-
Taakinhoudelijke planning en control processen, zoals risicoanalyse, prioriteitstelling, beleidsvorming, programmering, monitoring en (taakinhoudelijk) verantwoorden.
-
Huisvesting en voorzieningen, zoals aanschaffen, beheren en onderhouden.
Deze processen worden op een later moment uitgewerkt.
3.8
Genormeerde formatie primaire taken per 1-1-2015
Om de taken zoals beschreven in de paragrafen 3.2 t/m 3.5 uit te kunnen voeren voor de 18 gemeenten, de provincie en de gemeenten in Limburg-Noord met Brzo- en IPPC categorie 4 inrichtingen, is een formatie nodig voor uitvoering van de primaire taken van 68,9 fte (93.000 productieve uren). Deze formatie is berekend op basis van de volgende gegevens per gemeente / provincie: -
de inrichtingen die onder het basistakenpakket vallen (zie paragraaf 2.3),
-
de aantallen sloopmeldingen per jaar uit het in 2011 uitgevoerde onderzoek van Berenschot, indien geen actuelere aantallen beschikbaar,
-
de normen uit bijlage 5 van het bedrijfsplan. Het betreft de normen voor: o
mutatiegraden (percentage van de inrichtingen dat jaarlijks een vergunning aanvraagt / OBM vraagt)
o
controlefrequenties (percentage van de inrichtingen dat jaarlijks gecontroleerd wordt)
o
kentallen (aantallen uren per aanvraag, OBM, controle)
o
slooptoezicht in opdracht van bedrijven en milieutoezicht bij Besluit Bodemkwaliteit, bodemsaneringen en proefbronnering5
-
de inzet die door gemeenten/provincie aanvullend (bovenop de gestelde normen) ingebracht wordt voor uitvoering van de basistaken,
5
De normen uit het bedrijfsplan voor deze twee niet inrichtinggebonden toezichttaken leiden tot veel discussie, maar zijn voorlopig overgenomen. In de nadere uitwerking van de werkprocessen en producten- en dienstencatalogus worden de normen mogelijk aangescherpt.
Pagina 26 van 79
-
van de overige niet-inrichtinggebonden basistaken de door de gemeenten/provincie gewenste inzet (niet aan normen gebonden),
-
de inzet die door gemeenten/provincie gewenst wordt bij de uitvoering van de specialistische milieutaken zoals beschreven in paragraaf 3.4.
De berekening is ook opgenomen op bijlage 6. De verdeling van deze formatie per 1-12015 over de gemeenten en provincie is in onderstaand figuur uitgewerkt.
Specialistische milieutaken
Basistaken Urenraming vergunningen (per jaar) Beek Brunssum Eijsden-Margraten Gulpen-Wittem
Urenraming reguliere controles (per jaar)
Urenraming overige basistaken (per jaar)
Subtotaal (per jaar)
Totaal (per jaar) op 11-2015
Subtotaal (per jaar)
150
381
222
753
3.567
82
225
434
741
0
4.320 741
196
555
332
1.083
0
1.083
78
436
201
716
0
716
Heerlen
536
1.597
1.917
4.050
1.890
5.940
Kerkrade
228
717
676
1.621
0
1.621
Landgraaf
185
633
532
1.350
0
1.350
Maastricht
732
1.769
3.169
5.670
4.995
10.665
Meerssen
190
371
514
1.076
946
2.022
Nuth
260
605
209
1.074
3.111
4.185
Onderbanken
90
149
130
369
0
369
Schinnen
72
256
180
508
0
508
Simpelveld
83
147
147
377
0
377
Sittard-Geleen
594
1.556
1.494
3.645
4.455
8.100
Stein
226
494
343
1.063
4.607
5.670
Vaals
21
83
207
311
0
311
114
228
228
571
0
571
65
175
233
474
0
474
23.259
15.426
5.001
43.686
0
43.686
Valkenburg aan de Geul Voerendaal Provincie6 Gemeenten in Limburg-Noord Totaal
117
189
0
306
0
306
27.280
25.992
16.171
69.443
23.570
93.014
In bovengenoemde urenraming is nog geen rekening gehouden met de mogelijkheid tot gefaseerde ingroei in de RUD tot 1 januari 2015. De gevolgen van deze mogelijkheid worden in paragraaf 6.2 uitgewerkt.
Wat is eerder vastgelegd? Door bundeling van taken in de RUD Zuid-Limburg neemt niet alleen de kwaliteit toe, maar kan er ook efficiënter gewerkt worden. In een periode van 4 jaar voor de deelnemende gemeenten wordt toegewerkt naar 5% efficiencywinst. De provincie heeft reeds voor de inbreng in de RUD een efficiencywinst van 10% ingeboekt. Vanaf 2015 wordt er inverdiend op de exploitatie. Dit komt door de taakstelling van 1,25% op de formatie van het primaire proces.
6
Van deze provinciale formatie worden tot 1-1-2014 zo’n 3.900 uren besteed aan de afgifte van verklaringen van geen bedenkingen (vvgb) en het (milieu)toezicht hierop bij 59 inrichtingen. Op 1-1-2014 worden de verklaringen van geen bedenkingen afgeschaft en vallen de betreffende 59 inrichtingen volledig onder het bevoegd gezag van de gemeenten. In plaats van de voorbereiding van de vvgb’s en het milieutoezicht op de vvgb’s in opdracht van de provincie, bereidt de RUD vanaf 1-1-2014 milieuvergunningen voor en houdt ze toezicht op deze vergunningen in opdracht van de gemeenten. De (toezicht)prioritering valt dan ook onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. In landelijke overleggen wordt nog gesproken over de financiële compensatie door verschuiving van budgetten van het provinciefonds naar het gemeentefonds.
Pagina 27 van 79
4 Organisatiemodel 4.1
Uitgangspunten organisatiestructuur
Wat is eerder vastgelegd? Wat betreft de feitelijke inrichting van de organisatie van de RUD Zuid-Limburg zal deze moeten worden voorbereid door de kwartiermaker. Het verdient aanbeveling de organisatie procesgericht in te richten, aansluitend op de processen van de opdrachtgevende organisaties. Het algemeen bestuur bepaalt in een organisatieverordening de hoofdstructuur van de organisatie, de directie, de taken, de bevoegdheden en de werkwijze van de ambtelijke organisatie.
Voor de organisatiestructuur hanteren we de volgende uitgangspunten.
Structuur voldoet aan kwaliteitsvereisten Kwaliteitseisen (procescriteria en Besluit omgevingsrecht) gelden met name voor de scheiding tussen vergunningverlening en handhaving. Vergunningverlening en handhaving zijn niet alleen in persoon en functie van elkaar gescheiden, maar worden ook in afzonderlijke afdelingen ondergebracht (organisatorische scheiding).
Structuur is toekomstvast en opschaalbaar (groeibestendig) Nieuwe taken (van gemeenten, provincie, maar ook van andere partners zoals rijksoverheden en waterschappen) kunnen worden opgevangen zonder dat de structuur ingrijpend gewijzigd hoeft te worden.
Bij grote afdelingen kan gebruik worden gemaakt van een hulpstructuur. Daarbij blijven de hiërarchische bevoegdheden belegd bij het afdelingshoofd, maar wordt taakinhoudelijke coördinatie (bijvoorbeeld per subregio) neergelegd bij een coördinerend medewerker.
Structuur leidt tot synergie in taakuitvoering Wat is eerder vastgelegd? Coherente taken worden samenhangend georganiseerd in logisch geclusterde eenheden waarin professionals van elkaar kunnen leren.
Typen taken en expertise zijn logisch geclusterd. Dit betekent een procesgerichte structuur, waarbij twee hoofdprocessen onderscheiden worden: (1) vergunningverlening en (2) toezicht en handhaving. Een procesgerichte sturing sluit aan bij het inhoudelijke zwaartepunt van werkzaamheden van de RUD, dat ligt bij de processen van vergunningverlening en handhaving.
Pagina 28 van 79
Juist daarin zal de synergie van samenwerking tot uitdrukking moeten komen. Vanuit het principe van functiescheiding tussen deze processen is het eveneens gewenst deze scheiding organisatorisch door te voeren. Deze processturing als leidend beginsel is eveneens herkenbaar bij andere Regionale Uitvoeringsdiensten.
De organisatie kent maximaal drie lagen, waarvan twee hiërarchische lagen De organisatiestructuur is plat. De hiërarchische lagen worden gevormd door directeur en afdelingshoofden. De derde laag bevat de operationele uitvoering.
Spreiding van span of controle over afdelingen De organisatie kent een evenwichtige spreiding van span of control over de afdelingen (laagste organisatieniveau). De span of control is afhankelijk van het type werk en de taakvolwassenheid van de medewerkers. Het streven is de span of control voor eenheden met een gelijke product-markt-combinatie te stellen op circa 20-25.
Technisch administratieve taken binnen de afdelingen Technisch administratieve taken zijn nodig om de primaire taken op een goede manier uit te kunnen voeren. Zij zijn daarmee nauw verweven. Deze taken worden daar belegd, waar ze het meest nodig zijn.
Controlfunctie hoog in organisatie belegd Omwille van checks and balances in de organisatie is de controlfunctie hoog in de organisatie belegd en zijn hieraan geen operationele verantwoordelijkheden gekoppeld.
Relatiebeheer hoog in organisatie belegd Elke deelnemende organisatie heeft een vast aanspreekpunt. Het relatiebeheer met opdrachtgevers (m.n. gemeenten en provincie) is hoog in de lijn van de organisatie belegd, vanwege de benodigde bevoegdheden om richting opdrachtgevers garanties af te geven en om intern een verandering in prioriteiten te bewerkstelligen.
4.2
Uitwerking van de organisatiestructuur
De formatieomvang die nodig is voor enerzijds de processen van vergunningverlening (incl. OBM, administratieve afhandeling van meldingen Activiteitenbesluit) en anderzijds toezicht en handhaving maakt het mogelijk de functiescheiding tussen deze processen ook organisatorisch door te voeren. Dit past bij de principes van taakscheiding en integriteit. Hiermee ontstaat een afdeling ‘Vergunningverlening’ en een afdeling ‘Toezicht en handhaving’.
Pagina 29 van 79
Naast deze twee primaire processen van de RUD, verzorgt de RUD op 1-7-2013 specialistische milieuadvisering. Dit zowel richting externe opdrachtgevers (m.n. gemeenten en provincie), maar ook intern ten behoeve van de twee primaire processen. De product-markt combinatie van deze taken is wezenlijk anders dan die van de processen vergunningverlening, toezicht en handhaving: de taken verschillen in de aard van het werk, de uitvoering (deels inhuur om flexibel te zijn) en in de (continuïteit van) financiering. Deze taken worden daarom uitgevoerd in een aparte afdeling ‘Specialismen’. Ook de asbestbouwstoffen- en bodemtaken (vergunningverlening, toezicht en handhaving) worden gezien als specialismen. Daarmee wordt een evenwichtige organisatieopbouw bereikt.
Er zijn technisch administratieve taken (waaronder procescoördinatie en -registratie) die niet los kunnen worden gezien van een van de twee hoofdprocessen. Dit type taken is nauw gelieerd aan het type werkproces en wordt daarom in zowel de afdeling ‘Vergunningverlening’ als in de afdeling ‘Toezicht en handhaving’ georganiseerd. De juridische ondersteuning bij bezwaar en beroep kan voor beide hoofdprocessen worden ingezet en wordt daardoor gebundeld binnen de afdeling ‘Specialismen’.
De (bedrijfsvoerende) ondersteunende taken die voor de gehele organisatie of specifiek voor het bestuur en de directeur worden uitgevoerd, worden in een ‘staf’ ondergebracht. Het betreft onder meer het interne en externe informatiemanagement, bestuursondersteuning, kwaliteitszorg en control. Positionering buiten de lijn en in de staf ligt hier voor de hand. De ‘staf’ valt onder directe verantwoordelijkheid van de directeur.
Dit leidt tot de volgende organisatiestructuur.
Pagina 30 van 79
4.3
Kerntaken en omvang van de afdelingen
Wat is eerder vastgelegd? De verhoudingen tussen medewerkers zijn van groot belang. Medewerkers worden een radar in een team en werken niet alleen. Ze werken verder binnen een aantal duidelijk gestelde kaders. Binnen deze kaders hebben medewerkers alle ruimte en worden zij gestimuleerd mee te denken over efficiënter en effectiever werken, verdere ontwikkeling van de dienstverlening en kwaliteitsverbetering. Concreet houdt dit het volgende in voor medewerkers naar collega’s toe: 1. Medewerkers zijn collegiaal, behandelen elkaar met respect en spreken elkaar aan op verantwoordelijkheden. 2. Medewerkers denken mee over innovaties en kostenbesparingen.
De drie afdelingen hebben de volgende kerntaken en omvang. De kerntaken betreffen zowel basistaken als aanvullende taken die binnen de RUD belegd worden.
4.3.1
Afdeling Vergunningverlening
Voeren van vooroverleg en advisering aan bedrijven.
Afhandeling van (concept en definitieve) vergunningaanvragen, meldingen Activiteitenbesluit en OBM. Incl. intake, procedurebewaking, onderhouden van de contacten met de aanvrager, belanghebbenden en alle adviseurs, beoordelen van de volledigheid en ontvankelijkheid en de technische en eventueel juridische inhoud van aanvragen, zienswijzen, (concept) beschikkingen, opstellen van (ontwerp) beschikking, (voorbereiding van) besluitvorming en (voorbereiding van) publicatie en registratie hiervan.
Beheren van vergunningbeleid.
Procesondersteuning.
De genormeerde formatie voor de primaire (basis)vergunningverleningstaken op 1-1-2015 bedraagt (zie paragraaf 3.8) zo’n 20,2 fte (27.280 uren). Inclusief de acceptatie van meldingen Activiteitenbesluit voor Maastricht, Sittard-Geleen, Meerssen, Beek, Nuth en Stein is dit zo’n 23,6 fte. Dit is inclusief de technisch administratieve ondersteuning die binnen de afdeling Vergunningverlening georganiseerd wordt, maar ook inclusief de juridische en milieuspecialistische advisering (van de afdeling Specialismen) die nodig is voor het doorlopen van het vergunningproces. Deze expertise bedraagt zo’n 10% van het vergunningproces, waardoor de formatie van de afdeling Vergunningverlening voorlopig op 21,2 fte wordt geraamd. Van deze 21,2 fte is zo’n 10% technisch administratieve formatie nodig (2,1 fte) en zo’n 19,1 fte vergunningverlener.
Pagina 31 van 79
4.3.2
Afdeling Toezicht en handhaving
Uitvoeren van risico-analyses en doorvertaling naar programmering van de controles.
Uitvoeren van controles naar aanleiding van een verleende vergunning (opleveringscontrole), een controleprogramma, een ontvangen klacht of melding (Activiteitenbesluit of ongewoon voorval), een eerdere controle of een verzoek om handhaven/ gedogen. Incl. voorbereiding, rapportage, verzorgen van de vooraankondiging, behandeling van zienswijzen en de advisering aan het bevoegd gezag over een handhavingsbesluit, opstellen van beschikking en de voorbereiding van besluitvorming namens het bevoegd gezag (repressief optreden / sanctioneren).
Afhandeling van (leefomgevings)klachten (24/7), verzoeken om handhaven/ gedogen en meldingen ongewone voorvallen. Incl. intake, procedurebewaking, onderhouden van de contacten met de aanvrager, belanghebbenden en alle adviseurs, beoordelen van de volledigheid en ontvankelijkheid.
Signaleren van en acteren op malafide gedrag en milieucriminaliteit.
Beheren van toezicht- en handhavingsbeleid.
Coördinatie Brzo taken.
Procesondersteuning.
Voor toezicht en handhaving van de basistaken is de formatie (in paragraaf 3.8) genormeerd op 22,8 fte (30.840 uren). Inclusief het toezicht op de niet-basistaken voor Meerssen, Beek, Nuth en Stein is dit 25,6 fte. Dit is echter inclusief 1,5 fte (2.040 uren) sloop in opdracht van bedrijven en instellingen. Deze (asbest)taak wordt belegd binnen de afdeling specialismen. Bij de resterende 24,1 fte zijn ook de technisch administratieve ondersteuning en de juridische en milieuspecialistische advisering (van de afdeling Specialismen) die nodig is voor het doorlopen van het toezicht- en handhavingsproces meegenomen.
De technisch administratieve ondersteuning voor het toezicht- en handhavingsproces wordt georganiseerd binnen de afdeling Toezicht en handhaving. Dit geldt niet voor de juridische en milieuspecialistische advisering; deze bedraagt 10% van het toezicht- en handhavingsproces, waardoor de formatie van de afdeling Toezicht en handhaving voorlopig op 21,7 fte wordt geraamd. Van deze 18,5 fte is 5% technisch administratieve formatie nodig (1,1 fte) en zo’n 20,6 fte toezichthouder/handhaver.
Pagina 32 van 79
4.3.3
Afdeling Specialisten
Specialistische advies voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, o.a. ten aanzien van afvalwater (indirecte lozingen), bodem, bouwstoffen, water, externe veiligheid, geluid, luchtkwaliteit, klimaat en energie, groen en ecologie.
Beheren van specialistisch milieubeleid.
Vergunningverlening, toezicht en handhaving en advisering van asbest, bodem en bouwstoffen.
Ondersteuning bij de afhandeling bezwaar en beroep. Incl. opstellen en versturen van het verweerschrift en het voeren van verweer ter zitting bij bezwaar en beroep.
De afdeling specialismen bestaat voorlopig uit zo’n 1,5 fte asbestspecialismen, 8,4 fte bodemspecialismen (als overige basistaak inclusief juridische advisering bodem), 2,4 fte voor juridische en specialistische advisering bij de vergunningverlening, 2,4 fte voor juridische en specialistische advisering bij het toezicht en de handhaving en 11,3 fte voor overige milieuspecialismen. Tezamen is deze afdeling 26,0 fte groot, waarvan 6 fte juridisch.
4.4
De staf
Om het primaire proces binnen de nieuw te vormen RUD effectief en efficiënt te laten verlopen, is een aantal ondersteunende taken en functies vereist binnen onze organisatie. Tot deze ondersteunende functies verstaan wij in dit kader alle managementfuncties, secretariaatsfuncties en bedrijfsvoeringsfuncties zoals ICT, P&O en Financiën.7
Onderstaande tabel geeft een toelichting op de deeltaken en activiteiten die vallen onder de ondersteunende taken die in de staf belegd worden. Hoofdtaak
Deeltaak
Toelichting/ activiteiten
Management
Directeur, teamleiders
Integraal leidinggevenden
Managementondersteuning
Secretaresses
Administratieve ondersteuning
Financiën
Financiële beleidsontwikkeling
Kostenverdeling, etc.
Financiële administratie, intern
Bedrijfsvoeringskosten, etc.
Juridische zaken
Financiële administratie, extern
Facturatieprocessen, etc.
Financieel advies, structureel
Analyse managementinformatie, etc.
Financieel advies, incidenteel
Projecten, etc.
Planning & Control
Jaarrekening, mgt.rapportages, etc.
Interne controle & AO
Kaderstelling, uitvoering, etc.
Interne auditing
Onderzoek, etc.
Juridisch beleid/ kaderstelling Rechtsbescherming
7
Bezwaar en beroep bestuur/ personeel
Technisch administratieve taken die nauw gelieerd zijn aan het primaire vergunningverlenings- en/ of handhavingsproces, zoals bepaalde juridische en administratieve functies, worden niet tot de overhead gerekend. Deze behoren tot het primaire proces.
Pagina 33 van 79
Hoofdtaak
Personeel & Organisatie
Deeltaak
Toelichting/ activiteiten
Juridisch advies
HR/ Publiek/ Privaat
Regie-functie
Ondersteuning management
Personeelsadministratie
Arbeidsvoorwaarden, personeelszaken
Salarisadministratie HR-advies
Personeelsplanning, beoordelen, belonen, opleiden/ ontwikkelen, werving en selectie
HR-beleid Loopbaanbegeleiding
Scholing/ coaching, managementdevelopment, mobiliteit
Arbeidsmarktcommunicatie
Facilitaire zaken
Preventie en re-integratie
Arbo, etc.
Ambtelijke ondersteuning
Ondersteuning medezeggenschap, OR
Organisatiebeleid- en advies
Procesmanagement, kwaliteitszorg, risicomanagement, organisatieontwikkeling
Inkoop, operationeel
Kantoorartikelen (mgt-ondersteuning)
Aanbesteding, tactisch
Diensten/ werken inkopen
Post en archief Repro
Omvangrijk drukwerk
Catering Veiligheid/ bewaking Receptie Huisvesting/ vastgoed, onderhoud Communicatie
Informatisering & Automatisering
Project- en beleidscommunicatie
Uitvoeringscommunicatie
Concerncommunicatie
Uitvoeringscommunicatie
Website
Uitvoeringscommunicatie
Voorlichting/ woordvoering
Strategische communicatie
Informatiebeleid- en regie Functioneel applicatiebeheer Technisch applicatiebeheer Servicedesk Netwerkbeheer
Wat is eerder vastgelegd? Tot de ondersteunende functies, ofwel ‘overhead’, verstaan wij in dit kader alle managementfuncties, secretariaatsfuncties en bedrijfsvoeringsfuncties zoals ICT, P&O en Financiën. De omvang van deze ondersteuning start op maximaal 24% van de totale formatie. De 24% overhead is globaal opgebouwd uit 5% management, 5% secretariële ondersteuning en 14% bedrijfsvoeringsfuncties (PIOFAHJCtaken). De keuze voor een overhead van 24% is ambitieus gegeven de schaalomvang van de organisatie en het feit dat de RUD vanaf nul moet worden opgebouwd. De keuze heeft twee consequenties. De eerste is dat het belangrijk wordt dat ten aanzien van het plaatsen van medewerkers geselecteerd moet gaan worden op kwaliteit en ten tweede dat er naar alle waarschijnlijkheid verschillen gaan ontstaan in frictiekosten tussen de deelnemers (het zou goed kunnen dat niet alle partijen naar rato medewerkers kunnen leveren vanwege de te stellen kwaliteitseisen).
Pagina 34 van 79
In paragraaf 3.8 is geconstateerd dat de genormeerde formatie voor de primaire taken op 1-1-2015 zo’n 68,9 fte bedraagt. Dit betekent een maximale omvang van de ondersteunende functies van 21,8 fte en een totale omvang van de RUD van 90,7 fte. Op basis van de verdeling in het bedrijfsplan bestaat de ondersteunende formatie uit: -
4,5 fte management en directie
-
4,5 fte secretariële ondersteuning
-
12,8 fte bedrijfsvoeringsfuncties.
Wat is eerder vastgelegd? De fte voor de bedrijfsvoeringsfuncties zijn grofweg als volgt opgebouwd: Ondersteunende taak
%
Personeel en Organisatie
Toelichting
12-15%
HRM beleid, HRM advies, ARBO- en verzuimbeleid, organisatie en cultuur, werving en selectie, personeels- en salarisadministratie
Informatisering
18-20%
ICT beleid, ICT advies, projecten, helpdesk, DIV, technisch applicatiebeheer, architectuur, hardware
Financiën
17-20%
Fin beleid en advies, projecten, P&C, controller, audits, fin administratie en facturatie
Huisvesting
24-28%
Huismeester, receptie, werkplekken, facilitaire zaken, schoonmaak, catering, beveiliging
Juridisch
10-12%
Juridisch beleid en advies, projecten, inkoop, contracten en contractbeheer
Communicatie
7-10%
Strategische communicatie, huisstijl, internet, intranet, projecten, woordvoering
totaal
100%
In beginsel worden de fte’s voor de ondersteuning vanuit de partners aangeleverd. De RUD spant zich in om de ondersteunende taken vanuit de partners gelijkelijk aan de inbreng af te nemen. Hierdoor worden de frictiekosten van de overhead voor de latende organisaties verminderd. Mocht hier onvoldoende capaciteit of expertise aanwezig zijn dan wordt extern naar medewerkers gezocht
De cruciale functies dichtbij worden in ‘eigen’ huis belegd. Per 1 juli 2013 worden in ieder geval enkele sleutelfuncties binnen de RUD ingevuld. Het betreft onder meer deeltaken financiën (control), P&O en juridisch. Een uitwerking van de hoofdtaken van deze functies is opgenomen in bijlage 3. De meer ‘uitvoerende’ functies worden op afstand geplaatst; deze functies worden mogelijk van een van de gemeenten/provincie afgenomen of van een derde. Een keuze hiervoor wordt later gemaakt, waarbij de toekomstige vestigingslocatie mee kan worden genomen in de afweging (bijvoorbeeld DIV-functies).
De 12,8 fte bedrijfsvoeringsfuncties op 1-1-2015 worden volgens bovenstaande verdeling als volgt opgebouwd.
Pagina 35 van 79
Ondersteunende taak
%
Maximale
Toelichting
formatie Personeel & Organisatie
12-15%
1,76 fte
HRM beleid, HRM advies, ARBO- en verzuimbeleid, organisatie en cultuur, werving en selectie, personeels- en salarisadministratie
Informatisering
18-20%
2,56 fte
ICT beleid, ICT advies, projecten, helpdesk, DIV, technisch applicatiebeheer, architectuur, hardware
Financiën
17-20%
2,56 fte
Fin beleid en advies, projecten, P&C, controller, audits, fin administratie en facturatie
Huisvesting
24-28%
3,36 fte
Huismeester, receptie, werkplekken, facilitaire zaken, schoonmaak, catering, beveiliging
Juridisch
10-12%
1,44 fte
Juridisch beleid en advies, projecten, inkoop, contracten en contractbeheer
Communicatie
7-10%
1,12 fte
Strategische communicatie, huisstijl, internet, intranet, projecten, woordvoering
Totaal
4.5
100%
12,8 fte
Externe afstemming
Op een later moment wordt bepaald aan welke externe overleggen door de RUD wordt deelgenomen en welke functies deze overleggen (met welk mandaat) bijwonen.
Een overleg op directie- en managementniveau met de handhavingspartners (zoals het Openbaar Ministerie, waterschappen, landelijke inspectiediensten en de RUD LimburgNoord) behoort in ieder geval tot de overlegverbanden. Daarnaast participeert de RUD in diverse (vak)kennisgroepen en wordt op projectbasis in organisatieoverstijgende teams samengewerkt.
4.6
Ondernemingsraad
Voor de RUD Zuid-Limburg zal een Ondernemingsraad worden ingesteld. Gelet op de formatie bij de start op 1 juli 2013 bestaat deze Ondernemingsraad uit 5 leden. De onderneming RUD Zuid-Limburg c.q. de WOR-bestuurder van de RUD Zuid-Limburg respecteert de rechten die deze toekomstige leden van de nieuwe Ondernemingsraad zullen hebben. In de werkplanning wordt rekening gehouden met het aantal benodigde dagen die de leden van de Ondernemingsraad redelijkerwijze voor de vervulling van hun taak nodig hebben. Voorts wordt in de op te stellen begroting voor de RUD Zuid-Limburg rekening gehouden met de kosten voor vorming en opleiding conform de SER-richtlijnen hierover.
Pagina 36 van 79
Over het opstellen van een voorlopig OR-reglement totdat de OR is ingesteld, heeft de WOR-bestuurder van de RUD Zuid-Limburg overleg met onder meer de vakorganisaties. De eerste verkiezingen voor de OR RUD Zuid-Limburg vinden waarschijnlijk voor 1 januari 2014 plaats.
Pagina 37 van 79
5 Ambtelijke besturing 5.1
Algemeen besturingsmodel
Wat is eerder vastgelegd? Het algemeen bestuur bepaalt in een organisatieverordening de hoofdstructuur van de organisatie, de directie, de taken, de bevoegdheden en de werkwijze van de ambtelijke organisatie.
De doorvertaling van de bestuurlijke ambities (uit het bestuurlijk overleg en de te sluiten dienstverleningsovereenkomsten) vereist een adequate ambtelijke besturing. De onderstaande afspraken worden daarvoor gemaakt.
Integrale verantwoordelijkheid voor functioneren RUD De directeur is, binnen de door de eigenaren en opdrachtgevers gestelde kaders, integraal verantwoordelijk voor het functioneren van de RUD Zuid-Limburg, voor de inzet en beheer van middelen, voor de inhoudelijke kwaliteit van de taakuitvoering en dienstverlening en het realiseren van gestelde doelen. De directeur heeft de focus naar buiten gericht en verzorgt het relatiebeheer naar opdrachtgevers, strategische partners en rijk. De directeur is het gezicht en boegbeeld van de RUD Zuid-Limburg.
Integrale verantwoordelijkheid voor functioneren afdelingen De afdelingshoofden zijn binnen gestelde kaders integraal verantwoordelijk voor het bereiken van de doelstellingen en de uitvoering van de taken van hun afdeling, waaronder ook voor het jaarplan van de betreffende afdeling. Zij hebben een intern gerichte focus op de taakuitvoering en aansturing van de backoffice. De afdelingshoofden opereren op tactisch niveau en hebben eveneens een externe functie, waaronder die op het vlak van het taakgerichte relatiemanagement. Daarnaast stellen zij jaarlijks in samenspraak met c.q. voor de deelnemende partijen een uitvoeringsprogramma op. Hierin worden de prioriteiten door de deelnemers bepaald.
Duidelijke verantwoordelijkheden voor afdelingshoofden en medewerkers Daarnaast zijn afdelingshoofden peoplemanagers die voornamelijk gericht zijn op de doorontwikkeling van medewerkers en leiding geven op basis van integraal management. Dit doen zij aan de hand van een jaarlijkse gesprekscyclus en coachend leiderschap. Medewerkers krijgen een grote verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheden worden zo laag als mogelijk, aansluiten bij resultaat, organisatiegerichtheid, mandaat en budgethouderschap gelegd. Er zal binnen de RUD Zuid-Limburg gewerkt worden conform de principes van Het Nieuwe Werken waarbij vertrouwen en sturen op resultaat van belang zijn. Het nieuwe werken vraagt een cultuurverandering van alle betrokkenen. Hier hoort een permanente scholing en coaching bij. Bij de start van de RUD Zuid-Limburg zal hieraan extra aandacht wordt gegeven.
Pagina 38 van 79
Rapportage en verslaglegging Verantwoording en beschrijving van de stand van zaken van de RUD Zuid-Limburg evenals nieuwe financiële en beleidsmatige ontwikkelingen vindt plaats in de bestuursrapportage en het sociaal jaarverslag. De RUD besteedt veel aandacht aan de financiën en de kwaliteit van de taken die ze gaan uitvoeren. Solide kostenberekeningen, kostenverdelingen, kwaliteitssystemen en kritische prestatie indicatoren worden vastgelegd. Dit biedt vertrouwen in een RUD die in staat is de gevraagde kwaliteit tegen acceptabele kosten te leveren.
Vertaling van beleid naar uitvoering Als principe geldt dat de gemeenten en de provincie verantwoordelijk zijn voor het beleid en dat de RUD zorgt voor de uitvoering. Het totaal aan landelijke en eigen regelgeving wordt door de gemeenten en provincie vertaald in een set vastgestelde beleidskaders. De uitvoering van deze beleidskaders wordt gelegd bij de RUD, voor zover het de uitvoering van over te dragen taken betreft. Waar mogelijk wordt binnen de RUD Zuid-Limburg projectmatig werken toegepast om integraliteit te waarborgen. Ook onderlinge afstemming en samenwerking tussen de afdelingen versterkt de integraliteit.
5.2
Directeur
Wat is eerder vastgelegd? De uitvoeringsdienst heeft een directeur die onder verantwoordelijkheid van het algemeen bestuur belast is met de leiding van de uitvoeringsdienst en met de zorg voor een juiste taakvervulling door de uitvoeringsdienst. De directeur fungeert als ambtelijk secretaris van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. De secretaris draagt zorg voor een goede ondersteuning van (de leden van) het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Dit doet de secretaris (directeur) door: een gedegen en tijdige advisering aan het dagelijks bestuur. Zo nodig adviseert de secretaris over de door het dagelijks bestuur te nemen beslissingen, te zorgen voor een adequaat verloop van het besluitvormingsproces, een voortvarende uitvoering van de beslissingen van het dagelijks bestuur te bevorderen, het verhandelde in de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur vast te leggen in notulen als omschreven in de Reglementen van Orde van deze bestuursorganen en een presentielijst bij te houden van hun vergaderingen, te zorgen voor zorg voor een goede ondersteuning van de door het algemeen bestuur ingestelde adviescommissie, periodiek te overleggen met de voorzitter. De directeur heeft minimaal van de gemeenten en provincie het mandaat om inspecties uit te voeren en daarover te rapporteren aan het bevoegd gezag. Het is aan het bevoegd gezag om de RUD een verdergaand mandaat te geven om namens het bevoegd gezag op te treden. De mate waarin er verschillen zijn in de uitvoeringsmandaten die worden gegeven, hebben invloed op de doelmatigheid en slagkracht van de RUD. Meer differentiatie zal hogere beheerskosten met zich mee brengen (verschillen in te leveren producten, inrichting ICT etc.). Vanuit het oogpunt van slagvaardigheid is een mandaat van de RUD voor in elk geval het handhavend optreden aan te bevelen.
Pagina 39 van 79
De directeur heeft, binnen de door de opdrachtgevers en eigenaren gestelde kaders, een integrale verantwoordelijkheid voor het functioneren van de RUD, voor de inzet en het beheer van middelen, voor de inhoudelijke kwaliteit van de taakuitvoering en dienstverlening en voor het realiseren van de gestelde doelen. De directeur krijgt van ieder van de colleges het mandaat om: -
toezichthouders aan te wijzen;
-
afspraken te maken namens de RUD. Bijvoorbeeld als het gaat om het afsluiten van handhavingsarrangementen met het Openbaar Ministerie.
-
werkzaamheden stil te leggen bij spoedeisende gevallen. Dit dient direct te worden gemeld bij het bevoegd gezag.
Voor laatstgenoemd mandaat krijgt de directeur de mogelijkheid om te ondermandateren. De colleges kunnen individueel besluiten om de directeur een aanvullend mandaat te geven, bijvoorbeeld voor besluitvorming op aanvragen en handhavingszaken, overeenkomstig de checklist Criteria RUD-vorming (zie bijlage 7).
Daarnaast is de directeur bevoegd op basis van het Besluit OM-afdoening voor het toepassen van de bestuurlijke strafbeschikking milieu.
Tot slot is de directeur verantwoordelijk voor het relatiebeheer en treedt op als aanspreekpunt voor externe partners zoals de RUD Limburg Noord en het Openbaar Ministerie. De directeur geeft leiding aan de afdelingshoofden en de staf. De directeur vormt het boegbeeld naar buiten, ondersteunt de besturen.
5.3
Managementteam
De afdelingshoofden zijn, binnen de door de directeur gestelde kaders, integraal verantwoordelijk voor de taken die zin opgedragen aan de afdelingen. Samen met de directeur en de controller vormen de afdelingshoofden het managementteam.
Eén van de belangrijkste taken van het managementteam is om er voor te zorgen dat er goede afstemming plaats vindt met de gemeenten en provincie. Structureel en incidenteel vindt er overleg plaats. Ieder vanuit zijn/haar eigen rol en taak dan wel vanuit persoonlijk contact. Bij de start van de RUD Zuid-Limburg willen we inzicht en structuur in de contacten creëren om eventuele blinde vlekken en overlappingen te voorkomen.
Pagina 40 van 79
Daarvoor is er een klantcontactmatrix ontwikkeld, die er op hoofdlijnen als volgt uitziet: Directeur
Afdelingshoofd
Medewerker
van de RUD
van de RUD
van de RUD
x
x
Strategische onderwerpen (contractaangelegenheden, nieuwe diensten, escalatie van tactische onderwerpen) Tactische onderwerpen (uitvoering van het contract op hoofdlijnen, het
x
functioneren en de kwaliteit van de dienstverlening, escalatie van operationele onderwerpen) Operationele onderwerpen (uitvoering van de diensten in de praktijk en daarmee samenhangende vragen/opmerkingen m.b.t. specifieke
x
casussen)
In
overleg
met
de
gemeenten
en
provincie
wordt
bepaald
wie
namens
de
gemeenten/provincie contacten gaat onderhouden met de RUD Zuid-Limburg.
5.4
Planning & Controlecyclus
Wat is eerder vastgelegd? De gemeenten en de provincie formuleren hun doelstellingen, bijvoorbeeld op gebied van bodem, water, duurzaamheid, lucht, geluid en externe veiligheid zo concreet mogelijk, in ieder geval zodanig dat de RUD hiermee uit de voeten kan. De RUD is belast met de uitvoering van vergunningen, toezicht en handhaving en gaat over de werkwijzen. Zij zal ten behoeve van een adequate en efficiënte uitvoering van die taken operationeel beleid moeten ontwikkelen. Hierbij moet dan worden gedacht aan onder andere strategieën voor controlefrequenties, typen controles (integraal of deelcontroles), controlestijlen (pedagogisch of sanctionerend) sanctiestrategie (bestuursrechtelijk, strafrechtelijk, 2 of 3 stappen e.d.). De RUD kan adviseren over het beleid of aangeven op welke terreinen beleid of beleidskeuzes vanuit de gemeenten en de provincie nodig is vanuit haar ervaring in de uitvoering. Deze onderlinge afhankelijkheid wordt uitgebeeld door de ‘Big Eight’. De RUD werkt als uitvoeringsorganisatie in de onderste ring van de ‘Big Eight’. Op het raakvlak zijn verbindende schakels nodig ter afstemming, voor de vertaling van beleid naar uitvoeringsopdrachten (prestatie-eisen) en, omgekeerd, schakels die het mogelijk maken dat monitorgegevens en ervaringen uit de handhavingpraktijk doorwerken in het beleid. De “wat”-vraag ten aanzien van beleid ligt dus duidelijk bij de gemeente. De ”hoe vraag” komt hierbij bij de RUD te liggen.
Naast de financiële planning en control (die wordt uitgewerkt in de financiële verordening), is sprake van taakinhoudelijke planning en control. Deze bestaat, in lijn met de ‘Big Eight’, op hoofdlijnen uit de volgende bouwstenen voor bevoegde gezagen en de RUD.
Risico- of probleemanalyse De risico- of probleemanalyse is het fundament voor de taakuitvoering. Deze analyse wordt (Wabo)breed uitgevoerd onder regie van de bevoegde gezagen. De RUD kan vanuit de bij haar beschikbare kennis en expertise (met name ten aanzien van de milieuaspecten) een bijdrage leveren aan het in beeld brengen van de risico’s en problemen.
Pagina 41 van 79
Doelstelling De bevoegde gezagen vertalen de risico’s en problemen in doelstellingen en indicatoren. Ook deze vertaling naar doelstellingen en indicatoren vindt veelal (Wabo)breed plaats.
Prioriteitstelling Vanuit de doelstellingen wordt duidelijk bij welke activiteiten, gebieden, bedrijven of branches de prioriteit ligt. Door deze prioritering ook (Wabo)breed uit te voeren, kan door het bevoegd gezag een (bestuurlijke) keuze gemaakt worden voor de inzet van menskracht en middelen.
Strategiebepaling Na de toekenning van menskracht en middelen aan activiteiten, gebieden, bedrijven of branches kan de RUD een voorstel voor een strategie neerleggen bij het bevoegd gezag. Deze strategie dient te leiden tot de meest efficiënte en/of klantgerichte aanpak om de vastgestelde doelstellingen te realiseren.
Programmering Vanuit de strategie worden jaarlijks door de RUD (type) inrichtingen / activiteiten benoemd, waarop de RUD toezicht gaat houden. Deze (type) inrichtingen / activiteiten worden verwoord in een uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma wordt opgenomen in een jaarlijks vast te stellen meerjaarlijkse dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s) tussen de RUD en ieder van de bevoegde gezagen. De DVO’s zijn meerjaarlijks om de continuïteit van dienstverlening te kunnen blijven garanderen.
Monitoring van de uitvoering Door de RUD wordt de voortgang van de realisatie van het uitvoeringsprogramma gemonitord. Vier keer per jaar wordt (binnen één maand na afronding van het kwartaal) een taakinhoudelijke en financiële verantwoording geleverd aan de opdrachtgevers.
Evaluatie In de taakinhoudelijke en financiële verantwoording over het laatste kwartaal van het jaar vindt een (jaar)evaluatie van de taakuitvoering door de RUD plaats. De (jaar)evaluatie van de RUD kan door het bevoegd gezag gebruikt worden om de doelstellingen – zoals kwaliteit van de uitvoering - te monitoren en de mogelijk aan te scherpen.
Pagina 42 van 79
6 Functiehuis In voorliggend hoofdstuk worden de uitgangspunten voor het functiehuis en de systematiek voor waardering beschreven. De functies van de RUD worden uitgewerkt in het nog op te stellen functieboek.
6.1
Uitgangspunten
Het functiehuis omvat de beschrijvingen van de binnen de organisatie voorkomende functies en de daarbij behorende waarderingen. Voor het functiehuis hanteren we de volgende uitgangspunten.
Functies met eigen verantwoordelijkheid Wat is eerder vastgelegd? De RUD formuleert haar doelen en resultaten in het jaarlijkse werkplan of meerjarenplan op basis van kaders van de opdrachtgevers. Via afdelings- en bureauplannen worden deze door vertaald naar de medewerkers. Binnen heldere resultaatsafspraken met duidelijke kaders hebben de medewerkers handelingsvrijheid en ruimte voor eigen initiatief. Zij krijgen en nemen hun verantwoordelijkheid om de resultaten te realiseren binnen de afgesproken tijd en op het afgesproken kwaliteitsniveau. Dit past bij hun professionaliteit. De aansturing door de managers is hierop afgestemd.
Er moet voldoende ruimte zijn voor het professionele beoordelings- en handelingsvermogen van de medewerkers. Verantwoordelijkheden liggen laag in de organisatie.
Kernkwaliteiten Wat is eerder vastgelegd? De (verbetering van de) kwaliteit van de dienstverlening aan opdrachtgevers, burgers, bedrijven en andere overheden is een kernkwaliteit van de RUD. Bestuurlijke sensitiviteit, bereikbaarheid, snelheid, en kwaliteit van de medewerkers en van informatie zijn hier de belangrijke aspecten. De belangrijkste competenties van die medewerkers zijn: flexibiliteit, ondernemend, bestuurlijke sensitiviteit, klantgericht, professionaliteit en omgevingsbewust. Concreet houdt dit het volgende in voor medewerkers naar de klant en opdrachtgever toe: 1. Medewerkers zijn flexibel in hun inzet. Ze zijn immers in dienst van de RUD en krijgen met meerdere klanten te maken; 2. Medewerkers hebben gevoel voor politiek-bestuurlijke verhoudingen en weten wat speelt in de politiek; 3. Medewerkers zijn servicegericht naar de klant en opdrachtgever; 4. Medewerkers voorzien het bestuurlijk gezag van objectief professioneel advies; 5. Medewerkers verdiepen zich afdoende in lokale geografische kennis van de omstandigheden.
Toekomstvast en opschaalbaar Voor het functiehuis geldt hetzelfde uitgangspunt als voor de organisatiestructuur. Het functiehuis is door de opzet geschikt om langdurig als zodanig dienst te doen. Indien daar aanleiding toe bestaat kunnen in de loop der tijd aanpassingen worden doorgevoerd door functies te schrappen, toe te voegen of (een) beschrijving(en) te wijzigen.
Pagina 43 van 79
Organieke generieke beschrijvingen Het functiehuis van de RUD bevat organieke functies. Dat wil zeggen dat de functies zijn beschreven vanuit de behoefte en doelstellingen van de organisatie. De organieke beschrijving geeft aan wat de organisatie van iemand verwacht in termen van rol, taken en resultaten en kadert de functie en functiehouder in binnen de doelstellingen van de organisatie. De breed opgezette functies geven op hoofdlijnen weer wat voor soort werkzaamheden een functiehouder moet kunnen uitvoeren. Daarmee zijn de functies breed toepasbaar. Door de globale en op resultaat gerichte wijze van omschrijven kunnen de aan een medewerker op te dragen werkzaamheden worden aangepast aan de feitelijke omstandigheden en specifieke eisen op een werkveld, maar ook aan zich wijzigende omstandigheden en de zich ontwikkelende organisatie, zonder dat dit onmiddellijk leidt tot een wijziging in de functiebeschrijving.
Flexibiliteit in gebruik Bij de inpassing van medewerkers geldt dat de werkzaamheden die iemand binnen een takenpakket in overwegende mate verricht, of waarvan verwacht wordt dat hij/zij deze in overwegende mate verrichten kan, bepalend zijn voor de functie en de functieschaal die toegekend wordt. Daarbij zal het vrijwel altijd zo zijn dat ook werkzaamheden worden verricht die van toepassing zijn binnen een andere (lager of hoger ingeschaalde) functie of bandbreedte. Zo lang deze werkzaamheden niet structureel een substantieel deel van het takenpakket omvatten (als richtlijn kan gelden niet meer dan 30% van de werktijd) is geen ander functieprofiel aan de orde. Dat vraagt ook sturing en bewaking door leidinggevende, evenals een regelmatige toets van de differentiatie in de formatie (hoeveel fte’s van welk functieprofiel) aan de hand van de uit te voeren taken en keuzes met betrekking tot ambities, werkwijze, taakverdeling, capaciteitsinzet, etc.
Geen beleidsfuncties binnen de RUD De RUD is een uitvoeringsorganisatie. Dit betekent ook dat zowel in de kerntaken als de functies van de RUD geen beleidsontwikkeling is opgenomen.
Kwaliteitscriteria 2.1 en aansluitende criteria In de kwaliteitscriteria 2.1 (van 7 september 2012) zijn voor de vergunningverlening, toezicht en handhaving krachtens de Wabo kwaliteitseisen opgenomen. Deze eisen, die naar verwachting per 1 januari 2015 wettelijk zijn verankerd, hebben betrekking op de organisatie (RUD én deelnemende organisaties) als geheel en iedere medewerker individueel. In de functiebeschrijvingen wordt rekening gehouden met de kwaliteitscriteria 2.1 en de aansluitende kwaliteitseisen, zoals deze bijvoorbeeld voor Brzo-taken gelden. Het zijn eisen aan opleiding, ervaring, kennis en frequentie in de uitvoering. Bij de plaatsing zal
Pagina 44 van 79
duidelijk zijn in hoeverre nadere scholing van personeel aan de orde is om te voldoen aan deze Kwaliteitscriteria.
Functiewaardering Voor de invulling van de functies maken we gebruik van HR21. HR21 is een integrale HRbenadering. HR21 is gebaseerd op de drie-eenheid functiebeschrijving, competentieprofiel en resultaatbeschrijving. De voordelen van HR21 zijn: -
HR21 is ontwikkeld in opdracht van de VNG. Bij de doorontwikkeling van het systeem wordt samengewerkt met de sociale partners.
-
Er is een compleet functieboek met generieke normfuncties voorhanden. Deze normfuncties kunnen voor meerdere ‘stoelen’ gelden. Onder meer zo’n veertien andere RUD’s, waaronder de RUD’s in Brabant en Gelderland hebben hun functies op HR21 gebaseerd.
-
De functies hoeven niet meer beschreven te worden, maar bij de inrichting kan worden gekozen uit de beschreven normfuncties.
-
De normfuncties zijn al gewaardeerd. Aan de normfuncties is een bepaalde puntenscore toegekend. Aan de hand van de nog vast te stellen conversietabel kan de functieschaal worden bepaald.
-
Er is een relatief korte implementatietijd omdat er gebruik kan worden gemaakt van een kant en klaar systeem.
Ondersteunende functies Het functiehuis bestaat naast de functies voor de primaire taken, ook uit de functies voor de ondersteunende taken (zie paragraaf 4.4). Dit dus ongeacht of deze functies binnen de RUD zelf georganiseerd worden of extern worden betrokken (bijvoorbeeld door inhuur of afname van een gastheer).
6.2
Onderscheid in ‘stoelen’
Op basis van de indeling van de organisatie (zie paragraaf 4.2) en de uit te voeren taken is een voorlopige stoelbeschrijving gemaakt voor de RUD medewerkers. Daarbij is een onderscheid gemaakt in onderstaande voorlopige ‘stoelen’. In onderstaande tabellen is per afdeling en voor de staf de benodigde formatie (zoals beschreven in 4.3) verdeeld over de voorlopige ‘stoelen’. Een beschrijving van de hoofdtaken en het indicatieve werk- en denkniveau van ieder van deze ‘stoelen’ is opgenomen in bijlage 3.
Pagina 45 van 79
Afdeling Vergunningverlening Stoelbeschrijving Totaal
Benodigde formatie (zie 4.3.1)
Vergunningverlener I Vergunningverlener II Vergunningverlener III Technische administratie (fte)
19,1 fte 2,1 fte 21,2 fte
Afdeling Toezicht en handhaving Stoelbeschrijving Handhaver I Handhaver II Handhaver III Technische administratie Totaal (fte)
Benodigde formatie 20,6 fte 1,1 fte 21,7 fte
Afdeling Specialismen Stoelbeschrijving Jurist I Jurist II Technisch adviseur I Technisch adviseur II Totaal (fte)
Benodigde formatie 6 fte 20 fte 26 fte
Staf Stoelbeschrijving Adviseur Financiën Adviseur P&O Juridisch adviseur Overige staffuncties Totaal (fte)
Benodigde formatie 2,56 fte 1,76 fte 1,44 fte 7,04 fte 12,8 fte
Voor het beschrijven van de ‘stoelen’ in de RUD is zoveel mogelijk uitgegaan van bestaande takenpakketten uit de latende organisaties. Zodoende wordt er naar gestreefd dat voor zoveel mogelijk medewerkers een functie beschikbaar komt.
Volgens de systematiek van HR21 worden aan ieder van de stoelbeschrijvingen gewaardeerde normfuncties gekoppeld om tot het functieboek te komen. Aan de hand van een conversietabel vindt inschaling plaats van ieder van de functies.
Mocht blijken dat bepaalde hoofdtaken nog ontbreken bij de stoelbeschrijving, dan bestaat de mogelijkheid om de stoelbeschrijvingen aan te passen. Bij grote aanpassingen kan dit leiden tot een wijziging (selectie) van een andere normfunctie met daarbij behorende waardering. Bij kleine wijzigingen kan het functieboek intact blijven.
Pagina 46 van 79
6.3
Invulling van functies op 1-7-2013
Wat is eerder vastgelegd? Bij het in 2013 opstellen van de dienstverleningsovereenkomsten tussen de individuele partijen en de RUD Zuid-Limburg, zal het aantal fte worden geactualiseerd en definitief worden vastgesteld op basis van de definitieve gegevens (bijvoorbeeld aantal inrichtingen) van de deelnemers. Hierdoor kunnen uiteindelijk kleine wijzigingen in het aantal fte ontstaan en over de financiële inbreng van deelnemers in de exploitatie. Bij grote verschillen kunnen ook afspraken gemaakt worden om in een periode tot 2015 naar de normformatie toe te groeien.
Het bedrijfsplan geeft de gemeenten de mogelijkheid om tot 1-1-2015 naar de normformatie toe te groeien. Doordat enkele gemeenten hiervan gebruik wensen te maken, is de formatie op 1-7-2013 (bij de start van de RUD) kleiner dan op 1-1-2015.
Beschikbare uren basistaken 17-2013 Beek Brunssum Eijsden-Margraten Gulpen-Wittem Heerlen Kerkrade Landgraaf Maastricht Meerssen Nuth Onderbanken Schinnen Simpelveld Sittard-Geleen Stein Vaals Valkenburg aan de Geul Voerendaal Provincie Gemeenten in Limburg-Noord Totaal (uren) Totaal (fte)
753 581 131 716 4.050 1.621 1.350 5.670 924 1.074 324 377 365 3.645 1.063 311 220 474 43.686 306 67.640 50,1
Ingroei op 1-12014
0 0 0 0 0 0 0 0 151 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 151
Beschikbare uren basistaken 11-2014
753 581 131 716 4.050 1.621 1.350 5.670 1.076 1.074 324 377 365 3.645 1.063 311 220 474 43.686 306 67.792 50,2
Ingroei op 1-12015
0 160 952 0 0 0 0 0 0 0 45 131 12 0 0 0 350 0 0 0 1.652
Beschikbare uren basistaken 1-12015 (volgens norm)
Beschikbare uren specialistisc he taken 17-2013
753 741 1.083 716 4.050 1.621 1.350 5.670 1.076 1.074 369 508 377 3.645 1.063 311 571 474 43.686 306 69.443 51,4
3.567 0 0 0 1.890 0 0 4.995 946 3.111 0 0 0 4.455 4.607 0 0 0 0 0 23.570 17,5
Totaal op 1-1-2015
4.320 741 1.083 716 5.940 1.621 1.350 10.665 2.022 4.185 369 508 377 8.100 5.670 311 571 474 43.686 306 93.014 68,9
De gemeenten Brunssum, Eijsden-Margraten, Meerssen, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld en Valkenburg aan de Geul brengen in 2013 minder formatie voor de basistaken in dan dat (per 1-1-2015) volgens de normen noodzakelijk is. In totaal wensen deze vijf gemeenten voor ongeveer 1,3 fte ‘in te groeien’. Dit betekent dat zij deze formatie uiterlijk op 1 januari 2015 aan de RUD (via menskracht of budget) beschikbaar stellen.
Pagina 47 van 79
6.4
Flexibele schil
Wat is eerder vastgelegd? Om als RUD te kunnen inspelen op de verschillen in de hoeveelheid werk, bijvoorbeeld als gevolg van conjuncturele schommelingen, werkt zij met een flexibele schil. Een flexibele schil betekent dat er een vaste formatie is die het grootste deel van de taken uitvoert en als het ware de altijd aanwezige vraag afhandelt (de ‘dalen’). Daarnaast is er flexibele schil van medewerkers met tijdelijke contracten die de ‘pieken’ afhandelt. Mocht er de vaste schil en flexibele schil tijdelijk ontoereikend zijn, kan via de markt capaciteit worden ingehuurd. Vast
Tijdelijk
Markt
Bij de inrichting van de RUD wordt met 90% van de totale huidige formatie gestart en over de jaren daarna wordt naar een omvang van 80% toegegroeid. Dit gebeurt via natuurlijk verloop.
De onderstaande gemeenten en provincie wensen per 1 juli 2013 de volgende formatie voor de primaire taken in te brengen. Formatie voor ondersteunende taken (inclusief management) is hierin niet meegenomen.
Beek Brunssum Eijsden-Margraten Gulpen-Wittem Heerlen Kerkrade Landgraaf Maastricht Meerssen Nuth Onderbanken Schinnen Simpelveld Sittard-Geleen Stein Vaals Valkenburg aan de Geul Voerendaal Provincie Limburg Totaal
Formatie voor basistaken 0,56 0,43
Formatie voor specialistische milieutaken 2,64
0,53 3,00 1,00 1,00 4,20
1,40
3,70
Totaal 3,20 0,43 0,53 4,40 1,00 1,00 7,90
0,80 0,24
2,30
3,10 0,24
2,70 0,79 0,23
3,30 3,41
6,00 4,20 0,23
32,368 47,8
32,36 16,8
64,6
Per 1 juli 2013 dienen 68,9 fte geleverd te worden voor de primaire taakuitvoering (zie de tabel in paragraaf 6.3). Deze bestaan uit: -
Beschikbare fte specialistische taken: 17,5 fte
-
Beschikbare uren basistaken: 47,1 fte
De formatie voor de primaire taken die op 1-7-2013 wordt ingebracht bedraagt zodoende 94% (64,6 van 68,9) van de benodigde formatie om de taken uit te kunnen. De resterende 6% komt als budget voor de RUD beschikbaar en kan worden ingezet als ‘flexibele schil’. 8
De 32 fte van de provincie is inclusief de ingeboekte efficiency van 10%.
Pagina 48 van 79
De formatie voor management en directie wordt volledig belegd binnen de RUD. Dit geldt tevens voor de sleutelfuncties van de ondersteuning. Afspraken hierover worden op een later moment gemaakt.
Pagina 49 van 79
Bijlage 1.
Basistakenpakket (versie 2.3)
Het basistakenpakket voor Regionale uitvoeringsdiensten is uitgangspunt voor het takenpakket dat door de RUD wordt uitgevoerd ten behoeve van alle deelnemende gemeenten en de provincie. De eerste versie van het basistakenpakket dateert van 16 juni 2009. Inhoudelijke wijzigingen zijn daarna aangebracht op 1 april 2010 en 24 juni 2010. Op 25 mei 2011 is de tekst redactioneel aangepast in verband met wijzigingen van de Wabo en het Activiteitenbesluit (versie 2.3). De ervaringen met de toepassing van dit basistakenpakket kunnen na verloop van tijd leiden tot nieuwe aanpassingen.
1. De voorbereiding van de omgevingsvergunningverlening voor activiteiten waarvoor GS op 19 juni 2009 bevoegd waren9 om milieuvergunningen te verlenen op grond van de Wet milieubeheer en het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet milieubeheer (betreft omgevingsvergunningen in hun geheel).
2.
De voorbereiding van de omgevingsvergunningverlening door GS voor de verwezenlijking van een project van provinciaal belang, waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder ten derde, van de Wabo, van het bestemmingsplan wordt afgeweken (betreft omgevingsvergunningen in hun geheel).
3.
a. De voorbereiding van de omgevingsvergunningverlening voor het oprichten en in werking hebben van inrichtingen die onder het bevoegd gezag van B&W vallen of in de toekomst komen te vallen. Het betreft hier alleen het milieudeel van deze omgevingsvergunningen. In een aantal gevallen geldt, tot de regionale uitvoeringsdiensten zijn gerealiseerd, het vereiste van een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) van GS.
3.
b. De voorbereiding van de omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM). Het gaat hier om activiteiten die voorheen omgevingsvergunningplichtig waren op grond van art. 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo, maar nu (sinds de tweede tranche van de tweede fase van het Activiteitenbesluit) onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit vallen. Hierbij geldt echter dat er nog wel een beperkte voorafgaande individuele toets moet plaatsvinden, de omgevingsvergunning beperkte milieutoets. Een en ander is geregeld op basis van artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo en de artikelen 2.2a en 3.3a van het BOR. Het betreft inrichtingen in de categorieën windturbines, RWZI’s, autodemontage, metaalrecycling, opslag banden en combibedrijven.
9
16 juni 2009 is de datum van de geconsolideerde versie van de package deal.
Pagina 50 van 79
4.
Het milieutoezicht op de volgende omgevingsvergunningplichtige activiteiten: • • • • •
5.
sloopwerkzaamheden in opdracht van bedrijven of instellingen, het oprichten en in werking hebben van een omgevingsvergunningplichtige inrichting waarvoor B&W of GS10 het bevoegd gezag zijn. activiteiten waarvoor krachtens provinciale verordening een vergunning is vereist, activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub b, Wabo11. activiteiten met stoffen, preparaten en GGO’s die onder een amvb op grond van titel 9.2 Wet milieubeheer vallen of producten en toestellen die onder de Wet geluidhinder, de Wet inzake de luchtverontreiniging, titel 9.4 Wet milieubeheer of titel 10.3 Wet milieubeheer vallen en die worden uitgevoerd door de houder van een omgevingsvergunning.
Het milieutoezicht op niet-omgevingsvergunningplichtige inrichtingen dan wel inrichtingen die OBM-plichtig zijn en die vallen onder de meldingsplicht van het Activiteitenbesluit of onder het Besluit landbouw12, het Besluit glastuinbouw13 of het Vuurwerkbesluit inrichtingen en die deel uitmaken van een hierna genoemde branche of een hierna genoemde activiteit uitvoeren: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
10 11 12 13 14
15 16 17 18 19 20
glastuinbouw en open teelt veehouderijen14 met uitzondering van melkrundveehouderijen champignonkwekerijen loonwerkers metaal- en elektrotechnische industrie afvalsector (opslag en be- en verwerking, inclusief autodemontage) industriële vervaardiging van voedingsmiddelen groothandel in voedingsmiddelen koel- en vrieshuizen veilingen van landbouw-, tuinbouw- en visserijproducten textielindustrie15 kunststofindustrie (verwerking thermoplasten)16 schietbanen17 ijsbanen en skihellingen betonmortelindustrie en betonproductenindustrie, waaronder de vervaardiging van cement, gips en kalk18 windturbines19 warmtekracht- installaties20 vervaardigen papier en kartonwaren crematoria grafische industrie textielreinigingsbedrijven timmerfabrieken waar coaten plaats vindt chemische behandeling van natuursteen opslag vuurwerk
Indien GS het bevoegd gezag zijn gaat het niet alleen om het milieutoezicht maar om het toezicht op de gehele omgevingsvergunning. Het betreft activiteiten waarvoor voorheen een aanlegvergunning op grond van de Wro vereist was. Dit besluit gaat per 1-1-2012 op in het Activiteitenbesluit Dit besluit gaat per 1-1-2012 op in het Activiteitenbesluit Indien de vergunningplicht komt te vervallen in de derde of een volgende tranche van de Tweede fase van de modernisering van de algemene regels, zie o.a. TK 29 383, nr. 133 Zie noot 6 Zie noot 6 Zie noot 6 Zie noot 6 Gedeeltelijk OBM Gedeeltelijk OBM
Pagina 51 van 79
• • • • • • • 6.
rioolwaterzuiveringsinstallaties21 bodemsaneringen laboratoria bunkerstations22 foto-ontwikkelcentrales havensector (niet-academische) ziekenhuizen.
Het milieutoezicht bij de opsporing en winning van natuurlijke hulpbronnen voor zover het die activiteiten betreft.
7.
Het milieutoezicht bij het tot stand brengen en beheren van werken en infrastructurele voorzieningen door bedrijven of instellingen voor zover het die activiteiten betreft.
8.
Het milieutoezicht bij bedrijfsmatige activiteiten die vallen onder het Besluit bodemkwaliteit voor zover het die activiteiten betreft.
9.
Het milieutoezicht bij bodemsanering, sanering van bedrijfsterreinen en lozing van grondwater bij bodemsanering en proefbronnering voor zover het die activiteiten betreft.
10. Het milieutoezicht bij bedrijfsmatige activiteiten23 met betrekking tot gevaarlijke afvalstoffen, bedrijfsafvalstoffen en ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen, asbest, vuurwerk, bouwstoffen, grond, baggerspecie, meststoffen, dierlijke vetten, radioactief schroot, destructiemateriaal, explosieven voor civiel gebruik of andere gevaarlijk stoffen, voor zover het die activiteiten betreft. Het gaat hierbij om het ketengerichte milieutoezicht.
Uitzondering Indien een onder punt 4 t/m 10 bedoelde activiteit plaatsvindt in of met een Defensieinrichting waarvoor de minister van I&M het bevoegd gezag betreffende de omgevingsvergunning is, of in of met een mijnbouwinrichting of mijnbouwwerk waarvoor de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het bevoegd gezag betreffende de omgevingsvergunning is, vinden toezicht en handhaving plaats door de betrokken Rijksinspectie.
21 22 23
Gedeeltelijk OBM Zie noot 6
Waaronder afvalmakelaardij en activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer
Pagina 52 van 79
Bijlage 2.
Meldingsplichtige inrichtingen onder het basistakenpakket
Benaming in basistakenpakket 1.
glastuinbouw en open teelt
2.
veehouderijen met uitzondering van melkrundveehouderijen
3.
champignonkwekerijen
CBI2009- en SBI 2012 code en -omschrijving (van hoofd- of nevenactiviteiten) van meldingsplichtige inrichting onder RUD - 0111 Teelt van granen, peulvruchten en oliehoudende zaden - 011301 Teelt van groenten en champignons - 011302 Teelt van aardappels, suikerbieten en overige wortel- en knolgewassen - 0116 Teelt van vezelgewassen - 011901 Bloementeelt - 011909 Teelt van overige eenjarige gewassen - 0121 Druiventeelt - 0124 Teelt van pit- en steenvruchten - 0125 Teelt van overige boomvruchten, kleinfruit en noten - 0127 Teelt van gewassen bestemd voor de vervaardiging van dranken - 012801 Teelt van medicinale gewassen en gewassen voor insecten- of parasietenbestrijding - 012802 Teelt van specerij- en aromatische gewassen - 0129 Teelt van overige meerjarige gewassen - 013001 Teelt van sierplanten (geen bomen en struiken) - 013002 Teelt van sierbomen en -struiken - 0150 Akker- en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren - 0142 Fokken en houden van runderen (geen melkvee) - 0143 Fokken en houden van paarden en ezels - 0145 Fokken en houden van schapen en geiten - 0146 Fokken en houden van varkens - 0147 Fokken en houden van pluimvee - 0149 Fokken en houden van overige dieren - 011301 Teelt van groenten en champignons
Beperking: Valt onder RUD indien: - met meerdere personeel in dienst en/of - grote opslagruimte en/of - grote (opslag)tanks en/of - milieuhinderlijke installaties
Valt altijd onder RUD
Valt onder RUD indien champignonkwekerij
4.
loonwerkers
5.
metaal- en elektrotechnische industrie
- 0161 - 0162 - 2441 - 2442 - 2443 - 2444 - 2445 - 2446
Dienstverlening voor de akker- en/of tuinbouw Dienstverlening voor het fokken en houden van dieren Vervaardiging van edelmetalen Vervaardiging van aluminium Vervaardiging van lood, zink en tin Vervaardiging van koper Vervaardiging van overige non-ferrometalen Smelten en raffineren van uranium
Valt altijd onder RUD Valt onder RUD indien: - op industrieterrein en/of - niet-ambachtelijk. Bedrijven die zich alleen richten op handel, reparatie en onderhoud van
Benaming in basistakenpakket
CBI2009- en SBI 2012 code en -omschrijving (van hoofd- of nevenactiviteiten) van meldingsplichtige inrichting onder RUD - 245101 Vervaardiging van gietijzeren buizen - 245102 Gieten van ijzer - 2452 Gieten van staal - 2453 Gieten van lichte metalen - 2454 Gieten van overige non-ferrometalen - 2511 Vervaardiging van metalen constructiewerken en delen daarvan - 2512 Vervaardiging van metalen deuren, vensters en kozijnen - 2521 Vervaardiging van ketels en radiatoren voor centrale verwarming - 2529 Vervaardiging van metalen tanks en reservoirs - 2530 Vervaardiging van stoomketels (geen ketels voor centrale verwarming) - 2540 Vervaardiging van wapens en munitie - 2550 Smeden, persen, stampen en profielwalsen van metaal, poedermetallurgie - 2561 Oppervlaktebehandeling en bekleding van metaal - 2562 Algemene metaalbewerking - 2571 Vervaardiging van scharen, messen en bestek - 2572 Vervaardiging van hang- en sluitwerk - 2573 Vervaardiging van gereedschap - 2591 Vervaardiging van stalen vaten e.d. - 2592 Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van licht metaal - 259301 Vervaardiging van artikelen van draad - 259302 Vervaardiging van kettingen en veren - 2594 Vervaardiging van bouten, schroeven en moeren - 2599 Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. - 261101 Vervaardiging van elektrische smoorspoelen, gelijkrichters en overige inductoren - 261109 Vervaardiging van overige elektronische componenten n.e.g. - 2612 Vervaardiging van elektronische printplaten - 2620 Vervaardiging van computers en randapparatuur - 263001 Vervaardiging van alarminstallaties - 263002 Vervaardiging van communicatieapparatuur (geen alarminstallaties) - 2640 Vervaardiging van consumentenelektronica - 2651 Vervaardiging van meet-, regel-, navigatie- en controleapparatuur - 2652 Vervaardiging van uurwerken - 2660 Vervaardiging van bestralingsapparatuur en van elektromedische en elektrotherapeutische apparatuur - 267001 Vervaardiging van optische meetinstrumenten - 267002 Vervaardiging van optische en fotografische instrumenten en
Beperking: metaal en elektrotechniek behoren niet tot deze categorie.
Pagina 54 van 79
Benaming in basistakenpakket
CBI2009- en SBI 2012 code en -omschrijving (van hoofd- of nevenactiviteiten) van meldingsplichtige inrichting onder RUD apparatuur (geen meetinstrumenten) - 2680 Vervaardiging van informatiedragers - 2711 Vervaardiging van elektromotoren, elektrische generatoren en transformatoren - 2712 Vervaardiging van schakel- en verdeelinrichtingen - 2720 Vervaardiging van batterijen en accumulatoren - 273101 Vervaardiging van optische vezels - 273102 Vervaardiging van kabels van optische vezels - 2732 Vervaardiging van overige elektrische en elektronische kabel - 2733 Vervaardiging van schakelaars, stekkers, stopcontacten e.d. - 2740 Vervaardiging van elektrische lampen en verlichtingsapparaten - 2751 Vervaardiging van elektrische huishoudapparaten - 2752 Vervaardiging van niet-elektrische huishoudapparaten - 2790 Vervaardiging van overige elektrische apparatuur - 281101 Vervaardiging van windturbines - 281102 Vervaardiging van motoren en turbines, niet voor vliegtuigen, motorvoertuigen en bromfietsen, geen windturbines - 2812 Vervaardiging van hydraulische apparatuur - 2813 Vervaardiging van niet-hydraulische pompen en compressoren - 2814 Vervaardiging van appendages - 2815 Vervaardiging van tandwielen, lagers en overige drijfwerkelementen - 2821 Vervaardiging van industriële ovens en branders - 2822 Vervaardiging van hijs-, hef- en transportwerktuigen - 2823 Vervaardiging van kantoormachines en -apparatuur (geen computers en randapparatuur) - 2824 Vervaardiging van pneumatisch en elektrisch handgereedschap - 2825 Vervaardiging van machines en apparaten voor industriële koeltechniek en klimaatregeling - 2829 Vervaardiging van overige machines en apparaten voor algemeen gebruik n.e.g. - 283001 Vervaardiging van landbouwtractoren - 283002 Vervaardiging van machines en werktuigen voor de land- en bosbouw (geen tractoren) - 2841 Vervaardiging van gereedschapswerktuigen voor metaalbewerking - 2849 Vervaardiging van gereedschapswerktuigen niet voor metaalbewerking - 2891 Vervaardiging van machines voor de metallurgie - 2892 Vervaardiging van machines voor de bouw en winning van delfstoffen - 2893 Vervaardiging van machines voor de productie van voedings- en genotmiddelen
Beperking:
Pagina 55 van 79
Benaming in basistakenpakket
6.
afvalsector (opslag en be- en verwerking, inclusief autodemontage)
CBI2009- en SBI 2012 code en -omschrijving (van hoofd- of nevenactiviteiten) van meldingsplichtige inrichting onder RUD - 2894 Vervaardiging van machines voor de productie van textiel, kleding en leer - 2895 Vervaardiging van machines voor de productie van papier en karton - 2896 Vervaardiging van machines voor de kunststof- en rubberindustrie - 2899 Vervaardiging van overige machines, apparaten en werktuigen voor specifieke doeleinden n.e.g. - 2910 Vervaardiging van auto's - 29201 Carrosseriebouw - 29202 Vervaardiging van aanhangwagens en opleggers - 2931 Vervaardiging van elektrische en elektronische onderdelen en toebehoren voor auto's - 293202 Vervaardiging van onderdelen en accessoires voor auto's (geen elektrische of elektronische en geen autostoelen) - 3011 Bouw van schepen en drijvend materieel (geen sport- en recreatievaartuigen) - 3012 Bouw van sport- en recreatievaartuigen - 3020 Vervaardiging van rollend spoor- en tramwegmaterieel - 303002 Vervaardiging van vliegtuigen en onderdelen daarvoor (geen vliegtuigstoelen) - 3040 Vervaardiging van militaire gevechtsvoertuigen - 309101 Vervaardiging van motor- en bromfietsen - 309102 Vervaardiging van motoren voor motor- en bromfietsen - 309201 Vervaardiging van fietsen - 309202 Vervaardiging van invalidenwagens - 3099 Vervaardiging van overige transportmiddelen n.e.g. - 3700 Afvalwaterinzameling en -behandeling - 3811 Inzameling van onschadelijk afval - 3812 Inzameling van schadelijk afval - 3821 Behandeling van onschadelijk afval - 382201 Behandeling van kernafval - 382202 Behandeling van schadelijk afval (geen kernafval) - 383101 Sloop van schepen - 383102 Sloop van witgoed, computers e.d. - 383201 Voorbereiding tot recycling van metaalafval (behalve sloop van schepen, auto's, witgoed, computers e.d.) - 383202 Voorbereiding tot recycling van afval (geen metaalafval) - 3900 Sanering en overig afvalbeheer - 46771 Groothandel in autosloopmateriaal - 46772 Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen - 46779 Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen
Beperking:
Valt altijd onder RUD
Pagina 56 van 79
Benaming in basistakenpakket 7.
industriële vervaardiging van voedingsmiddelen
CBI2009- en SBI 2012 code en -omschrijving (van hoofd- of nevenactiviteiten) van meldingsplichtige inrichting onder RUD - 0321 Kweken van zeevis en -schaaldieren - 0322 Kweken van zoetwatervis en -schaaldieren - 1011 Slachterijen (geen pluimvee-) - 1012 Pluimveeslachterijen - 1013 Vleesverwerking (niet tot maaltijden) - 1020 Visverwerking - 1031 Vervaardiging van aardappelproducten - 1032 Vervaardiging van fruit- en groentesap - 1039 Verwerking van groente en fruit (niet tot sap en maaltijden) - 104101 Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten - 104102 Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten - 1042 Vervaardiging van margarine en overige spijsvetten - 1051 Vervaardiging van zuivelproducten (geen consumptie-ijs) - 1052 Vervaardiging van consumptie-ijs - 1061 Vervaardiging van meel (geen zetmeel) - 1062 Vervaardiging van zetmeel en zetmeelproducten - 1071 Vervaardiging van brood en vers banketbakkerswerk - 1072 Vervaardiging van beschuit en koekjes en ander houdbaar banketbakkerswerk - 1073 Vervaardiging van deegwaren - 1081 Vervaardiging van suiker - 10821 Verwerking van cacao - 10822 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk - 1083 Verwerking van koffie en thee - 108401 Vervaardiging van specerijen, sauzen en kruiderijen - 108402 Breken, zuiveren en raffineren van zout - 108501 Vervaardiging van bereide vlees- en vismaaltijden - 108502 Vervaardiging van bereide groentemaaltijden - 1086 Vervaardiging van gehomogeniseerde voedingspreparaten en dieetvoeding - 1089 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen n.e.g. - 1091 Vervaardiging van veevoeders - 1092 Vervaardiging van voeders voor huisdieren - 110101 Distilleerderijen en likeurstokerijen - 110102 Vervaardiging van drinkbare ethylalcohol door gisting - 1102 Vervaardiging van wijn uit druiven - 1103 Vervaardiging van cider en van overige vruchtenwijnen - 1104 Vervaardiging van overige niet-gedistilleerde gegiste dranken - 1105 Vervaardiging van bier - 1106 Mouterijen
Beperking: Valt onder RUD indien: - niet-ambachtelijk (dus geen klein detailhandel) Geldt voor de vervaardiging van voedingsmiddelen voor mens en dier.
Pagina 57 van 79
Benaming in basistakenpakket
CBI2009- en SBI 2012 code en -omschrijving (van hoofd- of nevenactiviteiten) van meldingsplichtige inrichting onder RUD - 1107 Vervaardiging van frisdranken, productie van mineraalwater en overig gebotteld water - 1200 Vervaardiging van tabaksproducten - 46211 Groothandel in granen - 46212 Groothandel in zaden, pootgoed en peulvruchten - 46213 Groothandel in hooi, stro en ruwvoeder - 46214 Groothandel in meng- en krachtvoeder - 46215 Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) - 46216 Groothandel in ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten en oliehoudende grondstoffen - 46217 Groothandel in ruwe tabak - 46218 Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeder algemeen assortiment - 46219 Groothandel in overige akkerbouwproducten - 46311 Groothandel in groenten en fruit - 46312 Groothandel in consumptie-aardappelen - 463201 Groothandel in pluimvee, wild en gevogelte (niet levend) - 463202 Groothandel in vlees en vleeswaren (geen pluimvee, wild en gevogelte) - 46331 Groothandel in zuivelproducten en spijsoliën en -vetten - 46332 Groothandel in eieren - 4634 Groothandel in dranken (geen zuivel) - 4635 Groothandel in tabaksproducten en rokersbenodigdheden - 4636 Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk - 4637 Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen (geen ruwe) - 46381 Groothandel in snacks - 46382 Groothandel in vis, schaal- en weekdieren - 46383 Gespecialiseerde groothandel in overige voedings- en genotmiddelen n.e.g. - 46384 Groothandel in bakkerijgrondstoffen - 46389 Gespecialiseerde groothandel in overige grondstoffen en halffabrikaten voor de voedingsmiddelen- industrie n.e.g. - 4639 Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment - 52102 Opslag in koelhuizen e.d.
Valt altijd onder RUD
10. veilingen van landbouw-, tuinbouw- en visserijproducten
- 82991 Veilingen van landbouw-, tuinbouw- en visserijproducten
Valt altijd onder RUD
11. textielindustrie
- 131001 - 131002 - 131003 - 131005
Valt onder RUD indien:
8.
9.
groothandel in voedingsmiddelen
koel- en vrieshuizen
Bewerken en spinnen van Bewerken en spinnen van Bewerken en spinnen van Twijnen en voorbewerken
katoen- of katoenachtige vezels kaardwol- of kaardwolachtige vezels kamwol- of kamwolachtige vezels van zijde, twijnen en textureren van
Beperking:
Valt altijd (voor mens en dier) onder RUD.
- niet-ambachtelijk (dus geen klein detailhandel)
Pagina 58 van 79
Benaming in basistakenpakket
12. kunststofindustrie (verwerking thermoplasten)
CBI2009- en SBI 2012 code en -omschrijving (van hoofd- of nevenactiviteiten) van meldingsplichtige inrichting onder RUD synthetische of kunstmatige vezelgarens - 131006 Vervaardiging van naaigarens - 131009 Bewerken en spinnen van overige textielvezels - 132001 Vervaardiging van katoenen of katoenachtige weefsels - 132002 Vervaardiging van kaardwollen of kaardwolachtige weefsels - 132003 Vervaardiging van kamwol of kamwolachtige weefsels - 132004 Vervaardiging van zijden of zijdeachtige weefsels - 132009 Vervaardiging van overige weefsels - 1330 Textielveredeling - 1391 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen - 1392 Vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel (geen kleding) - 1393 Vervaardiging van vloerkleden en tapijt - 1394 Vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten - 1395 Vervaardiging van gebonden textielvlies en artikelen daarvan (geen kleding) - 1396 Vervaardiging van technisch en industrieel textiel - 1399 Vervaardiging van overige textielproducten n.e.g. - 1411 Vervaardiging van kleding van leer - 1412 Vervaardiging van werkkleding - 1413 Vervaardiging van overige bovenkleding - 1414 Vervaardiging van onderkleding - 1419 Vervaardiging van baby- en sportkleding en kledingaccessoires - 1420 Vervaardiging van artikelen van bont - 1431 Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken - 1439 Vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding (geen kousen en sokken) - 151101 Looien en bewerken van leer - 151102 Bereiden en verven van bont - 1512 Vervaardiging van koffers, tassen e.d. en van zadel- en tuigmakerswerk - 1520 Vervaardiging van schoenen - 2016 Vervaardiging van kunststof in primaire vorm - 2017 Vervaardiging van synthetische rubber in primaire vorm - 2219 Vervaardiging van producten van rubber (geen banden) - 2221 Vervaardiging van platen, folie, buizen en profielen van kunststof - 2222 Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van kunststof - 222301 Vervaardiging van kunststofproducten voor de bouw (waaronder ook harde vloerbedekkingen van kunststof) - 2229 Vervaardiging van overige producten van kunststof
Beperking:
Valt onder RUD indien: - productie van kunststof betreft Inrichtingen die kunststof alleen bewerken (zoals zagen, knippen, etc.) vallen niet onder de RUD.
Pagina 59 van 79
Benaming in basistakenpakket 13. schietbanen
CBI2009- en SBI 2012 code en -omschrijving (van hoofd- of nevenactiviteiten) van meldingsplichtige inrichting onder RUD - Schietinrichtingen:- binnenbanen: geweer- en pistoolbanen, boogbanen - Schietinrichtingen:- vrije buitenbanen: schietbomen, boogbanen
Beperking: Valt onder RUD indien: - binnenbanen met geweer of pistool - paintball. (Hand)boogbanen, schutterijen en kleiduiven vallen niet onder de RUD.
14. ijsbanen en skihellingen 15. betonmortelindustrie en betonproductenindustrie, waaronder de vervaardiging van cement, gips en kalk
16. windturbines
- IJsbanen - Skihellingen - 2351 Vervaardiging van cement - 235201 Vervaardiging van kalk - 235202 Vervaardiging van gips - 23611 Vervaardiging van producten van beton voor de bouw - 23612 Vervaardiging van kalkzandsteen - 2362 Vervaardiging van producten van gips voor de bouw - 2363 Vervaardiging van stortklare beton - 2364 Vervaardiging van mortel in droge vorm - 2365 Vervaardiging van producten van vezelcement - 2369 Vervaardiging van overige producten van beton, gips en cement - 35112 Productie van elektriciteit door windenergie
Valt altijd onder RUD Valt altijd onder RUD
Valt onder RUD indien: - meldingsplichtig
17. warmtekracht- installaties
- 35111 Productie van elektriciteit door thermische, kern- en warmtekrachtcentrales
Valt onder RUD indien: - afzonderlijke inrichting Warmtekracht-installaties die onderdeel zijn van een bedrijfsproces vallen niet onder de RUD.
18. vervaardigen papier en kartonwaren
- 1711 Vervaardiging van papierpulp - 17121 Vervaardiging van grafisch papier en karton - 17122 Vervaardiging van papier en karton voor verpakking - 17129 Vervaardiging van papier en karton (geen grafisch en niet voor verpakking) - 17211 Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton - 17212 Vervaardiging van golfpapier en -karton - 1722 Vervaardiging van huishoudelijke en sanitaire papierwaren - 1723 Vervaardiging van kantoorbenodigdheden van papier - 1724 Vervaardiging van behangselpapier - 1729 Vervaardiging van overige papier- en kartonwaren
Valt onder RUD indien: - niet-ambachtelijk (dus geen klein detailhandel)
Pagina 60 van 79
Benaming in basistakenpakket 19. crematoria 20. grafische industrie
21. textielreinigingsbedrijven
22. timmerfabrieken waar coaten plaats vindt
23. chemische behandeling van natuursteen
CBI2009- en SBI 2012 code en -omschrijving (van hoofd- of nevenactiviteiten) van meldingsplichtige inrichting onder RUD - 96032 Crematoria, mortuaria en begraafplaatsen, indien crematorium
Beperking: Valt altijd onder RUD
- 1811 Drukkerijen van dagbladen - 18121 Drukkerijen van boeken e.d. - 18122 Drukkerijen van tijdschriften - 18123 Drukkerijen van reclame - 18124 Drukkerijen van verpakkingen - 18125 Drukkerijen van formulieren
Valt onder RUD indien:
- 8129 Overige reiniging, indien ook textiel
Valt onder RUD indien:
- 16102 Verduurzamen van hout - 1621 Vervaardiging van fineer en plaatmateriaal op basis van hout - 1622 Vervaardiging van panelen voor parketvloeren - 16231 Vervaardiging van deuren, ramen en kozijnen van hout - 16239 Vervaardiging van overig timmerwerk voor de bouw (geen deuren, ramen en kozijnen) - 162901 Vervaardiging van overige artikelen van hout - 310122 Vervaardiging van bedrijfsmeubels (geen interieurbouw of stoelen) - 3102 Vervaardiging van keukenmeubels - 310901 Vervaardiging van woon- en slaapkamerstoelen en tuinstoelen - 310902 Vervaardiging van woon- en slaapkamermeubels, tuin- en overige meubels (geen stoelen) - 2370 Natuursteenbewerking,
- niet-ambachtelijk (dus geen klein detailhandel) Drukkerijen die volledig digitaal verwerken, vallen niet onder de RUD.
- industriële en chemische (nat)wasserijen Valt onder RUD indien: - industrieel coaten (o.a. spuiten, imprigneren) plaats vindt.
Valt onder RUD indien: - niet-ambachtelijk (dus geen klein detailhandel) - industrieel en/of chemisch behandeld wordt. Valt altijd onder RUD
24. opslag vuurwerk
- Vuurwerkopslag
25. rioolwaterzuiveringsinstallaties
- Rioolwaterzuivering
Valt altijd onder RUD
26. bodemsaneringen
- Sanering van bodem
Valt altijd onder RUD
27. laboratoria
- 86924 Medische laboratoria, trombodediensten en overig behandelingsondersteunend onderzoek - Overige onderzoekslaboratoria - Bunkerstations
Valt altijd onder RUD
28. bunkerstations 29. foto-ontwikkelcentrales
- 205902 Vervaardiging van fotochemische producten - 74203 Ontwikkelcentrales
Valt altijd onder RUD Valt onder RUD indien:
Pagina 61 van 79
Benaming in basistakenpakket
CBI2009- en SBI 2012 code en -omschrijving (van hoofd- of nevenactiviteiten) van meldingsplichtige inrichting onder RUD
Beperking: - niet-ambachtelijk (dus geen klein detailhandel) Centrales die volledig digitaal verwerken, vallen niet onder de RUD.
30. havensector
31. (niet-academische) ziekenhuizen
- 5010 Zee- en kustvaart (passagiersvaart en veerdiensten) - 50201 Zee- en kustvaart (vracht- en tankvaart, geen sleepvaart) - 50202 Zee- en kustsleepvaart - 5030 Binnenvaart (passagiersvaart en veerdiensten) - 50401 Binnenvaart (vrachtvaart) - 50402 Binnenvaart (tankvaart) - 50403 Binnenvaart (sleep- en duwvaart) - 52241 Laad-, los- en overslagactiviteiten voor zeevaart - 52242 Laad-, los- en overslagactiviteiten niet voor zeevaart - 86102 Algemene ziekenhuizen - 861032 Categorale ziekenhuizen (geen revalidatiecentra)
Valt onder RUD indien: - geen jachthavens
Valt onder RUD indien: - geen revalidatiecentra en/of - geen klinieken
Pagina 62 van 79
Bijlage 3.
Hoofdtaken per stoel
Jurist I (indicatief werk- en denkniveau WO) De werkzaamheden zijn gericht op het gebied van omgevingsbeleid: • • • • • •
ontwikkelt het juridische instrumentarium en evalueert de toepasbaarheid adviseert het management en bestuur over juridische aangelegenheden levert juridische inbreng in complexe organisatie brede projecten bewaakt juridische procedures adviseert bij procedures en vertegenwoordigt opdrachtgevers bij procedures (bijv. Raad van State) voert repressieve handhavingstaken uit
Jurist II (indicatief werk- en denkniveau HBO) De werkzaamheden zijn gericht op het gebied van omgevingsbeleid: • • • • •
ontwikkelt mede het juridische instrumentarium en evalueert de toepasbaarheid adviseert de afdelingen over juridische aangelegenheden levert juridische inbreng bij de totstandkoming van beleidsnota’s, contracten e.d. bewaakt juridische procedures voert repressieve handhavingstaken uit
Technisch adviseur I (indicatief werk- en denkniveau WO) • • • • • • •
adviseert in- en extern over specialistische vraagstukken (zoals op de terreinen van bodem, water, asbest, geluid, lucht, geur en externe veiligheid e.d.) en beoordeelt complexe multidisciplinaire dossiers volgt beleidsmatige ontwikkelingen op het beleidsterrein en vertaalt deze ontwikkelingen in activiteiten/producten stelt projectplannen en offertes op initieert en coördineert complexe multidisciplinaire projecten en bewaakt het ontwikkelings- en beleidsmatige proces (kwaliteit, budget en tijd). onderbouwt adviezen aan de hand van onderzoek, metingen en (risico)berekeningen brengt de consequenties in beeld van de gevolgen van het rijks- en provinciaalbeleid, wet- en regelgeving voor de gemeentelijke en provinciale taakuitvoering. ondersteunt bij de voorbereiding en behandeling van schorsings- en beroepszaken bij gerechtelijke procedures en bezwarencommissie
Technisch adviseur II (indicatief werk- en denkniveau HBO) • • • • • • •
adviseert in- en extern over uitvoeringsvraagstukken (zoals op de terreinen van bodem, water, asbest, geluid, lucht, geur en externe veiligheid e.d.) en beoordeelt complexe dossiers volgt ontwikkelingen in het vakgebied en vertaalt deze ontwikkelingen in activiteiten/producten adviseert en rapporteert over projectplannen en offertes en bewaakt de termijnen. levert specialistische kennis in complexe, multidisciplinaire projecten onderbouwt adviezen aan de hand van onderzoek, metingen en (risico)berekeningen brengt de consequenties in beeld van de gevolgen van het rijks- en provinciaalbeleid, wet- en regelgeving voor de gemeentelijke en provinciale taakuitvoering. ondersteunt bij de voorbereiding en behandeling van schorsings- en beroepszaken bij gerechtelijke procedures en bezwarencommissie
Vergunningverlener I (indicatief werk- en denkniveau WO) • • • • • • • • •
Behandelt aanvragen voor vergunning, ontheffing en meldingen van zeer complexe aard. Toetst en beoordeelt de zeer complexe aanvragen aan de wet, regelgeving en verordeningen. Stelt (concept) vergunningen op en motiveert het voorgestelde besluit. Coördineert meervoudige vergunningaanvragen Adviseert bij procedures en vertegenwoordigt opdrachtgevers bij procedures (bijv. Raad van State) Analyseert de ontwikkelingen in het vakgebied en adviseert het management hierover. Treedt op als projectleider in complexe projecten en stelt projectplannen op Adviseert het management en bestuur over complexe vergunningtechnische aangelegenheden Neemt deel aan (multidisciplinaire) werkgroepen aangaande de dienstverlening en het (operationeel) beleid van de organisatie.
Vergunningverlener II (indicatief werk- en denkniveau HBO) • • • • • • •
Behandelt aanvragen voor vergunning, ontheffing en meldingen van complexe aard Toetst en beoordeelt de complexe aanvragen aan de wet, regelgeving en verordeningen Stelt (concept) vergunningen op en motiveert het voorgestelde besluit Coördineert meervoudige vergunningaanvragen Adviseert bij bezwaar en beroep op een besluit Adviseert binnen het vakgebied over het invoeren van regels en wetten in het werkproces. Treedt op als projectleider in complexe projecten en stelt projectplannen op
Vergunningverlener III (indicatief werk- en denkniveau MBO plus) • • • • •
Behandelt aanvragen voor vergunning, ontheffing en meldingen van minder complexe aard. Toetst en beoordeelt de minder complexe aanvragen aan de wet, regelgeving en verordeningen. Coördineert enkelvoudige vergunningaanvragen Stelt (concept) vergunningen op en motiveert het voorgestelde besluit. Treedt op als projectleider in uitvoeringsprojecten en stelt projectplannen op
Technische administratie (indicatief werk- en denkniveau MBO) • • • •
analyseert knelpunten op het gebied van de administratieve ondersteuning en secretariaatswerkzaamheden en adviseert over oplossingen verricht complexe secretarieel en administratief ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van het bestuur/directie verzorgt de organisatie en voorbereiding van uiteenlopende vergaderingen, congressen, symposia, seminars en andere bijeenkomsten. stelt (management)rapportages en overzichten op
Pagina 64 van 79
Handhaver I (indicatief werk- en denkniveau WO) • • • • • • •
verricht toezicht en handhavingswerkzaamheden op meerdere zeer complexe en brede beleidsterreinen analyseert en beoordeelt managementsystemen van zeer complexe inrichtingen adviseert bij procedures en vertegenwoordigt opdrachtgevers bij procedures (bijv. rechtbank / Raad van State) analyseert de ontwikkelingen in het vakgebied en adviseert het management hierover. treedt op als projectleider van integrale handhavingsprogramma’s adviseert het management en bestuur over complexe vergunningtechnische aangelegenheden neemt als lid van een Kernteam van RB-inspecteurs deel aan (multidisciplinaire) werkgroepen aangaande de dienstverlening en het (operationeel) beleid van de organisatie
Handhaver II (indicatief werk- en denkniveau HBO) • • • • •
verricht toezicht en handhavingswerkzaamheden op meerdere complexe en brede beleidsterreinen stelt uitvoeringsplannen, analyses en adviezen op fungeert als aanspreekpunt voor uit te voeren handhavingsprogramma’s adviseert bij bezwaar en beroep op een besluit adviseert binnen het vakgebied over het invoeren van regels en wetten in het werkproces.
Handhaver III (indicatief werk- en denkniveau MBO plus) • • •
verricht toezicht en handhavingswerkzaamheden op meerdere samenhangende beleidsterreinen volgt en analyseert ontwikkelingen op het gebied van handhaving stelt uitvoeringsplannen, analyses en adviezen op
Adviseur Financiën/controller (indicatief werk- en denkniveau HBO) • • • • •
ontwikkelt beleid en beheerinstrumenten op het totale gebied van financiën met de nadruk op planning en control toetst voorstellen op rechtmatigheid en doelmatigheid en verstrekt financiële informatie en ondersteuning adviseert en ondersteunt het lijnmanagement bij de uitvoering en implementatie van P&C instrumenten en multidisciplinaire vraagstukken en processen bewaakt en bevordert de samenhang met betrekking tot de toepassing van instrumenten op het totale gebied van financiën toetst en evalueert de naleving van kaders, richtlijnen en regelgeving op het gebied van financiën
Pagina 65 van 79
Adviseur P&O (indicatief werk- en denkniveau HBO) • • • •
ontwikkelt beleid en beheerinstrumenten op het totale gebied van Personeel en Organisatie met de nadruk op organisatie ontwikkeling/sturing en advies adviseert en ondersteunt de directie bij de uitvoering en implementatie van P&O instrumenten en multidisciplinaire vraagstukken en processen bewaakt en bevordert de samenhang met betrekking tot de toepassing van instrumenten op het totale gebied van personeel & organisatie toetst en evalueert de naleving van kaders, richtlijnen en regelgeving op het gebied van HRM-beleid
Juridisch adviseur (indicatief werk- en denkniveau WO) • • • •
ontwikkelt beleid en beheerinstrumenten op het totale gebied van juridische zaken geeft juridische advies en ondersteunt de directie bij de uitvoering van haar werkzaamheden. Is verantwoordelijk voor de bestuurlijk juridische inbreng in het proces van besluitvorming bij de RUD bewaakt en bevordert de samenhang met betrekking tot de toepassing van instrumenten op het totale gebied van juiridische kwesties. toetst en evalueert de naleving van kaders, richtlijnen en regelgeving op het gebied van juridische en inkoop aangelegenheden.
Pagina 66 van 79
Bijlage 4.
Profiel inrichtingen onder basistakenpakket
Bijlage 5.
Specialistische milieutaken
Op hoofdlijnen kan, in lijn met de activiteiten uit de kwaliteitscriteria 2.1, onderscheid gemaakt worden in onderstaande specialistische milieutaken die door de RUD voor één of meerdere gemeenten worden uitgevoerd. Onderstaande uitwerking is nog indicatief en onder voorbehoud van voldoende formatie (voor specifieke taken) binnen de RUD; in de af te sluiten DVO’s wordt het takenpakket per gemeente vastgelegd. Afvalwater (indirecte lozingen) Een deel van de hier genoemde taken (monsternames en analyse van deel van indirecte lozingen) wordt in 2013 nog uitgevoerd door het waterschap. Heerlen 1.
(Adviseren over) monsterneming, het beoordelen en het uitvoeren van (standaard) controles van lozingen die vallen onder algemene regels en vergunde indirecte lozingen. 2. Beoordelen van en adviseren over monsterneming strategieën (incl. bepalen parameters) en bemonsteringsopstellingen bij afvalwaterlozingen op riolering. 3. Onderzoek naar en advisering over mogelijkheden beperking afvalwaterstromen en/of beperking van de verontreinigings- of vervuilingsgraad van het te lozen afvalwater. 4. Adviseren over vergunningen of ontheffingen op het gebied afvalwaterlozingen en grondwaterlozingen (bij saneringen en bronneringen) in riolering of de bodem. 5. Adviseren over klachten en overtreding van regelgeving. Afvalwaterbemonstering (voor zover relevant) voor bedrijven die onder basistakenpakket vallen.
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen
Ja
IMD (Beek, Nuth en Stein) Ja, bij inrichtingen
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja, bij inrichtingen
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja, bij inrichtingen
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja, bij inrichtingen
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja, bij inrichtingen
Ja
Ja
Ja Ja
Bodem, bouwstoffen en water Heerlen 1.
Onderhouden, gebruiken en toegankelijk maken van informatie uit een Bodeminformatiesysteem (BIS). 2. Ondersteunen en adviseren in het kader van vergunningverlening en toezicht en handhaving, waaronder: a. laten uitvoeren, begeleiden bij en toetsen/controleren van bodemonderzoek/lozingonderzoek; b. beoordelen bodembeschermende voorzieningen (indien van toepassing: m.b.t. lozingenonderzoek); c. uitvoeren van het grondstromenbeheer in het kader van het besluit bodemkwaliteit; d. beoordelen (aanvragen) grondwateronttrekking, verlenen van de vergunning en uitvoeren toezicht en handhaving; e. beoordelen (aanvragen) koude-warmte opslagsysteem; f. beoordelen bodemsanering (noodzaak en plan), bodemonderzoek laten uitvoeren. 3. Adviseren in het kader van een eenvoudig „afwijkingsbesluit ; beoordelen bodemkwaliteit vanuit een oogpunt van volksgezondheid. 4. Adviseren in het kader van een complex „afwijkingsbesluit ; beoordelen geo-hydrologische situatie in relatie tot beoogde functie, beoordelen effecten van beoogde functies op waterkwaliteit, waterkwantiteit en waterveiligheid. Besluit bodemkwaliteit Adviseren aspect bodem bij WABO procedures (bouwen/RO) overleg bij gemeenten Verstrekken van (historische) bodeminformatie aan marktpartijen en particulieren Adviseren bij planning civiele werken Deelname aan diverse werkgroepen LWBG,BBL, regionaal bodem overleg, handhavingsoverleg bodem Mede toezicht houden c.q. de belangen van de gemeenten behartigen bij grote projecten zoals Grensmaas, afwerking
IMD (Beek, Nuth en Stein) Ja, wordt nu uitbesteed Ja
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee Ja voor de basistaken / bedrijven, met uitzondering van uitvoering van bodemonderzoek
Ja Ja Ja Ja
Ja
Ja
Pagina 69 van 79
Heerlen
IMD (Beek, Nuth en Stein)
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen
groeves, gipsdeponie, navoslocatie etc.
Externe veiligheid Heerlen 1.
2. 3.
4.
5. 6.
Inbrengen aspecten externe,- en procesveiligheid in het kader van vergunningverlening, toezicht en handhaving en het nemen van een afwijkingsbesluit (inclusief toepassing PGS richtlijnen). Het bijhouden van de EV-situatie (risicokaart).
Nee
IMD (Beek, Nuth en Stein) Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Vaststellen EV-situatie op basis van het RNVGS (relatie kunnen leggen tussen risicobronnen en ruimtelijke situatie en ontwikkelingen). Toetsen ontvankelijkheid QRA en het inhoudelijk beoordelen van het resultaat van een QRA.
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja, alleen voor vv voor basistaken / bedrijven Ja
Nee
Ja
Ja
Ja, voor basistaken / bedrijven
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja, voor basistaken / bedrijven Ja, voor basistaken / bedrijven
Heerlen
IMD (Beek, Nuth en Stein) Ja
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen
Ja
Ja (alleen adviseren)
Ja
Ja
Ja
Ja, voor inrichtinggebonden taken Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja, voor basistaken / bedrijven Ja, voor basistaken / bedrijven Ja, voor basistaken / bedrijven
Maken van QRA's in het kader van BEVI, RNVGS, Buisleidingen. Advisering ten aanzien van verantwoorden groepsrisico (inclusief beheersmaatregelen).
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen
Ja
Ja
Ja, voor basistaken / bedrijven
Ja, voor basistaken / bedrijven Ja, voor basistaken / bedrijven
Geluid
1.
Uitvoeren geluidsonderzoeken en daarover adviseren.
Ja, voor basistaken / bedrijven
2.
Inventariseren en controleren van invoergegevens.
3.
Opstellen en controleren van rekenmodellen.
4.
Bewerken van gegevens en databestanden met o.a. GIS. Bewerken van de berekeningsresultaten en toetsen aan de wet- en regelgeving en rapporteren. Beoordelen/toetsen van metingen in het kader van handhaving.
Ja, voor basistaken / bedrijven Ja, voor basistaken / bedrijven Ja, voor basistaken / bedrijven Ja, voor basistaken / bedrijven Ja, voor basistaken / bedrijven
5. 6.
Pagina 70 van 79
Heerlen 7.
Afgeven hogere waarde ontheffing.
8.
Beoordelen noodzaak voor onderzoek en beoordelen rapportages in het kader van de vergunningverlening, toezicht en het nemen van een afwijkingsbesluit. 9. Adviseren over geluidsaspecten (inclusief hanteren voorschriften). 10. Uitvoeren van trillingsonderzoeken.
IMD (Beek, Nuth en Stein) Ja
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen
Nee
Nee
Ja, voor basistaken / bedrijven
Ja
Ja
Nee (zit in bouwproces) Ja, ook meldingen
Ja, voor basistaken / bedrijven Ja, voor basistaken / bedrijven
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja, voor basistaken / bedrijven
Nee
Akoestisch onderzoek bij melding Zonebeheer industrieterreinen: Het zonebeheer van industrieterreinen (niet van regionaal belang) betreft een gemeentelijke taak sinds de nieuwe Wet geluidhinder van d.d. 1-1-2007. In overleg met GS is besloten het gezoneerde terrein ‘Haven Stein’ door GS te laten beheren. Overleg/advies met de deelnemende gemeenten ter zake WABO-aanvragen. Het uitvoeren van saneringsprojecten wegverkeer- en railverkeerslawaai in samenwerking met een akoestisch adviseur en coördineren/begeleiden wat betreft de technische en financiële aspecten van de saneringsprojecten. Het in regionaal verband opstellen van verkeersmilieukaarten en geluidsbelastingkaarten conform de Europese richtlijn Omgevingslawaai. het afhandelen c.q. adviseren ter zake geluidklachten.
Ja
Ja Ja
Ja Ja
Ja
Ja
Groen en ecologie Heerlen 1.
Nee
2.
Beoordelen of er sprake is van een bijzondere omstandigheid “groen en ecologie” in het kader van de omgevingsvergunning. Uitzetten en beoordelen van ecologisch onderzoek.
3.
Uitvoeren van ecologisch onderzoek.
Nee
4.
Adviseren bij ontheffingen Natuurberschermingswet,
Nee
Nee
IMD (Beek, Nuth en Stein) Ja, alleen voor Stein
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen
Ja
Ja
Ja, onderdeel van vergunningproces
Ja, alleen voor Stein Ja, alleen voor Stein Ja, alleen voor
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja, onderdeel van vergunningproces Ja, onderdeel van vergunningproces Ja, onderdeel van
Pagina 71 van 79
Heerlen Flora en Faunawet, Boswet, Wro en afwijkingsbesluiten.
IMD (Beek, Nuth en Stein) Stein
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen vergunningproces
Luchtkwaliteit Heerlen 1.
2.
3.
4.
5.
6.
IMD (Beek, Nuth en Stein) Ja
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen
Ja
Ja
Ja, voor basistaken / bedrijven
Bepalen of van onderzoeksplicht of noodzaak sprake is (o.a. op basis van het Besluit luchtkwaliteit), en zo ja het kunnen bepalen welk rekenmodel van toepassing is. (Laten) uitvoeren van luchtonderzoeken met toepassing van het NNM en CAR model (of een SRM3 model) a. inventariseren en controleren van invoergegevens; b. bewerken van gegevens en databestanden; c. bewerken van de berekeningsresultaten.
Ja, voor basistaken / bedrijven
Ja, voor basistaken / bedrijven
Ja
Nee
Ja
Ja, voor basistaken / bedrijven
Het uitvoeren van luchtonderzoeken met behulp van complexe rekenmodellen (juiste input leveren en output genereren). Het beoordelen en interpreteren van rapportages (van interne of externe adviseurs) en daarover adviseren i.h.k.v. de vergunningverlening, handhaving en het nemen van een afwijkingsbesluit. Het beoordelen van geurrapportage.
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja, voor basistaken / bedrijven
Ja, het toepassen van de wet geurhinder
Ja
Ja
Ja, voor basistaken / bedrijven
Ja, voor basistaken / bedrijven
Ja
Ja
Ja
Ja, voor basistaken / bedrijven
Nee
Nee
Ja
Ja, voor basistaken / bedrijven Ja, voor basistaken / bedrijven
Het uitvoeren van emissiemetingen en geuronderzoeken.
Het jaarlijks rapporteren ten behoeve van het Nationaal Samenwerkingsplan Luchtkwaliteit en de daarmee samenhangende werkzaamheden in de vorm van controleren van invoergegevens van modellen en eventueel laten aanpassen van verkeersmodellen.
Ja
Pagina 72 van 79
Klimaat en energie Heerlen 1.
Bepalen of van onderzoeksplicht of noodzaak sprake is, en zo ja het kunnen bepalen welk rekenmodel van toepassing is. 2. (Laten) uitvoeren van energieonderzoeken a. inventariseren en controleren van invoergegevens; b. bewerken van gegevens en databestanden; c. bewerken van de berekeningsresultaten. 3. Het uitvoeren van energieonderzoeken met behulp van complexe rekenmodellen (juiste input leveren en output genereren). 4. Het beoordelen en interpreteren van rapportages (van interne of externe adviseurs) en daarover adviseren i.h.k.v. de vergunningverlening, handhaving en het nemen van een afwijkingsbesluit. 5. Het beoordelen van energierapportage. (mede-) opzetten, coördineren en uitvoeren gemeentelijk energie- en klimaatbeleid Namens de gemeenten Beek en Stein projectcoördinator/trekker van het Groene Net Advies- en vraagbaakfunctie energie/klimaat
Nee
IMD (Beek, Nuth en Stein) Ja
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja Ja
Ja
Ja
Nee
Ja Ja
Pagina 73 van 79
Meldingsplichtige inrichtingen Heerlen 1.
2.
Administratieve afhandelen van meldingen Activiteitenbesluit, incl. opleggen van maatwerkvoorschriften. a. het verzorgen van de registratie van inrichtingen zaakgegevens, b. de ondersteuning van het bevoegd gezag bij het vooroverleg, c. het adviseren aan het bevoegd gezag over de ontvankelijkheid en de technische en eventueel juridische inhoud van ingediende meldingen (incl. indieningsvereisten), beschikkingen en concept meldingen, inclusief specialistisch advies over de meldingen. d. het opstellen en versturen van het verweerschrift en het voeren van verweer ter zitting bij bezwaar en beroep. Milieutoezicht op meldingsplichtige en nietmeldingsplichtige inrichtingen die niet onder de branches van het basistakenpakket vallen. a. het voorbereiden van alle controles naar aanleiding van een controleprogramma, een klacht of melding (Activiteitenbesluit of ongewoon voorval) of een verzoek om handhaven/gedogen, b. het uitvoeren van controles en eventuele hercontroles, c. de rapportage over de (her)controles, verzorgen van de vooraankondiging, behandeling van zienswijzen en de advisering aan het bevoegd gezag over een handhavingsbesluit, d. het opstellen en versturen van het verweerschrift en het voeren van verweer ter zitting bij bezwaar en beroep.
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen
Nee
IMD (Beek, Nuth en Stein) Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Pagina 74 van 79
Heerlen Nee Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
3. 4. 5.
Gebiedsadvisering (zoals bestemmingsplannen, majeure projecten, bedrijfsverplaatsingen en/of -vestigingen ) Voorbereiding van ontheffingen vervoer gevaarlijke stoffen Voorbereiding van vuurwerkvergunningen Voorbereiding van stookverboden Voorbereiding van APV ontheffingen geluid
IMD (Beek, Nuth en Stein) Ja
Nee Nee Nee
Ja Ja
Ja Ja Ja
Nee Nee Nee
6.
Voorbereiding van vergunningen sloop (met asbest)
Nee
Nee
7. Voorbereiding van vergunningen Wet bodembescherming 8. Afhandeling van BUS meldingen Adviseren/ondersteunen c.q. het uitvoeren van geluidmetingen bij evenementen/popfestivals etc. Het invullen/beantwoorden/afhandelen van vragen van ministeries, raden, colleges van burgemeester en wethouders, burgers/bedrijven etc. voorjaarsnota’s e.d. Het adviseren/ondersteunen bij het opstellen van begrotingen c.q. rekeningen Het deelnemen aan diverse interne/externe overleggen bijv. werkgroep grote projecten, bij klachten, met politie etc. Overleg deelnemende gemeente strijdigheid bestemmingsplannen c.q. aanvragen om (milieu-) omgevingsvergunningen
Nee Nee
Nee Nee
Ja Ja Ja (m.u.v evenementen) Nee (onderdeel bouwproces) Ja Ja
1. 2.
Maastricht
Meerssen
Sittard-Geleen
Ja
Nee
Nee
Ja Ja
Ja Ja Ja
Pagina 75 van 79
Nee Nee Ja
Bijlage 6.
Berekening van de formatie
Pagina 77 van 79
Bijlage 7.
Checklist criteria RUD vorming
Versie 1.0, 26 februari 2011 Deelname door gemeenten, provincies, waterschappen aan de RUD(‘s) 1. Het werkgebied van elke RUD is congruent met dat van de Veiligheidsregio(’s). 2. De grenzen van de Veiligheidsregio worden niet overschreden. 3. Gemeenten worden bij voorkeur deelnemer in (eigenaar van) de RUD. 4. Contracterende gemeenten dragen bij aan de afdekking van de financiële risico’s van de RUD 5. Contracterende gemeenten committeren zich aan de afspraken die door de RUD worden gemaakt met OM en politie. 6. De provincie neemt deel in (wordt de provincie eigenaar van) de RUD(‘s). 7. Elke RUD werkt samen met de waterschappen in de provincie. 8. Elke RUD is uiterlijk 1 januari 2013 operationeel. Basistakenpakket RUD(‘s) 9. De provinciale taken uit het basistakenpakket worden overgedragen aan elke RUD in de provincie. 10. Elke gemeente draagt alle taken uit het landelijk basistakenpakket over aan de RUD in de regio. 11. Gemeenten en provincies dragen bij voorkeur meer taken dan de basistaken over aan de RUD(‘s). Robuustheid van vorm en structuur van de RUD(‘s) 12. De RUD’s zijn bij voorkeur een openbaar lichaam in de zin van de Wgr. 13. Indien een RUD geen openbaar lichaam zou zijn wordt de kans uitgesloten dat een of enkele gemeentebesturen het functioneren/voortbestaan van de RUD kunnen bepalen. 14. Elke RUD is in staat continuïteit in de dienstverlening (en termijnen) te bieden – ook in piektijden - tegen overeengekomen kosten en conform de eisen van de deelnemers/opdrachtgevers. 15. Elke RUD is financieel gezond. 16. Elke RUD beschikt over een bestuursstructuur en financieringsstructuur die de continuïteit en toekomstbestendigheid van de RUD als zodanig waarborgen. 17. Elke RUD presenteert een begroting en jaarrekening aan deelnemers/opdrachtgevers. 18. Elke RUD beschikt over voldoende kritieke massa (volgens de KPMG-criteria) voor de aan de RUD opgedragen taken en de bsb-bevoegdheid milieu1. 19. Elke RUD beschikt over voldoende capaciteit en kwaliteit om te voldoen aan: a. de wettelijke eisen en termijnen, b. de eisen van programmatisch handhaven, zoals neergelegd in BOR/MOR, c. de eventuele aanvullende eisen van de deelnemers/opdrachtgevers, en d. continue kwaliteitsverbetering en innovatie. 20. Elke RUD beschikt over voldoende bezoldigde milieuboa’s afgezet tegen werkterrein, takenpakket en de bsb-bevoegdheid milieu. 21. Elke RUD is zo georganiseerd dat de RUD kan functioneren als opdrachtnemer voor de uitvoering van rijkstaken en waterschapstaken en beschikt de RUD ter zake over voldoende organiserend vermogen. 22. Elke RUD is bereid om met het Rijk te overleggen over een uniforme invulling van de relatieopdrachtgeveropdrachtnemer ten aanzien van de uitvoering van rijkstaken. Robuustheid van werken en werkwijze van de RUD(‘s) 23. Elke RUD beschikt over een helder vastgelegde administratieve organisatie en de daarin opgenomen processen en procedures zijn voor alle deelnemers/opdrachtgevers eenduidig en hanteerbaar. 24. Er bestaan geen verschillen tussen de administratieve organisaties van de RUD’s in de provincie. 25. De RUD-directeur is gemandateerd tot: a. Het maken van afspraken met OM, politie en landelijke inspectie- en opsporingsdiensten, waaronder het periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen met het OM en de politie ; b. het afsluiten van samenwerkingsarrangementen met andere RUD-directeuren, en c. het toepassen van de bsb bevoegdheid milieu d. het toepassen van bestuurlijke sancties (behoudens in politiek gevoelige zaken). 26. De RUD-directeur is in staat tot: a. het vaststellen van de prioriteiten en het werkprogramma van de RUD, op basis van onder meer het handhavingsarrangement met het OM en de politie, de opdrachten van de betrokken besturen en de vastgestelde landelijke prioriteiten. b. de aansturing van de uitvoering van het werkprogramma door de medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de taken van de RUD. 27. Elke RUD is in staat tot goed werkgeverschap en professioneel HRM-beleid. 28. Elke RUD is in staat te functioneren als het milieutoezichtsloket voor in ieder geval de bedrijven die onder het basistakenpakket vallen.
29. Elke RUD is in staat te functioneren als schakel in de interregionale en landelijke samenwerking met andere ketenpartners bij de aanpak van regio-overschrijdende(keten)overtredingen. 30. Elke RUD is in staat continuïteit te bieden in de uitvoering (en termijnen) –ook in piektijden- van de afspraken die zijn gemaakt met OM en politie en andere RUD’s of andere ketenpartners. Afstemming tussen de RUD’s en het OM en de politie 31. De afstemming tussen de RUD’s en het OM en de politie is geborgd, dat wil zeggen dat elke RUD (en alle RUD’s tezamen) zo moet(en) zijn vormgegeven en georganiseerd, dat samenwerking en afstemming - met betrekking tot informatie-uitwisseling, toezicht en opsporing - met het OM, de politie en de landelijke inspectie- en opsporingsdiensten mogelijk is op: a. strategisch niveau: beleidsmatig (prioriteiten, handhavingsarrangementen, etc.), b. tactisch niveau (bijvoorbeeld werkvoorbereiding), c. operationeel niveau (concrete signalen en concrete zaken). 32. Elke RUD beschikt over de voorzieningen en de kritieke massa om deel te kunnen nemen in de gemeenschappelijke informatiehuishouding Inspectieview Milieu en te voldoen aan de daaruit voortvloeiende eisen, waaronder een informatie-organisatie met de functionaliteiten: informatieknooppuntinfodesk, informatie-analyse en informatiemakelaardij. 33. De RUD-directeur heeft mandaat van de deelnemers/opdrachtgevers: a. voor het vervullen van een coördinerende rol tussen de bestuurlijke en de strafrechtelijke kolom, en b. voor het maken van afspraken met OM, politie en landelijke inspectie- en opsporingsdiensten, waaronder periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen met OM en politie. 34. Er is in elke regio voorzien in een ‘politiek-bestuurlijk gevoelige zaken overleg’ van de RUD-directeur met het OM, betrokken bestuurders. 35. De RUD participeert in een bestuurlijk handhavingsoverleg van OM, politie en andere ketenpartners. 36. De RUD-directeur is in staat tot het maken van afspraken met de politie c.q. de korpschef en het FP3 over het gebruik van opsporingsbevoegdheid door en de kwaliteit van de bij de RUD werkzame BOA’s. 37. Elke RUD is in staat samen te werken met de landelijk opererende handhavingsorganisaties, zoals de rijksinspecties, en de hiervoor als het aanspreekpunt voor die organisaties aan te wijzen RUD. 38. Elke RUD heeft de intentie interregionaal en landelijk samen te werken met andere ketenpartners t.b.v. aanpak regio-overschrijdende problemen. 39. Elke RUD is eventueel in staat om de in het werkgebied van de RUD werkzame milieuboa’s van nietlandelijke werkgevers4, in samenwerking met en met ondersteuning van de politie (RMT’s), aan te sturen. 40. Elke RUD is bereid bij te dragen aan een zo veel mogelijk landelijk uniform functioneren op basis van een één-concerngedachte, door bijvoorbeeld deelname aan overleg van voorzitters en directeuren van RUD’s of het poolen van expertise en opleidingen. 41. RUD heeft intentie te werken op basis van landelijk vast te stellen kader voor toezicht en opsporing (prioriteitstelling, rolverdeling RUD/OM en politie, interventiestrategieën).
Pagina 79 van 79