Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Inhoud Adresgegevens
1
1.
2
Organisatie en inrichting van het onderwijs 1.1
Inleiding
2
1.2
Doelstelling van de opleiding
2
1.3
Eindkwalificaties
2
1.4
Inhoud en opzet van de opleiding
3
1.5
De toelating
3
1.6
Taken en verantwoordelijkheden van de opleidingsinstelling
3
1.7
Vrijstelling
4
1.8
Opleidingscommissie
4
1.9
Examencommissie
5
1.10 Kosten
5
1.11 Website en elektronische leeromgeving
5
1.12 Registratie als gezondheidszorgpsycholoog
5
1.13 Registratie als orthopedagoog generalist NVO
5
1.14 Nederlands Instituut van Psychologen (NIP)
6
1.15 Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO)
6
1.16 Nederlandse Vereniging voor Gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen (NVGzP)
2.
6
Het cursorisch onderwijs
7
2.1
Modules
7
2.2
Overleg met SPON
9
2.3
Literatuur en casussen
9
2.4
Bibliotheek en testotheek
9
2.5
Evaluatie en beoordeling
9
2.6
Aanwezigheidsverplichting
10
2.7
Locatie
10
3.
Het praktijkonderwijs
11
3.1
Omvang en organisatie
11
3.2
P-opleider en praktijkopleider
11
3.3
Werkbegeleider
12
3.4
Supervisor
12
3.5
Algemeen opleidingplan en individueel opleidingsplan
13
3.6
Praktijktoetsen
14
3.7
Portfolio en vervolg opleidingsplan
14
3.8
Evaluatie en beoordelingsprocedure
15
Bijlage
Plan praktijkopleiding
11
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Adresgegevens Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU SPON - Postdoctorale Opleidingen Postadres
:
Postbus 6909 6503 GK NIJMEGEN
Bezoekadres
:
Toernooiveld 5 6525 ED NIJMEGEN
Telefoon Fax E-mail Internet
: : : :
(024) 361 25 11 (024) 361 61 17
[email protected] www.spon-opleidingen.nl
Voorzitter SPON
:
Drs. D.F.L. Olthof MHA
Hoofd SPON
:
Drs. Monic Schijvenaars
Hoofdopleiders
: : : :
Prof. dr. Marc Verbraak (hoofdopleider GZ V&O en GZ K&J) Prof. dr. Eni Becker (hoofdopleider GZ V&O i.s.m. CCD) Drs. Fiona van Dijk (plaatsvervangend hoofdopleider GZ K&J en GZ V&O i.s.m. CCD) Dr. Wiede Vissers (opleider GZ V&O)
Coördinatoren
: : : :
Dr. Jan-Wilm Delicat (GZ K&J) Drs. Annemarie Glorie (GZ V&O) Drs. Hella Koonen (GZ V&O) Drs. Olga Vandewall (GZ V&O)
Secretariaat
: Ilse Burgwal (GZ K&J) : Betsie Hartman (GZ K&J) : Carla Kersten (GZ V&O) : Lianne te Pas (GZ V&O)
Plan praktijkopleiding
12
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
1. 1.1
Organisatie en inrichting van het onderwijs Inleiding De opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (gz-opleiding) is een postdoctorale beroepsopleiding voor psychologen en pedagogen die werkzaam willen zijn in de gezondheidszorg. De opleiding kent twee varianten. Eén gericht op kinderen & jeugdigen en één gericht op volwassenen & ouderen. De minister van VWS heeft met het inwerking stellen van de Wet BIG Nederland in zes regio’s verdeeld en het SPON in Nijmegen daarbij aangewezen als erkende opleidingsinstelling voor de regio Oost Midden Nederland. Deze opleidingsinstelling bestaat uit het Samenwerkingsverband van de Radboud Universiteit (RU) Nijmegen en de Stichting Praktijkinstellingen van de postdoctorale ggz opleidingen Oost Nederland, hierna aangeduid als SPON. De organisatie wordt uitgevoerd door de afdeling SPON - Postdoctorale Opleidingen, onderdeel van de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen. Het SPON participeert in het Landelijk Overleg van GGZ-Opleidingsinstellingen (LOGO) dat afstemming en samenwerking van de zes opleidingsinstellingen tot doel heeft. In deze studiegids staat informatie over de organisatie en inrichting van de opleiding, over het cursorisch onderwijs en over het praktijkonderwijs.
1.2
Doelstelling van de opleiding De doelstelling van de gz-opleiding is om de basispsycholoog op te leiden tot een competente gzpsycholoog. De gz-psycholoog is een breed opgeleide professional en werkzaam in vele settings waarin cliënten met diverse problematiek zich aanmelden. Ongeveer de helft van de gz-psychologen werkt in de geestelijke gezondheidszorg, de andere helft in de somatische zorg, in forensische instellingen, de verslavingszorg, de jeugdzorg, gehandicaptenzorg en in sectoren buiten de gezondheidszorg. Binnen deze sectoren werkt hij als zelfstandig diagnosticus en behandelaar van psychische stoornissen en psychische aspecten van lichamelijke ziekten, invaliditeit en problemen in de persoonlijke levenssfeer. Hij richt zich in eerste instantie op kortdurende hulpverlening van lichte tot matig complexe problematiek. De gz-psycholoog werkt zowel intra- als interdisciplinair. Het competentieprofiel van de gz-psycholoog is te vinden op Moodle en in het Handboek voor gzpsychologen (pagina 37 en verder).
1.3
Eindkwalificaties Tot het takenpakket van de gz-psycholoog behoren onder meer het verrichten van psychologische en orthopedagogische diagnostiek met behulp van tests, observaties en interviews met als doel de problematiek van de cliënt of het cliëntsysteem in kaart te brengen, te begrijpen en een adequate aanpak te formuleren. Tevens kenmerkend in zijn takenpakket is de indicatiestelling. Het toewijzen van de cliënt aan de meest geschikte behandeling of begeleiding is daarbij het doel. In veel gevallen is de gzpsycholoog ook degene die behandelingen en begeleiding initieert en uitvoert. Dat betreft doorgaans kortdurende en klachtgerichte interventies waarvan een aantal in protocollen en richtlijnen zijn beschreven. Ook het aansturen van anderen in het uitvoeren van (delen van) behandelingen behoort tot de taken, evenals het leidinggeven aan behandelteams. Diagnostiek, indicatiestelling en behandeling richten zich op uiteenlopende problematiek die kan variëren van enkelvoudig tot meer complex, die de gehele levensloop omvat. Te denken valt hierbij aan emotionele en gedragsproblemen, het leren omgaan met verworven aandoeningen en het zich leren aanpassen aan nieuwe levensfasen. Hoewel de gz-psycholoog qua diagnostiek en indicatiestelling zeker het hele veld overziet, behoren persoonlijkheidsproblematiek en meervoudige diagnoses doorgaans minder tot de behandeltaken van de gz-psycholoog. Binnen de beroepsuitoefening werkt de gz-psycholoog met aan het domein aanpalende specialisten, zoals de klinisch psycholoog, psychiater, psychotherapeut en orthopedagoog samen. Daarnaast werkt hij samen met verschillende andere professionals als verpleegkundigen, fysiotherapeuten en maatschappelijk werkers.
1.4
Inhoud en opzet van de opleiding De gz-opleiding omvat tenminste 3600 uur (exclusief literatuurstudie) en is als volgt opgebouwd: CURSUS
Diagnostiek Plan praktijkopleiding
PRAKTIJK
Contacturen
Praktijkopdrachten
Werkzaamheden
Supervisie
200
100
1116
36
13
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Indicatiestelling
40
20
279
9
Behandeling
200
100
1116
36
Overige taken
40
20
279
9
Totaal
480
240
2790
90
Het cursorisch programma van 480 uur volgt u in 2 jaar. Voor het cursorisch programma geldt een strikte aanwezigheidsverplichting en er wordt intensieve voorbereiding verwacht in de vorm van literatuurstudie en praktijkopdrachten. Daarnaast bestaat de opleiding uit een praktijkdeel van twee tot vier jaar waarin u tenminste 16 uur per week omschreven praktijkervaring moet opdoen onder begeleiding van een erkend praktijkopleider en werkbegeleider en met omschreven supervisie van erkende supervisors. Dit deel van de opleiding vindt plaats binnen een praktijkopleidingsinstelling, waarmee bindende afspraken zijn gemaakt over de inhoud en organisatie van de praktijkopleiding. Onder eindverantwoordelijkheid van de hoofdopleider geven docenten vorm aan het cursorisch programma en praktijkopleiders aan het praktijkprogramma. De opleiding is erop gericht theorie en praktijk zinvol met elkaar te verbinden. Deze opleiding heeft een beperkte opleidingscapaciteit en stelt hoge eisen aan de kandidaten voor de opleiding. Ook zijn er formele toelatingsvoorwaarden.
1.5
De toelating Een doctoraalopleiding of universitaire Masteropleiding in de psychologie, pedagogiek of geestelijke gezondheidkunde is een vereiste voor deelname aan de opleiding. Daarnaast moeten alle kandidaten aan een omschreven aantal onderdelen hebben voldaan (vastgesteld op de LOGO-verklaring). Tot slot dienen kandidaten door een erkende praktijkinstelling te worden voorgedragen voor de gz-opleiding. Erkende praktijkinstellingen worden aangewezen door het SPON. De selectie van deelnemers voor de opleiding vindt in eerste instantie in de praktijk plaats. Soms worden interne kandidaten uit de praktijkinstellingen voorgedragen, in andere gevallen wordt een vacature opgesteld waarna een sollicitatieprocedure wordt gevolgd. De praktijkopleider en sollicitatiecommissie dragen op basis van deze procedure een kandidaat voor aan de hoofdopleider, die in een toelatingsgesprek vaststelt of de kandidaat tot de opleiding kan worden toegelaten. Na toelating tot de opleiding neemt de praktijkinstelling de deelnemer voor de duur van de opleiding in dienst. De verplichtingen van de opleidingsinstelling (SPON), praktijkinstelling en deelnemer worden vastgelegd in de opleidingsovereenkomst.
1.6
Taken en verantwoordelijkheden van de opleidingsinstelling Het secretariaat is het eerste aanspreekpunt van de opleiding. Hier komen post en telefoon binnen. Alle producten bestemd voor deelnemers, docenten, praktijkopleiders en de diverse commissies komen van het secretariaat. Voor allerlei algemene vragen kunt u hier terecht.
De organisatie van de opleiding berust bij de coördinator van het SPON. De coördinator: • is het aanspreekpunt voor alle individuele kwesties met betrekking tot de opleiding van cursisten, docenten, praktijkopleiders en directies waarvoor de bestaande regelingen en afspraken geen uitkomst bieden; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de werving van opleidingsplaatsen; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de sollicitatie- en selectieprocedure van kandidaten; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor het overleg over de invulling en evaluatie van de opleidingsroutes (praktijk en theorie) met docenten, praktijkopleiders, cursisten en hoofdopleiders; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de studievoortgangbewaking van cursisten; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de noodzakelijke erkenningprocedures van de opleiding en de cursorische onderdelen; • is ambtelijk secretaris van de regionale opleidingscommissie gz; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de financiële afhandeling en budgetbewaking van de opleiding tot gz-psycholoog; • participeert in het landelijk overleg van hoofdopleiders en coördinatoren (HCO) van het Landelijke Overleg GGZ Opleidingsinstellingen (LOGO); • participeert in ontwikkeltaken op het gebied van de postdoctorale GGZ-opleidingen. Plan praktijkopleiding
14
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU De inhoudelijke eindverantwoordelijkheid voor de opleiding berust bij de hoofdopleider van de opleiding. De hoofdopleider: • is eindverantwoordelijk voor het geheel van de opleiding en mede verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling van de postdoctorale opleidingen; • is verantwoordelijk voor selectie en aanname van deelnemers; • adviseert de Stichting Praktijkinstellingen over de aanwijzing van de opleidingsplaatsen en de voordracht van praktijkopleiders; • is verantwoordelijk voor de keuze van docenten; • is eindverantwoordelijk voor de evaluatie en de daarop mede gebaseerde bijstellingen van het cursorisch programma en van individuele praktijkopleidingroutes; • is aanspreekbaar voor individuele opleidingsproblemen wanneer deze niet in overleg met betrokken docenten, praktijkopleider, supervisor of coördinator opgelost kunnen worden; • is voorzitter van de regionale overlegorganen en de examencommissie en is adviseur van de Stichting Praktijkinstellingen en vertegenwoordigt de opleiding in landelijke organen. De hoofdopleider, coördinator en managementassistent werken in één team samen aan de organisatie van een of meerdere opleidingsgroepen.
1.7
Vrijstellingen In het landelijk overleg van hoofdopleiders en coördinatoren van de gz-opleidingen is een vrijstellingenbeleid vastgesteld. Deze regeling is op Moodle te vinden. Voor het praktijk-onderwijs is geen vrijstelling mogelijk.
1.8
Opleidingscommissie De opleidingscommissie adviseert de hoofdopleider gevraagd en ongevraagd over alle zaken met betrekking tot het onderwijs. Daarnaast is de opleidingscommissie een belangrijk orgaan voor de kwaliteitsbewaking van het onderwijs. In de opleidingscommissie hebben alle hoofddocenten van de modules, een aantal praktijkopleiders en een afvaardiging van de deelnemers aan de opleiding zitting. In de regel komt de commissie vier keer per jaar bijeen. Deelnemers aan de opleiding die graag deel willen nemen aan de commissie kunnen dit bij de secretaris van de commissie kenbaar maken. Voor deelname aan de vergaderingen is vergoeding geregeld. Opleidingscommissie GZ K&J Voorzitter: Fiona van Dijk Secretaris: Jan-Wilm Delicat Opleidingscommissie GZ V&O Voorzitter: Marc Verbraak Secretaris: Olga Vandewall
1.9
Examencommissie De examencommissie bewaakt de naleving van het examenreglement en beoordeelt ieder jaar de studievoortgang van alle deelnemers aan de opleiding. Ook beoordeelt de examen-commissie aan het eind van de opleiding of een deelnemer zijn of haar diploma in ontvangst kan nemen. De examencommissie bestaat uit dezelfde personen als de opleidingscommissie minus de afvaardiging van de deelnemers aan de opleiding.
1.10
Kosten Het cursusgeld voor de gz-opleiding wordt jaarlijks door het SPON-bestuur vastgesteld en op de website (www.spon-opleidingen.nl) gepubliceerd. Het bedrag dient in vastgestelde betalingstermijnen te worden voldaan. In sommige gevallen betaalt de praktijkinstelling naast het salaris ook (een deel van) de opleidingskosten. Hierover maken de deelnemers zelf afspraken met de praktijkinstelling. De afspraken kunnen aan het secretariaat van het SPON worden doorgegeven. Daarnaast zijn er kosten verbonden aan de benodigde literatuur. Per module wordt aangegeven welke boeken aangeschaft moeten worden. De totale kosten hiervoor liggen om en nabij de € 1.000,- en zijn in principe voor rekening van de deelnemer. De cursuskosten voor de gz-opleiding zijn fiscaal aftrekbaar. Voor de belastingdienst ontvangen de deelnemers een verklaring van het SPON.
1.11
Website en elektronische leeromgeving Op de website (www.spon-opleidingen.nl) vindt men algemene informatie over de opleidingen, antwoorden op veel gestelde vragen, nieuws en contactinformatie. Via de website kan men ook inloggen op Moodle; de elektronische leeromgeving van SPON. Moodle (moodle.spon-opleidingen.nl) bevat alle cursusinformatie en veel cursusmateriaal, maar ook specifieke opleidingsinformatie, opleidingseisen, roosters, de praktijkopleiding en handleidingen.
Plan praktijkopleiding
15
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU Voor Moodle ontvangen deelnemers een wachtwoord. Iedereen die toegang heeft tot het systeem krijgt verschillende rechten. Een docent ziet andere dingen dan een praktijkopleider of een piog. Over het hele systeem ligt een rollen- en rechtenbeleid: afhankelijk van uw rol krijgt u bepaalde gegevens te zien. De deelnemer heeft toegang tot Moodle tot het moment waarop hij het getuigschrift ontvangt. Deelnemers onderhouden in Moodle hun persoonlijke portfolio. Alleen de deelnemer, de betreffende praktijkopleider, hoofdopleider en medewerkers van het SPON hebben toegang tot de pagina waarin dit portfolio is opgeslagen. Om de privacy te beschermen blijft de toegang tot het praktijkdeel van Moodle beperkt tot deze kleine groep gebruikers.
1.12 Registratie als gezondheidszorgpsycholoog BIG Twee keer per jaar vindt er een officiële diploma-uitreiking plaats. Diegenen van wie de examencommissie heeft bepaald dat ze hun diploma in ontvangst mogen nemen kunnen aan de uitreiking deelnemen. Met een afschrift van het diploma kunt u vervolgens de BIG-registratie aanvragen. Na inschrijving in het BIG-register mag men zich pas gezondheidszorgpsycholoog noemen. Tot die tijd mogen deelnemers aan de opleiding zich psycholoog of pedagoog of geestelijk gezondheidkundige in opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog noemen. In de opleiding gebruiken we hiervoor de afkorting piog. De term gz-psycholoog in opleiding (GIO) is juridisch niet correct en mag niet gehanteerd worden. Meer informatie over de registratie als gz-psycholoog is te vinden op www.bigregister.nl.
1.13 Registratie als orthopedagoog generalist NVO Voor deelnemers aan de gz-opleiding met variant kinderen & jeugdigen bestaat op dit moment een overgangsregeling om na de gz-opleiding te kunnen voldoen aan de eisen van de NVO voor registratie als orthopedagoog generalist. De meest recente informatie hierover vindt u op www.nvo.nl.
1.14
Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) Deelnemers aan de opleiding ontvangen van het SPON een verklaring waarmee bij het NIP tegen een gereduceerd tarief een lidmaatschap kan worden aangevraagd (voor deelnemers met psychologie als vooropleiding).
1.15
Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) Deelnemers aan de opleiding ontvangen van het SPON een verklaring waarmee bij de NVO tegen een gereduceerd tarief een lidmaatschap kan worden aangevraagd (voor deelnemers met pedagogische wetenschappen als vooropleiding).
1.16 Nederlandse Vereniging voor Gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen (NVGzP) Deelnemers aan de opleiding ontvangen van het SPON een verklaring waarmee bij de NVGzP tegen een gereduceerd tarief een lidmaatschap kan worden aangevraagd.
Plan praktijkopleiding
16
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
2. 2.1
Het cursorisch onderwijs Modules Het cursorisch programma van de Nijmeegse gz-opleiding is opgedeeld in grote thematische modules. Naast een aantal algemeen inleidende modules over psychodiagnostiek, indicatiestelling en behandeling, en een vignettenreeks, is het opleidingsprogramma geordend op basis van een aantal klachtgebieden. Met behulp van literatuur, casuïstiek, rollenspelen en videodemonstraties gaan de docenten per module systematisch in op het proces van diagnostiek, indicatiestelling en behandeling bij de betreffende klachten. Weerkerende aspecten zoals psychopathologie en normaliteit, psychodiagnostiek, etiologie en epidemiologie, behandelmogelijkheden vanuit verschillende psychotherapeutische referentiekaders (o.a. cognitieve gedragstherapie, cliëntgerichte benadering, psycho-dynamische benadering, waar opportuun), multidisciplinaire richtlijnen en de protocollaire, klachtgerichte en procesgerichte benaderingen komen per module aan bod. Ook is er telkens aandacht voor de specifieke benadering van de verschillende leeftijdscategorieën en het levensloopperspectief. Elke module bestaat uit een aantal bijeenkomsten. Een bijeenkomst beslaat 3 uur (exclusief pauze). Het SPON streeft voor iedere cursusgroep naar één vaste lesdag per week. Voor de GZ V&O is dat de maandag of de woensdag, voor de GZ K&J is dat de dinsdag of de donderdag. De bijeenkomsten vinden plaats op de ochtend en in de middag of in de middag en de avond. Het SPON behoudt het recht om gedurende de opleiding uit te wijken naar een ander dagdeel of andere dag, al naar gelang de beschikbaarheid van docenten. Naast het verplicht bijwonen van de bijeenkomsten wordt van de deelnemers verwacht dat ze opgegeven literatuur bestuderen en (praktijk)opdrachten maken. Voor ieder contactuur gaan we uit van één uur voorbereiding in de vorm van literatuurstudie en een half uur in de vorm van (praktijk)opdrachten. Deelnemers aan de opleiding ontvangen voor aanvang van een nieuwe module een modulewerkboek via Moodle waarin de opzet van de module omschreven staat en waarin literatuur is opgenomen die voor de betreffende module aangeschaft en bestudeerd moet worden. Nieuw in onze gz-opleiding is de startweek. In de eerste week van de opleiding biedt SPON een programma aan waarbij de piog direct aan de slag gaat met thema’s die gedurende de opleiding en carrière als gz-psycholoog een belangrijke rol spelen. In 4 dagen tijd wordt kennis gemaakt met groepsdynamica, culturele aspecten van de hulpverlening, gezondheidsrecht en ethiek en wetenschappelijke attitude. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het competentiegericht opleiden en de praktijkopleiding. Hiervoor nodigt SPON ook de praktijkopleider uit. Het globaal programma voor de GZ K&J ziet er als volgt uit1: Periode
Aantal bijeenkomsten
Module (hoofddocent)
1
14
Systemische perspectieven (drs. Bram Oele)
1
14
Psychodiagnostiek (dr. Nicole Krol)
1/2
14
Ontwikkelingsstoornissen (mr. dr. Bram Sizoo en vacature)
2
15
Inleiding gedragstherapie (drs. Frannette Jansen)
2
10
Groepsdynamica (drs. Cor de Haan)
2
10
Hechting en persoonlijkheidsproblemen (vacature)
2/3
14
Somatische klachten (drs. Esther Meijer)
3
10
Handicaps (prof. dr. Robert Didden)
3
10
Cognitieve stoornissen (dr. Dorine Slaats)
4
14
Angst- en stemmingsstoornissen (drs. Rowella Kuypers)
4
14
Gedragsstoornissen (dr. Lieke van Domburgh)
Verder worden er verspreid door de opleidingsjaren heen nog de volgende korte modules (vignetten) gegeven:
1 Op dit moment (10 december 2013) is het kj-curriculum nog in ontwikkeling. Genoemde onderdelen zijn dan ook onder voorbehoud. Plan praktijkopleiding 17 Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Aantal bijeenkomsten
Module
3
Ethiek
1
Psychofarmacologie
3
Culturele aspecten van de hulpverlening
4
Wetenschappelijke attitude
2
Kinderbescherming en justitie
2
Kind en trauma
1
GZ-Psycholoog en het recht
4
Psychotische stoornissen
4
Verslaving
Het globaal programma voor de GZ V&O ziet er als volgt uit: Periode
Aantal bijeenkomsten
Module (hoofddocent)
1-4
20
Proces van diagnostiek en behandeling (drs. Diana Bakker)
1
17
1
10
Inleiding gedragstherapie
2
20
Somatische klachten (dr. Han Samwel)
2
20
Angst- en stemmingsstoornissen (drs. Wilbert Pieterse)
3
17
Persoonlijkheidsstoornissen (drs. Han Fluitsma)
4
18
Klinische neuropsychologie (drs. Joris van Neijenhof)
2-3
7
Professionele vorming
Methodiek van diagnostiek en indicatiestelling (drs. Renate van der Ree)
Verder worden er verspreid door de opleidingsjaren heen nog de volgende korte modules (vignetten) gegeven: Aantal bijeenkomsten
Module
4
Ethiek
7
Groepsdynamica
2
Psychofarmacologie
2
Culturele aspecten van de hulpverlening
4
Wetenschappelijke attitude
4
Verslavingszorg
1
GZ-Psycholoog en het recht
5
Ontwikkelingsstoornissen
Bij de programmering van de modules wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de schoolvakanties in de regio Nijmegen. Deelnemers wordt dringend verzocht bij de vakantie-planning rekening te houden met de vakanties van de opleiding. Zie ook de informatie over de aanwezigheidsverplichting (2.7). Plan praktijkopleiding
18
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
2.2
Overleg met SPON Op initiatief van de coördinator/hoofdopleider of de opleidingsgroep kan ervoor worden gekozen om een groepsoverleg in te plannen. Dit overleg zal voorafgaand of na afloop van een bijeenkomst plaatsvinden. Daarnaast zal er twee keer per jaar een overleg worden georganiseerd met de hoofdopleider en groepsvertegenwoordigers. Deze overleggen, waarin de inhoud van de opleiding centraal zal staan, zullen zoveel mogelijk aansluitend aan een vergadering van de opleidingscommissie plaatsvinden.
2.3
Literatuur en casussen Voor elke module wordt een omschreven hoeveelheid literatuur opgegeven die bestudeerd dient te worden. Een deel van de literatuur wordt door het SPON aangeboden in de digitale leeromgeving, voor de rest geldt dat studieboeken dienen te worden geraadpleegd. De literatuur wordt bekend gemaakt in de modulewerkboeken. In de modules wordt o.a. gebruik gemaakt van casussen. Ook de eindopdracht bestaat vaak uit een casusbeschrijving. Bij de planning van de praktijkwerkzaamheden moet men daarom rekening houden met opdrachten vanuit de modules. Gedurende de module angst- en stemmingsstoornissen bijvoorbeeld kan het noodzakelijk zijn om vanuit de praktijk een casus over dit onderwerp in de module in te brengen.
2.4
Bibliotheek Deelnemers ontvangen van het SPON een verklaring van deelname aan de opleiding waarmee toegang verkregen kan worden tot de Universiteitsbibliotheek. Literatuur opzoeken in de bibliotheek kan via de website van de RU: www.ru.nl. Met een bibliotheekpas van de universiteit kunnen deelnemers aan de opleidingen van het SPON ook diagnostiektesten die niet op de praktijkplek aanwezig zijn, lenen bij de testotheek van de universiteit.
2.5
Evaluatie en beoordeling Elke module wordt afgesloten met een beoordeling in de vorm van een cijfer (1 t/m 10). Cijfers lager dan een 6 gelden als onvoldoende. De criteria op basis waarvan een beoordeling plaatsvindt worden in het modulewerkboek opgenomen. Ook maakt de docent afspraken over een termijn waarbinnen de module moet worden afgerond. Bij een onvoldoende beoordeling mag er één herkansing plaatsvinden. Raadpleeg voor verdere informatie over beoordelingen ook het examenreglement. Wanneer een module succesvol is afgerond ontvangt de deelnemer hiervoor een certificaat. Naast bovengenoemde beoordeling let de docent bij elke deelnemer op zijn of haar inzet en leerbaarheid. Indien een docent problemen signaleert dan zal hij of zij hierover een gesprek aangaan met de deelnemer. Ook de hoofdopleider wordt hiervan op de hoogte gebracht. De inzet en de leerbaarheid wordt besproken in de examencommissie en weegt mee voor het wel of niet behalen van het diploma. De punten waarop de deelnemers worden geëvalueerd en de procedure die hierbij wordt gevolgd zijn opgenomen in een bijlage. Tenslotte vullen de deelnemers voor elke afgesloten module een evaluatieformulier in. Deze evaluaties worden besproken in de vergaderingen van de opleidingscommissie en kunnen aanleiding zijn tot aanpassingen in het onderwijs voor de groepen die volgen.
2.6
Aanwezigheidsverplichting Voor deelname aan het cursorisch onderwijs geldt een strikte aanwezigheidsplicht. Van deelnemers wordt verwacht dat ze alle bijeenkomsten bijwonen. Indien een deelnemer bijeenkomsten van een module gemist heeft moet hij of zij met de betreffende docent een afspraak maken voor het maken van een compensatie-opdracht. Deze opdracht is op Moodle te vinden bij de cursus ‘GZ-algemeen’. Indien een deelnemer meer dan 20% van een module gemist heeft betekent dit dat de module in het geheel moet worden overgedaan. Dit impliceert dat de opleiding niet binnen twee jaar kan worden afgerond. Voor modules van 15 dagdelen (met name GZ K&J) wordt de regel als volgt toegepast: Tot en met 3 gemiste dagdelen compenseren Bij 4 of meer gemiste dagdelen module opnieuw Voor modules van 20 dagdelen (met name GZ V&O) wordt de regel als volgt toegepast: Tot en met 4 gemiste dagdelen compenseren Bij 5 of meer gemiste dagdelen module opnieuw Voor de korte modules (vignetten) geldt de aanwezigheidsregeling over het totaal van alle bijeenkomsten. Wanneer aan het eind van de opleiding aan de aanwezigheid en eventuele opdrachten voor de vignetten is voldaan ontvangt men hiervoor één certificaat. Bij afwezigheid dient de compensatie-opdracht te worden ingeleverd bij de coördinator.
Plan praktijkopleiding
19
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU Indien door roostering meerdere bijeenkomsten van dezelfde module op dezelfde dag plaatsvinden dan wordt er geen uitzondering gemaakt op de regel. Afwezigheid moet altijd gemeld worden aan het secretariaat van de opleiding. Het is niet toegestaan om tijdens cursusbijeenkomsten vakantie te nemen.
Addendum examenreglement Artikel 2: Deelname aan cursorisch onderwijs Deelnemer heeft de mogelijkheid om per studiejaar eenmalig voor één gemiste opleidingsdag (bestaande uit maximaal twee dagdelen) met goede reden* omkleed af te zien van het inleveren van de compensatieopdracht. Deelnemer zet deze mogelijkheid op basis van eigen overwegingen in. Dit besluit wordt door deelnemer kenbaar gemaakt bij zowel docent(en) als management assistent van de opleiding. Bij afwezigheid van een bijeenkomst dient de deelnemer het huiswerk van de gemiste bijeenkomst altijd te bestuderen en/of uit te voeren. Een gemiste bijeenkomst waarvoor geen compenserende opdracht wordt uitgevoerd telt wel mee in de absentie van het totale aantal contacturen van een opleidingsonderdeel. Het niet hoeven maken van een compenserende opdracht bij een gemiste bijeenkomst geldt alleen voor modules en niet voor vignetten en lezingen uit de lezingencyclus.
* Onder goede reden worden die redenen verstaan die ook van toepassing zijn bij een overeenkomst tussen werkgever en werknemer. Uitgezonderd is vakantieverlof. Het addendum treedt in werking op 1 januari 2013.
2.7
Locatie Het cursorisch onderwijs wordt verzorgd in Nijmegen.
Plan praktijkopleiding
20
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
3. 3.1
Het praktijkonderwijs Omvang en organisatie Het praktijkonderwijs van de opleiding vindt plaats bij een erkende praktijkinstelling en heeft een omvang van 2880 uur. Dit is inclusief 90 uur voor supervisie. Verwacht wordt dat tenminste 100 uur aan praktijkopdrachten besteed kan worden tijdens werktijd. Om aan het vereiste aantal uren werkervaring te kunnen voldoen krijgen deelnemers bij de praktijkinstelling een aanstelling als psycholoog of pedagoog in opleiding tot gz-psycholoog (piog) van 32 uur per week gedurende twee jaar (voltijd-variant) of tenminste 16 uur per week gedurende vier jaar (deeltijd-variant). In dit kader wordt voor de duur van de opleiding een opleidingsovereenkomst afgesloten tussen het SPON, de praktijkinstelling en de piog. De piog sluit daarnaast een arbeidsovereenkomst met de praktijkinstelling. De taken van de piog worden verdeeld in psychodiagnostiek (40%), indicatiestelling (10%), behandeling (40%) en overige taken (10%). De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de gehele opleiding berust bij de hoofdopleider van het SPON. Voor het praktijkdeel van de opleiding delegeert de hoofdopleider de verantwoordelijkheden aan de praktijkopleider of p-opleider. De praktijkopleider zorgt voor de praktijkbegeleiding van de piog en wijst hiervoor werkbegeleiders en gekwalificeerde supervisors aan. Op Moodle vindt u een uitgave van de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog en College Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog aangaande de taken en verantwoordelijkheden in de praktijk-opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog en gezondheidszorgpsycholoog-specialist. In dit belangrijke document zijn de regels voor de praktijkopleiding en het tuchtrecht geëxpliciteerd. Ook bevat het document een modelinstructie. U wordt geadviseerd deze bijlage goed door te nemen. In de paragrafen hieronder worden de aanvullingen vanuit het SPON genoemd en de kwalificatie-eisen voor praktijkopleiders, werkbegeleiders en supervisors van de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog.
3.2
P-opleider en praktijkopleider De p-opleider/praktijkopleider is een ervaren en geregistreerde gz-psycholoog die er bij de praktijkinstelling voor zorgt dat de piog de opleiding volgens de eisen binnen de gestelde termijn kan afronden. De praktijkopleider fungeert daarbij als mentor, als toezichthouder op de werkomstandigheden en de leermogelijkheden binnen de praktijkinstelling en als ‘troubleshooter’ in geval van problemen. Hij of zij ziet ook toe op de arbeidsrechterlijke taken en plichten van de piog en beoordeelt de vooruitgang en de kwaliteit van het praktijkwerk in het licht van de opleidingsdoelstellingen. De p-opleider/praktijkopleider o is verantwoordelijk voor het opstellen van het plan praktijkopleiding, waarin wordt aangegeven welke werkzaamheden plaatsvinden, onder wiens verantwoordelijkheid en supervisie, en hoe evaluatie en beoordeling hiervan zal plaatsvinden. Dit plan dient met instemming van de directie uiterlijk 1 maand na aanvang van de opleiding ter goedkeuring aan de hoofdopleider te worden voorgelegd; o is bij het maken van een plan praktijkopleiding gehouden aan de eisen zoals die ten aanzien van de praktijkopleiding worden geformuleerd in de registratie-eisen van de Wet BIG zoals die zijn uitgewerkt in de AMVB en de taak- en functie-omschrijving van de piog binnen de instelling. Desgewenst vindt hierover overleg met de coördinator van de opleiding plaats; o is verantwoordelijk om in overleg met directie en eventueel betrokken afdelingshoofden de randvoorwaarden voor een voldoende differentiatie van werkzaamheden en supervisie daarover te realiseren; o organiseert de inhoudelijke supervisie (90 uur) en werkbegeleiding (minimaal 1 uur per week) en zal zich, voor zover hij de werkbegeleiding niet zelf verzorgt, informeren over het verloop, de evaluatie en de beoordeling van het leerproces; o ziet erop toe dat de piog halfjaarlijks het portfolio ter goedkeuring voorlegt aan de hoofdopleider. In dit portfolio zijn de beoordelingen van alle betrokkenen (werkbegeleiders, supervisors en praktijkopleider) opgenomen en een mede daarop gebaseerd oordeel van de praktijkopleider. Naar aanleiding van dit verslag vindt een evaluatiegesprek plaats tussen de piog en de praktijkopleider. Na afloop van de praktijkperiode vindt er een eindbeoordelings-gesprek plaats; o bespreekt indien nodig met betrokken piog en de coördinator van de opleiding over tussentijdse twijfels over het functioneren van de piog en / of over de voortgang van de opleiding. Indien nodig vindt overleg plaats met de hoofdopleider; o is geacht aanwezig te zijn op de praktijkopleidersbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan thema's uit de opleiding, ontwikkelingen op het gebied van de opleiding en de registratie-eisen en aan een uitwisseling van ervaringen om zo te komen tot een optimale afstemming van theorie en praktijk binnen de opleiding. Aan de p-opleider/praktijkopleider worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld:
Plan praktijkopleiding
21
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU 1. 2. 3. 4. 5.
3.3
Minimaal vijf jaar geregistreerd als gz-psycholoog, en minimaal drie jaar fte werkervaring als zodanig. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding, verworven door ervaring en/of opleiding. Werkzaam zijn bij de praktijkinstelling, bij voorkeur op basis van een arbeidsovereenkomst met een aanstellingsomvang van ten minste 0,5 fte. Actief op het gebied van patiëntgebonden werkzaamheden, voor gemiddeld ten minste 8 uur per week. De rol van de betrokkene als praktijkopleider is expliciet vastgelegd. Daarbij dienen te zijn vastgelegd: - de verantwoordelijkheden van de betrokkene, conform de omschrijving in Taken en verantwoordelijkheden; - de tijd die betrokkene hiervoor beschikbaar heeft; - de bevoegdheid van betrokkene om in te grijpen door de lijn heen, indien het belang van de opleiding dit vereist; - toegang van de betrokkene tot de leiding van de instelling, hetzij rechtstreeks, hetzij via de Popleider.
Werkbegeleider De werkbegeleiders zijn de ervaren collega’s die de vanuit de praktijkopleider gedelegeerde verantwoordelijkheid dragen voor de cliënten/patiënten die de piog ziet. Daartoe zijn ze in het dagelijkse werk steun en toeverlaat voor tussentijds intercollegiaal overleg. Tijdens de gesprekken staat het functioneren op de werkvloer centraal. Onder andere omgaan met caseload, behandel- en diagnostische interventies, richtlijnen en protocollen kunnen de inhoud van de besprekingen vormen. Werkbegeleiders kunnen toezicht houden op het handelen van de piog. Werkbegeleiders zijn indien ze als gz-psycholoog de taak van toezicht gedelegeerd hebben gekregen tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het handelen van de piog (zie ook artikel van Heijnen en Verbraak in het Handboek voor gz-psychologen (pagina 527 en verder). Het SPON heeft bepaald dat de werkbegeleider niet alle taken in het kader van de gz-opleiding mag uitoefenen. In het algemeen plan praktijkopleiding is een overzicht van deze taken te vinden. Aan de werkbegeleider worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld: 1. Minimaal drie jaar geregistreerd als gz-psycholoog, en minimaal twee jaar fte werkervaring als zodanig. 2. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding, verworven door ervaring en/of opleiding. 3. Werkzaam in de patiëntenzorg, binnen hetzelfde team als de piog. 4. Tijdens werktijden van de piog voldoende aanwezig binnen de werkeenheid om aantoonbaar de begeleidingstaken adequaat te kunnen vervullen, met een ondergrens van 50% van de werktijd van de piog. Daarbij dient de werkbegeleider zicht te hebben op, en weet te hebben van, de inhoudelijke werkzaamheden van de piog.
3.4
Supervisor De praktijkopleider organiseert de supervisie voor de piog die minimaal 90 uur (= 90 sessies) van de werktijd in beslag neemt. Deze supervisie is in principe individueel en vindt regelmatig plaats. Eén supervisie-uur bestaat uit een sessie van minimaal 45 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te noteren als 1 uur individuele supervisie). Supervisie mag ook in groepjes van twee of drie supervisanten plaatsvinden. In een groepje van twee bestaat een sessie uit minimaal 60 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te rekenen als 1 uur individuele supervisie). In een groepje van drie bestaat een sessie uit minimaal 90 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te rekenen als 1 uur individuele supervisie). Bij supervisie wordt ervan uitgegaan dat er tenminste 15 sessies bij eenzelfde supervisor worden gevolgd om een zinvol leerproces mogelijk te maken. Het methodisch en technisch leren handelen en het procesmatige verloop van diagnostiek en behandeling alsmede de reflectie over de attitude van de piog in relatie met cliënten of andere beroepsmatige contacten vormen de aandachtspunten van de supervisie. De supervisanten houden een verslag bij van de leerdoelen die ook in de halfjaarlijkse praktijkevaluatie wordt meegenomen. Aan de supervisor Psychodiagnostiek en indicatiestelling worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld: 1. Minimaal drie jaar geregistreerd als gz-psycholoog, en minimaal twee jaar fte werkervaring als zodanig.
Plan praktijkopleiding
22
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU 2.
3. 4. 5. 6.
In afwijking van het eerste lid kan supervisie inzake psychotherapeutische deeltechnieken ook worden gegeven door een psychotherapeut of psychiater met minimaal twee jaar fte werkervaring en aantoonbare ervaring op het betreffende gebied van de psychotherapie. Aantoonbare vakinhoudelijke expertise op het terrein waarop de supervisie betrekking heeft. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding (bij voorkeur supervisie), verworven door ervaring en/of opleiding. Substantiële recente werkervaring in de patiëntenzorg. Bij voorkeur niet werkzaam binnen hetzelfde team als de piog.
Bovenstaande eisen gelden eveneens voor de supervisor Behandeling en overige taken. Het verdient bovendien de voorkeur dat deze supervisor is geregistreerd bij een specialistische psychotherapievereniging. Er dienen ten minste twee supervisoren bij de opleiding betrokken te zijn, waarbij het aandeel van één supervisor niet meer bedraagt dan 60 uur. Indien de beoogde supervisoren niet aan de bovengenoemde kwalificatie-eis voldoen, kan de praktijkopleider op basis van het curriculum vitae schriftelijk toestemming van de hoofdopleider vragen. Dit dient voor aanvang van de supervisie te geschieden. De hoofdopleider kan op basis van aangetoonde ervaring en deskundigheid een voorgestelde supervisor alsnog bevoegd verklaren. Daarbij dient goed gespecificeerd te zijn wat het bereik is van de dispensatie, bijvoorbeeld met betrekking tot het domein en de looptijd. De praktijkinstelling dient de functie van praktijkopleider/werkbegeleider en supervisor niet in een persoon te combineren. Dit om te voorkomen dat de beoordelende taak van de praktijkopleider conflicterend wordt met het belang van een veilig en vertrouwd leerklimaat tijdens de supervisie. Indien een dergelijke combinatie noodzakelijk is dient de hoofdopleider hiervan voor het begin van de opleiding op te hoogte te worden gesteld. Bij de begeleiding van de piog dienen tenminste 3 personen betrokken te zijn.
3.5
Algemeen opleidingsplan en individueel opleidingsplan De planning van werkzaamheden, van de supervisie en werkbegeleiding wordt voor de opleidingsduur aan het begin van de opleiding in samenspraak met de praktijkopleider vastgelegd in een algemeen plan praktijkopleiding en voor het eerste half jaar van de opleiding in een individueel opleidingsplan. Deze plannen dienen uiterlijk één maand na aanvang van de opleiding te worden geüpload in Moodle ter goedkeuring. Wijzigingen in het plan, bijvoorbeeld ten gevolge van langdurig verzuim van de piog of wisseling van supervisor, dienen altijd zo spoedig mogelijk kenbaar te worden gemaakt. Naast het uploaden van het algemeen opleidingsplan en het individueel opleidingsplan dient de planning van kenmerkende beroepssituaties te worden geüpload waaraan het komende half jaar gewerkt gaat worden. Deze planning dient vervolgens samen met het individueel opleidingsplan voor ieder half jaar te worden ingevuld en te worden geüpload in Moodle.
Plan praktijkopleiding
23
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU In het individueel opleidingsplan worden leerdoelen opgenomen. Deze leerdoelen moeten SMART worden geformuleerd: Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden Meer informatie over het SMART-formuleren van leerdoelen is te vinden op Moodle bij het praktijkprogramma. Om zicht te krijgen op sterke punten en ontwikkelpunten is er een zelfbeoordelingslijst die als hulpmiddel dient bij het formuleren van leerdoelen. Verwacht wordt dat de zelfbeoordelingslijst bij aanvang van de opleiding wordt ingevuld en wordt besproken met de praktijkopleider.
3.6
Praktijktoetsen In het opleidingsplan voor de gezondheidszorgpsycholoog zijn een aantal toetsen vastgelegd die de piog dient te doen in de praktijk. De toetsen zijn bedoeld om feedback te genereren waarmee de piog zijn competenties in de gewenste richting kan ontwikkelen. De meeste praktijktoetsen zijn dan ook ontwikkelingsgericht van aard. Voor deze toetsen zijn feedbackinstrumenten ontwikkeld waarmee de praktijkopleider, werkbegeleider en supervisor systematisch feedback kunnen geven. Ook andere functionarissen die geen onderdeel uitmaken van de opleidingsgroep kunnen gevraagd worden om aan de hand van deze feedbackinstrumenten feedback te geven aan de piog. Op een aantal momenten zal er selectief worden beoordeeld. Deze beoordeling doet de praktijkopleider na 1 jaar en aan het einde van de opleiding (voor deeltijders zal er na elk jaar selectief worden beoordeeld). De praktijkopleider gebruikt hiervoor het formulier ‘geschiktheidsbeoordeling praktijk’ dat in het praktijkprogramma op Moodle te vinden is. Toetstabel
Wie? PO
Voortgangsgesprek (tussentijdse evaluatie) Alle competenties Geschiktheidsbeoordeling Praktijk (eindbeoordeling jaar 1/ jaar 2) Alle competenties Geschiktheidsbeoordeling Overall a.d.h.v portfolio (go/ no go) Alle competenties 360° beoordeling Competentiegebieden: samenwerking, organisatie en professionaliteit Referaat Competentiegebieden: kennis en wetenschap, organisatie
Jaar 1
Jaar 2
Na 6 maanden
Na 18 maanden
Na 1 jaar
Na 2 jaar
Na 1 jaar
Na 2 jaar
Na 6 maanden
Na 18 maanden
1x
1x
Min. 10x
Min. 10x
PO
Examencommissie van het opleidingsinstituut Zie instructie PO/ WB/SV PO/WB/SV
Praktijkbeoordelingen Alle competenties Termijnen zijn gebaseerd op een voltijdsopleidingstraject.
3.7
Portfolio en vervolg opleidingsplan Het praktijkonderwijs wordt door de praktijkopleider, supervisor, werkbegeleider en de piog door middel van een portfolio elk half jaar geëvalueerd. Het portfolio bestaat onder meer uit een zelfreflectie, urenregistratie, praktijkbeoordelingen en beoordeling van werkbegeleider en supervisor. In het praktijkprogramma in Moodle zijn de formats te vinden van de verschillende onderdelen van het portfolio. Gedurende de hele periode kunnen de documenten in Moodle worden geüpload. Voordat het portfolio in Moodle wordt ingestuurd dient de praktijkopleider akkoord te zijn met de inhoud ervan. Na afloop van elke periode wordt samen met het portfolio ook een nieuw individueel opleidingsplan en de planning van de kenmerkende beroepssituaties te worden ingeleverd. In het nieuwe plan worden leerdoelen geformuleerd op basis van de ontwikkelingen en beoordelingen in het portfolio. De hoofdopleider geeft het uiteindelijke eindoordeel over het praktijkdeel van de opleiding. Deelnemers die hun opleiding afronden en in aanmerking willen komen voor een getuigschrift dienen op tijd de documenten van het portfolio van de laatste periode te uploaden in Moodle. Voor deelnemers die de deeltijdvariant volgen geldt de regel dat zij de documenten van het portfolio, het bijbehorende
Plan praktijkopleiding
24
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU individuele opleidingsplan en de planning van kenmerkende beroepssituaties de eerste twee jaar halfjaarlijks uploaden in Moodle en voor het vervolg van de opleiding nog maar eens per jaar. De ervaring leert dat – in verband met de vakantieperiodes – vroegtijdig met de verzameling van gegevens en de bespreking ervan moet worden gestart. Inlevermomenten voor deelnemers aan de januari-opleiding: 1 augustus jaar 1 1 februari jaar 1 1 augustus jaar 2 1 december jaar 2 1 december jaar 3 of eerder indien einde opleiding (deeltijders) 1 december jaar 4 of eerder indien einde opleiding (deeltijders) Inlevermomenten voor deelnemers aan de september-opleiding: 1 maart jaar 1 1 september jaar 1 1 maart jaar 2 1 augustus jaar 2 1 augustus jaar 3 of eerder indien einde opleiding (deeltijders) 1 augustus jaar 4 of eerder indien einde opleiding (deeltijders)
3.8
Evaluatie en beoordelingsprocedure Het diagram op de volgende pagina geeft een overzicht van de portfolio activiteiten en documenten en de rol hierin van de piog, praktijkopleider, werkbegeleider, supervisor en SPON. Rood en groen geven het onderscheid aan tussen een selectieve toets (rood) en een ontwikkelingsgerichte toets (groen). De onderste laag geeft aan waar de piog gedurende elke periode aan werkt en welke formulieren in Moodle hiermee corresponderen. De formulieren die horen bij de praktijkbeoordelingen (KBS), het referaat en de 360 graden feedback en de bewijsstukken IOP worden gedurende de hele periode geüpload. De zelfreflectie, de urenregistratie en de verklaring werkbegeleider en supervisor zijn documenten die de piog aan het eind van elke periode uploadt. De praktijkopleider bekijkt het portfolio materiaal grondig en betrekt zijn bevindingen hierover elk half jaar in zijn/haar evaluatie of beoordeling (formulier voortgangsgesprek of geschiktheidsbeoordeling). SPON bekijkt ieder half jaar het formulier voortgangsgesprek of geschiktheidsbeoordeling. SPON bekijkt ook de voortgang van de opbouw van het portfolio maar zal hier als zodanig in Moodle geen inhoudelijke beoordeling voor geven. De bevindingen zijn immers al door de praktijkopleider meegenomen in zijn/haar beoordeling. Als de evaluatie/beoordeling van de praktijkopleider op het formulier voortgangsgesprek/geschiktheidsbeoordeling er aanleiding toe geeft zal SPON inzoomen op het portfolio om een beeld te vormen van de exacte voortgang van de piog. De hoofdopleider heeft ieder half jaar in Moodle al dan niet zijn/haar akkoord op het portfolio in zijn geheel.
Plan praktijkopleiding
25
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Plan praktijkopleiding
16
Opleiding Gezondheidszorgpsycholoog
Bijlage Samenstelling Stichtingsbestuur Drs. D.F.L. Olthof MHA Mw. dr. J.B. Prins Drs. J.W. Bedeaux Drs. H. van den Berg Mw. Drs. H.I.C. van der Wal Drs. C.P.F. Lemke Mw. drs. M. Schijvenaars
voorzitter Raad van Bestuur IrisZorg, Arnhem secretaris a.i. UMC St. Radboud, Nijmegen lid Raad van Bestuur Horizon, Rotterdam lid Raad van Bestuur Mediant, Enschede lid Raad van Bestuur Dimence, Deventer lid Raad van Bestuur GGNet, Warnsveld adviseur hoofd SPON – Postdoctorale opleidingen