Ondernemingsplan 2013 Departement Bestuurszaken
Inhoudsopgave 1
Inleiding ........................................................................................................................ 3
2
Specifieke accenten voor 2013.................................................................................... 6
3
Invulling van de strategische beleids- en organisatie-doelstellingen ...................... 8
4
Invulling van de generieke principes .......................................................................... 9
5
4.1
Maturiteit ................................................................................................................. 9
4.2
Efficiëntieverhoging ................................................................................................12
4.3
Gelijke kansen en diversiteit ...................................................................................15
4.4
Welzijn ...................................................................................................................16
Middelen ......................................................................................................................17 5.1
Personeel ...............................................................................................................17
5.1.1
Actueel personeelsplan van het Departement .................................................17
5.1.2 Kenmerken van het personeelsbestand van het Departement (toestand op 31 december 2012) ............................................................................................................17 5.1.3
Besparingsobjectieven Vlaamse regering........................................................17
5.1.4
Personeelsbeschikbaarheid ............................................................................18
5.1.5
Toewijzing van VTE aan de processen van het Departement..........................18
5.2
Financiële middelen ...............................................................................................21
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
2
1 Inleiding Op 1 januari 2011 is de eerste managementovereenkomst tussen het Departement Bestuurszaken en de Vlaamse Regering in werking getreden. In dit ondernemingsplan wordt weergegeven hoe het Departement in 2013, het derde jaar van de looptijd, concreet invulling zal geven aan de strategische en operationele beleids- en organisatiedoelstellingen. Het ondernemingsplan DBZ 2013 is in de eerste plaats een planningsdocument. Dit document biedt een overzicht van: -
de strategische en operationele beleids- en organisatiedoelstellingen uit de managementovereenkomst
-
de acties die het Departement in de loop van 2013 wil uitvoeren om deze doelstellingen te behalen, met een afgesproken norm (voor processen), of te bereiken resultaat/mijlpaal (voor projecten, deze worden opgevolgd via het managementinformatiesysteem PITA/MODO)
-
de invulling in 2013 van de generieke principes ‘verbetertraject met het oog op verhogen van de maturiteit’ en ‘verbetertraject met het oog op behalen van efficiëntiewinsten’ en de integratie van het gelijke kansen en diversiteitsplan en het jaaractieplan welzijn
-
de personele en financiële middelen die beschikbaar zijn om deze projecten en processen uit te voeren.
Het ondernemingsplan is niet het enige planningsdocument. Het Departement kent vier planningsniveaus binnen de organisatie:
Planningsniveau
Overeenkomstig planningsdocument/systeem
Strategische planning
Managementovereenkomst
Operationele planning
Ondernemingsplan
Beheersplanning
MODO Managementinformatiesysteem DBZ Individuele PLOEG-cyclus
Persoonlijke planning
De managementovereenkomst bepaalt dat het Departement jaarlijks tegen 31 maart een rapport over de uitvoering van de managementovereenkomst gedurende het afgelopen jaar zal voorleggen aan de Minister. Om de jaarrapportering efficiënter in te zetten als instrument
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
3
binnen de beheerscyclus, volgt het Departement een aangepaste timing. De nota betreffende de ‘Inhoud en implementatie van het jaarlijks ondernemingsplan en de jaarlijkse uitvoeringsrapportering’ (VR 2012 1611 DOC.1155/1) voorziet dat elke entiteit voor de operationele uitwerking van de te realiseren doelstellingen en kerntaken uit de beheers- of managementovereenkomst, jaarlijks een ondernemingsplan opmaakt. De nota voorziet ook een jaarlijkse rapportering over de uitvoering van het ondernemingsplan, die de facto het jaarrapport over de uitvoering van de managementovereenkomst vervangt. Entiteiten worden gestimuleerd om het jaarrapport te integreren in het nieuwe ondernemingsplan, zodat de uitvoering en de planning getoetst kunnen worden. Het Departement volgt deze logica en engageert zich om de rapportering binnen hetzelfde tijdsbestek als het nieuwe ondernemingsplan klaar te hebben, namelijk uiterlijk tegen 1 maart. In deze rapportering zal verwezen worden naar de strategische en operationele doelstellingen, de indicatoren en normen die in de managementovereenkomst bepaald zijn. Het Departement heeft tijdens de voorbije jaren een intern managementinformatiesysteem (MODO) opgezet voor de opvolging van de doelstellingen, normen, indicatoren en projecten van de managementovereenkomst en onderliggende ondernemingsplannen. De daaruit volgende interne rapportering, geënt op de scorecard-methodiek, dient mede als input voor de formele rapportering over de uitvoering van de managementovereenkomst. In de managementovereenkomst 2011-2015 worden in Artikel 5, als onderdeel van het Algemeen beleidskader de visie, missie en waarden van het Departement weergegeven. In 2011 werden als resultaat van een interne strategie-oefening en in geest van het continu evalueren en bijsturen van de organisatie (PDCA cyclus) deze visie, missie en waarden geactualiseerd. Het nieuwe referentiekader werd breed gecommuniceerd binnen de organisatie en naar de belanghebbenden, en wordt in de verdere looptijd van de managementovereenkomst doorvertaald in de strategie en het beleid van het Departement.
Visie Een goed functionerende overheid is voor het Departement Bestuurszaken een wendbare en oplossingsgerichte overheid. Een organisatie die ‘mee’ wil zijn, moet innovaties kunnen volgen. Als open en transparante overheid kunnen wij onze voorbeeldrol in de maatschappij waar maken. Een efficiënte overheid helpt Vlaanderen uitgroeien tot een Europese topregio. Als Departement Bestuurszaken helpen wij deze overheid te creëren door: • • •
•
in te zetten op eigen kenniswerkers en regiefuncties die een expertisecentrum in onze thema’s kunnen vormen, het inspireren en motiveren om onze visie toe te passen (‘vrijwilligheid’), een gezond evenwicht te vinden tussen ‘slank’ gekozen generieke normen en standaarden (‘volg of verklaar’) en lokaal flexibel maatwerk, vanuit respect voor eigenheid van medewerkers en organisaties, vanuit onze expertise eenvoudige oplossingen te bieden voor een complexe omgeving.
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
4
We geloven erin dat eenvoud wendbaarheid stimuleert, en leidt tot frisse organisaties. Als Departement moeten wij geloofwaardig zijn en daarom zelf het voortouw nemen om veerkrachtig en flexibel te zijn. We zien het departement, en in tweede orde het beleidsdomein Bestuurszaken, als proeftuin voor innovatie en het toepassen van onze oplossingen.
Missie Het Departement Bestuurszaken creëert rond de thema’s personeel, organisatie, vastgoed, facilitair management, overheidsopdrachten, wetsmatiging en ICT & e-gov de randvoorwaarden voor een goed functionerende Vlaamse overheid. Het departement stelt daarbij - op een overkoepelend niveau - een gecoördineerde visie en aanpak centraal.
Waarden Onze waarden op een rijtje: • • • • • •
Wendbaarheid Openheid 360° vertrouwen Daadkracht Ondernemerschap Innovatie
Wendbaarheid • • • • •
Evolueren van de organisatierol in functie van evoluties in de maatschappij Loslaten van het gekende/de gewoonten Proactief en snel de dienstverlening aanpassen in functie van evoluties in de maatschappij Inzetten van medewerkers in verschillende rollen Omgaan met diversiteit in medewerkers en competenties
Openheid • • •
Organisatie- en domeinoverschrijdend samenwerken Loyaal zijn aan de Vlaamse overheid Uitwisselen van kennis en vaardigheden
360° vertrouwen •
Actief aangaan van partnerschappen o Empathie o Open data o Deontologie
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
5
• • •
Geloven in het potentieel van mensen en ontwikkelingsgericht leidinggeven Hanteren van een positief mens- en maatschappijbeeld Leren uit fouten
Daadkracht •
• • •
Doen wat we zeggen en zeggen wat we doen o Realistisch o Eerlijk o Resultaatgericht o Authentiek o Basta-toets Respectvol confronteren Inspelen op maatschappelijke incidenten Managen van de complexiteit politiek/maatschappij/overheid
Ondernemerschap • • • •
•
Stakeholders laten participeren in de beleidsontwikkeling Proactief detecteren van maatschappelijke behoeften Voorbeeld-werkgever zijn op alle vlakken Durven o Verantwoorde risico’s nemen o Ambitieus zijn o Visie hebben Innoveren
Innovatie • • • • •
Aanbrengen van originele of nieuwe ideeën en oplossingen Verbindingen leggen en verbanden zien Afwijkende ideeën mag, maar steeds oplossingsgericht rekening houdend met consequenties op korte en lange termijn Benutten best practices Leidinggevende staan open voor innovatie en zijn klankbord voor creatieve ideeën
2 Specifieke accenten voor 2013 Het Departement wil de randvoorwaarden creëren om tot een meer efficiënte Vlaamse overheid, met nog meer kwaliteitsvolle dienstverlening aan de samenleving te komen. Hiertoe stelt het Departement voor 2013 de volgende prioriteiten voorop: -
Met het Programma Bedrijfsinformatie Vlaamse overheid gaan we in 2013 op hetzelfde elan verder. Het aanbod van bedrijfsinformatie zal thematisch uitgebreid worden. Dit jaar willen we specifiek inzetten op een betere afstemming van de
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
6
monitoring op het gevoerde beleid van Bestuurszaken. Hiertoe wordt voor elk thema een strategiekaart uitgewerkt, waarbij vanuit de beleidskeuzes een doelstellingencascade wordt afgeleid en op de verschillende niveaus indicatoren worden gedefinieerd (input-, proces-, output- en effectindicatoren). Dit raamwerk moet toelaten om de bedrijfsinformatie effectief te gebruiken in de beleids- en beheerscyclus (plannen, uitvoeren, monitoren, evalueren en indien nodig bijsturen). Verder zal de toegankelijkheid van de informatie voor de verschillende doelgroepen nog verhoogd worden. Zo kan het gebruik voor de manager vergemakkelijkt worden door rapporten op maat te voorzien. -
De Vlaamse overheid wil via het sleutelproject ‘Modern HR-beleid’ een gemeenschappelijke visie rond modern HR-beleid realiseren met vijf verschillende strategische doelstellingen die elkaar onderling verbinden: Personeelsbewegingen, Inzetbaarheid, Beloningsbeleid, Arbeidsorganisatie en Leiderschap. 24 projecten geven momenteel uitvoering aan de realisatie van deze strategische doelstellingen en zullen in de loop van 2013 concrete HR- of IT-instrumenten of wijzigingen in het Vlaams personeelsstatuut opleveren, ondersteund door communicatie-acties, sensibiliseringssessies of lerende netwerken.
-
Met het oog op een performant reguleringsmanagement, zet het Departement in 2013 verder in op de implementatie van de hervormde instrumenten om de kwaliteit van de regelgeving te kunnen verhogen en de administratieve belasting voor de samenleving maar ook voor de overheid zelf verder te beperken.
-
Om meer transparantie in de werking van de overheid te creëren, zijn gegevens nodig over de organisaties van de Vlaamse overheid, haar informatie en processen. Hiertoe wil het Departement een ‘proceshuis voor de Vlaamse overheid’ opbouwen, gekoppeld aan de interbestuurlijke producten- en dienstencatalogus. Om de processen over de ganse Vlaamse overheid in kaart te brengen, zal gebruik gemaakt worden van de informatie verzameld in het kader van bedrijfscontinuïteitsmanagement, rationalisatie van managementondersteunende functies en de Vlaamse overheidsprocessendatabank (VOP-databank).
-
Met betrekking tot bedrijfscontinuïteitsmanagement zet het Departement in 2013 in op een jaarlijkse actualisatie van de prioritering van de bedrijfsprocessen. Voor de kritische processen zal de processendatabank verrijkt worden met relevante procesgegevens. Om de kwaliteit van de continuïteitsplannen te verbeteren, zullen er regelmatig oefeningen en evaluaties worden gehouden, maar voorziet het Departement daarnaast ook in kennisdeling en structurele samenwerking tussen alle betrokken partijen. De processen van het crisiscentrum Vlaamse overheid (CCVO) zullen worden geoptimaliseerd en ondersteund met ICT-diensten.
-
Het Departement streeft er naar om tegen 2014 over een geïntegreerde werking en gestroomlijnde arbeidsvoorwaarden te beschikken voor een aantal administratieve rechtscolleges. Begin 2013 zal de procedure van administratieve en begrotingscontrole worden opgestart zodat het voorontwerp van decreet en de bijhorende memorie van toelichting kunnen worden voorgelegd aan het Vlaams Parlement. Verder zal in 2013 werk gemaakt worden van de opmaak van twee uitvoeringsbesluiten verbonden aan dit decreet: het procedurereglement en de
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
7
rechtspositieregeling. Deze bundeling van rechtscolleges levert niet alleen efficiëntiewinsten op, maar leidt ook tot een betere dienstverlening aan rechtzoekenden. -
Tenslotte leidt het Departement in 2013 verder het transitiemanagement van het stedenbeleid, dat met het oog op de ViA-doelstelling ‘naar een duurzame en creatieve stad’, meer organisatiebreed ingebed wordt. Vanuit een coachende rol zal het Departement de verschillende stadsprogramma’s die de VO met de centrumsteden zal uitrollen beleidsmatig opvolgen.
3 Invulling van de strategische beleids- en organisatiedoelstellingen Bijlage 1 geeft weer op welke manier het Departement in 2013 uitvoering geeft aan de strategische en operationele doelstellingen uit de managementovereenkomst. De verdere uitwerking van de beleidsdoelstellingen wordt weergegeven op het eerste werkblad. De strategische en operationele beleidsdoelstellingen in de eerste kolom zijn overgenomen uit de managementovereenkomst. Per operationele beleidsdoelstelling worden in een volgende kolom de concrete acties opgelijst waarmee het Departement in 2013 wil bijdragen aan het realiseren van de doelstelling. De omvorming van de DAB e-IB naar de DAB Informatie Vlaanderen impliceert een overdracht van bepaalde taken van het Departement Bestuurszaken naar de DAB, en de bijhorende personeels- en budgetverschuivingen. Vanaf 2013 zullen een aantal strategische en operationele beleidsdoelstellingen zoals vooropgesteld in de Beleidsnota en de beleidsbrieven van de minister, niet langer door het Departement gerealiseerd worden. Onderstaande doelstellingen (en bijhorende acties) uit de managementovereenkomst 20112015 van het Departement worden vanaf dit jaar dan ook niet meer overgenomen in het jaarlijkse ondernemingsplan: SBD04
Met ICT en e-government naar geïntegreerde oplossingen
OBD04.01
Een toekomstgerichte en open ICT-architectuur voor een betere dienstverlening
OBD04.02
Evenwicht bewaken tussen interne en externe competentie ICT
OBD04.03
Een sterkere integratie van business en ICT
OBD04.04
E-government projecten stimuleren
OBD04.05
Nuttige rationalisering ter ondersteuning van een klantgedreven ICT
SBD05
Naar een klantgericht en beleidsondersteunend instrumentarium voor administratieve vereenvoudiging, kwaliteitsvolle regelgeving en proces- en informatiebeheer
OBD05.09
Een informatiebeleid met het oog op informatiekwaliteit
OBD05.10
Uitwerken en implementeren van het archiefbeleid
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
8
Voor elk van de beleidsdoelstellingen werd een tussentijdse mijlpaal gedefinieerd. Bijlage 2 geeft een overzicht van de operationele beleidsdoelstellingen met het vooropgesteld resultaat voor 2013. Dit moet toelaten om op het einde van het jaar de rapportering te toetsen aan de planning en zo het ondernemingsplan en jaarrapport meer te integreren. Om de opvolging en de rapportering zo geïntegreerd mogelijk te laten verlopen, worden de acties/projecten uit het ondernemingsplan ook als boekingsposten opgenomen in het managementinformatiesysteem van het Departement (PITA/MODO). In dit systeem wordt de projectinformatie (inclusief business case, vooropgestelde resultaten/mijlpalen, projectplanning,...) gedocumenteerd. Elke actie is toegewezen aan een verantwoordelijke die op frequente basis de status van de actie zal rapporteren in het opvolgingssysteem, aan de hand van een statuskleur en bijgaande verduidelijking. De laatste kolommen in het overzicht geven de koppeling met respectievelijk de beleidsnota Bestuurszaken en het Meerjarenprogramma Slagkrachtige Overheid aan. Op het tweede en derde werkblad worden de organisatiedoelstellingen geconcretiseerd. Het eerste luik omvat de kern- en ondersteunende processen van het departement. Voor elke operationele doelstelling is in de managementovereenkomst een indicator en een norm bepaald. Waar mogelijk wordt de waarde voor de indicator in 2012 weergegeven, om zo beter te kunnen inschatten of de streefwaarde in 2013 haalbaar zal zijn. Voor de indicatoren waar voor 2012 nog geen meetwaarden beschikbaar zijn, worden in de loop van het jaar inspanningen gedaan om monitoring op te zetten, zodat rapportering over 2013 mogelijk wordt. Er zal nog een addendum of aanpassing aan het ondernemingsplan worden toegevoegd, naar aanleiding van de uitvoering van de beslissing om juridische ondersteuning inzake overheidsopdrachten door AFM over te brengen naar de afdeling Overheidsopdrachten van het Departement. Op het derde werkblad volgen zes strategische organisatiedoelstellingen die betrekking hebben op de eigen organisatorische werking en de interne beheersmatige optimalisaties binnen het Departement. Het is via deze doelstellingen en acties dat het Departement het maturiteitsniveau van de organisatie probeert te verhogen (zie ook bij het hoofdstuk rond generieke principes). De cascade van strategische en operationele organisatiedoelstellingen is gebaseerd op de structuur van het CAF-model. Voor de realisatie van dit doelstellingenkader heeft het Departement een rollend actieplan opgesteld, dat integraal en continu wordt opgevolgd via het managementinformatiesysteem MODO. In het jaarlijks ondernemingsplan worden enkel de concrete acties vermeld die in 2013 prioritair worden uitgevoerd. Deze werden bepaald door een top-down CAF-zelfevaluatieoefening door het directiecomité en de leden van de werkgroep organisatiemanagement op 23/11/2012.
4 Invulling van de generieke principes 4.1 Maturiteit In de managementovereenkomst wordt als doelstelling aangegeven dat het departement eind 2011 voor alle thema’s van de leidraad interne controle het maturiteitsniveau 3 zal
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
9
halen. Er wordt naar gestreefd om tijdens deze regeerperiode voor bepaalde thema’s naar maturiteit 4 door te groeien. Voor de thema’s die IAVA eind 2010 het maturiteitsniveau 2 toekende, ondernam het Departement de afgelopen jaren verschillende acties om tot niveau 3 te komen en dit te behouden. In 2013 levert het Departement opnieuw de nodige inspanningen:
Informatie en communicatie In 2012 werd een communicatieplan voor het Departement Bestuurszaken opgemaakt. In 2013 wordt het communicatieplan door gebruik te maken van het managementinformatiesysteem PITA/MODO structureel verankerd in de werking van het Departement. Projectleiders zullen extra gestimuleerd worden om in hun projecten een fase communicatie met bijhorende timing aan te maken. In het voorjaar van 2013 moet dit een rapport opleveren van alle communicatie-fasen onder projecten, zijnde een dynamisch communicatieplan. Op deze wijze zal er steeds een actueel overzicht zijn van lopende, te realiseren en voorziene communicatie-projecten.
Financieel management In 2012 werden de voorbereidingen getroffen voor het realiseren van een analytische boekhouding. In de tweede helft van 2012 werd een analytisch structuur uitgewerkt, die in december werd gevalideerd door het directiecomité. In 2013 willen we proefdraaien, om vervolgens definitief van start te gaan met het voeren van een analytische boekhouding op 1 januari 2014.
ICT Het ICT-beleidsplan, dat het ICT-kader voor het Departement schetst, werd herwerkt in de loop van 2012. Speerpunten voor 2013 zijn: • het verder verankeren van de Business ICT Alignement (BIA) binnen het Departement, • mobiliteit verhogen door het invoeren van het BYOD-principe (Bring Your Own Device) • het gebruik van sociale media voor co-creating stimuleren, • ICT verder rationaliseren en verduurzamen door meer cloud-toepassingen te gebruiken naast het shared aanbod en streven naar verdere transparantie in de ICT-uitgaven Daarnaast wordt de meerjarenplanning ICT dynamisch gemaakt door werken met het managementinformatiesysteem PITA/MODO. Dezelfde aanpak als voor het communicatieplan wordt gehanteerd. Naast het specifieke werk rond deze drie thema’s heeft het Departement eind 2012 opnieuw de eigen interne werking geanalyseerd aan de hand van een zelfevaluatie volgens het Common Assessment Framework (CAF). In tegenstelling tot de participatieve bottom-up aanpak van 2011, waarbij medewerkers uit verschillende afdelingen aan de hand van representatieve werkgroepen bij de zelfevaluatie
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
10
werden betrokken, werd dit jaar gekozen voor een top-down zelfevaluatie met de leden van het directiecomité en de werkgroep organisatiemanagement. Het Departement heeft in 2012 ook de CAF Externe Feedback procedure doorlopen. Volgens deze internationaal gestandaardiseerde procedure hebben twee externe feedback assessoren het zelfevaluatieproces van het Departement gescreend en enkele aanbevelingen gedaan. In december 2012 werd aan het Departement het label van ‘Effectieve CAF gebruiker’ toegekend. De bevindingen uit het rapport van de CAF Externe Feedback werden mee in rekening genomen bij het bepalen van het actieplan voor 2013. Het bijgestuurde verbeterplan wordt dit jaar, net als in 2012, uitvoerig gecommuniceerd naar alle medewerkers en opgevolgd via PITA/MODO. De vijf klemtonen voor 2013 zijn ‘focussen’, ‘samen winnen’, ‘pionieren’, ‘verleiden’ en ‘kleur verwerven’. De verbeteracties werden opgenomen in het luik organisatiedoelstellingen (zie Bijlage 1, derde werkblad) van dit ondernemingsplan. Begin 2013 wordt voor elke actie een projectfiche opgemaakt en wordt het verwachte resultaat scherp gesteld. Behalve de validatie van het algemene maturiteitsniveau van de entiteiten, heeft IAVA de afgelopen jaren een aantal thema-audits uitgevoerd, waar ook een reeks van aanbevelingen is uit voortgekomen. Naar aanleiding van de thema-audit rond managementondersteunende functies, kunnen specifiek voor DBZ de volgende zaken vermeld worden: Aanbevelingen MOF audit, toegepast voor DBZ Aandeel managementondersteunende functies ten opzichte van totaal aantal bruto VTE binnen DBZ (zie ook bij efficiëntieverhoging)
MOD BZ als een dienstencentrum (zie ook bij efficiëntieverhoging)
Samenwerking met MOD’s DAR/IV en FB
Stand van zaken en ambitie 2013 Bij de meting in 2012 over 2011 was dit voor DBZ al 4,6 %. Voor het beleidsdomein 10,1 %. DBZ kan dus als innovator en stimulator optreden om onder andere via de MOD, die ondanks een aansturingscomité hiërarchisch toch onder de SG ressorteert, het aandeel MOF van het beleidsdomein naar 10 % te krijgen. In 2012 werden de criteria van het dienstencentrumconcept verder geïmplementeerd. De MOD BZ voldoet nu aan volgende criteria: gemeenschappelijke aansturing door klanten, vraaggestuurd dienstenaanbod, afzonderlijke organisatorische entiteit (weliswaar qua structuur ingebed in DBZ), dienstverleningsafspraken per MODthema en voor de meeste thema’s ook per klant, permanente professionalisering MOD-processen, mogelijkheid tot benchmark met andere MOD’s en MOD neemt geen beleidsbeslissingen. Project m.b.t. analytische boekhouding wordt opgestart in 2013. Voorlopig geen plannen om kosten te factureren aan de klanten. Voorstel tot samenwerking MOD’s BZ, DAR/iV en FB werd toegelicht op kern-CAG overleg van 18 juli 2012. Samenwerking op vlak van logistiek in eerste fase. Implementatie in januari 2013.
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
11
Begin 2012 werd ook het risicoraamwerk beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie opgeleverd, dat in opdracht van IAVA werd opgesteld. Voor de verschillende deelprocessen van beleidsvoorbereiding en –evaluatie werden de risico’s in kaart gebracht. Om deze zoveel mogelijk onder controle te krijgen, zal het Departement in de uitvoering van haar kernprocessen maximaal de voorgestelde beheersmaatregelen inzetten.
4.2 Efficiëntieverhoging Conform de managementovereenkomst, engageert het Departement zich tegenover de bevoegde ministers om het reëel aantal medewerkers, uitgedrukt in VTE, maximaal gelijk te houden en bij voorkeur te verlagen ten opzichte van het reëel aantal VTE in de entiteit op het moment van het ingaan van het Vlaams Regeerakkoord 2009-2014, namelijk 228,6 VTE. De invulling van het personeelsplan komt meer uitvoerig aan bod in het volgende hoofdstuk. Naast de inspanningen met betrekking tot personeelsomvang, wil het Departement proactief en constructief (mee)denken en (mee)werken aan eventuele hervormingen en herstructureringen binnen de entiteit zelf, binnen het beleidsdomein en over de beleidsdomeinen heen, met het oog op een optimale en toekomstgericht dienstverlening en de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen. In de managementovereenkomst worden per niveau een aantal projecten opgelijst. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de huidige stand van zaken voor de entiteitspecifieke en beleidsdomeinspecifieke projecten bij het opmaken van het ondernemingsplan 2013. In de jaarlijkse rapportering over de uitvoering van de managementovereenkomst zal de status van de projecten uit dit efficiëntietraject uiteraard verder worden opgevolgd. Entiteitspecifieke projecten
Indicator
Norm
Onder controle houden van de personeelsomvang en – kost binnen het departement
Het reëel aantal medewerkers, uitgedrukt in VTE
De lijnmanagers stimuleren elke medewerker om zijn taken en werkmethode en die van haar of zijn dienst, in vraag te stellen en verbetervoorstellen te doen.
Per subentiteit een fiche opstellen met een screening van de processen met het oog op afbouwen, efficiënter organiseren of verhogen van de kwaliteit van bepaalde processen
Maximaal gelijk te houden en bij voorkeur te verlagen ten opzichte van het reëel aantal VTE in de entiteit op het moment van het ingaan van het Vlaams Regeerakkoord 20092014 (228,6 VTE) Stijgend aantal processen dat geoptimaliseerd wordt
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
Verwacht resultaat/mijlpaal tegen 31/12/2013 Personeelsbeschikbaarheid DBZ op norm van 228,6 VTE
Project Risicoanalyse en –management DBZ : in 2012 werd een projectplan opgesteld, in 2013 volgt de verdere uitvoering. Dit project beoogt het realiseren van twee doelstellingen: o Voor elk proces wordt op hoog niveau ingeschat wat de risico’s zijn, welke beheers- en controlemaatregelen er momenteel bestaan en wat op dit moment
12
Procesgebaseerde personeelsplanning voor het departement
Personeelsinzet linken aan de processen en analyseren hoe in de toekomst een eventuele verschuiving/herschikkin g kan leiden tot meer efficiëntie
Eerste versie klaar tegen 01/07/2011en aangepaste versie klaar tegen 31/12/2011
het restrisico is. o Voor alle processen met een onaanvaardbaar hoog restrisico beschikt DBZ over gedetailleerde proceskaarten (process maps) en risicoregisters (assurance maps) waarin beheersmaatregelen en controlemaatregelen opgenomen zijn. Afdelingshoofden hebben in december 2012 de VTE-inschatting voor kern- sturende en ondersteunende processen geactualiseerd
Voor de beleidsdomeinspecifieke projecten die hieronder worden opgelijst, geldt in de meeste gevallen dat samenwerking tussen het Departement en andere entiteiten binnen (en soms zelfs buiten) het beleidsdomein een belangrijke randvoorwaarde is voor het behalen van de norm. Beleidsdomeinspecifieke projecten
Indicator
Norm
Gebruik van MODO als geïntegreerd managementen prestatiemeetsysteem op het niveau van het beleidsdomein
Aandeel beleids- en beheersdoelstellingen dat is geïntegreerd in MODO en mate waarin deze doelstellingen zijn doorvertaald tot op het niveau van de individuele medewerkers
De beleidsnota’s en de beleidsbrieven van de minister worden integraal opgevolgd via MODO tegen eind 2011. Volledige doorvertaling van de doelstellingencascade (beleid + beheer) voor DBZ tegen eind 2013
Verwacht resultaat/mijlpaal tegen 31/12/2013 Continuering van de opvolging van de beleidscyclus voor BZ en opvolging van de beheerscyclus van DBZ en AGO via PITA/MODO. AFM zal waarschijnlijk volledig instappen vanaf 2013. Verder onderzoeken van de mogelijkheden om ook de beleidsdocumenten van ABB en de beheersdocumenten van ABB via MODO te ontsluiten. Ook entiteiten buiten het eigen beleidsdomein zijn geïnteresseerd om PITA/MODO als managamentsysteem te gebruiken. CJSM
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
13
start vanaf 1/1/2013, ook Dep L&V en IWT zijn geïnteresseerd Een gemeenschappelijk Document Management Systeem voor ambtelijke informatie
Aantal subentiteiten binnen het beleidsdomein BZ die gebruik maken van het gemeenschappelijk Document Management Systeem voor ambtelijke informatie
Stijgend
Optimalisatie van de financiële processen en organisatiestructuur in functie van Orafin
De financiële processen worden uitgetekend en in overleg met de betrokkenen geoptimaliseerd
Afgerond tegen eind 2011
Door een excellente uitvoering het aantal managementondersteunende functies binnen beleidsdomein BZ beperken tot maximaal 10%. De efficiëntie van de MOD benchmarken ten aanzien van andere MOD’s
% managementondersteunende functies binnen BZ
10% tegen 2014
Positie van de MOD BZ-F&B op de gemeenschappelijke scorecard
Positie van de MOD BZF&B bij de bovenste helft
Verhogen van het aantal subentiteiten binnen de VO die gebruik maken van het gemeenschappelijk Document Management Systeem Toegangsrechtenbeleid op punt stellen Verdere digitalisering van de Orafin processen voor AFM en onderzoeken van de mogelijkheid tot het digitaal inlezen van facturen (ism Centrale Accounting) Ook in 2013 streven naar maximaal 10%
Voor het thema 'Personeel' werden twee indicatoren ontwikkeld (ikv haalbaarheidsstudie SSC): 1) het aantal VTE per 1.000 bediende koppen: 8,9 voor MOD BZ- FB 2) het aantal bediende koppen per VTE: 112,5 voor MOD BZ-FB Met deze scores bekleedt de MOD BZde FB de 5 plaats in de ranking van de 10 MOD’s voor de ministeries
Voor de beleidsdomeinoverschrijdende projecten (Rationalisatie en verbetering van het beleidsdomeinoverschrijdend overleg, Bedrijfsinformatie VO, E-procurement, E-government en Reguleringsmanagement, verwijzen we naar de concrete projecten zoals opgelijst in Bijlage 1 binnen het luik strategische en operationele beleidsdoelstellingen (werkblad 1). Over deze projecten wordt tussentijds gerapporteerd via het managementinformatiesysteem MODO en een globale rapportering over 2013 wordt voorzien in het jaarrapport.
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
14
4.3 Gelijke kansen en diversiteit Met het oog op het verder verankeren van het gelijke kansen en diversiteitsbeleid in het algemene organisatiebeleid van het Departement, is het gelijke kansen en diversiteitsplan maximaal in het ondernemingsplan geïntegreerd. Dit zorgt ook voor een vermindering van de interne planlast. In de managementovereenkomst werden tegen eind 2015 entiteitspecifieke streefcijfers voor tewerkstelling van medewerkers uit kansengroepen vooropgesteld. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de evolutie over de laatste twee jaren en een tussentijds streefcijfer voor 2013: Kansengroep
Medewerkers met een migratieachtergrond Medewerkers met een arbeidshandicap Evenredige vertegenwoordiging in N-1 functies
Aandeel op 31/12/2012
Streefcijfer DBZ tegen 31/12/2013
0,76%
1,11%
≥ niveau 2012
Entiteitsspecifiek streefcijfer DBZ tegen 31/12/2015 2,50%
1,91%
1,85%
≥ niveau 2012
3,00%
50,00%
67%
Minimum 33% mannen en vrouwen
Minimum 33% mannen en vrouwen
Aandeel op 31/12/2011
Het aantal personen met een migratieachtergrond is in de loop van 2012 met 1 gestegen. Het aantal personeelsleden met een handicap is niet gewijzigd, het is nog steeds 5. Het percentage personeelsleden met een arbeidshandicap op 31/12/2012 komt daarmee op 1,85%. Om de streefcijfers inzake het aantal personen met een migratieachtergrond en personen met een arbeidshandicap te halen tegen 2015, dient het Departement gedurende de looptijd van de managementovereenkomst een gemiddelde instroom van 1 tot 2 personen voor elke doelgroep jaarlijks te realiseren. Om kandidaten met een migratieachtergrond te kunnen werven, zal het departement werk maken van een actieve arbeidsmarktcommunicatie om hen warm te maken voor de Vlaamse overheid als werkgever. Hiervoor zal de nieuwe website "werken bij de Vlaamse overheid" als tool gebruikt worden, maar zullen we ook in gesprek gaan met mensen uit de doelgroep om de meest geschikte communicatiekanalen te bepalen. Voor het departement zullen er persoonlijke contacten gelegd worden met verenigingen van allochtone studenten in het hoger onderwijs, dezelfde methodiek zal worden gedeeld met andere entiteiten om de krachten te bundelen bij het promoten van de Vlaamse overheid als werkgever voor alle groepen in de samenleving. Om de drempel te verlagen bieden we stageplaatsen en studentenjobs aan kandidaten uit de kansengroepen, en we zullen de profielen van deze tijdelijke medewerkers actief beheren met het oog op een duurzame tewerkstelling. Het aanwerven van kandidaten met een arbeidshandicap of een chronische ziekte vereist een aangepaste en zeer specifieke begeleiding op de werkvloer. Hiervoor zal het departement verder een beroep doen op gespecialiseerde organisaties, zoals bijvoorbeeld Passwerk. Deze inzet van personen met een arbeidsbeperking zal niet automatisch resulteren in een hoger percentage rechtstreekse tewerkstelling in onze eigen organisatie, Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
15
maar stimuleert wel op indirecte manier de tewerkstelling van mensen met een arbeidsbeperking bij de Vlaamse overheid. Het Departement zal onderzoeken voor welke opdrachten met dit soort organisaties kan worden samengewerkt en bij de uitbesteding, indien passend, rekening houdende met het voorwerp van de opdracht en de marktsituatie voorrang geven aan organisaties uit de sociale economie. Waar mogelijk biedt het departement vacatures aan als voorbehouden betrekking.
Voor het uitvoeringsplan van het diversiteitsbeleid binnen het Departement verwijzen we naar Bijlage 1. Op werkblad 3, onder het luik organisatiedoelstellingen zijn onder de strategische organisatiedoelstelling ‘SOD 3 De juiste medewerkers aantrekken, optimaal inzetten en behouden’ onder de passende operationele organisatiedoelstellingen de concrete diversiteitsacties opgenomen, waarmee het Departement de gelijke kansen en diversiteit binnen de organisatie in 2013 wil bevorderen (aangeduid in paarse kleur). Het Departement wil door deze positionering benadrukken dat het diversiteitsbeleid integraal deel uitmaakt van het HR-beleid binnen de organisatie. De rapportering over de streefcijfers diversiteit en de uitvoering van de geplande initiatieven wordt voorzien in de jaarlijkse rapportering over de uitvoering van de managementovereenkomst.
4.4 Welzijn Net zoals voor gelijke kansen en diversiteit, wil het Departement ook de doelstellingen in he kader van het welzijnsbeleid inbedden in de algemene werking van de organisatie. De doelstellingen en acties zoals opgelijst in het Jaaractieplan 2013 in navolging van het Globaal preventieplan 2012 – 2016 ter bevordering van het welzijn op het werk, worden daarom overgenomen in het Ondernemingsplan 2013. In het Globaal Preventieplan werden per jaar een aantal doelstellingen opgesomd. Bij de selectie van de doelstellingen wordt rekening gehouden met de preventiehiërarchie. Er wordt dus voorrang gegeven aan preventiemaatregelen die de risico’s voorkomen. In tweede instantie worden preventiemaatregelen genomen die schade voorkomen. Tenslotte wordt gekozen voor preventiemaatregelen die de schade beperken. De doelstellingen voor 2013 zijn opgelijst in Bijlage 1, op het derde werkblad bij de organisatiedoelstellingen van het Departement. Afhankelijk van de focus vallen de verschillende welzijnsdoelstellingen onder ‘SOD 3 De juiste medewerkers aantrekken, optimaal inzetten en behouden’ of onder ‘SOD 4 Inrichting van de middelen van het Departement’ (aangeduid in blauwe kleur). De gekozen preventiemaatregelen worden verder gedetailleerd uitgewerkt in acties. Aan deze acties of subacties wordt een verantwoordelijke gekoppeld. Zij/hij is diegene die verantwoordelijk is voor het uitvoeren en implementeren van de acties. De opvolging van deze acties en subacties gebeurt via het intern managementinformatiesysteem PITA/MODO. De beschrijving van de acties en doelstellingen gebeurt SMART en de nodige middelen worden steeds bepaald. Het actieplan wordt goedgekeurd door het Directiecomité, waardoor er ook het draagvlak is van het management. De status van het Jaaractieplan wordt periodiek gerapporteerd aan:
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
16
• •
Directiecomité (via PITA/MODO) Het Entiteitsoverlegcomité (EOC).
Op 4 oktober 2012 werd het jaarverslag voorgelegd en werd het Jaaractieplan Welzijn 2013 gunstig geadviseerd door het EOC.
5 Middelen 5.1 Personeel 5.1.1 Actueel personeelsplan van het Departement Het personeelsplan van het Departement bleef ongewijzigd. De verschuivingen tussen de entiteiten DBZ,e-IB en AFM zullen in de loop van 2013 aanleiding geven tot een aangepast PEP, evenals de inbedding van de diensten van de gouverneur. Deze wijzigingen zullen ook een impact hebben op de aantallen weergegeven in de hierna volgende rubrieken.
5.1.2 Kenmerken van het personeelsbestand van het Departement (toestand op 31 december 2012) Het Departement telt 270 personeelsleden (inclusief Cel kabinetsondersteuning). Er zijn 158 vrouwen en 112 mannen tewerkgesteld binnen het Departement. De meeste personeelsleden (144) bevinden zich in niveau A, 28 personeelsleden zijn tewerkgesteld in niveau B, 67 in niveau C en 31 in niveau D. 189 personeelsleden zijn statutair. Het personeelsbestand van het Departement kent een goede spreiding over de leeftijdscategorieën, met een lichte oververtegenwoordiging van werknemers in de jongste leeftijdsgroep: 37% is jonger dan 35 jaar; 23% is tussen de 35 en 44 jaar; 27% is tussen de 45 en 54 jaar en 13% is 55 of ouder. In 2012 is er 1 medewerker van DBZ op pensioen gegaan zijn, 2 medewerkers gaan vanaf 1/1/2013 op pensioen.
5.1.3 Besparingsobjectieven Vlaamse regering Eén van de besparingsobjectieven van de Vlaamse Regering bestaat erin om tegen 30/06/2014 6% minder personeelsleden tewerk te stellen ten opzichte van 30/06/2009 (geteld in personeelsaantal of koppen). De afrekening in welke mate de Vlaamse overheid de opgelegde personeelsbesparingen heeft gehaald, gebeurt dus op 30/06/2014.
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
17
Op voorstel van de CAG-werkgroep ‘Personeelsbesparingen’ is er een methodiek uitgewerkt om gerechtvaardigde personeelstoenames na 30/06/2009 op een consistente en transparante manier te neutraliseren maar waarbij de 6%-personeelsbesparing onverkort van toepassing blijft. Deze methodiek is doorvertaald naar de concrete personeelsaantallen op entiteitsniveau. Voor het Departement vermeldt het overzicht de volgende aantallen:
Personeelsaantal op 30/06/2009
Aantal geneutraliseerd
Nulmeting na neutralisatie
267
18 (team kabinetsondersteuning en oprichting GDPB)
285
5.1.4
Te verminderen aantal (6% van nulmeting) -17
Te bereiken personeelsaantal op 30/06/2014 268
Personeelsbeschikbaarheid
In de managementovereenkomst engageert het Departement zich tegenover de bevoegde minister om het reëel aantal medewerkers, uitgedrukt in VTE, maximaal gelijk te houden en bij voorkeur te verlagen ten opzichte van het reëel aantal VTE in de entiteit op het moment van het ingaan van het Vlaams Regeerakkoord 2009-2014, namelijk 228,6 VTE. Alle overgedragen VTE gelinkt aan de overdracht van activiteiten van of naar andere entiteiten worden niet meegerekend op voorwaarde dat de VTE niet blijven bestaan bij de overdrager. De Cel Kabinetsondersteuning (5,8 VTE op 31/12/2012) wordt niet opgenomen in de cijfers van het departement. De evolutie van de personeelsbeschikbaarheid (bruto VTE) voor het Departement wordt weergegeven in onderstaande tabel: Bruto VTE* Norm (30/06/2009)
228,6
Situatie bij opmaak OP 2013 (31/12/2012)
226,1
Toekomstige maximum situatie (31/12/2015)
228,6
* Exclusief e-IB; exclusief Cel kabinetsondersteuning (5,8 VTE op 31/12/2012)
De verwachte natuurlijke uitstroom (pensionering) binnen het Departement gedurende de looptijd van de managementovereenkomst 2011-2015 bedraagt 18 VTE. Dit is een inschatting, die gebaseerd is op de gemiddelde leeftijd van pensionering in de gehele Vlaamse overheid op dit moment. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de leeftijd van eventuele nieuwe medewerkers die tijdens de looptijd nog zullen instromen.
5.1.5 Toewijzing van VTE aan de processen van het Departement Procesoptimalisatie is een krachtige motor om tot een performantere organisatie te komen. Door de personeelsinzet te linken aan de processen en deze oefening regelmatig te
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
18
actualiseren, wil het Departement analyseren hoe in de toekomst eventuele verschuivingen of herschikkingen kunnen leiden tot efficiëntiewinsten. In de strategiekaarten van het Departement worden drie soorten processen onderscheiden: kernprocessen, sturende processen en ondersteunende processen.
Proces
Beschrijving
Kernprocessen DBZ
Kernprocessen zijn diensten-georiënteerd, essentieel om de producten of diensten van de organisatie te leveren. De diensten van een overheidsadministratie op het hoogste niveau zijn beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering. De kernprocessen van de Vlaamse overheid zijn dus die processen die vorm geven aan beleidsondersteuning en beleidsuitvoering in de beleidsvelden en –aangelegenheden van de VO. Onder de beleidsvelden van de VO worden ook gerekend: ICT, facilitair management, P&O, …. De VR wil hierin duidelijk een horizontale dienstverlening opzetten. De processen die deze horizontale dienstverlening rechtstreeks realiseren zijn dus ook kernprocessen.
Sturende processen DBZ
Sturende processen zijn doelstellingengeoriënteerd en wet- & regelgevingsgeoriënteerd. Deze processen zijn nodig om de organisatie(-eenheid) te besturen teneinde te voldoen aan doelstellingen en aan wet- en regelgeving. Het besturen draait letterlijk om een plan waarin kaders worden opgesteld van een onderliggend te besturen proces. Managementprocessen besturen andere processen.
Ondersteunende processen Ondersteunende processen zijn middelengeoriënteerd, ze DBZ voorzien in de nodige middelen en ondersteunen hierbij zowel de kernprocessen als de sturende processen en de ondersteunende processen zelf. Doel is het tijdig, in de gewenste hoeveelheden en met de vereiste kwaliteit, aan alle processen ter beschikking stellen van mensen en middelen (resource management, maar wel opgesplitst in mensen en middelen)
Onderstaande procesmap geeft een overzicht van de procesdomeinen van het departement, ingedeeld per soort:
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
19
De koppeling van VTE aan de processen werd in december door de afdelingen van het Departement geactualiseerd. De stand van zaken bij de opmaak van het ondernemingsplan wordt weergegeven in Bijlage 3.
5.2 Financiële middelen Op basis van de initiële begrotingsopmaak 2013 worden de vastleggingen van (of beheerd door) het Departement in 2013 begroot op 28.395.000 euro. Het gebruik van vereffeningsskredieten wordt in 2013 begroot op 28.721.000 euro. De begrotingscijfers kunnen worden uitgesplitst in enerzijds de eigen apparaatkredieten (BA) van het Departement en anderzijds de beleidskredieten opgenomen in de programma’s Reguleringsmanagement (BD), Overheidsopdrachten en e-procurement (BE), P&O (BK) en Patrimonium (BL) van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap. Daarnaast is een provisie ingeschreven onder begrotingsprogramma BB.
Basisallocatie
Omschrijving
ENT
PR
ESR
BC0
BA203
1100
Initieel krediet 2013 (begrotingsopmaak 2013) Gesplitst vastleggingskrediet (k.euro)
Gesplitst vereffeningskrediet (k.euro)
13.917
13.917
13.917
13.917
ANDERE
590
731
ANDERE
1.078
1.078
454
557
OVERIGE
53
53
OVERIGE UITKERINGEN AAN GEZINNEN ALS VERBRUIKERS -
67
67
2.242
2.486
LONEN EN SOCIALE LASTEN - NIET VERDEELD
Totaal begrotingsartikel BC0/1BA-C-2-Z/LO Lonen BC0
BA208
1211
ALGEMENE
WERKINGSKOSTEN
(VERGOED
AAN
Variabel krediet (k.euro)
SECTOREN DAN DE OVERHEIDSSECTOR) - INFORMATICA
BC0
BA210
1211
ALGEMENE
WERKINGSKOSTEN
SECTOREN
DAN
DE
(VERGOED
OVERHEIDSSECTOR)
AAN -
EXCLUSIEF
INFORMATICA
BC0
BA214
7422
VERWERVING VAN OVERIG MATERIEEL - INFORMATICA
BC0
BA216
7422
VERWERVING
VAN
OVERIG
MATERIEEL
-
INVESTERINGSGOEDEREN
BC0
BA206
3441
GELDELIJKE
UITKERINGEN
-
SCHADEVERGOEDINGEN
AAN
DERDEN WAARVOOR DE VLAAMSE GEMEENSCHAP OF HET VLAAMS GEWEST OP GROND VAN DE ART 1382, 1383 EN 1384, LID 3 VAN HET B,W, AANSPRAKELIJK ZIJN KRACHTENS EEN VONN
Totaal begrotingsartikel BC0/1BA-C-2-Z/WT Werking en toelagen BC0
BA205
1100
LONEN
EN
SOCIALE
LASTEN
-
NIET
VERDEELD
-
VOOR
0
voor
0
VERVANGERS VAN GEDETACHEERDEN (begrotingsfonds)
Totaal begrotingsartikel BC0/1BA-X-4-Z/LO vervangers van gedetacheerden
Lonen
-
INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN EEN INSTITUTIONELE GROEP -
219
219
Totaal begrotingsartikel BC0/1BA-X-2-Z/WT Werking en toelagen aan het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen
219
219
INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN EEN INSTITUTIONELE GROEP -
190
190
Totaal begrotingsartikel BC0/1BA-X-2-Y/IS Interne stromen - SAR Bestuurszaken
190
190
UITGAVEN TE VERDELEN OVER DE HOOFDGROEPEN 1 TOT EN
800
800
-
800
800
ANDERE
494
494
494
494
300
300
BC0
BA219
4150
AAN
ONDERWIJSINSTELLINGEN
VAN
DE
INSTITUTIONELE
OVERHEID - AAN HET STEUNPUNT BESTUURLIJKE ORGANISATIE VLAANDEREN
BC0
BA218
4140
AAN ADMINISTRATIEVE OPENBARE INSTELLINGEN (AOI) - AAN DE STRATEGISCHE
ADVIESRAAD
(VLAAMSE
ADVIESRAAD
VOOR
BESTUURSZAKEN)
BC0
BB200
0100
MET 9 - NIET VERDEELD - PROVISIE VOOR DE TOEKENNING VAN RENDEMENTSONDERSTEUNING VOOR DE TEWERKSTELLING VAN PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP
Totaal begrotingsartikel rendementsondersteuning BC0
BD200
1211
ALGEMENE
BC0/1BB-C-2-A/PR
WERKINGSKOSTEN
Provisies
(VERGOED
AAN
SECTOREN DAN DE OVERHEIDSSECTOR) - IN VERBAND MET DE UITBOUW,
WERKING,
KWALITEITSVOLLE
EN
EXPERTISEOPBOUW
REGELGEVING
EN
INZAKE
ADMINISTRATIEVE
VEREENVOUDIGING (REGULERINGSMANAGEMENT) MET INBEGRIP VAN COMMUNICATIE
Totaal begrotingsartikel BC0/1BD-C-2-A/WT Werking en toelagen uitgaven reguleringsmanagement BC0
BE200
1211
ALGEMENE
WERKINGSKOSTEN
(VERGOED
AAN
ANDERE
SECTOREN DAN DE OVERHEIDSSECTOR) - UITGAVEN IVM EPROCUREMENT
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
23
BC0
BE202
1211
ALGEMENE
WERKINGSKOSTEN
SECTOREN
DAN
DE
(VERGOED
OVERHEIDSSECTOR)
AAN -
ANDERE
292
292
592
592
ERELONEN
OVERHEIDSOPDRACHTEN
Totaal begrotingsartikel BC0/1BE-C-2-A/WT Werking en toelagen uitgaven voor e-procurement en voor overheidsopdrachten BC0
BE201
12
ALGEMENE
WERKINGSKOSTEN
(VERGOED
AAN
ANDERE
0
SECTOREN DAN DE OVERHEIDSSECTOR) - UITGAVEN IVM EPROCUREMENT (begrotingsfonds)
Totaal begrotingsartikel BC0/1BE-C-4-A/WT werking en toelagen uitgaven voor e-procurement BC0
BK207
1100
LONEN
EN
SOCIALE
LASTEN
-
NIET
VERDEELD
0
-
8.593
8.593
-
8.593
8.593
15
15
307
307
183
183
114
114
PENSIOENBIJDRAGEN
Totaal begrotingsartikel pensioenbijdragen BC0
BK208
1211
ALGEMENE
BC0/1BK-C-2-E/LO
WERKINGSKOSTEN
(VERGOED
Lonen
AAN
ANDERE
SECTOREN DAN DE OVERHEIDSSECTOR) - IN HET KADER VAN DE ARBEIDSMARKTCOMMUNICATIE
BC0
BK201
1211
ALGEMENE SECTOREN
WERKINGSKOSTEN DAN
DE
(VERGOED
AAN
ANDERE
OVERHEIDSSECTOR)
-
BELEIDSVOORBEREIDENDE STUDIES INZAKE DE BESTUURLIJKE ORGANSATIE, PERSONEELSBELEID EN ANDERE OPDRACHTEN
BC0
BK202
1211
ALGEMENE
WERKINGSKOSTEN
(VERGOED
AAN
ANDERE
SECTOREN DAN DE OVERHEIDSSECTOR) - IN HET KADER VAN EMANCIPATIEZAKEN
BC0
BK204
1211
ALGEMENE
WERKINGSKOSTEN
(VERGOED
AAN
ANDERE
SECTOREN DAN DE OVERHEIDSSECTOR) - IN VERBAND MET PROCES- EN INFORMATICABELEID
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
24
BC0
BK205
1211
ALGEMENE
WERKINGSKOSTEN
(VERGOED
AAN
ANDERE
57
57
676
676
0
82
0
82
SECTOREN DAN DE OVERHEIDSSECTOR) - ONDERSTEUNING IN VERBAND
MET
WELZIJNSBELEID,
BEDRIJFSCONTINUITEIT
EN
CRISISMANAGEMENT
Totaal begrotingsartikel BC0/1BK-C-2-A/WT Werking en toelagen uitgaven voor beleidsondersteuning met betrekking tot P&O, ICT en proces- en informatiebeheer en voor emancipatiezaken, welzijn en bedrijfscontinuïteitsplanning BC0
BK203
3122
OVERIGE EXPLOITATIESUBSIDIES AAN OVERHEIDSBEDRIJVEN AAN JOBPUNT VLAANDEREN
Totaal begrotingsartikel BC0/1BK-C-2-B/WT Werking en toelagen subsidie aan Jobpunt Vlaanderen in het kader van het Vlaamse rekruterings- en selectiebeleid
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
25
Opgemaakt in 3 exemplaren te Brussel
Voor de Vlaamse Regering,
Geert Bourgeois Viceminister-president van de Vlaamse regering Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand
Freya Van den Bossche Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie
Voor het Departement Bestuurszaken,
Luc Lathouwers Secretaris-generaal
Ondernemingsplan 2013 – Departement Bestuurszaken
27