VRT ONDERZOEK & INNOVATIE
Ondernemingsplan 2013
Januari 2013
VRT Onderzoek & Innovatie Auguste Reyerslaan 52 1043 Brussel +32 2 741 36 32 Innovatie.vrt.be
Dit document heeft betrekking op de toegevoegde opdracht van de VRT beheersovereenkomst 2012-2016. De opdracht maakt het voorwerp uit van de specifieke overeenkomst “onderzoek en innovatie” tussen de VRT en Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Viceministerpresident van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Innovatie, overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding.
1
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ......................................................................................................................................................................................................................3
1
ONDERZOEKSTRAJECT – SNELLE PRODUCTIE EN CONSTANTE FLOW .......................................................................................... 4
Project N: Snelle productie ............................................................................................................................................................. 4
2
ONDERZOEKSTRAJECT – MULTIPLATFORM PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE ................................................................................... 6 Project M: MISTRAL – Managing Internet video STReaming through Adaptation and Learning ................6 Project P: Multiplatform productie en distributie ...............................................................................................................8
3
ONDERZOEKSTRAJECT – AUTOMATISCHE ARCHIVERING, ANNOTATIE EN ONTSLUITING ......................................................... 12
Project O: STON – Spraak- en taaltechnologisch ondertitelen in het Nederlands ........................................... 12 Project T: TOSCA-MP - Task-oriented search and content annotation for media production ..................14 Project V: AARON - Automatische Archief Ontsluiting................................................................................................... 19 Project Q: Kwaliteitscontrole ...................................................................................................................................................... 23
4
ONDERZOEKSTRAJECT – CROWD SOURCING & DATA DRIVEN JOURNALISM ............................................................................ 25
Project D: Data Driven Journalism .......................................................................................................................................... 25
5
ONDERZOEKSTRAJECT – GEPERSONALISEERDE EN PARTICIPATIEVE GEBRUIKERSERVARINGEN ....................................... 28 Project F: Future Media Experience........................................................................................................................................ 28 Project Z: Empathic Products .................................................................................................................................................... 33
6
SAMENWERKING MET EBU .........................................................................................................................................................36 Project E: Participatie in EBU...................................................................................................................................................... 36
2
INLEIDING Dit ondernemingsplan geeft een overzicht en gedetailleerde beschrijving van de geplande activiteiten van VRT Onderzoek en Innovatie in 2013, in het kader van de toegevoegde opdracht “onderzoek en innovatie” van de VRT beheersovereenkomst 2012-2016. Het geeft ook een transparante opdeling van de voorziene budgeten van deze activiteiten en projecten. De verschillende activiteiten worden voorgesteld in de context van afzonderlijke projecten, die op hun beurt worden opgehangen aan een onderzoeksthema. In het meerjarenplan werden vijf grote onderzoeksthema’s gedefinieerd en in detail beschreven:
Productieapparaat van de toekomst met als subthema’s: -
Snelle productie en constante flow Multiplatform productie en distributie Automatische archivering, annotatie en ontsluiting
Crowd sourcing & data driven journalism Gepersonaliseerde en participatieve gebruikerservaringen
Per project duiden we aan wat de projectvorm is (IWT, iMinds/ICON, FP7, VRT Onderzoek en Innovatie,...) en noteren we de geplande inzet en de verwachte resultaten. De manmaanden hebben uitsluitend betrekking op het werkingsjaar 2013. Bovendien verwijzen we per specifiek project naar de verdere ambities onder de vorm van valorisatie.
3
1
ONDERZOEKSTRAJECT – SNELLE PRODUCTIE EN CONSTANTE FLOW
Project N: Snelle productie (VRT Onderzoek en Innovatie) Audio(visueel) materiaal snel produceren en publiceren, is voor elke nieuwsredactie van primordiaal belang. Zeker nu ook (mobiel) internet gemeengoed is geworden, verwachten mediagebruikers om ogenblikkelijk geïnformeerd te worden over gebeurtenissen. De technologische ontwikkeling van tape naar bestand en van SD naar HD, wordt in dat verband niet als een vooruitgang beschouwd. Hoewel bestandgebaseerd werken meer flexibiliteit oplevert, is de benodigde tijd voor een actie of een bestandstransfer minder voorspelbaar. Hoeveel tijd bijvoorbeeld archiefmateriaal ophalen in beslag neemt, is nu ook afhankelijk van de activiteiten van andere gebruikers in het systeem en niet alleen van de lengte van de nodige clips. De “sneller dan realtime” belofte verwatert soms naar “hopelijk binnen het uur”. Met de introductie van HD zal dat een nog groter aandachtspunt worden. Toch zijn er aan de bestandgebaseerde workflow ook tal van voordelen verbonden. Precies omdat de overdrachtssnelheid kan variëren, kunnen reportages via mobiele netwerken (bijvoorbeeld 3G) worden doorgestuurd tijdens het rijden, of kunnen de talrijk aanwezige Wi-Fi-hotspots worden ingezet voor een “boost” in de snelheid. Ook bespaart het kostbare minuten, omdat het item meteen juist geknipt is (geen zwarte seconden voor en na het item), en is de beeldkwaliteit onveranderlijk en gekend tijdens de montage. WERKPAKKET N.1 – CONTRIBUTIE ON THE ROAD Aantal MM: 8 Vanop elke willekeurige locatie zijn er meestal heel wat manieren om communicatie tussen de mobiele reportageploeg en de (eind)redactie mogelijk te maken: •De cellulaire internetverbindingen. Zeker in stedelijk gebied zijn dit vaak breedbandverbindingen over UMTS (3G) of zelf LTE (4G) netwerken. •Satellietverbindingen. •TNG-verbinding, in stedelijk gebied zelfs zonder grote antennes mogelijk en mobiel bruikbaar. •Wi-Fi-hotspots (zowel Belgacom als Telenet bieden breedband toegang aan via hotspots) In elke situatie moet er worden gekozen voor een van deze mogelijkheden. Elk communicatiekanaal heeft zijn eigen sterktes, maar ook zwaktes. Zo is een 3G-netwerk niet altijd beschikbaar in het geval van rampen; satellietverbindingen hebben dan weer last van vertraging; TNG is een één-wegs verbinding en Wi-Fi-hotspots hebben maar een beperkt bereik. In dit werkpakket wordt onderzocht of en in welke mate we de verschillende kanalen kunnen combineren. Bijvoorbeeld, starten met doorsturen via Wi-Fi en overschakelen op 3G als de reportagewagen wegrijdt, of versneld doorsturen door zowel Wi-Fi als TNG te combineren.
4
Opleveringen
Beschrijving
Type
N.1.1
Testen bonding-protocol in combinatie met ander verkeer Testen IP over satelliet Combineren 3G/Wi-Fi + satelliet Bouwen appliance dat transparant ongewijzigde toestellen kan “upgraden” Ondersteuning één-wegs verbindingen Bouw robuuste appliance met flexibele netwerkconnectiviteit
Proof of Concept / Document Document Proof of Concept Proof of Concept
N.1.2 N.1.3 N.1.4 N.1.5 N.1.6
Proof of Concept Proof of Concept
Einde kwartaal Q2 Q2 Q3 Q3 Q4 Q4
VALORISATIE Als de bovenstaande ideeën kunnen worden gevalideerd, laat dat toe om opportunistisch om te springen met beschikbare bandbreedte. Er kan worden geoptimaliseerd naar snelheid (door een maximum aan kanalen te bundelen), maar ook naar kostprijs (door enkel het goedkoopste kanaal te gebruiken), en dit zonder een bestaande verbinding te moeten verbreken.
5
2
ONDERZOEKSTRAJECT – MULTIPLATFORM PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE
Project M: MISTRAL – Managing Internet video STReaming through Adaptation and Learning (IBBT ICON) Het project MISTRAL heeft als doelstelling onderzoek te verrichten naar de volgende generatie httpadaptive streaming architecturen, protocollen en algoritmen voor de realisatie van media streaming van hoge kwaliteit over IP-netwerken in het algemeen, en het internet in het bijzonder. Zowel uitbreidingen van de huidige H.264 AVC gebaseerde http-adaptive streaming technologie, als H.264 schaalbare video codering (SVC) gebaseerde oplossingen worden onderzocht. De technische vereisten voor de volgende generatie http-streaming worden bepaald aan de hand van de use cases “Web televisie” (Alcatel-Lucent, Belgacom, VRT) en “Multi-site collaboratie” (Barco). De volgende onderzoeksdomeinen komen hierbij aan bod:
optimale video-encodering en temporele segmentatie. subjectieve en objectieve kwaliteitsmonitoring mechanismen. zelflerende mechanismen om streamingsystemen gradueel te verbeteren.
VRT Onderzoek en Innovatie wil met dit project in eerste instantie kennis opbouwen over het gebruik en de optimalisatie van de volgende generatie videostreaming en encoderingstechnieken. Dat in de context van mediaervaringen voor de eindgebruiker. Het onderzoek omvat onder meer een verdere optimalisatie van de huidige encoderingsalgoritmes voor het potentiele gebruik van variable bit rate (VBR) encodering in plaats van constant bit rate (CBR). Ook zal worden onderzocht of het gebruik van schaalbare video codering (SVC) de efficiëntie verder kan verbeteren, bijvoorbeeld het verkleinen van de delay in de videostreaming bij de eindgebruiker. Dat moet omroepen toelaten om complexere en meer veeleisende use cases op te zetten voor multischerm gebruikerservaringen. In tweede instantie stelt VRT O&I ook een representatieve set van videobronmateriaal ter beschikking met een evenwichtige verdeling van verschillende beeldcomplexiteiten. Tijdens de verschillende experimenten van het project, wordt van het videomateriaal gebruik gemaakt, bijvoorbeeld om de behaalde kwaliteit bij de eindgebruiker te meten. Het projectconsortium bestaat uit belangrijke Vlaamse spelers uit het domein van het project: een inhoudaanbieder (VRT), een netwerkoperator en IPTV-dienstaanbieder (Belgacom), een netwerktoestelaanbieder (Alcatel Lucent–Bell Labs) en een aanbieder van high-end gebruikerstoestellen en genetwerkte applicaties (Barco), aangevuld door de onderzoeksgroepen IBCN-UGent, MMLab-UGent, Etro-UGent, SMIT-VUB en MICT-VUB.
ICON-PROJECTFICHE Consortium Externe partners Alcatel-Lucent Barco Belgacom VRT
MM 120 96 8 24
IBBT onderzoeksgroepen IBCN MMLab ETRO SMIT MICT
MM 96 60 60 40 8
6
Projectduur Totaal budget
2 jaar 5.041.014 €
Startdatum Totaal VRT budget
1 januari 2012 255.000€
WERKPAKKET M.1 – USE CASE “WEB TELEVISIE” VEREISTEN EN VALIDATIE Aantal MM: 5 In dit werkpakket zal samen met de projectpartners een werkend prototype voor de use case “Web Televisie” worden ontwikkeld en geëvalueerd. Er zal worden onderzocht of bestaande SVC implementaties kwalitatief goed genoeg zijn om in te zetten in deze use case. Indien blijkt van wel, wordt onderzocht in welke mate het gebruik van SVC bij adaptive web streaming de delay (gewoonlijk zo’n 10 seconden) kan verkleinen. Als alternatief kunnen mogelijke optimalisaties op basis van VBR-encodering worden bestudeerd (zie WP M.2). Opleveringen Beschrijving
Type
M1.1
Werkend prototype use case “Web Televisie”
M1.2
Validatie resultaten van prototype “Web Televisie”
Software en document Document
Einde kwartaal Q3 Q4
WERKPAKKET M.2 – EFFICIËNTE ENCODERING EN SEGMENTATIE Aantal MM: 1 Dit werkpakket heeft geen concrete deliverables voor VRT Onderzoek en Innovatie in 2013. Indien echter blijkt dat er geen bruikbare SVC-implementaties bestaan om het prototype van de use case “Web Televisie” te implementeren en het beoogde onderzoek te verrichten, zal als alternatief bestudeerd worden in welke mate een aanvullende signalisatie van variabele bit rate segmenten bij H.264 AVC-gebaseerde http-adaptive streaming de kwaliteit voor de gebruiker kan verbeteren. In dit geval moet een extensie op de bestaande MPEG-Dash standaard worden voorzien.
VALORISATIE De onderzoeksactiviteiten in dit project situeren zich in het domein van multiplatform distributie en delivery. De digitale mediagebruiker consumeert content niet langer alleen via lineaire tv, maar ook via persoonlijke en mobiele toestellen. Voor een omroep is het essentieel om steeds de hoogst mogelijke kwaliteit af te leveren voor zulke variërende toepassingen en netwerkcapaciteiten. De ontwikkelde technieken in dit project helpen om in de toekomst kwaliteitsvolle innovatieve mediaplatformen te bouwen, die nieuwe business opportuniteiten voor een omroep kunnen opleveren. Aangezien het succes van dit soort platformen zal afhangen van de gepercipieerde beeldkwaliteit, is het belangrijk om adequate expertise op te bouwen in dit domein. Valorisatie gebeurt dus via expertiseopbouw.
7
Project P: Multiplatform productie en distributie (VRT Onderzoek en Innovatie) In de crossmediale productiearchitectuur, zoals die vandaag de dag typisch geïmplementeerd is, staat vooral het delen van materiaal tussen de verschillende media (radio, tv en online) voorop, maar blijven de programmaontwikkeling, de productiesystemen en de workflows voor deze verschillende outputkanalen grotendeels gescheiden. Dat is op zich niet onlogisch, omdat elk medium zijn eigenheid heeft en specifieke vaardigheden vereist, maar toch gaan hierdoor belangrijke opportuniteiten verloren om de verschillende kanalen maximaal uit te spelen bij het brengen van een verhaal. Webproductie in het bijzonder is tegenwoordig grotendeels een afgeleide van tv-productie, maar zal in de toekomst evolueren naar het kanaal waar bijvoorbeeld nieuwsfeiten zo snel mogelijk worden gebracht via eigen web(media)productie (“online first” principe), waarop de andere media nadien met meer diepgang kunnen inspelen. Deze ontwikkelingen zullen een belangrijke impact hebben op de vereisten van de toekomstige mediaproductiearchitectuur. Efficiëntie, flexibiliteit, maar ook kwaliteit zijn hierbij cruciale begrippen om sneller op de bal te kunnen spelen, en tegelijk met dezelfde middelen coherenter maar ook meer te produceren en te distribueren. Hoe sneller een reportageploeg van Het Journaal (semi-)afgewerkt programmamateriaal ter beschikking kan stellen, hoe sneller ook andere media hierop kunnen inspelen en vice versa. In dit onderzoeksproject onderzoeken en testen we via een aantal gerichte werkpakketten enkele van deze toekomstige evoluties en de impact ervan op productie workflows: -
Testen van technologieën die de kwaliteit en efficiëntie van tv productie workflows kunnen verbeteren (WP P.1) Hergebruik van broadband (web) grafiek in broadcast workflows (WP P.2) Combineren van radio- en videowebdistributie (WP P.3) Op maat gemaakte set van productietools voor actuaprogramma’s, die toelaten om op een overzichtelijke en efficiënte manier een verhaal op te bouwen dat eventueel op verschillende platformen kan worden gebracht(WP P.4)
WP P.1 – Toekomstige productiearchitectuur Aantal MM: 6 In dit werkpakket onderzoeken we hoe toekomstige productietechnologieën kunnen inspelen op gebruikersnoden en welke impact ze hebben op toekomstige productieworkflows. Op welke manier gaan we richting een meer decentrale (post)productiearchitectuur? In welke mate kan montage op locatie plaatsvinden en kan er tegelijk worden gebruik gemaakt van centraal opgeslagen materiaal? Wat is de stand van zaken van 4K-technologie met het oog op toepassing ervan binnen omroepen? Hoe kan binnenkomend (ruw) materiaal met als einddoel multiplatform productie en gedeeld gebruik beter beheerd, geannoteerd en gefilterd worden? Zulke vragen worden in dit werkpakket stap per stap onderzocht en aangepakt. Twee concreet geplande opleveringen zijn: -
Evaluatie van 4K-kwaliteit voor de eindgebruiker door toepassing van HEVC-codec op VRTmateriaal. Evaluatie van webgebaseerde montagetools met het oog op decentrale postproductie.
8
Verdere aanvullingen met prototypes en studies binnen het geschetste kader kunnen in de loop van het jaar worden toegevoegd. Als referentiearchitectuur voor geïntegreerde mediaproductie baseren we ons hierbij op het referentiearchitectuurdiagram dat in de EBU-IMPS-werkgroep werd uitgewerkt.
Opleveringen Beschrijving
Type
P.1.1
Evaluatie 4K-workflows
P.1.2
Locatie-onafhankelijke videoproductie
Demonstratie en document Proof of concept en document
Einde kwartaal Q3 Q3
WERKPAKKET P.2 - BROADCAST GRAFIEK Aantal MM: 6 (in samenwerking met externe partner) In een programma worden vaak grafische elementen toegevoegd (SVO’s), denk aan scores, grafieken, kaarten,… Vaak wordt dezelfde informatie ook online ter beschikking gesteld na de uitzending. Momenteel is de software-stack die gebruikt wordt voor visualisatie tijdens de uitzending echter verschillend van deze van het web. Is het niet mogelijk om dezelfde taal en technologie te gebruiken voor beiden? Of concreet: hoe kunnen we webcontent in een beeldmenger brengen en laten voldoen aan alle eisen: (gedeeltelijk) transparant zijn, niet-vierkante pixels gebruiken (anamorphic), synchroon videosignaal aan TV-resoluties (GenLock en 50Hz), … Opleveringen P.2.1 P.2.2
Beschrijving Computer hardware met een interface naar een beeldmenger Uitvoer van dynamisch gegenereerd beeld
P.2.3
HTML5 gebaseerde rendering, met transparantie
Type Proof of concept Proof of concept Proof of concept
Einde kwartaal Q2 Q3 Q4
WP P.3.4 – RADIOPRODUCTIESYSTEEM VOOR VIDEOPLAYOUT Aantal MM: 1 In dit werkpakket willen we twee zaken onderzoeken. Kan een radioproductiesysteem in combinatie met een videoplayoutserver worden gebruikt om audio en video simultaan uit te spelen naar zowel een radio- als videostream, waarbij het radioproductiesysteem als master control fungeert? Concreet zullen we dit uittesten door de Dalet Radiosuite te koppelen aan Dalet Brio. Een tweede onderzoeksaspect betreft het (her)gebruiken van beeldmateriaal dat door de VRT wordt gemaakt als aanvullende content voor radio. Hoe ziet de workflow er uit om dit materiaal tot in de radiostudio te krijgen? Voor de Proof of Concept, beperken we de scope tot één workflow: beeldmateriaal dat via ENG binnenkomt, verwerken tot een bruikbaar multimedia item voor gebruik op radio. In een testopstelling zullen we simuleren hoe deze workflow in praktijk kan werken, aangevuld met een document waar de nodige lessons learned in worden opgesomd die van belang zijn voor een implementatie.
9
Opleveringen
Beschrijving
Type
P.3.1
Testopstelling radioproductiesysteem voor video playout, inclusief lessons learned
Proof of concept en document
Einde kwartaal Q4
WP P.4 – RESEARCHER Aantal MM: 8
Vandaag functioneren de kanaal specifieke productiesystemen (tv, radio, web, mobiel) grotendeels als aparte silo's en beperkt crossmedia productie zich tot louter delen en hergebruik van content voor de verschillende kanalen. Doorgaans resulteert dit in inhoudelijk identieke versies voor de verschillende doelplatformen. In dit werkpakket onderzoeken we welke productietools en processen er nodig zijn voor de productie van configureerbare content. Configureerbare content ligt aan de basis van multiplatform produceren en vindt zijn oorsprong in de term “configurable product”. De term duidt op het feit dat het product (virtueel) op zich niet bestaat maar alleen voorkomt in afgeleide vormen (bv. een T-shirt dat bestaat in verschillende maten en kleuren). Configureerbare content produceren, start bij de conceptfase en de modellering van het programma en heeft impact op de gehele productieflow. Hierbij is het belangrijk dat er gedurende de levensloop van een productie zoveel mogelijk productionele data worden gecapteerd zonder dat de productieteams extra worden belast. Dit omvat zowel structurele informatie (scenario’s, programma-elementen), als annotaties, technische gegevens, beeld- en audioanalysedata en planningsdata. Wanneer deze data gekoppeld worden aan de structuur of het model van het programma kan er een blauwdruk of plan gegenereerd worden voor de specifieke versies van de multiplatform content. Huidige productietools bieden hier vandaag (bijna) geen ondersteuning. In dit werkpakket willen we dan ook de eerste stappen zetten met betrekking tot configureerbare content en een aantal applicaties prototypen – in de context van een documentaire productie - die het mogelijk maken om belangrijke productionele data te capteren. In deliverable P.4.1 bouwen we een transcriptie applicatie die toelaat om materiaal te transcriberen. De gebruiker kan hierbij het materiaal in logische blokken opdelen. Tegelijkertijd zullen we kijken of we op basis van state-of-the-art sprekersclustering en spraakherkennings algoritmes (semi)automatische transcriptie kunnen bewerkstelligen. Op deze manier worden er zowel structurele als inhoudelijke data toegevoegd aan het materiaal. In deliverable P.4.2 werken we een Story Editor voor non-scripted formats uit (bv. documentaires in tegenstelling tot scripted formats zoals bv. drama). De Story Editor dient in te spelen op het organische proces van zulke producties en zal de gebruiker de nodige ondersteuning geven om zijn materiaal vanaf de conceptfase tot montage te structuren en annoteren. Tegelijkertijd zal de Story Editor het assembleren van deelelementen (scenes of sequenties) van het programma mogelijk maken. Opleveringen Beschrijving P.4.1 P.4.2
Transcriptie applicatie met sprekersherkenning Story Editor voor non-scripted (documentaire)
Type
Einde kwartaal Q3
Demonstratie en document formats Proof of Q3 concept en document
10
VALORISATIE De resultaten in dit project zullen leiden tot: - Expertiseopbouw over nieuwe technologieën in broadcast productie en hun impact op toekomstige architectuur. - Efficiëntere toekomstige productieworkflows. - Optimalere integratie van multiplatform media workflows. - Op maat gemaakte productietools die verder kunnen worden ontwikkeld voor programmamakers in bijvoorbeeld actuaprogramma’s. - Kennisoverdracht binnen de omroep van de verworven inzichten in de verschillende werkpakketten via demo opstellingen en workshops.
11
3
ONDERZOEKSTRAJECT
– AUTOMATISCHE ARCHIVERING, ANNOTATIE EN
ONTSLUITING Project O: STON – Spraak- en taaltechnologisch ondertitelen in het Nederlands (IWT Innovatief Aanbesteden) In Vlaanderen zijn ondertitels in het Nederlands bij televisieprogramma’s verplicht. Dat is veeleer een tijdrovende activiteit. Ondersteuning door technologie, meer bepaald taal- en spraaktechnologie, kan een belangrijk bron van besparing betekenen. In 2012 werd de eerste fase van dit IWT Innovatief Aanbesteden project afgerond, namelijk de marktverkenning. Er werd een innovatieplatform opgestart waar VRT, de commerciële omroepen VMMa en SBS en de regionale omroepen een dialoog voerden met technologische bedrijven en kennisinstellingen. Via dit platform verduidelijkte de VRT in samenspraak met de andere omroepen haar behoefte aan innovatieve oplossingen voor het ondertitelingsproces en vroeg aan de markt een antwoord hierop te bieden. Hiertoe werden een vijftal werksessies georganiseerd met gebruikersgroepen, industriepartners en kennisinstellingen waarin de gebruikersnoden, het ecosysteem, de stand van de techniek, het innovatiepotentieel en de risico’s in kaart werden gebracht. Belangrijke geïdentificeerde bouwblokken omvatten onder meer scriptinterpretatie, diarisation (taalherkenning, spraak/niet-spraak, sprekersclustering), spraakherkenning, synchronisatie audio en ondertitels en een gebruiksvriendelijke gebruikerscockpit waarin deze tools kunnen worden gecombineerd. Op basis van de conclusies van de marktverkenning die uitgevoerd is in de eerste fase van het project (afgerond eind 2012), zullen de volgende fases van het project in samenspraak met het IWT en de geïnteresseerde omroepen verder worden aangepakt. Voor de gewenste functionaliteiten of diensten waarvoor nog geen oplossing op de markt bestaat, en dus nog een innovatieve stap moet worden gezet, kan nu een pre-commerciële aanbesteding worden uitgewerkt. Voor een gewenste functionaliteit die beschikbaar is op de markt (m.a.w. zonder innovatie risico) kan onmiddellijk een commerciële aanbesteding worden uitgeschreven. VRT Onderzoek & Innovatie zal dit proces inhoudelijk coördineren (in overleg met de VRT Ondertitelingsdienst, de geïnteresseerde partners en het IWT) en hierbij in het bijzonder focussen op het innovatieve gedeelte. Bij het opvolgen van dit project zal er ook worden nagekeken of bepaalde geïmplementeerde modules voor ondertiteling ook nuttig kunnen worden ingezet in het onderzoekstraject rond archiefannotatie (project V – Aaron).
12
Referentieschema STON WERKPAKKET O.1 - PROJECT MANAGEMENT Aantal MM: 6 In dit werkpakket zullen de geïdentificeerde noden voor ondertiteling vertaald worden naar een of meerdere pre-commerciële aanbestedingen, in overleg met de geïnteresseerde partners en het IWT. Dit omvat het opstellen van een gedetailleerde tijdslijn en budget voor de pre-commerciële ontwikkelingsfase en het samenstellen van evenwichtige consortia van aanbieders. VRT O&I neemt de coördinatie hiervan op zich, en zal het project verder inhoudelijk opvolgen. Opleveringen Beschrijving O.1.1 Uitschrijven bestek precommerciële/commerciële aanbesteding O.1.2 Inhoudelijke coördinatie van het STON project tussentijds evaluatierapport O.1.3 Studie inzetbaarheid ontwikkelde tools in context van archief annotatie
Type Document
Einde kwartaal Q2
Document
Q4
Document
Q4
WERKPAKKET O.2 - ONTWIKKELING PROTOTYPES Aantal MM: 24 (onder voorbehoud: veronderstelt 12 MM via IWT steun in het kader van Innovatief Aanbesteden) In dit werkpakket zullen, op basis van de pre-commerciële aanbesteding(en), innovatieve prototypes door de technologiebedrijven en kennisinstellingen onderzocht en ontwikkeld worden, met het oog op het realiseren van een significant toegevoegde waarde aan het ondertitelingsproces.
13
Enerzijds ligt de focus op de ontwikkeling van een innovatieve centrale "cockpit", waarop de onderliggende modules kunnen geïntegreerd worden. Daarnaast willen we de huidige performantie en kwaliteit van de bestaande bouwblokken gevoelig verbeteren. In de eerste plaats gaat het hier over de bouwblokken scriptinterpretatie, diarisation en spraakherkenning. Een goede balans tussen de geambieerde verbeteringen en wat realistisch haalbaar is binnen een horizon van 18 tot 24 maanden is hierbij noodzakelijk. Opleveringen Beschrijving O.2.1 Onderzoek en ontwikkeling van prototype voor gebruiksvriendelijke centrale cockpit O.2.2 Onderzoek en ontwikkeling van innovatieve prototype(s) voor geselecteerde bouwblokken eerste versie (in overleg met aanbieder)
Type Prototype
Einde kwartaal Q4
Prototype
Q4
VALORISATIE Ondertiteling is een erg tijdrovende activiteit. De resultaten van dit project kunnen een belangrijk hulpmiddel en een bron van besparing vormen in dit proces. Het doel is dankzij geavanceerde technieken beter te doen dan huidige commerciële stand van zaken. Het project is een opportuniteit voor omroepen om hun ondertiteling workflow efficiënter te maken.
Project T: TOSCA-MP - Task-oriented search and content annotation for media production. (EU FP7) Het TOSCA-MP project gaat op zoek naar toekomstige media-annotatie- en zoektoepassingen voor professionele mediagebruikers in een genetwerkte productie- en archiefomgeving (tv, radio, online). Het project is een samenwerking tussen 10 partners uit 5 Europese landen, waaronder industriële partners die toepassingen ontwikkelen voor de media-industrie, publieke omroeporganisaties en hun Europese Unie EBU, een universiteit en verschillende onderzoeksbedrijven. Media workflows moeten steeds efficiënter en flexibeler worden. Journalisten die zich op locatie bevinden bijvoorbeeld nemen meer en meer taken over die vroeger op de nieuwsredactie of in de studio werden uitgevoerd. Verhoogde samenwerking zorgt er bovendien voor dat mediamakers niet enkel meer in de eigen databanken zoeken naar relevant beeldmateriaal, maar dat meer en meer externe bronnen worden geraadpleegd. Idealiter kan zoeken in deze diverse bronnen vanuit één enkele zoekinterface. Om aan de verwachtingen te kunnen voldoen moet mediamateriaal daarvoor snel ontsloten kunnen worden. Mediamateriaal is immers onbruikbaar als er geen metadata voor beschikbaar is. In dit project worden automatische technieken voor het ontsluiten van mediamateriaal onderzocht, zoals spraakherkenning, automatische vertaling, gezichtsherkenning, eventdetectie in beelden en informatie linken van diverse bronnen. Een documentalist zal zo niet langer zelf manueel metadata genereren, wat een traag proces is, maar automatisch gegenereerde metadata evalueren en indien nodig corrigeren. Deze metadata moet vervolgens opzoekbaar worden gemaakt. Daarvoor is een performante zoekapplicatie nodig. Bovendien, om redenen die we al aangehaald hebben, moet deze zoekapplicatie in staat zijn om verschillende interne en externe bronnen tegelijk te kunnen doorzoeken. Ook dat is een uitdaging in dit project.
14
In het TOSCA-MP project willen we dus onderzoek verrichten naar een geïntegreerd systeem voor mediaproductie. Cruciaal daarbij is dat dit systeem zich kan aanpassen aan de behoeften van de individuele gebruikers en de specifieke eigenschappen van verschillende genres. Niet alle gebruikers zoeken immers op dezelfde manier in een mediabedrijf. Het modelleren van de taken van deze verschillende soorten gebruikers en het aanpassen van de workflows aan deze verschillende taken is een integraal deel van het project. VRT verleent in dit project haar expertise voor diverse aspecten van het onderzoeksproject. De expertise rond zoektechnologie die in het verleden werd opgebouwd, zal in dit project verder worden uitgebreid met het onderzoeken van zoektechnologie in een genetwerkte mediaproductieomgeving. Daarnaast zal VRT haar medewerking verlenen aan gebruikerstesten met het door het project ontwikkelde platform, en stelt VRT ook mediamateriaal ter beschikking van het consortium voor onderzoeksdoeleinden.
FP7 PROJECTFICHE Consortium Industriële partners Technicolor DTO (D) EBU (CH) VRT (B) RAI (I) Playence (A)
MM 74,50 5 40 30 47
Projectleider: Joanneum Research Projectduur 30 maanden Totaal budget € 5.134.107
Onderzoekspartners Joanneum research (A) Fraunhofer HHI (D) IRT (D) Fondazione Bruno Kessler (I) KULeuven (B)
MM 46 46 46 56 43
Startdatum Totaal VRT budget
1 oktober 2011 € 467.530
Budget (2013):
VRT financiering EC financiering Totaal
Personeel Overhead Invest. 19 MM € 71250 € 35625
Reizen
Totaal
€0
€ 4000
€ 110875
€ 71250
€ 35625
€0
€ 4000
€ 110875
€ 142500
€ 71250
€0
€ 8000
€ 221750
WERKPAKKET T.WP1 – PROJECTMANAGEMENT Werkpakket 1 bevat het projectmanagement. VRT neemt geen projectmanagementtaken op zich in dit project.
WERKPAKKET T.WP2 – AUTOMATISCHE METADATAEXTRACTIE- EN VERRIJKING In dit werkpakket worden technologieën onderzocht voor het automatisch extraheren van metadata uit audiovisuele bronnen. VRT zal in dit project zelf geen dergelijke technologie ontwikkelen, maar gebruik maken van de technologieën die door de andere partners in het project beschikbaar worden gemaakt.
15
WERKPAKKET T.WP3 – GEDISTRIBUEERD ZOEKEN EN RESULTAATPRESENTATIE Aantal MM: 7 In dit werkpakket worden technieken onderzocht die gedistribueerd zoeken over meerdere bronnen mogelijk maken. Er wordt hiervoor een service-georiënteerde zoekmachine ontwikkeld. De zoekmachine zal over deze gedistribueerde verzameling bronnen op zoek kunnen gaan naar assets, scenes, frames en objecten gebaseerd op semantische beschrijvingen hiervan. De indexering van tijdsgecodeerde informatie zal toelaten om de exacte plaats van de zoektreffer in de resultaten te weten te komen. Daarnaast zal in dit werkpakket ook aandacht besteed worden aan de resultaatpresentatie. Verschillende innovatieve resultaatpresentatiemogelijkheden zullen hierbij worden onderzocht. Ten slotte zal de zoekapplicatie het ook mogelijk maken om zowel impliciete als expliciete feedback van gebruikers te capteren. Dit zal toelaten om de zoekmachine zichzelf te laten aanpassen aan de individuele gebruiker, en de zoekmodellen automatisch bij te sturen waar nodig. Het werkpakket wordt gesplitst in drie taken: Het ontwikkelen van een service-gebaseerde, semantisch gedreven zoekrobot voor audiovisuele media. Het definiëren en ontwikkelen van innovatieve visualisatieparadigma’s voor resultaatpresentatie, die het toelaten om op meerdere attributen tegelijk te filteren. Het onderzoeken van mechanismes en technieken voor machine learning en de aanpassing van ontologieën en contextevolutie. De invoer hiervoor komt zowel via impliciete als expliciete feedback. Binnen dit werkpakket werkt VRT mee aan de eerste twee taken. Concreet zal VRT in 2013 actief onderzoek verrichten naar nieuwe paradigma’s voor het presenteren van zoekresultaten. Opleveringen T.D3.3
Beschrijving Tweede versie van de genetwerkte zoekmachine, visualisatie en gebruikersfeedback
Type Software
Einde kwartaal Q2
WERKPAKKET T.WP4 – TAAKMODELLERING EN BENCHMARKINGMETHODES Aantal MM: 4 In dit werkpakket worden indexerings- en zoekalgoritmes gebenchmarkt als een integraal deel in de workflow. Dit zorgt ervoor dat indexering en zoeken dynamisch kunnen worden aangepast aan nieuwe genres. Er werden vier taken gedefinieerd in dit werkpakket:
Het ontwikkelen van modellen van taken in mediaproductie. Deze modellen kunnen ondersteund worden door automatische indexerings- en zoekmethodes. In deze taak worden de modellen ook gevalideerd op een verzameling met beschikbare analysetools. Het zoeken naar nieuwe benchmarking methodes die het toelaten om de performantie van indexerings- en zoekalgoritmes te onderzoeken voor elk van de omschreven taakmodellen. Het zoeken naar goede representaties van benchmarking resultaten en gebruikersinteractie, zodat deze kunnen gebruikt worden om feedback te geven aan de indexerings- en zoekalgoritmes. Het verzamelen van grote domeinspecifieke audiovisuele datasets.
16
In het bijzonder helpt VRT helpt aan de uitvoering van de laatste twee taken. Voor de laatste taak is VRT taakleider. Ook in 2013 staat een nieuwe iteratie van het beschikbaar maken van testmateriaal gepland. Opleveringen T.D4.2.3
Beschrijving Derde versie van het testmateriaal, inclusief metadata
Type Software
Einde kwartaal Q4
WERKPAKKET T.WP5 – GEDISTRIBUEERD OPSLAGRAAMWERK EN GEGEVENSMODELLEN Aantal MM: 3 In dit werkpakket worden technologieën, interfaces, gegevensmodellen, protocollen en applicaties onderzocht die het mogelijk maken om een gedistribueerd opslagraamwerk op te zetten die het archiveren, indexeren en zoeken van professionele audiovisuele content mogelijk maakt. Er worden vier taken omschreven in dit werkpakket.
Het ontwikkelen van de algemene architectuur en gedetailleerde specificaties voor alle modules en gegevensmodellen van het gedistribueerde opslagraamwerk. Het definiëren van de interfaces en protocollen tussen het gedistribueerd opslagraamwerk en externe componenten. Het implementeren van het gedistribueerde opslagraamwerk en de opslagsystemen voor audiovisuele content, metadata en ontologieën. Het ontwikkelen van een representatielaag voor externe gegevensbronnen.
VRT helpt mee bij het uitwerken van taken 2 en 3. Opleveringen T.D5.2.2
Beschrijving Definitieve versie van het gedistribueerde opslagraamwerk.
Type Software
Einde kwartaal Q4
WERKPAKKET T.WP6 – INTEGRATIE Aantal MM: 4 In dit werkpakket worden alle componenten die in de werkpakketten 2 tot 5 ontwikkeld worden geïntegreerd. Gebaseerd op het omschrijven van gebruikersscenario’s en de daaruit geïdentificeerde vereisten zal een globaal systeemontwerp ontwikkeld worden. Gebaseerd op het onderliggende gegevensmodel zal in dit werkpakket ook een prototype ontwikkeld worden, gebaseerd op principes van service georiënteerde architecturen. Het prototype zal gebruik maken van een centrale servicebus in het managementraamwerk dat wordt gebruikt voor metadataproductie. Er worden vier taken onderscheiden in dit werkpakket:
Het definiëren van gebruikersscenario’s en de analyse van functionele en niet-functionele vereisten. Het uittekenen van het systeemontwerp voor het kernsysteem. De integratie en orchestratie van de verschillende services in het systeem. Het valideren van het geïntegreerde systeem door middel van veldtesten met geselecteerde gebruikersgroepen bij de omroeporganisaties.
Een belangrijke taak in 2013 is het uitvoeren van veldtesten met de in TOSCA-MP ontwikkelde componenten. VRT verzorgt de coördinatie van de veldtesten en zal deze ook in eigen huis houden.
17
Opleveringen T.D6.4.1 T.D6.4.2 T.D6.5
Beschrijving Piloot voor de veldtesten Verslag over veldtesten Beschrijving van integratie componenten in het systeem
Type Document Document van Document
Einde kwartaal Q1 Q3 Q4
WERKPAKKET T.WP7 – DISSEMINATIE, STANDAARDISATIE EN EXPLOITATIE Aantal MM: 1 In dit werkpakket wordt ervoor gezorgd dat voldoende gedissemineerd wordt over de projectresultaten door middel van lezingen en wetenschappelijke artikels. Daarnaast wordt in dit werkpakket een industrieel stakeholder board opgericht, waarmee de resultaten van het project geregeld zullen worden doorgenomen. Het is ook de verantwoordelijkheid van dit werkpakket om het standaardiseren van de applicaties en technologieën die in dit project worden ontwikkeld op te volgen. VRT zal de eigen projectresultaten dissemineren, zowel op nationaal niveau via presentaties op lokale workshops, als op internationaal niveau via bijdrages aan internationale tijdschriften en conferenties op basis van wetenschappelijke artikels of presentaties. Opleveringen T.D7.1.2
Beschrijving Type Verslag over disseminatie en Document standaardisatie voor het tweede projectjaar
Einde kwartaal Q3
VALORISATIE Valorisatie van de projectresultaten door VRT zal op verschillende manieren gebeuren. Een eerste manier is het opbouwen van kennis en expertise in het annoteren en doorzoekbaar maken van audiovisuele content. VRT Onderzoek & Innovatie zal deze expertise delen met de Vlaamse omroepenwaar nodig om zo de opgebouwde kennis te valoriseren. Een tweede mogelijk valorisatiepad is het vermarkten van de in dit project opgebouwde expertise via een spin-off bedrijf.
18
Project V: AARON - Automatische Archief Ontsluiting (VRT Onderzoek & Innovatie) Mediabedrijven beschikken traditioneel over een rijk archief. Om door de zee aan audiovisueel materiaal te navigeren, worden metadata toegevoegd. Archivarissen annoteren deze metadata manueel. Een beperkt budget en tijdsgebrek zorgen er helaas voor dat slechts een beperkte hoeveelheid wordt geannoteerd en dat deze annotatie minimaal is. Zeker voor het oude archief is dit een groot probleem. Het AARON-project wil aan de hand van informatie extractie tools archivarissen ondersteunen in hun opdracht door metadata (semi-)automatisch toe te voegen, eventueel onder begeleiding van de archivaris (bv. als verificateur). Om de variëteit aan metadata op te vangen is ook een uitgebreid aanbod aan tools nodig. In het eerste jaar van het project ligt de focus vooral op audio-informatie. Dit houdt onder andere spraaksegmentatie, spraakherkenning en sprekersclustering in. Daarnaast zal zwartdetectie worden gebruikt om verzamelbanden te scheiden. In de volgende jaren willen we ook gezichtsdetectie, conceptherkenning en optical character recognition (OCR) aanpakken. De samenhang en de verdeling van deze tools in werkpakketten is weergegeven in figuur 1. Naast de opgelijste tools bevat elk werkpakket ook het verzamelen van testmateriaal en het genereren van ground truth (begin- en eindtijden van fragmenten en verwijzing naar het bijhorende metadatadocument) ervan. Het uiteindelijke doel van AARON is om een prototype framework (een uitbreiding van MediaLoep) op te leveren waarin de extractie tools kunnen worden ingeplugd en de archivaris een overzichtelijke weergave van de resultaten krijgt. Een aparte zoekmachine zou er moeten komen voor de researcher op zoek naar interessant audiovisueel materiaal. WP2-Spraakherkenning Spraaksegmentatie Spraakherkenning: Generiek model Spraakherkenning: Sprekersadaptatie Kernwoord-extractie Keyword spotting
WP3-Persoonsdetectie Sprekersclustering Gezichtsdetectie Gezichtsclustering OCR
WP1-Verzamelbanden WP4-Conceptdetectie Shotsegmentatie Haalbaarheidsstudie concepten
Zwartdetectie Metadata koppeling
WP5-Visuele gelijkenis WP6 -Semantic search
Zie TOSCA-MP
State-of-the-art studie
WP7-Geïntegreerd systeem Mock-up automatische annotatieapplicatie Ontwikkeling annotatieapplicatie Integratie bronnen in het zoeksysteem
Figuur 1: De AARON-projectstructuur *Grijze tekst duidt op activiteiten gepland na 2013.
19
WERKPAKKET V.WP1- VERZAMELBANDEN Aantal MM: 2,5 Verzamelbanden zijn een onderdeel van het oud archief. Ze bevatten voornamelijk nieuwsfragmenten uit de jaren 1980 tot 2005. Eén band bestaat uit verschillende programma’s of programma-items die achter elkaar zijn geplaatst, onderling afgescheiden door korte stukjes met zwarte beelden. Deze banden zijn als een geheel gestockeerd in het mediabeheersysteem. De metadata daarentegen zijn enkel per item beschikbaar. Het eerste werkpakket wil daarom de beelden per programma of programma-item scheiden en koppelen aan de bijhorende metadata. De scheiding is mogelijk via zwartdetectie die de zwarte schermen tussen de programma-items door detecteert. We zullen onder meer onderzoeken of we de zwartdetectiefunctionaliteit die quality control (QC) tools zoals Baton, Vidchecker of Cerify aanbieden hiervoor kunnen gebruiken. Voor de koppeling met de metadata zullen we een algoritme uitwerken dat aan de hand van documentnummers, fragmentduur, aangegeven start- en eindtijdscodes een mapping maakt. Als extra hulpmiddel zal ook keyword spotting (uit WP2) worden ingeschakeld. Deze keyword spotting gaat in de audio opzoek naar kernwoorden die we uit de metadatadocumenten halen. Als testmateriaal beginnen we met één band uit elk jaar (van ‘80 tot ‘05), waarvoor we ground truth zullen genereren. Zo onderzoeken we welke problemen vaak voorkomen en hoe we deze in ons algoritme kunnen aanpakken. Opleveringen Beschrijving V.1.1 Verzamelen testmateriaal en generatie ground truth V.1.2 Zwartdetectie via QC-tools V.1.3 Uitwerken en testen algoritme voor koppeling fragmenten aan metadata-document
Type Document
Einde kwartaal Q1
Software Software
Q1 Q2
WERKPAKKET V.WP2- SPRAAKHERKENNING Aantal MM: 11 Spraakherkenning is de afgelopen jaren heel wat verbeterd. Met dit werkpakket willen we uitzoeken wat al mogelijk is. Het staat echter vast dat een volledig correcte transcriptie buiten het bereik ligt. We denken daarentegen dat de technologie al voldoende ver staat om kernwoorden uit de audio te halen. Dit kan via twee werkwijzen:
Mogelijke kernwoorden worden geselecteerd via documenten uit dezelfde periode als de audio. Met de hulp van een keyword spotter worden deze in de audio gezocht. Het resultaat is een lijst met (meest) gevonden kernwoorden. Een spraakherkenner analyseert de audio en zorgt voor een transcriptie. Kernwoordextractie haalt uit de transcriptie de belangrijkste kernwoorden. Daarbij zal deze moeten proberen een onderscheid te maken tussen goed en slecht herkende woorden. In de eerste plaats wordt een generiek model voor de spraakherkenner getest. Dit model zou nette spraak aan moeten kunnen. Dit zal echter niet voor alle sprekers gelden (door geslachtsvariatie, dialecten,…). Sprekersadaptatie van het generiek model zal nodig zijn om een bevredigend resultaat te bekomen voor een grote set van audiomateriaal. De voorziene kernwoordextractie zal in de eerste plaats een eenvoudige patroonherkenner van thesauruswoorden zijn. In het volgende jaar kunnen we dit eventueel uitbreiden tot een complexer algoritme op basis van named entity recognition (NER),...
20
Beide werkwijzen geven naast een lijst met kernwoorden ook een bijhorende tijdscode mee. Deze kan nuttig zijn bij een zoekopdracht om onmiddellijk naar de gewenste positie in de audio te springen. Om de spraakherkenning of keyword spotting optimaal te laten verlopen, is ook spraaksegmentatie nodig. Deze segmentatie haalt spraakfragmenten uit de audio. Stiltes en muziek worden op die manier geëlimineerd. Hoewel de resultaten van bestaande spraaksegmentatie tools niet in alle situaties voldoen, beperken we ons hier toch tot het gebruik van deze tools en doen we verder geen onderzoek. In dit werkpakket maken we een vergelijking van beide werkwijzen. Wetende dat de keyword spotter gerichter op zoek gaat naar bepaalde woorden verwachten we daar een betere herkenning. Radionieuws en -duidingsprogramma’s uit 2005 zullen worden gebruikt voor de testen. CGN, het Corpus Gesproken Nederlands, kan als trainingsmateriaal dienen. Opleveringen V. 2.1.1 V.2.1.2 V.2.2 V.2.3 V.2.4 V.2.5 V.2.6
Beschrijving Verzamelen testmateriaal Generatie ground truth van testmateriaal Keyword spotting Spraakherkenning voor nette spraak: generiek model Spraakherkenning met sprekersadaptatie Kernwoord extractie Integratie onderdelen + vergelijking methodes
Type Document Document Software Software
Einde kwartaal Q1 Q3 Q1 Q2
Software Q3 Software Q3 Software + Q3 Document
WERKPAKKET V.WP3- SPREKERSCLUSTERING Aantal MM: 3 Als het op sprekersannotatie aankomt, dient een onderscheid te worden gemaakt tussen detectie en herkenning. Met detectie bedoelen we dat er weet is van een persoon maar dat het niet geweten is wie deze persoon is. Herkenning zal ook deze laatste vraag beantwoorden. Herkenning is duidelijk moeilijker en vraagt een model voor elke persoon afzonderlijk. Vanaf een bepaalde hoeveelheid personen neemt de betrouwbaarheid van de herkenning echter af. Hoe ver deze herkenning intussen staat, kan worden onderzocht binnen dit werkpakket, maar de focus ligt op detectie. Clustering kan worden gezien als een stap tussen detectie en herkenning. Dit geeft namelijk aan waar dezelfde persoon in een fragment voorkomt zonder de persoon (bij naam) te herkennen. Op die manier hoeft een archivaris slechts een aantal punten in de audio te beluisteren waarna de gehele audio is geannoteerd. De meeste winst van dergelijke sprekerstools wordt verwacht bij praatprogramma’s of reportages waar verschillende personen aanbod komen. Een programma als ‘De zevende dag’ (1988-nu) is mogelijk testmateriaal. Naast het toepassen op het archief kan herkenning ook de inkomende news rushes snel van metadata voorzien. Opleveringen Beschrijving V.3.1 Verzamelen testmateriaal ground truth V.3.2 Sprekersclustering
en
Type generatie Document Software
Einde kwartaal Q3 Q4
21
WERKPAKKET V.WP6 SEMANTIC SEARCH Aantal MM: 3 In dit werkpakket wordt een uitgebreide literatuurstudie gepland. De bedoeling van deze studie is om opportuniteiten te zoeken voor technologieën uit het semantische web (web 3.0). Deze technologieën openen namelijk heel wat mogelijkheden om informatie vanuit verschillende bronnen met elkaar te combineren, en om automatisch nieuwe informatie af te leiden uit de al verzamelde kennis. Zo laat semantische technologie toe om concepten die doorheen de tijd veranderen (bv. de premier van een land) op een elegante wijze in een datamodel te integreren. De mogelijkheid om nieuwe verbanden uit de bestaande data af te leiden, opent natuurlijk heel wat deuren om de mediazoekmachine van de toekomst te bouwen. Aangezien er heel wat mogelijke manieren zijn om web 3.0-technologieën toe te passen in een mediacontext is het wenselijk om te starten met een onderzoek naar state-of-the-art toepassingen met het meeste potentieel. In een eventueel vervolgonderzoek kunnen deze aspecten dan verder worden uitgediept en/of toegepast. WERKPAKKET V.WP7 GEÏNTEGREERD SYSTEEM Aantal MM: <1 In dit werkpakket willen we de verschillende onderdelen, die worden ontwikkeld in werkpakket 1 tot 5, samenvoegen in een geïntegreerd systeem. Dit geïntegreerd systeem bestaat uit twee onderdelen:
een applicatie voor automatische annotatie en de verificatie van de resultaten ervan. een zoekapplicatie, bedoeld om de performantie van de verschillende automatische informatiebronnen voor zoekopdrachten te onderzoeken.
Het eerste jaar plannen we geen implementatiewerk voor dit werkpakket, maar we proberen wel, in samenwerking met D&A (documentatie & archieven), tot een mock-up te komen voor de annotatieapplicatie. Daarvoor bepalen we eerst de belangrijkste use cases en de systeemeisen die deze cases impliceren. De annotatieapplicatie moet het mogelijk maken om op een uniforme manier de verschillende technieken voor automatische annotatie toe te passen op geselecteerde mediabestanden. De applicatie bevat daarnaast ook nog een module waarin de resultaten van de automatische annotatietools overzichtelijk aan de gebruiker worden gepresenteerd en deze de mogelijkheid biedt om correcties aan te brengen en/of de annotatie te aanvaarden. Een derde component van deze applicatie is een gegevensbank waarin de automatische annotaties worden opgeslagen. Opleveringen Beschrijving V.7.1.1 Uitschrijven use cases en systeemeisen V.7.1.2 Ontwerp automatische annotatieapplicatie
Type Document Mock-up
Einde kwartaal Q2 Q4
VALORISATIE Als de bovenstaande ideeën kunnen worden gevalideerd, is de meest voor de hand liggende valorisatie uiteraard de behaalde tijdwinst voor de archivarissen. Daarnaast is er ook winst voor de opdrachtgever van een zoekquery. Deze kan met een betere en tijdsgecodeerde voorstelling sneller door de audiovisuele content navigeren. Verder wordt tijdens dit traject ook expertise opgedaan over annotatietools en hun state-of-the-art.
22
Project Q: Kwaliteitscontrole (VRT Onderzoek & Innovatie) Kwaliteitscontrole krijgt een steeds belangrijkere plaats in broadcast productieketens. Dat is niet verwonderlijk gezien door de opkomst van HD en de evolutie naar steeds hogere resoluties (bv. 4K), steeds hogere eisen gesteld worden aan de kwaliteit van geproduceerde en geconsumeerde media content. Ook komt er een steeds grotere verscheidenheid aan productieformaten het productieapparaat binnen, inclusief consumerformaten en zelfs user generated content. De huidige bestandsformaten (bv. de gebruikte MXF-varianten) zijn ook veel rijker aan metadata en makkelijker te manipuleren dan de voorgedefinieerde tapes van vroeger, maar dat maakt ze tegelijk ook gevoeliger voor foutjes. De belangrijkste use cases voor kwaliteitscontrole zijn in eerste instantie ingest en archief digitalisatie. Daarnaast zijn er uiteraard enkele specifieke tests voor programma delivery (bv. loudness controle, MXF-controle). Ook bij uitwisseling van bestanden is het van belang eerst te controleren of het bestand volledig in orde is. De grootste winst bij kwaliteitscontrole is te behalen in het automatiseren van een gedeelte van het QC werk door zoveel mogelijk goede bestanden automatisch als “goed” te catalogiseren, en in het faciliteren van de verificatie van “probleem” bestanden, bv. door het aangeven van vermoede fouten op een overzichtelijke tijdslijn via een gebruiksvriendelijke user interface voor de gebruiker. Er bestaan heel wat QC tools op de markt die deze fouten kunnen onderscheppen zoals Interra Baton, Tektronix Cerify, Rode & Schwarz VidChecker,… Toch worden deze tools momenteel nog maar in beperkte mate ingezet: loudness controle is hier een goed voorbeeld van. De reden hiervoor is dat de resultaten van deze tools vaak te complex en niet overzichtelijk genoeg zijn om eenvoudig te kunnen interpreteren en gedeeltelijk te automatiseren. Ook kruipt er heel wat energie in het definiëren van de benodigde (geparameteriseerde) templates, die een specifiek type fout op een optimale manier behandelt, laat staan dat je zicht hebt op welke tool nu welke job het best zou kunnen doen. Het doel van dit project is om QC algoritmes en tools bruikbaar te maken in een archief- en productiecontext, en dit door kennisopbouw en gerichte, extensieve testen. We zullen onderzoeken in welke mate kwaliteitscontrole geautomatiseerd kan worden, en manuele QC workflows beter kunnen worden ondersteund. WP Q.1 – OPTIMALISATIE QC WORKFLOW Aantal MM: 4 In dit werkpakket zullen de voornaamste use cases (en bijbehorende vereisten) voor QC worden geïnventariseerd, en per use case zullen de belangrijkste artefacts worden geïdentificeerd. Per artefact zullen QC templates worden geoptimaliseerd voor een selectie van bestaande QC systemen. Een concrete use case betreft de digitalisatie van oude tapes, waarbij tape play-out artefacts kunnen optreden door onzuivere koppen van de tape player. Op basis van een test set van bestanden zullen de verschillende systemen geëvalueerd worden, en de mogelijke winst bij eventuele combinatie van de tools onderzocht worden met het oog op automatisatie van kwaliteitscontrole. Opleveringen Beschrijving Q.1.1 Inventarisatie use cases en belangrijkste artefacts Q.1.2 Verzamelen test bestanden
Type Document Document
Einde kwartaal Q1 Q1
23
Q.1.3 Q.1.4
Optimaliseren QC templates per artefact Vergelijking QC tools & inschatten winst bij combinatie
Software Document
Q1 Q2
WP Q.2 – AUTOMATISATIE EN VISUALISATIE VAN QC TESTEN Aantal MM: 4 In dit werkpakket onderzoeken we hoe de QC workflow gedeeltelijk kan worden geautomatiseerd, door enerzijds “zekere” fouten automatisch te onderscheppen, en probleembestanden anderzijds af te zonderen en de fouten voor verdere verificatie via een gebruiksvriendelijke en overzichtelijke GUI (bv. op een tijdslijn) te visualiseren, met inbegrip van een indicatie van de betrouwbaarheid van de foutmeldingen. We zullen onderzoeken hoe een lerend systeem kan worden ingebouwd, die de automatisatie blijvend kan ondersteunen en verbeteren. Dit omvat niet alleen een verdere optimalisatie van de bestaande templates, en combinatie van testresultaten, maar ook het onderscheppen van extra fouten die manueel ontdekt worden, maar waarvoor geen adequate template bestaat, door het toepassen van een zogenaamde "fuzzy” controle. Met fuzzy controle bedoelen we het inschatten van de foutprobabiliteit van een gerapporteerde foutcode op basis van een testset en een lerend algoritme. In de context van de EBU QC werkgroep zullen we ook contribueren aan de verdere standaardisatie van de beschrijving van output resultaten van QC testen. Opleveringen Beschrijving Q.2.1 Visualisatie gedetecteerde artefacts voor geselecteerde use cases Q.2.2 Implementatie van een lerend systeem Q.2.3 Implementatie van “fuzzy” controle met lerend systeem Q.2.4 Standaardisatie output resultaten QC testen
Type Software
Einde kwartaal Q4
Software Software
Q4 Q4
Document
Q4
VALORISATIE De meest voor de hand liggende valorisatie in dit project is het praktisch bruikbaar maken van systemen die kwaliteitscontrole uitvoeren, en die te optimaliseren voor de noden van een omroep. In de praktijk kan dit bijvoorbeeld betekenen dat het bewaren van een grote verzamelen video tapes als back-up niet langer noodzakelijk is omdat de kwaliteit van de digitalisatie door de ontwikkelde technieken geverifieerd en verzekerd is. Valorisatie in dit project gebeurt ook via expertiseopbouw en kennisoverdracht naar de Vlaamse mediamarkt en de EBU.
24
4
ONDERZOEKSTRAJECT – CROWD SOURCING & DATA DRIVEN JOURNALISM
Project D: Data Driven Journalism (VRT Onderzoek en Innovatie) Volgens Eric Schmidt1 worden er elke twee dagen evenveel data gegenereerd als wat we verzameld hebben sinds het begin van de mensheid tot 2003. Door deze gigantische explosie van data wordt het voor organisaties steeds belangrijker om relevante informatie uit deze datasets te filteren. Een kernactiviteit van VRT als mediaorganisatie is het vertellen van verhalen. Datamining en -visualisatie worden des te meer een belangrijk middel om deze verhalen tot bij de mediaconsument te krijgen. Dit is ook een visie die gedeeld wordt door andere mediabedrijven. “Data journalism is an umbrella term that, to my mind, encompasses an ever-growing set of tools, techniques and approaches to storytelling. It can include everything from traditional computer-assisted reporting (using data as a ‘source’) to the most cutting edge data visualization and news applications. The unifying goal is a journalistic one: providing information and analysis to help inform us all about important issues of the day. — Aron Pilhofer, New York Times2” De manier waarop data verzameld en verwerkt worden, kan enigszins verschillen. Zo zijn er publieke datasets beschikbaar, waarbij Linked Open Data een belangrijk medium wordt. Daarnaast kan er ook heel wat data verzameld worden via crowdsourcing. Naast het aggregeren van data, kan de community ook een belangrijke rol spelen in het analyseren en optimaliseren van de data. Zo ontstaat er ook een duidelijke samenwerking tussen de omroep en de mediaconsument die op die manier ook producent wordt. Met dit project willen we de nodige expertise opbouwen omtrent datavisualisaties, zowel op conceptueel, inhoudelijk, als technisch vlak. Daarnaast willen we de opgedane kennis verspreiden zodat datajournalistiek onderdeel wordt van het dagdagelijkse journalistieke werk. Bij het maken van datavisualisaties willen we niet enkel gebruik maken van een beperkt aantal bronnen, maar willen we ook de zogenaamde ‘crowd’ aanspreken om data te verzamelen, te analyseren en te visualiseren. Dit project zal aantonen wat de mogelijkheden en beperkingen zijn op dit terrein. WERKPAKKET D.1 - DATAVISUALISATIE VOOR INFORMATIEVE BIJDRAGEN Aantal MM: 8 Binnen dit werkpakket zullen we onderzoeken hoe we vanuit verschillende datasets een interessante datavisualisatie kunnen bouwen. Hierbij willen we ook mengvormen gebruiken waarbij we niet enkel op een statische dataset werken, maar eveneens op real-time en user-generated data. Aan de hand van een aantal proof of concepts bouwen we kennis op hoe een concept op basis van bepaalde datasets op te zetten en hoe deze te integreren in een online omgeving.
1
Evans, Bob. “ Global CIO: Google CEO Eric Schmidt's Top 10 Reasons Why Mobile Is #1”. . 2 Pilhofer, Aron. “The Data Journalism Handbook - Why is Data Journalism important?”.
25
Opleveringen D.1.1 D.1.2 D.1.3
Beschrijving Proof of concept datavisualisatie use case 1 Proof of concept datavisualisatie use case 2 Proof of concept datavisualisatie use case 3
Type Proof of concept Proof of concept Proof of concept
Einde kwartaal Q2 Q3 Q4
WERKPAKKET D.2 - TOOLS EN WORKFLOWS Aantal MM: 3 Aangezien data analyseren en visualiseren een onderdeel wordt van het journalistieke werk, willen we nagaan welke tools beschikbaar en bruikbaar zijn op de markt. Specifiek gaat het om tools die datajournalistiek mogelijk maken zonder een beroep te hoeven doen op specifieke vaardigheden zoals kennis van PHP of Java. Hierbij zullen we ons enerzijds concentreren op tools en omgevingen die journalisten kunnen helpen bij het opzoeken en verwerken van data. Anderzijds gaan we op zoek naar tools die het mogelijk maken een rijke en functionele visualisatie te genereren. De opgedane kennis en een selectie van tools en workflows verwerken we in een workshop zodat de redactie deze kan integreren in hun dagdagelijks werking. Deze workshop zal ook resulteren in een datavisualisatie op basis van deze tools gebouwd door de redactiemedewerkers. Opleveringen Beschrijving
Type
D.2.1
Document
D.2.2 D.2.3
Haalbaarheidsstudie datagathering, datamining en datavisualisatie tools in een nieuwsredactie Workshop datavisualisatie Proof of concept datavisualisatie op basis van standaard tools
Einde kwartaal Q3
Workshop Q3 Demonstrator Q4
WERKPAKKET D.3 - CROWD SOURCED DATA APPLICATIES Aantal MM: 10 Binnen dit werkpakket willen we onderzoeken hoe we onze dienstverlening naar onze gebruikers maar ook naar onze journalisten toe kunnen verbeteren en verrijken door crowdsourcing. We zullen verschillende manieren van datagaring onderzoeken en ook evalueren welke manieren al dan niet geschikt zijn voor verdere ontwikkeling in een productieomgeving. We beschouwen ‘the crowd’ in dit werkpakket als een entiteit met een aantal vormen. Zo kan ‘the crowd’ simpelweg staan voor ons publiek, onze gebruikers, maar kan de crowd ook een databron van het internet zijn (bijvoorbeeld: Twitter, per definitie van het platform ook een ‘crowd’). Opleveringen
Beschrijving
Type
Einde kwartaal
D.3.2
Crowd Sourced ontsluiting VRT-archief
Concept
Q2
D.3.2
Crowd sourced data gathering - use case 1
Proof of concept
Q3
D.3.3
Crowd sourced data gathering - use case 2
Proof of concept
Q4
26
VALORISATIE De resultaten van dit project zullen leiden tot:
expertiseopbouw over de mogelijkheden van datavisualisatie binnen een journalistieke omgeving. expertiseopbouw over tools en workflows om data te verzamelen, te analyseren en te visualiseren. Deze kennis zal aangewend worden om nieuwe datavisualisaties te bouwen binnen de organisatie. kennisoverdracht door het verwerken van de expertise in een workshop binnen de organisatie. Deze workshop zal er voor zorgen dat de tools en workflows verankerd worden binnen de dagdagelijkse redactionele werking. kennis over de werking van crowdsourced applicaties en hoe deze manier van data verzamelen en delen tot nieuwe concepten kan leiden.
27
5
ONDERZOEKSTRAJECT – GEPERSONALISEERDE EN PARTICIPATIEVE
GEBRUIKERSERVARINGEN Project F: Future Media Experience (VRT Onderzoek en Innovatie) De doelstelling van dit project is om een beter inzicht te krijgen in de mediabeleving van de toekomst, in de breedst mogelijke betekenis. Hoe ziet onze toekomstige woonkamer er uit? Hoe betrekken we de gebruiker bij ons aanbod als zijn of haar omgeving helemaal “connected” is (gebruiksvoorwerpen, mensen, dieren, kledij, auto’s, …)? Aan de hand van een aantal prototypes proberen we in kaart te brengen wat deze nieuwe technologieën betekenen voor de mediabeleving van de toekomst en welke rol een publieke omroep zoals VRT daarbij kan spelen. Centraal binnen dit onderzoeksthema staat de volgende vraag: wat kunnen bepaalde opkomende technologieën, netwerken en initiatieven gericht op personalisatie van mediacontent en interactie met en participatie van het publiek, betekenen voor een omroep? Hoe kunnen ze helpen om de publieke opdracht, zoals bepaald in de beheersovereenkomst, beter te vervullen, rekening houdend met een steeds diverser aanbod en een steeds gefragmenteerder doelpubliek? En wat is het potentieel van deze technologieën om het publiek van zowel radio als tv beter te bereiken en te leren kennen (het meten van de gebruikerservaring)? Hoe betrekken ze het publiek meer bij programma’s en laten ze hen sterker interageren met programmamakers en redacteurs? Het doel van dit onderzoeksproject is om met een aantal concrete prototypes te testen hoe het aanbod van de VRT op een gepersonaliseerde manier aan de mediagebruiker kan worden aangeboden en hoe dat meer persoonlijke aanbod kan leiden tot een meer doorgedreven participatieve dynamiek. Door het VRT-aanbod niet alleen inhoudelijk maar ook technologisch beter af te stemmen op de noden van een steeds diverser en gefragmenteerder publiek (360°-beleving) kan een betere beleving en ‘match’ gecreëerd worden, in het bijzonder met het jongste deel van het kijk- en luisterpubliek. WERKPAKKET F.1 - GEPERSONALISEERDE CONTENT Aantal MM: 14 We worden dagelijks via verschillende kanalen overspoeld met content die ons al dan niet aanbelangt. Om een weg te vinden binnen dit uitgebreide contentaanbod is het meer dan ooit noodzakelijk geworden om te zorgen voor een op maat gesneden aanbod dat direct inspeelt op de behoeften van de gebruiker. Dit werkpakket voorzit in een aantal proof of concepts waarmee we als omroep de eindgebruiker hierin tegemoet willen komen. We zullen nagaan hoe we tot een meer gepersonaliseerde beleving kunnen komen en of dit een impact heeft op het consumptiegedrag van de gebruikers. Daarnaast vormt de snelheid waarmee content aangeboden en geconsumeerd wordt ook voor de desbetreffende redacties een uitdaging. Binnen dit werkpakket zullen we op zoek gaan naar manieren om de online mediaconsumptie te meten, te analyseren en te visualiseren. Op die manier kan een redactie direct inspelen op de behoeften van de gebruikers.
28
Het aanbieden van een gepersonaliseerde gebruikerservaring vergt ook een aantal technologische inspanningen. Zo dient onderzocht te worden hoe systemen op een transparante manier content kunnen opvragen via een API en wat dit qua beveilings- en schalingsmaatregelen impliceert. Opleveringen Beschrijving F.1.1
Type
F.1.3
Proof of concept gepersonaliseerde content use Proof of concept case 1 Proof of concept gepersonaliseerde content use Proof of concept case 2 Live analytics Proof of concept
F.1.4
Content API
F.1.2
Proof of concept
Einde kwartaal Q2 Q4 Q3 Q4
WERKPAKKET F.2 - HYBRIDE RADIO Aantal MM: 20 Het werkpakket Hybrid Radio onderzoekt de mogelijkheden van een radio-ontvanger die op twee manieren luistert, via broadcast én via IP. Deze hybride ontvanger kan het internet gebruiken om nieuwe functionaliteiten toe te voegen aan de radio, zoals het taggen van interessante content, personalisatie of eenvoudige navigatie zoals terugspoelen en pauzeren. Er is een grote nood aan visuele content voor de radio, want meer en meer luisteraars kijken naar de radio op een toestel met een scherm, zoals smartphones of televisies. In dit werkpakket proberen we een sterk platform te bouwen dat visuele content kan verzamelen en uitzenden. Bovendien onderzoeken we de mogelijkheid om de radio rekening te laten houden met de context waarin er geluisterd wordt, zodat we voor bijvoorbeeld een autoluisteraar aangepaste verrijking kunnen aanbieden. Het visuele aspect moet een onderdeel worden van de dagelijkse radioproductie, daarom gaan we onderzoeken welke impact dit heeft op de programmavoorbereiding. De visuele radio heeft ook extra content en verrijking nodig, en die zal worden verbonden aan de radiostroom door spraakherkenning te gebruiken. Op basis van een aantal kernwoorden proberen we de juiste visuele content mee te sturen. Opleveringen F.2.1 F.2.2 F.2.3
Beschrijving RadioDNS: RadioVIS Chaptering radio Net Gemist
Type Document Proof of concept Proof of concept
Einde kwartaal Q1 Q1 Q2
F.2.4
Mediatheek
Proof of concept
Q3
F.2.5
Context Aware Radio
Concept
Q3
F.2.6
Content matching/spraakherkenning
Proof of concept
Q4
F.2.7
Radioplus.be als app-platform
Concept
Q4
29
WERKPAKKET F.3 - FUTURE MEDIA EXPERIENCE Aantal MM: 37 Het werkpakket “future media experience” onderzoekt de mogelijkheden van nieuwe technologieën die gebruikers nauwer, persoonlijker en dynamischer betrekken tijdens hun mediabeleving. Het doel is om de mogelijkheden van tweedeschermapplicaties, augmented reality-toepassingen, alternatieve input devices en innoverende user interaction te onderzoeken, te toetsen aan de praktijk en te testen in een gecontroleerde gebruikersomgeving. Het evalueren en meten van de gebruikerservaring zal in samenwerking met het VUB-Smit gebeuren onder de noemer van het bètalabel De Proeftuin. Op die manier kunnen we de prototypes correct beoordelen en bijsturen waar nodig.
F.3.1. Tweedescherm/augmented reality Door het stijgende gebruik van mobiele toestellen moeten we als omroep ook inspelen op de vraag naar relevante gebruikerservaringen. Dit kan in de vorm van tweedeschermtoepassingen waarin we een extra belevingslaag willen toevoegen of een toepassing waarbij de gebruiker op een nieuwe manier kan interageren. Een aantal mogelijke proof of concepts zijn hieronder gedefinieerd. - 100 jaar Tour app: Het doel van deze proof of concept is om een nieuwe interface te ontwerpen, waarmee de hoogtepunten uit een sportwedstrijd of een live event kunnen worden gekoppeld aan de beelden van tijdens de uitzending. De applicatie fungeert ook als een test van beeld- en geluidsanalysetechnologie. In 2012 werd gestart met het bouwen van een mock-up. In 2013 willen we nagaan tot in hoeverre technologie kan bijdragen tot het uitwerken van dit concept en wat de voornaamste struikelblokken zijn. - Ketnet Krijt: In 2012 werd een prototype gebouwd waarin kinderen een tekening kunnen maken die onmiddellijk in de tv-studio verschijnt. In 2013 zal - in nauwe samenwerking met VUB-SMIT - een testopstelling worden opgezet waarbij het gebruik van de applicatie kan worden uitgetest bij het doelpubliek. Er zullen zowel testen achter gesloten deuren als tijdens een live uitzending van Ketnet King Size plaatsvinden. - Reporter app: Met de reporter app willen we kinderen, in het kader van mediawijsheid, een aantal beginselen van videomontage en het maken van reportages bijbrengen. De applicatie die in 2012 ontwikkeld werd, wordt in 2013 uitgebreid getest in samenwerking met een VUB-SMIT en wordt nadien in een live tv-productie geïntegreerd, rekening houdend met de onderzoeksresultaten.
F.3.2. User interaction Naast het gebruik van toetsenbord, muis en touch interfaces zijn er nog andere manieren van interactie mogelijk. Ook het toestel op zich kan zich lenen tot een ander gebruik dan hetgene waarvoor het initieel bedoeld is. - Remote control: We gaan op zoek naar een nieuwe vorm van een tv-remote, die functioneert op basis van content. Lukt het ons een prototype te bouwen, waarmee gebruikers op een visuele manier kunnen zappen en tegelijkertijd nieuwe programma’s ontdekken? We testen daarbij uit of mobiele toestellen, zoals smartphones en tablets, de sleutel tot interactie kunnen zijn met andere toestellen. De vraag blijft dan nog steeds of gebruikers hun mobiele toestellen daadwerkelijk willen gebruiken om hun televisie te bedienen.
30
- Poor man’s Kinect: Met dit project willen we in kaart brengen welke softwarepakketen (SDK's) bruikbaar zijn om op basis van webcambeelden lichaamsbewegingen te detecteren. Wat zijn de mogelijkheden om een augmented reality laag toe te voegen? Hoe gaan kinderen om met deze vorm van interactie? Via een aantal proof of concepts onderzoeken we welke technieken er kunnen worden gebruikt om met een eenvoudige webcam zoveel mogelijk interactie toe te laten.
F.3.3. Future living room Hoe gaat de mediabeleving van de toekomst eruitzien, en hoe past de ruimte waarin deze beleefd wordt in dat toekomstbeeld? Zal de woonkamer nog steeds de belangrijkste ruimte blijven voor broadcast media zoals televisie? Wat is de impact van persoonlijke (mobiele) toestellen op toestellen die een hele groep dienen (zoals de televisie)? Onder deze koepel zetten we een aantal prototypes op die een beeld kunnen vormen van de toekomstige mediabeleving, en dit in de ruimtes waar op dit moment traditioneel het meest media geconsumeerd wordt. We zetten in eerste instantie enkele technische prototypes op om zo stappen te zetten in gebruikersonderzoek. Op deze manier kunnen we uitzoeken hoe gebruikers omgaan met nieuwe, potentiële ontwikkelingen. - AnyScreen: We willen controle krijgen over alle schermen die de woonkamer, en met uitbreiding de leefomgeving van de toekomst bevatten. Elk scherm wordt een ingang om content te bekijken. Het Any Screen-concept is een basis om op verder te bouwen. Verdere projecten worden gedefinieerd in het grotere traject van Future Living Room. - Social viewing: Verder gaand op de proof of concept rond de Remote bekijken we de moeilijkheid van het samen kijken in een omgeving waarbij iedereen een contentbron op zak heeft. Hoe kunnen we een gezamenlijke ervaring creëren wanneer elk individu de mogelijkheid heeft om zich af te sluiten van de groep. Hoe ziet een warme televisie er in de toekomst uit? Opleveringen Beschrijving
Type
F.3.1.1
100 jaar Tour app
Proof of concept
Einde kwartaal Q2
F.3.1.2
Reporter app Ketnet
Proof of concept
Q1
F.3.1.3
Ketnet Krijt (tweedescherm)
Proof of concept & gebruikersonderzoek
Q3
F.3.2.1
Alternative remote control
Proof of concept
Q3
F.3.2.2
Poor man’s Kinect
Proof of concept
Q2
F.3.3.1
AnyScreen use case 1
Proof of concept
Q2
F.3.3.2
AnyScreen use case 2
Proof of concept
Q3
F.3.3.3
Social viewing
Proof of concept
Q4
31
WERKPAKKET F.4 - DIGITAL STORYTELLING Aantal MM: 11 Binnen dit werkpakket onderzoeken we op welke manieren we een verhaal kunnen vertellen buiten het klassieke patroon (een lineair verhaal gedistribueerd via tv en/of radio). We concentreren ons daarbij op avonturenspellen als manier om een verhaal van uit een andere insteek te vertellen. Ook andere vormen zoals interactieve documentaires of een interactief audio game behoren tot de mogelijkheden. In eerste instantie beoordelen we een aantal tools en game-engines waar we dergelijke ervaringen mee kunnen uitbouwen. Het verhaaltechnische aspect en de bruikbaarheid voor een redactie zijn, naast het technische luik, criteria waarmee we rekening houden. Vervolgens bouwen we een aantal prototypes die we aan een testpubliek ter beschikking stellen. Zo kunnen we nagaan of deze manier van verhalen vertellen effectief bijdraagt aan het engageren van een publiek. Opleveringen F.4.1 F.4.2 F.4.3
Beschrijving Studie tools en engines Episodic content use case 1 Episodic content use case 2
Type Document Proof of concept Proof of concept
Einde kwartaal Q1 Q2 Q3
F.4.4
Audio game
Proof of concept
Q4
VALORISATIE De resultaten van dit project zullen leiden tot:
kennisopbouw over de mogelijkheden van een gepersonaliseerd aanbod, maar ook over de implicaties hiervan. expertiseopbouw over het meten, analyseren en visualiseren van online gebruikersgedrag en hoe een omroep hier op kan inspelen. expertiseopbouw rond hybride radio en de toepassingen daarop, zoals visualisatie en interactie met het radiotoestel door gebruik te maken van een internetverbinding. Er zal documentatie worden gegenereerd die de VRT toelaat een goede inschatting te maken van de impact bij een eventuele grootschalige uitrol van deze technologie. kennisoverdracht hoe een redactie op een eenvoudige manier een ‘digital story’ kan opbouwen en publiceren, wat mogelijk aanleiding geeft tot een nieuwe productielijn. expertiseopbouw over alternatieve manieren van gebruikersinput en hoe deze gebruikt kunnen worden in nieuwe spelervaringen. expertiseopbouw over de technologische mogelijkheden, beperkingen en gevolgen van een future connected living room. gebruikersonderzoek in samenwerking met VUB-SMIT naar de perceptie, de gevoelens en de usablity van onze proefprojecten rond future media experience. gebruikersonderzoek en expertiseopbouw over tweedescherm/augmented reality toepassingen.
32
Project Z: Empathic Products Het Empathic Products project is een onderzoeksproject binnen het ITEA2-programma dat enkele tientallen Europese bedrijven samenbrengt om onderzoek te verrichten naar manieren om producten empatisch te maken. Internettoepassingen zijn steeds vaker contextgebaseerd. Denk maar aan locatie gebaseerde toepassingen, gepersonaliseerde aanbevelingen, enzovoort. In het Empathic Products project willen we in dit onderzoeksdomein nog een stap verder gaan. We onderzoeken onder meer hoe technologie die emoties en intenties van eindgebruikers detecteert, kan worden ingezet om nog betere contextgebaseerde toepassingen te ontwikkelen. De projectleider van het consortium is het Technical Research Centre of Finland (VTT). Het consortium bestaat uit een waaier aan bedrijven die zowel empatische technologie, serviceplatformen als gebruikersapplicaties produceren. In Vlaanderen werd een consortium opgezet dat volledig rond tv- en mediabeleving is samengesteld: VRT, TP Vision, Spikes, Okeez, Uhasselt EDM en VUB SMIT. Het doel van VRT in dit project is tweeledig. Aan de ene kant wil VRT de eindgebruiker een betere mediaervaring bezorgen. Aan de andere kant wil VRT onderzoeken hoe de impliciete feedback van de eindgebruiker kan worden gebruikt om de mediaervaring te verbeteren en te personaliseren. ITEA2 Projectfiche (Partners in Vlaanderen) Consortium Industriële partners VRT TP Vision Spikes Okeez
MM 36 76,44 109,20 18,60
Projectleider: VTT (Finland), Spikes (Voor Vlaamse sub-consortium) Projectduur 36 maanden Totaal budget € 14.649.000
Onderzoekspartners Uhasselt EDM – iMinds VUB SMIT
MM 15 12,24
Startdatum Totaal VRT budget
1 juli 2012 € 405.000
Budget (2013):
VRT VUB SMIT Totaal Opleveringen Z.D1.1 v2 Z.D1.2 v2 Z.D1.3 v2 Z.D2.4 Z.D4.1 v1
Personeel Overhead Invest. Reizen Totaal 14,6 MM € 79500 € 39750 € 2000 € 8000 € 129250 € 27270 € 5454 € 8181 € 40905 € 106770 € 45204 € 2000 € 16181 € 170155 Beschrijving Empathic Products scenario’s (versie 2) Use Case Definities (versie 2) Requirements (versie 2) Validatiemethodologie voor empatische technologieën Specificatie van de empatische toepassingen
Type Document Document Document Document
Einde kwartaal Q4 Q4 Q4 Q1
Document
Q1
33
Z.D4.2 v1 Z.D5.2 v1 Z.D5.3 v1 Z.D6.3 v1
(versie 1) Geïntegreerde empatische toepassingen (versie 1) Validatieplannen voor empatische technologieën (versie 1) Verslag over uitvoering van de validatie (versie 1) Beschrijving van de exploitatieplannen (versie 1)
Software
Q1
Document
Q2
Document Document
Q2 Q3
WERKPAKKET Z.1 – CASE STUDIES EN REQUIREMENTS Aantal MM: 3,3 In dit werkpakket wordt op zoek gegaan naar scenario’s en use cases voor empathische technologieën in een mediacontext. Vanuit deze use cases worden vervolgens functionele en nietfunctionele requirements afgeleid die als input dienen voor het ontwikkelwerk aan de demoapplicaties in werkpakket 4. Het ontwikkelen en uittesten van deze use cases wordt in “cycle cases” uitgevoerd, die telkens 1 jaar duren, en waarin 4 stappen kunnen worden onderscheiden: Use case en requirements definiëren (WP1 ), ontwikkelen van een prototype voor de use case (WP4), het houden van gebruikerstesten met deze prototypes (WP5) en ten slotte het rapporteren en presenteren van deze prototypes in relevante tijdschriften en op relevante conferenties (WP6).
WERKPAKKET Z.2 – GEBRUIKERSONDERZOEK Aantal MM : 1,5 In dit werkpakket wordt gezocht naar geschikte opportuniteiten voor het inzetten van empatische technologie. Taken die in het werkpakket behandeld worden zijn onder meer het meten van de gebruikerservaring (UX) en het valideren van empathische technologieën. Voor de uitvoering van het werk in dit werkpakket zal VRT zich laten bijstaan door VUB SMIT.
WERKPAKKET Z.3 – AFFECTIEVE TECHNOLOGIEËN In dit werkpakket worden de affectieve (empatische) technologieën zelf ontwikkeld en onderzocht. VRT heeft geen aandeel in dit werkpakket.
WERKPAKKET Z.4 – ONTWIKKELING VAN EMPATISCHE TOEPASSINGEN Aantal MM: 6 Dit werkpakket behandelt de ontwikkeling van empatische toepassingen. De use cases die in WP1 worden beschreven worden in dit werkpakket verder uitgewerkt. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de expertise van andere partners die uit werkpakketten 2 en 3 komt. In 2013 is VRT van plan een dergelijke tweedescherm empatische toepassing te bouwen.
WERKPAKKET Z.5 – VALIDATIE Aantal MM: 2,8 Na het ontwikkelen van de empatische toepassingen moeten deze uiteraard verder worden uitgetest. Het uittesten van dergelijke toepassingen in een real-life context is cruciaal om de ontwikkelde toepassing te kunnen evalueren. Daarom worden in dit werkpakket gebruikerstesten gepland, waarbij gebruik zal gemaakt worden van het Europese netwerk van “living labs”. VRT plant ook om de door haar ontwikkelde toepassingen uit te testen in De Proeftuin. VRT zal daarvoor worden bijgestaan door VUB-SMIT, die hun expertise uit werkpakket 2 hierbij kunnen toepassen.
34
WERKPAKKET Z.6 – DISSEMINATIE, EXPLOITATIE EN STANDAARDISATIE Aantal MM: 1 In dit werkpakket wordt het werk rond het verspreiden van de onderzoeksresultaten uitgevoerd. Dit gebeurt typisch via publicaties in relevante tijdschriften en in proceedings van internationale conferenties. Daarnaast worden demonstraties gepland met de ontwikkelde toepassingen op relevante conferenties. Daarnaast wordt in dit werkpakket actief nagedacht over de exploitatie van de projectresultaten. Op regelmatige basis wordt een business model-oefening gemaakt om mogelijke exploitatie van de onderzoeksresultaten goed te kunnen inschatten. Bij succesvolle resultaten plant VRT de in dit project opgebouwde expertise voor eigen doelen in te zetten.
35
6
SAMENWERKING MET EBU
Project E: Participatie in EBU Aantal MM: 12
VRT Onderzoek en Innovatie werkt samen met EBU (European Broadcast Union) en leden van EBU in Europese projecten in de context van strategische en industrieel basisonderzoek (bv. Project T – Tosca-MP). Heel specifiek neemt VRT Onderzoek & Innovatie ook actief deel aan werkgroepen en expert communities van EBU. Een actueel overzicht van de strategische programma’s en expert communities in EBU is terug te vinden op http://tech.ebu.ch/groups. De strategische programma’s zijn opgesplitst in twee delen: -
“Media Fundamentals & Production”: productie en (audiovisueel) formaat gerelateerde domeinen “Media Delivery & Services”: distributie en platform gerelateerde domeinen.
VRT Onderzoek & Innovatie participeert in volgende strategische programma’s (SP) en werkgroepen (WG): Media Fundamentals & Production Integrated Media Production Strategies (SP) TV Formats & Production Systems (SP) Media Information Management (SP) Acquisitie metadata (WG) Metadata modellen FIMS (WG) Metadata extractie (WG) XML subtitles (WG) Quality control (SP) Network & Storage Systems (SP) Storage (WG) Media Delivery & Services Broadband networks (SP) Netwerk neutraliteit (WG) TV Platforms & Services (SP) Radio Platforms & Services (SP) Radio Hack (WG) In de context van deze werkgroepen werkt VRT O&I mee aan diverse deliverables. De werkgroepen waar een speciale focus wordt op gelegd zijn in bold/italic aangeduid. EBU Proof of Concept werking EBU technical is van plan in 2013 een proof of concept werking op te zetten op Europees niveau. Daaraan willen we graag meewerken gezien de positieve ervaringen die we hebben vanuit onze proof of concept werking bij kenniscreatie. We beschouwen dit als een opportuniteit om nieuwe Europese samenwerkingen op te starten.
36