Onderzoek en Innovatie 2015 Voortgangsrapportage
Alice Fermont
Datum
André Struker & Enna Klaversma (Klimaat Cyclisch
29 september 2015
Handelen/ K2020)
Ons kenmerk
Eljakim Koopman (Klimaatadaptatie)
15.106 469
Alex van der Helm (SMART bedrijfsvoering) Maarten Claassen (Verbinden met de omgeving) Cor Verkerk (Afvalwater) Leon Kors (Drinkwater) Peter Jansen (Watersysteem) Peter Beemsterboer
Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370 1090 GJ Amsterdam T 0900 93 94 (20 cent per gesprek, plus uw gebruikelijke belkosten) F 020 608 39 00 KvK 41216593
www.waternet.nl
29 september 2015
Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam. Waternet werkt samen aan innovatieve oplossingen.
Inhoud
1
Inleiding
5
1.1
Innovatie bij Waternet
5
1.2
Onderzoeksprogramma’s Organisatie & doelstellingen 2015
5
1.3
Resultaten op hoofdlijnen
6
1.4
Financiën 2015
6
1.5
Toelichting Voortgangsrapportage
7
2
Samenwerking met partners
8
2.1
Inleiding
8
2.2
Samenwerking met TU Delft
8
2.3
Samenwerking met IHE
9
3
Innovatie in de media
10
3.1
Media en prijzen
10
3.2
Artikelen
10
3.3
Website Innovatie
11
4
Klimaatcyclisch Handelen (KCH) / K2020
12
4.1
Toelichting programma Klimaatcyclisch Handelen (KCH)
12
4.2
Voortgang projecten Klimaatcyclisch Handelen (KCH)
12
4.2.1
Verduurzaming bouw- en sloopmaterialen (K2020-Top 8.5)
12
4.2.2
Zonnepanelen op Waternetterreinen (K2020)
12
4.2.3
Productie van cellulose uit afvalwater (K2020-EG2-1)
13
4.2.4
Levenscyclusanalyse fosfaatverwijdering uit oppervlaktewater (K2020-EG)
13
4.2.5
Slibdestructie (K2020-Top8)
14
4.2.6
Slibdroging (K2020 Top8-4a)
14
4.2.7
Innovatieve urineverwerking (K2020 EG 2.3)
15
4.2.8
Verduurzamen van het zakelijk transport (K2020-Top 8.6)
16
4.2.9
Klimaatvoetafdruk 2015 Inzicht in CO2-emmissie (K2020)
16
4.2.10
Ontstaan en vrijkomen van methaan rwzi– Voorkomen emissie (K2020 Top 8.2) 17
4.2.11
Ontstaan en vrijkomen van lachgas rwzi– Reduceren emissie (K2020 Top 8.1)
17
5
Verbinden met de omgeving
18
5.1
Toelichting programma Verbinden met de omgeving
18
5.2
Voortgang projecten Verbinden met de omgeving
18
5.2.1
Proeftuin De Ceuvel/Cleantech Playground (CTP)
18
5.2.2
AMC-Pharmafilter Duurzaam omgaan met ziekenhuisafvalwater
19
5.2.3
Proeftuin Circulair Buiksloterham Een wijk transformeren tot circulaire stad
19
5.2.4
Theoretische verkenning “verbinden met de omgeving”
20
6
Informatiegedreven SMART bedrijfsvoering
21
6.1
Toelichting programma Informatiegedreven SMART bedrijfsvoering
21
6.2
Voortgang projecten Informatiegedreven SMART bedrijfsvoering
21
6.2.1
Nautonomous ontwikkeling onbemande zelfvarende drijfvuilvisboot
21
6.2.2
Gebruik van drones voor inspectiewerkzaamheden
22
6.2.3
Ontwikkeling kwel- en wegzijgmeter
22
6.2.4
Amsterdecks Sensoronderzoek voor zwemwaterkwaliteitsbepaling
23
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
3/43
6.2.5
Droogteonderzoek Veenderij
24
6.2.6
TAPES TU Delft
25
6.2.7
High-throughput Effect-Directed Analysis VU Amsterdam
25
6.2.8
Open Boezem Open Data Digitale proeftuin, delen van data
26
6.2.9
Beating the Blues – Maatwerk voor watersysteemherstel en blauwalgenbestrijding
6.2.10
Open waterbeheer Rijn-West
27
6.2.11
Open waterbeheer polders Waternet
27
6.2.12
Waternet State of art & beyond platformbijeenkomsten Smart bedrijfsvoering 27
6.2.13
Meten van alle meetbare waterstromen in de watercyclus van Prinseneiland
27
7
Klimaatadaptatie
28
7.1
Toelichting programma klimaatadaptatie
28
7.2
Voortgang projecten klimaatadaptatie
28
7.2.1
Temmen van brakke kwel (K2020-Top 8.3b)
28
7.2.2
Quickscan "Hoe Waterbestendig is onze waterketen?"
29
7.2.3
Argonautenstraat, Aanleg klimaatadaptieve straat
29
8
Drinkwater
31
8.1
Toelichting programma Drinkwater
31
8.2
Voortgang projecten drinkwater
31
8.2.1
Hollands calciet (K2020 Top8.3a)
31
8.2.2
Verlagen hardheid drinkwater van 1,5 naar 1,4 mmol (K2020 NN 3)
31
8.2.3
IJzerzouten (K2020 Top 8.8)
31
8.2.4
Alternatief voor loog bij de ontharding (K2020-Top8.3d)
32
8.2.5
Selectie koolsoorten (K2020 Top 8.7b)
32
9
Afvalwater
33
9.1
Toelichting programma Afvalwater
33
9.2
Voortgang projecten afvalwater
33
9.2.1
GF in het riool (pilot voedselrestenvermalers) (K2020 NN 1)
33
9.2.2
Biomassa-onderzoek (K2020 EG2.6)
33
9.2.3
Wind- en zonne energie onderzoeken (K2020 EG)
33
9.2.4
Struviet rwzi Horstermeer (K2020 EG 2.3)
34
9.2.5
Toxicologisch onderzoek effluent
34
9.2.6
Onderzoek verwijdering microverontreinigingen
34
9.2.7
Volgen ontwikkelingen nieuwe sanitatie
35
9.2.8
Energie en grondstoffen: Sewer Mining en Dynafil
35
9.2.9
Procesoptimalisatie Afvalwater
35
10
Watersysteem
37
10.1
Toelichting programma Watersysteem
37
10.2
Voortgang programma Watersysteem
37
10.2.1
Tijdelijke waterkeringen voor de Ronde Hoep
37
10.2.2
Computergestuurd baggeren
38
26
Bijlage 1 Onderzoeksdoelstellingen 2015-2020
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
39
4/43
1 1.1
Inleiding Innovatie bij Waternet Waternet ontwikkelt kennis over water. Deze kennis is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van drinkwater, het afvoeren en zuiveren van afvalwater, het schoonhouden van oppervlaktewater en het onderhouden van dijken en waterkeringen. Duurzaamheid is, naast doelmatigheid en goede dienstverlening, het belangrijkste principe van Waternet en de drijfveer achter veel onderzoek en innovatie. Waternet wil in 2020 klimaatneutraal zijn, dat wil zeggen: zo weinig mogelijk CO2-uitstoot veroorzaken en, waar het niet anders kan, compenseren. Waternet wil energie en grondstoffen terugwinnen uit de watercyclus en afval minimaliseren door circulair te handelen. Deze nieuwe ambitie van Waternet vormt een belangrijke drijfveer achter het onderzoeksprogramma van Waternet.
1.2
Onderzoeksprogramma’s Organisatie & doelstellingen 2015 Waternet werkt in 2015 met vier watercyclusthema’s en drie sectorspecifieke programma’s. In januari 2015 zijn de nieuwe themagroepen van start gegaan: Klimaatneutraal door circulair handelen, Klimaatadaptatie, Informatiegedreven SMART bedrijfsvoering en Verbinden met de omgeving. De sectorspecifieke programma’s zijn Drinkwater, Afvalwater en Watersysteem. In het onderstaande schema zijn de organisatie van Onderzoek & Innovatie, de themagroepen en de verbanden met de ontwikkelthema’s opgenomen. Tevens zijn de belangrijkste contactpersonen opgenomen.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
5/43
De themagroepen hebben onderzoeksdoelstellingen geformuleerd voor de periode 20152016 (zie bijlage 1). Op basis van deze doelstellingen is de onderzoeksagenda opgesteld. 1.3
Resultaten op hoofdlijnen Inmiddels staat de projectorganisatie en zijn programma’s opgesteld. In 2015 is al een aantal successen behaald: Toegekend is een Subsidie Duurzame Energieproductie voor de aanleg van een zonneweide op de drinkwaterlocatie Nieuwegein voor het plaatsen van zonnepanelen. De CityZen-subsidie van het stopgezette project Koudelevering Schiphol wordt ingezet voor een decentrale bioraffinaderij voor het Buiksloterham-project. Voor het programma K2020 is een methode ontwikkeld voor een uniforme berekening van de CO2-emissie In juni is het prototype van de watermonsternamemodule voor de drone opgeleverd door de studenten Egineering, Design and Innovation van de Hogeschool van Amsterdam. Op 5 maart is het Manifest Circulair Buiksloterham door 24 organisaties ondertekend. De wijk Buiksloterham is de plek voor experiment en onderzoek naar circulaire gebiedsontwikkeling. De hardheid van drinkwater is verlaagd op basis van een onderzoeks- en innovatieadvies. Op 30 april is de nieuwe proefinstallatie van Waternet voor ozon-deelstroomdosering op Weesperkarspel feestelijk geopend. De Argonautenstraat in Amsterdam is omgebouwd tot een klimaatadaptieve straat met nieuwe technologie: Granudrain gecombineerd met een Drainage Infiltratie Transportriool (DIT-riool). Nu wordt getest of deze nieuwe technologie wateroverlast kan voorkomen. Er is een proef gehouden met mobiele waterkeringen. Deze proef heeft geleid tot diverse verbeterpunten voor het ontwerpen van mobiele waterkeringen. De zelfvarende drijfvuilvisboot Nautonomous kan zonder bemanning varen. Momenteel wordt een autopilot uit de drone-industrie geschikt gemaakt voor toepassing op de Nautonomous. De Amsterdam Circular Challenge is op 3 juli gewonnen door het Waternet-team. Hun idee is om van de vezels uit maaiafval designmeubels op maat te gaan maken, maar dan op grote schaal.
1.4
Financiën 2015 Voor het Innovatieprogramma hebben het Waterschap Amstel Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam een budget van € 1,6 miljoen per jaar beschikbaar gesteld. De volgende tabel toont de begroting en het bestede budget. Uit de tabel blijkt dat het onderzoeksprogramma redelijk volgens verwachting verloopt.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
6/43
Realisatie jan - jul 2015 Uren * Externe Budget Tarief Kosten Algemeen (TUD Delft + Rest) (2) € € 120.000 € Klimaatneutraal € 228.001 € 32.469 € Klimaatadaptatie € 72.222 € 17.520 € SMART bedrijfsvoering € 84.289 € 55.064 € Verbinden met omgeving € 104.237 € 43.044 € Sectorspecifieke prioriteiten € 3.687 € 35.908 € Projectman. en Commun. € 80.561 € 20.562 € Totaal € 572.997 € 324.568 €
1.5
Totaal 120.000 260.470 89.742 139.353 147.281 39.595 101.123 897.565
Begroting 2015 Uren * Tarief Externe Kosten € 185.000 € 300.000 € 200.000 € 90.000 € 60.000 € 140.000 € 85.000 € 185.000 € 115.000 € 35.000 € 15.000 € 160.000 € 80.000 € 910.000 € 740.000
Totaal € 185.000 € 500.000 € 150.000 € 225.000 € 300.000 € 50.000 € 240.000 € 1.650.000
Toelichting Voortgangsrapportage Voor u ligt de Voortgangsrapportage Onderzoek & Innovatie 2015, vastgesteld op 14 september 2015 door de Stuurgroep Onderzoek & Innovatie (SG O&I) die verantwoordelijk is voor de onderzoeksprogramma’s. De rapportage beschrijft de behaalde tussenresultaten van het programma Onderzoek & Innovatie van Waternet in het jaar 2015. Hiermee informeren we het waterschap Amstel, Gooi en Vecht, de gemeente Amsterdam, de directie van Waternet, de partners waarmee we samenwerken en verdere belangstellenden over onze resultaten. Het onderzoeksprogramma wordt in grote mate bepaald door het programma K2020. Om deze reden wordt vaak verwezen naar het programma en programmanummering. Naast deze rapportage is op de innovatiewebsite (www.innovatie.waternet.nl) veel meer informatie beschikbaar over onderzoeks- en innovatieresultaten en -actualiteiten.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
7/43
2 2.1
Samenwerking met partners Inleiding Waternet deelt haar kennis graag met anderen. Daarnaast hebben we kennis en inspanning van buiten nodig om onze innovatiedoelstellingen te halen. De ambitie is om een veelzijdig en kwalitatief hoogwaardig innovatienetwerk levend te houden. Dat beperkt zich niet alleen tot de waterwereld, maar richt zich ook op de energie- en afvalsector en de ruimtelijke ordening. Daarom heeft Waternet naast samenwerking met STOWA (via http://www.stowa.nl/) en KWR (via BTO onderzoek en DPWE onderzoek) een aantal strategische samenwerkingen met diverse organisaties: Proeftuin de Ceuvel/ Cleantech Playground ( zie 5.2.1) Living Lab Buiksloterham (zie 5.2.3) Samenwerking met het Havenbedrijf Amsterdam en het Afval Energie Bedrijf Samenwerking met de TU Delft (zie 2.2, 6.2.6 en 7.2.1) Samenwerking met de Vrije Universiteit (VU) (zie 6.2.7) Samenwerking met de Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS) (zie 5.2.1 en 5.2.3 en Link: ams-amsterdam.com/) Lid van de Technology Approval Group (TAG) (zie: Link: technology-approval-group/) Samenwerking met UNESCO-IHE (zie 2.3). Op deze manier kunnen we onderzoeksprojecten, veelal met behulp van subsidies, samen met partners uitvoeren en trekken we veel studenten en potentiële collega’s naar Waternet.
2.2
Samenwerking met TU Delft Waternet werkt samen met de Technische Universiteit Delft op het gebied van onderwijs en onderzoek in het kader van Integratie en Innovatie in de Watercyclus. Waternet is van mening dat dit een van de voorwaarden is voor het realiseren van een duurzame integrale watercyclusgedachte. Hiertoe sponsort Waternet een deeltijdleerstoel, draagt bij aan enkele PhD-onderzoeksprojecten en ondersteunt het werk van bachelor- en masterstudenten. In 2014 heeft dit geleid tot de volgende resultaten: drie bachelorstudenten hebben hun eindproject gedaan op onderdelen van de watercyclus één stagestudent heeft gewerkt aan het verwijderen van fosfaat uit de watercyclus PhD-student Kerusha Lutchmiah is gepromoveerd op “Reclaiming water from wastewater using Forward Osmosis” PhD-student Jorge Maxil Elias is gepromoveerd op “Heat modelling of wastewater in sewer networks” (zie foto). Opstelling voor het meten van warmte in riolen
Daarnaast is er nog lopend onderzoek van Frank Smits (Temmen van brakke kwel) en Astrid Fischer (TAPES). Onlangs is ook een TKI-subsidie aangevraagd voor onderzoek naar de
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
8/43
onttrekking van koude aan drinkwater. In het algemeen heeft de samenwerking geleid tot meer aandacht bij TUD-studenten voor de watercyclus als geheel. Het traditionele onderscheid tussen drink- en afvalwater is in de opleiding komen te vervallen en projecten worden meer en meer uitgevoerd in samenwerking. Dit trekt ook meer studenten, waardoor de Nederlandse watermarkt (in de nabije toekomst) beter kan worden bediend met jonge, goed opgeleide ingenieurs. Deze ontwikkeling heeft zelfs geleid tot het opzetten van een nieuwe afstudeertrack, “Environmental Engineering”, die in 2016 bij de TU Delft van start zal gaan. 2.3
Samenwerking met IHE Het internationale Erasmus Mundus MSc programma in Groundwater and Global Change (www.groundwatermaster.eu) van UNESCO-IHE heeft eind 2014 € 2 miljoen subsidie ontvangen van de Europese Unie. Het programma heeft 450 inschrijvingen gehad en heeft veertien Erasmus-beurzen beschikbaar gesteld. Waternet is associated partner, wat wil zeggen dat Waternet het programma kan ondersteunen, studenten voor hun masterthesis kan medebegeleiden en kan meedenken over de manier waarop de cursus kan aansluiten op de behoeften van Waternet.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
9/43
3 3.1
Innovatie in de media Media en prijzen Het onderzoeks- en innovatieprogramma van Waternet heeft in 2015 een aantal keren geleid tot media-aandacht en prijzen: Op 30 april is de nieuwe proefinstallatie van Waternet voor ozon-deelstroomdosering op Weesperkarspel feestelijk geopend. Link: opening-proefinstallatie-ozon-deelstroomdosering-waternet/ Op 5 maart is het Manifest Circulair Buiksloterham door 24 organisaties ondertekend. De wijk Buiksloterham is de plek voor experiment en onderzoek naar circulaire gebiedsontwikkeling. Link: /ondertekening-manifest-circulair-buiksloterham De Amsterdam Circular Challenge is op 3 juli gewonnen door het team Waternet. Hun idee is om van de vezels uit maaiafval designmeubels op maat te gaan maken, maar dan op grote schaal. Zie:Link: Film Design uit maaiafval De drone van Waternet heeft testopnamen gemaakt bij de Battle of the Beach. Link: /testvluchten-met-de-waternet-drone-jazeker/ De TU Delft heeft een Social Weather-app ontwikkeld waarmee via de smartphone regen en water-op-straat in Amsterdam kan worden gemeten. Link: zomerexperiment-rainsense-in-amsterdam/ Waternet is samen met de Reststoffen Unie is genomineerd voor de IWA Resource Recovery Award voor het hergebruik van calciet. Op 1 september op het IWA Resource Recovery congres in Gent is de prijs uitgereikt aan de Reststoffen Unie, Waternet, Desso en Ardagh Glass. In de wijk Buiksloterham is een Living Lab opgericht voor innovatieve oplossingen. Link: amsterdam-krijgt-living-lab-voor-circulaire-stad/).
3.2
Artikelen Experiences with Advanced Process Control at wastewater treatment plant Blaricum, Anne Marieke Motelica & Chris Reijken, Paper IWC Conference 2nd New Developments in IT & Water, 8-10 February 2015 Verdienen aan urine, Auteur(s) Veen, H. van de , P+ : people, planet, profit ,2015) Link: Verdienen aan urine Meerwaarde röntgentechniek (XRF) bij waterbodemsanering : besparing miljoenen bij waterbodemsanering De Vecht, Schmeits, J.J. ; Otten, F.P. ; Obermeijer, A.J. ; Goossens, G.J.H.M., Bodem: kwartaalblad voor informatie-uitwisseling en discussie over bodembescherming en bodemsanering Ter land, ter zee en... : drones gaan inspecteurs Amstel, Gooi en Vecht ondersteunen : thema Waterbeheer en ICT, Roes, S. Het waterschap Praktijkproef ijzersuppletie voor fosfaatvastlegging in laagveenplassen, Clara Chrzanowski (Deltares), Jeroen Geurts (Radboud Universiteit, Onderzoekcentrum B-WARE), Gerard ter Heerdt (Waternet), Anne Immers (NIOO, Vitens), Steven Declerck (NIOO), H2O 2015 Link: IJzersuppletie_laagveenplassen Ontharding duurzamer en goedkoper met pure kalkkorrels, Marc Schetters (ARCADIS, Waternet, TU Delft), Jan Peter van der Hoek (Waternet, TU Delft), Eric Baars (Waternet),
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
10/43
Bas Hofs (KWR), Hay Koppers (Reststoffenunie), H2O, 2015 Link_Artikel_Ontharding_duurzamer_en_goedkoper.pdf Studiereis Estland – Platform Ecologisch Herstel Meren, Renske Diek, Laura Moria (Waternet), Marcel van den Berg (Rijkswaterstaat), Bas van den Boogaard (Bureau Waardenburg), Gijs van Dijk (Onderzoekcentrum B-WARE/Radboud Universiteit), Bas van der Wal (STOWA), H2O, 2015 Link: StudiereisEstland.pdf De droom van elke waterbehandelaar: QSAR’s? Roberta Hofman (KWR), Jan Peter van der Hoek (Waternet; TU Delft), H2O, 2015 Link Artikel_QSARs.pdf Link Zwemwater/Beating_the_blues/ Link naar tool: cyano-control-guidance/start/ 3.3
Website Innovatie De website Innovatie http://www.innovatie.waternet.nl/ heeft een inhoudelijke update gekregen en wordt regelmatig bijgewerkt. Op de site worden regelmatig updates van projecten gegeven en worden de programma’s beschreven. Samen met de afdeling Communicatie is een traject gestart om de communicatie over onderzoek en innovatie te vernieuwen. Daarvoor is aansluiting gezocht bij Waternet en het programma Dienstverlening naar Mobiel gezocht. Er wordt al wel geëxperimenteerd om te werken met storytelling via Facebook en Twitter.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
11/43
4 4.1
Klimaatcyclisch Handelen (KCH) / K2020 Toelichting programma Klimaatcyclisch Handelen (KCH) Duurzaamheid is een van de belangrijkste principes van Waternet en de drijfveer achter veel onderzoek en innovatie. Waternet wil in 2020 klimaatneutraal zijn. Om dit te bereiken moet in 2020 nog 50 kiloton CO2 in 2020 worden gereduceerd. Waternet wil zo weinig mogelijk CO2-uitstoot veroorzaken en, waar het niet anders kan, compenseren. KCH is het onderzoeksprogramma dat hoort bij het Waternetprogramma K2020. Via de onderstaande link is een toelichting op het programma te vinden. Link programma klimaatneutraal. Diverse projecten zijn gelieerd aan KCH-projecten en hebben achter de titel de aanduiding K2020.
4.2 4.2.1
Voortgang projecten Klimaatcyclisch Handelen (KCH) Verduurzaming bouw- en sloopmaterialen (K2020-Top 8.5) De huidige klimaatvoetafdruk van bouwmaterialen bij Waternet bedraagt 8000 ton CO2 per jaar. Die hoeveelheid is gebaseerd op een inschatting van de bouwmaterialen die in 2004 zijn gebruikt. Dit project heeft tot doel de klimaatvoetafdruk van bouwmaterialen (minimaal) te halveren. Aangezien de hoeveelheid gebruikte bouwmaterialen en de actuele emissiefactoren daarvan reeds elders in onderzoek zijn, richt dit project zich op de volgende aspecten: marktverkenning van “groenere” materialen met dezelfde productspecificaties onderzoek naar de duurzamere inzet van sloopmaterialen, inclusief de mogelijkheden om zelf sloopmateriaal opnieuw te gebruiken en mogelijkheden om via aanbesteding duurzamere inzet af te dwingen. Uiteindelijk moet dit leiden tot een advies aan de stuurgroep K2020 over de bovengenoemde twee aspecten met een update van de levenscyclusanalyse (LCA) van leidingmaterialen bij de sectoren Drinkwater en Afvalwater en over de te nemen maatregelen. Het projectvoorstel is opgesteld en de eerste overleggen zijn gepland. De aangepaste voetafdruk is bijna af.
4.2.2
Zonnepanelen op Waternetterreinen (K2020) In eerste instantie worden vijf pilots gerealiseerd in de periode 2012-2016 door de plaatsing van zonnepanelen op de drinkwatervestigingen Leiduin, Weesperkarspel en Loenderveen, en op de afvalwaterlocaties Blaricum en Huizen. Deze pilots dienen als voorbereiding op de grootschalige uitrol van zonne-energie tot en met 2020. Daarvan is de eerste grote zonneweide gepland op de drinkwatervestiging Nieuwegein (WCB) in 2016. De eerste grote zonneweide op een afvalwaterlocatie is beoogd op de rwzi Horstermeer.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
Zonneweide op drinkwaterlocatie Leiduin
12/43
De mogelijkheden voor zonne-energie bij de sector Watersysteem worden nog onderzocht.De pilots worden mede gefinancierd met SDE-subsidie (Subsidie Duurzame Energieproductie). Voor de eerste grote zonneweiden wordt dat ook beoogd. De subsidie voor de grote zonneweide op Nieuwegein is inmiddels toegekend. Link: zonne-energie-boven-rwzibassins 4.2.3
Productie van cellulose uit afvalwater (K2020-EG2-1) De verwijdering van vezels (wc-papier) uit rioolwater kan een aanzienlijke positieve invloed hebben op de klimaatvoetafdruk van Waternet. Eind 2014 is een grove schatting gemaakt van de CO2-impact van het verwijderen van vezels. Het resultaat hiervan bleek positief genoeg om door te gaan met het onderzoek. In 2015 moet de berekening worden verfijnd. De uitkomst hiervan zal invloed hebben op de prioritering van het verwijderen en verwaarden van vezels uit rioolwater met fijnzeven of uit primair slib. Parallel lopen initiatieven om samen met The Circular Company het opschonen en toepassen van deze vezels te realiseren. Daartoe wordt mogelijk ook de fijnzeef van Blaricum weer in bedrijf genomen. Landelijk (via de werkgroep Cellulose van de Energie- Grondstoffenfabriek van de waterschappen en via STOWA) lopen projecten die zijn gericht op het toepassen van fijnzeven, op het winnen van vezels uit primair slib en op opschonen/marktkansen. Inzicht in de impact op de klimaatvoetafdruk is een van de kennishiaten. In die zin heeft het onderzoek hiernaar ook landelijke betekenis. In de tweede helft van 2015 start bij de sector Afvalwater onderzoek waarin cellulose concentraties in verschillende stromen van een rwzi worden gemeten (influent, primair slib, secundair slib en uitgegist slib). Daarmee kunnen massabalansen worden opgesteld en wordt inzicht verkregen in de aanvoer van hoeveelheden. De ambitie daarbij is om de celluloseafbraak in de rwzi te modelleren (traject TU-Delft). Eind 2015 moet de impact op de klimaatvoetafdruk bekend zijn. De eerste stappen voor een LCA-berekening voor cellulose worden gezet. In een LCA-project van STOWA wordt ook cellulose meegenomen. Uitgegaan wordt van een CO2reductiepotentie van cellulose van 6000 ton, maar de kans op realisatie daarvan is nog onzeker.
4.2.4
Levenscyclusanalyse fosfaatverwijdering uit oppervlaktewater (K2020-EG) Bepaald is de levencyclusanalyse (LCA) voor de fosfaatverwijdering uit oppervlaktewater van de Bethunepolder, de Nieuwe Polderplas en het Stergebied. De volgende technieken worden met elkaar vergeleken: boerenslootmethode (referentie), ijzer-zandfilter, GRANIJK-filter (granulair ijzeroxideslib). De LCA is afgerond. Gebleken is dat de afzet van het gebruikte slib/filtermedia erg belangrijk is. Als de reststoffen weer goed kunnen worden benut , bijvoorbeeld voor H2S-binding (waterstofsulfide) in slibvergisters, is de totale milieu-impact positief. De conclusie van de LCA is dat voorlopig de referentie (boerenslootmethode) de laagste milieu impact heeft. GRANIJK kan eventueel beter worden, als blijkt dat de werking van dit
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
13/43
innovatieve filter verbeterd. Hiernaar wordt pilotonderzoek gedaan in het TKI project “Hergebruik waterijzer (ijzerpellets) bij defosfatering Sloterplas” inclusief LCA, dat in september 2015 zal starten. 4.2.5
Slibdestructie (K2020-Top8) In de tweede helft van 2015 wordt de inrichting voorbereid van een groengasinstallatie voor het biogas van de rwzi Amsterdam West. Geschat is dat de extra afbraak van slib en daarmee een hogere productie van biogas in combinatie met groengas een positieve businesscase kan opleveren. In dit project wordt deze businesscase onder de loep genomen en worden kansrijke technieken voor extra biogasproductie vergeleken en onderzocht. Een eerder opgestelde Businesscase Thermische Drukhydrolyse dient als referentie waarmee alternatieve technieken worden vergeleken. Het is onduidelijk hoe de slibgisting op de rwzi West exact functioneert. De procesgegevens bevatten onduidelijkheden wat betreft de ingaande slibhoeveelheden en de omzetting van slib. De eerste resultaten geven een indicatie dat de huidige werking van de slibgisting slechter is dan bijvoorbeeld die op de rwzi Horstermeer of de rwzi Amstelveen. Om dit op te helderen is een eerste aanzet gemaakt voor massabalansen en is er
Ontwatering (l.) en slibgistingstank (r.) op de rwzi West
een brainstorm geweest over een goede aanpak om de onduidelijkheden over het huidige functioneren op te heffen. In de eerste helft van 2015 is gesproken met diverse leveranciers van alternatieve technieken. Royal HaskoningDHV heeft Ephyra®, een innovatieve slibgistingstechnologie, ontwikkeld en heeft opdracht gekregen om de komende maanden een laboratoriumonderzoek uit te voeren naar de werking ervan. Dit onderzoek is in gang gezet en een eerste vergelijking van de businesscase laat zien dat de terugverdientijd gunstiger is dan die van de thermische drukhydrolyse. Het effect op de energiebalans kan pas eind 2015 worden bepaald, na de proeven. Daarnaast zijn er proeven gedaan door Nijhuis Industries met de BioCrack-technologie. De planning ligt op schema. 4.2.6
Slibdroging (K2020 Top8-4a) Het drogen van zuiveringsslib en het inzetten van het gedroogde slib als brandstof lijkt een grote impact te hebben op de klimaatvoetafdruk. Uitgerekend is dat 9.000 tot 24.000 ton CO2 kan worden bespaard. Vanwege deze grote potentie heeft Tauw een haalbaarheidsonderzoek naar slibdroging uitgevoerd.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
14/43
Daarbij zijn de volgende aspecten meegenomen: Welke slibdroogtechnieken zijn er op de markt (kasdroging, banddroging)? Kan de restwarmte/stoom van het Afval Energiebedrijf (AEB) of van Tata Steel worden gebruikt? Zitten er voordelen aan het gezamenlijk drogen met digestaat van het AEB (uit hun vergister met organisch materiaal uit de scheidingslijn)? Welke invloed hebben thermische drukhydrolyse en gruisontwatering? Wat is de afzetmarkt voor gedroogd slib en welke eisen stelt deze markt? De voorlopige conclusie is dat slibdrogen met restwarmte kan, waarbij vanwege ruimtegebrek het beste een banddroger gebruikt kan worden. Voor de afzet van gedroogd slib zijn (bio)energiecentrales mogelijk interessant, omdat zij wellicht SDE subsidie kunnen krijgen voor energie geproduceerd uit gedroogd slib. Deze afzet moet komend najaar verder onderzocht worden. 4.2.7
Innovatieve urineverwerking (K2020 EG 2.3) Met dit project wordt overzicht gehouden over alle activiteiten omtrent het innovatief verwerken van urine. Hieronder vallen in ieder geval de volgende activiteiten: 1. urine apart inzamelen en verwerken bij het ontwikkelen van Schoonschip in Buiksloterham. 2. onderzoek naar de terugwinning van ureum uit urine (door een afstudeerder) 3. verwerken urine van Heineken Music Hall via de sliblijn van de rwzi Amsterdam West 4. verwerken urine van Sail 2015 via de sliblijn van de rwzi Amsterdam West 5. contacten onderhouden met andere partijen die urine kunnen leveren, zoals Moeders voor Moeders (urine-inzameling met het oog op mogelijke vruchtbaarheidsproblemen) 6. contacten met bedrijven die urineverwerkingsinstallaties ontwikkelen, zoals BLUE-tec en Wetsus.
Bij de bovenstaande activiteiten is sprake van de volgende voortgang: 1. Zoals het er nu naar uitziet wordt Schoonschip voorzien van een gescheiden inzameling van urine met een vacuümsysteem. De urine wordt vervolgens opgeslagen en in eerste instantie op de riolering geloosd. Onderzoek moet later gaan plaatsvinden naar het gebruik van de ingezamelde urine. De VUNA technologie van BLUE-tec kan daar bijvoorbeeld voor worden gebruikt. 2. De laboratoriumtests verlopen zeer moeizaam, waardoor nog niet bekend is of ureum uit urine kan worden gewonnen.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
15/43
3. Dit project loopt. In het najaar wordt de opslagtank gebouwd. 4. Slechts 100 m3 urine wordt apart gehouden. In die zin betreft het meer een communicatiestunt dan een daadwerkelijke bijdrage aan het milieu. Wel kan hiermee ervaring worden opgedaan met het innemen van urine. 5. Dit ligt stil, maar wordt weer opgestart. 6. Met BLUE-tec heeft een gesprek plaatsgehad over de VUNA technologie. Verder is Waternet basislid geworden van Wetsus. Wel moet nog wel worden besloten om daadwerkelijk partner te worden van een specifiek onderzoeksthema. Ook is bij de TU Delft een subsidieaanvraag gedaan voor PhD-onderzoek naar brandstofcellen op ammonium uit bijvoorbeeld urine, maar deze subsidie is nog niet toegezegd. Link: urine-als-grondstof 4.2.8
Verduurzamen van het zakelijk transport (K2020-Top 8.6) Om het zakelijk transport van Waternet te verduurzamen staan de volgende maatregelen gepland: gebruik van de taxipas bij wachtdiensten centraliseren van teamgebonden poolauto’s vermeerderen van het aantal groengastankingen gebruik van e-driver (online mobiliteitsprogramma voor duurzame verkeersdeelname) keuze voor groengasvoertuigen.
Een groengaswagen van Waternet
Groengas tanken via een tanklocatie van CNG Net
De CO2-reductiepotentie van deze maatregelen is inmiddels bepaald op 628 ton. De kans op de implementatie van deze maatregelen vóór 2020 bedraagt 70%. Dit percentage ligt niet hoger, omdat een en ander deels afhankelijk is van het gedrag van medewerkers (zoals groengas tanken en reizen met het openbaar vervoer of met de fiets). 4.2.9
Klimaatvoetafdruk 2015 Inzicht in CO2-emmissie (K2020) De Rekengroep K2020 heeft de volgende taken: schrijven van een notitie over de werkwijze bij het opstellen van CO2-berekeningen en kostenberekeningen
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
16/43
er voor zorgen dat van alle K2020-projecten bekend is wat de CO2-emissiereductie is, en tegen welke investering en jaarlijkse kosten/opbrengsten de klimaatvoetafdruk bijhouden en updaten met betrouwbaarder gegevens onder beheer houden van het 100-ideeënboek. Van de belangrijkste projecten van K2020 is de CO2-reductie bekend en meestal zijn ook de kosten daarvan in beeld. De klimaatvoetafdruk van 2014 is bijna af, maar de betrouwbaarheid van de gegevens is nog niet gecheckt. Bovendien moet nog een onderbouwde keus worden gemaakt voor emissiefactoren. Het 100-ideeënboek bevat in concept veel ideeën, maar deze moeten vaak nog wel beter worden uitgewerkt (gegevens over de CO2-reductie en de kosten/opbrengsten). De bovenstaande taken moeten zijn afgerond in het derde kwartaal van 2015, zodat daarna alleen nog nieuwe projecten/ideeën hoeven te worden toegevoegd en doorgerekend.
4.2.10
Ontstaan en vrijkomen van methaan rwzi– Voorkomen emissie (K2020 Top 8.2) Dit onderzoek, dat loopt tot en met december 2015, dient om de huidige methaanemissies uit de USB (uitgegist-slibbuffer) op de rwzi Amsterdam West te kunnen schatten. Het uiteindelijke doel is na te gaan of de USB, zowel in technisch als in financieel opzicht, kan worden omgebouwd tot nagisting, zodat er geen methaanemissies meer uit vrijkomen. Het project ligt op schema, maar zit nog in de voorbereidingsfase.
4.2.11
Ontstaan en vrijkomen van lachgas rwzi– Reduceren emissie (K2020 Top 8.1) Dit onderzoek dient om de werkelijke N2O-emissies (lachgas) van de zuivering te bepalen. Een analyseapparaat is aangeschaft, waarmee vanaf dit najaar zal worden gemeten op diverse plaatsen op de rwzi Amsterdam West. De metingen zullen een aantal jaren doorlopen. Als sturingsparameters kunnen worden vastgesteld, kan de N2O-emissie mogelijk vóór 2020 worden gereduceerd. Het project ligt op schema. De apparatuur voor het project is aangeschaft en de voorbereidingen op de zuivering zijn in gang gezet.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
17/43
5 5.1
Verbinden met de omgeving Toelichting programma Verbinden met de omgeving Verbinden met de omgeving werkt aan productieve samenwerking met tal van initiatieven van burgers en (kleine) ondernemingen die vaak zijn gericht op duurzame en onafhankelijk functionerende nutsvoorzieningen op het niveau van een huishouden, buurt of regio. Naast het actief verbinden met de initiatieven die er al zijn gaat het ook om een andere werkwijze. Verbinden met de omgeving is het onderzoeksprogramma dat veel raakvlakken heeft met het Waternet-ontwikkelthema “Verbinding met de omgeving”. Meer lezen: Link programma verbinden met de omgeving.
5.2 5.2.1
Voortgang projecten Verbinden met de omgeving Proeftuin De Ceuvel/Cleantech Playground (CTP) Met deze proeftuin op het voormalige scheepswerfterrein De Ceuvel in Buiksloterham wil men ervaring opdoen met het decentraal inzamelen en duurzaam verwerken van afval(water). Vijftien aan land gezette woonboten dienen als continu laboratorium voor het testen en evalueren van watergerelateerde technologieën op hun toepasbaarheid in een duurzame circulaire economie. Op 21 juni 2014 werd De Ceuvel officieus geopend en op 21 juni 2015 officieel. Waternet, Metabolic, KWR en AWWS (Advanced Waste Water Solutions) voeren gezamenlijk het TKI-project “Showcase kringloopsluiting CTP Amsterdam” uit op De Ceuvel. De afkorting TKI staat voor Topconsortium voor Kennis en Innovatie. Onlangs is de samenwerking tussen Waternet en Metabolic met twee jaar verlengd. In 2015 wordt het TKI-onderzoek afgerond, waarbij de volgende aspecten worden bekeken: technische werking composttoiletten, composteringsinstallatie, struvietreactor, grijswatersystemen, verwarmingssystemen financiële en LCA-vergelijking tussen conventionele en “off-grid”systemen gezondheidsrisico’s decentrale
drinkwaterproductie (uit regenwater, effluent grijswatersystemen en oppervlaktewater)
Overzicht over Cleantech Playground in de opbouwfase
organisatorische en institutionele belemmeringen gebruiksgedrag en tevredenheid. Het consortium van Waternet, KWR, Metabolic en AWWS is bezig met het organiseren van een symposium op 15 oktober over het CTP- en TKI-onderzoek. Pauline van der Veldt (DW, B&N) is samen met Metabolic bezig met een onderwijsprogramma met de Ceuvel en Buiksloterham als basis. In augustus wordt een veiligheidsinventarisatie gedaan over de onderzoeksactiviteiten op De Ceuvel. Over het TKI-onderzoek zijn vier voortgangsrapporten gemaakt. Eind 2015 volgt hierover een eindrapport. Link: cleantech-playground/
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
18/43
5.2.2
AMC-Pharmafilter Duurzaam omgaan met ziekenhuisafvalwater De interne besluitvorming binnen het AMC is in de afgelopen periode verder voorbereid. Een aantal vraagstukken is verder uitgezocht voordat besluiten konden worden genomen, zoals de effecten van een gefaseerde invoering op de businesscase en de impact van de logistiek op het personeelsbestand. De uitkomsten hiervan zijn verwerkt in de financiële modellen en in de rapportage van het haalbaarheidsonderzoek, die daarmee zijn definitieve vorm kreeg. De besluitvorming binnen het AGV-bestuur vindt plaats na de zomer. De samenwerkingsovereenkomst zal voor fase 2 worden herzien. In fase 2 zal een multidisciplinair projectteam worden samengesteld, bestaande uit een externe adviseur/projectleider en medewerkers van het AMC en van Waternet. Link amc-pharmafilter/
5.2.3
Proeftuin Circulair Buiksloterham Een wijk transformeren tot circulaire stad In de proeftuin Circulair Buiksloterham willen vierentwintig partijen gezamenlijk de wijk Buiksloterham (stadsdeel Noord) ontwikkelen volgens de principes van de circulaire economie. AGV/Waternet wil hier op verschillende schaalniveaus ervaring opdoen met nieuwe watercyclusconcepten. Elke partij heeft vanuit haar eigen verantwoordelijkheid een belang in het gebied en draagt dus ook een financieel risico. De ambities zijn vastgelegd in een gezamenlijk visiedocument, getiteld Manifest Circulair Buiksloterham. Via de link http://buiksloterham.nl/get/9986/1301/living-lab-en-manifest--samen-optrekken zijn de partijen te vinden die op 5 maart 2015 het Manifest Circulair Buiksloterham hebben ondertekend. Hieruit wordt duidelijk dat de partijen van elkaar afhankelijk zijn. De betrokkenheid en de activiteiten van elke partij zijn noodzakelijk voor het slagen van de activiteiten van de andere partijen.
Het Johan van Hasseltkanaal in zijn huidige (links) en in zijn mogelijk toekomstige situatie (rechts)
De ontwikkeling van de circulaire wijk wordt gezien als een experiment, waarin bijvoorbeeld flexibeler wordt omgegaan met de wet- en regelgeving. Ook de samenwerking tussen tientallen partijen waarvan geen enkele partij de trekker is, wordt gezien als een experiment. Voor AGV/Waternet leidt dit tot uitdagingen op diverse vlakken: Verbinden met de omgeving: samenwerking met verschillende partijen op verschillende schaalniveaus waarbij de traditionele verhoudingen en taakinvulling niet per se het uitgangspunt zijn. Proeftuin: experimenteren met verschillende concepten van sanitatie, drinkwatervoorziening en waterbeheer, waarbij maatwerk wordt geleverd wordt op basis van de behoefte in het gebied. Maatwerkoplossingen brengen veelal een alternatieve vorm van financiering en exploitatie met zich mee, omdat over de grenzen van
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
19/43
verantwoordelijkheden heen wordt gekeken. De traditionele rol van Waternet als aanlegger, beheerder en onderhouder van centrale systemen voor sanitatie, drinkwatervoorziening en waterbeheer is daarbij niet altijd van toepassing. De ervaringen met deze proeftuin moeten het volgende opleveren: kaders en richtlijnen voor projecten waar samenwerking met de omgeving van belang is en de competenties die medewerkers daarvoor nodig hebben databases met kenmerken van en ervaringen uit de praktijk met (innovatieve) watercyclusconcepten gerealiseerde watercyclusconcepten inclusief infrastructuur in de wijk Buiksloterham Circular Academy. Die ervaringen kunnen vervolgens worden toegepast bij het bouwen van nieuwe woonwijken en mogelijk ook bij het vervangen van bestaande wijken. Het proces in Buiksloterham, waarvan de vorm mede door AGV/Waternet is bepaald, wordt ondersteund door drie kwartiermakers, die werken in opdracht van de ondertekenaars van het visiedocument. Besloten is om het eerste halfjaar te werken zonder organisatiestructuur. De kwartiermakers coördineren o.a. de versoepeling van regels en procedures en inventariseren mogelijke knelpunten met de wet- en regelgeving. Bij de bijdrage van Waternet-medewerkers vanuit hun lijntaak bestaat behoefte aan aansturing bij dit proces. Toch blijkt een deel van de medewerkers hun lijntaak te kunnen ombuigen naar een bijdrage aan het proces. Ook werken vier kennisinstituten (TNO, Deltares, Wageningen UR en ECN) binnen het Living Lab Buiksloterham mee wat betreft klimaatbestendigheid en kringloopsluiting. Die samenwerking verloopt via het project Adaptive Circular Cities. De planning bestrijkt de periode 2014-2034. Met een aantal partijen is in 2015 reeds overlegd over de invulling van circulaire watercyclusmaatregelen. Hieruit voortvloeiend zijn met twee partijen concrete vervolgonderzoeken gedaan naar pilots met nieuwe sanitatie (Schoonschip en De Alliantie). Er is voor gekozen om de CityZen-subsidie die was toegekend voor het stopgezette project “Koudelevering aan Schiphol” toe te passen voor een decentrale bioraffinaderij voor Buiksloterham, die is gebaseerd op nieuwe sanitatie en ander organisch afval. Link: proeftuin-circulair-buiksloterham/ 5.2.4
Theoretische verkenning “verbinden met de omgeving” Chris Büscher van KWR heeft een theoretische verkenning van het thema verbinden met de omgeving uitgevoerd. Het is de start van een traject op te komen tot een duidelijker kader en handelingsperspectief rond dit thema. Hierover is een conceptrapportage opgeleverd en is een lunchlezing gegeven waarin de resultaten zijn toegelicht.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
20/43
6 6.1
Informatiegedreven SMART bedrijfsvoering Toelichting programma Informatiegedreven SMART bedrijfsvoering De ontwikkelingen op het vlak van ICT en informatie nemen de komende jaren een enorme vlucht. De vraag om transparantie en om toegang tot data wordt steeds groter, ook bij burgers. Waternet gaat informatie met behulp van nieuwe technologie inzamelen en delen, omdat hiermee in een soort snelkookpan nieuwe kennis kan ontstaan. Informatiegedreven SMART bedrijfsvoering is het onderzoeksprogramma dat veel raakvlakken heeft met het Waternet ontwikkelthema “Informatie als vierde productiefactor”. Meer lezen: Link: smartbedrijfsvoering/.
6.2 6.2.1
Voortgang projecten Informatiegedreven SMART bedrijfsvoering Nautonomous ontwikkeling onbemande zelfvarende drijfvuilvisboot Dit betreft het ontwerpen en bouwen van een zelfvarende drijfvuilvisboot op modelschaal, die zowel overdag als ’s nachts autonoom veilig door de grachten kan varen op basis van opgegeven GPS-coördinaten. De opdracht is belegd bij het Innovatielab van de Hogeschool van Amsterdam. Drijfvuilvissen is arbeidsintensief werk dat moet worden uitgevoerd onder uiteenlopende weersomstandigheden. Nautonomous zou dienen als ondersteuning van de huidige, bemande drijfvuilvisboten. Het is een elektrisch aangedreven boot met een transportband aan de voorzijde, waarmee drijvend vuil uit het water kan worden gevist dat in een buitneembare verzamelbak wordt gedeponeerd.
Drijfvuilvissers aan het werk in de grachten
Het prototype van de zelfvarende drijfvuilvisboot
De werking van het prototype is getest, waarbij de boot wordt bediend met een afstandsbediening. De resultaten van een eerste sensoronderzoek worden gecombineerd met een onderzoek naar de autopilot voor de autonome aansturing van de boot. De vuiltransportband is gemonteerd en gemotoriseerd en de boot is bij het steunpunt Weesp getest op open water. De boot is voorzien van afstandsbediening en verder is software ontwikkeld voor aansturing van de autopilot op basis van GPS en LIDAR (Laser Imaging Detection And Ranging). Het project ligt op schema qua voortgang en bestedingen. Door grotere prioriteit vanuit het team Waterlopen (Watersysteem) en de beperkte begeleiding vanuit de HvA is de verwachting dat meer uren benodigd zullen zijn dan is begroot.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
21/43
Het project is gepresenteerd tijdens een Waternet-lunchlezing en de boot is tentoongesteld in het InnovationLab van de HISWA in maart 2015. Eind juni 2015 hebben drie studenten EDI (Engineering Design and Innovation) van de HvA hun opdracht afgerond met een eindrapport en een presentatie. In juli 2015 ronden twee studenten E-tech hun onderzoek naar de autopilot af. Het is belangrijk is dat E-Tech van de HvA in de tweede helft van 2015 voldoende capaciteit heeft om de autopilot door te ontwikkelen. Eind 2016 moet het prototype van de zelfvarende drijfvuilvisboot gereed zijn. 6.2.2
Gebruik van drones voor inspectiewerkzaamheden In deze pilot wordt onderzocht of drones binnen de primaire sectoren kunnen worden gebruikt voor de visuele inspectie van keringen en voor monstername ten behoeve van de waterkwaliteit. Medio 2015 is de monsternamemodule gereedgemaakt voor gebruik onder de drone. Daarnaast zijn de voorbereidingen voor de dijkinspectie in volle gang. Opgesteld is een advies met een voorstel voor het gebruik van robotica binnen de primaire sectoren van Waternet, dat ter beoordeling is gezonden naar de sectordirecteur (TOP/Middelen) en vervolgens naar de directie. Met Deltares wordt intensief samengewerkt om het gebruik van robotica binnen de waterschapswereld ingeburgerd te krijgen. Er zijn cursussen gevolgd voor het goed opstellen van de noodzakelijke protocollen voor het professioneel gebruik van drones. Daardoor loopt het project op sommige punten voor op schema.
Foto’s genomen door de Waternet-drone tijdens de Battle of the Beach, Langevelderslag, 16 juni 2015
Wat betreft de testvluchten loopt het ongeveer een maand achter op schema. Dit wordt veroorzaakt door het noodzakelijke tweaken van de instellingen van de drone voor een optimale vlucht. Dit kan alleen worden gedaan door piloot Marc Meertens, die anderszins ook vrij druk bezig is. Het wachten is op een akkoord van de directie voor het gebruik van robotica binnen de primaire sectoren. Link: visuele-dijkinspecties-met-de-drone/ 6.2.3
Ontwikkeling kwel- en wegzijgmeter Met het ontwikkelen van een kwel- en wegzijgmeter kunnen waterfluxen uit de waterbodem worden gemeten. Deze fluxen zijn in (grond)waterstudies vaak een onbekende restterm. Ontwikkeld is een prototype waarmee de eerste tests zijn uitgevoerd. In de Amsterdamse
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
22/43
Waterleidingduinen (AWD) is wegzijging gemeten in een infiltratiekanaal, in de proeflocatie in Weesperkarspel (WKP) is getest voor een situatie met kwel. Uit de eerste tests blijkt dat de opstelling goed lijkt te werken in de AWD. De opstelling in de WPK-proeflocatie in een langzaamzandfilter is echter nog niet nauwkeurig genoeg om de kwel-wegzijgmeter nauwkeurig te kunnen testen en is inmiddels aangepast en verbeterd.
Tests met de kwel-wegzijgmeter in de AWD (links) en op de vestiging Weesperskarspel (midden, rechts)
Het project heeft vertraging opgelopen vanwege een afgekeurde hijskraan (nodig om een proefopstelling in een zandfilter te realiseren) en doordat voor de eerste tests meer tijd nodig is dan was voorzien. Hierdoor kunnen minder praktijkproeven worden uitgevoerd. Dit hoeft geen probleem te zijn, omdat de vraag naar de metingen groot lijkt te zijn. Naar verwachting kan een gevalideerde meter worden ingezet bij diverse projecten (bijvoorbeeld bij watergebiedsplannen of watersysteemanalyses). Op 1 juli is de proefopstelling aangepast en zijn labmetingen gestart. Het streven is de kwel- en wegzijgmeter begin oktober 2015 gevalideerd te hebben, zodat hij begin 2016 bij diverse projecten kan worden ingezet. In april 2016 hoopt men de meter te kunnen opleveren inclusief eindrapportage. 6.2.4
Amsterdecks Sensoronderzoek voor zwemwaterkwaliteitsbepaling Amsterdecks heeft drie speerpunten: 1) het veilig publiek toegankelijk maken van openbaar water, 2) het publiek maken van kennis over de waterkwaliteit en 3) bijdragen aan het structureel verbeteren van de wisselwerking tussen stedelijke ontwikkeling en water. Met het project creëert Waternet op een innovatieve en transparante manier draagvlak en legitimering voor haar werkzaamheden. De aanwezige waterkwaliteitskennis bij Waternet moet duidelijker zichtbaar worden en bovendien moet de verbinding tussen waterkwaliteit en de openbare ruimte worden opgewaardeerd. Zwemmen is zowel doel als middel om een veel omvangrijker transformatie van de stad te bewerkstelligen. Ook wil men veilig zwemmen in Amstel en de grachten mogelijk maken.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
Zwemplek op het groenstrand langs de Amstel
23/43
De afgelopen maanden zijn de volgende activiteiten verricht: ruimtelijke analyse en visualisatie van potentiële zwemlocaties in de stad cultuurhistorische analyse en visualisatie van de relatie tussen waterkwaliteit en water in Amsterdam. ontwerp voor de visualisatie van waterkwaliteitsdata ontwerpvoorstellen en implementatiestrategie voor ruimtelijke interventie (Amsterdecks) voorbereidende werkzaamheden voor de productie van tentoonstellingsmateriaal tijdens Sail 2015. De uiteindelijke producten worden opgeleverd in juli/augustus. Link: Link: Amsterdecks-gowith-the-flow/ 6.2.5
Droogteonderzoek Veenderij De Veenderij ligt ten westen van de afslag Ouderkerk aan de Amstel. Het onderzoek loopt over de periode juli 2014-september 2022. De fase waarin O&I in het onderzoek is betrokken betreft de periode januari 2015-december 2016. In 2015 moet door veldonderzoek inzicht worden verkregen in de effecten van droogte. In 2016 wordt een proefveld ingericht om de effecten van droogte te monitoren. Het doel is om in 2022 uit een 10-jarige meetreeks onderbouwde conclusies te kunnen trekken over de effecten van droogte in een veenkade, gecombineerd met externe/overige onderzoeken, en deze donclusies te koppelen aan de bedrijfsvoering en aan de Dijksterkste Analyse Module (DAM) van Deltares.
De proefkade in de Veenderij voor het droogteonderzoek met weerstation (midden) en peilbuizen
Het project is verbonden met STOWA, Deltares en de stichting IJkdijk. Het proefvak is hersteld (alle peilbuizen werken weer). Voorbereid wordt grondonderzoek tijdens de droogteperiode. Het project ligt op schema. Het grondonderzoek en de monstername moesten wachten tot de werkelijke droogteperiode (ingegaan in juli), waarin een aantal dagen is gereserveerd voor het uitvoeren van het grondonderzoek. Bij voldoende droogte wordt dat grondonderzoek verricht. Met het project kan de sterkte van een veenkade beter worden ingeschaten kan mogelijk een dijkdoorbraak zoals bij Wilnis worden voorkomen. Mogelijk kan een koppeling worden
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
24/43
gelegd met de CO2-uitstoot in een veenweidegebied. Mogelijk wordt aangetoond dat bij dijkverbeteringen minder klei nodig is. Voor het imago en in juridisch opzicht kan het project voordelige gevolgen hebben, doordat inspanning is geleverd om de effecten van verdroging beter te begrijpen. Een mogelijk gevolg kan enerzijds zijn dat kan worden bespaard, omdat door beter inzicht minder inspectie hoeft te worden uitgevoerd en minder dijkverbeteringsinspanning nodig is. Anderzijds kan beter inzicht in verdroging ook leiden tot hogere kosten, vanwege intensievere inspectie en dijkverbetering.
6.2.6
TAPES TU Delft Binnen dit project, dat wordt uitgevoerd door uitgevoerd door PhD-student Astrid Fischer, staat de volgende vraag centraal:” Hoe gaan besluitnemers in de watersector zo effectief en efficiënt mogelijk om met de bedreiging van nieuwe stoffen en stoffen die in stijgende concentraties voorkomen in de gehele watercyclus?” Vaak is onduidelijk welke stoffen een bedreiging vormen voor de mens en haar leefomgeving. Ook zijn er veel verschillende strategieën om het probleem aan te pakken, variërend van een aanpak bij de bron (zuiveringen bij ziekenhuizen) tot zogenoemde end-of-pipe-oplossingen (drinkwaterzuiveringen). Om daarover makkelijker een besluit te kunnen nemen wordt binnen TAPES een Beslissingsondersteunend Systeem (BOS) ontwikkeld (Desicion Support System, DSS). Dit is ontwikkeld op basis van interviews met verschillende stakeholders uit de watersector en op basis van de kennis en ervaring van de tien projectpartners binnen TAPES. Via dit systeem moet duidelijk worden welke aanpak effectief is, maar ook waar nog kennis ontbreekt, zodat gericht onderzoek kan worden gestart. Deze integrale aanpak van bron tot tap moet leiden tot meer samenwerking wat betreft milieuvreemde stoffen en duurzame oplossingen. Link: /tapes-kennis-delen-over-milieuvreemde-stoffen-in-het-water/. Het BOS-prototype ziet er als volgt uit:
Op een aantal punten wordt het prototype nog verbeterd, waarna het TAPES-project eind september 2015 wordt afgerond. 6.2.7
High-throughput Effect-Directed Analysis VU Amsterdam High-throughput Effect-Directed Analysis is een snelle-identificatiemethode voor giftige stoffen in water. Ontwikkeld wordt een methode voor de efficiënte identificatie van biologisch actieve stoffen die mogelijk schadelijk zijn voor het milieu en voor de volksgezondheid. Het
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
25/43
project is gepland over de periode 2012-2016. De uitkomsten zijn bedoeld voor alle drinkwaterbedrijven, waterschappen en overheidsinstanties die het water monitoren op toxische stoffen. Twee AIO’s op de VU werken op schema aan de ontwikkeling van een systeem waarmee zowel effecten als stoffen kunnen worden geanalyseerd. AIO-1 werkt aan de koppeling van HPLC-scheiding met GCMS-analyse voor stoffen en bioassay-analyse voor effecten. Dit levert goede resultaten op voor de hormoonverstorende stoffen (estrogenen). AIO-2 werkt aan de ontwikkeling van een nieuwe bioassay voor genotoxiciteit en het miniaturiseren van de bioassays voor implementatie in het HT-EDA-systeem. Het systeem wordt naar verwachting in 2016 geïmplementeerd bij Het Waterlaboratorium. Met de methode kan in de toekomst veel geld worden bespaard bij de identificatie van onbekende toxische stoffen.
GC-figuur en HPLC-figuur
6.2.8
Genotox-figuur
Open Boezem Open Data Digitale proeftuin, delen van data Het project Open Boezem Open Data is een Topsector Water-project in de cluster Deltatechnologie. In het project werken Waternet, Rijkswaterstaat, en de hoogheemraadschappen van Rijnland, Hollands Noorderkwartier en De Stichtse Rijnlanden samen aan een digitale proeftuin die is gericht op het delen van data over de grenzen van de eigen organisaties heen. Open Boezem Open Data valt binnen het landelijke platform Digitale Delta en wordt financieel ondersteund door STOWA. Link: open-waterbeheer-polders-waternet/
6.2.9
Beating the Blues – Maatwerk voor watersysteemherstel en blauwalgenbestrijding Beating the Blues is een kennisdatabank in de vorm van een interactieve website die waterbeheerders kunnen gebruiken om blauwalgenbloeien te bestrijden en watersystemen te herstellen. De kennisdatabankvoorziet in begeleiding bij de systeemanalyse en zet alle zinnige maatregelen op een rijtje. Het bestaat uit aan elkaar geknoopte factsheets, waarmee waterbeheerders de mogelijkheden voor een specifieke situatie kunnen uitzoeken. Het project is uitgevoerd in samenwerking met KWR en, met STOWA als opdrachtgever, is ook een koppeling gemaakt met de ecologische sleutelfactoren (ESF). Het project als zodanig met subsidie van STOWA en Noord-Holland is afgerond.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
26/43
State-of-the-artkennis is verzameld over directe blauwalgmaatregelen en daarvan is een website gemaakt (http://cyanobacterien.stowa.nl/Zwemwater/Beating_the_blues.aspx?pId=245). Het deel met preventieve maatregelen (ecologisch herstel van meren en plassen) is nog onder constructie (zie voortgang proces). Over het project zijn diverse presentaties gehouden en over maatregelen voor systeemherstel en blauwalgbestrijding bij aquatic ecology is een publicatie ingediend (2015). Voor het vervolg is een voorstel gemaakt. Link: beating-the-blues-blauwalgbestrijding-in-nederland/ 6.2.10
Open waterbeheer Rijn-West In dit project wordt een gezamenlijk informatiescherm gerealiseerd voor de vijf betrokken waterbeheerders binnen Rijn-West (RWS, HHNK, AGV, HDSR en Rijnland) voor het evalueren en optimaliseren van het waterbeheer binnen het proefgebied Amsterdam-Rijnkanaal/Noordzeekanaal. Ook wordt de uitwisseling van waterbeheerdata verbeterd. Het informatiescherm en de eindrapportage zijn door HydroLogic opgeleverd, waarmee de oorspronkelijke opdracht van HydroLogic is afgerond. Momenteel wordt onderzocht door middel van een “rondje-langs-de-velden” hoe het vervolg van het project er uit komt te zien. Intern wordt de rol in de projectgroep overgedragen aan de beheersorganisatie. Link: open-waterbeheer-rijn-west/
6.2.11
Open waterbeheer polders Waternet Onderzocht werd de behoefte aan waterbeheerinformatie van bewoners in een proefpolder van Waternet (Aetsveld-Oost). Dit project is door Hydrologic in 2014 succesvol afgerond met een eindrapportage. Het heeft als “hefboomproject” toegevoegde waarde opgeleverd. Het resultaat is (deels) overgenomen in het proces voor het opstellen van watergebiedsplannen. Begin 2015 vond een overdrachtsgesprek plaats waarin dit is bevestigd.
6.2.12
Waternet State of art & beyond platformbijeenkomsten Smart bedrijfsvoering Om te zorgen voor een goede interactie tussen de focusgroep en de organisatie worden in 2015 twee platformbijeenkomsten georganiseerd om de lopende onderzoeken te presenteren en collega’s uit te dagen om met initiatieven/ideeën te komen. Op 26 mei vond onder dit thema een lunchlezing plaats met als onderwerpen panoptes (drones) en de onbemande zelfvarende drijfvuilvisboot Nautonomous. Op de volgende platformbijeenkomst op 17 september ’s middags vinden, onder de titel “Smart Demo”, live demonstraties plaats met de volgende apparaten: (onderwater)drone, Nautonomous, meetboot, mobiel CAW, octocopter en verkeersmodel.
6.2.13
Meten van alle meetbare waterstromen in de watercyclus van Prinseneiland Geïnstalleerd zijn verschillende nieuwe sensoren (regensensor, drukdozen in riool, sensoren voor drinkwater). Verder is een plan opgesteld voor het kalibreren van de sensoren. Het isotopenonderzoek is uitgevoerd. De eerste uitslagen zien er hoopvol uit. De hoogte waarop het rioolstelsel ligt is ingemeten.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
27/43
7 7.1
Klimaatadaptatie Toelichting programma klimaatadaptatie Waternet anticipeert op klimaatverandering door het nemen van maatregelen ter voorkoming en beperking van de gevolgen van overstromingen en andere wateroverlast, droogte en hitte. In 2020 handelt Waternet klimaatadaptief en richt zich door middel van klimaatbestendige en waterrobuuste inrichtingen op het beperken van de bovengenoemde gevolgen. Het onderzoeksprogramma klimaatadaptatie heeft veel raakvlakken met het programma Rainproof. Meer lezen: Link programma /klimaatbestendig/
7.2 7.2.1
Voortgang projecten klimaatadaptatie Temmen van brakke kwel (K2020-Top 8.3b) Onderzoek naar het winnen van brak kwelwater in de Horstermeerpolder als bron voor de bereiding van drinkwater. Het watersysteem wordt dan niet meer belast met dit brakke kwelwater, wat positieve gevolgen heeft voor de waterkwaliteit, zodat jaarlijks veel minder zoet (maar gebiedsvreemd) water uit het Markermeer hoeft te worden ingelaten. Vanwege de lastige politieke situatie is een tijdspad voor dit project moeilijk aan te geven. De Middenweg loopt dwars door de polder; gemaal De Horstermeer (rechts vooraan) slaat het water uit op de Vecht
In 2015 wordt een rapport over het verkennend onderzoek opgeleverd en gaat men in gesprek met de bewoners en andere betrokken partijen, zoals de gemeente en de provincie, waarmee ook op bestuurlijk niveau wordt gesproken. Ook wordt een presentatie gehouden voor het Algemeen Bestuur van AGV. Verder doen twee bachelor-studenten (UU), onder leiding van een promovendus die is verbonden aan de TU Delft, tien weken veldwerk in de Horstermeer. Na de zomervakantie begint een MSC-student (VU) met een uitgebreide modellering.
De geleidbaarheid (indicatie voor zout) in de slootjes in de Horstermeerpolder: van laag (blauw) naar hoog (rood)
Het project verloopt naar wens. De afgelopen periode is intensief overlegd met de portefeuillehouder van AGV en in het DB is positief gereageerd op een uitgebreide presentatie. De
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
28/43
kosten kunnen steeds iets betrouwbaarder worden ingeschat. De kwaliteit van het gewonnen drinkwater gaat omhoog en voor de ontharding hoeft geen natronloog meer te worden gebruikt, waardoor de CO2-uitstoot (voor de fabricage ervan) wordt verminderd. 7.2.2
Quickscan "Hoe Waterbestendig is onze waterketen?" Tijdens een grootschalige overstroming vanuit de Lek of de zee zullen onder andere de lage polders in Amsterdam Zuidoost en het Westelijk Havengebied onder water staan. Hierdoor ontstaat een keten van effecten, waardoor vitale functies uitvallen. De drinkwaterlocatie Weesperkarspel (met het centraal magazijn), de rwzi’s West en Westpoort, de vestiging Spaklerweg 45 en het hoofdkantoor staan onder water. In deze situatie kan worden uitgegaan van de uitval van alle assets van AGV/Amsterdam die werken op basis van netstroom en telecommunicatie. De aanvoer van mensen en materialen is zeer ingewikkeld en zal de hersteltijd en de kosten vergroten. Kortom, een dergelijke ramp, met een hele kleine kans dat hij optreedt, raakt ons in het hart van onze organisatie. Om de kwetsbaarheid van onze assets te verkleinen, is in de workshops gezocht naar mogelijke oplossingen. Centraal in de ambitie om de kwetsbaarheid tegen overstromingen te verlagen, staat het beperken van uitstralingseffecten, het verkorten van de hersteltijd en het beperken van de herstelkosten. Het doorfunctioneren, of snel hervatten, van de levering van drinkwater en de afvoer van afvalwater in gebieden die niet direct zijn overstroomd is belangrijk. Om de waterbestendigheid te vergroten is een aantal aanbevelingen gedaan. Deze worden nu voorgelegd aan de MT’s en aan de directie van Waternet.
7.2.3
Argonautenstraat, Aanleg klimaatadaptieve straat In de Argonautenstraat wordt een klimaatadaptieve straat aangelegd. De straat moet een bui van 60 mm/uur kunnen verwerken, maar ook in tijden van extreme droogte grondwateronderlast tegengaan. Hiertoe is Granudrain gecombineerd met een Drainage Infiltratie Transportriool (DIT-riool). Dit is nog niet eerder in Nederland toegepast. Het doel van het project de hemel-/grondwatervoorziening (kortweg voorziening) in de Argonautenstraat te testen wat betreft aanleg, hydraulisch functioneren en beheer, zodat Waternet kan bepalen of deze voorziening op meerdere plekken in Amsterdam kan worden ingezet en onder welke omstandigheden dat moet gebeuren. Het project loopt goed op schema, de uitvoering van de werkzaamheden in de straat is begonnen (zie foto’s op de volgende pagina) en het monitoringsplan is zo goed als gereed. Voor het monitoren worden ook camera’s opgehangen om tijdens extreme neerslag de werking van de voorziening goed in beeld te hebben.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
29/43
De aanleg van Granudrain in combinatie met een DIT-riool in de Argonautenstraat
Medio oktober start het onderzoek naar het functioneren van deze voorzieningen, waarna wordt bepaald of ze in straten kunnen worden ingezet om tijdens extreme neerslag en perioden van droogteschade en overlast te voorkomen.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
30/43
8 8.1
Drinkwater Toelichting programma Drinkwater Voor de optimale bereiding van drinkwater heeft Waternet een scala aan assets ter beschikking. Deze combinatie van winnings- en productiemiddelen is specifiek gekozen om, tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten, drinkwater te leveren en daarbij rekening te houden met de kwaliteit van de bronnen en hun bedreigingen, het gewenste zuiveringsniveau (keuze van zuiveringstrappen) en het behoud van de drinkwaterkwaliteit tijdens transport en distributie. . Meer lezen: Link: programma/drinkwater/
8.2 8.2.1
Voortgang projecten drinkwater Hollands calciet (K2020 Top8.3a) In dit project, dat loopt van 2012 tot medio 2015, wordt onderzocht of gebruikte kalkpellets na het breken kunnen worden hergebruikt als entmateriaal (calciet) voor de ontharding. Op basis van een uitgebreide winter- en zomerproef met gebroken pellets kan worden gesteld dat het onthardingsproces geen noemenswaardige hinder ondervindt van gebroken pellets als entmateriaal. In juli 2015 wordt formeel besloten of bij de ontharding wordt overgegaan van granaat op gebroken pellets als entmateriaal. Op basis hiervan zal de Reststoffenunie de “markt” benaderen om gebroken pellets terug te leveren. In eerste instantie worden de pellets gebruikt op de vestiging Weesperkarspel. Als een goede leverancier voor het herproduceren is gevonden, zal ook de vestiging Leiduin er op overgaan. De productie geschiedt ATA-proof (beoordelingssysteem voor materialen en chemicaliën in de drinkwatervoorziening).
8.2.2
Verlagen hardheid drinkwater van 1,5 naar 1,4 mmol (K2020 NN 3) In dit project, dat gezamenlijk met PWN werd gerealiseerd, werd de hardheid van het drinkwater verlaagd, waardoor consumenten minder zeep hoeven te gebruiken. Naar aanleiding van de herziene notitie Kiwa-mededeling 100 is een studie gemaakt naar de effecten die een eventuele verlaging van de hardheid tot gevolg kan hebben. De verlaging van de hardheid geeft weliswaar een hoger loogverbruik (met een negatief voor de CO 2 footprint) maar keert ten positieve keren door de verlaging van het zeepverbruik door consumenten en bij de zuivering door de sector Afvalwater. De Waternet-directie heeft besloten de betreffende verlaging te in te zetten en het project, waarna het project per 1april 2015 is afgerond.
8.2.3
IJzerzouten (K2020 Top 8.8) Dit onderzoek, dat loopt van 2015 tot en met 2018, betreft een oriëntatie op de vraag of het gebruik van ijzerzouten (in materiaal en doseertechiek) al dan niet moet worden herzien. Waternetbreed is een kick-off georganiseerd om het initiatief te benoemen en de verbinding tussen de sectoren te markeren. Er is voor gekozen om het onderzoek in eerste instantie te richten op de coagulatie bij Loenderveen en Nieuwegein, omdat de voorzuiveringen op deze
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
31/43
vestigingen de grootste hoeveelheid ijzerzout verbruiken. Bij de voorzuivering op Loenderveen is, gezien de hoge doseerconcentatie aldaar, de grootste winst te behalen. 8.2.4
Alternatief voor loog bij de ontharding (K2020-Top8.3d) In dit project, dat loopt tot eind 2015 en wordt gecoördineerd door KWR, wordt onderzocht of er goede alternatieven zijn voor loog, dat bij de ontharding op Leiduin wordt gebruikt. De onderzochte alternatieven zijn: ontharden met kalkmelk uit gebrande pellets ontharden via membraantechniek. Het branden van calcietpellets die afkomstig waren van Weesperkarspel is uitgevoerd. De verwachting is dat de (nog te produceren) calcietpellets die afkomstig zijn van Leiduin voor de ontharding zachter en geschikter zullen zijn. De omzetting van de kalk tot kalkmelk en de kwalitatieve beoordeling daarvan moet nog worden uitgevoerd. Het andere alternatief, een eventuele RO-installatie (installatie voor omgekeerde osmose), zou kunnen worden ingepast na de langzame-zandfiltratie. Het nodige voorwerk is al verricht voor de LCA-studie (life cycle assessment ofwel milieubeoordeling) over de drie varianten (loog, kalkmelk en omgekeerde osmose).
8.2.5
Selectie koolsoorten (K2020 Top 8.7b) Onderzocht wordt of actieve kool die is geproduceerd op basis van een hernieuwbare grondstof (kokosnoten) voor Waternet een goed alternatief vormt voor toepassing in de drinkwaterproductie. Op basis van proefinstallatieonderzoek is gebleken dat actieve kool op basis van kokosnoten evenals actieve kool geproduceerd op basis van steenkool voldoet aan de gestelde eisen wat betreft waterkwaliteit, weerstandsopbouw en filterlooptijden. Sommige soorten actieve kool op basis van kokosnoten hebben een gunstiger duurzaamheidsscore dan die op basis van steenkool. Er ligt een voorstel voor de aanschaf van meerdere partijen kool voor de fullscale koolfilters (100 m3 per filter) voor een test op praktijkschaal. In de periode december 2015-juni 2017 worden nieuw aangeschafte soorten actieve kool in de praktijk getest en in de periode juli 2017-augustus 2018 gebeurt datzelfde met gereactiveerde actieve kool . Uiteindelijk moet worden bepaald of actieve kool op basis van kokosnoten een goed alternatief vormt voor de verwijdering van schadelijke stoffen tijdens de productie van drinkwater.
De grondstof voor actieve kool op basis van kokosnootschillen (links) en het eindproduct (rechts)
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
32/43
9 9.1
Afvalwater Toelichting programma Afvalwater Het onderzoeksprogramma van de sector Afvalwater is erop gericht om het inzamelen, transporteren en zuiveren van afvalwater duurzamer, doelmatiger en klimaatbestendiger in te richten. Het programma bestaat uit zowel regulier als innovatief onderzoek. Meer lezen: Link: programma/drinkwater/
9.2 9.2.1
Voortgang projecten afvalwater GF in het riool (pilot voedselrestenvermalers) (K2020 NN 1) Voor het rioleringsonderzoek is een onderzoeksplan in voorbereiding. In de afgelopen periode is de riolering in het beoogde onderzoeksgebied “Nellestein” verkend en zijn de mogelijk geschikte onderzoekslocaties in dit gebied vastgesteld. De geschiktheid van deze locaties wordt deze zomer verder onderzocht. Voorafgaand aan de pilot moet op de definitieve locatie een nulonderzoek worden gedaan, dat in het najaar is gepland. Momenteel is De wijk Nellestein aan de Gaasperplas
9.2.2
nog niet duidelijk of dit haalbaar is.
Biomassa-onderzoek (K2020 EG2.6) Het verbouwen van gewassen op braakliggende terreinen loopt volgens schema en heeft het jaar 2014 kostenneutraal afgesloten. Daarmaast ziet het er ook mooier uit (blauwe en gele bloemenzee), is het terrein minder aantrekkelijk om illegaal afval te storten en om te crossen en is er sprakevan een bepaalde CO2-reductie. In 2015 zijn teunisbloem en olievlas gezaaid. De teunisbloem lijkt het slecht te doen (koud voorjaar), maar het olievlas doet het prima. De oogst zal worden opgekocht door Rigo Verffabriek en worden verwerkt in duurzame verf. Onderzocht wordt of Waternet de verf ook kan gebruiken voor haar eigen gebouwenbeheer.
9.2.3
Wind- en zonne energie onderzoeken (K2020 EG) In het westelijk havengebied wordt verkend of het aantal windturbines kan worden uitgebreid, waaronder vijf à zes windturbines op de rwzi West. Hiertoe wordt een samenwerkingscontract aan gegaan met het Havenbedrijf Amsterdam. Begin januari 2016 moet de MER voor het gebied gereed zijn. Op de rwzi Huizen worden zonnepanelen op een bassin geplaatst. Het onderzoek naar de grootschalige plaatsing van zonnepanelen op braakliggend terrein van de rwzi Horstermeer is bijna afgerond.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
33/43
9.2.4
Struviet rwzi Horstermeer (K2020 EG 2.3) Het onderzoek naar de haalbaarheid van een struvietreactor op de rwzi Horstermeer (die gelijk is aan de struvietreactor op de rwzi Amsterdam West) is bijna afgerond. De realisatie zal plaatsvinden binnen het kredietproject Horstermeer.
9.2.5
Toxicologisch onderzoek effluent Op vijf locaties wordt met passive samplers toxicologisch onderzoek gedaan naar het effect van effluent op de kwaliteit van oppervlaktewater. Drie meetlocaties zijn in de omgeving van Hilversum (Gooiergracht en Eemmeer) en twee meetlocaties zijn in de Amstel (in Amstel veen en De Ronde Venen). De planning is besproken met Waterproef . Het veldwerk en de analyses kunnen worden uitgevoerd binnen het beschikbare budget. De passive samplers zijn eind juni geplaatst en worden begin augustus uit het water gehaald. De analyseresultaten van de PS-extracten worden eind september verwacht, waarna de rapportage wordt opgesteld die naar verwachting begin november gereed is.
9.2.6
Onderzoek verwijdering microverontreinigingen Onder de vlag van STOWA wordt deelgenomen aan verschillende onderzoeken naar kosteneffectieve verwijderingstechnieken: resultaten in Duitsland en Zwitserland met verwijderingstechnieken actief-kooldosering op beluchtingstanks ozonbehandeling in combinatie met zandfiltratie ozonbehandeling in combinatie met granulair actief-koolfiltratie (1-STEP-filter op de rwzi Horstermeer). In 2014 is een studie gestart naar de ervaringen in andere landen met het verwijderen van microverontreinigingen. In maart is met een expertgroep een studiereis gemaakt naar Zwitserland en zijn een aantal rwzi’s en pilots bezocht. Ook is een bezoek gebracht aan de onderzoeksinstelling die zich landelijk bezighoudt met het thema “microverontreinigingen”. In Zwitserland en Duitsland is al veel ervaring opgedaan en deze kennis is vertaald naar de Nederlandse praktijksituatie. De rapportage wordt gemaakt en is naar verwachting afgerond in september. Begin van het jaar is gestart met het opstellen van een onderzoeksvoorstel voor het verwijderen van microverontreinigingen door het 1-STEP-filter op de rwzi Horstermeer. Het 1-STEP-filter is een granulair actief-koolfilter dat opgeloste stoffen kan adsorberen. Niet alle stoffen hebben echter het vermogen om te adsorberen. Het idee is om vóór het 1-STEP-filter een ozonbehandeling te plaatsen. Hierdoor worden veel microverontreinigingen gebroken, waarna ze óf biologisch kunnen worden afgebroken óf kunnen adsorberen in het GAK-filter. De verwachting is dat meer microverontreinigingen worden verwijderd en dat de standtijd van het kool verlengd kan worden. Het onderzoek bestaat uit verschillende fasen: Fase 1: literatuuronderzoek en opstellen van de configuratie voor een pilotonderzoek Fase 2: indien nodig labschaaltests Fase 3: pilotonderzoek.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
34/43
Het fase1-onderzoek is goedgekeurd door de STOWA-programmacommissie en een plan van aanpak is opgesteld. In september start fase 1 van het onderzoek. Aan het einde van fase 1 (januari 2016) wordt besloten of fase 2 en 3 ook worden uitgevoerd. Naast het 1-STEP-onderzoek, dat wordt uitgevoerd door Waternet en Witteveen+Bos, starten in Nederland ook andere onderzoeken naar het verwijderen van microverontreinigingen. Op de rwzi de Groote Lucht (Hoogheemraadschap Delfland) start een onderzoek naar een ozonbehandeling gevolgd door een zandfilter. Ook start een onderzoek naar poederkooldosering direct in de actiefslibtank. Hiervan is de locatie nog niet bekend. Waternet is bij al deze onderzoeken betrokken en zit in de STOWA-begeleidingscommissie. De bovenstaande onderzoeken zijn in de loop van 2015 opgestart en lopen deels door in 2016. Daarnaast is intern een werkgroep gestart om een visie te ontwikkelen over de verwijdering van microverontreinigingen in het kader van het WBP 2016-2021. 9.2.7
Volgen ontwikkelingen nieuwe sanitatie Dit onderzoek loopt en momenteel vinden de concrete ontwikkelingen op het gebied van nieuwe sanitatie vooral plaats binnen Waternet, in Buiksloterham, bij het project GF in het riool en bij de planvorming voor het centrum van IJburg. De STOWA-koepelgroep Ontwikkeling Nieuwe Sanitatie Systemen heeft dit jaar specifiek aandacht voor het perspectief van het combineren van afvalstromen met afvalwater (o.a. tijdens landelijke themadag).
9.2.8
Energie en grondstoffen: Sewer Mining en Dynafil In het Sewer mining-project wordt een innovatief zuiveringsconcept onderzocht waarmee op lokaal niveau industriewater (lagere kwaliteit dan drinkwater), energie en grondstoffen uit rioolwater kunnen worden “geoogst”. zie : Link: projecten/sewer-mining/ In het Dynafil-project (dynamische filtratie) wordt onderzocht hoe zoveel mogelijk van de organische stof in het rioolwater bij de rioolwaterzuivering rechtstreeks te leiden naar de vergister voor de productie van biogas. Link: projecten/dynafil/ Bepalen van de waarde en vertalen van de resultaten van het onderzoek naar de Waternet praktijk en begeleiden van de AIO (sewer mining vergisting zeefgoed). Uren budget wordt overschreden, schrijven van het proefschrift is in de laatste fase, beoordelen en redigeren manuscripten kost meer tijd. Voor de vertaling van de resultaten van het “Sewer Mining” project wordt een student gezocht, opdracht is uitgezet.
9.2.9
Procesoptimalisatie Afvalwater 1. Onderzoek persleidingen, afsluiters en ontluchters Onderzoek naar de invloed van lucht in de transportleidingen op de werking van persleidingen, afsluiters en ontluchters. Het project loopt volgens planning. De gegevens zijn verzameld, maar zijn nog niet compleet. Een workshop is voorbereid om kennis van Deltares van het leidingmodel en de capaciteitsberekening over te dragen aan de rekengroep binnen Waternet.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
35/43
2. Onderzoek RealTimeControl (RTC) Het pilotproject in Amsterdam-Noord is geëvalueerd en afgesloten. Het MT-DW/AW heeft besloten om RTC verder uit te rollen over Amsterdam. Hiertoe wordt in 2015 een plan van aanpak opgesteld. 3. Fijnzeefonderzoek Blaricum (onderdeel van 4.2.3) In de komende periode wordt de fijnzeef aangepast en weer in bedrijf genomen (volgens planning in het vierde kwartaal van 2015). Hierna wordt het onderzoek vervolgd, waarbij de focus ligt op het vermarkten van het zeefgoed. 4. Optimalisatie energieverbruik gemalen Dit onderzoek is nog niet gestart. Gewacht wordt op de afronding van het overleg met de omgevingsdienst. 5. Zandvanger rwzi Amsterdam West Het onderzoek naar het functioneren van de zandvanger op de rwzi Amsterdam West en naar mogelijke aanpassingen daarvan, is gestart in juni 2015. De realisatie zal plaatsvinden binnen het optimalisatie/groot-onderhoudkredietproject Amsterdam West. 6. Onderzoek hemelwaterbezinking Dit onderzoek is gedeeltelijk afgerond. De werking van de bezinkleiding Ookmeerweg is onderzocht. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd en gerapporteerd. Om nog meer inzicht te krijgen in de werking van de bezinkleidingen zal nog een andere bezinkleiding worden onderzocht. 7. Onderzoek optimaal onderhoud hemelwater- en vuilwaterstelsels (zinkers) Na ongeveer een half jaar meten bij vier verschillende zinkers blijkt dat ze, tegen de verwachting in, nog niet zijn verstopt. Omdat gekozen onderzoeksmethode veelbelovend lijkt, wordt dit onderzoek voortgezet. De verwachting is dat medio december is afgerond. 8. Grondwatermonitor Middengebied Afgelopen jaar is in Middengebied Zuid uitvoerig gemeten aan een hemelwatervoorziening (kratjes, wadi en holle weg) met het doel een hydraulisch model te maken dat de werking ervan beschrijft. Hiermee beoogt men ontwerp-, aanleg- en beheeradviezen op te stellen. 9. Onderzoek geotechniek, zettingskaart riool maken De gegevens die nodig zijn om een betrouwbare analyse van de zetting te kunnen maken zijn verzameld. Met deze gegevens is een geautomatiseerde analyse gemaakt. Op basis van daarvan is een berekening van de zetting gemaakt. De berekende gegevens worden gebruikt om een vlakdekkende interpretatie voor het onderzoeksgebied te maken. Naar verwachting zal het onderzoek in oktober gereed zijn. 10. Tracerstudie De start van de tracerstudie voor het bepalen van de verblijftijd in de gisting van de rwzi Amsterdam West is gepland voor eind augustus. De doorgang is afhankelijk van het functioneren van het gasinblaassysteem van de gisting, dat momenteel wordt opgestart. De kosten zullen hoger uitvallen, onder meer omdat de lithiumdoseerinrichting van de vorige tracerstudie bleek te zijn ontmanteld.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
36/43
10 10.1
Watersysteem Toelichting programma Watersysteem Het onderzoeksprogramma van de sector Watersysteem is gericht op het optimaliseren van het waterbeheer: veiligheid, droge voeten, waterkwaliteit en natte natuurwaarden. De focus ligt daarbij op het verbeteren van instrumenten, watersysteemkennis en -doelen en op de effectiviteit van specifieke maatregelen. Meer lezen: Link: programma/watersysteem/
10.2 10.2.1
Voortgang programma Watersysteem Tijdelijke waterkeringen voor de Ronde Hoep Vier leveranciers waren uitgenodigd om hun tijdelijke kering met overstromingsproeven te laten testen. De test vond plaats op een plek langs de rivier de Bullewijk. In twee weken hebben bewoners, Waternet en leveranciers veel kunnen zien en leren over verschillende typen tijdelijke waterkeringen. Al snel werd duidelijk dat de omstandigheden in deze polder heel anders zijn dan op het demonstratieterrein van Floodproof Holland in Delft, waar de geteste systemen goed werken. Op basis van deze eerste test is gebleken dat tijdelijke waterkeringen niet zonder meer voldoende bescherming bieden om in het inrichtingsplan als standaardoplossing te worden meegenomen. Vanaf de start hadden drie van de vier keringen grote lekverliezen. Dit kwam onder andere door de opzet van de proef met “vers” aangelegde stelconplaten, granulaat en de aansluitingen op de big-bag en de pompput. De lekverliezen waren zo groot dat de keringen werden verplaatst naar een veenondergrond (behalve de “Mobiele Dijken”). Ook daar traden grote lekverliezen op, onder andere door het type ondergrond. Golfproef met “Mobiele Dijken”, een van de vier geteste keringen
De pilot trok veel geïnteresseerde bewoners, collega’s en externen, een omstandigheid waar Waternet zich gelukkig mee prijst. Binnenkort worden alle resultaten van de pilot geëvalueerd om duidelijkheid te krijgen over de vraag of tijdelijke waterkeringen geschikt zijn voor De Ronde Hoep en, als dat zo is, op welke wijze ze moeten worden ingezet voor een optimaal resultaat. Zie Tijdelijke waterkeringen voor De Ronde Hoep
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
37/43
10.2.2
Computergestuurd baggeren Een week lang voerde Waternet op de Keizersgracht met de DWR1 een proef uit met een baggercomputer, om te onderzoeken of het bestaande baggermaterieel van Waternet daarmee kan worden uitgerust. Een baggercomputer is een 3D GPS-gestuurd navigatiesysteem voor een baggerwerktuig. Het is een systeem dat de positie online bepaalt, presenteert en opslaat vanaf het mes-, snij- en graafpunt van de graafmachine. De baggercomputer wordt gebruikt voor het begeleiden en sturen van het baggeren door het gerealiseerde ontgravingsprofiel (visueel op scherm) te vergelijken met het gewenste profiel. Daardoor wordt het mogelijk om zonder visuele waarneming nauwkeurig een profiel te baggeren en te registreren. Het systeem biedt vele voordelen. Er komt zeker een vervolg. Zie: Computergestuurd baggeren
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
De baggerresultaten worden gevolgd via het scherm
38/43
Bijlage 1 Onderzoeksdoelstellingen 2015-2020 Datum, 1 april 2015 Auteur(s): Kees van der Lugt, Jan Peter van der Hoek, Eljakim Koopman, Alex van der Helm, Maarten Claassen Innovatiefocus 2015-2016 De Waternet Innovatiefocus 2015-2016 wordt gebruikt voor het beoordelen en prioriteren van onderzoeksvoorstellen en -ideeën, projecten en pilots. Door te werken met één focus geven we meer richting aan onze onderzoeksprojecten, waardoor de waarde van het onderzoek verder kan toenemen en een grotere bijdrage kan leveren aan de bedrijfsvoering van Waternet. De focus is mede afgeleid van de geschetste (inter)nationale veranderingen en ontwikkelingen en de Waternet-ontwikkelthema’s en is primair gericht op de vier watercyclusthema’s: 1) Klimaatneutraal (mitigatie), 2) Klimaatadaptatie, 3) SMART bedrijfsvoering, 4) Verbinden met de omgeving. Op basis van de focus is per watercyclusthema een programma opgesteld waarin de projecten voor 2015 zijn opgenomen. Hetzelfde geldt voor de drie kerntaken. Onderzoeksdoelstellingen 2020 Zowel in de Stuurgroep O&I als in de directievergadering is geconstateerd dat de focus niet voor alle thema’s even concreet is. Dat geldt met name voor de thema’s SMART bedrijfsvoering, Verbinden met de omgeving en Klimaatadaptatie. De Waternetdoelstelling om in 2020 klimaatneutraal te zijn is echter een zeer concrete onderzoeksdoelstelling voor het thema Klimaatneutraal door circulair handelen. Afgesproken is om voor de andere drie thema’s alsnog onderzoeksdoelstellingen op te stellen tot aan 2020. Klimaatadaptatie De realisering van een klimaatadaptief handelend Waternet in 2020 is gericht op het beperken van overlast en schade door stressfactoren als gevolg van klimaatverandering, zoals extreme neerslag, overstromingen, droogte, hitte en zeespiegelstijging. Door het ontwikkelen en toepassen van klimaatadaptieve innovaties in stad en polder en met verbinding naar de omgeving is Waternet in staat om te komen tot een klimaatadaptieve watercyclus in 2050. De onderzoeksdoelstelling voor de periode 2015-2020 is gericht op de stressfactoren behorend bij klimaatadaptatie. In 2015 ligt de nadruk op extreme neerslag, overstroming en droogte. Extreme neerslag − Beperken van wateroverlast tijdens extreme neerslag door verbeterde neerslaginformatie/-verwachting, bewustwording bij de Amsterdammers, inzicht in het gedrag van de watercyclus en samenwerkingsverbanden met kennisinstituten, andere steden en het project Rainproof. Onderzoeksvragen vanuit Amsterdam Rainproof die betrekking hebben op de taken van Waternet passen hier ook binnen. − Onderzoek naar de relatie tussen (extreme) neerslag en de waterkwaliteit en ecologie in de stad. Om bijvoorbeeld in de grachten te kunnen (blijven) zwemmen is het noodzakelijk om het inzicht in de relatie tussen (extreme) neerslag, waterkwaliteit en ecologie voor het Amsterdamse watersysteem te versterken. Resultaten uit Amsterdecks en City Swim
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
39/43
dienen hiervoor als input en ook is de samenwerking met Amsterdam Rainproof zeer belangrijk. Onderzoek leidt tot passende watercyclusmaatregelen voor de verwerking van (extreme) neerslag, die een verbetering van de waterkwaliteit en de ecologie in de stad tot gevolg hebben. Overstromingen Het beperken van schade en overlast tijdens en na overstromingen door het in kaart brengen van de kwetsbaarheid van vitale infrastructuur en de keteneffecten binnen de watercyclus. De onderzoekslijn “overstromingen” is gericht op het ontwikkelen, aanleggen en beheren van de watercyclus, waarbij tijdens een overstroming de meest vitale assets worden beschermd en na de overstroming zo snel mogelijk weer inzetbaar zijn. In 2015 wordt een start gemaakt met de quickscan van Amsterdam. Droogte − In 2020 zijn innovatieve technieken ontwikkeld en getest die de overlast en schade door droogte in stad en polder tegengegaan. Belangrijke onderwerpen zijn grondwateronderlast, bodemdaling in stad en polder, verzilting en drinkwatervoorraden. − Verzilting van oppervlaktewater tegengaan en drinkwatervoorraden garanderen in perioden van droogte. Het onderzoek richt zich in eerste instantie op het realiseren van de pilot Brakke kwel. Door de winning van brak grondwater wordt de verzilting van oppervlaktewater tegengegaan en het grondwater dient tevens als bron voor drinkwater. − Inzicht in het effect van droogte op de waterkwaliteit, op de ecologie, op flora en fauna in de stad en de polder en op drinkwaterbronnen. Onderzoek wordt gedaan naar innovatieve effectieve technieken voor de positieve beïnvloeding van de waterkwaliteit. SMART bedrijfsvoering Het thema SMART bedrijfsvoering gaat uit van de volgende driedeling: werk-, productie- en informatieprocessen. Doordat op Waternet-niveau voor deze processen voor 2020 geen concrete bedrijfsdoelstellingen zijn benoemd zijn hiervoor uitgangspunten aangenomen met aansluitend de onderzoeksdoelstellingen. Werkprocessen − Uitgangspunt bedrijfsdoelstelling: In 2020 beschikt iedere Waternet-medewerker (onderhoudsmonteur, projectmanager, operator, onderzoeker, ontwerper, etc.), onafhankelijk van tijd of plaats, digitaal over de actuele gevalideerde informatie die nodig is voor het uitvoeren van zijn werk. − Onderzoeksdoelstellingen 2020: Het onderzoek draagt bij aan kennisontwikkeling van en/of pilots voor: o automatisch real-time valideren en analyseren van Waternet-data o opheffen van onderscheid tussen kantoor- en procesautomatisering voor de medewerker o opheffen van onderscheid tussen Waternet-informatie en externe informatie voor de medewerker.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
40/43
Productieprocessen − Uitgangspunt bedrijfsdoelstelling: In 2020 sturen alle elektrisch bedienbare objecten van Waternet zichzelf autonoom aan en monitoren, in simulatie gecertificeerde, procesoperators de objecten (centraal) op afstand. − Onderzoeksdoelstellingen 2020: Het onderzoek draagt bij aan kennisontwikkeling van en/of pilots voor: o voorwaarden en systemen voor de autonome besturing van objecten o emulatie van procesautomatisering o real-time koppeling van modellen aan de bedrijfsvoering. Informatieprocessen − Uitgangspunt bedrijfsdoelstelling: In 2020 is alle, niet-terrorismegevoelige, bedrijfsvoeringsinformatie van Waternet via open data real-time beschikbaar en kan Waternet alle relevante informatie van derden real-time toepassen in de eigen bedrijfsvoering. − Onderzoeksdoelstellingen 2020: Het onderzoek draagt bij aan kennisontwikkeling van en/of pilots voor: o kwaliteitsverbetering van data door data open te stellen o bepalen en integreren van relevante externe real-time data in de bedrijfsvoering; o bepalen (meten en analyseren) van effecten van open data op de bedrijfsvoering. In de keuze voor de uitvoering van de projecten en pilots zal de nadruk liggen op projecten die zijn gericht op het delen van informatie en op samenwerken in de watercyclus, assetmanagement en veiligheid voor burger en medewerker. Verbinden met de omgeving Verbinden met de omgeving is in 2015 een nieuw Watercyclus-thema dat is ingegeven door een veranderende verhouding tussen een overheid en haar omgeving. Deze vraagt om een andere werkwijzen en om samenwerking. Welke gevolgen heeft dit? En hoe gaan we er op een goede manier mee om? Vanuit verkenning en verdiepend onderzoek wordt via experimenten, projecten en proeftuinen inzicht verzameld en worden voorstellen gedaan voor een nieuwe manier van werken. Voorbeelden hiervan zijn Buiksloterham en de Ceuvel en de pilots die we daar doen met decentrale systemen en de interactie met bewoners en gebruikers. Het gaat hier om nieuwe technologische concepten die geschikt zijn voor lokale en decentrale schaal. Hiermee wordt inzicht verkregen in de impact van ontwikkelingen zoals de netwerkmaatschappij, de circulaire economie, de energieke samenleving en sociale innovatie. Het levert hiermee een bijdrage aan het Waternet-ontwikkelthema met dezelfde naam. Waternet wil meer maatschappelijke waarde creëren op het gebied van doelmatigheid, duurzaamheid en dienstverlening. Goede verbinding met de omgeving levert veelal meer op dan het zelfstandig uitvoeren van projecten en activiteiten. Hiervoor is het belangrijk om in een veranderende omgeving een duidelijke rol te pakken. Welke rollen heeft Waternet in samenwerking met de omgeving en hoe kan de rol van Waternet in de toekomst worden geoptimaliseerd? Het doel hiervan is het toevoegen van maatschappelijke waarde.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
41/43
De doelstelling van dit O&I-thema is het bereiken van helderheid over de rol van Waternet in samenwerkingsverbanden, zicht op varianten van samenwerking, eigenschappen en consequenties daarvan, grip op benodigde kennis en vaardigheden, risicobeperking door de juiste rol in te vullen en daarover helder intern en extern te communiceren. Parallel aan de lopende projecten is gestart met het in kaart brengen van het thema, het definiëren van begrippen en het ontsluiten van bestaande kennis. Hiermee ontstaat een duidelijker kader voor het thema en daarmee een scherpere onderzoeksdoelstelling voor de komende periode.
29 september 2015 - Onderzoek en Innovatie 2015 - 15.106 469
42/43
Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam. Waternet werkt samen aan innovatieve oplossingen.