centra INDUSTRIE
Onderzoek en innovatie bij textiel
Ing. Ilse Garez MSc is wetenschappelijk medewerker aan de Hogeschool Gent ! Van onze hoofdredacteur
GENT. Veelal associeert men het begrip textiel met dames- en herenconfectie. Maar de kledingindustrie is slechts een fractie van de textielsector.
Ing. Ilse Garez MSc
Textiel wordt op grote schaal in veel andere sectoren toegepast. Het aantal toepassingen is indrukwekkend. De Belgische textielsector is een bloeiende sector die hoogtechnologische producten voortbrengt en 70 procent daarvan uitvoert. Belgisch textiel vindt men zowat overal in de wereld, vaak op plaatsen waar men het niet verwacht. De gangmakers inzake innovatie zijn de kennis- en onderzoeksinstellingen, zoals die van de Hogeschool Gent en de Universiteit Gent. Ing. Ilse Garez MSc is een van de onderzoekers binnen de associatie Universiteit Gent en Hogeschool Gent. Textiel is haar onderzoeksdomein. Ze is ook expert bij enkele rechtbanken en VIK-ingenieur-expert in de chemie van de textiel en de textielverwerking. We zochten haar op voor een boeiend en leerzaam gesprek.
Onze textielsector kampt met een imagoprobleem. Naar ons gevoel ten onrechte. De erbarmelijke werk- en leefomstandigheden van textielarbeiders uit de 19de eeuw in Aalst worden bij elk faillissement of verhuis van een textielbedrijf dik in de verf gezet. Bij de nieuwsgaring maakt de televisie als achtergrondbeeld gretig gebruik van het in 1993 verfilmde boek 'Daens' van Louis Paul Boon. De beelden blijven op het netvlies kleven. Dat heeft zijn weerslag op de aantrekkingskracht voor de textielopleidingen. Het aantal studenten daalde de laatste jaren fors. De textielsector kampt met de invulling van vacante arbeidsplaatsen. De loopbaanperspectieven zijn nochtans aantrekkelijk,
I-mag
18
zowel voor ingenieurs als voor technici. De textielsector is een bloeiende en boeiende sector met heel wat interessante tewerkstellingsmogelijkheden. Ze innoveert en moderniseert voortdurend. Van alle sectoren staat ze vooraan in de innovatietop.
Ing. Ilse Garez Ing. Ilse Garez (°Gent - 1969) studeerde na haar lager en middelbaar onderwijs richting wiskunde II en Wetenschappen I in Gent, voor industrieel ingenieur aan het toenmalig CTL in de Voskenslaan, de huidige Hogeschool Gent. In 1993 behaalde ze de graad en het diploma van industrieel
OKTOBER 2007
ingenieur textiel, optie veredeling. Veredelen, 'finishen' of afwerken is de chemie, die het textiel een toegevoegde waarde geeft. Het maakt textiel bijvoorbeeld zachter en geeft het kleur en een mooier uitzicht. Toen ze afstudeerde, werd Ing. Ilse Garez als beste studente bekroond met de gerenommeerde wetenschappelijke prijs CibaGeigy, een Zwitserse multinational en leverancier van onder meer chemicaliën en kleurstoffen. In 1996 fuseerde het bedrijf met de Zwitserse Sandoz-laboratoria, die hoofdzakelijk generieke geneesmiddelen op de markt brengen en nu opereren onder de naam Novartis International. De hoofdzetel is in Basel gevestigd. Bij Ciba in Basel liep Ing. Ilse Garez ook stage. Haar vader studeerde ook voor industrieel ingenieur en behaalde aan het CTL het diploma én voor de afstudeerrichting biochemie én voor de afstudeerrichting textiel (fabricage). De hervorming van het hoger onderwijs zorgde voor een herschikking van de afstudeerrichting textiel. Nu studeert men aan de Hogeschool Gent 'industriële wetenschappen textieltechnologie' voor bachelor en master. Een opleiding van 3 jaar leidt tot de graad van professionele bachelor in de textieltechnologie (het vroegere graduaat). Na het behalen van een (academische) bachelor industriële wetenschappen (3 jaar) kan men er de graad van master industriële wetenschappen textieltechnologie behalen, vroeger industrieel ingenieur. De Hogeschool Gent is de enige in Vlaanderen die de opleiding industriële wetenschappen textieltechnologie aanbiedt. Aan de Universiteit Gent kan men de graad van 'master in de Ingenieurswetenschappen, optie materiaalkunde/
INDUSTRIE
Textielorganisaties Sinds 1 januari 2007 is de textielfederatie Febeltex gefuseerd met Febelhout, de federatie van de hout- en meubelindustrie. De nieuwe beroepsfederatie heet Fedustria. Ze groepeert 2000 bedrijven, hoofdzakelijk familiale en industriële kmo's die voornamelijk op export zijn gericht. Euratex is de Europese federatie van textielverenigingen. Ze is voornamelijk actief binnen het domein van het Europees 7de kaderprogramma, die bedrijven en instellingen samenbrengt die aan onderzoek doen. Ze behartigt ook de invoerquota. Zo probeert ze de invoerquota voor textiel en kleding vanuit China naar Europa zo laag mogelijk te houden. Ze sluit ook internationale handelsakkoorden. NL
Large formatprinters voor transferpapier en textiel.
Interdepartementaal centrum voor wetenschappelijk onderzoek (CTO-TO2C) levert wetenschappelijk onderzoekswerk en innovatie aan voor Belgische bedrijfswereld. textiel' of 'master of textile engineering' behalen. Ook die opleidingen zijn uniek in België. Na haar studies werkte Ing. Ilse Garez gedurende een jaar als technisch-commercieel afgevaardigde bij Turbotron, een kleine firma die de vertegenwoordiging van kleurstoffen en chemicaliën deed voor een grote Nederlandse firma. Ze solliciteerde daarna op een vacature aan het toenmalige CTL. Men zocht er iemand voor het Europees onderzoeksproject Batem, een acroniem voor 'best available techniques and environmental management in the textile industry'. Ze werd voor de functie geselecteerd. Na vier jaar onderzoek nam zij gedurende één jaar de functie van diensthoofd waar voor de aankoop van de personeelsuitrusting bij de Post. Daarna zette ze haar wetenschappelijke loopbaan voort. "Ik wilde aan wetenschappelijk onderzoek doen en voortstuderen. Dat is altijd mijn droom geweest." Haar droom ging in vervulling. Ze keerde terug naar de Hogeschool Gent om er aan wetenschappelijk onderzoek te doen. Inmiddels had ze ook het pedagogisch getuigschrift om les te geven op zak. In de periode 1998 2002 gaf ze avondonderwijs in het hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, aan het PTI-CVO in Kortrijk. Twee avonden per week doceerde ze er verfkunde en veredeling, vezelkennis en gaf ze labo textiel en textielchemie.
“Dat was heel interessant”, zegt ze. “Vooral omdat de studenten gemotiveerd naar de lessen komen. Het waren vooral mensen met praktijkervaring." In 2002 stelde ze haar kandidatuur als expert bij verschillende rechtbanken. Ze werkt momenteel nog steeds als wetenschappelijk onderzoekster aan de Hogeschool Gent. De media hebben een grote impact op de studiekeuze van de jongeren. Naar haar mening zouden ze meer promotie mogen maken voor wetenschappelijke studies en wetenschappelijk onderzoek. Ing. Ilse Garez woont in SintDenijs-Westrem. Paardrijden is haar voornaamste hobby, liefst samen met haar dochtertje.
ring. Elke partij doet zijn verhaal, dat met bewijsmateriaal moet worden gestaafd. De partijen komen meestal samen op de plaats van de eisende partij. Daar heeft men vaak de stalen. Stalen worden steeds in aanwezigheid van de tegenpartij genomen. De partijen ontvangen het voorverslag, waarop ze kunnen reageren en hun kritiek en opmerkingen formuleren. Soms wordt een minnelijke schikking getroffen. Gebeurt dat niet, dan wordt er voortgewerkt aan een eindverslag. De rechtbank krijgt het eindverslag van de expert en doet dan een uitspraak over het geschil. Een tegenexpertise is altijd mogelijk. Expertises doen is mijn bijberoep, wetenschappelijk onderzoek mijn hoofdberoep.”
Gerechtsexpert
Wetenschappelijk onderzoek
“Expert wordt men op basis van het diploma dat men heeft, maar vooral door de beroepservaring die men heeft opgebouwd en de referenties inzake expertise. De opdrachten zijn zeer gevarieerd, maar vooral leerrijk en boeiend. Er zijn moeilijke en eenvoudige opdrachten. Een expertiseopdracht kan soms enkele maanden in beslag nemen, maar heeft weliswaar een tijdslimiet. Het eindverslag moet immers binnen een bepaalde termijn bij de rechtbank worden neergelegd. Elke expertise volgt een bepaalde vaste procedure. De partijen die een geschil hebben, roep ik eerst samen voor een installatievergade-
OKTOBER 2007
Ing. Ilse Garez werkt in een team van 11 enthousiaste onderzoekers in het Textielopleidings en Ontwikkelingscentrum (TO2C) van de Hogeschool Gent onder leiding van prof. dr. Marc Van Parys. Om een onderzoeksplatform met nauwe banden met de textielindustrie te kunnen aanbieden werd in april 1997 in de schoot van het CTO (interdepartementaal centrum voor wetenschappelijk onderzoek) en de vakgroep Textieltechnologie van het departement Toegepaste Wetenschappen (INWE) het TO2C (Textiel Opleidings- en OntwikkelingsCentrum) opgericht.
19
I-mag
INDUSTRIE
Watergekoelde corona om folie en textiel te aërosolcoaten. Met dit toestel kan men een nanocoatinglaag leggen.
Aanvankelijk was er één medewerker. Dat aantal is ondertussen toegenomen tot elf vaste medewerkers met een contract van onbepaalde duur. Het geheel wordt nog steeds succesvol gecoördineerd door prof. dr. Marc Van Parys, voorzitter van de vakgroep Textiel. Verschillende onderzoekers van dat team zijn ook erkend als gedetacheerd onderzoeker in de associatieonderzoeksgroep met de Universiteit Gent, meer bepaald bij de organische chemie. Tot de onderzoeksdomeinen van het TO2C behoort alles wat in verband staat met milieuvriendelijk en economisch verantwoord veredelen van textiel, met name coaten, nanocoaten en lamineren van textiel en flexibele substraten (folie en papier), conventionele en digitale druktechnologieën, microbiologie, inclusief UV-technologieën, oppervlaktetechnologieën met plasma, corona en laser, verven, biotechnologische processen en afvalwaterbehandeling, zoals recycleren en hergebruiken van textielafvalwater, automatisering
en ververijen. “De taak van een onderzoeker is heel ruim en gevarieerd”, zegt Ilse. “Enerzijds heeft men het onderzoeksgedeelte, waar hoofdzakelijk onderzoek wordt verricht op vraag van bedrijven en anderzijds heeft men de reguliere dienstverleningsopdrachten. Dat vertaalt zich in tal van Vlaamse en Europese onderzoeksprojecten, waarbij het TO2C als wetenschappelijke aanvrager/partner fungeert. Zo zorgen we voor technische begeleiding bij innoverende ontwikkelingen of geven we gericht technologisch advies. We doen metingen en testen om de fysische en chemisch eigenschappen, de microbiologische aspecten, de verfrecepten, de drukrecepten en de coatingformules te bepalen. We ondersteunen de productontwikkeling en de procesvernieuwing. Ons team zorgt voor begeleiding bij het volledig innovatietraject van een bedrijf, met name de subsidieaanvragen bij diverse overheidsinstanties, onderzoek en toepassing van de innovatie in het bedrijf. Gespecialiseerde bedrijfsopleidingen geven behoort ook tot
onze opdracht en we werken samen met binnenlandse kenniscentra en onderzoeksinstituten, zoals Cobot (het Belgisch opleidingscentrum voor textielarbeiders) en Centexbel (het wetenschappelijk onderzoekscentrum voor de Belgische textiel).” Belgisch textiel scoort sterk op het gebied van innovatie. Van de talrijke goede en vernieuwende ideeën gebruikt het bedrijfsniveau momenteel slechts een klein gedeelte volwaardig. Als een innovatie technisch gerealiseerd is en het prototypeonderzoek is succesvol afgerond, dan is de uiteindelijke industriële valorisatie een moeilijke stap. Die laatste stap is vooral voor kmo's moeilijk, omdat bedrijven worstelen met de vraag of ze al dan niet een patent zullen nemen en voor welke landen dan wel. Patent nemen is duur voor een kmo. Anderzijds bestaat het risico dat een alerte concurrent het idee kopieert. Degelijke begeleiding vanuit overheid voor het succesvol valoriseren en het financieel steunen van bedrijven in het valorisatietraject is dan ook meer dan wenselijk. Daar schiet de overheidssubsidie meestal tekort. Om kennis te verspreiden en onderzoeksresultaten te valoriseren publiceert het TO2C regelmatig in diverse nationale en internationale technische tijdschriften. Voorts geeft het lezingen, neemt het patenten samen met bedrijven en neemt het deel aan nationale en internationale symposia. Hoewel het onderzoeksdomein van het TO2C tot voor kort in grote mate beperkt bleef tot de textielveredeling, breidde men recent het expertisedomein uit naar de textielproductie en wordt er ook onderzoek verricht binnen de spinnerijsector, meer bepaald naar de fantasiegarens. Dat gebeurt in samenwerking met de vakgroep textieltechnologie van het departement Technologie van de Hogeschool Gent. Ing. Geert De Clercq (vakgroep tex-
"Europa en onder meer België staan aan de top voor textieldesign, creatie en ontwerp. Dat is een heel belangrijke troef voor de Belgische textiel. Het samenspel van creatie en productinnovatie maakt het Belgisch textiel tot een belangrijk exportproduct."
I-mag
20
OKTOBER 2007
INDUSTRIE
Coating Coating, deklaagbehandeling of oppervlaktebehandeling is het bedekken van een drager met een beschermlaag met uiteenlopende doelstellingen. Het kan de stof waterdicht, brandwerend, antistatisch, ademend, corrosiebestendig of bedrukbaar maken. Een coating bestaat uit een pigment (kleur) en/of een functioneel additief (vb. vlamvertrager), een oplosmiddel, zoals bijvoorbeeld water, en een bindmiddel. NL
T-shirtprinter.
Belgisch textiel scoort sterk op het gebied van innovatie. Van de talrijke goede en vernieuwende ideeën gebruikt het bedrijfsniveau momenteel slechts een klein gedeelte volwaardig. tiel, INWE) volgt dat project op. Zo beslaat het onderzoek binnen het TO2C op korte termijn een breder gamma aan technologieën.
Onderzoeksprojecten Roltex is een Belgische fabrikant van dienbladen. Conventioneel worden dienbladen bedrukt met een offsetdruksysteem. Om meer gepersonaliseerde bedrukkingen en dessins te kunnen aanbieden in kleine oplage heeft Roltex een haalbaarheidsstudie uitgevoerd om na te gaan of dienbladen digitaal bedrukbaar zijn. Om het project te realiseren wordt een absorberend papier behandeld met een speciale coating voor digitaal bedrukken. Na de digitaal bedrukking wordt het dienblad dan geperst. De foto's illustreren de impact van de Parys-coat op de bedrukbaarheid van het beharsbaar papier. Het CTO-TO2C ontwikkelde de Parys-coat met IWT-steun. Een andere ontwikkeling is Reskin, een flexibele kleefbare en comfortabele patch, die het lichaam beschermt tegen wrijvings- en schuurwonden. Die innovatie kwam er op vraag van het professionele
wielermilieu, waar het wrijvingprobleem frequent voorkomt. Naast de voortzetting van de klassieke technologieën, zoals verven, waterzuivering en biotechnologie bestaat de strategie van het laboratorium er vooral in een Vlaams-Europees onderzoeksplatform uit te bouwen rond 'nieuwe innovatieve technologieën'. De beoogde technologieën zijn: - bestralingstechnologieën: atmosferische plasma, laser, UV - coaten en lamineren, inclusief UV-coaten - digitale technieken (printing, coaten, finish)
Flexibiliteit en veelzijdigheid Die technologieën worden als 'doorbraaktechnologieën' beschouwd. Ze zijn vooral toekomstgericht. De textiel- en confectieindustrie zijn immers vragende partij naar dergelijke creatieve processen die passen in de industriële trends zoals digitale workflow, personalisering, massa-individualisering, de trend naar kleine productieruns (vaak kleiner dan 200 m), korte doorlooptij-
den en levertermijnen, virtuele opslag, kleine productieloten en het pro-actief, snel en creatief inspelen op de marktvraag. Dat alles moet binnen een economisch en ecologisch verantwoorde context, waarbij met chemicaliën-, energie- en waterverbruik zo rationeel mogelijk moet worden omgesprongen. Kortom, de technologieën hebben gemeenschappelijke noemers: flexibiliteit en veelzijdigheid. "Door de competentie/expertise rond die technologieën te exploreren en uit te bouwen, willen we ook voorop lopen op de markt en de industrie (technology pull). Eerder dan die verschillende technologieën als een 'stand-aloneproces' te beschouwen wordt er voort naar gestreefd om de diverse technologieën op elkaar af te stemmen en te linken om zo het werkings- en toepassingsspectrum te maximaliseren. Daarom worden het nut, het brede spectrum aan nieuwe mogelijkheden en het concurrentievoordeel van die technologieën gedemonstreerd en afgewogen tegen de nu gangbare technologieën en methoden voor oppervlakteengineering op het gebied van creativiteit, flexibiliteit en functionaliteit. Voorts worden ook de commercieel-industrieel interessante toepassingen geïdentificeerd.
Digitaal bedrukken Het digitaal bedrukken van textiel zit in een stroomversnelling. Recent begon de Hogeschool Gent met een centrum voor het digitaal bedrukken van textiel: 'digiwatch'. Het initiatief kwam er in de schoot van het TO2C en de vakgroep Textiel van het departement Industriële Wetenschappen van de Hogeschool Gent. Het digiCoatinglijn. OKTOBER 2007
21
I-mag
INDUSTRIE
watch-centrum is een gezamenlijk initiatief met Centexbel.
Toepassingsmogelijkheden “Textiel is een hoogtechnologische sector”, zegt Ilse. “In de textielindustrie onderscheidt men een aantal subgroepen of segmenten, zoals kledingtextiel, interieurtextiel, technisch textiel, veredeling en spinnerij en de voorbereiding. Bedrijven die binnen de sector van de kledingtextiel actief zijn, produceren weefsels,breisels en laminaten die gebruikt worden voor onder meer de productie van sportkleding, vrijetijdskleding, regenkleding, werkkleding, ondergoed, fashion wear, enz. Ze produceren ook afgewerkte breigoedproducten, zoals pulls, T-shirts, sokken, kousen, enz. Meer en meer worden er technische toepassingen in kledingtextiel geïntegreerd. Een vrijetijdsjas mag bijvoorbeeld geen wind of regen doorlaten, maar moet wel ademen om een goed draagcomfort te verzekeren. Onze onderzoeksgroep doet onder meer ook onderzoek naar adaptieve coatings. Dat zijn coatings die zich aan de omgevingsomstandigheden aanpassen. Dat onderzoek gebeurt in samenwerking met diverse onderzoeksgroepen van de Universiteit Gent. Bij de UGent worden de adaptieve polymeren aangemaakt, het TO2C doet het onderzoek naar de gebruikskarakteristieken op textiel."
Technisch textiel Bij het zogenaamd technisch textiel staan de technische eigenschappen centraal. Onderzoek, ontwikkeling en innovatie vormen de spil van het technisch textiel. Die sector bevat productiesegmenten, zoals de fabricage voor land- en tuinbouw (onder meer zakken en netten voor opslag, dekzeilen, omheiningsdraden, enz.) en voor de visvangst (netten en garens). Andere productiesegmenten binnen het gamma van het technisch textiel zijn de fabricage van textiel voor de bouw, voor filtering en drainage, voor industriële toepassingen (zoals fabricage van soepele laminaten), voor medische toepassingen, voor bescherming en veiligheid, voor sporttoepassingen, enz. Het segment van het technisch textiel is goed voor 28 procent van de textielindustrie.
Interieurtextiel Alles wat onder interieurtextiel valt, is goed voor 42 procent van de totale textielindustrie. Dat is meer dan het dubbele van
I-mag
22
Zeefdrukmachine.
De laatste decennia kiezen meer vrouwelijke studenten voor de studierichting textiel dan mannen, maar het aantal studenten dat de studierichting textiel kiest, loopt ook jaar na jaar terug. de kledingsector (20 procent). Tot het gamma van interieurtextiel behoren onder meer meubelstoffen, tapijten, matrasbekledingen, wandbekledingen, overgordijnen, huishoudlinnen, keukenlinnen, tafellinnen, enz.
Innoveren "Textielinnovatie is bedrijfsgebonden", zegt collega Garez. “Als bedrijven willen overleven en aan de snel evoluerende trends van de markt het hoofd willen bieden, moeten ze voortdurend innoveren, nieuwe producten ontwikkelen en oog hebben voor nieuw design. De snelst ontwikkelende sectoren zijn die met een hoge toegevoegde waarde. Dat is onder meer het geval voor de sector van het technisch textiel. Daar spelen vooral technische eigenschappen een grote rol. Maar technische eigenschappen zijn ook belangrijk voor het interieurtextiel. Denk maar aan de eis van kleur- en slijtagevastheid. Door te specialiseren kunnen we nog steeds de buitenlandse concurrentie aan, zeker met onze technische textielproducten en niet in het minst met de tapijtsector. Met de productie van stoffen voor de kledingsector ligt het wat moeilijker. De productie en confectie gebeurt in lagelonenlanden, zoals China en India. Belgische en Europese bedrijven respecteren de regelgeving rond het gebruik van chemicaliën en kleurstoffen. Zij produceren altijd op een milieutechnisch verantwoorde manier. Verschillende lagelonenlanden hebben weinig of geen aandacht voor de vervuilingsproblematiek waardoor zij, in
OKTOBER 2007
combinatie met de lagere lonen, textiel goedkoop kunnen exporteren naar Europa. Als kleding- of stofproducenten een ecolabel hebben, dan is de stof geproduceerd op een verantwoorde manier op milieuvlak en op het vlak van gebruik van chemicaliën en kleurstoffen. De vraag rijst dan of de consument de meerprijs voor het milieuvriendelijke artikel wil betalen." "Europa en onder meer België staan aan de top voor textieldesign, creatie en ontwerp. Dat is een heel belangrijke troef voor de Belgische textiel. Het samenspel van creatie en productinnovatie maakt het Belgisch textiel tot een belangrijk exportproduct. De jongeren van vandaag zijn meer modebewust dan die van een tiental jaren geleden. Via tv, internet en tijdschriften zijn ze beter dan vroeger op de hoogte van de laatste trends. Ook ouderen hechten zich meer aan modieuze kleding en een mooi interieur. Modieuze kleding dringt trouwens in de hele samenleving door. Het Belgisch interieurtextiel combineert een mooi dessin met extra functies, zoals vlamvertraging, ontgeuring, ..." Een ander veelbelovend onderzoek is het Lastex-project: oppervlakte-engineering door lasertechnologie. Zo wil men op een gecontroleerde manier printlike effecten realiseren. Laser wordt vandaag gebruikt voor verschillende toepassingen, zoals markeren, snijden, perforatie en decoreren van textiel. Het TO2C heeft met steun van IWT een lopend Tetra-onderzoeksproject Lastex: innovatieve en revolutionaire CO2-lasertechnologie voor de oppervlak-
INDUSTRIE
REACH Het letterwoord staat voor Registration, evaluation and authorisation of chemicals. Het is een systeem voor registratie, evaluatie en toelating van chemische stoffen die in de Europese Unie geproduceerd, verwerkt of ingevoerd worden. De regelgeving ervoor dateert van 18 december 2006 en werd vanaf 1 juni 2007 in fasen van kracht. Het Europees Chemicaliënagentschap wordt verantwoordelijk voor de registratie, evaluatie en toelating van chemische stoffen. Het agentschap is in Helsinki gevestigd. Met de REACH-regelgeving wil Europa de risico's van chemische stoffen beheersen in alle domeinen, onder meer ook in de textielsector. Als concreet voorbeeld haalt Ing. Ilse Garez de antimicrobiologische behandeling aan van textielmateriaal, waardoor het minder zweetgeuren vrijgeeft. REACH bepaalt of het antibacteriële deodoranttextiel al of niet in de handel mag worden gebracht. Antibacterieel textiel richt zich op een nieuwe generatie van gebruikers. NL
te-engineering. Bij dat onderzoek wordt nagegaan hoe de toegankelijkheid van textiel met een laser kan worden veranderd en welke oppervlakte aan aanpassingen zo'n laser kan teweegbrengen. Door een pulserende CO2-laser te gebruiken kan een kleurstof selectief worden weggeëtst zonder chemicaliën te gebruiken. Voor de bedrukking met reactieve, zure of disperse inkt kan de toegankelijkheid van een vezel worden verbeterd of gereduceerd waardoor speciale visuele communicatie-effecten kunnen worden gecreeerd. Anderzijds kan de oppervlaktemodificatie speciale functies realiseren (andere adsorptiekarakteristieken van het materiaal).
Ecolabel In 1992 voerde de Europese Unie een Europees ecolabel in. Het is een keurmerk voor producten of diensten die minder milieubelastend zijn. Een onafhankelijke instelling of overheidsinstantie verstrekt het label. Centexbel bijvoorbeeld is zo'n instelling. Ze analyseren de impact van het product of de dienst gedurende de hele levenscyclus van de grondstof: vanaf de ontginning tot de storting of recyclage. Men analyseert de vervaardiging van het product, de verdeling en de verpakking. Het Bureau voor het Europees ecolabel van de EU (BMEU) legt de criteria vast, die worden goedgekeurd door de lidstaten van de EU en de Europese Commissie en 3 tot 5 jaar geldig zijn. Na afloop van die termijn worden ze herzien. Van de 23 categorieën van bestaande producten en diensten worden er een tiental in ons land verkocht. Het kenteken is een bloem en het symbool van de EU die in een cirkel zijn aangebracht.
Imagoprobleem De textielsector heeft blijkbaar een imagoprobleem en daar wil men vanaf. Ons land telt ruim 500 kmo's in de textiel, waarvan het merendeel in Vlaanderen ligt. De Vlaamse textielsector zorgt voor circa 33.000 arbeidsplaatsen. Sluiting van al of niet verouderde textielbedrijven worden op televisie uitvergroot, vaak met achtergrondbeelden die afkomstig zijn uit de periode van priester Adolf Daens. “Dat is niet fair”, zegt Ilse. "Dat alles heeft natuurlijk ook zijn gevolgen voor de aantrekkingkracht van de textielstudies en voor de invulling van heel wat vacatures in de textielsector. Het merendeel van de vacatures kan momenteel niet meer worden ingevuld. Er is vraag naar zowel hoog- als laaggeschoold personeel." "Er zijn heel wat bedrijven die het goed tot zeer goed doen. Het West-Vlaams bedrijf Sioen Industries is een voorbeeld waar innovatie, onderzoek en productie hand in hand gaan. Daar hoort men niet klagen. Al jaren ontwikkelen ze producten die aan de verwachtingen van de klanten beantwoorden en die voor het bedrijf een toegevoegde waarde hebben. Sioen ontwikkelt onderzoeksactiviteiten en ontwikkelingsactiviteiten rond productontwikkeling, procesverbetering en technologische innovaties. Ook andere, minder bekende bedrijven scoren uitstekend in nichemarkten."
Vrouw-manverhouding De laatste decennia kiezen meer vrouwelijke studenten voor de studierichting textiel dan mannen, maar het aantal studenten dat de studierichting textiel kiest, loopt ook jaar na jaar terug.
OKTOBER 2007
Ing. Ilse Garez: "Ik heb er geen passende verklaring voor dat meer meisjes dan jongens voor de studierichting textiel kiezen. Wellicht ligt het aan de perceptie dat textiel vooral confectie en kleding is en dat het een zekere mate van creativiteit vraagt. We moeten die opvatting doorbreken, maar het is niet eenvoudig .Textiel is hoogtechnologisch en ruim." De terugloop van het studentenaantal schrijft Ilse toe aan twee factoren: de tanende belangstelling voor wetenschap in het algemeen en het negatief imago van de textielsector. Voor de invulling van de diverse vacatures doen bedrijven veelal een beroep op ingenieurs mechanica, elektronica en chemie. Bedrijven leiden, al dan niet in samenwerking, de werknemers intern op. Uiteraard beangstigt de dalende instroom van studenten in de ingenieursopleidingen menig textielbedrijf. Vandaar dat diverse textielbedrijven samenwerken in het texstreamproject om jongeren te mobiliseren textiel te studeren. Ing. Ilse Garez verwijst daarvoor naar de website van www.texstream.be. Of ze nog voor industrieel ingenieur textiel zou studeren ? ”Natuurlijk, natuurlijk! Ik raad het de jongeren ten zeerste aan”, beklemtoont ze met de hartelijkheid en openheid die haar eigen is. Collega Garez heeft alvast een boeiende loopbaan en dat straalt ze uit door de helderheid, het enthousiasme en het gemak waarmee ze de textielsector toelicht en in een positief daglicht stelt. En daar heeft ze alle reden voor.
Infrastructuur Het CTO-TO2C beschikt over vier compleet uitgeruste digitale druksystemen (pïëzo- en bubble-jet), die zijn samengesteld uit een scanner, printer, op- en afrolsysteem en CAD-CAM-eenheid. Daarnaast beschikt het over continu en discontinu veredelingsmachines op pilootschaal (impregneer-, coating-, en fixeersystemen, zie www.texpert.be), vijf digitale drukmachines en vier atmosferische plasmasystemen. Recent is een pulserende CO2-laserinstallatie aangekocht, die gekoppeld werd aan een CAD-systeem. Voorts beschikt het over een aantal pilootinstallaties voor het discontinu (labo- en piloottoestellen tot ca. 15 kg 100 m) en continu verven, continu coating/lamineerpilootlijn (in samenwerking met Centexbel) en (digitale) druksystemen. Tekst: Ing. Noël LAGAST MSc Foto's: Ing. Noël LAGAST MSc en CTO-TO2C
23
I-mag