Ondernemingsplan 2017-2020
Ondernemingsplan 2017-2020
2
Ondernemingsplan 2017-2020
Het Ketelhuis
Ondernemingsplan 2017-2020 Inleiding Sinds 29 maart 1999 is Het Ketelhuis - stevig verankerd in de Westergasfabriek, in de Amsterdamse creatieve industrie en in de vaderlandse filmwereld - een veilige thuishaven voor vertoning van en bezinning op de Nederlandse film in zijn volle breedte. Onze aandacht gaat daarbij vooral uit naar artistiek en/of maatschappelijk belangwekkende, commercieel veelal fragiele Nederlandse films als – om betrekkelijk recente voorbeelden te noemen - Naziha’s Lente, Nude Area, Zomer, Wakker in een boze droom, Ne me quitte pas, The Paradise Suite en De grote Zwaen. We nemen daarmee – commercieel gezien - relevante risico’s. De artistieke Nederlandse film (voor zowel volwassenen als de jeugd) heeft meer dan ooit geïntensiveerde aandacht nodig, als artistiek product én als spiegel van onze samenleving. Daarover is iedereen het wel eens. Is de Nederlandse film – speelfilms, documentaires, jeugdfilms en korte films - de kernactiviteit van Het Ketelhuis, daarnaast is er ruimte voor niet-Nederlandse jeugdfilms en documentaires en Europese arthouse films. Het zijn programmatische bestanddelen die elkaar aanvullen en wederzijds versterken – Nederlandse films worden op deze wijze in een Europese context geplaatst – en die uiteenlopende doelgroepen aanspreken. Zoals het een modern filmtheater betaamt is Het Ketelhuis veel méér dan een vertoningsplek. We zijn een eigentijdse variant op de agora, de Griekse marktplaats, waar publiek en professionals elkaar ontmoeten, informatie en erva-
ringen uitwisselen, kennis en vaardigheden vergaren en inspiratie opdoen. Een plek voor reflectie en debat, een plek ook waar men de wereld en zichzelf beter leert begrijpen. (Je kunt er trouwens ook ongedwongen plezier hebben). De vele specifieke doelgroepen van Het Ketelhuis zijn onder te verdelen in twee hoofdcategorieën. Je hebt ‘het publiek’, voor wie wij de vertoonde films waar mogelijk contextualiseren in historische, maatschappelijke en/of esthetische zin. En je hebt ‘de vakwereld’, die wij ruimte en instrumenten aanreiken om ervaringen uit te wisselen, expertise te bevorderen en om talenten tot wasdom te laten komen. Expertise- en inspiratie-bevordering van de Nederlandse filmvakwereld zijn wezenlijk voor de creatieve industrie, het culturele klimaat en de economie van Amsterdam. Het entameren van een dialoog tussen die vakwereld en zijn publiek al evenzeer. Als vaste festivallocatie fungeert Het Ketelhuis al jaren voor o.a. Cinekid, het IDFA, de Roze Filmdagen en het Holland Festival. Op het vlak van filmeducatie is Docupedia.nl ons paradepaardje: een lespakket over de tien grondvormen van de Nederlandse documentaire. Docupedia.nl is een terugkerend item in het curriculum van zowel het Amsterdamse 4e Gymnasium als de Nederlandse Filmacademie. Het Ketelhuis werkt nauw samen met vele instanties, variërend van het Holland Festival tot Bekijk ‘t, van de DDG tot
de belangenvereniging van editors, en van de Nederlandse Vereniging van Psychoanalytici tot het Goethe Institut. Wil Het Ketelhuis toekomstbestendig blijven en zijn authentieke, unieke missie kunnen consolideren, aanscherpen en verder ontwikkelen, dan zijn er in de nabije toekomst meer middelen nodig. Om noodzakelijke programma’s te kunnen blijven maken en om in staat te zijn deze gericht onder de aandacht te brengen van een breed publiek – van de ‘gewone bezoeker’ (jong en oud) tot de professional.
3
Ondernemingsplan 2017-2020
Filmaanbod De afgelopen drie jaar heeft Het Ketelhuis bijna duizend filmtitels vertoond. In bijna 300 gevallen ging het om films die bij ons reguliere vertoningen kregen. Daar kwam een kleine 80% van onze bezoekers op af. Bij 695 titels ging het om specials en vertoningen in festival- of cyclusverband. Deze voorstellingen trokken ruim 21% van ons publiek. Ons reguliere filmaanbod bestond de afgelopen drie jaar voor 57% uit speelfilms, voor 28% uit jeugdfilms en voor 15% uit documentaires. Van dat aanbod was 42% Nederlands en ruim 41% Europees. Het relatief hoge Amerikaanse aandeel (een kleine 12%) vloeit volledig voort uit de door ons vertoonde jeugdfilms. De kindvriendelijkheid én de brede jeugdprogrammering van Het Ketelhuis bieden een veilige en fijne plek voor kinderen en jongeren én een vruchtbare voedingsbodem voor de aanwas van toekomstige filmtheaterbezoekers.
PROGRAMMA-AANBOD (2013-2015) Het filmprogramma-aanbod van Het Ketelhuis in de afgelopen drie jaar laat zich als volgt samenvatten:
titels 1.000
1.000
voorstellingen 1.000
15.000
988
15.000
15.000
800
600
600
695
70,3%
400
400
200
293 200 29,7%
300.000
300.000
250.000
250.000
14.366
100% 800
bezoekers
300.000
800
12.000
12.000
13.268 12.000 92,4%
600
9.000
9.000
9.000
400
6.000
200
3.000
6.000
3.000
100%
250.000
259.824 100%
200.000
200.000
200.000
150000
150000
150000
100.000
100.000
100.000
50.000
50.000
50.000
203.317 78,3%
6.000
3.000
56.507 21,7%
7,6% 1.098
Van de bezoekers aan ons reguliere aanbod ging de afgelopen drie jaar 44,5% naar een Nederlandse film en 31,6% naar een Europese. Landelijk lagen de verhoudingen uiteraard anders. In 2015 koos bijna 70% van de Nederlandse bioscoop- en filmtheaterbezoeker voor een Amerikaanse film, ruim 17% voor een Nederlandse en ruim 9% voor een Europese.
● regulier ● specials & festivals ● totaal
GENREVERDELING (2013-2015) Het reguliere programma-aanbod zag er, waar het gaat om genreverdeling, als volgt uit:
293 titels
13.268 voorstellingen
203.317 bezoekers
De positie van de Nederlandse (artistieke) film De positie van de Nederlandse film in de vaderlandse bioscopen en filmtheaters is de afgelopen twee decennia drastisch veranderd. Ging in 1995 7,2% van de filmbezoekers naar een Nederlandse film, in 2005 was dat 13,2% en in 2015 liefst 17%. Meer dan een verdubbeling in 20 jaar tijd! Dat aandeel is overigens wel voor een belangrijk deel te danken aan films als Michiel de Ruyter en Gooische vrouwen 2, respectievelijk goed voor 693.000 en 2.000.000 bezoekers.
28 %
26,1 % 82 167
15 %
57 %
44
● speelfilm ● documentaire ● jeugdfilm
33,1 %
3.469 8.667
8,5 %
1.132
67.224
65,3 %
118.623 17.470 8,6 %
58,3 %
4
Ondernemingsplan 2017-2020
HERKOMST (2013-2015) Naar land van herkomst was het reguliere programma-aanbod als volgt verdeeld:
titels
voorstellingen*
bezoekers
123
42%
5.291
39,9%
5.291
121
41,3%
5.339
40,2%
5.339
34
11,6%
15
5,1 %
0
Totaal 293
30
14,1%
1.871
60
90
120
767
150
31,6% 19,3%
1.871
1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0
Totaal 13.268
5,8 %
0
44,5%
767
1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000
4,6 %
0
Totaal 203.317
20.000 40.000 60.000 80.000. 100000
● Nederlans ● Europees ● Amerikaans ● Overige landen * Het begrip ‘’voorstellingen’’ is relatief, aangezien het nogal wat uitmaakt of een voorstelling in onze grote zaal met 143 stoelen plaatsvindt of in een van onze twee kleine zalen met elk 50 stoelen.
FILMBEZOEK LANDELIJK (2015) 5.799.435 3.031.523
● ● ● ●
Nederlans Europees Amerikaans Overige landen
17,6% 9,2%
70,0%
23.065.935 1.054.443
Totaal 32.951.335
3,2%
Onderwijl lijkt de positie van de artistieke Nederlandse film daarentegen allengs alleen maar zwakker te worden. De Amsterdamse Kunstraad schrijft in zijn, in oktober 2015 uitgebrachte advies over de Hoofdlijnen 2017-2020 over film o.a. het volgende: ‘’De positie van de artistieke film (Nederlandse film en wereldcinema) is kwetsbaar en heeft aandacht nodig. Voor een divers filmaanbod is het van belang dat filmtheaters ondanks (groter wordende) concurrentie risico kunnen blijven nemen en de kwaliteit van de programmering gewaarborgd blijft.’’ Een jaar eerder schreef diezelfde Amsterdamse Kunstraad in zijn zogeheten Verkenning: ‘’Het Nederlands product moet vertoond kunnen worden. Het Ketelhuis is hiervoor opgericht en vervult nog steeds een belangrijke rol. Kwetsbaar is de positie van de Nederlandse arthousefilm. Er is extra aandacht (financiering) nodig om de productie, distributie en vertoning van de ‘’parels’’ te garanderen en te beschermen. Voor veel van deze films is het nu zo goed als onmogelijk (lang genoeg te draaien om) een publiek te bereiken, want films moeten in korte tijd hun geld opbrengen.’’ De Raad voor Cultuur schrijft in zijn in april 2015 verschenen rapport Cultuur Agenda 2017-2020 en verder: ‘’Binnen de Nederlandse filmproductie neemt de artistieke film een aparte plek in. De raad constateert dat de positie van de Nederlandse artistieke film permanent onder druk staat. De Nederlandse filmsector besteedt weliswaar aandacht aan de internationale coproductie en vertoning van artistieke films, maar de instellingen in de BIS en ook de filmtheaters en bioscopen zijn om financiële redenen genoodzaakt om naast artistieke films ook ruimte te maken voor films die een groot publiek aanspreken. Wil Nederland internationaal meetellen, dan moet er zowel in de productie als in de vertoning meer ruimte zijn voor de artistieke film (inclusief documentaires) en voor experimenten. Hierbij moet worden aangetekend dat een brede filmcultuur (inclusief de films
5
Ondernemingsplan 2017-2020
gericht op een groot bioscooppubliek) een voedingsbodem is voor de artistieke film en vice versa.’’
The Paradise Suite en De grote Zwaen genoegen nemen met respectievelijk 19 en 16 voorstellingen.
De Nederlandse (artistieke) film in Amsterdam
Ook in het Amsterdamse vertoningscircuit (17 bioscopen en filmtheaters, 79 doeken, 11.565 stoelen en in 2014 goed voor ruim 4 miljoen bezoekers), dat in al zijn ogenschijnlijke verscheidenheid toch steeds eenvormiger wordt, lijkt de positie van de artistieke Nederlandse film er dus niet sterker op geworden te zijn.
Het Amsterdamse filmvertoningslandschap is onderhevig aan fikse aardverschuivingen. Onze verwachtingen, uitgesproken in ons beleidsplan 2013-2016, dat filmtheaters na de digitalisering – rond 2012 - massaler gedoodverfde arthouse-successen zouden gaan programmeren, lijken bewaarheid te worden.
Het Ketelhuis en de (artistieke) Nederlandse film Neem de speelweek van 5 november 2015. Toen waren in een zestal Amsterdamse, al dan niet gesubsidieerde niet-Pathé-theaters 428 voorstellingen gewijd aan 45 Years, The Lobster, Youth of Son of Saul. Dat kwam neer op 52,9% van alle voorstellingen in die theaters. In diezelfde speelweek moesten in Amsterdam de Nederlandse speelfilms
Voor de ‘’kleine’’ artistieke Nederlandse film is het marktaandeel van Het Ketelhuis op gezette tijden verbijsterend substantieel te noemen. Vaak gaat het dan in absolute zin om betrekkelijk bescheiden bezoekersaantallen. Tegelijkertijd zijn het films waarin flink is geïnvesteerd, niet in de laatste plaats door het Nederlands Filmfonds.
Neem de volgende voorbeelden: Ketelhuis landelijk
BEZOEKERSAANDEEL KETELHUIS
Naziha’s Lente
253
382
66,2%
Wakker in een boze droom
422
1.034
40,8%
401
1.035
38,7%
2.141
5.681
37,7%
47
188
25,0%
490
2.154
22,7%
Zomer* Ne me quitte pas Goltzius and the Pelican Company De grote Zwaen Een dag in ‘t jaar
201
972
20,7%
Rebelse stad
623
3.056
20,4%
Supernova
488
2.753
17,7%
1.075
6.947
15,5%
De wederopstanding van een klootzak De ontmaagding van Eva van Endt
944
7.314
12,9%
Prins
1.392
11.330
12,3%
&Me
598
5.483
10,9%
1.516
15.143
10,0%
Matterhorn * theatraal en via Filmthuis
‘’Geen hond wil naar Nederlandse artfilms,’’ kopte Het Parool eenvoudigweg in september 2014. In het stuk wordt Doreen Boonekamp, directeur van het Filmfonds, geciteerd: ‘’Op deze manier doorgaan kan niet. We moeten stappen zetten.’’ Welke stappen? Dat stond er niet bij. Wij beschouwen het – als hét huis voor de Nederlandse film - onderwijl als een schone taak om ons de komende jaren waar mogelijk nóg sterker te maken voor de artistieke Nederlandse film en in bredere zin voor de Nederlandse filmcultuur. Dat vaderlandse product dreigt immers ernstig terrein te verliezen. Gezien de gesignaleerde vertoningspraktijk in ons land én in Amsterdam, lijkt het noodzakelijk om nóg risicovoller te Het Najaarsoverleg
6
Ondernemingsplan 2017-2020
programmeren. Dat vergt de komende jaren wel extra inspanningen, zowel op het vlak van de programmering als op het vlak van communicatie en marketing. Naast de reguliere programmering van Nederlandse films heeft Het Ketelhuis in 2015 op maandagavonden de zogeheten Actuele Cinematheek geïntroduceerd. Met daarin eenmalige vertoningen van films die helemaal niet aan de theatrale bak dreigen te komen, inhaalvoorstellingen (‘’slow cinema’’) van kostbare maar te vroeg uit de bioscopen en filmtheaters verdwenen films en kleine retrospectieven. In 2015 waren eenmalige vertoningen o.a. gewijd aan uiteenlopende producties als Kleine delicten (een documentaire van Jaap van Hoewijk over de praktijk van de politierechter), Vandaag kopen we een vliegtuig (een documentaire van Robert Oey over de bizarre gebeurtenissen rond de aanschaf van het JSF-gevechtsvliegtuig) en Kunst… begin drrrr niet an (een documentaire van Gwen Jansen over Herman Brood als beeldend kunstenaar). Retrospectieve aandacht besteedden we in 2015 aan het oeuvre van Urszula Antoniak (haar Nude Area genoot hier zijn vooralsnog enige Amsterdamse vertoning), Fow Ping Hu en Maartje Seyferth en Victor Nieuwenhuijs. Voor 2016 staan wat dit betreft o.a. Michiel van Erp en Martin Koolhoven op het programma. Daarnaast willen we de komende jaren retrospectief aandacht schenken aan relatief onderbelichte omroeptradities als de Telefilm en de One Night Stands. De combinatie van reguliere en cinematheek-programmering stelt ons in staat adequaat een breed aanbod van actuele Nederlandse filmproducties voor het voetlicht te brengen alsook de vaderlandse filmgeschiedenis levend te houden, niet in de laatste plaats voor nieuwe generaties filmliefhebbers.
Het Ketelhuis als agora Een modern filmtheater is veel méér dan een vertoningsplek, het is een social space. Ook Het Ketelhuis is zo’n soci-
aal-culturele ontmoetingsplaats, waar kennis wordt overgedragen en waar gelijkgestemden elkaar kunnen vinden en inspireren. Dat alles in gang gezet door de vertoonde films, die - betrekkelijk laagdrempelig - reflecterende röntgenfoto’s van de samenleving bieden, die je blik op de wereld of jezelf kunnen ontregelen, nuanceren en verdiepen. Het Ketelhuis als hedendaags agora, een centrale marktplaats voor ontmoeting en uitwisseling, stevig verankerd in de Westergasfabriek, één van Amsterdams bekendste culturele hotspots buiten het centrum. Het Ketelhuis is hier volledig op ingericht. Bij binnenkomst zie je in eerste instantie een café, met een bar en een leestafel. Voor de kinderen liggen er kleurplaten klaar. Er is gratis Wifi. En je kunt er ’s avonds een hapje eten. Het Ketelhuis legt zich toe op wat je niet kunt downloaden: het is een analoge oase in een in sterke mate gemedialiseerde en gedigitaliseerde samenleving. Het ligt voor de hand dat we in de nabije toekomst de openingstijden verder verruimen, dagelijks een lunch of mogelijk een ontbijt serveren en nog vroeger met filmvoorstellingen, lezingen, cursussen en studiebijeenkomsten beginnen. Een belangrijk deel van ons publiek is immers niet (meer) aan werktijden gebonden. Daarbij komt dat een ontmoetingsplaats niet lang genoeg open kan zijn. De vele specifieke doelgroepen van Het Ketelhuis zijn onder te verdelen in twee hoofdcategorieën. Je hebt ‘het publiek’, voor wie wij de vertoonde films waar mogelijk contextualiseren in historische, maatschappelijke en/of esthetische zin. En je hebt ‘de vakwereld’, die wij ruimte en instrumenten aanreiken om ervaringen uit te wisselen, expertise te bevorderen en om talenten tot wasdom te laten komen. Zoals bekend huisvest Amsterdam vele, vele film- en televisiemakers. Het is daarom de stad bij uitstek om al die, al dan niet beginnende professionals te faciliteren en te inOpnames voor Peptalk
7
Ondernemingsplan 2017-2020
spireren. Expertise-bevordering van de Nederlandse filmvakwereld is wezenlijk voor de creatieve industrie, het culturele klimaat en de economie van Amsterdam (en in bredere zin van het hele land). Het entameren van een dialoog tussen die vakwereld en zijn publiek al evenzeer. Kennisoverdracht, debat, reflectie, duiding en verdieping zijn de sleutelwoorden waar het gaat om de brede waaier van contextgenererende en expertisebevorderende programma’s in Het Ketelhuis.
Contextualisering & expertise De meeste Nederlandse films worden bij ons in hun premièreweek voorzien van een inleiding en/of een nagesprek (Q & A). Het is een eenvoudige maar effectieve formule die zowel ‘’het brede publiek’’ als vakgenoten aanspreekt en
inspireert. Inclusief die van Cinekid, IDFA en de Roze Film dagen gaat het in Het Ketelhuis jaarlijks al gauw om een Q & A of zestig. Daarnaast hebben we de laatste jaren enkele programmaconcepten geïntroduceerd die we de komende jaren graag voortzetten:
Het Schimmenrijk: de maandelijkse rubriek waarin NRC-journalist Hans Beerekamp aan de hand van recente sterfgevallen door de filmgeschiedenis ‘’wandelt’’. De vertoonde film- en televisiefragmenten worden verzameld in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
zien. Daarbij gaat het nadrukkelijk niet om het filmhistorische, maatschappelijke of esthetische belang van de fragmenten, maar om de strikt persoonlijke betekenis van die fragmenten voor de gast in kwestie.
Extra Live: een regisseur geeft niet in een Extra op een DVD maar tijdens de vertoning commentaar op zijn of haar film. Even leerzaam als vermakelijk voor zowel professionals als leken.
Het Voorjaars- en Najaarsoverleg: de halfjaarlijkse debatavonden over brandende kwesties in de vaderlandse filmpolitiek.
Scènes op Zondag: een middagprogramma waarin ‘een
Psychoanalyse & Film: zes keer per jaar een oudere film
sympathieke gast’ zijn of haar favoriete filmfragmenten laat
die – door middel van een inleiding en een nagesprek – vanuit psychoanalytisch oogpunt wordt ontleed. Deze reeks wordt georganiseerd in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Pychoanalyse (NVPA)
Studiebijeenkomsten. We faciliteren maandelijks studiebijeenkomsten van de Vereniging van Nieuwe Film- en Televisiemakers VERS! en de Dutch Director’s Guild (DDG) en incidenteel van de acteursvereniging ACT en de Nederlandse Vereniging van Cinema-Editors (NCE). Los van de Q & A’s gaat het jaarlijks om een kleine zestig evenementen. Tel je de persvoorstellingen en industrial screenings hierbij op, die in ruime mate bij ons plaatsvinden, en de vele besloten premières van (low-budget)producties van (beginnende) filmmakers, dan ontstaat inderdaad het beeld van Het Ketelhuis als een bruisend, hedendaags agora. Wij zijn voornemens die rol van filmmarktplaats waar mogelijk te versterken. Er is alle reden om te veronderstellen dat de behoefte daaraan de komende jaren alleen maar zal toenemen. Waar het gaat om contextualiserende programHet Voorjaarsoverleg
8
Ondernemingsplan 2017-2020
ma’s willen we in elk geval ons huidige aanbod consolideren. Veel van onze programmaformules zijn nog lang niet versleten. Daarnaast hebben we enkele nieuwe concepten in ontwikkeling. Voor 2016 (en later) staat in elk geval een crash course Nederlandse Filmgeschiedenis op de agenda, in drie avondvullende programma’s te verzorgen door filmjournalist Dana Linssen (NRC Handelsblad, De Filmkrant). Met Het Parool werken we aan een concept waarbij journalistieke aandacht voor een bepaalde thematiek of persoon in de krant wordt gecombineerd met een lezing, debat of vraaggesprek én een filmvertoning in Het Ketelhuis. Het zal daarbij gaan om hoofdstedelijke onderwerpen op het vlak van kunst en cultuur, wetenschap, samenleving of politiek. Voorts zijn we voornemens om in 2017 van start te gaan met een programmareeks over Film, Literatuur en Andere Media, in samenwerking met stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (SLAA). In het programma Loglines krijgt een drietal schrijvers de opdracht om aan de hand van de logline van een bestaande, maar onbekende korte film een kort verhaal te schrijven. Op een avond dragen de drie schrijvers hun verhaal voor en wordt tenslotte de film in kwestie vertoond. Maar je kunt bijvoorbeeld ook denken aan een avond waarop Adriaan van Dis – een fervent liefhebber van YouTubefilmpjes – vanaf zijn laptop zijn favoriete internet-filmpjes laat zien.
Mediator in de directe omgeving We streven er ook naar om in de toekomst een nóg grotere rol te vervullen als mediator van de samenleving in de directe omgeving. Een stevigere verankering in en actievere dialoog met specifieke publieksgroepen of communities die leiden tot relevante presentaties, debatten en andere programma’s over maatschappelijke of persoonlijke vraagstukken. Wat dit aangaat zijn voor ons de buurtgerichte vertoningen van Naziha’s lente in 2015 een schoolvoorbeeld en leidraad. We hebben deze documentaire over een MarokkaansNederlandse, alleenstaande moeder van elf kinderen met ouderwetse flyers stevig aan de man gebracht in Slotervaart. Met het beoogde, hartverwarmende resultaat.
Een heel ander voorbeeld. Ook in 2015 hebben we Het Ketelhuis een volledige avond ter beschikking gesteld aan het jongerencollectief Konijn en hen de vrije hand gegeven die avond in te vullen. Een bijzonder experiment, waarbij alle zalen van Het Ketelhuis helemaal vol zaten met twintigers. Wij willen onze rol als sociale mediator in de directe omgeving en als podium voor de buurt de komende jaren nog steviger op de kaart zetten.
Filmreeksen & festivals Een aantal filmreeksen is de afgelopen jaren bij ons tot ontwikkeling gekomen.
Deutsches Kino: tien keer per jaar een niet in Nederland Op ons programma in 2016 staat o.a. een documentaire van Nina Pieters over een Ghanese toiletschoonmaker uit de buurt. De film, Mister Abbey, mag dan minder professio neel gemaakt zijn, de buurtgerichte urgentie ervan is niet minder hoog.
uitgebrachte Duitse speelfilm of documentaire. Deutsches Kino organiseren we in samenwerking met het Goethe Institut en het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA);
Amongst Friends: een maandelijkse ‘sneak preview met een personal touch’. Deze reeks, geprogrammeerd door gastcurator Hein van Joolen, richt zich op een jong, hip publiek dat met name via sociale media wordt bestookt. Dit programma is inmiddels overgenomen door het Louis Hartlooper Complex in Utrecht en Filmhuis Den Haag.
Gay Film Night: maandelijks een film met een homoseksuele thematiek, die geen regulier roulement in ons land geniet.
Doven en slechthorenden: in 2015 zijn we gestart met We willen onze bestaande en nieuwe programmaconcepten nuanceren, aanscherpen en verdiepen en daarmee onze huidige bezoekers én nog te ontginnen publieks segmenten nader aan ons binden.
maandelijkse vertoningen van Nederlandse speelfilms voorzien van speciale ondertiteling voor doven en slechthorenden. Tot de vertoonde films behoren Ventoux, De surprise, Rendez-Vous, Michiel de Ruyter, J. Kessels, Schneider versus Bax en Holland – Natuur in de Delta.
9
Ondernemingsplan 2017-2020
Onderwijl zijn we uiteraard een groot voorstander van talentontwikkeling. Dat doen we door studiebijeenkomsten te faciliteren van de Vereniging van Nieuwe Film- en Telvisiemakers VERS!, de Dutch Directors Guild (DDG), acteursvereniging ACT en de Nederlandse Vereniging van Cinema-Editors (NCE), maar ook door jaarlijks ruimte te geven aan de VERS Awards, de Finale van de Kunstbende en Het 48 Hours Filmproject (het internationale project waarbij men 48 uur de tijd heeft om een korte film te maken). In 2014 konden we, ter gelegenheid van onze vijftiende verjaardag, Joppe van Hulzen en Dragan Bakema de opdracht verstrekken om een jubileumfilm te maken. Dat resulteerde in de, mede door het Nederlandse Filmfonds gefinancierde, korte zwarte komedie Peptalk, waarin een uitgerangeerde filmregisseur geconfronteerd wordt met een aanstormend talent.
Een en ander kan worden gerealiseerd dankzij de kosteloze medewerking van Subs Media en Gofilex.
Openluchtvoorstellingen: elke zomer verzorgen we een zestal gratis toegankelijke openluchtvoorstellingen aan de parkzijde van Het Ketelhuis. Ons jaarlijkse cadeautje aan de buurt.
Deaf in the Picture. In beginsel om de vier jaar organiseren wij zelf Deaf in the Picture, een betrekkelijk uniek, internationaal filmfestival met films van en over doven. De eerstvolgende edities staan gepland voor 2017 en 2021. Daarnaast fungeert Het Ketelhuis jaarlijks als vaste locatie voor de Roze Filmdagen, Cinekid, het IDFA en het Holland Festival. Voor laatstgenoemde festival faciliteren we niet alleen inleidingen en nagesprekken maar verzorgen we
ook filmprogramma’s die aansluiten bij de gepresenteerde theaterproducties. Incidenteel zijn we locatiepartner voor uiteenlopende mani festaties als het transgenderfilmfestival TranScreen, het International Sport Film Festival Amsterdam (ISFFA), het op de hedendaagse Israëlische en Palestijnse cinema gerichte FilmIsReal, de Finale van de Kunstbende, het urban filmfestival DaBounce en de films van het Amsterdam Fashion Institute (AMFI). Zowel de filmreeksen als de jaarlijks terugkerende festivals zullen we de komende Kunstenplanperiode prolongeren.
Eerder, in 2006, maakten Eddy Terstall en Hans Teeuwen ter gelegenheid van de heropening van Het Ketelhuis de absurde relatiekomedie De reorganisatie van de afdeling herhuisvesting Franeker. De cast mocht er wezen: Pierre Bokma, Nadja Hüpscher, Tamar van der Dop, Peer Mascini en Hans Teeuwen zelf. Dit keer was de NPS de belangrijkste financier van het filmpje van drie duizend euro.
Talentontwikkeling
Na een proefperiode in 2015 starten we in februari 2016 structureel met wekelijkse, openbare vertoningen van recente Nederlandse speelfilms en documentaires voor de leden van de Dutch Academy for Film (DAFF): elke maandag worden dan twee films vertoond, met discussie na. De DAFF beoogt ‘’het bevorderen van de Nederlandse film als wezenlijk bestanddeel van de Nederlandse en Europese cultuur.’’ Dat streven onderschrijven wij van harte.
Waar het gaat om talentontwikkeling stellen we voorop dat we gevestigde kwaliteitsfilmmakers beslist niet willen veronachtzamen. Sterker nog: we koesteren hen.
Maar we doen ook aan talentontwikkeling door onze intensieve samenwerking met het Media College Amsterdam en
10
Ondernemingsplan 2017-2020
het 4e Gymnasium, beide gevestigd in onze directe omgeving. In 2015 hebben we met groot succes twee openbare vertoningen verzorgd van een buitengewoon verdienstelijke documentaire waarin een vierdeklasser (!) van het 4e Gymnasium haar grootouders portretteert.
Filmeducatie En dan de filmeducatie. Ook wij vinden filmeducatie van het grootste belang. Waarom zou je op school wel leren lezen, maar niet leren kijken? Beeldwijsheid – en in bredere zin Mediawijsheid - is een essentiële vaardigheid in onze gemedialiseerde samenleving. In Amsterdam heeft een groot aantal instellingen – waaronder EYE, Rialto, IDFA, Cinekid, Movies That Matter, Bekijk ‘t en Het Ketelhuis - hun filmeducatieve activiteiten publicitair gebundeld in het zogeheten Amsterdams Filmmenu. Het is een effectief instrument – dat gericht filmeducatie promoot en tegelijkertijd het Amsterdamse educatieaanbod voor de onderwijsinstellingen stroomlijnt - al was en blijft film in cultuureducatief Amsterdam nog altijd een ondergeschoven kindje. Toch is film een uitermate geschikt, aansprekend medium voor jongeren. Film kent meerdere gezichten. Je hebt film als (esthetisch) doel op zichzelf, je hebt film als te analyseren schoolvoorbeeld van beeldtaal in onze gemedialiseerde samenleving en je hebt film als vehikel voor kennisoverdracht op wat voor terrein dan ook. Van Geschiedenis tot Duits, van Wiskunde tot Tekenen. Film verleent inzichten in jezelf en de samenleving en is dus begripverhogend.
Docupedia.nl Onze prioriteit ligt onderwijl bij Docupedia.nl, ons onvolprezen project dat in 2011 begon met een Ketelhuis-uitgave waarin NRC-journalist Hans Beerekamp overtuigend uitlegt dat de Nederlandse documentaire tien grondvormen kent. Dat boekje heeft inmiddels een begeleidend hoorcollege
voortgebracht, waarin aan de hand van filmfragmenten nader op de materie wordt ingegaan. Tot die fragmenten behoort een scène uit Festen (Thomas Vinterberg, 1998, Denemarken). Laat dat fragment zien aan tweedejaars-Gymnasiasten en minstens de helft zegt dat het kennelijk om een documentaire gaat. Het voldoet immers aan een groot aantal wezenlijke kenmerken van een documentaire... Dit is het soort filmeducatie dat wij nastreven! In de loop van 2016 zijn we in staat dit lespakket uit te breiden met reeds gedraaide, maar nog te monteren videobeelden van vraaggesprekken met de in het boekje behandelde Nederlandse filmmakers. Docupedia.nl is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een terugkerend bestanddeel in het curriculum van zowel het Amsterdamse 4e Gymnasium als de Nederlandse Film academie. Naast Hans Beerekamp zelf behoort visueelantropologe Janine Prins tot de gastdocenten. We zijn voornemens dit prachtige lespakket ook bij andere scholen te introduceren.
Het Ketelhuis en Amsterdamse onderwijsinstellingen We onderhouden nauwe banden met het Mediacollege en het 4e Gymnasium. Leerlingen van beide Amsterdamse onderwijsinstellingen komen geregeld naar Het Ketelhuis voor een besloten filmvoorstelling. Leerlingen van laatst genoemde school kunnen bovendien op vertoon van hun scholierenkaart bij ons voor drie euro naar een reguliere voorstelling. Daar hebben zij in de afgelopen drie jaar 576 keer gebruik van gemaakt. Er bestaat geen directere manier om een leeftijdsgroep te bereiken, die in beginsel nooit naar een filmtheater gaat. Wij gaan dan ook meerdere scholen deze scholieren reductie aanbieden.
Studenten van de Nederlandse Filmacademie en het Media College Amsterdam en leden van de studievereniging Off-Screen kunnen bij ons naar de film tegen het sterk gereduceerde tarief van 6 euro. Los van de door ons gefaciliteerde schoolvoorstellingen van Cinekid, IDFA en de Roze Filmdagen, verzorgden we in 2015 nog eens 31 schoolvoorstellingen voor 20 verschillende onderwijsinstanties (PO, VMBO, VO en MBO). Daar waren een kleine drieduizend leerlingen bij betrokken. Tenslotte. Al jaren werken we facilitair en publicitair nauw samen met de eveneens op de Westergasfabriek gevestigde cultuureducatie-instelling Bekijk ‘t. Met hun visie op cultuureducatie – waarin participatie centraal staat – zijn wij het van harte eens. Tot de lopende projecten behoren Metropolis (scholieren maken een korte documentaire over mensen uit hun buurt), At Your School (scholieren voltooien een, voor een belangrijk deel geprepareerde speelfilm over een gijzeling op hun school) en Rabat (workshop n.a.v. deze speelfilm over het maken van lastige keuzes). Mede dankzij de samenwerkingsverbanden met Bekijk ’t en het Filmmenu, maar ook door eigen inspanningen, wordt Het Ketelhuis inmiddels bezocht door een diverse en multiculturele mix van leerlingen van alle verschillende opleidingsniveaus. Steeds meer scholen weten ons te vinden voor uiteenlopende projecten en schoolvoorstellingen. We gaan de banden met deze onderwijsinstellingen de komende jaren intensiveren en actief op zoek naar nieuwe samenwerkingspartners. Voor 2017 staat in elk geval een samenwerkingsproject op het programma met Roderick Hageman, die als ‘’De Vragenman’’ met kinderen en jongeren pleegt te filosoferen op scholen, de naschoolse opvang en in musea. In Het Ketelhuis zal het uiteraard draaien om filosoferen voor jongeren aan de hand van film(fragmenten).
11
Ondernemingsplan 2017-2020
Alternatief vertoningsplatform Uiteraard ligt ons hart bij de filmvertoning als gezamenlijke belevenis in het donker. Desondanks hebben wij uit realiteitszin in 2015 geparticipeerd in het door het in Amsterdam gevestigde marketingbureau Herrie geëntameerde experiment Film(t)huis. In een zestal filmtheaters werd de speelfilm Zomer behalve in een van hun fysieke filmzalen ook enkele weken tegen betaling op hun website aangeboden, als het ware in een online-zaal. Dat leverde de volgende resultaten op:
ZOMER Chassé Breda
views 48
Filmhuis Den Haag
146
Ketelhuis
202
Lieve Vrouw Amersfoort
24
Louis Hartlooper Complex
78
LUX Totaal
deel op free publicity. We zijn betrekkelijk vaak in het nieuws. Met name Het Parool besteedt regelmatig aandacht aan onze speciale programma’s. Onze goede relatie met diverse (Amsterdamse) instellingen komen ook goed van pas: zo konden we gratis adverteren in o.a. het VERS magazine, het Cinekid-programmaboekje, de programmakrant van de Roze Filmdagen, de Filmkrant en in de Stadspas Kortingsgids. We beschikken over een tweemaandelijkse, analoge flyer die in een oplage van 5.000 stuks ruim verspreid wordt onder culturele instellingen in Amsterdam en op diverse relevante plekken in de directe omgeving van Het Ketelhuis. Daarnaast doen we alles digitaal: we beschikken over een website, een wekelijks email-Nieuwsbrief en we hebben accounts op Facebook en Twitter. In 2016 zullen we hier Instagram en Periscope (voor het streamen van Q & A’s) aan toevoegen.
behoort tot de effectiefste methoden om ook kinderen uit de lagere inkomensklasse over de vloer te krijgen. Tot ons (sociale) marketingbeleid behoort ook het feit dat houders van een Stadspas bij ons naar binnen kunnen voor het relatief geringe bedrag van 7,50 euro en dat Voedselbankpashouders bij ons gratis toegang hebben. Bij dit laatste, in mei 2013 gestarte project (Voedselbank Cultuur) zijn in Amsterdam op het filmvlak vooralsnog alleen EYE en Het Ketelhuis aangesloten.
76 574
Het experiment wordt in 2016 voortgezet. Uiteraard zijn wij dan weer van de partij. Het onderzoeken van de mogelijkheden van alternatieve vertoningsplatforms voor artistieke Nederlandse films is immers van het grootste belang. Het ligt in de bedoeling de komende jaren twaalf films per jaar via dit platform aan te bieden.
Communicatie & Marketing Ons vaste publiek voor de niet-kinderfilms bestaat uit een breed filmtheaterpubliek, zo blijkt uit meerdere publieksonderzoeken: hun leeftijd ligt veelal tussen de 30 en 64 jaar en het bestaat uit gretige, drukbezette cultuurconsumenten. En de vrouwen zijn licht in de meerderheid. De communicatie- en marketingmiddelen van Het Ketelhuis zijn traditioneel beperkt en leunen voor een wezenlijk
Op het vlak van de sociale media scoort Het Ketelhuis stevig:
SOCIALE MEDIA Bezoekers website in 2015
596.361
Oplage wekelijkse digitale nieuwsbrief ultimo 2015
2.191
Leuk-vinders Facebook ultimo 2015
5.823
Volgers Twitter ultimo 2015
2.224
Onze specifieke doelgroepen – die uiteenlopen van studenten Duits tot de Nederlandse Dovengemeenschap, en van kinderen tot de gehele filmvakwereld – plegen we te benaderen met gerichte mailings. Speciaal voor de jeugd brachten wij in 2014 een Jeugdfilmpaspoort op de markt, waarin kinderen een jaar lang stempels konden verzamelen van alle films die zij in Het Ketelhuis bezochten. Deelname aan een Stadspascheque-actie Het Jeugdfilmpaspoort
12
Ondernemingsplan 2017-2020
Het Ketelhuis en zullen de komende jaren door ons met gerichte campagnes worden benaderd.
Allianties We werken samen met een groot aantal culturele-, onderwijs- en andersoortige instellingen, waarvan de meeste hun basis hebben in Amsterdam. Dit levert niet alleen diverse speciale filmprogramma’s en effectieve marketingmiddelen op, maar verankert ons ook sterk in de Amsterdamse culturele en educatieve ketens.
Het Ketelhuis doet van meet af aan mee met het collectieve marketing- en kortingsinstrument Cineville. Inmiddels zijn er 38 filmtheaters aangesloten bij Cineville, waaronder alle Amsterdamse niet-Pathé-theaters. De Cinevillepashouder heeft voor 19 euro per maand onbeperkt toegang tot al die theaters. Het robuuste marketingeffect van Cineville – ook en juist op de jongere doelgroepen - is al meermalen alom bejubeld. In 2015 bestond 21,2% van het Ketelhuisbezoek uit Cinevillepashouders.
In 2015 hebben we geëxperimenteerd met deelname aan We Are Public. Met name voor programma’s als Het Schimmenrijk blijkt dat goed te werken. Het genereert nieuw publiek, zij het in bescheiden mate.
Tot onze samenwerkingspartners behoren: 4e Gymnasium, Acteursvereniging ACT, Amsterdams Filmmenu, Bekijk ‘t, Cinekid, Cineville, DaBounce, Duitsland Instituut Amsterdam, Dutch Academy For Film (DAFF), Dutch Director’s Guild (DDG), EYE, EYE International, FilmIsReal, De Filmkrant, Filmproducenten Nederland, Filmvertoners Overleg Amsterdam (FOA), Goethe Institut, Gofilex, Herrie, Holland Festival, IDFA, International Sport Film Festival (ISFF), Kennedy Van der Laan, Kunstbende, Media College Amsterdam, Nederlands Filmfonds, Nederlandse Filmtheater Overleg (NFO), Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Nederlandse Filmacademie, Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten en Filmtheaters (NVBF), Nederlandse Vereniging van Cinema-Editors (NCE), Nederlandse Vereniging van Psychoanalytici, OnPhotography Festival, Pacific Parc, Het Parool, Roze Filmdagen, SLAA, Subs Media, De Uitmarkt, Vereniging van Nieuwe Film- en Televisiemakers VERS! , Het Vrije Westen, We Are Public, Westergasfabriek BV en Het Woeste Westen.
Organisatie & Financiën Over de bezoekcijfers de komende jaren kunnen we optimistisch zijn. Er worden immers talloze woningen gebouwd in gebieden die tot op heden eenzijdige bedrijvigheid kenden: de Houthaven, het terrein van het Foodcenter en Sloterdijk. Al deze wijken behoren tot het verzorgingsgebied van
We hebben het vaker gezegd: als filmtheater zou Het Ketelhuis op eigen benen kunnen staan, maar er is subsidie nodig voor de commercieel risicodragende programmering van (artistieke) Nederlandse films en voor de realisatie van reflecterende programma’s daaromheen.
13
Ondernemingsplan 2017-2020
Én voor het betaalbaar blijven faciliteren van uiteenlopende evenementen als Cinekid, de Roze Filmdagen, het IDFA, de Finale van de Kunstbende, Het Holland Festival, DaBounce en het ISSFA, van de activiteiten van instanties als Bekijk ’t en niet in de laatste plaats van de vele besloten premières van (lowbudget-)filmproducties. Concurrentie van De Filmhallen – die in september 2014 hun deuren openden – heeft de afgelopen twee jaar, net als bij sommige andere Amsterdamse filmtheaters en bioscopen, ook bij ons geleid tot een daling van de bezoekcijfers. In ons geval óók omdat we, deels hetzelfde verzorgingsgebied bestrijkend, onder invloed van De Filmhallen in 2015 als gevolg van het distributeursbeleid een aantal geijkte Europese arthouse-hits niet voor vertoning konden bemachtigen. Ons filmbezoek in 2015 was 7% lager dan in 2014 en een kleine 20% lager dan in 2013. Een en ander heeft in 2014 en 2015 noodgedwongen geleid tot personele bezuinigingen. Die gingen met name ten koste van onze voortvarende plannen op het gebied van marketing, publiciteit en programma-ontwikkeling. Andermaal wil Het Ketelhuis de aankomende Kunstenplanperiode steviger op dit vlak inzetten. Juist nu de positie van de artistieke Nederlandse film er bepaald niet sterker op is geworden. Tot op heden liggen alle werkzaamheden op het gebied van programmering, communicatie, marketing en educatie in handen van de directie en de bureaumanager. ‘’Het stemt de commissie (…) gunstig dat Het Ketelhuis met een kleine personeelsbezetting zo goed kan functioneren,’’ schreef de Amsterdamse Kunstraad nog in een advies in 2012. Maar de rek is er inmiddels uit. Thans is het tijd om Het Ketelhuis in personele zin in lijn te brengen met vergelijkbare, op lokaal niveau gesubsidieerde filmtheaters in ons land. De begroting 2017-2020 rekent dan ook met een substan-
tiële formatie-uitbreiding aan de top van Het Ketelhuis. Het gewenste organogram voorziet in een medewerker programmering/speciale programma’s alsmede een medewerker communicatie/marketing/educatie . Het ligt voor de hand om te verwachten dat deze personele investeringen leiden tot versterking van de programmering en een intensievere publieksbinding. In 2015 waren er gemiddeld 35 betaalde medewerkers aan Het Ketelhuis verbonden, samen goed voor 14,1 fte. Daarnaast genoten we in 2015 de medewerking van gemiddeld 17 vrijwilligers en stagiaires: een tweetal daarvan werkten op kantoor, de overige fungeerden als zaalwacht. Met de beoogde uitbreiding is jaarlijks een bedrag van ruim 88.000 euro gemoeid. Daarnaast willen we jaarlijks 48.000 euro aan extra middelen reserveren voor programma-, marketing- en educatie-activiteiten. Ten behoeve van het vierjaarlijks te organiseren Deaf in the Picture reserveren wij tenslotte 12.000 euro per jaar. De bijgesloten Meerjarenbegroting is voor het overige gebaseerd op de ervaringscijfers van 2015 en veronderstelt de komende jaren – heel behoedzaam - een lichte maar stabiele groei in bioscoop- en horeca-omzet. Een voor 2016 geplande uitbreiding van het café-oppervlak – in de vorm van een multifunctioneel entresol - zal hier ook een steentje aan bijdragen. Deze uitbreiding is onderdeel van de broodnodige facelift van Het Ketelhuis, tien jaar na de verbouwing en heropening in 2006. De beoogde exploitatieresultaten van circa 54.000 euro in de komende jaren zijn hard nodig voor (her-)investeringsreserveringen. We moeten immers flink sparen voor toekomstige uitgaven voor nieuwe digitale apparatuur en ander soortig onderhoud. Met deze bedragen wordt ook gerekend in ons meerjarige investeringsplan/MOP.
14
Ondernemingsplan 2017-2020
Een en ander resulteert in iets meer dan een brutale verdubbeling van de in de vorige Kunstenplanperiode gevraagde en toegekende subsidie: 300.000 euro. Dat zou betekenen dat wij in 2017 niet langer 89,4%, maar 81% tot 83% eigen inkomsten genereren. Horeca- en zaalverhuurinkomsten blijven onverkort een substantieel fundament onder de culturele missie van Het Ketelhuis. Daar waar wat van waarde is daadwerkelijk weerloos dreigt te worden, dienen we daadkrachtig in te grijpen. De kwetsbare artistieke Nederlandse film en zijn makers hebben recht op een robuust podium. Het Ketelhuis biedt zo’n podium.
Samenvatting Sinds 29 maart 1999 is Het Ketelhuis - stevig verankerd in de Amsterdamse en de nationale creatieve industrie - een veilige thuishaven voor vertoning van en bezinning op de Nederlandse film in zijn volle breedte. Onze aandacht gaat daarbij vooral uit naar artistiek en/of maatschappelijk belangwekkende, commercieel veelal fragiele Nederlandse films. Gezien het huidige vertonerslandschap, in Amsterdam en daarbuiten, hebben die kwetsbare films meer dan ooit geïntensiveerde aandacht nodig, als artistiek product én als spiegel van onze samenleving. Wij geven die aandacht en zullen dat in 2017-2020 blijven doen, zo mogelijk nóg zorgvuldiger.
We zullen niet alleen onze bestaande programmaformules voortzetten en waar nodig aanscherpen. We zullen de reguliere en de cinematheekprogrammering nog beter toesnijden op de fragiliteit van de artistieke Nederlands film en zijn behoefte aan ‘’ademruimte’’. En we zullen nieuwe programma’s introduceren, die nieuwe invalshoeken bieden (filosofische bijvoorbeeld) of nieuwe dwarsverbanden leggen (met literatuur bijvoorbeeld) en die nieuwe publiekssegmenten zullen aanspreken. Kennisoverdracht, debat, reflectie, duiding en verdieping blijven onverkort de sleutelwoorden in de brede waaier van contextgenererende en expertisebevorderende programma’s in Het Ketelhuis. Het publiek van Het Ketelhuis loopt uiteen van de reguliere filmbezoeker tot de Nederlandse filmvakwereld en van scholieren tot festivalgangers. De communicatie- en marketingmiddelen van Het Ketelhuis leunen voor een wezenlijk deel op free publicity. We beschikken over een tweemaandelijkse flyer, een website, een wekelijks email-Nieuwsbrief en we hebben accounts op Facebook en Twitter. Onze bonte collectie doelgroepen plegen we voorts te benaderen met gerichte mailings. Waar het gaat om de vakwereld onderhouden we intensieve relaties met uiteenlopende belangengroeperingen en hun communicatiekanalen. Met behoud van het goede willen we evenwel de komende jaren steviger inzetten op communicatie en marketing, iets waar tot op heden beperkte mogelijkheden voor waren. Met de beoogde extra middelen gaan we bestaande relaties verstevigen en nieuwe publiekssegmenten aanboren, onder meer door ons aan te bieden als podium voor buurtinitiatieven; met speciale aandacht voor jongeren, de filmtheaterbezoekers van de toekomst. Ook zullen we ons de komende jaren richten op de nieuw te ontwikkelen de-
15
Ondernemingsplan 2017-2020
len van ons verzorgingsgebied, waaronder De Houthavens, het voormalige Foodcenter en Sloterdijk. Horeca en zaalverhuur zijn een belangrijke financier van onze culturele missie. Maar we hebben meer armslag nodig. Al jaren wordt Het Ketelhuis geroemd om zijn kleine personeelsbezetting. Maar het is tijd om Het Ketelhuis in personele zin enigszins in lijn te brengen met vergelijkbare filmtheaters in ons land. De komende Kunstenplanperiode willen wij substantieel meer middelen, waaronder twee medewerkers, inzetten op het vlak van programmering, educatie en communicatie en marketing. Juist nu de artistieke Nederlandse film geïntensiveerde aandacht behoeft. Wil Het Ketelhuis toekomstbestendig blijven en zijn authentieke, unieke missie kunnen consolideren, aanscherpen en verder ontwikkelen, dan zijn die extra middelen ook hard nodig. Om noodzakelijke programma’s te kunnen blijven maken en om die gericht onder de aandacht te kunnen brengen van een breed publiek – van de ’gewone bezoeker’ (jong en oud) tot de professional. Volgens onze meerjarenbegroting genereren we in 20172010 81% tot 83% eigen inkomsten. Het Ketelhuis staat bekend als hét huis voor de Nederlandse film, in de ogen van zowel ‘het publiek’ als de filmvakwereld. Het biedt naast filmvertoningen een brede waaier van contextgenererende en expertisebevorderende programma’s. Zoals bekend huisvest Amsterdam vele film- en televisiemakers. Het is daarom de stad bij uitstek om al die, al dan niet beginnende professionals te faciliteren en te inspireren. De film- en randprogrammering, de festivals, de gevarieerde bijeenkomsten van filmsectorverenigingen, de persvoorstel-
lingen en de industrial screenings en de besloten premières van (lowbudget-)filmproducties maken Het Ketelhuis tot een vitale ontmoetingsplaats voor en publieke etalage van de vaderlandse filmbranche; wezenlijk voor de creatieve industrie, het culturele klimaat, de samenleving en de economie van Amsterdam. Dankzij de vele samenwerkingen met diverse Amsterdamse instellingen zijn we sterk verankerd in de culturele en educatieve ketens van de stad. Bovendien maken we deel uit van de Westergasfabriek, één van de belangrijkste culturele hotspots in Amsterdam West; waar we de artistieke Nederlandse film, op ongedwongen wijze, toegankelijk maken voor de bewoners van de stad. De (kwetsbare) artistieke Nederlandse film heeft meer dan ooit geïntensiveerde aandacht nodig. Daar zetten wij op in. Mochten daar meer middelen voor beschikbaar komen, dan zou dat voor ons een belangrijke verandering betekenen. We zijn dan in staat onze huidige programmering aan
te scherpen en te verdiepen, we kunnen dan nieuwe programma-concepten introduceren, we zullen de band met onze huidige bezoekers kunnen bestendigen en nieuw publiek kunnen aanboren. Zodat de artistieke Nederlandse film krijgt wat hij verdient: een zo breed mogelijk publiek. Internationaal zal de filmvertoningspraktijk de komende jaren vermoedelijk ingrijpend veranderen. ‘’Kleine’’ films zullen hoogstwaarschijnlijk verder in het nauw raken. Met hun riskante verdienmodellen zullen distributeurs hun vingers niet meer willen branden aan die films. Die zullen dus op de spreekwoordelijke plank blijven liggen. En uiteindelijk zullen die films niet meer gemaakt worden. Die ontwikkeling zou zich ook in ons land kunnen voltrekken. Het is een verandering waar wij niet over gaan. Maar wij beogen wel op die ontwikkeling in te spelen. Door de vertoningskansen en het publieksbereik van die ‘kleine’ films te optimaliseren.